Bijlage XI Behorend bij Statenbesluit nr. 2006 - PS/2006/223
Provincie: Overijssel
Dienstjaar 2006
5e wijziglng van de beg rot ing 2006
Provincie Overijssel 5° wijziging van de begroting 2006 Lasten (x € 1.000)
Productgroep
Cat. Omschrijving
1
Alaemeen bestuur
1.0
Uitvoering van overige wettelijke regelingen Productcode: 2.1.00.05 Ondersteuning bestuursorganen: PS
Geraamd
3.0
Verkeer en vervoer, algemeen Productcode: 2.3.00.05 Bijdragen aan infrastructuur andere overheden
100
6.151
2.3.1 aankopen niet duurzame goederen en diensten 4.1.2 overige vermogensoverdrachten
Milieubeheer
5.0
Milieubeheer, algemeen Productcode: 2.5.00.05 Energie- en klimaatbeieid
194
156
Totaal productgroep Recreatie en natuur
6.2
Natuur Productcode: 2.6.20.20 Uitvoering groene wetgeving
156
1.054
4.1.1 vermogensoverdrachten van overheden
Economische en aararische zaken
7.1
Bevordering economische activiteiten Productcode: 2.7.10.10 Toeristische productontwikkeling
384
7.771
4.1.2 overige vermogensoverdrachten Productcode: 2.7.10.20 Ruimte voor ondernemen
4.0.3 overige inkomensoverdrachten Totaal productgroep
1.438 384
Totaal productgroep
7
609
453
4.0.2 inkomensoverdrachten aan overheden
6
6.345
100 94
Totaal productgroep
5
Nieuwe raining
100
Totaal productgroep
Verkeer en vervoer
Verlaging bestaande post
1.111
1.011
4.0.3 overige inkomensoverdrachten
3
Nieuwe post of verhoging bestaande post
8.477
706
8.691
8.429
262 968
Pagina 2 van 9
Baten (x € 1.000) Product- Cat. Omschrijving groep
1
Alaemeen bestuur
1.0
Uitvoering van overige wettelijke regelingen
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
Verlaging bestaande post
Nieuwe raming
Productcode: 2.1.00.05 Ondersteuning bestuursorganen: PS
Totaal productgroep
3
Verkeer en vervoer
3.0
Verkeer en vervoer, algemeen Productcode: 2.3.00.05 Bijdragen aan infrastructuur andere overheden
Totaal productgroep
5 5.0
Milieubeheer Milieubeheer, algemeen Productcode: 2.5.00.05 Energie- en klimaatbeleid
106
106
891
891
57
57
Totaal productgroep
6 6.2
Recreatie en natuur Natuur Productcode: 2.6.20.20 Uitvoering groene wetgeving
Totaal productgroep
7 7.1
Economische en acirarische zajcen Bevordering economische activiteiten Productcode: 2.7.10.10 Toeristische productontwikkeling
Productcode: 2.7.10.20 Ruimte voor ondernemen
Totaal productgroep
Pagina 3 van 9
Provincie Overijssel 5* wijziglng van de begroting 2006 Lasten (x € 1.000)
Product- Cat. Omschrijving groep 8
Welziin
8.0
Welzijn, algemeen Productcode: 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
5.323
4.0.3 overige inkomensoverdrachten
Verlaging bestaande post
Nieuwe raming
5.760 437
Totaal productgroep
437
Kunst en oudheidkunde
8.3
Productcode: 2.8.30.60 Cultureel Erfgoed
3.225
4.0.3 overige inkomensoverdrachten
3.382 157
Totaal productgroep
157
Financierina en alaemene dekkinqsmiddelen
0
Saldo van kostenplaatsen
0.6
Productcode: 2.0.60.05 Apparaatskosten in de loop van het jaar ontstaan
36.092
6.0.6 overige administratieve boekingen
36.978 886
Totaal productgroep
886
Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties
0.8
Productcode: 2.0.80.05 Mutaties algemene reserves 6.0.C storting in de Algemene dekkingsreserve
Productcode: 2.0.80.10 Mutaties bestemmingsreserves
12.308
1.650
Totaal productgroep
S.O.a 6.0.b 6.0.C 6-O.e
afschrijvingen bespaarde rente storting in reserves / voorzieningen overige administratieve boekingen
8.2.0 8.2.1 8.2.2
personeelsgebonden kosten toegerekende rente aan producten toegerekende rente aan vaste activa
4.665
3.015
6.0.C storting in Reserve regionale bereikbaarheid
TOTAAL WIJZIGING
12.396
88
13.958
72.612
17.240
89.852
Pagina 4 van 9
Baten (x € 1.000) Product- Cat. Omschrijving groep
8
Welzifn
8.0
Welzijn, algemeen
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
Verlaging bestaande post
Nieuwe raming
Productcode: 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling
Totaal productgroep
8.3
Kunst en oudheidkunde Productcode: 2.8.30.60 Cultureel Erfgoed
Totaal productgroep
Financierina en alaemene dekkingsmiddelen
0 0.6
Saldo van kostenplaatsen Productcode: 2.0.60.05 Apparaatskosten in de loop van het jaar ontstaan
Totaal productgroep
0.8
Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties Productcode: 2.0.80.05 Mutaties algemene reserves
6.0.C onttrekking aan Algemene dekkingsreserve Productcode: 2.0.80.10 Mutaties bestemmingsreserves
4.932 34.179
Totaal productgroep
34.179
4.932
45.088
6.0.C 6.0.e
14.787
9.855
4.932
50.020
onttrekking aan reserves / voorzieningen overige administratieve boekingen
Pagina 5 van 9
Specificatie van de "apparaatskosten in de loop van het jaar ontstaan" Behoort bij de 5 e wijziging van de begroting 2006 APPARAATSKOSTEN IN DE LOOP VAN HET JAAR ONTSTAAN Lasten (x € 1.000) Cat.
Omschrijving
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
Verlaging bestaande post
Nieuwe raming
Middelenbeleid en beheer Productcode: 3.0.30.10 Huisvesting en inrichting
1.399
2.3.1 aankopen niet duurzame goederen en diensten
Productcode: 3.0.30.35 Informatie- en Communicatietechnologie
136
5.440
2.3.1 aankopen niet duurzame goederen en diensten
Productcode: 3.1.00.25 Dienstverlening provinciale infrastructuur
5.570
130
3.240
2.2.1 aankoop van duurzame roerende zaken 2.3.1 aankopen niet duurzame goederen en diensten
TOTAAL WIJZIGING
1.535
3.860
500 120
10.079
886
10.965
Pagina 6 van 9
Baten (x € 1.000) Cat. Omschrijving
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
Verlaging bestaande post
Nieuwe ram ing
Middelenbeleid en beheer Productcode: 3.0.30.10 Huisvesting en inrichting
Productcode: 3.0.30.35 Informatie- en Communicatietechnologie
Productcode: 3.1.00.25 Dienstverlening provinciale infrastructuur
28
28
28
28
Pagina 7 van 9
Wijziging van de personeelsgebonden kosten Behoort bij de 5e wijziging van de begroting 2006 PERSONEELSGEBONDEN KOSTEN (x € 1.000)
Eenheid
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
Verlaging bestaande post
Nieuwe raming
Pagina 8 van 9
TOEREKENING PERSONEELSGEBONDENKOSTEN AAN PRODUCTEN (x € 1.000)
Product- Product groep
Product KVD
Omschrijving
Geraamd
Nieuwe post of verhoging bestaande post
Verlaging bestaande post
Nieuwe raming
Pagina 9 van 9
Jaarrekening 2005
‘05 Jaarverslag
7 maart 2006
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Jaarverslag 2005 Ruimte voor actie
7 maart 2006
Colofon
Datum 7 maart 2006 Coördinatie en productie Eenheid Middelen Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden, team Communicatie Fotografie Job Boersma, Zwolle Digitale druk Molenberg Repro, Zwolle Vormgeving meindertsma, bureau voor reclame en vormgeving, Zwolle Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Fax 038 425 26 50
[email protected] www.overijssel.nl
Inhoudsopgave 1
Inleiding
7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
Verantwoording per programma Programma Bestuur Programma Economie en innovatie Programma Water Programma Ruimte Programma Wervende steden Programma Landelijk gebied Programma Zorg Programma Cultuur & Maatschappelijk Ontwikkeling Programma Milieu Programma Bereikbaarheid Programma Veiligheid Provinciemonitor 2005
11 11 25 37 47 57 61 75 83 91 99 109 113
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Paragrafen Inleiding Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
117 117 117 121 125 127 130 139 144
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Financiële rekening Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Balans Toelichting op de balans Staat van baten en lasten Toelichting op de staat van baten en lasten Actiefonds IJsselmijgelden Nieuw beleid Investeringen Detailoverzicht baten en lasten
147 147 148 150 167 168 175 180 184 185 188
5 5.1 5.2 5.3
Provinciale organisatie Provinciale Staten Dagelijks bestuur Organisatie
209 209 210 212
Accountantsverklaring
215
Bijlage A - Nieuw Beleid
217
Bijlage B - Provinciemonitor
238
Woordenlijst
245
Jaarverslag 2005
3
4
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
6
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Hoofdstuk 1
Inleiding In het jaarverslag 2005 rapporteren wij over de doelen die we in 2005 hebben gerealiseerd. Dit bestuur wil uitvoeren wat in het onderhandelingsakkoord 2003 – 2007 is afgesproken. Om duidelijk zichtbaar te maken hoever wij daarmee zijn gekomen in 2005 wordt, in aansluiting op de programmabegroting 2005, zoveel mogelijk in meetbare en toetsbare termen gerapporteerd. De trend die zichtbaar wordt in 2005 geeft aan dat op veel beleidsdoelen de realisatie van het onderhandelingsakkoord goed op schema ligt. Wij verwijzen daarvoor naar de toelichtingen die wij hebben opgenomen in het programmaverslag, waarin ook op de ijkpunten uit het onderhandelingsakkoord wordt ingegaan. De resultaten zoals die nu zijn worden gerapporteerd geven vertrouwen dat de ambitieuze afspraken uit het onderhandelingsakkoord binnen de bestuursperiode gerealiseerd kunnen worden. Bij de Perspectiefnota 2007 zullen wij, waar nodig, met nadere voorstellen komen voor aanvullende beleidsimpulsen. In het programmaverslag wordt per programma ingegaan op de vraag of en in hoeverre de concrete afrekenbare beleidsinhoudelijke doelen (effecten en prestaties) uit de begroting 2005 inderdaad zijn bereikt. Wij vinden het als provinciebestuur belangrijk om expliciet te zijn in de resultaten van onze daden en daarover verantwoording af te leggen. Terugkijkend op 2005 stellen we vast dat veel doelen behaald zijn. Een aantal aansprekende resultaten willen we hieronder graag noemen. Het aantal gecreëerde arbeidsplaatsen via stimuleringsregelingen en leerbanen is aanzienlijk hoger dan wij hadden voorzien. Ook de revitalisering van bedrijventerreinen is in gang gezet. In 2005 heeft het kabinet het plan Ruimte voor de Rivier aangeboden aan de Tweede Kamer. De Overijsselse inzichten hebben daarin een goede plaats gekregen. Toetsing van de rivierdijken heeft uitgewezen dat in grote meerderheid de waterkeringen aan de gestelde normen voldoen. De regeling Rood voor Rood met gesloten beurs is succesvol geweest. Veel vrijkomende agrarische
bedrijfgebouwen zullen de komende jaren worden gesloopt zodat de ruimtelijke kwaliteit van het landschap omhoog gaat. De trendbreuk op het gebied van woningbouw (stad en platteland) die in 2004 is ingezet heeft zich doorgezet, mede dankzij onze inzet als aanjager bij de totstandkoming / initiëring van projecten. De vruchten daarvan zullen de komende jaren geplukt worden. Na een trage start van de Reconstructie in 2004, is in 2005 een versnelling bewerkstelligd die heeft geleid tot het in uitvoering nemen van een groot aantal projecten. De doelstelling met betrekking tot de Ecologische Hoofdstructuur is gerealiseerd, zowel voor aankoop als voor particulier beheer. De wachtlijsten in de Jeugdzorg zijn teruggedrongen in 2005, ondanks een groter aantal aanmeldingen dan was verwacht. Er is een einde gemaakt aan een langdurige handhavingkwestie op het gebied van stankoverlast, waarvoor de Raad van State heeft ons recentelijk in het gelijk heeft gesteld. Bij bodemsanering zijn meer verontreinigde locaties gesaneerd dan was gepland. De sanering van asbestwegen is daarentegen nog niet in uitvoering genomen. De projecten uit het Regionaal MobiliteitsFonds (RMF) zijn succesvol en binnen de gestelde termijn van 31 december 2005 afgerond. Overijssel is de afgelopen jaren veiliger geworden, zoals blijkt uit o.a. het Veiligheidsbeeld Overijssel 2003-2004 en enquêtes van enkele landelijke bladen (AD, Elsevier). In 2005 is in het kader van ontbureaucratisering en deregulering het aantal provinciale regelingen sterk teruggebracht. In 2005 is gestart met de ontwikkeling van de Provinciemonitor. Dit is een monitoring-instrument dat in overleg tussen alle provincies is opgesteld. Voor een beperkt aantal beleidsvelden worden beleidsindicatoren gegeven, die vanaf 2006 door alle provincies zullen worden opgenomen in het jaarverslag. Voor 2005 zijn nog niet voor alle indicatoren waarden bekend. Toch is in het jaarverslag 2005 de
Jaarverslag 2005
7
Provinciemonitor al wel opgenomen zodat een beeld kan worden gevormd van de uiteindelijke vorm. In bijlage B zijn de waarden voor Overijssel opgenomen, zoals die nu bekend zijn, met een korte toelichting in paragraaf 2.12 van het programmaverslag. In 2005 hebben wij verder gewerkt aan in 2004 ingezette instrumenten die moeten leiden tot een snellere en effectievere uitvoering van beleid. Het afgelopen jaar heeft ‘gebiedsgericht werken’ verder vorm gekregen. De ervaringen die in de verschillende gebieden zijn opgedaan zijn positief. Onze inzet om ons als partner in het maatschappelijke veld op te stellen leidt in de praktijk tot voortvarender oplossing van concrete problemen door middel van projectinitiatie, ontwikkeling én uitvoering. Ook noemen wij in het verband van beleidsevaluatie en -verantwoording de instelling in 2005, gezamenlijk met de provincie Gelderland, van een landsdelige Rekenkamer voor Landsdeel Oost. Dit instrument zal bijdragen aan verdere verbetering van de sturing, kaderstelling en controle door Provinciale Staten. De progressie in de beleidsuitvoering is ook zichtbaar in de financiële resultaten. De jaarrekening 2005 sluit met een voordelig saldo ten opzichte van de begroting van € 15,6 miljoen, een aanzienlijke verbetering in vergelijking met een resultaat van € 35,9 miljoen over 2004. Na aftrek van de ingediende voorstellen tot resultaatbestemming voor een totaal van € 9,2 miljoen sluit de rekening met € 6,4 miljoen. Dit bedrag wordt zoals gebruikelijk toegevoegd aan de Algemene Dekkingsreserve. Uit deze resultaten blijkt dat het actieplan onderuitputting, dat in 2004 aan Provinciale Staten is
8
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
gepresenteerd, samen met een continue focus op beleidsrealisatie en aanscherping van de planning & controlcyclus hierbij een effectieve ondersteuning hebben geboden. In de komende jaren zullen wij verder gaan op deze weg. Wij zullen bij grootschalige en omvangrijke projecten de begroting beter laten aansluiten op de fasering in de uitvoering die dit soort projecten vaak kenmerkt. In 2005 is in het kader van het Masterplan “De weg naar een andere provincie 2007” veel energie besteed aan het aanpassen van organisatie en werkomgeving aan de eisen die de toekomst aan ons als provincie zal stellen. Voortgang is geboekt bij de renovatie van het provinciehuis en de invoering van de nieuwe ICTsystemen die nodig zijn voor het werken met het nieuwe kantoorconcept, startend na de terughuizing medio 2006. Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gesteld om benodigde, maar nog ontbrekende competenties, van buitenaf te kunnen aantrekken (“kwaliteitsimpuls”). Het jaarverslag start in hoofdstuk 2 met het programmaverslag, waarin per programma wordt aangegeven welke ontwikkelingen spelen, welke resultaten in 2005 al dan niet zijn bereikt, wat daarvoor gedaan is en wat de beleidsuitvoering heeft gekost. In hoofdstuk 3 volgen een aantal verplichte paragrafen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording. In hoofdstuk 4 is de financiële rekening opgenomen en tenslotte volgt hoofdstuk 5 een overzicht van de provinciale organisatie.
Gedeputeerde Staten van Overijssel
10
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Hoofdstuk 2
Verantwoording per programma 2.1 Programma Bestuur
rendement; een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur: de heer J.W. Klaasen(juridische zaken) en de heer J.G. Kristen (renovatie provinciehuis).
2.1.1 Inleiding Centrale thema’s in het programma bestuur zijn het vergroten van de sociale en maatschappelijke betrokkenheid, het vergroten van de kwaliteit van het openbaar bestuur en het werken aan een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur. In 2005 is een forse stap gezet in het terugdringen van de provinciale regelgeving. Burgerparticipatie krijgt inhoud in diverse beleidssectoren. In het project IJsseldelta is bijvoorbeeld uiteindelijk gekozen voor het voorkeursscenario van de burgers. Ook in het debatcentrum wordt actief het gesprek met burgers aangegaan. In het gebiedsgericht werken verbindt de provincie participatie van partners in de gebieden aan het bereiken van gezamenlijke beleiddoelstellingen. De agendering in 2005 van het onderwerp positionering van het middenbestuur is opgepakt vanuit de invalshoek van een provincie die zelfbewust en herkenbaar een positie inneemt in het maatschappelijke krachtenveld. De inzet voor een actieve doelgerichte communicatiestrategie past bij dat profiel. Met de Twentse gemeenten zijn eerste stappen gezet naar vernieuwing van de samenwerking. Binnen de provinciale organisatie is de toepassing van alternatieve geschillenbeslechting (mediation) effectief gebleken in het tegengaan van juridificering van opvattingen.
2.1.2 Ontwikkelingen
Portefeuillehouders van dit programma zijn: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid: mevrouw drs.. C. Abbenhues (gebiedsgericht werken), de heer mr. G.J. Jansen (externe betrekkingen) en de heer G.J.H. Ranter (communicatie en burgerparticipatie); Besturen met rendement; vergroten kwaliteit openbaar bestuur: de heer mr. G.J. Jansen (internationalisering), de heer J.W. Klaasen (financieel toezicht, algemeen bestuur), de heer J.G. Kristen (Grotestedenbeleid) en de heer drs.. T.W. Rietkerk (deregulering en ontbureaucratisering; Besturen met
Ontwikkelingen in relatie tot de medeoverheden In 2005 is een nieuwe discussie gestart over de positionering van het middenbestuur. Het mMinisterie van BZK zal voor de zomer van 2006 een notitie aan de Tweede Kamer sturen met daarin voorstellen voort.b.v. de kabinetsformatie na de Tweede Kamerverkiezingen van mei 2007. De provincie Overijssel benut de aandacht voor de positie van het middenbestuur om vanuit concrete maatschappelijke vraagstukken te verkennen hoe de positie van het middenbestuur scherp geprofileerd kan worden.
Ten opzichte van de programmabegroting 2005 zijn er weinig significante onverwachte ontwikkelingen te melden. De ontwikkelingen zoals geschetst in de programmabegroting hebben een meerjarig karakter en zijn op dit moment nog even actueel. Ontwikkelingen in de relatie met de samenleving Overheden realiseren zich steeds meer dat beoogde maatschappelijke resultaten alleen samen met anderen gerealiseerd kunnen worden. De rol van de overheid in de samenleving en de verhouding van de overheid tot burgers, bedrijven en andere organisaties is fundamenteel aan het veranderen. Het openbaar bestuur is in een overgangsfase: veel structuren, plannen en gebruiken zijn weliswaar ingeburgerd, maar ze zijn niet altijd meer de manier om de beste resultaten te boeken. De provincie Overijssel investeert in het ambtelijk apparaat in kwaliteit, politiek-bestuurlijke sensitiviteit, externe oriëntatie en procesmatige vaardigheden om succesvol met deze veranderingen mee te ontwikkelen en daarmee een gewaardeerde en invloedrijke factor te zijn in de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
Jaarverslag 2005
11
Dit kan uitmonden in een pleidooi om sommige rijkstaken voortaan door provincies te laten uitvoeren, maar ook kan het ertoe leiden dat bepaalde taken niet meer door de provincie zouden moeten worden gedaan. In 2006 zal de verdere gedachtevorming in Overijssel van GS, PS, maar ook met diverse maatschappelijke partners verdiept worden en zetten we via IPO en in directe ambtelijke en politieke contacten in op beïnvloeding van de landelijke discussie via IPO en in directe ambtelijke en politieke contacten. In januari 2006 zal de Wet gemeenschappelijke regelingen-plus (Wgr+) in werking treden. Ter voorbereiding daarop zijn wij sinds medio 2005 met de Twentse gemeenten in gesprek over de samenwerking tussen provincie en gemeenten.
maar de huidige regels zijn ook veel duidelijker. De doelstellingen zijn helder geformuleerd en eenduidig, uitvoeringsgerichte regels worden opgenomen in uitvoeringsbesluiten. Dat maakt helder waar het nu eigenlijk om draait en maakt uitputtend gedetailleerde bepalingen overbodig. Er is ook zo veel mogelijk gewerkt met doelvoorschriften. Er staan minder verboden in de verordening; hiervoor in de plaats is een algemene zorgplicht gekomen. Bovendien volstaat in veel gevallen een melding in plaats van een ontheffing of vergunning met bijbehorende procedure. Het doen van meldingen en aanvragen van ontheffingen of vergunningen is in veel gevallen eenvoudiger gemaakt. Op deze manier verminderen de administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen.
2.1.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bij subsidies sturen we nu meer op prestaties. We gaan zakelijk om met subsidieontvangers met zo min mogelijk rompslomp. Ontheffingstelsels zijn waar mogelijk omgezet in algemene regels. We houden voor ogen dat het uiteindelijke doel van deregulering en ontbureaucratisering is dat er meer ruimte in de samenleving meer ruimte ontstaat voor eigen verantwoordelijkheid en initiatief. Dat vraagt óók aandacht voor de kwaliteit van processen. En het Tevens geeft het een impuls aan integraal werken binnen de organisatie. De uitvoering van de diverse beleidsvelden wordt beter op elkaar afgestemd, zodat tegenstrijdige regels of hiaten worden voorkomen. In deze lijn liggen het verder doorontwikkelen van gebiedsgericht werken en de pilot omgevingsvergunning. Bovendien zijn álle processen bij milieuvergunningverlening en handhaving ISO-gecertificeerd, is of wordt er gewerkt aan 'lean production' van milieuvergunningen, zijn woningbouwprocessen op allerlei manieren versneld, zijn er eerste stappen gezet naar selectiever toezicht in de ruimtelijke ordening, is de bureaucratie in de jeugdzorg teruggedrongen en is het E-loket verder ontwikkeld.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het provinciebestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • een grotere betrokkenheid van burgers bij de thema’s die we onderhanden hebben In 2005 heeft 82% van de door de provincie ondervraagde burgers aangegeven ‘geen uitgesproken mening te hebben over de provincie’ (2004: 81%, 2003: 83%, 2002: 80%). In het afgelopen jaar zijn burgers en belanghebbenden (inter)actief betrokken geweest bij enkele grote provinciale projecten zoals onder meer het project IJsseldelta. Met het oog op de Provinciale Statenverkiezingen in 2007 staat de provincie Overijssel voor de uitdaging het profiel van en de bekendheid met het werk van de provincie en haar politici duidelijk te communiceren door strategisch gebruik van de bestaande communicatiemiddelen. • aantoonbaar minder regels en procedures; minder papier en meer concrete resultaten. Een belangrijk speerpunt het afgelopen jaar was het herijken van provinciale regelingen. Van de 170 regelingen die we op 1 januari 2005 telden was aan het eind van het jaar nog maar een derde over. Na het in werking treden van de integrale waterwet (vermoedelijk in 2007) blijven circa 25 transparante regelingen over. Er zijn nu niet alleen minder regels,
12
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Hoofddoelstelling: Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid. Prioriteiten uit de Perspectiefnota Gebiedsgericht werken
Overijssel is medio 2004 overgegaan tot provinciebrede invoering van gebiedsgericht werken (GGW). Gebiedsgericht werken is een methode om beleidsdoelstellingen van gebiedspartners als de provincie,
gemeenten en waterschappen op een praktische, samenhangende en resultaatgerichte wijze te bereiken. Gebiedsgericht werken is bovendien tevens een doorontwikkeling en verbreding van eerdere vormen van het gebiedsgericht beleid op het terrein van landbouw, natuur en milieu en de aanpak van stedelijke problematiek via convenanten met de grote steden. Met GGW werkt de provincie Overijssel nauwer samen met haar bestuurlijke partners en maatschappelijke organisaties op en tussen een groot aantal beleidsterreinen nauwer samen om problematiek die speelt op gebiedsniveau aan te pakken. Overijssel is verdeeld in 5 landelijke en 3 stedelijke gebieden. In 2005 functioneerden in alle landelijke gebieden BGO’s (Bestuurlijke Gebiedsoverleggen) op basis van een vastgesteld gebiedsprogramma. Voor de stedelijke gebieden zijn de GSB-convenanten die in 2004 zijn vastgesteld in uitvoering genomen. In stadsgesprekken en in stuur- en regiegroepen in de stedelijke netwerken zijn uitvoeringsafspraken gemaakt. Daarmee is GGW ‘vlakdekkend’ ingevoerd. Voor de landelijke en stedelijke gebieden functioneerden ambtelijke gebieds- en aanjaagteams. Er is inmiddels een aantal veelbelovende projecten in ontwikkeling en uitvoering genomen. Voorbeelden van projecten die met succes in uitvoering zijn genomen in het landelijk gebied zijn Gooiermars (met name natuur, landbouw en water), een aantal planen gebiedsuitwerkingen (bijv Azelo, Diepenheim, Weldam en Raalte Noord), gebiedsvisie Dalmsholte, integrale gebiedsontwikkeling Hezingen-Mander en het aanstellen van leefbaarheids- en gebiedsmakelaars. In de stedelijke gebieden is in het kader van het grotestedenbeleid onder andere bijgedragen aan de opvang van dak- en thuislozen en multifunctionele centra in herstructureringswijken. Voor meer specifieke informatie over resultaten van gebiedsgericht werken in het kader van GSB verwijzen wij naar het programma ‘wervende steden’, elders in dit jaarverslag. In alle gebieden is er veel waardering voor de open instelling waarmee de provincie de partners tegemoet treedt, mede door de actieve inzet van de gebiedsen aanjaagteams. Dat stimuleert ons in de verdere ontwikkeling van gebiedsgericht werken. We moeten constateren dat gebiedsgerichte projecten in het landelijk gebied zich vooral afspelen in het fysieke domein en binnen de inhoudelijke reikwijdte van het Reconstructieplan en de agenda vitaal platteland. Wij zijn bevestigd in onze mening dat gebiedsgericht werken een belangrijk instrument is
om in samenwerking met bestuurlijke en maatschappelijke partners tot uitvoering van beleid te komen dat gemeentegrens overstijgend is. Maar wij hebben ook geconstateerd dat niet alle beleidsonderwerpen via gebiedsgericht werken kunnen of moeten worden uitgevoerd. Wij hebben daarom gekozen voor een groeimodel: afhankelijk van beleidsthema, van de behoefte in eigen huis of bij anderen wordt een thema in het gebiedsgericht werken meegenomen. Vergroten burgerparticipatie
Op basis van het uitvoeringsprogramma ‘Burgerparticipatie in Overijssel’ (vastgesteld in februari 2005) worden vormen van burgerparticipatie toegepast in diverse projecten toegepast (o.a. E-provincie, het project IJsseldelta en het project Nationaal Landschap Noordoost-Twente, ruimtelijke kwaliteit, Sallandse ruimte). In het project IJsseldelta is gekozen voor het voorkeursscenario van de burger. Hieruit blijkt dat aandacht voor de betrokkenheid van burgers niet alleen bijdraagt aan het draagvlak, maar ook de kwaliteit van plannen kan verbeteren. Algemeen leeft de opvatting dat provincies te indirect met burgers te maken hebben om serieus werk te maken van burgerparticipatie. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat er wel degelijk betekenisvolle projecten zijn waar de provincie burgers direct tegenkomt, al is het vaak in samenwerking met ook andere partijen zoals gemeenten en maatschappelijke organisaties. In 2005 zijn bovendien de kansen voor een Debatcentrum Overijssel verkend. Doel van het debatcentrum is om gelegenheden te scheppen voor kwalitatief goede debatten waar burgers in debat gaan over actuele provinciale thema’s. Dit kan dan bijdragen aan de betrokkenheid van de Overijsselse bevolking bij provinciale thema’s en tegelijkertijd aan de bekendheid bij politici en ambtenaren met opvattingen en ideeën die onder burgers leven. In 2005 zijn deskundigendebatten gevoerd over “Jongerenparticipatie”’ en “Wonen en zorg voor ouderen”. Begin 2006 organiseert PS in samenwerking met het debatcentrum een publieksdebat over dat laatste thema. Het Debatcentrum Overijssel zal in 2006 op initiatief van de provincie door een onafhankelijk programmamanager worden opgericht, waarna het steeds meer op eigen benen zal moeten gaan staan. Elektronische provincie Overijssel
Eind 2005 is de nieuwe portal-website opgeleverd. Door de bundeling van informatie over de regio en van het provinciehuis is een aantrekkelijke website ontstaan die vanaf oplevering weer veel bezoekers trekt.
Jaarverslag 2005
13
Deze ontwikkeling is conform de voornemens. Per maand zijn er 38.000-42.000 hits, hetgeen evenveel is als het gezamenlijke aantal hits van de site en de portal voor de samenvoeging. De mogelijkheden voor publieke dienstverlening via het Internet zijn in 2005 zoals gepland beperkt verbeterd. Het doel van 45% E-dienstverlening aan het eind van 2005 is gerealiseerd. Alle producten en diensten van de provincie staan in een internetcatalogus die ook via www.overheid.nl te benaderen is. Overijssel doet met enkele gemeenten mee aan een proef om overheidsdiensten toegankelijk te maken op basis van postcode. Naast producten en diensten is ook het provinciale regelingenbestand ontsloten conform de richtlijnen van het Rijk (zie www.wettenbank.nl). Door de samenloop met de renovatie en de introductie van flexibele werkplekken is besloten dat de elektronische overheidsdienstverlening begint met de digitalisering van post, archivering en stukkenstroom. Daarna kan een verdere uitbouw van de dienstverlening plaatsvinden, waarbij rekening wordt gehouden met het communicatiekanaal dat de burger of het bedrijf kiest (telefoon, persoonlijk contact, post, iInternet) en daarbij behorende servicenormen. De rijksoverheid heeft in 2005 de bouwstenen voor de publieke dienstverlening via internet tot en met 2010 benoemd. Alle overheidsinstanties dienen deze geleidelijk over te nemen. De noodzakelijke visie die aan het toekomstige provinciale dienstverleningsconcept ten grondslag ligt, is in ontwikkeling. In de Perspectiefnota 2007 komen wij hierop terug.
Subdoel Gebiedsgericht werken Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Eind 2005 zijn per gebied enkele projecten gebiedsgericht in uitvoering genomen en/of gerealiseerd. Realisatie 2005 In elk gebied zijn meerdere projecten in uitvoering genomen. Enkele aansprekende projecten zijn: Integrale gebiedsontwikkeling Hezingen-Mander, Nationaal Landschap en Gebiedsfonds groene diensten, project Gebiedsperspectief voor Noordwest Overijssel, gebiedsuitwerking Azelerbeek, Sallands project Toegewijd landschap, en het aanstellen van leefbaarheids- en gebiedsmakelaars.
14
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Subdoel Vergroten van de burgerparticipatie Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Een jaarlijks met 1 procent toenemend deel van de Overijsselse bevolking kent de provincie en heeft een mening over de provincie (onderzoek ‘Imago van de provincie Overijssel’) (2004: 81 procent heeft géén uitgesproken mening over de provincie). Realisatie 2005 Uit het imago-onderzoek van 2005 blijkt dat 82% procent van de ondervraagden geen uitgesproken mening over de provincie heeft.
Subdoel Elektronische provincie Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Bij tenminste 50 procent van de ingediende projectsubsidieaanvragen is gebruik gemaakt van het on-line aanvraagformulier op het digitale loket (loket is in 2004 ingevoerd). Realisatie 2005 Is gerealiseerd. Inmiddels wordt 90% van de zorg- en cultuursubsidies (circa 70% van totaal aantal subsidieaanvragen) via Internet aangevraagd.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Regulier beleid De doelstelling van het regulier beleid, te weten taken uit de ambtsinstructie en taken als vertegenwoordiger van de provincie van de CdK, zijn conform begroting uitgevoerd. We bewaren bijzonder goede herinneringen aan het bezoek van Hare Majesteit de Koningin aan onze provincie op 21 juni 2005, in het kader van haar 25-jarig regeringsjubileum. Staphorst en Zwolle hebben zich van hun beste kant laten zien. Het thema “Economie als motor”’ kwam tijdens het bezoek goed uit de verf. Van het bezoek is een fotoboekje ‘Beatrix geniet’ opgesteld. Hierin is een aantal herinneringen vast gelegd voor de toekomst. In 2005 is een aantal stappen gezet om het communicatiedoel ‘met de juiste boodschap op het juiste moment op de juiste plaats’ te bereiken. Er zijn meer doelgerichte persberichten gemaakt voor specifieke media. Ook is er een trend om meer in vakbladen te publiceren, waarmee gerichte doelgroepen worden bereikt.
De digitalisering van de communicatie zet zich voort met ondermeer digitale nieuwsbrieven en het vervangen van personeelsadvertenties in de krant door adverteren op internet. In 2005 heeft de integratie van de site en de portal plaatsgevonden. Op www.overijssel.nl is vanaf september alle informatie te vinden van de provincie en de met haar samenwerkende partners. In de eerste maanden dat www.overijssel.nl in de lucht is, is het aantal bezoeken 42.000 per maand, wat evenveel is als het totaal aantal bezoeken aan de site www.prv-overijssel.nl en de portal www.overijssel.nl tezamen In de jaarlijkse overheidsmonitor staat de site op de 2e plaats onder de provincies. Uit het onderzoek bekendheid provincie en oordeel over de provincie bij de Overijsselse bevolking (de 5-meting van het zgn. imago-onderzoek) is gebleken dat de waardering van communicatiemiddelen als de huis-aan-huispagina Overijssel.nl, Overijssels Buiten en advertenties gemiddeld bijna een 7 is. Driekwart van de respondenten geeft een 7 of hoger. Sinds oktober zijn de gedeputeerden gestart met hun eigen weblog. De digitale dienstverlening (loketfunctie) wordt verder ontwikkeld.
Subdoel Transparante en heldere communicatie
Hoofddoelstelling: Besturen met rendement; vergroten kwaliteit openbaar bestuur. Cluster kwaliteit openbaar bestuur Prioriteiten uit de Perspectiefnota ‘De Andere Provincie’
Op basis van het reeds verzamelde materiaal en nader onderzoek is het mogelijk om een goede inschatting te maken van de reductie van administratieve lasten die we bereiken in Overijssel. Een interprovinciale benchmark op dit punt is niet mogelijk gebleken. De meting van de administratieve lastendruk wordt anders aangepakt dan in de begroting was voorzien. Dit onderzoek wordt eind 2006 uitgevoerd. Een andere mijlpaal dit jaar was de Overijsselse Top Andere Overheid op 15 september. Deze bestuurlijke werkconferentie was een gezamenlijk initiatief van Gedeputeerde Staten en de VNG-afdeling Overijssel. Op tafel lagen 35 concrete voorstellen om de bureaucratie te verminderen. De aanwezige bestuurders kozen zeven voorstellen uit en spraken af zich in 2006 in te zullen zetten om het voorstel te realiseren. Voor het overige verwijzen wij naar de toelichting bij het ijkpunt “Aantoonbaar minder regels en procedures”.
Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Relatie met andere overheden
Indicator 100 Procent van de voorstellen die aan GS ter besluitvorming worden voorgelegd, is voorzien van een communicatieparagraaf. Realisatie 2005 Gerealiseerd. De slag die nog moet worden gemaakt is dat de communicatieparagrafen een strategischer karakter krijgen.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Er zijn 332 persberichten verzonden (incl. een aantal naar geselecteerde media) en 1254 persvragen beantwoord.
In november 2005 heeft de Eerste Kamer, na een uitvoerige voorbereiding en een kritisch debat, de Wijzigingswet Wgr-plus aangenomen. De wet is per 1 januari 2006 in werking getreden. Vanaf het najaar 2005 is overleg gevoerd met bestuurders uit Twente met het doel de komst van de Wgr-plus te benutten om de samenwerking tussen de provincie en de Twentse gemeenten te verbeteren. De beleidsagenda voor Twente is in de afgelopen jaren rijk gevuld, maar het ontbreekt aan voldoende gezamenlijk commitment en vooral aan uitvoeringskracht. Daarom is vanaf het najaar 2005 een nieuw samenwerkingsmodel ontwikkeld, waarvan de hoofdlijnen in februari 2006 aan de gemeenteraden en aan Provinciale Staten ter instemming worden voorgelegd. In dit samenwerkingsmodel wordt voor een select aantal projecten verplichtende afspraken gemaakt over een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de projectorganisatie en over de financiële inbreng van betrokken partijen.
Jaarverslag 2005
15
Modern toezicht
In 2005 zijn een tweetal bijeenkomsten met gemeenten georganiseerd over modernisering van het toezicht. Hierbij stond de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten centraal. Verder is in de provinciale organisatie de wijze van het toezicht in 2005 geëvalueerd in het kader van modern toezicht en de takendiscussie. Hierbij zijn nieuwe methodieken voor de uitvoering van toezicht naar voren gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat eind 2005 een systematiek van risico-analyse is ontworpen, waarmee in 2006 zal worden geëxperimenteerd. Met deze risico-analyse kan de financiële toezichtsverantwoordelijkheid doelmatiger worden uitgevoerd. Bovendien zal mede hiermee de aandacht gericht kunnen worden op die onderdelen van gemeentebegrotingen waar de grootste risico’s in zitten. Internationalisering
De relevantie van de EU voor de provincie neemt nog altijd toe. In 2005 is de sterke profilering van Overijssel in samenwerking met Gelderland via het Huis der Nederlandse Provincies (HNP) in Brussel voortgezet, o.a. door actief bij te dragen aan de lustrumconferentie van het HNP. Bestuurlijk is de betrokkenheid geïntensiveerd. Bestuurders gaan regelmatig naar Brussel en de Commissaris van de Koningin is door zijn voorzitterschap van de Nederlandse delegatie intensief betrokken bij het Comité van de Regio’s. Samen met Gelderland vormt Overijssel de verbinding tussen West-Nederland en Midden-Duitsland. Overijssel zet zich samen met Gelderland en Limburg in voor een gezamenlijke agenda met NoordrijnWestfalen (NRW) en de Bezirke aan de Nederlandse grens. Verwacht wordt dat in januari 2006 daadwerkelijk een bestuurlijke overeenkomst kan worden aangegaan, waarna op diverse terreinen aan een inhoudelijk samenwerkingsprogramma kan worden gewerkt. Het proces van totstandkoming van de agenda is o.a. vertraagd vanwege de deelstaatverkiezingen in Noordrijn-Westfalen. In januari 2005 is de startconferentie `Twente in internationaal perspectief’ georganiseerd. Met vele bestuurlijk en maatschappelijke partners uit Twente en Duitsland is daar een aantal actiepunten afgesproken, die verschillende partijen in 2005 ter hand hebben genomen. In maart 2006 wordt aan deze conferentie een vervolg gegeven door het commitment van diverse bestuurders op concrete actiepunten af te spreken.
16
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Nieuwe input is te verwachten vanuit internationale aspecten van de Innovatieroute, die in december door het Innovatieplatform Twente aan de MinisterPresident is aangeboden, en een onderzoek naar de ontwikkelingskansen van de ‘A1-corridor’ van de Randstad tot Berlijn/Stettin (Westpommeren, Polen). In 2005 zijn de samenwerkingsmogelijkheden met de Poolse provincie Westpommeren uitgebreid onderzocht. In juni is een Poolse delegatie in Overijssel ontvangen en in oktober heeft een delegatie van PS een oriënterend werkbezoek gebracht aan Westpommeren. Er is aan weerskanten groot enthousiasme ontstaan voor nadere samenwerking. Die samenwerking zal zich vooral richten op de volgende thema’s: innovatie en onderwijs, economische ontwikkeling van het platteland en vervoer en infrastructuur. In 2006 beoogen we een formele samenwerkingsovereenkomst te tekenen en een inhoudelijk werkprogramma op te stellen, dat elk jaar wordt vernieuwd. Overijssel is in 2005 voor een jaar voorzitter geworden van de Nieuwe Hanze Interregio (NHI), waarin Friesland, Groningen, Drenthe, Nedersaksen, Bremen en Overijssel samenwerken. Dit voorzitterschap mondt in 2006 uit in een werkconferentie over handelsbetrekkingen en clusters tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland. Verder zal in 2006 een bezoek van de minister-president van Nedersaksen plaatsvinden, waarbij de toekomst van de NHI zal worden verkend in het licht van de nieuwe structuurfondsen-periode. Vanuit PS is samen met parlementariërs uit andere provincies het initiatief genomen tot een jaarconferentie in september, die voor het laatst in 2002 is georganiseerd.
Subdoel ‘De Andere Provincie’ Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator In 2007 behoort de provincie Overijssel tot de drie provincies met de minste administratieve lasten in de meting van het Rijk met IPO en VNG (in 2004/2005 wordt nulmeting uitgevoerd) Realisatie 2005 Besloten is om eind 2006 een onderzoek (1-meting) te doen. Een interprovinciale benchmark op dit punt is niet mogelijk gebleken.
Subdoel Relatie met andere overheden: bovenlokale sturing Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Een door de provincie in 2005 vastgesteld voorstel over taakdifferentiatie tussen provincie en Regio Twente. Realisatie 2005 In 2005 is geen voorstel voor taakdifferentiatie opgesteld omdat het Eerste Kamerdebat over de Wgr-plus vertraagd is.
Subdoel Relatie met andere overheden: modern toezicht Wettelijk beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator In 2005 zijn er geen gemeenten die op grond van overschrijding van de indieningtermijn van de begroting onder preventief toezicht vallen (2004 = 3). Realisatie 2005 In 2005 is voor geen enkele gemeente het preventief toezicht van toepassing verklaard op grond van de overschrijding van de indieningstermijn van de begroting 2006. Voor één gemeente zal het preventieve toezicht gelden op grond van overschrijding van de termijn voor de jaarrekening.
Subdoel Versterking internationale oriëntatie Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Een gezamenlijke agenda in 2005 voor grensoverschrijdende samenwerking met Noordrijn-Westfalen. Realisatie 2005 Met betrokken partners zijn voorbereidingen gestart. In januari 2006 vindt bestuurlijke besluitvorming plaats over strategische agenda op hoofdlijnen, waarna deze verder geconcretiseerd zal worden. Het proces van totstandkoming van de agenda is o.a. vertraagd vanwege de deelstaatverkiezingen in NoordrijnWestfalen.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet met uitzondering van de Bestuurskrachtmonitor omdat te weinig gemeenten gebruik wilden maken van het aanbod van de provincie.
Regulier beleid Het reguliere beleid is conform begroting uitgevoerd. Wij noemen • Effectieve samenwerking tussen provincie en gemeenten is in 2005 uitgevoerd o.a. door diverse bezoeken van GS aan colleges van B&W en het management van de provincie aan het management van gemeenten. • Adviseren over gemeentelijke en/of provinciale grenswijzigingen. In 2005 is de administratieve afhandeling (kadastrale gegevens) van de herindeling afgewikkeld. • Intensivering van de samenwerking OverijsselGelderland heeft vooral gestalte gekregen op het terrein van de internationale samenwerking en lobby. • Inwerkingtreding per 1-1-2005 van de herindeling Deventer-Bathmen. • Verbeteren archiefzorg: in 2005 is begonnen met het opstellen van een nieuw archievenoverzicht. Dit zal in 2006 klaar zijn. Provinciale Staten hebben in 2005 een werkconferentie “De Andere Staten” georganiseerd. De belangrijkste les van de conferentie is dat de Staten over voldoende instrumenten beschikken om hun rol in het duale bestel te vervullen en dat het er op aan komt deze instrumenten beter in te zetten. De actiepunten zijn verwerkt in het werkplan van de Staten voor 2006. De commissie beleidsevaluatie heeft in 2005 in opdracht van PS twee onderzoeken laten uitvoeren: Een onderzoek naar de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in Overijssel en een onderzoek naar de effectiviteit van de besteding van Europese subsidies in de periode 2000-2004 in Overijssel. De belangrijkste conclusie uit het onderzoek naar de realisatie van de EHS is dat Overijssel de doelen in 2018 niet zal realiseren bij voortzetting van het huidige beleid en de huidige inzet van middelen niet zal realiseren. De commissie doet vier aanbevelingen om het proces te versnellen: veranker de regiefunctie van de provincie, veranker de EHS-doelstellingen bij het ontwikkelen van gebiedsdoelstellingen, intensiveer de inspanningen gericht op meer particulier natuurbeheer en wees scherp in de onderhandelingen in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). De belangrijkste conclusie uit het onderzoek naar de effectiviteit van de Europese subsidies is dat de commissie op de onderzoeksvraag slechts een indicatief antwoord kan geven. Dit hangt deels samen met de
Jaarverslag 2005
17
fase waarin veel projecten zich bevinden, de beperkte omvang van de projecten in verhouding tot de brede provinciale doelstellingen en de versnippering van de thema’s en gebieden, maar meer ook met de algemeenheid van de provinciale doelen. De commissie beveelt aan pro-actief de discussie aan te gaan met de belangrijkste betrokken partijen in de regio’s aan te gaan over de inzet van de Europese middelen in de periode 2007-2013. We onderscheiden drie prioriteiten: mobiliteit, leefomgeving en internationale samenwerking, op grootschalige sleutelprojecten en op gebiedsgerichte of thematische benadering. In het eerste kwartaal van 2006 nemen PS besluiten naar aanleiding van beide onderzoeken. In 2005 is de Rekenkamer Oost-Nederland van start gegaan, een samenwerkingsverband met de provincie Gelderland.De organisatie is opgebouwd en het eerste onderzoek is van start gegaan (naar wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Overijssel).
Subdoel Ondersteuning van PS bij effectieve invulling van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van PS. Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Tevredenheid van Provinciale Staten. In 2005 wordt dit onderzocht. Realisatie 2005 De griffier heeft op 31 augustus 2005 over de eerste helft van 2005 verantwoording afgelegd aan het presidium over de voortgang van de uitvoering van het werkplan van de staten. Het presidium heeft met tevredenheid geconstateerd, aan de hand van de voorgelegde 2e MARAP, dat de afgesproken prestaties en activiteiten op schema liggen. In de tweede helft van 2005 zijn de activiteiten grotendeel verder uitgevoerd. Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Hoofddoelstelling: Besturen met rendement; een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur. Prioriteiten uit de Perspectiefnota Takendiscussie
De implementatie van de takendiscussie ligt op schema. In 2005 zijn de benodigde stappen gezet, om met ingang van 2007 de beoogde doelstellingen te realiseren. Herijking financiële en subsidierelaties
Alle subsidierelaties zijn getoetst aan het nieuwe toetsingskader en zo mogelijk aangepast aan de systematiek van stroomlijning en sturing. Op basis van de systematiek van Stroomlijning & Sturing is de Algemene Subsidie Verordening Overijssel aangepast. Tevens zijn de beleidsinhoudelijke uitgangspunten voor subsidieverlening opgenomen in het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005. Naast het neerleggen van de juridische basis en het verbeteren van het interne werkproces, is er ook gewerkt aan de beweging tot verandering bij de instellingen en organisaties in het maatschappelijke middenveld. Want deze organisaties zijn voor ons een belangrijke partner bij de uitvoering van de beleidsdoelen en het bereiken van de beoogde resultaten. Een groot aantal organisaties heeft de omslag naar prestatiegerichte subsidieverlening al kunnen maken voor 2006. Anderen zijn er mee bezig voor 2007 of kort daarna. Zo is de basis gelegd voor versterking van de relatie tussen provinciale beleidsdoelen en inzet van publieke middelen en daarmee van verzakelijking van de subsidierelaties. Stroomlijning vergunningverlening en handhaving
Het project ‘Stroomlijning Vergunningverlening en Handhaving’ heeft binnen de ambtelijke organisatie tot een verdere implementatie van kwaliteitszorg geleid. Eind 2005 is de provincie Overijssel, als eerste provincie in Nederland, gecertificeerd conform de norm NEN-EN-ISO 9001: 2000 voor alle vergunningverlenings- en handhavingsprocessen. Daarnaast is een uniform bedrijfsvoeringsysteem geïmplementeerd voor een integrale bedrijfsvoering. De in 2004 geïntroduceerde risicomatrix, om werkzaamheden te kunnen beoordelen en te prioriteren ter toewijzing van mens en middelen, is in 2005 herzien op basis van de opgedane ervaringen. Deze risicomatrix was de basis voor het integrale Jaarplan
18
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
‘Vergunningverlening en Handhaving 2006’, waarin ondermeer is bepaald wat moet worden verstaan onder de term ‘adequate vergunningverlening en handhaving’. Verder is in 2005 nadrukkelijk geëxperimenteerd met het instrument ‘communicatie’ teneinde ‘normconform’ gedrag te bevorderen, evenals het transparant maken van de werkzaamheden. Om te voldoen aan de taakstelling ‘vergunningverlening en handhaving’ is de projectorganisatie diverse trajecten gestart om de werkprocessen verder te stroomlijnen en te standaardiseren, ter verhoging van de efficiency en effectiviteit. Hierbij wordt hoog ingezet op de promotie van elektronische dienstverlening, die intern ook een snellere afhandeling van de processen mogelijk maakt. Verder wordt er bijvoorbeeld binnen de handhaving gewerkt met gestructureerde ‘toezichtplannen’, waarin de specifieke toezichtessenties binnen een branche of voor een activiteit worden benoemd op basis waarvan er meer effectief en efficiënt toezicht kan worden uitgeoefend. De VROM-inspectie heeft een onderzoek gedaan naar de wijze waarop de provincie haar VROM-taken -van beleid, programmering tot uitvoering- verricht. De conclusie is dat de provincie Overijssel over het algemeen haar VROM-taken goed uitvoert. Het project heeft er toe bijgedragen dat de verschillende werkzaamheden voor vergunningverlening en handhaving ter ondersteuning van de verschillende (hoofd)doelstellingen onder de programma’s ‘Milieu’, ‘Water’ en ‘Landbouw’ efficiënter, effectiever en transparanter worden uitgevoerd. Transparante beleidsvoorbereiding en -verantwoording (beleidsinformatie)
In de provinciale organisatie wordt op verschillende plaatsen en voor uiteenlopende beleidsdoelen beleidsinformatie verzameld en geanalyseerd. We willen slagvaardiger opereren op het gebied van interne en externe informatieverstrekking. Vanuit die doelstelling is door de organisatie een plan van aanpak opgesteld. Uitgangspunten zijn een efficiënte verzameling en verwerking van gegevens en een bundeling van de bestaande kennis en kunde. Er wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van externe aanbieders van gegevens. Het opzetten van een provinciebreed monitoringsysteem in 2005 is te ambitieus gebleken. Op onderdelen zijn echter belangrijke stappen gezet. De
introductie van het systeem voor subsidieverlening is na enige aanloopproblemen succesvol verlopen. De in 2005 ontwikkelde functionaliteit wordt in 2006 verder uitgebreid en breder in de organisatie ingevoerd. Voor het monitoren van de voortgang van de Reconstructie (en in de toekomst ILG) is na de zomer gewerkt aan een monitoringsinstrument. De ingebruikname verwachten we in het eerste kwartaal van 2006. Voor alle budgethouders is het bovendien mogelijk om via Intranet de budgetten te volgen en de uitvoering en uitputting te bewaken.
Subdoel Takendiscussie Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Het volgens planning uitvoeren van het implementatieplan takendiscussie. Realisatie 2005 Implementatie op schema.
Subdoel Herijken financiële en subsidierelaties Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Alle subsidierelaties zijn getoetst aan het nieuwe toetsingskader en zo mogelijk aangepast aan de toetsingsnormen. Realisatie 2005 Gerealiseerd
Subdoel Stroomlijnen vergunningverlening en handhaving Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Adequate veiligheidsvoorschriften in 100 procent van de vergunningen voor risicovolle bedrijven in 2005(1. Realisatie 2005 93 %
(1 Van de 34 risicobedrijven is de stand van zaken op 24 april 2004 als volgt: in 9 gevallen zijn de veiligheidsrichtlijnen actueel en volledig opgenomen; in 4 gevallen zijn de juiste veiligheidsrichtlijnen overgenomen doch zijn de voorschriften niet geheel actueel; in 6 gevallen zijn de juiste veiligheidsrichtlijnen gehanteerd doch is er, blijkens jurisprudentie, te globaal naar verwezen; in 14 gevallen is sprake van verouderde en eventueel incomplete en/of te globale veiligheidsvoorschriften; hieronder vallen onder andere 7 vuurwerkopslagbedrijven waar, zolang de vergunning niet is aangepast aan het Vuurwerkbesluit, geen opslag van vuurwerk mag plaatsvinden; in 1 geval zijn voor een bepaalde activiteit nog geen veiligheidsvoorschriften opgenomen. Alle veiligheidsvoorschriften van bovenstaande bedrijven zijn/worden in de periode 2004-05 aangepast.
Jaarverslag 2005
19
Subdoel Transparante beleidsvoorbereiding en –verantwoording (P&C)
Subdoel Juridische kwaliteitszorg en alternatieve geschillenbeslechting
Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator In 2005 is een geïntegreerd monitoringsysteem gereed ten behoeve van meting van de uitvoering van het beleid in 2006 (doelstelling-/effectmeting).
Indicator Het percentage bezwaarmakers dat geen beroep instelt tegen de beslissing op bezwaar staat per 2007 op 90 procent (2004 = 50 procent; oorzaak: tegen beslissing Flora/Faunawet werd zonder meer beroep ingesteld)
Realisatie 2005 Het opzetten van een provinciebreed monitoringsysteem in 2005 is niet gerealiseerd.
Regulier beleid De doelen van het regulier beleid zijn gerealiseerd. We noemen de inzet van het Actiefonds om flexibel in te spelen op onvoorziene kansen en de behandeling van 172 bezwaarschriften, 3 administratieve beroepen, 14 klachten en 11 voorzieningen op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Geen beroep tegen beslissing op bezwaar
90 80 70 60 50 40 30 20 10 . m ge
05 20
20 04
03 20
01
0
20 02
20
20 0
99 19
19 98
19 9
7
0
Het door betrokken partijen gezamenlijk laten oplossen van juridische geschillen (o.a. via mediation) blijkt ook in 2005 goed aan te slaan. Bezwaarmakers, klagers en andere betrokkenen zijn daar in grote mate enthousiast over; alle reden om hier ook in 2006 mee door te gaan. De huidige bezwaarschriftenregeling maakt dit ook optimaal mogelijk. Zo’n één op de vijf bezwaarschriften doorloopt nog de volledige juridische procedure. Bijkomstige effecten zijn een beter imago van de provincie, een meer extern gerichte oriëntatie van medewerkers en minder juridische vervolgprocedures bij de rechter.
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Wij hebben hiertoe de volgende instrumenten ingezet: - alternatieve oplossingsmethoden zoals het zoeken naar een oplossing via ambtelijk en/of bestuurlijk overleg en mediation - toelichting van het bestreden besluit ter zitting door de vakafdeling - goed gemotiveerde beslissingen op de bezwaarschriften Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
100
20
Realisatie 2005 In 2005 is het percentage 85%.
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Bestuur
Vergroting sociale en maatschappelijke betrokkenheid Besturen met rendement - vergroten kwaliteit openbaar bestuur Besturen met rendement - een effectief, toegankelijk en doelmatig bestuur
Totaal programmakosten bestuur
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
81
2.859
-2.778
78
2.578
-2.500
278
85
6.997
-6.912
98
6.799
-6.701
211
238
460
-222
284
2.152
-1.868
-1.646
–––––––– 404
–––––––– 10.316
–––––––– -9.912
–––––––– 460
–––––––– 11.529
–––––––– -11.069
–––––––– -1.157
–––––––– 404
7.397 5.947 –––––––– 23.660
-7.397 -5.947 –––––––– -23.256
–––––––– 460
6.668 5.226 –––––––– 23.423
-6.668 -5.226 –––––––– -22.963
729 721 –––––––– 293
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
––––––––
10 –––––––– 10
-10 –––––––– -10
––––––––
2 –––––––– 2
-2 –––––––– -2
Secundaire voorziening Statenleden Totaal ten laste van voorzieningen
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Bestuur Toegerekende apparaatskosten Bestuur Totaal programma Bestuur
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Begroot
Gereal.
Actiefonds Overijssel Reserve renovatie provinciehuis
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
100
100 1.660
0 1.660
Verschil
––––––––
0 1.660
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4
Jaarverslag 2005
21
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen. Vergroting sociale en maatschappelijke betrokkenheid Het belangrijkste verschil heeft betrekking op de lagere bestedingen voor beleidsinformatie (€ 172.000). Het opzetten van een provinciebreed systeem voor monitoring in 2005 is te ambitieus gebleken. Voor subsidieverlening, vergunningverlening en handhaving en Reconstructie zijn overigens al wel belangrijke stappen gezet op het gebied van monitoring. Verder is in 2005 het geplande organisatiebrede onderzoek naar een betere organisatie van de beleidsinformatieen –controlefunctie nog niet afgerond. Dat zal in het eerste kwartaal van 2006 gebeuren. Daarnaast zijn de kosten voor de integratie van de provinciale website en de portal tot www.overijssel.nl lager uitgevallen (€ 50.000) en is er minder beroep gedaan op het beschikbare procesgeld voor de uitvoering van het gebiedsgericht werken (€ 45.000). Besturen met rendement – vergroten kwaliteit openbaar bestuur Het verschil heeft voor het grootste deel betrekking op de lagere bestedingen voor ondersteuning van Provinciale Staten. Er is minder besteed aan faciliteiten voor de fracties (€ 109.000) en het beschikbare opleidingsbudget voor Provinciale Staten is voor een groot deel niet benut (€ 44.000). Het resterende verschil (€ 60.000) betreft diverse geringe afwijkingen.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: Jaarresultaat 2005 (PS Besluit) Bijdrage Noodhulp Pakistan
22
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
€ 100.000
Besturen met rendement – een effectief, toegankelijk en doelmatig openbaar bestuur De kosten van de tijdelijke huisvesting, in het kader van de renovatie van het provinciehuis, zijn in de begroting als investering opgenomen. Op basis van BBV-voorschriften mogen deze kosten niet geactiveerd worden en zijn derhalve in de rekening als programmakosten geboekt en vervolgens ten laste van de bestemmingsreserve Renovatie provinciehuis gebracht. Het gaat om een bedrag van € 1.660.000.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.1.70.50 Renovatie provinciehuis Tijdelijke huisvesting tijdens renovatie (mutatie in reserve)
€ 1.660.000
Personeelsgebonden kosten In de begroting is de inzet van medewerkers voor specifieke programma’s en projecten binnen dit programma geraamd als totaalpost (€ 640.000). In werkelijkheid hebben deze medewerkers hun inzet verantwoord op de beleidsproducten waaraan zij hebben bijgedragen.
Jaarverslag 2005
23
24
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.2 Programma Economie en innovatie 2.2.1 Inleiding Wij richten ons op de groei van de werkgelegenheid in Overijssel. De provincie creëert zelf geen werkgelegenheid, maar kan wel belemmeringen wegnemen en goede voorwaarden creëren voor de groei van de werkgelegenheid. Wij richten ons op ruimte voor ondernemen (onder andere de herstructurering van bedrijventerreinen en vermindering van regelgeving voor bedrijven), innovatie (zoals het innovatieve Landsdeel Oost), het verbeteren van het functioneren van de regionale arbeidsmarkt (onder andere voortijdig schoolverlaters), recreatie en toerisme. Speerpunten zijn de maakindustrie en het MKB. Door product- en marktinnovatie en het creëren van clusters en netwerken moeten MKB en maakindustrie in staat worden gesteld de motor te zijn en te blijven voor de Overijsselse economie Verder behoren de Europese programma’s en aandeelhoudersschap nutsvoorzieningen tot dit programma. De analyse van de bedrijvigheidsplannen heeft duidelijk gemaakt dat over het algemeen het streekplan niet de beperking is voor de toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen. Het onderwerp revitalisering heeft in de bedrijvigheidsplannen te weinig aandacht gekregen, terwijl duidelijk is dat er in Overijssel een aanzienlijke opgave is. In 2005 zijn 4 subsidies verstrekt aan gemeenten die herstructureringsprojecten gaan uitvoeren. Het tempo waarmee de opgave wordt opgelost is te laag. Met Provinciale Staten zal in 2006 worden gesproken over een intensivering van de inzet op dit onderwerp op korte en lange termijn. Eind 2005 presenteerde het Innovatieplatform Twente haar agenda. Aan de agenda is een investeringsprogramma gekoppeld. Voor de realisatie van dit programma zal de provincie om een bijdrage worden gevraagd. In de regio IJssel-Vecht worden in Kennispoort bedrijfsleven en onderwijsinstellingen gestimuleerd tot een betere samenwerking. De problematiek rondom de voortijdig schoolverlaters blijft onze aandacht vragen. In december vond de kick-off plaats van het project Mentoring. In het project vormen mentoren samen met de studenten van de ROC's koppels die elkaar wekelijks treffen. Dit project is een aanvulling op de bestaande hulp die scholen gewoonlijk geven aan hun leerlingen, gericht
op de individuele begeleiding van jongeren. De KITO-regeling is afgesloten. De regeling richtte zich op fysieke kwaliteitsverbetering en is succesvol geweest. Met Provinciale Staten zal worden gesproken over de specifieke aandachtspunten van toekomstige subsidieregelingen. Portefeuillehouder van dit programma is mevrouw drs. C. Abbenhues. Voor de doelstelling ‘Het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energieen drinkwatervoorziening via de aandeelhoudersschappen in Essent en Vitens’ is de heer P. Jansen portefeuillehouder.
2.2.2 Ontwikkelingen Landelijke ontwikkelingen Op rijksniveau is de nota ‘Pieken in de Delta’ definitief vastgesteld en is aan de nota een uitvoeringsprogramma gekoppeld. Voor het landsdeel Oost is voor de periode 2007 – 2010 in totaal € 23 miljoen beschikbaar. Er wordt een landsdelige programmacommissie opgericht, waarin ook de provincie zal zijn vertegenwoordigd. Deze commissie zal adviseren over de besteding van de middelen. De vooruitzichten voor de Nederlandse economie zijn redelijk positief. In het kwartaalbericht van december 2005 raamde De Nederlandsche Bank de groei voor 2005 op 0,8%, voor 2006 wordt de groei geraamd op 2,2%. Of dit percentage ook daadwerkelijk wordt gehaald is afhankelijk van de consumentenbestedingen en mondiale ontwikkelingen als de olieprijs.
2.2.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou gaan kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op zijn bijdrage aan: • een werkgelegenheidsontwikkeling die beter is dan het landelijke gemiddelde
Jaarverslag 2005
25
Werkloosheid (niet werkzoekenden)
percentage
Provincie Overijssel Volgens de laatste ramingen van het aantal arbeidsplaatsen zal Overijssel goed profiteren van het aantrekken van de economie. De ramingen laten zien dat er een einde is gekomen aan de daling van het aantal arbeidsplaatsen. Voor 2005 wordt verwacht dat de werkgelegenheid in Overijssel zich conform het Nederlands gemiddelde ontwikkeld, er is geen sprake van groei noch van een afname. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn gematigd positief. Er is sprake van een lichte groei (tot 2% per jaar). De werkgelegenheid in Overijssel zal zich volgens ramingen de komende jaren beter dan het landelijke gemiddelde ontwikkelen.
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2002
2003
Nederland
2004
2005
2006
(raming)
(raming)
Overijssel
percentage
Werkgelegenheid (aantal arbeidsplaatsen)
Hoofddoelstelling: Ruimte bieden voor ondernemen
4 3 2
Prioriteiten uit de Perspectiefnota 1
Herstructureringsprojecten
0 -1 -2 2000
2001
2002
2003
2004
Nederland
2005
2006
(raming)
(raming)
Overijssel
NB: door wijzigingen in de wijze van gegevensverzameling kunnen cijfers afwijken van eerdere begrotingsdocumenten.
In tegenstelling tot de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen, is de ontwikkeling van de werkloosheid in Overijssel de komende jaren minder positief dan het Nederlands gemiddelde. Het Nederlands gemiddelde laat een stabilisatie zien, terwijl de Overijsselse werkloosheid nog een duidelijke toename laat zien. Er is hier duidelijk sprake van een trendbreuk met de voorafgaande jaren. De ontwikkeling in Twente en dan met name in Enschede baart ons de meeste zorgen. Het daar ingezette werkgelegenheidsoffensief moet daarom, samen met de regionale partners, met kracht worden voortgezet.
26
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
De provincie spoort gemeenten en bedrijven aan om concrete herstructureringsprojecten in uitvoering te hebben. De provincie levert een financiële bijdrage via een herstructureringsregeling. Wij financieren en nemen deel in de projectuitvoering van herstructureringsprojecten. In 2004 stond het opstellen van masterplannen centraal. In 2005 is de nadruk gelegd op de uitvoering van projecten. We hebben vier nieuwe projecten in de gemeenten Hardenberg (Rollepaal), Enschede, Deventer en Rijssen-Holten gefinancierd die momenteel in uitvoering zijn. Alle partijen (bedrijfsleven, gemeenten, provincie) constateren dat we met de huidige beschikbare middelen de totale herstructureringsopgave in Overijssel niet kunnen invullen. We zijn in discussie met Provinciale Staten over inzet en ambitie op dit onderwerp op korte en lange termijn. Regionaal Bedrijventerrein Twente
In lijn met de begroting is het Regionaal Bedrijventerrein (RBT) in 2005 opgericht. Er is een gemeenschappelijke regeling in het leven geroepen, waardoor het RBT de status heeft gekregen van een openbaar lichaam. Bovendien is de noodzakelijke streekplanherziening doorgevoerd. Vanwege een bezwaarprocedure loopt het project vertraging op. Momenteel ligt de zaak voor bij de Raad van State.
wikkelingen leiden binnen twee à drie jaar tot een werkgelegenheidsgroei van ongeveer 910 directe arbeidsplaatsen.
Subdoel Herstructurering van bedrijventerreinen Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal bedrijventerreinen waarvoor nieuwe herstructureringsprojecten zijn opgestart (aantal bedrijventerreinen) realisatie 2004 -
begroting 2005 1
realisatie 2005 4
begroting 2006 3
De doelstelling van het regulier beleid zijn in lijn met de begroting gerealiseerd. Het betreft: • Voldoende marktgerichte locaties van voldoende kwaliteit bieden • Belemmeringen die de groei van bedrijven in de weg staan • Het Overijssels ondernemingsklimaat promoten, versterken en nieuwe bedrijvigheid aantrekken Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Regulier beleid
Hoofddoelstelling: Stimuleren van het innovatief vermogen.
Nieuw perspectief Twente
Mede in het licht van de sluiting van de militaire vliegbasis, heeft het Ministerie van Defensie besloten om een Human Resource Management Service Centrum in Enschede te vestigen. Dit centrum zal zich tot een omvang van ca. 600 arbeidsplaatsen ontwikkelen. In nauwe samenwerking met de gemeente Enschede spannen wij ons in voor de herontwikkeling van vliegveld Twente tot een commerciële burgerluchthaven, waar ook ruimte zal zijn voor luchthavengebonden werkgelegenheid. De continuering van de burgerluchtvaart in 2006 en 2007 (overgangsjaren totdat de aanwijzing als militair vliegveld wordt ingetrokken) is in december 2005 veiliggesteld. Vrijwel alle gemeenten hebben bedrijvigheidsplannen bij ons ingediend. Uit de analyse komt naar voren dat er slechts voor een aantal gemeenten een knelpunt in het streekplan is, om aan de toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen te voldoen. Door ons is verder geconstateerd dat er in de bedrijvigheidsplannen weinig aandacht is geschonken aan de herstructurering van bedrijventerreinen. Voor het overleg tussen gemeenten en provincie is recent een bedrijfslocatiemonitor ontwikkeld. Aan de hand van dit model kan de programmering van bedrijventerreinen een goede impuls krijgen. Oost NV richt zich mede in opdracht van de provincie op de acquisitie van nieuwe bedrijvigheid. Oost NV is in dit opzicht succesvol. Vooral service- en assemblagebedrijven hebben gezorgd voor nieuwe arbeidsplaatsen en investeringen in Overijssel. Zo vestigden zich afgelopen jaar 32 nieuwe bedrijven in Overijssel, waren er 5 bedrijfsuitbreidingen, konden 2 bedrijven behouden blijven in de provincie en werd er voor € 42 miljoen geïnvesteerd. Al deze ont-
Innovatie is de sleutel voor economische groei en werkgelegenheid. Zonder innovatie verliest het MKB zijn concurrentievermogen en daarmee gaat werkgelegenheid verloren. De provincie draagt bij aan een innovatief klimaat en stimulering van innovaties, door bedrijven uit te dagen en voorwaarden te scheppen voor betere beschikbaarheid van kennis in netwerken en clusters. Prioriteiten uit de Perspectiefnota Prioriteiten zijn de uitvoering en ontwikkeling van Kennisbeleid Oost (Triangle), Kennispark Twente, Kennispoort Zwolle, een open breedbandinfrastructuur en het vergroten van het innovatieve vermogen van het MKB. In 2005 heeft het innovatieplatform Twente de Twentse Innovatieroute gepresenteerd, met hierin opgenomen een investeringsprogramma. Hiermee hebben zij invulling gegeven aan de opdracht van de stuurgroep Netwerkstad. Onderdeel van de agenda is het opzetten van een regionaal innovatiefonds. De provincie Overijssel heeft zich gecommitteerd aan de agenda door het aangaan van een inspanningsverplichting om middelen voor het innovatiefonds te vinden. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de bijdrage vanuit de regio Twente. De Overijsselse invulling van het kennisbeleid Oost is organisatorisch gereed. De inrichting van de Triangle is klaar en hiermee anticipeert Landsdeel Oost op de uitvoering van de rijksnota Pieken in de Delta. Een belangrijk element is het generen van majeure projecten die bijdragen aan de nationale economische ontwikkeling. In 2005 zijn
Jaarverslag 2005
27
twee van deze projecten in uitvoering genomen (Microdruppels en T-Xchange). Inmiddels is bekend dat de vijf in 2005 ingediende projectenvoorstellen door EZ zijn goedgekeurd, resulterend in een subsidie van € 5,7 miljoen. Het voor de cofinanciering benodigde bedrag is door PS beschikbaar gesteld vanuit het actiefonds 2005.
worden er aan het eind van de projectperiode (2007) 800 directe en een veelvoud (3 à 5 keer zoveel) aan indirecte arbeidsplaatsen gerealiseerd. Voorbeelden van gesubsidiëerde innovatieve projecten zijn het Laser Applicatie Centrum, een kermisattractie met een waterkussen en het Industrial Design Centre.
Kennispark kent 3 sporen: - Het ruimtelijk spoor, dat wordt getrokken door de gemeente Enschede en de UT. - Kennisvalorisatie, hierin wordt door de drie partners samengewerkt. Er is voortgang geboekt met projecten die invulling geven aan deze doelstelling. Om tot een versnelling te komen dient een uitvoeringsorganisatie te worden opgesteld. Over de organisatorische inbedding van deze organisatie wordt in 2006 een beslissing genomen. - Flankerend beleid vanuit de provincie. De beoogde doelstellingen worden behaald.
Subdoel Stimuleren van activiteiten tussen ondernemers en strategische partners (kennisinstellingen)
Vanuit Kennispoort Zwolle wordt een onderzoek uitgevoerd naar de innovatiebehoefte in de regio. Daarbij wordt ook onderzocht op welke wijze aangesloten kan worden bij de ontwikkelingen binnen de Triangle (food, health & technology). Onder Kennispoort zijn kenniskringen actief, waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken aan specifieke thema’s zoals zorg en juridische dienstverlening.
Subdoel Gebruik breedbandnetwerk verbeteren
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal vestigingen op Kennispark (aantal nieuwe vestigingen per jaar)*1) realisatie 2004 -
28
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
begroting 2006 7
Indicator Aantal ontwikkelde breedbanddiensten met ondersteuning van de provincie (aantal nieuwe diensten per jaar) realisatie 2004 2
*1)
De innovatiestimuleringsregeling is succesvol geweest. De Staten hebben eind 2005 € 600.000 extra beschikbaar gesteld. Dit heeft geleid tot een impuls van € 1,5 miljoen. De resultaten qua arbeidsplaatsen zijn boven verwachting. In de ramingen was uitgegaan van 160 directe arbeidsplaatsen, volgens de laatste prognose
realisatie 2005 4
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
In november is een Letter of Intent met Saxion Hogeschool ondertekend. De beoogde samenwerking richt zich op het vergroten van innovatie in het MBK en het stimuleren van ondernemerschap onder studenten. Het actieprogramma Breedband loopt als een trein. Met de andere provincies wordt een experiment gestart met het Open breedbandmodel. In het Open breedbandmodel is er een scheiding tussen de eigenaar van de infrastructuur en de dienstaanbieder. Dit moet uiteindelijk leiden tot een daling van de kosten van het gebruik van breedbanddiensten, wat stimulerend zal werken op de ontwikkeling van breedbanddiensten. Het ontwikkelen van een netwerk van marktplaatsen gaat in Overijssel voorspoedig; Enschede en Deventer zijn klaar, de marktplaats in Zwolle wordt voorbereid.
begroting 2005 3
begroting 2005 2
realisatie 2005 4
begroting 2006 2
Op de lange termijn moet dit in totaal 1.000 banen opleveren.
Deze resultaten zijn bereikt door het inzetten van de volgende instrumenten : • Subsidieverordening ‘In actie voor werkgelegenheid’ • Innovatiestimuleringsregeling • EFRO Subsidie • Inzet Oost NV en Syntens • Het Innovatieplatform Twente Regulier beleid Bij regulier beleid richtte de provincie zich op: • Het innovatief vermogen van (potentieel) stuwende bedrijven vergroten door: • Het ambitieniveau van bedrijven te verhogen • Samenwerking tussen MKB en kennisinstellingen te stimuleren • Product-, proces- en marktvernieuwing te
stimuleren • Het stimuleren van technostarters • Het professionaliseren van clusters en netwerken door: • Bestaande clusters en netwerken te benutten • Internationale samenwerking te stimuleren, oa Manunet In de begroting 2006 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor het innovatiebeleid. Deze middelen worden ingezet in een nieuwe, meer vraaggerichte innovatiestimuleringsregeling. Deze is in voorbereiding en zal naar verwachting in maart 2006 van kracht worden.
Subdoel Bevorderen product-, proces- en marktvernieuwing door organiseren Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Resultaten stimuleringsregeling (aantal directe arbeidsplaatsen, per jaar) realisatie 2004 10
begroting 2005 30
realisatie 2005 220
begroting 2006 380*
Subdoel Een groter aandeel technostarters en kennisintensieve doorstarters realiseren binnen het totaal startende ondernemers. Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal deelnemende bedrijven in door de provincie ondersteunde (techno)startersregelingen (aantal bedrijven) realisatie 2004 10
begroting 2005 20
realisatie 2005 20
begroting 2006 25
* De doelstelling die in de begroting 2006 was opgenomen is inmiddels bijgesteld naar boven.
Om deze resultaten te bereiken zijn de volgende instrumenten ingezet: • Subsidieverordening bij ‘In actie voor werkgelegenheid’ • Innovatie Impuls Overijssel • Inzet Oost NV en Syntens • Innovatiestimuleringsregeling
Hoofddoelstelling: Verhogen van de arbeidsparticipatie De provincie zet in het economische krachtenveld in op het versterken van randvoorwaarden voor een goede werking van de Overijsselse arbeidsmarkt. Het zijn de bedrijven zelf die al dan niet een toename van de werkgelegenheid kunnen creëren. Of de juiste man of vrouw op de juiste plek terecht kan komen hangt af van veel factoren. De provincie draagt er met haar inspanningen aan bij dat er aandacht is voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt (jongeren, mensen van niet-westerse afkomst, ouderen en niet-uitkeringsgerechtigden). De kansen op werk nemen toe als de potentiële werknemers over goede startkwalificaties beschikken. Vanuit verschillende invalshoeken wordt hier de nadruk op gelegd. Bijvoorbeeld aandacht voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten of bepaalde groepen proberen enthousiast te krijgen voor een opleidings- en beroepskeuze in de technische richting (zoals in het project Couleur Twente). Daarbij wordt steeds nadrukkelijker een relatie gelegd met de andere thema’s uit het programma. De ontwikkeling van recreatie & toerisme draagt bij aan het creëren van werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Maar niet alleen de onderkant van de arbeidsmarkt verdient onze aandacht. De inzet op innovatie zal er toe leiden dat het bedrijfsleven andere vaardigheden van schoolverlaters vragen. De betrokkenheid van onderwijsinstellingen bij het innovatieproces is daarom van essentieel belang. De Twentse onderwijsinstellingen (UT, Saxion en ROC van Twente) vormen samen de onderwijstafel binnen het innovatieplatform. Dit moet leiden tot een betere onderlinge afstemming en tot een betere afstemming van opleidingen aan de veranderende behoefte van het bedrijfsleven. Prioriteiten uit de Perspectiefnota De jeugdwerkloosheid vormt een belangrijk aandachtsgebied. In 2005 zijn daarom met regionale arbeidsmarktpartijen samenwerkingsprojecten ontwikkeld en uitgevoerd. Met werkgevers zijn succesvol projecten uitgevoerd in de vorm van het aanbieden van leerbanen en stageplaatsen. Als geslaagd voorbeeld geldt het mentoringsproject. Een fors extra aantal leerlingen is goed opgeleid en begeleid, waardoor ze een betere start op de arbeidsmarkt kunnen maken. Andere geslaagde projecten zijn: - Pilot Intersectorale mobiliteit, verschillende organisaties werken aan oplossingen voor een vergrijzend personeelsbestand. Er wordt momenteel vooral gekeken naar oplossingen binnen de eigen branche.
Jaarverslag 2005
29
Maar om de arbeidsparticipatie op niveau te houden, moeten ook mogelijkheden buiten de branche worden benut. In de pilot worden werkwijzen getest op hun geschiktheid voor het bevorderen van intersectorale mobiliteit. - Het ontwikkelen van het Arbeids Training Centre (ATC) in Enschede. Jongeren worden door tijdelijke plaatsing in het bedrijfsleven getraind in de voordelen van een goed dagprogramma en het hebben van een baan. Het concept is succesvol door een nauwe betrokkenheid van het bedrijfsleven en zal navolging vinden in andere gemeenten.
Subdoel Realiseren van leerbanen Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal gerealiseerde leerbanen* realisatie 2004 0
begroting 2005 1.000
realisatie 2005 1.100
begroting 2006 450
* Deze regeling loopt tot en met 2007.
In de komende 2 jaar moeten, om de einddoelstelling van 2000 leerbanen in 2007 te halen, circa 900 leerbanen gerealiseerd worden. We liggen op koers. Regulier beleid In november 2005 is Ratio in progress (ESF, 6 projecten) met een succesvol eindseminar afgesloten en zijn er verschillende deelprojecten gecontinueerd en spin-off acties ontstaan op de volgende thema’s: - kloof tussen vraag en aanbod in de techniek (Twente) - voortijdig schoolverlaten (Stedendriehoek) - vergroten van employability onder oudere werknemers (IJssel-Vecht) Met een forse financiële impuls van de provincie is het project Mentoring van start gegaan. Alle Regionale Opleidingscentra hebben zich ertoe verplicht ervoor te zorgen dat de risicoleerlingen uit het Middelbaar Beroepsonderwijs een mentor `uit de praktijk’ krijgen toegewezen. Deze mentor kan de leerling inspireren en ondersteunen om ervoor te zorgen dat die met de juiste startkwalificatie de arbeidsmarkt op kan. Ook besteden we aandacht aan de jeugd via ondersteuning van het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Dit punt heeft als doel voortijdig schoolverlaters te
30
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
registreren en terug te leiden naar onderwijs, werk of een combinatie hiervan. In 2005 zijn ook de geactualiseerde RATIO II rapporten beschikbaar gekomen. Tot 2008 zijn gegevens in kaart gebracht voor de Overijsselse arbeidsmarkt naar opleiding en beroep en ook de regionale arbeidsmarkt voor Twente en IJssel-Vecht. Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Hoofddoelstelling: Kwaliteitsverbetering toerisme Regulier beleid De werkgelegenheid in de toeristische sector heeft zich in 2004 gestabiliseerd ten opzichte van de voorgaande jaren. De piek in 2003 is hierbij buiten beschouwing gelaten. Over 2005 zijn nog geen cijfers bekend. De ontwikkeling van de regionale merken is verder inhoud gegeven. In 2005 is het GOBT en de samenwerking binnen het netwerk met de RBT’s geëvalueerd. Belangrijkste conclusie was dat de samenwerking nog zakelijker moet. De KITO-regeling is dit jaar afgesloten. De beschikbare middelen van ca € 7 miljoen hebben een investering in de toeristische sector van ca € 40 miljoen opgeleverd. Kwaliteitsverbetering wordt ook bereikt door ondersteuning van samenwerkingsprojecten gericht op ondernemers. In de ontwikkeling van projecten als het fietsknooppuntennetwerk en het wandelnetwerk Twente zijn belangrijke stappen gezet. Naar verwachting kunnen de eerste producten in het tweede kwartaal van 2006 worden opgeleverd. De innovatieve boot de Ottersloep is te water gelaten en maakt nu proefvaarten. Een aantal projecten gericht op de ontwikkeling van digitale technieken is door ons ondersteund. Belangrijke voorbeelden zijn het project Op avontuur in Twente en Geo Run (met GPS) in het Vechtdal. Ook van deze projecten verwachten wij in het tweede kwartaal van 2006 de eerste resultaten. Van een aantal cultuurtoeristische projecten (Industrieel Toerisme Twente, Momentum en Mysteries van het Reestdal) zijn de eerste resultaten gepresenteerd. Voor de instandhouding van de recreatief-toeristische infrastructuur zijn subsidies verstrekt aan gemeenten en de regio’s Twente en IJssel-Vecht. Voor de beleidsontwikkeling zijn twee inspiratiewandelingen, een inspiratievaartocht en een symposium gehouden in Deventer met ondernemers en andere
deskundigen op het terrein van toerisme en recreatie. Ideeën voor de ontwikkeling van het beleid voor de komende jaren gaan over meervoudig ruimtegebruik, het gebruik van VAB, cultuur en toerisme, marketing en promotie, gebruik van innovatieve technologische ontwikkelingen en gezondheid en beleving. Voor de discussie met PS in februari 2006 zullen deze ideeën als bouwstenen dienen. Voor de beleidsontwikkeling en uitvoering is samengewerkt met de Hospitality Business School van de Saxion Hogescholen in Deventer.
Subdoel Groei van de werkgelegenheid in de toeristische sector Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Toename werkgelegenheid ten opzichte van 2003 (percentage) realisatie 2004 -6
begroting 2005 5
realisatie 2005 *
begroting 2006 7
gehaald is, waardoor onderuitputting en decommittering van Europese budgetten is voorkomen. Daarmee is de oorspronkelijk getaxeerde omvang van het totale investeringspakket van € 450 miljoen een haalbaar doel geworden. In 2005 zijn verder voorbereidingen getroffen voor de nieuwe structuurfondsenperiode 2007-2013, door het opstellen van een provinciaal en een landsdelig positionpaper. Daarin zijn de Europese, de rijks- en provinciale thema’s van beleid geïntegreerd. Deze documenten vormen de opmaat voor de zogenoemde Operationele Programma’s voor 2007-2013, die in 2006 moeten worden opgesteld. Voorts zijn gesprekken geopend met de netwerksteden en de plattelandgebieden die input voor de nieuwe programma’s moeten leveren.
Hoofddoelstelling: Het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via de aandeelhouderschappen in Essent en Vitens
* in afwachting van cijfers BIRO najaar 2006
Regulier beleid Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Essent
Hoofddoelstelling: Europese programma’s Regulier beleid In 2005 zijn, naast het doorvoeren van technische verbeteringen uit oogpunt van ontbureaucratisering en drempelverlaging voor potentiële projectuitvoerders, 130 projecten gehonoreerd, die een invulling geven aan de programmakaders voor de EU-programma’s en die een concretisering zijn van provinciaal beleid. Projectuitvoerders worden verder tegemoet gekomen door de provinciale verordening op te schonen. De betalingstermijn is in 2005 teruggebracht van enkele maanden naar twee weken na binnenkomst van de facturen van projectuitvoerders. De EU-programma’s lopen goed op schema, en 2006 zal in het teken staan van de afronding van de huidige programma’s. Veel programma-onderdelen zijn volledig tot besteding gekomen. Op dit moment zijn er 516 projecten gehonoreerd en in uitvoering genomen. Bovendien wordt nu gewerkt aan het afrekenen van projecten. In financieel-technisch opzicht was 2005 een goed jaar, omdat de zogenoemde N+2 regel wederom
Het afgelopen jaar is door het Kabinet een wetsvoorstel voorbereid, dat zich richt op een verplichte splitsing van de energiebedrijven in een netwerkbedrijf en in een bedrijf waarin de commerciële onderdelen zijn samengebracht. De energiesector verzet zich heftig tegen dit voorstel, omdat ze verwacht dat daarmee de levensvatbaarheid van de bedrijven op het spel komt te staan en ook ondermeer de consumentenbelangen er niet mee zijn gediend. Wij hebben ons in lijn met de door Provinciale Staten aangenomen motie kritisch uitgelaten over de voorstellen, ondermeer vanwege de onduidelijke gevolgen voor de consument, de positie van het bedrijf en de cross-border-leases. In het afgelopen jaar is de nodige commotie ontstaan over de bezoldiging van topbestuurders in bedrijven en in het bijzonder in de energiesector. Wij hebben, gesteund door andere aandeelhouders, tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in april 2005 forse kritiek geuit op de bezoldiging van de Raad van Bestuur van Essent. Afgesproken is dat een nieuw bezoldigingsbeleid voor de lange termijn zal worden ontwikkeld. Daarnaast zijn de criteria voor toekenning van de zogenaamde jaarlijks toe te kennen bonus aangescherpt als het gaat om het criterium 'klanten-
Jaarverslag 2005
31
tevredenheid'. Het nieuwe bezoldigingsbeleid zal waarschijnlijk medio 2006 leiden tot nadere besluitvorming met de aandeelhouders. Vitens
In 2005 heeft verkoop van de aandelen WAVIN door WMO-beheer plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een eenmalig hogere dividenduitkering door WMObeheer (ca € 76 miljoen). Deze eenmalige uitkering heeft gevolgen voor de toekomstige uitkering van dividend op het bij WMO-beheer uitstaand vermogen. Deze inkomsten zullen lager zijn. De effecten worden echter pas volledig inzichtelijk, als de in 2006 te voeren discussie over de toekomst van WMO-beheer en de daaraan verbonden participatiemaatschappij Wadinko is afgerond. Het rendement over 2004 op onze aandelen Vitens (t.o.v. de intrinsieke waarde) bedroeg 6,5%, terwijl het rendement op staatsobligaties in 2004 rond de 3,5% bedroeg. In 2005 bedroeg de tariefstijging 1,3%, terwijl verwacht wordt dat de inflatie op 1,6% uitkomt. Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering heeft de provincie erop aangedrongen dat in 2006 de tariefstijging, overeenkomstig de bij de fusie gemaakte afspraak, niet meer dan het inflatiepercentage mag bedragen. Dit heeft geresulteerd in een tariefstijging die niet hoger ligt dan de verwachte inflatie. De Provincie Overijssel bezit preferente aandelen (12,85 %) in Vitens. Deze aandelen geven preferentie ten aanzien van dividenduitkering. Vitens heeft alle preferente aandelen ingekocht, waarbij de koopsom is omgezet in een achtergestelde lening. De juridische effectuering vindt plaats in 2006. De provincie behoudt de gewone aandelen en daarmee zeggenschap.
32
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Economie en innovatie
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Ruimte voor ondernemen 57 Stimuleren van innovatief vermogen 2.832 Verhogen arbeidsparticipatie 51 Kwaliteitsverbetering toerisme 1.948 Europese programma's 12.402 Goede energie- en drinkwatervoorziening 116.113 –––––––– Totaal programmakosten Economie en innovatie 133.403
8.520 7.655 2.586 5.521 18.645 197 ––––––––
-8.463 -4.823 -2.535 -3.573 -6.243 115.916 ––––––––
64 2.968 254 1.948 15.474 116.121 ––––––––
8.220 7.051 2.767 5.487 21.164 131 ––––––––
-8.156 -4.083 -2.513 -3.539 -5.690 115.990 ––––––––
308 740 21 33 553 73 ––––––––
43.124
90.279
136.829
44.820
92.009
1.728
2.874
-2.874
2.966
-2.966
-92
––––––––
2.310 ––––––––
-2.310 ––––––––
––––––––
2.325 ––––––––
-2.325 ––––––––
-15 ––––––––
133.403
48.308
85.095
136.829
50.111
86.718
1.621
Baten
Personeelsgebonden kosten Economie en innovatie Toegerekende apparaatskosten Economie en innovatie Totaal programma Economie & Innovatie
Voorzieningen
Baten
Voorziening Europese programma's Voorziening startende ondernemers –––––––– Totaal ten laste van voorzieningen
Lasten
Saldo
14.623
-14.623
–––––––– 14.623
–––––––– -14.623
––––––––
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel Reserve Europese Programma's Reserve Investeringen Fonds Bedrijfsverplaatsingen
Gereal.
3.313
Verschil
2.250
Saldo
-21.734 -2 –––––––– -21.736
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
3.688 4.180
4.113 4.180 2.433 162
425 0 2.433 -57
-3.313 219
2.250
Lasten
21.734 2 –––––––– 21.736
Verschil
––––––––
0
425 0 -880 -57 0
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2005
33
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor:
hoofddoelstellingen.
Ruimte voor ondernemen Het budget voor de Arbeidsplaatsenregeling (APR II) is niet volledig besteed (€ 262.000). Er zijn in de gemeenten Steenwijkerland en Hardenberg geen bedrijven geweest die gebruik hebben kunnen maken van deze regeling. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de strikte criteria van de APR II regelingen. In de genoemde gemeenten hebben zich geen bedrijven gevestigd of hebben uitgebreid die aan deze criteria voldeden. De regeling is voor genoemde gemeenten en Twente sinds 1 oktober 2005 gesloten. Aanvragen voor het Regionaal Bedrijven Terrein (RBT) kunnen nog tot 1 oktober 2006 worden ingediend. Hiervoor is echter in 2006 geen specifiek budget beschikbaar gesteld. Wij stellen voor om de overblijvende middelen van APR II van Steenwijkerland/Hardenberg te gebruiken voor de aanvragen binnen APR II voor het RBT. Daarnaast is een bedrag van € 58.000 van de middelen voor de uitvoering van projecten in de landelijke niet-reconstructiegebieden, beschikbaar gesteld vanuit de Economische Structuurversterking, niet besteed.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.7.10.10 Stimulering Werkgelegenheid APR II aanvragen tbv Regionaal Bedrijventerrein Twente
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
€ 706.000
Jaarresultaat 2005 (GS besluit) Warmtenet Hart van Zuid
€ 156.000
Europese programma’s De toekenning van co-financiering uit reguliere budgetten aan projecten waarvoor Europese middelen worden aangevraagd, vindt eerder plaats dan de daadwerkelijke betaling aan projectuitvoerders. De daadwerkelijke betaling wordt in exploitatie opgenomen. Jaarlijks zijn er verschillen tussen raming en realisatie in kasritme. Het kasritme is moeilijk te ramen omdat dat afhangt van de aanvragen tot voorschotten vanuit de projecten. Deze verschillen in kasritme worden verwerkt via de Reserve Europese programma’s. Voor cofinanciering uit andere producten wordt een bedrag van € 1.045.000 gestort in de Reserve Europese programma’s. Daarnaast wordt voor een bedrag van € 165.000 onttrokken aan de Reserve Europese programma’s voor cofinanciering uit autonome middelen. Ook wordt een bedrag van € 328.000 voor cofinanciering onttrokken aan de Reserve besteding IJsselmijgelden.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: € 262.000
Stimuleren van innovatief vermogen Voor Kennispark Twente zijn inmiddels drie projecten, die in 2005 zijn geprogrammeerd, in ontwikkeling en uitvoering genomen. Twee in 2005 geprogrammeerde projecten, met een financieringsvraag van ongeveer € 700.000, zijn vertraagd in de ontwikkelingsfase en maar projectvoorstellen zijn inmiddels ingediend. Toekenning van subsidie is voorzien voor begin 2006, en kan niet worden gedekt uit de begroting 2006. De voorgenomen prestaties voor Breedband zijn nagenoeg geheel in 2005 gerealiseerd tegen lagere kosten dan geraamd (€ 52.000).
34
2.7.10.10 Stimulering Werkgelegenheid Kennispark Twente
2.7.10.05 Europese programma’s Cofinanciering provinciale middelen (mutatie in reserve)
€ 880.000
Jaarverslag 2005
35
36
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.3 Programma Water 2.3.1 Inleiding Overijssel leeft met water. Wij gaan voor een veilig en leefbaar Overijssel, waar wij beschermd zijn tegen overstromingen en wateroverlast. Wij gaan voor een schoon en aantrekkelijk Overijssel, waar wij kunnen rekenen op schoon en voldoende drinkwater en waar wij kunnen genieten van het water in de omgeving. De provincie is verantwoordelijk voor het regionale waterbeleid, waarbij overigens Rijks- en Europees beleid sterk sturend zijn. Echter, water heeft zijn eigen loop en houdt zich niet aan bestuurlijke grenzen. Daarom richt het hedendaagse waterbeleid zich meer en meer op de stroomgebieden en is samenwerking het sleutelwoord. De bovenstaande overkoepelende doelstelling werkt door in vijf hoofddoelstellingen. Deze doelstellingen hebben een lange termijn karakter, evenals de daarvan afgeleide subdoelen en maatregelen. Terugkijkend op 2005 vestigen wij de aandacht op de volgende punten. Veiligheid tegen overstroming is o.a. aangepakt in het kader van Ruimte voor de Rivier. Onze inbreng in de Planologische Kernbeslissing is in hoge mate gehonoreerd in het Kabinetsbesluit. Verder hebben wij de uitvoering van koploperprojecten ter hand genomen. Om de duurzaamheid van het watersysteem te verbeteren hebben wij acht projecten financieel gesteund. Verder hebben wij aan Provinciale Staten een voorstel gedaan voor partiële herziening van het Waterhuishoudingsplan, het streekplan en het Milieubeleidsplan, om water ruimte te geven en het grondwaterbeschermingsbeleid op een nieuwe leest te schoeien. Portefeuillehouder van dit programma is de heer P. Jansen.
2.3.2 Ontwikkelingen Er hebben zich op het terrein van Water in 2005 geen ontwikkelingen voorgedaan die de realisatie van de doelstellingen en de inzet van het beoogde instrumentarium hebben belemmerd. De PKB Ruimte voor de Rivier, die door het kabinet is aangeboden aan de Tweede Kamer, voldoet in hoge mate aan de wensen van Overijssel. Wij zijn voortvarend aan de slag gegaan om de uitvoering van deelprojecten voor te bereiden.
De samenwerking in Rijn-Oost, om uitvoering te geven aan de Kaderrichtlijn Water ontwikkelt zich verder. De voorbereidingen zijn gestart voor het invullen dan wel formuleren van doelstellingen, met het in beeld brengen van de daaruit voortvloeiende maatregelen en de kosten die daarmee zijn gemoeid. Het ontwerp voor de nieuwe Waterwet is door het kabinet voorgelegd aan de Raad van State; Overijssel en andere provincies kunnen zich goed vinden in dit ontwerp. Parallel hieraan hebben IPO en Unie helderheid geboden in de taakverdeling van het regionale waterbeheer.
2.3.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • een krachtige positie van water in het ruimtelijk, milieu-, economisch, natuur- en landbouwbeleid • een voortvarende uitvoering van de afspraken met Rijk, gemeenten en waterschappen Dit ijkpunt krijgt steeds meer inhoud. Onze inbreng in de PKB Ruimte voor de Rivier is in belangrijke mate gehonoreerd en de uitvoering van koploperprojecten is in voorbereiding. Er wordt intensief en steeds beter samengewerkt binnen het deelstroomgebied Rijn-Oost om in 2009 een Stroomgebiedsbeheerplan te kunnen vaststellen en zo de Kaderrichtlijn Water te implementeren. Verder zijn op strategisch niveau twee partiële herzieningen van de Strategische Plannen in voorbereiding (vaststelling door PS in maart 2006). Via het proces van de Watertoets wordt in de ruimtelijke ordening meer rekening gehouden met water. In de uitvoering van het Reconstructieplan voor het landelijk gebied is een groot aantal waterprojecten opgenomen. Bij de implementatie van de Kaderrichtlijn Water spelen milieubeleid en natuurwaarden een grote rol, via de uitvoering van het Stroomgebiedbeheerplan voor Rijn-Oost zullen waterkwaliteit en ecologische waarden aanzienlijk moeten verbeteren. De uitvoering van het waterbeleid krijgt gestalte in een groot aantal projecten, waarbij wij als provincie soms een trekkende rol vervullen maar vaker optreden
Jaarverslag 2005
37
als medefinancier, regisseur en coördinator. Er zijn hiertoe in 2005 substantiële middelen ingezet uit de Subsidieverordening Water Overijssel 2004, Reconstructiebudget en het Actiefonds. Cluster Waterkeringen en hoogwaterbeheersing
Hoofddoelstelling: Veiligheid tegen overstroming Prioriteiten uit de Perspectiefnota In deel III van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier is in belangrijke mate rekening gehouden met het Regioadvies, dat mede door de provincie Overijssel in februari 2005 is uitgebracht. Er wordt een start gemaakt met twee kansrijke koploperprojecten, waarvan het project Dijkverlegging Westenholte geleid wordt door de provincie en het project Uiterwaardvergraving Scheller- en Oldeneler Buitenwaarden door de gemeente Zwolle. Inmiddels is het denkbaar dat nog twee extra koploperprojecten worden aangewezen: ‘Keizers- en Stobbenwaarden’ en ‘Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard’ bij Deventer. Het onderzoek naar de haalbaarheid van de bypass Kampen wordt vervolgd, de bypass maakt onderdeel uit van een Masterplan voor de IJsseldelta, dat naar verwachting eind 2006 afgerond wordt. De groene rivier Veessen-Wapenveld blijft ondanks de vele inspraakreacties deel uitmaken van het voorkeurspakket van de PKB, mede omdat goede alternatieven ontbreken. De keersluis in Zwolle is in september 2005 officieel in gebruik gesteld, de primaire waterkering op het Van Heutzplein in Kampen is technisch gezien gereed, maar nog niet officieel geopend.
Regulier beleid Conform de begroting is het beschermingsniveau vastgesteld en aan de normen getoetst. Voor alle primaire waterkeringen in Overijssel zijn in 2005 toetsingsrapportages ontvangen. Daaruit blijkt dat de waterkeringen in grote meerderheid aan de wettelijke norm voldoen. Voor de geconstateerde tekortkomingen zijn of worden verbeteringsplannen voorgesteld door de beheerders, in 2006 zullen vrijwel bijna alle keringen voldoen aan de gestelde normen. Wij hebben in november 2005 de normen voor regionale waterkeringen vastgesteld. Begin 2006 gaan deze normen ter inzage en kan eenieder zienswijzen indienen. Nadat de normering is vastgesteld zullen de waterschappen de keringen hieraan toetsen. De draaiboeken voor hoogwaterbeheersing en calamiteitenbestrijding zijn geactualiseerd.
Subdoel Beschermingsniveau tegen overstroming in stand houden Wettelijk beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator De lengte van de primaire en secundaire waterkeringen (aantal toetsingsrapportages voor de waterkeringen) realisatie 2004 2 (primair)
begroting 2005 2 (primair)
realisatie 2005 2 (primair)
begroting 2006 2
Subdoel Het goed voorbereid zijn op calamiteiten Subdoel Het tot stand brengen van een voldoende bescherming tegen overstroming Wettelijk beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Vastgestelde veiligheidsnormen voor de primaire waterkeringen* (percentage van de lengte van de primaire waterkeringen dat voldoet) realisatie begroting realisatie begroting 2004 2005 2005 2006 ca. 90% ca. 90% ruim 90% ca. 100% De cijfers van de Regionale keringen zijn per 2005 bekend.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
38
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Wettelijk beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Begroting Realisatie
Actuele status van de drie draaiboeken 100% actueel
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Cluster Oppervlaktewaterbeheer
Hoofddoelstelling: Duurzaam watersysteem Prioriteiten uit de Perspectiefnota De partiële herziening Ruimte en Water en de partiële herziening Grondwaterbescherming hebben in september en oktober ter visie gelegen. Met de herziening Ruimte en Water wordt een ruimtelijke doorvertaling gegeven van de stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water. In afwijking van de planning worden de voorstellen voor vaststelling in januari 2006 aan PS aangeboden. In het kader van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water wordt onder leiding van de provincie Overijssel in het deelstroomgebied Rijn-Oost intensief gewerkt aan het voorbereiden van een deelstroomgebiedbeheerplan, dat in 2009 gereed moet zijn. Voor het stroomgebied zijn de Waterlichamen en Blauwe knooppunten gedefinieerd en bestuurlijk vastgesteld. Er is een begin gemaakt met het formuleren en afleiden van ecologische doelen voor de diverse waterlichamen in Rijn-Oost in relatie tot maatregelen en kosten. Het inzicht in de waterkwaliteitsproblematiek, de bronnen van verontreiniging en de mate waarin verontreiniging wordt afgewenteld op lager gelegen gebieden wordt verfijnd om de meest doeltreffende maatregelen te kunnen formuleren. De afstemming met het aangrenzende Duitse gebied is verder ontwikkeld, maar blijft een bestuurlijk aandachtspunt.
In lijn met de begroting is de uitvoering van het waterbeleid sterk gestimuleerd. De gebiedsgerichte programmering is geïntensiveerd. Er is met waterschappen en gemeenten overlegd om meer projecten uitvoeringsgereed te maken. Wij noemen hier enkele aansprekende projecten waarmee een begin is gemaakt: De vloeivelden op het landgoed Lankheet (gemeente Haaksbergen). Met de aanleg van helofytenfilters worden op een natuurlijke wijze nutriënten verwijderd en wordt een bijdrage geleverd aan de berging van water. De verbetering van de riooloverstort in Buurse gaat uit boven de wettelijke eisen: Met een lamellenfilter wordt de vuillast verder gereduceerd. In het Knapenveld (gemeente Raalte) wordt een pilot voor waterberging gerealiseerd, waarbij de effecten van maaiveldverlaging langs de watergang op de landbouw worden gevolgd.
Subdoel De uitvoering van waterbeleid stimuleren en de kansen van water benutten Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal beoogde projecten dat wordt uitgevoerd én nieuw in uitvoering is genomen. realisatie 2004 24
begroting 2005 30 (10 nieuw)
realisatie 2005 29 (19 nieuw)*
begroting 2006 geen indicator opgenomen
*) het aantal nieuw gestarte projecten ligt boven de verwachting.
Subdoel Een actueel kader voor de uitvoering van het waterbeleid Wettelijk beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Een recent vastgesteld en tijdig geactualiseerd Waterhuishoudingsplan Realisatie 2005 Twee ontwerpen voor de partiële herziening van de strategische plannen hebben ter visie gelegen en komen in maart 2006 in PS
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Begin 2005 is een aantal beleidsspeerpunten benoemd. Projecten die zijn aangemeld voor subsidies zijn aan deze speerpunten getoetst. In 2005 hebben zeven projecten van waterschappen en gemeenten een provinciale subsidie gekregen op grond van de Subsidieverordening Water Overijssel 2004 (totaal subsidiebedrag € 750.000). In 2006 wordt voor de landelijke en stedelijke gebieden een programma opgesteld. Dit mede als voorbereiding voor het programmatisch werken in het kader van het ILG. In afwijking van de begroting is er eind 2005 nog geen inzicht verkregen in de huidige stand van zaken omtrent de risico’s van wateroverlast in de provincie Overijssel. De rapportage wordt begin 2006 verwacht.
Jaarverslag 2005
39
Subdoel Terugdringen van wateroverlast en verdroging door herstel van de veerkracht van het watersysteem (in 2015 moet het watersysteem op orde zijn gebracht)
Subdoel De waterkwaliteit voldoet aan de basisnormen (2012)
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator De basisnormen: het percentage meetpunten dat voldoet aan de maximaal toelaatbare risico waarden (MTR). (in 2004 voldoet nog geen van de meetpunten aan de MTR)
Indicator Het percentage oppervlakte dat voldoet aan de normen voor wateroverlast (in 2005 inzicht in huidige situatie, in 2006/2007 afspraken met de waterschappen en eventueel gemeenten over het uitvoeringstraject). Realisatie 2005 De waterschappen hebben een toetsing uitgevoerd maar nog geen rapportages aangeboden. Indicator Het percentage oppervlakte waarvoor het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regiem (GGOR) is vastgesteld (tussendoelen in 2005 nader aan te geven). Realisatie 2005 Voor minder dan 5% van het gebied is een GGOR vastgesteld. Er wordt door de waterschappen een prioriteitenprogramma opgesteld voor de verdere uitwerking.
In lijn met de begroting is het instrumentarium ingezet. Er is een (ontwerp) kader voor de uitwerking van GGOR opgesteld, dat in het voorjaar van 2006 door Provinciale Staten zal worden vastgesteld. In aansluiting daarop worden (mede in het licht van de Kaderrichtlijn Water) de knelpuntengebieden in beeld gebracht die met voorrang zullen worden aangepakt. Een uitgewerkte programmering is in voorbereiding. Regulier beleid Maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit worden nu ontwikkeld als onderdeel van het Stroomgebiedbeheerplan Rijn-Oost aan de hand van de normen en doelstellingen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water. Er is nog steeds sprake van achterstanden in het realiseren van de basisinspanning (door gemeenten) om de vuiluitworp door riooloverstorten te verminderen.
40
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Wettelijk beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Realisatie 2005 Er is nog geen meetbaar waarneembaar verschil met de situatie in 2004, ondanks de inspanning die is geleverd door gemeenten en anderen.
Het cultuurhistorisch erfgoed dat een relatie heeft met water is (op CD-ROM) gepresenteerd en er is een handreikingen opgesteld voor het (her)gebruik van dit erfgoed bij ruimtelijke (water)vraagstukken van dit moment. In dit verband is aan twee projecten die in 2006 worden uitgevoerd een subsidie verleend. Bijna 50 basisscholen hebben gebruik gemaakt van de subsidieregeling om het Watermuseum in Arnhem te bezoeken.
Subdoel Het vergroten van de belevingswaarde van oppervlakte water en van de betrokkenheid van de samenleving bij het waterbeheer Deels wetteklijk, deels autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Bezoek aan de ‘waterwebsite’ www.overijssel.nl. Realisatie 2005 11.500 bezoekers, dat is een aanzienlijke toename t.o.v. 2004 (ca 3.000) Indicator Het aantal klachten met betrekking tot veiligheid en hygiëne in badinrichting en zwemgelegenheden in 2005 maximaal gelijk als in 2004. Realisatie 2005 Er zijn in 2005 geen klachten binnengekomen
Cluster Grondwaterbeheer
Hoofddoelstelling: Duurzaam beheer van de grondwatervoorraad Prioriteiten uit de Perspectiefnota Regulier beleid Er is een herziening opgesteld van het Streekplan en het Milieubeleidsplan voor Grondwaterbescherming, deze zal in het voorjaar van 2006 door PS worden vastgesteld, daarbij is tevens de regelgeving (Provinciale Milieuverordening) aanzienlijk vereenvoudigd.
Subdoel Een goede bescherming van de kwaliteit van de grondwatervoorraad voor menselijke consumptie Wettelijk beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Het percentage metingen dat voldoet aan de maximaal toelaatbare risicowaarde (MTR). Met ingang van 2005 wordt het percentage van de metingen in een bepaalde kwaliteitsklasse berekend. Realisatie 2005 Er is nog steeds sprake van overschrijding van kwaliteitsnormen in het grondwater. Voor stoffen als Ammonium, Chloor, Nikkel, Cadmium en Sulfaat loopt deze overschrijding op tot boven de 5% van de metingen
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Er zijn drie MER-projecten in procedure, waarbij het duurzaam maken van de winning een belangrijk doel is. Wij hebben in juni 2005 de Strategie Drinkwaterwinning geformuleerd, in samenhang met een herziening van het grondwaterbeschermingsbeleid, die in het voorjaar van 2006 in Provinciale Staten zal worden behandeld.
Subdoel Een doelmatig beheer van de grondwatervoorraad (hoogwaardig, zuinig, minimale schade) Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator De onttrokken hoeveelheden water, gegeven de actuele vergunningen voor drinkwaterwinning. Aan te geven met ingang van 2005. Realisatie 2005 Er is 69 mln. m3 drinkwater onttrokken binnen een vergunningsruimte van 108 mln. m3.
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Hierbij moet worden opgemerkt dat nog onvoldoende gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden van het Fonds Grondwaterheffing die in 2005 zijn verruimd; er is een stijging van de inzet van deze middelen, maar het budget wordt nog niet volledig benut.
Cluster Waterschapsorganisatie
Hoofddoelstelling: Een goed functionerende waterschapsorganisatie Prioriteiten uit de Perspectiefnota Het wateractieprogramma is in 2005 verder ontwikkeld tot een gemeenschappelijk document van provincie en waterschappen, waarin de ambities en concrete projecten voor het komende jaar zijn aangegeven.
Subdoel Versterken van de samenwerking met waterbeheerders Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Het oordeel van de waterbeheerders over de samenwerking. Realisatie 2005 Het oordeel van de waterbeheerders over de samenwerking is overwegend positief, er zijn geen klachten van waterbeheerders ontvangen
Jaarverslag 2005
41
Wij hebben voorbereidingen getroffen om per 1 januari 2007 te komen tot een overdracht van delen van het grondwaterbeheer.
Subdoel Een heldere verdeling van rol, taken en bevoegdheden van waterbeheerders en een adequate uitvoering daarvan
Cluster Muskusrattenbestrijding
Hoofddoelstelling: Het terugdringen van de populatie muskusratten en beverratten in Overijssel om schade aan waterkeringen en oevers te voorkomen
Deels wettelijk, deels autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator De uitkomst in beroepsprocedures. Wij willen dat onze beslissing in de beroepszaken in stand blijft. Realisatie 2005 Er is één uitspraak van de rechtbank ontvangen, ons besluit is daarbij in stand gebleven.
Indicator Overeenstemming met de waterbeheerders over het beschikbare instrumentarium. Realisatie 2005 IPO en UvW hebben afspraken gemaakt over de afstemming van taken. Deze afspraken worden verwerkt in ontwerp-teksten voor nieuwe waterwet. In Overijssel heeft dit o.m. geleid tot periodiek overleg met de waterbeheerders.
Regulier beleid De toename van de waterschapslasten is in 2005 naar verhouding beperkt gebleven.
Subdoel Kosteneffectieve uitvoering van het waterbeleid Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Relatieve ontwikkeling van de waterschapslasten (procentuele jaarlijkse toename) (2004: € 252 voor gemiddeld huishouden in Overijssel) realisatie begroting realisatie begroting 2004 2005 2005 2006 5%(2 5% 3,6% 5% (2
5 procent (inclusief prijsindex) is gebaseerd op de historische ontwikkeling en op een inschatting van wat kennelijk maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht.
42
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Regulier beleid De vangstgegevens over 2005 worden begin 2006 bekend, maar naar het zich nu laat aanzien blijft het vangstniveau gelijk of neemt zelfs nog iets toe. Dit is een zorgelijke situatie, omdat kennelijk de groei van de populatie niet onder controle is. De evaluatie van de overdracht van muskusrattenbestrijding van provincies naar waterschappen heeft aangetoond dat een efficiency-verbetering mogelijk is, leidend tot lagere kosten. De inzet is om per 1 januari 2008 een efficiencykorting door te voeren van 5%.
Subdoel Een goed functionerende bestrijding van de muskusrat Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Het lange termijn doel is 0,25 vangsten per velduur (populatie onder controle). In 2003 was dit 0,68. Het tussendoel voor de komende jaren is 0,62 (afgesproken bij de delegatie en te realiseren door de waterschappen). Realisatie 2005 Het vangstniveau lag in 2004 op 0,69 vangsten per velduur.
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Water
Veiligheid tegen overstroming Duurzaam watersysteem Duurzaam beheer van de grondwatervoorraad Een goed functionerende waterschapsorganisatie Het terugdringen van de populatie muskusratten Totaal programmakosten Water
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
44 74
11.996 2.783
-11.952 -2.709
44 64
11.996 2.446
-11.952 -2.382
0 327
1.543
1.440
103
1.090
846
244
141
26
-26
22
-23
3
–––––––– 1.661
1.340 –––––––– 17.585
-1.340 –––––––– -15.924
–––––––– 1.198
1.340 –––––––– 16.650
-1.340 –––––––– -15.452
–––––––– 472
–––––––– 1.661
2.016 1.622 –––––––– 21.223
-2.016 -1.622 –––––––– -19.562
–––––––– 1.198
2.018 1.582 –––––––– 20.250
-2.018 -1.582 –––––––– -19.052
-2 40 –––––––– 510
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
––––––––
4.855 –––––––– 4.855
-4.855 –––––––– -4.855
––––––––
4.913 –––––––– 4.913
-4.913 –––––––– -4.913
Voorziening rivierdijkversterking Totaal ten laste van voorzieningen
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel Reserve Grondwaterbeheer
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Water Toegerekende apparaatskosten Water Totaal programma Water
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Gereal.
79
183
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
383 1.200
133 1.200
-250 0
Verschil
––––––––
-104
-250 0 -104
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2005
43
Toelichting bij definanciële afwijkingen op de hoofddoelstelling Duurzaam watersysteem De bestedingen op grond van de Subsidieregeling voor de aanleg van riolering in het buitengebied zijn lager uitgevallen, omdat projecten goedkoper zijn afgerekend (€ 247.000). Aangezien het IJsselmijgelden betreft, is de onttrekking aan de reserve IJsselmijgelden in 2005 navenant lager. Daarnaast was € 40.000 minder nodig door het ontbreken van geraamde voorfinancieringslasten voor planstudies van twee koploperprojecten (Westenholte en Schelleren Oldeneler Buitenwaarden). Het resterende verschil (€ 40.000) betreft diverse geringe afwijkingen. Duurzaam beheer van de grondwatervoorraad In het kader van de subsidieverordening grondwaterheffing zijn minder projecten gerealiseerd dan was gepland. De projecten zijn wel in ontwikkeling genomen, maar door capaciteitsgebrek bij de waterschappen is vertraging opgetreden. De daadwerkelijke bestedingen zullen pas na uitvoering van de projecten plaatsvinden (in 2006). Van het verschil wordt € 104.000 in de bestemmingsreserve Grondwaterbeheer gestort zodat de middelen voor deze projecten beschikbaar blijven. Overigens waren de baten lager doordat er minder grondwater is onttrokken dan was geraamd.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.4.40.05 Grondwaterbeheer Uitvoeren projecten in samenwerking met waterschappen (mutatie in reserve)
44
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
€ 104.000
Jaarverslag 2005
45
46
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.4 Programma Ruimte 2.4.1 Inleiding Minder regels, decentraal wat kan, meer sturen op kwaliteit, gebiedsontwikkeling, uitvoeringsgericht. Dat zijn de woorden die passen bij onze inzet op het gebied van ruimte en wonen in 2005. De provinciale impulsen op het gebied van ruimte en wonen vinden volop hun weerslag in Overijssel. Uitgangspunt daarbij is dat de juiste verantwoordelijkheid op het juiste niveau ligt. Hieraan geven we onder meer invulling door selectiever ruimtelijke toezicht op gemeenten. Hierbij lopen we al vooruit op de veranderingen die de nieuwe wet ruimtelijke ordening waarschijnlijk te zien gaat geven. Bij ons handelen in 2005 lag de nadruk op het zorgen voor eenvoudige, kortere procedures en op een vermindering van de administratieve en bestuurlijke lasten. Niet op het almaar bedenken van nieuwe regels. De uitdaging is om in combinatie met de toegenomen druk op de schaarse ruimte, de ruimtelijke kwaliteit te behouden, te versterken danwel te vernieuwen. Bij gebiedsontwikkeling worden de verschillende belangen samengebracht tot één gezamenlijk resultaat. Ook is in 2005 het toezicht op de gemeentelijke ruimtelijke plannen zo veranderd dat het accent (nog) meer is komen te liggen op voorkantsturing. Bovendien is de provinciale vrijstellingenlijst uitgebreid. De rol en de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten zijn daarmee versterkt en het ruimtelijk toezicht op de gemeenten is verminderd. De woningbouwproductie is in 2005 nadrukkelijk gestimuleerd. Op complexe woningbouwlocaties hebben we met aanjaagteams problemen kunnen verhelpen. Met enkele gemeenten zijn Prestatieafspraken gemaakt, waarin de gemeenten en de provincie hun inspanningen aangeven om de achterstanden in de woningbouwproductie te verminderen en ruimte te bieden voor een passende woning voor iedereen. Specifieke aandacht hebben we daarbij gegeven aan het geschikt maken van woningen voor ouderen, gehandicapten en ggz cliënten.
Onder de hoofddoelstellingen ‘Ontwikkelingsplanologie’ en ‘Bouwen aan wonen’ wordt nader ingegaan op de specifieke prestaties op het gebied van Ruimtelijke Ordening. Daarmee wordt voldaan aan het vereiste uit artikel 4, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarin staat dat Gedeputeerde Staten jaarlijks verslag doen van het door hen gevoerde beleid inzake de ruimtelijke ordening. Portefeuillehouder van dit programma is de heer drs. T.W. Rietkerk. Voor het onderdeel `Langer zelfstandig wonen voor ouderen, gehandicapten en/of ggz clienten (de keten wonen, zorg, welzijn)’ is de heer G.J.H. Ranter portefeuillehouder. Voor het onderdeel `Vrijkomende Agrarische Bedrijfsgebouwen, Rood voor Rood en Rood voor Groen’ is de heer P. Jansen portefeuillehouder.
2.4.2 Ontwikkelingen Ten opzichte van de programmabegroting 2005 zijn er weinig of geen onverwachte ontwikkelingen geweest die invloed hebben gehad op de realisatie van de voorgenomen doelstellingen en de inzet van het instrumentarium.
2.4.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op zijn bijdrage aan: • voldoende woningen voor ouderen en starters in de plattelandsgemeenten • versnelling in de uitvoering van stedelijke woningbouwprogramma’s
Jaarverslag 2005
47
Woningbouwproductie Overijssel
4500 4000 3500
Hoofddoelstelling: Ontwikkelingsplanologie; het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit in Overijssel en het versterken van de sociaal-economische structuur
3000
Prioriteiten uit de Perspectiefnota
2500 2000 1500 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 buiten de 5 grote gemeenten in de 5 grote gemeenten
De productie van woningen in de plattelandsgemeenten neemt sinds 1996 af. Op basis van de CBS-cijfers blijkt dat 2003 het dieptepunt is geweest en dat in 2004 en 2005 er meer woningen zijn gebouwd. Bij het beoordelen van de woonplannen van de plattelandsgemeenten hebben we de afgelopen jaren de nadruk gelegd op het zo inrichten van de woningbouwprogramma’s dat ouderen en starters een woning konden vinden in de (eigen) gemeente. Deze lijn is in 2005 met het maken van de prestatieafspraken doorgezet en onderschreven door de plattelandsgemeenten. Sommige gemeenten kiezen er voor om direct woningen voor ouderen en/of starters te bouwen, andere gemeenten komen op basis van de analyse van de woningmarkt en de wensen van de bevolking tot de slotsom dat met het `bouwen voor de doorstroming’ de ouderen en met name de starters beter geholpen zijn. De woningbouwproductie in de grote steden is begin jaren negentig sterk gedaald. De laatste jaren is deze ontwikkeling omgezet in een groei van het aantal woningen dat jaarlijks gebouwd is. Dit betekent dat de terugloop in de woningbouwproductie tot staan is gebracht en dat vanaf 2004 een begin is gemaakt met het inlopen van het woningtekort. Als de stijging van de woningbouwproductie zich de komende jaren doorzet is het mogelijk om het tekort in 2010 ingelopen te hebben.
48
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
In 2005 is ontwikkelingsplanologie verder uitgewerkt en ontwikkeld. De eerste aanzet daarvoor is gekomen met de vaststelling begin 2005 van het Ambitiedocument Ontwikkelingsplanologie. De in dit Ambitiedocument opgenomen Bestuurlijke agenda is de leidraad geweest voor de uitvoering in 2005. In 2005 lag het zwaartepunt van de uitvoering van de bestuurlijke agenda bij ruimtelijke kwaliteit en de IJsseldelta. Een intensieve discussie tussen Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie heeft geleid tot een inspirerend Werkschrift Ruimtelijke Kwaliteit. De discussie is de opmaat voor het Overijssels Atelier Ruimtelijke Kwaliteit dat per 1 januari 2006 van start gaat. Hierbij wordt onder leiding van een adviseur voor de ruimtelijke kwaliteit door in ieder geval Het Oversticht, Landschap Overijssel, Dienst Landelijk Gebied, Architectuurcentrum Twente, Kunst en Cultuur Overijssel en de provincie Overijssel samengewerkt aan de ruimtelijke kwaliteit. Het enthousiasme voor ruimtelijke kwaliteit is zo groot dat het aantal projecten de beschikbare middelen ruim overstijgt. Daarnaast is het gebiedsontwikkelingsproject IJsseldelta in gang gezet. De opgave in IJsseldelta-Zuid is het combineren van vele doelen: woningbouw, waterhuishouding, natuur en landschap en weg- en spoorverbindingen. Samen met alle partijen is uit verschillende scenario’s gekozen voor een oplossing die optimaal is in relatie tot de ingrepen in het gebied. Eind 2005 is over deze “Knoop” een bestuurlijk convenant gesloten en is overeenstemming bereikt met het Rijk over het traject van de Hanzelijn en de kruising met en de aanleg van de IJsselarm (bypass). Door een aantal oorzaken (burgerparticipatie en de daaruit voortvloeiende zesde variant, nader onderzoek op een aantal technische onderwerpen en mede te gevolge daarvan extra overleg met de betrokken partners, is het project IJsseldelta-Zuid niet volgens de in begin 2005 opgestelde raming afgerond. Dit betekent dat in december 2005 geen eindrapport is gepresenteerd. Medio 2006 zullen wij komen tot een eindrapport op basis waarvan de besluitvorming over het doorgaan
kan plaatsvinden. Dit dynamische proces vraagt tot medio 2006 extra inzet van ons als provincie, onder meer voor een programmatische aanpak van de uitvoering. Het gebied IJsseldelta-Noord is door het Rijk in de Nota Ruimte aangewezen als Nationaal Landschap. De uitwerking van IJsseldelta-Noord, waaronder Polder Mastenbroek en Buitenpolders, is voortvarend opgepakt. Onder meer het project ‘Streekeigen huis en erf’ is gestart, evenals een agrarische natuurvereniging. In het najaar is het Ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma wordt begin 2006 afgerond. Ook op de andere onderdelen van de bestuurlijke agenda uit het Ambitiedocument is vooruitgang geboekt, zoals het ontwikkelen van de provinciale instrumentenkoffer, de scan van bestaande regelgeving en procedures en het vormgeven van actieve samenwerking met gemeenten en andere partners. Na besluitvorming in de Tweede en Eerste Kamer is duidelijk welke extra inspanningen bij provincie en gemeenten nodig zijn om de overgang naar de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening soepel te laten verlopen. Het Nationaal Stedelijk netwerk Twente vormt met Münster en Osnabrück (MONT) een belangrijke schakel in de internationale ontwikkelingsas tussen de Randstad en Centraal- en Oost-Europa. De ruggengraat daarvan wordt gevormd door de A1 en Berlijnspoorlijn. Begin 2005 hebben de partners hun inzet gegeven voor een gezamenlijke verdere groei en ontwikkeling. Daarnaast zijn in 2005 goede contacten gelegd en afspraken gemaakt met partners in Polen. Het blijft echter lastig om erkenning en waardering te krijgen van het Rijk voor dit gebied om te komen tot een ruimtelijk-economische ontwikkelingsvisie. Een belangrijk onderdeel in Twente aan deze as vormt het Centraal Station van Hengelo en Hart van Zuid. Het afgelopen jaar hebben wij financiële steun (€ 4 miljoen) weten binnen te halen van het Ministerie van VROM. Daarnaast maken Hart van Zuid en de Luchthaven Twente onderdeel uit van de Ruimtelijke Ontwikkelingsagenda Netwerkstad Twente, die in het kader van de uitvoeringsafspraken Nota Ruimte is opgesteld. Dit vormt de basis voor afspraken met het rijk. In april 2005 is er opnieuw besluit genomen over de partiële herziening van het streekplan Regionaal Bedrijventerrein Twente. Het gaat om een aanvullend besluit over de locatie voor een regionaal bedrijven-
terrein in Twente, waarbij na afweging van meerdere locaties een besluit genomen is voor Almelo-Zuid. De Netwerkstadvisie voor Zwolle-Kampen is opgesteld en de boegbeeldprojecten zijn vastgesteld. Met de gemeente Zwolle zijn afspraken gemaakt over de landschappelijke inpassing van de Randweg Stadshagen. Voor de inzet van het revolving fund Grondbeleid wordt verwezen naar het programma Landelijk Gebied. In 2005 is een pakket van maatregelen en instrumenten ontwikkeld om hergebruik of sloop van vrijkomende agrarische bebouwing te reguleren. Het pakket bestaat uit subsidieregelingen voor transformatieplannen industrieel (bv Roombeek, Laarman in Luttenberg, silo Mariënberg) en agrarisch erfgoed, verruiming van de mogelijkheden om agrarische bedrijfsgebouwen op een goede wijze te hergebruiken en een regeling (`Rood voor Rood met gesloten beurs’) waarbij landschapsontsierende bebouwing kan worden gesloopt. Veel gemeenten hebben inmiddels concept gemeentelijke beleidskaders Rood voor Rood, of zijn deze aan het opstellen. Bij ieder van de Overijsselse gemeenten zijn enkele tot tientallen Rood voor Rood projecten aangemeld. De provincie is met twaalf gemeenten aan de slag gegaan met even zoveel voorbeeldprojecten. Op 14 december vond een workshop plaats met deze aanjaagprojecten. De uitwisseling van ervaringen en kennis wordt erg gewaardeerd. Inmiddels is de eerste Rood voor Rood overeenkomst in de gemeente Dalfsen getekend. Door dit samenhangende pakket aan maatregelen krijgt de waardevolle bebouwing een goede nieuwe bestemming en worden oplossingen gevonden die de ruimtelijke kwaliteit verhogen.
Subdoel Verbetering ruimtelijke kwaliteit Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal m2 gesloopte stal per jaar met behulp van Rood-voor-Rood realisatie 2004
begroting 2005 15.000
realisatie 2005 *
begroting 2006 50.000
* De eerste gegevens komen beschikbaar over het jaar 2006.
Jaarverslag 2005
49
Doorlooptijd WRO-procedures (dagen)
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
120 100
Regulier beleid De provincie heeft zich in 2005 conform de begroting actief ingezet voor het vormgeven van stad-landrelaties. Hierbij valt te denken aan verschillende activiteiten binnen het Europese interregionale project URBAL, over de ontwikkeling van nieuwe landgoederen, waaronder ondertekening van het convenant Plantage Witharen, Ruimte voor Ruimte en de inrichting van de stadsranden, bijvoorbeeld bij Hengelo-Noord. Het ruimtelijk toezicht is veranderd en verminderd. Enerzijds door een sterkere nadruk op het vroegtijdig adviseren van gemeenten met het oogmerk procedures te versnellen en/of bij te sturen conform provinciaal ruimtelijk beleid. Met name bij voor de provincie belangrijke projecten (zoals woningbouwprojecten) wordt voor deze voorkantsturing gekozen. Daarnaast hebben gemeenten meer mogelijkheden gekregen om projecten die niet in overeenstemming zijn met de huidige bestemmingsplannen zonder provinciale bemoeienis versneld uit te voeren. Dit heeft geleid tot een afname van maar liefst 30% van het aantal verzoeken voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar. In 2005 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het ruimtelijk toezicht op gemeenten verder te verminderen c.q. selectiever uit te voeren. Dit wordt in 2006 verder uitgewerkt. In de onderstaande figuren zijn de productiecijfers en doorlooptijden met betrekking tot de WRO-procedures op het terrein van ruimtelijk toezicht op gemeenten in beeld gebracht. De (ontwerp) bestemmingsplannen zijn gemiddeld royaal binnen de wettelijke termijnen behandeld, danwel binnen de termijnen waarover afspraken
80 60 40 20 0 2002
2003
vastgestelde bestemmingsplannen Ontwerpplannen
2004
zijn gemaakt met de VNG-Overijssel. De toename van het aantal bestemmingsplannen valt te verklaren door het succes van het convenant `De ruimte op orde’, waarin provincie en gemeenten hebben afgesproken de gemeentelijke bestemmingsplannen te actualiseren. Wij hebben in een brief aan de gemeenten aangegeven op welke wijze binnen het indertijd geformuleerde rijksbeleid, invulling gegeven kan worden aan de permanente bewoning van recreatiewoningen en op welke wijze wij dit volgen in 2006. De VROM-Inspectie concludeert in het onderzoek naar de VROM-taakvelden dat de beoordeling van bestemmingsplannen over het algemeen goed is. Het project `De ruimte op orde’ (actualiseren, handhaven en digitaliseren van bestemmingsplannen) is beoordeeld als excellent, vanwege de concrete opzet en uitvoeringsgerichtheid en de wijze waarop gemeenten worden gefaciliteerd. Met alle gemeenten in het reconstructiegebied Salland-Twente zijn afspraken gemaakt om de bestemmingsplannen voor het buitengebied aan te passen aan het Reconstructieplan. In 2005 zijn de convenanten met Steenwijk en Hardenberg geëvalueerd. Geconcludeerd is dat het convenant en de bijbehorende middelen een goed instrument is om de gewenste ontwikkelingen in de streekcentra in gang te zetten. Deze evaluatie is in september 2005 aangeboden aan Provinciale Staten.
WRO-procedures (aantallen)
500 400 300 200 100 0 2002
2003
vastgestelde bestemmingsplannen Ontwerpplannen
50
2004
2005
Artikel 19.1 plannen Artikel 19.2 plannen Artikel 11 plannen
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2005
Artikel 19.1 plannen Artikel 19.2 plannen Artikel 11 plannen
Zoals aangegeven in de begroting 2005 is het Streekplan 2000+ op enkele onderdelen partieel herzien, danwel zijn herzieningen in voorbereiding. Het gaan dan om de vastgestelde herzieningen voor Wonen, Rood voor Rood met gesloten beurs, Nieuwe Landgoederen, Windenergie en het Regionaal Bedrijventerrein Twente. De herzieningen Ruimte en water en Grondwaterbescherming zijn in voorbereiding.
Het ontgrondingenbeleid is gericht op de realisatie van multifunctionele ontgrondingen, waarbij de winning van oppervlaktedelfstoffen wordt gecombineerd met de realisatie van andere maatschappelijke functies, en op functionele ontgrondingen, de zogenaamde werkgebonden ontgrondingen. Vanaf 2006 zijn de vergunningsplicht en de meldingsplicht ingeperkt. Hiermee worden de administratieve lasten voor de ontgrondende partijen verder teruggedrongen. Een en ander is vastgelegd in de nota `Over winnen in Overijssel’ en is in overeenstemming met de begroting 2005.
Subdoel Voorzien in behoefte aan oppervlaktedelfstoffen; voor beton- en metselzand voldoen aan taakstelling Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Te vergunnen en vergunde voorraden beton- en metselzand (A) en ophoogzand (B) (in miljoen ton)
A B
realisatie 2004 12,6 14,6
begroting 2005 12,6 11,9
realisatie 2005 13,2 23,5
begroting 2006 12,2 20,5
afspraken zal worden gemonitord, hiervoor zullen op regionaal niveau afspraken worden gemaakt. Naast het maken van prestatieafspraken, worden woningbouwprojecten aangejaagd. Inmiddels zijn 9 van de 19 projecten klaar te om worden gerealiseerd. Het gaat hier om projecten zoals Bornsche Maten in Borne en ’t Gijmink in Goor, met in totaal 3500 woningen. Uit de in 2005 gehouden tussenevaluatie blijkt dat de aanjaagacties van de provincie en het Ministerie van VROM als zeer positief worden ervaren. Daarom heeft de stuurgroep van de pilot besloten om nog eens 13 projecten toe te voegen aan de lijst. Om inzicht te geven in de inhoudelijke en procedurele samenhang tussen verschillende vergunningentrajecten binnen een woningbouwtraject is de digitale checklist woningbouw ontwikkeld. Verder is geïnvesteerd in het verbeteren van de samenwerking tussen overheden om zo de voorbereiding van woningbouwprojecten soepel te laten verlopen. De uitbreiding van de woningvoorraad in 2005 bedraagt 4.721 woningen. Daarmee is doelstelling van 4.500 gehaald.
Subdoel Voldoende woningen voor sociaal-economisch gebonden, vooral starters en ouderen, in het platteland Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Hoofddoelstelling: Bouwen aan wonen Prioriteiten uit de Perspectiefnota De in 2004 ingezette koers voor Wonen is in 2005 doorgezet. De activiteiten zijn erop gericht om de woningbouwproductie te stimuleren en zo het tekort aan woningen in te lopen. Belangrijk hierbij is dat er woningen gebouwd worden die aansluiten op de behoefte van de inwoners van Overijssel. Hiervoor hebben we in 2005 het Streekplan partieel herzien. Met deze Streekplanherziening Wonen stuurt de provincie op kwaliteit in plaats van op woningbouwcontingenten, zodat de woningvoorraad beter wordt afgestemd op de (lokale) behoefte. De provincie stuurt door gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van woonplannen en door met de gemeenten prestatieafspraken te maken over de uitvoering van deze woonplannen. Begin november is de eerste prestatieafspraak ondertekend. Vóór maart 2006 zal de provincie met alle gemeenten prestatieafspraken hebben ondertekend. De voortgang van de prestatie-
Indicator Uitbreiding woningvoorraad (aantal toegevoegde woningen) realisatie 2004 4.000
begroting 2005 4.500
realisatie 2005 4.721
begroting 2006 5.000
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Regulier beleid De doelstelling om de achterstand in het huisvesten van statushouders deels in te lopen, is gerealiseerd Dit ondanks de forse taakstelling voor 2005. Om dit te bereiken heeft de provincie in de eerste helft van 2005 intensief bestuurlijk overleg gevoerd met de gemeenten die achterliepen op dit gebied. De provincie heeft deze gemeenten aangezegd dat zij uiterlijk 31 december 2005 de achterstanden moeten wegwerken. De behaalde resultaten zijn te danken aan de intensieve sturing vanuit de provincie. Daarmee is voorkomen dat de provincie zèlf moet zorgen voor de huisvesting van statushouders. Indien gemeenten medio of eind 2006 niet hebben voldaan aan de door het Rijk opgelegde taakstelling, is het niet uitgesloten dat deze situatie zich alsnog voordoet.
Jaarverslag 2005
51
Ook de overige doelen van het reguliere beleid (afsluiten Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en monitoring wonen) zijn conform de begroting gerealiseerd. De evaluatie van de Knelpuntenpot Woningbouw is uitgevoerd en in mei 2005 door de Staten behandeld. Voor het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing is in 2005 zowel het 1e tijdvak Stedelijke Vernieuwing afgerond, als de start gemaakt van het nieuwe tijdvak 2005-2009. De budgetten die uit het eerste tijdvak zijn overgebleven, worden nu in het tweede tijdvak ingezet. Hiermee kan een deel van de terugval in de rijksbijdrage worden opgevangen.
Subdoel Een passend, gedifferentieerd en wervend woonklimaat voor uiteenlopende groepen burgers in steden Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Vermindering van het tekort aan huisvesting van statushouders (Tekort aan huisvesting van statushouders per 31/12) realisatie 2004 140
begroting 2005 140
realisatie 2005 131
begroting 2006 indicator is in 2006 vervallen
Hoofddoelstelling: Langer zelfstandig wonen voor ouderen, gehandicapten en/of ggz cliënten (de keten wonen, zorg, welzijn) Keten Wonen, zorg, welzijn
Er is sprake van een sterke overlapping en samenhang tussen onze activiteiten op het terrein van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de uitvoering van het programma Langer zelfstandig wonen. Deze overlap bestaat uit ondersteuning bij de opzet van de WMO loketten, bij de opzet van woonzorgzones en uit experimenten op het terrein van de informele zorg. In maart 2005 hebben GS besloten tot het geven van een actieve ondersteuning van de gemeenten in Overijssel bij de invoering van de WMO.
52
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Recent is het eerste Publieksdebat van de Staten gehouden, met het thema Wonen, zorg en welzijn. Ook de discussie over de toekomstige positie van het middenbestuur hebben wij mede gevoerd aan de hand van het thema Wonen, zorg en welzijn. Prioriteiten uit de Perspectiefnota In 2005 zijn gemeenten gestimuleerd om in hun woonplannen zorg te dragen voor voldoende bouw van zorgwoningen, onder meer door dit op te nemen in de prestatieafspraken. Bij diverse gemeenten heeft dit mede geleid tot de realisatie van zorgwoningen. Meer dan 10 gemeenten konden worden ondersteund bij de opzet van gemeentelijke WMO/woonzorgwelzijnsloketten. Met behulp van een bijdrage van de provincie konden daarnaast ook in meer dan 100 woningen domoticavoorzieningen worden aangebracht. Hierdoor kunnen meer mensen langer zelfstandig in hun woning wonen. De positie van de informele zorg (waaronder de mantelzorg) is van groot belang bij de ondersteuning van zelfstandige wonende ouderen, mensen met een handicap en/of ggz cliënten. In 2005 hebben wij de belangenbehartiging voor mantelzorgers via het Platform Mantelzorg Overijssel versterkt en is, ook gelet op de WMO, een experiment informele zorg in de regio Twente van start gegaan. De registratie van het aantal zorgwoningen per gemeente met de door Arcon ontwikkelde database blijft achter bij de doelstelling. Gemeenten staan weliswaar welwillend tegenover de invoering, maar richten hun inspanningen op het goed invoeren van de WMO. Op dit moment gebruiken vier gemeenten (Almelo, Borne, Enschede en Dinkelland) de database, terwijl de doelstelling invoering in alle Twentse gemeenten was. Met de andere gemeenten is overleg gaande over de invoering in 2006. De invoering van de database is onder meer opgenomen in het ondersteuningsaanbod van Arcon voor gemeenten. Conform de begroting is in 2005 geëxperimenteerd met bundeling van welzijnsdiensten zoals bezorgdiensten van boodschappen, medicijnen en maaltijden. In Ommen en Overdinkel zijn dergelijke projecten van start gegaan.
Subdoel Betere ondersteuning van het zelfstandig wonen door domotica toepassingen Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal woningen dat is aangepast met domoticavoorzieningen realisatie 2004 60
begroting 2005 120
realisatie 2005 160
begroting 2006 180
Subdoel Betere registratie van zorgwoningen Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal gemeenten dat gebruik maakt van het database registratie systeem van zorgwoningen (aantal gemeenten cumulatief) realisatie 2004 0
begroting 2005 14
realisatie 2005 4
begroting 2006 18
Subdoel Betere ondersteuning van het zelfstandig wonen door bundeling van diensten Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal experimenten dat is gestart rond bundeling van bezorgdiensten (boodschappen, medicijnen, boeken en maaltijden). realisatie 2004 0
begroting 2005 2
realisatie 2005 2
begroting 2006 2
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Jaarverslag 2005
53
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Ruimte
Ontwikkelingsplanologie; het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit Bouwen aan wonen Langer zelfstandig wonen voor ouderen, gehandicaptenen Totaal programmakosten Ruimte
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
238 3.307
4.302 4.218
-4.064 -911
711 4.470
2.654 5.377
-1.943 -907
2.121 4
–––––––– 3.545
645 –––––––– 9.165
-645 –––––––– -5.620
–––––––– 5.181
645 –––––––– 8.676
-645 –––––––– -3.495
0 –––––––– 2.125
–––––––– 3.545
4.036 3.245 –––––––– 16.446
-4.036 -3.245 –––––––– -12.901
–––––––– 5.181
4.244 3.326 –––––––– 16.246
-4.244 -3.326 –––––––– -11.065
-208 -81 –––––––– 1.836
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
––––––––
3.000 –––––––– 3.000
-3.000 –––––––– -3.000
––––––––
5.158 –––––––– 5.158
-5.158 –––––––– -5.158
Voorziening stedelijke vernieuwing Totaal ten laste van voorzieningen
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Actiefonds Overijssel Reserve Grondbeleid
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
54
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Ruimte Toegerekende apparaatskosten Ruimte Totaal programma Ruimte
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
1.300 1.000
1.300
0 -1.000
Verschil
––––––––
0 -1.000
Toelichting bij definanciële afwijkingen op de hoofddoelstelling
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor:
Ontwikkelingsplanologie; het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit in Overijssel en het versterken van de sociaal-economische structuur
2.9.00.07 Ontwikkeling / realisering ruimtelijk beleid Grondbeleid (revolving fund) € 1.000.000 (mutatie in reserve)
Het verschil wordt veroorzaakt door de posten Uitvoering grondbeleid (grondaankopen kavelruil), Uitvoering Rood voor Rood (voor)financiering en Karakteristieke monumenten.
2.9.00.07 Ontwikkeling / realisering ruimtelijk beleid Rood voor Rood - Dekking wegvallen geraamde baten (budget 2007) € 1.000.000
In 2005 is, in het kader van het programma `Voorfinanciering grondaankopen kavelruil met agrarische doeleinden’ voor € 0,4 miljoen grond aangekocht via de Dienst Landelijk Gebied. Het programma wordt gefinancierd uit het revolving fund Grondbeleid. De transacties worden door de provincie voorgefinancierd. Er ontstaat daardoor een vordering op DLG van eenzelfde omvang. In de exploitatie zijn de transacties per saldo niet zichtbaar. Daarmee worden de transacties anders in de cijfers verwerkt dan werd aangenomen bij de begroting en de najaarsnota en ontstaat een schijnbare onderuitputting van de totaal geraamde € 1 miljoen. De begroting 2006 zal aan de nieuwe werkwijze worden aangepast.
2.9.00.07 Ontwikkeling / realisering ruimtelijk beleid Karakteristieke monumenten € 75.000
Zoals al is gemeld bij de najaarsnota is de geraamde voorfinanciering van € 1 miljoen voor de financiële variant van de Rood voor Rood regeling niet nodig gebleken. De variant met gesloten beurs bleek afgelopen jaar voldoende uitvoeringsmogelijkheden te bieden. Bij het onderhandelingsakkoord is besloten dat eventueel ingezette middelen in de jaren daarna terugverdiend zouden moeten worden. Ter dekking van het budgettair perspectief in 2007, waar een opbrengst van € 1 miljoen is opgenomen die nu niet wordt gerealiseerd, dient het niet bestede bedrag te worden gestort in de Algemene Dekkingsreserve. De inzet van de financiële variant van de Rood voor Rood regeling wordt heroverwogen. Door opgelopen vertraging in de afstemmingsprocedures is voor karakteristieke monumenten een bedrag van € 75.000 niet besteed. Niettemin liggen de bestemmingen vast en zijn de middelen nodig om het ingezette beleid uit te kunnen voeren.
Jaarverslag 2005
55
56
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.5 Programma Wervende steden De vijf grote steden van Overijssel (Almelo, Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle) zijn de ‘motoren’ voor economische en sociaal-culturele ontwikkelingen in de provincie. De steden formuleren steeds meer beleid op het niveau van de drie netwerksteden: Netwerkstad Twente, Zwolle Kampen Netwerkstad en het Stedelijk Netwerk Stedendriehoek. Kansen en knelpunten worden bezien vanuit het bovenlokale niveau. Via het Grotestedenbeleid ondersteunt de provincie deze ontwikkeling. De provincie steekt daarbij in op het leveren van maatwerk per stad of netwerkstad, vanuit haar regisserende functie en haar rol als partner, en doet dit aan de hand van de thema’s toename van veiligheid, vergroten van de sociale samenhang, wonen in de stad en economie als motor. De huidige GSB-periode loopt tot en met 2009. Voor daarna voorzien GS een noodzaak tot voortzetting. Een volgende GSB-periode zal zich dan nog meer moeten richten op bondgenootschap met de steden. Inhoudelijk kan worden ingezet op het voorkomen van uitval (binnen wijken: verloedering, criminaliteit en overlast; voor mensen: niet meer meedoen en vroegtijdige schoolverlating) en achterstandswijken waar de sociale problematiek zich samenbalt. Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen.
2.5.1 Ontwikkelingen Ten opzichte van de programmabegroting 2005 zijn er weinig significante onverwachte ontwikkelingen te melden. De ontwikkelingen zoals geschetst in de programmabegroting hebben een meerjarig karakter en zijn op dit moment nog even actueel.
2.5.2 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • prestatieafspraken met steden die recht doen aan de strategische opgaven in de steden en provinciale doelen • oplossingsgerichte en integrale samenwerking tussen steden en provincie in de uitvoering van het Overijssels stedenprogramma In het boekje ’Mensen maken de stad’, dat aan de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties is aangeboden, zijn per stad twee projecten op journalistieke wijze beschreven, die in de periode 2000-2004 mede met (financiële) inzet van de provincie mogelijk zijn gemaakt. In alle projecten staan stadsbewoners zelf centraal. De provincie heeft met de vijf grote Overijsselse steden voor de periode 2005 t/m 2009 opnieuw convenanten over Grotestedenbeleid afgesloten. De samenwerkingsthema’s Wonen in de Stad, Sociale Samenhang, Veiligheid en Economie als Motor vormen de kern van de convenanten. Focussen en differentiëren zijn hierbij sleutelwoorden; niet elk thema speelt immers in elke stad (even sterk). In de convenanten zijn daarom per stad specifieke thema’s benoemd en zijn prestatieafspraken met de steden en stedelijke netwerken gemaakt. Het belang van sterke en vitale steden blijft voorop staan. Er is meer dan voorheen aangesloten bij de stad en haar omgeving én de stad binnen de stedelijke netwerken. Voor de gehele periode is € 21 miljoen beschikbaar. Dit jaar zijn onder meer middelen ter beschikking gesteld voor Muziekkwartier Enschede (de voorbereidingen van de bouw zijn gestart) en voor Hart van Zuid (Hengelo werkt aan een ontwerp-bestemmingsplan voor het gehele gebied). Enkele andere aansprekende projecten zijn het Deventers project om de bewonersbetrokkenheid te vergroten ‘Kolonisten van de wijk’, de volgens planning lopende integrale aanpak van de Zwolse binnenstad en de multifunctionele wijkaccommodatie Wierdensehoek in Almelo, die in 2005 in aanbouw is genomen. De subsidies aan de steden zijn voor de gehele periode ineens verleend; formeel dienen ze zich pas na afloop van de periode te verantwoorden, maar in bestuurlijke stadsgesprekken wordt twee maal per jaar de uitvoering van de convenanten besproken. Uit de dit jaar gehouden gesprekken blijkt dat de activiteiten over het algemeen op schema liggen. In 2006 zal een visie worden gevormd over de toekomst van het GSB na 2009. Het is belangrijk hier tijdig bij te zijn, omdat de rijksoverheid haar beleid met de kabinetsformatie in mei 2007 opnieuw kan vormgeven.
Jaarverslag 2005
57
Hoofddoelstelling: Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling Prioriteiten uit de Perspectiefnota
Subdoel Uitvoering van de prestatieafspraken uit de 5 convenanten Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Tijdige en conforme uitvoering van prestaties en afspraken zoals vastgelegd in de convenanten. Realisatie 2005 Geen afwijkingen.
Wat heeft GSB in 2005 concreet opgeleverd in relatie tot onze visie, tot onze provinciale thema’s
Enschede
De voorbereidingen van de bouw van het Muziekkwartier zijn gestart. Voor Velve-Lindenhof is de beschikking in het kader van het actiefonds afgegeven. Er zit vaart in de wederopbouw van Roombeek (voorzieningencentrum, Grolschterrein). Verder heeft de provincie voor het project Cascade en het RMC bijgedragen uit het Actiefonds. Hengelo
De gemeente werkt aan een ontwerp-bestemmingsplan voor Hart van Zuid. De licentie voor het WTC is verkregen. Verder is een activiteitencentrum voor dak- en thuislozen geopend, dat mede gefinancierd is door de provincie. Zwolle
De afspraken over het de integrale aanpak van de binnenstad lopen volgens planning. Gewerkt wordt aan bevordering van woningbouw, opwaardering van de openbare ruimte, veiligheid en de aanpak van de groene ruimte. Verder verloopt het project rondom de regionale bereikbaarheid voorspoedig, net als het project digitale bereikbaarheid.
Samenvatting van de tussentijdse resultaten per stad Netwerkstedelijk niveau
Uit de dit jaar gehouden gesprekken blijkt dat de activiteiten over het algemeen op schema liggen. Enkele opvallende zaken zijn hieronder per stad genoemd. Er zijn geen grote knelpunten geconstateerd. Almelo
De gemeente werkt hard aan uitvoering van het Masterplan, de bouw van het ROC aan het spoor is bijvoorbeeld gestart en de bouw van de multifunctionele accommodatie Wierdensehoek is bijna afgerond. Verder heeft de gemeente een convenant over vier Woonzorgzones afgesloten met diverse partners. Deventer
De Rivierenwijk kent zichtbare en onzichtbare veiligheidsproblemen, zoals achterstallig onderhoud, zwerfvuil, cannabisteelt en overbewoning. Om deze problemen op een integrale manier aanpakken heeft de gemeente een veiligheidsplan opgesteld. Via het project Kolonisten in de Wijk worden bewoners in de wijk betrokken bij de plannen voor herstructurering (burgerparticipatie). Op dit moment worden de plannen voor een vervolg gemaakt en wordt bekeken of deze aanpak ook in de wijk Keizerslanden toegepast kan worden.
58
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Netwerkstad Twente
De netwerkgemeenten (en voor de Kunstijsbaan ook alle Twentse gemeenten) hebben zich gezamenlijk ingezet voor het Sportcluster Netwerkstad Twente. De eerste fase van de verbouwing van het FBK-stadion is in 2005 afgerond. Netwerkstad Twente heeft het overheidsdeel opgesteld voor de Innovatieroute van Twente, die op 7 december is aangeboden aan minister-president Balkenende. In 2005 is tevens hard gewerkt aan het mogelijk maken van het lidmaatschap van Netwerkstad Twente aan Eurocities. Het associatieve lidmaatschap is daarin de eerste stap. De samenwerking binnen Netwerkstad Twente is door Twijnstra Gudde geëvalueerd; belangrijkste conclusie is dat partners in de Netwerkstad het erover eens zijn dat de samenwerking moet worden doorgezet en uitgebouwd. Stedendriehoek
Het Regionaal Uitvoeringsprogramma Stedendriehoek 2006 is opgesteld; dit bestaat uit een lijst met 21 projecten. Over het al dan niet deelnemen aan of het uitvoeren van deze projecten door de provincie Overijssel hebben besprekingen plaatsgevonden. Het
streven is om uiterlijk maart 2006 een trilaterale overeenkomst te sluiten met de regio Stedendriehoek en de provincie Gelderland waarin de verplichtingen die de drie partijen op zich nemen zijn vastgelegd. Zwolle-Kampen Netwerkstad
De Netwerkstadvisie is opgesteld. Vanuit de provincie is hard getrokken aan het inhoud (laten) geven van deze visie. Deze moet de komende periode kaders (en antwoorden) geven voor stedelijke groei, economische ontwikkeling, bescherming van het groene en blauwe natuurgebied, gezamenlijke voorzieningen en uitbouw van de gezamenlijke sociale pijler op netwerkstadniveau.
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Wervende steden
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
124 ––––––––
3.266 ––––––––
-3.142 ––––––––
124 ––––––––
3.262 ––––––––
-3.138 ––––––––
3 ––––––––
124
3.266
-3.142
124
3.262
-3.138
3
Personeelsgebonden Wervende steden Toegerekende apparaatskosten Wervende steden –––––––– Totaal programma Wervende steden 124
220 177 –––––––– 3.663
-220 -177 –––––––– -3.539
–––––––– 124
156 122 –––––––– 3.540
-156 -122 –––––––– -3.416
64 55 –––––––– 122
Ontrekkingen 2005
Verschil
Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling. Totaal programmakosten Wervende steden
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Reserve IJsselmijgelden
Verschil
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
267
267
0
––––––––
0
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Er zijn geen financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen bij dit programma.
Jaarverslag 2005
59
60
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.6 Programma Landelijk gebied 2.6.1 Inleiding De uitvoering van het programma landelijk gebied 2005 heeft vooral in het teken gestaan van uitvoering van de Reconstructie. Dit begint nu echt goed op gang te komen: 300 projecten zijn in uitvoering met kasuitgaven van € 4,1 miljoen en verplichtingen van ongeveer € 9 miljoen. Daarnaast zijn er 20 plan- en gebiedsuitwerkingen in de maak die een veelvoud van uitvoeringsprojecten zullen opleveren voor de komende jaren. Bijzonder gelukkig zijn wij met de grote belangstelling voor deelname aan de regeling Verplaatsing Intensieve Veehouderijbedrijven. Er hebben zich maar liefst 23 bedrijven aangemeld. Hiermee hopen wij een flinke slag te slaan in het realiseren van de centrale Reconstructiedoelstelling: ‘het verbeteren van de structuur van de intensieve veehouderij’. Voorts hebben wij goede voortgang geboekt met en ontwikkelen van een beleidskader voor Groene en Blauwe Diensten. Het beleidsdocument ‘Koers Kiezen’ is positief ontvangen door maatschappelijke partners, maar heeft ons er ook toe gebracht hen nauwer bij de totstandkoming van het beleidskader te betrekken. Vandaar dat het tijdschema met enkele maanden is vertraagd. Een lastig element bij de uitvoering van onder andere Reconstructie en Groene en Blauwe Diensten is de lange wachttijd op het oordeel uit Brussel op de vraag of er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Rijk en provincies hebben nu besloten om Brussel een oordeel te vragen over een breed pakket aan maatregelen (catalogus) opdat niet voor elk project een aparte procedure gevolgd hoeft te worden. Wij hopen hier medio 2006 uitsluitsel over te krijgen. Het realiseren van de EHS ligt op de koers van de programmabegroting 2005. Het beschikbare budget voor grondverwerving is geheel uitgeput (inclusief € 5,7 miljoen voorfinanciering voor het Rijk) en het beoogde aantal hectares is verworven. Met het oog op de invoering van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is veel werk verzet om de provinciale organisatie hiervoor in te richten. Wij zijn dan ook gelukkig met de positief kritische reactie van de visitatiecommissie om de invoering van het ILG tot een succes te maken.
Portefeuillehouders van dit programma zijn: • Uitvoering Reconstructie en landinrichting: de heer P. Jansen • Ontwikkelen perspectiefvolle landbouw: de heer P. Jansen • Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel: de heer P. Jansen • Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap: de heer P. Jansen, de heer J.G. Kristen en de heer drs. T.W. Rietkerk • Versterking en behoud van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen: de heer J.G. Kristen, de heer G.J.H. Ranter en de heer J.W. Klaasen
2.6.2 Ontwikkelingen Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) In het afgelopen jaar hebben wij, mede als gevolg van besluitvorming op Rijks- en IPO-niveau, een flinke sprong vooruit gemaakt met het project Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). In samenwerking met de regio’s is een eerste concept van het integraal provinciaal meerjarenprogramma PMJP 2007-2013 voor het Landelijk Gebied opgesteld, dat begin 2006 aan het Rijk zal worden aangeboden. Intern wordt hard gewerkt aan het uitvoeringsinstrumentarium (condities) voor de uitvoering ILG binnen de provincie. Het gaat hierbij om: - begrotingsaspecten: omzetten naar programmabegroting, vereenvoudiging doelen, het streven naar één ontschot en ontpot provinciaal ILG (vanuit provinciale begroting), opzet voor meerjarige Planning &Control cyclus; - rol van GS en PS o.a. voor het ombouwen van landinrichtingscommissies - rol Dienst Landelijk Gebied - het onderhandelingstraject dat in 2006 wordt gestart met het Rijk - monitoring en programmamanagement o.a. t.b.v. de verantwoording naar het Rijk Verder heeft in oktober de landelijke visitatiecommissie een bezoek gebracht aan Overijssel. De commissie heeft geconstateerd dat er reeds veel werk was verzet maar dat er ook nog veel (intern) moet worden geregeld. Aandachtspunten voor Overijssel zijn: ambtelijke en bestuurlijke inbedding, organisatie van de inbreng van maatschappelijke partners en meer expliciet maken van de visie voor het landelijk gebied en het ILG.
Jaarverslag 2005
61
Doorwerking hervormingen EU-landbouwbeleid vraagt om extra aandacht voor de verbetering van de verkavelingssituatie van de grondgebonden landbouw De hervormingen van het EU-landbouwbeleid waartoe in 2003 is besloten zullen de komende jaren geleidelijk geïmplementeerd worden. Dit zal naar verwachting leiden tot een versnelling van het aantal bedrijfsbeëindigingen en een versnelling van de schaalvergroting in de grondgebonden landbouw. Het proces van versnelde schaalvergroting zal de verkavelingssituatie van de doorgroeiende bedrijven negatief beïnvloeden en dit terwijl de huidige verkavelingsituatie al niet gunstig is. Op dit moment heeft slechts 27% van de grondgebonden bedrijven in Overijssel een adequate verkaveling. Dit is een ongewenste situatie. Een van de belangrijkste randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een concurrerende landbouw is een goede bedrijfsstructuur. In reactie op deze ontwikkelingen hebben Rijk en provincies in 2005 in IPO-verband de afspraak gemaakt om in de periode 2007-2013 een extra impuls te geven aan de verbetering van de verkavelingssituatie van de grondgebonden landbouw en hiervoor € 80-160 miljoen in te zetten. Volgens afspraak wordt hieraan 25% bijgedragen door het Rijk, 25% door de provincies en 50% door Europa (POP-2). De afspraak tussen Rijk en provincies wordt de komende tijd uitgewerkt in het kader van het pMJP en POP. Voor Overijssel betekent dit een intensivering van het beleid voor dit onderwerp (indicatief: van een inzet van eigen middelen van ca € 300.000 per jaar nu naar ca € 600.000 per jaar in de periode 2007-2013). De intensivering wordt voorjaar 2006 nader uitgewerkt. Kiezen voor landbouw Het Rijk heeft najaar 2005 de nieuwe landbouwvisie ‘Kiezen voor Landbouw’ gepresenteerd. Met het oog op de voorbereiding van een regionaal uitvoeringsprogramma hebben de provincies Gelderland en Overijssel en het Ministerie van LNV besloten het Landbouw Economisch Instituut (LEI) de opdracht te geven een sterkte-zwakte analyse van het agrocluster in Oost Nederland te maken. In de eerste helft van 2006 zullen de uitkomsten hiervan met het landbouwbedrijfsleven besproken worden en zullen vervolgacties worden geïdentificeerd en uitgewerkt. Deze gezamenlijke activiteit met Gelderland en LNV levert een goede bijdrage aan de ontwikkeling en uitvoering van ons beleid voor innovatie en ondernemerschap in de landbouw (voorgenomen nieuw beleid 2006 en 2007).
62
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Wet ammoniak en veehouderij De procedure tot aanwijzing van kwetsbare gebieden is in het begin van het jaar afgerond. In de daaropvolgende beroepszaak heeft de Raad van State uitgesproken dat het aanduiden van kwetsbare gebieden voorbehouden is aan de gemeenten. De provincie kan volstaan met het aanwijzen van de exacte grenzen van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Onmiddellijk na deze uitspraak hebben wij een procedure gestart om de PEHS aan te wijzen en diverse besluiten die niet in lijn zijn met de uitspraak van de Raad van State in te trekken. Afgelopen zomer en najaar zijn deze procedures afgerond. Via het Interprovinciaal Overleg hebben wij bijgedragen aan de totstandkoming van een nieuwe Wet ammoniak en veehouderij en een nieuwe Wet geuremissie veehouderijen die naar verwachting medio 2006 in werking zal treden. Koopmansmiddelen In december 2004 besloot het kabinet € 50 mln vanuit de zogenaamde Koopmansgelden beschikbaar te stellen voor landschapsbeheer en milieubescherming in kwetsbare gebieden door extensivering van de melkveehouderij. De inzet van deze middelen was een goede aanvulling op- en ondersteuning van het groene-diensten beleid van de provincie Overijssel. Naar aanleiding van de door de Tweede Kamer aangenomen motie Atsma zal het kabinet waarschijnlijk besluiten deze middelen in te trekken. Hiermee is het Rijksbeleid voor de extensivering van de melkveehouderij in kwetsbare gebieden ‘verdampt’. In het licht hiervan zullen wij ons beraden op de vraag of en zo ja hoe de extensiveringsopgave van het Reconstructieplan kan worden ingevuld. Ecologische Hoofdstructuur Het kabinet heeft begin 2005 de nota Ruimte vastgesteld met de tracés voor de robuuste verbindingen. Overijssel heeft een taakstelling voor de realisering van 4.850 ha (landelijke taakstelling 27.000 ha). Om zoveel mogelijk draagvlak voor dit beleid te krijgen wordt in het ontwerpplan de inbreng vanuit de gebieden maximaal verwerkt. Tussen LNV en IPO is overeenstemming bereikt over de Ecologische verbindingszones die niet meer door het Rijk zullen worden gefinancierd.
2.6.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord: Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • structuurversterking van (niet)agrarische bedrijvigheid en behoud c.q. versterking van voorzieningen in het landelijk gebied • voortgang in de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur, die recht doet aan de doelstelling om deze hoofdstructuur in 2018 te hebben bereikt • een voortvarende uitvoering van de Reconstructieafspraken met Rijk en gemeenten Structuurversterking agrarische bedrijvigheid Als gevolg van de hervormingen van het EU-landbouwbeleid en gedreven door (internationale) marktontwikkelingen verandert de structuur van de Overijsselse landbouw momenteel snel. Het aantal grote bedrijven groeit bij een relatief sterke afname van het totale aantal bedrijven. Het totale areaal landbouwgrond blijft hierbij vrijwel gelijk. De omvang van de productie in de melkveehouderij, de grootste sector in Overijssel, is constant, terwijl de productie in de intensieve veehouderij de afgelopen jaren is afgenomen. Het aantal bedrijven met een verbrede bedrijfsvoering groeit. Het provinciale beleid richt zich op het creëren van goede randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de blijvende bedrijven. Ook biedt de provincie kansen voor nieuwe bedrijvigheid op het platteland via het vernieuwde beleid voor hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). Dit heeft een positief effect op de beoogde (niet) agrarische structuurversterking, op het behoud en de versterking van de leefbaarheid en op de ruimtelijke kwaliteit. Voor de voortgang, zie de toelichting bij de hoofddoelstelling ‘Perspectiefvolle landbouw’ hieronder. Momenteel voert het LEI in opdracht van de provincie een onderzoek uit om de structuur van de Overijsselse landbouw nader te analyseren en de sterke en zwakke punten van de sector in beeld te brengen. Dit onderzoek kan leiden tot aanpassing van het provinciale beleid. Ecologische Hoofdstructuur De in de begroting opgenomen taakstelling voor 2005 is gerealiseerd. Provinciale Staten hebben dit jaar een evaluatie
onderzoek naar de Ecologische Hoofdstructuur in Overijssel laten doen. Conclusie van dit onderzoek is dat de provincie de EHS met de huidige inspanningen kwantitatief en kwalitatief niet op tijd zal halen. De aanbevelingen uit de evaluatie zullen door uw Staten begin 2006 worden besproken. In het onderhandelingsakkoord is uitgegaan van realisatie van de EHS in 2018. Hierbij is er steeds vanuit gegaan dat grondverwerving en particulier beheer in dat jaar gereed moeten zijn. De totale taakstelling voor de EHS is 17.571 ha. Hiervan was op 1 januari 2005 8.842 ha gerealiseerd. Om de taakstelling in 2018 te kunnen halen moet jaarlijks 623 ha gerealiseerd worden. De afgelopen jaren was de realisatie: Realisatie EHS
aankoop particulier beheer Totaal
2001 2002 2003 2004 2005 700 980 207 515 350 46 46 80 170 300 746 1.026
287
685
650
Uitvoering Reconstructie De voorbereiding van de uitvoeringsprojecten van de Reconstructie komt goed op gang, maar kost veel tijd; de daadwerkelijke uitvoering van projecten is daarmee ook trager op gang gekomen dan aanvankelijk verwacht. Wel zijn dit jaar veel verplichtingen aangegaan, waardoor de realisatie van uitvoering volgend jaar volop aan de orde zal zijn en daarmee ook de bestedingen. Het Rijk is ook van mening dat Overijssel goede voortgang boekt. Met alle 19 gemeenten in het reconstructiegebied is afgesproken dat de aanpassing van de bestemmingsplannen uiterlijk 2007 gerealiseerd zijn.
Hoofddoelstelling: Uitvoering Reconstructie en landinrichting. Prioriteiten uit de Perspectiefnota De uitvoering van het Reconstructieplan is goed op gang gekomen in 2005. Op 27 april 2005 is het Uitvoeringscontract voor de Reconstructie getekend met het rijk en op 7 juni 2005 is de provinciale Kaderverordening Subsidies Landelijk Gebied Overijssel in werking getreden met bijbehorend
Jaarverslag 2005
63
Uitvoeringsbesluit Subsidies Reconstructie Overijssel. De Reconstructiecommissie heeft haar waardering uitgesproken over de voortgang van de uitvoering. Er is gestart met realisatie van de Reconstructiedoelen voor onder meer natuur, landbouw, water, landschap en leefbaarheid door uitvoering van ongeveer 300 projecten. Van de extra Reconstructiemiddelen is ongeveer € 9 miljoen verplicht, terwijl de kasuitgaven € 4,1 miljoen bedragen. Ook zijn er EU-middelen en middelen van Rijk, waterschappen, gemeenten en derden ingezet. Er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van integrale uitvoeringsprojecten via het maken van 20 plan- en gebiedsuitwerkingen. Het maken van dergelijke uitwerkingen vraagt tijd. De planuitwerking Enter is dit jaar weliswaar afgerond, maar de vaststelling ervan is aangehouden. We willen eerst duidelijkheid bieden over de begrenzing van de zogenaamde robuuste ecologische verbindingszone, die dwars door dit gebied loopt. Een aantal uitwerkingen wordt volgend jaar afgerond, bijvoorbeeld Losser, OlstWesepe en Enschede-Noord. Andere uitwerkingen (Dalmsholte, Varsen en Raalte-Noord) kennen een plan van aanpak en starten de uitvoering van de daarin ontwikkelde projecten. Om op korte termijn meer resultaat te behalen zijn extra acties in gang gezet waarbij de focus ligt op het versneld uitvoeren van onderdelen van reeds lopende projecten. Communicatie speelt een belangrijke rol bij het Reconstructieproces. Wij zullen daar de komende tijd extra op inzetten. Daarnaast zijn en worden vele projecten uitgevoerd die, medegefinancierd met Europees geld (POP, D2 en Leader+), belangrijk bijdragen aan realisering van Reconstructiedoelen. De gebiedsgerichte uitvoering krijgt ook goed vorm, waarbij de aanjaagteams een steeds nadrukkelijkere rol spelen bij het stimuleren van de uitvoering. Om meer ruimte te bieden voor economische ontwikkelingen op het platteland, is vernieuwd beleid gemaakt voor hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) dat begin 2006 van kracht zal worden. Er zijn inmiddels meerdere aanvragen voor hergebruik bij gemeenten in behandeling. Dit zal naar verwachting gaan om enkele tientallen situaties. De Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij heeft 23 aanmeldingen opgeleverd voor verplaatsing uit extensiveringsgebied. In 2005 is een Actieplan Versnelling Uitvoering Reconstructie opgesteld met specifieke acties om het op gang brengen van de uitvoering te versnellen. De uitvoering van de acties betreft ondermeer het versneld starten van plan- en gebiedsuitwerkingen. Daarnaast zijn versnellingsafspraken gemaakt met
64
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
DLG over het naar voren halen van uitvoeringsmodules in lopende plan- en gebiedsuitwerkingen. Er is extra projectontwikkelcapaciteit beschikbaar gesteld voor onder meer gemeenten en waterschappen. Met Natuur en Milieu Overijssel en met LTO Noord zijn afspraken gemaakt over het aanleveren van ‘groene’respectievelijk duurzame landbouwprojecten. De inspanningen in 2005 hebben geleid tot een in de loop van het jaar toenemend aantal uitvoeringsprojecten en groeiende besteding van de middelen. Het beschikbare jaarbudget is vrijwel volledig verplicht. Mede als gevolg van de uitgevoerde versnellingsacties verwachten wij dat de projectenstroom in 2006 en verder, in aantal en omvang zal groeien. Dientengevolge zal ook het uitgiftepatroon van de beschikbare middelen een stijgende lijn gaan vertonen. Wij concluderen dan ook dat de uitvoering van het Reconstructieplan flink in de steigers is gezet, maar dat de daadwerkelijke uitgaven vooral in 2006 en 2007 zullen plaatsvinden. De beschikbaar gestelde € 40 miljoen euro (2004-2007) zal naar verwachting geheel benut worden. De aanname in het Onderhandelingsakkoord om jaarlijks vanaf 2004 al € 10 miljoen uit te geven blijkt achteraf te optimistisch ingeschat.
Subdoel Uitvoeren Reconstructie en landinrichting in het reconstructiegebied* Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Inrichtingsmodules(3 in uitvoering of gereed (aantal, cumulatief) realisatie 2004 3
begroting 2005 8
realisatie 2005 7
begroting 2006 11
* Plan- en gebiedsuitwerkingen die rechtstreeks voortvloeien uit het Reconstructieplan zijn nog niet in deze tabel opgenomen. (3
Onder het voorbehoud van de thans geldende verwachtingen rond de financiering door het Ministerie van LNV
Er zijn modules gemaakt voor de Doorbraak, Engbertsdijksvenen, Groene Mal en Rijssen. Voor de stadsrand Hengelo-Noord binnen de landinrichting Saasveld Gammelke is een gezamenlijke inrichtingsvisie gemaakt. Deze visie was nodig vanwege de ontwikkeling van stedelijke functies en biedt input voor de actualisering van het landinrichtingsplan. Voor Enschede-Zuid is een module in voorbereiding.
Regulier beleid Er wordt hard gewerkt aan de afronding van de klassieke landinrichtingsprojecten. In 2005 is 1 inrichtingsmodule (Noordwest-Overijssel) gereed gekomen. Dit jaar zijn met het Rijk afspraken gemaakt over de versnelde afronding van klassieke landinrichtingsprojecten. Het Rijk stelt daarvoor extra bijdragen beschikbaar. Een deel hiervan wordt door de provincie voorgefinancierd. Voor 2005 was de afronding van het project Volthe voorzien. Bij de bezwarenbehandeling bleek er echter veel weerstand tegen de uitvoering van een natuurontwikkelingsproject. Het afdwingen hiervan zou voor extra vertraging hebben gezorgd. De natuurontwikkeling zal nu buiten het kader van de landinrichting worden uitgevoerd. Volthe kan daarmee in 2006 worden afgerond.
Subdoel Realiseren landinrichting buiten de werking van de Reconstructiewet Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Afgeronde meerjarige klassieke landinrichtingsprojecten. Per 2004 nog af te ronden: 9 (aantal cumulatief) realisatie 2004 0
begroting 2005 0
realisatie 2005 0
begroting 2006 1
Indicator Inrichtingsmodules in uitvoering of gereed (aantal) realisatie 2004 0
begroting 2005 1
realisatie 2005 1
begroting 2006 2
den en extensiveringsgebieden aangewezen. Op grond van het Reconstructieplan komen de komende jaren ca 35 intensieve veehouderijen in aanmerking voor ondersteuning bij verplaatsing vanuit het extensiveringsgebied naar een landbouwontwikkelingsgebied. In het kader van de uitvoering van dit beleid hebben wij in 2005 samen met LNV en de andere Reconstructieprovincies de provinciale Beleidsregel Verplaatsing Intensieve Veehouderijen Overijssel (VIV) vastgesteld. Vooruitlopend hierop zijn (in het kader van een landelijk experiment) met twee ondernemers overeenkomsten gesloten over het verplaatsen van hun bedrijven. De doelstelling van in totaal 8 overeenkomsten in 2005 kon niet gehaald worden omdat de opstelling van de beleidsregel inclusief de goedkeuring van deze door de Europese Commissie meer tijd kostte dan gepland. De openstelling van de provinciale VIV in het najaar leverde een goede respons op, namelijk 23 aanmeldingen van intensieve veehouders in de extensiveringsgebieden. Op grond hiervan verwachten wij dat de achterstand in de uitvoering in 2006 zal worden ingelopen. Naast het verplaatsen van intensieve veehouderijen vanuit extensiveringsgebieden is het realiseren van een duurzame inrichting van de landbouwontwikkelingsgebieden (LOGs) een belangrijke doelstelling van ons beleid. In dit kader hebben wij in 2004 subsidies verstrekt aan twee gemeenten en aan de Stichting Gezinsbedrijf plus (een Stichting gericht op het ontwikkelen van projectlocaties voor intensieve veehouderij), voor de ontwikkeling van ontwikkelingsplannen voor LOGs. Deze ontwikkelingsplannen voor de LOGs zullen de komende jaren in uitvoering genomen worden (onder meer investeringen in verkaveling en publieke infrastructuur). In het pMJP 2007-2013 zullen wij hiervoor middelen programmeren (eventueel met Europese co-financiering vanuit de Structuurfondsen).
Subdoel Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij Deels wettelijk, deels autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Hoofddoelstelling: Ontwikkeling van perspectiefvolle landbouw Prioriteiten uit de Perspectiefnota Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij
Dit is een van de belangrijkste doelstellingen van het Reconstructieplan. In dit kader zijn in het Reconstructieplan de landbouwontwikkelingsgebie-
Indicator Aantal intensive veehouderijbedrijven verplaatst* naar duurzame locaties in landbouwontwikkelingsgebieden, individuele of geclusterde locatie (aantal bedrijven, cumulatief) realisatie 2004 0
begroting 2005 8
realisatie 2005 2
begroting 2006 9
* ijkpunt verplaatsing is de ondertekening van het contract.
Jaarverslag 2005
65
Verbeteren van de externe productieomstandig-
Extensivering van de melkveehouderijen in
heden grondgebonden landbouw
kwetsbare gebieden
Voor de bijdrage aan deze doelstelling via de uitvoering van landinrichtingsprojecten wordt kortheidshalve verwezen naar de vorige hoofddoelstelling. Daarnaast richten wij ons op het stimuleren van vrijwillige kavelruil. In augustus 2005 was 270 ha geruild bij een streefdoel van 2005 van 500 ha. De gegevens over de tweede helft van 2005 zijn op moment van schrijven nog niet beschikbaar. Op basis van aanmeldingen voor deelname aan de regeling kavelruil verwachten wij wel dat de doelstelling voor 2005 gerealiseerd kan worden.
Verbetering van de omgevingskwaliteit in kwetsbare gebieden kan gerealiseerd worden door het extensiveren van de melkveehouderij. In dit kader is ca 31.000 ha aangewezen als zoekgebied voor extensivering. Wij hebben voor deze doelstelling nog geen harde taakstelling geformuleerd. Ons doel was in 2005 3 extensiveringsprojecten te ontwikkelen en in uitvoering te nemen. Wij hebben ons noodgedwongen beperkt tot één project (Gooiermars met o.a. ontwikkeling 70 ha natuur en extensivering 200 ha landbouwgronden waarvoor LNV een bijdrage heeft toegezegd), omdat het Rijk waarschijnlijk zal besluiten de middelen voor dit beleid in te trekken. Een en ander als gevolg van een door de Tweede Kamer aangenomen motie met die strekking (zie ook bij ‘ontwikkelingen’).
In de komende jaren willen wij een extra impuls geven aan de uitvoering van verkavelingsprojecten, zowel in het reconstructiegebied als daarbuiten (zie ook onder Ontwikkelingen). Voor toelichting, zie paragraaf 2.6.2 ‘ontwikkelingen’. Wij hebben daartoe het instrument ‘programma grondaankopen kavelruil’ uitgewerkt en hiervoor € 3,5 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de middelen voor het ‘Revolving Fund anticiperend Grondbeleid’. Met de inzet van dit instrument beogen wij de uitvoering van verkavelingsprojecten te faciliteren en te versnellen. Daarnaast zijn wij in 8 projectgebieden begonnen met verwerving van ruilgronden (Hezingen Mander, Olst Wijhe, IJsseldelta-West, Diepenheim, Eelen Rhaan, Dalmholte, Staphorst-Reestdal, Steenwijkerland). In de onderstaande tabel is de actuele stand van zaken opgenomen: Transacties bedrag in € 2 aankopen 6 transacties met harde verplichtingen richting particulieren Totaal met overeenstemming koper/verkoper Openstaande biedingen
369.500
jaar van afrekening 2005
1.236.025
2006
1.605.525 2.983.240
2006/2007
Uit deze tabel blijkt dat bij een positieve reactie op de openstaande biedingen ook het resterende deel van het Revolving Fund (€ 3,5 miljoen) zal worden ingezet. De uiteindelijke bijdrage van deze grondverwerving (inclusief de openstaande biedingen tot nu toe 130 ha) aan vrijwillige kavelruilen zal pas op langere termijn zichtbaar worden in een verbetering van de verkaveling van de betrokken bedrijven.
66
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Regulier beleid Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw
Wij richten ons hierbij op het stimuleren van ondernemerschap en innovatie in de landbouw. Onze ambitie was om in totaal 250 ondernemers te ondersteunen. Op dit moment kunnen wij de mate van doelrealisatie nog niet definitief bepalen omdat wij nog niet beschikken over alle jaarrapportages van deze projecten. Op basis van tussenrapportages concluderen wij dat de doelstelling ruimschoots gehaald zal worden. Een belangrijke rol bij de uitvoering van dit beleid is gespeeld door de Stichting Stimuland. Conform de Prestatieafspraak heeft Stimuland 16 projecten uitgevoerd (thema’s o.a.: verbreding en verdieping van de landbouw, zorg en landbouw, regionaal vermarkten, toekomstgericht ondernemerschap, biologische landbouw). De inzet van de ‘jonge boeren regeling’ (samen met LNV) is een groot succes. Van de 178 aanmeldingen hebben wij er 119 gehonoreerd. Mede daarom hebben wij besloten de regeling in 2006 weer open te stellen. Samen met de WUR-Universiteit Wageningen is de rapportage ‘Naar een Strategisch Partnerschap Provincie Overijssel-Wageningen UR?’ opgesteld. Doel was om in beeld te brengen waar de provincie en de WUR kunnen samen werken aan vernieuwing in de landbouw en in het landelijk gebied in het algemeen. Een eerste resultaat van de verkenning over het economiseren van natuur en landschap is de onderzoeksopdracht aan KPMG ter onderbouwing van het
beleidskader Groene en Blauwe Diensten. Vanuit het Actiefonds is in 2005 een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar gesteld aan de Ontwikkelingsmaatschappij Koekoekspolder voor het uitvoeren van werkzaamheden gericht op de landschappelijke inpassing en de realisatie van duurzame watervoorzieningen van de (glastuinbouw)bedrijvigheid in de Koekoekspolder in Kampen.
jaar worden geëffectueerd. Ten aanzien van particulier natuurbeheer zullen de effecten van het Actieplan Meer Particulier Beheer ook pas volgende jaren zichtbaar worden.
Subdoel Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Subdoel Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw (‘Toekomstgericht Ondernemen’)
Indicator Aantal hectares per jaar gerealiseerde EHS* (aantal ha verworven of in beheer genomen)
Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal ondersteunde ondernemers met innovatieve projecten/bedrijfsplannen (aantal ondernemers cumulatief) realisatie 2004 105
begroting 2005 250
realisatie 2005 250
begroting 2006 450
Hoofddoelstelling: Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel
realisatie 2004 600
begroting 2005 600
realisatie 2005 650
begroting 2006 970
Indicator Waarvan ha particulier beheer*, groeiend naar 40 procent van de gerealiseerde nieuwe natuur vanaf 2004 (cumulatief) realisatie 2004 170
begroting 2005 370
realisatie 2005 470
begroting 2006 860
* de gegevens van de deelname aan particulier beheer ijlen een jaar na ten opzichte van de in de begroting aangegeven prestaties. Die leiden tot aanvragen bij de Dienst
Prioriteiten uit de Perspectiefnota
Regelingen in de periode november-februari. Beschikkingen worden omstreeks mei van het jaar daarop
Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur EHS
afgegeven.
De taakstelling nieuwe natuur waarmee de EHS in 2018 geheel zal zijn verworven of via particulier beheer zal zijn gerealiseerd is voor 2005 623 ha. Dit is exclusief de robuuste verbindingen omdat hier eind 2004 nog geen besluitvorming over had plaats gevonden. Dit jaar is in totaal 650 ha gerealiseerd waarvan 350 ha via aankoop en 300 ha via particulier beheer. Deze 300 ha betreft de eind 2004 en begin 2005 aangevraagde oppervlakte bij de Dienst Regelingen van LNV. Definitieve beschikkingen zijn nog niet afgegeven. De totale taakstelling is hiermee ruim gehaald. Hierbij is de verhouding tussen aankoop en particulier beheer meer verschoven in de richting van particulier beheer. De grondverwerving is naar verhouding achtergebleven ten opzichte van de taakstelling (350 ipv 400 ha) en de taakstelling voor particulier beheer is hoger uitgevallen (300 ipv 200 ha, 46% ipv 40%). Op dit moment zijn veel grondaankopen in voorbereiding. Dit betreft vooral de aankoop van hele landbouwbedrijven. Deze zullen naar verwachting volgend
Jaarverslag 2005
67
De kwaliteit van de natuurwaarden in de EHS-gebieden wordt aan de hand van de volgende beleidsindicatoren weergegeven.
Faunakwaliteit
450 400 350 300
Botanische Kwaliteit
250 104
200
102
150
100
100
98
50
96
0
94
2001
92 90 88
2002
zoogdieren
dagvlinder
vleermuizen
boomkikker
2003 gem. index
86 84 1998/1990
1997/1998
2004/2005
De beleidsindicator Faunakwaliteit is gebaseerd op ontwik-
Bruto-EHS
kelingen in een aantal diergroepen waarvan tijdreeksen
Overijssel buiten bruto-EHS
beschikbaar zijn dankzij de inzet van vrijwilligers. Het gaat om de volgende groepen: dagvlinders (29 soorten, bron:
De beleidsindicator Botanische kwaliteit (voorlopige cijfers)
Vlinderstichting, CBS), zoogdieren (4 `land`soorten, bron:
is gebaseerd op het Provinciaal Botanisch Meetnet.
Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming,
Landschapselementen (bijv. sloten, greppels of houtwallen)
CBS), overwinterende vleermuizen (4 soorten, bron: VZZ,
vormen de basis van dit meetnet en hiervan zijn er meer
CBS) en de Boomkikker (data CBS, J. Braad).
dan 3.000 verspreid in de provincie onderzocht.
Regulier beleid Weidevogelkwaliteit
Begrenzen nieuwe natuurgebieden en beheersgebieden voornamelijk binnen de
120
ecologische hoofdstructuur 100 80 60 40 20 0 1994
1996
1998
2000
2002
2004
Vijf van de zeven natuurgebiedsplannen (m.u.v. Salland en Vecht-Regge) zijn per 1 oktober 2005 herzien. De aanpassingen voor weidevogelgebieden en verzoeken om aanpassingen van particulieren en landinrichtingscommissies zijn hierin opgenomen. Bij een aantal verbindingszones zijn de rijksmiddelen voor realisering van de Ecologische verbindingen geschrapt. Dit gewijzigde beleid voor ecologische verbindingen hebben wij verwerkt. Voor twee plannen is de vaststelling uitgesteld tot 2006 omdat hier de tracés van de robuuste verbindingen in zullen worden opgenomen.
De Indicator Weidevogelkwaliteit is gebaseerd op het provinciaal weidevogelmeetnet en is samengesteld uit de afzonderlijke gegevens van een vijftal aan graslanden gebonden weidevogels (o.a. Grutto, Tureluur en Wulp).
68
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Van de Robuuste verbindingen is het voorontwerp van drie deeltracés vastgesteld. Dit heeft veel stof doen opwaaien. Het ontwerp, waarin de opmerkingen uit de gebieden zo veel mogelijk zijn verwerkt kan begin 2006 worden vastgesteld. Ganzenfourageergebieden konden niet worden opgenomen in de natuurgebiedsplannen omdat de bijbehorende pakketten die LNV in Brussel heeft aangemeld nog niet zijn goedgekeurd.
2004
Beheren natuurwaarden in en buiten de EHS
Bij de twee nationale parken doen zich belangrijke ontwikkelingen voor. Bij het nationaal park de Sallandse Heuvelrug heeft de minister de provincie gevraagd om onderzoek te doen naar het draagvlak voor uitbreiding in noordelijke richting. Ook bij het nationale park de Weerribben speelt een mogelijke uitbreiding, maar dan in zuidelijke richting (Wieden). De minister heeft hiervoor inmiddels financiële toezeggingen gedaan. De provincie onderzoekt nu het draagvlak voor de uitbreiding met de Wieden. In 2005 zijn projecten in het kader van de soortenbescherming uitgevoerd, zoals voor de knoflookpad, grote vuurvlinder, groene glazenmaker, steenuil, moerasvogels en kwartelkoning. In 2005 is gestart met het Koploperproject weidevogelboeren. Voor het project is veel enthousiasme en draagvlak. Circa 50 boeren hebben uitvoering gegeven aan het project (kosten ca € 90.000). Het project heeft goede mogelijkheden om verder uit te groeien. De voortgang dreigt nu echter in gevaar te komen wegens het ontbreken van Brusselse goedkeuring (staatssteuntoets). Een belangrijke ontwikkeling is dat voor de IJsseldelta een Agrarische Natuurvereniging in oprichting is, als eerste vereniging in Overijssel die zich richt op weidevogelbeheer. Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de ecologische hoofdstructuur
De nieuwe Natuurbeschermingswet is in werking getreden per 1 oktober 2005. Vanaf deze datum is de provincie bevoegd gezag voor de uitvoering van deze wet. Naast onze reguliere handhavingsactiviteiten hebben wij voorlichting gegeven aan ambtelijke instanties en betrokken particulieren. Er zijn in 2005 meer landgoederen onder de werking van de Natuurschoonwet gebracht dan voorzien. De oorzaak hiervan is dat veel grondeigenaren hiertoe besloten hebben in verband met de bijbehorende belastingfaciliteiten. Vooral de vermogensrendementsheffing speelt hierbij een rol. Met ingang van 2005 zijn ontheffingen in het kader van de Flora en Faunawet niet langer verleend aan de Wildbeheereenheden maar aan de Faunabeheereenheid. Het aantal verleende ontheffingen is hierdoor van 35 naar 25 teruggelopen. Tijdens de winterperiode 2004/2005 zijn voor het eerst ontheffingen verleend voor het verjagen en bejagen van ganzen buiten de aangewezen foerageergebieden.
Subdoel Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de ecologische hoofdstructuur Wettelijk beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Instandhouding van het bosareaal in Overijssel met een oppervlakte van 38.000 hectare Realisatie 2005 Gerealiseerd Indicator Instandhouden van 16 Nbwet-gebieden. Realisatie 2005 Gerealiseerd Indicator Jaarlijkse toename van 25 landgoederen op het huidige totaal van 500 Realisatie 2005 Toename van 45 landgoederen
Hoofddoelstelling: Behoud en Versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap Prioriteiten uit de Perspectiefnota Wij hebben zes proefprojecten Groene en Blauwe Diensten begeleid. In 2 proefprojecten, waarvan een nieuw (Hardenberg) en een bestaand (Enschede), is extra aandacht besteed aan alternatieve financieringsbronnen. Omdat dit onderdeel nog uitgevoerd kon worden binnen een al lopend project is slechts één extra project gestart. Van de 6 pilots zijn er 5 zover dat zij uitgevoerd kunnen worden. Zij moeten de staatssteuntoets nog doorlopen. Dit vraagt meer tijd dan verwacht. Er wordt nu door de provincies gezamenlijk een catalogus gemaakt met maatregelen die ter goedkeuring worden aangeboden. Er is onderzoek gedaan naar de economische waarde van natuur en landschap en naar de kosten van het beheer. Er zijn 2 bestuurlijke werkbijeenkomsten georganiseerd waaruit 2 publicaties zijn voortgekomen. Op basis hiervan is het tussentijdse beslisdocument ‘Koers Kiezen’ opgesteld en met goed gevolg besproken met de bestuurlijke
Jaarverslag 2005
69
gebiedsoverleggen, de PCLG en de Statencommissie. Dit beslisdocument is uitgewerkt in een ontwerpbeleidskader en ontwerpstimuleringsregeling. Begin 2006 zal hierover aan relevante partijen advies gevraagd worden. Het ontwerpbeleidskader bevat onze ambitie voor Groene en Blauwe Diensten, een indeling van gebieden naar prioriteit en een structuur voor beloning en uitvoering.
ROLO afgebouwd worden. De bijdragen voor landschapsonderhoud van de provincie, LNV, gemeenten en uit Europese Programma’s zullen opgenomen worden in een catalogus met diverse Groene en Blauwe Diensten. Omdat er minder Europese middelen voor 2005 en 2006 beschikbaar zijn, hebben wij incidenteel extra geld beschikbaar gesteld (verschuiving binnen het programma).
Subdoel Ontwikkelen Groen-Blauwe Diensten
Subdoel Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Autonoom beleid, grote mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Het aantal projecten waarin beloning voor Groen-Blauwe Diensten ontwikkeld wordt (cumulatief).
Indicator Een aangepaste Regeling Onderhoud Landschapselementen Overijssel (ROLO) en een herziening van het Landschapsgebiedsplan.
realisatie 2004 5
begroting 2005 7
realisatie 2005 6
begroting 2006 9
Realisatie 2005 wordt 2006* * alleen indien er ruim vóór 1 januari 2007 uitsluitsel is over
Regulier beleid Behoud en versterking dragende landschaps-
Vergroting van de kwaliteit van de (agrarische)
structuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten
bebouwing en groenstructuren rondom steden en
Begrenzing en kernkwaliteiten zijn vastgelegd in de Ontwikkelingsvisie IJsseldelta. Begin 2006 is het Uitvoeringsprogramma IJsseldelta gereed. Het Belvedereproject voor de Buitenpolders van Mastenbroek is in de Ontwikkelingsvisie opgenomen. Voor Noordoost-Twente hebben wij in 2005 voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd en commitment verkregen bij de partners. In de loop van 2006 zullen wij begrenzing, kernkwaliteiten en het uitvoeringsprogramma vastgestellen. Diverse gemeenten werken aan een landschapsontwikkelingsplan In NoordoostTwente is hier een begin meegemaakt; de Sallandse gemeenten hebben besloten tot het opstellen van een gezamenlijk landschapsontwikkelingsplan.
dorpen
Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen
De uitvoering van de Regeling Onderhoud Landschapselementen (ROLO) heeft in 2005 voor het eerst in alle Overijsselse gemeenten plaatsgevonden. Gemeenten hebben, dikwijls in samenwerking met Landschap Overijssel, met gebruikmaking van de ROLO en ondanks het wegvallen van de EU-bijdrage het jaarlijks gebruikelijke aantal landschapselementen hersteld en onderhouden. Zodra het beleidskader Groene en Blauwe Diensten is vastgesteld zal de
70
de staatssteuntoets voor de catalogus.
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Het project ‘streekeigen huis en erf’ is uitgevoerd in de Polder Mastenbroek en krijgt vanwege het succes een vervolg in het gehele gebied van het nationale landschap IJsseldelta. Om het veranderingsproces op de agrarische erven in een landschappelijk goede richting te stimuleren is besloten tot het aanstellen van een landschapsconsulent. In het kader van het reanimeren van agrarisch erfgoed kan een agrariër in het reconstructiegebied een bijdrage ontvangen voor een transformatieplan voor het erf. In een proefproject bij Enschede hebben wij met lokale partners overeenstemming bereikt over de inzet van Groene en Blauwe Diensten voor onderhoud van de groenstructuur rondom steden en dorpen. Zodra er een positief oordeel is over de Staatssteuntoets kunnen wij hier aan de slag. Voor de stadsranden van Enschede en Hengelo worden plannen ontwikkeld en uitgevoerd in landinrichtingsverband, bij Almelo wordt groen in combinatie met blauw ontwikkeld, bij Deventer wordt geëxperimenteerd met woonlandschappen, in de stadsrand van Zwolle wordt gewerkt aan een combinatie van groenblauwe diensten, ruimte voor de rivier en een nieuw landgoed.
Hoofddoelstelling: Versterking en behoud van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen Subdoel Behouden van bestaande basisvoorzieningen in het landelijk gebied (onder andere door bundeling en scheppen van basis voorzieningen)
bijvoorbeeld rolstoelen, rollators en kinderwagens gemakkelijk de bus in kunnen. Wij hebben bovendien een halteplan opgesteld, dat in 2006 en 2007 uitgevoerd zal worden met middelen uit het Actiefonds. Een groot aantal haltes wordt toegankelijk gemaakt en de voorzieningen op de haltes (schuilen, zitten, fietsstallen) worden verbeterd.
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal gesubsidieerde basisvoorzieningen, bijvoorbeeld dorpshuizen, multifunctionele centra, etc. (aantal cumulatief) realisatie 2004 10
begroting 2005 15
realisatie 2005 17
begroting 2006 20
Om het hoofddoel van versterken en behouden van de sociale samenhang in de kleine kernen een extra impuls te geven is m.i.v. 2004 een subsidieregeling vitaliteit kleine kernen en kulturhusen ingesteld. In 2005 zijn in totaal 17 projecten in kleine kernen en buurtschappen gehonoreerd: ontwikkeling en renovatie van multifunctionele centra, dorps- en buurthuizen en een buurtplein. De projecten kregen een gezamenlijke subsidiebijdrage van ruim € 1,2 miljoen, waardoor het budget voor 2005 nagenoeg is uitgeput (in 2004 was dit nog € 900.000).
Subdoel Bereikbaar houden van de steden vanaf het omliggende platteland Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Ritten van regiotaxi binnen de marge op afspraak (in procent) realisatie 2004 95
begroting 2005 95
realisatie 2005 97
begroting 2006 98
Streekvervoer
Het hele openbaar vervoer is dit jaar in Overijssel aanbesteed. Dit heeft een aantal flinke verbeteringen opgeleverd voor de bereikbaarheid van het platteland. Met name zijn de frequenties van de dienstregeling sterk uitgebreid. Ook de toegankelijkheid van de bussen is verbeterd, doordat alle bussen voorzien zijn van uitschuifbare oprijplaten, waardoor mensen met Jaarverslag 2005
71
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Landelijk gebied
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Uitvoering reconstructie en landinrichting 970 Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw 150 Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden 1.059 Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap 300 Versterking en behoud van de sociale samenhang 3.631
7.189 500
-6.219 -350
972 150
5.857 432
-4.885 -282
1.333 68
5.833
-4.774
1.055
5.220
-4.165
607
1.011
-711
300
1.011
-711
0
5.019
-1.388
3.719
4.937
-1.218
170
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
––––––––
6.110
19.552
-13.442
6.196
17.457
-11.261
2.178
3.740
-3.740
3.729
-3.729
11
–––––––– 6.110
3.006 –––––––– 26.298
-3.006 –––––––– -20.188
–––––––– 6.196
2.922 –––––––– 24.108
-2.922 –––––––– -17.912
84 –––––––– 2.273
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
2
-2
20 1.656 –––––––– 1.676
-20 -1.656 –––––––– -1.676
1.665 –––––––– 1.667
-1.665 –––––––– -1.667
Totaal programmakosten Landelijk gebied Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied Toegerekende apparaatskosten Landelijk gebied Totaal programma Landelijk gebied
Voorzieningen
ruimte voor ruimte Voorziening weidevogels Voorziening natuurbeleidsplan –––––––– Totaal ten laste van voorzieningen
––––––––
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Reserve IJsselmijgelden Reserve Reconstructie Reserve Voorfinanciering Landinrichting Actiefonds Overijssel
5.200 334
Gereal.
6.509 334
Regiotaxi
Regiotaxi was dit jaar in heel West-Overijssel (en in delen van Twente) operationeel. Door aanpassingen in de tarief- en kortingenstructuur hebben wij de ongebreidelde groei van het gebruik van de regiotaxi beheersbaar gemaakt. Reizigers die ook van het gewone openbaar vervoer gebruik kunnen maken,
72
Verschil
––––––––
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
964
756
-208
50
50
0
-1.309 0
Verschil
––––––––
-208 -1.309 0 0
worden door de aangepaste prijsstelling gestimuleerd om dat ook daadwerkelijk te doen. Naar aanleiding van een motie van Provinciale Staten hebben wij de kortingsregeling zo ingericht dat reizigers die geen goed openbaar vervoer ter beschikking hebben, voortaan altijd met korting de regiotaxi kunnen gebruiken. Met de gemeenten in West-Overijssel hebben wij afspraken gemaakt over voortzetting van de samenwerking op het gebied van regiotaxi. Daarbij is ook een mogelijkheid gecreëerd om andere doelgroepen een plek in het systeem te geven. De regiotaxi in Salland is dit jaar opnieuw aanbesteed, waarbij tegelijk een aantal verbeteringen is ingevoerd.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden Dekking voor uitvoering Reconstructieplan € 1.309.000 (mutaties in reserve)
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4. Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen. Uitvoering Reconstructie en Landinrichting In 2005 is hard gewerkt om tot een versnelling van de uitvoering van de Reconstructieplannen te komen. Dat heeft geleid tot een in de loop van het jaar stijgende stroom van uitvoeringsprojecten en besteding van de middelen. Eind 2005 is voor een groot aantal projecten een bedrag van circa € 9 miljoen verplicht. Van de bij de najaarsnota verwachte kasstroom van € 5,4 miljoen is uiteindelijk € 4,1 miljoen gerealiseerd.
Behoud en herstel kenmerkende natuurwaarden Voor de uitvoering van de op 1 oktober 2005 in werking getreden nieuwe Natuurbeschermingswet is in 2005 een rijksbijdrage ontvangen. De provincie Flevoland neemt de handhaving op de Randmeren in dit kader voor haar rekening. De onderhandelingen over de afkoop van deze werkzaamheden zijn in 2005 niet afgerond. Een bedrag van € 384.000 is hierdoor in 2005 niet tot besteding gekomen. Inmiddels ligt er een aanbod van de Provincie Flevoland dat past binnen de beschikbare middelen. De verwachting is gewettigd dat er begin 2006 een overeenkomst met de provincie Flevoland kan worden gesloten. Voor de realisatie van particulier beheer is van de beschikbare middelen van € 803.000 een bedrag van € 97.000 niet besteed, met name door het achterblijven van het aantal te realiseren ha nieuwe natuur in particulier beheer. In het kader van de landinrichting NoordwestOverijssel is een bedrag van € 68.000 voor de aanleg van faunavoorzieningen nog niet tot besteding gekomen. De voorbereidende werkzaamheden zijn in het 4e kwartaal van 2005 gestart. Naast de provinciale middelen is in 2006 een rijksbijdrage van € 82.500 beschikbaar voor de aanleg van de faunavoorzieningen. In de eerste helft van 2006 worden 7 faunapassages in Noordwest-Overijssel aangelegd. Versterking en behoud van de sociale samenhang in kleine kernen en buurtschappen De regeling vitaliteit kleine kernen heeft geleid tot een onderuitputting van € 170.000 op een budget van € 1,2 miljoen voor deze regeling, doordat er onvoldoende geschikte aanvragen zijn ontvangen.
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.6.20.20 Uitvoering groene wetten Handhaving Natuurbeschermingswet Randmeren
€ 384.000
Ontwikkelen van de perspectiefvolle landbouw De aanleg van een Terugleverkabel Koekoekspolder is in 2005 gestart. De definitieve beschikking, waarvan € 53.000 ten laste komt van dit budget, is nog niet afgegeven in afwachting van de uitkomsten van de staatssteuntoets. Naar verwachting komt in 2006 hier duidelijkheid over en kan tot afronding van dit project worden gekomen.
Jaarverslag 2005
73
74
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.7 Programma Zorg 2.7.1 Inleiding Wij richten ons op de leefkwaliteit van mensen door aandacht te besteden aan de bereikbaarheid, betaalbaarheid en beschikbaarheid van de zorg, zowel in de jeugdzorg als in de reguliere zorg. Onze prioriteiten zijn daarbij het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg en een beschikbare en toegankelijke eerstelijnszorg. 2005 was het eerste jaar van de Wet op de jeugdzorg. Volgens deze wet zijn wij financieel en inhoudelijk verantwoordelijk voor een deel van de jeugdzorg en voor de toegang hiertoe. Op het in deze wet vastgelegde recht op jeugdzorg is in 2005 door een aantal cliënten formeel aanspraak gemaakt. Dit had voornamelijk een procedureel karakter en heeft in 2005 nog niet geleid tot een gerechtelijke uitspraak in ons nadeel. De wachtlijsten in de jeugdzorg werden ongunstig beïnvloed door een toename van de vraag naar jeugdzorg. Een vergroting van het volume van het zorgaanbod en een vergroting van de doorstroomsnelheid konden deze ongunstige ontwikkeling onvoldoende keren. Mede met behulp van de inzet van de doorbraakmethode is de wachtlijst voor het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling eind 2005 wel volledig verdwenen. Wij trekken met de zorgaanbieders samen op om de efficiency en effectiviteit van de jeugdzorg verder te vergroten, zodat met hetzelfde budget meer kinderen geholpen kunnen worden. Om op termijn door meer preventie de instroom te beperken werken wij samen met de gemeenten om de aansluiting tussen het jeugdbeleid en de jeugdzorg te verbeteren. Er is een breed actieprogramma gestart waar op grote schaal gemeenten aan meedoen. Het eigen probleemoplossende vermogen bij de zgn. Eigen-Kracht-Conferenties van de ouders en kinderen blijkt erg succesvol te zijn. Voor deze manier van werken komen veel meer gezinnen in aanmerking dan met de huidige middelen mogelijk is. Voor de meest risicovolle groep wachtende cliënten is in 2005 het Noodplan ASS gestart. Voor de verdere uitwerking hiervan is een goede samenwerking met onze intersectorale partners een vereiste. Hiermee is in 2005 een aanvang gemaakt. Samenwerking die zich overigens niet tot de zorgkantoren beperkt, maar gericht is op een brede, integrale, programmatische aanpak van de problematiek van de jeugd. Na twee jaar van provinciale investeringen in de eerstelijnszorg worden de resultaten zichtbaar: recent bleek dat het tekort aan huisartsen in
de regio Twente sterk is verminderd en zelfs is opgelost. Met provinciale subsidie werd een Twentse huisartsenopleiding opgericht waardoor meer huisartsen zich in de regio Twente vestigden en ook werden met provinciale subsidie diverse HOED'en en gezondheidscentra opgericht, met als resultaat dat de werkbelasting van huisartsen verminderde. De doelstellingen binnen de zorg zijn dan ook ruimschoots gehaald. Dit jaar is, vooruitlopend op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, een provinciaal ondersteuningsaanbod aan gemeenten opgezet. De behoefte aan deze ondersteuning was zeer groot: in Overijssel werden door gemeenten 49 projecten ingediend. Een groot deel van de projecten kon dit jaar worden toegekend, wat betekent dat met provinciale subsidie een groot aantal gemeentelijke WMO- loketten wordt opgezet en de informele zorg (o.a. de mantelzorg die de kern van de WMO is) extra wordt ondersteund. Het provinciale ondersteuningsaanbod, in samenhang met het programma Langer zelfstandig wonen, is dan ook een van de successen van 2005. Portefeuillehouder van dit programma is de heer G.J.H. Ranter.
2.7.2 Ontwikkelingen De ontwikkelingen zoals geschetst in de programmabegroting hebben een meerjarig karakter en zijn op dit moment nog even actueel. Ten opzichte van de programmabegroting 2005 zijn op enkele onderdelen significante onverwachte ontwikkelingen te melden. Deze worden toegelicht onder 2.7.3.
2.7.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: • de beschikbaarheid van passende trajecten voor jongeren in de jeugdzorg, zodat tenminste de wachtlijsten voor crisissituaties zijn weggewerkt • projecten en experimenten die de beschikbaarheid en toegankelijkheid van eerste- en tweedelijnsvoorzieningen aantoonbaar verbeteren
Jaarverslag 2005
75
Jeugdzorg Door het maken van concrete prestatieafspraken met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (als organisatieonderdeel van BJzO) en het verlenen van extra (incidentele) subsidies is bereikt dat eind 2005: - de wachtlijst voor onderzoeken naar kindermishandeling zijn verdwenen en - de gemiddelde doorlooptijd van deze onderzoeken aanzienlijk is ingekort, mede door de inzet van een nieuwe werkmethode, de zogeheten ‘doorbraakmethode’. Deze methode houdt in dat multidisciplinaire verbeterteams, bestaande uit medewerkers van BJzO en AMK hun eigen werkprocessen doorlichten en doelstellingen formuleren om stap voor stap concrete verbeteringen voor hun cliënten te bereiken. De deelnemers testen alternatieve werkmethoden in de praktijk van alledag, waarbij al gauw blijkt of die effectief zijn. Meldingen bij het AMK waarbij sprake is van een crisissituatie worden in alle gevallen onmiddellijk in onderzoek genomen. Hiervoor bestaat dus op geen enkel moment een wachtlijst. De ontwikkelingen van de wachtlijst, doorlooptijd en het aantal meldingen voor onderzoeken zien er als volgt uit: Ontwikkeling AMK Overijssel
Ontwikkeling BJzO
400 350 300 250 200 150 100 50 0
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
4e kw 2004
1e kw 2005
2e kw 2005
3e kw 2005
aantal aanmeldingen in 10-tallen aantal indicatiebesluiten in 10-tallen doorlooptijd indicatietraject in dagen
Door extra subsidiëring en efficiencyverbeteringen is de hulpverleningscapaciteit van het zorgaanbod toegenomen, zowel door kwantitatieve toename van het aanbod als door een grotere doorstroming. Deze toename was voor de zorgvarianten pleegzorg en ambulante hulp echter per saldo onvoldoende om de stijgende vraag naar jeugdzorg het hoofd te kunnen bieden. Voor deze categorieën groeide de wachtlijst. Voor de zwaardere hulpvormen (residentiële zorg en daghulp) nam de wachtlijst ten opzichte van het eerste kwartaal 2004 iets af, zoals uit de volgende grafiek blijkt.
250 Index ontwikkeling wachtlijsten aanbod Overijssel
200 200 150
180 160
100
140 120
50
100 80
0
4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2002 2003 2003 2003 2003 2004 2004 2004 2004 2005 2005 2005 2005
aantal onderzoekenden aantal wachtenden op start onderzoek doorlooptijd onderzoek in dagen
Ondanks het toegenomen aantal aanmeldingen bij BJzO en het toenemend aantal door BJzO genomen indicatiebesluiten is de doorlooptijd van het indicatietraject aanzienlijk teruggelopen. Deze positieve ontwikkeling ziet er grafisch als volgt uit:
76
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
60 40 20 0
1e kw 2004
2e kw 2004
3e kw 2004
4e kw 2004
ambulant
residentieel
daghulp
pleegzorg
1e kw 2005
Naar aanleiding van een in 2005 ingediende claim op het recht op jeugdzorg is binnen de variant residentiële zorg voor de meest risicovolle groep wachtenden op zorg (de groep kinderen met autistisch spectrum stoornissen ASS) eind 2005 het ‘Noodplan ASS’ gestart, waarvoor Provinciale Staten in totaal € 2 miljoen additioneel beschikbaar hebben gesteld. De eerste resultaten van dit noodplan voor de wachtlijst worden in 2006 voor het eerst merkbaar.
2e kw 2005
3e kw 2005
Eerste- en tweedelijns voorzieningen Door uitvoering van de regeling zorgpostenplus worden projecten gesubsidieerd die bijdragen aan het behoud van de toegankelijkheid van eerstelijnsvoorzieningen. Met deze provinciale bijdragen worden onder andere de opzet van HOED’en ondersteund, de toegankelijkheid verbeterd van de spoedeisende medische zorgketen en experimenten uitgevoerd voor nieuwe vormen van zorg binnen de eerstelijnszorg. In 2005 zijn met provinciale subsidie 17 zorgpostenplus opgezet.
Hoofddoelstelling: Versterking maatschappelijke deelname en positie van jongeren (Minder kinderen in de jeugdzorg; snellere en betere jeugdhulp zonder wachtlijsten)
Cluster Jeugdzorg Prioriteiten uit de Perspectiefnota De Wet op de Jeugdzorg is op 1 januari 2005 van kracht geworden. Dat betekent dat vanaf dat moment de provincie inhoudelijk en financieel verantwoordelijk is voor de toegang tot de jeugdzorg en voor een passend aanbod aan jeugdzorg in de provincie. De verwachte toename van de zorgvraag blijkt een realiteit: wij constateren een stijging van het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) met 20% ten opzichte van 2004 en van 11% van het aantal onderzoeken bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Overijssel is hierin niet bijzonder, ook landelijk signaleert het Rijk een forse toename van het aantal uithuisplaatsingen, niet alleen als gevolg van een toenemende naamsbekendheid van de bureaus jeugdzorg, maar ook door een aantal schrijnende incidenten. In 2005 zijn de eerste claims ingediend om het wettelijk recht op jeugdzorg op te eisen. In een aantal gevallen kon een passend alternatief hulpaanbod worden bewerkstelligd. In een ander geval was dit niet mogelijk en is op 15 december 2005 voor de rechter een procedure gevoerd. Wij wachten op de uitspraak van de rechter hierin. Het belangrijkste speerpunt van het Overijssels jeugdzorgbeleid is het bestrijden van de wachtlijsten. Om dat te bereiken hebben wij in 2005 een pakket van maatregelen tegelijkertijd uitgevoerd:
- wij hebben extra subsidies verleend bestemd voor extra zorgaanbod (34 plaatsen pleegzorg, minimaal 174 intensief ambulante hulpverleningstrajecten en extra personele capaciteit bij het AMK) - wij hebben concrete afspraken met zorgaanbieders gemaakt over efficiencyverbeteringen die moeten leiden tot een grotere doorstroming van cliënten in het bestaande residentiële zorgaanbod door het terugbrengen van de doorlooptijden met gemiddeld 10% per instelling - in dit kader hebben wij vernieuwende werkmethoden gestimuleerd (Doorbraakmethode) leidend tot het terugbrengen van de doorlooptijd van onderzoeken bij het AMK van 90 naar maximaal 30 dagen - wij hebben het ouders en kinderen mogelijk gemaakt om gebruik te maken van hun eigen probleemoplossend vermogen door circa 50 zogeheten ‘eigen-kracht-conferenties’ te subsidiëren en - wij hebben de samenwerking met intersectorale partners verbeterd, met name door een betere afstemming met de zorgkantoren Om te bereiken dat in elk geval de wachtlijsten voor crisissituaties worden weggewerkt hebben Provinciale Staten vanuit het Actiefonds in 2005 een extra financiële impuls beschikbaar gesteld van € 1,3 miljoen, waarmee een gecoördineerde aanpak mogelijk wordt van en interventie in minimaal 800 (dreigende) crisissituaties. Het resultaat hiervan moet zijn dat in ongeveer de helft van de crisissituaties instroom in de (dure) jeugdzorg wordt voorkomen. Een ander speerpunt is het verbeteren van de aansluiting van het gemeentelijke jeugdbeleid op de provinciaal gesubsidieerde jeugdzorg, wat uiteindelijk moet leiden tot minder instroom. PS hebben hiervoor in 2005 vanuit het Actiefonds € 0,7 miljoen beschikbaar gesteld. Als uitwerking van het eind 2004 met alle Overijsselse gemeenten en de gemeente Hattem afgesloten Convenant Jeugdbeleid-Jeugdzorg 20052008 zijn in 2005 samen met de gemeenten concrete plannen en projecten ontwikkeld rond 5 thema’s in het Actieprogramma jeugdbeleid-jeugdzorg: • vroege, tijdige en adequate signalering van problemen • voorkomen uitval • jeugd en veiligheid • innovatieagenda en • WJZ versus Wet maatschappelijke ondersteuning Het derde speerpunt is het zodanig ombouwen van het stelsel dat meer dan voorheen de noodzakelijke vraag naar jeugdzorg bepalend wordt voor de feitelijk te bieden hulp in plaats van het aanwezige aanbod. Om dit op termijn te kunnen realiseren heeft Bureau
Jaarverslag 2005
77
Jeugdzorg Overijssel ons eind 2005 een op basis van een inventarisatie van de vraag naar jeugdzorg gebaseerd advies gegeven over noodzakelijke aanpassingen in het zorgaanbod. Dit advies wordt betrokken bij het maken van de eerstkomende prestatieafspraken met de zorgaanbieders. Het laatste speerpunt betreft het bestrijden van de jeugdcriminaliteit. Wij hebben ons in 2005 specifiek gericht op de problematiek van loverboys en door subsidiëring van projecten een provinciebrede aanpak hiervan mogelijk gemaakt.
Subdoel Meer efficiency in de jeugdzorg Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Mutatie in de gemiddelde behandelduur ten opzichte van 2003 (in procenten) realisatie 2004 -
begroting 2005 -/- 2
realisatie 2005 nnb
begroting 2006 *
Subdoel Meer aandacht voor preventie in de jeugdzorgketen Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Mutatie in het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg ten opzichte van 2003 (in procent) realisatie 2004 + 53
begroting 2005 -/- 2
realisatie 2005 + 67
begroting 2006 *
* Deze indicator is niet meer in gebruik vanaf 2006
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Hoofddoelstelling: Goede sociale infrastructuur in stad en platteland (verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de eerste- en tweedelijnsvoorzieningen)
Cluster Reguliere zorg Prioriteiten uit de Perspectiefnota Dit jaar stond vooral in het teken van de komende invoering van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning. In 2005 is na intensief contact met de gemeenten besloten tot een provinciaal ondersteuningsaanbod. Dit bestond uit ondersteuning bij de opzet van gemeentelijke WMO-loketten, de opzet van woonzorgzones, experimenten informele zorg (waar onder de mantelzorg), experimenten cliënt en burgerparticipatie en ondersteuning bij de eerstelijnszorg. Eind 2005 zijn bijna 50 gemeentelijke aanvragen binnengekomen voor een bedrag van meer dan € 3,5 miljoen waarvan een deel in 2005 kon worden toegekend. Het voorgenomen aantal te realiseren HOED’en en zorgpostenplus is ruimschoots gehaald, zowel door directe subsidiering van de opzet van zorgpostenplus als subsidieverlening aan een regionaal ondersteuningsprogramma voor de opzet van zorgposten. Met gerichte provinciale subsidie zijn nieuwe ontwikkelingen in de eerstelijnszorg gerealiseerd en zijn experimenten gestart. Met name op het terrein van het verbeteren van de toegankelijkheid van de acute eerstelijnszorg zijn in 2005 verschillende projecten gestart. Het gaat dan om projecten gericht op het verbeteren van de toegang tot de acute zorg in de regio IJssel-Vecht door de introductie van één loket, het in kaart brengen en verbeteren van de verloskundige zorgketen in Twente en het stimuleren van de inzet van de AED (automatische externe defibrillator voor reanimatie bij spoedeisende hulp) door het investeren in opleidingen en door de opzet van een systeem voor lekenalarmering in de meldkamer van de ambulances. Daarnaast is in 2005 de huisartsenpool in de regio IJsselVecht gestart. In deze regio is 25% van de huisartsen ouder dan 55 jaar. Deze huisartsen worden in de gelegenheid gesteld om op maat een plan te maken voor de komende jaren waarmee wordt gesti-
78
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Subdoel Meer fysieke en organisatorische bundeling van eerstelijnsvoorzieningen
Subdoel Meer integrale, vraaggerichte zorg door toepassing van ICT Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Percentage HOED’en (Huisartsen Onder Eén Dak) en zorgpostenplus ten opzichte van het te realiseren aantal (20) in 2007. realisatie 2004
begroting 2005 40
realisatie 2005 85
begroting 2006 15
Indicator Aantal uitgevoerde projecten (aantal, cumulatief) realisatie 2004
begroting 2005 7
realisatie 2005 7
begroting 2006 7
Indicator Aantal huisartsenpools ten opzichte 2004 (aantal, cumulatief) realisatie 2004
begroting 2005 1
realisatie 2005 1
begroting 2006 1
muleerd dat deze groep langer aan het werk blijft. De huisartsenpools bevorderen de beschikbaarheid van (oudere) huisartsen.
Hoofddoelstelling: Goede sociale infrastructuur in stad en platteland (bevordering van ICT toepassingen voor integrale, vraaggerichte zorg)
Regulier beleid In 2005 is na het formuleren van het integrale IZIT programma (ICT en Zorg In Twente) begonnen met de implementatie daarvan met middelen uit het Actiefonds 2005. In december is een voorschot toegekend voor het ontwikkelen van transmurale zorgprotocollen voor een integraal elektronisch patiëntendossier. Daarnaast worden concrete producten en diensten ontwikkeld voor patiënten en consumenten zoals telesleutel.
Jaarverslag 2005
79
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Zorg
Versterking maatschappelijke deelname en positie jongeren Goede sociale infrastructuur in stad en platteland Goede sociale infrastructuur in stad en platteland (ICT) Totaal programmakosten Zorg
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
74.092
76.825
-2.733
77.382
80.116
-2.734
0
2.397
-2.397
2.403
-2.403
-5
–––––––– 74.092
2.744 –––––––– 81.966
-2.744 –––––––– -7.874
–––––––– 77.382
2.744 –––––––– 85.263
-2.744 –––––––– -7.881
0 –––––––– -5
–––––––– 74.092
1.013 814 –––––––– 83.793
-1.013 -814 –––––––– -9.701
–––––––– 77.382
910 714 –––––––– 86.887
-910 -714 –––––––– -9.505
103 100 –––––––– 198
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
161 615 172 –––––––– 948
-161 -615 -172 –––––––– -948
180 309 105 –––––––– 594
-180 -309 -105 –––––––– -594
Voorziening ouderen zorgnota Voorziening bureau jeugdzorg Voorziening jeugdzorgaanbod –––––––– Totaal ten laste van voorzieningen
––––––––
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
80
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Zorg Toegerekende apparaatskosten Zorg Totaal programma Zorg
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
130 2.230
138 2.230
8 0
Verschil
––––––––
8 0
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen. Versterking maatschappelijke deelname en positie jongeren De Rijksbijdrage op het gebied van Jeugdzorg is in 2005 hoger geweest dan begroot. Het Rijk heeft in november 2005 de doeluitkering jeugdzorg verhoogd vanwege o.a. actualisering van het budget voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en het extra zorgaanbod door de toename van het aantal uithuisplaatsingen. Voorzover de bestedingen niet meer in 2005 gerealiseerd konden worden heeft storting in de voorzieningen jeugdzorg plaatsgevonden.
Jaarverslag 2005
81
82
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.8 Programma Cultuur & Maatschappelijke Ontwikkeling 2.8.1 Inleiding Cultuur Wij richten ons op de deelname van de inwoners van Overijssel aan kunst en cultuur en op het vergroten van de leefkwaliteit. Dit door de inbreng van kunst en cultuur ter versterking van de kwaliteit van de omgeving. Daarbij vinden wij het belangrijk dat er samenhang is in de culturele voorzieningen en dat de culturele activiteiten van goede kwaliteit zijn. De provincie subsidieerde daartoe projecten, culturele initiatieven, instellingen en steunfuncties. Enkele kleinere gemeenten hebben we ondersteund met de gemeentelijke arrangementen cultuurbereik. Door met een aantal culturele instellingen meerjarige afspraken te maken, zorgen wij voor een culturele infrastructuur die de basis vormt voor ontwikkeling. Ontwikkeling van de culturele sector zelf, zodat kunst wordt gemaakt die past bij de Overijsselse identiteit. En ontwikkeling van de Overijsselaren: bijvoorbeeld kinderen in aanraking brengen met kunst en cultuur waardoor ze de wereld om zich heen beter in perspectief kunnen plaatsen. Helaas is het programma cultuureducatie door beperkte middelen steeds minder effectief. Met het programma amateurkunst hebben we door de hele provincie heen veel verschillende projecten mogelijk gemaakt. In 2005 hebben we het eerste jaar van het marsrouteplan bibliotheekvernieuwing uitgevoerd. In Overijssel hebben de gezamenlijke bibliotheken in dat kader voorloperprojecten en intensiveringprojecten uitgevoerd. We hebben een aanloop genomen om in 2006 het programma Cultuur en Economie uit te kunnen gaan voeren. Met Cultuur en Fysiek zorgen we voor inbreng van kwaliteit van de ruimte bij het veranderen van onze leefomgeving. Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen.
2007. Het Ministerie stelt extra middelen ter beschikking die op basis van een provinciaal marsrouteplan worden beschikt. In 2005 heeft de provincie, met medewerking van gemeenten, bibliotheken en provinciale service organisaties dit plan voor Overijssel geschreven. Productiefonds kunst en cultuur Op 10 november 2004 is door Provinciale Staten een amendement van PvdA en CDA aangenomen om een productiefonds kunst en cultuur in te stellen. Overwegingen daarin zijn dat: - kunst en cultuur een bindende factor zijn in de samenleving - makers van kunst creatief, inspirerend en vernieuwend bezig zijn - kunst en cultuur een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van jonge mensen - er tal van instellingen (bijvoorbeeld scholen, bibliotheken en poppodia) zijn die de ambitie hebben om culturele activiteiten met en voor jongeren te organiseren of op te nemen in hun programma’s - een productiefonds kunst en cultuur een middel is om deze ambitie te koppelen aan Overijsselse makers van kunst en cultuur
2.8.3 Cultuur : Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? IJkpunt Onderhandelingsakkoord Het bestuur mag over vier jaar worden afgerekend op: - de kennismaking van jonge mensen met cultuur - levenskrachtige voorzieningen voor bibliotheekwerk Het programma kunst- en cultuureducatie wordt uitgevoerd door de Stichting Kunst en Cultuur Overijssel. Door stijgende kosten en gelijkblijvende inkomsten wordt de reikwijdte van dit programma kleiner. Het percentage scholen dat gebruik maakt van provinciale cultuureducatieprogramma’s blijft wel gelijk, maar het percentage leerlingen daalt doordat scholen vaker een klas overslaan.
2.8.2 Ontwikkelingen Cultuur Bibliotheken In 2005 heeft het Ministerie van OC&W besloten een tweede fase herstructurering openbaar bibliotheekwerk uit te voeren. In deze tweede tranche staat inhoudelijke bibliotheekvernieuwing voorop. Het gehele proces staat bekend als bibliotheekvernieuwingsproces en heeft een looptijd van 2005 tot en met
Het bestuurlijk overleg platform herstructurering bibliotheekwerk heeft opdracht gegeven te komen tot een structuuranalyse bibliotheekwerk waarin de taken en verantwoordelijkheden van instellingen en overheden helder omschreven zijn. Dit als sluitstuk op de omslag die bibliotheken maken onder de noemer bibliotheekvernieuwing. De nieuwe structuur volgt daarmee de inhoud. Bibliotheken ronden het gehele
Jaarverslag 2005
83
traject af voor 1 januari 2008. Naast de traditionele uitleenfunctie is de bibliotheek uitgebouwd met de functies ontmoeting, educatie, cultuur en maatschappelijke ontwikkeling. Vanaf 2008 zijn alle bibliotheken in Overijssel, te weten 25 stichtingen, modern uitgeruste bibliotheken. In 2005 zijn alle bibliotheken verder gegaan met uitbouw van fysieke en digitale bibliotheek.
Hoofddoelstelling: Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland (vergroting van deelname aan cultuur en verhoging van kwaliteit: een brede groep van burgers, met voorrang voor jongeren, ontdekt en beleeft kunst en cultuur)
Regulier beleid In dit eerste jaar van de tweede Actieprogrammaperiode cultuurbereik heeft de nadruk gelegen op het ondersteunen van projectaanvragers bij het doen van een aanvraag. Daar bleek grote behoefte aan te zijn. De aspecten informatieuitwisseling over het programma en deskundigheidsbevordering kunnen nog verbeterd worden. Naast een flink aantal incidentele projecten op het terrein van cultuurbereik is ook een financiële ondersteuning geboden aan meerjarige projecten die een succesvolle publieksbereikmethode inbedden in de werkwijze van de instelling.
Zwolle plaatsgevonden. Doel is het beter maatschappelijk en economisch benutten van ons cultureel erfgoed. Goede samenwerkingsverbanden en slimme combinaties tussen in de gebieden aanwezig potentieel en initiatieven moeten leiden tot vernieuwende en aantrekkende impulsen. Er is geïnventariseerd hoeveel monumenten in Overijssel nog een restauratieachterstand hebben. Dit met het oog op het voorgenomen rijksbeleid om met ingang van 2007 alleen nog middelen beschikbaar te stellen voor onderhoudswerkzaamheden. Dit heeft ook consequenties voor de ondersteuningsstructuur voor monumentenzorg in Overijssel. De verantwoordelijkheid komt met deze wijziging bij gemeenten te liggen. Projecten op het grensvlak van cultuur en economie leveren een grote bijdrage aan de vitaliteit en slagkracht van de werkgelegenheid en aantrekkingskracht van steden en regio’s. De kansen van deze integrale aanpak is met een aantal voorbeeld projecten in de aandacht gekomen. Ook presenteerde de rijksoverheid een nota met bijbehorende subsidiebudgetten. Op een aantal momenten in 2005 is besproken hoe de provincie een rol kan spelen in het stimuleren van de samenwerking tussen beide sectoren. De provincie stimuleert samenwerking tussen het Overijsselse bedrijfsleven en de grotere culturele instellingen. Eind 2005 is gestart met de opzet van een actieplan om de relatie tussen partners te versterken en een geldsstroom te stimuleren die de culturele instellingen minder subsidieafhankelijk kan maken.
De culturele kaart is vervaardigd en op internet beschikbaar. De amateurkunsten hebben een flinke impuls gekregen door de financiële ondersteuning van gevarieerde projecten. Daarnaast heeft de steunfunctie Kunst en Cultuur Overijssel onderzocht op welke wijze de ondersteuning van het brede veld van de amateurkunsten doeltreffender vorm kan krijgen. Dit jaar heeft in het teken gestaan van de invulling van het programma cultuur en fysiek. De rijksnota Ruimte heeft daartoe de grote lijnen uitgezet. Daarop voortbordurend heeft de provincie een afgebakend en samenhangend programma samengesteld, dat ook ingezet kan worden in de Nationale Landschappen. De belangrijkste elementen hieruit zijn Streekeigen Huis en Erf, Integrale Dorpsplannen en Bouwen met Identiteit. Er is geëxperimenteerd met de relatie Kunst in de Culturele omgeving in het kader van cultuurtoerisme. Hierin werken we nauw samen met Gelderland. In november heeft het eerste Momentum-evenement in
84
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Subdoel Meer projecten cultuurbereik voor jongeren Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Percentage gesubsidieerde projecten binnen het programma cultuurbereik gericht op jongeren (in procent) realisatie 2004
begroting 2005 50
realisatie 2005 75
begroting 2006 *
Subdoel Meer samenwerking tussen culturele instellingen en het onderwijs Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Percentage scholen dat gebruik maakt van de provinciale cultuureducatieprogramma’s (in procent) realisatie 2004
begroting 2005 70
realisatie 2005 67
begroting 2006 75
Subdoel Meer kennis van de culturele infrastructuur van Overijssel Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Uitgave culturele atlas Oost Nederland, deel Overijssel (aantal) realisatie 2004 1
begroting 2005 -
realisatie 2005 -
begroting 2006 **
Subdoel Groter gebruik en betere bereikbaarheid van de bibliotheken in Overijssel Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal modern uitgeruste bibliotheken (aantal, cumulatief) realisatie 2004 5
begroting 2005 10
realisatie 2005 10
begroting 2006 15
Het vrijwilligerswerk speelt daarbij een belangrijke rol. De nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die naar verwachting in 2006 wordt ingevoerd, draagt bij aan een toenemende samenhang met zorg en wonen en vraagt om een herbezinning op het welzijnsbeleid. In 2005 is sterk ingezet op het vrijwilligerswerk. Een goede ondersteuningsstructuur en het werven, behouden en professionaliseren van vrijwilligers zijn des te belangrijker nu met de komst van de WMO een nog groter beroep zal worden gedaan op vrijwilligers. Ook hebben we projecten aangejaagd die zich richten op de inzet van vrijwilligers in de culturele sector en het ondersteunen van gemeentelijk vrijwilligersbeleid in reconstructiegebieden. Het project maatschappelijke stages in het onderwijs heeft in Overijssel een vervolg gekregen en krijgt nu ook op rijksniveau aandacht. Verder hebben we projecten gestimuleerd die zich richten op nieuwe zorg- en dienstenvormen, versterking van zelfredzaamheid en actieve en sportieve deelname van burgers. Het Integratiebeleid richt zich in sterke mate op de participatie van allochtone Nederlanders, vooral op jongeren, ouderen en vrouwen, aan de samenleving. Het wordt in belangrijke mate gezamenlijk met andere beleidssectoren zoals zorg, cultuur en arbeidsmarktbeleid opgezet. Activiteiten in 2006 waren onder andere gericht op het tegengaan van discriminatie van allochtone jongeren op de arbeidsmarkt, het van start gaan van mentoringprojecten binnen het voortgezet onderwijs, het aandacht vragen voor allochtone ouderen als nieuwe doelgroep voor zorgverlening en- op het grensvlak van maatschappelijke ontwikkeling en integratie - de totstandkoming van een Islamitische instelling voor maatschappelijke activering. Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.G. Kristen.
* Deze indicator is gewijzigd vanaf 2006 ** Deze indicator is niet meer in gebruik vanaf 2006
2.8.5 Ontwikkelingen Maatschappelijke ontwikkeling en Integratie 2.8.4 Inleiding Maatschappelijke ontwikkeling en Integratie Wij richten ons binnen Maatschappelijke ontwikkeling en Integratie op een goede sociale samenhang en een goed leefklimaat in Overijssel. Centraal staat de binding van inwoners met elkaar en met hun omgeving.
Ten opzichte van de programmabegroting 2005 zijn er weinig significante onverwachte ontwikkelingen te melden. De ontwikkelingen zoals geschetst in de programmabegroting hebben een meerjarig karakter en zijn op dit moment nog even actueel.
Jaarverslag 2005
85
2.8.6 Maatschappelijke ontwikkeling en Integratie: Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
vrijwilligersbeleid. Tenslotte is een project gecontinueerd dat zich richt op de vergroting van het potentieel aan jonge vrijwilligers door middel van maatschappelijke stages in het onderwijs. Daarnaast hebben 59 vrijwilligersorganisaties een provinciale normsubsidie ontvangen.
Hoofddoelstelling: Een goede sociale infrastructuur in stad en platteland
Op het gebied van huiselijk geweld en dagindeling zijn expertisecentra opgericht door de provinciale steunfunctie en hebben we diverse projecten gestimuleerd.
Regulier beleid De Welzijnswet gaat op in de nieuwe Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning. De toenemende focus op eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en actieve deelname van burgers vraagt om een herbezinning op het welzijnsbeleid. Het provinciaal beleid richt zich vooral op vrijwilligers, zelfredzaamheid en maatschappelijke deelname van ouderen, jeugd, leefbaarheid en (breedte)sport. Op het gebied van (breedte)sport proberen Rijk en provincie elkaar te versterken en wordt aansluiting gezocht in de uitvoering van beleid.
In het kader van het verhogen van de participatie aan de samenleving door allochtonen hebben wij - op basis van een subsidieaanvraag begin 2005 - ingaande 2006 en voor een periode van drie jaar een subsidie verleend voor de oprichting van een Islamitische instelling voor maatschappelijke activering.
Dit jaar is naar aanleiding van de takendiscussie de basis gelegd voor een herinrichting van de steunfuncties maatschappelijke ontwikkeling en zorg. Doel is om te komen tot een efficiënt en effectief werkende infrastructuur van tweedelijns provinciale steunfuncties. In april 2005 hebben de betrokken steunfuncties een intentieovereenkomst getekend waarin zij aangeven een ontwikkelingstraject in te gaan dat is gericht op het laten ontstaan van twee nieuwe steunfuncties. Als gevolg van de herinrichting zal 1 steunfunctie worden ontmanteld. Dit heeft in 2005 tot gevolg dat minder ondersteuning heeft plaatsgevonden van gemeenten en lokale instellingen en minder is ingezet ten behoeve van sociale gebiedsagenda’s, vrijwilligerswerk en jeugdbeleid. Wij hebben dit jaar wederom sterk ingezet op het vrijwilligerswerk. Het werven en behouden van vrijwilligers is des te belangrijker nu met de komst van de WMO een nog groter beroep zal worden gedaan op vrijwilligers. Veel welzijnsdiensten worden uitgevoerd of ondersteund door vrijwilligers en vrijwilligers hebben een belangrijke rol bij het ondersteunen van mantelzorgers. In 2005 zijn projecten uitgevoerd gericht op het werven en behouden van vrijwilligers, de vrijwilligersacademie is ingericht en opgestart, het digitaal informatiepunt vrijwilligerswerk is uitgebreid met onder andere sport en cultuur, en lokale overheden worden ondersteund bij het opzetten en versterken van het
86
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Subdoel Betere en sterke sociale verbanden Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal gesubsidieerde vrijwilligersorganisaties, waaronder zelforganisaties van allochtonen (aantal, cumulatief) realisatie 2004
begroting 2005 67
realisatie 2005 59
begroting 2006 *
* Deze indicator is niet meer in gebruik vanaf 2006.
Subdoel Minder huiselijk geweld Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal bovenlokale projecten voor de aanpak huiselijk geweld, ook bij allochtone vrouwen en meisjes (aantal, cumulatief) realisatie 2004 -
begroting 2005 5
realisatie 2005 5
begroting 2006 6
Subdoel Meer participatie van allochtonen aan de samenleving
Subdoel Versterking gemeentelijk Jeugdbeleid
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal projecten op het terrein van arbeidsmarkt en onderwijs (aantal, cumulatief)
Indicator Aantal gemeenten dat wordt ondersteund (aantal, cumulatief)
realisatie 2004
begroting 2005 2
realisatie 2005 2
begroting 2006 3
realisatie 2004
begroting 2005 10
realisatie 2005 10
begroting 2006 **
* Deze indicator is gewijzigd vanaf 2006
Het instrumentarium is conform begroting ingezet.
** Deze indicator is niet meer in gebruik vanaf 2006.
Hoofddoelstelling: Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren Regulier beleid In 2005 zijn 3 projecten gestart, gericht op actieve deelname aan sport door allochtone jongeren en het betrekken van hun ouders bij vrijwilligersactiviteiten. In de opleiding van het toekomstige sportkader wordt hieraan meer aandacht besteed. De provinciale steunfunctie heeft zich door de herinrichting van de steunfuncties welzijn, integratie en zorg slechts beperkt kunnen inzetten voor het Convenant Jeugdbeleid jeugdzorg dat eind 2004 met gemeenten is afgesloten. In 2005 is op alle ROC’s in Overijssel het project Mentoring gestart. Doelstelling hierbij is om de uitval van leerlingen in het voortgezet onderwijs te verminderen (zie verder ook het programma Economie en Innovatie).
Subdoel Minder uitval van (allochtone) jongeren Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal projecten op het terrein van onderwijs en breedtesport (aantal, cumulatief) realisatie 2004 -
begroting 2005 4
realisatie 2005 4
begroting 2006 *
Jaarverslag 2005
87
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Cultuur & Maatschappelijke Ontwikkeling
Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland Een goede sociale infrastructuur in stad en platteland Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren Totaal programmakosten Cultuur en Maatschappelijke Ontwikkeling
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
5.637
23.172
-17.535
5.647
22.960
-17.313
221
6.874
-6.874
180
6.552
-6.372
503
113 ––––––––
1.269 ––––––––
-1.156 ––––––––
113 ––––––––
1.269 ––––––––
-1.156 ––––––––
0 ––––––––
5.750
31.315
-25.565
5.940
30.781
-24.841
724
1.090
-1.090
1.189
-1.189
-99
––––––––
878 ––––––––
-878 ––––––––
––––––––
931 ––––––––
-931 ––––––––
-53 ––––––––
5.750
33.283
-27.533
5.940
32.901
-26.961
572
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Actiefonds Overijssel
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
88
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Cultuur en Maatschappelijke Ontwikkeling Toegerekende apparaatskosten Cultuur en Maatschappelijke Ontwikkeling Totaal programma Cultuur en Maatschappelijke Ontwikkeling
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
2.305
2.305
0
Verschil
––––––––
0
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen. Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland Het verschil wordt grotendeels verklaard door een lagere besteding aan Archeologie (€ 82.000) en Impuls monumentenzorg (€ 77.000). Bij Archeologie gaat het met name om een tragere opstart van het Provinciaal Archeologisch Depot in Deventer. De Impuls monumentenzorg is een IJsselmij-project, een bedrag van € 77.000 is nog niet besteed maar wel verplicht. Daarnaast zijn op diverse budgetten kleinere bedragen niet besteed. Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.8.30.60 Cultureel erfgoed Additionele plannen Archeologie (o.a. Arch. Monumentenkaart)
€ 82.000
Een goede sociale infrastructuur in stad en platteland Gezien de lopende aanpassingen in de organisatie van de steuninstellingen op het gebied van maatschappelijke ontwikkeling is in 2005 aanzienlijk minder subsidie uitgekeerd aan SPIL Adviesgroep. Daarnaast is de subsidie aan SPIL over 2004 lager vastgesteld dan was verwacht. Een Staten-voorstel tot ontmanteling van de SPIL Adviesgroep zal begin 2006 worden voorgelegd. Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.8.00.70 Maatschappelijke ontwikkeling Inzet voor ontmanteling SPIL Adviesgroep
€ 437.000
Jaarverslag 2005
89
90
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
2.9 Programma Milieu 2.9.1 Inleiding Het programma milieu is gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van aantasting van milieu, veiligheid en gezondheid, en op het saneren van die situaties waar in het verleden het milieu ernstig is aangetast (vooral bodem). Daartoe zetten we stimuleringsmaatregelen in, formuleren we voorwaarden bij vergunningverlening en houden we toezicht op het nalevingsgedrag, en stimuleren en subsidiëren we saneringsactiviteiten. In 2005 hebben we een forse sprong vooruit gemaakt bij de vergunningverlening van risicobedrijven. Bouwens, het bedrijf dat binnen Overijssel de meeste overlast veroorzaakte en aanleiding gaf tot erg veel klachten, kon uiteindelijk door consequente en stringente handhaving worden gedwongen te stoppen. De kwaliteit van de milieuhandhaving bij vrijwel alle gemeenten en de waterschappen voldoet aan de kwaliteitseisen. Er is een nieuwe Overijssel-brede bestuurovereenkomst ondertekend voor de handhavingssamenwerking. De saneringsoperatie industrielawaai is volgens plan afgerond. Het nieuwe programma Leren voor duurzame ontwikkeling is gestart. We zijn de discussie met Provinciale Staten gestart over de ambities voor duurzame ontwikkeling met de nota ‘Investeren in duurzaam Overijssel’. De voorgenomen sanering van asbestwegen en de aanpak van de werkvoorraad bodemsaneringen zijn in 2005 nog niet tot uitvoering gekomen omdat de voorbereidingen meer tijd kostten dan we verwachtten. De uitvoering volgt in 2006 en verdere jaren. We zijn met de uitvoering van de pilot voor een complexe omgevingsvergunning gestart. De discussie over de omgevingsvergunning en de implementatie daarvan zal in de komende jaren veel aandacht vragen. De luchtkwaliteit, met name langs een aantal snelwegen, baart ons zorgen. Samen met de betrokken gemeenten zullen we deze moeten aanpakken. Portefeuillehouder van dit programma is de heer drs. T.W. Rietkerk. Voor de doelstelling ‘Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2’ is de heer P. Jansen portefeuillehouder en voor de doelstelling ‘Een consequente en stringente handhaving milieubeheer’ de heer G.J.H. Ranter.
2.9.2 Ontwikkelingen De VROM-Inspectie voert al jaren het zogenoemde tweedelijnstoezicht uit op de VROM-taken van gemeenten. In 2005 is voor het eerst ook een op de provincie gericht tweedelijnsonderzoek uitgevoerd, waarbij Overijssel de pilotprovincie was. Wij hebben in goed overleg met de VROM-Inspectie mee vorm kunnen geven aan een realistische maatstaf. De resultaten van dit tweedelijnsonderzoek stemmen ons tot tevredenheid. De verbeterpunten die over en weer zijn aangegeven worden in 2006 verder uitgewerkt. In het laatste kwartaal van 2005 zijn de resultaten bekend geworden van het epidemiologisch onderzoek naar niet beroepsgebonden mesotheolioomslachtoffers in Twente. Dit onderzoek, dat in opdracht van de staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is uitgevoerd, heeft verontrustende resultaten opgeleverd. Voor het eerst is wetenschappelijk aangetoond dat mensen in Twente aan asbestkanker zijn overleden als gevolg van blootstelling aan asbest in het milieu (wegen en erven). Op basis van de uitkomst van het rapport is door de staatssecretaris een aantal vervolgacties afgekondigd, zoals: • een hernieuwde inventarisatie naar asbestwegen rond Goor en Harderwijk die niet gesaneerd zijn in de eerste fase van de Saneringsregeling asbestwegen en niet zijn aangemeld voor de tweede fase • herbezien van bestaande risiconormen door de Gezondheidsraad Gezien de goede samenwerking tussen VROM en de provincie Overijssel in het kader van de Saneringsregeling asbestwegen 2e fase en de aanpak van de overige asbestproblematiek in Overijssel, zal voor de hernieuwde inventarisatie wederom een beroep worden gedaan op de provincie Overijssel. Dit zal dus zijn invloed gaan krijgen op de werkzaamheden in 2006. Met de andere provincies werken we samen aan het realiseren van onze strategische milieuagenda, waarin het eerste thema dat van duurzame ontwikkeling is, met inbegrip van ontkoppeling tussen economische groei en groei van de milieubelasting. Met de partners in de provincie werken we veel samen om onze beleidsdoelen te bereiken.
Jaarverslag 2005
91
2.9.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten?
(1) De doelstelling voor de begroting 2005 is 100% en niet 65% zoals abusievelijk in de begroting was vastgelegd (2) In 2004 is het aantal adequate vergunningen door handtellingen bepaald. In 2005 is de telling geautomatiseerd, waardoor duidelijk werd dat de telling uit 2004niet juist
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
was. Het aantal verouderde vergunning bleek groter dan aanvankelijk was ingeschat en daardoor is de doelstelling voor de begroting 2005 (70%) te ambitieus gebleken. (3) Het percentage actuele vergunningen bedroeg op 31-12-05 58%. De feitelijke productie (aantal verleende
Hoofddoelstelling: Een adequate vergunningverlening voor de bedrijven en evenementen waar de provincie verantwoordelijk voor is Prioriteiten uit de Perspectiefnota Wij hebben in 2005 de prioriteit voor de vergunningverlening gelegd bij de risicobedrijven (totaal 39 bedrijven). Van 36 bedrijven is de vergunning nu actueel en adequaat (93%). De vergunningen van de overige 7% liggen momenteel ter inzage en zijn binnenkort rechtsgeldig met uitzondering van één bedrijf waarvan de actualisatie is uitgesteld tot 2006 omdat dit bedrijf binnenkort de bedrijfsvoering ingrijpend zal wijzigen.
Subdoel Actuele en adequate vergunningverlening voor bedrijven Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Percentage van het aantal risicobedrijven met een actuele en adequate vergunning op het gebied van veiligheid (in procenten) realisatie 2004 30
begroting 2005 100 (1)
realisatie 2005 93
begroting 2006 100
vergunningen) is volgens planning verlopen. Zo zijn er 60 vergunningen verleend, 41 actualisatietoetsen uitgevoerd en zijn alle verzoeken en adviezen (in het kader van het Vuurwerkbesluit, veiligheid, energie en geluid) afgehandeld.
Regulier beleid In 2005 is de pilot Omgevingsvergunning gestart, deze loopt op schema. Deze pilot is verbonden aan het masterplan van de ontwikkeling bij het bedrijf Koninklijke Ten Cate in Nijverdal. Verder is de nieuwe milieuvergunning voor Aluminium Hardenberg tot stand gekomen en is ook de milieuvergunning van Carbo Ekoblok afgerond. Van de firma Bouwens is een aanvraag om een nieuwe vergunning in behandeling genomen. Deze vergunning zal in 2006 afgehandeld worden. Voorts is in 2005 gestart met de vereenvoudiging van het vergunningverleningproces (Lean Production). Hierdoor zullen de behandeltermijnen aanzienlijk worden bekort. Aan de hand van reguliere klanttevredenheidsonderzoeken onder bedrijven en gemeenten is vastgesteld dat men over het algemeen tevreden is over de dienstverlening en samenwerking met de provincie.
Hoofddoelstelling: Een consequente en stringente handhaving Prioriteiten uit de Perspectiefnota
Indicator Percentage van alle bedrijven met actuele en adequate vergunning realisatie 2004 65 (2)
92
begroting 2005 70
realisatie 2005 58 (3)
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
begroting 2006 70
In 2005 is met succes een handhavingweek uitgevoerd waaraan een symposium is verbonden voor de scheepswerfbranche. Daarnaast is de firma Bouwens in april 2005 gedwongen te stoppen met de stankverwekkende activiteiten met een uitzonderlijke handhavingsinstrument: de intrekking van de vergunning. Hierdoor is het aantal klachten dat in 2005 binnen is gekomen aanzienlijk verminderd ten opzichte van eerdere jaren.
In 2005 is een start gemaakt met het vertalen van de risicogerelateerde aanpak van prioritering tussen inrichting naar een prioritering binnen de inrichtingen. Hierdoor wordt toezichttijd zo efficiënt mogelijk besteed en wordt bovendien voldaan aan de landelijke wens om te gaan werken met kernbepalingen. Strategische bezinning op het handhavingsinstrument heeft geleid tot de invoering van een meer genuanceerde werkwijze waarbij alternatieven voor het opleggen van sancties voorrang krijgen, daar waar dit efficiënter en effectiever is en daarvoor ook de ruimte bestaat. Te denken valt hierbij aan het inzetten van communicatiemiddelen. Het toezicht heeft conform de begroting systematisch plaatsgevonden dankzij het gebruik van de risicomatrix bij de prioritering. Toezicht is daardoor uitgevoerd conform de daarvoor afgesproken frequenties. De vuurwerkbranche is zowel qua inrichtingen als qua evenementen bezocht conform de planning en afspraken met handhavingspartners. Het naleefgedrag van deze branche wordt elk jaar beter, dat was ook dit jaar het geval.
Subdoel Systematisch uitoefenen van toezicht op de naleving van de voorschriften die in de afgegeven vergunningen worden gesteld Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal uitgevoerde toezichtsacties bij risicobedrijven ten opzichte van jaarplan (in procenten) realisatie 2004 100
begroting 2005 100
realisatie 2005 100 (4)
begroting 2006 nvt
Subdoel Verbetering nalevingsgedrag van houders van bedrijven en vuurwerkevenementen Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal overtredingen van kernbepalingen dat bij toezichtsbezoeken bij risicobedrijven wordt geconstateerd (nalevingspercentage, in procenten) realisatie 2004 geen gegevens beschikbaar
begroting 2005 Nulmeting
realisatie begroting 2005 2006 nog niet vermindering meetbaar t.o.v. 2005
(4) Voor de niet risicobedrijven is de 100% norm net niet gehaald.
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Regulier beleid De provincie voert de regie op de professionalisering van de milieuhandhaving. Vanuit die taak hebben alle handhavingsorganisaties (gemeenten, waterschappen en provincie zelf) een zelfevaluatie uitgevoerd in het kader van de landelijke eindmeting. Deze zelfevaluatie is extern geverifieerd. Aan het eind van het jaar is het resultaat dat 26 van de 28 organisaties (93%) voldoen aan de essentiële kwaliteitscriteria. Dit is een beter resultaat dan bij de begroting verwacht werd. De situatie in Overijssel is daarmee beter dan in diverse andere provincies. Een andere belangrijke wettelijke taak van ons betreft de regie op de milieuhandhavingssamenwerking. In november 2005 is een nieuwe bestuursovereenkomst samenwerking milieuhandhaving ondertekend, door bijna alle organisaties (bestuurs- en strafrechtelijk) die taken op dit gebied in Overijssel taken hebben. Het provinciebrede Servicepunt Milieuhandhaving functioneert op basis van deze nieuwe bestuursovereenkomst. Met vijf gemeenten wordt het overleg over ondertekening van deze overeenkomst nog voortgezet. Met de nieuwe bestuursovereenkomst is de samenwerking van de milieuhandhaving de komende jaren inhoudelijk en financieel geborgd.
Jaarverslag 2005
93
Subdoel Regie op handhaving gemeenten en waterschappen voeren Wettelijk beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Percentage van de handhavingsorganisaties dat voldoet aan alle essentiële kwaliteitscriteria (in procenten) realisatie 2004 80
begroting 2005 90
realisatie 2005 93
begroting 2006 100
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Hoofddoelstelling: stimuleren verbeteren milieukwaliteit Prioriteiten uit de Perspectiefnota In het kader van de provinciale ambities in het programma ‘leren voor duurzame ontwikkeling’ is subsidie verleend voor acht projecten, die veelal in 2006 of 2007 worden afgerond. In het nieuwe format voor projecten worden de gegevens gevraagd die voor de systematische evaluatie noodzakelijk zijn. Het Ministerie van VROM werkt aan een ingrijpende verandering van de systematiek van vergunningverlening voor activiteiten die de fysieke leefomgeving raken, zoals bouw- en milieuvergunningen, aanleg-, kap- en uitritvergunningen. Dit met het oog op vereenvoudiging en versnelling van de procedures voor bedrijf en burger. Een voorontwerp voor de wettelijke regeling van deze verandering (die wordt vastgelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is uitvoerig besproken met onder meer de provincies. Wij nemen actief deel in een pilotproject omgevingsvergunning voor een ingrijpende bedrijfsverplaatsing, samen met de gemeente Hellendoorn, het waterschap Regge en Dinkel en het Rijk. In de met PS besproken discussienota ‘Investeren in duurzaam Overijssel’ hebben wij aanzetten gegeven voor een versterking van de duurzaamheidscomponent in ons beleid. In de perspectiefnota zullen voorstellen worden gedaan voor een hoger ambitieniveau de komende jaren. Hiermee wil de provincie onze inzet op het gebied van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid krachtiger vormgeven. Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet. 94
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Regulier beleid De saneringsoperatie industrielawaai is afgerond, zoals was voorgenomen. De realisatie van de geluidbescherming langs het spoor met geluidschermen (in het kader van het NaNOV-traject) is in 2005 echter niet gestart. In de eerste helft van 2005 zijn onderhandelingen over risico’s uiteindelijk afgerond, laat in 2005 zijn echter door ProRail aanvullende voorwaarden op tafel gelegd, waardoor realisatie nog niet mogelijk was. Het project ‘Afval in de landbouw’, dat in het kader van de aanpak van hardnekkige milieuproblemen was voorgenomen, is - in overleg met de Ministeries van VROM en LNV - nog niet in uitvoering genomen, in afwachting van het in werking treden van wijzigingen in de Wet milieubeheer en de Meststoffenwet. Het actieprogramma gezondheid en milieu is in ontwikkeling genomen in het kader van het IPO-Prismaprogramma. Met betrekking tot het nazorgfonds voor stortplaatsen is in 2005 besloten dat de tarieven tijdelijk kunnen worden verlaagd, omdat het beoogde niveau van de voorzieningen eerder is behaald dan destijds was voorzien. Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Hoofddoelstelling: De voortgaande belasting van het milieu en de risico's voor de volksgezondheid door aanwezige oude (water)bodemverontreinigingen wegnemen Prioriteiten uit de Perspectiefnota Afgelopen jaar zijn de thema’s van het Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2005-2009 verder uitgewerkt. Daarbij zijn acties ondernomen voor de inzet van de van het Rijk voor die periode verkregen middelen (Wbb-budget), en de mogelijke inzet van provinciale middelen (actiefonds, perspectiefnota 2006) en cofinanciering door marktpartijen. Daarbij is ingezet op een programmatische aanpak (o.a. gasfabrieken, asbest en waterbodems). Een en ander dient te leiden tot de aanpak van de nodige verontreinigde locaties. Voor de financiering van het saneringsproject Olasfa zijn de nodige (bestuurlijke) acties ondernomen die uiteindelijk moeten leiden tot een structurele aanpak van Olasfa, iets wat binnen handbereik is gekomen en in 2006 nader uitgewerkt zal worden. Door
deze acties is het investeringsvolume van € 50 miljoen opgelopen tot ruim € 100 miljoen.
*
Het aantal gerealiseerde bodemsaneringen hangt in sterke mate af van de initiatieven van gemeenten en eigenaren. De afname van de werkvoorraad (door
In 2005 zijn in tegenspraak met de begroting nog geen asbestwegen gesaneerd. Er is gewerkt aan voorbereidend technisch onderzoek en Europese aanbesteding van de sanering. In 2006 zullen de eerste asbestwegen in het kader van de saneringsregeling asbestwegen tweede fase gesaneerd gaan worden.
uitvoeren van onderzoek) wordt in sterkere mate door de provincie bepaald. ** De kleine afname van de werkvoorraad (begroot 300; gerealiseerd 25) wordt veroorzaakt door het feit dat in 2005 het accent langer dan verwacht heeft gelegen op de wijze van aanpak van de locaties en minder op het feitelijk aanpakken van de werkvoorraad.
Subdoel Het wegnemen van asbestverontreinigingen in de wegen voor een veilige en gezonde leefomgeving
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Aantal gesaneerde asbestwegen (aantal, startsituatie in 2004: 900 wegen verdacht) realisatie 2004 -* *
begroting 2005 30
realisatie 2005 0
begroting 2006 125
0 situatie: Van de circa 900 potentieel verdachte asbestwegen zal naar verwachting in circa 500 gevallen blijken dat sanering niet nodig is. De overige gevallen worden in de periode 2005 t/m 2009 gesaneerd.
Regulier beleid
Subdoel Beheersen en saneren van alle ernstige (water) bodemverontreinigingen voor 2030
Hoofddoelstelling: Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2 Regulier beleid Het plan van aanpak energie- en klimaatbeleid omvat activiteiten die het gebruik van duurzame energiebronnen en energiebesparende maatregelen stimuleren, zodat binnen de provincie een evenredige reductie van de uitstoot van CO2 wordt bereikt. De prioriteiten liggen bij de thema’s bio-energie, grootschalige windenergie en energie in de bouw. Op basis van de uitgevoerde activiteiten is een schatting gemaakt van de CO2reductie. De doelstelling van 660 kiloton in 2010 lijkt haalbaar. De uitvoering van het Plan van Aanpak energie- en klimaatbeleid 2004 – 2007 ligt op schema. Het Energiebureau Overijssel heeft volgens afspraak na vier jaar haar activiteiten per 2006 beëindigd. De activiteiten worden voortgezet door een provinciaal energieteam.
Voor het grootste deel Wettelijk beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Voortgang saneringen: aantal gesaneerde verontreinigde locaties (aantal) * realisatie 2004 20
begroting 2005 20
realisatie 2005 30
begroting 2006 20
Indicator Aanpak van de werkvoorraad bodemsanering tot 2030 (aantal locaties die zijn afgevallen, startwaarde 2004: 6000 verdachte locaties)
Subdoel Stimuleren reductie uitstoot CO2 Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator CO2 reductie door opwekking van duurzame energie en vergroting van energie-efficiency (tonnen CO2 reductie cumulatief in kiloton) realisatie 2004 *
begroting 2005 340
realisatie 2005 *
begroting 2006 410
* Landelijk zijn de cijfers bekend tot en met 2002.
realisatie 2004
begroting 2005 300
realisatie 2005 25 **
begroting 2006 300
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet. Jaarverslag 2005
95
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Milieu
Baten
Een adequate vergunning voor de bedrijven en evenementen 136 Een consequente en stringente handhaving 1.263 Stimuleren verbeteren milieukwaliteit 1.178 De voortgaande belasting van het milieu 11.063 Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2 127 –––––––– Totaal programmakosten Milieu 13.767 Personeelsgebonden kosten Milieu Toegerekende apparaatskosten Milieu Totaal programma Milieu
Voorzieningen
–––––––– 13.767
Baten
Voorziening Bodemsanering Voorziening NaNOV - geluidssanering –––––––– Totaal ten laste van voorzieningen
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
0 1.454 2.252 11.467
136 -191 -1.074 -404
136 1.251 1.394 20.964
4 1.233 2.376 20.448
132 18 -982 516
-5 211 91 919
330 –––––––– 15.503
-203 –––––––– -1.736
132 –––––––– 23.877
336 –––––––– 24.397
-204 –––––––– -520
0 –––––––– 1.216
6.260 5.034 –––––––– 26.797
-6.260 -5.034 –––––––– -13.030
–––––––– 23.877
6.528 5.116 –––––––– 36.041
-6.528 -5.116 –––––––– -12.164
-268 -82 –––––––– 866
Lasten
Saldo
Baten
19.803 6.844 –––––––– 26.647
-19.803 -6.844 –––––––– -26.647
––––––––
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Gereal.
Reserve IJsselmijgelden Actiefonds Overijssel
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
96
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Verschil
––––––––
Verschil
Lasten
Saldo
25.436 320 –––––––– 25.756
-25.436 -320 –––––––– -25.756
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
9 680
17 680
8 0
Verschil
––––––––
8 0
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen. Een consequente en stringente handhaving Mede als gevolg van sluiting van twee bedrijven met een grote handhavingslast zijn minder metingen verricht (€ 87.000). Daarnaast is voor het project Externe Veiligheid (€ 47.000) en bij bestuurlijke handhavingssamenwerking (€ 68.000) een deel van het programmabudget niet gerealiseerd ter compensatie van extra personele lasten die onder salarissen zijn opgenomen. Stimuleren verbeteren milieukwaliteit Voor beleidsondersteunende taken, milieu-informatie en rapportage (€ 34.000) en voor Afvalstoffen (€ 86.000, voornamelijk preventie afvalstoffen, beleidsnotitie afvalstoffen) zijn geplande activiteiten niet uitgevoerd. Deze bedragen kunnen vrijvallen. Daarnaast is voor NaNov (geluidschermen) een hoger bedrag ad € 28.000 ontvangen, ter dekking van de inzet van eigen personeel. De voortgaande belasting van het milieu en de risico’s voor de volksgezondheid door aanwezige oude (water)bodemverontreinigingen wegnemen De gerapporteerde onderuitputting bij bodemsanering is voor € 757.000 toe te schrijven aan administratief-technische oorzaken. Het gaat om het BTW Compensatiefonds (€ 522.000, de ontvangen rijksbijdragen zijn nog deels inclusief BTW) en een storting in de voorziening bodemsanering (€ 235.000, correctie op door extern personeel geschreven uren). Het restant hangt grotendeels samen met een lagere provinciale eigen bijdrage in bodemsaneringprojecten (€ 79.000) en bestaat voor het overige uit diverse geringe afwijkingen.
Jaarverslag 2005
97
98
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
2.10 Programma Bereikbaarheid 2.10.1 Inleiding In 2005 hebben Provinciale Staten aangegeven op welke wijze de bereikbaarheid van Overijssel de komende jaren verbeterd gaat worden. Dit is vastgelegd in het Provinciaal Verkeers- en vervoersplan. Daarmee is het een vertaling van de doelstellingen uit het Onderhandelingsakkoord. Prioriteit is daarbij gelegd bij de bereikbaarheid van de economische centra. Dit is gedaan door een differentiatie aan te brengen in de bereikbaarheidskwaliteiten. Gekozen is voor een gebiedsgerichte en integrale benadering. Verkeersveiligheid, milieu en de kwaliteit van de leefomgeving zijn hierbij als randvoorwaarden gekozen. Wij hebben vervolgens de opgaven uit het PVVP vertaald in een Dynamische Beleidsagenda. Daarin hebben alle projecten een plaats gekregen en is aangegeven op welk moment wij deze projecten willen realiseren. Daarbij is ook vastgesteld welke projecten financieel gedekt zijn en welke nog financiering behoeven. In 2006 zal bij de Perspectiefnota hierop verder worden ingegaan. Er is belangrijke voortgang geboekt in de verbetering van de bereikbaarheid over de rijkswegen. Er zijn overeenkomsten getekend over de aanpak van de N35 (combitunnel Nijverdal) en de N34/36 (omleiding Ommen). Ook zijn er afspraken gemaakt over de verbetering van N50 en de N18 (financiële bijdrage van de provincie). Alle stads- en streekvervoer is per september aanbesteed. De kwaliteit van het openbaar vervoer is na de aanbestedingen onder andere door hogere frequenties sterk verbeterd, hetgeen in Zwolle heeft geresulteerd in een stijging van het aantal reizigers met 25%. In ons eigen wegennet zijn dit jaar meerdere projecten gereed gekomen, waarbij de knoop bij Deventer en de omleiding Heeten het meest in het oog springen. Ook is dit jaar het laatste nog ontbrekende fietspad langs de provinciale wegen opgeleverd, namelijk Deventer-Olst.
2.10.2 Ontwikkelingen Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) moet worden gezien in relatie met de Nota Mobiliteit die de Tweede Kamer eind 2005 heeft vastgesteld. Daarin is voor de komende jaren het rijksbeleid geformuleerd. Het PVVP is vastgesteld voordat de Nota Mobiliteit werd aangenomen, waarbij uiteraard zo goed mogelijk de ontwikkelingen rond de Nota Mobiliteit zijn gevolgd en meegenomen. Bij de uiteindelijke behandeling van de Nota Mobiliteit door de Tweede Kamer zijn er echter nog een aantal wijzigingen aangebracht, waaronder ook de normen voor de bepaling van knelpunten in het wegennet. Het PVVP moet zijn afgestemd op het rijksbeleid. Daarom zal onderzocht worden of het PVVP op onderdelen nog moet worden aangepast. Als dat het geval is komen wij in een later stadium nog met een aanvulling op het PVVP. Dan kunnen ook de resultaten worden verwerkt van de netwerkanalyses die in de loop van 2006 gereed zullen zijn. Voor het overige hebben zich geen ontwikkelingen voorgedaan die invloed hebben gehad op de te realiseren doelen en het ingezette instrumentarium.
2.10.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
Hoofddoelstelling: Goede bereikbaarheid van economische centra Infrastructuur van Rijk en gemeenten Prioriteiten uit de Perspectiefnota
Portefeuillehouder van dit programma is de heer J.W. Klaasen.
Conform de begroting zijn onze doelen (besluitvorming en prioritering omtrent rijksinfrastructuur, tijdige realisatie van rijksprojecten en betere samenwerking en afstemming) ruimschoots gerealiseerd.
Jaarverslag 2005
99
Voor de rijksinfrastuctuurprojecten is op diverse dossiers belangrijke voortgang geboekt. Mede door de financiële toezegging van de provincie zijn met het Rijk afspraken gemaakt over de realisatie van de N18 (Enschede-Varsseveld). Er is een overeenkomst gesloten over de financiering van de bouw van de combitunnel in Nijverdal. Voor de N34/36 omleiding Ommen is door een gezamenlijke inspanning van Rijk, provincie en betrokken gemeenten het tracé definitief vastgesteld en is de overeenkomst getekend over de financiering en de realisatie ervan. Over de N50 hebben wij met de minister van Verkeer en Waterstaat afgesproken dat de verkeersveiligheid en de capaciteit wordt verbeterd met maatregelen die eind 2006 gereed zijn. De provincie heeft het voortouw genomen voor het opstellen van de netwerkanalyse Noordoost-Overijssel en participeert actief bij de totstandkoming van de beide andere netwerkanalyses (Twente en Stedendriehoek). Voorafgaand aan de netwerkanalyse hebben wij een quick scan uitgevoerd om zicht te krijgen op de knelpunten in het hoofdwegennet. Deze quick scan is ook gebruikt als input voor de Dynamische Beleidsagenda en voor het bepalen van de financieringsbehoefte van het PVVP. In afwijking van de begroting wordt de MIT-studie A28 niet door de provincie maar door het Rijk uitgevoerd. De ondertunneling Zweedsestraat (Deventer) is gerealiseerd met middelen uit het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMF). Dit project is door aanbestedingsvoordelen aanzienlijk goedkoper gerealiseerd dan aanvankelijk was geraamd. Daardoor bleven middelen over in het RMF. Deze middelen zijn in overleg met het Rijk toegekend aan bereikbaarheidsprojecten in Zwolle, die in 2006 gerealiseerd zullen worden. De aanleg van de Hanzelijn gebeurt volgens planning. Dit jaar hebben twee nieuwe aspecten aandacht gekregen. Enerzijds de inpassing van de Hanzelijn in het project IJsseldelta. Mede door een principe uitspraak over een financiële bijdrage van de provincie is overeenstemming bereikt met het Rijk over de aanpassing van de Hanzelijn, zodanig dat een bypass bij Kampen in het kader van ‘Ruimte voor de Rivier’ mogelijk wordt gemaakt. Anderzijds kreeg de discussie over de Zuiderzeelijn een nieuwe dimensie, doordat de op te waarderen Hanzelijn nadrukkelijk als een alternatief wordt bestudeerd. Wij vervullen in deze discussie een coördinerende rol voor de regionale inbreng.
100
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Subdoel Goede doorstroming van economisch verkeer op rijkswegen Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Doorstroming A28 en A1 stedelijke netwerken / economische centra: • Kans op geen vertraging op A 28 en A1 (in procenten) • Kans op geen vertraging op overige rijkswegen (in procenten)
*
realisatie 2004 98
begroting 2005 98
realisatie 2005 *
begroting 2006 *
95
95
*
*
De indicator uit de begroting (kans op geen vertraging) is in het jaarverslag vertaald op wegvakniveau. Op dat niveau wordt ook voor 2006 gemeten.
Over 2004 zijn de volgende resultaten te melden (cijfers over 2005 komen pas later dit jaar beschikbaar): 1) 5 wegvakken voldoen niet aan de norm 98% 2) 6 wegvakken voldoen niet aan de norm 95% Ad 1) - A1, Twello – Deventer - A1, Deventer – Deventer Oost - A1, Deventer Oost – Bathmen - A28, Nieuwleusen – Staphorst - A28, Staphorst – kpt Lankhorst Ad 2) - A35, Borne West – kpt Buren - N34, N348 – Ommen - N35, Zwolle – Zwolle Zuid - N35, Zwolle Zuid – Wythmen - N35, Wierden West – N350 - N35, Wierden – Almelo Over de gehanteerde normen vindt overleg plaats met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. In de Netwerkanalyses worden op basis van overeen te komen normen de knelpunten bepaald. Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. Regulier beleid Bij de besteding van de middelen uit de Brede DoelUitkering (BDU) hebben wij, overeenkomstig de begroting en in overleg met de gemeenten, de prioriteit gelegd bij bovenlokale infrastructuurprojecten die meehelpen de bereikbaarheid van de economische centra te verbeteren.
Provinciale infrastructuur Prioriteiten uit de Perspectiefnota De inzet op versnelling van procedures heeft zichtbaar resultaat opgeleverd in die zin dat, anders dan voorgaande jaren, vrijwel alle geplande projecten volgens het voorgenomen schema zijn uitgevoerd. Voor de verbetering van de verkeersveiligheid op de provinciale wegen hebben wij dit jaar de uitvoering van kosteneffectieve maatregelen ter hand genomen. Vooral de aanleg van circa 120 kilometer (geraamd was 100 kilometer) veilige bermverhardingen heeft daarbij veel aandacht gekregen. Voor de wachttijden bij sluizen en bruggen zijn, behoudens enkele momenten in het hoogseizoen, geen knelpunten geconstateerd. Dit is mede gerealiseerd doordat uitbreiding heeft plaatsgevonden van de bediening bij de sluizen Beukers en Blokzijl (ook bediening tussen de middag).
Subdoel Goede doorstroming van economisch verkeer op provinciale wegen Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Doorstroming op provinciale wegen: kans op geen vertraging (in procenten) realisatie 2004 90
begroting 2005 90
realisatie 2005 *
begroting 2006 *
Subdoel Goede doorstroming van economisch en recreatief verkeer op waterwegen Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Begroot
De wachttijden bij sluizen en bruggen bedraagt minder dan 1 uur. Geen knelpunten (op enkele momenten in hoogseizoen na).
Realisatie
*
De indicator uit de begroting (kans op geen vertraging) is in het jaarverslag vertaald op wegvakniveau. Op dat niveau wordt ook voor 2006 gemeten.
Over 2004 zijn de volgende resultaten te melden (cijfers over 2005 komen pas later dit jaar beschikbaar): 6 wegvakken voldoen niet aan de norm 90% te weten: - N342, Hengelosestraat – Ossemaatstraat - N342, Ossemaatstraat – Graven Es - N342, Graven Es – Essenlaan - N347, A1 – Enterstraat - N350, Enterweg – Huurne - N350, Huurne – N35 Over de gehanteerde normen vindt overleg plaats met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. In de Netwerkanalyses worden op basis van overeen te komen normen de knelpunten bepaald. Het instrumentarium is conform de begroting ingezet.
Regulier beleid Het uitvoeringsprogramma PVVP is grotendeels conform begroting uitgevoerd. Dit jaar is een groot aantal projecten opgeleverd waaraan een lange tijd van voorbereiding vooraf is gegaan. In het oog springen de oplevering van de zogenaamde knoop in de N348 in Deventer, de rondweg om Heeten en het fietspad Deventer-Olst. Dit fietspad was het laatste in de serie fietspaden langs provinciale wegen. Bijzonder hierbij is dat tijdens de uitvoering het herstel van het inlaatwerk van de IJssellinie is gekoppeld aan de realisatie van een fietsbrug daarover. Behalve de hiervoor genoemde grote projecten is dit jaar ook een groot aantal kleinere projecten uitgevoerd, grotendeels conform het Uitvoeringsprogramma PVVP. De geplande uitvoeringsprojecten konden alle worden gerealiseerd. Een uitzondering is het project N743 Zenderen, waarbij met de inwoners van Zenderen discussie is ontstaan over de meest wenselijke oplossing. Inmiddels is besloten om toch de geplande rotonde aan te leggen, maar de realisatie is naar 2006 geschoven. Over de aanpassing van de N340 Zwolle-Ommen kon nog geen definitief besluit worden genomen, omdat de 2+1 oplossing nader bestudeerd moest worden. Op de provinciale weg N734 Oldenzaal-Losser is op een vernieuwende wijze groot onderhoud aan de verharding uitgevoerd in combinatie met het realiseren van innovatieve verkeersveilige oplossingen.
Jaarverslag 2005
101
Wij hebben ons dit jaar intensief gebogen over de vraag welke regels echt noodzakelijk zijn om verantwoord de rol van beheerder van de eigen provinciale infrastructuur te kunnen vervullen. De bestaande regelgeving, vastgelegd in de Wegenverordening en de Vaarwegenverordening, is daartoe systematisch doorgelicht op nut en noodzaak en vervolgens geheel herzien. Hierdoor is een nieuwe ‘Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Overijssel’ vastgesteld waarin de regelgeving voor de provinciale infrastructuur is gecombineerd. De nieuwe regelgeving is doelgerichter, transparanter en vermindert de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Samenwerking met andere wegbeheerders vinden wij van groot belang. Wij hebben, conform begroting, een mooi resultaat geboekt door ondertekening van de overeenkomst met Rijkswaterstaat over intensivering van de samenwerking gericht op medegebruik van elkaars steunpunten, gladheidsbestrijding en incidentmanagement. Daarnaast zijn ook overeenkomsten afgesloten met de gemeenten Tubbergen en Raalte over de samenwerking bij de gladheidsbestrijding. Het aantal fietskilometers is in 2005 niet toegenomen. Dit is een landelijke tendens.
Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Stijging fietskilometers ten opzichte van 1986 (in procenten) begroting 2005 10
realisatie 2005 0
begroting 2006 *
* Deze indicator is vervallen in 2006.
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
102
Regulier beleid In 2005 is het stads- en streekvervoer in Zwolle, in de IJsselmond en in Noordoost-Overijssel na een Europese aanbestedingsprocedure gegund aan Connexxion. De Regio Twente heeft het openbaar vervoer in Twente aanbesteed. De aanbestedingen hebben er toe geleid dat nu in geheel Overijssel nieuwe bussen rijden, die bovendien goed toegankelijk zijn voor mensen die minder goed ter been zijn. Ook is de informatievoorziening voor de reizigers sterk verbeterd door de toepassing van nieuwe technieken, waaronder beeldschermen in de bussen en informatie-displays op de belangrijke knooppunten. Door het toepassen van camera’s in de bussen is de sociale veiligheid sterk verbeterd. De invoering van de nieuwe dienstregeling heeft ook een aantal negatieve reacties van reizigers opgeleverd. Een groot deel daarvan kon door verdere aanpassingen worden opgelost. Dat het resultaat per saldo positief is, blijkt uit het feit dat het aantal reizigers sinds de aanbesteding in het streekvervoer Salland met 4% is gestegen en in de stadsdienst Zwolle met maar liefst 25%. Ook de waarderingscijfers van de reizigers voor de kwaliteit van het openbaar vervoer zijn gestegen (bijvoorbeeld in Zwolle van 7,2 naar 7,5). De resultaten voor de regiotaxi worden toegelicht onder het programma Landelijk Gebied.
Subdoel Stimuleren fietskilometers
realisatie 2004 0
Openbaar vervoer
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Met Drenthe, Regio Twente, het Rijk en in IPO-verband is overleg gevoerd over de beoogde overname van de treindiensten Zwolle-Kampen, Zwolle-Emmen en Zwolle-Enschede. Over de voorwaarden waaronder dit kan gebeuren is inmiddels overeenstemming bereikt. Over de wijze waarop aan die voorwaarden voldaan kan worden, wordt nog overleg gevoerd met het Ministerie. Definitieve besluiten hierover zullen begin 2006 worden genomen.
Subdoel Toename gebruik openbaar vervoer
Reizigersaantallen in stad-/streekvervoer Overijssel
220
Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
200 180
Indicator Reizigerskilometers per trein ten opzichte van 1986 (index, 1986 = 100)
160 140 120
realisatie 2004 179
begroting 2005 186
realisatie 2005 **
begroting 2006 189 *
100 80
Indicator Reizigerskilometers in het stad/streekvervoer ten opzichte van 1986 (index, 1986 = 100)
ontwikkeling
10 20
06 20
02 20
98 19
94 19
19
19
86
90
60 verwachte trend
taakstelling
Het instrumentarium is conform de begroting ingezet. realisatie 2004 126
begroting 2005 125
realisatie 2005 **
begroting 2006 125 *
Burgerluchtvaart in Twente
Indicator Tevredenheid busreizigers (rapportcijfer) realisatie 2004 7,1 *
begroting 2005 6,8
realisatie 2005 7,3
begroting 2006 6,8 *
Dit zijn de cijfers uit de begroting 2005. In de begroting 2006 zijn deze indicatoren niet meer opgenomen.
** De cijfers provinciebreed voor 2005 zijn gedeeltelijk bekend. Om een beeld te geven van de ontwikkeling in de afgelopen jaren is voor de eerste twee indicatoren de
Regulier beleid In nauwe afstemming met het gemeentebestuur van Enschede hebben wij overeenstemming bereikt met het Rijk (met name met het Ministerie van Defensie) en Enschede Airport Twente BV (EAT) over de voortzetting van de burgerluchtvaart in Twente in 2006 en 2007. Daardoor kunnen door EAT voor die periode afspraken worden gemaakt met vliegtuigmaatschappijen over het voortzetten en uitbouwen van de bestaande charterbestemmingen. Over de lange termijn perspectieven voor de luchthaven is nog geen uitsluitsel te geven. Verwezen wordt verder naar het programma Economie.
trend in de onderstaande grafieken opgenomen.
Goederenvervoer Reizigerskilometers per trein Overijssel
190 180 170 160 150 140 130 120 110
index (1986 = 100)
20 04
02 20
00 20
98 19
96 19
4 19 9
92 19
90 19
88 19
19 8
6
100
Regulier beleid Samen met de gemeente Kampen is het onderzoek naar de mogelijkheden van shortsea-activiteiten uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek duiden erop dat voor een verdere doorontwikkeling onder meer de doorvaart door de Afsluitdijk verruimd dient te worden. Volgens planning hebben wij onze bemoeienis met IGON dit jaar afgebouwd. Hiervoor zijn de lopende projecten versneld afgerond. De gewenste verhouding goederenvervoer tussen weg, water en spoor uit de begroting is ruimschoots gehaald. De tendens is dat het goederenvervoer over water en rail sterk stijgt.
Jaarverslag 2005
103
Subdoel Stimuleren goederenvervoer over water en spoor Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Verhouding ton kilometers over • weg ( in 2001: 68 procent) ten opzichte van water (in 2001: 32 procent) ten opzichte van spoor (in 2001: 1 procent) realisatie 2004 werkelijk 2004: CBS heeft geen gegevens over de jaren 2002 t/m 2004
begroting 2005 67% as 32% water 1% spoor
realisatie 2005 nog niet bekend
begroting 2006 -- *
Bij de aanleg en het gebruik van de infrastructuur beperken wij de overlast voor de mens, de natuur en het milieu zo veel mogelijk. Wij beïnvloeden dat door keuzes te maken bij de uitvoering van het beheer van de eigen provinciale infrastructuur. Daartoe wordt bijvoorbeeld het bermbeheer al vele jaren ecologisch verantwoord uitgevoerd. De eerste resultaten van het in 2005 uitgevoerde onderzoek wijzen erop dat bermen langs provinciale wegen floristisch zeer waardevol zijn. Wij zullen de resultaten van het onderzoek vertalen in het nieuwe beleidsplan voor beheer van provinciale infrastructuur dat 2006 wordt vastgesteld.
Subdoel Verminderen slachtoffers Autonoom beleid, beperkte mate van beïnvloedbaarheid
*
Deze indicator is niet meer opgenomen in de begroting
Indicator Aantal doden op wegen in Overijssel (alle wegen)
2006.
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
realisatie 2004 69
Hoofddoelstelling: Een verkeersveilig Overijssel Regulier beleid Overeenkomstig de begroting is door onderhoud en aanpassingen aan infrastructuur en beïnvloeding van gedrag aandacht besteed aan verkeersveiligheid. Onder andere door de uitvoering van de ‘kosteneffectieve maatregelen’ (KEM). Verder zijn conform het UPO en de Dynamische Beleidsagenda een aantal objectief en subjectief onveilige punten verbeterd, zoals N347/A1, N377 parallelweg NieuwleusenBalkbrug, N343/N736 De Essen. Met de Regio Twente is een overeenkomst gesloten over het gezamenlijk instandhouden van het Regionaal Orgaan voor de verkeersveiligheid Overijssel (ROVO). In verband met de wijzigingen in de ongevallenregistratie door de politie is het Ministerie van Verkeer en Waterstaat niet in staat geweest om de ongevallengegevens van 2004 op de gebruikelijke wijze te leveren. Zodoende kan er dit jaar nog geen onderscheid worden gemaakt naar het aantal slachtoffers onderverdeeld naar wegbeheerder.
104
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
begroting 2005 59
realisatie 2005 **
begroting 2006 58 *
Indicator Aantal ziekenhuisgewonden op wegen in Overijssel realisatie 2004 860 *
begroting 2005 825
realisatie 2005 **
begroting 2006 787 *
In de begroting 2006 wordt deze indicator nu gemeten in termen van vermindering. Hier is de waarde opgenomen uit de begroting 2005.
** Cijfers komen in de loop van 2006 beschikbaar.
Het instrumentarium is overeenkomstig de begroting ingezet.
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Bereikbaarheid
Goede bereikbaarheid van economische centra Een verkeersveilig Overijssel Totaal programmakosten Bereikbaarheid
Voorzieningen
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
33.904 280 ––––––––
71.911 281 ––––––––
-38.007 -1 ––––––––
59.598 356 ––––––––
96.293 357 ––––––––
-36.695 -1 ––––––––
1.312 0 ––––––––
34.184
72.192
-38.008
59.954
96.650
-36.696
1.312
10.761
-10.761
10.717
-10.717
44
8.651 –––––––– 91.604
-8.651 –––––––– -57.420
–––––––– 59.954
8.399 –––––––– 115.766
-8.399 –––––––– -55.812
252 –––––––– 1.608
Baten
–––––––– 34.184
Baten
Voorziening regionaal mobiliteitsfonds Voorziening cofinanciering infrastructuur Voorziening infrastructurele kunstwerken/PVVP Voorziening kanaal Almelo-De Haandrik Voorziening Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer Voorziening fondsvorming voorfinanciering RW 35 –––––––– Totaal ten laste van voorzieningen
Lasten
Saldo
Lasten
Saldo
21.000
-21.000
21.413
-21.413
75
-75
0
0
2.000 208
-2.000 -208
612 223
-612 -223
21.750
-21.750
26.500
-26.500
48 –––––––– 45.081
-48 –––––––– -45.081
–––––––– 48.748
–––––––– -48.748
––––––––
Stortingen 2005
––––––––––––––––––––––––––––––– Reserves
Begroot
Reserve N 348 Actiefonds Overijssel Reserve Reconstructie Algemene dekkingsreserve
Verschil
––––––––
Baten
Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid Toegerekende apparaatskosten Bereikbaarheid Totaal programma Bereikbaarheid
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Gereal.
322
Verschil
Ontrekkingen 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Begroot
Gereal.
Verschil
621 2.500
621 2.500
0 0
117
117
Verschil
––––––––
-322
0 0 -322 117
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4.
Jaarverslag 2005
105
Toelichting bij de financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen. Goede bereikbaarheid van economische centra In 2005 was € 3 miljoen beschikbaar gesteld voor (voor-)financiering knelpunten infrastructuur. Hiervan is eind 2005 € 1.650.000 nog niet besteed. De middelen zijn bestemd voor bijdragen aan grote infrastructurele projecten. Er is in 2005 gewerkt aan besluitvorming rond een aantal van deze projecten (o.a. N18, knoop Hanzelijn / N50, N35). Eventuele uitvoering ligt verder in de toekomst, maar gezien de omvang van deze projecten wordt dekking gevonden verspreid over meerdere jaren. Bij de jaarrekening wordt een instellingsbesluit voor het Regionaal Bereikbaarheidsfonds (reserve) gedaan om transparantie en besluitvorming rond dergelijke projecten te verbeteren. Het budget van € 100.000 voor een MIT-verkenningsfase naar de RW 35 is nog niet aangesproken. In december 2005 zijn tijdens het overleg van landsdeel Oost over het MIT afspraken gemaakt met de minister van Verkeer en Waterstaat over de opwaardering van RW 35. Als onderdeel daarvan zal de genoemde studie in 2006 worden gestart. Uit de middelen voor Bereikbaarheid is een bedrag van € 94.000 beschikbaar gesteld voor Kennispark Twente. Dat bedrag is in 2005 nog niet aangesproken (zie toelichting bij het programma Economie en Innovatie). Uit de middelen voor Bereikbaarheid zijn verder bedragen beschikbaar gesteld voor Reconstructie (totaal € 322.000). Deze bedragen zijn in 2005 niet aangesproken voor de doelen van Reconstructie terwijl zij wel deel uitmaken van de dekking van het Reconstructieplan. Voorgesteld wordt het bedrag van € 322.000 toe te voegen aan de reserve Reconstructie, zodat de middelen voor dat doel ingezet kunnen worden. De N348 (rondweg Deventer) is in 2005 in gebruik genomen. In 2005 zijn onderhandelingen met de gemeente Deventer gevoerd over de nog te verrekenen onderdelen in het kader van de aanleg N348. Deze afspraken zullen bij ondertekening van het aan-
106
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
vullend convenant begin 2006 worden bekrachtigd. In de afronding van de werkzaamheden moet Prorail nog een aantal werkzaamheden uitvoeren. De eindafrekening met Prorail zal in 2006 plaatsvinden. De geraamde baat als gevolg van de te declareren GDU+ bijdrage is niet volledig gerealiseerd in 2005 maar zal in 2006 gedeclareerd worden (€ 300.000). In het kader van de aanleg van de N34/N343 (traverse Hardenberg) is een in een eerder boekjaar verkregen baat ad € 155.000 gecorrigeerd. Resultaatbestemming wordt gevraagd voor: 2.3.00.05 Bijdragen infrastructuur andere overheden Dekking toekomstige grote projecten € 1.650.000 (te storten in 2006) 2.3.00.05 Bijdragen infrastructuur andere overheden MIT studie RW35 € 100.000 2.3.10.02 Planvorming provinciale wegen Kennispark Twente
€ 94.000
2.7.30.20 Landinrichting en reconstructiegebieden Dekking voor uitvoering Reconstructieplan € 322.000 (mutatie in reserve)
Jaarverslag 2005
107
108
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
2.11 Programma Veiligheid 2.11.1 Inleiding
2.11.3 Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen? Heeft het gekost wat het zou kosten?
In het voorjaar van 2004 is de nota ‘Veiligheidsbeleid provincie Overijssel 2004-2007’ vastgesteld. Met deze nota zijn de kaders geschetst voor het programma Veiligheid. Het doel is de veiligheid in Overijssel voor mensen die in Overijssel wonen, werken en verblijven objectief en subjectief te verbeteren. Voor de komende jaren ligt de nadruk op uitvoering, versterking en verdere verankering van het veiligheidsbeleid. De hoofdlijn is: • De bij wet aan de provincie opgedragen taken goed uit te voeren. • Voor de invulling van het autonome deel van het provinciale veiligheidsbeleid vooral in te zetten op veiligheid ter aanvulling en ondersteuning op wettelijke en geprioriteerde provinciale beleidsdoelstellingen. Speerpunten zijn voor de komende periode: ’jeugd en veiligheid’ en ’externe veiligheid’. Voor 2006 en 2007 streven we (mede op verzoek van geluiden uit het veld) een verdere intensivering na van ons beleid op de onderdelen jeugd en veiligheid (bijvoorbeeld veilige school den jeugd en alcohol) en het steunen van samenwerkingsstructuren op het vlak van criminaliteitsbeheersing waarin overheid en bedrijfsleven elkaar vinden.
Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hebben we gedaan wat we zouden doen?
Portefeuillehouders van dit programma zijn de heer mr G.J. Jansen (wettelijke veiligheidstaken), de heer G.J.H. Ranter (autonome taken jeugd en veiligheid) en de heer drs. T.W. Rietkerk (externe veiligheid).
Rampenbestrijding
2.11.2 Ontwikkelingen Ten opzichte van de programmabegroting 2005 zijn er afgezien van de stroomstoring in Haaksbergen geen significante onverwachte ontwikkelingen te melden. De ontwikkelingen zoals geschetst in de programmabegroting hebben een meerjarig karakter en zijn op dit moment nog even actueel. De stroomstoring in Haaksbergen en omgeving heeft pijnlijk de kwetsbaarheid van het elektriciteitsnetwerk en die van het 06 netwerk ten tijde van een calamiteit aangetoond. De Commissaris van de Koningin heeft hiervoor in brieven aandacht gevraagd bij de ministers van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en Economische zaken. Deze kwestie zal zeker een vervolg krijgen.
Hoofddoelstelling: Een veilig Overijssel, met name adequate rampenbestrijding, externe veiligheid en Jeugd en Veiligheid Overijssel is op meerdere onderdelen veiliger geworden. Het dit jaar verschenen Veiligheidsbeeld Overijssel 20032004 toont dit aan. Daling van het aantal misdrijven, minder verkeersdoden en gewonden. Kijken we naar het aantal geregistreerde misdrijven per 100.000 inwoners dan is Overijssel na Drenthe en Friesland de veiligste provincie. Overijssel kent het laagste percentage van mensen die zich wel eens onveilig voelt. Dit positieve beeld wordt bevestigd in publicaties van het weekblad Elsevier en het Algemeen Dagblad (misdaadmeter 2005). Bij de 50 veiligste gemeenten van Nederland staan maar liefst 16 Overijsselse gemeenten. Prioriteiten uit de Perspectiefnota
De risicokaart voor de burger is op 31 maart 2005 gepubliceerd op internet. Hiermee is Overijssel de eerste provincie die de risicokaart volgens het landelijk afgesproken model heeft gerealiseerd. In 2005 bezochten ongeveer 30.000 mensen de risicokaart. De risicokaart voor de professional, een beveiligde risicokaart met extra informatie en functionaliteiten, komt beschikbaar in het eerste kwartaal van 2006. Van de Overijsselse gemeenten hebben 24 hun rampenplan conform het vereiste van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding in 2005 opnieuw vastgesteld. Wij hebben 23 van deze plannen kunnen beoordelen in 2005 en de gemeenten van onze bevindingen op de hoogte gesteld. De rampenplannen voldoen op hoofdlijnen aan de wettelijke eisen. Wij hebben 9 gemeenten uitgenodigd een aantal deelplannen meer gemeentespecifiek te maken in het eerste kwartaal van 2006.
Jaarverslag 2005
109
Beide beoogde veiligheidsregio’s in Overijssel (IJsselVecht en Twente) hebben een regionaal beheersplan vastgesteld. Wij hebben deze plannen beoordeeld en geconcludeerd dat deze voldoen aan de hiervoor in Wet en Amvb gestelde kwaliteitseisen. Op 2 november 2005 heeft het door Overijssel georganiseerde internationaal symposium plaatsgevonden over grensoverschrijdende samenwerking bij rampen en calamiteiten. Centraal stond een aantal thema’s die van belang zijn voor de grensoverschrijdende samenwerking. Een bestuurlijke rampencasus maakte hier onderdeel van uit.
Subdoel Rampenbestrijding Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicatoren De risicokaart is beschikbaar en actueel voor zowel de Overijsselse burgers als professionals. realisatie 2004
begroting 2005
realisatie 2005
Externe veiligheid
Het provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid is in 2005 uitgevoerd. Dit programma kent een doorloop tot in het eerste kwartaal van 2006 en wordt aansluitend opgevolgd door het meerjarenprogramma externe veiligheid Overijssel 2006-2010 (MEVO). Ook dit programma is een gezamenlijk programma van provincie en Overijsselse gemeenten. Een aantal activiteiten uit het programma krijgt een vervolg in het nieuwe uitvoeringprogramma. In 2005 is nadrukkelijk invulling gegeven aan het vervolmaken van de risico-inventarisatie. Ondanks het nog steeds ontbreken van de wettelijke basis voor de registratie is het merendeel van de informatie waarvoor gemeenten en provincie verantwoordelijk zijn verzameld en beschikbaar op de risicokaart. Het ontwikkelen van een dekkend routenetwerk gevaarlijke stoffen is nog niet afgerond. Conform de planning loopt dit door in 2006. De actualisatie van de prioritaire Wet Milieubeheer vergunningen is voortvarend door gemeenten opgepakt. Net als het toepassen van het instrument voor de verantwoording van de Verantwoordingsplicht Groepsrisico kent ook dit onderdeel een doorloop in 2006. In 2005 heeft zich op de A1 in Hengelo een ongeval met gevaarlijke stoffen voorgedaan. Jeugd en veiligheid
Het uitvoeringsprogramma Jeugd en veiligheid richt zich op het voorkomen en aanpakken van de jeugdcriminaliteit. Met behulp van (meerjarige) subsidies zijn projecten ondersteund die zich hierop richten. Het gaat hier om projecten of activiteiten als de ‘echtrecht’ conferenties, de aanpak van veelplegers en de uitbreiding van de aanpak van loverboys. In 2004 zagen we een voorzichtige daling van de jeugdcriminaliteit. Deze daling geldt echter niet voor geweldsmisdrijven die gepleegd worden door jeugdigen. De cijfers over 2005 zijn medio 2006 voorhanden en worden opgenomen in het veiligheidsbeeld Overijssel.
110
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
begroting 2006 eind 2006 is de risicokaart beschikbaar op internet
Het aantal geactualiseerde en getoetste rampenplannen, rampenbestrijdingsplannen en regionale beheersplannen realisatie 2004 32
begroting 2005 37
realisatie 2005 36
begroting 2006 indicator is in 2006 gewijzigd
Subdoel Externe Veiligheid Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator begroot
realisatie
alle 25 gemeenten in Overijssel voeren in 2006 een actief extern veiligheidsbeleid is realiseerd
Subdoel Jeugd en Veiligheid Autonoom beleid, redelijke mate van beïnvloedbaarheid
Indicator Start uitvoeringsprogramma Jeugd en Veiligheid per 2005 (aantal jongeren dat wordt bereikt via project 1. veelplegers, 2. ‘echt-recht’ conferenties) realisatie 2004
begroting 2005
realisatie 2005 11
15
45 *
165
1. 2.
begroting 2006 indicator is in 2006 gewijzigd
* bij positieve besluitvorming PS inzake uitvoeringsprogramma
Regulier beleid De in de begroting geformuleerde doelen, waaronder toezicht rampenbestrijding, adequate rampbestrijdingsorganisatie en verbeteren informatiepositie veiligheidspartners zijn gerealiseerd. Binnen het programma veiligheid is het instrumentarium conform begroting ingezet.
Heeft het gekost wat het zou kosten?
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Veiligheid
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
28 –––––––– Totaal programmakosten Veiligheid 28
842 –––––––– 842
-814 –––––––– -81
22 –––––––– 22
839 –––––––– 839
-818 –––––––– -818
-3 –––––––– -3
Personeelsgebonden kosten Veiligheid Toegerekende apparaatskosten Veiligheid
460 370 –––––––– 1.672
-460 -370 –––––––– -1.644
–––––––– 22
405 317 –––––––– 1.561
-405 -317 –––––––– -1.539
55 53 –––––––– 105
Veilig Overijssel, met name adequate rampenbestrijding
Totaal programma Veiligheid
–––––––– 28
Een detailoverzicht per programma is opgenomen in hoofdstuk 4. Er zijn geen financiële afwijkingen op de hoofddoelstellingen bij dit programma.
Jaarverslag 2005
111
112
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2.12 Provinciemonitor 2005 In april 2005 heeft het IPO-bestuur ingestemd met de eerste stappen op weg naar een Provinciemonitor, met als doel om zo een bijdrage te leveren aan het beter zichtbaar maken van de prestaties van het middenbestuur.
Het is de bedoeling om de Provinciemonitor de komende jaren tot een volwaardig instrument uit te bouwen door opname van andere, in het kader van de doelstelling relevante beleidsterreinen en/of onderdelen daarvan en bijbehorende indicatoren.
De Kring van Provinciesecretarissen heeft opdracht gegeven voor het implementatietraject voor de 1e fase van de Provinciemonitor. Hiervoor is een implementatieteam met vertegenwoordigers uit alle provincies samengesteld. Voor de beleidsterreinen Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Jeugdzorg, Milieu en Water zijn daartoe in totaal circa 30 indicatoren benoemd in de 1e fase in de Provinciemonitor worden opgenomen. Alle provincies zullen de Provinciemonitor vanaf 2006 opnemen in hun provinciaal jaarverslag.
In 2005 hebben alle provincies een eerste proeve gemaakt van de Provinciemonitor, op basis van de informatie die op dit moment bekend is, hetzij op landelijk niveau hetzij uit eigen provinciale informatiebronnen. Voor 2005, en in sommige gevallen ook voor voorgaande jaren, zijn nog niet voor alle indicatoren waarden bekend. Toch is in het jaarverslag 2005 de Provinciemonitor voor Overijssel al wel opgenomen zodat een beeld kan worden gevormd van de uiteindelijke vorm. In bijlage B zijn de waarden voor Overijssel opgenomen, zoals die nu bekend zijn.
Provinciemonitor 2005
Wonen en ruimtelijk beleid Woningproductie
Woningtekort
Bestemmingsplannen
Strategische ruimtelijke ontwikkelingsprojecten
2005 Aantal gereedgekomen nieuwbouwwoningen Netto toevoeging / onttrekking aan woningvoorraad Aantal in de periode 2005-2009 aan de woningvoorraad toegevoegde woningen (cumulatief) als percentage van het geplande aantal woningen Verwachte woningtekort per 1-1-2010 (percentage) Verwachte woningtekort per 1-1-2010 (absoluut) Verwachte woningtekort per 1-1-2010 voor starters (percentage) Verwachte woningtekort per 1-1-2010 voor starters (absoluut) Verwachte woningtekort voor senioren (percentage) Verwachte woningtekort voor senioren (absoluut) Aantal besluiten m.b.t. bestemmingsplannen (goedgekeurd, goedkeuring onthouden of gedeeltelijke goedgekeurd). Gemiddelde doorlooptijd van goedkeuringsprocedure van bestemmingsplan (weken) Aantal strategische ruimtelijke ontwikkelingsprojecten waarbij provincie de rol van ‘territoriaal regisseur’ heeft
4.968 4.721/539
22,6% 1,6% 7.500 * * * * 276 74 6
Jaarverslag 2005
113
Provinciemonitor 2005
Jeugdzorg Aanmeldingen Geïndiceerden Wachttijd
2005 Aantal aanmeldingen bij de Bureaus Jeugdzorg als percentage van totaal aantal jeugdigen in de provincie Aantal geïndiceerden voor jeugdzorg als percentage van aantal aanmeldingen bij de Bureaus Jeugdzorg Gemiddelde doorlooptijd tussen datum aanmelding en datum eerste indicatiebesluit (kalenderdagen)
Water Veiligheid Wateroverlast
Waterkwaliteit
Verdroging
Handhaving
Bodem Duurzaamheid
Overlast bedrijven
Percentage primaire waterkeringen dat voldoet aan veiligheidsnorm Percentage secundaire waterkeringen dat voldoet aan veiligheidsnorm Aantal inwoners dat woont in gebieden die niet voldoen aan normen voor (het voorkomen van) wateroverlast. Percentage door de betrokken gemeenten voor waterberging aangepaste bestemmingsplannen gedeeld door het door de provincie vastgestelde aantal voor wijziging te wijzigen bestemmingsplannen Percentage oppervlaktewater dat voldoet aan geldende normen m.b.t. stikstof en fosfaat Aantal zwemlocaties waarvoor een zwemverbod heeft gegolden als percentage van het totale aantal zwemlocaties Aantal hectaren verdroogd (natuur)gebied Aantal hectaren verdroogd (natuur)gebied dat is hersteld
87
–> 90% *** % **%
**% 0% 0 ** **
2005 Percentage binnen wettelijke termijn verleende vergunningen Wet Milieubeheer Percentage volledige en actuele vergunningen Wet Milieubeheer Aantal gerealiseerde preventieve controles t.o.v. aantal inrichtingen Aantal gerealiseerde repressieve controles t.o.v. aantal inrichtingen Aantal afgeronde saneringen Concrete werkvoorraad Aantal kilotonnen uitstoot CO2 Opgesteld vermogen windenergie als percentage van provinciale opgave op te stellen vermogen Aantal geluidsbelaste woningen door industrielawaai Aantal klachten over bedrijven t.o.v. het totale aantal bedrijven
*
gegevens naar verwachting later in 2006 beschikbaar
**
gegevens d.d. 22 februari nog niet beschikbaar (centraal via CBS/VROM/RIVM)
*** in 2006 toetsing aan nieuwe normen
114
67%
2005
Milieu Vergunningen
1,29%
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
50% 58% 488 343 237 343 30 5.975 n.n.b. 20% 0 597 **
116
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Hoofdstuk 3
Paragrafen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan wij in op een aantal beheersmatige aspecten. Het betreft een aantal dwarsdoorsneden door de begroting waarmee in het algemeen een groot financieel belang is gemoeid. Ook wordt ingegaan op de bedrijfsvoering. Per onderwerp wordt inzicht gegeven in het actuele beleid, in de financiële omvang en in de uitvoering 2005. Achtereenvolgens gaan wij in op de volgende onderwerpen: • • • • • • •
Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
3.2 Provinciale heffingen 3.2.1 Inleiding De provincie Overijssel kent meerdere soorten provinciale heffingen. Dit zijn de opcenten motorrijtuigenbelasting, leges, precario, grondwaterheffing, ontgrondingenheffing en nazorgheffing stortplaatsen. In onderstaande tabel staan de begrote en gerealiseerde opbrengsten in 2005.
Bedragen x € 1.000
Heffing
Begrote
Gerealiseerde
opbrengst
opbrengst
Opcenten motorrijtuigenbelasting Leges Precario Grondwaterheffing Ontgrondingenheffing Nazorgheffing stortplaatsen
74.158 276 204 1.316 109 784
75.745 258 196 812 202 783
Jaarverslag 2005
117
3.2.2 Motorrijtuigenbelasting
3.2.3 Leges/precario
De opcenten op de motorrijtuigenbelasting vormen het belangrijkste lokale heffingsmiddel op provinciaal niveau. De opcenten op de motorrijtuigenbelasting vormen een algemeen dekkingsmiddel waarmee (een deel van) de provinciale programma’s van dekking wordt voorzien. Via de opcenten op de motorrijtuigenbelasting kan de provincie een eigen belastingbeleid voeren. Beleidsuitgangspunt is dat deze belasting alleen wordt verhoogd conform de inflatie-index (waardoor de lastendruk nominaal gelijk blijft). In 2005 is de prijsindex voor de opcenten op de motorrijtuigenbelasting daarom vastgesteld op 1,5%.
Leges Op basis van de legesverordening heft de provincie leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een administratieve dienst. Voorbeelden hiervan zijn het opvragen van drukwerken en het aanvragen van vergunningen en ontheffingen op grond van provinciale en wettelijke voorschriften. Elk jaar worden de tarieven van de legesverordening aangepast aan de prijsontwikkelingen. Ook hier is beleidsuitgangspunt dat een aanpassing conform de inflatie-index wordt doorgevoerd. De tarieven 2005 zijn met 1,5% verhoogd, de tarieven per 1 januari 2006 met 1,25%. Indien de belastingschuldige niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar de verschuldigde leges te betalen, kan het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk worden kwijtgescholden. Van deze mogelijkheid is in 2005 marginaal gebruik gemaakt.
In 2005 heeft de provincie € 75,7 miljoen aan opbrengsten opcenten op de motorrijtuigenbelasting ontvangen. Dit is uiteindelijk ruim € 1,5 miljoen hoger dan geraamd, omdat op basis van de telling (qua aantal en gewicht) van de belastingdienst van 31 december 2005 de totale groei over 2005 meer dan 4,5% bedroeg tegen een begrote groei van 3%. De opcenten op de motorrijtuigenbelasting worden geïnd door de Belastingdienst, gelijk met de motorrijtuigenbelasting. De opbrengst wordt vervolgens aan de provincie overgemaakt. Voor aspecten als kwijtschelding en invorderingsmaatregelen zijn wij volledig afhankelijk van de Belastingdienst. De provincie heeft hier geen eigen beleidsvrijheid. Onderstaande tabel geeft een vergelijking van de hoogte van de opcenten over de diverse provincies. In 2005 neemt Overijssel een vierde plaats in (tegenover een tweede plaats in 2004). In het kader van de begroting 2006 zijn de opcenten opnieuw verhoogd conform de inflatie-index. In 2006 komen we daardoor uit op de vijfde plaats.
De extra opbrengst leges grondwaterbeheer wordt veroorzaakt doordat in 2005 incidenteel sprake is geweest van enkele relatief grote onttrekkingen waarvoor naar verhouding hoge leges in rekening worden gebracht. Voor ontgrondingen geldt een soortgelijke redenering. Omdat hier in 2005 sprake was van een relatief hoog aantal kleine ontgrondingen, waarvoor naar verhouding weinig leges wordt ontvangen, wijkt hier de opbrengst juist negatief af van de raming. In onderstaande tabel staan de ontvangen leges per product. Bedragen x € 1.000
Product Provincie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
118
Gelderland Drenthe Groningen Overijssel Zuid-Holland Utrecht Limburg Zeeland Noord-Brabant Flevoland Friesland Noord-Holland
Opcenten
Opcenten
2005
2006
78,1 75,9 75,7 73,1 71,8 71,7 71,1 69,3 68,3 62,5 61,0 52,7
79,0 77,4 76,8 74,0 72,2 71,7 75,3 69,3 69,7 63,4 66,6 52,7
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroot
Realisatie
Journalistieke producties 14 Beheer en onderhoud wegen 22 Beheer en onderhoud waterwegen 16 Grondwaterbeheer 77 Ontgrondingen 130 Document productie 17 –––––––– Totaal 276
11 35 5 129 74 4 –––––––– 258
Precario In 2004 hebben Provinciale Staten de precarioverordening gewijzigd. De heffing van benzinepompstations is daarmee in 2005 op een marktconform tarief gebracht (een heffing op basis van het aantal verkochte liters in het voorgaande jaar) en voorts is de heffing voor onder meer uitwegen, ligplaatsen, aanlegsteigers en standplaatsen afgeschaft. De heffing voor kabels en leidingen blijft voorlopig ongewijzigd. In 2005 zijn alle pomphouders benaderd. Zij hebben het aanbod gekregen om een huurovereenkomst af te sluiten tegen een gelijk tarief als precario. In totaal staan er eind 2005 21 tankstations op provinciale grond, hiervan vallen 11 stations onder het precariobeleid, 9 tankstations vallen onder huur en 1 tankstation is nog niet in werking. De totale opbrengst precario/huur grond van de 21 tankstations zal uiteindelijk in de nieuwe situatie (in 2008) ruim driemaal de totale opbrengst van de oude situatie zijn. Met dien verstande dat voor de jaren 2005, 2006 en 2007 een korting wordt verleend. De wijziging van de precarioverordening leidt tot een uiteindelijke verhoging van de inkomsten en een aanzienlijke vermindering van de perceptiekosten (controle, handhaving, invordering, administratie e.d.) en sluit derhalve naadloos aan bij de uitgangspunten voor deregulering en ontbureaucratisering. Net als bij de leges, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om een belastingschuldige die niet in staat is, anders dan met buitengewoon bezwaar de verschuldigde precariorechten te betalen, het verschuldigde bedrag geheel of gedeeltelijk kwijtschelden. In 2005 heeft geen kwijtschelding plaatsgevonden. Wel is de werkelijke opbrengt achtergebleven bij de geraamde opbrengst. Oorspronkelijk was er sprake van 24 tankstations. In 2005 is op basis van een gegrond verklaard bezwaarschrift van een pomphouder, het tankstation bleek uit kadastrale gegevens niet op provinciale grond te staan, de precarioheffing ingetrokken. Daarnaast vallen door terugverkoop grond een tweetal tankstations niet meer onder de precario. Bedragen x € 1.000
Product
Begroot
Realisatie
Beheer en onderhoud wegen 194,4 Beheer en onderhoud waterwegen 9,5 –––––––– Totaal 203,9
187,1 8,9 –––––––– 196,0
3.2.4 Heffingen Grondwaterheffing Op grond van de Grondwaterwet (GWW) zijn Provinciale Staten bevoegd om, bij wijze van provinciale belastingmaatregel, een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. Deze heffing is in 1998 ingevoerd. De heffingsopbrengst wordt onder andere gebruikt voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade als gevolg van de artikelen 34, 40 en 41 GWW. De heffing wordt opgelegd naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar. In 2001 is een tarief vastgesteld van € 0,0136 per kubieke meter te onttrekken grondwater, geldig tot en met het belastingjaar 2005. Geraamd wordt dat jaarlijks gemiddeld circa 100 miljoen m3 onttrokken grondwater in aanmerking komt voor de heffing. De Grondwaterheffingsverordening Overijssel 1998 kent geen kwijtscheldingsbepaling. De heffing over het lopende belastingjaar wordt feitelijk in het eerst daaropvolgende belastingjaar opgelegd aan de heffingsplichtigen. De verwachte opbrengst over het belastingjaar 2005 is ontleend aan de laatstbekende gerealiseerde heffing over het belastingjaar 2004. Bij de begroting 2005 werd uitgegaan van een heffing over 100 miljoen m3 onttrokken grondwater. In werkelijkheid is in 2004 echter maar 70 miljoen m3 onttrokken. De over 2005 verantwoorde heffingsbaten worden daarnaast ook negatief beïnvloed door een nog te verantwoor-den lagere opbrengst over eerdere belastingjaren. De opbrengst 2005 blijft daarmee ongeveer € 0,5 miljoen achter bij de raming. In 2006 zullen wij bezien in hoeverre dit beeld een bestendig karakter heeft en of dit tot aanpassing van de begroting zal moeten leiden. Ontgrondingenheffing In Overijssel wordt conform de Ontgrondingenwet een bestemmingsheffing geheven ter bestrijding van maximaal 50 procent van de provinciale kosten voor provinciaal onderzoek en planvorming ontgrondingen en voor landelijk bestuurlijk overleg ontgrondingen als bedoeld in artikel 7b van die wet. Deze heffing is in 1997 in werking getreden. De heffing wordt wettelijk opgelegd bij verlening van ontgrondingvergunningen. Ontgrondingen tot 10.000 m3 zijn echter wettelijk vrijgesteld.
Jaarverslag 2005
119
Het tarief van de geldende verordening gaat uit van 50 procent van de provinciale kosten voor provinciaal onderzoek en planvorming en de provinciale bijdrage aan de landelijke coördinatie. De opbrengst is per jaar sterk wisselend, vanwege de afhankelijkheid van het aantal heffingsplichtige ontgrondingvergunningen per jaar. In de begroting wordt daarom een gemiddelde opbrengst geraamd. Er geldt geen specifiek kwijtscheldingsbeleid. De realisatie in het jaar 2005 komt € 93.000 hoger uit dan de raming. Deze meeropbrengst is vooral toe te rekenen aan de ontgronding Eeserwold die verantwoordelijk is voor een baat van € 155.000. In onderstaand schema staan de begrote en gerealiseerde opbrengsten in 2005: Bedragen x € 1.000
Heffing
Grondwaterheffing Ontgrondingenheffing
Begroot
Realisatie
1.316 109
812 202
Nazorgheffing stortplaatsen Wettelijk heeft de provincie de eeuwigdurende milieutechnische nazorg over afgesloten stortplaatsen. Om deze taak te bekostigen wordt een doelvermogen berekend voor uitvoering van de vereiste werkzaamheden. De nazorgplannen voor de stortlocaties zijn het afgelopen jaar volledig herzien, waarbij tevens een nieuwe berekening van het vereiste doelvermogen is meegenomen. De door de exploitanten opgebouwde doelvermogens zijn vooralsnog voldoende om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Eind 2005 is dan ook besloten om voor de komende nazorgperiode (2006-2010) aan de stortplaatsexploitanten geen jaarlijkse heffing op te leggen.
120
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
3.3 Weerstandsvermogen 3.3.1 Beleid Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als ‘het vermogen van de provincie Overijssel om niet-reguliere financiële risico’s die onverwachts en substantieel zijn op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten’. Het gaat om financiële risico’s waarvoor noch een voorziening is getroffen, noch een verzekering is afgesloten. Voor het beoordelen van het feitelijk aanwezige weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s en de op basis daarvan benodigde weerstandscapaciteit. In 2004 is een risicoscan uitgevoerd. Doel van deze risicoscan was om met behulp van het specifieke risicoprofiel van de provincie de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen. Aandachtspunten in dit onderzoek waren onder andere de aanwezige risico’s (zowel negatieve als positieve), stille reserves, open eindregelingen en voorzieningen. Daarnaast zijn zowel de omvang van het beschikbare directe als het indirecte weerstandsvermogen bepaald. Direct weerstandsvermogen kan per direct worden aangewend indien een risico zich daadwerkelijk voordoet. Het inzetten van indirect weerstandsvermogen (waaronder bijv. de onbenutte belastingcapaciteit valt) kost tijd omdat eerst een beslissing van Provinciale Staten nodig is voor omzetting in direct weerstandsvermogen. Bij het maken van de risicoscan zijn met behulp van interviews en workshops de belangrijkste risico’s in kaart gebracht. De meest in aanmerking komende risico’s zijn vervolgens gekwantificeerd, dat wil zeggen in een bedrag uitgedrukt. Voor elk van deze risico’s is zowel een maximale schade bepaald, als een risicobedrag op basis van kans (dat het risico zich voordoet) maal effect (de omvang van de schade). Op basis van nadere analyse van maximale en verwachte schade is geconcludeerd dat de benodigde weerstandscapaciteit voor de geïdentificeerde risico’s € 12 miljoen (peildatum voorjaar 2004) bedraagt. In het kader van de jaarrekening 2005 zijn de inzichten betreffende de risico’s geactualiseerd naar ultimo 2005. Daarbij wordt eerst ingegaan op de risico’s die bij de risicoscan zijn gekwantificeerd. Vervolgens wordt ingegaan op de overige risico’s.
Uit het beeld per ultimo 2005 komt naar voren dat het risicoprofiel licht is verbeterd, doordat enkele risico’s zijn vervallen dan wel binnen de reguliere begrotingsexploitatie in opgevangen. We concluderen daarom dat op dit moment geen aanleiding bestaat is het benodigde (en ook feitelijk beschikbare) weerstandsvermogen (bestaande uit de saldireserve ad € 7 miljoen en een risicobuffer ad € 5 miljoen binnen de reserve Europese programma’s) aan te passen. Ook zien wij op dit moment geen noodzaak opnieuw een risico-kwantificering uit te voeren, c.q. de eerder uitgevoerde risicoscan te actualiseren.
3.3.2 Risico’s In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de risico’s die wij als provincie lopen en de mate waarin deze zich in 2005 hebben voorgedaan. In eerste instantie komen de risico’s aan de orde die bij de uitvoering van de risicoscan in 2004 zijn gekwantificeerd (dit zijn de risico’s tot en met krediet- en garantstellingen). Het feit dat deze risico’s als kwantificeerbaar worden aangemerkt, wil overigens niet zeggen dat ze zich ook werkelijk zullen voordoen en dat we aanspraak moeten doen op (weerstands)middelen. Het in beeld hebben en benoemen van de risico’s vergroot de sturingsmogelijkheden voor de provincie. Daarmee wordt de kans verminderd dat het risico zich daadwerkelijk voordoet. Vervolgens worden enkele risico’s aangegeven die in het kader van de genoemde risicoscan niet zijn gekwantificeerd, deels omdat deze op dat moment voldoende waren afgedekt, deels omdat deze risico’s op dat moment niet aan de orde waren. Infrastructurele projecten Financiële tegenvallers van infrastructurele projecten worden vrijwel altijd binnen de projectbudgetten opgevangen of door verschuivingen binnen de meerjarenbegroting. Omdat dit op langere termijn tot uitholling van budgetten kan leiden is ervoor gekozen om toch een bedrag aan weerstandscapaciteit op te nemen voor denkbare schades die significante gevolgen voor de meerjarenbegroting kunnen hebben. Per medio 2005 is er overigens geen sprake van significante afwijkingen die niet binnen de huidige budgetruimte kunnen worden opgevangen.
Jaarverslag 2005
121
122
Milieu: vergunningverlening en handhaving, Algemene wet Bestuursrecht Het is een landelijk gegeven dat de bestuursrechter regelmatig besluiten rond milieuvergunningen geheel of gedeeltelijk vernietigt. Door de vernietiging wordt achteraf gezien de afgifte van de vergunning als onrechtmatig beschouwd, hetgeen vervolgens mogelijk tot schadevergoeding (omzetschade, gederfde winst) aan een gedupeerde partij kan leiden. Daarnaast wordt regelmatig beroep aangetekend, al dan niet in combinatie met een verzoek om een voorlopige voorziening, tegen handhavingsbesluiten. Deze beroepszaken houden altijd een zeker risico in op vernietiging van het besluit. In 2005 zijn er wel claims geweest, maar deze zijn niet gehonoreerd. Gezien de aard van deze claims biedt – mede afhankelijk van de rol van de provincie - de afgesloten WAverzekering normaliter dekking. Ook andere mogelijke schadeclaims van derden uit oogpunt van eventueel onrechtmatig handelen (Algemene wet Bestuursrecht) vallen onder deze verzekering. Het eigen risico bij vermogensschade bedraagt € 12.500 per geval. Er zijn weliswaar enkele claims ingediend, maar geen hiervan is toegewezen c.q. heeft geleid tot een uitkering. Dit risico heeft zich dus niet voorgedaan. Door de uitgevoerde risico-analyse en het werken conform provinciale ISO-gecertificeerde afspraken is de kans op onrechtmatig handelen overigens kleiner geworden. Tot slot speelt op dit beleidsterrein het risico dat de provincie bij de feitelijke toepassing van bestuursdwang niet alle daarmee gemoeide kosten kan verhalen op de (failliete) overtreder. Dit risico valt niet onder een verzekering, maar wordt tot nu toe binnen de exploitatie opgevangen. In 2005 hebben zich geen gevallen van bestuursdwang voorgedaan.
Concessies openbaar vervoer In de vervoerwetgeving is concurrentie in het openbaar vervoer door middel van aanbestedingen geïntroduceerd. Gelet op de contractduur van de meerjarige contracten en de te verlenen concessies gaat het om vervoeropdrachten waarmee vele miljoenen aan provinciale bijdrage en voor vervoerders bijbehorende inkomsten zijn gemoeid. Zowel de contracten als de aanbestedingsprocedures brengen risico’s met zich mee in de vorm van claims bij niet gunnen of bij uiteenlopende contractinterpretaties. Medio 2005 werd als gevolg van een beroepsprocedure tegen de provincie nog overleg gevoerd met een vervoerder over een verschil in contractinterpretatie. De hieruit voortvloeiende claim van € 0,9 miljoen kon overigens buiten de risico-buffer om uit de voorziening openbaar vervoer worden gedekt.
Ruimte voor ruimte Het risico betreft tegenvallende opbrengsten uit de 1e tranche van het ‘Ruimte voor Ruimte’-project ter uitvoering van de regeling beëindiging veehouderijtakken. Er is een voorziening gevormd om dit risico te kunnen opvangen. Medio 2005 zijn enkele ondertekende intentieverklaringen omgezet in bestuursovereenkomsten. De overige gemeenten volgen in 2006. Het blijft echter mogelijk dat de overeengekomen afdrachten niet tot uitbetaling komen als provincie en/of gemeente onverhoopt niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Op dit moment is bij geen enkele Ruimte voor Ruimte-locatie de planologische procedure onherroepelijk. Daardoor blijft de hoogte van de afdrachten aan de provincie nog enkele jaren onzeker.
Europartenariat De provincie Overijssel was één van de initiatiefnemers van Europartenariat en had daarom ook zitting in het stichtingsbestuur. Eind september 2002 is de provincie Overijssel uit het stichtingsbestuur getreden. Daarbij is onder meer afgesproken dat de Provincie Overijssel participeert in eventuele tekorten van stichting Europartenariat indien deze het gevolg zijn van een navordering door de Belastingdienst en een audit door de Europese Commissie. Inmiddels heeft de EC een nieuwe brief naar het stichtingsbestuur gestuurd met daarin de mededeling dat het gehele subsidiebedrag van ruim € 1,8 miljoen terug betaald dient te worden. Aanleiding hiervoor is een rapport van het Europese Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF).
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Europese programma’s De afrekening door de Europese Commissie van de programma’s 5B 1994-1999 en EPD 1997-1999 heeft inmiddels plaatsgevonden en heeft een gering positief saldo opgeleverd (valutavoordeel). Daarmee zijn de grote afrekeningen uit de periode tot en met 1999 afgerond. In de jaren 2005 tot en met 2008 vinden geen noemenswaardige afrekeningen plaats. Vanaf 2009 zal de verantwoording over de periode 20002006 worden afgelegd. De risico’s voor deze afrekening zijn nu nog niet te taxeren. Verder beoordeelt het ministerie van Economische Zaken momenteel de door ons ingezette EZ-middelen in het kader van EPD 97-99. Ook hiervoor is eventueel de risicobuffer beschikbaar mocht het oordeel van EZ afwijken van dat van Brussel (overigens volgt het ministerie in het algemeen het Brusselse besluit).
Het stichtingsbestuur heeft voor 1 november 2005 gereageerd op de brief van de EC. Als de claim van de EC volledig overeind blijft, dient de provincie Overijssel 20% bij te dragen. Krediet en garantstellingen De provincie kent per 31 december 2005 13 garantstellingen waarvoor de provincie borg staat tot een bedrag van afgerond € 44,8 miljoen (in 2004 afgerond € 50,3 miljoen). In aantallen borgstellingen zijn dit er twee minder dan in 2004. Deze twee borgstellingen zijn vervallen doordat de achterliggende leningen volledig zijn ingelost. Voor de resterende garantstellingen zijn de risico-profielen in 2005 niet gewijzigd. Op één borgstelling na, ligt er voor de garantstellingen een achterliggende garantstelling door het Rijk, wat het risico voor de provincie minimaliseert. Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Inmiddels is een besluit genomen om te starten met de ontwikkeling van het RBT, de gemeenschappelijke regeling is per 18 mei 2005 inwerking getreden. Daarmee neemt de provincie deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein. Het provinciale aandeel in het verwachte nadelige exploitatie-saldo van het RBT is binnen de begroting gedekt. De risicoaspecten binnen de exploitatie betreffen voornamelijk de te realiseren verwerving- en uitgifteprijzen. Gelet op de mogelijkheden die er zijn om tijdens de uitvoering van de grondexploitatie bij te sturen, is er (vooralsnog) geen aanleiding het weerstandsvermogen op te hogen. Overige verbonden partijen Bij de overige verbonden partijen (BNG, Oost NV, Essent, Vitens, WMO-beheer en Zuiderzeehaven) hebben zich geen risico’s voorgedaan die financiële gevolgen voor de provincie hebben gehad. Wachtgeldclaim De in de begroting 2005 genoemde wachtgeldclaim is inmiddels afgehandeld. De claim is gedeeltelijk gehonoreerd. Via een begrotingswijziging in 2005 is dekking gevonden binnen de reguliere begroting. Jeugdzorg De invoering in 2005 van de Wet op de Jeugdzorg betekent dat cliënten recht hebben op jeugdzorg jegens de provincie. Vanwege wachtlijsten is de provincie wel al voor de rechter gedaagd, een uitspraak is er nog niet. Er is een reële kans dat een rechter de provincie veroordeelt tot het financieren van de opgeëiste zorg en mogelijk ook tot schade-
vergoeding. Dit betekent dat de provincie een financieel risico loopt. In 2005 is dit niet tot uiting gekomen. Takendiscussie welzijn, zorg en integratie De verschillende steunfuncties in oprichting hebben in het najaar van 2005 hun bedrijfsplannen aan GS gepresenteerd. Voor Arcon, SMO en Equivalent geldt dat zij op koers liggen en er worden behoudens enkele frictie- en ontwikkelkosten geen financiële claims gelegd. De voorgenomen ontmanteling van de Spil-adviesgroep heeft enige vertraging opgelopen. Voor het grootste deel van het personeel is inmiddels een aanvaardbare oplossing gevonden. Nazorg stortplaatsen Op grond van de wet heeft de provincie de eeuwigdurende milieutechnische nazorg over afgesloten stortplaatsen. Om deze taak te bekostigen leggen wij de stortplaatsexploitanten een heffing op. De risico’s voor het voor de nazorg benodigde doelvermogen zijn momenteel voldoende afgedekt evenals andere mogelijke risico’s die de komende jaren spelen. Fusie GOM/OOM Bij de fusie tussen OOM en GOM heeft de provincie € 907.560,- ingebracht en heeft het merendeel van de afgesproken Overijsselse kapitaalinjectie plaatsgevonden via toetreding van de Universiteit Twente en Saxion Hogeschool (middels hun aandelen in het Innofonds). Het ministerie van Economische Zaken heeft van de provincie geëist om voor voldoende financiële middelen te zorgen ingeval Universiteit Twente en Saxion Hogeschool uit het participatiebedrijf Oost Nederland (PPM Oost) treden. In de aandeelhoudersovereenkomst wordt de mogelijkheid tot uittreden geboden als: • het ministerie van OC&W hiertoe een schriftelijke aanwijzing geeft; • het participatiebedrijf niet voldoet aan de doelstellingen en dit aantoonbaar te wijten is aan het participatiebedrijf. Om belastingtechnische redenen is Saxion inmiddels niet meer rechtstreeks aandeelaanhouder in PPM Oost, maar indirect als aandeelhouder in Oost NV. De kans op uittreding als gevolg van een aanwijzing door het ministerie van OC&W is moeilijk in te schatten. De kans op uittreding als gevolg van niet voldoen aan de doelstelling wordt, gelet op de ervaringen met het Innofonds, door Oost NV als klein geschat. Als de kennisinstellingen op grond van het bovenstaande uittreden, zullen we eerst zoeken naar een derde partij om de aandelen van de kennisinstellingen over te nemen. Als er geen derde partij gevonden wordt,
Jaarverslag 2005
123
dient de provincie zelf de financiële middelen beschikbaar te stellen om de aandelen over te nemen. Het gaat hier om een bedrag van € 3 miljoen (volgens de inbrengverklaring bij de fusie). Door goed of slecht presteren van het participatiebedrijf kan dit bedrag nog wijzigen. In welke mate is op dit moment nog niet duidelijk. Bedrijfsgebouwen, onderzoek bodemverontreiniging bij provinciale steunpunten Bij de eenheid wegen en kanalen loopt momenteel de voorbereiding van een reorganisatie. Deze reorganisatie heeft ook consequenties voor het aantal steunpunten dat wij gebruiken, momenteel 12 en in de toekomst 3. Vooruitlopend op het afstoten van de steunpunten vindt bodemonderzoek plaats. De omvang van de bodemverontreiniging, de risico’s en daarmee samenhangende kosten zijn nog niet duidelijk en mede afhankelijk van de toekomstige bestemming van deze steunpunten. Bedrijfsvoering Aanvullend op de hiervoor benoemde specifieke risico’s loopt de provincie risico’s in haar algemene bedrijfsvoering. Het is niet gebruikelijk hiervoor weerstandsvermogen te vormen. Indien deze risico’s zich voordoen wordt in eerste instantie binnen de begroting een oplossing gezocht. Ook bestaat er vaak voldoende beleidsvrijheid om risico’s op te vangen. Als specifiek risico binnen de bedrijfsvoering noemen wij ICT en de renovatie provinciehuis. Beide risico’s worden op dit moment als beheersbaar ingeschat. Bodemsanering, evaluatie rivierdijkversterking De in de begroting genoemde risico’s inzake bodemsanering (geschil over saneringskosten) en evaluatie rivierdijkversterking (decentralisatie-impuls) zijn inmiddels niet meer van toepassing. Beide risico’s zijn afgehandeld, zonder dat dit tot extra lasten voor de provincie heeft geleid.
124
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
3.4 Onderhoud kapitaalgoederen 3.4.1 Inleiding Het onderhoud aan de kapitaalgoederen betreft het onderhoud aan gebouwen en provinciale infrastructuur. In deze paragraaf toetsen we de uitvoering in 2005 aan het vastgestelde beleid en de begroting.
3.4.2 Onderhoud gebouwen Beleid De provincie Overijssel heeft diverse gebouwen in haar bezit, zoals het provinciehuis en landgoed Het Nijenhuis, maar ook diverse panden zoals bedrijfsloodsen en onderkomens voor brug- en sluisbediening. Het beleid voor het onderhoud van de provinciale gebouwen is vastgelegd in de “Nota Vastgoedbeheer provinciale opstallen”, die in 2001 is vastgesteld. Deze nota zou in 2004 worden geëevalueerd. Op dit moment zijn er echter veel mutaties in het provinciale gebouwenbestand op handen. Daarom willen wij de evaluatie in de loop van het jaar 2007 uitvoeren, na de oplevering van het gerenoveerde Provinciehuis en na de herhuisvesting van de steunpunten van de eenheid Wegen en kanalen. Het gehele gebouwenbestand (dit betreft 105 objecten) is opgenomen in GOBIS (landelijk gebruikt beheersysteem voor onderhoud van gebouwen). In 2005 hebben wij op basis van dit beheersysteem aan diverse panden onderhoud uitgevoerd. Er is ultimo 2005 geen sprake van achterstallig onderhoud. Bij het onderhoud van gebouwen wordt uitgegaan van normeringen binnen het GOBIS-systeem. Op basis hiervan kan het onderhouds-nivo voor onze gebouwen als “redelijk” worden geclassificeerd. Dit komt overeen met het onderhoudsnivo dat in vergelijkbare organisaties wordt nagestreefd. Waar nodig worden tijdens de onderhoudswerkzaamheden regelmatig inspecties uitgevoerd. De gebouwen van landgoed Het Nijenhuis worden jaarlijks door de Monumentenwacht geïnspecteerd.
Totaal aantal objecten (variërend van provinciehuis tot dagverblijf brugwachter) 105 Benutbaar vloeroppervlak (BVO)in eigendom 59.000 m2 Bijbehorende terreinen ca. 62 hectare Gehuurd BVO 1.000 m2
Provinciehuis In 2005 is de eerste fase van het renovatieproject provinciehuis uitgevoerd. Het project zal het gehele jaar 2006 voortduren en omstreeks 1 maart 2007 worden afgerond. Daarom hebben wij in 2005 alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud uitgevoerd aan het nog in gebruik zijnde deel van het Provinciehuis. Deelprojecten op het gebied van bouwkundige renovatie, werktuigbouwkundige en installatietechnische werkzaamheden en herinrichting van het terrein zijn aanbesteed en in uitvoering genomen. De aanbestedingstrajecten voor losse- en vaste inventaris en keukenapparatuur zijn in 2005 in gang gezet en zullen in 2006 hun vervolg krijgen. In verband met de renovatie is het grootste deel van de provinciale medewerkers tijdelijk in het pand rechterland 1 te Zwolle gehuisvest. Een klein deel van de medewerkers is gedurende de renovatie gehuisvest in de vier verdiepingen van de vleugel die op een later moment gerenoveerd zullen worden. Landgoed Het Nijenhuis De accommodatieverbetering van Het Nijenhuis is dit jaar opgeleverd. Daarnaast hebben wij het tuin- en terreinonderhoud volgens plan uitgevoerd. Gelijktijdig met de accommodatieverbetering van kasteel en bijgebouwen hebben wij uitgestelde investeringen en onderhoudswerken uitgevoerd. Daarnaast hebben wij de gehele brandbeveiligingsinstallatie vernieuwd. Die installatie voldoet nu aan de huidige eisen en normen. In de eerste helft van 2005 hebben wij het gehele complex aangesloten op het persriool. Tevens zijn wij begonnen met het renoveren van de boerenschuur tot depot. De oplevering hiervan vindt naar verwachting plaats in april 2006. Bedrijfsgebouwen WK Dit jaar hebben wij een start gemaakt met het project Herhuisvesting Steunpunten. Wij hebben met Rijkswaterstaat en Domeinen samenwerkingsovereenkomsten gesloten. Daardoor kunnen wij in de toekomst het aantal steunpunten inkrimpen. De overeenkomsten leiden zowel bij het Rijk als bij de provincie tot een kostenreductie. In het 3e kwartaal hebben wij 5 nieuwe dagverblijven opgeleverd voor de brugbediening langs het kanaal Almelo - De Haandrik. In samenwerking met Het Oversticht hebben wij gekozen voor een architectonisch opvallend ontwerp waarbij een goede harmonie is ontstaan tussen functionaliteit en esthetische vormgeving die past in de omgeving.
Jaarverslag 2005
125
Archeologisch depot te Deventer In samenwerking met de gemeente Deventer hebben wij een provinciaal archeologisch depot gerealiseerd in een voormalige graansilo met bijgebouw. Financiën Tijdens de renovatie van het provinciehuis wordt alleen het puur noodzakelijke onderhoud gepleegd aan het gebouw. Volgens afspraak wordt de onderuitputting op geoormerkte onderhoudsbudgetten bij afsluiting van het boekjaar toegevoegd aan de bestemmingsreserve renovatie provinciehuis. Over het jaar 2005 is voor een bedrag van € 300.000 aan niet ingezette onderhoudsbudgetten aan de bestemmingsreserve toegevoegd als onderdeel van de dekking van de renovatie provinciehuis. Van het investeringbudget van € 0,6 miljoen voor onderhoud vastgoed is vrijwel niets besteed omdat de voor 2005 geplande projecten vertraging hebben opgelopen en in 2006 worden uitgevoerd.
3.4.3 Onderhoud provinciale infrastructuur Beleid De provincie is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Het gaat hier om het beheer en onderhoud van wegen, waterwegen en kunstwerken. Onderhoud wegen en waterwegen Voor het beheer en onderhoud van wegen en waterwegen is het uitgangspunt de normering zoals die is vastgesteld op 2 februari 2005 in het Statenbesluit kwaliteitsniveau beheer en onderhoud provinciale infrastructuur. Door het beheer volgens deze normen uit te voeren wordt voorkomen dat er sprake is van kapitaalvernietiging vanwege uitgesteld noodzakelijk onderhoud. Bij de omschrijving van de te hanteren normen is gebruikgemaakt van landelijk geldende richtlijnen die door CROW (kenniscentrum voor infrastructuur) in publicaties zijn beschreven. De normen voldoen aan de eisen gesteld in wet- en regelgeving en sluiten aan bij wat gemiddeld gangbaar is in Nederland. Het kwaliteitsniveau is van dien aard dat er daardoor geen sprake zal zijn van juridische aansprakelijkheid vanwege ontoereikend beheer. Onderhoud kunstwerken Het onderhoudsniveau van kunstwerken zoals beschreven in de Beleidsnota rationeel kunstwerkenbeheer 2000 blijft het uitgangspunt voor het beheer en onderhoud kunstwerken. Het kwaliteitsniveau van
126
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
het onderhoud is er op gericht dat er niet meer onderhoud gedaan wordt dan strikt noodzakelijk is om de functionaliteit, bedrijfszekerheid en veiligheid van de kunstwerken te waarborgen tegen zo laag mogelijke kosten. In april 2005 hebben PS het nieuwe PVVP voor Overijssel vastgesteld. Dit heeft ook gevolgen voor de wijze waarop de eenheid WK de eigen provinciale infrastructuur in de komende jaren moet gaan beheren Het vastgestelde kwaliteitsniveau en het PVVP zijn de uitgangspunten van het op te stellen beleidsplan beheer en onderhoud provinciale infrastructuur 2005-2008. In 2005 is begonnen met het opstellen van het beleidsplan. Deze zal in het voorjaar 2006 worden vastgesteld. Dit jaar is ook een “nulmeting” uitgevoerd om na te gaan in hoeverre wordt voldaan aan de vastgestelde normering door PS. De eerste resultaten laten zien dat op veel onderdelen de norm wordt gehaald. Aandachtspunten zijn het achterstallig onderhoud fietspaden/parallelwegen en risicovolle onderdelen van verhardingen waarop net geen 100% score wordt gehaald (bijv. spoorvorming op hoofdrijbanen en zichtbaarheid van markeringen). In het in 2006 vast te stellen beleidsplan voor beheer van de provinciale infrastructuur komen wij met voorstellen hoe deze en ook nog andere knelpunten (onderhoud beschoeiingen en faunavoorzieningen) in het huidige beheer op te lossen. Financiën De uitgaven voor onderhoud staan in onderstaand tabel. In totaliteit wijken de werkelijke uitgaven marginaal af van de geraamde. Bedragen x € 1.000 Product
Beheer en onderhoud wegen Beheer en onderhoud waterwegen Beheer en onderhoud kunstwerken Voorziening ver.infrastr. kunstwerken Voorziening Almelo de Haandrik Totaal
Begroot
Realisatie
13.151
13.226
704
667
1.368
1.369
381
405
208 –––––––– 15.812
218 –––––––– 15.885
3.5 Financiering 3.5.1 Inleiding In de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden een aantal regels en normen gesteld over financiering en daaraan gekoppelde risico’s bij lagere overheden. In deze paragraaf zetten wij uiteen hoe wij aan deze eisen voldoen. Daarnaast geeft de financieringsparagraaf de kaders voor het transparant maken en het sturen, beheersen en controleren van het financieringsbeleid. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen in 2005 en uitvoering van het beleid, waaronder het risicobeheer, de financieringspositie en de liquiditeitsprognose van de provincie. Wij stellen vast dat wij ruimschoots hebben voldaan aan de wettelijke eisen en normen betreffende de financieringsrisico’s. Daarnaast valt op dat de komende jaren sprake is van een aanzienlijk positief kassaldo. Er zijn meer dan voldoende liquide middelen aanwezig om de verwachte (investerings-)uitgaven in de komende jaren te kunnen betalen. Gegeven deze situatie is er geen aanleiding om nieuwe leningen aan te trekken. Op basis van de normale verschillen tussen inkomstenderving (debetrente) en te betalen rente op schulden (creditrente) is het voordeliger om beschikbare eigen middelen voor financiering van uitgaven in te zetten. Om dezelfde redenen zal in 2006 de laatste lopende lening door de provincie worden afgelost.
Voor 2006 wordt een iets hogere inflatie verwacht, waardoor wij een beperkte stijging van de korte rente verwachten. De lange rente wordt voor een deel bepaald door de langjarig gemiddelde inflatie, evenals vraag en aanbod van liquide middelen op de markt. Wij verwachten dat de lange rente minder zal stijgen dan de korte. Interne ontwikkelingen In de afgelopen jaren is het inbedden van de treasuryfunctie verder verbeterd door het opstellen en uitvoeren van treasuryactieplannen. Ook in 2005 is een dergelijk treasuryactieplan opgesteld. Hierin is de rentevisie aan bod gekomen die gebaseerd is op de visies van een aantal financiële instellingen. Op basis van deze visies is de strategie bepaald voor de uitzettingen. Verder is verslag gedaan over de voorgaande perioden.
3.5.3 Beleid In 2005 is de financieringsfunctie uitsluitend uitgevoerd voor de uitoefening van de publieke taak. De liquide middelen zijn op een prudente (=voorzichtige) manier uitgezet. Dit heeft plaatsgevonden binnen de voorschriften van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido), de verordening Financieel beheer provincie Overijssel en het treasurystatuut provincie Overijssel. De laatste twee zijn in april 2003 vastgesteld door Provinciale Staten. Deze documenten vormden ook in 2005 de basis voor het treasuryactieplan. In dit actieplan zijn de uitzettingen geconcretiseerd naar specifieke acties.
3.5.2 Ontwikkelingen 3.5.4 Risicobeheer Externe ontwikkelingen In 2005 heeft er in Nederland een stabilisatie van de economische situatie plaatsgevonden. Dit kwam onder meer tot uitdrukking in een lage en constante korte rente (< 1 jaar). Daarnaast is de lange rente in 2005 verder gedaald. De redenen hiervan zijn enerzijds dat men verwachtte dat de ECB de rente voorlopig niet zou verhogen en daarnaast de aanhoudende langdurige lage inflatie. Onze rentevisie wordt steeds opgesteld op basis van actuele informatie van een aantal banken (waaronder onze huisbankier) en andere financiële instellingen. In het afgelopen jaar is de korte rente (looptijden maximaal drie maanden) - tegen de verwachtingen in - aan het eind van het jaar iets opgelopen en de lange rente in de loop van het 2005 iets gedaald ten opzichte van ultimo 2004.
Bij het uitzetten van liquide middelen kan er onderscheid gemaakt worden tussen rente-, krediet-, liquiditeits- en koersrisico’s. Renterisico Het renterisico wordt omschreven als de mate waarmee het saldo van rentebaten en -lasten kan veranderen door wijziging van het rentepercentage. Om te voorkomen dat dit saldo in een jaar te veel wijzigt als gevolg van het renterisico, dient de provincie te voldoen aan de wettelijke renterisiconorm. Deze norm stelt dat het deel van de vaste schuld (per 1 januari) waarvan het rentepercentage kan wijzigen niet meer mag bedragen dan 20%. Ons renterisico is 0%. Wij voldoen daarmee ruimschoots aan de norm.
Jaarverslag 2005
127
Bedragen x € 1 miljoen
Toets renterisiconorm 2005
31 december 2005
Renterisiconorm Overijssel (20% van 18,3) af: saldo renteherziening en herfinanciering -/Ruimte
3,63
In 2005 hebben wij ruimschoots voldaan aan de wettelijke vereisten en de gestelde limiet niet overschreden. Ter illustratie hebben wij de gegevens van eind 2005 in een tabel gepresenteerd.
–––––––– 3,63
Bedragen x € 1 miljoen
Toets kasgeldlimiet
Kredietrisico Met kredietrisico wordt bedoeld in hoeverre we risico lopen dat de uitgezette gelden niet terugbetaald worden door de debiteur. In de Wet Fido en ons treasurystatuut wordt dit risico ingekaderd, doordat hierin opgenomen is dat we uitsluitend gelden mogen uitzetten bij financiële instellingen met minimaal een Arating of hoger en bij Nederlandse overheden of instanties die de publieke taak dienen. Zoals onderstaande tabel aangeeft voldoen onze uitgezette gelden hieraan. Het kredietrisico is daarmee minimaal.
Bedragen x € 1 miljoen
Omvang Begroting 2005 Toegestane kasgeldlimiet (t.o.v. Begroting 2005)
303 7%
Omvang kortlopende schulden (balans) Vlottende middelen
-/-
Totaal netto vlottende schuld Kasgeldlimiet Netto vlottende schuld
-/-
Ruimte
21,2
30,1 139,4 –––––––– -/- 109,3 21,2 109,3 –––––––– -/- 130,5
Kredietrisico op verstrekte gelden
3.5.5 Financiële positie Woningcorporaties Financiële instellingen (creditrating A en hoger) Totaal
66,8 188,6 –––––––– 255,4
Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat de provincie op enig moment niet aan haar betalingsverplichtingen zou kunnen voldoen door een gebrek aan liquide middelen. Dit risico is in 2005 geminimaliseerd doordat de vrij beschikbare middelen met behulp van de liquiditeitsprognose zijn afgestemd met de verwachte inkomsten en uitgaven. Daarom hebben we iedere maand minimaal één deposito laten vrijvallen, zodat er middelen beschikbaar waren voor eventuele onvoorziene gebeurtenissen. Om het liquiditeitsrisico te minimaliseren, dienen wij gedurende het jaar te voldoen aan de wettelijke kasgeldlimiet. Onze kortlopende schulden verminderd met de binnen één jaar opeisbare liquide middelen mogen niet hoger zijn dan deze limiet. Op basis van de ministeriële regeling hierover bedraagt de kasgeldlimiet 7% van de omvang van de jaarbegroting per 1 januari.
128
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
De financiële positie van de provincie Overijssel is gunstig. Onze schulden zijn fors lager dan de aanwezige liquide middelen. Opgenomen geldleningen Momenteel heeft de provincie nog één lening uit 1997 voor een bedrag van € 18,2 miljoen, welke in 2006 afgelost zal worden. Het rentepercentage bedraagt 5,92. Eerdere aflossing is zonder boeterente niet mogelijk. Uitzettingen Kasgeldoverschotten worden tijdelijk uitgezet op vastrentende deposito’s. Dit betreft uitzettingen in het kader van het treasurystatuut. Per 31 december 2005 is € 215,3 miljoen uitgezet (het restant staat op spaarrekeningen en/of rekeningen courant) op deposito’s aan uitsluitend financiële instellingen met een A+ rating en/of woningbouwverenigingen. Hiervan valt € 187,5 miljoen vrij in 2006. De overige bedragen vallen vrij in 2007 en 2008. In de Programmabegroting 2005 werd uitgegaan van een totale renteopbrengst van € 4,95 miljoen. Nu het
jaar is afgesloten blijkt dat we € 4,5 miljoen op de algemene bankmiddelen aan renteopbrengsten hebben gerealiseerd. Daarnaast is op uitgezette gelden van het fonds “Voorfinanciering RW 35” en het RMF een renteopbrengst van € 1,1 miljoen gerealiseerd. Totaal een opbrengst van bijna € 5,6 miljoen. De positieve afwijking in de rentebaten wordt enerzijds veroorzaakt door een lager gemiddeld kassaldo in 2005 (effect -/- € 0,133 miljoen). Anderzijds gingen we in de begroting uit van een gemiddeld rendement van 2,25%, terwijl we een rendement gerealiseerd hebben van circa 2,6% (effect + € 0,749 miljoen). Ultimo 2005 bedraagt het aanwezige kasgeld € 255,4 miljoen (2004: € 170,2 miljoen). Dit is een stijging ten opzichte van ultimo 2004 van € 85,2 miljoen. Deze stijging is grotendeels veroorzaakt door een extra dividend van WMO Beheer als gevolg van de door hun verrichte verkoop van aandelen WAVIN. Verstrekte geldleningen De provincie heeft eind 2005 € 43,6 miljoen leningen verstrekt (2004: € 39,7 miljoen). Het bedrag van deze langlopende leningen bestaat grotendeels (90%) uit een achtergestelde, niet opeisbare lening aan Essent N.V van € 39,3 miljoen. Tegenover deze lening staat een bestemmingsreserve. In 2005 is verder 4,2 miljoen (9,7%) aan DLG uitgeleend als voorfinanciering van grondaankopen in verband met landinrichtingsprojecten.
Jaarverslag 2005
129
3.6 Bedrijfsvoering 3.6.1 Inleiding Onze bedrijfsvoering staat ten dienste van het realiseren van de doelen uit het Onderhandelingsakkoord ‘Ruimte voor Actie’ en de verdere uitwerking daarvan. Wij willen interactief werken: burgers, gemeenten en organisaties daar op een adequate wijze bij betrekken. Wij willen ook integraal werken, dus vanuit verschillende invalshoeken tegelijk. We willen werken met een professionele organisatie, die zich aanpast aan veranderingen in de omgeving en die in staat is haar producten en diensten op een steeds betere wijze te produceren. Ook willen we uiteraard onze produkten en diensten doelgericht en doelmatig voortbrengen. Vanuit alle onderdelen van de bedrijfsvoering wordt hieraan bijgedragen. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op het masterplan. Vervolgens komen personeelsbeleid en “Investors in people” aan bod. Daarna wordt achtereenvolgens ingegaan op het informatiebeleid/electronische overheid, huisvestingsbeleid, milieubeleid, kwaliteitsbeleid, doelmatigheid en rechtmatigheid. Deze paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de planning- & controlcyclus.
3.6.2 “Masterplan De Provincie Werkt” (voorheen genoemd:“De weg naar de andere provincie”) In het masterplan is aangegeven welke externe ontwikkelingen de provincie raken, welke onze bestuurlijke ambities zijn en hoe beide van invloed zijn op de ontwikkeling van de organisatie. Het masterplan kent 5 programmalijnen: • Takendiscussie (kwaliteit takenpakket); • Renovatie/TOOL (kwaliteit werkomgeving); • E-provincie (kwaliteit dienstverlening); • Vergunningverlening/handhaving, Subsidies, Deregulering (kwaliteit van processen); • Voorheen genoemd kwaliteitsimpuls (kwaliteit personeel en organisatie). De eerste vier genoemde programma’s zijn al eerder van start gegaan. Ten behoeve van de 5e programmalijn zijn extra middelen beschikbaar gesteld om benodigde, maar nog ontbrekende competenties, van buitenaf te kunnen aantrekken (“kwaliteitsimpuls”). Het in 2005 door Provinciale Staten beschikbaar gestelde frictiebudget zal in 2006 ook voor de kwaliteitsimpuls worden ingezet.
130
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
In september 2005 is het masterplan aan de medewerkers van de organisatie gepresenteerd. Met name is toen ingegaan op het programma “kwaliteit personeel en organisatie”. De bijeenkomst bleek voor velen inspirerend te zijn en de beoogde veranderingen werden breed gedragen. Veel medewerkers hebben zich gemeld om bij te dragen aan de beoogde veranderingen en er zijn in het najaar vele initiatieven ontstaan die passen in de ontwikkeling van de organisatie. Binnen het programma kwaliteit personeel en organisatie zijn inmiddels 4 projectgroepen van start gegaan op de onderdelen: - strategische projecten (de groep werkt aan het scheppen van de voorwaarden om strategische projecten (visitekaartjes van de provincie) zodanig in te bedden dat de hele organisatie op hoger plan gaat functioneren) - planning en control (de gehele cyclus van plannen en verantwoorden wordt bekeken op verbetering van effectiviteit en efficiency; ook wordt beoogd de bureaucratie te veraangenamen door het zogenoemde “kleine leed” eruit te verwijderen) - personeelsbeleid (de groep beziet vooral de gewenste competenties om op de toekomst te zijn voorbereid en hoe die competenties bij de medewerkers bereikt kunnen worden) - cultuur (de leerbehoeften worden in kaart gebracht en het leeraanbod wordt daarop afgestemd; ook worden de kernwaarden zoals externe gerichtheid, samen met anderen, flexibiliteit, resultaatgerichtheid concreet hanteerbaar gemaakt) Naast deze 4 projecten is een zogenaamd “greenhouse” opgericht. In het greenhouse wordt ideeën die passen bij de beoogde ontwikkelingen – en niet direct in een van de vier hiervoor genoemde projecten passen of daarin gemakkelijk zouden kunnen ondersneeuwen – de kans gegeven zich te ontwikkelen tot een moment dat zij in eenheden of de hele organisatie toepasbaar zijn. Ideeën krijgen alle een kans van slagen, echter experimenteren met plannen die zieltogend blijken te zijn worden ook weer stopgezet. De nu aangereikte ideeën zijn onder meer: - meer gebruik van en uitwisselen met universiteiten - jong en oud in de organisatie leren van elkaar (met ondersteuning van Inaxis, het bureau van BZ dat projecten m.b.t. vernieuwingen binnen de overheid stimuleert) - klaag- en jubeldagen voor het personeel - masterclasses voor programmaleiders. Wij verwachten dat in de zomer van 2006 al flinke stappen zijn gemaakt in de richting van de resultaten van de projecten zodat de veranderingen al in 2006 merkbaar worden.
In het eerste kwartaal 2006 moet duidelijk zijn welke nieuwe functies gecreëerd moeten worden en via welke dienstverbanden deze ingevuld gaan worden. Ook moet de werving dan zijn opgesteld. Wij zullen u informeren conform de geldende afspraken. TOOL (the other office life) In het jaar 2005 heeft de realisatie centraal gestaan binnen het programma TOOL-2006. Tool 2006 kent drie invalshoeken: Gebouw, faciliteiten en mens. Op al deze drie onderdelen zijn resultaten behaald. In het kader van gebouwen is de renovatie van het provinciehuis in maart gestart met de eerste fase. Met betrekking tot faciliteiten vallen de ICT projecten die gerelateerd zijn aan TOOL 2006 sinds medio 2005 onder de coördinatie van het programma. Belangrijke resultaten zijn in de eerste plaats dat de digitale werkplek is gedefinieerd, ingekocht en voor 80% geplaatst. Daarnaast is het systeem voor digitalisering van documentstroom aanbesteed en de voorbereiding van de implementatie gestart. In de derde plaats is telefonie aanbesteed, deze wordt in januari 2006 gegund. Tenslotte zijn zowel de losse, vaste inventaris en de keukeninstallatie aanbesteed. Alle aanbestedingen zijn zonder problemen verlopen. In het kader van het onderdeel mens is een implementatieplan opgesteld om de nieuwe manier van werken en de digitalisering in te voeren. Een deel van dit implementatieplan is in 2005 uitgevoerd en zal doorlopen in 2006. Concrete resultaten zijn: de aanstelling van een voortrekker per eenheid, workshops voor management en secretariaat, communicatieplan.
3.6.3 Personeelsbeleid Personeelsbeleid In 2005 zijn de reorganisaties van de eenheden Landbouw, Natuur & Landschap (LNL) en Wegen & Kanalen (WK) uitgevoerd conform het in de organisatie geldende sociale statuut. De nazorg hiervan zal in
2006 haar beslag krijgen. Hiermee ligt de realisering van het beleid dat met GS is afgesproken in de nota ‘Op weg naar de andere provincie” op schema. In 2005 is voor het eerst gewerkt met het nieuwe in de CAO vastgestelde systeem van beoordelen, belonen en functiewaardering. In de evaluatie is naar voren gekomen dat het systeem functioneert maar dat impulsen nodig blijven om ervoor te zorgen dat het een levend en goed functionerend middel blijft. Arbeidsomstandighedenbeleid Vanuit het ARBO convenant van de provincies, is de provincie Overijssel in 2005 aangemerkt als “model of good practice” voor de ziekteverzuimaanpak. Dit is gebaseerd op het succesvolle integrale gezondheidsen personeelsbeleid van de provincie, dat een laag verzuimpercentage tot gevolg heeft. Personele formatie en bezetting De selectieve vacaturestop die in de loop van 2003 is ingesteld, is in 2005 gehandhaafd. In het kader van de takendiscussie vindt vermindering van de formatie plaats, waarbij is uitgesproken dat dit zonder gedwongen ontslagen gaat. Door handhaving van de vacaturestop wordt de benodigde ruimte gecreëerd voor interne mobiliteit en flexibiliteit. Bij uitzondering kan door de directie ontheffing worden verleend op deze vacaturestop. Dit is in 2005 14 keer verleend. De toegestane formatie is ten opzichte van 2004 licht gedaald met 4 fte. De feitelijke bezetting ten opzichte van de toegestane bezetting is gedaald van 92 procent naar 88 procent. De feitelijke bezetting bestaat uit medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde of bepaalde tijd. Enerzijds hangt dit samen met het feit dat wij een deel van het personeelsbudget flexibel inzetten, dat wil zeggen dat een deel van de ruimte die beschikbaar is voor vaste formatie wordt ingezet voor de inhuur van benodigde specialistische en specifieke deskundigheid, voor vervanging bij ziekte
fte’s
Toegestane formatieplaatsen
1000 950 900 850 800 750 700 650 600 2002
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Jaarverslag 2005
131
Formatieplaatsen
Bezette formatieplaatsen per functieschaal per 31-12-2005
250 200 150 100 50 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
mannen vrouwen totaal
41,35 jaar). De leeftijdsopbouw in de Provincie Overijssel komt overeen met de gemiddelde leeftijdsopbouw in de sector provincies.
Gemiddelde leeftijd personeel
jaren
en zwangerschap en overbrugging bij vakanties. Anderzijds lopen wij hiermee vooruit op de effectuering van de implementatie van de takendiscussie door opengevallen vacatures niet automatisch met vaste formatie te herbezetten. In de figuur ‘toegestane formatieplaatsen’ is de ontwikkeling van de begrote toegestane formatie als gevolg van de implementatie van de takendiscussie zichtbaar gemaakt.
48 46
Opbouw personeelsbestand Eind 2005 waren er totaal 924 medewerkers in dienst, waarvan 570 mannen en 354 vrouwen. Er zijn 25 medewerkers in dienst getreden en 61 medewerkers hebben de provincie verlaten. De belangrijkste redenen van vertrek waren het ingaan van FPU (27) of het ontslag op eigen verzoek (27). De uitstroom is enigszins toegenomen; verlieten er in 2004 nog 52 personen de provinciale dienst, in 2005 waren dit 61 medewerkers.
44 42 40 38 2001
2002
2003
2004
mannen vrouwen
Het percentage vrouwen ten opzichte van de totale bezetting is vrijwel ongewijzigd gebleven (van 37,65 % naar 38,31 %). Het aantal vrouwen in taakgroep 11 en hoger is licht gestegen. Dit betekent dat 31 % van de formatieplaatsen in deze schalen bezet wordt door vrouwen. Leeftijdsopbouw In 2005 is de gemiddelde leeftijd verder gestegen; van 44,6 jaar in 2003 en 45,3 jaar in 2004 naar 45,8 in 2005. Door de selectieve vacaturestop is de instroom van nieuwe (jonge) medewerkers in 2005 beperkt. De gemiddelde leeftijd van mannen is gestegen naar 48,17 jaar (was 47,69 jaar) en de gemiddelde leeftijd van vrouwen komt op dit moment op 41,88 (dit was
132
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
totaal
Deeltijdarbeid Het percentage mannen dat in deeltijd werkt is in 2005 licht toegenomen van 31,5 procent in 2004 naar 32,8 procent. Het percentage in deeltijd werkende vrouwen is daarentegen voor het eerst in jaren afgenomen van 68,6 procent tot 67,8 procent. Van het totaal aantal medewerkers dat in deeltijd werkt hebben 21 personen een aanstelling van minder dan 0,5 fte en werken 406 personen 0,5 fte of meer.
2005
Ziekteverzuimpercentages
70
Percentages
Percentages
Percentages deeltijders
60 50
7 6 5
40
4
30
3
20
2
10
1
0
0 2001
2002
2003
2004
2005
2000
2001
2002
2003
2004
mannen vrouwen totaal
Doelgroepenbeleid Het aantal geregistreerde allochtone medewerkers bedraagt 17 personen (1,84 procent van het totale personeelsbestand) per 31-12-2005. Om de vertegenwoordiging van allochtone medewerkers in de provincie te verbeteren is een pilotproject uitgevoerd. Het allochtonenbeleid van de provincie heeft in de periode van 2002 tot en met 2004 een extra impuls gekregen. Het beleid dat in de pilot is ontwikkeld is in 2005 ingepast binnen het reguliere beleid. Door het beperkte aantal vacatures gecombineerd met een groep interne boventalligen stijgt het percentage geregistreerde allochtonen langzaam. Het streven blijft om de doelstelling van 3,5 procent op termijn te realiseren. In 2005 vielen er 24 medewerkers onder de definities van de Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten (REA). In het afgelopen jaar zijn er twee medewerkers uit dienst gegaan en is er een medewerker bijgekomen. Het beleid is er opgericht om medewerkers met een gehele of gedeeltelijke WAO-uitkering waar mogelijk binnen de provinciale organisatie te (her)plaatsen. In 2006 zullen er beleidswijzigingen optreden als gevolg van de intreding van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Ziekteverzuimbeleid Het ziekteverzuim over 2005 is vrijwel gelijk gebleven in vergelijking met 2004. (van 3,47 procent naar 3,57 procent). Hiermee is het streven om het ziekteverzuim op gelijk niveau te houden met 2003 (3,49 procent) en 2004 gerealiseerd. De ziekmeldingfrequentie over 2005 was 1,57, eveneens stabiel t.o.v. 2004 (1,59). Aangezien de ziekmeldingfrequentie een eerste indicatie is voor de hoogte van het ziekteverzuim later, moet ook voor 2006 een ziekteverzuimcijfer rond de 3,5 procent haalbaar zijn.
3.6.4 Investors in people In 2005 heeft het eerste tussentijdse review plaatsgevonden van Investors in People met de medewerking van de externe auditor (BSI certificeringinstituut) en de door BSI opgeleide interne assessoren. In 2005 is een competentiemeter geïntroduceerd met tips voor medewerkers en management om aan competenties te kunnen werken. Er is een ontwikkelprogramma uitgevoerd voor de versterking van de slagvaardigheid en uitvoeringsgerichtheid in het gebiedsgericht werken. Vanuit het geloof in eigen kunnen en in het kader van de implementatie van het nieuwe kantoorconcept zijn zo’n 40 interne coaches getraind om de invoering hiervan te kunnen ondersteunen. Er is een managementsymposium georganiseerd voor het management van de provincie en de 5 grote gemeenten in Overijssel over “bezielend leiderschap”. Daarnaast is het startschot voor de kwaliteitsimpuls “de provincie werkt” gegeven met o.a. aandacht voor loopbaan, mobiliteit en cultuurverandering.
3.6.5 Informatiebeleid/ De elektronische overheid in wording Na de vaststelling van het statenvoorstel ‘Versnelling ICT-ontwikkeling / implementatie E-visie’ is in 2005 begonnen met de uitvoering van een grootschalige verandering van de provinciale ICT-infrastructuur. Informatiehuis digitaal op orde Door de samenloop met de renovatie en de nieuwe manier van werken gaat het om een omvangrijke en complexe projectenportefeuille. In 2005 is ondermeer de nieuwe serverruimte in beheer genomen, zijn alle werkplek-PC’s vervangen en voorzien van Windows
Jaarverslag 2005
133
XP en is het nieuwe pakket voor digitaal document beheer geselecteerd en ingericht voor de provinciale organisatie. Deze investeringen in het fundament van de informatiehuishouding staan in dienst van het externe beleid. De binnenkant moet eerst op orde zijn, wil de (elektronische) dienstverlening naar externe partijen op een hoger kwaliteitsniveau gebracht worden. In het programma Bestuur is vermeld hoe we door de inzet van ICT belanghebbenden beter kunnen informeren en de provinciale dienstverlening in de sfeer van subsidie- en vergunningverlening verbeteren. Stroomlijning van processen In twee stroomlijningsprojecten voor subsidie- respectievelijk vergunningverlening en handhaving is in 2005 voortgang geboekt. Voor beide primaire processen zijn inmiddels een concernbrede standaard en uitvoeringsregels vastgesteld. De subsidiemodule aan het financieel informatiesysteem is na een intensieve testperiode in gebruik genomen door twee van de vijf subsidieverlenende eenheden. Hiermee worden de wettelijke termijnen bewaakt. In 2006 volgt verdere uitbreiding en verbreding van het gebruik.
keld. Dit concept zal in maart 2006 gereed zijn voor invoering. Met de invoering van dit concept is het halen van de doelstelling van 65 % publieke dienstverlening via internet voor de provincie binnen handbereik. In combinatie met de wens om meer met servicenormen te gaan werken, wordt onderzocht wat dienstverlening door de provincie aan burgers en bedrijven inhoudt (het bedieningsconcept) en hoe dit vervolgens moet worden gemaakt en beheerd. Informatiebeleid In 2005 is gestart met een professionaliseringstraject binnen de ICT-functie. Het accent ligt op ICT-projectmanagement en de beherende en serviceverlenende taken. Dit gebeurt zoveel mogelijk parallel aan de lopende vervanging en vernieuwing van informatiesystemen.
3.6.6 Huisvestingsbeleid Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.
3.6.7 Milieubeleid Voor vergunningverlening en handhaving is een aanzet gemaakt voor een informatieplan ten behoeve van de doorontwikkeling van het milieuloket en verdergaande procesondersteuning. Het vormt daarmee de basis voor de aanpassing van deze werkprocessen aan toekomstige hogere kwaliteitseisen. De kaders vanuit het rijk (VROM) voor de toekomstige omgevingsvergunning zijn echter nog niet helder. Voor het overige wordt verwezen naar het programma Bestuur, doelstelling: besturen met rendement, een effectief, toegankelijk en doelmatig provinciaal bestuur. Elektronische dienstverlening De tussendoelstelling van 45 % elektronische dienstverlening per 2005 is gehaald. Het provincieloket bevat informatie over 160 diensten; circa 50 elektronische formulieren zijn online opvraagbaar. Binnen het programma e-provincies hebben wij in 2005 meegewerkt aan het op internet publiceren van decentrale wetgeving, samenwerking tussen overheidscatalogi en het opstellen van routekaarten voor elektronische dienstverlening. Met de doorontwikkeling van het (elektronisch) loket is inmiddels een start gemaakt. Momenteel wordt het provinciale loket- en dienstverleningsconcept ontwik-
134
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
In overeenstemming met het landelijke programma “Met preventie naar duurzaam ondernemen” (PREDO) beschikt de Provincie Overijssel sinds 2005 over een managementsysteem voor interne milieuzorg. Het systeem is conform het niveau van ISO 14001 opgezet voor activiteiten met een directe milieubelasting op het gebied van facilitaire taken en de realisatie, beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Het systeem richt zich op het naleven van milieuwet en regelgeving, het continue verbeteren van de milieuprestaties van de eigen organisatie en het bevorderen van het milieubewustzijn van alle medewerkers in relatie tot hun werkzaamheden. Het in het kader van ISO 14001 verplichte jaarverslag maakt deel uit van de 3e managementrapportage uit de planning & control-cyclus.
3.6.8 Kwaliteitsbeleid De provinciale kwaliteitszorg verschuift in toenemende mate van controle achteraf naar beheersing vooraf. Het werken met het INK-model bewijst daarbij zijn waarde doordat we bewust en integraal met kwaliteit bezig zijn. Het model biedt samenhang en stimuleert de voortdurende kwaliteitsverbetering en -borging.
Het kwaliteitsdenken is in 2005 ondersteund door het intern opleiden van medewerkers tot procesauditor en internal assessor Investors in People (IIP). De standaardisatie van processen is in 2005 verder doorgevoerd. Organisatiebrede projecten in dit kader zijn gericht op Inkoop van goederen en diensten, Subsidieverlening, Vergunningverlening & handhaving. In 2005 is het ISO-kwaliteitssysteem voor vergunningverlening en handhaving doorontwikkeld en uitgebreid voor alle activiteiten op dit gebied. Dit ligt in de lijn met de werkzaamheden om vergunningverlening- en handhavingactiviteiten. In dit verband is het kwaliteitssysteem voor bodemsanering geïntegreerd met het kwaliteitshandboek voor vergunningverlening en handhaving. Naast de interne activiteiten op het gebied van kwaliteitszorg hebben we in 2005 de lijn uit voorgaande jaren doorgezet om met Overijsselse gemeenten en andere provincies onze kennis en ervaring te delen.
3.6.9 Doelmatigheid Doelmatigheidsonderzoeken Onderzoeken naar doelmatigheid, rechtmatigheid en doeltreffendheid/doelgerichtheid vormen belangrijke instrumenten om het functioneren van de organisatie te meten en daar waar nodig bij te sturen. Doelmatigheid betreft het realiseren van prestaties met een zo beperkt mogelijk inzet van middelen. Doeltreffendheid betreft de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Artikel 217 van de Provinciewet schrijft voor dat het college van GS jaarlijks onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid moet doen. Het jaar 2005 is het eerste jaar waarvoor deze verplichting geldt. In 2005 zijn een tweetal onderwerpen onderzocht: voorbereiding/realisatie van infrastructurele projecten en vergunningverlening/ handhaving. In de uitwerking van de onderzoeken is enerzijds aansluiting gezocht bij bestaand onderzoek en reeds ingezette veranderingen en anderzijds bij het perspectief van “de andere provincie”, ofwel de strategie van de provincie op langere termijn. Dit laatste betekent dat is gekeken op welke manier de veranderingen passen in het kader van de lange termijn strategie, welke verbeteringen hierin mogelijk zijn en tot welke resultaten dit kan leiden.
De conclusies van deze onderzoeken zijn dat zowel bij de infrastructurele werken, als bij vergunningverlening/ handhaving al goede en concrete projecten zijn opgestart om verbeteringen te realiseren in de bedrijfs-prestaties, het realiseren van afgesproken termijnen en het verkorten van doorlooptijden. Verder zijn, door een frisse visie vanuit de onderzoeken op beide projecten, nieuwe mogelijkheden gesignaleerd om de bedrijfsvoering nog doelmatiger te maken. De resultaten van het doelmatigheidsonderzoek worden begin 2006 ter kennisname aan Provinciale Staten voorgelegd. Het onderzoeksplan 2006 is niet meer in 2005 vastgesteld. Vaststelling zal plaatsvinden in het eerste kwartaal van 2006, zodat gebruik kan worden gemaakt van de ervaringen met en uitkomsten van de onderzoeken 2005. In het onderzoeksplan 2006 zal een relatie worden gelegd met de bestaande onderzoeksactiviteiten binnen de provinciale organisatie (bijv. AO/IC-jaarplannen, procesaudits, beleidseffectmetingen en externe oriëntatie). Het onderzoeksplan 2006 zal ter kennisname aan Provinciale Staten worden gestuurd. De aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid is echter breder dan alleen uitvoering van onderzoeken. Binnen de provincie Overijssel zijn doelmatigheid en doeltreffendheid in verordeningen, regels en procedures en daarop gebaseerde werkwijzen en werkprocessen verankerd. De afgelopen jaren zijn hier met regelmaat audits en andere (externe) onderzoeken op uitgevoerd teneinde doelmatigheid, doeltreffendheid en doelgerichtheid te verbeteren. Administratieve organisatie De provinciale administratieve organisatie omvat het complex van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen van een doelgerichte en doelmatige bedrijfsvoering alsook de daaraan gekoppelde informatievoorziening. Het kwaliteitssysteem -en daarmee de administratieve organisatie- voor vergunningverlening en handhaving is in 2005 geïntegreerd met het kwaliteitssysteem voor bodemsanering en is uitgebreid naar alle activiteiten op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Dit heeft als gevolg dat processen op dit gebied doelmatiger en meer gestroomlijnd verlopen. Om de doelmatigheid van processen te bevorderen zijn ook in 2005 enkele audits uitgevoerd. De bevindingen worden gebruikt om (de uitvoering van)
Jaarverslag 2005
135
processen te optimaliseren. Daarnaast is er een plan gemaakt om onderzoeken en audits op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid en dergelijke op elkaar af te stemmen. Dit plan zal in 2006 worden uitgevoerd. Handhaving en vergunningverlening en subsidieverlening Voor meer informatie over deze onderwerpen wordt verwezen naar het programma Bestuur. Juridisch kwaliteitszorg Een legal audit naar de toepassing van mandaatbevoegdheden wees uit dat dit in de provincie goed geregeld is. Daar waar zaken nog misliepen, zijn inmiddels de nodige maatregelen genomen. Ook is onderzocht hoe een aantal Europese richtlijnen binnen de provincie worden toegepast. We leren van eerdere ervaringen maar blijvende aandacht is nodig. Het actief bevorderen van ‘Europa-bewustheid’ kan hieraan bijdragen. Overigens is het product Juridische kwaliteitszorg per 1 januari 2006 opgehouden te bestaan (realisering Takendiscussie). Voor het onderdeel mediation wordt verwezen naar het programma Bestuur. Interne controle In 2005 zijn de onderzoeken naar Kanaal Almelo-De Haandrik en Horeca-services afgerond. Daarnaast is een start gemaakt met een onderzoek binnen de Europese programma’s. Overigens is ook aandacht besteed aan interne controle in het kader van de uitgevoerde doelmatigheidsonderzoeken en de activiteiten ten behoeve van rechtmatigheid. Dit past in het uitgangspunt zoals dat ook in de voorstellen rondom de Takendiscussie is verwoord: in de toekomst zal de nadruk minder liggen op het uitvoeren van concrete controle-onderzoeken en meer op voor- en systeemcontrole. Interne verzakelijking Om doelmatiger, doelgerichter en daarnaast zowel intern als extern klantgericht te functioneren is het project Zakelijk werken ingesteld. Als gevolg daarvan zijn in 2002 SNO’s (Service Niveau Overeenkomsten) opgesteld, waarin de omvang en kwaliteit van de te leveren c.q. af te nemen producten en diensten geregeld worden tussen (de externe) eenheden en ondersteunende (interne) eenheden. Op basis van periodieke klantgesprekken worden de geleverde ondersteuning en produktprestaties besproken en waar nodig naar aanleiding daarvan aangepast.
136
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Inkoop- en aanbestedingenbeleid In 2005 zijn wij gestart met het programma Professionaliseren Inkoop- en Aanbestedings-Functie Overijssel (PIF). Wij hebben een aangepast inkoop- en aanbestedingsbeleid opgesteld dat per januari 2006 van kracht wordt. Er zijn voorstellen gedaan voor een inkooporganisatie die in 2006 verder wordt ingevoerd binnen de organisatie. Er zijn instrumenten ontwikkeld om efficiënter, doelmatiger en transparanter het inkoopproces te doorlopen. Daarmee is de basis gelegd om het beleid in 2006 verder te implementeren. De andere provincie Het uiteindelijke doel van De Andere Provincie en deregulering en ontbureaucratisering is dat er meer ruimte in de samenleving ontstaat voor eigen verantwoordelijkheid en initiatief. Dat vraagt óók aandacht voor de kwaliteit van processen. Tevens geeft het een impuls aan integraal werken binnen de organisatie. De uitvoering van de diverse beleidsvelden wordt beter op elkaar afgestemd, zodat tegenstrijdige regels of hiaten worden voorkomen. In deze lijn liggen het verder doorontwikkelen van gebiedsgericht werken, het draaien van een pilot omgevingsvergunning. Verder zijn álle processen bij milieuvergunningverlening en handhaving ISO-gecertificeerd en er is/wordt gewerkt aan 'lean production' van milieuvergunningen, woningbouwprocessen op allerlei manieren versneld, er zijn eerste stappen gezet naar selectiever toezicht in de ruimtelijke ordening, bureaucratie in de jeugdzorg teruggedrongen en ontwikkeling van ons e-loket etcetera.
3.6.10 Rechtmatigheid Normenkader In december 2004 is het normenkader voor de jaren 2004 en 2005 door Provinciale Staten vastgesteld ten behoeve van de opdracht van Provinciale Staten aan de accountant. In de Najaarsnota 2005 is het normenkader 2005 door PS herbevestigd. Het Normenkader rechtmatigheid voor 2005 luidt als volgt: - de goedkeuring- en rapporteringtoleranties bij de controle op rechtmatigheid worden vastgesteld conform de wettelijke richtlijnen (1% voor fouten en 3% voor onzekerheden); - binnen het voorwaardencriterium wordt getoetst of wettelijke regelgeving en besluiten van Provinciale Staten worden nageleefd, voorzover deze regelgeving bepalingen bevat die van toepassing zijn op het financiële beheer c.q. het verrichten van beheershandelingen met financiële gevolgen;
- ten aanzien van de interne regelgeving uitsluitend een toets te laten plaatsvinden naar hoogte, duur en doelgroep van financiële beheershandelingen, tenzij jegens derden aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen. - het begrotingscriterium wordt voor de programmakosten vastgesteld op programmaniveau en voor de personeelsgebonden kosten op het totaal aan personeelsgebonden kosten. Omdat rechtmatig handelen onderdeel uitmaakt van het totale werkproces is het logisch om de rechtmatigheidstoetsing en de rapportage daarover niet afzonderlijk te benaderen, maar in te bedden in de reguliere planning en control-cyclus. In tegenstelling tot 2004 en 2005 is het normenkader 2006 daarom opgenomen in de programmabegroting 2006. In de productbegroting is per product aangegeven welke relevante interne en externe wet- en regelgeving van toepassing zijn bij de uitvoering. In het bijlagenboek bij de begroting is een algemeen overzicht opgenomen met de externe wet- en regelgeving die op de uitvoering van toepassing zijn. In het bijlagenboek is voorts in overeenstemming met de Algemene Subsidieverordening Overijssel 2005 een overzicht opgenomen met de interne regelgeving en bijbehorende budgetten die beschikbaar zijn om via subsidieverlening uitvoering te geven aan de provinciale beleidsdoelen. Uitvoering actieplan rechtmatigheid 2005 Is het tweede jaar dat de accountant naast een oordeel over getrouwheid ook een oordeel dient af te geven over de mate waarin onze organisatie rechtmatig heeft gehandeld bij de uitvoering van de in de begroting vastgestelde programma’s. Het onderzoek dat de accountant begin 2005 heeft uitgevoerd over de jaarrekening 2004, heeft geresulteerd in een goedkeurende verklaring. Uit dit onderzoek blijkt dat de verankering van de integrale en aantoonbare naleving van wet- en regelgeving en de bewustwording van de complexiteit van de Europese aanbestedingsregels, aspecten zijn die serieus moeten worden opgepakt. Rechtmatig handelen is een verantwoordelijkheid van elke individuele ambtenaar. Goede uitleg over rechtmatheid en de rol daarin van elke budgethouder, product- en procesbeheerder, teamleider, hoofd en directielid, is dan ook onmisbaar. In 2005 is daarom veel tijd en energie gestoken in kennisoverdracht en voorlichting op de verschillende rechtmatigheidterreinen. Voor het “rechtmatigheidproof” maken van onze organisatie zijn diverse acties in gang gezet en gedeeltelijk ook afgerond. De acties zijn beschreven in
een ‘Actieplan Rechtmatigheid’ dat door de directie is vastgesteld en in het overleg van directie en hoofden eenheden is besproken. Een aantal acties wordt hieronder toegelicht: a. Normen- en toetsingskader Ter voorbereiding op de rechtmatigheidtoetsing is een overzicht opgesteld van de relevante externe en interne wet- en regelgeving. Als uitwerking van het voorwaardencriterium is het normenkader verder uitgewerkt in een toetsingskader. Binnen dit toetsingskader is door de eenheden per subsidieregeling expliciet in kaart gebracht welke artikelen in het kader van rechtmatigheid expliciet moeten worden nageleefd. Omdat rechtmatig handelen onderdeel uitmaakt van het totale werkproces is het logisch om de rechtmatigheidtoetsing en de rapportage daarover niet afzonderlijk te benaderen, maar in te bedden in de reguliere planning- en controlecyclus. Het voorstel voor het Normenkader 2006 is daarom opgenomen in de programmabegroting 2006. b. Inkoop- en aanbestedingsbeleid In 2005 is veel aandacht besteed aan het proces van inkopen en aanbesteden in de provinciale organisatie. Een belangrijk aandachtpunt daarbij vormde het vergroten van de kennis over Europese aanbestedingsrichtlijnen bij de betrokken medewerkers door gerichte voorlichting en scholing. Daarbij wordt tijdelijk gebruik gemaakt van externe deskundigheid. Deze externe ondersteuning dient de volgende doelen: - Advisering over omvangrijke en complexe (Europese) aanbestedingstrajecten; - kennisoverdracht waarmee wordt bijgedragen aan het verder ontwikkelen en behoud van kennis en kunde op het gebied van (Europese) aanbesteding binnen het provinciehuis. Tevens is eind 2005 een op de Europese en Nederlandse wetgeving afgestemd nieuw Inkoopen aanbestedingsbeleid Overijssel geformuleerd. In dit nieuwe beleid wordt de naleving van rechtmatig handelen benadrukt. c. Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) In november 2005 is de notitie “Voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik provincie Overijssel” door GS vastgesteld. In deze notitie zijn alle eerder afzonderlijke vastgestelde (en bestaande) maatregelen voor onze organisatie geïnventariseerd en gebundeld tot een overzichtelijk geheel. De notitie is eind 2005 ter kennisgeving aan de commissie Economie en Bestuur aangeboden.
Jaarverslag 2005
137
Interne controle rechtmatigheid Dat de provincie Overijssel als overheidsorgaan rechtmatig moet handelen is geen nieuw gegeven en ook geen discussiepunt. Rechtmatig handelen staat op de agenda van Gedeputeerde Staten van Overijssel. Voor de implementatie en verankering van volledig “rechtmatigheidsproof” en toetsbaar handelen hebben we in 2005 al de nodige acties ondernomen en in 2006 zullen ook nog verdere noodzakelijk acties verricht worden. Het doel is het rechtmatig handelen in de provinciale organisatie nog meer controleerbaar en zichtbaar te maken en te borgen in de werkprocessen. Om een beeld te krijgen en te hebben over het rechtmatig handelen en eventuele verbeteracties in te zetten, hebben wij ook in 2005 weer steekproefsgewijs diverse zogenaamde audits gehouden, waaronder die naar rechtmatigheid. Het rechtmatigheidonderzoek is intern uitgevoerd en zowel het houden van het onderzoek als de conclusies en resultaten dragen bij aan bewustwording en daarmee borging in de organisatie. We krijgen zicht op de aandachtspunten die we vervolgens weer omzetten in verbeteracties. Gelet op onder andere de omvang van de bedragen die ermee gemoeid zijn, liggen de risico’s ten aanzien van onrechtmatig handelen vooral in de werkprocessen inkoop en aanbesteding en subsidieverlening. Aan inkoop en aanbesteding wordt jaarlijks ruim 90 miljoen euro uitgegeven en aan subsidieverlening ruim 140 miljoen euro per jaar. Daarbij hebben we bij deze werkprocessen ook nog eens te maken met complexe Europese regelgeving. In het interne onderzoek is dan ook op deze onderwerpen ingezoomd en uit de resultaten blijkt dat deze werkprocessen nog wel de nodige aandacht behoeven. Onder andere verwachten we met de implementatie van het in 2005 nieuw geformuleerde Inkoop- en aanbestedingsbeleid Overijssel het rechtmatig handelen te vergroten. Met betrekking tot subsidieverlening draagt de ontwikkelde systematiek S+S: Stroomlijning & Sturing, herijking financiële relaties en subsidierelaties bij aan het waarborgen van het handelen volgens de regels. Dit proces wordt dan ook van harte door de accountant ondersteund.
3.6.11 Planning & control-cyclus Planning & controlcyclus De kaderstelling, sturing en verantwoording/controle van het provinciale beleid vindt plaats binnen de Planning & Control-cyclus. Deze cyclus kent twee planningsdocumenten, de Perspectiefnota en de Begroting. De Najaarsnota vormt een tussentijdse voortgangsrapportage, op basis waarvan eventueel
138
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
bijstellingen van de begroting worden voorgesteld. In het kader van de Jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over het gerealiseerde beleid. Najaarsnota en Jaarrekening vormen de controldocumenten. Voor deze bestuursperiode is in het Onderhandelingsakkoord de basis voor het inhoudelijke beleid vastgelegd. Afgestemd op deze bestuurlijke cyclus functioneert parallel hieraan een ambtelijke cyclus van produktbegroting, werkplannen en managementrapportages. Planning & Control-cyclus
De Perspectiefnota is het beginpunt van de jaarlijkse cyclus. Deze nota wordt in het voorjaar opgesteld en aan Provinciale Staten aangeboden. De Perspectiefnota heeft een strategisch karakter en heeft als focus de belangrijkste inhoudelijke thema’s voor het komende jaar. In de begroting worden de strategische keuzes uit de Perspectiefnota verder uitgewerkt. Daarnaast wordt aangegeven hoe de reguliere, continue taken van de provincie worden ingevuld. In de Najaarsnota wordt gerapporteerd over de uitvoering van de begroting van het lopende jaar. Het is een terugblik op eerste zes maanden van het begrotingsjaar. De nota is gericht op afwijkingen ten aanzien van beleid, financiën en bedrijfsvoering. Daarnaast wordt een prognose gegeven van de uitkomsten van de jaarrekening. De najaarsnota is het laatste bijstellingsmoment van de begroting en bevat normaliter geen voorstellen voor de inzet van nieuw beleid. Vooruitlopend op de Najaarsnota wordt kort voor de zomer een 1e voortgangsrapportage, in de vorm van een brief aan Provinciale Staten, opgesteld. Deze biedt inzicht in relevante ontwikkelingen en verwachte inhoudelijke/ financiële afwijkingen op basis van de uitvoering van de begroting in de eerste drie maanden van het jaar. De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse Planning & Control-cyclus. Door middel van de jaarrekening leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid. Hierbij wordt aangegeven of hetgeen de provincie wilde bereiken in het betreffende jaar is gerealiseerd.
3.7 Verbonden partijen 3.7.1 Inleiding Deze paragraaf geeft de visie weer op de verbonden partijen in relatie tot de doelstellingen die zijn opgenomen in de Programmabegroting. Verbindingen met derde partijen zien wij als een goede manier om bepaalde publieke taken uit te voeren. Met ‘verbonden partijen’ worden rechtspersonen bedoeld waarin de provincie een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een financieel belang als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. Partijen die subsidies ontvangen (maar waarin de provincie niet bestuurlijk deelneemt) zijn volgens deze definitie geen verbonden partijen. Hoewel ook gesubsidieerde instellingen worden ingezet voor het realiseren van provinciale doelstellingen komen zij in deze paragraaf daarom verder niet aan de orde. De provincie Overijssel neemt deel in een zestal rechtspersonen. Daarnaast participeert zij in een gemeenschappelijke regeling betreffende het Regionaal Bedrijventerrein Twente, waarbij zij alleen deels garant staat voor grondaankopen.
Deze verbonden partijen worden in de volgende tabel weergegeven (stand per 31-12-2005):
Jaarverslag 2005
139
Overzicht verbonden partijen Bedragen x € miljoen NV Bank
Oost NV
Nederlandse
Essent
Vitens NV
Groep NV
WMO
Zuiderzee-
Regionaal
Beheer NV
haven
bedrijven
Gemeenten
Beheer NV
terrein Twente
Rechtspersoon gemeensch. regeling
x
A) Financiële betrokkenheid percentage van het aandelen-kapitaal
0,16
x
11,66
x
18,7
percentage van het pref. aandelenkapitaal B) Bestuurlijke betrokkenheid C) Financiële kengetallen Eigen vermogen per 01/01/2005
x
8,28
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
Stemrecht A.v.A.
156
34,9
2.886
245
85.719
5,5
5.693
906
Resultaat 2003
304
0,4
388
Resultaat 2004
301
0,9
426
Resultaat 2005
130 over het 1e halfjaar 2005 (28 minder dan zelfde periode 2004
0,85 verwacht resultaat obv rapp 3e kwartaal 2005
D) Opbrengsten 2005 (bedragen x € 1.000) (2004 tussen haakjes) Dividend 35 Interim dividend (431) Rente
nvt
313,8 over het 1e halfjaar 2005 (98,1 meer dan zelfde periode 2005
0,6
-
nvt
17
7
-
nvt
45
9
-
nvt
geen gegevens voor handen
geen gegevens voor handen
geen gegevens voor handen
in 2005 oprichting
-
nvt
1.307
(-)
–––––––– (-)
(29.081) 3.537 (3.537) –––––––– 35.434 (32.618)
E) Aanwending opbrengsten 2005 (bedragen x € 1.000) Algemene dekking 35 Storting Actiefonds Storting fonds bedrijfsverplaatsingen –––––––– –––––––– Totaal 35 -
16.247 19.187 –––––––– 35.434
–––––––– 35 (431)
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Stemrecht Voorz. schap A.v.A. BD en AB
nvt
31.897
140
16,66
x
-
-
Totaal
25,0
x
12,85
2.867
Vreemd vermogen per 01/01/2005
x
(1.325)
3.780 75.600 (3.780)
(nvt)
–––––––– 1.307 (1.325)
–––––––– 79.380 (3.780)
–––––––– (nvt)
3 1.304 –––––––– 1.307
77.130 2.250 –––––––– 79.380
–––––––– -
nvt nvt nvt ––––––––
3.7.2 Beleid De provincie Overijssel streeft er naar een financieel en bestuurlijk belang te houden in een aantal organisaties die bijdragen aan de realisatie van de visie en doelstellingen van de provincie, in het bijzonder op het gebied van economische structuurversterking en de energie- en drinkwatervoorziening. Dit kan betekenen dat de provincie initiatieven financieel of bestuurlijk ondersteunt, alleen of samen met marktpartijen, die hiertoe een bijdrage leveren. In de toelichting wordt per organisatie aangegeven of het beleid is uitgevoerd en of er sprake is van afwijkingen. Bij afwijkingen wordt een toelichting op oorzaak en gevolg gegeven.
3.7.3 Toelichting verbonden partijen NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag De aandeelhouders van de BNG zijn de Staat der Nederlanden (voor 50 %) en provincies, gemeente, waterschappen en andere openbare lichamen (gezamenlijk eveneens 50 %). Dit betekent dat de bank onderdeel is van de publieke sector en daardoor de hoogste ‘credit rating’ heeft. De provincie Overijssel bezit 0,16 % van het aandelenkapitaal, waarmee onze invloed zeer gering te noemen is. De deelname in BNG is niet ondergebracht bij een programma omdat wij de dividenden aanwenden als algemeen dekkingsmiddel. Op basis van het halfjaarbericht 2005 verwachten wij geen exploitatietekort, maar wel een substantieel lager resultaat over 2005 (-/- 40% ten opzichte van 2004) en een significante wijziging van de balanspositie. De wijziging in de balanspositie is vooral toe te schrijven aan het in 2005 voor het eerst toepassen van de ‘International Financial Reporting Standards’ (IFRS). Het lagere resultaat over 2005 is voornamelijk het gevolg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (VpB), die in 2005 voor de eerste maal van toepassing is. Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (OOST NV), Enschede De deelname in OOST NV past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: het stimuleren van innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. Via de algemene vergadering van aandeelhouders, die tenminste tweemaal per jaar wordt gehouden, wordt de zeggenschap van de provincie in de praktijk gebracht. De provincie heeft tevens een subsidie-
relatie met OOST NV, waarvoor het werkplan van OOST NV de basis vormt. Over 2005 betreft de werkelijke subsidie € 811.600 (conform de begroting). De activiteiten van Oost NV richten zich op de volgende aandachtsgebieden: • Ontwikkeling en Innovatie • Investeringsbevordering • Bedrijfsomgeving • Participatiebedrijf Oost Nederland (PPM Oost NV) Per kwartaal vindt een rapportage plaats op de doelstellingen zoals deze zijn vastgelegd in het werkplan. Uit de meest recente rapportage over 2005 blijkt dat de doelstellingen over 2005 nagenoeg geheel behaald zullen worden. Bij het onderdeel Ontwikkeling en Innovatie zal het aantal nieuwe kennisintensieve clusters en het aantal nieuwe deelnemers in samenwerkingstrajecten hoger zijn dan oorspronkelijk was voorzien. Voor het aandachtsgebied Investeringsbevordering kan worden gemeld dat het aantal gerealiseerde projecten, het aantal directe extra arbeidsplaatsen in fte’s en de betrokken directe investeringen hoger uitkomen dan geraamd (zie ook de uitwerking van de desbetreffende doelstellingen in het programma Economie en Innovatie). Bij de fusie GOM/OOM heeft het ministerie van Economische Zaken van de provincie geëist om voor voldoende middelen te zorgen ingeval Universiteit Twente en Saxion Hogeschool uit Oost NV zullen treden. Hierdoor loopt de Provincie Overijssel een risico (zie de overige risico’s onder de paragraaf Weerstandsvermogen). Essent Groep NV, Arnhem Alle aandelen van de Essent Groep zijn in handen van provincies en grote gemeenten. De provincie Overijssel bezit 18,7 procent van de aandelen van Essent. De deelname in Essent past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via aandeelhouderschappen Vanaf 2004 zijn er met name ontwikkelingen geweest over het wetsontwerp ‘unbundling’ van de energiebedrijven. Dit heeft zijn vervolg gehad in 2005. Het kabinetsstandpunt komt neer op een volledige afsplitsing van de netwerken van de productie- en leveringsbedrijven. Zodra deze afsplitsing uiterlijk per 1 januari 2008 is afgerond, kunnen de (overblijvende) productieen leveringsbedrijven worden geprivatiseerd. De netwerkbedrijven blijven volgens de kabinetsplannen verplicht in publiekrechtelijke handen (minimaal 51%). Doelstelling van de splitsing is het in Nederlandse handen houden van de netwerken en door de
Jaarverslag 2005
141
onafhankelijkheid van de productiebedrijven de concurrentie bij energielevering te bevorderen. Het wetsontwerp van Minister Brinkhorst wordt naar verwachting begin 2006 in de Tweede Kamer en vervolgens in de Eerste Kamer behandeld. Voor de provincie Overijssel betekenen de nieuwe plannen dat zij uiterlijk per 1 januari 2008 een belang van 18,7 procent krijgt in een nieuw regionaal netwerkbedrijf. Zij blijft daarnaast aandeelhouder van het (afgeslankte) Essent dat zich bezig houdt met de levering van gas en stroom, de productie van elektriciteit en de activiteiten op het gebied van milieu en kabelcommunicatie. Tot op heden hebben de energiebedrijven zich heftig verzet tegen de plannen. De Provincie Overijssel heeft zich uiterst kritisch over de hoofdlijnen van het wetsontwerp uitgelaten. Voor het overige wordt verwezen naar het programma Economie en Innovatie, doelstelling: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via aandeelhouderschappen. Vitens NV, Zwolle Het belang van de provincie Overijssel in Vitens NV is historisch gegroeid. De deelname in Vitens past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via aandeelhouderschappen. Via de algemene vergadering van aandeelhouders, minimaal tweemaal per jaar, wordt de zeggenschap (voortvloeiend uit het bezit van 8,28 % van de gewone aandelen) in de praktijk gebracht. Mede op voorstel van de provincie Overijssel is in 2005 de drinkwaterprijs voor particulieren gestegen met 1.3%, terwijl verwacht wordt dat de inflatie op 1,6% uitkomt. Daarnaast bezit de Provincie Overijssel preferente aandelen (12,85 procent). Deze aandelen geven preferentie ten aanzien van dividenduitkering. Vitens heeft alle preferente aandelen ingekocht, waarbij de koopsom is omgezet in een achtergestelde lening. De besluitvorming over conversie preferente aandelen in een achtergestelde geldlening(aflossing 15 jaar) heeft in november plaatsgevonden. De notariële akte is in 2005 nog niet gepasseerd, zodat ons aandeel formeel per ultimo 2005 nog steeds 8,28% bedraagt. De verkoop van preferente aandelen heeft geen invloed op bestaande zeggenschap m.b.t. aandeelhouderschap van de Provincie Overijssel. Ook hier wordt verder verwezen naar het programma Economie en Innovatie, doelstelling: het waarborgen van een doelmatige en betrouwbare energie- en drinkwatervoorziening via aandeelhouderschappen
142
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
WMO Beheer NV, Zwolle De deelname in WMO Beheer past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: stimuleren innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. WMO Beheer NV heeft een belang in Wavin en Wadinko. Via de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA), die ten minste éénmaal per jaar wordt gehouden, wordt de zeggenschap van de provincie in de praktijk gebracht, in het bijzonder via de vaststelling van het jaarverslag en het dividendbeleid. In de buitengewone AvA van 8 juli 2005 is besloten het belang van WMO Beheer NV in Wavin te verkopen. De aandelentransactie heeft in september 2005 plaatsvinden. Door de opbrengst van de verkochte aandelen is circa € 75 miljoen extra dividend in 2005 uitgekeerd. Door de verkoop van aandelen heeft WMO Beheer geen zeggenschap meer in Wavin en zal er in de toekomst voor dit onderdeel geen dividenduitkering meer plaatsvinden. Wavin blijft wel in Overijssel als innovatief bedrijf opereren en hierdoor blijft de werkgelegenheid behouden. Zuiderzeehaven Beheer B.V., Kampen De provincie Overijssel heeft op 1 april 2004 een belang van 16,66 procent (€ 3.000) verworven in het aandelenkapitaal van Zuiderzeehaven Beheer B.V. De vennootschap treedt op als beherend vennoot van een commanditaire vennootschap, die ten doel heeft “het ontwikkelen van het industriehaventerrein ‘Zuiderzeehaven’ te Kampen tot een duurzaam bedrijventerrein met realisatie van hoogwaardige voorzieningen.” Ook het doel van de vennootschap past binnen de doelstellingen van het programma Economie en innovatie: stimuleren Innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. De vennootschap is voor 50 procent het bezit van publiekrechtelijke organen en voor 50 procent van private ondernemingen. De provincie brengt via de aandeelhoudersvergadering haar zeggenschap in de praktijk. De aangegane verplichtingen (waaronder storting van eigen vermogen in de CV ad € 240.000 en een achtergestelde lening ad € 666.000 zijn in het verleden ten laste van het resultaat gekomen (door middel van het instellen van een voorziening). De bedragen zijn inmiddels op verzoek beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn er geen verdere verplichtingen in relatie tot deze PPS.
Regionale Bedrijventerrein Twente(RBT) Inmiddels is een besluit genomen om te starten met de ontwikkeling van het RBT. De gemeenschappelijke regeling is per 18 mei 2005 inwerking getreden. De betrokken partijen, Netwerksteden Almelo, Hengelo, Enschede en Borne en de Provincie Overijssel willen een bovengemeentelijk grootschalig en duurzaam bedrijventerrein realiseren. Het realiseren van een bovenregionaal bedrijventerrein past binnen de doelstelling van het programma Economie en innovatie: stimuleren Innovatie en ruimte bieden voor ondernemen. Almelo, Hengelo, Enschede en de provincie hebben elke 23% aandeel en Borne 8%. Daarmee neemt de provincie deel in de ontwikkeling, exploitatie en beheer van dit bedrijventerrein. De portefeuillehouder economie van de Provincie Overijssel is de voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur. Hiermee is de bestuurlijke deelneming vormgegeven. De risicoaspecten binnen de exploitatie betreffen vooral de te realiseren verwerving- en uitgifteprijzen (zie de overige risico’s onder de paragraaf Weerstandsvermogen).
Jaarverslag 2005
143
3.8 Grondbeleid 3.8.1 Inleiding In deze paragraaf wordt nader ingegaan op het grondbeleid. In vergelijking met gemeenten, is bij de provincie slechts in zeer beperkte mate sprake van grondbeleid. De provincie kent geen grondexploitaties voor bouw van woningen of bedrijven.
3.8.2 Beleid Bij provinciaal grondbeleid gaat het enerzijds om taakgebonden grondaankopen en anderzijds om anticiperende aankopen. Taakgebonden grondaankopen worden gefinancierd met reguliere programmagelden en betreffen voornamelijk subsidiering van natuuraankopen door natuurbeheerende organisatie’s in het kader van de EHS. Ten behoeve van anticiperend grondbeleid hebben Provinciale Staten eind 2002 een “revolving fund” (Reserve Grondbeleid) van € 7 miljoen ingesteld om grondverwerving waar nodig te kunnen versnellen. Volgens ‘Ruimte voor actie’ zal deze reserve vooral gebruikt worden om gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied te stimuleren, zoals vrijwillige kavelruil. Uit de reserve wordt grond aangekocht die van belang is voor de ruimtelijke regiefunctie van de provincie. Uitgangspunt daarbij is, dat de grond binnen afzienbare tijd (circa twee jaar) wordt ingezet binnen één van de provinciale programma’s, waarbij de beschikbaar gestelde middelen weer terugvloeien in het fonds. In 2005 is besloten de komende jaren maximaal € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor het programma grondaankoop voor agrarische bestemmingen in het kader van ruilverkaveling. De uitvoering van de grondaankoop vindt plaats door de Dienst Landelijk Gebied (DLG).
144
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Vanaf juni 2005 heeft DLG 23 transacties in voorbereiding genomen. Dit heeft geresulteerd in 2 aankopen in 2005 met een totale waarde van € 0,4 miljoen. Verder zijn een zestal transacties zover gevorderd dat deze begin 2006 zullen worden afgerond (totale waarde € 1,2 miljoen). Daarnaast heeft DLG biedingen uitgebracht met een totale waarde van € 3,0 miljoen. De uiteindelijke transactiewaarde en de transactiemomenten zijn nog onzeker. Met bovengenoemde aankopen, transacties en biedingen is ruim 130 hectare gemoeid in bijna alle 8 door de provincie geprioriteerde gebieden voor kavelruil.
146
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Hoofdstuk 4
Financiële rekening 4.1 Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Waarderingsgrondslagen De balansposten zijn gewaardeerd tegen nominale waarden, tenzij onderstaand anders is vermeld. Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut worden te allen tijde geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden geactiveerd tenzij op specifieke gronden incidentele afschrijving van (een deel van) het investeringsbedrag plaatsvindt. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de afschrijvingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, variëren van drie jaar tot vijftig jaar. Het afschrijven op investeringswaarden start in het jaar ná investeren. Financiële vaste activa Het aandelenbezit is gewaardeerd op de historische kostprijs. Daar waar nodig is het aandelenbezit voorzichtigheidshalve lager gewaardeerd.
Voorraden Voorraden worden op nihil gewaardeerd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd tot redelijkerwijs te schatten bedragen, wegens voorzienbare kosten van risico’s en verplichtingen, waarvan de exacte omvang op de balansdatum nog onzeker is. Grondslagen van resultaatbepaling Lasten en baten worden verwerkt in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Behoudens de reserve Achtergestelde lening Essent Groep NV is aan de reserves, ten laste van de producten, rente toegevoegd conform het bij de begroting gehanteerde voorcalculatorische percentage van 1,5%. De instandhoudingstoevoeging aan de voorzieningen is gebaseerd op hetzelfde percentage als gehanteerd voor de reserves, op enkele uitzonderingen na, waarbij de instandhoudingstoevoeging is gebaseerd op een ander percentage.
Jaarverslag 2005
147
4.2 Balans Bedragen x € 1.000 Activa
1
Per 31-12-2005
14.329
27.529
98.983
96.131
113.312
123.660
5.088 199 39.297 16.374
5.088 199 39.297 120.344
60.958
164.928
174.270
288.588
20.555 3.800 123.639
22.580 7.255 136.539
147.994
166.374
30.587 33.147
2.903 39.224
211.728
208.501
385.998
497.089
Vaste activa
Materiële vaste activa • investeringen met een economisch nut • investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte
Financiële vaste activa • kapitaalverstrekking aan deelnemingen • kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen • leningen aan deelnemingen • overige langlopende leningen
Totaal vaste activa
2
Vlottende activa
Vorderingen • op openbare lichamen • overige vorderingen • uitgezette kasgeldleningen (looptijd deposito’s < 12 mnd)
Liquide middelen Overlopende activa
Totaal vlottende activa
Totaal
148
Per 31-12-2004
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Passiva
Per 31-12-2004
Per 31-12-2005
Reserves • algemene reserves • bestemmingsreserves Saldo exploitatierekening
30.511 137.449 9.748
130.699 120.656 12.308
Totaal eigen vermogen
177.708
263.663
4
Voorzieningen
134.778
176.939
5
Langlopende geldleningen • bij binnenlandse banken • binnen overige binnenlandse sectoren
18.151
18.151 234
330.637
458.987
Kortlopende schulden Overlopende passiva
51.489 3.872
30.628 7.474
Totaal vlottende passiva
55.361
38.102
385.998
497.089
50.268
44.830
3
Vaste passiva
Totaal vaste passiva
6
Vlottende passiva
Totaal
7
Gewaarborgde geldleningen
Bovenstaande balans is na verwerking van het rekeningresultaat en de voorgestelde stortingen in bestemmingreserves Jaarverslag 2005
149
4.3 Toelichting op de balans 4.3.1 Materiële vaste activa Bedragen x € 1.000 Materiële vaste activa Economisch nut
Terreinen en
Duurzame
Weg-/
gebouwen
bedrijfs-
waterbouw-
middelen
kundige
Totaal
werken
Boekwaarde per 01-01-2005
Aanschafwaarde Afschrijvingen
42.471 -31.659
15.702 -12.302
179 -62
58.352 -44.023
10.812
3.400
117
14.329
9.872 0 -396
5.258 -569 -964
0 0 -1
15.130 -569 -1.361
9.476
3.725
-1
13.200
52.343 -32.055
20.391 -13.266
179 -63
72.913 -45.384
20.288
7.125
116
27.529
Mutaties 2005
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
Boekwaarde per 31-12-2005
Aanschafwaarde Afschrijvingen
150
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Materiële vaste activa Maatschappelijk nut
Terreinen en
Duurzame
Weg-/
gebouwen
bedrijfs-
waterbouw-
middelen
kundige
Totaal
werken
Boekwaarde per 01-01-2005
Aanschafwaarde Afschrijvingen
222.770 -123.787
222.770 -123.787
98.983
98.983
4.359 0 -7.211
4.359 0 -7.211
-2.852
-2.852
227.129 -130.998
227.129 -130.998
96.131
96.131
Mutaties 2005
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
Boekwaarde per 31-12-2005
Aanschafwaarde Afschrijvingen
Op grond van het BBV worden de materiële vaste activa verdeeld in twee categorieën. • Met een economisch nut: dit zijn bezittingen die verhandelbaar zijn en dus een waarde kennen in het economisch verkeer. • Met een maatschappelijk nut: dit zijn bezittingen die door hun aard (infrastructuur) niet verhandelbaar zijn en waarvoor dus geen waarde te bepalen is in het economisch verkeer. De bovenstaande specificatie sluit aan bij de BBVonderverdeling (zie bijlage B.a in het bijlagenboek voor een nadere detaillering). De terreinen en gebouwen en de duurzame bedrijfsmiddelen zijn materiele vaste activa met een economisch nut. De weg- en
waterbouwkundige werken vallen bijna geheel (voor € 96.131.000) onder de categorie materiële vaste activa met een maatschappelijk nut. Voor een klein bedrag (€ 116.000) gaat het om weg- en waterbouwkundige investeringen die wel verhandelbaar zijn, zoals een gladheidmeetsysteem. Deze zijn daarom op de balans opgenomen onder de materiële vaste activa met een economisch nut. De investeringen gedurende 2005 betreffen hoofdzakelijk de renovatie van het provinciehuis, ICTapparatuur en -infrastructuur evenals provinciale (water-)wegen. Voor een nadere specificatie over de in 2005 gedane investeringen verwijzen wij u naar paragraaf 4.9.
Jaarverslag 2005
151
4.3.3 Financiële vaste activa Bedragen x € 1.000 deposito's
diverse
deel-
geldleningen
nemingen
totaal
16.000
40.768 -1.097
6.747 -1.460
63.515 -2.557
16.000
39.671
5.287
60.958
100.000
4.132 -162
104.132 -162
100.000
3.970
103.970
116.000
44.900 -1.259
6.747 -1.460
167.647 -2.719
116.000
43.641
5.287
164.928
boekwaarde per 01-01-2005
Aanschafwaarde Afschrijvingen
Mutaties 2005
Verstrekste leningen / waardevermeerdering Aflossing / waardevermindering
Boekwaarde per 31-12-2005
Aanschafwaarde Afschrijvingen
Deposito’s In 2004 is op basis van de liquiditeitsprognose en conform het treasurybeleid besloten een deel van de provinciale geldmiddelen voor een langere termijn uit te zetten om zo een beter rendement te behalen. Was de omvang hiervan eind 2004 bescheiden met een bedrag van € 5 miljoen, in 2005 is aanvullend een bedrag van € 100 miljoen aan langlopende deposito’s uitgeleend. Daarnaast lopen er drie deposito’s ad € 11 miljoen voor de voorfinanciering RW 35 (omleiding Ommen).
Diverse geldleningen Het bedrag van de diverse uitstaande geldleningen (met een looptijd langer dan 1 jaar) bestaat grotendeels (€ 39,297 miljoen) uit een achtergestelde niet opeisbare lening aan Essent Groep NV. Zie ook de toelichting op de betreffende bestemmingsreserve die in verband met deze lening is gevormd. Daarnaast is in 2005 € 4,1 miljoen uitgeleend aan DLG als financiering van grondaankopen voor kavelruil. Daarnaast zijn een viertal leningen (€ 1,9 miljoen) gesaldeerd opgenomen met de hiervoor voor hetzelfde bedrag gevormde voorzieningen. In 2005 is hieronder als nieuwe post een lening (€ 667.000) aan de Zuiderzeehaven C.V. opgenomen. Deelnemingen/financiële belangen De post deelnemingen/financiële belangen per 31–12-2005 bestaat uit:
152
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Intrinsieke
% van het
Boekwaarde
waarde per
(aandelen)
per 31-12-05
31-12-2004
kapitaal
4.214 3.094 539.776 23.082 39.207 -
0,147 8,820 18,700 8,270 25,120 16,67 -
Instelling
NV Bank Nederlandse gemeenten Oost N.V. Essent Groep NV Vitens NV WMO Beheer NV Zuiderzeehaven Beheer BV Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV*1 Totaal
Conform de nieuwe regelgeving van begroten en verantwoorden zijn de deelnemingen netto in de balans gepresenteerd. Dit houdt in dat de voorziening en herwaarderingsreserves op de boekwaarde in mindering zijn gebracht. In 1998 is besloten om per ultimo 1998 de deelnemingen te herwaarderen tot de nominale waarde, met uitzondering van de deelneming in Oost N.V. Hiervoor is een waardering toegepast van 50% van de nominale waarde. In 2004 is de waardering aangepast op grond van de nieuwe regelgeving. In maart 2003 is een principebesluit genomen tot het aangaan van een financieel belang in de Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven CV en tot
199 1.460 3.537 91 0 0 0
5.287
een deelneming in Zuiderzeehaven Beheer BV in Kampen. Aan alle voorwaarden om te komen tot de oprichting van zowel de CV als de BV is in de loop van 2004 voldaan. Dit is in 2005 formeel geëffectueerd. Deze deelnemingen zijn conform BBV netto in de balans opgenomen. De Provincie Overijssel bezit preferente aandelen in Vitens (12,85%). Deze aandelen geven preferentie ten aanzien van dividenduitkering en zijn opgenomen met een boekwaarde van nul. Vitens heeft alle preferente aandelen ingekocht, waarbij de koopsom is omgezet in een achtergestelde lening. De juridische effectuering vindt plaats in 2006.
Jaarverslag 2005
153
4.3.3 Vorderingen Bedragen x € 1.000 Vorderingen Europese Unie Ministeries Provincies Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden Overige vorderingen Rente belegd kasgeld Uitgezette kasgeldleningen (deposito's < 1 jr.)
31-12-2003
31-12-2004
1.350 19.846 104 1.016 1.079 960 123.639
19.957 132 2.039 3.817 3.890 136.539
147.994
166.374
De toename in 2005 is voornamelijk veroorzaakt door een toename van de deposito’s, de bijbehorende vordering van rente op deposito’s (inclusief de langlopende) en een vordering op Prorail van € 1,8 miljoen inzake de aanleg van de N348. Circa € 900.000 aan vorderingen (dwangsommen en juridische procedures) heeft een hoog risicoprofiel, deze vorderingen zijn gesaldeerd met een hiervoor opgenomen voorziening.
4.3.4 Liquide middelen Bedragen x € 1.000 Liquide middelen
Stand per
Stand per
31-12-2004
31-12-2005
Spaarrekeningen Rekening-couranten Kas
2.500 28.048 39
2.862 41
Totaal
30.587
2.903
De daling van de liquide middelen is veroorzaakt door het besteden van de middelen uit het Regionaal Mobiliteitsfonds die in deze post zijn opgenomen.
4.3.5 Overlopende activa Bedragen x € 1.000 Overlopende activa
Stand per
Stand per
31-12-2004
31-12-2005
Nog te verrekenen/te declareren bedragen Vooruitbetaalde bedragen Overige
31.954 1.192 1
35.840 3.382 2
Totaal
33.147
39.224
Alle nog te verrekenen en te declareren bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht.
154
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
4.3.6 Reserves Reserves, zowel de algemene als de bestemmingsreserves, zijn het eigen vermogen van de provincie. De Staten kunnen de bestemming van deze reserves zelf beïnvloeden. Waar beïnvloeding niet mogelijk is, door bijvoorbeeld wettelijke bepalingen, is sprake van een voorziening en dus van “vreemd vermogen”. Het “vrij te bestemmen” karakter van de reserves komt ook tot uitdrukkingen in de aparte plaats die
de stortingen in en onttrekkingen aan de reserves innemen in de overzichten in het Jaarverslag. Eerst wordt het exploitatieresultaat bepaald en pas daarna de onttrekkingen aan en stortingen in reserves. Bij de in het Jaarverslag opgenomen mutaties in reserves zijn de richtlijnen en specifieke besluiten van de Staten gevolgd.
Bedragen x € 1.000 Reserves
Stand per
Mutaties
Toevoeging
31-12-20034
per
instandh.
toevoeging
01-01-2005
2005
2005
9.748 23.628
105 499 355
33.376
Algemene reserves Saldireserve Algemene dekkingsreserve Actiefonds Overijssel
7.000 23.511
Subtotaal
30.511
Bestemmingsreserves Grondwaterbeheer N348 IJsselmijgelden Achtergestelde lening Essent Groep N.V. Renovatie provinciehuis Europese programma's Investeringen Grondbeleid Fonds bedrijfsverplaatsingen Reconstructie Actiefonds Overijssel BTW-compensatiefonds Reserve stimulering woningbouw Reserve Voorfinanciering landinrichting
2.738 578 16.829 39.297 14.662 17.583 634 7.409 1.519 9.030 23.628 3.542
-23.628 833
Overige Onttrekking
Stand per
2005
31-12-2005
84.079 20.491
105 24.047 14.565
7.000 93.790 29.909
959
104.570
38.717
130.699
41 43 252
183 621 5.465
2.962 0 11.616
220 264 10 111 23 135
1.350 3.313
53
11.602
1.660 2.433 162
2.250 6.831 10.675
39.297 14.572 18.727 482 7.520 3.792 15.996 0 5.355 0
140
3
194
337
Subtotaal
137.449
-22.655
1.155
25.723
21.016
120.656
Totaal
167.960
10.721
2.114
130.293
59.733
251.355
Jaarverslag 2005
155
Algemene Reserves Saldireserve
De Saldireserve is in maart 1989 ingesteld bij besluit van Provinciale Staten betreffende ‘Uitgangspunten voor het te voeren reserve- en afschrijvingsbeleid en ontwikkeling rente zwevend geld’. De Saldireserve vervult een belangrijke functie als buffer, om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. In minder ‘gunstige’ tijden kan deze gebruikt worden om zodoende een zekere continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen dan wel om de mogelijkheid te hebben geleidelijk het bestaande beleid om te buigen. Daarvoor wordt een buffer noodzakelijk geacht van € 7 miljoen. Daarnaast vervult de Saldireserve, nu de noodzakelijk geachte buffer bereikt is, een inkomensfunctie. De rente wordt niet meer als voeding aangemerkt, maar komt ten gunste van de vrije ruimte in de Algemene Dekkingsreserve. Algemene Dekkingsreserve
De Algemene Dekkingsreserve in ingesteld bij PSbesluit 14 mei 2002, nr. 26 Perspectiefnota 2002; 12e wijziging van de Beleidsbegroting 2002. De Algemene Dekkingsreserve dient ter tijdelijke afstorting van overschotten en reserveringen. In 2005 zijn enkele meevallers aan de reserve toegevoegd. De belangrijkste meevaller betreft het extra dividend van WMO Beheer NV ad € 75,6 miljoen, waarvan € 74,1 miljoen aan de algemene dekkingsreserve is toegevoegd. Daarnaast zijn er posten, waarvoor extra middelen noodzakelijk waren, aan de reserve onttrokken. Deze mutaties in de reserve zijn via begrotingswijzigingen vastgesteld. De reserve dient ook om een aantal toekomstige claims af te dekken. Deze betreffen het eventuele exploitatietekort bij de spoorlijn Enschede-Gronau (ongeveer € 0,9 miljoen) en de risico’s bij de uitvoering van de Reconstructiewet (ongeveer € 2,3 miljoen). Tevens is er rekening gehouden met de begrote tekorten in de exploitatie in de jaren 2006 en 2007, die door middel van deze reserve zullen worden aangezuiverd, zoals door PS is vastgesteld met de Begroting 2005. Met inachtneming van toekomstige reserveringen en oormerkingen is er per 31 december 2005 binnen de Algemene Dekkingsreserve een vrije ruimte aanwezig van € 4 miljoen. Daarbij wordt er van uitgegaan dat het extra dividend van WMO Beheer NV in 2006 via de Perspectiefnota 2007 voor herbestemming wordt voorgelegd en daarmee in wezen niet als vrije ruimte gezien kan worden.
156
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Actiefonds
Het Actiefonds Overijssel is op 13 november 2003 ingesteld om snel, flexibel en adequaat te kunnen reageren op kansen die zich nu voordoen. Het fonds is bedoeld voor eenmalige projectsubsidies. Een provinciale bijdrage aan een project wordt verstrekt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat andere partners ook een bijdrage leveren. Projecten die gefinancierd worden met middelen uit het Actiefonds dienen binnen twee jaar na toekenning van de bijdrage door PS gerealiseerd te zijn. In 2005 hebben de Staten in totaal aan 28 projecten geld toegekend. Met de geaccordeerde projecten zijn bedragen gemoeid voor in totaal € 27,54 miljoen. Op basis van de toegekende projecten bedraagt de vrije ruimte in het Actiefonds ultimo 2005 € 1,98 miljoen. De budgetten zijn toegekend voor de jaren 2005, 2006 en 2007, afhankelijk van de geplande voortgang van de projecten. Daarnaast lopen er ook nog projecten welke in 2004 door PS zijn accordeerd. Voor een specificatie van de uitgaven in 2005 voor de diverse projecten wordt verwezen naar het overzicht besteding Actiefonds Overijssel (paragraaf 4.6).
Bestemmingsreserves Reserve Grondwaterbeheer
De reserve Grondwaterbeheer is ingesteld op basis van de Grondwaterwet. Het doel is fluctuaties in de uitgaven te vereffenen. Door het Rijk is expliciet aangegeven, dat de opbrengst bestaande uit heffingen slechts alleen voor genoemde wettelijke doeleinden mag worden aangewend. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien maar ten gunste van de betalers van de heffing i.c. de grondonttrekkers moeten komen. Hiermee worden fluctuaties in de heffingstarieven voorkomen. In 2005 zijn uitgaven gedaan in het kader van de Grondwaterwet, te weten de automatisering en optimalisering van het Grondwatermeetnet, de uitvoering van het Waterhuishoudingsplan, subsidiëring van gemeentelijke waterplannen, uitvoering van de EU-kaderrichtlijn water Rijn/Oost en subsidieverlening grondwaterbeheer in verband met de reconstructie. De bestedingen alsook de ontvangen heffingen in verband met de subsidieverordening grondwaterbeheer zijn fors lager dan verwacht. Met het oog op de geringe mate waarmee een beroep wordt gedaan op voornoemde subsidieregeling is besloten om ingaande 2006 de subsidieregeling op onderdelen aan te passen. In de loop van 2006 moet blijken of deze aanpassingen het gewenste resultaat (meer aanvragen) hebben.
Reserve N 348
Reserve Europese Programma’s
De reserve N348 is ingesteld ter dekking van de aanleg van de rondweg Deventer (N348). In 2005 is een prognose opgesteld van de eindafrekening van de N348. Daarbij is gebleken dat er voor de financiering geen gebruik meer hoefde te worden gemaakt van de reserve. Na het uitvoeren van de geraamde stortingen is het saldo toegevoegd aan de algemene middelen en is de reserve opgeheven.
Provinciale Staten hebben in 1995 (nummer 19 van de agenda 1995) de reserve Europese programma’s ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma's voor economische structuurversterking. De voeding van deze reserve geschiedt met eigen middelen van de provincie, niet zijnde de IJsselmijgelden die in een afzonderlijke reserve worden verantwoord. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2005 staat nog € 47,2 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma's uit, waarvan € 11,9 miljoen wordt bijgedragen uit de autonome middelen van de provincie. Het restant wordt gedekt door bijdragen van de Europese Unie en het Rijk (€ 33,4 miljoen, zie Voorziening Europese Reserves) en door de IJsselmij reserve (€ 1,9 miljoen). In de loop van 2002 is de eindafrekening voor het programma 97-99 opgesteld. Definitieve vaststelling van het EU deel is in 2005 verwerkt. De afwikkeling van het deel gefinancierd met middelen van het ministerie van EZ wordt verwacht in 2006. Er is geen vrije ruimte binnen de reserve aanwezig.
Reserve IJsselmijgelden
Naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf Groningen en Drenthe stelden Provinciale Staten met ingang van 1993 de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden in. Als gevolg van de fusie ontvangt de provincie vanaf 1994 jaarlijks een bedrag aan rente op de verstrekte achtergestelde geldlening en jaarlijks een vaste dividenduitkering. Tot en met 2003 werden rente en vaste dividenduitkeringen gestort in de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden. In 2005 is er voor een bedrag van € 0,3 miljoen aan rente aan de reserve toegevoegd. Voor bijdragen aan diverse projecten is gedurende 2005 een bedrag van bijna € 5,5 miljoen onttrokken. Voor een specificatie van de uitgaven voor de diverse projecten wordt verwezen naar het overzicht besteding IJsselmijgelden (paragraaf 4.7). Het saldo per 31 december 2005 bedraagt € 11,6 miljoen. Reserve achtergestelde lening Essent Groep N.V.
De bestemmingsreserve achtergestelde lening Essent is in 1993 bij besluit van Provinciale Staten ingesteld (nummer 18 van de agenda 1993) naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe. De in 1993 ontvangen € 39,297 miljoen is omgezet in een achtergestelde, niet opeisbare en niet opzegbare lening aan de NV EDON, welke per 1 januari 1999 is opgegaan in de Essent Groep N.V. De middelen in deze reserve zijn niet vrij besteedbaar. Reserve Renovatie provinciehuis
De reserve renovatie provinciehuis is ingesteld ter dekking van de kapitaalslasten van de renovatie. Zoals afgesproken wordt de jaarlijkse onderuitputting op het onderhoud gebouwen toegevoegd aan de reserve. Daarnaast is er ook rente toegevoegd en is conform afspraak tevens de extra huuropbrengst van het pand Groot Wezenland aan de reserve toegevoegd. Op basis van BBV-voorschriften zijn de kosten van de tijdelijke huisvesting van € 1,66 miljoen rechtstreeks ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. In 2006 zal de toereikendheid van de reserve opnieuw worden berekend.
Reserve investeringen
De reserve investeringen, ingesteld in 1996 na besluit van Provinciale Staten (nummer 30 van de agenda 1996), is bestemd voor cofinanciering in brede zin en vormt een instrument om flexibel en slagvaardig in te spelen op vragen voor bijdragen in investeringen van derden. Per balansdatum is ten laste van deze reserve voor een bedrag van € 451.000 aan meerjarige verplichtingen vastgelegd ten behoeve van een viertal nog lopende projecten. Reserve grondbeleid
Bij instelling van de reserve in 2002 is een bedrag van € 7 miljoen ter beschikking gesteld voor uitvoeren van provinciaal grondbeleid (zie paragraaf 3.8 voor nadere toelichting daarop). In 2005 is besloten de komende jaren maximaal € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor het programma grondaankoop voor agrarische bestemmingen in het kader van ruilverkaveling. De uitvoering van de grondaankoop vindt plaats door de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Vanaf juni 2005 heeft DLG 23 transacties in voorbereiding genomen. Dit heeft geresulteerd in 2 aankopen in 2005 met een totale waarde van € 0,4 miljoen. Verder zijn een zestal transacties zover gevorderd dat deze begin 2006 zullen worden afgerond (totale waarde € 1,2 miljoen). Daarnaast heeft DLG biedingen uitgebracht met een totale waarde van € 3,0 miljoen. De uiteindelijke transactiewaarde en de transactiemomenten zijn nog onzeker. De reserve zal Jaarverslag 2005
157
gedurende de uitvoering van het genoemde programma niet afnemen in omvang maar dienen als dekking voor de vorderingen op DLG die door uitgevoerde transacties ontstaan. Per eind 2005 is de vrije ruimte in de reserve € 4 miljoen. Fonds bedrijfsverplaatsingen
Het fonds bedrijfsverplaatsingen is in 2003 door Provinciale Staten ingesteld (Nr. 51 van de agenda 2003). Het fonds richt zich op het verplaatsen van bedrijven die vanuit maatschappelijk en bedrijfsmatig oogpunt op een verkeerde plek zitten. Doel is zowel de leefomgeving als het bedrijf een impuls te geven om zich verder te ontwikkelen. Stortingen in het fonds hebben conform besluitvorming bij de Najaarsnota 2005 plaatsgevonden uit de dividenduitkering van WMO-beheer NV en de verkoopopbrengst van aandelen Wavin door WMO Beheer NV. Onttrekkingen aan het fonds hebben in 2005 niet plaatsgevonden. Op dit moment zijn er geen concrete plannen c.q. aanvragen voor bedrijfsverplaatsingen. Er is geconstateerd dat de gemeenten onvoldoende op de hoogte zijn van het bestaan van de regeling. In 2005 is in het kader van externe veiligheid de regeling uitgebreid onder de aandacht van gemeenten gebracht. Reserve Reconstructie
Bij besluit van PS nr. PS/2004/526 is besloten tot de instelling van een bestemmingsreserve voor de activiteiten en de daaraan verbonden middelen voor de reconstructie. De besteding van de middelen voor reconstructie zal naar verwachting een stijgend en sterk wisselend patroon in de tijd vertonen. Om hier praktisch mee om te kunnen gaan, is besloten tot de instelling van een bestemmingsreserve. De reserve zal worden gevuld met de voor 2004-2007 in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor reconstructie, voorzover niet besteed aan de uitvoering daarvan. De jaarlijkse stand van de reserve zal mede afhangen van de spreiding van de bestedingen over de jaren heen. Door inspanning om tot een versnelling van de reconstructie te komen is er in 2005 een bedrag van € 4,1 miljoen uitgegeven. Verder is binnen de reserve voor diverse projecten in totaal een bedrag van € 9 miljoen verplicht. Reserve BTW-compensatiefonds (BCF)
Deze reserve is ingesteld bij Statenbesluit nr. 35 van 2003 en heeft als doel de dekking van de nog niet bekende gevolgen van de invoering van het BTW-
158
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
compensatiefonds te egaliseren. In 2005 heeft een storting van € 10,7 miljoen plaatsgevonden. Deze bestaat voor € 10,2 miljoen uit in 2005 afgeraamde BTW op de diverse producten (volgens de inventarisatie welke bij de invoering van het BCF is uitgevoerd) en voor € 0,5 miljoen uit de binnen de voorziening bodemsanering gecompenseerde BTW. Naast de begrote onttrekking van € 9,2 miljoen voor de korting op de uitkering provinciefonds is de vereveningsbijdrage over 2005 ad € 0,6 miljoen onttrokken aan de reserve. In 2005 is gestart met de evaluatie van de invoering van het BCF op landelijk niveau, dit wordt in 2006 voortgezet. Wij verwachten dat uiterlijk in 2007 alle budgettaire consequenties van de invoering van het BCF uitgekristalliseerd zijn en dat per 31 december 2007 een eventueel restant van de reserve vrij kan vallen ten gunste van de algemene middelen. Reserve stimulering woningbouw
De reserve Stimuleringsfonds Woningbouw is ingesteld bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2006 (PS/2005/621). Het fonds is bedoeld om woningbouwprojecten te versnellen, daar waar vertraging wordt voorzien. Vertraging kan bijvoorbeeld optreden door buitengewoon hoge kosten die zich voordoen bij bodemsaneringsprojecten, bedrijfsverplaatsingen of complexe binnenstedelijke projecten. Met behulp van het stimuleringsfonds kan in dergelijke gevallen sneller een begin worden gemaakt met het project. De eerste storting in de reserve zal in 2006 plaatsvinden. Alhoewel er op dit moment nog niet voorzien kan worden welke projecten een beroep zullen doen op de reserve, zal de reserve wel beschikbaar moeten blijven voor toekomstige knelpunten. Er is dus geen sprake van vrije ruimte. Reserve voorfinanciering landinrichting
De reserve Voorfinanciering landinrichting is bij de vasttelling van de Najaarsnota 2005 ingesteld (Statenbesluit PS/2005/1054). Deze reserve dient ter vervanging van de bij PS-besluit (PS/2003/644, nr. 56 van de agenda 2003) vastgelegde meerjarige verplichting welke door de invoering van het Besluit Begroting en Verantwoording niet langer was toegestaan. Jaarlijks worden hier de in de begroting beschikbaar gestelde bedragen voor voorfinanciering van landinrichting aan toegevoegd. De jaarlijkse verrekening van de rentederving komt ten laste van de reserve. Op deze manier blijft niet besteed budget beschikbaar om toekomstige rentelasten van de voorfinanciering te dekken.
4.3.7 Voorzieningen Voorzieningen
Bedragen x € 1.000 Stand per
Mutaties
Toevoeging
31-12-2004
per
instandh.
toevoeging
01-01-2005
2005
2005
-6.709 16.301 4.017
-335 260 60
9.763 4.599 335 6.939 12.987 1.065 732 575 3.954 25.596
Rivierdijkversterking Bodemsanering Kanaal Almelo-De Haandrik Investeringsbudget stedelijke vernieuwing Natuurbeleidsplan Cofinanciering infrastructuur Europese programma's Vervanging infrastructurele kunstwerken/PVVP Bureau jeugdzorg Jeugdzorgaanbod Ouderen zorgnota Exploitatie openbaar vervoer Regionaal mobiliteitsfonds Fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35 NaNOV-geluidssanering Secundaire voorziening statenleden Ruimte voor Ruimte Algemene Pensioenswet Politieke Ambtsdragers Startende ondernemers Weidevogels IJsseldelta Voorziening Brede doeluitkering (BDU)
Stand per
2005
31-12-2005
11.957 19.725 24.180
4.913 25.436 223
0 10.850 28.034
146 69
4.531 1.987
5.158 1.665
104
15.364
21.734
9.282 4.990 335 673
195 16 11
8.663 380 366
612 309 105 180
485
1.000
21.413
21.233 1.152 1.004 395 0 5.668
568 11
1.275 237
320
15.158 678
30 3.271
23 506
2 2
51 3.775
754 6 430
2.240 2
2.994 4 430
-3.954
13.315 750
98.710 Langlopende verplichtingen
Overige Onttrekking
19.716
395
31.751
26.500
25.362
15.762
1.985
124.185
108.574
132.068
32.640
23.837
44.871
156.825
132.411
176.939
36.068 134.778
15.762
1.985
Jaarverslag 2005
159
Een deel van de voorzieningen bestaat uit middelen van derden (bijvoorbeeld het Rijk) met een specifiek doel. Toevoeging instandhouding is de provinciale dotatie aan deze voorzieningen, bedoeld om het werkvermogen op peil te houden. Voorziening rivierdijkversterking
Deze voorziening is bestemd voor het doen van uitgaven op grond van de subsidieregeling rivierdijkversterking ten behoeve van dijkversterkingprojecten van bovenwaterschappelijk belang. De financiële gevolgen van de versnelling van de uitvoering van de dijkversterkingwerken worden gedekt door extra rijksmiddelen. Hiervoor wordt met ingang van 1994 jaarlijks een bedrag ontvangen via het provinciefonds. Ter compensatie van de voorfinancieringslasten blijven de jaarlijkse inkomsten via het provinciefonds gehandhaafd tot het jaar 2012, dan wel het jaar van (eerder) schuldenvrij zijn van de gezamenlijke provincies. De dijkversterkingprojecten zijn in de afrondende fase. In 2005 zijn de kosten hoger geweest dan was geraamd en is er een extra dotatie aan de voorziening gedaan. Er zijn nog uitgaven voorzien in 2006 voor het project Kampen-Midden, de aanleg van de Keersluis Zwolle en het project Kamperzeedijk waarna de dijkring is gesloten. Daarnaast kunnen er nog onvoorziene uitgaven of schadevergoedingen betaald worden uit de voorziening. Dit kan in 2006 nog tot een exploitatielast leiden omdat het saldo van de voorziening ultimo 2005 nihil bedraagt. Voorziening bodemsanering
De voorziening Bodemsanering is ingesteld ter egalisatie van kosten en opbrengsten in het kader van de Wet Bodembescherming. Het doel is het opvangen van afwijkingen tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bevoorschotting door het Rijk en de daadwerkelijke uitvoering van projecten. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien maar terugbetaald moeten worden aan het Rijk. De financiële afwikkeling van het meerjaren programma 2002-2004 heeft in 2005 plaatsgevonden. Aan gemeenten en waterschappen is een bedrag van circa € 10 miljoen uitbetaald voor door hen in de periode 2002-2004 gemaakte kosten voor de sanering van respectievelijk Vinex-locaties en waterbodems. De financiële afwikkeling van de sanering van de met asbest vervuilde woonwijk De Hogenkamp in de gemeente Hof van Twente heeft eveneens in 2005 zijn beslag gekregen. Daarnaast is er veel energie besteed aan het vervolmaken van een landsdekkend beeld bodemvervuiling en is het technisch onderzoek
160
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
naar de met asbest verontreinigde wegen in en rond Goor en Harderwijk afgerond. Door onvoorzienbare omstandigheden is de start van de 1e fase van de sanering van het Olasfa-terrein te Olst uitgesteld naar het voorjaar van 2006. De in 2004 gestarte onderhandelingen met het Ministerie van VROM om er voor te zorgen dat de provincie Overijssel in de meerjarenperiode (20052009) over voldoende financiële middelen beschikt voor de uitvoering van bodemsaneringen zijn succesvol afgerond in die zin dat dit geleid heeft tot een toekenning van bijna € 100 miljoen aan rijksmiddelen voor die periode. Hieronder is een bedrag van € 23 miljoen begrepen voor het oplossen van de asbestproblematiek buiten de 5 grote steden in Overijssel, € 47 miljoen voor de sanering van asbestwegen in en rondom Goor en Harderwijk en € 5 miljoen voor de sanering van de 1e fase van het Olasfa. Voorziening kanaal Almelo-De Haandrik
De voorziening kanaal Almelo- de Haandrik is gevormd ter financiering van het dagelijks beheer en onderhoud van het kanaal. De voorziening is gevuld door de van het Rijk verkregen afkoopsom bij overdracht van het kanaal. Ook het onderhoud van kunstwerken in en langs het kanaal wordt hieruit gefinancierd. De in december 2005 ontvangen afkoopsom met betrekking tot de rijksbijdrage voor groot onderhoud van Rijkswaterstaat (€ 24,2 miljoen) is gestort in de voorziening Kanaal Almelo de Haandrik. De afkoopsom is vastgesteld door het Rijk tegen een hoger rentepercentage dan wij wenselijk achtten. Hierdoor is het bedrag lager uitgekomen dan gewenst. De toereikendheid van de voorziening voor het toekomstig onderhoud zal in 2006 worden beoordeeld en een plan van aanpak over het toekomstig onderhoud zal in 2006 aan de Staten worden aangeboden. Voorziening investeringsbudget stedelijke vernieuwing
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 6 juni 2001, nummer 18. In de verordening stedelijke vernieuwing Overijssel 2000 is bepaald dat er een voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing wordt ingesteld. De voeding van deze voorziening vindt plaats door enerzijds bijdragen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en anderzijds uit (vrije) middelen uit de voormalige reserve Stads- en dorpsvernieuwing en uit overige voor stedelijke vernieuwing aangemerkte middelen. Met ingang van 2005 is het tweede tijdvak ISV van start gegaan dat loopt tot en met 2009. Het ministerie van VROM stelt hiervoor in totaal € 15,5 mln
beschikbaar, naast de provinciale bijdrage van € 2 mln. De start werd wat vertraagd door het uitblijven van een beschikking van het ministerie, waardoor subsidieaanvragen van projectgemeenten later op gang kwamen. Desondanks zijn de subsidies voor projectgemeenten beschikt c.q. verplicht en is de tranche 2005 aan de programmagemeenten overgemaakt. Het totale subsidiebedrag voor de programmagemeenten is in 2005 vastgesteld en zal in vastgestelde tranches jaarlijks worden uitbetaald. Voor de projectgemeenten is een jaarlijks subsidieplafond vastgesteld van afgerond € 2 miljoen, waarvoor zij projecten kunnen aandragen. Dit plafond is afgestemd op de totale omvang van het ISV budget, vermindert met het budget tbv de programmagemeenten. Hiermee is de voorziening toereikend voor de duur van het tweede ISV-tijdvak. Gelijktijdig wordt verwacht dat de projectgemeenten het hen ter beschikking staande budget zullen claimen. Er wordt dus geen vrije ruimte verwacht in de voorziening ISV. Voorziening natuurbeleidsplan
Provinciale Staten hebben met ingang van 1992 de voorziening “Natuurbeleidsplan” ingesteld voor de realisatie van het Natuurbeleidsplan (Ecologische Hoofdstructuur, EHS). Hiervoor is door de provincies en het Rijk een convenant getekend, het zogenoemde IPO-LNV convenant. In dat convenant zijn afspraken en financiële regelingen vastgelegd, die gericht zijn op de realisatie van het Natuurbeleidsplan. Op basis van het convenant worden voor de uitvoering van taken op het gebied van het natuurbeleid bedragen in de uitkering van het Provinciefonds opgenomen (integratieartikel) voor de verwerving en inrichting van relatienota reservaatgebieden (2e fase EHS) en natuurontwikkelingsprojecten en voor personele en overige kosten van de provincie.
Voorziening cofinanciering infrastructuur
De voorziening is bedoeld om onderzoeken rond infrastructuur te bekostigen. In 2004 hebben Gedeputeerde Staten besloten om de voorziening Cofinanciering Infrastructuur te gebruiken voor een financiële bijdrage aan de Planstudie A28 van € 375.000 voor de periode 2005 – 2009. Deze gaat echter niet door omdat het Rijk dit project heeft overgenomen. De inzet van deze voorziening zal worden meegenomen bij het in te stellen Regionaal Bereikbaarheidsfonds, waarvoor het instellingsbesluit bij de jaarrekening wordt gedaan. Voorziening Europese programma’s
Provinciale Staten hebben in 2004 (nummer 53 van de agenda 2004) de voorziening Europese programma’s ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma's voor economische structuurversterking. De voeding van deze voorziening geschiedt met middelen uit Brussel en gedecentraliseerde Rijkscofinancieringsmiddelen. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2005 staat nog € 47,2 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma's uit, waarvan € 26,8 miljoen wordt bijgedragen door de Europese Unie en € 6,6 miljoen door het Ministerie van Economische Zaken. Het restant van € 13,8 miljoen wordt gedekt door middelen van de provincie (autonoom, overige cofinanciering (zie Reserve Europese programma’s)) en IJsselmijgelden. In de loop van 2002 is de eindafrekening voor het programma 97-99 opgesteld. Definitieve vaststelling van de bijdrage van de Europese Commissie is verwerkt in 2005. De definitieve vaststelling van de bijdrage van het ministerie van EZ wordt verwacht in 2006. Er is geen vrije ruimte binnen de voorziening. Voorziening vervanging infrastructurele
In 2005 zijn, behalve de algemene rentetoevoeging, de bovengenoemde convenantsmiddelen toegevoegd aan de voorziening evenals terugontvangst van € 423.000 met betrekking tot verkoop van opstallen op landgoed Lonnekermeer en financiële afwikkeling van eerdere grondaankopen. De onttrekkingen ten laste van de voorziening bedroegen € 1,665 miljoen en betreffen een bijdrage aan het Groenfonds voor financiering van grondaankopen op basis van het bovengenoemde convenant. De stand per ultimo 2005 bedraagt circa € 5 miljoen. De resterende middelen moeten conform de convenantsafspraken aangewend worden voor de realisering van de ecologische hoofdstructuur.
werken/PVVP
In 2000 is de beleidsnota “Rationeel Kunstwerkenbeheer 2000” opgesteld. Om te voorkomen dat de provinciale begroting sterk belast wordt met sterk wisselende investeringsbedragen, is met ingang van het jaar 2001 voor jaarlijks beheer en onderhoud van Kunstwerken een bedrag van circa € 0,4 miljoen beschikbaar. Voor de uitvoering van de circa 26 wegencategoriseringsprojecten uit het provinciale verkeers- en vervoersplan (PVVP) is met ingang van het jaar 2001 circa € 5 miljoen beschikbaar. De (verwachte) uitgaven voor de wegencategoriseringsprojecten uit het PVVP vertonen jaarlijks een sterk wisselend en na 2005 een sterk stijgend verloop,
Jaarverslag 2005
161
doordat een groot aantal projecten in de realisatiefase zal komen. In 2005 zijn diverse projecten uit het uitvoeringsprogramma, behorend bij het huidige PVVP, gerealiseerd. Deze projecten zijn uitgevoerd met nog beschikbare middelen uit voorgaande jaren waardoor het geld dat in de begroting bij Planvorming provinciale Infrastructuur beschikbaar was in de voorziening gestort kon worden als dekking voor de projecten die nog in de pijplijn zitten. Opgemerkt wordt dat uit de voorziening PVVP nog een bijdrage aan de omleiding Ommen moet worden gedekt (€ 3,6 miljoen, te betalen in 2007) en dat de voorziening dient ter dekking van de grote projecten die in 2007 – 2009 in uitvoering komen (bijvoorbeeld omleiding Wesepe en rondweg Weerselo). Naar verwachting zullen in 2007/2008 de beschikbare middelen, deze voorziening samen met de jaarlijks beschikbaar zijnde middelen, onvoldoende zijn om de momenteel voorgenomen projecten in het voorgenomen tempo te realiseren. Voorziening bureau jeugdzorg en Voorziening jeugdzorgaanbod
Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en VWS in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitkering Jeugdhulpverlening via een voorziening in de jaarrekening van de provincie wordt verantwoord. Om deze reden zijn de voorzieningen jeugdzorgaanbod en bureau jeugdzorg ingesteld bij Statenbesluit van 31 oktober 2001, nr. 39. Doel van de voorziening is het zichtbaar maken van nog niet bestede, maar wel geoormerkte middelen, alsmede voorkomen dat eventueel vrijval plaatsvindt ten gunste van de algemene middelen. Op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde Beleidskaders Jeugdzorg Overijssel 2003-2006 en 2004-2007, het Implementatieplan Wet op de jeugdzorg Overijssel en vanuit de doeluitkering gelabelde bedragen is het totaalbedrag geoormerkt voor specifieke activiteiten en projecten binnen de jeugdzorg, waaronder wachtlijstbestrijding. De toekomstige toereikendheid van de voorziening is voldoende. Voorziening ouderen zorgnota
Bij de uitvoering van de toenmalige Wet op de Bejaardenoorden is een zogenoemde voorziening ontstaan. Met deze voorziening is een groot aantal bouw, nieuwbouw en renovatieprojecten binnen de Verpleging & Verzorging uitgevoerd. Per 1 januari 2001 zijn de taken op dit terrein overgedragen aan de zorgkantoren. In 2001 hebben Provinciale Staten de integrale Zorgnota 2001 – 2004 vastgesteld. Met het toen resterende saldo van de Voorziening is een
162
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Voorziening ouderen zorgnota 2001-2004 gecreëerd en gekoppeld aan de uitvoering van de Zorgnota. In de jaren 2001 t/m 2004 zijn bedragen uit deze Voorziening ouderen zorgnota 2001-2004 gehaald ten gunste van de Jaarprogramma’s Zorg. Hiermee zijn diverse projecten op het terrein van de zorg uitgevoerd. Na de, in het Onderhandelingsakkoord afgesproken, bezuiniging op de voorziening van € 1 miljoen is de voorziening volledig uitgeput en bestaat er geen vrij te besteden ruimte meer. Wel staan er nog enkele verplichtingen open die zijn ingegaan in het kader van de bouw, nieuwbouw en renovatie van instellingen in de sector Verpleging en Verzorging. Deze zullen naar verwachting in de periode 20062008 worden afgehandeld waardoor de voorziening in het geheel aan het eind van 2008 zal komen te vervallen. Voorziening exploitatie openbaar vervoer
De voorziening openbaar vervoer is ingesteld bij Statenbesluit van 24 mei 2002, nr. 16. In 1998 hebben wij de openbaar vervoer taken van het Rijk overgenomen en wordt voor de uitvoering van deze taken een jaarlijks fluctuerende doeluitkering van het Rijk ontvangen. Met ingang van 1 januari 2005 is de voorziening openbaar vervoer opgegaan in de voorziening Wet Brede Doeluitkering (BDU) en daarmee als voorziening komen te vervallen. Voorziening regionaal mobiliteitsfonds
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 26 juni 2002, nr. 22. Met het aannemen van het amendement Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer een bedrag van € 136 miljoen vrijgemaakt voor de landsdelen Zuid- en Oost-Nederland. Op voorstel van de minister wordt dit bedrag in gelijke delen verdeeld over de acht betrokken partners (provincies en kaderwetgebieden), zodat Overijssel € 17 miljoen tegemoet kan zien indien zij met andere partners in de regio (buiten het kaderwetgebied Twente) eenzelfde bedrag ter beschikking stelt voor het Regionaal Mobiliteitsfonds. Uit dat fonds kunnen acute knelpunten in de infrastructuur worden aangepakt. In 2005 zijn alle RMF-projecten (onder andere kanaal Almelo – De Haandrik, Zweedsestraat Deventer, diverse projecten Zwartsluis, traverse Witte Paarden en fietspad Deventer – Olst) volgens afspraak gerealiseerd. De kosten van de projecten zijn aanzienlijk lager uitgevallen. In overleg met het ministerie van V&W zijn 2 reserve-projecten, beide in Zwolle, opgenomen in het RMF. Deze projecten moeten voor 31 december 2006 gereed zijn.
Voorziening fondsvorming voorfinanciering
Voorziening Ruimte voor Ruimte
Rijksweg 35
In 2000 hebben Provinciale Staten besloten (nr. 57 van de agenda 2000) tot de vorming van een voorziening ter dekking van de verwachte uitgaven voor de uitvoering van de verlengde 1e tranche van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (RBV). In het kader van het Reconstructiebeleid voor het landelijk gebied voorziet deze regeling in het uitkeren van een vergoeding voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen. De regeling is uitgevoerd door de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De provincie heeft de sloopkosten voorgefinancierd. Terugbetaling zal geschieden door een aantal gemeenten die in ruil daarvoor extra woningen kunnen bouwen. Met een aantal gemeenten moeten nog bestuursovereenkomsten worden gesloten. Op dit moment is in alle gevallen de nog sprake van onzekerheid met betrekking tot de toekomstige ontvangsten omdat de benodigde ruimtelijke procedures nog niet onherroepelijk zijn. Er is hiertoe een vordering in de balans opgenomen. De voorziening vormt onderdeel van de dekking van deze vordering. Bij de uitvoering van de RBV is gebleken dat in niet alle gevallen postadressen en locatieadressen van de sloopaanvragen overeen kwamen. Het in verband hiermee ten onrechte bij de provincie in rekening gebrachte bedrag van € 497.000 is geretourneerd. Dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening Ruimte voor Ruimte.
Op 26 juni 2001 is met de toenmalige gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen en Wierden een overeenkomst gesloten betreffende fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35. De provincie Overijssel heeft hiervoor € 5,986 miljoen beschikbaar gesteld, de overige € 3,951 miljoen is door de participerende gemeenten gestort. De totale bijdrage van € 9,9 miljoen is door de provincie, die fondsbeheerder is, op depositorekeningen geplaatst. Inmiddels is hier rente aan toegevoegd over de afgelopen jaren. In 2005 is door Rijkswaterstaat geen beroep gedaan op voorfinanciering voor grondaankoop en aanleg van rijksweg 35. Aan deze voorziening is in 2005 dus niets onttrokken. De eerste onttrekking is voorzien voor 2006. Na afloop van het project in 2014 is een tekort voorzien. De hoogte hiervan is moeilijk in te schatten en zeer afhankelijk van de kasstromen in het project. Deze zijn moeilijk te voorspellen, zoals blijkt uit het feit dat RWS heeft aangegeven geen beroep te doen op een verwachte voorfinanciering in 2005 door de provincie van circa € 11,5 miljoen. Dit heeft naar verwachting een aanzienlijke dempende werking op het verwachte tekort in het Regiofonds. Voorziening NaNOV-geluidssanering
De voorziening NaNOV-geluidssanering, ingesteld in 2004 na besluit van Provinciale Staten (nummer 53 van de agenda 2004), is bestemd om de schommelingen in de financiering op te vangen die voortvloeien uit het plaatsen van geluidsschermen in het kader het van de NaNOV-geluidssaneringsprojecten spoorlijnen. De middelen in deze voorziening zijn niet vrij besteedbaar, maar moeten worden aangewend voor het plaatsen van geluidsschermen. Voorziening secundaire voorziening Statenleden
De voorziening is bij statenbesluit van nr. 48 van 1995 ingesteld om uitkeringen te kunnen doen op grond van de “Verordening rechtspositie staten- en commissieleden”. In deze verordening is onder meer sprake van uitkering aan Statenleden bij aftreden. In 2005 heeft de jaarlijkse storting van € 22.700 plaatsgevonden, daarnaast is er voor uitkeringen aan ex Statenleden een bedrag van € 1.800 onttrokken. Voor de komende jaren heeft de voorziening voldoende middelen om de uitkeringen te bekostigen. Daarbij in aanmerking te nemen dat in het jaar 2007, het verkiezingsjaar voor de Staten, rekening wordt gehouden met hogere uitkeringen wegens het aftreden van Statenleden.
Voorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
De voorziening is bij statenbesluit van 13 november 2002 ingesteld ter dekking van de pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers. De onderbouwing van de omvang van de mogelijke aanspraken en de daarbij behorende actuariële berekeningen bepalen de noodzakelijke omvang van de APPA voorziening. Op basis van deze berekeningen is er in 2005 € 2,18 miljoen extra gedoteerd aan de voorziening. Daarnaast heeft de berekening er toe geleid dat de jaarlijkse dotatie aan de voorziening ook structureel verhoogd is van € 60.000 tot € 240.000. De voorziening is nu toereikend. Na de verkiezingen in 2007 zullen wij de toereikendheid opnieuw laten beoordelen. Voorziening startende ondernemers
In 2002 is door Provinciale Staten besloten (nummer 16 van de agenda 2002) een voorziening te vormen, om de oninbaarheid van de vorderingen op failliete startende ondernemers op te vangen. Gedurende het
Jaarverslag 2005
163
jaar 2005 is toch een bedrag ontvangen van € 1.750 op deze vorderingen, zodat de hoogte van de voorziening met dit bedrag is aangepast naar € 4.450. Voorziening Weidevogels IJsseldelta
Bij besluit van PS nr. PS/2004/1018 is besloten tot de instelling van een voorziening voor de van Rijkswaterstaat (RWS) ontvangen gelden die bestemd zijn voor de compensatie van het verlies aan natuurwaarden door de aanleg van de N 50 Kampen-Ramspol. Rijkswaterstaat stelt voor een periode van 10 jaar € 430.000 ineens aan de provincie Overijssel beschikbaar. Dit zal vooral moeten bijdragen aan het behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Bovenstaand bedrag is in 2004 van RWS ontvangen en toegevoegd aan de Voorziening Weidevogels IJsseldelta (zoals voorgeschreven door RWS) en zal gedurende de looptijd van het project worden besteed. Voorziening Brede doeluitkering (BDU)
De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 20 september 2005, nr. 14, met als doel een belangrijke verbetering te bereiken in de realisering van het verkeers- en vervoersbeleid op regionaal niveau in samenhang met dat op landelijk niveau. Uitgangspunt is op regionaal niveau zelf een integrale afweging te kunnen maken van maatregelen en de daarvoor in te zetten middelen. Tot 2004 werd de voorziening Openbaar Vervoer gebruikt om de in een jaar niet bestede middelen uit de Rijksbijdrage Openbaar Vervoer vast te leggen. In 2005 is de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) in werking getreden. Hierin worden een aantal doeluitkeringen op dit gebied gebundeld (onder andere Openbaar Vervoer, Duurzaam Veilig en GDU+). In 2005 is € 26,5 miljoen onttrokken aan de voorziening BDU. Deze middelen zijn besteed aan de uitvoering van diverse taken op het gebied van openbaar vervoer, ontwikkeling beleid bereikbaarheid (Duurzaam Veilig) en bijdrage infrastructuur andere overheden (GDU+). Langlopende verplichtingen
De langlopende verplichtingen vallen uiteen in 2 categorieën. De eerste categorie bestaat uit nog niet bestede middelen met een specifieke bestemming die daarvoor van derden (waaronder het Rijk) zijn ontvangen. Eind 2005 bedraagt het gezamenlijke bedrag hiervoor € 26,1 miljoen. De tweede categorie bestaat uit verplichtingen die pas na 2006 afgewikkeld zullen worden. Hieronder vallen onder andere infrastructurele projecten en herstructurering van bedrijventerreinen. Tevens is hier
164
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
een bedrag van € 0,5 miljoen opgenomen als risicodekking voor het provinciale aandeel in een eventueel nadelig exploitatiesaldo uit het Regionaal Bedrijventerrein Twente. Eind 2005 is in totaal een bedrag van € 18,7 miljoen op deze categorie verantwoord. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording hebben wij de langlopende verplichtingen verantwoord onder de voorzieningen.
4.3.8 Lang lopende geldleningen Bedragen x € 1.000 Langlopende geldleningen
31-12-2004
31-12-2005
Stand per 1 januari Bij: opgenomen in het boekjaar Af: afgelost in het boekjaar
18.151 -
18.151 234 -
Stand per 31 december
18.151
18.385
De beginstand van 2005 betreft één opgenomen geldlening die in één keer op 2 februari 2006 wordt afgelost. De rente bedroeg 5,92%. De vermeerdering in 2005 betreft een aantal achtergestelde, renteloze leningen die zijn opgenomen bij de oprichting van het Cultuurfonds Monumenten Overijssel. Het Cultuurfonds Monumenten Overijssel is ingesteld bij de Perspectiefnota 2005 (PS/2004/522) om bezitters van gemeentelijke en provinciale monumenten, die aanvullende middelen voor onderhoud en renovatie nodig hebben en die niet in aanmerking komen voor een rijkssubsidie, leningen tegen een zeer lage rente te verstrekken om zodoende het behoud van gemeentelijke en provinciale monumenten een krachtige impuls te geven.
4.3.9 Kortlopende schulden Bedragen x € 1.000 Kortlopende schulden 2002 en eerder 2003 2004 2005 Correctie lang lopende verplichtingen (> 1 jr)
Overige nog te betalen bedragen
31-12-2004
31-12-2005
18.420 24.969 32.720 -36.068
9.020 11.031 10.431 28.047 -44.871
40.041
13.658
11.448
16.970
51.489
30.628
De kortlopende schulden betreffen de verplichtingenportefeuille (zie bijlage M) verminderd met de langlopende verplichtingen. Deze zijn opgenomen onder de voorzieningen. De overige nog te betalen bedragen zijn crediteuren ad € 12,1 miljoen, verschuldigde rente op de langlopende geldlening ad € 1 miljoen, een nog te betalen koopsompolis van € 2,25 miljoen, € 350.000 aan in 2006 te betalen personeelslasten en € 1 miljoen nog te betalen kosten voor de N348.
Jaarverslag 2005
165
4.3.10 Overlopende passiva Bedragen x € 1.000 Overlopende passiva Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten Vooruit ontvangen bedragen Overig te verrekenen Ontvangen waarborgsommen Betalingen onderweg en kruisposten
31-12-2003
31-12-2004
2.119 1.309 394 50 0
2.152 5.186 99 37 0
3.872
7.474
Het bedrag onder “Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten” betreft nog af te dragen loonbelasting en pensioenpremies. Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat uit in 2005 ontvangen bedragen die betrekking hebben op 2006. De stijging ten opzicht van 2004 wordt grotendeels veroorzaakt door een ontvangen bijdrage uit de Europese programma’s van € 2,5 miljoen inzake de N348. De eindafrekening van de aanleg van de N348 vindt plaats in 2006. De overige posten betreffen een diversiteit aan nog te verrekenen bedragen.
4.3.11 Gewaarborgde geldleningen De provincie heeft voor een bedrag van € 44,8 miljoen (2004: € 50,3 miljoen) waarborgen afgegeven op geldleningen van in totaal € 165 miljoen die zijn opgenomen in de markt door o.a. een aantal zorginstellingen, de Overijsselse bibliotheekdienst en het Nationaal Groenfonds (gerelateerd aan de Ecologische Hoofdstructuur). Nadere informatie is opgenomen in het bijlagenboek (bijlage F.).
4.3.12 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Eind 2005 is voor een bedrag van € 13,7 miljoen aan verplichtingen op beschikbare investeringsbudgetten vastgelegd die niet in de balans zijn opgenomen. Besteding van de middelen zal plaatsvinden in komende jaren, waarin ook de investeringsbudgetten beschikbaar zijn.
166
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
4.4 Staat van baten en lasten Bedragen x € 1 miljoen Rekening
Begroting
Rekening
2004
2005 na
2005
Verschil
wijzigingen
Programma
Saldo
saldo
saldo
saldo
-16,2 18,6 -20,4 -9,6 -2,5 -21,1 -7,1 -24,8 -14,3 -44,4 -1,9
-23,3 85,1 -19,6 -12,9 -3,5 -20,2 -9,7 -27,5 -13,0 -57,4 -1,6
-23,0 86,7 -19,1 -11,1 -3,4 -17,9 -9,5 -27,0 -12,2 -55,8 -1,5
0,3 1,6 0,5 1,8 0,1 2,3 0,2 0,6 0,9 1,6 0,1
-143,8
-103,7
-93,7
10,0
166,5 -0,2
171,2 -0,1
177,3 -0,6
6,0 -0,5
Resultaat voor bestemming
22,5
67,4
83,0
15,6
Storting/onttrekking reserves
-12,8
-67,4
-70,7
-3,3
Resultaat na bestemming
9,7
0
12,3
12,3
Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in de Algemene dekkingsreserve
-9,6 -0,2
0,0 0,0
-5,9 -6,4
-5,9 -6,4
Vrij besteedbaar resultaat
0,0
0,0
0,0
0,0
Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
Jaarverslag 2005
167
4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten
4.5.1 Algemene dekkingsmiddelen Het grootste deel van de budgetten wordt gedekt door de algemene middelen. In het onderstaande tabel staat een overzicht van de geraamde en gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen.
Het brutoresultaat op de exploitatie (baten en lasten) over 2005 is € 15,6 miljoen (2004: € 35,9 miljoen). Na dotaties aan (bestemmings)reserves van € 3,3 miljoen resteert een bedrag van € 12,3 miljoen dat beschikbaar is voor resultaatbestemming. De resultaatbestemming bestaat uit voorstellen voor budgetoverheveling uit overlopende activiteiten over 2005 naar 2006. Dit gaat om € 5,9 miljoen. Het nettoresultaat komt, bij honorering van de laatstgenoemde voorstellen door PS, daarmee op € 6,4 miljoen.
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Algemene dekkingsmiddelen
Baten
Rente kasgeld Uitkering Provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Deelneming Bank Nederlandse Gemeenten Onderuitputting Totaal algemene dekkingsmiddelen
4.950 90.317 74.158
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
–––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Saldo
5.566 91.179 75.745
17
242
4.950 90.075 74.158
5.549 91.179 75.745
599 1.104 1.587
35 4.790 –––––––– 177.315
7 1 –––––––– 25
28 4.789 –––––––– 177.290
-2 2.754 –––––––– 6.042
–––––––– 177.315
611 –––––––– 636
-611 –––––––– 176.679
-485 –––––––– 5.557
–––––––– 249
30 2.035 –––––––– 171.248
–––––––– 171.497
126 –––––––– 375
-126 –––––––– 171.122
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
––––––––
Saldo
7
Het totaal van de gerealiseerde baten is ruim € 5,5 miljoen hoger dan geraamd. De hogere baten zijn opgebouwd uit meerdere componenten. Allereerst is er een hogere renteopbrengst. Een toelichting hierop treft u aan in de financieringsparagraaf. Daarnaast is er een hogere bijdrage ontvangen uit het provinciefonds dan geraamd. Verder zijn er meer provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting ontvangen. Een toelichting hierop treft u aan in de paragraaf provinciale heffingen. Tot slot zorgt vrijval van verplichtingen uit oude jaren voor een hogere baat dan geraamd bij het product Onderuitputting. Het product Onvoorzien laat een tekort zien omdat het niet compensabele deel van de BTW over 2005 hierop verantwoord is terwijl deze niet in de begroting was opgenomen.
168
Verschil
Lasten
37 2.035 –––––––– 171.497
Onvoorzien
Rekening 2005
4.5.2 Personeelsgebonden kosten Personeelsgebonden kosten In deze paragraaf geven we een toelichting op de formatie en de personeelsgebonden kosten. De formatie voor 2005 wordt beïnvloedt door de effecten van de efficiencytaakstelling volgens het onderhandelingsakkoord (0,5% per jaar, oplopend naar 2% structureel), waarvan 2005 het tweede jaar van realisatie is, de Takendiscussie en de voorstellen voor beleidsintensiveringen. Bedragen x € 1.000 Salarissen en personeelsgebonden kosten
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2004
2005
2005
2005
46.755
50.585 1.443 625
47.360 1.413 1.213
3.225 30 -588
-931
0
-925
925
45.824
52.653
49.061
3.592
5.152
844
4.345
-3.501
Subtotaal Reis- en verblijfkosten, Onkostenvergoedingen en overige kosten Vorming Opleiding Training*
50.976
53.497
53.406
91
1.095 476
1.035 640
1.159 588
-124 52
Totaal personeelsgebonden kosten
52.547
55.172
55.153
19
Bruto salarissen incl. sociale lasten (ambtelijk apparaat) Bij: Frictiekosten Takendiscussie Bij: Ontwikkelingen CAO enn overgige salariskosten Af: ontvangen uitkeringen i.k.v. FPU, WAO en zwangerschapsverlof en vergoeding detacheringen Salarissen incl. sociale lasten (Staat A.) Bij: Kosten uitzendkrachten/externe deskundigheid
* Deze bedragen representeren de specifieke VOT-budgetten van de eenheden. Organisatiebrede VOT-budgetten worden rechtstreeks verantwoord op interne producten. Het totale VOT-budget bedraagt circa € 0,9 miljoen.
De belangrijkste oorzaak van het verschil in begrote en gerealiseerde salariskosten (€ 3,2 miljoen lager) is de lagere personele bezetting in 2005. De formatieve bezetting is lager dan toegestaan door een bewuste keuze voor een flexibele organisatie en om in te kunnen spelen op de uitkomsten van de Takendiscussie. Er worden derhalve bewust vacatures opengehouden. Om toch alle reguliere taken uit te kunnen voeren en daar waar nodig specifieke expertise in te zetten, is gebruik gemaakt van uitzendkrachten en externe deskundigen (€ 3,5 miljoen hoger). Ook bij de inhuur van externen blijft het totale budget personeelsgebonden kosten taakstellend.
De uitkomsten van de nieuwe CAO (december 2005) brachten een stijging van 0,75% op de salarissen met zich mee met terugwerkende kracht tot 1 juli 2005. De financiële consequenties bleven binnen het gereserveerde bedrag dat wij hiervoor hadden opgenomen. Niet geraamd waren de ontvangen bedragen van uitkeringsinstanties in verband met zwangerschapsverloven, WAO, FPU en vergoedingen voor detachering. De Reis- en verblijfkosten, de Onkostenvergoedingen en Overige kosten bestaan uit diverse uitgaven die van jaar tot jaar in hoogte kunnen verschillen maar wel binnen het totale budget van de personeelsgebonden kosten blijven.
Jaarverslag 2005
169
Formatie in fte’s In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de toegestane formatie en de werkelijke bezetting per ultimo 2005 per eenheid. Uit de tabel blijkt voorts de werkelijke bezetting per einde van het vorige dienstjaar. Zoals we hiervoor reeds hebben vermeld worden vacatures niet (direct) opgevuld in verband met de bewuste keuze voor een flexibele organisatie en het vergroten van de mogelijkheden van de organisatie ten aanzien van de effecten van de Takendiscussie. Bedragen x € 1.000 Formatie in fte’s
170
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2004
2005
2005
Specificatie naar eenheden Statengriffie Directie Concernstaf/Programma’s en Projecten Bestuurlijke aangelegenheden Economie, Milieu en Toerisme Landbouw, Natuur en Landschap Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid Water en Bodem Wegen en Kanalen Zorg en Cultuur Facilitaire dienstverlening Middelen
5 3 21 86 110 66 93 63 161 43 126 75
6 3 21 91 117 64 101 64 187 43 139 90
6 2 19 84 108 64 90 57 150 40 121 74
11 7 37 3 18 16
Totaal formatie
852
926
815
111
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
2005
1 2 7 9
Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen Naast de hiernaast gepresenteerde personeelsgebonden kosten zijn in 2005 € 4,0 miljoen aan salariskosten uitbetaald, welke rechtstreeks op producten zijn verantwoord. In de tabel hieronder wordt hiervan een specificatie gegeven. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen voor leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten (incl. oud-leden), totaal € 2,081 miljoen, en van de kosten van IZR gepensioneerden, voormalig personeel en seniorenbeleid totaal € 1,658 miljoen. Bedragen x € 1.000 Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen
Jaarrekening
Vergoeding PS-leden Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud leden Jaarwedde CvdK IZR-gepensioneerden/voormalig personeel/seniorenbeleid Salaris stagiaires Bijdrage bijzondere ziektekosten (artikel E.12) Premiespaarregeling Diverse vergoedingen Totaal salariskosten
Begroting Jaarrekening
Verschil
2004
2005
2005
2005
849
839
825
14
1.270 171
1.304 185
1.256 174
48 11
1.551 23 15 0 40
1.569 33 30 38 33
1.658 30 19 38 28
-89 3 11
3.919
4.031
4.028
3
5
Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte De gemiddelde salariskosten per fte (inclusief overwerk en toelagen) en het gemiddelde aan overige personeelsgebonden kosten per fte, berekend naar de feitelijke (gemiddelde) bezetting over 2005, worden weergegeven in het volgende overzicht. Bedragen x € 1.000 Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte
Jaarrekening
Begroting Jaarrekening
Verschil
2004
2004
2004
2005
Gemiddelde salariskosten per fte Reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen en overige kosten per fte Vorming, opleiding en training per fte
53,8
54,6
56,1
-1,5
1,3 0,5
1,1 0,7
1,4 0,7
-0,3 0,0
Totaal
55,6
56,4
58,2
-1,8
Feitelijke (gem.) bezetting over het jaat in fte’s
869
927
844
83
Het verschil tussen de gemiddelde salarislasten van de Jaarrekening 2004, de Begroting 2005 en de Jaarrekening 2005 zijn het gevolg van prijsstijgingen voortkomend uit CAO-ontwikkelingen.
Jaarverslag 2005
171
Verdeling personeelsgebonden kosten naar extern beleid en apparaatskosten De toerekening van de personeelsgebonden kosten aan de producten vindt plaats door, met behulp van tijdschrijven, de bestede uren te vermenigvuldigen met een voorgecalculeerd uurtarief. Bedragen x € 1.000
Verdeling personeelsgebonden kosten naar programma’s
Verschil
Percentage
2004
2005
20055
2005
van totaal
5.126 2.831 1.947 3.549 238 4.700 965 1.273 6.477 9.774 495
7.397 2.874 2.017 4.036 220 3.627 1.012 1.204 6.260 10.761 460
6.670 2.965 2.018 4.244 156 3.615 910 1.304 6.526 10.718 405
727 -91 -1 -208 64 12 102 -100 -266 43 55
10 % -3 % 0% -5 % 29 % 0% 10 % -8 % -4 % 0% 12 %
Totaal extern beleid Apparaatskosten
37.375 15.127
39.868 15.304
39.531 15.622
337 -318
1% -2 %
Totaal tlv exploitatie
52.502
55.172
55.153
19
0%
55.172
55.153
19
Extern beleid Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
Jaarrekening
Tlv voorziening Totaal
45 52.547
Door de anders dan begrote toerekening van personele inzet op nieuwe projecten zijn er verschuivingen in toerekening naar de programma’s Bestuur, Ruimte en Milieu opgetreden.
172
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting Jaarrekening
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten Intern is de doelstelling dat de personeelsgebonden kosten worden toegerekend aan de producten waaraan ze daadwerkelijk zijn besteed. De maatregelen zijn concreet gericht op een voortgangsbewaking van de urentoedeling evenals een productiviteit per eenheid met een taakstellend karakter. In het overzicht hierna wordt de verhouding weergegeven van de toegerekende personeelsgebonden kosten naar extern beleid en Apparaatskosten.
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten
Jaarrekening
Extern beleid Apparaatskosten
Begroting Jaarrekening
Verschil
2004
2005
2005
2005
71 % 29 %
72 % 28 %
72 % 28 %
0% 0%
Verdeling personeelsgebonden kosten
80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
extern beleid middelenbeleid/-beheer
Jaarverslag 2005
173
4.5.3 Toe te rekenen apparaatskosten
Resultaatbestemming wordt gevraagd voor:
De apparaatskosten (interne producten) worden toegerekend aan de programma’s. Dit gebeurt via dezelfde sleutel als de personeelsgebonden kosten. Binnen de interne producten doen we enkele voorstellen tot resultaatbestemming.
Renovatie provinciehuis (mutatie in reserve) Energiekosten ICT Uitstel onderhoud materieel
Uitstel onderhoud provinciehuis aanschaf facilitaire zaken Tijdens de renovatie wordt terughoudend omgegaan met onderhoudswerkzaamheden en de aanschaf van facilitaire zaken. Hierdoor is er een onderuitputting ontstaan op een viertal producten van de eenheid FD. Volgens afspraak wordt deze onderuitputting gestort in de bestemmingsreserve renovatie provinciehuis. Deze toevoeging aan de reserve is onderdeel van de totale dekking van de renovatie Energiekosten Na de liberalisering van de energiemarkt heeft de provincie een nieuwe energieleverancier. Wij hebben over 2005 geen nota ontvangen, het is niet mogelijk een schatting te maken. De leverancier heeft toegezegd om begin 2006 wel te kunnen facturen op basis van de gemaakte afspraken. Voorgesteld wordt om de ontstane onderuitputting als resultaat te bestemmen en toe te voegen aan het budget 2006. ICT In het kader van de ICT-versnelling/implementatie E-visie zijn een aantal reguliere ICT-projecten stopgezet. Deze projecten zullen in 2006, samen met de voor dat jaar geplande projecten, weer worden opgepakt. Derhalve wordt voorgesteld om het hiervoor gereserveerde budget over te hevelen naar het boekjaar 2006. Uitstel onderhoud materieel Voorstel om het niet ingezette deel van het budget 2005 in het jaar 2006 in te zetten zodat het onderhouds-en vervangingsprogramma voor steunpunten, auto’s en acties-en bordenwagens is afgestemd op de nieuwe organisatiestructuur van de eenheid Wegen en Kanalen, zoals die in 2005 is gevormd en in 2006 in werking zal treden.
174
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
€ 548.000 € 136.000 € 130.000 € 620.000
4.6 Actiefonds Zoals vermeld in de toelichting bij de reserves is het Actiefonds Overijssel in november 2003 ingesteld om door middel van eenmalige projectsubsidies snel, flexibel en adequaat te kunnen reageren op kansen die zich nu voordoen. Een provinciale bijdrage wordt verstrekt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat andere partners ook een bijdrage leveren en de projecten binnen twee jaar na toekenning van de bijdrage gerealiseerd zijn. In 2005 heeft de provincie aan 29 projecten haar medewerking geleverd. De middelen
van het Actiefonds vormen samen met de middelen van Nieuw beleid, Beleidsintensiveringen en Overige incidentele middelen (zie bijlage A) de totale incidentele lasten van de provincie over 2005. De projectsubsidies worden in zijn geheel onttrokken aan deze reserve, als zijnde geraamde bestedingen. Niet-gerealiseerde bestedingen vloeien terug naar de algemene middelen.
Bedragen x € 1.000 Reserve Actiefonds
Datum vaststelling
Sociale ontwikkeling Berflo Es/FBK-stadion mei 2004 Verplaatsing SPM Hengelo mei 2004 Verbetering ruimtelijke kwaliteit IJsseldelta mei 2004 Revitalisering bedrijventerrein Zwarte water te Hasselt mei 2004 Waterkwaliteit Noordwest Overijssel mei 2004 Verbetering jeugdzorg mei 2004 Windturbines provinciehuis mei 2004 Verkeersveiligheid (bermverharding) mei 2004 Bolwerksmolen mei 2004 Dak- en thuislozen mei 2004 Productfonds kunst en cultuur nov. 2004 Zorg & ICT - 2005 april 2005 IJssel - cultuur en toerisme impuls april 2005 Kennisinnovatie Oost-Nederland april 2005 Toeristische overstappunten april 2005 Driebergenbuurt Deventer april 2005 Binnenstad Zwolle april 2005 Concertreeksen, stad als theater april 2005 Regiodrama april 2005 Nationaal landschap NO Twente april 2005 Vecht-projecten april 2005 WMO april 2005 Stads- en streekvervoer, haltevoorzieningen april 2005 Vroegtijdig schoolverlaten Enschede e.o. april 2005 IPC Hengelo april 2005 Waterbodemsanering Deventer havens april 2005 IJsseldelta april 2005 Bevrijdingsviering feb. 2005 Crisisopvang jeugdzorg juni 2005 Totaal
Geraamde Gerealiseerde
Verschil
besteding
besteding
2005
2005
2005
1.000 1.000 250 1.000 500 818 20 2.450 455 200 100 630 340 340 500 200 250 400 350 50 700 100 50 500 500 680 600 100 1.300
1.000 1.000 250 1.000 500 818 22 2.450 455 200 99 630 340 340 500 200 250 400 350 50 697 94 48 500 500 680 601 103 1.299
0 0 0 0 0 0 -2 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 6 2 0 0 0 -1 -3 1
15.383
15.376
7
De middelen voor het project “Verbetering jeugdzorg” zijn al in 2004 aan de Reserve Actiefonds onttrokken.
Jaarverslag 2005
175
Project Sociale ontwikkeling Berflo Es/FBK-stadion Op 24 september 2005 is de beschikking afgegeven ten behoeve van het FBK stadion met de voorwaarde dat de provinciale bijdrage ad € 1 miljoen moet worden besteed met als nadrukkelijk oogmerk de ondersteuning van de breedtesport. De provinciale bijdrage wordt verstrekt voor de 1e fase. Deze dient uiterlijk te zijn afgerond op 23 juni 2006. De verwachting is dat deze planning wordt gehaald.
Project Verbetering jeugdzorg Het Actiefondsproject “weg met de wachtlijsten” is uitgevoerd in de periode tot en met december 2005. De eerste signalen over de effecten zijn dat deze vorm van hulp zeer gewaardeerd wordt, crises voorkomt en in een beperkt aantal gevallen opname overbodig is geworden. Een rapportage over de definitieve uitkomsten en het effect op de wachtlijsten is niet eerder beschikbaar dan ultimo het eerste kwartaal van 2006.
Project Verplaatsing SPM Hengelo Op 13 september 2005 hebben Gedeputeerde Staten besloten een eenmalige subsidie van € 1 miljoen te verlenen aan de gemeente Hengelo voor de uitvoering van het project verplaatsen Stork Plastics Machinery. Het project is een onderdeel van het programma Hart van Zuid en maakt de bouw van een Community College voor circa 8.000 studenten in het gebied mogelijk. Dit project dient voor 1 juli 2006 te zijn afgerond en er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat dit niet zal lukken.
Project Windturbines provinciehuis De eerste windturbine is eind 2005 op het dak van de vleugel van het provinciehuis geplaatst en aangesloten. Met deze plaatsing is een proefperiode ingegaan. Indien de proefperiode succesvol verloopt, zullen in 2006 de resterende windturbines worden geplaatst en aangesloten.
Project Verbetering ruimtelijke kwaliteit IJsseldelta In 2005 is het Ontwikkelingsperspectief Nationaal landschap IJsseldelta gereed gekomen. Daarin zijn het versterken van de relatie stad en ommeland, de landschappelijke inpassing van dorpen, de inrichting van streekeigen erven, het versterken van pleisterplaatsen en het (laten) opzetten van toeristische arrangementen opgenomen. In 2006 worden daarvoor diverse pilotprojecten uitgevoerd. Project Revitalisering bedrijventerrein Zwartewater te Hasselt In juli 2005 is de beschikking afgegeven aan gemeente Zwartewaterland. Het project loopt inmiddels en richt zich op de transformatie van het noordelijk deel van het bedrijventerrein. Er zal een opwaardering plaatsvinden waardoor de ruimtelijke, functionele en visuele kwaliteit van het bedrijventerrein toeneemt. De realisatie van het project wordt voor de aangegeven einddatum juli 2007 verwacht. Project Waterkwaliteit Noordwest Overijssel Het realiseren van een tweede zandfilter in de rioolzuiveringsinstallatie Steenwijk te Steenwijkerland ligt op schema en er doen zich geen problemen voor ten aanzien van de uitvoering. De afronding van het project is medio 2006 gereed. Het realiseren van een tweede zandfilter draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit in het Nationaal Park de weerribben. Daarmee wordt bijgedragen aan het verbeteren van de leefomgeving in Overijssel.
176
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Project Verkeersveiligheid (bermverharding) In 2005 is 110 kilometer bermverharding aangelegd. Naar verwachting zal in 2006 nog circa 20 kilometer bermverharding worden aangelegd. Project Bolwerksmolen Eind 2005 is begonnen met de restauratie van de Bolwerksmolen. De verwachting is dat de molen eind 2006 geheel gerestaureerd is. Project Dak- en thuislozen Er zijn winteropvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen gecreëerd in Zwolle, Deventer en in de grote steden in Twente voor de winters van 2005 en 2006. Verder zijn in 2005 subsidies verstrekt voor een start/ werkhotel en de uitbreiding van het Cleanteam, beide in Deventer. Hiermee zijn de doelstelling van de motie ruimschoots gerealiseerd en is het project afgerond. Project Productiefonds kunst en cultuur De opzetting van het productiefonds is in 2005 gerealiseerd. Hieruit zijn een aantal projecten (MuziekTheater-Dans “Water en Vuur” en “Food/Non Food”) gesubsidieerd. Project Zorg & ICT 2005 In december 2005 zijn GS akkoord gegaan met de vervolgfase van het IZIT programma. Een voorschot van € 630.000 is toegekend voor het ontwikkelen van zorgproctocollen als opstap naar een elektronisch patientendossier en voor het ontwikkelen van producten en diensten als telesleutel en zorgportaal. Eind december zijn afspraken gemaakt over het gebruik van deze zorgprotocollen en het opstellen van een implementatieplan voor de jaren 2006/2007. Onder
voorbehoud van een voortgangsrapportage over de eerste periode zal besloten worden over een voorschot voor 2006. Eind 2006 moeten alle door provincie gesubsidieerde projecten gerealiseerd zijn. Project IJssel – cultuur en toerisme impuls Het GOBT is als coördinator eind 2005 gestart met het project. Betrokken partijen, GOBT, Staatsbosbeheer, Stichting IJssellandschap en het Bureau Hanzesteden hebben onderling schriftelijke afspraken gemaakt over de werkwijze en aanpak tot realisatie, om het project goed te laten verlopen. Voor Overijssel zijn de deelprojecten, 10 in totaal, gestart. Onverwacht moet er voor het merendeel van de projecten ontheffing worden aangevraagd in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn, dit is een tegenvaller die extra tijd en geld kost. Aangezien er geen extra geld beschikbaar is, is het niet denkbeeldig dat de projecten daardoor soberder moeten worden uitgevoerd. De verwachting is dat het project voor september 2007 is gerealiseerd. Project Keteninnovatie Oost-Nederland Het project verloopt voorspoedig. Inmiddels zijn voor drie van de vier pilotclusters activiteiten ontplooit. Er is een innovatief prestatiecontact met het ministerie van Economische Zaken gesloten. Ook is er veel aandacht besteed aan de promotie en publiciteit. De aansturing van het project is complex door het grote aantal partijen maar verloopt desondanks goed. De einddatum blijft ongewijzigd staan op 1 juni 2007. Project Toeristische overstappunten (TOP’s) De regio IJssel–Vecht, regio Twente en de recreatiegemeenschap Salland zijn eind 2005 gestart met de uitvoering van het project TOP’s waarbij het er met name om gaat om, in overleg met de betreffende gemeenten, de definitieve locaties vast te stellen. Er wordt gestreefd naar realisatie van de eerste TOP’s medio 2006 en afronding van het totale project eind derde kwartaal 2007. Project Driebergenbuurt Deventer In 2005 is gestart met de uitvoering van de bodemsanering in de Driebergenbuurt. De grond is bouwrijp gemaakt, zodat gestart kon worden met de woningbouw. De sanering van het grondwater is nog in uitvoering. De totale sanering wordt in het voorjaar van 2006 afgerond. Project Binnenstad Zwolle Het project verloopt naar wens. In december 2005 is aan Zwolle en Kampen de beschikking voor 2006 afgegeven. In het kader van de stadsgesprekken
wordt de vinger aan de pols gehouden ten aanzien van de uitvoering van projecten. De afronding van het project is voorzien voor medio 2007. Project Concertreeksten, stad als theater De Nationale Reisopera en het Orkest van het Oosten hebben de productie Orfeo ed Euridice van Gluck voorbereid. Er zullen 6 voorstelling worden gegeven waarbij elke gedeputeerde zich verbindt met een voorstelling en zijn/haar relatienetwerk nodigt. De première heeft plaatsgevonden op 23 november in de Jacobuskerk in Enschede. De andere voorstelling zullen begin 2006 plaatsvinden. Daarnaast is subsidie verstrekt aan Stad als Theater. Dit Zwolse festival toont producties op het gebied van theater, muziek en beeldende kunst op bijzondere locaties in de monumentale binnenstad. Het festival heeft in juni plaatsgevonden en ten opzichte van 2004 was er een stijgend bezoekersaantal. Project Regiodrama De opnames voor het regiodrama “Van Jonge Leu en Oale Groond” zijn in 2005 gemaakt. Het programma wordt sinds oktober uitgezonden op RTV Oost. Hiermee is het project gerealiseerd. Project Nationaal landschap NO Twente Het project is inhoudelijk vorm gegeven en in 2005 gedeeltelijk uitbesteed aan een extern bureau. Er is een communicatie- en burgerparticipatieplan opgesteld waarin ondermeer de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties en burgers is opgenomen. Vervolguitbestedingen voor onderdelen gebeurt in 2006. Ook de feitelijke participatie zal in 2006 plaats vinden, zowel bij de planvorming als bij de uitvoering. De oplevering van het Ontwikkelingsprogramma Noordoost Twente vindt plaats voor de zomer van 2006. Project Vecht-projecten De voortgang van het project ligt op schema. De plannen voor het natuurlijk inrichten van de vechtoevers zijn in onderling overleg door de waterschappen opgesteld en op elkaar afgestemd. Uitvoering van de eerste trajecten is gestart in het najaar van 2005. Deze werkzaamheden zullen naar verwachting per ultimo 2006 worden afgerond. Met het afkomen van een leader-beschikking voor het project Zwieseborg in december 2005 is ook de uitvoering van dit onderdeel van het project verzekerd. Voorjaar 2006 zal beschikt worden op de integratie van dit project met het project Loozensche Linie. Uitvoering van het onderdeel Zwieseborg/ Loozensche Linie start na de zomer van 2006 en wordt medio 2007 afgerond.
Jaarverslag 2005
177
Project WMO Dit jaar is een vraaggericht ondersteuningsaanbod voor gemeenten op het terrein van de WMO opgesteld. In totaal hebben de gemeenten in Overijssel 49 projecten ingediend voor een totaal bedrag van meer dan € 3,5 miljoen. Hieruit blijkt de grote behoefte aan ons ondersteuningsaanbod. Inmiddels zijn de eerste projecten toegekend en zal in 2006 verdere behandeling van de projecten plaatsvinden. De projecten hebben voornamelijk betrekking op de oprichting van WMO loketten, de opzet van woonzorgzones en experimenten informele zorg en burger cliëntparticipatie. De toekenning van projecten in 2006 is mede afhankelijk van de beschikbare gelden. Project Stads- en streekvervoer, haltevoorzieningen In 2005 is het Halteplan in overleg met het Rijk en diverse gemeenten opgesteld en vastgesteld. De provincie is zelf belast met de uitvoering. De aanbestedingsprocedure is opgestart. De daadwerkelijke uitvoering vindt volgens planning grotendeels in 2006 plaats met een uitloop tot april 2007. Project Vroegtijdig schoolverlaten Enschede e.o. In het najaar zijn ten behoeve van de uitvoering twee consulenten en een administratieve kracht aangesteld. Er is extra aandacht gegeven aan de koppeling met de leerplicht(handhaving). Convenanten met scholen over een sluitende aanpak zijn in concept opgesteld en er zijn eerste stappen gezet op weg naar de inrichting van een jongerenloket. De afronding van het project is voorzien voor medio 2007. Project IPC Hengelo De stichting STODT wacht nog steeds op de reactie van het ministerie van Economisch Zaken met betrekking tot staatssteun op het nader toegelichte projectvoorstel. Het STODT verwacht een positief advies maar dat is nog niet zeker. De aanbesteding van de bouw is door diverse omstandigheden (ingediend bezwaar tegen de bouwvergunning dat uiteindelijk niet ontvankelijk is verklaard en onduidelijkheid met betrekking tot deelname van een externe partij) vertraagd zodat het IPC-gebouw op 1 december 2007 wordt opgeleverd in plaats van op 1 juni 2007.
178
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Project Waterbodemsanering Deventer havens Waterschap Groot Salland heeft in november opdracht verleend voor de uitvoering van de 2e fase van de waterbodemsanering. De sanering is naar verwachting eind februari 2006 afgerond. De sterk verontreinigde klasse 4 baggerspecie is dan zo veel mogelijk verwijderd of geïsoleerd met een laag zand als volledige verwijdering niet mogelijk is door technische omstandigheden (zoals inzakkende oevers). Project IJsseldelta Met het project IJsseldelta is grote voortgang geboekt. Dit heeft eind 2005 geleid tot een tussenrapportage van het project. Doordat er nog onderzoek is gedaan naar een extra ontwikkelingsvariant heeft het project enige vertraging opgelopen en zal het eindrapport (de ontwikkelingsvisie en het uitvoeringsprogramma) in augustus 2006 gereed zijn. Project Bevrijdingsviering In het kader van 60 jaar bevrijdingsviering is subsidie verleend aan diverse organisaties en gemeenten voor de ontvangst van Britse en Canadese veteranen, Stichting Bevrijdingsfestival Overijssel en het Historische Centrum Overijssel. Daarnaast zijn enkele publicaties geschonken aan de bibliotheken en de scholen voor voortgezet onderwijs. Het project is afgerond in juni 2005. Project Crisisopvang jeugdzorg Bureau Jeugdzorg en de betreffende zorgaanbieders zijn in het vierde kwartaal 2005 met de geplande activiteiten gestart. De hiervoor benodigde prestatiesubsidie is in december 2005 verleend. Het eerste rapportagemoment van 1 januari 2006 ligt te dicht bij de start van dan activiteiten om al een aantoonbaar effect op de wachtlijst te kunnen melden, dit zal naar voren komen in de rapportage per 1 juli 2006. De afronding van het project is voorzien voor eind 2006. Daarnaast zijn er nog een aantal projecten waarvan de bestedingen pas met ingang van 2006 zullen plaatsvinden. In 2005 is wel gestart met de voorbereidingen voor deze projecten. Onderstaand overzicht geeft weer om welke projecten het gaat, wanneer de projecten door PS zijn vastgesteld en wat de verwachte einddatum is.
Reserve Actiefonds
Datum
Einddatum
vaststelling
Kwalitatief wonen in Hart van Zuid Reconstructie stationsgebied en Stadsbleek Oldenzaal Randweg Stadshagen Boeren voor natuur Twickel Bodemsanering Stimuleren Gebiedsgericht werken Koekoekspolder Co-financiering kennisbeleid Oost Cascade Enschede Velve Lindenhof Enschede Groene mal Regge Stimuleren netwerkstad-ontwikkeling Preventie
mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 mei 2004 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 april 2005 juni 2005
dec. 2006 juni 2006 dec. 2006 mei 2006 maart 2007 dec. 2006 juni 2007 feb. 2008 juni 2007 dec. 2007 medio 2007 eind 2008 dec. 2007
Jaarverslag 2005
179
4.7 IJsselmijgelden Bedragen x € 1.000 IJsselmijgelden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Beschikbaar
Onttrekking
Taakstelling
Restant
per 1-1-’05
2005
onderhande-
beschikbaar
lingsakkord
per 31-12-’05
Grotestedenbeleid algemeen Bijdrageregeling riolering buitengebied Vinex Twente Omlegging Ommen N34/N36 Voorfinanciering infrastructurele projecten RW 35 weg/spoortunnel Nijverdal Milieubeschermingsgebieden Stimulering particulier beheer natuur, bos en landschap Subsidies diverse projecten faunavoorzieningen Ontwikkeling landbouwstimuleringsgebied "Ontwikkeling project ""Beter met Bos""" Plattelandsvernieuwing doelstelling 5B Reconstructie Co-financiering diverse Europese programma's 2000-2006 Herstructurering en upgrading bedrijvenomgeving Westerval Enschede Ontwikkeling bedrijventerreinen Twente/TIPP regeling 2001 Revitalisering bedrijventerreinen buiten Twente Extra impuls monumentenzorg Zorgprojecten Jeugdzorg Verbetering accommodatie Het Nijenhuis
267 383 9 4.538 817 2.495 8 39 80 53 45 160 198
267 133 17
43 160 198
5.059
2.590
20 18 13
40
* 250 -8 4.538 817 2.495 -12 21 67 53 2
Subtotaal Nagekomen vrijval
17.522 17
5.465
12.057 (2 17
Totaal Ijsselmijgelden
17.539
5.465
12.074
304 56 82 41
*
Bij de jaarrekening is op de post onvoorzien € 314.000 als baat gepresenteerd, deze baat heeft betrekking op dit project als het goedkoper uitvallen van dit project. Bij deze jaarrekening is deze baat gecorrigeerd op het beschikbare bedrag begin 2005.
180
Dit betreft budget van in voorgaande jaren afgeronde projecten, dat vrijvalt bij de opheffing van de reserve.
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
* * *
829 295 77 61 63
* Bij een aantal onderwerpen zijn de projecten afgerond. Het resterende budget zal vrijvallen.
(2
*
40 1.523
(1
(1
*
2.469
2.352 295 381 117 145 41
17 18 19 20 21
*
1. Grotestedenbeleid algemeen Uit de Deelconvenanten Grotestedenbeleid 19982000 stond voor de gemeenten Deventer en Almelo nog een bedrag open van € 267.200. Hiervan is € 126.700 aan Deventer uitbetaald, omdat met een bestuurlijke verklaring is aangetoond dat het provinciale geld besteed is aan revitalisering van Bergweide (onderdeel bodemsanering van voormalige vuilstort) en het Deventer Binnenstadsperspectief (onderdeel Binnenstad Beter). Verder is € 140.500 aan Almelo uitbetaald, omdat met een bestuurlijke verklaring is aangetoond dat het provinciale geld besteed is aan de multifunctionele accommodatie Kerkelanden/ Aalderinkshoek en bodemsanering aan de Grotestraat Zuid/Holtjesweg. 2. Bijdrageregeling riolering buitengebied In 2005 is op grond van de Subsidieregeling projecten aanleg riolering in Overijssel aan een zestal gemeenten een totaal bedrag van € 33.000 uitgekeerd, waarmee een bijdrage is geleverd aan de sanering van afvalwaterlozingen in het buitengebied. Hiernaast is in 2005 nog een bedrag van € 100.000 herricht naar het programma Grotestedenbeleid (GSB) en is een bedrag van € 100.000 toegekend aan de gemeente Haaksbergen voor het bergbezinkbassin Buurse. Dit project zal in 2007 worden afgerond waarna afrekening in 2008 zal plaatsvinden. Omdat dit het laatste project is waaraan een bijdrage is toegekend, kan het resterende budget van € 150.000 vrijvallen. 3. Vinex Twente Uit de Deelconvenanten Grotestedenbeleid 1998-2000 is aan de gemeente Almelo een bedrag van € 9.000 uitbetaald voor de bodemsanering Grotestraat Zuid/Holtjesweg, dit betrof de laatste 10% van de door de provincie beschikbaar gestelde middelen. De gemeente Almelo heeft genoemde project gerealiseerd. Abusievelijk is de betaling 2 maal ten laste gebracht van de reserve, dit zal in 2006 op de beginstand van de reserve gecorrigeerd worden. 4. Omlegging Ommen N34/N36 De omlegging Ommen dient de verkeersdruk op het centrum van Ommen, veroorzaakt door de huidige infrastructurele situatie, te verlichten. De onderhandelingen tussen Rijk, provincie en gemeente hebben in 2005 geleid tot een overeenkomst tussen de partijen. De aanbesteding en uitvoering zijn gepland voor 2007 - 2009. Het volledige bedrag is nodig ter dekking van de al toegezegde provinciale bijdrage aan het project.
5. Voorfinanciering infrastructurele projecten Dit bedrag is een onderdeel van de toezegging van de provincie aan de gemeente Almelo (ten bedrage van totaal € 1,6 miljoen) voor de projecten Almelo Verdiept (verdiepte aanleg van het spoor in binnenstad Almelo over een lengte van ongeveer 1 km) en Nijreessingel. In 2004 is een begin gemaakt met de aanleg van de Nijreessingel en er is een provinciale bijdrage verstrekt. Het nog openstaande bedrag in de IJsselmijgelden (€ 817.000) staat geraamd voor 2006 en is bestemd voor het project Almelo Verdiept, dat nog niet is gestart. 6. RW35 weg/spoortunnel Nijverdal De middelen zijn bestemd voor de provinciale bijdrage aan de aanleg van een gecombineerde auto/spoortunnel door het centrum van Nijverdal, als oplossing van de verkeersproblemen op de RW35 aldaar. In 2004 hebben nadere onderhandelingen plaatsgevonden over de overeenkomst tussen Rijk, provincie en gemeenten, met name naar aanleiding van ontwikkelingen rond tunnelveiligheid en de aanleg van een tunneldak over de spoortunnel. De overeenkomst is begin 2005 getekend. Afronding van het project is voorzien in 2014. Het bedrag betreft een al door de provincie toegezegde bijdrage aan het project en is geheel voor het project nodig. 7. Milieubeschermingsgebieden Deze IJsselmijgelden zijn ingezet als cofinanciering van het uitvoeringsprogramma Stimuleringsbeleid milieubeschermingsgebieden. Het laatste project “Samen over de Reest” is in 2005 afgewikkeld. De verantwoording over het uitvoeringsprogramma Stimuleringsbeleid milieubeschermingsgebieden (SGM-regeling) is in 2005 bij het ministerie van VROM ingediend en vastgesteld. 8. Stimulering particulier beheer natuur, bos en landschap Voor stimulering van particulier beheer natuur, bos en landschap zijn in 2005 een drietal projecten gesubsidieerd en afgerond. De kosten van de genoemde projecten zijn uitgekomen op € 18.500. De nog resterende IJsselmijgelden zijn niet meer benodigd. 9. Subsidies diverse projecten faunavoorzieningen In 2005 zijn een kunstdassenburcht in Staphorst en een aalgoot in de Arembergersluis aangelegd. Om te voorkomen dat otters slachtoffer worden van het verkeer, moeten bij een aantal provinciale wegen voorzieningen worden aangelegd om een veilige over-
Jaarverslag 2005
181
steek te bieden. In het kader van de landinrichting Noordwest Overijssel is door het rijk een bijdrage van € 82.500 toegezegd voor de aanleg van faunavoorzieningen. De voorbereidende werkzaamheden zijn in het 4e kwartaal van 2005 gestart. In de eerste helft van 2006 worden 7 faunapassages aangelegd. 10. Ontwikkeling landbouwstimuleringsgebied Het laatste project, de aanleg van een Terugleverkabel Koekoekspolder, is in 2005 gestart. De definitieve beschikking is nog niet afgegeven in afwachting van de uitkomsten van de staatssteuntoets. Naar verwachting komt in 2006 hier duidelijkheid over en kan tot afronding van dit project worden gekomen. 11. Ontwikkeling project “Beter met Bos” Zwolle De middelen zijn aangewend voor de aanleg en restauratie van lanen, het inrichten van natuurontwikkelingsgebiedjes en afrondende bosaanleg nabij de Wythmenerplas in de gemeente Zwolle. Het project is in 2005 afgerond. 12. Plattelandsvernieuwing doelstelling 5B In 2005 zijn de middelen besteed aan de realisatie van het Uitvoeringsprogramma Reconstructie 2005-2006. 13. Reconstructie In 2005 zijn de beschikbare middelen ingezet voor bedrijfsverplaatsing in het kader van de reconstructie. 14. Cofinanciering diverse Europese programma’s 2000-2006 De lopende Europese programma’s, met een looptijd tot en met 2008, zijn vooral gericht op doelstellingen op het gebied van plattelandsontwikkeling, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en interregionale/ transnationale samenwerking. Het betreft onder meer Enig ProgrammeringsDocument Oost Nederland, PlattelandsOntwikkelingsProgramma (POP), Leader+ en Interreg IIIA/B. In 2004 zijn voor alle lopende programma’s projecten toegewezen en beschikt en lopende projecten afgewikkeld. De vraag of maatschappelijke effecten zijn bereikt is voor de Europese programma’s pas zinvol te beantwoorden na afloop van de gehele programmaperiode. Bij het Statenbesluit over de financiering van de Europese programma’s 2000 – 2006 (Statenstuk 2002-27) is vastgesteld dat GS gemandateerd is tot eventueel overhevelen van cofinanciering tussen programma’s binnen zowel de beschikbaar gestelde middelen als de ten taak gestelde bijdrage uit bestaand beleid. In eerste instantie zijn de beschikbaar gestelde IJsselmijgelden ingezet, nu deze vrijwel
182
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
geheel zijn toegekend wordt het reguliere cofinancieringsgeld ingezet. Over het geheel gezien, is ruim € 300.000 meer besteed uit de IJsselmijgelden dan geraamd voor 2005. 15. Herstructurering en upgrading bedrijvenomgeving Westerval Enschede Het gaat hier om herstructurering en upgrading bedrijvenomgeving Westerval Enschede. Het project Westerval Enschede loopt. 90% van de bijdrage is inmiddels verstrekt. De projectuitvoering heeft vertraging opgelopen. Voor het indienen van de eindafrekening heeft de gemeente Enschede uitstel gekregen tot oktober 2006. 16. Ontwikkeling bedrijventerreinen buiten Twente Het doel van dit project is om een aantal bedrijventerreinen buiten Twente te herstructureren. Binnen dit project valt een aantal deelprojecten, te weten: • PPS Zuiderzeehaven te Kampen: In 2005 is een voorziening ingesteld om de risico’s uit de participatie en het aflossingsrisico af te dekken. Hiermee is de bijdrage uit IJsselmijgelden geheel gerealiseerd. • De Kol/Vletgaarsmaten te Holten: Het haalbaarheidsonderzoek is inmiddels afgerond. Financieel is het plan alleen haalbaar bij een gefaseerde herontwikkeling. Afronding naar verwachting in 2010. • Revitalisering Bergweide, 1e Havenarm te Deventer: Dit project ligt op schema en kan naar verwachting worden afgerekend in 2008. • Beheerplan Bedrijventerrein Overijssel: De regeling is inmiddels niet meer van kracht en daarom kan de bijdrage van € 22.125 vrijvallen. • Cofinanciering 3 Tipp 2001 projecten (Zuiderzeehaven, Broeklanden/Duitslandweg, Herstructurering ’t Lochter): Deze cofinanciering wordt in 2006 afgerekend. Tussen de provincie Overijssel en de gemeente Hardenberg is overeengekomen dat de gemeente afziet van de voorschotten op de Tippsubsidie voor het project Broeklanden/Duitslandweg, omdat redelijkerwijs voorzienbaar is dat het bedrijfseconomische tekort van dit plan niet subsidiabel is. Wel is afgesproken dat de subsidie beschikbaar blijft tot het einde van de looptijd. Het Beheerplan Bedrijventerrein Overijssel is inmiddels niet meer van kracht. De bijdrage van € 22.125 kan dan ook vrijvallen. Verder wordt voorgesteld om de bijdragen voor ontwikkeling en revitalisering bedrijventerreinen buiten Twente (zie punt 17) samen te voegen omdat in de rapportage/verantwoording geen onderscheid wordt gemaakt tussen ontwikkeling of
revitalisering. Per saldo is in 2005 een bedrag van € 95.000 meer gerealiseerd dan geraamd. Dit heeft voornamelijk betrekking op de realisatie van de Zuiderzeehaven. 17. Revitalisering bedrijventerreinen buiten Twente Er wordt voorgesteld om de bijdragen voor Ontwikkeling en Revitalisering bedrijventerreinen buiten Twente (zie punt 16) samen te voegen omdat in de rapportage/ verantwoording geen onderscheid wordt gemaakt tussen Ontwikkeling of Revitalisering. 18. Extra impuls monumentenzorg De restauratie van de Nederlands Hervormde Kerk te Wesepe is vastgesteld en de overige twee projecten worden respectievelijk eind 2006 en eind 2008 afgerekend en daarbij gaat het om de herbestemming en restauratie van een zestal bedrijfsgebouwen in de Raambuurt te Deventer en de herinrichting van het Diamanten Bolwerk van de gemeente Zwartewaterland.
21. Verbetering accommodaties Museum De Fundatie Op 5 februari 2003 heeft Provinciale Staten besloten (PS/2003/87) Museum De Fundatie (MDF; voorheen Stichting Hannema-de Stuers Fundatie (HSF)) een investeringssubsidie toe te kennen voor verbetering van de accommodatie Het Nijenhuis en het voormalige Gerechtsgebouw te Zwolle. Het project is bevoorschot op basis van financiële rapportage en financiële verantwoording door HSF, zijnde de opdrachtgeefster. De verbouwing is in 2005 in zijn geheel afgerond. Financiële eindverantwoording (inclusief accountantsverklaring) door HSF zal plaatsvinden in 2006.
19. Zorgprojecten De IJsselmijgelden zijn de afgelopen jaren ingezet voor het bereiken van de doelstellingen van het provinciale zorgbeleid. Het resterende budget bestond voor het grootste deel uit zogenoemde oude verplichtingen (restanten bedoeld voor de afrekeningen van eerder toegekende projecten). In 2005 zijn er twee projecten afgerond en bij twee projecten vindt de eindafrekening in 2006 plaats. 20. Jeugdzorg Deze middelen zijn bestemd voor drie projecten in het kader van de Regiovisie Jeugdzorg Overijssel en de Wet op de Jeugdzorg. In december 2002 zijn de laatste formele verplichtingen aangegaan. Het betreft een project in het kader van de verbetering van de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs, een project rond de ontwikkeling van de registratie van jeugdzorggegevens en een project rond de ontwikkeling van modularisering van de jeugdhulp. Als gevolg van vertraging van de inwerkingtreding van de Wet op de Jeugdzorg (per 1 januari 2005) hebben de uitgaven voornamelijk na deze datum plaatsgevonden. De effecten van de gesubsidieerde projecten zijn niet eerder dan in 2006 te verwachten.
Jaarverslag 2005
183
4.8 Nieuw beleid Voor 2005 is in het onderhandelingsakkoord en bij latere beleidsintensiveringen een bedrag van bijna € 51 miljoen beschikbaar gesteld voor nieuw beleid. In Bijlage A is per programma een specificatie opgenomen van Nieuw beleid, Beleidsintensiveringen en Overige incidentele middelen, inclusief een toelichting op de besteding. Samen met de middelen uit het Actiefonds (zie 4.6) vormen zij de totale incidentele lasten van de provincie over 2005.
184
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
4.9 Investeringen Het achterblijven van de realisatie in de investeringsbudgetten is vooral toe te schrijven aan het achterblijven van de realisatie van de renovatie van het provinciehuis (inclusief de bijbehorende ICT-aanpassingen) ten opzich-
te van de verwachtingen. Daarnaast is bij provinciale infrastructuur sprake van achterblijven van de realisatie. In onderstaande tabel zijn de geplande en gerealiseerde investeringen per krediet weergegeven. Bedragen x € 1.000
Realisatie Investeringskredieten
Begroting
Rekening
2005
2005
Saldo
Promotie, externe betrekkingen en lobby Renovatie provinciehuis
2 22.188
2 9.470
0 12.718
Totaal Bestuur
22.190
9.472
12.718
Grondwaterbeheer
4
8
-4
Totaal Water
4
8
-4
Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud waterwegen
79 4.017 2.128
22 2.561 1.777
57 1.456 351
Totaal Bereikbaarheid
6.224
4.360
1.864
Openbare orde en veiligheid
8
0
8
Totaal Veiligheid
8
0
8
Centraal applicatiebeheer Vastgoed Documentaire informatievoorziening Document productie I.C.T. Logistieke services en vervoer Dienstverlening provinciale infrastructuur
62 606 249 176 6.544 264 1.536
20 33 249 120 4.688 268 271
42 573 0 56 1.856 -4 1.265
Totaal overhead
9.437
5.649
3.788
37.863
19.489
18.374
Bestuur
2.1.60.05 2.1.70.05
Water 2.4.40.05
Bereikbaarheid 2.3.10.02 2.3.10.12 2.3.30.06
Veiligheid 2.2.00.05
Overhead 3.0.15.75 3.0.30.05 3.0.30.25 3.0.30.30 3.0.30.35 3.0.30.40 3.1.00.25
Totaal
Jaarverslag 2005
185
Toelichting Programma Bestuur 2.1.60.05 Promotie, externe betrekkingen en Lobby De software van de computers van de grafische studio is opgewaardeerd, in relatie tot de software die verder organisatiebreed is ingevoerd. De grafische computers zijn nu up-to-date. 2.1.70.50 Renovatie Provinciehuis In 2005 zijn de Europese aanbestedingsprocedures voor uitvoering van de renovatie afgerond voor het bouwkundige-, installatietechnische- en werktuigbouwkundige werk. Deze werkzaamheden zijn in 2005 gegund en de aannemers zijn gestart met de werkzaamheden. In verband met de in het verleden opgelopen vertraging zullen de werkzaamheden nog in het komende jaar doorlopen en daardoor is het investeringsbudget voor minder dan de helft ingezet. In het kader van BBV-voorschriften zijn de kosten van de tijdelijke huisvesting niet geïnvesteerd, maar direct ten laste van de bestemmingsreserve renovatie provinciehuis gebracht.
voor de projecten omleiding Weerselo (N343)), Rijssen –Nijverdal (N347)en Rijssen – Wierden (N350) is in 2005 ten dele gerealiseerd. Door het ter discussie stellen van de geplande maatregelen voor rotonde ’t Hulscher N743 start de uitvoering later dan gepland. De realisatie van de rotonde Beunigerstraat/Volterdijk (N342) heeft vertraging opgelopen vanwege planologische procedures en door de grondverwering. Het bestek is in 2005 aanbesteed, het werk wordt in 2006 uitgevoerd. 2.3.30.06 Beheer en onderhoud waterwegen In het jaar 2005 zijn diverse projecten uitgevoerd op het gebied van ondermeer natuurvriendelijke oevers, automatisering en renovatie van bruggen, vernieuwing remmingswerk, baggeren en renovatie van de ombouw oeverbeschoeiing. De aanbesteding van glasvezelkabel is vertraagd om dit te kunnen combineren met de wensen van provincie Drenthe en sterrenwacht Dwingelo. De aanbesteding wordt begin 2006 op de markt geplaatst en het werk zal naar verwachting in mei worden gegund. Daarnaast zijn de projecten renovatie ombouw oeverbeschoeiing en aanleg natuurvriendelijke oevers in 2005 uitgevoerd, maar de financiële afwikkeling hiervan vindt plaats in 2006.
Programma Water Programma veiligheid 2.4.40.05 Grondwaterbeheer In november 2003 hebben Provinciale Staten de automatisering van het grondwaterstandmeetnet goedgekeurd. In 2004 is de optimalisering en nagenoeg de volledige automatisering van het meetnet gerealiseerd. Begin 2005 zijn de laatste dataloggers geplaatst. Hiermee is bewerkstelligd dat de gegevensverzameling van de grondwaterstanden volledig is geautomatiseerd.
2.2.00.05 Openbare orde en veiligheid In december zijn een vijftal laptops en één printer besteld als noodvoorziening voor het Provinciaal Coördinatie Centrum. Deze laptops worden ingezet op locatie of bij uitval van de provinciale ICT infrastructuur. De levering van de laptops en de printer zal niet eerder dan in februari 2006 plaatsvinden in verband met de uitrol van Windows XP.
Programma Bereikbaarheid
Overhead
2.3.10.02 Planvorming provinciale wegen De investeringen betreffen aslastmetingen, gordelonderzoek en visuele kruispunttellingen. Het restbudget van € 57.000 wordt toegevoegd aan de algemene middelen.
3.0.15.75 Centraal applicatiebeheer De investering betreft de optimalisatie van CiVision Middelen en de eerste fase van de module Subsidies. Deze activiteiten zijn afgerond. De lasten waren lager dan begroot doordat de activiteiten in eigen beheer zijn uitgevoerd in plaats van door externe deskundigen. Tevens zijn onderdelen bij nadere beschouwing niet uitgevoerd. Het resterende investeringsbedrag kan vrijvallen.
2.3.10.12 Realisatie provinciale wegen Er zijn in 2005 diverse projecten in het kader van het PVVP gerealiseerd. Dit heeft bijgedragen aan een betere bereikbaarheid in Overijssel en een verkeersveiliger Overijssel. Een deel van de projecten is gerealiseerd met cofinanciering vanuit het Regionaal Mobiliteitsfonds, hetgeen tot een lagere inzet van investeringsbudgetten heeft geleid. De grondaankoop
186
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
3.0.30.05 Vastgoed Slechts een minimaal deel van het beschikbare investeringbudget voor vastgoed is ook daadwerkelijk ingezet. Een bedrag van € 32.000 is besteed, het grootste deel
hiervan is geïnvesteerd in aanpassingen aan het Nijenhuis. De voor 2005 geplande investeringen aan diverse provinciale opstallen zijn vanwege diverse oorzaken vertraagd. Hiervoor zijn eind 2005 opdrachten gegund, deze zullen in de loop van 2006 worden afgerond. 3.0.30.25 Documentaire informatievoorziening De investeringen in documentaire informatievoorzieningen zijn conform planning en raming uitgevoerd. 3.0.30.30 Document productie De hardware voor het onderdeel kaartreproductie is goedkoper aangeschaft dan gepland. Het restbudget van € 56.000 kan vrijvallen ten bate van de algemene middelen. 3.0.30.35 ICT In het kader van de ICT-versnelling is in januari 2005 additioneel investeringsbudget beschikbaar gesteld. Er is in 2005 voor een bedrag van € 4,7 miljoen geïnvesteerd. Het resterende deel van de investeringen met een omvang van € 1,8 miljoen heeft betrekking op de XP migratie van GIS en XP applicaties die samen met de investeringen in Server Based Computing begin 2006 zullen worden afgerond. 3.0.30.40 Logistieke services en vervoer De investeringen op het onderdeel logistieke services en vervoer zijn conform planning en raming uitgevoerd. 3.1.00.25 Dienstverlening provinciale infrastructuur In 2005 zijn in afwachting van de effecten van de reorganisatie van de eenheid Wegen en Kanalen onderhoudsmaatregelen en aanschaf van materieel uitgesteld om kapitaalvernietiging te voorkomen. In 2005 is een besluit genomen over de reorganisatie van de eenheid Wegen en Kanalen. Na de reorganisatie van de eenheid concentreert het Dagelijks Beheer zich op vijf steunpunten. De voorbereidingen voor herhuisvesting zijn in volle gang. Er is een samenwerkingsconvenant met Rijkswaterstaat gesloten, voor de verbouwing van de steunpunten is een Programma van Eisen opgesteld en verder is voor een deel het benodigde materieel per rayon opnieuw bepaald.
Jaarverslag 2005
187
4.10 Detailoverzicht baten en lasten In de tabellen in deze paragraaf is de staat van baten en lasten uit paragraaf 4.4 verder gespecificeerd. Zo wordt in de eerste tabel onderscheid gemaakt in de pri-
mitieve begroting en de begroting na alle wijzigingen. Daarna wordt per programma een financieel overzicht gegeven waarin de besteding op hoofddoelstelling niveau nader wordt gespecificeerd (naar producten).
Bedragen x € 1.000
Rekening 2004 Programma
baten
lasten
saldo
baten
lasten
saldo
Bestuur Economie en innovatie Water Ruimte Wervende steden Landelijk gebied Zorg Cultuur en welzijn Milieu Bereikbaarheid Veiligheid
627 57.617 1.712 7.648 24 2.492 49.673 5.492 15.175 47.396 0
16.851 39.043 22.156 17.266 2.499 23.609 56.777 30.316 29.443 91.830 1.850
-16.224 18.574 -20.444 -9.618 -2.475 -21.117 -7.104 -24.824 -14.268 -44.434 -1.850
70 32.283 1.547 1.434 0 3.357 49.231 3.544 9.930 20.505 3
18.870 36.665 18.851 12.854 2.987 27.320 53.934 27.523 23.143 74.782 1.459
-18.800 -4.382 -17.304 -11.420 -2.987 -23.963 -4.703 -23.979 -13.213 -54.277 -1.456
Subtotaal programma's
187.856
331.640
-143.784
121.904
298.388
-176.484
Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
168.594 314
2.140 480
166.454 -166
158.049 400
493 250
157.556 150
Resultaat voor bestemming
356.764
334.260
22.504
280.353
299.131
-18.778
Storting/onttrekking reserves
43.892
56.648
-12.756
20.683
1.906
18.777
Resultaat na bestemming
400.656
390.908
9.748
301.036
301.037
-1
9.588 160
-9.588 -160
400.656
0
301.036
301.037
-1
Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in de Algemene dekkingsreserve
Vrij besteedbaar resultaat
188
begroting 2005 primitief
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
400.656
Bedragen x € 1.000
Begroting 2005 na wijzigingen
Rekening 2005
baten
lasten
saldo
baten
lasten
saldo
404 133.403 1.661 3.545 124 6.110 74.092 5.750 13.767 34.184 28
23.660 48.308 21.223 16.446 3.663 26.298 83.793 33.283 26.797 91.604 1.672
-23.256 85.095 -19.562 -12.901 -3.539 -20.188 -9.701 -27.533 -13.030 -57.420 -1.644
460 136.829 1.198 5.181 124 6.196 77.382 5.940 23.877 59.954 22
23.423 50.111 20.250 16.246 3.540 24.108 86.887 32.901 36.041 115.766 1.561
-22.963 86.718 -19.052 -11.065 -3.416 -17.912 -9.505 -26.961 -12.164 -55.812 -1.539
273.068
376.747
-103.679
317.163
410.834
-93.671
171.497
249 126
171.248 -126
177.315
25 611
177.290 -611
444.565
377.122
67.443
494.478
411.470
83.008
46.360
113.803
-67.443
59.733
130.433
-70.700
490.925
490.925
0
554.211
541.903
12.308
5.932 6.376
-5.932 -6.376
554.211
0
490.925
490.925
0
554.211
Jaarverslag 2005
189
4.10.1 Bestuur
Bedragen x € 1.000
Bestuur Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Lasten
Saldo
390
-390
1.113
28 -1.074
716
-716
14
621 19
-607 -19
81
2.859
-2.778
214
Rekening 2005
–––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Verschil
––––––––
Lasten
Saldo
345
-345
45
3 1.097
25 -1.058
-3 16
544
-544
172
11
569 20
-558 -20
49 -1
78
2.578
-2.500
278
-214
207
-207
7
611 440 958 3.554 191 37 260 13
-611 -440 -958 -3.554 -191 -37 -260 -13
719
-634
502 442 914 3.550 180 30 261 12 1 700
-502 -442 -914 -3.551 -180 -30 -247 -12 -1 -615
109 -2 44 3 11 7 13 1 -1 19
Vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid Interactief werken - gebiedsgericht werken Gebiedsgerichtwerken Algemeen - vergroten burgerparticipatie - taken CvdK ambtsinstructie / vertegenwoordiger provincie Dienstverlening Commissaris van de Koningin Promotie en externe betrekkingen - Electronische provincie Programma Informatie en communicatie technologie Communicatie en representatie - transparante en heldere communicatie Journalistieke producties, internetredactie, mediacontacten Communicatie-advies en ondersteuning Totaal vergroten sociale en maatschappelijke betrokkenheid
28 39
28 39
Besturen met rendement vergroten kwaliteit openbaar bestuur Kwaliteit openbaar bestuur - De andere provincie De andere provincie - Relatie met andere overheden: bovenlokale sturing. - Relatie met andere overheden: modern toezicht. - Versterking internationale oriëntatie. - Ondersteuning van PS bij effectieve invulling van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van PS. Ondersteuning Bestuursorganen PS Evaluatie en Monitoring Rechtspositie PS Rechtspositie GS / oud-gedeputeerden Rechtspositie Commissaris van de Koningin Bestuurlijke organisatie Internationalisering Algemeen financieel-bestuurlijk toezicht Toezicht archiefzorg IPO-samenwerking
190
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
85
-1
14
85
Bedragen x € 1.000
Totaal Besturen met rendement vergroten kwaliteit openbaar bestuur
85
6.997
-6.912
98
6.799
-6.701
211
Besturen met rendement - een effectief, toegankelijk en doelmatig bestuur Doelmatig openbaar bestuur - Takendiscussie - Herijking financiële en subsidierelaties - Stroomlijning vergunningverlening en handhaving - Transparante beleidsvoorbereiding / verantwoording (P&C) - Juridische kwaliteitszorg en alternatieve geschillenbeslechting; behandelen van bezwaarschriften, administratieve beroepen en klachten, voorzieningen op grond van betreffende wetten (o.a. Awb en Abw); juridische advisering over provinciaal beleid. Beschikkingen en klachtenbehandeling Juridische advisering Juridische kwaliteitszorg Verzekeringen en aansprakelijkheidsstellingen Project renovatie provinciehuis
230
20 29 29 382
-12 -29 -29 -152
8 270
Totaal Besturen met rendement - een effectief, toegankelijk en doelmatig bestuur
238
460
-222
Totaal programmakosten Bestuur
404
10.316
-9.912
Personeelsgebonden kosten Bestuur
7.397
Toegerekende apparaatskosten Bestuur
Totaal Programma Bestuur
8
–––––––– 404
6
7 66 29 387 1.663
-1 -66 -21 -117 -1.663
11 -37 8 35 -1.663
284
2.152
-1.868
-1.646
460
11.529
-11.069
-1.157
-7.397
6.668
-6.668
729
5.947
-5.947
5.226
-5.226
721
–––––––– 23.660
–––––––– -23.256
–––––––– 23.423
–––––––– -22.963
–––––––– 293
–––––––– 460
Jaarverslag 2005
191
4.10.2 Economie en innovatie
Economie en innovatie Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
192
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Ruimte voor ondernemen - Herstructurering van bedrijventerreinen. - Voldoende marktgerichte locaties van goede kwaliteit bieden; Belemmeringen wegnemen voor bedrijvigheidplannen. - Het Overijssels ondernemingsklimaat promoten en versterken en nieuwe bedrijvigheid aantrekken. Stimulering werkgelegenheid
57
8.520
-8.463
64
8.220
-8.156
307
Subtotaal
57
8.520
-8.463
64
8.220
-8.156
307
Stimuleren van innovatief vermogen - Stimuleren van activiteiten tussen ondernemers en strategische partners (kennisinstellingen). - Gebruik Breedbandnetwerk verbeteren. - Bevorderen product-, proces- en marktvernieuwing door organiseren. - Een groter aandeel technostarters & kennisintensieve doorstarters realiseren binnen het totaal startende ondernemers. Stimulering werkgelegenheid 2.832
7.655
-4.823
2.968
7.051
-4.083
740
Subtotaal
2.832
7.655
-4.823
2.968
7.051
-4.083
740
Verhogen arbeidsparticipatie - Realiseren van leerbanen. - Vergroten arbeidsparticipatie kwetsbare groepen op de regionale arbeidsmarkten; betere aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs. - De samenwerking en transparantie voor regionale arbeidsmarkt bevorderen. Functioneren arbeidsmarkt 51 Onderwijs
2.493 93
-2.442 -93
250 4
2.677 90
-2.427 -86
15 7
Subtotaal
2.586
-2.535
254
2.767
-2.513
22
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
51
Bedragen x € 1.000
Kwaliteitsverbetering toerisme - Groei van de werkgelegenheid in de toeristische sector. Instandhouding recreatief toeristische basisstructuur Ontwikkeling recreatief toeristische basisstructuur Toeristische promotie
1.810
-1.810
1.809
-1.809
1
1.948
2.909 802
-961 -802
1.948
2.893 785
-945 -785
16 17
1.948
5.521
-3.573
1.948
5.487
-3.539
34
Europese programma's - Bewerkstellingen dat Europese middelen beschikbaar komen voor besteding binnen de provincie en zorgdragen voor een juiste besteding en verantwoording. Europese programma's 12.402
18.645
-6.243
15.474
21.164
-5.690
553
Subtotaal
12.402
18.645
-6.243
15.474
21.164
-5.690
553
Goede energie- en drinkwatervoorziening - Gemaximaliseerde aandeelhouderwaarde Essent. - Tariefstijging drinkwater maximaal inflatie. Organisatie nutsvoorzieningen 116.113
197
115.916
116.121
131
115.990
74
Subtotaal
116.113
197
115.916
116.121
131
115.990
74
Totaal programmakosten Economie en Innovatie
133.403
43.124
90.279
136.829
44.820
92.009
1.730
2.874
-2.874
2.966
-2.966
-92
––––––––
2.310 ––––––––
-2.310 ––––––––
––––––––
2.325 ––––––––
-2.325 ––––––––
-15 ––––––––
133.403
48.308
85.095
136.829
50.111
86.718
1.623
Subtotaal
Personeelsgebonden kosten Economie en Innovatie Toegerekende apparaatskosten Economie en innovatie Totaal Programma Economie en Innovatie
Jaarverslag 2005
193
4.10.3 Water
Water Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
194
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Veiligheid tegen overstroming - Het tot stand brengen van een voldoende bescherming tegen overstroming - Beschermingsniveau tegen overstroming in stand houden - Het goed voorbereid zijn op calamiteiten Waterkeringen 44
11.996
-11.952
44
11.996
-11.952
0
Subtotaal
44
11.996
-11.952
44
11.996
-11.952
0
Duurzaam watersysteem - Een actueel kader voor de uitvoering van het waterbeleid. - De uitvoering van waterbeleid stimuleren en de kansen van water benutten. - Terugdringen van wateroverlast en verdroging door herstel van de veerkracht van het watersysteem (in 2015 gerealiseerd) - De waterkwaliteit voldoet aan de basisnormen (2012). - Het vergroten van de belevingswaarde van oppervlakte water en van de betrokkenheid van de samenleving bij het waterbeheer Oppervlaktewaterbeheer 74
2.783
-2.709
64
2.446
-2.382
327
Subtotaal
74
2.783
-2.709
64
2.446
-2.382
327
Duurzaam beheer van de grondwatervoorraad - Een goede bescherming van de kwaliteit van de grondwatervoorraad voor menselijke consumptie. - Een doelmatig beheer van de grondwatervoorraad (hoogwaardig, zuinig, minimale schade. Grondwaterbeheer 1.543
1.440
103
1.090
846
244
141
Subtotaal
1.440
103
1.090
846
244
141
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
1.543
Bedragen x € 1.000
Een goed functionerende waterschapsorganisatie - Versterken van de samenwerking met waterbeheerders. - Een heldere verdeling van rol, taken en bevoegdheden van waterbeheerders en een adequate uitvoering daarvan. - Een kosteneffectieve uitvoering van het waterbeleid. Waterschappen
26
-26
22
-22
4
Subtotaal
26
-26
22
-22
4
Het terugdringen van de populatie muskusratten en beverratten in Overijssel om schade aan waterkeringen en oevers te voorkomen. - Een goed functionerende bestrijding van de muskusrat. Muskusrattenbestrijding
1.340
-1.340
1.340
-1.340
0
Subtotaal
1.340
-1.340
1.340
-1.340
0
17.585
-15.924
16.650
-15.452
472
2.016
-2.016
2.018
-2.018
-2
1.622 –––––––– 21.223
-1.622 –––––––– -19.562
1.582 –––––––– 20.250
-1.582 –––––––– -19.052
40 –––––––– 510
Totaal programmakosten Water
1.661
Personeelsgebonden kosten Water Toegerekende apparaatskosten Water Totaal Programma Water
–––––––– 1.661
1.198
–––––––– 1.198
Jaarverslag 2005
195
4.10.4 Ruimte
Ruimte Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Ontwikkelingsplanologie; het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit in Overijssel en het versterken van de sociaal-economische structuur. - Het versterken van de Stad - Land relaties; Toezicht op gemeentelijke plannen; uitvoeren van provinciaal ruimtelijk beleid en het uitvoeren en actualiseren van het ruimtelijk beleid in het streekplan; ontgrondingen Ontgrondingen Ontwikkeling en realisering ruimtelijk beleid Ruimtelijk toezicht Beleidsinformatie ruimte en wonen Subtotaal
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
238
88 4.187 1 26
150 -4.187 -1 -26
276 435
84 2.547
192 -2.112
23
-23
42 2.075 1 3
238
4.302
-4.064
711
2.654
-1.943
2.121
564
-377 -26 -508
568 3.902
945 23 4.409
-377 -23 -507
0 3 1
4.470
5.377
-907
4
Bouwen aan wonen - Voldoende woningen voor sociaal-economisch gebonden, vooral starters en ouderen in het platteland. - Een passend en gedifferentieerd en wervend woonklimaat voor uiteenlopende groepen burgers in steden. Ontwikkeling en realisering beleid wonen Beleidsinformatie ruimte en wonen Stedelijke vernieuwing
2.743
941 26 3.251
Subtotaal
3.307
4.218
-911
Langer zelfstandig wonen voor ouderen, gehandicaptenen / of ggz-cliënten (de keten wonen, zorg, welzijn) - Betere ondersteuning van het zelfstandig wonen door domotica toepassingen. - Betere registratie van zorgwoningen. - Betere ondersteuning van het zelfstandig wonen door bundeling van diensten. Zorginfrastructuur - langer zelfstandig wonen
645
-645
645
-645
0
Subtotaal
645
-645
645
-645
0
9.165
-5.620
8.676
-3.495
2.125
4.036
-4.036
4.244
-4.244
-208
3.245 –––––––– 16.446
-3.245 –––––––– -12.901
3.326 –––––––– 16.246
-3.326 –––––––– -11.065
-81 –––––––– 1.836
Totaal programmakosten Ruimte
3.545
Personeelsgebonden kosten Ruimte Toegerekende apparaatskosten Ruimte Totaal Programma Ruimte
196
Rekening 2005
–––––––– 3.545
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
5.181
–––––––– 5.181
4.10.5 Wervende steden
Wervende steden Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Steden zijn de motor van de economische en sociaal-culturele ontwikkeling. - Uitvoering van de prestatieafspraken uit de 5 convenanten Grotestedenbeleid en netwerksteden
124
3.266
-3.142
124
3.262
-3.138
4
Subtotaal
124
3.266
-3.142
124
3.262
-3.138
4
Wervende steden
124
3.266
-3.142
124
3.262
-3.138
4
220
-220
156
-156
64
177 –––––––– 3.663
-177 –––––––– -3.539
122 –––––––– 3.540
-122 –––––––– -3.416
55 –––––––– 123
Personeelsgebonden kosten Wervende steden Toegerekende apparaatskosten Wervende steden –––––––– Totaal Programma Wervende steden 124
–––––––– 124
Jaarverslag 2005
197
4.10.6 Landelijk gebied
Landelijk gebied Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
970
7.066 123
-6.096 -123
972
5.755 102
-4.783 -102
1.313 21
Subtotaal
970
7.189
-6.219
972
5.857
-4.885
1.334
Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw - Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve veehouderij. - Verbetering externe productieomstandigheden van de grondgebonden landbouw. - Extensivering melkveehouderij in kwetsbare gebieden. - Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw ('toekomstgericht ondernemen'). Duurzame agrarische bedrijven
150
500
-350
150
432
-282
68
Subtotaal
150
500
-350
150
432
-282
68
5.166 83
-4.208 -72
950 15
4.977 79
-4.027 -64
181 8
584
-494
90
164
-74
420
5.833
-4.774
1.055
5.220
-4.165
609
Uitvoering reconstructie en landinrichting - Uitvoeren reconstructie en landinrichting in het reconstructiegebied. - Realiseren landinrichting buiten de werking van de reconstructiewet. Landinrichting en reconstructiegebieden Landelijke niet reconstructiegebieden
Behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel - Realiseren van ecologische hoofdstructuur (EHS). - Begrenzen van nieuwe natuurgebieden en beheersgebieden voornamelijk binnen de EHS. - Beheren natuurwaarden in en buiten de EHS. Realisering en beheer ecologische hoofdstructuur 958 Monitoring 11 - Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de ecologische hoofdstructuur. Uitvoering groene wetgeving 90 Subtotaal
198
Rekening 2005
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
1.059
Bedragen x € 1.000
Behoud en versterking van de kwaliteit van het cultuurlandschap - Ontwikkelen groen-blauwe diensten. - Behoud en versterking dragende landschapsstructuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten. - Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. - Vergroting van de kwaliteit van de (agrarische) bebouwing en groenstructuren rondom steden en dorpen. Landschapsbeheer 300 832 Curtureel erfgoed - project monumenten 179
-532 -179
300
832 179
-532 -179
0 0
Subtotaal
300
1.011
-711
0
1.218 3.719
-1.218
3.719
170 0
300
1.011
-711
Versterking en behoud van de sociale samenhang in de kleine kernen en buurtschappen. - Behouden van bestaande basisvoorzieningen in het landelijk gebied (o.a. door bundeling en scheppen van basisvoorzieningen). - Bereikbaar houden van de steden vanaf het omliggende platteland. Beleidskader Welzijn - vitaliteit kleine kernen Openbaar vervoer - Regiotaxi 3.631
1.388 3.631
-1.388
Subtotaal
3.631
5.019
-1.388
3.719
4.937
-1.218
170
Totaal programmakosten Landelijk gebied
6.110
19.552
-13.442
6.196
17.457
-11.261
2.181
3.740
-3.740
3.729
-3.729
11
3.006 –––––––– 26.298
-3.006 –––––––– -20.188
2.922 –––––––– 24.108
-2.922 –––––––– -17.912
84 –––––––– 2.276
Personeelsgebonden kosten Landelijk gebied Toegerekende apparaatskosten Landelijk gebied Totaal Programma Landelijk gebied
–––––––– 6.110
–––––––– 6.196
Jaarverslag 2005
199
4.10.7 Zorg
Zorg Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Versterking maatschappelijke deelname en positie van jongeren (minder kinderen in de jeugdzorg; snellere en betere jeugdhulp zonder wachtlijsten)" - Meer efficiency in de jeugdzorg - Meer aandacht voor preventie in de jeugdzorgketen Jeugdzorg
74.092
76.825
-2.733
77.382
80.116
-2.734
-1
Subtotaal
74.092
76.825
-2.733
77.382
80.116
-2.734
-1
Goede sociale infrastructuur in stad en platteland (verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de eerste- en tweedelijnsvoorzieningen) - Meer fysieke en organisatorische bundeling van eerstelijnsvoorzieningen. Zorginfrastructuur
2.397
-2.397
2.403
-2.403
-6
Subtotaal
2.397
-2.397
2.403
-2.403
-6
Goede sociale infrastructuur in stad en platteland (bevordering van ICT-toepassingen voor integrale, vraaggerichte zorg). - Meer integrale vraaggerichte zorg door toepassing van ICT. Maatschappelijke zorg en opvang Zorginfrastructuur
327 2.417
-327 -2.417
327 2.417
-327 -2.417
0 0
Subtotaal
2.744
-2.744
2.744
-2.744
0
81.966
-7.874
85.263
-7.881
-7
1.013
-1.013
910
-910
103
814 –––––––– 83.793
-814 –––––––– -9.701
714 –––––––– 86.887
-714 –––––––– -9.505
100 –––––––– 196
Totaal programmakosten Zorg
74.092
Personeelsgebonden kosten Zorg Toegerekende apparaatskosten Zorg Totaal Programma Zorg
200
Rekening 2005
–––––––– 74.092
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
77.382
–––––––– 77.382
4.10.8 Cultuur en welzijn
Cultuur en welzijn Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
Saldo
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Een goede sociale en culturele infrastructuur in stad en platteland (vergroting van deelname aan cultuur van kwaliteit: een brede groep van burgers, met voorrang voor jongeren, ontdekt en beleeft kunst en cultuur) - Meer projecten cultuurbereik voor jongeren. - Meer samenwerking tussen culturele instellingen en het onderwijs. - Meer kennis van de culturele infrastructuur van Overijssel. - Groter gebruik en betere bereikbaarheid van de bibliotheken in Overijssel. Kunst en cultuur 1.129 6.182 -5.053 Cultureel erfgoed 372 3.642 -3.270 Bibliotheekwerk en mediabeleid 4.136 13.348 -9.212
1.134 372 4.141
6.125 3.481 13.354
-4.991 -3.109 -9.213
62 161 -1
Subtotaal
5.647
22.960
-17.313
222
1.017 3.437 86 300 1.712
-1.017 -3.257 -86 -300 -1.712
0 486 0 18 -2
5.637
Lasten
Rekening 2005
23.172
-17.535
Een goede sociale infrastructuur in stad en platteland Welzijn en integratie - Betere en sterke sociale verbanden. - Minder huiselijk geweld. - Meer participatie van allochtonen aan de samenleving. Ontwikkelingssamenwerking Beleidskader welzijn Volwasseneneducatie Maatschappelijke voorzieningen Integratiebeleid
1.017 3.743 86 318 1.710
-1.017 -3.743 -86 -318 -1.710
Subtotaal
6.874
-6.874
180
6.552
-6.372
502
546 723
-433 -723
113
546 723
-433 -723
0 0
113
1.269
-1.156
113
1.269
-1.156
0
5.750
31.315
-25.565
5.940
30.781
-24.841
724
1.090
-1.090
1.189
-1.189
-99
878 –––––––– 33.283
-878 –––––––– -27.533
931 –––––––– 32.901
-931 –––––––– -26.961
-53 –––––––– 572
Versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren - Minder uitval van (allochtone) jongeren. - Betere keten tussen jeugdbeleid en jeugdzorg. Sport 113 Sociaal-cultureel werk Subtotaal Totaal programmakosten Cultuur en welzijn Personeelsgebonden kosten Cultuur en welzijn Toegerekende apparaatskosten Cultuur en welzijn –––––––– Totaal Programma Cultuur en welzijn 5.750
180
–––––––– 5.940
Jaarverslag 2005
201
4.10.9 Milieu
Milieu Begroting 2005 na wijzigingen
––––––––––––––––––––––––––––––– Baten
––––––––––––––––––––––––––––––––
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Verschil
––––––––
Een adequate vergunning voor de bedrijven en evenementen waar de provincie verantwoordelijk voor is. - Actuele en adequate vergunning voor risicobedrijven. - Het volgens regels en voorwaarden werken van bedrijven en vuurwerkevenementen, op basis van de opdracht uit de Wet milieubeheer. Vergunningverlening milieubeheer
136
136
136
4
132
-4
Subtotaal
136
136
136
4
132
-4
Een consequente en stringente handhaving - Systematisch uitoefenen van toezicht op de naleving van de voorschriften die in de afgegeven vergunningen worden gesteld. - Verbetering van het nalevinggedrag van houders van bedrijven en vuurwerk evenementen. - Regie op handhaving gemeenten en waterschappen voeren. Handhaving milieubeheer Bestuurlijke samenwerking Repressieve handhaving
1.048 196 19
1.310 109 35
-262 87 -16
1.048 195 8
1.171 47 15
-123 148 -7
139 61 9
Subtotaal
1.263
1.454
-191
1.251
1.233
18
209
279 115 784
998 97 1.157
-719 18 -373
279 320 795
965 330 1.081
-686 -10 -286
33 -28 87
1.178
2.252
-1.074
1.394
2.376
-982
92
Stimuleren verbeteren milieukwaliteit - Ondersteunen van projecten op het gebied van ‘leren voor duurzame ontwikkeling’ op basis van het nieuwe provinciale ambitiestatement. - Afronden van saneringsoperatie industrielawaai per 01-01-2006. Milieubeleid, planning en communicatie Geluid Afvalstoffen Subtotaal
202
Lasten
Rekening 2005
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000
De voortgaande belasting van het milieu en de risico's voor de volksgezondheid door aanwezige oude (water)bodemverontreiniging wegnemen - Het wegnemen van asbestverontreinigingen in de wegen voor een veilige en gezondeleefomgeving. - Het beheersen en saneren van alle ernstige (water)bodem-verontreinigingen voor 2030. Programma bodemsanering Bodemsanering binnen de Wbb Bodemsanering door derden
10.863 200
34 11.105 328
-34 -242 -128
2 19.965 997
36 20.169 243
-34 -204 754
0 38 882
Subtotaal
11.063
11.467
-404
20.964
20.448
516
920
Evenredige bijdrage aan de reductie van de uitstoot van CO2 - Stimuleren reductie uitstoot CO2 Energie- en klimaatbeleid
127
330
-203
132
336
-204
-1
Subtotaal
127
330
-203
132
336
-204
-1
13.767
15.503
-1.736
23.877
24.397
-520
1.216
Personeelsgebonden kosten Milieu
6.260
-6.260
6.528
-6.528
-268
Toegerekende apparaatskosten Milieu
5.034
-5.034
5.116
-5.116
-82
–––––––– 26.797
–––––––– -13.030
–––––––– 36.041
–––––––– -12.164
–––––––– 866
Totaal programmakosten Milieu
Totaal Programma Milieu
–––––––– 13.767
–––––––– 23.877
Jaarverslag 2005
203
4.10.10 Bereikbaarheid
Bereikbaarheid Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
Rekening 2005
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
1.000
4.533
-3.533
1.012
2.644
-1.632
1.901
96 8.677 13.539 13.986 1.368 1.203 1.335 45
-96 -8.677 -9.539 -13.400 -1.368 -1.150 42 -45
20 178 3.540 837 5 198 25.559
114 8.578 13.555 14.312 1.373 1.490 25.474 45
-94 -8.400 -10.015 -13.475 -1.368 -1.292 85 -45
0 2 277 -476 -75 0 -142 43 0
27.059
-171
28.189
28.614
-425
-254
70
-70
60
94
-34
36
71.911
-38.007
59.598
96.293
-36.695
1.312
Goede bereikbaarheid van economische centra Infrastructuur rijk en gemeenten - Goede doorstroming van economisch verkeer op rijkswegen. Bijdragen aan andere overheden Provinciale infrastructuur - Goede doorstroming van economisch verkeer op provinciale wegen. - Goede doorstroming van economisch en recreatief verkeer op waterwegen. - Stimuleren fietskilometers. Ontwikkeling beleid bereikbaarheid Beleidsinformatie bereikbaarheid Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud provinciale wegen Beheer en onderhoud kunstwerken Gladheidbestrijding Beheer en onderhoud van waterwegen Vaarwegen
4.000 586 53 1.377
Burgerluchtvaart Twente - De luchthaven Twente op voor burger(mede)gebruik Luchthaven Twente Openbaar vervoer - Toename gebruik openbaar vervoer Openbaar vervoer
26.888
Goederenvervoer - Stimuleren goederenvervoer over water en spoor. Goederenvervoer Subtotaal
204
33.904
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000
Een verkeersveilig Overijssel - Verminderen slachtoffers. - Verminderen van de overlast door gebruik en aanleg provinciale (vaar)wegen voor de mens, natuur en milieu. Gedragsbeïnvloeding verkeer en vervoer
280
281
-1
356
357
-1
0
Subtotaal
280
281
-1
356
357
-1
0
34.184
72.192
-38.008
59.954
96.650
-36.696
1.312
10.761
-10.761
10.717
-10.717
44
8.651 –––––––– 91.604
-8.651 –––––––– -57.420
8.399 –––––––– 115.766
-8.399 –––––––– -55.812
252 –––––––– 1.608
Totaal programmakosten Bereikbaarheid Personeelsgebonden kosten Bereikbaarheid Toegerekende apparaatskosten Bereikbaarheid Totaal Programma Bereikbaarheid
–––––––– 34.184
–––––––– 59.954
Jaarverslag 2005
205
4.10.11 Veiligheid
Veiligheid Begroting 2005 na wijzigingen
–––––––––––––––––––––––––––––––
––––––––––––––––––––––––––––––––
Verschil
––––––––
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Veilig Overijssel, met name adequate rampenbestrijding, externe veiligheid en jeugd en veiligheid - Rampenbestrijding. - Externe veiligheid. - Jeugd en Veiligheid. - Kwalitatieve en uniforme uitoefening van onze toezichtstaak betreffende rampenbestrijding. - Adequate, goed opgeleide en geoefende rampbestrijdings- en crisismanagementorganisatie in Overijssel. - Het versterken van de informatiepositie van de veiligheidspartners in Overijssel. Openbare orde en veiligheid
28
842
-814
22
839
-817
-3
Subtotaal
28
842
-814
22
839
-817
-3
Totaal programmakosten Veiligheid
28
842
-814
22
839
-817
-3
460
-460
405
-405
55
370 –––––––– 1.672
-370 –––––––– -1.644
317 –––––––– 1.561
-317 –––––––– -1.539
53 –––––––– 105
Personeelsgebonden kosten Veiligheid
Toegerekende apparaatskosten Veiligheid Totaal Programma Veiligheid
206
Rekening 2005
–––––––– 28
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
–––––––– 22
208
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Hoofdstuk 5
Provinciale organisatie
Provinciale Staten Griffie
CdK Gedeputeerde Staten
Directie
Concernstaf
Projecten en programma’s
Bestuurlijke Aangelegenheden
Economie, Milieu en Toerisme
Landbouw, Natuur en Landschap
Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
5.1 Provinciale Staten Op 11 maart 2003 zijn er provinciale verkiezingen gehouden. Op dezelfde datum is de Provinciewet gewijzigd in verband met het dualisme. De huidige samenstelling van PS is als volgt:
Water en Bodem
Wegen en Kanalen
Zorg en Cultuur
Facilitaire Dienstverlening
Middelen
Statengriffie De griffie heeft primair tot doel om Provinciale Staten te ondersteunen in haar functioneren. De ondersteuning door de statengriffie behelst in het bijzonder de secretariële ondersteuning van Provinciale Staten Statencommissies en commissie Beleidsevaluatie. De taken zijn daarnaast aangevuld met taken op het gebied van communicatie, voorlichting en controle.
Samenstelling Provinciale Staten
CDA PvdA VVD ChristenUnie GroenLinks SP SGP D66 LPF Totaal
24 zetels 15 zetels 9 zetels 4 zetels 3 zetels 3 zetels 2 zetels 2 zetels 1 zetels 63 zetels
Jaarverslag 2005
209
5.2 Dagelijks bestuur
5.2.2 Gedeputeerde Staten
Het dagelijks bestuur van de provincie bestaat uit de Commissaris van de Koningin (voorzitter) en zes gedeputeerden. Samen vormen zij het college van Gedeputeerde Staten.
Het college van Gedeputeerde Staten (GS) vormt het dagelijkse bestuur van de provincie Overijssel. Naast de CvdK is sinds de verkiezingen in het voorjaar van 2003 het college als volgt samengesteld (inclusief portefeuilleverdeling):
5.2.1 Commissaris van de Koningin
P. Jansen (CDA)
Per 1 juni 2002 is de heer mr. G.J. Jansen benoemd tot Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel. Tot de portefeuille van de Commissaris van de Koningin in Overijssel behoren integriteit van bestuur, openbare orde en veiligheid en samenwerking Overijssel-Gelderland, internationalisering, promotie, externe betrekkingen en lobby. Daarnaast heeft hij een aantal rijkstaken, waaronder burgemeesterszaken en het gastheerschap tijdens bezoeken van leden van het Koninklijk Huis. De CvdK is zowel voorzitter van Provinciale Staten als van het college van Gedeputeerde Staten.
Landelijk gebied en Water Plattelandsontwikkeling Landbouw Natuur Reconstructie Water Groen milieu Energie
J.G. Kristen (PvdA) Grote steden en Welzijn Grotestedenbeleid Welzijn/minderheden Cultuur en media Kulturhusen Sport Beleidscoördinatie en beleidsinformatie Personeel en organisatie Renovatie provinciehuis Procescoördinatie kerntakendiscussie
J.W. Klaasen (VVD) Bereikbaarheid en Bestuur Verkeer en vervoer, wegen en kanalen Bestuurlijke organisatie Algemeen bestuur Financiën incl. financieel toezicht Juridische zaken/mediation Deelnemingen Procescoördinatie Vergunningverlening en Handhaving Procescoördinatie herijking financiële relaties
Drs. T.W. Rietkerk (CDA) Ruimte en Milieu Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Milieu Bodemsanering Ontgrondingen Procescoördinatie deregulering en ontbureaucratisering
210
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Drs. C. Abbenhues (PvdA) Economie en Innovatie Economie (incl. bedrijvigheidplannen) Recreatie en toerisme Grondbeleid Onderwijs ICT Vastgoed Coördinatie Europese fondsen Procescoördinatie gebiedsgericht werken Procescoördinatie provinciaal omgevingsplan
G.J.H. Ranter (CDA) Zorg en Participatie Ouderen- en jeugdzorg Volksgezondheid Integrale veiligheid (incl. procescoördinatie) Handhaving(-sbeleid) Communicatie en voorlichting Procescoördinatie burgerparticipatie Regeling Vitaliteit Kleine Kernen
5.2.3 Samenstelling directie De eindverantwoordelijkheid voor de gehele organisatie ligt bij de Directie. Ze heeft een verantwoordelijkheidsplicht aan het college in regulier overleg en managementrapportages, en het mandaat voor het feitelijk besturen van de ambtelijke organisatie. De Directie zorgt dat de ambtelijke organisatie doelmatig en doeltreffend werkt en functioneert binnen de bestuurlijk bepaalde beleidslijnen. Verder zorgt de Directie dat het bestuur tijdig alle relevante informatie en adviezen krijgt voor het bepalen van het beleid. Als het gaat om het strategisch beleid heeft de Directie in de voorbereiding een actieve voortrekkersrol. Op dit moment bestaat de Directie uit de heer mr. H.A. (Harry) Timmerman (MBA) (tevens Secretaris College Gedeputeerde Staten van Overijssel), en mevrouw dr. H. (Hannie) te Grotenhuis. Binnen de directie is sprake van een vacature, welke tijdelijk en parttime wordt ingevuld, door de heer ing. H.J.R. (Hans) van der Werff. De vacature zal te zijner tijd structureel worden ingevuld.
Jaarverslag 2005
211
5.3 Organisatie Concernstaf (CS) De Concernstaf ondersteunt de directie in de verwezenlijking van sturing, samenhang en strategie. Het is de beweging naar betere sturing, naar meer samenhang en naar meer strategisch handelen die nodig is om als bestuur en organisatie in gemeenschappelijke inspanning de goede dingen op een goede manier voor de Overijsselse samenleving te kunnen doen. De Concernstaf heeft drie hoofdtaken, te weten: integrale strategieontwikkeling en strategische beleidscoördinatie, buitenlijnse projecten en programma’s en ondersteuning van het bestuursproces en de directievoering. Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden (BA) De eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden richt zich op de verbetering van de kwaliteit van het openbare bestuur. Daarmee beweegt de eenheid op een breed werkveld. Van integrale veiligheid, repressieve handhaving, relaties met gemeenten tot interprovinciale samenwerking. En van lobby in Den Haag en Brussel, profilering provincie, heldere communicatie met de burger tot internationalisering. Maar ook van juridische kwaliteitszorg, inzet van mediation, financieel toezicht op gemeenten tot burgemeestersbenoemingen en rampenbestrijding. Eenheid Economie, Milieu en Toerisme (EMT) De eenheid Economie, Milieu en Toerisme richt zich op het stimuleren van werkgelegenheid en economische groei onder een gelijktijdige verbetering van de milieuprestaties van bedrijven. Daarnaast neemt zij maatregelen voor de arbeidsmarkt om te bevorderen dat de werkgelegenheid ten goede komt aan alle groepen op de arbeidsmarkt. Tevens stimuleert de eenheid het recreatieve voorzieningenniveau om Overijssel zo toegankelijk mogelijk te maken. Eenheid Facilitaire Dienstverlening (FD) De eenheid Facilitaire Dienstverlening verzorgt de technische infrastructuur die interactieve communicatie tussen de provincie en haar gesprekspartners mogelijk maakt. Ook de informatievoorziening binnen de provincie wordt toegankelijk en betrouwbaar gehouden. Daarnaast is men verantwoordelijk voor de facilitaire ondersteuning binnen het provinciehuis.
212
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Eenheid Landbouw, Natuur en Landschap (LNL) De eenheid Landbouw, Natuur en Landschap zet zich in voor een levensvatbare landbouw, een levenskrachtige natuur en een levenslustig landschap. Men streeft naar plattelandsvernieuwing en –ontwikkeling en een land- en tuinbouwsector met een goede toekomst. Ze werkt aan de vergroting en verbetering van natuur en landschap (ecologische hoofdstructuur). Daarnaast zorgt de eenheid ook voor vergunningsverlening en handhaving van de 'groene' wetten: Flora- en Faunawet, Natuurschoonwet, Natuurbeschermingswet en Boswet. Eenheid Middelen (MI) De eenheid Middelen ondersteunt het bestuur en het management van de provincie Overijssel bij de ontwikkeling en uitvoering van haar middelentaken: financiën, bedrijfskunde, informatievoorziening en personeel en organisatie. Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid (RWB) De eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid beweegt zich op de beleidsterreinen ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en verkeer en vervoer, waar veel verschillende belangen om een zorgvuldige afweging vragen, zoals: ruimtebeslag, milieu, economie, mobiliteit en huisvesting. De inwoners van Overijssel moeten goed kunnen wonen, werken en recreëren en ze moeten de ruimte hebben om zich zonder al te veel problemen te kunnen verplaatsen. Eenheid Water en Bodem (WB) De eenheid Water en Bodem heeft de zorg voor de uitvoering van de Grondwaterwet, de Provinciale milieuverordening voor de grondwaterbescherming, de Wet Hygiëne en Veiligheid Bad- en Zweminrichtingen, de Ontgrondingenwet en de Wet Bodembescherming. Verder houdt men zich bezig met de aanpak van voormalige stortplaatsen, gasfabrieken en waterbodems. Daarnaast is men verantwoordelijk voor het waterbeleid in de provincie, met als doel dat Overijssel veilig is voor overstromingen, dat de landbouw voldoende water heeft voor haar werk en dat ook de natuur voldoende water van een goede kwaliteit krijgt.
Eenheid Wegen en Kanalen (WK) De eenheid Wegen en Kanalen is verantwoordelijk voor de bouw en het beheer van provinciale wegen (hoofdrijbanen, fietspaden en parallelwegen), vaarwegen, bruggen en sluizen. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de verkeersveiligheid, duurzaamheid en bereikbaarheid gewaarborgd zijn. De eenheid kent vier secties: de centrale sectie infrabouw en beheer, met kantoor in het Provinciehuis te Zwolle. De drie kantoren van de regionale afdelingen staan in Raalte, Borne en Tuk (gemeente Steenwijkerland). Eenheid Zorg en Cultuur (ZC) De eenheid Zorg en Cultuur zet zich in voor een samenleving waarin alle inwoners van Overijssel op een volwaardige manier kunnen deelnemen. De provincie wil dat de inwoners gebruik kunnen maken van voorzieningen op het terrein van cultuur, onderwijs, welzijn en zorg. Daarom moet er voldoende aanbod van voorzieningen zijn en moeten die voorzieningen voor iedereen toegankelijk zijn. Bovendien moeten deze goed verspreid zijn over de provincie en natuurlijk van een goede kwaliteit.
Jaarverslag 2005
213
214
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2005 van de provincie Overijssel gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel te Zwolle. Het College van Gedeputeerde Staten is tevens verantwoordelijk voor de naleving van de weten regelgeving. Het is onze verantwoordelijkheid de controle als bedoeld in artikel 217, tweede lid van de Provinciewet uit te voeren en een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Provinciale Staten van de provincie Overijssel hebben voor het onderzoek naar de jaarrekening over 2005 bij besluit van 8 december 2004 de invulling van het begrip rechtmatigheid bevestigd. Hiermee ligt vast wat wordt bedoeld met de in de oordeelsparagraaf opgenomen zinsnede ‘de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen’. Werkzaamheden Bij onze controle hebben wij nagegaan dat: • de jaarrekening zowel de baten en de lasten over 2005 als de activa en passiva per 31 december 2005 getrouw weergeeft; • de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder provinciale verordeningen; • het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is; • de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en in overeenstemming met het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. Volgens de in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat.
Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bevoegd gezag van de provincie daarbij heeft gemaakt alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door Provinciale Staten bij besluit van 8 december 2004 vastgesteld. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Getrouwheidsonderzoek Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening van de provincie Overijssel te Zwolle zowel de baten en de lasten over 2005 als de activa en passiva per 31 december 2005 getrouw weergeeft in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voor zover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening. Rechtmatigheidsonderzoek Wij zijn van oordeel dat de in deze jaarrekening opgenomen baten en lasten alsmede de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen.
Zwolle, 20 maart 2006 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. H. Boshove RA
Jaarverslag 2005
215
216
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Bijlage A
Nieuw Beleid Bedragen x € 1.000
Bestuur Economie & Innovatie Water Ruimte Wervende Steden Landelijk gebied Zorg Cultuur & Maatschappelijke Ontwikkeling Milieu Bereikbaarheid Veiligheid Totaal
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
1.879 7.061 2.117 4.146 4.263 14.374 1.500 4.113 382 10.793 333 –––––––– 50.961
1.612 5.915 2.036 3.065 4.263 12.331 1.488 4.060 421 9.019 332 –––––––– 44.542
267 1.146 81 1.081 0 2.043 12 53 -39 1.774 1 –––––––– 6.419
Bedragen x € 1.000
Bestuur Nieuw beleid
ICT, 2e fase Positionering en profilering provincie Juridische kwaliteitszorg Jongerenraad Internationalisering/positionering provincie De Andere Provincie Twente in internationaal perspectief/samenwerking Polen Onderzoeksprogramma 2005 Commissie Beleidsevaluatie Communicatieplan Provinciale Staten Totaal
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
716 144 205 51 104 414 45 150 50 –––––––– 1.879
544 144 205 42 104 407 45 102 19 –––––––– 1.612
172 0 0 9 0 7 0 48 31 –––––––– 267
Jaarverslag 2005
217
ICT, 2e fase Eind 2005 is de nieuwe portal-website opgeleverd. Door de bundeling van informatie over de regio en van het provinciehuis is een aantrekkelijke website ontstaan die vanaf oplevering weer veel bezoekers trekt. Deze ontwikkeling is conform de voornemens. De mogelijkheden voor publieke dienstverlening via het Internet zijn in 2005 beperkt verbeterd. Alle producten en diensten van de provincie staan in een internetcatalogus die ook via www.overheid.nl te benaderen is. Het doel van 45% E-dienstverlening aan het eind van 2005 is gerealiseerd. De financiële afwijking van € 172.000 heeft betrekking op beleidsinformatie en kent twee hoofdoorzaken. Enerzijds is het opzetten van een provinciebreed monitoringsysteem in 2005 te ambitieus gebleken. Voor subsidieverlening, vergunningverlening en handhaving en reconstructie zijn belangrijke stappen gezet. Anderzijds waren lasten geraamd voor het onderzoek naar de stroomlijning van de organisatiebrede beleidsinformatie- en beleidscontrolfunctie. Dit onderzoek is in 2005 gestart, maar zal worden afgerond in het eerste kwartaal van 2006. Positionering en profilering provincie Aan de hand van de Communicatieactiviteitenplannen van de leden van ons college en van het college als geheel hebben wij gewerkt aan de positionering en profilering van de provincie. Wij onderzoeken jaarlijks de bekendheid van de provincie en het oordeel over de provincie bij de Overijsselse bevolking (het zgn. imago-onderzoek, in 2005 voor de 5e maal gehouden). Uit het onderzoek blijkt onder meer dat diverse communicatiemiddelen (pagina in de huis-aan-huisbladen, de website, advertenties en Overijssels Buiten) gemiddeld met bijna een 7 worden gewaardeerd. Ruim driekwart van de respondenten geeft het cijfer 7 of hoger. Over het bereik en de waardering van www.overijssel.nl hebben wij afzonderlijk aan uw staten gerapporteerd. Het budget is volledig besteed. Juridische kwaliteitszorg Het door betrokken partijen gezamenlijk laten oplossen van juridische geschillen (o.a. via mediation) blijkt ook in 2005 goed aan te slaan. Bezwaarmakers, klagers en andere betrokkenen zijn daar in grote mate enthousiast over; alle reden om hier ook in 2006 mee door te gaan. De huidige bezwaarschriftenregeling maakt dit ook optimaal mogelijk. Ongeveer één op de
218
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
vijf bezwaarschriften doorloopt nog de volledige juridische procedure. Bijkomstig effect is een beter imago van de provincie, een meer extern gerichte oriëntatie van medewerkers en minder juridische vervolgprocedures bij de rechter. Een legal audit naar de toepassing van mandaatbevoegdheden wees uit dat dit in de provincie goed geregeld is. Daar waar zaken nog misliepen, zijn inmiddels de nodige maatregelen genomen. Ook is onderzocht hoe een aantal Europese richtlijnen binnen de provincie worden toegepast. We leren van eerdere ervaringen maar blijvende aandacht is nodig. Het actief bevorderen van ‘Europa-bewustheid’ kan hieraan bijdragen. Overigens is het product Juridische kwaliteitszorg per 1 januari 2006 opgehouden te bestaan (realisering Takendiscussie). Het budget is volledig besteed. Jongerenraad De Jongerenraad Overijssel heeft dit jaar in zijn werkplan het thema Vrijwilligerswerk centraal gesteld. De Jongerenraad heeft hierover voorlichting gegeven op diverse scholen en heeft een actieve rol vervuld op de nationale vrijwilligersdag in december. Jongeren op diverse scholen zijn enthousiast gemaakt voor vrijwilligerswerk. Daarnaast heeft de Jongerenraad vrijwilligersorganisaties geadviseerd over het werven van jonge vrijwilligers en hebben de leden van de Jongerenraad zelf de handen uit de mouwen gestoken. Het werkplan is uitgevoerd; de vraag hoe de Jongerenraad in 2006 moet worden ondersteund en welk accent in het werkplan moet komen te liggen komt in januari in de cie. Economie en Bestuur aan de orde. Het budget van de Jongerenraad is nagenoeg volledig besteed. Internationalisering/positionering provincie De relevantie van de EU voor de provincie neemt nog altijd toe. In 2005 is de sterke profilering van Overijssel in samenwerking met Gelderland via het Huis der Nederlandse Provincies (HNP) in Brussel voortgezet, o.a. door actief bij te dragen aan de lustrumconferentie van het HNP. Bestuurlijk is de betrokkenheid geïntensiveerd. Bestuurders gaan regelmatig naar Brussel en de Commissaris van de Koningin maakt veel werk van zijn voorzitterschap van de Nederlandse delegatie in het Comité van de Regio’s. Samen met Gelderland vormt Overijssel de verbinding
tussen West-Nederland en Midden-Duitsland. Overijssel zet zich samen met Gelderland en Limburg in voor een gezamenlijke agenda met Noordrijn Westfalen (NRW) en de Bezirke aan de Nederlandse grens. Verwacht wordt dat in januari 2006 daadwerkelijk een bestuurlijke overeenkomst kan worden aangegaan, waarna op diverse terreinen aan een inhoudelijk samenwerkingsprogramma kan worden gewerkt. Het proces van totstandkoming van de agenda is o.a. vertraagd vanwege plaatsvinden van de deelstaatverkiezingen in NRW. Overijssel is in 2005 voor een jaar voorzitter geworden van de Nieuwe Hanze Interregio (NHI), waarin Friesland, Groningen, Drenthe, Nedersaksen, Bremen en Overijssel samenwerken. Dit voorzitterschap mondt in 2006 uit in een werkconferentie over handelsbetrekkingen en clusters tussen Noord-Nederland en NoordDuitsland, een bezoek van de minister-president van Nedersaksen, waarbij de toekomst van de NHI zal worden verkend in het licht van de nieuwe structuurfondsenperiode. Vanuit PS is samen met parlementariërs uit andere provincies het initiatief genomen tot een jaarconferentie in september, die voor het laatst in 2003 is georganiseerd. Het budget is geheel besteed. De Andere Provincie Het Programma Andere Provincie is de paraplu en motor voor projecten waarmee we het functioneren van de provincie verbeteren. De prestaties die wij ons voor 2005 hadden voorgenomen zijn (vrijwel) volledig geleverd. Een belangrijk speerpunt het afgelopen jaar was het herijken van provinciale regelingen. Van de 170 regelingen die we op 1 januari 2005 telden was aan het eind van het jaar nog maar een derde over. Na het in werking treden van de integrale waterwet (vermoedelijk in 2007) blijven circa 25 transparante regelingen over. Belangrijker dan het aantal zijn inhoudelijke wijzigingen. Bij subsidies sturen we meer op prestaties en gaan we zakelijk om met subsidieontvangers met zo min mogelijk rompslomp, ontheffingstelsels zijn waar mogelijk omgezet in algemene regels. De nieuwe regels vragen ook om andere houding en vaardigheden van ambtenaren én om andere werkprocessen. Komend jaar zal de nadruk daarom verschuiven naar de kwaliteit van processen. Ook dit jaar is daar al veel in geïnvesteerd. Gebiedsgericht werken is verder doorontwikkeld, we draaiden een pilot omgevingsvergunning, alle processen bij milieuver-
gunningverlening en handhaving zijn ISO-gecertificeerd en er is/wordt gewerkt aan 'lean production' van milieuvergunningen, we versnelden woningbouwprocessen op allerlei manieren, we hebben eerste stappen gezet naar selectiever toezicht in de ruimtelijke ordening, we drongen bureaucratie in de jeugdzorg terug en we ontwikkelden ons e-loket. Een ander ijkpunt dit jaar was de Overijsselse Top Andere Overheid op 15 september. Deze bestuurlijke werkconferentie was een gezamenlijk initiatief van Gedeputeerde Staten en de VNG-afdeling Overijssel. Op tafel lagen 35 concrete voorstellen om de bureaucratie te verminderen. De aanwezige bestuurders kozen zeven voorstellen uit en spraken af zich in 2006 in te zullen zetten om het voorstel te realiseren. Eind 2006 - na de 1-meting administratieve lasten kunnen we een gefundeerd oordeel geven over het effect van onze activiteiten. Wij gaan er van uit dat Overijssel goed op koers ligt. Het budget is vrijwel geheel besteed. Twente in internationaal perspectief/ samenwerking Polen In januari 2005 is de startconferentie Twente in internationaal perspectief georganiseerd. Met vele bestuurlijk en maatschappelijke partners uit Twente en Duitsland is daar een aantal actiepunten afgesproken, die verschillende partijen in 2005 ter hand hebben genomen. In maart 2006 wordt aan deze conferentie een vervolg gegeven door het commitment van diverse bestuurders op concrete actiepunten af te spreken. Nieuwe input is te verwachten vanuit internationale aspecten van de Innovatieroute, die in december door het Innovatieplatform Twente aan de Minister-President is aangeboden, en een onderzoek naar de ontwikkelingskansen van de ‘A1-corridor’ van Randstad tot Berlijn/Stettin (Westpommeren, Polen). In 2005 zijn de samenwerkingsmogelijkheden met de Poolse provincie Westpommeren uitgebreid onderzocht. In juni is een Poolse delegatie in Overijssel ontvangen en in oktober is een delegatie van PS kennis gaan maken. Er is aan weerskanten groot enthousiasme ontstaan voor nadere samenwerking. Deze zou zich vooral moeten concentreren op de volgende thema’s: innovatie en onderwijs, economische ontwikkeling van het platteland en vervoer/infrastructuur. In 2006 wordt beoogd een formele samenwerkingsovereenkomst te tekenen en een inhoudelijk werkprogramma op te stellen, dat elk jaar wordt vernieuwd. Het budget is geheel besteed.
Jaarverslag 2005
219
Onderzoeksprogramma 2005 Commissie Beleidsevaluatie De commissie beleidsevaluatie heeft de 2 afgesproken onderzoeken verricht. Het gaat om onderzoeken naar de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur in Overijssel en naar de effectiviteit van Europese subsidies. De geplande zelfevaluatie heeft niet plaatsgevonden. Reden hiervoor is dat de zelfevaluatie zou gebeuren in relatie tot de Rekenkamer OostNederland. De Rekenkamer is echter pas sinds november 2005 operationeel. De commissie komt in februari 2006 met een voorstel aan PS over o.a. de zelfevaluatie, het voortbestaan van de commissie beleidsevaluatie en het onderzoeksprogramma 2006. Communicatieplan Provinciale Staten Het publieksdebat over wonen, zorg en welzijn is voorbereid. Dit debat is gevoerd in januari 2006. In de begroting was er mee gerekend dat alle kosten in 2005 zouden worden gemaakt, hetgeen niet het geval is. In 2005 is het bedrijfsplan voor het debatcentrum opgesteld. De bijdrage van PS aan de kosten van de kwartiermaker van het debatcentrum zal in 2006 plaatsvinden.
220
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000
Programma Economie en Innovatie Nieuw beleid
APR II, bedrijven > 25 medewerkers Arbeidsplaatsenregeling, bedrijven < 25 medewerkers Kennispark Twente (Inv.progr.) Revitalisering/TIPP-regeling Toerisme Recreatie ICT, 3e fase, E-visie, breedbandproject NDIX Technology valley Twente Innovatie impuls Overijssel Revitalisering bedrijventerreinen Totaal
Arbeidsplaatsenregeling APR II, bedrijven> 25 medewerkers Het budget was beschikbaar voor de APR II voor Steenwijk en Hardenberg (onderdeel van de cofinanciering tegenover de hiervoor beschikbare Europese middelen (EFRO)). Er zijn in deze gemeenten echter geen bedrijven geweest die gebruik hebben gemaakt van de APR II. Dit budget is daarom niet gerealiseerd. De APR II kent strikte criteria en in dit gebied is geen bedrijf gevestigd of uitgebreid die aan deze criteria voldeed. Als provincie hebben we hier geen invloed op. De doelstelling voor de APR II voor dit gebied is dus niet gehaald. Voor dit bedrag wordt een voorstel voor resultaatbestemming jaarrekening 2005 gedaan, om het niet gerealiseerde budget vanuit de APR II van Steenwijk/Hardenberg aan te wenden voor de APR II die nog geldig is voor het Regionaal Bedrijven Terrein. Arbeidsplaatsenregeling, bedrijven < 25 medewerkers De APR Klein was een succes. Het bedrag is nagenoeg geheel besteed en hiermee zijn 512 fte gerealiseerd. Daarmee is de doelstelling van de APR Klein volledig bereikt. Kennispark Twente (Inv.progr.) Kennispark Twente heeft als doel om in 2020 10.000 extra arbeidsplaatsen te realiseren. Kennispark is een ontmoetingsplaats van creatieve ondernemers en onderzoekers. Goede faciliteiten in de vorm van laboratoria, businessaccelerators (makelaars tussen kennis, ondernemerschap, geld en marketing voor
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
262 1.292 1.866 1.000 100 300 750 200 300 21 970 –––––––– 7.061
0 1.292 1.064 1.000 91 300 698 200 300 0 970 –––––––– 5.915
262 0 802 0 9 0 52 0 0 21 0 –––––––– 1.146
nieuwe technologieën en vragen uit de markt) en research & development ruimte zorgen voor de randvoorwaarden om gericht op zoek te gaan naar nieuwe product-marktcombinaties. In 2005 zijn twee businessaccelerators gestart. Daarnaast is de T-Xchange (virtuele testruimte voor productontwikkeling) geopend en een proeffabriek voor microsysteemproducties in werking gesteld. Voor de overdracht van kennis op het gebied van laserlassen is het Laser Applicatiecentrum ondersteund. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor het opzetten van twee businessaccelerators die in 2006 starten. De verschillende projecten hebben de verwachting gezamenlijk ongeveer 1500 arbeidsplaatsen in 3 -5 jaar te realiseren. De opzet van een professionele zelfstandige kennisparkorganisatie is voorzien in 2006. Per jaar staat € 1,2 miljoen op de begroting voor de realisatie van kennispark. Het jaar sluit af met een onderuitputting. Dit is het gevolg van het feit dat opzet van de nieuwe businessaccelerators meer tijd kosten dan voorzien. Het onbenutte deel in 2005 van het totale budget bedraagt € 802.000. Hiervoor zal een voorstel voor resultaatbestemming worden gedaan. Revitalisering/TIPP-regeling Vanuit het ministerie van EZ ontvangt de provincie vanuit het TIPP-programma 2001 en 2002 middelen om revitalisering van bedrijventerreinen in negen gemeenten mogelijk te maken. Aanvullend op de rijksbijdrage levert de provincie zelf 15% cofinancie-
Jaarverslag 2005
221
ring. De voortgang van de TIPP-projecten loopt niet geheel volgens planning. Met name juridische obstakels hebben voor vertraging gezorgd. In 2006 dient voor het 2001-programma duidelijk te worden in welke mate de oorspronkelijke doelen worden gehaald. In 2007 geldt dit ook voor het 2002-programma. De taak van de provincie is om twee maal per jaar (voor elk programma eenmaal) te rapporteren over de voortgang aan EZ. Op basis hiervan ontvangt de provincie een voorschot dat vervolgens weer wordt uitgekeerd aan de gemeenten. Dat is gebeurd. Afgelopen jaar is de begroting bijgesteld op basis van nieuwe inzichten over de voortgang van de TIPP-projecten. Toerisme De middelen voor toeristische regiomarketing worden vanaf 2004 in de vorm van projectsubsidies ingezet om de Regionale Bureaus voor Toerisme in Overijssel (5) in de gelegenheid te stellen zich verder te ontwikkelen als regionale toeristische marketingorganisaties. De middelen uit 2004 hebben in 2005 geresulteerd in concrete producten. Zo heeft het RBT Kop van Overijssel producten rond het thema Otto de Otter gepresenteerd. RBT Kampen-Zwolle-Overijssels Vechtdal heeft in dit jaar een aantal projecten gerealiseerd die gericht zijn op de toeristische ontwikkeling van Kampen en Zwolle en ook de verbinding tussen deze steden (Hanzevaartocht). Vooral de doelgroep jongeren heeft bijzondere aandacht gekregen. De ondersteuning voor het Twents Bureau voor Toerisme (TBT) heeft geresulteerd in een marketingplan en uitvoering van een recreatiekrant, toeristische Twentegids, campingkaart en beursbezoek. Naast het TBT heeft in 2005 ook het Sallands Bureau voor Toerisme een bijdrage van de provincie ontvangen voor de uitvoering van het project ‘Wie het kleine niet eert, is Salland niet weert’. Het project is gericht op het gezamenlijk promoten van verschillende toeristischrecreatieve activiteiten op het platteland in Salland. Het gevolg van de ondersteuning van deze projecten van de Regionale Bureaus voor Toerisme is dat deze bureaus met deze concrete resultaten nadrukkelijk draagvlak creëren en de samenwerking binnen de regio zich verder ontwikkelt. De middelen voor 2005 zijn uitgeput en aanvragen voor 2006 liggen al voor. Recreatie De Regeling KwaliteitsImpuls Toerisme Overijssel (KITO) wil toeristische ondernemers stimuleren tot het doen van investeringen ter verbetering van de kwaliteit van hun bedrijven. Met de ‘Nieuw-beleidmiddelen’ wordt beoogd om de regeling in de gehele provincie (dus ook buiten de ‘Europese gebieden’) te kunnen uitvoeren.
222
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
De belangstelling voor de KITO-regeling uit de nietEuropese gebieden bleef aanvankelijk echter achter bij de verwachting. Een extra promotionele impuls heeft uiteindelijk toch geleid tot een groot aantal aanvragen uit deze gebieden. Wij hebben medio 2005 besloten deze middelen ook beschikbaar te stellen aan bedrijven uit gebieden waar de KITO- middelen al uitgeput waren. Echter door de toegenomen vraag uit de niet-Europese gebieden heeft het honoreren van middelen aan bedrijven uit gebieden waar de middelen al uitgeput waren slechts incidenteel plaats gevonden. De KITO-regeling is op 31 oktober 2005 gesloten.
ICT, 3e fase, E-visie, inclusief breedbandproject In november 2005 heeft de gemeente Zwolle een samenwerkingscontract getekend met Essent en KPN voor de start van een lokaal breedbandnetwerk in de stad met lage prijzen voor zakelijke klanten (www.breedbandzwolle.nl ). Ter aanvulling hierop heeft de provincie een subsidie verstrekt van € 200.000 voor de inrichting van een digitale marktplaats in Zwolle en de aansluiting van BreedbandZwolle op de andere marktplaatsen in Overijssel. Het beheer wordt uitbesteed aan de Nederlands-Duitse Internet Exchange (NDIX) die apparatuur plaatst in het computercentrum van het provinciehuis. De marktplaats is gereed per april 2006. Hierdoor kunnen afnemers en ICT-dienstenaanbieders in de vijf grote steden tegen een aantrekkelijke prijs/prestatieverhouding en uniforme afspraken een overstap maken naar voorzieningen zoals internet, telefonie, digitale televisie en computeruitwijk. De Zwolse marktplaats maakt deel uit van het open breedbandnetwerk in Oost-Nederland. Hiermee zijn de voorgenomen prestaties nagenoeg geheel in 2005 gerealiseerd. Het budget is niet geheel gerealiseerd en het restant van € 51.800 kan vrijvallen. Technology valley Twente In december 2004 is het Innovatieplatform Twente opgericht. Het platform moet een impuls geven aan de ontwikkelingskansen en innovatiekracht van de Twentse economie. Het Innovatieplatform is daarnaast een uitwerking van de organisatiestructuur in het kader van Kennisbeleid Oost en de in ‘Pieken in de Delta’ opgenomen samenwerking tussen de kennisnetwerken rondom de Universiteit Twente, Nijmegen (Health Valley) en Wageningen (Food Valley). Het Innovatieplatform Twente heeft gezamenlijk met ondernemers, onderwijs- en onderzoeksinstel-
lingen en de overheden de innovatieroute Twente vastgesteld. In deze route is een langjarig investeringsprogramma opgenomen om de innovatie-infrastructuur als ook de daadwerkelijke innovatie te bevorderen. Het gaat dan om het opzetten van projecten en product-marktcombinaties in cluster zoals de Bouw, Zorg, Food, Materialen en Veiligheid. Daarnaast richt de strategie zich op het leggen van verassende verbindingen tussen cluster en andere innovatienetwerken. Daarnaast zijn de voorbereidingen getroffen voor het opzetten van een uitvoeringsorganisatie voor de innovatieroute en de ontwikkeling van een innovatiefonds. De proceskosten worden voor drie jaar gedekt door een jaarlijkse bijdrage van € 300.000. Andere activiteiten van het platform worden met andere middelen gefinancierd (bedrijfsleven, gemeente en landelijke middelen). Revitalisering bedrijventerreinen De provincie spoort gemeenten en bedrijven aan om in 2007 concrete herstructureringsprojecten in uitvoering te hebben. De provincie levert een financiële bijdrage via een herstructureringsregeling. Wij financieren en nemen deel in de projectuitvoering van herstructureringsprojecten. In 2005 is een inhaalslag gemaakt ten opzichte van 2004. De Provincie Overijssel heeft in totaal 4 herstructureringsprojecten ondersteund. Het betreft de projecten: - Rollepaal - Dedemsvaart/Hardenberg; - Voorst - Zwolle; - Slachthuiskade - Almelo; - De Mors - Holten - Rijssen. Hierbij wordt een bijdrage geleverd aan de subdoelstelling om te komen tot voldoende marktgerichte locaties van voldoende kwaliteit. Daarnaast wordt verwezen naar de rapportage over de realisatie van de middelen uit het actiefonds. Vanuit het actiefonds is in 2005 namelijk ook nog een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor de revitalisering van het bedrijventerrein in Hasselt.
Jaarverslag 2005
223
Bedragen x € 1.000
Programma Water Nieuw beleid
Wateropgave Uitvoering kaderrichtlijn water Intensivering beverrattenbestrijding Samenwerking water Roemenië Ruimte voor de rivier Rivierdijkversterking Totaal
Wateropgave In 2004 is door het instellen van de Subsidieverordening Water Overijssel 2004 een impuls gegeven aan de uitvoering van het waterbeleid. Met deze subsidies maken wij een versnelde uitvoering van waterprojecten mogelijk, voortvloeiend uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. In 2005 zijn acht projecten gesubsidieerd in het kader van deze subsidieverordening. Door financiële steun konden deze projecten versneld in uitvoering worden genomen. Daarmee is een belangrijke bijdrage geleverd aan het realiseren van de provinciale beleidsdoelen waterkwaliteit en veerkracht van de watersystemen, zoals aangegeven in het Waterhuishoudingsplan en het bestuursakkoord Ruimte voor Actie. Nadat een omvangrijk project in de loop van het jaar niet realiseerbaar bleek, is het daarmee gemoeide geld grotendeels ingezet voor enkele andere projecten, het restant is vrijgevallen. Enkele voorbeelden van gesubsidieerde projecten: • Bergbezinkbassin Buurse (gemeente Haaksbergen) Sanering riooloverstort in een kwetsbaar gebied (Buurserbeek) dat aangemerkt is als kwaliteitswater. Hiermee worden diergezondheidsproblemen verminderd en wordt de waterkwaliteit van het ontvangende water verbeterd. • Het Wiemsel (gemeente Dinkelland) Herstel Hollandergraven (waterparel), hiermee wordt water vastgehouden en wordt verdroging tegengegaan. Hierdoor kunnen de gewenste natuurdoeltypen gerealiseerd worden. • Retentie Delden Oost Aanleg retentiegebied op de laaggelegen grond van Twickel. • Project Dirkzwager (Groot Salland) Aanleg van waterberging op een particulier terrein en aanleg van natuurvriendelijke oevers. • Project Knapenveld (gemeente Raalte)
224
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
750 86 31 50 200 1.000 –––––––– 2.117
710 86 30 49 161 1.000 –––––––– 2.036
40 0 1 1 39 0 –––––––– 81
Omzetten van landbouwgrond in natuur in een van nature kwetsbaar gebied. In een hellend zandgebied wordt vier hectare waterberging aangelegd in combinatie met natuur. Uitvoering kaderrichtlijn water In het deelstroomgebied Rijn-Oost is Overijssel trekker van het proces om de Kaderrichtlijn Water (KRW), dat inmiddels wordt geïntegreerd met de uitvoering van het Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21). Daarmee wordt beoogd het watersysteem voor 2015 “op orde” te krijgen, dat wil zeggen dat het risico op wateroverlast binnen de daarvoor vast te stellen normen blijft en dat de waterkwaliteit voldoet aan de eisen die daaraan door Europa, Rijk en provincie worden gesteld. Naast een personele investering van € 86.000 in de trekkersrol heeft de provincie vanuit reguliere middelen van de begroting van het programma Water voor € 30.000 bijgedragen aan de KRW-WB21 activiteiten in Rijn-Oost. In 2005 zijn het Draaiboek Rijn-Oost Nota 2006 en een grondwatermonitoringsplan opgesteld. Daarnaast is per waterlichaam een vergelijking gemaakt van de ecologische doelen uit het waterhuishoudingplan en de recentelijk afgeleide ecologische doelen van de KRW. Het Draaiboek heeft de provincie in staat gesteld om haar coördinerende rol beter te vervullen. Deze vergelijking geeft de provincie Overijssel de mogelijkheid om gerichte keuzes te maken met betrekking tot de ecologische doelstellingen voor de diverse waterlichamen. Intensivering beverrattenbestrijding De coördinatie van de beverrattenbestrijding vindt landelijk plaats onder regie van de Landelijke Coördinatie Commissie Muskusrattenbestrijding. De kosten van deze bestrijding worden gelijkelijk
verdeeld tussen IPO en Unie van Waterschappen. De provincie Overijssel betaalt vervolgens weer een vast percentage van de IPO-bijdrage. Om de doelstelling (het uitroeien van de beverrat in Nederland in 2007) te kunnen bereiken, is de inzet in de jaren 2005/2006 verdubbeld. Dit betekende voor het bestrijdingsjaar 2005 een verdubbeling van de kosten: van € 30.000 per jaar, gefinancierd met reguliere middelen vanuit het programma Water, naar € 61.000 per jaar. Of deze extra inzet effectief is, zal blijken uit een in 2006 uit te voeren evaluatie. Samenwerking water Roemenië Vanwege een overstromingsramp in juli 2005 is de beschikbare € 50.000 naar wens van de Roemeense partners vooral ingezet op het structureel verlagen van hoogwaterrisico’s. Er is een in het Roemeense waterbeleid goed ingevoerd adviesbureau ingehuurd om doelen en pilotgebied in deze in beeld te brengen en er zijn twee hoogwatermissies van provincie en vier waterschappen aan het getroffen gebied Teleorman uitgevoerd. Er ligt inmiddels een onderbouwd plan om het door de provincies en waterschappen gecreëerd “Hoogwaterfonds Teleorman” voor de Roemeense partner in te zetten. Hiermee willen wij een structurele verbetering bereiken van de hoogwatersituatie in Teleorman. Er worden watertechnische en institutionele analyses uitgevoerd in een pilotgebied (Calnistea) waarbij zowel de hoogwaterramp van juli-augustus 2005 aan bod komen als de gewenste toekomstige situatie. Indien er externe financiering kan worden verkregen (via Partners voor Water) dan zal binnen het pilotgebied naast onderzoek ook gewerkt kunnen worden aan daadwerkelijke uitvoering van watertechnische werken. De institutionele analyse, uit te voeren door de Universiteit van Twente, richt zich naast de hoogwateraspecten ook op de drinkwatervoorziening en de afvalwaterverwerking, twee andere hoofdonderdelen van het samenwerkingsproject. In 2006/2007 wordt het voor Roemenië geoormerkte geld vooral ingezet voor het verbeteren van de drinken afvalwatersituatie via het verwerven van daarvoor inzetbare EU-fondsen, zoals ook de aanvankelijke inzet voor 2005 was. Ruimte voor de Rivier Het kabinet heeft de PKB (Planologische kernbeslissing) Ruimte voor de rivier vastgesteld en verzonden naar de Tweede Kamer. Daarin worden de ruimtelijke maatregelen aangegeven die nodig zijn om de toekomstige hoogwaterafvoer te kunnen verwerken. Ingestemd wordt met het voorkeurspakket van
maatregelen, behalve bij Kampen waar het kabinet om budgettaire redenen heeft gekozen voor verdieping van het zomerbed. Zoals aangegeven in het regioadvies kiest de regio voor duurzame oplossingen, zoals een blauwe bypass bij Kampen. De haalbaarheid wordt thans in het kader van het Voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie IJsseldelta onderzocht. In de loop van 2006 komen de resultaten daarvan beschikbaar. Hieraan is € 150.000 bijgedragen. Het overige deel van het budget zou grotendeels besteed worden aan de voorfinanciering van de planstudies van de twee Zwolse koploperprojecten (dijkverlegging Westenholte en Scheller- en Oldeneler buitenwaarden). In het najaar van 2005 zijn afspraken met het Rijk gemaakt over de financiering van deze projecten. Voorfinanciering van kosten door de provincie bleek niet nodig te zijn. Daardoor is circa € 38.000, welk bedrag bedoeld was ter dekking van voorfinancieringslasten, niet besteed en als gevolg daarvan vrijgevallen. Rivierdijkversterking Het Deltaplan Grote rivieren (1996) heeft betrekking op de Primaire waterkeringen en is bedoeld om een voldoende bescherming tegen overstroming te realiseren. De projecten die deel uitmaken van het Deltaplan Grote Rivieren worden uitgevoerd door de waterschappen en worden voor 72% door de provincie gesubsidieerd. De subsidies worden betaald uit de “Voorziening rivierdijkversterking”. Deze voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse uitkering vanuit Rijks- en provinciale middelen. Om te voorkomen dat deze voorziening negatief (rood) zou komen staan is in 2005 een extra dotatie van € 1.000.000 gedaan, zodat een versnelling van de uitvoering kon worden gefinancierd. Er is dus geen sprake van dat de provincie haar totaal bijdrage verhoogd, het gaat om een tijdelijke bijdrage die later wordt verrekend met het totaal. In 2005 is de keersluis Zwolle gereedgekomen, de dijkverbetering Kamperzeedijk is in uitvoering genomen, deze wordt afgerond in de loop van 2006. De nieuwe waterkering op het Van Heutzplein in Kampen is veilig, maar moet nog officieel afgerond worden. Na voltooiing van deze projecten voldoen alle primaire waterkeringen aan de nu gestelde eisen.
Jaarverslag 2005
225
Bedragen x € 1.000
Programma Ruimte Nieuw beleid
Stedelijke vernieuwing (ISV) Rood-voor-Rood Voortzetting stimuleringsprogramma Ontwikkelingsplanologie kwaliteitsexperimenten etc. Streekfunctie Steenwijk en Hardenberg Bouwen aan wonen Hergebruik karakteristieke monumenten Langer zelfstandig wonen Totaal
Stedelijke vernieuwing (ISV) De provinciale middelen voor stedelijke vernieuwing (ISV) zijn in 2005, samen met de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen, aangewend voor projecten/programma’s ter verbetering van de woonen leefomgeving in de steden en dorpen in Overijssel, het reduceren van de geluidsoverlast en het saneren van vervuilde locaties ten behoeve van woningbouw. Hiertoe hebben wij bijdragen toegekend aan de ISVprogramma’s van 7 programmagemeenten en zijn 14 beschikkingen afgegeven aan projectgemeenten voor de realisering van gemeentelijke herstructureringsprojecten. Rood-voor-Rood Om de waardevolle vrijkomende agrarische bebouwing een goede nieuwe bestemming te geven, worden oplossingen aangedragen die de ruimtelijke kwaliteit verhogen. In 2005 is daartoe, zoals afgesproken, een pakket van maatregelen en instrumenten ontwikkeld om het hergebruik of sloop van vrijkomende agrarische bebouwing te reguleren. Het pakket bestaat uit subsidieregelingen voor transformatieplannen industrieel en agrarisch erfgoed, verruiming van de mogelijkheden om agrarische bedrijfsgebouwen op een goede wijze te hergebruiken en een regeling (“Rood voor Rood met gesloten beurs”) waarbij landschapsontsierende bebouwing kan worden gesloopt. Door het succes van deze regeling met gesloten beurs, is in 2005 besloten de regeling waarbij financiële compensatie wordt geboden voor het slopen van landschapsontsierende bebouwing, niet verder te ontwikkelen.
226
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
508 1.256 107 75 250 375 75 1.500 –––––––– 4.146
508 254 107 72 250 375 0 1.499 –––––––– 3.065
0 1.002 0 3 0 0 75 1 –––––––– 1.081
Voortzetting stimuleringsprogramma De stimuleringsprogramma’s voor het industrieel en het agrarisch erfgoed hebben tot doel om de waardevolle karakteristieke bebouwing te behouden door nieuwe bestemmingen hiervoor te zoeken. Voor het agrarisch erfgoed is in 2005 een stimuleringsprogramma opgesteld. In het kader van de reanimatie van het industrieel erfgoed is gewerkt aan de uitvoering van diverse projecten, zoals: - De Laarman in Luttenberg - Roombeek Enschede, studie voor Brouwhuis - De vervolgstudie voor Silo in Mariënberg. Ontwikkelingsplanologie kwaliteitsexperimenten etc. In 2005 zijn diverse experimenten gestart die de ruimtelijke kwaliteit in Overijssel vergroten en die de provincie voorbereiden op een meer ontwikkelingsgerichte rol in de planologie. Te noemen zijn bijvoorbeeld het werkschrift Ruimtelijke kwaliteit, het gebiedsontwikkelingsproject IJsseldelta, het ontwikkelen van de provinciale instrumentenkoffer, de scan van bestaande regelgeving en procedures en het vormgeven van actieve samenwerking met gemeenten en andere partners. Ook is in 2005 het Overijssels Kwaliteitsatelier voorbereid dat vanaf 2006 van start gaat. Daarnaast zijn projecten gestart/afgerond op het gebied van burgerparticipatie in Salland, de pilot van ombouw van vrijkomende agrarische bebouwing tot startershuisvesting in de gemeente Olst-Wijhe, een studie naar de inpassing van de randweg bij Stadshagen en een discussie over de ontwikkeling van Twickel en de N346.
Streekfunctie Steenwijk en Hardenberg De middelen voor de versterking van de Streekfunctie van Steenwijk en Hardenberg zijn bedoeld voor het bijdragen aan het versterken van de centrumfunctie, het stimuleren van de werkgelegenheid en het versterken van het voorzieningenniveau. In 2005 is een evaluatie uitgevoerd waaruit blijkt dat het convenant en bijbehorende middelen de gewenste ontwikkelingen in de streekcentra entameren. Dit door de gezamenlijke inspanningen van Steenwijk, Hardenberg en de provincie. Daarnaast is ingezet op een versnelling van de woningbouwprogramma’s, waarmee gewerkt is aan voldoende woningen voor ouderen en starters, de automobiliteit is teruggedrongen en het verblijfstoerisme bevorderd. Bouwen aan wonen Het Actieprogramma Bouwen aan wonen is er op gericht om de woningbouwproductie in Overijssel te stimuleren. Het Plan van aanpak woningbouwproductie, zoals wij hebben vastgesteld, is uitgevoerd conform planning. Dit betekent dat in 2005 19 woningbouwprojecten zijn aangejaagd door betrokken partijen (gemeenten en marktpartijen) te stimuleren, door complexe problemen mee op te lossen en door een financiële bijdrage te leveren. Ook is de digitale checklist ontwikkeld, die als hulpmiddel dient om de procedures en vergunningen voor woningbouwprojecten inzichtelijk te krijgen. Tenslotte zijn de inspanningen van provincie en diverse gemeenten om het woonbeleid te realiseren, neergelegd in de Prestatieafspraken woningbouw. Hiermee worden afspraken gemaakt die de uitvoering van het gemeentelijk en provinciaal woningbeleid mogelijk maken.
Langer zelfstandig wonen De keten wonen-zorg-welzijn richt zich er op dat ouderen, gehandicapten en/of ggz-cliënten langer zelfstandig kunnen wonen als zij dat willen. Daarbij hebben we ons in 2005 gericht op het aanbrengen van domoticavoorzieningen in meer dan 100 woningen, een versterkte aandacht voor wonen, zorg en welzijn in de gemeentelijke woonplannen en de prestatieafspraken woningbouw. Daarnaast hebben we 13 gemeenten geholpen bij het opzetten van woonzorgzones en 10 gemeenten bij het opzetten van zorgloketten. Bovendien zijn 2 experimenten met welzijnsdiensten (bezorgdiensten van ondermeer medicijnen en maaltijden) gestart. Het aantal Twentse gemeenten dat deelneemt aan de registratie van zorgwoningen loopt helaas nog achter bij de planning. De reden hiervoor wordt ondermeer gevonden in de druk die gemeenten ervaren door de invoering van de Wet Maatschappelijke Ontwikkelingen. Met meerdere gemeenten is overleg gaande over de invoering in 2006. De invoering van de database is ondermeer opgenomen in het ondersteuningsaanbod van Arcon voor gemeenten.
Hergebruik karakteristieke monumenten In de najaarsnota 2005 is gemeld dat het beschikbare budget ad € 75.000 niet in 2005 zal worden besteed door opgelopen vertraging in de afstemmingsprocedures. Niettemin liggen de bestemmingen vast en zijn de middelen nodig om het ingezette beleid uit te kunnen voeren. Het voorstel is via resultaatbestemming het budget alsnog in te zetten voor de uitvoering van het beleid in 2006.
Jaarverslag 2005
227
Bedragen x € 1.000
Programma Wervende Steden Nieuw beleid
Grotestedenbeleid Totaal
Grotestedenbeleid De provincie heeft met de vijf grote Overijsselse steden voor de periode 2005 t/m 2009 opnieuw convenanten over Grotestedenbeleid afgesloten. De samenwerkingsthema’s Wonen in de Stad, Sociale Samenhang, Veiligheid en Economie als Motor vormen de kern van de convenanten. Focussen en differentiëren zijn hierbij sleutelwoorden; niet elk thema speelt immers in elke stad (even sterk). In de convenanten zijn daarom per stad specifieke thema’s benoemd en zijn prestatieafspraken met de steden en stedelijke netwerken gemaakt. Het belang van sterke en vitale steden blijft voorop staan. Er is meer dan voorheen aangesloten bij de stad en haar omgeving én de stad binnen de stedelijke netwerken. Voor de
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
4.263 –––––––– 4.263
4.263 –––––––– 4.263
0 –––––––– 0
gehele periode is € 21 miljoen beschikbaar. Dit jaar is ongeveer een vijfde van dit bedrag uitbetaald aan de steden; er is bijvoorbeeld € 400.00 beschikbaar gesteld voor Muziekkwartier (de voorbereidingen van de bouw zijn gestart) en eenzelfde bedrag voor Hart van Zuid (Hengelo werkt aan een ontwerpbestemmingsplan voor het gehele gebied). De subsidies aan de steden zijn voor de gehele periode ineens verleend; formeel dienen ze zich pas na afloop van de periode te verantwoorden, maar in bestuurlijke stadsgesprekken wordt twee maal per jaar de stand van zaken van uitvoering van de convenanten besproken. Uit de dit jaar gehouden gesprekken blijkt dat de activiteiten over het algemeen op schema liggen. Het budget is geheel besteed.
Bedragen x € 1.000
Programma Landelijk Gebied Nieuw beleid
Reconstructie Reconstructie, storting in reserve Reconstructie Reconstructie, storting in reserve Grondwaterbeheer Landelijke Niet-reconstructie gebieden (vh: Regionale Ontwikkeling Overijssel) Regeling vitaliteit kleine kernen Implementatie ILG Totaal
Reconstructie Reconstructie en landinrichting zijn belangrijke instrumenten om onze doelstellingen in het landelijk gebied te realiseren. Bij landinrichting gaat het vooral om doelstellingen op het gebied van landbouw, natuur,
228
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
6.354 5.200 300 1.032 1.388 100 –––––––– 14.374
4.622 5.200 300 904 1.218 87 –––––––– 12.331
1.732 0 0 128 170 13 –––––––– 2.043
landschap, water en recreatie. Reconstructie is nog breder, en omvat ook doelstellingen op het gebied van sociale en economische vitaliteit. Met reconstructie en landinrichting zetten wij beleidsvoornemens om in concrete inrichtingsmaatregelen.
Er zijn 26 plan- en gebiedsuitwerkingen opgestart waaruit projecten voortkomen om de reconstructiedoelen te bereiken. De uitvoering van het reconstructieplan is goed op gang gekomen in 2005. Er is gestart met realisatie van de reconstructiedoelen voor o.m. natuur, landbouw, water, landschap en leefbaarheid door uitvoering van ongeveer 300 projecten. Van de extra reconstructiemiddelen kan in 2005 € 4,6 miljoen omgezet worden in kasuitgaven; € 7,2 miljoen vloeit voorshands terug naar de bestemmingsreserves Reconstructie en Grondwaterbeheer (herrichting naar Reconstructie). Uit deze bestemmingsreserves zal, op basis van kasbehoefte, de komende jaren onttrokken worden. Per ultimo 2005 is ongeveer € 9 miljoen (uit regulier budget en nieuw beleid tezamen) vastgelegd in lopende projecten, wat de komende jaren tot kasuitgaven zal leiden. Ook zijn er Europese middelen en middelen van Rijk, waterschappen, gemeenten en derden ingezet. Landelijke Niet Reconstructiegebieden (vh: Regionale Ontwikkeling Overijssel) Het platteland is het speelveld waar veel veranderingen gaan plaatsvinden, waar veel claims voor ruimtegebruik liggen en waar ruimtelijke herinrichting aan de orde is. Om daar goede oplossingen voor te kiezen, is een gecoördineerde aanpak nodig. De analyse van de vraagstukken op het platteland en de doelstellingen om oplossingen te bieden zijn op hoofdlijnen in de strategische plannen verwoord. Echter, de daadwerkelijke uitwerking en uitvoering van veel beleid uit de fysieke, sociale en economische hoek vraagt om een agendavorming, waarin samengewerkt wordt met partners. Die agendavorming vertaalt zich in uitvoeringsprogramma's per gebied. Agendavorming vindt plaats via de methode van het integrale gebiedsgerichte werken. Deze methode passen we toe in de programma’s plattelandsontwikkeling en wervende steden. Reconstructie is een bijzondere invulling van plattelandsontwikkeling in drie gebieden. Hetzelfde geldt voor de stedelijke gebieden en GSB/netwerksteden. Voor deze 6 gebieden zijn de prestaties en middelen onder deze noemers gereserveerd. De middelen voor gebiedsgericht werken (GGW) zijn deels bedoeld om gebiedsgericht werken gaandeweg in te voeren en deels programmageld voor Noordoost- en Noordwest-Overijssel. Er zijn gebiedsprogramma’s opgesteld voor 2005. In de programma’s zijn projecten opgenomen. In NoordoostOverijssel zijn een aantal projecten gehonoreerd. Voor
Zwolle-Kampen zijn ook projecten in het landelijk gebied gerealiseerd. In beide gebieden zijn gebiedsmakelaars ingesteld. In beide gebieden functioneert een leefbaarheidmakelaar. In Noordoost-Overijssel is een Ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit ontwikkelingsperspectief vormt de basis voor een op te stellen uitvoeringsprogramma. Dit zal in 2006 worden vastgesteld. In Noordwest-Overijssel wordt het gebiedsperspectief aangepast. Met het opstellen van nieuwe kaders (ontwikkelingsperspectief en aanpassing van het gebiedsperspectief) en het vaststellen van een aantal projecten is vorm gegeven aan het gebiedsgericht werken in de gebieden. De structuur Bestuurlijk Gebieds Overleg – Aanjaag Team (BGO-AT) is neergezet, is bemenst en functioneert. Regeling vitaliteit kleine kernen Het behouden van bestaande basisvoorzieningen in het landelijk gebied door onder andere bundeling en scheppen van basisvoorzieningen is gerealiseerd via de uitvoering van de vitaliteitsregeling kleine kernen en Kulturhusen. Er zijn in 2005 ruim 20 basisvoorzieningen gehonoreerd: multifunctionele centra, dorpsen buurthuizen, kulturhusen en brede scholen. Het totaal van de verleende subsidies bedraagt bijna 90% van het beschikbaar gestelde begrotingsbedrag. Implementatie ILG Het afgelopen jaar is, mede als gevolg van besluitvorming op Rijks- en IPO-niveau, een flinke sprong vooruit gemaakt met het project Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). In samenwerking met de regio’s wordt een integraal provinciaal meerjarenprogramma PMJP 2007-2013 voor het Landelijk Gebied opgesteld. Het eerste concept ligt er. Mei 2006 wordt de eindversie van het pMJP inclusief het bod van Overijssel wat betreft de rijksdoelen aan het rijk aangeboden. Daarnaast wordt, aansluitend op en in samenhang met de resultaten van de landelijke deelprojecten, gewerkt aan het benodigde uitvoeringsinstrumentarium (condities). Het gaat hierbij om: - begrotingsaspecten: omzet naar programmabegroting, vereenvoudiging doelen, één ontschot en ontpot provinciaal ILG (vanuit provinciale begroting), opzet voor meerjarige planning & control cyclus; - rol van Gedeputeerde- en Provinciale Staten, onder andere ten aanzien van het ombouwen van de landinrichtingscommissies; - de rol van de Dienst Landelijk Gebied; - het onderhandelingstraject dat in 2006 wordt gestart met het Rijk; monitoring en programmamanagement onder andere ten behoeve van de verantwoording naar het Rijk.
Jaarverslag 2005
229
Bedragen x € 1.000
Programma Zorg Nieuw beleid
Eerstelijnszorg Zorgprojecten Noodplan Autistisch Spectrum (ASS) Totaal
Eerstelijnszorg Onze doelstelling op het terrein van de eerstelijnszorg is het behoud van de beschikbaarheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid van de eerstelijnszorg. Een van de instrumenten hierbij is de stimulering van HOEDvorming (Huisartsen onder één dak) en de opzet van zorgpostenplus (bundeling van eerstelijnszorgvoorzieningen). Hiervoor is een subsidieregeling ingesteld waarbij een maximale provinciale bijdrage kan worden verstrekt van € 25.000 per initiatief. In 2005 zijn met provinciale subsidie 17 zorgpostenplus opgezet. Daarmee is de beoogde doelstelling van 8 zorgpostenplus ruimschoots gehaald. Het beschikbare budget van € 500.000 is hiervoor ingezet, naast de subsidiering van experimenten binnen de eerstelijnszorg en de verbetering van de spoedeisende medische zorgketens. Zorgprojecten Deze gelden bedoeld voor zorgprojecten zijn in 2005 ingezet voor de ondersteuning van gemeenten bij de invoering van de WMO (Wet maatschappelijke ontwikkeling) waarmee een koppeling tussen het reguliere zorgbeleid en onze inspanningen op het terrein van de WMO tot stand is gebracht. Projecten die hiermee zijn gefinancierd zijn onder andere de experimenten op het terrein van de informele zorg en de burger en cliëntparticipatie. Gelet op de grote hoeveelheid gemeentelijke aanvragen, is er sprake van een grote behoefte aan het provinciale ondersteuningsaanbod.
230
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
500 500 500 –––––––– 1.500
499 489 500 –––––––– 1.488
1 11 0 –––––––– 12
Noodplan Autistisch Spectrum (ASS) De provincie is verantwoordelijk voor het bieden van jeugdzorg aan Overijsselse cliënten, aanvullend op de preventieve inzet van gemeenten. Blijkens claims ‘recht op jeugdzorg’ is sprake van een noodsituatie voor cliënten met een ernstige gedragsstoornis, te weten een Autistisch Spectrum Stoornis (ASS). Dit betreft een groep van ongeveer 30 cliënten, waarvoor wachttijden gelden van 2 tot 3 jaar met daardoor ernstige escalatierisico’s voor zichzelf, ouders/opvoeders en anderen. Met een Noodplan ASS wordt zo snel mogelijk voorzien in hulp. Het Noodplan ASS is zowel gericht op kortetermijnoplossingen als op langetermijnoplossingen, met medeverantwoordelijke partners (AWBZ en VWS). De totale geschatte kosten bedragen € 2 miljoen. Met het voor 2005 geraamde deel ad € 0,5 miljoen is in 2005 subsidie verleend aan zorgaanbieder TRIAS die daarmee op zo kort mogelijke termijn een nieuwe leefgroep is gestart voor 8 kinderen en kamertraining voor 4 kinderen. De wachtlijst is met dit aantal kinderen verminderd.
Bedragen x € 1.000
Programma Cultuur en Maatschappelijke Ontwikkeling Nieuw beleid
Cultuuraccommodaties (Versterking) vrijwilligers(net)werk Kulturhusen Digitaal netwerk bibliotheken Orkest van het Oosten Festivals Audiovisueel centrum Overijssel Ontwikkeling vrijwilligerswerk Stimulering amateurkunstbeoefening Cultuurconvenant Stichting Samenwerkende Turkse Organisaties Samenwerking gemt. Jeugd- en Jongerenwerk 60 jaar bevrijdingsviering – Stichting Synagoge Enschede Noodhulp Azië Totaal
Cultuuraccommodaties Dankzij het programma Cultuuraccommodaties dat liep van 2001 tot 2004 met een uitloop in 2005 heeft de provincie een wezenlijke bijdrage geleverd aan de ver- en nieuwbouw van schouwburgen, poppodia en musea verspreid over de provincie. De laatste subsidies zijn ingezet voor de nieuwbouw van poppodium Metropool in Hengelo en het Muziekkwartier in Enschede. De laatste gekoppeld aan de provinciale inzet Grotestedenbeleid. Met de afronding van het programma hebben we precies gedaan wat we zouden gaan doen. In Overijssel zijn verschillende culturele voorzieningen aangepast aan de hedendaagse eisen van het publiek en de bespelers. (Versterking) vrijwilligers(net)werk Van de beschikbare middelen voor 2005 te weten € 113.000 is € 50.000 herricht vanuit integratie. Versterking vrijwilligers(net)werk is hiermee voor een groot deel gekoppeld aan het integratiebeleid. De herrichte middelen zijn binnen de werkafspraken integratiebeleid met het Steunpunt Minderheden Overijssel aangewend voor vrijwilligersactiviteiten gericht op jongeren (bevorderen samenwerking groepen jongere vrijwilligers; formeren van provinciale werkgroepen jongeren).
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
461 113 150 475 90 225 34 100 150 1.000 65 50 200 1.000 –––––––– 4.113
455 113 103 475 90 225 34 100 150 1.000 65 50 200 1.000 –––––––– 4.060
6 0 47 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 –––––––– 53
De overige middelen (€ 63.000) zijn volledig besteed en ingezet voor de realisatie van de eerste fase van het kennisconsortium vrijwilligerswerk. Het resultaat van dit project moet zijn een netwerk dat naast de uitwisseling van kennis, ook samenwerking tussen de diverse organisaties bevordert. Dit is overeenkomstig de doelstelling. Kulturhusen Kulturhusen zijn gebouwen waarin een gecombineerde dienstverlening wordt aangeboden op de terreinen cultuur, zorg, welzijn en educatie. Door het succes van de eerdere Kulturhusregeling waarbij 18 kulturhusen zijn gecofinancierd, loopt de vraag nu terug. We hebben in 2005 2 nieuwe kulturhusen en het projectbureau Kulturhus medegefinancierd. De gerealiseerde kosten zijn verlaagd vanwege het niet doorgaan van een eerder beschikt kulturhus in Hardenberg. Van het oorspronkelijk budget voor kulturhusen is € 450.000 via een begrotingswijziging in december 2005 overgeheveld naar 2006. Digitaal netwerk bibliotheken Er is bereikt dat bibliotheken gezamenlijk bezig zijn met de herstructurering. Het vernieuwingsprogramma Verrijkt en Verreikend, dat zich richt op modernisering
Jaarverslag 2005
231
van de fysieke en de virtuele bibliotheek, is via projecthouder OBD (Overijsselse Bibliotheek Dienst) door gezamenlijke bibliotheken uitgevoerd. De Historische Informatie Punten zijn ontwikkeld en een drietal zijn in het jaar 2005 in de bibliotheken geïnstalleerd. Het heeft gekost wat het mocht kosten. Orkest van het Oosten Het beschikbaar gestelde bedrag van € 90.000 is niet voldoende om te voldoen aan de afspraken met de rijksoverheid en om te garanderen dat het orkest van het Oosten de symfonische taak in Overijssel goed kan uitvoeren en aandacht kan besteden aan koorbegeleiding en educatie. Daarom is het budget opgehoogd met een bedrag uit de post Cultuurconvenant tot € 275.000. Het Orkest van het Oosten wordt zeer gewaardeerd door publiek, podia en pers. Cofinanciers zijn Enschede, Hengelo, het Rijk. Festivals In de nota Sociale Actie hebben wij gekozen voor inzetten op een beperkt aantal (2 à 3) sterke festivals, omdat alleen sterke festivals een bijdrage leven aan de profilering van onze provincie. Met de beschikbare gelden zijn in 2005 twee sterke Overijsselse festivals gesubsidieerd, te weten: Enschede Muziek Festival en Kunsten op straat. Daarnaast is in het kader van de regeling Culturele ontwikkeling, onderdelen amateurkunsten, een aantal kleinere amateurkunstfestivals op het platteland gesubsidieerd. Het bedrag van € 225.000 is daarmee totaal besteed. Audiovisueel centrum Overijssel Het ADO is geïntegreerd in het HCO (Historisch centrum Overijssel). De collectie van het ADO, film- en audiomateriaal, is daarmee via het HCO toegankelijk. Daarmee is een waarborg gevonden voor het voortbestaan van het materiaal van het ADO en is het nu beter toegankelijk voor publiek. Het heeft gekost wat het mocht kosten. Ontwikkeling vrijwilligerswerk Deze middelen, bedoeld voor de ontwikkeling van het vrijwilligerswerk zijn gebruikt voor de opzet van een vrijwilligersacademie. In dat kader is er in 2005 een inventarisatie geweest naar het huidig en toekomstig beschikbaar aanbod. Tevens is er onderzocht wat de vraag is naar scholing binnen de branche en andere provinciale steunfunctie instellingen. De middelen zijn volledig besteed en ingezet overeenkomstig de doelstelling.
232
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Stimulering amateurkunstbeoefening In het onderhandelingsakkoord hebben wij ons voorgenomen sterker dan voorheen in te zetten op amateurkunst, om zo te bevorderen dat een brede groep van mensen cultuur ontdekt en beleeft. Daarom hebben wij met drie amateurkunstinstellingen vierjarige prestatieafspraken gemaakt. En hebben wij binnen de regeling Culturele ontwikkeling subsidiemogelijkheden voor amateurkunsten gecreëerd. In 2005 hebben wij 41 amateurkunstprojecten gesubsidieerd. Cultuurconvenant Het Budget Cultuurconvenant wordt ingezet om te voldoen aan de afspraken met het Rijk over het cultuurbeleid 2005 - 2008. Met het budget wordt de uitvoering van het Actieprogramma Cultuurbereik en Cultuur & School gegarandeerd. Uit het budget worden ook instellingen gesubsidieerd (Orkest van het Oosten, Gnaffel, Oostpool, Productiehuis Oost Nederland) die een belangrijke rol in onze provincie vervullen en daarvoor subsidie ontvangen van Rijk, provincie en gemeenten. Met de programma’s hebben we tal van projecten en activiteiten verspreid over de provincie mogelijk gemaakt. Bij alle projecten is het bereik onder de inwoners van Overijssel een belangrijk criterium. De culturele instellingen hebben een aanbod verzorgd voor de inwoners van Overijssel (en daarbuiten) dat spannend en van goede kwaliteit is. Publieksreacties, recensies en de mening van collega-instellingen en podia onderbouwen dat. Stichting Samenwerkende Turkse Organisaties Met de Samenwerkende Turkse organisaties in Overijssel zijn prestatieafspraken gemaakt over de inzet van de beschikbare middelen. Hiermee worden de activiteiten van het STO gericht op integratie van met name jongeren, ouderen en vrouwen als specifieke doelgroepen en vallen daarmee binnen de programmalijnen van de Nota Sociale Actie 2005-2008. Samenwerking gemt. Jeugd- en Jongerenwerk Na overleg met gemeenten is een project ontwikkeld met als doelstelling jongeren in Overijssel kennis te laten maken met en actief te worden in vrijwilligerswerk en het krijgen van meer inzicht in verschillende soorten lokaal vrijwilligerswerk. Dit project omvat 4 verschillende deelprojecten die aansluiten bij de wensen van de gemeenten. De eerste 3 gaan met name om het activeren van jongeren en het laatste gaat om het verbeteren van het imago van vrijwilligerswerk. De eerste fase van het project is gestart in september
2005. De beschikking heeft een looptijd van 4 jaar (september 2005-september 2009). In september 2006 zal voor het eerst worden gerapporteerd (zowel financieel als inhoudelijk over de voortgang van het project). 60 jaar bevrijdingsviering – Stichting Synagoge Enschede Provinciale Staten van Overijssel hebben in hun vergadering van 16 maart 2005 besloten het Euregionaal Centrum voor Joodse cultuur en geschiedenis een eenmalige subsidie te verlenen tot een maximum van € 200.000. In het kader van 60 jaar bevrijding in 2005 organiseert de stichting vier tentoonstellingen, waar-
bij er een overloop is naar 2006. Daarnaast ontwikkelt het centrum een permanente tentoonstelling en een educatief aanbod. De stichting is op zoek naar duurzame financiering. Noodhulp Azië De aardbeving en vloedgolf in Azië was een ramp van overweldigende omvang. Dit heeft er toe geleid dat de Staten van Overijssel het initiatief hebben genomen om een bijdrage te leveren aan de noodhulp voor de slachtoffers. Op 4 januari 2005 hebben PS besloten € 1.000.000 beschikbaar te stellen aan de samenwerkende hulporganisaties ten behoeve van de noodhulp voor de slachtoffers.
Bedragen x € 1.000
Programma Milieu Nieuw beleid
Cofinanciering energiebureau Overijssel Energiebesparing Stimuleringsregeling bodemsanering door derden Totaal
Cofinanciering energiebureau Overijssel/ Energiebesparing Het plan van aanpak energie- en klimaatbeleid omvat activiteiten die het gebruik van duurzame energiebronnen en energiebesparende maatregelen stimuleren, zodat binnen de provincie een evenredige reductie van de uitstoot van CO2 wordt bereikt. De prioriteiten liggen bij de thema’s bio-energie, grootschalige windenergie en energie in de bouw. Cofinanciering energiebureau Overijssel Aan het Energiebureau Overijssel is voor het aanjagen van projecten en ondersteunen van gemeenten een subsidie verstrekt. De financiële bijdrage van € 90.000 heeft een zodanig multipliereffect gehad, dat voor een bedrag van € 385.000 duurzame energieprojecten zijn uitgevoerd. In het vierde en laatste jaar van de uitvoering heeft het Energiebureau Overijssel haar
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
92 90 200 –––––––– 382
92 95 234 –––––––– 421
0 -5 -34 –––––––– -39
aanjaagfunctie verder gestabiliseerd. Hiermee is voldaan aan de doelstelling binnen de beschikbaar gestelde budgetten. Energiebesparing Voor windenergie is ondersteuning geboden aan gemeenten (Hardenberg/Ommen/Kampen) voor realisatie van windturbineparken. Voor bio-energie zijn haalbaarheidsstudies uitgevoerd naar: koolzaad project Haaksbergen, bio-/duurzame energie in Koekoekspolder, inzamelstructuur knip- en snoeihout in Noord-Oost Twente. Hiermee zijn de voorgenomen prestaties geleverd binnen het beschikbaargestelde budget. De uitvoering van het Plan van Aanpak energie- en klimaatbeleid 2004 – 2007 ligt op schema.
Jaarverslag 2005
233
Stimuleringsregeling bodemsanering door derden Met het geven van een bijdrage voor het doen verrichten van bodemonderzoek wordt bereikt dat bodemonderzoek versneld wordt uitgevoerd met als resultaat dat de sanering sneller ter hand kan worden genomen. Stagnaties in ruimtelijke ontwikkelingen (o.a. woningbouw) worden hiermee voorkomen dan wel opgeheven. In 2005 zijn 9 projecten gesubsidieerd binnen het daartoe beschikbaar gestelde budget.
Bedragen x € 1.000
Programma Bereikbaarheid Nieuw beleid
PVVP, incl. instandhouding provinciale kunstwerken Optimaliseren goederenvervoer Infrastructurele knelpunten Planstudie RW15/N18 Enschede Varsseveld Netwerk-analyses MIT-verkenning Zwolle – Almelo RW35 Totaal
PVVP, incl. instandhouding provinciale kunstwerken De middelen zijn meerjarig beschikbaar gesteld voor uitvoering van het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) ten behoeve van infrastructurele projecten op provinciale wegen. De beschikbare middelen voor 2005 zijn toegevoegd aan de voorziening Vervanging infrastructurele kunstwerken/PVVP. Diverse projecten, zowel in voorbereiding als reeds in uitvoering, zullen de komende jaren een fors beslag leggen op de beschikbare middelen. Optimaliseren goederenvervoer Om de bereikbaarheid van de economische centra in Overijssel te verbeteren/behouden is het belangrijk dat het goederenvervoer niet alleen over de weg gaat, maar een deel ook over het water of per trein. Samen met de gemeente Kampen is een onderzoek naar de mogelijkheden van shortsea-activiteiten uitgevoerd, waarvan één van de conclusies was dat verbreding van de sluis in de Afsluitdijk een voorwaarde
234
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
7.445 68 3.000 30 150 100 –––––––– 10.793
7.445 68 1.350 20 136 0 –––––––– 9.019
0 0 1.650 10 14 100 –––––––– 1.774
is voor het kunnen toelaten van zeeschepen in Kampen. Volgens planning hebben wij onze bemoeienis met de Initiatiefgroep Goederenvervoer Oost-Nederland (IGON) dit jaar afgebouwd. Hiervoor zijn de lopende projecten versneld afgerond. De beschikbare middelen zijn volledig benut. Infrastructurele knelpunten De middelen zijn ter beschikking gesteld, in totaal € 6,8 miljoen voor de periode 2004 - 2007, om infrastructurele knelpunten op te lossen. Het betreffen met name knelpunten op wegen waarvoor andere overheden in eerste instantie verantwoording dragen maar waar het knelpunt een negatief effect heeft op de bereikbaarheid binnen de provincie als geheel. Van de voor 2005 beschikbare € 3,0 miljoen is een bedrag van € 150.000 beschikbaar gesteld voor de omleiding Ommen RW 34/36 ter dekking van aanvullende maatregelen (viaduct Zwarte Pad). Het restant van € 2,85 miljoen wordt voor € 1,2 miljoen gestort in de voorziening Voorfinanciering RW 35 (Combiplan Nijverdal)
als provinciale bijdrage voor de afdekking van het voor 2014 voorziene tekort in het Regiofonds dat voor de packagedeal RW 34/35/36 is opgezet. Het overige deel van € 1,65 miljoen zal in een nieuw te vormen fonds Infrastructuur derden gestort worden. Hiervoor zal een resultaatbestemming aangevraagd worden. Planstudie RW15/N18 Enschede-Varsseveld Samen met de provincie Gelderland, Regio Twente en Rijkswaterstaat hebben we in 2005 geparticipeerd in de planstudie naar de RW15/N18 EnschedeVarsseveld. Conform de planning is een inventarisatie gemaakt voor de verschillende tracévarianten. Hierbij zijn ook diverse belangenorganisaties betrokken. Deze planstudie is de opmaat voor een ontwerptracé besluit, dat naar verwachting in 2007 gereed is voor inspraak.
Netwerk-analyses De Netwerkanalyses beogen gebiedsdekkend inzicht te geven in de knelpunten in de verkeersnetwerken van West-Overijssel, Twente en de Stedendriehoek. In 2005 zijn de analyses gestart, afgestemd met het Rijk. In de zomer van 2006 zal de Netwerkanalyse voor West-Overijssel gereed zijn. Hiervoor is de provincie verantwoordelijk. De andere netwerkanalyses gebeuren onder verantwoordelijkheid van de Regio Twente en de Stedendriehoek. Hierin participeert de provincie. MIT-verkenning Zwolle – Almelo RW35 De RW 35 wordt vanuit Almelo uitgebreid met de omleiding rond Wierden en met de combitunnel in Nijverdal. De MIT-verkenning RW35 Zwolle-Almelo moet antwoord geven op de vraag hoe en wanneer de ontbrekende delen van het traject Zwolle-Almelo moeten worden aangelegd. Conform de planning is in 2005 de verkenning gestart door Rijkswaterstaat, waarbij de provincie participeert.
Jaarverslag 2005
235
Bedragen x € 1.000
Programma Veiligheid Nieuw beleid
Project Integrale Veiligheid Veiligheidsnota 2004 – 2007 Totaal
Project Integrale Veiligheid We willen het integraal veiligheidsbeleid onder andere bij gemeenten stimuleren en verankeren. Wij hebben hieraan uitvoering gegeven door op grond van het uitvoeringsbesluit veiligheid subsidies te verlenen, door netwerkvorming, deskundigheidsbevordering en door het ondersteunen van het project integrale veiligheid IJsselland. Het merendeel van de Overijsselse gemeenten voert het integraal veiligheidsbeleid inmiddels uit. De voor dit doel beschikbaar gestelde middelen zijn besteed. Veiligheidsnota 2004 - 2007 De Veiligheidsnota is volop in uitvoering. De risicokaart voor de burger is op 31 maart 2005 gepubliceerd op internet. De risicokaart voor de professional, een beveiligde risicokaart met extra informatie en functionaliteiten, komt beschikbaar in het eerste kwartaal van 2006. Van de Overijsselse gemeenten hebben 24 hun rampenplan conform het vereiste van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding in 2005 opnieuw vastgesteld. Beide beoogde veiligheidsregio’s in Overijssel (IJsselVecht en Twente) hebben een regionaal beheersplan vastgesteld.
236
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Begroting
Realisatie
Saldo
2005
2005
2005
33 300 –––––––– 333
33 299 –––––––– 332
0 1 –––––––– 1
Het provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid is in 2005 uitgevoerd. Dit programma kent een doorloop tot in het eerste kwartaal van 2006 en wordt aansluitend opgevolgd door het meerjarenprogramma externe veiligheid Overijssel 2006-2010 (MEVO). Ook dit programma is een gezamenlijk programma van provincie en Overijsselse gemeenten. Een aantal activiteiten uit het programma krijgen een vervolg in het nieuwe uitvoeringprogramma. In 2005 is nadrukkelijk invulling gegeven aan het vervolmaken van de risico-inventarisatie. Het ontwikkelen van een dekkend routenetwerk gevaarlijke stoffen is nog niet afgerond. Dit onderdeel zal nog doorlopen in 2006 en wordt daarom wederom opgenomen in het MEVO. De actualisatie van de prioritaire Wm-vergunningen is voortvarend door gemeenten opgepakt. Net als het toepassen van het instrument voor de verantwoording van de Verantwoordingsplicht Groepsrisico kent ook dit onderdeel een doorloop in 2006. Het uitvoeringsprogramma Jeugd en veiligheid richt zich op het voorkomen en aanpakken van de jeugdcriminaliteit. Met behulp van (meerjarige) subsidies zijn projecten ondersteund die zich hierop richten. Het gaat hier om projecten/activiteiten als de ‘echtrecht’conferenties, de aanpak van veelplegers en de aanpak van loverboys. Het budget is volledig besteed.
Jaarverslag 2005
237
Bijlage B
Provinciemonitor Provinciemonitor 2005
Wonen en ruimtelijk beleid Woningproductie
Woningtekort
Bestemmingsplannen
Strategische ruimtelijke ontwikkelingsprojecten
2005
2004
Aantal gereedgekomen nieuwbouwwoningen 4.968 Netto toevoeging / onttrekking aan woningvoorraad 4.721/539 Aantal in de periode 2005-2009 aan de woningvoorraad toegevoegde woningen (cumulatief) als percentage van het geplande aantal woningen 22,6% Verwachte woningtekort per 1-1-2010 (percentage) 1,6% Verwachte woningtekort per 1-1-2010 (absoluut) 7.500 Verwachte woningtekort per 1-1-2010 voor starters (percentage) * Verwachte woningtekort per 1-1-2010 voor starters (absoluut) * Verwachte woningtekort voor senioren (percentage) * Verwachte woningtekort voor senioren (absoluut) * Aantal besluiten m.b.t. bestemmingsplannen (goedgekeurd, goedkeuring onthouden of gedeeltelijke goedgekeurd). 276 Gemiddelde doorlooptijd van goedkeuringsprocedure van bestemmingsplan (weken) 74 Aantal strategische ruimtelijke ontwikkelingsprojecten waarbij provincie de rol van ‘territoriaal regisseur’ heeft 6
4.645 4.074/1.084
2005
2004
1,29%
1,13%
67%
41%
87
133
Jeugdzorg Aanmeldingen Geïndiceerden Wachttijd
238
Aantal aanmeldingen bij de Bureaus Jeugdzorg als percentage van totaal aantal jeugdigen in de provincie Aantal geïndiceerden voor jeugdzorg als percentage van aantal aanmeldingen bij de Bureaus Jeugdzorg Gemiddelde doorlooptijd tussen datum aanmelding en datum eerste indicatiebesluit (kalenderdagen)
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
n.v.t. 1,6% 7.500 * * * * 273 68 6
Provinciemonitor 2005
Water Veiligheid Wateroverlast
Waterkwaliteit
Verdroging
2005
2004
Percentage primaire waterkeringen dat voldoet aan veiligheidsnorm > – 90 % Percentage secundaire waterkeringen dat voldoet aan veiligheidsnorm *** % Aantal inwoners dat woont in gebieden die niet voldoen aan normen voor (het voorkomen van) wateroverlast. **% Percentage door de betrokken gemeenten voor waterberging aangepaste bestemmingsplannen gedeeld door het door de provincie vastgestelde aantal voor wijziging te wijzigen bestemmingsplannen **% Percentage oppervlaktewater dat voldoet aan geldende normen m.b.t. stikstof en fosfaat 0% Aantal zwemlocaties waarvoor een zwemverbod heeft gegolden als percentage van het totale aantal zwemlocaties 0 Aantal hectaren verdroogd (natuur)gebied ** Aantal hectaren verdroogd (natuur)gebied dat is hersteld **
bijna 90% *** %
2005
2004
50% 58% 488 343 237 343 30 5.975 n.n.b.
62% 65% n.b.
Milieu Vergunningen
Handhaving
Bodem Duurzaamheid
Overlast bedrijven
Percentage binnen wettelijke termijn verleende vergunningen Wet Milieubeheer Percentage volledige en actuele vergunningen Wet Milieubeheer Aantal gerealiseerde preventieve controles t.o.v. aantal inrichtingen Aantal gerealiseerde repressieve controles t.o.v. aantal inrichtingen Aantal afgeronde saneringen Concrete werkvoorraad Aantal kilotonnen uitstoot CO2 Opgesteld vermogen windenergie als percentage van provinciale opgave op te stellen vermogen Aantal geluidsbelaste woningen door industrielawaai Aantal klachten over bedrijven t.o.v. het totale aantal bedrijven
*
gegevens naar verwachting later in 2006 beschikbaar
**
gegevens d.d. 22 februari nog niet beschikbaar (centraal via CBS/VROM/RIVM)
n.v.t.
n.v.t. n.b. n.b. ** **
n.b. 20 6.000 7.126.662
20% 0 597 **
20% n.b. 1345
*** in 2006 toetsing aan nieuwe normen
Jaarverslag 2005
239
Toelichting en definities indicatoren Wonen en ruimtelijk beleid De eerste vijf indicatoren geven inzicht in de woningproductie en de mate waarin het lukt om de woningbouwafspraken gerealiseerd te krijgen. Ook zegt het iets over de dynamiek op dit beleidsterrein. De woningproductie is er uiteindelijk op gericht om het woningtekort terug te dringen. Zoals gezegd heeft de minister van VROM met de provincies afspraken gemaakt om dit tekort in de komende jaren terug te dringen. Het woningtekort (procentueel en absoluut) laat zien hoe de ontwikkeling van de woningvoorraad (de woningproductie) zich verhoudt tot de gewenste woningvoorraad. In de afgesloten convenanten is afgesproken dat de minister van VROM (DG Wonen) een monitor zal ontwikkelen op basis waarvan de woningproductie, de productiepotentie en het woningtekort kunnen worden geëvalueerd.
Jeugdzorg Het aantal aanmeldingen toont de omvang van de jeugdzorgproblematiek in de provincie. Hoe hoger het percentage hoe groter het beroep op de jeugdzorg. Het aantal aanmeldingen is ook een indicator voor de mate waarin het preventieve jeugdbeleid, van de provincie maar ook van andere actoren, zoals gemeenten (welzijnswerk, onderwijs, leerplicht et cetera), succesvol is. Het aantal geïndiceerden geeft aan hoeveel jongeren daadwerkelijk voor jeugdzorg in aanmerking komen. Ook dit is een indicator voor de omvang van de problematiek en de mate waarin preventief jeugdbeleid succesvol is. De wachttijd geeft inzicht in de bereikbaarheid van de jeugdzorg. Hoe hoger de doorlooptijd hoe langer het duurt voordat een cliënt voor jeugdzorg in aanmerking komt.
De provincie heeft een coördinerende rol op het gebied van de ruimtelijke ordening. Dat komt tot uitdrukking in de wettelijke taak om gemeentelijke bestemmingsplannen te toetsen. De indicator geeft een beeld van de omvang van dit provinciale werkterrein. De provincie is hierbij afhankelijk van de aanlevering van plannen door de gemeenten en zegt op zich weinig over de effecten van het provinciale ruimtelijke beleid of de eigen prestaties van de provincie. De tweede indicator geeft inzicht in de snelheid waarmee de provincie tot een besluit komt. Het geeft een beeld van het presteren van de provincie. Overigens wordt de doorlooptijd van een bestemmingsplan in belangrijke mate bepaald door de mate waarin belanghebbenden bedenkingen hebben. De eigen provinciale (beleids)inspanningen komen tot hun recht in ‘aantal strategische ruimtelijke ontwikkelingsprojecten’. Het gaat om majeure, prioritaire projecten die zijn vastgesteld door Provinciale Staten. De indicator geeft inzicht in de ruimtelijke dynamiek in de provincie en in de wijze waarop de provincie hieraan actief inhoud probeert te geven.
Gehanteerde definities • Aanmelding: Eerste contact met een persoon waarbij het Bureau Jeugdzorg besluit dat die persoon al of niet een hulpvraag heeft m.b.t. jeugdzorg. • Jeugdigen: In de provincie verblijvende personen die de meerderjarigheidsleeftijd nog niet hebben bereikt. • Bureau Jeugdzorg: Bureau als bedoeld in artikel 4 van de Wet op de jeugdzorg. • Geïndiceerden: Personen m.b.t. wie een besluit is genomen waardoor aanspraak kan worden gemaakt op jeugdzorg. • Doorlooptijd: Verschil in kalenderdagen tussen datum aanmelding en datum eerste indicatiebesluit. • Indicatiebesluit: Besluit waardoor aanspraak kan worden gemaakt op jeugdzorg.
Gehanteerde definities • Verwachte woningtekort: Overeenkomstig definitie van Convenanten Woningbouwafspraken 2005 tot 2010, d.w.z. de gewenste minus de verwachte woningvoorraad (absoluut tekort), gedeeld door de gewenste woningvoorraad (procentueel tekort). • Doorlooptijd: Verschil in weken tussen de datum van ontvangst van een ter goedkeuring voorgelegd plan en de datum waarop het besluit is genomen. • Strategische ruimtelijke ontwikkelingsprojecten: Majeur prioritaire projecten die zijn vastgesteld door Provinciale Staten.
240
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
Water De indicatoren voor veiligheid hebben betrekking op de bescherming tegen overstromingen. De primaire verantwoordelijkheid voor de waterkeringen ligt bij de waterschappen. De provincie houdt toezicht op de uitvoering van deze taak. De indicatoren laten zien in welke mate de (primaire en regionale) waterkeringen aan de veiligheidsnormen voldoen. Met betrekking tot het voorkomen van wateroverlast heeft de provincie een regierol. Er zijn twee mogelijkheden om de stand van zaken op dit beleidsterrein te volgen. De eerste indicator laat zien hoeveel mensen wonen in gebieden die niet voldoen aan de norm voor (het voorkomen van) wateroverlast. De tweede indicator toont in hoeverre gemeenten hun bestemmingsplannen hebben aangepast om waterberging mogelijk te maken.
In uitvoerende zin berust de verantwoordelijkheid voor waterkwaliteit bij de waterschappen. De provincies oefenen hier toezicht op uit. De eerste indicator laat zien welk deel van het oppervlaktewater in de provincie voldoet aan de landelijk vastgestelde normen voor stikstof en fosfaat. Om dit te meten wordt gebruik gemaakt van een netwerk van vaste meetpunten. De tweede indicator heeft betrekking op de toezichthoudende taak van de provincie op de aanwezige zwemlocaties. Wanneer de provincie signalen ontvangt dat de toelaatbare norm wordt overschreden, is zij verplicht een zwemlocatie te sluiten (of een negatief zwemadvies te geven). De indicator laat zien hoeveel zwemlocaties één of meer keer gesloten zijn geweest. De provincie houdt toezicht op het gewenste gronden oppervlaktewaterregime. Verminderen van verdroging is een belangrijke doelstelling. Met de eerste indicator wordt het aantal hectaren verdroogd gebied in de provincie in beeld gebracht. De gegevens kunnen worden ontleend aan de landelijke verdrogingskaart. Omdat deze kaart tweejaarlijks wordt uitgebracht, is deze indicator niet jaarlijks beschikbaar. Bovendien is het de vraag of deze monitor in stand blijft. Mede daarom is voor een tweede indicator gekozen. Deze indicator laat zien in welke mate de provincie inspanningen levert om de verdroging tegen te gaan. Gehanteerde definities • Primaire waterkeringen: Overeenkomstig de door het Rijk gedefinieerde normen, waarbij voor de indirect kerende primaire waterkeringen de technische staat op 1-1-1996 maatgevend is. • Regionale (secundaire) waterkeringen: Overeenkomstig de notitie Van visie naar norm en de uiterlijk in 2006 uitgewerkte normen. • Geldende norm: Maximaal Toelaatbaar Risico conform Nota Waterhuishouding-4. • Gesloten zwemlocatie: Zwemlocatie waarvoor de provincie één of meer keer een zwemverbod heeft afgekondigd (een negatief zwemadvies geldt niet als een zwemverbod). • Verdroogd gebied: Overeenkomstig Evaluatienota Water 1993.
Milieu De provincie is het bevoegde gezag ten aanzien van de middenklasse van gevaarlijke bedrijven. Jaarlijks wordt daarover een interprovinciale Rapportage vergunningverlening en handhaving uitgebracht. De eerste indicator zegt iets over de mate waarin een provincie erin slaagt de vergunningverlenende taken uit te voeren. De tweede indicator toont de mate van toereikendheid van de vergunningen gelet op ontwikkelingen op het gebied van milieubescherming. Als vuistregel is dat een vergunning actueel is als deze niet ouder is dan vijf jaar. Het moet gaan om volledige vergunningen, aangezien sommige inrichtingen meerdere vergunningen nodig hebben. De derde en vierde indicator tonen de gemiddelde frequentie waarmee de inrichtingen gecontroleerd worden. Het is een indicatie van het handhavingniveau. De provincie heeft een coördinerende en regisserende taak ten aanzien van de bodemsanering. Jaarlijks verzamelt het RIVM de gegevens om een jaarverslag bodemsanering op te stellen. De minister van VROM gebruikt die rapportage om verantwoording aan de Tweede en Eerste Kamer af te leggen. De eerste indicator laat de geleverde prestaties op het gebied van bodemsanering zien. De tweede indicator biedt inzicht in de concrete werkvoorraad, dat wil zeggen alle locaties waarvoor is aangegeven wat de eerste vervolgactiviteit in de bodemsaneringsketen moet zijn. De provincie coördineert, regisseert en stimuleert activiteiten van gemeenten, marktpartijen en maatschappelijke organisaties om tot een duurzame ontwikkeling te komen. Belangrijke doelstellingen liggen op het terrein van het terugdringen van de CO2-uitstoot en het stimuleren van het opwekken van duurzame energie. Overlast door bedrijven wordt met twee indicatoren in beeld gebracht. De eerste indicator toont de (objectieve, want genormeerd in de Wet geluidhinder) overlast als gevolg van industrielawaai. De tweede indicator is subjectief van karakter, maar minstens zo belangrijk. Klachten zijn immers een indicatie dat er mogelijk overtredingen worden begaan. Gehanteerde definities • Wettelijke termijn: Binnen 6 maanden. • Inrichtingen: Het aantal inrichtingen waarvoor de provincie bevoegd gezag is. • Preventieve controle: Een controle van één of meerdere onderdelen van de vergunning dan wel de gehele vergunning op de feitelijke naleving van regels en voorschriften. Preventieve controles die tevens worden benut voor een repressieve controle
Jaarverslag 2005
241
•
• • • • •
242
dienen daar ook meegeteld te worden (d.w.z. dubbeltellen). Repressieve controle: Controle van één of meerdere onderdelen van de vergunning naar aanleiding van eerder geconstateerde overtreding (hercontrole), klachten of verzoeken om handhaving. Afgeronde sanering: Conform handboek Monitoring Bodemsanering (Globis). Concrete werkvoorraad: Conform handboek Monitoring Bodemsanering (Globis). Geluidsbelast: Meer dan 55 decibel, gemeten aan de gevel van de woning. Bedrijf: Inrichting waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Klacht: Mondeling, telefonisch, schriftelijk of per e-mail geuite klacht over lucht-, water- en bodemverontreiniging en over lawaai.
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
244
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Woordenlijst AD
Algemeen Dagblad
BVO
Benutbaar vloeroppervlak
ADO
Audiovisueel centrum Overijssel
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
AED
Automatische externe defibrillator ca
circa, ongeveer
AMK
Advies- en meldpunt Kindermishandeling CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Amvb
Algemene Maatregel van Bestuur CDA
Christen Democratische Appèl
AO/IC
Administratieve Organisatie / Interne Controle CdK/CvdK
Commissaris van de Koningin
APPA
Algemene Pensioenwet politieke ambtsdragers
cie
Commissie
APR
Arbeidsplaatsenregeling
CO2
Koolstofmonoxide
Arbo
Arbeidsomstandigheden
c.q.
casu quo, in dat geval
ASS
Autistisch Spectrum Stoornissen
CROW
AT
Aanjaag Team
Centrum voor Regelgeving Onderzoek in de grond- Water- en Wegenbouw en verkeerstechniek
ATC
Arbeids Training Centre
CS
Concernstaf
AvA
Algemene vergadering van aandeelhouders
CV
Commanditaire Vennootschap
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
D2
(Doelstelling 2) Een Europees subsidieprogramma ivm stedelijke gebieden in Nederland
BA
(eenheid) Bustuurlijke Aangelegenheden D’66
Democraten ‘66
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording DLG
Dienst Landelijk Gebied
BCF
BTW-compensatiefonds EAT
Enschede Airport Twente BV
BDU
Brede Doeluitkering EC
Europese Commissie
BGO
Bestuurlijke Gebiedsoverleggen ECB
Europese Centrale Bank
bijv.
bijvoorbeeld
BIRO
Bedrijven- en InstellingenRegister Overijssel
E-dienstverlening
Elektronische dienstverlening
BJzO
Bureau Jeugdzorg Overijssel
EFRO
Europees Fonds Regionale Ontwikkeling
BNG
NV Bank Nederlandse Gemeenten
EHS
Ecologische Hoofdstructuur
BTW
Bruto toegevoegde waarde
E-loket
Elektronisch loket
B&W
Burgemeester en Wethouders
EMT
(eenheid) Economie, Milieu en Toerisme
BSI
Breedtesportimpuls
EPD
Enig Programmerins Document
b.v.
bij voorbeeld
E-provincie
Electronische provincie
BV
Besloten Vennootschap
etc
Etcetera, enzovoort
Jaarverslag 2005
245
246
EU
Europese Unie
Inv.
Investering
E-visie
Electronische visie
IPC
Integraal Praktijkcentrum
EZ
Ministerie van Economische Zaken
IPO
Interprovinciaal Overleg
FBK-stadion
Fanny Blankers-Koen stadion
ipv
in plaats van
FD
(eenheid) Facilitaire dienstverlening
ISO
International Standards of Operation
Fido
Wet Financiering Decentrale Overheden
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
FPU
Flexibel Pensoien en Uittreden
IZIT
Innovatie Zorg ICT Twente
fte.
Fulltime equivalent, ofwel een 100% formatieplaats
IZR
Interprovinciale ZiektekostenRegeling
JJI
Jeugdzorg – Geestelijke Gezondheidszorg
GDU+
Gebundelde doeluitkering KEM
kosten-effectieve maatregelen
Gemt.
gemeentelijk KITO
Kwaliteitsimpuls Toerisme Overijssel
GGOR
Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regiem
KPN
Koninklijke PTT Nederland NV
GGW
Gebiedsgericht werken
KRW
Kaderrichtlijn Water
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
LEADER+
Een Europees subsidieprogramma
GOBIS
Gebouwenonderhoud- en Informatiesysteem
LEI
Landbouw-economisch Instituut
GOBT
Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme
LNL
(eenheid) Landbouw, Natuur & Landschap
GOM
Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij
LNV
Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij
GPS
Global positioning system
LOG
Landbouwontwikkelingsgebieden
GS
Gedeputeerde Staten
LPF
Lijst Pim Fortuyn
GSB
Grotestedenbeleid
LTO
Lager Technisch Onderwijs
GWW
Grondwaterwet
MARAP
Management rapportage
ha
hectare
MBA
Master of Business Administration
HCO
Historisch Centrum Overijssel
m.b.t.
met betrekking tot
HNP
Huis der Nederlandse Provincies
MDF
Museum De Fundatie
HOED
Huisartsen Onder Één Dak
MER
Milieu Effect Rapportage
HSF
Hannema-de Stuers fundatie
MEUP
Meerjarig economisch uitvoeringsprogramma
ic.
in casu, in het geval
MEVO
Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel
ICT
Informatie- en Communicatie Technologie MI
(eenheid) Middelen
IFRS
International Financial Reporting Standards MIT
IGON
Initiatief en coördinatiepunt Goederenvervoer Oost- Nederland
Meerjarig programma infrastructuur en transport
m.i.v.
met ingang van
IIP
Internal assessor Investors in People MKB
Midden- en KleinBedrijf
i.k.v.
in kader van mln
miljoen
ILG
Investeringsbudget Landelijk Gebied M&O
Misbruik en oneigenlijk gebruik
incl.
inclusief MONT
INK
Instituut voor Nederlandse Kwaliteitszorg
Nationaal Stedelijk netwerk Twente en Münster en Osnabrück
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
MTR
Maximaal toelaatbare risico (waarden)
PVVP
Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan
n.a.v.
naar aanleiding van
RATIO
Regionale Arbeidsmarkt Informatiesysteem
NaNOV
Plan van maatregelen om de hinder tegen te gaan als gevolg van de NOV (NoordOostelijke spoorVerbinding)
RBT
Regionaal Bedrijventerrein
RBV
Regeling beëindiging veehouderijtakken
Nb
Natuurbescherming
REA
Reïntegratie Arbeidsgehandicapten
NDIX
Nederlands-Duitse Internet Exchange
RMC
Regionale Meld- en Coördinatiefunctie
NHI
Nieuwe Hanze Interregio
RMF
Regionaal Mobiliteitsfonds
nl
namelijk
ROC
Regionaal OpleidingsCentrum
NO
Noordoost
ROLO
Regeling Onderhoud Landschapselementen
nr
nummer
ROVO
Regionaal Orgaan voor de verkeersveiligheid Overijssel
NRW
Noordrijn-Westfalen RTV Oost
Radio en Televisie Oost
NV
Naamloze Vennootschap RW
Rijksweg
nvt
niet van toepassing RWB
(eenheid) Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
NWO
NoordWest-Overijssel RWS
Rijkswaterstaat
o.a.
onder andere SGM
Subsidiebesluit Gebiedsgericht Milieubeleid
OBD
Overijsselse Bibliotheek Dienst SGP
Staatkundig Gereformeerde Partij
OC&W
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
SMO
Steunpunt Minderheden Overijssel
OLAF
Europees Bureau voor Fraudebestrijding
SNO
Service Niveau Overeenkomst
o.m.
onder meer
SP
Socialistische Partij
OOM
Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij
SPM
Stork Plastics Machinery
Oost NV
Ontwikkelingsmaatschppij Oost Nederland NV
S+S
Stroomlijning & Sturing, herijking financiële relaties en subsidierelaties
P&C
Planning & Control
STO
Samenwerkende Turkse Organisaties
PCLG
Provinciale Commissie Landelijk Gebied
STODT
kenniscentrum voor de metaal-, metalektroen kunststofverwerkende industrie
PEHS
Provinciale Ecologische Hoofdstructuur t.a.v.
ten aanzien van, ter attentie van
PIF
Professionaliseren Inkoop- en Aanbestedings-Functie
t.b.v.
ten behoeve van
PKB
Planologische Kernbeslissing
TBT
Twents Bureau voor Toerisme
pMJP
Provinciaal meerjarenprogramma
TIPP
Tender Investeringsprogramma’s Provincies
POP
Plattelands Ontwikkelings Programma
tlv
ten laste van
PPM
Participatiebedrijf
TOOL
The other office life
PPS
Publiek-Private Samenwerking
TOP
Toeristische overstappunten
PREDO
met Preventie naar duurzaam ondernemen
t.o.v.
ten opzichte van
Progr.
Programma
UPO
Uitvoeringsprogramma PVVP Overijssel
PS
Provinciale Staten
URBAL
URBan and rurAL developement
PvdA
Partij van de Arbeid
UvW
Unie van Waterschappen
Jaarverslag 2005
247
248
VAB
Vrijkomende agrarische bebouwing
VINEX
Vierde nota ruimtelijke ordening extra
VIV
Verplaatsing Intensieve Veehouderijen
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
VOT
Vorming, opleiding en training
Vpb
wet op de Vennootschapsbelasting
VROM
Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
VVD
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WAO
Wet ArbeidsOngeschiktheid
WB
(eenheid) Water en Bodem
WB21
Waterbeleid 21e eeuw
Wbb
Wet bodembescherming
WGR
Wet Gemeenschappelijke Regelingen
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WJZ
Wet op de JeugdZorg
WK
(eenheid) Wegen & Kanalen
Wm
Wet milieubeheer
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WRO
Wet Ruimtelijke Ordening
WTC
World Trade Centre
WUR
Wageningen Universiteit en Researchcentrum
ZC
(eenheid) Zorg en Cultuur
Jaarrekening 2005 provincie Overijssel
50
Jaarrekening 2005 Provincie Overijssel
Bijlagen 2005
7 maart 2006
Colofon
Datum 7 maart 2006 Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000GB Zwolle Telefoon (038) 425 25 25 Fax (038) 425 26 50 postbus@ prv-overijssel. nl www.prv-overijssel.nl Coordinate en productie Eenheid Middelen, team Bestuur en Directie
Inhoudsopgave A. B.
C. D. E. F. G. I. M. N. O.
Staat van salarissen en formatieplaatsen Investerings- en financieringstaat a Overzicht van de materiele vaste activa b Overzicht van deelnemingen d Overzicht toerekening afschrijving en rente naar producten el Overzicht van reserves en voorzieningen e2 Stortingen en onttrekkingen reserves en voorzieningen gerelateerd aan functies en producten f Staat van opgenomen langlopende geldleningen g Staat van verstrekte langlopende geldleningen Staat van kapitaallasten Berekening van de renteomslag Verzamel- en consolidatiestaat Staat van gewaarborgde leningen Overzicht specifieke uitkeringen (= rijksbijdragen) Specificatie investeringen Overzicht van nog niet afgewikkelde verplichtingen die ten laste van de exploitatie zijn gebracht Kostenverdeelstaat overhead Goedgekeurde begrotingswijzigingen op productgroepniveau
Alle in dit boekwerk gepresenteerde bedragen zijn uitgedrukt in duizenden euro's.
pagina 4 5 6 8 10 12 14 16 18 20 21 22 26 28 30 32 34 36
A. Staat van salarissen en formatieplaatsen Organisatie-eenheid
Per 31 december 2004 Toegestane formatie
5.000
Statengriffie
6,0
5.010
Directie
3,0
5.010
Concernstaf en Projecten en Programma's
19,8
5.020
Bestuurlijke Aangelegenheden
5.030
Economic, Milieu en Toerisme
5.040
Landbouw, Natuur en Landschap
5.050
Vacatures per saldo
Werkelijke bezetting in fte's
Salarissen incl. sociale lasten
5,3
317
3,0
408
-1/1
20,8
1.279
86,3
0,5
85,8
4.240
114,8
5,2
109,6
5.979
73,5
7,4
66,1
3.964
Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
96,3
3,1
93,2
5.424
5.060
Water en Bodem
67,0
4,0
63,0
3.735
5.070
Wegen en Kanalen
190,7
30,0
160,8
8.178
5.080
Zorg en Cultuur
44,7
1/4
43,3
2.316
5.110
Facilitaire Dienstverlening
137,1
H/7
125,4
5.448
5.120
Middelen
89,9
14,5
75,4
4.243
5.130
Kasteel Het Nijenhuis / Hannema - de Stuers Fundatie Totaal generaal
0,7
293
929,1
Organisatie-eenheid
77,5
851,6
45.824
Per 31 december 2005 Toegestane formatie
Vacatures per saldo
Werkelijke bezetting in fte's
Salarissen incl. sociale lasten
5.000
Statengriffie
5,5
0/1
5/4
331
5.010
Directie
3,0
I/O
2,0
308
5.010
Concernstaf en Projecten en Programma's *
20,6
1/4
19,2
3.744
5.020
Bestuurlijke Aangelegenheden
91,0
7/2
83,8
4.804
5.030
Economie, Milieu en Toerisme
117,3
9,3
108,0
6.310
5.040
Landbouw, Natuur en Landschap
-0,4
63,9
3.925
5.050
Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
11,1
90,3
5.583
5.060
Water en Bodem
57,5
3.774
5.070
Wegen en Kanalen
149,5
7.753
5.080
Zorg en Cultuur
39,9
2.417
5.110
Facilitaire Dienstverlening
5.120
Middelen Totaal generaal
63,5 101,4 64,3 187,0 43,0
6,8
37,5 3,1
139,0
17,9
121,1
5.854
90,0
16,0
74,0
4.258
925,6
111,0
814,6
49.061
* De salarissen van de Concernstaf en Projecten en Programma's bevat een bedrag dat hier centraal wordt verantwoord welke niet toe te rekenen is naar de afzonderlijke eenheden.
B. Investerings- en financieringstaat Omschriivinq
Saldo 01-01
Vermeerderingen Verminderingen / Aflossinqen
Afschrijvingen
Saldo 31-12
Vaste activa Materiele activa Financiele vaste activa - deelnemingen - verstrekte leningen - deposito's Totaal vaste activa Omschrijving
113.312
19.489
-3
5.287 39.671 16.000
4.136 100.000
166
174.270
123.625
163
Saldo 01-01
123.660
9.144
5.287 43.641 116.000 288.588
9.144
Vermeerderingen Verminderingen / Rentetoevoeging/ Aflossinqen instandhoudinq
Saldo 31-12
Passiva Eigen vermogen: - algemene reserves - bestemmingsreserves
63.887 114.794
104.570 25.723
38.717 21.016
959 1.155
130.699 120.656
Voorzieningen
150.540
156.825
132.411
1.985
176.939
18.151
234
347.372
287.352
Opgenomen leningen Totaal passiva
18.385 192.144
4.099
Financieringssaldo Saldo per 1 januari Saldo per 31 december
-173.102 -158.091
Mutatie Voor een specificatie van de cijfers wordt u verwezen naar de bijiagen B.a tot en met B.g. Voor de deposito's is geen aparte bijlage opgenomen.
446.679
B.a Overzicht van de materiele vaste activa mutaties 2005 Oorspronkelijk Oorspronkelijk bedrag Totaal van de bedrag van de Vermeer- Vermin- van de kapitaaluitgaven afschrijvingen kapitaaluitgaven deringen deringen per 31-12-2005 per 01-01-2005 per 01-01-2005 (kolom 2+3-4)
Omschrijving van
1
2
3
4
5
6
investermgen met een economiscn nut a. Gronden en terreinen
820
820
b. Woonruimten
260
260
94
51.263
31.565
179
62
c. Bedrijfsgebouwen
41.391
9.872
d. Grand-, weg- en waterbouwkundige werken
179
e. Vervoermiddelen
153
268
153
268
132
15.115
4.990
416
19.689
11.763
434
407
72.913
44.023
227.129
123.787
227.129
123.787
f. Machines, apparaten en installaties g. Overige materiele vaste activa
434
58.352
15.130
d. Grand-, weg- en waterbouwkundige werken
222.770
4.359
Subtotaal
222.770
4.359
-
19.489
569
Subtotaal
569
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
TOTAAL
281.122
300.042
167.810
In de loop der jaren zijn door afronding verschillen ontstaan tussen de waarden in de administratie (eurocenten) en de jaarverslagen (afronding op duizendtallen). Om hier weer aansluiting te krijgen is bij de buitengebruikstelling van activa de aanschafwaarde (kolom Verminderingen) 3 lager dan de daarbij behorende afboeking op de afschrijving wegens desinvestering.
Afschrijvingen Afboeking afschrijvingen 2005 wegen desinvesteringen in 2005 7
Boekwaarde per 01-01-2005 (kolom 2-6) 9
8
Boekwaarde Toegerekende per rentelasten 31-12-2005 2005 (kolom 5-6-7+8) 3,25 10
11
Totaal van de kapitaallasten (kolom 7+11) 12
820
820
11
166
155
5
16
385
9.826
19.313
213
598
117
116
4
5
153
21
268
1
419
3.352
6.857
27
-
14.329
27.529
333
1.694
98.983
96.131
3.217
10.428
98.983
96.131
3.217
10.428
113.3121
123.6601
1
21
1.488 27
1.933
572
7.211 7.211 9.144
-
5721
109
1
3.5501
1311.178 28
12.122
B.b Overzicht van deelnemingen Omschrijving van
Oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven per 01-01-2005 1
Overige zaken betreffende algemeen bestuur Deelneming BNG Betreft: Aandelen N.V. Bank voor Nederlandse gemeenten Bevordering economische activiteiten Stimulering werkgelegenheid Betreft: Aandelen Oost. N.V.
2
TOTAAL
3
4
5
199
199
2.920
2.920
Betreft: Aandelen Zuiderzeehaven Beheer B.V. Betreft: Financieel belang Ontwikkelingsmij Zuiderzeehaven Minus: voorziening participatie Zuiderzeehaven Nutsvoorzieningen Organisatie nutsvoorzieningen Betreft: Aandelen Essent Groep NV *1 minus: reserve herwaardering aandelen Essent Groep NV Organisatie nutsvoorzieningen Betreft: Aandelen Vitens NV (was W.M.O. N.V) minus: reserve herwaardering aandelen Vitens NV Organisatie nutsvoorzieningen Betreft: Aandelen WMO Beheer N.V. minus: reserve herwaardering aandelen WMO Beheer NV
Oorspronkelijk bedrag Totaal van de van de kapitaaluitgaven afschrijvingen per 31-12-2005 per 01-01-2005 (kolom 2+3-4)
Mutaties 2005 Vermeer- Verminderingen deringen
3 238
3 238
-241
-241
27.999
27.999
-24.462
-24.462
373
373
-282
-282
60
60
-60
-60
6.747
0
0
*1 De kapitaallast rente over de deelneming in de Essent Groep N.V., Vitens en WMO Beheer is berekend over het verschil tussen de hoogte van de deelneming en de hoogte van de reserves herwaardering aandelenkapitaal.
6.747
6
1.460
1.460
Afschrijvingen Boekwaarde 2005 per 01-01-2005 (kolom 2-6) 7
0
Boekwaarde per 31-12-2005 (kolom 5-6-7)
Toegerekende rentelasten 2005 1,5%
Totaal van de kapitaallasten (kolom 7+10)
Productcode
8
9
10
11
199
199
6
6
2.0.40.05
1.460
1.460
47
47
2.7.10.10
12
0 0 0
3 238 -241
0 0 0
0 0 0
2.7.10.10 2.7.10.10 2.7.10.10
27.999
27.999
115
115
2.7.20.05
-24.462 373
-24.462 373
3
0 3
2.7.20.05 2.7.20.05
-282 60
-282 60
0
0 0
2.7.20.05 2.7.20.05
-60
-60
0
2.7.20.05
5.287
5.287
171
171
B.d Overzicht toerekening afschrijving en rente naar producten Productcode
Omschrijving
2.0.40.05
Deelneming BNG
2.1.40.05
Algemeen financieel-bestuurlijk toezicht
2.1.60.05
Materiele vaste activa (Ba) Afschrilving Rente Totaal
Deelnemingen (Bb) Afschrilving Rente Totaal 6
6
6
1
7
Promotie en externe betrekkingen en Lobby
11
1
12
2.2.00.05
Openbare orde en veiligheid
16
2
18
2.3.10.02 2.3.10.12 2.3.10.16
Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud wegen
8 6.554 154
7 2.986 44
15 9.540 198
2.3.30.06 2.3.30.15
Beheer en onderhoud Waterwegen Vaarwegen
462 31
169 14
631 45
2.4.30.05
Integraal Waterbeheer
2.4.40.05
Grondwaterbeheer
62
7
69
2.5.50.05
Handhaving
38
4
42
2.7.10.10
Stimulering werkgelegenheid
47
47
2.7.20.05
Organisatie nutsvoorzieningen
118
118
2.7.30.20
Landinrichting en Reconstructiegebieden
2.8.10.50
Spreiding basis- en voortgezet onderwijs
2.8.60.50
Zorginfrastructuur
171
171
3.0.15.50 3.0.15.75 3.0.30.05/10 3.0.30.25 3.0.30.30 3.0.30.35 3.0.30.40 3.1.00.25
9
9
P&O administrate Centraal applicatiebeheer Vastgoed Documentaire informatievoorziening Document productie Informatie- en communicatietechnologie Logistieke services en vervoer Dienstverlening provinciale infrastructuur
41 395 6 16 1.043 21 271
Totaal
9.144
10
5 184 1 58 1 66 3.550
46 579 6 17 1.101 22 337 12.694
B.d Overzicht toerekening afschrijving en rente naar producten Productcode
Omschrijving
2.0.40.05
Deelneming BNG
2.1.40.05
Algemeen financieel-bestuurlijk toezicht
2.1.60.05
Verstrekte qeldleningen (Bg) Afschrilving Rente Totaal
Totaal Afschriivinq
Rente
Totaal 6
6
6
1
7
Promotie en externe betrekkingen en Lobby
11
1
12
2.2.00.05
Openbare orde en veiligheid
16
2
18
2.3.10.02 2.3.10.12 2.3.10.16
Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud wegen
2.3.30.06 2.3.30.15
Beheer en onderhoud Waterwegen Vaarwegen
2.4.30.05
Integraal Waterbeheer
2.4.40.05
8
7
15
6.554
2.986
9.540
154
44
198
462 31
169 14
631 45
Grondwaterbeheer
62
7
69
2.5.50.05
Handhaving
38
4
42
2.7.10.10
Stimulering werkgelegenheid
47
47
2.7.20.05
Organisatie nutsvoorzieningen
118
118
2.7.30.20
Landinrichting en Reconstructiegebieden
6
6
2.8.10.50
Spreiding basis- en voortgezet onderwijs
2.8.60.50
Zorginfrastructuur
1
1
P&O administratie Centraal applicatiebeheer Vastgoed Documentaire informatievoorziening Document productie Informatie- en communicatietechnologie Logistieke services en vervoer Dienstverlening provinciale infrastructuur
7
7
3.0.15.50 3.0.15.75 3.0.30.05/10 3.0.30.25 3.0.30.30 3.0.30.35 3.0.30.40 3.1.00.25
6
6
9
9
41 395 6 16
1.043 21 271
Totaal
14
11
14
9.144
1
1
7 5 184
7 46 579 6 17
1 58 1 66
3.735
1.101 22 337
12.879
B.e Overzicht van reserves en voorzieningen Omschrijving
Saldo per 31-12-2004
I Alaemene reserves Saldireserve Algemeen dekkingsreserve Actiefonds Overijssel
7.000 23.511
Totaal I
30.511
II Bestemminqsreserves Reserve grand waterbeheer Reserve N 348 i} Reserve besteding Dsselmijgelden Reserve achtergestelde lening Essent Groep N.V. Reserve renovatie provinciehuis Reserve Europese programma's Reserve investeringen Reserve grondbeleid Fonds bedrijfsverplaatsingen Reserve Reconstructie Actiefonds Overijssel Reserve BTW-compensatiefonds Reserve Stimulering woningbouw Reserve Voorfinanciering landinrichting Totaal II III Voorzieninaen Voorziening rivierdijkversterking ^ Voorziening bodemsanering JJ Voorziening kanaal Almelo-De Haandrik Voorziening investeringsbudget stedelijke vernieuwing Voorziening natuurbeleidsplan Voorziening cofinanciering infrastructuur Voorziening Europese programma's Voorziening vervanging infrastructurele werken / PWP Voorziening bureau jeugdzorg Voorziening jeugdzorgaanbod Voorziening ouderen zorgnota *; Voorziening exploitatie openbaar vervoerD; Voorziening regionaal mobiliteitsfonds°J Voorziening fondsvorming voorfmanciering Rijksweg 35 0) Voorziening NaNOV-geluidssanering Voorziening secundaire voorziening statenleden Voorziening Ruimte voor Ruimte Voorziening Alg. Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Voorziening startende ondernemers Voorziening Weidevogels Dsseldelta Voorziening Brede doeluitkering (BDU) Langlopende verplichtingen n
Mutaties per 01-01-2005
Saldo per 01-01-2005
9.748 23.628
7.000 33.259 23.628
33.376
63.887
2.738 578 16.829 39.297 14.662 17.583 634 7.409 1.519 9.030 23.628 3.542
-23.628 833 140
140
137.449
-22.655
114.794
-6.709 16.301 4.017 9.763 4.599 335 6.939 12.987 1.065 732 575 3.954 25.596 13.315 750 30 3.271 754 6 430
2.738 578 16.829 39.297 14.662 17.583 634 7.409 1.519 9.030 4.375
-6.709 16.301 4.017 9.763 4.599 335 6.939 12.987 1.065 732 575 -3.954 25.596 13.315 750 30 3.271 754 6 430 19.716 36.068
19.716 36.068
Totaal III
134.778
15.762
150.540
Totaal
302.738
26.483
329.221
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
Rentepercentage 7.5% Rentepercentage 5% Rentepercentage % volgens rentestaffel Rentepercentage 0% vastgelegd in statenbesluit Rentepercentage = wettelijke rente - 4% Rentepercentage = werkelijk ontvangen rente opdeposito's Conform BBV moeten nog niet bestede Rijksmiddelen met een specifieke bestemming als een langlopende verplichting gecategoriseerd worden onder de voorzieningen
12
Mutaties 2005 Vermeerderingen storting instandrente houding 1,50%
Saldo per 31-12-2005
Verminderingen Onttrekking
84.079 20.491
105 499 355
24.047 14.565
7.000 93.790 29.909
104.570
959
38.717
130.699
183
41 43 252
621
1.350 3.313
105
2.962 5.465
11.616 39.297 14.572 18.727
1.660 2.433
2.250 6.831
220 264 10 111 23 135
11.602
53
10.675
5.355
21.016
120.656
194
25.723
162
482
7.520 3.792 15.996
337
3
1.155
11.957 19.725 24.180 4.531 1.987
-335 260 60 146 69
4.913 25.436 5.158 1.665
10.850 28.034 9.282 4.990
15.364 8.663
104 195 16 11
21.734
335 673
380 366
1.000 1.275
485 568 11
237 23 506
223
612 309 105 180
21.233 1.152 1.004
21.413
5.668 15.158
320 2 2
2.240 31.751 32.640
287.118
2.114
678 51
3.775 2.994
2
4 430
26.500 23.837
25.362 44.871
1.985
132.411
176.939
1.985
192.144
428.294
395
156.825
395
13
B.e2 Specificatie stortingen en onttrekkingen reserves en voorzieningen per product Functie Product 0.8
2.0.80.05
Productomschrijving
Stortingen Onttrekkingen Omschrijving reserve / voorziening 84.079 20.491
105 Saldireserve 24.047 Algemene dekkingsreserve Actiefonds Overijssel
11.602
10.675 Reserve BTW-compensatiefonds
Mutaties algemene reserves
0.8
2.0.80.10
Mutaties bestemmingsreserves
1.0
2.1.00.20 Rechtspositie Provinciale Staten
1.1
2.1.10.05
Rechtspositie GS-leden en oud-gedeputeerden
1.6
2.1.60.05
Promotie externe betrekkingen en lobby
100 Actiefonds Overijssel
1.7
2.1.70.20
Progr.grotestedenbeleid & netwerksteden
267 Reserve IJsselmijgelden
1.7
2.1.70.50
Renovatie provinciehuis
3.0
2.3.00.02
Ontwikkeling beleid bereikbaarheid
3.0
2.3.00.05
Bijdrage aan infrastructuur andere overheden
3.0
2.3.00.22 GedragsbeTnvloeding verkeer en vervoer
3.1
2.3.10.02
Planvorming provinciale wegen
23
2.240
801
2 Secundaire voorziening Statenleden
Voorziening Alg. Pensioenwet Politiek Ambtsdragers
1.660 Reserve renovatie provinciehuis 451 Voorziening BDU 1 Voorziening vervanging infrastructurele kunstwerken/PWP
1.000 12 1.275 57
8.663
276
11.346 Voorziening Regionaal mobiliteitsfonds 5.405 Voorziening BDU Voorziening Rijksweg 35 518 Voorziening BDU
211 Voorziening vervanging infrastructurele kunstwerken/PWP 4.119 Voorziening Regionaal mobiliteitsfonds Reserve Reconstructie 621 Reserve N348
3.1
2.3.10.12
Realisatie provinciale wegen
3.1
2.3.10.16 Beheer en onderhoud wegen
3.1
2.3.10.17 Beheer en onderhoud kunstwerken
3.3
2.3.30.06
Beheer en onderhoud van waterwegen
24.175
3.4
2.3.40.10
Openbaar vervoer
31.682
2.450 Actiefonds Overijssel 5
46 11.957
223 Voorziening kanaal Almelo De Haandrik 400 Voorziening vervanging infrastructurele kunstwerken/PWP Voorziening kanaal Almelo-De Haandrik 5.948 Voorziening Regionaal mobiliteitsfonds 20.126 Voorziening BDU 50 Actiefonds Overijssel Reserve Reconstructie
4.913 Voorziening rivierdijkversterking
4.2
2.4.20.05
Waterkeringen en hoogwaterbeheersing
4.3
2.4.30.05
Integraal waterbeheer
4.4
2.4.40.05
Grondwaterbeheer
183
5.0
2.5.00.15
Geluid
237
5.2
2.5.20.10
Bodemsanering binnen de wet bodembescherming
5.2
2.5.20.15
Bodemsanering door derden
6.1
2.6.10.05
Instandh. recreat.-toerist. basisstructuur
6.1
2.6.10.10 Ontwikk. recreat.-toerist. basisstructuur
6.2
2.6.20.10
Realisatie en beheer EHS
6.2
2.6.20.15
Landschapsbeheer
7.1
2.7.10.05
Europese programma's
7.1
2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid
2 Voorziening startende ondernemers 162 Reserve investeringen 2.340 Actiefonds Overijssel
7.1
2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid
1.000 Actiefonds Overijssel 1.522 Reserve IJsselmijgelden
7.2
2.7.20.05 Organisatie nutsvoorzieningen
7.3
2.7.30.05
1.200 Actiefonds Overijssel 133 Reserve IJsselmijgelden Bestemmingsreserve grand waterbeheer 320 Voorziening NaNOV-geluidssanering
19.716
25.436 Voorziening bodemsanering 680 Actiefonds Overijssel 156 Reserve IJsselmijgelden
9
Voorziening bodemsanering 500 Actiefonds Overijssel
340 Actiefonds Overijssel 31 Reserve IJsselmijgelden
1.987
1.665 Voorziening natuurbeleidsplan Voorziening Weidevogels Actiefonds Overijssel 50 Actiefonds Overijssel
15.364 3.313
2.250
Duurzame agrarische bedrijven
21.734 Voorziening Europese programma's 2.433 Reserve Europese programma's 2.590 Reserve IJsselmijgelden
Fonds bedrijfsverplaatsingen Actiefonds Overijssel
14
7.3
2.7.30.20 Reconstructie
6.509 194 506
Beleidskader Welzijn
Reserve Reconstructie Reserve Voorfinanciering landinrichting 421 Reserve IJsselmijgelden 2 Voorziening Ruimte voor Ruimte 1.100 Actiefonds Overijssel
8.0
2.8.00.70
8.3
2.8.30.50 Kunst en Cultuur
500 Actiefonds Overijssel
8.3
2.8.30.60
Cultured Erfgoed
455 Actiefonds Overijssel 304 Reserve IJsselmijgelden
8.4
2.8.40.50
Bibliotheek en Mediabeleid
350 Actiefonds Overijssel
8.6
2.8.60.50
Zorginfrastructuur
180 Voorziening ouderen zorgnota Reserve IJsselmijgelden 830 Actiefonds Overijssel
8.8
2.8.80.50 Jeugdzorg
9.1
2.9.10.07 Ruimtelijk beleid
9.2
2.9.20.05 Ontwikkeling beleid wonen
366 380
105 Voorziening jeugdzorgaanbod 309 Voorziening bureau jeugdzorg 1.300 Actiefonds Overijssel
Reserve Grondbeleid 1.100 Actiefonds Overijssel 200 Actiefonds Overijssel
Reserves Stimulering woningbouw 9.3
2.9.30.20 Stedelijke vernieuwing
KVD
3.0.30.05 Vastgoed
4.531
5.158 Voorziening investeringsbudget stedelijke vernieuwing
299
20 Actiefonds Overijssel 41 Reserve IJsselmijgelden Reserve renovatie provinciehuis
KVD
3.0.30.10 Huisvesting en inrichting
95
Reserve renovatie provinciehuis
KVD
3.0.30.20
Veiligheid, welzijn en milieu
46
Reserve renovatie provinciehuis
KVD
3.0.30.40
Logistieke services en vervoer
109
Reserve renovatie provinciehuis
diverse productomschrijvingen diverse diverse functies producten
32.640
Totaal
287.118
15
23.837 Langlopende verplichtingen ivm niet bestede specifieke Rijksmiddelen 192.144
B.f Staat van opgenomen langlopende geldleningen
Nummer
1
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening of voorschot
Schuldbekentenis
Datum en nr. besluit van de goedkeuring Provinciale Staten c.a. (commissaris van de provincie)
2
176
18.151
177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188
18 11 8 7 4 2 25 25 100 10 12 12
4
3
5
Rente Jaar van Looptijd percen- ontstaan in jaren tage
7
6
8
4-4-97, GS97/149
S
5,92
1997
9
18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005, ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884 18-5-2005. ZC/2005/1884
S S S S S S S S S S S S
0,00 0,00 0,00 0,00 0.00 0,00 0,00 0,00 0,00 0.00 0.00 0.00
2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2005
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
16
Bedrag van Restantbedrag bedrag van de Restantbedrag van van de lening in de loop van de rente of het deaflossing of het de lening of het rentebestandof het voorschot aflossingsbestand2005 voorschot per per 01-01-2005 opgenomen deel deel 31-12-2005 leningen of voorschotten 12 10 11 14 9 13
Vervaldata
2-2-2006
1.075
18.151
24-5-2015 24-5-2015 24-5-2015 25-5-2015 25-5-2015 25-5-2015 27-5-2015 28-5-2015 22-7-2015 25-8-2015 10-2-2016
18.151
18 11 8 7 4 2 25 25 100 10 12 12
18.151
234
18 11 8 7 4 2 25 25 100 10 12 12
1.075
17
0
18.385
B.g Staat van verstrekte langlopende geldleningen Nummer/omschrijving
1 Verstrekt aan ambtenaren (renteloze lening) voor: -aankoop van personal computers; - aanschafflngen IKAP regeling, vervoer Subtotaal
Oorspronkelijk Datum en nr. besluit van bedrag van de geldlening of het Provinciale Staten de goedkeuring voorschot 2 4 3 1.123 1.123
Voorschotten aan plaatselijke afdeling van kruisvereniging tbv stichting wijkgebouw: a. Stichting Kruiswerk Almelo b. Stichting Kruiswerk Zuidwest Overijssel te Deventer c. St. Kruiswerk Noord Salland te Ommen d. St. Medisch Centrum te Ommen e. Vereniging Het Groene Kruis te Boekelo Subtotaal Achtergestelde lening N.V. EDON Natura Docet minus voorziening in verstrekte lening aan Natura Docet WMC (Twents Instituut for Wireless and Mobile Communication) minus voorziening in verstrekte lening aan WMC NDIX (Ned. Duitse Internet Exchange) minus voorziening in verstrekte lening aan NDIX DIG (inz. Grondaankoop kavelruil) Achtergestelde lening Zuiderzeehaven C.V. minus voorziening in verstrekte lening aan Zuiderzeehaven C.V.
11-10-1989, nr. 51
nr. 89.027654
Rente Restantbedrag van de perc. lening of het voorschot per 1-1-2005
5
6 208 11 219
30-3-1960, nr. 18 22-12-1961, nr. 35 93
14
49 77 11 11
1 14 3 3 35
241
39.297 500
1993 nr. 44 2003 nr.67
500500
280-
500
5002003 nr.40
500
2003 nr.
280
500280
39.297
500280120
667
667-
Subtotaal
39.297
39.417
Totaal
41.149
39.671
18
Bedrag van
Bedrag van de in de loop van 2005 verstrekte leningen of voorschotten
de rente of het de aflossing of het rentebestanddeel aflossingsbestanddeel
7
8
9
-
127 35
82 11-
162
71
2
12
•';"••
2
-
11
10
1 13 14
Restantbedrag van de Toegerekende lening of het voorschot rentelasten per 31-12-2005 2005
-
4
7
1 12 3 3 31
1
39.297 500 500500 500280 2804.242 667 667-
4.122 667 667-
6
4.122
-
-
43.539
6
4.136
-
166
43.641
14
19
C. Staat van kapitaallasten
Cat.
Lasten
6.0a
Afschrijvingen Totaal afschrijvingen
5.0 6.Ob
9.144
Rente Rente geldleningen Rente reserves/voorzieningen Totaal rentelasten
1.075 4.099 5.174
Totaal te verdelen afschrijving en rentelasten
6.0a 6.0a 8.2.1 8.2.1 8.2.1
Verdeling Aan producten toegerekende afschrijvingen Aan kostenverdeelstaat toegerekende afschrijvingen Aan producten toegerekende rente Aan kostenverdeelstaat toegerekende rente Op correctie renteomslag verantwoord Totaal verdeeld
20
I
14.3181
I
14.3181
7.351 1.793 3.412 323 1.439
D. Berekening van de renteomslag
I. Berekening kapitaalbehoefte Boekwaarde materiele investeringen per 1 januari 2005 (bijlage B.a) Boekwaarde deelnemingen per 1 januari 2005 (bijlage B.b) Boekwaarde verstrekte geldleningen per 1 januari 2005 (bijlage B.g) Boekwaarde vaste activa per 1 januari 2005 (Vaste activa balans minus deposito's) Boekwaarde van vaste financieringsmiddelen per 1 januari 2005 waarover geen rente wordt berekend (bijlage Be)
113.312 5.287 39.671 158.270 39.297
NETTO GEi'NVESTEERD VERMOGEN
118.973
II. Berekening rentekosten Reserves en voorzieningen (bijlage B.e) Opgenomen vaste geldleningen (bijlage B.f) Rentebaat op verstrekte vaste geldleningen (bijlage B.g)
4.099 1.075
NETTO RENTEKOSTEN
5.174
III. Berekening renteomslagpercentage Netto rentekosten 1% van het netto geinvesteerd vermogen
5.174 * 1 % = 1.190
In de Jaarrekening is het in de primitieve begroting geraamde rentepercentage gehanteerd van: Het verschil tussen het begrote en het definitieve rentepercentage bedraagt derhalve: Aan de producten zijn de volgende rentelasten (tegen 3,25%) toegerekend: Bijlage B.a Bijlage B.b Bijlage B.g TOTAAL TOEGEREKENDE RENTELASTEN
4,35 %
3,25 % 1,10 % hoger 3.550 171 14_ 3.735
OP GROND HIERVAN IS IN DE JAARREKENING EEN LAST OPGENOMEN VAN OP HET PRODUCT RENTE KASGELD / CORRECTIE RENTEOMSLAG
21
1.439
F. Staat van gewaarborgde leningen
nr.
Oorspronkelijk bedrag
doel van geldlening is aangegaan door: de geldlening
1
2
3
4 Stichting Hendrik van Boeijen te Assen (onderdeel van De Open Ankh)
3f.
14.247
idem
4b.
2.470
idem
Siza Dorp Groep te Arnhem
c. d. 5 a. b. 9b.
908 1.815 7.941 13.387 136
idem idem idem idem idem
d. e. h. 10 a. b. c. d. 13 b.
340 182 391 3.630 908 1.418 1.724 3.471
idem idem idem idem idem idem idem idem
c. d. e. f. 15 a. c. 16 a.
1.543 4.197 1.815 1.248 5.627 998 6.807
idem idem idem idem idem idem idem
idem idem De Twentse zorgcentra te Enschede idem Stichting Zorg-Accent te Hellendoorn idem idem idem Stichting "Bruggerbosch" te Enschede idem idem idem Stichting Adhesie GGZ MiddenOverijssel te Deventer idem idem idem idem Stichting Reggeland te Almelo
b. c. 22 a. b. c. 25
2.500 1.134 1.588 2.269 1.452 499
idem idem idem idem idem idem
29 31
1.876 2.042
idem idem
33
172.598 idem 261.161
gevallen van gemeenschappelijke waarborging van de geldlening namen van de grondslag of andere percentage van lichamen, het deel dat welke mede door de provincie waarborgen is gewaarborgd 5 6 prov.Friesland, 150/620e deel Groningen en Drenthe prov. Gelderland 40 en Zuid-Holland prov. Gelderland 50 idem 50
Mediant, Stichting voor geestelijke gezondheidszorg Oost-Midden-Twente idem idem Stichting Neijenborch te Haaksbergen idem idem FRION, professioneel in ondersteuning voorheen ASVZ Van Koetsveld verzorging van zwakzinnigen in Overijssel, te Zwolle en Steenwilk Zorggroep De Leiboom te Deventer Overijsselse Bibliotheekdienst te Hellendoorn Nationaal Groenfonds
22
datum en nummer van het besluit van de provinciale goedkeuring staten c.q. commissaris der koningin
7 24-03-76, nr. 40
8 02-06-76, nr. 14
11-01-68, nr. 4
31-01-68, nr. 6
12-06-68, nr. 28 idem 16-01-69, nr. 13 idem 18-11-64, nr. 6
21-08-68, nr. 47 idem 12-03-69, nr. 13 idem 24-03-65, nr. 52
23-11-66, 12-06-68, 12-06-68, 12-06-68, 20-10-71, 24-04-74, 03-12-75, 18-01-78,
24-01-67, 21-08-68, 21-08-68, 15-08-68, 28-04-72, 07-09-74, 03-05-76, 26-10-78,
nr. 17 nr. 34 nr. 34 nr. 27 nr. 96 nr. 43 nr. 119 nr. 9
08-10-80, nr. 81 18-03-81, nr. 8 idem
09-02-81, nr. 13 29-06-81, nr. 1 idem
12-10-77, nr. 60 idem 18-03-81, nr. 9
04-04-78, nr. 2 idem 29-06-81, nr. 1
ZC/2002/1885 18-03-81, nr. 9 26-04-78, nr. 42 idem idem 27-01-82, nr. 5
29-06-81, nr. 1 02-01-79, nr. 6 idem idem 03-02-82, nr. 18
18-06-86, nr33-3 11-10-89, nr. 52 de ov. provincies
14,6
nr. 31 nr. 46 nr. 46 nr. 27 nr. 72 nr. 22 nr. 8 nr. 14
29-03-95, nr..
17-03-88, nr. 18
29-03-1995
renterestantbedrag van de percentage geldleningen per 1-1-2005
9
bedrag van de per 1-1-2005 door de provincie gewaarborgde geldleningen
12
11
10
bedrag van de in 2005 gewaarborgde leningen
totaalbedrag van de restantbedrag van de geldlening op 31 december 2005 gewone en buitengewaarvan door de wone aflossing 2005 totaal provincie gewaarborgd 13
14
15
4,86
950
230
475
475
115
6 1/4
715
286
126
589
236
63/4 63/4 7 6,790 53/4
270 598 1.474 3.706 4
135 299 1.474 3.706 4
47 93 198 370 4
223 505 1.276 3.336
112 253 1.276 3.336
63/4 71/2 75/8 5.53 5.81 6 6.14 6,56
25 23 58 1.219 384 124 545 1.301
25 23 58 1.219 384 124 545 1.301
8 4 10 177 42 124 45 87
17 19 48 1.042 342
17 19 48 1.042 342
500 1.214
500 1.214
7,17 6,65 5,83 4,05 7 81/2 6,73
309 2.125 359 499 2.541 374 3.234
309 2.125 359 499 2.541 374 3.234
309 101 72 50 182 25 170
2.024 287 449 2.359 349 3.064
2.024 287 449 2.359 349 3.064
4,845 73/4 3,64 6,96 3,60 7,68
2.272 465 627 989 727 275
2.272 465 627 989 727 275
113 29 627 58 37 13
2.159 436
2.159 436
931 690 262
931 690 262
5,28 5,04
1.126 1.758
1.126 1.758
47 37
1.079 1.721
1.079 1.721
155.991 185.067
22.775 50.268
15.504 19.184
140.487 165.883
20.511 44.830
div. Totaal
-
23
E. Verdelingsmatrix (x € 1.000) """"•*'"
—.
1.0
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.
lasten —~-~—-~-^__ kostencategorien 0.0 ~~~"~~ —•———^_——^_ onvoorziene functies en hoofdfuncties " — — •——^_^ lasten Provinciale staten Gedeputeerde staten Kabinetszaken Bestuurlijke Organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van overige wettelijke regelingen Overige zaken betreffend algemeen bestuur Overige baten en lasten Algemeen bestuur
2.0 Openbare orde en veiligheid, algemeen 2. Openbare orde en veiligheid 3.0 3.1 3.3 3.4 3.
Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer Verkeer en vervoer
4.1 4.2 4.3 4.4 4.
Waterschapsaangelegenheden Waterkeringen Kwantitatief beheer o p pe rv la kte water Kwantitatief beheer grondwater Waterhuishouding
5.0 5.2 5.3 5.5 5.6 5.
Milieubeheer, algemeen Kwalitatief beheer grondwater en bodem Bestrijding luchtverontreiniging Vergunningverlening en handhaving Ontgrondingen Milieubeheer
1.1 salarissen c.a.
2.1 uitbestede investerinqen
3.0 4.0.1 2.2 2.3.1 2.3.2 aank. duurz.aankoop niet betaalde pach- belastingen subsidies aan producenten roer. zaken duurz. zaken ten / erfpacht
825 1.255 174
1 2.254
537 537
1
1 1
163 163
3.978 1
4.015
3.979
4.015
2 2
10
Algemene economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden Economic en agrarische zaken
8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.
Welzijn, algemeen Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidkunde Sociaal-cultureel werk en ontwikkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Ouderenzorg Jeugdhulpverlening Welzijn
9.1 9.2 9.3 9.
Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Stads- en dorpsvernieuwing Ruimtel. ordening & volkshuisvesting
0.0 0.2 0.3 0.4 0.5 0.8 0.
Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen Overige financiele middeelen Algemene baten en lasten / onvoorzien Mut. reserves verband houdende met hoofdfuncties Financiering en alg. dekkingsmiddelen Totaal functioneel
KVD - staat (Middelenbeleid en -beheer)
Totaal generaal
500 12.944 667 125 14.236
181 72
2
444 84 781
10
-1 -1
1 39 403 369 812
8 10
174 855 1.029
6.1 Recreatie 6.2 Natuur 6. Recreatie en natuur 7.0 7.1 7.2 7.3 7.
682 55 9 216 5 8 2.015 2.403 5.393
81 2.247 250 1.722 4.300
6 44 50
38 8 264 16 4 79
4.161 8.401 22 13
109 518
12.597
1.280 169 1.449
1 1
2.255
4.526
4.028
28.682
-1
1.773
22
426
9.765
314
4.028
4.548
4.454
38.447
313
24
12.647
12.647
4.0.2 4.0.3 4.1.1 4.1.2 inkomensov. overige vermogensov. overige aan overheden inkomensov aan overheden vermogensov.
6.0a afschrijving
5.0 betaalde rente
6.0e 8.2.1 6.0c storting in ov. admin, rente reserves boekingen omslag
667
2
2.592 1.908 6.824
2.031 1.495 5.348
1.050 7.491 9.424 26.963
2 2
405 405
317 317
1.561 1.561
3.037 183
1.321 7.017 1.896
1.035 5.500 1.486
3.220
10.717
1
173 125 655
17
393 393
264 264
16 16
96
89
180
6.716
51
493 297
386
1
11
2.956 3.669
229 325
584
29 6
231
7.209
2.263
2.344 8.568 24.175 31.682 66.769
113 332 865
11.957 500
388
18
3.292
18
62 62
500
1.257
20
7 7
11.957 237
869 701
19.318
721
2.126
729
709
1.673 445 2.118
30
1.898 2.607 66 839
10.813
2.599 3.504 203
171 4
38
729
38
19.555
30
2.116 866 2.982
1.988 1.988
3.976
5.819
15.365
1.081 12.733
497
3.976
238 6.057
4.795
636
171
47 118 6 171
99
1.246 274
1.582 1.095
15.862
2.963 5.386
513
638
731
4.221
56
79.166 97.967
1.149
775 779
59
433
43
1.554
102
694
9
738 738
89 260 678 555
1.582 398
1.286
2.201 24.456
4.269
3.346
8.852
421
330
835
6.839
5.360
36.344
365
286
1.968 2.333
1.542 1.828
5.353 9.562 14.915
26
20
933
2.420 118 1.646 4.210
1.897
43.429
92
677
1.290 3.299
9.123 54.162
317 119 4 527 103 67 349
6.394
445 464
364
1
2.361
1.850
2.793
2.189
924 106
724 83
3.823
2.996
307
235
32
20.875
116.604
7.080
9.733
9.733
447 555
10.985 14.311 2.492 6.259 80.944 122.387 7.529 2.639 4.598 14.766 17
7
7.048
224
13.928 3.989 2.109 20.250
508
7 612
611
116.369
654
1.641
17
20.568
547
1.249
5.565 51.825 28.901 379 33.195 8.400 119.486
1
4.409 4.409
433
708 2.018
405 152 5 673 131 86
9
4.503
103
4
740
159 546
360
483
21
1.340 1.543
2.978 3.570
492 9 160 421 282 458
628 11 204 537
23 2.240
328 46
8.2.2 personeels- toegerek. totaal geb. kosten overhead
17
130.433 130.433
611
7
17
7.351 253.974
782
3.414
39.530
1.793
235
1.762
15.623
1.017
5.176
55.153
9.144 253.974
17
25
130.433 131.069 30.980
541.903 32.287
30.980
574.190
baten — ^^. functies en hoofdfuncties
kostencategorien "
1.0 salarissen c.a. " —•—-—__
1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.
Provinciale staten Gedeputeerde staten Kabinetszaken Bestuurlijke Organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van overige wettelijke regelingen Overige zaken betreffend algemeen bestuur Overige baten en lasten Algemeen bestuur
2.0 2.
Openbare orde en veiligheid, algemeen Openbare orde en veiligheid
3.0 3.1 3.3 3.4 3.
Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer Verkeer en vervoer
4.1 Waterschapsaangelegenheden 4.2 Waterkeringen 4.3 Kwantitatief beheer oppervlaktewater 4.4 Kwantitatief beheer grondwater 4. Waterhuishouding 5.0 Milieubeheer, algemeen 5.2 Kwalitatief beheer grondwater en bodem 5.3 Bestrijding luchtverontreiniging 5.5 Vergunningverlening en handhaving 5.6 Ontgrondingen 5. Milieubeheer
1.0.1 1.0.2 1.1 belasting belasting op leges ea op producent gezinsinkomens rechten
2.0.1 verkoop gronden
2.0.2 ov.verkopen onroer.zkn.
2.1 verk. duurz. roer. zaken
2.2.1 huren
11 11
811 811
222 14
1 5
4
10 3
236
6
4
13
103 103
784 202 986
69 69
6.1 Recreatie 6.2 Natuur 6. Recreatie en natuur 7.0 7.1 7.2 7.3 7.
Algemene economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden Economie en agrarische zaken
8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.
Welzijn, algemeen Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidkunde Sociaal-cultureel werk en ontwikkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Ouderenzorg Jeugdhulpverlening Welzijn
9.1 Ruimtelijke ordening 9.2 Volkshuisvesting 9.3 Stads- en dorpsvernieuwing 9. Ruimtel. ordening & volkshuisvesting 0.0 0.2 0.3 0.4 0.5 0.8 0.
Geldleningen en uitzettingen korder dan 1 jaar Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen Overige financiele middeelen Algemene baten en lasten / onvoorzien Mut. reserves verband houdende met hoofdfuncties Financiering en alg. dekkingsmiddelen
75.745
Totaal functioned
77.542
75.745 -57
KVD - staat (Middelenbeleid en -beheer) Totaal generaal
-57
419
6
-53
4
77.542
26
423
13 543
6
-53
556
2.2.2 pachten en erfpachten
2.3 diensten aan derden
4.0.1 inkomensoverdracht
3.0 dividenden en winsten
-1 28 13
4.0.2 4.1.2 5.0 6.0c 6.0e 4.1.1 overige vermogensov. vermogens- ontvangen onttrekking ov. admin. Inkomens overdr. overheden ov.overig rente a. reserves boekingen
49
133 124
266
258
266
6 413 124 584 22 22
22 22 6 6
39 424 44 3 510
403 353
6 5
31.635 32.391
270 281
26 26
64 150 214
1.448 4.758 25.559 31.908 63.673
1.000 3.733 25.493
30.226
44 64 1.090 1.198
44
44 2
3 18.778
596 18
1.055
9 5 32
1.241
1
136
1.837
3
18.917
1.055
51 928 979
147
4 4
147
1.750 406 2.156
17 17
3.013
15.575
112.584
2 2
totaal
-1 28 14
1
6 3
8.2.1 rente omslag
112.584
168 132 623 923
1.122
599 21.759
1.122
1.387 276 24.021 1.948 1.355 3.303 18.756 116.253 1.122 136.131
3.537
497 16.072
3.013
3.537
180 1
1
3 113 1.135 631
371 3.510
180 4 113 1.506 4.141
77.297 79.179
85 4.146
77.382 83.326
2
433 568
2
1.001
3.902 3.902
3.000
88.179
435 568 3.902 4.905 5.566
5.566 91.179 75.745 35 4.790 59.733 237.048
35
2.170
553
2.124
2.170
35
3.553
2.124
88.179
6
2.818
112.619
120.335
9.980
159.452
11
531
1
17
3.349
112.620
215 120.550
1.072
1
5.566
59.733 59.733
9.103
59.777
1.122
1.307
1
159.452
9.981
27
1.072
9.104
554.211
59.777
1.122
555.518
I. Specificatie investeringen Productcode
Omschrijving
Geraamd in Besteed in Nog 2005 Deschikbaar 2005
Nog te bes :eden in 2006 na 2006
2.1.40.05 Alaemeen Financieel-bestuurlijk toezicht Duurzame roerende goederen Totaal Algemeen Financieel bestuurlijk toezicht 2.1.60.05 Promotief externe betrekkinaen en lobby Hard- software studio Totaal Promotie, externe betrekkingen en lobby 2.1.70.50 Renovatie provinciehuis Renovatie provinciehuis Totaal renovatie provinciehuis 2.2.00.05 Openbare orde en veiligheid Provinciaal Commando Centrum (PCC) Totaal Openbare orde en veiligheid
2 2
2 2
22.188 22.188
9.470 9.470
8 8
2.3.10.02 Planvormina infrastruct. verkeersveiligheid Aanleg wegen Onderzoekskosten Totaal Planvorming infrastruc. verkeersveiligheid
12.718 12.718
12.718 12.718
8 8
8 8
79 79
22 22
57 57
57 57
5 5.343 5.348 1.331 4.017
4.085 4.085 1.524 2.561
5 1.258 1.263 -193 1.456
5 1.258 1.263 -193 1.456
681 426
420 457 22
261 -31 -22
261 -31 -22
81 555 432 153 113 2.441 313 2.128
77 348 286 129 123 1.862 85 1.777
4 207 146 24 -10 579 228
4 207 146 24 -10 579 228
351
351
4 4
8 8
-4 -4
62 62
20 20
42 42
42 42
606 606
33 33
573 573
573 573
3.0.30.25 Documentaire informatievoorzienina Applicatiebeheer Docman Totaal Documentaire informatievoorziening
249 249
249 249
3.0.30.30 Document productieservices Automatisering kaartreproductie Totaal Document productieservices
176 176
120 120
56 56
56 56
3.0.30.35 Informatie- en communicatietechnoloaie Aanschaf hard- en software Totaal Informatie- en communicatietechnologie
6.544 6.544
4.688 4.688
1.856 1.856
1.856 1.856
3.0.30.40 Loaistieke services en vervoer Aanschaf dienstauto's Totaal Informatie- en communicatietechnologie
264 264
268 268
-4 -4
2.3.10.12 Realisatie provinciale wegen N348 Deventer Raalte Realisatie provinciale wegen overig Totaal investeringsuitgaven realisatie wegen Totaal investeringsinkomsten realisatie wegen Totaal realisatie wegen 2.3.30.06 Onderhoud waterweaen Aut. Kunstwerken NW-Overijssel Renovatie 3 bruggen Steenwijk Aanpassing bedieningsruimte Brug Giethoorn Zuid verbeteren kanaaldijken Natuurvriendelijke oevers Renovatie ombouw oeverbeschoeiing Vernieuwing remmingwerk Baggeren Totaal investeringsuitgaven onderhoud waterwegen Totaal investeringsinkomsten onderhoud waterwegen Totaal beheer en onderhoud waterwegen 2.4.40.05 Grondwaterbeheer ICT kosten grondwaterreserve Totaal Grondwaterbeheer 2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid Gronden weg- / railterminal Oldenzaal Totaal Centraal applicatiebeheer 3.0.15.75 Centraal applicatiebeheer Informatiesysteem Civision / Beaufort Totaal Centraal applicatiebeheer 3.0.30.05 Vastgoed divers Totaal vastgoed 3.0.30.10 Huisvestinq en inrichtina Automatisering Marlog Totaal Huisvesting en inrichting 3.0.30.15 Horeca-voorzieningen Buffetten personeelsrestaurant Totaal Horeca-voorzieningen
28
Productcode
Omschrijving
Geraamd in Besteed in Nog 2005 beschikbaar 2005
3.1.00.25 Dienstverlenina provinciale infrastructuur West investeringen in steunpunten en materieel Oost investeringen in steunpunten en materieel Oost investeringen in materieel Steunpuntenplan en materiaal Midden investeringen en materiaal Totaal investeringsuitgaven dienstverlening infra Totaal investeringsinkomsten dienstverlening infra Totaal Dienstverlening provinciale Infrastructuur Totaal generaal
29
777 280
Nog te besteden in na 2006 2006
68 135
709 145
709 145
1.536
68 271
479 -68 1.265
479 -68 1.265
1.536
271
1.265
1.265
37.863
19.489
18.374
18.382
479
G. Overzicht Specifieke uitkeringen (= rijksbijdragen) Onder Specifieke uitkeringen worden verstaan alle inkomens- en vermogenoverdrachten van het Rijk aan de provincies (dus geen bijdragen van derden, zoals waterschappen, gemeenten en andere provincies). Specifieke uitkeringen zijn traceerbaar via de economische categorie-aanduiding 4.0 en/of 4.1 Functie
Productomschrijving
Product
Bijdragen derden
Rijksbijdragen
Totaal bijdragen
1.3
2.1.30.10 Internationalisering
1.6
2.1.60.05 Promotie, externe betrekkingen en lobby 2.1.60.15 IPO - samenwerking 2.1.60.35 2.1.60.40 Verzekeringen en aansprakelijkheidsstellingen
39 85 7 268
39 85 7 268
1.7
2.1.70.20 Programma Grotestedenbeleid
124
124
3.0
2.3.00.05 Bijdragen aan infrastructuur andere overheden 2.3.00.10 Goederenvervoer 2.3.00.22 Gedragsbemvloeding verkeer en vervoer
1.012 60 337
1.012 60 337
3.1
2.3.10.02 2.3.10.12 2.3.10.16 2.3.10.17
Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud wegen Beheer en onderhoud kunstwerken
176 3.540 370 5
176 3.540 370 5
3.3
2.3.30.06 Beheer en onderhoud waterwegen
25.253
240
25.493
3.4
2.3.40.10 Openbaar vervoer
28.568
3.337
31.905
4.3
2.4.30.05 Integraal waterbeheer
64
64
4.4
2.4.40.05 Grondwaterbeheer
20
130
150
5.0
2.5.00.10 Milieubeleid, planning 2.5.00.15 Geluid
126 320
153
279 320
5.2
2.5.20.05 Programma bodemsanering 2.5.20.10 Bodemsanering binnen de Wet bodembescherming 2.5.20.15 Bodemsanering door derden
2 9.903
2 19.581 252
584 105
1.047 136 195
1.948
1.948
423 60
11
950 300 90 11
15.474 3.032 250
5.5
1
9.678 252
2.5.50.05 Handhaving milieubeheer 2.5.50.06 Vergunningverlening 2.5.50.07 Bestuurlijke handhavingssamenwerking
6.1
2.6.10.10 Ontwikkeling recreatief-toeristische basisstructuur
6.2
2.6.20.10 2.6.20.15 2.6.20.20 2.6.20.25
463 136 90
Realisatie en beheer ecologische hoofdstructuur Landschapsbeheer Handhaving wetten Monitoring
527 240 90
1
2.7.10.05 Europese programme's 2.7.10.10 Stimulering werkgelegenheid 2.7.10.15 Functioneren arbeidsmarkt
200
15.470 3.032 50
7.2
2.7.20.10 Energiebesparing
127
5
132
7.3
2.7.30.05 Duurzame agrarische bedrijven 2.7.30.20 Landinrichting en Reconstructie
506
150 464
150 970
180
180
3
3
7.1
8.0
2.8.00.70 Beleidskader welzijn
8.1
2.8.10.50 Onderwijs
8.2
2.8.20.50 Sport (BKW)
8.3
2.8.30.50 Kunst en Cultuur 2.8.30.60 Cultureel Erfgoed
8.4
2.8.40.50 Bibliotheekwerk en Mediabeleid
8.5
2.8.50.50 Integratiebeleid
8.8
2.8.80.50 Jeugdzorg
4
113
113
1.134
30
372
1.134 372
381
3.760
4.141
77.297
85
77.382
9.1
2.9.10.07 Ontwikkeling ruimelijk beleid 2.9.10.37 Realisering ruimtelijk beleid
9.1
2.9.20.05 Ontwikkeling beleid wonen
9.3
2.9.30.20 Stedelijke vernieuwing
0.2
2.0.20.20 Uitkering provinciefonds (algemene uitkering) 2.0.50.05 Onderuitputting overige zaken en diensten
433
567
1
3.902
Subtotaal functies
149.994
433
568
3.902 91.179 2.677
91.179 2.677
140.845
290.839
74 142
74 142
141.061
291.055
KVD-staat Middelen- 3.0.15.50 P&O administratie beleid en 3.0.15.55 P&O advisering - beheer Totaal functies + KVD
149.994
31
M. Overzicht van verplichtingen die ten laste van de exploitatie zijn gebracht ProductOmschrijving code
Verplichtingen per 31 december 2005 2002 en voorgaande jaren
202025 210005 213010 216005 216010 217020 217030 217070 217080 217090 220005 230005 230010 230022 230025 231012 231016 231017 231025 233006 234005 242010 243005 244005 250010 250015 250020 250025 252010 252015 252025 255005 255006 255007 256005 261005 261010 262010 262015 262020 262025 270010 270020 271005 271010 271015 272010 273005 273020 280060 280070 281050 282050 283050 283060 284050 284060 285050 286050 288050 291007 291022 292005 292025
Onderuitputting overige goederen en diensten Ondersteuning bestuursorganen Internationalisering Promotie, externe betrekkingen en lobby Journalistieke producties, internetredactie en mediacontact Programma grate steden Programma inform, en comm. technologie Programma Reconstructie Programma de andere provincie Gebiedsgericht werken Openbare orde en openbare veiligheid Bijdrage verbetering weg- railinfrastrastructuur Goederen vervoer Gedragsbeinvloeding verkeer en vervoer Beleidsinformatie Verkeer en Vervoer Realisatie Provinciale wegen Beheer en onderhoud wegen Beheer en onderhoud kunstwerken Gladheidsbestrijding Beheer en onderhoud waterwegen Luchthaven Twente Muskusrattenbestrijding Integraal waterbeheer Grondwaterbeheer Milieu-informatie,communicatie,educatie Geluid Gebiedsgerichte aanpak Aansturing en realisatie inricht land ge Bodemsanering binnen de Wet bodembescherming Bodemsanering door derden Afvalstoffen Handhaving Vergunningverlening Bestuurlijke handhavingssamenwerking ontgrondingen Instandhouding recreat.toer. basisstruct. Ontwikkeling recreat.toer. basisstructuur Realisatie en beheer ecologische hoofdst Landschapsbeheer Handhaving wetten Monitoring Toeristische promotie Landelijke niet- Reconstructie gebieden Europese programma's Stimulering werkgelegenheid Functioneren arbeidsmarkt Energiebesparing Duurzame agrarische bedrijvigheid Landinrichting en Reconstructiegebieden Ontwikkelingssamenwerking Beleidskader Welzijn Onderwijs Sport (BKW) Kunst en cultuur (Cultuur) Cultureel erfgoed (Cultuur) Bibliotheekwerk en mediabeleid (Cultuur) Sociaal Cultureel werk (BKW) Integratiebeleid Zorginfrastructuur (Zorg) Jeugdzorg Ontwikkeling ruimtelijk beleid Ruimtelijk toezicht Ontwikkeling beleid wonen Beleidsinformatie RO & VHV
2003
Totaal per product
2005
2004
3 14
20
16 709
1.011
43
9 80
13
2 6 29 48 30 53
20
9 47
33 30
40 56 234 202 7 71 30 310 338 15 6 28
7 53
2 53 704 2 23
4
147 25
463 21 7 227 50
28 96
78 25
12
44
67
334 332
4
14 370
1.011 37 245 80 4 180 227 29 736 2 13 60 511
2.329 694 25 7 41 62 67
340
4.243
7.128
2.778
193
12
576 101 39
53
55
26
2 672 53 38
1.439
50
*
168
1.340 7 71 119 310 368 15 6 28 7 53
1.474 60 306 784 229 76 180 333 155 736 2 68 60 511
2.809 1.118 25 11 41 76 437 340
9.120 1.694
23.268 2.475
127 148 184 3
228 240 184 4
1.769
2.659
30 67
82 186
1.634
1.787
1.361
6.221
200 1
147 16
320 185
7 379 203 367
865 396 5 86
214 15
2 660 54 72
198 195 5 78
1.433 1.840
2.686 2.111 1.145
204 13 12
502 597
10
32
3 2 20 29 48 50 69 729 40 56 252
13 609 10
••i
ProductOmschrijving code
Verplichtingen per 31 december 2005 2002 en voorgaande jaren
300505 301545 301555 301560 303010 303020 303035 310025 5010000 5010010 5010290 5020010 5020030 5020060 5030030 5030040 5030050 5030060 5040010 5040030 5050030 5050050 5050060 5060010 5070010 5080010 5080080 5120010 5120030 5120040 5120050 5120060
Directievoering P&O concernadvisering P&O advisering Beleidsontwikkeling Middelen Huisvesting en inrichting Veiligheid, Welzijn en milieu ICT Dienstverlening provinciale infrastructuur Centra le budgetten Directie Concernstaf; diversen Bestuurlijke aangelegenheden: leiding Bestuurlijke aangelegenheden: team openbaar bestuur Bestuurlijke aangelegenheden: team juridische zaken Economic, milieu en toerisme: team vergunningverlening Economie, milieu en toerisme: team handhaving Economic, milieu en toerisme: team beleid Economie, milieu en toerisme: team werkgelegenheid Landbouw, natuur en landschap: leiding Landbouw, natuur en landschap: team landbouw Ruimte, wonen en bereikbaarheid: team Ontwikkeling Ruimte, wonen en bereikbaarheid: team West-Overijssel Ruimte, wonen en bereikbaarheid: team verkeer & vervoer Water en bodem: leiding Wegen en kanalen: leiding Zorg en cultuur: leiding Zorg en cultuur: team ZCG Middelen: leiding Middelen: MUO Middelen: team bestuur en directie Middelen: team personeel en Organisatie Middelen: team control en administratie
2004
2003
Totaal per product
2005
24
204 11 415
9
58 3 1 1 109 1 52
2
48
30 222
73
TOTALEN
9.020
33
11.031
10.431
1 1 1 52 33 19 5 18 1 6 14 5 121 1 4 21 1 18 17 2
28.047
228 11 415 58 3 1 1 118 1 52 2 1 1 1 100 33 19 5 18 1 6 14 5 151 222 1 4 94 1 18 17 2
58.529
N. Kostenverdeelstaat Rekening 2004
Lasten Begroting I 2005 I
Rekening 2005
[Totaal baten en lasten
31.756
32.054
Rekening 2004
Begroting 2005
I Saldo te verdelen lasten Middelenbeleid en -beheer Functie Omschrijving 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2.0 3.0 3.1 3.3 3.4 4.1 4.2 4.3 4.4 5.0 5.2 5.5 5.6 6.1 6.2 7.0 7.1 7.2 7.3 8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 9.1 9.2 9.3
Provinciale staten Gedeputeerde staten Kabinetszaken Bestuurlijke Organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van overige wettelijke regelingen Overige zaken betreffende algemeen bestuur Programma's en projecten Openbare orde en veiligheid, algemeen Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer Waterschapsaangelegenheden Waterkeringen Kwantitatief beheer oppervlaktewater Kwantitatief beheer grondwater Milieubeheer, algemeen Kwalitatief beheer grondwater en bodem Vergunningverlening en handhaving Ontgrondingen Recreatie Natuur Algemene economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden Welzijn, algemeen Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidkunde Sociaal-cultureel werk en Ontwikkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Ouderenzorg Jeugdhulpverlening Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Stads- en dorpsvernieuwing
531 8 160 431 367 528
1.878 1.331
631 8 145 405 322 466
492 9 160 421 282 458
1.873 2.274
2.031 1.495
421
370
317
1.195 5.974 1.069
1.035 5.500 1.486
407 137 164 819 534
2.187 1.838 2.680
413 141 207 740 534 315
379 89 260 678 555 398
1.289 3.338
1.286 3.346
332 336
389 343
330 286
1.854
1.542
14
25
20
1.953
1.796
1.897
97 551 519 97
107
92
1.061
1.290
338 145 4 472 96 52 402
317 119 4 527 103 67 349
628 238 56 423
34
Rekening 2005
1.065 5.683 1.148
1.114
Totaal verdeeld
30.980
397
405
364
1.936
1.993
2.189
674 74
757 106
724 83
31.756
32.054
30.980
Baten Rekening I Begroting I Rekening 2004 I 2005 I 2005
OVERZICHT PERSONEELSGEBONDEN KOSTEN De kostenverdeelstaat verdeelt het saldo van de interne producten. Dit saldo wordt toegerekend aan de functies waarbij de hoogte van de toegerekende personeelskosten verdeelsleutels zijn. Het saldo van de interne producten is daarbij overigens niet ontdaan van stortingen in/toevoegingen aan en onttrekkingen aan/beschikking over reserves en voorzieningen. In de tabellen in het Jaarverslag is de overhead overigens gehergroepeerd naar programma's.
Functie
Omschrijving
1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2.0 3.0 3.1 3.3 3.4 4.1 4.2 4.3 4.4 5.0 5.2 5.5 5.6 6.1 6.2 7.0 7.1 7.2 7.3 8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 9.1 9.2 9.3
Provinciale staten Gedeputeerde staten Kabinetszaken Bestuurlijke Organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van overige wettelijke regelingen Overige zaken betreffende algemeen bestuur Programma's en projecten Openbare orde en veiligheid, algemeen Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer Waterschapsaangelegenheden Waterkeringen Kwantitatief beheer oppervlaktewater Kwantitatief beheer grondwater Milieubeheer, algemeen Kwalitatief beheer grondwater en bodem Vergunningverlening en handhaving Ontgrondingen Recreatie Natuur Algemene economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden Welzijn, algemeen Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidkunde Sociaal-cultureel werk en Ontwikkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Ouderenzorg Jeugdhulpverlening Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Stads- en dorpsvernieuwing
35
Rekening 2004
Begroting 2005
Rekening 2005
625 10 188 507 432 622
785 10 180 504 400 580
628 11 204 537 360 584
2.210 1.567
2.330 2.828
2.592 1.908
495
460
405
1.254 6.690 1.351
1.486 7.431 1.330
1.321 7.017 1.896
479 161 193 964 629
2.574 2.163 3.154
514 175 257 920 664 392
483 113 332 865 708 508
1.603 4.151
1.641 4.269
391 396
484 427
421 365
1.311
2.306
16
31
26
2.298
2.234
2.420
114 648 611 114 739 280 66 498
1.968
133
118
1.320
1.646
420 180 5 587 119 65 500
405 152 5 673 131 86 445
467
504
464
2.278
2.479
2.793
793 87
941 132
924 106
37.375
39.867
39.530
O. Goedgekeurde begrotingswijzigingen op productgroepniveau Product Omschrijving
1.0 .1 .2 .3 .4 .5 .6 .7
Algemeen bestuur Provinciale Staten Gedeputeerde Staten
2.0
Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid, algemeen Totaal beleidsveld 2
3.0 3.1 3.3 3.4
Verkeer en vervoer Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer Totaal beleidsveld 3
4.1 4.2 4.3 4.4
Waterhuishouding Waterschapsaangelegenheden Waterkeringen Kwantitatief beheer oppervlaktewater Kwantitatief beheer grondwater Totaal beleidsveld 4
5.0 5.2 5.5 5.6
Milieubeheer Milieubeheer, algemeen Kwalitatief beheer grondwater en bodem Vergunningverlening en handhaving Ontgrondingen Totaal beleidsveld 5
6.1 6.2
7.0 7.1 7.2 7.3
8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.8
2e wijz
24 1.020
50
150
100
5.631 37.832
42 150
-101
100
92
350
-1
35
1.080 175
2.472
1.604 704
1.522
-55
23
45.771
2.417
1.255
1.545
202 12.731 2.069
31 200
500
231
500
674 15.676
2.001 2.750 3.021 334 8.106
1.973 -150 -150
13.094
300
Totaal generaai
9e wijz
35
Totaal beleidsveld 7
Totaal middelenbeleid en beheer
8e wijz
-1
300
Middelenbeleid en -beheer Interne producten
7e wijz
350
15.196 -15.720 12.633
Totaal beleidsveld 0
6e wijz
-100
1.473
1.060
8.800
Financiering en alg. dekkingsmiddelen Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen Overige financiele middelen Algemene baten en lasten / onvoorzien Mutaties reserves verband houdende met hoofdfuncti
5e wijz
154
Economie en agrarische zaken Algemene economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden
Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Stads- en dorpsvernieuwing
4e wijz
-1
1.060
Totaal beleidsveld 6
Welzijn Welzijn Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidkunde Sociaal-cultureel werk en Ontwikkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Jeugdhulpverlening
3e wijz
275
17.621
6.827
Totaal beleidsveld 9 0.0 0.2 0.3 0.4 0.5 0.8
le wijz
3.071 1.144 340 625 490 767 4.365 6.819
Recreatie en natuur Recreatie Natuur
Totaal beleidsveld 8 9.1 9.2 9.3
Primitief
985
4.155 304 492 7.933 9.502 2.380 3.649 600 29.015
750
542 376
750
918
-40 1.890
3.405
1.850
1.000
53
100 116 65
1.500
3.405
794
1.000
250
200
24
200 106
1.500
159
818 281
6.045
846 640
1.450
1.000
200
1.636
450
37
450
37
323
7.531
323
-3.250 -83.068 -70.863
-3.500 -2.032
-118 -407
33
-18.777
-1.500
-176.483
-1.500
-5.532
1.371
-7.750
-1.000
-850
1.371
-7.717
-1.000
-850
-61
29.809
-61
29.809
-1.652
36
1.652
-150 -150
-300
-8.100
-300
-8.100
402
850
432
402
850
432
O. Goedgekeurde begrotingswijzigingen op productgroepniveau Product Omschrijving
.0 .1 .2 .3 .4 .5 .6 .7
Algemeen bestuur Provinciale Staten Gedeputeerde Staten
2.0
3.0 3.1 3.3 3.4
5.0 5.2 5.5 5.6
6.1 6.2
7.0 7.1 7.2 7.3
8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.8
107
1.771
-699
-50 140
2.795 3.564
-50
343 801 412 592 4.876 7.291
100 127 127
20.674
140
-2
-44
-100
-25
1.273
-2
-44
-100
-25
1.273
300 -117 -130
360 -27
-817
53
333
-817
Verkeer en vervoer Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer
-1.318 235
-50 -300 -60
500
-231 -27 -542
5.186 41.561 1.332 685
500
-2.118
235
-410
48.764
Waterhuishouding Waterschapsaangelegenheden Waterkeringen Kwantitatief beheer oppervlaktewater Kwantitatief beheer grondwater
95 -1
66 688
700
Totaal beleidsveld 4
94
754
700
9
900
-420
9
900
-420
-907 -860
-800
-1.013
-583
Recreatie en natuur Recreatie Natuur
37 -193
8 120
135 100
681 -750
Totaal beleidsveld 6
-156
128
235
-69
Economie en agrarische zaken Algemene economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden
1.536
144
1.090 -19.187
Totaal beleidsveld 7
Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Stads- en dorpsvernieuwing
Financiering en alg. dekkingsmiddelen Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen Overige financiele middelen Algemene baten en lasten / onvoorzien Mutaties reserves verband houdende met hoofdfunct Totaal beleidsveld 0 Middelenbeleid en -beheer Interne producten Totaal middelenbeleid en beheer
1.000
17.942
1.094 2.379 4.205 334
1.184
Totaal beleidsveld 5
Welzijn Welzijn Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidkunde Sociaal-cultureel werk en ontwlkkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Jeugdhulpverlening
202 13.549 3.630 561
1.000
-213
Milieubeheer Milieubeheer, algemeen Kwalitatief beheer grondwater en bodem Vergunningverlening en handhaving Ontgrondingen
Totaal beleidsveld 9 0.0 0.2 0.3 0.4 0.5 0.8
45
-44 5 3 27 -78 -175 180 -617
Totaal beleidsveld 2
Totaal beleidsveld 8 9.1 9.2 9.3
-381
2.000
Totaal
Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid, algemeen
Totaal beleidsveld 3 4.1 4.2 4.3 4.4
lOe wijz lie wijz 12e wijz 13e wijz 14e wijz 15e wijz 16e wijz adm.wzn.
-162 -41
574
-203
574
8.012
-15
3.199 7.613
-15
10.812
12
100
11 -32
465
100
1.527
609
43
25 55 -55 119 42 -24 -76 -86
400 350
55
200
-625
150
-625
1.043
850 200
-200
1.050
-250
-3.004
15
15
-450
-257
1.050
-1
430 500 -56
-200 -640 -114
480
-1
203 3
-241
-334 -521
13.562
90.583
-771
13.562
88.295
-210
-82.651
6.568 359 437 9.090 10.053 2.421 5.958 3.238 38.124
6.667 1.369 640
-40
8.676
-4.950 -90.075 -74.158 -30 -1.909 67.444
-438 -210
957 24.205 -115.580 7.767
-40
-1.200
-63 88
-1.050 1.339
-56
1.300
150
-360 -87
-59 259
100
269
324
-450
318
-17.997 -85.813 100
43
-2.868
311
-80.684 -5.440
-144 -466
-1.048
-103.678
795
-137
262
-165
-136
1
32.052
795
-137
262
-165
-136
1
32.052
Totaal generaai
37