Onderzoeksrapport ASBEST, ENERGIE EN ZONNEPANELEN OP HIPPISCHE BEDRIJVEN
Dana ten Bokkel Huinink In opdracht van: LTO Noord vakgroep paardenhouderij Onder begeleiding van: Annet Schrijver & Wim Blokland
P a g i n a |2
Onderzoeksrapport ASBEST ENERGIE EN ZONNEPANELEN OP HIPPISCHE BEDRIJVEN
Opdrachtgever: LTO Noord vakgroep paardenhouderij A.Schrijver & Wim Blokland
[email protected] [email protected] Onderzoeker/auteur: Dana ten Bokkel Huinink
[email protected]
2012 ZWOLLE
Pagina 2 van 41
P a g i n a |3
VOORWOORD Dit onderzoeksrapport is geschreven naar aanleiding van het uitvoeren van een onderzoek over asbest, energie en zonnepanelen op hippische bedrijven. Het onderzoek onder hippische ondernemers is gedaan in het kader van mijn afstudeerstage in opdracht van LTO Noord vakgroep paardenhouderij, onder leiding van A. Schrijver en W. Blokland Het doel is het opstellen van een onderzoeksrapport en een adviesrapport voor hippische ondernemers. Voor de mogelijkheid tot het doen van dit onderzoek en voor het tot stand brengen ervan wil ik de medewerkers van LTO Noord bedanken die mij van informatie en kennis hebben voorzien, in het bijzonder Annet Schrijver die mij als stage begeleidster veel heeft geholpen en inzichten heeft gegeven. Tevens wil ik mijn afstudeerdocente Marja Teekens bedanken voor de persoonlijke begeleiding en coaching.
Dana ten Bokkel Huinink, December 2012, Dronten.
Pagina 3 van 41
P a g i n a |4
INHOUDSOPGAVE
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding Asbestproblematiek Energie en zonnepanelen Opdracht Leeswijzer
5 5 5 6 7 7
2. 2.1 2.2 2.3
Methode Te raadplegen bronnen Materiaal en method Steekproef en respondenten
8 8 8 9
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Asbest, ernergie en zonnepanelen in de hippische sector De hippische sector in Nederland Bedrijfsactiviteiten binnen de hippische sector Asbestgebruik binnen de hippische sector Elektriciteitsverbruik per bedrijfstype Zonnepanelen binnen de hippische sector
10 10 11 11 12 14
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
Investeren in zonnepanelen Salderen Financiering investering Terugverdientijd per bedrijfsactiviteit Het verlagen van de terugverdientijd
15 15 16 16 17
5.
Limitaties/discussie
19
6.
Conclusie
20
Bijlage 1. Geraadpleegde bronnen Bijlage 2. Vragenlijst asbest, energie en zonnepanelen Bijlage 3. Onderzoeksresultaten
21 23 30
Pagina 4 van 41
P a g i n a |5
1
INLEIDING 1.1 Aanleiding
De Provinciale Staten hebben op 18 juni 2009 een motie aangenomen waarin aan de Gedeputeerde Staten wordt opgedragen om het plaatsen van zonnecollectoren op bedrijfsgebouwen te stimuleren en te onderzoeken of hierbij een aantrekkelijke combinatie gemaakt kan worden met het saneren van 1 asbestdaken. Driekwart van de geschatte 130 miljoen vierkante meter asbesthoudende daken en gevelpanelen in Nederland liggen op boerderijen en andere agrarische bedrijfsgebouwen. Binnen de Rijksoverheid is het voornemen ontstaan om in 2024 alle asbesthoudende daken op te laten ruimen. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (Joop Atsma) wil agrariërs landelijk stimuleren om asbestdaken te saneren en in plaats daarvan een nieuwe, duurzame inkomstenbron te plaatsen: 2 zonnepanelen. Er is een budget beschikbaar gesteld van 20 miljoen euro om asbestdaken op agrarische bedrijven te verwijderen, onder de voorwaarde dat er op deze daken zonnepanelen worden 3 geplaatst. Verschillende provinciale projecten zijn uitgevoerd om onder agrarische ondernemers te inventariseren welke randvoorwaarden er zijn om de investering in zonnepanelen zo rendabel mogelijk te maken. Hippische bedrijven zijn binnen deze projecten vrijwel geheel buiten beschouwing gelaten. Dit is de reden dat er zeer weinig tot geen sectorspecifieke informatie voor hippische ondernemers beschikbaar is over dit onderwerp. Omdat Atsma agrariërs die bij het vervangen van de asbestplaten meteen investeren in zonnepanelen wil belonen met een subsidie, is het wenselijk dat ook hippische ondernemers van informatie kunnen worden voorzien. Als deze ondernemers investeren in zonnepanelen kan de sector bijdragen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen alsook aan de milieudoelstellingen. De doelgroep van het onderzoek zijn hippische ondernemers in Nederland. Onder hippische ondernemers worden eigenaren van ondernemingen verstaan die zich binnen de paardenhouderij ten doel stellen een inkomen te verschaffen door de combinatie arbeid, kapitaal, kennis en ondernemerschap in te zetten (en daarmee tevens de continuïteit van een bedrijf te waarborgen). Onder het begrip paardenhouderij vallen diverse typen bedrijven zoals maneges en paardenpensions maar ook paardenmelkerijen en spermawinstations. Tijdens het onderzoek zijn enkel hippische ondernemers benaderd met een minimaal van 6 paarden op het bedrijf.
1.2 Asbestproblematiek In Nederland is er sprake van asbestproblematiek op verschillende fronten. Asbest werd in het verleden veelvuldig gebruikt, voornamelijk vanwege zijn hitte werende eigenschappen, slijtvastheid en 4 lage prijs. Al voor de Tweede Wereldoorlog was bekend dat blootstelling aan asbestvezels 5 levensgevaarlijk is. Toch duurde het tot 1993 voordat het gebruik van asbest in Nederland wettelijk 6 verboden werd op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
1
R.B. Oosting, G.J. ten Napel (2012): Afronding motie asbest, bezocht op 26-09-2012 via flevoland.nl/vergaderstukken (2012) Atsma stimuleert sanering asbestdaken met subsidie, bezocht op 26-12-2012 via rijksoverheid.nl 3 Rijksoverheid (september 2012): Atsma stimuleert sanering asbestdaken met subsidie, bezocht op 17-10-2012 via rijksoverheid.nl 4 Burdorf A, Maas J, Siegert H, Wielaard P. (2009 januari): Dossier asbest en gezondheid: Blootstelling, asbestziekten en risico evaluatie, TU Delft bezocht op 16-10-2012 via arbokennisnet.nl 5 Ruers R.F, Schouten N. (juli 2005): Het asbestdrama: eternit en de gevolgen van 100 jaar asbestcement, Wetenschappelijk bureau SP bezocht op 16-10-2012 via sp.nl 6 Arboportaal. Asbest een levensgevaarlijke stof, Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid bezocht op 17-10-2012 via arboportaal.nl 2
Pagina 5 van 41
P a g i n a |6
De risico’s ontstaan tegenwoordig vooral tijdens onderhoud, renovatie en de sloop van installaties en 7 gebouwen. Zolang de asbestvezels hechtvast zijn is er geen onmiddellijk gevaar. Toch zullen de 8 vezels in de loop van de tijd in de lucht terechtkomen door verwering en bewerking. Het gevaar van asbest zal in de toekomst toenemen door ouderdom en verwering van asbesthoudende dakbekleding. 9 Ook brand en andere calamiteiten vormen een gevaar voor het vrijkomen van asbestvezels. 80% van de gebruikte asbest is naar schatting gebruikt in gebouwen, voornamelijk in de vorm van asbest cement platen. Voornamelijk op agrarische bedrijven is het schadelijke materiaal veelvuldig te vinden. Tussen de 70 en 80% van de desbetreffende bedrijven heeft asbest in de vorm van 10 isolatiemateriaal of dakbedekking. Dit zijn zeer verontrustende cijfers aangezien men door inademing van asbestvezels risico loopt op het krijgen van verschillende ernstige aandoeningen zoals; asbestose, longkanker en mesothelioom. Naar schatting overlijden er in Nederland jaarlijks 700 11 mensen als gevolg van asbestziekten. Met het verzamelbegrip agrarische bedrijven worden ook de paardenhouderijen in Nederland bedoeld. Hoeveel procent van de hippische bedrijven echter asbest bevatten is niet duidelijk. Dit zal onderzocht worden tijdens dit onderzoek om de omvang van het probleem binnen deze sector te kunnen definiëren.
1.3 Energie en zonnepanelen In het TNO-rapport Bouw en Ondergrond komt naar voren dat er in 2040 een grote schaarste van grondstoffen zal zijn ontstaan, waardoor er anders met energie omgegaan zal worden. Enerzijds zal er veel aandacht zijn voor energiebesparing, anderzijds zal er veel gebruik gemaakt worden van duurzame energiebronnen. Er zal veelal sprake zijn van decentrale energievoorziening waarmee nu al een begin is gemaakt door de inzet van windmolens, zonnepanelen, vergistingsinstallaties en kleinere 12 biomassacentrales. Zonnepanelen zijn populair binnen de agrarische sector. Onder de melkveehouders overweegt één op 13 de zes ondernemers om binnen 2 jaar te investeren in een installatie voor zonne-energie. Uit het onderzoek gedaan door LTO-projecten is gebleken dat 18% van de ondervraagde ondernemers binnen de agrarische sector zonnepanelen wil plaatsen op het bedrijf. Van de ondervraagden zegt 9% 14 nee tegen deze investering, terwijl 73% serieus overweegt om te investeren in zonne-energie. 15
De zon levert 12.000 keer meer energie dan de mensheid gebruikt. De Nederlandse energiedoelstelling is een energiebesparing realiseren van 2% per jaar, wat neerkomt op een energiebesparing van 20% in 2020 ten opzichte van 1990. Tevens wil men dat in 2020 14% van de 16 energie gehaald word uit duurzame energiebronnen. (hernieuwbare energie) Het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik in Nederland is gestegen van 1 % in 1990 tot 4,3 % 7
Burdorf A, Maas J, Siegert H, Wielaard P. (2009 januari): Dossier asbest en gezondheid: Blootstelling, asbestziekten en risico evaluatie, TU Delft bezocht op 16-10-2012 via arbokennisnet.nl 8 Heerings H. (september 1999): Asbest tot in de vezels van de samenleving, Contrast advies bezocht op 17-10-2012 via http://contrast.home.xs4all.nl/ 9 Smolders D. (juni 2012): onderzoeksrapport inventarisatie asbestcement dak- en gevelbekleding in Nederland, Search ingenieursbureau bezocht op 16-10-2012 via rijksoverheid.nl 10 Veefkind, W. (2011 juni): Inventarisatie asbest en zonnepanelen in Flevoland, Zwolle LTO Projecten bezocht op 16-10-2012 via flevoland.nl 11 De Lang S, Van A.J. (2008 november): Aansprakelijkheid voor blootstelling aan asbest, Beer advocaten bezocht op 16-10-2012 via beeradvocaten.nl 12 V.d. Vlies J, Mulder G. (september 2009): Toekomstverkenning gebouwde omgeving, TNO bezocht op 30-10-2012 via tno.nl 13 Blanken K.(september 2012): Geld verdienen aan energie van het dak, veehouderij techniek bezocht op 16-10-2012 via library.wur.nl 14 Veefkind, W. (2011 juni): Inventarisatie asbest en zonnepanelen in Flevoland, Zwolle LTO Projecten bezocht op 16-10-2012 via flevoland.nl 15 (2012): Dakmagazine, WUR, Rombou, DLV bezocht op 17-10-2012 via dakmagazine.nl 16 Stichting de koepel. (maart 2011): Duurzame energie doelstellingen onhaalbaar bij huidig kabinetsbeleid, ANP Perssupport bezocht op 17-10-2012 via perssupport.nl
Pagina 6 van 41
P a g i n a |7
in 2011. De bijdrage van zonnestroom aan het eindverbruik van hernieuwbare energie is klein, 17 ongeveer 0,3 % De agrarische sector kan een bijdrageleveren aan het opwekken van hernieuwbare energie aangezien op deze bedrijven vaak bedrijfsgebouwen aanwezig zijn met groot dakoppervlak, wat een unieke 18 mogelijkheid biedt om zonnepanelen- of collectoren te plaatsen. Verschillende provincies hebben al provinciale regelingen getroffen voordat de landelijke subsidieregeling ingevoerd werd. Dat deze regelingen daadwerkelijk effect hebben blijkt uit de cijfers van het project in Overijssel. Maarliefst 116.000 m2 asbest werd er verwijderd van agrarische daken en er werden 14.500 zonnepanelen 19 geïnstalleerd met een vermogen van 3,4 miljoen Watt-piek aan nieuwe energie. Of het voor een ondernemer interessant is om zonnepanelen te plaatsen hangt af van een aantal factoren. Een aantal belangrijke gegevens zijn de opbrengstfactor en de eventuele subsidie en/of toepasbare fiscale regelingen. Zonnepanelen zijn interessant voor bedrijven met een groot dakoppervlak tussen zuidoosten en zuidwesten en een energieverbruik tot maximaal zo’n 60.000 kWH 20 per jaar. Om te weten te komen of het voor hippische ondernemers interessant is om zonnepanelen te plaatsen, is het noodzakelijk om het energieverbruik op verschillende typen paardenhouderijen te achterhalen. Tevens zal er onderzoek gedaan moeten worden naar de pieken en dalen in het energieverbruik en de interesse in de aanschaf van zonnepanelen.
1.4 Opdracht Er is over het onderwerp vrij specifieke informatie te vinden die betrekking heeft op de agrarische sector. Over het algemeen wordt de paardenhouderij hier wel in meegenomen, maar dan veelal onder het verzamelbegrip ‘graasdieren’. Om de hippische ondernemers van sectorspecifieke informatie te kunnen voorzien is het noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in het asbestprobleem, het energieverbruik en de bereidheid tot investering in zonnepanelen binnen de hippische sector in Nederland. In dit onderzoeksrapport zullen o.a. de volgende vragen worden beantwoord: 1. Hoe groot is het potentieel voor vervanging van asbestdaken voor zonnepanelen bij hippische ondernemers in Nederland? 2. Wat is het energieverbruik in kWh van de verschillende bedrijfsactiviteiten die binnen de hippische sector worden uitgevoerd? 3. Hoeveel rendement is er op verschillende soorten hippische ondernemingen te behalen uit asbest er af, zon er op? De bovenstaande vragen zullen worden beantwoord aan de hand van een onderzoek onder 131 hippische ondernemers, die representatief worden gehouden voor de gehele doelgroep hippische ondernemers in Nederland.
1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zal worden ingegaan op de methode van dit onderzoek, waarbij zal worden ingegaan op de gebruikte bronnen, materiaal en methode en de steekproef en respondenten. Vervolgens zal in hoofdstuk drie de hippische sector met de verschillende bedrijfsactiviteiten worden besproken. Tevens zullen in dit hoofdstuk de onderzoeksresulaten weergegeven worden over het asbestgebruik, elektriciteitsverbruik en de potentie voor zonnepanelen binnen de hippische sector. Hoofdstuk 4 beschrijft globaal de investering in zonnepanelen, waarbij saldering, financiering en terugverdientijd voor verschillende bedrijfsactiviteiten aan de orde komen.
17
(2011) Hernieuwbare energie in Nederland 2011, CBS bezocht op 05-11-2012 via cbs.nl (2012): Dakmagazine, WUR, Rombou, DLV bezocht op 17-10-2012 via dakmagazine.nl 19 Projectgroep Overijssel (2011): Asbest van het dak, zonnepanelen er op, Provincie Overijssel LTO Projecten bezocht op 17-10-2012 via asbestvanhetdak.nl 20 Dubbeldam R. (juni 2012): Zonnepanelen steeds interessanter, Wageningen UR bezocht op 30-10-2012 via boerenklimaat.nl 18
Pagina 7 van 41
P a g i n a |8
2.
METHODE
Asbestsanering, energie en zonnepanelen zijn actuele onderwerpen, ook in combinatie met elkaar. Doordat er al verschillende onderzoeken zijn gedaan en verschillende subsidieregelingen lopen is er veel informatie beschikbaar voor het onderzoek. Tevens is het een feit dat er bijna dagelijks nieuwe informatie beschikbaar is, vooral wat betreft de subsidieregelingen en ontwikkelingen op de zonnepanelenmarkt. De informatie die ontbreekt is de specifieke informatie over het onderwerp voor de hippische sector. 2.1 te raadplegen bronnen Een deel van de verkregen informatie is gegeven in de bronnenlijst, die artikelen, wetenschappelijke artikelen, verslagen en rapporten bevat. Naast de bronnen die via internet beschikbaar zijn, wordt er vaak over het onderwerp geschreven in agrarische vakbladen zoals de Nieuwe Oogst, de Boerderij en Veehouderij en Techniek. In deze bladen wordt vaak ook verwezen naar bronnen waaraan de artikelen gerelateerd zijn. Naast de bronnen die te vinden zijn op internet en in de agrarische vakbladen zijn er veel experts op het gebied van asbest en zonnepanelen. Deze experts zijn te benaderen via LTO Noord. Zij hebben onderzoeken over het onderwerp gedaan en hebben een adviserende functie voor de LTO leden over asbest en zonne-energie. 2.2 Materiaal en methode Het onderzoek heeft bestaan uit een desk-research en een field-research. Het deskresearch heeft bestaan uit een wetenschappelijk onderzoek en het raadplegen van bestaande bronnen en experts. De expert W. Veefkind is benaderd omdat hij verschillende projecten heeft uitgevoerd over het onderwerp als projectmanager bij LTO Noord. Asbest van het dak, zonnepanelen er op in de provincie Overijssel is een voorbeeld van zo’n project. Tevens is W. Veefkind de auteur van het onderzoeksrapport Inventarisatie asbest en zonnepanelen in Flevoland. A. Smit is benaderd omdat ook hij verschillende projecten heeft uitgevoerd over het onderwerp. Tevens geeft hij workshops aan bedrijven om te helpen hun ambities op het gebied van duurzame energie te realiseren. Één van deze workshops is; Duurzame daken in de agrarische sector: asbest er af, zon er op. Het fieldresearch heeft bestaan uit het doen van een onderzoek onder hippische ondernemers waardoor onderzoeksgegevens konden worden verzameld. Nadat er een vragenlijst was opgesteld, is deze getoetst onder enkele hippische ondernemers om de interpretatie en moeilijkheid in beeld te brengen. Ook is de vragenlijst beoordeeld door verschillende deskundigen zoals experts duurzaamheid (LTO), experts asbest & zonnepanelen (LTO) en een gastdocente duurzaamheid(CAH). De verkregen feedback is verwerkt waarna de vragenlijst online is gelanceerd. De complete vragenlijst is opgenomen in bijlage 2. Er zijn enkel hippische ondernemers benaderd met meer dan 6 paarden. Voor het aantal 6 is gekozen omdat volgens verschillende definities een paardenhouderij bedrijfsmatig is vanaf dit aantal paarden en/of pony’s. Leden- en niet leden van LTO Noord zijn via de mail verzocht om de vragenlijst in te vullen. De email adressen zijn verkregen via de ledenlijst van LTO Noord en via de websites van de hippische ondernemingen. Tevens is er een bericht met de URL van de vragenlijst geplaatst op paardenNET.nl. Met de stage begeleidster en afstudeerdocente is afgesproken dat de respons van 100 hippische ondernemers voldoende zal zijn om een betrouwbaar resultaat uit te genereren en gegronde conclusies te kunnen trekken. De hoge respons op de vragenlijst geeft aan dat het onderwerp leeft onder hippische ondernemers.
Pagina 8 van 41
P a g i n a |9
2.3 steekproef en respondenten In de periode van 8-10-2012 tot 14-11-2012 zijn er ongeveer 1100 hippische ondernemers benaderd via een e-mail, met de vraag of zij de vragenlijst in wilden vullen via een URL. Van deze ondernemers zijn er 507 (46%) geweest die de vragenlijst hebben geopend of zijn begonnen met het invullen van de antwoorden. In totaal zijn er 118 (10%) respondenten geweest die de vragenlijst volledig hebben ingevuld en 131 (12%) respondenten hebben de vragenlijst zodanig ingevuld, dat deze bruikbaar was voor het onderzoek. Om de betrouwbaarheid van dit onderzoek te meten is er een steekproefcalculator gebruikt. De populatiegrootte van 4.270 bedrijven is gebaseerd op de cijfers van het CBS 2011. Het betrouwbaarheidspercentage is met 131 respondenten 75,4%, zoals te zien is in onderstaande figuur 2.1. Figuur 2.1: betrouwbaarheidspercentage fieldresearch Foutenmarge De steekproefgrootte Populatiegrootte Spreiding Betrouwbaarheidspercentage Bron: consumingknowledge 2012
5% 131 4270 50% 75,4%
Pagina 9 van 41
P a g i n a | 10
3.
ASBEST ENERGIE EN ZONNEPANELEN IN DE HIPPISCHE SECTOR
In dit hoofdstuk zal de hippische sector in Nederland worden beschreven. De verschillende bedrijfsactiviteiten zullen aan bod komen en de relatie tot asbest, energie en zonnepanelen zal worden beschreven. 3.1 De hippische sector in Nederland De hippische sector in Nederland heeft in de afgelopen jaren een flinke groei doorgemaakt en doet niet meer onder aan andere agrarische sectoren. Vanaf het jaar 2000 is het aantal paard- en 21 ponybedrijven (hoofd bedrijfstype) met 6% toegenomen tot 4.270 bedrijven in 2011 Het aantal 22 bedrijven met paarden en of pony’s bedraagt in Nederland 14.065. Om een beeld te schetsen van de omvang van de hippische sector, wordt een vergelijking gemaakt binnen de (dierlijke) agrarische sector. In de onderstaande figuur is weergegeven hoeveel bedrijven met een bepaalde diersoort in Nederland zijn gevestigd. Onder de factor koeien worden verstaan melkkoeien, kalfkoeien, vleeskalveren en jongvee. Onder de factor varkens worden verstaan varkens, vleesvarkens en fokzeugen. Tot slot worden er onder de factor kippen, kippen, leghennen, ouderdieren en vleeskuikens verstaan. Figuur 3.1: Aantal bedrijven per diersoort (2011)
Bron: CBS 2012 Hippisch Nederland telde in 2011 ongeveer 460.000 ruiters, waarvan de grootste groep recreatieruiters betreft (70%). Van de ruiters is ongeveer 20% wedstrijdruiter en 10% rijdt recreatief en wedstrijden. In Nederland is de manege de meest populaire locatie om paard te rijden, gevolgd door 23 de vereniging en de vrije natuur. De omvang van de hippische sector in Nederland kan niet alleen gemeten worden aan het aantal bedrijven met paarden en pony’s en het aantal paard- en ponybedrijven. Ook de omzet van de sector 24 is een belangrijke factor, welke in de hippishe sector jaarlijks 1,5 miljard bedraagt.
21
(2012): Paard- en ponybedrijven, lagere standaardopbrengst, CBS bezocht op 06-11-2012 via cbs.nl (2012): Land- en tuinbouwcijfers 2012, CBS bezocht op 06-11-2012 via cbs.nl 23 Bartels J. (2012): Professionele passie voor paarden, ZLTO bezocht op 15-11-2012 via zlto.nl 24 Hardman A. (2012): Biologische paardenhouderij, Melkveeacademie bezocht op 06-11-2012 via melkveeacademie.nl 22
Pagina 10 van 41
P a g i n a | 11
3.2 Bedrijfsactiviteiten binnen de hippische sector Het indelen van paard- en ponybedrijven naar bedrijfstype is erg omslachtig aangezien veel bedrijven een verschillend aantal activiteiten uitvoeren. Daarom is ervoor gekozen om de bedrijven in te delen naar de acitiviteiten die zij uitvoeren, ten doele van de bedrijfsvoering. In de onderstaande figuur staan de verschillende bedrijfsactiviteiten naar gebruik en activiteit onderverdeeld. Alle genoemde bedrijfstypen zijn voorgekomen in de antwoorden op de vragenlijst voor hippische ondernemers. Uiteraard is het mogelijk om als bedrijf verschillende activiteiten uit te voeren waarvan er één of meerdere binnen een andere sector vallen, deze activiteiten zijn niet meegenomen in de figuur (11,9%). Figuur 3.2: Indeling hippische sector naar bedrijfsactiviteit
Fokkerij
Productiegericht Paardenhouderij
Training Gebruiksgericht
Dienstverlening
Particulier
Hengstenhouderij (2,8%) Spermawinstation (1,8%) Paardenfokkerij (18%) Paarden opfokken (11,9%) Paardenmelkerij (0,3%) Trainings/sportstal (11,6%) Handelsstal (7%) Paardenpension (24,2%) Manege (7,3%) Toerisme (1,5%) Paardenkliniek (1,5%) Paardenrusthuis (0,75%) Verenigingsaccomodaties (3,1%) Particulier (buiten beschouwing)
3.3 Asbestgebruik binnen de hippische sector Binnen de hippische sector is evenals in andere agrarische sectoren sprake van veel asbestgebruik. Van de respondenten geeft 64% aan dat er asbest op hun bedrijfsdaken is verwerkt. Van de respondenten geeft 24% aan geen asbesthoudende beplating op het bedrijf te hebben. Er zijn ook hippische eigenaren die niet weten of er astbest op hun daken is verwerkt (5%) en ondernemers die de asbest reeds hebben laten verwijderen (8%). 2
2
De spreiding die te zien is in het aantal m asbest per bedrijf is groot. Het laagste aantal is 1m en de 2 2 hoogste uitkomst is 5.000m . De gemiddelde uitkomst is 823 m asbest per hippisch bedrijf. Uit de bovenstaande gegevens en het feit dat Nederland 4270 hippische bedrijven telt kan er geconcludeerd worden dat er 2.248.436 m2 asbest op hippische bedrijven te vinden is. Van het totaal van 130 miljoen m2 in Nederland is dit 1,73%. Van de hippische ondernemers geeft 27% aan de asbest te laten verwijderen, 29% geeft aan niets te laten doen met het asbest op het bedrijf. De overige ondernemers hebben de asbest reeds laten verwijderen of twijfelen over een eventuele investering in asbestsanering. Voor de meeste ondernemers is het financiële bezwaar het grootste. Voor de ondernemers die de asbest gaan laten verwijderen is gezondheidsrisico de belangrijkste reden. Van de respondenten geeft 87% aan minder dan €10.000,- te willen besteden aan de asbestsanering. Voor de meeste ondernemers (76%) is dit bedrag voldoende om de asbest van het bedrijf te laten saneren. In figuur 3.3 is globaal te zien wat de kosten zijn om het bedrijf asbestvrij te maken. De bedragen zijn gebaseerd op het door een gecertificeerd bedrijf laten verwijderen van asbesthoudende golfplaten.
Pagina 11 van 41
P a g i n a | 12
Figuur 3.3: Kosten asbestverwijdering 2
M 5 – 60 80 – 420 450 – 1000 1200 – 2000 2200 – 3000 3500 - 5000 Bron: isoplaat 2012
€ 0-1000 1000 – 5000 5000 – 10.000 10.000 – 15.000 15.000 – 25.000 25.000 – 37.500
% ondernemers 9% 34% 33% 18% 4% 4%
3.4 Elektriciteitsverbruik per bedrijfstype Tijdens het onderzoek zijn er 13 bedrijfsactiviteiten naar voren gekomen, met allen een verschillend elektriciteitsverbruik. Het gemiddelde energieverbruik per hippisch bedrijf is 8.424 kWh per jaar, wat ver onder het laagste gebruik in de gehele agrarische sector ligt. Dit verschil is duidelijk te zien in figuur 3.4. Het grote verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er binnen de paardenhouderij weinig tot geen geen koelsystemen, automatische voersystemen en robots gebruikt worden. Figuur 3.4: Elektriciteitsverbruik bedrijven dierlijke sectoren in kWh
Bron: Binternet (LEI) 2011 De energiebehoefte is afhankelijk van de activiteiten die het bedrijf uitvoert. De gemiddeld hoogste energiebehoefte hebben de manages en verenigingen. Dit word waarschijnlijk veroorzaakt door het aanwezig zijn van een kantine waar veel elektrische apparaten worden gebruikt. De laagste energiebehoefte hebben de klinieken en hengstenhouderijen. Dit is een opvallend gegeven aangezien deze bedrijven gemiddeld dubbel zo veel paarden hebben dan het gemiddelde van alle paardenhouderijen. Een reden hiervoor kan zijn dat bedrijven met de bedrijfsactiviteit hengstenhouderij tevens andere bedrijfsactiviteiten hebben waar veel paarden voor benodigd zijn. Ook is de spreiding van het elektriciteitsgebruik tussen verschillende bedrijfstypen erg hoog. Zo gebruiken sommige bedrijven nagenoeg niets terwijl de grootste verbruikers wel 123.500 kWh per jaar verbruiken.
Pagina 12 van 41
P a g i n a | 13
Figuur 3.5: Elektriciteitsverbruik binnen de paardenhouderij in kWh
In kWh Gemiddeld Hengstenhouderij Spermawinstation Paardenfokkerij Paarden opfokken Paardenmelkerij Trainings/sportstal Handelsstal Pensionstal Manege Toerisme Paardenkliniek Paardenrusthuis Verenigingsaccomodaties Totaal
1.632 2.090 9.028 13.144 3.396 9.924 13.438 12.775 20.130 2.507 -545 4.196 17.802 8.424
Laagste
Hoogste
Zeer laag Zeer laag Zeer laag Zeer laag 8.000 Zeer laag Zeer laag Zeer laag Zeer laag 6.000 Zeer laag 8.800 Zeer laag Zeer laag
8.000 7.218 66.000 66.000 8.000 57.000 123.456 123.456 123.456 8.800 2 8.800 55.000 123.456
Aantal bedrijven 9 6 62 41 1 41 28 89 28 2 2 1 11 321
Naast de hoeveelheid energie die wordt gebruikt zijn de tijdvakken waarin deze wordt gebruikt een belangrijke factor. Het is immers in het voordeel van de ondernemer als de opgewekte energie direct kan worden gebruikt. In onderstaande tabel staat weergegeven wanneer energie wordt verbruikt. Te zien is dat de meeste energie in het derde tijdvak van 16:00 tot 24:00 word verbruikt. Figuur 3.6: elektriciteitsverbruik in verschillende dagdelen
06:00-12:00
12:00-18:00
18:00-24:00
24:00-06:00
Pagina 13 van 41
P a g i n a | 14
3.5 Zonnepanelen binnen de hippische sector. De opbrengstsfactor van zonnepanelen hangt af van verschillende factoren. Zo is het energiegebruik belangrijk en de tijdvakken waarin de meeste energie word gebruikt. Uiteraard is de interesse van hippische ondernemers om te investeren in zonnepanelen de belangrijkste factor om na te gaan wat de mogelijkheden zijn. Van de ondervraagde ondernemers geeft 29% aan zeker niet te willen investeren in zonnepanelen. Dit betekent dat 71% serieuze interesse heeft om te investeren in zonnepanelen of daar al plannen voor heeft. Deze cijfers houden in dat de mogelijkheid bestaat dat er in de toekomst op 3031 hippische bedrijven zonnepanelen te vinden zijn. Uiteraard stellen hippische ondernemers eisen aan de investering. Zo wil 43% van de ondernemers de zonnepanelen binnen 5 jaar terugverdienen. Van de ondernemers vindt 34% 5-7 jaar een acceptabele terugverdientijd en 21% 7-10 jaar. Slechts 2% van de ondernemers vindt een terugverdientijd van langer dan 10 jaar acceptabel. Op de vraag hoe de ondernemers de investering zullen gaan financieren geeft 61% aan eigen middelen te willen gebruiken in combinatie met subsidies en fiscale mogelijkheden. Slechts 14% wil de investering financieren door een lening aan te gaan met de bank en 11% geeft aan dat zij derden willen laten investeren in hun bedrijf. De overige ondernemers geven aan het dak te willen verhuren, een samenwerking aan te willen gaan of van plan zijn de loterij te winnen. De afweging om wel of geen zonnepanelen aan te willen/kunnen schaffen kent verschillende factoren. De belangrijkste belemmerende factor is de financiering van de investering. Ook de terugverdientijd en gebrek aan vertrouwen in de investeing zijn belangrijke factoren, gevolgd door gebrek aan kennis en een afwachtende houding m.b.t. prijsdalingen in de toekomst.
Pagina 14 van 41
P a g i n a | 15
4. INVESTEREN IN ZONNEPANELEN Het merendeel van de ondernemers geeft aan dat het financieren van de investering in zonnepanelen de grootste belemmering is. De meeste kosten vloeien dan ook voort uit de investeringkosten, waartegen de exploitatiekosten laag zijn. Verschillende factoren die van belang zijn bij het berekenen van de opbrengstfactor zullen in dit hoofdstuk aan bod komen. ook zullen er berekeningen gemaakt worden over de opbrengst naar bedrijfsactiviteit.
4.1 Salderen De opbrengst van het terugleveren van energie is afhankelijk van het verbruik, de hoeveelheid die wordt teruggeleverd en de energieleverancier waarbij men is aangesloten. Op basis van artikel 31c van de elektriciteitswet 1998 wordt tot een grens van 5000 kWh gesaldeerd. Energieleveranciers zijn dus verplicht om duurzaam opgewekte energie van kleinverbruikers te salderen tot een grens van 5.000 kilowattuur. Dit betekent dat de teruggeleverde energie mag worden verrekend met de verbruikte energie op hetzelfde net. De meeste hippische bedrijven zullen onder de kleinverbruikers vallen met een aansluiting van maximaal 3x80A. Mocht er meer dan 5.000 kWh per jaar worden teruggeleverd, moet de energieleverancier hier een redelijke terugleververgoeding voor betalen. De hoogte van deze vergoeding verschilt dus per energieleverancier. In figuur 4.1 zijn de verschillen tussen energieleveranciers op het gebied van de terugleververgoeding weergegeven. Naast de eis dat men een kleinverbruiker is, heeft men een elektriciteitsmeter nodig die geschikt is voor terugleverregistratie. Figuur 4.1: terugleveringsvergoeding per energieleverancier
Energieleverancier DGB Energie E.ON Eneco Greenchoice
Salderingsgrens Onbeperkt 5000 kWh Max. eigen verbruik Onbeperk
Energiedirect.nl Essent
Onbeperkt 5000 kWh
MAIN Energie NL Energie NUON Oxxio
50.000 kWh 5000 kWh 5000 kWh 5000 kWh
Terugleveringsvergoeding 100% 7 ct per kWh 9,2 ct per kWh Leveringstarief incl. btw en EB zoals in het contract tot 1000 kWh, daarboven kaal leveringstarief. 100% van het kale leveringstarief Het kale leveringstarief v.a. 5000 kWh is de vergoeding 70% van de gem. inkoopprijs (APX gemiddelde) 80% van het kale leveringstarief Geen 5,88 ct per kWh Tot 5000 kWh het leveringstarief incl. btw en EB, vanaf 5000 kWh 70% van het kale leveringstarief
Bron: Energieleveranciers.nl, gaslicht.com, DGB energie 2012 Sommige energieleveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is interressant voor ondernemers die meer dan 5000 kWh per jaar verbruiken en meer opwekken. Het is belangrijk om in acht te nemen dat aan de terugleververgoeding voorwaarden zijn verbonden. Deze verschillen per energieleverancier en kunnen veel verschil uitmaken. Zo is de salderingsgrens van DGB energie onbeperkt mits men de zonnepanelen bij deze leverancier afneemt. Als men de zonnepanelen bij een andere leverancier afneemt wordt er 50% van het verbruik 100% gesaldeerd. Voor de andere 50% wordt het kale tarief ex btw minus een halve cent gesaldeerd. Nuon geeft met 5,88 ct de laagste prijs per kWh en Eneco met 9,2 ct de hoogste prijs als terugleververgoeding (september 2012).
Pagina 15 van 41
P a g i n a | 16
4.2 Financiering investering Er zijn verschillende manieren om de investering in zonnepanelen te helpen bekostigen. Zo zijn er fiscale maatregelen en subsidies beschikbaar. Via de Energie Investerings Aftrek (EIA) kan er 41,5% extra van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst. De investering moet dan minimaal €2.200 bedragen en de zonnepanelen mogen niet eerder zijn gebruikt. De EIA kan worden toegepast naast de ‘gewone’ investeringsaftrek. Gebruik maken van de kleinschaligheidsaftrek is ook een mogelijkheid. Een voorwaarde is dat er een bedrag tussen de €2.200,- en €300.000,- wordt geinvesteerd in zonnepanelen en andere investeringen voor de onderneming. De hoogte van de aftrek hangt dus af van de totale inveseringen binnen een jaar. Als er ook asbesthoudende beplating wordt verwijderd komt de asbest sanering in aanmerking voor de Milieu Investerings Aftrek (MIA) en VAMIL (willekeurige afschrijving). De hoogte van de aftrek is tevens afhankelijk van de fiscale bedrijfswinst. Via de MIA is 27% van de investeringskosten voor het saneren van asbest af te trekken en met de VAMIL kan het moment van afschrijven vrij worden gekozen. Wordt de asbestsanering gecombineerd met een investering in zonnepanelen op het zelfde dak dan komt ook de investering in zonnepanelen in aanmerking voor de VAMIL. Zonnepanelen worden steeds goedkoper, maar er zijn dan ook steeds minder subsidieregelingen beschikbaar. Toch kan zonne-energie aantrekkelijk zijn zonder subsidies, door gezamelijke inkoop. Of de investering uit kan is afhankelijk van onderstaande factoren: • De investeringskosten van de panelen • De stijging van de stroomprijzen in de toekomst • De mate waarin van fiscale regelingen gebruik kan worden gemaakt • De mate waarin stroom wordt teruggeleverd • De mate waarin het gebruikspatroon aansluit bij het behoeftepatroon van de ondernemer • De energieleverancier • Eventuele subsidie
4.3 Terugverdientijd per bedrijfsactiviteit Naast de in eerder genoemde hoofdstukken genoemde factoren, zijn er nog een aantal factoren die mee spelen in het berekenen van de terugverdientijd en het rendement van de investering in zonnepanelen. Omdat deze factoren per bedrijf sterk kunnen verschillen is er gebruik gemaakt van gemiddelde cijfers per bedrijfsactiviteit en een aantal voorwaarden om de berekeningen te kunnen maken. Deze cijfers en voorwaarden zijn ingevoerd in de Quickscan die beschikbaar is via vraagbundelingzonnepanelen.nl. De uitkomsten zijn slechts een indicatie van de terugverdientijd. voor het invullen van de Quickscan zijn de volgende voorwaarden aangehouden. - De installatie zal voorzien in 100% van het gemiddelde gebruik in kWh per bedrijfsactiviteit. - Er wordt géén stroom verkocht - Er is géén rekening gehouden met eventuele subsidies. - Er is een fiscale winst van €1,- aangehouden. - 1.000 wp vermogen kan 850 kWh opwekken. - Kosten voor bijvoorbeeld het vervangen van de omvormer en onderhoud zijn meegenomen in de Quickscan. - Van de opbrengst in jaar 25 zijn de investeringskosten in panelen reeds in mindering gebracht. - Eventuele fluctuaties van de stroomprijzen zijn niet in de berekeningen meegenomen.
Pagina 16 van 41
P a g i n a | 17
Figuur 4.2: terugverdientijd, investering en opbrengst zonnepanelen per bedrijfsactiviteit
Gemiddeld Terugverdientijd Investering in Opbrengst in kWh (binnen jaar) panelen (in €) jaar 25 (in €) Hengstenhouderij 1.632 0 2496 9699 Spermawinstation 2.090 0 3.195 11.416 Paardenfokkerij 9.028 6 13.807 36.521 Paarden opfokken 13.144 7 20.102 51.056 Paardenmelkerij 3.396 1 5194 16.331 Trainings/sportstal 9.924 6 15.178 39.697 Handelsstal 13.438 7 20.552 59.093 Pensionstal 12.775 7 19.538 49.755 Manege 20.130 8 30.787 75.643 Toerisme 2.507 0 3.834 12.983 Paardenrusthuis 4.196 3 6.417 19.248 Verenigingsaccomodaties 17.802 8 27.226 67.460 Gemiddeld 8.424 6 12.883 34.379 Bron: vraagbundelingzonnepanelen 2012 In figuur 4.2 is te zien dat de manege’s en vergenigingsaccomocaties de langste terugverdientijd zullen hebben als zij investeren in zonnepanelen. De oorzaak hiervan is dat zij de meeste kWh elektriciteit verbruiken en dus een grotere installatie nodig hebben dan de andere bedrijfstypen. Daarentegen loopt de opbrengst op deze bedrijven het snelste op nadat het break even point is bereikt. Dit is logischerwijs een gevolg van de hogere opbrengsten van de grotere zonnepanelen installatie. De gemiddelde terugverdientijd van een zonnepanelen installatie is 6 jaar. Dit is een vrij gunstige uitkomst aangezien er geen rekening is gehouden met eventuele subsidies en/of fiscale mogelijkheden. Dit betekent dat de terugverdientijd bij gebruikmaking van deze middelen nog lager uit kan vallen.
4.4 Het verlagen van de terugverdientijd De terugverdientijd is aangegeven in jaren. In het aangegeven jaar is het break even point van de investering bereikt en zal er winst gemaakt worden. Voor veel ondernemers zal de terugverdientijd acceptabel zijn en voor sommigen minder. Er zijn verschillende manieren om de terugverdientijd te verminderen: 1. Het verlagen van de investeringskosten Het verlagen van de investeringskosten kan men doen door gebruik te maken van fiscale regelingen die een voordeel opleveren i.v.m. belastingverlaging. Door deel te nemen aan collectieve inkoop kan de inkoopprijs van zonnepanelen flink lager zijn. Ook is er een mogelijkheid om het energieverbruik te verminderen door energiezuinige lampen te gaan gebruiken of andere maatregelen te nemen. Hierdoor zal er minder kWh opgewekt hoeven worden en zijn de investeringskosten lager. 2. Het vergroten van de opbrengsten Dit zou men kunnen bereiken door op grote schaal te salderen en energie door te leveren aan bijvoorbeeld particulieren. Ook is het mogelijk dat zonnepanelen in de toekomst effectiever worden waardoor de opbrengsten per m2 groter worden, en de installatie minder groot hoeft te zijn.
Pagina 17 van 41
P a g i n a | 18
3.
Het verlagen van exploitatiekosten
De exploitatiekosten zijn in vergelijking met de investeringskosten minimaal. Toch zou men kunnen besparen door de investering te financieren uit eigen middelen of een lening met een laag rentetarief aan te gaan. Een voorbeeld hiervan is de groenfinanciering waarbij men een lagere rente op milieuvriendelijke projecten betaald. De groenfinancieringen hebben een aflossingstermijn van 10 jaar 25 en zijn toepasbaar bij de ING, Rabobank, Groen bank, ABN AMRO Groen bank, ASN en Triodos.
25
(2012) Zonne-energie voor investeerders, durasolar bezocht op 19-12-2012 via durasolar.nl
Pagina 18 van 41
P a g i n a | 19
5. LIMITATIES/DISCUSSIE Uit dit en eerder uitgevoerde onderzoeken is gebleken dat er veel interesse is in het plaatsen van zonnepanelen op agrarische alsook op hippische bedrijven. Ook de maatschappelijke interesse is groot, wat belangrijk is voor de hippische ondernemers. Hun klanten zijn veelal ruiters, die de sport voornamelijk hobbymatig uitvoeren. Deze recreatieruiters beoefenen de sport veelal voor de omgang 26 met het dier en de natuurbeleving. Tevens is het project eenvoudig te realiseren aangezien er in de meeste gevallen geen vergunning aangevraagd hoeft te worden. De grootste belemmering voor ondernemers is het financieren van de investering. Ondanks de prijsdalingen van de afgelopen jaren is de investering nog vrij hoog. Bovendien is er sprake van een terugverdienperiode, waarna de ondernemers pas winst gaat maken met de installatie. Het is niet vanzelfsprekend dat iedere ondernemer de investering ziet als ‘’investeren in goedkope energie op lange termijn’’ maar als ‘’een dure investering op korte termijn’’. De koppeling tussen asbestverwijdering en het plaatsen van zonnepanelen is gewenst. Toch heeft dit voor veel ondernemers een negatief effect omdat de totale investering dan omhoog gaat. Schaalvergroting en collectieve inkoop van zonne-installaties komen steeds vaker voor. Ook het salderen van de zelf opgewekte energie is tegenwoordig wettelijk geregeld. Toch gelden ook hier limitaties waardoor het per bedrijf sterk verschilt wat het te behalen voordeel is. Het leasen van zonneinstallaties staat nog in de kinderschoenen maar geeft wel perspectief voor de toekomst. Ook het ‘verhuren’ van daken aan energiemaatschappijen kan in de toekomst een interessante optie zijn voor ondernemers voor wie de investering te groot is, momenteel zijn hiervan in ons land geen voorbeelden bekend. Naast de investeringskosten kunnen er ook (exploitatie)kosten ontstaan buiten de garantiebepalingen van de zonnepanelen leverancier om. Deze kosten zijn een risico voor de investeerder. Het is daarom verstandig om goede afspraken te maken met de leverancier en de voorwaarden door te nemen. Naast de genoemde limitaties kunnen per bedrijf verschillende omgevingsfactoren een rol spelen in het rendement van de zonnepanelen. Zo is de dakligging belangrijk en het draagvermogen van de dakconstructie. Ook spelen schaduw, stof en bijvoorbeeld sneeuw een rol in de werking van de zonnepanelen.
26
J. tamboer (2000): Sportfilosofie, Damon B.V.
Pagina 19 van 41
P a g i n a | 20
6. CONCLUSIE Asbestsanering en het plaatsen van zonnepanelen is een gewenste combinatie. Er is in Nederland nog zo’n 130 miljoen vierkante meter asbesthoudend materiaal in daken verwerkt waarvan 2.248.436 m2 op hippische bedrijven te vinden is (1,73%). Van de ondervraagde ondernemers geeft 27% aan de asbest te laten verwijderen. Daarentegen geeft 29% van de ondernemers aan niets te doen met de asbest op het bedrijf. Van de ondernemers die de asbest te willen laten verwijderen geeft 87% aan minder dan €10.000,- te willen besteden aan de sanering. Voor 76% van de respondenten is dit bedrag voldoende om alle asbest te laten verwijderen. Het gemiddelde energieverbruik binnen de paardenhouderij binnen de paardensector is 8.424 kWh per jaar. De verschillen in energieverbruik tussen de verschillende bedrijfsactiviteiten zijn groot. De manege’s en verenigingsaccomodaties verbruiken de meeste energie en de klinieken en hengstenhouderijen het minst zoals te zien is in figuur 3.5 § 3.4. Van de ondervraagde ondernemers heeft 71% serieuze interesse om zonnepanelen te plaatsen of heeft daar al plannen voor. Dit betekent dat er 3031 hippische ondernemers zijn die welwillend zijn tegenover het plaatsen van zonnepanelen. Van de ondernemers wil 43% de investering binnen 5 jaar terugverdienen en 34% vindt 5 tot 7 jaar een acceptabele terugverdientijd. In figuur 6.1 (afkomstig uit § 4.3) is te zien dat manages en verenigingaccomodaties met 8 jaar de langste terugverdientijd zullen hebben als zij investeren in zonnepanelen. De gemiddelde terugverdientijd van zonnepanelen binnen de hippische sector is 6 jaar, zonder rekening gehouden te hebben met eventuele subsidies en fiscale mogelijkheden. Het verlagen van de terugverdientijd kan plaatsvinden door verschillende maatregelen zoals het verlagen van de investeringskosten, vergroten van de opbrengsten en het verlagen van de exploitatiekosten. De uikomsten van de Quickscan in § 4.3 zijn slechts een indicatie van de terugverdientijd, investering en opbrengst als er wordt geinvesteert in zonnepanelen. De reden hiervan is dat factoren als saldering, subsidies, fiscale mogelijkheden en fluctuaties van stroomprijzen per bedrijf en energiemaatschappij verschillen. Daarnaast zijn er nog een aantal factoren die invloed hebben op de berekeningen waar geen rekening mee gehouden kan worden zoals: garantiebepalingen, dakligging, draagvermogen dakconstructie, schaduw, stof en sneeuw.
Pagina 20 van 41
P a g i n a | 21
BIJLAGE 1: GERAADPLEEGDE BRONNEN R.B. Oosting, G.J. ten Napel (2012): Afronding motie asbest, bezocht op 26-09-2012 via flevoland.nl/vergaderstukken (2012) Atsma stimuleert sanering asbestdaken met subsidie, bezocht op 26-12-2012 via rijksoverheid.nl Rijksoverheid (september 2012): Atsma stimuleert sanering asbestdaken met subsidie, bezocht op 1710-2012 via rijksoverheid.nl Burdorf A, Maas J, Siegert H, Wielaard P. (2009 januari): Dossier asbest en gezondheid: Blootstelling, asbestziekten en risico evaluatie, TU Delft bezocht op 16-10-2012 via arbokennisnet.nl Ruers R.F, Schouten N. (juli 2005): Het asbestdrama: eternit en de gevolgen van 100 jaar asbestcement, Wetenschappelijk bureau SP bezocht op 16-10-2012 via sp.nl Arboportaal. Asbest een levensgevaarlijke stof, Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid bezocht op 17-10-2012 via arboportaal.nl Burdorf A, Maas J, Siegert H, Wielaard P. (2009 januari): Dossier asbest en gezondheid: Blootstelling, asbestziekten en risico evaluatie, TU Delft bezocht op 16-10-2012 via arbokennisnet.nl Heerings H. (september 1999): Asbest tot in de vezels van de samenleving, Contrast advies bezocht op 17-10-2012 via http://contrast.home.xs4all.nl/ Smolders D. (juni 2012): onderzoeksrapport inventarisatie asbestcement dak- en gevelbekleding in Nederland, Search ingenieursbureau bezocht op 16-10-2012 via rijksoverheid.nl Veefkind, W. (2011 juni): Inventarisatie asbest en zonnepanelen in Flevoland, Zwolle LTO Projecten bezocht op 16-10-2012 via flevoland.nl De Lang S, Van A.J. (2008 november): Aansprakelijkheid voor blootstelling aan asbest, Beer advocaten bezocht op 16-10-2012 via beeradvocaten.nl V.d. Vlies J, Mulder G. (september 2009): Toekomstverkenning gebouwde omgeving, TNO bezocht op 30-10-2012 via tno.nl Blanken K.(september 2012): Geld verdienen aan energie van het dak, veehouderij techniek bezocht op 16-10-2012 via library.wur.nl Veefkind, W. (2011 juni): Inventarisatie asbest en zonnepanelen in Flevoland, Zwolle LTO Projecten bezocht op 16-10-2012 via flevoland.nl (2012): Dakmagazine, WUR, Rombou, DLV bezocht op 17-10-2012 via dakmagazine.nl Stichting de koepel. (maart 2011): Duurzame energie doelstellingen onhaalbaar bij huidig kabinetsbeleid, ANP Perssupport bezocht op 17-10-2012 via perssupport.nl (2011) Hernieuwbare energie in Nederland 2011, CBS bezocht op 05-11-2012 via cbs.nl (2012): Dakmagazine, WUR, Rombou, DLV bezocht op 17-10-2012 via dakmagazine.nl Projectgroep Overijssel (2011): Asbest van het dak, zonnepanelen er op, Provincie Overijssel LTO Projecten bezocht op 17-10-2012 via asbestvanhetdak.nl Dubbeldam R. (juni 2012): Zonnepanelen steeds interessanter, Wageningen UR bezocht op 30-102012 via boerenklimaat.nl 1 (2012): Paard- en ponybedrijven, lagere standaardopbrengst, CBS bezocht op 06-11-2012 via cbs.nl
Pagina 21 van 41
P a g i n a | 22
(2012): Land- en tuinbouwcijfers 2012, CBS bezocht op 06-11-2012 via cbs.nl Bartels J. (2012): Professionele passie voor paarden, ZLTO bezocht op 15-11-2012 via zlto.nl Hardman A. (2012): Biologische paardenhouderij, Melkveeacademie bezocht op 06-11-2012 via melkveeacademie.nl (2012) Zonne-energie voor investeerders, durasolar bezocht op 19-12-2012 via durasolar.nl J. tamboer (2000): Sportfilosofie, Damon B.V.
BRONNEN FIGUREN
vraagbundelingzonnepanelen 2012 consumingknowlegde 2012 energieleveranciers 2012 CBS 2012 Binternet (LEI) 2012 Isoplaat 2012 DGB Energie 2012 Gaslicht 2012
Pagina 22 van 41
P a g i n a | 23
BIJLAGE 2: VRAGENLIJST ASBEST, ENERGIE & ZONNEPANELEN
Beste hippische ondernemer, In het kader van mijn afstudeerstage bij LTO Noord heb ik deze vragenlijst opgesteld. De aanleiding zijn de plannen van de Rijksoverheid om in 2024 alle asbestdaken te verwijderen en in plaats daarvan zonnepanelen te plaatsen. Om hippische ondernemers van sectorspecifieke informatie te kunnen voorzien en vragen te kunnen beantwoorden, zijn feiten en cijfers nodig. Via deze vragenlijst worden gegevens verzameld over asbest, energieverbruik en zonnepanelen. De resultaten zullen leiden tot een onderzoeksrapport en een adviesrapport voor de hippische ondernemer. De enquête bestaat uit 32 vragen waarbij de invulduur ongeveer 10 minuten zal bedragen. Bij voorbaat dank voor Uw tijd. Met vriendelijke groeten, Dana ten Bokkel Huinink
Achternaam: _____________________________________________________________ Ik ben een:
Man
Vrouw
Is er sprake van een familiebedrijf?
Ja
Nee
Hoe lang bestaat de paardenhouderij al?_____________________________________jaar Bedrijfstak: (meerdere keuzes mogelijk) Manege Paardenpension Paardenfokkerij Verenigingsaccomodatie Paarden opfokken Hengstenhouderij Paardenmelkerij Trainings- en sportstal Pagina 23 van 41
P a g i n a | 24
Handelsstal Spermawinstation Anders, namelijk:_______________________________________________________ Rechtsvorm: Eenmanszaak V.O.F. B.V. C.V. Maatschap N.V. Vereniging Stichting Provincie: Groningen Friesland Drenthe Flevoland Overijssel Noord-Holland Zuid-Holland Gelderland Utrecht Zeeland Limburg Noord-Brabant Gemeente:________________________________________________________________ Aantal paarden/pony’s totaal op het bedrijf:_____________________________________ Aantal paarden/pony’s van klanten op het bedrijf:________________________________ Bent U lid van LTO?
Ja
Nee
U gaat nu verder naar de vragen over asbest op Uw bedrijf.
Pagina 24 van 41
P a g i n a | 25
Is er asbest op de daken in Uw bedrijf verwerkt? Ja Nee Weet ik niet De asbest is reeds verwijderd Om hoe veel m2 dakoppervlak gaat het? (naar schatting):__________________________ Wat bent U van plan om te doen met deze asbest? Niets Laten controleren, daar hangt het van af Laten verwijderen binnen 2 jaar Laten verwijderen maar pas na 2 jaar Niet van toepassing Anders, namelijk:_______________________________________________________ Waarom heeft U voor deze optie gekozen? (meerdere keuzes mogelijk) Geen belangstelling Financieel Schadelijk voor de gezondheid Niet van toepassing Anders, namelijk:_______________________________________________________ Welk bedrag bent U bereid te investeren in het verwijderen van de asbest? (in €) (voor een prijsindicatie kunt u de volgende website raadplegen: http://www.isoplaat.nl/asbestprijzen.php) <10.000 10.000 - 20.000 20.000 - 30.000 30.000 - 40.000 > 40.000 U gaat nu verder naar vragen over energieverbruik op uw bedrijf. Pagina 25 van 41
P a g i n a | 26
Zit het bedrijf op dezelfde elektriciteitsmeter als uw woning?
Ja
Nee
Indien u de bovenstaande vraag met ja hebt beantwoord, uit hoeveel leden bestaat het gezin? _____________________________________________________________leden Hoeveel kWh energie wordt er per jaar verbruikt in hoog tarief? (naar schatting voor woning + paardenhouderij of enkel paardenhouderij)__________________________kWh Hoeveel kWh energie wordt er per jaar verbruikt in laag tarief? (naar schatting voor woning + paardenhouderij of enkel paardenhouderij)__________________________kWh Geef procentueel aan in welke uren de pieken en dalen liggen in het energieverbruik (naar schatting met een maximum van totaal 100%) 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90& 100% 06:00 – 12:00 12:00 – 18:00 18:00 – 24:00 24:00 – 06:00 Welke apparaten zijn de top 3 elektriciteitsverbruikers op uw bedrijf? (Naar schatting) 1
2
3
Verlichting Stapmolen Solarium Kantine Ventilatie Huishoudelijk Wasmachine oid.) Overig
Pagina 26 van 41
P a g i n a | 27
Geef bij de onderstaande manieren aan of u op deze manier energie bespaart op het bedrijf?
Ja
Nee
Energiezuinige verlichting Bewegingssensoren lampen Warmtewisselaar Zonneboiler Zonnepanelen Isolatie Frequentie regelaar Heeft u serieuze interesse om te investeren in één van de energiebesparende maatregelen? Ja
Nee
Energiezuinige verlichting Bewegingssensoren lampen Warmtewisselaar Zonneboiler Zonnepanelen Isolatie Frequentie regelaar U gaat nu door naar vragen over zonnepanelen op Uw bedrijf.
Hoe staat u tegenover de aanschaf van zonnepanelen? Ja, binnen 2 jaar Ja maar pas over 2 jaar Ja ik overweeg dit serieus Nee dat gaat waarschijnlijk niet gebeuren
Pagina 27 van 41
P a g i n a | 28
Welk bedrag bent u bereid te investeren in zonnepanelen op uw bedrijf? (in €) < 5.000 5.000 - 10.000 10.000 - 20.000 20.000 - 40.000 > 40.000 Welke terugverdientijd vind u acceptabel als u investeert in zonne-energie? Binnen 5 jaar 5 - 7 jaar 7 - 10 jaar 10 - 12 jaar Langer dan 12 jaar Collectief inkopen kan wel tot 30% voordeel opleveren op het aankoopbedrag. Zou u hier gebruik van maken? Ja, ik wou ze toch al aanschaffen, dus waarom niet met korting. Ja, als ik besluit om zonnepanelen aan te schaffen zou ik hieraan mee doen. Nee, dit speelt geen rol in mijn keuze Als u zonnepanelen aan zou schaffen, in hoeverre zou u onderstaande onderdelen dan belangrijk vinden?
--
-
/+
+
+ +
Prijs/kwaliteit
Productgarantie
Vermogensgarantie
Opbrengst
Keurmerken
Pagina 28 van 41
P a g i n a | 29
Op welke manier denkt u het project (asbest + zonnepanelen) te financieren? (meerdere antwoorden mogelijk) Lening van de bank Door te laten investeren in mijn bedrijf Door gebruik te maken van subsidies Door het benutten van fiscale mogelijkheden Anders, namelijk:_______________________________________________________ Wat belemmert u/heeft u het meest belemmerd tegen de aanschaf van zonnepanelen? Financiering van de investering Terugverdientijd Gebrek aan vertrouwen in het rendement van de investering Gebrek aan kennis over de investering Gebrek aan interesse Anders, namelijk:_______________________________________________________ U gaat nu verder naar de afsluiting van deze vragenlijst.
Zou u na afloop van het onderzoek de resultaten en het adviesrapport willen ontvangen? Ja
Nee
Als u de bovenstaande vraag met Ja hebt beantwoord, wees er dan zeker van dat uw e-mail adres onderstaand correct is ingevuld. E-mailadres:___________________________________________________________ Onderstaand is er ruimte om op/aanmerkingen te plaatsen over de vragenlijst indien u dit nodig acht.
Pagina 29 van 41
P a g i n a | 30
BIJLAGE 3: ONDERZOEKSRESULTATEN Bedrijfstak: (meerdere keuzes mogelijk)
Antwoordmogelijkheid Manege Paardenpension Paardenfokkerij Verenigingsaccomodatie Paarden opfokken Hengstenhouderij Paardenmelkerij Trainings- en sportstal Handelsstal Spermawinstation Anders/gecombineerd agrarisch, namelijk:
Aantal 24 79 59 10 39 9 1 38 23 6 39
Percentage 7,3% 24,2% 18,0% 3,1% 11,9% 2,8% 0,3% 11,6% 7,0% 1,8% 11,9%
Pagina 30 van 41
P a g i n a | 31
Rechtsvorm:
Antwoordmogelijkheid Eenmanszaak V.O.F. B.V. C.V. Maatschap N.V. Vereniging Stichting
Aantal 54 25 11 3 23 0 1 0
Percentage 46,2% 21,4% 9,4% 2,6% 19,7% 0,0% 0,9% 0,0%
Pagina 31 van 41
P a g i n a | 32
Provincie:
Antwoordmogelijkheid Groningen Friesland Drenthe Flevoland Overijssel Noord-Holland Zuid-Holland Gelderland Utrecht Zeeland Limburg Noord-Brabant
Aantal 6 19 10 4 11 12 11 22 10 3 1 9
Percentage 5,1% 16,1% 8,5% 3,4% 9,3% 10,2% 9,3% 18,6% 8,5% 2,5% 0,8% 7,6%
Aantal paarden/pony's totaal op het bedrijf: Gem totaal
hoogste 38
laagste 150
6
Pagina 32 van 41
P a g i n a | 33
Zit het bedrijf op dezelfde elektriciteitsmeter als uw woning?
Antwoordmogelijkheid Aantal Percentage Ja 93 78,8% Nee 25 21,2% Indien U de bovenstaande vraag met ja hebt beantwoord, uit hoeveel leden bestaat het gezin? Gemiddeld Hoogste Laagste 3,4 7 1 Is er asbest op de daken in Uw bedrijf verwerkt?
ANTWOORDMOGELIJKHEID Ja Nee Weet ik niet De asbest is reeds verwijderd
AANTAL 75 28 6 9
PERCENTAGE 63,6% 23,7% 5,1% 7,6%
Om hoe veel m2 dakoppervlak gaat het? (naar schatting) Gemiddeld Hoogste Laagste 823 5000 1 Pagina 33 van 41
P a g i n a | 34
Wat bent U van plan om te doen met deze asbest?
ANTWOORDMOGELIJKHEID Niets Laten controleren, daar hangt het van af Laten verwijderen binnen 2 jaar Laten verwijderen maar pas na 2 jaar Niet van toepassing
AANTAL 34 5 12 20 32
PERCENTAGE 28,8% 4,2% 10,2% 16,9% 27,1%
Waarom heeft U voor deze optie gekozen? (meerdere keuzes mogelijk)
ANTWOORDMOGELIJKHEID Geen belangstelling Financieel Schadelijk voor de gezondheid Niet van toepassing Anders, namelijk:
AANTAL 8 54 10 34 27
PERCENTAGE 6,0% 40,6% 7,5% 25,6% 20,3%
Pagina 34 van 41
P a g i n a | 35
Vraag: Welk bedrag bent u bereid te investeren in het verwijderen van de asbest?
(in €)
ANTWOORDMOGELIJKHEID <10.000 10.000 - 20.000 20.000 - 30.000 30.000 - 40.000 > 40.000
AANTAL 102 10 4 0 2
PERCENTAGE 86,4% 8,5% 3,4% 0,0% 1,7%
Hoeveel KwH energie wordt er per jaar verbruikt in hoog tarief ? (naar schatting voor woning + paardenhouderij of enkel paardenhouderij) Gemiddeld Hoogste Laagste 6.919 52.000 0
Hoeveel KWh energie wordt er per jaar verbruikt in laag tarief? (naar schatting voor woning + paardenhouderij of enkel paardenhouderij) Gemiddeld Hoogste Laagste 5.579 60.000 0
Pagina 35 van 41
P a g i n a | 36
Geef procentueel aan in welke uren de pieken en dalen liggen in het energieverbruik (naar schatting met een maximum van totaal 100%)
Geef bij de onderstaande manieren aan of u op deze manier energie bespaart op het bedrijf?
Pagina 36 van 41
P a g i n a | 37
Heeft u serieuze interesse om te investeren in één van de energiebesparende maatregelen?
Hoe staat u tegenover de aanschaf van zonnepanelen?
ANTWOORDMOGELIJKHEID Ja, binnen 2 jaar Ja maar pas over 2 jaar Ja ik overweeg dit serieus Nee dat gaat waarschijnlijk niet gebeuren
AANTAL 17 10 57 34
PERCENTAGE 14,4% 8,5% 48,3% 28,8%
Pagina 37 van 41
P a g i n a | 38
Welk bedrag bent u bereid te investeren in zonnepanelen op uw bedrijf? (in €)
ANTWOORDMOGELIJKHEID < 5.000 5.000 - 10.000 10.000 - 20.000 20.000 - 40.000 > 40.000
AANTAL 53 35 18 9 3
PERCENTAGE 44,9% 29,7% 15,3% 7,6% 2,5%
Welke terugverdientijd vind u acceptabel als u investeert in zonne-energie?
ANTWOORDMOGELIJKHEID Binnen 5 jaar 5 - 7 jaar 7 - 10 jaar 10 - 12 jaar Langer dan 12 jaar
AANTAL 50 40 25 2 1
PERCENTAGE 42,4% 33,9% 21,2% 1,7% 0,8%
Pagina 38 van 41
P a g i n a | 39
Collectief inkopen kan wel tot 30% voordeel opleveren op het aankoopbedrag. Zou u hier gebruik van maken?
ANTWOORDMOGELIJKHEID Ja, ik wou ze toch al aanschaffen, dus waarom niet met korting. Ja, als ik besluit om zonnepanelen aan te schaffen zou ik hieraan mee doen. Nee, dit speelt geen rol in mijn keuze
AANTAL PERCENTAGE 18 15,3% 76
64,4%
24
20,3%
Als u zonnepanelen aan zou schaffen, in hoeverre zou u onderstaande onderdelen dan belangrijk vinden?
Pagina 39 van 41
P a g i n a | 40
Op welke manier denkt u de investering (asbest + zonnepanelen) te financieren? (meerdere antwoorden mogelijk)
ANTWOORDMOGELIJKHEID Lening van de bank Door te laten investeren in mijn bedrijf Door gebruik te maken van subsidies Door het benutten van fiscale mogelijkheden
AANTAL 30 24 74 57
PERCENTAGE 13,9% 11,1% 34,3% 26,4%
Wat belemmert u/heeft u het meest belemmerd tegen de aanschaf van zonnepanelen?
ANTWOORDMOGELIJKHEID Financiering van de investering Terugverdientijd Gebrek aan vertrouwen in het rendement van de investering Gebrek aan kennis over de investering Ik zie de noodzaak niet
AANTAL 37 24 22 17 4
PERCENTAGE 31,4% 20,3% 18,6% 14,4% 3,4%
Pagina 40 van 41
P a g i n a | 41
Zou u na afloop van het onderzoek de resultaten en het adviesrapport willen ontvangen?
ANTWOORDMOGELIJKHEID AANTAL PERCENTAGE Ja 74 62,7% Nee
Pagina 41 van 41