Uitnodiging vergadering
Aan
Leden van de Raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong Datum vergadering, tijdstip van aanvang
30 januari 2013 - 18.00 – 20.00 uur Plaats vergadering
Raadzaal
Agenda 1. Opening en mededelingen 2. Eventuele inspraak 3. Raadsvoorstel “Bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg)”
Doel van de bespreking; geven van een behandeladvies voor de besluitronde.
4. Voorstel opleidingsprogramma Grondbeleid
Doel van de bespreking; vaststellen van het opleidingsprogramma.
5. Langetermijnagenda RGW (versie d.d. 16 januari 2013)
Doel van de bespreking; vaststellen van deze nader uitgewerkte versie.
6. Wensen & bedenkingen onderhandelingsresultaat GEM Waalsprong
Tijdens de commissievergadering RGW d.d. 16 januari 2013 is afgesproken om in e e commissieverband op 30 januari 2013 de 2 termijn van de gemeenteraad en de 2 termijn van het college te laten plaats vinden over de wensen & bedenkingen.
Voorafgaand aan deze bespreking worden alle fracties via de Raadsgriffie gevraagd hun wensen en/of bedenkingen kenbaar te maken (deadline dinsdag 22 januari om 12.00 uur) en vervolgens worden alle fracties via de Raadsgriffie gevraagd om aan te geven welke wensen en/of bedenkingen van andere fracties gesteund worden (deadline dinsdag 29 januari om 12.00 uur). Het overzicht met de steun per wens/bedenking zal vervolgens op dinsdag 29 januari aanstaande in de loop van de middag/avond verspreid worden (ook via internet).
7. Rondvraag en sluiting
R.S. Zwart Voorzitter raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong
Agenda cie Grex Waalsprong 30 januari 2013.doc
Memorandum Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie
BIJLAGE 1: Raadsvoorstel “Bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg)” LET OP! Het betreft het voorblad en het raadsvoorstel exclusief bijlagen. De bijlagen zijn in verband met de grootte daarvan opgenomen als bijlage 4. Deze bijlage is digitaal te vinden achteraan dit PDF‐bestand en fysiek liggen deze bijlagen ter inzage op de Raadsgriffie.
BIJLAGE 1 voorblad.doc
Toelichting over de behandeling van: Raadsvoorstel “Bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg)” Van:
Het college van B&W van 15 januari 2013
Doel:
Behandeladvies geven voor de besluitronde
Toelichting:
1. Voorliggende besluitvorming Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het bestemmingsplan “Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg)” en de reactienota ten aanzien van de ingediende zienswijzen vast te stellen. 2. Achtergrond Onderdeel van de ontwikkeling van de Waalsprong is het deelgebied Groot Oosterhout, dat in het noordwestelijk deel van de Waalsprong ligt, tussen de Prins Mauritssingel en het reeds gerealiseerde Woonpark Oosterhout. Het deelgebied Groot Oosterhout is circa 100 hectare groot en gaat in de eindsituatie ruimte bieden aan 1.700 á 1.800 woningen met bijbehorende voorzieningen. Om de realisering van Groot Oosterhout mogelijk te maken, is het bestemmingsplan “Groot Oosterhout” opgesteld. Dit bestemmingsplan is op 1 april 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen en is op 26 november 2009 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland. Er is begin 2010 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan door onder meer de bedrijven Toorank Productions en Strydhagen Antiekgroothandel. Beide bedrijven zijn gevestigd aan de Stationsweg op bedrijventerrein De Grift, ten noorden van het nieuwe woongebied Groot Oosterhout. Op 22 december 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State deze beroepen gedeeltelijk gegrond verklaard en een deel van het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten vernietigd. Deze uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak had als rechtstreeks gevolg dat een deel van het beoogde woningbouwprogramma niet gerealiseerd kan worden. Het betreft circa 300 woningen in het noordoostelijk deel van het oorspronkelijk plangebied van Groot Oosterhout. Dit gebied wordt ook wel het Zuiderveld genoemd. Om dit te herstellen is het voorliggende bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 opgesteld. 3. Deadline qua besluitvorming Qua deadline voor besluitvorming geldt het volgende; de Afdeling Bestuursrechtspraak heeft bij uitspraak d.d. 28 december 2012 de gemeenteraad van Nijmegen de verplichting opgelegd om het bestemmingsplan uiterlijk op 30 januari 2013 vast te stellen. Doet de gemeenteraad dit niet, dan wordt een dwangsom verbeurd aan Toorank van € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-. 4. Zienswijzen Er zijn tegen het ontwerpbestemmingsplan 4 zienswijzen ingediend. Deze zijn samengevat en voorzien van een reactie opgenomen in de zienswijzennota.
Naam steller: E-mail steller:
Etienne Waterval
[email protected]
Bijlagen:
1. Raadsvoorstel “Bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg)”
Tel. steller:
024 – 329 91 01
Ter inzage via dropbox, internet, Raadsgriffie en Informatiebalie 1. Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 28 december 2012 2. Bestemmingsplan Nijmegen-Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg) 3. Reactienota m.b.t. ingediende zienswijzen tegen het ontwerp bestemmingsplan “Nijmegen Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg)” 4. Diverse notities van Royal Haskoning 5. Meerdere ingediende zienswijzen
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering 47 Datum raadsvergadering / Nummer no raadsvoorstel 30 januari 2013
/ 13/2013
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: Voorzitter Onderwerp Wethouders 30 januari 2013
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, bestemmingsplan Nijmegen Groot OosterhoutJ.1 van (Deelgebied Stationsweg) P. Lucassen, der Meer Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer P. Eringa A. Kuil Communicatie Grondbeleid / 1032 M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
J. van der Meer Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
15 januari 2013 Samenvatting
De Raad van State heeft op 22 december 2010 de beroepen van de bedrijven Toorank en Aldus Groot vastgesteld in de vergadering van:verklaard. Strydhagen tegen bestemmingsplan Oosterhout gedeeltelijk gegrond Dit frusteert de bouw van circa 300 woningen in Groot Oosterhout, deelgebied Zuiderveld. Op de gemeente Nijmegen rust de verplichting om via een reparatief bestemmingsplan tegemoet te komen aan de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De bouw van de 300 woningen wordt thans opnieuw mogelijk gemaakt, rekening houdend met een goede ruimtelijke scheiding tussen de bedrijven Toorank en Strydhagen enerzijds en woningbouw in het De voorzitter, De secretaris, Zuiderveld anderzijds. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 2 februari 2012 tot en met 14 maart 2012 ter visie gelegen. Gedurende deze termijn van 6 weken zijn er 4 zienswijzen ingekomen op het ontwerpbestemmingsplan Voorstel om te besluiten
1. Het bestemmingsplan Nijmegen-Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg) vast te stellen conform de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP29001-VG01.gml met bijbehorende bestanden, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN (BP29001_GBKN20111019.dxf). 2. Geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 Wro. 3. De reactienota ingediende zienswijzen tegen het ontwerp bestemmingsplan “Nijmegen Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg)” vast te stellen
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Etienne Waterval, 9101,
[email protected] raadsvoorstel7januari2013.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Doordat de Raad van State op 22 december 2010 de beroepen van de bedrijven Toorank en Strydhagen tegen bestemmingsplan Groot Oosterhout gedeeltelijk gegrond heeft verklaard, is er niet langer een planologisch-juridische basis voorhanden voor de bouw van 300 woningen in Groot Oosterhout, deelgebied Zuiderveld. Het door de raad in juli 2003 vastgestelde Voorkeursmodel Waalsprong voorziet voor de locatie het Zuiderveld in de Waalsprong echter in een invulling met woningbouw . Het plan voorziet daarom opnieuw in de mogelijkheid van woningbouw. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
De vaststellingsprocedure is geregeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Daarbij wordt verwezen naar de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Voorts heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) op 28 december 2012 uitspraak gedaan over het door Toorank ingediende beroep op de Wet Dwangsom en niet tijdig beslissen . De ABRvS bepaalde dat de gemeente een dwangsom verbeurt voor elke dag waarmee zij de datum van 30 januari 2013 overschrijdt, waarbij de hoogte van de dwangsom € 100,00 bedraagt, met een maximum van € 15.000,00. 1.2 Relatie met programma
Bestemmingsplannen, die worden opgesteld in opdracht van de GEM Waalsprong, zijn binnen de gemeentelijke organisatie gekoppeld aan het programma Grondbeleid. 2
Doelstelling
Het bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg), met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen, vast te stellen.
3
Argumenten
De ABRvS heeft op 22 december 2010 de beroepen van de bedrijven Toorank en Strydhagen tegen bestemmingsplan Groot Oosterhout gedeeltelijke gegrond verklaard en een voorlopige streep gehaald door de bouw van 300 woningen in Groot Oosterhout, deelgebied Zuiderveld. Op de gemeente Nijmegen rust de verplichting om via een reparatief bestemmingsplan tegemoet te komen aan de uitspraak van de Raad van State. Na de uitspraak van de ABRvS heeft de raad van de gemeente Nijmegen op 26 januari 2011 een voorbereidingsbesluit genomen. Na afloop van het voorbereidingsbesluit heeft het college van B&W vervolgens op 2 februari 2012 het ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Hiertegen zijn zienswijzen ingediend door o.a. de bedrijven Strydhagen en Toorank (zie ook de reactienota). Strydhagen Het bedrijf Strydhagen (Groothandel in antiek) beschikt sinds 12 september 2012 over een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van het bedrijf met een werkplaats voor het repareren
raadsvoorstel7januari2013.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
en restaureren van meubels en de mogelijkheid om “bij een antiek stuk een extra meubel” te laten maken. Vóórdat sprake was van deze vergunning, bevond het bedrijf zich in milieucategorie 2 van de VNG brochure bedrijven en Milieuzonering. Er kon worden volstaan met een ruimtelijke scheiding van 30 m tussen bedrijfsgronden en de beoogde woningbouw. Vanwege de verleende omgevingsvergunning bevindt het bedrijf zich in een "zwaardere " milieucategorie (3.1/ 3.2). Vanwege extra geluidsbelasting zou een ruimtelijke scheiding van 50/ 100 m tussen de bedrijfsgronden en de beoogde woningbouw dienen te worden aangehouden. Om dit te voorkomen en teneinde tot een oplossing te komen, is gekeken of het nemen van maatregelen in het tussenliggende gebied tot de mogelijkheden behoort. Uit onderzoek van Royal Haskoning is, rekening houdend met de vergunde werkplaats, gebleken dat met het realiseren van een geluidwerende voorziening in het tussenliggend gebied de in eerdere instantie (in bestemmingsplan Groot Oosterhout) gekozen ruimtelijke scheiding van 20-25 m toereikend is. In het juridisch deel van het bestemmingsplan is in de bestemming Woongebied een zone "voorwaardelijke verplichting" opgenomen, waarmee de realisatie van de verplichte geluidsscherm gekoppeld wordt aan de ingebruikname van de woningbouw. Met het bedrijf Strydhagen zijn afspraken gemaakt over aanleg en onderhoud van de geluidwerende voorziening, welke zijn vastgelegd in een zogenoemde vaststellingsovereenkomst. Betrokken partijen bij deze overeenkomst zijn het College van B&W , GEM Waalsprong Beheer BV enerzijds en anderzijds de directie van Strydhagen (Thomas Wegh Antiek BV , A.B. Weg Antiek BV, Strydhagen Antiekgroothandel BV). De vaststellingsovereenkomst wordt ter kennisname aangeboden aan de raad. Voor de gronden van Strydhagen is een specifieke bedrijvenlijst bij de bestemmingsregels opgenomen. Daarin is de vergunde werkplaats opgenomen (onder bijlage 3, categorie 2030,2) alsmede bedrijven die qua milieubelasting daarmee vergelijkbaar zijn danwel minder milieubelasting opleveren. Al met al zijn naar aanleiding van de zienswijze van Strydhagen de plantoelichting, de verbeelding en de planregels aangepast. Toorank Productions BV Het vast te stellen bestemmingsplan kent ten opzichte van bestemmingsplan Groot Oosterhout voor Toorank Productions BV, alsmede ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg) een aangepaste planregeling. Om redenen van praktische uitvoerbaarheid is de inwaartse zonering geschrapt en zijn op de gronden van Toorank thans toegestaan: a. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 2 b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 2 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 2 van de regels, uitsluitend voor zover is aangetoond dat met de vestiging van een dergelijk bedrijf een acceptabel woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd binnen het bouwvlak van de gronden met de bestemming Woongebied Deze laatste bepaling is opgenomen omdat volgens de VNG brochure voor categorie 2 bedrijven in beginsel een afstand van 30 m moet worden aangehouden tussen de perceelsgrens van bedrijven en gronden waarop woningen kunnen worden gebouwd. In dit geval bedraagt de kortste afstand 25 m. Jurisprudentie (o.a de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
raadsvoorstel7januari2013.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
van State (ABRvS) van 10 september 2008, nummer 200704707/1, overweging 2.3.2.3, en ook ABRvS 15 september 2010, No. 200901515/1/R2, overweging 2.10.2) laat zien dat hiervan gemotiveerd kan worden afgeweken. Om deze reden is de aanvullende voorwaarde opgenomen bij de milieucategorie 2 bedrijven. Het "aantonen" kan plaatsvinden middels het aanleveren van een schriftelijke onderbouwing. Ambtshalve wijzigingen Op 7 februari 2012, daarmee ná de terinzage van het ontwerp bestemmingsplan op 2 februari 2012, heeft het College van B&W definitief besloten de activiteiten van de inrichting die betrekking hebben op het stoken van whisky in te trekken. De reden voor de gedeeltelijke intrekking is blijkens de beschikking " dat de activiteiten met betrekking tot het stoken van whisky niet zijn gestart binnen 3 jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden". In het ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg) was voor het bedrijf opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf -1” tevens de opslag en productie van whisky was toegestaan. Gelet op het feit dat inmiddels sprake is van een definitief intrekkingsbesluit ( in plaats van een ontwerpbesluit) kan de productie van whisky derhalve niet langer meer als toelaatbaar worden geacht. Vergunde activiteiten die niet zijn ingetrokken (de inpandige opslag van alcohol < 40% alsmede overige faciliteiten), blijven wel toegestaan en zijn als zodanig genoemd in de bestemmingsregels. Vanwege de eerder vermelde intrekking van het “produceren van whisky” kan er geen sprake meer van zijn dat het bedrijf volgens de VNG brochure geplaatst zou moeten worden in milieucategorie 4.2. (Destilleerderijen en likeurstokerijen, SBI code 110101) en er sprake is van een indicatief aan te houden afstand van 300 m. Zonder de productie van whisky moet het bedrijf, gelet op de inpandige opslag van alcoholische drank <40% , volgens de Brochure Bedrijven en Milieuzonering gezien worden als een bedrijf in milieucategorie 3.2 ( zie Lijst 2, Opslagen en installaties, Nummer, 3 subnummer 3, bovengrondse opslag van K1/K2: 10 - 1000 m3 van de Brochure ). Er is daarmee niet langer sprake van een maatgevende (indicatieve) afstand van 300 m, maar van 100 m. Deze afstand van 100 (R) m hangt volgens de Brochure samen met het milieuaspect gevaar/ externe veiligheid ( de toevoeging R houdt verband met een toets aan het Bevi) . In de gewijzigde plantoelichting is uitgebreid onderbouwd (in paragraaf 4.7.) waarom afgeweken kan worden van de afstand van 100 m en kan worden volstaan met een geringere afstand (31 m). Daarbij wordt onder meer gewezen op nog steeds geldende, strenge vergunningvoorschriften op het gebied van brandpreventie en brandbestrijding waar Toorank zich aan heeft te houden. Op het gebied van externe veiligheid wordt gewezen op een zogenaamde Kwantitatieve Risico Analyse, uitgevoerd door Royal Haskoning. Haskoning stelt dat het zogenaamde “groepsrisico” niet van belang is voor de besluitvorming; het College stelt vast dat een onderbouwing van het groepsrisico niet nodig is. De ambtshalve wijziging ten aanzien van de gronden van het bedrijf Toorank heeft al met al betrekking op de bestemmingsregels (artikel 3, Bedrijf -1, de begripsbepalingen), de verbeelding en plantoelichting, Overige ambtshalve wijzigingen in het vast te stellen bestemmingsplan betreffen:
raadsvoorstel7januari2013.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
-
4
actualisatie van de Structuurvisie vindt niet in 2012, maar 2013 plaats paragraaf 4.1. van de toelichting is uitgebreid paragraag 6.2. “verder procedure” is geactualiseerd de parkeerregeling is aagepast naar aanleiding van de vastgestelde parkeervisie 2012 en de hieraan verbonden nota parkeernormen gemeente Nijmegen (2012)
Klimaat
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning worden de ambities, geformuleerd in de Duurzaamheidsagenda 2011-2015, meegenomen.
5
Risico’s
Op het gebied van rechtsbescherming bestaat de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij de bestuursrechter (Raad van State). Ook kan om schorsing van het besluit worden verzocht door middel van een voorlopige voorziening. De inwerkingtreding van het besluit kan daarom niet worden gegarandeerd.
6
Financiën
In de toelichting van het bestemmingsplan is ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De kosten die zijn gemoeid met de procedure zijn gedekt conform afspraken met de GEM Waalsprong. De ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in het bestemmingsplan worden financieel uitvoerbaar geacht op basis van de exploitatie.
7
Communicatie
Het raadsvoorstel en de zienswijzennota krijgen reclamanten voorafgaand aan behandeling van het bestemmingsplan in de raad toegezonden. Reclamanten worden door de Griffie uitgenodigd voor de behandeling in uw raad. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bij uw raad over het bestemmingsplan in te spreken. Het besluit tot gewijzigde vaststelling zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant en op de gemeentelijke website. In de bekendmaking wordt gewezen op de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de Raad van State. Degenen die zienswijzen hebben ingediend, worden overigens schriftelijk van het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan op de hoogte gebracht.
8
Uitvoering en evaluatie
Het besluit tot vaststelling wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en in de Staatscourant. In deze bekendmaking wordt ook gewezen op de mogelijkheid voor belanghebbenden om tegen uw besluit beroep in te stellen bij de Raad van State. Het bestemmingsplan is in te zien bij de Informatiebalie van de Gemeente Nijmegen en op de landelijke site www.ruimelijkeplannen.nl
raadsvoorstel7januari2013.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
raadsvoorstel7januari2013.doc
Memorandum Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie
BIJLAGE 2: Memo “Uitwerking opleidingsprogramma Grondbeleid” d.d. 16 januari 2013
BIJLAGE 2 voorblad.doc
Memorandum Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie
Aan
Raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong (RGW) Datum
17 januari 2013 Opgesteld door, telefoonnummer
Paul van Minnen / 06-50620847 Visie vooraf
Rutger Zwart, voorzitter RGW Onderwerp
Voorstel opleidingsprogramma Grondbeleid
Beste leden van de Raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong, Eén van de opdrachten die de Raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong (RGW) van de gemeenteraad heeft gekregen, is de opdracht om een voorstel uit te werken voor een opleidingsprogramma op het gebied van grondexploitaties voor individuele raadsleden. Dit memo, dat mede is opgesteld op basis van de bespreking over dit onderwerp in de vergadering van de RGW d.d. 19 december 2012, strekt ter uitwerking daarvan. 1. Doel van de bespreking van dit memo in de RGW / uitgangspunten Het doel van de bespreking van dit memo in de RGW d.d. 30 januari 2013 is de vaststelling van dit opleidingsprogramma. Kort samengevat stelt de commissie daarmee de volgende uitgangspunten vast; 1. De samenvatting van de uitkomst van de bespreking d.d. 19 december 2012 (paragraaf 2). 2. De voorselectie van partijen zoals opgenomen in dit memo en het feit dat u op korte termijn geïnformeerd wordt over de partij die de opleiding zal verzorgen / de opleidingsdata (paragraaf 3). 3. Het eerst als pilot aanbieden van deze opleiding exclusief voor de leden van de RGW en het vervolgens bij voldoende belangstelling aanbieden van deze opleiding aan andere raadsleden / fractievolgers (paragraaf 3). 4. Het op werkbezoek gaan bij de gemeenten Apeldoorn of Enschede en Arnhem of Groningen conform de opzet zoals in dit memo opgenomen (paragraaf 4). Op basis van deze uitgangspunten zal het opleidingsprogramma na vaststelling in de commissievergadering van 30 januari 2013 worden uitgevoerd.
Memo nadere uitwerking opleidingsprogramma.doc
Memorandum
Vervolgvel
1
2. Inhoud van het opleidingsprogramma De eerste vraag die wij in dit memo nader uitwerken is wat de inhoud van het opleidingsprogramma zou moeten zijn. Daarbij is relevant dat in de vergadering van de RGW d.d. 19 december 2012 is gesproken over de uitwerking van een opleidingsprogramma, waarbij ook de wensen die in dat kader bij de leden van de RGW leven geïnventariseerd zijn. Samenvattend kan uit die bespreking geconcludeerd worden dat een meerderheid van de RGW de volgende uitgangspunten voor het opleidingsprogramma voor ogen heeft;
Het opleidingsprogramma moet op korte termijn plaats vinden.
Het opleidingsprogramma moet gericht zijn op het vergroten van de kennis en kunde van raadsleden om hun kaderstellende en controlerende rol op het gebied van grondbeleid / grondexploitaties invulling te geven. Het moet daarbij geen diepgaande economische of financiële opleiding zijn, maar wel moet er enige elementaire kennis worden overgedragen opdat "dezelfde taal wordt gesproken door alle raadsleden en portefeuillehouders". Raadsleden moeten dan ook inzicht hebben in wat de knoppen zijn, hoe je verantwoord aan die knoppen kunt draaien en wat daarvan dan vervolgens de effecten zijn.
Leren van ervaringen van andere gemeenten is ook aan te bevelen.
3. Wie verzorgt het opleidingsprogramma? Naast de vraag wat de inhoud is van het opleidingsprogramma (zie punt 2), is ook de vraag wie het opleidingsprogramma verzorgt relevant. In dat kader geven wij graag het volgende mee;
Navraag bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties en de VNG levert op dat vanuit de Rijksoverheid en/of VNG geen specifieke opleiding op dit gebied bestaat.
Navraag bij de Raadsgriffies van de gemeenten Enschede en Apeldoorn (in beide gemeenten heeft een raadsonderzoek plaats gevonden naar het grondbeleid en in beide gemeenten heeft een opleidingsprogramma voor raadsleden plaats gevonden) leert dat opleiding en training van raadsleden in die gemeenten de afgelopen periode vooral heeft plaats gevonden door het gemeentelijke Grond-/Ontwikkelbedrijf en de Accountant.
In Nijmegen hebben reeds een aantal opleidingsavonden / trainingsavonden voor de gemeenteraad plaats gevonden die zijn georganiseerd door het Ontwikkelingsbedrijf. Het gaat daarbij onder andere om een bijeenkomst over planexploitaties (23 september 2010) en een bijeenkomst over de opzet en werking van risicoanalyses en risicobeheer (6 oktober 2011).
Naast deze specifieke opleidingsavonden / trainingsavonden, heeft de gemeenteraad ook nadere technische kennis kunnen opdoen uit presentaties, brieven en rapporten van onder andere het college van B&W en de gemeentelijke Rekenkamer.
Deze gegeven opleidingen en verstrekte informatie hebben naar verwachting gezorgd voor een verhoging van het aanwezige kennis- en kundeniveau van de Nijmeegse raadsleden, maar gelet op de specifiek opdracht die de RGW heeft meegekregen is er behoefte aan nadere opleiding / training.
Memo nadere uitwerking opleidingsprogramma.doc
Memorandum
Vervolgvel
2
Gelet op het feit dat er vanuit de zijde van het Ontwikkelingsbedrijf / het college van B&W reeds opleidingen / trainingen zijn verzorgd, alsmede om zoveel mogelijk (de schijn van) tegengestelde belangen te voorkomen, lijkt het wenselijk om het opleidingsprogramma voor raadsleden in deze fase vorm te laten geven door een externe partij.
In lijn met deze overweging lijkt het minder wenselijk om te kiezen voor een externe partij die recentelijk reeds in opdracht van het college van B&W heeft geadviseerd over de Grondexploitatie Waalsprong. Aan de andere kant is het wél handig als de externe partij reeds kennis heeft van (de structuur van) de Grondexploitatie Waalsprong en de Nijmeegse gemeenteraad. Dat kan immers leiden tot een goedkopere offerte / een beter op maat gesneden programma.
Vandaar dat wordt voorgesteld om de volgende partijen te verzoeken om een concreet voorstel voor een opleidingsprogramma op te stellen (inclusief prijsopgaaf); o Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling heeft de gemeentelijke Rekenkamer bijgestaan in het kader van het onderzoek van de Rekenkamer naar de SOK Waalsprong en heeft zodoende kennis van de (structuur van de) Grondexploitatie Waalsprong. Daarnaast heeft Metafoor recentelijk niet in opdracht van het college van B&W geadviseerd over de Waalsprong. o Ernst & Young Ernst & Young is de accountant van de gemeente Nijmegen en heeft zodoende kennis van de (structuur van de) Grondexploitatie Waalsprong. Daarnaast werkt de gemeentelijke accountant in opdracht van de gemeenteraad (net als bij de jaarrekeningcontrole) en kent deze als zodanig een onafhankelijke positie. Met deze partijen is vooruitlopend op de bespreking in de RGW op 30 januari aanstaande alvast gesproken en beide partijen hebben aangegeven een opleidingsprogramma te kunnen / willen vormgeven conform de uitgangspunten van de Nijmeegse gemeenteraad.
Concreet betekent dit dat, als u instemt met dit voorstel, de voorzitter van de RGW nader met de voornoemde partijen zal spreken en vervolgens op basis van de opleidingsvoorstellen / offertes een keuze zal maken en een opleidingsprogramma zal inplannen. Daarbij wordt uiteraard getoetst aan de uitgangspunten zoals door u meegegeven (zie paragraaf 2). U wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over de gekozen partij / de data van de opleiding.
Wij stellen voor om de opleiding eerst als pilot exclusief aan te bieden voor de leden van de RGW en vervolgens bij voldoende belangstelling deze opleiding aan te bieden aan andere raadsleden / fractievolgers. Dat heeft als voordeel dat de groep in eerste instantie niet te groot wordt, maar aan de andere kant wél alle geïnteresseerde raadsleden / fractievolgers de opleiding kunnen volgen.
4. Werkbezoek Apeldoorn of Enschede en Arnhem of Groningen Uit de bespreking in de RGW d.d. 19 december 2012 blijkt dat er ook behoefte bestaat aan het “leren van ervaringen van andere gemeenten”. Wij kunnen ons voorstellen dat;
We in Apeldoorn of Enschede op werkbezoek gaan en daar in gesprek gaan over de vraag wat het raadsonderzoek naar grondbeleid specifiek ten aanzien van de rol en positie van de gemeenteraad heeft opgeleverd; wat voor soort veranderingen / verbeteringen gericht op de rol en positie van de gemeenteraad hebben daar plaats gevonden en werkt dat?
Memo nadere uitwerking opleidingsprogramma.doc
Memorandum
Vervolgvel
3
We in Arnhem of Groningen op werkbezoek gaan en daar in gesprek gaan over de ontvlechting van de lokale “GEM”. Wat heeft die ontvlechting opgeleverd en hoe gaat men met de kansen en bedreigingen om die voortvloeien uit deze ontvlechting? En wat betekent dit voor de eerste “eigen” GREX na ontvlechting?
Memo nadere uitwerking opleidingsprogramma.doc
Memorandum Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie
BIJLAGE 3: Langetermijnagenda RGW, versie d.d. 16 januari 2013
BIJLAGE 3 voorblad.doc
Langetermijnagenda van de Raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong (RGW)
Procedure / type stuk
Termijn
Versie d.d. 16 januari 2013 1.
2.
Onderhandelingsresultaat GREX GEM Waalsprong Het college van B&W presenteert op 8 januari 2013 het onderhandelingsresultaat ten aanzien van de GREX GEM Waalsprong aan de gemeenteraad. Dit onderhandelingsresultaat zal vervolgens middels een wensen- & bedenkingenprocedure in de gemeenteraad worden behandeld. De eerste behandeling in het kader van deze wensen- & bedenkingenprocedure is voorzien in de RGW d.d. 16 januari 2013.
Bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Stationsweg) Onderdeel van de ontwikkeling van de Waalsprong is het deelgebied Groot Oosterhout, dat in het noordwestelijk deel van de Waalsprong ligt, tussen de Prins Mauritssingel en het reeds gerealiseerde Woonpark Oosterhout. Het deelgebied Groot Oosterhout is circa 100 hectare groot en gaat in de eindsituatie ruimte bieden aan 1.700 á 1.800 woningen met bijbehorende voorzieningen. Om de realisering van Groot Oosterhout mogelijk te maken, is het bestemmingsplan “Groot Oosterhout” opgesteld. Dit bestemmingsplan is op 1 april 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen en is op 26 november 2009 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland.
Presentatie
8 januari 2013
én Wensen & bedenkingen
16 januari 2013
Raadsvoorstel
30 januari 2013
Presentatie
20 februari 2013
Er is begin 2010 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan door onder meer de bedrijven Toorank Productions en Strydhagen Antiekgroothandel. Beide bedrijven zijn gevestigd aan de Stationsweg op bedrijventerrein De Grift, ten noorden van het nieuwe woongebied Groot Oosterhout. Op 22 december 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State deze beroepen gedeeltelijk gegrond verklaard en een deel van het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten vernietigd. Deze uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak had als rechtstreeks gevolg dat een deel van het beoogde woningbouwprogramma niet gerealiseerd kan worden. Het betreft circa 300 woningen in het noordoostelijk deel van het oorspronkelijk plangebied van Groot Oosterhout. Dit gebied wordt ook wel het Zuiderveld genoemd. Om dit te herstellen is het voorliggende bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 opgesteld. Qua deadline voor besluitvorming geldt het volgende; de Afdeling Bestuursrechtspraak heeft bij uitspraak d.d. 28 december 2012 de gemeenteraad van Nijmegen de verplichting opgelegd om het bestemmingsplan uiterlijk op 30 januari 2013 vast te stellen. Doet de gemeenteraad dit niet, dan wordt een dwangsom verbeurd aan Toorank van € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-.
3.
Vlek 14 (Ressen) Ten aanzien van vlek 14 (Ressen) wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de stand van zaken en de ambities van het college ten aanzien van deze locatie.
4.
5.
6.
7.
Vlek 17 (bedrijventerrein De Grift) Ten aanzien van vlek 17 (bedrijventerrein De Grift) wordt aan de gemeenteraad een marktanalyse en een bijbehorende doorvertaling gepresenteerd.
Presentatie
20 februari 2013
Organisatiestructuur rondom de GEM GREX Waalsprong De gemeenteraad wordt betrokken bij de toekomstige organisatiestructuur rondom de GEM GREX Waalsprong. Afhankelijk van de vraag voor welke keuze wordt geopteerd, zal dit gebeuren middels een wensen- & bedenkingenprocedure danwel middels een raadsvoorstel.
Wensen & bedenkingen óf raadsvoorstel
e 1 kwartaal 2013
Graaf Alardsingel Op 15 juli 2009 is aan de gemeenteraad toegezegd dat, alvorens overgegaan zal worden tot een besluit over de definitieve inrichting van de Graaf Alardsingel, het definitief ontwerp voor wensen en bedenkingen aan de gemeenteraad wordt voorgelegd.
Wensen & bedenkingen
1e kwartaal 2013
Raadsvoorstel
e 2 kwartaal 2013
Raadsvoorstel óf wensen & bedenkingen
2e kwartaal 2013
Informatie middels een rapportage
e 2 kwartaal 2013
Informatie via de stukken betreffende de GREX GEM Waalsprong 2013
e 2 kwartaal 2013
Actualisatie Ontwikkelingsbeeld Waalsprong Aan de gemeenteraad wordt een actualisatie van het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong voorgelegd. In die actualisatie danwel in de GREX GEM Waalsprong 2013 zijn ook de planning, de fasering en de programmering op vlekniveau opgenomen. Het bespreken van de planning, fasering en programmering op vlekniveau is ook een expliciete wens van de RGW. Tijdens de bespreking van de actualisatie van het Ontwikkelingsbeeld zal ook worden afgesproken op welke wijze vervolgbespreking van dit onderwerp plaats vindt / op welke wijze de gemeenteraad betrokken blijft. [Dit onderwerp wordt gelijktijdig geagendeerd met de onderwerpen “GREX GEM Waalsprong 2013” en “Risicoanalyse GREX GEM Waalsprong 2013”]
8.
GREX GEM Waalsprong 2013 De GREX GEM Waalsprong 2013 wordt aan de gemeenteraad voorgelegd. [Dit onderwerp wordt gelijktijdig geagendeerd met de onderwerpen “Actualisatie Ontwikkelingsbeeld Waalsprong” en “Risicoanalyse GREX GEM Waalsprong 2013”]
9.
Risicoanalyse GREX GEM Waalsprong 2013 Het college van B&W informeert de gemeenteraad in het 2e kwartaal van 2013 over de risico’s in de GREX GEM Waalsprong 2013. Dit doet het college door middel van een rapportage op grond van een Monte Carlo-analyse. [Dit onderwerp wordt gelijktijdig geagendeerd met de onderwerpen “Actualisatie Ontwikkelingsbeeld Waalsprong” en “GREX GEM Waalsprong 2013”]
10.
Verhouding sociale woningbouw / overige woningbouw in de Waalsprong Tijdens de RGW d.d. 19 december 2012 is de vraag gesteld hoe het zit met de verhouding tussen sociale woningbouw en overige woningbouw in de Waalsprong. Wordt daarbij de 30/70-verhouding gehanteerd? De 40/60-verhouding? Of ligt één en ander genuanceerder? De gemeenteraad wordt hierover bij de GREX GEM Waalsprong 2013 geïnformeerd.
11.
Globaal Beeldkwaliteitsplan Waalsprong (geheel) Op basis van de actualisatie van het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong zal aan de gemeenteraad een globaal beeldkwaliteitsplan voor de gehele Waalsprong worden voorgelegd.
12.
13.
Raadsvoorstel
2e kwartaal 2013
Presentatie infrastructuur Waalsprong De gemeenteraad ontvangt door middel van een presentatie nadere informatie over de stand van zaken ten aanzien van de infrastructuur in de Waalsprong (o.a. Knoop Lent).
Presentatie
2e kwartaal 2013
Ontwikkelingen Landschapszone De gemeenteraad ontvangt door middel van een presentatie nadere informatie over de stand van zaken ten aanzien van de Landschapszone.
Presentatie
2e kwartaal 2013
14.
Bestemmingsplan “De Stelt” Het bestemmingsplan “De Stelt” wordt aan de gemeenteraad voorgelegd.
Raadsvoorstel
3e kwartaal 2013
15.
Bestemmingsplan “Dorpensingel” Het bestemmingsplan “Dorpensingel” wordt aan de gemeenteraad voorgelegd.
Raadsvoorstel
3e kwartaal 2013
16.
Bestemmingsplan “Fietstunnel Laauwik” Het bestemmingsplan “Fietstunnel Laauwik” wordt aan de gemeenteraad voorgelegd.
Raadsvoorstel
3e kwartaal 2013
17.
Bestemmingsplan “Hotel Van der Valk” Het bestemmingsplan “Hotel Van der Valk” wordt aan de gemeenteraad voorgelegd.
Raadsvoorstel
3e kwartaal 2013
Overzicht van mutaties t.o.v. de vorige versie d.d. 3 december 2012 Toegevoegd zijn de punten; o 5 (o.b.v. eerdere toezegging inzake governance-structuur GEM Waalsprong) o 10 (o.b.v. een verzoek om meer informatie tijdens de RGW d.d. 19 december 2012) o 11 (o.b.v. het feit dat dit door portefeuillehouder Van der Meer is genoemd tijdens de RGW d.d. 19 december 2012) Nader uitgewerkt zijn de punten; o 2 (o.b.v. de tekst zoals opgenomen in het ontwerp-bestemmingsplan) o 3 en 4 (nadere uitwerking wat er precies wordt voorgelegd) o 6, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 (nadere uitwerking welke bestemmingsplannen exact volgen, ter uitwerking van “informatie over hoofdstructuur / vastgoed ontwikkelingen”) o 7, 8 en 9 (explicitering wat precies de “actualisatie” voor producten oplevert / toevoegen wens bespreking op vlekniveau). Er zijn géén onderwerpen verwijderd.
Memorandum Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie
BIJLAGE 4: Bijlagen behorend bij het raadsvoorstel “Bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (Deelgebied Stationsweg)”
BIJLAGE 4 voorblad.doc
Bestemmingsplan
Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsweg)
Gemeente Nijmegen Afdeling stadsontwikkeling
Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsweg)
Versie Concept: . Voorontwerp:
Datum
Ontwerp:
30 januari 2012
Vaststelling:
30 januari 2013
Beslissing beroep: In werking: Onherroepelijk:
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Aanleiding Gevolgen uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State Voorbereidingsbesluit Crisis- en Herstelwet Overige onderwerpen
7 7 8 9 9 10
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3
Beleidskaders Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
11 11 11 12
Hoofdstuk 3 3.1 3.2
Bestaande situatie Eigendomsverhoudingen Vigerend bestemmingsplan
15 15 15
Hoofdstuk 4 Plansystematiek en bestemmingen 4.1 Inleiding 4.2 Bestemmingsregeling in plan Groot Oosterhout 4.3 Uitspraak Raad van State ten aanzien van Strydhagen 4.4 Bestemmingsregeling Strydhagen 4.5 Uitspraak Raad van State ten aanzien van Toorank 4.6 Relevante feiten en omstandigheden na de uitspraak Raad van State ten aanzien van Toorank 4.7 Bestemmingsregeling Toorank Productions BV 4.8 Aanpassingen bestemming Woongebied 4.9 Parkeren 4.10 Archeologie
17 17 17 17 18 20
Hoofdstuk 5
Financiële uitvoerbaarheid
35
Hoofdstuk 6 6.1 6.2
Procedures Vooroverleg Verdere procedure
37 37 37
21 21 33 33 33
Bijlagen bij toelichting Bijlage 1 Beoordeling geluidsaspecten Strydhagen Bijlage 2 Notitie geurhinder Haskoning (1) Bijlage 3 Notitie geurhinder Haskoning (2) Bijlage 4 Notitie beoordeling BMD Advies door Haskoning inzake externe veiligheid Bijlage 5 Notitie Haskoning inzake geluid Toorank Bijlage 6 QRA Toornak, april 2010 Bijlage 7 Kwanitatieve risico analyse Toorank Bijlage 8 Aanvraag revisievergunning Toorank Productions BV Bijlage 9 Revisievergunning Toorank Productions BV Bijlage 10 Standpunt RIVM inzake PSG29 Bijlage 11 Uitspraak Raad van State over geluid en stellingname Tideman
38 39 43 49
Regels
211
Hoofdstuk 1
2
Inleidende regels
bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
59 67 71 107 145 167 199 203
213
Artikel 1 Artikel 2
Begrippen Wijze van meten
213 222
Hoofdstuk 2 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
3 4 5 6 7 8 9 10
Bestemmingsregels Bedrijf - 1 Bedrijf - 2 Groen Woongebied Water Wonen Waarde - Archeologie 2 Waarde - Archeologie 3
225 225 228 231 232 235 236 238 241
Hoofdstuk 3 Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
11 12 13 14 15 16
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels Algemene aanduidingsregels Overige regels
245 245 246 247 249 250 251
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 17 Overgangsrecht Artikel 18 Slotregel
253 253 254
Bijlagen bij de regels Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) 1.1 Staat van bedrijfsactiviteiten
255 256 256
1.2
Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten
265
Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
269 279 307
specifieke staat van bedrijfsactiviteiten Notitie Haskoning Notitie maart 2012 Haskoning
bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
3
4
bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
T oelichting
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
5
6
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
Het Vinex gebied "Waalsprong" is de belangrijkste Nijmeegse uitbreidingslocatie en is gesitueerd aan de noordzijde van de rivier de Waal. In de Waalsprong worden in totaal circa 12.000 woningen gerealiseerd. Onderdeel van de ontwikkeling van de Waalsprong is het deelgebied Groot Oosterhout, dat in het noordwestelijk deel van de Waalsprong in de wijk Ressen ligt, tussen de Prins Mauritssingel en het reeds gerealiseerde Woonpark Oosterhout. Het deelgebied Groot Oosterhout is circa 100 hectare groot en gaat in de eindsituatie ruimte bieden aan 1.700 à 1.800 woningen met bijbehorende voorzieningen. Om de realisering van Groot Oosterhout mogelijk te maken, is het bestemmingsplan “Groot Oosterhout” opgesteld. Dit bestemmingsplan is op 1 april 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen en is op 26 november 2009 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland. Er is begin 2010 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan door onder meer de bedrijven Toorank Productions en Strydhagen Antiekgroothandel. Beide bedrijven zijn gevestigd aan de Stationsweg op bedrijventerrein De Grift, ten noorden van het nieuwe woongebied Groot Oosterhout.
Af beelding: globale aanduiding plangebied en omgev ing
Op 22 december 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State deze beroepen gedeeltelijke gegrond verklaard.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
7
Gevolgen uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van 1.2 State De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in de genoemde uitspraak het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland van 26 november 2009 vernietigd " voor zover het betreft de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Bedrijf (B)" dat betrekking heeft op het perceel [locatie 2, Toorank], voor zover het betreft de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Bedrijf (B)" en de nadere aanduiding "B1" voor het perceel [locatie 3, Strydhagen] en voor zover het betreft de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Woongebied (WG)", zoals aangegeven op kaart 1 (zie hieronder) ; vervolgens heeft de Afdeling zelfvoorzienend goedkeuring onthouden aan genoemde plandelen.
Afbeelding 1: kaart behorend bij het dictum van de uitspraak van 22 december 2010 inzake bestemmingsplan Groot Oosterhout
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft tot gevolg dat een deel van het beoogde woningbouwprogramma niet gerealiseerd kan worden. Het betreft circa 300 woningen in het noordoostelijk deel van het oorspronkelijk plangebied van Groot Oosterhout. Dit gebied wordt ook wel het Zuiderveld genoemd. Voor de bedrijven Toorank en Strydhagen had de uitspraak tot gevolg dat niet het bestemmingsplan Groot Oosterhout, maar "Ressen 1975" het vigerende bestemmingsplan betreft. Daarin zijn beide bedrijven tot Handel en Nijverheid Klasse A bestemd. In de uitspraak van de Afdeling staat dat "de raad een nieuw besluit dient te nemen over de in
8
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
het plan op te nemen bestemmingen voor het perceel van [appellant Toorank], een gedeelte van het perceel van [appellant Strydhagen ] en een aanzienlijk gedeelte van het perceel met de bestemming "Woongebied (WG)". Middels voorliggend reparatief bestemmingsplan beoogt de gemeente Nijmegen tegemoet te komen aan de opdracht van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
1.3
Voorbereidingsbesluit
Om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen in de periode tussen de eerder genoemde uitspraak en het ter visie leggen van een ontwerp van een reparatief bestemmingsplan, heeft de raad van de gemeente Nijmegen op 26 januari 2011 een voorbereidingsbesluit genomen. Daarbij is op grond van artikel 3.7 Wro tevens een verbod gelegd op "het gebruik van gronden en/of bouww/erken in het gebied als aangegeven op bijgevoegde tekening te wijzigen of te laten wijzigen".
Afbeelding 2 : contour behorende bij het voorbereidingsbesluit
In de Wro is bepaald dat een voorbereidingsbesluit vervalt, indien niet binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding een ontwerp bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Dit houdt in dat vóór 2 februari 2012 het ontwerp van voorliggend plan ter inzage moet worden gelegd.
1.4
Crisis- en Herstelwet
Op het bestemmingsplan is de Crisis en Herstelwet van toepassing. Het betreft hier immers eeen "bouwproject van meer dan 20 woningen in een aaneengesloten gebied" ( zie artikel 1.1, eerste lid ChW, in combinatie met Bijlage 1, onder 3 "gebiedsontwikkeling en werken van lokaal of regionaal belang". Dit heeft consequenties voor de rechtsbescherming. Zo dient de administratieve rechter binnen 6 maanden na afloop van de beroepstermijn uitspraak te doen en kunnen na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
9
beroepsgronden meer worden aangevoerd.
1.5
Overige onderwerpen
Dit bestemmingsplan bevat enkele overige aanpassingen ten opzichte van bestemmingsplan Groot Oosterhout. Met het bedrijf Barenbrug zijn in 2009 afspraken gemaakt over de aanleg van een groene wal. Dit leidt tot aanpassingen van het bestemmingsplan die niet eerder verwerkt konden worden. Ten opzichte van bestemmingsplan Groot Oosterhout wordt op gronden, voorheen tot Groen bestemd, de bestemming Woongebied gelegd. Aan enkele gronden met een bedrijfsbestemming wordt de bestemming Groen toegekend.
10
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 2 2.1
Beleidskaders
Rijksbeleid
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vóóraf kenbaar maken en aangeven hoe zij die belangen gaan realiseren. Voor die belangen die juridisch doorwerking behoeven is het besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) het aangewezen instrument. De AMvB Ruimte heeft directe gevolgen voor de ruimtelijke besluitvorming van andere overheden. Het omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch moeten doorwerken in provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen. Het besluit geeft aan wat de ruimte is waarbinnen provincies en gemeenten hun eigen ruimtelijke belangen vorm kunnen geven. Het besluit is nog niet vastgesteld en in werking getreden. Wanneer een groot openbaar belang aan de orde is kan de desbetreffende minister uit eigen beweging of op verzoek van gedeputeerde staten of een college van B&W ontheffing verlenen van een regel uit de AMvB of provinciale verordening. In enkele gevallen en als een groot nationaal belang in het geding is kan het rijk afwijken van in de AMvB gestelde regels. Niet gebleken is dat het plan in strijd is met het rijksbeleid.
2.2
Provinciaal beleid
2.2.1
Algemene structuurvisie Ruimtelijke Ordening provincie Gelderland
Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Het streekplan is in september 2005 van kracht geworden. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.
Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem – Nijmegen moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. 2.2.2
Ruimtelijke Verordening Gelderland
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven hoe zij die belangen gaan realiseren. De wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen: Streekplan Gelderland 2005). De RVG is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen van de Ruimtelijke Verordening Gelderland. Verstedelijking De Ruimtelijke Verordening legt het rijksbundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem-Nijmegen vast door met voorschriften die bepalen dat nieuwbouw voor wonen en werken voor het overgrote deel plaatsvindt: binnen bestaand bebouwd gebied, binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekrichting woningbouw
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
11
van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en binnen de zoekzones bedrijventerreinen uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking. Slechts een beperkt deel van verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden. Het gaat dan om nieuwe bebouwing die functioneel gebonden is aan het buitengebied, bij functieverandering naar een niet-agrarische functie, bij oprichting van nieuwe landgoederen en voor uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven. Gedeputeerde Staten hunnen hiervan ontheffing verlenen, indien er sprake is van een ontwikkeling waarvan is aangetoond dat deze redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen de genoemde gebieden en als de ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Het plangebied ligt binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio. Wonen Het Gelders kwalitatieve woonbeleid gaat uit van regionale woningmarkten. Aan de hand van basisdocumenten levert de provincie aan de regio's informatie over de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de komende jaren. Deze informatie wordt per regio als indicatieve taakstelling door GS vastgesteld in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). De in een bestemmingsplan op te nemen nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen dienen te passen in het vigerende, door GS vastgestelde KWP voor de betreffende regio en de daarin opgenomen regiototaal aan woningen. Niet gebleken is dat het plan in strijd is met het provinciaal beleid
2.3
Gemeentelijk beleid
2.3.1
Coalitieakkoord 2010-2014
Ingevolge het Coalitieakkoord 2010-2014 "Werken aan een duurzame toekomst" dwingt d economische crisis tot nadenken over de rolverdeling van overheid en burgers. Noodzakelijke keuzes worden niet uit de weg gegaan, bezuinigingen zijn onvermijdelijk. Per programma is gekeken of de doelen efficiënter bereikt kunnen worden. Het College hecht waarde aan meer zicht op de afweging van de verschillende belangen in de besluitvorming. De gemeente wil op een transparante, efficiënte en zakelijke manier samen met de stad de nieuwe uitdagingen aangaan. Het College streeft naar een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen. 2.3.2
Structuurvisie Nijmegen 2010, kansen voor ontwikkeling tot 2030
De gemeenteraad heeft op 2 juni 2010 de 'Structuurvisie Nijmegen 2010, kansen voor ontwikkeling tot 2030' vastgesteld. De Structuurvisie schetst de ruimtelijke ambities tot 2030 en maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het is een toetsingskader voor alle ruimtelijke plannen, maar ook een ontwikkelingskader voor investeringen. Het werkingsgebied van de Structuurvisie is het hele grondgebied van Nijmegen in relatie tot ontwikkelingen in de regio of in (inter)nationaal verband. De Structuurvisie geeft een concrete invulling aan de inhoudelijke en politieke ambities van de gemeente. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. Alleen de ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht. De Structuurvisie wordt in de loop van 2013 geactualiseerd. Daarin wordt onder andere nieuw beleid en het nieuwe Coalitieakkoord, verwerkt. De Structuurvisie gaat gepaard met een wettelijk verplicht uitvoeringsprogramma, dat is gekoppeld aan de Stadsbegroting. In Nijmegen is ervoor gekozen om iedere vier jaar een nieuw uitvoeringsprogramma op te stellen, waarin per coalitie accenten gelegd kunnen worden en om te bepalen of het nodig is om de ruimtelijke ambities bij te stellen. Ten aanzien van het wonen geldt het uitgangspunt van "Wonen in sterke en ongedeelde wijken". Nijmegen wil een ongedeelde stad zijn die bewoners kan binden, met veel differentiatie in woonmilieus. Dat betekent het realiseren van sterke levensbestendige wijken met voldoende variatie, waar mensen een wooncarrière kunnen maken.
12
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
2.3.3
Woonbeleid
Woonvisie Nijmegen 2009-2020 Het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen is vastgelegd in de Woonvisie 2009-2020, Wonen Leeft! In deze nota wordt het woonbeleid uiteengezet tot 2020. In de woonvisie worden de volgende strategische keuzes gemaakt voor Nijmegen:
Ongedeelde stad: dit gaat uit van het voorkomen van een tweedeling tussen de bestaande stad en de Waalsprong en binnen wijken en stadsdelen. Het doel blijft om woonmilieus te realiseren waarin mensen graag wonen, met een positief gewaardeerd woonklimaat. Leefbaar, schoon, heel en veilig en met variatie in het aanbod zodat mensen niet noodgedwongen hun wijk uitmoeten als ze aan een nieuwe stap in hun wooncarrière toe zijn. Het behoud van deze doorstromers en stijgers komt de leefbaarheid en sociale structuur ten goede. We richten ons op binnenwijkse wooncarrières en meer treden op de woonladder. Daarvoor is het ook nodig dat het aanbod, de spreiding en de kwaliteit van voorzieningen in orde is. Een ongedeelde stad vraagt om meer dan alleen een gedifferentieerde woningvoorraad.
Bewoners binden: is het tweede centrale uitgangspunt. We willen zorgen dat mensen een positieve keuze kunnen maken. Dat kan alleen als we rekening houden met de individuele wensen en financiële mogelijkheden. Dat kan met een adequaat nieuwbouwbeleid waarbij we ook als kwaliteitsimpuls de kansen benutten om nieuwe bewoners aan te trekken. Dat betekent sterke wijken waar mensen een wooncarrière kunnen maken, die levensloopbestendig zijn en waarin voldoende variatie is in huur en koop, woningtype en prijsklassen. Door een hoge kwaliteit van woningen en woonomgeving en de nodige keuzevrijheid te bieden kunnen bewoners aan Nijmegen gebonden worden. Hierbij spelen ook voorzieningen, economische structuur en cultureel klimaat een rol.
Niet gebleken is dat het plan in strijd is met het gemeentelijke beleid. 2.3.4
Archeologie
Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007).
Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
13
Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones en hun waardering zijn aangegeven.
14
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 3 3.1
Bestaande situatie
Eigendomsverhoudingen
Het bedrijf Strydhagen is gevestigd aan de Stationsweg 17, met (bedrijfs)woningen gevestigd op nummer 15 b,c . eigendom Strydhagen (Wegh) Strydhagen (Wegh) Strydhagen (Wegh) Strydhagem (Wegh ged.) Strydhagen (Wegh)
k adastraal nummer NMG00 E 00204 G0000 NMG00 E 00169 G0000 NMG00 E 00170 G0000 NMG00 E 00205 G0000 NMG00 E 00206 G0000
oppervlakte (circa) 1,4 ha 0,3 ha 0, 1 ha 0,13 ha 0, 14 ha
In totaliteit betreft het circa 2,07 ha. Aan de Stationsweg 9 is het bedrijf Toorank gevestigd. De percelen met kadastrale nummer NMG00 00053, 00131 zijn eigendom van het bedrijf. Het perceel ten zuiden van deze bedrijfspercelen, met kadastraal nummer NMG00 E 00057 G0000 is eigendom van de gemeente Nijmegen .
Afbeelding 4: globale aanduiding kadastrale eigendommen bedrijven Strydhagen, Toorank
In het voorliggend bestemmingsplan wordt voor de gronden van Strydhagen een bedrijfsbestemming (Bedrijf-2 ) opgenomen.
3.2
Vigerend bestemmingsplan
Het vigerend bestemmingsplan betreft Ressen 1975. De bedrijven Strydhagen en Toorank zijn hierin bestemd tot Handel en Nijverheid Klasse A-II.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
15
Afbeelding: uitsnede bestemmingsplan Ressen 1975 voor bedrijven Strydhagen en Toorank
Het bestemmingsplan Ressen 1975 is beduidend eerder dan 1 juli 2003 onherroepelijk geworden, namelijk in 1976. Op basis van artikel 9.1.4., lid 4, van de Invoeringswet Wro bestaat er, in aanvulling op de eerdere opdracht van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de verplichting om uiterlijk 1 juli 2013 een vastgesteld actueel bestemmingsplan te hebben. Met voorliggend plan wordt geprobeerd ook daaraan tegemoet te komen en het bestemmingsplan Ressen 1975 voor de desbetreffende percelen te actualiseren.
16
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 4 4.1
Plansystematiek en bestemmingen
Inleiding
In dit hoofstuk wordt allereerst ingegaan op de oorspronkelijke bestemmingsregeling voor de bedrijven Strydhagen en Toorank. Vervolgens komen de relevante overwegingen in de uitspraak van 22 december 2010 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State aan bod. Daarna vindt een motivering plaats voor de in voorliggend plan gekozen bestemmingsregeling. De gemeente houdt vast aan de wens om woningbouw mogelijk te maken. Vandaar dat op gronden met een oppervlak van circa 10,6 ha in voorliggend plan een bestemming Woongebied is gelegd.
4.2
Bestemmingsregeling in plan Groot Oosterhout
In het vastgestelde, eerder vermelde, bestemmingsplan “Groot Oosterhout” waren de percelen van Toorank en Strydhagen bestemd als “Bedrijf”. Op grond van de systematiek van inwaartse milieuzonering zoals opgenomen in de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” was binnen de bestemming “Bedrijf” door middel van aanduidingen onderscheid gemaakt in een zone waar bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 1 zijn toegestaan (conform de als bijlage bij de oorspronkelijke voorschriften opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten), een zone waar bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 1 en 2 zijn toegestaan en een zone waar bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 1, 2 en 3.1 zijn toegestaan. Voor het bedrijf Strydhagen gold dat een afstand van circa 20 m was aangehouden tussen perceelsgrens en het bouwvlak voor de bestemming Woongebied. De afstand tussen bebouwingsgrens enerzijds en dichtsbij gelegen bouwvlak voor de bestemming Woongebied anderzijds bedroeg circa 30 m .
4.3
Uitspraak Raad van State ten aanzien van Strydhagen
Zoals in paragraaf 1.2. is aangegeven, heeft de Afdeling de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Bedrijf (B)" en de nadere aanduiding "B1" voor het perceel [locatie 3, Strydhagen] vernietigd. Essentiële overwegingen van de Afdeling ten aanzien van Strydhagen in dat verband waren : dat de bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 2 vallen; het hele perceel1 en niet enkele de bedrijfsgebouwen van Strydhagen wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 2 dat voor zover aan het perceel op de plankaart de bestemmingsaanduiding "B1" is toegekend, dit niet overeenkomstig de feitelijke situatie is bestemd; dat met een afstand van 20 en 25 meter van het perceel van Strydhagen tot de meest nabij op te richten woningen onvoldoende gemotiveerd wordt afgeweken van de in de VNG-brochure aanbevolen afstand van 30 m; dat de bestemming Wonen (w) voor de nabij haar perceel gelegen bestaande woningen geen belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering De gemeente heeft beoogd in voorliggende bestemmingsplan zo goed mogelijk rekening te houden met bovenstaande overwegingen van de Raad van State.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
17
4.4
Bestemmingsregeling Strydhagen
4.4.1
Planregeling
De bedrijfsactiviteiten van Strydhagen worden in de uitspraak van de Afdeling expliciet genoemd en omvatten “de groothandel in antiek met een werkplaats”. De Afdeling overwoog dat met een afstand van 20 en 25 meter van het perceel van Strydhagen tot de meest nabij op te richten woningen onvoldoende gemotiveerd wordt afgeweken van de in de VNG-brochure aanbevolen afstand van 30 m. Dit oordeel van de rechter stond op gespannen voet met de uitkomst van een onderzoek van Haskoning naar de geluidsaspecten inhoudende dat ter plaatse van "de nieuw te bouwen woningen aan de voorkeursgrenswaarden conform de Wet geluidhinder kan worden voldaan" (zie bijlage 1 van de plantoelichting, Notitie van 12 november 2010). Inmiddels is aan Strydhagen ook een werkplaats vergund voor het repareren, restaureren en bijmaken van meubelen voor particulieren en bedrijven. Tevens beschikt het bedrijf daarbij over de mogelijkheid om bij een "antiek stuk" een extra meubel(s) te laten maken of namaken voor zowel particulieren als bedrijven. Daardoor zou mogelijk sprake kunnen zijn van een indeling in een "zwaardere " milieucategorie, dan een milieucategorie die de Afdeling veronderstelt. Verdedigbaar zou kunnen zijn dat het bedrijf qua milieucategorie (deels) valt onder:
36
Vervaardiging van meubels; vervaardiging goederen n.e.g. 3611 Vervaardiging van zitmeubels 3612. Interieurbouw 1 3612. Vervaardiging van bedrijfsmeubels 2
van
overige Cat 3.2 3.2
Milieu-aspe ct G100 G100
3.2
G100
Milieu-aspe ct G50 G100
45
Bouwnijverheid
Cat
4542
Timmeren < 2000 m2 Timmeren > 2000 m2
3.1 3.2
Uit onderzoek van Haskoning (zie bijlage 3 van de planregels, notitie 8 mei 2012 met verwijzing ook naar de notitie van maart 2012, bijlage 4 planregels) is, rekening houdend met de vergunde werkplaats, gebleken dat met het realiseren van een geluidwerende voorziening in het tussenliggend gebied de eerder gekozen ruimtelijke scheiding van 20-25 m toereikend is. De (minimale) afmetingen van de noodzakelijke geluidwerende voorziening staan vermeld in het onderzoek van Haskoning. In het plan is een zone voor verplichte geluidwerende voorzieningen opgenomen. Deze beslaat een deel van de bestemming Woongebied en een klein deel van de bestemming Bedrijf 2. Op deze wijze kan in samenspraak met het bedrijf bezien worden of de verplichte geluidwerende voorziening ten noorden van de aanwezige watergang (niet zijnde een A-watergang), op de eventueel te dempen watergang of ten zuiden van de watergang geplaatst wordt. In het plan is in de bestemming Woongebied een zone "voorwaardelijke verplichting" opgenomen, waarmee de realisatie van de verplichte geluidwerende voorziening gekoppeld wordt aan de ingebruikname van de woningbouw. Deze zone ligt op 100 m (vanwege milieu-aspect G100) van de bestemming Bedrijf 2. In de gebruiksregels is derhalve bepaald dat de noodzakelijke geluidwerende voorzieningen moeten worden gerealiseerd, voordat de woning in de zone "voorwaardelijke verplichting" in gebruik worden genomen.
18
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Uitgaande van een verplicht te realiseren geluidwerende voorziening, heeft Haskoning ook gekeken of op de gronden van Strydhagen ook andere bedrijven mogelijk zijn. Deze mogelijkheden bestaan er (zie de bijlage 3 bij de planregels, notitie van 8 mei 2012) . Dit heeft ertoe geleid dat een specifieke Staat van bedrijfsactiviteiten is opgenomen in Bijlage 3 van de planregels. Dit betreft feitelijk een selectie van bedrijven uit de Staat van bedrijfactiviteiten, Model Nijmegen (bijlage 2 van de regels). De gekozen bestemming voor Strydhagen is Bedrijf -2 . 4.4.2
Van bedrijfswoning naar burgerwoning(en)
Het bedrijf Strydhagen heeft verder verzocht of de bedrijfswoningen in planologisch juridisch opzicht kunnen worden gewijzigd in burgerwoning. Uit onderzoek van Royal Haskoning (zie bijlage 3, figuur 2 van de planregels) blijkt dat voor de meest oostelijk gelegen woning voldaan kan worden aan de normen van het Activiteitenbesluit. Daarnaast dient echter gekeken te worden of de omzetting stuit op "externe" conflicten. Het nabijgelegen bestaande industrieterrein Oosterhout is een gezoneerd industrieterrein. Binnen de zone zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen niet toegestaan. De burgerwoningen voor Strydhagen liggen evenwel buiten de zone.
Af beelding: zone bedrijf sterrein Oosterhout
De zone was destijds bedoeld om zware industrie op het bedrijventerrein mogelijk te maken. Deze zware industrie is er echter nooit gekomen en is bovendien ook niet langer wenselijk op deze plek. Het is niet de bedoeling dat bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan, waaraan ook de ontwikkeling van de Grift Noord gekoppeld kan worden, de zonering terugkeert.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
19
Daarnaast beschikt het nabijgelegen bedrijf Van Wijk (ten noorden van Strydhagen) met het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Buitengebied Bemmel 1978-5 (Stationsstraat 82) over een puinbreker aan de noordkant van zijn perceel. De puinbreker kent een capaciteit van minder dan 100.000 ton. Voor een puinbreker met een capaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar moet rekening worden gehouden met een afstand van 300 meter naar gevoelige objecten zoals woningen. Deze afstand geldt ten opzichte van een (omgevingstype) 'rustige woonwijk'. Er is sprake van een omgeving met lintbebouwing met agrarische functies en (bedrijfs)woningen die direct naast kleine bedrijven zijn gelegen. Daardoor kan dit gebied worden aangemerkt als omgevingstype 'Gemengd gebied'. Hiermee kan de richtafstand tot gevoelige objecten zoals woningen worden gereduceerd van 300 m naar 200 m. De woningen van Strydhagen liggen met een afstand van circa 260 m tot de puinbreker weliswaar binnen de 300 m zone, maar buiten de 200 m zone. Verder vormen de bedrijfsactiviteiten geen belemmering voor een omzetting van de meest oostelijk gelegen bedrijfswoning naar burgerwoning. Al met al zijn er geen bezwaren tegen het omzetten van de meest oostelijke bedrijfswoning naar een burgerwoning (bestemming Wonen). De meest westelijke bedrijfswoning ligt binnen de 50 db (A) geluidcontour (zie bijlage 3, figuur 2 ), uitgaande van het "toekomst scenario met aanvullende activiteiten" (dit is inclusief de in 4.4.1. genoemde inmiddels vergunde werkplaats). In dat geval kan niet voldaan worden aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit (BARIM, zie ook blz.2, Notititie van Royal Haskoning van 8 mei 2012, bijlage 3 van de planregels ). De meest westelijk bedrijfswoning krijgt thans een bestemming als bedrijfswoning. Indien het bedrijf de bedrijfsvoering wijzigt en aantoont dat voor deze westelijke woning kan worden voldaan aan de geluidsnormen, kan het College van B&W gebruik maken van de in de planregels opgenomen wijzigingsbevoegdheid de bedrijfswoning om te zetten in een burgerwoning.
4.5
Uitspraak Raad van State ten aanzien van Toorank
Zoals in paragraaf 1.2. is aangegeven, heeft de Afdeling het besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland van 26 november 2009 vernietigd " voor zover het betreft de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Bedrijf (B)" dat betrekking heeft op het perceel [locatie 2, Toorank] (...). Essentiële overwegingen van de Afdeling ten aanzien van Toorank in dat verband waren : de Afdeling is van mening dat Toorank onder categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) valt; de bedrijfsactiviteiten van Toorank vielen daarmee niet onder de opgenomen bestemming, terwijl de raad wel had beoogd een bestemming op te nemen op grond waarvan de bedrijfsactiviteiten konden worden voortgezet; omdat Toorank in de procedure die voorafging aan het bestreden besluit noch op enig ander moment te kennen heeft gegeven dat zij voornemens is het gebruik van het perceel ten behoeve van de distilleerderij definitief te beëindigen, had de raad geen gevolgen moeten verbinden aan de (tijdelijke) staking van bedrijfsactiviteiten; een aangehouden afstand van 25 m tussen perceel en op de richten woningen is een aanzienlijke afwijking van de in de VNG Brochure aanbevolen afstand, die niet kan worden gedragen door de verleende revisievergunning ; het standpunt van de raad dat door middel van inwaartse zonering in dit geval een goed woon- en leefklimaat wordt gegarandeerd, verdraagt zich niet met de beoogde op maat gesneden bestemming voor het bedrijf; er valt niet in te zien dat het bestemmen van de feitelijk bestaande situatie door het
20
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
toekennen van de bestemming "Wonen (W)" aan woningen ten oosten van haar perceel leidt tot een beperking van de bedrijfsvoering
4.6 Relevante feiten en omstandigheden na de uitspraak Raad van State ten aanzien van Toorank Op 22 september 2008 hebben B&W van Nijmegen een milieuvergunning aan Toorank verleend voor o.a. de productie en opslag van whisky. Deze vergunning (inmiddels omgevingsvergunning) is onherroepelijk geworden op 10 november 2008 ( 6 weken na 29 september 2008). De Wabo biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om de omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk in te trekken indien gedurende 3 jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning2 . De milieu/omgevingsvergunning is in november 2011 gedeeltelijk ingetrokken (ontwerp-besluit). Het bedrijf heeft hierop (in eerste instantie) gereageerd middels een brief van 14 december 2011 (kenmerk PP/CO 2083534 ) en heeft vervolgens op 4 januari 2012 een zienswijze tegen het ontwerp-besluit ingediend. In de brief van 14 december 2011 vraagt het bedrijf om informatie over de stand van zaken van het voorliggende bestemmingsplan. Bij brief van 23 december 2011 heeft het College van B&W het bedrijf geantwoord en ingelicht over de stand van zaken. Op 7 februari 2012, daarmee ná de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan op 2 februari 2012, heeft het College van B&W een definitief besluit genomen over de gedeeltelijke intrekking. De intrekking betreft alle activiteiten van de inrichting die betrekking hebben op het stoken van whiskey. De reden voor de gedeeltelijke intrekking is blijkens de beschikking " dat de activiteiten met betrekking tot het stoken van whiskey niet zijn gestart binnen 3 jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden ". Inmiddels loopt een beroepsprocedure tegen het intrekkingsbesluit van 7 februari 2012. In het ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg) was voor het bedrijf opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf -1” tevens de opslag en productie van whisky was toegestaan. Gelet op het feit dat inmiddels sprake is van een definitief intrekkingsbesluit kan de productie van whisky niet langer meer als toelaatbaar worden geacht. Het voorliggend bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg) laat de productie van whisky daarom niet meer toe.
4.7
Bestemmingsregeling Toorank Productions BV
4.7.1
Inleiding
Het voorliggende bestemmingsplan kent ten opzichte van bestemmingsplan Groot Oosterhout voor Toorank een aangepaste planregeling. Deze aanpassing houdt in de eerste plaats verband met de overwegingen van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State , dd. 12 mei 2010, nr. 201000272/2 , ten aanzien van de opgenomen zonering( overweging 2.7.1. "ter zitting hebben het college en de raad desgevraagd niet inzichtelijk kunnen maken op welke wijze de bestemming van de overgebleven - soms smalle - stroken grond kan worden verwezenlijkt"). Om redenen van praktische uitvoerbaarheid is de zonering geschrapt en zijn op de gronden van Toorank thans toegestaan: a. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 1 b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 2 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 1 van de regels, uitsluitend voor zover is aangetoond dat met de vestiging van een dergelijk bedrijf een acceptabel woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd binnen het bouwvlak van de gronden met de bestemming Woongebied
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
21
Deze laatste bijzin is opgenomen omdat volgens de VNG brochure voor categorie 2 bedrijven in beginsel een afstand van 30 m moet worden aangehouden tussen de perceelsgrens van bedrijven en gronden waarop woningen kunnen worden gebouwd. In dit geval bedraagt de kortste afstand 25 m. Jurisprudentie (o.a de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 10 september 2008, nummer 200704707/1, overweging 2.3.2.3, en ook ABRvS 15 september 2010, No. 200901515/1/R2, overweging 2.10.2) laat zien dat hiervan gemotiveerd kan worden afgeweken. Om deze reden is de aanvullende voorwaarde opgenomen bij de milieucategorie 2 bedrijven. Het "aantonen" kan plaatsvinden middels het aanleveren van een schriftelijke onderbouwing.
Tevens is in de planregels bepaald dat ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf -1” tevens de inpandige opslag van alcoholische drank (van minder dan 40%) en overige faciliteiten zijn toegestaan. Op 4 december 2007 heeft de gemeente van BMD Advies namens het bedrijf Toorank Productions BV een aanvraag revisievergunning ontvangen voor het uitbreiden van de inrichting met de productie en opslag van whisky (zie bijlage 8). Van belang in de aanvraag is het hoofdstuk over de beschrijving van de bedrijfsactiviteiten. Deze worden in paragraaf 4.1. van de aanvraag revisievergunning opgesomd en betreffen successievelijk:
whisky stoken ( en opslag van whisky in houten vaten) opslag van alcoholische drank < 40% (in tien enkelwandige stalen tanks) faciliteiten ( aanwezigheid reinigingsvloeistoffen, aanwezigheid persluchtinstallatie, aanwezigheid test- laboratorium ) overige (opslag verpakkingsmateriaal) Dat het uitsluitend gaat om de produktie van whisky, en niet om andere alcoholhoudende drank, blijkt ook uit onderstaande tekst in de aanvraag onder het kopje "opslag": "Naast het produceren van whisky zal in de inrichting in tien enkelwandige stalen tanks met een inhoud van elk 30 m3 alcoholische drank worden opgeslagen met een alcoholpercentage van minder dan 40%. Deze alcoholische drank wordt geproduceerd op een andere vestiging van Toorank " (blz. 8, bijlage 8)). De aanvraag maakt deel uit van de vergunning; in artikel 1.1 van de revisievergunning is dit expliciet bepaald 3 . Het College van B&W heeft op 22 september 2008 op de beschikking Wet milieubeheer conform aanvraag besloten en "de door Toorank gevraagde vergunning te verlenen" (bijlage 9). Jurisprudentie laat zien dat de systematiek van de Wet milieubeheer en Wabo met zich meebrengt dat niet méér activiteiten mogen worden vergund dan aangevraagd. Het kan dus nooit zo zijn dat de vergunning van 22 september 2008 (bijlage 9) ook zag op de produktie van andere alcoholhoudende dranken dan whisky.
Zonder de productie van whisky moet het bedrijf, gelet op de opslag van alcoholische drank <40% , volgens de Brochure Bedrijven en Milieuzonering in beginsel gezien worden als een bedrijf in milieucategorie 3.2. Wij verwijzen naar Lijst 2, Opslagen en installaties, Nummer, 3 subnummer 3, bovengrondse opslag van K1/K2: 10 - 1000 m3 van de Brochure. Onder K1 -klasse vallen de gassen/vloeistoffen met een vlampunt van minder dan 21 °C. Onder K2 klasse vallen de gassen/vloeistoffen die een vlampunt hebben van 21-55 °C. Alcoholische drank tussen 24% en 40% heeft een vlampunt dat zich bevindt tussen 21-55 °C. De hoeveelheid opslag van alocholische drank <40 % bevindt zich tussen 10-1000 m3. De maatgevende (indicatieve) afstand van 100 (R) m hangt volgens de Brochure samen met het milieuaspect gevaar/ externe veiligheid ( de toevoeging R houdt verband met een toets aan
22
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
het Bevi) .Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 4.7.4. Voor milieuaspect geur geldt voor deze opslag een aan te houden afstand van in principe 30 m, aldus de Brochure. Overigens is met de intrekking van de productie van whisky, onverkort sprake van vergunningplicht. Het bedrijf valt immers onder Bijlage 1, categorie 4.4, onder h, van het Besluit Omgevingsrecht (in combinatie met artikel 2.1. Wabo). In de eerder genoemde revisievergunning is in 4.2. bepaald dat de locatie van tanks met alcohol op een plattegrondtekening moet zijn aangegeven. Deze tekening zit in de aanvraag als bijlage 1. Er staan inderdaad 10 tanks op aangegeven in een inpandige ruimte.Op onderstaande afbeelding is de locatie van de tanks globaal weergegeven.
A
Af beelding: af standen tussen bestemmingsgrens, bouwv lak Bedrijf 1 enerzijds en bouwv lak Woongebied anderzijds
In de regels is derhalve, volledig in overeenstemming met de revisievergunning, bepaald dat opslag alleen inpandig kan plaatsvinden (binnen het bouwvlak van de bestemming Bedrijf -1 ). De afstand tussen de bebouwing van Toorank (alsmede de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf 1) en het bouwvlak van de bestemming Woongebied bedraagt 31 m. De afstand tussen de bestemmingsgrens Bedrijf 1 en het bouwvlak van de bestemming Woongebied bedraagt 25 m. De brochure gaat voor de indicatief aan te houden afstand uit van enerzijds de bestemmingsgrens en anderzijds de gevel van een woning. Voor het aspect "geur" is de afwijking van de indicatieve afstand zo bezien vrij beperkt (5 m), maar in paragraaf 4.7.2. zal onderbouwd worden waarom de afwijking voor dit milieuaspect acceptabel is. In paragraaf 4.7.4. zal een motivering voor de afwijking ten aanzien van het aspect gevaar/ externe veiligheid gegeven worden. Bij de afwijking van de indicatieve afstanden uit de VNG brochure dient overigens ook overweging 2.6.4. van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van 22 december 2010 in ogenschouw te worden genomen. De Afdeling heeft daarbij gesteld: "Ten aanzien van het betoog van Toorank dat zij door de bestemmingswijziging van de bestaande woningen ten oosten van haar perceel, wordt beperkt in haar bedrijfsvoering, overweegt de Afdeling dat de
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
23
raad onweersproken heeft gesteld dat deze woningen geruime tijd als burgerwoning worden gebruikt. Reeds bij het verlenen van de - inmiddels onherroepelijke - revisievergunning aan Toorank werden de woningen als burgerwoningen gebruikt en is dit feitelijk gebruik betrokk en bij de vergunningvoorschriften. Derhalve valt niet in te zien dat het bestemmen van de feitelijk bestaande situatie door het toekennen van de bestemming "Wonen (W)" aan de betreffende woningen leidt tot een beperking van de bedrijfsvoering van Toorank ". De Afdeling erkent daarmee dat de eerder genoemde revisievergunning op onderdelen (zie bijvoorbeeld voorschrift 5.1) is afgestemd op deze (burger)woningen. Dat dit van belang is in deze zaak, blijkt ook uit jurisprudentie. Gewezen kan worden op overweging 2.10.2 van de uitspraak van 15 september 2010 (nummer 200901515/1) van de ABRvS: "Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling zijn de in de VNG-brochure opgenomen afstanden indicatief en is afwijking hiervan in beginsel mogelijk met dien verstande dat een afwijking dient te worden gemotiveerd. Het college heeft de afwijking van de aanbevolen afstand toelaatbaar geacht, omdat in de directe omgeving van de mouterij reeds woningen aanwezig zijn waarop de milieuvergunning van de mouterij is afgestemd.Nu ter zitting is komen vast te staan dat de reeds aanwezige woningen in dezelfde richting zijn gelegen als de in het plan voorziene woningen, heeft het college er vanuit kunnen gaan dat de nieuwe woningen geen belemmering zullen vormen voor de bedrijfsvoering van de mouterij. Tevens heeft het college ter zitting opgemerkt dat in de milieuvergunning voorschriften zijn opgenomen op grond waarvan de mouterij gehouden is om hinder zowel binnen de grenzen van de inrichting als buiten de grenzen van de inrichting te voorkomen of te beperken. Gelet hierop alsmede in aanmerking genomen de geringe afwijking ten opzichte van de aanbevolen afstand, is het standpunt van het college dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van de voorziene woningen voldoende is gewaarborgd niet onredelijk ". 4.7.2
Belangenafweging
Weliswaar is de productie van whisky niet langer mogelijk, maar voorop staat dat Toorank met de gekozen bestemmingsregeling de in zijn eigendom zijnde gronden (met bestemming Bedrijf 1) bedrijfsmatig kan blijven (laten) gebruiken (o.a. voor de inpandige opslag van alcohol < 40%). Naast het bedrijfsbelang staat het algemeen belang dat gemoeid is met woningbouw. Dit belang, dat voor het onderhavige gebied het Zuiderveld ook vastgelegd is in het Voorkeursmodel Waalsprong, staat met de gekozen bestemmingsregeling niet op gespannen voet met het bedrijfsbelang. Beide belangen conflicteren dus niet.
4.7.3
Geurhinder
In de aanvraag revisievergunning van 22 september 2008 staat dat bij soortgelijke bedrijven geen geurhinder optreedt. Van de activiteiten worden daarom geen relevante geuremissies verwacht (blz. 13 aanvraag revisievergunning BMD advies, bijlage 8). Inmiddels is de activiteit "produktie van whisky " ingetrokken.
Door Royal Haskoning is in een eerdere notitie dd. 9 april 2010 (zie bijlage 2) het aspect "geur" beoordeeld, waarbij geen rekening kon worden gehouden met de latere intrekking van het onderdeel "productie van whisky". Haskoning stelt: ‘De vigerende vergunning van Toorank is, voor wat betreft het aspect geur, gebaseerd op de Best Beschikbare Technieken. Op grond van de verleende vergunning is Toorank verplicht om de maatregelen conform de Best Beschikbare Technieken te treffen. Als al deze maatregelen door Toorank worden getroffen is theoretisch een productiestijging met een factor 200 mogelijk. Ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen is de geurconcentratie altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Hiermee is in de huidige situatie sprake van een acceptabele geurhindersituatie en zijn er voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor Toorank.’
24
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
In opdracht van Toorank heeft Odournet in oktober 2010 een geuronderzoek verricht. Op 2 november 2010 heeft Haskoning de uitkomsten van Odournet tegen het licht gehouden. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 22 december 2010 is Haskoning (vóórdat sprake was van intrekking van de revisievergunning op het onderdeel "productie van whisky") nogmaals gevraagd een oordeel te vellen. Op 23 september 2011 heeft Haskoning derhalve een aanvullende notitie opgesteld (bijlage 3 bij deze toelichting). Voor zover relevant, zijn de resultaten daarvan in kolom 4 van onderstaande tabel weergegeven.
onderzoek Haskoning 9/4/2010
onderzoek Odournet 11/10/ 20104
In de v igerende milieuv ergunning is het v olgende v oorschrif t opgenomen met betrekking tot het aspect geur: "9.2 De geuremissie v anwege de inrichting mag de 1,5 Odour units per kubieke meter (3 ge/m3), bepaald als uurgemiddelde concentratie, op de erf grens niet meer dan 2 procent v an de tijd (98 percentiel) ov erschrijden".
Uit de v ergunning aanv raag en de v ergunning blijkt dat een productie v an 100.000 liter (is 1.000 hectoliter) is v ergund. Toorank is derhalv e te v ergelijken met een kleine brouwerij
beoordeling Haskoning 2/11/ 2010
aanvullende opmerkingen
In de v igerende milieuv ergunning is het v olgende v oorschrif t opgenomen met betrekking tot het aspect geur: "9.2 De geuremissie v anwege de inrichting mag de 1,5 Odour units per kubieke meter (3 ge/m3), bepaald als uurgemiddelde concentratie, op de erf grens niet meer dan 2 procent v an de tijd (98 percentiel) ov erschrijden";
Toorank is v ergelijkbaar met (grote) bierbrouwerijen waarv oor een Bijzondere regeling is opgenomen in de NeR6
De aan Toorank v erleende milieuv ergunning is onherroepelijk. Toorank moet derhalv e v oldoen aan de v oorschrif ten zoals die aan de milieuv ergunning zijn v erbonden. Het is dan ook opmerkelijk te noemen dat Toorank met het uitgev oerde onderzoek aantoont dat het niet aan v oorschrif t 9.2 uit de v igerende v ergunning v oldoet / kan v oldoen; Het rapport hangt aan elkaar v an de aannames die stuk v oor stuk aanv echtbaar zijn, zoals: Roy al Haskoning is v an mening dat de kengetallen uit de BR, zoals door Odournet gebruikt, hier niet v an toepassing zijn omdat Toorank gekwalif iceerd moet worden als een kleine brouwerij (< 200.000 hectoliter per jaar). Ter toelichting wijzen wij op onze notitie v an 9 april 2010. Voor kleine brouwerijen geldt dat geurbeperkende maatregelen moeten worden getrof f en. De geurkengetallen zijn v an toepassing op grote brouwerijen (> 200.000 hectoliter per jaar).
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Gemeente Nijmegen: De milieuv ergunning is onherroepelijk, anderzijds loopt een intrekkingstraject
25
Bij het v aststellen v an de geuremissie v an het destilleren wordt gebruik gemaakt v an de kengetallen uit de BR Bierbrouwerijen. Dit is om twee redenen niet juist. Ten eerste gelden de kengetallen v oor grote bierbrouwerijen. Toorank is géén grote brouwerij als bedoeld in de BR Bierbrouwerijen. Ten tweede is het zo dat bij het brouwen v an bier wordt gekookt om bepaalde, ongewenste, stof f en uit de v loeistof te v erwijderen en om de v loeistof te steriliseren. De v rijkomende damp is "af v al" en wordt geëmitteerd naar de lucht met geuremissie als gev olg. Bij het destilleren komt het "product" als damp ov er de top v an de kolom. Het is dan echter v an belang om dit te condenseren. Het is immers je product. Door Odournet wordt aangenomen dat 10% v an deze damp wordt geëmitteerd. Dit is v eel omdat op deze manier 10% v an het product de lucht in v erdwijnt. Dit lijkt onwaarschijnlijk De dif f use emissies buiten werktijd worden zonder enige onderbouwing gehalv eerd. Daarbij komt dat de dif f use emissies worden berekend aan de hand v an de BR Bierbrouwerijen (als percentage v an de totale emissie); Op basis v an metingen en erv aringsgegev ens wordt op een tweede manier de emissie bepaald. Ook hier worden div erse niet onderbouwde aannames gemaakt ten aanzien v an de concentraties in de ruimtes. Deze zijn naar onze inschatting aan de hoge kant. Verder wordt een niet onderbouwde aanname gemaakt met betrekking tot de v entilatiev oud. Deze is hoog, mede ook gezien het f eit dat Toorank v olgens de v igerende v ergunning moet zorgen v oor gesloten gebouwen. Niet uitgesloten kan worden dat deze aannames zodanig zijn gekozen dat een en ander ov ereenkomt met de berekende geuremissies op grond v an de BR. Andere aannames zijn denkbaar waardoor de geuremissie v olledig anders uitv alt en niet v ergelijkbaar (zie tabel 2 op blz. 11 v an 32) is met die zoals berekend in de BR
26
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Binnen de contour v an 1,5 ou e/m3 als 98-percentielwaarde is een gedeel v an de nieuwbouw gelegen. De contour ligt buiten de inrichtingsgrens, waarmee ev eneens niet wordt v oldaan aan de v ergunde geurnorm. De contour heef t een straal v an circa 100 m. Verdubbeling v an capaciteit lev ert grotere contour op en zijn meer woningen binnen contour gelegen. etc.
In paragraaf 2.2 wordt de aanname gemaakt dat er in de directe omgev ing enkele bedrijf swoningen liggen. Roy al Haskoning kent de lokale situatie niet precies maar in ieder gev al v an één woning is bekend dat het hier niet om een bedrijf swoning gaat. Wellicht geldt dit ook v oor de andere woningen. Voor de woningen zou dus ook het meest strenge toetsingskader moeten gelden. Uit de f iguren blijkt dat dan in de huidige situatie enkele woningen binnen de contour v allen. Op grond v an bov enstaande kan dus niet de conclusie worden getrokken dat een en ander zonder problemen v ergunbaar zou zijn.
Gemeente Nijmegen: v olgens de Af deling v alt niet in te zien dat het bestemmen v an de f eitelijk bestaande situatie door het toekennen v an de bestemming "Wonen (W)" aan woningen ten oosten v an haar perceel leidt tot een beperking v an de bedrijf sv oering
Haskoning: "Voor de woningen zou dus Gemeente Nijmegen: ook het meest bov endien heef t de Raad v an State gesteld: strenge "er v alt niet in te zien dat het bestemmen toetsingskader, v an de f eitelijk bestaande situatie door het zoals gef ormuleerd toekennen v an de bestemming "Wonen (W)" in het onderzoek, aan woningen ten oosten v an haar perceel moeten gelden. Uit leidt tot een beperking v an de de f iguren blijkt dat bedrijf sv oering" dan in de huidige situatie enkele woningen binnen de contour v allen. Op grond v an bov enstaande kan dus niet de conclusie worden getrokken dat een en ander zonder problemen v ergunbaar zou zijn".
Er worden v erspreidingsberekeningen uitgev oerd v oor een zeer klein gebied (< 100m ) rond de inrichting. Hierv oor geldt een v erhoogde onnauwkeurigheid. Dit is dan ook de 2 nov ember 2010 9M5896D0/N003/Nijm 3/1 reden dat v oor kleine brouwerijen geldt dat geurreducerende maatregelen moeten getrof f en.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
27
Conclusie: De v igerende v ergunning v an Toorank is, v oor wat betref t het aspect geur, gebaseerd op de Best Beschikbare Technieken. Op grond v an de v erleende v ergunning is Toorank v erplicht om de maatregelen conf orm de Best Beschikbare Technieken te tref f en. Als al deze maatregelen door Toorank worden getrof f en is theoretisch een productiestijging met een f actor 200 mogelijk. Ter plaatse v an de meest nabijgelegen woningen is de geurconcentratie altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Hiermee is in de huidige situatie sprake v an een acceptabele geurhindersituatie en zijn er v oldoende uitbreidingsmogelijkheden v oor Toorank.
Conclusie: Toorank dient de v igerende milieuv ergunning na te lev en. In deze milieuv ergunning zijn duidelijke geurv oorschrif ten opgenomen. Het onderzoek v an Odournet v ormt v oor ons geen aanleiding om terug te komen op het adv ies v an 9 april 2010.
De gemeente sluit zich aan bij de eindconclusie(s) van Haskoning. Op het aspect geurhinder is de bestemmingsregeling volgens de gemeente acceptabel. 4.7.4
Gevaar & externe veiligheid
4.7.4.1 Gevaar Zonder de productie van whisky moet het bedrijf, gelet op de (uitsluitend inpandige) opslag van alcoholische drank <40% , volgens de Brochure Bedrijven en Milieuzonering gezien worden als een bedrijf in milieucategorie 3.2. In dit verband wordt verwezen naar Lijst 2, Opslagen en installaties, Nummer, 3 subnummer 3, bovengrondse opslag van K1/K2: 10 - 1000 m3 van de Brochure. Zoals eerder vermeld in 4.7.1, houdt de maatgevende afstand van 100 m volgens de Brochure samen met het milieuaspect gevaar. De indicatieve afstand van 100 m ingevolge de VNG Brochure is opvallend omdat voor de categorie Destilleerderijen en likeurstokerijen (VNG Brochure 2009, SBI code 110101) de afstand op het milieuaspect gevaar op 30 m wordt beoordeeld. De afstand tussen het bouwvlak van de gronden met bestemming Woongebied enerzijds en anderzijds het bouwvlak binnen het gebied met aanduiding "Specifieke vorm van bedrijf 1" (waar de inpandige opslag van alcoholische drank is toegestaan) bedraagt 31 m (zie ook de afbeelding in 4.7.1). Mét het toestaan van productie van whisky (uitgaande van SBI code 110101) zou dus voldaan worden aan deze afstand, maar mét de intrekking van de produktie van whisky is in beginsel sprake van een afwijking van 69 m tussen bestemmingsregeling en aan te houden afstand volgen de VNG brochure (uitgaande van Lijst 2, Opslagen en installaties, Nummer, 3 subnummer 3) .
De vraag dringt zich daarmee nadrukkelijk op wat eigenlijk de gevaarseigenschappen zijn van de alcoholische dranken die worden opgeslagen. Tevens is de vraag relevant of de inpandige opslag van deze alcoholische dranken veilig genoeg plaatsvindt. De gevaarsaspecten van een alcoholische drank zijn sterk afhankelijk van het alcoholpercentage alsmede van de opslagtemperatuur. Alleen dranken met een percentage van meer dan 24% alcohol kunnen potentieel gevaar voor brand en explosie met zich
28
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
meebrengen. Volgens de eerder genoemde revisievergunning is opslag van alcohol <40% toegestaan. Volgens paragraaf 5.3 van de aanvraag revisievergunning alsmede bijlage 6 "Opslag van alcoholhoudende dranken "bij de aanvraag is voor de opslag van alcholische drank <40% alcohol alleen sprake van opslag in tanks (daarmee bijvoorbeeld niet in grootverpakking). De mogelijkheid dat in het tanklokaal van het bedrijf een explosief alcoholdamp/luchtmengsel aanwezig is , kan zich met name voordoen tijdens warme dagen (rond de 26 ºCelsius). Bij 40 % alcohol5 is het vlampunt 26 ºCelsius. Door het treffen van een aantal voorzieningen kan dit risico evenwel sterk worden gereduceerd. Deze te treffen voorzieningen zijn verplicht voorgeschreven in paragraaf 4 van de revisievergunning. In deze paragraaf is bijvoorbeeld de vereiste van een veiligheidsbeleid en brandveiligheidsplan opgenomen. Op basis van het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 3.5.c ) rust voorts op Toorank de plicht een risico-inventarisatie en -evaluatie op te stellen en deze vast te leggen in explosieveiligheidsdocument. Voorts heeft het RIVM op 28 februari 2007 aan de gemeente richtlijnen gegeven voor de opslag van alcohol en geeft aan dat voor de opslag in stalen verticale cilindrische tanks6 PGS 29 kan worden toegepast (zie bijlage 10). PGS 29 wordt vervolgens diverse keren genoemd in voorschrift 4.2. van de revisievergunning (alsmede ook in de toelichting op blz. 8, 9) . In de brief van het RIVM wordt ook gewezen op de noodzaak van "ventilatie om het ontstaan van een explosief mengsel te voorkomen"(zie bijlage 10). Ventilatievereisten zijn vervolgens opgenomen in voorschrift 4.11 van de revisievergunning. Deze technieken vloeien voorts ook voort uit het het eerder genoemde Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 3.5.e). De vereiste van een alcoholdampdetectiesysteem (artikel 4.10 van de revisievergunning) en de ventilatie-vereisten zijn te beschouwen als toepassing van de best beschikbare technieken. Vanwege het feit dat de ABRvS een woonbestemming aanvaarbaar achtte voor enkele naastgelegen woningen ("er valt niet in te zien dat het bestemmen van de feitelijk bestaande situatie door het toekennen van de bestemming "Wonen (W)" aan woningen ten oosten van haar perceel leidt tot een beperking van de bedrijfsvoering") heeft Toorank BV ook op het onderdeel gevaar met deze woningen, die relatief dichtbij zijn gelegen, rekening te houden. Op grond van het voorgaande is een afstand van 31 m tussen inpandige opslag van alcohol en het bouwvlak dat de bestemming Woongebied heeft acceptabel en is afwijking van de indicatieve afstand van 100 m op het milieuaspect "gevaar" verantwoord. Tot deze conclusie is desgevraagd ook de Veiligheidsregio Gelderland Zuid (organisatie voor brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en voorbereiding en coördinatie op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing) gekomen.
4.7.4.2 Externe veiligheid In de meermaals genoemde revisievergunning wordt ingegaan op het aspecte externe veiligheid. Gerefereerd kan worden aan blz. 10 (bijlage 9) van de revisievergunning, waarbij met name op het gevaar van whisky wordt gewezen. Voorts heeft Haskoning op 2 april 2010 een zogenoemde QRA opgesteld (bijlage 6) , waarbij geen rekening is gehouden met de latere intrekking van het onderdeel "productie van whisky". Belangrijke bevindingen van dit onderzoek zijn weergegeven in kolom 1 van onderstaande tabel. Essentieel is dat de risicocontour 10-6 niet ligt over de zone waar woonbebouwing mogelijk is (bedoeld was de zone uit bestemmingsplan Groot Oosterhout, maar deze zone komt overeen met de zone in voorliggend bestemmingsplan ). In opdracht van Toorank heeft BMD Advies op 19 oktober 2010 een beoordeling uitgevoerd van de QRA-rapportage en het rekenmodel van Haskoning. BMD concludeert dat een aantal
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
29
zaken in het bestemmingsplan en de QRA onzorgvuldig zijn dan wel rechtsonzekerheid veroorzaken. Belangrijke conclusies uit het BMD onderzoek staan hieronder in kolom 2. onderzoek Haskoning 2/4/2010
onderzoek BMD
beoordeling Haskoning 12/11/2010
De plaatsgebonden risicocontour 10 loopt enkele meters buiten de inrichtingsgrens v an Toorank. Er bev inden zich in de huidige situatie én in de toekomstige situatie ten gev olge v an het bestemmingsplan Groot Oosterhout binnen de plaatsgebonden risicocontour v an 10-6 per jaar géén (beperkt) kwetsbare objecten en daarmee wordt v oldaan aan de eisen uit het BEVI; De plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt ov er de bebouwingsv rije zone zoals opgenomen in het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’. Deze risicocontour ligt niet ov er de zone waar woonbebouwing wel mogelijk is; Het aantal slachtof f ers v oor het groepsrisico wordt berekend op minder dan 10 personen. Conf orm het BEVI is het groepsrisico relev ant v anaf 10 slachtof f f ers. Groepsrisico is daarom niet v an belang v oor besluitv orming. Gemeente Nijmegen: v oor het groepsrisico hoef t in het plan geen v erantwoording te worden opgenomen Opgemerkt wordt dat de nu berekende externe v eiligheidsrisico’s zijn ov erschat gev olg v an: - Het f eit dat ethanol als puur ethanol is beschouwd. Ethanol, 40% en 55%, heef t een aanzienlijk lagere v erbrandingswaarde en dampspanning en zal bij het v rijkomen tev ens tot aanzienlijk kleinere ef f ectaf standen leiden - het f eit dat de opslagtanks als uitpandige opslagtanks zijn leidt ot ov erschatting
bestemmingsplan bev at onduidelijkheden o.a. qua locatie (beperkt) kwetsbare objecten
zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18
Toorank niet betrokken in beoordeling rampenbestrijding en hulpv erleningscapaciteit
zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18
QRA is beperkt v erwerkt in bestemmingsplan; zeer beperkt specif iek onderzoek naar Toorank
zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18
de motiv ering dat het Bev i niet v an toepassing is, laat te wensen ov er
zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18
cumulatie (gev aarlijke stof f en ov er spoor, aardgasleidingen e.d) is niet onderzocht onv oldoende motiv atie qua niet meenemen opslag v an whisky in houten v aten en niet meenemen productleidingen waarden/ scenario's niet conf orm Handreiking Risicoberekeningen Bev i
zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18 zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18 zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18 zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18 zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18
maximale ef f ectaf stand is onjuist bepaald doordat locatie v an (beperkt) kwetsbare objecten nog niet def initief is, ontstaat er v oor Toorank rechtsonzekerheid qua groepsriciso er zijn niet alle toekomstscenario's ev engoed bekeken
30
zie bijlage 2, blz 2 t/m 5 , punten 1 t/m 18
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
reactie haskoning 16/9/2011
Conclusie De QRA v an Roy al Haskoning behoef t niet herzien te worden. Sommige punten hadden iets duidelijker v erwoord kunnen worden, maar de gehanteerde uitgangspunten zijn goed. Het v oorgaande betekent dat de door Haskoning opgestelde QRA geen inhoudelijke bijstelling behoef t. De conclusies uit het rapport d.d. 2 april 2010 blijv en ov ereind.
geen nieuwe inzichten: de eerdere QRA v an Roy al Haskoning behoef t niet herzien te worden
Haskoning heeft vervolgens het BMD onderzoek op 12 november 2010 beoordeeld. De belangrijkste conclusie staat onderaan kolom 3. Ná de uitspraak van de Raad van State is Haskoning nogmaals gevraagd of er aanleiding is tot bijstelling van eerdere inzichten (kolom 4, zie ook bijlage 7). Het antwoord op die vraag is ontkennend. De gemeente sluit zich op het milieuaspect externe veiligheid aan bij het eindoordeel van Haskoning. Volgens de gemeente is er voorts geen sprake van een groepsrisico in het kader van externe veiligheid en dat hier dus geen verantwoording voor hoeft plaats te vinden. Op het aspect externe veiligheid is de bestemmingsregeling volgens de gemeente acceptabel. 4.7.5
Geluid
Geluid is niet het maatgevend aspect maar gevaar/ externe veiligheid,nu Lijst 2, Opslagen en installaties, Nummer, 3 subnummer 3, bovengrondse opslag van K1/K2: 10 - 1000 m3 van de Brochure bedrijven en milieuzonering (editie 2009) aan de orde is. Desalniettemin kan ten aanzien van het milieuaspect geluid het volgende worden opgemerkt. In opdracht van Toorank is op 13 oktober 2010 het akoestisch rapport van Akoestisch Buro Tideman uitgebracht. Tideman concludeert, kort gezegd, dat bij de nieuw te bouwen woningen geen acceptabel leef- en woonklimaat kan worden bereikt. Voorts zouden de woningen een bedreiging vormen voor de huidige vergunde bedrijfsvoering en zou eventuele uitbreiding of verdere ontwikkeling onmogelijk worden. Op 12 november 2010 heeft Haskoning het onderzoek van Akoestisch Buro Tideman beoordeeld. De belangrijkste bevindingen uit deze notitie (zie ook bijlage 5) staan aangegeven in kolom 3 van onderstaande tabel.
onderzoek Akoestisch Buro Tideman 13/10/2010
notitie Royal Haskoning 12/ 11/2010
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
31
Op bladzijde 2 v an het geluidsrapport wordt v oor de bestaande woningen en op een af stand v an 25 meter v an de terreingrens de norm v oor het equiv alent geluidniv eau v an 50 dB(A) genoemd. In bijlage 6 is ook v oor de maximale geluidniv eaus een norm v an 60 dB(A) v oor de dagperiode weergegev en. Doorgaans wordt met deze normen een acceptabele geluidkwaliteit in de zin v an de geluidsbelev ing en risico's v oor de persoonlijke gezondheid bereikt*. Het bedrijf is in werking tussen 7.00 en 19.00 uur (bladzijde 1 v an het rapport). Op pagina 2 staan v erwijzingen naar v erschillende handreikingen. Deze richtlijnen kunnen worden gev olgd bij het beoordelen v an geluid v anwege de inrichting. Deze richtlijnen zijn niet meer dan hulpmiddelen. Het is aan het bev oegde gezag een goede af weging te maken bij het opstellen v an het bestemmingsplan, waarbij een geluidimmissie v an 50 dB(A) etmaalwaarde doorgaans niet leidt tot een onacceptabele geluidkwaliteit v an de omgev ing. Op pagina 3 v an het geluidsrapport wordt opgemerkt dat er geen metingen konden v erricht bij de v estiging v an Toorank aan de Stationsweg te Ressen. Het is v reemd dat er helemaal geen geluidmetingen konden worden uitgev oerd. Een reden v oor het niet kunnen uitv oeren is niet gegev en. Het is niet erg waarschijnlijk dat alle uitgangspunten bij Zev enaar één op één ov er te nemen zijn op de inrichting te Ressen ter plaatse v an de bestaande woningen wordt met de v egunde bedrijf sactiv iteiten v oldaan aan de v igerende v oorschrif ten. In de v ergunning is tev ens opgenomen dat op een af stand v an 25 m de geluidsbelasting niet hoger mag zijn dan 50 dB(A). nu wordt op die af stand 52 dB (A) berekend. In de huidige situatie is er geen belemmering om de waarde v an 50 dB (A) op 25 m te v erhogen naar de benodigde geluidruimte, omdat zich daar geen geluidsgev oelige objecten bev inden . Met aan actualisatie v an de v ergunning kan de huidige bedrijf ssituatie worden v ergund (...). Om een goed leef - en woonklimaat te garanderen is een richtwaarde v an 45 dB (A) gebruikelijk. Aan deze waarde wordt niet v oldaan,omdat op dit moment deze 52 dB (A) bedraagt v anwege het v ullen v an de opslagtanks. De piekgeluiden ter plaatse v an de nieuw te realiseren woningen bedragen maximaal 83 dB (A) en is daarmee hoger dan de richtwaarde v an maximaal 70 dB (A) . Deze worden bepaald door het wisselen v an de af v alcontainer aan de achterzijde v an het terrein.
Uit de toetsing door Tideman v an de f eitelijke bedrijf ssituatie blijkt dat Toorank Productions B.V. niet aan de v oorschrif ten v an de v igerende milieuv ergunning v oldoet. Voor zowel het langtijdgemiddelde beoordelingsniv eau (eigenlijk v ergunde equiv alente geluidniv eau) als de maximale geluidniv eaus worden hogere geluidimmissies berekend, dan v ergund is. Het bedrijf is daarmee in ov ertreding. Wanneer het bedrijf aan de v oorschrif ten v an de v igerende v ergunning v oldoet (50 dB(A) etmaalwaarde en een maximaal geluidniv eau v an 60 dB(A) op 25 meter), dan wordt daarmee ook bij de nieuw te bouwen woningen een acceptabele geluidskwaliteit bereikt. De maximale geluidniv eaus v anwege het laden en lossen zijn in de beoordeling meegenomen. Dit is niet juist. Maximale geluidniv eaus v anwege het laden en lossen dienen conf orm de v igerende v ergunning (v oorschrif t 5.4) al buiten beschouwing gelaten. Dit geldt ook v oor een ev entuele nieuwe v ergunning. De berekende waarde v oor het maximale geluidniv eau v an 83 dB(A) v anwege het laden en lossen is v oor v ergunningv erlening geen belemmering. Wel dient bij een ev entuele nieuwe v ergunning rekening te worden gehouden met de best beschikbare technieken (BBT). Deze af weging heef t in het huidige geluidrapport niet plaatsgev onden. Zonder deze af weging kan dan ook niet worden gesteld dat er geen belemmering is om de v ergunde waarden zondermeer te v erhogen (tweede alinea bladzijde 10).
Conclusie: de geluidsbelasting v an Toorank is te hoog om woon- en leef klimaat te kunnen garanderen. Door de komst v an de woningen is aanpassing v an de v oorschrif ten v an Toorank op een af stand v an 25 m niet zonder meer mogelijk. De komst v an de woningen v ormen een belemmering v oor de hudige v ergunde bedrijf sv oering v an Toorank. Ev entuele uitbreiding of v erdere ontwikkelingn v an Toorank wordt beperkt door de komst v an de woningen .
Hierbij wordt nog opgemerkt dat de stelling van Tideman "Om een goed leef- en woonklimaat te garanderen is een richtwaarde van 45 dB (A) (op basis van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening) gebruikelijk " door de Afdeling bestuursrechtspraak recentelijk in een andere uitspraak verworpen is. Zie in dit verband de uitspraak van 15 augustus 2012 (zie bijlage 11 bij deze toelichting) , overweging 2.6.2. De gemeente sluit zich op het milieuaspect "geluid" aan bij het eindoordeel van Haskoning. Verder dient niet onvermeld te blijven dat de revisievergunning op het onderdeel "stoken van whisky" is ingetrokken.
32
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
4.7.6
Conclusie
Door de intrekking van de revisievergunning op het onderdeel stoken van whisky worden de milieueffecten van Toorank Productions aanmerkelijk gereduceerd en is sprake van een verantwoorde bestemmingsregeling in het plan.
4.8
Aanpassingen bestemming Woongebied
Er zijn twee "hoekpunten" alsnog bestemd tot Woongebied.Vanwege de geluidwerende voorziening bij Barenbrug is dat geen probleem. In het zuidelijk deel van het plangebied zijn binnen de bestemming Woongebied zone's opgenomen met afwijkende bouwhoogten.
4.9
Parkeren
Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend aan de hand van de door Burgemeester en wethouders vastgestelde parkeervisie 2012 en de hierin verbonden nota parkeernormen gemeente Nijmegen (2012).
4.10
Archeologie
Het hele plangebied kent een rijk bodemarchief dat deels is onderzocht en waar in de (nabije) toekomst nog verder onderzoek zal moeten plaatsvinden. Het gebied waarvoor de reparatie van het bestemmingsplan wordt uitgevoerd, kent de waarden 2, 3 en 4. Op het gedeelte van het gebied met waarde 3 dient op verschillende plekken nog nader archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Het terrein met waarde 4 is (kadastrale nrs. E 59, 60, 61 ( ged.) en 62) bij besluit van 16 oktober 2000 door de Staatssecretaris van OC&W aangewezen als beschermd archeologisch monument (monumentnr. 511804). Dit betekent dat het monument niet mag worden gewijzigd of verstoord zonder vergunning van de Minister (art. 11 van Monumentenwet 1988). Voorwaarden Het terrein krijgt deels de dubbelbestemming: waarde-archeologie 2 met bijbehorende voorschriften, waarbij een vrijstellingsgrens voor archeologisch onderzoek tot een diepte van 0.50 meter onder maaiveld wordt opgenomen. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden te beschermen. Door het opnemen van deze dubbelbestemming zullen aanvragen van een omgevingsvergunning voor het betreffende gebied eerst beoordeeld moeten worden op hun archeologische waarde. Blijkt dat de bescherming van de verwachte waarden niet of onvoldoende mogelijk is dan dient voorafgaand aan verdere planvorming een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe). Het gebied met waarde 3 krijgt de dubbelbestemming: waarde-archeologie 3 met bijbehorende voorschriften. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden in de bodem te beschermen. Door het opnemen van deze dubbelbestemming zullen bouw- en sloopvergunningen voor het betreffende gebied eerst beoordeeld moeten worden op hun archeologische waarde. Blijkt dat de bescherming van de verwachte waarden niet of onvoldoende mogelijk is dan dient voorafgaand aan verdere planvorming een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden. Op basis van de resultaten van dit onderzoek neemt het bevoegd gezag (gemeente Nijmegen) het besluit of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
33
komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe). Het terrein met waarde 4 krijgt de dubbelbestemming: waarde-archeologie 4 met bijbehorende voorschriften. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden in de bodem te beschermen.
Informatieplicht Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit binnen drie dagen te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988)bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
34
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 5
Financiële uitvoerbaarheid
Voor de uitvoering van de plannen voor de Waalsprong is de gemeente Nijmegen een publiek private samenwerking (PPS) aangegaan met projectontwikkelaars en woningcorporaties. Hiertoe zijn in 1994 in eerste instantie een intentieovereenkomst en later een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De samenwerking richt zich op de realisering van circa 12.000 woningen met de bijbehorende infrastructuur en voorzieningen in het Waalspronggebied. Op basis van de samenwerkingsovereenkomst zijn verschillende organisaties opgericht. Bij de opstelling en realisering van voorliggend bestemmingsplan is de Grondexploitatie Maatschappij Waalsprong bv (GEM) betrokken. De GEM draagt zorg voor de realisering van de woningbouw. Daartoe koopt de gemeente Nijmegen gronden in en draagt deze vervolgens over aan de GEM. De taak van de GEM bestaat uit het bouwrijp maken van de gronden en doorlevering aan de in de GEM deelnemende partijen. De openbare ruimte in de verschillende deelgebieden wordt na realisering overgedragen aan de gemeente De grondexploitatie van het deelgebied Groot Oosterhout - 1 geschiedt voor rekening en risico van de GEM. In de zomer van 2012 heeft de gemeente in de risiconota 2013 aangegeven dat verwacht mag worden dat additionele bijdragen noodzakelijk zijn om de grondexploitatie sluitend te houden. Hiervoor zijn inmiddels middelen gereserveerd in de gemeentebegrotingen. De grondexploitatie wordt voortdurend gemonitord en bijgesteld. Op deze manier wordt een sluitende grondexploitatie gegarandeerd. Uitgangspunt is een in financieel-economisch opzicht haalbaar bestemmingsplan. Met de huidige inzichten van de GEM ten aanzien van de financieel-economische haalbaarheid is dit op basis van het beoogde (woningbouw)programma veiliggesteld. De aanleg van de geluidwerende voorziening als bedoeld in 4.4.1. van deze toelichting wordt ook financieel gedekt door de GEM Waalsprong.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
35
36
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 6 6.1
Procedures
Vooroverleg
Het voorontwerpbestemmingsplan is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke Ordening in vooroverleg toegestuurd aan de betreffende instanties. Het Waterschap Rivierenland heeft instemmend gereageerd op het plan. De provinciale afdelingen hebben geconstateerd dat in het voorontwerp geen provinciale belangen geschaad worden. Voorliggend plan is wezenlijk niet anders dan het bestemmingsplan waarvoor GS op 26 november 2009 reeds goedkeuring verleend hebben. De gemeente neemt dit voor kennisneming aan. De provincie geeft verder aan : "Indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht, of wanneer eventuele wijzigingen geen betrekking hebben op een provinciaal belang, hoeft u het ontwerpbestemmingsplan noch het vastgestelde bestemmingsplan aan de provincie toe te zenden. In dat geval kunt u, indien gewenst, tevens gebruikmaken van de door Gedeputeerde Staten geboden mogelijkheid een gewijzigd vastgesteld plan eerder dan na 6 weken te publiceren". De gemeente neemt hier instemmend kennis van en zal in het verdere verloop van de procedure hiermee rekening houden.
Hierbij dient verder te worden opgemerkt dat de Inspectie VROM de gemeente Nijmegen op 21 december 2011 heeft laten weten dat de VROM-Inspectie inhoudelijk niet meer zal reageren op het plan dat conform artikel 3.1.1. Bro of artikel 5.11. Bro aan ter advisering wordt aangeboden. In plaats van toetsing vooraf kiest het rijk meer voor systeem- of themagerichte onderzoeken achteraf.
6.2
Verdere procedure
Het ontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 2 februari tot en met 14 maart 2012; dit alles conform 3.8 Wro. De ingediende zienswijzen zijn behandeld in de reactienota. De raad heeft over het plan besloten in het eerste kwartaal 2013. Eventueel beroep staat alleen open voor belanghebbenden. In verband met het van toepassing zijn van de Crisis en Herstelwet op dit plan, kunnen na afloop van de beroepstermijn geen beroepsgronden meer worden aangevoerd.
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
37
Bijlagen bij toelichting
38
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Bijlage 1 Beoordeling geluidsaspecten Strydhagen
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
39
40
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
A COMPANY OF
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V. INFRASTRUCTUUR & TRANSPORT
Aan
:
Van Datum Kopie Onze referentie
: : : :
Betreft
:
De heren Benhadi, (Hekkelman), Wit (GEM) en Wildeboer (RHK) Gideon Konings 12 november 2010 Archief 9M5896.D0/N003/GK/HVT/Nijm Beoordeling geluidsaspecten Strydhagen Antiekgroothandel BV
Geluidsaspecten Strydhagen Antiekgroothandel BV De geluidimmissie bij het nieuwbouwplan vanwege Strydhagen Antiekgroothandel BV in de situatie waarbij het achterterrein (strook van 10 meter) niet gebruikt wordt voor bedrijfsactiviteiten, is verwaarloosbaar. De opslag, handel en overige activiteiten van Strydhagen Antiekgroothandel vinden inpandig plaats waardoor er geen noemenswaardige geluidbelasting op zal treden. Wanneer het achterterrein ook gebruikt zal worden voor opslag en voor parkeren zal er meer relevante geluidimmissie bij de nieuwbouwwoningen optreden. Deze situatie is in tabellen 1 en 2 nader uitgewerkt. In de tabellen zijn ook de uitgangspunten van de berekeningen opgenomen. De berekeningswijze is conform Methode I van de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, 1999. Bij het berekenen van de geluidimmissie is uitgegaan van het laden en lossen met behulp van een heftruck (het verplaatsen van zware objecten), het gebruik van een bedrijfswagen, parkeren met personenwagens en een ventilatie van de hal tussen 7.00 en 19.00 uur. Voor de verschillende activiteiten zijn de (ruim ingeschatte) bronsterkten en de bedrijfsduur voor de dagperiode weergegeven. Voor de bedrijfsduur is een inschatting gemaakt op basis van ervaring, rekening houdend met de aard van de te verhandelen goederen namelijk antieke stukken. Bij de berekeningen is niet uitgegaan van het manoeuvreren en laden/lossen met een zware vrachtwagen op het achterterrein, omdat daar de ruimte te beperkt voor is. Uit de tabellen is het zogenaamde langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximale geluidsniveau af te lezen. Tabel 1: geluidimmissie* LAr,Lt vanwege activiteiten op achterterrein Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,Lt) op 25 meter
Bron
Omschrijving activiteit
Bronsterkte
Bedrijfsduur
Cb-correctie
Lw in dB(A)
(minuten)
in dB(A)
Dgeo + Dbod in dB(A) 25 meter
Lp per bron
heftruck
manoeuvreren
99
15
-16,8
-39,0
43,2
bedrijfswagen
manoeuvreren
100
15
-16,8
-39,0
44,2
parkeren personenwagens
manoeuvreren
95
30
-13,8
-39,0
42,2
Ventilatie hal
mechanisch
75
720
0,0
-39,0
36,0
in dB(A)
Totale geluidimmissie op 25 m
48,3
(zonder afscherming) * bij het bepalen van de immissie is Cm en Dlucht vanwege de beperkte afstand op 0 gesteld
12 november 2010
9M5896.A0/N003/GK/HVT/Nijm
1/2
Tabel 2: geluidimmissie* LAmax vanwege activiteiten op achterterrein Maximale geluidsniveaus op 25 meter Bron
Omschrijving activiteit
Bronsterkte (piek)
Dgeo + Dbod in dB(A)
Lp per bron
heftruck
objecten/laden/lossen (verplaatsen)
Lw in dB(A) 110
25 meter -39,0
in dB(A) 71,0
bedrijfswagen
slaan portieren
105
-39,0
66,0
parkeren personenwagens
slaan portieren
100
-39,0
61,0
n.v.t. Maximaal geluidsniveau op 25 m
71,0
(zonder afscherming) * bij het bepalen van de immissie is Cm en Dlucht vanwege de beperkte afstand op 0 gesteld
Berekeningsresultaten Uit de berekeningen blijkt dat voor wat betreft het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau een immissie van circa 48 dB(A) zal optreden. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de voorkeurswaarde van 50 dB(A). Voor wat betreft de maximale geluidsniveaus wordt een waarde tot 71 dB(A) berekend. Deze waarde is het gevolg van het laden/lossen en behoeft daarom niet te worden getoetst. Gezien het feit dat het hierbij gaat om antiek zal het verplaatsen met beleid (voorzichtig) plaatsvinden en zal het te hanteren bronvermogen voor het maximale geluidsniveau aanzienlijk lager zijn dan het genoemde bronvermogen voor het laden- en lossen. Gesteld kan worden dat de voorkeurswaarde van 70 dB(A) daarbij niet zal worden overschreden. Conclusie Vanwege de activiteiten bij Strydhagen Antiekhandel BV zal, uitgaande van de bedrijfssituatie, bij de nieuw te bouwen woningen aan de voorkeursgrenswaarden conform de Wet geluidhinder worden voldaan. Dit betekent dat een acceptabele geluidskwaliteit in de zin van geluidsbeleving en risico’s voor de persoonlijke gezondheid bereikt wordt.
12 november 2010
9M5896.A0/N003/GK/HVT/Nijm
2/2
Bijlage 2 Notitie geurhinder Haskoning (1)
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
43
44
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
A COMPANY OF
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V.
Aan Van Datum Kopie
: : : :
Onze referentie
:
P. de Wit (GEM Waalsprong) V.V. Besselink (Royal Haskoning) 09 april 2010 R. Benhadi (Hekkelman Advocaten) M. Wildeboer en R. Wentzel (Royal Haskoning) 9M5896.J1/N002/903748/SVLI/Nijm
Betreft
:
Geurhinder Toorank B.V.
MILIEU
Inleiding In de nabijheid van Toorank wordt het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ gerealiseerd. Toorank heeft middels een beroepschrift aan de Raad van State (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) en in een verzoek om een voorlopige schorsing (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) aangegeven in de toekomst mogelijk beperkt te worden in haar uitbreidingsmogelijkheden door de voorgenomen woningbouw. Een van de aspecten die hierbij door haar wordt aangedragen is het milieu-aspect geur. Voorschrift milievergunning aspect ‘geur’ In de vigerende milieuvergunning is het volgende voorschrift opgenomen met betrekking tot het aspect geur: "9.2 De geuremissie vanwege de inrichting mag de 1,5 Odour units per kubieke meter (3 ge/m3), bepaald als uurgemiddelde concentratie, op de erfgrens niet meer dan 2 procent van de tijd (98 percentiel) overschrijden". Overwegingen Om te komen tot een acceptabel hinderniveau is door het bevoegde gezag aansluiting gezocht bij de Bijzondere Regeling (verder BR) B10 ‘Bierbrouwerijen’ uit de Nederlandse emissierichtlijn lucht (verder NeR). In de BR wordt onderscheid gemaakt tussen kleine brouwerijen (< 200.000 hectoliter per jaar) en grote brouwerijen (> 200.000 hectoliter per jaar). Uit deze BR blijkt dat in de omgeving hinder kan gaan optreden bij concentraties vanaf 1,4 ouE/m³ tot 3,0 ouE/m³. Dit heeft geleid tot een acceptabel geurhinderniveau voor grote brouwerijen in nieuwe situaties van 1,5 ouE/m³. Voor kleine brouwerijen is in de BR opgenomen dat maatregelen conform de Best Beschikbare Technieken (in het verleden Stand der Techniek genoemd) moeten worden genomen. In bijlage I bij deze notitie is de betreffende passage uit de BR opgenomen. Uit de vergunningaanvraag en de vergunning blijkt dat een productie van 100.000 liter (is 1.000 hectoliter) is vergund. Toorank is derhalve te vergelijken met een kleine brouwerij. Verder blijkt dat Toorank alle maatregelen conform de Best Beschikbare Technieken moet treffen op grond van de vigerende vergunning. In bijlage II bij deze notitie is de passage uit de aanvraag opgenomen waaruit blijkt dat Toorank voornemens is alle relevante maatregelen te treffen. In principe kan uit bovenstaande worden afgeleid dat de productiecapaciteit van Toorank theoretisch een factor 200 kan stijgen voordat de genoemde Best Beschikbare Technieken mogelijk niet voldoende meer zijn.
09 april 2010
9M5896.J1/N002/903748/SVLI/Nijm
1/2
Aanvullend is door het bevoegde gezag in voorschrift 9.2 vastgelegd dat de geurconcentratie op de terreingrens van Toorank niet meer mag bedragen 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Omdat de geurconcentratie lager wordt naar mate de afstand tot de inrichting groter wordt, houdt dit voorschrift in dat buiten de terreingrens van Toorank wordt voldaan aan het acceptabele hinderniveau. De woningen die binnen het bestemmingplan ‘Groot Oosterhout’ worden gerealiseerd liggen op een afstand van 25 meter van de terreingrens van Toorank. De geurconcentratie ter plaatse van de meest nabijgelegen woning is altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Conclusie De vigerende vergunning van Toorank is, voor wat betreft het aspect geur, gebaseerd op de Best Beschikbare Technieken. Op grond van de verleende vergunning is Toorank verplicht om de maatregelen conform de Best Beschikbare Technieken te treffen. Als al deze maatregelen door Toorank worden getroffen is theoretisch een productiestijging met een factor 200 mogelijk. Ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen is de geurconcentratie altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Hiermee is in de huidige situatie sprake van een acceptabele geurhindersituatie en zijn er voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor Toorank.
09 april 2010
9M5896.J1/N002/903748/SVLI/Nijm
2/2
Bijlage 3 Notitie geurhinder Haskoning (2)
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
49
50
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
A COMPANY OF
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V.
Aan Van Datum Kopie Onze referentie
: : : : :
P. de Wit (GEM Waalsprong) V.V. Besselink (Royal Haskoning) 23 september 2011 M. Wildeboer (Royal Haskoning) 9M5896.J1/N001/903748/SVLI/Nijm
Betreft
:
Geurhinder Toorank B.V.
1.
MILIEU
INLEIDING
Toorank Productions B.V. (verder aan te duiden als Toorank) heeft een vergunning voor het produceren, destilleren en bottelen van alcoholische drank, waaronder whisky, op haar locatie in Ressen. In de nabijheid van Toorank wordt het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ gerealiseerd. Toorank heeft in de vorige procedure door middel van een beroepschrift aan de Raad van State (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) en in een verzoek om een voorlopige schorsing (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) aangegeven in de toekomst mogelijk beperkt te worden in haar uitbreidingsmogelijkheden door de voorgenomen woningbouw. Een van de aspecten die hierbij door haar werd aangedragen was het milieu-aspect geur. Ter onderbouwing van het beroepsschrift heeft Toorank een geuronderzoek laten uitvoeren (Rapportage PRA Odournet, ‘Geuronderzoek Toorank Productions B.V. te Ressen’ rapport met kenmerk BMDG10B3 d.d. oktober 2010). Door de Afdeling is op 22 december 2010 uitspraak gedaan aangaande het beroepsschrift van Toorank. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de vigerende vergunning Wet milieubeheer van Toorank. Belangrijkste vraag is of het acceptabele hinderniveau ‘Geur’ in voldoende mate is vastgesteld. In hoofdstuk 3 worden de bevindingen weergegeven van de beoordeling van het geuronderzoek dat in opdracht van Toorank is opgesteld. In hoofdstuk 4 worden tenslotte de conclusies gegeven.
23 september 2011
9M5896.J1/N001/903748/SVLI/Nijm
1/5
2.
VIGERENDE VERGUNNING TOORANK
2.1 Voorschrift milieuvergunning aspect ‘geur’ In de vigerende milieuvergunning is het volgende voorschrift opgenomen met betrekking tot het aspect geur: "9.2 De geuremissie vanwege de inrichting mag de 1,5 Odour units per kubieke meter (3 ge/m3), bepaald als uurgemiddelde concentratie, op de erfgrens niet meer dan 2 procent van de tijd (98 percentiel) overschrijden". 2.2 Overwegingen milieuvergunning aspect ‘geur’ Om te komen tot een acceptabel hinderniveau is door het bevoegde gezag aansluiting gezocht bij de Bijzondere Regeling (verder BR) B10 ‘Bierbrouwerijen’ uit de Nederlandse emissierichtlijn lucht (verder NeR). In de BR wordt onderscheid gemaakt tussen kleine brouwerijen (< 200.000 hectoliter per jaar) en grote brouwerijen (> 200.000 hectoliter per jaar). Uit deze BR blijkt dat in de omgeving hinder kan gaan optreden bij concentraties vanaf 1,4 ouE/m³ tot 3,0 ouE/m³. Dit heeft geleid tot een acceptabel geurhinderniveau voor grote brouwerijen in nieuwe situaties van 1,5 ouE/m³. Voor kleine brouwerijen is in de BR opgenomen dat maatregelen conform de Best Beschikbare Technieken (in het verleden Stand der Techniek genoemd) moeten worden genomen. In bijlage I bij deze notitie is de betreffende passage uit de BR opgenomen. Uit de vergunningaanvraag en de vergunning blijkt dat een productie van 100.000 liter (is 1.000 hectoliter) is vergund. Toorank is derhalve te vergelijken met een kleine brouwerij. Verder blijkt dat Toorank alle maatregelen conform de Best Beschikbare Technieken moet treffen op grond van de vigerende vergunning. In bijlage II bij deze notitie is de passage uit de aanvraag opgenomen waaruit blijkt dat Toorank voornemens is alle relevante maatregelen te treffen. In principe kan uit bovenstaande worden afgeleid dat de productiecapaciteit van Toorank theoretisch een factor 200 kan stijgen voordat de genoemde Best Beschikbare Technieken mogelijk niet voldoende meer zijn. Aanvullend is door het bevoegde gezag in voorschrift 9.2 vastgelegd dat de geurconcentratie op de terreingrens van Toorank niet meer mag bedragen 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Omdat de geurconcentratie lager wordt naar mate de afstand tot de inrichting groter wordt houdt dit voorschrift in dat buiten de terreingrens van Toorank wordt voldaan aan het acceptabele hinderniveau. De woningen die binnen het bestemmingplan ‘Groot Oosterhout’ worden gerealiseerd liggen op een afstand van 30 meter van de terreingrens van Toorank. De geurconcentratie ter plaatse van de meest nabijgelegen woning is altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. 2.3 Conclusie vigerende vergunning Toorank. De vigerende vergunning van Toorank is, voor wat betreft het aspect geur, gebaseerd op de Best Beschikbare Technieken. Als al deze maatregelen door Toorank worden getroffen is theoretisch een productiestijging met een factor 200 mogelijk. Ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen is de geurconcentratie altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Hiermee is in de huidige situatie sprake van een acceptabele geurhindersituatie en zijn er voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor Toorank.
23 september 2011
9M5896.J1/N001/903748/SVLI/Nijm
2/5
3.
BEOORDELING GEURONDERZOEK TOORANK
3.1
Bevindingen
Royal Haskoning heeft de volgende opmerkingen op het uitgevoerde geuronderzoek: 1. Het rapport hangt elkaar van de aannames. Die stuk voor stuk aanvechtbaar zijn. Navolgend een, wellicht nog niet volledige, opsomming: a. Royal Haskoning is van mening dat de kentallen uit de BR, zoals door Odournet gebruikt, hier niet van toepassing zijn omdat het gaat om een vergelijking met een kleine brouwerij (< 200.000 hectoliter per jaar). Voor kleine brouwerijen geldt dat geurbeperkende maatregelen moeten worden getroffen. De geurkentallen zijn van toepassing op grote brouwerijen (> 200.000 hectoliter per jaar); b. Bij het vaststellen van de geuremissie van het destilleren wordt gebruik gemaakt van de BR Bierbrouwerijen. Dit is niet juist. Bij het brouwen van bier wordt wort gekookt om bepaalde, ongewenste, stoffen uit de vloeistof te verwijderen en om de vloeistof te steriliseren. De vrijkomende damp is "afval" en wordt geëmitteerd naar de lucht met geuremissie met gevolg. Bij het destilleren komt het "product" als damp over de top van de kolom. Het is dan echter van belang om dit te condenseren. Het is immers je product. Door Odournet wordt, zonder enige onderbouwing, aangenomen dat 10% van deze damp wordt geëmitteerd. Dit is veel omdat op deze manier 10% van het product de lucht in verdwijnt. Niet uitgesloten kan worden dat de aanname van 10% veel te hoog is. De geuremissie wordt hiermee overschat; c. De diffuse emissies buiten werktijd worden zonder enige onderbouwing gehalveerd. Daarbij komt dat de diffuse emissies worden berekend aan de hand van de BR Bierbrouwerijen (als percentage van de totale emissie) gezien opmerking b lijkt ook deze aanname niet juist; d. Het rapport wekt de suggestie dat de, op basis van de Bijzondere Regeling, berekende geuremissies goed overeenkomen met metingen aan een praktijkinstallatie in Schotland (zie 4e alinea van de conclusie). Uit paragraaf 3.2.2 blijkt echter dat deze installatie in Schotland helemaal niet vergelijkbaar is met de installatie van Toorank. De resultaten van de metingen worden daarom helemaal niet gebruikt. De verwijzingen naar metingen in het geuronderzoek is overbodig en had achterwegen gelaten kunnen worden. Op basis van ervaringsgegevens wordt op een tweede manier de emissie bepaald. e. Ook hier worden diverse niet onderbouwde aannames gemaakt ten aanzien van de concentraties in de ruimtes. Deze zijn naar onze inschatting aan de hoge kant. Verder wordt een niet onderbouwde aanname gemaakt mbt de ventilatievoud. Deze is hoog, mede ook gezien het feit dat Toorank volgens de vigerende vergunning moet zorgen voor gesloten gebouwen. Niet uitgesloten kan worden dat deze aannames zodanig zijn gekozen dat een en ander overeenkomt met de berekende geuremissies op grond van de BR. Andere aannames zijn denkbaar waardoor de geuremissie volledig anders uitvalt en niet vergelijkbaar (zie tabel 2 op blz. 11 van 32) is met die zoals berekend in de BR. f. In paragraaf 2.2 wordt de aanname gemaakt dat er in de directe omgeving enkele bedrijfswoningen liggen. Dit is niet juist. In rechtsoverweging 2.6.4 van de uitspraak (201000272/1/R2 d.d. 22 december 2010) overweegt de Afdeling het volgende:
23 september 2011
9M5896.J1/N001/903748/SVLI/Nijm
3/5
Reeds bij het verlenen van de - inmiddels onherroepelijke - revisievergunning aan Toorank werden de woningen als burgerwoningen gebruikt en is dit feitelijk gebruik betrokken bij de vergunningvoorschriften. Derhalve valt niet in te zien dat het bestemmen van de feitelijk bestaande situatie door het toekennen van de bestemming "Wonen (W)" aan de betreffende woningen leidt tot een beperking van de bedrijfsvoering van Toorank.
•
3.2
Voor de woningen zou dus ook het meest strenge toetsingskader, zoals geformuleerd in het onderzoek, moeten gelden. Uit de figuren blijkt dat dan in de huidige situatie enkele woningen binnen de contour vallen. Op grond van bovenstaande kan dus niet de conclusie worden getrokken dat een en ander zonder problemen vergunbaar zou zijn. Er worden verspreidingsberekeningen uitgevoerd voor een zeer klein gebied (< 100m ) rond de inrichting. Hiervoor geldt een verhoogde onnauwkeurigheid. Dit is dan ook de reden dat in de Bijzondere Regeling ‘Bierbrouwerijen’ voor kleine brouwerijen is opgenomen dat geurreducerende maatregelen moeten getroffen. Conclusie beoordeling Geuronderzoek
De vergunning Wet milieubeheer voor Toorank is onherroepelijk. Toorank moet voldoen aan de voorschriften zoals die aan de vergunning zijn verbonden. Het is dan ook opmerkelijk dat Toorank met het uitgevoerde onderzoek aantoont dat het niet aan voorschrift 9.2 uit de vigerende vergunning kan voldoen. Het door Toorank uitgevoerde geuronderzoek is ten onrechte gebaseerd op kentallen uit de BR ‘Bierbrouwerijen’. Deze kentallen zijn van toepassing op grote Bierbrouwerijen (> 200.000 hectoliter per jaar). Toorank heeft een vergunning voor de productie van slechts 1.000 hectoliter per jaar. De activiteiten van Toorank zijn daarom vergelijkbaar met de activiteiten van een zeer kleine bierbrouwerij. Volgens de BR ‘Bierbrouwerijen’ wordt voldaan aan het acceptabele hinderniveau indien een dergelijk kleine brouwerij een aantal voorgeschreven maatregelen treft. Deze voorgeschreven maatregelen zijn vastgelegd in de vigerende vergunning van Toorank. Royal Haskoning is van mening dat de verlening van de vigerende milieuvergunning op juiste gronden heeft plaatsgevonden. De conclusies uit hoofdstuk 2 van deze rapportage zijn nog steeds van toepassing. Het, door Toorank, uitgevoerde geuronderzoek doet hier niets aan af.
23 september 2011
9M5896.J1/N001/903748/SVLI/Nijm
4/5
4.
CONCLUSIES
De vigerende vergunning van Toorank is, voor wat betreft het aspect geur, gebaseerd op de Best Beschikbare Technieken. Als al deze maatregelen door Toorank worden getroffen is theoretisch een productiestijging met een factor 200 mogelijk. De woningen die binnen het bestemmingplan ‘Groot Oosterhout’ worden gerealiseerd liggen op een afstand van 30 meter van de terreingrens van Toorank. De geurconcentratie ter plaatse van de meest nabijgelegen woning is altijd lager dan 1,5 ouE/m³ als 98-percentiel. Royal Haskoning is van mening dat, indien Toorank de maatregelen treft die in de vigerende vergunning zijn vastgelegd, er sprake is van een acceptabele hindersituatie.
23 september 2011
9M5896.J1/N001/903748/SVLI/Nijm
5/5
Bijlage 4 Notitie beoordeling BMD Haskoning inzake externe veiligheid
Advies
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
door
59
60
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
A COMPANY OF
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V.
Aan Van Datum Kopie
: : : :
Onze referentie
:
Betreft
:
De heer R. Benhadi (Hekkelman) Mevrouw B. Verlaat 12 november 2010 De heer M. Wildeboer (Royal Haskoning) en de heer P. de Wit (GEM Waalsprong) 9M5896.D0/N004/901263/HVT/Nijm
INDUSTRIAL ENGINEERING
Beoordeling hoofdstuk 7 “Toetsing externe veiligheid met betrekking tot Toorank”, BMD Advies Centraal Nederland, d.d. 19 oktober 2010
Inleiding In de nabijheid van Toorank wordt het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ gerealiseerd. Toorank heeft beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) en aangegeven in de toekomst mogelijk beperkt te worden in haar uitbreidingsmogelijkheden door de voorgenomen woningbouw. Één van de aspecten die hierbij door haar wordt aangedragen is het milieuaspect externe veiligheid. In een door Royal Haskoning opgestelde Kwantitatieve Risico Analyse (9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm d.d. 2 april 2010) (verder aangeduid met QRA) is het volgende geconcludeerd: • de plaatsgebonden risicocontour 10-6 loopt enkele meters buiten de inrichtingsgrens van Toorank. Er bevinden zich in de huidige situatie én in de toekomstige situatie ten gevolge van het bestemmingsplan Groot Oosterhout binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar géén (beperkt) kwetsbare objecten en daarmee wordt voldaan aan de eisen uit het BEVI; • de plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt over de bebouwingsvrije zone zoals opgenomen in het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’. Deze risicocontour ligt niet over de zone waar woonbebouwing wel mogelijk is; • het aantal slachtoffers voor het groepsrisico wordt berekend op minder dan tien personen. Conform het BEVI [5] is het groepsrisico relevant vanaf tien slachtoffers. Derhalve is het groepsrisico niet van belang bij de besluitvorming. Opgemerkt wordt dat de nu berekende externe veiligheidsrisico’s zijn overschat als gevolg van: • het feit dat ethanol als puur ethanol is beschouwd. Ethanol, 40% en 55%, heeft een aanzienlijk lagere verbrandingswaarde en dampspanning en zal bij het vrijkomen tevens tot aanzienlijk kleinere effectafstanden leiden; • het feit dat de opslagtanks als uitpandige opslagtanks zijn beschouwd. Door de aanwezigheid van ramen in deze ruimte (zie foto’s in bijlage 5) is de WBDBO van de ruimte niet gegarandeerd maar de aanwezigheid van een muur met ramen zal bij het vrijkomen en mogelijk ontsteken van de ethanol de omvang van de effecten aanzienlijk reduceren. Op basis van het feit dat de externe veiligheidsrisico’s, ten gevolge van de activiteiten van Toorank, voldoen aan de grens- en richtwaarden uit het BEVI en het feit dat er in ieder geval geen onderschatting van de risico’s heeft plaatsgevonden, kan gesteld worden dat Toorank in ieder geval binnen het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ past. Vooralsnog worden vanuit externe veiligheid tevens geen belemmeringen voorzien voor mogelijke uitbreidingen.
12 november 2010
9M5896.D0/N004/901263/HVT/Nijm
1/5
In opdracht van Toorank heeft vervolgens BMD Advies Centraal Nederland de QRA beoordeeld (hoofdstuk 7 ‘Beoordeling QRA-rapportage van Haskoning inclusief PSU-file’ van Toetsing externe veiligheid met betrekking tot Toorank 19 oktober 2010, BMD Advies Centraal Nederland te Elst). GEM Waalsprong heeft Royal Haskoning verzocht om deze beoordeling van BMD Advies Centraal Nederland te beoordelen. Navolgend worden de bevindingen van Royal Haskoning puntsgewijs weergegeven. Bevindingen Navolgend is een reactie gegeven op de kanttekeningen van BMD Advies Centraal Nederland te Elst. Hierbij is de nummering gehanteerd, zoals deze ook in de beoordeling van BMD Advies Centraal Nederland te Elst is gehanteerd. 1. Voor de PGS-15 opslagvoorzieningen is een afzonderlijke selectiemethode van toepassing. Bij PGS-15 opslagplaatsen is het voornaamste risico het ontstaan van toxische verbrandingsproducten tijdens een brand in de betreffende opslag. Omdat de bijdrage van deze opslagen significant kunnen zijn voor de externe risico’s, dienen deze opslagplaatsen altijd te worden meegenomen in de QRA. Om te bepalen of een PGS-15 opslagvoorziening geselecteerd moet worden voor een QRA, wordt getoetst aan de eisen zoals vermeld in de Handleiding Risicoberekeningen Bevi: a) in de opslag dient 10 ton of meer aan gevaarlijke stoffen opgeslagen te zijn; b) er dient een brand mogelijk te zijn (in het brandcompartiment dienen stoffen aanwezig te zijn die brandbaar zijn); c) er moet een toxische stof vrij kunnen komen bij brand. Dat kan op de volgende twee manieren: 1. een opgeslagen toxisch product (ADR klasse 6.1 VG I of VG II) wordt deels onverbrand met de rookgassen meegevoerd; 2. een opgeslagen product vormt bij brand toxische verbrandingsproducten (N, S, Cl, F of Br houdende producten); d) de rookgassen moeten zich in de omgeving verspreiden. Vooral in het beginstadium van een brand vormen de toxische verbrandingsproducten een gevaar voor de omgeving, omdat er dan (door afkoeling aan de wanden en het dak van de opslagvoorziening) relatief koude verbrandingsgassen vrijkomen die laag bij de grond blijven hangen. Bij een meer ontwikkelde brand worden de verbrandingsgassen niet of nauwelijks meer afgekoeld en verspreiden deze hete gassen zich in verticale richting. Deze zogenaamde pluimstijging zorgt voor een aanzienlijke verdunning van de toxische concentraties op leefniveau. Bij buitenopslagen met een overkapping die verder grotendeels ‘open’ zijn, waarin de opgeslagen stoffen voornamelijk tegen de regen zijn beschermd, vindt nauwelijks afkoeling van verbrandingsgassen plaats en worden om deze reden in de rekenmethode niet meegenomen. Hetzelfde geldt voor buitenopslagen zonder overkapping. Op het moment dat de PGS-15 opslag voldoet aan de bovenstaande eisen dient de PGS-15 opslag in beschouwing genomen te worden. Er van uitgaand dat de opslag als PGS-15 opslag beschouwd moet worden, dan kan gesteld worden dat naar alle waarschijnlijkheid voldaan wordt aan punt a (>10 ton). Gezien het korte tijdsbestek waarop de stukken ingeleverd dienen te worden, is het niet mogelijk om dit te controleren. Punt b is duidelijk een ja. Alcohol is brandbaar. Bij punt c komt echter een nee. Alcohol (ethanol C2H6O) bevat geen componenten, die toxische verbrandingsproducten kunnen vormen.
12 november 2010
9M5896.D0/N004/901263/HVT/Nijm
2/5
2
3
4/5
6
7
8
9
Op basis hiervan is de opslag niet meegenomen. Op het moment dat er geen toxische verbrandingsproducten verwacht worden, is het ook niet mogelijk om effecten vast te stellen, zoals bedoeld onder punt 1 in hoofdstuk 7 ‘Beoordeling QRA-rapportage van Haskoning inclusief PSU-file’. Met andere woorden op dit punt behoeft de QRA niet aangepast te worden; over het algemeen genomen heeft het leidingwerk een geringe invloed op de externe veiligheid. Op basis van expert judgment is destijds besloten om het leidingwerk niet mee te nemen. Bij deze beslissing heeft meegespeeld dat het grootste deel leidingwerk inpandig is gelegen, waardoor de effecten bij een calamiteit beperkt blijven tot de inrichting. Met andere woorden op dit punt wordt de QRA niet aangepast; ook hier geldt dat op basis van expert judgment de pompen niet zijn meegenomen. Het is niet ongebruikelijk dat pompen en leidingwerk niet meegenomen worden. De reden hiervoor is dat over het algemeen de opslagtanks en de verladingsactiviteiten (in dit geval tankauto) bepalend zijn. Daarnaast zijn de pompen en het leidingwerk grotendeels inpandig. Het bedrijf is kleinschalig. Dus indien er een leiding breekt of lekt, dan zal dit relatief snel gesignaleerd worden. Met andere woorden op dit punt wordt de QRA niet aangepast; de destillatiekolom en procesvaten zijn in de QRA niet in beschouwing genomen, omdat verondersteld is dat de inhoud van de destillatiekolom en de procesvaten in verhouding tot de opslagtanks gering is. De effecten zijn afhankelijk van de hoeveelheid product dat vrij kan komen. De grootste effecten worden derhalve verwacht bij een calamiteit met de opslagtanks. Daarnaast vinden de processen inpandig plaats en zoals reeds eerder opgemerkt zullen de effecten bij een calamiteit naar verwachting beperkt blijven tot de inrichting. In de tekst van de QRA had voornoemde beter verwoord kunnen worden. Het resultaat van de QRA verandert hier echter niet door; het genoemde standaard debiet is een aangenomen debiet dat Royal Haskoning vaker tegenkomt bij het verladen van tankauto’s. Dit debiet is gehanteerd, omdat er geen verladingdebiet beschikbaar was ten tijde van het opstellen van de QRA. Hiermee is verklaard waarop het debiet gebaseerd is. BMD Advies Centraal Nederland geeft niet aan dat het gehanteerde debiet onjuist is. Derhalve wordt verondersteld dat het gehanteerde standaarddebiet correct is en de QRA op dit punt dus ook niet gewijzigd behoeft te worden; uit tabel B2.1 uit bijlage 2 blijkt dat inderdaad uit is gegaan van een aanwezigheidsduur gelijk aan de verladingduur (één uur) plus tien minuten. Het is correct opgemerkt dat dit in tabel 3.1 niet duidelijk is weergegeven. Tekstueel dient dit beter toegelicht te worden. Door BMD Advies Centraal Nederland wordt aangegeven dat dertig minuten reëler is. Hierbij wordt echter niet aangegeven waarom. Gezien de kleinschaligheid van het bedrijf is de verwachting van Royal Haskoning dat een totale aanwezigheidsduur van zeventig minuten reëel is. Er zullen naar verwachting geen wachttijden zijn en dergelijke. De QRA wordt op dit punt dus niet inhoudelijk aangepast; aangezien het een vloeibaar product betreft, is de verwachting dat een verschil van twee à drie graden geen significant verschil geeft in de effecten. Er kan een discussie gevoerd worden over dit punt over wat een reële temperatuur is van het product (bijvoorbeeld wordt er ’s morgens beladen dan is de temperatuur nog niet zo hoog). Hetgeen gedaan is in de QRA om uit te gaan van 9,8 ºC is niet ongebruikelijk. Aangezien er geen significante verschillen verwacht worden, blijft de QRA ongewijzigd; het is tekstueel niet correct weergegeven. Het moet 1% van het standaarddebiet zijn. Wiskundig is het uit te leggen dat het 1% is. Ook dit is niet ongebruikelijk en is al vele malen door onder andere Royal Haskoning in door Bevoegd gezag goedgekeurde QRA’s toegepast.
12 november 2010
9M5896.D0/N004/901263/HVT/Nijm
3/5
10
11
12
13
14
15
16
17
Voor wat betreft de wijze van invoeren in SAFETI-NL is het een zeer bewuste keuze van Royal Haskoning om het op deze wijze te doen. Indien het via de voorgeschreven methode gedaan zou worden, dan moet men via trial and error er voor zorgen dat men het juiste debiet krijgt. Door het op de wijze, zoals Royal Haskoning die gebruikt, te modelleren is het voor alle partijen duidelijk waarvan uitgegaan wordt. Royal Haskoning heeft al diverse door bevoegd gezag goedgekeurde QRA’s op deze wijze gemodelleerd. Kortom de QRA behoeft inhoudelijk niet gewijzigd te worden op deze punten; voor de QRA is het percentage alcohol niet relevant, omdat door de beperking van SAFETI-NL om mengsels aan te maken uitgegaan wordt van 100% alcohol. Dit is een worstcase benadering en een overschatting van de effecten. Een fireball risk is relevant bij tot vloeistof verdichte gassen. Daar is hier geen sprake van. Op deze punten behoeft de QRA dus niet aangepast te worden; vermoedelijk wordt tabel 3.3 bedoeld. Onduidelijk is waarom de temperatuur onjuist is daar het opslag betreft waarvan aangenomen mag worden dat deze er 24 uur per dag is. Ook hier wordt de QRA niet gewijzigd; de PSU is leidend (daar zijn de resultaten ook op gebaseerd). Met andere woorden in bijlage 2 is het niet juist weergegeven in de tabel. Zoals het in het hoofdrapport en het PSU-bestand staat is het correct. Tekstueel moet dit gewijzigd worden in de QRA, maar inhoudelijk niet. De keuze van 1 m is willekeurig. De hoogte is ingevoerd om aan te geven dat het geen gewone tankput betreft, maar inpandige opslag. In SAFETI-NL maakt het niet uit of er 1 of 2 meter ingevoerd wordt. De QRA behoeft niet aangepast te worden; onduidelijk is wat met deze opmerking wordt bedoeld. De populatie is ruim meegenomen buiten de 1% letaliteitgrens. De reden is dat op voorhand niet te zeggen is tot waar deze grens loopt en het gebied altijd ruimer wordt geschat. De QRA behoeft niet aangepast te worden; de gehanteerde waarde van 0,466 (afgerond 0,5) is niet vreemd. Op het moment dat uitgegaan zou worden van een ruwheidlengte van 1 m, dan worden over het algemeen genomen de effectafstanden kleiner, omdat de verspreiding van damp geringer wordt. Met andere woorden door uit te gaan van een lagere ruwheidslengte is er mogelijk een geringe overschatting van de situatie. De in de beoordeling genoemde 1,0 m is, gezien het open karakter van het terrein aan de oostkant van Toorank, niet correct. Met andere woorden de gehanteerde 0,5 m (afgerond) wordt representatief geacht voor de gehele omgeving; dit klopt. De materials zijn aangemaakt en vervolgens is geconcludeerd dat dit in SAFETI-NL niet correct functioneerde. In principe kunnen de materials dus gewoon ut het PSU bestand verwijderd worden. Het doorrekenen met 100% ethanol is een conservatieve aanname; gezien de relatief geringe effectafstanden is het niet zinvol om extra ontstekingskansen in SAFETI-NL in te voeren. Daarom is dit dan ook niet gebeurd. Tabel 4.2 is een standaard tabel die vaak in rapporten wordt opgenomen. Inhoudelijk verandert er niet aan de QRA als deze tabel voor de duidelijkheid uit het rapport verwijderd wordt. De spoorweg is niet ingevoerd, omdat de spoorweg op een grotere afstand ligt dan dat de effecten reiken; zoals in bovenstaande punten reeds is aangegeven is de verwachting dat de gemaakte kanttekeningen niet van invloed zijn op de berekende resultaten. Daarnaast wordt nogmaals opgemerkt dat de nu berekende externe veiligheidsrisico’s zijn overschat als gevolg van: • het feit dat ethanol als puur ethanol is beschouwd. Ethanol, 40% en 55%, heeft een aanzienlijk lagere verbrandingswaarde en dampspanning en zal bij het vrijkomen tevens tot aanzienlijk kleinere effectafstanden leiden;
12 november 2010
9M5896.D0/N004/901263/HVT/Nijm
4/5
•
18
het feit dat de opslagtanks als uitpandige opslagtanks zijn beschouwd. Door de aanwezigheid van ramen in deze ruimte is de WBDBO van de ruimte niet gegarandeerd maar de aanwezigheid van een muur met ramen zal bij het vrijkomen en mogelijk ontsteken van de ethanol de omvang van de effecten aanzienlijk reduceren. dit getal wordt niet gebruikt in de berekeningen en is derhalve dan ook niet relevant.
Conclusie De QRA van Royal Haskoning behoeft niet herzien te worden. Sommige punten hadden iets duidelijke verwoord kunnen worden, maar de gehanteerde uitgangspunten zijn goed. Het voorgaande betekent dat de door Haskoning opgestelde QRA geen inhoudelijke bijstelling behoeft. De conclusies uit het rapport d.d. 2 april 2010 blijven overeind.
12 november 2010
9M5896.D0/N004/901263/HVT/Nijm
5/5
Bijlage 5 Notitie Haskoning inzake geluid Toorank
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
67
68
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
A COMPANY OF
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V.
Aan
:
Van Datum Kopie Onze referentie
: : : :
Betreft
:
De heren Benhadi, (Hekkelman), Wit (GEM) en Wildeboer (RHK) Gideon Konings 12 november 2010 Archief 9M5896.D0/N005/GK/HVT/Nijm
INFRASTRUCTUUR & TRANSPORT
Beoordeling geluidsaspecten Toorank Productions BV
Behandeling geluidaspecten en akoestisch onderzoek Toorank Productions BV (10.073.01) Op bladzijde 2 van het geluidsrapport wordt voor de bestaande woningen en op een afstand van 25 meter van de terreingrens de norm voor het equivalent geluidniveau van 50 dB(A) genoemd. In bijlage 6 is ook voor de maximale geluidniveaus een norm van 60 dB(A) voor de dagperiode weergegeven. Doorgaans wordt met deze normen een acceptabele geluidkwaliteit in de zin van de geluidsbeleving en risico’s voor de persoonlijke gezondheid bereikt * . Het bedrijf is in werking tussen 7.00 en 19.00 uur (bladzijde 1 van het rapport). Op pagina 2 staan verwijzingen naar verschillende handreikingen. Deze richtlijnen kunnen worden gevolgd bij het beoordelen van geluid vanwege de inrichting. Deze richtlijnen zijn niet meer dan hulpmiddelen. Het is aan het bevoegde gezag een goede afweging te maken bij het opstellen van het bestemmingsplan, waarbij een geluidimmissie van 50 dB(A) etmaalwaarde doorgaans niet leidt tot een onacceptabele geluidkwaliteit van de omgeving. Op pagina 3 van het geluidsrapport wordt opgemerkt dat er geen metingen konden verricht bij de vestiging van Toorank aan de Stationsweg te Ressen. Het is vreemd dat er helemaal geen geluidmetingen konden worden uitgevoerd. Een reden voor het niet kunnen uitvoeren is niet gegeven. Het is niet erg waarschijnlijk dat alle uitgangspunten bij Zevenaar één op één over te nemen zijn op de inrichting te Ressen. Conclusie Uit de toetsing door Tideman van de feitelijke bedrijfssituatie blijkt dat Toorank Productions B.V. niet aan de voorschriften van de vigerende milieuvergunning voldoet. Voor zowel het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (eigenlijk vergunde equivalente geluidniveau) als de maximale geluidniveaus worden hogere geluidimmissies berekend, dan vergund is. Het bedrijf is daarmee in overtreding. Wanneer het bedrijf aan de voorschriften van de vigerende vergunning voldoet (50 dB(A) etmaalwaarde en een maximaal geluidniveau van 60 dB(A) op 25 meter), dan wordt daarmee ook bij de nieuw te bouwen woningen een acceptabele geluidskwaliteit bereikt. De maximale geluidniveaus vanwege het laden en lossen zijn in de beoordeling meegenomen. Dit is niet juist. Maximale geluidniveaus vanwege het laden en lossen dienen conform de vigerende vergunning (voorschrift 5.4) al buiten beschouwing gelaten.
*
In lijn met meest recente Wet en regelgeving: het Barim, Nota van toelichting op normstelling voor geluid in Artikel 2.17
12 november 2010
9M5896.D0/N005/GK/HVT/Nijm
1/2
Dit geldt ook voor een eventuele nieuwe vergunning. De berekende waarde voor het maximale geluidniveau van 83 dB(A) vanwege het laden en lossen is voor vergunningverlening geen belemmering. Wel dient bij een eventuele nieuwe vergunning rekening te worden gehouden met de best beschikbare technieken (BBT). Deze afweging heeft in het huidige geluidrapport niet plaatsgevonden. Zonder deze afweging kan dan ook niet worden gesteld dat er geen belemmering is om de vergunde waarden zondermeer te verhogen (tweede alinea bladzijde 10).
12 november 2010
9M5896.D0/N005/GK/HVT/Nijm
2/2
Bijlage 6 QRA Toornak, april 2010
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
71
72
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Kwantitatieve Risico Analyse Toorank Productions B.V.
GEM Waalsprong 02 april 2010 Definitief rapport 9M5896.J1
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2
1 1 1
Aanleiding Leeswijzer
2
SELECTIE RELEVANTE INSTALLATIES 2.1 Algemene beschrijving van activiteiten 2.2 Inleiding subselectie 2.2.1 Methodiek subselectie Uitvoering stap 1 2.2.2
2 2 3 3 3
3
UITWERKING FAALSCENARIO’S 3.1 Inleiding 3.2 Verlading alcoholische dranken (max. 40% alcohol) Opslag distillaat (max. 55% alcohol) en dranken (max. 40% 3.3 alcohol)
5 5 5 7
4
UITGANGSPUNTEN MODELLERING Rekenpakket 4.1 Omgevingsfactoren 4.2 4.2.1 Meteorologische omstandigheden 4.2.2 Populatiegegevens 4.2.3 Omgevingskenmerken 4.3 Locaties scenario’s 4.4 Stofgegevens 4.5 Ontstekingskansen Directe ontstekingskansen 4.5.1 4.5.2 Vertraagde ontsteking
9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10
5
TOETSINGSKADER EN RESULTATEN 5.1 Toetsingskader 5.1.1 Toetsingskader plaatsgebonden risico Toetsingskader groepsrisico 5.1.2 5.2 Resultaten Plaatsgebonden risico 5.2.1 Groepsrisico 5.2.2 Effectafstanden 5.3
12 12 12 13 14 14 16 17
6
CONCLUSIES
18
7
REFERENTIES
19
BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Overzichtstekening Toorank Uitwerking scenario’s Bestemmingsplankaart ‘Groot Oosterhout’ Verkavelingsplan ‘Groot Oosterhout’ Foto’s Toorank
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -i-
02 april 2010
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding Toorank Productions B.V. (verder aan te duiden als Toorank) heeft een vergunning voor het produceren, destilleren en bottelen van alcoholische dranken, waaronder whisky, op haar locatie in Ressen. In 2007 heeft Toorank een nieuwe Wm-vergunning aangevraagd [1] bij de gemeente Nijmegen. De vergunning is in 2008 verleend [2]. Uit de aanvraag [1] en de vergunning [2] blijkt dat Toorank niet onder het ‘Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen’ (BEVI) [5] valt. In het kader van de aanvraag Wm-vergunning [1] zijn de externe veiligheidsrisico’s dan ook niet inzichtelijk gemaakt. In de nabijheid van Toorank wordt het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ gerealiseerd. Toorank heeft middels een beroepschrift aan de Raad van State (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) en in een verzoek om een voorlopige schorsing (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) aangegeven in de toekomst mogelijk beperkt te worden in haar uitbreidingsmogelijkheden door de voorgenomen woningbouw. Een van de aspecten die hierbij door haar wordt aangedragen is het milieuaspect externe veiligheid. In deze rapportage worden daarom de externe veiligheidsriscio’s van Toorank inzichtelijk gemaakt. Op basis van de daadwerkelijke berekende externe veiligheidsrisico’s kan beoordeeld worden of Toorank inderdaad in de toekomst mogelijk belemmerd wordt. Met nadruk wordt opgemerkt dat Toorank niet onder de werkingssfeer van het BEVI valt en dat het inzichtelijk maken van externe veiligheidsrisico niet verplicht is, maar voor de volledigheid, inzichtelijkheid en verifieerbaarheid alsnog wordt gedaan.
1.2
Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de activiteiten van Toorank beschreven en is een selectie gemaakt van de insluitsystemen, die betrokken dienen te worden in de QRA. In hoofdstuk 3 volgt de uitwerking van de relevante insluitsystemen en de gehanteerde uitgangspunten. In hoofdstuk 4 worden de uitgangspunten van de berekeningen toegelicht. In hoofdstuk 5 volgt het toetsingskader uit het Bevi [5]. Tevens worden in dit hoofdstuk de resultaten gepresenteerd en getoetst aan de grens- en richtwaarden ten aanzien van externe veiligheid zoals die zijn opgenomen in het Bevi [5]. De rapportage wordt in hoofdstuk 6 afgesloten met een conclusie.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -1-
02 april 2010
2
SELECTIE RELEVANTE INSTALLATIES
2.1
Algemene beschrijving van activiteiten Op de inrichting van Toorank vinden de volgende activiteiten plaats: • Stoken van whisky; • Opslag producten; • Faciliteiten; • Overig. Whisky stoken Het proces begint met de aanvoer van gemalen mout in big bags of zakken. Het gemalen mout wordt in een gesloten mengbak van 5.000 liter gemengd met heet water waardoor de suikers uit het gemalen mout oplossen in het water. Hierna wordt het mengsel gekoeld in een platenkoeler. Een enkel brouwsel bevat 4.000 liter water met 1.000 kilogram mout. Vervolgens wordt het mengsel verpompt naar de gisttank. Hier wordt gist toegevoegd en worden de suikers omgezet alcohol en CO2. Dit mengsel gaat vervolgens naar de distilleerketel, alwaar de whisky geproduceerd wordt en tijdelijk wordt opgeslagen. Opslag van producten Het distillaat voor de whisky wordt tijdelijk opgeslagen in een tank van 30 m3. Hierna wordt het afgevuld in houten vaten en gelagerd op de verdiepingen. De opgeslagen whisky heeft een alcoholpercentage van circa 55%. Hier liggen de vaten minimaal drie jaar. Hierna worden de vaten naar een locatie buiten de inrichting afgevoerd, waar het afvullen in flessen plaatsvindt. Naast whisky wordt maximaal 270 m3 alcoholische drank opgeslagen in negen enkelwandige stalen tanks met een inhoud van elk 30 m3. Deze drank wordt buiten de inrichting geproduceerd. Aan- en afvoer van drank vindt plaats door middel van gesloten leidingen naar een bulkauto. Faciliteiten Voor het reinigen en desinfecteren van apparatuur zijn reinigingsvloeistoffen aanwezig. Verder is een persluchtinstallatie aanwezig voor procesbesturing en is er een laboratorium aanwezig om de kwaliteit van de producten te toetsen. Overig Naast de productie en de opslag van whisky en alcoholische dranken is er een gebouw op het terrein aanwezig voor de opslag van verpakkingsmateriaal. De aangevraagde activiteiten staan meer uitgebreid beschreven in de aanvraag Wm-vergunning [1].
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -2-
02 april 2010
2.2
Inleiding subselectie In de onderstaande paragrafen worden de selectie criteria van de HRB [3] toegepast om na te gaan welke insluitsystemen meegenomen moeten worden bij het berekenen van de externe veiligheidsrisico’s.
2.2.1
Methodiek subselectie De subselectie conform de HRB [3] bestaat uit een aantal stappen: • Stap 1: Opdelen van de inrichting in verschillende insluitsystemen met gevaarlijke stoffen; • Stap 2: Op basis van de effectafstanden vindt een selectie plaats van insluitsystemen waarvan de effecten tot buiten de terreingrens raken. Deze insluitsystemen dragen bij aan de externe risico’s en worden meegenomen in de QRA; • Stap 3: Wanneer het aantal insluitsystemen, dat via de effectbenadering wordt geselecteerd, omvangrijk is (groter dan 5) kan er vervolgens een verdiepingsstap worden gemaakt om het aantal insluitsystemen dat moet worden meegenomen in de QRA, te reduceren. Dit vindt plaats op basis van de soort en hoeveelheid stof in een insluitsysteem en de heersende procescondities. Hiervoor wordt per insluitsysteem een aanwijzingsgetal en een selectiegetal berekend.
2.2.2
Uitvoering stap 1 Stap 1 betreft alléén een opdeling van de inrichting van insluitsystemen met gevaarlijke stoffen. Met gevaarlijke stoffen worden toxische, brandgevaarlijke en explosieve stoffen bedoeld (paragraaf 2.2.2.4 van HRB [3]): • Toxische stoffen: De toxiciteit van stoffen wordt op basis van de LC50-waarde (rat, inh., 1 uur) en de fasetoestand van de stof (gas, vloeibaar, vast) beoordeeld. De methode voor de bepaling van de toxiciteit is in paragraaf 2.3.4.2.3 van het HRB [3] opgenomen. Stoffen met een LC50-waarde (rat, inh., 1 uur) hoger dan 20.000 mg/m3 behoeven conform de HRB [3] niet betrokken te worden in de QRA; • Brandgevaarlijke stoffen: Brandbare stoffen worden binnen de subselectie gedefinieerd als stoffen die een procestemperatuur hebben, die gelijk is aan of hoger is dan het vlampunt; • Explosieve stoffen: Met explosieve stoffen worden die stoffen bedoeld die vergelijkbare eigenschappen bezitten als TNT. In tabel 2.1 zijn de insluitsystemen met gevaarlijke stoffen bij Toorank weergegeven. Deze zijn gebaseerd op de aanvraag Wm-vergunning [1] en de vergunning [2]. Uit tabel 2.1 blijkt dat slechts een drietal insluitsystemen relevant zijn voor de QRA. Vanwege het beperkt aantal insluitsystemen worden stap 2 en 3 van de subselectie verder niet doorlopen. De volgende insluitsystemen worden betrokken in de QRA: 1. Tankautoverlading alcoholische dranken met een percentage van maximaal 40%; 2. Opslag van alcoholische dranken met een percentage van maximaal 40%; 3. Opslag van distillaat met een alcohol percentage van maximaal 55%.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -3-
02 april 2010
P3-oxonia active
Opslag in emballage
P3-stabilon CIP
Opslag in emballage
NaOH-oplossing 33%
Opslag in emballage
Alcoholische drank
Opslagtank
-
[Ja/Nee]
3
Explosief
[Ja/Nee]
2
Brandbaar -
-
-
ADR klsse 5.1, 20 l per vat, maximaal 20 l.
-
-
-
-
ADR klsse 8, 20 l per vat, maximaal 60 l.
Nee
-
-
-
-
ADR klsse 8, 20 l per vat, maximaal 60 l.
Nee
26
Ja
Nee
Nee
De opslag vindt inpandig plaats. In de Wm-vergunning zijn geen
Ja
23
Ja
Nee
Nee
(alcoholpercentage 40%) Whisky
Toelichting Betrekken in
Gevaarlijke stof conform HRB [3]
[°C]
Toxisch
Vlampunt
[Ja/Nee]
Omschrijving insluit-systeem
1
Stof
Nee
eisen gesteld t.a.v. de brandwerendheid van de ruimte. 3
Vaten (0,25 m )
(alcoholpercentage 55%)
De opslag vindt, conform de vergunningvoorschriften [2], plaats in
Nee
een ruimte die een brandwerendheid bezig van tenminste 60 minuten. In geval van een brand blijven de effecten derhalve beperkt tot deze ruimte en overschrijden de inrichtingsgrens niet.
Distillaat
Opslagtank
23
Ja
Nee
Nee
(alcoholpercentage 55%) Alcoholische drank
De opslag vindt inpandig plaats. In de Wm-vergunning zijn geen
Ja
eisen gesteld t.a.v. de brandwerendheid van de ruimte. Productleidingen
26
Ja
Nee
Nee
Aangenomen is dat de leidinglengte een zodanig korte lengte
Nee
heeft, dat er zeer weinig product aanwezig kan zijn. Dit
(alcoholpercentage 40%)
insluitsysteem wordt derhalve niet relevant geacht voor de QRA. Alcoholische drank
Tankauto
26
Ja
Nee
Nee
-
Ja
(alcoholpercentage 40%) 1. 2.
Brandgevaarlijke stoffen: Brandbare stoffen worden binnen de subselectie gedefinieerd als stoffen die een procestemperatuur hebben die gelijk is aan of hoger is dan het vlampunt; Toxische stoffen: De toxiciteit van stoffen wordt op basis van de LC50-waarde (rat, inh., 1 uur) en de fasetoestand van de stof (gas, vloeibaar, vast) beoordeeld. De methode voor de bepaling 3
van de toxiciteit is in paragraaf 2.3.4.2.3 van het HRB [4] opgenomen. Stoffen met een LC50-waarde (rat, inh., 1 uur) hoger dan 20.000 mg/m behoeven conform de HRB [4] niet betrokken te worden in de QRA; 3.
Explosieve stoffen: Met explosieve stoffen worden die stoffen bedoeld die vergelijkbare eigenschappen bezitten als TNT. Geen van de genoemde stoffen bezit de genoemde eigenschappen;
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -4-
02 april 2010
QRA [Ja /Nee]
Tabel 2.1 Gevaarlijke stoffen bij Toorank
3
UITWERKING FAALSCENARIO’S
3.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden voor de geselecteerde insluitsystemen de faalscenario’s conform de HRB uitgewerkt. Voor elk insluitsysteem worden op basis van de HRB faalkansen, de bronsterktes en de uitstroomduur bepaald.
3.2
Verlading alcoholische dranken (max. 40% alcohol) Uit de subselectie volgt dat de tankautoverladingen van alcoholische dranken met een ethanolpercentage van maximaal 40% betrokken dienen te worden in de QRA. De kenmerken van de verschillende onderdelen van de tankautoverladingen zijn weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1: Kenmerken tankauto verladingen Kenmerk Stof
Waarde
Eenheid
Toelichting
Alcoholische
[-]
--
dranken (max. 40% alcohol) Locatie
-
[-]
Zie overzichtstekening in bijlage 1. 3
Volume tankauto
30
[m ]
Bepaald op basis van doorzet en aantal lossingen [1].
Aantal lossingen
50
[aantal/jaar]
Conform opgave in aanvraag Wm-revisievergunning [1].
Doorzet
1.500
Debiet
30
Verladingsduur
1 50
Aanwezigheids-
1,17
duur 58
3
[m /jaar] 3
Conform opgave in aanvraag Wm-revisievergunning [1].
[m /uur]
Uitgegaan is van een standaard debiet.
[uur/ lossing]
Maximale aanwezigheidsduur, berekend aan de hand
[uur/jaar]
van 60 minuten per lossing plus 10 minuten.
[uur/
Maximale aanwezigheidsduur. Dit betreft de
bezoek]
verladingsduur vermeerderd met 30 minuten voor aan-
[uur/jaar]
en afkoppelen en administratie. Het lossen vindt overdag plaats, tussen 7.00 en 19.00.
Druk
Atmosferisch
Temperatuur
9,8
[bar absoluut] [°C]
-Conform de HRB [3] is uitgegaan van een gemiddelde omgevingstemperatuur van 9,8°C. In de QRA is er vanuit gegaan dat het product ook een temperatuur heeft die gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
Opvangvoor-
-
2
[m ]
zieningen Beveiligingen
Aangenomen is dat er geen opvangvoorzieningen aanwezig zijn op de laad- en losplaats.
Zie toelichting
--
Conform vergunningvoorschrift 2.13 [2] dient het vulpunt voorzien te zijn van een dodemansknop die de afsluiters op de tankauto sluiten. Het lossen vindt plaats onder permanent toezicht van 1
een operator . 1.
Conform de HRB [3] kan het ingrijpen van een operator worden meegenomen in de QRA, mits wordt voldaan aan een vijftal voorwaarden (paragraaf 4.2.6.1): a.
De ter plaatse aanwezige operator heeft van het begin tot en met het einde van de verlading zicht op de verlading en de laad-/losslang of -arm. In het bijzonder zit de operator tijdens de verlading niet in de cabine van de tankwagen of binnen in een gebouw;
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -5-
02 april 2010
b.
Het ter plaatse aanwezig zijn van de operator wordt geborgd door een voorziening zoals een dodemansknop of door een procedure in het veiligheidsbeheerssysteem en wordt tijdens inspecties gecontroleerd;
c.
Het inschakelen van de noodstopvoorziening door de aanwezige operator in het geval van een lekkage tijdens de verlading is vastgelegd in een procedure;
d.
De ter plaatse aanwezige operator is voldoende opgeleid en is tevens bekend met de geldende procedures;
e.
De noodstopvoorziening is volgens geldende normen gepositioneerd, zodanig dat er in korte tijd ongeacht de uitstroomrichting een noodknop bediend kan worden.
Conform de vergunningvoorschriften [2] dient het bedrijf hieraan te voldoen. Derhalve wordt het ‘ingrijpen van een operator’ meegenomen in onderhavige QRA.
Op basis van de kenmerken van de tankautoverladingen, zoals in tabel 3.1 weergegeven, zijn de faalkansen, bronsterktes en uitstroomduur bepaald. Faalkansen verlading De faalscenario’s voor de verladingen conform de HRB [3] zijn in tabel 3.2 weergegeven. Tabel 3.2: Faalscenario’s voor verlading atmosferische tankauto’s conform HRB Nummer
Scenario
TA1
Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud
Initiële faalkans 1*10 / jaar
TA2
Vrijkomen van de gehele inhoud uit de grootste aansluiting
5*10 / jaar
TA3
Breuk van de losslang
4*10 / uur
TA4
Lek van de losslang met een effectieve diameter van 10% van de
4*10 / uur
-5
-7
-6 -5
nominale diameter, maximaal 50 mm TA5
Instantaan vrijkomen gehele inhoud, plasbrand
-9
5,8*10 / uur
Bronsterkte verlading Bij het instantaan falen van de tankauto zal de gehele inhoud instantaan vrijkomen. Voor het volume van de gehele inhoud wordt uitgegaan van de maximale inhoud van 30 m3. Bij het vrijkomen van de gehele inhoud uit de grootste aansluiting wordt uitgegaan van een gat van 76,2 mm waardoor de gehele inhoud uitstroomt. Het uitstroom debiet wordt berekend door Safeti-NL [4]. Het lossen van de tankauto’s gebeurt met een debiet van 30 m3/uur. Bij een breuk van de losslang wordt de bronsterkte bepaald door de pompcapaciteit. Door het verlies aan druk bij een breuk is er, conform de HRB [3], 50 % toename van het debiet. Op basis hiervan is de bronsterkte 45 m3/uur gedurende 1.800 seconden conform HRB [3]. Bij het scenario 'Lekkage van de laad/losslang' wordt uitgegaan van een lek met een diameter gelijk aan 10% van de leidingdiameter en dus 1% van de bronsterke bij een breuk van de leiding. Uitstroomduur verlading Bij het verladen is het mogelijk om bij een calamiteit de verlading stop te zetten. Hiermee wordt de uitstroomduur beperkt. Conform de HRB [3] bedraagt de faalkans van de beveiligingen 0,1 per aanspraak. Voor een beschrijving van de aanwezige veiligheidsvoorzieningen zie tabel 3.1.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -6-
02 april 2010
Bij het falen van de losslang kan de uitstroomduur beperkt worden door aanwezige veiligheidsvoorzieningen. Conform de HRB [3] dient voor de veiligheidsvoorzieningen uitgegaan te worden van een uitstroomduur van 120 seconden. Bij het falen van de leiding en het falen van de veiligheidsvoorzieningen wordt uitgegaan van een uitstroomduur van 1.800 seconden conform de HRB [3]. Bij een lekkage wordt uitgegaan van een uitstroomduur van 1.800 seconden. Repressieve maatregelen Binnen Toorank zijn geen andere repressieve maatregelen aanwezig anders dan de hiervoor genoemde. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de relevante scenario’s, inclusief bijbehorende initiële faalkansen en bronsterktes, behorende bij de verlading.
3.3
Opslag distillaat (max. 55% alcohol) en dranken (max. 40% alcohol) Uit de subselectie volgt dat de opslagtanks van distillaat en alcoholische dranken met een maximaal ethanolpercentage van 40% betrokken dienen te worden in de onderhavige QRA. In tabel 3.2 zijn de kenmerken van de opslagtanks opgenomen. Tabel 3.3: Kenmerken opslagtanks Kenmerk
Waarde
Opgeslagen
Alc. drank
Distillaat (max.
stof
(max. 40%
55% alcohol)
Eenheid
Toelichting
[-]
--
alcohol) Locatie
Zie toelichting
Zie toelichting
Zie overzichtstekening in bijlage 1. De opslag vindt inpandig plaats. In de Wm-vergunning zijn geen eisen gesteld t.a.v. de brandwerendheid van de ruimte. Aan de zuidzijde van de ruimte zijn een aantal ramen aanwezig. Bij de modellering wordt uitgegaan van opslag in open lucht vanwege het feit dat er geen eisen t.a.v. brandwerendheid zijn gesteld en het feit dat ramen aanwezig zijn in de muur aan de zuidzijde. Foto’s van de situatie zijn opgenomen in bijlage 5.
Volume
30
30
Vullings-
100
100
3
[m ] %
graad
Conform vergunningaanvraag [1]. In de QRA wordt als conservatief uitgangspunt uitgegaan van een vullingsgraad van 100%.
Aantal tanks
9
1
[-]
Conform vergunningaanvraag [1] en in
Type tanks
Enkelwandig
Enkelwandig
[-]
Conform vergunningaanvraag [1].
bovengronds
bovengronds
Druk
Atmosferisch
Atmosferisch
[-]
--
9,8
9,8
°C
Conform de HRB [3] is uitgegaan van een
overleg met GEM.
Temperatuur
gemiddelde omgevingstemperatuur van 9,8°C, deze is ook gehanteerd voor de producttemperatuur.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -7-
02 april 2010
Kenmerk
Waarde
Opvangvoor-
Eenheid 192
192
2
[m ]
zieningen
Toelichting Conform voorschrift 2.3 [2] dient een opvangvoorziening conform PGS 29 aanwezig te zijn voor alle opslagtanks. Op basis van de plattegrond (bijlage 1) is uitgegaan van de oppervlakte van de ruimte, dit is een overschatting en leidt tot een conservatieve inschatting van de risico’s.
Beveili-
Zie toelichting
Zie toelichting
[-]
gingen
Conform vergunningvoorschrift 4.15 [2] dient de gehele inrichting te beschikken over een automatisch branddetectiesysteem. Conform vergunningvoorschrift 4.10 [2] dienen in opslagruimten voor alcohol-houdende vloeistoffen >10% een doelmatig alcohol (damp)detectiesysteem aanwezig te zijn. In de QRA wordt hier geen rekening mee gehouden.
Op basis van de kenmerken van de opslagtanks, zoals in tabel 3.3 weergegeven, zijn de faalkansen, bronsterktes en uitstroomduur bepaald. Faalkansen opslag In de HRB [3] zijn voor de enkelwandige opslagtanks de volgende faalscenario’s gedefinieerd. Deze zijn in tabel 3.4 weergegeven. Tabel 3.4: Faalscenario’s voor enkelwandige atmosferische tank conform de HRB Nummer
Faalscenario
O1
Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud
Initiële faalkans 5*10 / jaar
O2
Vrijkomen van de gehele inhoud in 10 min. in een continue en
5*10 / jaar
-6 -6
constante stroom O3
Continu vrijkomen van de inhoud uit een gat met een effectieve
-4
1*10 / jaar
diameter van10 mm
Bronsterkte opslag Bij het instantaan falen van de opslagtank zal de gehele inhoud instantaan vrijkomen. Bij het vrijkomen van de gehele inhoud van de opslagtank in 10 minuten wordt de bronsterkte berekend aan de hand van de inhoud van de tank. Voor het continue en constante uitstromen van de inhoud wordt uitgegaan van een debiet bij een gat van 10 mm, deze wordt berekend door Safeti-NL [4]. Repressieve maatregelen Bij het vrijkomen van product wordt dit bij enkelwandige tanks opgevangen in tankputten. Hierdoor wordt het oppervlak, waarover het vrijgekomen product kan uitstromen beperkt tot 100% van de oppervlakte van de tankput. Conform het HRB [3] dient uitgegaan te worden van 150% (t.g.v. overtopping van de tankputdijk/wand) maar gezien het feit dat de ruimte als tankput wordt genomen, wordt overtopping niet als reëel gezien en uitgegaan van 100% van het oppervlak van de ruimte. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de scenario’s, inclusief bijbehorende initiële faalkansen en bronsterktes, behorende bij de opslagtanks. QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -8-
02 april 2010
4
UITGANGSPUNTEN MODELLERING
4.1
Rekenpakket Het plaatsgebonden risico en het groepsrisico zijn berekend met het rekenpakket ‘Safeti-NL’ [4]. Safeti-NL is een uniform rekenpakket voor het berekenen van de externe veiligheidsrisico's van inrichtingen. Dit pakket is door het ministerie van VROM verplicht gesteld om toe te passen op kwantitatieve risico analyses. Aan de hand van een aantal invoergegevens, zoals de hoeveelheid gevaarlijke stof, de procescondities en de scenario's, berekent Safeti-NL de externe veiligheidsrisico’s. Het resultaat van een berekening bestaat uit de plaatsgebonden risico-contouren en het groepsrisico.
4.2
Omgevingsfactoren Bij het bepalen van de risico's ten gevolge van ongewenste voorvallen voor de omgeving is een aantal omgevingsfactoren van belang: • Meteorologische omstandigheden (weertypen); • Populatiegegevens; • Omgevingskenmerken (ruwheidlengte).
4.2.1
Meteorologische omstandigheden Bij het berekenen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van meetstation Deelen. De meteorologische gegevens zijn opgenomen in het rekenmodel ‘Safeti-NL’ [4].
4.2.2
Populatiegegevens Conform artikel 1, lid 2 van het BEVI [5] wordt bij het berekenen van het groepsrisico alleen rekening gehouden met alle mogelijke aanwezigen buiten de inrichting. De aanwezige personen op het perceel van Toorank worden dus niet meegenomen bij de bepaling van het groepsrisico. Voor de populatie binnen het invloedsgebied van Toorank (zie paragraaf 5.2.1) worden kentallen toegekend conform de ‘Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico’ [7]. Voor de omliggende woningen en de woningen in het plangebied is uitgegaan van 2,4 personen per woning in de nachtperiode. Conform de Handreiking [7] wordt voor de dagperiode uitgegaan van 1,2 personen per woning. Voor het naastgelegen bedrijf (dagdienst) is uitgegaan van een industriegebied met een middelmatige personeelsdichtheid, circa 40 personen per hectare.
4.2.3
Omgevingskenmerken Bij het bepalen van de verspreiding van een brandbare of toxische wolk is de ruwheid van het oppervlak in de omgeving van de inrichting van belang. De ruwheidlengte is berekend met behulp van het software programma ‘roughness-mapp’ [6], welke wordt vermeld in de HRB [3]. Middels dit programma is de ruwheidlengte berekend op 0,466 meter.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm -9-
02 april 2010
4.3
Locaties scenario’s In tabel 4.1 is een overzicht gegeven van de gehanteerde rijksdriehoekscoördinaten. Tabel 4.1: Locaties installaties Toorank Installatie
4.4
x- coördinaat
y- coördinaat
[m]
[m]
Opslagtanks alcoholische drank (alcoholpercentage 40%):
187.262
433.262
Opslagtank distillaat (alcoholpercentage 55%):
187.262
433.262
Losplaats tankauto’s alcoholische drank (alcoholpercentage 40%)
187.274
433.283
Stofgegevens De alcoholische dranken hebben een alcoholpercentage van maximaal 40%. Het distillaat heeft een alcoholpercentage van maximaal 55%. In Safeti-NL [4] is het mogelijk om zelf mengsels van stoffen aan te maken. De fysische eigenschappen van deze mengsels worden door Safeti-NL echter niet correct afgeleid. Derhalve is worst-case uitgegaan van 100 % ethanol.
4.5
Ontstekingskansen Uit voorgaande paragraaf blijkt dat het type effect dat optreedt bij brandbare stoffen onder meer afhankelijk is van het direct of vertraagd ontsteken van de vrijgekomen hoeveelheid product. De kans, dat een bepaald effect optreedt, wordt dus bepaald door de kans op het vrijkomen van het product, vermenigvuldigd met de kans op directe dan wel vertraagde ontsteking.
4.5.1
Directe ontstekingskansen De kans dat een bepaalde hoeveelheid vrijgekomen product direct na het vrijkomen ontstoken wordt is standaard opgenomen in Safeti-NL [4]. Hierbij kan een keuze gemaakt worden bij de ontstekingskansen behorend bij stationaire opslag of een tankauto.
4.5.2
Vertraagde ontsteking Brandbare wolken, die worden gevormd door vrijkomen van brandgevaarlijke stoffen, waarbij geen directe ontsteking plaatsvindt, kunnen op afstand vertraagd worden ontstoken. De ontstekingskansen worden bepaald aan de hand van de aanwezigheid van ontstekingsbronnen. Ontsteking van een brandbare wolk in de omgeving kan plaatsvinden door: • Verkeer; • Industriële activiteiten; • Activiteiten op het bedrijfsterrein zelf. Voor vertraagde ontsteking kunnen in het rekenpakket Safeti-NL [4] ontstekingsbronnen en hun ontstekingskans worden ingevoerd. In tabel 4.2 zijn de specifieke ontstekingsbronnen met de bijbehorende ontstekingskansen opgenomen.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 10 -
02 april 2010
Tabel 4.2: Kans van ontsteking van een brandbare wolk in een tijdsinterval van één minuut voor een aantal bronnen Brontype
Ontstekingsbron
Kans op ontsteking
Puntbron
Naburige procesinstallatie
0,5
Lijnbron
Hoogspanningskabel (per 100 m)
0,2
Schip
0,5
Huishoudens (per persoon)
0,01
Kantoren (per persoon)
0,01
Bevolkingsbron
Per aanwezig persoon op de inrichtingen in de omgeving Toorank wordt een ontstekingskans van 0,01 aangehouden. Voor de aantallen aanwezige personen in de omgeving wordt verwezen naar paragraaf 4.2.2.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 11 -
02 april 2010
5
TOETSINGSKADER EN RESULTATEN De resultaten van de QRA en de daarmee samenhangende consequenties worden beoordeeld op basis van de normen zoals opgenomen in het Bevi [5]. Dit betreft het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor beide risico’s is in onderstaande paragrafen een toelichting gegeven op de van toepassing zijnde toetsingskaders.
5.1
Toetsingskader
5.1.1
Toetsingskader plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico geeft de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het plaatsgebonden risico kan op een bepaalde locatie worden berekend. Bij de risicoberekeningen in de onderhavige QRA zijn de risico’s voor de verschillende scenario’s gesommeerd tot een totaal plaatsgebonden risico. Opgemerkt wordt dat het plaatsgebonden risico onafhankelijk is van de daadwerkelijke aanwezigheid van personen. De in het Bevi [5] opgenomen grenswaarden voor het plaatsgebonden risico zijn weergegeven in tabel 5.1. Op grond van het toetsingkader, zoals vermeld in tabel 5.1 voor de situatie ‘RO-besluit op grond waarvan de bouw / vestiging van kwetsbare objecten is toegelaten’, wordt beoordeeld of de situatie voldoet aan de normen ten aanzien van het plaatsgebonden risico. In het Bevi [5] wordt onderscheid gemaakt in kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld woonwijken, ziekenhuizen en winkelcentra. Beperkt kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld kantoorgebouwen, bedrijven en bedrijfswoningen. In tabel 5.2 zijn de definities weergegeven uit het Bevi. Tabel 5.1: Grenswaarden voor het plaatsgebonden risico volgens het Bevi [5] Type situatie
-5
PR hoger dan 10 per jaar
-5
-6
PR tussen 10 en 10 per
PR lager dan 10
jaar
per jaar
-6
Kwetsbare objecten Niet toegestaan
RO-besluit op grond
Niet toegestaan
waarvan de bouw/
(art. 8, 1 lid)
(art. 8, 1 lid)
RO-besluit op grond
In beginsel niet toegestaan
In beginsel niet toegestaan
waarvan de bouw/
(art. 8, 2 lid)
e
Toegestaan
e
vestiging van kwetsbare objecten is toegelaten Beperkt kwetsbare objecten e
Toegestaan
e
(art. 8, 2 lid)
vestiging van beperkt kwetsbare objecten is toegelaten
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 12 -
02 april 2010
Tabel 5.2: Omschrijving van de termen ‘beperkt kwetsbaar object’ en ‘kwetsbaar object’ Beperkt kwetsbaar object a
Verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, en
b
Kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
c
Hotels en restaurants, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
dienst- en bedrijfswoningen van derden
d
Winkels, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
e
Sporthallen, zwembaden en speeltuinen
f
Sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder d, vallen
g
Bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
h
Objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn
i
Objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
Kwetsbaar object a b
Woningen, niet zijnde woningen als bedoeld in beperkt kwetsbaar object, onder a Gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
c
1.
Ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
2.
Scholen; of
3.
Gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen.
Gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals: 1. 2.
2
Kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m per object, of Complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeropper 2
vlak meer dan 1000 m bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 2
m per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd d
Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen
5.1.2
Toetsingskader groepsrisico Het groepsrisico geeft de kans aan dat een bepaalde groep mensen door de effecten van een activiteit dodelijk wordt getroffen. Het groepsrisico wordt weergegeven als zogenaamde fN-curve en is afhankelijk van de bevolkingsdichtheid in de omgeving van de inrichting. De niet - wettelijk vastgestelde norm voor het groepsrisico is een oriënterende richtwaarde, waar het bevoegd gezag gemotiveerd van mag afwijken. In het Bevi [5] is de buitenwettelijke oriëntatiewaarde opgenomen dat een incident met 10 of meer doden slechts met een kans van één op de honderdduizend per jaar mag voorkomen (10-5), een ongeval met 100 of meer doden slechts met een kans van één op de tien miljoen jaar (10-7) en een kans op een ongeval met 1.000 of meer doden van één op de miljard jaar (10-9).
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 13 -
02 april 2010
Bij een verandering inrichting, dient ook de invloed hiervan op het groepsrisico inzichtelijk gemaakt te worden. De verandering van het groepsrisico kan door het Wmbevoegd gezag gebruikt worden bij de verantwoording van het groepsrisico zoals deze conform artikel 13 van het Bevi [5] verplicht is bij ruimtelijke ordeningsbesluiten.
5.2
Resultaten
5.2.1
Plaatsgebonden risico In figuur 5.1 is het berekende plaatsgebonden risico voor de huidige vergunde situatie van Toorank weergegeven. Figuur 5.2 geeft hetzelfde resultaat weer, maar dan geprojecteerd op de bestemmingsplankaart.
Figuur 5.1 Plaatsgebonden risico Toorank (op stedebouwkundige plankaart)
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 14 -
02 april 2010
Figuur 5.2 Plaatsgebonden risico Toorank (op bestemmingsplankaart)
Uit figuur 5.1 blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour 10-6 enkele meters over de inrichtingsgrens loopt. Er bevinden zich binnen deze contour geen (beperkt) kwetsbare objecten. Uit figuur 5.2 blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour 10-6 over de bebouwingsvrije zone van het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ loopt. Deze risicocontour ligt niet over de zone waar woonbebouwing mogelijk is. Om de bijdrage van de scenario’s aan het plaatsgebonden risico in kaart te brengen is ten zuiden van Toorank een Risk Ranking Points (RRP) geplaatst. Met dit RRP wordt inzichtelijk welke scenario’s bijdragen aan het plaatsgebonden risico op een bepaalde plaats. Tabel 5.3 is de bijdrage van de scenario’s weergegeven op het RRP ten zuiden van Toorank. Tabel 5.3: Bijdrage van de scenario’s aan het plaatsgebonden risico buiten de inrichting op locatie (187.262, 433.274) Insluitsysteem
Faalscenario
Risico -1
Bijdrage aan PR
[jaar ]
[%]
Tankauto
TA3. Afbreken losslang werken noodstop
1,8E-06
37,96
Opslagtank
O2. 10 min uitstroom (40%)
1,2E-06
25,50
Opslagtank
O1. Instantaan falen (40%)
5,8E-07
12,44
Opslagtank
O3. Lekkage (40%)
4,8E-07
10,40
Tankauto
TA3. Afbreken losslang falen noodstop
2,6E-07
5,54
Opslagtank
O2. 10 min uitstroom (55%)
1,3E-07
2,83
Tankauto
TA5. Instantaan vrijkomen, plasbrand
1,3E-07
2,74
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 15 -
02 april 2010
Insluitsysteem
Faalscenario
Risico -1
Bijdrage aan PR
[jaar ]
[%]
Opslagtank
O1. Instantaan falen (55%)
6,4E-08
1,38
Opslagtank
O3. Lekkage (55%)
5,4E-08
1,16
Tankauto
TA1. Instantaan vrijkomen
1,9E-09
0,04
Tankauto
TA2. Vrijkomen gehele inhoud grootste aansluiting
6,9E-11
0,00
4,6E-06
100
Totaal:
Op basis van de resultaten uit tabel 5.3 kan geconcludeerd worden dat, op basis van de gezamenlijke scenario’s, de opslag van alcoholische dranken met een alcoholpercentage van maximaal 40% het meest bijdraagt aan het plaatsgebonden risico. 5.2.2
Groepsrisico Op figuur 5.3 is het berekende groepsrisico, ten gevolge van de huidige vergunde activiteiten bij Toorank, weergegeven. De oriënterende richtwaarde uit het BEVI [5] is in deze figuren aangegeven als een rechte lijn (rode lijn).
Figuur 5.3 Groepsrisico Toorank
Uit figuur 5.3 blijkt dat het berekende groepswaarde niet meer dan 10 slachtoffers overschrijdt. Conform het BEVI [5] is het groepsrisico pas relevant vanaf 10 slachtoffers. Het berekende groepsrisico is derhalve niet relevant in deze situatie. In tabel 5.4 is de procentuele bijdrage aan het groepsrisico weergegeven.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 16 -
02 april 2010
Tabel 5.4: Bijdrage van de scenario’s aan het groepsrisico Insluitsysteem
Faalscenario
Bijdrage aan GR [%]
Tankauto
TA5. Instantaan vrijkomen, plasbrand
99,39
Tankauto
TA3. Afbreken losslang falen noodstop
0,46
Tankauto
TA1. Instantaan vrijkomen
0,14
Tankauto
TA2. Vrijkomen gehele inhoud grootste aansluiting
0,01
Totaal:
5.3
100
Effectafstanden Met het rekenpakket Safeti-NL [4] zijn de externe veiligheidsrisico’s berekend. Naast de externe veiligheidsrisico’s zijn per ongevalscenario ook de effecten berekend. In tabel 5.5 is per ongevalscenario, dat een bijdrage levert aan het plaatsgebonden risico en / of groepsrisico, deze effectafstand weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het criterium ‘1% letaliteit’. Dit criterium geeft die effectafstand weer waarop nog 1% van de aanwezige personen overlijdt als gevolg van een ongeval. Tabel 5.5: Effectafstand per ongevalscenario Ongevalscenario
Effect
Weertype/
Effectafstand [m]
TA1. Instantaan vrijkomen
Plasbrand
windsnelheid F; 1,5 m/s D; 5 m/s
109
TA2. Vrijkomen gehele inhoud grootste aansluiting
Plasbrand
F; 1,5 m/s
-1
D; 5 m/s
108
-1
TA3. Afbreken losslang werken noodstop
Plasbrand
F; 1,5 m/s
-1
D; 5 m/s
32
TA3. Afbreken losslang falen noodstop
Plasbrand
F; 1,5 m/s
-1
D; 5 m/s
94
TA5. Instantaan vrijkomen, plasbrand
Plasbrand
F; 1,5 m/s
-1
D; 5 m/s
59
O1. Instantaan falen (40%)
Plasbrand
F; 1,5 m/s
22
D; 5 m/s
24
O2. 10 min uitstroom (40%)
Plasbrand
O3. Lekkage (40%) 1.
Plasbrand
F; 1,5 m/s
26
D; 5 m/s
28
F; 1,5 m/s
23
D; 5 m/s
25
Dit scenario vindt enkel overdag plaats, derhalve is geen effectafstand bij F 1,5 m/s berekend.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 17 -
02 april 2010
6
CONCLUSIES Toorank Productions B.V. (verder aan te duiden als Toorank) produceert, destilleert en bottelt op haar locatie in Ressen alcoholische dranken waaronder whisky. In de nabijheid van Toorank wordt het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ gerealiseerd. Toorank heeft middels een beroepschrift aan de Raad van State (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) en in een verzoek om een voorlopige schorsing (kenmerk PP/CO 2083534, d.d. 27 januari 2010) aangegeven in de toekomst mogelijk beperkt te worden in haar uitbreidingsmogelijkheden door de voorgenomen woningbouw. Een van de aspecten die hierbij door haar wordt aangedragen is het milieuaspect externe veiligheid. In deze rapportage zijn daarom de externe veiligheidsriscio’s van Toorank inzichtelijk gemaakt. Dit leidt tot de volgende conclusies: •
• •
De plaatsgebonden risicocontour 10-6 loopt enkele meters buiten de inrichtingsgrens van Toorank. Er bevinden zich in de huidige situatie én in de toekomstige situatie ten gevolge van het bestemmingsplan Groot Oosterhout binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar géén (beperkt) kwetsbare objecten en daarmee wordt voldaan aan de eisen uit het BEVI [5]; De plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt over de bebouwingsvrije zone zoals opgenomen in het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’. Deze risicocontour ligt niet over de zone waar woonbebouwing wel mogelijk is; Het aantal slachtoffers voor het groepsrisico wordt berekend op minder dan 10 personen. Conform het BEVI [5] is het groepsrisico relevant vanaf 10 slachtoffers. Derhalve is het groepsrisico niet van belang bij de besluitvorming.
Opgemerkt wordt dat de nu berekende externe veiligheidsrisico’s zijn overschat als gevolg van: • Het feit dat ethanol als puur ethanol is beschouwd. Ethanol, 40% en 55%, heeft een aanzienlijk lagere verbrandingswaarde en dampspanning en zal bij het vrijkomen tevens tot aanzienlijk kleinere effectafstanden leiden; • Het feit dat de opslagtanks als uitpandige opslagtanks zijn beschouwd. Door de aanwezigheid van ramen in deze ruimte (zie foto’s in bijlage 5) is de WBDBO van de ruimte niet gegarandeerd maar de aanwezigheid van een muur met ramen zal bij het vrijkomen en mogelijk ontsteken van de ethanol de omvang van de effecten aanzienlijk reduceren. Op basis van het feit dat de externe veiligheidsrisico’s, ten gevolge van de activiteiten van Toorank, voldoen aan de grens- en richtwaarden uit het BEVI [5] en het feit dat er in ieder geval geen onderschatting van de risico’s heeft plaatsgevonden, kan gesteld worden dat Toorank in ieder geval binnen het bestemmingsplan ‘Groot Oosterhout’ past. Vooralsnog worden vanuit externe veiligheid tevens geen belemmeringen voorzien voor mogelijke uitbreidingen.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 18 -
02 april 2010
7
REFERENTIES [1]
Aanvraag revisievergunning Wet milieubeheer Toorank Productions B.V., BMD Advies Centraal Nederland, kenmerk 2005214r301107, 30 november 2007;
[2]
Wet Milieubeheer Beschikking, Gemeente Nijmegen, kenmerk 071/07, 22 september 2008;
[3]
Handleiding Risicoberekeningen Bevi (HRB), Versie 3.2, RIVM, 1 juli 2009;
[4]
Rekenpakket Safeti-NL, DNV, versie 6.54, juli 2009;
[5]
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer;
[6]
Programma ‘Roughness_map’, J. W. Verkaik, KNMI, 2000;
[7]
Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, versie 1.0, Ministerie van VROM, november 2007.
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - 19 -
02 april 2010
BIJLAGE 1 Overzichtstekening Toorank
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm 02 april 2010
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - B1.1 -
02 april 2010
BIJLAGE 2 Uitwerking scenario's
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm 02 april 2010
Tabel B2.1 Scenariogegevens tankautoverlading conform HRB Nr.
Scenario
Initiële faalkans
Faalkans
Uitstroomdebiet of
Uitstroomduur
hoeveelheid
[s]
Totale uitstroom
-1
[jaar ] TA1
Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud
1,0E-05
per jaar
TA2
Vrijkomen gehele tankinhoud uit de grootste aansluiting
5,0E-07
per jaar
3,3E-09
TA3
Breuk van de laad/losslang, ingrijpen operator werkt
4,0E-06
per uur
1,8E-04
T A3
Breuk van de laad/losslang, ingrijpen operator faalt
TA4
Lekkage losslang (gat van 10% van de nominale
4,0E-05
per uur
6,7E-08
30
m
3
Safeti-NL 45
Instantaan
30
Safeti-NL
m
3
Safeti-NL
3
120
1,50
m
3
3
1.800
22,50
m
3
3
120
0,010
m
3
3
1.800
0,150
m
3
Instantaan
30
m
3
m /uur
2,0E-05
45
m /uur
1,8E-03
0,30
m /uur
2,0E-04
0,30
m /uur
2,9E-07
30
m
diameter (5 mm), ingrijpen operator werkt TA4
Lekkage losslang (gat van 10% van de nominale diameter (5 mm), ingrijpen operator faalt
TA5 1.
Instantaan vrijkomen gehele inhoud, plasbrand
1)
5,8E-09
per uur
3
Er is vanuit gegaan dat er geen opvangvoorzieningen zijn en dat het product vrij uitstroomt en zich verspreid. Aangenomen is dat de plasdikte 2 cm bedraagt conform de PGS 2 2
en uitgegaan wordt van een plasoppervlakte van 1500 m .
Tabel B2.2 Scenariogegevens opslagtanks conform HRB Nr.
Scenario
Initiële faalkans -1
[jaar ]
Faalkans -1
[jaar ]
Bronsterkte 3
Uitstroomduur
[m ]
[s]
Opvang 2
[m ]
[m]
Alcoholische drank (alcoholpercentage 40%) O1.drank
Instantaan vrijkomen gehele inhoud
5,0E-06
4,5E-05
30
instantaan
288
1,00
O2.drank
Instantaan vrijkomen gehele inhoud in 10 min.
5,0E-06
4,5E-05
30/600 sec
600
192
1,00
Continue vrijkomen uit een gat met een
1,0E-04
9,0E-04
SAFETI-NL
1.800
192
1,00
O3.drank
effectieve diameter van 10 mm Distillaat (alcoholpercentage 55%) O1.distillaat
Instantaan vrijkomen gehele inhoud
5,0E-06
5,0E-06
30
instantaan
288
1,00
O2.distillaat
Instantaan vrijkomen gehele inhoud in 10 min.
5,0E-06
5,0E-06
30/600 sec
600
192
1,00
O3.distillaat
Continue vrijkomen uit een gat met een
1,0E-04
1,0E-04
SAFETI-NL
1.800
192
1,00
effective diameter van 10 mm
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - B2.1 -
02 april 2010
BIJLAGE 3 Bestemmingsplankaart ‘Groot Oosterhout’
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm 02 april 2010
BIJLAGE 4 Verkavelingsplan ‘Groot Oosterhout’
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm 02 april 2010
21
bko
19
15a
bko
7
23a
st or t
23
ge de el te
lij k in ge
bko
ge bo uw
9
BARENBRUG
11
15
S
11
S
tij
d
ij el
ke
to
eg
40
g an
S
24
Spoorlijn Arnhem - Nijmegen
of
dv
el
d
slo
ot
2:
fa
se
1
12
ho
bko
op
tio
ne
el
S
cl u b ob uw
te
rr
as w
el
ln
Legenda
s es
d
bovenkanttalu
sloot
Wonen
Bomen
bovenkanttalud
Te handhaven bomen
PVC ø315 mm
Bedrijfswonen
Archeologische vindplaats
B-
wa
ter g
an
g
fie
ts
en
Erf
Appartement
GBKN-onderlegger
sloot
.0 800
00
Wegen
Kindcluster
500.000
600.000
700.000
Zorgcentra
Parkeren Voetpad
se
2
P
Groenvoorziening
ing PE 80 SD R1 3,6
Water
er
S&S
S
Trapveld
Exploitatiegrens Groot Oosterhout d.d. 1-5-2007
45 Project
Waalsprong
Titel
Verkavelingsplan Groot Oosterhout Deelplan Zuiderveld
Opdrachtgever
GEM Waalsprong
W I S S I N G
V on erv Ex d a acer ng te ho en pl ofd wa aa v te ts eld rg i.o an .m g .W at
Fietspad indicatief
Wadi-water
P
ve
Fietspad
`50 0
sc
ld
ha
p
4:
fa
Wadi Pe rsl eid
bko
bko
Concept
Gezien d.d.
Getekend
Armand Blommaert
Datum
Kaartblad Tek.
bko
bko
19
A0
1
17
081101-A000-03
Kruidentuin 5 Postbus 37 2990 AA Barendrecht Telefoon 0180-613144 Telefax 0180-620461 E-mail info@ Wissing.nl
17-11-2008
AB
26-11-2008
AB
8-12-2008
AB
2-10-2006
13-1-2009
AB
Schaal
1:1000
12-2-2009
AB
21
23-2-2010
AB
Versie
S
Aan deze tekening kunnen geen rechten ontleend worden.
stedebouw en
20
Planstatus
DRÉ ruimtelijke vormgeving BV
S
bko
Gew. 31-10-2008
BIJLAGE 5 Foto’s Toorank
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm 02 april 2010
Figuur B5.1: Locatie Toorank
Onderdeel Toorank in figuur B5.2
Richting foto figuur B5.4 Plangebied
Richting foto figuur B5.3
Figuur B5.2: Productie- en opslaghal Toorank
Ramen zoals zichtbaar in figuur B5.4
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - B5.1 -
02 april 2010
Figuur B5.3: Foto zuidzijde productie- en opslaghal Toorank
Figuur B5.4: Foto gevel zuidzijde productie- en opslaghal Toorank
QRA Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R003/901660/SVLI/Nijm - B5.2 -
02 april 2010
Bijlage 7 Kwanitatieve risico analyse Toorank
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
107
108
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Kwantitatieve Risico Analyse Toorank Productions B.V.
G E M Waalsprong 16 September 2011 Definitief rapport 9M5896.J1
• • • • •• ^ • • • ROYAL HASKONING
HASKONING NEDERLAND B.V. MILIEU
Barbarossastraat 35 Postbus 161 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84 Telefoon +31 (0)24 32 39 346 Fax lnfo@nijmegen,royalhaskonlng.com E-mall www.royalhaskoning.com Intemet Arntiem 09122561 KvK
Documenttitel
Kwantitatieve R i s i c o A n a l y s e Toorank Productions B.V.
Verkorte documenttitel
Q R A Toorank Productions B.V.
Status
Definitief rapport
Datum
16 S e p t e m b e r 2 0 1 1
Projectnaam
Ondersteuning Planvorming G E M Waalsprong
Projectnummer
9M5896.J1
Opdrachtgever
G E M Waalsprong
Referentie
Auteur(s) Collegiaie toets
9 M 5 8 9 6 . J1 / R 0 0 4 / 9 0 1 6 6 0 / S V L I / N i j m
L. Rombouts R. Wentzel & B. Verlaat
Datum/paraaf
X\.r.^..'.-2j^.U
Vrijgegeven door
M. Wildeboer
Datum/paraaf
'Q./-Jv'/Cj
'y^^^rfkj j' • ]
./.•/./•/••/r....
Q a a_ •
DO
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
2
3
INLEIDING
1
1.1
Aanleiding
1
1.2
Leeswijzer
1
SELECTIE R E L E V A N T E INSTALLATIES
2
2.1
A l g e m e n e beschrijving van activiteiten
2
2.2
Inleiding subselectie
3
2.2.1
Methodiek subselectie
3
2.2.2
Uitvoering stap 1
3
UITWERKING FAALSCENARIO'S
5
3.1
Inleiding
5
3.2
Verlading alcoholische dranken (max. 4 0 % alcohol)
3.3
O p s l a g distillaat
5
(max. 5 5 % alcohol) en dranken (max,
40%
alcohol) 4
5
7
UITGANGSPUNTEN MODELLERING
9
4.1
Rekenpakket
9
4.2
Omgevingsfactoren
9
4.2.1
Meteorologische omstandigheden
9
4.2.2
Populatiegegevens
9
4.2.3
Omgevingskenmerken
9
4.3
Locaties scenario's
10
4.4
Stofgegevens
10
4.5
Ontstekingskansen
10
4.5.1
Directe ontstekingskansen
10
4.5.2
Vertraagde ontsteking
10
TOETSINGSKADER EN RESULTATEN
12
5.1 5.1.1
Toetsingskader Toetsingskader plaatsgebonden risico
12 12
5.1.2
Toetsingskader groepsrisico
13
5.2 5.2.1
Resultaten P l a a t s g e b o n d e n risico
14 14
5.2.2
Groepsrisico
16
5.3
Effectafstanden
17
6
CONCLUSIES
18
7
DISCUSSIE
19
8
REFERENTIES
20
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/NiJm 16 September 2011
1 D D
• aa ftOVAl HASKOKINS
BIJLAGEN Bijlage 1:
Overzichtstekening Toorank
Bijlage 2: Bijlage 3:
Uitwerking s c e n a r i o ' s B e s t e m m i n g s p l a n k a a r t ' G r o o t Oosterhout'
Bijlage 4: Bijlage 5:
V e r k a v e l i n g s p l a n 'Groot O o s t e r h o u t ' Foto's T o o r a n k
Bijlage 6
Notitie " B e o o r d e l i n g hoofdstuk 7 " T o e t s i n g externe veiligheid met betrekking tot Toorank", B M D A d v i e s C e n t r a a l N e d e r l a n d , d.d. 19 oktober 2 0 1 0 "
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm 16 September 2011
aad a«a— DDO
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding T o o r a n k P r o d u c t i o n s B . V . (verder a a n te duiden als T o o r a n k ) heeft e e n v e r g u n n i n g v o o r het p r o d u c e r e n , destilleren e n bottelen v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n , w/aaronder w h i s k y , op haar locatie in R e s s e n . In 2 0 0 7 heeft T o o r a n k e e n n i e u w e W m - v e r g u n n i n g a a n g e v r a a g d [1] bij d e g e m e e n t e N i j m e g e n . D e v e r g u n n i n g is in 2 0 0 8 v e r l e e n d [2]. Uit d e a a n v r a a g [1] e n d e v e r g u n n i n g [2] blijkt dat T o o r a n k niet onder het ' B e s l u i t Externe V e i l i g h e i d Inrichtingen' ( B E V I ) [5] valt. In het k a d e r v a n d e a a n v r a a g W m - v e r g u n n i n g [1] zijn d e externe v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s dan ook niet inzichtelijk g e m a a k t . In d e nabijheid v a n T o o r a n k wordt het b e s t e m m i n g s p l a n ' G r o o t O o s t e r h o u t ' g e r e a l i s e e r d . T o o r a n k heeft m i d d e l s e e n beroepschrift a a n de R a a d v a n State ( k e n m e r k P P / C O 2 0 8 3 5 3 4 , d . d . 27 januari 2 0 1 0 ) e n in e e n v e r z o e k o m e e n v o o r l o p i g e s c h o r s i n g (kenmerk P P / C O 2 0 8 3 5 3 4 , d.d. 27 j a n u a r i 2 0 1 0 ) a a n g e g e v e n in de t o e k o m s t mogelijk beperkt te w o r d e n in h a a r uitbreidingsmogelijkheden door de v o o r g e n o m e n w o n i n g b o u w . E e n v a n d e a s p e c t e n die hierbij door h a a r wordt a a n g e d r a g e n is het m i l i e u a s p e c t externe veiligheid. In d e z e r a p p o r t a g e w o r d e n d a a r o m d e e x t e r n e v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s v a n T o o r a n k inzichtelijk g e m a a k L O p b a s i s v a n d e d a a d w e r k e l i j k e b e r e k e n d e externe v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s k a n b e o o r d e e l d w o r d e n of T o o r a n k i n d e r d a a d in de t o e k o m s t mogelijk b e l e m m e r d wordt. Met nadruk wordt o p g e m e r k t dat T o o r a n k niet o n d e r d e w e r k i n g s s f e e r v a n het B E V I valt en dat het inzichtelijk m a k e n v a n externe veiligheidsrisico niet verplicht is, m a a r v o o r d e volledigheid, inzichtelijkheid en v e r i f i e e r b a a r h e i d a l s n o g wordt g e d a a n .
1.2
Leeswijzer In hoofdstuk 2 w o r d e n d e activiteiten v a n T o o r a n k b e s c h r e v e n e n is e e n selectie g e m a a k t v a n d e i n s l u i t s y s t e m e n , die b e t r o k k e n d i e n e n te w o r d e n in d e Q R A . In hoofdstuk 3 volgt d e uitwerking v a n d e relevante insluitsystemen e n d e g e h a n t e e r d e u i t g a n g s p u n t e n . In hoofdstuk 4 w o r d e n d e uitgangspunten v a n d e b e r e k e n i n g e n toegelicht. In hoofdstuk 5 volgt het t o e t s i n g s k a d e r uit het B e v i [5]. T e v e n s w o r d e n in dit hoofdstuk d e resultaten g e p r e s e n t e e r d e n getoetst a a n d e g r e n s - e n richtwaarden ten a a n z i e n v a n e x t e r n e veiligheid z o a l s die zijn o p g e n o m e n in het B e v i [5]. D e rapportage wordt in hoofdstuk 6 afgesloten met e e n c o n c l u s i e . A a n v u l l e n d hierop is d e z e rapportage in S e p t e m b e r 2011 a a n g e v u l d met e e n d i s c u s s i e in hoofdstuk 7, Dit in v e r b a n d met e e n b e o o r d e l i n g v a n d e z e Q R A d o o r B M D A d v i e s in oktober 2 0 1 0 .
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9iVl5896.J1/R004/901660/SVLi/Nijm 16 September 2011
oaa . o > D
nop R O V A l HASKONINC
2
SELECTIE R E L E V A N T E INSTALLATIES
2.1
Algemene beschrijving van activiteiten O p d e inrichting v a n Tooranl< vinden d e v o l g e n d e activiteiten plaats: • • • •
Stol<en v a n whisl
Whisky stoken Het p r o c e s begint met de a a n v o e r v a n g e m a l e n mout in big b a g s of z a k k e n . Het g e m a l e n mout w/ordt in e e n gesloten m e n g b a k v a n 5.000 liter g e m e n g d met heet w a t e r w a a r d o o r d e s u i k e r s uit het g e m a l e n mout o p i o s s e n in het water. H i e r n a wordt het m e n g s e i g e k o e l d in e e n platenkoeler. E e n e n k e l b r o u w s e l bevat 4 . 0 0 0 liter w a t e r met 1.000 kilogram mout. V e r v o l g e n s wordt het m e n g s e i v e r p o m p t n a a r d e gisttank. Hier wordt gist t o e g e v o e g d en w o r d e n de s u i k e r s o m g e z e t a l c o h o l en C O 2 . Dit m e n g s e i g a a t v e r v o l g e n s n a a r d e distilleerketel, a l w a a r d e w h i s k y g e p r o d u c e e r d wordt e n tijdelijk wordt o p g e s l a g e n .
Opslag van producten Het distillaat v o o r d e w h i s k y wordt tijdelijk o p g e s l a g e n in e e n tank v a n 30 m^. H i e r n a wordt het a f g e v u l d in houten vaten en g e l a g e r d op d e v e r d i e p i n g e n . D e o p g e s l a g e n w h i s k y heeft e e n a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n c i r c a 5 5 % . Hier liggen de vaten minimaal drie jaar. H i e r n a w o r d e n d e vaten n a a r e e n locatie buiten d e inrichting a f g e v o e r d , w a a r het afvullen in f l e s s e n plaatsvindt. N a a s t w h i s k y w o r d t m a x i m a a l 270 m^ a l c o h o l i s c h e drank o p g e s l a g e n in n e g e n e n k e l w a n d i g e s t a l e n t a n k s met e e n inhoud v a n elk 30 m^. D e z e drank wordt buiten d e inrichting g e p r o d u c e e r d . A a n - en a f v o e r v a n d r a n k vindt plaats d o o r middel v a n g e s l o t e n leidingen n a a r e e n bulkauto.
Faciliteiten V o o r het reinigen e n d e s i n f e c t e r e n v a n a p p a r a t u u r zijn reinigingsvloeistoffen a a n w e z i g . V e r d e r is e e n persluchtinstallatie a a n w e z i g v o o r p r o c e s b e s t u r i n g e n is er e e n laboratorium a a n w e z i g o m d e kwaliteit v a n d e producten te t o e t s e n .
Overig N a a s t d e productie en d e o p s l a g v a n w h i s k y e n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n is er e e n g e b o u w op het terrein a a n w e z i g v o o r d e o p s l a g v a n v e r p a k k i n g s m a t e r i a a i . D e a a n g e v r a a g d e activiteiten s t a a n m e e r uitgebreid b e s c h r e v e n in d e a a n v r a a g W m - v e r g u n n i n g [1],
9IVI5896.J1/R004/901660/SVLi/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-2-
16 September 2011
aoo ona ftOVAl HASKONINC
2.2
Inleiding subselectie In d e o n d e r s t a a n d e p a r a g r a f e n w o r d e n d e s e l e c t i e criteria v a n d e H R B [3] t o e g e p a s t o m na te g a a n w e l k e insluitsystemen m e e g e n o m e n m o e t e n w o r d e n bij het b e r e k e n e n v a n de externe veiligheidsrisico's.
2.2.1
Methodiek subselectie D e s u b s e l e c t i e conform d e H R B [3] bestaat uit e e n a a n t a l s t a p p e n : •
S t a p 1: O p d e l e n v a n d e inrichting in v e r s c h i l l e n d e insluitsystemen met gevaarlijke stoffen;
•
S t a p 2 : O p b a s i s v a n d e effectafstanden vindt e e n selectie plaats v a n i n s l u i t s y s t e m e n w a a r v a n d e effecten tot buiten d e terreingrens r a k e n . D e z e insluitsystemen d r a g e n bij a a n d e externe risico's en w o r d e n m e e g e n o m e n in d e Q R A ;
•
S t a p 3: W a n n e e r het aantal i n s l u i t s y s t e m e n , dat v i a d e effectbenadering wordt g e s e l e c t e e r d , omvangrijk is (groter d a n 5) kan er v e r v o l g e n s e e n v e r d i e p i n g s s t a p w o r d e n g e m a a k t o m het aantal insluitsystemen dat moet w o r d e n m e e g e n o m e n in d e Q R A , te r e d u c e r e n . Dit vindt plaats op b a s i s v a n d e soort e n h o e v e e l h e i d stof in e e n insluitsysteem en d e h e e r s e n d e p r o c e s c o n d i t i e s . H i e r v o o r wordt p e r i n s l u i t s y s t e e m e e n a a n w i j z i n g s g e t a l en e e n selectiegetal b e r e k e n d .
2.2.2
Uitvoering stap 1 S t a p 1 betreft a l l e e n e e n o p d e l i n g v a n d e inrichting v a n insluitsystemen met gevaarlijke stoffen. M e t gevaarlijke stoffen w o r d e n t o x i s c h e , brandgevaarlijke e n e x p l o s i e v e stoffen b e d o e l d ( p a r a g r a a f 2.2.2.4 v a n H R B [3]): •
T o x i s c h e stoffen: D e toxiciteit v a n stoffen wordt op b a s i s v a n d e LGso-waarde (rat, inh., 1 uur) e n d e f a s e t o e s t a n d v a n d e stof ( g a s , vIoeibaar, vast) beoordeelt. D e m e t h o d e v o o r d e b e p a l i n g v a n d e toxiciteit is in p a r a g r a a f 2.3.4.2.3 v a n het H R B [3] o p g e n o m e n . Stoffen met e e n L C s o - w a a r d e (rat, inh., 1 uur) h o g e r d a n 2 0 . 0 0 0 m g / m ^ b e h o e v e n c o n f o r m d e H R B [3] niet betrokken te w o r d e n in d e Q R A ;
•
B r a n d g e v a a r l i j k e stoffen: B r a n d b a r e stoffen w o r d e n binnen d e s u b s e l e c t i e g e d e f i n i e e r d a l s stoffen die e e n p r o c e s t e m p e r a t u u r h e b b e n , die gelijk is a a n of h o g e r is d a n het vlampunt;
•
E x p l o s i e v e stoffen: M e t e x p l o s i e v e stoffen w o r d e n die stoffen b e d o e l d die v e r g e l i j k b a r e e i g e n s c h a p p e n bezitten a l s T N T .
In tabel 2.1 zijn d e i n s l u i t s y s t e m e n met gevaarlijke stoffen bij T o o r a n k w e e r g e g e v e n . D e z e zijn g e b a s e e r d op d e a a n v r a a g W m - v e r g u n n i n g [1] e n d e v e r g u n n i n g [2]. Uit tabel 2.1 blijkt dat s l e c h t s e e n drietal i n s l u i t s y s t e m e n relevant zijn v o o r d e Q R A . V a n w e g e het beperkt aantal insluitsystemen w o r d e n s t a p 2 e n 3 v a n d e s u b s e l e c t i e v e r d e r niet d o o r l o p e n . D e v o l g e n d e i n s l u i t s y s t e m e n w o r d e n betrokken in d e Q R A : 1.
T a n k a u t o v e r l a d i n g a l c o h o l i s c h e d r a n k e n met e e n p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 4 0 % ;
2.
O p s l a g v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n met e e n p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 4 0 % ;
3.
O p s l a g v a n distillaat met e e n a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 55%.
9iVl5896.J1/R004/901660/SVLi/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-3-
16 September 2011
• B D OOD
Gevaarlijke stof conform HRB [31
P3-oxonia active
Opslag in emballage
P3-stabiIon CIP
Opslag in emballage
NaOH-oplossinp 33%
Opslag in emballage
Alcotiolisclne drank
Opslagtank
26
O M
C3
Z
S
2
1° 1,
_
_
_
A D R klsse 5.1, 20 1 per vat, maximaal 20 I.
Nee
-
_
_
A D R klsse 8, 20 1 per vat, maximaal 60 1.
Nee
A D R klsse 8, 20 1 per vat, maximaal 60 1.
Nee
De opslag vindt inpandig plaats. In de Wm-vergunning zijn geen
Ja
_
Ja
Nee
Nee
(alcoholpercentage 40%) Whisky
Toeiichting Betrekken In
Vlampunt
Brandbaar''
Omschrijving insluitsysteem
[Ja/Nee]
Stof
QRA [Ja /Nee]
Tabel 2.1 Gevaarlijke stoffen bij Toorank
eisen gesteld t.a.v. de brandwerendheid van de ruimte. Vaten (0,25 m')
23
Ja
Nee
Nee
(alcoholpercentage 55%)
De opslag vindt, conform de vergunningvoorschriften [2], plaats in
Nee
een ruimte die een brandwerendheid bezig van tenminste 60 minuten. In geval van een brand blijven de effecten derhalve beperkt tot deze ruimte en overschrijden de inrichtingsgrens niet.
Distillaat
Opslagtank
23
Ja
Nee
Nee
(alcoholpercentage 55%) Alcoholische drank
De opslag vindt inpandig plaats. In de Wm-vergunning zijn geen
Ja
eisen qesteld t.a.v. de brandwerendheid van de ruimte. Productleidingen
26
Ja
Nee
Nee
(alcoholpercentage 40%)
Aangenomen is dat de leidinglengfe een zodanig korte lengte
Nee
heeft, dat er zeer weinig product aanwezig kan zijn. Dit insluitsysteem wordt derhalve niet relevant geacht voor de Q R A .
Alcoholische drank
Tankauto
26
Ja
Nee
Nee
-
Ja
(alcoholpercentage 40%) 1.
Brandqevaarliike stoffen: Brandbare stoffen worden binnen de subselectie gedefinieerd als stoffen die een procestemperatuur hebben die gelijk is aan of hoger is dan het vlampunt;
2.
Toxische stoffen: De toxiciteit van stoffen wordt op basis van de LCso-waarde (rat, inh., 1 uur) en de fasetoestand van de stof (gas, vIoeibaar, vast) beoordeelt. De methode voor de bepaling van de toxiciteit is in paragraaf 2.3.4.2.3 van het HRB [4] opgenomen. Stoffen met een LCso-waarde (rat, inh., 1 uur) hoger dan 20.000 mg/m^ behoeven conform de H R B [4] niet betrokken te worden in de Q R A ;
3.
Explosieve stoffen: Met explosieve stoffen worden die stoffen bedoeld die vergelijkbare eigenschappen bezitten als TNT. Geen van de genoemde stoffen bezit de genoemde eigenschappen;
9M5896. J1 /R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-4-
16 September 2011
• • n ftOVAl
3
UITWERKING FAALSCENARIO'S
3.1
Inleiding In dit h o o f d s t u k w o r d e n v o o r d e g e s e l e c t e e r d e i n s l u i t s y s t e m e n d e f a a l s c e n a r i o ' s c o n f o r m d e H R B uitgewerkt. V o o r elk i n s l u i t s y s t e e m w o r d e n op b a s i s v a n d e H R B faalkansen, d e bronsterktes en de uitstroomduur b e p a a l d .
3.2
Verlading alcoholische dranken (max. 40% alcohol) Uit d e s u b s e l e c t i e volgt dat d e t a n k a u t o v e r l a d l n g e n v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n m e t e e n e t h a n o l p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 40%o b e t r o k k e n d i e n e n te w o r d e n in d e Q R A . D e k e n m e r k e n v a n d e v e r s c h i l l e n d e o n d e r d e l e n v a n d e t a n k a u t o v e r l a d l n g e n zijn w e e r g e g e v e n in tabel 3 . 1 .
Tabel 3.1: Kenmerken tankauto verladlngen Kenmerk
Waarde
Eenheid
Toeiichting
Stof
Alcoholische
[-]
"
[-]
Zie overzichtstekening in bijlage 1.
dranken (max. 40% alcohol) -
Locatie Volume tankauto
30
[m']
Bepaald op basis van doorzet en aantal lossingen [1].
Aantal losslngen
50
[aantal/Jaar]
Conform opgave in aanvraag Wm-revisievergunning [1].
[m'/jaar]
Conform opgave in aanvraag Wm-revisievergunning [1].
Doorzet Debiet
1.500 30
Verladingsduur
1 50
Aanwezlgheids-
1,17
duur 58
[m%ur]
Uitgegaan is van een standaard debiet.
[uur/ lossing]
Maximaie aanwezigheidsduur, berekend aan de hand
[uur/jaarj
van 60 minuten per lossing plus 10 minuten.
[uur/
Maximale aanwezigheidsduur. Dit betreft de
bezoek]
verladingsduur vermeerderd mel 30 minuten voor aan-
[uur/jaar]
en afkoppelen en administratie. Het lossen vindl
[bar absoiuut]
—
overdag plaals, lussen 7.00 en 19.00. Druk
Atmosferisch
Temperatuur
9,8
["C]
Conform de H R B [3] is uitgegaan van een gemiddelde omgevingstemperatuur van 9,8°C. In de Q R A is er vanuit gegaan dat het product ook een temperatuur heefl die gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
Opvangvoor-
-
[m']
zieningen Beveiligingen
Aangenomen Is dat er geen opvangvoorzieningen aanwezig zijn op de laad- en losplaats.
Zie toeiichting
Conform vergunningvoorschrift 2.13 [2] dienl het vulpunt voorzien te zijn van een dodemansknop die de afsluiters op de tankauto sluiten. Het lossen vindt plaats onder permanent toezicht van een operator^
1.
Conform de H R B [3J kan het ingrijpen van een operator worden meegenomen in de QRA, mits wordl voldaan aan een vijftal voonwaarden (paragraaf 4.2.6.1): a.
De ter plaatse aanwezige operator heeft van het begin lot en met het einde van de verlading zicht op de verlading en de laad-/losslang of -arm. In het bijzonder zit de operator tijdens de verlading niel in de cabine van de tankwagen of binnen In een gebouw;
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-5-
16 September 2011
PDO HASKONIHC
aaa aaa BOVAl HAfKONIHa
b.
Het ter plaatse aanwezig zljn van de operator wordt geborgd door een voorziening zoals een dodemansknop of door een procedure in het velligheidsbeheerssysteem en wordt tijdens inspecties gecontroleerd;
c.
Het inschakelen van de noodstopvoorzlening door de aanwezige operator in het geval van een lekkage tijdens de verlading is vastgeiegd In een procedure;
d.
De ter plaatse aanwezige operator is voldoende opgeleid en is tevens bekend met de geldende procedures;
e.
De noodstopvoorzlening is volgens geldende normen gepositioneerd, zodanig dat er In korte tijd ongeacht de uitstroomrichting een noodknop bediend kan worden.
Conform de vergunningvoorschriften [2] dient het bedrijf hieraan te voldoen. Derhalve wordt het 'ingrijpen van een operator' meegenomen in onderhavige Q R A .
O p b a s i s v a n d e l<enmerl<en v a n de tanl
Faalkansen verlading De f a a l s c e n a r i o ' s v o o r d e v e r l a d i n g e n conform d e H R B [3] zijn in tabel 3.2 weergegeven. Tabel 3.2: Faalscenario's voor verlading atmosferische tankauto's conform HRB Initiele faalkans
Nummer
Scenario
TA1
Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud
1*10''/jaar
TA2
Vrijkomen van de gehele inhoud uit de grootste aansluiting
5*10"V jaar
TA3
Breuk van de Iosslang
4*10-^/uur
TA4
Lek van de Iosslang met een effectieve diameter van 10% van de
4*10"Vuur
nominale diameter, maximaal 50 mm TAS
Instantaan vrijkomen gehele inhoud, plasbrand
5,8*10'^/uur
Bronsterkte verlading Bij het i n s t a n t a a n falen v a n d e tankauto z a l d e g e h e l e inhoud instantaan vrijkomen. V o o r het v o l u m e v a n de g e h e l e inhoud wordt u i t g e g a a n v a n de m a x i m a l e i n h o u d v a n 30 m ^ Bij het vrijkomen v a n d e g e h e l e inhoud uit de grootste aansluiting wordt uitgegaan v a n een gat v a n 7 6 , 2 m m w a a r d o o r d e g e h e l e inhoud ultstroomt. Het uitstroom debiet wordt b e r e k e n d d o o r S a f e t i - N L [4]. Het l o s s e n v a n d e tankauto's gebeurt met e e n debiet v a n 30 m % u r . Bij e e n breuk v a n de Iosslang wordt d e bronsterkte b e p a a l d door d e p o m p c a p a c i t e i t . D o o r het verlies a a n druk bij e e n breuk is er, conform de H R B [3], 50 % t o e n a m e v a n het debiet. O p b a s i s hiervan is d e bronsterkte 4 5 m % u r g e d u r e n d e 1.800 s e c o n d e n c o n f o r m H R B [3]. Bij het s c e n a r i o ' L e k k a g e v a n de l a a d / l o s s l a n g ' wordt u i t g e g a a n v a n e e n lek met e e n diameter gelijk a a n 1 0 % v a n d e leidingdiameter e n d u s ^ % v a n d e bronsterke bij e e n breuk v a n d e leiding.
Uitstroomduur verlading Bij het v e r l a d e n is het mogelijk o m bij e e n calamiteit d e verlading stop te zetten. H i e r m e e wordt d e uitstroomduur b e p e r k t C o n f o r m d e H R B [3] b e d r a a g t d e f a a l k a n s v a n d e b e v e i l i g i n g e n 0,1 p e r a a n s p r a a k . V o o r e e n beschrijving v a n d e a a n w e z i g e v e i l i g h e i d s v o o r z i e n i n g e n z i e tabel 3.1.
9IV15896.J1/R004/901660/SVL1/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-6-
16 September 2011
(3 o la
~~"n a a " " ROVAl HAfKOBIMa
Bij het falen v a n d e Iosslang k a n d e uitstroomduur beperkt w o r d e n door a a n w e z i g e v e i l i g h e i d s v o o r z i e n i n g e n . C o n f o r m d e H R B [3] dient v o o r d e v e i l i g h e i d s v o o r z i e n i n g e n uitgegaan te w o r d e n v a n e e n uitstroomduur v a n 120 s e c o n d e n . Bij het falen v a n d e leiding en het falen v a n d e v e i l i g h e i d s v o o r z i e n i n g e n wordt uitgegaan v a n e e n uitstroomduur v a n 1.800 s e c o n d e n c o n f o r m d e H R B [3]. Bij e e n l e k k a g e wordt uitgegaan v a n e e n uitstroomduur v a n 1.800 s e c o n d e n .
Repressieve maatregelen B i n n e n T o o r a n k zijn g e e n a n d e r e r e p r e s s i e v e m a a t r e g e l e n a a n w e z i g a n d e r s d a n d e hiervoor g e n o e m d e . In bijlage 2 is e e n overzicht g e g e v e n v a n d e relevante s c e n a r i o ' s , inclusief b i j b e h o r e n d e initiele f a a l k a n s e n en bronsterktes, b e h o r e n d e bij de v e r l a d i n g .
Opslag distillaat (max. 55% alcohol) en dranken (max. 40% alcohol) Uit d e s u b s e l e c t i e volgt dat d e o p s l a g t a n k s v a n distillaat e n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n met e e n m a x i m a a l e t h a n o l p e r c e n t a g e v a n 4 0 % betrokken d i e n e n te w o r d e n in d e o n d e r h a v i g e Q R A . In tabel 3.2 zijn d e k e n m e r k e n v a n d e o p s l a g t a n k s o p g e n o m e n . Tabel 3.3: Kenmerken opslagtanks Kenmerk Opgeslagen stof
Waarde
Eenheid
Ale. dran ^ Distillaat (max. (max. 40%
Toeliohting
[-]
55% alcohol)
alcohol) Locatie
Zie toeiichting
Zie overzichtstekening in bijlage 1. De opslag
Zie toeiichting
vindt inpandig plaats. In de Wm-vergunning zijn geen eisen gesteld t.a.v. de brandwerendheid van de ruimte. Aan de zuidzijde van de ruimte zijn een aantal ramen aanwezig. Bij de modellering wordt uitgegaan van opslag in open lucht vanwege het feit dat er geen eisen t.a.v. brandwerendheid zijn gesteld en het felt dat ramen aanwezig zljn in de muur aan de zuidzijde. Foto's van de situatie zijn opgenomen in bijlage 5. Volume
30
30
Vullings-
100
100
rm^
Conform vergunningaanvraag [1].
%
In de Q R A wordt als conservatief
graad
uitgangspunt uitgegaan van een vulllngsgraad van 100%.
Aantal tanks
9
1
[-]
Conform vergunningaanvraag [1] en in overleg met G E M .
Type tanks
Druk Tempe-
[-]
Conform vergunningaanvraag [1].
Atmosferisch
H
„
9,8
-c
Enkelwandig
Enkelwandig
bovengronds
bovengronds
Atmosferisch 9,8
ratuur
Conform de H R B [3J is uitgegaan van een gemiddelde omgevingstemperatuur van 9,8°C, deze is ook gehanteerd voor de producttemperatuur.
9M5896. J1 /R004/901660/SVLI/N ijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-7-
16 September 2011
a• o • • • aOVAl HAJKONIMC
Kenmerk
Waarde
Eenheid 192
Opvangvoor-
192
[m'j
Toeiichting Conform voorschrift 2.3 [2] dient een opvangvoorziening conform P G S 29
zieningen
aanwezig te zijn voor alle opslagtanks. Op basis van de plattegrond (bijlage 1) is uitgegaan van de oppervlakte van de ruimte, dlt is een overschatting en leidt tot een conservatieve inschatting van de risico's. Beveili-
Zie toeiiciiting
Zie toeiictiting
H
Conform vergunningvoorschrift 4.15 [2] dient de gehele inrichting te beschikken over een
gingen
automatlsch branddetectiesysteem. Conform vergunningvoorschrift 4.10 [2] dienen in opslagruimten voor alcoholhoudende vioeistoffen >10% een doelmatig alcohol (damp)detectiesysteem aanwezig te zijn. In de Q R A wordt hier geen rekening mee gehouden.
O p b a s i s v a n d e l<enmerl<en v a n d e opsiagtanl<s, z o a l s in tabel 3.3 w e e r g e g e v e n , zijn d e f a a l k a n s e n , bronsterktes e n uitstroomduur b e p a a l d .
Faalkansen opsiag In d e H R B [3] zijn v o o r d e e n k e l w a n d i g e o p s l a g t a n k s d e v o l g e n d e f a a l s c e n a r i o ' s gedefinieerd. D e z e zijn in tabel 3.4 w e e r g e g e v e n . Tabel 3.4: Faalscenario's voor enkelwandige atmosferische tank conform de HRB Initiele faalkans
Nummer
Faalscenario
01
Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud
5*10-^/jaar
02
Vrijkomen van de gehele Inhoud in 10 min. in een continue en
5*10'"/jaar
constante stroom 03
Continu vrijkomen van de inhoud ult een gat met een effectieve
1*10"''/jaar
diameter vanIO mm
Bronsterkte opslag Bij het instantaan falen v a n de o p s l a g t a n k z a l d e g e h e l e inhoud instantaan v r i j k o m e n . Bij het vrijkomen v a n d e g e h e l e inhoud v a n d e o p s l a g t a n k in 10 minuten wordt d e bronsterkte b e r e k e n d a a n d e h a n d v a n d e inhoud v a n d e tank. V o o r het continue e n constante uitstromen v a n d e inhoud wordt uitgegaan v a n e e n debiet bij e e n gat v a n 10 m m , d e z e wordt b e r e k e n d d o o r S a f e t i - N L [4].
Repressieve maatregelen Bij het vrijkomen v a n product wordt dit bij e n k e l w a n d i g e t a n k s o p g e v a n g e n in tankputten. H i e r d o o r wordt het oppervlak, w a a r o v e r het v r i j g e k o m e n product kan uitstromen beperkt tot 1 0 0 % v a n d e o p p e r v l a k t e v a n d e tankput. C o n f o r m het H R B [3] dient u i t g e g a a n te w o r d e n van 150% (t.g.v. overtopping v a n d e tankputdijk/wand) m a a r g e z i e n het feit dat d e ruimte a l s tankput wordt g e n o m e n , wordt overtopping niet als r e e e l g e z i e n en u i t g e g a a n v a n 1 0 0 % v a n het o p p e r v l a k v a n d e ruimte. In bijlage 2 is e e n o v e r z i c h t g e g e v e n v a n d e s c e n a r i o ' s , inclusief b i j b e h o r e n d e initiele f a a l k a n s e n e n bronsterktes, b e h o r e n d e bij de o p s l a g t a n k s .
9IV15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-8-
16 September 2011
a Dp _o » a_ aaa KOVAL HASKONINS
4
UITGANGSPUNTEN MODELLERING
4.1
Rekenpakket Het p l a a t s g e b o n d e n risico e n het g r o e p s r i s i c o zijn b e r e k e n d met het r e k e n p a k k e t ' S a f e t i - N L ' [4]. S a f e t i - N L is e e n uniform r e k e n p a k k e t voor het b e r e k e n e n v a n d e e x t e r n e veiligheidsrisico's v a n inrichtingen. Dit pakket is door het ministerie v a n V R O M verplicht g e s t e l d o m toe te p a s s e n op kwantitatieve risico a n a l y s e s . A a n de h a n d v a n e e n aantal i n v o e r g e g e v e n s , z o a l s d e h o e v e e l h e i d gevaarlijke stof, de p r o c e s c o n d i t i e s en d e s c e n a r i o ' s , berekent S a f e t i - N L de externe v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s . Het resultaat v a n e e n b e r e k e n i n g b e s t a a t uit d e p l a a t s g e b o n d e n risico-contouren en het g r o e p s r i s i c o .
4.2
Omgevingsfactoren Bij het bepalen v a n d e risico's ten gevolge v a n o n g e w e n s t e voorvallen voor de o m g e v i n g is e e n aantal omgevingsfactoren v a n b e i a n g : e
4.2.1
M e t e o r o l o g i s c h e o m s t a n d i g h e d e n (weertypen);
•
Populatiegegevens;
•
O m g e v i n g s k e n m e r k e n (ruwheidlengte).
Meteorologische omstandigheden Bij het b e r e k e n e n v a n het p l a a t s g e b o n d e n risico en het groepsrisico is gebruik g e m a a k t v a n de meteorologische g e g e v e n s v a n meetstation D e e l e n . D e meteorologische g e g e v e n s zijn o p g e n o m e n in het r e k e n m o d e l 'Safeti-NL' [4].
4.2.2
Populatiegegevens C o n f o r m artikel 1, lid 2 v a n het B E V I [5] wordt bij het b e r e k e n e n v a n het g r o e p s r i s i c o alleen r e k e n i n g g e h o u d e n met alle mogelijke a a n w e z i g e n buiten de inrichting. D e a a n w e z i g e p e r s o n e n op het p e r c e e l v a n T o o r a n k w o r d e n d u s niet m e e g e n o m e n bij d e b e p a l i n g v a n het g r o e p s r i s i c o . V o o r d e populatie b i n n e n het i n v l o e d s g e b i e d v a n T o o r a n k (zie p a r a g r a a f 5.2.1) w o r d e n kentallen t o e g e k e n d c o n f o r m d e ' H a n d r e i k i n g verantwoordingsplicht g r o e p s r i s i c o ' [7]. V o o r d e o m i i g g e n d e w o n i n g e n e n d e w o n i n g e n in het p l a n g e b i e d is uitgegaan v a n 2,4 p e r s o n e n per w o n i n g in d e n a c h t p e r i o d e . C o n f o r m d e H a n d r e i k i n g [7] wordt v o o r d e d a g p e r i o d e u i t g e g a a n v a n 1,2 p e r s o n e n p e r w o n i n g . V o o r het n a a s t g e l e g e n bedrijf (dagdienst) is u i t g e g a a n v a n e e n industriegebied met e e n m i d d e l m a t i g e personeelsdichtheid, circa 40 personen per hectare.
4.2.3
Omgevingskenmerken Bij het b e p a l e n v a n d e v e r s p r e i d i n g v a n e e n b r a n d b a r e of t o x i s c h e wolk is d e ruwheid v a n het o p p e r v l a k in d e o m g e v i n g v a n d e inrichting v a n b e i a n g . D e ruwheidlengte is b e r e k e n d met b e h u l p v a n het software p r o g r a m m a ' r o u g h n e s s - m a p p ' [6], w e l k e wordt v e r m e l d in d e H R B [3]. M i d d e l s dit p r o g r a m m a is d e ruwheidlengte b e r e k e n d op 0,466 meter.
9IVI5896.J1/R004/901660/SVLI/Ni]m
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-9-
16 September 2011
nDd o»o QOO SOVAL HASKOMINC
4.3
Locaties scenario's In tabel 4.1 is e e n overzicht g e g e v e n v a n de g e h a n t e e r d e r i j k s d r i e h o e k s c o o r d i n a t e n . Tabel 4.1; Locaties installaties Toorank Installatie
4.4
X - coordinaat
y- coordinaat
[m]
rmi
Opslagtanl<s alcoholisclie dranl< (alcoholpercentage 40%);
187.262
433.262
Opslagtank distillaat (alcoholpercentage 55%);
187.262
433.262
Losplaats tankauto's alcoholische drank (alcoholpercentage 40%)
187.274
433.283
Stofgegevens D e a l c o h o l i s c h e d r a n k e n h e b b e n e e n a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 4 0 % . Het distillaat heeft e e n a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 55%. In S a f e t i - N L [4] is het mogelijk om zelf m e n g s e l s v a n stoffen a a n te m a k e n . D e f y s i s c h e e i g e n s c h a p p e n v a n d e z e m e n g s e l s w o r d e n d o o r S a f e t i - N L echter niet correct a f g e l e i d . D e r h a l v e is w o r s t - c a s e uitgegaan v a n 100 % ethanol.
4.5
Ontstekingskansen Uit v o o r g a a n d e p a r a g r a a f blijkt dat het type effect dat optreedt bij b r a n d b a r e stoffen onder m e e r afhankelijk is v a n het direct of vertraagd ontsteken v a n d e v r i j g e k o m e n h o e v e e l h e i d product. D e k a n s , dat e e n b e p a a l d effect optreedt, wordt d u s b e p a a l d d o o r de k a n s o p het vrijkomen v a n het product, v e r m e n i g v u l d i g d m e t d e k a n s o p directe d a n wel v e r t r a a g d e ontsteking.
4.5.1
Directe o n t s t e k i n g s k a n s e n D e k a n s dat e e n b e p a a l d e h o e v e e l h e i d v r i j g e k o m e n product direct n a het vrijkomen ontstoken wordt is s t a n d a a r d o p g e n o m e n in S a f e t i - N L [4]. Hierbij k a n e e n k e u z e g e m a a k t w o r d e n bij d e o n t s t e k i n g s k a n s e n b e h o r e n d bij stationaire o p s l a g of e e n tankauto.
4.5.2
V e r t r a a g d e ontsteking B r a n d b a r e w o l k e n , die w o r d e n g e v o r m d d o o r vrijkomen v a n b r a n d g e v a a r l i j k e stoffen, waarbij g e e n directe ontsteking plaatsvindt, k u n n e n o p afstand vertraagd w o r d e n ontstoken. D e o n t s t e k i n g s k a n s e n w o r d e n b e p a a l d a a n de h a n d v a n d e a a n w e z i g h e i d van o n t s t e k i n g s b r o n n e n . O n t s t e k i n g v a n e e n b r a n d b a r e wolk in d e o m g e v i n g k a n p l a a t s vinden door: •
Verkeer;
•
Industriele activiteiten;
•
Activiteiten o p het bedrijfsterrein zelf.
V o o r v e r t r a a g d e ontsteking k u n n e n in het r e k e n p a k k e t S a f e t i - N L [4] o n t s t e k i n g s b r o n n e n e n hun o n t s t e k i n g s k a n s w o r d e n i n g e v o e r d . In tabel 4 . 2 zijn d e s p e c i f i e k e o n t s t e k i n g s bronnen met d e b i j b e h o r e n d e o n t s t e k i n g s k a n s e n o p g e n o m e n .
9IVI5896. J1 /R004/901660/SVLI/N ijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-10-
16 September 2011
aoo ooa
Tabel 4.2: Kans van ontsteking van een brandbare wolk in een tijdsinterval van 6en minuut voor een aantal bronnen Brontype
Ontsteklngsbron
Kans op ontsteking
Puntbron
Naburige prooeslnstallatie
0,5
Lijnbron
Hoogspanningskabel (per 100 m)
0,2
Bevolkingsbron
Schip
0,5
Huishoudens (per persoon)
0,01
Kantoren (per persoon)
0,01
P e r a a n w e z i g p e r s o o n o p d e inriclitingen in d e o m g e v i n g Tooranl< wordt e e n ontstel
9IV15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-11 -
16 September 2011
0 0 0 o » 0 -
aaa BOVAI. HAtKONIHG
5
TOETSINGSKADER EN RESULTATEN D e resultaten v a n de Q R A e n d e d a a r m e e s a m e n h a n g e n d e c o n s e q u e n t i e s w o r d e n b e o o r d e e l d op b a s i s van d e normen z o a l s o p g e n o m e n in het B e v i [5], Dit betreft het p l a a t s g e b o n d e n risico e n het g r o e p s r i s i c o . V o o r beide risico's is in o n d e r s t a a n d e p a r a g r a f e n e e n toeiichting g e g e v e n op d e v a n t o e p a s s i n g zijnde t o e t s i n g s k a d e r s .
5.1
Toetsingskader
5.1.1
T o e t s i n g s k a d e r p l a a t s g e b o n d e n risico Het p l a a t s g e b o n d e n risico geeft d e k a n s p e r j a a r dat e e n p e r s o o n die o n a f g e b r o k e n e n o n b e s c h e r m d op e e n plaats buiten e e n inrichting z o u verblijven, overlijdt a l s rechtstreeks g e v o l g v a n e e n o n g e w o o n v o o r v a l binnen die inrichting waarbij e e n gevaarlijke stof betrokken is. Het p l a a t s g e b o n d e n risico kan op e e n b e p a a l d e locatie w o r d e n b e r e k e n d . Bij de r i s i c o b e r e k e n i n g e n in d e o n d e r h a v i g e Q R A zijn d e risico's v o o r d e v e r s c h i l l e n d e s c e n a r i o ' s g e s o m m e e r d tot e e n totaal p l a a t s g e b o n d e n risico. O p g e m e r k t wordt dat het p l a a t s g e b o n d e n risico onafhankelijk is v a n de d a a d w e r k e l i j k e aanwezigheid van personen. D e in het B e v i [5] o p g e n o m e n g r e n s w a a r d e n v o o r het p l a a t s g e b o n d e n risico zijn w e e r g e g e v e n in tabel 5.1. O p grond v a n het t o e t s i n g s k a d e r , z o a l s v e r m e l d in tabel 5.1 v o o r d e situatie ' R O - b e s l u i t o p grond w a a r v a n de b o u w / vestiging v a n k w e t s b a r e objecten is toegelaten', wordt b e o o r d e e l d o f d e situatie voldoet a a n de n o r m e n ten a a n z i e n v a n het p l a a t s g e b o n d e n risico. In het B e v i [5] wordt o n d e r s c h e i d g e m a a k t in k w e t s b a r e e n beperkt k w e t s b a r e o b j e c t e n . K w e t s b a r e objecten zijn bijvoorbeeld w o o n w i j k e n , z i e k e n h u i z e n e n w i n k e l c e n t r a . B e p e r k t k w e t s b a r e objecten zijn bijvoorbeeld k a n t o o r g e b o u w e n , bedrijven e n bedrijfswoningen. In tabel 5.2 zijn d e definities w e e r g e g e v e n uit het B e v i . Tabel 5.1: Grenswaarden voor het plaatsgebonden risico volgens het Bevi [5] Type situatie Kwetsbare
PR hoger dan 10'^ per jaar
PR tussen 10'° en 10'^ per
PR lager dan 10'^
jaar
perlaar
obiecten
RO-besluit op grond
Niet toegestaan
Niet toegestaan
waarvan de bouw/
(art. 8,1°lid)
(art. 8,
r
Toegestaan
lid)
vestiging van kwetsbare objecten is toegelaten Beperkt kwetsbare
obiecten
RO-besluit op grond
In beginsel niet toegestaan
In beginsel niet toegestaan
waarvan de bouw/
(art. 8, 2° lid)
(art. 8, 2" lid)
Toegestaan
vestiging van beperkt kwetsbare objecten is toegelaten
9[V15896. J1 /R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-12-
16 September 2011
t! 0 d ODD ROVAl HAJKOBINC
Tabel 5.2: Omschrijving van de termen 'beperkt kwetsbaar object' en 'kwetsbaar object' Beperkt kwetsbaar object a
Verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, en dienst- en bedrijfswoningen van derden
b
Kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
c
Hotels en restaurants, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
d
Winkels, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
e
Sporthallen, zwembaden en speeltuinen
f
Sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder
g
Bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder kwetsbaar object, onder c, vallen
kwetsbaar object, onder d, vallen
h
Objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteid kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongevai, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn
i
Objecten met een hoge Infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleldingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vriikomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
Kwetsbaar object a b
Woningen, niet zijnde woningen als bedoeld in beperkt kwetsbaar object, onder a Gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
c
1.
Ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
2.
Scholen; of
3.
Gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen.
Gebouwen waarin doorgaans grote aantailen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals: 1.
Kantoorgebouwen en hotels met een bruto vioeroppervlak van meer dan 1500 m^ per object, of
2.
Complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waan/an het gezamenlijk bmto vloeropper vlak meer dan 1000 m^ bedraagt en winkels met een tolaal bruto vioeroppervlak van meer dan 2000 m^ per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd
d
Kampeer- en andere recreatieterrelnen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten daqen
5.1.2
Toetsingskader groepsrisico Het g r o e p s r i s i c o geeft d e k a n s a a n dat e e n b e p a a l d e g r o e p m e n s e n d o o r d e e f f e c t e n v a n e e n activiteit dodelijk w o r d t g e t r o f f e n . Het g r o e p s r i s i c o wordt w e e r g e g e v e n a l s z o g e n a a m d e f N - c u r v e e n is a f h a n k e l i j k v a n d e b e v o l k i n g s d i c h t h e i d in d e o m g e v i n g v a n d e inrichting.
D e niet - wettelijk v a s t g e s t e l d e n o r m v o o r het g r o e p s r i s i c o is e e n o r i e n t e r e n d e r i c h t w a a r d e , w a a r het b e v o e g d g e z a g g e m o t i v e e r d v a n m a g a f w i j k e n . In het B e v i [5] is d e buitenwetfelijke o r i e n t a t i e w a a r d e o p g e n o m e n dat e e n incident met 10 of m e e r d o d e n s l e c h t s m e t e e n k a n s v a n e e n o p d e h o n d e r d d u i z e n d p e r j a a r m a g v o o r k o m e n (10"^), e e n o n g e v a l m e t 100 of m e e r d o d e n s l e c h t s m e t e e n k a n s v a n e e n o p d e tien miljoen j a a r (10"'') e n e e n k a n s o p e e n o n g e v a l m e t 1.000 of m e e r d o d e n v a n e e n o p d e miljard j a a r (10"^).
9M5896. J1 /R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-13-
16 September 2011
(.1 o a o • a oaa R O V A l HAfKONIMC
Bij e e n v e r a n d e r i n g inrichting, dient ool< d e invioed hiervan op het g r o e p s r i s i c o inzichtelijl< g e m a a k t te w o r d e n . D e v e r a n d e r i n g v a n het g r o e p s r i s i c o kan d o o r het W m b e v o e g d g e z a g gebruikt w o r d e n bij d e v e r a n t w o o r d i n g v a n het g r o e p s r i s i c o z o a l s d e z e conform artikel 13 v a n het B e v i [5] verplicht is bij ruimtelijke o r d e n i n g s b e s l u i t e n .
5.2
Resultaten
5.2.1
P l a a t s g e b o n d e n risico In figuur 5.1 is het b e r e k e n d e p l a a t s g e b o n d e n risico v o o r d e huidige v e r g u n d e situatie v a n T o o r a n k w e e r g e g e v e n . Figuur 5.2 geeft hetzelfde resultaat w e e r , m a a r d a n geprojecteerd o p d e b e s t e m m i n g s p l a n k a a r t .
Figuur 5.1 Plaatsgebonden risico Toorank (op stedenbouwkundige plankaart)
9IVI5896.J1/R004/9016e0/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-14-
16 September 2011
OPB
i» n_ ROVAl HAf K6NIM6
Figuur 5.2 Plaatsgebonden risico Toorank (op bestemmingsplankaart)
Uit figuur 5.1 blijl
enkele meters over de
inrichtingsgrens loopt. E r b e v i n d e n z i c h b i n n e n d e z e contour g e e n (beperkt) k w e t s b a r e objecten. Uit figuur 5.2 blijkt dat d e p l a a t s g e b o n d e n risicocontour 10"^ o v e r d e b e b o u w i n g s v r i j e z o n e v a n het b e s t e m m i n g s p l a n ' G r o o t O o s t e r h o u t ' loopt. D e z e risicocontour ligt niet o v e r d e z o n e w a a r w o o n b e b o u w i n g mogelijk is. O m d e bijdrage v a n d e s c e n a r i o ' s a a n het p l a a t s g e b o n d e n risico in kaart te b r e n g e n is ten z u i d e n v a n T o o r a n k e e n R i s k R a n k i n g P o i n t s ( R R P ) gepiaatst. M e t dit R R P wordt inzichtelijk w e l k e s c e n a r i o ' s bijdragen a a n het p l a a t s g e b o n d e n risico op e e n b e p a a l d e plaats. T a b e l 5.3 is d e bijdrage v a n d e s c e n a r i o ' s w e e r g e g e v e n o p het R R P ten z u i d e n van Toorank. Tabel 5.3: Bijdrage van de scenario's aan het plaatsgebonden risico bulten de inrichting op locatie (187.262, 433.274) Insluitsysteem
Tankauto
Risico
Faalscenario
TAS. Afbreken Iosslang werken noodstop
Bijdrage aan P R
Daar']
[%]
1,8E-06
37,96 25,50
Opslagtank
0 2 . 10 min uitstroom (40%)
1,2E-06
Opslagtank
O l . Instantaan falen (40%)
5,8E-07
12,44 10,40 5,54
Opslagtank
0 3 . Lekkage (40%)
4,8E-07
Tankauto
TA3. Afbreken Iosslang falen noodstop
2,6E-07
Opslagtank
0 2 . 10 min uitstroom (55%)
1,3E-07
2,83
Tankauto
TAS. Instantaan vrijkomen, plasbrand
1,3E-07
2,74
91V15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-15-
16 September 2011
aoo a 9 a aao ftOVAl HASKOHIHC
Insluitsysteem
Opslagtank
Bijdrage aan PR
Risico
Faalscenario
Uaaf^]
[%]
0 1 . Instantaan falen (55%)
6,4E-08
1,38
Opslagtank
0 3 . Lekkage (55%)
5,4E-08
1,16
Tankauto
TA1. Instantaan vriikomen
1,9E-09
0,04
Tankauto
TA2. Vriikomen gehele inhoud grootste aansluiting
6,9E-11
0,00
4,6E-06
100
Totaal:
O p b a s i s v a n d e resultaten uit tabel 5.3 kan g e c o n c l u d e e r d w o r d e n dat, o p b a s i s van d e g e z a m e n l i j k e s c e n a r i o ' s , de o p s l a g v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n met e e n a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n m a x i m a a l 4 0 % het m e e s t bijdraagt a a n het p l a a t s g e b o n d e n risico. 5.2.2
Groepsrisico O p figuur 5.3 is het b e r e k e n d e g r o e p s r i s i c o , ten g e v o l g e v a n d e huidige v e r g u n d e activiteiten bij T o o r a n k , w e e r g e g e v e n . D e orienterende richtwaarde uit het B E V I [5] is in d e z e figuren a a n g e g e v e n als e e n rechte lijn (rode lijn). Frequency of N+ Fatalities/AvgeYear 0,001,
0.0001
1r-8
1e-9
I Figuur 5.3 Groepsrisico Toorank
Number of Fatalities (N)
Uit figuur 5.3 blijkt dat het b e r e k e n d e g r o e p s w a a r d e niet m e e r d a n 10 slachtoffers overschrijdt. C o n f o r m het B E V I [5] is het g r o e p s r i s i c o p a s relevant v a n a f 10 s l a c h t o f f e r s . Het b e r e k e n d e g r o e p s r i s i c o is d e r h a l v e niet relevant in d e z e situatie. In tabel 5.4 is d e p r o c e n t u e l e bijdrage a a n het g r o e p s r i s i c o w e e r g e g e v e n .
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-16-
16 September 2011
0 0 0
o• n MVM
DOD HASK6NIN0
Tabel 5.4: Bijdrage van de scenario's aan het groepsrisico Bijdrage aan GR
Insluitsysteem
Faalscenario
Tanl
TAS. Instantaan vrijkomen, plasbrand
99,S9
Tankauto
TAS. Afbreken iosslang falen noodstop
0,46
[%]
Tankauto
TA1. Instantaan vriikomen
0,14
Tankauto
TA2. Vriikomen gehele Inhoud grootste aansluiting
0,01 100
Totaal:
Effectafstanden M e t het r e k e n p a k k e t S a f e t i - N L [4] zijn d e e x t e r n e v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s b e r e k e n d . N a a s t d e e x t e r n e v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s zijn p e r o n g e v a l s c e n a r i o o o k d e effecten b e r e k e n d . In t a b e l 5.5 is p e r o n g e v a l s c e n a r i o , dat e e n bijdrage levert a a n het p l a a t s g e b o n d e n risico e n / of g r o e p s r i s i c o , d e z e e f f e c t a f s t a n d w e e r g e g e v e n . Hierbij w o r d t gebruik g e m a a k t v a n het criterium ' 1 % letaliteit'. Dit criterium geeft die e f f e c t a f s t a n d w e e r w a a r o p n o g 1% v a n d e a a n w e z i g e p e r s o n e n overlijdt a l s g e v o l g v a n e e n o n g e v a l .
Tabel 5.5: Effectafstand per ongeval scenario Effect
Ongeval scenario
Plasbrand
TA1. Instantaan vrijkomen
Weertype/
Effectafstand
w/lndsnelheid F; 1,5 m/s
[m] _i
D; 5 m/s
109
TA2. Vrijkomen gehele inhoud grootste aansluiting
Plasbrand
F; 1,5 m/s
_1
D; 5 m/s TAS. Afbreken Iosslang werken noodstop
Plasbrand
F; 1,5 m/s
108 _i
D; 5 m/s
32
TAS. Afbreken Iosslang falen noodstop
Plasbrand
F; 1,5 m/s
_1
D; 5 m/s
94 _1
TAS. Instantaan vrijkomen, plasbrand
Plasbrand
F; 1,5 m/s D; 5 m/s
59
0 1 . Instantaan falen (40%)
Plasbrand
F; 1,5 m/s
22
D; 5 m/s
24
0 2 . 1 0 min uitstroom (40%)
Plasbrand
F; 1,5 m/s
26
D; 5 m/s
28
F; 1,5 m/s
23
D; S m/s
25
OS. Lekkage (40%)
1.
Plasbrand
Dil scenario vindl enkel overdag plaals, derhalve is geen effectafstand bij F 1,5 m/s berekend.
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-17-
16 September 2011
a oa o » o_ aaa ftOVAL HASKONIMC
6
CONCLUSIES T o o r a n k P r o d u c t i o n s B . V . (verder a a n te d u i d e n als T o o r a n k ) produceert, destilleert e n bottelt op h a a r locatie in R e s s e n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n w a a r o n d e r w h i s k y . In d e nabijheid v a n T o o r a n k wordt het b e s t e m m i n g s p l a n ' G r o o t O o s t e r h o u t ' g e r e a l i s e e r d . T o o r a n k heeft middels e e n beroepschrift a a n de R a a d v a n State ( k e n m e r k P P / C O 2 0 8 3 5 3 4 , d . d . 2 7 januari 2 0 1 0 ) e n in e e n v e r z o e k o m e e n v o o r l o p i g e s c h o r s i n g (kenmerk P P / C O 2 0 8 3 5 3 4 , d.d. 2 7 januari 2 0 1 0 ) a a n g e g e v e n in de t o e k o m s t mogelijk beperkt te w o r d e n in h a a r uitbreidingsmogelijkheden d o o r d e v o o r g e n o m e n w o n i n g b o u w . E e n v a n d e a s p e c t e n die hierbij d o o r h a a r wordt a a n g e d r a g e n is het m i l i e u a s p e c t externe veiligheid. In d e z e rapportage zijn d a a r o m d e externe veiligheidsrisico's v a n T o o r a n k inzichtelijk g e m a a k t . Dit leidt tot de v o l g e n d e c o n c l u s i e s : •
D e p l a a t s g e b o n d e n risicocontour 10"^ loopt e n k e l e meters buiten d e Inrichtingsgrens v a n T o o r a n k . E r b e v i n d e n z i c h in d e huidige situatie e n in d e t o e k o m s t i g e situatie ten g e v o l g e v a n het b e s t e m m i n g s p l a n G r o o t O o s t e r h o u t binnen d e p l a a t s g e b o n d e n risicocontour v a n 10"® p e r j a a r g e e n (beperkt) k w e t s b a r e objecten e n d a a r m e e wordt v o l d a a n a a n de e i s e n uit het B E V I [5];
e
D e p l a a t s g e b o n d e n risicocontour 10"® ligt o v e r d e bebouwingsvrije z o n e z o a l s o p g e n o m e n in het b e s t e m m i n g s p l a n ' G r o o t Oosterhout'. D e z e risicocontour ligt niet o v e r d e z o n e w a a r w o o n b e b o u w i n g w e l mogelijk is;
•
Het aantal slachtoffers v o o r het g r o e p s r i s i c o wordt b e r e k e n d op minder d a n 10 p e r s o n e n . C o n f o r m het B E V I [5] is het g r o e p s r i s i c o relevant v a n a f 10 slachtoffers. D e r h a l v e is het g r o e p s r i s i c o niet v a n b e i a n g bij d e besluitvorming.
O p g e m e r k t wordt dat d e nu b e r e k e n d e externe v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s zijn o v e r s c h a t als gevolg van: •
Het feit dat ethanol als puur ethanol is b e s c h o u w d . E t h a n o l , 4 0 % e n 55%i, heeft e e n aanzienlijk lagere v e r b r a n d i n g s w a a r d e en d a m p s p a n n i n g e n z a l bij het vrijkomen t e v e n s tot aanzienlijk kleinere effectafstanden l e i d e n ;
•
Het feit dat d e o p s l a g t a n k s als uitpandige o p s l a g t a n k s zijn b e s c h o u w d . D o o r d e a a n w e z i g h e i d v a n r a m e n in d e z e ruimte (zie foto's in bijlage 5) is d e W B D B O v a n d e ruimte niet g e g a r a n d e e r d m a a r d e a a n w e z i g h e i d v a n e e n m u u r met r a m e n z a l bij het vrijkomen e n mogelijk ontsteken v a n d e ethanol de o m v a n g v a n de effecten aanzienlijk r e d u c e r e n .
O p b a s i s v a n het felt dat d e externe v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s , ten g e v o l g e v a n d e activiteiten van T o o r a n k , v o l d o e n a a n d e g r e n s - e n richtwaarden uit het B E V I [5] e n het feit dat er in ieder g e v a l g e e n o n d e r s c h a t t i n g v a n d e risico's heeft p l a a t s g e v o n d e n , k a n g e s t e l d w o r d e n dat T o o r a n k in i e d e r g e v a l binnen het b e s t e m m i n g s p l a n ' G r o o t O o s t e r h o u t ' p a s t . V o o r a l s n o g w o r d e n vanuit externe veiligheid t e v e n s g e e n b e l e m m e r i n g e n v o o r z i e n v o o r mogelijke uitbreidingen.
9IV15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-18-
16 September 2011
ODD O » O ROVAl HAfKOBINC
DISCUSSIE In d e nabijheid v a n T o o r a n k wordt het b e s t e m m i n g s p l a n ' G r o o t O o s t e r h o u t ' g e r e a l i s e e r d . T o o r a n k heeft b e r o e p ingesteld bij d e A f d e l i n g b e s t u u r s r e c h t s p r a a k v a n d e R a a d v a n S t a t e ( k e n m e r k P P / C O 2 0 8 3 5 3 4 , d.d. 2 7 januari 2 0 1 0 ) en a a n g e g e v e n in d e t o e k o m s t mogelijk beperkt te w o r d e n in h a a r uitbreidingsmogelijkheden d o o r de v o o r g e n o m e n w o n i n g b o u w . E e n v a n de a s p e c t e n die hierbij d o o r h a a r wordt a a n g e d r a g e n is het m i l i e u a s p e c t externe veiligheid. R o y a l H a s k o n i n g heeft hiervoor in 2 0 1 0 e e n Kwantitatieve R i s i c o A n a l y s e o p g e s t e l d [8]. D e c o n c l u s i e s hiervan zijn o p g e n o m e n in bijlage 6. In opdracht v a n T o o r a n k heeft v e r v o l g e n s B M D A d v i e s C e n t r a a l N e d e r l a n d d e Q R A [8] b e o o r d e e l d . Zij heeft dit s a m e n g e v a t in hoofdstuk 7 v a n d e rapportage ' T o e t s i n g externe veiligheid m.b.t. T o o r a n k ' [9]. Hierop heeft G E M W a a l s p r o n g a a n R o y a l H a s k o n i n g g e v r a a g d o m d e z e beoordeling v a n B M D A d v i e s C e n t r a a l N e d e r l a n d te b e o o r d e l e n . D e b e v i n d i n g e n hiervan zijn in bijlage 6 v a n d e z e r a p p o r t a g e o p g e n o m e n . G e c o n c l u d e e r d w o r d t dat d e Q R A v a n R o y a l H a s k o n i n g niet h e r z i e n behoeft te w o r d e n . S o m m i g e punten h a d d e n iets duidelijke venwoord k u n n e n w o r d e n , m a a r d e g e h a n t e e r d e u i t g a n g s p u n t e n zijn g o e d . Het v o o r g a a n d e betekent dat de d o o r H a s k o n i n g o p g e s t e l d e Q R A [8] g e e n inhoudelijke bijstelling behoeft. D e c o n c l u s i e s uit het rapport d.d. 2 april 2 0 1 0 [8] blijven o v e r e i n d .
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-19-
16 September 2011
ta o Q D • a ROVAl HAfKOKIMC
REFERENTIES [1]
A a n v r a a g revisievergunning W e t m i l i e u b e h e e r T o o r a n k P r o d u c t i o n s B.V., BIVID A d v i e s C e n t r a a l N e d e r l a n d , k e n m e r k 2 0 0 5 2 1 4 r 3 0 1 1 0 7 , 30 n o v e m b e r 2 0 0 7 ;
[2]
Wet Milieubeheer Beschikking, Gemeente Nijmegen, kenmerk 071/07, 22 September 2 0 0 8 ;
[3j
H a n d l e i d i n g R i s i c o b e r e k e n i n g e n B e v i ( H R B ) , V e r s i e 3.2, R I V M , 1 juli 2 0 0 9 ;
[4]
R e k e n p a k k e t S a f e t i - N L , D N V , v e r s i e 6.54, juli 2 0 0 9 ;
[5]
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Besluit v a n 2 7 m e i 2 0 0 4 , h o u d e n d e milieukwaliteitseisen v o o r externe veiligheid v a n inrichtingen m i l i e u b e h e e r ;
[6] [7]
Programma 'Roughness_map', J . W. Verkaik, KNMI, 2000; H a n d r e i k i n g verantwoordingsplicht g r o e p s r i s i c o , v e r s i e 1.0, Ministerie v a n V R O M , november 2007;
[8]
Kwantitatieve R i s i c o A n a l y s e T o o r a n k P r o d u c t i o n s B . V . , R o y a l H a s k o n i n g , k e n m e r k 9 M 5 8 9 6 . J 1 / R 0 0 3 / 9 0 1 6 6 0 / S V L I / N i j m d.d. 2 april 2 0 1 0 ;
[9]
T o e t s i n g externe veiligheid m.b.t. T o o r a n k , B M D A d v i e s C e n t r a a l N e d e r l a n d , 19 oktober 2 0 1 0 .
9IV15896. J1 /R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
-20-
16 September 2011
aoo
.
nap
..
ODD ROVAl. HASKONPHe
BIJLAGE 1
Overzichtstekening Toorank
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9IV15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm 16 September 2011
• oa —-_o».S—OQO aOVAl HASK«NINC
B C
Woct bereiding Men^afc
G
Watettoeiroer
I
J
W O
20
satiibMtE
21.
KantocEC
23 24
iKatt&ie
25
Beiirii&tiQjJiite
2S 27 2S. 30 33 34
StccesnSjat* Opslag Moot
CJ CO
91V15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definilief rapport
2011
-81.1 -
16 September
oao a ap_ DDD ROVAl HASKONINC
BIJLAGE 2
Uitwerking scenario's
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9M5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm 16 September 2011
oaa aaa ROVAl KASKONINC
Tabel B2.1 Scenariogegevens tankautoverlading conform HRB Nr.
Scenario
Initiele faalkans
Faalkans
Uitstroomdebiet of
Uitstroomduur
hoeveelheid
Is]
Totaie uitstroom
Daar"'] TA1
Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud
1,0E-05
per jaar
6,7E-08
TA2
Vrijkomen geheie tankinhoud uit de grootste aansluiting
5,0E-07
perjaar
3,SE-09
TAS
Breuk van de laad/losslang, ingrijpen operator v\;erkt
4,0E-06
per uur
TAS
Breuk van de laad/losslang, inqrijpen operator faalt
TA4
Lekkage Iosslang (gat van 10% van de nominale
4,DE-05
per uur
30
m^ Safeti-NL
Instantaan
30
Safeti-NL
m= Safeti-NL
1,8E-04
45
m%ur
120
1,50
m=
2,0E-05
45
m^/uur
1.800
22,50
m=
1,8E-03
0,30
m%ur
120
0,010
m=
2,0E-04
0,30
m'/uur
1.800
0,150
m^
2,9E-07
30
m
Instantaan
30
m=
diameter (S mm), inprijpen operator werkt TA4
Lekkage Iosslang (gat van 10% van de nominale diameter (5 mm), inprijpen operator faalt
TAS 1.
Instantaan vrijkomen gehele inhoud, plasbrand ^'
S.8E-09
per uur
Er is vanuit gegaan dat er geen opvangvoorzieningen zijn en dat het product vrij uitstroomt en zich verspreid. Aangenomen is dat de plasdikte 2 cm bedraagt conform de P G S 2 en uitgegaan wordt van een piasoppervlakte van 1500 m^.
Tabel B2.2 Scenariogegevens opslagtanks conform HRB Nr.
Scenario
Initiele faalkans
Faalkans
Daar-^]
Daar'']
Alcoholische drank (alcohoicercentage 40%)
Bronsterkte
Uitstroomduur
Opvang
[s]
[m'l
[m]
V
01.drank
Instantaan vriikomen geheie inhoud
5,0E-06
4,5E-05
30
instantaan
288
1,00
02.drank
Instantaan vrijkomen geheie inhoud in 10 min.
5,0E-06
4,5E-05
30/600 sec
600
192
1,00
OS.drank
Continue vrijkomen uit een gat met een
1,0E-04
9,0E-04
SAFETI-NL
1.800
192
1,00
30
instantaan
effectieve diameter van 10 mm -"DlstilIaat(alcohoIpercehtage 55%):
•
,.:; 'v-
'
A;-:ip^.;::
/ i ^ : •
01.distillaat
Instantaan vrijkomen gehele inhoud
5,0E-06
5,0E-06
288
1,00
02.distillaat
Instantaan vrijkomen gehele inhoud in 10 min.
5,0E-06
5,0E-06
30/600 sec
600
192
1,00
OS.distillaat
Continue vrijkomen uit een gat met een
1,0E-04
1,0E-04
SAFETI-NL
1.800
192
1,00
effective diameter van 10 mm
9IVI5896.J1/R004/901660/SVL1/Nijm
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
- B2.1
-
16 September 2011
DDD ODD nOYAI. HASKONINC
BIJLAGE 3
Bestemmingsplankaart 'Groot Oosteriiout'
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9iVl5896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm 16 September 2011
aan -_ • a g _^ DOD R O V A l MAfKONINC
BIJLAGE 4
Verkavelingsplan 'Groot Oosterhout'
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9lVl5896.J1/R004/901660/SVLi/Nijm 16 September 2011
DDO ROVAL H A » K O N I N O
BIJLAGE 5
Foto's Toorank
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
91V15896.J1/R004/901660/SVLI/Nijm 16 September 2011
ana o 9 a_ Dae fteV&l HASKONING
Figuur B5,1: Locatie Toorank t
'
-ft
6?, - l i
.' #
43
'
1, I
i'
1 o i
1,
B5.2 Onderdeel Toorank in figuur B5.2
^
/ /
IRIcliting foto figuur B5.4 f Plangebied
[
I itil t - If
t
i
f
111
Riciiting foto figuur B5.3 ;.!*,'' w'
MM
Figuur B5.2: Productie- en opslaghal Toorank
(g)
I
Ramen zoals zichtbaar
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9I\/l5896.J1/R004/901660/SVLi/Nijm 16 September 2011
Q R A Toorank Productions B.V. Definitief rapport
9IVl5896.J1/R004/901660/SVLi/Nijm - B5.2 -
16 September 2011
Bijlage 8 Aanvraag Productions BV
revisievergunning
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Toorank
145
146
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Aanvraag
revisievergunning
Wet milieubeheer
BMD Advies
Aanvraag
revisievergunning
Wet milieubeheer Toorank Productions B.V. Definitief
Opdrachtgever Contactpersoon
: Toorank Productions B.V. : De heer E. Hansen
Datum Rapportnr. Auteur
: 30 november 2007 :2005214r301107 : drs. R. Schut
Paraaf Kwaliteit
: drs. J.C. de Boer
Paraaf
BMD Advies Centraal Nederland B.V. Grote Molenstraat l a Postbus 91 6660 AB ELST Tel.: 0481 - 48 31 88 Fax: 0481 - 37 85 31 E-mail: elstCScn.bmdadvies.nl
Aanvraag vergunning Wet milieubeheer, tevens beschrijving
A a n Burgemeester en wethouders v a n de gemeente Nijmegen
Ondertekening Ondergetekende verklaart het aanvraagformulier naar w a a r h e i d te hebben ingevuld. Datum
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
Plaats
BMD Advies
Inhoud
1
Niet-technische samenvattingjlnleiding
4
2
Gegevens aanvrager
5
2.1 3
Overige aangevraagde/ verleende vergunningen/
Relatie met relevante regelgeving 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4
Bouwregelgeving Wet verontreiniging oppervlaktewateren MER-pUcht Externe veiligheid Provinciale milieuverordening IPPC Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn
Inrichting 4.1 4.2 4.3
5
7
8
9
10
11
Drukhouders Milieugevaarlijke stoffen Andere (grond)stoffen of producten Water ge(ver)bruik
Energie
7 7 7 7 7 7 7 7 8 8 9 9 10 10 10 10 11 12
6.1
Venvarming
12
6.2
Energieverbruik
12
Lucht
13
7.1 7.2
Ventiiatie Stof-, gas- of dampvonnige emissies
13 13
7.3
Geuremissies
13
Geluid, trillingen en verkeersbewegingen
15
8.1 8.2
Akoestisch rapport Verkeersbewegingen van en naar de inrichting
15 15
8.3
Parkeerplaatsen
15
Bodem
16
9.1 9.2
Bodemonderzoek Welke bodembedreigende activiteiten kunnen er plaatsvinden?
16 16
9.3
Uit te voeren bodembeschermende maatregeien
16
Afvaistoffen
17
10.1
Bedrijfsafvalstoffen
17
10.2
Gevaarlijke afvaistoffen
17
Afvalwater 11.1
12
Beschrijvmg van activiteiten, processen en technieken Capaciteit/aantal werknemers Werktijden
(Grond)stofren en producten 5.1 5.2 5.3 5.4
6
meldingen die van toepassing zijn6
Lozing van bedrijfsafvalwater
Overig
12.1 Bedrijfsintem milieuzorgsysteem (BIM) 12.2 Brandvelligheid 12.3 Toekomstlge ontvnkkelingen 13 Bijlagenoverzicht Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
18 18 19 19 19 19 20 3
BMD Advies
1 Niet-technische samenvattingjlnleiding Toorank Productions B.V. (hierna te noemen: Toorank) heeft een vestiging op de Stationsweg 9 te Ressen. In deze inrichting w i l Toorank w h i s k y gaan produceren. Momenteel is een W e t milieubeheer v e r g u n n i n g v a n 23 a p r i l 1997 i n w e r k i n g voor dit pand. Omdat voor de whiskyproductie nieuwe processen n o d i g z i j n , w o r d t deze aanvraag voor een revisievergunning ingediend. In deze aanvraag w o r d e n de milieueffecten v a n de bedrijfsvoering beschreven.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
4
BMD Advies
2 Gegevens aanvrager Gegevens aanvrager Naam Postadres Postcode/plaats Telefoon e-mailadres
Toorank Productions B.V. Postbus 337 6900 A H ZEVENAAR 0316 - 580 180 Fax [email protected]
:
0316 - 580 181
De aanvrager verzoekt o m een vergunning voor de gehele inrichting, i n verband met het veranderen v a n de inrichting o f de w e r k i n g daarvan te veranderen (art. 8.4. l i d 1) (revisievergunning).
Gegevens inrichting Naam i n r i c h t i n g Aard i n r i c h t i n g Adres i n r i c h t i n g Postcode / plaats Contactpersoon Functie Telefoon E-mailadres Kadastrale ligging
Uittreksel KvK
Toorank Productions B.V. Produceren, destilleren e n alcoholhoudende dranken Stationsweg 9 6683 D A te Ressen De heer E. Hansen C.0.0. 0316 - 580 180 Fax [email protected] gemeente sectie nummer(s) Zie bijlage 3
bottelen
v a n alcohol e n
:
0316 - 580 181
: : :
Nijmegen E 53 en 131
niet-
Door gemeente in te vullen Categorie
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
SBI-code
5
BMD Advies
2.1 Overige aangevraagde/ verleende vergunningen/ meldingen die van toepassing zijn Soort vergunning / melding
Bouwvergunning Vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) Sloopvergunning Oprictitingsvergunning Wm (art. 8.1 .a en c Wm) Veranderingsvergunning Wm (art. 8.1.b Wm) Een nieuwe de gehele inrichting omvattende vergunning Wm (art 8.1 lid 1)
Aangevraagd d.d.
Datum verleende vergunning / melding
23 april 1997 Wmnr: 79/97
Een vergunning Wm, omvattend een onderdeel van de inrichting (art. 8.4 lid 1) Melding art. 8.40/8.44 Wm Besluit milieubeheer Melding art. 8.19 Wm Lozingsvergunning (A.P.V.) Melding lozing (A.P.V.)
Aanvraag revisievergunning Wm, Tooranlc Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
6
BMD Advies
3 Relatie met relevante regelgeving 3.1 Bouwregelgeving Er is geen b o u w v e r g u n n i n g vereist.
3.2 Wet verontreiniging oppervlaktewateren Er is geen W v o - v e r g u n n i n g vereist.
3.3 MER-plicht Voor de voorgenomen activiteit(en) is geen milieuelBFectrapport n o d i g op grond v a n bijlage C v a n het Besluit milieuefFectrapportage 1994.
3.4 Externe veiligheid De inrichting valt niet onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZOII).
3.5 Provinciale milieuverordening 3.5.1 Grondwater De
inrichting
ligt
niet
binnen
een
waterwingebied
of
grondwaterbeschermingsgebied. Er is geen sprake v a n een grondwateronttrekking o f infiltratie waarvoor een vergunning ingevolge de Grondwaterwet nodig is. De grondwateronttrekking is minder dan 10 m^ per uur.
3.5.2 StUtegebied De inrichting is niet i n een stiltegebied gelegen.
3.6 IPPC De vergunning w o r d t niet aangevraagd voor een installatie zoals bedoeld i n de IPPCrichtlijn (richtlijn 965/61/EG v a n de Raad v a n Europese Unie v a n 24 September 1996 inzake geintegreerde preventie e n bestrijding v a n verontreiniging).
3.7 Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn De inrichting is gelegen b i n n e n een afstand v a n 10 k m v a n de grens v a n een gebied dat is aangewezen als speciale beschermingszone (SBZ) i n de z i n v a n de Vogelrichtlijn en/of aangemeld als SBZ i n het kader van de Habitatrichtlijn. E e n beschrijving v a n de gevolgen die de activiteiten van de i n r i c h t i n g kunnen hebben op het richtlijngebied is toegevoegd als bijlage 5. Aanvraag revisievergunning Wm, Tooranlc Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
7
BMD Advies
4 Inrichting 4.1 Beschrijving van activiteiten, processen en technieken Whisky stoken Het proces begint met de aanvoer v a n mout. Als_graansoort z a l alleen gemalen mout w o r d e n gebruikt. De gemalen mout w o r d t i n zakken of b i g bags aangeleverd e n gemengd met heet water v a n 80 °C. De temperatuur loopt hierdoor terug tot ongeveer 72 °C e n bij deze temperatuur w o r d e n de vergistbare suikers u i t het graan opgeiost i n het water, n a 1 u u r w o r d t er w a t e r bijgevoegd w a a r b i j de temperatuur daalt tot ongeveer 55 °C, en b i j deze temperatuur wordt het restant vergistbare suikers opgeiost. Dit w o r d t gedaan i n een gesioten mengbak v a n 5000 liter.
'
H i e r n a w o r d t de w o r t gekoeld tot ongeveer 20 °C middels een platen koeler. Deze koeling geschiedt middels het o p g o m p e n ^ j u r o i k r g i ^ Dit is YV^^ ^' geen gesioten circuit, maar een doorlopend circuit. Een enkel brouwsel bevat 4000 liter water m e t 1000 k g graan. Het voltooien v a n een b r o u w s e l duurt circa een halve dag. M a x i m a a l twee brouwsels per dag zulien w o r d e n bereid. E r z i j n geen speciale voorzieningen voor het bereiden v a n het water; er w o r d t gebruikt gemaakt van leidingwater.
^
^V^'" ^
Vervolgens w o r d t het mengsel verpompt naar de gisttank. In de gisttank w o r d t gist toegevoegd en de suikers w o r d e n omgezet i n alcohol en_CQ2i.Na de vergisting (3 tot 4 dagen) v i n d t de eerste distillatie plaats en hierna de tweede. Deze gisttank is een v a n de momenteel a l aanwezige stalen 30 m^ tanks (zie hieronder bij "Opslag"). D i t gaat v i a een enkele indirect gestookte distilleerketel. Het betreft hier een ambachtelijke ketel, waarvan de specificaties n o g niet bekend z i j n , omdat de ketel n o g niet is aangeschafd. Het distillaat w o r d t tijdelijk opgeslagen i n een tank v a n 30 m^ e n daarna afgevuld i n houten vaten e n gelagerd op de verdiepingen. De opgeslagen w h i s k y heeft een alcoholpercentage v a n circ^_55% en w o r d t naar de verdiepingen getransporteerd m e t een^l^elrtrische heftnick en^^^^ Het lageren duurt m i n i m a a l 3 jaar. Vervolgens w o r d i n de vaten naar een locatie buiten de inrichting afgevoerd, waar het af(mllen i n flessen plaatsvindt.
Opslag Naast het produceren v a n w h i s k y z a l i n de inrichting i n tien enkelwandige stalen tanks m e t een i n h o u d v a n elk 30 m^ alcoholische drank w o r d e n opgeslagen met een alcoholpercentage v a n minder d a n 40%. Deze alcoholische drank w o r d t geproduceerd op een andere vestiging v a n Toorank. A a n - en aftroer v a n drank vindt plaats door m i d d e l v a n gesioten leidingen (die v i a een pompeiland aan elkaar w o r d e n gekoppeld) naar een bulkauto. Uiteindelijk w o r d t de drank dan op een andere vestiging gebotteld. Het aantal vervoersbewegingen dat gepaard gaat met deze opslag is meegenomen i n de tabel i n paragraaf 8.2.
Faciliteiten
,
^- ^ '
Voor het reinigen en desinfecteren v a n a p p w a t u u r zulien reinigingsvloeistoffen a a n w e z i g z i j n . Omdat het gaat o m minimale'^hoeveelheden. z i j n deze niet c o n f o r m PGS 15 opgeslagen. Slechts beperkte onderhoudsactiviteiten zulien plaatsvinden; onderhoudsmaterialen e n gereedschap zuilen niet i n de inrichting aanwezig z i j n . Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
8
/ / * tl'^
BMD Advies
Verder is een persluchtinstallatie aanwezig welke w o r d t gebruikt voor procesbesturing, bijvoorbeeld het aansturen v a n kleppen en mengmechanismes. Ook is een laboratorium aanwezig o m de kwaliteit v a n het product te toetsen.
Overig De perceelgrenzen, zoals deze op de perceeltekening z i j n aangegeven, zijn tegelijkertijd de inrichtingsgrenzen. Binnen de inrichting bevinden zich n o g twee andere gebouwen w a a r geen plattegrondtekening v a n is opgenomen. In gebouw A v i n d e n geen activiteiten plaats, i n gebouw B w o r d t verpakkingsmateriaal opgeslagen zoals flessen.
4.2 Capaciteit/aantal werknemers In de i n r i c h t i n g zulien m a x i m a a l 5 werknemers aanwezig z i j n . In een representatieve bedrijfssituatie is er echter slechts 1 of geen werknemer aanwezig.
4.3 Werktijden E] El M El El EI E]
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
van van van van van van van
7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00
uur uur uur uur uur uur uur
tot tot tot tot tot tot tot
19.00 u u r 19.00 u u r 19.00 u u r 19.00 u u r 19.00 u u r 19.00 u u r 19.00 u u r
Buiten de w e r k t i j d e n kunnen de volgende installaties i n w e r k i n g z i j n : Koeling.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r30n07
9
BMD Advies
5 (Grond)stofren en producten 5.1 Drukhouders Drukhouders zuilen niet i n de inrichting aanwezig z i j n .
5.2 Milieugevaarlijke stoffen Hoeveelhei Nummer d tekening /maximaal in opslag 20 liter can, lekbak 20 liter 20 liter can, lekbak 60 liter 20 liter can, lekbak 60 liter
Soort
ADR- Wijze van opslag klasse + aantal en inhoud
P3-oxonia active P3-stabilon CIP Natriumliydroxlde opiossing 33%
5.1 8 8
op
Conform de i n de PGS 15, voorschrift 1.5 genoemde ondergrenzen en de i n de derde voetnoot genoemde naar rato berekening is een PGS opslagvoorziening voor bovengenoemde stoffen niet noodzakelijk. ProductveiUgheidsbladen z i j n ter inzage bij bedrijf. De i n deze paragraaf genoemde stoffen w o r d e n opgeslagen i n de productiehal.
5.3 Andere (grond)stoffen of producten Wijze van opslag
Maximaal Maximale hoeveelheid in opslag jaarverbruik/ (ton, m3 of stuks) productie
Gemalen mout
Zakken van S 25 kg
10 ton
Gist
Gisttank
10 liter gist
Alcoholische Enkelwandige drank <40% 30 tank alcohol Whisky*^
stalen 300
Houten vat ^ 250 liter
100.000 liter
200 ton
^ Doorzet niet bekend ^
100.000 liter
Opmerkingen bij de tabel: *1 In bijlage 6 is een advies v a n de brandweer v a n de gemeente Zevenaar opgenomen, waarin wordt gesteld dat alcoholische dranken met een alcoholpercentage lager dan 40% niet brandgevaarlijk z i j n . Dit advies is opgesteld i n het kader van een vergunningaanvraag voor de hoofdvestiging v a n Toorank. *2 Op deze opslag is de PGS 15 niet v a n toepassing. In b i j l a g £ _ 7 _ w o r d t hierop uitgebreid ingegaan.
Aanvraag revisievergunning Wm, Tooranlc Productions B.V. Rapportnr.; 2005214r301107
10
BMD Advies
5.4 Water ge(ver)bruik Grondwater (m^/jaar) Leidingwater (m^/jaar)
Per jaar 1500 1500
gebruil^sdoel t.b.v. l
Bovengenoemde hoeveelheden z i j n geschat. grondwater ondergaat geen bewerking.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r30n07
Zowel
het
leidingwater als het
11
6 Energie 6.1 Verwarming Alleen tijdens de productie w o r d t ruimteverwarming met behulp v a n j d i r e j c t .g^tooktejhe^aters^^ toegepast. D i t vindt plaats middels een c v . ketel welke op aardgas w o r d t gestookt. Deze c v . ketel w o r d t eveneens gebruikt voor de warmtelevering bij de processen (distilleren en verwarmen mout/water).
6.2 Energieverbruik Het exacte jaarverbruik v a n elektriciteit en aardgas is (nog) niet te geven, omdat het o m een n i e u w proces gaat. H e t elektriciteitsverbruik (t.b.v. verlichting, p o m p e n en compressor) w o r d t geschat op minder dan 50.000 k W h / jaar, het gasverbruik (t.b.v. cv-installatie) op minder d a n 25.000 m^ / jaar. Het laten uitvoeren v a n een energiebesparingsonderzoek dan wel het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen w o r d t bij een dergelijk verbruik niet rendabel geacht.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
12
IMD Advies
7 Lucht 7.1 Ventiiatie Ventiiatie geschiedt op natuurlijke wijze, ^ a ramen en deuren. In de opslagruimten voor de w h i s k y vaten zal natuurlijke ventiiatie v i a roosters w o r d e n aangebracht.
7.2 Stof, gas-of dampvormige emissies
^
+ '^a^^^eJj^'
Het tijdens het gisten ontstane^02_uit de tank w o r d t v i a een ontluchtingsleiding rechtstreeks naar de buitenlucht afgevoerd i n verband met arbo-eisen.
r^j^^^^"f'^'l
, ^ ^ ( a ic '^ ^ ^ ,/ | /:
Emissies v a n vluchtige organische stoffen k u n n e n plaatsvinden tijdens handelingen met drank en tijdens de opslag: Tijdens het rijpen verdampt de alcohol uit de w h i s k y samen met het water langzaam door de vaten heen. V a n de vloeistof i n een 250 liter vat verdampt ^ (t. '^^^ gemiddeld circa 10 liter vloeistof per jaar; dit k o m t overeen met 4%. Daarmee fa/^- k';"'^ is de emissie v a n alcohol: 100.000 liter (maximale opgeslagen hoeveelheid) x ^ ^ ; , ' ^ ^ (^}'^ " 55% (% alcohol) x 4% = 2.200Jiter/jiiLPer u u r k o m t dit overeen m e t 0.25 liteg_ ^ ; 9 Dit is m i n d e r dan de grensmassa-stroom voor alcohol (0,5 kg/uur; klasse: 0.2)\ x f" 6 uit de NeR, zodat geen toetsing aan de NeR hoeft plaats te vinden. \ Tijdens overpompen zal een minimale emissie v a n alcohol plaatsvinden bij het \ Z ''^^ ontluchten v a n de leidingen. Het is moeilijk i n te schatten o m welke exacte minimale hoeveelheden het zal gaan. Het produceren v a n alcohol is echter accijnsplichtig. Het voorkomen van verllezen is bedrijfseconomisch daarom bijzonder lonend. V a n relevante stofemissies van het gemalen mout is geen sprake. Het gemalen mout w o r d t i n gesioten zakken aangevoerd en opgeslagen. Wanneer het mout i n het procesvat w o r d t gestort komt er nauwelijks stof uit het gemalen mout (totaal stof conform de NeR) v r i j , omdat i n het vat reeds water a a n w e z i g is. De stofvracht zal r u i m lager z i j n dan 0,2 kg/uur. Zie ook paragraaf 12.2 op dit punt.
7.3 Geuremissies In de praktijk blijkt b i j soortgelijke bedrijven geen geurhinder op te treden. V a n de i n deze aanvraag beschreven activiteiten w o r d e n daarom geen relevante geuremissies verwacht. Branderijen en distilleerderijen z i j n voor geur ingedeeld i n categorie 2. D i t betreft bedrijfstakken w a a r b i n n e n de geuremissiekarakteristiek sterk k a n verschillen. Echter het proces v a n w h i s k y stoken vertoont overeenkomsten met het proces van Bierbrouwerijen, waarvoor een speciale regeling i n de NeR (BIO) is opgenomen. De regeling is v a n toepassing op bierbrouwerijen met een productie v a n gemiddeld ten minste een b r o u w s e l per dag.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r30n07
13
BMD Advies
De maatregeien volgens de stand der techniek ter beperking v a n de geuremissies i n BIO voor kleine b r o u w e r i j e n z i j n i n onderstaande tabel weergegeven, w a a r b i j de situatie m.b.t. Toorank ook is aangegeven. Volgens BIO w o r d t i n kleine b r o u w e r i j w a a r minder d a n 20.000.000 liter bier w o r d t gebrouwen; deze grens ligt r u i m lager dan de 100.000 liter v a n Toorank. , j .yj^/[c, U^c f ',-t.4{(AtQ
V5.
Sltuatie Toorank Maatregel Het sluiten van deuren en ramen K^an het Wordt toegepast brouwhuis; ,_ NVT: betreft moutbewerking Het afdekken van de bostelbakken; NVT: betreft moutbewerking Het regeimatig reinigen van de bostelsilo; Het beperken van de uitstoot bij vergisting Wordt toegepast en lagering door het plaatsen van een wasfles ter absorptie van de reukstoffen uit het koolzuur voordat deze naar buiten yyordt afgeblazen De gistopslag (voor hergebruik en afvoer) NVT: er wordt slechts max. 10 liter gist opgeslagen laten plaatsvinden in gesioten tanks; Het combifilter (kiezelgoer en sterielplaten) N V T bij whisky uitvoeren in een gesioten systeem; De deksels van de rotapool, de bierketel en NVT: proces vindt plaats in gesioten systeem de klarlngskuip gesioten houden; De opslag van verbruikt kiezelgoer NVT bij whisky afdekken; Het afwateringssysteem gesioten N V T bij Whisky uitvoeren; Wordt toegepast Het dichten van kieren in het brouw/huis.
Aanvraag revisievergimning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
14
A(»y(tA
BMD Advies
8 Geluid, trillingen bewegingen
en
verkeers-
8.1 Akoestisch rapport Het bedrijf produceert nagenoeg geen geluid. De geluidbronnen z i j n vrachtwagens die komen en gaan en het gebruik v a n elektrische heftrucks en een h f t voor het laden en lossen en intern transport. Een akoestisch onderzoek is niet uitgevoerd. De bedrijfsactiviteiten produceren minder geluid dan de al vergunde activiteiten.
8.2 Verkeersbewegingen van en naar de inrichting Een verkeersbeweging bestaat uit een aanvoerbeweging of een afvoerbeweging. IVIaximaal aantal verkeersbewegingen per: Dag Week IVIaand Personenauto 2 Bestelauto Vrachtauto 2
Aantal aan- en afvoerbewegingen tussen: 19.00 en 23.00 en 07.00 en 19.00 uur 23.00 uur 07.00 uur
2 .
2
0 0 0
0 0 0
8.3 Parkeerplaatsen Voldoende aanwezig op eigen terrein.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
15
BMD Advies
9 Bodem 9.1 Bodemonderzoek De volgende onderzoeken naar de bodemkwaliteit z i j n (in het verieden) uitgevoerd: Rapport d.d. 13 januari 2000 met kenmerk GLD6067. Dit rapport geeft de nulsituatie van de bodem weer. Deze rapportage is bij de gemeente aanwezig en daarom niet bij deze aanvraag gevoegd.
9.2 Welke bodembedreigende plaatsvinden?
activiteiten kunnen er
De omschrijvingen v a n de bodembedreigende activiteiten z i j n opgenomen i n de inventarisatie- e n evaluatie volgens de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). De inventarisatietabel is opgenomen als bijlage 4. Alleen bij een calamiteit k u n n e n er alcoholhoudende dranken of reinigingsmiddelen op de vloer terecht komen. De kans dat deze vloelstoffen vervolgens i n de bodem geraken i s zeer klein, omdat de productieruimte een betonnen vloeistofkerende vloer heeft. De opslag v a n vaten vindt plaats op verdiepingen, zodat de kans op bodemverontreiniging verwaarloosbaar klein is. Conform de NRB zijn bodembeschermende voorzieningen op verdiepingen niet noodzakelijk. Onder de stalen opslagtanks zal een gezamenlijke lekbak w o r d e n gerealiseerd. Daarnaast z i j n voldoende adsorptiematerialen aanwezig o m vloelstoffen op te nemen. Tenslotte melden w i j dat het heftruckpersoneel geinstrueerd is hoe te handelen bij lekkages en het voorkomen v a n calamiteiten.
9.3 Uit te voeren bodembeschermende maatregeien In de N R B tabel v a n bijlage 4 is aangegeven voor welke ruimten en bedrijfsactiviteiten aanvullende maatregeien genomen zuilen w o r d e n o m te komen tot een verwaarloosbaar bodemrisico.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
16
BMD Advies
10 Afvaistoffen 10.1 Bedrijfsafvalstoffen
^^"^'
poU
slechts zeer minimale hoeveelheden bedrijfsafval zulien i n de i n r i c h t i n g ^ a a r l i j k s v r i j k o m e n . Het bedrijfsafval z a l voornamelijk bestaan u i t b i g bags. D a a r n a ^ t w o r d e n restanten v a n het proces (filterresidu van/ het gisten/ residu distillatieproces) als grondstof voor veevoer afgevoerd. E e n schatting v a n de hoeveelheid residu dat vrij z a l komen is niet te geven, omdat het o m een n i e u w proces gaat.
10.2 Gevaarlijke afvaistoffen De lege emballage v a n de reinigingsmiddelen zuilen als gevaarlijk afval w o r d e n afgevoerd. Ook i n dit geval gaat het o m m i n i m a l e hoeveelheden.
Aanvraag revisievergimning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
17
BMD Advies
11 Afvalwater 11.1 Lozing van bedrijfsafvalwater Het grondwater dat voor koeling wordt gebruikt, heeft bij l o z i n g i n het gemeentelijk riool een maximale temperatuur v a n 30 graden Celsius. E r k o m e n geen grove delen bij vrij en de p H waarde verandert niet t e n opzichte v a n het opgepompte water. De bestaande riolering b l i j f t gehandhaafd. Alle aansluitingen v a n het riool i n de inrichting lopen naar een enkele controleput voordat het afvalwater op het r i o o l w o r d t geloosd. Lozing van Koelwater Bedrijfsafvalwater (o.a. van reinigen) en sanitair afvalwater) Regenwater (daken/terreJn)_
Lozing op Gemeentelijk riool Reiniger: schrobputten/goten Vuilwater riool in de vloer van de productiehal naar het riool via een inspectieput. Vuilwater riool/bodemlnfiltratie Lozing via
-
—
i
Aanvraag revisievergtmning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r301107
18
17
BMD Advies
12 Overig 12.1 Bedrijfsintem milieuzorgsysteem (BIM) Binnen het bedrijf w o r d t geen milieuzorgsysteem toegepast.
12.2 Brandvelligheid Brandblusmiddelen aanwezig E r is een noodplan a a n w e z i g De whislqrvaten w o r d e n op de verdiepingen opgeslagen. M e t betrekking tot brandvelligheid geldt het volgende: De vaten liggen een lange tijd o m te rijpen. E r vinden nagenoeg geen handelingen met de vaten plaats, w a t de risico's op ongelukken beperkt. Verder liggen de vaten op een rustige plek w a a r geen gevaar bestaat voor aanrijdingen met bijvoorbeeld een heftruck. Bovendien is de verpakking voldoende stevig o m b i j een eventuele calamiteit i n tact te biijven; Nabij de opslag z i j n voldoende brandblussers aanwezig. Zoals i n bijlage 6 w o r d t betoogd/aangetoond, z i j n alcoholische dranken met een alcoholpercentage lager d a n 40% niet brandbaar. Tevens is i n bijlage 7 betoogd dat de opslag v a n w h i s k y niet onderworpen is aan de voorschriften v a n de PGS. E e n alcoholdetectiesysteem, sprinklersysteem en branddetectiesysteem z i j n derhalve niet noodzakelijk geacht.
Explosieveiligheid Bij het storten v a n het gemalen mout bestaat een risico op een stofexplosie. Zodra de mout i n het water is gestort, is het risico w e g . Gemalen mout bestaat voor een deel uit kleine deeltjes. E r dient volgens de ATEX-richtlijn te w o r d e n gezoneerd indien een open procesvat i n een gebouw aanwezig is: > 50 k g deeitjesgrootte tot 0,1 m m o f 500 k g met deeitjesgrootte 0,1-0,5 m m , Er w o r d t per batch 1000 k g gemalen mout gebmikt i n verpakking v a n maximaal 25 k g per zak, die stuk voor stuk i n het water w o r d e n gestort. Door deze hoeveelheid is zonering niet noodzakelijk. Ten aanzien v a n het risico dat alcoholdampen i n het riool kunnen ontstaan, k a n gesteld w o r d e n dat de kans hierop bijzonder klein is. In de productieruimte is een vlakke betonnen vloer aanwezig die niet i n verbinding st^^^ riool.
12.3 Toekomstlge ontwikkelingen Geen.
Aanvraag revisievergunning Wm, Toorank Productions B.V. Rapportnr.: 2005214r30n07
19
Bijlage 9 Revisievergunning Toorank Productions BV
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
167
168
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
GEMEENTE
Ijmegen
Adres inrichting
Stationsweg
9 t e Ressen
Nijmegen,
Wm n r . 071/07
verzonden,
22 SEP. 2008
WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING
Burgemeester
en Wethouders v a n Nijmegen;
Aanvraag Op 4 d e c e m b e r 2 0 0 7 h e b b e n w i j e e n a a n v r a a g o n t v a n g e n v a n T o o r a n k P r o d u c t i o n s B . V . ( v o o r h e e n D e r i a B V , H.O.D.N. F r u t e r n a L o o n b o t t e l i n g ) v o o r e e n r e v i s i e v e r g u n n i n g i n g e v o l g e d e Wet m i l i e u b e h e e r v o o r h e t produceren, d e s t i l l e r e n en b o t t e l e n v a n a l c o h o l - en n i e t alcoholhoudende d r a n k e n met e n z o n d e r k o o l z u u r a i s m e d e de v e r p a k k i n g e r v a n . Op 2 e n 2 3 j u n i 2 0 08 h e b b e n w i j a a n v u l l i n g e n o p d e z e a a n v r a a g ontvangen. De i n r i c h t i n g i s g e l e g e n a a n d e S t a t i o n s w e g 9 t e R e s s e n , b e k e n d g e m e e n t e N i j m e g e n , s e c t i e E, nummer 53 e n 1 3 1 .
kadastraal
D e i n r i c h t i n g v a l t o n d e r c a t e g o r i e 5 . 1 e n 9.1 v a n h e t I n r i c h t i n g e n e n vergunningenbesluit milieubeheer. De v e r g u n n i n g a a n v r a a g h e e f t b e t r e k k i n g op e e n i n r i c h t i n g d i e v o l d o e t a a n d e o m s c h r i j v i n g u i t c a t e g o r i e 1. ' i n r i c h t i n g e n v o o r d e o p s l a g v a n g e v a a r l i j k e s t o f f e n anders dan gassen, g a s o l i e , afgewerkte o l i e o f s t o f f e n v a n A D R k l a s s e 5 . 1 o f k l a s s e 8, v e r p a k k i n g s g r o e p e n I I en I I I , zonder bijkomend gevaar, i n bovengrondse opslagtanks' v a n b i j l a g e I b i j h e t B e s l u i t algemene r e g e l s v o o r i n r i c h t i n g e n m i l i e u b e h e e r ( A c t i v i t e l t e n b e s l u i t ) . De i n r i c h t i n g w o r d t d a n o o k a a n g e m e r k t a l s e e n type C i n r i c h t i n g a l s bedoeld i n h e t A c t i v i t e l t e n b e s l u i t . G e l e t h i e r o p i s h e t m o g e l i j k d a t e e n o f meerdere b e p a l i n g e n u i t de hoofdstukken 1, 3 e n 6; d e a f d e l i n g e n 2 . 1 , 2 . 2 , 2.4 e n 2 . 1 0 ; d e p a r a g r a v e n 4 . 1 . 5 e n 4 . 8 . 2 ; e n / o f d e a r t i k e l e n 4.6 e n 4 . 1 8 v a n h e t A c t i v i t e l t e n b e s l u i t r e c h t s t r e e k s v a n toepassing z i j n . Voor zover d i t het g e v a l i s , wordt d a t i n deze b e s c h i k k i n g aangegeven. Het b e t r e f t geen Onder een g p b v - i n in bijlage 1 van bestrijding vanv
i n r i c h t i n g waartoe een g p b v - i n s t a l l a t i e behoort. s t a l l a t i e wordt een i n s t a l l a t i e verstaan a l s bedoeld de E G - r i c h t l i j n g e i n t e g r e e r d e p r e v e n t i e en erontreiniging (IPPC-richtlijn).
Huidige vergunningsituatie V o o r de i n r i c h t i n g z i j n e e r d e r meer v e r g u n n i n g e n i n h e t kader v a n de Wet m i l i e u b e h e e r / H i n d e r w e t v e r l e e n d . H e t b e t r e f t : Een r e v i s i e v e r g u n n i n g v o o r h e t b o t t e l e n v a n a l c o h o l - en n i e t - a l c o h o l h o u d e n d e d r a n k e n met e n z o n d e r k o o l z u u r aismede de v e r p a k k i n g e r v a n ( b e s l u i t d . d . 23 a p r i l 1 9 9 7 , n r . 7 9 - 9 7 ) .
Toorank
1 van 29
Wm nr.
Reden vergunningaanvraag De r e d e n v a n d e h u i d i g e v e r g u n n i n g a a n v r a a g •
h e tu i t b r e i d e n v a n de i n r i c h t i n g whisky
is:
met de p r o d u c t i e
en opslag van
PROCEDURE Voorbereiding De v o o r b e r e i d i n g v a n d e b e s c h i k k i n g o p d e a a n v r a a g h e e f t plaatsgevonden o v e r e e n k o m s t i g h e t b e p a a l d e i n d e a f d e l i n g 3.4 v a n d e A l g e m e n e w e t b e s t u u r s r e c h t (Awb) e n a f d e l i n g 1 3 . 2 v a n d e Wet milieubeheer. De a r t i k e l e n 8.6 t o t e n m e t 8 . 1 7 v a n d e W e t m i l i e u b e h e e r o p s t e l l e n v a n d e z e b e s c h i k k i n g i n a c h t genomen. A d v i e z e n naar a a n l e i d i n g v a n de aanvraag B i j deze procedure i sanders dan a l s a d v i s e u r
zijn
b i jhet
betrokken:
Burgemeester e n Wethouders v a n de gemeente Lingewaard waarvan de gemeentegrens i s g e l e g e n b i n n e n 200 m e t e r v a n de i n r i c h t i n g . A d v i s e r i n g en afstemming Brandweer De v o o r g e n o m e n a c t u a l i s a t i e i s i n h e t k a d e r v a n d e i n t e r n e a d v i s e r i n g en a f s t e m m i n g v o o r g e l e g d a a n de B r a n d w e e r N i j m e g e n . B i j h e t o p s t e l l e n v a n d e z e b e s c h i k k i n g i s d i t a d v i e s i n a c h t genomen.
TOETSINGSKADER VAN DE AANVRAAG Algemeen De W e t m i l i e u b e h e e r o m s c h r i j f t t o e t s i n g s k a d e r v o o r de b e s l i s s i H i e r n a wordt aangegeven hoe de verhoudt. Wij beperken ons t o t d i e o o k d a a d w e r k e l i j k op onze b Over de t o e t s i n g aan a r t i k e l merken w i j h e tv o l g e n d e op:
i n d e a r t i k e l e n 8 . 8 , 8.9 e n 8 . 1 0 h e t n g op de aanvraag. aanvraag z i c h t o t h e t toetsingskader d i e onderdelen van h e t toetsingskader e s l i s s i n g v a n i n v l o e d kunnen z i j n .
8.8 l i d 1 e n a r t i k e l
8.8 l i d 2 s u b b
A r t i k e l 8.8 l i d 1 I n g e v o l g e a r t i k e l 8.8 l i d 1 b e t r e k k e n w i j h e t v o l g e n d e b i j d e actualisatie: de bestaande t o e s t a n d v a n h e t m i l i e u ; de g e v o l g e n v o o r h e t m i l i e u mede i n h u n o n d e r l i n g e s a m e n h a n g e n mede g e z i e n de t e c h n i s c h e kenmerken en de g e o g r a f i s c h e l i g g i n g v a n de inrichting; de r e l e v a n t e t o e k o m s t i g e ontwikkelingen; de mogelijkheden t o t bescherming v a n h e t milieu; h e t i nh e tb e d r i j f t o e g e p a s t e milieuzorgsysteem. Ten a a n z i e n v a n de g e o g r a f i s c h e l i g g i n g , de t o e k o m s t i g e ontwikkelingen en h e t b e d r i j f s m i l i e u z o r g s y s t e e m merken w i j h e t v o l g e n d e o p . Bestaande toestand v a nh e t m i l i e u De i n r i c h t i n g l i g t i n e e n g e b i e d w a a r w o n e n e n b e d r i j v i g h e i d g e m e n g d z i j n . H e t g e l u i d n i v e a u i n d e o m g e v i n g w o r d t mede b e p a a l d d o o r d e n a b i j g e l e g e n spoorbaan e n de snelweg A15 e n A325.
Toorank
2 van 29
Wm nr.
Geografische ligging H e t b e d r i j f i s g e l e g e n a a n d e r a n d v a n i n d u s t r i e t e r r e i n De G r i f t . H e t b e d r i j f l i g t i nde n a b i j h e i d v a n de spoorbaan, e n de snelwegen A15 en de A 3 2 5 . Redelijkerwijs t e verwachten ontwikkelingen Er z i j n ons geen nieuwe o f t e verwachten o n t w i k k e l i n g e n t e n aanzien van de omgeving v a n de i n r i c h t i n g bekend d i e b i j v e r g u n n i n g v e r l e n i n g zouden moeten worden betrokken. Mate v a n m l l i e u z o r g In
h e tbedrijf
wordt
Milieubeleidsplan
geen milieuzorgsysteem
toegepast.
( a r t . 8.8 l i d 2 s u b b )
V o l g e n s a r t i k e l 8.8 l i d 2 s u b b e n a r t i k e l 4 . 1 9 l i d 3 v a n d e W e t m i l i e u b e h e e r moeten w i j b i j de b e s l i s s i n g op e e n a a n v r a a g v o o r e e n m i l i e u v e r g u n n i n g o o k r e k e n i n g houden met h e t geldende Nijmeegse m i l i e u b e l e i d s p l a n . H e t Nijmeegs m i l i e u b e l e i d s p l a n bevat e c h t e r geen u i t g a n g s p u n t e n d i e z i c h l e n e n voor e e n c o n c r e t e t o e t s i n g v a n de aanvraag. TOETS WET R U I M T E L I J K E
ORDENING
Op g r o n d v a n a r t i k e l 8.9 Wm m o e t e n w i j e r b i j d e b e s l i s s i n g o p d e a a n v r a a g v o o r z o r g d r a g e n d a t e r geen s t r i j d o n t s t a a t met r e g e l s u i t de Wet r u i m t e l i j k e o r d e n i n g . D a a r n a a s t k a n i n g e v o l g e a r t i k e l 8.10 l i d 3 Wm d e v e r g u n n i n g w o r d e n g e w e i g e r d i n d i e n d o o r v e r l e n i n g d a a r v a n s t r i j d z o u o n t s t a a n met e e n bestemmings- o f i n p a s s i n g s p l a n , e e n beheersverordening o f regels gesteld b i j o f krachtens een provinciale v e r o r d e n i n g o f e e n algemene maatregel v a n b e s t u u r a l s bedoeld i n a r t i k e l 4 . 1 , d e r d e l i d , o f a r t i k e l 4 . 3 , d e r d e l i d , v a n d e Wet ruimtelijke ordening. De a a n g e v r a a g d e u i t b r e i d i n g v a n T o o r a n k i s n i e t i n s t r i j d m e t h e t v i g e r e n d e b e s t e m m i n g s p l a n "Ressen 1975" maar w e l met h e t bestemmingsplan z o a l s d a t z a l g e l d e n n a a f r o n d i n g v a n de procedure t o t v a s t s t e l l i n g v a n h e tbestemmingspan "Groot Oosterhout". Voornoemde procedure i s i nde f a s e v a n o n t w e r p b e s l u i t , derhalve i se r geen sprake van e e n r e d e l i j k e r w i j s t e v e r w a c h t e n o n t w i k k e l i n g e n daarmee i s e r g e e n r e d e n d e v e r g u n n i n g t e w e i g e r e n . De i n r i c h t i n g n a u i t b r e i d i n g v a l t onder h e t overgangsrecht v a n h e t voornoemde toekomstige bestemmingsplan.
INHOUDELIJKE BEOORDELING A C T U A L I S A T I E B e s t b e s c h i k b a r e t e c h n i e k e n (BBT) B i j h e t s t e l l e n v a n de v o o r s c h r i f t e n h e b b e n w i j a r t i k e l 8.11 l i d 3 v a n de Wet m i l i e u b e h e e r i n a c h t genomen. I n b e i a n g v a n e e n h o o g n i v e a u v a n b e s c h e r m i n g v a n h e t m i l i e u , s t e l l e n w i j v o o r s c h r i f t e n om d e n a d e l i g e gevolgen d i ede i n r i c h t i n g v o o r h e t m i l i e u k a n v e r o o r z a k e n t e voorkomen of, i n d i e n d a t n i e t m o g e l i j k i s , z o v e e l m o g e l i j k ( b i j de b r o n ) t e b e p e r k e n e n o n g e d a a n t e maken. D a a r b i j w o r d e n de b e s t e b e s c h i k b a r e t e c h n i e k e n ( h i e r n a BBT) t o e g e p a s t . Ingevolge a r t i k e l 5a.1 v a n h e t I n r i c h t i n g e n - e n v e r g u n n i n g e n b e s l u i t m i l i e u b e h e e r hebben w i j b i j de b e p a l i n g v a n de v o o r de i n r i c h t i n g i n a a n m e r k i n g komende b e s t e b e s c h i k b a r e t e c h n i e k e n r e k e n i n g gehouden met de m e t d e i n d e i n d e R e g e l i n g a a n w i j z i n g B B T - d o c u m e n t e n a a n g e w e z e n documenten.
Toorank
3 van 29
Wm nr.
B i j h e t b e p a l e n v a n de b e s t b e s c h i k b a r e t e c h n i e k e n v o o r de o n d e r h a v i g e i n r i c h t i n g h e b b e n w i j de v o l g e n d e d o c u m e n t e n geraadpleegd: a. NeR N e d e r i a n d s e e m i s s i e r i c h t l i j n l u c h t (2007 I n f o m i l ) b . P u b l i c a t i e r e e k s G e v a a r l i j k e S t o f f e n (PGS) 15: " O p s l a g v a n verpakte gevaarlijke stoffen" c . P u b l i c a t i e r e e k s G e v a a r l i j k e S t o f f e n (PGS) 2 9 : " R i c h t l i j n v o o r bovengrondse o p s l a g van brandbare v i o e i s t o f f e n i n v e r t i c a l e c i l i n d r i s c h e tanks" d . De N e d e r i a n d s e R i c h t l i j n B o d e m b e s c h e r m i n g (NRB Infomil) De d o c u m e n t e n g e n o e m d o n d e r a . t/m d . z i j n o p g e n o m e n i n d e Regeling a a n w i j z i n g B B T - d o c u m e n t e n . A a n g e z i e n d e z e d o c u m e n t e n w a a r b o r g e n d a t de b e t r e f f e n d e t e c h n i e k e n v o l d o e n a a n de e i s e n d i e aan BBT worden g e s t e l d , a c h t e n w i j h e t n i e t n o o d z a k e l i j k om v o o r d e b e t r e f f e n d e o n d e r w e r p e n nog a n d e r e documenten t e raadplegen. Voor
alle
relevante milieuaspecten
volgt hierna
een
beoordeling.
Lucht A. L u c h t k w a l i t e i t s e i s e n U i t de a a n v r a a g b l i j k t d a t g e e n t o e n a m e v a n de e m i s s i e s v a n de i n b i j l a g e 2 v a n d e Wet m i l i e u b e h e e r g e n o e m d e s t o f f e n t e v e r w a c h t e n i s . H o e w e l d a a r n a a r d o o r de a a n v r a g e r g e e n o n d e r z o e k i s v e r r i c h t , i s v o l d o e n d e a a n n e m e l i j k d a t de l u c h t k w a i i t e i t i n de n a b i j e o m g e v i n g v a n de i n r i c h t i n g d o o r de a a n g e v r a a g d e a c t i v i t e i t e n n i e t v e r s l e c h t e r t o m d a t e r t e n g e v o l g e v a n de u i t b r e i d i n g g e e n e x t r a t r a n s p o r t e n p l a a t s v i n d e n . V e r d e r z i j n e r , z o a l s ook b l i j k t u i t o n d e r s t a a n d e b e o o r d e l i n g , geen r e l e v a n t e l u c h t e m i s s i e s t e n gevolge van de u i t b r e i d i n g te verwachten. B. T o e t s i n g v a n d e l u c h t e m i s s i e s e n geurhinder Op g r o n d v a n d e R e g e l i n g a a n w i j z i n g B B T - d o c u m e n t e n i s b i j d e b e o o r d e l i n g v a n de e m i s s i e n a a r de l u c h t i n de a a n v r a a g e n b i j de op t e l e g g e n v o o r s c h r i f t e n r e k e n i n g g e h o u d e n met de N e d e r i a n d s e E m i s s i e R i c h t l i j n Lucht (NER). Nederiandse emissie Richtlijn (NeR) T o e t s i n g v a n de l u c h t e m i s s i e s e n g e u r h i n d e r v i n d t p l a a t s op b a s i s de N e d e r i a n d s e e m i s s i e R i c h t l i j n 2 0 0 5 . H e t s t a p p e n p l a n u i t de NeR wordt gevolgd.
van
Stap 1 P o t e n t i e l e emissies B i n n e n de i n r i c h t i n g w o r d e n de v o l g e n d e ( p o t e n t i e l e ) l u c h t e m i s s i e s onderscheiden: a. e m i s s i e v a n v e r b r a n d i n g s g a s s e n v a n de stookinstallatie/-ketel; b. e m i s s i e v a n s t o f b i j h e t l o s s e n e n s t o r t e n v a n m o u t ; c . e m i s s i e v a n COj t i j d e n s h e t g i s t i n g s p r o c e s ; d. ethanolemissie; e.
geuremissie
ad
a
van
ethanol
en g i s t i n g s p r o c e s .
Verwarmingsinstallaties
B i n n e n - de i n r i c h t i n g i s e e n C V - k e t e l a a n w e z i g . D e z e k e t e l z o r g t v o o r z o w e l de r u i m t e v e r w a r m i n g v i a i n d i r e c t g e s t o o k t e h e a t e r s a i s m e d e v o o r de w a r m t e l e v e r i n g v o o r de a m b a c h t e l i j k e d i s t i l l e e r k e t e l v o o r de p r o d u c t i e van a l c o h o l . A l s brandstof wordt u i t s l u i t e n d aardgas gebruikt. De e m i s s i e a f k o m s t i g v a n d e C V - k e t e l b e s t a a t v o o r n a m e l i j k u i t NO^ e n CO2. D e z e e m i s s i e a c h t e n w i j g e z i e n d e a a r d e n d e d a a r m e e v e r b a n d h o u d e n d e o m v a n g n i e t r e l e v a n t . De NeR i s d a a r o m n i e t v a n toepassing. I n s p e c t i e en o n d e r h o u d z o r g e n e r v o o r d a t de s t o o k i n s t a l l a t i e zo
Toorank
4 van 29
Wm nr.
optimaal mogelijk emissie optreedt. voorgeschreven.
kan f u n c t i o n e r e n en d a t daardoor zo min m o g e l i j k Deze algemene maatregel i s i n deze vergunning
ad b E m i s s i e v a n s t o f b i j h e t l o s s e n e n s t o r t e n v a n mout Het g e m a l e n mout w o r d t i n g e s l o t e n z a k k e n a a n g e v o e r d e n o p g e s l a g e n b i n n e n de i n r i c h t i n g . D e r h a l v e i s geen sprake v a n r e l e v a n t e stofemissie b i j deze a c t i v i t e i t . H e t s t o r t e n v a n de mout v i n d t p l a a t s i n e e n p r o c e s v a t met w a t e r d a t z i c h i n p a n d i g b e v i n d t . Ook t e n g e v o l g e van deze a c t i v i t e i t a c h t e n w i j de s t o f e m i s s i e n i e t r e l e v a n t . a d c , E m i s s i e v a n CO2 t i j d e n s h e t g i s t i n g s p r o c e s Deze e m i s s i e w o r d t v i a e e n o n t l u c h t i n g s l e i d i n g r e c h t s t r e e k s n a a r de b u i t e n l u c h t afgevoerd. Het b e t r e f t h i e r dermate k l e i n e hoeveelheden CO2 d a t h i e r v o o r g e e n m a a t r e g e l e n w o r d e n voorgeschreven. ad d E t h a n o l e m i s s i e In de i n r i c h t i n g o n t s t a a t e m i s s i e v a n a l c o h o l ( e t h a n o l ) b i j de gistingsprocessen, door verdampingsverliezen a l s gevolg van opslag, b i j de d i s t i l l a t i e , d o o r h e t a a n s p r e k e n v a n v e i i i g h e i d s - a s p e c t e n op de d i s t i l l a t i e k o l o m e n t i j d e n s h e t a f v u l l e n v a n de k l e i n e r e eenheden en h e t v u l l e n v a n de v o o r r a a d t a n k s , wanneer b i j h e t v u l l e n o f l e g e n v e r d r i n g i n g s l u c h t v r i j k o m t . Deze a l c o h o l e m i s s i e komt v e r v o l g e n s d i f f u u s v r i j b i j de v e n t i l a t i e v a n de p r o d u c t i e r u i m t e . S t a p 2 Ander beleid voor de NeR W e t t e l i j k e a f s p r a k e n , z o a l s AMvB's o f c e n t r a l e a f s p r a k e n NeR. V o o r d e l u c h t e m i s s i e s b i j d e i n r i c h t i n g g e l d t n a a s t ander beleid.
g a a n v o o r de de NeR g e e n
S t a p 3 Bijzondere regelingen uit de NeR De N e R k e n t a l g e m e n e e i s e n e n b i j z o n d e r e r e g e l i n g e n v o o r s p e c i f i e k e b r a n c h e s o f s i t u a t i e s . E n e r z i j d s g a a t h e t om r e g e l i n g e n v o o r d i f f u s e s t o f e m i s s i e s e n om s i t u a t i e s d i e a f w i j k e n v a n h e t g e b r u i k e l i j k e patroon. Anderzijds z i j n e r regelingen voor s p e c i f i e k e processen, voor h e t b e s t r i j d e n v a n g e u r h i n d e r e n v o o r de r e d u c t i e v a n de e m i s s i e v a n vluchtige organische stoffen. Voor het b e s t r i j d e n van geurhinder i s g e b r u i k gemaakt v a n de B i j z o n d e r e R e g e l i n g ' B i e r b r o u w e r i j e n BIO'. z i e h i e r v o o r a d e. b i j S t a p 6. V o o r h e t o v e r i g e z i j n g e e n B i j z o n d e r e Regelingen van toepassing. Stap 4 Grensmassastroom De v a s t s t e l l i n g o f d e N e R v a n t o e p a s s i n g i s , v i n d t p l a a t s d o o r t o e t s i n g a a n de g r e n s m a s s a s t r o o m v a n de r e l e v a n t e s t o f k l a s s e n . H i e r o n d e r i s e e n o v e r z i c h t g e g e v e n v a n e m i s s i e s met h u n omvang. E r komen e t h a n o l e m i s s i e s v r i j t i j d e n s de p r o d u c t i e g e v o l g v a n de o p s l a g v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k ( 4 0 % ) .
van whisky
en a l s
E m i s s i e s a l s g e v o l g v a n de p r o d u c t i e v a n w h i s k y T i j d e n s de p r o d u c t i e v a n w h i s k y komen e r e t h a n o l e m i s s i e s vrij g e d u r e n d e h e t g i s t i n g s p r o c e s , t i j d e n s h e t v u l l e n v a n de v a t e n en t i j d e n s h e t r i j p e n v a n de w h i s k y . De g r o o t s t e e m i s s i e k o m t v r i j t i j d e n s h e t r i j p e n v a n d e w h i s k y . De v e r g u n d e m a x i m a l e o p s l a g b e d r a a g t v o l g e n s de a a n v r a a g ( a a n v u l l i n g d.d. 23 j u n i 2 0 0 8 ) 3 0 0 . 0 0 0 l i t e r w h i s k y ( a l c o h o l m e n g s e l 5 5 % ) . H e t e m i s s i e v e r l i e s n a a r de l u c h t b i j de p r o d u c t i e v a n g e d e s t i l l e e r d e a l c o h o l i s c h e d r a n k e n b e d r a a g t v o l g e n s d e a a n v r a a g 4% a l c o h o l watermengsel.
Toorank
6 van 29
Wmnr.
V e r t a a l t n a a r e e n v r a c h t p e r u u r b e t e k e n t d i t e e n e m i s s i e v a n 300.000 X 5 5 % X 4% = 6 . 6 0 0 l i t e r / j a a r = 0,75 l i t e r / u u r . D e r e l a t i e v e d i c h t h e i d v a n e t h a n o l ( w a t e r = 1) i s 0 , 8 . 0,75 x 0,8 = 0,6 k g e t h a n o l / u u r . V e r d e r komt e r t i j d e n s h e t g i s t i n g s p r o c e s 2 k g / t o n (alcohol) v r i j . V e r t a a l t naar een vracht p e r productie-uur betekent b i j een productie van m a x i m a a l 100.000 l i t e r een m i n i m a l e e m i s s i e v a n 100.000 x 5 5 % x 0,2% = 110 l i t e r / j a a r = 0,055 l i t e r / u u r ( u i t g a a n d e v a n 2000 p r o d u c t i e u r e n ) . D e r e l a t i e v e d i c h t h e i d v a n e t h a n o l ( w a t e r = 1) i s 0 , 8 . 0 , 0 5 5 x 0,8 = 0 , 0 4 4 k g e t h a n o l / u u r . E m i s s i e s a l s g e v o l g v a n de o p s l a g v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k (40%) D a a r n a a s t komen e r t i j d e n s de o v e r s l a g v a n a l c o h o l i s c h e d r a n k (40%) a l s gevolg v a n h e t o n t l u c h t e n v a n l e i d i n g e n e t h a n o l e m i s s i e s v r i j . Het b e t r e f t h i e r r e g u l i e r e e m i s s i e s . H e t e m i s s i e v e r l i e s n a a r de l u c h t b i j de o v e r s l a g v a n g e d e s t i l l e e r d e a l c o h o l i s c h e d r a n k e n b e d r a a g t 0 , 1 % v a n h e t v o l u m e ( b r o n : Emission Invertory Guidebook, December 2006, Processes in wood, paper, pulp, food, drink and other industries. Activities 040606-040608) . U i t de a a n v r a a g ( a a n v u l l i n g d.d. 2 j u n i 2008) b l i j k t d a t de m a x i m a l e d o o r z e t 1.500.000 l i t e r b e d r a a g t . V e r t a a l t n a a r e e n v r a c h t p e r p r o d u c t i e - u u r b e t e k e n t d i te e n m i n i m a l e e m i s s i e v a n 1.500.000 x 4 0 % x 0 , 1 % = 6 0 0 l i t e r / j a a r = 0,3 l i t e r / u u r ( u i t g a a n d e v a n 2 0 0 0 p r o d u c t i e u r e n ) . De r e l a t i e v e d i c h t h e i d v a n e t h a n o l ( w a t e r = 1 ) i s 0 , 8 . 0,3 x 0,8 = 0,24 k g e t h a n o l / u u r . U i t bovenstaande berekeningen b l i j k t e r b i j opslag v a n maximaal 300.000 l i t e r whisky, p r o d u c t i e v a n maximaal 100.000 l i t e r w h i s k y en een d o o r z e t v a n m a x i m a a l 1.500.000 l i t e r o p g e s l a g e n a l c o h o l i s c h e d r a n k e e n t o t a i e e t h a n o l e m i s s i e 0,6 + 0 , 0 4 4 + 0,24 = 0,8 84 k g e t h a n o l / u u r v r i j t e komen. V o o r e t h a n o l ( k l a s s e 0.2) v a n 0,5 k g / u u r .
geldt volgens
de NeR e e n g r e n s m a s s a s t r o o m
D i t b e t e k e n t d a t de grensmassastroom wordt o v e r s c h r e d e n . T o o r a n k moet d a a r o m v o l d o e n a a n e e n e m i s s i e c o n c e n t r a t i e v a n m a x i m a a l 5 0 xng/xv?. De g r o o t s t e e m i s s i e k o m t v r i j t i j d e n s de l a g e r i n g v a n w h i s k y . Omdat d e z e e m i s s i e d i f f u u s v r i j komt i s deze c o n c e n t r a t i e m o e i l i j k meetbaar. Daarnaast z i j n maatregelen zeer m o e i l i j k t e r e a l i s e r e n . Door middel v a n v e n t i l a t i e v a n de o p s l a g en p r o d u c t i e r u i m t e n z a l n a a r verwachting d e c o n c e n t r a t i e b e n e d e n d e 5 0 mg/m? b l i j v e n . S t a p 6 BBT De e i s e n u i t d e NeR v e r t e g e n w o o r d i g e n i n h e t a l g e m e e n d e S t a n d Techniek. Hiermee wordt volgens het BBT-principe gewerkt. ad e G e u r e m i s s i e v a n e t h a n o l e n g i s t i n g s p r o c e s A l s e e r s t e i s n a g e g a a n o f g e u r g e z i e n de a a r d v a n de i n r i c h t i n g relevant milieuaspect is.
der
een
Waar e m i s s i e v a n e t h a n o l p l a a t s v i n d t i s o o k s p r a k e v a n g e u r e m i s s i e . B i n n e n de i n r i c h t i n g k a n t i j d e n s h e t l a d e n en l o s s e n vanwege h e t vrijkomen van v e r d r i n g i n g s l u c h t , t i j d e n s h e t d i s t i l l a t i e p r o c e s en t i j d e n s de o p s l a g g e u r e m i s s i e v a n e t h a n o l o n t s t a a n . De NeR k e n t b i j z o n d e r e r e g e l i n g e n v o o r s p e c i f i e k e b r a n c h e s o f s i t u a t i e s . V o o r de g e u r e m i s s i e v a n Toorank i s vanwege de o v e r e e n k o m s t e n met h e t p r o c e s v a n b i e r b r o u w e n a a n s l u i t i n g g e z o c h t b i j de B i j z o n d e r e r e g e l i n g ' B i e r b r o u w e r i j e n B I O ' .
Toorank
6 van 29
Wmnr.
Omdat v o o r T o o r a n k a a n g e s l o t e n i s b i j d e z e B i j z o n d e r e r e g e l i n g t o e t s e n w i j h i e r a a n i n p l a a t s v a n a a n h e t G e l d e r s g e u r b e l e i d d a t w i j met h e t collegevoorstel 'Geurbeleid voor individuele industriele bedrijven g e m e e n t e N i j m e g e n ' v a n 31 m e i 2 0 0 5 , h e b b e n o v e r g e n o m e n . B r a n d e r i j e n e n d i s t i l l e e r d e r i j e n v a l l e n o n d e r c a t e g o r i e - 2 v a n de N e r . Het b e d r i j f moet e e n p l a n v a n a a n p a k maken w a a r i n z i j de m a a t r e g e l e n a a n g e v e n waarmee de g e u r e m i s s i e zo v e r m o g e l i j k w o r d t t e r u g g e d r o n g e n . I n p a r a g r a a f 7.3 v a n d e a a n v r a a g z i j n d e z e m a a t r e g e l e n w e e r g e g e v e n . H i e r b i j i s , g e z i e n de o v e r e e n k o m s t e n met h e t p r o c e s v a n b i e r b r o u w e r i j e n , a a n g e s l o t e n b i j de b i j z o n d e r e r e g e l i n g u i t de NeR ' B i e r b r o u w e r i j e n B I O ' . D e z e m a a t r e g e l e n v o l d o e n a a n BBT. Daarnaast h e b b e n w i j e e n g e u r n o r m i n d e v e r g u n n i n g o p g e n o m e n v a n 3 ge/rt? a l s 98p e r c e n t i e l v a n de u u r g e m i d d e l d e w a a r d e n i n e e n j a a r t e r p l a a t s e v a n de e r f g r e n s . D e z e n o r m i s a f g e l e i d u i t de b i j z o n d e r e r e g e l i n g u i t de NeR ' B i e r b r o u w e r i j e n BIO'. U i t h i n d e r o n d e r z o e k e n b l i j k t dat e r h i n d e r kan g a a n o p t r e d e n v a n a f w a a r d e n v a n 2,7 t o t 6 g e u r e e n h e d e n p e r m^. A a n deze norm kan i n g e v a l van h i n d e r s i t u a t i e s worden g e t o e t s . Bodem In de R e g e l i n g a a n w i j z i n g BBT-documenten i s de
NRB
aangewezen a l s
BBT.
Het ( n a t i o n a l e ) p r e v e n t i e v e bodembeschermingbeleid i s v a s t g e i e g d i n de Nederiandse R i c h t l i j n Bodembescherming b e d r i j f s m a t i g e a c t i v i t e i t e n (NRB). D i t b e l e i d i s g e r i c h t op h e t r e a l i s e r e n v a n e e n v e r w a a r l o o s b a a r b o d e m r i s i c o v o o r de r e g u l i e r e b e d r i j f s v o e r i n g b i n n e n de a f z o n d e r l i j k e b e d r i j f s o n d e r d e l e n / i n s t a l l a t i e s van een i n r i c h t i n g voor z o v e r sprake i s v a n e e n b o d e m b e d r e i g e n d e a c t i v i t e i t . Op b a s i s v a n d e b e d r i j f s a c t i v i t e i t e n en de g e b r u i k t e s t o f f e n i s v a s t g e s t e l d d a t de NRB h e t t o e t s i n g s k a d e r ( v o o r de g e h e l e i n r i c h t i n g ) vormt. G l o b a a l i s de N R B - a a n p a k samen t e v a t t e n a l s " v i o e i s t o f d i c h t e v i o e r e n met e e n m i n i m u m a a n g e d r a g s v o o r s c h r i f t e n " , o f " k e r e n d e v i o e r e n e n / o f l e k b a k k e n met e e n z w a a r a c c e n t op de d a a r o p toegesneden gedragsvoorschriften". I n de i n r i c h t i n g w o r d e n de v o l g e n d e s t o f f e n t o e g e p a s t en o p g e s l a g e n : opslag vullaad-
alcoholhoudende
en en
aftappunten losplaats
potentieel
bodembedreigende
dranken;
alcoholhoudende alcoholhoudende
dranken; dranken;
o p s l a g r e i n i g i n g s m i d d e l e n : P3-oxonia a c t i v e ( d e s i n f e c t e e r - en r e i n i g i n g s m i d d e l (zuur, loog, chloorhoudend), P 3 - s t a b i l o n CIP ( d e s i n f e c t e e r - en r e i n i g i n g s m i d d e l ( z u u r , l o o g , chloorhoudend) Op d e z e a c t i v i t e i t e n e n h e t g e b r u i k v a n d e z e s t o f f e n i s d e NRB van toepassing. I n deze v e r g u n n i n g z i j n bodembeschermende v o o r z i e n i n g e n e n m a a t r e g e l e n v o o r g e s c h r e v e n z i j n t e n e i n d e d e z e t e l a t e n v a l l e n i n de b o d e m r i s i c o c a t e g o r i e A, o v e r e e n k o m s t i g d e NRB. De k w a l i t e i t v a n d e b o d e m i s v a s t g e l e g d i n h e t b i j d e a a n v r a a g g e v o e g d e r a p p o r t d . d . 13 j a n u a r i 2 0 0 0 m e t k e n m e r k G L D 6 0 6 7 . D e z e r a p p o r t a g e g e l d t a l s n u l s i t u a t i e v o o r d e b o d e m k w a l i t e i t . De resultaten van het n u l s i t u a t i e - o n d e r z o e k z u l l e n dienen a l s r e f e r e n t i e k a d e r voor e v e n t u e e l t o e k o m s t i g e v e r o n t r e i n i g i n g e n . T e v e n s i s e r i n de v e r g u n n i n g e e n e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k v o o r g e s c h r e v e n om t e k u n n e n b e p a l e n o f h e t t e r r e i n v a n de i n r i c h t i n g t e n g e v o l g e v a n bedrijfsactiviteiten i s verontreinigd.
Toorank
7 van 28
Wm nr.
Op g r o n d v a n d e R e g e l i n g a a n w i j z i n g B B T - d o c u m e n t e n i s b i j d e b e o o r d e l i n g v a n de b e s c h e r m i n g v a n de bodem i n de a a n v r a a g e n b i j de o p t e l e g g e n v o o r s c h r i f t e n d e NRB b e t r o k k e n . D a a r m e e w o r d e n d e B B T toegepast. Externe v e i l i g h e i d B i n n e n de i n r i c h t i n g z i j n g e v a a r l i j k e s t o f f e n a a n w e z i g . Deze s t o f f e n kunnen b i j b r a n d r i s i c o ' s o p i e v e r e n v o o r de omgeving. H e t g a a t h i e r b i j om d e v o l g e n d e g e v a a r l i j k e s t o f f e n : a. o p g e s l a g e n d i s t i l l a a t ( a l c o h o l p e r c e n t a g e 55%) i n b o v e n g r o n d s e v e r t i c a l e e n k e l w a n d i g e s t a l e n t a n k v a n 3 0 m^; b. o p g e s l a g e n w h i s k y ( a l c o h o l p e r c e n t a g e 5 5 % ) i n h o u t e n v a t e n v a n 250 l i t e r ( t o t a a l 300.000 l i t e r ) c . o p s l a g a l c o h o l i s c h e d r a n k ( a l c o h o l p e r c e n t a g e <40%) i n 10 b o v e n g r o n d s e v e r t i c a l e e n k e l w a n d i g e s t a l e n t a n k s v a n 3 0 m'^; d. o p s l a g r e i n i g i n g s m i d d e l e n i n e m b a l l a g e : P 3 - o x o n i a a c t i v e ( d e s i n f e c t e e r - en r e i n i g i n g s m i d d e l (zuur, l o o g , c h l o o r h o u d e n d ) , P3s t a b i l o n CIP ( d e s i n f e c t e e r - en r e i n i g i n g s m i d d e l (zuur, loog, chloorhoudend) Opslag- alcohol in tanks en vaten Het r i s i c o v a n e e n b e d r i j f v o o r de omgeving w o r d t v o o r a l b e p a a l d door de k a n s op b r a n d e n e x p l o s i e g e v a a r d o o r de a a n w e z i g h e i d v a n g r o t e h o e v e e l h e d e n a l c o h o l . V i o e i s t o f f e n met h o g e p e r c e n t a g e s a l c o h o l zijn l i c h t o n t v l a m b a a r . P u r e a l c o h o l (96 v o l u m e p r o c e n t a l c o h o l ) h e e f t e e n v l a m p u n t v a n 12 ° C . H e t v l a m p u n t v a n e e n e t h a n o l o p l o s s i n g k a n o p l o p e n v a n 21''C b i j e e n 7 0 % o p l o s s i n g , 2 2 ° C b i j e e n 6 0 % o p l o s s i n g , 2 6 ° C b i j e e n 4 0 % o p l o s s i n g , 49°C b i j e e n 1 0 % o p l o s s i n g t o t 62°C b i j e e n 5 % oplossing. Daarnaast kunnen alcohol-/damp-/luchtmengsels e x p l o s i e f z i j n . V o o r z i e n i n g e n z i j n d a a r o m v e r e i s t om b r a n d e n e x p l o s l e t e voorkomen. De v e i l l g h e i d s r i s i c o ' s b i j d e a c t i v i t e i t e n a . t o t e n m e t c . z i j n h e t ontstaan van een p l a s b r a n d door een l e k of h e t f a l e n van een tank of vat. Hierbij ontstaat een v l o e i s t o f p l a s d i e b i j ontsteking kan leiden t o t e e n p l a s b r a n d e n b i j v e r d a m p i n g t o t e e n b r a n d b a r e d a m p w o l k . De v o o r z i e n i n g e n e n m a a t r e g e l e n d i e n e n e r o p g e r i c h t t e z i j n om v l o e i s t o f v e r s p r e i d i n g tegen t e gaan en h e t o n t s t a a n v a n een e x p l o s i e v e d a m p w o l k t e v o o r k o m e n (Bron: brief RIVM aan de Gemeente Nijmegen d.d. 28 februari 2007) . ad a. en c. O p g e s l a g e n d i s t i l l a a t ( a l c o h o l p e r c e n t a g e 5 5 % ) e n a l c o h o l i s c h e drank (alcoholpercentage <40%)in een bovengrondse v e r t i c a l e e n k e l w a n d i g e s t a l e n t a n k v a n 3 0 m^ Het vlampunt v a n h e t d i s t i l l a a t 55% e t h a n o l / w a t e r m e n g s e l s i s maximaal 23°C e n v a l t d a a r m e e v o l g e n s a r t i k e l 9 . 2 . 3 . 1 v a n d e W e t m i l i e u b e h e e r e n het B e s l u i t v e r p a k k i n g en aanduiding m i l i e u g e v a a r l i j k e s t o f f e n en p r e p a r a t e n o n d e r c a t e g o r i e e. ' o n t v l a m b a a r ' , k l a s s e 2 ( k l a s s e n i n d e l i n g n a a r b r a n d g e v a a r v o l g e n s N P R 7 9 1 0 - 1 , 21°C < V P < 55°C) . Het vlampunt v a n de a l c o h o l i s c h e d r a n k 4 0 % e t h a n o l / w a t e r m e n g s e l s i s m a x i m a a l 26°C e n m o e t d a a r m e e e v e n e e n s w o r d e n b e s c h o u w d a l s " o n t v l a m b a a r " , k l a s s e 2. H i e r b i j w o r d t e r v a n u i t g e g a a n d a t d e m a x i m a l e o p s l a g t e m p e r a t u u r t i j d e n s n o r m a l e b e d r i j f s v o e r i n g l a g e r i s d a n 26^0. G e z i e n h e t vlampunt en de d a a r u i t volgende k l a s s e 2 i n d e l i n g hebben wij voor h e t behaien v a n een adequaat v e i l i g h e i d s n i v e a u g e b r u i k g e m a a k t v a n d e P u b l i c a t i e r e e k s G e v a a r l i j k e S t o f f e n (PGS) 29 "Richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare v i o e i s t o f f e n i n v e r t i c a l e c i l i n d r i s c h e t a n k s " . V o l g e n s v o o r s c h r i f t 2 . 2 . 1 v a n d e PGS 2 9 i s d e z e r i c h t l i j n v a n t o e p a s s i n g op de o p s l a g v a n k l a s s e 2 s t o f f e n i n v e r t i c a l e c i l i n d r i s c h e bovengrondse tanks.
Toorank
8 van 28
Wmnr.
De e i n d p r o d u c t e n v a n d e v o e d i n g s - e n g e n o t m i d d e l e n e n d i e r v o e d e r s z i j n u i t g e z o n d e r d v a n a r t i k e l 9.2.3.1 v a n d e Wet m i l i e u b e h e e r . D a a r m e e i s h e t n i e t v e r p l i c h t om h i e r v o o r d e PGS t o e t e p a s s e n . G e z i e n d e e i g e n s c h a p p e n v a n de o p g e s l a g e n v i o e i s t o f f e n en de daarmee samenhangende v e i l i g h e i d s r i s i c o ' s hebben w i j , v o o r h e t b e h a i e n v a n een a a n v a a r d b a a r v e i l i g h e i d s n i v e a u , e c h t e r w e l g e b r u i k g e m a a k t v a n d e PGS 2 9 . D e v o o r g e s c h r e v e n v o o r z i e n i n g e n e n m a a t r e g e l e n u i t d e PGS 2 9 r i c h t e n z i c h v o o r a l op h e t voorkomen e n b e h e e r s e n v a n m o g e l i j k e s c e n a r i o ' s waardoor e r een adequaat v e i l i g h e i d s n i v e a u b e h a a l d wordt. a d b. O p g e s l a g e n w h i s k y ( a l c o h o l p e r c e n t a g e 5 5 % ) i n h o u t e n v a t e n v a n 2 5 0 l i t e r ( t o t a a l 300.000 l i t e r ) Het vlampunt v a n h e t d i s t i l l a a t 55% ethanol/watermengsels i s maximaal 23°C e n m o e t d a a r m e e v o l g e n s a r t i k e l 9 . 2 . 3 . 1 v a n d e W e t m i l i e u b e h e e r e n het B e s l u i t v e r p a k k i n g en aanduiding m i l i e u g e v a a r l i j k e s t o f f e n en p r e p a r a t e n o n d e r c a t e g o r i e e. ' o n t v l a m b a a r ' , k l a s s e 2 ( k l a s s e n i n d e l i n g n a a r b r a n d g e v a a r v o l g e n s N P R 7 9 1 0 - 1 , 21°C < V P < 5 5 ° C ) . V a n w e g e h e t v l a m p u n t e n de d a a r u i t v o l g e n d e k l a s s e 2 i n d e l i n g e n de overeenkomsten i n v e i l l g h e i d s r i s i c o ' s hebben w i j v o o r de o p s l a g v a n w h i s k y i n h o u t e n v a t e n t e n d e l e g e b r u i k gemaakt v a n de P u b l i c a t i e r e e k G e v a a r l i j k e S t o f f e n (PGS) 29 " R i c h t l i j n v o o r b o v e n g r o n d s e o p s l a g van brandbare vioeistoffen i n v e r t i c a l e cilindrische tanks". B i jhet stellen van e i s e n h e b b e n w i j r e k e n i n g g e h o u d e n met de k l e i n e r e o p s l a g e e n h e d e n , de h o u t e n v a t e n e n d e l a g e r i n g v a n m i n i m a a l 3 j a a r w a a r b i j e r met de vaten weinig handelingen plaatsvinden. D a a r n a a s t i s o p d e o p s l a g v a n w h i s k y i n v a t e n (ADR k l a s s e 3) i n b e g i n s e l de ' P u b l i c a t i e r e e k s G e v a a r l i j k e S t o f f e n 15, 'Opslag v a n v e r p a k t e g e v a a r l i j k e s t o f f e n ' v a n t o e p a s s i n g . D e P G S 15 i s g e b a s e e r d o p d e ADR. I n d i e n d e v o o r s c h r i f t e n v a n d e ADR n i e t v a n t o e p a s s i n g z i j n i s o o k de PGS 15 n i e t v a n t o e p a s s i n g . V o l g e n s d e ADR z i j n a l c o h o l i s c h e d r a n k e n v a n v e r p a k k i n g s g r o e p I I I n i e t o n d e r w o r p e n a a n d e v o o r s c h r i f t e n v a n h e t ADR i n d i e n z i j w o r d e n v e r v o e r d i n h o u d e r s met e e n i n h o u d v a n t e n h o o g s t e 250 l i t e r . Onder v e r p a k k i n g s g r o e p I I I v a l l e n b r a n d b a r e s t o f f e n m e t e e n v l a m p u n t v a n 23°C tot 61°C. H e t b e t r e f t b i j T o o r a n k o p s l a g v a n w h i s k y m e t e e n v l a m p u n t v a n 23°C i n h o u t e n v a t e n v a n 2 5 0 l i t e r . S t r i k t g e n o m e n i s d e PGS 15 n i e t v a n t o e p a s s i n g maar a a n g e z i e n de w a a r d e n h i e r op de grenswaarden l i g g e n v o o r z o w e l v e r p a k k i n g s g r o e p I I I a l s o o k de m a x i m a l e i n h o u d h e b b e n w i j b i j h e t s t e l l e n v a n de v o o r s c h r i f t e n r e k e n i n g g e h o u d e n met de e i s e n v a n d e PGS 1 5 . a d d. B i j T o o r a n k w o r d e n , n a a s t de h i e r b o v e n g e n o e m d e v a t e n w h i s k y , r e i n i g i n g s m i d d e l e n a l s v e r p a k t e g e v a a r l i j k e s t o f f e n o p g e s l a g e n . De m a x i m a a l a a n w e z i g e h o e v e e l h e d e n l i g g e n o n d e r de d r e m p e l w a a r d e n v o o r o p s l a g v o o r z i e n i n g e n v o l g e n s d e PGS 1 5 . D e r h a l v e z i j n e r v o o r d e z e s t o f f e n geen o p s l a g v o o r z i e n i n g e n v e r e i s t . Wel moet de emballage t e r b e s c h e r m i n g v a n de bodem b o v e n e e n l e k b a k worden o p g e s l a g e n . D a a r n a a s t i s aangegeven, d a t i n de p r o d u c t i e r u i m t e n open v u u r e n r o k e n v e r b o d e n is. Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) Een b e l a n g r i j k b e s l u i t op h e t g e b i e d v a n e x t e r n e v e i l i g h e i d i s h e t B e s l u i t R i s i c o ' s Z w a r e O n g e v a l l e n (BRZO). I n h e t BRZO z i j n c r i t e r i a o p g e n o m e n om v a s t t e s t e l l e n o f e e n b e d r i j f o n d e r h e t B R Z O v a l t . Het B e s l u i t inrichting.
Toorank
Risico's
Zware O n g e v a l l e n i s n i e t
9 van 29
v a n t o e p a s s i n g op de
Wmnr.
Besluit externe veiligheld Inrichtingen (Bevl) Op 27 o k t o b e r 2 0 0 4 i s h e t B e s l u i t e x t e r n e v e i l i g h e i d i n r i c h t i n g e n ( B e v i ) en de b i j b e h o r e n d e R e g e l i n g e x t e r n e v e i l i g h e i d i n r i c h t i n g e n ( R e v i ) i n w e r k i n g g e t r e d e n . H i e r m e e z i j n de r i s i c o n o r m e n v o o r externe v e i l i g h e i d met b e t r e k k i n g t o t b e d r i j v e n met g e v a a r l i j k e s t o f f e n w e t t e l i j k v a s t g e i e g d . H e t b e s l u i t h e e f t t o t d o e l de r i s i c o ' s w a a r a a n b u r g e r s i n hun l e e f o m g e v i n g worden b l o o t g e s t e l d door a c t i v i t e i t e n met g e v a a r l i j k e s t o f f e n i n i n r i c h t i n g e n t o t een a a n v a a r d b a a r minimum t e b e p e r k e n . Om d i t d o e l t e b e r e i k e n v e r p l i c h t h e t b e s l u i t h e t b e v o e g d g e z a g a f s t a n d t e houden t u s s e n g e v o e l i g e o b j e c t e n en r i s i c o v o l i e b e d r i j v e n . I n het b e s l u i t wordt o n d e r s c h e i d gemaakt t u s s e n h e t plaatsgebonden r i s i c o en g r o e p s r i s i c o . W h i s k y ( e t h a n o l ) i s g e c l a s s i f i c e e r d a l s o n t v l a m b a a r e n v a l t -daarmee o n d e r c a t e g o r i e e. v a n a r t i k e l 9 . 2 . 3 . 1 v a n d e Wet m i l i e u b e h e e r . Op g r o n d v a n h e t B e v i a r t i k e l 1 e e r s t e l i d o n d e r h. w o r d t d e z e s t o f daardoor i n het kader van het B e v i aangemerkt a l s g e v a a r l i j k e s t o f . Op grond van a r t i k e l 2 l i d l . f van het B e v i v a l t Toorank i n b e g i n s e l v a n w e g e de o p s l a g v a n w h i s k y i n e m b a l l a g e i n e e n h o e v e e l h e i d v a n m e e r d a n 10 t o n o n d e r de w e r k i n g s s f e e r v a n d a t B e v i . E c h t e r e r z i j n 2 u i t z o n d e r i n g s b e p a l i n g e n van toepassing: 1. W h i s k y v a l t o n d e r d e c a t e g o r i e v o e d i n g s - e n g e n o t m i d d e l e n e n i s d a a r m e e u i t g e z o n d e r d v a n t i t e l 9.2 e n 9.3 v a n d e Wet milieubeheer. 2. De e m b a l l a g e b e t r e f t h o u t e n v a t e n . V o l g e n s d e b e g r i p s b e p a l i n g i n a r t i k e l 1 e e r s t e l i d o n d e r d. v a l t de o p s l a g i n h o u t e n v a t e n n i e t onder emballage. G e z i e n b o v e n s t a a n d e c o n c l u d e r e n w i j d a t de i n r i c h t i n g n i e t o n d e r h e t toepassingsgebied van het B e s l u i t externe v e i l i g h e i d i n r i c h t i n g e n valt. Geluid De i n r i c h t i n g i s g e l e g e n o p h e t b e d r i j v e n t e r r e i n a a n d e r a n d v a n h e t b e d r i j v e n t e r r e i n De G r i f t . D i t b e d r i j v e n t e r r e i n i s g e d e e l t e l i j k g e z o n e e r d i n h e t k a d e r v a n d e Wet g e l u i d h i n d e r . H e t b e d r i j f T o o r a n k v a l t b u i t e n deze zone. I n de o m g e v i n g v a n de i n r i c h t i n g z i j n 5 w o n i n g e n o f g e l u i d g e v o e l i g e o b j e c t e n g e l e g e n . H e t b e t r e f t S t a t i o n s w e g n r s . 5, 7, 1 1 , 1 5 e n 15a. De d i c h t s t b i j z i j n d e w o n i n g v a n d e r d e n b e v i n d t z i c h o p e e n a f s t a n d v a n 8 m e t e r v a n d e g r e n s v a n d e i n r i c h t i n g , t e w e t e n S t a t i o n s w e g 7. Om d e z e r e d e n i s de v e r k e e r s a a n t r e k k e n d e w e r k i n g v a n de inrichting relevant. De o u d e v e r g u n n i n g g e e f t g r e n s w a a r d e n v o o r h e t g e l u i d t e r p l a a t s e v a n d e w o n i n g e n v a n d e r d e n a a n d e S t a t i o n s w e g n r s . 7, 1 1 e n 13 e n op e n i g p u n t 25 m e t e r v a n de inrichtingsgrens. I n de a a n v r a a g i s a a n g e g e v e n d a t de a a n g e v r a a g d e a c t i v i t e i t e n m i n d e r g e l u i d p r o d u c e r e n v a n de v e r g u n d e a c t i v i t e i t e n . D a a r o m z i j n de v o o r s c h r i f t e n u i t de h u i d i g e v e r g u n n i n g overgenomen i n deze vergunning. Daarnaast i s voorgeschreven dat Toorank b i n n e n 6 maanden n a h e t i n w e r k i n g t r e d e n v a n d e z e v e r g u n n i n g met e e n a k o e s t i s c h o n d e r z o e k moet a a n t o n e n dat aan deze g e l u i d n o r m e n wordt v o l d a a n . Afvalpreventie A f v a l - en e m i s s i e p r e v e n t i e i s h e t voorkomen o f b e p e r k e n van h e t o n t s t a a n v a n a f v a l en e m i s s i e s o f de m i l i e u s c h a d e l i j k h e i d e r v a n , d o o r r e d u c t i e a a n de b r o n o f d o o r i n t e r n h e r g e b r u i k . P r e v e n t i e v a n a f v a l i s e e n v a n d e h o o f d d o e l s t e l l i n g e n v a n h e t a f v a l s t o f f e n b e l e i d . Op w e l k e
Toorank
10 van 28
Wm nr.
w i j z e i n v u l l i n g kan worden gegeven aan p r e v e n t i e i s b e s c h r e v e n i n H a n d r e i k i n g "Wegen n a a r p r e v e n t i e b i j b e d r i j v e n " ( I n f o m i l 2 0 0 5 ) . Uitgangspunt voor a l l e b e d r i j v e n i s dat ontstaan van a f v a l zoveel m o g e l i j k moet w o r d e n v o o r k o m e n o f b e p e r k t .
de
Om i n z i c h t t e h o u d e n i n d e a a r d , o m v a n g , s a m e n s t e l l i n g e n oorsprong v a n a f v a l s t o f f e n i s i n de v e r g u n n i n g e e n v o o r s c h r i f t opgenomen t e n b e h o e v e v a n h e t m e t e n en r e g i s t r e r e n v a n de v r i j k o m e n d e afvalstoffen. Afvalwater De u i t g a n g s p u n t e n v o o r d e b e s c h e r m i n g v a n h e t m i l i e u tegen v e r o n t r e i n i g i n g d o o r de l o z i n g v a n a f v a l w a t e r z i j n v a s t g e i e g d i n de Wet v e r o n t r e i n i g i n g o p p e r v l a k t e w a t e r e n ( W v o ) , d e Wet m i l i e u b e h e e r (Wm) en de I n s t r u c t i e r e g e l i n g l o z i n g s v o o r s c h r i f t e n m i l i e u b e h e e r . De d r i e b e l a n g e n d i e d e z e w e t t e n e n r e g e l i n g t e n a a n z i e n v a n afvalwater behartigen zijn: de d o e l m a t i g e w e r k i n g v a n h e t r i o o l s t e l s e l e n de v e r w e r k i n g s l i b u i t het riool; de d o e l m a t i g e w e r k i n g v a n de (externe) afvalwaterzuiveringsinstallatie; de b e s c h e r m i n g v a n de k w a l i t e i t v a n h e t oppervlaktewater.
van
het
B i j de t o e p a s s i n g v a n d e z e r e g e l g e v i n g moet o n d e r s c h e i d g e m a a k t w o r d e n t u s s e n d i r e c t e en i n d i r e c t e I o z i n g e n . Van een i n d i r e c t e l o z i n g i s s p r a k e a l s e r w o r d t g e l o o s d met e e n w e r k op e e n a n d e r w e r k . H e t b e t r e f t I o z i n g e n op e e n o p e n b a a r r i o o l v a n w a a r u i t h e t a f v a l w a t e r een z u i v e r i n g s t e c h n i s c h werk (een z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e ) w o r d t g e b r a c h t . Ten a a n z i e n v a n i n d i r e c t e I o z i n g e n z i j n e r twee m o g e l i j k h e d e n ; i n d i r e c t e I o z i n g e n v a n u i t een i n r i c h t i n g welke n i e t Wvo vergunningplichtig i s ; i n d i r e c t e I o z i n g e n v a n u i t een i n r i c h t i n g w e l k e wel Wvovergunningvergunning is. H e t d i r e c t l o z e n v a n a f v a l w a t e r op h e t o p p e r v l a k t e w a t e r v a l t altijd o n d e r d e Wvo. De i n r i c h t i n g i s n i e t W v o - p l i c h t i g d a a r n a a s t w o r d t n i e t o p o p p e r v l a k t e w a t e r g e l o o s d . De i n r i c h t i n g v a l t d a a r m e e n i e t o n d e r d e Wvo Binnen
de
inrichting
ontstaan
de
volgende
afvalwaterstromen:
koelwater; huishoudelijk hemelwater
afvalwater;
afkomstig
bedrijfsafvalwater
van
daken en
afkomstig
van
terrein; het
r e i n i g i n g e n van
tanks.
Het l o z e n v a n h e m e l w a t e r en h u i s h o u d e l i j k a f v a l w a t e r en k o e l w a t e r w o r d t g e r e g e l d i n h e t A c t i v i t e l t e n b e s l u i t ( p a r a g r a a f 3 . 1 . 3 , 3.1.4 en 3.1.4) . Daarom z i j n i n d e z e v e r g u n n i n g g e e n v o o r s c h r i f t e n opgenomen t e n aanzien van het l o z e n van deze afvalwaterstromen. In deze vergunning z i j n wel w e r k i n g v a n h e t r i o o l e n de beschermen.
v o o r s c h r i f t e n o p g e n o m e n om e e n doelmatige rioolwaterzuiveringsinstallatie te
Energie B i j de b e o o r d e l i n g v a n de v e r g u n n i n g a a n v r a a g h e t a s p e c t z u i n i g o m g a a n met energie.
i s rekening
gehouden
met
Om v a s t t e s t e l l e n o f h e t e n e r g i e v e r b r u i k v a n d e i n r i c h t i n g r e l e v a n t i s , i s a a n g e s l o t e n b i j de i n de C i r c u l a i r e " E n e r g i e i n de milieuvergunning" (Ministerie van V o l k s h u i s v e s t l n g , R u i m t e l i j k e
Toorank
11 van 29
Wm nr.
O r d e n i n g e n M i l i e u b e h e e r en h e t M i n i s t e r i e v a n Economische Zaken, Den Haag, o k t o b e r 1999) gehanteerde ondergrens. Deze ondergrens i s 25.000 m^ a a r d g a s o f 5 0 . 0 0 0 kWh e l e k t r i c i t e i t p e r j a a r . B e d r i j v e n m e t j a a r l i j k s e n e r g i e v e r b r u i k d a t l a g e r l i g t dan deze waarden, worden a l s n i e t energie r e l e v a n t bestempeld. In de vergunning registratieverpli inrichting geeft v o o r s c h r i f t e n op
i s t e naanzien van h e t energieverbruik een c h t i n g opgenomen. H e t e n e r g i e v e r b r u i k v a n de g e e n a a n l e i d i n g om i n d e v e r g u n n i n g aanvullende t e nemen op h e t g e b i e d v a n e n e r g i e b e s p a r i n g .
Grondstoffen/waterbesparing I n d e Wet m i l i e u b e h e e r i s h e t d u u r z a a m g e b r u i k v a n g r o n d s t o f f e n a l s u i t g a n g s p u n t g e n o m e n . De W e t m i l i e u b e h e e r m a a k t h e t d a a r o m m o g e l i j k om aan h e t g e b r u i k v a n g r o n d s t o f f e n z o a l s water e i s e n t e s t e l l e n . J a a r l i j k s w o r d t 1 5 0 0 m'' l e i d i n g w a t e r v e r b r u i k t . w o r d t e r o o k 1 5 0 0 m^ g r o n d w a t e r o p g e p o m p t .
Behalve
leidingwater,
I n de m i l i e u v e r g u n n i n g i s e e n r e g i s t r a t i e p l i c h t opgenomen o v e r h e t j a a r l i j k s e w a t e r v e r b r u i k . Gezien de h o e v e e l h e i d v a n h e t j a a r l i j k s e w a t e r v e r b r u i k , h e b b e n w i j h e t n i e t n o o d z a k e l i j k g e a c h t om a a n v u l l e n d e v o o r s c h r i f t e n op t e nemen o v e r w a t e r b e s p a r i n g .
OVERIGE REGELS EN WETTEN Algemeen Het v e r l e n e n v a n deze v e r g u n n i n g houdt n i e t i n d a t hiermee i s v o l d a a n aan de b e p a l i n g e n d i e i n andere wetten, v e r o r d e n i n g e n enz. ( z o a l s de natuurbeschermingswet 1998, W o n i n g w e t , B o u w v e r o r d e n i n g , b e s t e m m i n g s p l a n o f b e s l u i t e n i n g e v o l g e de Gezondheids- en w e l z i j n s w e t v o o r d i e r e n ) z i j n g e s t e l d d a n w e l op g r o n d h i e r v a n worden voorgeschreven. De i n r i c h t i n g w a a r o p d e v e r g u n n i n g a a n v r a a g betrekking heeft, i s een type C i n r i c h t i n g a l s bedoeld i n h e t B e s l u i t algemene r e g e l s voor i n r i c h t i n g e n m i l i e u b e h e e r ( A c t i v i t e l t e n b e s l u i t ) . N a a s t de a a n de vergunning verbonden v o o r s c h r i f t e n gelden voor Toorank onder andere r e g e l s op grond v a n h e t A c t i v i t e l t e n b e s l u i t . H i e r o n d e r i s vermeld welke p a r a g r a f e n u i t h e t b e s l u i t op Toorank i n i e d e r geval v a n toepassing zijn. B l i j k e n s de aanvraag v i n d e n d a a r b i n n e n onder andere de volgende activiteiten plaats: h e t l o z e n v a n h u i s h o u d e l i j k a f v a l w a t e r ( p a r a g r a a f 3.1.4) h e t l o z e n v a n h e m e l w a t e r ( p a r a g r a a f 3.1.3) h e t l o z e n v a n k o e l w a t e r ( p a r a g r a a f 3.1.5) W i j m e r k e n o p d a t d e z e a c t i v i t e i t e n v o l g e n s a r t i k e l 1.4 v a n h e t A c t i v i t e l t e n b e s l u i t moeten p l a a t s v i n d e n o v e r e e n k o m s t i g de v o o r s c h r i f t e n u i t d a t b e s l u i t e n a a n de k r a c h t e n s h e t b e s l u i t door ons t e s t e l l e n c.q. g e s t e l d e m a a t w e r k v o o r s c h r i f t e n .
Toorank
12 van 29
Wmnr.
CONCLUSIE De i n r i c h t i n g v o l d o e t - m e t i n a c h t n e m i n g v a n de a a n d i t b e s l u i t g e h e c h t e v o o r s c h r i f t e n - aan de b e s t e b e s c h i k b a r e t e c h n i e k e n (BBT). V o o r de o v e r w e g i n g e n w o r d t v e r w e z e n n a a r de d e s b e t r e f f e n d e p a r a g r a a f . U i t de overwegingen v o l g t d a t de gevraagde v e r g u n n i n g o n d e r v o o r s c h r i f t e n t e r bescherming v a n h e t m i l i e u kan worden v e r l e e n d .
BESLUIT G e l e t o p d e Wet m i l i e u b e h e e r , d e A l g e m e n e w e t b e s t u u r s r e c h t e n d e h i e r v o o r genoemde o v e r w e g i n g e n b e s l u i t e n w i j de d o o r T o o r a n k P r o d u c t i o n s B.V. t e N i j m e g e n g e v r a a g d e v e r g u n n i n g t e v e r l e n e n . Aan als
de v e r g u n n i n g v e r b i n d e n w i j de a a n deze z o d a n i g gewaarmerkte voorschriften.
beschikking
gehechte
De v o l g e n d e o n d e r d e l e n v a n d e v e r g u n n i n g a a n v r a a g m a k e n d e e l deze vergunning:
en
u i tv a n
b e s c h r i j v e n d d e e l v a n d e v e r g u n n i n g a a n v r a a g d . d . 4 d e c e m b e r 2 0 07 inclusief plattegrondtekeningen
namens B u r g e m e e s t e r
bureau
Toorank
en Wethouders v a n Nijmegen,
Industrie
i r . W.
de Haan
13 van 29
Wm nr.
2 SEP. 2008
V O O R S C H R I F T E N B E H O R E N D E B I J H E T B E S L U I T D.D. N A A R A A N L E I D I N G V A N D E A A N V R A A G VOOR V E R G U N N I N G I N G E V O L G E D E WET M I L I E U B E H E E R ( A R T I K E L 8.4 WM) T E N B E H O E V E V A N TOORANK P R O D U C T I O N S B.V. DE I N R I C H T I N G
I S G E L E G E N A A N DE STATIONSWEG 9 T E N I J M E G E N
(RESSEN).
INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 15 2 OPSLAG VAN ALCOHOL I N TANKS 17 ( a l c o h o l d i s t i l l a a t , alcoholpercentage 55%, en a l c o h o l i s c h e drank, a l c o h o l p e r c e n t a g e <4 0%, i n b o v e n g r o n d s e v e r t i c a l e e n k e l w a n d i g e s t a l e n tanks) 17 3 BRANDPREVENTIE EN BRANDBESTRIJDING 19 4 GELUID EN T R I L L I N G E N 22 5 AFVALSTOFFEN 24 6 AFVALWATER 24 7 BODEM 24 8 LUCHT 26 9 STOOKINSTALLATIE 26 BIJLAGE: BEGRIPPEN 28
Toorank
14 van 29
Wmnr.
VOORSCHRIFTEN 1
ALGEMEEN
Deze
vergunning
1.1 De i n r i c h t i n g m o e t w o r d e n u i t g e v o e r d e n i n w e r k i n g z i j n c o n f o r m d e a a n v r a a g , v o o r z o v e r d i e d e e l u i t m a a k t v a n de v e r g u n n i n g , t e n z i j de aan de v e r g u n n i n g verbonden v o o r s c h r i f t e n anders b e p a l e n . De v o l g e n d e vergunning, bepalen:
o n d e r d e l e n v a n de a a n v r a a g maken d e e l u i t v a n de t e n z i j de a a n de v e r g u n n i n g v e r b o n d e n v o o r s c h r i f t e n
de v e r g u n n i n g a a n v r a a g d . d . 4 d e c e m b e r 2007 plattegrondtekeningen; a a n v u l l i n g e n d.d.
2 juni
2 0 08 e n 2 3 j u n i
anders
inclusief
2 008.
Gedragsvoorschriften 1.2 De i n r i c h t i n g m o e t s c h o o n onderhoud v e r k e r e n .
worden gehouden en i n goede
staat van
1.3 De i n r i c h t i n g m a g n i e t t o e g a n k e l i j k z i j n v o o r o n b e v o e g d e n . B i n n e n d e o p e n i n g s t i j d e n mogen a n d e r e n d a n h e t p e r s o n e e l v a n de i n r i c h t i n g u i t s l u i t e n d onder t o e z i c h t i n de i n r i c h t i n g aanwezig zijn. 1.4 De p l a a t s v a n d e h o o f d s c h a k e l a a r v a n d e e l e k t r i c i t e i t s v o o r z i e n i n g de g a s a f s l u i t e r m o e t e n i n o n u i t w i s b a a r s c h r i f t d u i d e l i j k zijn a a n g e g e v e n op de t o e g a n g s d e u r o f h e t t o e g a n g s l u i k v a n de r u i m t e n w a a r i n deze z i c h bevinden.
en
1.5 T i j d e n s h e t i n b e d r i j f z i j n v a n de i n r i c h t i n g moet p e r s o n e e l a a n w e z i g z i j n d a tvoor controle- en registratiewerkzaamheden i s geinstrueerd. I.S Het v o r i g e v o o r s c h r i f t h e e f t eveneens b e t r e k k i n g op p e r s o n e e l v a n d e r d e n d i e b i n n e n de i n r i c h t i n g werkzaamheden v e r r i c h t . 1.7 B i n n e n e e n r u i m t e waar a l c o h o l wordt opgeslagen o f geproduceerd e n t e v e n s b i n n e n e e n a f s t a n d v a n 2 m d a a r b u i t e n mag n i e t w o r d e n g e r o o k t en mag g e e n o p e n v u u r a a n w e z i g z i j n . I n de r u i m t e a i s m e d e a a n de b u i t e n z i j d e v a n de r u i m t e moet op d a a r t o e g e s c h i k t e p l a a t s e n met b e t r e k k i n g t o t d i t v e r b o d e e n p i c t o g r a m o v e r e e n k o m s t i g NEN 3 0 1 1 z i j n aangebracht. 1.8 Degene d i e de i n r i c h t i n g d r i j f t i sv e r p l i c h t a a n a l l e i n de i n r i c h t i n g werkzame personen, i n c l u s i e f b i n n e n de i n r i c h t i n g werkzaam z i j n d e d e r d e n , e e n s c h r i f t e i i j k e i n s t r u c t i e t e v e r s t r e k k e n . H e t d o e l v a n de i n s t r u c t i e i sgedragingen hunnerzijds u i t t e sluiten die h e t gevolg zouden kunnen hebben d a t de i n r i c h t i n g n i e t o v e r e e n k o m s t i g de vergunning en haar v o o r s c h r i f t e n i nwerking i s . Een zodanige i n s t r u c t i e b e h o o r t a a n e e n d a a r t o e aangewezen ambtenaar op d i e n s v e r z o e k t e worden g e t o o n d . E r moet t o e z i c h t worden gehouden op h e t n a l e v e n v a n deze instructie.
Toorank
15 van 29
Wm nr.
1.9 De i n d e i n r i c h t i n g a a n g e b r a c h t e of gebruikte v e r l i c h t i n g z i j n a f g e s c h e r m d d a t g e e n d i r e c t e l i c h t s t r a l i n g b u i t e n de waarneembaar i s .
moet z o d a n i g inrichting
1.10 I n s t a l l a t i e s of onderdelen van i n s t a l l a t i e s welke b u i t e n b e d r i j f zijn g e s t e l d , moeten z i j n v e r w i j d e r d t e n z i j deze i n een goede s t a a t v a n onderhoud verkeren. 1.11 I n g e v a l v a n e e n l a n g d u r i g e o n d e r b r e k i n g v a n de w e r k z a a m h e d e n ( l a n g e r dan 6 maanden) , b i j b e d r i j f s b e e i n d i g i n g o f b i j een faillissement m o e t e n a l l e i n de i n r i c h t i n g a a n w e z i g e a f v a l s t o f f e n e . g . g e v a a r l i j k e ( a f v a l ) s t o f f e n v o l g e n s de h i e r o p v a n t o e p a s s i n g z i j n d e w e t en r e g e l g e v i n g worden afgevoerd. 1.12 Het a a n t r e k k e n v a n i n s e c t e n , k n a a g d i e r e n en o n g e d i e r t e moet zo m o g e l i j k w o r d e n v o o r k o m e n . Zo v a a k de o m s t a n d i g h e d e n d a a r t o e a a n l e i d i n g geven, moet d o e l m a t i g e b e s t r i j d i n g van i n s e c t e n , k n a a g d i e r e n en a n d e r o n g e d i e r t e p l a a t s v i n d e n . Registratie
en
veel
onderzoeken
1.13 I n de i n r i c h t i n g moet e e n c e n t r a a l r e g l s t r a t i e s y s t e e ma a n w e z i g z i j n w a a r i n i n f o r m a t i e o m t r e n t onderhoud, m e t i n g e n , k e u r i n g e n , c o n t r o l e s en gegevens van r e l e v a n t e m i l i e u - o n d e r z o e k e n worden bljgehouden. I n het r e g l s t r a t i e s y s t e e m moet t e n m i n s t e de v o l g e n d e i n f o r m a t i e z i j n opgenomen: De s c h r i f t e i i j k e i n s t r u c t i e s v o o r h e t p e r s o n e e l ; De r e s u l t a t e n v a n i n d e i n r i c h t i n g u i t g e v o e r d e m i l i e u c o n t r o l e s , k e u r i n g e n , i n s p e c t i e s , metingen, r e g i s t r a t l e s en o n d e r z o e k e n (zoals keuringen van brandblusmiddelen, v i s u e l e i n s p e c t i e van bodembeschermende v o o r z i e n i n g e n , bodemonderzoek, k e u r i n g e n van tanks, keuringen van s t o o k i n s t a l l a t i e s , e t c ) ; M e l d i n g e n v a n ongewone v o o r v a l l e n , d i e v a n i n v l o e d z i j n op h e t m i l i e u , met v e r m e l d i n g v a n d a t u m , t i j d s t i p en de g e n o m e n maatregelen; A f g i f t e b e w i j z e n van (gevaarlijke) a f v a l s t o f f e n ; R e g i s t r a t i e van het e n e r g i e - en w a t e r v e r b r u i k ; Het b e d r i j f s n o o d p l a n ; R e g i s t r a t i e van k l a c h t e n van d e r d e n omtrent m i l i e u - a s p e c t e n en daarop ondernomen a c t i e s ; E e n a f s c h r i f t v a n de v i g e r e n d e m i l i e u v e r g u n n i n g ( e n ) met bijbehorende v o o r s c h r i f t e n en meldingen; 1.14 R e g i s t e r s , r a p p o r t e n en a n a l y s e r e s u l t a t e n welke a l s g e v o l g van vergunning moeten worden bljgehouden, moeten t e n minste 5 j a a r de i n r i c h t i n g w o r d e n b e w a a r d .
Toorank
16 van 29
deze binnen
Wmnr.
Energie 1.15 J a a r l i j k s moet: h e t a a r d g a s v e r b r u i k i n m'^; h e t l e i d i n g w a t e r v e r b r u i k i n m^; h e t e l e k t r i c i t e i t s v e r b r u i k i n KWh v a n d e i n r i c h t i n g worden g e r e g i s t r e e r d i nh e t m i l i e u l o g b o e k . 1.16 Verwarmingsleidingen d i e z i c h bevinden i nruimten waar geen ruimteverwarming n o d i g i smoeten doelmatig worden g e i s o l e e r d . 1.17 B i j r e n o v a t i e e.g. v e r v a n g i n g v a n (onderdelen van) i n s t a l l a t i e s d i e n t de v e r g u n n i n g h o u d e r energie- en waterbesparende maatregelen treffen d i e voldoen aan h e tprincipe "stand d e r techniek".
te
2 OPSLAG VAN ALCOHOL I N TANKS ( a l c o h o l d i s t i l l a a t , a l c o h o l p e r c e n t a g e 55%, e n a l c o h o l i s c h e d r a n k , a l c o h o l p e r c e n t a g e <40%, i n b o v e n g r o n d s e v e r t i c a l e e n k e l w a n d i g e s t a l e n tanks) Algemeen 2.1 De i n r i c h t i n g m o e t v a n w e g e d e o p s l a g i n t a n k s v a n a l c o h o l d i s t i l l a a t e n a l c o h o l i s c h e drank, k l a s s e 2 s t o f f e n , v o l d o e n a a n de s p e c i f i e k e beheersmaatregelen i n p a r a g r a a f 4.2 e n 4 . 5 , v a n h o o f d s t u k 4 v a n d e PGS 29. 2.2 B i n n e n d e i n r i c h t i n g z i j n g e e n a l c o h o l m e n g s e l s > 5 5 % ( k l a s s e 1, v l a m p u n t <26°C) a a n w e z i g . H e t a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n d e i n d e i n r i c h t i n g aanwezige m e n g s e l s moet z i j n g e r e g i s t r e e r d . Tankputten 2 .3 Rondom e e n o p s l a g t a n k moet z i c h e e n t a n k p u t b e v i n d e n d i e v o o r z i e t i n p r o d u c t - o f ( b l u s ) w a t e r o p v a n g door v e r d i e p t e a a n l e g o f e e n rondom gesloten omwalling (putdijk). 2.4 Een tankput v o l d o e t met u i t z o n d e r i n g v a n p a r a g r a a f v a n d e PGS 2 9 .
5.5 a a n h o o f d s t u k 5
Opslagtanks 2.5 De o p s l a g t a n k s v o l d o e n a a n h o o f d s t u k 6 ( m e t u i t z o n d e r i n g v a n p a r a g r a a f 6.2 e n 6.3.2 e n b e p a l i n g n u m m e r 7 4 ) v a n d e P G S 2 9 . Pompputten 2.6 P o m p p u t t e n m o e t e n z i j n u i t g e v o e r d v o l g e n s p a r a g r a a f 7.2 ( m e t u i t z o n d e r i n g v a n b e p a l i n g nummer 93) v a n d e PGS 2 9 .
Toorank
17 van 29
Wm nr.
Overslag 2.7 De o v e r s l a g a c t i v i t e i t e n 7.3.2 v a n d e PGS 2 9 .
moeten p l a a t s v i n d e n volgens
paragraaf
7.3.1 e n
Vulpunten 2. 8 Een v u l p u n t moet o n t o e g a n k e l i j k e z i j n v o o r onbevoegden e n z i c h bevinden boven e e n v i o e i s t o f d i c h t e opvangbak o f l e k b a k waarvan de rand z i c h o p t e n m i n s t e 2 5 cm v a n h e t v u l p u n t b e v i n d t .
2. 9 Een v u l p u n t t e nbehoeve v a n tankwagens moet z o d a n i g s t e v i g zijn b e v e s t i g d , d a tb i j e v e n t u e e l n i e t a f k o p p e l e n v a n de v u l s l a n g wordt voorkomen d a th e t l e i d i n g w e r k door de w e g r i j d e n d e t a n k a u t o wordt meegetrokken.
2 .10 Een v u l p u n t t e nbehoeve v a n tankwagens moet z o d a n i g z i j n g e p i a a t s t d a t d i t a l t i j d g e m a k k e l i j k b e r e i k b a a r i s v o o r d e t a n k w a g e n . De c h a u f f e u r v a n d e t a n k w a g e n moet e e n g o e d o v e r z i c h t h e b b e n v a n e e n v u l p u n t e n de tankwagen. 2 .11 Het
vulpunt
moet op d o e l m a t i g e
wijze
tegen
aanrijding
zijn
beschermd.
2 .12 B i j e e n v u l p u n t moet e e n b o r d j e z i j n g e p i a a t s t met d a a r o p e e n o p s c h r i f t d a taangeeft voor welke s t o f en/of tank(s) d i t bestemd i s . 2 .13 B i j h e t v u l p u n t t e nbehoeve v a n tankwagens d i e n t e e n dodemansknop aanwezig t e z i j n .
Productleidingen 2 .14 Productleidingen voldoen
aanparagraaf
7.4 v a n d e P G S 2 9 .
Productafsluiters 2 .15 Productafsluiters 3
voldoen
aanparagraaf
7.5 v a n d e P G S 2 9 .
OPSLAG VAN WHISKY I N HOUTEN VATEN
3.1 De WBDBO v a n d e o p s l a g r u i m t e v o o r w h i s k y i n h o u t e n v a t e n n a a r e e n andere ruimte en v a n een andere ruimte naar deze o p s l a g v o o r z i e n i n g m o e t t e n m i n s t e 60 m i n u t e n b e d r a g e n . De v l o e r , w a n d e n , h e t d a k e n d e d r a a g c o n s t r u c t i e v a n de o p s l a g v o o r z i e n i n g moeten e e n brandwerendheid v a n t e n m i n s t e 60 m i n u t e n b e z i t t e n .
Toorank
18 van 29
Wm nr.
3.2 De h o u t e n v a t e n b i n n e n d e i n r i c h t i n g b e v a t w h i s k y m e t e e n m a x i m a a l a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n 5 5 % . H e t a l c o h o l p e r c e n t a g e v a n de i n de i n r i c h t i n g a a n w e z i g e m e n g s e l s moet z i j n g e r e g i s t r e e r d . 3.3 Rondom d e v a t e n moet z i c h e e n l e k b a k o f o m w a l l i n g b e v i n d e n d i e v o o r z i e t i nproduct- o f (blus)wateropvang door v e r d i e p t e aanleg o f een rondom g e s l o t e n o m w a l l i n g (putdijk). 3.4 Een l e k b a k o f o m w a l l i n g v o l d o e t met u i t z o n d e r i n g h o o f d s t u k 5 ' T a n k p u t t e n ' v a n d e PGS 2 9 .
v a n p a r a g r a a f 5.5 a a n
3.5 V o o r e l k e 2 0 0 ma v i o e r o p p e r v l a k t e v a n e e n o p s l a g v o o r z i e n i n g m o e t t e n m i n s t e e e n d r a a g b a a r b l u s t o e s t e l aanwezig z i j n met e e n v u l l i n g v a n t e n m i n s t e 6 k g o f l i t e r b l u s s t o f . H e t b l u s t o e s t e l moet t e g e n w e e r s i n v l o e d e n z i j n b e s c h e r m d . De k e u z e v a n h e t t y p e b l u s t o e s t e l moet z o d a n i g z i j n d a t d e z e g e s c h i k t i s om e e n b e g i n n e n d e b r a n d v a n d e opgeslagen stoffen t e blussen. 3.6 De i n -een o p s l a g v o o r z i e n i n g a a n w e z i g e h o u t e n v a t e n m o e t e n i n v a k k e n z i j n opgeslagen. S c h e i d i n g tussen vakken kan p l a a t s v i n d e n door: - e e n g a n g p a d v a n t e n m i n s t e 3,5 m; - een scheidingsconstructie
m e t e e n WBDBO v a n t e n m i n s t e
30
minuten.
3.7 De g r o o t t e v a n e e n o v e r e e n k o m s t i g h e t v o r i g e v o o r s c h r i f t a f g e s c h e i d e n v a k m a g t e n h o o g s t e 3 00 m^ b e d r a g e n . 3.8 H e t t o t a i e v i o e r o p p e r v l a k v a n e e n o p s l a g v o o r z i e n i n g mag t e n h o o g s t e 2.500 m2 b e d r a g e n . 4
BRANDPREVENTIE EN BRANDBESTRIJDING
Brandveiligheidsplan 4.1 B i n n e n de i n r i c h t i n g moet b i n n e n 3 maanden n a h e t i n w e r k i n g t r e d e n v a n d i t b e s l u i t e e n v e i l i g h e i d s b e l e i d z i j n o p g e s t e l d g e r i c h t op h e t s c e n a r i o "voorkomen v a n e e n p l a s b r a n d " . V o o r d i t s c e n a r i o d i e n e n de gevaren t e worden g e i d e n t i f i c e e r d en r i s i c o ' s t e worden beoordeeld. V e r v o l g e n s moet o p s c h r i f t z i j n g e s t e l d h o e deze g e v a r e n e n r i s i c o ' s w o r d e n b e h e e r s t . De b e h e e r s m a a t r e g e l e n m o e t e n t e n m i n s t e z i j n g e r i c h t op h e t v o o r k o m e n v a n v l o e i s t o f v e r s p r e i d i n g , h e t o n t s t a a n v a n e e n b r a n d b a r e o f e x p l o s i e v e dampwolk e n h e t voorkomen v a n o n t s t e k i n g s b r o n n e n i n v e r b a n d met de o p s l a g v a n a l c o h o l m e n g s e l s i n t a n k s e n h o u t e n v a t e n . De b e h e e r s m a a t r e g e l e n d i e n e n i n samenhang met ontwerp, c o n s t r u c t i e , e x p l o i t a t i e , onderhoud en d e r g e l i j k e een v o l d o e n d e v e i l i g e e n b e t r o u w b a r e s i t u a t i e op t e l e v e r e n .
Toorank
19 van 29
Wm nr.
4.2 B i n n e n de i n r i c h t i n g moet b i n n e n 6 maanden n a h e t i n w e r k i n g t r e d e n v a n d i t b e s l u i t e e n a c t u e e l b r a n d v e i l i g h e i d s p l a n a a n w e z i g z i j n g e r i c h t op het s c e n a r i o "voorkomen v a n een p l a s b r a n d " . Het b r a n d v e i l i g h e i d s p l a n moet m i n i m a a l i n f o r m a t i e b e v a t t e n o v e r : het i n voorgaand v o o r s c h r i f t bedoelde b e d r i j f s b e l e i d t e n aanzien van h e t voorkomen, beheersen, beperken en b e s t r i j d e n v a n incidenten; hoe w o r d t v o l d a a n a a n de e i s e n v o o r v a k b e k w a a m h e i d , o p i e i d i n g e n a l e r t h e i d v a n p e r s o n e e l v o l g e n s p a r a g r a a f 9.2 v a n d e PGS 2 9 ; een s c e n a r i o b e s c h r i j v i n g en o n g e v a l s a n a l y s e v o o r de i n r i c h t i n g d i e v o l d o e t a a n p a r a g r a a f 9.3 v a n d e PGS 2 9 ; algemene s t r a t e g i e v o o r de r e p r e s s i e v a n de i n c i d e n t e n s c e n a r i o ' s ; h o e w o r d t t o e g e z i e n o p d e u i t v o e r i n g v o l g e n s p a r a g r a a f 9.4 v a n d e PGS 2 9 ; hoe de i n r i c h t i n g i s v o o r b e r e i d e n r e a g e e r t op n o o d s i t u a t i e s v o l g e n s p a r a g r a a f 9.5 v a n d e PGS 2 9 d a a r b i j g e b r u i k m a k e n d v a n e e n : o een o p e r a t i o n e e l plan; o een noodplan; o p l a t t e g r o n d t e k e n i n g waarop t e n m i n s t e de v o l g e n d e gegevens z i j n aangegeven: • s i t u a t i e en t o e g a n k e l i j k h e i d van brandweer • g e b r u i k en bestemming v a n r u i m t e n • l o c a t i e v a n t a n k s met a l c o h o l e n p e r c e n t a g e v a n alcohol " •
u i t v o e r i n g s v o r m v a n t a n k s ( s o o r t dak) brandwerende scheidingen i n c l . aanduiding van brandwerendheid (wbdbo) • gevaarlijke gebieden • t o e g e p a s t e v e n t i l a t i e s y s t e e m v o o r o p s l a g r u i m t e n met alcoholmengsels van k l a s s e 1 en 2 • type en l o c a t i e van k o e l - en brand(schuim)blusvoorzieningen en b r a n d d e t e c t i e i n c l . v o o r s c h r i f t e n waaraan deze voldoen • type en l o c a t i e van a l c o h o l m e l d - en a l a r m v o o r z i e n i n g e n i n c l . v o o r s c h r i f t e n waaraan deze voldoen • type en l o c a t i e van k l e i n e blusmiddelen i n c l . v o o r s c h r i f t e n waaraan deze v o l d o e n • type en l o c a t i e van productopvangvoorzieningen • l o c a t i e van eventuele pompputten en afvoerputten riolering. o procedures voor incidenten- en ongevalsmelding; o een oefenplan. p r o c e d u r e s v o o r de b e o o r d e l i n g en e v a l u a t i e v a n h e t b r a n d v e i l i g h e i d s p l a n v o l g e n s p a r a g r a a f 9.7 v a n d e PGS 2 9 . Het b r a n d v e i l i g h e i d s p l a n Nijmegen.
moet z i j n
goedgekeurd door
4.3 De B r a n d w e e r k a n e e n m a l i g a a n v u l l e n d e het brandveiligheidsplan. 4.4 Het b r a n d v e i l i g h e i d s b e l e i d uitgedragen. 4.5 Het
Toorank
brandveiligheidsplan
moet d o o r
eisen stellen
de e x p l o i t a n t
moet a c t u e e l w o r d e n
20 van 29
de
Brandweer
a a n de i n h o u d
actief
van
worden
gehouden.
Wm nr.
Brandblusvoorzieningen 4.6 B l u s m i d d e l e n moeten v o o r een bereikbaar z i j n , voor direct onderhoud verkeren.
i e d e r d u i d e l i j k z i c h t b a a r en g e m a k k e l i j k g e b r u i k gereed z i j n en i n goede s t a a t van
4.7 I n de b u i t e n l u c h t a a n w e z i g e b r a n d b l u s m i d d e l e n w e e r s i n v l o e d e n z i j n beschermd.
moeten doelmatig
4 .8 B l u s v o o r z i e n i n g e n m o e t e n v o l d o e n a a n p a r a g r a a f 8.2, v a n d e PGS 2 9 . ( O n d e r h o u d m o e t p l a a t s v i n d e n v o l g e n s d e PGS 29)
tegen
8.3, 8.4 e n 8.5 p a r a g r a a f 11.4 van
4 .9 I n d e g e h e l e i n r i c h t i n g i s r o k e n e n o p e n v u u r v e r b o d e n . Op d a a r t o e g e s c h i k t e p l a a t s e n m o e t e e n v e i l i g h e i d s t e k e n o v e r e e n k o m s t i g NEN 3011 duidelijk zichtbaar zijn aangebracht. Alcoholdetectie 4.10 I n d e o p s l a g r u i m t e v o o r a l c o h o l h o u d e n d e v i o e i s t o f f e n >10% m o e t e e n d o e l m a t i g a l c o h o l ( d a m p ) d e t e c t i e s y s t e e m aanwezig z i j n t e n behoeve van a l a r m e r i n g en h e t a a n s t u r e n van h e t v e n t i l a t i e s y s t e e m . 4.11 De o p s l a g r u i m t e v o o r a l c o h o l h o u d e n d e v i o e i s t o f f e n >10% z i j n o p d e b u i t e n l u c h t g e v e n t i l e e r d . De t o e v o e r - e n a f v o e r v e n t i l a t i e o p e n i n g e n z i j n g e i i j k m a t i g o v e r de r u i m t e n v e r d e e l d . I n d i e n n o d i g z i j n de r u i m t e n m e c h a n i s c h g e v e n t i l e e r d , z o d a t de c o n c e n t r a t i e v a n alcoholdamp i n de l u c h t m i n i m a a l 10% o n d e r de o n d e r s t e e x p l o s i e g r e n s ( L E L - w a a r d e ) b l i j f t . O v e r s c h r i j d i n g v a n de m a x i m a l e c o n c e n t r a t i e w o r d t v i a e e n gasdetectiesysteem gesignaleerd. 4.12 A l c o h o l d e t e c t i e ( m e e t ) k n o p p e n d i e n e n op o p s l a g v o o r z i e n i n g e n e n i n de r i o l e r i n g
een g e s c h i k t e p l a a t s te z i j n gepiaatst.
nabij
4.13 De a l c o h o l ( d a m p ) d e t e c t i e k n o p p e n i n d e t a n k o p s l a g r u i m t e d i e n e n t e n m i n s t e a a n t e s p r e k e n b i j h e t b e r e i k e n v a n de 1 0 % L E L - w a a r d e . B i j die waarde (of eerder) d i e n t een d o e l m a t i g v e n t i l a t i e s y s t e e m i n w e r k i n g t e w o r d e n g e s t e l d d a t w a a r b o r g t d a t de c o n c e n t r a t i e aan a l c o h o l b e n e d e n de 10% v a n de L E L - w a a r d e b l i j f t . D a a r n a a s t d i e n e n ze e e n c e n t r a l e s i g n a l e r i n g a a n t e s p r e k e n b i j h e t b e r e i k e n v a n de 1 0 % L E L - w a a r d e . De s i g n a l e r i n g m o e t e e n i n d i c a t i e g e v e n o v e r d e p l a a t s v a n de a a n g e s p r o k e n d e t e c t o r k n o p . B u i t e n w e r k t i j d d i e n t een a u t o m a t i s c h e doormelding naar een daartoe aangewezen v e r a n t w o o r d e l i j k persoon p l a a t s t e v i n d e n . B i j h e t a a n s p r e k e n v a n de s i g n a l e r i n g m o e t e n o n m i d d e l l i j k m a a t r e g e l e n w o r d e n g e t r o f f e n om g e v a a r l i j k e s i t u a t i e s o p te h e f f e n . E r m o e t i n de i n r i c h t i n g e e n t e s t - / k e u r i n g s r a p p o r t v a n e e n erkende deskundige van het detectiesysteem aanwezig z i j n waaruit b l i j k t dat a l c o h o l d e t e c t i e k n o p p e n a a n s p r e k e n b i j 10% v a n de L E L - w a a r d e .
Toorank
21 van 29
de
Wm nr.
4. 14 Het i n v o o r g a a n d v o o r s c h r i f t b e d o e l d e s y s t e e m moet j a a r l i j k s doelmatig worden onderhouden door een deskundige. Een b e w i j s v a n o n d e r h o u d moet worden t i j d e n s een m l l i e u c o n t r o l e worden o v e r g e l e g d . Brandmeldinstallatie 4.15 De g e h e l e i n r i c h t i n g , i n c l u s i e f d e o p s l a g r u i m t e v o o r w h i s k y i n h o u t e n v a t e n , moet z i j n v o o r z i e n v a n e e n ( b r a n d ) m e l d s y s t e e m waarmee op een e e n v o u d i g e en s n e l l e w i j z e een b r a n d o f e r n s t i g e l e k k a g e kan w o r d e n g e m e l d a a n e e n c o n t i n u b e m a n d e p o s t . D i t m e l d s y s t e e m mag a l l e e n v o o r meldingen van n o o d s i t u a t i e s worden g e b r u i k t . 4.16 H e t s i g n a a l v a n e e n a u t o m a t i s c h d e t e c t i e s y s t e e m moet op e e n c o n t i n u b e m a n d e m e l d p o s t w o r d e n o n t v a n g e n o f d i r e c t w o r d e n d o o r g e m e l d n a a r de a l a r m c e n t r a l e v a n de r e g i o n a l e h u l p v e r l e n i n g s d i e n s t . Het d e t e c t i e s y s t e e m m o e t v o l d o e n a a n h e t g e s t e l d e i n NEN 2 5 3 5 [ R e f . 5 1 ] , i n c l u s i e f w i j z i g i n g s b l a d NEN 2 5 3 5 / A l . 4. 17 Het s i g n a a l schrifteiijk doorgemeld. geevalueerd
v a n h e t a u t o m a t i s c h d e t e c t i e s y s t e e m mag a l l e e n met e t o e s t e m m i n g v a n de B r a n d w e e r v e r t r a a g d w o r d e n Deze t o e s t e m m i n g k a n d o o r de B r a n d w e e r p e r i o d i e k w o r d e n en e v e n t u e e l h e r z i e n .
4 .18 Op d e i n r i c h t i n g m o e t e e n a l a r m e r i n g s s y s t e e m a a n w e z i g z i j n w a a r m e e a l l e b e t r o k k e n e n kunnen worden gewaarschuwd i n g e v a l van een e r n s t i g e lekkage, brand of andere onregelmatigheden. D i t alarmeringssysteem moet op v e r s c h i l l e n d e p l a a t s e n op h e t t e r r e i n i n w e r k i n g k u n n e n w o r d e n g e s t e l d . De a l a r m s i g n a l e r i n g m o e t o p e l k e p l e k b i n n e n d e inrichting v o o r i e d e r e e n h o o r b a a r z i j n . D i t a l a r m e r i n g s s y s t e e m mag uitsluitend voor a l a r m e r i n g worden g e b r u i k t . Beheer,
inspectie
4 .19 De i n s p e c t i e e n p a r a g r a a f 10.5,
en
onderhoud
onderhoudwerkzaamheden moet w o r d e n v o l d a a n 1 1 . 1 , 1 1 . 2 , 1 1 . 3 e n 1 1 . 4 v a n d e PGS 29.
4.20 B i j w i j z i g i n g e n d i e van moet worden v o l d a a n aan
5
GELUID EN
i n v l o e d z i j n op m i l i e u e n p a r a g r a a f 12.2 e n 12.3 v a n
aan
(brand)veiligheid d e PGS 29.
TRILLINGEN
5 . 1 Het e q u i v a l e n t e g e l u i d s n i v e a u (LAeq) v e r o o r z a a k t d o o r werkzaamheden b i n n e n de i n r i c h t i n g e n / o f d o o r de i n de i n r i c h t i n g a a n w e z i g e m a c h i n e s e n i n s t a l l a t i e s , mag t e r p l a a t s e v a n d e w o n i n g e n v a n d e r d e n a a n de S t a t i o n s w e g n r s . 7, 1 1 e n 13 e n o p e n i g p u n t 2 5 m e t e r v a n de i n r i c h t i n g s g r e n s n i e t hoger z i j n dan: 50 d B ( A ) o v e r de p e r i o d e t u s s e n 0 7 . 0 0 e n 19.00 uur (dag), 45 d B ( A ) o v e r de p e r i o d e t u s s e n 19.00 en 23.00 u u r (avond), a i s m e d e op z o n d a g e n e n a l g e m e e n e r k e n d e f e e s t d a g e n t u s s e n 0 7 . 0 0 en 23.00 uur, 40
Toorank
dB(A)
over
de
periode
tussen
23.00
22 van 29
en
07.00
uur
(nacht).
Wm nr.
5.2 Het maximale g e l u i d s n i v e a u (Lmax), gemeten i n m e t e r s t a n d ' f a s t ' , v e r o o r z a a k t d o o r w e r k z a a m h e d e n b i n n e n de i n r i c h t i n g e n / o f d o o r de de i n r i c h t i n g a a n w e z i g e m a c h i n e s e n i n s t a l l a t i e s , mag o p d e o n d e r vermelde p u n t e n n i e t hoger z i j n dan: 60
dB(A)
over
de
periode
tussen
5 5 dB (A) o v e r d e p e r i o d e t u s s e n op zondagen en algemeen e r k e n d e uur, 50
dB(A)
over
de
periode
07.00
en
19.00
uur
i n 5.1
(dag),
19.00 e n 23.00 u u r ( a v o n d ) , a i s m e d e f e e s t d a g e n t u s s e n 07.00 en 23.00
tussen
23.00
en
07.00
uur
(nacht).
5.3 De m e t i n g e n e n d e b e o o r d e l i n g v a n d e g e i u i d s n i v e a u s z o a l s d i e z i j n b e p a a l d i n d i t h o o f d s t u k m o e t e n w o r d e n u i t g e v o e r d v o l g e n s de ' H a n d l e i d i n g meten en r e k e n e n i n d u s t r i e l a w a a i ' , I C G - r a p p o r t IL-HR13-01, d.d. maart 1981. 5.4 B i j h e t v a s t s t e l l e n v a n h e t m a x i m a l e g e l u i d s n i v e a u (Lmax) v o o r de d a g p e r i o d e d i e n t h e t g e l u i d a f k o m s t i g v a n komend en v e r t r e k k e n d v e r k e e r t e n b e h o e v e v a n de i n r i c h t i n g , a i s m e d e l a a d - e n l o s a c t i v i t e i t e n b u i t e n beschouwing te worden gelaten. 5.5 B i n n e n 6 maanden na h e t i n w e r k i n g t r e d e n v a n d i t v o o r s c h r i f t moet door m i d d e l van een a k o e s t i s c h onderzoek aan het bevoegde gezag worden a a n g e t o o n d d a t a a n d e g e l u i d s v o o r s c h r i f t e n 5 . 1 t o t e n m e t 5.4 w o r d t v o l d a a n . De r e s u l t a t e n v a n d i t a k o e s t i s c h o n d e r z o e k m o e t e n b i n n e n d i e t e r m i j n s c h r i f t e l i j k aan ons worden g e r a p p o r t e e r d . I n d i e n n i e t a a n de g e l u i d s v o o r s c h r i f t e n w o r d t v o l d a a n , mogen de a c t i v i t e i t e n d i e de o v e r s c h r i j d i n g v e r o o r z a k e n n i e t e e r d e r p l a a t s v i n d e n d a n n a d a t de o v e r s c h r i j d i n g o n g e d a a n i s gemaakt. Het r a p p o r t moet d a a r t o e een p l a n b e v a t t e n w a a r i n w o r d t a a n g e g e v e n op w e l k e w i j z e e n b i n n e n w e l k e p e r i o d e w e l a a n de g e l u i d s v o o r s c h r i f t e n z a l worden v o l d a a n . Het p l a n moet t e n m i n s t e bevatten: a. M a a t r e g e l e n e n t e b e h a i e n r e d u c t i e p e r m a a t r e g e l . b. G e s c h a t t e u i t v o e r i n g s t e r m i j n en k o s t e n p e r m a a t r e g e l . c. I n z i c h t i n m o g e l i j k e n e v e n e f f e c t e n p e r m a a t r e g e l , b i j v o o r b e e l d energieverbruik of visuele hinder. H e t p l a n mag n i e t e e r d e r w o r d e n u i t g e v o e r d d a n n a d a t h e t b e v o e g d e gezag het p l a n hebben goedgekeurd. 5.6 Alvorens t o t u i t v o e r i n g van het i n het voorgaande v o o r s c h r i f t bedoelde o n d e r z o e k w o r d t o v e r g e g a a n d i e n t h e t b e v o e g d g e z a g op de h o o g t e g e s t e l d t e w o r d e n o v e r de o p z e t v a n h e t o n d e r z o e k . U i t s l u i t e n d n a u i t d r u k k e l i j k e toestemming van het bevoegd gezag kan worden overgegaan t o t h e t u i t v o e r e n v a n h e t o n d e r z o e k . A a n de o p z e t v a n h e t o n d e r z o e k k a n h e t b e v o e g d g e z a g n a d e r e e i s e n s t e l l e n i n v e r b a n d met m o g e l i j k e s p e c i f i e k e omstandigheden. 5.7 G e d u r e n d e h e t l a d e n e n l o s s e n mogen de m o t o r e n v a n de v o e r t u i g e n waarin wordt geladen of waaruit wordt g e l o s t , n i e t i n werking z i j n t e n z i j d i t n o o d z a k e l i j k i s t e n b e h o e v e v a n de l a a d - e n l o s a p p a r a t u u r .
Tciorank
23 van 29
Wm nr.
5. 8 Radio's en andere g e l u i d s - o f o m r o e p i n s t a l l a t i e s , i n c l u s i e f d i e v a n a u t o ' s v a n b e z o e k e r s o f b e v o o r r a d i n g s a u t o ' s , mogen b u i t e n de i n r i c h t i n g n i e t hoorbaar zijn.
6
AFVALSTOFFEN
6.1 G e v a a r l i j k e a f v a l s t o f f e n a l s b e d o e l d i n de b i j l a g e v a n de R e g e l i n g s c h e i d e n en gescheiden houden v a n g e v a a r l i j k e a f v a l s t o f f e n worden v a n e l k a a r en v a n andere a f v a l s t o f f e n gescheiden, gescheiden gehouden en gescheiden afgegeven. A l l e o v e r i g e a f v a l s t o f f e n worden gescheiden, gescheiden gehouden en gescheiden afgegeven, t e n z i j d i t r e d e l i j k e r w i j s n i e t k a n worden gevergd. 6.2 Degene d i e de i n r i c h t i n g d r i j f t v e r w i j d e r t zo vaak a l s n o d i g v e r p a k k i n g e n o f andere m a t e r i a l e n d i e u i t de i n r i c h t i n g a f k o m s t i g z i j n o f v o o r d e i n r i c h t i n g z i j n b e s t e m d b i n n e n e e n s t r a a l v a n 25 m e t e r v a n de i n r i c h t i n g .
7
AFVALWATER
7 . 1 De i n g e v o l g e d e z e v e r g u n n i n g o p d e g e m e e n t e l i j k e r i o l e r i n g t e a f v a l s t o f f e n , v e r o n t r e i n i g e n d e o f s c h a d e l i j k e s t o f f e n mogen u i t s l u i t e n d bestaan u i t : bedrijfsafvalwater bedrijfsafvalwater, schrobwater.
van huishoudelijke t e weten n i e t
brengen
aard;
alcoholhoudend
spoel-
en
7.2 B e d r i j f s a f v a l w a t e r mag s l e c h t s i n e e n o p e n b a a r r i o o l w o r d e n g e b r a c h t , i n d i e n door de s a m e n s t e l l i n g , e i g e n s c h a p p e n o f h o e v e e l h e i d e r v a n : De d o e l m a t i g e w e r k i n g n i e t w o r d t b e l e m m e r d v a n e e n o p e n b a a r r i o o l , een d o o r e e n b e s t u u r s o r g a a n b e h e e r d z u i v e r i n g s t e c h n i s c h werk o f de b i j d i t openbaar r i o o l o f z u i v e r i n g s t e c h n i s c h e werk behorende apparatuur; De v e r w e r k i n g n i e t w o r d t b e l e m m e r d v a n s l i b , v e r w i j d e r d u i t e e n openbaar r i o o l o f een door een bestuursorgaan beheerd z u i v e r i n g s t e c h n i s c h werk.
8
BODEM
8.1 V o o r e l k e b e d r i j f s a c t i v i t e i t w a a r b i j v o l g e n s d e NRB e e n r i s i c o o p b o d e m v e r o n t r e i n i g i n g b e s t a a t , moeten dusdanige bodembeschermende v o o r z i e n i n g e n e n m a a t r e g e l e n z i j n g e t r o f f e n d a t de a c t i v i t e i t , i n o v e r e e n s t e m m i n g m e t d e NRB, v o l d o e t a a n d e b o d e m r i s i c o c a t e g o r i e A ( e e n verwaarloosbaar risico). 8.2 Een
bodembeschermende v o o r z i e n i n g i s z o d a n i g u i t g e v o e r d d a t : gemorste
of gelekte vioeibare
effectief er
geen h e m e l w a t e r op o f i n t e r e c h t
hemelwater
Toorank
bodembedreigende
worden opgevangen en kunnen worden k a n komen,
vioeistoffen opgeruimd; tenzij het
r e g e l m a t i g v a n o f u i t de v o o r z i e n i n g wordt v e r w i j d e r d .
24 van 29
Wm nr.
8.3 Een bodembeschermende v o o r z i e n i n g i s b e s t a n d t e g e n de i n w e r k i n g v a n d e s b e t r e f f e n d e v i o e i b a r e b o d e m b e d r e i g e n d e s t o f f e n e n de c o n d i t i e s waaronder deze s t o f f e n worden g e b r u i k t of opgeslagen.
de
8.4 B r a n d b a r e v i o e i s t o f f e n d i e op e e n bodembeschermende v o o r z i e n i n g z i j n gemorst worden d i r e c t opgeruimd. Daartoe d i e n t v o l d o e n d e absorptieo f n e u t r a l i s a t i e m i d d e l a a n w e z i g t e z i j n . De a a r d e n d e h o e v e e l h e i d v a n d e a b s o r p t i e - o f n e u t r a l i s a t i e m i d d e l e n m o e t a f g e s t e m d z i j n op de a a r d v a n de s t o f f e n . A f h a n k e l i j k v a n de a a r d v a n d e g e a b s o r b e e r d e of g e n e u t r a l i s e e r d e s t o f d i e n t het g e b r u i k t e materiaal te worden b e h a n d e l d , o p g e s l a g e n en a f g e v o e r d a l s g e v a a r l i j k afval. 8.5 Een l e k b a k moet, i n d i e n h e t ( l i c h t ) o n t v l a m b a r e v i o e i s t o f f e n i n e m b a l l a g e b e t r e f t , de g e h e l e i n h o u d v a n de t o t a i e h o e v e e l h e i d o p g e s l a g e n v i o e i s t o f f e n k u n n e n b e v a t t e n . I n de o v e r i g e g e v a l l e n moet de b a k e e n i n h o u d h e b b e n v a n t e n m i n s t e de g r o o t s t e v e r p a k k i n g s e e n h e i d v e r m e e r d e r d met 1 0 % v a n de i n h o u d v a n de o v e r i g e e m b a l l a g e . I n v e r b a n d met de o p s l a g i n t a n k s e n h o u t e n v a t e n w o r d t h i e r v e r w e z e n naar p a r a g r a a f 5.3 v a n d e PGS 29. 8.6 B i n n e n de i n r i c h t i n g d i e n t e e n b e d r i j f s n o o d p l a n v o o r b o d e m b e s c h e r m i n g aanwezig t e z i j n . Het p l a n d i e n t een b e s c h r i j v i n g t e geven v a n m a a t r e g e l e n en v o o r z i e n i n g e n , d i e een v e r g u n n i n g h o u d s t e r h e e f t v o o r b e r e i d om e f f e c t e n v a n c a l a m i t e i t e n ( o n g e w e n s t e g e b e u r t e n i s s e n ) t e m i n i m a l i s e r e n en t e b e s t r i j d e n . 8.7 P e r s o n e e l moet z i j n g e i n s t r u e e r d e n g e t r a i n d i n de j u i s t e b e d i e n i n g v a n de p r o c e s a p p a r a t u u r , de d a a r t o e u i t t e v o e r e n h a n d e l i n g e n en de b i j b e h o r e n d e b e s c h e r m e n d e m a a t r e g e l e n . H i e r b i j h o o r t ook de t r a i n i n g i n het g e b r u i k van noodmaatregelen, het opruimen van v r i j g e k o m e n s t o f f e n e n h e t m e l d e n v a n i n c i d e n t e n b i j de d a a r t o e a a n g e w e z e n verantwoordelijke personen. 8.8 In p r o d u c t i e - of o p s l a g r u i m t e n waar g e v a a r l i j k e (afval)stoffen a a n w e z i g z i j n , mogen z i c h g e e n s c h r o b p u t j e s b e v i n d e n .
Bodemonderzoek 8.9 B i j b e e i n d i g i n g v a n (een d e e l van) de b e d r i j f s a c t i v i t e i t e n w a a r b i j p o t e n t i e e l b o d e m b e d r e i g e n d e a c t i v i t e i t e n hebben p l a a t s g e v o n d e n , moet t e r v a s t s t e l l i n g v a n de e f f e c t i v i t e l t v a n b o d e m b e s c h e r m e n d e v o o r z i e n i n g e n e n de i n v l o e d v a n de i n r i c h t i n g op de k w a l i t e i t v a n de bodem (grond en g r o n d w a t e r ) b i n n e n v i e r weken na b e e i n d i g i n g een e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k worden u i t g e v o e r d . Het e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k moet t e n m i n s t e v o l d o e n a a n " B o d e m o n d e r z o e k M i l i e u v e r g u n n i n g e n BSB, met p r o t o c o l v o o r g e c o m b i n e e r d b o d e m o n d e r z o e k " , Sdu t e Den H a a g , o k t 1993 I S B N 9 0 - 1 2 - 0 8 1 1 8 - 1 . I n a f w i j k i n g h i e r v a n m o e t e n de m o n s t e r en a n a l y s e m e t h o d e n v o l d o e n a a n NEN 5740. 8.10 H e t e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k moet w o r d e n v e r r i c h t op de t i j d e n s h e t n u l s i t u a t i e - b o d e m o n d e r z o e k o n d e r z o c h t e l o c a t i e s e n op a l l e o v e r i g e
Toorank
25 van 29
Wmnr.
l o c a t i e s i n de i n r i c h t i n g w a a r b o d e m b e d r e i g e n d e a c t i v i t e i t e n h e b b e n p l a a t s g e v o n d e n . M o n s t e r n e m i n g moet d i r e c t n a b e e i n d i g i n g v a n de a c t i v i t e i t e n p l a a t s v i n d e n . T e r p l a a t s e v a n de t i j d e n s h e t n u l s i t u a t i e bodemonderzoek o n d e r z o c h t e l o c a t i e s moet h e t e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k d e z e l f d e opzet en i n t e n s i t e i t hebben a l s h e t n u l s i t u a t i e bodemonderzoek . Toeiichting: Geadviseerd wordt de opzet uitvoering wordt overgegaan bevoegd gezag.
van bodemonderzoeken alvorens ter goedkeuring te overleggen
tot aan
het
8.11 De r e s u l t a t e n v a n h e t e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k m o e t e n b i n n e n 4 m a a n d e n n a u i t v o e r i n g van h e t bodemonderzoek aan h e t bevoegd gezag z i j n gezonden. 8.12 Ter
z a k e v a n de u i t v o e r i n g v a n h e t o n d e r z o e k
(nadere)
eisen
worden g e s t e l d
door
en de r a p p o r t a g e
de a f d e l i n g
kunnen
Milieu.
8.13 De e i n d s i t u a t i e o n d e r z o e k e n r i c h t e n z i c h u i t s l u i t e n d o p d e bodembedreigende s t o f f e n d i e d o o r de werkzaamheden t e r p l a a t s e e e n b e d r e i g i n g v o o r de b o d e m k w a l i t e i t v o r m e n o f v o r m d e n e n op de p l a a t s e n waar bodembedreigende a c t i v i t e i t e n p l a a t s v i n d e n , z u l l e n p l a a t s v i n d e n dan w e l hebben p l a a t s g e v o n d e n .
9
LUCHT
9.1 De g e u r e m i s s i e v a n d e i n r i c h t i n g w o r d t g e r e d u c e e r d d o o r d e t i j d e n s h e t g i s t e n o n t s t a n e COj v i a e e n w a s f l e s n a a r d e b u i t e n l u c h t a f t e v o e r e n . 9.2 De g e u r i m m i s s i e v a n w e g e d e i n r i c h t i n g m a g d e 1,5 O d o u r u n i t s p e r k u b i e k e m e t e r (3 g e / m 3 ) , b e p a a l d a l s u u r g e m i d d e l d e c o n c e n t r a t i e , o p d e e r f g r e n s , n i e t meer dan 2 p r o c e n t v a n de t i j d (98-percentiel) overschrijden.
10
STOOKINSTALLATIE
10.1 Een g a s g e s t o o k t e v e r w a r m i n g s - o f s t o o k i n s t a l l a t i e met e e n n o m i n a a l v e r m o g e n v a n meer d a n 100 k i l o w a t t w o r d t t e n m i n s t e e e n m a a l p e r v i e r j a a r g e k e u r d op v e i l i g f u n c t i o n e r e n , o p t i m a l e v e r b r a n d i n g e n energiezuinigheid. 10 .2 E e n k e u r i n g a l s b e d o e l d i n h e t v o o r g a a n d e v o o r s c h r i f t o m v a t mede d e a f s t e l l i n g v o o r de v e r b r a n d i n g , h e t systeem v o o r de t o e v o e r v a n b r a n d s t o f en de a f v o e r v a n verbrandingsgassen. 10.3 Een k e u r i n g a l s b e d o e l d i n h e t v o o r g a a n d e v o o r s c h r i f t w o r d t v e r r i c h t door een persoon d i e b e s c h i k t over een g e l d i g c e r t i f i c a a t dat i s a f g e g e v e n d o o r e e n i n s t e l l i n g d i e d o o r de Raad v o o r A c c r e d i t a t i e i s g e a c c r e d i t e e r d t e n e i n d e u i t v o e r i n g t e k u n n e n g e v e n a a n de " b e o o r d e l i n g r i c h t l i j n voor h e t u i t v o e r e n van onderhoud en i n s p e c t i e s aan s t o o k i n s t a l l a t i e s " v a n de S t i c h t i n g C e r t i f i c a t i e I n s p e c t i e e n
Toorank
26 van 29
Wmnr.
Onderhoud S t o o k i n s t a l l a t i e s o f aantoonbaar v o l d o e t aan e i s e n d i e t e n minste g e l i j k w a a r d i g z i j n aan d i e b e o o r d e l i n g r i c h t l i j n . 10 .4 I n d i e n u i t e e n k e u r i n g b l i j k t d a t de v e r w a r m i n g s - o f s t o o k i n s t a l l a t i e onderhoud b e h o e f t v i n d t d a t onderhoud b i n n e n twee weken na de k e u r i n g p l a a t s . Degene d i e de i n r i c h t i n g d r i j f t v r a a g t e e n b e w i j s w a a r u i t b l i j k t wanneer, door w i e en welk onderhoud i s v e r r i c h t . Het l a a t s t opgestelde k e u r i n g s r a p p o r t en h e t l a a t s t opgestelde onderhoudsbewijs worden bewaard.
Toorank
27 van 29
Wmnr.
B I J L A G E : BEGRIPPEN ** VOOR ZOVER E E N D I N - , NEN-, N E N - E N - , OF N E N - I S O - N O R M , V o o r z o v e r i n e e n v o o r s c h r i f t v e r w e z e n wordt n a a r een DIN-, DIN-ISO, NEN-, N E N - E N - , N E N - I S O - , N V N - n o r m , A l - b l a d , B R L , CPR, PGS o f NPR, w o r d t de u i t g a v e b e d o e l d d i e v o o r d e d a t u m w a a r o p d e v e r g u n n i n g i s v e r l e e n d h e t l a a t s t i s u i t g e g e v e n met t o t d i e d a t u m u i t g e g e v e n aanvullingen of correctiebladen. Indien er sprake i s van reeds b e s t a a n d e c o n s t r u c t i e s , t o e s t e l l e n , w e r k t u i g e n e n i n s t a l l a t i e s i s -de n o r m , B R L , CPR, P G S , NPR o f h e t A l - b l a d v a n t o e p a s s i n g d i e b i j d e a a n l e g o f i n s t a l l a t i e v a n d i e c o n s t r u c t i e s , t o e s t e l l e n , w e r k t u i g e n en i n s t a l l a t i e s i s toegepast, t e n z i j i n het v o o r s c h r i f t anders i s bepaald. A l l e o n d e r s t a a n d e v e r k l a r i n g e n e n d e f i n i t i e s z i j n v a n t o e p a s s i n g op de i n de v o o r s c h r i f t e n g e b r u i k t e b e n a m i n g e n e n t e r m e n , a a n g e v u l d met, dan w e l i n a f w i j k i n g v a n de i n NEN 5 880 ( A f v a l e n a f v a l v e r w i j d e r i n g , A l g e m e n e t e r m e n e n d e f i n i t i e s ) e n de NEN 5884 ( A f v a l e n afvalverwerking, t e r m e n e n d e f i n i t i e s v o o r bouw- e n sloopafvai) gegeven v e r k l a r i n g e n en d e f i n i t i e s . BESTELADRESSEN: p u b l i c a t i e s z i j n i n i e d e r g e v a l v e r k r i j g b a a r b i j de onderstaande instanties: - overheidspublicaties z o a l s A l - b l a d e n en C P R - r i c h t l i j n e n b i j : SDU S e r v i c e , a f d e l i n g Verkoop P o s t b u s 20014 2 5 0 0 EA DEN H A A G t e l e f o o n ( 0 7 0 ) 3 7 8 98 80 t e l e f a x ( 0 7 0 ) 3 7 8 97 83 - PGS-richtlijnen
zijn
digitaal
verkrijgbaar
v i a www.vrom.nl
- D I N , D I N - I S O , NEN, NEN-EN, N E N - I S O , N V N - n o r m e n e n N P R - r i c h t l i j n e n bij: N e d e r l a n d s N o r m a l i s a t i e - i n s t i t u u t (NEN), A f d e l i n g v e r k o o p P o s t b u s 5059 2 6 0 0 GB DELFT t e l e f o o n ( 0 1 5 ) 2 6 9 03 9 1 t e l e f a x ( 0 1 5 ) 2 6 9 02 7 1 www.nen.nl - BRL-richtlijnen b i j : KIWA C e r t i f i c a t i e e n K e u r i n g e n P o s t b u s 70 2 2 8 0 AB RIJSWIJK t e l e f o o n ( 0 7 0 ) 4 1 4 4 4 00 t e l e f a x ( 0 7 0 ) 4 1 4 44 2 0 - InfoMil i s het regelgeving. www.infomil.nl
Toorank
informatiecentrum
i n Nederland
28 van 29
over milieu
wet-
en
Wm nr.
BEROEP Een exemplaar v a n e x p l o i t a n t v a n de aan:
d e z e b e s c h i k k i n g z a l w o r d e n g e z o n d e n a a n de i n r i c h t i n g . V o o r t s z a l een exemplaar worden
gezonden
a. h e t C o l l e g e v a n B u r g e m e e s t e r e n W e t h o u d e r s v a n de gemeente L i n g e w a a r d , P o s t b u s 15, 6680 AA Bemmel; b . B r a n d w e e r N i j m e g e n , P o s t b u s 9 1 0 5 , 6 5 0 0 HG N I J M E G E N T e v e n s z a l de b e s c h i k k i n g b e k e n d w o r d e n gemaakt d o o r : a . t e r i n z a g e l e g g i n g i n h e t O p e n H u i s a a n d e M a r i e n b u r g 75 a l h i e r ; b. p u b l i c a t i e v a n de k e n n i s g e v i n g i n h e t h u i s - a a n - h u i s b l a d de B r u g ;
B e r o e p en v o o r l o p i g e v o o r z i e n i n g B e l a n g h e b b e n d e n d i e h e t met h e t b o v e n s t a a n d e b e s l u i t n i e t eens z i j n en d i e t e g e n h e t o n t w e r p b e s l u i t t i j d i g hun z i e n s w i j z e hebben i n g e d i e n d a i s m e d e de b e l a n g h e b b e n d e n d i e n i e t v e r w e t e n k a n w o r d e n g e e n z i e n s w i j z e t e hebben i n g e d i e n d , kunnen b i n n e n zes weken na b o v e n g e n o e m d e d a t u m v a n h e t b e s l u i t b e r o e p i n s t e l i e n . U m o e t uw b e r o e p s c h r i f t r i c h t e n a a n de Raad v a n S t a t e , A f d e l i n g b e s t u u r s r e c h t s p r a a k , P o s t b u s 20019, 2500 EA ' s - G r a v e n h a g e . Het B e s l u i t t r e e d t i n w e r k i n g na a f l o o p v a n de b e r o e p s t e r m i j n v a n 6 w e k e n , t e n z i j v o o r d e z e d a t u m b e r o e p i s i n g e s t e l d e n e e n v e r z o e k om v o o r l o p i g e v o o r z i e n i n g i s gedaan. Het v e r z o e k moet worden g e r i c h t aan de V o o r z i t t e r v a n de A f d e l i n g b e s t u u r s r e c h t s p r a a k v a n de R a a d v a n S t a t e . I n d a t g e v a l w o r d t h e t b e s l u i t n i e t v a n k r a c h t v o o r d a t op h e t v e r z o e k i s b e s l i s t . Voor h e t b e h a n d e l e n v a n h e t b e r o e p en h e t v e r z o e k om v o o r l o p i g e v o o r z i e n i n g m o e t e n g r i f f i e r e c h t e n w o r d e n b e t a a l d . V o o r v e r d e r e i n f o r m a t i e h i e r o v e r k u n t u t e r e c h t b i j de Raad v a n S t a t e , t e l e f o o n n u m m e r ( 0 7 0 ) 4 2 6 42 5 1 , w e b s i t e w w w . r a a d v a n s t a t e . n l .
Toorank
29 van 29
Wm nr.
Bijlage 10
Standpunt RIVM inzake PSG29
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
199
200
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Rijksinstituut
Postbus 1
A. van Leeuwenhoeklaan 9
Tel (030) 274 91 11
[email protected]
3720 B A Bilthoven
Bilthoven
Fax (030) 274 29 71
www.rivm.nl
Gemeente Nijmegen Afdeling Milieu
. •
voor Volksgezondheid en IVlllieu
„
T
-cir
t.
T.a.v. mw. L . van Wersch Postbus 571 6500 A N N I J M E G E N
Onderwerp
Richtlijn voor opslag alcohol in houten vaten
Geachte mevrouw van Wersch, Datum
Het Centrum Exteme Veiligheid beantwoordt hierbij op uw verzoek^ de vraag welke richtlijnen moeten worden toegepast voor de opslag in houten vaten om te voldoen aan het B B T uivcau (best beschikbare technieken). Het betreft hier een bedrijf dat alcohol (< 40%) opslaat in tanks en vervolgens afvult in kleinere hoeveelheden. De opslag vindt plaats in stalen verticale cilindrische tanks, waarvoor PGS 29^ is toegepast. Daarnaast wordt er alcoholhoudende drank opgeslagen in horizontale houten vaten met een inlioud varierend van 3000 tot 7000 liter. De opslag is inpandig.
28 februari 2007 Ons kenmerk 054/07 CEV Tim/sij-1548 Uw kenmerk
Blad 1/2 Behandeld door ir. P.G.J. Timmers
Tel (030) 274 2914 Fax (030) 274 4442 [email protected]
^oor de opslag in stalcu verticale cilindrische tanks kan PGS 29 inderdaad worden toegepast. Echter, voor de horizontale houten vaten is PGS 29 niet toepasbaar. Welke richtlijnen zijn hiervoor wel toe te passen? Een veiligheidsniveau zoals verlangd in PGS ^9 is voor de houteu vaten waarschijnlijk niet of zeer moeilijk te realiseren.
Kopie aan J. Sampers VROM-Inspectie Regio Oost
Aangezien voedings- en genotmiddelen nadrukkelijk worden uitgesloten van de WMS'', ^^^^ veiplicht om hicrvoor deze PGS toe te passen. Als leidraad kan de " K I W A 4 I'ichtlijn tankinstallaties voor vioeistoffen en dampen, ondergronds en bovengronds'' gehanteerd worden. Deze richtlijn is u al eerder toegezonden. Natuurlijk is het wel noodzakelijk om een zo goed mogelijk veiligheidsniveau te handhaven. PGS 29 bevat hiervoor wel enkele goede aanknopingspunten, waarop even kort zal worden ingegaan. Bekijken we de scenario's welke kunnen optreden bij gebruik van de houten vaten, dan zijn dit een klein en een groot lek en het falen van het vat. Dit resulteert in eerste instantie in een vloeistofplas, die bij ontsteking kan leiden tot een plasbrand en na verdamping tot een brandbare gaswolk. De maatregelen dienen er dan ook op gericht te zijn om vloeistofverspreiding tegen te gaan en het ontstaan van een explosieve dampwolk te voorkomen. Dit betekent dat: de vaten moeten zijn uitgerust met een vioeistofdichte opvangvoorziening.
E-mail van 22 januari 2007 van mw. Wersch aan RrVM/CEV. ^ Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 29, "RichtUjn voor bovengrondse opslag van brandbare vioeistoffen in verticale cilindrische tanks", Ministerie van VROM, 2005. ^ Wet Milieugevaarlijke Stoffen: Wet van 5 december 1985, houdende regelingen ter bescherming van mens en milieu tegen gevaarlijke stoffen en preparaten, Artikel 1, Lid 2. •* KIWA: "Richtlijn tankinstallaties voor vioeistoffen en dampen, ondergronds en bovengionds", Kiwa N.V., Rapport P 107776, 2004-01-12.
rnyjn Datum 28 februari 2007 Onskenmerk 054/07 CEV Tim/sij-1548
-
maatregelen genomen dienen te worden om ontstekingsbronnen te voorkomen, zodanig dat voldaan wordt aan de eisen en maatregelen voor zone-indeling volgens N P R 7910^. Daarbij kan ventilatie worden toegepast om het ontstaan van een explosief mengsei te voorkomen.
Blad
2/2
Verder zijn er geen richtlijnen waarbij kan worden aangesloten voor onderhavige situatie. Wij sturen de VROM-hispectie een kopie van deze brief, zodat zij goed geinformeerd zijn als er vragen over opslag van alcohol in houten vaten worden gesteld. Indien u daar bezwaar tegen heeft, verzoeken wij u dit binnen 10 dagen aan ons te laten weten. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd. Voor vragen kunt u contact opnemen met de heer P.G.J. Timmers, telefoon 030-274 2914. .-Metyriendelijk£.groet,
ir. C M . \^ii
' Nederiandse praktijkiiohtlijn NPR 7910-1, "Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar - deel 1: Gasontplofflngsgevaar", ICS 29.260.20, juU 2001
Uitspraak Raad van State over geluid Bijlage 11 en stellingname Tideman
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
203
204
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Raad van State
Page 1 of 4
Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED
201200752/1/R2 woensdag 15 augustus 2012 het college van burgemeester en wethouders van Ede Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer Bestemmingsplannen Gelderland Print deze uit spraak
201200752/1/R2. Datum uitspraak: 15 augustus 2012
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te Wekerom, gemeente Ede, en het college van burgemeester en wethouders van Ede, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 6 december 2011 heeft het college het wijzigingsplan "Wekerom Oost, wijzigingsgebieden 3 en 4" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 januari 2012, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend. Het college heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 juni 2012, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J.T.F. van Berkel, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door ing. G.H. Landeweerd en mr. J.-F. de Leeuw, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Met het plan wordt de realisatie van een aantal woningen aan de oostkant van Wekerom mogelijk gemaakt. [appellante] exploiteert ter plaatse [locatie] een gemechaniseerd loonbedrijf. 2.2. Ingevolge artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan bij een bestemmingsplan worden bepaald dat met inachtneming van de bij het plan te geven regels het college van burgemeester en wethouders binnen bij het plan te bepalen grenzen het plan kan wijzigen. 2.3. Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan mag de
http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_v... 10-12-2012
Raad van State
Page 2 of 4
aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd, indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt echter niet weg dat het bij het vaststellen van een wijzigingsplan gaat om een bevoegdheid en niet om een plicht. Het feit dat aan de in een bestemmingsplan opgenomen wijzigingsvoorwaarden is voldaan, laat de plicht van het college onverlet om in de besluitvorming omtrent de vaststelling van een wijzigingsplan na te gaan of uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, wijziging van de oorspronkelijke bestemming is gerechtvaardigd.
Wijzigingsvoorwaarde 2.4. [appellante] kan zich niet met het plan verenigen en betoogt dat niet is voldaan aan de wijzigingsvoorwaarde van artikel 25, lid 25.1, van de planregels van het bestemmingsplan "Wekerom" (hierna: het bestemmingsplan), nu de gebruiksmogelijkheden van haar gronden worden beperkt. 2.4.1. Ingevolge van artikel 25, lid 25.1, van de planregels van het bestemmingsplan geldt voor elke wijziging in zijn algemeenheid dat in de afweging in ieder geval de stedenbouwkundige, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen worden betrokken. Met het oog daarop worden, voor zover hier van belang, in elk geval de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden in acht genomen. 2.4.2. Nu de gronden waarop de inrichting van [appellante] is gevestigd niet aangrenzend aan het plangebied zijn gelegen, faalt het betoog.
Belemmering van de bedrijfsvoering 2.5. [appellante] betoogt dat het plan niet voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening, nu zij door de te realiseren woningen zal worden beperkt in haar bedrijfsvoering. [appellante] betoogt dat zij, om ten opzichte van de te realiseren woningen te voldoen aan de voor haar inrichting geldende geluidvoorschriften ingevolge het Besluit landbouw milieubeheer (hierna: het Blm), de hogedrukspuit voor het schoonspuiten van het materiaal niet langer kan gebruiken aan de achterzijde van haar perceel. [appellante] betwist de conclusie van het op 6 juni 2012 uitgebrachte rapport "Akoestische advisering RO ivm Loonbedrijf [appellante], wijzigingsgebieden", dat in opdracht van de gemeente is verricht door Schoonderbeek en Partners Advies B.V. (hierna: het akoestisch rapport) dat de maximale geluidniveaus op de gevels van de te realiseren woningen niet zullen worden overschreden. Zij stelt dat geen rekening is gehouden met de piekniveaus die worden veroorzaakt door het plaatsen van opleggers op trucks. [appellante] betoogt voorts dat ten onrechte niet is onderzocht of zij ten opzichte van de te realiseren woningen zal kunnen voldoen aan de voorschriften van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (hierna: het Barim). Zij voert daartoe aan dat zij haar bedrijfsvoering eenvoudig zo kan veranderen dat haar inrichting niet langer onder de werking van het Blm valt, maar onder de werking van het Barim. 2.5.1. Het college stelt zich op het standpunt dat [appellante] reeds in de huidige situatie de hogedrukspuit niet achter het bedrijfsgebouw kan gebruiken, omdat [appellante] dan ten opzichte van de bestaande woningen ter plaatse van de Edeseweg 128 tot en met 136 niet voldoet aan de voor haar inrichting geldende geluidvoorschriften ingevolge het Blm. 2.5.2. Ingevolge voorschrift 1.1.1, onder a, van de bijlage bij het Blm bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege de vast opgestelde installaties en toestellen op de gevel van een geluidgevoelige bestemming niet meer dan 45 dB(A), 40 dB(A) en 35 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Ingevolge voorschrift 1.1.3, onder a, bedraagt het piekniveau vanwege de vast opgestelde installaties en toestellen, alsmede door de verrichte werkzaamheden en activiteiten op de gevel
http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_v... 10-12-2012
Raad van State
Page 3 of 4
van een geluidgevoelige bestemming niet meer dan 70 dB(A), 65 dB(A) en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. 2.5.3. De inrichting van [appellante] valt onder de werking van het Blm. Ter plaatse van de bestaande en de met het plan mogelijk gemaakte woningen moet [appellante] derhalve voldoen aan de geluidvoorschriften van het Blm. 2.5.4. Niet in geschil is dat de permanent in de inrichting van [appellante] aanwezige hogedrukspuit de enige vast opgestelde installatie is in de zin van het Blm. Ter zitting heeft het college onweersproken gesteld dat [appellante] de hogedrukspuit niet aan de achterzijde van haar perceel gebruikt, maar in de inpandige wasplaats. [appellante] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij ten tijde van het bestreden besluit concrete plannen had om haar inrichting dusdanig te veranderen dat deze zou moeten voldoen aan het Barim. Het college behoefde bij de vaststelling van het plan dan ook geen rekening te houden met deze mogelijkheid. 2.5.5. Volgens het akoestisch rapport worden de ingevolge voorschrift 1.1.1 van de bijlage bij het Blm geldende langtijdgemiddelde beoordelingniveaus op de gevels van de in het plan voorziene woningen niet overschreden bij het gebruik van de hogedrukspuit in de inpandige wasplaats. Hetgeen [appellante] heeft aangevoerd geeft derhalve geen aanleiding voor het oordeel dat zij in zoverre vanwege de in het plan voorziene woningen zal worden beperkt in haar bedrijfsvoering. 2.5.6. De ingevolge voorschrift 1.1.3 van het Blm geldende piekniveaus op de gevels van de in het plan voorziene woningen worden volgens het akoestisch rapport niet overschreden. Uit het akoestisch rapport blijkt niet dat in het bijzonder rekening is gehouden met de piekniveaus die worden veroorzaakt vanwege het plaatsen van opleggers op trucks. In het door [appellante] overgelegde op 6 april 2011 uitgebrachte rapport "Akoestisch rapport loonbedrijf [appellante] [locatie] Wekerom" dat in opdracht van [appellante] is verricht door akoestisch bureau Tideman (hierna: het Tideman-rapport) is evenmin rekening gehouden met het plaatsen van opleggers op trucks. Volgens paragraaf 6.2 van het Tideman-rapport worden de piekniveaus met name veroorzaakt door het starten van voertuigen en het dichtslaan van portieren. [appellante] heeft derhalve niet met een deskundigenadvies of andere objectief verifieerbare gegevens aannemelijk gemaakt dat vanwege het plaatsen van opleggers op trucks de ingevolge voorschrift 1.1.3 van de bijlage bij het Blm geldende piekniveaus op de gevels van de in het plan voorziene woningen zullen worden overschreden, terwijl die piekniveaus in de huidige situatie niet worden overschreden op de gevels van de reeds bestaande woningen. Het betoog faalt.
Woon- en leefklimaat 2.6. [appellante] betoogt dat voor de bewoners van de in het plan voorziene woningen geen goed woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd. De enkele verwijzing naar de brochure van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten "Bedrijven en Milieuzonering", editie 2009 (hierna: de VNG-brochure) is naar [appellante] stelt onvoldoende nu de daarin gehanteerde afstanden slechts dienen als handvat. Gelet op het Tideman-rapport had volgens [appellante] door het college onderzoek moeten worden verricht naar het woon- en leefklimaat in de te realiseren woningen. 2.6.1. In de VNG-brochure zijn de bedrijfstypen ingedeeld in milieucategorieën, die samenhangen met een aanbevolen afstand ten opzichte van een milieugevoelige bestemming om hinder van de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar uit te sluiten of althans tot een aanvaardbaar niveau te beperken. De afstanden die in de brochure worden aanbevolen, gelden in beginsel tussen de perceelsgrens van een bedrijf en de gevel van een woning die is gelegen in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype. Indien de omgeving is aan te merken als 'gemengd gebied', kunnen de richtafstanden volgens de VNG-brochure met één afstandsstap worden verlaagd, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. 2.6.2. Volgens paragraaf 3.2 van het Tideman-rapport moet in het onderhavige geval in kader van een goede ruimtelijke ordening gelet op de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening een geluidcontour van 45 dB(A) etmaalwaarde worden aangehouden. Het Tideman-rapport kan hierin niet worden gevolgd, nu de genoemde geluidwaarde een richtwaarde is voor het opstellen van geluidvoorschriften in het kader van de vergunningverlening
http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_v... 10-12-2012
Raad van State
Page 4 of 4
zolang er nog geen gemeentelijke nota industrielawaai is vastgesteld. Dat niet aan deze geluidwaarde wordt voldaan, kan op zichzelf dan ook geen aanleiding geven voor het oordeel dat het plan niet strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. 2.6.3. Het bedrijf van [appellante] kan worden gekarakteriseerd als dienstverlening ten behoeve van de landbouw met een bedrijfsoppervlak van meer dan 500 m² en is volgens bijlage 1 van de VNG-brochure van milieucategorie 3.1. Voor milieucategorie 3.1 geldt een richtafstand van 50 meter in het omgevingstype 'rustige woonwijk en rustig buitengebied'. Volgens paragraaf 3.6.1 van de plantoelichting kan het plangebied worden gekarakteriseerd als het omgevingstype 'gemengd gebied'. Gelet hierop kan een richtafstand van 30 meter worden aangehouden tussen het bedrijf van [appellante] en de realiseren woningen. Nu het perceel waarop het bedrijf van [appellante] is gevestigd is gelegen op een afstand van ongeveer 100 meter van de uiterste situering van de gevels van de in het plan voorziene woningen, wordt ruimschoots aan deze richtafstanden voldaan. Gelet hierop bestaat er geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat ter plaatse van de te realiseren woningen een aanvaarbaar woon- en leefklimaat is verzekerd. Het college heeft derhalve geen aanleiding hoeven te zien om nader onderzoek te doen naar het woon- en leefklimaat ter plaatse van de te realiseren woningen. Conclusie 2.7. In hetgeen [appellante] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond. 2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R. van Baaren, ambtenaar van staat. w.g. Koeman w.g. Van Baaren lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2012 579-743.
http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_v... 10-12-2012
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
209
210
Toelichting bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Regels
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
211
212
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan:
het bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsweg) van de gemeente Nijmegen. 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP29001-VGO1met de bijbehorende regels (en bijlagen).
1.3
aanbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is. 1.4
aan huis verbonden beroepsactiviteiten
een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. 1.5
aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten
het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend. 1.6
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.7
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.8
achtergevellijn
de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan; 1.9
alcoholische drank
Drank met een alcoholpercentage van minder dan 40%. 1.10
archeologisch deskundige
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
213
1.11
archeologisch onderzoek
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie. 1.12
agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren. 1.13
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.14
bed and breakfast
een activiteit waarbij het verstrekken van logies en ontbijt plaatsvindt in de woning en ondergeschikt is aan de woonfunctie. 1.15
bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen. 1.16
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht. 1.17
bedrijvigheid
het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren. 1.18
bestaand
a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.19
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.20
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.21
bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
214
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
1.22
bijgebouw
een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte. 1.23
bouwen
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.24
bouwhistorisch onderzoek
in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”. 1.25
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.26
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. 1.27
bouwmarkt
een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden. 1.28
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.29
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel. 1.30
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.31
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.32
cultuur en ontspanning
voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, theater en wellness. Prostitutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
215
casino is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'. 1.33
cultuurhistorische waarden
waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed. 1.34
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen. 1.35
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair. 1.36
dienstverlenend bedrijf
een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke. 1.37
erf
de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak. 1.38
escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige). 1.39
evenement
evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV). 1.40
garagebedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd. 1.41
garagebox
overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen. 1.42
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
216
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
1.43
geluidsgevoelige functies
geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: geluidsgevoelige gebouwen a. b. 1. 2. 3. 4.
woningen; andere geluidsgevoelige gebouwen: onderwijsgebouwen; ziekenhuizen; verpleeghuizen; de volgende 'andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen': verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; medische centra; poliklinieken; medische kleuterdagverblijven.
geluidsgevoelige terreinen I.
II.
terreinen die behoren bij de hiervoor lid b onder 4 bedoelde 'andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen', voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg; woonwagenstandplaatsen.
1.44
gevelbreedte
de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd. 1.45
groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit. 1.46
historisch stedenbouwkundig erfgoed
fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving. 1.47
historisch landschappelijk erfgoed
fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie. 1.48
hoekovergang
een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw. 1.49
hoofdbebouwing
hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak. 1.50
hoofdgebouw(en)
gebouw of gebouwen, die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
217
1.51
horecabedrijf
een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast. 1.52
hotel
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. 1.53
kantoor
een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie. 1.54
laboratorium
ruimte binnen bedrijf om elders, buiten het plangebied geproduceerd (alcoholisch) product te testen 1.55
landschappelijke waarden
waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang. 1.56
kiosk
een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d. 1.57
maatschappelijke voorzieningen
het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek. 1.58
natuurlijke waarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied. 1.59
omgevingsvergunning
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.60
ondergronds bouwwerk
a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk.
218
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
1.61
ondergeschikte detailhandel
detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.62
ondergeschikte kantoren
kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.63
ondergrond
voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand [nummer.dgn]. 1.64
ondersteunende horeca
horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.65
overkapping
een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw. 1.66
overige faciliteiten
aanwezigheid van reinigingsvloeistoffen, aanwezigheid van een persluchtinstallatie, aanwezigheid van laboratorium alsmede opslag verpakkingsmateriaal . 1.67
pension
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. 1.68
perceelsgrens
de grens van een bouwperceel. 1.69
permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon. 1.70
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. 1.71
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding. 1.72
raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
219
1.73
recreatieve voorzieningen
op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin. 1.74
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar. 1.75
sportvoorzieningen
gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad. 1.76
straatmeubilair
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, openbare toiletvoorzieningen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, abri's en dergelijke. 1.77
straatprostitutie
het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken. 1.78
stacaravan
een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken. 1.79
standplaats
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten. 1.80
supermarkt
een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen. 1.81
terreinen met een archeologisch belang
terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn. 1.82
terreinen van zeer hoge archeologische waarde
terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn.
220
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
1.83
uitbouw
een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte. 1.84
voorgevellijn
de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan. 1.85
wadi
voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. 1.86
werk
een werk, geen bouwwerk zijnde. 1.87
winkelcentrum
een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden. 1.88
wonen
de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip. 1.89
woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen. 1.90
woonwagen
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. 1.91
woonschip
elk vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie en/of inrichting in hoofdzaak bestemd is tot, hoofdbewoning geldend dagen/of nachtverblijf van één of meer personen. 1.92
zaalverhuur
een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
221
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens
de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens. 2.2
de afstanden tussen lijnen
afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn. 2.3
de bedrijfsvloeroppervlakte
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie. 2.4
de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw
de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd. 2.5
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes. 2.6
de bouwhoogte van een dakopbouw
vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw. 2.7
de bouwhoogte van een kap
vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap. 2.8
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.9
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes. Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm.
222
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
2.10
de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. 2.11
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
223
2.12
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.13
het bebouwde oppervlakte
de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons. 2.14
het bebouwingspercentage
het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel. 2.15
het peil
de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald: a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw; d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn; e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 2.16
het (bruto) verkoopvloeroppervlak
de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken. 2.17
het vloeroppervlak
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
224
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Bedrijf - 1
Bestemmingsomschrijving
De gronden die op de kaart zijn aangewezen voor Bedrijf-1 zijn bestemd voor: a. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 1 b. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 2 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 1, uitsluitend voor zover is aangetoond dat met de vestiging van een dergelijk bedrijf een acceptabel woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd binnen het bouwvlak van de gronden met de bestemming Woongebied c. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf -1” tevens voor de inpandige opslag van alcoholische drank en overige faciliteiten als bedoeld in artikel 1 van deze regels; d. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” op de verbeelding: voor bedrijfswoning(en) met inachtneming van het genoemde aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden"; e. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen of visueel afschermende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijfgeluidwerende voorzieningen"; f. ondergeschikte, aan (de productie van) een bedrijf gerelateerde detailhandel; g. nutsvoorzieningen, zoals warmtekrachtkoppelingsinstallaties; h. ontsluitingswegen; i. wadi’s, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; j. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; met dien verstande dat: k. zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 3.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
225
'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. uitgezonderd bij hoekpercelen, dient er aan één zijde van het bouwperceel een onbebouwde strook van minstens 3 meter te zijn over de volle lengte van de zijdelingse perceelsgrens; 4. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan met een maximale inhoud van 500 m³; 5. het maximum aantal bedrijfswoningen is op de verbeelding opgenomen onder "maximum aantal wooneenheden" c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van een bedrijfswoning mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m²; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. op het bouwperceel buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen, doch uitsluitend aan de voorzijde van en aangrenzend aan het hoofdgebouw, worden gebouwd: 1. aan- en uitbouwen, zoals erkers en ingangspartijen, tot een maximale breedte van 60% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw en een maximale diepte van 2 meter; de goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 2. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 2 meter; e. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter mag bedragen. 3.3
Specifieke gebruiksregels
3.3.1
Specifieke gebruiksregel
de inpandige opslag van alcoholische drank is uitsluitend binnen het bouwvlak van de bestemming toegestaan 3.3.2
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren, met uitzondering van het bepaalde in artikel 3.4.1 onder c; b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen; c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn.
226
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
3.3.3
Productiegebonden en ondergeschikte detailhandel
Productiegebonden detailhandel en ondergeschikte detailhandel voor groothandelsbedrijven zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden: a. de detailhandel staat in directe relatie met de aanwezige bedrijfsvoering. Zo geldt voor productiebedrijven, dat er alleen producten mogen worden verkocht die door het bedrijf zelf zijn geproduceerd; b. ondergeschikte detailhandel voor groothandelsbedrijven is niet mogelijk voor de zogenaamde foodcategorieën; c. de detailhandelsfunctie is voor wat de bedrijfsvoering betreft van ondergeschikt belang (maximaal 20% van de omzet); d. de detailhandelsfunctie is gemaximeerd ten aanzien van de hoofdfunctie en bedraagt maximaal 20% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, met dien verstande dat de maximale omvang ervan nooit meer dan 100 m² verkoopvloeroppervlakte bedraagt; e. voor de detailhandel gelden de openingstijden die ook voor de reguliere detailhandel van toepassing zijn; f. er wordt voorzien in parkeerruimte op eigen erf. 3.4
Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1
Afwijkingsbevoegdheid voor andere bedrijven
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten; b. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; c. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten in categorie 1 als genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, indien het de vestiging in een bedrijfsverzamelgebouw betreft.
3.4.2
Afwijkingsbevoegdheid voor detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van de vestiging van detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen met dien verstande dat: a. een omgevingsvergunning voor bouwmarkten of grootschalige meubelbedrijven slechts kan worden verleend indien uit een onderzoek, waarin inzicht is verschaft in de (boven)gemeentelijke effecten van de voorgenomen detailhandelsvestiging, blijkt dat de betreffende vestiging de bestaande detailhandelsstructuur niet onevenredig aantast; b. de oppervlakte van een bouwmarkt ten minste 1.000 m² bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf bedraagt; c. de oppervlakte van een grootschalig meubelbedrijf ten minste 1.500 m² bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf bedraagt; d. het parkeren ten behoeve van de detailhandelsvestiging op de bij de detailhandelsvestiging behorende gronden plaatsvindt; e. er geen onevenredige vergroting van de verkeersdruk in de omgeving mag ontstaan.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
227
Artikel 4 4.1
Bedrijf - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven voor zover deze voorkomen in bijlage 2 (specifieke Staat van bedrijfsactiviteiten) bij deze regels; b. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen of visueel afschermende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf geluidwerende voorzieningen"; c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' voor maximaal één bedrijfswoning; d. ondergeschikte detailhandel; e. ondergeschikte kantoren; f. opslag en uitstalling; g. ontsluitingswegen; h. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; i. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 4.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan met een maximale inhoud van [inhoud] m³; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van een bedrijfswoning mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen : 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m²; 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; d. op het bouwperceel buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen, doch uitsluitend aan de
228
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
voorzijde van en aangrenzend aan het hoofdgebouw, worden gebouwd: 1. aan- en uitbouwen, zoals erkers en ingangspartijen, tot een maximale breedte van 60% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw en een maximale diepte van 2 meter; de goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 2. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 2 meter; e. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter mag bedragen. 4.3
Specifieke gebruiksregels
4.3.1
Bijzondere gebruiksregel
a. de woningen in het gebied met aanduiding "specifieke vorm van woongebiedvoorwaardelijke verplichting" mogen pas in gebruik worden genomen, nadat een geluidsscherm is gerealiseerd van minimaal 140 m lengte en minimaal 3,5 m hoogte in het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied-geluidwerende voorziening" en/ of in het gebied met de aanduiding specifieke vorm van bedrijf -geluidwerende voorziening" zodat aan de geluidsniveaus uit de Wet geluidhinder en het Activiteitenbesluit kan worden voldaan 4.3.2
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren; b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen; c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn. 4.4
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 4.1 onder teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2; b. lid 4.1 onder teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare toelaatbare categorieën bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
229
4.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding "wro zone wijzigingsgebied" te wijzigen in de bestemming Wonen, met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden voor zover de nabijgelegen bedrijven kunnen blijven voldoen aan de relevante actuele milieuregels
230
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Artikel 5 5.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; c. bijbehorende voorzieningen zoals: sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden; d. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen; e. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; 5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen; gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
5.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 5.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats mag per locatie niet meer bedragen dan 20 m2. De bouwhoogte mag maximaal 5 meter en de goothoogte maximaal 3 meter bedragen; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen 6 m mag bedragen 5.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
231
Artikel 6 6.1
Woongebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g.
wonen; woonzorgvoorzieningen; nutsvoorzieningen; tuinen en erven; verblijfsgebieden; ontsluitingswegen; bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer-, groen-, sport- en speelvoorzieningen; h. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; i. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen of visueel afschermende voorzieningen j. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen of visueel afschermende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van woongebied- geluidwerende voorzieningen" k. ter plaatse van de aanduiding "g" op verbeelding tevens voor een groene openbare ruimte; l. ter plaatse van de aanduiding "m" op de verbeelding tevens voor maatschappelijke voorzieningen 6.2
Bouwregels
6.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde. 6.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 6.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: algemene bouwregels a. binnen deze bestemming mogen vrijstaande, halfvrijstaande en geschakelde, aaneengebouwde, gestapelde woningen en patiowoningen worden gebouwd; b. de oppervlakte van een woning en bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet meer bedragen dan het aangegeven percentage, met dien verstande dat bij gestapelde woningen het bouwperceel geheel mag worden bebouwd; c. voor zover van toepassing dient voldaan te worden aan de vastgestelde hogere waarde Wet geluidhinder en de daarin opgenomen voorwaarden; d. ten behoeve van woonzorgvoorzieningen mag niet meer dan 500 m2 vloeroppervlakte worden gebruikt ten behoeve van woonzorgfuncties, waarbij deze inpandig dan wel in de directe nabijheid van de woonzorgvoorziening worden gerealiseerd gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage
232
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. de afstand van een vrijstaand hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan beide zijden niet minder bedragen dan 3 meter; d. de afstand van een halfvrijstaand hoofdgebouw of een bouwblok met meerdere woningen tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan 1 meter. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: a. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; b. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing; c. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; d. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; e. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; f. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 50 m². Zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m2; g. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte van ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: a. aangrenzend aan de woning mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag voor de voorgevel niet meer dan 1 meter bedragen en achter de voorgevel niet meer dan 2 meter. De bouwhoogte van andere bouwwerken (waaronder geluidwerende voorzieningen), geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen 6.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning, met dien verstande dat:
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
233
a. het totaal bebouwd oppervlakte ten hoogste 60% van de oppervlakte van het erf mag bedragen, met een maximum van 75 m²; b. deze mogelijkheid enkel geldt ten aanzien van bouw en/of uitbreiding van aan- en uitbouwen. 6.4
Specifieke gebruiksregels
6.4.1
Bijzondere gebruiksregel
a. de woningen in het gebied met aanduiding "specifieke vorm van woongebiedvoorwaardelijke verplichting" mogen pas in gebruik worden genomen, nadat een geluidsscherm is gerealiseerd van minimaal 140 m lengte en minimaal 3,5 m hoogte in het gebied met de aanduiding "specifieke vorm van woongebied-geluidwerende voorziening" en/ of in het gebied met de aanduiding specifieke vorm van bedrijf -geluidwerende voorziening" zodat aan de geluidsniveaus uit de Wet geluidhinder en het Activiteitenbesluit kan worden voldaan . 6.4.2
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. bewoning van bijgebouwen; b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen
234
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Artikel 7 7.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en –berging, watergangen, aanleg- en vissteigers, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken kunstwerken, bruggen en andere waterstaatkundige werken en; b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' voor een brug met bijbehorende toe- en afritten; c. bijbehorende voorzieningen zoals: groen, sport- en speelvoorzieningen. 7.2
Bouwregels
7.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
7.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 7.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, toegestaan met een bouwhoogte van maximaal [aantal] meter; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
235
Artikel 8 8.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 8.2
Bouwregels
8.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
8.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 8.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de onderdoorgang vrij te blijven van bebouwing; c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot; 2. indien de aan- en uitbouw tot gevolg heeft dat tegen een bestaand bijgebouw wordt aangebouwd, is dit toegestaan, mits het bestaande bijgebouw het bestaande bijgebouw na gereedkoming van het bouwplan voldoet en blijft voldoen aan de definitie van bijgebouw, met uitzondering van de eis van vrijstaandheid en mits het bijgebouw niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen. Ten aanzien van het aangebouwde bijgebouw blijven de bouwregels voor bijgebouwen van toepassing; 3. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 4. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen; 5. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen; 6. de totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf
236
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
bedragen, met een maximum van 50 m². Openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken zijn toegestaan. De totaal bebouwde oppervlakte mag in dat geval ten hoogste 75% van de oppervlakte van het erf bedragen, met een maximum van 75 m2; 7. voor appartementengebouwen geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 6, dat de totaal bebouwde oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf mag bedragen; d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. aangrenzend aan de woning mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter; 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen; e. [voor zover van toepassing dient voldaan te worden aan de vastgestelde hogere waarde Wet geluidhinder en de daarin opgenomen voorwaarden.] 8.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.2 om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning, met dien verstande dat: a. het totaal bebouwd oppervlakte ten hoogste 60% van de oppervlakte van het erf mag bedragen, met een maximum van 75 m²; b. deze afwijkingsmogelijkheid enkel geldt ten aanzien van bouw en/of uitbreiding van aanen uitbouwen. 8.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: a. bewoning van bijgebouwen; b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
237
Artikel 9 9.1
Waarde - Archeologie 2
Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van archeologisch belang). 9.2
Bouwregels
9.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
9.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. het bouwplan is gesitueerd tot maximaal 3 meter uit de fundering van een bestaand gebouw; 4. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld; 5. de bebouwde oppervlakte van het bouwplan maximaal 50 m2 bedraagt. 9.3
Afwijken van de bouwregels
9.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
9.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
238
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
9.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. het doen van archeologisch onderzoek; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige. 9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 9.4.1
Werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de in lid 9.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor-en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-,of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
9.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld en de eventueel aan te leggen verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen niet groter zijn dan 50 m2; c. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, met inbegrip van onderhouds-en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande traces van kabels en leidingen; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
239
2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen.
9.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
9.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 9.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
9.5.1
Sloopverbod
Het is verboden op of in de in lid 9.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag bestaande bouwwerken te slopen, tenzij: a. het slopen van een bestaand bouwwerk binnen het gebied van archeologisch belang op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan niet omgevingsvergunningplichtig was en waarvan de sloop reeds in uitvoering was ten tijde van de inwerkingtreding van het plan; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; c. de sloopwerken niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld; d. de verstoringsoppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2.
9.5.2
Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het slopen van een bouwwerk
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.5.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 9.6
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: a. de bestemming Waarde - Archeologie 2 als bedoeld in lid 9.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is; b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 2 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
240
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Artikel 10 10.1
Waarde - Archeologie 3
bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (zeer hoge archeologische waarde). 10.2
bouwregels
10.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
10.2.2 Specifieke bouwregels a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 cm onder maaiveld. 10.3
Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijkingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
10.3.2 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
10.3.3 Adviesprocedure voor afwijkingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
241
aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. het doen van archeologisch onderzoek; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige. 10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 10.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
10.4.2 Uitzonderingen Het in lid 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld; c. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, met inbegrip van onderhouds-en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen.
10.4.3 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
242
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
10.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
10.5.1 Sloopverbod Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag bestaande bouwwerken te slopen, tenzij: a. het slopen van een bestaand bouwwerk binnen het archeologisch waardevol terrein op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan niet omgevingsvergunningplichtig was en waarvan de sloop reeds in uitvoering was ten tijde van de inwerkingtreding van het plan; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; c. de sloopwerken niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld.
10.5.2 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het slopen van een bouwwerk Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.5.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 10.6
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: a. de bestemming Waarde - Archeologie 3 als bedoeld in lid 10.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is. b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 3 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
243
244
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 3 Artikel 11
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
245
Artikel 12 12.1
Algemene bouwregels
Beeldende kunst
Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. 12.2
(Bouw)werken ten algemenen nutte
Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat: a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³; b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²; c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen; d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen; e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn; f. de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. 12.3
Ondergronds bouwen
Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat: a. bouwen onder peil is toegestaan ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen; b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak'. Bebouwing onder peil mag uitsluitend worden gebruikt ter ondersteuning van ingevolge deze regels op de begane grond toegestane functies; c. bouwen onder peil binnen de bestemming Wonen is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, voor zover bovengronds aan- en uitbouwen zijn toegestaan dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; d. bouwen onder peil binnen de bestemming Tuin is toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximale diepte van 1,5 meter dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; e. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximale diepte van 3 meter achter de achtergevelrooilijn dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; f. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximale diepte van 1,5 meter voor de voorgevellijn danwel tot zover als de bestaande aan- of uitbouw reikt; g. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2 is toegestaan.
246
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Artikel 13 13.1
Algemene gebruiksregels
Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
13.1.1 Bouwregels Ten behoeve van het onder lid 2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven.
13.1.2 Specifieke gebruiksregels In gebouwen die ingevolgde deze regels gebruikt mogen worden als woning (inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen) is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, onder de volgende voorwaarden: a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag tot ten hoogste 50 m² worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; c. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; d. er mag geen horeca of detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in relatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. In bijgebouwen is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten niet toegestaan. 13.2
Buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven
13.2.1 Bouwregels Ten behoeve van het onder artikel 13.2.2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven. 13.2.2 Specifieke gebruiksregels In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor kantoor, recreatie en/of sport is het gebruik als buitenschoolse opvang en/of kinderdagverblijf onder de volgende voorwaarden toegestaan: a. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in de omgeving; b. de activiteiten moeten voldoen aan de door de GGD en de brandweer gestelde eisen; c. de activiteiten vinden naast of in combinatie met het volgens de betreffende bestemming toegestane gebruik plaats en mogen daarvoor geen belemmering vormen; d. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. 13.3
Evenementen
Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
247
13.4
Seksinrichting of escortbedrijf
13.4.1 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van: a. een seksinrichting of een escortbedrijf voorzover binnen de geldende bestemming geen aanduiding 'seksinrichting' is opgenomen; b. raam- en straatprostitutie.
13.4.2 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.4.1 voor het vestigen van een seksinrichting of escortbedrijf binnen de bestemmingen [Cultuur en Ontspanning], [Gemengd-1] en [Gemengd-2] onder de voorwaarden dat: a. de vestiging past binnen het maximumstelsel, zoals dat geldt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen; b. primair wordt aangesloten bij het huidige en toekomstige stedelijk hoofdwegennet; de activiteit, gelet op de aard en invloed ervan, niet leidt tot een onevenredige aantasting van het karakter van de omgeving. Bij de beoordeling van de aard en invloed op de omgeving worden de volgende aspecten mede in de beoordeling betrokken: 1. de aanwezigheid van gevoelige functies in de omgeving, zoals religieuze functies (kerken, moskees e.d.), scholen (en andere door kinderen gebruikte gebouwen, zoals kinderopvang) e.d., met dien verstande dat: de in acht te nemen afstand tot dergelijke functies tenminste 50 meter dient te bedragen; rekening wordt gehouden met de aanlooproutes van de gevoelige functies; 2. het voorkomen of beperken van overlast voor de omgeving; 3. het voorkomen van nieuwe concentraties van seksinrichtingen en escortbedrijven door een afstand van tenminste 250 meter aan te houden tot een bestaand bedrijf in dezelfde straat of buurt; 4. de aard van de activiteit, te weten een overwegende avond of nachtactiviteit; 5. de sociale- en brandveiligheid; 6. het voorkomen of beperken van een verkeersaantrekkende werking; 7. de verkeersveiligheid, met name in relatie tot de ontsluiting van het erf; 8. het voorkomen of beperken van een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte, waarbij wordt uitgegaan van parkeren op eigen erf. c. wat bouwen betreft moet worden aangesloten bij de regels van de onderliggende bestemming, met dien verstande dat het bevoegd gezag voorwaarden kan stellen aan de maximum oppervlakte van de activiteit.
248
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Artikel 14
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
249
Artikel 15
15.1
Algemene aanduidingsregels
Archeologisch rijksmonument
Gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologisch rijksmonument' zijn op grond van de Monumentenwet 1988 beschermd. Voor ontwikkelingen op deze terreinen dient bij het bevoegd gezag een monumentenvergunning ex artikel 11 van de Monumentenwet te worden aangevraagd. 15.2
wro zone wijzigingsgebied
Gronden ter plaatse van de aanduiding "wro zone wijzigingsgebied" mogen na planwijziging benut worden voor een woning
250
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Artikel 16 16.1
Overige regels
Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. b. c. d.
de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; de ruimte tussen bouwwerken. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden
16.2
Voorrangsregeling bestemmingen
Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
251
252
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Hoofdstuk 4 Artikel 17 17.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
17.1.1 Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
17.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 17.1.1 met maximaal 10%.
17.1.3 Uitzonderingen Artikel 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 17.2
Overgangsrecht gebruik
17.2.1 Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
17.2.2 Strijdig gebruik a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
17.2.3 Uitzonderingen Artikel 15.2 Overgangsrecht gebruik is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
253
Artikel 18
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (deelgebied Stationsweg).
254
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Bijlagen bij de regels
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
255
Bijlage 1 Staat Nijmegen) 1.1 01
van
bedrijfsactiviteiten
(model
Staat van bedrijfsactiviteiten Landbouw, jacht en bosbouw
0141.1 Hoveniersbedrijven 0142 Dienstverlening voor het fokken/houden van dieren (geen veterinaire diensten)
Cat. 2 2
05
Visserij, kweken van vis en schaaldieren
Cat
0502
Kweken van vis en schaaldieren
3.1
15
Industrie Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 1511 Slachterijen (geen pluimveeslachterijen) 1513.1 Vervaardiging van snacks en kant-en-klaar-maaltijden 1513.2 Vervaardiging van vleeswaren (geen snacks) en overige vleesverwerking 1551 Melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j Melkproductenfabrieken v.c. > 55.000 t/j 1552 Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m2 Bereiding van consumptie-ijs p.o. > 200 m2 1561 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)< 500 t/u Vervaardiging van meel (geen zetmeel)= 500 t/u 1562 Vervaardiging van zetmeel < 10 t/u Vervaardiging van zetmeel = 10 t/u 1571 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) < 100 t/u Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) = 100 t/u 1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg meel/week Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. = 2.500 kg meel/week 1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit 1584.2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. < 2.000 m2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. > 2.000 m2 1585 Vervaardiging van deegwaren 1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. 1591 Distilleerderijen en likeurstokerijen 1596 Bierbrouwerijen
Cat
17
Vervaardiging van textiel en textielproducten
1771 1772
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken 3.1 Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en pullovers 3.1
18
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
Cat
1822
Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van leer)
2
256
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Milieuaspect G30 G-GE30
Milieuaspect G-GE30
3.2 3.1 3.1
Milieuaspect G-GE100 G-GE50 G-GE50
3.2 4.2 2 3.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 2
G100 G100 G30 G100 G200 G300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE30
3.2
G-GE100
3.2 2 3.2 5.1 3.1 4.1 4.2 4.2
G-GE100 G-GE30 GE100 GE500 GE50 GE200 GE300 GE300
Cat
Milieuaspect G50 G50 Milieuaspect G30
1823 1824
Vervaardiging van onder- en nachtkleding Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g.
2 2
G30 G30
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, Cat riet e.d. 2020 Vervaardiging van fineer en plaatmaterialen 3.2 2030.2 Vervaardiging van overig timmerwerk 3.2
Milieuaspect G-GE100 G100
Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren; uitgeverijen en drukkerijen e.d. 2112.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton < 3 t/u
Cat
Vervaardiging van grafisch papier en karton 3 - 15 t/u Vervaardiging van grafisch papier en karton > 15 t/u 2121.1 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton 2123 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier 2125 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren
4.1 4.2 3.2 3.2 3.2
Milieuaspect G-GE-S5 0 G200 G300 G100 G100 G100
20
21
3.1
Cat
2222.1 2222.2 2222.3 2222.5 2222.6 2223 2224 2225 2231
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Drukkerijen van boeken e.d. Drukkerijen van tijdschriften Drukkerijen van reclame Drukkerijen van formulieren Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking en binderijen Grafische reproductie en zetten Overige activiteiten verwant aan de drukkerij Reproductie van geluidsopnamen
24
Vervaardiging van chemische producten
Cat
2416 2430 2442 2466
Vervaardiging van kunststof in primaire vorm Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek Formulering en afvullen geneesmiddelen Chemische kantoorbenodigdheden fabrieken Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g.
5.2 4.2 3.1 3.1 4.1
25
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
Cat
2522
Productie van verpakkingsmateriaal en assemblage kunststofbouwmaterialen Kunststofverwerkende bedrijven zonder fenolharsen Kunststofverwerkende bedrijven met fenolharsen Vervaardiging van overige producten van kunststof
3.1
Milieuaspect G-GE50
4.1 4.2 4.1
GE200 GE300 GE200
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en Cat gipsproducten 2612 Vormen en bewerken van vlakglas 3.1 2613 Vervaardiging van holglas 3.2 2621 Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens < 2 40 kW Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens = 3.2 40 kW 2661.1 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw 5.2 2663 Vervaardiging van stortklare beton p.c. < 100 t/d 3.2
Milieuaspect G50 G100 G30
22
2524 26
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
3.2 3.2 3.2 3.2 2 1 2 2 1
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 G30 G10 GE30 G-GE30 G10 Milieuaspect GE700 GE300 G-GE50 G-GE50 G-GE200
G100 G700 G100
257
Vervaardiging van stortklare beton p.c. > 100 t/d Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 2.000 m2 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 2.000 m2
4.2 3.1
G300 G50
3.2
G100
Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten van metaal Vervaardiging van ijzer, staal en ferro-legeringen(EGKS) p.c. < 1.000t/j Gieten van ijzer p.c. < 4.000 t/j Gieten van overige non-ferrometalen
Cat 5.2
Milieuaspect G-GE700
4.2 4.2
G300 G300
Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.= 200 m2 Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.> 200 m2 Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 m2 Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.> 200 m2 Oppervlaktebehandeling, Algemeen Oppervlaktebehandeling, Lakken, moffelen en emailleren Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m2 Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m2 Vervaardiging van hang- en sluitwerk Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 m2 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 m2
Cat 3.1
Milieuaspect G50
3.2
G100
3.1
G50
3.2
G100
3.2 3.2 3.1 3.2 3.2 3.1 3.2
G100 G-GE100 G50 G100 G100 G50 G100
29
Vervaardiging van machines en apparaten
Cat
2911
Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (geen motoren vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) p.o. > 2.000 m2 voor Vervaardiging van industriële ovens en branders, p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen, p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van landbouwmachines en -werktuigen (geen tractoren), p.o. > 2.000 m2 Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van papier, karton en papier- en kartonwaren, p.o. 2.000 m2 Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor specifieke industriële activiteiten, p.o. > 2.000 m2
4.1
Milieuaspect G200
4.1 4.1
G200 G200
4.1
G200
4.1
G200
4.1
G200
Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten Vervaardiging van computers
Cat
Milieuaspect G-GE30
Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en transformatoren Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad Vervaardiging van koolelektroden
Cat
2670
27 2710 2751 2754 28 2811
2812
2851 2852 2863 2875
2921 2922 2932
2955 2956
30 3002 31 3110 3130 3162
258
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
2
4.1
Milieuaspect G-GE200
4.1 6
G200 GE1500
32 3210 3220
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparaten en benodigdheden Vervaardiging van elektronische componenten Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken 3310.1 Tandtechnische bedrijven 3310.2 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en overige orthopedische en protheseartikelen 3320 Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de bewaking van industriële processen) 3350 Vervaardiging van uurwerken 33
34
Vervaardiging van transportmiddelen
3420.1 Carrosseriebouw 3420.2 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers 35
Cat 3.1 3.1
Milieuaspect G50 G50
Cat
Milieuaspect
2 2
G-GE30 G-GE30
2
G30
2
G30
Cat
Milieuaspect G200 G200
4 4
Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en opleggers) Nieuwbouw en reparatie van metalen schepen > 25 m1, baggermaterieel, booreilanden e.d. Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen, metaal < 25 m1 Vervaardiging van fietsen Vervaardiging van invalidenwagens Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g.
Cat 5.1
Milieuaspect G500
4.1
G200
3.2 3.2 3.2
G100 G100 G100
Cat
3611 3612.1 3612.2 3615 3622 3630 3663.1 3663.2
Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. Vervaardiging van zitmeubels Interieurbouw Vervaardiging van bedrijfsmeubels Vervaardiging van matrassen Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) Vervaardiging van muziekinstrumenten Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 GE30 G-GE30 G-GE30 G50
37
Voorbereiding tot recycling
3720
Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval)
Cat Milieuaspect 4.2 G300
40
Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water
3511 3512 3542 3543 3550 36
4000.1 Centrale productie van elektriciteit (olie/gas) > 75 MW 4000.2 Decentrale productie van elektriciteit, stoom en warm water 4000.3 Distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water 41
Winning en distributie van water
4100
Winning en distributie van water
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
3.2 3.2 3.2 3.2 2 2 2 3.1
Cat Milieuaspect 5.1 G500 5.1 G500 4.2 G300 Cat Milieuaspect 3.1 G50
259
45
Bouwnijverheid
4511.1 Slopen van bouwwerken b.o. < 2000 m2 Slopen van bouwwerken b.o. > 2000 m2 4511.2 Grondverzet b.o. < 2000 m2 Grondverzet b.o. > 2000 m2 4521.1 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw < 2000 m2 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw > 2000 m2 4521.3 Leggen van kabels en buizen < 2000 m2 Leggen van kabels en buizen > 2000 m2 4522 Dakdekken en bouwen van dakconstructies < 2000 m2 Dakdekken en bouwen van dakconstructies > 2000 m2 4523.1 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen < 2000 m2 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen > 2000 m2 4523.2 Stratenmaken < 2000 m2 Stratenmaken > 2000 m2 4525.1 Heien en andere funderingswerkzaamheden < 2000 m2 Heien en andere funderingswerkzaamheden > 2000 m2 4525.2 Vlechten van betonstaal < 2000 m2 Vlechten van betonstaal > 2000 m2 4525.4 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. < 2000 m2 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. > 2000 m2 4531 Elektrotechnische bouwinstallatie < 2000 m2 Elektrotechnische bouwinstallatie > 2000 m2 4532 Isolatiewerkzaamheden < 2000 m2 Isolatiewerkzaamheden > 2000 m2 4533.1 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair < 2000 m2 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair > 2000 m2 4533.2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten < 2000 m2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten > 2000 m2 4534 Overige bouwinstallatie < 2000 m2 Overige bouwinstallatie > 2000 m2 4541 Stukadoren < 2000 m2 Stukadoren > 2000 m2 4542 Timmeren < 2000 m2 Timmeren > 2000 m2 4544 Schilderen en glaszetten < 2000 m2 Schilderen en glaszetten > 2000 m2 4545 Overige afwerking van gebouwen < 2000 m2 Overige afwerking van gebouwen > 2000 m2 50
Reparatie van consumentenartikelen en handel
5020.1 5020.2 5020.3 5020.4 5020.5
Auto-onderdelenservicebedrijven Bandenservicebedrijven Reparatie van specifieke auto-onderdelen Carrosserieherstel Overig onderhoud en slepen van auto's
260
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Cat Milieuaspect 3.1 G50 3.2 G100 3.1 G50 3.2 G100 3.1 G50 3.2 G100 3.1 G50 3.2 G100 3.1 G50 3.2 G100 3.1 G50 3.1 G50 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1
G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50
3.2 G100 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1
G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50
3.2 G100 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2
G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100
Cat Milieuaspect 2 G30 2 G30 2 G30 3.2 G100 2 G30
5030.1 Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en -accessoires 5030.2 Groothandel en handelsbemiddeling in banden 5040.1 Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan 51 5121.5
5121.8 5122 5123.1 5123.2 5124.1 5131.1 5132 5133.1 5134 5136 5137 5138.1 5138.3 5139 5142.1 5142.3 5142.6 5143.2 5143.3 5143.4 5143.5 5146.2 5147.1 5147.4 5147.5 5147.8 5147.9 5148.1 5148.3 5148.4 5148.5 5148.6 5148.7 5151.2
5151.3
2
G30
2 2
G30 G30
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en Cat motorfietsen) Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 3.1 500 t/u Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) > 4.2 500 t/u Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u 3.1 Groothandel in overige akkerbouwproducten > 500 t/u 4.2 Groothandel in bloemen en planten 2 Groothandel in levend vee 3.2 Groothandel in huisdieren, siervissen, siervogels en wilde dieren 3.2 Groothandel in huiden en vellen 3.1 Groothandel in groenten en fruit 3.1 Groothandel in vlees/vleeswaren, pluimvee, wild/gevogelte (niet 3.1 levend) Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten 3.1 Groothandel in dranken 2 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 2 Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische 2 producten) Groothandel in snacks 2 Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen 2 n.e.g. Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment 2 Groothandel in bovenkleding 2 Groothandel in onderkleding 2 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment 2 Groothandel in audio- en videoapparaten 2 Groothandel in beeld- en geluidsdragers 2 Groothandel in verlichtingsartikelen 2 Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten 2 Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, 2 verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen) 2 Groothandel in speelgoed 2 Groothandel in optische artikelen 2 Groothandel in muziekinstrumenten 2 Groothandel in huismeubilair 2 Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking 2 Groothandel in papier- en kartonwaren (geen verpakkingsmateriaal) 2 Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk 2 Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden (geen 2 schoolboeken, kantoormeubels en -machines) Groothandel in fietsen en bromfietsen 2 Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. 2 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. < 4.1 100.000 m3 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. > 5.1 100.000 m3 Groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen) 3.2
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Milieu-as pect G50 G300 G50 G300 G30 G100 G100 GE50 GV50 GV50 GV50 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 GV200 GV500 GE100
261
5152.2 5152.3 5153.1 5153.2 5153.3 5153.4 5153.5 5153.6
5153.7
5153.8
5154.1 5154.2 5155.1 5155.2 5156.2 5157.1 5157.2
5157.3
5161 5164.1 5164.3 5165.2 5165.3 5165.4 5165.5 5165.6 5165.7
262
Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m2 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m2 Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m2 Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m2 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m2 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m2 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 m2 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 m2 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2000 m2 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 2000 m2 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 m2 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 m2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 Groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen
3.2 3.2 2 3.1 2 3.1 2 3.1 2 3.2 2 3.1 2
G100 G100 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G100 G30 G50 G30
3.1
G50
2
G30
3.1
G50
2
G30
3.1
G50
2 3.1 2 3.1 3.2
G30 G50 G30 G50 GV100
2
Groothandel in papier en karton Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m2 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. < 1000 m2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen > 1000 m2 b.o. Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 Groothandel in gereedschapswerktuigen Groothandel in computers en -randapparaten e.d. Groothandel in kantoormeubels Groothandel in machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) Groothandel in intern transportmaterieel Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en vriestechniek Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d. Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal
2 3.1 3.2 3.1
GR-S-G-G V100 G30 G50 G100 G50
3.2
G100
3.1
G50
3.2
G100
3 3.1 3.1 3.1
G50 G50 G50 G50
3.1 3.1
G50 G50
3.1 3.1 3.1
G50 G50 G50
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Groothandel in meet- en regelapparaten Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ handel Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen Groothandel in emballage Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g. Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g. Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen
3.1 3.1
G50 G50
3.1 2 2 2 2 2
G50 G30 G30 G30 G30 G30
5261 5263.1 5263.2 5271 5272 5273 5274
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Postorderbedrijven Colportage Straathandel Reparatie van schoeisel en lederwaren Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen Reparatie van consumentenartikelen n.e.g.
Cat Milieu-as pect 3.1 G50 3.1 G50 3.1 G50 1 G10 1 G10 1 G10 1 G10
60
Vervoer, opslag en communicatie
Cat
6010 6021.1 6021.2 6022 6023 6024.1
Vervoer per spoor Openbaar personenvervoer over de weg Geregeld besloten personenvervoer over de weg Ongeregeld personenvervoer per taxi Ongeregeld personenvervoer per autobus Verhuisvervoer b.o, < 1000 m2 Verhuisvervoer b.o, > 1000 m2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 m2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, > 1000 m2
4.2 3.2 3.2 2 3.2 3.1 3.2 3.1
Milieuaspect G-GV300 G100 G100 G30 G100 G50 G100 G50
3.2
G100
63
Dienstverlening voor het vervoer
Cat
6311.2
Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag < 2000 m2 Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag > 2000 m2 Opslag in tanks Opslag in koelhuizen e.d. Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.) Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Autoparkeerterreinen parkeergarages Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
4.2
Milieuaspect G300
5.2
G700
3.1 3.1 3.1 2
G50 G50 G50 G30
3.2
G100
64
Post en telecommunicatie
Cat
6411 6412.1 6412.2
Nationale postdiensten Lokale postdiensten Koeriersdiensten
2 2 2
Milieuaspect G30 G30 G30
71
Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening
Cat
5165.8 5165.9 5166 5171.2 5171.3 5171.4 5171.5 5172.2 52
6024.2
6312.1 6312.2 6312.3 6321
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Milieuaspect
263
2 2 2
G30 G30 G30
7122 7123 7132 7133 7134.2 7140.3 7140.4 7140.5
Verhuur van personenauto's (geen operational lease) Operational lease van personenauto's Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen personenauto's) Verhuur van schepen Verhuur van vliegtuigen Verhuur van bouwmachines en -werktuigen Verhuur van computers en kantoormachines Verhuur van machines en werktuigen n.e.g. Verhuur van leesportefeuilles Verhuur van kleding, huisraad e.d. Verhuur van overige roerende goederen n.e.g.
3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 2 2 2
G50 G50 G50 G50 G50 G30 G30 G30
72
Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat
7250
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
Milieuaspect G10
73
Speur- en ontwikkelingswerk
Cat
7310.1
2
7310.3 7310.4
Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en visserij Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
Milieuaspect G-GE30
2 2
G-GE30 G-GE30
74
Overige zakelijke dienstverlening
Cat
7470.1 7470.2 7481.1 7481.3
Reiniging van gebouwen Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging n.e.g. Fotografie Ontwikkelcentrales
3.1 3.1 2 2
Milieuaspect GE50 GE50 G30 G30
90
Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening Afvalwaterinzameling en –behandeling <1000.000 i.e. Afvalwaterinzameling en –behandeling 1000.000 – 3000.000 i.e. Afvalwaterinzameling en –behandeling >3000.000 i.e. Afvalinzameling Afvalverwerking - kabelbranderijen - Vuilstorten - Vuiloverslagstations - Composteerbedrijven: - niet belucht v.c < 5.000 ton/jr. v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr. v.c. > 20.000 ton/jr.
Cat
92
7110.1 7110.2 7121
4.1 4.2 5.1 3.1
Milieuaspect GE200 GE300 GE500 G-GE50
3.2 4.2 4.2 4.2 5.2 4.1
GE100 G-GE300 G-GE300 GE300 GE700 GE-S200
Cultuur, sport en recreatie
Cat
9211.1 9220.1
Productie van (video)films (geen televisiefilms) Omroeporganisaties
2 2
Milieuaspect G30 G30
93
Overige dienstverlening
Cat
9301.1 9301.2 9301.3 9301.3
Wasserijen en linnenverhuur Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wassalons, wasserettes
3.1 2 2 1
9000.1
9000.2 9000.3
264
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Milieuaspect G50 G-GE30 G30 G10
1.2
Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten
Inleiding In dit bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan een "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst waarin de binnen de gemeente Nijmegen voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang: geluid; geur; stof; gevaar (vooral brand en explosiegevaar); verkeer; visuele aspecten. Gebruikte bronnen Als belangrijkste bron bij het opstellen van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is gebruik gemaakt van de lijst van bedrijfstypen uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten editie 2009 (het "Groene Boekje"). In deze uitgave worden voor een groot aantal bedrijfstypen en activiteiten richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk gegeven, uitgaande van functiescheiding. Uitgangspunt hierbij is de hoofdactiviteit van het desbetreffende bedrijf. Daarbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die tenminste thans als het meest gebruikelijk worden beschouwd. In de praktijk blijkt dat vaak de wat zwaardere bedrijfscategorieën al gebruik maken van de Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de meest milieubelastende activiteiten. In de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is voor de indeling van de bedrijven naar activiteiten, evenals in de VNG-publicatie, uitgegaan van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit 1993, waarvan in de VNG-publicatie overigens op enkele punten is afgeweken. Model Nijmegen De lijst Model Nijmegen gaat net zoals voorgenoemde uitgave van de VNG uit van een rustige woonwijk. In de lijst Model Nijmegen is principieel niet afgeweken van de hindercirkels per bedrijfsactiviteit (gevaar, geur, geluid, stof, verkeer en visueel) zoals vermeld in de VNG-publicatie.
De lijst die hier is opgesteld als "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" deelt de bedrijven in een vijftal categorieën en een zevental subcategorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op bedrijven die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 4 en 5 op de potentieel milieuhinder veroorzakende zware bedrijven, meestal fabrieken. In het uitgangspunt voor deze lijst (zie bronnen) heeft men in de lijst van VNG ook nog categorie 6 bedrijven opgenomen. Deze komen echter binnen Nijmegen niet voor en zijn ook niet te verwachten. Deze zijn daarom in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" niet opgenomen.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
265
Het verschil van deze lijst Model Nijmegen ten opzichte van de lijst van bedrijfsactiviteiten als in de VNG-publicatie zijn: bedrijven die niet in Nijmegen voorkomen, zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen, indien deze zich in de toekomst wel binnen Nijmegen willen vestigen zal dit van geval tot geval worden afgewogen; dienstverlenende bedrijven, begraafplaatsen, kantoren, detailhandel, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen, agrarische bedrijven en culturele functies zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen. Deze functies krijgen een eigen bestemming en vallen in het bestemmingsplan niet onder de bedrijven; activiteiten die niet plaatsgebonden zijn, zijn wel vermeld in de lijst maar krijgen niet vanzelfsprekend een bedrijfsbestemming; garagebedrijven en benzineservicestations (met en zonder lpg) zijn niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Alleen door een aanduiding of een specifieke bestemming op te nemen kunnen deze bedrijven alsnog worden toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben namelijk veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op specifieke locaties worden toegestaan. Categorie-indeling en criteria voor de toelaatbaarheid van bedrijven In de VNG-publicatie zijn de 10 richtafstanden van de lijst van bedrijfstypen teruggebracht tot zes hoofdcategorieën welke hieronder vermeld staan:
categorie 1 categorie 2
categorie 3
categorie 4 categorie 5
categorie 6
bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald. komen in Nijmegen niet voor.
In tegenstelling echter tot de eerdere VNG uitgave zijn thans deze hoofdcategorieën 3, 4 een 5 verdeeld in de subcategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2 en 5.3 ieder met hun eigen richtafstanden ten opzichte van gevoelige objecten in een rustige woonwijk en gemengd gebied als hieronder aangegeven:
milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1
266
rustige wijk 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m
richtafstanden gemengd gebied 0m 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
5.2 5.3
700 m 1000 m
500 m 700 m
De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk, kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is omgevingstype gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.
Opgemerkt over het bovenstaande dient wel te worden dat indien er sprake is van bedrijvigheid die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen, dan wel voor met name genoemde A-inrichtingen (gezoneerd) als opgenomen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van geval tot geval moet worden bepaald hoe groot de hinder-/gevarencontour is. Er kan dan niet alleen maar rekening worden gehouden met de in de voorgaande staten vermelde afstanden.
Opzet van de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen
In de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is de categorie-indeling weergegeven op grond van bedrijfsactiviteiten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de SBI codes 1999. Deze indeling wordt hier gebruikt om bedrijfsactiviteiten in te kunnen delen. Het kan dus voorkomen dat de activiteiten binnen een bedrijf in twee of meer verschillende groepen volgens de SBI-indeling vallen. In die gevallen geldt dan de hoogste categorie van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Indien de bedrijfsonderdelen duidelijk ruimtelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, kunnen de bedrijfsonderdelen echter ook apart worden ingedeeld.
In de staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is zoals eerder vermeld eveneens uitgegaan van zonering (afstandscriteria/hindercirkels) ten opzichte van een rustige woonwijk als vermeld in de VNG-publicatie.
Flexibiliteit
De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het is bovendien tijdgebonden. In de praktijk komt het dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. Tevens kunnen de richtafstanden wanneer sprake is van een gemengd gebied met één afstandsstap worden verlaagd. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijven in een naastgelegen hogere categorie dan wel een bedrijf wat niet voorkomt op de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen toe te staan. De voorwaarde(n) daarbij is dat de bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven als bedoeld in de betreffende categorie.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
267
268
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Bijlage 2 specifieke staat van bedrijfsactiviteiten
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
269
270
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
BIJLAGE 3
01
Landbouw, jacht en bosbouw
Cat.
Milieuaspect
0141,1
Hoveniersbedrijven
2
G30
0142
Dienstverlening voor het fokken/houden van dieren (geen veterinaire diensten)
2
G-GE30
0015
Industrie Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken
1552
2
Cat
Milieuaspect
2
G30
1581
Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg meel/week
2
G-GE30
1584,2
Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m2
2
G-GE30
0017
Vervaardiging van textiel en textielproducten
Cat
Milieuaspect
1771
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken
3,1
G50
1772
Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en pullovers
3,1
G50
18
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
Cat
Milieuaspect
1822
Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van leer)
2
G30
1823
Vervaardiging van onder- en nachtkleding
2
G30
1824
Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g.
2
G30
20
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet e.d.
Cat
Milieuaspect
2030,2
Vervaardiging van overig timmerwerk
3,2
G100
2121,1
Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton
3,2
G100
22
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media
Cat
Milieuaspect
2222,1
Drukkerijen van boeken e.d.
3,2
G100
2222,2
Drukkerijen van tijdschriften
3,2
G100
2222,3
Drukkerijen van reclame
3,2
G100
2222,5
Drukkerijen van formulieren
3,2
G100
2222,6
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
2
G30
2223
Grafische afwerking en binderijen
1
G10
2224
Grafische reproductie en zetten
2
GE30
2225
Overige activiteiten verwant aan de drukkerij
2
G-GE30
2231
Reproductie van geluidsopnamen
1
G10
26
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten
Cat
Milieuaspect
2612
Vormen en bewerken van vlakglas
3,1
G50
2621
Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens < 40 kW
2
G30
2670
Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 2.000 m2
3,1
G50
Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 2.000 m2
3,2
G100
28
Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen)
Cat
Milieuaspect
2811
Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.= 200 m2
3,1
G50
2
3,2
G100
3,1
G50
Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m
2
3,1
G50
Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m
2
3,2
G100
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 m
2
3,1
G50
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 m
2
3,2
G100
Cat
Milieuaspect
Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.> 200 m 2812 2852 2875
30
Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 m
2
Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten
3002
Vervaardiging van computers
32
Vervaardiging van audio-, video-en telecommunicatieapparaten en benodigdheden
Cat
Milieuaspect
3210
Vervaardiging van elektronische componenten
3,1
G50
3220
Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie
3,1
G50
33
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie-en optische instrumenten en uurwerken Tandtechnische bedrijven
Cat
Milieuaspect
2
G-GE30
2
G-GE30
2
G30
2
G30
3310,1 3310,2
2
G-GE30
3350
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en overige orthopedische en protheseartikelen Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de bewaking van industriële processen) Vervaardiging van uurwerken
35
Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en opleggers)
Cat
Milieuaspect
3542
Vervaardiging van fietsen
3,2
G100
3550
Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g.
3,2
G100
36
Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g.
Cat
Milieuaspect
3611
Vervaardiging van zitmeubels
3,2
G100
3612,1
Interieurbouw
3,2
G100
3612,2
Vervaardiging van bedrijfsmeubels
3,2
G100
3622
Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden)
2
GE30
3630
Vervaardiging van muziekinstrumenten
2
G-GE30
3663,1
Sociale werkvoorziening
2
G-GE30
3663,2
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3,1
G50
41
Winning en distributie van water
Cat
Milieuaspect
4100
Winning en distributie van water
3,1
G50
45
Bouwnijverheid
3320
4542
Cat
Milieuaspect
2
3,1
G50
Timmeren > 2000 m2
3,2
G100
Timmeren < 2000 m
50
Reparatie van consumentenartikelen en handel
Cat
Milieuaspect
5020,1
Auto-onderdelenservicebedrijven
2
G30
5020,2
Bandenservicebedrijven
2
G30
5020,3
Reparatie van specifieke auto-onderdelen
2
G30
5020,4
Carrosserieherstel
3,2
G100
5020,5
Overig onderhoud en slepen van auto's
2
G30
5030,1
Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en -accessoires
2
G30
5030,2
Groothandel en handelsbemiddeling in banden
2
G30
5040,1
Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan 2
G30
51
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen)
Cat
Milieuaspect
5121,5
Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 500 t/u
3,1
G50
5121,8
Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u
3,1
G50
5122
Groothandel in bloemen en planten
2
G30
5134
Groothandel in dranken
2
G30
5136
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
2
G30
5137
Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische producten)
2
G30
5138,1
Groothandel in snacks
2
G30
5138,3
Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen n.e.g.
2
G30
5139
Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment
2
G30
5142,1
Groothandel in bovenkleding
2
G30
5142,3
Groothandel in onderkleding
2
G30
5142,6
Groothandel in textielwaren algemeen assortiment
2
G30
5143,2
Groothandel in audio- en videoapparaten
2
G30
5143,3
Groothandel in beeld- en geluidsdragers
2
G30
5143,4
Groothandel in verlichtingsartikelen
2
G30
5143,5
Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten
2
G30
5146,2
2
G30
5147,1
Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen)
2
G30
5147,4
Groothandel in speelgoed
2
G30
5147,5
Groothandel in optische artikelen
2
G30
5147,8
Groothandel in muziekinstrumenten
2
G30
5147,9
Groothandel in huismeubilair
2
G30
5148,1
Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking
2
G30
5148,3
Groothandel in papier- en kartonwaren (geen verpakkingsmateriaal)
2
G30
5148,4
Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk
2
G30
5148,5
G30
5148,6
Groothandel in kantoor-en schoolbenodigdheden (geen schoolboeken, kantoormeubels en - 2 machines) Groothandel in fietsen en bromfietsen 2
G30
5148,7
Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g.
2
G30
5152,2
Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten
3,2
G100
5152,3
Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten
3,2
G100
5153,1
Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m
2
2
G30
Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m
2
3,1
G50
Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m
2
2
G30
Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m
2
3,2
G100
Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m
2
2
G30
Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m
2
5153,2 5153,3 5153,4 5153,5
3,1
G50
Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 m2
2
G30
3,1
G50
Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m
2
2
G30
Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m
2
3,1
G50
Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m
2
2
G30
3,1
G50
5156,2
Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m Groothandel in papier en karton
2
2
G30
5157,1
Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m2
3,1
G50
Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m2
3,2
G100
Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. < 1000 m2
3,1
G50
Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. > 1000 m2
3,2
G100
Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2
3,1
G50
2
3,2
G100
3
G50
5153,6 5153,7 5153,8
Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 m 5154,1 5154,2
5157,2 5157,3
2
5161
Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m Groothandel in gereedschapswerktuigen
5164,1
Groothandel in computers en -randapparaten e.d.
3,1
G50
5164,3
Groothandel in kantoormeubels
3,1
G50
5165,2
3,1
G50
5165,3
Groothandel in machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) Groothandel in intern transportmaterieel
3,1
G50
5165,4
Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en vriestechniek
3,1
G50
5165,5
Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren
3,1
G50
5165,6
Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d.
3,1
G50
5165,7
3,1
G50
5165,8
Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal Groothandel in meet- en regelapparaten
3,1
G50
5165,9
Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ handel
3,1
G50
5166
Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren
3,1
G50
5171,2
Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen
2
G30
5171,3
Groothandel in emballage
2
G30
5171,4
Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g.
2
G30
5171,5
Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g.
2
G30
5172,2
Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen
2
G30
52
Cat
Milieuaspect
5261
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en moto rbrandstoffen) Postorderbedrijven
3,1
G50
5263,1
Colportage
3,1
G50
5263,2
Straathandel
3,1
G50
5271
Reparatie van schoeisel en lederwaren
1
G10
5272
Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten
1
G10
5273
Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen
1
G10
5274
Reparatie van consumentenartikelen n.e.g.
1
G10
60
Vervoer, opslag en communicatie
Cat
Milieuaspect
6021,1
Openbaar personenvervoer over de weg
3,2
G100
6022
Ongeregeld personenvervoer per taxi
2
G30
6023
Ongeregeld personenvervoer per autobus
3,2
G100
6024,1
Verhuisvervoer b.o, < 1000 m2
3,1
G50
2
3,2
G100
3,1
G50 Milieuaspect
Verhuisvervoer b.o, > 1000 m
2
6024,2
Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 m
63
Dienstverlening voor het vervoer
Cat
6312,1
Opslag in tanks
3,1
G50
6312,2
Opslag in koelhuizen e.d.
3,1
G50
6312,3
Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.)
3,1
G50
6321
Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Autoparkeerterreinen k Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling van vrachtwagens (met
2
G30
3,2
G100
koelinstallaties) 64
Post en telecommunicatie
Cat
Milieuaspect
6411
Nationale postdiensten
2
G30
6412,1
Lokale postdiensten
2
G30
6412,2
Koeriersdiensten
2
G30
71
Cat
Milieuaspect
7110,1
Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening Verhuur van personenauto's (geen operational lease)
2
G30
7110,2
Operational lease van personenauto's
2
G30
7121
Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen personenauto's)
2
G30
7122
Verhuur van schepen
3,1
G50
7123
Verhuur van vliegtuigen
3,1
G50
7132
Verhuur van bouwmachines en -werktuigen
3,1
G50
7133
Verhuur van computers en kantoormachines
3,1
G50
7134,2
Verhuur van machines en werktuigen n.e.g.
3,1
G50
7140,3
Verhuur van leesportefeuilles
2
G30
7140,4
Verhuur van kleding, huisraad e.d.
2
G30
7140,5
Verhuur van overige roerende goederen n.e.g.
2
G30
72
Computerservice-en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat
Milieuaspect
7250
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
G10
73
Speur- en ontwikkelingswerk
Cat
Milieuaspect
7310,1
Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en visserij
2
G-GE30
7310,3
Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk
2
G-GE30
7310,4
Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
2
G-GE30
74
Overige zakelijke dienstverlening
Cat
Milieuaspect
7481,1
Fotografie
2
G30
7481,3
Ontwikkelcentrales
2
G30
92
Cultuur, sport en recreatie
Cat
Milieuaspect
9211,1
Productie van (video)films (geen televisiefilms)
2
G30
9220,1
Omroeporganisaties
2
G30
93
Overige dienstverlening
Cat
Milieuaspect
9301,1
Wasserijen en linnenverhuur
3,1
G50
9301,2
Chemische wasserijen en ververijen
2
G-GE30
9301,3
Wasverzendinrichtingen
2
G30
9301,3
Wassalons, wasserettes
1
G10
categorie 1 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. categorie 2 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. categorie 3 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen. categorie 4 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. categorie 5 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald. categorie 6 komen in Nijmegen niet voor. milieucategorie
richtafstanden rustige wijk
gemengd gebied
1
10 m
0m
2
30 m
10 m
3,1
50 m
30 m
3,2
100 m
50 m
4,1
200 m
100 m
4,2
300 m
200 m
5,1
500 m
300 m
5,2
700 m
500 m
5,3
1000 m
700 m
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
277
278
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Bijlage 3 Notitie Haskoning
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
279
280
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Notitie HASKONING NEDERLAND B.V.
Aan Van Datum Kopie Onze referentie
: : : : :
De heer De Wit en mevrouw Pennings (GEM) ing. F.J.M. van Hout (Royal Haskoning) 8 mei 2012 Archief 9M5896.D4/N//Nijm
Betreft
:
Geluidimmissie op woningen vanwege activiteiten op perceel Strydhagen
RUIMTE & MOBILITEIT
Aanleiding In opdracht van GEM Waalsprong is de geluidimmissie in de omgeving van het perceel van Strydhagen Antiekgroothandel B.V. (verder genoemd Strydhagen) onderzocht. Ten zuiden van het perceel zijn nieuwe woningen voorzien. Om een beeld te schetsen welke mogelijkheden er vanuit akoestisch oogpunt zijn voor activiteiten op het perceel van Strydhagen zijn een tweetal bedrijfssituaties doorgerekend. Onderzocht zijn: • De vergunde bedrijfssituatie; • Het toekomst scenario, dit betreft een mogelijke uitbreiding van de activiteiten op het perceel uitgaande van bedrijvigheid in de milieucategorieën tot en met 3.2. Voor de prognose van de geluidimmissies in de beide situaties is gebruik gemaakt van akoestische rekenmodellen. De vergunde bedrijfssituatie is gebaseerd op activiteiten die momenteel binnen de inrichting plaatsvinden. Het toekomst scenario bevat meer bedrijfsactiviteiten dan de vigerend vergunde situatie en is gebaseerd op een inrichting uit milieucategorie 3 met een bijbehorende richtafstand voor geluid van globaal 100 meter. Uit vorige notities (o.a. notitie 9M5896.D4/N004/411940/SVLI/Nijm d.d. 5 maart 2012) is de noodzaak van een geluidscherm aan de zuidzijde van het perceel van Strydhagen gebleken. In deze notitie wordt het geluidscherm ook in de toekomstige situatie geprojecteerd en komen diverse aandachtspunten voor het toekomstig gebruik van het perceel aan de orde. Uitgangspunten bedrijfsactiviteiten In de vergunde situatie ligt het zwaartepunt van de activiteiten aan de zuidzijde van het perceel. Het gaat dan om enkele transporten, heftruckbewegingen en activiteiten in de zuidelijk in de hal aanwezige werkplaats. In bijlage 1 zijn de invoergegevens van het rekenmodel in deze situatie in de vorm van o.a. bedrijfsduren van geluidbronnen en geluidvermogens opgenomen. Het toekomst scenario gaat uit van een gelijkmatige verdeling van activiteiten over de gehele bedrijfshal. Tevens is rondom de bedrijfshal uitgegaan van het gebruik van heftrucks. Deze activiteiten sluiten aan bij een richtafstand van 100 m voor geluid conform de systematiek van de VNG ‘Bedrijven en milieuzonering’. In bijlage 2 zijn de vervoersbewegingen, geluiduitstraling van de gevels van de hal etc. opgenomen.
A company of Royal Haskoning
8 mei 2012
9M5896.D4/N//Nijm
1/5
Nabij de zuidelijk gelegen erfgrens van het perceel bevindt zich een geluidscherm met een lengte van 140 meter en een hoogte van 3,5 meter. Voor de uitvoering van het geluidscherm gelden twee eisen, de massa per vierkante meter moet minimaal 10 kg/m2 zijn en er mogen zich geen openingen in het scherm bevinden. Beoordelingskader Woningen op een bestemming ‘wonen’ of ‘woongebied’ De geluidimmissie vanwege bedrijfsvoering op het perceel dient te worden beoordeeld aan de hand van de voorschriften uit het Activiteitenbesluit (BARIM). In het Activiteitenbesluit zijn de volgende grenswaarden opgenomen: Tabel 2.17a 07:00–19:00 uur
19:00–23:00 uur
23:00–07:00 uur
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
b. de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten. Dit betekent dat de geluidimmissie, uitgedrukt in langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus, op de gevels van woningen (met een woonbestemming) niet meer mag zijn dan 50, 45 en 40 dB(A) in achtereenvolgens de dag, de avond en de nacht. Woningen op een bestemming ‘bedrijf’ In afwijking op het bovenstaande wordt voor woningen én bedrijfswoningen van derden die zijn gelegen op een bedrijfsterrein een lager beschermingsniveau aanvaardbaar geacht. Op grond van het BARIM gelden dan waarden van 55, 50 en 45 dB(A) in de dag, avond en de nacht. De Handreiking industrielawaai en vergunningverlening d.d. 1998 geeft voor dergelijke situaties waarden van 55, 50 en 45 dB(A) of hoger. Voor woningen in een gebied bestemt als bedrijventerrein gelden dus (ten minste) 5 dB ruimere geluidnormen. Berekeningen De geluidimmissie vanwege de vergunde situatie en het toekomst scenario zijn berekend en weergegeven in de figuren 1 en 2. Gepresenteerd zijn de geluidcontouren in de bepalende dagperiode. De gehanteerde rekenmethode is de methode II.8 ‘Overdrachtsmodel’. Deze methode is vastgelegd in de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai’ (HMRI) d.d. 1999. Als bodemgebied is voor het perceel een akoestisch harde bodem (bodemfactor 0) en voor het
8 mei 2012
9M5896.D4/N//Nijm
2/5
overige gebied een deels harde en deels zachte bodem (bodemfactor 0,5) gehanteerd. De gevelreflectie is conform de Handleiding HMRI niet meegenomen. Voor de dagperiode is bij de toetsing aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit een rekenhoogte van 1,5 meter van toepassing. Voor de avond- en nachtperiode geldt een rekenhoogte van 5,0 meter. Beoordeling rekenresultaten Uitgaande van de vergunde activiteiten en het toekomst scenario bij Strydhagen kan worden voldaan aan de voorschriften conform het Activiteitenbesluit, wanneer een geluidscherm wordt gerealiseerd nabij de zuidelijk gelegen erfgrens van het perceel. Het geluidscherm bezit een lengte van 140 meter en is 3,5 meter hoog. In de genoemde notitie d.d. 5 maart 2012 is een geluidscherm met een lengte van ca. 115 meter aangehouden. Deze lengte volgde uit berekeningen behorend bij de vergunde situatie. De lengte van 140 meter is benodigd om ook in de toekomstige situatie, waarin meer bedrijfsactiviteiten zijn voorzien, bij de geplande woningen de geluidvoorschriften volgens het Activiteitenbesluit te respecteren. We merken op dat ook de maximale geluidniveaus vanwege alle bedrijfsactiviteiten in de beide onderzochte situaties, uitgaande van het geluidscherm 140 m lang en 3,5 m hoog, zullen voldoen aan de hiermee samenhangende normen (zie ook de genoemde notitie d.d. 5 maart 2012). Aandachtspunten voor het toekomst scenario Richtafstanden De VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ hanteert voor de verscheidene milieuaspecten afstanden van o.a. 10, 30, 50 en 100 meter. We hebben de afstanden tussen woningen en de erfgrens van het perceel Strydhagen gemeten. Een vertaling van de gemeten afstanden in de onderhavige situatie naar (werkbare) afstanden in het kader van milieuaspecten levert grosso modo: • de afstand erfgrens – woningen is aan de noord- en zuidzijde 30 meter; • de afstand erfgrens – woningen is aan de oost- en de westzijde 100 meter. Alle milieuaspecten, zijnde veiligheid, geur, geluid en stof, met bijbehorende afstanden groter dan 30 meter vormen een potentieel knelpunt voor toekomstige vergunningverlening. Vanwege het te realiseren geluidscherm, de specifieke situering van woningen rond Strydhagen en het akoestisch zwaartepunt van de activiteiten vormt het aspect geluid hierop een uitzondering. Voor geluid kan een bedrijfsactiviteit met een bijbehorende richtafstand van 100 meter worden aangehouden. In bijlage 3 is een lijst opgenomen met bedrijfsactiviteiten waarin in een aparte kolom de activiteiten zijn aangegeven die op het perceel Strydhagen in de toekomst mogelijk zijn. Bedrijfsactiviteiten met richtafstanden voor veiligheid, geur en stof groter dan 30 meter zijn in principe niet mogelijk. Het is echter niet uitgesloten dat na het verrichten van nader onderzoek enkele bedrijfsactiviteiten met richtafstanden groter dan 30 meter toch vergunbaar blijken.
8 mei 2012
9M5896.D4/N//Nijm
3/5
Maximale geluidniveaus Door de afstand van ca. 30 meter tussen de uitrit en de noordelijk van het perceel gelegen woningen is vrachtverkeer in de avond en de nacht vanuit het oogpunt van geluid niet mogelijk. Mitigerende maatregelen behoren in deze situatie niet tot de mogelijkheden. Het vrachtverkeer dient zich te beperken tot de periode van 07.00 uur tot 19.00 uur. Indirecte hinder Hieronder wordt verstaan de geluidimmissie op woningen door verkeer rijdend op de openbare weg van en naar de inrichting. Dit aspect ligt minder kritisch, tientallen vrachtauto’s kunnen de inrichting per etmaal bezoeken. De bovengenoemde maximale geluidniveaus zijn hierbij de beperkende factor. Bestemmingsplan Vanaf 35 meter afstand ten noordoosten van de bedrijfshal van Strydhagen zijn 2 woningen gelegen. Deze bevinden zich op gronden met de bestemming ‘bedrijf’. Momenteel zijn dit eigen bedrijfswoningen waarvoor toetsing van geluid vanwege de eigen activiteiten van Strydhagen niet aan de orde is. Mochten deze woningen in de toekomst geen eigen woningen meer zijn én de bestemming in het bestemmingsplan wijzigen van ‘bedrijf’ naar ‘wonen’ dan heeft dit veel impact op de toekomstige bedrijfsvoering, zie ook figuur 2. Onderstaand is dit nader uitgewerkt. Optie 1: deze 2 woningen worden burgerwoningen op gronden met de bestemming wonen. Met een bedrijfsvoering volgens het toekomstscenario zal de (equivalente) geluidimmissie op de beide woningen hoger zijn dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Dit staat de wet- en regelgeving niet toe. Optie 2: de 2 woningen worden burgerwoningen en de bestemming blijft ‘bedrijf’. De woning op 35 m van de bedrijfshal ondervindt dan in het toekomst scenario een te hoge (equivalente) geluidimmissie. Dit staat de wet- en regelgeving niet toe. De direct hiernaast gelegen woning zou met een (equivalente) geluidimmissie van 55 dB(A) wel inpasbaar zijn. In de vergunde situatie kunnen de beide woningen overigens wel de bestemming burgerwoning krijgen. De maximale geluidniveaus bij de meest oostelijk gelegen woning zouden in de avond en de nacht geen knelpunt hoeven zijn. De laatstgenoemde opmerking is echter van minder belang aangezien de noordelijk van de in-/uitrit van Strydhagen gelegen woningen vrachtverkeer in de avond- en de nachtperiode al onmogelijk maken. Conclusie In het toekomst scenario zijn bedrijfsactiviteiten op het perceel Strydhagen mogelijk met afstanden voor veiligheid, geur en stof van 30 m. Voor geluid kan een richtafstand van 100 m worden aangehouden. Hierbij gaan we uit van een geluidscherm nabij de zuidelijke erfgrens met een lengte van 140 meter en een hoogte van 3,5 meter. Verder zal vrachtverkeer zich moeten beperken tot de dagperiode en zal de eigen woning op 35 m van de bedrijfshal in het toekomst scenario geen burgerwoning kunnen zijn. De direct oostelijk hiervan gelegen eigen woning zou wel burgerwoning kunnen worden, tenminste als de bestemming ‘bedrijf’ behouden blijft.
8 mei 2012
9M5896.D4/N//Nijm
4/5
FIGUREN EN BIJLAGEN Figuur 1: Geluidcontour 50 dB(A) in de vergunde situatie (2x gepresenteerd) Figuur 2: Geluidcontour 50 dB(A) in het toekomst scenario (2x gepresenteerd) Bijlage 1: Invoergegevens rekenmodel, vergunde situatie Bijlage 2: Invoergegevens rekenmodel, toekomst scenario Bijlage 3: Lijst met bedrijfsactiviteiten
8 mei 2012
9M5896.D4/N//Nijm
5/5
Invoergegevens rekenmodel Vergunde situatie, puntbronnen Model: Groep:
Bijlage 1
Uitgangspunt: Vergunde situatie (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam VH_01 VH_02 WP_01 WP_04 WP_03
Omschr. Vorkheftruck Vorkheftruck Roldeur werkplaats: opening roldeur Roldeur werkplaats: vlakbank Roldeur werkplaats:Werkplaats: van dikte bank
Hoogte 1,00 1,00 2,00 2,00 2,00
Rel.H 1,00 1,00 2,00 2,00 2,00
Pb(u)(D) 1,000 1,000 2,001 2,001 1,251
Pb(u)(A) 0,125 0,125 ----
Pb(u)(N) 0,125 0,125 ----
Lwr Totaal 100,48 100,48 93,96 85,45 101,04
WP_02 WP_01 WP_04 WP_03 WP_02
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 2,001 1,251 2,001
------
------
91,85 93,96 85,45 101,04 91,85
WP_01 WP_04 WP_03 WP_02 WP_01
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 1,251 2,001 2,001
------
------
93,96 85,45 101,04 91,85 93,96
WP_04 WP_03 WP_02 Afz Afz
Roldeur werkplaats: vlakbank Roldeur werkplaats:Werkplaats: van dikte bank Roldeur werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag Afzuiging Afzuiging
2,00 2,00 2,00 8,50 8,50
2,00 2,00 2,00 8,50 8,50
2,001 1,251 2,001 12,000 12,000
------
------
85,45 101,04 91,85 85,19 85,19
Afz Afz
Afzuiging Afzuiging
8,50 8,50
8,50 8,50
12,000 12,000
---
---
85,19 85,19
Geomilieu V1.91
27-4-2012 9:52:05
Invoergegevens rekenmodel Vergunde situatie, mobiele bronnen Model: Groep:
Naam VR_01 PW_01
Bijlage 1
Uitgangspunt: Vergunde situatie (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Groep
Item ID 378049 378071
Geomilieu V1.91
Grp.ID 0 0
KidID 1 -121673 -121733
NrKids 60 59
Vorm Polylijn Polylijn
X-1 187195,30 187198,93
Y-1 433290,66 433428,84
X-n 187196,82 187194,45
27-4-2012 9:55:55
Invoergegevens rekenmodel Vergunde situatie, mobiele bronnen
Bijlage 1
Model: Groep:
Uitgangspunt: Vergunde situatie (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam VR_01 PW_01
Y-n 433429,02 433291,55
Geomilieu V1.91
H-1 1,20 0,75
H-n 1,20 0,75
M-1 1,00 1,00
M-n 1,00 1,00
Min.RH 0,20 0,75
Max.RH 0,20 0,75
Vormpunten 6 6
Lengte 296,18 294,39
27-4-2012 9:55:55
Invoergegevens rekenmodel Vergunde situatie, mobiele bronnen Model: Groep:
Naam VR_01 PW_01
Bijlage 1
Uitgangspunt: Vergunde situatie (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lengte3D N/A N/A
Geomilieu V1.91
Min.lengte 5,87 5,89
Max.lengte 83,18 81,12
Aant.puntbr. 60 59
Lw. Totaal 102,27 94,06
Lwr 31 62,00 --
Lwr 63 70,20 71,70
Lwr 125 82,50 79,90
Lwr 250 88,70 83,00
27-4-2012 9:55:55
Invoergegevens rekenmodel Vergunde situatie, mobiele bronnen Model: Groep:
Naam VR_01 PW_01
Bijlage 1
Uitgangspunt: Vergunde situatie (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lwr 500 94,90 86,60
Lwr 1k 98,70 88,80
Geomilieu V1.91
Lwr 2k 96,90 88,10
Lwr 4k 86,80 84,30
Lwr 8k 78,50 80,20
Lwr Totaal 102,27 94,06
27-4-2012 9:55:55
Invoergegevens rekenmodel Toekomst scenario, puntbronnen Model: Groep:
Bijlage 2
Uitgangspunt: Toekomst Scenario met aanvullende activiteiten (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam VH_01 VH_02 WP_01 WP_04 WP_03
Omschr. Vorkheftruck Vorkheftruck Roldeur werkplaats: opening roldeur Roldeur werkplaats: vlakbank Roldeur werkplaats:Werkplaats: van dikte bank
Hoogte 1,00 1,00 2,00 2,00 2,00
Rel.H 1,00 1,00 2,00 2,00 2,00
Pb(u)(D) 1,000 1,000 2,001 2,001 1,251
Pb(u)(A) 0,125 0,125 ----
Pb(u)(N) 0,125 0,125 ----
Lwr Totaal 100,48 100,48 93,96 85,45 101,04
WP_02 WP_01 WP_04 WP_03 WP_02
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 2,001 1,251 2,001
------
------
91,85 93,96 85,45 101,04 91,85
WP_01 WP_04 WP_03 WP_02 WP_01
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 1,251 2,001 2,001
------
------
93,96 85,45 101,04 91,85 93,96
WP_04 WP_03 WP_02 Afz Afz
Roldeur werkplaats: vlakbank Roldeur werkplaats:Werkplaats: van dikte bank Roldeur werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag Afzuiging Afzuiging
2,00 2,00 2,00 8,50 8,50
2,00 2,00 2,00 8,50 8,50
2,001 1,251 2,001 12,000 12,000
------
------
85,45 101,04 91,85 85,19 85,19
Afz Afz Afz Afz Afz
Afzuiging Afzuiging Afzuiging Afzuiging Afzuiging
8,50 8,50 8,50 8,50 8,50
8,50 8,50 8,50 8,50 8,50
12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
------
------
85,19 85,19 85,19 85,19 85,19
Afz Afz Afz Afz Afz
Afzuiging Afzuiging Afzuiging Afzuiging Afzuiging
8,50 8,50 8,50 8,50 8,50
8,50 8,50 8,50 8,50 8,50
12,000 12,000 12,000 12,000 12,000
------
------
85,19 85,19 85,19 85,19 85,19
WP_01 WP_04 WP_03 WP_02 WP_01
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 1,251 2,001 2,001
------
------
93,96 85,45 101,04 91,85 93,96
WP_04 WP_03 WP_02 WP_01 WP_04
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 1,251 2,001 2,001 2,001
------
------
85,45 101,04 91,85 93,96 85,45
WP_03 WP_02 WP_01 WP_04 WP_03
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
1,251 2,001 2,001 2,001 1,251
------
------
101,04 91,85 93,96 85,45 101,04
WP_02 WP_01 WP_04 WP_03 WP_02
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 2,001 1,251 2,001
------
------
91,85 93,96 85,45 101,04 91,85
WP_01 WP_04 WP_03 WP_02 WP_01
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 1,251 2,001 2,001
------
------
93,96 85,45 101,04 91,85 93,96
WP_04 WP_03 WP_02 WP_01 WP_04
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 1,251 2,001 2,001 2,001
------
------
85,45 101,04 91,85 93,96 85,45
WP_03 WP_02 WP_01 WP_04
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank
2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00
1,251 2,001 2,001 2,001
-----
-----
101,04 91,85 93,96 85,45
Geomilieu V1.91
27-4-2012 9:57:42
Invoergegevens rekenmodel Toekomst scenario, puntbronnen Model: Groep:
Bijlage 2
Uitgangspunt: Toekomst Scenario met aanvullende activiteiten (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam WP_03 WP_02 WP_01 WP_04 WP_03
Omschr. Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank
Hoogte 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
Rel.H 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
Pb(u)(D) 1,251 2,001 2,001 2,001 1,251
Pb(u)(A) ------
Pb(u)(N) ------
Lwr Totaal 101,04 91,85 93,96 85,45 101,04
WP_02 WP_01 WP_04 WP_03 WP_02
Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur Roldeur
werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag werkplaats: opening roldeur werkplaats: vlakbank werkplaats:Werkplaats: van dikte bank werkplaats: Werkplaats: cirkelzaag
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
2,001 2,001 2,001 1,251 2,001
------
------
91,85 93,96 85,45 101,04 91,85
VH_01 VH_01 VH_01 VH_02 VH_02
Vorkheftruck Vorkheftruck Vorkheftruck Vorkheftruck Vorkheftruck
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
1,000 1,000 1,000 1,000 1,000
0,125 0,250 0,250 0,250 0,250
0,125 0,250 0,250 0,250 0,250
100,48 100,48 100,48 100,48 100,48
Geomilieu V1.91
27-4-2012 9:57:42
Invoergegevens rekenmodel Toekomst scenario, mobiele bronnen Model: Groep:
Naam VR_01 PW_01
Bijlage 2
Uitgangspunt: Toekomst Scenario met aanvullende activiteiten (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Groep
Item ID 378049 378071
Geomilieu V1.91
Grp.ID 0 0
KidID 1 -120195 -120026
NrKids 60 59
Vorm Polylijn Polylijn
X-1 187195,30 187198,93
Y-1 433290,66 433428,84
X-n 187196,82 187194,45
27-4-2012 9:58:40
Invoergegevens rekenmodel Toekomst scenario, mobiele bronnen
Bijlage 2
Model: Groep:
Uitgangspunt: Toekomst Scenario met aanvullende activiteiten (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam VR_01 PW_01
Y-n 433429,02 433291,55
Geomilieu V1.91
H-1 1,20 0,75
H-n 1,20 0,75
M-1 0,00 0,00
M-n 0,00 0,00
Min.RH 1,20 0,75
Max.RH 1,20 0,75
Vormpunten 6 6
Lengte 296,18 294,39
27-4-2012 9:58:40
Invoergegevens rekenmodel Toekomst scenario, mobiele bronnen Model: Groep:
Naam VR_01 PW_01
Bijlage 2
Uitgangspunt: Toekomst Scenario met aanvullende activiteiten (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lengte3D N/A N/A
Geomilieu V1.91
Min.lengte 5,87 5,89
Max.lengte 83,18 81,12
Aant.puntbr. 60 59
Lw. Totaal 102,27 94,06
Lwr 31 62,00 --
Lwr 63 70,20 71,70
Lwr 125 82,50 79,90
Lwr 250 88,70 83,00
27-4-2012 9:58:40
Invoergegevens rekenmodel Toekomst scenario, mobiele bronnen Model: Groep:
Naam VR_01 PW_01
Bijlage 2
Uitgangspunt: Toekomst Scenario met aanvullende activiteiten (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lwr 500 94,90 86,60
Lwr 1k 98,70 88,80
Geomilieu V1.91
Lwr 2k 96,90 88,10
Lwr 4k 86,80 84,30
Lwr 8k 78,50 80,20
Lwr Totaal 102,27 94,06
27-4-2012 9:58:40
BIJLAGE 3
01
Landbouw, jacht en bosbouw
Cat.
Milieuaspect
0141,1
Hoveniersbedrijven
2
G30
0142
Dienstverlening voor het fokken/houden van dieren (geen veterinaire diensten)
2
G-GE30
0015
Industrie Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken
1552
2
Cat
Milieuaspect
2
G30
1581
Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg meel/week
2
G-GE30
1584,2
Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m2
2
G-GE30
0017
Vervaardiging van textiel en textielproducten
Cat
Milieuaspect
1771
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken
3,1
G50
1772
Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en pullovers
3,1
G50
18
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
Cat
Milieuaspect
1822
Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van leer)
2
G30
1823
Vervaardiging van onder- en nachtkleding
2
G30
1824
Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g.
2
G30
20
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet e.d.
Cat
Milieuaspect
2030,2
Vervaardiging van overig timmerwerk
3,2
G100
2121,1
Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton
3,2
G100
22
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media
Cat
Milieuaspect
2222,1
Drukkerijen van boeken e.d.
3,2
G100
2222,2
Drukkerijen van tijdschriften
3,2
G100
2222,3
Drukkerijen van reclame
3,2
G100
2222,5
Drukkerijen van formulieren
3,2
G100
2222,6
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
2
G30
2223
Grafische afwerking en binderijen
1
G10
2224
Grafische reproductie en zetten
2
GE30
2225
Overige activiteiten verwant aan de drukkerij
2
G-GE30
2231
Reproductie van geluidsopnamen
1
G10
26
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten
Cat
Milieuaspect
2612
Vormen en bewerken van vlakglas
3,1
G50
2621
Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens < 40 kW
2
G30
2670
Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 2.000 m2
3,1
G50
Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 2.000 m2
3,2
G100
28
Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen)
Cat
Milieuaspect
2811
Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.= 200 m2
3,1
G50
2
3,2
G100
3,1
G50
Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m
2
3,1
G50
Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m
2
3,2
G100
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 m
2
3,1
G50
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 m
2
3,2
G100
Cat
Milieuaspect
Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.> 200 m 2812 2852 2875
30
Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 m
2
Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten
3002
Vervaardiging van computers
32
Vervaardiging van audio-, video-en telecommunicatieapparaten en benodigdheden
Cat
Milieuaspect
3210
Vervaardiging van elektronische componenten
3,1
G50
3220
Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie
3,1
G50
33
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie-en optische instrumenten en uurwerken Tandtechnische bedrijven
Cat
Milieuaspect
2
G-GE30
2
G-GE30
2
G30
2
G30
3310,1 3310,2
2
G-GE30
3350
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en overige orthopedische en protheseartikelen Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de bewaking van industriële processen) Vervaardiging van uurwerken
35
Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en opleggers)
Cat
Milieuaspect
3542
Vervaardiging van fietsen
3,2
G100
3550
Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g.
3,2
G100
36
Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g.
Cat
Milieuaspect
3611
Vervaardiging van zitmeubels
3,2
G100
3612,1
Interieurbouw
3,2
G100
3612,2
Vervaardiging van bedrijfsmeubels
3,2
G100
3622
Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden)
2
GE30
3630
Vervaardiging van muziekinstrumenten
2
G-GE30
3663,1
Sociale werkvoorziening
2
G-GE30
3663,2
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3,1
G50
41
Winning en distributie van water
Cat
Milieuaspect
4100
Winning en distributie van water
3,1
G50
45
Bouwnijverheid
3320
4542
Cat
Milieuaspect
2
3,1
G50
Timmeren > 2000 m2
3,2
G100
Timmeren < 2000 m
50
Reparatie van consumentenartikelen en handel
Cat
Milieuaspect
5020,1
Auto-onderdelenservicebedrijven
2
G30
5020,2
Bandenservicebedrijven
2
G30
5020,3
Reparatie van specifieke auto-onderdelen
2
G30
5020,4
Carrosserieherstel
3,2
G100
5020,5
Overig onderhoud en slepen van auto's
2
G30
5030,1
Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en -accessoires
2
G30
5030,2
Groothandel en handelsbemiddeling in banden
2
G30
5040,1
Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan 2
G30
51
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen)
Cat
Milieuaspect
5121,5
Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 500 t/u
3,1
G50
5121,8
Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u
3,1
G50
5122
Groothandel in bloemen en planten
2
G30
5134
Groothandel in dranken
2
G30
5136
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
2
G30
5137
Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische producten)
2
G30
5138,1
Groothandel in snacks
2
G30
5138,3
Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen n.e.g.
2
G30
5139
Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment
2
G30
5142,1
Groothandel in bovenkleding
2
G30
5142,3
Groothandel in onderkleding
2
G30
5142,6
Groothandel in textielwaren algemeen assortiment
2
G30
5143,2
Groothandel in audio- en videoapparaten
2
G30
5143,3
Groothandel in beeld- en geluidsdragers
2
G30
5143,4
Groothandel in verlichtingsartikelen
2
G30
5143,5
Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten
2
G30
5146,2
2
G30
5147,1
Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen)
2
G30
5147,4
Groothandel in speelgoed
2
G30
5147,5
Groothandel in optische artikelen
2
G30
5147,8
Groothandel in muziekinstrumenten
2
G30
5147,9
Groothandel in huismeubilair
2
G30
5148,1
Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking
2
G30
5148,3
Groothandel in papier- en kartonwaren (geen verpakkingsmateriaal)
2
G30
5148,4
Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk
2
G30
5148,5
G30
5148,6
Groothandel in kantoor-en schoolbenodigdheden (geen schoolboeken, kantoormeubels en - 2 machines) Groothandel in fietsen en bromfietsen 2
G30
5148,7
Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g.
2
G30
5152,2
Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten
3,2
G100
5152,3
Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten
3,2
G100
5153,1
Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m
2
2
G30
Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m
2
3,1
G50
Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m
2
2
G30
Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m
2
3,2
G100
Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m
2
2
G30
Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m
2
5153,2 5153,3 5153,4 5153,5
3,1
G50
Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2000 m2
2
G30
Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 2000 m2
3,1
G50
Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 m2
2
G30
3,1
G50
Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m
2
2
G30
Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m
2
3,1
G50
Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m
2
2
G30
3,1
G50
5156,2
Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m Groothandel in papier en karton
2
2
G30
5157,1
Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m2
3,1
G50
Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m2
3,2
G100
Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. < 1000 m2
3,1
G50
Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. > 1000 m2
3,2
G100
Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2
3,1
G50
2
3,2
G100
3
G50
5153,6 5153,7 5153,8
Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 m 5154,1 5154,2
5157,2 5157,3
2
5161
Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m Groothandel in gereedschapswerktuigen
5164,1
Groothandel in computers en -randapparaten e.d.
3,1
G50
5164,3
Groothandel in kantoormeubels
3,1
G50
5165,2
3,1
G50
5165,3
Groothandel in machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) Groothandel in intern transportmaterieel
3,1
G50
5165,4
Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en vriestechniek
3,1
G50
5165,5
Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren
3,1
G50
5165,6
Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d.
3,1
G50
5165,7
3,1
G50
5165,8
Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal Groothandel in meet- en regelapparaten
3,1
G50
5165,9
Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ handel
3,1
G50
5166
Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren
3,1
G50
5171,2
Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen
2
G30
5171,3
Groothandel in emballage
2
G30
5171,4
Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g.
2
G30
5171,5
Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g.
2
G30
5172,2
Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen
2
G30
52
Cat
Milieuaspect
5261
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en moto rbrandstoffen) Postorderbedrijven
3,1
G50
5263,1
Colportage
3,1
G50
5263,2
Straathandel
3,1
G50
5271
Reparatie van schoeisel en lederwaren
1
G10
5272
Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten
1
G10
5273
Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen
1
G10
5274
Reparatie van consumentenartikelen n.e.g.
1
G10
60
Vervoer, opslag en communicatie
Cat
Milieuaspect
6021,1
Openbaar personenvervoer over de weg
3,2
G100
6022
Ongeregeld personenvervoer per taxi
2
G30
6023
Ongeregeld personenvervoer per autobus
3,2
G100
6024,1
Verhuisvervoer b.o, < 1000 m2
3,1
G50
2
3,2
G100
3,1
G50 Milieuaspect
Verhuisvervoer b.o, > 1000 m
2
6024,2
Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 m
63
Dienstverlening voor het vervoer
Cat
6312,1
Opslag in tanks
3,1
G50
6312,2
Opslag in koelhuizen e.d.
3,1
G50
6312,3
Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.)
3,1
G50
6321
Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Autoparkeerterreinen k Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling van vrachtwagens (met
2
G30
3,2
G100
koelinstallaties) 64
Post en telecommunicatie
Cat
Milieuaspect
6411
Nationale postdiensten
2
G30
6412,1
Lokale postdiensten
2
G30
6412,2
Koeriersdiensten
2
G30
71
Cat
Milieuaspect
7110,1
Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening Verhuur van personenauto's (geen operational lease)
2
G30
7110,2
Operational lease van personenauto's
2
G30
7121
Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen personenauto's)
2
G30
7122
Verhuur van schepen
3,1
G50
7123
Verhuur van vliegtuigen
3,1
G50
7132
Verhuur van bouwmachines en -werktuigen
3,1
G50
7133
Verhuur van computers en kantoormachines
3,1
G50
7134,2
Verhuur van machines en werktuigen n.e.g.
3,1
G50
7140,3
Verhuur van leesportefeuilles
2
G30
7140,4
Verhuur van kleding, huisraad e.d.
2
G30
7140,5
Verhuur van overige roerende goederen n.e.g.
2
G30
72
Computerservice-en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat
Milieuaspect
7250
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
G10
73
Speur- en ontwikkelingswerk
Cat
Milieuaspect
7310,1
Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en visserij
2
G-GE30
7310,3
Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk
2
G-GE30
7310,4
Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
2
G-GE30
74
Overige zakelijke dienstverlening
Cat
Milieuaspect
7481,1
Fotografie
2
G30
7481,3
Ontwikkelcentrales
2
G30
92
Cultuur, sport en recreatie
Cat
Milieuaspect
9211,1
Productie van (video)films (geen televisiefilms)
2
G30
9220,1
Omroeporganisaties
2
G30
93
Overige dienstverlening
Cat
Milieuaspect
9301,1
Wasserijen en linnenverhuur
3,1
G50
9301,2
Chemische wasserijen en ververijen
2
G-GE30
9301,3
Wasverzendinrichtingen
2
G30
9301,3
Wassalons, wasserettes
1
G10
categorie 1 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. categorie 2 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. categorie 3 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen. categorie 4 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. categorie 5 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald. categorie 6 komen in Nijmegen niet voor. milieucategorie
richtafstanden rustige wijk
gemengd gebied
1
10 m
0m
2
30 m
10 m
3,1
50 m
30 m
3,2
100 m
50 m
4,1
200 m
100 m
4,2
300 m
200 m
5,1
500 m
300 m
5,2
700 m
500 m
5,3
1000 m
700 m
Bijlage 4 Notitie maart 2012 Haskoning
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
307
308
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
Enhancing Society
Mem HflSttONIWG NEDERLAND B.V. RUi?;!TE a n/IOB!LITEIT
Aan Van Datum Kopie Onze referentie
De heer de Wit en mevr Pennings (GEIVI) Gideon Konings 2 maart 2012 Archief 9M5896.D4/N004/411940/Nijm
Betreft
Geluidbelasting vanwege activiteiten op perceel Strydhagen op nieuwbouw
Aanleiding Om een beeld te schetsen welke mogelijkheden er vanuit akoestisch oogpunt zijn voor activiteiten op het perceel van Strydhagen, is een aanvullende rekenexercitie uitgevoerd waarbij invulling gegeven is aan een mogelijke uitbreiding van de activiteiten bij Strydhagen. Voor de prognose van de geluidbelasting is gebruik gemaakt van een akoestisch rekenmodel. In een notitie van 12 november j.l. is de vergunde bedrijfssituatie van Strydhagen Antiekgroothandel vertaald naar een geluidbelasting in de omgeving. In de onderhavige notitie is het rekenmodel aangevuld met mogelijke uitbreiding van de werkzaamheden. Hiertoe is in het akoestisch rekenmodel een fictief aantal activiteiten toegevoegd. Waar in de voorgaande notitie uitgegaan werd van een geopende deur van een werkplaats, is nu uitgegaan van 4 geopende deuren. Daarnaast is het aantal transporten met de personenwagens en vrachtwagens en de bedrijfsduur van de heftruck met een factor 4 verhoogd en op het dak van de loods rekening gehouden met een viertal ventilatoren. Uit de vorige notitie is reeds de noodzaak voor een geluidscherm gebleken. In deze notitie wordt gekeken naar een aantal mogelijke varianten ten aanzien van de plaats van het scherm. Activiteiten op het achterterrein Voor het achterterrein wordt uitgegaan van transportbewegingen met een vrachtwagen, personenwagens en een heftruck. Uitgegaan is van 4 vrachtwagens en 20 personenwagens in zowel de dag-, avond- en nachtperiode. Voor kortstondige verhogingen van het geluidniveau (ook wel piekgeluid of maximale geluidniveau) zijn met name de vrachtwagens en de heftruck relevant (met name omdat deze ook in de avond en nachtperiode werkzaam kunnen zijn). Het bronvermogen voor de vorkheftruck bedraagt 100 dB(A) en voor de ventilatoren is uitgegaan van 85 dB(A). Voor de manoeuvrerende vrachtwagen is uitgegaan van 102 dB(A) en voor de personenwagen van 94 dB(A). Het bronvermogen voor de maximale geluidniveaus bedraagt 107 dB(A) voor de heftruck en 110 dB(A) voor de vrachtwagen. Activiteiten in de werkplaats Maatgevend hierbij is de roldeur van de werkplaats, met name als deze geopend is (worst case benadering). Bij vergelijkbare situaties hebben wij in het verleden geluidmetingen verricht. Deze zijn opgenomen in onze bronnendatabase. Een uitsnede van de database met daarin bronvermogens zoals voorheen zijn vastgesteld is in tabel 1 weergegeven. Aangenomen is dat de werkplaats in de dagperiode gebruikt wordt.
A company of Royai Haskoning
2 maart 2 0 1 2
9M5896.D4/N004/411940/Nijm
1/1
Enhancing Society
T a b e l 'I: u i t s n e d e uit R H K d a t a b a s e m e t g e l u i d n i v e a u s v o o r w e r k p l a a t s m e t h o u t b e w e r k i n g Naam:
Halnlveau kielne werkplaats m e c h a n i s c h e houtbewerking
Soort:
Diversen
Toeiichting:
Aannemersbedrijf LAeq
Categorie:
Hout
B r o n v e r m o g e n s in d B { A ) : Band:
31,5 H z
Niveau:
63 H z
125 Hz
250 Hz
500 H z
1 kHz
2 kHz
4 kHz
47,0
56,0
70,0
77,0
75,0
76,0
74,0
8 kHz
Totaal 82,0
Naam:
O p e n deur v/erkplaats
Soort:
Diversen
Toeliohting:
van dikte bank met afzuiginstallatie
Categorie:
Hout
B r o n v e r m o g e n s In d B ( A ) : Band:
31,5 H z
63 H z
125 H z
250 H z
500 H z
1 kHz
2 kHz
4 kHz
8 kHz
Totaal
34,5
53,0
68,0
90,2
85,2
90,1
91,6
81,2
74,5
96,1
Niveau: Naam:
O p e n deur werkplaats
Soort:
Diversen
Toeiichting:
cirkelzaag met afzuiginstallatie
Categorie:
Hout
B r o n v e r m o g e n s In d B ( A ) : Band:
31,5 H z
63 H z
125 H z
250 H z
500 H z
1 kHz
2 kHz
4 kHz
8 kHz
Totaal
32,6
48,5
55,8
78,5
85,1
75,3
74,9
73,1
66,2
86,9
Niveau:
Naam:
O p e n deur werkplaats
Soort:
Diversen
Toeiichting:
vlakbank
Categorie:
Hout
B r o n v e r m o g e n s in d B ( A ) : Band: Niveau:
31,5 H z 28,1
63 H z 43,9
125 H z 55,6
250 H z 68,5
500 Hz 71,8
1 kHz 75,9
2 kHz 78,5
4 kHz
8 kHz
Totaal
82,5
76,1
85,5
Uitgaande van de (fictieve) toekomstige bedrijfssituatie is de geluidbelasting op de gevels van de nieuw te bouwen woningen vastgesteld. (Bij fiet gebruik van de cirkelzaag en de van dikte bank is een tonale toeslag van 5 dB(A) conform de Handreiking industrielawaai toegepast.) Aanhouden is van wisselende geluidrelevante activiteiten in de werkplaats gedurende in totaal 8 uur in de dagperiode. Voor de exacte invoergegevens zie bijlage 1. Een afbeelding van het rekenmodel met daarin de bronnen, de woningen en de drie varianten vooreen geluidscherm is in figuur 1 (langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus) en figuur2 (maximale geluidniveaus) weergegeven. In bijlage 1 en bijlage 2 zijn de invoergegevens van het rekenmodel opgenomen. In bijlage 3 voigen de rekenresultaten van de drie schermvarianten voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en in bijlage 4 de resultaten van de maximale geluidniveaus. Beoordelingskader De geluidbelasting vanwege Strydhagen dient te worden beoordeeld aan de hand van de voorschriften uit het Activiteitenbesluit. In het Activiteitenbesluit zijn de volgende grenswaarden opgenomen:
2 maart 2 0 1 2
9M5896.D4/N004/411940/Nijm
2/1
Enhancing Society
Tabel 2.17a 0 7 : 0 0 - 1 9 : 0 0 uur
19:00-23:00 u u r
2 3 : 0 0 - 0 7 : 0 0 uur
LAOLT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
Ur.LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
l-Amax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
b. de in de penode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geiuidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; Geluidberekeningen Door een geluidscherm te plaatsen tussen de woningen en Strydhagen is de geluidbelasting terug te brengen tot het niveau waarbij de voorschriften van het Activiteitenbesluit niet meer worden overschreden. Bij het plaatsen van een scherm moet rekening worden gehouden met een sloot die tussen Strydhagen en het plangebied is gelegen. De berekeningen zijn daarom uitgevoerd met een scherm: ten zuiden (0,5 m) van de insteek van de sloot; ter plaatse van het midden van de sloot; ten noorden (0,5 m) van de insteek van de sloot. De rekenresultaten voor de drie schermvarianten zijn in tabel 3 en tabel 4 weergegeven. l a b e l 3: L a n g t i j d g e m i d d e l d e b e o o r d e l i n g s n i v e a u s In d B ( A ) m e t s c h e r m 3,5 m e t e r h o o g Omschrijving
Ldag
Lavond
Lnacht
Insteek
IVlidden
Insteek
Insteek
Midden
Insteek
Insteek
Midden
Insteek
Schermvariant:
zuid
sloot
noord
zuid
sloot
noord
zuid
sloot
noord
Rekenpunt 1
42,2
41,6
40,9
37,1
35,4
34,4
34,1
32,4
31,4
Rekenpunt 2
48,5
48,2
47,7
43,1
41,1
39,6
40,1
38,1
36,6
Rekenpunt 3
49,8
49,5
49,0
42,2
40,6
39,0
39,2
37,6
36,0
Rekenpunt 4
48,7
48,4
47,9
41,7
40,0
38,4
38,7
37,0
35,4
Rekenpunt 5
42,5
42,0
41,4
36,6
34,2
32,5
33,5
31,2
29,4
T a b e l 4 : IVlaximale g e l u i d n i v e a u s In d B ( A ) m e t s c h e r m 3,5 m e t e r h o o g Omschrijving
Ldag
Lavond
Lnacht
Insteek
Midden
Insteek
Insteek
Midden
Insteek
Insteek
Midden
Insteek
Schermvariant:
zuid
sloot
noord
zuid
sloot
noord
zuid
sloot
noord
Rekenpunt 1
47,1
45,3
44,5
51,5
50,1
48,8
51,5
50,1
48,8
Rekenpunt 2
54,5
54,0
53,4
58,9
57,3
55,9
58,9
57,3
55,9
Rekenpunt 3
52,7
52,4
52,0
58,1
56,4
54,8
58,1
56,4
54,8
Rekenpunt 4
53,7
53,3
52,7
59,0
57,5
56,0
59,0
57,5
56,0
Rekenpunt 5
46,0
45,4
44,6
53,2
51,7
50,2
53,2
51,7
50,2
2 maail 2012
9M5896.D4/N004/411940/Nijm
3/1
Enhancing Society
De rekenpunten zijn in figuur 1 weergegeven. Voor de dagperiode is bij de toetsing aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit de rekenhoogte van 1,5 meter van toepassing. Voor de avond- en nachtperiode is de rekenhoogte van 5,0 meter relevant. Het scherm is in de bijlage ingetekend op verschillende posities ten opzichte van de sloot (de eigendomsgrens ligt in het hart van de sloot). Het verhard oppervlak, dak en wegen, van het perceel lozen het hemelwater op deze sloot. Een afvoervoorziening dient om die reden te worden gehandhaafd. Uit de berekeningen blijkt dat een scherm met een hoogte van 3,5 meter voldoende hoog is om aan de voorschriften te voldoen. Vorm en uitvoering van het geluidscherm De nu gepresenteerde geluidschermen is qua vorm en uitvoering een van de mogelijkheden om de geluidbelasting bij de woningen te reduceren (en ervoor te zorgen dat Strydhagen de gewenste activiteiten kan blijven voortzetten). Gerekend is met een scherm van gelijke hoogte op het einde. Het is ook een mogelijkheid om het scherm aan het einde geleidelijk in hoogte te laten afnemen of nog een hoek te laten maken (hoek westzijde perceel Strydhagen) of te laten verspringen. Voor de uitvoering van het geluidscherm geldt een eis aan de massa (minimaal 10 kg/m^^ en er mogen geen openingen aanwezig zijn. Bij de berekeningen is uitgegaan van een geluidscherm en nietvan een geluidwal. De afschermende werking van een geluidwal (van gelijke hoogte) is minder dan die van een geluidscherm, maar ook met een geluidwal kan worden voldaan. Een geluidwal zal hoger moeten zijn en zal meer ruimte nodig hebben vanwege de brede basis. Er zijn ook nog andere mogelijkheden om een effectieve geluidafscherming te bewerksteliigen, zoals de realisatie van niet geluidgevoelige objecten vlak langs de terreingrens van Strydhagen. De alternatieve vormen van afscherming moeten wel voldoen aan de voorwaarden van het gemeentelijk beleid. Conclusie Uitgaande van de gewenste activiteiten bij Strydhagen Antiekhandel BV kan, rekening houdend met geopende deuren van werkplaatsen en voertuigbewegingen op het achterterrein worden voldaan aan de voorschriften conform het Activiteitenbesluit, wanneer een geluidscherm met een hoogte van 3,5 meter (of meer) aangebracht wordt tussen de woningen en Strydhagen. Bij het berekenen van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus is uitgegaan van het worst case scenario, waarbij meerdere roldeuren van de werkplaatsen geopend zijn. VenA/acht mag worden dat dit niet continu het geval zal zijn en dat in de praktijk een roldeur gesloten zal zijn. De geluidbelasting zal dan ook naar venwachting aanzien lager zijn. Het sluiten van de roldeur heeft geen effect op de maximale geluidniveaus die op zullen treden ten gevolge van de transportbewegingen op het achterterrein. Omdat deze ook in de avond- en nachtperiode zich voor kunnen doen, dient de hoogte van het geluidscherm 3,5 meter te zijn. Er zijn meerdere mogelijkheden om tot een effectieve geluidafscherming te komen. Naar mate het geluidscherm meer naar het noorden wordt gepiaatst (dichter op de "bron"), neemt de geluidimmissie bij de woningen van het plangebied verder af. Of andersom, dan is er meer 'geluidsruimte' voor Strydhagen, of zou ook het scherm iets minder hoog of korter uitgevoerd kunnen worden.
2 maart 2 0 1 2
9M5896.D4/N004/411940/Nijm
4/1
a'TTif
2 maart 2 0 1 2
Enhancing Society
9M5896.D4/N004/411940/Nijm
5/1
9M5595.D4
GEM
Figuur 1
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Strydhagen Model incl. geluidscherm 3,5 meter hoog 3 schermvarianten weergegeven
187100 Iridiislrielaivasi - IL, IStrj-dhaaen (plus varianl) - model voor figmir 1], Geomilieu Vt.91
187200
GEM
9M5696.D4
Maximale geluidniveaus Strydliagen
Figuur 2
Incl. geluidscherm 3,5 meter 3 schermvarianten weergegeven
433400
187100 Induslrielawaai - IL, [Strydhagen (plus variant) - model voorfiguur2j, Geomilieu V1.91
187200
Eindnoten
1. De luchtfoto in paragraaf 3.1. laat zien dat momenteel niet het hele perceel wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten 2. Krachtens artikel 2.33, lid 2, Wabo bestaat er een ambtshalve bevoegdheid tot gedeeltellijk of gehele intrekking 3. Artikel 1.1. van de revisievergunning luidt: "de inrichting moet worden uitgevoerd en inwerking zijn conform de aanvraag, voor zover die deel uitmaakt van de vergunning (...) " 4. Onderzoek is overigens in bezit van de Raad van State 5. In dit geval is echter toegestaan opslag van alchol tot 40% 6. In de brief van het RIVM (bijlage 10) wordt ook "opslag van alcoholhoudende drank in horizontale houten vaten met een inhoud van 3000 tot 7000 liter" genoemd. Dat alcoholhoudende dranken, niet zijnde whisky, niet alleen in stalen tanks worden opgeslagen maar ook in houten vaten, blijkt niet uit de aanvraag revisievergunning. In paragraaf 5.3. staat dat die opslag beperkt blijft tot opslag in stalen tanks.
Regels bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout - 1 (Stationsw eg)
319
Reactienota M.b.t. ingediende zienswijzen tegen het ontwerp bestemmingsplan “Nijmegen Groot Oosterhout – 1 (deelgebied Stationsweg) ” 7 januari 2013
1 / 14
Hoofdstuk 1: Zienswijzen 1. Mr. P.J.G. Poels, namens Strydhagen Antiekgroothandel B.V., Thomas Wegh Antiek B.V., A.B. Wegh Antiek B.V., T.H. Wegh, D. van der Velden en A.B. Wegh, Postbus 1106, 6501 BC Nijmegen 2. Drs. B. Brink, namens Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel 3. Mr. P.J.G. Poels, namens Toorank Productions BV, A.C.J. Blij, S. Hansen en K. Hansen, Postbus 1106, 6501 BC Nijmegen 4. R. Essers, Niek Engelschmanlaan 129, 6532 CR Nijmegen
2 / 14
Hoofdstuk 2: Algemeen Op het ontwerp bestemmingsplan ‘Nijmegen Groot Oosterhout – 1 (Deelgebied Stationsweg)’ zijn 4 zienswijzen binnengekomen. 2.1 Ontvankelijke zienswijzen Alle zienswijzen die schriftelijk en binnen de termijn zijn ingediend zijn samengevat in hoofdstuk 3 en voorzien van een reactie door de gemeente. De zienswijzen met nummers 1 tm 4 zijn allen ontvankelijk.
In de beantwoording van de zienswijze is de volgende werkwijze gehanteerd. In de eerste, meest linkse kolom is de zienswijze samengevat, in de tweede, middelste kolom is de reactie van de gemeente verwoord. Indien de gemeente acht dat betreffende zienswijze tot een nieuw inzicht leidt, waaruit een wijziging van het bestemmingsplan voortvloeit, is in de derde, meest rechtse kolom de wijziging beschreven. Deze zienswijze is dan ‘gegrond’. De overige zienswijzen leiden niet tot wijzigingen van het ontwerpplan en zijn daarmee ongegrond verklaard.
2.3 Gegrond, niet gegrond
3 / 14
Hoofdstuk 3: Samenvatting zienswijzen en reactie bevoegd gezag
Naam reclamant No.
Samenvatting zienswijze
Reactie gemeente
Aanpassing bestemmingsplan
1. Mr. P.J.G. Poels, namens Strydhagen Antiekgroothandel B.V., Thomas Wegh Antiek B.V., A.B. Wegh Antiek B.V., T.H. Wegh, D. van der Velden en A.B. Wegh, Postbus 1106, 6501 BC Nijmegen 1.
Indieners zijn eigenaar van de gronden en opstallen gelegen aan Stationsweg 17 te Ressen (perceel met kadastraal sectie E nummers 48, 169, 170) en maken bezwaar tegen de toewijzing van de bestemming ‘Woongebied’ in de onmiddelijke nabijheid van hun gronden en opstallen. De bestemming ‘Woongebied’ zou, gezien de bedrijfsactiviteiten behorende tot milieucategorie 2 op de gronden van indieners, niet binnen een zone van 30 meter mogen worden geprojecteerd. In het ontwerpbestemmingsplan wordt echter een afstand van 22 meter aangehouden. Hierdoor kan geen goed woon- en leefklimaat worden gegarandeerd en worden huidige en toekomstige bedrijfsactiviteiten en uitbreidingsmogelijkheden beperkt. Indieners begrijpen niet waarom in het ontwerpbestemmingsplan wordt gesteld dat een kleinere afstand kan worden aangehouden, gezien het feit dat het gehele perceel wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 2. Met verwijzing naar de intrekkingsprocedure stelt reclamant dat ook B&W de afstand van 20-25 m van de erfgrens niet acceptabel vinden.
Inmiddels is aan Strydhagen een werkplaats vergund voor het repareren, restaureren bijmaken van meubelen voor particulieren en bedrijven. Tevens beschikt het bedrijf daarbij over de mogelijkheid om bij een "antiek stuk" een extra meubel(s) te laten maken of namaken voor zowel particulieren als bedrijven. Uit onderzoek van Royal Haskoning van 8 mei 2012 is, rekening houdend met de werkplaats, gebleken dat met het realiseren van een geluidwerende voorziening in het tussenliggend gebied de eerder gekozen ruimtelijke scheiding van 20-25 m onverkort toereikend is. De (minimale) afmetingen van de benodigde geluidwerende voorziening staan vermeld in het onderzoek van Royal Haskoning. In het plan is een zone voor geluidwerende voorzieningen opgenomen. Deze beslaat een deel van de bestemming Woongebied en een klein deel van de bestemming Bedrijf 2. In samenspraak met het bedrijf kan dan bezien worden of de geluidwerende voorziening ten noorden van de aanwezige watergang (niet zijnde een A-watergang), op de eventueel gedempte watergang of ten zuiden
In de regels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Aanpassen van de verbeelding (toevoegen zones “specifieke vorm van woongebied-geluidwerende voorzieningen, specifieke vorm van bedrijf- geluidwerende voorzieningen, specifieke vorm van woongebied-voorwaardelijke verplichting) Tevens aanpassen van de toelichting, hoofdstuk 4.
4 / 14
De motivering voor het aanhouden van een kleinere afstand dan de Staat van bedrijfsactviteiten, Model Nijmegen, ontbreekt.
van de watergang geplaatst wordt. In het plan is in de bestemming Woongebied een zone "voorwaardelijke verplichting" opgenomen, waarmee de realisatie van de geluidwerende voorziening gekoppeld wordt aan de ingebruikname van een deel van de woningbouw
2.
Het bedrijf van indieners is aangeduid met de bestemmingsaanduidingen B1, B1-2 en B1-3.1, met daarnaast de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – 2, tevens voor een groothandel in antiek en werkplaats in milieucategorie 2.’ Indieners vinden het onderscheid dat wordt gemaakt door middel van de bestemmingsaanduidingen B1, B12 en B1-3.1 (praktisch) onaanvaardbaar.
Het genoemde onderscheid is voor de gronden van reclamant komen te vervallen. Uitgaande van een verplicht te realiseren geluidwerende voorziening, heeft Royal Haskoning namelijk ook gekeken of op de gronden van Strydhagen in dat geval ook andere bedrijven mogelijk zijn. Deze mogelijkheden bestaan er (zie de bijlage bij de toelichting, notitie van 8 mei 2012) . Dit heeft ertoe geleid dat een specifieke Staat van bedrijfsactiviteiten is opgenomen in Bijlage 2 van de planregels. Dit betreft feitelijk een selectie van bedrijven uit de Staat van bedrijfactiviteiten, Model Nijmegen (bijlage 1 van de regels). De gekozen bestemming voor Strydhagen is Bedrijf 2.
3
Ook wordt er gepleit om de afstand tot het woongebied te vergroten tot 30 meter en daarbij aan het gedeelte met bestemming B1 de bestemming B1-2 toe te kennen, mede gezien het feit dat activiteiten uit milieucategorie 2 worden toegestaan op het gehele perceel van indieners. De aanduiding B1 aan de achterzijde van het perceel wordt in ieder geval onaanvaardbaar geacht, met het oog op gebruik van het perceel na eventuele beëindiging van de huidige activiteiten, alsmede gezien het feit dat hier ook geen bouwvlak is opgenomen.
Gezien het voorgaande bestaat hiertoe geen aanleiding meer. Evenmin is het vergroten van het bouwvlak nog langer een issue gebleken.
Aanpassen verbeelding.
5 / 14
4.
Daarnaast maken indieners bezwaar tegen het beperken van de werkplaats tot milieucategorie 2, een ‘zwaardere’ werkplaats is dan niet toegestaan.
In de planregels is nu opgenomen dat ook een zwaardere werkplaats is toegestaan (zie ook de in die bijlage 2 bij de regels opgenomen categorieën 2030,2 en 3611, 3612,1 en 3612,2).
Aanpassen regels met specifieke Staat van inrichtingen voor Strydhagen (zie ook bijlage 2 planregels).
Indieners zijn van mening dat onvoldoende objectief is bepaald wanneer sprake is van een werkplaats van maximaal milieucategorie 2. Daarnaast vinden zij dat een bestemmingsplan geen regels aan bedrijfsvoering kan stellen en aan type of situering van de werkplaats binnen de inrichting. 5.
Indieners menen dat het voorgestane woongebied niet overeenkomt met planologisch beleid dat bekend was ten tijde van de aankoop van het perceel in 2002. Zowel in het structuurplan ‘Het land over de Waal’ als in het ‘Voorkeursmodel Waalsprong’ werd niet voorzien in nieuwe mogelijkheden voor woningbouw. Dat geen gevoelige bestemmingen voorzien waren, blijkt ook uit het de doorbreking van de aanhoudingsplicht (i.v.m. een voorbereidingsbesluit) voor de verbouwing van een nabijgelegen bedrijfshal mogelijk te maken. Indieners stellen dat zij aan het voorgaande wel een bepaald vertrouwen mochten ontlenen. Op basis van gewijzigde planologische inzichten mag het niet zo zijn dat reclamant in zijn bedrijfsvoering en gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden wordt beperkt.
In 1996 heeft de gemeenteraad het structuurplan “Het land over de Waal” als basis voor de planontwikkeling voor de Waalsprong vastgesteld. Het structuurplan voorzag ter plaatse van het plangebied nog hoofdzakelijk in “bedrijven” en “bijzondere doeleinden” (zie de overzichtskaart, na blz. 99. ). Voor het - dichter bij de Waaluiterwaarden gelegen – nog te ontwikkelen gebied Citadel was op de desbetreffende kaart de aanduiding “Woonbebouwing” opgenomen. Een in mei 2002 uitgevoerde milieueffectrapport leidde tot nieuwe inzichten die werden vastgelegd in het door de raad in juli 2003 vastgestelde Voorkeursmodel Waalsprong. Daarin wordt bepaald het centrumgebied van het Stadseiland naar de rivier te schuiven naar de locatie Citadel, zodat de Waalsprong “half-concentrisch”, net als de bestaande stad wordt ontwikkeld (zie blz. 24 Voorkeursmodel). Blijkens de kaarten behorende bij het ruimtelijk beeld (blz. 43-44 Voorkeursmodel) wordt dit nieuwe centrumgebied aangemerkt als “Stedelijk gebied” en het plangebied Groot Oosterhout als “Wonen” en deels “Bedrijfsterrein”. De nu in het plan opgenomen bestemmingen zijn ons inziens hiermee in overeenstemming.
6 / 14
Het Voorkeursmodel Waalsprong is vastgesteld op 9 juli 2003. Op 22 december 2003 is een voorbereidingsbesluit genomen dat afliep op 21 december 2004. De bouwaanvraag waar reclament op doelt, betreft een verzoek tot verbouwen van een kantoor tot bedrijfswoning. Deze werd tot 26 april 2004 aangehouden in verband met het voorbereidingsbesluit, maar is vervolgens doorbroken via de destijdse Woningwet. De mening dat het doorbreken van de aanhouding in strijd zou zijn met de woningbouwplannen deelt de gemeente niet. Ten opzichte van de functie kantoor, wordt niet ingezien waarom een bedrijfswoning destijds een grotere bedreiging voor de beoogde naastgelegen woningbouw vormde.
6.
Indieners verzoeken om aan de bedrijfswoningen op het perceel, met de aanduiding ‘bedrijfswoningen’, een burgerwoningbestemming toe te kennen. Reclamant verwijst naar eerdere overwegingen van de Raad van State, voor zover gericht tegen het toekennen van de bestemming “Wonen” aan de bestaande woningen in de directe omgeving.
Voor één van de bedrijfswoningen kan hieraan rechtstreeks worden meegewerkt. Royal Haskoning komt, in verband met toegestane bedrijvigheid op de gronden van Strydhagen, in de notitie van 8 mei 2012 (zie bijlage) immers tot de conclusie "(...) de direct oostelijk hiervan gelegen eigen woning zou wel burgerwoning kunnen worden (…)". Uit het onderzoek van Royal Haskoning kan worden afgeleid dat voor de meest westelijk gelegen bedrijfswoning een rechtstreekse woonbestemming niet mogelijk is vanwege het niet kunnen voldoen aan de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit; wel kan een wijzigingsbevoegdheid op het perceel
Aanpassen verbeelding. Toevoegen bestemming Wonen in regels. Wijzigingsbevoegheid opgenomen voor meest westelijk gelegen bedrijfswoning Aanpassen toelichting.
7 / 14
worden gelegd waardoor de bedrijfswoning burgerwoning kan worden. In de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen dat te allen tijde de nabijgelegen bedrijven aan de milieuregels moeten kunnen blijven voldoen op het moment dat bestemmingswijziging plaatsvindt. 2. Drs. B. Brink, namens Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel 1.
Indiener maakt bezwaar tegen de opgenomen specifieke bouw- en gebruiksregels voor woonschepen en ligplaatsen (art. 6) binnen de bestemming ‘Water’. Ligschepen zijn echter geen onderdeel van deze bestemming, het opnemen van bouw- en gebruiksregels hiervoor zorgt voor verwarring en deze regels zouden dan ook moeten worden verwijderd.Reclamant verzoekt het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen.
De gemeente deelt de mening van reclamant dat de in het ontwerpplan opgenomen specifieke bouw- en gebruiksregels tot onduidelijkheid kunnen leiden, nu woonschepen niet zijn opgenomen in de doeleindenomschrijving. Deze mogelijke tegenstrijdigheid wordt aangepast in het plan.
Aanpassing specifieke bouw- en gebruiksregels bestemming Water.
3. Mr. P.J.G. Poels, namens Toorank Productions BV, A.C.J. Blij, S. Hansen en K. Hansen, Postbus 1106, 6501 BC Nijmegen Toorank BV is een distilleerderij met een vestiging aan de Stationsweg 9. Indieners maken bezwaar tegen de bestemming die de locatie van het bedrijf krijgt in het ontwerpbestemmingsplan. Voor de locatie is een bestemming ‘Bedrijf’ opgenomen met als bestemmingsaanduidingen B1, B1-2 en B1-3.1. Daarnaast geldt op het perceel ook de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-1, tevens voor de opslag en productie van whisky’. Indieners zijn van mening dat de continuïteit van het bedrijf onvoldoende gewaarborgd is onder deze bestemming, de nadere aanduiding is hiervoor te beperkt. Daarnaast valt het
In overweging 2.6.3. van de uitspraak van de ABRvS van 22 december 2010 staat vermeld: “Niet in geschil is dat aan [appellant sub 2] bij besluit van 22 september 2008 een revisievergunning is verleend voor het produceren, distilleren en bottelen van alcohol- en niet alcoholhoudende dranken met en zonder koolzuur alsmede de verpakking daarvan. Evenmin is in geschil dat de bedrijfsactiviteiten in overeenstemming zijn met het vorige plan. De Afdeling stelt vast dat [appellant sub 2] een bedrijf betreft dat voorkomt in categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen)”.
Aanpassen bestemmingsregels voor Toorank.
Indien de revisievergunning nader wordt beschouwd, blijkt deze niet te zijn verleend voor het produceren
8 / 14
bedrijf Toorank BV onder milieucategorie 4.2. De nadere aanduiding is te beperkt om de continuering van de productielocatie/ distilleerderij te waarborgen, De bestemming mag niet worden beperkt tot hetgeen in de milieuvergunning staat vernoemd (opslag en produktie van whisky).
van alcoholhoudende dranken, maar uitsluitend voor de produktie van whisky (zie ook paragraaf 4.1. van de aanvraag). Op 7 februari 2012, daarmee ná de terinzage van het ontwerp bestemmingsplan op 2 februari 2012, heeft het College van B&W definitief besloten de activiteiten van de inrichting die betrekking hebben op het stoken van whiskey in te trekken. De Wabo biedt deze mogelijkheid.
De met succes aangevoerde beroepsgronden tegen bestemmingsplan Groot Oosterhout worden herhaald en ingelast, evenals de beroepsgronden tegen het intrekkingsbesluit. Indieners wijzen erop dat er sprake is van het wegbestemmen van de destilleerderij van Toorank en dat dit ook de bedoeling is van de gemeente. Onder andere het intrekken van de omgevingsvergunning (7 febr. 2012) voor het stoken van whisky duidt dit aan.
De reden voor de gedeeltelijke intrekking is blijkens de beschikking " dat de activiteiten met betrekking tot het stoken van whiskey niet zijn gestart binnen 3 jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden". In het ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Groot Oosterhout 1 (deelgebied Stationsweg) was voor het bedrijf opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf -1” tevens de opslag en productie van whisky was toegestaan. Gelet op het feit dat inmiddels sprake is van een definitief intrekkingsbesluit kan de productie van whisky niet langer meer als toelaatbaar worden geacht. Vergunde activiteiten die niet zijn ingetrokken (de inpandige opslag van alcohol < 40% alsmede overige faciliteiten), blijven wel toegestaan en zijn als zodanig genoemd in de bestemmingsregels.
Er is sprake van een tegenstrijdigheid. In het intrekkingsbesluit stelt het College zich op het standpunt dat met de vergunde activiteiten (het stoken van whisky) geen goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd bij de nieuwe woningen. In het ontwerpbestemmingsplan wordt aangegeven dat met een afstand van 25 m tussen perceelsgrens en bebouwingsgrens van de nieuwe woningen kan worden volstaan en dus een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. 2.
Indieners maken bezwaar tegen de bestemming ‘Woongebied’ opgenomen op slechts 25 meter afstand van het bedrijf. Gelet op de bedrijfsactiviteiten zou dit woongebied zich op 300 meter afstand moeten
De vermeende tegenstrijdigheid tussen enerzijds intrekkingsbesluit revisievergunning en het planologisch traject wordt opgeheven doordat in het vast te stellen plan het stoken van whisky niet langer toelaatbaar wordt geacht. Ontwikkelingskader de Grift betreft geen door de raad vastgesteld besluitstuk. Dit document heeft daarmee geen richtinggevende status. Bovendien zijn er inmiddels gewijzigde feiten en
9 / 14
bevinden (indicatieve afstand VNG). Dit zorgt voor onvoldoende waarborging van ongehinderde bedrijfsuitoefening en een goed woon- en leefklimaat. Dit standpunt zou de gemeente zelf ook innemen: reclamant verwijst naar een overweging in het document Ontwikkelingskader de Grift (oktober 2008). De rapportages van Haskoning hierover worden door de indieners, met verwijzing naar rapportages van BMD advies, Odournet en Akoestisch Buro Tideman ontoereikend geacht. Haskoning heeft ten onrechte alleen naar vergunde, en niet ook naar andere activiteiten (naar de maximale planologische mogelijkheden) gekeken bij een gemiddelde distilleerderij. Tevens stellen indieners dat ten onrechte niet is getoetst aan het Bevi en Revi. Het is onverantwoord kwetsbare objecten te projecteren in de directe omgeving van een inrichting als Toorank.
omstandigheden. Vanwege de eerder vermelde intrekking van het “produceren van whisky” kan er geen sprake meer van zijn dat het bedrijf volgens de VNG brochure geplaatst zou moeten worden in milieucategorie 4.2. (Destilleerderijen en likeurstokerijen, SBI code 110101) en er sprake is van een indicatief aan te houden afstand van 300 m. Zonder de productie van whisky moet het bedrijf, gelet op de opslag van alcoholische drank <40% , volgens de Brochure Bedrijven en Milieuzonering gezien worden als een bedrijf in milieucategorie 3.2. Wij verwijzen naar Lijst 2, Opslagen en installaties, Nummer, 3 subnummer 3, bovengrondse opslag van K1/K2: 10 - 1000 m3 van de Brochure. Er is daarmee niet langer sprake van een maatgevende (indicatieve) afstand van 300 m, maar van 100 m. Deze afstand van 100 (R) m hangt volgens de Brochure samen met het milieuaspect gevaar/ externe veiligheid ( de toevoeging R houdt verband met een toets aan het Bevi) . In de plantoelichting is uitgebreid onderbouwd in paragraaf 4.7. waarom afgeweken kan worden van de afstand van 100 m en kan worden volstaan met een geringere afstand (31 m). Daarbij wordt onder meer gewezen op nog steeds geldende, strenge vergunningvoorschriften op het gebied van brandpreventie en brandbestrijding waar Toorank zich aan heeft te houden. Op het gebied van externe veiligheid wordt gewezen op een zogenaamde Kwantitatieve Risico Analyse., uitgevoerd door Royal Haskoning. Volgens Royal
10 / 14
Haskoning wordt voldaan aan de eisen uit het BEVI en daarbij sluit de gemeente zich aan. Reclamant stelt voorts dat niet gekeken is naar de maximale planologische mogelijkheden. Waarschijnlijk doelt reclamant hierbij op de mogelijkheden van het vigerend bestemmingsplan Ressen 1975. Bij een planschadevergelijking is het gebruikelijk dat gekeken wordt naar de maximale planologische mogelijkheden, maar de gemeente ziet niet waarom in de onderzoeken van Royal Haskoning laatstgenoemde de revisievergunning van 2 september 2008 niet als uitgangspunt had mogen nemen.
3.
Indieners vinden het onderscheid dat wordt gemaakt door middel van de bestemmingsaanduidingen B1, B12 en B1-3.1 (praktisch) onaanvaardbaar. Indieners pleiten ervoor om de afstand tot de woonbestemming te vergroten naar 30 meter en daarbij de bestemmingsaanduiding B1 om te zetten naar B1-2. In ieder geval vinden indieners dat de aanduiding B1 van een strook aan de zijkant van het perceel onaanvaardbaar is, met het oog op gebruik van het perceel na eventuele beëindiging van de huidige activiteiten, alsmede gezien het feit dat hier ook geen bouwvlak is opgenomen.
De planregeling is, afgezien van het rekening houden met de intrekking van whisky voor Toorank BV, aangepast. Praktisch gezien is deze beter uitvoerbaar voor reclamant en zal niet langer sprake zijn van wat reclamant als een “inefficiënte, onlogische en bedrijfseconomisch onzinnige lappendeken” betitelt. Toegestaan zijn thans : bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 1 bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 2 van de Staat van Bedrijfactviteiten in bijlage 1, uitsluitend voor zover is aangetoond dat met de vestiging van een dergelijk bedrijf een
Aanpssen planregels en verbeelding
11 / 14
Deze laatste randvoorwaarde is opgenomen omdat de afstand van 25 m tussen bestemmingsgrens en bouwvlak met bestemming Woongebied gehandhaafd wordt. Het gaat te ver om zonder meer milieucategorie 2 bedrijven toe te staan, maar alleen voor zover zij kunnen aantonen dat met de vestiging van een dergelijk bedrijf een acceptabel woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd binnen het bouwvlak van gronden met de bestemming Woongebied. Het rechtstreeks toestaan van milieucategorie 2 bedrijven betekent dat het bouwvlak verder naar het zuiden zou moeten worden geprojecteerd. In het kader van een belangenafweging druist dat in tegen het woningbouw én financieel belang van de gemeente. Ten aanzien van het gemis van een bouwvlak aan de rand, kan er in de eerste plaats op worden gewezen dat in het bestemmingsplan Ressen 1975 was voor bouwwerken bepaald dat de afstand tot de perceelsgrens niet minder dan 5 m mag bedragen (artikel 5, lid 3, onder c). Daarnaast is niet gebleken van concrete bouwvoornemens die de noodzaak van een groter bouwvlak aantonen.
12 / 14
4. R. Essers, Niek Engelschmanlaan 129, 6532 CR Nijmegen 1.
Indiener verbaast zich over de wijze waarop zienswijzen geadresseerd moeten worden (aan de raad, t.a.v. de afdeling Stadsontwikkeling). Dit doet volgens indiener geen recht aan art. 74 van de Gemeentewet.
Artikel 74 (lid 1) van de Gemeentewet bepaalt dat “Alle aan de raad of aan het college gerichte stukken worden door of namens de burgemeester geopend”. In formele zin is dit juist, maar het voert te ver om geen praktische werkwijze in te stellen. De praktische werkwijze binnen de gemeente is dat zienswijze worden behandeld door de afdeling tot wiens takenpakket dit behoort. Met de gekozen adressering is beoogd een efficiënte, klantvriendelijke behandeling te bewerkstelligen.
2.
Indiener maakt bezwaar tegen de naamgeving van het ontwerpbestemmingsplan. Groot Oosterhout is niet opgenomen in de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG). Het plangebied ligt niet in de wijk Oosterhout, maar in de wijk Ressen. Er is geen goede reden voorhanden om andere dan de beschikbare authentieke gegevens te gebruiken.
De naamgeving Nijmegen Groot Oosterhout -1 (deelgebied Stationsweg) is afgeleid van het bestemmingsplan Groot Oosterhout. Omdat het een reparatieplan betreft naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 22 december 2010 en middels deze naamgeving deze relatie duidelijk blijkt, wordt de bestemmingsplannaam gehandhaafd. In de toelichting van het plan wordt verduidelijkt dat sprake is van ligging in de wijk Ressen.
3.
Vaststelling van de naam Groot Oosterhout voor een deel van de wijk Ressen stuit op bezwaren.
De naam Groot Oosterhout is reeds eerder gehanteerd, namelijk bij bestemmingsplan Groot Oosterhout. Dit bestemmingsplan is, met inachtneming van de uitspraak van de Raad van State van 22 december 2010, grotendeels onherroepelijk. Tegen dat plan heeft reclamant geen gebruik gemaakt van zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden.
4.
Artikel 35 van de Wet BAG dient te worden gerespecteerd. Het bevreemdt reclamant dat namen
Uitgangspunt blijkt om zoveel mogelijk de authentieke gegevens, zoals genoemd in artikel 35,
Aanpassen plantoelichting.
13 / 14
van openbare ruimten wel formeel door de raad worden vastgesteld, maar vervolgens worden genegeerd.
lid 1 Wet BAG, te gebruiken.
14 / 14
74 47 72 49
33
Legenda
20 51 53
Plangebied
Bestemmingen
18 20a
26
28
G
B-1
Bedrijf - 1
B-2
Bedrijf - 2
G
Groen
WA
Water
WG
Woongebied
24 16
14
WR-A2
40
Stationswe g
50
15c
19 19a
7
19b
(bw)
15b
7
10
W
10
15a
Dubbelbestemmingen 46
15d
WR-A2
Waarde - Archeologie 2
WR-A3
Waarde - Archeologie 3
(b=3.1) 17a
(b=2) 48
17
B-1
10 80
B-2
10
7
10
5
Aanduidingen
80 10
54
wro-zone - wijzigingsgebied
Stationsweg
52
2 (bw)
7
10
arm
(b=1)
gebou w ged eelte lijk inges tort
(sb-1)
(sb-gv) (sb-gv) (swg-gv)
10 80
B-1
10
archeologisch rijksmonument
(b=1)
bedrijf tot en met categorie 1
(b=2)
bedrijf tot en met categorie 2
(b=3.1
bedrijf tot en met categorie 3.1
9
11
(bw)
WR-A2
bedrijfswoning
15
(g)
groen
(m)
maatschappelijk
(sb-1)
specifieke vorm van bedrijf-1
WA (sb-gv)
specifieke vorm van bedrijf - geluidwerende voorzieningen
(swg-vv)
G
7 bos
specifieke vorm van woongebied - geluidwerende voorzieningen
(swg-vv)
specifieke vorm van woongebied - voorwaardelijke verplichting
bouwvlak WR-A3
12 7 10
7
maximale goot- en bouwhoogte (m)
12
2
7 80 12
WR-A3
WG
maximum aantal wooneenheden
maximum bebouwingspercentage (%)
Algemeen 53
WG
(swg-gv)
Ondergrond bestaande bebouwing BP29001_GBKN20111019.dxf
20 20
10 16
(m) (g)
arm 7
Gemeente
12
Nijmegen ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd:
bestemmingsplan
nr:
datum:
dd:
Raad van State
07-01-2012
Nijmegen Groot Oosterhout - 1
gewijzigd:
nr:
schaal:
1:1000_A1
get. / gez.:
EF
nummer: 0
10
20
30
40
50
cadnr.:
(Deelgebied Stationsweg)
372121 NL.IMRO.0268.BP29001-VG01