Jaarverslag 2011
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ............................................................................................................ 4 1
Inleiding ......................................................................................................... 5
2
De klant centraal .............................................................................................. 6
3
4
5
6
7
8
2.1
Klantbehoefte in beeld ................................................................................. 6
2.2
Producten en diensten aansluiten bij klantbehoefte .............................................. 6
2.3
Klantbenadering ......................................................................................... 6
Investeren in onze woningvoorraad ........................................................................ 8 3.1
Verhuurbeleid ............................................................................................ 8
3.2
Nieuwbouw van woningen............................................................................. 10
3.3
Technisch beheer ....................................................................................... 11
3.4
Verkoopbeleid........................................................................................... 14
3.5
Prijs-kwaliteitverhouding bezit ....................................................................... 16
3.6
Wonen en zorg .......................................................................................... 16
Leefbare wijken en kernen ................................................................................. 20 4.1
Leefbaarheidsactiviteiten per gemeente ........................................................... 20
4.2
Overige leefbaarheidactiviteiten .................................................................... 21
4.3
Sponsoring ............................................................................................... 22
Duurzaam bouwen en beheren ............................................................................. 23 5.1
Duurzaamheidsbeleid woningen...................................................................... 23
5.2
Duurzaamheidsbeleid vestigingen en intern bewustzijn ......................................... 23
5.3
Woonlastenbeheersing huurders ..................................................................... 24
Professionele organisatie.................................................................................... 25 6.1
Efficiënte en effectieve organisatie ................................................................. 25
6.2
Betrokken medewerkers............................................................................... 25
6.3
Leystromen Effectief naar Succes (LENS)........................................................... 27
6.4
Fusie en verbouwing kantoor Rijen .................................................................. 28
Presteren naar vermogen ................................................................................... 29 7.1
Realisatie maatschappelijke opgave ................................................................ 29
7.2
Financiële continuïteit waarborgen ................................................................. 29
7.3
Treasury.................................................................................................. 31
7.4
Risicoparagraaf ......................................................................................... 33
Goed maatschappelijk ondernemingsbestuur, governance en participatie ......................... 35 8.1
Bewonersvertegenwoordiging ........................................................................ 35
8.3
Participatie huurders in Raad van Toezicht ........................................................ 35
8.4
Overlegvergadering .................................................................................... 35
8.5
Overige huurderparticipatie .......................................................................... 36
8.6
Klachtencommissie ..................................................................................... 36 2
9
8.7
Goed maatschappelijk ondernemingsbestuur en governance ..................................... 37
8.8
Convenanten en prestatieafspraken .................................................................. 37
Verbindingen .................................................................................................. 38
10 Verslag ondernemingsraad .................................................................................. 39 11 Verslag Raad van Toezicht .................................................................................. 40 11.1
Algemeen ................................................................................................ 40
11.2
Taak en werkwijze ..................................................................................... 41
11.3
Onafhankelijkheid ...................................................................................... 43
11.4
Deskundigheid en samenstelling Raad van Toezicht .............................................. 43
11.5
Werkgeversrol ........................................................................................... 45
11.6
Samenwerkingsproblemen in het collegiaal bestuur .............................................. 46
11.7
Governance .............................................................................................. 46
12 Bestuurdersverklaring ....................................................................................... 49 13 Kengetallen .................................................................................................... 50 14 Jaarrekening 2011 ............................................................................................ 52 14.1 14.2
Balans per 31 december 2011 (na voorgestelde resultaatbestemming) ....................... 54 Winst- en verliesrekening 2011.................................................................... 56
14.3
Kasstroomoverzicht (directe methode) ............................................................. 57
14.4
Waarderingsgrondslagen .............................................................................. 58
14.5 Toelichting op de balans ................................................................................. 71 14.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening .......................................................... 81 15 Overige gegevens ............................................................................................. 86 15.1
Bezoldiging van (voormalige) bestuurders en commissarissen .................................. 86
Commissarissen .................................................................................................. 87 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens .............................. 87 15.2
Resultaatbestemming 2010 ........................................................................... 88
15.3
Voorstel resultaatbestemming 2011 ................................................................. 88
15.4
Gebeurtenissen na balansdatum ..................................................................... 88
15.5
Controle verklaring door de onafhankelijke accountant ......................................... 88
16 Ondertekening jaarrekening ................................................................................ 89 17 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................................. 90
3
Voorwoord Het jaar 2011 was hectisch voor de jonge fusieorganisatie Leystromen. De implementatie van de fusie had beter gekund en beter gemoeten. Het samenvoegen van twee organisaties met een zo verschillende cultuur is een majeur proces, waarvan de zwaarte door de leiding van het bedrijf is onderschat. Problemen in het Bestuur en binnen de Raad van Toezicht, problemen tussen deze twee organen onderling, het verder inzakken van de woningmarkt binnen de context van een omvangrijk verkoopprogramma en een forse ontwikkelingsportefeuille, verscherpte eisen vanuit de externe toezichthouders en de uitholling van de financiële positie van corporaties vanwege besluiten op rijksniveau hebben de organisatie danig parten gespeeld. De gebeurtenissen intern hebben consequenties gehad. De bestuurders die begin 2011 bij de organisatie werkzaam waren hebben hun positie op moeten geven en verschillende interne toezichthouders traden af. In de jaarrekening is een forse afschrijving meegenomen op in de toekomst te betalen lasten en niet te realiseren baten. Zo kost de huurtoeslag die corporaties vanaf 2014 (mogelijk zelfs al vanaf 2013) deels zelf gaan betalen enkele tientallen miljoenen. Dat heeft een grote invloed op de bedrijfswaarde en de regels schrijven ons voor dat we het verlies direct zichtbaar maken in de winst‐ en verliesrekening. Ondanks de problemen waarmee Leystromen geconfronteerd werd is alles in het werk gesteld om de dienstverlening naar de klanten op peil te houden. Leystromen zal de komende jaren een minder ambitieus programma hebben op het gebied van de nieuwbouw van woningen en het realiseren van maatschappelijk vastgoed. Dat past bij een verminderde toekomstige vraag en de sterke afname van de financiële mogelijkheden. Vele voorgenomen projecten zullen wel gerealiseerd worden en een toevoeging blijken voor de kernen waarin wij werkzaam zijn. Wij zullen dat doen in nauwe samenspraak en samenwerking met onze huurders, de gemeentebesturen en overige belanghouders. Jacques van Geest Bestuurder a.i.
4
1
Inleiding
Leystromen is een maatschappelijke, klantgeoriënteerde onderneming die actief is op het brede terrein van het wonen. Zij richt zich daarbij in het bijzonder op mensen met een laag inkomen en mensen met een kwetsbare positie op de woningmarkt. Dit bereiken we door samen met bewoners en belanghouders te werken aan reële doelen en maatschappelijk gewaardeerde prestaties te leveren. Tevredenheid van bewoners en belanghouders is en blijft een kritieke succesfactor. Het bouwen en beheren van vastgoed is het meest belangrijke middel om onze doelen te bereiken. In onze dienstverlening staat de klant centraal: zijn vragen zijn leidend. Dit is onze missie die we als nieuwe Woonstichting Leystromen hebben opgenomen in ons Ondernemingsplan ‘Leystromen 2011 – 2015’. Deze missie vormt samen met de visie en de strategische opgaven de basis voor de zeven kerndoelen uit het ondernemingsplan. Deze kerndoelen vormen het uitgangspunt voor onze activiteiten die we vanaf 2011 ondernemen. Deze activiteiten leveren een bijdrage aan het verder profileren van Woonstichting Leystromen als een maatschappelijke ondernemer. De zeven kerndoelen zijn: A. B. C. D. E. F. G.
De klant centraal Investeren in onze woningvoorraad Leefbare wijken en kernen Duurzaam bouwen en beheren Professionele organisatie Presteren naar vermogen Goed maatschappelijk ondernemingsbestuur, governance en participatie In dit jaarverslag leest u welke activiteiten wij in 2011 met betrekking tot de zeven kerndoelen ondernomen hebben.
5
2 2.1
De klant centraal Klantbehoefte in beeld
Leystromen laat zich bij de ontwikkeling van producten en diensten leiden door de wensen en behoeften van de klant en belanghouders. We bieden onze klanten keuzevrijheid en maatwerk en we doen ons best om de klant en zijn wensen te kennen. Om hieraan tegemoet te komen, zijn we in 2011 met het Servicebureau gestart. Het Servicebureau zal op termijn 80% van alle klantcontacten direct afhandelen. Daarnaast verzorgt zij ook de gehele afwikkeling van reparatieverzoeken. Via een kennisbank is alle voor klanten relevante informatie in beeld gebracht. In 2012 en 2013 gaan we deze kennisbank verder ontwikkelen, met als einddoel dat de applicatie via internet voor alle klanten beschikbaar is. Wanneer we een goed beeld willen hebben van de klantbehoefte, betekent dit dat we de wensen en behoeften van onze klanten zo goed mogelijk moeten kennen en ons beleid daarop moeten afstemmen. Daarom startten wij in 2011 met een verkenning van de mogelijkheden voor de toepassing van KWH of het INK‐managementmodel voor de hele organisatie. In 2012 bepalen wij de definitieve keuze. Ook heeft Bureau Rigo, in opdracht van Leystromen, een doelgroepenonderzoek gedaan naar de benodigde kernvoorraad in de gemeenten uit ons werkgebied.
2.2
Producten en diensten aansluiten bij klantbehoefte
We leveren maatwerk via de producten in onze woonwinkel. Onze klanten kunnen, wanneer zij bijvoorbeeld een nieuwe keuken of badkamer krijgen, zelf de materiaalkeuze bepalen. Voor een groot deel is dit zonder bijbetaling. Voor luxe producten en inbouwapparatuur vragen wij een kostendekkende vergoeding. In 2011 heeft ook onze vestiging in Oisterwijk een woonwinkel gekregen en daarmee hebben nu alle drie de vestigingen een woonwinkel. Via een zogenaamd cafetariamodel kunnen onze klanten, tegen huurverhoging of betaling ineens, kiezen voor geriefverbetering in hun woning. Het gaat hier vooral om verbeteringen op het gebied van duurzaamheid zoals het aanbrengen van dubbele beglazing, dakisolatie en de mogelijkheid om een cv‐ketel vroegtijdig ( tegen een vergoeding) te laten vervangen door een HR+‐ketel.
2.3
Klantbenadering
Onze 3 goed toegeruste en toegankelijke vestigingen in Goirle, Oisterwijk en Rijen vormen in combinatie met het Servicebureau de basis van onze dienstverlening. Deskundige medewerkers op alle 3 de vestigingen en het Servicebureau zijn onze klanten op professionele wijze van dienst. Daarnaast is er in oktober 2011 een nieuwe website (www.leystromen.nl) gelanceerd waarop onze klanten 7 dagen per week en 24 uur per dag bepaalde zaken kunnen regelen. Op deze website kunnen klanten tevens onze nieuwe folderlijn raadplegen en downloaden. De folders geven op een heldere en duidelijke wijze informatie over diverse onderwerpen. De folders zijn uiteraard ook in papieren vorm verkrijgbaar op de 3 vestigingen.
6
In 2011 is gekozen voor volledige digitalisering van het woningaanbod. Vanaf oktober 2011 verschijnt het nieuwe woningaanbod wekelijks op onze website. Hierdoor kunnen onze klanten 24 uur per dag op een eenvoudige manier, en wanneer het hen uitkomt, online reageren op de aangeboden woningen. Als gevolg van de digitalisering stopten wij met de tweewekelijkse verspreiding van de Woonkrant en het aanbieden van woningen via advertenties in de lokale media. Voor klanten die niet over internet beschikken, hebben wij voorzieningen getroffen zodat zij ook op een adequate manier kennis kunnen nemen van het woningaanbod.
7
3
Investeren in onze woningvoorraad
Op hoofdlijnen is de kwaliteit van ons woningbezit, gerelateerd aan de huidige marktomstandigheden, goed. In de toekomst kan dit echter veranderen. Daarom blijven we investeren in de kwaliteit van onze woningvoorraad. Maar ook het opnieuw bekijken van onze woningvoorraad is een speerpunt voor de komende periode.
3.1
Verhuurbeleid
De sociale woningmarkt binnen ons werkgebied Eind 2011 is het woningbezit in ons werkgebied ‐ gedifferentieerd naar aantal woningen per prijsklasse – als volgt opgebouwd: Gemeente Alphen Baarle‐ Gilze Goirle Hilva‐ Oister‐ Tilburg Totaal In % Chaam Nassau en renbeek wijk van Huurklasse Rijen het totaal Goedkoop 62 40 568 577 119 320 12 1.698 19% (< €361,66) Betaalbaar 161 268 2.234 1.750 672 1.758 0 6.843 75% (> €361,66 en< €554,76 Duur 38 10 116 58 34 143 0 399 4% (> €554,76 en<€652,52) Duur 2 0 65 59 38 64 1 229 2% (> €652,52) Totaal 263 318 2.983 2.444 863 2.285 13 9.169 100% Op 31 december 2011 stonden 13.359 woningzoekenden ingeschreven bij Leystromen. Daarnaast zijn er ruim 4.415 zogeheten passief woningzoekenden. Passief woningzoekenden zijn mensen die uit voorzorg staan ingeschreven. Zij hebben zich ingeschreven als woningzoekende, maar wensen nog niet te reageren op ons woningaanbod. Het aantal actief woningzoekenden bestaat voor het grootste deel (90%) uit een‐ en tweepersoonshuishoudens, met een nadruk op senioren. De woningzoekenden wonen vooral in één van de kernen waar Leystromen haar woningbezit heeft.
8
De toewijzing en verhuur Toewijzing gebeurt door middel van een aanbodmodel, op basis van de inschrijftijd (de woningzoekende met de langste inschrijftijd gaat voor). Daarnaast zijn ook de grootte van het huishouden in relatie tot de woninggrootte en de verhouding inkomen‐huurprijs van belang bij toewijzing. In een aantal situaties kan extra inschrijftijd worden verkregen (bijvoorbeeld bij medische indicatie op grond van de Wmo of echtscheiding). Deze situaties zijn in een voorrangsmatrix vastgelegd. In 2011 is er bijzondere aandacht geweest voor het op een correcte manier toepassen van de Europese regelgeving bij de toewijzing van woningen. Volgens Europese regels met betrekking tot staatssteun, moeten corporaties minimaal 90% van hun beschikbaar gekomen woningen met een huur < € 652,52 toewijzen aan huishoudens met een inkomen < € 33.614 per jaar. Leystromen realiseerde 94,6% en voldoet hiermee aan de norm. Het gebruik van individuele huurtoeslag Leystromen neemt deel aan de, door het ministerie geboden, mogelijkheid van geclusterde betaling. Hierdoor krijgen huurders die dat willen, hun huurtoeslag direct in mindering gebracht op de huur. Op de vestigingen in Rijen, Goirle en Oisterwijk zijn tevens zogenaamde HIP’s (Huurtoeslag Informatie Punten) ingericht. In totaal maakten per 31 december 2011 1913 huurders gebruik van de mogelijkheid tot geclusterde betaling. De huisvesting van vergunninghouders De taakstellingen voor het huisvesten van vergunninghouders zijn zo goed als gerealiseerd. Hierbij maken wij de kanttekening dat Leystromen in de kern Chaam van de gemeente Alphen‐Chaam vrijwel geen woningen in beheer heeft. In deze kern is een collega‐corporatie actief. In samenspraak met de gemeente wordt de taakstelling in de gemeente Alphen‐Chaam gedeeld. Gemeente Reguliere taakstelling nog te huisvesten per 31 december 2011 Alphen Chaam ‐9 * Baarle‐Nassau 5 Gilze en Rijen ‐5 Goirle 0 Oisterwijk 3 Hilvarenbeek 5 *Gedeelde taakstelling met collega‐corporatie
9
Het bij voorrang huisvesten van de primaire doelgroep De onderstaande tabel geeft inzicht in de wijze waarop wij uitvoering hebben gegeven aan het zoveel mogelijk passend en bij voorrang huisvesten van de primaire doelgroep, conform het ‘Besluit Beheer Sociale Huursector’ (BBSH). Aantal verhuringen naar doelgroep en per huurklasse Goedkoop Betaalbaar Duur Duur totaal ( < €361,66) (> €361,66 en ( > €554,76 (> €652,52) < €554,76 en < €652,52) primaire doelgroep (inkomen < 110 397 93 8 608 €33.614) niet primaire doelgroep 3 19 12 13 47 (inkomen > €33.614) Totaal 113 416 105 21 655 Van de 655 woningen (dit is inclusief nieuwbouw) die verhuurd zijn, hadden er 634 een huurprijs van maximaal €652,52. Uitgangspunt is dat vooral deze woningen worden toegewezen aan de primaire doelgroep. Dit was het geval bij 600 verhuringen (94,6%). Woonstichting Leystromen verstrekt in geval van een noodzakelijke verhuizing in verband met een voorgenomen renovatie of sloop, een minimale verhuisvergoeding van € 5.396.
3.2
Nieuwbouw van woningen
In 2011 zijn 131 nieuwbouweenheden opgeleverd, 443 eenheden waren in uitvoering en 298 eenheden waren in voorbereiding. Nieuwbouw
Aantal projecten / grondposities 7 13 19
Gerealiseerd In uitvoering In voorbereiding Overig (1) 10 Grondposities 12 (2) Totaal 61
Eenheden huur
Eenheden koop
Overige eenheden
Totaal aantal eenheden
58 364 237
26 37 25
47 42 36
131 443 298
117 10
96 26
16 ‐‐
229 36
786
210
141
1137
10
(1) Onder nieuwbouw “overig“ wordt verstaan projecten welke voldoen aan de volgende omschrijvingen: - initiatieven waar haalbaarheidsonderzoeken voor worden uitgevoerd - projecten waarover afspraken zijn gemaakt met belanghouders, maar waar de daadwerkelijke voorbereiding nog niet is gestart. Over het algemeen vindt de ontwikkeling op wat langere termijn plaats. - projecten waar we al wel bezit hebben verworven, maar waar de daadwerkelijke voorbereiding nog niet is gestart. (2) Als grondposities zijn hier opgenomen posities conform de definitie van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) . Deze grondposities zijn aangekocht vanwege toekomstige ontwikkelingen op strategische plaatsen in een kern. Voorbeelden zijn de projecten: OOR in Rijen, de Ligt in Alphen en van Besouw in Goirle. Hiernaast is een aantal projecten in ontwikkeling grondpositie geworden omdat de projecten “on hold” zijn gezet. De redenen hiervoor zijn de marktontwikkelingen van de laatste jaren, opzegging van de samenwerking door andere partijen of omdat de betreffende gemeente nog geen keuze gemaakt heeft met betrekking tot de bestemming van de locatie. Voorbeelden hiervan zijn: Tilburgseweg/ Kalverstraat te Goirle, Cruijshof te Baarle‐ Nassau en Thomas van Diessenstraat te Goirle.
3.3
Technisch beheer
Planmatig onderhoud Voor het planmatig onderhoud vond in 2011 een eerste conditiemeting plaats van het bezit in de kernen Oisterwijk en Hilvarenbeek. Ook zijn recent opgeleverde complexen in de overige kernen op deze manier bekeken. Hiernaast wordt jaarlijks een derde deel van het woningbezit opnieuw geïnspecteerd. De uitkomsten van de conditiemetingen worden verwerkt in de meerjarenonderhoudsplanning (MJOP). Eind maart is bekend hoe de nieuwe MJOP zich verhoudt tot wat is opgenomen in de begroting. De kosten voor het planmatig onderhoud bleven in 2011 ruim binnen het goedgekeurde budget van € 8.750.011. De werkelijke kosten bedroegen € 7.147.837. De belangrijkste oorzaken voor dit positieve begrotingsresultaat zijn de clustering van gelijksoortige activiteiten en een scherpe inkoop, hierbij geholpen door de marktontwikkelingen. Hieronder staat een aantal grotere werkzaamheden van planmatig onderhoud die in 2011 zijn uitgevoerd. Uitgevoerde werkzaamheden
Aantal eenheden
Vervangen buitengevelkozijnen inclusief isolerende beglazing Renovatie bergingen Goten met hemelwaterafvoeren vervangen Veiligheidsaardingen aangepast Nieuwe CV‐ketels Houtrotherstel‐ en schilderwerk Voegwerk buienmetselwerk herstellen
116 143 115 758 434 1.108 429
11
Vervangen dakbedekking Renovatie binnenwerk
188 154
Contractbeheer Het gehele contractbeheer is in 2011 op orde gebracht. Onder dit contractbeheer valt onder meer het onderhoud aan liftinstallaties, cv ketels, automatische deuren en brandmeldinstallaties. Onder dit contractbeheer valt eveneens het onderhoud aan tuinen en het schoonmaakonderhoud, inclusief glasbewassing. Klachten en (dynamisch) mutatieonderhoud De onderstaande tabel geeft inzicht in de niet‐planmatige onderhoudskosten in 2011. Dit is gespecificeerd naar de onderhoudssoorten: klachtenonderhoud, mutatieonderhoud en dynamisch planmatig onderhoud1. Klachtenonderhoud € 4.395.000 Mutatieonderhoud € 1.099.000 Dynamisch planmatig onderhoud € 5.289.000 Af: activering van onderhoud € ‐/‐ 2.438.000 Totaal € 8.345.000 De onderhoudsuitgaven laten de afgelopen jaren een stijgend beeld zien. De toename is verklaarbaar door: - een groter aantal ingediende reparatieverzoeken; - een hogere mutatiegraad; - een flinke, niet begrote post geriefverbeteringen in woningen, die uiteraard tegen huurverhoging zijn uitgevoerd. Voor alle onderhoudssoorten geldt dat interne richtlijnen en procedures worden verscherpt, contracten met aannemers worden afgesloten op basis van marktconforme tarieven en bewaking plaats vindt op kosten, kwaliteit en nazorg. Kwaliteitsinvesteringen Hieronder staan de belangrijkste aandachtspunten uit ons onderhoudsbeleid met betrekking tot kwaliteitsinvesteringen in en aan de woning. Isolerende voorzieningen In het kader van groter planmatig onderhoud wordt nagegaan welke isolerende voorzieningen nog
1
Bij de uitgaven van het dynamisch onderhoud zijn, naast de kosten ten laste van de exploitatie, ook de uitgaven meegenomen die volgens de Richtlijn van de Jaarverslaglegging geactiveerd dienen te worden als gevolg van huurverhoging dan wel levensduurverlenging.
12
aangebracht moeten worden en welke geoptimaliseerd kunnen worden. Deze voorzieningen worden tegen een gereduceerd tarief aangeboden aan de bewoners. Ook individueel kunnen bewoners tegen vooraf vastgestelde huurverhogingen isolerende voorzieningen aan laten brengen. Dynamisch onderhoud Bij woningen die zijn vrijgekomen bij mutatie, wordt nagegaan of de voorzieningen nog voldoen aan de eisen van deze tijd. Wanneer dit niet het geval is, worden deze aangepast. We spreken dan van dynamisch planmatig onderhoud. Vaak hebben de werkzaamheden betrekking op het opnieuw inrichten van keuken, badkamer, toilet of meterkast of het vervangen van zachtboardplafonds. Onder bepaalde voorwaarden kon een huurder in 2011 op afroep deze werkzaamheden uit laten voeren. Om het hele proces logistiek goed te laten verlopen, is een aantal bedrijven geselecteerd waarmee prijsafspraken zijn gemaakt. Basiskwaliteit bestaande voorraad De basiskwaliteit voor de bestaande voorraad moet nog worden vastgesteld. Per 31 december 2011 zijn alle woningen voorzien van een individueel energielabel. Het energielabel is een houvast voor de prioritering van de energiebesparende maatregelen in wijken. Onderstaande figuur geeft inzicht in de verdeling van de energielabels voor ons bezit.
Verdeling energielabels
1% 0% 7%
4%
0% 8%
13%
28%
39%
A++
A+
A
B
C
D
E
F
G
Aanpasbaar bouwen Leystromen stelt nog een ‘algemeen programma van eisen voor nieuwbouw’ op dat ook de nodige eisen voor aanpasbaar bouwen moet bevatten. Aandachtspunt hierbij is de vraag of alle nieuw te bouwen appartementen zoveel mogelijk moeten voldoen aan het label ‘Woonkeur’ en dat eengezinswoningen, in ieder geval op de begane grond, bezoekbaar zijn voor rolstoelgebruikers. Wonen plus Het opplussen van woningen omvat het wegnemen van belemmeringen in en rond de woning om er 13
voor te zorgen dat de huidige bewoners langer in hun woning kunnen functioneren. Alle seniorenwoningen in de gemeenten Alphen‐Chaam, Baarle‐Nassau, Gilze en Rijen en Goirle, die daarvoor in aanmerking kwamen, zijn ondertussen opgeplust. Bij het opstellen van het strategisch voorraad beleid zal voor de gemeenten Hilvarenbeek en Oisterwijk opgenomen moeten worden of deze ingreep ook voor de seniorenwoningen in deze gemeenten zinvol is.
3.4
Verkoopbeleid
Verkoop van huurwoningen Op basis van een door het bestuur vastgesteld verkoopbeleid, worden bestaande huurwoningen verkocht in de gemeenten in ons werkgebied. Dat doen we om uitvoering te kunnen geven aan de volgende doelstellingen: • het betaalbaar houden van de huren; • het realiseren van maatschappelijke investeringen in nieuwbouw, leefbaarheid en kwaliteit; • het bevorderen van een wenselijke differentiatie van huur‐ en koopwoningen in wijken. In 2011 vond verkoop van bestaande woningen plaats op basis van stapeling van beleid en de verkooplijsten van de beide fusiecorporaties. In 2012 ontwikkelen we nieuw beleid, waarbij vooral input komt vanuit de beheer‐ en complexstrategieën van het strategisch voorraadbeleid. Op deze manier borgen we dat verkoop beter past binnen de vastgoedstrategie en het doelgroepenbeleid van de corporatie. Uiteraard nemen we ook de eventuele landelijke ontwikkeling ( right to buy / aanbiedingsplicht) mee. We stemmen voor zover mogelijk ons beleid hierop af. In het verslagjaar zijn 65 bestaande huurwoningen verkocht en notarieel overgedragen met een bijbehorende verkoopopbrengst van € 11,55 mio. In de begroting voor 2011 was uitgegaan van de verkoop van 70 woningen. Met een begrote opbrengst van € 11.56 mio. Ondanks de slechte situatie op de woningmarkt is Leystromen er toch in geslaagd het verkoopbeleid te realiseren: voor het aantal te verkopen woningen grotendeels en naar begrote opbrengst nagenoeg geheel. Om te stimuleren dat de voor verkoop in aanmerking komende eengezinswoningen gekocht worden door de zittende huurders, worden deze aan hen aangeboden tegen 90% van de marktwaarde. Andere huurders en niet‐huurders betalen de marktwaarde. Daarnaast zijn in Oisterwijk en Hilvarenbeek, op basis van afspraken met de gemeente, woningen met maximaal 10% korting verkocht aan woningzoekenden. Tevens zijn er nog enkele bestaande woningen met Koopgarant verkocht. Het genoemde verkoopbeleid heeft de instemming van de gemeenten uit ons werkgebied en past uiteraard binnen de uitgangspunten van het ondernemingsplan. De behaalde verkoopresultaten worden ingezet om onze onrendabele investeringen te dekken. Verkoop van nieuwbouwwoningen In het verslagjaar waren er van 5 projecten woningen in de verkoop. Het gaat in totaal om 84 woningen waarvan er eind 2011 27 nog niet verkocht waren. Het betreft de projecten Vennerode, Frankische Driehoek en Hof van Oranje in Goirle, Goudsmit Hoff in Rijen en Koningshof in Riel. In verband met de gewijzigde situatie op de woningmarkt zijn alle woningen opnieuw getaxeerd. Dit leidde tot een lagere prijsstelling. Daarnaast worden verkoopbevorderende instrumenten ingezet om 14
de stagnerende verkoop van deze nieuwbouwwoningen een positieve impuls te geven. Voorbeelden hiervan zijn Koopgarant en de Starters Rentelening. Voor de ontwikkeling van nieuwe koopprojecten is, gelet op de gewijzigde marktsituatie en ter voorkoming van financiële risico’s, besloten om voor projecten waarbij al verplichtingen zijn aangegaan niet eerder met de bouw te starten dan nadat 70% daadwerkelijk is verkocht. Voor nog geheel nieuw te ontwikkelen projecten is deze norm zelfs op 100% gesteld. Verkoop bouwkavels en realisatie bestemmingsplannen ‘Beverakkers IV en Brouwershof’ Aan de Bolakker te Hilvarenbeek is sprake van in totaal 6 kavels waarvan er eind 2011 nog 4 te koop zijn. Sinds januari 2005 bestaat er een samenwerkingsverband tussen Van der Weegen Bouwontwikkeling uit Tilburg en Woonstichting Leystromen. Samen willen we projecten ontwikkelen die voornamelijk liggen in de kernen Baarschot en Biest‐Houtakker (gemeente Hilvarenbeek). In dit samenwerkingsverband, ook wel genoemd ‘Pilot Biest‐Houtakker’, worden kavels en ontwikkellocaties aangekocht en gereed gemaakt om te verkopen of te bebouwen. Zowel de kosten als de opbrengsten worden hierbij gezamenlijk door partijen genomen. De kavels zijn voornamelijk in het bezit gekomen door gebruik te maken van de ‘Ruimte voor ruimte regeling’. In september 2010 zijn 5 halfvrijstaande woningen aan de Bosscheweg te Biest‐Houtakker verkocht. Met de bouw van deze woningen is in oktober 2010 gestart. De woningen zijn in mei 2011 opgeleverd. Eind 2011 was er nog 1 halfvrijstaande woning te koop. Op dit moment zijn er binnen de ‘Pilot Biest‐Houtakker’ nog 6 van de 12 bouwkavels te koop: 2 aan het Vossenhol (totaal 4), 1 aan de Akkerstraat 14 (totaal 3) en 3 aan de Bosscheweg (totaal 5 kavels en 6 woningen). In 2010 is gestart met de ontwikkeling van bestemmingsplan ‘Beverakkers IV’ in Biest‐Houtakker. In dit bestemmingsplan worden 46 bouwkavels ontwikkeld samen met Van der Weegen Bouwontwikkeling. In dit plan worden 10 huurwoningen gerealiseerd en 36 kavels voor verkoop. Omdat er nog bezwaren lopen bij de Raad van State, is nog niet gestart met de verkoop. Het bestemmingsplan ‘Brouwershof’ in Baarschot is in 2011 vernietigd. Het uitgangspunt is, dat in het tweede kwartaal van 2012 het bestemmingsplan opnieuw wordt vastgesteld. De civieltechnische werkzaamheden zijn al uitgevoerd en nutsvoorzieningen zijn aangebracht. Voor het vernietigen van het bestemmingsplan waren er 7 bouwkavels verkocht en 6 geleverd. Brouwershof fase 1 bestaat in totaal uit 9 huurwoningen en 21 kavels voor de verkoop. Een tweede fase geeft nog de mogelijkheid om 15 kavels met een bouwtitel te ontwikkelen. Ontwikkelingen Koopgarant Ultimo 2011 heeft Leystromen 95 woningen onder de Koopgarant‐regeling verkocht met een bijbehorende terugkoopverplichting van € 14,78 mio. In het verslagjaar 2011 zijn in totaal 33 woningen onder Koopgarant verkocht (5 bestaand bezit, 28 nieuwbouw). Koopgarant levert door de terugkoopverplichting risico op. Het is namelijk onbekend wanneer en hoeveel woningen teruggekocht moeten worden en in hoeverre hier directe doorverkoop mogelijk is. Het genoemde risico is er vooral wanneer, als gevolg van dalende prijzen en een stagnerende markt, veel eigenaren 15
besluiten hun Koopgarant‐woning van de hand te doen. Tot op heden heeft Leystromen 3 Koopgarant‐woningen teruggekocht (en weer doorverkocht) en doet de genoemde ontwikkeling zich dus niet of nauwelijks voor.
3.5 Prijs‐kwaliteitverhouding bezit De jaarlijkse huurverhoging bedroeg in 2011 1,3%. Deze inflatievolgende huurverhoging heeft de instemming van de huurdersbelangenorganisaties en is integraal voor de hele voorraad doorgevoerd. Voor 2012 ontwikkelen we nieuw huurbeleid waarbij we vooral kijken of er verschil kan worden gemaakt tussen de huurverhoging van woningen uit het geliberaliseerde (ongeveer 3% van het bezit) en niet‐geliberaliseerde segment. Bovendien bekijken we of eventuele wijzigingen in het rijksbeleid (zoals de inkomensgerelateerde huurverhoging) kunnen leiden tot een meer gedifferentieerde aanpak van de huurverhoging. Uiteraard spelen hierbij zaken als bestrijding van de scheefheid, de financiële positie van de corporatie en de betaalbaarheid van het wonen voor de primaire doelgroep een belangrijke rol. De prijs‐kwaliteitverhouding van onze huren ligt op een niveau van 64 % van de maximaal redelijke huurprijs. De prijs‐kwaliteitverhouding in de regio ligt gemiddeld hoger. We hebben daarom besloten om onze prijs‐kwaliteitverhouding meer in overeenstemming te brengen met die regio. Op termijn willen we een huur die gemiddeld 67,5% van de maximaal redelijke huur bedraagt . Met dit percentage is en blijft de prijs‐kwaliteitsverhouding van het bezit van Leystromen zich gunstig verhouden ten opzichte van het landelijk gemiddelde (72 %).
3.6
Wonen en zorg
De behoefte aan zorg zal in de toekomst toenemen als gevolg van de vergrijzing. Zorgverlening in de eigen vertrouwde woonomgeving geniet in toenemende mate de voorkeur. Hierbij wordt de zorg op maat en naar keuze geleverd. Dit geldt voor de huisvesting van ouderen en voor mensen met een beperking. Hierbij is het motto: zoveel mogelijk gewoon in de eigen wijk of eigen woning. Deze vermaatschappelijking van de zorg leidt er toe dat zorginstellingen en woningcorporaties partners zijn bij de realisatie van projecten op dit gebied. De zorg thuis wordt verleend door de zorginstelling, de corporatie voorziet in alles wat betrekking heeft op wonen. Ook wij werken intensief samen met diverse zorgaanbieders in de regio. Soms wordt aangesloten bij bestaande initiatieven, maar we ontplooien ook zelf diverse initiatieven. In netwerkverband vindt overleg plaats met zorgaanbieders, gemeenten, ouderenbonden en welzijnsinstellingen. Op het gebied van wonen en zorg wordt in 2011 met de navolgende partijen samengewerkt. Thebe Goirle, Moergestel, Alphen, Baarle‐Nassau, Oisterwijk en Hilvarenbeek Thebe is een instelling op het gebied van verpleging en verzorging. We werken met hen samen in een aantal woonzorgcentra in Goirle, Moergestel, Alphen en Baarle‐Nassau. Leystromen zorgt voor het wonen, Thebe levert de zorg en huurt in een aantal projecten ook ruimten van Leystromen.. Het gaat om de volgende zorgcentra: Woonzorgcentrum Guldenakker in Goirle bestaat uit 122 zelfstandige appartementen, 24 kamers en de benodigde zorginfrastructuur. Bergvenne in Goirle is een groot woonzorgcomplex van 210 appartementen.
16
Voor Thebe is in 2012 de nieuwbouw van Geeracker in Goirle gerealiseerd. De verouderde Geeracker is gesloopt om plaats te maken voor 31 nieuwe eigentijdse zorgappartementen voor mensen met een zware beperking. In Moergestel heeft Leystromen Park Stanislaus gebouwd bestaande uit 68 nieuwe extramurale zorgappartementen alsmede 18 zorgeenheden voor mensen met PG‐problematiek. In Alphen realiseert Leystromen een woonzorgcentrum, waarvan de eerste fase in 2010 is opgeleverd, dat bestaat uit 21 intramurale appartementen, 13 plaatsen PG‐groepswonen, een ontmoetingsruimte en diverse zorginfrastructuur. De tweede fase bestaat uit 27 extramurale appartementen die begin 2012 worden opgeleverd. Thebe levert extramurale zorg in de 20 aangebouwde zorgwoningen van De Croon in Baarle‐ Nassau, waarvan wij eigenaar zijn; Aansluitend op de eerste fase ‘De Croon’ in Baarle‐Nassau is het voornemen om op de locatie De Croon / Janshove 59 zorgappartementen en 27 intramurale plaatsen te realiseren. De Vloed in Oisterwijk omvat 48 aan‐ en inleunwoningen In De Clossenborch in Hilvarenbeek verhuurt Leystromen 32 aan‐ en 51 inleunwoningen. Om in aanmerking te komen voor een woning moet de huurder in het bezit te zijn van een aanleunindicatie. Bewoners kunnen een beroep doen op de faciliteiten en de zorg van zorgcentrum De Clossenborch. De zorg wordt verleend door Thebe. Zorgcentrum De Regent in Rijen In 2010 startten wij met de realisatie van het nieuwbouwplan De Regent, eerder bekend onder de werknaam Vita. Het bestaat uit 88 extramurale appartementen, 36 PG‐plaatsen (verdeeld over 6 groepswoningen), zorginfrastructuur, (commerciële) ruimten waaronder een grand café en een parkeerkelder met ca. 140 parkeerplaatsen. Het huidige verzorgingshuis en de 24 aanleunwoningen zijn gesloopt om bovenstaand plan mogelijk te maken. Ten behoeve van de tijdelijke huisvesting is het klooster/bejaardenoord Glorieux in Dongen aangekocht. In dit voormalige klooster worden de bewoners van De Regent tijdelijk gehuisvest. Stichting Verzorging Sint Franciscus in Gilze De fusie met de toegelaten instelling Sint Franciscus in 2005 vormde een belangrijke impuls voor plannen voor een woon‐zorgcomplex op het terrein van verzorgingshuis Sint Franciscus. Het plan bestaat uit 43 zorgappartementen (extramuraal), 35 verpleeghuisplaatsen en daarnaast verbouwing en renovatie van het bestaande verzorgingshuis waarbij de capaciteit wordt teruggebracht van 81 naar 43 plaatsen. De aanwezige 35 aanleunwoningen worden daarbij ook opgeplust en aangepast. Stichting Amarant Amarant is een regionale instelling die zorg verleent aan mensen met een verstandelijke beperking. In samenwerking met én ten behoeve van Amarant hebben we woon‐zorgprojecten in nagenoeg alle kernen van ons werkgebied.
17
Voor 2011 zijn de volgende activiteiten met Amarant relevant om te noemen: Amarant neemt deel aan de ontwikkeling van de brede school en grote multifunctionele accommodatie Frankische Driehoek in Goirle door de afname van 22 zorgappartementen en de aankoop van een bakkerij/copyshop ten behoeve van arbeidsparticipatie van hun cliënten. In Hilvarenbeek is De Eekhool opgeleverd, een kleinschalige woonvoorziening voor Amarant cliënten. In Baarle‐Nassau zijn we met de bouw van 19 wooneenheden gestart. Stichting Prisma Ook de stichting Prisma uit Waalwijk is een regionale instelling die zich inzet voor mensen met een verstandelijke beperking. De stichting Prisma huurt aan het Putven in Goirle twee grote eengezinswoningen. Deze woningen beschikken over 9 wooneenheden bestemd voor hun doelgroep. RIBW Het Regionaal Instituut Begeleide Woonvormen (RIBW) verleent hulp aan mensen die door omstandigheden aandacht nodig hebben bij het wonen en het invullen van een dagtaak. Aan het RIBW verhuren wij diverse woningen in de grotere gemeenten van ons werkgebied. En nog een klein dagactiviteitencentrum in Rijen. Een aantal van onze huurders wordt op individuele basis door het RIBW ambulant begeleid. Ook zijn er voor het RIBW een aantal nieuwbouwprojecten in uitvoering en voorbereiding, namelijk: 10 eenheden in het project Catharinenberg in Oisterwijk en 9 eenheden in het project Pannenschuur‐Buiten ook in Oisterwijk. In Rijen worden de mogelijkheden onderzocht voor eventuele nieuwbouw ten behoeve van RIBW op de locatie van de voormalige marechausseekazerne aan de Van Oldenbarneveldtlaan. Stichting De Bocht De Bocht biedt laagdrempelige hulp aan vrouwen en hun kinderen die veelal kampen met complexe problematiek op het gebied van huiselijk geweld, (jong) moederschap, relatie‐, persoonlijke en opvoedingsproblematiek. Op het terrein van deze instelling aan de Tilburgseweg in Goirle verhuurt Leystromen 10 woningen die bestemd zijn voor cliënten van De Bocht. Het betreft hier steeds verhuur aan vrouwen (met kinderen) die bijna een zelfstandigheidtraining hebben afgerond en worden voorbereid op zelfstandig wonen. De vereniging Wonen in Goirle (WiG) De vereniging WiG realiseert huisvesting met zorg voor een woongroep van twaalf jongvolwassenen. Wij verhuren aan deze stichting een woonvoorziening in Bergvenne. Voor de benodigde zorg is door de ouders een overeenkomst gesloten met Thebe. Stichting woonvoorziening Gilze In de kern Gilze verhuren we een complex van 8 appartementen en algemene ruimten aan de Stichting woonvoorziening Gilze. Deze wordt gevormd door ouders van kinderen met een verstandelijk beperking. De verhuur is op individuele basis, de zorg wordt door de stichting ingekocht bij Amarant.
18
Wooninitiatief De Schans in Chaam Stichting De Schans is een initiatief van ouders van kinderen met een verstandelijke beperking. De stichting zocht samenwerking met Leystromen om een kleinschalige woon‐zorgvoorziening te realiseren voor 14 jongvolwassenen. In nauw overleg met de ouders en hun adviseurs is een programma van eisen opgesteld en is het plan gerealiseerd. Olivier Op 2 oktober 2009 is het woonproject Olivier in Moergestel van start gegaan. Olivier komt voort uit een initiatief van een groep ouders om hun kinderen een beschermde woonomgeving te bieden. Het gaat om een divers samengestelde groep die bestaat uit twaalf kwetsbare twintigers met een lichamelijke en/of (licht) verstandelijke beperking. Dit woonproject is gerealiseerd op het terrein van het voormalige klooster St. Antoniushuis aan de Reusel. Leystromen heeft het gebouw ontwikkeld en verhuurt de appartementen aan Olivier. De meeste jongeren komen uit Moergestel of Oisterwijk. Zorg aan Olivier wordt geleverd via de ASVZ. Amaliazorg Aan de Catharinenberg in Oisterwijk gaat Leystromen 86 appartementen met zorg verhuren. De zorg wordt geleverd door Amaliazorg. De appartementen worden begin 2012 opgeleverd voor verhuur.
19
4 4.1
Leefbare wijken en kernen Leefbaarheidsactiviteiten per gemeente
Leystromen rekent het (mede) investeren in leefbare buurten en wijken nadrukkelijk tot haar verantwoordelijkheid. Potentiële klanten kijken niet alleen meer naar de aangeboden woningen, maar ook naar de wijken en buurten waarin deze woningen liggen. Leefbare wijken en buurten, goed onderhouden, sociaal veilig en met voldoende voorzieningen, zijn dus belangrijk. Niet alleen voor de bewoners om er prettig te wonen, maar ook voor onze corporatie; ze bieden een waarborg voor een goede verhuurbaarheid. In totaal is in 2011 een bedrag van € 730.000 aan te merken als investering op het gebied van leefbaarheid. In het verslagjaar heeft Leystromen op het gebied van leefbaarheid verschillende activiteiten ondernomen in de diverse kernen. De belangrijkste activiteiten worden hieronder vermeld. Goirle Aan de bewoners van de woonzorgcentra Guldenakker, Bergvenne en Berkenrode worden, in samenwerking met Thebe en op basis van een abonnement, door huismeesters 24 uur per dag diensten aangeboden op het gebied van wonen, zorg en veiligheid. In 2011 is deze dienst verder uitgebreid en kunnen bewoners voor kleine dagelijkse reparaties een beroep doen op deze huismeesters zonder tussenkomst van de corporatie. De brede school met multifunctionele accommodatie en sportvoorziening in de Frankische Driehoek is in 2011 opgeleverd. Een grootschalig project bestaande uit een schoolgebouw, een bakkerij en reproruimte die wordt geëxploiteerd door en met cliënten van zorginstelling Amarant, een ruime huisvesting voor AHOED (apotheek en huisartsenpost onder één dak), een recreatieruimte en een sporthal die ook gebruikt kan worden als evenementenhal. Het project ligt centraal in de wijk De Hellen en levert uiteraard een zeer positieve bijdrage aan de leefbaarheid in deze wijk. In Goirle zijn 21 bewonerscommissies actief. Deze commissies worden gefaciliteerd door Leystromen. Afhankelijk van de grootte en samenstelling van de commissie wordt uit het leefbaarheidsbudget een vrij te besteden bedrag beschikbaar gesteld. Een braakliggend terrein in het centrum van Goirle is in overleg met het Biodiversiteitteam ingezaaid. Het team onderhoudt het terrein gedurende het jaar. Voor 2011 werd een ander zaadmengsel gebruikt zodat er een oase gaat ontstaan voor vogels en insecten. Gilze en Rijen In Gilze en Rijen heeft het WZSW (Wonen, Zorg en Service in de Wijk) samen met Leystromen 84 dienstencheques uitgedeeld aan huurders die wat extra hulp konden gebruiken voor bijvoorbeeld het onderhouden van hun tuin of het schoonhouden van hun huis In Gilze en Rijen zijn 15 bewonerscommissies actief waarmee Leystromen overleg voert. De bewonerscommissies en de gemeente spelen een belangrijke rol bij het succesvol uitvoeren van buurtplannen.
20
In 2011 heeft Leystromen met gemeente, politie en bewoners uitvoering gegeven aan buurtplannen in de Pastoor Gillisstraat, Oranjeplein en woongebouw De Ark. De activiteiten uit 2011 zijn geëvalueerd en er zijn nieuwe actiepunten benoemd. De actiepunten betreffen onder meer het aanpakken van zwerfvuil, problematiek van hangjongeren, het rolstoelgeschikt maken van de omgeving en het realiseren van een hondentoilet. Oisterwijk en Hilvarenbeek Het leefbaarheidsproject Buurt aan Zet wordt gefinancierd door Leystromen en de gemeente Oisterwijk. In 2011 heeft dit weer een groot aantal bewonersinitiatieven opgeleverd. Om de communicatie tussen Leystromen en de huurders te verbeteren is in 2011 het aantal bewonerscommissies in de gemeente Oisterwijk uitgebreid van 1 naar 5. In het complex Stationsstraat (Kunstkring) in Oisterwijk is een aantal verbeteringen aangebracht op verzoek van bewoners. Het gaat hier om een complex met dure huurwoningen. Leystromen heeft in 2011 het project Wonen Zorg Service in de Wijk in Hilvarenbeek medegefinancierd. Bewoners kunnen dienstencheques kopen waarmee ze bij kleine klussen in en rondom het huis hulp kunnen krijgen. Bij het complex Papenstraat (seniorenwoningen) in Hilvarenbeek zijn windschermen geplaatst op balkons. Daarnaast is in de galerij in complex Achter de Kerk de galerijvloer verwijderd en opnieuw aangebracht, omdat een gevaarlijke gladde situatie was ontstaan.
4.2
Overige leefbaarheidactiviteiten
Het schuttingenbeleid heeft geleid tot aanmerkelijke verbeteringen van de zichtlocaties. Bewoners reageren enthousiast. Sommige tuinen op zichtlocaties zijn opgeknapt door een samenwerking van bewoners, WZSW, gemeente en Leystromen Een ‘laatste‐kans‐beleid’ biedt ex‐huurders, die vanwege overlast of hennep zijn uitgezet, de mogelijkheid om na twee jaar (onder voorwaarden) weer een woning van Leystromen te huren. Leystromen neemt deel aan overlegstructuren met politie, welzijnsinstellingen en maatschappelijk werk binnen de diverse gemeenten ten behoeve van het wijk‐ en buurtbeheer. Voorbeelden hiervan zijn Buurtregie in Goirle, Home Team in Gilze‐Rijen, MASS‐overleg in Alphen‐Chaam en Baarle‐ Nassau, Netwerkoverleg Oisterwijk en Buurtregie Hilvarenbeek. Naar aanleiding van de overleggen onderneemt Leystromen, indien wenselijk, ook concrete acties. Door het hanteren van een consequent beleid bij het ontdekken van een hennepkwekerij in onze woningen leveren wij ook een bijdrage aan de leefbaarheid. De huurovereenkomst wordt in zo’n geval altijd ontbonden; via een gerechtelijke procedure of doordat de huurder zelf besluit de huurovereenkomst op te zeggen. Door publicaties op o.a. onze website besteden wij regelmatig aandacht aan dit onderwerp. In de regio’s Tilburg en Breda is voor de opsporing en ruiming van hennepkwekerijen in woonhuizen een convenant met gemeenten, politie en energiebedrijven gesloten. 21
Onze buurtconciërges werken aan een goed contact met de huurders. Ze houden toezicht en dragen op deze manier bij aan vergroting van de leefbaarheid in woongebouwen en buurten. Buurtconciërges zijn actief in de gemeenten Goirle, Gilze‐Rijen, Oisterwijk en Hilvarenbeek. Behalve de hiervoor genoemde activiteiten vinden er in het kader van sociaal beheer op individueel niveau jaarlijks nog vele gesprekken plaats met huurders. Onze woonconsulenten beschikken ieder over een budget van € 5.000 waaruit zij, in overleg met bewoners‐ en bewonersgroepen, kleine leefbaarheids‐voorzieningen in wijken en buurten kunnen betalen.
4.3
Sponsoring
Uit sponsorverzoeken van verenigingen en instellingen selecteren en honoreren we op basis van ons sponsorbeleid de verzoeken die affiniteit hebben met de doelstelling van Leystromen. Aan sponsoring is dit jaar in totaal een bedrag van € 5.100 uitgegeven. Het gaat vooral om kleinere bedragen voor diverse activiteiten die veelal gerelateerd zijn aan leefbaarheid.
22
5 5.1
Duurzaam bouwen en beheren Duurzaamheidsbeleid woningen
In het regeerakkoord staat dat alle nieuwe woningen en bedrijfsgebouwen vanaf 2020 energieneutraal moeten worden opgeleverd. Woonstichting Leystromen vindt duurzaam bouwen en renoveren belangrijk, niet alleen vanwege het milieu maar zeker ook voor de beheersing van woonlasten voor huurders. We bouwen en renoveren voor de toekomst, met duurzame, milieuvriendelijke en energiebesparende materialen en installaties. Bij nieuwbouwprojecten wordt gekeken of we extra investeringen kunnen doen in het kader van duurzaamheid, maar ook in het kader van verlaging van de verbruikslasten voor de bewoners. In de bestaande voorraad zijn inmiddels nagenoeg alle cv ketels vervangen door HR‐ketels. Bij groter planmatig onderhoud wordt bekeken welke aanvullende maatregelen er getroffen kunnen worden op het gebied van na‐ isolatie. Ook kunnen bewoners individueel tegen een gereduceerde prijs aanvullende maatregelen laten treffen. Bij de nieuwbouwprojecten Catharinenberg in Oisterwijk en St. Franciscus in Gilze is warmte‐ en koudeopslag (WKO) toegepast met ‘open’ bronnen. Bij de projecten Pannenschuur Buiten in Oisterwijk en Vennenrode in Goirle worden individuele warmtepompen toegepast en bij het project Goudsmit‐Hoff zijn de wooneenheden voorzien van een luchtwarmtepomp. Bij De Regent in Rijen worden de daken bedekt met een sedumdak. Voor de ambities op het gebied van energie, milieukwaliteit, gebruikskwaliteit, gezondheid en toekomstgerichtheid gebruiken we de Gemeentelijke Praktijkrichtlijn Gebouw (GPR‐Gebouw). Bij de ontwikkeling van ons nieuwe milieubeleidsplan nemen we alle elementen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing weer opnieuw onder de loep.
5.2
Duurzaamheidsbeleid vestigingen en intern bewustzijn
Verbouwing vestiging Rijen Bij de verbouwing van de vestiging in Rijen zijn lichtsensoren aangebracht in vrijwel het gehele gebouw. Hierdoor schakelt de verlichting automatisch uit als er voor langere tijd geen beweging wordt waargenomen. Dit zal vooral energievermindering opleveren in de toiletgroepen en algemene ruimtes, aangezien voorheen de verlichting hier vrijwel de gehele dag brandde. Aanschaf dienstfietsen Voor de 3 vestigingen zijn in totaal 7 dienstfietsen aangeschaft om het (relatief korte) werkverkeer per fiets te stimuleren zodat medewerkers minder snel de bedrijfsauto of eigen auto gebruiken.
23
CO2‐neutraal versturen van post Met PostNL is overeengekomen dat Leystromen in 2012 de poststukken CO2‐neutraal gaat versturen. Dit houdt in dat Leystromen, op basis van het postvolume van 2011, een bedrag betaalt dat de uitstoot compenseert. Centralisering postvoorziening en digitalisering De in‐ en uitgaande postvoorziening van Leystromen is gecentraliseerd op de vestiging in Rijen. Dit houdt in dat alle in‐ en uitgaande post wordt verwerkt op één centrale plaats binnen de organisatie. Daarnaast starten we in 2012 met het digitaal versturen en archiveren van documenten. Reduceren papierverbruik Er is een project gestart om de huidige inrichting van het MFP‐park (Multi Functional Printers) te analyseren. Dit project richt zich vooral op het zo efficiënt en effectief mogelijk inrichten van de verschillende documentstromen. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het reduceren van het aantal (kleuren)printopdrachten en de mogelijkheden voor het invoeren van standaard dubbelzijdig printen. Inkoop groene stroom Leystromen heeft aan Essent gevraagd om voor al onze kleinzakelijke elektra‐aansluitingen een voorstel te doen voor de inkoop van groene stroom per 1 april 2012. De offerte ligt ondertussen ter ondertekening bij de directeur‐bestuurder.
5.3
Woonlastenbeheersing huurders
Voor de beheersing van woonlasten voor onze huurders is het huurbeleid uiteraard een belangrijke voorwaarde. Dit geldt vooral voor onze primaire doelgroep. Eerder gaven we al aan dat we uitgaan van een op de doelgroep afgestemd huurbeleid en een prijs–kwaliteitsverhouding op termijn van gemiddeld 67,5% van de maximaal redelijke huur. Een ander belangrijk aspect van woonlastenbeheersing betreft de energiebesparing. Energie is duur en staat hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Enerzijds vanuit het oogpunt van betaalbaarheid, anderzijds vanuit het oogpunt van milieubewustzijn. Het is een plicht voor iedereen om bewust bezig te zijn met mogelijkheden tot energiebesparing. De onderstaande punten zijn het vermelden waard: -
collectieve inkoop van energie ( via Woonenergie); lijst met geriefverbeteringen die het huurders mogelijk maakt om tegen huurverhoging isolatie/energiebesparende voorzieningen te laten aanbrengen; onze inzet om bij planmatig onderhoud ook deze voorzieningen aan te brengen.
24
6 6.1
Professionele organisatie Efficiënte en effectieve organisatie
Processen In 2011 lag de nadruk op het samenvoegen van twee organisaties met verschillende werkprocessen en procedures. We hebben in 2011 een start gemaakt met de uniformering van de processen. Daarnaast zijn processen aangepast in het kader van de implementatie van een nieuw primair systeem. Hiermee zijn we nog niet klaar. Ook in 2012 zal er nog volop aandacht zijn voor het uniformeren van processen en het bewaken ervan zodat we ook handelen conform deze processen. Daarom startten we in 2011 met de invoering van een tool (GRIP) waarmee we de interne beheersing van de bedrijfsvoering kunnen monitoren. Dit moet in 2012 leiden tot een intern controleplan en werkprogramma’s waarmee we de interne controle verder vorm kunnen geven. Naast het harmoniseren van processen zijn we in 2011 ook gestart met het harmoniseren van complexe huurcontracten van bijvoorbeeld zorgcentra, multifunctionele accommodaties en brede scholen. Om een duidelijk beeld te krijgen van alle verschillende afspraken die er zijn gemaakt, hebben we in 2011 een contractregister opgesteld. Hierin staan de verplichtingen voor Leystromen en de vergoedingen die jaarlijkse in rekening gebracht kunnen worden aan de huurders. In 2012 zullen we op basis van het contractregister kijken hoe we tot een standaardhuurcontract kunnen komen voor complexe huurcontracten. Tot slot is ultimo 2011 een nieuwe organisatiebrede mandatering‐regeling door het bestuur vastgesteld. Op basis van deze mandatering‐regeling is voor alle medewerkers duidelijk welke bevoegdheden zij hebben voor wat betreft het aangaan van verplichtingen. Planning & Control (P&C) Op het gebied van P&C heeft 2011 vooral in het teken gestaan van het doorvoeren van verbeteringen op het gebied van interne beheersing. Begin 2011 startten we met het ontwikkelen van een nieuwe viermaandelijkse rapportage ten behoeve van de Raad van Toezicht en management. Daarbij is veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens. Dit heeft er o.a. mede toe geleid dat er een aantal aanvullende interne controlemaatregelen is geïmplementeerd. In verband met de sterk veranderende macro‐economische omgeving hebben we eind 2011 een eerste analyse gemaakt van onze investeringsportefeuille. In 2012 gaan we hier een vervolg aan geven en zullen we ook een nadere analyse van ons bestaand bezit gaan uitvoeren.
6.2
Betrokken medewerkers
De leiding van de werkorganisatie was met ingang van 1 februari 2011 in handen van een collegiaal bestuur bestaande uit mevrouw Van Beijsterveldt en de heer Hulsbosch. Mevrouw van Beijsterveldt vervulde daarbij de rol van voorzitter van het collegiaal bestuur. Hiermee was zij tevens voorzitter van het managementteam dat naast beide bestuurders bestond uit mevrouw Leijnse (manager
25
Strategie & Beleid en de heren Bink (manager Vastgoed), Van der Zwan (manager Bedrijfsvoering) en Schellekens (manager Klant). Per 31 december 2011 telt de organisatie in totaal 99,42 fte’s . Personeelsbeleid 2011 In 2011 is verder vorm gegeven aan de fusie. Eind 2010 hebben alle medewerkers een functieboek ontvangen waarin alle functies opgenomen waren van de nieuwe organisatie Leystromen. Vervolgens hebben de medewerkers hun voorkeur voor een functie(s) aangegeven waarna medio januari aan alle medewerkers een concrete functie is aangeboden. Dit proces is goed verlopen: bij de ingestelde Commissie van Beroep is geen enkel bezwaar ingediend. Het overgrote deel van de medewerkers konden wij een functie aanbieden die overeenkwam met de aangegeven voorkeur. Wel bracht het met zich mee dat diverse medewerkers op een andere vestiging gingen werken. Nadat de inplaatsing van de medewerkers van Stromenland en Leyakkers was afgerond, bleek dat er nog een aantal vacatures was. Door externe werving hebben we hieraan invulling gegeven. In totaal zijn er 15 nieuwe medewerkers (12,5 fte) aangenomen. In het eerste halfjaar vond er ook nog een belangrijke aanpassing in de organisatie plaats: de oprichting van een Servicebureau. Hierdoor vond een verschuiving plaats van medewerkers van de ene afdeling naar de andere en ontstond er een aantal nieuwe functies. HRM is nauw betrokken geweest bij de opzet en start van het Servicebureau. Vooral bij de werving, selectie en aanname van nieuwe medewerkers. Al met al was 2011 voor medewerkers een turbulent jaar. Aandacht voor de medewerker was vanuit HRM dan ook van wezenlijk belang, o.a. door:
begeleiding van medewerkers op hun nieuwe werkplek / locatie; het nadrukkelijk kijken naar kwaliteiten en competenties van medewerkers; het aanbieden van een andere passende werkplek aan medewerkers, die toch niet op de goede plek bleken te zitten en hen begeleiden om het daar tot een succes te maken.
Daarnaast is gezorgd voor begeleiding van verzuim (kort en langdurig) en is de preventieve verzuimbegeleiding opgepakt. Met de Arbodienst zijn daarover nieuwe afspraken gemaakt en een nauwe samenwerking opgezet. De nadrukkelijke aandacht voor de medewerkers had wel tot gevolg dat de ontwikkeling van het HRM‐beleid voor de nieuwe organisatie, en de daaruit voortvloeiende regelingen, vertraging heeft opgelopen. In 2011 zijn toch nog vastgesteld: het ziekteverzuimbeleid, een regeling gebruik dienstauto, een regeling reiskostenvergoeding en een regeling werktijden en overwerk. Ook is het werving‐ en selectiebeleid (deels) en het introductiebeleid voor nieuwe medewerkers opgezet en geïmplementeerd. Plannings‐, voortgangs‐ / functionerings‐ en beoordelingsgesprekken
26
Leystromen heeft de ambitie om resultaatgericht te gaan beoordelen en belonen. Daarom hebben wij de invoering van een personeelsevaluatiecyclus op het programma staan die zal bestaan uit drie onderdelen: Het planningsgesprek: een op de toekomst gericht gesprek. Medewerker en leidinggevende bepalen in gezamenlijk overleg de prestaties voor de komende periode. Het voortgangs‐ / functioneringsgesprek: Dit gesprek heeft een duidelijk procesgericht karakter, is tweezijdig, vindt plaats gedurende het jaar en is coachend van aard. Het beoordelingsgesprek: De leidinggevende kijkt terug op de afgelopen periode en beoordeelt hoe de medewerker heeft gefunctioneerd. Het gesprek verloopt via een strakke procedure en er is een koppeling naar de beloning van de medewerker. De resultaatbeoordeling heeft een duidelijk metend karakter. Uiteraard dient de implementatie hiervan zorgvuldig te gebeuren. Daarom heeft het bestuur hierover overleg gevoerd met de Ondernemingsraad. Hierbij is het uitgangspunt om in 2012 te beginnen en dat jaar als een proefjaar te gebruiken. In 2011 hebben de leidinggevenden met alle medewerkers een gesprek gevoerd waarin o.a. zaken aan de orde zijn gekomen als hoe medewerkers de fusie tot op heden ervaren hebben, hoe zij hun nieuwe functie ervaren etc. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage over 2011 bedroeg 6,29% exclusief zwangerschap(verlof). Inclusief zwangerschap(verlof) is het percentage 6,71%. Voor de ziekteverzuimbegeleiding maakten wij in 2011 gebruik van de diensten van Van Brederode Arbo en Advies uit Goirle.
6.3
Leystromen Effectief naar Succes (LENS)
De twee voormalige woonstichtingen hadden ieder een eigen primair automatiseringssysteem. Leyakkers maakte gebruik van de diensten van BIS NOA en de projectenadministratie van NCCW en Stromenland van het pakket Omega van Cegeka. Medio 2010 is onder leiding van Bureau Andersom gestart met de selectie van een nieuw automatiseringssysteem. Na een eerste selectie zijn er drie leveranciers overgebleven en die hebben aan de hand van een aantal businesscases de mogelijkheden van het hun systeem laten zien. De keuze is uiteindelijk gevallen op Dynamics Wonen 2.1 van Cegeka. De aanbieding van Cegeka omvatte de implementatie van een nieuw primair systeem, de outsourcing van de hardware en systeembeheer, een Document Management Systeem (DMS) en de kantoorautomatisering. Er is gekozen voor de invoering van de ‘best practice’ tegen een fixed price. Er is bewust gekozen voor een ‘best practice’, omdat we mee willen liften op de ervaringen van Cegeka die zij hebben opgebouwd bij eerdere implementaties. De oude processen van voormalig Leyakkers en Stromenland moeten opgaan in de ‘best practice’ van Cegeka. Voor de implementatie is de projectorganisatie LENS opgericht. Consultants van Andersom verzorgen het projectmanagement. Aan de hand van de projectplanning is in 2011 een aantal fases doorlopen om het systeem verder in te richten. De projectorganisatie hield zich bezig met onder meer de procesbeschrijvingen, de
27
inrichting van het systeem, het opschonen van de basisadministraties, meerdere proefconversies en de uitgaande correspondentie. In 2012 ligt de focus op het testen, accepteren, opleiden van de medewerkers en het opzetten van een beheerorganisatie. Alle medewerkers krijgen een gedegen opleiding van Dynamics Wonen en het Document Management Systeem (DMS) zodat zij met de live‐gang op 22 mei 2012 voortvarend aan de slag kunnen. Na live‐gang zal de beheerorganisatie, bestaande uit een functioneel beheerder en de kerngebruikers de werkzaamheden van de projectorganisatie voortzetten.
6.4
Fusie en verbouwing kantoor Rijen
In ons ondernemingsplan hebben we verwoord waarin de meerwaarde zou moeten liggen van de fusie tussen Leyakkers en Stromenland die leidde tot Woonstichting Leystromen. Het gaat om de onderstaande punten:
borgen van onze investeringskracht en behoud financiële kracht; versterken van de dienstverlening aan de klant; borgen van de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het wonen; samen met partners realiseren van kracht in de kernen; versterken van kennis, kunde en doelmatigheid van onze organisatie.
Vooral het versterken van kennis, kunde en doelmatigheid van onze organisatie zal een bijdrage leveren aan de professionele organisatie die Leystromen wil zijn. Het eerste jaar van de fusie is echter ook duidelijk geworden dat het realiseren van die meerwaarde van de fusie niet vanzelf gaat. De samenwerkingsproblemen in het collegiaal bestuur hebben hier helaas ook niet aan bijgedragen. Desondanks zijn er –zoals blijkt uit paragraaf 6.1‐ op onderdelen in 2011 al wel stappen gezet. Maar duidelijk is dat er de komende jaren, voor wat betreft de professionalisering van de organisatie, nog de nodige uitdagingen liggen. Toch is er in 2011 wel voor gezorgd dat aan een belangrijke randvoorwaarde invulling gegeven kon worden om te komen tot een professionele organisatie. Door de grootscheepse verbouwing en uitbreiding van het kantoor in Rijen werd het namelijk mogelijk dat alle medewerkers die werkzaam zijn in de back‐office op één locatie gehuisvest konden worden.
28
7 7.1
Presteren naar vermogen Realisatie maatschappelijke opgave
Leystromen wil activiteiten ondernemen die een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement opleveren. We zoeken op verantwoorde wijze de grenzen van onze financiële mogelijkheden op om zodoende maatschappelijk optimaal te kunnen presteren. In 2011 hebben we een format voor projectplannen ontwikkeld, waarin zowel financiële als volkshuisvestelijke afwegingen zijn opgenomen. Op deze manier kunnen we een weloverwogen keuze maken voor de wijze waarop we onze maatschappelijke middelen het meest efficiënt kunnen inzetten. Investeringen in sociale huurwoningen hebben een negatief rendement omdat onze doelgroep geen marktconforme huur kan betalen. We hebben dan ook in 2011 een bedrag van € 14,04 mio verantwoord als maatschappelijke, onrendabele investeringen. We hebben deze onrendabele investeringen gefinancierd door een positief resultaat uit reguliere exploitatie, de verkoop van huurwoningen en het aantrekken van leningen.
7.2
Financiële continuïteit waarborgen
Het primair uitgangspunt van ons financieel beleid is het waarborgen van de financiële continuïteit zodat we ook op lange termijn onze maatschappelijke doelstellingen kunnen blijven realiseren. Hierbij is de beheersing van kasstromen van groot belang. Ook het WSW bepaalt het faciliteringsvolume voor de borging van nieuwe leningen op basis van de operationele kasstromen, rekening houdend met een fictieve aflossing van 2% van de leningenportefeuille in de komende vijf jaar. Het faciliteringsvolume 2011 wordt bepaald op basis van de kasstroomprognose die aangeleverd is bij de dPi 2010. Het oordeel van het WSW is dat we onveranderd kredietwaardig zijn, echter als gevolg van een bestuurscrisis heeft het WSW het organisatierisico verhoogd. Dit betekent dat het monitorprofiel van Leystromen verhoogd is en het vrij gegeven faciliteringsvolume op nul is gesteld. Indien Leystromen op dit moment liquiditeiten nodig heeft, dienen we in overleg te treden met het WSW. Met ingang van 1 januari 2011 is het niet meer mogelijk financieringen met WSW‐borging aan te trekken voor nieuwbouw die niet is bestemd voor de doelgroep (inkomensgrens < € 33.615) of een huurprijs boven de huurtoeslaggrens (€ 652,52), zijnde de niet‐DAEB (Diensten van Algemeen Economisch Belang)‐activiteiten. Dit betekent dat we voor deze nieuwbouw een duurdere financiering moeten aantrekken. Naast het WSW toetst ook het CFV jaarlijks onze financiële positie op basis van de financiële meerjarenbegroting voor de vijf komende jaren. Op basis van de begroting 2012 is door Ortec een inschatting gemaakt van het te verwachte oordeel van CFV. Dit zou een A‐oordeel zijn, maar hierbij is geen rekening gehouden met de splitsing in DAEB en niet‐DAEB (het was op dat moment nog niet duidelijk hoe het CFV met deze splitsing zou omgaan). Op 18 juni jl. is het A1‐oordeel van het CFV ontvangen, hetgeen inhoudt dat de voorgenomen activiteiten in financieel opzicht passend zijn bij de vermogenspositie van Woonstichting Leystromen. 29
Jaarresultaat Het jaarresultaat bedraagt ultimo 2011 € 48,08 mio negatief. Dit negatieve resultaat wordt veroorzaakt door een forse neerwaartse bijstelling van de bedrijfswaarde van het onroerend goed in exploitatie, welke tot uiting komt in de post mutatie reële waarde materiële vaste activa. Deze bedraagt € 52,93 mio negatief en wordt door meerdere componenten veroorzaakt, waaronder het inrekenen van de bijdrage in huurtoeslag van circa € 51 mio. Deze bijdrage betreft een verplichte heffing ten behoeve van de huurtoeslag die vanaf 2014 zal gelden. Voor Woonstichting Leystromen is deze door het CFV gesteld op € 3 mio per jaar. Conform interne inventarisatie is de minimale levensduur bijgesteld van 20 jaar naar 15 jaar. Tevens is in de bedrijfswaarde gerekend met 50 verkopen per jaar voor de komende 5 jaar (in de bedrijfswaarde 2010 was dit 70 verkopen per jaar voor een periode van 5 jaar). Daartegenover staat een positief effect op de bedrijfswaarde als gevolg van het elimineren van planmatig onderhoud in de laatste 5 jaar van de levensduur van een complex. Het exploitatieresultaat (resultaat na belastingen en voor mutatie reële waarde materiële vaste activa) bedraagt € 4,86 mio positief. Dit exploitatieresultaat is fors beter dan in de begroting 2011 was opgenomen (€ 2,2 mio positief). Dit wordt veroorzaakt door een lagere afwaardering (onrendabele investeringen) van de projectenportefeuille dan begroot. In het verleden werden projecten vaak al afgewaardeerd voordat er een definitief ontwerp goedgekeurd was. Dit leidde tot mogelijk grote schommelingen in de maatschappelijke investeringen. Vanaf de jaarrekening 2011 wordt de afwaardering pas genomen in het resultaat zodra het project intern geformaliseerd is en extern gecommuniceerd. Dit leidt tot een afwaardering van € 14,04 mio (begroting 2011: € 16,5 mio). Ontwikkeling kengetallen Het eigen vermogen is afgenomen met € 47,57 mio, zijnde het jaarresultaat 2011 en het resultaat van de verkoop van koopgarantwoningen dat rechtstreeks via het eigen vermogen verwerkt is. Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2011 € 144,03 mio. Het eigen vermogen is niet liquide, maar zit vast in ons bezit. Het is een buffer voor (toekomstige) maatschappelijke investeringen en verliezen uit exploitatie van het bestaand bezit. De solvabiliteit is ultimo 2011 24% (2010: 29%). De ondergrens die het CFV voor de solvabiliteit ofwel vermogen hanteert bij het continuïteitsoordeel en solvabiliteitsoordeel is voor ons onzeker. Deze is namelijk afhankelijk van inschattingen op het gebied van marktrisico, operationeel risico en macro‐ economisch risico. Daarnaast past het CFV correcties toe op de door ons berekende bedrijfswaarde, waardoor het eigen vermogen zoals wij dat berekenen, niet vergelijkbaar is met het door het CFV berekende eigen vermogen. De solvabiliteit zoals hierboven weergegeven, geeft wel voldoende ruimte voor ons als organisatie om eventuele onzekere verliezen te nemen of nieuwe onrendabele investeringen te doen.
30
Interest coverage ratio 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 2011
2012
ICR
2013
2014 WSW‐norm
2015
2016
De interest coverage ratio geeft de verhouding weer tussen de operationele kasstroom en de totale rentelast. De WSW‐norm voor de interest coverage ratio is 1,3. Bij de opstellen van de begroting 2011 is uitgegaan van een interest coverage ratio van 1,2. Doordat enerzijds het verwachte exploitatieresultaat (resultaat voor muatie reële waarde) over 2011 hoger is dan verwacht en anderzijds de verwachte rentelast voor 2011 fors lager is dan verwacht, is de geprognosticeerde interest coverage ratio voor 2011 hoger dan opgenomen in de begroting. Indien de ontwikkeling van 2011 zich doorvertaalt naar de jaren 2012 en verder, betekent dit dat er ruimte is om langlopende leningen af te lossen. Dit kan ervoor zorgen dat de loan to value afneemt. In 2012 stijgt de interest coverage ratio slechts beperkt vanwege de hoge onderhoudslast en het inrekenen van de Vogelaarheffing in dat jaar. Vanaf 2013 is er geen sprake meer van de Vogelaarheffing en in 2013 zijn de onderhoudslasten lager, waardoor de interest coverage ratio stijgt. Na 2013 is de bijdrage in de huurtoeslag ingerekend, waardoor de interest coverage ratio weer daalt. Bovenstaande is gebaseerd op de meerjarenbegroting 2012‐2016. Loan to value Het WSW gebruikt o.a. het kengetal loan to value om te bepalen of je in aanmerking komt voor borging van het WSW bij nieuw aan te trekken financieringen of herfinancieringen. Het WSW hanteert de norm dat de loan to value maximaal 75% mag zijn. Het kengetal loan to value wordt gebruikt om te bepalen in welke mate het bezit is gefinancierd met vreemd vermogen. De loan to value wordt berekend door het bedrag aan uitstaande leningen o/g te delen door de bedrijfswaarde. De loan to value van Leystromen is ultimo 2011 76,1%. Hiermee komen we net boven de norm uit van het WSW om in aanmerking te komen voor borging. Om in de toekomst verzekerd te blijven van financiering met borging van het WSW gaan we in 2012 nader onderzoeken welke maatregelen we kunnen treffen om de loan to value te verlagen. We kunnen hierbij denken aan het vergroten van het aantal verkopen, verhogen van de huren, of het uitstellen of stopzetten van investeringen.
7.3
Treasury
Ultimo 2011 is het treasurystatuut vernieuwd en begin 2012 goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In dit statuut zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgelegd die nodig zijn om het realiseren van onze doelstellingen mogelijk te maken. Een belangrijk uitgangspunt is het 31
minimaliseren van de vermogenskosten. Overtollige liquide middelen worden dan ook direct aangewend voor de financiering van bedrijfsactiviteiten. Ultimo 2011 waren er geen overtollige liquide middelen. In 2011 hebben wij voor € 31 mio aan nieuwe leningen aangetrokken bij kredietinstellingen tegen de 1‐maands‐Euribor plus opslag van gemiddeld 0,45% voor het eerste jaar. Voor de resterende looptijd is het rentepercentage een basisrente van gemiddeld 3,5% plus een kredietopslag. Daarnaast kunnen we gebruik maken van een rekening‐courantfaciliteit bij de Rabobank van € 6,5 mio per 31‐12‐2011. Tevens is € 1 mio aangetrokken bij de overheid. De gerealiseerde gemiddelde kostenvoet ultimo 2011 bedraagt 3,73% (begroot 4,5%). De daling ten opzichte van de begrote kostenvoet wordt veroorzaakt doordat bij het aangaan van nieuwe leningen is gekozen om eerst een periode van flexibele hoofdsom te kiezen tegen een Euribor‐rente plus een opslag. In de begroting is ervan uitgegaan dat de financieringsbehoefte direct lang gefinancierd zou worden. Hierdoor is een rentevoordeel gecreëerd van ongeveer 3,00%. De keuze voor een flexibele hoofdsom komt echter niet voort uit de lagere rentevoet, maar door de onzekerheid over de benodigde financiële middelen. De financieringsbehoefte is moeilijk te voorspellen vanwege onder andere het uitstellen van bouwprojecten. Het renterisico is het risico dat we lopen door in de toekomst af te sluiten financieringen. Leystromen heeft in haar concept treasurystatuut de norm gesteld op 15%, welke gelijk is aan de norm van het WSW. Voor 2012 wordt een overschrijding verwacht van de door het WSW gehanteerde norm. Een bovenmatig renterisico betekent dat bij een stijgende rente Leystromen het risico loopt dat de gemiddelde kostenvoet van vreemd vermogen toeneemt. Deze overschrijding komt enerzijds door de hoge investeringsopgave voor 2012 en anderzijds door de keuze voor het afsluiten van een flexibele roll‐over lening in 2012, welke in 2013 wordt omgezet in een fixe‐lening met een rentepercentage van 4.04% voor 9 jaar. Er is gekozen voor een flexibele roll‐over lening om in te springen op de onzekere financieringsbehoefte. Doordat de rente van het flexibele gedeelte gebaseerd is op de variabele Euribor‐rente gaan we er vanuit dat we hier een renterisico over lopen. De variabele Euribor‐rente geldt alleen voor 2012, daarna is een vaste rente afgesproken. In 2011 zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe huisbankier. In samenwerking met Thésor is een pakket van eisen opgesteld, waarna vervolgens een viertal banken een presentatie heeft verzorgd. Uiteindelijk is de keuze gevallen op de Rabobank. Op dit moment maken we ook nog gebruik van de vorige huisbankier, omdat de administraties van beide oorspronkelijke organisaties pas medio 2012 worden samengevoegd.
32
7.4
Risicoparagraaf
Ten aanzien van het financiële toekomstperspectief dient rekening gehouden te worden met de volgende materiële risico’s: Marktrisico’s De veranderende omstandigheden op de woningmarkt hebben er toe geleid dat het verkopen van zowel nieuwbouw als bestaand bezit aanmerkelijk lastiger is. Dit leidt er o.a. toe dat woningen langer te koop staan of dat we de initieel ingeschatte verkoopopbrengsten niet realiseren. Bij de begroting 2012 hebben we al op basis van voorzichtigheid de verkoopverwachtingen bestaand bezit voor 2012 naar beneden bijgesteld. Het verkopen van nieuwbouw en bestaand bezit is vanuit financieel oogpunt noodzakelijk om als corporatie bestendig te zijn voor de toekomst. Vandaar dat we eind 2011 al een verkoopplan op hoofdlijnen hebben opgesteld. Dit gaan we begin 2012 verder uitwerken. Verder gaan we begin 2012 een vernieuwd marketingplan opstellen, dat past bij de huidige markomstandigheden, om zodoende toch de verkoopaantallen uit het verleden (70 woningen) te kunnen realiseren. Daarnaast heeft de gespannen lokale en regionale woningmarkt ook gevolgen voor de verhuurbaarheid van woningen. Aan de hand van het woonruimteverdelingsysteem volgen we de vraag naar woningen om verstoringen van de huurmarkt tijdig te signaleren. Renterisico’s De risico’s ten aanzien van de financiering van het woningbezit worden ieder kwartaal beoordeeld. Leystromen heeft inmiddels haar treasurystatuut vernieuwd (moet begin 2012 nog goedgekeurd worden door RvT). Wij laten ons bijstaan door een onafhankelijke externe treasurer (Thésor), waarmee ieder kwartaal overleg wordt gevoerd. We streven minimalisering van de financieringskosten na door adequaat beleid betreffende rente‐ en looptijdrisico. Projectrisico’s De projectrisico´s hebben vooral betrekking op de projectontwikkelingsactiviteiten met betrekking tot de inbreidings‐ en nieuwbouwlocaties en herstructureringsprojecten. Het risico wordt voor een belangrijk deel bepaald door de omvang en complexiteit van deze projecten. In de voorbereidingsfase stellen we investeringscalculaties op op basis van bedrijfswaardeberekeningen. Ten aanzien van de risico´s van grotere bouwprojecten gaan we na in hoeverre het vormen van bouwcombinaties en samenwerkingsverbanden wenselijk is. De risico´s bij de uitvoering van projecten worden zoveel mogelijk beperkt door vooraf overeengekomen betalingsschema´s. Voordat we projecten (zowel koop als huur) aanbesteden, vindt in het algemeen een marktonderzoek plaats naar potentiële kopers / huurders. Bij risicovollere koopprojecten wordt in principe pas met de bouw gestart nadat een bepaald aantal woningen verkocht is. De verkoop vindt plaats door middel van koop‐ / aannemingsovereenkomsten. Politieke risico’s Vooral overheidsmaatregelen kunnen het (financiële) toekomstperspectief in zeer sterke mate beïnvloeden. Wijzigingen in wet‐ en regelgeving worden in meerjarig perspectief doorgerekend en leiden zo nodig tot aanpassingen van het ondernemingsbeleid.
33
Financiële risico’s Het financieel beleid is gericht op het beheersen en beperken van financiële risico´s door middel van het in beeld brengen van toekomstige kasstromen. In het kader van de interne sturing houden we, bij de doorrekening van de toekomstige kasstromen, rekening met het toekomstig (intern) beleid. De eerder genoemde risico’s zijn van invloed op het financiële risico. We werken aan het verder inkaderen van de financiële risico´s door optimalisatie van de meerjarenprognose. Leystromen geeft in geen enkele vorm financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen.
34
8
8.1
Goed maatschappelijk participatie
ondernemingsbestuur,
governance
en
Bewonersvertegenwoordiging
Binnen het werkgebied van Leystromen zijn drie huurdersorganisaties actief. Hun taken en bevoegdheden zijn door middel van een overeenkomst of convenant geregeld. De huurdersorganisaties hebben een gekwalificeerd adviesrecht (artikel 18 BBSH) ten aanzien van zaken die het beheer en beleid van de bestaande voorraad woningen betreffen. Daarnaast hebben zij adviesrecht met betrekking tot een aantal zaken die expliciet in een participatieovereenkomst zijn vermeld. De huurdersorganisaties werden in 2011 financieel ondersteund door het beschikbaar stellen van een budget van in totaal € 33.087. Het budget wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van een door hen in te dienen begroting. De huurdersorganisaties onderhouden regelmatig contact met hun achterban in de kernen.
8.2
Deelname aan pilot Woonbond en Aedes
Een van de huurdersorganisaties ‘Uw Huurdersraad’ die huurders vertegenwoordigt in de gemeenten Alphen–Chaam, Baarle‐Nassau, Goirle en Gilze‐Rijen, heeft deelgenomen aan een landelijke pilot van Aedes en de Woonbond. Deze pilot ging over vernieuwing van bewonersparticipatie. ‘Uw Huurdersraad’ had hierbij speciale aandacht voor twee doelgroepen die moeilijk bereikbaar zijn: allochtonen en jongeren. Het project is in juni 2011 afgerond met een deelname aan een symposium. Het project daagt woningcorporaties uit om nieuwe vormen te bedenken voor het overleg tussen huurders en verhuurders. Als gevolg van het project zijn binnen Leystromen initiatieven ontwikkeld om jongeren en allochtonen meer bij de corporatie te betrekken.
8.3
Participatie huurders in Raad van Toezicht
We voldoen aan het gestelde in artikel 7 1e lid van het BBSH. Twee leden uit de Raad van Toezicht zijn zonder last of ruggespraak benoemd op voordracht van de Huurdersraad. Dit zijn de heer R. Clayden en de heer H. Verhofstad.
8.4
Overlegvergadering
In 2011 vond gestructureerd overleg met de huurders (ex. artikel 17 van het BBSH) plaats door middel van (overleg)vergaderingen met (vertegenwoordigingen van) de Huurdersorganisaties. Op de agenda stond onder andere: de ontwikkeling van de bewonersparticipatie binnen Leystromen; de invoering van één glas‐ en rioolfonds; de huurverhoging 2011; de begroting 2012; 35
de begrotingen van de huurdersorganisaties 2012. De advisering ten aanzien van het ZAV‐beleid (zelfaangebrachte voorzieningen), de digitalisering van de woonruimteverdeling en de invoering van de Europese regelgeving.
8.5
Overige huurderparticipatie
Er vond regelmatig overleg plaats met bewonerscommissies van woongebouwen. In navolging van het gestelde in artikel 19 van het BBSH, werden huurders in de gelegenheid gesteld jaarstukken en alle andere bescheiden die voor hen van belang kunnen zijn, in te zien bij de kantoren van de woonstichting. Deze informatie is ook te raadplegen op onze website. Alle vrijwilligers in woongebouwen en bewonerscommissies (totaal zo'n 120 personen) kregen aan het einde van het jaar een welverdiende ‘pluim’ als blijk van onze waardering voor hun inzet.
8.6
Klachtencommissie
Er waren begin 2011 twee klachtencommissies (ex. artikel 16 BBSH). Eén voor de gemeenten Alphen‐Chaam, Baarle‐Nassau, Goirle, Gilze‐Rijen en één voor de gemeenten Oisterwijk en Hilvarenbeek. Vanaf 1 oktober 2011 zijn deze commissies samengevoegd tot één klachtencommissie. Vervolgens is besloten om aansluiting te zoeken bij een klachtencommissie die klachten in behandeling neemt voor meerdere corporaties. De reden hiervoor is o.a. professionalisering en efficiency. De keuze is daarbij gevallen op de klachtencommissie die klachten in behandeling neemt van vier Tilburgse corporaties. Deze aansluiting zal in 2012 gerealiseerd worden. In 2011 zijn 12 klachten behandeld. Deze klachten hadden betrekking op: een energielek bij een verwarmingsketel, de oplevering van de woning, de wijze van bejegening door een medewerker, het verlies van inschrijfduur als woningzoekende, schade aan stucwerk ten gevolge van lekkage in de badkamer bij de buren, niet toekennen extra inschrijftijd als woningzoekende, veel te kleine woonruimte en vochtproblemen, te hoge huur, teveel betaalde huur, de huurverhoging de installatie van een nieuwe ketel. Van de 12 klachten zijn er 8 niet in behandeling genomen omdat de reguliere klachtenprocedure bij Leystromen nog niet doorlopen was. Twee klachten zijn er in niet behandeling genomen omdat ze betrekking hadden op de huurverhoging (worden conform het reglement niet behandeld door de klachtencommissie) en 1 is wel in behandeling genomen waarbij Leystromen het door de klachtencommissie uitgebrachte advies heeft overgenomen. Tot slot was er nog 1 klacht over het beleid van de corporatie. Deze heeft de klachtencommissie daarom niet verder behandeld, maar wel een advies aan Leystromen gegeven het beleid aan te passen. Dat advies is overgenomen: het beleid is aangepast. Het reglement betreffende samenstelling, werkwijze van de commissie en het jaarverslag liggen op de kantoren ter inzage en is ook te vinden op de website. 36
8.7 Goed maatschappelijk ondernemingsbestuur en governance Ten aanzien van goed maatschappelijk ondernemingsbestuur en governance wordt verwezen naar hoofdstuk 12, verslag van de Raad van Toezicht, en dan met name de paragraaf Governance.
8.8 Convenanten en prestatieafspraken Beide fusiepartners hadden met de gemeenten in hun werkgebied (totaal 6 gemeenten) convenanten gesloten en prestatieafspraken gemaakt. In het kader van de fusie is met deze gemeenten afgesproken dat deze convenanten en prestatieafspraken geëvalueerd zullen worden en waar nodig aangepast en herzien. Hiermee is in 2011 echter nog geen begin gemaakt.
37
9
Verbindingen
Leystromen heeft de volgende verbindingen c.q. relaties met andere rechtspersonen: Stichting ‘Vast en Goed’ Deze facilitaire stichting is op 8 oktober 1996 opgericht door de voormalige Woningstichting Goirle en de Stichting Woonakkers met als doelstelling: ‘de verwezenlijking van ieders doelstelling, doeltreffender dan iedere participant afzonderlijk vermag, te effectueren’. In het achterliggende jaar zijn, evenals voorgaande jaren, vanuit deze stichting geen activiteiten ontplooid. Daarom is in 2011 besloten dat deze stichting ontbonden zal worden. Eind 2011 is deze ontbinding nog niet geëffectueerd. Leye Holding B.V. en dochter Leye Onroerend goed B.V. In 2009 is 100% van de aandelen in Leye Holding B.V. voor een bedrag van € 4,8 mio overgenomen. Deze overname is volledig gedaan vanwege de grondpositie die in Leye Onroerend Goed B.V. zat. De grondpositie en opstallen zijn inmiddels vanuit de B.V. overgeheveld naar het voormalige Leyakkers waardoor per ultimo 2009 sprake is van twee lege B.V.’s. De Leye Onroerend Goed B.V. heeft een eigen vermogen van € 411.646 en Leye Holding B.V. heeft een eigen vermogen van € 634.026. Verder heeft Leye Holding B.V. een vordering op Leystromen van € 519.000. B.V. Kantoorgebouw Sint Joseph Op 12 oktober 1994 is de B.V. Kantoorgebouw Sint Joseph te Oisterwijk opgericht. Het wettelijk verplicht te storten aandelenkapitaal is door de voormalige Woningstichting Stromenland overgemaakt aan de B.V. Er zijn geen andere aandeelhouders. Er is daarmee sprake van een 100% deelneming in de B.V. Kantoorgebouw Sint Joseph. Het doel van de B.V. was hierin de exploitatie van het kantoorgebouw onder te brengen. In 1995 is besloten niet voor deze constructie te kiezen en de B.V. voorlopig zonder verdere activiteiten voort te laten bestaan. De B.V. wordt echter aangehouden om eventueel voor commerciële (niet in stichting Leystromen onder te brengen) activiteiten te ontplooien maar ook om eventueel de exploitatie van WKO‐ installaties (warmte‐en koudeopslag) in onder te brengen. Het eigen vermogen van deze vennootschap bedraagt € 15.283.
Lidmaatschap Aedes‐vereniging van woningcorporaties Leystromen was in het achterliggende jaar aangesloten bij Aedes, de koepelorganisatie voor woningcorporaties. Beleggingen Er zijn in het verslagjaar geen beleggingen aan de orde geweest. 38
10
Verslag ondernemingsraad
2011 was een intensief jaar voor de ondernemingsraad. Veel activiteiten stonden in het teken van de fusie op 1 januari 2011. De tijdelijke ondernemingsraad, samengesteld uit de 2 fusiecorporaties, is voortvarend begonnen aan de nieuwe organisatie. In juni 2011 waren er verkiezingen voor de nieuwe ondernemingsraad van Leystromen. Er hadden zich voldoende kandidaten aangemeld, zodat er verkiezingen georganiseerd konden worden. Gekozen zijn; Anouk Herijgers, Conny Verheul, Alouis Asselman, John van Oirschot, René Michels, Ruud Verhoosel en Leo Lamers. Bij de oprichtingsvergadering is Leo Lamers benoemd tot voorzitter en Ruud Verhoosel tot vice‐ voorzitter. Door de ondernemingsraad is een reglement en faciliteitenregeling gemaakt. Op 25 oktober 2011 zijn deze besproken met de bestuurders en ondertekend. In totaal had de ondernemingsraad 4 maal een overleg met de bestuurders. Er is diverse malen overleg geweest met de bestuurders over de secundaire arbeidsvoorwaarden. Er is een solidariteitswens door de ondernemingsraad uitgesproken. Dit houdt in dat aan iedere medewerker hetzelfde nettobedrag aan het einde van het jaar wordt uitbetaald. De ondernemingsraad gaat ervan uit dat begin 2012 door middel van een achterbanraadpleging overeenstemming wordt bereikt over de secundaire arbeidsvoorwaarden. Vooralsnog zijn de bestaande secundaire arbeidsvoorwaarden voor 2011 voor beide fusiepartners van toepassing gebleven. Op 23 november 2011 is de ondernemingsraad om advies gevraagd over de ontstane bestuurscrisis. De vertrouwensbasis tussen beide bestuurders onderling is weggevallen, alsook van de Raad van Toezicht en het managementteam. In het belang van Leystromen heeft de ondernemingsraad advies uitgebracht. De heer P. Driever is benoemd als bestuurder van Leystromen. Deze gebeurtenissen hebben veel impact gehad op de ondernemingsraad. In alle gesprekken en adviezen heeft de ondernemingsraad gehandeld in het belang van Leystromen. Bij alle adviezen is de Wet op de Ondernemingsraden altijd de rode draad geweest.
39
11
Verslag Raad van Toezicht
11.1 Algemeen Bij een open en transparante onderneming als Woonstichting Leystromen hoort een goed functionerend toezicht. Extern voert de overheid ‐de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties‐ deze taak uit, intern geeft de Raad van Toezicht vorm aan het toezicht. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de corporatie en de met haar verbonden ondernemingen. De Raad houdt onder andere toezicht op: de realisatie van de doelstellingen zoals die verwoord zijn in het ondernemingsplan; de realisatie van de volkshuisvestelijke opgave; de strategie en risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie; de opzet en de werking van de interne risicobeheersing‐ en controlesystemen; het kwaliteitsbeleid; de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording; het financieel verslaggevingsproces; de naleving van toepasselijke wet‐ en regelgeving; het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen. Naast deze rol als toezichthouder fungeert de Raad van Toezicht ook als klankbord voor het bestuur en staat hem met advies en raad ter zijde. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn in artikel 16 van de statuten van Leystromen omschreven. Deze worden verder uitgewerkt in het reglement Raad van Toezicht dat in de loop van 2012 wordt vastgesteld en daarna op de website wordt geplaatst. In dit jaarverslag legt de Raad van Toezicht, als onderdeel van een maatschappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop zij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van haar taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar. Als toezichtskader voor het uitoefenen van haar taken hanteert de Raad van Toezicht: het Besluit Beheer Sociale Huursector en andere relevante wet‐ en regelgeving; de Aedescode en Governancecode Woningcorporaties; het ondernemingsplan en de daarin verwoorde missie en visie; de begroting 2011; de met de gemeenten in het werkgebied gemaakt convenanten / prestatieafspraken. Dit toezichtskader is door de Raad van Toezicht in 2011 gebruikt bij het nemen van beslissingen, het beoordelen van bestuursvoorstellen en de bewaking van de realisatie van de doelstellingen van de corporatie. Opgemerkt wordt wel dat 2011 aangemerkt moet worden als een bijzonder jaar voor Leystromen. Dit was het jaar waarin de fusie tussen Woonstichting Leyakkers en Woonstichting Stromenland vanaf 1 januari een feit was. Per die datum was sprake van de juridische fusie terwijl de organisatorische fusie pas begin oktober een feit was. Daarnaast werd de Raad van Toezicht ook 40
geconfronteerd met samenwerkings‐problemen binnen het collegiaal bestuur. Deze problemen vroegen met name in het vierde kwartaal veel tijd en aandacht van de Raad. In dit verslag wordt hier met een aparte paragraaf op teruggekomen.
11.2 Taak en werkwijze Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de Raad van Toezicht zich regelmatig mondeling dan wel schriftelijk door het bestuur laten informeren over doelstellingen, marktontwikkelingen, wensen en behoeften van belanghebbenden en de financiële en niet‐financiële resultaten in relatie tot de beoogde doelstellingen. Om zich op de hoogte te houden van wat er speelt in het speelveld van Leystromen heeft de Raad van Toezicht gebruik gemaakt van diverse externe informatiebronnen zoals publicaties van Aedes, rapportages van WSW en CFV, de publicatie Corporatie in Perspectief en de Oordeelsbrief van het ministerie. Incidenteel is er deelgenomen aan seminars (o.a. over zorgvastgoed). Ook heeft er overleg met de accountant plaatsgevonden. Mede ten gevolge van de implementatie van de organisatorische fusie heeft de Raad van Toezicht geen algemeen overleg gehad met de ondernemingsraad en heeft de Raad geen reguliere overlegvergadering van het bestuur met de huurdersorganisaties bijgewoond. In het kader van de eerder genoemde samenwerkingsproblemen binnen het bestuur heeft de Raad wel overleg met de ondernemingsraad gehad. Ook aan het bespreken van het eigen functioneren van de Raad van Toezicht en dat van de individuele leden (de zelfevaluatie) is de Raad in het eerste jaar van de fusie niet toegekomen. Inmiddels heeft er in maart 2012 wel een zelfevaluatie plaatsgevonden onder externe begeleiding van ORKA‐Advies. In het verslag van de Raad van Toezicht over 2012 zal hier nader op in worden gegaan. Wel is de Raad van Toezicht in juni onder externe begeleiding van Atrivé bijeengeweest om met elkaar van gedachten te wisselen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de rol als toezichthouder. De Raad van Toezicht is het afgelopen jaar tienmaal in een reguliere vergadering bijeen geweest. Deze vergaderingen werden bijgewoond door het bestuur. Ook de accountant is bij twee vergaderingen (bij de behandeling van de jaarrekening en de managementletter) aanwezig geweest. Daarnaast is de Raad nog diverse keren bijeengeweest in verband met de samenwerkingsproblemen binnen het bestuur. In de reguliere vergaderingen zijn de volgende besluiten genomen: 27 januari Benoeming voorzitter en vice‐voorzitter, vaststellen vergoeding Raad van Toezicht, instellen audit‐ en remuneratiecommissie. Vaststellen begroting Leystromen 2011 (dit kon in verband met fusie pas ná 1 januari 2011 plaatsvinden).
41
23 februari Goedkeuring verlenen aan het bestuur af te wijken van het aanbestedingsbeleid door het bestuur de mogelijkheid te bieden in bouwteamverband een project ter waarde van € 5 mio te realiseren met Wijnen Bouw. Dit om te komen tot een oplossing voor het project Spoorlaan in Oisterwijk. Goedkeuring verlenen aan het reglement bestuur. Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot verkoop perceeltje grond (45m2) aan de Meierstraat in Gilze. 31 maart Goedkeuring verlenen aan de door het bestuur bereikte oplossing betreffende het project Spoorlaan in Oisterwijk. Instemmen met een viermaandelijkse rapportage en met de onderwerpen waarover gerapporteerd wordt. 27 april Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot de verkoop van de huurwoningen Oranjestraat 75, Hengelstraat 61 en 65, allen te Gilze, de terugkoop van een perceel bouwgrond in het project Bolakker in Hilvarenbeek en de aan‐ en verkoop van de Koopgarantwoning Jachtveld 35 in Gilze. 25 mei Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot het vaststellen van de jaarverslagen / jaarrekeningen 2010 van Woonstichting Stromenland en Woonstichting Leyakkers. Tevens wordt decharge verleend aan het bestuur Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot het vaststellen van de lijst met huurwoningen die voor verkoop in aanmerking komen. 29 juni Benoeming nieuwe voorzitter en vicevoorzitter in verband met vertrek van de voorzitter. Aanpassing rooster van aftreden in verband met vertrek van de voorzitter. Benoeming nieuw lid Raad van Toezicht. Goedkeuring verlenen aan het bestuur inzake de voortgang van 5 projecten: Loosche Akkers in Hilvarenbeek, Janshove in Baarle‐Nassau, centrumplan Alphen en De Ligt II in Alphen, Vliegende Vennen in Rijen. Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot de verkoop van de huurwoningen Vincent van Goghstraat 8 en 10 te Rijen, de aan‐ en verkoop van de Koopgarantwoning Maalsteen 12 in Goirle en de verkoop van het bedrijfsobject Veldweg 4 in Oisterwijk. Benoemen Deloitte tot accountant en opdracht te geven om de jaarrekening 2011 van Woonstichting Leystromen te controleren. 28 september De Raad deelt de overwegingen van het bestuur om te komen tot ontbinding van de stichting Vast en Goed. 9 november Vaststellen van het auditplan 2011. Aanpassing vergoeding Raad van Toezicht. 42
7 december Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot de verkoop van het kinderdagverblijf in de Frankische Driehoek in Goirle. Goedkeuring verlenen aan het bestuur inzake de voortgang van 3 projecten: Sportlaan / Reigerlaan in Baarle‐Nassau, Beverakkers in Biest‐Houtakker en Brouwershof in Baarschot. 20 december Goedkeuring verlenen aan het bestuur tot vaststelling van de begroting 2012. Het treffen van een voorziening in 2011 ten behoeve van een transitiebudget. Naast zaken als de begroting, jaarrekening, managementletter en de trimesterrapportages, is door de Raad ook gesproken over de voortgang van de organisatorische fusie, de risico’s verbonden aan de projectenportefeuille (inclusief de grondposities) tegen de achtergrond van de veranderende omgeving en de mate van ‘in control’ zijn van de nieuwe organisatie. Uiteraard zijn ook aan de orde geweest het solvabiliteitsoordeel van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV), de oordeelsbrief van het ministerie en de publicatie Corporatie in Perspectief.
11.3 Onafhankelijkheid De Raad van Toezicht waakt ervoor dat al haar leden onafhankelijk zijn in de zin van de Governancecode Woningcorporaties (artikel III.2). Besluiten tot het aangaan van transacties door Leystromen waarbij tegenstrijdige belangen van de leden van de Raad van Toezicht kunnen spelen, die van materiële betekenis zijn voor Leystromen en/of voor de betreffende leden van de Raad van Toezicht, behoeven de goedkeuring van de Raad van Toezicht. In het verslagjaar is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de Raad van Toezicht en of het bestuur betrokken waren (in de zin van respectievelijk artikel III.6 en II.3 van de Governancecode Woningcorporaties). In de vergadering van de Raad van Toezicht van 23 februari is door een lid van de Raad van Toezicht wel melding gemaakt van het gegeven dat haar levenspartner bij toeval betrokken is geraakt bij de oplossing van de ontstane problemen rond het project Spoorlaan in Oisterwijk. Tevens vervult geen van de leden van de Raad van Toezicht of het bestuur een nevenfunctie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Raad of het bestuur. Een overzicht van de leden van de Raad van Toezicht en het bestuur is opgenomen onder de paragraaf Deskundigheid en samenstelling Raad van Toezicht.
11.4 Deskundigheid en samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestond per 31 december 2011 uit zes leden. Statutair dient de Raad uit tenminste vijf en ten hoogste zeven leden te bestaan. Een profielschets en criteria voor selectie van de Raad van Toezicht zijn in het fusietraject vastgesteld. Dit om te borgen dat de Raad beschikt over de gewenste deskundigheid behorende bij de omvang en activiteiten van Leystromen. De zes leden van de Raad zijn: 43
De heer A.P.J. van de Wouw, voorzitter (geboortejaar: 1948) Beroep: zelfstandig ondernemer met adviespraktijk als vastgoedadviseur, makelaartaxateur en woningmarktconsultant (Relevante) nevenfuncties: ‐‐ De heer drs. R.J.A. Clayden, vicevoorzitter (geboortejaar: 1946) Beroep: eigenaar / directeur van een adviesbureau. (Relevante) nevenfuncties: voorzitter Raad van Commissarissen Jutphaas Wonen in Nieuwegein, voorzitter Rekenkamer West‐Brabant, lid van de Raad van Toezicht bij jeugdzorginstelling Tender in Breda, voorzitter Rekenkamer Papendrecht Benoemd op voordracht van de huurders Mevrouw mr. S.H. van Nieuwkerk, lid (geboortejaar: 1972) Beroep: advocaat (Relevante) nevenfuncties: lid Raad van Toezicht Servicecentrum Het Laar in Tilburg Mevrouw mr. ing. R.W.M. den Teuling (geboortejaar: 1965) Beroep: manager Vastgoed (Relevante) nevenfuncties: lid Raad van Commissarissen stichting Groenhuysen (gezondheidszorg), voorzitter Raad van Toezicht Stichting Kindercentra Gorinchem, lid Raad van Toezicht Stichting Begraafplaatsen en Crematoria Van Zuylen in Breda, oprichter / bestuurslid Stichting Bouw voor Bouw. De heer ing. H.J.P. Verhofstad (geboortejaar: 1959) Beroep: directeur‐eigenaar van een bouwkundig adviesbureau (Relevante) nevenfuncties: voorzitter Stichting bevordering wedstrijdmensport, secretaris mencompetitie Nederland, jurylid KNHS. Benoemd op voordracht van de huurders De heer mr. P.J. de Ridder (geboortejaar: 1960) Beroep: gemeentesecretaris / algemeen directeur gemeente Oosterhout (Relevante) nevenfuncties: voorzitter Raad van Toezicht MEE West‐Brabant, lid Raad van Toezicht Markland College. Er is geen sprake geweest van herbenoeming van leden. Wel heeft de heer V.T.M. Braam besloten per 15 juni 2011 niet alleen terug te treden als voorzitter van de Raad van Toezicht, maar ook zijn lidmaatschap van deze Raad te beëindigen. In 2012 zijn twee nieuwe leden benoemd als leden van de Raad van Toezicht: de heer J.A. Scholten (nieuwe voorzitter) en de heer L. Kokhuis (lid).
44
Rekeninghoudend met de zittingsduur van de leden bij de beide fusiepartners is er eind 2010 een rooster van aftreden vastgesteld. Dit rooster is, naar aanleiding van het vertrek van de heer Braam, in de vergadering van de Raad van Toezicht van 29 juni aangepast. De belangrijkste reden daarvoor was het borgen van de continuïteit en stabiliteit. Het rooster ziet er als volgt uit: naam lid sinds aftredend herbenoembaar A.P.J. van de Wouw* 01‐02‐2001 31‐12‐2013 nee R.J.A. Clayden 01‐02‐2008 31‐01‐2012 ja (nog 1x)** S.H. van Nieuwkerk 25‐04‐2006 31‐12‐2014 nee R.W.M. den Teuling 01‐01‐2007 01‐07‐2015 nee H.J.P. Verhofstad* 01‐07‐2002 31‐12‐2012 nee P.J. de Ridder* 01‐07‐2011 30‐06‐2015 ja (nog 1x) * de heren Van de Wouw, De Ridder en Verhofstad hebben respectievelijk per 4 februari, 2 februari
en 16 april 2012 besloten hun lidmaatschap van de Raad van Toezicht te beëindigen. Dit betekent dat zij zowel bij de samenstelling van dit jaarverslag Raad van Toezicht als bij de vaststelling van de jaarrekening 2011 niet meer betrokken zijn geweest. * * na herbenoeming aftredend per 31‐12‐2015 (i.p.v. 31‐01‐2016) De Raad van Toezicht heeft in 2011 zowel een remuneratie‐ als auditcommissie ingesteld. De auditcommissie (bestaande uit vier leden) heeft, na een selectietraject met drie accountantskantoren, de Raad geadviseerd om Deloitte Accountants te benoemen tot accountant van Leystromen. De Raad heeft dat advies overgenomen en Deloitte de opdracht gegeven om de jaarrekening 2011 van Woonstichting Leystromen te controleren. Het is de intentie om de accountant voor vier jaar te benoemen, maar er zal jaarlijks een wel evaluatie plaatsvinden. In de vergaderingen van de auditcommissie zijn ook de trimesterrapportage aan de orde geweest alsmede het auditplan en de managementletter van de accountant.
11.5 Werkgeversrol De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. In 2011 was de samenstelling van het bestuur als volgt:
Van 1 januari tot en met 31 januari werd het collegiaal bestuur gevormd door de heer J.M. de Koster (voorzitter van het bestuur) en de heer J.C.M. Hulsbosch (lid van het bestuur). Van 1 februari tot eind november werd het collegiaal bestuur gevormd door mevrouw M.P.H. van Beijsterveldt‐Niels (voorzitter van het bestuur) en de heer J.C.M. Hulsbosch (lid van het bestuur). Tengevolge van de samenwerkingsproblemen in het collegiaal bestuur (zie hiervoor de paragraaf Samenwerkingsproblemen in het collegiaal bestuur) heeft de voorzitter van de
45
Raad van Toezicht, de heer A.P.J. van de Wouw, het bestuur in de periode vanaf eind november tot 22 december waargenomen. Vanaf 22 december werd het collegiaal bestuur gevormd door de heer P.A.A. Driever (interim‐bestuurder) en de heer J.C.M. Hulsbosch, waarbij laatst genoemde in deze periode tot 28 december geschorst was en daarna ‐middels een volmacht‐ zijn bevoegdheden voor bepaalde tijd heeft overgedragen aan de heer Driever. Vanaf 13 februari 2012 tot en met 19 maart 2012 werd het collegiaal bestuur gevormd door de heer Driever en de heer Hulsbosch. Op 23 maart 2012 is de heer J.J.E. van Geest aangesteld als interim bestuurder.
In 2011 hebben er geen reguliere functionerings‐ en beoordelingsgesprekken met bestuurders plaatsgevonden.
11.6 Samenwerkingsproblemen in het collegiaal bestuur Begin september werd de Raad van Toezicht geconfronteerd met de mededeling dat er samenwerkingsproblemen waren tussen een aantal managementteamleden en een lid van het bestuur. Het bestuur heeft hierop een mediator ingeschakeld ten einde te komen tot stabilisatie van de relaties. Begin oktober is de Raad van Toezicht in een extra vergadering geïnformeerd door beide bestuurders en de mediator. Hierin werd aangegeven dat beide bestuurders het continueren van het collegiaal bestuur in deze personele samenstelling niet realistisch meer vonden. Na overleg met de beide bestuurders en de ondernemingsraad heeft de Raad van Toezicht uiteindelijk besloten om een lid van de Raad van Toezicht in oktober een nader onderzoek te laten doen naar het feitelijk functioneren van het bestuur en het managementteam. Op basis van deze bevindingen, gecombineerd met de managementletter van de accountant, heeft de Raad van Toezicht half november besloten van beide bestuurders afscheid te moeten nemen in hun rol als bestuurder. Voor één bestuurder is deze conclusie ook getrokken als werknemer. Met de tweede bestuurder zijn gesprekken gestart om te kijken, gezien de lengte van het dienstverband en de leeftijd, of er mogelijkheden waren voor een andere functie binnen het bedrijf. Inmiddels heeft de bestuurder een passende functie geaccepteerd.
11.7 Governance Woonstichting Leystromen onderschrijft de in de Aedescode en de Governancecode Woningcorporaties vastgelegde beginselen. De Governancecode Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. Het bestuur is belast met het besturen van Leystromen, dat ondermeer inhoudt dat het bestuur verantwoordelijk is voor:
de vaststelling van de ondernemingsstrategie; de realisatie van de doelstellingen; de financiering; het beleid; de resultatenontwikkeling.
46
Het bestuur legt daarover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van Woonstichting Leystromen in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij woonstichting betrokkenen af. Het bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig en frequent informatie o.a. via trimesterrapportages, en met het oog op vergaderingen van de Raad van Toezicht wordt die informatie verstrekt die nodig is voor de uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht. Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet‐ en regelgeving en voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van Leystromen. Het bestuur rapporteert hierover aan, en bespreekt de interne risicobeheersings‐ en controlesystemen met de Raad van Toezicht. De volgende zaken worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht:
het ondernemingsplan; het jaarverslag, de jaarrekening en de begroting; voorgenomen besluiten van materieel belang.
Het risicobeheersings‐ en controlesysteem is ‐ ook gezien de fusie‐ nog niet volledig uitgekristalliseerd en door de accountant is hiervoor dan ook nadrukkelijk aandacht gevraagd in de managementletter. Naar aanleiding daarvan is er een verbeterplan ‘administratieve organisatie en interne beheersing’ opgesteld. In 2011 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de bestuurders zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode woningcorporaties. Conform de Governancecode dient een aantal relevante documenten op de website van de corporatie geplaatst te worden. Bij de volgende documenten is dit (nog) niet gebeurd:
actuele volledige governancestructuur integriteitscode klokkenluidersregeling hoofdlijnen remuneratierapport reglement Raad van Toezicht profielschetsen Raad van Toezicht rooster van aftreden Raad van Toezicht visitatierapport alsmede standpunt bestuur en Raad van Toezicht
De oorzaak hiervan is er in gelegen dat een aantal documenten nog in ontwikkeling is, of nog niet aan de orde is (bijvoorbeeld het visitatierapport). Op de hierna volgende punt is er ultimo het verslagjaar sprake van een afwijking ten aanzien van de toepassing van de Governancecode:
Niet alle bestuurders zijn benoemd als directeur‐bestuurder voor een periode van maximaal vier jaar: dit geldt slecht voor één van de drie bestuurders die in 2011 bestuurder waren. De 47
andere twee bestuurders waren al langere tijd bestuurder bij de fusiecorporaties en waren voor onbepaalde tijd benoemd. Leystromen heeft wel een remuneratiecommissie, maar er is in 2011 geen remenuratierapport opgemaakt.
48
12
Bestuurdersverklaring
Ter voldoening aan artikel 26 lid 2k van het BBSH verklaart het bestuur van Woonstichting Leystromen dat alle uitgaven zijn gedaan in het belang van de volkshuisvesting. Rijen, 28 juni 2012 J.J.E. van Geest Bestuurder a.i.
49
13
Kengetallen
Financiële kengetallen Vermogenspositie Solvabiliteit in % Bedrijfswaarde per VHE in € Loan to Value in % Interest coverage ratio Externe financiering per VHE in €
2011 24,0% 56.192 76,1% 2,09 42.788
Kosten per VHE Onderhoudslast per VHE in € Netto bedrijfslasten per VHE in € Salarislasten per VHE in €
2011 1.686 1.164 683
Niet financiële kengetallen Opbouw woningbezit A: Huurwoningen B: Eenheden in verzorgingshuizen C: Overige woongelegenheden D: Standplaatsen E: Woonwagens Totaal woongelegenheden in eigen beheer
2011 9.190 141 86 2 10 9.429
F1: Garages‐parkeerplaatsen F2: Bedrijfsruimten‐winkels F3: Overig bezit Totaal overig bezit
545 51 44 640
Verhuureenheden in beheer bij derden Totaal verhuureenheden in eigendom
105 10.174
Verhuureenheden in beheer voor derden Koopgarantwoningen Totaal verhuureenheden
92 68 10.334
50
Aantal VHE naar huurklasse Goedkoop (tot € 361,66) Betaalbaar (tussen € 361,66 en € 554,76) Duur tot aan de huurtoeslaggrens (tussen € 554,76 en € 652,52) Duur boven de huurtoeslaggrens (> € 652,52) Totaal aantal VHE
2011 1.720 6.843 398 229 9.190
Mutaties in het woningbezit Nieuwbouw Ombouw kamers tot woning Aankoop Verkoop bestaand bezit Verkoop koopgarant (bestaand bezit) Verkoop koopgarant (nieuwbouw) Sloop
2011 (%) 18,7% 74,5% 4,3% 2,5% 100,0%
2011 121 ‐4 0 ‐65 ‐5 ‐28 ‐37
Verhuren van woningen Mutatiegraad in % Huurachterstand in % van jaarhuur Huurderving in % van jaarhuur Gemiddeld % maximaal redelijk Personeel Aantal FTE per 1000 VHE
2011 7,1% 0,7% 1,2% 64,0%
Landelijk 2010 8,1% 1,1% 1,5% 72,0%
2011 10,8
Landelijk 2010 10,9
51
14
Jaarrekening 2011
Balans Winst‐en‐verliesrekening Kasstroomoverzicht Waarderingsgrondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de winst‐ en verliesrekening
52
53
14.1 Balans per 31 december 2011 (na voorgestelde resultaatbestemming) (bedragen x € 1.000)
ACTIVA
Ref
Vaste activa Immateriële vaste activa Computersoftware
14.5.1
2011
2010
1.057
Materiële vaste activa 14.5.2 Onroerende en roerende zaken in exploitatie Onroerende zaken, verkocht onder voorwaarden Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
516.406 14.720 23.955 7.463
53
550.934 9.523 20.324 5.765 562.544
Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies Deelneming Latente belastingvordering Centrada, Lelystad
586.546
14.5.3 0649 9.788 8.815
100 632 8.456 8.840 19.252
Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop Overige voorraden Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
14.5.4 2.183 106 8.162
Onderhanden projecten
14.5.5
Vorderingen Huurdebiteuren Gemeenten Belastingen en sociale premies Overige vorderingen Overlopende activa
14.5.6
Liquide middelen
18.028
2.247 99 10.099 10.451
12.445
30
18
556 4 2.035 611 1.213
14.5.7
54
452 223 419 1.873 1.421 4.419
4.388
2.066
18.838
599.819
640.316
PASSIVA
Ref
Eigen vermogen
14.5.8
Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Voorziening lagere marktwaarde derivaten Voorziening persoonlijk loopbaan- en ontwikkelplan l Overige voorzieningen
14.5.9
2011
2010
144.027
191.594
12.807 300
36.659 0
313 193
360 157 13.613
14.5.10 Langlopende schulden Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Overige leningen Terugkoopverplichting Woningen, verkocht onder voorwaarden
18.620 374.606 15 14.777
37.176
18.651 353.679 15 9.538 408.018
Kortlopende schulden Schulden aan leveranciers Aflossingsverplichtingen Onderhanden projecten Belastingen & sociale premies Schulden aan kredietinstellingen Overlopende passiva
381.883
14.5.11 1.474 11.016 4.279 4.043 2.108 11.241
55
2.645 11.658 1.350 1.930 0 12.080 34.161
29.663
599.819
640.316
14.2 Winst‐ en verliesrekening 2011 (bedragen x € 1.000)
Ref Bedrijfsopbrengsten Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Gerealiseerde opbrengst nieuwbouw projecten Dekking uit projecten Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa Waardeveranderingen materiële vaste activa Waardeveranderingen materiële vaste activa verkocht onder voorwaarden Lasten onderhoud Directe bedrijfslasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten
2011
2010
14.6.1 14.6.2 14.6.3 14.6.4 14.6.5 14.6.6 14.6.7
53.617 2.025 0 8.406 -242 636 576 65.018
51.410 1.732 121 8.905 -352 628 684 63.128
14.6.8 14.6.9 14.6.10 14.6.11 14.6.12 14.6.13
478 14.036 382 15.494 6.806 4.768 631 879 7.020 50.495
480 29.106 214 16.293 7.053 4.781 606 916 5.011 64.460
14.524
-1.332
14.6.15 14.6.16 14.6.17 14.6.18 14.6.19 14.6.20
395 2.615 -300 340 -15.251 2.323
356 3.548 1.002 200 -17.336 -13.562
14.6.21
17 2.517
0 -3
4.857
-13.565
-52.934
3.135
-48.077
-10.430
14.6.14
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Opbrengsten financiële vaste activa Rentebaten Afwaardering lagere marktwaarde derivaten Waardeverandering financiële vaste activa Rentelasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Resultaat deelnemingen Belastingen Resultaat na belastingen voor mutatie reele waarde materiele vaste activa Mutatie reele waarde materiële vaste activa Resultaat na belastingen na mutatie reele waarde materiele vaste activa
56
14.3 Kasstroomoverzicht (directe methode) (Bedragen x € 1.000)
2011
(volgens directe methode) Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangsten Huren Overheidsbijdragen Overige bedrijfsontvangsten
53.513 0 5.652
Saldo ingaande kasstromen
51.693 75 1.876 59.164
Uitgaven Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overig Saldo uitgaande kasstromen Kasstroom uit operationele activiteiten
6.278 14.865 4.781 2.978
53.644
6.472 12.600 10.254 2.672 28.902 30.262
Ontvangen interest Betaalde interest Betaalde winstbelasting
3.010 -15.189 -1.494
31.998 21.646 3.904 -17.336 -1.273
-13.673 16.589
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in (im-)materiële vaste activa Desinvesteringen (im-)materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa
-70.928 21.412 -1.207
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-14.705 6.941
-65.221 18.699 0 -50.723
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Aflossing langlopende schulden
28.197 -12.944
-46.522
69.952 -14.170
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
15.254
55.782
Afname/toename geldmiddelen in 2011
-18.880
16.201
Saldo liquide middelen per 01-01-2011 Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten saldo liquide middelen per 31-12-2011
18.838 16.589 -50.723 15.254 -42
2.637 6.941 -46.522 55.782 18.838
Het saldo liquide middelen is als volgt verwerk t in de balans: - Verantwoord onder liquide middelen - Verantwoord onder schulden aan k redietinstellingen
2010
2.066 2.108
57
14.4 Waarderingsgrondslagen Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld. Activiteiten De activiteiten van Woonstichting Leystromen, statutair gevestigd en kantoor houdende in Rijen, zijn erop gericht mensen te huisvesten in wijken, steden en dorpen. Regelgeving De jaarverslaggeving voor toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit beheer sociale huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor jaarrekeningen van woningcorporaties geldt de door de RJ uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans, winst‐en‐verliesrekening en het verloopoverzicht van de bedrijfswaarde opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie‐, waarderings‐ en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Fusie Woonstichting Leyakkers is per 1 januari 2011 gefuseerd met woningstichting Stromenland. Bij deze juridische fusie was Woonstichting Leyakkers de verkrijgende woningcorporatie en was Stromenland de verdwijnende woningcorporatie. Door de fusie heeft Woonstichting Leyakkers onder algemene titel het gehele vermogen van de verdwijnende woningcorporatie verkregen. De financiële gegevens zijn conform de fusieakte in deze jaarrekening verwerkt vanaf 1 januari 2011. De waarderingsgrondslagen en winstbepalingsgrondslagen van de nieuwe woningcorporatie zijn gebaseerd op de door beide woningcorporaties toegepaste grondslagen. Voor een beperkt aantal posten is een geharmoniseerde grondslag gekozen. De vergelijkende cijfers over 2010 zijn gebaseerd op de financiële gegevens van de beide woningcorporaties op basis van de jaarrekeningen 2010. In 2010 heeft reeds een harmonisatie van de grondslagen op het eigen vermogen plaatsgevonden. De effecten van deze harmonisatie is in de afzonderlijke jaarrekeningen 2010 verwerkt. Eigen vermogen per 31 december 2010:
Woonstichting Leyakkers Woonstichting Stromenland Eigen vermogen per 1 januari 2011
€ 142.820 € 48.774 € 191.594
58
Grondslagen voor de consolidatie Woonstichting Leystromen heeft een aantal kleine meerderheidsdeelnemingen die afzonderlijk en gezamenlijk van te verwaarlozen betekenis zijn. De financiële gegevens van deze deelnemingen zijn niet in de jaarrekening van Leystromen verwerkt. De niet in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: BV Leye Holding BV, Rijen (100%), geen activiteiten BV Leye Onroerend Goed BV, Rijen (100%), geen activiteiten BV Kantoorgebouw St. Joseph, Oisterwijk (100%), geen activiteiten Stichting Vast & Goed, Rijen (100%), besluit tot opheffing genomen Stelselwijzigingen In het verslagjaar 2011 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. Schattingswijzigingen In het kader van de bepaling van de bedrijfswaarde zijn schattingswijzigingen doorgevoerd die nader uiteengezet zijn in paragraaf 2.1.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Activa en passiva worden indien niets vermeld gewaardeerd tegen nominale waarde. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd t.o.v. voorgaand jaar, tenzij anders vermeld onder “Stelselwijzigingen”. Wel zijn er in de vergelijkende cijfers 2010 een aantal posten anders gerubriceerd ter verbetering van de vergelijkbaarheid met de cijfers 2011. Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige belanghouders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien het ontwerp is goedgekeurd door de commissie Welstand van de gemeente.
59
1. Immateriële vaste activa 1.1 Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden geactiveerd tegen de verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte economische levensduur. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst‐en‐ verliesrekening.
2. Materiële vaste activa 2.1 Onroerende en roerende zaken in exploitatie De onroerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen de reële waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. Kosten c.q. opbrengsten als gevolg van de veranderingen in de bedrijfswaarde worden verwerkt onder de post mutatie actuele waarde in de winst‐en‐verliesrekening. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De onroerende zaken in exploitatie kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2011 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Clustering van kasstroomgenererende eenheden sluit aan bij het interne beleid en bedrijfsvoering. Bij de bepaling van de minimumwaarde is voor dit verslagjaar conform voorgaand jaar gekozen voor een clustering op regio. Bij de bedrijfswaardeberekening gelden de volgende uitgangspunten:
Huurverhoging 2012 van 2,3%. Jaarlijkse huurverhogingen voor het jaar 2013 1,50% (voorgaand jaar 1,25%), voor het jaar 2014 1,75% (voorgaand jaar 1,50%), voor het jaar 2015 2,00% (voorgaand jaar 1,75%), voor het jaar 2016 2,00% (voorgaand jaar 2,00%), voor het jaar 2017 2,00% (voorgaand jaar 2,00%). Voor het jaar 2018 e.v. 2,00% (voorgaand jaar 2,00%). Jaarlijkse huurderving van 0,6% (voorgaand jaar 0,6%).
60
Mutatiegraad van 5,0% en huurharmonisatie tot 71% van de maximaal redelijke huur (voorgaand jaar 5,0% resp. 67,5%). Jaarlijkse stijging van de variabele lasten voor het jaar 2012 2,05% (voorgaand jaar 2,05%), voor het jaar 2013 2,45% (voorgaand jaar 2,45%), voor het jaar 2014 2,85% (voorgaand jaar 2,85%) voor het jaar 2015 3,00% (voorgaand jaar 3,00%) voor het jaar 2016 e.v. 3,00%. Kosten van planmatig onderhoud, conform onderhoudsbegroting voor de eerstkomende 5 jaar, daarna een norm gehanteerd van het gemiddelde van de eerste vijf jaar. Genormeerde klachten‐ en mutatieonderhoudskosten (bedrijfseconomische interne norm) van resp. €250 en €55 per verhuureenheid. Investeringen nieuwbouw en investeringen inzake herstructurering op basis van feitelijke verplichtingen in casu voorgenomen en goedgekeurd extern gecommuniceerd beleid. De ingerekende restwaarde voor zelfstandige wooneenheden bedraagt € 5k en voor onzelfstandige eenheden € 2,5k en is gebaseerd op geschatte grondwaarde aan het einde van de exploitatieperiode of de verwachte opbrengstwaarde bij verkoop (voorgaand jaar zelfstandige eenheden € 5k en onzelfstandige € 2,5k). Een disconteringsvoet van 5,25% (voorgaand jaar 5,25%). De periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen/investeringen (variërend van 15 tot 50 jaar) met uitzondering van de complexen die in aanmerking komen voor sloop. In 2010 werd gerekend met een minimum levensduur van 20 jaar: in 2011 is dit aangepast naar minimaal 15 jaar. De heffingsbijdrage van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de te betalen vennootschapsbelasting worden niet ingerekend in de bedrijfswaarde. De bijdrage in de huurtoeslag wordt ingerekend in de bedrijfswaarde. De kasstromen worden medionumerando contant gemaakt.
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningportefeuille. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en de waardering van deze posten op de balans. De in de bedrijfswaarde opgenomen verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. De verkopen worden voor een periode van vijf jaar in de waardering betrokken.
Jaar
2012
2013
2014
2015
2016
Aantal verkopen
50
50
50
50
50
De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden plaats op basis van de restwaarde conform de parameters van het CFV. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijk dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die consequenties hebben voor de 61
bestemming van de grond, dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden. 2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopverplichting kent, worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij de overdracht ontstane verplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden. 2.3 Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen aanschafprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het aandeel van de koopwoningen verantwoord onder de post onderhanden projecten/voorraden, het aandeel huurwoningen wordt verantwoord onder de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor wat betreft het onrendabele deel van het gecombineerde project wordt bij het aangaan van de verplichting het onrendabele deel verminderd met het verwachte verkoopresultaat in de winst‐en‐verliesrekening verantwoord onder de post overige waardeveranderingen materiële vaste activa. Bij oplevering van het totale project wordt het verkoopresultaat zowel verantwoord onder de post verkoop onroerende zaken als onder de post overige waardeveranderingen materiële vaste activa. 2.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de aanschafwaarde of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen over de economische levensduur en bijzondere waardeverminderingen. Niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbare activa worden gewaardeerd tegen verwachte directe opbrengstwaarde.
62
Onderhoud Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.
3. Financiële vaste activa 3.1 Te vorderen BWS‐subsidie De onder de financiële vaste activa opgenomen vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De BWS‐subsidie is in 2011 volledig ontvangen. 3.2 Deelnemingen De niet‐geconsolideerde deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Woonstichting Leystromen. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer Woonstichting Leystromen geheel of ten dele instaat voor de schulden van de desbetreffende deelneming, wordt een voorziening gevormd, primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het resterende aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door Woonstichting Leystromen ten behoeve van deze deelnemingen. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs en indien van toepassing onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen. 3.3 Woongebouwen In het kader van matching heeft Woonstichting Leystromen in 2005 een intentieovereenkomst getekend met Woonstichting Centrada uit Lelystad voor de bouw van 105 zorgappartementen. Woonstichting Leystromen treedt op als financier van dit project. Voor een periode van 15 jaar, ingaande 1 januari 2007, zal Woonstichting Centrada het beheer over de woningen voeren en dragen zij de economische risico’s. Na 15 jaar zal Woonstichting Centrada het volledig eigendom van de 105 appartementen tegen een vooraf overeengekomen prijs van Woonstichting Leystromen verwerven. De waarderingsgrondslag hiervoor betreft contante waarde. 3.4 Belastinglatenties Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. De actuele belastinglatentie wordt berekend tegen het actuele belastingtarief van 25%.
63
De opgenomen latentie heeft betrekking op complexen bestemd voor de verkoop, beleggingen en langlopende schulden. Ultimo 2011 zijn er geen verhuureenheden bestemd voor sloop en herontwikkeling. Voor het overige bezit is niet aan te duiden wat de bestemming zal zijn en is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid de latentie op nihil gewaardeerd.
4. Voorraden Voorraden materialen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere opbrengstwaarde. Het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor verkoop) wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto‐opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht) wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto‐opbrengstwaarde. Deze lagere netto‐opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto‐opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.
5. Onderhanden projecten De onderhanden projecten (onroerende zaken verkocht in aanbouw) in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten vermeerderd met de toegerekende winst en verminderd met verwachte verliezen en gedeclareerde termijnen. Indien het resultaat op een onderhanden project niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat wordt geen winst toegerekend. De projectkosten omvatten de direct op het project betrekking hebbende kosten, de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. In de onderhanden projecten zijn tevens begrepen de uit projectontwikkeling voortkomende projecten indien en voor zover voor eenheden van het project voor of tijdens de constructie een onvoorwaardelijke verkoopovereenkomst is afgesloten. Projectopbrengsten en projectkosten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten en kosten verwerkt in de winst‐en‐verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. De mate waarin de prestaties zijn verricht is bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Onderhanden projecten waarvan het saldo een debetstand vertoont, worden gepresenteerd onder de vlottende activa. Onderhanden projecten waarvan het saldo een creditstand vertoont, worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
64
6. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings‐/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. 6.1 Huurdebiteuren De huurdebiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid, welke statisch is bepaald.
7. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening‐courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden.
8. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare en feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden ingeschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen, indien anders vermeld. Verwerking verplichtingen: In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. 8.1 Voorzieningen voor pensioenen De pensioenen zijn verzekerd bij pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). Woonstichting Leystromen verwerkt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst‐en‐ verliesrekening. Voor zover de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. Indien de reeds betaalde premiebedragen de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de pensioenuitvoerder of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Jaarlijks beoordeelt Woonstichting Leystromen of, en zo ja welke verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie per balansdatum bestaan. Uit deze beoordeling vloeit voort dat geen voorziening dient te worden opgenomen. 65
8.2 Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus de aan deze investering toe te rekenen bedrijfswaarde. 8.3 Voorziening lagere marktwaarde derivaten Voor derivaten die niet voldoen aan de vereisten van kostprijs hedge‐accounting, wordt voor zover de actuele waardering negatief is, een voorziening opgenomen ter grootte van de reële marktwaarde.
9. Langlopende schulden De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst‐en‐verliesrekening wordt verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Een financieel instrument is een overeenkomst die leidt tot een financieel actief bij de ene partij en een financiële verplichting of eigenvermogensinstrument bij een andere partij. Financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Woonstichting Leystromen maakt gebruik van derivaten om het rente‐ en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Woonstichting Leystromen met betrekking tot deze derivaten (hedge‐instrumenten) kostprijshedge‐accounting toe. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft Woonstichting Leystromen een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden verantwoord in het jaar waarin deze worden gerealiseerd. Lasten worden verantwoord in het jaar waarin de prestaties worden geleverd. 66
11. Huren De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2011 bedroeg dit maximumpercentage 1,3%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 12. Vergoedingen De bijdragen van huurders die zijn overeengekomen voor de levering van goederen en diensten. 13. Overheidsbijdragen Onder deze post zijn de volgende elementen opgenomen: Vrijval uit de egalisatierekening rijksbijdragen. Overige overheidsbijdragen. Voor zover de overige overheidsbijdragen nog niet zijn ontvangen, is de bijdrage berekend op grond van de regelingen, waarbij rekening is gehouden met voorcalculatorische huurverhogingen en lastenstijgingen. 14. Verkoop onroerende goederen De post verkopen onroerende zaken betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten. Winsten worden verantwoord op het moment van economische levering (veelal passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst‐en‐verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 15. Dekking uit projecten De kosten van de vaklieden van de eigen technische dienst komen voor onder de post salarissen en sociale lasten en tevens zijn deze kosten opgenomen in het onderhoud. De dekking wordt verantwoord onder dekking uit projecten. Bij nieuwbouwprojecten worden er kosten toegerekend van de eigen organisatie. Dit kunnen bijvoorbeeld voorbereidingskosten en makelaarskosten zijn. De “opbrengst” hiervan wordt verantwoord onder dekking uit projecten. 16. Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa en computersoftware worden gebaseerd op basis van de verkrijgings‐ of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. 17. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. 18. Lonen, salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst‐en‐verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. 67
19. Pensioen Woonstichting Leystromen heeft een pensioenregeling. De hoofdregeling (SPW) betreft een toegezegd pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds. Hierbij is een pensioen toegezegd aan personeel op de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. Voor de pensioenregelingen betaalt Woonstichting Leystromen op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft Woonstichting Leystromen geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. Woonstichting Leystromen heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. 20. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het klachten‐ en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst‐en‐verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van waardeverhoging van het actief. 21. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 22. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de 68
boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Financiële derivaten waarbij de onderliggende waarde niet beursgenoteerd is worden tegen kostprijs opgenomen. Indien per balansdatum de reële waarde lager is dan de kostprijs dan wel negatief is, wordt het derivaat ten laste van de winst‐en‐verliesrekening afgewaardeerd naar de lagere reële waarde, tenzij kostprijshedge‐accounting wordt toegepast. Bij de bepaling van de lagere reële waarde wordt rekening gehouden met het effect van de lopende rente. Woonstichting Leystromen past hedge accounting toe op basis van generieke documentatie. Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge‐accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd en het ineffectieve deel wordt tegen reële waarde gewaardeerd. De waardeveranderingen van de reële waarde van het ineffectieve deel worden direct in de winst‐ en‐verliesrekening verwerkt. 23. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst‐en‐ verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet‐aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Woonstichting Leystromen heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Woonstichting Leystromen heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2011 en het fiscale resultaat 2011 bepaald. Omdat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. 24. Mutatie reële waarde materiële vaste activa Dit zijn kosten c.q. opbrengsten als gevolg van de veranderingen in de bedrijfswaarde door de diverse effecten welke via de winst‐en‐verliesrekening lopen, zoals: beleids‐, capaciteits‐ en tijdseffecten.
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen.
69
Winstbelastingen, interest en ontvangen dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van verworven groepsmaatschappijen wordt opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geldmiddelen heeft plaatsgevonden. Hierbij worden geldmiddelen aanwezig in deze groepsmaatschappijen afgetrokken van de aankoopprijs. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasecontract wordt voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
70
14.5 Toelichting op de balans (bedragen x € 1.000)
14.5.1 Immateriële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Computersoftware Verkrijgingsprijs per 1 januari 2011 Aanschaffingen Boekwaarde per 1 januari 2011
53 0 53
Mutaties 2011 Investeringen Totaal mutaties
1.004 1.004
Verkrijgingsprijs per 31 december 2011 Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2011
1.057 0 1.057
Afschrijvingspercentage
0%
In 2011 wordt niet afgeschreven over de computersoftware omdat deze pas in 2012 wordt opgeleverd.
14.5.2 Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: onroerende en roerende zaken in exploitatie
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
totaal
Bedrijfswaarde per 1 januari 2011 Rentabiliteitswaarde per 1 januari 2011 Bedrijfswaarde per 1 januari 2011
524.476 26.458 550.934
9.523 0 9.523
533.999 26.458 560.457
Mutaties 2011 Investeringen bezit/onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Desinvesteringen bezit Overboekingen Geactiveerd onderhoud Mutaties bedrijfswaarde Mutatie rentabiliteitswaarde Herwaardering Totaal mutaties
0 -3.917 19.884 2.438 -41.621 -11.312 0 -34.528
5.579 0 0 0 0 0 -382 5.197
5.579 -3.917 19.884 2.438 -41.621 -11.312 -382 -29.331
Bedrijfswaarde per 31 december 2011 Rentabiliteitswaarde per 31 december 2011 Bedrijfswaarde per 31 december 2011
501.260 15.146 516.406
14.720 0 14.720
515.980 15.146 531.126
-10.820
Autonome waardemutatie Voorraadmutaties: - Nieuwbouw - Verk oop/sloop Subtotaal voorraadmutaties Parameterwijziging Wijziging exploitatiebeleid Ingerekende verkopen Balansmutatie onroerende en roerende zaken in exploitatie
19.884 3.91715.967 -1.165 -23.065 -15.445 -34.528
Bezitsmutaties: - Nieuwbouw (verk rijgingsprijs/lagere mark twaarde) - Herwaardering nieuwbouw Mutatie actuele waarde (winst- en verliesrekening)
-19.884 1.478 -52.934
71
Nieuwbouw De opgeleverde nieuwbouw bestaat met name uit de activering van Frankische Driehoek (€ 6,7 mio), Brede School Schoolstraat (€ 8,7 mio) en Geeracker Goirle (€ 3,0 mio). Verkoop/sloop De mutatie ziet met name op de verkoop van 70 woningen uit bestaand bezit. Wijziging exploitatiebeleid De wijzigingen in het exploitatiebeleid zien met name op een besparing op de onderhoudskosten over de resterende levensduur (ca. € 54 mio positief), het inrekenen van de heffing huurtoeslag (ca. € 51 mio negatief) en het aanpassen van de minimale levensduur van 20 naar 15 jaar (ca. € 25 mio negatief). Ingerekende verkopen In de bedrijfswaarde van 2010 waren voor een tijdshorizon van 5 jaar 350 woningen als te verkopen geoormerkt. In de bedrijfswaarde van 2011 worden 250 woningen geoormerkt voor verkoop. De daling van € 15 mio wordt met name veroorzaakt door de lager ingerekende verkoopaantallen, en de daarmee samenhangende lagere verkoopopbrengst. Onroerende zaken in ontwikkeling
onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
totaal
Boekwaarden per 1 januari 2011 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden per 1 januari 2011
57.558 -37.234 20.324
10.050 -4.285 5.765
67.608 -41.519 26.089
Mutaties 2011 Investeringen Afschrijvingen Terugneming van waardeverminderingen Waardeverminderingen t.l.v. voorziening Waardeverminderingen t.l.v. winst- en verliesrekening Overboekingen Totaal mutaties
52.233 0 10.479 -21.085 -18.112 -19.884 3.631
2.177 -478 0 0 0 0 1.698
54.410 -478 10.479 -21.085 -18.112 -19.884 5.329
Boekwaarden per 31 december 2011 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden
89.907 -65.952 23.955
12.226 4.7637.463
102.133 -70.715 31.418
De projecten, waarbij de verwachte onrendabele investeringen groter zijn dan de werkelijke uitgaven, worden verantwoord onder de post 14.5.9 Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw. De afschrijvingstermijnen van de onroerende en roerende zaken ten diensten van de exploitatie luiden als volgt: Grond geen afschrijving Kantoorgebouwen 30/32 jaar Inventaris 3/10 jaar Vervoermiddelen 5/7 jaar In het boekjaar werd ter zake van onroerende zaken in ontwikkeling een bedrag ad € 2.505.169 (2010: € 3.324.638) aan bouwrente geactiveerd. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 4,5 %. De woningen en woongebouwen zijn verzekerd tegen brand-, storm- en vliegtuigschade, waarbij er geen sprake kan zijn van onderverzekering. Met ingang van 1 januari 1998 betalen we een vaste premie per woning. De kantoorgebouwen van de stichting zijn onder uitgebreide condities verzekerd. De verzekeringen zijn sinds 1 januari 2003 ondergebracht bij Centraal Beheer Achmea. Alle vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de stichting. Het onroerend goed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met kapitaalmarktleningen onder WSW-garantie. Er zijn geen hypothecaire zekerheden afgegeven. Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot materiële vaste activa voor een bedrag van circa € 45,6 miljoen (2010 € 80 miljoen). Ingebruikname zal in de volgende boekjaren plaatsvinden. Door de woonstichting is een verkoopplan opgesteld waarin 250 woningen voor verkoop zijn geoormerkt. De ingerekende verkoopwaarde van deze woningen (na eventuele korting) bedraagt gemiddeld circa € 163.000.
72
14.5.3 Financiële vaste activa De mutaties in de financiële vaste activa zijn in onderstaande tabel samengevat: BWS Subsidie 1 januari 2011 Boekwaarden Mutaties 2011 Oprenting boekwaarde Ontvangsten Overige mutaties Resultaat deelneming Totaal mutaties 31 december 2011 Boekwaarden
Deelneming Belastinglatentie
Centrade Lelystad
totaal
100
632
8.456
8.840
18.028
0 -100 0 0 -100
0 0 0 17 17
0 0 1.332 0 1.332
343 -369 0 0 -25
343 -469 1.332 17 1.224
0
649
9.788
8.815
19.252
Leystromen heeft in het kader van matching 105 appartementen gerealiseerd –het Ravelijn- te Lelystad. De contante waarde van de te ontvangen koopsom per 31 december 2021 van de woonstichting Centrada en de jaarlijkse vergoedingen die Leystromen ontvangt zijn opgenomen onder de financiële vaste activa. Het saldo belastinglatenties betreft latente belastingvorderingen die op activa en passiva ontstaan uit hoofde van verschillen tussen de waarde voor de fiscale resultaatbepaling en de waarde in deze jaarrekening. De waarderingsverschillen betreffen de waardering van vastgoed dat voor verkoop is gelabeld (saldo 31-12-2011 € 5.293), de waardering van leningen (saldo 31-12-2011 € 3.042) en waardering van de 105 appartementen – Het Ravellijn- te Lelystad (saldo 31-12-2011 € 1.453). Leystromen heeft verbindingen c.q. relaties met 4 rechtspersonen: Leye Holding BV met daaronder Leye Onroerend Goed BV, BV Kantoorgebouw Sint Joseph en Stichting Vast en Goed. De deelneming betreft een 100% deelneming in bovengenoemde rechtspersonen. Houdster van deze deelnemingen is de TI (Toegelaten Instelling Woonstichting Leystromen). Gezien de geringe belangen van deze deelnemingen zijn ze niet meegeconsolideerd maar in de diverse balansposten verwerkt. aandeel
Leye Holding BV te Rijen Leye Onroerend Goed BV BV Kantoorgebouw Sint Joseph te Oisterwijk Stichting Vast en Goed
resultaat boekjaar
100% 100% 100%
netto vermogenswaarde per
18
634 15
-1
100%
14.5.4 Voorraden Voorraad materialen Voorraad (opgeleverd) bestemd voor de verkoop Boekwaarde per 31 december
17
649
31-12-2011
31-12-2010
106 2.183 2.289
99 2.247 2.346
Voorraad te verk open woningen Dit betreft 5 woningen van project Hof van Oranje (in 2010 opgeleverd) en 7 woningen van project Frankische Driehoek (in 2011 opgeleverd) welke op 31-12-2011 nog niet waren verkocht. Van de voorraden bestemd voor verkoop is een oorspronkelijke boekwaarde afgewaardeerd met € 759 op lagere marktwaarde.
Voorraad in ontwik k eling bestemd voor de verk oop Bestede kosten Af: Voorziening voor verwachte verliezen Boekwaarde per 31 december
31-12-2011
31-12-2010
9.071 909 8.162
10.339 240 10.099
14.5.5 Onderhanden projecten
31-12-2011
31-12-2010
Onderhanden projecten in opdracht van derden Af: Totaal ontvangen voorschotten Gepresenteerd onder de kortlopende schulden Totaal projecten in ontwikkeling
5.505
1.707
-9.754 -4.249 4.279 30
-3.039 -1.332 1.350 18
In de opbrengsten van het boekjaar is een bedrag van € 9,754 mio (2010: € 3,039 mio) inzake opbrengsten uit onderhanden projecten verantwoord. Er is geen sprake van geactiveerde uitgaven inzake nog niet verrichte prestaties (conform 2010). Er is geen sprake van geactiveerde rente in de onderhanden projecten van derden.
73
14.5.6 Vorderingen Huurdebiteuren Zittende huurders (te vorderen huren en herstelkosten) Af : voorziening voor dubieuze huurdebiteuren Totaal huurdebiteuren
31-12-2011 772 -216 556
31-12-2010 662 -210 452
Gemeenten Te verrekenen met Gemeente Oisterwijk Te verrekenen met Gemeente Hilvarenbeek Te verrekenen met Gemeente Goirle Totaal Gemeenten
31-12-2011 0 1 3 4
31-12-2010 218 1 4 223
Belastingen Te vorderen vennootschapsbelasting 2006-2007 Te vorderen vennootschapsbelasting 2008 Te vorderen vennootschapsbelasting 2009 Te vorderen vennootschapsbelasting 2010 Te vorderen vennootschapsbelasting 2011 Subtotaal Te vorderen omzetbelasting 4e kwartaal 2010
31-12-2011 58 20 4 459 1.494 2.035 2.035
31-12-2010 58 0 0 171 0 229 190 419
Overige vorderingen
31-12-2011
31-12-2010
611 611
1.873 1.873
Overlopende activa Nog te ontvangen rente Nog af te wikkelen servicekosten Nog te verzenden facturen Overige overlopende activa Totaal overlopende activa
31-12-2011 0 217 387 609 1.213
31-12-2010 118 488 0 815 1.421
14.5.7 Liquide middelen
31-12-2011
31-12-2010
0 1 2.097 -32 2.066
10.000 4 8.861 -27 18.838
31-12-2011
31-12-2010
191.594 510 -48.077 144.027
202.024 0 -10.430 191.594
Overige debiteuren Totaal overige vorderingen
Direct opvraagbaar: Depositorekeningen Kas Banken Ontvangsten onderweg Totaal liquide middelen De liquide middelen staan tot een bedrag van € 0 niet ter vrije beschikking.
14.5.8 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt: Stand per 1 januari Bij: Resultaat koopgarant Bij: winst boekjaar Stand per 31 december
74
14.5.9 Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Stand per 1 januari Overboeking naar materiële vaste activa in ontwikkeling Vrijval ten gunste van winst- en verliesrekening Dotatie ten laste van winst- en verliesrekening Stand per 31 december
31-12-2011 36.659 -21.085 -10.761 7.994 12.807
31-12-2010 34.997 -18.347 -1.119 21.128 36.659
De post voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw is ultimo 2011 opgebouwd uit de volgende projecten:
Werk elijk e uitgaven 9208 9308 9607 9410 9411 9719 9709 P00053 P1001 P2012
Locatie Vita, Rijen Hof van Gilze, Gilze WWC & Reigerlaan, Baarle Nassau Centrumplan, Alphen De Ligt, Alphen v. Hogendorpplein, Goirle Frankische Driehoek Woningen RIBW, Oisterwijk Kerkgaerde Loosche Akkers
Totaal
9.969 1.245 54 234 22 2.394 1.852 816 150187 16.623
Maatschappelijk e investering 15.947 2.785 932 2.236 304 2.541 1.852 2.066 1341.201 29.730
Voorziening onrendabel investering 5.978 1.540 878 2.002 282 147 1.250 2841.014 12.807
De voorziening voor onrendabele investeringen is overwegend langlopend van aard. Voorziening lagere mark twaarde derivaten Stand per 1 januari Mutaties Opnames Dotatie t.l.v. resultaat Stand per 31 december
31-12-2011 300 300
31-12-2010 1.200 1.200-
Voor derivaten die niet voldoen aan de vereisten van kostprijs hedge-accounting, wordt voor zover de actuele waardering negatief is, een voorziening opgenomen ter grootte van de reële marktwaarde. De voorziening heeft betrekking op het ineffectieve deel van het derivaat van de Deutsche Bank. De marktwaarde van dit derivaat, een Forward Rate Based, bedraagt € 14,4 mio. De marktwaarde van een reguliere swap bedraagt € 14,1 mio; dit resulteert in een afwaardering van € 300k. De FRB wordt tegen een flat forward (geen toekomstige prestatie) gewaardeerd. De voorziening lagere marktwaarde derivaten is overwegend langlopend van aard.
Voorziening persoonlijk loopbaan- en ontwik k elplan Stand per 1 januari Mutaties Opnames Dotatie/vrijval Stand per 31 december
31-12-2011 360
31-12-2010 232
-19 -28 313
0 128 360
De voorziening persoonlijk loopbaan- en ontwikkelplan betreft een individueel loopbaanontwikkelingsbudget, welke is bepaald op basis van aantal uren werkzaam en aantal jaren in dienst. Hierbij geldt een minimum van € 4.500 bij fulltime dienstverband en 5 jaar in dienst bij Woonstichting Leystromen. Van deze post is niet bekend wanneer het personeel van de mogelijkheid gebruik zal maken en of de voorziening dus lang of kortlopend is.
75
Overige voorzieningen Glasfonds Stand per 1 januari Af: kosten Stand per 31 december Voorziening exploitatie 'De Eenhoorn" Stand per 1 januari Bij: ontvangen vergoedingen Af: kosten Stand per 31 december Vervangingsfonds vloerbedekking in een flatgebouw Stand per 1 januari Af: kosten Stand per 31 december
31-12-2011 10 10 0
31-12-2010 10 0 10
126 67 0 193
161 12 47 126
21 21 0
21 0 21
2011 looptijd langer dan 5 jaar 18.049 285.338 303.387
2010 totaal
De overige voorzieningen zijn overwegend langlopend van aard.
14.5.10 Langlopende schulden
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Totaal
2011 looptijd korter dan 1 jaar 1.013 10.003 11.016
2011 looptijd korter dan 1 - 5 jaar 89.840 89.840
19.062 385.181 404.243
Leningen overheid/k redietinstellingen De gemiddelde rentevoet van de leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2011 3,73% (2010: 4,29%). Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na de afloop van het jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De aflossingsverplichting voor 2012 bedraagt € 11,016 mln (2010 € 11,6 mln). De totale aflossingsverplichting voor de komende 5 jaar bedraagt € 89,84 mio. De rentabiliteitswaarde (contante waarde van de uit hoofde van bestaande leningscontracten rente- en aflossingsverplichtingen) bedraagt circa € 15 miljoen (2010: € 26 miljoen). De mutaties in 2011 van de langlopende schulden kunnen als volgt worden toegelicht: leningen overheid Stand per 1 januari 2011
18.651
leningen kredietinstellingen 353.679
Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen Stand per 31 december 2011
1.000 -1.031 18.620
31.000 -10.073 374.606
Totaal
372.330 32.000 -11.104 393.226
In het boekjaar 2011 is voor een totaal bedrag van €32 mln nieuwe leningen ontvangen. Deze leningen zijn aangetrokken ter gedeeltelijke financiering van het omvangrijke nieuwbouwprogramma en ter herfinanciering van afgeloste leningen. Alle leningen van de kredietinstellingen zijn per ultimo boekjaar geborgd door de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw met gemeenten als achtervang. Woonstichting Leystromen heeft een geldlening bij ABN AMRO van € 20 miljoen met een looptijd tot 4 maart 2039. In deze lening zit een embedded derivaat en de lening wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Het rentepercentage is of 4,54% of 5,54% en het percentage wordt bepaald door het verschil tussen de 2 jaars en 10 jaar constant maturity swap rente. De reële waarde van het embedded derivaat bedraagt ultimo boekjaar € 1.563 negatief (31-12-2010 € 1.540 negatief).
76
Op basis van de vigerende leningscontracten ziet de vervalkalender en daarmee de renterisico's voor de komende 10 jaar er als volgt uit:
Vervalkalender leningenportefeuille 35000 30000
x € 1.000
25000 20000 Aflossingen
15000
Renteconversie 10000 5000 0 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Jaren Het rentebeleid van de instelling is erop gericht renterisico's te beperken. Dit wordt gerealiseerd door: - langlopende leningen tegen vaste rente, of - rente swaps waarmee langlopende leningen tegen variabele rente effectief worden omgezet in leningen met vaste rente. Renteswaps Eind 2011 beschikt de instelling over renteswaps met de volgende kenmerken per balansdatum: Deutsche Bank Onderliggende nominale waarde Einde looptijd Te ontvangen rentevergoeding Te betalen rentevergoeding tot september 2012 Te betalen rentevergoeding jaar vanaf september 2012 Rentecap vanaf september 2012 Marktwaarde per 31 december 2011 Marktwaarde per 31 december 2010
€ 30.000 2038 3M Euribor + 0,16% 4,35% vast Frb index 5,37% -€ 14.398 -€ 7.695
In de overeenkomst met Deutsche Bank is vastgelegd dat er een Mutual Termination Clause (MTC) is overgekomen. Hierbij is afgesproken dat beide contractpartijen vijf jaar na de transactiedatum, 27 augustus 2013 en iedere vijf jaar daarna, het recht hebben om het derivaat tegen marktwaarde af te wikkelen. BNG Onderliggende nominale waarde Einde looptijd Te ontvangen rentevergoeding Te betalen rentevergoeding Marktwaarde per 31 december 2011 Marktwaarde per 31 december 2010
€ 5.000 3 juli 2023 3M Euribor + 0,22% 4,839% -€ 1.347 -€ 858
BNG Onderliggende nominale waarde Einde looptijd Te ontvangen rentevergoeding Te betalen rentevergoeding Marktwaarde per 31 december 2011 Marktwaarde per 31 december 2010
€ 5.000 2 mei 2022 3M Euribor + 0,16% 4,690% -€ 1.256 -€ 816
Voor alle derivaten geldt dat er geen periodieke marktwaardeverrekening is overeengekomen met de bank. De marktwaardes van de renteswaps ontstaan wanneer de beoogde kasstromen (te ontvangen en te betalen rente) uiteen gaan lopen door fluctuaties in de rentemarkt.
77
Terugk oopverplichting VOV woningen De terugkoopverplichting woningen VOV betreft de terugkoopverplichting van onroerende zaken die onder een regeling Verkoop onder Voorwaarden zijn overgedragen aan derden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting. Bij de jaarlijkse toetsing van de terugkoopverplichting wordt rekening gehouden met de waardeontwikkelingen van onroerende zaken en specifieke contractvoorwaarden met derden. 31-12-2011 9.538 5.579 15.117 -340 14.777
Stand per 1 januari Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Mutaties Stand per 31 december
31-12-2010 7.063 0 7.063 2.475 9.538
Gedurende 2011 zijn 33 woningen (2010: 18) onder een V.o.V.-regeling overgedragen aan derden. De daarmee samenhangende mutatie in de terugkoopverplichting bedraagt € 5,579 mio (2010: € 2,674 mio). Als gevolg van een gemiddelde waardedaling van de overgedragen onroerende zaken van 3,8%, daalt de terugkoopverlichting in 2011 met € 340.000.
14.5.11 Kortlopende schulden Onderhanden projecten Onderhanden projecten (passiva)
Belastingen en sociale premies Omzetbelasting Loonheffing en sociale premies Vennootschapsbelasting 2008 Vennootschapsbelasting 2009
Overlopende passiva: Niet vervallen rente geldleningen Te verrekenen huurtoeslagen Vakantiedagen Vooruitontvangen huur nog af te rekenen servicekosten Nog te ontvangen facturen onderhoud/nieuwbouw Rekening courant De Leye Holding Diversen
31-12-2011
31-12-2010
4.279 4.279
1.350 1.350
3.842 201 0 0 4.043
857 225 340 508 1.930
7.233 325 294 833 98 902 519 1.036 11.241
7.171 320 174 424 112 2.433 500 946 12.080
78
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid Woonstichting Leystromen vormt met Leye Holding BV en BV Kantoorgebouw St. Joseph te Oisterwijk een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de Stichtingen de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor terzake door de combinatie verschuldigde belasting. Investeringsverplichtingen Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor nieuwbouw tot een bedrag van € 45,6 miljoen voor Leystromen. Deze verplichtingen komen naar verwachting tot afwikkeling in een periode van 1 tot 3 jaar na balansdatum. Leystromen is verplichtingen aangegaan met aannemers om in de toekomst bouwopdrachten aan de betreffende aannemers te verstrekken, dit betreft: - Een verplichting om in de toekomst een opdracht te verstrekken van € 2.727.000; - Een verplichting om in de toekomst een opdracht te verstrekken van € 1.000.000; - Een verplichting om in de toekomst een opdracht (voor 1 januari 2013) te verstrekken van € 2.600.000. 15.026 13.693 Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw Deelnemers aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) hebben naar het WSW een zogeheten obligoverplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het WSW voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van WSW deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op de obligoverplichting. Het WSW verwacht voor de komende vijf jaar conform de actuele meerjarenliquiditeitsprognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. De verplichting hoeft daarom niet te worden opgenomen in de balans. Kredietfaciliteiten Met onze huisbankier, Rabobank Hart van Brabant uit Oisterwijk, is een kredietfaciliteit overeengekomen van € 6.500.000. Voor deze faciliteit zijn door de bank geen verdere zekerheden gevraagd, op basis van een negative plegde of pari passu. Pensioenverplichtingen Woonstichting Leystromen heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid een toegezegd-pensioenregeling te verwerken als een toegezegdebijdrageregeling. Dientengevolge zijn de risico’s verbonden aan deze pensioenregeling niet tot uitdrukking gebracht in de balans. Financiële instrumenten Woonstichting Leystromen maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Leystromen met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. Derivaten waarbij op het moment van afsluiten van het instrument niet exact te bepalen is welk mogelijk verlies geleden kan worden (open eind derivaten), zijn niet toegestaan. De marktwaarde van de derivaten, gebaseerd op de opgave van de banken, is ultimo 2011 € 18,6 miljoen negatief. Ultimo 2010 bedroeg de marktwaarde € 11 miljoen negatief. De afgesloten derivaten zijn ultimo 2011 als volgt verdeeld in boekwaarde, nominale waarde en marktwaarde: Boekwaarde BNG swap 4,69% BNG swap 4,839% Deutsche Bank ABN AMRO
Nominaal
-300
Totaal
Marktwaarde
Onderliggende lening
5.000 5.000 30.000 20.000
-1.256 -1.347 -14.398 -1.562
5.000 5.000 30.000 20.000
60.000
-18.563
60.000
De resterende looptijden van de derivaten zijn als volgt: Tot 1 jaar
Tussen 1 en 5 jaar
Tussen 5 en 10 jaar
Tussen 10 en 20 jaar
> 20 jaar
€ 10 miljoen
Interest Rate Swap Embedded derrivaat
€ 50 miljoen
De derivaten starten als volgt in de tijd:
Interest Rate Swap Embedded derrivaat
Reeds lopend € 10 miljoen € 50 miljoen
Vanaf 2013
Er is op dit moment nog geen sprake van derivaten die in toekomst starten.
79
Hedge documentatie Doelstelling risicobeheer In het treasurystatuut van Woonstichting Leystromen staan de kaders genoemd omtrent het beheersen van risico’s. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in hoofdstuk 4. Rentemanagement van het treasurystatuut. In het vigerende statuut is het gebruik van afschermende rente-instrumenten toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere kasstromen. Het aangaan van rente-instrumenten mag alleen worden overeengekomen met kredietwaardige partijen met een rating van minimaal ‘very strong’. Hedge strategie Risico van wijzigingen in de rentevoet afdekken met derivaten. Type hedge Kostprijshedge accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. Afgedek te positie Woonstichting Leystromen dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiend uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten respectievelijk af te sluiten leningen per dag afgedekt. Deze kasstromen worden naar kalenderjaar gegroepeerd. Hedge instrumenten Woonstichting Leystromen maakt gebruik van rentederivaten om de variabiliteit van toekomstige kasstromen gerelateerd aan rentebetalingen van huidige en toekomstige leningen af te dekken. Woonstichting Leystromen maakt gebruik van Interest Rate Swaps (IRS). Hierbij ontvangt Leystromen een variabele rente van de tegenpartij en betaalt Leystromen een vaste rente. Tevens maakt Woonstichting Leystromen gebruik van één CAP waarmee de rente gemaximeerd is. Hierbij vindt geen verrekening plaats. Accounting Het hedging instrument en de hedged items onderliggend aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd. Hedge ineffectiviteit wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt. Renterisico Woonstichting Leystromen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de corporatie risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Leystromen risico’s over de marktwaarde. Voor vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico afgesloten. Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden heeft Leystromen renteswaps afgesloten, zodat zij vaste rente ontvangt en variabele rente betaalt. Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan enkele kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het Treasurystatuut. Liquiditeitsrisico Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Leystromen en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Woonstichting Leystromen heeft op verschillende manieren gewaarborgd dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen. Naast het aantrekken van langlopende leningen, zijn kasgeld- en rekening-courant faciliteiten beschikbaar. In de swapovereenkomst met de Deutsche Bank is de bepaling opgenomen dat op 27 augustus 2013, en iedere vijf jaar daarna, beide partijen de mogelijkheid hebben om zich te beroepen op de Mutual Termination Clause (MTC). Dit kan leiden tot een in- of uitstroom van middelen.
80
14.6 Toelichting op de winst‐ en verliesrekening (bedragen x € 1.000)
14.6.1 Huren Woningen en woongebouwen Onroerende zaken niet zijnde woningen Huurderving wegens leegstand
2011
2010
53.856 102 53.958 -341 53.617
51.500 416 51.916 -506 51.410
De toename van de huren ten opzichte van vorig boekjaar is als volgt te verklaren: - Toename als gevolg van de algemene huurverhoging per 1 juli 2012 - Toename als gevolg van gedurende het jaar uitgevoerde individuele en complexmatig geriefverbeteringen - Toename ten gevolge van het in exploitatie nemen van complexen - Toename ten gevolge van het voor het eerst een vol jaar in exploitatie zijn van complexen - Afname door uit exploitatie nemen - Verkoop van bestaande huurwoningen - Toe- en afname van de huurderving - Overige mutaties Totale toename van de huren
14.6.2 Vergoedingen Goederen, overige leveringen en diensten Af : vergoedingsderving wegens leegstand
597 126 437 1.427 -131 -480 165 66 2.207
2011
2010
2.041 -16 2.025
1.766 -34 1.732
De vergoeding voor overige leveringen en diensten betreffen vergoedingen voor warmtelevering (blokverwarming), glasverzekering, ontstoppingsfonds en kosten van elektra en schoonmaken van algemene ruimten. De vergoedingen zijn gebaseerd op de werkelijke kosten. Jaarlijks vindt er een afrekening plaats en wordt indien nodig het voorschot aangepast.
14.6.3 Overheidsbijdragen Woningaanpassingen Egalisatie BWS
14.6.4 Verkoop onroerende goederen Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: bedrijfswaarde verkopen Af: Direct toerekenbare kosten Bij: resultaat verkoop onder voorwaarden Verkoopresultaat bestaand bezit
14.6.5 Gerealiseerde opbrengst projecten Opbrengst verkoop nieuwbouwprojecten Af : kostprijs verkopen Af: Verliezen niet verkochte woningen Resultaat nieuwbouwprojecten
14.6.6 Dekking uit projecten Dekking afdeling techniek in verband met onderhoud Dekking personeelskosten uit nieuwbouw en VvE
81
2011
2010
0 0 0
19 102 121
2011
2010
12.301 3.625 277 7 8.406
15.245 6.330 10 0 8.905
2011
2010
3.378 -2.884 -736 -242
4.947 -5.299 0 -352
2011
2010
576 60 636
577 51 628
14.6.7 Overige bedrijfsopbrengsten
2011
2010
Inschrijfgelden Beheer- en administratievergoedingen Terugontvangen omzetbelasting (pro rata) Ontvangen subsidies Ontvangen verzekeringsgelden Overige baten
30 31 0 69 218 228 576
72 50 384 0 10 168 684
2011
2010
Afschrijving (on)roerende zaken ten dienste van de exploitatie
478
480
14.6.9 Waardeveranderingen materiële vaste activa
2011
2010
14.036
29.106
14.6.8 Afschrijvingen op materiële vaste activa
Afwaardering op in ontwikkeling zijnde nieuwbouwprojecten
Voor de inzet van maatschappelijk rendement zijn in het boekjaar diverse projecten opgestart waarbij maatschappelijke investeringen gedaan zijn. Dit heeft betrekking op de volgende projecten: Appartementen/woningen Goudsmit Hof, Rijen Spoorlaan/Tuinweg, Oisterwijk Woningen RIBW, Oisterwijk Woningen Generaal Maczeklaan, Baarle-Nassau Woningen WWC & Reigerlaan, Baarle-Nassau Baarschotsestraat Loosche akkers Diessenseweg Van Hogendorpplein, Goirle De Ligt Alphen Geerakkers Hof van Gilze, Gilze Centrumplan, Alphen Vita Rijen Frankische Driehoek, Goirle Afwaardering grondpositie Tilburgseweg/Kalverstraat Afwaardering grondpositie Van Besouwlocatie, Goirle Afwaardering grondpositie De Ligt Alphen Afwaardering grondpositie Oldenbarneveltlaan, Rijen Afwaardering grondpositie Klooster Tilburgseweg, Goirle Afwaardering grondpositie Thomas van Diessenstraat, Goirle Afwaardering grondpositie Vijfhuizenbaan, Riel Terugname afwaardering grondpositie Cruyshof, Baarle-Nassau Terugname afwaardering grondpositie Kerkgaerde, Moergestel Woningen de Croon II, Baarle-Nassau Pannenschuur, Oisterwijk Poirterstraat/Catharinenberg, Oisterwijk Schoolstraat, Hilvarenbeek Zorgwoningen, Ulicoten Zorgwoningen Alphen Koningshof, Riel Vennerode, Goirle Aftopping Hof van Oranje Aftopping voorgaande jaren opgeleverde projecten CPO, Chaam Rijckevorselstraat Peperstraat Plein 40-45 Biestsestraat Akkerstraat Vossenhol Aftopping voorgaande jaren nog lopende projecten Totale maatschappelijke investeringen
82
742 2.489 2.066 841 16 477 276 355 440 304 216 76 1.597 4.165 4.241 715 159 1.664 166 2.644 296 544 -1.980 -1.064 -7.568 -484 -1.153 -1.991 -764 4.155 -28 -346 759 11 0 0 0 0 0 0 0 0 14.036
555 210 0 1.206 916 0 369 192 0 0 0 2.710 640 -636 -261 3.691 0 0 0 0 0 1.980 0 7.568 2.300 4.704 509 0 0 246 404 0 12 240 351 122 765 71 23 37 182 29.106
14.6.10 Waardeveranderingen materiële vaste activa verkocht onder voorwaarden Mutatie balanspositie verkoop onder voorwaarden
14.6.11 Lasten onderhoud (Dynamisch) planmatig onderhoud Klachtenonderhoud Mutatieonderhoud Af: activering van onderhoud
14.6.12 Directe bedrijfslasten Belastingen Kosten leveringen en diensten Verzekeringen Contributie landelijke federatie Maatschappelijke investeringen en leefbaarheid Participatiekosten Sectorspecifieke heffingen Overige
14.6.13 Salarissen en sociale lasten Salarissen Sociale lasten Pensioenlasten
2011
2010
382
214
2011
2010
12.438 4.395 1.099 -2.438 15.494
13.157 4.435 1.046 -2.345 16.293
2011
2010
2.329 2.025 309 80 730 39 590 704 6.806
2.125 1.746 256 92 1.643 50 546 595 7.053
2011
2010
4.768 631 879 6.278
4.781 606 916 6.303
2011
2010
85 20 34 106 27 272
69 17 31 82 27 226
2.190 2.190
1.050 1.050
199 61 -28 460 692
209 166 128 410 913
Het aantal werknemers ultimo boekjaar bedraagt 99,36 fte's (2010: 98,8 fte's).
14.6.14 Overige bedrijfslasten Huisvestingsk osten Gas, water en elektra Belasting & verzekering Onderhoud kantoor Schoonmaakkosten Overige huisvestingskosten
Personeel van derden Uitzendkrachten
Overige personeelsk osten Reis- en verblijfkosten Opleidingskosten Dotatie voorziening PLOP Overige
83
2011
2010
109 28 13 150
135 24 4 163
983 1.319 174 168 38 67 16 64 771 116 3.716
674 1.279 181 128 98 40 29 69 161 2.659
7.020
5.011
Verhuur en promotiek osten Bewonersblad en woonkrant Representatiekosten Overig
Algemene k osten Kosten automatisering Advieskosten Drukwerk en kantoorbenodigdheden Porti- en telefoonkosten Kosten controle jaarrekening Kosten vervoermiddelen Klein gereedschap + onderhoud inventaris Contributies en abonnementen Nagekomen projectkosten Overige algemene kosten
Accountantshonoraria 2011
Overig
Deloitte
Controle van de jaarrekening Andere controle-opdrachten Fiscale adviesdiensten Andere niet-controlediensten
-
75
-
-
-
-
-
126
126 201
2010
Totaal
75
201
Overig (Pwc)
Deloitte
Totaal
Controle van de jaarrekening Andere controle-opdrachten
48 -
50 -
-
Fiscale adviesdiensten
20 -
131 80
151 80
Andere niet-controlediensten
68
98
261
329
2011
2010
52 343 395
12 344 356
14.6.16 Rentebaten
2011
2010
Rente tijdens de bouw Rente liquide middelen
2.505 110 2.615
3.325 223 3.548
14.6.17 Afwaardering lagere marktwaarde derivaten
2011
2010
Dotatie voorziening Vrijval voorziening
300300-
1.002 1.002
14.6.15 Opbrengsten financiele vaste activa Rente BWS Rente financiele vaste activa
84
14.6.18 Waardeveranderingen financiële vaste activa Mutatie terugkoopverplichting woningen, verkocht onder voorwaarden
14.6.19 Rentelasten Rentelasten geldleningen Overige rentelasten
14.6.20 Resultaat deelnemingen Leye Holding B.V. Kantoorgebouw St. Jozef B.V.
2011
2010
340
200
2011
2010
15.210 41 15.251
17.309 27 17.336
2011
2010
18 -1 17
0 0 0
2011
2010
1.184 1.333 2.517
-1.376 1.373 3-
2.323
-13.562
14.418 -5.847 0 -1.380 614 7.805
29.108 -10.353 36 -1.220 -8.221 9.350
10.128 -10.128 0
4.2124.212-
14.6.21 Belastingen De belastingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Acute belastingen Latente belastingen
De acute belastinglast is als volgt bepaald: Resultaat voor belastingen volgens de jaarrekening Fiscaal niet geaccepteerde waardeveranderingen MVA Fiscaal lagere boekwinst verkopen Fiscaal andere afschrijvingen Fiscaal hogere rentelasten (per saldo) Overige correcties inzake VSO2 Totaal permanente en tijdelijke verschillen Fiscaal resultaat Dotatie aan herbestedingsreserve Belastbaar bedrag
Het gemiddelde wettelijke belastingtarief bedraagt 25%. De effectieve belastingdruk over het boekjaar bedraagt 0%. De lagere effectieve belastingdruk wordt veroorzaakt door het benutten van de fiscale herbestedingsreserve.
85
15 15.1
Overige gegevens Bezoldiging van (voormalige) bestuurders en commissarissen
Bestuurders Voor wat betreft de beloning van het bestuur geldt dat deze voldoet aan de per 1 juli 2010 geldende sectorbrede Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties. Onderstaand treft u aan het totaal van de aan bestuurders betaalde vergoedingen. 2011 2010 De heer J.M. de Koster* Periodiek betaalde beloningen 32.825 159.341 Beloningen betaalbaar op termijn 0 6.973 Uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband 0 0 Winstdeling en bonusbetalingen 4.500 5.450 De heer J.C.M. Hulsbosch Periodiek betaalde beloningen 121.812 120.612 Beloningen betaalbaar op termijn 21.324 26.718 Uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband 0 0 Winstdeling en bonusbetalingen 0 0 Mevrouw M.P.H. van Beijsterveldt Periodiek betaalde beloningen 111.662 0 Beloningen betaalbaar op termijn 19.547 0 Uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband** 0 0 Winstdeling en bonusbetalingen 0 0 De heer P.A.A. Driever De heer Driever is eind 2011 aangesteld als interim‐bestuurder en heeft deze functie tot eind maart 2012 vervuld. Conform de sectorbrede Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties is daarbij een honorarium overeengekomen van € 19.744 exclusief BTW per volledige kalendermaand. * De heer De Koster is tot en met 31 maart 2011 werkzaam geweest bij Leystromen. In januari was dat nog als bestuurder en de laatste twee maanden was hij als adviseur verbonden aan Leystromen. **Op 30 november 2011 is met mevrouw Van Beijsterveldt een beëindigingsovereenkomst gesloten waarbij een vergoeding van € 86.000 bruto is overeengekomen. Deze vergoeding is betaald bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op 1 maart 2012. Zowel aan de heer Hulsbosch als aan mevrouw Van Beijsterveldt is een bedrijfsauto beschikbaar gesteld (cataloguswaarde € 33.551 resp. € 41.162) die ook privé gebruikt mag worden.
86
Commissarissen naam A.P.J. van de Wouw* R.J.A. Clayden S.H. van Nieuwkerk R.W.M. den Teuling H.J.P. Verhofstad* P.J. de Ridder*
lid sinds 01‐02‐2001 01‐02‐2008 25‐04‐2006 01‐01‐2007 01‐07‐2002 01‐07‐2011
aftredend 31‐12‐2013 31‐01‐2012 31‐12‐2014 01‐07‐2015 31‐12‐2012 30‐06‐2015
herbenoembaar nee ja (nog 1x)** nee nee nee ja (nog 1x)
* de heren Van de Wouw, De Ridder en Verhofstad hebben respectievelijk per 4 februari, 2 februari
en 16 april 2012 besloten hun lidmaatschap van de Raad van Toezicht te beëindigen. Dit betekent dat zij zowel bij de samenstelling van dit jaarverslag Raad van Toezicht als bij de vaststelling van de jaarrekening 2011 niet meer betrokken zijn geweest. De Raad van Toezicht heeft in 2011 voor de uitvoering van zijn werkzaamheden een vergoeding ontvangen van in totaal € 47.847.
Voor de voorzitter bedroeg de vergoeding € 8.400 per jaar (m.i.v. 1 oktober tijdelijk verhoogd ‐op jaarbasis‐ naar € 12.600). Voor de vicevoorzitter was dat € 7.700 per jaar (m.i.v. 1 oktober tijdelijk verhoogd ‐op jaarbasis‐ naar € 10.800 ). Voor een lid was dat € 7.000 per jaar (m.i.v. 1 oktober tijdelijk verhoogd ‐op jaarbasis‐ naar € 9.000).
De reden voor de tijdelijke verhoging waren de samenwerkingsproblemen in het collegiaal bestuur die leidden tot een grotere inzet van de Raad. De vergoedingen passen binnen de Honoreringscode Commissarissen. De vergoeding van onkosten vindt plaats op basis van declaraties. Er zijn geen leningen of garanties verstrekt aan leden van de Raad van Toezicht. Voor toezichthouderaansprakelijkheid is een adequate verzekering afgesloten.
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
Vanaf 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht. Een deel van de wet is van toepassing verklaard op toegelaten instellingen volkshuisvesting. Gemeld dienen te worden de functionarissen die meer verdienen dan het gemiddelde salaris van de minister (in 2011: € 193.000). Bij Woonstichting Leystromen zijn geen functionarissen in dienst welke een inkomen genoten hebben in 2011 en 2010 dat uitgaat boven de WOPT‐norm.
87
Statutaire resultaatbestemming In de statuten zijn geen bepalingen opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat.
15.2
Resultaatbestemming 2010
De jaarrekeningen van 2010 zijn vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht van 25 mei 2011. De vergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.
15.3
Voorstel resultaatbestemming 2011
Het bestuur stelt met goedkeuring van de Raad van Toezicht voor het resultaat over het boekjaar 2011 ten bedrage van € 48,08 mio geheel ten gunste van de overige reserves te brengen. Dit voorstel is in de jaarrekening 2011 verwerkt.
15.4
Gebeurtenissen na balansdatum
Per 23 maart 2012 is de heer J.J.E. van Geest aangesteld als interim bestuurder. In 2012 zijn twee nieuwe leden benoemd als leden van de Raad van Toezicht: de heer J.A. Scholten (voorzitter) en de heer L. Kokhuis (lid).
15.5
Controle verklaring door de onafhankelijke accountant
De controleverklaring bij de jaarrekening is opgenomen op pagina 90.
88