PARKSTRUCTUUR 75
PARKSTRU C T U U R Naast de laanaanplantingen, de boomgroepen en de tijdelijke landschappen wordt het Groenplan door nog een bouwsteen opgebouwd: de grotere parken of parkstructuren. Deze casestudy behandelt één van de grotere parken. Het betreft het park aan het Douane-gebouw. De bedoeling is twee grote ‘stadsparken’ te realiseren, toegankelijk voor publiek. In een eerste reeks tekeningen wordt aangegeven over welk gebied het gaat. Het masterplan voorziet de aanleg van twee parken. Wij stellen voor om de voorgestelde straat tussen het Douane-gebouw en het park dat ernaast ligt, niet uit te voeren. Op die manier kunnen de nieuw te realiseren parkeerplaatsen rond het Douane-gebouw aansluiten bij het park.
GEÏNTEGREERDE PARKING
De nieuwe parking wordt georganiseerd in parallelle stroken, die terzelfdertijd plantstroken zijn. Op die manier wordt de parking opgenomen in het plantsysteem van het Eilandje. Hier moet een hoge dichtheid aan boomgroepen voorzien worden, zodat de parking als een uitloper van het park ervaren wordt. Een tekening toont hoe dit kan gebeuren: enkele parkeerplaatsen worden aangeplant volgens het principe van de boomgroepen. Deze beplante zones van 2.5m x 5m sluiten zo nauw aan bij de andere elementen van het Groenplan.
76
GROENPLAN EILANDJE
SITUERING DOUANE GEBOUW (ZONDER STRAAT)
PLANTSTROKEN
PARKEERPLAATSEN / PLANTSTROKEN
77
GROENE RESERVES
Deze parken zien we als groene reserves op het Eilandje. Graag zouden we er een soort natuurlijkheid willen aanbrengen, naar analogie met de grotere parken die in de 19 e eeuw in de Verenigde Staten gerealiseerd werden. Ze worden met een hoge dichtheid aangeplant, waarin open plekken voorkomen. De bomen worden geplant volgens parallelle lijnen, op 6m van elkaar. Op elke lijn worden deze bomen met verschillende dichtheden aangeplant, zodat het effect van opeenvolgende coulissen gecreëerd wordt. Op die manier kunnen zichtlijnen georganiseerd worden die toelaten enerzijds het dok en anderzijds de bebouwing te zien doorheen het park. Een studiemaquette geeft aan hoe dit effect er in de werkelijkheid uit kan zien. Het gevolg van deze coulissen is dat de bomen in dwarssnede een regelmatig patroon volgen, terwijl dit in de langssnede niet zo is. Onder de bomen, waar er veel schaduw is, wordt de zone verhard uitgevoerd. Deze verharding verdwijnt gradueel naar de open zones.
78
GROENPLAN EILANDJE
79
PRAIRIE
Voor de bodem van het park refereren we naar grotere prairiezones. Naar het beeld van deze prairies wordt het park zo ontworpen dat het verschillende gebruiken toelaat. Sommige zones worden verhard uitgevoerd, andere worden aangeplant. Tussenin worden paden aangelegd. Deze paden zien we als versteende rivieroevers die zich tussen de verschillende zones een weg zoeken. Met behulp van een betegeling met verschillende afstanden tussen de voegen kan dit gerealiseerd worden. Het samenspel van coulissen en prairie wordt weergegeven in een perspectief. Een massaplan en een bodemplan geven aan hoe dit idee van een prairie getransponeerd kan worden naar de aanleg van een publiek park.
80
GROENPLAN EILANDJE
81
SFEERBEELD Enkele foto’s tonen aan hoe dit werk gebruikt kan worden en welke verschillende sferen er gecreëerd kunnen worden.
SPEELTERREINEN Speelterreinen worden niet in de parken voorzien. Deze bevinden zich langs de kades, tussen boomgroepen die zo ingeplant zijn om die speelterreinen een plaats te geven binnen het geheel.
82
GROENPLAN EILANDJE
83
groenplan als strategie 85
sla nalpneorg eigetarts
87
Het Groenplan voor het Eilandje biedt de unieke mogelijkheid om een strategie voor heel het gebied te ontwikkelen. Dergelijke strategie moet een hoge mate aan flexibiliteit bezitten, wil zij de komende 10 jaar als richtlijn blijven gelden. De strategie die wij voorstellen definieert de regels van aanplanting zonder een eindbeeld vast te leggen. In een eerste fase wordt voor elke bouwsteen de omtrek vastgelegd. Voor de Boomgroepen komt dit neer op het definiëren van de plantstroken, voor de parkstructuren komt deze overeen met de oppervlakte van het park en voor de laanaanplantingen komt die overeen met de beplantbare zone tussen twee straten. In een tweede fase wordt voor elk van deze stroken of oppervlakken een concreet project gemaakt. Wij hebben aan de hand van de kennis, opgedaan in elke casestudy, een simulatie gemaakt van een mogelijk eindbeeld van het Groenplan, bestaande uit Boomgroepen, Parkstructuren en Tijdelijke Landschappen.
Elk element dat bijdraagt tot het eindbeeld behoort tot één van de vijf bouwstenen. Deze verschillende families worden in een tekening getoond.
88
GROENPLAN EILANDJE
89
OMTREK VAN DE BOUWSTENEN 90
GROENPLAN EILANDJE
91
SIMULATIE GROENPLAN 92
GROENPLAN EILANDJE
93
SIMULATIE MET VERSCHILLENDE BOUWSTENEN 94
GROENPLAN EILANDJE
BOOMGROEP KADE
BOOMGROEP STRAAT
PARKSTRUCTUUR
LAANAANPLANTING 95
technische gegevens 97
ehcsinhcet snevegeg
Het Groenplan wordt opgebouwd met vijf bouwstenen. De meeste technieken die gebruikt worden bij de realisatie van elk van die bouwstenen wijken in niets af van wat de groendiensten gewoon zijn te gebruiken. Vier voorgestelde technieken zijn daarentegen zeer specifiek: - Aanleg van tijdelijke landschappen; - Straatbomenzand; - Groene voegen op straatbomenzand; - Ondergrondse kluitverankering.
TIJDELIJKE LANDSCHAPPEN Wat deze laatste betreft is het niet evident om in dit stadium meer technische informatie te geven. De uiteindelijke aanleg van dergelijke tijdelijke landschappen hangt af van een hele reeks factoren die op dit moment nog niet gekend zijn. Met name: - Aard van de ondergrond; - Aanwezigheid leidingen; - Gewenst eindbeeld: parkeerplaatsen, publieke ruimte, groene zones; - Duur van het tijdelijke landschap. In functie van een specifieke aanleg, kunnen deze technische gegevens opgesteld worden.
STRAATBOMENZAND Productomschrijving: - Perfect te verharden voor betegeling zonder dichtslaan; - Mengsel dat zelfs in extreme omstandigheden zijn zuurstof behoudt, nodig voor een duurzame wortelontwikkeling; - Voor nieuwe aanplantingen in perken, langs wegen en op parkings. Technische beschrijving: Mengsel op basis van gewassen en gezeefd zand (M50: 450-550µm), gemalen klei en compost, een poriënvolume van 40% en een organisch stofgehalte van 3-5% afkomstig van compost, druivenpittenkoek, gedroogd kippenmest, cacaodoppen, gedroogd koemest, gedroogde koffievliezen en vinasse-extracten.
99
Kenmerken: - Organische stof: ten minste 3% - Poriënvolume : ca. 40% - Watercapaciteit: 150-200 liter/m3 - Volumevermindering tijdens uitvoering 15 à 20% Aanbrengen en verwerken: Het werk wordt bij voorkeur onder droge weersomstandigheden uitgevoerd. Het plantgat of de wortelstraat niet dieper graven dan ca. 15cm boven de hoogste grondwaterstand. Er mag geen water onder in de plantgaten staan. De bodem van het plantgat doorwerken met het substraat, daarna het substraat aanbrengen in lagen en in lagen verdichten 1.5-2.0 Mpa (ca. 20 kg druk/cm²). Daarna een laagje grof zand en als laatste de verharding, deze moet voldoende doorlaatbaar zijn voor vocht en zuurstof, nodig om de boom in zijn eerste levensbehoeften te voorzien. De verharding iets bol leggen, daarna aftrillen.
GROENE VOEGEN OP STRAATBOMENZAND Realisatie van platinnes of kasseien met groene voegen op het straatbomenzand: - Tussen de platinnes en de kasseien een waterdoorlatende fundering aanbrengen, bijvoorbeeld 8cm grof zand zonder stabilisé bijgemengd en goed aangetrild. - Straatbomenzand is op zich een goede drager voor platinnes; een afwerkend laagje met puur grof zand is een optie om de platinnes goed te kunnen leggen. - Hierop wordt het gras ingezaaid om de groene voeg te verkrijgen.
ONDERGRONDSE KLUITVERANKERING Beschrijving: De werken omvatten de levering en het plaatsen van een onzichtbare ondergrondse kluitverankering door middel van 3 grondankers, een drukverdelingselement en een ratelspanner met aangepaste kabel. Materialen: - Grondankers De grondankers bestaan uit gegoten aluminium schoenen, aan de voorzijde in spitse vorm, om bij de plaatsing de indringing in de grond te vergemakkelijken. Aan de bovenzijde van het anker is een kabel bevestigd, waarvan de lengte te bepalen is in functie van de gevraagde trekcapaciteit van het anker en van de grondsamenstelling. De kabel eindigt aan het uiteinde op een lus.
100
GROENPLAN EILANDJE
Het anker is aan de achterzijde voorzien van een holte waarin de drijfstang wordt geschoven om de plaatsing van het anker mogelijk te maken. De ankers dienen te voldoen aan de hiernavolgende minimum specificaties: - Kluitverankeringskabel en ratelspanner De kluitverankeringskabel uit gegalvaniseerd staal dient om via de lussen van de grondankers, en over het drukverdelingselement het geheel aan te spannen door middel van de ratelspanner. De ratelspanner is van het type dat de kabeluiteinden in beide richtingen aantrekt. - Drukverdelingselement Het drukverdelingselement bestaat uit een houten driehoek (code WT) of een plati-mat (code PM) en dient om de krachten op de kluit optimaal te verdelen. Types: Het te gebruiken type is te bepalen in functie van de stamomtrek, de boomhoogte, de boomsoort en de standplaats.
Uitvoering: Het plaatsen van de ankers gebeurt manueel of machinaal door middel van een aangepaste drijfstang, waarbij het anker juist naast de kluit, tot de volledige lengte van de kabel, verticaal in de grond wordt gedreven. Ieder anker zal 120° van het andere gepositioneerd worden. Vervolgens wordt het anker vergrendeld door het met een haak of een wentelvergrendelkrik aan de lus van de kabel omhoog te trekken. Hierdoor wentelt het anker zich in horizontale stand om alzo zijn volledige trekweerstand te bereiken. Alle ankers worden op gelijkaardige wijze verankerd. Na vergrendeling van de ankers, wordt een ratelspanner voorzien van een aangepaste kabel, geplaatst. De kabel loopt over het drukverdelingselement door elke lus en komt terecht in de trommel van de ratelspanner. Door het speciale ontwerp van deze spanner wordt de kabel in beide richtingen aangetrokken zodat de kluit evenwichtig wordt belast.
101
102
GROENPLAN EILANDJE
vervolg
103
glovrev
104
GROENPLAN EILANDJE
N AW O O R D De opmaak van een ‘Masterplan’ als ‘basisinstrument’ is een zeer belangrijke s t a p i n h e t s t e d e l i j k o n t w i k k e l i n g s p r o c e s v a n h e t E i l a n d j e . Va n u i t d i t h o o f d k a d e r, w a a r i n d e p l a n o n t w i k k e l i n g i n h o o f d l i j n e n w o r d t u i t e e n g e z e t , kunnen deelaspecten verder worden uitgewerkt. Daarom werden verfijningen en uitwerkingen van het ‘Masterplan’ geïnitieerd voor zowel de bebouwde als de onbebouwde ruimte. Zo werd voor het Eilandje al een ‘Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte’ (BKP/BR) opgesteld en goedgekeurd, dat vandaag nog een verdere detaillering k r i j g t d o o r d e o p m a a k v a n e e n ‘ G r o e n p l a n ’ e n e e n ‘ Wa t e r p l a n ’ . Daarnaast wordt voor de nieuwe bebouwing op het Eilandje een vertaling gemaakt in bindende en richtinggevende regels, enerzijds via een ‘Bijzonder Plan van Aanleg’ met bestemmings- en bebouwingsvoorschriften en anderzijds v i a e e n ‘ B e e l d k w a l i t e i t p l a n v o o r d e A r c h i t e c t u u r’ ( B K P / A R ) m e t r i c h t l i j n e n rond architectonische vormentaal en welstandsaspecten. Al deze plannen vormen het noodzakelijk basisinstrumentarium voor de herontwikkeling van het Eilandje. Om voor de toekomst kwaliteit te kunnen blijven garanderen, is het van essentieel belang om hieraan een ‘kwaliteitsteam’ te koppelen. Dit team zal de bouwplannen toetsen aan kwaliteitscriteria voortvloeiend uit het g o e d g e k e u r d e p l a n n e n k a d e r. Om aan slaagkans te winnen moet een project van deze schaal gepaard gaan met een permanente communicatie naar alle betrokken actoren, burgers en geïnteresseerde bezoekers. Deze plannen staan dan ook niet op zichzelf, maar zijn essentiële stappen binnen het herontwikkelingsproces. Re n é D a n i ë l s , S t a d s b o u w m e e s t e r v a n A n t w e r p e n
105
PLANOPMAAK EN PLANPROCES De algemene planopmaak gebeurde in drie fases: analyse, voorontwerp en definitief ontwerp. Gedurende de opmaak van elke fase werden er diverse overleggen gepland met de projectgroep, die was samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken partijen. Zij gaven directe feedback aan het ontwerpteam. Om draagvlak en informatiedoorstroming te garanderen, werd bovendien elke fase afgesloten met een voorstelling aan de klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende betrokken bestuursniveaus en belanghebbende partijen. Dit einddocument werd ter advisering en goedkeuring voorgelegd aan College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Antwerpen, District Antwerpen, Gemeentelijk A u t o n o o m H a v e n b e d r i j f A n t w e r p e n , G e m e e n t e l i j k e C o m m i s s i e Ru i m t e l i j k e O r d e n i n g ( G E C O R O ) , We l s t a n d s c o m m i s s i e S t a d A n t w e r p e n e n d e S t u u r g r o e p E i l a n d j e .
DEELNEMERS WERKVERGADERINGEN Stad Antwerpen als opdrachtgever Stadsvernieuwing van de Stad Antwerpen Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Te a m V l a a m s B o u w m e e s t e r Stadsbouwmeester Pr o j e c t b u r e a u E i l a n d j e a l s p r o j e c t m a n a g e r e n p r o c e s b e g e l e i d e r Buro 5 Maastricht als ontwerper van ‘Masterplan Eilandje’ U r b a h n U r b a n D e s i g n e n Pr o j e c t b u r e a u Vr o l i j k s a l s o n t w e r p e r v a n ‘ Wa t e r p l a n E i l a n d j e ’ Michel Desvigne Landschapsarchitecten als ontwerper van ‘Groenplan Eilandje’ S o r e s m a a l s o p m a k e r v a n ‘ B PA E i l a n d j e f a s e 1 ’ Atelier JPLX als ontwerper van het ‘Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte Eilandje’ (BKP/BR) en het ‘Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur Eilandje’ (BKP/AR)
DEELNEMERS PROJECTGROEP J a n Ve r h a e r t ( K a b i n e t B u r g e m e e s t e r & K a b i n e t Ru i m t e l i j k e O r d e n i n g , S t a d s o n t w i k k e l i n g , O p e n b a r e We r k e n , E c o n o m i e e n To e r i s m e ) Gabriel De Buysscher (Kabinet Schepen Leefmilieu, Groenvoorziening, Afvalbeleid, Huisvesting, Bevolking en Ontwikkelingssamenwerking) E l l e n Va n B e e k ( K a b i n e t H a v e n e n D i a m a n t ) A r i e l D a n i ë l s ( Pr o j e c t b u r e a u E i l a n d j e ) K a t r i e n E m b r e c h t s ( Pr o j e c t b u r e a u E i l a n d j e ) Sigrid Fruytier (Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, INFR) Ynske Salsmans (Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, INFR) Wa l t e r D e B a c k e r ( S t a d s o n t w i k k e l i n g S t a d A n t w e r p e n ) F r i e Wi l s ( S t a d s o n t w i k k e l i n g S t a d A n t w e r p e n ) Jan Goolaerts (Stadsontwikkeling Stad Antwerpen) Pa t r i c k D i c t u s ( S t a d s o n t w i k k e l i n g S t a d A n t w e r p e n ) Sylvie Laenen (Atelier JPLX) Bas Smets (Michel Desvigne Landschapsarchitecten)
106
GROENPLAN EILANDJE
DEELNEMERS KLANKBORDGROEP Alle projectgroepleden Kabinetten: Tu u r C e u p p e n s / I n e z S c h e p e n s ( K a b i n e t Ru i m t e l i j k e O r d e n i n g , S t a d s o n t w i k k e l i n g , O p e n b a r e We r k e n , E c o n o m i e e n To e r i s m e ) M a r c Va n Pr a e t ( K a b i n e t O n d e r w i j s e n J e u g d ) H u g o Ve r m e u l e n ( K a b i n e t I n f o r m a t i c a , Re c h t s z a k e n , I n t e r c o m m u n a l e s e n S o c i a l e z a k e n ) To m M e e u w s ( K a b i n e t I n f o r m a t i e , C o m m u n . , S a m e n l e v i n g s o p b o u w, E m a n c i p a t i e e n S p o r t ) J a n Ro m b o u t s ( K a b i n e t C u l t u u r, B i b l i o t h e k e n e n M o n u m e n t e n z o r g ) M a r c S m i t s ( K a b i n e t I n t e g r a l e Ve i l i g h e i d s z o r g ) Jurgen Hoefkens (Kabinet Financiën en Middenstand) J a n Ve r b e r t ( K a b i n e t B e s t u u r l i j k e O r g a n i s a t i e , D e c e n t r a l i s a t i e e n Pe r s o n e e l ) Bob De Richter (Kabinet Burgemeester) Overige deelnemers: B o b Va n Re e t h ( V l a a m s B o u w m e e s t e r ) M a r c S a n t e n s / S t i j n D e V l e e s c h o u w e r / J e n s A e r t s ( Te a m V l a a m s B o u w m e e s t e r ) Re n é D a n i ë l s ( S t a d s b o u w m e e s t e r ) F i l i p S m i t s ( Pr o j e c t b u r e a u E i l a n d j e ) J a n Pa r y s / M a t t h i a s Pe n n e m a n ( S O R E S M A ) H a r d w i n D e We v e r ( P l a n n i n g s c e l A n t w e r p e n ) Els Nulens (Stadsontwikkeling/RSA) Elisa Donders (Stadsontwikkeling Stad Antwerpen, BEL/PC) L e o M e y v i s / J e f C a n n a e r t s ( L I N / AW Z ) Pe t e r B e r g h m a n s ( A M I N A L / B o s e n G r o e n A n t w e r p e n ) Greet Bernaers (Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, INFR) Bert Foubert (Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, INFR) Re i n o u t Va n L e e m p u t t e n ( S t a d s o n t w i k k e l i n g S t a d A n t w e r p e n , We l s t a n d - e n M o n u m e n t e n z o r g ) M a r y s e G y s ( S t a d s o n t w i k k e l i n g S t a d A n t w e r p e n , S t e d e n b o u w k u n d i g e Ve r g u n n i n g e n ) Vi k i Pe e t e r s ( R O H M A n t w e r p e n ) Ph i l i p p e Va n Ku y c k ( A R O H M ) Chris Anseeuw (District Antwerpen) H e r a l d C l a e y s ( Wi j k o v e r l e g A n t w e r p e n ) Pe t e r D e k e y s e r ( Ki n d e n S a m e n l e v i n g ) Francis Brenders (AROHM, Monumenten en Landschappen) Dirk Janssen (Atelier JPLX) G e r t U r h a h n ( Wa t e r p l a n E i l a n d j e ) Pa s c a l Wa u b e n ( B u r o 5 M a a s t r i c h t ) Michel Desvigne (Michel Desvigne Landschapsarchitecten)
107
H E R K O M S T F O TO ’ S E N B E E L D M AT E R I A A L Grootschalige basiskaar Antwerpen: G i s - c e l Te l e p o l i s A n t w e r p e n , b e w e r k i n g G I S - k a a r t d o o r M i c h e l D e s v i g n e L a n d s c h a p s a r c h i t e c t e n
COVER © Ve v a Ro e s e m s HET EILANDJE: EEN UNIEKE SITE F o t o l o o d s © S t a n D e d e r e n / F o t o ’s a a n p l a n t i n g e n N a p o l e o n k a a i © A t e l i e r J P L X L A N D S C H A P P E L I J K E A A N L E G O P S C H A A L VA N D E S I T E 2 5 Ro b e r t Z i o n , M O M A N e w Yo r k C i t y, u i t : R o b e r t Z i o n : a p r o f i l e i n l a n d s c a p e a r c h i t e c t u r e , P r o c e s s : A r c h i t e c t u r e , n r. 9 4 ( 1 9 9 1 ) , p . 7 1 , To k y o , J a p a n / A m s t e r d a m b i n n e n s t a d © B a s S m e t s / Ro b e r t Z i o n , C i t i b a n k L o n g I s l a n d C i t y, u i t : R o b e r t Z i o n : a p r o f i l e i n l a n d s c a p e a r c h i t e c t u r e , P r o c e s s : A r c h i t e c t u r e , n r. 9 4 ( 1 9 9 1 ) , p . 9 2 , To k y o , J a p a n 29 Acer Platanoides, Alnus Incana Aurea, Fraxinus Angustifolia Elegentissima, Fraxinus Ornus, Quercus F r a i n e t t i , S a l i x A l b a , C a r p i n u s B e t u l u s , u i t : O v e r B o m e n , Va n d e n B e r k , C u l e m b o r g , 2 0 0 2 / A l n u s Glutinosa, Fraxinus Angustifolia Raywood, uit : Lappen Baumschülen, Nettetal-Kaldenkirchen, 2004 / Carpinus Betulus, uit: Bruns Pflanzen Catalogue Végétale 2004, Bremen, 2004 / Alnus Cordata, uit : Guilot-Bourne 2002-2003, Jarcieu, 2002 31 Siergrassen, uit: Rick Darke, Encyclopédie des graminées ornementales, p. 51 en p. 227, Editions du R o u e r g u e , R o d e z , 2 0 0 3 / G r o e n e v o e g e n : B e r n a r d o S e c c h i , b e g r a a f p l a a t s Ko r t r i j k , © B a s S m e t s BOUWSTENEN ADHV CASESTUDIES 45 Maquette op schaal 1/200 © Bas Smets 71 Detail uit brochure France Gabion 7 2 - 7 3 M i c h e l D e s v i g n e , Ly o n Pr o m e n a d e S a ô n e 83 Luchtfoto prairie, uit : Edinburgh, the photographic atlas, HarperCollins Publishers / Foto prairie, uit: Rick Darke, Encyclopédie des graminées ornementales, pp. 66-67, Editions du Rouergue, Rodez, 2 0 0 3 / F. L . O l m s t e d , 8 5 O l i n Pa r t n e r s h i p , B r y a n t Pa r k , u i t : T h e r e b i r t h o f N e w Yo r k C i t y ’s B r y a n t P a r k , L a n d m a r k , n r. 0 4 ( 1 9 9 7 ) , Wa s h i n g t o n , V. S . D e u i t g e v e r h e e f t e r n a a r g e s t r e e f d a u t e u r s r e c h t e n o p f o t o ’s e n i l l u s t r a t i e s e . d . t e r e g e l e n v o l g e n s w e t t e l i j k e b e p a l i n g e n . Va n e n k e l e f o t o ’s i s d e h e r k o m s t n i e t n a t e g a a n . D e g e n e n d i e m e n e n z e k e r e rechten te kunnen doen gelden, wordt alsnog verzocht zich tot de uitgever te wenden.
NASLAGWERK Ru i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n V l a a n d e r e n ( 1 9 9 6 ) Pr o v i n c i a a l Ru i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n ( 2 0 0 0 , v o o r l o p i g e v a s t s t e l l i n g ) Gewestplan (1990) en bestemmingsplannen Globaal Structuurplan Antwerpen (1990) I n t e n t i e n o t a Ru i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n A n t w e r p e n ( 2 0 0 0 ) Bestuursakkoord (2001-2006) Studie Antwerpen Mobiel en Mobiliteitsplan Antwerpen
108
GROENPLAN EILANDJE
109
110
GROENPLAN EILANDJE
COLOFON
Opdrachtgever Stad Antwerpen E e r s t e d r u k : juni 2 0 05 Pr o d u c t i e Michel Desvigne Landschapsarchitecten Michel Desvigne: Directeur van studies B a s S m e t s : Pr o j e c t c h e f Coördinatie Pr o j e c t b u r e a u E i l a n d j e Re n é D a n i ë l s , A r i e l D a n i ë l s , K a t r i e n E m b r e c h t s e n F i l i p S m i t s Ariel Daniëls: controle verwerking adviestraject Lay-out Ve v a Ro e s e m s v o o r M i c h e l D e s v i g n e L a n d s c h a p s a r c h i t e c t e n naar concept van Michiel Helbig, BKP/BR Eilandje, jan 2002, Atelier JPLX Foto cover © Ve v a Ro e s e m s
Eindredactie Bas Smets We t t e l i j k D e p o t n u m m e r D/2004/0306/188
111
ffff