4 De kwaliteit van ons onderwijs 4.1
Algemene leerlingenzorg
We volgen de ontwikkeling van uw kind, zodra die op school komt. Dit doen we door dagelijkse observaties (kijken wat uw kind doet) en met toetsen. Door de ontwikkeling in kaart te brengen, kunnen we de goede leerstof aanbieden. Daarbij maken we in de groep verschillen tussen kinderen die meer of minder instructie nodig hebben. De verwerking van de stof is daardoor niet altijd voor iedereen hetzelfde. Het verschil in niveau wordt beschreven in een groepsplan. Op de Jozefschool werken we met groepsplannen. Een groepsplan is een document waarin doelen opgesteld staan voor een bepaalde periode. Op deze manier wordt ieder leerjaar aan de juiste doelen in de ontwikkeling gewerkt. Groepsplannen heeft de school op het gebied van rekenen, spelling en technisch lezen (groep 3 t/m 8 en begrijpend lezen (groep 4 t/m 8). In de groepen 1-2 worden bij ieder thema doelen vanuit het groepsplan opgesteld t.a.v. Taal/Rekenen.
4.2
Leerlingvolgsysteem
Wij vinden het belangrijk de totale ontwikkeling van kinderen te volgen: sociale-, emotionele- en cognitieve ontwikkeling, motoriek en de werkhouding/taakgerichtheid. Om de ontwikkeling van de leerlingen goed te volgen en uitval op tijd te kunnen signaleren, gebruiken we een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Van de kleuterbouw tot het einde van de basisschool worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden in het systeem. Hierbij worden de volgende instrumenten gebruikt: methodegebonden toetsen en Cito LOVS toetsen voor de leervorderingen. Het programma ZIEN (groep 3 t/m 8) wordt sinds schooljaar 2011-2012 gebruikt om de sociale- emotionele ontwikkeling in kaart te brengen. In de groepen 1-2 wordt voor het volgen van de totale ontwikkeling het OVM (OntwikkelingsVolgModel) gebruikt.
4.3
Hoogbegaafden
Vanuit onze doelstelling streven we naar onderwijs op maat. De school beschikt over verrijkende materialen. De leerkracht observeert en toetst structureel om vast te stellen of de leerling meer verdieping en aanbod nodig heeft en biedt het aan. Als dat niet voldoende uitdaging biedt aan de leerling en uit toetsgegevens blijkt dat de didactische voorsprong zo groot is dat het kind nog steeds onvoldoende uitdaging vindt, wordt in overleg met ouders, leerkracht, interne begeleider en directie de optie bekeken om vervroegd door te stromen naar een volgende klas. Het welbevinden van de leerling speelt hierin een belangrijke rol. In 2014-2015 heeft een werkgroep binnen het team een keuze gemaakt voor een signaleringsinstrument om kinderen die meer aankunnen in de school tijdig te herkennen. Dit instrument zal worden ingezet in het schooljaar 2015-2016. Verschillende teamleden hebben cursussen gevolgd om hun kennis op dit gebied te vergroten. Ook heeft de werkgroep een keuze gemaakt voor extra materialen om het aanbod aan deze kinderen te verzorgen en hen uit te dagen op hun niveau. Dit krijgt een vervolg in het komend schooljaar.
4.4
Overgang naar de volgende groep en doubleren
Voor de overgang naar de volgende groep heeft de school de volgende uitgangspunten:
Een leerling zit gemiddeld genomen 8 jaren op de basisschool;
Een leerling moet een ononderbroken ontwikkelingslijn volgen; Een leerling moet functioneren in een klas waarin hij/zij op zoveel mogelijk leerstofgebieden thuis hoort en begeleid kan worden.
Een kind doubleert in principe niet tenzij:
Het kind wordt belemmerd in zijn/haar ontwikkeling doordat het onderwijspakket niet aansluit bij de behoeften van het kind en dat praktisch gezien ook onvoldoende kan worden aangepast. Het kind gebaat is bij een herhaling van de leerstof/ verbreding van de basis omdat de leerling leerstof gemist heeft. Leidend is hierbij de vraag: wat voegt een doublure toe? Welke meerwaarde wordt er gezien (gewenning, door lichamelijke oorzaken meer tijd nodig, sociaal emotionele factoren, vertraagd tempo, etc.)? Een doublure vanaf groep 3 en hoger vindt alleen plaats als er sprake is van een combinatie van problematieken. Een kind moet ernstige hinder ondervinden op zowel cognitief als op sociaal emotioneel vlak. Een kind dat doubleert volgt een specifiek handelingsplan. Het is niet zo dat de volledige leerstof van het vorige jaar helemaal opnieuw behandeld wordt.
In alle gevallen waarbij afgeweken wordt van de uitgangspunten dat een kind in acht jaar door de basisschool gaat, moet de communicatie met de ouders helder en open te zijn. Er kan pas na een weloverwogen afweging een beslissing over al dan niet doubleren genomen worden. Dat houdt in dat de beslissing (school beslist en niet de ouders) in het IB/ MT overleg, dit zijn de directeur en de intern begeleiders, is besproken met de leerkracht. De ouders worden in een vroegtijdig stadium van dit overleg op de hoogte gebracht.
4.5 Vervroegd doorstromen/ versnellen
De school is in principe geen voorstander van het overslaan van groepen. Er kan echter een uitzondering gemaakt worden als:
een leerling op alle leerstofgebieden veel hoger scoort dan zijn leeftijdsgenoten. (ook op het sociaal-emotionele vlak), er sprake van een harmonieus (hoog)begaafdheidprofiel het nadelig voor de ontwikkeling van het kind is om in de huidige groep te blijven.
We spreken dan van vervroegd doorstromen of versnellen. De uiteindelijke beslissing hiervoor ligt bij de schoolleiding, de interne begeleiders en de ouders.
4.6
Groepsbesprekingen
Twee maal per jaar, in oktober en april is er een gesprek tussen de groepsleerkracht en de intern begeleider. Het doel van deze bespreking is het in kaart brengen van de voortgang van de zorgleerlingen. Ook wordt er in het bijzonder gekeken naar deze leerlingen in het groepsplan. Daarnaast vult de leerkracht twee maal per jaar na de Cito-toetsen, in februari en juni een groepsoverzicht in. In de daaropvolgende week volgt een gesprek tussen de leerkracht, de directeur en de interne begeleider. Doel van de bespreking is om de sociale sfeer in de groepen en de groepsresultaten op de verschillende leerstofgebieden duidelijk vast te leggen brengen en eventuele handelingsadviezen te kunnen geven en/of uitvoeren.
4.7
OPP Ontwikkelings Perspectief
Als een leerling op één of meerdere vakgebieden meer dan een schooljaar achterloopt of een benedengemiddelde intelligentie blijkt te hebben wordt een Ontwikkelings Perspectief (OPP) opgesteld. Een OPP is een plan dat bedoeld is om de leerling op zijn eigen niveau en met zijn eigen doelen de basisschool te laten verlaten. De doelen worden hoog gesteld, maar wel binnen het redelijke verwachtingspatroon van de ontwikkeling van de leerling. In het Ondersteuningsteam (OT) wordt het OPP vastgesteld. De intern begeleider besluit in samenspraak met de leerkracht en directeur tot het maken van een OPP. Een OPP wordt elk half jaar na de Cito-toetsen opnieuw bijgesteld en geëvalueerd met de ouders. Aan de hand van het OPP wordt het programma voor de leerling zo aangepast dat de doelen die gesteld zijn haalbaar blijven. De leerkracht voert het OPP binnen zijn eigen groepssituatie uit.
4.8
Orthotheek
4.9
Leerlingendossiers
De orthotheek (een opslagplaats van onderwijsleermiddelen voor extra hulp voor alle groepen) staat in de ruimte van de interne begeleiders en wordt beheerd door de interne begeleiders. Alle leerkrachten van de school kunnen hier gebruik van maken.
Om privacygevoelige informatie centraal te bewaren en controle van de aanwezigheid van leerlingengegevens te waarborgen, is er een leerlingendossier. Het papieren dossier wordt in een afgesloten kast bewaard. Leerkrachten kunnen de dossiers altijd gebruiken. Ouders mogen de dossiers altijd inzien. De dossiers blijven echter altijd op school en mogen niet worden meegenomen naar huis. De Jozefschool werkt met Parnassys. In dit beveiligde systeem worden de gegevens (toetsen, verslagen en observaties) van leerlingen digitaal bewaard. Alleen teamleden hebben toegang tot de gegevens van de leerlingen.
4.10
Samenwerkingsorgaan De Westfriese Knoop: Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs ingegaan. Het doel van deze wetswijziging is om ieder kind onderwijs te bieden dat hem of haar zo goed mogelijk helpt ontwikkelen en zo thuisnabij mogelijk is. Om dit mogelijk te maken zijn scholen intensiever met elkaar gaan samenwerken. Onder passend onderwijs wordt verstaan dat elk kind het onderwijs krijgt, dat bij hem of haar past. Dat hoeft echter niet binnen het reguliere onderwijs te zijn. Soms kan een plaats op het SBO of SO geschikter zijn om passend onderwijs te krijgen. Alle scholen voor primair onderwijs in de regio West Friesland, inclusief de scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs, zijn verenigd in samenwerkingsverband De Westfriese Knoop. Dit samenwerkingsverband ondersteunt de scholen bij het organiseren en aanbieden van passend en thuisnabij onderwijs. Zorgplicht Vanaf de wetswijziging in augustus 2014 hebben alle scholen zorgplicht. Zorgplicht betekent dat de school waar een kind wordt aangemeld de best passende onderwijsplek voor dit kind moet vinden als zij die zelf niet kan bieden. Dit gaat in overleg met de ouders. De school houdt rekening met de onderwijsbehoeftes en mogelijkheden van het kind, maar ook met de bredere situatie rondom het kind en het gezin. Zo hoeven ouders
van kinderen met een ondersteuningsbehoefte deze moeilijke beslissing niet alleen te maken. U vindt de aanmeldingsprocedure en het stroomschema op de website van De Westfriese Knoop. Knooppunten Om zo veel mogelijk leerlingen thuisnabij onderwijs te kunnen bieden werken de scholen die bij elkaar in de omgeving staan met elkaar samen in een zogeheten knooppunt. De scholen delen expertise met elkaar en zetten waar mogelijk gezamenlijke professionalisering op. Zij kunnen voor leerlingen met dezelfde ondersteuningsvraag samen de ondersteuning organiseren. Het kan ook voorkomen dat een ondersteuningsvraag de mogelijkheden van de huidige school overtreft, maar dat de ondersteuning wel gegeven kan worden op een andere school in de buurt. De ouders als partner De ouders van een leerling zijn gelijkwaardige partners bij het maken van keuzes in het onderwijsaanbod en de ondersteuning. Zij worden dan ook bij elke stap in het proces betrokken. Dit geldt niet alleen voor de schoolkeuze, maar ook voor de inhoud van de ondersteuning. De ouders zijn immers ervaringsdeskundige. Zij zijn daarom vaste partner in het ondersteuningsteam. Door al vroeg met de ouders samen te werken ontstaat een compleet beeld van de mogelijkheden en behoeftes van de leerling. In het belang van hun kind zijn de ouders verplicht om alle relevante informatie te delen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om informatie van medisch- of gedragsspecialisten. Trajectbegeleiders In het samenwerkingsverband is een ondersteuningsstructuur afgesproken. De stappen van de ondersteuningsstructuur kunt u lezen in het ondersteuningsplan. Dit is te vinden op de website van de Westfriese Knoop. Wanneer de school te maken krijgt met een ondersteuningsvraag van een leerling die meer vraagt dan de basisondersteuning, zal de school een trajectbegeleider inschakelen. De trajectbegeleiders zijn in dienst van het samenwerkingsverband. Zij ondersteunen school en ouders bij het onderzoeken van de mogelijkheden voor passende ondersteuning. De trajectbegeleider coördineert ook een eventuele plaatsing naar het speciaal (basis)onderwijs. Vragen en informatie Heeft u vragen of wilt u meer informatie over passend onderwijs voor uw kind? Op de website van samenwerkingsverband De Westfriese Knoop vindt u informatie, links en het volledige ondersteuningsplan: www.dewestfrieseknoop.nl. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband een speciaal informatiepunt voor ouders. Van maandag tot woensdag is dit informatiepunt telefonisch te bereiken. U kunt hier terecht met al uw passend onderwijsvragen.
4.11
Externe hulpverleners
De Jozefschool hecht veel waarde aan goede contacten met externe hulpverleners en instanties. Wij zijn zeer terughoudend waar het de begeleiding van leerlingen of het bieden van een apart programma door hulpverleners of andere deskundigen onder schooltijd betreft. Afwezig zijn is een ongewenste inbreuk op de continuïteit van het lesprogramma. Alleen in een van de volgende situaties is een bepaalde vorm van
behandeling onder schooltijd mogelijk, en dan nog alleen na toestemming van de directie:
Als het een test/toets op verzoek van school betreft. Als sprake is van een medische indicatie. Bij onderzoek en intakegesprek met hulpverlener (noodgevallen) en het opstarten van een behandeling van maximaal twee maal. Bij een absolute noodsituatie.
De interne begeleider is de contactpersoon met de externe hulpverleners. Een groepsleerkracht adviseert nooit zonder overleg met en instemming van de interne begeleider ouders om een externe hulpverlener in te schakelen. Als een leerling op verzoek van onze school door leden van ons samenwerkingsverband De Westfriese knoop, wordt onderzocht, dan worden daar geen kosten voor in rekening gebracht bij de ouders. Indien ouders op eigen initiatief een onderzoek laten doen dan moeten zij zelf de kosten daarvoor betalen. De interne begeleider kan ouders informeren over de keuzemogelijkheden. Onderwijsbegeleidingsdienst (OBD)
De OBD ondersteunt de school bij het testen van zorgleerlingen. Op verzoek van de interne begeleider en na toestemming van de ouders kan een medewerker van deze instelling een intelligentieonderzoek, dyslexieonderzoek, etc. afnemen. De resultaten hiervan worden altijd met de ouders besproken. Doel van een zo’n onderzoek is om de onderwijsbehoeften van de leerling nauwkeurig in kaart te brengen en de begeleiding zo optimaal mogelijk en binnen onze mogelijkheden plaats te laten vinden. De GGD
Wanneer een kind vier jaar wordt, draagt het consultatiebureau van de afdeling jeugdgezondheidszorg (JGZ) de zorg over aan het schoolteam. Aan onze school is een schoolarts verbonden. Die onderzoekt de kinderen met het doel groei- en ontwikkelingsstoornissen vroegtijdig op te sporen en zo mogelijk te voorkomen. Vragen en problemen Ongeacht de leeftijd van het kind, kunt u zich richten tot de afdeling JGZ met vragen en problemen over de lichamelijke of sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Bijvoorbeeld over voeding, leefgewoonten, moeilijk gedrag, pesten, sport en beweging, seksualiteit, zindelijkheid etc. Naar aanleiding van uw vragen en problemen kan er een extra onderzoek of gesprek plaatsvinden. Ook kan er, na overleg met de ouders, tussen de GGD en de school overleg plaatsvinden over kinderen voor wie extra aandacht op zijn plaats is. Schoolarts
Groep 2 Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdarts. Er wordt uitgebreid gekeken naar groei en ontwikkeling en de gezondheid. Gelet wordt op ogen en oren, lengte en gewicht, spraak/taalontwikkeling, het bewegen (grove en fijne motoriek) en het gedrag van het kind. Het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt U ontvangt een oproep voor twee inentingen: één tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en één tegen Bof, Mazelen en Rode hond (BMR). Groep 7 Onderzoek door jeugdverpleegkundige.
Naast groei en ontwikkeling staat de gezonde leefstijl meer centraal. Er wordt aandacht besteed aan hygiëne, slapen, voeding, hobby’s en gedrag. Ook wordt aandacht besteed aan lichamelijke groei, gezichtsvermogen, gehoor en houding. Alle leerlingen van groep 2 en 7 worden onderzocht door een jeugdarts van de GGD. Er wordt dan gekeken naar de groei, de spraaktaalontwikkeling, de motoriek, de gezondheid en het functioneren van het kind thuis en op school. Voor de school belangrijke zaken worden met de betreffende leerkrachten doorgenomen. Bureau Jeugdzorg Op 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg ingegaan met als doel de jeugdzorg samenhangend en vraaggericht te maken. Sinds januari 2015 ligt de jeugdzorg bij de Gemeente. Om die reden is De Jozefschool in 2006 een samenwerkingsverband gestart. Binnen het Ondersteuningsteam nemen instellingen deel vanuit jeugdzorg en onderwijs. Indien een kind problemen heeft waarbij de school onvoldoende kennis en kunde bezit om het op te lossen, dan is de school verplicht haar zorg te delen. Bij grote zorg zijn korte lijnen met de Gemeente.
4.12 Onderwijskundig rapport Bij vertrek van een leerling naar een andere basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of naar het voortgezet onderwijs met leerwegondersteuning wordt een onderwijskundig rapport gegeven over de leerling. Dit rapport heeft betrekking op de werkhouding, de cognitieve leerprestaties, de ontwikkeling van de expressie en motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook wordt een beschrijving gegeven van het sociale gedrag van de leerling ten aanzien van leerlingen en leerkrachten. Als een leerling op onze school geplaatst wordt, is de oude school verplicht een onderwijskundig rapport te verschaffen.
4.13 Lesactiviteiten
geïnformeerd.
In de volgende paragrafen staat omschreven welke leerstof er in welke groepen aan de orde komt. Dit noemen we de basisleerstof. De ouders van de leerlingen die een andere leerlijn of een individueel handelingsplan krijgen, worden hierover door de leerkracht
4.13.1 (Les)activiteiten in de groepen 1 en 2 In de kleutergroepen zitten de vier-, vijf- en zesjarigen bij elkaar in één groep. Een heterogene groep bevordert de sociale vaardigheden van de kinderen. Het belangrijkste voor een kind is dat het zich veilig voelt op school, van daaruit kan de kleuter door zijn nieuwsgierigheid ontdekkend-spelend bezig zijn. In de groepen 1-2 wordt onderwijs gegeven met betekenisvolle thema’s. Per thema formuleert de leerkracht een aantal doelen en daarbij worden activiteiten bedacht waarmee we de leerling een stapje verder helpen in zijn/haar ontwikkeling. In de klassen wordt een rijke leeromgeving gemaakt waar leerlingen zich spelenderwijs in allerlei verschillende hoeken kunnen ontwikkelen. Tijdens de activiteiten observeert de leerkracht welke vaardigheden de leerling beheerst. Dit gebeurt met het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM). Dit is een digitaal observatie- en registratieprogramma. Het zorgt ervoor dat alle leerkrachten van groep 1-2 vanuit hetzelfde kader naar de ontwikkeling van kinderen kijken. Zo wordt elke leerling in zijn eigen ontwikkeling gevolgd, want iedereen is uniek en ontwikkelt zich op een andere manier en in een eigen tempo.
Het is belangrijk dat de kinderen leren respect te hebben voor hun medeleerlingen en dat ze begrijpen dat de ander gelijke rechten heeft. Het egocentrische karakter van het jonge kind ontwikkelt zich naar een houding van samen doen en samen beleven, geven en nemen, overleg en vriendelijkheid. Met het oog op dit belang werkt de school vanaf augustus 2007 structureel in een preventieve sfeer aan sociaal-emotionele vaardigheden met het lesprogramma "De Vreedzame School". De leerkrachten organiseren regelmatig een kleine kring. Op deze manier leren de leerlingen omgaan met uitgestelde aandacht ( de leerkracht mag tijdens de kleine kring niet gestoord worden) en creëert de leerkracht de mogelijkheid om een klein groepje aandacht te geven. De leerkrachten vinden het belangrijk dat de leerling eerst het probleem zelf probeert op te lossen en wanneer dat niet lukt een medeleerling om hulp vraagt. Ontwikkelingsgebieden in groep 1 en 2
taalontwikkeling (taalspelletjes, rijmen, prenten- en verhalenboeken, begrippen), rekenvaardigheden (tellen, meten) motorische ontwikkeling (buiten spelen, zang- en dansspelletjes en bewegingslessen), sociaal-emotionele ontwikkeling cognitieve (kennis) ontwikkeling.
Er is sprake van een geleidelijke overgang van groep 2 naar groep 3. In groep 2 wordt regelmatig taakgericht gewerkt, een werkwijze die in groep 3 steeds meer terugkomt.
4.13.2 (Les)activiteiten in de groepen 3 t/m 8 Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 staat in het teken van:
het aanleren van de basisvaardigheden (technisch- en begrijpend lezen, taal en rekenen) kennismaken met de wereld om ons heen ontwikkelen van sociale vaardigheden werken aan creativiteit, motoriek en sportiviteit
Nederlandse Taal
De Jozefschool werkt met de methode Taal in Beeld en Spelling in Beeld. De taalmethode die ruimschoots voldoet aan de kerndoelen voor het basisonderwijs, is in schooljaar 1011 ingevoerd. Alles wat basisschoolleerlingen moeten leren, komt in Taal in Beeld aan bod. Maar wel op een manier die kinderen aanspreekt. Met veel beeld, een frisse aanpak en aansprekende oefeningen. In elke groep werkt Taal in beeld aan:
woordenschat: doelwoorden en woordenschatstrategieën spreken, luisteren en een gesprek voeren schrijven: stellen en goede teksten schrijven taalbeschouwing: woordbouw, zinsbouw en taalgebruik
Spelling in Beeld leert kinderen de belangrijkste spellingstrategieën. Zo leren ze niet alleen zoveel mogelijk woorden correct te spellen, maar worden ze ook getraind in de juiste spellingdenkwijze. Spelling in Beeld legt het accent op:
klankstrategieën: schrijven zoals je een woord hoort regelstrategie: het toepassen van de spellingregel weetstrategie: het inprenten van woorden opzoekstrategie: gebruik van woordenboek analogie aanpak: gebruik van voorbeeldwoord
Lezen
Voor het aanvankelijk lezen (de eerste fase van het leren lezen) gebruiken wij de methode Veilig Leren Lezen. Het geeft een goede basis voor het verdere leesonderwijs.
De Jozefschool gebruikt in de groepen 4 t/m 8 de methode "Estafette" voor voortgezet technisch lezen. Voor kinderen die moeite hebben met het technisch lezen, gebruiken we aanvullende lesmaterialen. Daarmee zetten we een kortdurende begeleiding in die is gericht op het beheersen van het gewenste AVIniveau.
de wereld oriënterende vakken.
De schoolbibliotheek heeft leesboeken voor de groepen 3 t/m 8 en voorleesboeken voor de leeftijdsgroep van circa 3 tot 8 jaar. Er is een documentatiecentrum met boeken voor kinderen die werken aan opdrachten voor
Vanaf de tweede helft van groep 4 wordt gewerkt met Nieuwsbegrip. De methode Nieuwsbegrip zet actuele thema’s in om het begrijpend lezen te stimuleren. In Nieuwsbegrip komt de nadruk te liggen op begrijpend en studerend lezen. Wekelijks wordt een actuele tekst op verschillende niveaus aangeboden. De tekst wordt aan de hand van leesstrategieën aangepakt. Interactieve website voor leerlingen
Nieuwsbegrip XL wordt gebruikt als interactieve website voor leerlingen. Op www.nieuwsbegripxl.nl staat iedere week een XL leesles. Deze les heeft hetzelfde actuele onderwerp als de informatieve tekst van Nieuwsbegrip Basis. Bij Nieuwsbegrip XL is het een les aan de hand van een ander soort tekst, bijvoorbeeld een gedicht, reclame of een verhaal. De leerlingen werken op de computer aan opdrachten bij deze tekst. Eventueel is de les ook te downloaden, zodat we hem op papier kunnen behandelen. Woordenschat en schrijfopdrachten
Met de woordenschatoefeningen op de website van Nieuwsbegrip XL breiden de leerlingen hun woordenschat uit met tweehonderdtachtig (groep 4) tot vierhonderd woorden per schooljaar (groep 5 t/m 8). Ze oefenen de woorden op diverse manieren, zodat ze deze daadwerkelijk aan hun woordenschat toevoegen. Rekenen
In de groepen 1-2 wordt gebruikt gemaakt van de methode “Met sprongen vooruit”. Spelenderwijs worden kinderen vertrouwd met tellen, getallen en getalbegrip. Groep 3 t/m 8 werkt met de methode “Wereld in getallen”. Deze methode is gebaseerd op de nieuwste rekeninzichten. Het leren rekenen kent een vaste opbouw, waarbij tussenstappen niet weggelaten kunnen worden. Leerlingen die rekenen moeilijk vinden zijn gebaat met één oplossingsstrategie. Het automatiseren van rekenvaardigheden heeft een grote plaats in het aanbod. De methode werkt met 3 verschillende niveaugroepen. Het bijwerkboek wordt gebruikt, voor leerlingen die extra instructie nodig hebben. Voor leerlingen, die meer uitdaging in het rekenen nodig hebben, is er het plusboek. Het digitale programma dat een onderdeel is van de methode wordt voor elke leerlingen een half uur per week ingezet. Zo nodig worden voor de zwakke rekenaars het programma “Maatwerk” en voor de snelle rekenaars het programma “Kien” ingezet. Engelse taal
Engels wordt in de groepen 5 t/m 8 aangeboden. Het doel daarbij is dat de leerlingen in staat zijn deze taal op een eenvoudig niveau mondeling en schriftelijk toe te passen. In het schooljaar 2013-2014 hebben we de methode Groove.me ingevoerd. Groove.me is een digibordmethode Engels voor de groepen 5 t/m 8 van het basisonderwijs. Deze complete lesmethode leert de kinderen de Engelse taal via muziek. Muziek is de basis van alle lessen. De muziek, die gebruikt wordt, is echte muziek: bekende popsongs en eigentijdse hits in hun oorspronkelijke uitvoering.
De methode sluit aan bij de belangstelling van de kinderen en door de muziek krijgen de kinderen zelfvertrouwen. Hiermee stappen ze over de drempel om zelf Engels te durven zingen en spreken. Ook leert onderzoek dat muziek helpt om het geleerde makkelijk te onthouden. Op deze wijze leren de kinderen het Engels via zoveel mogelijk intelligenties: door kijken, luisteren, zeggen, zingen, lezen, voelen en bewegen. Ook via het digibord en de opdrachten speelt de methode Groove.me steeds in op diverse zintuigen en leerstijlen met als gevolg dat kinderen sneller Engels leren. Schrijven
Het afgelopen schooljaar heeft een werkgroep binnen het team een keuze gemaakt voor een nieuwe schrijfmethode. De methode heet “Pennenstreken” en zal in het schooljaar 2015-2016 worden ingevoerd. Alle groepen gaan starten met deze nieuwe schrijfmethode. De groepen 3 tot en met 6 kunnen meteen gebruik maken van de vernieuwde versie. Voor de groepen 7 en 8 is deze nog in ontwikkeling en wordt dit in het jaar 2016-2017 ingevoerd. Schrijven is een belangrijke vaardigheid die het leren lezen in belangrijke mate ondersteunt. Door tegelijkertijd met het leren lezen van een letter, deze letter ook te schrijven wordt de letter goed geoefend. Door de letters en woorden te leren schrijven wordt de letter en het woordbeeld in het geheugen opgeslagen, wat het leren lezen in belangrijke mate versterkt. Ook in de hogere jaargroepen wordt een koppeling gemaakt tussen leren schrijven en andere vakgebieden. De koppeling met spelling blijft een belangrijk onderdeel, maar ook een koppeling met taal en zaakvakken wordt gemaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het schrijven van een samenvatting of het automatiseren van hoofdsteden en landen en het schrijven van namen van hoofdsteden en landen! Leren schrijven met Pennenstreken is zo nooit verloren tijd, maar is altijd functioneel. Wereldoriëntatie Aardrijkskunde, natuuronderwijs en geschiedenis (groep 3 t/m 8) We gebruiken voor alle vakken op het gebied van wereldoriëntatie “De Zaken” van Zwijssen. Dit is een nieuwe methode waar wij in het schooljaar 2015-2016 mee gaan werken. De methode is voor de groepen 5 t/m 8 opgebouwd uit Tijdzaken (geschiedenis), Wereldzaken (aardrijkskunde) en Natuurzaken (natuuronderwijs). Met De Zaken voor de groepen 3 en 4 begeleiden we leerlingen op hun eerste ontdekkingstochten en bereiden we hen goed voor op de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek. In deze methode komen de kerndoelen van ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’ geïntegreerd aan de orde. Alle methoden en materialen van “De Zaken” van Zwijsen zijn opgebouwd volgens hetzelfde concept en dezelfde opbouw. De methoden vormen samen een doorgaande leerlijn voor de zaakvakken in groep 3 t/m 8, maar zijn ook uitstekend los van elkaar in te zetten. Verkeer
We gebruiken de methode "Wijzer door het Verkeer". Dit onderwijs vindt gedeeltelijk methodisch plaats en gedeeltelijk incidenteel en verbonden met andere vakken of thema's. Per week wordt per groep ongeveer een half uur aan dit vakgebied besteed. Jaarlijks doet groep 7 mee aan het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland, zowel het theoretische als het praktische examen. Catechese
Voor levensbeschouwing gebruikt de Jozefschool de methode "Hemel en Aarde". In deze methode gaat het er om kinderen te prikkelen bezig te zijn met levensvragen. Gedurende het jaar staan vijf onderwerpen uit de dagelijkse omgeving van kinderen centraal. Onderwerpen die ook aansluiten bij de speciale feestdagen in een jaar.
Kinderen horen over gebruiken en verhalen uit onze eigen katholieke traditie, maar er worden ook steeds uitstapjes gemaakt naar de andere wereldgodsdiensten. Kennis maken met de gebruiken en de ideeën van de grote wereldgodsdiensten gebeurt overigens ook binnen aardrijkskunde en geschiedenis. Daarnaast gebeurt er op het gebied van levensbeschouwing ook veel naar aanleiding van de actualiteit: gebeurtenissen kunnen aanleiding geven tot een goed gesprek, een gedicht, een verhaal of misschien een stiltemoment. Met onze lessen willen de leerkrachten bereiken, dat kinderen op een bewuste manier leren omgaan met waarden als: liefde, vrijheid en gerechtigheid. Als team worden we hierbij ondersteund door een theologisch geschoolde begeleider. Cultuureducatie
Onze visie op cultuurbeleid: Kinderen kennen hun culturele achtergrond en worden gestimuleerd in het ontwikkelen van hun talenten. Kinderen accepteren en respecteren elkaars talenten, doordat ze zich creatief kunnen uiten en zichzelf kunnen presenteren. De kinderen komen in de acht jaar op de basisschool actief, receptief en reflectief in aanraking met de diverse onderdelen van het cultuuronderwijs. Zo ontdekken de kinderen waar hun talenten liggen. Hierin beleven de kinderen plezier, ervaren verrassing en worden de zintuigen geprikkeld. Jaarlijks is er een schoolproject in samenwerking met de Organisatie voor Kinderopvang SKIK of met een culturele instelling in de regio. Elke keer staat een onderdeel uit de cultuurvakken centraal. Voor de groepen 6, 7 en 8 wordt hier een onderdeel mediaeducatie aan gekoppeld. Bijvoorbeeld filmen, fotograferen, vastleggen in fotoboeken, het maken van programmaboekjes. Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het onderwijs in bevordering van gezond gedrag is erop gericht dat de leerlingen kennis van, inzicht in en vaardigheden krijgen voor een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. We onderscheiden lichamelijke gezondheid en sociaal-emotionele gezondheid. In de leerstof worden deze onderdelen vanaf augustus 2007 in samenhang aangeboden in de methode "De Vreedzame School". Hierin worden vaardigheden ontwikkeld als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en van je fouten leren. Per week wordt per groep structureel aandacht aan dit vakgebied besteed. Sinds schooljaar 2014-2015 vult het team deze werkwijze aan door middel van de werkwijze vanuit het gedachtegoed van PBS. Hierbij ligt de nadruk op het gewenste gedrag en wordt hier zoveel mogelijk op ingezoomd. Dit wordt visueel ondersteund en successen worden in de groep gevierd. Daarnaast wordt er consequent gehandeld bij ongewenst gedrag. Door middel van deze werkwijze creëren wij een duidelijke en veilige omgeving waarin kinderen mogen zijn wie ze zijn. Creatieve vakken
De leerkrachten gebruiken onderstaande methodes, aangevuld met eigen ideeën. Tekenen: Laat maar zien Handvaardigheid: Laat maar zien Wij hebben voor het vak drama de methode “Moet je doen”. Daarnaast wordt groep overstijgend gewerkt tijdens de creatieve ochtend rond sinterklaas en/of kerstmis . Als voorbereiding op het Sint Maartenfeest mogen kinderen in de midden- en bovenbouw een keuze maken in het maken van een lampionnen.
Muziek
Het onderwijs in muziek is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden krijgen om muziek te beluisteren, te maken en om met elkaar over muziek te kunnen spreken. In de muzieklessen ligt de nadruk op zingen. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan bewegen op muziek, dansen, het bespelen van instrumenten en het luisteren naar muziek. Voor dit vak wordt de methode "Muziek, moet je doen" gebruikt ter ondersteuning. Elke groep krijgt muzieklessen van een muziekdocent van muziekschool Koggenland. Zij maakt gebruikt van een doorgaande leerlijn voor muziek voor de groepen 1 t/m 8. De groepsleerkrachten zetten de lessen, door de muziekdocent aangeboden, voor. Hierdoor blijven de muzieklessen op het rooster gewaarborgd. Bewegingsonderwijs
Elke groep gymt tweemaal per week in de zaal (drie kwartier per keer). De kinderen van groep 3 t/m 8 gymmen in T-shirt, korte broek of gympakje en gymschoenen. Zwarte zolen zijn verboden. De toestellessen worden verzorgd door twee leerkrachten met een specialisatie bewegingsonderwijs. De spellessen worden verzorgd door de groepsleerkracht mits deze een bevoegdheid heeft voor het geven van gymnastieklessen. Het kan dus zijn dat de leerlingen van een andere leerkracht gym krijgen dan hun eigen groepsleerkracht. De groepen vier gaan wisselend zwemmen i.p.v. de tweede gymles. Andere groepen mogen per toerbeurt naar het zwembad. Op deze wijze is kwalitatief verantwoord bewegingsonderwijs in een doordachte opbouw gewaarborgd. ICT Onze visie op ICT:
Kennis overdracht We willen een grote variëteit aan technologische middelen inzetten (hardware, software, digitale methodes) om onze kinderen voor te bereiden op de maatschappij. We gebruiken hiervoor veelvuldig het digibord. Ook de kinderen leren hiermee omgaan. We willen de leerlingen beschermen en bespreken daarom de regels en afspraken over het gebruik van de computer, het internet en de sociale media. Kennis constructie We vinden het belangrijk dat de leerlingen leren samen werken en van elkaar te leren. Dat ze zelfstandig mogen en kunnen werken in hun eigen tempo. Kennis draait niet alleen om uit je hoofd leren maar ook onderzoeken, vinden, interpreteren en toepassen. Hiervoor maken we gebruik van de digitale middelen die voorhanden zijn.
Social Media In het schooljaar 2013-2014 heeft het team samen met ouders en leerlingen van de leerlingenraad zich gebogen over de inzet van social media in de school. Op basis van
deze gesprekken is er een beleidsplan opgesteld dat in juni 2014 is vastgesteld in de medezeggenschapsraad. Dit beleidsplan is geplaatst op de website van de school. Hierin is afgesproken dat de school jaarlijks de ouders om toestemming vraagt voor het publiceren van foto-, film- en geluidsopnamen van groepen leerlingen voor studiedoeleinden en bij schoolgerelateerde situaties (projectweek, schoolreisje etc.)op sociale media. Hierbij is de afspraak dat er geen afbeelding individuele leerlingen wordt getoond om zoveel mogelijk de privacy te beschermen. De school(leiding) beslist welke beelden worden getoond en er is een nadrukkelijk verzoek aan hulpouders om geen foto’s op social media te plaatsen van activiteiten waarbij zij in schoolverband assisteren. Techniek
Elke groep werkt met de lessen uit de Techniek Torens. De Techniek Torens is het meest complete lesconcept met technieklessen en dekt voor groep 1 t/m 8 de kerndoelen voor techniek in het basisonderwijs. Alle thema's en domeinen worden in doorlopende leerlijnen behandeld. Het is vooral veel "zelf doen" voor de kinderen. Er zijn groepen waar deze lessen geïntegreerd worden in thema’s. Anderen groepen werken in circuitvorm met hulp van ouders en stagiaires. Sociale vaardigheidstraining en weerbaarheid
Kinderen in de groepen 7 en 8 worden in de gelegenheid gesteld mee te doen aan een buitenschoolse cursus weerbaarheidtraining. Daarbij vinden we een goede communicatie met de ouders over het gedrag erg belangrijk. Sociale vaardigheidstraining (SVT): Er worden lessen Sociale vaardigheid gegeven door daartoe opgeleide leerkrachten. Dit houdt in dat er één sessie van 10 bijeenkomsten per jaar voor een aantal kinderen van groep 3 t/m 7 wordt verzorgd. Dit wordt aangeboden wanneer:
Uit de groep- en IB bespreking naar voren komt dat een SVT een belangrijk onderdeel vormt van het handelingsplan . Het gedrag van de leerling daar aanleiding toe geeft.
De ouders/ verzorgers worden nauw bij deze procedure betrokken: Er wordt een ouderavond georganiseerd aan het begin van de cursus waarin aan de ouders uitleg wordt gegeven over de inhoud. Na afloop is er een evaluatiemoment waarin wordt stilgestaan bij de opbrengsten van de cursus. De selectie van de groep leerlingen vindt plaats na een aanvraag van de leerkracht en interne begeleider.
4.14
Evaluatie van het jaarplan schooljaar 2014-2015
De evaluatie van het jaarplan 2014-2015 wordt in september 2015 op de website van de school geplaatst.
4.15
Schoolontwikkelplan 2015/2016:
Het team van leerkrachten werkt, verdeeld over 4 clusters en onder begeleiding van experts binnen het team, aan de uitvoer van de verbeterpunten en/of activiteiten t.b.v. schoolontwikkeling. Het schooljaar wordt verdeeld in 9 periodes waarbij na elke periode een studiedag ingepland is voor het hele team. Tijdens deze studiedag worden algemene onderwerpen m.b.t. de schoolontwikkeling behandeld maar werken de leerkrachten verdeeld in groepen aan de analyse van de leerling-resultaten in hun groepen en het plannen van het vervolgaanbod. Het team is daarbij verdeeld in 4 clusters: leerkrachten groepen 1 en 2, leerkrachten groepen 3 en 4, leerkrachten groepen 5,6 en leerkrachten groepen 7 en 8. Elk cluster beschikt over een coördinator en wordt ondersteund door directieleden, interne begeleiders en specialisten en kan beschikken over een onderwijsassistente die
de leerkrachten van het cluster assisteert bij het begeleiden en uitvoeren van de plannen. Om tijdens deze processen van elkaar te leren bereiden de leerkrachten ook gezamenlijk lessen voor en gaan bij elkaar op klassenbezoek. Dit alles onder het motto: “samen elke dag een beetje beter!” Op onderwijskundig gebied staat volgend schooljaar differentiatie centraal. Dit houdt in dat we nog meer willen uitgaan van de verschillen tussen leerlingen en daar nog beter mee willen omgaan in de groepen. Tevens werken de clusters aan onderwijskundige verbeteringen op het gebied van begrijpend lezen voor de groepen 4 t/m 8, beginnende geletterdheid voor de groepen 1 en 2, aanbod aan kinderen die meer kunnen bij de groepen 1 t/m 8, invoer van de nieuwe schrijfmethode “Pennenstreken” in de groepen 3 t/m 8 en de methode “Zaken” voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur in de groepen 5 t/m 8. Daarnaast beschikt het team over een aantal interne deskundigen m.b.t. pedagogisch handelen, taal, rekenen, vreedzame school, ICT, leerling-zorg en catechese. Zij begeleiden tijdens teambijeenkomsten de teamleden in de ontwikkelingen op deze gebieden. Bij de start van het schooljaar zal er, door het vertrek van juf Caroline, intern een vacature zijn voor cultuurcoördinator, die we z.s.m. hopen in te vullen. De coördinatoren van de clusters en de experts hebben regelmatig overleg met de directieleden over de voortgang van het proces. Deze plannen worden uitgewerkt in een Schoolontwikkelplan 2015-2016 en dit plan wordt op 21 september 2015 worden vastgesteld in de medezeggenschapsraad. Na vaststelling wordt het geplaatst op de website van de school.
4.16
NIO (Nederlandse intelligentietest voor onderwijsniveau) in groep 8.
Deze test wordt afgenomen en begeleid door de onderwijsbegeleidingsdienst. De test meet de aanleg ofwel het intelligentieniveau van het kind. Deze test wordt afgenomen aan het begin van het schooljaar in groep 8. Naast de NIO vullen de leerlingen ook de persoonlijkheidsvragenlijst in onder begeleiding van een testmedewerker van de OBD. Met de aanvullende informatie van de ouders en de leerkrachten wordt er een advies opgesteld voor het mogelijke vervolg in het voortgezet onderwijs. De school ontvangt een schriftelijk rapport. De OBD bespreekt het daaruit voortkomende advies met de leerkrachten. Dit advies wordt door de leerkrachten van groep 8 met de ouders besproken, die ook een afschrift van het rapport ontvangen. Op basis van deze gegevens geeft de school een advies over de vorm van voortgezet onderwijs die aansluit bij de ontwikkeling van het kind. Na dit advies gaan ouders en leerling scholen voor voortgezet onderwijs bezoeken. De ouders melden hun kind aan bij de gekozen school van voortgezet onderwijs. De leerkrachten maken een onderwijskundig rapport om de ontvangende school van het voortgezet onderwijs te informeren.
4.17
Cito-Eindtoets Basisonderwijs
De school geeft de uitslag van de Cito-Eindtoets Basisonderwijs aan de leerlingen mee naar huis. De school ontvangt een gemiddelde uitslag van de groep als geheel. Dit “schoolrapport” geeft een beeld van de resultaten van de groep aan het eind van de school in vergelijking met het landelijk gemiddelde en de uitslag van vorige jaren. Binnen de SKO West-Friesland worden de eindresultaten van de scholen onderling vergeleken en zo nodig worden er bestuursbreed beleidsvoornemens op gebaseerd. Onderstaand treft u het gemiddelde “schoolrapport” van de Jozefschool aan. Elke school krijgt een totaalscore voor de eindtoets tussen de 500 en de 550. De Jozefschool scoorde de afgelopen jaren als volgt: Jaar
Landelijk
Landelijke
Score Jozefschool
Score
gemiddelde zonder correctie
gemiddelde met correctie*
zonder correctie
Jozefschool met correctie*
2011
535,1
535,3
531,8
532,3
2012
535,1
535,2
535,3
535,3
2013
534,7
534,7
533,6
533,6
2014
534,4
534,4
530,0
532,3
2015
534,8
534,9
530,7
532,6
*De correctie van de ruwe scores wordt berekend door het leerling-gewicht. (Dit is een inschatting van de problematiek in een groep op basis van vooropleiding van de ouders) en de scores van begrijpend lezen. De scores voor begrijpend lezen geven een indicatie van de aanleg van de leerlingen. We proberen om minimaal op het niveau van het landelijk gemiddelde te presteren. Dit is een reëel doel, als we kijken naar de samenstelling van het kennisniveau van de leerlingen. De afgelopen jaren is dat niet gelukt maar het blijft een streefdoel van de school voor volgend schooljaar. Toetsuitslagen Cito- leerlingvolgsysteem
Om het schoolresultaat te volgen bespreekt het team jaarlijks in maart de uitslagen van de toetsen van het Leerlingvolgsysteem en de resultaten van de Cito-eindtoets. Er worden trends gesignaleerd en daar waar niet op het gewenste niveau wordt gepresteerd, worden er plannen opgesteld voor de aanpak. Deze worden opgenomen in het schoolontwikkelingsplan van het volgende schooljaar. In het jaarverslag van de school, dat in september van elk jaar verschijnt, zijn de resultaten van de tussentijdse toetsen opgenomen. Dit jaarverslag wordt vastgesteld in de medezeggenschapsraad en in september 2015 op de website van de school geplaatst.
4.18
Aansluiting voortgezet onderwijs
Uiteindelijk worden op basis van de resultaten van de NIO-toets en het schooladvies de leerlingen op de verschillende scholen aangenomen. In 2015 gingen de schoolverlaters van de Jozefschool naar de volgende scholen voor het voortgezet onderwijs: School aanpassen .............................................................. Aantal Copernicus mavo, havo, vwo ........................................................... 5 D'Ampte basis, kader, theoretische leerweg ...................................... 9 Oscar Romero Theoretische leerweg, havo, vwo................................. 6 Werenfridus havo, vwo ................................................................... 4 OSG mavo, havo, vwo ................................................................. 11 Newton vmbo ................................................................................ 3 Clusius College vmbo...................................................................... 1 Praktijkschool ................................................................................ 1