27 augustus 2004 - 55e jaargang no. 34
Op vrijdag 20 augustus j.l. werd een significante mijlpaal bereikt in de expansie van Paranam Operations: de eerste van de tien agglomerator tanks, # 190, kon in bedrijf worden gesteld. Voorafgaand hieraan is heel veel werk verzet om de tank klaar te stomen voor productie. Na constructie moest hij natuurlijk worden getest op lekkages. Toen moest de agitator ten opzichte van de tank worden uitgelijnd. Vervolgens werd de aandrijving van de agitator getest op hoge vibraties. Simultaan hiermee hebben de Electrical Group en het Quasar Team gewerkt aan het trekken van de nodige kabels voor
het vlot doen controleren van het proces. Verder werden de nodige procedures uitgewerkt om de tank op een veilige manier in bedrijf te kunnen stellen. Mechanisch schijnt alles volgens verwachting te lopen met tank 190 die vier dagen eerder dan gepland in productie werd genomen. De laatste ‘fine tuning’ vindt nog plaats op het gebied van de ‘process control’ en instrumentation. Een multidisciplinair team bestaande uit vertegenwoordigers van Technical, Operations, Hatch, Quasar en het Expansieteam is daarmee bezig.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○1 Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
Het Enterprise Business Solutions Team dat de vorige week de toepassing van standaardcoderingen en – systemen in AWA Atlantic – bedrijven bij Suralco kwam propageren, is tevreden over de respons. Dat liet Team Leader Judy Moser op 20 augustus j.l. blijken in de evaluatie van de presentaties, gedurende twee dagen, voor het topmanagement en medewerkers die in de toekomst met de computerapplicatie moeten werken. Judy Moser verving Scott Gorsuch, die net een zeer intensieve periode afsloot in San Ciprian. Deze plant heeft als eerste Alcoa locatie het Oracle eAM Asset Work Management System geïmplementeerd. Team Leader Judy Moser benadrukte dat het topmanagement van de plants medeverantwoordelijk is voor de toepassing van het geïntegreerde business processysteem. Ook het team onder leiding van Glenn Elshot dat de Alcoa – deskundigen en de consultants van Oracle begeleidde, blikt tevreden terug op het bezoek. De opkomst van de medewerkers was goed en er was
EBS Team Leader Judy Moser, ‘satisfied with the visit to Suralco’s Paranam Operations’. De andere leden van het team waren Wendy Bass en Herman Coleman (beiden van Alcoa Pittsburgh), Dave Bell en Tim Chilvers (Alcoa Australia), Gary Garnett (Point Comfort), Dale Smothers (New Orleans) en de Oracle consultants Alex Lezama, Ratra Prag en Naresh Sabnis.
Leden van ons topmanagement tijdens de evaluatie van het EBS Team. Op de middelste rij links zit Glenn Elshot, SPA voor de implementatie van het nieuwe businesssysteem bij Suralco.
Ä Oracle eAM Asset Work Management System, Ä Oracle Purchasing Procurement System, Ä Oracle Inventory, Ä Oracle Discoverer Reports.
2
grote belangstelling voor de demo – sessions waarin informatie werd verstrekt over het nieuwe businessproces. De bezoekers uit het buitenland hebben het pakket van common practices en common data, dus standaardisatie en uniformiteit, goed kunnen ‘verkopen’, zegt Glenn Elshot. Hij is voor Suralco de Single Point Accountable Person (SPA) voor de implementatie van EBS. Als ‘go live’ datum is 5 juli 2005 vastgesteld. Op zeer korte termijn wordt een uit twee groepen bestaand implementatieteam geïnstalleerd. De ene groep zal zich specifiek bezighouden met Procurement/ Stores en hiervan wordt de SPA Maurice Tjon Soei Len. De andere groep, waarvan Glenn Elshot SPA wordt, zal zich richten op Asset Management. Het implementatieteam zal maandelijks moeten rapporteren aan een location steering team en wekelijks aan de AWA Atlantic SPA’s. ,,De implementatie moet vlekkeloos verlopen en daarom moet er een goede, constante communicatie zijn tussen de verschillende teams”, zegt Glenn Elshot.
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
,,Het goede nieuws is dat we tot nu toe – we zijn in de tweede helft van 2004 – gevrijwaard zijn gebleven van ongevallen met dodelijke afloop. Het slecht nieuws is dat het aantal ernstige incidenten met een kans op dodelijke afloop nog steeds veel te hoog is. Het aantal verzuimde werkdagen en het totale aantal te registreren ongevallen liggen lager dan in 2003, maar deze gunstige trend werd in juli in beide categorieën doorbroken en de gegevens tonen aan dat we nog alerter zullen moeten zijn op veiligheid.” Dit schreef Alcoa CEO, Alain Belda, eerder deze maand in een Chairman’s Letter. Alcoa – vestigingen hebben hun belangrijkste risico’s van dodelijke ongevallen geïdentificeerd. Er zal alles aan gedaan worden om deze risico’s uit de weg te ruimen of tegenmaatregelen te nemen ter voorkoming van dodelijke ongevallen, en om het werk op plekken met een verhoogd risico te standaardiseren. De CEO constateert dat men er in sommige vestigingen niet in geslaagd is risico’s weg te nemen of de bescherming tegen geïdentificeerde risicobronnen in aanzienlijke mate verbeteren, zoals in plannen voor dit jaar werden vastgelegd. ,,In deze gevallen wordt gericht actie ondernomen. Laten we ons volledig op dit buitengewoon belangrijke gebied blijven concentreren.” De CEO besteedt bijzondere aandacht aan hijskranen. Het aantal incidenten met hijskranen, zoals het laten vallen van ladingen, is slechts heel licht gedaald ten opzichte van 2003. wereldwijd zijn er tal van onderzoeken gedaan naar de veiligheid van hefwerktuigen. ,,Wij weten hoe hijskranen veilig moeten worden bediend en onderhouden. Maar toch blijven zich incidenten voordoen en het feit dat daarbij geen ernstige gewonden of doden zijn gevallen, is uitsluitend te danken aan ons strenge beleid om mensen buiten het kraanbereik te houden.” In sommige gevallen kon letsel alleen door veel geluk worden voorkomen. ‘Geluk’, zegt de CEO, is geen goede manier om vorderingen te boeken en binnen Alcoa wordt dit dan ook niet als beleidsmaatregel geaccepteerd. Ongevallen kunnen worden voorkomen door gedisciplineerde, voorspelbare onderhouds- en gebruikspraktijken die alle aspecten van bediening en onderhoud van hijswerktuigen omvatten. Er is geen enkel excuus voor dergelijke fouten. Ze zijn het resultaat van het falen van het management en het onvoldoende handhaven van trainings-, onderhouds- en gebruiksnormen. Gewoonten of pech zijn onacceptabele excuses voor zaken waarvan wij weten hoe we ze moeten aanpakken. In Alcoa – vestigingen zijn zowel mobile als overhead – kranen in gebruik. In de Plant Expansion van Paranam Operations worden verschillende typen ingezet, maar ook bij het reguliere werk in de afdelingen (zoals het Powerhouse en de Machine Shop) worden kranen gebruikt om goederen te hijsen of te laten zakken. Aan de boom van mobile kranen hangt een haak, die met kabels omhoog om omlaag kan worden gehaald. Kranen hebben elektromotoren die de kabels kunnen op- en afrollen. Sommige kranen hebben verbrandingsmotoren.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○3 Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
Motoren en pompen zijn niet weg te denken in ons bedrijfsproces, het verwerken van bauxiet tot aluinaarde. In het refining – systeem zijn er honderden van. Het is van wezenlijk belang erop toe te zien dat elk stuk van dit equipment goed functioneert om onnodige en ongewenste breakdowns te voorkomen. Dit zou immers neerkomen op stagnatie in het proces en vermeerdering van kosten. Om dit te voorkomen, met het oog op de door de Suralco leiding voorgestane kostenreductie, worden motoren en pompen constant gemonitoord in het raamwerk van Preventive Maintenance. Een tool waar ons bedrijf erg veel baat bij heeft, is vibration monitoring. Een voorbeeld daarvan zagen we in de afdeling Digestion, waar een schedule wordt gebruikt voor vibration monitoring. We liepen met Junior Mechanic Robert Brei ‘het veld’ in om de vibratie van pompen te meten. Hij verwittigde zich eerst in de control room ervan dat de pompen werkelijk in bedrijf waren gesteld, zoals op de schedule stond aangegeven. Vanaf een digitale meter om zijn hals plaatste hij op verschillende plekken op de pomp een kabel die de vibratie opnam en de verzamelde gegevens registreerde op de meter. ,,Het kan voorkomen dat bearings niet zo goed meer functioneren of dat een motoronderdeel uit balans geraakt is. Elke afwijking is een voorbode van een ongewenste situatie en daar moeten we alert op zijn”, geeft Robert Brei aan. Hij behoort tot het vibration monitoring team van Digestion, dat onder leiding staat van Mechanical Foreman Oemar Mohamatsaid en verder wordt gevormd door de general mechanics Walter Denswil, Cedric Oemed, Leo Biswane, Jeffrey Troenohardjo en Andy Lieveld (bij Bauxite Preparation). Walter denswil brengt in herinnering dat vibration monitoring er vroeger echt wel anders aan toeging. ,,Er werd toen niet voor de volle honderd procent gemeten. De gegevens waren bovendien niet zo accuraat als nu, want ze werden analoog gemeten. De nu gebruikte digitale meter geeft direct aan of een motor of pomp in een alarmfase verkeert.” Uiteraard is het voor maintenance soms noodzakelijk dat er een (‘geschedulede’) periode is dat equipment uit bedrijf gehaald wordt. Ook bij het vaststellen van dergelijke periodes speelt 4
vibration monitoring een belangrijke rol. Nadat Robert Brei de benodigde gegevens van gemonitoorde pompen had verzameld, gaf hij informatie middels stickers weer op een bord dat centraal in de afdeling staat (Visual Factory). Hierop is voor alle afdelingsmedewerkers te zien wat er met een pomp aan de hand is en welke actie moet worden ondernomen om hem weer in de gewenste conditie te brengen. De digitaal opgeslagen gegevens worden in een computersysteem gedownload en kunnen via het netwerk door alle afdelingen worden geraadpleegd. Dat vibration monitoring en andere preventive en predictive maintenance - activiteiten aan de pompen een besparing van kosten opleveren, bevestigt de Business Advisor voor Digestion en Clarification, Mahinder Sewgobind. Doordat de cycle time van pompen met een half jaar tot een jaar verlengd wordt (mede als gevolg van het monitoren van de vibratie), komt de kostenreductie jaarlijks op ongeveer US$ 60.000 neer.
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
De balancing machine wordt omgeven door een verplaatsbaar stalen raamwerk. Te balanceren rotors en impellors worden eerst in de machine gehesen, waarna de ‘kooi’ wordt gesloten voordat de machine in werking wordt gezet. De ‘kooi’ is er als voorzorg voor de mogelijkheid dat delen van rotors en impellors los schieten. Master General Mechanic Richenel Betrouw wacht op voltooiing van de job door de balancing machine.
In de Mechanical / E.I. Shop staat een stuk equipment dat onlangs Step – 1 gecertificeerd is in het proces van Autonomous Maintenance. Alinzo Sana, leider van het AM – team, heeft ter gelegenheid van de certificering truien in ontvangst genomen voor zichzelf en de twee andere leden van het team. Het management van de Shop vond het gepast hun inzet voor Autonomous Maintenance op deze manier te waarderen. Dit team, waarvan ook Hercul Daniël en Richenel Betrouw deel uitmaken, was het eerste team in deze afdeling dat een certificering haalde. Uiteraard is dit een stimulans voor de andere teams, niet alleen in de Mechanical / E.I. Shop, maar ook in de rest van Paranam Operations. Het equipment dat de inzet is geweest, is een balancing machine die gebruikt wordt om impellers en rotors, dus de draaiende delen van pompen en motoren te balanceren. ,,We hebben eerst 5S toegepast en kleine reparaties gedaan en daarna een schedule opgesteld om twee keer per week Autonomous Maintenance op de machine te doen”, zegt team leader Sana. ,,Zeker om de drie maanden krijgt de balancing machine een totale beurt.” Het team zit dus niet stil en is ondertussen bezig de Autonomous Maintenance Step – 2 certificering voor te bereiden. Er zijn al twee self audits gedaan en het zal niet lang meer duren of het AM Secretariaat wordt uitgenodigd voor de laatste auditfase.
Team Leader Alinzo Sana, E.I. Mechanic, ontving het aandenken voor de AM Step – 1 – certificering uit handen van General Mechanic Ruud Inderson, die hiertoe het verzoek kreeg van de leiding van de Mechanical / E.I. Shop.
Alinzo Sana, displaying the well deserved remembrance.
Autonomous Maintenance is een Best Practice van productie – operators die de verantwoordelijkheid op zich nemen om hun equipment in topconditie te brengen en te houden. Dat doen ze door: productiemachines op de juiste manier te bedienen, deze machines schoon te houden, bewegende onderdelen volgens voorschriften te smeren met de juiste smeermiddelen, regelmatig inspecties uit te voeren, kleine afwijkingen die tijdens de inspecties worden gezien, zelf te corrigeren.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○5 Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
Imro Frijde
Poniman Ngadimin
Erkentelijk is Suralco voor de bijdrage die deze jubilarissen gedurende vele jaren aan het bedrijfsproces hebben geleverd. Wij wensen hun verder succes toe in hun loopbaan en hun privé-leven. Imro Frijde was op 5 augustus j.l. 30 jaar in dienst. Hij is Master General Mechanic in de Machine Shop. Poniman Ngadimin deed op 12 augustus 1974 zijn intrede in ons bedrijf. Hij is General Mechanic op de afdeling Calcination. Op dezelfde dag in 1974 meldde Ludwig Soerohardjo zich voor het eerst aan. Hij is Hydro Power Foreman in de Powerhouse – afdeling te Afobaka. Vijfentwintig jaar dienst herdacht Parmie (Mien) Soemoredjo op 20 augustus j.l. Zij is Accounting Technician/Payroll. Nogmaals: PROFICIAT!
Het management van Suralco heeft medewerking verleend aan de N.V. Energie Bedrijven Suriname (EBS) om een MAN B&W dieselgenerator te lossen en tijdelijk op te slaan in 6
Port Operations te Paranam. Het vrachtschip BBC Pacific kwam zondagavond in onze haven aan en de vracht uit Augsburg in Duitsland werd maandag gelost. Het was
Ludwig Soerohardjo
Parmie Soemoredjo
letterlijk en figuurlijk een zware operatie. De generator heeft een gewicht van 142.5 ton. Het lossen duurde langer dan twee uren. De generator werd op een speciaal geconstrueerde trailer geplaatst, die een dag eerder werd aangevoerd. Door het gewicht van de machine kan ze niet over de weg naar Paramaribo worden vervoerd; de drie bruggen onderweg zouden het begeven. Het wachten is op een speciale ponton die uit het buitenland moet komen. Trailer en generator zullen op dat vaartuig getransporteerd kan worden naar de Ballast Nedam opslagplaats en van daaruit naar de faciliteiten van de EBS worden gesleept.
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
Luie apen zijn om te toveren tot workaholics. Met een soort DNA - injectie schakelden neurologen een gen uit bij resusapen, waarna de dieren vlijtiger en efficiënter te werk gingen.
De resusaap
Doel van de gentherapie was de toegang tot de hersenen te blokkeren voor de genotstof dopamine. Na deze behandeling gingen de apen niet alleen harder werken, ze maakten ook nog eens minder fouten, melden de onderzoekers in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Apen zijn soms net mensen wat hun werkhouding betreft. Als het doel of de beloning nog lang niet in zicht is, verslapt de motivatie van de dieren en gaan ze minder hard werken. Maar komt de deadline dichterbij, dan gaan ze weer harder werken. Deze begrijpelijke werkhouding verandert echter dramatisch zodra een slechts een enkel gen in het DNA van de dieren wordt uitgeschakeld, ontdekten de neurologen van het Amerikaanse National Institute of Mental Health. De onderzoekers ontwikkelden een methode die het zogeheten D2 gen blokkeert. Dit gen zorgt ervoor dat in de hersenen landingsplaatsen worden aangemaakt voor dopamine - een stof die vaak in verband wordt gebracht met beloning, beweging en een hele trits andere belangrijke hersenfuncties.
Nadat het D2 - gen door middel van een injectie was uitgeschakeld, maakten de onderzoekers de werkhouding van de apen op. Ze lieten de dieren eenvoudige, maar soms tijdrovende taken uitvoeren. Zo moesten de apen knoppen bedienen als ze bepaalde kleuren te zien kregen op een scherm. De dieren konden ook aflezen hoe lang het nog zou duren voordat ze hun beloning kregen; die beloning bestond uit een slokje water. Normaal gesproken voeren apen deze test beter en ijveriger uit zodra het moment van de beloning dichterbij komt. Maar de apen waarvan het D2 - gen was uitgeschakeld, bleven voortdurend alert en maakten gedurende de hele test veel minder fouten, merkten de onderzoekers op. Doordat het D2 - gen was uitgeschakeld konden de apen waarschijnlijk niet meer inschatten hoe vaak ze de knopjestest nog moesten uitvoeren om hun beloning te krijgen. ,,De apen veranderden in extreme workaholics, iets wat duidelijk niet bij hun natuurlijke gedrag past,” liet Barry Richmond, één van de onderzoekers, weten in een persbericht. Het effect van de behandeling was overigens maar
tijdelijk. Na ongeveer drie maanden waren de apen weer helemaal de luie oude. Hoewel ongetwijfeld veel uitgebluste werknemers wel eens zo’n behandeling willen proberen, wil Richmond zich met zijn vervolgonderzoek vooral richten op allerlei psychische aandoeningen. ,,Depressieve mensen bijvoorbeeld denken vaak dat niets de inspanning waard is,” aldus Richmond. ,,Iemand met een dwangstoornis werkt echter onophoudelijk door. Ook al is de beloning al uitgekeerd, dan nog wil men de taak opnieuw uitvoeren. Mensen met een manie werken daarentegen weer koortsachtig voor een beloning die voor anderen de moeite niet waard zijn.” Stuk voor stuk aandoeningen waarbij mogelijk een verstoring van het D2 gen in het spel is. Aschwin Tenfelde, NOS Online
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○7 Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004
Het netvlies is een doorzichtig, rood vlies dat een groot deel van de binnenzijde van de oogbol bekleedt. In het achterste deel ontvangt het netvlies de afbeelding van de buitenwereld en zet deze om in elektrische signalen die via de oogzenuw of gezichtsbaan naar het gezichtscentrum in de hersenen wordt geleid. In het netvlies zijn een buitenste laag met kleurstofkorrels en een binnenste laag met zenuwelementen te onderscheiden. Bovendien is er nog een dunne buitenste en binnenste grensmembraan die het netvlies van de omgevende weefsels en van de vloeistofkamers binnenin het oog afschermen. Het buitenste pigmentblad is enkelvoudig, het binnenblad is samengesteld. Het is opgebouwd uit steunweefsel en verschillende zenuwelementen, o.a. de lichtgevoelige zintuigcellen. Het grootste deel van het uit het binnenblad gevormde netvlies is lichtgevoelig, d.w.z. dat het de lichtstralen die erop vallen, omzet in elektrische signalen die door het zenuwstelsel worden voortgeleid en tenslotte in de hersenen tot een bewuste gezichtsindruk worden verwerkt. De lichtgevoelige elementen van het netvlies worden gevormd door de zgn. staafjes en kegeltjes. De staafjes
Schema van een detail van het netvlies. 1. pigmentcel, 2. staafje, 3. kegeltje, 4. steuncel, 5. tweepolige zenuwcel, 6. veelpolige zenuwcel.
dienen voor het waarnemen van de lichtsterkte (ook wel helderheid genoemd) en de kegeltjes voor het zien van kleuren. De staafjes en kegeltjes zijn niet gelijkmatig over het netvlies verspreid. Slechts met een gedeelte van het netvlies wordt scherp gezien. Dit is het gedeelte recht achter de ooglens, de gele vlek. Deze bevat uitsluitend kegeltjes (± 40.000 per mm2). De gele vlek is ongeveer 2 mm in doorsnede. Van hieruit neemt naar de rand van het netvlies het aantal kegeltjes af en het aantal staafjes (lichtsterkte) toe. De rand van het netvlies wordt dan ook gebruikt voor het zien in de schemer, wanneer nog wel de sterkte van het licht kan worden waargenomen, maar vrijwel geen kleur. Microscopische doorsnede door het netvlies. 1. laag pigmentcellen, 2. laag van staafjes en kegeltjes, 3. buitenste plexiforme laag van zenuwcellen, 4. binnenste plexiforme laag van zenuwcellen, 5. vezellaag.
8
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ Bauxco Nieuws no. 34, 27 augustus 2004