4 4.1
WETTEN, NORMEN EN REGELS Algemeen
Ongelukken met ladders en trappen zijn aan de orde van de dag. Niet alleen op de bouwplaats, maar ook bij huis-, tuin- en keukengebruik. Soms liggen de oorzaken bij het klimmateriaal, maar meestal is de manier van werken, of ondeskundig gebruik de boosdoener. Verreweg de meeste ongevallen ontstaan door gebrek aan kennis over de eigenschappen van het klimmateriaal en de onbekendheid met de juiste veilige werkmethoden. Als de oorzaak bij het klimmaterieel zelf ligt, dan is er sprake van ondeugdelijk materieel. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen zijn er heel wat regels opgesteld voor ladders en trappen. 4.2
Warenwet Besluit Draagbaar Klimmaterieel
In het Besluit Draagbaar Klimmaterieel dat valt onder de Warenwet worden eisen gesteld aan ladders en trappen. Zoals de naam al zegt zijn deze eisen wet, dat wil zeggen dat iemand die producten op de Nederlandse markt brengt die niet aan deze eisen voldoen een strafbaar feit begaat. Om te kijken of een product werkelijk aan deze eisen voldoet moet het product onder andere zwaar overbelast worden: tot 350 kg op de trede of sport in gebruiksstand. Na zo’n proef is de ladder of trap zo zwaar overbelast geweest dat hij vernietigd moet worden. Dit gebeurt met nieuwe ladders. Een inspecteur kan dus nooit een gebruikte ladder teruggeven met de verklaring dat hij (weer) aan alle eisen van de Warenwet voldoet! Wel kan een inspecteur in sommige gevallen vaststellen dat een ladder niet aan de Warenwet voldoet, b.v. doordat de afmetingen niet juist zijn (zie hoofdstuk 5) of omdat de informatie op het product niet compleet is (zie hoofdstuk 13). Ook materieel van voor de invoer van de Warenwet 1986 dat niet aan het Besluit Draagbaar Klimmaterieel voldoet, mag niet worden goedgekeurd. Om vast te stellen dat een ladder aan de Warenwet voldoet wordt één ladder van een bepaald type op de eisen gecontroleerd (typekeuring), en er wordt van uit gegaan dat de andere ladders van hetzelfde type even sterk zijn (constante productiekwaliteit). Dit is de verantwoording van de leverancier voordat hij de ladder op de markt brengt, en niet van een inspecteur die hem nadien inspecteert. 4.3
Europese norm EN 131
In Europa is er een norm voor ladders en trappen: de E(uropese) N(orm) 131 (deel 1 en 2). Deze norm heeft in Nederland geen wettelijke kracht en is dus van weinig belang. Voorlopig zijn er ook geen plannen de Warenwet door deze Europese norm te vervangen. Vaak wordt beweerd dat de Europese norm “lichter” is dan de Warenwet. Dit omdat volgens het besluit draagbaar klimmaterieel met 350 kg getest moet worden en waar de EN 131 260 kg hanteert. Maar in de EN 131 staan weer andere eisen die niet in het besluit draagbaar klimmaterieel staan. S.T.E./VSB
4-1
IDK.mod.04.004 Februari 2003
Het is dus niet zo dat de ene norm altijd zwaarder is dan de andere, ze zijn gewoon anders en niet direct vergelijkbaar. Daarom zijn er ladders die aan de EN 131 voldoen en niet aan de Warenwet en andersom. Of een ladder aan de EN 131 voldoet heeft voor Nederland dus geen enkele betekenis. 4.4
NEN 2484
Er bestaat ook een Nederlandse norm voor ladders en trappen: de NEN 2484. Deze veegt een aantal punten uit het besluit draagbaar klimmaterieel en de EN 131 samen, en voegt er nog wat eigen punten aan toe. Meestal is dit de strengste norm, hoewel hij op sommige punten weer minder voorschrijft dan de warenwet of EN 131. De NEN 2484 is een norm en geen wet, maar wordt wel in de Arbowetgeving genoemd. De Arbeidsinspectie gebruikt de Arbobeleidsregels voor handhaving, dus ook de NEN 2484. 4.5
Arbowetgeving
In Nederland kennen wij een wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden, namelijk de Arbowet. Deze is vastgelegd in het Arbobesluit. In het Arbobesluit staat: beknopt waar draagbaar klimmaterieel aan moet voldoen wanneer deze voor proffesionele arbeid worden gebruikt. In de zogenaamde “Arbobeleidsregels” staat veel gedetailleerder dan in het het Arbobesluit waar klimmaterieel aan moet voldoen. Zo staat er dat klimmaterialen een minimaal beschermingsniveau gelijk aan de NEN 2484 moeten hebben. De beleidsregels zijn formeel geen wet, maar de Arbeidsinspecties controleren wel op basis van deze beleidsregels. Het is dus vereist dat de producten voldoen aan het niveau van de NEN 2484. Doordat het moeilijk is een gelijkwaardig niveau aan te tonen, kiest men bijna altijd voor het voldoen aan de NEN 2484. Derhalve zullen in deze cursus de NEN 2484 en de Warenwet centraal staan. 4.6
Document gevelonderhoud + supplement
In deze regels staan veel eisen voor klimmaterieel. Deze regels zijn opgehangen aan de Arbowet en beroepen zich op wettelijke kracht. In feite zijn ze een soort uitleg van de arbowet voor gevelonderhoud, maar ook andere uitleg kan acceptabel zijn. Ook in dit document wordt verwezen naar de NEN 2484 voor ladders en trappen. Belangrijk is verder om te weten dat in deze regels aan glazenwassers wordt toegestaan voorlopig te werken met ladders die niet aan het besluit draagbaar klimmaterieel voldoen (een belangrijk verschil is dat de sportafstand groter mag zijn). Deze zogenaamde glazenwasserladders kunnen dus alleen voor dat specifieke gebruik goedgekeurd worden.
IDK mod.04.004 Februari 2003
4-2
S.T.E./VSB
4.7
Inspectie
Zoals in hoofdstuk 3 al aangegeven is periodieke keuring van ladders en trappen door een deskundige verplicht gesteld in de wet die in staatsblad 589 van september 1998 gepubliceerd is. 4.8
Markering
Om aan de NEN 2484 te voldoen, moeten producten gemarkeerd zijn met NEN 2484. In de NEN 2484 staat tevens exact aangegeven hoe producten moeten worden aangeduid: NEN 2484 gevolgd door het symbool van het desbetreffende ladder- of traptype, het aantal delen en het aantal sporten of treden per deel en indien het klimmaterieel tweezijdig beklimbaar is, door de notatie “(2)”. NEN 2484 -
Ladder/trap
-
(2)
Type Aantal delen Aantal sporten of treden per deel (Tweezijdig beklimbaar) Symbool A C D E F G H2 H3 H4 K M O P S
Type Enkele ladder (voorbeeld 8 sporten) Opsteekladder (voorbeeld 2-delig, 14 sporten per deel Schuifladder (voorbeeld 3-delig, 14 sporten per deel Dubbele ladder met niet-parallelle stijlen ( vb 7 sp. p. deel) Dubbele ladder met parallelle stijlen en stabiliteitsbalk (vb 7) Dubbele ladder met uitgebogen stijlen (vb 7 sp. per deel) Tweedelige reformladder (vb. 8 sporten per deel) Driedelige reformladder ( vb. 8 sporten per deel) Vierdelige of dubbele reformladder (vb 8 sporten per deel) Enkele trap met bovenste steunbalk (vb 8 treden) Enkele trap met ashaken (8 treden) Vrijstaande trap zonder platform, éénzijdig beklimbaar (vb 5 t Vrijstaande trap met platform, tweezijdig beklimbaar (vb 5 tr) Scharnierladder (vb 4 sporten per deel)
Aanduiding NEN 2484-A-8 NEN 2484-C2-14 NEN 2484-D3-14 NEN 2484-E-7 NEN 2484-F-7 NEN 2484-G-7 NEN 2484-H2-8 NEN 2484-H3-8 NEN 2484-H4-8 NEN 2484-K-8 NEN 2484-M-8 NEN 2484-O-5 NEN 2484-P-5(2) NEN 2484-S-4
Op het draagbaar klimmaterieel moet een deugdelijke, onuitwisbare, wijze (vaak sticker) het volgende staan: a. de NEN 2484-aanduiding, zoals hierboven beschreven b. de naam of handelsnaam en het adres van de fabrikant, importeur of verkoper c. de gebruiksaanwijzing welke voldoet aan de Warenwet, besluit draagbaar klimmaterieel S.T.E./VSB
4-3
IDK.mod.04.004 Februari 2003
4.9
Controle
De Keuringsdienst van Waren neemt steekproefsgewijs ladders en trappen uit de verkoop, en controleert of die aan de Warenwet voldoen. De Arbeidsinspectie handhaaft en controleert steek-proefsgewijs waar professioneel gewerkt wordt en of het materiaal aan het minimale beschermingsniveau van de NEN 2484 voldoet. 4.10
Aansprakelijkheid
De Europese Richtlijn 92/95/EEG uit 1992 maakt dat een fabrikant van een product makkelijk aansprakelijk gesteld kan worden in geval van een ongeluk. Hij moet dan bewijzen dat hij niet schuldig is. Het is niet zo dat na een inspecteur na inspectie automatisch die verantwoordelijkheid overneemt. Het kan zelfs zo zijn dat een ladder de dag na een inspectie bezwijkt (b.v. door een verborgen gebrek of verkeerd gebruik) zonder dat een inspecteur dit had kunnen voorkomen. Toch zal het duidelijk zijn dat ook de inspecteur een belangrijke verantwoording heeft wat betreft de veiligheid van de gebruiker, en dat hij bij aantoonbare onzorgvuldigheid risico’s loopt wat betreft aansprakelijkheid. Het is voor een inspecteur belangrijk te controleren en zichzelf ervan weet te overtuigen dat het materiaal aan het minimale beschermingsniveau (NEN 2484) voldoet.
IDK mod.04.004 Februari 2003
4-4
S.T.E./VSB
AANTEKENINGEN
_________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ S.T.E./VSB
4-5
IDK.mod.04.004 Februari 2003