Groep 5/6 Techniekproject juni 2009 Thema: Afval
1
Inhoudsopgave Uitleg draaiboek __________________________________________________________ 3 Algemeen _______________________________________________________________ 4 Planning dagdelen ________________________________________________________ 5 Zorg dat je dit van tevoren regelt_____________________________________________ 6 Didactiek: dagdeel luchtvervuiling_____________________________________________ 7 Dagdeel luchtvervuiling ____________________________________________________ 8 Bijlage 1-2 _____________________________________________________________ 10 Didactiek: dagdeel watervervuiling____________________________________________ 15 Dagdeel watervervuiling____________________________________________________ 16 Bijlage 3 ________________________________________________________________ 18 Dagdeel vuilnisbelt ________________________________________________________ 19 Didactiek: dagdeel recycling _________________________________________________ 20 Dagdeel recycling __________________________________________________________ 21 Bijlage 4 _________________________________________________________________ 23
2
Uitleg bij draaiboeken techniekweek In dit blad wordt uitgelegd hoe de draaiboeken voor de volgende groepen in elkaar steken en werken: Groepen 3+4, 5+6 en 7+8. De opbouw van al deze draaiboeken zijn gelijk en dit blad is dus bruikbaar bij ieder draaiboek. Voor iedere groep is er een 4-tal activiteiten ontwikkeld, waarbij ook voor iedere activiteit een lesbox aanwezig zal zijn. Voorkaft Ieder draaiboek heeft een voorkaft. Hierop staat voor welke groepen het draaiboek is bedoeld en welk thema er behandeld word. Tevens staat er natuurlijk een leuk plaatje dat bij het thema hoort bij. Planning dagdelen Hier vind je een schema, wat verteld welke klas welk dagdeel doet op welk moment. Iedere klas voert namelijk per dagdeel een andere activiteit uit, zodat de lesboxen eenvoudig uitgewisseld kunnen worden en er voldoende materialen aanwezig zijn. Hier staat ook vermeld welke lesbox bij welk dagdeel hoort. Dagdelen Hier staat 1 dagdeel uitgewerkt, ieder dagdeel is op dezelfde manier uitgewerkt. Ieder dagdeel bestaat uit 3 onderdelen: Algemeen, lesbeschrijving en bijlagen. Algemeen Dit onderdeel is ook weer onderverdeeld. - In dit gedeelte wordt kort verteld hoe de les eruit gaat zien en wat de leerlingen gaan leren en doen tijdens desbetreffende dagdeel. - Er word verteld wat de beginsituatie voor de leerling is, wat zouden de leerlingen al weten en wat is juist helemaal nieuw voor de leerlingen. - Er zijn leerdoelen voor de leerlingen geformuleerd. - Als laatste staat er opgesomd wat er allemaal aanwezig is in de lesbox. Lesbeschrijving In dit onderdeel van het draaiboek staat het lesverloop uitgestippeld. Alle onderdelen van de les staan uitgelegd, wat vertel je de leerlingen al en wat nog niet over het onderwerp. Hoe gaan de leerlingen aan de slag, wat krijgen ze voor materialen. Dat soort dingen kun je in de lesbeschrijving vinden. Het is dus belangrijk om deze ruim en goed van tevoren door te nemen! Bijlagen In de bijlagen vind je spullen op papier die je nodig zult hebben in de les. Didactiek bij de dagdelen De didactiek bij de dagdelen is op 2 verschillende manieren toegevoegd. De technische cyclus en het 5stappenplan. De technische cyclus Bij de technische cyclus wordt aan de volgende onderdelen aandacht besteed: Materiaal: Voor deze les is bewust voor bepaalde materialen gekozen, waarom zijn deze materialen juist geschikt voor deze les? Energie: Op wat voor manier zorgen de leerlingen ervoor dat de les tot een goed einde gebracht word, wat doen ze tijdens de les en waarom laten we ze dat doen? Informatie: Op wat voor manier krijgen de leerlingen informatie van de docent(e), of op andere manieren, zoals door andere leerlingen? Bedenken/ontwerpen: Wat doen de leerlingen deze les aan bedenken en ontwerpen? Maken: Wat maken de leerlingen in deze les? Gebruiken: Worden de producten van de leerlingen verder gebruikt in de les, wat nemen ze mee naar huis? Het 5-stappenplan In een les onderscheiden we 5 fasen, in het 5-stappenplan wordt verteld wat het nut is van de handelingen van de leerling tijdens deze les. De fasen zijn: 1. Introductie fase 2. Aanrommelen/ vrije exploratie 3. Onderzoek 4. Rapportage/ nabespreking 5. Verbreden/ toepassen
3
Algemeen Zoals de titel op de kaft van deze bundel al doet vermoeden gaat dit techniekproject over afval. In deze bundel 4 dagdelen rondom het thema afval die samen het techniekproject vormen. Per activiteit zijn de benodigde tijd en materialen vernoemd. Houd er rekening mee dat het uitvoeren van het volledige project ongeveer twee weken in beslag neemt. Activiteiten De lesactiviteiten: 1. 2. 3. 4.
Luchtvervuiling Watervervuiling Excursie naar papierfabriek Recycling
Uitwerking We hebben voor de uitwerking van de activiteiten voor een standaard lesmodel gekozen vanwege de volledigheid en overzichtelijkheid hier van. In het lesmodel zijn per activiteit de beginsituatie, het doel, de tijdsplanning, een lesbeschrijving en de benodigdheden vernoemt en uitgewerkt. Overkoepelend doel van dit project Het overkoepelend doel bij dit project voor de groepen 5 en 6 is het volgende: Door het nadenken over het onderwerp en er mee bezig te zijn gaan de kinderen bewuster zijn van al het afval dat weggegooid en verwerkt wordt. Na dit project weten de kinderen hoe verschillende soorten afval verwerkt kunnen worde en wat er gebeurd als dit niet zorgvuldig gebeurd.
(technische) leerdoelen per activiteit: De lesactiviteiten: 1. De kinderen worden zich bewust van de verschillende elementen uit het dagelijks leven die luchtvervuiling veroorzaken. 2. De kinderen weten op welke manieren vervuiling in het water kan zitten en hoe dit er uit gehaald kan worden. 3. De kinderen maken bewust het proces van afvalverwerking mee. 4. De kinderen weten hoe afval gescheiden kan worden en waarom dit zo belangrijk is.
4
Planning dagdelen
groep 5/6
Beste leerkracht, Zoals je hieronder in het schema ziet voert elke groep per dagdeel een andere activiteit uit, zodat de lesboxen eenvoudig uitgewisseld kunnen worden en er voldoende materialen aanwezig zijn. Ook kun je hieronder vinden welke lesbox bij welk dagdeel hoort. Op deze manier heb je alle benodigdheden voor je activiteit bij elkaar.
Groep 5
Groep 5
Groep 6
Groep 6
Dagdeel 1: Luchtvervuiling
Dagdeel 2: watervervuiling
Dagdeel 3: Vuilnisbelt
Dagdeel 4: Recycling
Dagdeel 2: Watervervuiling
Dagdeel 3: Vuilnisbelt
Dagdeel 4: Recycling
Dagdeel 1: Luchtvervuiling
Dagdeel 3: Vuilnisbelt
Dagdeel 4: Recycling
Dagdeel 1: Luchtvervuiling
Dagdeel 2: Watervervuiling
Dagdeel 4: Recycling
Dagdeel 1: Luchtvervuiling
Dagdeel 2: Watervervuiling
Dagdeel 3: Vuilnisbelt
Dagdeel 1: Luchtvervuiling lesbox 1 Dagdeel 2: Watervervuiling Lesbox 2 Dagdeel 3: Vuilnisbelt Lesbox 3 Dagdeel 4: Recycling Lesbox 4
5
Zorg dat je dit van tevoren regelt Bij een aantal activiteiten van deze techniekweek moet je zelf nog voor wat spullen zorgen (de meeste zijn binnen de klas/binnen de school te vinden.) Ook zijn er bij sommige activiteiten hulpouders nodig of moeten de kinderen zelf iets van huis meenemen. Hieronder staat bij elke activiteit waar je van tevoren rekening mee moet houden. Houd hier dus rekening mee! Dagdeel 1: Luchtvervuiling Dagdeel 2: watervervuiling - zorg zelf voor: Zorg ervoor dat de kinderen een lege plastic fles mee naar school nemen voor deze opdracht. Hier gaan ze namelijk een filter van maken. Dagdeel 3: uitstapje vuilnisbelt - zorg zelf voor: Zorg hierbij zelf voor ouders die willen rijden naar de vuilnisbelt. Dagdeel 4: recycling -
-> Indeling uitstapje vuilnisbelt: Zorg voor dit uitstapje zelf voor vervoer en een tweede (of meerdere) begeleiders. Wie:
Wanneer:
Groep 5:
Groep 5:
Groep 6:
Groep 6:
6
Didactiek: dagdeel luchtvervuiling 5-stappenplan 1. Introductie fase De leerlingen krijgen een inleiding op het onderwerp, door middel van informatie die de docent(e) geeft en een proefje dat de docente uitvoert. De voorkennis van de leerlingen word gestimuleerd en aangevuld. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie Aanrommelen/vrije exploratie en onderzoek zijn bij dit dagdeel vrijwel samengevoegd. De leerlingen krijgen teksten en afbeeldingen aangereikt die op hun niveau aansluiten op het onderwerp ‘luchtvervuiling’. De leerlingen gaan hiermee aan de slag, ze gaan een presentatie voorbereiden. Ze beslissen wat ze wel en niet willen gebruiken in de presentatie (ze scheiden hoofd- en bijzaken) en maken een poster bij de presentatie. 3. Onderzoek De leerlingen gaan zelf op een onderzoekende manier aan de slag met luchtvervuiling. Ze gaan kennis op doen door zelf te onderzoeken welke oorzaken luchtvervuiling heeft en wat de gevolgen hiervan zijn. 4. Rapportage/ nabespreking In dit geval is de rapportage een presentatie over het onderwerp ‘luchtvervuiling’. De leerlingen hebben hun eerste ervaring met presenteren, na iedere presentatie kunnen de leerlingen vragen stellen aan de presentatoren. Voor een groep staan en presenteren is iets wat je later hoogstwaarschijnlijk nodig gaat hebben, daarom is het goed dat er al vroeg een start mee gemaakt word. 5. Verbreden/ toepassen De leerlingen hebben geleerd wat luchtvervuiling is en hoe je dit tegen kunt gaan, hopelijk houden ze daar rekening mee in het dagelijkse leven.
_______________________________________________________________________________________________ _____
Technische cyclus Materiaal: Kaars + glas + aansteker: Deze 3 materialen worden gebruikt voor 1 proefje, waarmee word aangetoond wat luchtvervuiling is. De leerlingen zien bij het branden van een kaars een vlammetje en ze kunnen voelen dat die warm is. Wat ze normaal echter niet kunnen zien is wat voor afvalstoffen er ook vanaf komen. Dit kun je laten zien door een glas een tijdje boven de vlam te houden, er zal dan roet te zien zijn op het glas. Dit koppelt de docent(e) aan luchtvervuiling en zo worden de leerlingen bewust van het probleem door een simpel proefje. Informatie over luchtvervuiling (tekst en afbeeldingen): De leerlingen krijgen teksten en afbeeldingen aangereikt. Op het Internet zijn de teksten te moeilijk voor de leerlingen (en daarbij ook nog eens niet in kindertaal), waardoor ze moeilijk aan de slag kunnen, vandaar dat de leerlingen teksten aangereikt krijgen die aan kunnen spreken op de verschillende niveaus in de klas. De leerlingen gaan de teksten lezen en bestuderen en gaan delen ervan in een presentatie verwerken (ze maken zelf keuzes tussen bij- en hoofdzaken). Grote posters 20x, lijm en dikke stiften in verschillende kleuren: Bij het presenteren is het over het algemeen erg belangrijk om een aandachtstrekker te hebben. Met deze 3 materialen kunnen de leerlingen een poster maken, die als aandachtstrekker kan dienen en tevens een geheugensteuntje is voor de leerlingen om te presenteren. Energie: De leerlingen gaan actief bezig met het maken van een presentatie, dit doen ze in groepjes. Ze gaan bedenken wat ze in de presentatie willen hebben en wat ze achterwege willen laten, dit moeten ze doen in goed overleg. De leerlingen leren met elkaar samenwerken. Informatie: De leerlingen krijgen op het begin van de les informatie van de docent(e), hierbij word de voorkennis van leerlingen gestimuleerd en al wat uitgelicht over het onderwerp. Verder krijgen de leerlingen beschikking over teksten en afbeeldingen die het thema luchtvervuiling behandelen. Bedenken/ ontwerpen: De leerlingen gaan bedenken wat ze in de presentatie gaan gebruiken. Bij de presentatie ontwerpen ze een poster, die zal dienen als aandachtstrekker en toelichting bij de presentatie. Maken: De leerlingen bereiden een presentatie voor over het onderwerp luchtvervuiling en maken hierbij een poster. Gebruiken: De presentatie die de leerlingen hebben voorbereid word ook voorgedragen aan de klas. De leerlingen presenteren voor de eerste keer een zelfgemaakte presentatie, belangrijk om hierin te oefenen uiteraard. Het presenteren gebeurd aan het einde van de les.
7
Dagdeel 1: Luchtvervuiling Algemeen Tijdens dit dagdeel gaan de kinderen vooral zelf aan de slag met het verzamelen en ordenen van kennis over luchtvervuiling. Na een korte inleiding met een inzichtelijk practicum, gaan de kinderen een presentatie in elkaar zetten en deze later tijdens de afsluiting van de les presenteren. Door middel van deze presentatie leren de kinderen belangrijke punten te onderscheiden van de punten die minder van belang zijn. Ook staan ze stil bij de hoofdgedachte van het onderwerp en verdiepen zich in de milieuproblemen rondom luchtvervuiling. De presenatie wordt in groepjes samengesteld en gepresenteerd. Beginsituatie De kinderen hebben eigenlijk dagelijks te maken met luchtvervuiling. Enkele elementen hiervan komen zij vaak tegen (bijvoorbeeld uitlaatgassen van de auto of rook uit een fabrieksschoorsteen). Ze zijn zich hierbij alleen niet bewust dat deze rook meewerkt aan de (lucht)vervuiling van de aarde. Het is de eerste keer voor de kinderen dat ze in groepjes een presentatie moeten voorbereiden en uitvoeren. Wel zijn de kinderen het al gewend om voor de klas te staan. Doelen - De kinderen worden zich bewust van de verschillende elementen uit het dagelijks leven die luchtvervuiling veroorzaken. - Ze gaan tijdens deze les zelf aan de slag met het ordenen van kennis over het milieu. - Kinderen van elkaar laten leren door naar elkaars presentatie te laten kijken. Inhoud van de lesbox Kaars Glas Aansteker Informatie over luchtvervuiling (tekst en afbeeldingen) Grote posters 20x Lijm Dikke stiften in verschillende kleuren Opmerkingen - om de samenwerking en de taakverdeling tijdens het voorbereiden van de presentatie te bevorderen hebben we een kleine aanpassing in de tekst aangebracht, namelijk stukken tekst die gemakkelijk te verdelen zijn. - We hebben er bewust voor gekozen om de informatietekst zelf in elkaar te zetten met behulp van verschillende pagina’s op internet. Dit hebben we gedaan omdat de meeste teksten vanuit internet te moeilijk waren en niet in kindertaal. Ook hebben we hierdoor zelf verschillende niveau’s aangebracht binnen de tekst. Kinderen onder het gemiddelde niveau kunnen simpele informatie opnemen, kinderen boven het gemiddelde niveau zullen ook zeker uitdaging vinden in de tekst. Zij kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van toegevoegde termen. - Wij hebben er bewust voor gekozen om alle groepjes dezelfde informatie te geven voor de voorbereiding van hun presentatie. Wij zijn ervan overtuigd dat alle groepen er hun eigen werk van zullen maken en op verschillende manieren uit zullen voeren. Verder krijgen de kinderen op deze manier kennis over alle onderwerpen en zijn ze niet alleen gespecialiseerd in één onderdeel van het milieuprobleem ‘luchtvervuiling’.
8
Lesbeschrijving Inleiding Tijdens de inleiding van de les voer je klassikaal een kort proefje uit om de kinderen bewust te maken van het begrip ‘luchtvervuiling’. Met dit proefje laat je door middel van een brandende kaars zien dat er ‘luchtvervuiling’ (roet) op het glas terecht komt dat je boven de kaars houdt. Hiermee laat je in het klein het proces van luchtvervuiling zien. Koppel dit kleine proefje aan luchtvervuiling in de praktijk, dan is alles veel omvangrijker en wordt de vervuiling niet opgevangen door het glas maar gaat het de lucht in. (eventueel korte uitleg over het aantasten van de ozonlaag). Ook bespreek je met de kinderen de verschillende manieren van luchtvervuiling die ze kennen (bijvoorbeeld door het verkeer of de industrie). Laat de kinderen nadenken over luchtvervuiling in hun eigen leefomgeving (verwarming/ open haard/auto). Kern De kinderen gaan nu in groepjes aan het werk. Ze krijgen per groepje informatie aangereikt over luchtvervuiling in het algemeen. Ook krijgen ze materialen zoals een grote poster en stiften, beeldmateriaal en lijm. Hiermee kunnen ze hun presentatie ondersteunen en aantrekkenlijk maken voor hun klasgenoten. Het is belangrijk dat ze goed met elkaar overleggen en van te voregn afspreken hoe ze te werk gaan. (taken verdelen binnen het groepje, zodat iedereen een aandeel heeft tijdens het uitwerken maar ook tijdens de uitvoering). Vertel de kinderen dat: - het belangrijk is om de kern uit de informatie te halen - geen lappen tekst op de poater schrijven, maar steekwoorden/ korte zinnen, zodat ze de rest bij de presentatie erbij kunnen vertellen. - dat het leuk is om beelmateriaal te laten zien om de het onderwerp te versterken. Denk daarbij aan plaatjes of aan een zelfgemaakte tekening op de poster ove rhte onderwerp. - dat iedereen een aandeel moet hebben zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de uitvoering van de presenatie. - dat het leuk is om tijdens de presentatie misschien een originele vorm te hanteren, zoals een interview/ toneelstukje/ nieuwsbericht etc. Let op: dit is niet verlpicht!!! Afsluiting De kinderen gaan nu hun voorbereide presentatie voor de klas uitvoeren. De rest van de klas kijkt en luistert en achteraf mogen ze vragen stellen over het onderwerp luchtvervuiling. Als alles groepjes zijn geweest, sluit je de les af en complimenteer je de kinderen voor hun werk.
9
Bijlage 1:
Informatie over luchtvervuiling
Luchtvervuiling is al heel lang een probleem in Nederland. Helaas is het de laatste jaren alleen maar erger geworden en ook in andere landen in Europa wordt de lucht steeds vuiler. Er zijn heel veel dingen om je heen die de lucht vervuilen, denk maar eens aan jullie eigen auto en alle file’s in ons land op de snelweg. De rook die uit de uitlaat van de auto komt vervuilt de lucht. In deze rookzit een stof, met een moeilijk woord heet dit: koolstofdioxide. De afkorting hiervan is: CO 2. Met een hele grote camera ( een satelliet) in de ruimte kan je de luchtvervuiling boven Nederland zien hangen. Dit is een hele grote zwarte vlek vol met CO 2. Maar niet alleen de auto’s zorgen voor vervuiling in Nederland. Ook de donkere rook uit de fabrieken komt is heel slecht voor de lucht. De onzonlaag is de laag om de aarde die ons beschermd tegen schadelijke stoffen. Deze laag gaat langzaam kapot als de lucht op de aarde steeds meer vervuild wordt. Als deze laag kapot gaat, veranderd ook het weer in de wereld. Een ander woord voor dit weer heet: klimaat. Het zal veel wamer worden op de aarde. Lekker zonnetje zul je denken, maar het heeft ook nadelen. Er komt heel veel regen en het ijs op de de noordpool gaat smelten. Hierdoor worden de zeeen veel voller met water. Als die te vol worden, kunnen er landen overstromen met water. Dit komt dus allemaal door verluiling van de lucht. De mensen die alle regels voor Nederland bedenken overleggen heel vaak met mensen uit andere landen hoe ze dit probleem op kunnen lossen. De luchtvervuiling van andere landen, bijvoorbeeld Duitsland, Engeland en Belgie, komt naar ons land toe en onze luchtvervuiling uit Nederland gaat ook naar hun toe. Het heeft dus geen zin als alleen Nederland aan een schone lucht werkt, daarom gaan de landen samen oplossingen zoeken. Er zijn al heel veel dingen bedacht, hier zijn een paar voorbeelden: - Als mensen naar hun werk gaan, kunnen ze ook met de fiets of de trein gaan. Hierdoor komen er minder vieze uitlaatgassen in de lucht. - Meer pakeergeld vragen, hierdoor gaan er minder mensen met de auto omdat het te duur wordt om de auto te parkeren. - Er moeten meer bomen komen in ons land. Bomen geven ons gezonde lucht: zuurstof. Ook kunnen bomen vuile lucht opnemen en omzetten in gezonde lucht: hierdoor wordt de lucht gefliterd. - Meer geld vragen voor benzine. Het wordt duur om te tanken en mensen gaan minder vaak met de auto.
10
- Drempels in de weg bouwen, hierdoor gaan auto’s minder hard rijden en komen er minder vieze stoffen in de lucht - Een roetfilter plaatsen op de schoorstenen van de fabrieken zodat de slechte rook er minder goed doorheen kan. - Zuinig zijn met electriciteit, hoe meer stroom je gebruikt, hoe meer luchtvervuiling er komt.
Dit is het teken dat op afval staat waar chemische stoffen in zitten. Voorbeelden van chemisch afval zijn: batterijen, verf, medicijnen, spuitbussen en nog veel meer. Deze stoffen zijn ook al slecht voor de lucht. Daarom mag je dit afval ook nooit zomaar in de prullenbak gooien. Gewoon afval uit de prullenbak komt namelijk terecht op een vuilnisbelt en chemisch afval moet apart bewaard worden omdat hier gevaarlijke stoffen in zitten voor mensen en milieu. Chemisch afval kun je inleveren in speciale bakken. Soms komt er ook een wagen langs de huizen om dit schadelijke afval op te halen, deze wagen heet: de chemokar. Vooral de mensen zorgen voor luchtvervuiling. Dit doen ze door: - Huishoudens -> mensen thuis zorgen soms ook zelf voor luchtvervuiling. Dit doen ze bijvoorbeeld door het gebruiken van een open haard. Hierdoor komt er vieze rook uit de schoorsteen die de lucht vervuild. Ook heeft bijna iedereen wel een auto thuis waardoor er ook slechte stoffen in de lucht komen. Iedereen heeft thuis ook wel chemisch afval waar schadelijke stoffen inzitten voor de lucht, bijvoorbeeld batterijen. - Verkeer -> In Nederland zijn er heel veel mensen die elke dag met de auto naar het werk gaan, met vrachtwagens spullen moeten vervoeren of met het vliegtuig op vakantie gaan. Als deze vervoersmiddelen zorgen voor luchtvervuiling omdat ze allemaal uitlaatgassen hebben die niet goed zijn voor de ozonlaag. Daarom is het zo belangrijk dat alle file’s weggaan in ons land zodat de lucht schoner wordt. - Handel -> Uit andere landen hebben we vaak spullen nodig, bijvoorbeeld fruit of kleren. Deze spullen worden in andere landen gemaakt en wij kopen die van hun. Deze dingen worden vaak vervoerd in boten. Deze boten zijn ook slecht voor de vervuiling van de lucht. - Landbouw -> Om op het land te werken hebben boeren tractors en andere machines nodig, hier komen ook uitlaatgassen uit zoals bij auto’s, die slecht zijn voor de lucht. In de grond kan ook een stofje zitten, dit heet amoniak. Dit stofje kan ook in de lucht komen waardoor er weer luchtvervuiling ontstaat. - Industrie -> In fabrieken worden er dingen gemaakt met machines waardoor er rook ontstaat, ook worden er dingen verbrand in een fabriek waar vieze rook bij komt kijken. In deze rook ziiten heel veel schadelijke stoffen voor de lucht, bijvoobeeld koolstofdioxide (CO 2).
11
Bijlage 2: Plaatjes luchtvervuiling
12
13
14
Didactiek: dagdeel watervervuiling 5- Stappenplan 1.Introductie fase Kort wat theorie en een de inzet van het demonstratiepracticum. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie Voorspellen wat er gebeurt als ze de verschillende stoffen in water gooien en dit uitproberen. Vervolgens proberen wat er gebeurd als ze het prutje proberen te filteren. 3. Onderzoek Gericht waarnemingen, noteren en proberen en verklaringen proberen te vinden voor wat ze zien. 4. Rapportage/ nabespreking De bevindingen delen met de rest van de groep. Leerkracht stuurt hierbij en stelt vragen om de leerlingen verder te helpen. 5. Verbreden/ toepassen Als verdieping is er de theorie over zoutwater. Om wat extra diepgang te geven aan het survivalelement van dit dagdeel kan je bespreken waarom zout water niet te drinken is en hoe je dit zout er uit kan halen. Bedenk samen met de kinderen een mogelijke opstelling die je zou kunnen gebruiken om zout uit water te halen. __________________________________________________________________________________ Technische cirkel Materiaal: De materialen zijn zo gekozen dat de kinderen kunnen zien wat er gebeurd en er zelf mee kunnen werken. We hebben voor doorzichtige flessen en glazen gekozen zodat de kinderen alles goed kunnen zien. Als vervuilende stoffen hebben we voor zand, azijn, inkt en olie gekozen omdat we zo alles manieren waarop stoffen in water kunnen zitten kunnen laten zien. Zand en olie zijn twee verschillende suspensies en inkt en azijn geven een gekleurde en een doorzichtige oplossing. Energie: Kinderen moeten zelf verklaringen naar hun waarnemingen vormen. Deze schrijven ze op hun werkblad. Informatie: Als input ontvangen de kinderen wat theorie tijdens de inleiding. De docent kan naar het niveau van de groep bepalen hoeveel en hoe diep hij hier op ingaat. Verder krijgen ze veel informatie door zelf waar te namen en naar de verklaring van anderen te luisteren. Bedenken/ ontwerpen: De kinderen bedenken zelf verklaringen voor wat ze zien. Maken: De kinderen voeren hun proef uit en schrijven daar bij op wat ze waarnemen en maken er verklaringen bij. Gebruiken: Als het onderwerp vervuiling of water in de natuur ooit nog een keer voorbij komt hebben de kinderen al een hoop voorkennis hierover opgedaan. Op de middelbare school is het ook erg handig als je de geleerde termen en kent. __________________________________________________________________________________
15
Dagdeel 2: watervervuiling Algemeen Tijdens deze les krijgen de kinderen inzicht in de verschillende manieren waarop vervuiling in water kan zitten en op welke manieren je de verschillende soorten uit het water kan halen. Beginsituatie De kinderen hebben waarschijnlijk nog geen les over dit onderwerp gehad. We gaan er wel vanuit dat kinderen begrijpen dat je niet zomaar elk water kunt drinken en dat dus niet elk water even schoon is en dus schoon moet worden gemaakt. Termen als ‘’troebel’’ en ‘’helder’’ hebben ze waarschijnlijk al weleens gehoord. Deze worden tijdens de les nog wel toegelicht. Doelen Aan hen einde van dit dagdeel kennen de kinderen verschillende manieren waarop ‘’vuil’’ in het water kan zitten. Ook weten ze dat de verschillende soorten vuil niet op de zelfde manier uit het water te halen zijn. Ze weten nu wat een suspensie en een oplossing is. Ze weten wat je suspensies schoon kunt filteren, maar oplossingen niet. Ze weten dat je sommige oplossingen kan laten indampen. Inhoud van de lesbox - 3 grote doorzichtige cilinders - 30 bekerglazen - filterpapiertjes - werkblad - azijn - slaolie Opmerkingen Voor de volgende materialen moet de docent zelf zorgen! - Zand - Inkt - water - lege flessen -> Zorg dat deze door de kinderen van te voren mee worden genomen!
16
Lesbeschrijving Inleiding De docent vertelt waar het practicum over gaat en doet een demonstratieproef. De drie flessen zijn tot ongeveer de helft gevuld met schoon water. Vervolgens gooit de docent in de eerste fles zand, in de tweede slaolie en in de derde azijn, en roert vervolgens de inhoud van de cilinders. De drie wateren zijn nu vervuild en je vraagt de kinderen wat de zien en daar over denken. Ook geef je wat theorie over suspensie en oplossingen. Belangrijk om te behandelen is dat een suspensie niet oplost maar in plaats daarvan in kleine deeltjes over het water verdeeld. Een suspensie is nooit helder. Oplossingen echter zijn wel doorzichtig en kunnen kleurloos, maar ook gekleurd zijn. Belangrijk om nog niet te vertellen is dat je een suspensie er uit kan filteren en een oplossing niet. Kern De kinderen gaan zelf aan de slag in groepjes van 2. Elk groepje krijgt drie beker. Een lege, en een met water, inkt en zand. Dan gaan ze eerst zelf een trechter maken. Dit doen ze door de bodem van een plastic fles af te knippen. Ook krijgen ze een filterpapiertje. Dit leggen ze in de opening van de fles. Als ze vervolgens de dop van de fles afdraaien, hebben ze hun eigen trechter gemaakt! Daarna moeten ze voorspellen wat er gebeurt als je de vervuilde oplossing door de trechter met filter gooit. Daarna moeten ze het zelf uitproberen en hun waarneming opschrijven. Vervolgens moeten ze proberen te verklaren wat ze zien. Afsluiting Je bespreekt met de kinderen wat je ziet als je nu naar de drie flessen kijkt van de demonstratieproef en probeert samen met hen een verklaring te zoeken. Vervolgens bespreek je ook de resultaten van hun eigen proef en hun verklaringen. Mogelijk is het noodzakelijk om hier nog wat extra theoretische toelichting bij te geven zodat ze hun antwoorden kunnen aanvullen. Als test kan je enkele kinderen laten uitleggen wat ze denken dat nu precies het verschil is. Om wat extra diepgang te geven aan het survivalelement van dit dagdeel kan je bespreken waarom zout water niet te drinken is en hoe je dit zout er uit kan halen. Bedenk samen met de kinderen een mogelijke opstelling die je zou kunnen gebruiken om zout uit water te halen.
17
Bijlage 3: Werkblad watervervuiling
Naam:
Je hebt 3 bekers voor je; één met zand, één met water en één met een beetje inkt. Kiep het bekertje met inkt in het bekertje met water 1. Wat zie je als je inkt in het water doet? * __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
Kiep ook het bekertje met zand in het water 2. Wat zie je als je ook zand in het water doet? * __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
3. Vouw het filterpapiertje zo dat het in je zelfgemaakte trechter past. Giet dan het water in de filter . Houd je trechter boven het lege bekertje (waar eerst zand in zat).
4. Wat zie je aan het gefilterde water? * __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 5. Wat is er dan in het filter blijven zitten en wat is er door gegaan? * __________________________________________________________________________
6. Hoe denk je dat dit kan? * __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
18
Dagdeel 3: vuilnisbelt (excursie)
Tijdens dit dagdeel gaan de kinderen naar de vuilnisbelt. Hierover krijgen ze informatie over verschillende aspecten rondom vuilnis, zoals afvalscheiding en afvalrecycling. Hieronder is een schema te vinden van wie wanneer naar de vuilnisbelt gaat.
Wie:
Wanneer:
Groep 5:
Groep 5:
Groep 6:
Groep 6:
19
Didactiek: dagdeel recycling 5- Stappenplan 1.Introductie fase Praten over wat recyclen eigenlijk is en het bekijken van een klokhuisaflevering met invullen van werkblad. De voorkennis van de kinderen wordt hier geprikkeld en ze zullen actief over het onderwerp gaan nadenken. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie Afval verzamelen. Door het afval zelf te verzamelen zijn de kinderen vanzelf al bezig met het afval beoordelen. Ze hebben ieder voorwerp dat ze zo dadelijk gaan sorteren al een keer vastgehad. 3. Onderzoek Afval zelf scheiden en daarbij het werkblad invullen. 4. Rapportage/ nabespreking Klassikaal evaluatiegesprek. Over wat ze zijn tegengekomen en waarom het belangrijk is om dit gescheiden af te voeren. __________________________________________________________________________________ Technische cyclus Materiaal: We gaan het hebben over het recyclen van afval, daarom hebben we gekozen voor echt afval als materiaal. Dit moeten ze gaan sorteren, echter kan niet lijkt mij. Energie: De kinderen moeten zelf afval verzamelen en dit vervolgens scheiden. Informatie: De kinderen ontvangen van de leerkracht mondeling informatie over recyclen van afval. Vervolgens kijken ze een klokhuisaflevering over afval. Bedenken/ ontwerpen: De kinderen denken bij ieder voorwerp dat ze scheiden na bij welke afdeling het hoort (plastic, tuinafval, glas). Maken: Het ingevulde werkblad en het gescheiden afval is hun product. Gebruiken: Na dit dagdeel weten de kinderen wat recyclen inhoud en hoe je er zelf aan mee kunt helpen. Ze kunnen dit wellicht thuis en op school toepassen door bijvoorbeeld in plaats van elke dag een pakje of nieuw flesje drinken mee naar school te nemen, een flesje elke dag vullen.
20
Dagdeel 4: Recycling Algemeen Tijdens dit dagdeel gaan we het hebben over het hergebruiken en het recyclen van afval. De kinderen worden bekend met deze begrippen door het uitvoeren van een opdracht waarbij ze afval gaan scheiden. We houden dit dagdeel bewust kleinschalig omdat het dan zo dicht mogelijk bij de leefwereld van de kinderen blijft. We gaan dan ook afval verzamelen in de omgeving rond de school, waar elk kind wel bekend mee is. Beginsituatie Kinderen hebben iedere dag te maken met verschillende soorten afval, glas, papier, plastic enz. Zij zullen dit vaak gewoon in de prullenbak gooien, maar nooit bij stilstaan wat ermee gebeurd nadat ze het hebben weggegooid. Hun ouders zullen zich meer bezig houden met het scheiden ervan. Hier zijn de kinderen zich na dit dagdeel voortaan ook van bewust. Verder zullen ze de glasbakken wel kennen die buiten de supermarkt staan in de wijk. Ook hebben de kinderen al vaker in 2-tallen gewerkt binnen een onderwerp. De omgeving rond de school is voor iedere leerling wel bekend. Doelen - De kinderen worden zich bewust van het nut om afval te scheiden. - De kinderen leren waar hun eigen afval blijft nadat ze het in de prullenbak hebben gegooid. - De kinderen maken kennis met debegrippen (en het verschil tussen) recyclen en hergebruiken. Inhoud van de lesbox - Voorwerpen om begrippen mee te verduidelijken - Plastic handschoenen - Vuilniszakken (1 per 2 tal) - Plastic folie voor op de tafels - Beeldmateriaal: logo recycling - Werkbladen - Antwoordbladen - Dozen met grote stickers Opmerkingen - Aflevering Klokhuis: glasrecycling is te vinden op: www.hetklokhuis.nl -> klokhuis gemist -> zoeken op woord -> glasrecycling intypen en het filmpje speelt zich automatisch af in windows media player. - Er zitten in het filmpje ook toneelstukjes die minder goed aansluiten bij het onderwerp en taal bevatten die misschien niet geschikt is voor kinderen. Daarom geven we hieronder de minuten aan, zodat deze stukje doorgespoeld kunnen worden. 1e stukje = 2.42 min. tot 5.10 min. 2de stukje = 8.42 min. tot 11.40 min.
21
Lesbeschrijving Inleiding (20 min.) Tijdens de inleiding van de les bespreek je de begrippen ‘recyclen’en ‘hergebuiken’ met de kinderen. Ook test je de voorkennis van de kinderen over het verschil in de praktijk tussen de twee begrippen. Om dit te ondersteunen gebruik je verschillende voorwerpen en bespreekt met de kinderen of het afval is om te hergebuiken of te recyclen. (Bijvoorbeeld: een lege limonade fles wordt hergebruikt en een snoeppapiertje wordt gerecycled). Bespreek eventueel ook de weg van prullenbak tot nieuw voorwerp bijvoorbeeld bij het snoeppapiertje: papierdoos, papiercontainer, papierfabriek, snoepfabriek, winkel. Maak de kinderen ook duidelijk dat het belangrijk is om je afval goed te scheiden voordat het hergebruikt of gerecycled kan worden en waarom dit zo is. Laat hierbij ook het bijgeleverde recycle-logo zien! Korte uitleg: Hergebruik of recycling is het opnieuw gebruiken van materialen nadat ze als afval zijn afgedankt. Er is echter wel een verschil tussen hergebruik en recycling. Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, al dan niet voor een ander doel. Bij recycling wordt een afvalstof omgevormd tot een nieuw product. (Bron: Wikipedia.) Kern deel 1 (10 min. aflevering klokhuis kijken en ondertussen werkblad invullen) + (10 min. werkblad doornemen en eventueel aanvullen). In het eerste gedeelte van de kern gaan de kinderen kijken naar een aflevering van Klokhuis over: Glasrecycling. Ondertussen mogen de kinderen het wekblad invullen. Na afloop van het filmpje kan het werkblad worden nagekeken en nabesproken. Kern deel 2 (15 min. afval verzamelen + 25 min. afval scheiden) De kinderen gaan nu zelf aan de slag met het scheiden van afval zodat het gemakkelijk hergebruikt of gerecycled kan worden. Ook gaan ze een steentje bijdragen aan een schoon milieu in de schoolomgeving. Ze gaan namelijk in tweetallen afval rond de school verzamelen. Ze één houdt ze vuilniszak open, de ander stopt het afval er met handschoenen in. Vervolgens nemen ze de vuilniszak mee naar de klas en gaan nu hun eigen afval scheiden. Papier bij papier, plactic bij plastic, hout bij hout etc. Op deze manier staan ze stil bij de verschillende materialen waaruit afval kan bestaat en gescheiden kan worden. In de klas staan bakken waarin het gescheidden afval verzameld kan worden. Bijvoorbeeld een papierbak, een plasticbak en een glasbak. Nadat al het afval verdeeld is, laat je de kinderen zelf nog eens het belang van dezse opdracht nevertellen. Afsluiting Kort klassikaal evaluatiegesprek.
22
Bijlage 4: Werkblad recycling/hergebruik
Naam:
1. Wat is het voordeel van glazen potjes/flessen? *_______________________________________ *_______________________________________ *_______________________________________ 2. Hoe heet het glas waar eten in bewaard wordt? ________________________________________ 3. Waar wordt glas van gemaakt? *_______________________________________ *_______________________________________ *_______________________________________ 4. Welke drie kleuren glas moet je scheiden? *_______________________________________ *_______________________________________ *_______________________________________ 5. Hoe houden ze de verschillende kleuren glas gescheiden? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 6. Hoe wordt het glas schoon, zodat het gerecycled kan worden? *_________________________________________ *_________________________________________ *_________________________________________ *_________________________________________ 7. Waarom is het erg als er steen tussen het glas zit als je het opnieuw smelt? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 8. Hoe komt het dat de twee flesjes zo verschillend van kleur zijn? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 9. Waar gaat het schone glas uiteindelijk heen? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ 10. Hoe noem je dit proces van het opnieuw scheiden en opnieuw gebruiken van glas? __________________________________________________________________________________
23
Antwoordblad recycling/hergebruik 1. Wat is het voordeel van glazen potjes/flessen? * Ze zijn doorzichtig * Ze zijn stevig/sterk * Ze nemen geen geurtjes op 2. Hoe heet het glas waar eten in bewaard wordt? Verpakkingsglas 3. Waar wordt glas van gemaakt? * Zand * Kalk * Soda 4. Welke drie kleuren glas moet je scheiden? * Wit * Bruin * Groen 5. Hoe houden ze de verschillende kleuren glas gescheiden? Doordat er in de vrachtwagen schotten zitten die het glas gescheiden houden. Op de afvalplaats zijn verschillende opslag plaatsen voor elke kleur. 6. Hoe wordt het glas schoon, zodat het gerecycled kan worden? * Zeven * Met de hand/ door mensen * Door magneten * Door de natuur -> beestjes eten etensresten op 7. Waarom is het erg als er steen tussen het glas zit als je het opnieuw smelt? Er kunnen barsten in het glas ontstaan waardoor het glas kapot kan springen of gaat barsten. 8. Hoe komt het dat de twee flesjes zo verschillend van kleur zijn? Het groene flesje is gemaakt van glas dat helemaal schoon is. Het andere flesje is gemaakt van vies glas. 9. Waar gaat het schone glas uiteindelijk heen? Met de boot naar de glasblazersfabriek, zodat er nieuw glas van gemaakt kan worden. 10. Hoe noem je dit proces van het opnieuw scheiden en opnieuw gebruiken van glas? recycling
24
25
Samenonderwijsmaken.nl is een initiatief van Pabo Arnhem en Pabo Groenewoud Nijmegen
Titel les Afval
Vakgebied Techniek
Doelgroep
Tijdsduur
Groep 5/6
Per activiteit een dagdeel
Korte beschrijving/doel Techniekproject. Een bundel met vier activiteiten incl. beschrijving van benodigdheden per les
Naam auteur(s) en e-mailadres
Geplaatst d.d.
Mandy Creusen (
[email protected])
16 maart 2010
Chanine Keijzers (
[email protected])
26