4Hoog en HETPALEIS
De Tip van je Tenen 8+ Waarom ben je wie je bent? Wat is er mis met de vis? Hoeveel pijn was de pijn van je eerste grote verdriet? Waarom hebben mensen billen, maar geen staart? Waarom kwam het er niet van, het afgelopen jaar, om te zoenen met elkaar? Hadden we brute pech, of zaten er telkens woorden in de weg? De Tip van je Tenen neemt je mee in een mix van teksten, beeld en klank. Gekende en ongekende kindergedichten en verhalen, visuele poëzie en een nieuwe tekst van auteur Frank Adam dagen elkaar uit en brengen kinderen op een verrassende en prikkelende manier in contact met poëzie. Het wordt een ontroerend, humoristisch en muzikaal feest met vier acteurs, twee muzikanten, een tekenaar en een vrouwenkoor. In de Grote zaal van HETPALEIS op 5 en 6.04.13. Op reis van 7 t/m 28.04.13 www.4hoog.be www.hetpaleis.be
MEDEWERKERS Concept en regie:
Frans Van der Aa
Spel:
Kevin Bellemans Maaike Cafmeyer Steve Geerts Sus Slaets en een bijzondere gast per speelplek
Compositie en muzikale uitvoering:
Arne Leurentop Sam Vloemans
Koor:
Marieke Engelbeen Leslie Geeraers Lut Lemmens Ariane Pauwels Carry Van Hoof Gunilla Maria Van Humbeeck Norah Vekemans of Lena Vekemans
Tekeningen:
Stijn Felix
Tekstadvies:
Frank Adam
Kostuumontwerp:
Kathleen Moers
Lichtontwerp:
Koen Corbet
Beeld:
Tom De Roy
Geluid:
Geert De Wit
Uitvoering Decor:
Tom De Roy
Dramaturgie:
Hanneke Reiziger Kerensa Verhoosel Marieke De Munck
Regie-assistentie:
Elvira Crois (stage)
Projectleiding:
Erik Moonen
SPEELLIJST April 2013 vr 5
20u
première
HETPALEIS Grote zaal
03 202 83 60
za 6
15u
publieke voorstelling
HETPALEIS Grote zaal
03 202 83 60
zo 7
15u
publieke voorstelling
Gent NTGent
09 225 01 01vr
12
20u
publieke voorstelling
Vilvoorde CC Het Bolwerk
02 255 46 90
za 13
19u30 publieke voorstelling
Eeklo CC De Herbakker
09 218 27 27
zo 14
15u
Brugge Stadsschouwburg
050 44 30 40
do 18
10u30 schoolvoorstelling
Oosterzele GC De Kluize
09 363 83 3
13u30 schoolvoorstelling
Oosterzele GC De Kluize
09 363 83 30
13u45 schoolvoorstelling
Mortsel CC
03 443 73 80
19u30 publieke voorstelling
Mortsel CC
03 443 73 80
za 20
15u
publieke voorstelling
Genk C-mine
089 65 44 90
zo 21
15u
publieke voorstelling
Leuven 30 CC
016 300 900
vr 26
19u
publieke voorstelling
Kortrijk Schouwburg
056 23 98 55
za 27
19u
publieke voorstelling
Turnhout De Warande
014 41 69 91
zo 28
17u
publieke voorstelling
Roeselare CC De Spil
051 265 700
vr 19
publieke voorstelling
“Woorden zijn niet alleen sacraal, ook bestiaal.” Frans Van der Aa over De Tip van je Tenen Een concertant poëziefeest voor kinderen. Hoe ontstaat zo’n idee? Het is een combinatie van een aantal zaken. Ik heb lang lesgegeven op verschillende academies. Daarvoor neusde ik veel in poëzie om materiaal te verzamelen dat ik kon gebruiken tijdens mijn lessen. Ik vond dat er heel veel goeie teksten waren, maar ook heel veel slechte. En ik vroeg me af waarmee kinderen lachten en waarmee niet, wat ze om welke reden mooi vonden. In 2009 deed ik mee aan Saint-Amour van Behoud de Begeerte. Toen wist ik dat we dit concept absoluut voor kinderen moesten uitwerken. De combinatie van muzikaliteit, muziek en woord zou zeker werken voor een jeugdig publiek. Elk kind, hoe klein ook, komt vroeg of laat met een versje thuis. “Klop klop klop/Doet het hamertje op het nageltje/Klop klop klop/Papa maakt een kast voor mijn kamertje”, was het eerste gedicht dat mijn dochter Liesa van buiten kende. Je voelt de woordenritmiek. En ik wilde weten hoe dat werkte in combinatie met muziek. De titel stond al vast: Saint-amourke. Elke keer ik via de N7 richting zuiden van Frankrijk langs het dorp Saint-Amour passeerde, moest ik daar aan denken. En uiteindelijk wordt het een totaalspektakel met vier acteurs, een live tekenaar, een zevenkoppig koor en twee muzikanten. Dat is wel iets anders dan de saaie voordrachtmiddag op de academie. Om het aantrekkelijk te maken voor kinderen heb ik veel (letterlijke en figuurlijke) stemmen en sferen nodig. Ik wil het woord ‘woord’ laten zijn in al zijn facetten. Dus niet alleen zoals in gedichten of zoals het klassiek gebeurt tijdens de voordrachtles. Daar is op zich niets mis mee, maar rond voordracht hangt een totaal verouderde en verkeerde sacraliteit. Wanneer daar iemand zijn gedicht voordraagt, mag niemand meer ademen en mag je het niet wagen om met je lepel in je koffie te roeren. Anders hang je. Ik wil van De Tip van je Tenen een feest maken waar je mag roepen als dat nodig is, waar je op je stoel mag springen en met je lepel in je koffie mag roeren. Ik zal ervoor zorgen dat er aandacht zal zijn, maar de kinderen moeten ook uit de bol kunnen gaan. Woorden zijn niet alleen sacraal, ook bestiaal. De Tip van je Tenen is een voorstelling voor kinderen, maar je gebruikt niet alleen kinderpoëzie? Sommige gedichten die ontzettend volwassen zijn, zoals Van Ostaijen, zitten ook in de voorstelling. Ik steek daar een ritmiek in zodat het begrijpbaar en grappig wordt voor hen. De kinderen moeten niet de letterlijke betekenis van het woord mee krijgen, maar wel een soort van sensitieve gewaarwording. Woorden worden gebruikt om te uiten wat je denkt, maar zeker ook om te uiten wat je voelt. En in dat ‘voelen’ is een kind heel erg ontwikkeld. Welke andere auteurs gebruik je nog? Het zijn uiteenlopende teksten van onder andere Joke van Leeuwen, Leendert Witvliet, Bette Westera, Hans Dorrestijn, Eva Gerlach, Edward Van de Vendel en ook Frank Adam. Naast zijn gedichten die in de voorstelling zitten, heeft Frank ook een totaal nieuw sprookje geschreven dat in het midden van De Tip van je Tenen wordt voorgelezen door een speciale gast.
Een sprookje als tegenwind voor de poëzie? Of als aanvulling? Psycho-analytisch gezien is een sprookje voor een kind een middel om zijn angsten te leren overwinnen. In De Tip van je Tenen wordt het sprookje zo gevaarlijk dat het bijna ridicuul wordt. We kloppen het klassieke sprookje zo op dat het bijna een persiflage wordt. Op zo’n moment kan een kind weer lachen met gevaar. Ik hanteer die ‘omkering’ heel bewust. Sommige dingen die voor een kind nog niet bevattelijk zijn, kunnen door die omkering wel aankomen. Kan je daar een voorbeeld van geven? Als ik over bloed, moord en dood praat, is dat doodeng voor een kind. Maar ik kan het zodanig vertellen dat het gruwelijk grappig wordt. De kinderen kunnen het verdragen, maar ze weten wel dat het over iets gruwelijks gaat. Je werkt met een acteursploeg samen die je goed kent. Wat is de reden daarvoor? Maaike Cafmeyer, Sus Slaets, Kevin Bellemans en Steve Geerts zijn vier acteurs uit En daarmee Basta, een jongerenreeks op Ketnet. Ik heb die ploeg toen via audities samengesteld. Ik zocht zeer uiteenlopende mensen die snel kunnen schakelen. Van gekte naar intimiteit, over surrealisme, tristesse en woede. Doordat ik hen goed ken, moet ik daar niet veel uitleg bij geven. Een theatrale poëzievoorstelling is bijna een gedwongen constructie. Acteurs lezen teksten die niet van hen zijn. Dat is een theatertekst ook niet, maar die is meestal wel functioneel geschreven in het kader van de ontwikkeling van een personage. Daarom heb ik een ploeg nodig die me snel begrijpt en risico’s neemt. De acteurs laten zich leiden door de teksten, maar er zitten een aantal ankerpunten in als rode draad. Hoe heb je je gedichten samengesteld? Ik heb een lijst gemaakt van emoties en thematieken die aansluiten bij de leefwereld van een 8-jarige. Surrealisme is één van de thema’s, absurdisme ook, humor, muzikaliteit, sprookjes en horror. Maar even goed zit er iets in over dood en verliefdheid. Daar zijn die gasten ook mee bezig. Ik weet dat al die verschillende thema’s dynamiek brengen. Op basis van de gekozen gedichten maak ik een strakke partituur, een klankwoordencompositie. Er staat een zevenkoppig zwartharig vrouwenkoor op de scène. Waarom zijn het er zeven? En waarom hebben ze zwart haar? Het is een beeld dat al lang in mijn hoofd zit. Het herinnert me aan de klassieke mythologie van Aristofanes en Sofocles waarin het koor commentaar geeft en beschrijft wat niet toonbaar is. Ze vertellen over de enormiteit der dingen. Mijn zeven vrouwen, die in leeftijd variëren tussen 7 en 67, verbeelden een mysterie. Het maakt het geheel sterker en mysterieuzer. Ze zingen, maar ze maken ook soundscapes en ondersteunen teksten op een muzikale manier. Door hun gelijkaardige haardracht verdwijnen ze een beetje in de anonimiteit, wat het geheel dan weer straffer maakt. Het meisje van 7 heeft een rechtstreekse link naar het publiek. Zij is de enige met een rol. Op het einde zegt ze: “alles wat je ziet en zegt, zit in je hoofd.” Dat is haar waarheid, maar dat is ook mijn waarheid. In elk van ons zit een kind. Ook als je 85 bent. Is dat wat je wil meegeven aan je (oudere) publiek? Zeer zeker. Het is belangrijk om terug te kunnen gaan naar vroegere jaren. Als je dat helemaal vergeet, verlies je iets in je leven. Het is goed om te evolueren en rijker te worden
als mens, maar die rijkdom zit ook in je geschiedenis. Dat kunnen opdiepen, maakt je tot een betere mens. Herinneren alleen, is niet voldoende. Je moet stilstaan bij de intensiteit van het moment.
CV’s MEDEWERKERS Frank Adam is één van de grote Vlaamse literaire talenten. Hij schrijft teksten voor theater, radio en opera; publiceert romans, absurde fabels, poëzie en liederen; en maakt en speelt zelf theater. Niet zelden gaat hij daarbij intens in dialoog met de muziek. Zijn werk is filosofisch getint, ernstigabsurd, geestig-ontroerend. De afgelopen jaren valt het veelvuldig in de prijzen. Adam is de auteur die met Confidenties aan een ezelsoor het genre van de fabel voor volwassenen nieuw leven inblaast. Hij publiceerde zijn absurde fabels met prenten van Klaas Verplancke als literaire reeks in de kranten De Standaard en De Morgen, hij bundelde ze in meerdere boeken, en bewerkte ze met regisseur Rik Teunis voor het theater in opdracht van Kunstencentrum De Werf in Brugge. Zijn literaire ezel bracht hem als writer in residence naar de Villa Marguerite Yourcenar in Frankrijk en het Ventspils House in Letland. Die bezorgde hem eveneens een opdracht van het Franse ruimtevaartagentschap Centre National d’Etudes Spatiales (CNES) en een redevoering in het Musée d’art moderne et contemporain de Strasbourg. Voor Klara schreef en speelde Frank Adam de radioluisterspelen Wat de ezel zag en Erotische Fabels. Voor Ketnet begeleidde hij het Ketnetgroeigedicht Zoek me. Als verteller was hij op Klara live te horen in het radioluisterspel Pelgrims in Wenen. Als auteur werkte hij samen met de componisten Johan De Smet, Jan Van Outryve en Wouter Vandenabeele. Als performer deelde hij het podium met onder andere Les Voix Erotiques de la Belgique onder leiding van dirigent Edwig Abrath, het Johnny Smet String Quartet onder leiding van Paul Klinck, acteurs Stefaan Degand en Els Dottermans, cellisten Lode Vercampt en Colette Lucidarme (Frankrijk), en pianist Philippe Ochem, directeur Jazzdor/Festival de Strasbourg (Frankrijk). Zijn adolescentenroman De passie van de puber werd bekroond met de Prijs KnokkeHeist Beste Jeugdboek. Zijn theaterproducties Confidenties aan een ezelsoor (2005), Wat de ezel zag (2003) en zijn Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet (2003) (producties De Werf) werden door critici gerekend tot de beste theatervoorstellingen van het jaar. Zijn monumentale Aleksej werd in HETPALEIS met grote bezetting geregisseerd door ervaren regisseur Koen De Sutter en wint de Prijs Letterkunde voor Dramatische Kunst van de Provincie West-Vlaanderen 2010. De voorstelling werd ook geselecteerd voor European Theatre Today: The Plays 2012 en is dus verkozen als een van de beste hedendaagse theaterstukken die de laatste twee jaar in Europa zijn verschenen. Ondertussen toert hij nog steeds ook met zijn dichtbundel Als de bomen straks gaan rijden (met prenten van Milja Praagman, uitgeverij De Eenhoorn, 2011) voor een jong publiek vanaf 8 jaar. Adam vierde zijn twintig jaar auteurschap met De problematische dood van Aziz (2012), een boek en bijhorende theatervoorstelling, en Requiem voor goden (2012). Kevin Bellemans studeerde aan Sint-Lukas in Brussel en werkte de afgelopen tien jaar zowel in het theater (Ekstacy, De droom van Souliman, Men zegge het voort …) als voor radio en televisie. Voor 4Hoog speelde hij drie seizoen lang mee in Stip. In 2012 was hij finalist van Cameretten, een Nederlands cabaretfestival en ontving hij de jury- en persoonlijkheidsprijs. Ondertussen hield hij zich ook bezig met poëzieperformances zoals De Roes, De Jazz Poëtici en De Nacht van de Poëzie. Hij speelde mee in de kortfilms Kortfilm nr1 van Vincent Langouche, winnaar van de Canvasprijs Leuven Kort, en Eric Of The Gods van Alessandro Leen. In Vermist, De Rodenburgs, Aspe, Zingaburia, Mega Mindy en Spring speelde hij gastrollen. Aan En daarmee Basta (Ketnet), De Pretshow (Ketnet) en Worst Case (ETKOMB) was hij als vaste kracht betrokken. Tevens was hij medeauteur/bedenker van De wens van Jelle (Ketnet) Maaike Cafmeyer studeerde in 1999 als meester in de Dramatische Kunsten af aan het Gentse Conservatorium. De afgelopen jaren speelde ze mee in theatervoorstellingen van NTGent (A clockwork orange, Peter Pan, Wachten op Godot, God van Morgen, The Rocky Horror Show, Het Gezin van Paemel), maar ook van Ernst/Serieus (Het belang van Ernst en Een ideale echtgenoot) en maakte ze de kindervoorstelling Kapitein Zeeëend in opdracht van Vrijstaat O. Op televisie vergaarde ze bekendheid in programma’s zoals Chris en Co, Het geslacht De Pauw, Basta en Aspe. Daarnaast speelde ze gastrollen in Mega Mindy en Code 37. Ook voor spelprogramma’s wordt ze vaak gevraagd. Zo nam ze deel aan Mag ik u kussen, Een laatste groet en Twee tot de zesde macht. Op het witte doek schitterde ze in Loft en Turquaze. Ze verleent ook regelmatig haar stem aan animatiefilms (Van de kat geen kwaad, Yogi Bear) en aan luisterspelen (De vlo en de professor).
Marieke Engelbeen zit in het 5de jaar Humane Wetenschappen op Moretus Ekeren. Ze zingt in het jeugdkoor Carmina van de C-koren in Ekeren en studeert zang aan de muziekschool in Ekeren, waar ze ook drie jaar piano gevolgd heeft. Ze is ook animator op speelplein Kwik Kwak in Brasschaat. Stijn Felix woont in Gent en werkt al zo'n 13 jaar als illustrator. Hij houdt ervan om de toeschouwer en ook zichzelf te verrassen in een flexibele stijl die gaat van realistisch naar karikaturaal, van vlotte schetsen tot gelaagde complexere beelden. Hij maakt boekcovers, getekende affiches, strips, magazine illustraties, schilderijen … In De Tip van je Tenen neemt hij zijn atelier voor het eerst mee op podium. Leslie Geeraers studeerde in 2004 af aan de musicalafdeling van het Koninklijk Conservatorium in Brussel. In het theater was ze te zien in voorstellingen als Prinses op de erwt, 8 vrouwen en Pinokkio. Daarnaast was ze zangeres bij Feedback, Recovered, Sunburst en Triple Diva. Sinds enkele jaren zingt ze ook bij Scala waarmee ze nationaal en internationaal toert. Als studiozangeres verleent ze regelmatig haar stem aan reclamespots en zong ze de koorpartijen van onder andere Annie en West Side Story mee in. Steve Geerts is als theateracteur vaak verbonden aan de KVS (De knecht van twee meesters, Cleansed / Crave, Disco Pigs, MacBeth en Leven en werken van Leopold II), maar is bij het brede publiek vooral bekend als Dieter in De Kotmadam en van Ruben Van den Broeck in En daarmee Basta! Hij speelde ook mee in LouisLouise (2009), Duts (2010), De Ronde (2011) en Ella (2011). Afgelopen weken was hij nog te zien in Met Man en Macht, de prestigieuze televisiereeks van Tom Van Dijck en Tom Lenaerts over de gemeentepolitiek. Steve Geerts speelde ook gastrollen in Heterdaad, Flikken, Recht op recht, Witse, Zone Stad, Dag en nacht: Hotel Eburon Lut Lemmens zingt al van kleins af aan. Muziek is haar persoonlijke niet-levensbedreigende verslaving. Ze wordt ongemakkelijk wanneer het er niet is. Lut zong een aantal jaren in het Solidariteitskoor HeiPasoep en maakt nu deel uit van een groot oratoriumkoor in Antwerpen. Arne Leurentop studeerde in 2008 af aan de Kleinkunstafdeling van de Antwerpse Studio Herman Teirlinck. Hij maakte in het verleden eigen voorstellingen bij luxemburg Stoppeltje (woke up this morning), Er is iets in het bos, Wind in de Wilgen en speelde mee in Midzomernachtsdroom en Tropoi van Theater Froe Froe. Als muzikant maakte hij deel uit van PJDS, Sir Yes Sir, The Crab Four, Kaethes Schmerz en viel hij in voor andere muzikanten bij Dez Mona en Ellen Schoenaerts Kwartet. Momenteel speelt hij bij Liesa Van der Aa, BOX, Helder, Not The Beatles en zijn eigen band And they spoke in Anthems. Carry Van Hoof studeerde Woordkunst-drama op de kunsthumaniora van Brussel met een extra jaar Jazz-zang op de Kunsthumaniora van Antwerpen. Ze geeft Nederlands, Engels en geschiedenis in het Koninklijk Atheneum van Ekeren. Ze zingt momenteel in de rockgroep MoÏst, die eind mei hun eerste album uitbrengen. In het verleden zong ze bij Fine Fleur (Night of the Proms), het koor On Cue en een keer tijdens het optreden van Helmut Lotti goes Classic 2. Ariane Pauwels kreeg de kriebel van het zingen te pakken via een schoolproject in 1985, al had ze haar stem tijdens de lagere school al eens laten horen in het meisjeskoor. Eind jaren 80 toerde ze twee seizoenen rond met Jesus Christ Superstar van het Koninklijk Ballet Van Vlaanderen. Tegelijkertijd verzorgde ze bij verschillende groepen de backing vocals en had ze zelf een aantal groepjes waar ze de leadzang voor haar rekening nam. Als actrice was ze in enkele afleveringen van Wat nu weer? en Familie te zien. Sus Slaets studeerde in 2003 af aan het Conservatorium te Antwerpen onder leiding van Dora Van der Groen. Op tv was hij te zien in Man bijt Hond (Vaneigens) en En daarmee basta (Ketnet) en speelt hij gastrollen in Flikken, Windkracht 10 en Thuis. In theater speelde Slaets onder meer in Rap Battle (Publiekstheater), Dikke mannen in rokjes (Theater Zuidpool), Zwijnen! Titus Andronicus (BRONKS), Tocht (4Hoog), Hans en Grietje (De Werf). Voor HETPALEIS speelde hij in 2008 mee in Armandus de Zoveelste. Sus geeft ook les aan verschillende academies.
Gunilla Maria Van Humbeeck studeerde piano, zang en theater aan de Akademie voor Muzische kunsten in Meise en volgde daarna muziekschriftuur en compositie aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. Als koorzangeres heeft ze reeds talloze concerten in binnen -en buitenland achter de rug. Ze houdt zich hoofdzakelijk bezig met freelance opdrachten gaande van muziek tot theater en televisie. Tevens werkte ze als pianoconsultant voor Vlaanderens grootste pianozaak en was programmamaker en presentatrice van Wave & Gothic, een programma vol duistere muziekjes, voor de Gentse rock-radio Rock FM. Frans Van der Aa was zeven jaar vast verbonden aan KVS te Brussel. Daarna was hij als freelance acteur te zien in producties van Arca, Malpertuis, Mechels Miniatuur theater, De Werf, Antigone, VZW Drie Vingers en andere gezelschappen. Hij maakte en speelde vier jaar voorstellingen bij Speeltheater Gent: onder andere De vier heemskinderen, Pas maar op of anders, Mallemannemannekes, Dolledommedametjes en Grootmoeder beklimt de regenpijp. Hij was als regisseur ook werkzaam bij KVS, NTG en MMT en werkt nog steeds mee aan muziektheatershows van onder andere Kommil Foo, De Nieuwe Snaar, Ishtar en De schedelgeboorten. Voor tv werkte hij mee aan verschillende jeugd- en kinderseries: De opkopers, Merlina, Carlos en Co, W817, En daarmee Basta, Dag Sinterklaas, De blijde intrede van Sint en Piet, Kulderzipken, David en de Elfenheuvel. Sinds 2003 is hij als coach en regisseur nauw verbonden aan het jeugd- en kindertheatergezelschap 4hoog, waar hij in 2009 artistiek leider van is geworden. Hij maakte er Hondenweer, Amai mijn oor, Wolk, Schaduwduikers, Koning zonder schoenen, The Flying Karamazov Brothers en Tocht. Hij schrijft ook scenario’s voor grote evenementen als Ketnet Freezz. In HETPALEIS is hij te zien als Peter de Grote in Aleksej. Sam Vloemans studeerde trompet aan het Conservatorium van Antwerpen en Rotterdam en volgde jazzworkshops bij de Halewijnstichting. Hij speelde/speelt verschillende genres bij verschillende formaties, waarvan hij soms medeoprichter is: Jazz bij Grand Groove, Jurassic Jazz, Jam Bangle Big Band en Sam Vloemans quartet; latin bij La Banda XXI, Descarga de Amberes, El Tattoo del Tigre, MuStique en Enrique Tarde; wereldmuziek bij Mayrian, Jaune Toujours, BABA, Billy Jenkins, KlezmicNoiz en Bord du Nord; blues bij D-tail en Mister T. Sam Vloemans werkte samen met Bart Voet en Esmé Bos aan Duveltjeskermis, een liedjesprogramma voor senioren en speelde mee in Qu’on Sert Theatral van Pieter Embrechts. Verder was/is hij muzikant bij Gabriel Rios, Jan Hautekiet & Rick de Leeuw, The Internationals, Belgian Afro Beat Association, Noppes en Spearhead. In het seizoen 1999-2000 werkte hij in HETPALEIS mee aan Feesten. Daarna was hij als muzikant te zien in Lodewijk, de koningspinguïn (2003-2004) en Frustration Island (2003-2004). In 2004 ging de HETPALEISkleuterproductie Water, lucht, aarde en vuur in première, waarvoor hij de muziek componeerde en arrangeerde. In het seizoen 2007-2008 was Vloemans ‘artist in residence’ in de Warande in Turnhout waar onder andere zijn popproject MiLT in première ging. In 2008 maakte Vloemans, opnieuw voor HETPALEIS, een tweede kleuterconcert: Nachtmuziek en in 2010 sloot hij de reeks af met Waar is het feest?. In oktober 2011 werden de drie concerten die Sam voor HETPALEIS maakte, gebundeld in een éénmalige Trilogie van Sam Vloemans. Vloemans maakte ook een soundtrack voor de film Sea of Tranquility van Hans Op de Beeck. Onlangs kwam Vloemans’ nieuwe cd Otrabanda uit. De laatste maanden is hij veel aan het schrijven aan nieuwe composities en hernam hij de tournee van Duveltjeskermis. Lena Vekemans is zeven jaar en zit in het tweede leerjaar van basisschool De Bunt in Ekeren. Ze zingt al 2 jaar bij de C-koren in Ekeren. Norah Vekemans is negen jaar en zit in het derde leerjaar van basisschool De Bunt in Ekeren. Ze zingt al 3 jaar bij de C-koren in Ekeren en deed mee als Molly in de musical Annie.
SPECIALE GASTEN Leonard Muylle (Antwerpen) is Ketnetwrapper en televisiemaker. Zijn bekendste rol is die van Rinus Ranonkel in De Elfenheuvel, maar hij speelde in 2005 ook mee in De Kavijaks. Daarnaast is Leonard ook actief in het theater. In Scheld'apen bracht hij eerder dit seizoen zijn monoloog Troost. Tevens is hij lid van het Antwerpse theatercollectief Fernweh, waarmee hij in mei 2012 De Voorbijgangers bracht. Sinds augustus 2012 was Leonard Muylle voornamelijk achter de Ketnetschermen aan het werk. Vanaf december 2012 is hij de nieuwe wrapper ‘Leo’. Raf Walschaerts (Gent) vertelt, samen met zijn broer Mich, al meer dan 20 jaar sterke verhalen met Kommil Foo. Hij treedt ook solo op, onder andere met zijn eigen voorstelling Zoon. Max La Menace (Vilvoorde) is presentator van de matchen van de Belgische Improvisatieliga (BIL) en speelde als Didjee mee in De Pretroulette (Ketnet). Geert Faes (Eeklo) is muzikant, onderwijzer en tv-presentator bij de Oost-Vlaamse regionale televisie AVS. Hij is ook een drijvende kracht achter de musicalprojecten op basisschool De Meidoorn en startte in 2011 in het Cultureel Centrum De Herbakker in Eeklo ‘De Bende’ op, een theaterproject voor jongeren. Frank Adam (Brugge) is auteur en performer. (zie vorige pagina) Gunther Meersschaut (Oosterzele) is lid van het nationale rolstoelrugbyteam. In augustus 2012 nam hij deel aan de Paralympics in Londen. Ze speelde mooie matchen, maar eindigden niet in de top drie. Gunther werkt ook voor de politie, waar hij instaat voor het onthaal. Ingrid Pira (Mortsel) was van 2001 tot einde 2012 burgemeester van Mortsel. Zij werkt nog altijd als politica voor Groen. Göhkan Girginol (Genk) schrijft, acteert, rapt en filosofeert. Hij deed podiumervaring op bij De Kunstbende en bij Plankenkoorts (Theaterproject Cultuurcentrum Genk). Momenteel rond hij zijn master theatermaker aan het RITS af. Louis Tobback (Leuven) is Belgisch minister van Staat, eresenator en sinds 27 september 1995 burgemeester van Leuven. Hij is een Vlaamse socialist die als parlementair fractieleider, voorzitter van de Sp.a en minister in de Belgische regering een belangrijke plaats heeft verworven in de geschiedenis van de Belgische en Vlaamse sociaaldemocratie. Aagje Vanwalleghem (Kortrijk) is een gewezen turnkampioene en Sportbelofte van het jaar 2004. Geert De Kockere (Turnhout) is auteur van verschillende jeugd- en kinderboeken, maar staat ook bekend voor zijn poëziebundels en prentenboeken die opvallen door een verrassende vormgeving. Geert is bekroond met de Jacob Van Maerlantprijs, de Interprovinciale Prijs voor Kinderliteratuur, een Pluim van de Maand, de Kinder- en Jeugdjury, een Vlag & Wimpel, de Plantin-Moretusprijs en was winnaar van de poëziewedstrijd Dichter bij Jeugd. www.geertdekockere.be Frederik Deburghgraeve (Roeselare) is een gewezen Olympisch zwemkampioene die in 1996 op de Olympische Spelen van Atlanta een gouden medaille op de 100m schoolslag haalde en daardoor in het wereldrecord brak.
(EEN DEEL VAN DE) LITERATUURLIJST VAN DE TIP VAN JE TENEN Daniël Dee – :~) :-S Uit: Zieteratuur, concrete en visuele poëzie, Passage, 2010 Paul van Ostaijen – Vers 4 Uit: verzamelde Gedichten, Bert Bakker, 2005 Frank Adam - Jeukt de jeuk die jeukt in jou net zoals de jeuk die jeukt in mij? Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Frank Adam – Tien dingen naar keus die je kunt doen met dingen uit je neus Uit: Mijn mond eet graag spinazie, maar ik niet, Querido, 2002 Frank Adam – Gedachten over mijn broek Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 201 Frank Adam – Wáárom waarom? Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Joke van Leeuwen – Twijfellied Uit: Vier manieren om op iemand te wachten, Querido, 2001 Joke van Leeuwen – Beugelsj Uit: Ozo heppie en andere versjes, Querido, 2000 18 Frank Adam – Grote zus Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Frank Adam – Bloot zijn Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Kolet janssen – Bizzzet Nachtdier: mug Uit: Onder de sterren. Nachtverhalen voor wie nog niet naar bed wil, Davidsfonds, 2008 Leendert Witvliet – Vanzelf Uit: Momme-la-me-los, Querido, 1996 Raymond Queneau – ixatnu siofnnut i avay Uit : Poèmes de Raymond Queneau, Bayard, 2009 Philip Meersman – 58 TDi Uit: Zieteratuur, concrete en visuele poëzie, Passage, 2010 Ingmar Heytze – Paul van Ostaijen speelt Carmageddon Uit: Zieteratuur, concrete en visuele poëzie, Passage, 2010 Frank Adam – We rijden voorbij Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Gerrit van de Linde Jzn. – De Hond Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, Prometheus, 2007 Gerard Tonen – De Hond Uit: O, was ik maar een aap, Zwijsen, 2001 Frank Adam – Eb en vloed Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Frank Adam – Samenstelling ‘O! wat is er mis met de vis’ & ‘Vis in het water’ Edward van de Vendel – Vis Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, Prometheus, 2007 Bette Westera – Verlangen Uit: Ik geef je een zoen, Hillen-De Eenhoorn, 2004 Frank Adam – Opa Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Dennis Kruisheer - Dood Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, Prometheus,2007 Guus Kuijer – Madeliefs nieuwe hoofd Uit: Toen de duisternis viel, heb ik ze opgeraapt, Lannoo, 2009 Gerard Reve – Eendje Kwak Kookt Zijn Eigen Potje Uit: Verzameld werk 6, L.J. Veen, 2006 Hans Dorrestijn – Poep- en piesmenuet Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, Prometheus, 2007 79 Frank Adam – Zwemles Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Joke van Leeuwen – Dat we Uit: Grijp de dag aan. Gedichten en beelden, Querido, 2010 Frank Adam – Nieuwjaarsbrief Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Eva Gerlach – Niks aan Uit: Oog in oog in oog in oog, Querido, 2001 Erik van Os – Onvoldoende Uit: Ik was zo’n steentje in jouw schoen, DiVers, 2001 Aad Meinderts – Filmkus Uit: Opa, hou jij het nog vol?, Averbode, 2002 Hans & Monique Hagen – Onzichtbaar Uit: Jij bent de liefste, Querido, 2002 Frank Adam – Het donker is een wonder Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011
ENKELE GEDICHTEN Frank Adam – Eb en vloed Uit: Als de bomen straks gaan rijden, De Eenhoorn, 2011 Eb en vloed klotsen op de rotsen. Eb en vloed roeren in de soep. Eb en vloed, vloed en eb. Wie kent er het recept? En wie kwam ooit op het idee? Wie klotst er en wie morst er en wie roert er in de zee?
KOLET JANSSEN – BIZZZET UIT: ONDER DE STERREN. NACHTVERHALEN VOOR WIE NOG NIET NAAR BED WIL, DAVIDSFONDS, 2008
Alle muggen zingen. Maar sommige muggen zingen meer en mooier dan andere. Zo’n mug is Bizzzet. De meeste muggen zingen niet meer dan ‘Jeng, jeng, jeng’ als ze langs je oren vliegen. Maar Bizzzet zingt van ‘mieuw, mieuw, mieuw’ en ‘jieha,’ tot ‘ziezazee’! Intussen vliegt ze in kunstige salto’s langs je hoofd. Ze kan hoog en laag zingen en ze zingt nooit vals. Bizzzet is een echte artieste! Elke dag is Bizzzet op zoek naar een huis. Daar gaat ze dan in de nacht muziek maken voor de slapende mensen. Niet zo’n luide dreun als de dansmuziek in een fuifzaal, maar een zacht, ritmisch gezzzzoem. Helaas. Vaak wordt ze weggejaagd, maar ze blijft hopen. Ooit vindt ze wel publiek dat haar zangtalent mooi vindt. Vandaag is ze bij de Muliertjes. Ze begint in de grote slaapkamer. Ze snuift de zoete geur van de mama op en zoemt een intro: ‘Zizizizizi…’ De mama draait zich op haar andere zij. Nu komt Bizzzet op dreef. Ze scheert rakelings over het hoofkussen terwijl ze heel snel ‘yesyesyesyesyes’ zingt. Dan komt ze meteen weer overvliegen met een langgerekte ‘mieieieieieuuuw’. Tevreden luistert ze naar de nagalm. ‘Goede klank’, mompelt ze. De mama rimpelt haar neus en knippert met haar ogen. ‘Jiehaaa!’ Bizzzet duikt rakelings langs het rechteroor. De mama is opeens klaarwakker. ‘Bart, een mug!’ fluistert ze. Papa Bart bromt even en slaapt verder. Bizzzet gaat weer in duikvlucht. ‘Zzziemzzzoemzzzeem…’ De mama zwaait wild met haar handen. Bizzzet kan die maar net ontwijken. De mama pakt een krant naast het bed. Maar daar wacht Bizzzet niet op. Verdrietig vliegt ze de kamer uit. Ze had nog zo gehoopt dat ze hier van haar muziek zouden houden… In de kleine kamer ligt de jongen wakker. Hij kan niet slapen. Bizzzet ziet zijn ogen glanzen in het bijna-donker. Aarzelend maakt Bizzzet een rondje langs het hoofdkussen.
‘Zoemzoemzoem, ziepziepziep.’ De jongen draait zijn hoofd mee met de klank van Bizzzets lied. Hij lacht zachtjes. Zijn witte tanden blinken. Dat geeft Bizzzet moed en ze zingt iets luider. ‘Meeeeuw, meeeeuw, meeeeuw…’ De jongen blijft haar aandachtig volgen. Nu laat Bizzzet alles horen wat ze kan. ‘Jiehaaaa! Zeeeeuw! Miemamiemamiemamiemaaaa…’ Ze wervelt in dubbele salto’s langs het hoofd van de jongen. Die klapt lachend in zijn handen. Bizzzet heeft eindelijk publiek! Ze geeft zich helemaal en eindigt met een zacht wiegelied. De ogen van de jongen vallen dicht. Heel zachtjes prikt Bizzzet in zijn pink en zuigt een speldenknop bloed op. Vandaag heeft ze haar loon echt verdiend.
PRAKTISCH
Meer informatie vind je op www.hetpaleis.be of www.4hoog.be Naamactie: Iedereen die Stijn of Felix heet (naar illustrator Stijn Felix), mag gratis naar een voorstelling in HETPALEIS. Wel op voorhand reserveren. Tickets voor De Tip van je Tenen zijn te koop aan €5 (-18) /€10 (+18). Reserveren aan het onthaal van HETPALEIS via 03 202 83 60 of
[email protected], of via www.hetpaleis.be De voorstelling gaat ook op tournee in Gent, Vilvoorde, Eeklo, Brugge, Oosterzele, Mortsel, Genk, Leuven, Kortrijk, Turnhout en Roeselare.
VRIENDEN VAN HETPALEIS: Iedereen heeft recht op cultuur, ook kinderen en jongeren die tegen een financiële drempel aankijken. Iedereen die door omstandigheden nog nooit van de bijzondere wereld van het theater heeft geproefd, kan dankzij de Vrienden gratis naar HETPALEIS. Er zijn immers geen excuses om iemand het recht op cultuur te ontzeggen. Jij kan dit recht op theater voor iedereen mee helpen realiseren door lid te worden van de Vrienden van HETPALEIS. Het lidmaatschap bedraagt € 10 voor een student en € 30 voor iedereen ouder dan 25. Indien je samen met je partner voor een duolidmaatschap wilt gaan, betaal je € 50. Als lid word je uitgenodigd voor de avant-premières van de Grote zaalvoorstellingen. Voor € 300 word je boezemvriend. In ruil daarvoor krijg je 10 HETPALEISbonnen die je zelf kan uitdelen. Met een bedrijf of organisatie kan je voor € 1500 ook hartsvriend worden van het steuncomité van de Vrienden van HETPALEIS. Meer info bij Lieve Vanhaecke op het nummer 03 280 45 21 of
[email protected]
4Hoog staat voor kwalitatief, toegankelijk theater voor toeschouwers vanaf 3 jaar met focus op de allerkleinsten. Theater dat grensverleggend is en het publiek een ruimer ervaringskader biedt door het gebruik van fantasie, herkenning, ontroering, poëzie, humor, surrealiteit en muzikaliteit. Als productiehuis kiest 4Hoog voor professionele theatermakers en kunstenaars. 4Hoog ontstond in 1997 als productiehuis voor kindertheater. Sinds 2009 is Frans Van der Aa artistiek leider. 4Hoog is een echt productiehuis. Naast het vaste team werken ze telkens met freelance theatermakers en/of kunstenaars. De artistieke programmering komt tot stand door een voortdurende wisselwerking tussen Van der Aa en freelance - kunstenaars. Er wordt gekozen voor voorstellingen die groeien vanuit gesprekken, vanuit een energie tussen 4Hoog en artiesten. Wat volgt, is telkens weer een hartstochtelijke zoektocht op onbegane artistieke paden. www.4hoog.be
[email protected] 09 224 14 00
HETPALEIS is een theaterhuis voor kinderen, jongeren en kunstenaars in het hart van Antwerpen. Het wil podiumkunsten evident maken door toegankelijke kwaliteit te brengen en kwaliteit toegankelijk te maken voor elk kind in elke familie. HETPALEIS doet dit door kwalitatieve producties te creëren, presenteren, omkaderen, spreiden en door derden te sensibiliseren in functie van het verbreden van een gunstig(er) kinderkunstenklimaat. HETPALEIS speelt familie- en schoolvoorstellingen in zijn eigen grote en kleine zaal, en op reis in Vlaanderen en Nederland. Daarnaast worden specifieke schoolprojecten gecreëerd en vinden er workshops plaats waarin je zelf aan de slag kan. www.hetpaleis.be
[email protected] 03 202 83 60
INSTEKEN VOOR LEERKRACHTEN EN GROEPSBEGELEIDERS
Frans Van der Aa: “Ik heb een lijst gemaakt van emoties en thematieken die aansluiten bij de leefwereld van een 8-jarige. Surrealisme is één van de thema’s, absurdisme ook, humor, muzikaliteit, sprookjes en horror. Maar even goed zit er iets in over dood en verliefdheid. Ik weet dat al die verschillende thema’s dynamiek brengen.”
Wat kan je hiermee in de klas of met je groep? Thema: Gek zijn doet geen pijn. Meer zelfs, het is fijn om eens helemaal uit de bol te gaan. De Tip van je Tenen is een feest van poëzie en zottigheden. Maffe gedichten over een afzakkende broek of dingen die uit je neus komen. Of een sjlisjgedicht over beugels dragen. Het kan allemaal. Zo'n doldwaas gedicht kan soms zelfs meer zeggen dan je denkt. Het is soms zelfs een beetje filosofisch. Denk maar aan het gedicht Twijfellied van Joke van Leeuwen. Wat zou de schrijfster met dit gedicht willen zeggen? JOKE VAN LEEUWEN – TWIJFELLIED UIT: VIER MANIEREN OM OP IEMAND TE WACHTEN, QUERIDO, 2001 Doe ik wat ik kan? Kan ik wat ik doe? Denk ik: kan ik wat ik doe dan voel ik mij zo moe. Moet ik wat ik denk? Denk ik dat ik moet? Moet ik wat ik wil en doe ik wat ik moet wel goed? Zeg ik wat ik wil? Wou ik wat ik zei? Wou ik ook bij jou wat jij zei dat je wou bij mij? Hou ik dan van jou? Wou je dat ik zou? Weet ik dat ik zei dat ik het zou wanneer ik wou? Weet ik wat ik ben? Ben ik wat ik weet? Weet ik wat ik ken en wat ik kon als ik het deed? Mag ik wat ik wil? Wil ik wat ik mag? Dacht ik wat ik wou en wat ik mocht dat ik dat zag? Weet je wat ik zie? Zie ik wat ik zul? Zul ik wat ik kannen zou en weet ik dat ik lul? Wul ik wat ik kou? Kauw ik wat ik eet? Weet ik wat ik at en deed ik dat als ik dat deed? Voel ik wat ik heb? Hoel ik wat ik veb? Zoel ik wat ik doe wanneer ik dee dat ik heb deb? Zoals ik dat zei
zeik ik dat weer zo. Wul ik dat ik kon dat ik zol donken wat ik ko! Ho…
Thema: We missen allemaal wel iemand. Je poes werd aangereden. De hond was te oud en te moe? Of misschien kon oma's lijf niet meer mee? Een foto van de hond, een kattenbelletje of ... een vis! Het kleine meisje in De Tip van je Tenen kreeg een vis van haar oma. Normaal gezien bleef de vis enkel even logeren, maar nu oma er niet meer is, is de vis van het kleine meisje. Elke dag geeft ze hem eten. Elke keer ze naar de vis kijkt, denkt ze aan oma en wordt ze stil. Kennen jullie dat? BETTE WESTERA – VERLANGEN UIT: IK GEEF JE EEN ZOEN, HILLEN-DE EENHOORN, 2004 Soms wil ik iets zo vreselijk graag, dan doet het bijna pijn. Een hamster of een cavia, of bijna jarig zijn. Naar buiten met mijn bootje, ook al regent het vandaag. Naar oma, maar dat kan niet meer, al wil ik nog zo graag. Naar oma, om te zeggen dat ik haar ontzettend mis. Soms wil ik iets zo vreselijk graag, dat het niet leuk meer is.
Thema: iedereen kent het gevoel een beetje verliefd te zijn. De ene verliefdheid is al groter of kleiner dan de andere, maar alle verliefdheden zijn speciaal. Wel gek, zo’n vlinders in de buik,niet? Je weet niet altijd even goed wat te zeggen of te doen en je krijgt kriebels als de andere in de buurt is. Misschien steel je hier of daar een vlugge zoen. Of is dat toch te eng? EVA GERLACH - NIKS AAN UIT: OOG IN OOG IN OOG IN OOG, QUERIDO, 2001 Nu gaan we dus zoenen. Geen flauwekul, het was afgesproken dat we dat nu zouden doen. Jij kijkt toch ook wel eens naar soaps. Niks aan, maar iemand moet beginnen anders staan we hier straks te sterven van de ouderdom. Kom, eerst je hoofd, naar voren en ik dan het mijne. Wat zie ik je ogen goed, je hebt vlekjes van groen in het blauw, daar hangt een kruimeltje brood aan je wimpers (volkoren), wist je dat er haar groeit in je neus en dat kleine sproetje juist naast je wenkbrauw: zuiver rond hoor (er is te veel van je. Kan alles behalve je mond niet gewoon tot de pauze voorbij is verdwijnen?).
Frans Van der Aa: “Het beeld van het zevenkoppig zwartharig vrouwenkoor zit al lang in mijn hoofd zit. Het herinnert me aan de klassieke mythologie van Aristofanes en Sofocles waarin het koor commentaar geeft en beschrijft wat niet toonbaar is. Ze vertellen over de enormiteit der dingen. Mijn zeven vrouwen, die in leeftijd variëren tussen 7 en 67, verbeelden een mysterie. Het maakt het geheel sterker en mysterieuzer. Ze zingen, maar ze maken ook soundscapes en ondersteunen teksten op een muzikale manier.”
Het koor uit De Tip van je Tenen doet veel meer dan liedjes zingen. Het is een heus bruitagekoor. Dat woord komt van het Franse 'bruit', wat geluid wil zeggen. De vrouwen maken dus ook allerlei geluiden om de voorstelling meer kleur te geven. In het horrorsprookje De heks keert terug van Frank Adam zet het koor een zaagfabriek in gang. Jullie kunnen het zelf uitproberen. borrrr!! poefffff!....
(als een sputterende boomzaag)
borrrrr!! tsjoek! poefffff!.... borrrrr!! tsjoek! poefffff!.... boerrr! tsjoek tsjoek tjsoek! bbvvrrrrrrrrrrroe-oe-oemmm!!!!
(hier slaat ze in gang)
bbvvrrrrrrrrrrrrrroe-oe-oemmmmmm!!!! (Boven het geluid van de zaagmachine) stilte-hakselaar!! bosrust-drilboor!!! hoge-bomen-scheermasjie-ie-ie-ien!! doefffffff! vvvvvvvvvvvvvie-ie-ie-ie-ie-ie-ieuw!! vvvvvvvvvvvvvie-ie-ie-ie-ie-ie-ieuw!! dodebomen-charcuterie! woezoef- woezoef-woezoef! vinger-toppen-rasp!! doefff! doefff! doefff! vinger-splinter-plet-masjien!! jjjjaaaaaaaaaauw!
In de voorstelling komt een visueel gedicht voor. De betekenis van een visueel gedicht is niet altijd even duidelijk. Vaak wordt met klanken, woorden, lettergroottes en beelden gespeeld en is de inhoud minder belangrijk dan hoe het gedicht eruit ziet. Het visuele gedicht uit de voorstelling is een dialoog tussen smileys. Kunnen jullie zelf een visueel gedicht maken met letters, tekens en cijfers? Hieronder kan je je laten inspireren door dat van Daniël Dee.
Daniël Dee - :~) :-S
In De Tip van je Tenen maken de muzikanten samen met het koor zeemuziek. Dit doen ze niet enkel met instrumenten, maar ook met hun stem. Kunnen jullie zeegeluiden maken? En een heel zee-orkest? Kunnen jullie een zeegeluidencompositie maken? Iemand is de dirigent die de hele klas of groep dirigeert. Hij of zij zegt wie er wanneer mag zingen of geluiden mag maken. Let op: je moet niet beurt om beurt zingen. Het kan zijn dat iemand de hele tijd een geluid maken als ‘ondergrond’ en iemand anders maar even als contrast.