Rolnummer: …...
Rep.:
/
VONNIS In de zaak van: K.M., geboren te …...... op …/.../1989, student, wonende te …...... hebbende als raadslieden mr …...... - eisende partij tegen: D.N., wonende te …............ hebbende als raadsman mr …....... - verwerende partij Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie op 22 september 2011, vordert K.M. : - dat D.N. zou worden veroordeeld tot het voldoen van een maandelijkse, indexeerbare onderhoudsbijdrage van 400,00 EUR meer de helft van de kinderbijslag, vanaf 1 juli 2011 ; - dat D.N. zou worden veroordeeld tot de gedingkosten, hierin begrepen een rechtsplegingsvergoeding van 715,00 EUR ; - dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zou worden verklaard, niettegenstaande elk verhaal, zonder borgstelling en met uitsluiting van het kantonnement. Namens D.N. werden besluiten neergelegd op 18 november 2011. Namens K.M. werden besluiten neergelegd op 21 december 2011. Namens D.N. werden besluiten neergelegd op 20 januari 2012. K.M. (bijgestaan door zijn raadsman) en de raadsman van D.N. zijn verschenen en hebben gepleit in openbare terechtzitting op 28 februari 2012. Het bundel van de rechtspleging en de stukken werden nagezien. Uiteenzetting en standpunt in rechte van K.M. K.M. (geboren te Kortrijk op …/.../1989) is de meerderjarige zoon van G.M. en D.N. Hij zet uiteen dat de echtscheiding tussen zijn ouders op …/.../2001 werd uitgesproken. In het kader van de echtscheidingsprocedure werd bij beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk dd. …/.../2002, zetelend in kortgeding, aan beide ouders het ouderlijke gezag toegekend, met verblijf- en domicilieregeling bij D.N. G.M. diende een onderhoudsbijdrage te betalen van 185,92 €, jaarlijks aangepast aan de index der consumptieprijzen. Eind 2005 is K.M. bij zijn vader (G.M.) gaan inwonen : er werd een procedure voor de Jeugdrechtbank te Kortrijk opgestart. Het verhaal dat door D.N. wordt opgehangen aangaande de redenen voor deze verhuis, wordt ten stelligste betwist door K.M. Zij weet heel goed wat zijn redenen voor deze verhuis waren. Hij zal hier niet verder over uitwijden gezien deze irrelevant zijn voor huidige procedure. D.N. wordt er wel toe gesommeerd dergelijke ongelukkige pogingen tot sfeerschepperij achterwege te laten. Bij vonnis van de jeugdrechtbank te Kortrijk dd. …/.../2006 werd beslist dat K.M. verder bij zijn vader kon verblijven. Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 1
Sinds begin maart 2007 is K.M. terug gaan inwonen bij zijn moeder. Opnieuw betwist K.M. de uiteenzetting van D.N. omtrent deze verhuis. Opnieuw wordt zij ertoe gesommeerd dergelijke pogingen van sfeerschepperij achterwege te laten en zich bij de essentie te houden. Bij vonnis van de jeugdrechtbank te Kortrijk dd. …/.../2008 werd gesteld dat K.M. zijn hoofdverblijf kon hebben bij zijn moeder en dat zijn vader een onderhoudsbijdrage diende te betalen van 350,00 € per maand, jaarlijks aangepast aan de index der consumptieprijzen. Eind juni 2011 is K.M. alleen gaan wonen gezien de spanningen thuis bij D.N. niet meer houdbaar waren. D.N. weet heel goed wat de exacte redenen hiervoor waren. K.M. was van plan deze niet aan de grote klok te hangen, doch D.N. dwingt hem daartoe: • D.N. beloofde reeds van in september 2009 dat K.M. in het tweede jaar op kot mocht, maar telkens als het moment daar was, trok zij haar staart in met allerlei smoesjes ; K.M. heeft zich twee jaar lang bij het herhaaldelijk breken van haar belofte door zijn moeder neergelegd ; de derde keer was voor hem een brug te ver ; • K.M. ontving maandelijks van D.N. slechts 100,00 EUR zakgeld waarmee hij niet onbelangrijke kosten diende te dragen (GSM kaart, brandstofverbruik, alle middagmalen op school, ...) zodat hij voor deze kosten soms zelfs te kort kwam ; dit was voor hem niet haalbaar ; • toen D.N. in de laatste twee jaar tot acht maal toe op reis was, werden K.M. en zijn broer aan hun lot overgelaten ; • sinds D.N. een relatie heeft met de heer X, doen beiden zich in het weekend frequent te goed aan alcohol ; op momenten waarbij zij boven hun theewater zijn, laaien de discussies en spanningen op ; K.M. trok zich dan ook frequent terug in zijn kamer om de dagelijkse, hevige en irrationele discussies te ontlopen ; • D.N. maakte ook heel duidelijk dat zij de aanwezigheid van de vriendin van K.M. niet kon appreciëren. Meermaals probeerde K.M. met zijn moeder een gesprek te hebben omtrent een mogelijke oplossing voor deze scheefgelopen situatie, doch moeder wou van geen gesprek weten. Ten einde raad wendde K.M. zich tot zijn vader die een oplossing zocht voor de scheefgegroeide situatie en de daaruit voortvloeiende onmogelijkheid voor K.M. om nog thuis te blijven wonen. D.N. dient dus het onderscheid te maken tussen de kip en het ei : eerst was er de scheefgelopen situatie thuis, daarna de oplossing door vader aangeboden, zeker niet omgekeerd zoals zij het wil laten uitschijnen. K.M. is nog steeds student en volgt het derde jaar van de opleiding Bachelor in de …........ te Gent. D.N. is te kwader trouw als zij stelt daarvan niet op de hoogte te zijn. Zij is nog meer te kwader trouw daar waar zij stelt zelf voorgesteld te hebben om een kot te zoeken. Dit is hetgeen moeder steeds heeft beloofd, doch steeds heeft geweigerd, hetgeen onder andere de relatie tussen moeder en zoon mede heeft verzuurd. Haar bewering als zou K.M. zijn studies niet ernstig nemen is even leugenachtig : K.M. legt zijn resultaten van de voorbije twee academiejaren voor. Daarin kan vastgesteld worden dat hij goede resultaten behaalde. Het tekort dat hij vorig jaar had voor het vak «..............» wordt via een individueel aangepast jaar zoals zoveel studenten het volgen, ingehaald bovenop de nieuwe vakken van dat derde jaar. Zijn studieloopbaan Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 2
is er derhalve één zoals zoveel studenten deze kennen. Geenszins kan K.M. als een zogenaamde prinsstudent worden gecatalogeerd. Hij gaat nu en dan uit, hetgeen absoluut niet abnormaal is voor zijn leeftijd, doch heeft daar de laatste tijd weinig tijd voor gezien zijn financiële situatie er hem toe verplicht een studentenjob uit te oefenen. Wat de door D.N. voorgelegde uitprint van Facebook betreft : K.M. is niet verantwoordelijk voor de grappen van zijn studiegenoten. De foto aan de casinotafel maakte deel uit van een personeelsfeest van zijn vakantiejob (men bemerke het gegeven dat deze avond zelfs doorging in een doodgewone tent...). K.M. merkt nog op dat hij de afgelopen twee jaar geen student aan de …....... is geweest. D.N. poneert eender wat om haar bloedeigen zoon in een slecht daglicht te stellen. K.M. studeert reeds sinds 2009 aan de ….......school te Gent. Hij verzocht zijn beide ouders om hun onderhoudsplicht verder uit te oefenen door middel van het betalen van een maandelijkse onderhoudsbijdrage. Van zijn vader ontvangt K.M. sinds 01.07.2011 een onderhoudsbijdrage van 400,00 € per maand. K.M. heeft dienaangaande zijn moeder aangesproken, doch van haar echter kreeg hij geen positieve reactie. Integendeel, toen K.M. desbetreffend met haar een gesprek wou aangaan maanden terug, stelde zij heel duidelijk : als hij op kot zou gaan of alleen zou gaan wonen, dan was K.M. niet meer welkom bij zijn moeder. En alzo geschiedde. K.M. krijgt reeds sinds maanden geen teken van leven meer van zijn moeder. Geen succes op de dag van zijn herexamen, geen interesse naar zijn resultaten, zelfs een kaartje of SMS-je voor zijn verjaardag was blijkbaar te veel gevraagd. K.M. is dan ook diep ontgoocheld in zijn moeder. Hij vordert dan ook dat D.N. zou veroordeeld worden tot het voldoen van een maandelijkse, indexeerbare onderhoudsbijdrage van 400,00 € vanaf 01.07.2011. Hij heeft deze onderhoudsbijdrage absoluut nodig wil hij zijn hogere studies verder zetten. Hij ontkent daarbij ook ten stelligste de kwetsende insinuatie van D.N. als zou K.M. een zgn. prinsstudent zijn en zich meer in het nachtleven begeven dan in het serieuze studentenleven. D.N. weet dat dit niet correct is. K.M. heeft zijn studies steeds serieus genomen en doet dit nog steeds. Het wordt voor hem wel extra zwaar nu hij een studentenjob dient te verrichten om de eindjes aan elkaar te knopen. Dit is trouwens ook de reden waarom hij niet in Gent op kot ging, doch wel in Kortrijk verblijft. Zijn studentenjob is in Kortrijk. Wat zijn eigen financiële situatie betreft, argumenteert K.M. als volgt : * Sedert november (retroactief tot juli 2011) ontvangt hij 119,00 EUR kinderbijslag per maand bovenop het onderhoudsgeld van 400,00 EUR van zijn vader. Daarnaast doet hij nu en dan een studentenjob om te overleven : hij bestelt ’s avonds nu en dan in de horeca. Geenszins gaat het om een job van 2 dagen per week. Wanneer zou K.M. dan nog de lessen volgen en studeren ? Hij huurt een appartement aan 325,00 € alles-in. Dat dit een belegging zou zijn voor zijn vader, betwijfelt hij. In deze prijs zitten immers ook de kosten syndicus (90,00 EUR per maand), TV en internet (60,00 EUR per maand), voorschotten gas en elektriciteit (100,00 EUR per maand), verbruik water (30,00 EUR per maand), onroerende voorheffing (62,50 EUR per maand) begrepen. De huurprijs die hij betaalt is dus meer een symbolische prijs (tussenkomst in het verbruik), eerder dan een inkomen voor de vennootschap van zijn vader. Ter vergelijking geeft K.M. nog mee dat een Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 3
gelijkaardig appartement bij Century 21 te huur staat voor 500,00 EUR, exclusief kosten. Daarnaast staat hij in voor het voldoen van zijn schoolkosten en de kosten van zijn levensonderhoud. D.N. toont met haar stukken de kosten die hij dient te dragen al aan. Desalniettemin vertikt zij het echter enige bijdrage te leveren. De vriendin van K.M. woont zeker niet bij hem in. Zij verblijft nog steeds bij haar vader. Haar stiefmoeder betaalt om die reden ook nog steeds alimentatie voor haar dochter. D.N. dweept met haar aanbod om in natura bij te dragen. Evenwel wordt dit verhinderd : D.N. liet K.M. duidelijk verstaan dat haar deur voor haar oudste zoon gesloten blijft (ten bewijze daarvan het gegeven dat D.N. de verjaardag van K.M. negeert, zijn herexamen, ...). Hij kreeg pas zijn laatste spullen mee in ruil voor de huissleutel. Daarenboven betekent een bijdrage in natura (verbruik in de woning, voeding in de woning) nog niet dat er ook geen geldelijke bijdrage is in de vorm van het betalen van bijvoorbeeld volgende kosten : voeding op school, kledij, brandstof + verzekering + taks wagen, inschrijvingsgeld, materiaal studies. Zelfs in deze kosten draagt D.N. niet bij. D.N. beweert zelf voorgesteld te hebben op kot te gaan. Dit is geenszins correct en was zelfs een grote bron van discussie tussen moeder en zoon. Zij had dit steeds beloofd en telkens het moment daar kwam, brak zij haar belofte. Deze discussie ter zijde gelaten, merkt K.M. op dat zijn huidig verblijf er één is alsof hij op kot zou zitten. Waarom weigert D.N. nu dan enige bijdrage? Dat K.M. en zijn vriendin, net als vele studenten, na de examenperiode een reis maakten, kan hen niet kwalijk genomen worden en getuigt geenszins van een ‘luxeleven’ zoals D.N. het doet uitschijnen : K.M. betaalde de reis van zijn eigen verdiende gelden uit zijn zomer-vakantiejob en een deel van het verblijf in het hotel (geen RIU hotel) was gratis. In Griekenland zijn zelfs geen RIU hotels. D.N. beweert eender wat. De trip naar Granada waarvan D.N. spreekt : in tegenstelling tot D.N., deed K.M. wel de moeite om N (zijn jongere broer die op ERASMUS zit) in deze stad te gaan bezoeken voor een drietal dagen (kostprijs : ticket low cost, verblijf gratis bij N op kot). De wagen waarmee K.M. rijdt en waarmee D.N. steeds heeft ingestemd, is een bescheiden Ford Fiesta die hij na het overlijden van zijn grootmoeder kreeg. Wat het spaargeld van K.M. betreft : het kan toch niet de bedoeling zijn dat dit voor de studies wordt opgesoupeerd, daar waar beide ouders nog een onderhoudsplicht te vervullen hebben ten aanzien van hun kind. Of wenst D.N. dat K.M. bij het solliciteren naar werk over geen euro reserve zou beschikken? Goede start van zijn volwassen leven. Wat de kosten betreft die D.N. voorlegt, ook daar is D.N. van geen leugen vervaard : de laptop was er één voor de partner van D.N. (K.M. bekostigde zijn laptop zelf) en de TV was een verjaardagsgeschenk waarin K.M. zelf ook een deel betaalde Wat de situatie van D.N. betreft :
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 4
* Zij is ….............. Uit haar aanslagbiljet personenbelasting, blijkt dat zij maandelijks een inkomen van 2.430,48 EUR ontvangt (teruggave uiteraard meegerekend). * Haar hypothecaire schuld is volledig afbetaald. * Zij ontving ten gevolge van de vereffening verdeling van het huwvermogen ook niet onbelangrijke bedragen en ontving dit jaar nog schenkingen via de notaris van haar ouders. Daarover zwijgt zij in alle talen. Wat de situatie van vader betreft : * De vader van K.M. heeft een maandelijks netto-inkomen van 2.386,28 EUR. * Zijn vader bevestigde dat de aankoop van het appartement waarin K.M. verblijft geenszins een goede belegging is om volgende redenen : de huurprijs alles-in is nog niet voldoende om de vaste kosten ervan te dekken en op het appartement rust een lening van 109.000,00 EUR. * Wat de overige onroerende goederen betreft die D.N. met veel bravoure ten berde brengt : deze die eigendom zijn van een vennootschap behoren niet tot het vermogen van vader ; de inkomsten van vader uit de desbetreffende vennootschap zitten in het aanslagbiljet verwerkt; het café op de …....... staat leeg en is onbewoonbaar verklaard ; de naakte eigendom van de huisjes en appartementen werd aan vader geschonken door diens vader en daaruit worden dus geen inkomsten gegenereerd door de vader van K.M. ; het appartementenblok is eigendom van de vennootschap ; de garage is niet verhuurd en staat leeg. K.M. merkt daarbij op dat de opbrengst van de onroerende goederen van de vennootschappen de kosten en afbetalingen van de desbetreffende goederen niet overstijgen zodat dit op heden een nuloperatie is. K.M. merkt ten slotte nog op dat het vonnis van …/.../2008 rekening hield met de draagkracht van zijn vader toen deze nog inkomsten genereerde uit een politiek mandaat. Uiteenzetting en standpunt in rechte van D.N. D.N. betwist de vordering. Zij zet uiteen dat de beide kinderen aanvankelijk hun hoofdverblijf en domicilie bij haarzelf hadden ingevolge de beschikking in kortgeding. Vader moest voor de kinderen een onderhoudsbijdrage betalen. Toen de nieuwe relatie van de vader in 2005 op de klippen liep, kon hij beide kinderen (omwille van zijn eenzaamheid) overtuigen bij hem in te trekken. Zonder enige uitleg of voorafgaande kennisgeving verlieten de kinderen de woning van D.N. om bij hun vader te gaan wonen. Zij had hun vertrek geenszins zien aankomen en bleef verbijsterd achter. Bij verzoekschrift dd. …/.../2006 vorderde de vader een wijziging van de omgangsregeling, in die zin dat beide kinderen hun hoofdverblijf bij hem zouden hebben, zodat door hem geen onderhoudsbijdrage meer verschuldigd zou zijn vanaf 01.12.2005. D.N. mocht maandenlang niks van haar beide zonen vernemen, tot N in de paasvakantie van 2006 opnieuw contact opnam met D.N. en stelde dat zijn studies enorm te lijden hadden onder de situatie.
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 5
Het duurde evenwel tot de maand mei tot N voldoende moed verzameld had zijn vader mede te delen dat hij opnieuw bij moeder wenste in te trekken. Inmiddels was de procedure voor de Jeugdrechtbank te Kortrijk hangende, die leidde tot een vonnis dd. …/.../2006, waarbij volgende regeling werd opgelegd : - K hield zijn domicilie bij de vader ; - N hield zijn domicilie bij de moeder ; - vanaf mei 2006 diende geen van beide partijen een onderhoudsbijdrage te betalen doch elk stond in voor de kosten van het dagelijks onderhoud en dagelijkse opvoeding van het kind dat bij hen verbleef. De opgelegde regeling werd een tijdlang nageleefd, totdat begin maart 2007 ook K opnieuw contact zocht met zijn moeder. K meldde dat zijn vader een nieuwe relatie had en dat hij het absoluut niet kon vinden met de nieuwe partner van zijn vader. De situatie was voor hem werkelijk onhoudbaar geworden, zodat hij opnieuw bij zijn moeder wenste in te trekken. Gelet op de gewijzigde situatie, wenste D.N. een nieuwe regeling te bekomen, zodat bij verzoekschrift dd. …/.../2007 een nieuwe procedure werd ingeleid voor de Jeugdrechtbank te Kortrijk. Dit leidde tot een vonnis dd. …/.../2008 waarin het volgende werd beslist : - de vader werd veroordeeld tot betaling van een forfaitaire 'all-in' onderhoudsbijdrage van € 300 voor K vanaf 01.03.2007 tot 30.09.2007 en van € 350 vanaf 01.10.2007 ; - de vader werd veroordeeld tot betaling van een forfaitaire 'all-in' onderhoudsbijdrage van € 300 voor N vanaf 01.03.2007, jaarlijks indexeerbaar. In de overwegingen van het vonnis van 11.03.2008 staat bovendien : "Gelet op het feit dat G.M. blijkbaar niet vrijwillig overgaat tot het betalen van enige onderhoudsbijdrage, bepaalt de rechtbank een globale 'all-in' onderhoudsbijdrage waarin de uitzonderlijke kosten reeds begrepen zijn zodat tussen partijen niet telkens opnieuw discussie kan rijzen of een bepaalde uitgave als uitzonderlijke kost kan aanzien worden en of vader hiervoor voorafgaandelijk toestemming diende te verlenen. De rechtbank bevestigt evenwel uitdrukkelijk dat de onderhoudsbijdrage bepaald wordt rekening houdend met het feit dat K niet op kot zit. Indien hij toch kotstudent zou worden, dan dient de door vader te betalen onderhoudsbijdrage opnieuw bekeken te worden." Thans doet zich evenwel opnieuw een gewijzigde situatie voor. Aangezien huidige procedure werd ingeleid door K, wordt verder enkel zijn huidige situatie toegelicht. K is inmiddels 22 jaar en studeert ….............. aan de …......school te Gent. D.N. stelde in juni van dit jaar voor aan K om een kot voor hem te huren te Gent. Hij kon zich hier tot de grote verbazing van D.N. niet in vinden en stelde dat hij liever alleen wenste te gaan wonen op een appartement in Kortrijk. Zijn vader had hem reeds een appartement ter beschikking gesteld. Sedert de dag waarop D.N. hiervan in kennis gesteld werd, mijdt K alle contact met D.N.. Zij werd op geen enkele wijze betrokken bij zijn beslissing. Op 30 juni 2011 vertrok D.N. op reis en bij haar terugkeer op 12 juli diende zij vast te stellen dat K reeds al zijn spullen verhuisd had en de ouderlijke woning op eigen houtje verlaten had.
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 6
Bovendien was zijn domicilie reeds verplaatst, zodat D.N. sedert juli 2011 geen kindergeld meer ontvangt voor K. De reden van vertrek, die in het verzoekschrift wordt aangehaald, is uiterst summier 'gezien de spanningen thuis bij verweerster niet meer houdbaar waren'. D.N. is evenwel formeel dat er geen sprake was van spanningen vóór het vertrek van K. Zij heeft K steeds alles ter beschikking gesteld en stond altijd voor hem klaar. Zij is dan ook werkelijk geschrokken dat K voor de tweede maal, zonder enige uitleg, de ouderlijke woning verlaten heeft. De redenen van het vertrek die door K.M. in zijn eerste besluiten vooropgesteld worden, zijn geenszins correct : D.N. beloofde in 2009 niet dat K.M. op kot zou mogen gaan. Dit is ook logisch, daar K.M., nadat hij geen succes behaalde in zijn studies aan de KULAK, van richting veranderde, zodat hij sedert 2009 ingeschreven is aan de ….......school te Gent. D.N. wilde dan ook geen bijkomend risico nemen, zodat K.M. niet op kot mocht alvorens zijn studieresultaten verbeterden. K.M. diende zich eerst te bewijzen op studievlak. In september 2010 hadden D.N. en haar zoon dienaangaande opnieuw een gesprek, doch zowel K.M. als zijn vriendin waren de mening toegedaan dat hij over onvoldoende wilskracht beschikte om zijn studies consequent aan te pakken. D.N. was evenwel het volgende academiejaar, zijnde 2011-2012 bereid om K.M. op kot te laten gaan, doch enkel in Gent, aangezien K.M. daar studeert. K.M. stelt bovendien ten onrechte als zou hij diverse malen aan zijn lot zijn overgelaten terwijl D.N. op reis ging. Het is geenszins zo dat D.N. maar liefst acht maal per jaar op reis ging. Vooreerst heeft D.N. geen verantwoording af te leggen over het aantal reizen dat zij jaarlijks zou maken. Niettemin is het aantal dat K.M. voorhoudt sterk overdreven. Bovendien heeft K.M. steeds de kans gekregen mee op reis te gaan, doch dit werd door hem geweigerd (zijn broer N ging wel nog mee op zomervakantie). In de periodes waarop D.N. op reis of op weekend was, werd K.M. zeker niet aan zijn lot overgelaten. Meer zelfs, in de vakantieperiodes werkte K.M. vrijwillig, zodat hij op zijn vakantiejob sowieso een lunch en een avondmaal aangeboden kreeg, aangezien hij werkte van 11.00 uur tot 22.00 uur. D.N. is zeker geen slechte moeder die haar kinderen zomaar aan haar lot overlaat. K.M. is werkelijk te kwader trouw als hij dat zou volhouden. Tenslotte ging K.M. in de laatste twee jaar tot vijfmaal toe zelf op reis met vrienden of zijn vriendin (week Frankrijk met vrienden, vliegvakantie naar Dominicaanse Republiek met vriendin, week Portugal met vriendin, week Griekenland met vriendin, trip naar Granada, ...). De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Ook de beschuldigingen, als zou D.N. in het weekend zich frequent te goed doen aan alcohol, zijn sterk overdreven en totaal uit de context gerukt. D.N. probeert van het leven te genieten, zodat zij in het weekend wel eens een aperitiefje of een glaasje wijn drinkt 's avonds als zij thuis is. Van enige spanningen of overhitte discussies is geen sprake. Als D.N. in het weekend al eens geen glaasje mag drinken wanneer zij thuis is, wanneer mag dit dan wel ? Tenslotte stelt K.M. dat D.N. de aanwezigheid van zijn vriendin niet zou appreciëren. Ook dit laatste is niet correct. De vriendin van K.M. was steeds welkom. Meer nog, zij woonde praktisch bij D.N. in. Elk weekend verbleef de vriendin van K.M. van vrijdagavond tot zondag bij D.N., om vervolgens samen met K.M. op maandagochtend naar school te vertrekken. Ook tijdens de schoolvakanties verbleef zij bij D.N. Meer nog, de vriendin van K.M. was aanwezig op alle familiale aangelegenheden en feesten, ontving geschenken voor Kerstmis en voor haar verjaardag. Zij was bijgevolg zeker welkom, meer nog, zij maakte deel uit van het gezin. Hieraan kwam evenwel een einde in april 2011. De aanleiding van de plotse ommekeer was een telefoon van D.N. naar haar ex-man (de vader van K.M.) in verband met het huren van een kot in Leuven voor haar jongste zoon. Deze meldde toen voor de eerste maal aan D.N. dat hij geen Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 7
onderhoudsbijdrage meer wenste te betalen. Hij vroeg zich hierbij openlijk af wat D.N. immers deed met de door hem betaalde onderhoudsbijdrage. D.N. heeft hier eerlijk op gerepliceerd dat zij niet alleen haar twee kinderen diende de onderhouden, doch ook de vriendin van K.M. kost en inwoon verschafte. Van enig gesprek omtrent de zogenaamde scheef gelopen situatie, zoals K.M. stelt in zijn eerste besluiten, is geen sprake. Er was immers geen reden om dergelijk gesprek aan te knopen. Indien K.M. zonodig het onderscheid wil maken tussen het ei en de kip, dan dient hij dit wel in alle redelijkheid en eerlijkheid te doen : eerst waren er allerlei voorstellen van de vader van K.M. om de woonst van D.N. te verlaten en alleen te gaan wonen, naderhand waren er problemen. D.N. blijft formeel bij haar standpunt dat er geen sprake was van voorafgaande conflicten : K.M. kreeg mooie kleren, hij kreeg dagelijks lekker te eten, zijn vriendin woonde zo goed als in bij D.N.. Hij had werkelijk niks te kort. Niettemin heeft hij besloten de ouderlijke woonst te verlaten, zodat hij heden gedomicilieerd is in de ….........straat te Kortrijk. Het huurcontract ligt niet voor, evenmin als andere stukken, maar blijkbaar moet er een huurprijs betaald worden van € 325,00 alles in. Opmerkelijk is dat het appartement een eigendom is (schuldenvrij ) van de vader van K, die het appartement aankocht met zijn vennootschap Z, zodat hij hiervoor een belastingsvermindering ontvangt. De door K.M. voorgelegde simulatie bewijst geenszins het tegendeel. De vader betaalt € 400 aan K per maand als onderhoudsbijdrage, daar hij in juni jl. te kennen gaf de opgelegde onderhoudsbijdrage niet meer aan D.N. te zullen uitbetalen, doch rechtstreeks aan K. Praktisch komt dit erop neer dat vader € 400 betaalt aan K en laatstgenoemde € 325 terug betaalt onder de vorm van een huur. Ook opmerkelijk is dat de vriendin van K inwoont bij hem en dat zij de dochter is van de partner van vader G.M. K kan het evenwel niet vinden met de partner van zijn vader, aangezien hij in maart 2007 naar D.N. terugkeerde omwille van onhoudbare spanningen met deze partner. Ook voor zijn vriendin werd dezelfde regeling uitgewerkt, aangezien zij vooreerst woonachtig was bij haar vader, zodat haar moeder (partner van G.M.) een onderhoudsbijdrage diende te betalen. Ook deze bijdrage in het levensonderhoud wordt thans gecompenseerd door het te betalen huurgeld van het meisje aan haar moeder. Dat het plan aldus bedacht werd door G.M. en zijn huidige levenspartner, is dan ook zo klaar als een klontje. Niettemin blijkt uit al de voorgaanden duidelijk dat K aldus zelf (hoogstwaarschijnlijk in overleg met zijn vader) beslist heeft alleen te gaan wonen, zonder zijn moeder hierin te betrekken. De gevorderde onderhoudsbijdrage van 400 EUR per maand is dan ook onredelijk en niet correct. In rechte beroept D.N. zich op artikel 203 § 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarin wordt bepaald : "De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind." K.M. legt bij zijn eerste besluiten voor het eerst zijn inschrijvingsbewijs en studieresultaten van het vorige academiejaar voor. D.N. neemt er nota van, doch wenst op te merken dat zij het jammer vindt om tot voorlegging van deze resultaten te moeten verzoeken. K.M. kan wel een vordering tot onderhoudsbijdrage instellen, maar heeft niet het respect om zelf zijn studieresultaten aan D.N. over te maken. Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 8
Dat K.M. zelf op een gesprek in verband met een onderhoudsbijdrage zou aangestuurd hebben, doch geen reactie zou mogen ontvangen hebben van D.N., is niet correct. K.M. heeft D.N. sedert zijn vertrek niet meer gecontacteerd. Van enig gesprek omtrent een onderhoudsbijdrage is dan ook geen sprake. Integendeel, de vader van K.M., nam wel contact op met D.N. door middel van briefwisseling waarin diverse voorstellen geformuleerd werden. Van K.M. mocht D.N. niks vernemen, behoudens een bericht twee dagen voor de zware operatie die D.N. diende te ondergaan, aangezien kanker gediagnoseerd werd bij haar. K.M. stelde dat D.N. een tweede gevecht beter kon vermijden. D.N. vindt het dan ook niet abnormaal dat zij geen bericht gestuurd heeft voor K.M. zijn verjaardag, te meer daar zij welgeteld op die dag een dagvaarding heeft ontvangen van haar eigen zoon. Zij was daar werkelijk van aangedaan, aangezien zij steeds klaar stond voor K.M.. Zij is het niet die haar zoon de rug toekeerde, doch omgekeerd. Ondanks voorgaanden is D.N. nog steeds bereid haar zoon terug in huis te nemen, zodat zij niet gedwongen kan worden tot het leveren van een geldelijke onderhoudsbijdrage aan K.M.. Zij betwist dat K.M. niet langer thuis zou kunnen wonen wegens spanningen. Sedert maart 2007 heeft hij er zelf voor gekozen om niet langer bij zijn vader te wonen en terug in te trekken bij zijn moeder. Sedertien zijn er nooit noemenswaardige problemen of spanningen geweest tussen partijen, tot op het moment waarop K.M. de woning van D.N. plots verlaten heeft en niks meer van zich liet horen. D.N. behoudt hieromtrent formeel haar standpunt : K.M. had niks te kort. Zij betaalde ondermeer volgende zaken voor K.M. : alle merkkledij; de aankoop van een wagen in 2008 ; de verzekering en belasting voor de wagen ; de verzekering en belasting voor de 'gekregen' Fiesta in 2010 van overleden grootmoeder ; alle inschrijvingsgelden met uitzondering van dit schooljaar (K.M. had op dat moment de woonst verlaten en alle contact verbroken) ; voor ontspanning werd een voetbalabonnement voor KVK aangekocht ; voor zijn verjaardag ontving K.M. een televisie (ten onrechte beweert K.M. dat hij hier enig aandeel in betaalde). D.N. blijft bij haar vermoeden dat de vader van K.M. aan de basis ligt van zijn beslissing om de woning van D.N. te verlaten en alleen te gaan wonen in Kortrijk, aangezien vader eigenaar is van het appartement waar K.M. thans gedomicilieerd is en laatstgenoemde ook huurgeld betaalt aan zijn vader. Hierdoor wordt de onderhoudsbijdrage van de vader gecompenseerd, zodat deze in feite niet meer dient in te staan voor het levensonderhoud van K.M. D.N. kan zich niet van de indruk ontdoen dat vader M zijn zoon heeft overgehaald om in zijn appartement alleen te gaan wonen. K gaat wel naar de …......school te Gent en moet nu nog van Kortrijk naar Gent pendelen, wat ook bijkomende kosten geeft. Uit budgettaire redenen zou je toch verwachten dat, indien K echt een vlucht kiest, hij een studio of appartement of zelfs studentenkamer te Gent zou gaan kiezen. Niettemin is D.N. formeel dat zij op heden nog steeds wenst dat K terug thuis komt wonen, zodat zij hem opnieuw onderdak en levensonderhoud kan verschaffen. Zij heeft steeds met veel liefde voor beide kinderen gezorgd en wil dat nog steeds doen, ook voor K. De rechter dient hiermede rekening te houden en dient dan ook, conform artikel 211 van het Burgerlijk Wetboek uitspraak te doen of D.N., die aanbiedt K in huis te nemen en hem aldaar kost en onderhoud te verschaffen, al dan niet vrijgesteld zal zijn van de verplichting om een uitkering tot onderhoud te betalen.
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 9
Indien de rechtbank van mening is dat de situatie het inderdaad onmogelijk zou maken voor K om bij D.N. in te wonen, quod non, dan nog kan D.N. niet akkoord gaan met de gevorderde onderhoudsbijdrage van 400,00 EUR per maand: * Vooreerst dient rekening gehouden te worden met de financiële draagkracht van beide ouders. K vraagt van beide ouders een gelijk bedrag namelijk € 400. Dit is onaanvaardbaar, gelet op het feit dat D.N. enkel een inkomen als …......... heeft. * D.N. verwijst voor wat betreft haar eigen financiële draagkracht naar de door haar ingevulde vragenlijst en de bijhorende stukken, waarbij volgende zaken zeker dienen onderlijnd te worden : vooreerst is het belangrijk vast te stellen dat geenszins ingegaan kan worden op de vordering van K.M. tot betaling aan hem van de helft van het ontvangen kindergeld, daar D.N. sedert juli jl. enkel nog kindergeld ontvangt voor N. Ten tweede is het belangrijk op te merken dat D.N. voor geen van beide kinderen enige studietoelage ontvangt, zodat dient nagegaan te worden of K.M. zelf een studietoelage ontvangt. Ten derde wenst D.N. te verduidelijken dat het inderdaad correct is dat haar woning sedert december 2011 volledig afbetaald is. Dat zij nog noemenswaardige sommen uit de vereffening - verdeling van de huwgemeenschap zou ontvangen hebben waaromtrent geen duidelijkheid bestaat, klopt geenszins. Het is correct dat zij gelden ontvangen heeft, doch deze werden gebruikt om zich in te kopen in de woonst en de hypothecaire lening gedurende elf jaar alleen verder af te lossen. Zij heeft hiervoor de nodige inspanningen dienen te leveren, zodat zij op heden geenszins nog over bijkomend kapitaal beschikt. Zij mocht ook geen schenkingen van haar ouders ontvangen, zoals ten onrechte beweerd wordt door K.M.. Het klopt dat zij recentelijk bij de notaris geweest is, doch dit kaderde in een wijziging van het huwelijkscontract van haar ouders omwille van de slechte gezondheidstoestand van haar moeder, die thans in een rusthuis verblijft. Zij is formeel dat geen enkele schenking heeft plaatsgevonden. * Er werd tenslotte recent bij haar kanker gediagnoseerd. Zij is onlangs geopereerd, aangezien een mr-scan en het bloedonderzoek uitgewezen heeft dat de ziekte kwaadaardig is. Uiteraard brengt de ziekte een grote onzekerheid met zich mede, bovendien worden haar en haar financiële draagkracht hierdoor gehypothekeerd. * De vader van K.M., de heer G.M., is gedelegeerd bestuurder en hoofdaandeelhouder van de CVBA Z, met zetel te ….... en is bovendien voor 50 % aandeelhouder van de vennootschap C. De maandelijkse inkomsten van de vader liggen beduidend hoger dan deze van D.N.. Het netto-inkomen van Frank Neirynck is in realiteit een stuk hoger dan hetgeen officieel medegedeeld wordt. Van alle voordelen in natura waarop de vader van K.M. recht heeft, wordt met geen woord gerept. Bovenop zijn maandelijks loon van gedelegeerd bestuurder, heeft vader M een reeks onroerende goederen in eigendom: - huis …..........straat te …........ - café …............... te …................ - huis …...............steenweg ... te …............ - huis …...............steenweg ... te …............ - garage …..........steenweg … te …............ - dakappartement …...............steenweg … te …............. - appartement + garage …...................steenweg … te ….......... - 8 appartementen …..................steenweg … te …........... Daarnaast is hij eigenaar van de vennootschap Z zelf. Deze vennootschap heeft dan weer volgende onroerende goederen in eigendom : - appartement ….................straat … te ….............. - appartement ….................straat … te ….............. - appartement ….................straat … te ….............. - appartement ….................steenweg … te ….................. Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 10
- huis ….................laan ... te …............... - building …...............steenweg … te …............. Al deze eigendommen zijn bijgevolg eigendom van vader M zelf, aangezien hij de enige aandeelhouder is van de vennootschap zelf. Of deze eigendommen al dan niet leeg staan, doet niet ter zake. Er dient immers rekening gehouden te worden met de geldelijke waarde van deze eigendommen, aangezien deze een zeker kapitaal vertegenwoordigen. De tweede vennootschap waarvan vader M, de helft van de aandelen in zijn bezit heeft, heeft dan weer een appartement in eigendom gelegen aan de …...............steenweg … te ….................. Uit al deze gegevens en uit de lijst van eigendommen dient overduidelijk vastgesteld te worden dat de vader van K.M. enorm kapitaalkrachtig is. Van enige lening die rust op het appartement waar K.M. woont, is geen sprake, minstens ligt hiervan op vandaag geen enkel bewijs voor. Het enige stuk dat voorgelegd wordt is een voorstel van een investeringkrediet, hetgeen enkel een simulatie betreft. Deze kunnen gratis aangevraagd worden bij diverse banken. Er is zeker sprake van een groot verschil in financiële draagkracht tussen beide ouders, hetgeen zich zeker dient te reflecteren in de verhouding tussen de door beide ouders te betalen onderhoudsbijdrage. Artikel 203 § 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt immers dat de ouders dienen bij te dragen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen en dit naar evenredigheid van hun middelen. De middelen waarmede rekening dient gehouden te worden zijn alle beroepsinkomsten, de roerende en onroerende inkomsten van de ouders, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard waarborgen. D.N. verwijst terzake ook naar de overwegingen in het vonnis van de Jeugdrechtbank dd. …/.../2008 in verband met de financiële draagkracht. Een gelijk opgelegde onderhoudsbijdrage voor beide ouders zou in casu werkelijk disproportioneel zijn. Er dient tevens rekening gehouden te worden bij het bepalen van een mogelijke onderhoudsbijdrage met de noodzakelijke kosten die K.M. maandelijks dient te dragen. De onderhoudsbijdrage dient immers in evenwicht te zijn met deze noodzakelijke kosten en dient geenszins om niet noodzakelijke meeruitgaven te dekken. Algemeen wordt aangenomen dat de ouderlijke onderhoudsverplichting, voor meerderjarige kinderen die een hogere opleiding volgen, geen verplichting meer inhoudt om bij te dragen in niet noodzakelijke meeruitgaven : voor luxe en plezier dient de student zelf in te staan. Nochtans is het in casu duidelijk dat K.M. er een luxueuze levensstijl op nahoudt : - begin september ging hij met zijn vriendin een week naar Griekenland - op … november maakte hij een snoepreisje van een drietal dagen naar Granada - hij wordt op zeer regelmatige basis in het uitgaansleven te Kortrijk gespot - hij is in het bezit van een wagen, waarvoor D.N. nog de verzekering en de belasting betaald heeft. D.N. stelt zich dan ook terecht de vraag op welke wijze K dit allemaal bekostigt. Eén ding is duidelijk, namelijk dat D.N. niet gehouden kan zijn dergelijke levensstijl te moeten bekostigen. K heeft duidelijk niks te kort. Op vandaag is het echter absoluut niet mogelijk de noodzakelijke vaste kosten van K.M. in te schatten, aangezien hieromtrent geen enkel stuk voorligt. Het enige stuk dat K.M. voorlegt, is een stortingsbewijs van 325,00 EUR aan zijn vader. Er ligt evenwel geen enkel stuk voor aangaande zijn verdere vaste kosten,
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 11
zijnde huurovereenkomst, facturen elektriciteit, facturen internet, gsm, trein/tramabonnement, factuur studieboeken, inschrijvingsgeld, ... Tenslotte dient rekening gehouden te worden met de eigen inkomsten van K : • K is sedert een aantal maanden, gedurende minimaal twee volledige dagen per week, tewerkgesteld als jobstudent in "…..........." te …........ Dat hij enkel 's avonds in de week zou werken, is niet correct. • Bovendien heeft hij op zijn achttiende verjaardag het spaargeld dat D.N. voor hem gedurende vele jaren voorzien had, reeds ontvangen van zijn ouders. Waar het geld naartoe is, is onduidelijk. • Hij ontvangt vervolgens, bovenop de onderhoudsbijdrage van zijn vader en het kindergeld, maandelijks een bedrag van 120,00 EUR van de sociale voorzieningen. • Tenslotte heeft K.M., aangezien hij alleen woont, recht op een studietoelage, zodat K.M. gesommeerd wordt stukken voor te leggen waaruit het bedrag dat hij aan studietoelage ontvangt, duidelijk wordt. • Dat K.M. officieel alleen woont, doet evenwel geen afbreuk aan het feit dat hij in feite kostendelend samenwoont met zijn vriendin, zodat de werkelijk te dragen kosten een stuk lager liggen dan K.M. zelf voorhoudt. Al deze inkomsten worden door K.M., ten onrechte, niet in rekenschap gebracht. Nochtans dient met deze inkomsten wel degelijk rekening gehouden te worden. K.M. wordt dan ook gesommeerd bewijs van zijn inkomsten uit studentenarbeid voor te leggen, aangezien de rechter hiermede rekening dient te houden bij het bepalen van enige onderhoudsbijdrage. D.N. vestigt ten slotte de aandacht op het feit dat zij haar verantwoordelijkheid als moeder niet wenst te ontlopen. Zij heeft steeds met veel zorg voor K.M. ingestaan en wil dit nog steeds doen. Dat hij evenwel zonder enige voorafgaande verwittiging de ouderlijke woonst zomaar verlaten heeft en nadien geen contact meer opnam met haar, dit terwijl zij zwaar ziek is, heeft haar evenwel geraakt. D.N. kan er tenslotte niet omheen dat zij in de besluiten van K.M. niet haar eigen zoon, doch wel diens vader hoort praten. Er wordt informatie medegedeeld waarvan K.M. niet eens op de hoogte kan zijn. Het is voor D.N. dan ook duidelijk dat vader Neirynck een grote inbreng heeft in deze procedure. Beoordeling 1. Artikel 203 §§ 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : «§ 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind. § 2. Met middelen wordt onder andere bedoeld alle beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten van de ouders, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en deze van de kinderen waarborgen.»
Artikel 210 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : «Wanneer de persoon die het levensonderhoud moet verstrekken, bewijst dat hij de uitkering tot onderhoud niet kan betalen, kan de rechtbank, met inachtneming van de omstandigheden der zaak, bevelen dat hij degene aan wie hij levensonderhoud verschuldigd is, bij zich zal in huis nemen en hem aldaar kost en onderhoud zal verschaffen.»
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 12
Artikel 211 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : «De rechtbank beslist eveneens of de vader of de moeder die aanbiedt het kind waaraan levensonderhoud verschuldigd is, bij zich in huis te nemen en het aldaar kost en onderhoud te verschaffen, alsdan zal vrijgesteld zijn van de verplichting om de uitkering tot onderhoud te betalen.»
Wij stellen vast dat D.N. aanbiedt om haar wettelijke verplichting om te zorgen voor huisvesting, levensonderhoud, gezondheid, toezicht, opvoeding, opleiding en ontplooiing ten aanzien van K.M. (artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek) in natura uit te voeren. K.M. kan dit aanbod niet zomaar ter zijde schuiven zonder te doen blijken van gegronde redenen. In de huidige zaak zijn wij van oordeel dat K.M. niet bewijst dat de situatie bij D.N. thuis "onleefbaar" is en dat dit te wijten is aan laatstgenoemde of aan derden. Wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het K.M. zelf is die zich niet kan of wil schikken naar een aantal legitieme desiderata van D.N.. Ter zitting is trouwens gebleken dat K.M. blijkbaar niet in staat is om ook maar één respectvol woord over zijn eigen moeder over zijn lippen te krijgen. Vanzelfsprekend heeft K.M. als meerderjarige het recht om te doen wat hij wil, maar hij kan D.N. niet verplichten in de kostprijs hiervan bij te dragen. Als K.M. zijn eigen goesting wil doen, belet niemand hem om een studielening bij een bank af te sluiten en deze beginnen af te betalen van zodra hij afgestudeerd is. Hij zal dan vlug merken hoeveel een euro werkelijk waard is. Wel zijn wij van oordeel dat er sprake is van een besparing in hoofde van D.N. in de mate waarin K.M. niet ingaat op haar aanbod om haar verplichting op grond van artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek in natura uit te voeren. Wij ramen deze kostenbesparing naar billijkheid bruto op 500,00 EUR per maand, rekening houdend met de leeftijd van K.M. en de daaruit voortvloeiende normale behoeften (luxe-uitgaven uitgezonderd). Hiervan dient het bedrag van de kinderbijslag (119,00 EUR per maand) in mindering te worden gebracht, evenals de geïndexeerde onderhoudsbijdrage van 350 EUR x 116,73 (gezondheidsindex september 2011) / 105,71 (gezondheidsindex september 2007) = 386,49 EUR per maand die D.N. krachtens het vonnis d.d. …/.../2008 van de jeugdrechtbank te Kortrijk vanwege de vader van K.M. zou ontvangen indien laatstgenoemde bij haar zou verblijven. De "netto" besparing die D.N. realiseert, bedraagt derhalve 500,00 EUR - 386,49 EUR = 113,51 EUR per maand. Wij zijn van oordeel dat zij dit bedrag als onderhoudsbijdrage aan K.M. dient te betalen vanaf 1 juli 2011 tot en met 30 september 2012. Wij stellen de zaak voor evaluatie in de loop van de maand oktober 2012, teneinde na te gaan of er aanleiding zal toe bestaan de verplichting tot betaling van deze onderhoudsbijdrage verder te laten lopen vanaf 1 oktober 2012. Eén en ander zal uiteraard afhangen van de door K.M. geleverde inspanningen en behaalde resultaten in zijn derde jaar "bachelor in de ........wetenschappen". De verplichting van D.N. tot betaling van dit onderhoudsgeld vervalt vanaf de datum waarop K.M. zijn studies beëindigt, indien dit gebeurt vóór 1 oktober 2012. 5. De indexering van de onderhoudsbijdrage geschiedt van rechtswege krachtens en overeenkomstig artikel 203 quater, § 1 van het Burgerlijk Wetboek. Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 13
6. De beslissing nopens de gedingkosten wordt aangehouden. 7. Huidig vonnis is uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande elk verhaal, zonder kantonnement. 8. Om te voldoen aan artikel 1321, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek, vermelden wij hiernavolgend de gegevens van de Dienst voor alimentatievorderingen, die werd opgericht bij wet van 21 februari 2003 (www.davo.belgium.be) : Wat zijn de opdrachten van de Dienst ? Op vraag van de onderhoudsgerechtigde betaalt de Dienst voor Alimentatievorderingen voorschotten op het uitstaande onderhoudsgeld. Bovendien vordert deze dienst het bedrag in van het maandelijkse onderhoudsgeld en van de achterstallen, in naam en voor rekening van de onderhoudsgerechtigde. Wie kan de tussenkomst genieten? *
De betaling van voorschotten: ● de kinderen.
*
Hulp bij het invorderen van onderhoudsgeld: ● de kinderen; ● de echtgenoten of ex-echtgenoten; ● de samenwonenden of de ex-samenwonenden.
Aan welke voorwaarden moet u voldoen? ● De onderhoudsgerechtigde moet in België wonen. ● Het onderhoudsgeld werd in de periode van 12 maanden voor de aanvraag, tweemaal niet of niet volledig betaald. ● Het onderhoudsgeld werd vastgesteld in een uitvoerbare gerechtelijke beslissing of in een notariële akte. ● Indien u de betaling van voorschotten vraagt, mag het nettobedrag van uw maandelijkse bestaansmiddelen, voor het jaar 2010, niet hoger zijn dan 1.268 euro (dit bedrag wordt verhoogd met 60 euro per kind ten laste). Waar naartoe met de aanvraag? ● Bij de Federale Overheidsdienst Financiën, Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ● In één van de talrijke contactcentra die opgericht werden om u met de formaliteiten te helpen. De adressen vindt u in de gedetailleerde brochure en op www.davo.belgium.be Hoe de aanvraag indienen? De aanvraag tot tussenkomst van de Dienst, zowel voor de betaling van voorschotten op het onderhoudsgeld, als voor de invordering van het onderhoudsgeld en de achterstallen ● wordt ingediend in twee exemplaren (op het daartoe bestemde modelformulier), ● ondertekend door de aanvrager, de wettelijk vertegenwoordiger of een advocaat ● en bevat alle nuttige inlichtingen. Bijkomende inlichtingen : Gratis infonummer: 0800/12302 Internet : http://www.davo.belgium.be Een gedetailleerde brochure ligt voor u klaar: ● op aanvraag bij de FOD Financiën - Dienst Communicatie - North Galaxy B24 - Koning Albert II-laan 33 - bus 70 - 1030 Brussel / e-mail:
[email protected] ● in de meeste gebouwen van de FOD Financiën ● u kan de brochure ook gratis bekijken en printen op de internetsite : www.davo.belgium.be
Datum: 27-03-2012
rolnr.: ….......
blz. 14
OM DEZE REDENEN: Wij Vrederechter, gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd bij het gerechtelijk wetboek; Rechtdoende op tegenspraak. Verklaren de vordering van K.M. toelaatbaar en als volgt gegrond ; Veroordelen D.N. tot betaling aan K.M. van een onderhoudsbijdrage van 113,51 EUR per maand vanaf 1 juli 2011 tot en met 30 september 2012 ; Stellen de zaak voor evaluatie op de openbare zitting van …/.../2012 om 09.30 uur, teneinde na te gaan of er aanleiding zal toe bestaan de verplichting van D.N. tot betaling van deze onderhoudsbijdrage aan K.M. verder te laten lopen vanaf 1 oktober 2012 ; Zeggen dat de verplichting van D.N. tot betaling van dit onderhoudsgeld vervalt vanaf de datum waarop K.M. zijn studies beëindigt, indien dit gebeurt vóór 1 oktober 2012 ; Houden de beslissing nopens de gedingkosten aan ; Verklaren huidig vonnis uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande elk verhaal, zonder borgstelling en met uitsluiting van het recht op kantonnement. Aldus gevonnist en uitgesproken in het Gerechtsgebouw II te Kortrijk in openbare terechtzitting van het Vredegerecht van het tweede kanton Kortrijk op dinsdag zevenentwintig maart tweeduizend en twaalf. Tegenwoordig Christophe ROBBE, Vrederechter van het tweede kanton Kortrijk en Mario DELIE, Waarnemend Hoofdgriffier. de Waarnemend Hoofdgriffier, de Vrederechter,
Mario DELIE
Datum: 27-03-2012
Christophe ROBBE
rolnr.: ….......
blz. 15