VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Richtlijnen en inhouden examens rijvaardigheidsproeven
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Inhoudstabel 1.
Inleiding
3
2.
Modulair systeem examens
5
3.
Examens rijvaardigheidsproeven
6
4.
Hoe schrijf je in voor een examen
7
5.
Richtlijnen bij deelname
8
6.
Hoe wordt de kalender rijvaardigheidsproeven samengesteld
9
7.
Minimale voorwaarden voor toewijzing examen rijvaardigheidsproeven
10
8.
Hoe gebeurt de praktische afwerking
11
9.
De deliberatie en proclamatie
12
10.
Vrijstellingen
13
11.
Nuttige adressen
14
12.
Voorbeeld timing rijvaardigheidsproeven
15
13.
Toelatingsvoorwaarden en eindtermen voor rijvaardigheidsproeven
16
14.
Protocols
20
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-2-
21/12/2005
1. Inleiding In de beoordeling van de rijvaardigheid zijn er bij de aanvang de ruiterbrevetten A en B. Zij worden uitgereikt door de erkende Vlaamse ruitersportfederaties. Deze ruiterbrevetten zijn dus een federatieaangelegenheid en ze hebben elk hun eigen bestaansrecht.
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Het ruiterbrevet A is een “wandelbrevet”. Het behalen daarvan garandeert dat de ruiter aan de minimumeisen van ‘stuurvaardigheid’ voldoet en bovendien voldoende kennis heeft van de verkeersreglementen om zich op een verantwoorde wijze als ruiter/menner op de openbare weg te begeven. Het ruiterbrevet B is een “sportief brevet”. Het garandeert dat de sportbeoefenaar aan de minimumvoorwaarden voldoet om verantwoord deel te kunnen nemen aan de basiscompetitievormen van paardrijden (dressuur-springen-eventing). Er bestaan ook hogere niveaus van rijvaardigheid. Zij worden uitgereikt door de Vlaamse Trainersschool, een samenwerkingsverband tussen volgende evenwaardige partners: de erkende Vlaamse federaties, de Vlaamse universiteiten en hogescholen L.O. en het Bloso. Deze niveaus zijn gekoppeld aan de kadervorming paardrijden, d.w.z. ze maken als een aparte module deel uit van ofwel de opleiding tot lesgever (initiator) paardrijden, ofwel van de opleidingen tot trainer B of trainer A paardrijden. Zo is er de rijvaardigheid Initiator paardrijden. Geslaagd zijn op dit niveau garandeert dat de ruiter minimaal voldoende sporttechnisch bekwaam is in het paardrijden om de rest van de opleiding tot lesgever aan te vatten. Deze opleiding tot lesgever is in essentie een didactische opleiding waarbij het merendeel van de opleidingstijd wordt gebruikt om te leren lesgeven. Er blijft geen tijd over om de eigen rijvaardigheid daarbij gelijktijdig nog te verbeteren en daarom wordt die rijvaardigheidsbekwaamheid geëist bij het begin van de opleidingscursus. De opleiding hiervoor gebeurt in de club of via de persoonlijke vervolmaking. Zo zijn er ook de rijvaardigheden Trainer B en Trainer A. Het gros van de opleidingstijd gaat hier naar het verbeteren van andermans prestaties in het paardrijden. Dit is immers de essentie van training. Op deze niveaus van kadervorming moet de rijvaardigheid bewezen zijn voor het volgen van de laatste module (4de). Voor wat de rijvaardigheid betreft kan men vanaf de trainersniveaus zijn voorkeursdiscipline(s) zelf kiezen (Voor de Amerikaanse rijkunst is dit ook reeds op de lagere niveaus). Dit heeft natuurlijk zijn consequenties in wat wordt gevraagd. Voor alle rijvaardigheidsniveaus is het zo dat de deelnemingsvoorwaarden bekend zijn en dat de minimumvaardigheden zijn vastgelegd in de respectievelijke eindtermen.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-3-
21/12/2005
Een handleiding die ons op een overzichtelijke wijze de weg uitstippelt in deze doolhof van modules is een belangrijk instrument voor onze ruiters en amazones, en wellicht ook voor de juryleden. De Vlaamse Hippische Sportbond, als samenwerking tussen de Vlaamse hippische sportfederaties, verricht op dit punt bijzonder nuttig werk. Laten wij onze appreciatie hiervoor uitspreken.
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Gaston Clippeleyr Directeur Sportkaderopleiding Paardrijden
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-4-
21/12/2005
2. Modulair systeem examens
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Sinds 1999 werd in de opleidingsstructuur van de Vlaamse Trainersschool een modulair systeem ingevoerd. Dit betekent dat het uiteindelijke examen bestaat uit verschillende modules: Rijvaardigheid (module 3) Algemene kennis (module 1) Sportspecifieke kennis (module 2) Didactiek prestatiebegeleiding (module 4) (vanaf het niveau Initiator / Trainer B – Trainer A) Vanaf het niveau Initiator worden de juryleden voor deze examens centraal aangeduid door de denkcel paardrijden van de Vlaamse Trainersschool. Er wordt telkens gewerkt met een vaste lijst van erkende juryleden. Figuur 1: Modulair systeem
TRAINER A ALGEMEEN In herwerking (+/- 35u) - Meten en evalueren - Plannen en periodiseren - Aspecten van sportbeoefening op hoog niveau. - Sportrecht - Sportbeleid/structuur - Biomechanica
Gemeenschappelijk (18u) - Hippologie deel 2 - Algemene begrippen van de motoriek - Voeding - Doping - Traumatologie in de topsport
SPECIFIEK Discipline (44u) - Module praktijk rijvaardigheid Keuze: Dressuur Springen Eventing
- Module didactiek/ methodiek Keuze: Dressuur Springen Eventing
TRAINER B ALGEMEEN (40u) Gemeenschappelijk (20u) -
Ontwikkelingsleer Motorisch leren Fysiologie Anatomie Trainingsmethodiek Psychologie / coaching
- Hippologie deel 1 - Organisatie van de hippische sport - Psychologie van het paard - Materiaalkennis - Basismethodiek africhting van het paard
SPECIFIEK Discipline (30u) - Module praktijk rijvaardigheid Keuze: Dressuur Springen Eventing
- Module didactiek/ methodiek Keuze: Dressuur Springen Eventing
INITIATOR ALGEMEEN (16u)
SPECIFIEK (57u)
- Didactiek - Theorie paardrijden - Praktijk rijvaardigheid - Veilig sporten: preventief - Longeren - Veilig sporten: curatief - Basisreglementen dressuur en springen
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-5-
- Specifieke didactiek - Leren lesgeven
21/12/2005
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
3. Examens rijvaardigheidsproeven Alle instanties in de Vlaamse Gemeenschap die zich bezighouden met opleiding in de paardensport aanvaarden dezelfde normen voor de rijvaardigheidsniveaus Initiator, Trainer B en Trainer A. De vereisten waaraan op de respectievelijke niveaus moet worden voldaan, zijn vastgelegd in eindtermen. Deze eindtermen zijn minimale doelen die op de verschillende niveaus moeten worden bereikt. Het zijn doelen i.v.m. de kennis, de vaardigheid en de sportieve, ecologische en deontologische houding van de ruiter. Als gevolg van deze overeenkomst doen alle inrichters van rijvaardigheidsproeven, onder bepaalde voorwaarden, beroep op een jury aangeduid door de denkcel Paardrijden. Deze jury oordeelt, via een examen, beslissend over het wel of niet slagen in de rijvaardigheidsproeven en dus over de toelating tot het volgen van de daaropvolgende didactische vorming.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-6-
21/12/2005
4. Hoe schrijf je in voor een examen?
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Algemeen Voeg steeds het bewijs van het voorgaande niveau bij het inschrijvingsformulier: - Voor Initiator: kopij B-brevet bijvoegen - Voor Trainer B: kopij rijvaardigheidsattest Initiator bijvoegen - Voor Trainer A: kopij rijvaardigheidsattest Trainer B in de betreffende discipline bijvoegen - Kopij identiteitskaart bijvoegen of meebrengen op de dag zelf Via VLP De inschrijving verloopt online ten laatste 5 dagen voor de desbetreffende afname. Bijkomend stort je onmiddellijk op rekeningnummer 441-0633381-22 van VLP, € 10/niveau met vermelding van plaats en datum van de afname van je keuze alsook met vermelding van de naam van de kandidaat waarvoor de inschrijving is bedoeld. Via LRV - Indien geen LRV lid, stuur je het bijgevoegd inschrijvingsformulier ten laatste 5 dagen voor de afname op naar LRV, Waversebaan 99, 3050 OudHeverlee. Bijkomend stort je op rekeningnummer 736-4036846-61 van LRV, € 10/niveau met vermelding van plaats en datum van de afname van je keuze alsook met vermelding van de naam van de kandidaat waarvoor de inschrijving is bedoeld of mail naar
[email protected] - Indien wel LRV lid, idem als geen lid, maar het examen is gratis. Er dient per rijvaardigheidsproef (€10/niveau) te worden betaald. Initiator springen en dressuur is één proef, Trainer B dressuur is één proef, Trainer A springen is één proef, enz. Bij annulatie door de deelnemer wordt geen inschrijvingsgeld terugbetaald. De federatie is verantwoordelijk voor het afhandelen van de financiële verplichtingen van de deelnemers (€ 10 per niveau). De sluitingsdag voor inschrijvingen is 5 dagen voor de examendag. De datum van betaling is het selectiecriterium bij teveel inschrijvingen Enkele dagen voor de desbetreffende afname ontvangt de inrichter van het examen van het secretariaat van de betrokken federatie de laatste informatie over de organisatie en het tijdsverloop van de proeven. Mensen die alsnog beslissen niet deel te nemen worden gevraagd om het betreffende secretariaat hiervan te verwittigen zodat de plaatselijke organisatie tot op het laatste ogenblik kan worden aangepast. Er is in geen geval terugbetaling van het inschrijvingsgeld. De actuele data van de examens rijvaardigheidsproeven zijn te vinden op http://www.lrv.be of http://www.vlp.be.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-7-
21/12/2005
5. Richtlijnen bij deelname Het klassieke ruiteruniform of wedstrijduniform is verplicht. De geldende FEInormen (in bijlage 1: samenvatting belangrijkste items FEI wedstrijdreglement) of desgevallend de opgegeven afwijkingen dienen gerespecteerd te worden (i.v.m. optoming en hulpmiddelen): algemene referentie:
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
-
-
springen: FEI-reglement dressuur: Nationaal reglement Initiator: zie dressuur niveau 1 nationaal/ L1 LRV Trainer B: zie dressuur niveau 3 nationaal/Z1 LRV Trainer A: zie dressuur niveau 4 nationaal/Z2 LRV eventing: Nationaal reglement Trainer B: FEI 1*A test Trainer A: FEI 3*A test
Een zelfde paard mag maximum 2 rijvaardigheidsproeven op 1 examendag afwerken. Vb. 2 x Initiator (zowel 2x dressuur als 2x springen) of 1 x Initiator en 1x Trainer B springen. Noot: initiator springen/dressuur worden als één proef aanzien. De manen van het paard vlechten is wenselijk. De deelnemer kan maximum 2 opeenvolgende rijvaardigheidsproeven afleggen per dag. Vb: - Initiator en Trainer B dressuur (indien geslaagd Initiator) - Trainer B springen en Trainer A springen (indien geslaagd Trainer B springen) Onmogelijk: - Trainer B springen en Trainer A dressuur (indien nog geen geslaagd examen van Trainer B dressuur) Onmogelijk: - Initiator en Trainer A springen Nota: - Om organisatorische redenen is het soms niet mogelijk om 2 verschillende niveaus te behalen op één en dezelfde dag.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-8-
21/12/2005
6. Hoe wordt de kalender voor de rijvaardigheidsproeven samengesteld?
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
De kalender wordt door de Vlaamse gesubsidieerde ruitersportfederaties samengesteld in de maand november voorafgaand aan het jaar van organisatie. Bij de federaties aangesloten clubs die dergelijke proeven in hun accommodaties wensen te organiseren, kunnen zich hiervoor aanmelden. Er wordt, door de inrichtende club, voor 1 november van het jaar voorafgaand aan de organisatiedatum een aanvraagformulier opgestuurd naar het secretariaat van de federaties (vb. voor een aanvraag examen in 2007 dient de club voor 1/11/2006 een aanvraag te richten). De VHS zal antwoorden of de aanvraag een positief gevolg heeft. De voorwaarden kan u verder (p. 9) in deze bundel terug vinden. De organiserende federatie zal later de jury aanduiden. Het examen: Een examendag bevat de volgende onderdelen: - De controle van de deelnamevoorwaarden; - Het overlopen van de dagorde; - Het praktijkexamen; - De evaluatie (met zo mogelijk de deliberatie en de proclamatie).
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
-9-
21/12/2005
7. Welke zijn de minimale voorwaarden om een examen voor rijvaardigheidsproeven toegewezen te krijgen?
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Gegevens omtrent de organisatieverplichtingen: - De organisator is bereid zijn accommodatie een halve of een volledige dag ter beschikking te stellen. Zijn keuze dient hij op voorhand duidelijk door te geven. - Er dienen minstens 15 deelnemers te zijn. - De organisator van een examen dient te beschikken over: a. Algemeen: - 1 secretaris; - minimum 1 paddockverantwoordelijke; - voldoende pistepersoneel voor opstellen en afbreken springparcours; - gewenst: veiligheidslepels, inspringpiste met 1 rechte en 1 oxer; - EHBO-kit; - lijst met telefoonnummers van dokter, dierenarts, hoefsmid; - een minimum aan catering. b. Voor wat de praktijk van de dressuur betreft: - Een afgebakende rijpiste van 20 x 40 m voor Initiator en 20 x 60m voor Trainer B en A. Deze rijpiste is in behoorlijke staat (= goed te berijden in alle omstandigheden) en is omgeven door de klassieke lettertekens. - De nodige zitplaats(en) voor de dressuurjury buiten de hierboven vermelde ruimte. c. Voor wat de praktijk van het springen betreft: - Een springparcours met nummering volgens de overeenkomende eindtermen (inspringen in de examenpiste is mogelijk). Een afgebakende rijpiste van min 20 x 40 m voor Initiator, 20 x 60m voor Trainer B en A. Een grotere rijpiste kan uiteraard. De rijpiste is in behoorlijke staat (= goed te berijden in alle omstandigheden). d. De organisator ontvangt de juryleden op een correcte wijze d.w.z. een minimum aan drank wordt door de organisator aangeboden. Een eventuele maaltijd dient het jurylid zelf te bekostigen, tenzij dit door de organisator wordt aangeboden. Eventuele klachten over de jury kunnen schriftelijk worden gericht naar het secretariaat van de organiserende federatie.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 10
21/12/2005
8. Hoe gebeurt de praktische afwerking? De juryleden worden de effectieve uren betaald met een maximum van 6 uur. Voor een zaterdagprestatie wordt een surplus gegeven van € 1,35/u met eveneens een maximum van 6u. De vergoeding is volgens de verloningstabel van de VTS kolom VI en de kmvergoeding bedraagt € 0,2841/km. De examinator bezorgt aan het secretariaat van de betrokken federatie de verzamelstaat, de protocols en het evaluatieformulier.
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Het secretariaat van de federatie werkt het examen af, stuurt aan de geslaagden of vrijgestelden van een onderdeel de nodige attesten en maakt een kopie van de uitslagen over aan het VTS-secretariaat.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 11
21/12/2005
9. De deliberatie en proclamatie Enkel de jury oordeelt over het wel of niet slagen van de kandidaten. Het resultaat wordt ingevuld op de verzamelstaat en door de juryleden ondertekend als bevestiging. Wie op alle onderdelen minstens 50% behaalt, slaagt (behalve voor Trainer A dressuur waar 55% is vereist). Het jurylid deelt de resultaten (geslaagd, niet-geslaagd) mee aan de deelnemers. Alle deelnemers krijgen een protocol met bemerkingen. De deelnemers kunnen meer uitleg vragen aan de desbetreffende juryleden.
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Voor de rijvaardigheidsproef Initiator kunnen er voor niet-geslaagden vrijstellingen gegeven worden indien zij voor een onderdeel 50% behalen. Bij een volgende deelname worden alleen vrijstellingen verleend indien het voorheen afgeleverde attest kan worden voorgelegd. Zoniet dient het volledige examen opnieuw te worden afgelegd.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 12
21/12/2005
10. Vrijstellingen
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
B-brevet: Het B-brevet geldt als minimale instapvoorwaarde. Er kan door de betrokken federatie (dit met voorwaarde van deelname aan cursus initiator) aan een deelnemer vrijstelling van het voorleggen van het Bbrevet worden verleend. Dit houdt in dat de deelnemer zonder het voorleggen van het B-brevet aan de rijvaardigheidsproef van initiator mag deelnemen. (De deelnemer krijgt het B-brevet dus niet!!!) Hiervoor zijn volgende richtlijnen uitgewerkt: ‘De betrokken deelnemer dient minimum 1 meter niveau jumpingwedstrijden gereden te hebben (min. 5 officiële wedstrijden VLP of LRV met goed gevolg) en de betrokken deelnemer dient op minimum niveau 1/L1 dressuur gereden te hebben (min. 5 officiële wedstrijden VLP of LRV) met goed gevolg of ‘De betrokken deelnemer dient op minimum niveau B eventing gereden te hebben (min. 2 officiële wedstrijden VLP of LRV) met goed gevolg’. De aanvraag voor de vrijstelling van het B-brevet dient schriftelijk met resultaten ingediend te worden bij de inrichtende federatie. De commissie brevettenwerking van de VHS zal deze aanvraag behandelen. Vrijstelling voor een onderdeel van de rijvaardigheidsproef: Vrijstelling voor een bepaald onderdeel van de rijvaardigheidsproeven dient schriftelijk gericht te worden aan het VTS-secretariaat (Bloso-VTS, Arenbergstraat 5 te 1000 Brussel). Afhankelijk van de voorgelegde prestaties zal de VTS-denkcel Paardrijden beslissen of een vrijstelling kan toegekend worden. Algemene richtlijn: minimum op voldoende wijze een niveau hoger gereden hebben dan het niveau waarvoor men de vrijstelling aanvraagt. Vrijstellingen zijn vooral gebaseerd op de demonstratieve kwaliteiten van de aanvrager.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 13
21/12/2005
11. Nuttige adressen
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Secretariaten VHS Waversebaan 99 Rekeningnummer:
3050 Oud-Heverlee 734-3772979-76
LRV Waversebaan 99 Rekeningnummer: Tel.: Fax.: E-mail :
3050 Oud-Heverlee 736-4036846-61 016/47 99 60 016/47 99 85
[email protected]
VLP Klossestraat 64 Rekeningnummer: Tel.: Fax: E-mail:
9052 Zwijnaarde 441-0633381-22 09/245 70 11 09/245 70 12
[email protected]
VTS Arenbergstraat 5 Tel.: Fax.: E-mail:
1000 Brussel 02/209.47.21 02/209.47.15
[email protected]
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 14
21/12/2005
12. Voorbeeld timing rijvaardigheidsproeven
Noot: altijd eerst dressuurproef vóór de springproef
Timing Rijvaardigheid te ………………………………… binnenpiste 20m/60m (afgebakend 20m/40m)
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
INITIATOR DRESSUUR 1
13:00
2
13:08
3
13:16
4
13:24
5
13:32
6
13:40
PAUZE 13:50 tot 13:55 (ombouw van piste 20m/40m naar piste 20m/60m) TRAINER B DRESSUUR 1
binnenpiste 20m/60m
13:55
PARCOURSZETTING + PARCOURSVERKENNING INITIATOR 14h10-14h25 INITIATOR SPRINGEN 1
14:25
2
14:28
3
14:31
4
14:34
5
14:37
6
14:40
7
14:43
8
14:46
grote buitenpiste
PARCOURSZETTING + PARCOURSVERKENNING TRAINER B 14h50-15h05 TRAINER B SPRINGEN 1
15:05
2
15:08
BEKENDMAKING RESULTATEN De timing kan op de dag zelf lichtjes aangepast worden door omstandigheden. V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 15
21/12/2005
13. Toelatingsvoorwaarden en eindtermen voor rijvaardigheidsproeven Rijvaardigheid Initiator. Toelatingsvoorwaarde: ruiterbrevet B behaald hebben of geassimileerd zijn met ruiterbrevet B. Eindtermen: 2 praktische proeven
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
De kandidaat behaalt minstens 50% bij de uitvoering van opgelegde dressuurproef De kandidaat springt in een behoorlijke stijl het springparcours. De hoogte van de sprongen bedraagt minimaal 90 cm en maximaal 1 m; de breedte bedraagt minimaal 1. m en maximaal 1.10 m. Quotering op 100 punten. De ruiter behaalt minstens 50% op elk onderdeel. Rijvaardigheid Trainer B Dressuur. Toelatingsvoorwaarde: rijvaardigheid Initiator behaald hebben Eindtermen: De kandidaat behaalt minstens 50% bij de uitvoering van opgelegde dressuurproef. Quotering: aan de hand van het dressuurprotocol. De ruiter behaalt minstens 50%. Rijvaardigheid Trainer B springen. Toelatingsvoorwaarde: rijvaardigheid Initiator behaald hebben Eindtermen: De kandidaat behaalt minstens 50% bij een springproef die bestaat uit: Een parcours met een tiental sprongen waaronder een uitnodigende eerste sprong, enkele steil- en hoogte-breedtesprongen, een cube, een triple, en minstens twee dubbelsprongen. De hoogte van de sprongen bedraagt minimum 1.15 m en maximum 1.20 m, de breedte minimum 1.20 m, maximum 1.30 m. De jury let vooral op een voorwaarts gereden galop in een constant tempo, op de springstijl van de ruiter, op het aanrijden van de hindernis en het opvangen en doorrijden na de sprong. Quotering op 100 punten. De ruiter behaalt minstens 50%.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 16
21/12/2005
Rijvaardigheid Trainer B eventing. Toelatingsvoorwaarde: rijvaardigheid Initiator behaald hebben Eindtermen: 3 praktische proeven
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
De kandidaat behaalt minstens 50% bij een uitvoering van de opgelegde dressuurproef. Een stijlparcours springen van minimum 1.05 m, maximum 1.10 m met een breedte van minimum 1.10 m, maximum 1.20 m. Het parcours bevat een tiental sprongen waaronder een uitnodigende eerste sprong, enkele steil- en hoogte-breedtesprongen, een cube, een triple, en een dubbelsprong. De jury let vooral op de springstijl, op het aanrijden van een hindernis en het opvangen en doorrijden na de sprong. De kandidaat legt een palmares voor inzake eventing op het niveau CIC* of CCI*of L/M. Een vrijstelling moet op voorhand individueel aangevraagd worden aan de Vlaamse Trainersschool (denkcel paardrijden). Quotering: aan de hand van het dressuur- en springprotocol. Quotering op 100 punten. De ruiter behaalt minstens 50% op elk onderdeel. Rijvaardigheid Trainer A dressuur. Toelatingsvoorwaarde: rijvaardigheid Trainer B dressuur behaald hebben Eindtermen: De kandidaat behaalt minstens 50% bij de beoordeling van het inrijden van een paard als voorbereiding op een M-dressuurproef (Z2 LRV). De jury kan hierbij afzonderlijke opdrachten geven. Hierbij wordt bijzonder gelet op: - houding en zit van de ruiter - het inwerken van de ruiter - de progressieve en systematische opbouw bij het inrijden - het resultaat van het inrijden (nageeflijkheid, engagement van de achterhand, zuiverheid van uitvoering, enz.) Het inrijden wordt gebruikt als deliberatiecriterium in de 2 richtingen. De kandidaat behaalt minstens 55% bij de uitvoering van de opgelegde dressuurproef. Quotering op 100 punten. De ruiter behaalt minstens 55%.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 17
21/12/2005
Rijvaardigheid Trainer A springen. Toelatingsvoorwaarde: rijvaardigheid Trainer B springen behaald hebben
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Eindtermen: De kandidaat behaalt minstens 50% bij een springproef die bestaat uit: Een paard inrijden voor het springen van een parcours van maximum 1.30 m. Hierbij zal de jury vooral letten op de manier van opwarmen (ontspanning in voorwaarts-neerwaarts, soepelheid in wendingen en buiging), nageeflijkheid en impuls, engageren van de achterhand in overgangen, zit en inwerking van de ruiter, inrijden alvorens te springen en de opbouw bij het springen. Het inrijden wordt gebruikt als deliberatiecriterium in de 2 richtingen. Het parcours bevat een tiental sprongen waaronder een uitnodigende eerste sprong, steil- en hoogte-breedtesprongen, een cube, een triple, en minstens één dubbel- en één driesprong. De hoogte van de sprongen bedraagt minimum 1.25 m, maximum 1.30 m, de breedte minimum 1.30 m, maximum 1.40 m. De jury let vooral op een voorwaarts gereden galop in een constant tempo, op de springstijl van de kandidaat, op het aanrijden van de hindernis en het opvangen en doorrijden na de sprong, op de bereikte verzameling bij het aanrijden. Quotering op 100 punten. De ruiter behaalt minstens 50%. Rijvaardigheid Trainer A eventing Toelatingsvoorwaarde: rijvaardigheid Trainer B eventing behaald hebben Eindtermen: 3 praktische proeven Dressuur: De kandidaat behaalt minstens 50% bij de beoordeling van het inrijden van een paard als voorbereiding op een dressuurproef. De jury kan hierbij afzonderlijke opdrachten geven. Hierbij wordt bijzonder gelet op: - houding en zit van de ruiter - het inwerken van de ruiter - de progressieve en systematische opbouw bij het inrijden - het resultaat van het inrijden (nageeflijkheid, engagement van de achterhand, zuiverheid van uitvoering, enz.) Het inrijden wordt gebruikt als deliberatiecriterium in de 2 richtingen. De kandidaat behaalt minstens 50% bij de uitvoering van de opgelegde dressuurproef.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 18
21/12/2005
Springen: Een paard inrijden voor het springen van een parcours van maximum 1.20 m. Hierbij zal de jury vooral letten op de manier van opwarmen (ontspanning in voorwaarts-neerwaarts, soepelheid in wendingen en buiging), nageeflijkheid en impuls, engageren van de achterhand in overgangen, zit en inwerking van de ruiter, inrijden alvorens te springen en de opbouw bij het springen. Het inrijden wordt gebruikt als deliberatiecriterium in de 2 richtingen.
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
De kandidaat behaalt minstens 50% bij een springproef die bestaat uit:. een tiental sprongen waaronder een uitnodigende eerste sprong, steil- en hoogte-breedtesprongen, een cube, een triple, en minstens één dubbelsprong en driesprong. De hoogte van de sprongen bedraagt minimum 1.15 m maximum 1.20 m, de breedte minimum 1.20m, maximum 1.30 m. De jury let vooral op een voorwaarts gereden galop in een constant tempo, op de springstijl van de ruiter, op het aanrijden van de hindernis en het opvangen en doorrijden na de sprong. Terreinrijden: De kandidaat legt een palmares voor inzake eventing waarbij hij/zij, met zeer goed gevolg, minstens op het niveau CIC**, CCI**, Z of ZZ heeft gereden.
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 19
21/12/2005
14. Protocols
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Rijvaardigheid Dressuur Initiator (bijlage 1) Rijvaardigheid Dressuur Trainer B (bijlage 2) Rijvaardigheid Dressuur Trainer B eventing (bijlage 3) Rijvaardigheid Dressuur Trainer A (bijlage 4) Rijvaardigheid Dressuur Trainer A eventing (bijlage 5) Evaluatie-protocol Initiator en Trainer B springen (bijlage 6) Evaluatie-protocol Trainer A springen (bijlage 7) Evaluatie-protocol Trainer B eventing springen (bijlage 8) Evaluatie-protocol Trainer A eventing springen (bijlage 9)
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
- 20
21/12/2005
Rijvaardigheidsproef Initiator Datum:
Plaats:
Naam: ptn optel /10 kolom 1.
A
Binnenkomen in arbeidsdraf.
X
Halthouden. Onbeweeglijk stilstaan
opmerkingen
Vlaamse Hippische Sportbond
En groeten. Verder in arbeidsdraf. C
Op de rechterhand
2.
B
Van hand veranderen door een S.
3.
A
Cirkel van 10 meter diameter.
4.
F-X-H
5. 6.
H
Arbeidsdraf.
C
Cirkel van 10 meter diameter
tuss.C-M Aanspringen in rechter arbeidsgalop. B
7.
K-X-M X
8.
9.
Van hand veranderen in middendraf.
Cirkel van 20 meter diameter. Van hand veranderen in arbeidsgalop. Arbeidsdraf.
tuss.C-H Aanspringen in linker arbeidsgalop. E
Cirkel van 20 meter diameter.
K
Arbeidsdraf.
A
Middenstap.
F-X-H
Van hand veranderen, het paard de hals laten strekken.
10.
H
Teugels op maat, middenstap.
C
Halthouden, 4 seconden onbeweeglijk Stilstaan. Verder in middenstap.
11.
M
Arbeidsdraf.
B
Afwenden.
X
Afwenden naar rechts.
G
Halthouden. Onbeweeglijk stilstaan en groeten. De ring verlaten in stap Met vrije teugels Algemene beoordeling 1. Gangen en regelmaat. 2. Impuls. 3. Gehoorzaamheid, ongedwongenheid, Lichtheid. 4. Houding, zit van de ruiter. Gebruik van de hulpen. Totaal van de punten
Jury ________________________________________Handtekening jury
/150 punten
Rijvaardigheidsproef Trainer B dressuur Datum: Naam:
Plaats:
doorzitten
1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
Vlaamse Hippische Sportbond
8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
20m / 60m
ptn /10
optel kolom
Binnenkomen in verzamelde draf. Halthouden en groeten. Voorwaarts in verzamelde draf. C Rechterhand. M-B Schouderbinnenwaarts. B-K Van hand veranderen in middendraf. K Verzamelde draf. F-B Travers. B Volte 10 meter. B-G Appuyeren. C Linkerhand. H-E Schouderbinnenwaarts. E-F Van hand veranderen in middendraf. F Verzamelde draf. K-E Travers. E Volte 10 meter. E-G Appuyeren C Rechterhand. M-X-K Van hand veranderen in uitgestrekte draf K Verzamelde draf. A Halthouden, 4 passen achterwaarts. Voorwaarts in middenstap. F-E-S van hand veranderen in uitgestrekte stap voor S Verzamelde stap. S Afwenden. tss I en R Keertwending om de achterhand naar links tss I en S Keertwending om de achterhand naar rechts S-I-R-I-S-I Verzamelde stap. I Verzamelde galop links. R Linkerhand. S Door een S van hand veranderen. I Enkelvoudige galopwisseling. P Door een S van hand veranderen. L Enkelvoudige galopwisseling. F-M Middengalop. M Verzamelde galop. C Afwenden. G-B-F-A Contragalop. A Enkelvoudige galopwisseling. K-H Uitgestrekte galop. H Verzamelde galop. C Afwenden. G-E-K-A Contragalop. A Enkelvoudige galopwisseling. B-E Halve grote volte. E Halve volte halve baan. G Halthouden en groeten. A In stap de rijbaan verlaten. Gangen en regelmaat. Impuls. Gehoorzaamheid, ongedwongenheid, Lichtheid. Houding, zit, gebruik van de hulpen. Totaal van de punten
opmerkingen
A-X X
Jury :________________________________________Handtekening jury:
/300 punten
Rijvaardigheidsproef Trainer B Eventing dressuur Datum: Naam:
Plaats: ptn /10
1. 2.
A C CS S SE
3.
E
4.
5.
B BP P PFA AK
Vlaamse Hippische Sportbond
KXM
6.
MC C
7.
C
8.
CS SP PF
9. 10. 11. 12. 13. 14.
15. 16. 17.
18. 19. 20. 21.
F A V VES Vóór H VK K A AFP P PBR Vóór M PF F A X
optel kolom
Binnenkomen in arbeidsdraf. Op de linkerhand. Arbeidsdraf. Cirkel links 10m. Arbeidsdraf. Links afwenden; overgang naar stap tijdens 3-5 passen over X; dan arbeidsdraf. Op de rechterhand. Arbeidsdraf. Cirkel rechts 10m. Arbeidsdraf. Arbeidsdraf. Van hand veranderen middendraf (doorzitten of lichtrijden). Arbeidsdraf. Halthouden, onbeweeglijk stilstaan en 4-5 passen achterwaarts, dan voorwaarts in middenstap zonder halt. Middenstap. Van hand veranderen, vrije stap, lange teugels. Middenstap. De middenstap C-S en P-F. Arbeidsdraf. Arbeidsgalop rechts. Cirkel rechts 20m. in middengalop. Arbeidsgalop. Halve cirkel rechts 15m dan terug op de hoefslag vóór V. Arbeidsgalop rechts (contragalop). Arbeidsdraf. Arbeidsgalop links. Arbeidsgalop. Cirkel 20m links in middengalop. Arbeidsgalop. Halve cirkel links 15m, dan terug op hoefslag vóór P. Arbeidsgalop links (contragalop). Arbeidsdraf. Afwenden op de middellijn in arbeidsdraf. Halthouden, onbeweeglijk stilstaan, groeten. De ring verlaten in A. Algemeen Gangen. Impuls. Gehoorzaamheid. Ruiter. Totaal van de punten
Jury :________________________________________Handtekening jury: Af te trekken: fouten in het parcours of uitvoering: 1ste = 2 ptn; 2de = 4 ptn; 3de = uitsluiting. Nota 1: Alle drafwerk wordt doorzittend gereden behalve wanneer “lichtrijden” in de tekst wordt gevraagd. Nota 2: Het dragen van sporen is optioneel. Te rijden met enkele trens.
opmerkingen
/210 punten
RIJVAARDIGHEIDSPROEF TRAINER A DRESSUUR Datum:______________________________________ Naam: ______________________________________ doorzitten
1.
2. 3. 4. 5.
Vlaamse Hippische Sportbond
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Tot 23
24. 25. 26.
27.
20m / 60m
Plaats:_________________________________ ptn /10
optel kolom
Binnenkomen in verzamelde draf Halthouden – groeten – voorwaarts in Verzamelde draf C Rechterhand M-B Schouderbinnenwaarts B Volte (8m) B-F Travers A Afwenden D-B Appuyeren naar rechts B-M Middendraf M Verzamelde draf H-E schouderbinnenwaarts E Volte (8m) E-K Travers A Afwenden D-E Appuyeren naar links E-H Middendraf H Verzamelde draf C Halthouden – 5 passen achterwaarts – halthouden C middenstap M-R-X-V Uitgestrekte stap X2 V Verzamelde stap K afwenden tuss D&F Keertwending links tuss D&K Keertwending rechts D Verzamelde galop links F linkerhand P-M Middengalop M Verzamelde galop C-A Slangenvolte 4 bogen 20. 1ste wissel met vliegende galopwissel 21. 2de wissel op de middellijn 22. 3de wissel Rechts eindigen 23. verzamelde galop K-X-M Van hand veranderen in uitgestrekte galop M Verzamelde galop en vliegende galopwissel C Verzamelde draf H-X-F Van hand veranderen in uitgestrekte draf F Verzamelde draf A Afwenden G Halthouden – groeten In middenstap met lange teugels de rijbaan verlaten Gangen en regelmaat. X2 Impuls. X2 Gehoorzaamheid, ongedwongenheid, Lichtheid. X2 Houding, zit, gebruik van de hulpen. X2 Totaal van de punten
opmerkingen
A-X X
Jury :________________________________________Handtekening jury:
/360 punten
RIJVAARDIGHEIDSPROEF TRAINER A EVENTING DRESSUUR Datum: Naam:
Plaats: ptn /10
Vlaamse Hippische Sportbond
1.
optel kolom
Binnenkomen in verzamelde galop. Halthouden, groeten. Voorwaarts in verzamelde I draf. C Op de linkerhand. 2. Van hand veranderen in middendraf (lichtrijden of HSXPF doorzitten). FAK Verzamelde draf. KE Schouder binnenwaarts rechts. 3. E Cirkel rechts 10m. EG Appuyeren rechts. 4. C Op de rechterhand. 5. MXK Van hand veranderen in uitgestrekte draf. KA Verzamelde draf. A Halthouden, onbeweeglijk stilstaan. 6. 5 passen achterwaarts, dan voorwaarts in A 7. verzamelde draf zonder stilstaan. FB Schouder binnenwaarts links. 8. B Cirkel links 10m. BG Appuyeren links. 9. C Op de linkerhand. 10. HS Middenstap. SR Uitgestrekte stap, halve cirkel 20m. 11. RMC Middenstap. C Verzamelde galop links. 12. CE Verzamelde galop. E Halve cirkel links 10m, terug op de hoefslag vóór H 13. 14. HCMR Contragalop. Halve cirkel 20m met vliegende galopwissel over RS 15. de middellijn. SHCM Verzamelde galop. 16. MF Uitgestrekte galop. FA Verzamelde galop. 17. AKE Verzamelde galop. Halve cirkel rechts 10m terug naar de hoefslag E vóór K. 18. KAFP Contragalop. Halve cirkel 20m met vliegende galopwissel over PV 19. de middellijn. VKA Verzamelde galop. A Afwenden op de middellijn in verzamelde galop. 20. X Halthouden, onbeweeglijk stilstaan, groeten. De ring verlaten bij A. Algemeen Gangen. 21. Impuls. 22. Gehoorzaamheid. 23. Ruiter. 24. Totaal van de punten
opmerkingen
A
Jury :________________________________________Handtekening jury: Af te trekken: fouten in het parcours of uitvoering: 1ste = 2 ptn; 2de = 4 ptn; 3de = uitsluiting. Nota 1: Alle drafwerk wordt doorzittend gereden behalve wanneer “lichtrijden” in de tekst wordt gevraagd. Nota 2: Het dragen van sporen is verplicht. Te rijden met enkele trens of stang en trens.
/240 punten
Datum: Plaats: Naam en voornaam:
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Rijvaardigheid Initiator Springen
RUBRIEK
COMMENTAAR
1. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de rit 2. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de sprong
/ 20 Onrustige romp, geen stille benen, steun op teugels, voortdurend storende houding / 40 Hoofd niet voorwaarts, ligging onderbenen, onvoldoende halsvrijheid, 1, 2 of 3x storen i/d rug/mond, voortdurend storen in rug/mond
3. Galoptempo in het parcours
/ 20 1x uit galop, meerdere keren uit galop, noodsprong, kruisgalop, aanhoudend verkeerde galop, te snel aanrijden, hangende (voor)benen, altijd weggedrukte rug, correct aanrijden v/d sprong, uitrijden v/d geschikte lijn
4. Combinatie: - gehoorzaamheid - lichtheid
TOTAAL
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
/ 20 Onrustig, zweepgebruik, niet goed door de wendingen, uitbreken, weigeren, kappende benen
/ 100
Bijlage 8
Datum: Plaats: Naam & Voornaam:
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Rijvaardigheid Trainer B Springen
RUBRIEK
COMMENTAAR
1. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de rit 2. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de sprong
/ 20 Onrustige romp, geen stille benen, steun op teugels, voortdurend storende houding / 40 Hoofd niet voorwaarts, ligging onderbenen, onvoldoende halsvrijheid, 1, 2 of 3x storen i/d rug/mond, voortdurend storen in rug/mond
3. Galoptempo in het parcours
/ 20 1x uit galop, meerdere keren uit galop, noodsprong, kruisgalop, aanhoudend verkeerde galop, te snel aanrijden, hangende (voor)benen, altijd weggedrukte rug, correct aanrijden v/d sprong, uitrijden v/d geschikte lijn
4. Combinatie: - gehoorzaamheid - lichtheid
TOTAAL
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
/ 20 Onrustig, zweepgebruik, niet goed door de wendingen, uitbreken, weigeren, kappende benen
/ 100
Bijlage 8
Datum: Plaats: Naam & Voornaam:
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Rijvaardigheid Trainer A Springen
RUBRIEK
COMMENTAAR
1. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de rit 2. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de sprong
/ 20 Onrustige romp, geen stille benen, steun op teugels, voortdurend storende houding / 40 Hoofd niet voorwaarts, ligging onderbenen, onvoldoende halsvrijheid, 1, 2 of 3x storen i/d rug/mond, voortdurend storen in rug/mond
3. Galoptempo in het parcours
/ 20 1x uit galop, meerdere keren uit galop, noodsprong, kruisgalop, aanhoudend verkeerde galop, te snel aanrijden, hangende (voor)benen, altijd weggedrukte rug, correct aanrijden v/d sprong, uitrijden v/d geschikte lijn
4. Combinatie: - gehoorzaamheid - lichtheid 5. Het voorwaarts gereden zijn met veel engagement van de achter-hand
TOTAAL
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
/ 20 Onrustig, zweepgebruik, niet goed door de wendingen, uitbreken, weigeren, kappende benen / 30 Het correct opvangen van de voorwaartse drang met Een goede ruiterhand. Gepast drijven door de ruiter
/ 100
Bijlage 9
Datum: Plaats: Naam & Voornaam:
VLAAMSE HIPPISCHE SPORTBOND
Rijvaardigheid Trainer B Eventing Springen
RUBRIEK
COMMENTAAR
1. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de rit 2. Houding en evenwicht van de ruiter tijdens de sprong
/ 20 Onrustige romp, geen stille benen, steun op teugels, voortdurend storende houding / 40 Hoofd niet voorwaarts, ligging onderbenen, onvoldoende halsvrijheid, 1, 2 of 3x storen i/d rug/mond, voortdurend storen in rug/mond
3. Galoptempo in het parcours
/ 20 1x uit galop, meerdere keren uit galop, noodsprong, kruisgalop, aanhoudend verkeerde galop, te snel aanrijden, hangende (voor)benen, altijd weggedrukte rug, correct aanrijden v/d sprong, uitrijden v/d geschikte lijn
4. Combinatie: - gehoorzaamheid - lichtheid
TOTAAL
V.H.S. Bundel rijvaardigheidsproef
/ 20 Onrustig, zweepgebruik, niet goed door de wendingen, uitbreken, weigeren, kappende benen
/ 100
Bijlage 8
Trainer A Eventing Springen
Aandachtspunten inrijden De manier van opwarming
Punten / opmerkingen inrijden Ontspanning in voorwaarts-neerwaarts, soepelheid in wendingen en buiging
Nageeflijkheid en impuls Engageren van de achterhand in overgangen Zit en inwerking van de ruiter Inrijden alvorens te springen Opbouw bij het springen
Aandachtspunten springproef Voorwaarts gereden galop in een constant tempo Springstijl van de ruiter Het aanrijden van de hindernis Het opvangen Het doorrijden na de sprong
Punten / opmerkingen springproef