Paus Franciscus, Voor Gods barmhartigheid is niets onmogelijk! Rome (ZENIT.org) 12-10-2013
Dit is de toespraak van paus Franciscus op zaterdag 12 oktober op het Sint-Pietersplein tijdens de Mariale gebedswake, in gemeenschap met de Mariaheiligdommen en bisdommen van de hele wereld, in voorbereiding op de toewijding van morgen, zondag 13 oktober, op het einde van de H. Mis, ook op het Sint-Pietersplein.
Dierbare broeders en zusters, Wij zijn hier allen op deze ontmoeting in het Jaar van het Geloof, die gewijd is aan Maria, de Moeder van Christus en aan de Kerk, onze Moeder. Haar beeld uit Fatima, helpt ons Haar aanwezigheid in ons midden te voelen. Maria leidt ons altijd naar Jezus. Zij is een vrouw van geloof, een ware gelovige. Hoe was het geloof van Maria? 1. Het eerste element van Haar geloof is dit: het geloof van Maria ontwart de knoop van de zonde (cf LG 56). Wat betekent dit? De concilievaders hebben een woord hernomen van de heilige Ireneüs dat zegt: “de knoop van Eva’s ongehoorzaamheid werd door de gehoorzaamheid van Maria ontward; hetgeen de maagd Eva door haar ongeloof gebonden had, dat heeft de maagd Maria door haar geloof ontbonden” (Adv. Haer. III, 22,4). De knoop van de ongehoorzaamheid, de knoop van het ongeloof. Wanneer een kind ongehoorzaam is aan zijn mama of papa, kunnen wij zeggen dat een kleine “knoop” gevormd wordt. Dat gebeurt als het kind zich rekenschap geeft van wat het doet, vooral bij een leugen; het heeft dus geen vertrouwen in zijn mama of papa. Hoe dikwijls gebeurt dat! De relatie met de ouders moet dan van deze fout verschoond worden en inderdaad, het kind verontschuldigt zich, zodat er opnieuw harmonie en vertrouwen zijn. Iets gelijkaardig heeft plaats in onze relatie met God. Wanneer wij niet naar Hem luisteren, Zijn wil niet volgen, doen wij concrete daden waarmee wij een gebrek aan vertrouwen in Hem manifesteren – en dat is de zonde – en er ontstaat een knoop in ons binnenste. Deze knopen ontnemen ons vrede en sereniteit. Zij zijn gevaarlijk omdat meerdere knopen kunnen verstrengelen, dat is altijd pijnlijker en moeilijker om te ontwarren. Doch voor Gods barmhartigheid is niets onmogelijk! Zelfs de meest verwarde knopen ontwarren zich met Zijn genade. En Maria die door Haar “ja” de deur voor God geopend heeft om de knoop van de oude ongehoorzaamheid te ontwarren, is de Moeder die ons geduldig en teder naar God leidt, opdat Hij als barmhartige Vader de knopen van onze ziel zou ontwarren. Wij kunnen ons de vraag stellen: wat zijn de knopen in mijn leven? Vraag ik Maria dat Zij mij helpt vertrouwen te hebben in Gods barmhartigheid, om te veranderen? 2. Tweede element: het geloof van Maria geeft vlees aan Jezus. Het concilie zegt: “in geloof en gehoorzaamheid heeft zij de eigen Zoon van de Vader hier op aarde gebaard, en wel zonder een man te bekennen, overschaduwd door de Heilige Geest” (LG 63). Het is een punt dat de Kerkvaders sterk benadrukt hebben: Maria heeft Jezus ontvangen in haar geloof en daarna in haar vlees, toen Zij “ja” gezegd heeft op de boodschap die God door bemiddeling van de engel tot haar gericht heeft. Wat wil dat zeggen? Dat Hij geen mens is willen worden zonder onze vrijheid, Hij is langs de vrijwillige instemming van Maria willen gaan, langs Haar “ja”. doch wat zich op unieke wijze heeft voorgedaan in de Maagd Maria, realiseert zich ook op geestelijk vlak wanneer wij Gods woord in een goed en oprecht hart ontvangen en in praktijk brengen. Het is alsof God vlees wordt in ons, Hij komt in ons wonen omdat Hij verblijf neemt in hen die Hem liefhebben en Zijn woord onderhouden. 1
Stellen wij ons de vraag: zijn wij ons daarvan bewust? Of denken wij dat de menswording van Jezus slechts een feit uit het verleden is, dat ons niet persoonlijk engageert? In Jezus geloven betekent Hem ons vlees aanbieden, met de nederigheid en de moed van Maria zodat Hij te midden van de mensen kan blijven wonen; in Jezus geloven, betekent Hem onze handen aanbieden om de kleinen en de armen te strelen; onze voeten om onze broeders tegemoet te gaan; onze armen om wie zwak is te steunen en om in de wijngaard van de Heer te werken; onze geest om plannen te bedenken en uit te voeren in het licht van het Evangelie; vooral ons hart om lief te hebben en beslissingen te nemen volgens Gods wil. Dat alles gebeurt dank zij de werking van de Heilige Geest. Laten wij ons door Hem leiden! 3. Het laatste element is het geloof van Maria als een op weg zijn: het concilie zegt dat Maria “op de pelgrimstocht van het geloof (is) voortgegaan” (LG 58). Daarom gaat Zij ons op deze pelgrimstocht voor, Zij vergezelt en steunt ons. In welke zin was het geloof van Maria een op weg zijn? In de zin dat Zij Jezus heel Haar leven gevolgd is: Hij is de weg! Voortgaan in het geloof, voortgaan in deze geestelijke pelgrimstocht die het geloof is, is niets anders dan Jezus volgen; naar Hem luisteren en zich door Zijn woorden laten leiden; zien hoe Hij zich gedraagt en in Zijn voetstappen treden, Zijn gevoelens en houdingen hebben: nederigheid, barmhartigheid, nabijheid, maar ook vastberaden afwijzing van hypocrisie, dubbelzinnigheid, afgoderij. Jezus’ weg is die van de trouwe liefde ten einde toe, tot en met het offer van Zijn leven, dat is de kruisweg. Daarom gaat de weg van het geloof langs het kruis en Maria heeft het van in het begin begrepen toen Herodes de pas geboren Jezus wilde doden. Maar daarna is dit kruis dieper geworden, toen Jezus verworpen werd: toen moest het geloof van Maria het hoofd bieden aan onbegrip en misprijzen; wanneer Jezus’ “uur” gekomen is, het uur van het lijden: toen was het geloof van Maria het vlammetje in de nacht. In de nacht van Stille Zaterdag heeft Maria gewaakt. Haar vlammetje, klein maar helder, brandde bij de dageraad van de verrijzenis; en toen Zij vernam dat het graf leeg was, liep in Haar hart de vreugde van het geloof reeds over, het christelijk geloof in de dood en de verrijzenis van Jezus Christus. Het is het hoogtepunt op de weg van het geloof van Maria en van heel de Kerk. Hoe is ons geloof? Houden wij het brandend zoals Maria, zelfs op moeilijke en donkere momenten? Heb ik de vreugde van het geloof? Vanavond danken wij U, Maria, voor Uw geloof en vernieuwen wij ons vertrouwen in U, Moeder van ons geloof.
Paus Franciscus, Geloof is definitieve trouw, zoals dat van Maria Toewijding van de wereld aan het Onbevlekt Hart van Maria Rome (ZENIT.org) 13-10-2013 De paus deed een oproep om geen christen te zijn “met horten en stoten”, maar “altijd”, ’t is te zeggen zich niet tevreden te stellen met één keer “ja” te zeggen maar dit “ja” dagelijks te herhalen. Het gaat erom “nooit de weg te nemen van het tijdelijke (provisorische, voorlopige)” want “geloof is definitieve trouw zoals dat van Maria”. Paus Franciscus droeg de Heilige Mis op het Sint-Pietersplein op, als afsluiting van de Mariale dagen die op 12 en 13 oktober in het Vaticaan plaatshadden, in het kader van het Jaar van het Geloof. Een internationale menigte, meer bepaald met delegaties van Mariale verenigingen en bewegingen en 1.000 priesters, hebben aan deze dagen deelgenomen, rond het beeld van Onze-lieve-Vrouw van Fatima dat uit Portugal was overgebracht. 2
In de Psalm hebben wij gebeden: “Zingt voor de Heer een nieuw gezang omdat Hij wonderen deed” (98,1). Vandaag staan wij voor één van de wonderen van de Heer: Maria! Een nederig schepsel en zwak zoals wij, gekozen om Gods Moeder, Moeder van Haar Schepper te worden. Door naar Maria te kijken, in het licht van de lezingen die we zojuist hoorden, zou ik met u willen nadenken over drie werkelijkheden: de eerste, God verrast ons; de tweede, God vraagt ons trouw; de derde, God is onze sterkte. 1. De eerste : God verrast ons. De geschiedenis van Naäman, de legeroverste van Syrië, is eigenaardig: om van melaatsheid te genezen, richt hij zich tot de Elisa, Gods profeet, die geen magische rituelen doet, hem geen buitengewone dingen vraagt, tenzij vertrouwen te hebben in God en zich onder te dompelen in de rivier; echter niet in de grote rivieren van Damascus maar in de kleine Jordaan. Het is een verzoek waarvan Naäman perplex staat, zelfs verrast: welke God kan dat zijn die zo iets simpel vraagt? Hij wil op zijn stappen terugkeren, maar zet dan toch de stap, hij dompelt zich onder in de Jordaan en geneest onmiddellijk (cf 2 Kon 5,1-14). God verrast ons; Hij is echt aanwezig in de armoede, zwakheid, nederigheid en geeft ons Zijn liefde die ons redt, geneest en kracht geeft. Hij vraagt alleen dat wij Zijn woord volgen en Hem vertrouwen. Dat is de ervaring van de Maagd Maria : tegenover de boodschap van de engel, verbergt Zij Haar verwondering niet. Het is de verbazing te zien dat God om mens te worden, werkelijk Haar gekozen heeft, Haar, een eenvoudig, jong meisje uit Nazareth, dat niet in machtige en rijke paleizen woont, dat geen grote daden verricht heeft, maar open staat voor God, zich aan Hem kan toevertrouwen, ook al begrijpt Zij niet alles: “zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord” (Lc 1,38). Dat is Haar antwoord. God verrast ons altijd, Hij verstoort onze schema’s, gooit onze plannen ondersteboven, en zegt ons: geef Mij vertrouwen, heb geen angst, laat u verrassen, treed uit uzelf en volg Mij! Stellen wij ons vandaag allen de vraag of wij angst hebben voor wat God mij zou kunnen vragen of vraagt. Laat ik mij door God verrassen, zoals Maria, of sluit ik mij op in mijn zekerheden, materiële zekerheden, intellectuele zekerheden, ideologische zekerheden, de zekerheid van mijn plannen? Laat ik God echt binnenkomen bij mij? Hoe geef ik Hem antwoord? 2. In de passage van de heilige Paulus die wij beluisterden, richt de apostel zich tot zijn leerling Timoteüs en zegt hem zich Jezus Christus te gedenken, en: als wij met Hem volharden, zullen wij ook met Hem zegevieren (cf 2 Tm 2,8-13). Dat is het tweede punt: Christus altijd gedenken, de herinnering aan Jezus Christus, dat is volharden in het geloof: God verrast ons met Zijn liefde maar vraagt trouw door Hem te volgen. We kunnen ontrouw worden, doch Hij niet, Hij is de Getrouwe en vraagt van ons dezelfde trouw. Denken wij aan al die keren dat wij voor iets enthousiast geworden zijn, een initiatief, een engagement, doch daarna de handdoek in de ring wierpen omwille van de problemen. Helaas, dat gebeurt ook met 3
fundamentele keuzes, zoals die van het huwelijk. De moeilijkheid constant te zijn, trouw aan genomen beslissingen, aan opgenomen engagementen. Het is dikwijls gemakkelijk “ja” te zeggen, doch nadien komt men er niet meer toe dit “ja” dagelijks te herhalen. Men kan niet trouw zijn. Maria heeft aan God “ja” gezegd, een “ja” dat Haar nederig bestaan in Nazareth omver geworpen heeft, maar dit “ja” was niet het enige, in tegendeel het was slechts het eerste van vele “ja-woorden” in Haar hart op vreugdevolle evenals op pijnlijke momenten, vele “jawoorden” die hun hoogtepunt vinden in het “ja” aan de voet van het kruis. Vandaag zijn hier veel mama’s; bedenk hoe ver Maria’s trouw aan God gegaan is: in het zien van Haar enige Zoon op het kruis. De trouwe vrouw, rechtop, van binnen kapot, doch trouw en sterk. En ik vraag mij af: ben ik “met horten en stoten” christen of altijd? De cultuur van het provisorische, het relatieve, dringt ook in het geloofsleven binnen. God vraagt ons Hem trouw te zijn, elke dag, in ons dagelijks doen, en zegt ook, ook al zijn wij Hem soms niet trouw, Hij is altijd trouw en wordt het door Zijn barmhartigheid nooit moe ons de hand te reiken om ons op te richten, aan te moedigen terug op weg te gaan, naar Hem terug te keren en Hem te zeggen dat wij zwak zijn opdat Hij ons opnieuw kracht zou geven. En dat is de definitieve weg: altijd met de Heer, zelfs in onze zwakheid, in onze zonde. Nooit de weg gaan van het tijdelijke, het provisorische. Dat doodt ons. Geloof is definitieve trouw, zoals dat van Maria. 3. Het laatste punt : God is onze sterkte. Ik denk aan de tien melaatsen uit het Evangelie die Jezus genas: zij gaan Hem tegemoet, roepen van op een afstand: Jezus, Meester, ontferm u over ons! (Lc 17,13). Zij zijn ziek, willen bemind worden, willen kracht hebben en zoeken iemand om hen te genezen. En Jezus geeft antwoord door hen van hun ziekte te bevrijden. Het is echter indrukwekkend te zien dat slechts één van hen terugkeert om God te loven, met luide en krachtige stem, en Hem te danken. Jezus zelf bemerkt het: tien hebben geroepen om genezing en één enkele keert terug om zijn dank aan God luid te verkondigen en te erkennen dat Hij onze sterkte is. Kunnen danken, kunnen loven voor wat de Heer voor ons doet. Kijken wij naar Maria: na de boodschap was Haar eerste gebaar, een gebaar van naastenliefde voor Haar bloedverwante Elisabeth; en de eerste woorden die Zij uitspreekt zijn: Mijn hart prijst hoog de Heer. ’t Is te zeggen een lofzang en dankzegging aan God, niet alleen om wat Hij in Haar gedaan heeft maar ook voor wat Hij in heel de heilsgeschiedenis doet. Alles is door Hem gegeven. Als wij kunnen begrijpen dat alles Gods gave is, welk geluk in ons hart! Alles is door Hem gegeven. Hij is onze sterkte! Dank zeggen is gemakkelijk en toch zo moeilijk! Hoe dikwijls zeggen wij “dank u” in ons gezin? Het is één van de sleutelwoorden in het gemeenschappelijk leven. “Mag ik?”, “excuseer”, “dank u”: als deze drie woorden gesproken worden in een gezin, dan gaat het gezin erop vooruit. “Mag ik?”, “excuseer”, “dank u”. Hoe dikwijls zeggen wij thuis “dank u”? Hoe dikwijls zeggen wij “dank u” aan wie ons helpt, aan wie ons nabij is, ons in het leven vergezelt? Dikwijls vinden wij alles
4
vanzelfsprekend! Ook tegenover God. Het is gemakkelijk de Heer iets te vragen, maar Hem danken : och, ik denk daar niet aan. Roepen wij de voorspraak aan van Maria opdat Zij ons zou helpen ons door God te laten verrassen zonder weerstand te bieden, Hem dagelijks trouw te zijn, Hem te loven en te danken want Hij is onze kracht. Amen.
Paus Franciscus, Toewijdingsgebed van de wereld aan het Onbevlekt Hart van Maria Niets van het mensenhart is U vreemd Rome (ZENIT.org) 13-10-2013
Dit is het toewijdingsgebed aan het Onbevlekt Hart van Maria dat paus Franciscus op het einde van de H. Mis bad, op zondag 13 oktober, voor het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. De paus sloot de twee Mariale dagen van 12 en 13 oktober af, rond het beeld dat voor deze gelegenheid vanuit Portugal was overgebracht.
Allerheiligste Maagd Maria van Fatima, met nieuwe dankbaarheid voor Uw moederlijke aanwezigheid, verenigen wij onze stem met die van alle generaties die U zalig noemen. Wij roemen in U de grote werken van God die nooit ophoudt zich met erbarmen te buigen over de mensheid, die door het kwaad gekweld wordt en door de zonde gewond, om haar te genezen en te redden. Maria, wil met Uw welwillendheid de akte van toewijding aanvaarden die wij vandaag met vertrouwen voor Uw beeld verrichten dat ons zo lief is. Wij zijn zeker dat ieder van ons kostbaar is in Uw ogen en dat niets van ons hart U vreemd is. Wij laten ons raken door Uw zeer zachte blik en de troostende streling van Uw glimlach. Bewaar ons leven in Uw armen; zegen en sterk ieder verlangen naar wat goed is; verlevendig en voedt het geloof; ondersteun en verlicht de hoop; wek naastenliefde op en beziel ze; leid ons allen op de weg van de heiligheid. Leer ons uw voorkeursliefde voor kleinen en armen, voor uitgesloten en lijdende mensen, 5
voor zondaars en hen die in hun hart een verkeerde weg zijn ingeslagen; verzamel ons onder Uw bescherming en geef ons aan Uw veelgeliefde Zoon, Onze Heer Jezus. Amen.
Vert. Maranatha-gemeenschap
6