#30 Britse sporen in Brussel Deze wandeling duurt een uur en start aan het Centraal Station. Lang voor er sprake was van de EU zijn er vele Britten in Brussel neergestreken. Het resultaat daarvan is nog altijd op talrijke locaties te merken. De gezusters Brontë en de beeldhouwer Henry Moore, een fontein op de Grote Zavel… zijn getuigen van Britse aanwezigheid in Brussel. Zelfs ons koningshuis heeft Britse banden. En wat heeft het beeldje van Peter Pan in het Egmontpark te maken met Engeland? We starten letterlijk met een Brits spoor in Brussel, nl. aan Centraal Sation. In 1814 bouwde George Stephenson (1781-1848) de eerste locomotief. Op 5 mei 1835 vertrok de allereerste trein op het Europese continent in Brussel, op de plaats van de huidige Groendreef, op weg naar Mechelen. Neem in het station de uitgang Ravenstein en ga door de Ravensteingalerij naar boven. De boekwinkels verkopen een voornamelijk Frans aanbod, maar ook Britse kranten. Vooral het weekblad The Bulletin is populair bij de Engelstalige gemeenschap in Brussel – het is zo’n beetje de bijbel van de expatriates. Zowat overal in Brussel vind je Britse literatuur, maar er zijn twee specifiek Britse ‘bookshops’: Waterstone op de Adolphe Maxlaan 71-75 en SterlingBooks op de Wolvengracht 38. Passa Porta op de Dansaertstraat 46 heeft een Engelstalige sectie en organiseert lezingen van Britse auteurs. Recent schreef Richard Hill een boek om de ziel van de Belgen te doorgronden, ‘The Art of Being Belgian’. Boven aan de Ravensteingalerij biedt de winkel van Bozar een goede selectie van Britse componisten en musici. We gaan tot aan de hoofdingang van BOZAR. Het BOZAR of het Paleis voor Schone Kunsten van architect Victor Horta staat op de plaats van de Domus Isabellae, waarin het ‘Institut Héger’ gevestigd was. In de negentiende eeuw was dit een erkend taleninstituut, dat werd geleid door Zoë Parent. Haar echtgenoot Constantin Héger gaf Franse les en retorica. Het instituut werd wereldberoemd door twee van hun leerlingen: Charlotte en Emily Brontë. De zusjes wilden een school openen in de pastorie van
BOZARshop
© OPB – Herman Ricour
Haworth in Yorkshire, maar eerst kwamen ze in 1842 naar Brussel om hun Frans en Duits te perfectioneren. Geen van de Brontës was ooit gelukkig ver van huis, maar de betrekkingen tussen de Belgische en de Engelse meisjes waren ronduit slecht. Charlotte en Emily waren al goed op weg om oude vrijsters te worden en ze haatten het land en het volk. Ze waren ultraprotestant opgevoed en hadden het moeilijk met het Roomse leven dat ze om zich heen zagen. Hoe diep Charlotte dit alles afkeurde, kunnen we lezen in haar boek Villette. Door de namen te verdoezelen is ze eindelijk vrij om haar opgekropte gevoelens volledig naar buiten te brengen: Brussel wordt Villette, België wordt Labassecour, de Isabellastraat wordt rue Fossette en prins Leopold le Comte de Dindonneau. Maar in 1843 kwam Charlotte terug naar Brussel, als onderwijzeres, omdat ze een onbeantwoorde liefde voor Constantin Héger had opgevat… De literatuur van Charlotte Brontë heeft bijgedragen tot de negatieve kijk van veel Britten op België. Haar oeuvre staat op de literatuurlijst van elke leerling en die krijgt een scheefgetrokken kijk op Brussel, België en de Belgen, lang voordat hij of zij zich een eigen mening heeft kunnen vormen. We gaan richting Hofberg (Congrespaleis) en gaan eventjes onder de arcade staan. Links aan de onderkant van de Albertinabibliotheek zien we de St.-Joriskapel van het voormalige Nassaupaleis. Sint-Joris of Saint George is de patroonheilige van Engeland. We zijn in goed gezelschap! De slag bij Waterloo werkte inspirerend op de Engelse psyche en gaf het groeiende nationalisme een heel sterke impuls. De Britten waren gefascineerd door deze strijd
#30 : 1
Warande park
© OPB – Herman Ricour
waar hun Hertog van Wellington zo glorieus uitgekomen was. Er ontstond een ware golf van ramptoerisme en deze omgeving werd zo’n beetje ‘England abroad’. De ‘toeristen’ vestigden zich in de beste hotels en reisden dan per koets naar Waterloo, waar ze door de boeren ‘gegidst’ werden. Ook veel eminente Britten kwamen voor de nodige research voor hun boeken, artikels en oorlogsverslagen. De auteur die de sfeer in Brussel tijdens de veldslag en na de overwinning het best weergaf, was de journalist en romancier William Makepeace Thackeray. Hij gebruikte zijn Brusselse ervaringen als achtergrond voor zijn beschrijving van de Slag bij Waterloo in Vanity Fair, zijn beroemde roman uit 1848. We gaan verder langs de Hofberg tot het Koningsplein. Op deze hoek stond het Hôtel de France. Hier verbleef Lord Robert-Walter Stuart (1775-1830), majoorgeneraal van het Britse leger. Tijdens de revolutionaire gevechten in het park (1) werd hij op 23 september 1830 door een verdwaalde kogel gedood. Hij ligt begraven in Bolton, Engeland. Op 21 juli 1831 rijdt prins Leopold van Saksen-CoburgGotha, gekleed in een Belgisch generaalsuniform, onder begeleiding van een schitterende stoet Brussel binnen. Rond het hele Koningsplein zijn versierde tribunes opgesteld. Voor de kerk staat een verguld baldakijn. De Grote Harmonie speelt vaderlandse liederen. Nadat Vilain XIIII de grondwet voorgelezen heeft, legt prins Leopold de eed af. Na negen maanden heeft België eindelijk een koning! Wat heeft dit nu te maken met Britse sporen? Wel, toen Leopold op 2 mei 1816 trouwde met Charlotte, de prinses van Wales, nam hij de Britse nationaliteit aan. We hadden dus een Brit als koning! Op de hoek van het plein, tegenover het Museum BELvue, was vroeger de Lloyd’s Bank. Al in 1688 sloot Edward Lloyd als een eenmanstoeristenbureau verzekeringen af tegen kleine risico’s. Hij stierf in 1713, maar de naam bleef bestaan. Onder andere in een roman van Charles Dickens uit 1837 heet een schipverzekeraar zo. Nu kennen we de ‘Lloyd’s’ als een van de grootste verzekeraars ter wereld, ook vanwege de bizarre verzekeringen, zoals benen, voeten en zelfs neuzen van wereldsterren. Verlaat het Koningsplein en wandel richting park, sla rechtsaf het Paleizenplein op en wandel langs het Koninklijk
Paleis der accademiën
© OPB – Herman Ricour
Paleis naar het Paleis der Academiën (2). Het Paleis werd in 1826 gebouwd ter ere van Willem van Oranje, de kroonprins der Nederlanden, als dank voor zijn
deelname in de Slag bij Waterloo. Wat is hier de Britse connectie? Wel, Charlotte, de prinses van Wales en de eerste vrouw van Leopold I, was korte tijd verloofd met Willem, op aandringen van haar vader George IV. Ze weigerde echter pertinent om Buckingham Palace te verlaten en Willem naar Nederland te volgen. Ongevoelig voor de diplomatieke druk schrijft Charlotte op eigen houtje een brief aan Willem, waarin ze hem de bons geeft. Aan de overkant (hoek Paleizenplein – Hertogstraat) zien we het gebouw van de Civiele Lijst, gebouwd door Pierre Walckiers, bijgenaamd ‘Le Magnifique’, die er een rijke bibliotheek inrichtte. Later werd dit het Hôtel d’Assche. Daar ontving markiezin d’Assche in de memorabele Waterlooperiode de kopstukken van de geallieerde troepen en de hooggeplaatste persoonlijkheden die in Brussel verbleven. We wandelen richting Troonplein en gaan rechts de Brederodestraat in. Aan de overkant van de boulevard ligt de voormalige Bank Lambert, in 1964 gebouwd door Skidmore, Owlings en Merrill, drie Amerikaanse architecten. Ervoor zien we een mooi kunstwerk van de Britse kunstenaar Henry Moore (1898-1986) (3). Deze Britse beeldhouwer werd beroemd voor zijn grootschalige abstracte bronzen en marmeren beelden. Gesteund door de British Art Movement introduceerde Moore een bijzondere vorm van modernisme in GrootBrittannië. Hij leefde heel sober en om zijn erfenis te beschermen tegen successierechten, stak hij in 1972 al zijn geld in The Henry Moore Trust. De later gestichte Henry Moore Foundation ondersteunt de opleiding van jonge kunstenaars. Zijn kunstwerken zijn overal ter wereld te bewonderen en hebben meestal de vrouwelijke figuur als thema en zijn geïnspireerd op de kunst van Afrikaanse volksstammen. Hij kreeg meerdere erkenningen, maar in 1951 weigerde hij de ridderorde van het Britse koningshuis. Hij ligt begraven in The Artist’s Corner van de Saint Paul’s Cathedral in Londen. Loop verder door de Brederodestraat. In deze straat hadden de belangrijkste Kongobedrijven hun hoofdzetel. Voorbij de tuin van het Koninklijk Paleis
#30 : 2
Minerva fontein
Henry Moore
© OPB – Herman Ricour
blijven we even staan voor het Zwitserse chalet, dat tot enkele jaren geleden de woning was van prinses Astrid. Het werd gebouwd als hoofdzetel van het Kongobestuur (vandaar de ster). Aan het Kongolese avontuur zijn enkele Britse namen verbonden. Sir Henry Morton Stanley, eigenlijk John Rowlands (1841-1904), groeide op in een armenhuis, liep weg, ging als scheepsjongen naar de VS en werd daar journalist bij de New York Herald. In opdracht van deze krant ging hij in 1871 naar Afrika en vond de verloren gewaande Dr. Livingstone. Doctor Livingstone I presume? In 1876 vonden Stanley en koning Leopold II elkaar en Stanley reisde van 1879 tot 1884 in opdracht van de koning en op kosten van diens studiecomité in Kongo rond. De Britse politicus Edmund Dene Morel (1873-1924) was de medestichter van de Congo Reform Association, die het bewind van Leopold II in Kongo aanviel. Als gevolg daarvan annexeerde België Kongo en was het niet langer het persoonlijke bezit van Leopold II. De genaturaliseerde Britse schrijver Joseph Conrad (1857-1924) bracht het hele Kongoverhaal in romanvorm op de markt onder de titel Heart of Darkness. We gaan rechts de Naamsestraat in en wandelen naar het Koningsplein. In de Naamsestraat vind je The Lunch Company, een goede halte voor een echte Engelse ‘afternoon tea’. Aan het Koningsplein gaan we links de Regentschapsstraat in tot aan de Zavelkerk en dan rechtsaf naar de Grote Zavel, tot het midden van het plein aan de Minervafontein (4) (benedenzijde van het plein).
© OPB – Herman Ricour
De fontein uit 1661 die hier stond, werd vervangen door de huidige fontein op kosten van de Engelse earl Thomas Bruce, derde graaf van Elgin en tweede van Ailesbury (1656-1741). Het was zijn dank voor de gastvrijheid die hij hier veertig jaar lang had genoten. Toen Willem III van Holland koning van Engeland werd, bleef Thomas Bruce een aanhanger van James II. Hij werd in de Londense Tower opgesloten, maar kon zich vrijkopen en kreeg de toestemming om het land te verlaten. Hij was weduwnaar en hertrouwde hier met Charlotte Jacqueline d’Argenteau. Ze woonden op het plein dichtbij de kerk en hadden één dochter: Marie-Thérèse (1704-1736). Charlotte stierf in 1710, Thomas pas in 1741. Ze werden beiden begraven in de Brigitinnenkerk. Met de bouw van de fontein werd pas in 1751 begonnen. Boven op het witmarmeren monument zit de Romeinse godin Minerva met aan haar beide zijden allegorische voorstellingen in de vorm van putti. Eentje blaast een hoorn en de andere zit op een urn waaruit water komt. Aan de voorkant zien we het wapen van graaf Elgin en Ailesbury en zijn motto Fui mus (we have been/we hebben geleefd). Op de zijkanten staat een opschrift in het Latijn over de tevredenheid van Bruce over zijn verblijf in Brussel. Tussen de troonsbestijging van James II in 1603 en het eerherstel van Karel II in 1660 kwam een hele kolonie van Britse katholieke politieke vluchtelingen naar Brussel, maar ook naar andere steden zoals Leuven, Antwerpen, Gent en Brugge. Ze verbleven in kloosters, abdijen en scholen en er moet een enorme kruisbestuiving geweest zijn binnen de wetenschappelijke en culturele kringen. De twee zonen van Karel I van Engeland, die zo prachtig geschilderd werden door Anthony van Dyck, vluchtten naar Brussel nadat hun vader in 1649 onthoofd werd door Oliver Cromwell. Ze gingen pas terug naar Engeland toen Karel II in 1660 koning werd. Er was nog een andere Thomas Bruce (1766-1841) die hier in Brussel verbleef, namelijk de zevende earl of Elgin en de elfde earl of Kincardine. Hij was slechts 29 jaar oud toen hij als luitenant-kolonel in het Britse leger aan het hoofd stond van zijn eigen regiment The Elgin Highland Fencibles. Hij bouwde een respectabele diplomatieke reputatie op als speciaal gezant en gevolmachtigd minister aan het Pruisische hof, eerst in Wenen en later in Brussel. Maar deze Lord Elgin is wereldberoemd geworden door zijn ‘diefstal’ van de stenen van het Parthenon in Athene, nu bekend als The Elgin Marbles. Griekenland probeert
#30 : 3
Het monument van de Britse erkentelijkheid jegens de Belgische Natie 1914-1918
© OPB – Herman Ricour
al meer dan 150 jaar de stenen terug te krijgen, maar ze worden bewaard in het British Museum in Londen en voorlopig vinden de Britten dat de beste plek. Wordt ongetwijfeld vervolgd… We gaan terug richting kerk tot in de Regentschapsstraat en gaan dan rechtsaf richting Justitiepaleis. Een andere Engelsman die we hier in de buurt tegenkomen is de zakenman William Caxton (1422?-1491). Hij was adviseur van koning Henry VII, vertaler, uitgever en drukker. Caxton had in Keulen over de nieuwe boekdrukkunst gehoord. Hij kwam naar Brussel en drukte hier het allereerste boek in het Engels, The Recuyell. Zijn tweede publicatie was The Game and Play of Chess Moralised (gedrukt in 1476), het allereerste boek over het schaakspel en tevens het eerste boek dat met houtsnijwerk werd geïllustreerd. In datzelfde jaar keerde Caxton terug naar Engeland met de allereerste drukpers in het land. Daarop drukte hij Troilus and Crescide, Morte d’Arthur, The History of Reynart the Foxe, Chaucer’s The Canterbury Tales en vele andere boeken. We wandelen tot op het Poelaertplein (5). Links op de hoek van de Regentschapsstraat en het Poelaertplein zien we Het monument van de Britse erkentelijkheid jegens de Belgische Natie 1914-1918, opgericht door de British Imperial War Commission. Het werd in 1923 met grote luister overhandigd door de prins van Wales in het bijzijn van Koning Albert I en zijn dochter, prinses Marie-José. Kunstenaar is Charles S. Jagger. Het krachtig uitgevoerde werk is heel verfijnd in de uitwerking van de details. Dit meesterschap dankt Jagger aan zijn opleiding als goudsmid. In Lancashire en in Londen staan nog twee oorlogsmonumenten van hem. Het Brusselse monument was zijn eerste buitenlandse opdracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog slaagden de Brusselaars erin om elke dag een boeket bloemen voor het monument te leggen, dat natuurlijk prompt werd weggehaald door de Duitse bezetter, die in het Justitiepaleis huisde. Hier vermelden we ook Field Marshal Montgomery, The Viscount of El Alamein. Op 3 december 1944 bevrijdde hij Brussel met zijn British First Guards Division van de Duitse bezetter. Zijn standbeeld staat op het plein dat zijn naam draagt, in zijn bekende houding – kaarsrecht en met de handen op de rug.
Peter Pan
© OPB – Herman Ricour
Wandel naar het Louizaplein, waar je een halte vindt van de metrolijn 2 en de trams 91-92-93-94. Wie nog tijd heeft kan even een ommetje maken. Wandel terug richting Koningsplein tot aan de synagoge en sla rechts de Joseph Dupontstraat in. In het Egmontpark staat het standbeeld van Peter Pan (6). Peter Pan, ‘het jongetje dat nooit groot wilde worden’, kwam het Egmontpark opvrolijken in 1924. Het is een kopie van het beeld dat in Kensington Gardens in Londen staat. Dat is een kunstwerk van Sir Georges Frampton (1860-1928) uit 1912, dat hij maakte op vraag van de auteur van het boek, de Schotse Sir James Matthew Barrie (1860-1937). De beeldhouwer putte zijn inspiratie uit de illustraties die Arthur Rakham voor het boek had getekend. Sir Frampton zelf besloot om een kopie van het beeld aan de stad Brussel te schenken. Hij was diep onder de indruk van het grote leed dat België tijdens de Eerste Wereldoorlog te verduren had gekregen. Het opschrift op het beeld luidt dan ook ‘vriendschapsband tussen de kinderen van Groot-Brittannië en de kinderen van België’. De beeldhouwer maakte nog vijf kopieën van het beeld en vernietigde daarna de gietvorm. Loop door het park in de richting van het Hilton Hotel. Op de Waterloolaan sla je rechtsaf naar de Louizalaan.
#30 : 4
Kaartje voor wandeling #30 : Britse sporen in Brussel
�������� ������� �
������ �
Elke maand een nieuwe ‘doe-het-zelf ’ wandeling van Broodje Brussel op www.opbrussel.be Deze wandeling is een initiatief van OPB in samenwerking met VTB-VAB Brusselgidsen. Copyright Onthaal en Promotie Brussel ©
���������������������������� Onthaal en Promotie Brussel Muntplein - Prinsenstraat 8 • B-1000 Brussel 0800 13 700 •
[email protected] • www.opbrussel.be
#30 : 5