Mijn buitenkant voor altijd veranderd
Verminking Lieselot Matthé, Elke Van der Auwera & Eva Somers 0
Iedereen heeft wel enkele littekens. Schamen doen we ons daar niet echt voor. Ze zijn klein, ze vallen nauwelijks op. Maar er zijn mensen met grote littekens. Littekens die altijd en overal opvallen. Littekens die je niet kunt verbergen. Vaak zijn het mensen die net aan de dood ontsnapt zijn. Net zoals de littekens, laat dit sporen na in hun geest die ze nooit meer kwijtraken. Niet enkel een ongeval maar soms ook frustratie en verdriet kunnen dit veroorzaken. Ons krantje geeft u meer inzicht in de wereld van verminking. Het verhaal achter de littekens. De weg die er is afgelegd om lichamelijk zo veel mogelijk te genezen van de verminking. Lieselot, Elke & Eva
Inhoudstafel: Brandwonden: niet allen lichamelijke pijn Truus Willems
Slachtoffer van de beauty industrie Sylvia Veerman
Blind voor het leven door een aspirientje Mei Lan Ng
Zelfverminking, door destructief karakter Laura Peeters
Zelfverminking: omdat endorfine verslavend is Lars Franckaerts
In de huid van een brandwondenpatiënt Brandwondencentrum Nederoverheembeek
Het verlies van een lichaamsdeel Liesbeth Luyten
Vrouwenverminking: legaal of illegaal? GAMS
Belgische Brandwondenstichting De Belgische Brandwondenstichting
Mijn zachtste huid Lieve Blancquaert ‘mijn zachtste huid’
p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 P.7 p.8 p.9 p.10 p.11 1
Brandwonden: niet alleen lichamelijke pijn “Het werken met mishandelde kinderen is voor mij het moeilijkst” Truus Willems werkt als maatschappelijk werkster in het brandwondencentrum van het militair ziekenhuis te Nederoverheembeek. Een zeer opgewekte vrouw met een, toch wel, zwaar beroep. Tijdens ons bezoek aan dit ziekenhuis hadden we een kort gesprekje met haar. Ze schetst voor ons kort wat ze doet. De begeleiding begint meteen na de opname van de brandwondenpatiënt. Er wordt eerst gekeken naar de toestand van de patiënt: is hij bij bewustzijn of bewusteloos. Als hij bewusteloos is wordt er eerst aandacht besteed aan de naasten. Truus moet hen opvangen door informatie te geven over de vorderingen en kritieke toestand van de patiënt, hen geruststellen en opvangen. Haar taak is eigenlijk vooral om de financiële administratie van de patiënt te regelen. Als de patiënt bij bewustzijn is wordt er eerst aandacht besteed aan de patiënt zelf. Dan wordt er gepraat over wat er is gebeurd.
Daarna legt ze hem uit welk parcours hij zal doorlopen tijdens de medische verzorging.
“Ik krijg soms te maken met mensen die de brandwonden opliepen door een mislukte zelfmoordpoging. Dat is heel tragisch. Ze worden nog depressiever door de pijn en hun verminkingen.”
Als de patiënt er wat beter aan toe is moet Truus hen bijstaan tijdens de confrontatie met hun wonden. Dan staan ze bijvoorbeeld samen voor de spiegel en praten ze erover. Als de patiënt voorbereid wordt op het ontslag uit het ziekenhuis, moet zij hen voorbereiden op de terugkeer naar hun leven van voor het ongeluk. Er zijn gevallen waarbij de kinderen de brandwonden oplopen door mishandeling. Dan moet Truus voor deze kinderen een andere verblijfplaats zoeken, een pleeggezin bijvoorbeeld. “Ik heb voor dit beroep een diploma licentiaat klinisch psychologie behaald. Daarvoor werkte ik voor de luchtvaartmaatschappij en moest ik piloten over hun angsten en stress helpen, ook moest ik de psychologische problemen bespreken en achterhalen of ze nog wel geschikt waren voor het beroep.” Bedankt Truus! E.S.
Een brandwond is een wond die meestal ontstaat door verbranding van de huid door invloed van hitte gedurende een bepaalde tijd en boven een kritische temperatuur. Boven deze temperatuur ( ±42°C) treedt na enige tijd beschadiging van de huid op. Maatschappelijk werk is een beroep binnen de sociale sector. Maatschappelijk werkers leren mensen zichzelf beter te redden in hun sociale omgeving.
2
Slachtoffer van de beautyindustrie “Ik ben op het verkeerde moment de verkeerde deur binnengelopen.” verscheen een bult op haar hoofd. Sylvia wist niet wat er aan de hand was en ging terug naar haar behandelaar, die beweerde dat hij dit kon verhelpen door injecties met Kenacort, dit is een ontstekingsremmer. “Na deze behandeling kreeg ik alleen maar meer infecties en werd de bult steeds groter en groter. Het werd één groot drama.” Ik interviewde een slachtoffer van de plastische chirurgie. Sylvia Veerman is 52 en woont in Doetinchem. Sylvia werkte heel haar leven als etaleuse en deed modellenwerk, maar sinds de ingreep is dit niet meer mogelijk. Ze richtte de stichting SSCA op (Stichting Slachtoffers Cosmetische Artsen). “Mijn bedoeling is om een taboe te doorbreken, veel verminkte vrouwen durven niet met hun verhaal naar buiten te komen uit schaamte.” 10 jaar geleden besloot Sylvia Veerman zich te laten behandelen met BOTOX. Ze had een diepe frons en iedereen sprak haar erop aan dat ze altijd chagrijnig was. “In die tijd was er waar ik woonde nog geen afdeling plastische chirurgie in het ziekenhuis, er was enkel een privékliniek. Ik viel in handen van een beunhaas met een lange witte jas aan, die zich voordeed als een bevoegd persoon.” Sylvia kreeg haar BOTOX behandeling, waarbij geen fouten werden gemaakt. Achteraf stelde haar behandelaar een permanente filler voor, dit was volgens hem een geweldig natuurproduct. Een permanente filler is een vloeibare prothese die na het injecteren niet meer te verwijderen is en is heel duur. Na deze ingreep begon de ellende. Er
“Je moet geen verliezer van jezelf zijn. Ik heb van een negatieve ervaring een positief leven gemaakt.” De behandelaar beweerde dat hij verder moest gaan met deze injecties. Sylvia werd ziek en zag er helemaal mismaakt uit. Ze haakte af. “Ondertussen was er een afdeling plastische chirurgie in het ziekenhuis, daar ben ik toen naartoe gegaan.” Sylvia moest onmiddellijk onder een MRI scan. Toen bleek dat in haar voorhoofd, de zenuw- en bloedbanen waren ingekapseld. Ze kon amper nog iets zien doordat de bult haar ogen dicht drukte en al het vuil in haar ogen liep. “De plastische chirurg Kouwenberg nam een groot risico door mij te opereren want we wisten nog steeds de oorzaak niet. Hij heeft met drie grote operaties de bult weggehaald, dit duurde in totaal anderhalf jaar.” Sylvia was opnieuw verminkt, ze had enorm veel littekens en een grote deuk in haar voorhoofd. Ze begon zich te verdiepen in de haar zaak en ging juridisch aan de slag. Ze ontdekte dat ze een overdosis van het middel had gehad. Omdat er voor klinieken geen wet is, word je natuurlijk snel slachtoffer, net zoals Sylvia. “Ik ben verminkt
geraakt in 2001 en tot op de dag van vandaag ben ik nog steeds bezig om mijn gezicht toonbaar te houden. En dan spreken we niet eens over de pijn die ik dagelijks heb in mijn voorhoofd.” Sylvia onderging in totaal 3 grote operaties, een ooglidcorrectie, een masclift, een halslift, een onderoogcorrectie, een wenkbrauwlift, morfine behandelingen, botox behandelingen tegen de pijn, 6 keer lipofilling en een jaar lang elke maand een chemotatoeage in haar wangen om er terug toonbaar uit te zien. “Ik kreeg veel reacties zoals ‘eigen schuld dikke bult’ en raakte al mijn vrienden kwijt. Mijn man en mijn zoon zijn mijn beste vrienden en hebben me altijd bijgestaan. Zonder hen was ik er niet doorgekomen want ik heb op het punt gestaan om zelfmoord te plegen.” Sylvia’s strijdlust heeft ervoor gezorgd dat haar zogezegde ‘behandelaar’ en zijn grote kliniek failliet zijn. De schadevergoeding die ze kreeg weegt niet op tegen wat ze al uitgegeven heeft. Ze moet alle behandelingen zelf betalen omdat ze onder het vakje ‘cosmetisch’ vallen volgens de verzekering. “Achteraf denk ik, ik ben op het verkeerde moment de verkeerde deur binnengelopen. Was ik bij een integere arts terechtgekomen dan was ik nooit verminkt geraakt. Deze man wou snel rijk worden en heeft nooit aan zijn cliënten gedacht. Je moet geen verliezer van jezelf zijn. Ik heb van een negatieve ervaring een positief leven gemaakt.” Bedankt Sylvia! L.M
3
Blind voor het leven door een aspirientje “Mijn ouders hebben me het beste geholpen door me zoveel vrijheid te geven.” Mei Lan is achttien jaar, half-Chinees en wonende in Mechelen. Tijdens de schoolweek zit ze op kot in Brussel waar ze radio- en geluidskunsten studeert. In haar vrije tijd speelt ze saxofoon en piano. Ze gaat graag op café, skiet en surft. Mei Lan werd als goedziend kind geboren. Toen ze vijf jaar oud was kreeg ze koorts. ‘’Een griepje zoals alle kleine kindjes wel eens hebben.” Ze kreeg aspirine junior voorgeschreven maar toen wist men nog niet dat Mei Lan allergisch was voor een stof die in die aspirine zit: acetylsalicylzuur. Als reactie op deze allergie begon haar lichaam brandwonden aan te maken. Ze zijn meteen gestopt met de medicatie. De volgende dag werd Mei Lan opgenomen in een ziekenhuis in Duffel. Daar werd ze behandeld als een brandwondenpatiënt. In totaal heeft ze een maand in het ziekenhuis doorgebracht, ze werd daar ook zes jaar. Daarna begon de revalidatie. Toen ze later minder en minder begon te zien werd duidelijk dat haar hoornvlies verbrand was door de allergische reactie. Mei Lan lijdt aan 'het syndroom van Steven Johnson'. In het eerste leerjaar werd het voor haar steeds moeilijker om het bord en haar boeken te lezen. “In het derde leerjaar besloot ik braille te leren, zo hoefde ik die kleine lettertjes niet meer te lezen.” Het eerste en het tweede middelbaar heeft ze doorgebracht in een speciale school met internaat: het Koninklijk Instituut voor Doven en Blinden. Die school beviel haar niet zo. “Het was alsof alle gehandicapten werden samengepropt in één school. Het was er net de ‘jaren stillekes’. We werden
volledig van de buitenwereld afgeschermd.” In het derde middelbaar besloot Mei Lan te veranderen van school, ze koos voor Bim-Sem. Via haar GONbegeleiding werden zowel de leerkrachten als haar medeklasgenoten voorbereid op haar komst. “Ik vertelde ze dat ik met een speciale braillecomputer werk, dat ik niet alles hoef mee te doen en dat ik aan de arm moet begeleid worden. Niet iedereen had daar even veel begrip voor. In de klas waren er veel jaloerse reacties van klasgenoten.”
en die massa mensen is niets voor mij. Ik ben eerder een cafémens.” Voor Mei Lan is het natuurlijk niet vanzelfsprekend om alleen op pad te gaan, er moet altijd iemand bij haar zijn om haar te begeleiden. Als ze gaat shoppen bijvoorbeeld moet iemand een beeld schetsen van een bepaald kledingstuk zodat ze er zich iets bij kan voorstellen, “Voor mij is het altijd gemakkelijker als er iemand meegaat waarvan ik weet dat hij ongeveer dezelfde stijl heeft. Mijn broer, die studeert aan de modeacademie, is eigenlijk mijn persoonlijke stylist.”
“Natuurlijk denk ik soms na over wat ik niet kan omdat ik blind ben, maar daar mag ik niet te lang bij stilstaan. Ik moet me focussen op de dingen die ik wel kan.” Momenteel zit Mei Lan op kot in Brussel waar ze radio- en geluidskunsten studeert, hierbij hielp haar GON-begeleiding haar ook. In de zomervakantie ging ze naar een infodag over deze richting en daarna besloot ze dat dit echt iets was wat ze wou doen. ‘’Na mijn beslissing moesten alle praktische dingen geregeld worden, mijn cursussen moesten omgezet worden, ik moest een ingangsexamen doen en de leerkrachten moesten op de hoogte gebracht worden.” Daarna ging alles heel snel. “Samen met mijn GONbegeleidster leerde ik de weg naar school, naar de metro en naar de supermarkt.” Op vlak van uitgaan is ze natuurlijk wel beperkt. “Ik ga niet zo graag naar van die grote feestjes. Door mijn blindheid voel ik me daar enorm geïsoleerd, die luide muziek
Ze heeft altijd heel veel gehad aan haar ouders. “Ze hebben mij altijd heel veel vrijheid gegeven, zodat ik kon doen wat ik het liefst wou.” Haar ouders wilden niet dat ze werd afgeremd om gewone dingen te doen door haar blindheid en daar is ze hen heel dankbaar voor. Mei Lan wil de wereld in en zo veel mogelijk kunnen doen wat anderen ook doen. Ook haar vrienden, haar broers, haar klasgenoten en natuurlijk de GONbegeleiding steunen haar in alles wat ze doet. Bedankt Mei Lan! L.M
4
Zelfverminking, door destructief karakter “Ik wou echt weg uit die instelling en mijn leven terug op de rails krijgen” Laura Peeters, een twintigjarige studente maatschappelijk werk, deed 4 jaar aan intensieve automutilatie. Op haar dertiende is alles begonnen. “Toen ik 13 jaar was, begon ik mezelf te snijden met een breekmes of een schaar, later met scheermesjes en ook doofde ik sigaretten en brandende wierookstokjes uit op mijn armen. Ik begon ook mijn haren uit te trekken en op de muren te slaan.” Ze had verschillende manieren om haarzelf toe te takelen. Laura heeft altijd al een destructief karakter gehad. Een echte aanleiding is er niet geweest, geen enkele externe gebeurtenis. Ze lag eerder in de knoop met zichzelf en zag het nut van het leven niet in. Ze was suïcidaal, voortdurend moe en zat met enorme frustraties omdat ze zich niet begrepen voelde door leeftijdsgenoten. Altijd al heeft ze een extreem laag zelfbeeld gehad . Ze was altijd heel opgewekt tegenover de buitenwereld, het heeft dus jaren geduurd eer iemand het doorhad. Niemand had verwacht dat ze tegen zo’n dingen moest vechten. Met haar ouders durfde ze er niet over te praten omdat ze wist dat ze hen er veel pijn mee zou doen. Het heeft een hele tijd geduurd voor ze er met iemand heeft over kunnen praten. Zelfs met haar psychiater of met de
mensen in de instelling, waar ze een jaar verbleef, kon ze er niet echt over praten. “ Ik merkte dat de pijn mij verdoofde.” Door zich te verminken werd haar innerlijke pijn omgeruild in lichamelijke pijn. Ze merkte dat de pijn haar verdoofde en dat vooral het bloed haar rustig maakte. Ze had het gevoel geen controle meer te hebben over haar leven. Door het snijden zorgde ze ervoor dat ze terug normaal kon functioneren. Meestal deed ze het ’s avonds, als ze alleen op haar kamer vertoefde en haar “masker” kon afzetten. Na een tijd werd het een soort ritueel. Ze ging naar haar kamer en begon muziek te beluisteren. Vanaf dat ze op haar bed ging liggen, kwam al de woede en het verdriet naar boven en begon ze zichzelf te verminken. Nooit heeft ze echt stilgestaan met hetgeen waarmee ze bezig was. Ze trok zich niets aan van haar littekens. “Ik vond het leven toch niet de moeite waard en was toch al lelijk.” Op een gegeven moment moesten haar wonden gehecht worden, dat was als een slag in het gezicht. Toen besefte ze dat ze het absoluut niet meer in de hand had. Ze had haar lichaam niet meer onder controle.
Laura heeft berouw dat ze aan automutilatie heeft gedaan. Ze heeft namelijk niet enkel zichzelf gekwetst, maar ook de mensen in haar omgeving, die haar altijd hebben gesteund. Het was voor hen hoogstwaarschijnlijk moeilijker dan voor zichzelf. Natuurlijk zijn er ook nog eens de littekens, die haar elke dag opnieuw aan die moeilijke tijd doen herinneren. “Het is als een soort verslaving, een beestje dat in je zit.” Laura is nu veel sterker en beseft dat zelfverminking haar problemen niet oplost maar dat ze zo enkel verergeren. Ondanks die gedachte, heeft ze nog steeds moeilijke momenten. Dan begint ze onbewust over de littekens te wrijven en wordt het verlangen zichzelf te verminken enorm groot. Het was een hel om er vanaf te geraken en ze zal altijd moeten opletten want ze beseft dat éénmaal snijden voldoende zou zijn om te hervallen. Bedankt Laura! E.vd.A
Weetje: 1 op 10 vlaamse jongeren doet aan zelfverminking
5
Zelfverminking, omdat endorfine verslavend is “Voor mij zijn de littekens herinneringen aan mijn verleden.” Lars Franckaerts is 30 jaar en woont samen met zijn jongere broer in Mechelen. Hij is afgestudeerd als kok, en werkt nu als barman in café De Bron in Mechelen. Lars begon aan zelfverminking toen hij ongeveer 15 jaar was. Hij heeft absoluut geen gelukkige jeugd gehad. Zijn ouders zijn gescheiden sinds hij drie jaar was. “Ik had absoluut geen goede band met mijn moeder. Haar dag was niet goed als ze de mijne niet verpest had. Ook mijn vader heb ik al 12 jaar niet meer gezien.” Het is ondertussen al een tijdje geleden dat Lars nog aan zelfverminking deed, maar hij heeft er wel veel littekens aan overgehouden.“Ik verberg mijn littekens niet, ik schaam me daar niet voor. Ik denk dat iedereen dat ondertussen toch al wel weet.” Er is niet echt een reden waarom Lars aan zelfverminking doet. Soms doet hij het 'gewoon' omdat hij er zin in heeft. “Ik heb wel eens een kruis gebrand in mijn arm met sigaretten. Dat was niet impulsief, daar heb ik
over nagedacht. Anders zou het wel heel toevallig zijn dat het in de vorm van een kruis was.” “Ik sta niet echt stil bij wat ik doe, het is mijn lichaam, waarom zou ik?” Een van de belangrijkste reden zijn de endorfines die vrijkomen door zichzelf te verminken. Endorfine is een natuurlijke pijnstiller en is volgens Lars verslavend. “Zelf zie ik niet echt een probleem in zelfverminking. Het is mijn lichaam, ik doe daar toch mee wat ik wil?” Lars is nooit vrijwillig met professionele mensen over zijn zelfverminking gaan praten. Wel werd hij een keer opgepakt door de politie omdat hij agressief gedrag vertoonde. Hij moest toen een aantal keer met een psycholoog gaan praten. “Ik had men moeder tegen de muur geduwd en mijn
stiefvader heeft toen de politie gebeld.” Zelf vindt hij de littekens ‘cool’. “Het blijven herinneringen aan bepaalde zaken die ik heb meegemaakt, maar die ik niemand anders toewens.” Bedankt Lars! E.S
Endorfine werkt in de eerste plaats pijnonderdrukkend, maar zorgt ook voor een gevoel van geluk of euforie, zoals de 'runners high' bij duursporters. De roesachtige toestand die kan ontstaan na een fysieke inspanning wordt gedeeltelijk veroorzaakt door het vrijkomen van endorfine. Opium en heroïne werken op dezelfde receptoren in als endorfine. Deze verslavende stof werkt zeer actief bij zelfverminking.
6
In de huid van een brandwondenpatiënt “Onder leiding van plastische chirurgen en intensieve zorg artsen staat een volledig brandwondenteam in Nederoverheembeek klaar om de brandwondenpatiënt optimaal te verzorgen in al zijn complexiteit.” Als brandwondenpatiënt doorloop je een heleboel fases. De eerste fase begint onmiddellijk na het ongeluk, in het militair ziekenhuis. Nederoverheembeek is een van de grootste brandwondencentra van Europa. Dit brandwondencentrum beschikt over een High care, een Medium care, een ambulante afdeling of dagziekenhuis en een consultatieruimte. Ik bezocht deze afdeling en kroop in de huid van een brandwondenpatiënt.
ik doormaak noemt men de shockfase, deze kan een hele dag duren. Na deze eerste fases kunnen patiënten vaak gedesoriënteerd zijn of hallucineren, dit noemt met het intensive care syndrome. Alle patiënten weten dat er na de verbranding littekens zullen gevormd worden en verkeren hierdoor in een grote onzekerheid over de toekomst en in angst.
Na mijn ongeval kom ik binnen via spoed in het brandwondencentrum. Brandwondenpatiënten zijn een aparte categorie van ongevalslachtoffers. In het brandwondencentrum zelf staat een heel team van dokters, verplegers, plastische chirurgen, maatschappelijke assistenten en psychologen voor mij klaar. Ik krijg onmiddellijk pijnmedicatie, een slaapmiddel en eventueel kunstmatige beademing toegediend indien mijn lucht of longwegen beschadigd zijn. Later word ik in een kunstmatige coma gebracht om de pijn te verzachten.
Rondom mij staan verschillende apparaten zoals een monitor met mijn hartslag en een camera zodat de dokters onmiddellijk kunnen ingrijpen als er iets misgaat. De verplegers hebben ondertussen mijn kamer verlaten en bevinden zich nu in de briefingzaal. Hier informeren ze elkaar over de verschillende patiënten. Ook hier weer kunnen de verplegers mij in de gaten houden via een groot scherm. De dokters regelen alles via de pc in de dokterszaal. Mijn labo uitslagen, mijn medicatie en mijn behandeling worden zo besproken. Ik merk op dat op deze nieuwe afdeling alles heel digitaal en modern is. Een groot deel van de communicatie gebeurt via computerschermen en als je rond je kijkt vind je hier een heleboel hightech apparaten.
Ik kom terecht in de opnameruimte waar ik samen met nog 3 andere patiënten ben opgenomen. Men behandelt mij hier met vochttherapie. Als brandwondenpatiënt die voor 70% verbrand is, kan dit spoelen met water 3 tot 4 uur duren. In de opnameruimte kunnen eventueel ook kleine operaties uitgevoerd worden. Na deze eerste zorgen word ik naar mijn kamer gebracht, waar ik een aantal weken of maanden zal verblijven, naargelang de ernst van mijn wonden. De eerste fase die
In de apotheek en de materiaalruimte vind je alles wat je nodig hebt om een patiënt zoals ik te verzorgen. De elektrische apotheek bestaat uit een heleboel gesloten kasten, waar enkel de dokters in kunnen door zich aan te melden. Alles gebeurt automatisch. De computer weet perfect welke pillen en hoeveel pillen een patiënt mag krijgen, zodat er geen misverstanden ontstaan. In de materiaalruimte komt het propere en het vuil materiaal binnen langs een verschillende deur. Dit omwille van de hygiëne, die zeer belangrijk is voor de patiënten op de brandwondenafdeling.
Ondertussen verblijf ik al 4 weken op de high care. Mijn dokter heeft beslist dat ik naar de medium care mag verhuizen. Alles wordt hier nog steeds enorm onder controle gehouden maar de eerste zorgen zijn voorbij. Iedere patiënt heeft, net zoals op de high care, een eigen kamer met douche, tv, camera en wc. In de badkamer is het altijd zeer warm (± 32°C). Je huid is eigenlijk een soort van 'jas'. Wanneer je ernstige brandwonden hebt, zoals ik, ben je die 'jas' kwijt en daalt je lichaamstemperatuur enorm. Daarom is het belangrijk dat de patiënten warm gehouden worden tijdens de behandelingen en het wassen. Volgende week word ik voor de derde keer geopereerd. Een stukje vel van mij been zal worden getransplanteerd naar mijn buik. Dit heet autogreffen. Een andere vorm van transplanteren heet homogreffen, dit is de huid van iemand anders die tijdelijk (max. 12 dagen) wordt getransplanteerd op de huid van de patiënt. Langer dan die 12 dagen kan je de huid niet houden want het lichaam stoot deze af. Na 2 maanden in dit brandwondencentrum te hebben verbleven mag ik naar huis. Ik zal nog enkele weken opgevolgd worden door een kinesist, om mijn huid opnieuw soepel te krijgen. Ook zal ik nog een aantal keer moeten terugkomen naar de ambulante kliniek. Dit is eigenlijk een soort van dagziekenhuis waar de dokters je wonden verzorgen en je lichaam zo goed mogelijk proberen te reinigen. Wanneer mijn huid sterk genoeg is en de blaren genezen zijn, zal ik een drukpak voorgeschreven krijgen door de dokter. Een drukpak is een soort van elastische band die aangebracht wordt op de verbrande huid, het verhindert het ontstaan van hypertrofische of samentrekkende littekens en verbetert het uitzicht. L.M
7
Het verlies van een lichaamsdeel “ Welk been je ook draagt, het wordt nooit je eigen been” De amputatie Wanneer er een lichaamsdeel is geamputeerd wordt, volgt er meestal een verwijzing naar een revalidatiearts. Deze gaat samen met de patiënt kijken wat voor beperkingen de amputatie tot gevolg heeft. Aan de hand daarvan gaat de revalidatiearts een behandelplan opstellen en de patiënt door de revalidatie begeleiden met ondersteuning van een revalidatieteam. In de beginfase zal vooral geleerd worden om omgaan met de stomp omdat er altijd ook zonder kunstledemaat gefunctioneerd moet kunnen worden Men mag dus niet afhankelijk worden van de prothese. Daarna komt de klinisch psychologe. Liesbeth Luyten Liesbeth Luyten, klinisch psychologe uit Middelheim, heeft ons een beter beeld gegeven van wat haar werk inhoudt. De psychologe begeleidt de patiënt en familie zo goed mogelijk. Die begeleiding begint al vanaf de eerste dag dat de patiënt uit de acute fase is. De meeste patiënten verblijven er gemiddeld 3 maanden tot een jaar.
Fantoompijn Bij de meeste patiënten treedt er ook fantoompijn. Dit is pijn of jeuk aan het lichaamsdeel dat geamputeerd is moeten worden. Het wordt veroorzaakt door de zenuwenuiteinden, die er nog altijd liggen. De psychologen moeten de patiënt daarmee leren omgaan want dit kan emotioneel zeer zwaar zijn. Na een bepaalde tijd went het lichaam er wel aan door de protheses, de fantoompijn verdwijnt dus stilaan.
Protheses Het dragen van protheses gaat niet zo gemakkelijk als men denkt. Het is zeer belastend voor het hart, “ kan het hart het aan, of niet ? “, is een veel voorkomende vraag op het revalidatiecentrum. Er zijn verschillende soorten protheses, de ethische prothese lijkt als een echt been maar je kan er absoluut niet hetzelfde mee doen als een echt been. Deze soort is dus vooral gemaakt voor het zicht. Er is ook nog de C-leg, een computerbestuurde knie. Dit heeft dezelfde functies als een echt been en is dan ook peperduur. Je moet zelf in aanmerking komen om een C-leg te mogen gebruiken, meestal alleen voor de echte sporters. Welk been je ook draagt, het wordt nooit je eigen been. Bedankt Liesbeth! E.vd.A
8
Vrouwenverminking: legaal of illegaal? “ Ondanks de wetgeving blijft het in de praktijk gebeuren”
Officieel heeft vrouwelijke genitale verminking niets met religie te maken, maar de mensen die het uivoeren gaan daar wel heel vaak van uit. Meer dan 130 miljoen jonge meisjes en vrouwen werden het slachtoffer van seksuele verminking in Afrika. Elk jaar ondergaan 3 miljoen kleine meisjes een dergelijke ingreep. 4 vormen De wereld gezondheidsorganisatie (WGO) onderscheidt 4 categorieën van vrouwelijk genitale verminking (VGV). Type één houdt het wegsnijden van de voorhuid in, al dan niet met geheel of gedeeltelijk verwijderen van de clitoris. Type twee is het wegsnijden van de clitoris met gedeeltelijk of volledig verwijderen van de kleine schaamlippen en type drie is het gedeeltelijk of volledig wegsnijden van de externe genitaliën en het dichtnaaien van de vaginale opening, wat ook infibulatie wordt genoemd. Type vier, tot slot, zijn alle andere handelingen, zoals het aanprikken, doorprikken of doorsnijden, uitrekken of verbranden van de clitoris, het afschrapen van het weefsel rond de vaginale opening en het inbrengen van bijtende stoffen of kruiden om bloedingen te
veroorzaken en de vaginale opening te verstrakken.
Cijfers Tot nu toe zijn er ongeveer 2745 meisjes in België seksueel verminkt, schat men. Wereldwijd staat de schatting op 130 miljoen vrouwen. Dat zijn 2 miljoen vrouwen per jaar. VGV komt vooral voor in de landen Ghana, Kongo en Guinea en Egypte ( 97% besneden ). Gevolg voor de vrouwen De seksuele verminkingen kunnen verwikkelingen veroorzaken, pijn tijdens de menstruatie, infecties, bloedingen en verzweringen. In het ergste geval kan het de dood tot gevolg hebben. Op lange termijn is er onder meer sprake van incontinentie, cysten, abcessen, vorming van littekenweefsel en problemen bij de bevalling. De psychologische complicaties kunnen diep geworteld zitten in het onderbewustzijn van het kind. Het trauma kan een aanleiding geven tot gedragsproblemen, angst, depressie en flashbacks. Wat zegt de wet? Besnijdenis is strafbaar volgens de Belgische wetgeving. De straf staat ondertussen op maximum 7 jaar. Vaak gebeurt het dat ouders het kind meenemen naar hun geboorteland om het te laten uitvoeren. Ook hiervoor staat een celstraf van maximum 7 jaar. Je krijgt 15 jaar als het meisje overlijdt, maar tot nu toe is er
geen enkel proces gevoerd en geen enkele officiële klacht ingediend. Ondanks de wetgeving blijft het in de praktijk gebeuren”, zegt Diallo Khadadiatou van GAMS België. GAMS GAMS staat voor Groupement d’hommes et de femmes africains et européens pour l’Abolition des Mutilations Sexuelles féminines. Het is een organisatie die strijdt tegen vrouwelijke verminking. Ze lanceert, met een 20-tal partners, een nationale campagne ‘Nationale preventiecampagne tegen vrouwenbesnijdenis.’ De campagne probeert het risico, dat een besnijdenis kan worden uitgevoerd tijdens een bezoek aan het land van oorsprong te verminderen. Campagne Frankrijk lanceert een campagne tegen genitale verminking. Er werden 100 000 affiches en brochures uitgedeeld. De brochure stelt duidelijk dat de vrouwelijke seksuele verminking bestraft wordt door de wet. En dat er geen huwelijk is wanneer er geen instemming is gegeven. De campagne wordt ondersteund door twee visuele symbolen. Het eerste symbool toont een rood scheermes in een verbodcirkel. Het andere toont een rode hand waarop iemand een trouwring in een prikkeldraad wil aanbrengen, ook in een cirkel met een verbodstreep. E.vd.A
9
Brandwondenstichting “Preventie is zeer belangrijk en mag ons niet ontgaan” Brandwonden laten littekens achter, zichtbare littekens die een levenslange zorg nodig hebben en die in vele gevallen ook sociale littekens nalaten (op school, werkverlies, gebroken relaties, vrienden die wegblijven) en onzichtbare littekens die leven lang in het hart gegrift staan. De Belgische Brandwondenstichting wil het slachtoffer van brandwonden en zijn familie helpen zijn plaats in de maatschappij terug in te nemen door het verlenen van financiële steun. Daarnaast voert de stichting een intensief preventiebeleid dat er moet voor zorgen dat er zo weinig mogelijk slachtoffers te betreuren vallen. In dit kader werd een interactief preventieprogramma ontwikkeld waarin de belangrijkste aspecten van brand- en brandwondenpreventie vervat liggen. Ze onderzoeken welke behandelingen en technieken kunnen bijdragen tot het verbeteren van de levenskwaliteit van slachtoffers en hun familie. De stichting zorgt er ook voor dat er geen enkele patiënt buiten het financiële vangnet valt door een opvolging van de slachtoffers die omwille van hun sociale status in financiële moeilijkheden dreigen te geraken en daardoor in een maatschappelijk isolement terechtkomen. Enkel aan slachtoffers die beantwoorden aan de criteria, wordt een financiële steun toegekend. Slachtoffers van brandwonden of hun familie die omwille van het ongeval schade hebben opgelopen, worden juridisch bijgestaan om die schade te verhalen op de betrokken partij. Er is ook een speciale doelgroep, kinderen met brandwonden. Hun littekens gaan een leven lang mee en beïnvloeden hun leven van in de school tot in hun professionele en sociale leven; de Stichting wil organisaties steunen die initiatieven nemen om kinderen met brandwonden te helpen. Help Brandwonden Kids Er bestaat dus ook een brandwondenstichting, speciaal voor kinderen. Het ‘ Help Brandwonden Kids’ wenst kinderen met brandwonden financieel te steunen. Ze zorgen voor de kosten van de psychologische ondersteuning, medicatie en gezinshulp. Door de bijkomende zorgen die dienen verleend te worden aan het kind, blijft er weinig tijd over voor huishoudelijke taken. Er wordt ook veel steun gegeven aan de kinderen in hun strijd naar genezing. Ze ondersteunen ook verschillende initiatieven voor kinderen met brandwonden, zoals kuurkampen en andere kampen die de genezing en integratie in de maatschappij in de hand kunnen werken. Ze wensen ook een aanspreekpunt te zijn voor de kinderen. E.vd.A
10
'Mijn zachtste huid' “Het is een thema waar we, denk ik, allemaal bang voor zijn.” Lieve Blancquaert werd geboren in 1963. Ze studeerde kunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent. Sinds 1985 werkt ze als freelance fotografe voor diverse dagen weekbladen. Ze is vooral bekend om haar portretfotografie. Naast haar werk als freelance fotografe is ze ook bekend om haar boeken die ze samen met andere fotografen en journalisten in elkaar zet. Lieve kreeg de vraag of ze een tentoonstelling wou maken over mensen met brandwonden. “Het is een thema waar we, denk ik, allemaal bang voor zijn. Ik betrapte er mezelf op. Bang voor wat ik te zien zou krijgen. Wat gebeurt er met een mens als een klein ongeval gigantische gevolgen krijgt?” Met al die vragen en twijfels begon Lieve aan de fotoreportage. Ze interviewde zo 10 mensen met brandwonden, van jong tot oud. Het resultaat is het boek en de fotoreportage die op verschillende plaatsen loopt. “Een fototentoonstelling alleen was voor mij niet voldoende. Bij de beelden hoorde een verhaal. Hoe kort ook. De portretten hadden woorden nodig.”
“Hoe kan iemand brandwondenlittekens nog gruwelijk vinden als de patiënt ze zelf omschrijft als 'mijn zachtste huid'.'' zegt Prof. dr. Stan Monstrey, diensthoofd van het brandwondencentrum en plastische heelkunde in het UZ in Gent. Dit vormt ook de titel van het boek: mijn zachtste huid. Veel van deze mensen hebben ondertussen al leren leven met hun brandwonden, anderen niet. Littekens blijven natuurlijk altijd, of ze nu zichtbaar zijn of niet. Één van de gefotografeerden is Lieven, een 34-jarige man. Hij viel ons meteen op. Het ongeval gebeurde toen hij 3 was, een ontploffing in de garage. Hij kan dus niet vergelijken met hoe het is om niet verbrand te zijn. “Ofwel stap je resoluut de wereld in. Ofwel sluit ik me thuis op en kwijn ik er weg. Ik heb al vroeg voor het eerste gekozen.” zegt Lieven. Hij koos dus voor het leven. L.M
Wij bezochten de fotoreportage in het UZ Gasthuisberg in Leuven. De 10 gefotografeerden waren een voor een uniek. Bij iedere foto stond een soort van 'quote'. De woorden bij de portretten maakten het nog mooier. Het vertelt een verhaal. Kort maar ontroerend. We raakten al snel geïnteresseerd in de boeiende verhalen achter deze foto's en konden een boek bemachtigen. Hierin vertellen de brandwondenpatiënten hun verhaal, vanaf de dag van het ongeluk tot de dag van vandaag.
Uit „mijn zachtste huid‟: “Mijn buitenkant is misschien een beetje beschadigd, maar van binnen is alles in orde” zegt Lien kordaat in mijn studio. Ik bekijk haar lichaam door mijn lens en zie de schoonheid van haar littekens. Haar woorden vragen niet om medelijden maar om erkenning. (Lieve Blancquaert)
11
Projectkrantje verminking Project 5 Humane Wetenschappen BIM-SEM Bleekstraat 3, 2800-Mechelen 2007-2008 Redactie: Lieselot Matthé Eva Somers Elke Van der Auwera Contactadres: Bleekstraat 3 2800 Mechelen E-mail:
[email protected] [email protected] [email protected] Website: www.everyoneweb.com/projectverminking
Met dank aan: Brandwondencentrum Nederoverheembeek Truus Willems Patrick Vanlaeke Sylvia veerman Mei Lan Ng Laura Peeters Lars Franckaerts Liesbeth Luyten De Belgische Brandwondenstichting Lieve Blancquaert Peter Van Gompel Help Brandwonden Kids Elly Vanbael UZ Gasthuisberg Leuven
12
13
14