13293/99 (Presse 374)
2223e zitting van de Raad
- BEGROTING Brussel, 25/26 november 1999
Voorzitter :
mevrouw Suvi-Anne SIIMES Minister van Financiën van Finland
Internet: http://ue.eu.int/Newsroom E-mail:
[email protected]
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 1
25.XI.1999
INHOUD DEELNEMERS.................................................................................................................................. 3 BESPROKEN PUNTEN VOORTZETTING VAN DE BEGROTINGSPROCEDURE............................................................. 4 −
ONTMOETING MET HET EUROPEES PARLEMENT ......................................................... 4
−
TWEEDE LEZING VAN DE BEGROTING DOOR DE RAAD ............................................. 5
ZONDER DEBAT AANGENOMEN PUNTEN.............................................................................. I ECOFIN ................................................................................................................................................I −
Accijnzen op minerale oliën .....................................................................................................................................I
MILIEU .................................................................................................................................................I −
Verdrag van Bern inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa ...................I
−
Afvalverbranding......................................................................................................................................................I
_________________ Voor meer informatie: tel. 285.84.15 of 285.63.19 13293/99 (Presse 374 - G)
NL 2
25.XI.1999 DEELNEMERS De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België de heer Johan VANDE LANOTTE
Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
Denemarken: de heer Gunnar ORTMANN
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Duitsland: de heer Caio KOCH-WESER
Staatssecretaris van Financiën
Griekenland: de heer Nikolaos CHRISTODOULAKIS
Staatssecretaris van Financiën
Spanje: de heer José FOLGADO BLANCO
Staatssecretaris voor Begroting en Overheidsbestedingen
Frankrijk: de heer Pierre VIMONT
Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger
Ierland: de heer Martin CULLEN
Onderminister van Financiën
Italië: de heer Natale d'AMICO
Staatssecretaris van de Schatkist, van Begroting en van Economische Planning
Luxemburg: de heer Nicolas SCHMIT
Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger
Nederland: de heer Dick BENSCHOP
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Oostenrijk: de heer Wolfgang RUTTENSTORFER
Staatssecretaris van Financiën
Portugal: de heer Fernando PACHECO
Staatssecretaris van Begroting
Finland: mevrouw Suvi-Anne SIIMES
Minister van Financiën
Zweden: de heer Peter LAGERBLAD
Staatssecretaris van Financiën
Verenigd Koninkrijk: mevrouw Melanie JOHNSON
Economisch Secretaris van de Schatkist
* Commissie: mevrouw Michaele SCHREYER
13293/99 (Presse 374 - G)
*
*
Lid
NL 3
25.XI.1999 VOORTZETTING VAN DE BEGROTINGSPROCEDURE
−
ONTMOETING MET HET EUROPEES PARLEMENT
Met het oog op de tweede lezing van de ontwerp-begroting 2000 heeft de Raad een ontmoeting gehouden met een delegatie van het Europees Parlement onder leiding van de heer Terry WYNN, voorzitter van de Begrotingscommissie, en bestaande uit: -
de heer Jean-Louis BOURLANGES en de heer Kyösti Tapio VIRRANKOSKI, rapporteurs voor de begroting 2000;
-
de heer Reimer BÖGE, mevrouw Kathalijne BUITENWEG, de heer Joan COLOM I NAVAL, mevrouw Barbara DÜHRKOP DÜHRKOP, de heer James ELLES, de heer Salvador GARRIGA POLLEDO, de heer Willi GÖRLACH, mevrouw Jutta HAUG, de heer Bartho PRONK, mevrouw Diemut THEATO, de heer Ralf WALTER, de heer Francis WURTZ, leden van de Begrotingscommissie.
De besprekingen waren tijdens deze ontmoeting toegespitst op de financiële behoeften voor de wederopbouw van Kosovo. De Raad had in de eerste lezing in juli jongstleden in totaal 500 miljoen euro voor de wederopbouw van Kosovo in het jaar 2000 bestemd. Het Parlement heeft in oktober voorgesteld de aan het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 gehechte financiële vooruitzichten te herzien. Aan het eind van de besprekingen reikte de Raad het Parlement mogelijke elementen voor een akkoord over deze kwestie aan, waaronder met name gebruikmaking van het flexibiliteitsinstrument. 1 De delegatie van het Europees Parlement nam nota van deze aanpak en zegde toe hem in de loop van de volgende week aan de Begrotingscommissie van het Parlement te zullen voorleggen, teneinde er een gedetailleerde bespreking aan te wijden. Mocht deze commissie geen overeenstemming kunnen bereiken over de door de Raad aangereikte elementen, dan zal het Parlement de procedure van artikel 272 toepassen (vaststelling van het maximumpercentage van de stijging voor niet-verplichte uitgaven). 1
Dit instrument is ingesteld bij het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord en is bestemd om voor een gegeven begrotingsjaar, voor ten hoogste 200 miljoen euro, nauwkeurig bepaalde uitgaven te financieren die niet binnen het beschikbare maximum van een of meer andere rubrieken zouden kunnen worden gefinancierd. NL 13293/99 (Presse 374 - G) 4
25.XI.1999 −
TWEEDE LEZING VAN DE BEGROTING DOOR DE RAAD
Na de ontmoeting met de delegatie van het Europees Parlement heeft de Raad de tweede lezing van de ontwerp-begroting voor het jaar 2000 gehouden, en daarbij besluiten genomen over alle voorgestelde wijzigingen en de door het Europees Parlement in eerste lezing aangenomen amendementen. De Raad heeft tevens nota van wijzigingen nr. 2 op de ontwerp-begroting voor hetzelfde begrotingsjaar opgesteld, naar aanleiding van nota van wijzigingen nr. 4 van de Commissie op het voorontwerp van begroting betreffende met name de landbouw, Kosovo en OLAF.
Na de tweede lezing van de Raad (met inbegrip van nota van wijzingen nr. 2) zien de totale uitgaven er als volgt uit:
Kredieten voor vastleggingen (vk)
92.510,69
Kredieten voor betalingen (bk)
87.900,65
(waarvan: verplichte uitgaven
niet-verplichte uitgaven
vk
38.703,05
bk
38.787,88
vk
53.807,64
bk
49.112,77)
Voor de gedetailleerde tabellen, zie de bijlage.
In vergelijking met de begroting voor 1999 betekenen deze cijfers een toename met 2,7% van de kredieten voor betalingen en een verlaging met 4,5% van de kredieten voor vastleggingen. De betalingskredieten bedragen in totaal 1,09% van het BNP van de Gemeenschap.
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 5
25.XI.1999 Met betrekking tot de financiering van de wederopbouw van Kosovo binnen rubriek 4 (extern beleid) van de financiële vooruitzichten is de Raad overeengekomen dat de 360 miljoen euro die in 2000 ter beschikking moet worden gesteld, als volgt moet worden gefinancierd:
-
140 miljoen euro: 30 miljoen over te dragen van de OBNOVA-kredieten voor 1999, 50 miljoen uit hoofde van humanitaire hulp (waarvan 30 miljoen eveneens van 1999 zal worden overgedragen) en 60 miljoen uit de OBNOVA-kredieten die voor 2000 beschikbaar zijn;
-
180 miljoen euro via herschikking binnen rubriek 4, zoals voorgesteld door de Commissie in haar nota van wijzigingen;
-
40 miljoen euro via een forfaitaire verlaging binnen rubriek 4.
Er zij op gewezen dat de Raad bereid zou zijn te aanvaarden dat voor een nog nader te bepalen bedrag gebruik wordt gemaakt van het flexibiliteitsinstrument, zoals de Commissie voorstelt, indien het Parlement daar eveneens mee instemt. Op die manier zou een gedeelte van de voorgenomen herschikking kunnen worden voorkomen.
Er zij aan herinnerd dat de Commissie tijdens de tweede donorenconferentie van 7 november 1999 toezeggingen heeft gedaan voor in totaal 500 miljoen. De 140 miljoen euro die na aftrek van de voor 2000 benodigde 360 miljoen euro overblijft zal deel uitmaken van de toezeggingen die de Commissie voor 2001 zou mogen doen.
In de financieringsbehoeften voor Turkije naar aanleiding van de recente aardbevingen zal worden voorzien door EIB-leningen, macrofinanciële bijstand en reservering van ten hoogste 30 miljoen euro aan kredieten uit het MEDA-programma.
De Raad besloot tevens een nieuw begrotingsonderdeel in te voeren voor steun aan Oost-Timor.
Eveneens binnen rubriek 4 (extern beleid) voorzag de Raad in de benodigde financiële middelen voor een nieuwe visserijovereenkomst met Marokko.
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 6
25.XI.1999 Wat de andere rubrieken betreft, blijkt uit de vergelijking van de tweede lezing van de Raad (met inbegrip van nota van wijzigingen nr. 2) met zijn eerste lezing van juli en met de eerste lezing van het Parlement van oktober het volgende:
Rubriek 1 (landbouw): de tweede lezing van de Raad voorziet in hetzelfde bedrag als tijdens de eerste lezing was overeengekomen, waarbij evenwel een verhoging met 55 miljoen euro (50 miljoen voor de verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwproducten (dioxine), 2 miljoen voor buitengewone marktondersteuningsmaatregelen (BSE) en 3 miljoen voor maatregelen in de EU (snijbloemen)) gecompenseerd wordt door een forfaitaire verlaging van alle begrotingsonderdelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Rubriek 2 (structurele maatregelen): ook hier bevestigde de Raad de bedragen van de eerste lezing, die met name gebaseerd was op de ramingen van de Commissie van de benodigde kredieten om vastleggingen uit het verleden te betalen en op de instemming van de lidstaten met de vooruitbetalingen voor de nieuwe structurele programma's.
Rubriek 3 (intern beleid): de Raad aanvaardde de meeste amendementen van het Parlement, met name de invoering van specifieke begrotingsonderdelen voor technische bijstand ter vervanging van de bestaande bureaus voor technische bijstand.
Rubriek 5 (administratieve uitgaven): de Raad aanvaardde vrijwel alle amendementen van het Parlement, met uitzondering van de oprichting van een pensioenfonds, omdat daarmee volgens de Raad zou worden vooruitgelopen op een mogelijke hervorming van de pensioenregeling voor de ambtenaren van de instellingen van de Gemeenschap. De Raad wees ook 75 nieuwe ambten toe voor OLAF, naast de 30 ambten die bij twee vorige aanvullende begrotingen in 1999 reeds waren toegewezen.
Rubriek 7 (pretoetredingssteun): de Raad bevestigde zijn eerste lezing.
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 7
25.XI.1999 Verdeling van de kredieten voor betalingen (in miljoen euro - afgeronde bedragen):
Verschil in vergelijking met 1999 (%) vk 1
bk 2
vk
bk
Landbouw
40 526,00
40 526,00
0,7
0,7
-
36 889,00
36 889,00
- 2,0
- 2,0
3 637,00
3 637,00
40,0
40,0
32 678,00
30 977,00
- 16,2
1,8
Intern beleid
5 933,17
5 609,58
0,8
11,1
Extern beleid
4 606,14
3 491,40
- 1,4
4,4
Administratieve uitgaven
4 694,67
4 694,67
4,2
4,2
-
Commissie
3 060,30
3 060,30
4,7
4,7
-
Andere instellingen
1 634,37
1 634,37
3,4
3,4
Monetaire reserve
500,00
500,00
0,0
0,0
Reserve voor garanties op leningen
203,00
203,00
- 41,3
- 41,3
Reserve voor noodhulp
203,00
203,00
- 41,3
- 41,3
529,00
200,00
-
-
Gemeenschappelijk landbouwbeleid
-
Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen Structurele maatregelen
Pretoetredingssteun -
Landbouw
-
Structurele pretoetredingsinstrumenten
1 058,00
245,00
-
-
-
PHARE (kandidaat-lidstaten)
1579,71
1 251,00
15,1
55,1
1
vk: vastleggingskredieten bk: betalingskredieten
2
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 8
25.XI.1999
* *
*
De Raad heeft ook de op 15 november opgestelde gewijzigde en aanvullende begroting voor 1999 behandeld, die tot doel heeft te voorzien in een versterking van de betalingskredieten voor externe maatregelen (PHARE, OBNOVA, FYROM) ten belope van 202 miljoen euro door herschikking van kredieten uit het EOGFL-Garantie. Wat PHARE betreft, voorzag deze begroting in een versterking met 147 miljoen euro. Na de aanneming door het Parlement van een amendement teneinde te voorzien in een extra bedrag van 25 miljoen euro voor PHARE, heeft de Raad besloten dit verzoek van het Parlement in te willigen.
* *
*
Wat de 8e reeks B van wijzigingen van het Financieel Reglement betreft, zijn de Raad en het Parlement het erover eens geworden dat de bemiddeling over het desbetreffende richtsnoer kan worden afgesloten.
Deze reeks wijzigingen betreft met name de Europese ombudsman (invoering in de begroting van een specifieke afdeling voor de Ombudsman) en de afschaffing van de gemeenschappelijke organisatie en structuur van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.
Het Parlement bevestigde in dit verband zijn verbintenis om zijn jaarlijkse begroting, nadat de ombudsman er is uitgelicht, binnen de limiet van 20% van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten te houden. Voorts zegde het Parlement toe een voorstel tot wijziging van het statuut van de Ombudsman te zullen indienen.
De Raad zal dit richtsnoer in een volgende zitting formeel aannemen.
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 9
25.XI.1999
13293.xls
13293/99 (Presse 374 - G)
NL 10
25.XI.1999
ZONDER DEBAT AANGENOMEN PUNTEN ECOFIN Accijnzen op minerale oliën De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een beschikking waarbij de Republiek Finland wordt gemachtigd om verlaagde accijnstarieven of vrijstelling van accijnzen toe te passen of te blijven toepassen op bepaalde minerale oliën die voor bijzondere doeleinden worden gebruikt. Meer in het bijzonder wordt Finland gemachtigd om tot 31 december 1999 een vrijstelling van accijnsrecht toe te passen op aardgas dat gebruikt wordt als motorbrandstof. Deze machtiging is toegekend op grond van overwegingen van milieubeleid overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG, en kan geen aanleiding geven tot concurrentievervalsing, noch de werking van de interne markt verstoren. MILIEU Verdrag van Bern inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de 19e bijeenkomst van de permanente commissie van het Verdrag van Bern inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa. Afvalverbranding De Raad heeft zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld ten aanzien van het voorstel voor een richtlijn betreffende de verbranding van afval. Het gemeenschappelijk standpunt zal nu voor een tweede lezing aan het Europees Parlement worden toegezonden, overeenkomstig de medebeslissingsprocedure. Nadere details over de inhoud van het gemeenschappelijk standpunt staan in de mededeling aan de pers over de Raad Milieu van 24/25 juni 1999 (doc. 9406/99 Presse 203).
_______________
13293/99 (Presse 374 - G)
NL I