5. Een schriftelijke evaluatie geven Doelstelling 6
5.0. Inleiding Oei! Wat jammer... 11/10! Opdracht verkeerd begrepen! verdient een pluim!A-B-C-D-E en F
Heb je dit zelf geschreven? Onvoldoende-net-voldoende-zeer goed-uitmuntend OK Je antwoordt naast de kwestie Een dikke vette O Dit Ondermaats! Schijf in het Nederlands a.u.b!!
Goed (genoeg)
Brainstorm:
-
Klinken de bovenstaande opmerkingen op toetsen en taken je bekend in de ogen? Waarom zijn het voorbeelden van slechte feedback? Is het volgens jou belangrijk dat een leerkracht niet enkel een score toekent maar ook feedback geeft? Wat moet de functie zijn van feedback? Aan welke criteria moet goede feedback volgens jullie beantwoorden?
Dat het schrijven van een schriftelijke evaluatie geen voor de hand liggende competentie is, zal uit bovenstaande voorbeelden wellicht al duidelijk zijn. In Dertien doelen in een dozijn wordt die competentie dan ook als een afzonderlijk doel in domein 1 (de leerkracht in interactie met zijn leerlingen) behandeld.
Dertien doelen schrijft het volgende over het geven van een schriftelijke evaluatie.
Door de geschreven taal van de leraar worden de leerlingen verder gestuurd in hun leerproces. Evaluatiegegevens kunnen op verschillende manieren verzameld en gerapporteerd worden. Een evaluatie is effectiever als ze leerlinggericht is: de evolutie van de leerling volgen, zijn goede en zwakkere punten noteren, gebaseerd op zijn ontwikkelingsproces,… Naast het gebruik van cijfer- of schaalscores kan de leraar ook gebruik maken van geschreven commentaren, ook wel ‘narratieve’ of ‘anekdotische’ rapporten genoemd. Die verschaffen de leerling gedetailleerde informatie over zijn vorderingen op cognitief en affectief vlak.
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Kwaliteitsvolle feedback die verder gaat dan een puntenscore als beoordeling van een toets of examen, stelt leerlingen in staat op korte en lange termijn hun leerproces beter te sturen en zo hun prestaties te verbeteren. Het formuleren van kwaliteitsvolle feedback stelt de leraar ook in staat het onderwijsleerproces beter te sturen in functie van de ontwikkelingen leerbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsvolle feedback heeft zowel aandacht voor het cognitieve als voor het affectieve (waardering en aanmoediging). De leraar bekijkt wat hij in zijn schriftelijke commentaar aan de leerlingen gaat betrekken en formuleert het op een voor de leerlingen begrijpelijke wijze. Hij heeft oog voor het effect dat zijn commentaar kan teweegbrengen en kan zo nodig zijn commentaar aanpassen. Zijn schriftelijke commentaar is van die aard dat de leerlingen daardoor zicht krijgen op de kwaliteiten van de geleverde producten en dat ze greep krijgen op hun leerproces. De leerlingen worden gestimuleerd om na te denken over hun leerproces.
De makers van Dertien doelen in een dozijn splitsen het doel vervolgens op in drie subdoelen.
Doelstelling 6 De leraar kan een schriftelijke evaluatie formuleren over leerprocessen en over producten, over gedrag en attitudes van leerlingen in functie van hun totale ontwikkeling. Subdoelen 6.1 De leraar kan analyseren welke aspecten hij in de geschreven commentaar zal betrekken (bijvoorbeeld sterke en zwakke punten, verwachte prestaties of noodzakelijke verbeteringen) en op welke manier hij die zal verwoorden in functie van het doel van de rapportage (zoals feedback op een concreet leerling product, algemene beoordeling na een afgesloten periode, rapporteren van gedragsstoornissen,…) Hij houdt bij dit alles rekening met de totale ontwikkeling van de leerling en met het effect van zijn commentaren op de leerling. 6.2 De leraar kan begrijpelijk en correct commentaar formuleren over product en proces, aangepast aan het doel van de rapportage en rekening houdend met de totale ontwikkeling van de leerling. Dat houdt in dat de leraar: een schriftelijke evaluatie kan geven over het ontwikkelings- en leerproces van de leerlingen op het vlak van prestaties, vaardigheden, gedragingen, attitudes; gerichte, gedetailleerde en opbouwende feedback kan geven over concrete leerlingactiviteiten (zoals een opstel of verslag schrijven, een groepswerk uitvoeren, een proef uitvoeren,…) waarbij hij ingaat op product en leerprocessen; aanzetten kan formuleren die de leerling uitnodigen om te reflecteren over zijn leerproces en het eventueel bij te sturen. 6.3 De leraar kan zijn geschreven commentaar beoordelen op impact op de leerling
5.1. Aspecten van evaluatie Welke aspecten ga je in rekening brengen bij je beoordeling van de leerling? Welke aspecten zijn er? En voor welke aspecten ben je als leerkracht verantwoordelijk (of bezorgd)? Over welke aspecten beoordeel je, en evalueer je als vakleerkracht? En wanneer ben je als leerkracht aan het evalueren in je rol als opvoeder, los van het ene of andere vak dat je geeft?
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Verschillende soorten schriftelijke evaluatie:
-
-
-
Evalueren van kennis: deze manier van evalueren bekijkt de letterlijke delen van de leerstof en de kennis van begrippen of feiten. Evalueren van attitudes: deze evaluatie gaat na of de leerlingen nauwkeurig kunnen werken. Ze evalueert ook of de leerlingen systematisch kunnen werken bij het oplossen van problemen. Ook evalueert deze de houding van de leerling ten opzichte van de school, de leerkracht, medeleerlingen en het schoolwerk. Evalueren van inzicht: deze evaluatie kijkt na of de leerlingen verbanden kunnen leggen. Deze evaluatie bepaalt ook de mate waarin leerlingen informatie kunnen ordenen. Evalueren van vaardigheid: hierbij wordt er rekening gehouden met het probleemoplossend denken van de leerlingen. Ook evalueert deze of de leerlingen de gekende leerstof in nieuwe situaties kunnen toepassen en aan de hand van zelf gezochte voorbeelden de leerstof kunnen illustreren.
Opdracht Bespreek deze reflectie van een student Bachelor Leraar Secundair Onderwijs tegen het licht van dit subdoel. Volgens hem zijn er precies op het vlak van de aspecten die je als leerkracht evalueert grote verschillen tussen de onderwijsvakken. Ben je het eens met zijn analyse? Welke aspecten zijn voor jouw vak belangrijk in de evaluatie? Welke zijn minder belangrijk? Waarom?
“Bij elk vak is de evaluatie anders. Bij wiskunde is het meestal juist of fout. Er is amper een middenweg en er is weinig discussieerbaar. Dit vak heeft ook een formele sluier rond zich hangen. Wanneer je dit vergelijkt met een vak als biologie heb je al wat meer discussieruimte , maar toch nog beperkt. Het zijn allebei exacte wetenschappen. Bij vakken als godsdienst is dit totaal anders, juist of fout hangen liggen dichter bij elkaar. Er kan ook op verschillende vlakken worden geëvalueerd worden. Niet alleen het cognitieve maar ook het affectieve, wat bij een vak als wiskunde wat moeilijker ligt.”
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
5.2. De formulering van een schriftelijke evaluatie
Brainstorm: Geef je altijd schriftelijke commentaar of werk je ook met andere systemen? E.g. aanduiden op een kijkwijzer, kruisjes zetten op een evaluatiefiche, systemen met kleuren, codes, symbolen? Geef voorbeelden! Voor welke vakken / voor welke soorten van opdrachten zijn die systemen meer aangewezen dan schriftelijke commentaar?
Daarnaast komen er tal van andere vragen kijken bij het proces van evaluatie.
Wat ga je nu precies evalueren? Inhoudskennis, of eerder een persoonlijke ontwikkeling? Kijk je naar de sterke punten van de leerling, of net naar de zwakke punten? Bekijk je het proces dat de leerling doorgemaakt heeft, of het eindproduct?
En op basis van welke gegevens ga je evalueren? Evalueer je op gezette en op voorhand aangekondigde momenten, of spreid je je evaluatie over een heel schooljaar?
Oefening 1 Bekijk het volgende lijstje schriftelijke evaluaties. Probeer elke evaluatie te analyseren: welke soort evaluatie is dit? Wat is er karakteristiek aan dit soort evaluatie? Dit zijn de keuzemogelijkheden.
a. Je kan evalueren op basis van een test of een examen, er wordt dan geëvalueerd op een korte termijn op basis van één resultaat. b. Je kan ook evalueren op basis van een aantal testen of examens en dan een eindconclusie trekken. c. Verder heb je de evaluatie die niet op basis cognitieve vorming is gemaakt maar op basis van de affectieve vorming van de leerling. De leerling zijn sociale vooruitgang staat dan ook centraal en niet zo zeer het leerproces, maar het wordt er ook wel bij betrokken. Duid aan welke evaluatie je hier onder ziet. 1. “Goed zo, je hebt een prachtige test afgelegd!” Soort evaluatie: .................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ………………………………………………………………………………………………………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven ……………………. ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
2. “Prima, je hebt de leerstof onder de knie!” Soort evaluatie: ................................................................................................................................................. Kenmerken van deze soort: …………………………………………………………………………………………………….………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
3. “ Je punten gaan in dalende lijn, misschien moet je de werkwijze herzien om met de examens beter te scoren.” Soort evaluatie: .................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
4. “Probeer de volgende keer op de volgende punten te letten: clinistix, albustix, lugol en kobaltchloridepapier zijn indicatoren en zetmeel, glucose, eiwitten, water en vetten zijn de voedingsbestanddelen.” Soort evaluatie: ................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… …………..………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
5. “Het leerkrachtenteam ziet je op verschillende vlakken verbeteren, je bent helemaal open gebloeid.” Soort evaluatie: ................................................................................................................................................ Kenmerken van deze soort:
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
6. 1/20 Dit is slecht! Soort evaluatie: .................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
7. “De oefening is correct, dat heb je goed gedaan.” Soort evaluatie: ..................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ……..……………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
8. “Ik heb het gevoel dat je niet in de juiste richting zit, misschien moet je daar eens over nadenken.” Soort evaluatie: .................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Oefening 2 Bekijk de analyse van de twee evaluaties hieronder (ga je akkoord met de antwoorden?),
Situatie 1: Leerkracht noteert een opmerking in het rapport van een leerling: ‘Ellen, je resultaten gaan in snel tempo achteruit. Denk deze vakantie na of je te weinig gestudeerd hebt of je de stof te moeilijk vindt. Momenteel kunnen we de achterstand nog inhalen.’ Waarom is dit een goed gekozen manier van evalueren? De leerkracht spreekt de leerling met haar naam aan, ze wilt samen met de leerling een oplossing zoeken en geeft dus geen negatieve commentaar. Ze wilt de leerling zelf laten nadenken en laten zoeken naar een mogelijk oplossing. Hoe heeft de leerkracht rekening gehouden met zijn publiek? Hij laat weten dat het nog niet te laat is en dat ze samen een oplossing kunnen vinden maar dat zij eerst moet nadenken over wat ze wil bereiken. De leerkracht geeft de leerling nog goede moed. Gebruiken de leerkrachten die je aan het werk gezien hebt een verschillende vorm van evalueren, naargelang de klas of het vak anders is? Er is niet altijd sprake van een schriftelijke evaluatie. Meestal is het eerst mondeling en wordt er daarna pas een schriftelijke evaluatie gegeven of bij het rapport. Meestal als het uit de hand loopt krijg je een schriftelijke evaluatie of op een toets krijg je soms wel eens ‘goed gewerkt’ maar dit verdwijnt naarmate je ouder wordt. Geeft een barslecht tegenvoorbeeld. Leerkracht noteert een opmerking in het rapport van een leerling: ‘Ellen, je resultaten gaan in snel tempo achteruit. Is dit wel de goede richting voor je?’ Leg uit waarom het barslecht is. Leerkracht ontmoedigt de leerling en zoekt niet achter een oplossing samen met de leerling. De leerkracht legt het probleem volledig bij de leerling.
Jouw commentaar op de analyse:
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Situatie 2 Leerkracht noteert in het rapport van een leerling met ADHD de evaluatie na het 1ste trimester: ‘Lisa, je vindt het nog erg moeilijk om je aandacht in de klas erbij te houden, maar ik merk wel dat je een harde werker met veel motivatie bent. In ons volgend gesprek kunnen we samen kijken hoe we je aandacht in de les kunnen verbeteren.’ Waarom is dit een goed gekozen manier van evalueren? Spreekt leerling met naam aan,spreekt ondanks aandachtsprobleem toch waardering uit, ouders, leerling en leerkracht kunnen op deze manier krachten bundelen om tot enkele goede oplossingen te komen. De leerkracht geeft de aanzet om samen in gesprek te gaan. Hoe heeft de leerkracht rekening gehouden met zijn publiek? De leerkracht houdt er rekening mee dat hij de leerling niet kwetst. Hij probeert de feedback op een positieve manier aan te brengen. Ook zegt hij dat ze samen naar een oplossing gaan zoeken,hij geeft de leerling goede moed. Gebruiken de leerkrachten die je aan het werk gezien hebt een verschillende vorm van evalueren, naargelang de klas of het vak anders is? Soms, bij sommige leerlingen moest je oppassen wat je zegt want ze zijn nogal lichtgeraakt. Bij andere kon je dan weer rustig praten als ze een fout maakten. In sommige klassen moest je ook strenger zijn en vroegen ze vaak de agenda om een nota in te schrijven. Geeft een barslecht tegenvoorbeeld. Leerkracht noteert in het rapport van een leerling met ADHD de evaluatie na het 1ste trimester: ‘Lisa, je vindt het erg moeilijk om je aandacht in de klas erbij te houden, ik hoop dat je hier dringend iets aan wilt doen want zo kan het echt niet verder. Als we geen oplossing vinden zullen er maatregelen moeten genomen worden.’ Leg uit waarom het barslecht is. Leerkracht geeft negatieve feedback en probeert de leerling helemaal niet te helpen. Hij zoekt niet samen met de leerling naar een oplossing maar laat de leerling haar gang gaan. Hij bedreigt haar zelfs een beetje
Jouw commentaar op de analyse: ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Verwerkingsopdracht Formuleer een (volgens jou) goede en een (volgens jou) slechte evaluatie die je in een van je onderwijsvakken zou kunnen geven. Analyseer je voorbeelden met behulp van hetzelfde vragenlijstje
Goede evaluatie ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………..……… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Waarom is dit een goed gekozen manier van evalueren?
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
Heeft de leerkracht rekening gehouden met zijn publiek?
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Geef een barslecht tegenvoorbeeld.
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Leg uit waarom het barslecht is.
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Slechte evaluatie ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Waarom is dit geen goed gekozen manier van evalueren?
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
Heeft de leerkracht rekening gehouden met zijn publiek?
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Geef een barslecht tegenvoorbeeld.
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………..
Leg uit waarom het barslecht is.
……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven ……………………..
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Oefening 3 Zoals oefening 1. Bekijk het volgende lijstje schriftelijke evaluaties. Probeer elke evaluatie te analyseren: welke soort evaluatie is dit? Wat is er karakteristiek aan dit soort evaluatie? Dit zijn de keuzemogelijkheden.
a. Je kan evalueren op basis van een test of een examen, er wordt dan geëvalueerd op een korte termijn op basis van één resultaat. b. Je kan ook evalueren op basis van een aantal testen of examens en dan een eindconclusie trekken. c. Verder heb je de evaluatie die niet op basis cognitieve vorming is gemaakt maar op basis van de affectieve vorming van de leerling. De leerling zijn sociale vooruitgang staat dan ook centraal en niet zo zeer het leerproces, maar het wordt er ook wel bij betrokken. Duid aan welke evaluatie je hier onder ziet. 1. Leerkracht noteert in het rapport van een leerling met ADHD de evaluatie na het 1ste trimester: ‘Lisa, je vindt het nog erg moeilijk om je aandacht in de klas erbij te houden, maar ik merk wel dat je een harde werker met veel motivatie bent. In ons volgend gesprek kunnen we samen kijken hoe we je aandacht in de les kunnen verbeteren.’ Soort evaluatie: ......................................................................................................................... .......................... Kenmerken van deze soort: …………………………………………………………………………………………………….………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
2. Leerkracht noteert in de agenda van een leerling: ‘Je storende gedrag en brutale opmerkingen worden niet getolereerd in de les! Maak een samenvatting van hoofdstuk 2 en laat deze samen met deze opmerking ondertekenen door je ouders.’ Soort evaluatie: ................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ………….………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
3. Leerkracht noteert op de toets van een leerling: ‘Lies, studeren levert je meer op dan spieken! Daarom deze onvoldoende.’ Soort evaluatie: ................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ………..…………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
4. Leerkracht noteert bij de samenvatting van een leerling de volgende opmerking: ‘Jan, je vindt het nog erg moeilijk om bij de kern te blijven, probeer volgende keer meer aandacht te geven aan de kernwoorden. Kernwoorden zijn de basis van je samenvatting.’ Soort evaluatie: ................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
5. Leerkracht noteert op een toets van een leerling de volgende opmerking: ‘Goed gewerkt. Tip voor de volgende keer: inhoud is perfect nu nog letten op schrijffouten.’ Soort evaluatie: .................................................................................................................................................. Kenmerken van deze soort: ………………………………………………………………………………………………………………..…… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………
6. Leerkracht noteert een opmerking in het rapport van een leerling: ‘Ellen, je resultaten gaan in snel tempo achteruit. Denk deze vakantie na of je te weinig gestudeerd hebt of je de stof te moeilijk vindt. Momenteel kunnen we de achterstand nog inhalen.’
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
Soort evaluatie: ................................................................................................................................................. Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
7. Leerkracht noteert in het portfolio van een leerling: ‘Viktor, kijk even naar je vorige werkstukken en opmerkingen. Je kunt dan makkelijker een zelfreflectie schrijven over welke onderdelen je al beheerst en waar je nog aan moet werken.’ Soort evaluatie: ................................................................................................................................................... Kenmerken van deze soort: ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………. ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Oefening 4 Bespreek de volgende evaluaties: ligt de nadruk op subdoel 6.1 (aspect van de evaluatie), 6.2 (vorm, formulering van de evaluatie) of op 6.3 (beoordeling van de impact)? Verantwoord je keuze.
Voorbeelden voor schriftelijke evaluatie:
1. De leerkracht noteerde op de bovenkant van een slechte taak van de leerling:
Ik merk dat je de theorie niet zo goed beheerst. Misschien zou je dit hoofdstuk beter moeten instuderen. Indien nodig kun je altijd nog eens extra uitleg vragen. Ik zal volgende les nog eens een stukje herhalen zodat je de leerstof nog eens kan opfrissen. De basis heb je duidelijk wel onder de knie, dus met een beetje studeren kan je vlug je achterstand inhalen. ..................................................................................................................................................... ……………………………………………………………………………………………….……………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
2. De leerkracht Engels noteerde op een leerling zijn toets:
Goed gewerkt! Je hebt duidelijk de leerstof onder de knie. Probeer wel nog wat te letten op spellingfouten, want dat heeft je wat punten gekost. Overlees nog eens goed je opdrachten als je klaar bent zodat je eventuele fouten er nog kunt uit halen. ..................................................................................................................................................... ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
3. De leerkracht schrijft in een leerling die vroeger wat problemen had veroorzaakt zijn agenda:
Je gedrag is duidelijk al veel verbeterd. De sfeer in de klas is er ook op vooruit gegaan. Je doet duidelijk je best om met iedereen in de klas wat beter overeen te komen en dit vind ik heel positief. Doe zo voort! ..................................................................................................................................................... ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
4. De leerkracht noteert feedback bij het eindwerk van een leerling:
Je eindwerk moet hier en daar nog wat aangepast worden. Het is wel al geëvolueerd. Je hebt duidelijk naar mijn tips geluisterd. Probeer de stijl nog wat aan te passen zodat de teksten er wat mooier uit zien. Nu is het moeilijk te lezen, dus probeer eens een ander lettertype. Je werk is wel al heel goed. Doe zo voort. ..................................................................................................................................................... ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven
5. De leerkracht Engels schrijft wat commentaar bij een toets van een leerling die er maar net door was:
Probeer de leerstof van vorige lessen wat meer bij te houden. Voor de oefeningen waar het minder goed ging had je de leerstof van twee weken geleden nodig. De leerstof van deze week heb je duidelijk wel onder de knie. Probeer deze nu wat meer bij te houden. ..................................................................................................................................................... ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
6. De klastitularis schrijft een nota in de agenda van een leerling die helemaal niet goed bezig is:
Je zal toch iets meer je best moeten doen voor je schoolwerk. Zoals het nu maar matig evolueert, zal het niet goed eindigen. Probeer thuis wat meer voor school te werken zodat je toetsen wat beter worden. Ik weet zeker dat je dit kan als je er de moed voor vindt. Het is nog niet verloren, geef niet op! ..................................................................................................................................................... ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………
Literatuur bij doelstelling 6 Dertien doelen in een dozijn. Nederlandse Taalunie. Niomi Kelly, ongepubliceerde cursus KH Mechelen.
Deel 1: Taalontwikkelend lesgeven – Hoofdstuk 5: Een schriftelijke evaluatie geven