ERWIN OLAF, VIVIANE SASSEN, RUUD VAN EMPEL, RINEKE DIJKSTRA, INEZ VAN LAMSWEERDE, HELLEN VAN MEENE
6 FOTOGRAFEN BESPROKEN NL na 1945
Uitgave voor vakopleiding Fotografie MBO Tessa Persijn, 2013 1
I
NHOUD
INLEIDING................................................................................................................................................... 4
THEORETISCH KADER .................................................................................................................................. 6 ACCEPTATIE VAN FOTOGRAFIE ALS KUNSTVORM ................................................................................... 6 HET AUTONOME PORTRET & ENSCENERING .......................................................................................... 7 BRONNEN ............................................................................................................................................... 9
RUUD VAN EMPEL .................................................................................................................................... 10 KUNSTFOTOGRAFIE & PHOTOSHOP ..................................................................................................... 10 BRONNEN ............................................................................................................................................. 13
ERWIN OLAF .............................................................................................................................................. 14 AUTONOME FOTOGRAFIE ..................................................................................................................... 14 DE DUNNE LIJN TUSSEN COMMERCIEEL EN KUNST .............................................................................. 19 PROJECTEN ............................................................................................................................................ 19 BRONNEN ............................................................................................................................................. 21
RINEKE DIJKSTRA ...................................................................................................................................... 22 HET PORTRET ........................................................................................................................................ 22 STIERENVECHTERS, 1994 ...................................................................................................................... 24 THE KRAZY HOUSE 2009 ........................................................................................................................ 25 FILM EN INSTALLATIE ............................................................................................................................ 26 BRONNEN ............................................................................................................................................. 27
INEZ VAN LAMSWEERDE .......................................................................................................................... 28 KUNST- EN MODEFOTOGRAFIE ............................................................................................................ 28 BEWERKINGEN MET DE COMPUTER ..................................................................................................... 28 AMERIKA................................................................................................................................................ 29 INEZ & VINOODH IN HET FOAM: ‘PRETTY MUCH EVERYTHING’, 2010 ................................................. 31
2
HELLEN VAN MEENE ................................................................................................................................. 33 VNOORJAAR EN NAJAAR ....................................................................................................................... 33 FOTOBOEK: TOUT VA DISPARAÎTRE (2008) ........................................................................................... 35 DOGS AND GIRLS ................................................................................................................................... 35 BRONNEN ............................................................................................................................................. 36
VIVIANE SASSEN ........................................................................................................................................ 37 A UTONOME FOTOGRAFIE..................................................................................................................... 37 MODE- & COMMERCIËLE FOTOGRAFIE ................................................................................................ 39 BRONNEN ............................................................................................................................................. 40
NAWOORD ............................................................................................................................................... 41
3
I
NLEIDING
Voor deze uiteenzetting heb ik mijzelf als doel gesteld leerlingen van een fotografische MBO vakopleiding iets te vertellen over Nederlandse fotografen na 1945. Het aanbod binnen de Nederlandse fotografie is in deze periode in een sneltreinvaart ontwikkeld en er zijn tig beroemde fotografen uit voortgekomen. Deze kan ik niet allemaal bespreken. Ik heb mij beperkt tot zes fotografen, met als hoofdlijn autonome portretfotografie. Volgens Van Dale betekent ‘autonoom’:
au·to·noom (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1 zelfstandig, onafhankelijk: autonomen benaming voor verschillende anarchistisch getinte groeperingen van vnl. jongeren
In de fotografie wil dit zeggen: ontstaan in het hoofd van de fotograaf. Er is geen opdrachtgever wie bepaalt hoe de foto eruit moet komen te zien, alleen de keuzes van de fotograaf tellen. “Is autonome fotografie dan hetzelfde als kunst fotografie? ” Zul je jezelf misschien afvragen. Als we de term ‘kunst fotografie’ willen uitleggen komen we al snel uit op: ‘een beeld gecomponeerd en bedacht door de maker’1, fotografie zonder opdrachtgever of fotografie met een eigen stijl van de maker. Dit overlapt met de term autonoom. Daarom hanteer ik in dit werk beide termen voor eenzelfde type fotografie. Kunstenaar en uitvinder Leonardo Davinci (1452-1519) was rond 1500 bekend met de voorloper van de fotocamera: de camera obscura. Schilders gebruikten deze doos met met lens en spiegel als hulpmiddel omdat zij nu een projectie van het te schilderen beeld op een doek konden projecteren. Veel later, in 1857 wist Nièpce daadwerkelijk de eerste foto vast te leggen op een metalen plaat door middel van een chemische vloeistof.
1
Willem de Kooning academie, Rotterdam
4
Voor de uitvinding van de fotografie, lieten alleen de rijken een portret van zichzelf maken door een schilder. Het was een duur en tijdrovend proces. Toen vanaf 1850 de fotografie op kwam, verhuisde de portretkunst naar het domein van de fotograaf, en werd het portret toegankelijk voor ‘de gewone man’. Het realistische aspect in de foto was echter niet altijd een voordeel. Mensen waren eraan gewend dat schilders het onderwerp idealiseerden of verfraaiden. Aanvankelijk probeerden fotografen dit schoonheidsideaal in hun werk te handhaven.
T
In het heoretisch kader, onder Het autonome portret & enscenering wordt naast de tot standkoming van de autonome fotografie ook ingegaan op ‘hoe echt’ een foto nu werkelijk is. Kijken we nog steeds naar de werkelijkheid wanneer we een foto zien? De keuze voor de zes besproken fotografen die volgen komt voort uit de bijdrage die zij hebben geleverd aan de Nederlandse autonome portretfotografie. Ik heb gepoogd elke fotograaf op zijn eigen manier een voorbeeld te laten zijn voor studenten. Uiteraard waren er meer fotografen die zich voor dit werk zouden hebben geleend, daarom is deze selectie ook gebaseerd op een persoonlijke voorkeur. De fotografen komen aan bod in de volgorde van hun geboortejaar: Ruud van Empel Erwin Olaf Rineke Dijkstra Inez van Lamsweerde Hellen van Meene Viviane Sassen Ter verantwoording van de geboden informatie is er aan het eind van ieder hoofdstuk een bronnenlijst. Zo is per fotograaf duidelijk waar de informatie vandaan komt en hebben leerlingen per fotograaf makkelijke toegang tot verdere verdieping en filmpjes.
5
T
HEORETISCH KADER
Nationaal en internationaal onderging de fotografie drie grote veranderingen in de jaren negentig: de digitalisering van het medium, de acceptatie van fotografie als kunstvorm en de groei en versteviging van de infrastructuur voor fotografie. 2 Als introductie op de zes besproken fotografen die werken met het autonome portret geef ik graag eerst een uitleg over de totstandkoming van fotografie als vorm van kunst en ga ik in op het autonome portret binnen de kunstfotografie.
A
CCEPTATIE VAN FOTOGRAFIE ALS KUNSTVORM
Fotografie als kunstvorm zoals we deze tegenwoordig kennen, is eigenlijk nog maar sinds de jaren negentig breed geaccepteerd.3 Oorspronkelijk is de fotografie begonnen als een medium om onze omgeving vast te leggen. Via andere kunststromingen en de documentairefotografie heeft dit vak het uiteindelijk wel tot kunstvorm weten te brengen. Het autonome portret is een onderdeel van fotografie als kunstvorm, waar ik later in dit hoofdstuk dieper op in ga. Het belang van de fotografie in de jaren tachtig en meer in het algemeen, aan het einde van de twintigste eeuw, werd in de jaren zestig al aangekondigd met het werk van Andy Warhol en andere popart kunstenaars (denk aan Richard Hamilton – Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing?).4 Toch heeft fotografie als autonome kunstvorm nog even op zich laten wachten. Achteraf gezien is het misschien zelfs zo dat het hele karakter van die traumatische jaren zestig in de fotografie indringender is uitgedrukt dan in welke andere kunstvorm dan ook. Het is niet geheel toevallig dat juist in de jaren zeventig de belangstelling voor fotografie een enorme vlucht nam. Juist toen werd het proces belangrijk gevonden en was fotografie het ideale middel om dit proces vast te leggen. Ook de aard van de performancekunst en body art zorgde in de jaren zeventig voor de vraag naar fotografisch materiaal.5 In de eerste instantie om de performance te kunnen conserveren, of de beeldende kwaliteiten van de performance nodigde daartoe uit. Soms werd de performance in scène gezet juist voor de foto als het blijvende kunstwerk.
Richard Hamilton, Just what makes… De ontwikkeling van het fotoboek heeft een belangrijke rol gespeeld in de acceptatie van fotografie als kunstvorm. In de jaren zeventig nam onder documentair werkende fotografen het fotoboek een vogelvlucht. Steeds meer documentairfotografen gingen ‘autonoom’ (onafhankelijk van een opdrachtgever) aan de slag met eigen fotoprojecten. Het autonome fotoboek en steeds meer foto’s in galeries bevestigden de toegenomen artistieke status van het fotografische beeld. In de loop van de jaren tachtig werd de acceptatie van de fotografie binnen de beeldende kunst duidelijk: het toenemende aantal tentoonstellingen, gespecialiseerde galeries, festivals en publicaties zag het licht. In Nederland kwam dit onder andere door het grote publieke succes van de autonome fotografie. 2
Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, 2007, p. 12 idem 4 Algemene kunstgeschiedenis, p. 849 5 De tweede helft, p. 253 3
6
De digitalisering van de fotografie kreeg in de jaren negentig invloed op het publiceren van foto’s. Foto’s werden makkelijker en goedkoper verspreid en gedupliceerd. De komst van het internet betekende een grotere verspreiding van van het beeld. Verder konden nu behalve tekst ook video en audio worden toegevoegd. De wereld was dankzij de fotografie een stuk kleiner geworden. Dit in combinatie met de grote reislust en interesse in andere culturen van de Nederlandse fotograaf zorgde ervoor dat de Nederlandse fotografie zich niet onafhankelijk en afgezonderd ontwikkelde, maar juist in dialoog met en parallel aan stromingen en stijlen uit Europa, de Verenigde Staten en Japan.
H
ET AUTONOME PORTRET & ENSCENERING
Zoals een zeventiende eeuwse schilder zijn model stuurde om een mooie houding op een portret te krijgen, zo kan een fotograaf ervoor kiezen het model niet zelf te laten beslissen over een houding, maar het model te sturen om zo het beeld te krijgen wat de fotograaf in zijn hoofd heeft. De fotograaf kan door ‘enscenering’ (in scène zetten 6) precies bepalen hoe beeldvullend het model zal zijn en bijvoorbeeld of de blik in de camera of juist van de camera af gericht zal zijn. ‘Ensceneren’ is een term die je veel tegen gaat komen als je meer wilt weten over kunst fotografie of autonome portretfotografie. Daarom eerste en toelichting op enscenering: Rommert Boonstra wordt ook wel genoemd als één van de grondleggers van de geënsceneerde fotografie.7 Hij bouwt zijn eigen voorstellingen. In zijn foto’s ontwikkelt hij een nieuwe wereld door zelf dingen bij elkaar te brengen. Om Boonstra te citeren: “Ensceneren is eigenlijk dat je je eigen voorstelling bouwt.”8 Er is geen eenduidige of vaste definitie van wat het geënsceneerde portret precies is. Van Dale zegt over geënsceneerd: ‘als schijnvertoning opvoeren’, en over portret: ‘gefotografeerde afbeelding van een mens’. Het geënsceneerde portret is dus: een nagemaakte weergave van een persoon. Wie de definitie letterlijk neemt komt tot de conclusie dat vrijwel elk portret geënsceneerd is. Een foto van een persoon is immers een uitsnede (dus bewerking) van de werkelijkheid. In de praktijk wordt een portret pas als geënsceneerd beschouwd als de werkelijkheid zichtbaar bewerkt is. In deze uiteenzetting van fotografen zal aandacht zijn voor beperkte en uitgebreide enscenering. Losing my wings, 1988, Rommert Boonstra
Dat is waar de geënsceneerde fotografie over gaat: “Want van een tekening of schilderij begrijpt iedereen onmiddellijk dat de fantasie van de kunstenaar een grote rol speelt. Een schilderij geloof je niet. Een foto lijkt meer overtuigingskracht te hebben. Het beeld van een foto ziet er zo echt uit dat je verleid wordt te denken dat je de werkelijkheid ziet.”9 De fotograaf kan voor enscenering gebruik maken van: de houding en het lichaam, de omgeving, kleding, attributen en/of nabewerking. Op de volgende pagina tref je twee voorbeelden aan.
6
Online encyclopedie Encyclo RTV Drenthe. Kunstenaar Rommert Boonstra centraal in Bartissomo 8 idem 9 Geënsceneerde fotografie: Ulenhfofcollege Practische opdracht 7
7
Hendrik Kersten, Paula, ?
Johannes Vermeer, Het meisje met de pareloorbel, 1665
Op de bovenstaande foto links heeft fotograaf Kersten zijn dochter Paula afgebeeld met een plastic zak als hoofddeksel. De kleding is donker en sober, evenals de achtergrond waar we weinig ruimte uit op kunnen maken. De plastic zak doet door de vorm denken aan vroegere klederdracht. Kersten is voor de serie waar dit beeld onderdeel van uit maakt geïnspireerd door de schilderkunst van Vermeer. Het subtiele (clair bscur) licht en de koele tonen zorgen voor een net zo intrigerend portret als de schilder wist te maken. Toch geeft Kersten met elke foto een knipoog naar zijn eigen tijd, door de hoofddeksels steeds van kunstmatige materialen te vervaardigen. Ook heeft hij zijn dochter een andere houding meegegeven ten opzichte van het geschilderde portret. Door deze scène heeft Kersen een autonoom portret neer kunnen zetten wat nu geëxposeerd wordt in verschillende Europese landen. De foto van Kersten is bewust geënsceneerd. Dit is meestal het geval bij portretfoto’s. Toch is niet elke foto met personen erop altijd in scène gezet. Denk maar aan de journalistieke beelden van de wedstrijd World Press Photo. Onderstaande foto geeft een groep mensen uit Gaza weer. Zij zijn met een stoet door smalle straten op weg naar de begraafplaats. De voorste mannen hebben twee lijkjes van jongetjes vast. Het is een beeld met veel diepte, beweging en emotie. De fotograaf was op het juiste moment op de juiste plaats om deze foto vast te kunnen leggen.
Paul Hansen, Gaza Burial, 2012 (winnaar World Press Photo 2013, Spot photo, singles)
8
B
RONNEN
Honour, H. & Fleming, J., Algemene kunstgeschiedenis (11e druk). Amsterdam: Meulenhoff, 2008 De Visser, A., De tweede helft: Beeldende kunst na 1945 (5e druk). Nijmegen/Amsterdam: SUN, 2007 De Graaff, J., Geënsceneerde fotografie: Ulenhfofcollege Practische opdracht ckv1 studielast 10 uren. (zonder datum), Doetinchem. Aangetroffen in maart 2013 op: http://home.planet.nl/~joepdeg/gefot/gefot.html Van Alphen, O. & Leijerzapf, I., Het beslissende beeld (1e druk). Amsterdam: BiS, 1991 YouTube-kanaal van RTV Drenthe. Kunstenaar Rommert Boonstra centraal in Bartissomo (geüpload in 2011). Gezien in maart 2013 op: http://www.youtube.com/watch?v=Wlpp7qyxNKg Gierstberg, F. & Suermondt, R., Het Nederlandse fotoboek: Een thematische selectie na 1945 (1e druk). Rotterdam: NAi uitgevers, 2012 Stichting fotografie in Nederland, Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland (1e druk). Zwolle: Waanders uitgevers, 2007
9
R
UUD VAN EMPEL
Is geboren in Breda in 1958 maar woont en werkt nu in Amsterdam. Hij heeft Grafische Vormgeving gestudeerd aan St. Joost te Breda en gebruikt deze opleiding voor de bewerking van zijn geënsceneerde portretten. Van Empel is bekend geworden met zijn nieuwe stijl van fotograferen en nabewerking.
K
UNSTFOTOGRAFIE & PHOTOSHOP
Na zijn grafische opleiding ontwierp Van Empel theaterdecors en was hij artdirector voor films en televisieseries als Theo & Thea en Kreatief met Kurk. Wat begon te wringen bij Van Empel was dat in dit wereldje alles zo goedkoop mogelijk moest en dat zijn werk altijd op de tweede of derde plaats kwam. Hij besloot zich toe te leggen op de kunstfotografie. Zijn vroege werken Photo Portraits en The Office (1995-2001) zijn overvolle collages, bestaande uit vele foto’s van voornamelijk vrienden en bekenden. Met behulp van Photoshop ontstond er een nieuwe droomwereld met vele diverse karakters. Maar de geportretteerden waren hierin nog wel steeds herkenbaar. In Study for Women (1999-2002) ging Van Empel zijn werk meer bewerken: behalve de achtergrond is nu ook het model volledig in elkaar gesleuteld van verschillende foto’s. Deze techniek heeft Van Empel zo weten te verfijnen dat de modellen in zijn recentere werk onherkenbaar zijn geworden, uit zo veel verschillende onderdelen bestaat een gezicht in een foto. Typerend in zijn fotocollages is dat de ogen er altijd uitspringen vanwege de intense kleur en grotere omvang dan normaal.
The Office #27, 1997
second Study for Women, 2001
Van Empel haalt tegenwoordig honderden kinderen voor zijn camera via modellenbureaus, om aan ‘de onderdelen’ voor zijn foto’s te komen. De kleding verzamelt hij via vintagewinkels of rommelmarkten. De oudere kleding uit voornamelijk de jaren veertig en vijftig is een stijlpunt voor Van Empel. Met de kledingstijlen van tegenwoordig heeft hij niet zo veel. Door de metamorfoses in de gezichten, de kleding en de omgeving onstaat er langzamerhand een raadselachtige sfeer in een mysterieus landschap. Levensecht maar toch gekunsteld. Het draait hier om verhoudingen en expressie. In perspectivische onmogelijkheden en schilderachtige kleurvlakken. Van Empel zoekt altijd naar het mooiste beeld: een foto van een mooie boom met lelijk licht krijgt in de computer gewoon het mooie licht van de lelijke boom. Toch moet het eindproduct ook weer niet te 10
perfect worden, want Van Empel wil uiteindelijk absoluut niet op een realistische foto uitkomen. Het gaat hem niet om de esthetiek. Elk uitgedacht beeld is gebaseerd op een concept met een onderliggende gedachte. Hij is altijd op zoek naar die toevoeging of dat detail wat net wat meer diepte of verwrongenheid geeft. Veel van Van Empel zijn inspiratie komt ook uit de schilderkunst. Hij laat zich inspireren door het postimpressionisme van Henri Rousseau of de grove koppen van Charley Toroop. Ook het uitgangspunt voor de fotocollage Wonder ligt bij de schilderkunst verborgen. Hiervoor gebruikte Van Empel als inspiratiebron De intrede van Christus in Brussel van de Belgische symbolist James Ensor. Dit is een zelfportret met zichzelf als Jezus tussen een grote mensenmassa.
James Ensor, De intrede van Christus in Brussel, 1888
Wonder, 2010 In de fotocollage Wonder, 2010 zien we een beeldvullende groep blanke en zwarte kinderen. De kleding is half zichtbaar, maar doet ouderwets aan. Het beeld lijkt vlak uitgelicht. De diepte is in het beeld teruggebracht doordat de kinderen op de achtergrond kleiner zijn dan op de voorgrond. Het beeld is erg kleurrijk. Ondaks dat het persfectief in het beeld gesuggereerd wordt door de kleiner wordende kinderne naar de achtergrond, komen de afzonderlijke portretten erg plat over.
11
Van Empel vindt zichzelf geen fotograaf. Hij zet foto’s in voor zijn montages. Een compositie wordt net zo lang bewerkt tot er een juiste compositie ontstaat. Binnen Photoshop betekent dit veel importeren en schuiven. Een mooi voorbeeld van hoe een beeld in elkaar komt legt Van Empel ons uit bij het beeld World #13 uit 2006. “Leuk bij dit werk is dat ik het jongetje in de eerste instantie heb gefotografeerd met de bedoeling een beest in zijn handen te plaatsen. Op een bepaald moment heb ik daar niet meer voor gekozen. Dat is zo leuk aan Photoshop. Op een bepaald moment wilde ik het blad invoegen wat nu boven het hoofd van het jongetje ligt. Het was de bedoeling dat dit achter zijn schouderpartij zou komen. Maar het perspectief en het licht was zo perfect toen ik het blad naar boven had gesleept, dat ik deze daar heb laten staan. Met de vorm van de handen begint het zo op een soort heilig beeld te lijken, met een aureool.”10 Met deze uitleg geeft Van Empel weer dat het eigenlijk toeval was hoe hij bij deze vergelijking met Jezus kwam. De houding van de handen, het centrale portret en de cirkelvorm van het blad boven het hoofd geeft de kijker genoeg voeding. Verder is de vergelijking vewr te zoeken: we zien een zwart jongetje achter verschillende soorten (water) planten voor een achtergrond die volledig is gevuld met een waterspiegel, inclusief de leliebladeren en een weerspiegeling van bomen bovenin. World #13 uit 2006.
Generation 1, 2010 Voor Generation 1 fotografeerde Ruud van Empel 13 kinderen. Uiteindelijk heeft hij deze kinderen door middel van Photoshop omgebouwd tot 32 verschillende individuen. Het is een weergave van Van Empel zijn schoolklas vroeger: veel kinderen in de klas met één zwart kind. De kleding is ook niet per se de kleding die de kinderen droegen. Het is gefotografeerd op kinderen, paspoppen of, als het een te grote maat is, op Van Empel zelf. Daarna wordt elk setje kleding in Photoshop onder een gezicht gezet. Het gezicht is ook weer afkomstig van meerdere kinderen: van de één gebruikt hij de mond, van weer een andere foto leent hij de ogen en de neus komt weer van iemand anders af. Ook om uiteindelijk mooiere combinaties van kleur in het beeld te krijgen, wisselen de kledingstukken voortdurend van hoofd, tot het einddoel is bereikt. Het langste duurt het om de gezichten en de kleding een juiste plek te geven, niet het ontwikkelen van de verschillende gezichten. Zo komt Van Empel uiteindelijk aan drie mooie rijtjes met verschillende kinderen, poserend voor een geel gordijn.
10
SchoolTV Beeldbank. Ruud van Empel: Fotograaf en kunstenaar
12
Ruud Schenk, curator moderne kunst binnen het Groninger museum noemt het werk van Van Empel ‘iets tussen fotografie en schilderkunst in’.11 Wat de ontdekking van de olieverf deed voor de diepte in de schilderkunst, doet de werkwijze van Van Empel met Photoshop voor zijn fotomontages. Hierdoor wordt hij gezien als een pionier binnen de fotografie en beeldende kunst.
B
RONNEN
Hollands diep (magazine). Een kind uit duizenden (2011). Aangetroffen in het archief van Van Empel in maart 2013 op: http://web.ruudvanempel.nl/images/stories/PDF/Magazines/HOLLANDS_DIEP-011.pdf NTR, School TV Beeldbank. Ruud van Empel: Fotograaf en kunstenaar (datum onbekend). Aangetroffen in maart 2013 op: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20121203_ruudvanempel01 Van Empel, R., Eigen website. Work (2009-2013). Aangetroffen in maart 2013 op: http://web.ruudvanempel.nl/home.html
11
idem
13
E
RWIN OLAF
is in 1959 in Hilversum geboren. Hij woont en werkt nu in Amsterdam. Olaf heeft zijn Journalistieke opleiding in Utrecht links laten liggen om zich volledig te storten op de fotografie. Zijn leermeester was Hans van Manen, een beroemde Nederlandse balletdanser, choreograaf en fotograaf. Quote "Al die foto’s op het internet waar mensen altijd vrolijk zijn, vrienden hebben en populair zijn, daar word ik wel eens ongelukkig van." 12
A
UTONOME FOTOGRAFIE
Na zijn afstuderen in journalistiek verruilde Olaf de pen voor de camera om documantairefotograaf te worden. Dit was echter van korte duur. Al snel kwam hij erachter dat er in de autonome kunstfotografie meer naar eigen hand te zetten was. In de jaren tachtig ging het Olaf duidelijk om het choqueren van zijn publiek: een serie geënsceneerde portretten als Squares (1984-1990) liet vaak niet veel aan de verbeelding over. Naakte lijven in een zwarte omgeving, verwijzingen naar seks, transgenders en duidelijke geslachtsdelen spelen allemaal een hoofdrol in deze fotografie.
Squares-Joy
Squares-Alandus
Squares-Composition with of two women
In de serie Chessmen uit 1988 ging Olaf op dezelfde geënsceneerde manier verder, maar fotografisch kwam hier al veel meer bij kijken: uitgebreider studiolicht, meer (sm-erotische) attributen en het verhaal in de foto werd groter. Het lichaam, (homo)erotiek en seks spelen allemaal een centrale rol. Geënsceneerde fotografie was op zijn hoogtepunt in Nederland toen Olaf in de jaren tachtig het boek Chessmen uitgaf (op dat moment werden er nog maar weinig autonome fotoboeken uitgegeven). Hij gaf zijn eigen stijl weer, in een perfectionistische afdruktechniek. De 32 schaakstukken vermengen de stijl van Joel-Peter Witkin met die van Hans van Manen (destijds Olaf’s leermeester). We zien ook sporen van het werk van Robert Mapplethorpe terug (zie zijn serie ‘male nudes’). De figuren in het boek lijken allegorieën van een menselijk machtsspel vol agressie, kracht, woede en tederheid, zoals de inleider schrijft. Het barokke karakter van de beelden lijkt in strijd met de strakke opmaak van het boek. Hier werd fotografie als een zelfbewuste kunstvorm gepresenteerd – in die dagen nog een gewaagd statement. Met de twee bovengenoemde series wil Olaf de homoseksueel en transgender onder de aandacht van het grote publiek brengen. Hij is zelf homoseksueel en voorvechter in een homo-empancipatiebeweging. 12
Scholieren.com: Erwin Olaf over profielfoto’s.
14
Chessmen V
Chessmen XXVII
Chessmen XXIV (1987)
In de portretten hier boven afgebeeld zien we drie voorstellingen uit zijn serie Chessmen. Het vierkante beeld van de serie Squares is behouden gebleven. De sobere, grijs zwarte achtergrond vaak ook. De personen krijgen nu een groter verhaal mee door de verschillende attributen. In Chessmen V zien we centraal weergegeven een naakte zwangere vrouw, haar hoofd is buiten het kader. Ze heeft hoge, laklederen haklaarzen aan en heeft haar armen op haar rug gebonden met een groot touw. Een vrouwelijke lilliputter op hakken en met een Romeinse helm op staat voor haar en lijkt haar zwangere buik proberen te dragen. In de jaren ‘90 maakte Olaf nog verschillende andere vrije series, waaronder Blacks (1990), Mind of their Own (1995), Mature (1999), Fashion Victims (2000) en Royal Blood (2000). Olaf maakte binnen zijn werk de overstap mee van zwart-wit analoog naar kleur-digitaal. De karakteristieke modellen heeft Olaf altijd voor zijn camera weten te krijgen, en de fotobewerking en kleur was voor Olaf een mooie toevoeging om zijn beelden nog meer kracht mee te geven. Daarnaast is hij zich ook gaan richten op film. Hij maakte tot noch toe korte films, maar is in 2012 begonnen aan een speelfilm als autonoom werk. Binnen de serie Fashion Victims heeft Olaf een zelfportret gemaakt als cadeau voor zichzelf voor zijn veertigste verjaardag. Als onderdeel van de serie trok ook hij een zak over zijn hoofd van een beroemd modemerk. Olaf is te zien in een strak zwart pak met zwarte leren handschoenen. Hij buigt een (scherm)zwaart met enkele vingers. Hij staat in een studio voor bruine vlakken. De houding straalt macht uit, maar de gezichtsexpressie is niet meer vindbaar. Het is zoals we van Olaf gewend zijn een technisch perfect beeld: gemaakt in de studio voor een mooie gestileerde achtergrond. Olaf vindt mode maar een overspannen fenomeen, daar is de serie een reactie op. In de modefotografie draait te veel in zijn ogen om seks, alles moet aantrekkelijk en verleiden om maar producten te kopen die niet eens iets te maken hebben met seks. Olaf maakt nooit foto’s zonder een strijd te leveren, is het niet tegen de seksindustrie, dan wel tegen de onderbelichte of minder geaccepteerde groeperingen in de samenleving.
Fashion Victims, 2000 15
De expositie Regressive (2012) bestaat uit de series Dusk & Dawn, Keyholes en Berlin. Olaf zet hier in zijn eerste stap naar installatie, waarin ook films te zien zijn. In de expositie hoort men constant irritante geluiden als bijvoorbeeld huilende baby’s, deze geluiden moeten de kijker uit hun comfortzone trekken. Keyholes is een installatie die twee werelden weergeeft: die van de persoon op de foto, en de wereld achter de deurDat de modellen van de camera wegdraaien kan staan voor nieuwsgierigheid, schuld, verveling. Berlin gaat om de bewustwording van het verleden, Olaf is hier specifiek geïnteresseerd in het Interbellum, de periode tussen de twee wereldoorlogen. De macht van het kind, verdeling van macht en machteloosheid spelen elk een grote rol. Alleen jonge kinderen spelen de hoofdrol. Een mooi detail is de trap die in elke foto terugkomt. Olaf refereert hiermee naar zichzelf: hij heeft longemfyzeem en moeite met trappen. Deze series zijn gebaseerd op foto’s uit de jaren twintig. Dit zien we terug in de keuze van de modellen, setting en kleding. “Ik wist al heel lang dat ik zou beschouwen, een voyeur zou zijn.” (interview in Hollands Zicht, 2010)
Keyhole 6
Keyhole 7, 2012
Berlin, Freimauer loge Dahle, 2012
16
Dusk portrait 02
Dawn portrait 02 (2009)
Olaf houdt zich bezig met de choreografie van het lichaam en vaak veel fotobewerking. Binnen de fotografie zorgde de computer voor een stille revolutie. Fotobewerking brengt je foto dichter bij het beeld dat je werkelijk in gedachten hebt. Olaf is er bekend om dat hij zijn foto’s veel en goed kan bewerken. Twee voorbeelden hiervan zijn de series Royal Blood, 2000 en Seperation uit 2003. Royal Blood is gemaakt met hele jonge modellen, allemaal tussen de elf en twintig jaar. Deze foto’s gaan over het geweld in onze samenleving, de zogenaamde romantiek van de held, de verheerlijking van het kwaad in plaats van het aardig zijn voor elkaar. Royal Blood laat beroemde mensen uit de geschiedenis zien met de wijze waarop zij zijn overleden. Toen Olaf dit in Amerika aan verschillende galeries liet zien, werd voornamelijk deze serie bestempeld als ‘Eurotrash’. Olaf kwam Amerika pas echt binnen met Hope, 2005 en Rain uit 2004. De Amerikanen bleken meer van de jaren vijfitg stijl in zijn foto’s te houden.
Royal Blood-Di, 2000
Hope, The Hallway, 2005
Rain, 2004 17
De series Hope en Rain zouden zo door kunnen gaan als scènes uit speelfilms. Er is iets aan de gang, er gaat iets gebeuren. De kijker zit er midden in als getuige. Er is een ongemakkelijke sfeer gecreëerd, de personen in de beelden lijken geen contact te maken en zijn niet tevreden met hoe hun leven er op dat moment voor staat. Dit is weer een strijd van Olaf waar hij graag mee werkt. Seperation is een serie die hij helemaal voor zichzelf heeft gemaakt. Er was geen terreur van een opdrachtgever of subsidiegever. Het is een erg sobere, sombere serie over afscheid, waar Olaf ook persoonlijk ingaat op het ouder worden en de angst om verlaten te worden.
Er is veel fotobewerking aan deze beelden te pas gekomen. Kijk bijvoorbeeld naar het beeld Seperation-6: We zien een kind in een latex pakje op een trap zitten met een huisdier en wat speelgoed. Er komt een vrouw, ook in een latex pak, van de trap afgelopen met een koffertje in haar hand. In de verdere omgeving van het beeld zien we alleen maar bloemetjesbehang, maar door het kille licht is er nergens een huiselijke sfeer te bekennen. Deze foto is volledig in elkaar gemonteerd: Er is natuurlijk niet echt een peuter in een latex pakje gehesen, maar een pop. Deze heeft Olaf leven ingeblazen door zijn assisstent met hetzelfde latex masker op te fotograferen, en zijn ogen als die van het kind te gebruiken. Het beeld roept vragen op: ‘Is het de moeder?’ ‘Neemt ze het kind mee, of laat ze het achter?’ ‘Moeten we ons uberhaupt afvragen waarom het kind een latex pakje aanheeft?’ Olaf plaagt ons met zijn beelden door een perfect technisch beeld neer te zetten, maar met een wonderlijke, filmische scène.
Seperation-6 2003
18
D
E DUNNE LIJN TUSSEN COMMERCIEEL EN KUNST
Met zijn commerciële opdrachten bekostigt Olaf de eerder besproken autonome series. Zelf is hij altijd erg tegen het onderscheid tussen autonoom werk en commercieel werk geweest. Ze beïnvloeden elkaar. Met reclamefotografie is Olaf sinds kort ook doorgebroken op internationaal vlak. In zijn commerciële werk is het goed te zien hoe Olaf ons visueel wil verleiden. Eerst komt de schoonheid, dan het gevoel. ‘Mooi’ heeft te maken met aangenaamheid om naar te kijken, niet met dik/dun of wel/geen rimpels.13 “Ik benader het beeld als een schilder uit de Gouden Eeuw.” Geeft Olaf toe. Dat zie ik zo omdat zij ook veel in opdracht werkten en ook oneffenheden weg haalden bij de geportretteerde. Denk maar aan het nette portret van Edwin van der Sar, niet de voetbalfoto. Hij heeft een ontzettend scheve neus, met zijn toestemming heeft Olaf zijn neus op de foto rechtgezet. “Dat is mijn smaak” zegt Olaf, “en smaak is als schoonheid, het fladdert alle kanten op”. 14
Portret Van der Sar
P
Alexander IV, 2010
ROJECTEN
Naast commercieel werk en autonoom werk maakt Olaf een onderscheid in de projecten waar hij voor heeft gewerkt. Op zijn website zien we een groot aantal beroemde opdrachtgevers: Kasteel van Gaasbeek (B), Museum Lakenhal, DeLaMar theater, De Nederlandse ambassade in Polen. In opdracht van Hermitage Amsterdam fotografeerde en filmde Erwin Olaf een aantal objecten uit de tentoonstelling. Hij bracht de tentoonstelling weer tot leven, doordat de opnamens werden vermengd met foto’s en film van een werkelijk persoon. Dit is een mooi voorbeeld van commercieel werk waarin Olaf toch dicht bij zichzelf weet te blijven. Een stuk reclame kan zo tot een kunstvorm verheven worden. Olaf zal er altijd een uniek element in weten te verwerken. Kasteel van Gaasbeek heeft voor de hommage aan graaf Egmond gekozen voor een uitwerking van Olaf omdat hij grote affiniteit heeft met de duistere kant van de romantiek en deze ook mooi tot uiting kan brengen in zijn werk. Olaf heeft het schilderij Les dernier honeurs rendus aux infortunes illustrisimes comtes d’Egmont et de Horne (1582, Louis Gallait) nieuw leven in weten te blazen door een portrettenserie te maken in combinatie met een geënsceneerd beeld van het schilderij. Hierbij heeft hij aan het schilderij verschillende historische personen toegevoegd zoals de weduwe en het dochtertje van graaf Egmond. De foto vormt met een serie klassieke portretten de expositie Exquisite corpses.
13 14
School TV Beeldbank, Erwin Olaf: schoonheid en smaak idem
19
Les dernier honeurs rendus aux infortunes illustrisimes comtes d’Egmont et de Horne
Schilderij De laatste hulde aan de graven van Egmond en Hoorn van Louis Gallait, 1582
Portretten uit de serie Exquisit corpses
20
B
RONNEN
Avro Kunstuur. 4Art: Hedendaagse kunst - Erwin Olaf (januari, 2013). Video over de tentoonstelling Regressive. Gezien in maart 2013 op: http://avro.nl/kunstuur/Player/20130126_Kunstuur_4ART/#.UTOxRw3tOI YouTube-kanaal van de Wereld Omroep. Erwin Olaf fotografeert gevoelens (2012). Video gezien in maart 2013 op: http://www.youtube.com/watch?v=1Vrko37AToo MMKA. Erwin Olaf.Regressive in MMKA (2012-2013). Artikel over de expositie van Erwin Olaf. Aangetroffen in maart 2013 op: http://www.mmkarnhem.nl/NL/agenda/tentoonstellingen/erwin-olafregressive School TV Beeldbank. Erwin Olaf: schoonheid en smaak (datum onbekend). Video met interview. Gezien in maart 2013 op: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20111214_erwinolaf01 Avro Kunstuur. Hollands zicht: Erwin Olaf (online publicatie: 2010, tv-uitzending: 2007). Video. Gezien in maart 2013 op: http://cultuurgids.avro.nl/front/detailkunst.html?item=8217583 Olaf, E., Eigen website. Portfolio (1983-2012). Aangetroffen in maart 2013 op: www.erwinolaf.com
21
R
INEKE DIJKSTRA
Is in 1959 geboren in Sittard en werkt nu vanuit haar woonplaats Amsterdam, waar ze is blijven wonen na haar studie Fotografie aan de Rietveldacademie. Ze is beroemd geworden met haar serie Strandportretten van adolescenten. Quote “De opgedragen beelden waren altijd portretten van een persoon in plaats van iets abstracters of universelers.” 15 (ze leerde tijdens haar werk als freelance fotograaf waarom ze geen foto’s in opdracht meer wilde maken, maar voor zichzelf wilde beginnen)
H
ET PORTRET
Dijkstra houdt zich tegenwoordig uitsluitend bezig met autonome portretfotografie. Voordat ze deze keuze had gemaakt werkte ze ook veel in opdracht, wat haar niet beviel. Ze fotografeert met een grootbeeld analoge camera.16 Dit heeft veel invloed op de fotografische keuzes die zij maakt. Hierdoor is het fotograferen een traag proces, dat ervoor zorgt dat er een intensiteit ontstaat en een connectie met haar model. Er is veel geduld voor nodig. Dijkstra elimineert zo veel mogelijk contextuele details, zodat het verhaal gaat zitten in de persoon en de kleine details die nog over zijn. Dijkstra is op het idee gekomen mensen te fotograferen na een intensieve ervaring nadat ze een zelfportet had gemaakt na het baantjestrekken wat ze moest doen voor haar revalidatie na een fietsongeluk (ze had haar heup gebroken). In 1991, na een 5 jaar lange revalidatie, zwom Dijkstra bijna dagelijks in het Marnixbad. Na het trekken van baantjes zag ze zichzelf daar in de spiegel in de doucheruimte, met badmuts en roodomrande ogen van de zwembril. Dit dramatische beeld, alsof er iets ergs was gebeurd, wilde ze vastleggen. Je laat door de uitputting en de ervaring die je net hebt gehad een doek vallen, je bent niet meer met de foto’s bezig, waardoor het beeld werkelijker wordt. Dat zelfportret werd het begin van een andere richting in haar werk. Ze besloot vanaf toen beelden te maken waarin de persoon werd gebruikt om algemeen bekende gevoelens en onderwerpen weer te geven: hoop, opluchting, geluk. Ze wilde de personen voor haar camera niet ‘gewoon’ portretteren.
Zelfportret, 1991 15 16
Kunstlokaal - Fotografie Huis Marseille – Ode aan het analoge
22
Serie Strandportretten, 1991-1994 In 1992 brak Dijkstra internationaal door met haar serie Strandportretten. Het linker beeld van de bovenstaande Strandportretten is gemaakt in Lotz, Polen. Dit is Dijkstra haar beroemdste strandfoto. De houding van het meisje doet denken aan De Venus van Botticelli. Het is een ongedwongen foto zoals die van Dijkstra herkenbaar is. Het model is gefotografeerd als meisje maar ook als vrouw. Dit is een kenmerk wat we veel terug zien komen in haar werk. De hardheid van de foto is te zien in de lichttechniek: er is een duidelijke flits op het strand. Verder is er behalve de zee en strand, weinig. Meer foto’s uit de serie zijn geschoten in Nederland, België, Oekraïne en de Verenigde Staten. Deze serie was carrièrebepalend voor Dijkstra haar werk. De onderstaande foto’s laten vrouwen één uur na hun bevalling zien. Hier gaat Dijkstra verder in op fotograferen na een heftige ervaring. De ruimte is zo klinisch mogelijk, weinig elementen of kleur. Bij de moeder op de linker foto reageerde het kindje niet goed op de flits. Ze beschermt haar kind met haar hand. In haar ogen ziet Dijkstra ‘de blik van een wild dier’.17 Volgens haar zie je overal altijd lachende moeders met baby’s: zij vond het tijd voor een andere kijk. Ze kwam op het idee deze foto’s te maken nadat een vriendin een baby had gekregen. Na de bevalling was er opluchting, uitputting, geluk. Dijkstra vroeg zich af of ze al deze emoties in één beeld kon vangen. De vrouwen hebben in deze serie echt een doek laten vallen: ze bekommeren zich niet over hun haar of houding. Alleen over het kind. Bij één vrouw glijdt er zelfs nog een druppel bloed langs de binnenkant van haar been.
Serie Net bevallen moeders
17
Uitspraak in een aflevering van de Duitse zender Arte
23
S
TIERENVECHTERS, 1994
Een andere serie waarin het Dijkstra heel goed is gelukt een open moment te vinden waarin geportretteerde hun masker laten vallen, is de serie met de stierenvechters. De zucht naar avontuur is vastgelegd. De jongens zijn voor een witte muur gefotografeerd net nadat ze de stier hebben moeten afleiden van de toreodor. Het is een gewaagde klus waar veel gewonden bij vallen. De kleding heeft ze bewust zo ver mogelijk weggelaten om een ‘schoon’ portret van de emotie over te houden. Het jasje was erg traditioneel met veel detail. Dijkstra vraagt de mensen meestal om in de camera te kijken. Het bloed is dat van de stier. Bij de jonge mannen zie je de adrenaline nog uit de foto spatten. Ze komen recht uit het gevecht. De jongen op de rechter foto duwde voor het portret zijn gezicht in het bloed van de stier. Het was de eerste keer dat hij meedeed en was heel trots dat hij niet gewond was geraakt.
Stierenvechters, 1994
24
T
HE KRAZY HOUSE 2009
Still uit een film binnen de serie The Krazy House (filmpje) The Krazy House is een terugkomst na een project uit ’95-’97 waarin ze jongeren (ook in een club in Liverpool) had gevraagd te poseren. Jongeren die Dijkstra in een discotheek in Liverpool heeft ontmoet heeft ze uitgenodigd in de studio voor een foto en een filmpje. Wat typisch een handeling van Dijkstra is, is dat de filmcamera al is gestart wanneer de danser er nog niet klaar voor lijkt, of aan het ‘warm dansen’ is. Het model beseft nog niet dat het wordt gefilmd. Dit komt ongemakkelijk over, lukt nog niet helemaal, maar dat maakt het beeld juist wel spannend. Hier komen we weer terug bij Dijkstra: we kijken naar een individu. Dit individu representeert een hele groep jongeren. De camera is medogenloos, legt alles vast, maar zonder iemand belachelijk te maken. Juist door de geportretteerde in zijn volle glorie te laten zien. Bij Krazy House is de studio opgebouwd in de club zelf. Zo ontstaat er controle, maar ook weer niet. De mensen voelen zich vertrouwder in deze omgeving, maar bevinden zich wel in jouw studio. In deze serie ervaar je hoe iemand zich bindt met de muziek. Na een korte periode van onzekerheid wordt er gedanst. De onzekerheid is in de portretten ook terug te vinden. Een mooi voorbeeld is het onderstaande portret van een blond meisje in een sexy jurk tegen een donkergrijze achtergrond. Het is een frontaal portret, doet zelfverzekerd aan, maar door het formaat van de afdruk vallen de kleine details op: de mond is verwrongen, wat kan duiden op onzekerheid. Dijkstra vangt het gevecht van de puberteit in haar foto’s. het stadium tussen kind en volwassene.
Portretfoto uit The Krazy House
Portretfoto uit The Buzz club, 1995
Bart Rutten gaat bij Avro Kunstuur verder in op bovengenoemde portretfoto uit The Krazy House: “Deze foto is een perfect geschoten beeld op een onbevangen moment. De geportretteerde staat er geposeerd op, maar laat iets van zichzelf zien wat ze eigenlijk niet wil laten zien: mond is verwrongen, ze zit in een bepaald moment. Dit maakt het extra interessant. Het is moeilijk om de leeftijd te schatten. Ze staat er zelfverzekerd op, als een model, maar ziet er wel onzeker uit. Die gelaagdheid, het tussen het kind en de volwassene in staan, is een belangrijk kenmerk voor het werk van Dijkstra. Het lijkt
25
makkelijke fotografie, maar het is heel precies, technisch goed en er zijn veel keuzes gemaakt, bijvoorbeeld in de lijnen van de fotografie.”18 Het meisje in deze oudere serie uit The Buzz club (Foto ..) lijkt veel jonger dan de mensen uit Krazy House. Ze is onzekerder geportretteerd. Dit ligt volgens Dijkstra ook aan de tijd/generatie. Deze serie is 15 jaar geleden, terwijl Krazy House is geschoten in een periode waarin we meer gewend zijn geraakt aan camera’s en social media. Dijkstra ging toentertijd veel uit en kwam zo per toeval terecht bij The Buzz Club. Dit was heel anders dan hoe het er in Nederland aan toe ging in die tijd. Ze is de serie begonnen omdat de meisjes in het uitgaansleven zich zo anders kleedde tijdens het uitgaan in vergelijking met de meisjes in Nederland. Dat sprak haar als fotograaf meteen aan.
F
ILM EN INSTALLATIE
Sinds haar serie in The Krazy House houdt Dijkstra zich vaker bezig met het portretteren én filmen van jongeren. Het dansen wat Dijkstra in de club had gezien, leende zich veel beter voor video dan alleen voor fotografie. Het idee onstond in samenwerking met Gerald van der Knaap. Een video is voor haar eigenlijk een langgetrokken portret. Er is een breder moment opgenomen. Volgens Dijkstra zelf werken de video’s het beste in een installatie. Het gaat er in haar installaties altijd om hoe jij je als toeschouwer verhoudt tot de mensen die geportretteerd zijn. Je moet bijna het gevoel hebben dat je eromheen kan lopen, dat het diepte heeft. Dat heeft een hele andere impact. “Ik hou ervan beelden open te laten en dat het tot de verbeelding spreekt.” 19 Zegt Dijkstra in een interview. “Film is fotografie, maar nu is er ook beweging en geluid. Je kunt andere dingen laten zien. Ik wil het tillen naar een niveau dat het een metafoor wordt, een icoon voor stromingen of een tijdsgewricht.” Dijkstra wil laten zien dat iedereen anders is, dat iedereen uniek is. "Vaak zit dat in een houding, in oogopslag. Ik ben op zoek naar de essentie die een persoon zichzelf maakt, het onbevangene. Dat is lastig want mensen trekken altijd graag een fotogezicht of een 'gelegenheidsgezicht'. Weet je, iedereen kijkt de hele dag naar je zonder dat je het vervelend vindt. Toch, op met moment dat je de aanwezigheid van een camera voelt, heb je de neiging om je anders voor te doen dan je bent. Opeens word je je bewust van jezelf. Terwijl het juist zo mooi is als mensen zich ontspannen, en gewoon zichzelf zijn. Als ze er niet over nadenken eigenlijk."20 I can see a woman weeping is nog een filmproject van Dijkstra. Deze is heel abstract gefilmd. (filmpje) Doordat er eigenlijk weinig te zien is, ontstaat er veel ruimte voor interpretatie. In het werk van Dijkstra ontwikkel je empathie voor het model (“Moedig, maar toch ongemakkelijk). Britse jongens en meisjes kijken naar een schilderij van Picasso: “Weeping Woman” 2008-2009, Stedelijk museum Amsterdam. De kinderen beschrijven wat ze zien terwijl ze naar het schilderij kijken. De camera is op hen gericht, de toeschouwer ziet verder het schilderij niet. De kinderen zijn serieus en beschrijven het beeld eerst in de kleuren en vormen, en beginnen daarna te filosoferen over wat de vrouw voelt en waarom ze dit voelt. De film duurt ongeveer 12 minuten.
Still van I can see a woman weeping 18
4Art: Bart Rutten over Rineke Dijkstra (2011) Trouw interviewt Rineke Dijkstra (2012) 20 idem 19
26
Ondanks het feit dat Dijkstra tegenwoordig veel met installatie en dus ook met film bezig is, blijft ze in eigen ogen absoluut een fotograaf. De langgerekte foto, zoals ze het zelf al eens heeft genoemd, is een aanvulling op haar fotografisch werk en versterkt op zijn tijd ook weer de serie foto’s waar deze bij is ontwikkeld.
B
RONNEN
Avro Kunstuur. 4Art: Bart Rutten over Rineke Dijkstra (2011). Video over haar werk The Krazy House, gezien in maart 2013 op: http://avro.nl/kunstuur/detail/8248050 YouTube-kanaal van het Guggenehim. Artist Rineke Dijkstra on ‘Amerisa’ (gepubliceerd op YouTube in 2012). Gezien in maart 2013, op: http://www.youtube.com/watch?v=FD6V1fKaaPc&list=PLWT9NVDXZGORNQBHHI2V97Q8B22IK4_OT Guggenheim. Artikel en video. Rineke Dijkstra: A retrospective (2012). Gezien in maart 2013, op: http://www.guggenheim.org/dijkstra YouTube-kanaal van 01MarcGold. Rineke Dijkstra, Fotografin (Uitzending van Arte, geüpload in 2011). Gezien in maart 2013, op: http://www.youtube.com/watch?v=zNCrCq8Baic YouTube-kanaal van 45Kirederf. Rineke Dijkstra: I can see a woman crying (2008-2009). Video gemaakt in het Stedelijk Museum Amsterdam, geüpload in 2011. Gezien in maart 2013 op: http://www.youtube.com/watch?v=Qb9tw8VF-F8 Trouw. Artikel, 27 maart 2012. Trouw interviewt Rineke Dijkstra (2012). Gezien in maart 2013, op: http://www.trouwamsterdam.nl/nl/blog/2012/03/trouw-interviewt-rineke-dijkstra/275/
27
I
NEZ VAN LAMSWEERDE
Is in 1963 geboren in Amsterdam, waar ze een opleiding heeft gevolgd aan de Vogue academy of fashion design en vervolgens Masters in photography heeft gestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze woont nu met haar van Vinoodh Matadin in New York. Haar man is tevens haar partner in de fotografie.
K
UNST- EN MODEFOTOGRAFIE
Inez en Vinoodh zijn een succesvol partnerschap begonnen in de modewereld en de wereld van de fotografie. Bij dit fotografisch duo maak ik geen onderscheid in hun autonome werk en hun werk in opdracht, omdat zij dit zelf ook niet doen. Hier kom ik later nog op terug. Hun samenwerking is begonnen toen ze beiden nog op de Vogue academy for fashion design studeerden (Inez 1983-85), maar al gauw maakte Inez de overstap naar de Fotografie. Zo heeft zij de door Vinoodh en zijn medestudent uitgebrachte Lawina collectie gefotografeerd. In 1995 was Inez officieel mede-auteur van de beelden die zij samen produceerden. Toen Inez één-jarige opleiding won binnen het Contemporary Art Centre in New York (1992-93), was dit het begin van een jaar digitaal experimenteren. Inez bleek later een van de eerste fotografen die digitale beeldbewerking niet camoufleerde. Het werd een stijlmarkering. Onder andere Erwin Olaf is haar hier in gevolgd. Kenmerkend voor hun werk is dat de dunne lijn tussen mode en kunst, tussen realiteit en fantasie, tussen acceptabel en onacceptabel. Het controversieel duo zoekt telkens de grenzen weer op, ook al zijn ze steeds meer aanwezig in de mainstream modefotografie. Twee controversiële series met betrekking tot mode van het duo zijn Final Fantasy en Thank you tightmaster.
B
EWERKINGEN MET DE COMPUTER
Wendy
Topaze (Final Fantasy) 1993
Final Fantasy was een serie foto’s geïnspireerd op de hype en de kritiek rondom Kate Moss op dat moment, begin jaren ‘90. In de fotoserie combineerde het duo de kindertrekken van kindmodellen met volwassen trekken via digitale manipulatie met Paintbox. Op de foto's staan peuters in kokette posen, ze dragen roze hemdjes en glimmen onnatuurlijk - ze zijn onschuldig en angstwekkend tegelijk. Het bekijken van de foto’s geeft een onbehaaglijk gevoel al begreep je niet meteen waarom dit zo voelde. Door de ogen, neuzen en monden van volwassenen in kinderfoto’s the ‘shoppen’ proberen ze een discussie op te wekken. 28
Thank you tightmaster is net als Final Fantasy een verwrongen serie in de zin van het manipuleren van het beeld om de toeschouwer een onbehaaglijk gevoel te geven. De tepels en schaamstreken zijn verwijderd, terwijl het model er ‘in volle glorie’ op staat. In deze serie werd digitaal bewerken van het commerciële beeld tegelijkertijd gevierd en bekritiseerd. Thank you tightmaster bood een doordacht samenspel van elegantie en horror. Er is een naakt lichaam, maar geen erotiek. Het bewerken met de computer werd hun handelsmerk. Om te shoqueren, maar ook zeker om een boodschap over te brengen, vooral een boodschap tegen de modewereld van dat moment.
A
MERIKA
In Nederland werd deze controversiële fotografie soms nog niet goed opgepakt. Nadat hun eerste publicatie zonder credits werd geplaatst in BLVD, hebben ze de foto’s van hun serie For your pleasure ook in Amerika uitgegeven. De Amerikanen ontvingen de beelden wel positief. For your pleasure werd in 1994 gepubliceerd in het grootse magazine The Face en was de eerste publicatie waarbij de modellen en de achtergrond achteraf in elkaar gemonteerd waren. Zo was het duo in staat om onrealistische beelden voor elkaar te krijgen.
For your pleasure, The Face, 1994
In 1995 besloot het stel weer terug in New York te gaan wonen. Er was meer werk en de modewereld daar was een speeltuin voor hen. Sindsdien hebben de twee met veel beroemdheden gewerkt als Kate Moss, George Clooney, Scarlett Johansson en Tom Cruise. Voor grote modemerken leveren ze fotografie in geheel eigen gepolijste stijl met boodschap, met als resultaat een combinatie van reclame en kunst. Het duo werkte onder andere samen met merken als Victor & Rolf, Chanel, DKNY, Gucci en Louis Vuitton.
29
Louis Vuitton campagne, 1997
Hervé Leger, 1995
Balencia collage, 2001
covers van Vogue Japan, Vogue Parijs, V Magazine, Another Magazine 30
I
NEZ & VINOODH IN HET FOAM: ‘PRETTY MUCH EVERYTHING’, 2010
Deze expositie laat het hele oeuvre van het duo zien van 1985 tot en met 2010. Mode, kunst, kleur en zwart-wit: het hangt allemaal door elkaar. Alleen in de hoofden van de fotografen is het geordend. De foto’s lijken wel in duo’s te hangen: er zijn associaties tussen alle beelden. Het is een bewuste keuze van de fotografen om altijd maar tussen kunst- en modefotografie in te blijven zitten. Ze proberen de genres te overstijgen door steeds uitstapjes te blijven maken en alles samen te laten smelten. Zo proberen ze tot een werkelijk portret te komen, een portret van een persoon. Het onbekendst op de expositie waren de kleine 3D kunstfotowerkjes die tot stand kwamen met Inez’ oom, beeldhouwer Eugène van Lamsweerde. “Een bevrijding voor ons, iemand die drie dimensionaal werkt,” zei de fotografe op de persconferentie in FOAM.
foto met 3D-werk
Zoals hun expositie in FOAM al aangaf: ze laten de fotografie die zij ontwikkelen niet uit elkaar halen. Het is hun eigen stijl, waarbij reclame feilloos overgaat naar kunstfotografie en andersom. Dit hebben ze zelfs weten te vertalen naar het bewegende beeld. Het is voor hen geen bewust doel om te verwarren of shoqueren, het is meer een kwestie van een interessant beeld vormen of iets aan de kaak willen stellen. En dat zullen ze voorlopig nog blijven doen.
God, 2005
31
B
RONNEN
De Visser, A., De tweede helft: Beeldende kunst na 1945 (5e druk). Nijmegen/Amsterdam: SUN, 2007 Gierstberg, F. & Suermondt, R., Het Nederlandse fotoboek: Een thematische selectie na 1945 (1e druk). Rotterdam: NAi uitgevers, 2012 YouTube-kanaal van FoamFotografiemuseum. Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin, Pretty much everything, photographs 1985-2010. Expositie: 2010. Geüpload: 2010. Gezien in maart 2013 op: http://www.youtube.com/watch?v=W-ITa3S9cMM Stichting fotografie in Nederland, Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland (1e druk). Zwolle: Waanders uitgevers, 2007 Van Lamsweerde, I., Eigen website: Portraits, Naked portraits, Vintage (?-2013). Gezien in maart 2013 op: http://inezandvinoodh.com/
32
H
ELLEN VAN MEENE
Is in 1972 te Alkmaar geboren. Ze werkt nu vanuit haar huidige woonplaats Heilo in binnen- en buitenland. Ze heeft Fotografie gestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam en ook gestudeerd aan the College of Art in Edinburgh. Van Meene is beroemd geworden met haar portretten van kinderen.
V
OORJAAR EN NAJAAR
Aan de Gerrit Rietveldacademie is van Meene afgestudeerd met het project ‘De Vlinderkast’. Deze serie gaat over het verpoppen van meisjes naar volwassenen. Dit is meteen de rode draad geworden in haar latere werk. Van Meene is in haar modellen op zoek naar kracht en tegelijkertijd kwetsbaarheid. Dit weet ze te vinden bij de meestal jongere modellen die open staan voor veranderingen. Dat is volgens haar nu eenmaal een spannende leeftijd. “Ik werk met mensen waar ik me in kan verplaatsen, zonder een gecompliceerd lulverhaal erachter.” Hellen van Meene fotografeert voornamelijk in het voorjaar en het najaar. Dit vanwege de mooie lichtval en daardoor goede sfeer. Ze werkt altijd met daglicht. “In de studio zijn er voor mij minder mogelijkheden. Buiten kan ik me verplaatsen en het licht op een andere manier laten invallen. Ik heb zo meer tijd en ruimte om me op het model te richten. Het model krijgt alle aandacht.” Ze werkt uitsluitend analoog met een 6x6 camera zonder statief. In de zomer werkt ze meer in de doka en bezoekt ze exposities omdat het licht dan te hard is. De meningen zijn er over verdeeld of we Van Meene haar foto’s geënsceneerd kunnen noemen of niet. Zelf zegt ze erg afwachtend te zijn in haar fotografie en net zo lang te kijken of het licht goed valt of het model net dat uitstraalt waar van Meene naar op zoek is. Gezien de bewuste keuzes die ze wel maakt in de houding van het model, de keuze voor de attributen en de kleding en de tijd van het jaar waarin ze fotografeert vanwege het licht, kunnen we wel degelijk stellen dat Van Meene haar foto’s bewust aanstuurt tot het gewenste resultaat. Een mooi voorbeeld hiervan is de bankfoto. Modellen zijn voor haar figuranten. Het is Van Meene te doen om een hoger doel in de foto, niet om een plaatje te schieten van het bewuste meisje.
De dualiteit in het werk van Van Meene, tussen echtheid: ‘echte’ modellen, het gebruik van sober natuurlicht, in hun eigen habitat en onecht: de volledig in scène gezette situatie, houding, kledingdracht (bijvoorbeeld binnenste buiten), de duidelijk rol (persoonlijk contact) en ingrepen van de fotograaf, geeft een bijzondere spanning aan het werk. 33
De overgang van kind naar volwassene is veel gefotografeerd. Toch kunnen we zeggen dat Van Meene uniek is in haar aanpak. Ze plukt haar modellen van de straat. Naar eigen zeggen heeft ze veel van haar modellen ontmoet in de tijd dat ze op de fotoafdeling van de Hema werkte. Mensen die aan de balie kwamen wilden best voor haar poseren wanneer ze daar naar vroeg. Van Meene geeft haar werk meer dan eens moeten verdedigen tegenover mensen die haar doel niet begrepen. Haar foto’s van Japanse meisjes hebben voor de opening van een expositie van haar werk voor opschudding gezorgd. Het zou pedofielen aantrekken. Dit doet denken aan de controverse over het werk van de Amerikaanse fotografen Sally Mann en Jock Sturges, wie hun camera ook richten op kinderen. Hellen van Meene vertelt over haar werk: “Wat ik probeer te fotograferen gaat niet puur om kinderen. Ik probeer een moment te vangen waar andere mensen zich in kunnen vinden. Ook de mensen die geen kinderen hebben of kinderen niet eens leuk vinden.“ Jeugd inspireert haar. Het roept vragen op: Waarom willen we altijd jonger zijn? We zijn altijd op zoek naar de kracht, de onschuld. Daarom trekt jeugd aan, het is tijdelijk.
Foto’s uit de serie Japanse meisjes In 2008 reist Van Meene naar Rusland (en Letland) af om in verlaten, armoedige, grijze gebieden jongeren vast te leggen. De jongeren poseren met een soort afstandelijke blik, soms fragiel, soms krachtig. Voor het eerst gebruikt de fotografe ook een panoramische fotocamera, waardoor de omgeving nog meer een rol gaat spelen en kaders schept. Ook zet ze een nieuwe stap en maakt naast de ‘puber-portretten’, intrigerende stillevens van verlaten hoekjes en open plekken in Sint Petersburg.
Trappen in Rusland
Russische bank, 2008
34
F
OTOBOEK: TOUT VA DISPARAÎTRE (2008) (‘Alles zal verdwijnen’)
Haar onderwerp is al jarenlang de situatie van jongeren, hoe zij zich bewegen in hun omgeving, waar ook ter wereld, in alle sociale klassen en van alle rassen. Van Meene plaatst hen in hun natuurlijke habitat, in hun onschuld. Dit boek is nog het best te omschrijven als een momentopname in hun ontwikkeling, en in die van het werk van Van Meene zelf. Tegelijk echter anticipeert zij op hun instap in de volwassenheid en uiteindelijk ook op hun sterfelijkheid. Haar modellen zweven tussen twee uitersten in natuurlicht, en tonen een ontroerende fragiliteit welke neigt naar het melancholische. Het fotoboek doet internationaal aan: gemaakt door een Nederlandse fotografe, met een Franse titel, voorzien van een inleiding in het Duits en het Engels (door de Duitse kunstenaar en criticus Jörg M. Colberg), met locaties in de Verenigde Staten, Rusland, en Nederland.
D
OGS AND GIRLS
Is in 2011 samengebracht. De portretten van de honden geven dezelfde sfeer als vroege portretten van Van Meene waarin ze ook een buitenstudio had gebouwd met simpele achtergrond. In de expositie, en het fotoboek gemaakt bij dit werk, worden foto’s van honden feilloos gecombineerd met de portretten van de meisjes. Er is een vergelijking waarneembaar in de manier waarom de hond zich laat zien voor de camera. Het portret wordt hier opnieuw onderzocht.
spread uit Dogs and girls, 2011
35
B
RONNEN
YouTube-kanaal van Jim Schalekamp. Hellen van Meene: De fotograaf. Uitzending van RTV-N-H (datum onbekend). Geüpload in 2011. Gezien in maart 2013, op: http://www.youtube.com/watch?v=govzhVMkV4 Avro Kunstuur. Hollands zicht: Fotograaf Hellen van Meene. Gepubliceerd in 2010. Gezien in maart 2013 op: http://cultuurgids.avro.nl/front/detailkunst.html?item=8216837 Stichting fotografie in Nederland, Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland (1e druk). Zwolle: Waanders uitgevers, 2007 Van Meene, H., Eigen website, Photos, Exhibitions, Galleries (1995-2005). Gezien in maart 2013 op: http://hellenvanmeene.com/
36
V
IVIANE SASSEN
is in 1972 geboren te Amsterdam. Nadat ze tijdens haar vroege jeugd enkele jaren in Kenia heeft doorgebracht, werkt ze nu weer vanuit Amsterdam. Haar opleiding Mode-ontwerp aan de HK Arnhem verruilde ze halverwege voor de opleiding Fotografie aan de HK Utrecht. Zeventien jaar geleden kwam haar fotografiecarrière in een stroomversnelling dankzij haar werk in de modefotografie. Nu is ze zowel om haar modefotografie als om haar autonome werk geroemd in binnenen buitenland. Door haar methode van enscenering worden de foto’s die zijn geschoten in Afrika nooit vakantiekiekjes maar altijd een beeld waar je langer naar kunt blijven kijken. Sassen ontving in 2007 de Prix de Rome en in 2011 de ICP Infinity Award for applied and Fashion Photography.
A
UTONOME FOTOGRAFIE
Voor haar autonome werk fotografeert Sassen uitsluitend analoog. Dit geeft haar meer rust en ze concentreert zich beter op het te maken beeld dankzij het tragere proces. Het beeld wordt vervolgens in een Nederlands fotolab gestipt (stofjes en vuiltjes op het negatief worden weggepoetst) en afgedrukt, waarna Sassen zelf de kleur komt controleren. Sassen is qua autonoom werk misschien wel het meest bekend om haar serie Parasomnia (lichte slaapstoornis). Deze serie geeft een surrealistisch beeld van Afrika, vol met explosieve kleuren en vreemd gevormde figuren. Sassen vraagt hiervoor niet altijd de modellen om deze houding aan te nemen. Soms komt ze hele mooie situaties tegen, die ze vervolgens zo beïnvloed dat er een mooi beeld ontstaat. Sassen speelt met gelaagdheid, vervormingen en dieptes. Een kenmerk binnen haar fotografie is vaak het weglaten van het gezicht. Dit doet Sassen bewust, om niet alleen een portretfoto van de persoon te maken, maar het beeld ook over vorm en compositie te laten vertellen.
Bella Donna & Parasomnia 37
In de foto Bella Donna zien we een meisje liggend in een opgehangen laken. De persoon achter het laken houdt het meisje in de armen. De vouwen in het laken en schaduwlijnen maken het tot een grafisch beeld. De houding doet denken aan de Piëta. In Parasomnia zien we Sassen spelen met het beeld: de eigenlijk op zijn kant liggende stoel met de jongen lijkt weer teruggebracht in staande positie door de foto te kantelen. Het rode van het t-shirt steekt mooi af bij het blauwe plastic van de stoel. Sassen neemt altijd een schetsboek mee en bedenkt veel foto’s voordat ze worden uitgevoerd. De modellen in al haar fotowerk nemen dan ook meestal een houding aan die door Sassen is bepaald. Een foto is bijna nooit een toevalstreffer, maar altijd geënsceneerd. Soms ontstaat een foto intuïtief. Tekeningen dienen als inspiratie of als één-op-één bron. Schoonheid is één van de fotografische drijfveren. “Ik vind het jammer dat veel fotografen schoonheid verfoeien.”21 Geeft Sassen toe in een interview. Ze houdt van esthetisch met een verhaal. Ze hoopt altijd een beeld te maken wat je op verschillende levels kunt lezen: formeel of diep, persoonlijk en emotioneel. Sassen houdt zelf meer van een ‘koele’ kleur in haar foto’s. Misschien komt dit door het Nederlandse licht. In Afrika is alles toch geler, dat is in haar ogen minder mooi. Het licht is anders in Afrika, hoger, helderder. De schaduwen zijn grafisch, daar is ze dol op. Naar eigen zeggen bijt ze zich nu nog erg vast in Afrika: “Het is nog niet klaar daar. Het is een hele andere wereld, waar ik prettig werk. Het is intiem en vreemd omdat ik er als kind een aantal jaar heb gewoond, maar er nooit een deel van de maatschappij uit zal maken. Het stoot af en trekt aan.” De donkere huid vindt ze esthetisch heel mooi en ze vindt de mensen in Afrika veel toegankelijker. Dit komt ook doordat het leven daar zich veel meer op straat afspeelt.22 Op haar dertigste besloot Sassen terug te gaan naar Afrika om het land wat ze als kind achter had gelaten te fotograferen. De serie Flamboya geeft de nieuwe persoonlijke kijk weer op het continent. (De naam Flamboya is afgeleid van de Flamboyant-boom die in bloei staat in december en voor komt in het oosten en zuiden van Afrika.)
Flamboya-Entebbe & Flamboya-Milk Belangrijke autonome series van Sassen zijn: Parasomnia, Ultra Violet en Flamboya.
21 22
Avro 4 Art: Viviane Sassen (2011) idem
38
M
ODE- & COMMERCIËLE FOTOGRAFIE
De andere helft van haar tijd is Viviane Sassen bezig met modefotografie in opdracht en andere commerciële opdrachten. De twee jaar op de mode academie waren niet voor niets. Sassen probeert haar handschrift uit de autonome portretten door te trekken naar de modefotografie, maar toch een goed beeld van de kleding te behouden. Dit eigen handschrift maakt het dat we een modefoto kunnen herkennen als ‘Een Sassen’. Als modefotograaf trekt Viviane Sassen haar eigen plan. Het liefst krijgt ze carte blanche: zo komt haar eigen stijl het beste naar voren in deze commerciële fotografie, waar ze eigenlijk niet zo veel mee heeft. Ze zal daarom ook geen modebladen open slaan ter inspiratie. Ze werkt intuïtief samen met het aanwezige team van make-up artiesten en assisstenten. Zo ontstaat er een uniek beeld ter plaatse. De fotograaf werkte met bekende opdrachtgevers als Carven, Stella McCartney, Adidas en Missoni. Zij kunnen een echte Viviane Sassen verwachten, een wat ongepolijster beeld dan de misschien te verwachten modefotografie: weggelaten gezichten, beeldbeheersende schaduwen en gekke poses waardoor je soms langer moet kijken om te zien hoe het model nu precies staat. Het lichaam wordt gezien als een sculptuur. Een gezicht kan volgens Sassen dingen aan de foto toevoegen of dingen verraden die je niet wilt hebben. Een mooi voorbeeld van de manier van werken geeft de expositie In and out of fashion (2012), geëxposeerd bij Huis Marseille. Veel van haar werk komt hier bij elkaar: vroege – haast performance-achtige – iconische series die ze met Emmeline de Mooij maakte voor onafhankelijke tijdschriften als Purple en Kutt, maar ook een overvloedige selectie van recent modewerk voor Pop, New York Times Magazine, i-D, Self Service, Purple, Fantastic Man, Acne, Miu Miu, Bergdorf Goodman, Levi’s, Diesel, Louis Vuitton, Eres Numéro en de eerder genoemde tijdschriften en merken. Als onderdeel van deze expositie toont Sassen ons het moment vlak voor de werkelijke opnamens met haar fotoserie Foreplay. Ze geeft een kijk op het moment waarvoor andere modefotografen geen oog zouden hebben: de make-up moet nog gedaan worden, het haar nog gekamd en de kleding nog gevormd. Eigenlijk is ze begonnen dit te fotograferen omdat ze ongeduldig is, maar ze zag er al snel de schoonheid van in. “Ik houd van het samensmelten van verschillende lichamen, grafische patronen en felle kleuren, hier ging ik naar op zoek in de serie Foreplay.” Aldus de fotograaf zelf.
39
Foreplay In tegenstelling tot haar vrije werk fotografeert ze bij mode- en commerciële opdrachten digitaal. Het is een snelle wereld waarin snel gehandeld moet worden. Met nabewerken geeft het soms ook meer mogelijkheden. Het is een gedeelte van haar werk waarin Viviane vrij is om te experimenteren. Naast bepaalde vertrouwde elementen als het gebruik van schaduw en het weglaten van het gezicht, zien we ook dat ze experimenteert in haar modewerk voor POP magazine in Tanzania. Een mooi voorbeeld hiervan is de foto hier onder, waarin we een meisje zien voor een cementposter. Het meisje valt samen met de leeuwenkop op de poster, waardoor er een vervreemdende gelaagdheid ontstaat. De meisjes voor deze volledige serie zijn allemaal lokaal benaderd in Moshi. De onderstaande modefoto met de rode jurk is een echt eindresultaat met een kenmerk van Sassen: ze beweegt zich op een zodanige manier in en rond de ruimte van het model, dat ze de schaduwen vindt om er een bijzonder beeld van te maken.
Fashion-serie voor POP magazine
B
RONNEN
Sassen, V., Eigen website: Africa, Projects (datum onbekend). Gezien in maart 2013 op: http://www.vivianesassen.com/ YouTube-kanaal van Avro. 4Art: Viviane Sassen (2011). Gezien in maart 2013 op: http://www.youtube.com/watch?v=DAXpN02aR4Y Huis Marseille, museum voor fotografie. Viviane Sassen – In and out of fashion (2012). Gezien in maart 2013 op: http://www.huismarseille.nl/nl/tentoonstelling/viviane-sassen-in-and-out-of-fashion Kunststof TV. Live talkshow, Sassen is een van de gasten (Uitzending van 23 december 2012). Gezien in maart 2013 op: http://www.gemistvoornmt.nl/a.aspx/15068083/0 NRC Next. Artikel door Mets, T. Viviane Sassen heeft geen talent voor mode (2013). Gezien in maart 2013 op: http://www.nrc.nl/mode/2013/01/07/viviane-sassen-heeft-geen-talent-voor-glamour/ 40
NAWOORD Dit zijn enkele Nederlandse fotografen die beroemd zijn geworden om hun werk. Zoals eerder gezegd: Nederland heeft een groot aanbod met vele goede fotografen. Met de fotografen in dit werk heb ik een doorsnede proberen te geven van verschillende vormen van de kunstfotografie met betrekking tot het portret. Bij meerdere fotografen, zoals Ruud van Empel, Erwin Olaf en Inez van Lamsweerde zien we dat computerbewerking een belangrijke rol is gaan spelen in de fotografie. Met dank aan de digitalisering was er een heel nieuw pad geschapen voor de fotograaf. Ook zien we bij verschillende fotografen terugkomen dat ze weinig verschil willen aangeven in hun eigen, autonome werk en hun werk in opdracht. Het wezenlijke verschil blijft dat een opdrachtgever bepaalde voorwaarden aan een foto zal stellen: er moet tenslotte een boodschap overgebracht worden. Maar een opdrachtgever weet voor welke fotograaf hij moet kiezen. Misschien zul jij na het zien van de voorbeelden in dit werk ook een ‘echte’Hellen van Meene of Rineke Dijkstra kunnen herkennen. Ze hebben zichzelf stuk voor stuk een eigen handschrift in hun fotografie aan kunnen meten. Bij de één is dit door de overdaad een computerbewerking, of het is de keuze voor een bepaald soort model. Het is de eigenheid van het beeld die het herkenbaar maakt. Ik denk dat er in elk geval veel verschillende soorten van het autonome portret naar voren zijn gekomen, en zo zijn er nog veel meer! Elke fotograaf werkt met zijn eigen concept of heeft zijn eigen vorm van nabewerking. Het is aan de student vakfotografie om nu nog veel meer fotografen te gaan ontdekken en op zoek te gaan naar het eigen handschrift!
Tessa Persijn Mei 2013
41