Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder
18 november 2013 9 2013/48 14 oktober 2013 wethouder J. Otterloo-Ripperda
Kenmerk Datum B&W-besluit
13.020900 *13.020900* 10 september 2013
Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017
INLEIDING De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Dit hield onder andere in, dat er een overheveling plaatsvond van de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van Wvg hulpmiddelen (rolstoelen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen). Daarnaast werd de AWBZ functie huishoudelijke hulp naar de gemeente overgeheveld. Het Wmo beleid van onze gemeente is na de invoering van de Wmo twee keer geëvalueerd. Bij het vaststellen van het Beleidskader Individuele Voorzieningen Wmo 2012-2015 is door u gevraagd om het beleid op het gebied van de individuele voorzieningen Wmo medio 2013 opnieuw te evalueren. Met het opstellen van de voorliggende nota wordt uitvoering gegeven aan dit besluit. Hierbij wordt opgemerkt, dat er slechts over één vol kalenderjaar (2012) kan worden geëvalueerd. Daarnaast dient te worden opgemerkt, dat in de tweede helft van 2012 de invoering van heroverwegingsmaatregelen heeft plaatsgevonden. De nota heeft daarom een sterk informerend karakter en aan de hand van de uitkomsten van de kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie en de beschrijving van (toekomstige) ontwikkelingen wordt bekeken of het gevoerde beleid moet worden bijgesteld voor de periode 2014-2017. BEOOGD RESULTAAT Vaststellen van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017. KADER Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). ARGUMENTEN In dit voorstel worden in het kort de algehele conclusies van de evaluatie beschreven. Voor een meer uitgebreide weergave van de conclusies wordt verwezen naar de betreffende hoofdstukken in de nota. In hoofdstuk 2 zijn landelijke en lokale ontwikkelingen in de periode 2011-2013 op het gebied van de Wmo beschreven. Daarnaast zijn de effecten van de ingevoerde heroverwegingsmaatregelen beschreven. De decentralisatie van de hulpmiddelen AWBZ is niet doorgegaan, maar de verwachting is dat dit uiteindelijk wel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zal vallen. De ingevoerde heroverwegingsmaatregelen, die in paragraaf 2.4. zijn beschreven hebben tot positieve effecten geleid. Een belangrijke conclusie is, dat er in samenwerking met de Wmo Adviesraad en overige ketenpartners aandacht moet worden besteed om de bewustwording onder (toekomstige) doelgroep verder te vergroten. De belangrijkste conclusies van de kwantitatieve evaluatie - beschreven in hoofdstuk 3 – is, dat de kosten van huishoudelijke hulp licht zijn afgenomen. Dit is een direct gevolg van de ingevoerde heroverwegingsmaatregelen. De verwachting is, dat voor het eerst sinds lange tijd de kosten van de huishoudelijke hulp binnen de gestelde kaders van de beschikbare budgetten kunnen blijven. De nieuwe tarieven ten gevolge van de aanbesteding huishoudelijke hulp dragen hier zeker aan bij. Een tweede belangrijke conclusie is, dat de kosten van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (Regiotaxi) fors zijn toegenomen. De verwachting is, dat deze kosten verder zullen toenemen, indien er geen maatregelen worden getroffen. De belangrijkste maatregel is reeds genomen. Per 1 juli 2013 is een 1500 kilometerstop ingevoerd. 1 13.020900
De kosten voor de woonvoorzieningen zijn afgenomen, omdat er geen grote woningaanpassingen zijn vergoed. Daarentegen zijn de kosten voor de rolstoelvoorzieningen gestegen, omdat er een vijftal elektrische rolstoelen is verstrekt. De verwachting is, dat dit geen trend zal zijn. In hoofdstuk 4 staat de kwalitatieve evaluatie, bestaande uit het klanttevredenheidsonderzoek en de gegevens over de ingediende bezwaarschriften en klachten, centraal. De klanttevredenheid is licht gedaald, maar in het geheel genomen kan worden geconcludeerd, dat de cliënten de dienstverlening in het kader van de Wmo positief tot zeer positief beoordelen. De daling van de klanttevredenheid kan grotendeels worden verklaard uit het feit, dat de heroverwegingsmaatregelen zijn ingevoerd. De verbeteracties uit het Beleidskader Individuele Voorzieningen Wmo 2012-2015 zijn allemaal doorgevoerd. Gezien het korte tijdsbestek, waarover deze evaluatie heeft kunnen plaatsvinden, zijn de effecten hiervan nog niet goed meetbaar. Een zeer positief punt is het feit, dat de bekendheid van de Wmo Adviesraad is gestegen. Evaluatie Wij stellen voor om het beleid op het gebied van de individuele voorzieningen Wmo in 2017 opnieuw te evalueren. In tegenstelling tot de nu uitgevoerde evaluatie kan dan tijdens de evaluatie in 2017 een effectenstudie worden gehouden over een langere periode. Daarnaast heeft de volgende evaluatie een samenloop met de nieuwe Wmo taken. Naast de hiervoor beschreven evaluatie wordt u ook via de bestuursrapportages en de jaarverslagen op de hoogte gehouden van relevante ontwikkelingen binnen de Wmo. DRAAGVLAK De Wmo Adviesraad Olst-Wijhe is al in een vroeg stadium betrokken bij het opstellen van de nota. In de vergadering van 12 juli 2013 is toegelicht, welke onderwerpen er in de nota besproken zouden gaan worden, waarop de leden van de Wmo Adviesraad konden aangeven, welke onderwerpen zij nog misten. Dit heeft tot een officiële reactie van de Wmo Adviesraad geleid, die als bijlage 2 in de nota is opgenomen. Tevens is onze reactie hierop in deze bijlage verwerkt. De punten, die de Wmo Adviesraad heeft aangedragen, hebben niet geleid tot aanpassingen of wijzigingen. Opiniërende bespreking 14 oktober 2013 Op 14 oktober 2013 heeft u opiniërend gesproken over het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017. Er zijn onder andere vragen gesteld over de controle op de verstrekte PGB’s en de spoedprocedure bij een Wmo aanvraag. In de vergadering zijn deze vragen beantwoord. Hieronder wordt ingegaan op de nog openstaande vragen. Er zijn onder andere vragen gesteld over de ingevoerde 1500 kilometergrens voor het CVV en de medische advisering hieromtrent, indien het aantal kilometers in individuele gevallen niet toereikend zou zijn. De kilometergrens is op 1 juli 2013 ingevoerd voor alle nieuwe indicaties. Voor alle bestaande indicaties geldt, dat de invoering pas op 1 januari 2014 ingaat in verband met een overgangsregeling. Verzoeken om uitbreiding van het aantal kilometers zijn nog niet ingediend en kunnen daarom op dit moment nog niet worden geëvalueerd. In de loop van 2014 zal hier meer duidelijkheid over kunnen worden gegeven. Er is een voorstel ingediend om te onderzoeken of mantelzorgondersteuning vanuit de zorgverzekeraar als een voorliggende voorziening op huishoudelijke hulp zou kunnen worden ingezet. Uit onderzoek blijkt, dat mantelzorgondersteuning via de zorgverzekeraar als een vorm van respijtzorg, voor mensen die mantelzorg verlenen, kan worden ingezet. Dit om overbelasting bij mantelzorgers te voorkomen. Mantelzorgers kunnen dan een dagje weg om tijd aan zichzelf te besteden. Dit is de reden, waarom er in de pakketten over dagen in plaats van uren wordt gesproken. In een aantal pluspakketten is deze zorg inbegrepen. Het is echter niet bedoeld als een vervangende vorm van de huishoudelijke hulp, die door de gemeente wordt geregeld. Meer informatie hierover vindt u op de website http://www.handeninhuis.nl/. Daarnaast zijn er vragen gesteld over de inhoud van de brief, die de Wmo Adviesraad heeft gestuurd naar aanleiding van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017. De vragen werden gesteld over onder andere informatie en advies, die in het gesprek wordt gegeven en of er rekening wordt gehouden met de rol van de mantelzorger. Daarnaast werd gevraagd of de “eigen kracht oplossingen” goed worden geëvalueerd. Informatie en advies (prestatieveld 3 van de Wmo), rekening houdend met de rol van de mantelzorger (prestatieveld 4 van de Wmo) zijn op dit moment onderwerpen, waar de Wmo 13.020900
2
consulent in het gesprek met de cliënt al rekening mee dient te houden. De afspraken, die in het gesprek met de cliënt worden gemaakt, worden goed gedocumenteerd in het cliëntsysteem, waarvan de Wmo consulent gebruik maakt. Indien er aanleiding wordt gezien om de rol van de mantelzorger / vrijwilliger in individuele gevallen in een later stadium tegen het licht te houden, dan is dit uiteraard mogelijk. Vanzelfsprekend kan de cliënt zich melden als de oplossingen, die uit het gesprek naar voren zijn gekomen, een andere uitwerking hebben dan was voorzien. De opmerking, dat de Wmo Adviesraad deze zaken belangrijk vindt, wordt onderschreven. Hierbij wordt opgemerkt, dat hiermee in de uitvoering dus al rekening wordt gehouden. De werkwijze van de Wmo consulent is overigens in paragraaf 2.3. en bijlage 3 van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017 verder toegelicht. Informatie en advies is, gelet op de komende ontwikkelingen op het gebied van de verschillende decentralisaties, erg belangrijk. Concrete duidelijkheid over de uit te voeren gemeentelijke taken kan op dit moment nog niet goed worden gegeven, omdat het budget en de verantwoordelijkheden, die vanuit het Rijk naar gemeenten toekomen, nog niet duidelijk zijn. Een concreet communicatieplan wordt met het oog op de ingrijpende wijzigingen in de Wmo in 2015 in de eerste helft van 2014 opgesteld om belanghebbenden daarna goed te informeren. Daarbij zullen zowel de concrete Wmo taken van de gemeente (de huidige en de toekomstige) aan bod komen, alsook de onderliggende uitgangspunten (bewustwording/kanteling). Verder heeft de Wmo Adviesraad het initiatief genomen om te komen tot een tijdelijke extra monitoring van klantenervaringen via de instelling van een lokaal en onafhankelijk meldpunt “knelpunten Wmo”. Burgers krijgen in deze periode - met een combinatie van drie transities, de transformatie van het lokale sociale domein en bezuinigingen - tijdelijk een extra plek, waar men met knelpunten naar toe kan en zo ontstaat er zicht op de knelpunten, die zich eventueel voordoen. Er zal in onderling overleg voor worden gewaakt, dat het voor burgers geen extra schakel betekent in de korte lijnen met burgers, die wij in onze gemeente nastreven. Tevens zijn er vragen gesteld over het Maatschappelijk Atelier en het project Lang zult u Wonen. Beide onderwerpen maken geen deel uit van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017. Het project Lang zult u Wonen is een deelproject van het Masterplan Wonen Zorg en Welzijn. Het project Lang zult u wonen is een bewustwordingscampagne, die huiseigenaren wil stimuleren hun woning zodanig aan te passen, dat ze er langer veilig en comfortabel kunnen blijven wonen. Vrijwel alle Overijsselse gemeenten, waaronder dus ook onze gemeente, doen mee aan de campagne, terwijl ook de provincie Overijssel het initiatief steunt in het kader van de prestatieafspraken wonen, zorg en welzijn. Verschillende communicatiemiddelen worden ingezet, zoals bijvoorbeeld een website (www.langzultuwonen.nl), een TV serie van RTV Oost, foldermateriaal en (in 2014) lokale voorlichtingsbijeenkomsten. Bij de organisatie daarvan zullen wij ook gebruik maken van de ervaringen van het project “De kr8 van Raalte”, een lokaal initiatief met dezelfde doelstelling. Het Maatschappelijk Atelier is een werkvorm, die intern enkele malen per jaar wordt toegepast om over een inhoudelijk thema/onderwerp te sparren ter verhoging van de (integrale) kwaliteit van het gekozen onderwerp. Aangezien dit een interne werkvorm betreft maakt dit verder geen deel uit van een beleidsplan. Tevens zijn er vragen gesteld over de wijze, waarop naar aanleiding van de aanbesteding huishoudelijke hulp de overdracht van hulpen naar een andere werkgever / zorgleverancier in zijn werk is gegaan, en of hierbij sprake zou zijn van gedwongen ontslagen of werken tegen een lager tarief. Van gedwongen ontslag en werken tegen een lager tarief is geen sprake geweest. De grootste zorgaanbieder op dit moment (De Nieuwe Zorg Thuis) heeft ten tijde van de aanbesteding aangeboden om alle hulpen over te nemen. De Nieuwe Zorg Thuis was niet verplicht alle hulpen over te nemen. De Nieuwe Zorg Thuis was onder het contract wel verplicht om bij eventuele overname van hulpen dezelfde primaire arbeidsvoorwaarden aan te bieden. Dit heeft dan ook plaatsgevonden. Dit heeft ertoe geleid, dat er geen maatschappelijke onrust is ontstaan. Immers, de hulpen hielden hun werk en de cliënten hielden hun vertrouwde hulp. Er is met De Nieuwe Zorg Thuis en een kleine groep hulpen een aantal gesprekken gevoerd omtrent de gang van zaken rond de aanbesteding en de overname van personeel. Hierbij is veel aandacht besteed aan uitleg van de procedure, maar ook aan de nabije toekomstige ontwikkelingen. De markt gaat door de 40% korting op het budget vanuit het Rijk op de huishoudelijke hulp in 2015 ingrijpend veranderen. Dit houdt onder andere in, dat zorgaanbieders minder opdrachten zullen krijgen van de gemeente. Deze ontwikkelingen vragen van zorginstellingen en hulpen een flexibele houding. De inschatting is, dat er een opkomst van de particuliere markt zal ontstaan, waarbij cliënten voor een groot deel eigen zorg gaan 13.020900
3
inkopen. Producten als het Service PGB sluiten daar goed op aan. Immers, kwaliteit van zorg is geborgd tegen een aantrekkelijk tarief, waarbij cliënten hun keuzevrijheid behouden. Als op dit moment cliënten huishoudelijke hulp van de gemeente ontvangen kiezen veel mensen daarom nu al voor dit product. Anderzijds kiezen veel cliënten voor het Service PGB, omdat gezien de lage kosten de eigen bijdrage Wmo laag wordt gehouden. De kosten voor zorg in natura liggen namelijk hoger. Deze ontwikkelingen maken, dat er nu al een verschuiving is ontstaan van zorg in naturahulpen naar Service PGBhulpen. Meer informatie over de aanbestedingsprocedure huishoudelijke hulp vindt u in paragraaf 2.4. Bovenstaande vragen hebben verder niet geleid tot inhoudelijke aanpassingen van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Het vaststellen van het Beleidskader heeft op zich geen financiële consequenties. Er wordt wel een nadere invulling gegeven aan de heroverwegingsmaatregelen, waarbij wij er vanuit gaan, dat de taakstellende besparingen conform de vastgestelde Kadernota 2013-2016 worden gerealiseerd. Via de bestuursrapportages wordt u hiervan op de hoogte gehouden. AANPAK/UITVOERING Nadat het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017 is vastgesteld wordt verder uitvoering gegeven aan de voorgestelde aanbevelingen. VOORSTEL Wij stellen u voor om het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017 vast te stellen en het beleid op het gebied van de individuele voorzieningen Wmo te evalueren in 2017.
Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe, de secretaris de burgemeester
A. (Arie) Oeseburg
A.G.J. (Ton) Strien
Informatie in te winnen bij: Matthijs Barendse Doorkiesnummer: 0570-568151
13.020900
4
Nr.
2013/48
Onderwerp
Besluit tot het vaststellen van het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017
De raad van de gemeente Olst-Wijhe;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 september 2013, nr. 2013/48; gelet op artikel 5 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); besluit: 1. het Beleidskader individuele voorzieningen Wmo 2014-2017 vast te stellen; 2. het beleid op het gebied van de individuele voorzieningen Wmo te evalueren in 2017.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 18 november 2013 De raad voornoemd, de griffier de burgemeester
B.A. (Bart) Duursema
13.020900
A.G.J. (Ton) Strien
5