4 BEVELEN EN OVERTREDINGEN 46
4.1 Bevoegde personen Bevoegde personen kunnen het verkeer regelen en bevelen geven waaraan je onmiddellijk gevolg moet geven. Dit zijn de belangrijkste: Een arm of beide armen horizontaal uitgestrekt: • weggebruikers vóór en achter de agent moeten stoppen; • weggebruikers links en rechts van de agent mogen doorrijden of -lopen.
Een arm recht opgestoken: • alle weggebruikers die zich nog niet op het kruispunt bevinden, moeten stoppen; • alle weggebruikers die zich op het kruispunt bevinden, moeten dat zo vlug mogelijk vrijmaken.
Heen en weer zwaaien met een rood licht: de bestuurders naar wie het licht is gericht, moeten stoppen.
De belangrijkste bevoegde personen: • de federale en lokale politie; • de brugwachters van de in de openbare weg liggende bruggen, voor wat het verkeer op en in de nabijheid van de brug betreft; • de douanebeambten tijdens de uitoefening van hun dienst; • de spoorwegpolitie binnen haar territoriale bevoegdheid; • de Belgische militaire politie als zij tijdens de uitoefening van de dienst het verkeer regelt; • bevoegd personeel van het openbaar vervoer voor het vaststellen van verkeersovertredingen in verband met: • parkeren op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een halte aangeeft, • parkeren op plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen kan worden belemmerd, • bijzondere verkeerslichten, • carpoolstroken, • busstroken, • bijzondere overrijdbare beddingen en dambordmarkeringen; • de leden van brandweer en civiele bescherming die tussenkomen bij een ongeval, als er geen leden van de politie aanwezig zijn. Sommige personen mogen het verkeer niet regelen zoals een bevoegd persoon, maar kunnen wel aanwijzingen geven waaraan je ook gevolg moet geven: • gemachtigde militairen opgesteld bij verplaatsingen van legercolonnes; • gemachtigde signaalgevers bij sportwedstrijden; • gemachtigde opzichters opgesteld om kinderen, scholieren, personen met een handicap of senioren veilig te laten oversteken; • wegkapiteins opgesteld om de veiligheid van groepen fietsers en groepen motorrijders te verzekeren; • groepsleiders die waken over het goede verloop van de tocht van een groep voetgangers of ruiters; • werfopzichters die waken over de veiligheid van het personeel van werken op de openbare weg; • begeleiders en verkeerscoördinatoren bij uitzonderlijk vervoer. Deze personen maken gebruik van een verkeersbord C3 om het verkeer stil te leggen. Weggebruikers moeten de door deze personen gegeven aanwijzingen opvolgen.
47
4.2 Rangorde van de verkeersvoorschriften 48
De verkeersvoorschriften hebben een hiërarchische volgorde: 1. bevelen van een bevoegd persoon 2. verkeerslichten 3. verkeersborden 4. verkeersregels
De verkeersregels zijn van toepassing.
De verkeersborden zijn van toepassing, zij gaan boven de verkeersregels.
De verkeerslichten zijn van toepassing, zij gaan boven de verkeersregels.
De verkeerslichten zijn van toepassing, zij gaan boven de verkeersborden.
De bevelen van de agent zijn van toepassing, zij gaan boven de verkeerslichten en de verkeersborden.
4.3 Overtredingen 4.3.1 Sancties Als een bevoegd persoon een overtreding vaststelt, dan kan hij • een onmiddellijke inning voorstellen, • een proces-verbaal opstellen. Onmiddellijke inning: Politieagenten kunnen bij het vaststellen van een verkeersovertreding de inning van een vastgestelde geldsom voorstellen. Het innen van de geldsom gebeurt door overschrijving, contant (alleen voor wie geen vaste verblijfplaats heeft in België) of met bankkaart of kredietkaart. Als de overtreder weigert of verzuimt de onmiddellijke inning binnen 5 werkdagen te betalen, wordt een proces-verbaal opgesteld en volgt een minnelijke schikking of een veroordeling. Het voertuig kan in beslag genomen worden. De onmiddellijke inning kan niet als: • de overtreder jonger dan 18 jaar is; • een van de vastgestelde overtredingen van de derde graad is; • een snelheidsbeperking met meer dan 40 km/u wordt overschreden; • een snelheidsbeperking met meer dan 30 km/u wordt overschreden binnen de bebouwde kom, in een zone 30, een schoolomgeving, een woonerf of een erf; • een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld; • de totale som meer dan 300 euro bedraagt. Onmiddellijke intrekking rijbewijs: Een rijbewijs kan onmiddellijk ingetrokken worden voor 15 dagen. De procureur des Konings kan ten laste van de dader van de overtreding een beschikking tot verlenging met ten hoogste drie maanden vorderen bij de politierechtbank. Verval van het recht tot sturen: Dit is een straf die een rechter aan een bestuurder oplegt wegens een verkeersdelict. Dit rijverbod kan tijdelijk of defi nitief (bij herhaling) zijn. Voorbeelden van verkeersdelicten waarbij de rechter het verval kan uitspreken zijn: • vluchtmisdrijf; • dronkenschap of een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 mg per liter uitgeademde lucht of 0,8 gram per liter bloed achter het stuur; • de aanwezigheid van een strafbare hoeveelheid drugs (THC, amfetamine, MDMA, MDEA, MBDB, morfi ne, cocaïne ...); • weigeren een ademtest, ademanalyse, speekseltest of bloedproef te ondergaan; • zich onttrekken aan het verbod of het toezicht van een bevoegd persoon, als dat werd opgelegd; • rijden ondanks opgelegd rijverbod of zonder het verplichte examen te hebben afgelegd; • rijden zonder rijbewijs of voorlopig rijbewijs of verkeerd gebruik ervan; • rijden zonder wettelijke verzekering; • een ernstig verkeersongeval veroorzaken; • een nieuwe overtreding begaan binnen de drie jaar waarin men drie veroordelingen heeft opgelopen; • een overtreding van de tweede, derde of vierde graad begaan; • de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 30 km/u overschrijden of met meer dan 20 km/u in een bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf; • een toestel bij zich hebben dat de vaststelling van verkeersovertredingen bemoeilijkt, verhindert of opspoort; • het aanzetten of uitdagen van een dronken persoon tot het besturen van een voertuig of rijdier; • aan een dronken persoon een voertuig of rijdier toevertrouwen om te besturen.
49
Een verval dat als straf is uitgesproken, gaat in op de vijfde dag na de dag waarop het Openbaar Ministerie de veroordeelde van het vonnis op de hoogte heeft gebracht. Dat gebeurt gewoonlijk door de politie.
50
Verval van het recht tot sturen moet worden uitgesproken in geval van lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid. Het verval wordt onmiddellijk na het vonnis van kracht en kan ten vroegste na 2 jaar beëindigd worden nadat een nieuw medisch onderzoek het einde van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid aantoont. Een bestuurder die minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B zal verval van het recht tot sturen krijgen, als hij: • een overtreding begaat ivm alcohol en/of drugs; • een radardetectortoestel bezit; • een verkeersongeval met doden of zwaar gewonden veroorzaakt; • vluchtmisdrijf pleegt; • een overtreding van de derde of vierde graad begaat; • een snelheidsovertreding begaat van meer dan 30 km/u of meer dan 20 km/u binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf; • een overtreding i.v.m. het rijbewijs begaat (geen rijbewijs bezitten, een valse verklaring afleggen of een lichamelijk gebrek hebben). Het herstel van het recht tot sturen zal op zijn minst afhankelijk zijn van het slagen voor een theoretisch of praktisch examen.
4.3.2 Soorten overtredingen De overtredingen worden ingedeeld in 4 groepen: Eerste groep: overtredingen ingedeeld in graden Graad
Sancties
1ste graad: deze overtredingen brengen de veiligheid van personen niet in gevaar
onmiddellijke inning 50 euro
2de graad: deze overtredingen brengen de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar
onmiddellijke inning 100 euro onmiddellijke intrekking rijbewijs mogelijk verval van het recht tot sturen mogelijk
3de graad: deze overtredingen brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar
onmiddellijke inning 150 euro onmiddellijke intrekking rijbewijs mogelijk verval van het recht tot sturen mogelijk
4de graad: deze overtredingen brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar en leiden bij een ongeval bijna onvermijdelijk tot fysieke schade
onmiddellijke inning is niet mogelijk onmiddellijke intrekking rijbewijs mogelijk verval van het recht tot sturen mogelijk
Tweede groep: overtredingen in verband met het rijbewijs Voorbeelden zijn: • een motorvoertuig besturen zonder houder te zijn van een rijbewijs of een voorlopig rijbewijs of zonder het document bij zich te hebben of weigeren het te tonen op verzoek van een bevoegd persoon; • een motorvoertuig besturen terwijl het rijbewijs of het voorlopig rijbewijs werd ingetrokken; • een valse verklaring afleggen om een rijbewijs of een voorlopig rijbewijs te krijgen; • een motorvoertuig besturen terwijl je lijdt aan bepaalde lichaamsgebreken of kwalen of als niet werd voldaan aan het verplicht geneeskundig onderzoek; • de reglementering rond het gebruik van het rijbewijs of het voorlopig rijbewijs niet in acht nemen; • een motorvoertuig toevertrouwen aan een persoon, als je weet dat weet dat die persoon niet in het bezit is van een rijbewijs of een voorlopig rijbewijs vereist voor dat voertuig. Derde groep: snelheidsovertredingen Waar?
Snelheidsoverschrijding tot 10 km/u
Sancties • • •
10 tot 20 km/u •
binnen bebouwde kom in zone 30 binnen schoolomgeving in woonerf of erf
onmiddellijke inning 50 euro + 10 euro per km boven 10 km/u geldboete
• • •
onmiddellijke inning 50 euro + 10 euro per km boven 10 km/u geldboete onmiddellijke intrekking rijbewijs verval van het recht tot sturen mogelijk
meer dan 30 km/u
• • • •
onmiddellijke inning is niet mogelijk geldboete onmiddellijke intrekking rijbewijs verval van het recht tot sturen
tot 10 km/u
• •
onmiddellijke inning 50 euro geldboete
•
onmiddellijke inning 50 euro + 5 euro per km boven 10 km/u geldboete
•
20 tot 30 km/u
10 tot 30 km/u •
• • •
onmiddellijke inning 50 euro + 5 euro per km boven 10 km/u geldboete onmiddellijke intrekking rijbewijs verval van het recht tot sturen mogelijk
• • • •
onmiddellijke inning is niet mogelijk geldboete onmiddellijke intrekking rijbewijs verval van het recht tot sturen
•
op andere wegen
onmiddellijke inning 50 euro geldboete
30 tot 40 km/u
meer dan 40 km/u
51
Vierde groep: rijden onder invloed Alcohol en een voertuig besturen gaan niet samen. Bij 0,5 promille heb je 2,5 keer meer kans op een dodelijk ongeval. Bij 0,8 promille is dat 4,5 keer en bij 1,5 promille maar liefst 16 keer. 52
Een bevoegd persoon kan vaststellen dat je op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt in staat van dronkenschap of in een vergelijkbare staat door het gebruik van drugs of geneesmiddelen. De staat van dronkenschap kan aangetoond worden door te kijken naar de controle die je hebt over jezelf en wat je doet: • kun je rechtdoor lopen; • hoe gedraag je jezelf; • hoe spreek je en wat zeg je; • hoe zie je eruit? Vaak zal een ademtest, ademanalyse of bloedproef volgen als er een vermoeden is van dronkenschap, of een gestandaardiseerde checklist, speekseltest, speekselanalyse of bloedproef bij vermoeden van druggebruik. De ademtest, de ademanalyse, de speekseltest of zonder wettige reden de bloedproef weigeren wordt gelijkgesteld met een alcoholgehalte van ten minste 0,8 gram alcohol per liter bloed of overschrijding van het strafbaar gehalte aan drugs en wordt even zwaar bestraft. De ademtest voor het alcoholgehalte De ademtest bestaat uit blazen in een ademtesttoestel dat het alcoholgehalte in de uitgeademde alveolaire lucht aangeeft. De ademtest kan worden gevorderd van • de vermoedelijke dader van een verkeersongeval of iedereen die het mede heeft kunnen veroorzaken, zelfs als hij het slachtoffer ervan is; • iedereen die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt bij scholing; • iedereen die aanstalten maakt om op een openbare plaats een voertuig of een rijdier te besturen of een bestuurder te begeleiden bij de scholing. Je mag een wachttijd van 15 minuten vragen. Het toestel geeft als resultaat een letter. Letter
Betekenis
Wat nu?
S
Safe
Geen verder gevolg.
A
Alarm
Er zal een ademanalyse volgen om het alcoholgehalte precies te bepalen.
P
Positief
Er zal een ademanalyse volgen om het alcoholgehalte precies te bepalen.
De ademanalyse voor het alcoholgehalte De ademanalyse bestaat uit blazen in een ademanalysetoestel dat het alcoholgehalte in de uitgeademde lucht meet. Het ademanalysetoestel bepaalt nauwkeurig het alcoholgehalte. • 0,22 mg/l uitgeademde alveolaire lucht = 0,5 g/l bloed = 0,5 promille; • 0,35 mg/l uitgeademde alveolaire lucht = 0,8 g/l bloed = 0,8 promille. Alcoholgehalte
Gevolgen en sancties
minder dan 0,22 mg/l
Geen, tenzij een met dronkenschap vergelijkbare toestand vastgesteld wordt die te wijten is aan het gebruik van drugs of geneesmiddelen
ten minste 0,22 mg/l en minder dan 0,35 mg/l
• • •
onmiddellijk tijdelijk rijverbod van 3 uur rijbewijs wordt gedurende 3 uur door de politie bewaard onmiddellijke inning of geldboete
• • • • •
onmiddellijk tijdelijk rijverbod van 6 uur het rijbewijs wordt gedurende 6 uur door de politie bewaard mogelijke onmiddellijke intrekking van het rijbewijs geldboete na 6 uur nieuwe ademtest of analyse, met indien positief resultaat een verlenging van het tijdelijk rijverbod, voor 3 uur (0,22mg/l of meer) of 6 uur (0,35 mg/l of meer) bij herhaling binnen de 3 jaar gevangenisstraf van een maand tot twee jaar mogelijk verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar mogelijk verplichte installatie van een alcoholslot in het voertuig mogelijke verplichting tot slagen voor examen(s) om het rijbewijs opnieuw te verkrijgen
ten minste 0,35 mg/l • • • •
Controle op drugs De gestandaardiseerde checklist is een lijst die een bevoegd persoon zal overlopen met betrekking tot je gedrag en uiterlijk. Vermoedt hij dat je onder invloed van drugs bent, dan zal een speekseltest volgen. Is die positief, dan volgt er een speekselanalyse in een erkend laboratorium.
Drugsgehalte
Gevolgen en sancties
Beneden de wettelijk toegelaten waarden
Geen, tenzij dronkenschap of een strafbaar alcoholgehalte wordt aangetoond
Meer dan de toegelaten waarden • op de speekseltest
•
op de speekselanalyse
• • • • • • • •
onmiddellijk tijdelijk rijverbod van 12 uur rijbewijs wordt gedurende 12 uur door de politie bewaard mogelijke onmiddellijke intrekking van het rijbewijs na 12 uur nieuwe test, met indien positief resultaat een verlenging van het tijdelijk rijverbod met 12 uur geldboete bij herhaling binnen de 3 jaar gevangenisstraf van een maand tot twee jaar mogelijk verval van het recht tot sturen van 8 dagen tot 5 jaar mogelijke verplichting tot slagen voor examen(s) om het rijbewijs opnieuw te verkrijgen
53
De bloedproef voor alcohol en/of drugs
54
De bloedproef bestaat uit het nemen van een bloedmonster uit een ader om het drug- of alcoholgehalte in het bloed te meten. Dat gebeurt door een door de politie opgevorderde geneesheer. De ontleding gebeurt in een erkend laboratorium. Een bloedproef is slechts verplicht in de volgende gevallen: • als de ademtest ten minste 0,22 mg alcohol per liter uitgeademde alveolaire lucht aangeeft en een ademanalyse niet kan worden uitgevoerd; • als de ademtest en de ademanalyse niet kunnen worden uitgevoerd en de betrokkene duidelijke tekenen van alcoholopname vertoont of terwijl hij in staat van dronkenschap verkeert of in een soortgelijke staat, onder meer ten gevolge van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen; • als bij de vermoedelijke dader van een verkeersongeval of eenieder die het heeft kunnen veroorzaken, zelfs al is hij het slachtoffer ervan, geen ademanalyse en -test kunnen worden afgenomen en niet kan worden nagegaan of er duidelijke tekenen van alcoholopname zijn; • op verzoek van de betrokken persoon bij wijze van tegenexpertise, als de derde ademanalyse ten minste 0,35 mg alcohol per liter uitgeademde alveolaire lucht aangeeft; • als de speekseltest aangeeft dat de betrokkene onder invloed van drugs of geneesmiddelen is en er geen speekselanalyse kan uitgevoerd worden; • als de speekseltest en -analyse niet kunnen worden uitgevoerd.
Tips • •
• •
Het bevel van een bevoegde persoon, zoals een politieagent, negeren, is een van de zwaarste overtredingen die er zijn. Een voertuig besturen en alcohol en/of drugs gebruiken gaan niet samen. Alcohol en drugs verdoven de hersenen, waardoor je trager reageert, je je moeilijker kunt concentreren, je remmingen verminderen en je jezelf gaat overschatten. Door het tunneleffect zie je minder goed wat er aan de linker- of rechterkant van de weg gebeurt. Een combinatie van geneesmiddelen en alcohol of drugs verhoogt de intoxicatie! Het is belangrijk dat je je houdt aan de voorwaarden voor het voorlopig rijbewijs.