Onesse, zaterdag 6 juni 2009 24 kilometer, totaal 116 kilometer Om 7u30 stond het ontbijt klaar. Daar had Jacques voor gezorgd. Koffie, thee boter, jam en speciaal, biologisch brood dat eigenlijk meer op cake leek. Daarna gaan de fietsers de paden stukrijden op hun fiets en de lopers Gilbert, Denys en ik, onder hun rugzak. Compleet uitgerust met poncho en gamaschen, want het weer is niet best. Jacques en Jacqueline zwaaien ons uit en geven de laatste aanwijzingen over het begin van de markeringen. Voordat we Labouheyre verlaten hebben wil Dennys. al schuilen onder een brug. Zo hard regent het. Maar het ziet er niet naar uit dat het snel beter zal worden. Gewoon doorlopen dus. Over de kilometers tot Cap de Pin is niet veel te vertellen. Soms samen, soms alleen volgen we een parallelweg van de N10. Op veilige afstand, maar wel lawaaiig. En de grote trucks gooien 30
met hun banden wolken water omhoog en onze kant op. We rekenen op Cap de Pin voor koffie en een eerste rust. Om 10u45 zijn we er, maar het restaurant “Routiers” is gesloten, omdat er op zaterdag geen vrachtwagens zouden zijn. Het restaurant Napoleon III gaat pas om twaalf uur open. En bij de kiosk van het benzinestation is de koffieautomaat stuk. En daar zijn we dan twee kilometer voor omgelopen. We gaan weer op weg en beginnen aan het streeprechte bospad, van hier tot aan Onesse. Zoals overal is het pad door de grote bosbouwvoertuigen kapot gereden. We slingeren tussen grote plassen en modderige plekken door en worden langzaam toch steeds natter. Zeker Dennys, die op sportschoenen loopt. Les Landes, honderdvijftig kilometer bos zonder afwisseling, waar alle gidsen voor waarschuwen, laat zich voelen.
eindeloze rechte boswegen 31
Volgens Aimeri Picaud, schrijver van de twaalfde-eeuwse pelgrimsgids was Landes een zanderige vlakte, onderbroken door moerassen, een streek zonder dorpen maar vergeven van vreselijke insecten. Eeuwenlang was Les Landes dus het domein van schapen en geiten, gehoed door herders op stelten. In de negentiende eeuw was het gebied kaalgegraasd. De huidige aanblik was een idee van keizer Napoleon III, die in 1859 tot drooglegging en bebossing besloot. Overal werden percelen pijnbomen aangeplant, die niet alleen hout konden leveren, maar vooral ook hars. Het kunstmatige van deze bossen is hier en daar nog steeds te zien. Bomen in rechte rijen, zoals op de Veluwe. Een groen decor dat de oude leegte verhult. Het enige dat hier leven in de brouwerij kan brengen zijn je eigen gedachten. Op een kruising van twee rechte boswegen vinden we een oude watertoren, waarvan de deur open is. Het is wat rom-
Lesbordes 32
melig in de kleine ruimte, maar het is er droog. Goed genoeg voor een lunch uit de rugzak. Gelukkig knapt het weer nu wat op. Nog zeven kilometer, schatten we. Behalve Cap de Pin, dat alleen bestaat uit twee restaurants en een benzinestation, is Lesbordes het enige dorp dat we vandaag passeren. Het bestaat uit acht Nog maar 926 km huizen. Nadat we ons weer verbaasd hebben over het grote aantal omgewaaide bomen komen we al bij de buitenwijken van Onesse, die bestaan uit luxe villa’s die verspreid in het bos liggen. Bij een van de huizen staat een steen: “St. Jacques 926 km”. Zo blijft de wandelaar op de hoogte. In Onesse zoeken we eerst een café voor een kop koffie. We komen terecht in de bar, waar Denys moet zijn voor de gîte, een huisje midden in het dorp Onesse, waar hij een plaats heeft gereserveerd. De waardin, een onooglijk, vies en vadsig mens, vertelt over twee Nederlanders op stacaravan in Onesse 33
de fiets, die net gepasseerd zijn. Uit haar beschrijving vermoed ik dat we hen kennen van de gîte van vanmorgen. Een van de twee was ziek, had diarree. Hij was al een paar keer gestopt, maar de volgende keer was hij te laat. Het liep hem uit de pijpen. Vies en vadsig, maar ze heeft wel zijn kleren voor hem gewassen, terwijl zijn maat de fiets afspoelde. Nadat hij wat op verhaal gekomen was, zijn ze toch weer verder gegaan. Gilbert en ik vinden het onzin veel geld uit te geven aan een kostbare “Gîte de France”, dus na de koffie gaan we naar de camping. Daar vinden we een keurige stacaravan. Een kamer met keuken, douche, toilet en twee slaapkamers, 22€50, “repas compris”. Dus inclusief maaltijd in de kantine. Eerst maar een pilsje, daarna salade met paté zuur-zuurzure augurkjes, pasta met varkensvlees, kaastableau, yoghurt en een fles rode wijn. En daarna, lekker even naar huis bellen, dit verslag op papier zetten en het licht uitdoen. Morgen weer verder.
34
naar de zon kijken in een nat bos geeft kleurige verrassingen