67 KORTE PRIKKELENDE STUDIES
RONDOM 7 BIJBELSE THEMA’S
wim Hoogendijk
Smaakmakers 67 korte prikkelende studies rondom 7 Bijbelse thema’s. ISBN 978 90 809734 9 4 Auteur: Wim Hoogendijk Omslagfoto: Ryan McGuire van Bells Design Ontwerp: Janine Lehman © 2015 Uitgeverij In Perspectief - Amersfoort Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. In Perspectief: www.inperspectief.com NEM: www.nemnieuws.nl
voorwoord Deze bundel ‘Smaakmakers’ is een mooie verzameling overdenkingen en studies geworden. Ik ben blij dat Wim besloten heeft ze samen te voegen en uit te geven. Ze zijn bedoeld om de lezer te prikkelen en dat doen ze zeker! De studies zijn geschreven toen Wim voor de Near East Ministry (NEM) werkte. Dat is onder andere te zien aan de thema’s die aan de orde komen zoals de Tien Geboden, de Bergrede en de feesten. Daarbij krijgen teksten uit het Oude Testament evenveel aandacht als die uit het Nieuwe Testament, wordt evenzeer ingegaan op de plaats van Israël in Gods handelen als die van de christelijke gemeente en is er voortdurend de vraag naar de ethiek: hoe zullen wij handelen. De frisse blik die Wim op belangrijke teksten werpt kan velen helpen om nieuwsgierig te worden en levenslessen toe te passen in het eigen leven. De verzameling artikelen vormt tegelijk een portret van de schrijver. Wat mij erin aanspreekt is de positieve insteek en de persoonlijke toon. Als lezer voel je het plezier van de schrijver om bezig te zijn met het woord. Je wordt deelgenoot van zijn inzichten en meer nog verrast door wat hij heeft ontdekt. Je pakt als vanzelf de Bijbel erbij en begint je eigen ontdekkingstocht. Ik vind het knap dat Wim geen platgetreden paden loopt en ervoor waakt om clichés en dogma’s te gebruiken. Nergens proef je een spoor van bitterheid of zuur. Een zoute nasmaak blijft je gelukkig bespaard. De studies zijn makkelijk te lezen, maar zijn zeker niet mierzoet. Evenmin zijn het hapklare brokken om gedachteloos in te slikken. Ze prikkelen de neus, de tong, het oog en het hart en roepen het verlangen naar de maaltijd op. De maaltijd, dat is Gods woord zelf. Dat woord lijkt op een overvloedig maal met een eindeloze keur aan voedzame en heilzame gerechten. De gastheer zal ervan genieten als wij er met smaak van eten. Kees Jan Rodenburg Directeur NEM
inleiding
7
de tien geboden Tien tips voor een gelukkig leven Er is maar één God Onvoorstelbaar, zo’n God God is jaloers. Hij wil je niet kwijt Op een schijnheilige manier God’s naam dragen. Da’s pas vloeken Druk, drukker, wie is het drukst? Eer je ouders; dat is het moeilijkste Leven: iets om zuinig op te zijn Eén en één is één Mensen bezitten niks, wij hebben alles in bruikleen De waarheid en niets dan de waarheid Verlangen oké, maar begeren…
10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32
de bergrede De berg op 36 Geluk bij een ongeluk 38 Iets zo graag willen dat het pijn doet 40 Er honderd procent zijn voor die ander 42 Uit één stuk 44 Vredestichters gezocht! 46 Echte helden! 48 Smaakmakers 50 Lichtdragers 52 Hou je aan de regels anders krijg je brokken... 54 Hemelse relatietherapie 56 Verleidingen 58 Ben je te vertrouwen? 60 Het moet niet gekker worden! 62 Liefde tot voorbij de laatste grens... 64 Ik wil erkenning! 66 Lange gebeden zijn niet christelijk!? 68 Het wij-gevoel... 70
Heimwee naar het koninkrijk 72 Brood(je) gezond 74 Vergeven als ‘levensstijl’... 76 Schatbewaarders 78
0ver gebed Wat is bidden? Waarom bidden we eigenlijk? Wie zit er achter het stuur?
82 84 86
bijbelse begrippen God is liefde, maar Hij is ook rechtvaardig… dus pas maar op! 90 Goed, maar niet gek 92 Begin goed al goed 94 Vrijheid, je krijgt er weer zin in! 96 Een onbegrijpelijk advies 98 Overwinning 100 De Goddelijke boemerang 102 Het meest irritante begrip in de Bijbel 104
de feesten Een hutje, maar niet op de hei... Doorlezen a.u.b.... De verjaardag van de schepping “Sta even stil!”
108 110 112 114
genesis Genade op de puinhopen van Eden Een addertje onder het gras (1) Paradise Lost (2) De betovering verbroken (3) ‘Leven’ op de drempel van het paradijs (4)
118 120 122 124
Het zal je broer maar wezen... Kaïn en Abel Proloog (1) Op je beurt wachten (2) De fatale keuze (3) Abel krijgt een broer! (4) Is er nog hoop voor Kaïn? (5)
126 126 128 130 132 134
toekomstmuziek Op weg...maar waar naar toe? De toekomst is al begonnen Een sprekende God De Missie van Jezus Jezus is gevlogen. Hoe nu verder? Wat moet je met die heidenen...? Pauze, maar geen delete! Stofzuigen in de Bijbel Geen houden meer aan!
138 140 142 144 148 150 152 154 156
Near East Ministry In Perspectief
158 160
inleiding De studies in dit boek zijn eerder verschenen in verschillende jaargangen van het NEM-Nieuws en het NEM-Magazine van de Near East Ministry (NEM). Vanaf 1994 tot 2006 maakte ik deel uit van de staf van de NEM. In deze tijd heb ik de studies geschreven. In de afgelopen jaren kwam er nog wel eens de vraag: zou het niet goed zijn de studies te bundelen en voor een groter publiek beschikbaar te stellen. Zoals het wel vaker gaat met goede ideeën, ze zitten ergens in je hoofd en blijven daar zitten. Tot ik ongeveer een jaar geleden contact had met de directeur van de NEM ds. Kees Jan Rodenburg. Ik legde hem het idee voor en hij reageerde enthousiast. Het resultaat is dit boek met 67 studies gecentreerd rondom 7 Bijbelse thema’s. De studies kun je individueel lezen, maar ze zijn ook geschikt voor het gebruik in gesprekskringen. Daarvoor staan er bij de meeste studies suggesties/vragen voor verwerking. Dank De jaren bij de NEM zijn voor mij enorm vormende jaren geweest. Ik heb er zoveel geleerd (en afgeleerd). Het is bijzonder om met huid en haar betrokken te zijn bij een verzoeningsbeweging die zich inzet voor verzoening tussen Jood en Arabier. Ik herinner me nog de vele autoritten met Herman Goudswaard. We waren vaak zo intensief in gesprek dat we nogal eens een afrit misten. Nadat Herman in 1996 afscheid nam van de NEM, nam Gijs Lammerts van Bueren het stokje van hem over. Ook met Gijs heb ik jarenlang met veel plezier samen gewerkt. Ik herinner me nog de vele brainstormsessies om maar weer een nieuw thema voor een conferentie te bedenken. De NEM was veel meer dan een werkgever in allerlei opzichten. Ik blijf altijd een beetje “Nemmer”.
Wim Hoogendijk
de tien geboden
Tien geboden. Tien keer je mag niet dit, je mag niet dat, je moet zus, je moet zo…. We houden er niet van als ons de wet voorgeschreven wordt. Maar wie die tien regels zo ervaart, heeft het grondig mis. In deze serie bekijken we ze een voor een.
Tien tips voor een gelukkig leven De tien geboden (Exodus 20: 1-17) zijn beroemd, maar ook berucht. In evangelische kring bijvoorbeeld wordt vaak gezegd: Wij leven niet meer onder de wet, maar onder de genade. Met andere woorden: Wij hebben niets meer met die wet te maken, hou daar dus alsjeblieft over op. Laten we ons liever bezighouden met de genade die is gekomen door de Here Jezus. In reformatorische kring daarentegen zegt men: We worden door genade behouden, en uit dankbaarheid daarvoor proberen we ons aan de wet te houden. Refogelisch Ik noem mijzelf graag ‘refogelisch’, al komt dat woord helaas nog niet in de dikke Van Dale voor. Genade en wet zijn volgens mij namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het woord genade betekent letterlijk dat je iets krijgt voor niets: je krijgt een cadeautje en je hoeft er niets voor te doen. Het woord ‘wet’ is in onze beleving meer een juridisch begrip: het doet denken aan het wetboek van strafrecht. Je denkt dan al snel aan woorden als wetshandhaving en straf. Nou niet bepaald iets om vrolijk van te worden. Pedagogische waarde Dat is jammer, want in het Bijbelse denken heeft het woord ‘wet’ een heel andere betekenis. Het is geen juridisch begrip, maar het heeft veel meer een pedagogische waarde. Wat bedoel ik daarmee? Bij Gods wet moet je niet denken aan het wetboek van strafrecht, maar aan richtlijnen voor een goed leven. Dit laatste is wat ouders proberen hun kinderen voor te leven. Je gunt elkaar toch een leuk, gelukkig leven? Deze ‘wetten’, of 10
de tien geboden
beter gezegd ‘richtlijnen’, komen voort uit een relatie tussen God en de mensen. Je zou kunnen zeggen: God gunt ons het beste en daarom geeft Hij ons wat duidelijke richtlijnen zodat we de weg niet kwijtraken. Maar de trieste situatie is natuurlijk dat we als mensen de weg wèl zijn kwijtgeraakt. Daarom kwam Jezus, om de weg naar God opnieuw te openen. Door Zelf de weg te zijn (Joh. 14: 6). Verloren schaap De kern van genade komt prachtig naar voren in het verhaal van het verloren schaap (Matth. 18: 12-14). Het schaap is de weg kwijtgeraakt. Hij is weggegaan uit de bescherming van de herder. Hij is zo verdwaald dat hij zelf die weg niet meer terug kan vinden. Dan komt de herder in actie. Hij gaat het schaap zoeken, net zolang tot hij het heeft gevonden. Dat is genade! Richtingaanwijzers Op deze manier kijken we in deze serie naar de ‘tien geboden’. Als Gods richtingaanwijzers, als Gods tips voor een gelukkig leven. Niet als een middel om in de hemel te komen. Dat kan alleen door genade (Efeze 2: 8-9). Maar om gelukkig te kunnen leven op aarde. Hierbij hebben we als christen nog het voordeel dat deze richtlijnen niet alleen op papier staan, ze zijn door de Here God ook nog eens in ons hart geplant. De Bijbel noemt dit: de Heilige Geest die in ons is komen wonen.
11
Er is maar één GOD De vorige keer ging het over het nut van de tien geboden. Waarom zijn er eigenlijk regels? Niet om onze vrijheid te beperken, maar juist om ruimte te scheppen om in vrijheid te kunnen leven. Dit klinkt misschien wonderlijk, maar het eerste gebod geeft duidelijkheid. Exodus 20: 1-3 “Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.” Het begint al direct goed. God is niet zomaar een God, maar Hij is de HERE. Veel mensen praten over God en hebben een mening over God, maar dat blijft afstandelijk. Want Hij zegt: Ik ben de HERE. De naam HERE is een bijzondere naam en betekent zoiets als: “Ik ben erbij”. De God van de Bijbel is niet afstandelijk. Hij heeft een hart. Hij wil bij je komen. Hij wil erbij zijn, bij alles waar jij je mee bezig houdt in je leven, de leuke dingen, maar ook de moeilijke dingen. Rotperiode Het Joodse volk had, toen God deze leefregels aan ze doorgaf, net een rotperiode achter de rug. Ze kwamen uit Egypte, waar ze werden misbruikt als slaven. Ze leefden in absolute onvrijheid. Door middel van Mozes bevrijdde God Zijn volk uit Egypte. Nu waren ze op weg naar het beloofde land, waar ze in vrijheid zouden kunnen leven. Leuk voor de Joden, maar wat kunnen wij hiermee? Bevrijding Als kleine mensjes hebben we allemaal onze eigen bevrijding nodig. Zoals de Joden slaven waren in Egypte, zo zegt de Bijbel, zijn wij slaven van de zonde (Romeinen 6: 17-23). Dat klinkt wel zwaar misschien, maar zo kijkt God naar ons. Wij hebben van nature de neiging tot allerlei egoïstische dingen. En als onze gedachten van het afgelopen jaar op de televisie zouden worden uitgezonden, werden we (waarschijnlijk) vervolgens allemaal gearresteerd. 12
de tien geboden
Hart Lees maar eens wat er allemaal in ons hart verborgen aanwezig is: Matth. 15: 19 “Want uit het hart komen boze overleggingen, moord, echtbreuk, hoererij, diefstal, leugenachtige getuigenissen, godslasteringen.” Hiervan wil God ons bevrijden. Maar dat kan maar op één manier: accepteren dat de HERE de enige God is, want dan kan Gods Geest in ons leven aan het werk. Maar hoe doe je dat? We zitten zelf op de troon van ons eigen leven, zijn eigen baas, spelen zelf god. Zolang dat zo blijft, verandert er niets. Maar zodra we het roer uit handen geven en de echte God erkennen als Heer over ons leven, dan gaan er dingen veranderen. Valkuil Makkelijk is dat niet, we zijn er zo aan gewend zelf de touwtjes in handen te hebben. Al snel trappen we dan ook in de valkuil waar de eerste leefregel ons voor waarschuwt: ʻgeen andere goden naast God’. Wat kunnen andere goden worden: televisie, sport, uitgaan, je familie, je vriend(in), enzovoort. Zijn dit dan geen belangrijke, goede dingen? Natuurlijk, er is ook niets mis mee. Behalve als het op de eerste plaats in je leven komt te staan. Het wonderlijke is dat als je God op de eerste plaats weet te houden alle andere belangrijke dingen ook steeds beter tot hun recht komen. De Here God krijgt de ruimte om je te leren wat echte vrijheid is, wat echt leven betekent. Als christenen, jong en oud, zijn we hiernaar op weg, maar het blijft vallen en opstaan. Al mogen we zeker weten dat de Here God ons nooit meer zal laten vallen, in Jezus naam!
13
Onvoorstelbaar, zo’n God “Gij zult u geen gesneden beeld maken, noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen, want Ik de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.” (Exodus 20: 4-6) Onvoorstelbaar Onze God is niet zomaar iemand. Als schepper staat Hij buiten en boven de natuur. Hij is de auteur van alles wat bestaat. Van alle zichtbare en onzichtbare machten, krachten, voorwerpen, schepselen, noem maar op (Col. 1: 15-17). Onvoorstelbaar. Als je Hem probeert te vangen in een afbeelding, dan zit je op een fout spoor. Of die afbeelding nu een dier is of een mooi natuurverschijnsel, dat is om het even. Beperkte goden Waarom maakt de Here God hier nu zo’n punt van? Alles wat wij ons kunnen voorstellen lijkt toch op iets uit de natuur? Om dit gebod te kunnen begrijpen, moeten we terug naar de tijd waarin de geboden werden geschreven: de oud-oosterse wereld van ongeveer 3500 jaar geleden. In die wereld geloofden mensen in verschillende goden. Dit geloof zat als volgt in elkaar. Men geloofde dat het leven vol zat met mysterieuze, niet door het verstand te verklaren gebeurtenissen. Waarom word je bijvoorbeeld verliefd op die ene persoon, en niet op die ander? Of als je met dobbelstenen gooit, waarom rolt hij op de drie en niet op de vier?
14
de tien geboden
Oorzaken Volgens de mensen in deze oud-oosterse wereld zijn er verschillende redenen waarom dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Je hebt oorzaken die je kunt zien. Bijvoorbeeld: als je een steen omhoog gooit, valt hij naar beneden. Ook zijn er oorzaken die je niet kunt zien. Die vinden plaats in de onzichtbare wereld. Deze onverklaarbare krachten werden gezien als persoonlijke wezens. Soms werden ze voorgesteld in menselijke gedaantes, als dieren, natuurverschijnselen of dode voorwerpen. Ze hadden een beperkte macht en waren door de mens te manipuleren door het brengen van offers. Je kon ze ook tegen elkaar uitspelen. De een was sterker dan de ander. De mens voelde zich in deze wereld een speelbal van de goden. God is niet beperkt Daarom is de Here God zo duidelijk dat Hij dit niet wil. Als je Hem afbeeldt als bijvoorbeeld een leeuw of de zon, dan maak je Hem op die manier tot één van de oud-oosterse goden. Misschien wel de sterkste, maar niet de Enige en zeker niet een almachtig God, die boven alles staat. God zegt in dit gebod als het ware: beschouw Mij niet zoals de andere volken hun belangrijkste god beschouwen, namelijk als de machtigste en onzichtbare kracht, maar wel beperkt en slechts één van de invloeden in hun leven. Hun god kan afgebeeld worden door een aspect van de natuur, want het is een beperkte god. Maar Ik ben niet beperkt. Ik ben niet één van de invloeden in je leven. Ik ben de enige invloed. Er is niets dat Ik niet kan doen. Niets gaat buiten Mij om. Een bemoedigende gedachte, zeker als je hierbij bedenkt dat God zich over je wil ontfermen. Hij wil niets liever dan Zijn liefde aan je kwijt. Hierin is hij door niets of niemand te stoppen.
15
God is jaloers. Hij wil je niet kwijt. Ik de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. (Exodus 20: 5,6) Een wonderlijk gedeelte. Op mij hadden deze woorden als kind altijd een beklemmende uitwerking. Het kwam bij mijn ongeveer zo over: God is heel erg streng en als je iets fout doet, is Hij daar zo boos over dat Hij ook later op je kinderen en kleinkinderen nog boos blijft. Dit beeld van God maakte zo’n indruk dat ik aan het tweede deel van de tekst, over de ‘barmhartigheid’ helemaal niet meer toe kwam. Dit maakte God voor mij niet aantrekkelijk. Ik bleef maar liever wat op een afstand. Terecht? Is mijn beeld van God van vroeger terecht? Nee, gelukkig niet. Maar wat wordt er dan wel bedoeld? Liefdesrelatie De Here God wil dat we leren ontdekken dat Hij de enige God is, zagen we de vorige keer. Er is niemand aan Hem gelijk. Hij is de schepper van alles en iedereen, in de hemel en op aarde. God heeft alles op aarde toevertrouwd aan de kroon op zijn schepping: aan ons mensen. Alle liefde die Hij heeft, heeft Hij in ons geïnvesteerd. Dit is noodzakelijke achtergrondinformatie voor wat nu volgt: “Ik de HERE, uw God ben een naijverig God”. In gewoon Nederlands zegt God hier: Ik ben jaloers. Hierbij moet je bedenken dat in de Bijbel de relatie tussen God en Zijn volk wordt gezien als een liefdesrelatie (zie bijvoorbeeld Hosea 2). En als het volk ‘vreemd’ gaat, om het zo maar te noemen, dan is God als echtgenoot jaloers. Hij wil een exclusieve relatie met ons, een hartsrelatie. Hierin is geen ruimte voor andere goden, voor concurrenten. In dit vers zie je verder dat God spreekt over mensen die Zijn liefde beantwoorden
16
de tien geboden
met haat. Daar is Hij kapot van. Hij is jaloers, in Zijn liefde. Hij heeft ook in deze mensen veel geïnvesteerd. Hij wil ze niet kwijt. De Here God lijkt hierin op die herder die de 99 schapen even alleen laat om dat ene, ongehoorzame schaap te zoeken en terug te brengen naar de kudde. (Lucas 15: 1-7) Straf voor de kinderen? Maar wat betekent dat dan voor de kinderen van deze mensen? “God bezoekt de ongerechtigheid aan de kinderen.” Wat wil dat zeggen? Word je als kind gestraft om de zonden van je ouders? Dat zou toch niet eerlijk zijn! En het lijkt in strijd met andere teksten in de Bijbel. Zoals bijvoorbeeld Ezechiël 18: 20, waarin staat dat een kind nooit gestraft wordt om de zonden van zijn ouders en dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden en daarop wordt aangesproken. Rabbijnen Een Rabbijnse uitleg komt met een mooie oplossing: Als God de kinderen bezoekt, dan is dat niet negatief, maar juist positief. Juist die kinderen hebben extra zorg en aandacht van Hem nodig. Zodat ze niet in dezelfde fouten van hun ouders vervallen. Gelukkig is God dus niet zoals ik als kind dacht. God wil iedereen betrekken in Zijn project van barmhartigheid, van Zijn liefde. Daarom kwam toch de Here Jezus als de Goede Herder die zijn leven gaf voor de schapen. (Johannes 10: 11)
17
Op een schijnheilige manier God’s naam dragen. Da’s pas vloeken “Gij zult de naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt”. (Exodus 20: 7) Oorlogsverklaring Bij dit derde gebod moest ik meteen denken aan de Bond tegen het Vloeken. Die is vooral bekend geworden van de posters waarin geprobeerd wordt op allerlei manieren vloeken aan de kaak te stellen. Ik ben eens op hun website gaan kijken wat zij als ‘deskundigen’ over dit gebod te zeggen hebben. Het viel mij op, dat ze veel nadruk leggen op het gesproken woord. IJdel gebruiken is dan voornamelijk het uitspreken van een godslastering, een vloek. Dit is opzettelijk, doelbewust de naam van God misbruiken. Een rake typering vond ik de uitdrukking: vloeken is omgekeerd bidden. Echt hartgrondig, uit volle overtuiging vloeken heeft bijna de kracht van een gebed. In die zin is het uit volle borst roepen: God verdom mij, niets meer of minder dan een oorlogsverklaring aan God. God zij dank worden niet alle gebeden verhoord! IJdel Je kunt de naam van God of Jezus ook gebruiken als stopwoord. Dit gebeurt vaak niet opzettelijk. Toch zit er denk ik meer achter dit gebod. Het gaat hier om de naam van God. Niet zomaar een naam. De meest persoonlijke van al zijn namen: HERE. In het Hebreeuws: JHWH (zonder klinkers, want die naam spreek je niet uit). Dat betekent zoiets als: ‘Ik ben er voor jullie’ of voor jou. Met deze naam verbindt de almachtige God, die zo ontzettend ver van ons, kleine mensjes, afstaat, zich persoonlijk met jouw en mijn leven. Hij stelt zich eigenlijk heel kwetsbaar op. Want op het moment dat je je met iemand wilt verbinden, loop je ook de kans afgewezen en gekwetst te worden. En daar gaat het hier ten diepste om. IJdel wil zeggen: leeg, nietswaardig of onecht. Het stelt niets voor en als
18
de tien geboden
het al wat voorstelt, speel je eigenlijk maar een spel, je meent het diep van binnen helemaal niet. Met andere woorden: je bent schijnheilig. Gebruiken En dan is er nog dat andere woordje: ‘gebruiken’. Dit betekent veel meer dan alleen Gods naam uitspreken. Er zit iets in van dragen, opheffen. Als je iemands naam opheft, heb je hem hoog staan en kijk je tegen hem op om wat hij heeft gedaan of om wie hij is. Als je iemands naam draagt, wil dat zeggen dat je met die persoon verbonden bent. Je draagt de naam van je ouders in je achternaam, dit zegt iets over je identiteit, over je herkomst. Diepe lading Combineren we nu de betekenissen van ‘ijdel’ en ‘gebruiken’, dan begrijpen we de diepe lading van het gebod. Gods naam ijdel gebruiken, op een schijnheilige manier Gods naam dragen, wil zeggen dat je je wel christen laat noemen, maar eigenlijk is het maar een spel, je meent het niet echt. Je houdt de schijn op. Eigenlijk stelt God niets voor in je leven, maar je blijft jezelf toch gelovige noemen. Op die manier, zegt dit gebod, doe je God enorm veel pijn. Hij wil dat we eerlijk zijn in de manier waarop we met Hem omgaan. Je hoeft het niet altijd met Hem eens te zijn (kijk maar eens naar Mozes, een man naar Gods hart, in Exodus 32: 7-14), je kunt het zelfs hartgrondig met Hem oneens zijn, maar blijf wel respectvol met Hem omgaan. Anders, zo staat er, houdt Hij je niet voor onschuldig. Dat is logisch, want dan ben je toch ook niet onschuldig. Daar spreekt Hij je op aan. Niet om je buiten te sluiten, maar om je binnen te houden. Ook de Here Jezus was allergisch voor schijnheiligheid. Hij sprak iedereen, wat zijn positie ook was, erop aan. Eerlijk zijn, staan voor wat je zegt te geloven, daar gaat het om.
19