Wijzer Uitgave van Rabobank Private Banking
Wijzer Zomer 2013 / 4
Bezit & betekenis
‘Ik heb altijd voor mijn eigen vrijheid gezorgd’ – Marc Klein Essink
Samenleving
Persoonlijk
Kennis
Topstuk 20
Terug naar Tokio 62
Fascinatie voor de groep versus het individu: de Tank Man.
Als de politiek doorpakt kan Japan in 2013 wel eens voor de tweede keer op rij de best presterende beurs worden.
Bezit & betekenis 32 Samen sterker 8
Portret 12
Wortels 52
Klanten van Rabobank beslissen mee over ontwikkeling en dienstverlening.
Johan Wakkie veranderde de koers van de hockeysport en kreeg daarbij steun van de Rabobank.
Hollandser kan het bijna niet: eerst kaas, dan bollen. Jan van Vliet over de liefde voor de streek en waarom hij nooit zal verhuizen.
Bankieren doe je samen
2
18
Marc Klein Essink. Ongeremd nieuwsgierig en allesbehalve immuun voor de spanning en dynamiek van de omroepwereld: ‘Televisie is verslavend’. Waarom dan, na een periode van rust en bezinning, toch weer op de buis?
Financieel DNA 56
Innovatie 74
Bakermat 78
‘Koopziekte is mij vreemd.’ Wat leerde serial entrepreneur Michiel Muller van zijn vader Piet Muller?
Zorgen doe je voor elkaar. Nu de overheid een stapje terug doet, komen er meer en meer eigen initiatieven.
In de 17e eeuw werd er vanuit het buitenland vol belangstelling en met enige jaloezie naar de Amsterdamse financiële sector gekeken.
Column Sabine Overtoom Voor een ander Mensen met oog voor de samenleving Wij ... laten na Familieportret Boer word je gemaakt door de familie
Wijzer · Rabobank Private Banking
24 26 40 46
Column Joop de Boer Door de ogen van Drie financieel deskundigen Hoe werkt … de Rabo Beleggen App Wat maakt jou rijk? Boris Veldhuijzen van Zanten
60 66 72 82
3
Samenleving
P
Samen komen tot een beter advies
rivate banking heeft de laatste jaren belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. Nieuwe tijden, nieuwe regels en de onlineklantbehoeften zorgen ervoor dat wij niet langer het product centraal stellen, maar een oplossing in het belang van de klant. Wanneer in het verleden een klant een huis wilde kopen, was onze insteek dat wij hem van dienst moesten zijn met een product, bijvoorbeeld een hypotheek. Daarbij gold doorgaans: hoe hoger het door de bank beschikbaar gestelde hypotheekbedrag, hoe tevredener de klant. Maar was bij de hoogst mogelijke hypotheek ook het belang van de klant het meest gediend? Wat als deze een andere baan kreeg, zijn baan verloor, of als er iemand overleed? Een benadering die het klantbelang vooropstelt, kijkt naar de positie van de klant, niet alleen vandaag, maar ook morgen. Want wensen, behoeften en omstandigheden kunnen veranderen. Onze klant volgt tegenwoordig het nieuws, zijn contacten en bankzaken op de smartphone of tablet. Ook wil de klant sneller, goedkoper en veilig geholpen worden. Private Banking speelt hierop in door volop gas te geven op virtuele kanalen. Ook als het
4
Voorwoord
Pim Mol Directeur Private Banking Rabobank Nederland
over onze beleggingsdienstverlening gaat. We introduceerden de Rabo Beleggen App, waarmee de belegger zijn portefeuille kan inzien en orders kan plaatsen (lees meer op pagina 72). Klanten die willen beleggen in beleggingsfondsen met advies van de Rabobank, kunnen dit nu ook met onlineadvies doen, in het concept Rabo Advies Beleggen fondsen (RABf). Alleen het intakegesprek en het pe-
riodieke onderhoudsgesprek vinden ‘face to face’ plaats. Vervolgens gaat de klant zelf aan de slag op basis van onlinebeleggingsadvies over de inrichting van de portefeuille in lijn met zijn doelrisicoprofiel. Via internet kan hij de beleggingen volgen en zelf de portefeuille inrichten en aanpassen. Tegelijkertijd wordt de klant online geïnformeerd of zijn portefeuille nog voldoende gespreid is. Zo nodig krijgt hij advies om de portefeuille weer in balans te brengen. Met advies als sleutelwoord heeft de relatie een ander karakter gekregen. Waar wij u vroeger vooral veel vertélden – bijvoorbeeld over welke bedrijven goed presteerden op de beurs – stelen wij nu vooral vragen. Om uw situatie, uw belangen, wensen en behoeften, zo goed mogelijk in kaart te brengen. En u vervolgens passend en persoonlijk advies te kunnen geven, waarbij aandacht is voor alle aspecten die voor u van belang zijn: van wonen tot pensioen en van sparen tot de dagelijkse uitgaven. Adviezen die zijn ontstaan in nauwe samenspraak met u. Dat is het uitgangspunt van Rabobank Private Banking: een beter advies dankzij een goede samenwerking.
Samenleving Het katern over maatschappelijke, relevante – en verrassende – ontwikkelingen.
Wijzer · Rabobank Private Banking
5
Macht creëert schoonheid Evenement
W
De selectie van
e vieren dit jaar zowel de 200ste verjaardag van het Koninkrijk der Nederlanden als de 300ste verjaardag van de Vrede van Utrecht, die een einde maakt aan een reeks oorlogen in Europa. De Open Monumentendag sluit dit jaar bij die jubilea aan met het thema Macht & Pracht. Je vindt die combinatie in ons land onder meer terug in kastelen en paleizen, patriciërshuizen en landgoederen. Maar bijvoorbeeld ook in kerken, fraai gedecoreerde handels- en kantoorgebouwen en de schitterende panden die werden gebouwd voor de rechtspraak en het openbaar bestuur.
Pim Mol
Open Monumentendag, ‘Macht & Pracht’, 14 en 15 september 2013.
Michelangelo was ook gewoon een ondernemer Boek
D
a Vinci, Michelangelo, Rubens – bij kunstenaars van lang geleden ben je geneigd te denken dat ze puur voor de kunst leefden en zich niet bezighielden met ‘hoe steek ik de concurrentie de loef af?’ of ‘hoe vergroot ik mijn klantenkring?’ In ‘De kunst en het zakendoen’ lees je dat ook succesvolle toptalenten van vroeger artistieke kwaliteiten paarden aan een gezonde ondernemingszin. Onderdeel van hun kunstenaarschap was immers dat ze zelf de omstandigheden wisten te creëren waarin zij en hun werk konden floreren. Van Rembrandt tot Warhol en van Appel tot Damien Hirst: grote kunstenaars hebben altijd nagedacht over de positionering van hun werk en over de noodzaak kunstliefhebbers (lees: de consument) te blijven verrassen. Een boek om je door te laten inspireren. Koos de Wilt e.a.: De kunst en het zakendoen. Wat ondernemers van succesvolle kunstenaars kunnen leren.
Pim Mol is naast directeur Private Banking Rabobank Nederland ook voorzitter van de raad van commissarissen van Schretlen en onder meer lid van de Rabo Kunstcommissie. Hij bekleedt diverse nevenfuncties in de wereld van cultuur en maatschappelijke betrokkenheid, onder andere als bestuurslid van de Stichting Vrienden van de Nederlandse Bachvereniging.
6
Slim voor beleggers App
S
nel kijken hoe beleggingen ervoor staan of een order plaatsen? Dat kan nu heel eenvoudig met de Rabo Beleggen App. Rabobank heeft haar mobiele diensten uitgebreid met deze app. Hiermee kunnen klanten die beleggen eenvoudig hun beleggingsportefeuille inzien en orders plaatsen via hun mobiel of tablet. De bank speelt hiermee in op de toenemende vraag van klanten om flexibiliteit en gemak, ook op het gebied van beleggen. De Rabobank is de eerste grootbank waar klanten via een app orders kunnen plaatsen. De app is beschikbaar in de App Store en via Google Play. Meer info op pagina 72.
www.rabobank.nl/beleggenapp
Ontspanning in Parijs Reisbestemming
S
inds ik er in 1990 heb gewoond, bezoeken mijn vrouw en ik jaarlijks Parijs. Hotel bij Rue du Champ de Mars, ontbijt met noisette en croissants op een van de terrassen, bij een van de stalletjes alvast wat kopen voor later: brood van Poilâne, chocolade, taartjes en kaas bij een van de vijf (!) fromageries in de buurt. Daarna met een overal verkrijgbare huurfiets van Vélib’ langs de Seine. Lunchen bij boutiquerestaurant Alain Milliat (heerlijk exotisch vruchtensap!). Later Musée d’Art Moderne voor een boeiende expositie, of het Palais de Tokyo met meer experimentele kunst. Bijzondere lunchplek ook. Heel inspirerend: joggen in omgeving Eiffeltoren. Maar ook: achteroverzitten in le Jardin du Luxembourg, in een van de honderden echt Franse stoelen. Even de ogen sluiten, maar niet te lang, want de openluchtexpositie aan de kopkant van de tuinen is altijd interessant.
Even opfrissen Website
M
e Judice is een onafhankelijk Nederlands discussieforum met als doel het debat onder economen te stimuleren. Ik kan deze site aanraden aan iedereen die zijn eigen vragen en opvattingen graag wil spiegelen aan stimulerende en heldere betogen over economische onderwerpen die het publieke belang raken. Me Judice is Wijzer · Rabobank Private Banking
niet gebonden aan enige politieke stroming of partij en is zowel voor geïnteresseerde leken als academici interessant. Nuttig om zijn informatieve waarde, maar ook om de economische geest te luchten. Daar fris je van op! www.mejudice.nl
7
Coöperatief bankieren
zijn factoren die daaraan bijdragen. Een ander kenmerk van coöperatief bankieren is daarom het streven naar het vertrouwen dat vermogen bij de Rabobank in goede handen is, dat het een betrouwbare, degelijke en financieel sterke partner is. Juist door de coöperatieve organisatievorm is de Rabobank een van de veiligste en meest solide banken ter wereld; dit komt voor een belangrijk deel doordat de bank de winst niet uitkeert aan aandeelhouders, maar toevoegt aan het eigen vermogen, wat de solvabiliteit ten goede komt.
Samen sterker en steviger
Relaties Het woord coöperatie heeft het in zich; de ambitie van de Rabobank is een leven lang een financieel partnerschap bieden, gericht op een langdurige relatie. Winst maken is geen doel, maar een middel om doelen te bereiken. De doelen van klanten. De kracht van de lokale bank is de betrokkenheid bij de gemeenschap en de bekendheid met de persoonlijke verhalen van haar klanten. Met name de private bankers kennen het verhaal achter het vermogen; de bedrijfsoverdracht waar tegen opgezien wordt, die stichting die opgericht gaat worden, dat fonds op naam om een dierbare te eren en te herinneren. Vermogen dient om doelen te bereiken, en niet andersom. Oplossingen liggen soms in producten en diensten, maar ook in de juiste informatie of contacten. Private bankers weten wat er speelt in de regio en hebben net zo makkelijk toegang tot de enorme kennis en expertise binnen de hele Rabobank Groep.
Bankieren bij een coöperatie. Dat klinkt mooi, maar wat houdt het in de praktijk in? Iedere lokale Rabobank investeert in economische en sociale vitaliteit. Idealistisch? Misschien. Maar, ook uit het oogpunt van private banking, rendabel. In meerdere opzichten.
B
anken lijken vaak op elkaar. Zeker waar het de producten en diensten betreft. Iedere aanbieder streeft naar transparantie, kwaliteit en een realistische prijs. In dat opzicht is het voor een bank moeilijk om zich te onderscheiden. Dat onderscheid is er wel in de manier waarop de Rabobank zaken doet, in haar visie op bankieren en de wereld: samen bereik je meer dan alleen. Dat heeft alles te maken met het feit dat de Rabobank een coöperatie is. Bij coöperatief bankieren is een hoofdrol weggelegd voor de verbinding met de samenleving. Dat betekent dat leden en klanten bij de Rabobank meewer-
8
ken en iets teruggeven aan de samenleving, als dat mogelijk is.
Participatie Het is de olympische gedachte: meedoen is belangrijker dan winnen. Bij coöperatief bankieren draait het ook om meedoen. Een van de kenmerken is dan ook klantparticipatie. Een bank van en voor klanten. Als je besluit om lid te worden, volgt er een uitnodiging van de lokale Rabobank om mee te denken en mee te beslissen over ontwikkelingen en dienstverlening. Bij privatebankingklanten brengt dit als extra voordeel vaak een schat aan bestuurservaring en contacten met zich
mee. Kennis en netwerken die weer ingezet kunnen worden om bijvoorbeeld andere ondernemers in de regio een steun in de rug te bieden.
Solide basis Vertrouwen blijft een sleutelbegrip in de financiële wereld. De laatste jaren heeft dit bij zowel instellingen als het grote publiek een aantal deuken opgelopen. Nationalisaties van banken en een al lange tijd problematische huizenmarkt
Wijzer · Rabobank Private Banking
Duurzaam De inzet van bankieren zoals hier wordt beschreven, is een duurzame samenleving. De bank onderneemt zelf op deze manier en roept haar klanten op om hetzelfde te doen. Door het financieren en initiëren van duurzame (lokale) projecten bijvoorbeeld. Als lid wordt het mogelijk om mee te bepalen welke maatschappelijk relevante initiatieven de bank steunt. Ook zelf in projecten participeren of ze initiëren kan; de Rabobank kan assisteren om ze te realiseren. Vaak is er
9
Interview met het afbouwen van actieve functies opeens tijd en ruimte om iets te gaan ondernemen en langgekoesterde maatschappelijke en sociale wensen waar te maken. Van hulp naar handel Investeren kan twee kanten op werken; vermogen laten renderen en tegelijk anderen kansen bieden. De Rabobank Foundation geeft kansarme en achtergestelde mensen zicht op een beter bestaan. Via het Klantenfonds is het mogelijk om deel te nemen in bijvoorbeeld een project in Nederland dat de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van een kwetsbare groep vergroot, maar ook in duurzame ketenontwikkeling in ontwikkelingslanden. Handelsketens van producten als koffie, thee, katoen of cacao bestaan uit veel schakels; de Rabobank is in alle schakels actief. De bank financiert verwerkers en multinationals die gebaat zijn bij een duurzaam en kwalitatief goed product, terwijl de foundation zich op het begin van de keten richt: de – vaak arme – boeren. Ze helpt met het oprichten van een coöperatie, met toegang tot financiën en technische kennis om duurzaam te produceren en de kwaliteit van de producten te verhogen. Een zakelijke benadering, die in eerste instantie bijdraagt aan de versterking van de lokale economie en vervolgens aan de aansluiting op mondiale handelsmarkten. Waar gaat de investering heen? De Foundation hanteert een aanpak
‘Ik kom de bank overal tegen’ Wim Groels is privatebankingklant bij de Rabobank in zijn regio. Een bewuste keuze. ‘De bank kent me, ik hoef niet drie keer iets uit te leggen.’
die de hele keten verbetert. Via het Rabobank Foundation Klantenfonds kunnen privatebankingklanten daaraan bijdragen. Met als voordeel dat je als klant weet waarin er geïnvesteerd wordt. Deelnemers worden op de hoogte gehouden van de vorderingen. Natuurlijk past steun aan ontwikkelingslanden niet bij ieders persoonlijke idealen en wensen. Datzelfde kan opgaan voor steun aan goede doelen. Veel privatebankingklanten zijn betrokken bij het verbeteren van de sociaal-economische omstandigheden in hun eigen omgeving: bijvoorbeeld een coöperatie opzetten die zonne-
energie gaat opwekken. Investeren in lokale, innovatieve bedrijven. Of meewerken aan een plan om betaalbare starterswoningen te realiseren. Wellicht zijn er in de omgeving al initiatieven die bij elkaar passen. Een groot netwerk maakt het mogelijk om de juiste verbindingen te leggen. Een aspect dat van oudsher verbonden is met het vak van bankier. En is er nog geen passend project, dan is er nog de Kamer van Coöperatie. Opgericht door de Rabobank samen met PGGM, Achmea, ZLTO en NICE om nieuwe coöperaties op te zetten. Coöperatief bankieren: samen sterker.
De inzet is een duurzame samenleving 10
‘I
k ben zowel privé als met mijn bedrijf, Drukkerij Groels, klant van de Rabobank. Ik kom de bank overal tegen. In zakelijke netwerken, maar ook bij maatschappelijke projecten. Je leert elkaar kennen, ook in een wat informelere sfeer. Zo bouw je wederzijds vertrouwen op. Dat maakt het zakendoen makkelijker; je gunt elkaar iets. Maar uiteindelijk moet de dienstverlening wél goed zijn.’ Dat is het geval? ‘Ik vind van wel. Voor mij zit de echte kracht van de bank in de korte communicatielijnen. Als ik zondagochtend een mail stuur met een vraag, krijg ik diezelfde dag nog een mail terug dat het de volgende dag in orde gemaakt wordt. Bij de Rabobank hoeven ze niet naar een regiokantoor of hoofdkantoor voor overleg of toestemming. Het wordt gewoon ter plaatse afgehandeld. Die lokale autonomie vind ik sterk. Als het nodig is schakelt de accountmanager specialisten in, maar ik hoef niet drie keer iets uit te leggen. Natuurlijk heeft dat niet alleen met de coöperatieve organisatievorm te maken, maar vooral ook met mensen. Het zijn betrokken medewerkers.’ Betrokkenheid is belangrijk? ‘Zeker. In de relatie, maar ook met de omgeving. Een goed voorbeeld op dat gebied is de Beursvloer; Rabobank Tilburg en omstreken heeft aan de wieg gestaan van dit jaarlijkse evenement, dat de vraag van maatschap-
Wijzer · Rabobank Private Banking
pelijke organisaties verbindt aan het aanbod van lokale ondernemers. Dit jaar is de beurs voor de derde keer. De eerste twee edities waren een groot succes, vorig jaar zijn er 375 matches gemaakt.’ Uw bedrijf doet ook mee? ‘Ik woon, werk en leef in Tilburg, met onze drukkerij doen we zaken in de regio, dus ik vind dat we iets terug kunnen doen voor de gemeenschap. Toen de Rabobank me uitnodigde om aan de Beursvloer deel te nemen, heb ik dan ook direct ja gezegd. Vorig jaar hadden we twaalf matches: we hebben onder meer flyers gedrukt voor een koor, een programmaboekje voor een evenement, drukwerk verzorgd voor een instelling voor gehandicapten en kaarten voor de Zonnebloem gemaakt. Inderdaad, kosteloos. We kunnen dit natuurlijk niet voor iedereen doen, we moeten keuzes maken. Maar dit jaar zijn we zeer zeker weer op de beurs aanwezig om te kijken wat we voor maatschappelijke organisaties kunnen betekenen.’
Samen bereik je meer dan alleen? ‘Samen sta je inderdaad sterker. Het is prachtig om te zien dat zoveel ondernemers – ook in economisch moeilijke tijden – bereid zijn om projecten te steunen die de samenleving vooruit helpen. Extra leuk is dat de Beursvloer positieve neveneffecten heeft: mensen praten met elkaar en delen kennis. Zo leren ook maatschappelijke organisaties van elkaar.’
Wat is de Beursvloer?
Op de Beursvloer komen aanbieders – lokale ondernemingen – en vragers – maatschappelijksociale instellingen – bij elkaar om binnen een paar uur tijd een ‘match’ tot stand te brengen. Samen met vrijwilligersorganisatie Contour uit Tilburg heeft de Rabobank partijen bij elkaar gezocht. De gemeente sloot aan, Fortis, KPMG, de Kamer van Koophandel, lokale media etc. Het is een beurs zonder (contant) geld; vraag en aanbod bestaan altijd uit transacties.
11
Portret
‘Hockey moet van iedereen zijn’
Hockey is de tweede teamsport van Nederland, 238.000 Nederlanders spelen in clubverband. Johan Wakkie is bijna twintig jaar directeur bij de hockeybond. Een periode waarin het elitaire karakter van de sport verdween.
‘V
12
olgend jaar neem ik na het WK in Den Haag afscheid als directeur van de hockeybond. Dan zit ik dik twintig jaar op deze stoel. Dat is genoeg. Zowel voor mij als voor de hockeybond. Het wordt tijd dat iemand anders het stokje overneemt. Ik kan dan ook met voldoening terugkijken op een geslaagde missie, dacht ik zo. We hebben van hockey een van de grootste teamsporten gemaakt en bovendien een sport die van iedereen is. Daar is hard aan gewerkt. Ook in samenwerking met onze belangrijkste partner, Rabobank. Niet zomaar een sponsor, maar een organisatie die perfect bij ons past.’ ‘Ik ben vanaf 1994 directeur. Na een interim-periode vroeg het bestuur of ik zin had in de vaste functie. Daar moest ik toch nog over nadenken. Graag, maar dan wel met de mogelijkheden om iets te veranderen, iets te bewegen. Als ik ergens aan begin, dan wil ik wel iets Wijzer · Rabobank Private Banking
neerzetten en niet voortborduren op de bestaande patronen.’
Hockey van iedereen ‘Voor mij was duidelijk dat we het Nederlandse hockey klaar moesten stomen voor de eenentwintigste eeuw. Je moet als bond willen groeien en niet tevreden zijn met wat je hebt. Dat heb ik het bestuur in 1994 voorgehouden. Ik kreeg de opdracht en daarna zijn we aan de slag gegaan. Er was met name een mentaliteitsverandering nodig. We wilden groter worden. Daarvoor moesten we vooral het wat kakkineuze karakter van de sport loslaten. Daar lagen onze kansen. Hockey moet van iedereen zijn.’ ‘Toen Nederland het WK hockey van 1998 in Utrecht kreeg toegewezen, zag ik dat als een prima kapstok, maar niet als hoofddoel. Vooral daarvoor én daarna moesten we veel neerzetten en bereiken. In 1995 haalden we een heel
belangrijke partner binnen. Een organisatie met oog voor de maatschappij en het maatschappelijke belang van sport. De komst van Rabobank gaf een stevige duw in de rug. Niet alleen financieel, maar ook in de organisatie en rond de clubs.’ ‘Rabobank is geen sponsor die zegt: “Hier heb je een zak met geld” en verder niks. De bank denkt mee. Dat was zo in de aanloop naar het WK van ’98 en ook nu. Veel lokale banken zijn een rol gaan spelen bij clubs en dat ontwikkelt zich nog steeds. Ik zie ideeën ontstaan als buitenschoolse opvang en flexibele werkplekken voor zzp’ers. Veelal in samenspraak met lokale banken. Dat kan ik ook van de andere kant bekijken, als commissaris van de lokale bank in Utrecht. Hockey kruipt in de haarvaten van de bank, constateer ik. De rol van Rabobank in het hockey is ideaal voor zowel de sport als de bank en heeft maatschappelijk een grote rol.’
13
Johan Wakkie Sinds 1994 algemeen directeur hockeybond Studeerde staats- en bestuursrecht. Als adviseur en directeur van de Nationale Federatie van Werkers in de Sport (NL Coach, FNV Sport) aan de basis voor cao΄s in de sportwereld. Werkte als hoofd P&O bij de NSF en als interim-directeur bij het NOC. Commissaris bij de lokale Rabobank in Utrecht. Acht jaar voorzitter van het Jeugdsportfonds. Medebedenker van het Huis van de Sport in Nieuwegein.
De bank is loyaal aan hockey, maar krijgt er ook iets voor terug. Bijvoorbeeld in de vorm van aandacht bij veel hockeyers voor private banking. Het elitaire van hockey is minder geworden, maar er hockeyen nog steeds relatief veel hoogopgeleiden. Voor de bank is het van belang dat ze meer in contact komt met mensen op zowel privé- als zakelijk vlak.’ 75.000 nieuwe leden ‘Rabobank was een van de belangrijkste partijen in onze succesvolle omslag in de jaren negentig. Het succes van die andere koers was enorm. Wij vonden in onze prognose een groei van 75.000 leden in tien jaar heel ambitieus, maar we zetten het wel neer. Die 75.000 hadden we na vijf jaar al bereikt. Het afscheid van het elitaire van hockey speelde daar een rol in. Nu, in 2013, is hockey een heel grote sport. Ik woon in de Watergraafsmeer in Amsterdam. Iedere zaterdag zie ik daar op de oude velden van Ajax 1800 kinderen hockeyen. Dat is een grote stickmassa. Al die ouders hebben nooit gehockeyd. Dan denk ik bij mezelf: “Wakkie, dat heb je toch mooi voor elkaar gekregen”. Daar kan ik intens van genieten.’ Jeugdsportfonds ‘Ik ben acht jaar voorzitter geweest van het Jeugdsportfonds, daar kwam ik Rabobank, naast de rol van hoofdsponsor in het hockey, ook tegen. Het fonds
14
helpt kinderen van wie de ouders het financieel moeilijk hebben aan mogelijkheden om toch sport te beoefenen. Als je bij een sportwedstrijd ouders ziet staan glunderen omdat hun kinderen met steun van het Jeugdsportfonds en de Rabobank Foundation wel aan sport kunnen doen, wat anders niet mogelijk was geweest, dan haal ik daar persoonlijk bijna meer voldoening uit dan uit olympisch goud.’ ‘Rabobank neemt op een prachtige manier via de f oundation haar maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het Jeugdsportfonds. De bank wil een bijdrage leveren aan participatie van kinderen in de maatschappij. Daarom is ze met heel veel overtuiging het Jeugdsportfonds gaan ondersteunen. De Rabobank Foundation heeft het mogelijk gemaakt dat het fonds landelijk veel meer dekking heeft gekregen. Dat was voor mij weer een signaal dat de bank haar maatschappelijke verant-
‘De clubs bekleden steeds vaker een sociale rol in onze samenleving’
woordelijkheid niet uit de weg gaat. Dat is in het hockey niet anders, via participatie bij veel projecten van de bond en diverse clubs.’
Rode draad ‘Andere mensen helpen en veranderingen op gang brengen. Dat is eigenlijk de rode draad door mijn leven. Ik wilde sociologie studeren, maar mijn ouders vonden dat je daarmee geen geld kon verdienen. Dus werd het rechten. Naar Utrecht. Staats- en bestuursrecht. Maar ik wist toen eigenlijk al dat ik een andere kant op zou gaan. De andere kant van Wijzer · Rabobank Private Banking
de samenleving trok mij meer. Ik heb rechten wel afgemaakt. Maar ik wilde eigenlijk helemaal geen stramien met een dikke carrière en veel geld verdienen. Ik heb naast mijn werk en maatschappelijke betrokkenheid nog een paar passies. Natuurlijk mijn gezin. Mijn vrouw, met wie ik nu zeven jaar samen ben, is een heel belangrijke partner in mijn leven van geven en nemen. Mijn kinderen zijn op hun plaats. Verder Feyenoord, muziek, schaken en boeken. Dingen waar ik ontroerd van kan raken. Bij Feyenoord zou ik wel eens wat willen doen. Muziek en boeken lig-
gen op een heel ander vlak. Onlangs werd ik zestig. Ik wilde als cadeau graag een dag werken in de Linnaeus Boekhandel bij mij in de buurt, in Amsterdam. Natuurlijk kreeg ik ook een fysiek cadeau, een schaaktafel. Maar werken in de boekhandel was toch het allermooiste. Als ik straks met pensioen ben, wil ik regelmatig in die boekhandel staan. Ik ben heel tevreden dat ik vaker kan geven dan nemen. Maar aan de andere kant, ik geef toe dat ik ook wel van applaus houd. Waardering voor wat je doet, heeft ieder mens nodig. Ik ga dat niet uit de weg.’
15
Spijttheorie Mensen kunnen na een slechte beslissing spijt ervaren. Ook anticiperen ze daar bij hun keuzes soms op, door bij voorbaat die spijt te minimaliseren. Het verklaart bijvoorbeeld waarom beleggers moeilijk aandelen kunnen verkopen wanneer die onder de aankoopprijs staan. Ze zouden dan immers spijt van hun aankoop krijgen. Ze trachten eerst een deel van het verlies terug te winnen. Hetzelfde geldt bij het afstand doen van ooit veelbelovende beleggingen die lang slecht presteren. De spijttheorie verklaart ook waarom beleggers een gokje willen wagen als veel medebeleggers hetzelfde doen. Gedeelde smart is immers halve smart.
Behavioural finance
Prospecttheorie Volgens de prospecttheorie gaan mensen psychologisch anders om met winsten dan met verliezen. Een verlies wordt zwaarder gewogen dan een even grote winst. Psychologen beweren dat een verlies twee keer zo pijnlijk wordt gevonden als een winst van dezelfde omvang plezierig. De prospecttheorie stelt ook dat mensen kleine waarschijnlijkheden vaak overschatten en grote waarschijnlijkheden onderschatten. Dit verklaart waarom beleggers de verkeerde beslissingen nemen als ze een kleine kans op verlies overschatten. Ze gaan dan zo risicomijdend te werk, dat ze geen goede rendementsberekening maken. Het omgekeerde is het geval als mensen aan loterijen meedoen. Ze overschatten daarbij de kleine kans op succes.
Ken uw emoties Beleggers laten zich goed informeren voor ze een beslissing nemen. Voor emoties is daarbij geen plaats. Denken we. Zelfoverschatting
Veel beleggers – en dan vooral mannen, vrouwen hebben er minder last van – hebben de neiging hun eigen mogelijkheden te overschatten. Ze willen nogal eens positief oordelen over hun kansen op een toekomstig succes. Leren uit in het verleden gemaakte fouten is er vaak niet bij. Zelfoverschatting leidt ertoe dat beleggers vaak handelen en ook vaak op het verkeerde moment handelen.
16
Financiële cognitieve dissonantie
Mensen kunnen tegenstrijdige opvattingen en daardoor een onaangenaam gevoel hebben. Daarom probeert men die tegenstrijdigheden aanvaardbaar te maken door recht te praten wat krom is. Dit concept van cognitieve dissonantie is ook beleggers niet vreemd. De internethype rond de eeuwwisseling is er een goed voorbeeld van. Men voelde wel aan dat er iets mis was met de internetbeleggingsfondsen, maar iedereen sprak over de nieuwe economie met nieuwe regels, dus misschien viel het wel mee. Nogal eens bleek dit niet het geval te zijn. De beste remedie is vasthouden aan een mening, ook als die wellicht van de opinie van de massa afwijkt.
Wijzer · Rabobank Private Banking
17
Bankieren doe je samen
The show goes on! Anita Schrieken, charity manager bij Rabobank Private Banking, hielp theaterproducent Albert Verlinde bij het oprichten van het Nationaal Theater Fonds. Een bijzondere samenwerking.
H
Albert Verlinde over charity manager Anita Schrieken: ‘Het is extra leuk om met Anita te werken, omdat we zo aan het pionieren zijn geweest’ 18
et theateraanbod in de provincie staat zwaar onder druk. Nu de overheid zich steeds verder terugtrekt, krijgen gezelschappen hun tournees met moeite financieel gezond, waardoor producenten vaker afhaken en zalen leeg blijven. Als die trend doorzet, kan het publiek voor een avondje betoverend theater straks alleen nog terecht in Amsterdam, Utrecht of Den Haag. ‘Dat mogen we niet laten gebeuren!’, zegt theaterproducent Albert Verlinde. ‘We hebben prachtige theaters in Nederland, en het is belangrijk dat deze zalen voor iedereen gevuld blijven met opera, operette, toneel, ballet en musical.’ Om het theateraanbod voor de regio te behouden richtte hij het Nationaal Theater Fonds op: een garantiefonds voor reizende voorstellingen. ‘Gezelschappen en theaters die een tournee gepland hebben, kunnen bij ons aankloppen voor het laatste, ontbrekende stukje financiering.’
Onalledaags Zelf klopte Albert anderhalf jaar geleden aan bij de Rabobank. Hij liep al langer rond met plannen voor een Wijzer · Rabobank Private Banking
fonds en was op zoek naar deskundig advies. Via de Charity Desk kwam hij in contact met Anita Schrieken, die als charity manager ervaren is in het opzetten van stichtingen ten behoeve van goede doelen. ‘Maar deze samenwerking was anders’, vertelt ze. Pionieren ‘Meestal weten mijn klanten in aanvang niet wat ze willen. Ik voer dan persoonlijke gesprekken over hun leven, interesses en de manier waarop hun vermogen is vergaard, om uiteindelijk samen een doel te vinden dat hen past. Albert wist precies wat hij wilde. Hij had alleen geen idee hoe hij dat het beste kon aanpakken.’ De doelstelling van het garantiefonds wekte direct Anita’s interesse. ‘Anders dan de meeste stichtingen die ik help oprichten, werft het Nationaal Theater Fonds zelf externe fondsen. Particulieren en bedrijven zijn echter niet gewend om te schenken aan culturele instellingen. Die drijven van oudsher op subsidies. Ik ben benieuwd of wij daarin een kentering teweeg kunnen brengen.’ Een belangrijke stimulans voor
potentiële gevers is de anbi-status, die eventuele giften aftrekbaar maakt. Het kostte Albert en Anita maanden om de Belastingdienst te overtuigen dat hun fonds aan de anbi-voorwaarden voldeed. Met het oog op de nieuwe Geefwet waren de inspecteurs extra kritisch. ‘Prima,’ zegt Albert, ‘want dat hielp ons ook om onze plannen aan te scherpen.’ Een halfjaar na de lancering van het Nationaal Theater Fonds tonen de initiatiefnemers zich erg tevreden. Vanaf dag één stromen de donaties van overheden, theaters én particulieren binnen, waardoor het fonds nu al steun kan verlenen aan twee producties. ‘Opera Zuid en het Maastheater toeren aankomend seizoen door het land met voorstellingen die zonder het Nationaal Theater Fonds niet zouden doorgaan’, zegt Albert. Op zijn verzoek nam Anita, nadat haar werk als charity manager erop zat, op persoonlijke titel plaats in het bestuur. ‘Haar enthousiasme en heldere manier van denken passen goed bij het fonds. Bovendien is het extra leuk om met Anita te werken, omdat we zo aan het pionieren zijn geweest. Dit avontuur zijn wij samen gestart.’
19
Topstuk
Individu tegen machtsblok: de Tank Man Tank Man, hét symbool van de man die het in zijn eentje opnam tegen een enorm machtsblok. Op het bestuurskantoor van Rabobank in Utrecht staat een kolossaal beeld van deze jongeman. Wat doet hij daar?
Net zo wit en net zo groot als Michelangelo's David. Zijn er meer parallelen?
20
Wijzer · Rabobank Private Banking
21
Kunstwerk
Fernando Sánchez Castillo maakt geëngageerde kunst met een knipoog en humor. Zoals het enorme beeld in de hal van het Rabobank bestuurskantoor aan de Croeselaan in Utrecht. Meer dan vijf meter hoog is het beeld, exact zo groot als een van de beroemdste beelden uit de kunstgeschiedenis, Michelangelo’s David.
Het is de fascinatie van Fernando Sánchez Castillo: de relatie van de groep versus het individu
G
eneralissimo Franco, tussen 1939 en 1975 de dictator van Spanje, is al bijna veertig jaar dood en toch waart zijn geest nog rond in het huidige Spanje. Eigenlijk zonder dat iemand erover spreekt. Nog altijd zijn de standbeelden uit zijn regeringsperiode zichtbaar in het straatbeeld van Madrid. Het is deze openbare ruimte van subtiele en minder subtiele propaganda waarin de kunstenaar Fernando Sánchez Castillo (Madrid, 1970) opgroeide en waar zijn fascinatie is ontstaan voor de relatie van de groep versus het individu. Ook het levensgrote beeld Tank Man dat Fernando maakte voor de tentoonstelling ‘De slaap van de rede’ in de Kunstzone gaat erover. Het beeld raakt bijna het plafond op de benedenverdieping van het Rabo
22
bestuurskantoor in Utrecht. Achter het beeld bevindt zich een groene wand met honderden afbeeldingen die verwijzen naar het ontstaansproces van het werk. Als beschouwer kunnen we onze eigen associaties maken met de krantenknipsels, iconische afbeeldingen van Mao en andere machtshebbers, speelgoedsoldaatjes, het terracottaleger van Xian, tanks en veel beelden van de wereldberoemde, maar tegelijkertijd ook volstrekt anonieme jongeman die in 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede niet wilde wijken voor de rij tanks. Vele gezichten In het Westen zijn films en foto’s hiervan het toonbeeld geworden van het individu dat het opneemt tegen een machtsblok dat oneindig veel
groter is dan hijzelf. De kunstenaar maakte een “larger than life” standbeeld van de jongeman in zijn witte shirt met zijn twee tasjes. Het beeld is gemaakt met een computer die een 3D-kopie maakte van de man. Behalve van het gezicht, dat kennen we immers nog steeds niet. In Utrecht is het een universeel gezicht geworden, een gezicht dat is samengesteld uit vele andere gezichten, onder andere van de kunstenaar zelf. Heroïsch De sculptuur is net zo wit en net zo groot als een ander iconisch beeld, misschien wel het beroemdste beeld uit de westerse kunstgeschiedenis. Het beeld dat de jonge Michelangelo maakte van David, die als simpele herder de strijd aanging met de
Ontstaan
Fernando Sánchez Castillo, El sueño de la razón/ De slaap van de rede, Rabo Kunstzone, Utrecht, te zien tot 22 september 2013. onverslaanbare reus Goliath. Zoals de bankiersfamilie de’ Medici het David-beeld heeft besteld bij Michelangelo, zo gaf de Rabobank aan de Spaanse kunstenaar Fernando Sánchez Castillo de opdracht voor de Tank Man. Tank Man staat heroïsch in de hal van de bank, terwijl Michelangelo’s held, althans een kopie ervan, op het beroemdste plein van Florence staat, de Piazza della Signoria, voor Palazzo Vecchio. Waar het beeld van Michelangelo laat zien waar een kleine stadstaat als Florence toe in staat is, zo laat het beeld van de Spaanse kunstenaar ook zien hoe heroïsch de rol kan zijn van een simpel individu. Engagement Voor het selecteren van kunst en de kunstenaar die de Rabobank volgt, geldt slechts één criterium: kwaliteit. Toch kan de collectie ingedeeld worden langs drie lijnen: de condition humaine, het engagement en conceptuele kunst. In gewone mensentaal zijn dat ‘de mens’, ‘de samenleving’ en ‘het idee’. De huidige tentoonstelling ‘De slaap van de rede’ van Fernando past binnen het thema engagement, ofwel de samenleving, over de relatie tussen het individu en de groep. Het past ook goed bij de rol die de bank wenst te spelen. Een rol van een bank met relaties over de hele wereld, met veel internationale klanten en grote multinationals in Nederland als klant. Maar tegelijkertijd ook een bank die voortdurend zoekt naar de menselijke maat. Wijzer · Rabobank Private Banking
Tank Man is ontstaan vanuit de fascinatie van de kunstenaar voor de iconische beelden die de westerse cultuur hebben bepaald. Niet alleen de helden op sokkels in het straatbeeld van Madrid, maar ook de beelden waarmee de massamedia onze cultuur hebben vormgegeven.
Tentoonstelling
Per jaar zijn er twee tentoonstellingen in de Rabo Kunstzone. Eén rondom een wisselend thema en één rondom een kunstenaar uit de verzameling. Deze tentoonstelling, waarvan Tank Man het middelpunt vormt, gaat over het thema samenleving, over de relatie tussen het individu en het machtsblok.
Samenwerking
Rabobank maakte in 2004 tijdens Art Basel kennis met het werk van de Spaanse kunstenaar Fernando Sánchez Castillo. Toen hij in 2005/2006 aan de Amsterdamse Rijksakademie studeerde, kocht de bank het eerste werk aan, Anamnesis, een beeld dat nu op een plein op de Amsterdamse Zuidas staat.
Betekenis
Fernando geeft met humor en gevoel voor schoonheid een twist aan beladen, historische beelden van macht. De man die op het Tiananmenplein, de ochtend nadat het leger jongeren van het plein had verjaagd, een wanhopige poging deed het regime op andere gedachten te brengen, neemt een prominente positie in.
Zien
Net zo hoog als de kopie van Michelangelo’s David op het Piazza della Signoria in Florence is de simpele jongen met alledaagse jas en tassen die nu in de hal staat van de Rabo Kunstzone op de Croeselaan in Utrecht. Als bezoeker kijk je op naar de in spotlight gezette kolossale anonieme student. De vijf meter hoge jongen kijkt zelf naar een nog hoger gelegen punt.
23
Persoonlijk
D
‘Klaas vond zijn vader veel te soft’
e directeur van het familiebedrijf nadert de pensioengerechtigde leeftijd. Hij wordt omringd met adviezen om het afscheid te vergemakkelijken. Het is ook geen sinecure om je functie te moeten overdragen en de daarbij behorende taken los te laten. Maar aan het familielid dat het stokje overneemt, wordt “door de bank genomen” minder aandacht besteed. In mijn praktijk (mental business) zie ik veel opvolgers binnen familiebedrijven. Het probleem waar ik hen mee zie worstelen zijn de vele en verschillende loyaliteiten. Naar de vorige generaties, de familie en het bedrijf. De opvolger voelt een grote verantwoordelijkheid voor het beheren van het erfkapitaal en in de aflossing van de (vaak onuitgesproken) morele schuld naar de vorige generaties. De meest gestelde coachvraag van opvolgers in een familiebedrijf is dan ook: “Hoe kan ik vernieuwen, ontwikkelen en uitbreiden zonder de familie- en bedrijfswaarden tekort te doen? Hoe ontwikkel ik mijn eigenheid in verbondenheid?” Daarnaast is ook vaak de vraag in hoeverre de opvolger een eigen keu-
24
Column
Sabine Overtoom Sabine Overtoom begeleidt als psycholoog en coach topmanagers, leidinggevenden en families. www.mentalbusiness.nl
ze heeft gemaakt of dat de opvolging is ingegeven door een vanzelfsprekende morele verplichting … Klaas was de oudste zoon uit een gezin van vier kinderen, uit een derdegeneratie agrarisch familiebedrijf. Hij vertelde mij hoeveel moeite hij had met de veranderde gezagsverhoudingen nadat hij zijn vader had opgevolgd. In de rol van directeur kreeg Klaas de macht om zijn vader, broers, zus en andere werknemers te beoordelen, te controleren en waar nodig te corrigeren. Klaas sprak
bijvoorbeeld zijn vader aan, op zijn onzakelijke en conflictmijdende manier van omgang met de klanten die ook debiteuren zijn. Klaas vond zijn vader veel te soft. Vader daarentegen had veel moeite met de toon waarop hij door zijn zoon werd aangesproken. Irritatie alom. Ook zijn broers en zus laten zich niet zomaar aansturen door Klaas, die een heel andere koers wil varen. Ook al zijn ze het “deep down” eens met die koerswijziging, ze bieden indirecte weerstand omdat ze eigenlijk moeite hebben met de veranderde relatie nu Klaas de directeur is. De broer van Klaas verzuchtte eens dat hij zijn collega en broer miste … Terwijl Klaas, verstrikt in al deze loyaliteiten en rolwisselingen, wanhopig uitriep: “Wanneer is het nou eindelijk eens mijn bedrijf?” Een oplossing is door die rol aan te nemen die past bij de context. Op het bedrijf heb je een zakenrelatie en zijn de gesprekken werkgerelateerd. Thuis heb je een familiaire relatie waarin de inhoud alleen privézaken betreft. Alleen dan kan Klaas weer gewoon broer zijn en kind van zijn ouders. Maar ook directeur, op zijn eigen wijze!
Persoonlijk Het katern over ambities, emoties, ideeën en idealen.
Wijzer · Rabobank Private Banking
25
‘Ik geniet enorm als ik iemand zie opknappen tijdens een uitje’ Jos van den Berg (58)
S
inds de oprichting van Stichting CARE Travel is Jos van den Berg altijd onderweg. Wie in het oosten van het land door ziekte of ouderdom het huis niet meer uit komt, neemt hij graag een dagje uit. Met hulp van zijn vrouw Antoinette (56) en honderd vrijwilligers kan hij het nog net bolwerken naast zijn baan als receptionist van een verzorgingshuis. Maar het is vooral zijn enthousiasme dat hem voortdrijft. ‘Ik geniet enorm als ik zie hoe iemand opknapt tijdens zo’n uitstapje.’ Ooit werkte Jos in de detailhandel, maar op een dag had hij daar ‘gewoon geen zin meer in’. Jos was er klaar mee. Dat overkwam hem niet zomaar. Hij had niet lang daarvoor zijn eerste vrouw verloren aan kanker. Beetje bij beetje groeide het besef dat het leven te kort is om verder te lopen op schoenen die niet meer passen. ‘Het commentaar dat ik kreeg toen ik op een taxi ging rijden’, vertelt hij. ‘“Je bent gek”, zeiden vroegere collega’s. “Wat lever je niet allemaal in?”, vroegen ze. Door mijn werk bij het taxibedrijf en in het verzorgingshuis groeide het idee om uitjes te organiseren voor mensen die door ouderdom of ziekte niet meer buiten komen. Maar eigenlijk is CARE Travel vooral te danken aan mijn eerste vrouw. Op weg naar het ziekenhuis voor een laatste bestraling, vroeg de ambulancebroeder of ze de snelle of de toeristische route door het bos wilde. Ik zag wat het haar deed om vanuit de auto nog één keer iets moois zien. Dat zal ik nooit meer vergeten. Het is zo belangrijk om eropuit te gaan en andere mensen te ontmoeten. Geweldig om te zien dat mensen weer genieten. Dat genot zit niet in grote dingen, maar juist in de eenvoud.’
Voor een ander
Doelgericht geven Je wilt doen wat in je vermogen ligt om een ander te helpen. Je tijd, ervaring en je netwerk aanwenden voor je medemensen. Maar welk doel kies je, en waarom? 26
Wijzer · Rabobank Private Banking
27
‘Mooi, als kinderen hun eerste vakantie in jaren beleven’ Gerard Kremer (54)
D
28
Wijzer · Rabobank Private Banking
e Vakantiebank verzorgt vakanties voor Nederlandse gezinnen die zich dat zelf niet kunnen veroorloven. Het initiatief van kampeer- en outdoorketen De Vrijbuiter gaat alweer zijn derde jaar in. ‘De brieven stromen nu binnen’, vertelt algemeen directeur Gerard Kremer, die samen met Ate van der Veen (44) het bedrijf leidt. En die brieven gaan hem soms niet in de koude kleren zitten. ‘Het eerste jaar hebben we vierhonderd gezinnen geholpen, het tweede jaar vijfhonderd. Door de recessie gedwongen, is de target voor dit jaar gezet op vierhonderd. Mogelijk meer, als er extra partners zijn die gratis vakanties beschikbaar stellen. Eigenlijk is het idee van de Vakantiebank geboren bij onze medewerkers. Van oudsher doneerden we jaarlijks aan goede doelen in ontwikkelingslanden. Ik heb iets met Afrika en heb meegekregen dat je naar vermogen kansarme mensen moet helpen. Maar drie jaar geleden wees een medewerkster mij erop dat er ook in ons land armoede bestaat. Ik relativeerde dat toen. ’s Avonds had ik het erover met mijn vrouw en zij vertelde dat ze zich daar wel iets bij kon voorstellen. Ze komt zelf uit een gebroken gezin en herinnert zich hoe moeilijk het was om andere kinderen te horen vertellen over hun vakantie. Natuurlijk is armoede relatief. Maar het is ook een cynische manier om je verantwoordelijkheid af te schuiven. Ik vind dat je als christen de opdracht hebt om niet alleen vroom in de kerk te zitten, maar in het dagelijkse leven wat bij te dragen. Daar krijg je ook wat voor terug. De hartverwarmende reacties achteraf, maar het allermooiste vind ik de gezichtsuitdrukking van kinderen die hun eerste vakantie in jaren beleven.’
29
‘Soms vraag ik: kan niemand anders het doen?’ Mente de Vries (71)
I
n de jaren negentig woonde Mente de Vries met zijn gezin enkele jaren in Suriname. Hij werkte indertijd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Sinds zijn pensionering is hij voorzitter van Stichting Vrienden van Betheljada in Nederland, die hier donateurs werft voor de opvang van kinderen met een meervoudige beperking in Paramaribo. ‘Een goed doel, maar ook een complex goed doel’, vertelt hij. ‘Bij deze kinderen zie je vaak geen verbetering, daar moet je rekening mee houden. Je kunt het ze vaak alleen comfortabel maken. Het personeel is laagopgeleid en heeft soms zelf problemen om rond te komen. Je hebt met een vrijwilligersbestuur te maken, en je moet altijd maar weer met de pet rondgaan. We hebben nu een plan voor 2020 opgesteld om hun afhankelijkheid van de stichting in Nederland af te bouwen. Dat ligt best gevoelig in Suriname. Maar ze gaan het toch eens zelf doen. Dit werk kwam op mijn pad. Eigenlijk heeft mijn vrouw meer met de kinderen doordat zij jaren in de zwakzinnigenzorg heeft gewerkt. Zij is daarom mijn kompas. Ik heb altijd al veel baantjes naast mijn werk gehad. Soms is het wel een beetje veel allemaal. Je hebt nooit het gevoel dat je klaar bent. Dan vraag ik: is er niemand anders die dit kan doen? Nee, blijkt dan vaak. Ik heb van huis uit meegekregen dat “als je er bent, mot je er wezen”. Ik kan veel vanuit huis doen, maar mijn vrouw en ik reizen ook wel eens naar Suriname. Een paar jaar geleden hebben we voor vijf ton een nieuwe vleugel bijgebouwd en daarin heb ik mij helemaal vastgebeten. De saamhorigheid en het vertrouwen onderling zijn mijn beloning.’
30
Wijzer · Rabobank Private Banking
31
Bezit & betekenis
‘Het leven is gul voor mij’ Acteren, presenteren, huizen opknappen en zelfs microkredieten verlenen: Marc Klein Essink kan veel, maar wil niet langer alles.
32
Wijzer · Rabobank Private Banking
33
H
et scheelde een haar of Marc Klein Essink was er weer in getrapt. Niet ver van zijn onlangs aangeschafte huis, in een klein dorpje even boven Amsterdam, kwam een stolpboerderij in de verkoop. Een mooi project. Hij informeerde bij zijn makelaar naar de prijs, maakte een schatting van de verbouwingskosten en besloot, geheel tegen zijn gewoonte in, er nog een nachtje over te slapen. Twee dagen later meldt hij de makelaar van de koop af te zien. Klein Essink: ‘Ik ben nu op een leeftijd – 53 jaar – dat ik mij probeer te beperken tot de zaken in het leven die er echt toe doen. Daar hoort de handel in huizen niet langer bij. De vraag waar het uiteindelijk om draait is: “Heb je een fijn leven?” Het is als zeilen. Je zet een koers uit, vertrekt uit de haven en merkt dan na een uurtje dat de wind van richting verandert. Wat doe je dan? Hoe ga je om met de veranderende omstandigheden? Blijf je koppig vasthouden aan de uitgezette koers of pas je die aan? Darwin wist het antwoord: wie het beste omgaat met de omstandigheden van het moment, overleeft.’
Is dat de reden dat u uw leven regelmatig overhoop hebt gegooid? Of is het onrust? ‘Ik ben nieuwsgierig en heb veel energie. Ik hou van acteren, maar ook van het verbouwen van huizen en van de omgang met mensen. Ik hou van kunst én van het presenteren van grote spelshows. Ik vind het heerlijk om een groot publiek te hebben, maar speel net zo lief een theatervoorstelling voor tweehonderd man. Van dokter in de megahit Medisch Centrum West tot een bijrol in de film
De Aanslag en presentator van ‘De lijf show’ – het was één grote ontdekkingsreis. Noem het onrust, noem het ambitie, prima, maar ik heb altijd geweigerd om mij in een hokje te laten duwen. Daar is het leven te rijk voor. Om van die rijkdom ten volle te kunnen genieten, moet je de vrijheid hebben om te kunnen doen en laten wat je wilt. Vrij zijn in je hoofd, maar ook vrij van materiële zorgen. Daar heb ik altijd goed voor gezorgd, soms misschien te goed.’
Wat bedoelt u daarmee? ‘Televisie is verslavend. Het applaus, de grote contracten, de herkenning op straat, de spanning – ik heb het wel eens vergeleken met het leven van een profvoetballer. Bij welke club speel je? Heb je wel de goede manager? Trekken we voldoende publiek? Kan je de druk nog aan, of wordt het tijd voor een club in de luwte? Ik was acteur in een klein gezelschap, met een navenant klein salaris. Dat zat mij niet lekker. Ik rolde de televisiewereld in, de wereld van de grote shows en het grote geld. Maar ook van lange dagen in tv-studio’s, dus weinig tijd voor andere zaken, zoals mijn gezin en mijn vrienden. Ik raakte in een rare paradox verzeild. Ik werkte keihard om mij zo veel mogelijk vrijheid te kunnen permitteren. Maar omdat ik zo hard werkte, had ik alles behalve vrijheid. Je bezit groeit, ondertussen tikt de tijd weg. Maar tijd is kostbaarder dan bezit. Toen ik me dat realiseerde, ben ik in 2006 rigoureus gestopt met televisie. Dat leverde een hoop gedoe op, ik zat nog midden in een contract. Maar ik kon niet anders, de kruik gaat zolang te water tot hij barst.’
‘Ik werkte keihard om mij zo veel mogelijk vrijheid te kunnen permitteren. Maar omdat ik zo hard werkte, had ik alles behalve vrijheid’ 34
Wijzer · Rabobank Private Banking
35
‘Het taboe op commercieel denken in artistieke kringen heb ik nooit begrepen’ Waarom heeft u het zover laten komen? ‘Voor alle duidelijkheid, ik heb er erg van genoten. Het is een even dynamisch als spannend bestaan. Ik had me altijd voorgenomen om op mijn veertigste te stoppen met televisie. In de eerste plaats omdat ik weer graag andere dingen wilde gaan doen, zoals het bedenken van nieuwe tvformats en lekker toneelspelen. Maar ook voor mijn kinderen leek het mij beter om vroeg te stoppen. Ik zag ze te weinig. En hoe leuk is het, om op het schoolplein te horen dat wat hun vader op tv deed niet om aan te zien was? Veertig haalde ik niet, ik was te verslaafd aan het leven dat ik leidde. Het werd vier jaar later, misschien wel vier jaar te laat.’
Om zes jaar later weer vrolijk terug te keren met een grote spelshow. ‘Ja, maar wel wijzer. Ik weet het beter te doseren. De tomeloze ambitie om de beste te willen zijn is verdwenen. Ik geniet nu evenveel van een avond met vrienden en familie. Een lange tafel, elkaar verhalen vertellen, plannen maken, heerlijk.’ Lieten uw ouders u vrij in uw keuzes? ‘Na de middelbare school wilde ik graag naar de kunstacademie. Dat vond mijn vader niks. Hij zag me al driehoog achter met een homp brood en een fles slechte wijn de kunstenaar uithangen. Hij wilde liever dat ik een studie koos die uitzicht bood op een baan, zekerheid. Hij kwam uit een gezin van negen kinderen, waarvan er maar twee konden doorstuderen, de anderen, onder wie mijn vader, moesten na de ambachtsschool aan het werk. Het geld was op. Door 36
avondstudie lukt het hem uiteindelijk om docent kunstgeschiedenis aan de Vrije Leergangen te worden. Ik heb van hem geleerd goed te kijken, zowel naar kunst als naar mensen. Hij leerde mij ook dat als je iets erg graag wilt, je dat met hard werken en veel zelfdiscipline kunt bereiken. En ik leerde van mijn ouders wat verantwoordelijkheidsgevoel inhoudt. Maar goed, ik heb geprobeerd aan zijn wens tegemoet te komen door rechten te gaan studeren. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Al snel zat ik bij het studententoneel, het begin van mijn carrière als acteur. Mijn vader had er een hard hoofd in. Zeker toen ik trouwde en kinderen kreeg, had hij liever gezien dat ik alsnog advocaat werd.’
Ook als acteur koos u uw eigen weg. U speelde zowel in serieuze toneelstukken en films als in tv-soaps en bij John Lanting’s Theater van de Lach. Zeker in die tijd tamelijk ongebruikelijk. ‘Ja, die werelden waren toen streng gescheiden. Ik heb mij daar altijd weinig van aangetrokken, sterker nog, ik vond het eigenlijk wel grappig als er weer eens in de krant stond dat ik mijn talent vergooide aan tv-pulp. De VPRO vergeleek mij zelfs met Mephisto. Het is simpel, ik wilde vrijheid en onafhankelijkheid. Had ik alleen toneel gespeeld, dan was me dat nooit gelukt. Anders dan de meeste acteurs in die tijd, vond ik dat ik gewoon een winkel had. Ik wilde omzet draaien en als het nodig was om daarvoor bedrijfsfilms te maken of in soaps te spelen, dan deed ik dat. En ik had er nog lol in ook, niet onbelangrijk. Nooit heb ik begrepen waarom er in artistieke kringen een taboe rust op commercieel
Wijzer · Rabobank Private Banking
37
Day for Change Toeval of niet, maar in dezelfde tijd dat Klein Essink het drastische besluit nam om te stoppen met televisie, las hij het boek van Jurriaan Kamp over microkrediet. Klein Essink: ‘Vanaf het eerste moment sprak het idee mij enorm aan. Met een kleine lening maak je het mogelijk dat mensen een bestaan kunnen opbouwen. Daarmee help je ze niet alleen om in hun dagelijkse onderhoud te voorzien, het geeft ook zelfrespect en vertrouwen.’ Day for Change noemde Klein Essink de stichting die hij opzette in samenwerking met enkele ontwikkelingsorganisaties. ‘Het aardige van ons initiatief, dat wordt gesteund door de Rabobank Foundation, is dat we schoolkinderen erbij betrekken. We moedigen ze aan om met een klein bedrag een bedrijfje te beginnen. De een bakt taarten, de ander wast auto’s en weer een derde
laat honden uit. Het bedrag dat zij daarmee verdienen, gaat in de vorm van een microkrediet naar mensen die hulp nodig hebben. Het mooie is dat kinderen zo niet alleen andere mensen helpen, ondertussen leren ze ook de waarde van geld en de eerste beginselen van het ondernemen.’ Twee jaar geleden zag Klein Essink in India met eigen ogen wat een microkrediet voor mensen kan betekenen, niet in de laatste plaats voor vrouwen. ‘Microkrediet biedt ze de mogelijkheid om stapje voor stapje hun eigen leven vorm te geven. Je zet een vliegwiel in beweging. Als vrouwen een eigen bestaan weten op te bouwen, werkt dat door op tal van andere terreinen, van een gezonde lokale economie tot geboortebeperking en van betere hygiënische omstandigheden tot ondernemingszin.’
‘Bezit leidt af. Het duurde wel even voor ik dat doorhad’ denken. Als je voor de commerciële televisie werkte, had je voor de publieke omroep afgedaan. Gelukkig is dat de laatste jaren minder geworden.’
Hecht u aan bezit? ‘Het is heel gek. Wanneer je rationeel denkt is bezit onzin. Waarom zou je een huis kopen als je het ook kunt huren? Waarom wil ik een auto hebben voor mijzelf alleen? Of een wasmachine? Het is ballast en slecht voor je ecologische voetafdruk. Maar helaas is de mens geen rationeel, maar een emotioneel wezen. Een eigen huis was en is belangrijk voor mij, het geeft de illusie van veiligheid en zekerheid. Je wilt koning zijn in je eigen kasteel. Daarbij hou ik erg van timmeren en verbouwen. Al vanaf mijn tiende spel ik makelaarskrantjes en dat doe ik nog steeds. Geen idee hoeveel huizen ik precies heb gekocht, opgeknapt en weer verkocht, maar het zijn er veel 38
geweest. Terwijl iedereen de hele dag achter het scherm de aandelenkoersen volgde, fietste ik door de stad op zoek naar huizen als belegging. Mijn vrienden lachten mij uit. Zij behaalden met hun aandelen veel hogere rendementen dan ik met mijn huizen. Ik heb mij er niets van aangetrokken, ik wilde iets concreets in handen hebben, iets ook waaraan ik kon rommelen. Geen heerlijker gevoel om na een dag metselen naar je eigen muurtje te kijken. Het heeft mij bovendien geen windeieren gelegd. Maar die tijden zijn voorbij. Gelukkig heb ik nooit aan hypotheken gedaan, dus de daling van de huizenprijzen brengt mij niet in de problemen. ‘ Hoorden bij dat voetballersleven wat u naar eigen zeggen leidde, ook materiële geneugten? ‘Helemaal immuun was ik er niet voor, maar ik heb mij altijd redelijk kunnen
beheersen. Ik ben in dat opzicht een tamelijk conservatief iemand. Het me te buiten gaan aan allerlei uitspattingen paste ook niet in het streven om zo snel mogelijk onafhankelijk te zijn. Dat is mij gelukt omdat ik de verleiding kon weerstaan elk jaar een nieuwe Porsche of een nieuwe boot te kopen. Nu ben ik op een leeftijd dat bezit mij weinig meer doet. Ik heb een huis, gezonde kinderen, een relatie en een prettige
vriendenkring – het is mooi zo. De aandrang om de wereld te veroveren is verdwenen. Al zal mijn nieuwsgierigheid om nieuwe dingen te ontdekken wel nooit overgaan. Ik hoop ook dat het nooit overgaat, wat is mooier dan tot op je laatste dag met een nieuwsgierige blik in het leven te staan? En dan niet weten dat je gisteren bent omgevallen. Ik hoorde dat je je na je dood kunt laten persen tot een diamant. Dat lijkt me
Wijzer · Rabobank Private Banking
wel wat. Maar tot het zover is wil ik nog wel een paar onbekende kanten van mijzelf ontdekken. Misschien dat ik ooit weer ga schilderen. Gisteren was ik bij een expositie van kunstenaar Harald Vlugt, prachtig werk. Het is lastig om het te omschrijven, maar als geen ander weet hij de nietigheid van ons bestaan te verbeelden. Een termiet zijn we, niet meer. Die nietigheid en tijdelijkheid schept de
verplichting om de aarde een beetje fatsoenlijk na te laten voor de generaties na ons. We moeten leren onszelf een beetje te matigen. Niet nog meer huizen, niet nog meer auto’s. Het leidt maar af van waar het werkelijk om gaat. Het duurde even voor ik dat doorhad. Nu heb ik veel gedaan en veel gezien. Het leven is gul voor mij geweest. Het is tijd om te genieten van wat ik heb.’
39
Wij ...
laten na ‘De kunstcollectie blijft behouden. We laten iets tastbaars na voor de gemeenschap’
I
40
n de jaren tachtig stonden Ton Schulten en zijn vrouw Ank aan het hoofd van een bloeiend reclamebureau in Ootmarsum. De zaken gingen goed, maar onderhuids kriebelde het. Ton: ‘Ik wilde schilderen, dat is mijn grote passie. Een goede vriendin adviseerde me mijn hart te volgen, maar ik twijfelde. Haar overlijden gaf de doorslag. In 1989 hebben we alles verkocht.’ Ton concentreerde zich volledig op het schilderen en ontwikkelde een eigen stijl, die consensisme wordt genoemd. Vanuit een sterk gevoel voor harmonie en evenwicht schildert Ton kleurrijke landschapsmozaïeken, waarmee hij internationaal succes oogst. Ank zat
ondertussen ook niet stil. In 1991 begon ze Chez Moi Ton Schulten Galerie International. Het succes trok meer kunstenaars en galeries aan. Ootmarsum groeide uit tot een kunstenclave op het Twentse platteland. Een zwaar ongeval zette het echtpaar aan het denken: wat gebeurt er als wij er niet meer zijn? Ank: ‘We hebben geen kinderen, maar hadden naast Tons schilderijen inmiddels ook een flinke verzameling keramiek, glas en brons. We wilden de collectie bij elkaar houden en bovendien iets tastbaars nalaten voor de gemeenschap.’ Zo ontstond Museum Ton Schulten, dat in 1997 werd geopend. De bezoekersstroom, het oeuvre én
Naam Ton Schulten (75)
Gestopt met werken in 1989
Was Mede-eigenaar reclamebureau Schulten & Okkinga
Nieuwe levensinvulling Schilderen, Chez Moi Ton Schulten Galerie International en Museum Ton Schulten
Wijzer · Rabobank Private Banking
het formaat van Tons doeken namen toe en het museum groeide uit zijn jasje. Gaandeweg ontstond het plan voor een splinternieuw museum, met meer expositieruimte, horecavoorzieningen en een theaterzaal. Het museum werd op 25 april feestelijk geopend, op Tons vijfenzeventigste verjaardag. ‘Dankzij ons vermogen hebben we al onze plannen kunnen realiseren’, vertelt Ank. ‘Aan de Rabobank hebben we altijd een goede gesprekspartner gehad. Zeker bij nieuwbouw is dat erg belangrijk. En de nalatenschap? De galerie is een bv, het museum een stichting. Mocht ons iets overkomen, dan wordt de galerie ondergebracht bij de stichting. Alles en iedereen kan gewoon verder.’
41
‘Als ik er niet meer ben, neemt mijn vrouw het over, en omgekeerd. Alles staat op papier’
T
42
wintig jaar lang reed Nico Bredenoord langs de Tullekensmolen in Beekbergen. De karakteristieke papierfabriek stond jarenlang leeg en was compleet vervallen. Wat moest daar nu van terechtkomen? Toen Nico in 2008 hoorde dat de eigenaar het gebouw en het naastgelegen tuincentrum wilde verkopen, rook hij zijn kans. Hij kocht het pand uit 1872, herstelde het in oude staat en gaf het een nieuwe bestemming als museum voor zijn collectie A-Fords. Zijn vrouw Rieky gaf het tuincentrum een nieuwe impuls. Nico legde een vistrap aan en kreeg ook het oude waterrad dat de papiermolen van water voorzag weer aan de praat.
Zijn eerste A-Ford kocht Nico in 1970. ‘De A-Ford werd geproduceerd van 1928 tot 1932. Tijdens een vakantie in Frankrijk tikten twee kennissen een paar Fordjes op de kop. Ik heb er drie overgenomen en volledig gerestaureerd.’ Anno 2013 heeft Nico dertien Fords. Daarmee is het museum vol. ‘Maar het gaat me niet alleen om de auto’s en hun geschiedenis, maar ook om de activiteiten eromheen. Op verzoek geef ik rondleidingen. De A-Fordclub Nederland noemt het museum al haar clubhonk en het is een geliefd vertrekpunt voor andere autoclubs. Dit is een toeristische attractie voor Beekbergen.’ Nico stopte onlangs met werken. ‘Maar
Naam Nico Bredenoord (64)
Gestopt met werken in 2013
Was Mede-eigenaar van Bredenoord Aggregaten
Nieuwe levensinvulling A-Ford museum De Tullekensmolen
Wijzer · Rabobank Private Banking
zelfstandig ondernemerschap kun je niet stoppen, dat zit je in het bloed. Ik heb de Tullekensmolen gerestaureerd omdat ik iets waardevols wilde nalaten aan de gemeenschap, maar het is ook een onderneming.’ Het museum is ondergebracht in een stichting. Het beheer houdt Nico in eigen hand, met hulp van vrijwilligers. Een paar keer per jaar zit hij met de Rabobank om de tafel om te kijken hoe het met de zaken gaat. ‘Wat er gebeurt als ik er niet meer ben? Dan neemt mijn vrouw het over, en omgekeerd. Alles staat op papier. En als wij beiden er niet meer zijn, kunnen de kinderen verder met de stichting.’
43
‘Ik ervaar elke dag hoe waardevol een nalatenschap kan zijn’
T
44
weeёndertig jaar geleden maakte Ellen Wolff uit Heemstede haar eerste beeldhouwwerk, in het open atelier van De Waag in Haarlem. Wat begon met een brokje klei groeide al snel uit tot een professionele carrière. Tegenwoordig heeft Ellen een eigen atelier. Ze is lid van de Haarlemse kunstenaarsvereniging Kunst Zij Ons Doel, exposeert en geeft beeldhouwcursussen. ‘Wat mijn kunst voor mij betekent? Alan Rusbridger [hoofdredacteur The Guardian, red.] heeft het heel mooi verwoord: door iets creatiefs te doen ben je rijker en socialer, je ontwikkelt een vaardigheid en je gebruikt je hersenen.’ Ellen werkt in opdracht en maakt vrij werk. Aan inspiratie geen gebrek. Zo
maakte ze na het overlijden van Harry Mulisch een buste van de auteur. Een eerste buste van Hella Haasse staat in het Letterkundig Museum in Den Haag. Het tweede afgietsel is aangekocht door De Openbare Bibliotheek Amsterdam voor de Hella Haassezaal. Willem-Alexander is een recente uitdaging. ‘In het Haarlems Dagblad stond een oproep: wie maakt het mooiste koningsbeeld? Ik ben meteen klei gaan kopen. De uitslag is nog niet bekend, maar ik zou het een enorme eer vinden als deze buste in Haarlem geplaatst zou worden.’ 90 procent van Ellens beelden is verkocht, de mallen blijven haar eigendom. In bepaalde gevallen kunnen van een beeld meer exemplaren gegoten worden. ‘Daar zijn afspraken over
Naam Ellen Wolff (61)
Gestopt met werken in 1982
Was Verpleegkundige
Huidige levensinvulling Kunstenaar, beeldhouwster
Wijzer · Rabobank Private Banking
gemaakt. Als ik overlijd neemt mijn man mijn nalatenschap op zich. Mijn kinderen hebben vroeger veel model gestaan en hebben daardoor ook een emotionele band met mijn werk. Mijn nalatenschap blijft in de toekomst dus in goede handen.’ Hoe waardevol een mooie nalatenschap kan zijn, ervaart Ellen elke dag. Haar atelier is gebouwd met de erfenis van haar vader. ‘Het is een prachtig atelier geworden, met veel licht en een houtkacheltje. Voor mijn gevoel is mijn vader hier altijd bij me. Het is zo’n dierbare plek. Mijn oudste kleindochter heeft hier pasgeleden voor haar ouders ook een beeldje gemaakt. Zo geef ik – met hulp van mijn vader – mijn passie door aan mijn kinderen en kleinkinderen.’
45
Familieportret
‘Gunfactor is zó belangrijk bij overname familiebedrijf’ 46
Basten Westrik (35) nam in december het melkveehouderijbedrijf over van zijn ouders. Zijn ouders lieten vermogen in het bedrijf zitten. Zijn broers en zus gunnen het Basten. ‘Degene die boer blijft, wordt boer gemaakt door de familie.’ Wijzer · Rabobank Private Banking
47
Jan Westrik
Maasje Westrikvan de Burgt
(1946)
(1950)
Begon na een opleiding in de landbouw op 16-jarige leeftijd met werken. In 1972 nam hij het bedrijf over van zijn ouders. Na veertig jaar deed hij het bedrijf over aan zijn zoon Basten en schoondochter Froukje. Door het volgen van cursussen, het bijwonen van voorlichtingsdagen en diverse bestuurlijke functies volgt hij de ontwikkelingen in de landbouw tot op de dag van vandaag. Hij werkt nog regelmatig mee op het bedrijf. Jan is getrouwd met Maasje, samen hebben ze vijf kinderen.
Werkte vijf jaar in de kraamzorg voor ze in 1974 trouwde met Jan. Hield zich binnen het bedrijf bezig met de verzorging van het jongvee en hand-en-spandiensten, altijd met veel plezier. ‘Een ideale situatie,’ zegt ze, ‘om dat te kunnen doen naast het gezin.’
De overname van een boerderij is een mooi maar complex proces, met gevolgen voor de hele familie. In een middelgroot boerenbedrijf zit veel vermogen in grond, quotum, onroerend goed en levende have.
D
oor een keukenraam kijk je meteen in de stal van het jongvee. In het schemerlicht staan of liggen de koeien in hun boxen; pinken, vaarzen, de jongste kalfjes het dichtst tegen de woning aan. Ze liggen op strooisel van gedroogde en ingedikte mest, warm en behaaglijk, in de schoot van de boerderij van de familie Westrik, melkveehouders in Dalmsholte, een buurtschap in de gemeente Ommen. Het melkvee staat in een andere stal achter op het erf. Zeventig koeien, blakende, zwart-witte beesten, samen goed voor 700 ton melk per jaar. Achter de stal ligt het land van de Westriks, 34 hectare, in de wintermaanden koud en leeg. Op een loeikoude avond zitten vader Jan Westrik (66) en moeder Maasje 48
(63) in de woonkamer van hun boerderij, met zoon Basten (35) en dochter Aliede (33). Buiten giert de wind, binnen serveert Maasje koffie en zelfgebakken speculaas. Aan de muur hangt het bekende borduurwerk van de vier jaargetijden. Aliede is getrouwd met een veehouder en woont een half uur rijden verderop, onder Hardenberg. Basten woont in een huis naast zijn ouders, met zijn vrouw Froukje en hun vijf kinderen, een zoon van acht, een van zeven, tweelingdochters van vijf en de jongste, een zoontje van net zes weken. In december vorig jaar nam Basten de boerderij over van zijn ouders. Nu is hij de ondernemer. Vader Jan werkt nog dagelijks mee met de verzorging van het jongvee en af en toe met melken,
’s morgens vroeg en laat in de middag, en ’s nachts, als een koe moet kalven. Het werd Basten Het is een vraag die in elk boerengezin boven de tafel hangt: wie van de kinderen neemt de boerderij over, als vader en moeder ermee stoppen. Jan en Maasje hebben ook vijf kinderen. Je hebt geluk als een van hen het wil, zegt Jan. Zoon Freddy , nu 25, had ook interesse. Het werd Basten. Freddy ging studeren. De overname van een boerderij is een mooi maar complex proces, met gevolgen voor de hele familie, niet alleen de opvolger. Een middelgroot boerenbedrijf is duur. De ondernemer heeft een financiering, er zit veel vermogen in grond, quotum, onroerend
en roerend goed en levende have. Hoe groot en sterk ook, een boerenzoon of -dochter kan het niet op eigen kracht overnemen. De ouders moeten helpen, meer dan ze de andere kinderen helpen. Het kan niet anders. Aliede lacht. Ze gunnen het Basten, zegt ze, in alle opzichten.
Gunfactor Westrik senior heeft het zelf meegemaakt, toen hij de boerderij van zijn vader overnam, in 1972. Ook dat ging in goed overleg met de familie. ‘In de landbouw is het altijd zo geweest’, zegt hij. ‘Degene die boer blijft, wordt boer gemaakt door de familie.’ Met hulp van de ouders, en goodwill van broers en zussen. Jan is in Dalmsholte geboren. Zijn ouWijzer · Rabobank Private Banking
ders hadden een veebedrijfje in Lemelerveld, even verderop, met zes hectare grond. Vlak na de oorlog verhuisden ze naar Dalmsholte, waar ze met drie hectare konden uitbreiden. In de loop der jaren is de boerderij bunder bij bunder verder gegroeid tot de huidige omvang. Het bedrijf werd moderner, maar de koeien geven dezelfde melk als in 1946. Een grote verandering bracht de invoering van het melkquotum in 1983. In 1972 ging het op dezelfde manier als nu. Jan was de jongste, hij had een broer en twee zussen. Zijn broer wilde ook boer worden, maar die had gestudeerd, hij had andere mogelijkheden. Het werd Jan gegund om verder te boeren. Hij trouwde met Maasje. ‘Het is in wezen nog maar kort geleden, maar het was een andere tijd. Elk huis in de
omgeving was een boerenbedrijf. Boer zijn, is geen baan maar een bestaan’, zegt Maasje. Alles gaat net even anders dan bij de burgerman. Een boer heeft veel vermogen, maar ook veel schulden. Veel van het vermogen is “dood kapitaal” waar je niets mee verdient. Grasland blijft grasland, als je daar je best voor doet, het wordt niets anders. Je moet het financieren, maar je verdient het nooit terug. Het kapitaal zit letterlijk in de grond. De grond heb je nodig voor de bedrijfsvoering. Een hectare grond kost 45.000 euro. Maal 34, tel uit je winst. Als je alles optelt, de grond en wat er op staat, is het niet te betalen. Anders gezegd: het is niet over te nemen. ‘De grondprijzen zijn zo hoog’, zegt Basten. ‘Zelfs áls er een bank bereid zou zijn om alles te financieren,
49
Basten Westrik (1977) Deed na de Middelbare Landbouwschool ervaring op bij verschillende agrarische bedrijven. In december 2012 nam hij de melkveehouderij van zijn ouders over. Basten is getrouwd met Froukje. Samen hebben ze drie jongens en twee meisjes.
Froukje WestrikUngersma (1978) Froukje is getrouwd met Basten. Voordat ze trouwde met Basten werkte Froukje op een zakelijk reisbureau.
dan nog betaal je meer aan rente en aflossing dan je binnenkrijgt. Daarom is die gunfactor binnen de familie zo belangrijk bij een overname.’ Zijn ouders zijn “in het bedrijf gebleven”, ze hebben een aanzienlijk vermogen in het bedrijf laten zitten. Van dat bedrag heeft Basten een deel hypotheek bij zijn ouders. Hij betaalt ze elke maand rente en aflossing, in de praktijk hun pensioen. Zo helpen de Westriks elkaar, in de verschillende fasen van hun leven. Groeien moet ‘Jij hebt altijd graag geboerd’, zegt zijn moeder tegen Basten. In 2001 ging Basten met zijn ouders in een maatschap, de eerste stap op weg naar opvolging. Hij deelde mee in de winst en bouwde vermogen op, zodat bij de overname, elf jaar later, de schenking van zijn ouders lager kon worden, en daarmee de schenkbelasting. Het vermogen van een boer komt niet in een spaarpot. Wat er verdiend wordt en niet opgaat aan het gezin, wordt geïnvesteerd. In het bedrijf levert een investering meer op dan op een spaarrekening. Ook hier geldt dat de fiscus de boer geen andere keus laat dan de verdiensten meteen weer in het bedrijf te steken. ‘Een boer kan niet klein blijven,’ zegt Jan, ‘met twintig koeien heb je geen inkomen. Groeien moet.’ De grootste kostenpost was het melkquotum. Een normale investering was bijvoorbeeld de aankoop van het recht op de levering van 50.000 kilo (liter) melk, tegen 4 euro per liter. Een bijzondere regeling: je koopt het recht iets te
mogen leveren. De aanleiding vormden de melkplas en de boterberg van begin jaren tachtig. in 2015 wordt het quotum afgeschaft en gaan de boeren terug naar de wereldprijs. Ze hopen dat China nog meer melk gaat drinken. Eigen baas De andere kinderen accepteerden dat er meer naar Bastens toekomst ging dan naar hen. Jan en Maasje hielpen hen ook, als ze gingen trouwen of een huis kochten. In die gevallen moest een nieuwe machine soms even wachten. De overname is begeleid door een accountant en een notaris. Basten houdt een grote hypotheek op het bedrijf. Hij kijkt jaarlijks met de Rabobank naar de boekhouding, de melkprijs, of het bedrijf technisch goed draait. Het onderpand wordt bekeken, wat er aan waarde zit in de grond, de beesten, de rest. Of je nog gezond bent. Daarin hebben boer en bank een gezamenlijk belang. ‘Het is zo mooi om boer te zijn’, zegt Basten. ‘Hij zag het geploeter van pa en ma en dacht: dat wil ik ook’, zegt Aliede. Basten lacht. ‘De dieren, het buiten zijn’, zegt hij. ‘Het is een stukje vrijheid, je bent eigen baas. Je eigen land zien, vijftig voetbalvelden groot. Het maakt het allemaal dubbel en dwars waard.’ In de stal achter op het erf grazen de melkkoeien. Vader en zoon Westrik lopen met opgetrokken kraag tegen de kou langs de in wolkjes uitademende dieren. Prachtige, gezonde beesten zijn het. Ze eten kuilgras, de hele nacht. ‘Wist je dat koeien nauwelijks slapen?’, zegt Basten. ‘Soms twintig minuutjes, tussendoor. Meer niet.’
Het Rabo Opvolgers Perspectief Speciaal voor bedrijfsopvolgingen in
ontwikkeling van het bedrijf. De Rabo
agrarische families is er het Rabo Opvolgers
Financiële Scan geeft een realistisch beeld van
Perspectief. In drie stappen ontdekt de
de kosten van de overname en de maatregelen
ondernemer waar zijn kracht ligt, hoe hij de
die getroffen kunnen worden. In de vijfdaagse
overname kan financieren en welke strategie
Rabo Opvolgers Training ten slotte, bouwt de
het beste past bij hem en het bedrijf. In de
opvolger aan een bedrijfsstrategie en een
Rabo Opvolgers Spiegel komt de opvolger
actieplan om die strategie te realiseren.
er aan de hand van een vragenlijst én een
Opvolgers wisselen ervaringen en ideeën uit
vertrouwelijk gesprek met een specialist
met collega-opvolgers en helpen elkaar met
achter hoe zijn persoonlijke kwaliteiten de
het ontwikkelen van een passende strategie.
De andere kinderen accepteerden dat er meer naar Bastens toekomst ging dan naar hen. Jan en Maasje hielpen hen ook, als ze gingen trouwen of een huis kochten.
basis vormen van de overname en de
50
Wijzer · Rabobank Private Banking
51
Wortels
‘In de Bollenstreek kom ik thuis’ Het familiebedrijf Van Vliet was ruim zeventig jaar gevestigd in het hart van de Bollenstreek. De productie is inmiddels weg uit Voorhout, maar ouddirecteur Jan van Vliet is verknocht aan zijn regio. 52
Wijzer · Rabobank Private Banking
53
‘Ik kon goed kaas verkopen. Alleen eten ging niet. Mijn vader beloofde mij een nieuwe brommer als ik een boterham met kaas at’
‘M
ijn vader was boerenzoon maar dat bestaan trok hem niet. Hij ging al snel handelen in kazen. Dat mocht van mijn opa als hij eerst ging slapen na het melken. Via zijn slaapkamerraam klom hij naar buiten om kazen te verkopen. We waren thuis met negen kinderen. Het huis stond naast het bedrijf. Als een klant onverwacht belde voor een paar kazen, werd ik op de fiets naar Zandvoort gestuurd. Het was geen armoe, hoor. We hoorden bij de middenstand. Mijn vader was lid van de gemeenteraad, de middenstandsvereniging en zette zich in voor de armenzorg. Je moest je best doen. Toen ik halverwege de mulo van school ging omdat leren mij totaal niet lag, kon ik direct halve dagen gaan werken bij een melkboer, een klant van mijn vader. De rest van de tijd werkte ik in het kaaspakhuis. Intussen haalde ik in de avonduren mijn diploma voor de middelbare handelsschool. Ik kon goed kaas verkopen. Alleen eten ging niet. Mijn vader beloofde mij een nieuwe brommer als ik een boterham met kaas at. Ik kreeg het niet voor elkaar. Uiteindelijk heb ik geleerd kaas te eten en ervan te genieten.’
54
Van elkaar houden ‘De Bollenstreek is een heerlijke plek om op te groeien. Ons bedrijf stond naast de Ruïne van Teylingen. Het kas-
Wijzer · Rabobank Private Banking
teel stamt uit de dertiende eeuw. Als kind speelde ik daar veel. Je kon over de dikke muren klimmen en dan was je in de toren, waar het altijd donker was. Maar ook het bloemencorso had toen al mijn interesse. Ik maakte met mijn broers bloemenkransen. Die verkochten we langs de weg voor een riks aan toeristen. Dat was feest hoor, als er een auto stopte en je zo’n slinger over de motorkap mocht leggen. De relatie met de Rabobank was er vanaf het begin. Mijn vader heeft in de beginjaren een heel slecht jaar gehad. Hij had 250 varkens, die door de varkenspest geruimd moesten worden. En er was ook een probleem met de kaas. Toch liet de directeur van de Boerenleenbank hem niet vallen. Om zaken met elkaar te doen moet je een beetje van elkaar houden. Als vroeger in een winkel van een klant de kaaskoeling uitviel, gingen wij er met een vrachtwagen heen om het op te lossen. Terwijl het niet eens onze koeling was.’ Meer dan bollenvelden ‘Deze plek blijft trekken. In 2006 ben ik voorzitter geworden van Beleef de Bollenstreek. Aanvankelijk was het plan om een Week van de Bollenstreek te organiseren rond de corsotijd. Toen zagen we dat je het breder moet aanpakken. Met een stichting die het hele jaar actief is. We willen de zes Bollengemeenten toeristisch meer aan elkaar
koppelen. Als ik naar Marbella ga, rij ik door een grote poort. Dan zie je dat je de streek binnenrijdt. De Bollenstreek moet een merk zijn dat je continu onderhoudt. Voor mij persoonlijk gaat het niet alleen om de bollenvelden. Ik ga ook heel vaak naar het Keukenhofbos. Dat vind ik een heel bijzondere plek, zo midden in die drukke Randstad. Ik ben een netwerker. Ontmoet veel bestuurders en ondernemers. Op de netwerkparty’s van Beleef de Bollenstreek ontvangen we negenhonderd ondernemers. Netwerken is een kwestie van geven en nemen. Je moet ook iets bieden.’
Broers en zussen Van opdringerige mensen heb ik nooit last. Ik kom gewoon niet in een situatie waarin mij dat gebeurt. Ik ben de aanjager, maar het gaat niet om mij. Het gaat om de streek. Ik woon hier al mijn hele leven. Mijn hele familie woont hier. Ik zie mijn broers en zussen iedere zondag als we bij elkaar koffie drinken. Ook met jeugdvrienden heb ik nog steeds contact. Die continuïteit in relaties is voor mij heel belangrijk. Je hoort wel eens over ruzies in families waar mensen elkaar niet meer zien. Daar kan ik me niets bij voorstellen. Net zoals ik me niet kan indenken om ergens anders te wonen. Dan raak je ontheemd. Ik reis graag en veel, maar in de Bollenstreek kom ik thuis.’
55
Financieel DNA
‘De rauwheid van zelf je geld verdienen’ Piet Muller werkte zijn hele werkzame leven bij Fokker. Zijn rationele kijk op geld droeg hij over op zijn zoon, succesvol “serial entrepreneur” Michiel Muller.
56
Welke rol speelde geld in uw jeugd? Muller sr.: ‘Sparen was thuis een vast ritueel. Iedere week stonden er zes spaarpotjes op tafel. Voor ieder kind een. Omdat ik de oudste was, kreeg ik het meeste. Op gezette tijden werden de spaarpotten geleegd en werd het bedrag op een spaarbankboekje gezet. Daarna werd de spaarpot opnieuw met een touwtje dichtgebonden waarna mijn vader dat touwtje met zijn eigen zegelring en een beetje lak verzegelde. Het bedrijf van mijn vader, een importbedrijf van werktuigmachines dat nog door mijn opa was opgericht, had zwaar te lijden in de crisisjaren. De situatie werd zo nijpend dat mijn vader een baan aannam als toezichthouder op een bouwwerk, ver weg in Limburg. We moesten als gezin halsoverkop verhuizen. De crediteuren dachten dat hij met de noorderzon vertrokken was. In 1938 verhuisden we gelukkig weer terug naar Rijswijk en kon mijn vader zijn carrière weer oppakken. Hij Wijzer · Rabobank Private Banking
heeft overigens alle crediteuren keurig betaald.’
Kon Michiel vroeger met geld omgaan? Muller sr.: ‘Ik heb nooit uitspattingen waargenomen. Bij geen van onze kinderen. Hoe leerden we onze kinderen met geld omgaan? Ik kan mij er weinig van herinneren. Over sommige kosten werd niet gepraat. Zoals collegegeld, boeken, hockey, cricket, muzieklessen. Dat betaalden we gewoon. Michiel is niet zo iemand als die Mark Zuckerberg, die op zijn achttiende al een paar miljoen verdiende.’ Michiel: ‘Zelf sparen is een enorm goede ervaring als je jong bent. Als kind kreeg ik zakgeld en verdiende wat bij met auto’s wassen. Ik had een spaarbankboekje waar ik af en toe van ooms en tantes geld op gestort kreeg. Dat werd dan met de hand bijgeschreven bij de bank. Ik heb dat boekje nog. En er werd thuis ook gepraat over financiële zaken. Mijn vader vertelde
soms hoe het er met Fokker voor stond. Je kunt geld maar een keer uitgeven. Die analytische kant van omgaan met geld heb ik wel van thuis meegekregen. Koopziekte is mij vreemd.’
Heeft u zich wel eens een uitspatting gepermitteerd? Muller sr.: ‘Ik ben met een spaarzame vrouw getrouwd. Verzamel geen dure kunstwerken. De enige keer dat we een financieel risico namen, was bij de aanschaf van ons eerste huis. We gingen kijken bij een bouwproject in Amstelveen naar huisjes van 30.000 gulden. In een naburige wijk waren ze ook aan het bouwen. Daar stonden huizen van 70.000 gulden. Die waren natuurlijk veel beter. We kozen de duurdere woning, terwijl we niet eens zeker wisten of we het wel konden betalen. Het kwam gelukkig goed. Bij Fokker verdiende ik een goed salaris. Dat werd iedere keer een beetje beter naarmate ik in de hiërarchie steeg.’
57
Michiel Muller (1964) Serial entrepreneur. Startte als bedrijfseconoom na een carrière bij Esso/ExxonMobil, samen met collegaondernemer Marc Schröder, bedrijven waaronder Tango, Route Mobiel, maar ook de veilingsite Bieden en Wonen en modewebsite Vault79.com. Investeerde daarnaast onder meer in Fashiolista.com en Quandidate.com.
Piet Muller (1930) Gepensioneerd. Trad na een studie bedrijfseconomie in dienst bij Fokker, waar hij als eerste econoom werd aangesteld op de technische planning van de fabriek. Klom in 35 jaar op tot de positie van financieel en personeelsdirecteur bij Fokker Aircraft.
Michiel, waarom bouwde je niet aan een carrière zoals je vader? ‘Ik zocht meer spanning en dynamiek. Dat ondernemende en intuïtieve heb ik meer van mijn moeder. Binnen Esso had ik een fantastische carrière met prima vooruitzichten. In mijn laatste baan als European Brand Manager reisde ik kriskras door Europa. Ik vroeg mij wel af of ik binnen een technocratisch bedrijf als Esso mijn marketingexpertise en ondernemerschap wel voldoende kon benutten. Het was een goed moment om de stap te wagen, vond ik. Als je nog vijf jaar wacht, ga je niet meer weg. Evengoed heb ik in het begin wel wakker gelegen van die beslissing. Mijn eerste werkdag bij Petroplus, een jonge Nederlandse oliemaatschappij waar ik mijn huidige zakenpartner Marc Schröder leerde kennen, was op 11 september 2001. Ik heb mij de eerste paar maanden wel afgevraagd of ik niet binnen dat veilige Esso had moeten blijven.’ Wat dacht u toen Michiel zijn baan bij Esso verruilde voor het ondernemerschap? Muller sr.: ‘Ik ben nooit ondernemer geweest. Als financieel directeur hield ik mij wel bezig met zeer grote bedragen maar ik was niet verantwoordelijk voor de koers van het bedrijf. Michiels argument om weg te gaan, begreep ik wel. Tegelijkertijd
vond ik het zonde. Bij Esso zat hij duidelijk in de lift.’
Krijg je een andere verstandhouding met geld als je ondernemer wordt? Michiel: ‘Als je bij een groot bedrijf werkt, denk je dat je weet hoe de wereld in elkaar zit. Je weet niets. Mijn mails bij Esso waren voor 95 procent intern gericht. De echte wereld is heel anders dan het inwendige van een multinational. De rauwheid van zelf je geld verdienen, overvalt je. Ineens kun je je secretaresse niet meer opdragen om even een ticket te boeken omdat je ergens heen moet. Ook bij offertes en uitvoering let je veel scherper op de relatie tussen prijs en kwaliteit. In een corporate omgeving ontbreekt het persoonlijke risico grotendeels. Daarom krijgen grote bedrijven vaak te hoge rekeningen.’
Wat vindt u van de wijze waarop Michiel zijn geld verdient? Muller sr.: ‘Michiel heeft een paar projecten waarvan ik denk: hoe kan je daar nu geld mee verdienen? Dat probeert hij dan uit te leggen maar dat lukt slechts gedeeltelijk. Ik heb mij overigens nooit zorgen gemaakt over Michiel. Hij is iemand die sociaal niet kapot te krijgen is. Hij heeft zo veel flair en persoonlijke charme. Michiel heeft ons vanaf de eerste dag om zijn vinger kunnen winden. Daar kom je ver mee.’
‘Als je bij een groot bedrijf werkt, denk je dat je weet hoe de wereld in elkaar zit. Je weet niets’ 58
Wijzer · Rabobank Private Banking
59
Kennis
V
Column
Kennis wordt een product
roeger. Je liep langs een winkelruit, zag iets, ging naar binnen en kocht een product. Dit op zich logische proces van iets kopen, zal toch langzaam veranderen, vooral dankzij de smartphone. Tegenwoordig loop je langs een winkelruit, zie je iets moois, vraag je de verkoper het hemd van het lijf, en pak je vervolgens je telefoon om het op de goedkoopste site te bestellen. Misschien asociaal en respectloos richting de kleine ondernemer in de straat, maar ook de harde werkelijkheid van de nieuwe markt, met een andere vorm van transparantie en keuzevrijheid voor de klant. Maar heeft de winkel in de straat, de middenstand, dan nog wel een toekomst? Of is alleen de verkoper nog nodig om betrouwbaar persoonlijk advies te geven en te vertellen wat de FAQ’s (Frequently Asked Questions) van een webwinkel niet uitleggen? Of is alleen de opslag nog relevant, de plek waar je zonder eerst een dag te wachten je pakketje kunt ophalen? Elke ondernemer moet voor zich bekijken in welke combinatie van deze elementen zijn of haar kracht ligt. Er komen vast en zeker speciale displaywinkels die het vooral van
60
Joop de Boer is planoloog en medeoprichter van popupcity.net.
de etalagefunctie moeten hebben. ’s Werelds eerste QR-code-supermarkt in Seoul is hier een goed voorbeeld van. Op een metrostation in de Koreaanse hoofdstad is een grote muur op het perron ingericht met plaatjes van producten die je normaal in een supermarkt koopt. Door de QR-code te scannen met je smartphone koop je het product en wordt het bij je thuis afgeleverd. Zie het als een tweedimensionale supermarkt, zonder vierkante meters en zonder voorraad. Onlangs kondigde Yihaodian, een van China’s
grootste webwinkels, aan om 1000 augmented-realitysupermarkten te openen op braakliggende terreinen in steden. Verwacht hier geen noodgebouwen of opgestapelde containers, maar mensen die met een smartphone of (geavanceerder nog) Google-bril op rondwaren op een kaal stuk stad en in een digitale wereld hun diepvriespizza in hun digitale winkelmandje gooien. Andere winkels zullen zich in de toekomst meer toeleggen op informatieverschaffing. Misschien zelfs zo sterk, dat je daar apart voor betaalt en niet meer via het product. Je gaat naar een winkel vol fotocamera’s om je te oriënteren, camera’s uit te proberen en een vriendelijke jonge meneer aan een spervuur van vragen te onderwerpen. Deze meneer helpt je bij het kiezen en eventueel met het online bestellen. Voor al deze services betaal je. Maar daarvoor heb je wel gegarandeerd de beste en goedkoopste fotocamera. Service en informatievoorziening als nieuw stand-aloneproduct . Ziet u het voor zich? Vast wel. Want deze nieuwe vorm van ‘info-shopping’ is al volop zichtbaar in het straatbeeld en wel in de financiële sector.
Kennis Het katern over economische, financiële en culturele trends en thema’s.
Wijzer · Rabobank Private Banking
61
Terug naar Tokio
Na jarenlange misère is Japan terug in beeld bij internationale beleggers. Vorig jaar voerde de beurs in Tokio de wereldwijde ranglijst aan en dit jaar zou dat kunstje wel eens herhaald kunnen worden.
H
et klinkt misschien onlogisch, maar het kwakkelende Japan wordt nogal eens vergeleken met succesverhaal Duitsland. Beide landen zijn sterk afhankelijk van de export en vrijwel elke Duitse multinational heeft wel een directe concurrent in Japan. Denk aan autoproducenten - BMW en Toyota - maar ook aan fabrikanten van kapitaalgoederen die het productieproces automatiseren. Dat Duitsland het al die jaren heeft gewonnen, is voor een belangrijk deel te danken aan monetaire meevallers. Japan gaat al zo’n twintig jaar gebukt onder een dure yen ten opzichte van euro en dollar. Dat betekent dure exportproducten, wat Japanse bedrijven een aanzienlijk concurrentienadeel bezorgt. Het Duitse bedrijfsleven, dat dankzij een zwakke euro goedkopere producten kan leveren, profiteert. Glijvlucht yen Maar sinds eind vorig jaar komt er een kentering op gang, ingezet door ambitieuze politieke voornemens. De dure munt waarmee Japan al die jaren kampte, ging gepaard met structurele prijsdalingen. En die deflatie remde weer de binnenlandse consumptie: als de prijzen almaar blijven dalen zijn 62
consumenten geneigd op hun centen te blijven zitten. Een dubbele rem op de economische groei. Om daaruit te breken heeft de eind 2012 herkozen minister-president Shinzo Abe zijn spierballen laten zien. Hij kondigde ingrijpende maatregelen aan om de economie aan te zwengelen, met een inflatiedoelstelling van 2 procent. Daags na de aankondiging zette de yen zijn glijvlucht in, gesteund door betere verwachtingen voor de wereldeconomie. Duitsland voelt dat direct in zijn export, net als regionale concurrenten Korea en Taiwan. De Japanse exportbedrijven kunnen een snelle comeback maken, want met de kwaliteit van hun producten is niets mis. Integendeel, zegt chief investment officer Han Dieperink van de Rabobank. ‘Een sterke munt stimuleert innovatie. Door de slechte internationale concurrentiepositie moesten Japanse bedrijven de afgelopen jaren wel inzetten op producten met toegevoegde waarde. Dat heeft tot veel patenten geleid, onder meer in de hoek van milieutechnologie. Door deze focus op innovatie staan veel Japanse bedrijven er nu sterk voor.’ De ambities van de politiek zijn mooi, maar zij moeten wel waargemaakt
Bonanza De Amerikaanse superbelegger George Soros verdiende de afgelopen maanden 1 miljard dollar (bijna 800 miljoen euro) door te speculeren op een daling van de yen. Sinds november vorig jaar heeft de Japanse munt ongeveer 15 procent van haar waarde verloren ten opzichte van de dollar. Investeringsvehikel Soros Fund Management zet zwaar in op Japanse aandelen: zij zijn goed voor 10 procent van het totale vermogen van 17 miljard dollar..
Wijzer · Rabobank Private Banking
63
Out of the box Cradle-to-cradle is een modeverschijnsel bij ons, maar in de Japanse cultuur is de recycling van producten al eeuwen verankerd. Bovendien zijn Japanse consumenten van oudsher gespitst op kwaliteit en herkomst van voedsel, nog zo’n modegril bij ons. Japan is kampioen in out out-of-the-boxdenken en heeft daarmee een belangrijke troef in handen op de exportmarkt.
Deflatiespook Hoewel het deflatiespook dat vele jaren in Japan rondwaarde, funest is voor de economie, zien veel Japanners het met lede ogen vertrekken. Een kwart van de bevolking is zestig jaar of ouder. Met het dalen van de prijzen werd niet alleen hun spaargeld, maar ook hun pensioen dat in Japan veelal in vaste bedragen noteert automatisch meer waard. Inflatie knabbelt daarentegen aan hun reserves.
worden. Daarover bestaan links en rechts nog wel wat twijfels. Scepsis is er bijvoorbeeld bij Andrew Milligan van de Britse vermogensbeheerder Standard Life Investments. ‘Japan heeft in het verleden een hele serie pogingen gedaan om een economische ommekeer te bewerkstelligen. Historisch gezien is het correct gebleken te twijfelen aan de duurzaamheid van welk Japans politiek initiatief dan ook.’ Meer fiducie in de huidige aanpak heeft Dominic Wilson van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs. ‘Vlagen van euforie en teleurstelling over Japanse aandelen hebben elkaar de afgelopen twintig jaar afgewisseld. Toch zijn we nu op een heel ander punt aangeland. Het lijkt erop dat dit de meest serieuze herziening van Japans 64
toekomstige prijsniveau is sinds de economie in deflatie belandde.’
Mega-investeringen Inflatie wordt onder meer aangewakkerd doordat de Bank of Japan (staats)schuld opkoopt, zodat er meer geld in omloop komt. Meer geld drukt de waarde van dat geld, en zo ontstaat inflatie. Maar of de nagestreefde 2 procent op korte termijn haalbaar is, wordt alom betwijfeld. Zo verwacht ’s werelds grootste obligatiebelegger Pimco dat de gemiddelde prijsstijging dit jaar beperkt blijft tot hooguit 1 procent, terwijl Goldman Sachs niet verder komt dan 0,2 procent. Daarnaast zijn er vraagtekens over het blijvende effect van mega-investeringen om de economie uit het slop
te trekken. Begin januari kondigde premier Abe extra investeringen aan van 10,3 biljoen yen (ongeveer 85 miljard euro), ruim twee procent van het bbp. Daarvan gaat een flink deel naar infrastructuurprojecten, onder meer in de regio die twee jaar geleden getroffen werd door een tsunami. Bijkomend nadeel: deze investeringen pompen de al aanzienlijke Japanse overheidsschuld op. De kenners hameren ten slotte op het belang van structurele hervormingen, en daarover is de overheid nu net het vaagst. Dieperink van de Rabobank: ‘De Japanse belastingen zijn nog lager dan in de Verenigde Staten, het stelsel moet echt op de schop. Maar ook bijvoorbeeld de sterk gereguleerde landbouw is gebaat bij hervorming. Als
je kijkt naar alle subsidies, wordt voor de rijst van een Japanse boer omgerekend wel dertig keer zo veel betaald als geïmporteerde rijst uit Azië zou kosten.’
Robuust genoeg? Hamvraag voor de belegger: zijn de vooruitstrevende plannen robuust genoeg voor een verdere klim van de aandelenkoersen? Goldman Sachs denkt van wel en overweegt Japan in de aandelenportefeuille. ‘In Japan zien we dermate belangrijke beleidsveranderingen die de economie en de winstgroei steunen, dat we de komende twaalf maanden sterke rendementen verwachten’, aldus de bank in een recent researchrapport. De Rabobank houdt het voorlopig bij Wijzer · Rabobank Private Banking
een “neutraal” oordeel, maar wel na jarenlang op een onderweging te hebben gekoerst. ‘We wachten nog even af tot woorden ook echt in daden worden omgezet’, aldus Dieperink. Gunstig is in ieder geval de bijzonder lage waardering van de Japanse aandelen. De price to book-ratio, waarbij de koers wordt afgezet tegen de boekwaarde per aandeel, bedraagt gemiddeld ongeveer een derde van die in de rest van de wereld. En terwijl internationale beleggers al jaren onderwogen zijn in het land, keren zij nu schoorvoetend terug. Groeiscenario De beste groeikansen worden toegeschreven aan innovatieve exportbedrijven, bijvoorbeeld in de
milieutechnologie. Ook de kapitaalgoederenindustrie, die met nieuwe technologieën efficiëntere productie mogelijk maakt, kan met een goedkopere yen volop gaan profiteren van de verwachte aantrekkende wereldeconomie. Van een oplopende inflatie zullen vooral banken en vastgoed profijt hebben. Als de politiek doorpakt kan Japan in 2013 wel eens voor de tweede keer op rij de best presterende beurs worden, voorspelt Dieperink. Hij kijkt liever naar de wat langere termijn, en ook dan lijken de lichten voor Tokio op groen te staan. ‘Op een termijn van vijf tot tien jaar verwacht ik dat de betere vooruitzichten eruit gaan komen. Al moeten we altijd bedacht zijn op tussentijds stoom afblazen.’
65
Door de ogen van
Mr. Han Dieperink (1967) trad na zijn studie civiel en fiscaal recht aan de Universiteit Leiden in dienst bij Schretlen & Co. In 2000 werd hij bij deze bank, een dochter van Rabobank, Chief Investment Officer. Vanaf januari 2010 vervult hij deze functie bij Rabobank Private Banking.
Aandelen winnen terrein op obligaties W
ordt dit het jaar van de “great rotation”? Rendementen op veilige staatsobligaties lijken een bodem te hebben bereikt. Daarom zouden beleggers wel eens op grote schaal uit obligaties en in aandelen kunnen stappen. Het gevolg: een “great rotation” uit obligaties en in aandelen. Feit is dat de effectieve rentes op veilige staatsobligaties de laatste jaren flink gedaald zijn. De effectieve rente op Nederlandse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar was in 2012 gemiddeld 1,9 procent. Hoewel onze staatsschuld verder opliep en Nederland nog altijd kampt met een tekort op de begroting dat zich ruim boven de Europese norm van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bevindt, kon de Nederlandse staat de afgelopen jaren steeds goedkoper lenen. De dalende rente is mede het gevolg van de kredietcrisis. Beleggers 66
vluchtten na 2008 massaal in veilige obligaties. Banken werden gewantrouwd en grote partijen belegden miljarden in obligaties. Zo zochten China en landen in het Midden-Oosten een veilig heenkomen voor het kapitaal dat zij hebben vergaard met de export van goedkope producten en grondstoffen. Aanvankelijk werden ook de obligaties van landen als Spanje en Italië veilig gewaand, maar toen de kredietcrisis gevolgd werd door een Europese schuldencrisis, raakten obligaties van Zuid-Europese landen snel uit de gratie. Er stroomde nog meer geld naar veilige havens als Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten, waardoor hun tienjaarse rentes verder daalden. Het beleid van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) en de Europese Centrale Bank (ECB) gaf de obligatiekoersen een extra impuls. De Fed kocht op grote schaal staatsobligaties van banken en andere partijen, in de hoop de economie aan te zwengelen (het zogeheten quantitative easing).
In Europa gaf de ECB de banken liquiditeitsinjecties, die zij vervolgens in obligaties belegden. Intussen presteerden aandelen onder de maat. Vanaf 1 januari 2000 stegen aandelen met nog geen procent per jaar. Obligaties behaalden over dezelfde periode gemiddeld 5 procent per jaar. De kredietcrisis kreeg de laatste jaren vat op de economie en investeringen door het bedrijfsleven liepen, ondanks de lage rente, terug.
Aangescherpt Over de afgelopen dertig jaar deden aandelen het nauwelijks beter dan obligaties. Dat is opmerkelijk; aandelen zijn risicovoller en zouden daarom op langere termijn een aanzienlijk hoger rendement moeten opleveren. Dat die vlieger niet opging, kwam onder andere doordat de regelgeving voor institutionele beleggers als pensioenfondsen en verzekeraars de laatste jaren is aangescherpt. Zij moesten een groot deel van hun vermogen beleggen in veiliger geachte obligaties.
‘Door de zoektocht naar rendement zijn beleggers bereid steeds een beetje meer risico te nemen’ Dus komt er nu een omwenteling? In het eerste deel van 2013 hebben aandelen in ieder geval een aanzienlijk hoger rendement opgeleverd dan obligaties. Bovendien is de waardering van aandelen in historisch perspectief weliswaar niet buitengewoon laag, maar is het verschil tussen obligaties en aandelen de afgelopen jaren wel hoog opgelopen. Dat maakt aandelen relatief aantrekkelijk. Daar komt bovenop dat beleggers op zoek zijn naar hogere rendementen nu de effectieve rente op de veiligste staatsobligaties (triple A) extreem laag is. Die zoektocht naar rendement zorgt voor een watervaleffect: beleggers zijn Wijzer · Rabobank Private Banking
bereid steeds een beetje meer risico te nemen. Eerst nam de vraag naar bedrijfsobligaties met een triple A-status toe, toen volgde de vraag naar iets minder risicovolle double A-obligaties, daarna single A en ga zo maar door. Op enig moment trekt de economie weer aan. Als beleggers geloven dat de vooruitzichten voor het bedrijfsleven beter worden, gaan zij weer aandelen kopen: een beweging die dit jaar voor-zichtig is ingezet. De huizenmarkt en de arbeidsmarkt In de Verenigde Staten krabbelen weer op en centrale banken in Europa en de Verenigde Staten richten zich duidelijk op herstel van de economie.
De komende tien jaar zal de wereldeconomie het vrijwel zeker beter doen dan de afgelopen tien jaar. Als het vertrouwen in de economie terug is, zullen institutionele beleggers meer in aandelen willen beleggen. De regels voor pensioenfondsen worden misschien zelfs versoepeld, met als argument dat pensioenen door hogere rendementen op aandelen makkelijker betaalbaar zijn. Maar zelfs als het allemaal zover komt, is een grote rotatie van vandaag op morgen onwaarschijnlijk. Het wordt eerder een kleine en langzame draai. 67
Door de ogen van
Drs. Jos Brauwers (1961) is directeur Vermogensstructurering. Hij studeerde bedrijfseconomie en fiscale economie in Rotterdam en is lid van de examencommissie van de MFPopleiding aan de Erasmus Universiteit.
U erft vermogen uit een onderneming: en dan? K omt er verandering in de belastingfaciliteiten voor mensen die ondernemingsvermogen erven of geschonken krijgen? Die vraag houdt de gemoederen bezig sinds de rechtbank in Breda vorig jaar juli oordeelde dat er een te grote kloof gaapt tussen de fiscale behandeling van privévermogen en ondernemingsvermogen bij erfenis of schenking. De zaak was aangespannen door een man die in 2007 een boerderij (inclusief landbouwgrond, opstallen en machines) erfde. Drie jaar eerder had hij de landbouwgrond van de erflater in pacht gekregen, waarbij de erflater zijn onderneming had gestaakt. De Belastingdienst oordeelde dat de erfenis privévermogen betrof en sloeg de ontvanger aan voor het volle pond. Voor de rechtbank betoogde de erfgenaam echter dat hij recht had op gedeeltelijke vrijstelling van erfbelasting, zoals die ook geldt bij nalatenschap van ondernemingsvermogen.
68
De Bredase rechtbank gaf hem gelijk en noemde het grote onderscheid in de fiscale behandeling van privé- en ondernemingsvermogen “ongeoorloofde discriminatie”. De opgelegde aanslag werd gewijzigd alsof het hier toch om ondernemingsvermogen ging. Dat scheelde de erfgenaam enkele tonnen aan erfbelasting. De uitspraak heeft mogelijk grote gevolgen, temeer doordat deze ook voor de schenkbelasting geldt. Sinds 1998 is er een vrijstelling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen uit een nalatenschap of schenking. Deze “bedrijfsopvolgingsfaciliteit” moet voorkomen dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt doordat de bedrijfsopvolger ineens een grote belastingsom moet betalen.
Vrijstelling De fiscus is sindsdien alsmaar vriendelijker geworden. De vrijstelling ging in etappes omhoog: 25 procent in 1998, 30 procent in 2002, 75 procent in 2005. De laatste verruiming dateert van
1 januari 2010. Nu hoeft over de eerste 1.028.132 euro geen erf- of schenkbelasting te worden betaald; daarboven geldt een vrijstelling van 83 procent. Opmerkelijk is dat de Raad van State in 2009 negatief adviseerde over verdere verhoging van de vrijstelling. De belastingfaciliteit zou te ruim zijn om het doel – continuïteit van bedrijven die na een erfenis of schenking in andere handen komen – te rechtvaardigen. Minstens zo curieus is dat de Tweede Kamer in 2005 en 2009 een hogere vrijstelling afdwong dan het kabinet aanvankelijk wilde. De rechtbank in Breda stelt dat de wetgever onderscheid mag maken als daarvoor een goede rechtvaardiging bestaat, zoals het voorkomen dat bedrijven in liquiditeitsproblemen raken. Maar die vlieger gaat niet op als het voordeel te ruim is en daarmee niet meer redelijk is gezien het beoogde doel. Dat is volgens de rechtbank bij de bedrijfsopvolgingsfaciliteit vanaf 2005 het geval. Enkele maanden na deze uitspraak
‘Fiscaal voordeel kan bittere noodzaak zijn voor het voortbestaan van de onderneming’
kwamen de rechtbanken in Arnhem en Haarlem tot de tegenovergestelde conclusie dat er géén sprake is van “ongeoorloofde discriminatie” bij de fiscale behandeling van nalatenschappen en giften van privé- en ondernemingsvermogens. Het verschil van opvatting heeft te maken met het gekozen vertrekpunt. De rechtbanken in Arnhem en Haarlem maken fundamenteel onderscheid tussen ondernemingsvermogen en privévermogen; de rechtbank in Breda stelt dat het om gelijke gevallen gaat omdat er – ongeacht de aard van het vermogen – sprake is van een verkrijging uit een erfenis of schenking. De Hoge Raad zal het uiteindelijke oordeel moeten vellen. Het is te hopen dat Wijzer · Rabobank Private Banking
staatssecretaris Weekers (Financiën) vaart zet achter de behandeling, want de belangen zijn groot. Velen hebben ondertussen bezwaar aangetekend tegen hun aanslag erf- of schenkbelasting.
Herziening Het hof in Den Bosch heeft recent de uitspraak van de rechtbank in Breda vernietigd. Mocht het oordeel van de rechtbank in Breda alsnog bij de Hoge Raad overeind blijven, dan komt de staatssecretaris ongetwijfeld met reparatiewetgeving om het gat te dichten. Herziening van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit ligt dan voor de hand. Wellicht dat dan ook aandacht kan worden gegeven aan het feit dat de huidige bedrijfs-
opvolgingsfaciliteit altijd geldt, ongeacht de omvang, aard en soliditeit van de onderneming. Waar het fiscale voordeel in de ene situatie bittere noodzaak is om het voortbestaan van de onderneming veilig te stellen, daar is het in een andere situatie slechts een welkome belastingmeevaller. Het verdient daarom aanbeveling om de belastingfaciliteit bij erfenis of schenking van ondernemingsvermogen opnieuw in te richten, rekening houdend met de aard en de financiële slagkracht van de onderneming. Zodat het doel – een rechtvaardige en onderbouwde faciliteit die de continuïteit van ondernemingen garandeert – is gewaarborgd. 69
Door de ogen van
Dr. Wim Boonstra (1958) is chef-econoom en hoofd van het directoraat Kennis en Economisch Onderzoek van de Rabobank. Aan de Vrije Universiteit doceert hij het vak geld- en bankwezen. Daarnaast is hij onder meer voorzitter van de Monetaire Commissie van de European League for Economic Cooperation.
‘De last van veel geluk’ D e Nederlandse consument zit in de put. Niet alleen in historisch perspectief is het consumentenvertrouwen laag, ook vergeleken met andere Europese landen zijn we een stuk pessimistischer. Alleen in Griekenland en Portugal ging het vertrouwen de laatste jaren nog harder omlaag. Ons lage vertrouwen is eigenlijk best opmerkelijk. Nederland is een rijk land. Ons inkomen per hoofd van de bevolking is na Luxemburg het hoogste van Europa. Hoger dan dat van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ons pensioenstelsel behoort tot de beste ter wereld, de werkloosheid is relatief laag en we verdienen ons geld snel: Nederland heeft een van de kortste werkweken ter wereld.
Torenhoog Vergelijk dat eens met Griekenland: waar de salarissen en pensioenen hard naar beneden zijn gegaan en de werkloosheid torenhoog is. Dat 70
neemt niet weg dat het in economisch opzicht slechter gaat met Nederland dan we gewend zijn. Onze economie presteert al een aantal jaren zwak. De crisis in de eurozone raakt onze kleine open economie hard: vooral de export hapert, een van de motors achter onze groei.
Onzekerheid blijft Ook op eigen bodem zijn er redenen om te somberen. De huizenprijzen dalen sinds de zomer van 2008 en de werkloosheid loopt al een tijd op. Consumenten hoorden de laatste jaren steeds vaker slecht nieuws en hoewel daar best wat op viel af te dingen, daalde het vertrouwen. Mensen besloten te gaan sparen en hun hypotheek af te lossen in plaats van hun geld uit te geven. Daar komt bij dat achtereenvolgende kabinetten geen doortastende maatregelen namen om de woningmarkt te hervormen. Het was al lang bekend dat de hypotheekrenteaftrek niet kon blijven bestaan, maar telkens werd het dossier vooruitgeschoven en hield de onzekerheid aan. Zelfs toen eerder dit
jaar de eerste concrete stappen werden gezet om de renteaftrek in te perken, bleven de gevolgen voor huizenkopers en -bezitters onzeker. Maar het zijn de problemen bij pensioenfondsen die het vertrouwen van de Nederlandse consument de genadeklap hebben gegeven. De rente daalde, en in combinatie met tegenvallende rendementen op de beurzen zorgde dat ervoor dat de dekkingsgraden wegzakten. Ingrepen, waaronder kortingen op de pensioenen bij een deel van de pensioenfondsen, bleken onvermijdelijk. Gelukkig land En toch neemt dat alles niet weg dat de Nederlandse consument wel erg diep in de put zit. Het lijkt wel alsof somberheid een beetje in onze volksaard zit. Alsof we gebukt gaan onder ‘De last van veel geluk’, de ondertitel die historicus A.Th. van Deursen meegaf aan zijn geschiedschrijving van Nederland in de Gouden Eeuw. Wie veel bezit, kan ook veel kwijtraken. Nu het economisch minder goed gaat, verliezen we uit het
‘Keer op keer blijkt dat Nederland tot de gelukkigste landen ter wereld hoort’ oog hoeveel we eigenlijk nog steeds hebben; zelfs al is dat ietsje minder. Natuurlijk voelen veel Nederlanders de komende jaren dat het kabinet stevig bezuinigt, maar we zijn ook nog steeds een gelukkig land. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt steevast hetzelfde: we zijn somber over de economie en de situatie in de wereld, maar heel tevreden met ons eigen leven. Uit onderzoek van de Wereldbank blijkt keer op keer dat Nederland Wijzer · Rabobank Private Banking
tot de gelukkigste landen ter wereld hoort. We zijn gelukkiger dan de Amerikanen. De Amerikanen verdienen per hoofd van de bevolking weliswaar meer dan wij, maar hun werkweken zijn langer en de inkomens in de Verenigde Staten zijn schever verdeeld dan die in Nederland. Dat is slecht voor de geluksbeleving. Wie rijker is, voelt zich blijer. Maar dat gevoel ebt snel weer weg als de mensen om je heen nog veel rijker zijn.
En er is meer goed nieuws. Zelfs al groeit de Nederlandse economie de komende jaren waarschijnlijk niet zo hard, dan nog behoort ons land tot de rijkste landen ter wereld. Bovendien zien we de eerste voorzichtige signalen dat de economie kan herstellen. Trekt de wereldhandel aan dan profiteert onze export. Als het dan ook nog een beetje een mooie zomer wordt, zien we het vast weer wat zonniger in. 71
Waar downloaden?
Hoe werkt …
de Rabo Beleggen App
Beleggers hebben behoefte aan inzicht en overzicht. Graag snel, makkelijk en goed. Daarom is aan de dienstverlening via smartphone en tablet een nieuw middel toegevoegd: de Rabo Beleggen App.
Via de App Store en Google Play. Hij is beschikbaar voor iPhone, iPad en smartphones die draaien op Android. Of u sms’t ‘beleggen’ naar 7171 en ontvangt de link om de app te downloaden op uw mobiel. U logt in met bankrekeningnummer en toegangscode; de code is dezelfde als die van de app om mobiel te bankieren. Na het inloggen krijgt u direct een overzicht van uw portefeuille. Van hieruit kan gedetailleerdere informatie opgevraagd worden of orders worden geplaatst. Downloaden en gebruik zijn gratis; uiteraard moeten wel de gebruikelijke transactiekosten en de kosten voor mobiel internet bij de provider worden betaald. De Rabo Beleggen App is niet beschikbaar op Windowstoestellen.
Meer mobiel bij Rabobank Naast de mobiele site van m.rabobank.nl zijn er meer handige apps. De populairste is de Rabo Bankieren App, met ruim een miljoen actieve gebruikers. Dat aantal zal in 2013 naar verwachting groeien naar twee miljoen. En kent u deze al? Rabo SMS Betalen, Rabobank.nl mobile, Rabo Rekening Delen, MyOrder, Kerngegevensrabobank.nl, mobiel (jaarverslag), Rabo Cycling App, Rabo Hockey App, Rabo Kennis App, KidsGeldWijs app, Rabosport.nl mobile, Interpolis Schadehulp App, Interpolis.nl mobile en de Rabobank Vacatures App. Meer info over mobiel bankieren: www.rabobank.nl/mobiel
Meer info over de app: www.rabobank.nl/ beleggenapp
Orders plaatsen
Brede online dienstverlening De app maakt deel uit van de verbreding van de online beleggingsdienstverlening van Rabobank. Zo kan er bijvoorbeeld met onlineadvies belegd worden in beleggingsfondsen.
72
Met de beleggenapp is online te zien hoe uw beleggingen ervoor staan. Even checken hoe het gaat met uw beleggingen op een moment dat het u uitkomt. Snel en eenvoudig toegang tot de portefeuille. En, als u belegt via Rabo Select Beleggen, Rabo Direct Beleggen, Rabo Product Beleggen of Rabo RendeMix, direct orders plaatsen. De Rabobank is daarmee de eerste grootbank die het plaatsen van orders via een beleggingsapp mogelijk maakt. Met deze app kan eenvoudig worden ingespeeld op de ontwikkelingen op de beurs. De koersen van beursnoteringen binnen Euronext zijn realtime, de koersen van titels buiten Euronext hebben gemiddeld een vertraging van een kwartier.
Wijzer · Rabobank Private Banking
73
Innovatie
WeHelpen.nl ook bij eenzaamheid
Zorginitiatief WeHelpen is een innovatief antwoord op de bezuinigingen in de zorgsector. De Rabobank is een van de krachten achter deze nieuwe coöperatie.
G
ezondheidszorg: het is een belangrijk thema in onze samenleving. Als gevolg van de vergrijzing nemen de kosten toe, terwijl de economische omstandigheden juist tot bezuinigingen leiden. Gelukkig laat de samenleving het hier niet bij zitten. Overal ontstaan initiatieven in het zogeheten informele circuit, waarbij mensen elkaar de helpende hand bieden. Toch blijven nog veel hulpvragen onbeantwoord. Tegelijk blijken er genoeg mensen te zijn die bereid zijn hulp te bieden. Het ei van Columbus is uiteraard om deze twee partijen beter met elkaar in contact te brengen. Om vraag en aanbod op hulpgebied
74
beter op elkaar af te stemmen, sloeg in oktober 2012 een aantal organisaties de handen ineen. Samen met Achmea, Bureauvijftig, CZ, Menzis, PGGM, The Caretakers en VitaValley richtte Rabobank de coöperatie WeHelpen op. ‘Eigenlijk is WeHelpen een soort Marktplaats op hulpgebied’, aldus Harrie Vollaard, innovatiemanager van Rabobank Nederland. ‘Wij zijn een bank die midden in de maatschappij staat en willen dus graag een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Bovendien weten we uit contacten met onze leden dat zij zorg, welzijn, leefbaarheid en sociale cohesie van groot be-
lang achten en dat men het een goede zaak vindt dat wij als Rabobank daar een rol in spelen.’
Goed voor de wijk Vollaard: ‘Mensen willen graag hun eigen leven ter hand nemen en daarbij biedt de marktplaatsfunctie van WeHelpen een mooie handreiking. In veel opzichten vormt WeHelpen een aanvulling op mantelzorg. De directe zorg die ik mijn moeder bied, zal ik niet snel uit handen geven. Maar een ritje naar het ziekenhuis of het aanharken van haar tuin zijn dingen die je prima eens aan een ander kunt overlaten. Wanneer je dergelijke
Wijzer · Rabobank Private Banking
75
zaken faciliteert en stimuleert, draag je bovendien bij aan de sociale cohesie en leefbaarheid van een de omgeving. Het gaat dus verder dan het faciliteren van mantelzorg, het komt ook een wijk ten goede.’ De naam WeHelpen drukt niet alleen de wens uit van de vrijwilligers om mensen met een hulpbehoefte te ondersteunen, aldus Vollaard. De organisatie wil ook bijdragen aan een beter, leefbaarder Nederland.’
Lage drempel Noud van de Louw schreef zich een jaar geleden in bij Caire.nu, de voorloper van WeHelpen. Hij is gemotiveerd om anderen te helpen en overtuigd van het belang van zichzelf organiserende burgers. Bovendien vindt hij de alternatieve betalingseenheden die daarvoor in sommige landen zijn ontwikkeld intrigerend: ‘In Japan, waar de vergrijzing verder is dan in Europa, bestaat sinds 1995 een landelijk zorgruilsysteem met een eigen “munteenheid”, de Fureai Kippu.’ Van de Louw gaf op de website aan op welke gebieden hij zou kunnen helpen. ‘Ik heb een auto, ben vanwege mijn werk – pensioenspecialist – goed thuis in financiën en weet het nodige van computers. Bovendien ben ik een grote vent van 35, dus eh ...’ En zo sjouwde hij een tijdje geleden een zware radiator naar beneden. Ook doet hij van tijd tot tijd boodschappen voor iemand in een rolstoel. ‘De dame van de radiator vertelde me dat zij in het verleden moeite had anderen om hulp te vragen. Ik denk dat dat voor veel mensen geldt. Een platform als WeHelpen maakt die drempel een heel stuk lager.’ Van de Louw vergelijkt WeHelpen met een datingsite. ‘Dat klinkt misschien een beetje raar, maar door WeHelpen
76
WeHelpen vormt een aanvulling op mantelzorg. Denk aan een ritje naar het ziekenhuis of het aanharken van de tuin
Wijzer · Rabobank Private Banking
leer je mensen in je buurt kennen die bepaalde talenten hebben waar jij je voordeel mee kunt doen, en andersom. Het maakt de stad minder anoniem.’
Plaatselijke stakeholders WeHelpen telt inmiddels enkele duizenden gebruikers. Rabobank en de andere leden van de coöperatie streven ernaar dit in drie jaar te doen uitgroeien tot ongeveer een miljoen. ‘De coöperatie werkt pas echt goed als je plaatselijk de mensen kan activeren en motiveren’, aldus Vollaard. ‘Daarbij is de rol van de lokale Rabobanken heel belangrijk.’ Daarnaast wordt hard gewerkt aan het verder uitbouwen van de goede relaties met zorgen zorggerelateerde instellingen, variërend van huisartsenposten tot ziekenhuizen. Als voorbeeld noemt Vollaard revalidatieoord Het Roessingh te Enschede. ‘Als het informele netwerk van een revaliderende patiënt niet goed werkt, moet hij langer in het revalidatieoord verblijven. Wij kunnen dit als Rabobank heel goed naar instellingen communiceren en krijgen dan ook optimale medewerking bij het onder de aandacht brengen van WeHelpen.’ Naast het aantal gebruikers zal ook het aantal deelnemende leden van de coöperatie de komende jaren stijgen, zowel grotere als kleinere partijen. Hoe groter, hoe lager de kosten per deelnemer – en hoe meer maatschappelijke impact.’ De kritische succesfactor zit volgen Vollaard in het meekrijgen van plaatselijke stakeholders zoals welzijnsorganisaties en woningcorporaties. ‘We zijn daar nu volop mee bezig, onder meer via zogeheten focuswijken in Amsterdam. Bij een goede samenwerking met de stakeholders voorzie ik een grote toekomst voor WeHelpen.’
‘Een soort Marktplaats op hulpgebied’ Op de website WeHelpen.nl kunnen gebruikers een profiel aanmaken en zowel hun behoefte aan hulp als hun mogelijkheden om hulp te bieden aangeven. WeHelpen coördineert vraag en aanbod in de omgeving van de gebruikers. Wie hulp verleent wordt gehonoreerd via credits. Tegenover ieder uur hulp staan zes credits. Gebruikers kunnen deze benutten om hulp “in te kopen”, maar ook voor speciale acties, bijvoorbeeld gratis of met korting naar de bioscoop of het zwembad. Bovendien is het mogelijk credits te doneren aan het WeHelpen Fonds. Dat is voor mensen die zelf weinig hulp kunnen bieden, maar wel hulp nodig hebben. Opmerkelijk genoeg is het systeem van credits niet geïntroduceerd om hulpaanbieders te lokken, maar juist om hulpvragers over de drempel te trekken. Mensen die hulp nodig hebben blijken in de praktijk vaak terughoudend bij het vragen ervan. Door hen de mogelijkheid te geven de hulp met credits te betalen, wordt dit ondervangen. Daarnaast zijn de credits geïntroduceerd als blijk van waardering richting mantelzorgers, een zeer drukke groep mensen die veelal niet de waardering krijgt die ze verdienen.
77
Lodewijk Petram verhaalt
Amsterdam en het grote geld
Lodewijk Petram, auteur van De bakermat van de beurs (longlist Libris Geschiedenisprijs 2012), verhaalt over het ontstaan van de effectenhandel in Amsterdam: het fundament voor de huidige financiële sector.
78
Wijzer · Rabobank Private Banking
79
D
e financiële sector in Nederland concentreert zich van oudsher in Amsterdam. De branche heeft een booming tijd achter de rug maar ligt nu onder vuur met enige reputatieschade tot gevolg. Historisch gezien is het nauwelijks voor te stellen dat Nederland, en vooral Amsterdam, over een paar jaar misschien een financiële sector heeft die internationaal niet zo betekenisvol is. Lange tijd gold Amsterdam als dynamisch centrum van de financiële wereld. Tot in de negentiende eeuw regelden veel buitenlandse overheden nieuwe emissies van staatsobligaties via Amsterdamse bankiers- en handelshuizen. En tot ver in de achttiende eeuw was Amsterdam ’s werelds belangrijkste verrekencentrum voor wissels, het instrument voor internationale betalingen van die tijd. Londen was toen weliswaar een veel grotere stad en ook een belangrijk financieel centrum, maar als een Londense koopman met een wissel wilde betalen voor een partij pelzen, hout of andere handelswaar uit Rusland, dan moest dat via Amsterdam. De wisselhandelaren en bankiers handelden hun zaken af op de beurs. Dit door Hendrick de Keyser ontworpen gebouw werd in 1611 in gebruik genomen. Het stond op het Rokin, ongeveer op de plek waar nu gewerkt wordt aan een metrostation voor de Noord/ Zuidlijn. De beurs was een markant gebouw. Zij was over de waterloop van de Amstel gebouwd en kleine schepen konden er met gestreken mast onderdoor varen. Philipp von Zesen, een Duitse reiziger die Amsterdam rond 1660 bezocht schreef dat de beurs ‘zo sterk gebouwd is, dat ze onvergankelijk schijnt’. Het gebouw kampte echter al kort na de opening met verzakkingsproblemen. Die hielden ondanks herhaalde herstelwerkzaamheden aan, totdat het stadsbestuur in de negentiende eeuw besloot een nieuwe beurs te bouwen en de oude tot de laatste steen af te breken. Gewoel uit alle gewesten Tijdens openingsuren moet het op de open binnenplaats van de beurs van Hendrick de Keyser een drukte van belang zijn geweest. Vanaf de galerij, die ongeveer een halve meter hoger lag, konden bezoekers het gewoel gadeslaan. Hier stond Melchior Fokkens 80
waarschijnlijk toen hij materiaal verzamelde voor zijn stadsbeschrijving van Amsterdam. Hij noteerde dat hij ‘een grote menigte, ja duizenden mensen zag; allerlei geslacht en maaksel van volk, uit alle gewesten van de wereld’. ‘Verkopen in blanco’ Het overgrote deel van die “duizenden mensen” handelde in goederen. Alleen de groep mannen die helemaal achter in de beurs stond, aan de kant van de Dam, handelde in financiële instrumenten. Hier konden kooplieden terecht voor een wissel op alle uithoeken van Europa, of voor een lening om een handelstransactie te bekostigen. En hier werden al vroeg in de zeventiende eeuw ook aandelen, opties en futures verhandeld. Deze handel, die toen nog nergens anders op de wereld bestond, was ontstaan na de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602. De compagnie financierde haar activiteiten met de uitgifte van aandelen. Op zich niets nieuws – in Italiaanse stadsstaten als Venetië en Genua gaven ondernemingen al in de late middeleeuwen aandelen uit. Wat de emissie van de VOC bijzonder maakte, was dat er geld werd geïnvesteerd in een onderneming die, zo was vastgelegd in de oprichtingsakte, 21 jaar zou bestaan. Dit was veel langer dan bij enige op aandelen gefinancierde onderneming ooit het geval was geweest. De oprichters van de VOC realiseerden zich dat potentiële investeerders hun geld wellicht niet zo lang wilden missen, en maakten de aandelen daarom overdraagbaar. Een nieuw soort handel was geschapen. De officiële overdracht van VOCaandelen vergde een aantal tamelijk omslachtige en tijdrovende handelingen. Daarom gingen de aandelenhandelaren al rond 1607 in derivaten handelen. Zo konden zij de formele procedures omzeilen en werd het bijvoorbeeld ook mogelijk om short te gaan. Bij deze vorm van handel, die de zeventiende-eeuwers “verkopen in blanco” noemden, verkoopt een handelaar stukken die hij zelf niet in bezit heeft. Hij speculeert daarmee op een koersdaling.
Jaloers op Amsterdam In het Amsterdam van die jaren volgden financiële innovaties elkaar in
De door Hendrick de Keyser in 1611 ontworpen beurs stond op het Rokin, ongeveer waar nu gewerkt wordt aan de Noord/Zuidlijn
rap tempo op, ondanks dat de stad nog niet over een beursgebouw beschikte. De handelaren verzamelden zich tot de opening van de beurs van Hendrick de Keyser in 1611 dagelijks op de winderige Nieuwe Brug, vanaf het IJ gezien de eerste brug over het Damrak. Amsterdam groeide in de Gouden Eeuw uit tot de financiële hoofdstad van de wereld. Toch hadden de bankiers en aandelenhandelaren ook toen een lobbyclub kunnen gebruiken. Vanuit het buitenland werd er vol belangstelling en met enige jaloezie naar de Amsterdamse financiële sector
gekeken, maar binnen de Republiek overheersten andere gevoelens. De aandelenhandel werd door velen nutteloos gevonden. Er werd veel tijd mee verdaan die beter besteed kon worden aan de internationale goederenhandel, zo was de toen heersende gedachte. En wat de bankiers en wisselhandelaren deden, zorgde alleen maar voor een kapitaalvlucht naar het buitenland. Of de financiële sector nu groot en toonaangevend is, zoals in vroeger eeuwen, of wat kleiner, zoals vandaag de dag: kritiek op de sector is van alle tijden. Wijzer · Rabobank Private Banking
‘De VOC realiseerde zich dat potentiële investeerders hun geld niet zo lang wilden missen, en maakte aandelen overdraagbaar’
81
Wat maakt jou rijk? Colofon Coverfotografie Merlijn Doomernik
Wijzer Uitgave van Rabobank Private Banking
Wijzer Zomer 2013 / 4
Bezit & betekenis
‘Ik heb altijd voor mijn eigen vrijheid gezorgd’ – Marc Klein Essink
Een uitgave van Rabobank Private Banking Concept en realisatie MediaPartners Group, Amstelveen Creative director Muk Swart Artdirector Rein Vogel
‘Ik was altijd al een levensgenieter’
Boris Veldhuijzen van Zanten is succesvol “serial internet entrepreneur” en medeoprichter van The Next Web. Hij verdiende voor zijn dertigste een vermogen aan aandelen. Vijf vragen over de betekenis van bezit. 1. Wat maakt jou rijk? ‘De mogelijkheid hebben om mijn talenten te gebruiken en intellectueel te worden uitgedaagd, dat maakt mij rijk. Ik werk bij het leukste bedrijf ter wereld. Dat geeft een geluksgevoel dat niet in geld is uit te drukken. “There are more currencies than money”, zei Timothy Ferriss, schrijver van The Four Hour Workweek, ooit.’
2. Wat is je grootste vermogen? ‘Ik ben in staat mijn dromen snel om te zetten in een tastbare realiteit. Ik kan op vrijdag iets bedenken, dat op zaterdag uitproberen, op zondag een werkende demo maken en die op maandag in het bedrijf laten zien. Veel mensen blijven hangen in een idee. Een droom waarmaken betekent risico’s nemen. Het vereist daadkracht en een zekere onbevangenheid. Je moet ook 82
kwetsbaar durven zijn. Als je echt iets nieuws begint, kun je niet terugvallen op kennis of ervaring. Dat maakt mij iedere keer weer nederig.’
3. Hoe heeft jouw vermogen je veranderd? ‘Geld verandert mensen niet, is mijn ervaring. Het versterkt karaktereigenschappen die je al hebt. De een wordt arroganter of achterdochtiger naarmate het vermogen groeit, de ander gaat nóg meer van het leven genieten. Ik was altijd al een levensgenieter en dat is inderdaad versterkt. Met geld heb je nu eenmaal gemakkelijker toegang tot dingen die het leven leuker, lekkerder of mooier maken.’ 4. Zou je een huis kopen voor je moeder? ‘Het is aanlokkelijk om ja te zeggen.
Redactie Priscilla Kamphorst, Wendelien Post (Rabobank) Anja Corbijn van Willenswaard (Editor in Chief ), Annemiek Sinnige Contactadres redactie
[email protected] Medewerkers Pablo Bernasconi, Joop de Boer, Wim Boonstra, Hans Bouman, Jos Brauwers, Conciso, Merlin Daleman@Hollandse Hoogte, Janet Deibert, Han Dieperink, Martin Dijkman, Merlijn Doomernik, Hans van Geloven, Gert Hage, Joyce Hesselberth, Hollandse Hoogte, Mark Horn, Emilie Hudig, Mirjam van Immerzeel, Friso Keuris, Hilbert Krane, Daniëlle Levendig, Nenad Mećava, Arie Meijer, Pim Mol, Bert Nijmeijer, Sabine Overtoom, Tessa Posthuma de Boer, Annette Prins, Gert Jan van Rooij, Lizanne Schipper, Rob Schoemaker, Anita Schrieken, Isabelle Seelen, Shootmedia, Peter Steeman, Isis Torensma, Marc van de Ven, Harrie Vollaard, Esther Wagemans, Koos de Wilt, Ursula Wopereis, Manon van der Zwaal@ Dutch Photo Collective
Vroeger hoopte ik altijd zó rijk te worden dat ik mijn ouders kon adopteren. Dat leek me heerlijk! Inmiddels weet ik dat je daar voorzichtig mee moet zijn. Geld kan een relatie enorm besmetten. Hoe meer je het erbuiten kunt houden, hoe beter. Het antwoord is dus: nee. Zolang mijn moeder niet op straat leeft, zal ik geen huis voor haar kopen. Juist omdat ik van haar houd.’ 5. Waaraan kun jij geen weerstand bieden? ‘Ik heb een zwak voor mensen met passie. Mijn dochters van 8 en 11, die héél graag iets willen en gepassioneerd aan het argumenteren slaan, of medewerkers die met veel moeite mij proberen te overtuigen dat het bedrijf dit of dat moet doen – ik ben daar niet tegen opgewassen. Passie krijgt van mij alle ruimte.’
Disclaimer Deze publicatie is samengesteld in opdracht van Rabobank Nederland Private Banking. Iedere lokale Rabobank en de andere onderdelen van de Rabobank Groep die als beleggingsonderneming zijn aan te merken, zijn als zodanig geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. De informatie in deze publicatie is ontleend aan door Rabobank betrouwbaar geachte bronnen en publieke informatie, maar voor de juistheid en de volledigheid van de genoemde feiten, meningen, verwachtingen en de uitkomsten daarvan kunnen wij niet instaan. Hoewel wij ten aanzien van de selectie en berekening van de gegevens de nodige zorgvuldigheid in acht nemen, zijn wij niet aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van de hierin opgenomen gegevens. De informatie in deze publicatie dient niet te worden opgevat als een aanbod en evenmin als een uitnodiging tot het doen van een aanbod tot het kopen of verkopen van financiële instrumenten en is ook niet bedoeld om enig recht of verplichting te creëren. Het gebruikmaken van de informatie geschiedt dan ook geheel op eigen risico. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De in deze publicatie opgenomen informatie is geen expliciete of impliciete beleggingsaanbeveling en kan op ieder moment zonder verdere aankondiging worden gewijzigd. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze publicatie behoren toe aan Rabobank, tenzij expliciet anders aangegeven.
Traffic & productie Frank van der Kolk
Wijzer · Rabobank Private Banking
83
‘Andere mensen helpen en veranderingen op gang brengen. Dat is eigenlijk de rode draad door mijn leven’
– Johan Wakkie, algemeen directeur Nederlandse Hockey Bond – p. 14
www.rabobank.nl/privatebanking