2010/AR/878 - Folio
2_. ~() )
Hof van beroep te Gent 12" kamer
Terechtzitting van 19 september 2012
2010/AR/878- In de zaak van:
DE POOTER Wim, advocaat, met kantoor te 9700 OUDENAARDE Markt 41, In zijn hoedanigheld van curator over het faillissement ALLEGRO IMMOBILIEN B.V.B.A., destijds met maatschappelijke zetel te 9700 OUDENAARDE, Krekelput 2, Ingeschreven met KSOnummer 0862.758.877, aangesield door de rechtbank van Koophandel te Oudenaarde bi) vonnis dd. 24.11.2011
appellant q.q., gedinghervattende partij · hebbende als raadsman mr. LAMPENS Peter, advocaat te 9700 OUDENAARDE, Marfijn Van Torhoutstraat112 tegen:
ARTHUS TURNING STONES INTOHOMES NV, met maatschappelijke Serskampsteenweg 52, 476.190.222,
zetel te 9230 ingeschreven met
WETTEREN, KBO-nummer
gel'ntlmeerde, hebbende als raadsman mr. OCKIER Ludo, advocaat te 8500 KORTRIJK, Beneluxpark 3
velt het hof het volgend arrest:
mest In <Je "'~k 2010/AR/878 - p~gln~ 1/ 23
2010/AR/878- Folio
9.\0 L1
Bij verzoekschrift neergelegd op 31 maart 2010 tekende Allegro Immobiliën BVBA (hierna genoemd Allegro), hoger beroep aan tegen het vonnis gewezen op tegenspraak door de rechtbank van koophandalle Oudenaarde, eerste kamer, op 22 december 2009 In de zaak gekend onder A.R. nr. A/0628/08 tussen haarzelf als eiseres en Arthus Turning Slones inlo Homes NV (hierna genoemd Arthus) als verweerster. De partijen werden gehoord In openbare terechtzitting van 13 juni 2012 en de neergelegde conclusies en stukken werden Ingezien. Artikel 24 van de wet van 15 juni 1935 op hel gebruik der talen In gerechtszaken werd In acht genomen Antecedenten
Feitelllke voorgaanden Op 1 september 2007 sloten Arthus en Allegro een overeenkomst waarbij aan Allegro de exclusieve opdracht werd toegekend om te bemiddelen bij de verkoop van een onroerend goed, m.n. de residentie Llndenhof, bestaande uit drie nieuw te bouwen appartementsblokken met In totaal 38 units, 38 ondergrondse garages en 38 bergingen. In art. 4 van de overeenkomst werd bepaald dat zij werd gesloten voor zes maanden, verlengbaar met een nieuwe termijn van zes maanden mits akkoord van de opdrachtgever. Conform art. 3 werd de commissie die aan Allegro toekwam bij verkoop bepaald op 2% + 21 %BTW, hetzij In totaal2,42% van de gerealiseerde verkoopprijs (st. 1 Allegro) Art. 3 voorzag verder dat dil ereloon als volgt verschuldigd was : "Hel ereloon Is de makelaar ten definitieve titel verworven op het ogenblik van de ondertekening van toewijs notariële overeenkomst en de betaling van de koopsom. De vergoeding Is evenwel ten titel van voorschol betaalbaar voor de helft bij het ondertekenen van de definitieve verkoopscomprom/s en de betaling door de koper van het voorschot ten bedrage van 6% van de koopsom. De resterende helft van de comiss/e Is betaalbaar bij het verlijden van de notariële verkoopakte" (sic)
Op 3 maart 2008 werd tussen partijen een addendum afgesloten waarbij alle bepalingen van de voormelde overeenkomst van toepassing bleven, tenzij afwijking ervan. Het addendum voorzag een aanlal regels met betrekking tot de praktische manier van werken en de marketing van het project. Wat de duurtijd betreft wè'rd bepaald dat de overeenkomst werd verlengd voor onbepaalde duur met dien verstande dat het exclusief karakter
2010/AR/878 - Folto
2Çl() Ç
verviel en dat de opdrachtgever de overeenkomst kon beëindigen mits een opzegtermijn van één maand (st. 2 dossier Allegro). Bij mail van 4 januari 2008 deelt Allegro aan de notaris van de verkoper mee dat zij op 20 december een ontwerp van de basisakte ontving en dat zij graag een voorbeeld van de verkoopcompromis had ontvangen, waarop haar In een bijlage bij de mali van 9 januari 2008 door de notaris een ontwerp van verkoopsovereenkomst wordt meegedeeld met aandulding van een aantal ontbrekende elementen (st. 17 dossier Allegro). Op 21 januari 2008 verzoekt Sabradis NV, de moedervennootschap van Arthus, Allegro per mali om de ondertekening van de verkoopcompromis te willen uitstellen vermits het ontwerp van basisakte nog door alle partijen dient te worden nagekeken (st. 10 dossier Allegro) BIJ mali van 22 januari 2008 deelt Allegro aan Arthus mee dat haar bij het begin van de samenwerking werd verteld dat de basisakte verleden zou worden In oktober- november en dat op die basis aankoopbeloftes werden opgesteld. ZIJ stelt dat zij niet werd verwittigd dat deze termijn niet haalbaar was en · dat Inmiddels de aankoopbeloftes zijn verstreken. Zij wijst erop dat zij door deze vertraging evenmln ereloon kan realiseren terwijl zij Inmiddels wel reeds vele kosten heeft gemaakt om publiciteit te vo·eren. Zij vervolgt dat zij niet op de hoogte werd gebracht van het uitstel voor het afsluiten van de overeenkomsten en stelt dat zij in de toekomst een open dialoog verwacht. Zij verzoekt tevens op de hoogte gebracht te worden van de correcte datum voor het verlijden van de basisakte (st. 8 dossier Allegro). Bij mail van 23 januari 2008 deelt Arthus mee dat de basisakte de volgende week zal getekend worden. ZIJ deelt verder mee dat zij de twee kopers op de hoogte heeft gebracht en hierbij Allegro 'volledig uit de wind heeft gezet'. ZIJ vervolgt dat de verkoop zal moeten beteren, maar stelt dat zij als promotor haar verantwoordelijkheid zal nemen en binnen afzienbare tijd zal starten met de bouw, ook al zijn er Inmiddels maar twee verkopen gerealiseerd. ZIJ rekent echter wel op meer verkopen teneinde de inzet van eigen mlddelen te beperken (st. 9 dossler.AIIegro). Bij mail van 1 februari 2008 verzoekt Allegro aan Sobradls of er reeds een blanco compromis kan doorgemaild worden, vermits één van de klanten dit document graag had ontvangen. In ontkennend geval zal hij de klant een aankoopbelofte laten ondertekenen, waarop Sabradis meedeelt dat de compromis nog niet In haar bezit Is en verzoekt om de klant een aankoopbelofte ~nest
tn 4e 2:4ak 2010/AR/878- pa~fn~ 3/23
2010/AR/878 - Folio
9_.\0 b
te laten ondertekenen. Zij stelt dat deze binnen korte tijd kan omgezet worden In een compromis (st. 20 dossier Allegro). In de periode februari tot en met maart 2008 werden door toedoen van Allegro een twaalftal appartementen verkocht, waarvoor onderhandse overeenkomsten werden ondertekend (st. 4 dossier Allegro). BIJ mail van 11 juni 2008 maakt Sobradis aan Allegro een kopie over van de mali van de notaris van Arthus aan de notaris van de kopers waarbij wordt gesteld dat de voltoolingswàarborg zal worden afgeleverd In juli zodat de vermoedelijke datum voor het verlijden van de akten eind juli 2008 zal zijn (st. 11 dossier Allegro). Op 16 juni 2008 maakt Allegro 12 facturen op waarbij zij het saldo van de commissie van de door haar gerealiseerde verkopen aanrekent. Bij faxbericht van 15 juli 2008 deelt Allegro aan Arthus mee dat zij begin juni werd gecontacteerd door diverse kopers van een appartement met betrekking tot de aktedatum voor het verlijden van de authentieke akte, waarbij uiteindelijk bleek dat dit niet kon doorgaan vermits er nog geen voltoolingswaarborg was gesteld. Arthus heeft alsdan de notarissari schriftelijk verwittigd dat deze datum werd verschoven naar eind juli. Zij stelt dal zij thans opnieuw wordt gecontacteerd door de kopers vermits zij nog geen aktedatum hebben verkregen. Verder wijst zij erop dat zij op 16 juni facturen heeft opgestuurd naar Arthus, nadat zij hierover met Arthus overleg had gepleegd. Zij stelt dat het feit dat de aktes later worden verleden geen Invloed kan hebben op het verschuldigd zijn van haar erelonen. Zij verwacht dan ook tegen uiterlijk 16 juli 2008 het betalingsbewijs van de voormelde facturen, zo niet zal zij zich genoodzaakt zien om haar factuurvoorwaarden toe te passen (st. 5 dossier Allegro). Bij mail van 4 augustus 2008 deelt Arthus aan Allegro mee dat er op 12 augustus 2008 3 akten zullen verleden worden en dat zij · op dat ogenblik de facturen zal betalen (st. 27 dossier Allegro). Bij aangetekende brief van 12 augustus 2008 deelt Allegro aan· Arthus mee dat zij geen antwoord heeft gekregen op haar brief van 15 juli 2008 en dringt zij nogmaals aan op de betaling van haar facturen. ZIJ wirwijst naar het makelaarscontract waarin Is gestipuleerd dat het saldo van de commissie zou betaald worden bij het verlijden van de akte en naar de verkoopsovereenkomsten attest In 4e "lak 2010/AR/878 ··pagina 4/23
2010/AR/878 ·folio
9~ )"0
f
waarin wordt gestipuleerd dat de akte zal verleden worden binnen de vier maanden na de compromis. ZIJ geeft een overzicht van alle facturen, verhoogd met het schadebeding en de rente en maant Arthus aan om een bedrag van € 33.718,24 te betalen (st. 6 dossier Allegro). · BIJ mail van 19 augustus 20.08 deelt Arthus aan Allegro mee dat er op 12 augustus 11. normaal drie akten zouden veriE;Jden worden doch dat er één niet Is doorgegaan. ZIJ deelt mee dat zij toch de drie facturen die betrekking hebben op deze verkopen heeft betaald en dat de betalingsopdracht op 14 augustus werd doch dat het geld ten gevolge van de ondertekend via I 'bank hollday' slechts gisteren van de rekening is gegaan. Zij stelt dat zij bij de notaris heeft aangedrongen om haar spoedig een lijst te bezorgen met de data waarop de andere akten kunnen verleden worden (st. 7 dossier Arthus). Bij exploot betekend op 21 augustus 2008 laat Allegro overgaan tot dagvaarding van Arthus voor de rechtbank van koophandel te Oudenaarde. BIJ brief van 8 september 2008 zegt Arthus de makelaarsovereenkomst met Allegro op en maakt zij voorbehoud om In het kader van de hangende procedure schadevergoeding te vorderen voor de veelvuldige contractuele wanprestaties van Allegro (st. 25 dossier Arthus). Procedurele voorgaanden In syntheseconclusies neergelegd op 30 april 2009 vordert Allegro dat : · • er voor recht zou gezegd worden dat zij zich terecht beroept op de niet-uitvoeringsexceptie en niet gehouden is nog verdere prestaties te verlenen Ingevolge de wanbetaling van haar facturen; er voor recht zou gezegd worden dat de overeenkomst tussen partijen, getekend per 1 september 2007 en vernieuwd per 3 maart 2008 Ingevolge de contractuele wanprestatle van Arthus In haar nadeel Is verbroken met recht op schadevergoeding die op basis van de contractueel voorziene schadevergoeding wegens contractbreuk begroot wordt op € 61. 775; Arthus zou veroordeeld worden om haar een bedrag te betalen van € 3.093,98 als conventionele schadevergoeding, meer de gerechtelijke rente aan de conventionele rentevoet van 10 % vanaf heden tot op datum van de volledige betaling en meer de conventionele Intresten aan € 628,71. ortest In de "lok 2010/AR/879 ·
p
23
20!0/AR/878- Folio
2(0 'IJ
het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zou verklaard worden, niettegenstaande elk verhaal en zonder kantonnement. In syntheseconclusies neergelegd op 29 mei 2009 vordert Arthus bij tegenels dat : er voor recht zou gezegd worden dat de makelaarsovereenkomst tussen partijen Ingevolge contractuele wanprestaties van Allegro · lastens haar is ontbonden, met recht op schadevergoeding lastens Allegro tot beloop van € 59.870 meer de gerechtelijke rente aan de wettelijke rentevoet; In ondergeschikte orde haar opzeg van de makelaarsovereenkomst op 8 september 2008 geldig te verklaren en te zeggen voor recht dat de makelaarovereenkomst Is beëindigd op 8 oktober 2008. De eerste rechter heeft de uitvoerige standpunten van partijen op correcte en bevattelijke wijze uiteengezet. Het hof verwijst om redenen van bondigheld naar de uiteenzetting van de eerste rechter dienaangaande, hier als hernomen te beschouwen. De eerste rechter stelt vast dat de makelaarsovereenkomst voorziet dat het saldo van het ereloon verschuldigd Is ·bij het verlijden van de aankoopakte. HIJ stelt dat door er van uit te gaan ·dat dit moet gebeuren binnen de vier maanden na de ondertekening van de verkoopcompromis en te besluiten dat het saldo alsdan opeisbaar was, Allegro een verkeerde interpretatie geeft aan de overeenkomst. Verder stelt hij dat uit de voorgelegde stukken geen contractuele wanprestatie in hoofde van Arthus kan worden afgeleid die de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. Wat de tegenvordering betreft, stelt hij vast dat er. evenmln aanwijzingen zijn om de ontbinding van de overeenkomst In het nadeel· van Allegro uit te spreken en dat de overeenkomst de facto Is beëindigd op 23 augustus 2008, datum waarop tot dagvaarding Is overgegaan. Hij oordeelt dan ook dat zowel de hoofdvordering als de tegenvordering als ongegrond dienen te worden afgewezen en hiJ veroordeelt elke partij tot de helft van de dagvaardingskasten en zegt voor recht dat voor het overige partijen gehouden zijn hun eigen kosten te dragen. Bij 'vonnis van de rechtbank van koophandel te Oudenaarde van 24 november 2011 · wordt Allegro in staat van faillissement verklaard en wordt dhr. Wim De Pooler aangesteld als curator.
~ttest
In
20f0/ARJB7B- Folio
2)0
8
De vorderingen In hoger beroep Allegro vordert In syntheseconclusies dat het bestreden vonnis zou worden tenlet gedaan en dat opnieuw ~Ijzende haar oorspronkelijke vorderingen zouden worden gegrond verklaard zodat dienvolgens: er voor recht zou gezegd worden dat zij zich terecht beroept op de niet-uitvoeringsexceptie en niet gehouden is nog verdere prestatles te verlenen Ingevolge wanbetaling van haar facturen; er voor recht zou gezegd worden dat de overeenkomst tussen partijen, getekend per 1 september 2007 en vernieuwd per 3 maart 2008 Ingevolge de contractuele wanprestatle van Arthus In haar nadeel Is verbroken met recht op schadevergoeding die op basis van de contractueel voorziene schadevergoeding wegens contractbreuk begroot wordt op € 61.775; - Arthus zou veroordeeld worden om haar een bedrag te betalen van € 3.093,98 als conventionele schadevergoeding, meer de gerechtelijke rente aan de conventionele rentevoet van 10 % vanaf heden tot op datum van de volledige betaling en meer de conventionele Intresten aan € 628,71; 'het vonnis' uitvoerbaar biJ voorraad zou verklaard worden, niettegenstaande elk verhaal en zonder kantonnement; - Arthus te veroordelen tot de kosten van beide aanleggen. De curator vordert biJ zlttlngsnota neergelegd op 13 juni 2012 dat het hoofdberoep gegrond zou worden verklaard overeenkomstig de termen en het dispositief van de laatst neergelegde conclusies, ondergeschikt vast te stellen dat hiJ niet kan worden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding en gerechtskosten, doch dat Arthus In voorkomend geval enkel gerechtigd Is de opname van haar gebeurlijke schuldvordering in de massa van het faillissement te vervolgen voor de rechtbank van koophandel te Oudenaarde. Arthus vordert bij incidenteel beroep dat het bestreden vonnis zou worden tenlet gedaan en· dat opnieuw wijzende haar oorspronkelijke tegenvorderingen zouden worden gegrond verklaard zodat dienvolgens: er voor recht zou gezegd worden dat de makelaarsovereenkomst tussen partijen door de contractuele wanprestaties van Allegro lastens haar Is ontbonden, met recht op schadevergoeding lastens Allegro tot beloop van € 59.870 meer de gerechtelijke rente aan de wettelijke rentevoet; ~ttest In
2010/AR/878- folio
.~ (i/ 0
in ondergeschikte orde haar opzeg van de makelaarsovereenkomst op 8 september 2008 geldig te verklaren en te zeggen voor recht dat de makelaarovereenkomst Is beëindigd op 8 oktober 2008. Allegro te veroordelen tot de kosten van belde aanleggen.
Beoordeling
1. Voorafgaandellik Partijen hebben hun mlddelen en argumenten, zoals uiteengezet in hun beslulten voor de eerste rechter, In graad van hoger beroep herhaald en verder uitgewerkt. Deze zullen, In de mate dat ze dienstig zijn voor de beoordeling van het geschil, hierna ontmoet worden Er wordt geen betekeningsexploot voorgelegd. Geen enkele partij maakt gewag van de betekening. van het bestreden vonnis. Het hoger beroep Is bijgevolg tijdig Ingesteld en Is ook regelmatig naar vorm. Mlddelen van onontvankelijkheld worden niet opgeworpen en het hof ziet geen redenen om dit ambtshalve te doen. Het hoger beroep Ingesteld door Allegro Is ontvankelijk. Ook het Incidenteel beroep van Arthus Is ontvankelijk. 2. De grond van de zaak 2.1. De vordering tot de 'verbreking' van· de overeenkomst en schadevergoeding 2.1.1. De principes Allegro vordert de verbreking van de overeenkomst en de vergoeding van .de schade die daaruit voortvloeit. Zij verwijst hierbiJ onder meer naar art. 5 van de overeenkomst dat bepaalt dat "elk van de partijen zal aan de andere een schadevergoeding verschuldigd zijn die gelijk Is aan 50 % van de vergoeding voorzien In art. 3 in geval zlj een fout begaat die de. ontbinding van de overeenkomst in haar nadeel rechtvaardigt. Het miskennen van de exclusiviteit doordat de opdrachtgever tijdens de loopiijd van de overeenkomst zelf verkoopt of doordal een andere makelaar belast wordt met de verkoopbemlddelfng, wordt beschouwd als een fout die de ontbinding rechtvaardigt lastens de opdrachtgever met recht op schadevergoeding zoals In dil artikel bepaald."
attest In 4e zaak 2010/AR/878 - pagina 8/ 23
2010/AR/870- Folio
2. '\-') -'/
Het hof stelt vast dat met verbreking Allegro de ontbinding van de overeenkomst In het nadeel van Arthus voor ogen heeft. Krachtens art 1184 B.W. Is· "In elk wederkerig contract de ontbindende voorwaarde altijd sl/lzwijgend begrepen, voor hel geval dal een van belde partijen haar verbintenis niet nakomt. In dil geval is hel contract niet van rechtswege ontbonden. De partij jegens wie de verbintenis niet Is uitgevoerd, heeft de keus om ofwel de andere partij te noodzaken de overeenkomst uil te voeren, wanneer de uitvoering mogelijk Is, ofwel de ontbinding van de overeenkomst te vorderen, met schadevergoeding. De ontbinding moet In rechte gevorderd worden, en aan de verweerder kan, naar gelang van de omstandigheden, uitstel worden verleend."
Vooraleer een schuldelsar bij een toerekenbare tekortkoming van zijn schuldenaar kan overgaan tot dwanguitvoering of tot het Inroepen van sancties, moet hij zijn schuldenaar in gebreke stellen. De voorafgaande Ingebrekestelling maakt een algemeen rechtsbeginsel uit (zie ook Cass., 9 april 1976, Arr. Cass., 1976, 921). Deze Ingebrekestelling dient een duidelijke en ondubbelzinnige uitdrukking In te houden van de wil van de schuldeiser om de hoofdverbintenis Ie zien uilvoeren (zie ook
Cass., 16 september 1983, Arr. Cass. 1983-84, 45). Een ingebrekestelling Is een voorafgaande vereiste met een algemene draagwijdte. Het geldt bij het Instellen van alle soorten sancties bij niet nakoming van contráctuele verbintenissen: zowel bij het vorderen van gedwongen uitvoering in natura of van uitvoering biJ equivalent, als biJ de vordering tot ontbinding van de overeenkomst op grond van art. 1184 BW. Naderhand komt het uiteindelijk de rechter toe om te oordelen of de Ingeroepen omstandigheden· of tekortkomingen voldoe.nde · ernstig zijn om de ontbinding van de overeenkomst uit te spreken (zie o.m. Casss., 31 januarl1991, Arr .. Cass., 1990-91,288, 584) 2.1.2. De Ingeroepen tekortkomingen Allegro Is van oordeel dat de volgende tekortkomingen in hoofde van Arthus voldoende ernstig zijn om de ontbinding In het nadeel van Arthus uit te spreken : niet nakomen van de wettelijke verplichtingen laattijdige betaling van de facturen 2.1.2.1. Voorafgaandelijk: de afspraken tussen partlien
mest lil ~e "lak 2010/AR/878 - pagina 9/ 23
2010/AR/878- folio
2:)>J 2~
2.1.2.1.1. Algemeen Allegro stelt dat de overeenkomst werd uitgewerkt door Arthus die een kant en klare overeenkomst op haar briefpapier heeft opgesteld. ZIJ stelt dat op die wijze reeds duidelijk werd gemaakt wie de toon aangaf In de onderhandelingen. Los van het feit dat Allegro uit deze vaststelling geen juridische gevolgen trekt, dient opgemerkt dat uit de voorgelegde stukken niet blijkt dat haar beweringen stroken met de werkelijkheid. Integendeel, Arthus legt een ontwerp van overeenkomst voor dat haar door Allegro was overgemaakt. Uileindelijk heeft Arthus aan deze overeenkomst een aantal wijzigingen aangebracht, met overname van grote essentiële delen van het ontwerp. Op basis hiervan ontstond een akkoord. De bewering van Allegro kan dan ook niet gevolgd worden. 2.1.2.1.2. De afspraken tussen partllen : het addendum Allegro houdt verder In conclusies voor dat het addendum van 3 maart 2008 tot stand Is gekomen omdat zij merkte dat Arthus het niet zo nauw nam met de termijnen en In hoofdzaak omdat er steeds meer onduidelijkheid was omtrent de door Arthus noodzakelijk te bekomen voltoollngswaarborg. Het hof stelt vast dat In het addendum In hoofdzaak drie zaken worden geregeld, m.n. (1) de praktische gang v;m zaken wordt in 10 punten uitgewerkt, (2) er wordt een regeling opgesteld met betrekking tot de te voeren publiciteit en (3) de overeenkomst wordt onbepaald verlengd met dien verstande dat de exclusiviteit van Allegro vervalt. Uit geen enkel element blijkt dat dil addendum Is ontstaan vermits Allegro vaststelde dat er mogelljks problemen zouden kunnen ontslaan omtrent · ; het verkrijgen van de voltooiingswaarborg. Zo wordt in het addendum met geen woord gerept over deze voltoollngswaarborg. Hel hof stelt vast dat.het addendum er blijkbaar Is gekomen naar aanlelding van de verlenging van de overeenkomst, die conform de oorspronkelijke overeenkomsf een schriftelijk akkoord van de opdrachtgever vereiste. Naar aanlelding van deze verlenging werden een aantal praktische zaken geregeld, waarbij Arthus effectlef akkoord was dat de termijnen zouden nageleefd worden om over te gaan tot de aankoopakle. ottes{ In
.Jak 2010/AR/878 - p
2010/AR/078- Folio
2.1.2.2.
De tekortkoming: verplichtingen
het
niet
nakomen
van
de
?. )>1'~
wettelijke
2.1.2.1.1., Allegro Is van oordeel dat zij de samenwerking met Arthus onmogelijk kon verder zetten vermits deze firma ten aanzien van de potentiële kopers de wettelijke verplichtingen van de wet Breyne niet zou respecteren. Zij Is van oordeel dat dergelijke naam en handelswijze eveneens haar goede verantwoordelijkheid In het gedrang bracht, zodat zij op basis van deze tekortkomingen de ontbinding van de overeenkomst eist. ZIJ verwijst naar het feit dat de basisakte laattijdig zou zijn verleden, dat er gewerkt werd met aankoopbeloften en onderhandse verkoopovereenkomsten die strijdig zijn met de wet Breyne en dat de voltooiingswaarborg niet tijdig werd aangevraagd. In eerste Instantie Is het hof samen met Arthus van oordeel dat de hierboven opgesomde beweerde tekortkomingen zich afspelen In de relatie tussen Arthu,s en de kandidaat kopers. Het hof stelt vast dat conform art. 1 van de overeenkomst Allegro met Arthus uitsluitend een overeenkomst van verhuring van diensten (en niet als lasthebber) Is aangegaan. Zij diende de bezichtiging van het goed te verzorgen, de nodige publiciteit, te voeren en te onderhandelen met de kandidaten, waarna deze worden doorverwezen naar de opdrachtgever. Krachtens het addendum kan Allegro wel een aankoopbelofte laten ondertekenen. Alhoewel hieruit blijkt dat Allègro op geen enkele wijze tussenkomt in het tot stand komen van de overeenkomsten, dient niettemln aanvaard te worden dat de aansprakelijkheid van de vastgoedmakelaar ten aanzien van derden In het gedrang kan komen Indien hij documenten dient aan te wenden die strijdig zijn met de wet Breyne. Verder kan eveneens aanvaard worden dat zijn goede naam in het gedrang kan komen. Er dient derhalve te worden nagegaan In welke mate de hierboven opgesomde felten In het kader van de makelaarsovereenkomst kunnen beschouwd worden als ernstige tekortkomingen die de ontbinding ervan rechtvaardigen.
2.1.2.1.2. De aankoopbeloftes: Allegro verwijt Arthus dat zij werkt met aankoopbeloftes die een te lange duur zouden hebben (m.n. 18 maanden) en die In strijd zouden zijn met art. 7 van de wet van 9 ~t'res\ In
2010/AR/878- Folio
l \i/lf
juli 1971 (wet Breyne). Zo wijst zij erop dat onder meer de wettelijke verplichting om te vermelden of de koper de belofte al dan niet afhankelijk maakt van het verkrijgen van een financlering niet In het document staat vermeld. Het hof stelt vast dat Arthus aan Allegro op 3 september 2007 een aankoopbelofte heeft overgemaakt met betrekking tot het project "Park ter Linden". Deze aankoopbelofte bevond zich op briefpapier met het logo van Arthus. Het .hof stelt vast dat deze aankoopbelofte effectlef geen melding maakt van de vraag of de koper de belofte afhankelijk wil maken van de opschortende voorwaarde om een financlering aan te vragen. Wel dient vastgesteld dat ondanks het feit . dat deze aankoopbelofte niet volledig conform de. regels van art. 7 van de wet Breyne was, Allegro, als professioneel, hiertegen blijkbaar nimmer heeft gereageerd. Allegro legt Immers geen enkele mail noch brief voor waarin zij Arthus heeft gewezen op het onwettig karakter van deze aankoopbelofte. Integendeel uit de voorgelegde stukken blijkt dat zij deze aankoopbelofte heeft verwerkt in een nieuw document waarop zij tevens haar logo heeft aangebracht en waarbij zij de aankoopbelofte heeft aangevuld met de bewoordingen dat deze vla haar tot stand Is gekomen (st. 29 dossier Allegro). Nu Allegro Arthus nimmer In gebreke heeft gesteld nopens deze wijze van werken en Integendeel uit haar gedragingen blijkt dat zij geen enkel probleem had met de wijze waarop de aankoopbelofte was opgesteld, kan zij zich niet op dit element beroepen om de ontbinding van de overeenkomst in haar voordeel te verkrijgen. 4.1.2.1.3. Verder stelt het hof vast dat wat de looptijd van de · aankoopbeloftes betreft, Allegro deze termijnen steeds heeft aangepast. Met uitzondering van de eerste aankoopbelofte die reeds op 16 oktober 2007 werd gesloten en een duurtijd had tot eind december 2007, hetzij twee maand en een half, bevatten alle andere aankoopbeloftes die In de debatten worden gebracht een geldigheidstermijn van anderhalve maand tot twee weken. Uit geen enkel element blijkt dat Arthus zich ten aanzien van Allegro heeft verzet tegen deze wijze van werken. Vermits uit geen enkel element . blijkt dat Arthus Allegro heeft gedwongen om te werken met de langere termijn zoals voorzien In de aankoopbelofte, kan dil element evenmin worden aangewend om de ontbinding In haar voordeel te verkrijgen.
2010/AR/878- Folio
2. )1(
2.1 .2. 1.4. De baslsakte: Verder verwijt Allegro Arthus dat ziJ de basisakte te laat zou hebben verleden. In een mali van 21 januari 2008 vraagt Allegro aan Arthus haar mee te delen op welk ogenblik de basisakte zal verleden worden. Uit haar brief blijkt dat haar vraag Inzonderheid Is geïnspireerd door het feit dat zij met de kandidaat kopers een afspraak heeft gemaakt om de onderhandse verkoopovereenkomsten te ondertekenen. Vooreerst merkt het hof op dat conform art. 7 van de wet van 9 juli 1971 de notariële basisakte normalerwijze dient meegedeeld te worden op het ogenblik dat een belofte wordt ondertekend. Het hof stelt vast dat Allegro op dat ogenblik het niet nodig vond om Arthus te verzoeken deze notariële akte te verkrijgen. Verder merkt het hof op dat Arthus per kerende heeft geantwoord op deze mail en duidelijk heeft gemaakt dat de notariële akte de volgende week zou verleden worden en dat zij de twee kandidaat kopers had verwittigd waarbij zij Allegro 'buiten de wind' had gesteld. De notariële akte werd, zoals .beloofd, op 31 januari 2008 verleden waarna binnen de maand de onderhandse verkoopovereenkomsten werden ondertekend. Rekening houdend met het feit dat Arthus op spoedige wijze Is tegemoetgekomen aan het verzoek van Allegro en Allegro voorafgaand aari dit verzoek geen enkele opmerking heeft gemaakt nopens het ontbreken van de baslsakte, Is het hof van oordeel dat zij dit element niet kan aanwenden om de ontbinding van de overeenkomst te vragen. 2.1 .2. 1.5. De voltooiingswaarborg: Wat de voltoollngswaarborg betreft, stelt het hof vast dat bij mail van 11 juni 2008 Allegro via Sabradis eri derhalve niet vla de notaris zoals Allegro in conclusies beweert, op de hoogte werd gebracht van een mali van de notaris van dezelfde datum waarbiJ aan de kandidaat kopers werd meegedeeld dat de vermoedelijke datum van het verlijden van de akte eind juli zou zijn en dit omwille van het feit dat de voltoollngswaarborg nog niet was geregeld. Het hof stelt vast dat Allegro op deze mali niet onmiddellijk heeft gereageerd. Pas op 15 juli 2008 verwittigt zij Arthus dal zij vanwege kandidaat kopers telefoontjes heeft verkregen waarbij zij hun onrust melden met betrekking tot de datum waarop de ~tteslln4c Zi!~k 2010/AR/878-
p
2010/AR/878 ·folio
2Ç1 b
authentieke akte zou kunnen verleden worden. ZIJ stelt dat zl) hierop niet kan antwoorden vermits zij niet op de hoogte wordt gehouden van het verder verloop van de aktevertraging. Verder wijst zij erop dat door het aanslepen van de authentieke akte zij dient te wachten op haar ereloon en ziJ stelt dat ziJ de betaling ervan verwacht. Uit de voorgelegde stukken blijkt dat KBC op 25 juli 2008 de voltooilngswaarborg toekent aan Arthus. BI) mali van 3 augustus 2008 deelt Arthus aan Allegro mee dat de eerste akten kunnen verleden worden op 12 augustus, waarna de facturen zullen betaald worden. Het hof stelt vast dat Arthus uiteindelijk de voltooiingswaarborg heeft aangevraagd en bekomen, terwijl dit element de goede naam van Allegro niet in het gedrang heeft gebracht, zodat er geen reden Is om op basis van dit feit de ontbinding van de makelaarsovereenkomst uit te spreken. Uiteindelijk blijkt dat Allegro het Inzonderheid Arthus kwalijk neemt dat de notariële akten door het op zich laten wachten van de voltooilngswaarborg, niet binnen de vier maanden konden worden verleden waardoor zij diende te wachten op haar ereloon. Dit punt wordt onder 2.1.2.2. behandeld. 2.1.2.1.6 De onderhandse verkoopovereenkomsten: Allegro verwijt Arthus dat zij onderhands verkoopsovereenkomsten heeft doen afsluiten waarbij de betalingsvoorwaarden voorzagen dat er diende betaald te worden alvorens de werken een bepaalde uitvoeringsfase hadden bereikt. ZIJ wijst erop dat dit strafrechtelijk sanctioneerbaar is. Vooreerst dient opgemerkt dat Allegro conform de contractuele
bepalingen niet betrokken was bi) het afsluiten van de onderhandse verkoopovereenkomsten, terwijl de strafrechtelijke sanctie slechts van toepassing Is bij het effectief opeisen van bedragen (door de opdrachtgever). Tot slot stelt het hof vast dat in de authentieke akten wordt bepaald dat de bedragen slechts betaalbaar zijn nadat .de betrokken werken werden uitgevoerd, terwijl evenmin uit enig element blijkt dat een kandidaat koper omtrent dit element bezwaren heeft geuit. Bovendien dient opgemerkt dat Allegro Arthus op dit punt nimmer In gebreke heeft gesteld. Nu Allegro niet aantoont dat haar goede naam hierdoor in het gedrang Is gebracht en zij nimmer Arthus in gebreke heeft ~ttest
In 4e "lok 2010/AR/878- p
2010/AR/878 - Folio
l ( 1f
gesteld, kan dit element niet worden aangenomen om de ontbinding van de makelaarsovereenkomst te rechtvaardigen. 2.1.2.3. Het laattijdig betalen van de facturen . Allegro stelt dat haar facturen laattijdig werden betaald, hetgeen een ernstige wanprestatle zou uitmaken. 2.1.2.3.1. De afspraken tussen partlien: hoogte van het ereloon Allegro weidt uitvoerig uit nopens het ereloon dat werd bedongen. Zij stelt dat zij normaal 3 % vraagt en dat zij slechts akkoord is gegaan met een ereloon van 2 % op voorwaarde dat er vlug zou betaald wórden. In eerste Instantie dient opgemerkt dat In het ontwerp dat Allegro aan Arthus heeft overgemaakt reeds een commissieloon van 2 % was opgenomen. Verder toont Allegro op geen enkele wijze aan dat zij normalerwijze bij een project van dergelijke omvang 3 % vraagt. 2.1.2.3.2. Tlldstlp waarop de facturen dienden betaaid te worden In haar conclusies zet Allegro uiteen dat het ereloon in twee fases wordt betaald, m.n. de helft Is betaalbaar bij de ondertekening van de definitieve verkoopcompromls, de andere helft Is betaalbaar bij het verlijden van de notariële akte. Zij stelt terecht dat met de term betaalbaar, opeisbaar wordt bedoeld. Zij wijst er verder op dat elke notariële akte dient verleden te worden binnen de vier maanden na datum van de ondertekening van de onderhandse overeenkomst en dat In het addendum was bepaald dat "finaal de termijnen zeker nageleefd worden om over te gaan tot aankoopakte" Deze bepaling was opgenomen als vijfde punt in een lijstje waarin de praktische manier van werken In een tiental punten was opgesomd. Voorafgaandelijk stelt het hof vast dat Arthus het ereloon met betrekking tot de afgesloten verkopen dat opeisbaar werd bij het ondertekenen van de definitieve verkoopcompromis voor een totaal bedrag van € 25.660 excl. BTW heeft betaald. Omtrent deze erelonen maakt Allegro geen enkele opmerking. Er dient derhalve uitsluitend te worden nagegaan of Arthus tekort Is geschoten In haar verplichting om het saldo vari de erelonen tijdig te betalen. attest in 4e zqak 2010/AR/078- pagina 15/ 23
2010/AR/878- Folio
'L ( 1 ~
2.1 .2.3.2. De Invloed van de verbintenis tot .het respecteren van de termlln op de betaling van het ereloon Allegro merkt terecht op dat In het addendum staat vermeld dat de termijnen worden nageleefd orri over te gaan tot aankoopakte. Het hof Is van oordeel dat met termijnen onder meer wordt bedoeld de verplichting die In de onderhandse overeenkomsten staat vermeld om de notariële akten binnen de vier maand te verlijden. Het hof stelt vast dat deze termijn door het laattijdig In orde komen van de voltooiingswaarborg niet werd gehaald. Arthus merkt echter op haar beurt terecht op dat aan het niet respecteren van voormelde termijn geen sanctie is verbonden met betrekking tot het betalen van het ereloon. Zo werd in het àddendum niet opgenomen dat bij het niet naleven van deze verplichting, het ereloon onmiddellijk opeisbaar werd. Dit houdt derhalve In dat deze bepaling geen afbreuk doet aan het feit dat het ereloon slechts opeisbaar werd op het ogenblik dat de notariële akte werd verleden en dat ten vroegste vanaf die datum moratoire rente verschuldigd was. In die zin kan Allegro het Arthus niet kwalijk nemen dat zij de betaling van de facturen die werden uitgeschreven op 16 juni 2008 heeft uitgesteld tot de datum waarop de akte werd verleden. Het hof stelt vast dat de eerste notariële akten werden verleden op 12 augustus 2008 en dat reeds op 21 augustus 2008 de erelonen van deze akten werden overgemaakt op de rekening van Allegro, samen met het ereloon van de akte die voorzien was op 12 augustus 2008 doch slechts op 29 augustus 2008 kon worden verleden. Verder stelt het hof vast dat alle andere erelonen op 17 september 2008 op de rekening van Allegro werden overgeschreven. Hierbij dient opgemerkt dat Arthus terecht voorhoudt dat uit het feit dat zij op 17 september 2008, zijnde na dagvaarding, alle facturen heeft betaald, daar waar een aantal akten pas veertJen dagen later werden verleden, niet kan afgeleid worden dat zij akkoord was dat de facturen opeisbaar waren na het verstrijken van de termijn van vier maand. Het hof stelt vast dat In die omstandigheden Allegro niet aantoont dat Arthus niet binnen korte termijn na het verlijden van de akte haar verplichting tot het betalen van het ereloon is nagekomen, zodat enige tekortkoming In hoofde van Arthus niet kan atteslln
2010/AR/B7B- Folio
IJ_\1§
weerhouden worden. 2.1 .2.3.3. Het niet naleven van de termlln: contractuele wanprestatle Het hof heeft hierboven aangenomen dat Arthus Is tekort geschoten aan de verbintenis om de notariële akte te verlijden binnen de voorziene termijn. In eerste Instantie dient vastgesteld dat de opgelegde termijn In hoofde van Allegro van belang was teneinde te vermijden dat de kandidaat kopers zich tot haar zouden wenden met vragen, terwijl het niet respecteren van .de termijn van vier maand er voor zorgde dat haar ereloon later opeisbaar was, waardoor zij pas later over het haar toekomend ereloon kon beschikken. Hierdoor kon zij schade lijden, zoals de onmogelijkheld om de gelden te plaatsen op een rekening alwaar ze rente konden opbrengen. Enige schadevergoeding die voortvloeit uit het niet naleven van deze verbintenis wordt door Allegro echter niet gevorderd, zodat omtrent dit element geen oordeel dient geveld te worden. De vraag die zich thans nog stelt is of deze tekortkoming binnen de contractuele relatle van Allegro en Arthus dient aanzien te worden als een ernstige wanprestatie. Het hof stelt vast dat Allegro op 15 juli 2008 Arthus op dit punt in gebreke heeft gesteld en dat op 25 juli 2008 de . voltoollngswaarborg In orde Is gekomen en Allegro biJ mali van 3 augustus 2008 op de hoogte werd gebracht van het feit dat de · eerste notariële akten konden verleden worden. Uiteindelijk blijkt uit de voorgelegde gegevens dat het gros van de notariële akten met mlnder dan of met twee maand vertraging konden verleden worden, terwijl een minderheid iets langer heeft geduurd. Wat deze akten betreft, blijkt echter uit geen enkel element dat dit aan Arthus te wijten was. Het hof Is van oordeel dat rekening houdend met de vakantie, Arthus binnen een redelijke termijn Is tegemoet gekomen aan de Ingebrekestelling, terwijl de overschrijding van de termijn waarbinnen de notariële akten werden verleden binnen de contractuele relatle tussen Allegro en Arthus niet van die aard Is dat zij voldoende ernstig is om de ontbinding van de overeenkomst uit te spreken. 2.1 .3. Besluit Het
hof Is van
oordeel dat de
hierboven
aangehaalde
2010/AR/878- Folio
9. )2..0
wanprestaties hetzij ongegrond zijn, hetzij niet voldoende ernstig zijn om de makelaarsovereenkomst te ontbinden In het nadeel van Arthus. 2.2. De vordering tot het betalen van de facturen verhoogd met de rente en het schadebeding Het hof heeft hierboven aangenomen dat uit de voorgelegde stukken blijkt dat Arthus de erelonen binnen korte termijn na het opeisbaar worden ervan heeft betaald. In die omstandigheden kan Allegro geen aanspraak maken op de moratoire rente en op het schadebedlng, zodat de eerste :rechter haar vordering op dit punt terecht heeft afgewezen. 2.3. De tegenvordering : ontbinding In het nadeel van Allegro Arthus Is van oordeel dat de overeenkomst dient te worden ontbonden In het nadeel van Allegro. Zij haalt de volgende tekortkomingen aan: de opties moeten afgesloten worden met een redelijke datum - er dient een aankoopbelofte te worden getekend. er mogen geen wijzigingen aangebracht worden zonder akkoord .van Arthus . de verkoop van een unit moet gepaard gaan met de verkoop van een garage, terwijl er geen twee garages tegelijk mogen verkocht worden. - Allegro dient Arthus wekelijks op de hoogte te houden. - Zij is onbezonnen overgegaan tot dagvaarding. 2.3.1.
De opties moeten afgesloten worden mei een redelllke termlln/aankoopbelofte Het hof stelt vast dat partijen in werkelijkheld geen discussie voeren omtrent opties die moesten afgesloten worden, doch wel omtrent de afgesloten aankoopbeloftes. Arthus stelt dat Allegro deze aankoopbeloftes met een te korte termijn liet ondertekenen waardoor haar volledig planning In het gedrang kwam. Het hof stelt vast dat uit geen ènkel element blijkt dat Arthus Allegro op dit punt heeft gewezen op het feit dat de termijn die in de aankoopbeloftes was vermeld, onredelijk kort was. Integendeel uit de voorgelegde stukken blijkt dat Arthus, zonder
2010/AR/878- Folio
~ f:1..t)
hieromtrent enige opmerking te maken, telkens is overgegaan tot het ondertekenen van de compromis en dit in quasi alle gevallen binnen de geldigheidstermijn die voorzien was in de aankoopbeloften. Arthus kan zich dan ook op dit element niet beroepen om thans de ontbinding van de overeenkomst In het nadeel van Allegro te vorderen.
2.3.2. Wllzigingen van de teksten kunnen pas na akkoord door Arthus Arthus stelt dat zij Allegro diverse malen In gebreke heeft gesteld dat zij de teksten slechts mocht wijzigen na onderling akkoord. Zij verwijst hiervoor naar haar mali van 10 oktober 2007, 26 en 27 februari 2008 en 30 januari 2008. Vooreerst dient vastgesteld dat Arthus geen concrete inbreuk aanduldt en alleen verwijst na.ar de hierboven opgesomde ingebrekestellingen. Het hof stelt vast dat de mali. van 10 oktober 2007 stelt dat afwijkingen enkel mogelijk zijn na overleg met Arthus en dit in het - D kader van een verkoop aan de echtgenoten 0 Enige concrete wijziging die zou zijn gebeurd, wordt echter niet aangehaald. De mails van 26 en 27 februari 2008 hebben betrekking op de verkoop van garages, m.n. dat per appartement slechts één garage mocht verkocht worden, hetgeen geen betrekking heeft op een wijziging van een tekst, terwijl de mali van 30 januari 2008 een interne mallis binnen de groep Sobradis - Arthus. Enige inbreuk die aanlelding kan geven tot de ontbinding in het nadeel van Allegro wordt dan ook niet voorgelegd.
2.3.3. De verkoop van garages Arthus wijst erop dat In het addendum was voorzien .dat de verkoop van een unit steeds moet gepaard gaan met de verkoop van één ondergrondse garage, terwijl de koper die een tweede garage wenst te kopen in eerste Instantie een bultenstaanplaats krijgt toegewezen waarna bij overschot een garage kan gekocht worden. · Arthus stelt dat Allegro deze verplichting niet nakwam.
2010/AR/878- Folio
Qf'2.. 2.,
Het hof stelt vast dat Arthus gewag maakt van vier dossiers waarin deze verplichting niet Is nagekomen. Vooreerst dient opgemerkt dat In de oorspronkelijke overeenkomst over deze gerept. Deze verplichting wordt verplichting met geen woord voor het eerst opgenomen In het addendum.
is
Wel stelt het hof vast dat Arthus iri oktober reeds aan Allegro had meegedeeld dat er normalerwijze geen twee garages aan één eigenaar konden verkocht worden en dat In dergelijk geval een buitenstaanplaats diende aangeboden te worden waarna deze desgevallend kon Ingeruild worden voor een garage. Het hof stelt vast dat voor het opmaken van het addendum er effectlef In twee dossiers twee garages werden verkocht terwijl na het addendum er In twee dossiers geen enkele garage werd verkocht. Het hof stelt vast dat In het dossier D· uit geen enkel element blijkt dat Arthus hieromtrent enige opmerking heeft gemaakt. Verder stelt het hof vast dat de taak van Allegro uitsluitend bestond In het bemiddelen en het laten tekenen van een aankoopbelofte. In de mate dat Arthus niet akkoord was met deze belofte, kon zij welgeren de koop te aanvaarden. Arthus heeft deze aankoopbelofte wel aanvaard en een onderhandse overeenkomst opgesteld met betrekking tot de verkoop van twee garages. Arthus heeft derhalve de afwijking van de normale gang van zaken aanvaard, zodat zij op dit feit niet kan terugkeren. waar er Dezelfde opmerking geldt voor het· dossier Bi · geen garage werd verkocht. Wat het dossier K( betreft stelt het hof vast dat Allegro bij mali van 20 september 2007 heeft verzocht mee te delen of deze persoon twee garages kon kopen, waarop Arthus bij mali van dezelfde datum heeft geantwoord dat deze persoon één garage kon kopen en een buitenstaanplaats die later kon ingeruild worden mits opleg. Blijkbaar werd voor deze persoon alsdan toch een aankoopbelofte ondertekend voor twee garages, hetgeen zou kunnen verklaard worden door de wil van de kandidaat koper om dit alzo In de belofte op te nemen. In elk geval blijkt niet dat Allegro enige fout hierbij heeft begaan, zeker nu deze aankoopbelofte Arthus niet verb!md en zij vrij was dergelijke verkoop niet te aanvaarden. Het hof stelt vast dat Arthus de verkoop wel heeft aanvaard, zodat uit deze handeling blijkt dat zij wat deze verkoop betreft, geen probleem had met het feit dat de koper twee garages heeft aangeschaft. · Wat de verkoop aan C · betreft, stelt het hof vast dat geen garage noch staanplaats wenste aanvankelijk dhr. Dt · ~tres(
lil qe z.1~k 2010/AR/878- r
2o1otARI878- Folio
tst&
aan te schaffen, waarop Arthus flan Allegro heeft meegedeeld dat hiJ een garage of autostaanplaats diende aan te schaffen, . hetgeen ook effectief Is gebeurd. Het hof is van oordeel dat uit voormelde gegevens geen ernstige wanprestatle In hoofde van Allegro kan worden afgeleid op grond waarvan de overeenkomst In haar nadeel zou moeten worden ontbonden. 2.3.4. Verollchtlng om Arthus wekeliJks op de hoogte te brengen Arthus stelt dat Allegro heeft nagelaten haar wekelijks schriftelijk op de hoogte te brengen. Het hof stelt vast dat Arthus gedurende de ganse looptijd van de overeenkomst hieromtrent geen enkele Ingebrekestelling heeft gestuurd aan de makelaar. Het hof Is van oordeel dat In die omstandigheden het feit dat er niet steeds een wekelijks geschrift was, niet kan aangewend worden om de ontbinding in het nadeel van Allegro te rechtvaardigen. 2.3.5. De dagvaarding en het beslag Arthus houdt voor dat het beslag en de dagvaarding lichtzinnig zijn gebeurd en dat zij hierdoor schade heeft geleden. Het hof Is van oordeel dat rekening houdend met de aard van de discussie die hierboven werd behandeld en rekening houdend met hetgeen omtrent deze betwistingen werd beslist, dient aangenomen te worden dat er geen sprake Is van lichtzinnigheid In hoofde van Allegro. Enige fout In hoofde van Allegro biJ het Instellen van de dagvaarding en het leggen van beslag kan dan ook niet worden weerhouden. 2.3.6. Beslult Het hof Is van oordeel dat Arthus haar beweringen dat er sprake Is van contractuele wanprestalles In hoofde van Allegro die dermate ernstig zijn dat zij de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigen niet bewijst zodat haar tegenvordering dient afgewezen te worden als ongegrond. 2.4. De oorspronkelijke tegenvordering : geldig horen verklaren van de opzeg. Arthus vordert ondergeschikt dat haar opzeg van 8 september 2008 geldig zou worden verklaard.
2010/AR/878- folio
2.')21/
Hel hof stelt vast dat omtrent dit punt geen betwisting rijst of ooit Is gerezen, zodat het vastslaat dal de overeenkomst werd· beëindigd na hel verstrijken van de opzegtermijn van één maand, hetzij op .1l okto_bf!L2006. R!!k!'lDing houdend .ml3t .dl3 vaststelling dat er nimmer betwlstlngh13eft bl3staan omtrent dl3 geldigheld van dl3 opz13g, Is 13r g1313n mden voorhanden om op d13ze vordering In te gaan. 3. De gerechtskosten Het hof is van oordeel dat dl3 eerste rechter op correcte wijze de kosten heeft begroot. Gelet op het wederzijds gelijk en ongelijk in graad van hoger beroep dient elke partij h.aar gedingkosten van het hoger beroep te dragen met compensatie van de rechlspleglngsvergoedlngen hoger beroep zonder opleg aangezien Arthus en de curator, die gedurende de ganse procedure vertegenwoordigd werd door een raadsman, aanspraak kunnen maken op 13en rechtspleglngsvergo13dlng hoger beroep van 3.300 euro. OM DIE REDENEN, HET HOF,
Recht doende op tegenspraak, Verklaart hel hoger beroep en Incidenteel beroep ontvankelijk, doch wijst belden af als ongegrond, dienvolgens bevestigt het bestreden vonnis, doch deels op andere gronden. Zegt voor recht dat elke gedingpartij haar eigen kosten van hel hoger beroep dient te dragen en compensf:lert · de rechtspleglngsvergoedingen in hoger beroep. Onverminderd dl3 toepassing van artlkel1 024 van het gerecht131ijk wetboek; Aldus gewezen door de TWAALFDE KAMER, van hel Hof van berol3p te Gent, zetelend in burgerlijke zaken, samengesteld uit: Anne Van de Putte, raadsheer wn. voorzitter Frank Deschoolmeester, raadsheer Luc Bliliet, raadsheer ~ttest I~ ~e bl~k 2010/AR/070- p~gl~~
22/23
2010/AR/878- Folio
t\2(
en uitgesproken door de raadsheer wn. voorzitter van de kamer In openbare terechtzitting van 19 september 2012, bijgestaan door Jenny Dammekens, griffier.
Rep. 2012/ )} 3'g
attest In qe z.1ak 2010/AR/878- pagina 23/ 23