KINDERGENEESKUNDE
24-uurs pH-meting in de slokdarm bij kinderen KINDEREN
24-uurs pH-meting in de slokdarm bij kinderen De kinderarts heeft voorgesteld om bij uw kind de zuurgraad in de slokdarm te meten. Mogelijk heeft uw kind (buik)klachten doordat er teveel maagzuur in de slokdarm terechtkomt. Voor dit onderzoek wordt uw kind 24 uur opgenomen op de kinderafdeling van het ziekenhuis. Eén van u als ouders of verzorgers kan doorlopend bij uw kind blijven en ook op de kamer overnachten. In deze folder kunt u lezen hoe het onderzoek verloopt en hoe u uw kind daarop kunt voorbereiden. • • • • • •
Waarom dit onderzoek? Maagzuur De slokdarm loopt van de mond naar de maag. In de maag bevindt zich maagzuur, in de slokdarm normaal gesproken niet. Wel stroomt er bij de overgang van de slokdarm naar de maag regelmatig een beetje maagzuur de slokdarm in. Dat gebeurt bij alle mensen wel 20 keer per dag. Het duurt meestal zo kort dat de persoon in kwestie het niet eens merkt.
branderig gevoel in de slokdarm overmatig huilen veel slikken spugen onrustig bewegen of overstrekken slecht drinken.
pH-waarde Het meten van de zuurgraad in de slokdarm gebeurt via een slangetje (sonde) dat via de neus in de slokdarm wordt gelegd. De zuurgraad wordt uitgedrukt in pH-waarden. Hoe lager de pH-waarde, hoe zuurder het is. Normaal gesproken ligt de zuurgraad in de slokdarm tussen de 6 en 7. De zuurgraad van de maag is ongeveer 4. Wanneer er veel maagzuur de slokdarm instroomt, kan de pH in de slokdarm dalen tot 4 of lager.
Klachten Wanneer er teveel en te vaak maagzuur de slokdarm inloopt, wordt de slokdarm geprikkeld door het zuur en kunnen de volgende klachten ontstaan:
1
Inbrengen van de sonde
We spreken dan in vaktermen van een gastro-oesophagale reflux. De slokdarm is dan te zuur door het instromend maagzuur. Daardoor kunnen bovengenoemde klachten ontstaan.
Wanneer uw kind even heeft kunnen wennen aan de nieuwe situatie, gaat u met uw kind en de verpleegkundige naar de afdeling Radiologie van het ziekenhuis. Hier brengt de verpleegkundige onder röntgendoorlichting de sonde in. Dat is een dun slangetje dat hij of zij door een van de neusgaten opschuift naar de keel en verder naar de slokdarm van uw kind. Het inbrengen van de sonde geeft even een vervelend gevoel in neus en keel. Als de sonde eenmaal op zijn plek ligt voelt uw kind er bijna niets meer van. Aan het onderste puntje van het slangetje zit een sensor die de zuurgraad meet.
Voorbereiding onderzoek
Op de dag van het onderzoek mag uw kind vanaf twee uur vóór het inbrengen van de sonde niets meer eten of drinken.
Röntgendoorlichting De sensor onderaan de sonde moet op een bepaalde afstand boven de ingang van de maag liggen. Met behulp van de röntgendoorlichting kan de radioloog zien of de sensor op de goede plaats zit. Soms is het nodig de sonde een stukje terug te trekken of verder te schuiven. Zodra de sonde goed zit start de meting. Aan de sonde zit een meetkastje (ter grootte van een walkman) dat 24 uur lang de pH-waarden registreert.
Gebruikt uw kind medicijnen tegen bijvoorbeeld maagklachten, dan hoort u van de arts of u hiermee tijdelijk moet stoppen of niet. Als u de laatste tijd gewend bent het eten van uw kind in te dikken, zal de arts u zeggen of dat tijdens de meting ook moet gebeuren of juist niet.
Het onderzoek
Handjes vast
Opname
Een vervelende bijkomstigheid is dat we mogelijk de handjes van uw kind aan elkaar moeten vastmaken tijdens het onderzoek. Veel kinderen hebben namelijk de neiging om de sonde eruit te trekken. Het is van groot belang dat de sonde goed op zijn plaats blijft, anders is er kans dat het onderzoek overgedaan moet worden. Wij begrijpen het heel goed als u hiermee moeite hebt. Als uw kind aan de sonde gewend is en u de handjes goed in de gaten houdt,
Op het afgesproken tijdstip komt u naar de kinderafdeling. Wilt u zich melden bij de secretaresse van de afdeling? De verpleegkundige verwelkomt u op de afdeling en houdt met u een opnamegesprek.
2
Wat uw kind moet weten
mogen ze wel even los. Let er goed op dat u de handjes weer vastmaakt zodra u even bij uw kind weg bent.
Het is van belang om uw kind goed voor te bereiden op het bezoek aan het ziekenhuis en het eventuele verblijf. Kinderen kunnen een nare ervaring over het algemeen beter verwerken als ze van tevoren al weten wat hun te wachten staat. Vertel daarom op eenvoudige wijze en zo eerlijk mogelijk wat er gaat gebeuren en waarom. Wat u aan uw kind vertelt, hangt af van de leeftijd. Oudere kinderen willen meestal precies weten wat er met hen gaat gebeuren. Jonge kinderen hebben aan een korte, eenduidige uitleg voldoende. Door middel van spelmateriaal (bijvoorbeeld poppen, een dokterskoffertje) maakt u het verhaal voor hen nog duidelijker.
Activiteitenlijst Tijdens het onderzoek houden we een lijst bij van de activiteiten van uw kind. We noteren daarop op welke tijden uw kind eet en drinkt, wakker is, slaapt, loopt, zit of in bed ligt. Op deze manier kunnen wij zien bij welke activiteiten er mogelijk teveel zuur in de slokdarm komt (bijvoorbeeld alleen als uw kind in bed ligt, of juist net na het eten). Wij stellen het op prijs als u ook wilt meehelpen de lijst in te vullen. Als u dat liever niet doet of als u even afwezig bent, vullen de verpleegkundigen de lijst in.
Eten en drinken
Wat vertellen?
Tijdens het onderzoek mag uw kind geen dingen eten of drinken die van zichzelf zuur zijn. Die zouden het onderzoek kunnen verstoren.
Als uw kind oud genoeg is om te begrijpen wat er gaat gebeuren, vertel hem of haar hoe het onderzoek verloopt: • waarom uw kind het onderzoek moet ondergaan; • dat u met uw kind en de verpleegkundige naar de afdeling Radiologie gaat om de sonde in te brengen en dat het daar nogal donker is; • dat het inbrengen van de sonde even vervelend kan zijn, maar dat het heel goed helpt om tijdens het inbrengen slokjes te drinken; • dat uw kind niet alles mag eten of drinken tijdens het onderzoek; • dat uw kind de sonde goed moet laten zitten; • dat een van de ouders ‘s nachts blijft slapen.
Geef uw kind tijdens het onderzoek geen appel, appelsap, sinaasappel, sinaasappelsap, yokidrink, roosvicee, aanmaaklimonade en fruithap. Fruithap van mandarijn en banaan mag wel.
3
Wanneer voorbereiden? Begin niet te lang van tevoren met het voorbereiden van uw kind. Dit kan onnodige spanningen veroorzaken. Voor de meeste kinderen is het het beste om er een paar dagen voor het onderzoek over te beginnen. Uw kind kan er dan nog eens op terugkomen of u kunt alles nog eens vertellen. Bij wat oudere kinderen kunt u er rustig wat eerder over praten.
Hoe steunen? Het is belangrijk dat uw kind het onderzoek rustig kan ondergaan. U weet zelf het beste hoe u uw kind tijdens het onderzoek kunt steunen. Enkele tips van onze kant zijn: • probeer zo rustig mogelijk te zijn, uw kalmte maakt uw kind rustiger; • tijdens het inbrengen van de sonde: richt uw aandacht op uw kind, het heeft uw steun nodig; • u mag altijd vragen stellen als u of uw kind iets niet begrijpt; • neem een vertrouwde knuffel, favoriet speelgoed, boeken en dergelijke mee als afleiding.
Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, neem dan contact op met de kinderafdeling.
4
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Kindergeneeskunde 088 - 320 63 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
5
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
KIND 08/05-13
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis