5. Eerste termijn college van B&W Het college heeft met belangstelling kennis genomen van uw eerste termijn en zal in zijn eerste termijn hierop reageren. Tot slot zullen we ingaan op de door u ingediende moties. Inleiding en financiën Het college heeft u een begroting aangeboden onder het motto “Eigen Vermogen”. De onderbouwing ervan wordt in de inleiding gegeven. Financieel betekent dit dat we van onszelf en van de samenleving gebruik moeten maken van het eigen vermogen om de financieel krappe tijden waarin we zitten op te vangen. Daarnaast is het noodzakelijk om ons voor te bereiden op zaken die op ons af komen. Net als vorig jaar maakt het college duidelijke keuzes vanuit zijn visie op de samenleving, zoals verwoord in het collegeakkoord en voorliggende begroting. Het ingezette versobering en faseringsbeleid wordt voortgezet waarbij er ook dit jaar het minimabeleid onverminderd gehandhaafd blijft. Bij deze keuzes om op de reguliere begroting te bezuinigen hebben wij, evenals vorig jaar, de “verantwoordelijkheidsladder” in het achterhoofd gehad. Bij elke huidige taak van de gemeente hebben wij ons afgevraagd of anderen deze taak zouden kunnen uitvoeren. Wanneer het antwoord “ja” is, sturen we daar op aan, waarbij zorgvuldigheid een randvoorwaarde is. Er is afgelopen jaar (2011) ook geïnvesteerd, bijvoorbeeld in Eerbeek, waarmee een onomkeerbaar verbetertraject van het centrum is ingezet. Dat was een besluit onder financieel moeilijke omstandigheden. Het college doet een oproep aan de raad om minstens even zo zorgvuldig financieel beleid te voeren en bij zijn moties een dekkingsrichting aan te geven. Het moge duidelijk zijn dat, met een Algemene Vrije Reserve (AVR) die vrijwel is verbruikt ten behoeve van de investering in Eerbeek en het voorzien van tegenvallende inkomsten uit woningbouwprojecten, en een begroting die bescheiden overschotten kent, we deze overschotten graag gebruiken voor de door ons noodzakelijk geachte aanvulling van de AVR. We staan dan ook positief tegenover de AVR motie van de VVD. Deze motie sluit aan bij de boodschap die in de programmabegroting 2012 zit opgesloten. Het college zegt toe dat er voor de behandeling van de kadernota in 2012 een notitie beschikbaar is over het onderwerp AVR. Hierbij zal zowel worden ingegaan op de mogelijke omvang van de reserve als op de mogelijke voeding van de reserve. Ook zal ingegaan worden op voor welke situaties inzet van de reserve te overwegen is, waaronder situaties van structuurversterkende maatregelen zoals de recente ondersteuning van de ontwikkeling van het centrum van Eerbeek.
1
Het IPV vragen we of het amendement m.b.t. Rhienderoord gezien mag worden als dekkingsvoorstel voor het amendement m.b.t. de bibliotheek. Wanneer dit zo is verzoeken we deze relatie ook te leggen evenals het CDA doet bij haar motie inzake het GVVP en het Centrumplan Brummen. Eigen personeel IPV (mbt inhuur en burgerparticipatie) en CDA hebben vragen gesteld over de voortgang bij de loonsomstop. Voor 2011 is de taakstelling inmiddels incidenteel opgevangen. De trend om minder personeel in te huren (2009 22%, 2010 16%) zal zich onder de loonsomstop gaan voortzetten (IPV). Ook hebben we afgelopen jaar ervaringen opgedaan met de inzet van burgerkennis (bijvoorbeeld duurzaamheidsaspecten gemeentehuis en uitvoering programma duurzaamheid) en hier ziet het college ook de kansen die het IPV schetst. Vanaf 2012 zal het opvangen van de taakstelling die volgt uit de loonsomstop structureel zijn. We zijn uiteraard afhankelijk van natuurlijke momenten van bijvoorbeeld pensionering van medewerkers. We hebben voor 2012 de taakstelling voorafgaand aan het jaar voor de helft ingevuld en de natuurlijke momenten in 2012 zullen ook benut gaan worden voor de tweede helft van de taakstelling. We denken dat de ingezette koers zal leiden tot de in de begroting opgenomen taakstellingen, welke uiteraard gevolgen zullen hebben voor toekomstig uit te voeren taken. Elk moment van het “schuiven” van personeel (extern, maar ook intern) wordt geanalyseerd of dit geschikt is om in te zetten tbv de loonsomstop (CDA). Van een automatisme om direct over te gaan tot vervanging is geen sprake. Bedrijfsvoering Controle van de gemeentelijke processen vindt op diverse wijzen plaats. In de lijn van de processen (controle door de verantwoordelijke), maar ook dwars door alle processen heen door bijvoorbeeld de concerncontroller. Tenslotte controleert ook de raad middels diverse rapportages (1e en 2e burap, de december rapportage en de jaarrekening) het college. In het kader van het vinden van efficiency en het doelmatig presenteren van de voor controle noodzakelijke informatie aan de raad zullen wij aan de motie van de VVD gehoor geven door in de kadernota met een voorstel te komen hoe de beleid- en budgetcyclus kan worden vereenvoudigd. In de toekomst zal onze organisatie gebruik gaan maken van flexplekken daar waar het kan. De kamers van de bestuursleden zijn geen zelfstandige kamers meer, maar beschikbaar als vergaderruimte (CDA). De investeringen in het gemeentehuis zijn, op exact gelijke wijze berekend, in tegenstelling tot eerdere plannen, niet 12 maar 6 miljoen. De opmerkingen m.b.t. het gemeentehuis van de PvdA delen wij niet. De systematiek die wordt gehanteerd is niet anders dan reeds vele jaren gebruikelijk is. Wij menen open en transparant te handelen. Het aantal te besteden interne uren wordt zelfs voor het eerst genoemd. Nooit eerder in alle voorgaande jaren dat intern en extern werd gewerkt/gedacht over het gemeentehuis is dit gebeurd. Het college is er trots op dat in deze tijd, met ook nog een bezuinigingstaakstelling op personeel, de organisatie in staat is om deze bouw naast bestaande taken te realiseren. Er wordt hard gewerkt en (over)gewerkt om deze her/verbouw gezamenlijk mogelijk te maken en het college wil dan ook van deze gelegenheid gebruik maken om alle betrokkenen hiervoor te bedanken en ook extra te motiveren om de inzet vol te houden tot het proces is afgerond. We doen er alles aan om deze financieel zeer scherpe opgave succesvol af te ronden. Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling Toekomstvisie en rol van de overheid De gevolgen van rijksmaatregelen voor de gemeente, de te verwachten demografische ontwikkelingen (krimp) en de voortdurende recessie (minder te besteden geld) vragen om herijking van bestaand beleid. Het college heeft besloten het komend jaar een integrale strategische beleidsvisie voor de lange termijn te ontwikkelen, een visie van, voor en door ons allen. Het doel is de ontwikkeling van een integrale strategische beleidsvisie voor de 2
lange termijn (2030), die leidt tot een duurzame ontwikkeling van de gemeente, die de leidraad vormt voor maatregelen op korte termijn en een cultuuromslag initieert die is gericht op ‘samen werken aan kansen’. De visie zal o.a. ook antwoorden genereren op vragen over de rol van de gemeentelijke overheid in de lokale samenleving (IPV). De gemeente beschikt over een bedrijfscontactfunctionaris (0,2 fte). Binnen deze bescheiden/beperkte inzet doet deze functionaris wat hij kan om ondernemers te helpen met hun vragen. De procedure rondom vergunningverlening is voor alle inwoners en ondernemers van Brummen gelijk. Ook wij hechten aan het waar mogelijk vereenvoudigen van procedures. Het onderzoek waar dat kan is gaande (VVD). Burgerparticipatie Een begin is gemaakt met het inzetten van en het gebruik maken van de kennis en kunde van inwoners van Brummen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het tot stand brengen van een energiecoöperatie, het projectplan duurzaamheid en de stedenbouwkundige invulling van het Oranje Nassauplein (IPV). Ons is ook bekend dat er in de samenleving initiatieven zijn van burgers om ‘de koppen bij elkaar te steken’ om kennis en kunde te bundelen, zoals het ‘dreamteam’ over de toekomst van Brummen, website makers van Groeten uit Brummen, Gastvrij Brummen en Eerbeek. Het College juicht deze initiatieven en deze ontwikkelingen toe en zal waar nodig zeker gebruik maken van de input en expertise die uit deze initiatieven naar voren komt (IPV). Duurzaamheid Vooruitlopend op de integrale strategische visie is het duurzaamheidsprojectplan een uitvoeringsprogramma. De aan duurzaamheid ten grondslag liggende visie wordt opgenomen in de integrale strategische visie. Het duurzaamheidsprojectplan kent een aantal aanjaagprojecten en een aantal aanhaakprojecten, welke u reeds zijn toegelicht. Het projectplan wordt binnenkort aan de Raad aangeboden. Het college denkt een behoorlijk aantal lopende en nieuwe projecten aan te kunnen pakken. Ondertussen wordt gewerkt om het duurzaamheidsdenken aan te haken aan lopende werkprocessen en projecten. In de aanbesteding van het gemeentehuis is bijvoorbeeld nadrukkelijk het thema duurzaamheid als zwaarwegende gunningsfactor ingebracht, de nota duurzaam inkoopbeleid is vrijwel gereed en vele groenprojecten onder de vlag NatuurBewust Brummen (paddenpoelen, de knoflookpad als ambassadeurssoort) worden uitgevoerd. Er is een duurzaamheidsdag voor medewerkers georganiseerd als start van het project om de bewustwording te verbreden. De verve waarmee duurzaamheid opgepakt wordt binnen de organisatie is groot en zal het komend jaar nog verder uitgerold worden en tot resultaten leiden. (PvdA, CDA, IPV) Toerisme en toeristenbelasting Het college wil in 2012 een bestemmingsreserve creëren uit de verhoging van de toeristenbelasting. De helft van de meeropbrengst van de verhoging wordt bestemd voor recreatie en toeristische doeleinden. In tijden van bezuiniging is dit een kans om te blijven investeren in voorzieningen gerelateerd aan de sector en het mooier maken van de gemeente Brummen. Met de sector is hierover in een vroeg stadium overleg gevoerd. Helaas ziet de sector vooralsnog meer bezwaren dan voordelen. Overigens is iedereen het er wel over eens dat er geïnvesteerd moet worden in de sector en de bekendheid van Brummen. De nota `Brummen, het groene Bronpunt` is in nauw overleg met de sector opgesteld. Een deel van de aanbevelingen is in de loop van de jaren uitgevoerd. Volgens ons is het nu nodig om de huidige nota op korte termijn te herijken en te komen tot uitvoering van de nog open staande plannen die destijds al door de sector zijn genoemd. In goed overleg met het platform is een plan met een groot aantal projecten vastgesteld en grotendeels uitgevoerd. Dit college pakt het resterende deel van de projecten van het door de sector gewenste plan voortvarend aan en heeft in deze begroting de middelen ervoor gecreëerd. Een van de belangrijke wensen van toen is het ontwikkelen van de omgeving van de veerstoep, waar jaarlijks duizenden recreanten en toeristen de IJssel oversteken van Brummen naar Bronckhorst en andersom. De eerste projectverkenning heeft inmiddels 3
plaatsgevonden, een samenwerking tussen Brummen en Bronckhorst. Alle betrokkenen in het gebied zien vele kansen. Door beide gemeenten is dit plan ingebracht in regiovoorstellen ten behoeve van provinciale cofinanciering. Een ander plan is de uitbreiding van wandelpaden, aansluitend en afgestemd op wandelpaden in Voorst om zo een aaneensluitende wandelroute te creëren. Het college is zeker bereid om met de sector te overleggen hoe en in welke vorm we het geld willen besteden en hoe we tot een promotie van Brummen kunnen komen, onze schitterende gemeente tussen Veluwe en IJssel (CDA, PvdA, IPV). De geopperde differentiatie (IPV, CDA) zal altijd discussie met zich meebrengen over waar de grens te trekken. Een vlak tarief is duidelijk, eerlijk en heeft de laagste inningskosten voor de gemeente. De door het CDA geopperde twee-traps raket (“kom in eerste burap met definitieve verhoging”) is technisch niet mogelijk, omdat belastingtarieven voor 1 januari van het volgend jaar vastgesteld moeten zijn. Deze begrotingsbehandeling is derhalve het moment om een duidelijke beslissing te nemen. Centrumplan Brummen Het college ziet voor de gemeente t.a.v. het centrumplan Brummen een financieel bescheiden rol. Op het moment dat zich een serieuze gegadigde meldt met een plan passend binnen het Masterplan, dan leveren we uiteraard onze regiebijdrage hieraan door met partijen in gesprek te gaan. Daarnaast zullen we zo spoedig mogelijk keuzes maken in (kleine) infrastructurele maatregelen, passend binnen het beschikbare budget (CDA,VVD). Zodra er concrete plannen uit de markt komen om het centrumplan vorm te geven dan zal het college haar grondposities gebruiken om de realisatiekans van belangrijke onderdelen van het centrumplan te vergroten (VVD). Woningbouw en particulier opdrachtgeverschap Op basis van de in december vast te stellen woonvisie worden prestatieafspraken gemaakt met de beide woningcorporaties. De visie en de afspraken gaan over meer dan alleen de toevoeging van 665 woningen; ze gaan over de bestaande voorraad, het duurzamer maken van bestaande woningen, de leefbaarheid in onze gemeenten, het tweede kans beleid en de participatie van bewoners bij hun leefomgeving. Natuurlijk is de bouw van nieuwe woningen belangrijk en daarvoor hebben we veel aandacht (PvdA). Op dit moment kunnen we die woningen bouwen die we volkshuisvestelijk en demografisch moeten bouwen. De afgelopen jaren stonden in het teken van veel te optimistische prognoses voor nieuwbouw. We constateren dat enkele fracties het idee hebben (PvdA, CDA) dat in Brummen een markt is voor honderden woningen extra en dat met meer haar op de tanden deze woningen eenvoudig kunnen worden binnen gehaald, maar hiermee gaat u volstrekt voorbij aan de realiteit van de woningbehoefte en -markt. Het college is er in geslaagd om, in overleg met de stedendriehoek, een woningbouwprogramma samen te stellen dat aansluit bij de vraag van de markt, de behoefte aan huurwoningen, de volkshuisvestelijke opgave en de ruimtelijke kwaliteit. Met andere woorden: we bouwen naar behoefte en zullen toetsen/monitoren en waar noodzakelijk ons programma herijken. Tenslotte geven we aan positief te staan ten opzichte van particulier opdrachtgeverschap. Initiatieven vanuit de markt -voor zover passend binnen de woonvisie- zullen serieus opgepakt worden (IPV). GVVP In het kader van het GVVP wordt reeds gezocht naar een optimale inzet van middelen door in te zetten op een variant met bebording t.b.v. het weren van sluipverkeer uit het buitengebied. Daar waar het doel kan worden bereikt met minder middelen zal daar voor worden gekozen (IPV, CDA). Daarop voorsorteren, zoals het CDA doet, vinden we voorbarig. Het GVVP is na een brede maatschappelijke discussie tot stand gekomen en kent zowel voor- als tegenstanders, maar is daarmee zeker niet omstreden. Daar waar het breed gedragen hoofddoel (ontmoedigen van doorgaand verkeer door ons buitengebied) kan worden bereikt met minder middelen zal daar voor worden gekozen.
4
Programma 4 Werk en inkomen Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) Een grote wijziging in wetgeving zit in komst van de Wet Werken naar Vermogen. Momenteel zijn we bezig met de evaluatie van de uitbesteding van de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. In ontwikkeling is een viertal scenario’s voor de toekomst. Hierbij wordt het totale beleid betrokken, dus de komst van de WWNV, de afname van de reintegratiemiddelen en de positie van de mensen die nu nog werken onder de Wet Sociale Werkvoorziening. Eind van dit jaar zullen we de raad hierover uitgebreid informeren (CDA). Wel willen we u waarschuwen voor verwachtingen op dit terrein. De bezuinigingen vanuit het rijk zijn omvangrijk, de operatie is omvangrijk, het zal alle creativiteit vragen om de mensen die nu werken via bijvoorbeeld de WSW hun baan te kunnen laten behouden tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden als die ze nu hebben. Trajecten richting werk en scholing voor mensen die nu nog vallen onder de Wet werk en Bijstand zullen met minder middelen en voor meer mensen gecreëerd moeten worden (CDA). Programma 5 Maatschappelijke ondersteuning Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) De hoogte van de WMO reserve is middels het vaststellen van de nota reserves en voorzieningen reeds door de raad bekrachtigd. We gaan de komende maanden voortvarend aan de slag met de belangrijke ontwikkeling op dit beleidsterrein, de komst van delen uit de AWBZ naar de WMO. Hierbij kijken we nadrukkelijk naar de eigen bijdragen die mensen kunnen leveren. Het instrument van de inkomenstoets krijgt nadrukkelijk aandacht, daar waar mensen zelf voldoende middelen hebben voorzieningen te kunnen bekostigen zal dit gebeuren. Wij steunen de eerder gedane oproep van de PvdA om voorafgaand aan de komst van de AWBZ de WMO uitkeringen meer inkomensafhankelijk te maken. De hoogte van de reserve achten wij (zoals reeds aangegeven bij de nota reserves en voorzieningen) voldoende om bij verslechterende financiële omstandigheden het beleid te kunnen ombuigen (CDA). Mantelzorgen is per definitie lokaal het beste te organiseren, derhalve kiezen we voor een lokale invulling via de SWB (CDA). Programma 6 Samenleving Integraal HuisvestingsPlan onderwijs (IHP) We verwachten dat de uitvoering van het IHP kan plaatsvinden binnen de in de begroting genoemde bedragen. Of het in het verleden uit de AVR afgezonderde budget t.b.v. het IHP kan worden “terugbetaald” aan de AVR is minder waarschijnlijk, vanwege de afhankelijkheid van te plannen woningbouw op de vrijvallende locaties (zie paragraaf woningbouw). Wat tevens van invloed is, is het verder dalen van de prognoses van het aantal leerlingen, wat uiteraard wordt meegenomen (IPV). In december komt het voorstel en de bijbehorende onderwijsverordening naar de raad (IPV). Juist door het feit dat de schoolbesturen echt mee mogen beslissen, kan het overleg worden afgerond (PvdA). Wij hebben er alle vertrouwen in dat de schoolbesturen niet alleen voor zichzelf een oplossing zoeken, zoals de PvdA stelt, maar wel degelijk kijken naar de mogelijkheden in het hele veld. Het moment van plannen en bouwen lijkt nu echt nabij. De oproep die is gedaan door de VVD om vaart te maken in dit dossier nemen we ter harte en zien we als een steun in de rug. De laatste financiële consequenties zijn in deze begroting meegenomen en dat zal ook gebeuren in bestuursrapportages (CDA). Het college tilt duurzaamheid binnen dit dossier op een hoog plan en borgt dit in het vervolgtraject door de juiste marktbenadering. Harmonisatiewet Wij delen het beeld dat de PvdA hierover schetst niet. Peuterspeelzalen worden, samen met de Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) samengevoegd met de Kinderopvang. De wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) wordt per 1 januari 2012 ingevoerd. In deze begroting is 115.000 euro per jaar opgenomen voor maatwerk. 5
Sport Na aftrek van de huur wordt door de stichting Rhienderoord voor € 235.000,-- per jaar een zwembad en een sportzaal geëxploiteerd (zie ook antwoord op schriftelijke vragen). Dit is mede mogelijk door inzet van veel vrijwilligers (bestuur). Daar kijken gemeenten in onze omgeving met jaloerse ogen naar. Bestemmingsreserves zijn in het verleden (na toestemming van B&W) gevormd. Daar is afgelopen jaar de voorwaarde aan verbonden dat dit moet worden besteed aan investeringen met het oog op verduurzaming van het energieverbruik. Als de inkomsten te hoog zijn volgens de subsidieverordening, wordt het overschot teruggestort naar de gemeente. De verwachting is dat dit na de in 2011 doorgevoerde korting van 5% en de indexatiestop voor de aankomende jaren niet meer het geval zal zijn. De inkomsten zijn afhankelijk van het aantal bezoekers en de deelnemers aan de zwemlessen en gebruikers van de sportzaal. Het bestuur is zelfstandig. In het algemeen is verdergaande privatisering in lijn met de verantwoordelijkheidsladder. We zijn hierin uiteraard afhankelijk van de mogelijkheden van de (sport)clubs. Dit geldt ook voor privatisering van sportvelden. Dat de PvdA dit op voorhand een verkeerd plan vindt betreuren wij. Wij zouden graag deze gesprekken voeren (IPV). Subsidies bibliotheek en SWB In de bijdrage van de verschillende fracties is veel aandacht voor de beperkte bezuinigingsvoorstellen van het college voor de bibliotheek en de SWB. Met de gemeenteraad deelt het college de waardering die bestaat voor het werk dat beide organisaties in de samenleving doen. De bezuinigingsvoorstellen moet u dan ook in het licht zien van de totale begroting en de afweging die het college daarbij heeft gemaakt op alle beleidsterreinen. We zijn ons bewust van het feit dat de gemeenteraad vorig jaar een motie heeft ingediend waarbij het college opgedragen werd in gesprek te gaan met beide organisaties om te bekijken hoe uitvoering aan de motie moest worden gegeven. In de beantwoording van de vragen zijn we daarop ingegaan. In het forum is per abuis aangegeven dat deze motie alleen jaarschijf 2011 zou betreffen. Er is naar onze mening wel uitvoering gegeven aan de motie (zie antwoord in tweede ronde schriftelijke vragen voor de contactmomenten). In onze totale bestuurlijke afweging hebben wij onze verantwoordelijkheid genomen door opnieuw dit onderwerp aan de orde te stellen. We willen u erop wijzen dat het schrappen van deze in onze ogen redelijke bezuiniging het meerjarig sluitend maken van de begroting nog zwaarder onder druk komt te staan. We waarderen het feit dat het IPV naar dekking heeft gezocht. Wij zijn bereid de bezuiniging op de bibliotheek voor 2012 uit de begroting te halen en met de bibliotheek verder in gesprek gaan over de transitie naar het kennis- en informatiecentrum (CDA,VVD). Een aantal stappen is daarbij ondertussen gezet. Vanaf 2013 willen we de bezuinigingstaakstelling voor beide organisaties overeind houden. Van onze kant kunt u in de toekomst voorstellen verwachten tot beperking van vraag van de huidige producten die we van de SWB afnemen. Het ligt overigens in de lijn der verwachting dat met de komst van de AWBZ het totale takenpakket van de SWB zal groeien. Ook verwachten we dat na de omvorming van de bibliotheek tot een informatie- en kennisbank de exploitatielasten zullen dalen. Om deze reden denken we dat de door ons in de begroting opgevoerde bedragen voor 2013 en verder kunnen worden gehandhaafd. De SWB en ook de bibliotheek hebben zich goede partners getoond in het effectief en efficiënte inzetten van de middelen die ze tot haar beschikking hebben.
6
Reactie van het college op de ingediende moties Motie 1 Bestemmingsreserve CPB (CDA) Het college vindt het te voorbarig om nu deze omvorming van middelen te doen. We ontraden deze motie. Motie 2 Bibliotheek (CDA) Wij bevelen het steunen van deze motie aan waarbij ons doel van de gesprekken is zoals in onze eerste termijn genoemd (de transitie tot kennis- en informatiecentrum). Motie 3 SWB (CDA) Nagekomen: het IPV ondersteunt deze motie We zijn van mening dat in het huidige takenpakket heroverwegingen kunnen worden gemaakt wanneer de taken van de AWBZ zijn ondergebracht bij de SWB. Wij verwachten dat deze vanaf 2013 kunnen worden bereikt. We ontraden deze motie. Motie 4 Toeristenbelasting (CDA) Gezien hetgeen aangegeven in onze eerste termijn ontraden we deze motie. We benadrukken dat belastingvoorstellen niet anders in kunnen gaan dan voor 1 januari van het volgend jaar. Motie 5 Algemene Vrije Reserve (VVD) Wij bevelen het steunen van deze motie aan en stellen voor u bij de kadernota hier een voorstel voor te doen. Motie 6 beleid- en budgetscyclus (VVD) Wij bevelen het steunen van deze motie aan en stellen voor u bij de kadernota hier een voorstel voor te doen. Motie 7 Bibliotheek (VVD) Zie motie 2. Motie 8 Ureninzet (PvdA) Gezien hetgeen gezegd is in de beschouwingen ontraden we deze motie. Motie 9 Centrumplan Eerbeek (PvdA) Gezien hetgeen in de tweede ronde schriftelijke vragen is aangegeven achten we deze motie niet meer actueel. Motie 10 Woningbouw (PvdA) Deze motie getuigt van een visie die wij niet delen en wij ontraden deze motie.
7