Hoofdstuk 27- Overtredingen van de 1ste tot de 4e graad
27 INDELING VAN DE OVERTREDINGEN De verkeerswet bepaalt vier graden van overtredingen, volgens het gevaar dat ze opleveren. Per graad gelden specifieke straffen. Hoe gevaarlijker de overtreding, hoe zwaarder de straf. •
Overtredingen van de 1e graad zijn alle overtredingen die niet tot de andere graden behoren (behalve overtredingen betreffende snelheid, rijden onder invloed en het rijbewijs)
•
Overtredingen van de 2e graad brengen de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar
•
Overtredingen van de 3e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar
•
Overtredingen van de 4e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bij een ongeval bijna onvermijdelijk tot fysieke schade
Snelheidsovertredingen worden apart ingedeeld. Ook hier geldt: hoe gevaarlijker de overtreding, hoe zwaarder de straf. Als je meer dan 10 km/u te snel rijdt, worden de straffen zelfs berekend per bijkomende km/u te snel. 27.1 Overtredingen van de eerste graad Overtredingen van de 1e graad zijn alle overtredingen die niet tot de andere graden behoren (behalve overtredingen met betrekking tot snelheid, rijden onder invloed en het rijbewijs) Straffen een boete van 55 tot 1375 euro een mogelijk verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar, bij herhaling na 3 veroordelingen Opmerking
Een onmiddellijke inning van 50 euro of minnelijke schikking van 60 euro kan worden toegepast Voorbeelden De gordel niet dragen De richtingaanwijzers niet gebruiken wanneer dat verplicht is 's Nachts zonder verlichting fietsen Onrechtmatig op een busstrook rijden Onrechtmatig op een pechstrook rijden 27.2 Overtredingen van de tweede graad Overtredingen van de 2e graad brengen de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar. Straffen een boete van 110 tot 1375 euro, en een mogelijk verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar. Opmerkingen Bij herhaling van een overtreding binnen het jaar worden de boetes verdubbeld. Een onmiddellijke inning van 100 euro of minnelijke schikking van 110 euro kan worden voorgesteld. Voorbeelden Een vast oranje verkeerslicht negeren Als bestuurder bellen met de gsm in de hand Rechts inhalen waar dit verboden is De veiligheidsafstand voor vrachtwagens niet naleven De achtermistlichten niet aanzetten wanneer dit verplicht is Bepaalde gevallen van gevaarlijk en/of hinderlijk parkeren
Onrechtmatig parkeren op plaatsen voorbehouden voor personen met een handicap 27.3 Overtredingen van de derde graad Overtredingen van de 3e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar. Straffen een boete van 165 tot 2750 euro een mogelijk verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar Opmerkingen Bij herhaling van een overtreding binnen het jaar worden de boetes verdubbeld. Een onmiddellijke inning van 150 euro of minnelijke schikking van 160 euro kan worden voorgesteld. Voorbeelden Een rood verkeerslicht negeren Een inhaalverbod niet naleven Dubbel inhalen waar dit verboden is Inhalen nabij een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers Voetgangers of fietsers in gevaar brengen De regels betreffende het kruisen niet naleven 27.4 Overtredingen van de vierde graad Overtredingen van de 4e graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bij een ongeval bijna onvermijdelijk tot fysieke schade. Straffen een boete van 220 tot 2750 euro, en
een verplicht verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar (de rechter kan echter weigeren om het verval uit te spreken mits hij zijn beslissing uitdrukkelijk motiveert) Opmerkingen Bij herhaling van een overtreding binnen het jaar worden de boetes verdubbeld. Enkel voor bestuurders die geen woon- of vaste verblijfplaats in België hebben kan een onmiddellijke inning van 300 euro worden voorgesteld. Voorbeelden Links inhalen op een helling of in een bocht wanneer dit verboden is Andere bestuurders aansporen tot overdreven snel rijden Verkeerstekens op een overweg negeren Rechtsomkeer maken op de autosnelweg Straatraces houden
Overtredingen van de 4e graadbrengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bij een ongeval bijna onvermijdelijk tot fysieke schade. Straffen • •
een boete van 220 tot 2750 euro, en een verplicht verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar (de rechter kan echter weigeren om het verval uit te spreken mits hij zijn beslissing uitdrukkelijk motiveert)
Opmerkingen • •
Bij herhaling van een overtreding binnen het jaar worden de boetes verdubbeld. Enkel voor bestuurders die geen woon- of vaste verblijfplaats in België hebben kan een onmiddellijke inning van 300 euro worden voorgesteld.
Voorbeelden • • • • •
Links inhalen op een helling of in een bocht wanneer dit verboden is Andere bestuurders aansporen tot overdreven snel rijden Verkeerstekens op een overweg negeren Rechtsomkeer maken op de autosnelweg Straatraces houden
27.5 Snelheid Voor wat betreft de snelheidsboetes wordt de volgende berekeningsmethode gehanteerd 27.5.1. Bebouwde kom, schoolomgevingen, zone 30, woonerven en erven -tot 10 km/u boven de maximum toegelaten snelheid: 50 Euro -boven die 10 km/u: 50 Euro +10 Euro per bijkomende km/u -voor snelheden die meer dan 30 km/u boven de toegelaten maximumsnelheid liggen: verplichte verschijning voor de rechter, verval van het recht tot sturen, een strafrechterlijke boete en betaling van de gerechtskosten. 27.5.2 Andere wegen --tot 10 km/u boven de maximum toegelaten snelheid: 50 Euro -boven die 10 km/u: 50 Euro +5 Euro per bijkomende km/u --voor snelheden die meer dan 40 km/u boven de toegelaten maximumsnelheid liggen: verplichte verschijning voor de rechter, verval van het recht tot sturen, een strafrechterlijke boete en betaling van de gerechtskosten Hoofdstuk 28: straffen en de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs: “Het Koninklijk besluit van 30/09/05 verdeelt de inbreuken in vier categorieën volgens het gevaar dat ze veroorzaken.” Hoofdstuk 28.1.1 “De onmiddellijke inning is een bedrag dat de politie aan de overtreder voorstelt te betalen als deze laatste wordt tegengehouden. Het bedrag van de onmiddellijke inning varieert naargelang de ernst van de overtreding. De betaling ervan kan door middel van een overschrijving of met een bank- of kredietkaart. Maar er zijn ook gevallen waarin geen onmiddellijke inning kan worden toegepast.
Hoofdstuk 28.1.3 De bestaande tekst vervalt en wordt vervangen door de volgende nieuwe tekst: “Het verval van het recht tot sturen moet worden uitgesproken voor overtredingen van de vierde graad, evenals voor snelheidsovertredingen van meer dan 40 km/u boven de toegelaten snelheid op autosnelwegen en gewone wegen buiten de bebouwde kom (30km/u binnen de bebouwde kom, in schoolomgevingen, zone 30, woonerven of erven). Het verval van het recht tot sturen mag worden uitgesproken voor de overtredingen van de tweede of derde graad, evenals voor snelheidsovertredingen van meer dan 30km/u maar minder dan 40km/u boven de toegelaten snelheid op autosnelwegen en gewone wegen buiten de bebouwde kom (meer dan 20km/u maar minder dan 30 km/u binnen de bebouwde kom, in schoolomgevingen, zone 30, woonerven of erven) Deze maatregel heeft tot doel de gevaarlijke bestuurders van de weg te houden om op die manier de andere weggebruikers te beschermen. De veroordeelde kan na het verval van het recht tot sturen ook verplicht worden theorie-, praktijk-, psychologische en/of medische proeven af te leggen. ________________________________________________