85 jaar Hippische sport op Wieringen Wieringen kent van oorsprong geen luxe paarden maar een klein, sterk paardenras. De paarden werden uitsluitend ingezet als werkpaard maar dit veranderde toen jonge mannen tijdens hun dienstplicht in aanraking kwamen met de cavalerie en mensen van buitenaf hun kennis beschikbaar stelden. Zo ontstond tijdens een landbouwfeest in 1930 tijdens een landbouwfeest het idee een rijvereniging op te richten. Er werd gereden op paarden die door de weeks werden gebruikt als werkpaarden. De rijles ging op ongezadelde paarden, om de eenvoudige reden dat er geen zadels beschikbaar waren. Les werd er gegeven door His Wilms, die als militair tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de huzaren had gediend. Hij diende daar als wachtmeester bij het ‘paardenvolk’, ofwel de bereden artillerie. Notarieel is er over de beginperiode van de Landelijke Rijvereniging Wieringen niets vastgelegd, dat was toen ook niet gebruikelijk. Een groep enthousiaste mensen met een gezamenlijke passie lagen de basis voor een vereniging, informeerden voor de nodige regels bij de bond, maakte een huishoudelijk reglement, vormde een bestuur, zocht leden en ging vervolgens van start. Gelukkig zijn er altijd mensen die iets bewaren, zo ook de familie Dirk Mulder, Anne Lont, Frans van Eekelen, Eef Lansink en meer. Een klein schriftje met aantekeningen, een programmaboekje, een notulenboek en een paar foto’s kwamen met een opruiming bij familie Mulder boven water. Het eerste bewijs dat er op Wieringen officieel een rij vereniging heeft bestaan is het programmaboekje van het feest dat ter gelegenheid van het eenjarig bestaan werd gehouden. Het bestuur bestaat dan uit voorzitter Geertje Mostert, secretaris Jacob Bruul, penningmeester Nan Mulder, instructie His Wilms en de bestuursleden Nan Bakker, Jacob Dekker en Herman Smit. De contributie bedraagt twintig cent per week en er wordt op zondag gereden. De eerste leden zijn: Piet Dekker, Piet Smit, Wim Kooi, Jan Keizer, Jan Wagemaker, Albert Russelman, Cootje Volkers, Annie Bruul, Jaap Mulder (de latere voorzitter van de Wironruiters), Mies Lely (dochter van ing. Lely), Bets (Russelman)Dekker (de latere secretaris van de Wironruiters), Jan Bosker, Simon Bakker, Gert Kooiman en Grietje Omis. Er zeggen al snel leden op, Albert Russelman moet in militaire dienst, Piet Smit moet examen doen, Cootje Volkers verhuisd in 1933 en Annie Bruul zegt op wegens ziekte. De jaarverslagen zijn heel kort, een regel of tien gemiddeld. Er worden alleen zaken vermeld die ‘noodzakelijk’ worden geacht. Zoals in 1931 wanneer Piet Dekker op zondag 4 oktober 1931 na een val van zijn paard zijn been breekt tijdens de les. Op zondag 20 maart 1932 verscheen hij weer voor de eerste keer. In de tussentijd is hij vrij van contributie. De vereniging betaald hem in oktober 1932 een vergoeding van vijftig gulden voor de schade ten gevolge van het ongeval. De leden van de vereniging zijn actief, ze doen mee tijdens een opening van een nieuwe manege in Den Helder. Ze hebben daaraan betaald: tolgeld aan de Kooi, stalknecht en vertering voor een totaal van vier gulden negentig. In 1932 wordt er meegedaan aan een concours in Opmeer en wordt er een demonstratie gegeven bij de rijvereniging in Den Helder. De leden maken ook een wandelritten naar Slootdorp, waarbij wordt opgestoken bij hotel Smit en café Veldman en een tocht rond het Amstelmeer waarbij wordt gepauzeerd bij café Waiboer te Ewijcksluis. Vertering bij ontbinding In 1933 komen de zadels in zwang en schaft de vereniging een aantal flessen levertraan aan om de zadels te kunnen invetten. In het verenigingsjaar 1934 –‘35 wordt het eerste jubileum gevierd. De vereniging haalt de krant omdat vier ruiters meedoen met de huldiging van burgemeester Kolff. Maar het is ook het jaar dat de vereniging wordt opgeheven. Het overgebleven geld, fl. 94,94 wordt verdeeld
en uitgekeerd aan de acht overgebleven leden. Het schriftje vermeldt; ‘Vertering bij ontbinding’, gevolgd door de rekensom van de verdeling en de namen. Waarom de vereniging wordt opgeheven staat niet vermeld maar wel is bekend dat paarden in die tijd werden gevorderd voor het leger. Een boer mocht alleen voor het hoogst noodzakelijke werk één of twee paarden houden. Verenigingen en samenscholingen waren niet meer toegestaan en aan benodigdheden als voer en tuig kwam een gebrek. Het is een een aantal jaren stil rond de rijvereniging maar in 1943 pakken Eef Lansink, dierenarts op Wieringen, Anne Lont, boerenzoon op Stroe en Okko Bosker, aannemer, de draad weer op. Op 3 oktober 1943 wordt de rijvereniging officieel opgericht. Het bestuur wordt uitgebreid met Piet Dekker, veehandelaar en hengstenhouder uit de Elfstraat en Jaap Mulder uit de Slingerweg, die tot voorzitter werd benoemd. Anne Lont neemt de taak van penningmeester op zich en Eef Lansink wordt instructeur. De latere instructeurs zijn onder andere Jan Metting en Anton Swaerts. De club telt zo’n twintig leden en er is een 8-tal en soms een 4-tal. Vaandel Het vaandel van de vereniging is geschonken door onder andere de “Hengstenvereniging”, op de feestavond ter gelegenheid van het 10 jarig bestaan. De feestavond werd gehouden op 23 januari 1954. Nel Russelman en Marco de Haan, gekleed in ruiterkostuum, droegen een gedicht voor en overhandigde het vaandel namens de “Hengstenvereniging” en enkele niet werkende leden. Het tenue, een zwarte broek (bol bij de bovenbenen), licht grijs jasje en een alpino pet, was in eigen bezit. De broeken werden gemaakt via of door Wachendorff van Rijn (de vader van melkboer Jan Jaap), die kleermaker was. Er werd mee gedaan aan ruiterdagen, streekwedstrijden, landbouwdagen en kringwedstrijden. Men ging altijd te paard, behalve naar Callantsoog met de veewagen en Texel. Wanneer men naar Texel ging reed men te paard naar de “Oostpunt” , waar ook andere verenigingen zich verzamelden, daar lag dan een “veeboot” klaar waarmee men naar Texel voer. De Wiron ruiters organiseerde zelf ook streekwedstrijden. Een daarvan is gehouden op het land van Dirk Blauwboer, het handbal terrein van Tonegido op Westerland (tussen de familie Rotgans en N99) Het was mooi vlak en had geen greppels. Er deden vele zuster verenigingen mee zoals de Wieringermeerruiters, RAP, Koegras , Texel, Julianadorp, Nieuwe Niedorp en Callantsoog. Tijdens de landbouwdagen op Wieringen waar mensen van heinde en verre op af kwamen verzorgden de Wironruiters op het land achter ‘Ipelshof’ demonstraties met bijzondere acts. De contributie van tien gulden per jaar werd voldaan via een kwitantie, waarmee de penningmeester langs de deur kwam. Elk lid was tevens federatie lid, al werd er soms wel eens een lid “op de andere kant van de bladzijde” geschreven. Het contributiegeld werd besteed aan het kopen van springspullen, het federatie lidmaatschap, de ruiteravonden, (gedeelte van het) transport naar wedstrijden en vergaderingen. Omdat de paarden door de weeks niet beschikbaar waren werd er les gegeven op zondagmorgen. De lessen vonden op verschillende locaties plaats zoals op het midden terrein van de Wielerbaan, bij Kees Lont vet en bij Nan Kool op Oosterland. Of wanneer de zin en het weer het toeliet werden er geen lessen gegeven maar ging men naar het Robbenoordbos en werd er een “Vossenjacht” gehouden. De Ruiteravonden trokken altijd veel belangstelling, de Wirona’s die het onderdeel cabaret verzorgden waren een vast onderdeel van de avond. De avonden met ‘bal na’ werden georganiseerd door en voor de leden en donateurs en waren zeer gewild onder de Wieringer bevolking. De Ruiteravonden worden tot het eind 1968 gehouden. Manege De plekken waar de lessen (manege) en wedstrijden werden gehouden was afhankelijk wie een stukje land beschikbaar wilde stellen. In de Algemene Ledenvergadering op 13 maart 1953 wordt
voorgesteld om van terrein te veranderen. De manege op Stroe (nabij Wieringer Eilandmuseum Jan Lont) is erg nat zodat deze vaak onbruikbaar is. Nan Kool (Oosterland) stelt een terrein beschikbaar. In 1954 gaat de manege naar Simon Lont (vet) aan de Koningsweg. Er komt in dit jaar een sportveld waar de Wironruiters een manege kunnen huren, alleen de huur is veel te hoog voor zo’n kleine vereniging, zo wordt gesteld waarop het bestuur besluit dit niet te doen. De manege wordt in de winter van 1955 weer te nat bevonden, er kan echt niet worden geoefend. Er wordt besloten dat het gehele bestuur en de leden een zaterdag zand gaat rijden, het zand komt vanaf Lutje, bij Piet Mostert. Maar het zand blijft een probleem want in de winter van 1957 moet de hoefslag weer gevuld worden. De heer Jaap Mulder zal bij Piet Mostert informeren wat de kosten zijn. Het zand kan niet meer bij het Lutje worden gehaald waarop de Wironruiters zich in verbinding stellen met Piet Mulder van Noorderbuurt. Het zand is wel wat grof maar heel geschikt voor de manege. Cor Lont denkt wel een wagen of twintig nodig te hebben. De kosten blijken uiteindelijk vijfentwintig gulden te zijn. Ook oefent men op het terrein van Jan Lont van Stroe, dit net als bij Lont (vet) zonder kosten. Op de ruiteravond in 1959 krijgen deze mensen ook een woord van dank en een doos mooie sigaren. Overdekte manege Dan in het jaar 1961 worden er plannen geopperd voor een overdekte manege gezamenlijk met de pony rijschool, maar de hoge onkosten zijn een groot bezwaar. In de Algemene ledenvergadering van 1 november 1962 vraagt Anton Swaerts een kleine opmerking te mogen maken en wel dat er een schrijven naar het bestuur van de Pony rijschool zou gaan om gezamenlijk misschien een overdekte manege te bouwen, maar bij nader inzien zei de voorzitter: “….Wij kunnen dit nog wel even afwachten, dat de Ponyrijschool bij ons komt vragen....”. Hier wordt nog een uurtje over doorgepraat en alle voor- en nadelen komen aan de orde. Het mooiste zou zijn zich met de gemeente in verbinding te stellen, en bijvoorbeeld op het sportterrein een gezamenlijke sporthal te hebben. Er zal contact worden opgenomen met de gemeente. Er wordt afgesproken dat Anton Swaerts en Ties Sok als afgevaardigden van de vereniging eens met de burgemeester gaan spreken. In mei 1963 heeft Anton Swaerts een gesprek met de burgemeester en wethouder Dick Landman. Het resultaat van dit gesprek is dat de overdekte manege al twintig jaar op de agenda staat, de gemeente garant wil staan maar de beraming komt op ongeveer F 15000,= en dan is rente en aflossing zeer moeilijk op te brengen. Zo zal het ook moeilijk zijn een geschikt terrein te vinden. Het wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. De manege ligt dan bij Simon Lont (vet) en is ongeschikt om in te rijden. Lont stelt voor ergens anders te gaan rijden. Arie Timmerman stelt een stukje land gratis beschikbaar voor de rijlessen. Maar in 1964 wil Timmerman op dat stukje land caravans en tenten plaatsen, voorlopig mag de vereniging dan weer naar het terrein van Lont. In 1965 wordt er uiteindelijk een nieuwe manege, op het terrein van Wim Kooi, te Westerland, feestelijk geopend. Ponyrijschool De vergadering van 13 december 1963 vertelt Gezienus Koorn, oud bestuurslid van de Ponyrijschool, zegt dat deze is ontbonden, en vraagt, dat, als er een ponyclub wordt opgericht deze toe kan treden tot de “Wironruiters”. Dit wordt in stemming gebracht en akkoord bevonden. Vanaf dit moment heeft de rijvereniging ook een pony afdeling. Voorzitter Jaap Mulder zal zich hierover met instructeur Sok in verbinding stellen. In het verslag van de wedstrijd gehouden op 23 mei 1964 gaan de Wironruiters en de Ponyrijclub samen onder leiding van Ties Sok naar Middenmeer. Vanaf de wedstrijd van 4 juli in Anna Paulowna staat de ponyclub, ook met uitslagen, vermeld in de notulen. Ponyleden die vermeld staan zijn: Ineke Visser, Mieke Hekkema, Joop Hendriks, Katinka Looze, Adriaan Dirks, Clazina Sok.
Op 27 mei 1967 wordt er een streekwedstrijd gehouden op Wieringen, op het terrein van Wim Kooi te Westerland. Er was een deelname van 66 paarden en 64 pony’s. De Wironruiters kwamen zelf met 5 ruiters uit. Twee daarvan vielen in de prijzen: Marlies Keyzer-Bijvoet met Retty; 3e prijs in B-2 en het jongste lid van de vereniging Ina (Schoenmaker)Wiegman met Sheik; 4e prijs is B-1. Maar, het seizoen 1967 - 1968 is een slecht seizoen, het paard van Marjan Koorn is kreupel, Frans van Eekelen heeft zijn paard verkocht – hij gaat in de draversport – en Bets Russelman kon wegens een zenuwontsteking ook niet rijden. In de jaren 1965 – ’68 rommelt het opnieuw in de vereniging en paardenwereld. Het ledenaantal loopt terug of er zijn leden maar die hebben geen paard. Dit komt mede door de mechanisatie, de boeren doen hun paarden weg en stappen over op de tractor. De ruiters zullen moeten overstappen naar eigen paarden. En zo komt de paarden vereniging op een punt om “te gaan slapen”. Dit doen ze van 1968 tot en met 1970. In de ledenvergadering van 22 oktober 1970 wordt besloten de paardenvereniging te ontbinden en de ponyclub geheel zelfstandig te laten gaan. Een nieuwe wending Er komt een nieuw bestuur, die naar eigen zeggen, niet verder wil met het oude bestuur. Het nieuwe bestuur richt officieel een ponyclub op. Zo ontstaat de Landelijke Paarden en Pony Club de Wironruiters, een samensmelting van oud en nieuw. Het vaandel wordt overgedragen aan de nieuwe vereniging, zo ook de clubkas en de hindernissen. Het enige blijvende bestuurslid is secretaris Bets Russelman- Dekker, haar derde Wieringer paarden vereniging waarvan ze deel uit maakt. Bestuursvergadering 16 oktober 1970, ten huize van Bets Russelman ……..…De secretaris vond de tijd gekomen om het bestuur op te roepen van de Landelijke Rijvereniging “Wiron”. De voorzitter heet iedereen welkom en zegt: ‘Onze laatste vergadering was op 24 april 1968, dus na precies 2 ½ jaar een slapende vereniging te hebben gehad, moeten wij eens zien wat we nu kunnen doen, er wordt namelijk een pony club opgericht, en er zijn ook al weer vier paarden’. Maar Jacob Mulder voelt er niets meer voor om als voorzitter aan te blijven en ook de bestuursleden lijkt het beter om af te treden. Fred van Diepingen, oprichter van de ponyclub, wil ook graag geheel zelf een bestuur vormen. Hij stelt de vraag;: ‘Zullen wij de ponyclub maar geheel zijn eigen gang laten gaan? En moeten wij dan onze vereniging “Wironruiters” ontbinden?’ Het bestuur voelt hier veel voor. Wel wil het bestuur de ponyclub op gang te helpen, bijvoorbeeld door een schenking in de clubkas en om de hindernissen over te dragen. Voor de Streekwedstrijden N.H.N. wordt een mooie wisselprijs beschikbaar gesteld met de naam “Wiron” er op, welke driemaal achtereen gewonnen moet worden of vijf maal in totaal voor de best geplaatste dressuurruiter, en zo blijft de naam “Wiron” nog steeds op de Streekwedstrijden voortleven. Op de Algemene Ledenvergadering van 22 oktober 1970, zijn de leden het met het voorgestelde eens. De hindernissen gaan naar Ties Sok en een gedeelte naar de nieuwe vereniging. Ook het vaandel gaat naar de nieuwe vereniging. Deze zal op een officiële manier worden overhandigd. De overgebleven glazen worden verdeeld, en als afsluiting gaan de leden naar Jumping Amsterdam in RAI. Op maandagmorgen 26 oktober 1970, ten huize van F.D.P.W. van Diepingen, is het eerste overleg van de nieuwe vereniging, die op 20 september 1970 is opgericht. Van Diepingen opent de bespreking door: “…er eerst zijn spijt te betuigen dat de oude rijvereniging “Wironruiters” zichzelf heeft opgeheven, na een meer dan 25- jarig bestaan. Hij vindt dit vooral spijtig omdat de liefde tot het paard en de liefhebberij tot de paardensport op Wieringen springlevend is gebleken. Maar het zij zo, hij, dhr. van Diepingen voelt zich hiervoor niet verantwoordelijk”.
Het bestuur besluit in zijn geheel om de naam “Wironruiters” te handhaven, dit onder andere uit praktische overwegingen daar aan de naam ook het huishoudelijke reglement is verbonden. Het tenue van de ruiters wijzigt, voor de junioren een beige broek, donker bruine sweater, wit overhemd, zwarte stropdas en een zwarte cap. De senioren dragen een beige broek, zwart colbert, witte bef en zwarte cap. Maar ook mag er worden gereden in het tenue van de “oude” vereniging, dit om de kosten laag te houden. Het oude tenue was een groen jasje, zwarte broek, wit overhemd zwarte strop en een zwarte cap. Er wordt gereden op vilten zadeltjes, kleur geel. De frontriem bestaat uit de kleuren blauw en geel. De kleuren van de oude vereniging. Het ledental stijgt snel, in 1971 telt de vereniging zeventien pony en zeven paardenleden. In eerste instantie wordt er gereden aan de Hofweg, bij de “Janshoeve”. Al snel wordt er een terrein aangeboden door Piet C. Lont en Cor M. Lont, (Gemeenelandsweg 54 en 50), het terrein ligt op Stroe. Het is een stuk grond, een boomgaard, dat ligt tussen de boerderijen van de gebroeders Jan Lont en Simon Klein. (nu het museum en familie Wiebering). In 1974 wordt het land, onderhands, verkocht en verhuisd de manege naar de Belterlaan en heeft twee rijbanen waardoor de pony’s en paarden gelijktijdig kunnen lessen. In afwachting van de Lonjeweg, de voormalige vuilnisbelt, moet nog worden gesloten en “opgeruimd”. In oktober 1977 wordt de manege aan de Lonjeweg officieel geopend door wethouder Pieter Kooij en Wiron lid Margee Lont. Het terrein is te klein voor de onderlinge wedstrijden die dienen als selectie voor de Streekwedstrijden, deze worden gehouden bij de Jan en Annie Smid aan de Klieverweg. Al in het eerste jaar, wanneer er geen pony leden van de Wironruiters worden afgevaardigd naar wedstrijden, weet Joost Smits, bij de paarden, de titel van het Jeugdkampioenschap van Noord Holland, op zijn naam te schrijven. Toekomst In 1990 stelt het bestuur zich de vraag: “Hoe zien wij als bestuur de toekomst van de club?”. Gelukkig gaven ze op deze vraag gelijk het antwoord: “Voorop staat het plezier in het rijden, al zien we ook graag prestaties”. Met dit gegeven gaat het bestuur aan de slag. Er komt een paardengroep, een 4- en 8 tal en aparte lessen en begeleiding voor federatieruiters. In de loop van 1990 heeft deze aanpak al succes, het 4 –tal heeft de eerste prijs behaald bij de kring. Ook het aantal activiteiten voor de leden wordt uitgebreid. Zo moet de rijbaan op de manege worden vergroot vanwege het organiseren van afdelingsdressuur. Langzaam rijpen de ideeën voor een manege vooral omdat omliggende verenigingen de stap al hebben gemaakt. Begin jaren ’90 bestaat de R.A.P. manege vijf jaar en de Wieringermeer opent haar nieuwe manege. Deze laatste vereniging vraagt de Wironruiters om daar te komen rijden, maar dat gaat de vereniging even te ver. De Wironruiters willen graag samenwerken maar houdt vast aan haar zelfstandigheid. De aanpak van de vereniging werkt, de resultaten worden steeds succesvoller. De Wironruiters gaan in 1991 naar de Levade met goede resultaten van Linda Rotgans, Joke Loonstra, Nancy Ott, Gea Kuut, Femke Veerman en Sietske Veltman. In 1992 wordt Gea Kuut afgevaardigd naar de Levade, ze doet mee aan het onderdeel springen en rijstijl. Het pony viertal Annemarieke Boersen, Ilona Holtjer, Fonesse Hoftijzer en Serina Klein worden Nederlands kampioen. Zo volgen er meer goede resultaten van enthousiaste ruiters met een passie. Nu in seizoen 2014-2015, rijden Gita Hoogers en Mirjam van der Wal mee in de subtop van Nederland. Eind jaren ’90 wordt de vereniging uitgebreid met een men afdeling en in 2003 gaat een lang gekoesterde wens in vervulling; een overdekte rijhal die in 2004 feestelijk is geopend. De vereniging LR, PC en MV de Wironruiters De vereniging heeft tot doel het beoefenen en bevorderen van de hippische sport in verenigingsverband en een ieder die de paardensport beoefent, het zo goed mogelijk naar zijn of haar
zin te maken. En houdt zich bezig met dressuur, springen, afdelingsdressuur, samengesteld rijden en mennen. Het bestuur bestaat in 2014 uit: voorzitter Pieter Klein, secretaris Jolanda Appelman, penningmeester Anneke Koorn-Slijkerman en de bestuursleden Cor Kooy, Robert-Jan van der Oord, Ilona Holtjer, Menno van Hoppe, Nils Luyt, Bert Koorn en Ed Vriendjes. Met dank aan: Annie Schook-Russelman, Frans en Lenie van Eekelen, Trijnie Mulder, Grietje WilmsLettinga, Marga Rump, Trien Lont, Tineke Kuut-Doves, Ans Metselaar, Marjan Boersen-Koorn (ponyclub), Wil Rotgans-Gutker (ponyclub), Wieringer Courant, Anne Lont (†), Annie Smid (†), Dirk Mulder (†), Eef Lansink (†) en vele anderen.