Notulen : Commissie Vergadering d.d.: : Voorzitter : Griffier Aanwezige leden :
Afwezig m.k.
Wonen & Werken 18 januari 2011om 20.00 uur dhr. A. Steenbergen dhr. M.A. Bourdrez dhr. J. Dam (VVD), dhr. F.J.M. van ’t Hof (GroenLinks), dhr. H. Kwakernaat (Strijens Belang), dhr. J.A.M. Lagendijk (PvdA), dhr. A.P. de Man (VVD), dhr. C.W. van Schelven (CDA), dhr. J.H.W. Schilt (CDA), dhr. J. van Westen (ChristenUnie). : dhr. W.J.A. Tempelaars (GroenLinks), dhr. N.A. de Pijper (CDA)
: -Afwezig z.k. : dhr. A. Plekkenpol Notulist Verder aanwezig: dhr. W.J.L.M. van Tilborg (wethouder) dhr. J. de Pee sectorhoofd Wonen en Werken dhr. B. Pluimer (directeur HW Wonen) dhr. J. Hilberding (medewerker HW Wonen) dhr. R. Polder (medewerker HW Wonen)
1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom bij deze commissievergadering. Er is een bericht van verhindering ontvangen van de heer Tempelaars en zijn plaatsvervanger is de heer Van ’t Hof. Ook verhinderd is de heer N.A. de Pijper. Verder deelt hij mee dat ook de vertegenwoordigers van HW Wonen aanwezig zijn. Zij zullen bij agendapunt 7 in actie komen.
2.
Vaststelling commissieagenda De agenda wordt vastgesteld.
3.
Spreekrecht burgers Er zijn geen burgers die gebruik willen maken van het spreekrecht.
4.
Vaststellen notulen van de vergadering van 2 november 2010 Tekstueel Zonder verdere op- en/of aanmerkingen worden de notulen, onder dankzegging aan de notulist vastgesteld. N.a.v. de notulen: Blz. 4 De heer De Man geeft aan dat in het stuk staat dat de brief van de Provincie Noord Brabant in deze commissievergadering behandeld zou worden. Hij gaat er vanuit dat hiermee de vergadering van 1 februari 2011 wordt bedoeld.
5.
Ingekomen stukken en mededelingen Er zijn geen stukken ingekomen en zowel de commissieleden als de portefeuillehouder hebben geen mededelingen.
6.
Supermarktontwikkelingen De heer Kwakernaat geeft aan dat de fractie van Strijens Belang niet blij is met de ontstane situatie waarbij er slechts één supermarkt voor het hele dorp beschikbaar is. Waleplein 2 - 3291 CZ Strijen Postbus 5881 - 3290 EA Strijen Tel. (078) 674 82 00 Fax (078) 674 82 95
-2-
Hij is van mening dat het college er alles heeft gedaan om de plannen van de heer de Jong om op de locatie “De Striene” een nieuw supermarkt te bouwen, te traineren in plaats van een constructieve samenwerking te zoeken. Nu deze plannen niet doorgegaan zijn heeft de heer De Jong inmiddels de C1000 overgenomen. De ontwikkelingen op de locatie van C1000 was juist al jarenlang in beeld. Zelfs in de raad en in commissie heeft een vertegenwoordiger van de Schuitema-groep gebruik gemaakt van het spreekrecht toen de ontwikkelingen van de locatie “De Striene” op de agenda stond. Daarnaast meldt hij dat de burgemeester zelfs gesproken heeft over de vestiging van een discounter als 3e supermarkt en de vestiging van een HEMA in Strijen tijdens de behandeling van het agendapunt “Centrumvisie”. Hij geeft aan dat de grootste fout gemaakt wordt door het feit dat de gemeente niet kan bepalen welke supermarkt zich in Strijen vestigt. De vrije markt bepaalt welke supermarkt naar Strijen komt. Hij erkent dat zijn fractie destijds heeft ingestemd met de “Centrumvisie”, maar deze instemming was meer gedaan om toekomstige ontwikkelingen, genoemd in die visie, niet in de weg te staan. Echter door deze ontwikkelingen wil de fractie van het Strijens Belang de gegeven toestemming herzien en afstand nemen van de plannen met het centrum. Doordat het college halsstarrig vasthoudt aan de adviezen van het adviesbureau is er nu een situatie ontstaan waarbij nieuwbouw op de locatie De Striene onmogelijk wordt gemaakt. Hij geeft aan dat het college heel goed moet nadenken over een vestigingsplek voor een nieuwe supermarkt/discounter zoals bijvoorbeeld een Aldi. Tot slot geeft hij aan dat de uitvoering van ruimtelijke plannen een bevoegdheid is van het college waarover de raad graag wil meedenken. Graag zou hij een overzicht willen hebben van de supermarktketens die zich in Strijen willen vestigen. De heer Van Westen geeft aan dat de ChristenUnie fractie de huidige supermarkt ontwikkelingen in Strijen niet wenselijk vindt. Hij is benieuwd hoe dit werkelijk tot stand gekomen is? Daarnaast meldt hij dat in het belang van de inwoners en de leefbaarheid van het dorp plaats moet zijn voor een tweede supermarkt. Hij heeft begrip voor het feit dat de vastgestelde Centrumvisie leidend is. Echter wil dat niet zeggen dat een verandering of bijsturing van de Centrumvisie nodig is. In dat kader is het belangrijk in te spelen op de actuele gebeurtenissen. Hij wil graag op korte termijn van het college horen op welke locatie een tweede supermarkt of een discounter tijdelijk danwel permanent in de kern van Strijen gevestigd kan worden. Hij doet een beroep op het college om alle opties en mogelijkheden daartoe te onderzoeken. De heer Lagendijk geeft aan dat de PvdA-fractie uit de brief heeft moeten vernemen dat de C1000 niet eerst met Aldi heeft gepraat over de overname. Terwijl het college in de eerste voorlichting juist heeft gemeld dat de C1000 in eerst instantie aan alle winkelformules zou worden aangeboden. Blijkbaar is dit niet gelukt en heeft de AH de kans gegrepen om hierin te stappen. Ook constateert zijn fractie dat de winkelruimte die de Aldi voor ogen had niet volgens het oorspronkelijke onderzoek mogelijk was. Hij heeft over deze constatering zich al via de media beklaagd. Ook heeft hij zijn beklag gedaan bij de burgemeester over de geconstateerde feiten. Hij is van mening dat zelfs met de C1000 en AH het mogelijk was een Aldi er bij te plaatsen. Hij concludeert dat het college tot twee keer toe gezorgd heeft voor de huidige ongewenste situatie. Ten eerste vanwege het vaststellen van de Centrumvisie. Ten tweede vanwege het feit dat er geen medewerking is verleend aan de uitbreiding van de AH in een aantal panden in de Kerkstraat. Dit vanwege het feit dat één van de panden een monument is. Tot slot denkt hij dat de komende vier jaar er geen tweede supermarkt in Strijen komt. Dat vindt hij onbegrijpelijk en vraagt aan het college hiervoor een verklaring te geven. De heer De Man geeft aan dat de VVD-fractie niet gelukkig is met de huidige ontwikkelingen. De wens op de locatie De Striene iets te realiseren strookte niet met de opvattingen van de gemeente. Dit kan ook niet gelet op de besluitvorming van de Raad. Elke “geste”naar een geïnteresseerde ondernemer betekent een planologisch probleem met financieel-juridische consequenties. Met dit voorstel heeft De Jong voor zichzelf een oplossing gecreëerd om zijn verplaatsing van panden te bespoedigen waardoor, de bouw en uiteindelijke herinrichting van de winkels rondom zijn AH pand, kan
-3-
versnellen. De indruk wordt gewekt dat De Jong nu een monopolist is geworden die geen concurrentie ducht. Aan deze indruk kan de gemeente niets aan doen, omdat sommige ontwikkelingen geheel buiten het gezichtsveld van de gemeente hebben plaatsgevonden. Hij vindt het vanzelfsprekend dat de gemeente zich inspant om ondernemers te interesseren om zich in Strijen te vestigen. Daarbij hecht hij er waarde aan om de onlangs vastgestelde Centrumvisie ongemoeid te laten. Zeker omdat de Winkeliersvereniging destijds ook positief heeft gereageerd op deze visie. Hij vindt dat de gemeente zich alleen moet beperken tot het faciliteren, klankborden/toetsen, coördineren van zaken (vergunningen enz) en waar nodig procedures moet versnellen. Ook in financiële zin speelt de gemeente geen rol omdat de marktpartijen hun investeringen geheel voor eigen rekening en risico doen. Hij vindt ook dat het college zich vast moet blijven houden aan de lopende plannen. Daarbij wil hij zien dat de “verhuizing”en terug-plaatsing van panden naar de Kerkstraat zo snel mogelijk wordt geëffectueerd. In dat kader zijn ook andere initiatiefnemers welkom. De voorwaarde is wel dat het een en ander binnen de bestaande ruimtelijke mogelijkheden valt. Tot slot vindt hij dat de gemeente in financiële zin geen toezeggingen kan doen, want de markt bepaalt zelf welke winkels in Strijen komen. De heer Van ’t Hof deelt mee dat de fractie van GroenLinks vindt dat de brief niet voor kennisgeving dient te worden aangenomen en ook niet behandeld moet worden in de raadsvergadering van 25 januari 2011 maar als bespreekstuk in de vergadering van 22 februari 2011 te behandelen. Zijns inziens kan dit onderwerp politieke consequenties hebben. Daarnaast betreurt hij dat de vestigingsmogelijkheden op de locatie De Striene nog niet nader zijn onderzocht. In de brief staat dat op 8 november jl. een gesprek is geweest met de heer De Jong over de aanleg van de parkeerplaatsen op De Striene. In dat gesprek is aangegeven dat de heer De Jong bezig was de C1000 over te nemen. In de brief staat dat pas op 29 november 2010 de gesprekken met de Aldi opnieuw zijn opgestart. Hij vraagt zich af wat het college tussen 8 november en 29 november heeft gedaan. Hij kan zich niet voorstellen dat als op 8 november bekend geworden is dat de heer De Jong de C1000 over gaat nemen dat het college dan op 29 november hierdoor verrast is. Hij denkt dat iedereen het wel eens is dat de vestiging van een 2e supermarkt in Strijen noodzakelijk is. Alleen de blokkade ligt er wel als het college vast blijft houden aan de Centrumvisie. Hij wil graag de Aldi uitnodigen om in een tussentijdse vergadering van deze commissie hun visie over de locatie De Striene toe te lichten. Hij is van mening dat het college niet met oplossingen komt maar de ontstane situatie voor zich uitschuift. Hij stelt voor om op het bedrijventerrein een supermarkt onder te brengen. Hij erkent dat zijn voorstel geen fraaie oplossing is, maar er zijn volgens hem voldoende vrije kavels op het lokale bedrijventerrein. Verder vraagt hij zich af of het college goed uitgezocht heeft wat de eventuele schadeclaims van de lokale winkeliers kunnen zijn als er medewerking wordt verleend aan de vestiging van een supermarkt/discounter op de locatie van De Striene. Ook stelt hij voor dat de leden van de commissie zonder de aanwezigheid van de portefeuillehouder met de vertegenwoordigers van de Aldi gaan praten om hiermee inzicht te krijgen wat Aldi precies wil. De heer Schilt geeft aan dat de CDA-fractie het eveneens betreurt dat er één supermarkt in Strijen overblijft. Hij is niet van mening dat het door de vorige spreker uitgesproken argument dat de vastgestelde Centrumvisie heeft geleid tot sluiting van de C1000. De heer Van ’t Hof interrumpeert de spreker door te zeggen dat hij zojuist niet goed is geciteerd. Hij heeft gezegd doordat de Centrumvisie is vastgesteld komt er geen 2e supermarkt op de locatie De Striene komt. Hij heeft de C1000 in dat verband niet genoemd. De heer Schilt erkent dat de heer Van ’t Hof dit zo heeft gezegd. Desondanks blijft hij van mening dat je vooraf niet kunt bepalen op welke locatie welke supermarkt komt. Dat wordt bepaald door de marktwerking. Door een Centrumvisie vast te stellen heeft het college ervoor gezorgd dat er voldoende ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Zijn fractie blijft van mening dat de Centrumvisie een goed plan is. Deze situatie is echter
-4-
ontstaan doordat de huurder (C1000) het huurcontract heeft opgezegd. Zulke zaken staan los van een Centrumvisie maar worden bepaald door marktwerking. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker door te zeggen dat het hier gaat om marktwerking dat binnen de kaders van de Centrumvisie is vastgesteld en dat vindt hij aan de krappe kant. Als de kaders wat ruimer waren gesteld dan is er volgens hem meer sprake van marktwerking. De heer Schilt geeft aan de mening van de heer Lagendijk niet te delen en wil graag zijn betoog voortzetten. Zijn fractie stelt voor dat het college zo goed mogelijk moet faciliteren bij de vestiging van een 2e supermarkt of een discounter. Hij erkent dat de inwoners van Strijen het niet leuk vinden dat zij geen keuze kunnen maken in de supermarkt in hun eigen dorp. Hij verzoekt de commissieleden zich te houden aan feiten dat door de markt wordt ontstaan en niet als gevolg van een gemeentelijk beleid. De heer Van ’t Hof interrumpeert de spreker door te vragen welke oplossingen er dan zijn? De heer Schilt geeft aan dit in zijn betoog al te hebben genoemd. Laat het college onderzoeken welke behoefte er is in de markt en op basis hiervan kan het college waar nodig faciliteren door een vestiging mogelijk te maken. Uit dat onderzoek moet blijken dat een supermarkt op een locatie zich voor een langere tijd kan vestigen, anders hebben de supermarktketens geen interesse om in Strijen een duurzame investering te doen. Wethouder Van Tilborg geeft aan dat de brief een opsomming geeft van de gebeurtenissen waarmee het college de afgelopen tijd is geconfronteerd. Er zijn gesprekken geweest over de locatie van de C1000 en de locatie van De Striene. Ten aanzien van de C1000 meldt hij dat enige tijd geleden gesprekken zijn geweest om de C1000 uit te breiden om hiermee een volwaardige supermarkt in het dorp te krijgen. De Schuitema groep destijds besloten heeft geen investeringen te doen totdat de Centrumvisie helemaal is afgerond. Destijds is een overleg geweest tussen de Schuitema groep, HW Wonen (wooncomponenten) en de gemeente (faciliteren) om te bespreken wat op de locatie van de C1000 kan worden ontwikkeld. Deze gesprekken hebben geleid dat geen van de partijen bereid waren om de herontwikkeling te gaan leiden. Hierna heeft de gemeente samen met HW Wonen het voortouw genomen om een businesscase op te stellen waarin de mogelijkheden worden benoemd voor ontwikkelingen op die locatie. Hierin werd ook de locatie van het oude Postkantoor en de locatie van de garage meegenomen. Hij betreurt dat de C1000 zonder dit aan de gemeente te melden besloten heeft de locatie te verlaten. Hierna heeft de gemeente contact gehad met de C1000 om te vragen waarom zij uit Strijen weg gaan. Helaas heeft de C1000 niet de exacte reden aan de gemeente gemeld. Hij vindt dit spijtig omdat de gemeente van plan was om mee te werken aan ontwikkelingen op die locatie. Ten aanzien van de ontwikkelingen rondom de Albert Heijn vestiging (hierna te noemen: AH) meldt hij dat na vaststelling van de Centrumvisie er twee opties mogelijk waren. De eerste optie was om te komen tot een snelle ontwikkeling van nieuwe winkels aan de overzijde van de AH om hiermee de Etos, Blokker en de Bruna onder te brengen. Hierna kon AH in het huidige pand gaan uitbreiden. Vanwege het feit dat één van de panden een monumentale status heeft het college aan de heer de Jong gevraagd de nieuwe winkel in het bestaande pand in te passen. Er waren te veel waardevolle elementen aan het pand waardoor het college van mening was hiervoor geen sloopvergunning af te geven. De heer Lagendijk vraagt of het mogelijk is om het pand met uitzondering van de voorgevel te slopen zodat het monumentale aanzicht in de Kerkstraat behouden blijft? Wethouder Van Tilborg geeft aan dat ook in het pand elementen waren zoals een deuromlijsting die waardevol zijn voor de monumentale status van het pand. Het grootste probleem was dat er meer winkeloppervlakte nodig was dan dat het pand had. Een uitbreiding op de locatie van het monumentale pand past niet binnen de bestemming van dat perceel en zou ook de bestemming overschrijden. Om hieraan medewerking te verlenen is een buiten planologische procedure nodig en dat was voor AH niet haalbaar. Juist op die locatie was de gemeente bereid om de procedures zo snel
-5-
mogelijk af te wikkelen. Het college hecht er aan dat de winkels van de heer De Jong in de Kerkstraat blijven en dat is goed voor de winkelvoorzieningenniveau in de Kerkstraat. Daarna is de mogelijkheid tot de tijdelijke vestiging van drie noodwinkels en de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen op de locatie De Striene onderzocht. Hiervoor heeft de gemeente een gesprek gehad met de heer de Jong en in dat gesprek heeft hij pas na afloop van het gesprek gemeld bezig te zijn met de overname van de C1000. Met die wetenschap is op 16 november 2010 een gesprek geweest met de Aldi om deze op de locatie van De Striene te laten vestigen. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker door te vragen of op het moment van het gesprek met de Aldi het huurcontract van de C1000 al door de heer De Jong was getekend? Wethouder Van Tilborg geeft aan niet te weten wanneer de heer de Jong met de huurder mevrouw Van der Maas de overname heeft bekrachtigd. De heer Van ’t Hof vraagt waarom in dat gesprek niet met de Aldi is gesproken om deze in het pand van de C1000 te laten onderbrengen? Terwijl op 8 november 2010 al bekend was dat de C1000 zou worden overgenomen. Dat vindt hij merkwaardig. Wethouder Van Tilborg geeft aan van derden te hebben vernomen dat de C1000 ter overname werd aangeboden. Dit is ook aan de Aldi bericht met de hoop dat zij hiermee aan de slag gaan en deelnemen aan de onderhandelingen om de C1000 over te nemen. Echter waren de huurcontracten voor de overname van de C1000 door AH al getekend. Desondanks heeft het college getracht de Aldi te vragen een gesprek aan te gaan met de heer de Jong om te proberen in het pand van de C1000 te komen. De heer Van ’t Hof interrumpeert de spreker door te zeggen dat volgens hem de Aldi nooit interesse heeft gehad in het pand van de C1000, omdat hiervoor te weinig winkeloppervlakte beschikbaar is. Hij wil graag van de Aldi horen hoe alles nu werkelijk gegaan is? De voorzitter vraagt de commissieleden de vragen of opmerkingen pas te stellen in het tweede termijn van deze agenda. Wethouder Van Tilborg geeft aan met Aldi zeker te hebben gesproken over de invulling van de locatie op de C1000. De Aldi heeft tekeningen laten zien van andere vestigingen in Nederland waarin de Aldi in bestaande panden zijn ingepast. Er is door hun serieus overwogen het pand te betrekken. Ten aanzien van de rol van de gemeente geeft hij aan dat deze lastig te benoemen is. De markt bepaalt juist waar er een supermarkt komt. De rol van de gemeente wordt pas interessant als er planologische procedures nodig zijn om de vestiging van een supermarkt mogelijk te maken. Daarnaast meldt hij dat de gemeente ten aanzien van de herontwikkeling van de C1000 niet verder is gegaan dan het opstellen van een businesscase en het laten maken van schetsen. Er lag geen concreet plan. Hij twijfelt aan de opmerking van de heer Van ’t Hof dat ging over de blokkade van het college voor de ontwikkeling van een 2e supermarkt als gevolg van de vastgestelde Centrumvisie. De gemeente heeft juist aan de hand van een distributie planologisch onderzoek (DPO) onderzocht welke behoefte er is ten aanzien van de winkelvoorzieningen in Strijen. Ook in overleg met de Winkeliersvereniging is bepaald dat met name de winkelvoorzieningen in de Kerkstraat zoveel mogelijk moet worden behouden zodat er binding blijft met het centrum van Strijen. Hierdoor waren de ondernemers bereid investeringen te doen in dat gebied. Hierna wordt ondanks uitdrukkelijk verzoek van de voorzitter de vragen te bewaren voor de 2e termijn door verschillende commissieleden van gedachten gewisseld over de relatie van het Centrumvisie met de verplaatsingen van de supermarkten. De voorzitter stelt voor om de portefeuillehouder zijn verhaal te laten afmaken. Wethouder Van Tilborg wil nog reageren op de vragen die gesteld zijn over de schadeclaims. Hij geeft aan dat een expert een risico inventarisatie moet maken over welke planschades er kunnen voortvloeien. In het algemeen kunnen de winkeliers bij een bestemmingsplanprocedure planschade indienen als zij kunnen aantonen dat zij hiervan schade ondervinden. Ten aanzien van de opmerking van de heer Schilt deelt hij de opvatting dat de markt bepaalt welke partijen met elkaar praten en dat de gemeente
-6-
alleen kan faciliteren in het vestigen van de supermarkten. Er zijn gesprekken geweest met vertegenwoordigers van de Winkeliersvereniging over de kern winkelgebied. De vestiging van een supermarkt in de Kerkstraat zorgt juist ervoor dat de koopkracht in Strijen op peil blijft. 2e termijn De heer Lagendijk vraagt ten eerste of het mogelijk is om de vastgestelde Centrumvisie te herzien? Indien dit mogelijk is hoe zou dan de nieuwe Centrumvisie er dan uit gaan zien? Hij stelt voor om de Centrumvisie opnieuw ter discussie te stellen en in de komende commissievergadering hierover van gedachten te wisselen. Ook vindt hij het onzin dat een ondernemer een claim kan indienen bij de gemeente als op de bewuste locatie plannen worden gemaakt voor een andere ondernemer. In het jaar 2006 zijn de plannen van Hoeksche Waard Beheer BV niet doorgegaan en dan is het toch raar dat zij later wel een claim kunnen neerleggen. Ten tweede geeft hij aan dat op het bedrijventerrein ook een supermarkt kan worden gevestigd. Het is natuurlijk niet de beste oplossing omdat zoiets niet het winkelgebied in het centrum kan ondersteunen. Hij denkt dat door de aanwezigheid van één supermarkt nu de inwoners elders in de Hoeksche Waard hun boodschappen gaan doen. De heer Schilt interrumpeert de spreker door te zeggen dat in de situatie toen er twee supermarkten in Strijen waren ook inwoners hun boodschappen deden bij een Nettorama bij de Blaaksedijk en een Bas van der Heijden in Oud-Beijerland. Hij vindt het geen sterk argument van de heer Lagendijk. De heer Lagendijk vindt dat op dit moment het belang van de burgers schromelijk wordt onderschat. Het feit dat de burgers nu elders hun boodschappen moeten doen kost op jaarbasis de burgers meer geld. Er wordt gesproken over marktwerking maar hij is van mening dat de gemeente planologisch zelf kan bepalen waar een Aldi mag komen. Er is volgens hem zelfs een aanbod gedaan om in de Keen of in de oude schilderswinkel intrek te nemen. De heer Van ’t Hof geeft aan dat het voor hem nog niet precies duidelijk is wat er precies is afgesproken en welke termijnen hiervoor gesteld zijn. De GroenLinks fractie blijft van mening dat het besluit van de Centrumvisie destijds een verkeerd besluit is geweest. Als gevolg hiervan is Strijen in deze situatie verzeild geraakt. Hij stelt voor om in een aparte commissievergadering met andere winkelketens/ discounters te gaan praten. Hij is verheugd over het feit dat zijn fractie in alle rust kan werken aan een politiek standpunt dat in de raadsvergadering van 22 februari 2011 over dit onderwerpen uitgesproken wordt. Tot op heden heeft hij de indruk dat een vestiging van een discounter in Strijen een doodlopende weg is. Hij ondersteunt het voorstel van de heer Lagendijk om de Centrumvisie opnieuw ter discussie te stellen. Ook wil hij graag uitgezocht hebben hoe de schadeclaim is geregeld bij nieuwe planologische ontwikkelingen. Zijn fractie is van mening dat de vestiging van een supermarkt op het bedrijventerrein mogelijk moet zijn. Indien dit niet mogelijk is dan hoort hij graag waarom dit niet kan. Hij heeft zich laten informeren dat de discounters geen bezwaar hebben om zich te vestigen op het bedrijventerrein. Het zou zelfs aantrekkingskracht kunnen hebben op de inwoners uit de omgeving. Verder is hij van mening dat op 8 november 2010 het college had moeten weten dat de AH een contract heeft getekend van 5 jaar voor de overname van de C1000. Waarom is toen de raad niet geïnformeerd? Nu is de gemeente voor een voldongen feit geplaatst. Hij verwijt het college dat er geen poging is ondernomen richting de heer de Jong om alsnog de situatie rondom De Striene alsnog te bespreken of daartoe nog mogelijkheden zijn. De heer Kwakernaat sluit zich aan bij het laatste deel van het betoog van de heer Van ’t Hof. Hij vind het jammer dat het allemaal zo gelopen is. Een oplossing zou kunnen zijn om de woningen in de Achterstraat te slopen en op die locatie een noodwinkels te plaatsen. Dit geldt ook voor de locatie van de C1000 of de locatie van de garage. Voor de inwoners van de Oranjewijk betekent de sluiting dat zij nog verder moeten lopen. Hij geeft aan dat de fractie van het StrijensBelang veel moeite heeft gehad met de instemming van de Centrumvisie. Hij geeft aan dat de ontwikkelingen de verkeerde
-7-
kant uitgaan. Volgens hem had de gemeente nog veel meer moeten samenwerken met de ondernemers. Zijn fractie distantieërt zich van deze situatie en hij erkent dat zijn fractie vorig jaar een foutief besluit heeft genomen door in te stemmen met de Centrumvisie. De heer Van Westen geeft aan dat zijn fractie gesproken heeft met de heer de Jong en heeft vernomen dat hij veel in zijn huidige locatie heeft geïnvesteerd. Ook heeft hij van hem vernomen dat de Strijense winkeliers 2% per jaar marktaandeel in de MKB kwijt raken. Het is belangrijk met cijfers aan te geven welke winkelbehoefte er is in Strijen. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker door te zeggen dat deze cijfers al bekend zijn. Twee jaar geleden is in voorbereiding op de Centrumvisie een onderzoek geweest naar de winkelbehoefte. De heer Van Westen geeft aan dat op dit moment niet bekend is hoelang de heer De Jong op de locatie van C1000 zal blijven en misschien gaat hij over een jaar of vijf pas weg. Graag wil hij weten hoe het marktaandeel van de Strijense supermarkten/ winkeliers in de Hoeksche Waard over 10 jaar eruit ziet? De heer Lagendijk meldt dat de fractie van de ChristenUnie tijdens de vaststelling van de Centrumvisie geen zitting had in raad en vraagt naar het standpunt van de ChristenUnie in deze kwestie? De heer Van Westen geeft aan dat zij in hun raadsprogramma de doorontwikkeling van de locatie De Striene hadden opgenomen. Hij is benieuwd naar de uiteindelijke invulling van deze locatie. De heer De Man deelt mee dat de VVD-fractie de monopolie positie van één supermarkt in Strijen niet wenselijk vindt. Het probleem is dat er op korte termijn geen 2e supermarkt wordt gevestigd. Hij hoopt daarom dat er ondernemers zijn die plannen gaan ontwikkelen voor het plaatsen van een tijdelijke noodwinkel. Hij wil van het college vernemen op welke locaties een tijdelijke noodvestiging geplaatst kan worden? Daarnaast doet hij een beroep aan de heer De Jong om met het college hierover alsnog van gedachten te wisselen. Ten aanzien van de suggestie van de heer Van ’t Hof om als commissie met alle marktpartijen een gesprek aan te gaan voelt hij niet veel voor. De marktconfrontatie wil hij niet aangaan en hij vindt dat deze opdracht voorbehouden is aan het college. Het college dient de verkenningsgesprekken met de marktpartijen te houden en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn. Hij hoort graag van het college wat de uitkomst hiervan is. De heer Van ’t Hof interrumpeert de spreker door aan te geven dat het college vanaf 26 januari 2010 tot en met heden de gelegenheid heeft gehad om met ondernemers te spreken. Uiteindelijk heeft het dus geleid tot deze situatie. Hij vraagt alleen aan de commissieleden om met ondernemers te gaan praten om te kunnen onderzoeken op of deze zich in Strijen willen vestigen. Hij vindt het merkwaardig dat de VVD-fractie er niets voor voelt om met de ondernemers om de tafel te gaan zitten. De heer De Man geeft nogmaals aan de opvattingen van de heer Van ’t Hof niet te delen omdat dan de commissieleden op de stoel van de portefeuillehouder gaan zitten. Hij is van mening dat de portefeuillehouder slagvaardiger kan werken als de commissieleden zich niet mengen in de verkenningsgesprekken. Verder geeft hij aan het niet aan de orde is dat het college vanaf 26 januari 2010 de gesprekken had kunnen doen. De realiteit wijst uit dat in november 2010 pas bekend werd dat een supermarkt ging sluiten. De heer Van ’t Hof deelt wederom niet de opvatting van de heer De Man. Volgens hem was ruim voor de vaststelling van de Centrumvisie, via de gepresenteerde plannen van de heer De Jong, allang bekend dat er een 2e supermarkt(discounter) in Strijen moest komen. Hij is van mening dat regeren is vooruitzien en dat kan hij doen door de portefeuillehouder via zijn suggestie een handvat aan te reiken. Anders moet hij hem straks wegsturen. De heer Lagendijk wil graag weten of het college bereid is om nieuwe plannen te ontwikkelen op het bedrijventerrein of de locatie De Striene. Als het college blijft vasthouden aan afgeschermde kaders van de Centrumvisie dan komt er helemaal niets. De heer De Man vervolgt zijn betoog door aan te geven dat als verschillende markt-
-8-
partijen bij een overleg zouden deelnemen dan zullen zij uit concurrentieoverwegingen nooit de exacte plannen bekend maken. Als er marktpartijen zijn die interesse hebben om zich in Strijen te willen vestigen dan kunnen zij zich melden bij de griffier om gebruik te maken van het spreekrecht dat onderdeel uitmaakt van deze commissie. Het is goed om in een aparte vergadering op 22 februari 2011 hierover een debat te voeren. De heer Schilt geeft onderstreept van harte de woorden van de heer De Man. Hij is eveneens van mening dat het aangaan van verkenningsgesprekken hoort bij het college. Ten aanzien van de suggestie om het Centrumvisie opnieuw ter discussie te stellen vindt de CDA-fractie dat deze visie al voldoende is besproken. Momenteel is de Centrumvisie leidend en daarom verzoekt hij het college om snel aan de slag te gaan. Tot slot meldt hij dat er voldoende marktpartijen zijn die zich in Strijen willen vestigen. Wethouder Van Tilborg geeft aan dat gesproken is over de schadeclaims die als gevolg van de Centrumvisie naar voren zou komen. Hij geeft aan dat er alleen een schadeclaim kan worden ingediend als er een bestemmingsplan wordt gewijzigd en dat staat los van individuele plannen van de AH of elke andere winkel. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Lagendijk om op het bedrijventerrein een winkel te laten vestigen geeft hij aan dat dit niet kan. De Provincie heeft namelijk bepaald dat op het bedrijventerrein geen supermarkten mogen komen. Daarnaast vind hij dat door alle denkbare locaties zoals een bedrijventerrein onder de loep te nemen er geen sprake mag zijn van paniekvoetbal. 3e termijn De heer Lagendijk geeft aan dat er voldoende locaties in Strijen zijn om een winkel te vestigen. Misschien is er ruimte naast de Hoge Weide. Hij vindt niet dat zijn fractie door diverse mogelijkheden te benoemen paniekvoetbal speelt. De heer Van ’t Hof vraagt of de portefeuillehouder zojuist heeft gemeld dat de Provincie op het bedrijventerrein geen supermarkt toestaat? Waarom heeft hij dit niet eerder gezegd? Wethouder Van Tilborg geeft aan dat hij verwacht dat de Provincie niet zal meewerken aan de vestiging van een supermarkt op het bedrijventerrein omdat dit al jarenlang al zo is vastgesteld. Hij blijft van mening dat het college handelt vanuit de belangen voor de inwoners en de winkeliers in Strijen. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker door te zeggen dat hij er niets van merkt. Wethouder Van Tilborg geeft aan hier niet mee eens te zijn. Het college doet voldoende om de supermarktproblematiek aanhangig te maken. In de vergadering van 22 februari 2011 zal het college de stand van zaken melden. Hij geeft wel mee dat tijdens de vergadering niet alle details van eventuele contracten besproken zal worden vanwege de complexiteit van dit onderwerp. Ten aanzien van de opmerking van de heer Kwakernaat om tijdelijke noodwinkels in Strijen te vestigen is niet het probleem. Het college werkt graag mee aan de vestiging van een noodwinkel op de locatie De Striene of welke locatie dan ook. Het probleem is dat de ondernemers bij het plaatsen van een noodwinkel ook zicht willen hebben op een vaste vestiging in Strijen. Anders komen zij niet naar Strijen. Hij pleit ervoor dat het college de kans en de gelegenheid moet krijgen om te komen tot een goede oplossing. Ten aanzien van de opmerking van de heer Van Westen over de cijfers over het marktbehoefte geeft hij aan dat er een DPO-onderzoek is geweest waarin deze cijfers zijn opgenomen. Deze gegevens zijn juist ingepast in de Centrumvisie. Daarnaast deelt hij de opvatting van de heer Schilt dat de Centrumvisie voldoende besproken is. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker en in het kort volgt er een discussie over de woningbouwplannen en de ontwikkelingen van nieuwe locaties in het algemeen. De voorzitter beëindigt deze discussie en vraagt de commissieleden dit agendapunt af te ronden. De heer Van ’t Hof vraagt aan de portefeuillehouder of hij in de vergadering van 22 februari aanstaande exact kan vertellen wat er vanaf heden tot de genoemde vergadering door het college is gedaan? Of wordt de raad tussentijds op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen en alle gesprekken.
-9-
Wethouder Van Tilborg probeert in die vergadering te komen met een voorstel waarin het een ander vermeld wordt over de gesprekken die er met de ondernemers zijn geweest. In de eerste volgende commissievergadering van 1 februari 2011 zal hij proberen een tussenstand geven. De voorzitter stelt voor om de inhoudelijke discussie over dit onderwerp te stoppen omdat er voldoende feiten zijn aangedragen. Voorgesteld wordt in de vergadering van 22 februari 2011 over dit agendapunt verder te praten. Hij vraagt aan de heer Van Westen of hij hiermee kan instemmen? De heer Van Westen geeft aan met zijn voorstel in te kunnen stemmen op voorwaarde dat de commissie in de eerstvolgende vergadering voldoende op de hoogte wordt gebracht van de laatste stand van zaken. De voorzitter concludeert dat het voorstel om de brief voor kennisgeving aan te nemen om te zetten als een agendapunt voor de komende vergadering breed gedragen wordt. Hierna sluit hij dit agendapunt af en schorst hij de vergadering voor enkele minuten. 7.
Woningtoewijzing project Strienemonde De heer Lagendijk geeft aan dat de PvdA-fractie niet helemaal tevreden is met de uitgebreide beantwoording van de vragen die in de brief staan. Hij heeft de voorkeur voor de directe beantwoording van de vragen die hij heeft gesteld. Daarom stelt hij voor om het stuk niet voor kennisgeving aan te nemen en dit agendapunt door te schuiven naar een volgende commissievergadering. Verder maakt hij uit de brief op dat er een welles-nietes situatie is ontstaan tussen het college en HW Wonen. In de brief wordt gesproken over een massastudie naar de jongerenhuisvesting en volgens hem blijkt hieruit dat er een grote behoefte is aan jongerenwoningen in Strijen. Hij vraagt of dat document bij de agendastukken kan worden toegevoegd voor de volgende vergadering? In de brief wordt aangegeven dat 350 bestaande woningen geschikt zijn voor jongeren. Hoeveel woningen zijn ook daadwerkelijk bewoond door de jongeren? De heer Van ’t Hof geeft aan dat de fractie van GroenLinks zich verbaasd heeft over de wijze van de beantwoording van de gestelde vragen. Hij vraagt of er een overzicht van de gestelde vragen met direct daaronder het antwoord kan komen? Ten aanzien van de brief heeft hij nog een aantal vragen. In de brief staat dat aan alle initiatiefnemers steeds opgelegd is dat het bouwplan voor 30% uit verhuur beschikbaar komt. Is dat minimaal of maximaal 30% en waar is dat vastgelegd? Hij maakt uit de brief op dat de gemeente blijkbaar een aantal gemaakte afspraken niet kan afdwingen bij HW Wonen. Als er afspraken zijn vastgelegd dan is het toch mogelijk om dit af te dwingen? Als de gemaakte afspraken niet zijn vastgelegd dan raad hij het college aan bij toekomstige bouwprojecten elk detail vast te leggen. Hij wil ook graag een toelichting hebben op het argument van HW Wonen om op de locatie 2e fase Dam geen appartementen te bouwen, omdat de markt voor appartementen in de koopsfeer volledig is ingestort. In de laatste alinea van de brief staat dat de commissie Wonen en Werken na afloop van het overleg geraadpleegd wordt over de resultaten. Hij wil dit andersom zien en stelt voor dat de commissie Wonen en Werken vooraf wordt geraadpleegd. De heer Kwakernaat geeft aan dat de fractie van het StrijensBelang zich stoort aan de uitlatingen van de heer Polder van HW Wonen dat onlangs in de krant zijn verschenen. Volgens hem is er zeker behoefte aan jongerenwoningen in Strijen en hij heeft aanmeldingslijsten gezien van jongeren die graag in Strijen willen wonen. Het is belangrijk de jongeren in Strijen te houden, want als deze zouden vertrekken dan neemt de vergrijzing alleen maar toe. Verder meldt hij dat het college via een nieuwsbrief “Stenen Stapelen” aangegeven heeft hoeveel woningbouwprojecten er in Strijen zouden komen. Hierin stond dat op de locatie “Strienemonde” er 14 jongerenwoningen zouden komen. Uit de brief kan hij opmaken dat de portefeuillehouder en zijn medewerkers verbaasd zijn over het feit dat de opgeleverde woningen van het project “Strienemonde” niet aan jongeren zijn aangeboden. Wie heeft uiteindelijk besloten dat op die locatie geen jongerenwoningen komen? Hij vindt dat de raadsleden door HW Wonen zijn belazerd. Zijn fractie vindt dat er aandacht moet zijn voor urgente woningaanvragen van
- 10 -
jongeren. Ook vraagt hij of het mogelijk is de personen die de leeftijdsgrens van 35 jaar hebben bereikt en nog steeds in een jongerenwoning verblijven een andere doorstroomwoning aangeboden krijgt. Hierdoor komen er jongerenwoningen vrij. Hij noemt het voorbeeld dat jaren geleden in de Gruttoflat een aantal jongerenwoningen zijn onttrokken voor begeleid wonen. Zijn fractie wil dat er jongerenwoningen vrij komen en duld geen “zoethoudertjes” meer. De oplossing moet snel komen want anders zal zijn fractie aan het college voorstellen een rechtsgang tegen HW Wonen te starten. Daarnaast heeft de gemeente Strijen de grondprijs destijds vastgesteld op € 15.000 per appartement en deze prijs is gebaseerd op de bouw van jongerenappartementen. Hij wil graag een antwoord hebben waarom dan deze appartementen er niet zijn gekomen? Is er dan een bestuurlijke vergissing gemaakt? Graag hoort hij de oplossingen van het college en HW Wonen voor de ontstane situatie. De heer De Man geeft aan dat de VVD-fractie geschrokken is van de zakelijke opstelling van HW Wonen. Hij is van mening dat uit bijna alle stukken blijkt dat op die locatie jongerenwoningen moeten komen. Zijn fractie heeft moeite met het standpunt van HW Wonen dat er geen onweerlegbare afspraken met de gemeente zijn gemaakt over de bouw van de jongerenwoningen in het plan “Strienemonde”. Er zijn duidelijk afspraken gemaakt tussen de gemeente en de voormalige woningcorporatie “De Maashoek” en hij kan zich niet voorstellen dat door een fusie van de woningcorporaties dit allemaal van tafel is geveegd. Positief te noemen is dat HW Wonen de toewijzing van de appartementen heeft opgeschort. Verder vindt hij de huurprijzen van € 517,= tot € 550,= per maand voor de jongeren aan de hoge kant. Als oplossing draagt hij aan dat in Strijen huurwoningen worden vrijgemaakt om hierin jongeren te huisvesten tegen een normale huurprijs. Zij fractie stelt voor om geen rechtsgang te voeren, maar met gezond verstand in gezamenlijk in overleg te gaan om tot een oplossing te komen. De heer Schilt geeft aan dat de CDA-fractie in zijn geheel aansluit bij het betoog van de heer de Man. De heer Van Westen geeft aan dat de fractie van de ChristenUnie het heel belangrijk vindt dat de jongeren in Strijen recht hebben op een woning. Hij geeft aan dat de huurprijs van € 517,= voor jongeren aan de te hoge kant is. Verder stelt hij voor om beschikbare starterswoningen om te zetten naar jongerenwoningen met daaraan gekoppeld een voor de jongeren betaalbare huurprijs. Ook stelt hij voor om de jongeren verspreid over het dorp te huisvesten. Het is belangrijk om de jongeren in Strijen te behouden want anders zal de bevolkingskrimp alleen maar toenemen. Wethouder Van Tilborg gaat in op de vragen van de heer Lagendijk. Hij geeft aan dat in de brief ook zijn vragen worden beantwoord. Hij zegt toe dat de gevraagde stukken aan de commissieleden aan te reiken. Ten aanzien van de vraag van de heer Van ’t Hof over het percentage van 30% meldt hij dat deze is vastgelegd in de Volkshuisvestingsnota. De gemaakte opmerking over het voeren van rechtsgang vindt hij niet de manier om deze situatie met HW Wonen op te lossen. Problemen moeten gewoon gezamenlijk worden uitgesproken. Er was een samenwerkingsovereenkomst met de Maashoek afgesloten en blijkbaar had in die overeenkomst ook de huurprijs per woning opgenomen moeten worden. Gelet op de opstelling van HW Wonen is dat blijkbaar toch nodig geweest om dit nader te regelen. De reacties van de heer Kwakernaat en de heer de Man zijn deze gericht aan HW Wonen. Ook geeft hij aan dat aan het college iets voorgeschoteld is wat uiteindelijk het niet geworden is. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker dat aan te geven dat de gemeente een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten. Hij wil graag weten wat daarin staat en volgens hem heeft één van de twee partijen “boter” op zijn hoofd. In de overeenkomst staat toch wat er gebouwd wordt? Wethouder Van Tilborg geeft aan dat hij de inhoud van de overeenkomst te zien krijgt. Hij neemt wel afstand van de opmerking van de heer Lagendijk dat één van de twee partijen “boter” op zijn hoofd heeft. Dit vindt hij geen gepaste uitspraak omdat er alleen sprake is van een verschil van inzicht in de gemaakte afspraken. Het college blijft van mening dat er op die locatie jongerenwoningen moesten komen en is ook regelmatig in
- 11 -
deze commissie door hem gemeld. De heer Lagendijk interrumpeert de spreker door aan te geven dat hij al jarenlang gepleit heeft voor de bouw van jongerenwoningen. Nu er een bouwproject wordt opgeleverd zijn ze er niet. Hij zal erachter komen wie er hiervoor precies verantwoordelijk is. Wethouder Van Tilborg geeft aan dat de huurtoewijzing op verzoek van de gemeente is stopgezet. Op dit moment zijn er vijf appartementen die al zijn toegewezen. De vragen zijn gericht aan HW Wonen en hiervoor geeft hij het woord aan de heer Pluimer. De heer Pluimer heeft één positief geluid gehoord van de heer de Man dat de toewijzing van woningen door HW Wonen is opgeschort. Hij dankt de heer De Man voor dat compliment. Hij is teleurgesteld in de situatie waarin zij terecht zijn gekomen. Hij geeft aan dat HW Wonen destijds in verhouding tot de investeringskosten versus opbrengsten van de gemeente een vrij duur plan heeft gekregen. In december 2009 heeft HW Wonen een aannemersovereenkomst afgesloten op voorwaarde dat er een onherroepelijke bouwvergunning is afgegeven. De bouwvergunning voor dat bouwplan is in januari 2010 aangevraagd en daarna ook verleend en vervolgens is er snel gestart met de bouw van de woningen. Hij geeft aan dat hij als directeur van HW Wonen destijds ingestemd heeft met het plan. Dit ondanks het feit dat het een vrij duur plan is maar kwalitatief wel heel goed is. Het feit dat het gaat om een verliesgevend project heeft hij desondanks ingestemd met de aan het project gekoppelde huurprijzen. Hij blijft van mening dat de huurprijzen voor startende jongeren niet kunnen gelden voor die locatie. HW Wonen heeft in deze casus een andere filosofie en deze is gebaseerd op de doorstroming van starters in Strijen. Er is een verschil van inzicht ontstaan in het begrip “jongeren” en “startende jongeren”. HW Wonen heeft in dat kader gekozen voor de bouw van 3kamer appartementen omdat deze duurzamer en toekomstgerichter zijn. Hij vindt het jammer het vertrouwen in HW Wonen door de aanwezigen beschaamd is en heeft dan ook niet de behoefte aan een welles-nietes spelletje. Ten aanzien van de gemaakte opmerkingen over de zakelijke opstelling en het belazeren van personen raakt het hem persoonlijk als directeur van HW Wonen en vindt het niet fijn om zulke termen te horen. Toen dit bekend werd heeft HW Wonen de verhuur van woningen in dat project stop gezet en toen bleek dat van 19 appartementen er nu 14 appartementen beschikbaar zijn. Er zijn op de advertentie in Woonkrant 6 reacties gekregen van jongeren en starters uit de gemeente Strijen. Gelet hierop heeft HW Wonen zich bereid verklaard de huurprijs te verlagen. Tot slot blijft HW Wonen tijdens deze vergadering beschikbaar om hierover nog tekst en uitleg te geven. 2e termijn De heer Lagendijk heeft een alternatief voorstel. Hij stelt voor om de overgedragen bevoegdheid van het college om bestemmingsplannen voor te bereiden weer terug gaat naar de Raad. Ook stelt hij voor de concept exploitatieovereenkomsten vooraf aan de Raad voor te leggen zodat de raadsleden inzage krijgen in dergelijke overeenkomsten. Hij wil graag weten wat de commissieleden van zijn voorstel vinden. De heer Van ’t Hof vraagt aan de heer Pluimer waarom toen bekend werd dat het een verliesgevend project zou worden niet alles is stopgezet? Waarom was het college hiervan niet op de hoogte. De heer Pluimer geeft aan dat er een aannemingsovereenkomst met de desbetreffende aannemer lag. Het was dan ook niet mogelijk om dit terug te draaien vanwege de contractuele verplichtingen. HW Wonen heeft van het college een plan gepresenteerd gekregen dat niet onomkeerbaar was vanwege de stappen die in 2006 en 2007 door het college zijn gezet. Hij heeft niet de behoefte gehad hieraan iets te veranderen omdat in het verleden wel vaker bouwprojecten aan de woningcorporatie zijn toegekend. De heer Van ’t Hof geeft aan dat heer Pluimer in de eerste termijn verteld heeft dat toen de huurprijzen bekend waren dit toen aan het college is gecommuniceerd. De heer Pluimer geeft aan in eerste termijn hierover niet te hebben gesproken. Hij erkent wel dat de door HW Wonen vastgestelde huurprijzen niet met de portefeuillehouder zijn besproken.
- 12 -
De heer Van ’t Hof vraagt waarom hij dat niet heeft gedaan? De heer Pluimer geeft aan dat in hun interne notitie van het besluit niet vermeld is dat het ging om jongerenappartementen. Op verzoek kunnen de commissieleden inzage krijgen in deze stukken. Hij geeft aan met de portefeuillehouder te hebben gesproken over de woningtoewijzingen maar niet over de huurprijzen. De heer Kwakernaat geeft in het kort weer dat er nog steeds heel veel jongeren in Strijen zijn die een woning of een appartementen willen betrekken. Vanwege het schaarse aanbod en de te dure koopprijzen van woningen komen zij daar niet aan toe. Verder is zijn fractie verontwaardigd over de vastgestelde huurprijzen. Deze zijn voor jongeren veel te hoog. Zeker er nu sprake is van een communicatiefout vindt hij dit heel spijtig. Tot slot vindt hij dat de huurprijzen voor dat project moeten worden aangepast. De heer De Man betreurt dat de communicatie over dit plan niet goed is verlopen, maar hij hoopt wel dat er een constructieve oplossing komt voor deze situatie. Ten aanzien van de gemaakte opmerking van de heer Lagendijk om ook overeenkomsten aan de Raad voor te leggen is hij geen voorstander. Hij denkt dat het college op een goede manier een dialoog aan kan gaan met HW Wonen. Verder is hij van mening dat er op welke locatie dan ook er 19 jongerenwoningen in Strijen moeten komen. Ook vindt hij dat er iets aan de huurprijzen moet worden gedaan. Hij roept het college en HW Wonen op hiermee aan de slag te gaan. De heer Schilt geeft aan eveneens geen voorstander te zijn om bepaalde overgedragen bevoegdheden weer terug naar de raad te halen. Verder denkt hij niet dat het iets uithaalt als een huurder bij het bereiken van een bepaalde leeftijd een andere woning of appartement aangeboden krijgt. Op dit moment zijn er gezinnen die al jarenlang in een woning zitten en vanwege de lage huurprijs de woning niet willen verlaten. Ook stelt hij voor om in de herontwikkelingsplannen van de Oranjewijk ruimte vrij te maken voor de vestiging van jongerenwoningen of -appartementen. Tot slot geeft hij aan dat de woningbehoefte voor jongeren in Strijen heel groot is. De heer Van Westen sluit zich aan bij de betogen van de heer De Man en de heer Schilt en meldt dat de huurprijzen aan de te hoge kant zijn. Zeker omdat er een lage grondprijs is aangeboden aan HW Wonen. Wethouder Van Tilborg geeft aan dat er nog steeds een verschil van inzicht is in de benaming van het type huurappartement. Voorlopig is er geen oplossing voor de vastgestelde huurprijzen. Het verschil gaat over de huurprijs dat gevraagd wordt voor starters en de huurprijs dat gevraagd wordt voor de jongeren. 3e termijn De heer Lagendijk stelt voor dat de huurprijzen wel toegankelijk moeten blijven voor de jongeren. Daarnaast moet er een voldoende aanbod van jongerenwoningen zijn. Wat hem betreft worden in het plan Dam 2e fase 19 jongerenwoningen gebouwd en worden deze woningen tegen een goedkopere huurprijs aangeboden. De heer de Man geeft aan dat het niet de bedoeling moet zijn dat er te lage huurprijzen worden gevraagd want dat is weer oneerlijk naar andere huurders toe. Ten aanzien van de opmerking van de heer Lagendijk over het bouwproject Dam 2e fase geeft hij mee dat het nog wel vier jaar kan duren voor dat zoiets gerealiseerd is. Dus dat schiet ook niet echt op. Dan kun je beter onderzoeken welke woningen geschikt zijn voor jongeren. Hij pleit meer voor de toewijzing van 19 woningen aan jongeren op korte termijn. Het maakt hem niet uit op welke locatie deze woningen zijn. De heer Van ’t Hof geeft aan dat de bouw van 19 jongerenwoningen het belangrijkste is. Als suggestie geeft hij om deze woningen voor een bepaalde periode niet in aanmerking te laten komen voor de jaarlijkse huurverhogingen op basis van de vastgestelde huurprijs. De heer Kwakernaat geeft de suggestie mee om een goed onderzoek te doen naar welke huurprijs bij welke doelgroep het beste past. Ook geeft hij de suggestie mee om in een huurcontract op te laten nemen dat de huurprijs gekoppeld wordt aan het inkomen van de jongeren. Dus als zij meer gaan verdienen dan gaat ook de huurprijs geleidelijk omhoog. Hij denkt dat HW Wonen voldoende expertise heeft om tot zulke constructies
- 13 -
te kunnen komen en op deze manier kan er een oplossing komen voor de te hoog vastgestelde huurprijzen. De heer Schilt stelt voor dat er 19 jongerenwoningen vrij worden gemaakt in Strijen tegen een voor jongeren betaalbare huurprijs. Hij stelt voor om de jongeren intrek te laten nemen in de woningen die door huidige bewoners van het appartementencomplex Dam verlaten zijn zoals in Bernhardstraat en de Julianastraat. De heer Van Westen geeft aan in te kunnen stemmen met de suggestie om 19 jongerenwoningen elders in de kern van Strijen vrij te maken. De voorzitter vraagt of HW Wonen een reactie geven of de gedane suggesties van de commissieleden. De heer Pluimer dankt alle commissieleden voor de aangedragen suggesties. HW Wonen pleit voor volledige transparantie en hun jaarplan 2011 staat op de website en er zijn cijfers beschikbaar. Hij geeft aan dat HW Wonen de huurprijzen zal gaan onderzoeken maar het mag niet zo zijn dat er te lage huurprijzen gevraagd wordt. Dan gaan de huurders nooit meer weg en dat bevordert niet de doorstroming. Hij zegt toe dat in de toekomst meer overleg zal zijn met de commissie en de raad en hoopt op een intensievere samenwerking. Hierin zullen ook de huurprijzen worden besproken. Wethouder Van Tilborg geeft aan dat vanuit de college altijd al de intentie is geweest om een goede samenwerking te hebben met HW Wonen. Verder worden sommige plannen in samenspraak met HW Wonen vastgesteld en uitgevoerd. De voorzitter concludeert dat de commissie de uitkomsten van het overleg tussen HW Wonen en het college afwacht. 8.
Voortgang woningbouwplannen De heer Lagendijk geeft een compliment voor het overzicht van de lopende woningbouwplannen. Ten eerste had hij graag in het overzicht de verwachte realisatiedatum van de projecten willen zien. Ten tweede mist hij in het stuk de Europese richtlijnen als het gaat om het huurbeleid? Ten derde wil hij weten of de resultaten van het woningbehoefteonderzoek al bekend is? Als laatste geeft hij aan dat hij enkele maanden geleden gevraagd heeft om een overzicht te krijgen van de toekenning van de volkshuisvestingsfondsgelden. Deze heeft hij nog niet van HW Wonen ontvangen. De heer De Man geeft aan dat de uiteindelijke afzet van woningen een probleem is in de Hoeksche Waard. De woningmarkt bepaalt hoeveel woningen er gebouwd wordt. Hij is benieuwd naar de opvattingen van HW Wonen over deze notitie en vraagt of deze notitie beeld geeft van de Strijense woningmarktsituatie? De heer Kwakernaat wil weten of er al iets bekend is of er in de Oranjewijk al iets gebouwd kan worden en wie is verantwoordelijk voor het grasveldje in deze wijk? En hoe ziet HW Wonen de invulling van de woningen in die wijk. Zijn er nog wijzigingen gekomen in de bouw van woningen voor een bepaalde doelgroep? En is de prognose van de bouw nog steeds hetzelfde. De heer Van ’t Hof geeft aan dat het hier gaat om een flexibel een en dynamisch stuk. Hij had wel graag een overzicht willen zien van de totalen van woningen en cijfers over de krimp en de vergrijzing. Hij mist in het stuk een project waarbij er eco-woningen worden gebouwd. De fractie van GroenLinks zou er voor willen pleiten zulke duurzame woning in de plannen op te nemen. Ook ziet zijn fractie het niet zitten dat in de Multifunctionele Accommodatie (MFA) woningen zouden komen. Dat vindt hij niet wenselijk vanwege de geluidsproblematiek en dergelijke. De heer Van Westen sluit zich aan bij de woorden van de heer Van ’t Hof over de bouw van duurzaam en eco-woningen. De heer Schilt vraagt wat bedoeld wordt met het relatief snel bouwen van 4 eengezinswoningen in Strijensas? Binnen welke periode is dat dan? Wethouder Van Tilborg geeft aan dat de Volkshuisvestingsnota het type woning bepaalt dat gebouwd kan worden. De resultaten van het woningbehoefte onderzoek zal in de commissievergadering van maart 2011 worden gepresenteerd.
- 14 -
De heer Polder geeft een korte toelichting op de toewijzing van woningen op basis van de Europese richtlijnen. Hij geeft cijfers weer van de totalen van huurwoningen. Hij geeft aan dat HW Wonen alle doelgroepen probeert te bedienen om aan hun te laten zien dat zij niet kansloos zijn. Hij geeft aan dat in de media ongunstige berichten zijn over de huurwoningensector. De heer Pluimer geeft een korte toelichting op de koopgarant regelingen. Hij geeft aan dat sommige regelingen inkomensgerelateerd zijn. De heer Van Schelven geeft aan dat er voldoende mogelijkheden zijn om achter het gezinsinkomen te komen. Een ieder heeft een zogenoemd burgerservicenummer. Dan kun je toch bij de Belastingdienst achterhalen wat dan het inkomen van de huurder is? De heer Pluimer geeft aan dat de wetgever niet voorzien heeft dat woningcorporatie inzage kan krijgen in zulke gegevens. En dat zal op korte termijn ook niet mogelijk zijn. De heer Hilberding geeft aan dat er een aparte presentatie georganiseerd kan worden om toelichting te geven over de verschillende projecten aan. Daarnaast meldt hij dat het onderhoud van het grasveld voor rekening komt voor HW Wonen en hij meldt dat de planning voor de Oranjewijk afhangt van de bestemmingsplanprocedure. In deze procedure wordt deelplan 1 van de Oranjewijk en de MFA meegenomen. De verwachting is dat eind mei 2012 gestart wordt met de sloop van de woningen. Ook gaat hij in op de verdeling van de huur-, koop- en de koopgarant woningen. Ten aanzien van de vraag over de bouw van eco-woningen geeft hij aan dat er een interne notitie ligt dat onder gaat over het bijzonder energiezuinig wonen. Daarnaast meldt hij dat in juni 2011 naar alle waarschijnlijkheid gestart kan worden met de bouw van 4 woningen bij het Kerkplein in Strijensas. Dan zal in ieder geval de verkoop gestart worden. De heer Lagendijk vraagt waarom er nu niet direct gestart kan worden met de bouw van de woningen in Strijensas. Nu blijkt dat het tijdspad voor de bouw van deze woningen opnieuw opgeschoven is. De heer Pluimer meldt dat de bouwvergunning eerst onherroepelijk moet zijn. Ten aanzien van planning van de woningbouwprojecten heeft hij intern de opdracht gegeven om voortaan niet al te optimistische planningen te verstrekken aan de buitenwacht. Zoals nu ook blijkt worden er steeds kanttekeningen geplaatst. De heer Van ’t Hof geeft aan dat de ontwikkeling van de MFA nog op losse schroeven staat. Hij gaat er van uit dat er geen appartementen in het complex worden ontwikkeld. Wethouder Van Tilborg geeft aan dat in de Volkshuisvesting de ontwikkeling van de MFA is opgenomen. Op dit moment zijn er met HW Wonen afrondende gesprekken over de MFA. 9.
Rondvraag Er worden geen vragen gesteld door de commissieleden.
10. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter om 23.45 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Wonen & Werken, gehouden op 5 april 2011 De griffier,
De voorzitter,
M.A. Bourdrez
A. Steenbergen