2.9
Paragraaf 9 – Grote projecten
Inleiding Deze aparte paragraaf over alle grote projecten in de provincie is in de begroting opgenomen op advies van de projectgroep ‘Verbetering begroting’. De paragraaf wordt jaarlijks bijgesteld aan de hand van aanvullingen vanuit Provinciale Staten. De in deze begroting opgenomen lijst met grote projecten is een ambtelijk voorstel. De projecten zijn verdeeld in infrastructurele projecten en overige projecten.
2.
Definitie groot project
Provinciale Staten bepalen welke projecten opgenomen worden in de paragraaf Grote projecten. Per project wordt opgenomen: De besluiten door Provinciale Staten. De financiële stand van zaken (voornamelijk het provinciale aandeel). Wat gaan we in 2013 doen? De mogelijke risico’s. Infrastructurele projecten i. 1 Bereikbaarheidsprojecten Leeuwarden-Vrijbaan N31 Haak om Leeuwarden Westelijke invalsweg Drachtsterweg en omgeving Noordwest tangent i. 2 N31 Traverse Harlingen i. 3 Verruiming Prinses Margrietkanaal i. 4 N381 Drachten-Drentse grens i. 5 De Centrale As i. 6 Gebiedsontwikkeling Heerenveen i. 7 Knooppunt Joure, aquaduct Skarsterrien i. 8 RSP Spoorprojecten Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Groningen Station Werpsterhoek Overige projecten O. 1 Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) O. 2 University Campus Fryslân O. 3 Culturele Hoofdstad 2018 O. 4 Europese watertechnologiehub O. 5 Het Friese Merenproject O. 6 Toekomst Afsluitdijk O. 7 Dairy Campus Fryslân O. 8 Breedbandinfrastructuur in Fryslân O. 9 Ecosysteem Drachten O. 10 Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) O. 11 Doefonds O. 12 Provinciaal Herstructureringsprogramma (PHP) bedrijventerreinen
O. 13 Herstructurering naoorlogse Friese Woningvoorraad O. 14 Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) O. 15 Gebiedsontwikkelingsplan Harlingen-Franekeradeel
3.
Infrastructurele projecten
Bij elk project staat een korte financiële toelichting. De specificatie vindt u in de bijlage Opgeleverde en onderhanden investeringen. Deze specificatie kan afwijken van de genoemde bedragen in de besluitvorming. Dit komt door het doorrekenen naar einde werk (prijspeil).
(i.1)
Bereikbaarheidsprogramma Leeuwarden-Vrijbaan (programma 2)
Het bereikbaarheidsprogramma Leeuwarden-Vrijbaan is een programma aan infrastructurele werken, mogelijk gecombineerd met gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland, waar rijk, provincie en gemeente Leeuwarden samen aan werken. Dit betreft meerdere projecten. De belangrijkste voor de provincie zijn: 1. N31 Haak om Leeuwarden 2. Westelijke invalsweg 3. Drachtsterweg en omgeving 4. Noordwest tangent 5. Station Werpsterhoek (zie spoorprojecten) 6. Extra sneltrein Leeuwarden-Groningen (zie spoorprojecten) PS-besluiten Op 18 juni 2008 hebben Provinciale Staten besloten met het voorkeurstracé van de N31 Haak om Leeuwarden en hiervoor € 20,35 mln. (2008) beschikbaar te stellen. Op 16 juni 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitwerking van het Regio Specifiek Pakket (RSP) en daarmee de financiering van WIW, de Drachtsterweg en omgeving en de tekorten op de Haak afgedekt. Op 26 januari 2011 hebben Provinciale Staten besloten het voor uitvoering benodigde realisatiekrediet voor de Haak om Leeuwarden, Westelijke Invalsweg fase 1 (en Drachtsterweg en omgeving) beschikbaar te stellen van € 293,24 mln. De provinciale bijdrage is al op 18 juni 2008 beschikbaar gesteld. Op 26 mei 2010 heeft het college van gedeputeerde staten de realisatieovereenkomst met het rijk vastgesteld. Op 29 mei 2010 heeft ondertekening plaatsgevonden. Vervolgens is het voorstel van het college om met de overeenkomst in te stemmen aangenomen door Provinciale Staten op 3 november 2010. Door Provinciale Staten zijn ter kennisneming aangenomen van de door GS op 1 maart ondertekende overeenkomst ‘programma bereikbaarheid Leeuwarden’. Op 20 februari 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met de realisatie van de Noordwesttangent en hiervoor € 29 mln. beschikbaar gesteld. Financiële stand van zaken N31 Haak om Leeuwarden – noordelijk en zuidelijk deel: € 257 mln. (prijspeil 2009). Waarvan het noordelijk deel € 136 mln. bedraagt. De provincie draagt hierin maximaal € 22 mln. bij. En € 27 mln. uit RSP-middelen, beide voor het noordelijk deel. Westelijke Invalsweg – fase I en II: € 87 mln. (prijspeil 2009). Kosten worden gedekt uit RSP-middelen. Er is geen separate provinciale cofinanciering.
Drachtsterweg en omgeving – € 85 mln. (prijspeil 2009). Kosten worden gedekt uit RSP-middelen. Er zit hierin geen separate provinciale cofinanciering. Noordwesttangent – € 29 mln. (prijspeil 2010), hiervan is € 24 mln. voor de provincie. Op het gehele programma van € 750 mln. draagt de provincie ongeveer 10% bij. Deze middelen zitten voor meer dan de helft in de hiervoor genoemde projecten. Wat gaan we doen in 2013? In 2013 gaan wij aan de Haak (alleen het noordelijke deel, het rijk doet het zuidelijke deel) en de eerste fase van de WIW nader uitvoering geven. De uitvoering van twee aquaducten zullen worden opgestart, ook zal het onderdeel dat ProRail verzorgt (spoorse onderdelen) verder worden uitgevoerd. Het zuidelijke deel van het project Drachsterweg en omgeving (inclusief aquaduct in het Van Harinxmakanaal) wordt aanbesteed en de werkzaamheden worden gestart. Het project Noordwesttangent wordt afgerond en afgerekend in 2013. Risico’s Het risico is dat de grondverwerving niet is afgerond. De onteigening wordt in 2012 afgerond. Het kan zijn dat partijen in cassatie gaan. De markt(werking) is onzeker. De aanbestedingen in 2012 geven zekerheid dat de gekozen aanbestedingsstrategie werkt. Zowel de marktwerking als de creativiteit van de aannemer is volop benut. De onzekerheid van faillissementen die in de huidige economische situatie niet uitgesloten kunnen worden. Via bankgaranties en een goede controle vooraf wordt geprobeerd dit te beheersen.
(i. 2)
N31 Traverse Harlingen (programma 2)
PS-besluiten Op 18-6-2008 hebben Provinciale Staten ingestemd met RSP-convenant. Op 16-6-2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met de inzet van onderhandelingen en het resultaat daarvan met de gemeenten. Ingestemd met de voorgelegde oplossing. voor de traverse Harlingen en het voorbereidingskrediet van € 12,6 mln. Op 10-2-1010 hebben Provinciale Staten ingestemd met de herprioritering in programma 2 voor de dekking van het regiospecifiek pakket. Op 22-9-2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met het vrijgeven van het krediet voor anticiperende aankopen van grond en vastgoed. In oktober 2012 wordt aan PS de realisatieovereenkomst en het uitvoeringskrediet ter besluitvorming voorgelegd. In de realisatieovereenkomst is de bestuurlijke alliantie met Rijkswaterstaat en de gemeente Harlingen vastgelegd. De financiële stand van zaken Planvoorbereiding: Uitvoering: Totaal:
€ 2,9 mln. (afronding in 2012) € 142,5 mln. (afronding in 2017) € 145,4 mln. (prijspeil 2011)
Het project wordt gefinancierd uit het RSP-mobiliteitsfonds. De gemeente Harlingen draagt 10% bij, de gemeente Leeuwarden € 4 mln. (prijspeil 2007). De financiële consequenties voor het jaar 2013 zijn afhankelijk van het plan van aanpak van Rijkswaterstaat. Wat gaan wij doen in 2013? Afronden procedure Raad van State (wanneer er bezwaren zijn). Contractvoorbereiding afronden + aanbesteding.
Afronden onteigening (wanneer aankopen niet op vrijwillige basis mogelijk zijn). Gunnen van het uitvoeringscontract. Risico’s Prijs/marktontwikkeling. Dit risico wordt beheerst door een adequate aanbestedingsstrategie waarin getracht wordt de creativiteit van de markt optimaal te benutten. Te weinig stuur op de financiële risico’s. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de uitvoering en de provincie draagt het financiële risico. Door de opgezette bestuurlijk alliantie is de verwachting dat we dit risico kunnen beheersen. De onzekerheid van faillissementen die in de huidige economische situatie niet uitgesloten kunnen worden. Via bankgaranties en een goede controle vooraf wordt geprobeerd dit te beheersen.
(i. 3)
Verruiming Prinses Margrietkanaal (programma 2)
PS-besluiten In 1997 is het Plan van Aanpak Investeringen Fries-Groningse kanalen vastgesteld. In februari 2012 is de overeenkomst vastgesteld met het rijk over overdracht Prinses Margrietkanaal en afkoop Van Harinxmakanaal. In september 2012 is/wordt besluitvorming aan Provinciale Staten voorgelegd voor het uitvoeringskrediet voor de brug Burgum en de kanaalverlegging bij het aquaduct in de Centrale As. De financiële stand van zaken Planstudies voor de bruggen fase 2a: € 1,53 mln. (afronding in 2013). Uitvoering brug Burgum: € 26,45 mln. excl. btw (afronding in 2017). De uitgaven vinden grotendeels plaats in 2015, 2016 en 2017. Wat gaan wij doen in 2013? Aanbesteding en gunning contract brug Burgum (samen met aquaduct Centrale As). Afronden planstudies bruggen Kootstertille en Skulenboarch. Risico’s Als onderdeel van het provinciaal inpassingplan (PIP) voor project Skûlenboarch/Westkern is de economische haalbaarheid van het watergebonden bedrijventerrein nog steeds niet duidelijk en een punt van zorg. Prijs/marktontwikkeling. Dit risico wordt beheerst door een adequate aanbestedingsstrategie waarin getracht wordt de creativiteit van de markt optimaal te benutten. De onzekerheid van faillissementen die in de huidige economische situatie niet uitgesloten kunnen worden. Via bankgaranties en een goede controle vooraf wordt geprobeerd dit te beheersen.
(i. 4)
N381, Drachten-Drentse grens (programma 2)
PS-besluiten Op 10 februari 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met het Realisatiebesluit N381. Op 30 november 2011 hebben Provinciale Staten het PIP vastgesteld. Het ontwerp-inrichtingsplan Gebiedsontwikkeling is in april 2012 vastgesteld door GS.
In de kadernota 2013 is de dekking van de gebiedsontwikkeling N381 opgenomen. Financiële stand van zaken Met het instemmen van het Realisatiebesluit N381 is € 161,3 mln. (inclusief € 4 mln. BDU) ter beschikking gesteld voor de planvorming, voorbereiding en realisatie van dit project. Uit programma 5 (kadernota 2013) is € 11,9 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de gebiedsontwikkeling. In 2013 zal een totaal aan uitgaven van € 27,6 mln. plaatsvinden, inclusief een bijdrage van derden van € 1,2 mln. De uitgaven van de uitvoeringskosten voor de gebiedsontwikkeling (€ 11,9 mln.) zullen naar verwachting gelijkmatig plaatsvinden over de jaren 2013 t/m 2015. Wat gaan we doen in 2013? Afronden aankoop gronden/onteigeningsprocedure. Eerste helft 2013: aanbesteden werken. Eerste helft 2013: uitvoering van conditionerende activiteiten, zoals verleggen kabels en leidingen, kappen bomen en sloop van panden. Tweede helft 2013: start uitvoering, waarschijnlijk zal worden begonnen met het deelcontract “midden” (Wijnjewoude-Oosterwolde-Noord), gevolgd door deelcontract “noord”. Dit is nog onderwerp van studie en kan nog wijzigen. Risico’s Het onteigeningstraject, waardoor een deel van de gronden niet tijdig in eigendom zijn. De krappe planning. Uitgegaan is van de meest krappe planning. De markt- en contractstrategie kan vragen om een andere planning. Prijs/marktontwikkeling. Dit risico wordt beheerst door een adequate aanbestedingsstrategie waarin getracht wordt de creativiteit van de markt optimaal te benutten. De onzekerheid van faillissementen die in de huidige economische situatie niet uitgesloten kunnen worden. Via bankgaranties en een goede controle vooraf wordt geprobeerd dit te beheersen.
(i. 5)
De Centrale As (DCA) (programma 2)
PS-besluiten Realisatiebesluit op 13 december 2006. Provinciaal Inpassingplan op 23 juni 2010. Vaststellingsbesluit gebiedsontwikkeling DCA op 23 mei 2012. Beschikbaarstelling uitvoeringskrediet gebiedsontwikkeling DCA, kadernota 27 juni 2012. Financiële stand van zaken De uitgaven voor het jaar 2013 zijn € 21,1 mln. en een bijdrage van derden. Wat gaan we doen in 2013? Weg en gebiedsontwikkeling In 2013 worden de resterende contractvoorbereidingen van deelprojecten van De Centrale As afgerond, worden verschillende Europese aanbestedingsprocedures doorlopen en start de uitvoeringsbegeleiding van aanbestede deelprojecten. Naast de start realisatie van Zuid 1 (rondweg Garyp) in 2012 wordt in 2013 gestart met de realisatie van Noord 3 (Dokkum/afslag Westereen), Midden 2 (afslag
Sumar/Zomerweg incl. aquaduct/brug) en onderdelen van Midden 0 (Westereen/Quatrebras). De maatregelen vanuit de gebiedsontwikkeling zijn daarbij voor een groot deel geïntegreerd in de uitvoeringscontracten van de weg. Daarmee wordt in belangrijke mate de belofte aan het gebied over de plussen ingelost. Grond en vastgoed Het verkrijgen van de benodigde gronden in 2013 gebeurt aan de hand van vrijwillige kavelruil en via minnelijke grondverwerving. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt in 2013 een onteigeningsprocedure doorlopen voor de verwerving van alle benodigde gronden. Risico’s Niet alle gronden zijn tijdig in den minne beschikbaar, waardoor de uitvoering vertraagt. Het ingezette onteigeningstraject zorgt niet voor de tijdige beschikbaarheid van de gronden. Prijs/marktontwikkeling, dit risico wordt beheerst door een adequate aanbestedingsstrategie waarin getracht wordt de creativiteit van de markt optimaal te benutten. De onzekerheid van faillissementen die in de huidige economische situatie niet uitgesloten kunnen worden. Via bankgaranties en een goede controle vooraf wordt geprobeerd dit te beheersen.
(i. 6)
Gebiedsontwikkeling Heerenveen (programma 2)
PS-besluiten Op 16 juni 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met het RSP-pakket met daarin het project Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Heerenveen. Op 10 februari 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met de dekking van het RSP. Op 13 februari hebben provincie, rijk en gemeente een intentieovereenkomst ondertekend. Financiële stand van zaken Voor het project is € 36 mln. beschikbaar. De uitvoering zal pas na 2014 plaatsvinden. De middelen worden gedekt uit het RSP-mobiliteitsfonds. Wat gaan we doen in 2013? In 2013 gaat de gemeente Heerenveen het plan onderbrengen in een gemeentelijk structuurplan. Risico’s De planning wordt niet gehaald door de discussie over de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied Heerenveen, stad van Sport Er zijn voorlopig geen financiële risico’s. Het is nog mogelijk om keuzes te maken om binnen het budget te blijven. De financiële positie van de gemeente Heerenveen.
(i. 7)
Knooppunt Joure, aquaduct Skarsterrien (programma 2)
PS-besluiten Op 18 juni 2008 hebben Provinciale Staten ingestemd met het RSP-convenant.
Op 22 september 2010 hebben Provinciale Staten het krediet vrijgegeven voor anticiperende aankopen van grond en vastgoed. Op 10 februari 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met de herprioritering binnen programma 2 voor de dekking van het Regio Specifiek Pakket. Op 16 juni 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met de inzet van de onderhandelingen met gemeente, het resultaat, de gekozen oplossing en een voorbereidingskrediet voor knooppunt Joure. In oktober 2012 wordt aan Provinciale Staten het voorstel voorgelegd over de realisatieovereenkomst en het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet, voor de realisatie en voorfinanciering van aquaduct Skarsterrien en knooppunt Joure. In de realisatieovereenkomst wordt de bestuurlijke alliantie met Rijkswaterstaat en de gemeente Skarsterlân vastgelegd. Financiële stand van zaken Planvoorbereiding: Uitvoering knooppunt Joure: Uitvoering aquaduct Skarsterrien:
€ 2,6 mln. (afronding in 2012, prijspeil 2011) € 68,7 mln. (afronding in 2015, prijspeil 2011) € 43,5 mln. (afronding in 2017, prijspeil 2012).
Project wordt als volgt gefinancierd: Aquaduct Skarsterrien: € 50 mln. (prijspeil 2012) rijksbijdrage uit MIRT in 2021, als dekking voor de kosten en de lasten van voorfinanciering door de provincie. Knooppunt Joure uit RSP mobiliteitsfonds en de restant middelen van de tijdelijke oplossing (prijspeil 2012). Wat gaan wij doen in 2013? Afronden procedure Raad van State (wanneer er bezwaren zijn). Contractvoorbereiding afronden + aanbesteding. Afronden onteigening (wanneer aankopen niet op vrijwillige basis mogelijk zijn). Gunnen. Afhankelijk van het plan van aanpak van Rijkswaterstaat wordt bekend wat in 2013 aan dit project wordt besteed. Risico’s Prijs/marktontwikkeling, wordt beheerst door een adequate aanbestedingsstrategie, waarin getracht wordt de creativiteit van de markt optimaal te benutten. Te weinig stuur op de financiële risico’s: Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de uitvoering. De provincie draagt het financiële risico. Door de opgezette bestuurlijk alliantie is de verwachting dat we dit risico kunnen beheersen. De onzekerheid van faillissementen die in de huidige economische situatie niet uitgesloten kunnen worden. Via bankgaranties en een goede controle vooraf wordt geprobeerd dit te beheersen.
(i. 8)
RSP-Spoorprojecten (programma 2)
Algemeen De RSP-Spoorprojecten zijn onder te verdelen in drie hoofdprojecten: 1. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle voor de uitbreiding van het aantal treinen van twee naar vier per uur in beide richtingen. 2. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Groningen voor de tweede sneltrein die gaat rijden. 3. Aanleg van station Werpsterhoek met een onderdoorgang voor auto’s, vrachtwagen en landbouwvoertuigen en een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers. PS-besluiten Op 16 juni 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitwerking van het Regio Specifiek Pakket (RSP) en daarmee met de uitwerking van de hiervoor genoemde spoorprojecten. Financiering RSP-Spoorprojecten De spoorprojecten worden gefinancierd uit de RSP-middelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld. Voor de capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Groningen en de realisatie van station Werpsterhoek is ook een regionale bijdrage van ca. 9% met het rijk afgesproken. De regionale bijdrage voor deze spoorprojecten worden op pakketniveau gefinancierd door de gemeente Leeuwarden. De capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle wordt gefinancierd uit de RSP-middelen die beschikbar zijn gesteld bij de motie “Koopmans”. Voor deze projecten is door het rijk geen regionale bijdrage geëist. Per hoofdproject wordt meer specifiek op de financiering ingegaan.
(i. 8a) Capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle (programma 2) Hoe zit de financiering in elkaar? De capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle bestaat uit de volgende subprojecten: 1. Versnelling spoorbrug Van Harinxmakanaal (PM motie Koopmans). 2. Verbetering overwegveiligheid Rotstergaastweg Heerenveen (PM motie Koopmans). 3. Ondertunneling spoorkruising ‘Om de Noort’ in Wolvega (€ 12 mln.). Bijdrage uit motie Koopmans € 10,5 mln., gemeente Weststellingwerf € 1,5 mln. 4. Verbetering baanvak Meppel-Zwolle (blokverdichting) (€ 12 mln. motie Koopmans). 5. Capaciteitsvergroting Herfte-Zwolle (PM, gedeeltelijk motie Koopmans mogelijk, verder nog dekking (vanuit rijksmiddelen) zoeken). 6. Aanpassing station Zwolle (bijdrage uit Motie Koopmans € 46 mln.). De zes genoemde projecten worden in opdracht van het rijk door ProRail uitgevoerd. Voor de onder 1, 2 en 3 genoemde projecten is € 17 mln. beschikbaar uit de middelen van ‘motie Koopmans’ voor de spoorwegveiligheid Leeuwarden-Zwolle. De projecten 4, 5 en 6 zijn projecten voor de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe gezamenlijk. Gesteld kan worden dat de Friese bijdrage 1/3 van het bedragen is. In totaal komt dit dus neer op € 19,3 mln. (1/3 * (12 + 48)). Naast de onder 1 t/m 6 genoemde projecten zijn er ook nog projecten die worden gefinancierd uit de motie Koopmans die alleen betrekking hebben op Groningen en/of Drenthe. In totaal is er € 160 mln. (prijspeil 2008) bij het rijk beschikbaar aan RSP-middelen van de motie Koopmans.
Wat gaan we doen in 2013 en wat kost het? De meeste projecten van de capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle zitten in 2013 nog in de studie- of planuitwerkingsfase. Relatief wordt er voor de projecten in deze fase weinig geld uitgegeven. Anders ligt dat voor de spoortunnel Wolvega. In 2012 is hiervoor de planuitwerkingsfase afgerond. Het is de bedoeling dat na de aanbesteding, in 2013 wordt gestart met de realisatie van de tunnel. In 2014 moet de tunnel gereed zijn. Voordat wordt gestart met de realisatiefase is het project aan Provinciale Staten voorgelegd (najaar 2012). In 2013 zal na schatting € 5 mln. worden uitgegeven Risico’s Risico’s voor spoortunnel Wolvega: Prijs/marktontwikkeling anders dan geraamd. Niet afgedekte tegenvaller tijdens de bouw.
i. 8b)
Capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Groningen (programma 2)
Hoe zit de financiering in elkaar? Voor de capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Groningen is een taakstellend RSP-budget beschikbaar van € 120 mln. (prijspeil 2007). Dit bedrag is inclusief de regionale bijdrage van € 5,4 mln. voor de provincie Groningen en € 5,4 mln. voor Fryslân. De provincie Fryslân heeft met de gemeente Leeuwarden afgesproken dat zij het regionale deel van € 5,4 mln. voor Fryslân financieren. Met het rijk is afgesproken dat de provincie Groningen en Fryslân gezamenlijk opdrachtgever worden voor de realisatie van de uitbreiding van de infrastructuur op het baanvak Leeuwarden-Groningen. De provincie Fryslân wordt penvoerder. Het is de bedoeling dat de komende jaren de middelen via het provinciefonds aan de provincie Fryslân worden overgemaakt. Dat zal gebeuren onder aftrek van kosten voor de planuitwerkingsfase waarvoor het ministerie van Infrastructuur en Milieu nu opdrachtgever is. Deze bedragen € 4,6 mln., inclusief btw. Wat gaan we doen in 2013 en wat kost het? In 2013 zullen de plantekeningen met de gedetailleerde kostenraming gereed zijn en zal worden gestart met de voorbereiding van de aanbesteding. De werkzaamheden gebeuren binnen het hiervoor door I en M beschikbaar gestelde bedrag van € 4,6 mln., inclusief btw. Voordat er wordt gestart met de realisatiefase, zal het project aan de Provinciale Staten van Groningen en van Fryslân worden voorgelegd (medio 2013). Risico’s Uit de planuitwerkingsfase blijkt dat de beschikbare € 120 mln. onvoldoende is. Omdat het budget taakstellend is, zal gezocht moeten worden naar versoberingmaatregelen.
(i. 8c) Station Werpsterhoek (programma 2) Hoe zit de financiering in elkaar? Voor station Werpsterhoek en de twee onderdoorgangen is een taakstellend RSP-budget beschikbaar van € 28 mln. (prijspeil 2007). Dit bedrag is inclusief de regionale bijdrage van € 2,5 mln. De provincie heeft met de gemeente Leeuwarden afgesproken dat zij het regionale deel van € 2,5 mln. financieren.
Met het rijk is afgesproken dat de provincie opdrachtgever wordt voor de realisatie van de twee onderdoorgangen en het station. Voor het project is € 28 mln. (prijspeil 2007) beschikbaar. Het is de bedoeling dat de komende jaren de middelen via het provinciefonds aan de provincie Fryslân worden overgemaakt. Dat zal gebeuren onder aftrek van kosten voor de planuitwerkingsfase waarvoor het ministerie van Infrastructuur en Milieu nu opdrachtgever is. Deze bedragen voor station Werpsterhoek circa € 470.000. Wat gaan we doen in 2013 en wat kost het? De planuitwerkingsfase voor station Werpsterhoek is in 2012 afgerond. Het is de bedoeling dat na de aanbesteding in 2013 wordt begonnen met de realisatie van de twee onderdoorgangen. Deze worden gemaakt vooruitlopende op de realisatie van het station. De realisatie van het station is vooralsnog voorzien tussen 2018 en 2020. De twee onderdoorgangen moeten gereed zijn in 2014. De kosten van de onderdoorgangen zijn geraamd op circa € 20 mln. en het station op circa € 8 mln. In 2013 zal een bedrag van circa € 5 mln. worden uitgegeven. Voordat wordt gestart met de realisatiefase, wordt het project aan Provinciale Staten voorgelegd (najaar 2012). Risico’s Prijs/marktontwikkeling ander dan geraamd bij aanbesteding onderdoorgangen. Omdat het budget taakstellend is, zal gezocht moeten worden naar versoberingmaatregelen. Niet afgedekte tegenvaller tijdens de bouw.
4.
Overige projecten
(O. 1) Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) (programma 6) PS-besluiten Provinciale Staten hebben op 22 februari 2012 gekozen voor vernieuwbouw op de huidige locatie van Thialf. In december 2012 worden aan Provinciale Staten een projectbesluit voorgelegd, waarin het plan voor vernieuwbouw verder is uitgewerkt. Hierin komen alle aspecten aan de orde: de functies van Nieuw Thialf, het programma van eisen, de juridische structuur, de exploitatie, de begroting en de dekking en het landelijk en regionaal draagvlak voor dit plan Financiële stand van zaken Het Businessplan Nieuw Thialf (december 2011) raamt de realisatiekosten van vernieuwbouw op € 50 mln. en zet in op de volgende dekking: € 20 mln. van het rijk, € 10 mln. van de markt en € 20 mln. van provincie en gemeente. In het projectbesluit van december 2012 worden deze ramingen geconcretiseerd. In de begroting zijn procesgelden opgenomen van € 200.000,- per jaar voor de jaren 2013 en 2014. Wat gaan wij doen in 2013? Starten met de planologische procedures, het aanbestedingstraject en het voorbereiden van de bouw. Eind 2013 start het bouwproject. De verwachte oplevering is in september 2016.
Risico’s KNSB/rijk kiezen niet voor Thialf als kernvoorziening voor schaatsen in Nederland. Het door de keuze van KNSB/rijk niet rond kunnen krijgen van de financiering van de bouw en de exploitatie.
(O. 2) University Campus Fryslân (UCF) (programma 6) PS-besluiten Het ‘Programma University Campus Fryslân 2010-2015 is op 26 januari 2011 door Provinciale Staten vastgesteld. Ook is een bedrag van € 16,4 mln. beschikbaar gesteld. In het najaar van 2012 zal een tussenevaluatie aan PS worden aangeboden, samen met voorstellen voor eventuele wijzigingen in het door PS vastgestelde UCF-programma. Ook zal het verzoek worden gedaan om de tweede tranche van € 7 mln. beschikbaar te stellen. Financiële stand van zaken Het bedrag van €16,4 mln. betreft: € 2,4 mln. voor de organisatie van de Stichting. € 14 mln. voor projecten. Van dit bedrag is € 7 mln. door de Staten vrijgegeven. De tweede tranche van € 7 mln. volgt in het najaar van 2012. In de begroting zijn geen procesgelden opgenomen. Wat gaan wij doen in 2013? Najaar 2012-2015: besteding van de tweede tranche van € 7 mln. aan de ontwikkeling van promovendiplaatsen, flankerende maatregelen, masteropleidingen en initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie. Na 2015: eventuele doorloop van gehonoreerde en gecofinancierde projecten. Risico’s De uitvoering is op afstand gezet in de Stichting UCF. Hierdoor is er een grote mate van afhankelijkheid gecreëerd ten aanzien van de realisatie van de doelen van het programma. Wij proberen deze risico’s zoveel mogelijk te beheersen door het opstellen en bewaken van een risicobeheersingssysteem en een monitoringskader.
(O. 3 ) Culturele Hoofdstad 2018 (programma 8) PS-besluiten Eind 2009 hebben Provinciale Staten middelen beschikbaar gesteld (€ 4,8 mln.) voor de voorbereidingsfase die loopt tot eind 2013. Hiermee wordt nu een bidbook voorbereid voor de eerste selectie van de twee Nederlandse steden die door kunnen gaan naar de eindronde. Provinciale Staten hebben op 20 juni 2012 het resterende budget van € 0,4 mln. voor 2012 vrijgegeven. Als Leeuwarden doordringt tot de tweede ronde, zal eind 2012 het vrijgeven van het al gereserveerde bedrag van € 1,2 mln. voor 2013 aan de Staten worden voorgelegd. Financiële stand van zaken De financiële onderbouwing wordt nader uitgewerkt. De inschatting is momenteel dat een totale investering van € 40 mln. wordt gevraagd. Voor rekening van de provincie wordt een
bedrag ingeschat van € 11 mln. In de kadernota 2013 wordt voorgesteld een eerste bijdrage van € 2,4 mln. beschikbaar te stellen. In de begroting zijn geen procesgelden opgenomen. Wat gaan wij doen in 2013? Afhankelijk van het bidbook waarmee Leeuwarden zich officieel kandideert voor de titel Europese Hoofdstad van het jaar 2018, wordt eind 2012 bepaald welke twee Nederlandse steden doorgaan naar de eindronde. Eind 2013 wordt op basis van een tweede bidbook de definitieve Culturele Hoofdstad 2018 namens Nederland gekozen. Risico’s Nieuwe rijksbezuinigingen: impact op gemeentelijke en provinciale financiën. Ambities blijken gaandeweg groter dan beschikbare budget. Te weinig bijdragen vanuit bedrijfsleven (economische crisis). Kwaliteit van de uitvoerder (Stichting of opvolger).
(O. 4) Europese watertechnologiehub (programma 6) PS-besluiten Besluiten Provinciale Staten over inzet regio-REP volgt, waarschijnlijk eind 2012. Financiële stand van zaken In bestuurlijk overleg met minister Verhagen is overeenstemming bereikt over een bijdrage voor valorisatie van watertechnologie in de regio. Het betreft een bijdrage uit het rijks-REP van € 19 mln. voor fase 1 (2013-2016) en een bedrag van € 13 mln. voor de periode 20132020 ten laste van het regio-REP. Over een bijdrage van € 19 mln. voor de tweede fase (2017-2020) zijn de gesprekken gaande. Staatssecretaris Atsma heeft aan de Tweede Kamer over andere (rijks) middelen voor Wetsus bericht dat het ministerie van IenM uit de Afsluitdijkgelden een budget reserveert voor de periode 2013-2016 van € 2 mln. Daarnaast heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek € 1,5 mln. gereserveerd om samen met Wetsus het watertechnologische doorbraakonderzoek te versterken. Ten slotte zullen de bedrijven in Wetsus kunnen profiteren van de RDA+ (Research & Development Aftrek) die als toeslag beschikbaar komt voor de Topconsortium voor kennis en innovatie (TKI’s ). De bijdragen van regionale en nationale overheden kunnen worden gezien als hefboom voor de bijdragen uit de markt en de EU, die gedurende de uitvoering op basis van concrete onderzoeksprojecten worden gerealiseerd. Voor procesgelden is in de jaren 2013 en 2014 € 200.000,- per jaar begroot. Wat gaan wij doen in 2013? Opzetten en uitwerken van het valorisatieprogramma van watertechnologie in de regio. Risico’s Ontwikkeling algemeen economisch klimaat (wat gevolgen heeft voor starten en doorgroei bedrijven). Bezuinigingen rijk op het innovatiebeleid. Risicomanagement Watercampus.
(O. 5) Het Friese Merenproject (programma 6) PS-besluiten Plan van aanpak Friese Meren, 20 december 2000. Koers op Fryslân, Friese Merenproject 2e fase 2006-2013, 21 februari 2007.
Herijking, prioritering en programmamanagement 2e fase Friese Merenproject, 5 november 2008. REP-bijdrage aan het Friese Merenproject, project Wymbrits, 15 december 2010. Evaluatie Friese Merenproject 2000-2010, 9 februari 2011. Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject 2011-2015, 30 november 2011. REP-bijdrage aan het Friese Merenproject, programmalijn bestedingen aan de wal, 21 maart 2012. Financiële stand van zaken De totale kosten van het uitvoeringsprogramma Friese Meren 2011-2015 zijn begroot op € 211,3 mln. De financieringsopzet: Provincie (excl. cofinanciering REP) REP Provinciale cofinanciering REP Regio (rijksgeld) Gemeenten Overige/derden
€ 84,8 mln. € 10,0 mln. € 14,6 mln. € 60,9 mln. € 41,0 mln.
Het provinciale en REP-aandeel is volledig gefinancierd. De bijdragen van gemeenten en overige/derden zijn voor 70% gefinancierd. Wat gaan wij doen in 2013? De uitvoering van het programma verloopt langs drie programmalijnen: Grenzeloos varen, Bestedingen aan de wal en Mitigatie, ecologie & duurzaamheid. Programmalijn Grenzeloos varen Starten, voortzetten en afronden van projecten betreffende opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen: Turfroute, Polderhoofdkanaal, Noordelijke Elfstedenvaarroute, Lutscomplex en Middelseeroute. De nieuwe sluis in Stavoren wordt in gebruik genomen. De drempelverlaging van de sluis in Workum wordt opgeleverd. We beginnen met de uitvoering van de verhoging van de brug in Jirnsum. Voortzetting onderzoek naar mogelijkheden de bedieningstijden van bruggen te verruimen door gemeentelijke bruggen aan te laten haken bij de provinciale bedieningsorganisatie. In 2013 wordt gestart met de eerste uitvoeringsmaatregelen. Wij nemen initiatieven om samen met gemeenten te komen tot een integrale aanpak, samenwerking, financiering en uitvoering om baggerachterstanden weg te werken. Programmalijn Bestedingen aan de wal Start uitvoering van masterplannen en versterkingsplannen voor Franeker, Balk, Joure, Dokkum, Bolsward, Lemmer, Stavoren, Workum, Makkum, Heeg, Woudsend en IJlst. Over de uitvoering van het versterkingsplan voor de toegangspoort Lauwersmeer worden bestuurlijke afspraken gemaakt. De uitvoering van het masterplan Earnewâld en de versterkingsplannen Delfstrahuizen (Zuidoever Tjeukemeer) en Harlingen wordt voortgezet. Met de gemeente Leeuwarden wordt in 2013 bekeken op welke wijze het meest efficiënt invulling kan worden gegeven aan de versterking van Leeuwarden als watersportkern. In Grou worden de laatste projecten uitgevoerd om tot een goede afronding van het ‘Wetterfront Grou’ te komen. Het project ‘Stevenshoek Langweer’ wordt opgestart. Programmalijn Mitigatie, ecologie & duurzaamheid De uitvoering van mitigatiemaatregelen wordt voortgezet.
Het Sneekermeergebied wordt ingericht en er worden afspraken gemaakt over het beheer van dit gebied. Gestart wordt met de realisatie van drie vaarroutes specifiek voor elektrische boten. Organisatie van (beurs)presentaties en opstapdagen waarbij burgers het elektrisch varen daadwerkelijk kunnen beleven. Stimulering van het elektrisch varen door uitvoering van subsidieregelingen voor aanschaf en ombouw naar elektrische aandrijving en oplaadpalen. Door het stimuleren van duurzaamheid in watersportkernen wordt gestreefd naar kernen die het predicaat ‘Duurzame watersportkern’ verdienen. Het terugdringen van de lozing van afvalwater door de recreatievaart wordt door publiekscampagnes nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. Risico’s Mogelijke vertraging in de uitvoering en het behalen van de werkgelegenheidsdoelstelling door beperkte middelen gemeenten (cofinanciering). Gevolgen Wet arhi (toetsing investeringen fusie gemeenten).
(O. 6) Toekomst Afsluitdijk (programma 6) PS-besluiten Op 21 december 2011 hebben Provinciale Staten de bestuursovereenkomst Afsluitdijk (inclusief ambitie agenda Afsluitdijk) vastgesteld. De financiële stand van zaken In de ambitieagenda is de totale investering tot 2020 van circa € 500 mln. opgenomen. Hiervan moet ca. € 400 mln. uit de ‘markt’ worden gehaald. De eerste jaren beslaan voornamelijk als aanjager van de ambitie Afsluitdijk. Uit de REP-gelden (kadernota 2013) is een bijdrage van € 300.000,- procesgeld begroot. Wat gaan wij doen in 2013? Uitvoeringsprogramma’s vaststellen, inclusief meerjarig financieringsvoorstel. Voorbereiding/uitwerking (deel)projecten. Risico’s Bezuinigingen op rijksniveau in relatie tot toezegging bijdrage rijk in ambitieagenda (€ 20 mln.). Onvoldoende of afnemend aangehaakt zijn van enkele partner(s) door wisselingen op bestuurlijk niveau of andere bestuurlijke prioriteiten.
(O. 7) Dairy Campus Leeuwarden (programma 6) PS-besluiten Provinciale Staten zijn op 23 juni 2010 akkoord gegaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen regio (provincie Fryslân en gemeente), WUR, Van Hall Larenstein, Aeres en PTC+ cs. Ook hebben Provinciale Staten ingestemd met een provinciale bijdrage van € 2,5 mln. over de periode 2010-2020 als (REP) cofinanciering voor een rijksbijdrage met als voorwaarde dat er ook een bijdrage uit het rijksdeel van het REP beschikbaar wordt gesteld door het rijk.
Financiële stand van zaken Het rijk draagt vanuit het rijks-REP € 15 mln. bij aan de realisatie van Dairy Campus Leeuwarden. Over de cofinanciering van € 2,5 mln. hebben Provinciale Staten al besloten. In de begroting zijn geen procesgelden opgenomen. Wat gaan wij doen in 2013? Start professional masters en de associate degree melkveehouderij bij Van Hall Larenstein in samenwerking met de WUR en AOC Friesland. Aanstelling derde lector en kennisgroep. Start van het innovatieprogramma duurzame melkveehouderij. Besluit over het praktijkleren op de Dairy campus. Overheveling van activiteiten van de andere locaties in Nederland naar Leeuwarden. Risico’s Het niet rond kunnen krijgen van de financiën. De rijks REP-middelen worden gedecentraliseerd.
(O. 8) Breedbandinfrastructuur in Fryslân (programma 6) PS-besluiten De planning is om in het najaar van 2012 besluitvorming van Provinciale Staten te krijgen over een aangepaste startnotitie ´Scenariokeuze voor een hoogwaardige, toekomstvaste en open breedbandinfrastructuur voor particulieren in Fryslân’. Deze startnotitie is in juni 2011 in de Statencommissie Boarger & Mienskip besproken en wordt op verzoek van de Provinciale Staten aangepast voorgelegd. Financiële stand van zaken Op dit moment beschikt het project over procesgeld (€ 150.000,-) voor het uitwerken van een plan van aanpak/implementatiestrategie in de volgende fase. Op dit moment wordt gewerkt aan een voorstel. Naar aanleiding van eerdere bestuurlijke behandeling wordt het ambitieniveau aangepast. Naar verwachting is met de investering een bedrag van circa € 50 mln. gemoeid. In het voorstel worden de procesgelden meegenomen. Dit voorstel zal in het laatste kwartaal van dit jaar aan uw Staten worden voorgelegd. Wat gaan wij doen in 2013? Als de Staten een scenario hebben gekozen, zal dit vervolgens samen met marktpartijen en gemeenten worden uitgewerkt tot een plan van aanpak voor heel Fryslân. Daarna zal dit plan, inclusief investeringsplaatje en dekkingsplan, opnieuw ter besluitvorming aan Provinciale Staten worden voorgelegd. Het maken van dit plan zal ruim een jaar duren. De uitvoering van dit majeure project kan starten na instemming met het plan en het vrijmaken van de daarvoor benodigde middelen (najaar 2013 e.v.). Afhankelijk van de uiteindelijke omvang van het project, zal de doorlooptijd tussen de vijf en tien jaar zijn. Risico’s In deze voorbereidingsfase zijn er nog geen grote financiële risico’s aan het project verbonden. Een meer gedetailleerde uitwerking van de risico’s zal plaatsvinden in de fase waarin het plan van aanpak/implementatiestrategie wordt opgesteld.
(O. 9) Ecosysteem Drachten (technocampus Drachten) (programma 6) PS-besluiten Hierover hebben Provinciale Staten nog geen besluit genomen. Financiële stand van zaken Het project zal de komende tijd worden uitgewerkt, inclusief de benodigde (provinciale) middelen en procesgelden. Wat gaan wij doen in 2013? In 2013 zal er duidelijkheid zijn over de richtinggevendheid van het project, de deelnemende partijen en de uitwerking van het concept. Risico’s Vertraging van het project omdat partijen de cofinanciering niet (volledig) rond kunnen krijgen vanwege huidige recessie.
(O. 10) Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) (programma 6) PS-besluiten Op 21 maart 2012 gaven de Provinciale Staten het college van GS opdracht om voor de zomer een voorstel uit te werken in de vorm van een duurzame energie financieringsorganisatie. Hierbij wordt gedacht aan een revolverend, zichzelf in stand houdend fonds. Na de zomer zullen de uitkomsten van een onderzoek naar de marktvraag en een verkenning van de consequenties en verschillende interpretaties van het begrip revolverendheid naar Provinciale Staten worden toegezonden. Financiële stand van zaken In de Kadernota 2013 is nog geen geld voor FSFE gereserveerd. Aan de hand van het onderzoek naar de marktvraag en de notitie over revolverendheid zal er een voorstel aan de Staten worden gedaan over de financiële consequenties. Wat gaan wij doen in 2013? Afhankelijk van het besluit in de Staten zal mogelijk in 2013 worden gewerkt aan het instellen van het fonds. Dit neemt naar verwachting 1,5 jaar in beslag. Risico’s De vraag is of het FSFE wel compleet revolverend kan zijn. Indien dat niet het geval is, zal het geld kosten en zal de provincie bereid moeten zijn om dit risico te nemen. Indien het wel het geval is, zal de vraag gesteld moeten worden of de markt (banken) de financiering niet voor zijn rekening kan nemen en of er nog wel een toegevoegde waarde voor de provincie is. De financiële risico’s van het fonds zelf (en daarmee ook de mate van revolverendheid) zijn afhankelijk van het soort projecten die uiteindelijk vanuit het fonds (mede) gefinancierd zullen worden. Des te risicovoller de projecten, des te minder kans op reguliere financiering en des te meer behoefte aan provinciaal geld. Een daadwerkelijke risicoanalyse kan bij de uitwerking van de business case worden gemaakt en vervolgens zal per te financieren project een gedegen risicoafweging moeten worden gemaakt.
(O. 11) Doefonds (programma 6) PS-besluiten Provinciale Staten hebben nog geen besluit genomen. Financiële stand van zaken Voor het Doefonds is een bedrag van € 8 mln. begroot vanuit de Nuon-middelen, bij de kadernota 2013. Wat gaan wij doen in 2013? We verwachten dat er in 2012 een besluit over het Doefonds wordt genomen. De start van het Doefonds is in 2013. Risico’s Gaan de gemeenten en de markt hetzelfde bedrag investeren? Lukt het om een revolverend karakter van het fonds te maken?
(O. 12) Provinciaal Herstructureringsprogramma (PHP) bedrijventerreinen (programma 9) PS-besluiten Provinciale Staten hebben in het najaar 2009 besloten tot onder meer een aanvalsplan herstructurering bedrijventerreinen. Daartoe is medio 2010 een Provinciaal Herstructureringsprogramma (PHP) op hoofdlijnen opgesteld en aan Provinciale Staten toegezonden. In de regionale bedrijventerreinenplannen werken de gemeenten dit PHP verder uit. Daarmee wordt invulling gegeven aan het aanvalsplan. Financiële stand van zaken Het rijk heeft bijna € 5,2 mln. ter beschikking gesteld. Van de provincie wordt een cofinanciering verwacht van hetzelfde bedrag. Vanaf 2009 heeft de provincie ruim € 1,7 mln. voor projecten toegezegd/beschikbaar gesteld. Tot nu toe is voor circa € 2 mln. aan subsidie verstrekt/beschikbaar gesteld. Voor de periode tot en met 2015 is in totaal dus nog € 4,9 mln. beschikbaar voor nieuwe projecten; hiervan is voor 2013 € 1,275 mln. in de begroting opgenomen. Er is vooralsnog voldoende geld beschikbaar voor herstructurering van bedrijventerreinen, te meer ook omdat op dit moment de activiteiten voor herstructurering bij gemeenten minder snel tot uitvoering komen dan verwacht. Daarnaast zullen wij - indien nodig - op basis van specifieke projecten voorstellen kunnen doen voor financiering met incidentele middelen. Op die manier kan in de loop van de tijd en afhankelijk van de noodzaak, verder invulling gegeven worden aan de provinciale cofinanciering. Wat gaan wij doen in 2013? Uitvoering geven aan het herstructureringsplan, op basis van de regeling die in 2012 is aangepast. Risico’s Op dit moment komen de gemeentelijke activiteiten voor de herstructurering minder snel tot uitvoering, mede vanwege de financiële en economische crisis. Mocht er onverhoopt niet besteed kunnen worden, is terugbetaling van rijksgeld niet aan de orde aangezien het rijk de middelen heeft gestort in het provinciefonds.
(O. 13) Herstructurering naoorlogse Friese Woningvoorraad (programma 9) PS-besluiten Provinciale Staten hebben op 25 mei 2012 het Aanvalsplan herstructurering naoorlogse Friese woningvoorraad vastgesteld. Financiële stand van zaken Voor de cofinanciering is tot 2015 ruim € 22 mln. aan gedecentraliseerd rijksgeld (ISV) beschikbaar gesteld. Aan Provinciale Staten zal een voorstel worden gedaan voor de overige financiële inzet voor de aanpak van de Friese naoorlogse woningvoorraad. Bij de jaarrekening is een bedrag van € 14 mln. vrijgevallen in het rekeningsaldo in verband met het vervallen van de terugbetalingsplicht van de voormalige ISV-I, ISV-II en stads- en dorpsvernieuwingsmiddelen. De uitgaven zullen in 2013 t/m 2015 plaatsvinden. Wat gaan wij doen in 2013? Regionale bijeenkomsten met gemeenten, woningcorporaties en andere organisaties om de opgave per regio concreet uit te werken. Toezending aan PS van evaluatieverslag voortgang ISV en herstructureringsprojecten. Risico’s Onvoldoende mogelijkheden voor cofinanciering herstructureringsprojecten bij gemeenten, woningcorporaties en/of overige partijen.
(O. 14) Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) (programma 5) PS-besluiten Provinciale Staten hebben op 21 december 2011 de Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) met het bijbehorende meerjarenprogramma vastgesteld. Financiële stand van zaken Provinciale Staten hebben een bedrag van € 10,7 mln. beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt er nog gezocht naar ongeveer € 12 mln. uit de lopende programma’s als het PMJP/FYLG, Waddenfonds/Europese middelen en het ISV (incl. cofinanciering). De uitvoering van de Agenda start in 2012. De totale investeringen in alle projecten uit het meerjarenprogramma ANNO betreffen € 154,3 mln. Wat gaan wij doen in 2013? In 2013 wordt er verder uitvoering gegeven aan de projecten (genoemd in het meerjarenprogramma) met een regionale meerwaarde. We hopen in 2013 op een verdere betrokkenheid van het maatschappelijk veld: ondernemers, dorpsbelangen, marktpartijen. Alleen samen kunnen we onze ambities bereiken. Uiteindelijk doel is dat in 2015 het meerjarenprogramma ANNO is uitgevoerd en dat er een intensieve regionale samenwerking op gang is gekomen. Risico’s Het niet (tijdig) kunnen uitvoeren van projecten. Het afhaken van één van de partijen. Het niet kunnen vinden van cofinanciering voor één of meerdere projecten.
(O. 15) Gebiedsontwikkelingsplan Harlingen-Franekeradeel (programma 5) PS-besluiten Op 23 mei 2012 hebben Provinciale Staten het ontwerpinrichtingsplan (inclusief bijlage) van de gebiedsontwikkeling Harlingen-Franekeradeel vastgesteld. Ook is besloten om € 12,8 mln. voor dit project beschikbaar te stellen. Financiële stand van zaken De maatregelen uit het plan worden voor circa 80% gedekt door Frisia en Vermilion, Wetterskip Fryslân, de gemeenten Harlingen en Franekeradeel en derden (de landbouw). Wat gaan wij doen in 2013? Het uitvoeren van de wettelijke herverkaveling (ruiling landbouwgronden). Uitvoering van maatregelen voor herstel van de waterhuishouding (onder meer renovatie van gemalen en verbreding van watergangen). Starten met de uitvoering van de maatschappelijke plus (dorpsreconstructies). Risico’s Vertraging in de besluitvorming. Bijvoorbeeld wanneer de contracten van de delfstofwinners met overheden moeizaam tot stand komen. Door een dergelijke vertraging zal de uitvoering later op gang komen. Dit kan tot (enige) ontevredenheid in de streek leiden.