3. VISIE STADSBOULEVARD
Kortrijk Groenstructuren Stadsboulevard
denis.dujardin.omgevingen
VISIE RONDE PUNTEN Het gegeven “rond punt”. Ronde punten zijn infrastructurele restruimtes die door hun intrinsieke centraliteit binnen het verkeersgebeuren uitermate zichtbaar zijn. Dat heeft een dubbel gevolg. Er wordt “rond” gereden, maar er wordt frontaal op gekeken. Met het gevolg dat ze al te vaak met betekenis worden overladen. Met de nadruk op “overladen” Als een soort centraal betekenend ikoon. Zoals vroeger kruisbeelden op bepalende plaatsen stonden. Visie De betekenisdrager Een rond punt overladen met betekenis, richt de aandacht op een centraal punt, daar waar deze infrastructurele restruimte enkel dient om “rond te rijden”. Maar zoals Kortrijk vlaggenmasten als evenementieel uithangbord op ronde punten plaatst, zo kunnen de verschillende ronde punten als evenementiële, wisselende kalender functioneren. De vlaggen die telkens terugkeren geven een wisselende maar identiteits-onderstrepende betekenis ( “- dit is Kortrijk! –“), aan de non-places die rotondes zijn.
De invulling De vraag is of rotondes met groen of met harde materialen moeten worden ingevuld. Of de rotondes met andere woorden van een natuur-representatie moeten worden voorzien. Gezien de schaal-factor die aan het groen wordt toebedeeld in nhet gehele verloop van deze studie, gaan we ervan uit dat rotondes niet aan die schaal-factor voldoen. Dat betekent dat die rotondes, alleen al door de vak infrastructurele ondergrond en de moeilijke onderhouds-bereikbaarheid, niet in staat zijn om een schaalmatige natuurbetekenis van belang te vertegenwoordigen. Voorstel kan zijn om ze met grote maar nog net verdraagbare natuursteen-brokken te beleggen. Ze worden daardoor niet betreedbaar (wat op zich niet nodig is), maar door de wegneembarheid van het materiaal, tot op zekere hoogte opbreekbaar en beheerbaar. De stenen kunnen eventueel ook cementgebonden met elkar verbonden worden, met respectieve inspectieluiken.
2
denis.dujardin.omgevingen
Knooppunt met hoge verkeersintensiteit. Vormt ruimtelijk een éénheid met de parkeerruimtes op Steyts Koer en ook met de langse zone langs de spoorweg. Beduidende afwezigheid van groen. Rotonde kan « bol » worden aangelegd.
Kortrijk Groenstructuren Stadsboulevard : Knoop Oudenaardsesteenweg
Convenanten gebonden project, startnota op audit
3
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knoop Gentsesteenweg
denis.dujardin.omgevingen
L1
Beduidende afwezigheid van groen op dit her aan te leggen knooppunt.
Convenanten gebonden project, startnota op audit
Huidige situatie verandert naar een knooppunt met lichten. 4
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Herinrichting Knooppunt Oudenaardsesteenweg
- Verbinding fietspad Denijstraat - Ontwikkeling parkeerterrein (lege kavel) - parking en frietuur - inrit winkel
Bijkomende mogelijkheden tot het betrekken van aanpalende zones voor de inplanting van bijkomend groen (parking spoorweg, frietuur, prado,…) 5
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Simulatie: Knoop Oudenaardsesteenweg en Knoop Gentsesteenweg
Voor
Na
6
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Doortocht forum invest
Bestaande inplanting bomen te behouden. Voorstel boomsoort stadsboulevard met kleine variante van de moeraseiken 7
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Liebeartlaan
L1 O2 Beeldbepalend Japanse Kerselaars vormen een éénheid met de meestal interbellum-architectuur. Op termijn kunnen ze echter vervangen worden en als zodanig ingeschakeld in de beeldstrategie van de Stadsboulevard. deels convenanten gebonden project samen met de Gentsesteenweg, startnota op audit.
O1
8
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Vercruyssestraat
denis.dujardin.omgevingen
V2 O2 Boomloos breed bemeten gabariet vlakbij Sint-Maartenskliniek.
V1 O1 Zeer breed bemeten boomloos deel vlakbij Bruggesteenweg.
Hier kan het gewenste groenconcept samen met de nodige profielen voor de verkeersfunctie gerealiseerd worden 9
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knooppunt Brugsesteenweg
Vrij boomarm midden-plantsoen, dat omsingeld wordt door verkeers-infrastructuur. Zou wat meer intimiteit en de functie van verblijfsruimte worden toebedeeld door middel van struweelgroen of beboming . Geplande herinrichting verkeerssituatie laat het plantsoen beter aansluiten met de bebouwing Volledige herprofilering van de weg is mogelijk met het gewenste groenconcept. Door het wegnemen van de bijpas in richting Brugsesteenweg kan het plein tot aan de gevels doorgetrokken worden. 10 Convenantgebonden project, TV3V
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard: Meensestraat
MS2 O2 Veel te breed bemeten gabarietmet geringe oversteekbaarheid. Belendend Astridpark is beeldbepalend. Bomenrij zou assymetrisch kunnen worden ingezet om de groene wand bij het beeld te betrekken.
MS1 O1
Daar waar het park niet belendt kan geswitcht worden naar een dubbelzijdige bomenrij. In alle wegsecties van de Meensesteenweg kan het gewenste groenconcept gerealiseerd worde, in princiep bestaat de stadsboulevard uit 2x1 rijstrook met waar nodig afslaande stroken
11
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knoop Kortrijksestraat
L1
Samen met de Meensesteenweg kan hier het groenconcept met versterken van de hoekbeplanting uitgevoerd worden, een drastische vermindering van de verkeersruimte lijkt niet mogelijk 12
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knooppunt Meensesteenweg
Bestaande situatie met Moeraseiken op de Westelijke Ring, die aansluiting behoeft richting Meensepoort.
13
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knooppunt panorama
Minister Tacklaan, kan het verhaal van de Stadsboulevard bestendigen. Het stukje nar de ondertunneling zal boomloos moeten blijven. Kleine rotonde kan worden bol gelegd. 14
Kortrijk Groenstructuren Simulatie: Knoop Brugsesteenweg en knoop panorama
denis.dujardin.omgevingen
Voor
Na
15
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Wandellaan/Tacklaan
WT2 O2 M. Tacklaan kan een assymetrische bomenrij krijgen. Parkeerplaats aan ondertunneling moet begroend worden. Door afwezigheid van bomen op brughelling, kan daar een compenserende boombeplanting komen, die verenigbaar is met de parkeerfunctie.
WT1 O1 Breed bemeten gabarietdat minstens éénzijdig kan beboomd worden. Bolvormige bomen zijn schaalmatig te klein voor dergelijke plaats. Maakt deel uit van bestaand project in uitvoering. 16
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Wandellaan/Tacklaan
denis.dujardin.omgevingen
WT4 O2 Moet minstens éénzijdig beboomd worden.
WT3 O1 Idem. Zie cfr..
17
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knooppunt Doorniksesteenweg
Boomloze parking kan geherstructureerd worden, bij voorkeur met integratie van de Stads-boulevard-boom, omdat deze niet op de brughelling kan worden geplant. Dit is essentieel om de begeleidende functie van de bomen op de Boulevard te bestendigen. Verkleien kruispunt door afschaffen rijstrook richting Zwevegemsepoort, inrichting als stadspark en groene poort als 18 toegang tot het centrum.
Kortrijk Groenstructuren stadsboulevard : Knooppunt
denis.dujardin.omgevingen
Inrichtingsprincipes ronde punten Bolle situatie in functie van het zicht van de automobilist: punt van de bolling moet boven ooghoogte. Bolling moet overal even hoog. Integratie van vlaggemast als communicatie voor stedelijke evenenmenten
Volle grond: onderhoudsvrije en blijvende beplanting Gebruik van éénvormige betonsokkel Integratie met reflector / verlichting
Kunstmatige situatie (daktuinsituatie): assortiment stad / specifieke situatie
geen beplanting mogelijk (bereikbaarheid nutsleidingen): grote ophefbare stenen/blokken / warme tinten 19
4. VISIE BINNENGEBIED
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Binnengebied
STEDENBOUWKUNDIGE CONTEXT De binnenstad van Kortrijk is niet zoals veel andere Vlaamse steden (Brugge, Mechelen , Leuven, Diest etc.) Het veralgemeende fijnmazig kleinkorrelig van oorsprong Middeleeuws weefsel is her en der opengebroken. Tijdens WOII is tevens heel veel weefsel weggebombardeerd. Hierdoor zijn er een aantal beduidende open ruimtes, zoals het Casinoplein Conservatoriumplein, Houtmarkt en Stationsplein, die ruimtelijk contrasteren met de rest van het besloten weefsel van de stad. Enkele daarvan zijn behoorlijk groen-loos. Dit wordt anderzijds gecompenseerd met parkruimtes zoals de as Plein-Groeningepoort. Maar die groencompensatie speelt zich voornamelijk af in het oostelijk deel van de binnestad. De rest is zeer schamel bedeeld met groen. Ook de meeste straten zijn behoorlijk boomloos, vooral als je fotos van rond de vorige eeuwwisseling bekijkt.
21
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Binnengebied
VISIE Verschillende plaatsen zoals bvb Casinoplein of Stationsplein kunnen meer groen incorporeren. Dit gaat uiteraard samen met een herstructurering van de ruimte, rekening houden met de huidige of de geplande bestemming. Er moet in elk geval onderzocht worden of er plaatsen zijn in de binnenstad,- met uitzondering van de oostelijke binnenstad -, waar structureel groen kan worden geintegreerd. Met structureel groen, wordt specifiek voor de binnenstad bedoeld: bomen die een volwaardige kroon kunnen vormen, ofwel bomen die doelbewust formeel en grafisch gebloksnoeid worden of een in leivorm worden gemanipuleerd (leilindes of blokgesnoeide haagbeuken als voorbeeld). Formele behandeling van groen, duidt op het historische karakter van de binnenstand en verbindt zich in deze met de bewonings- en ingreep-connotatie van de binnenstad. Met andere woorden, de binnenstad is noch een gebied waar aan natuurcompensatie moet worden gedaan, noch is het een ruimte voor botanische experimenten. Het is een plaats waar een culturele ingreep als expressie, boven een natuurbeeld wordt voorgestaan. Het Plein is een goed voorbeeld waar dit soort historiserende formele ingreep op een park is toegepast.
Struiken zijn bij voorkeur groenblijvend en sterk, omwille van de jaarrond representatie en tevens omwille van de functionele druk en eventueel mechanische belasting die het groen ondervindt. (bvb reststroken op plaatsen waarb vb jaarlijkse evenementen plaatsvinden, zijn sterk oderhevig aan die belasting). De vraag of straten in het binnengebied, zoals een eeuw geleden meer bomen moeten krijgen, is wellicht negatief te beantwoorden. Door de evenementiele en functionele druk van de binnenstad enerzijds, en de ruimtelijke beperking anderzijds, is het raadzaam enkel dààr bomen te voorzien waar de kruin volwaardig kan uitgroeien. Het is evident dat die plaatsen, behalve de in de context aangehaalde plaatsen, behoorlijk schaars zijn. Bomen planten op plaatsen , waar ze na korte tijd moeten ingesnoeid worden, is een verspilling van middelen en een verminking van de kroon, hetgeen maar een “halve” oplossing oplevert.
22
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Binnenstadsgebied: Gleditia
De Christusdoorn, die zich op de markt bevindt, is een uitstekende lichtdoorlatende boom, die goed verharding verdraagt. 23
5. SPECIFIEKE ASPECTEN IVM GROEN EN VERKEERSRUIMTES
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Specifieke aspecten ivm groen en verkeersruimtes
INVULGROEN Beeldconnotatie-aspect: Onverzorgd groen, hetgeen niet-onderhouden of overwoekerd door onkruid er uit ziet, wordt door het brede publiek als negatief ervaren. Energetisch aspect Om zoveel mogelijk nutteloos onderhoud te vermijden (- het inzetten van manschappen, het genereren van al te veel biomassa -) moet beplanting duurzaam zijn. Dat betekent: bodemsluitend, niet àl te vlug groeiend en een compacte , gesloten habitus.
Assortiment Hogere & Middelhoge soorten: Prunus lusitanica / Viburnum spp. / Osmarea spp./ Ligustrum spp. , Philadelphus, Ribes, Cornus, Hebe Grahams Dome. Lage soorten: Cornus Kelseyi, Hedera arborescens, Lonicera nitida, Symphoricarpus Hancock, Ilex meservaea (deze laatste dens geplant), Hydrangea, Sarcoccoca Hagen: Taxus, Ligustrum, Fagus, Carpinus, Acer campestre.
Beeldcoherentie-aspect Variatie in groen binnen één beeldvlak, kent zijn grenzen. Te veel versnippering, door al te grote differentiatie, veroorzaakt een warrig en onrustig beeld. Gezien dezelfde strategie als deze die bij de bomen wordt voorgestaan ( vooral het identificerende aspect), waarbij er wordt uitgegaan van het feit dat groen een éénvormig, eenvoudig en sterk structurerend effect moet hebben, geldt voor de struiken dezelfde stelregel. Dat betekent een beperkt, maar sterk assortiment.
25
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Specifieke aspecten ivm groen en verkeersruimtes
PERKPLANTEN Betekenis van perkplanten Perkplanten in recipienten en vakken zijn feetselijke “kleurvlekken” die een permanente aanwezigheid in het straatbeeld vertegenwoordigen. Ze staan ogenschijnlijk los van de seizoenaliteit, gezien hun driedelige rotatie (mei-september-december) – momenten waarop telkens andere bloei-elementen worden ingebracht. Visie-voorstel Zaak is, om die “kleurvlekken” op de wetmatigheden van het kleurgebruik af te toetsen. Waar combinaties worden gebruikt, is het zaak, deze op kleurcompatibiliteit te beoordelen. (Roze en geel bvb. Is NIET compatibel). Verder is het zaak om bij gecombineerde invullingen, de “boeketwaarde” in het oog te houden. Compositie, proportie, spanning, herhaling etc. zijn vormgevingscriteria die uit de floristiek afkomstig zijn en best op deze combinaties worden toegepast. Onderhavig voorstel stuurt aan op een visie die jaargebonden is, waarbij een assortiment PER jaar wordt toegepast. Dat assortiment wordt bepaald op basis van combineerbaarheid, duurzaamheid ( - de langdurigheid van bloei -).
26
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Specifieke aspecten ivm groen en verkeersruimtes
PERKPLANTEN Zaak is het verder omwille organisatorische redenen, maar ook omwille van het “overall”-effect, per jaar het assortiment, zoveel mogelijk overal toe te passen. Afhankelijk van het recipient in verschillende combinaties. Té veel soorten in één recipient doe het effect verloren gaan. Beter drie sterk contrasterende maar kleurcompatibele soorten, dan vijf waarvan er een paar “uit de boot vallen”. Soms is één soort als effectbepalend voldoende. Als het maar binnen het “jaar”-assortiment valt. Bij monochrome toepassingen (zoals Viola wittrockiana) kan er gekozen worden om per jaar een monochrome vlek te voorzien. Overal paarsrode het ene jaar. Overal blauwe hetvolgende jaar. Deze monochrome serialiteit (de zich overal herhalende kleurvlek) heeft veel meer effect op grote schaal dan de versnippering van het afzonderlijke perk. En ze is organisatorisch (naar workload en energetische input) ook voordelig.
27
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Specifieke aspecten ivm groen en verkeersruimtes
PERKPLANTEN Recipient-ontwerp Om een grotere identiteitsbepalend gehalte in het openbaar domein te krijgen, wordt in het kader van deze studie een voorstel gedaan, om een wedstrijd uit te schrijven naar een uniform recipient of een modulaire reeks van recipienten, die typisch zijn voor Kortrijk en als zodanig herkenbaar worden. De potten/bakken/schalen “van” Kortrijk . “ Je ziet ze over de hele stad”. Kortrijk als Designstad kan hier een voortrekkersrol in spelen.
28
DEEL 3 VISIE WIJKEN
Kortrijk Groenstructuren Wijken
denis.dujardin.omgevingen
STEDENBOUWKUNDIGE CONTEXT Zoals alle Vlaamse steden heeft Kortrijk een diversiteit van uitbreidingen die gekenmerkt worden door een tijdsgebonden morfologie: 19e eeuwse arbeiderswijken, interbellum-straten, tuinwijken, naoorlogse residentiêle uitbreidingen etc. Na-oorlogse uitbreidingen bvb hebben een sterk terugetrokken bouwlijn, met vaak te brede straten naarvolgens hun verkeersintensiteit. Anderzijds zijn er aanzetten van boombeplantingen uit de jaren 50/60 & 70, die vaak versnipperd zijn, of waarbij de bomen te groot zijnnaarvolgens de toebedeelde beschikbare ruimte
VISIE WIJKEN Als contrapunt voor de oriënterende en identificerende invalswegen, wordt voorgesteld om per wijk, stadsdeel, of desgevallend straat een bepaalde boomsoort te kiezen, die op haar groei-omvang wordt getoetst, volgens de ruimtelijke mogelijkheden. Dit bewijst dat groen in het straatbeeld sowieso, onlosmakelijk verbonden is met de straatinrichting, die vaak overgedimensioneerd is naarvolgens de intensiteit die ze moet dragen. In een enkel geval is deze situatie omgekeerd, maar dat is eerder uitzondering dan regel. De Moorselestraat is bvb een straat met een hoge verkeersintensiteit en een hoge parkeerdruk, die nauwkeurig zou moeten worden onderzocht op tot zijn minst een minimale groen-aanwezigheid. Algemeen kan men stellen, gezien de beperkte verkeersfunctie van deze straten op stedelijk niveau en de schaal en betekenis voor de lokale ontsluiting en bediening van de wijken een ruimtelijke inrichting, waarbij de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie mogelijk is. Deze straten zijn principieel zone30 straten in een erfconcept, waarbij het parkeren op de huidige rijstroken, (geschrankt, haaks, of alternerend schuin) passend in het gewenste groenconcept kan opgelost worden. 30
denis.dujardin.omgevingen
GROEN MET BETREKKING TOT DE IDENTITEIT VAN DE STADSDEELGEBIEDEN. Groen is een archaïsch materiaal. Het groen op zich is een materiaal dat NIET vernieuwend kan zijn. Het groen kan hoogstens “identificerend” werken. Dat betekent dat, door in een bepaald gebied een zelfde soort groen te gebruiken, dat gebied zich vormelijk differentieert ten aanzien van belendende gebieden, door zijn “anders” zijn. De vraag stelt zich wel, wat dit voor meerwaarde biedt? En indien men gaat voor die differentiatie, hoe men die moet realiseren,vooral, gezien de zeer stringente randvoorwaarden, zowel technisch-infrastructureel, als tuinbouwtechnisch. (Bvb. Weinig ruimte voor bomen, weinig bomen doen het goed in verharde omstandigheden, bomen met te hinderlijke vruchtval etc.) Nog een grotere moeilijkheid is, waar de grens van die deelgebieden ligt? Deelgebieden in steden zijn vandaag de dag niet echt af te lijnen. Er is een min of meer sociale scheiding, die zich uitdrukt in het zichtbare patrimonium, dat via bouwvolume, korrelgrootte en dergelijke, een bepaalde graad van status uitdrukt.
Kortrijk Groenstructuren Wijken
De stedenbouwkundige realiteit laat op zich al die sociale seggregatie af lezen. En zelfs dan kan je niet stellen, dat die scherp afleesbaar is. Bijvoorbeeld voor Kortrijk: hoort de LeopoldIII laan tot de wijk Brugse Poort of tot de Pius-wijk? En moet je dan beleidsmatig een bepaalde straat bij een bepaald deelgebied gaan voegen, waardoor mensen zich “sociaal” geconnoteerd zien met een belendend deelgebied, waar ze liever niet bijhoren. Als dat de keuze is van het beleid om die deelgebieden afleesbaar te maken bij middel van het “groen” kader, dan zijn wij van oordeel dat de enige schaalmatige middelen die binnen de toolbox van het groen voorradig zijn, de bomen zijn. (Zie de bomenmatrix) Al de rest is te versnipperd, omdat groen, vanwege de morfologisch-functionele druk van de Stad, veruit alleen maar residuair kan zijn . Tenzij bepaalde plantsoenen van “schaal” zoals de Blauwe Hoeve of het plantsoentje rond de Elizabet-Kerk, of bvb. Het Astridpark. Die elementen zijn eerder identificerend “op zich” en bepalen de mentale map van een deelgebied, dan dat ze er eigenlijk “deel van uitmaken”.
31
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Wijken
GROEN MET BETREKKING TOT DE IDENTITEIT VAN DE STADSDEELGEBIEDEN. Als dus het beleid kiest om deelgebieden differentiërend te articuleren bij middel van groen, dan verwijzen wij naar de bomen-matrix,- onderdeel van deze studie. De moraal van deze stelling , is , dat groen als achtergrond-decor, energetisch correct is (biomassa, beheers-intensiteit) en NIET ook nog eens met extra betekenis wordt opgeladen. De enige betekenis van groen is, de “aanwezigheid” van groen. Niet meer niet minder. Groen als referent naar “De Natuur” binnen het dense stedelijke weefsel. De Stad als gedensifieerde cluster van ontelbare betekenissen en kruisverbanden dicht op elkaar gestapeld, heeft niet de behoefte om nog extra betekenissen te krijgen. Groen als Natuurrepresentant zeker niet. De Natuur heeft een eeuwigheidswaarde en herinnert de mens aan de cyclus van leven en dood . De Stad is het theater van het verlangen naar het leven. Het toneel van vitaliteit : en hij is daardoor voldoende betekenisdrager van overmatig veel boodschappen. Groen staat daar boven. Mengt zich daartussen. En heeft in die zin een saaie, éénduidige maar belangrijke boodschap, zoals hiervoor beschreven. 32
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : 3 Hofsteden
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Wilgenlaan. Stadsdeel met overmatig bemeten wegenis-gabarithen. Legio groenmogelijkheden waarbij beboming met groter boomsoorten in bepaalde straten mogelijk is.
33
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Kapel Ter Bede
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Populierenlaan. Door de teruggetrokken bouwlijn, zijn tussen de parkeervakken eveneens bomen mogelijk. 34
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Kanaal
WT4
Theodoor Sevenslaan. Aanwezigheid van bomen is positief, maar de te kleine boomspiegel maakt de kwaliteitsvolle ontwikkeling moeilijk. 35
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Sint-Jan buurt
WT4 Guldensporenlaan. Bomen zijn te groot. Best om met één soort te werken. Boom kan eventueel in de parkeerstroken geintegreerd worden, waardoor de kroon ook groter kan worden.
Stasegemstraat: smalkronige bomen zijn her en der mogelijk tussen de parkeervakken.
36
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Venning
denis.dujardin.omgevingen
WT4 Kleinere bomen die een homogeen beeld veroorzaken. Ondersteunt het « tuinwijk-beeld ».
Idem. Zie cfr. 37
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Venning
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Deerlijkstraat. Meer groen mogelijk. gabariette herbekijken. Overgedimensioneerd naar volgens intensiteit. 38
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Pius
denis.dujardin.omgevingen
WT4 Gouden Rivierlaan . Uitdrukkelijke mogelijkheid van boombeplanting.
Sint-Elooisdreef. Paardekastanjes zijn te grote bomen en vragen in dit geval te veel terugsnoei. Op termijn te vervangen. 39
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Pius
denis.dujardin.omgevingen
WT4 BOMEN MOGELIJK. MEER GROEN. Text hier. Text hier.
Bomen, heel versnipperd. Gabarith-hertekening maakt meer groen mogelijk.
40
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Brugsepoort
denis.dujardin.omgevingen
WT4 Watermolenstraat. Te grote bomen die veel te fel moeten worden teruggesnoeid. Hertekening van het gabarith, kan wellicht bomen op de rijweg krijgen, tussen de parkeervakken.
Edgar Tinellaan. Kwaliteitsvolle boom-spreiding. Soort moet wel sterk worden teruggesnoeid waardoor er zich op termijn wellicht een andere boom opdringt. 41
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Stadewijk
denis.dujardin.omgevingen
WT4 Stadelaan. Hoge parkeerdruk. Straat die qua aanleg wellicht te herbekijken is. Een grote boom aan inkom en in het midden van de straat kan beeldbepalend zijn.
Weverstraat. Diverse mogelijkheden voor bomen. Grootkronig, zelfs op de rijweg tussen de parkeervakken. 42
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Moorselestraat
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Moorselestraat. Een aantal gerichte bomen met prominente kronen dringen zich op. Hoge parkeerdruk. Bomen kunnen hier ook een snelheidsremmend 43 effect hebben.
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Markebeke
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Patersmotestraat. Hertekening van het gabarith, zou in dit geval bomen verder van de gevel toelaten en derhalve ook grotere en meer impactvolle soorten toelaten. 44
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Meiweg
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Meiweg. Zeer uigesproken « landelijk » beeld met knotwilgen. Best « enkel » knotwilgen en appelaars laten verdwijnen. Knotwilgen zijn heel uitgesproken en karakteristiek en kunnen voor 45 één enkele straat, maar zijn heel arbeidsintensief.
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Buurt Loofstraat
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Pyckestraat.
Bomen kunnen tussen de parkeervakken. Wellicht enkel éénzijdig. 46
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Walle
denis.dujardin.omgevingen
WT4 Nedermosscher. Twijfelgabarietmet parkeren half op het voetpad. Na hertekening kunnen bomen eventueel tweezijdig en alternerend.
Walle. Straat overgedimensioneerd. Opstelstrook kan verdwijnen. Legio mogelijkheden voor bomen. Wellicht best éénzijdig. 47
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Sint-Rochus
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Sint-Rochuslaan. Te grote bomen voor een zeer karakteristieke straat. Zeer zware slagschaduw en mogelijkerwijze, honingdauw afscheiding onder de Lindes.
48
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : 19 Eeuwse zuidelijke uitbreiding
WT4
Graaf Boudewijn IX laan. Veel te klein bemeten bolacacias. Bomen op de weg tussen de parkeervakken, laat grotere kronen toe. GEEN COHERENTE IDENTITEIT 49
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Vuurkruisers
denis.dujardin.omgevingen
WT4
Vuurkruiserslaan Twijfelgabarietmet parkeren half op het voetpad. Na hertekening kunnen bomen eventueel tweezijdig en alternerend.
50
Kortrijk Groenstructuren Analyse Wijken : Sint-Elizabet
denis.dujardin.omgevingen
WT4 Dokter Peelstraat. Twijfelgabarietmet parkeren half op het voetpad. Na hertekening kunnen bomen eventueel tweezijdig en alternerend.
Elfde Novemberlaan Twijfelgabarietmet parkeren half op het voetpad. Na hertekening kunnen bomen eventueel tweezijdig en alternerend.
51
Kortrijk Groenstructuren Wijken : Modelplan voor lokale wegen (zone 30)
denis.dujardin.omgevingen
6m
WT4
20m
52
DEEL 4 TOOLBOX GROENMATRIX
Kortrijk Groenstructuren Toolbox groenmatrix bomen
denis.dujardin.omgevingen
A. HOOFDWEGEN BOOMKEUZE locatie
soort
specifieke bemerkingen
Korte motivatie
Stadsboulevard
Moeraseiken (Quercus palustris en smalle varianten)
Invalswegen
Noorse esdoorns (Acer platanoides en breedtevarianten)
(geen donkerbladige of bontbladige soorten)
Eénduidige manier om ALLE invalswegen te "behandelen". Donkere structurerende boom
Grotere Verbindingswegen (Baertlaan / Kennedylaan)
Essen (Fraxinus excelsior spp. en Fraxinus angustifolia spp.)
Eén soort per volledig traçé
Ideale landschappelijke bomen voor de kleigronden van Hoog-Kortrijk
Verdeelstraten(Verriestlaan / Toekomststraat etc ).
Carpinus betulus "Frans Fontaine"
Op hoogstam of in kleinere gabarithen als veer
Smalle, gezonde en sterk uniformiserende boom
Identificerende cirkelbeweging rond de binnenstad
54
Kortrijk Groenstructuren Toolbox groenmatrix bomen
denis.dujardin.omgevingen
B. DEELGEBIEDEN BOOMKEUZE locatie
soort
specifieke bemerkingen
Korte motivatie
Binnen de stadsboulevard
Gleditsia soorten of op solitair-plaatsen specifiek groot uitgroeiende andere soorten.
Behalve "Sunburst". Parken zijn een uitzondering, waar andere soorten kunnen worden toegepast. Andere soorten kunnen, voor zover ze een smalle beperkte kroon hebben.
Door de densiteit van de binnenstad, ideale boom met lichtdoorlatende kroon.
Wijken / Overige deelgebieden
Deelgebieden niet echt af te bakenen
Waar is de "grens" van een wijk?
Opdelende identificatie verhindert "brede" stadsontwikkeling.
Differentiatie aan te raden, als contrast met De bomen van de invalswegen, de éénduidige invalswegen. stadsboulevard en centrumgebied NIET in de (Gebiedsgerichte keuze bvb Pius-wijk, heeft overige wijken. andere bomen dan Brugse Poort: zie spect hieronder, zijnde de aansluiting met belendende straten) Eén soort per straat. Indien binnen de wijk Grotere clusters veroorzaken een rustige éénzelfde gabarietvoorkomt bij aan elkaar identificatie aansluitende straten, verdergaan met dezelfde soort om aaneensluitende clusters te maken. Bomen die na kroon-extrapolering te groot Vermijdt extra snoeien en overtollige worden, moeten absoluut vermeden worden biomassa. Alsook klachten van aangelanden. Bomen met hinderlijke vruchtdracht in straten Verhindert klachten van gebruikers vermijden, alsook bomen met Honingdauw (vb Gewone esdoorn en Linde) Kleine bomen in middelgrote en grote straten kunnen niet. Een boom moet een schaalmatige structuur in een straat brengen. (Hij mag geen kleine verticale invulling zijn)
De schaal mag in het beeld niet "ondergeschikt" zijn, aan de schaal van het volledige gabarith
Bomen moeten "aanwezig" zijn in het straatbeeld. Ze moeten het beeld "bepalen".
Bomen met al te oppervlakkige wortelstructuur NIET in de verharding gebruiken
55
Kortrijk Groenstructuren Toolbox groenmatrix bomen
denis.dujardin.omgevingen
C. BOMEN OP VERHARDE PLAATSEN (Pleinen en parkings) locatie
soort
specifieke bemerkingen
Korte motivatie
Verharde plaatsen (pleinen en parkings)
Bomen met brede kroongroei, geen wortelopslag, geen honingdauw, geen vruchtval, lichtfilterende kroon a rato van één boom per drie parkeernissen.
Boomkeuze afhankelijk van het gebied.
Beplante parkeerruimtes helpen mee om een beduidend aanwezige groenstructuur te onderstrepen.
56
Kortrijk Groenstructuren Toolbox groenmatrix struiken en vakbeplanting
denis.dujardin.omgevingen
STRUIKEN locatie A. Binnenstad
B. Wijken / Deelgebieden
VAKBEPLANTING locatie A. Binnenstad
B. Wijken / Deelgebieden
BOOMSPIEGELS locatie A. Binnenstad
B. Wijken / Deelgebieden
principes Blijvend beeld. Nadruk op groenblijvers. Gevormsnoeide planten proportionneel beduidend aanwezig. Het Plein als typologische aanzet.
soorten Korte motivatie Taxus, Buxus, Viburnum, Sarcococca, Verdicht stadsweefsel laat weinig ruimte Osmarea, Carpinus, Fagus, Hortensias, Hedera voor organisch uitgroeiend groen. Intens arborescens…… gebruik binnenstad vergt een jaarrond groen beeld. Historiserend beeld, waarbij vormsnoei de typologie ondersteunt. Gediversifieerde beplanting. Grote groepen. Viburnum, Cornus, Philadelphus, Choysia, Het toepassen van sterke soorten met Nadruk op planten met grote bodemsluitende Hebe Grahams Dome, Hortensia, Ligustrum weinig snoeirotatie en grote bodemsluiting, capaciteit. Soortkeuze bodem-gerelateerd. Lodense, Lonicera,Osmarea, Osmanthus, vergt weinig biomassa en heeft een lage Indien niet bodemsluitend, te combineren met Photinia, Physocarpus, Prunus lusitanica, energetische input (weinig werk aan….). bodemsluitende lage planten. Rhododendron, Symphoricarpus, Sluit aan bij harmonisch parkbeheer.
principes Sterke bodemsluiting, compacte en dense groeiwijze, ziektebestendigheid, zoutbestendigheid.
soorten Korte motivatie Taxus, Buxus, Sarcococca, Osmarea, Het toepassen van sterke soorten met Carpinus, Fagus, Hortensias, Hedera weinig snoeirotatie en grote bodemsluiting, arborescens, Geranium macrorhizzum, Hebe vergt weinig biomassa en heeft een lage Grahams Dome. energetische input (weinig werk aan….). Sluit aan bij harmonisch parkbeheer.
Sterke bodemsluiting, compacte en dense groeiwijze, ziektebestendigheid, zoutbestendigheid.
Zelfde als cfr. Maar ook iets organischer Het toepassen van sterke soorten met groeiende soorten zoals Lonicera , weinig snoeirotatie en grote bodemsluiting, Symphoricarpus, Ligustrum Lodense, Cornus. vergt weinig biomassa en heeft een lage energetische input (weinig werk aan….). Sluit aan bij harmonisch parkbeheer.
principes Sterke bodemsluiting, compacte en dense groeiwijze, ziektebestendigheid, zoutbestendigheid.
soorten Korte motivatie Buxus (ver van de weg: niet zoutbestendig), Boomspiegels beplanten is niet altijd Sarcococca (ver van de weg: niet aangewezen. Kan ook met gebonden zoutbestendig), Geranium macrorhizzum, semi-permeabele granulaten. (Gezien de Hedera arborescens. grote betredingsgraad in de binnenstad.) Als cfr. Aangevuld met Lonicera nitida, Cornus Boomspiegels best altijd beplanten, ofwel Kelseyi (niet in de schaduw!) bewoners, mits beleids-afspraak en enkel in kleinere straten, zelf laten beplanten.
Sterke bodemsluiting, compacte en dense groeiwijze, ziektebestendigheid, zoutbestendigheid.
57
Kortrijk Groenstructuren Toolbox groenmatrix ronde punten
denis.dujardin.omgevingen
Algemene Principes
materialisatie
Bolle situatie in functie van het zicht van de automobilist: punt van de bolling moet boven ooghoogte. Bolling moet overal even hoog.
1.Planten 1A. roterende beplanting
Vlaggen als evenementiële aankondiging, overal toepassen
OF! 1B. Blijvende beplanting
Eenduidige sokkel
2. Niet levende materialen 2. Steenachtig materiaal
condities
kunstmatige onderlaag (daktuinsituatie)
Doorgaande grond
kunstmatige onderlaag (daktuinsituatie)
Principes
drie maal per jaar herinplanten
soorten die weinig onderhoud vragen en die overkijkbaar zijn.
Ofwel afstemmen op het algemeen in de stad gebruikt assortiment
soorten die een goed winterbeeld hebben.
ofwel specifiek voor die plaats verantwoorde combinaties.
Geen bomen. Schaal is te klein.
Ophefbare stenen in functie van de techniciteit die er zich onder bevindt. Materialen met een groot beeldduurzaamheids aspect (bvb weinig permeabiliteit ifv het niet groen worden.) warme tinten (rood/bruin/geel)
Maximum twee soorten per rond punt. In golven in vakken of eventueel in menging. Oppassen met contrast. Moet een goed contrast vormen. optimaal bodemsluitende planten ifv laag onderhoud en "proper" beeld Oppassen voor zoutgevoelige planten Substraat goed verzorgen: goed waterhoudend, maar ook doorlatend. 58
Kortrijk Groenstructuren Toolbox groenmatrix ronde punten
denis.dujardin.omgevingen
Soorten
afhankelijk van het voorhanden zijnde assortiment
1B1 struiken
Natuursteenbrokken van niet groter dan 50cm doormeter
* ceanothus thyrsifolius repens * Cornus kelseyi * Euonymus alatus compactus * Hebe grahams dome * Perovskia atriplicifolia
1B2 vaste planten *Euphorbia robbiae (maakt uitlopers!) *Gaura (in de winter wel te vervangen door iets anders) *Acanthus mollis (bloeiwijzen uit te knippen) * Crocosmia (in de winter wel te vervangen door iets anders) * epimedium perralderianum * Geranium Rozanne * Helleborus orientalis spp. (wel oppassen voor wegknippen dorre bladeren ) * Phlomis russeliana (bloeiwijzen uit te knippen) * Sedum Matrona * Carex morowii mosten (n de winter terug te knippen) * Winterharde agapanthus * Pennisetum alopecuroides
sokkel
éénvormige sokkel als terugkerend element. Integratie van reflector/ledverlichting/bewegwijzering
Besluit
Te ontraden. Niet duurzaam.
(nog bloeiende planten zien uitharken , is bvb geen zicht)
materialisatie: beton / kunstof
aan te raden, maar goed letten op contrast, bodemsluiting en wegknippen dorre delen.
is uitvoerbaar, maar het onderzoek naar de beeld-duurzaamheid van het materiaal is belangrijk. 59
BIJLAGE
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Verkeersplanologische toetsing
VERKEERSTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN Visie op verkeer vertaalt zich in een aantal verkeerstechnische uitgangspunten: . •de verkeersfunctie van een straat situeert zich binnen de hiërarchie van het wegennet (mobiliteitspan) •de inrichting van een straat moet herkenbaar zijn, de zelfleesbaarheid als indicatie welk rijgedrag van de automobilist verwacht wordt •het verkeerstechnische ontwerp en inrichting moeten de verkeersfunctie vergemakkelijken en de verkeerstromen zo goed als mogelijk afwikkelen •gezien de ruimte voor auto-infrastructuur beperkt is moet in de inrichting de keuze voor duurzame vervoerswijzen duidelijk zijn •inrichting en verkeersfunctie moeten herkenbaar zijn binnen de verschillende verkeerskundige wegtypes (primaire, secundaire, lokale weg, de weg als onderdeel van het fietsrouteplan en zijn ruimtelijke vormgeving; laan, boulevard, ring, wijkweg, woonstraat, voetweg, fietsroute …. )
Verkeerstechnische uitgangspunten vertalen zich ook ruimtelijk in een concept: • dat in overeenstemming is met de stedenbouwkundige ambities van het beleid • aansluit op beleidsplannen die deze ambities vertalen in beleidsdocumenten • minder verkeersruimte en verkeerstechnische inrichting en vormgeving nodig heeft, zonder de functie en betekenis van de weg voor het verkeer en de structuur en het functioneren van deze weg in de stad en de beleving van de ruimte geweld aan te doen •dat een evenwichtige balans tussen voetgangers, fietsers en de wagen kent met zorg voor de kwaliteit van de verblijf- en verkeersruimte •ruimte, beleving en (verkeers-) veiligheid tegen elkaar afweegt • een groenconcept combineert met uitvoerbaarheid en faseerbaarheid.
61
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Verkeersplanologische toetsing
GEWENSTE VERKEERSSTRUCTUUR
RANDVOORWAARDEN BEPLANTING
> categorisering van de wegen volgens mobiliteitsplan > gewenste kwaliteit van afwikkeling en inricht . infrastructuur van de netwerken Kwaliteitseisen inrichting en dwarsprofiel op secundaire wegen: Voetpaden 1.50 – 2.00m Fietspaden 1.75m Parkeervakken 2.00 – 2.10m Laad- en loszones 2.50m Busbanen 3.25m, halte 3.25m of op rijstrook Rijstrookbreedte per richting 3.00 – 3.25m
Zichtbaarheid voetgangers en fietsers op kruispunten, fiets- en voetgangersoversteken Hoogte lage beplantingen max. 0,80m: voetgangers en fietsers moeten zichtbaar zijn Afstand parkeervakken en beplantingsvakken tot aan oversteek ifv. zichtbaarheid Straatbomen tussen parkeervakken, om de drie parkeerplaatsen en in perspectief op straathoeken en kruispunten Afstand tot gevels maatgevend voor inplanting van straatbomen, in de regel in het parkeervak tussen rijstrook en fietspad/voetpad
Kwaliteitseisen inrichting en dwarsprofiel op lokale wegen is afhankelijk van het type, lokale I of II, aanwezige busroutes en fietsroutes en dit in afstemming met het erfkarakter van de straat.
62
denis.dujardin.omgevingen
Kortrijk Groenstructuren Verkeersplanologische toetsing
UITGANGSPUNTEN VERKEER De verkeersplanologische toetsing binnen de uitgangspunten voor een gewenst groenconcept voor Kortrijk, bestaat uit de afstemming van de ruimtelijke analyse en de gewenste verkeersstructuur: • Ruimtelijke analyse per wegvak en –sectie
WT4
• Gewenste groenstructuur en voorstel beplanting, keuze straatbomen • Gewenste verkeersstructuur > categorisering van de wegen volgens mobiliteitsplan
> gewenste kwaliteit van afwikkeling en inrichting infrastructuur van de verkeersnetwerken Dit resulteert in een selectie van wegvakken waar en met de beoogde welke kwaliteit beplanting mogelijk is en dit op basis van de detailanalyse per wegsectie. Richtinggevend voor de verkeersfunctie en het gebruik van de netwerken is de categorisering van de wegen conform het mobiliteitsplan.
63
Kortrijk Groenstructuren Verkeersplanologische toetsing
denis.dujardin.omgevingen
WEGCATEGORISERING
.
Bereikbaarheid, (verkeers-) leefbaarheid en belevingswaarde kunnen slechts worden verbeterd door de bestaande wegen per functie te selecteren en afhankelijk van de functie duidelijke en consequente keuzes naar inrichting en gebruikskarakteristieken te maken. Primaire wegen Primaire wegen I zijn wegen die een verbindende functie hebben voor gebieden of concentraties van activiteiten, mainports zoals lucht- en zeehavens e.a. van gewestelijk belang. Primaire wegen II hebben een verzamelfunctie voor gebieden of concentraties van activiteiten, mainports zoals lucht- en zeehavens e.a. van gewestelijk belang. Voor de regionaal-stedelijke gebieden zoals Kortrijk, verzorgen de primaire wegen II naar het hoofdwegennet (dit zijn wegen van nationaal of internationaal belang) of naar een primaire weg I.
64
Kortrijk Groenstructuren Verkeersplanologische toetsing
denis.dujardin.omgevingen
WEGCATEGORISERING
.
Secundaire wegen Voor de secundaire wegen werden drie subcategorieën gehanteerd. Een secundaire weg I is een weg die in eerste plaats een verbindende functie vervult op bovenlokaal niveau, doch niet op Vlaams niveau functioneert. Daarnaast heeft die weg tevens een bovenlokale verzamelfunctie. Een secundaire weg II is een weg met als hoofdfunctie het verzamelen op bovenlokaal niveau. In mindere mate neemt de weg een verbindende functie waar. Vanwege het lagere niveau van de weg is hier in hoge mateven toegang en ontsluiting mogelijk. Bij een secundaire weg III wordt de verkeersfunctie van de weg voor het autoverkeer (verbinden –, verzamelen) minimaal gehouden en er wordt prioritair aandacht geschonken aan het langzaam verkeer en vooral aan het openbaar vervoer. Lokale wegen Lokale wegen zijn wegen waar het toegang geven de belangrijkste functie is en zijn niet van gewestelijk of regionaal stedelijk belang. Deze wegen verzorgen een verbindende functie op lokaal niveau (lokale weg I). Op de lokale wegen gaan de verkeersveiligheid en de verkeersveiligheid boven de afwikkelsnelheid. Deze keuze heeft niet als gevolg dat de capaciteit negatief wordt beïnvloed. Lokale wegen II verzamelen en ontsluiten gebieden en zorgen voor de verbinding met de lokale II of secundaire wegen. 65