Gemeente Arnhem 3 november 2014
onderwerp
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
pagina
2015 / 2018
1
Meerjarenprogrammabegroting
2
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
3
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Inhoudsopgave DEEL 1. HOOFDLIJNEN VAN BELEID EN FINANCIEEL KADER
5
1.
7
BESTUURLIJKE HOOFDLIJN
2. ONTWIKKELINGEN IN HET FINANCIEEL KADER EN EEN OVERZICHT VAN DE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN DE GEMAAKTE BELEIDSKEUZES 2.1 INLEIDING 2.2 DE FINANCIËLE ONTWIKKELING VAN HET GEMEENTEFONDS 2.2.1 De meicirculaire 2.2.2 Integratie-uitkering Sociaal deelfonds 2.3 DE DRIE DECENTRALISATIES 2.3.1 De drie d's in de begroting 2.3.2 Sociaal noodfonds 2.3.3 Taakstellingen in het sociale domein 2.3.4 Samenvatting financiële consequenties 3 decentralisaties 2.4 WERK EN INKOMEN 2.4.1 Armoedebeleid 2.4.2 Schuldenproblematiek 2.4.3 Participatie 2.4.4 WWB 2.4.5 Overige consequenties van de wetswijzigingen 2.4.6 Samenvatting financiële consequenties werk en inkomen 2.5 BEDRIJFSVOERING 2.6 FINANCIËLE MUTATIES 2.6.1 Nominaal 2.6.2 Areaal 2.6.3 Kapitaallastenontwikkeling 2.6.4 Belastingen 2.7 OVERIGE ONTWIKKELINGEN 2.7.1 Regulier programma 0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening 2.7.2 Regulier programma 1 Veiligheid 2.7.3 Regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 2.7.4 Regulier programma 3 Economie 2.7.5 Regulier programma 4 Educatie 2.7.6 Regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport 2.7.7 Regulier programma 6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning 2.7.8 Regulier programma 7 Gezondheid en milieu 2.7.9 Regulier programma 8 Wonen en ruimte 2.7.10 Regulier programma 9 Financiën en bedrijfsvoering 2.8 DE VERMOGENSPOSITIE 2.9 AMENDEMENTEN AANGENOMEN BIJ MJPB 2015-2018
9 9 10 10 10 11 11 12 13 14 14 15 15 15 17 18 19 19 20 20 21 21 23 24 24 25 25 26 26 27 28 28 28 29 30 30
DEEL 2. BELEIDSBEGROTING
31
3. PROGRAMMA’S PROGRAMMA 1 DE ARNHEMSE BINNENSTAD KLAAR VOOR DE TOEKOMST PROGRAMMA 2 ARNHEM GROENE EN DUURZAME STAD PROGRAMMA 3 ARNHEM WERKT! PROGRAMMA 4 MARKETING VAN ARNHEM PROGRAMMA 5 WIJKAANPAK NIEUWE STIJL PROGRAMMA 6 WONEN IN DE WIJKEN PROGRAMMA 7 PARTICIPATIE VAN KWETSBARE BURGERS PROGRAMMA 8 SAMENHANGENDE INZET OP ZORGTAKEN VOOR DE JEUGD PROGRAMMA 9 OVERIGE VERANDEROPGAVEN REGULIER PROGRAMMA 0 ALGEMEEN BESTUUR EN PUBLIEKE DIENSTVERLENING REGULIER PROGRAMMA 1 VEILIGHEID REGULIER PROGRAMMA 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT REGULIER PROGRAMMA 3 ECONOMIE REGULIER PROGRAMMA 4 EDUCATIE REGULIER PROGRAMMA 5 CULTUUR, RECREATIE EN SPORT REGULIER PROGRAMMA 6 PARTICIPATIE EN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING REGULIER PROGRAMMA 7 GEZONDHEID EN MILIEU REGULIER PROGRAMMA 8 WONEN EN RUIMTE REGULIER PROGRAMMA 9 FINANCIËN EN BEDRIJFSVOERING
33 35 39 43 47 51 55 59 65 69 73 77 81 87 91 97 105 115 121 127
5. FINANCIËLE BEGROTING 5.1 OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA 5.2 OVERZICHT VAN INCIDENTELE BATEN EN LASTEN 5.3 FINANCIËLE STATEN 5.3.1 GEPROGNOSTICEERDE BALANS 5.3.2 VASTE ACTIVA 5.3.3 RESERVES EN VOORZIENINGEN 5.3.4 EMU-SALDO 2015
195 195 200 201 202 204 206 209
BIJLAGEN 211 BIJLAGE 1 PORTEFEUILLEVERDELING 213 BIJLAGE 2 ONTWIKKELINGEN MEICIRCULAIRE EN OVERZICHT (MUTATIES IN) DECENTRALISATIE- EN INTEGRATIE-UITKERINGEN GEMEENTEFONDS 215 BIJLAGE 3 TOTAALOVERZICHT (TOEKOMSTGERICHTE) BEZUINIGINGEN 2012 - 2018 219 BIJLAGE 4 DE VERWERKING VAN AANGENOMEN MOTIES IN DEZE MEERJARENPROGRAMMABEGROTING 227 AFKORTINGENLIJST 229
onderwerp
193
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
DEEL 3. FINANCIËLE BEGROTING
pagina
133 135 139 145 147 155 159 165 173 179 187
4
4. PARAGRAFEN 4.1 STRESSTEST: FINANCIËLE STATUS EN WEERBAARHEID 4.2 LOKALE HEFFINGEN 4.3 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING 4.4 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN 4.5 FINANCIERING 4.6 BEDRIJFSVOERING 4.7 VERBONDEN PARTIJEN 4.8 GRONDBELEID 4.9 INVESTERINGEN 4.10 SUBSIDIES
5
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Deel 1. Hoofdlijnen van beleid en financieel kader
6
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
7
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
1. Bestuurlijke hoofdlijn
De meerjarenprogrammabegroting 2015 - 2018 is de eerste van deze nieuwe bestuursperiode. Ze bevat daarom veel nieuws maar toont tegelijk de nodige continuïteit.De bestuurlijke hoofdlijn gaat deze begroting uit van vier belangrijke invalshoeken. Als eerste is natuurlijk een nieuw element dat de koers uit het coalitieakkoord belangrijk richtsnoer is voor de begroting. Voor de stad en het stadsbestuur formuleert het coalitieakkoord kort samengevat de volgende koers: • beter omgaan met en ruimte voor burgers en organisaties door de gemeente, waarbij met name initiatieven in de stad door het bestuur worden gekoesterd en voor mensen en organisaties de basale publieke voorwaarden worden behouden en gecreëerd om dat te doen; • zorg, inkomensvoorziening en het armoede- en schuldhulpverleningsbeleid, waarbij als uitgangspunt geldt dat Arnhem niemand laat vallen; waar mensen zoveel mogelijk de baas blijven over hun eigen situatie; • onderwijs, ontwikkeling, een (duurzame) Arnhemse economie en een aantrekkelijke binnenstad, waarbij de gemeente onder meer nadruk legt op een goede start van jongeren op de arbeidsmarkt met goed onderwijs, op voorzieningen voor studenten, op het meedenken met ondernemers, en aandacht heeft voor kunst, cultuur en evenementen en de bereikbaarheid; • oog voor een duurzame toekomst, met name wat betreft de CO2-footprint en energieneutraliteit aan de ene kant en de bijzondere natuur die Arnhem rijk is aan de andere kant. Een aantal in het coalitieakkoord “Met de stad” opgenomen concrete (financiële en beleidsmatige) wensen is – waar dat ook maar enigszins verantwoord nu al mogelijk was – in de begroting verwerkt. Het gaat hier om de tweeënvijftig concrete afspraken over over onderwijs en ontwikkeling, zorg, inkomensvoorziening en het armoede- en schuldhulpverleningsbeleid, duurzaamheid, de binnenstad en de Arnhemse economie, het omgaan met burgers door de gemeente, de organisatie van het bestuur en tenslotte de financiën, bezuinigingen en lokale lasten. Deze afspraken hebben in samenhang met prioriteiten van de lopende veranderopgaven en andere ontwikkelingen genoemd in de reguliere programma’s een heldere plek gekregen in deze begroting. Vanuit de continuïteit is de begroting voor 2015 (in ieder geval voorlopig) evenals die van 2013 en 2014 gebaseerd op een aantal eerder bepaalde veranderopgaven. Die opgaven zijn ingegeven door de rode draad van eerder geformuleerde visies en definities van de hoofdvraagstukken waar de stad Arnhem voor staat: de gedeelde stad met relatief grote (ruimtelijke) verschillen in welvaart én – in combinatie met het eerste – de vraag hoe de grote potenties die Arnhem heeft als een aantrekkelijke stad, goed kunnen worden benut. Deze lopende veranderopgaven en –doelen, waar krachtig op ingezet is en wordt, zijn: • Meer samenhang en coördinatie in ontwikkelingen in de binnenstad en de rivierzone; • Een bereikbare binnenstad als belangrijke economische drager voor Arnhem; • Ontwikkeling Energie Made in [Arnhem] als kansrijke sector voor de toekomst; • Versterken van de koppeling Arnhem – Groen; • De werkgeversbenadering – vergroten van de rol van werkgevers bij het terugdringen van de stedelijke werkloosheid; • Betere afstemming van opleidingen en arbeidsmarkt; • Verdere verbetering van de citymarketing; • Wijkaanpak nieuwe stijl – meer focus; • Wonen in de wijken – onder andere meer ruimte voor wooncarrières in de wijk; • De implementatie van de drie decentralisaties; • Ontwikkelen van maatschappelijke aanbesteding van zorg; • Voldoende mogelijkheden voor armoedebestrijding bij mensen met minimale inkomens; • Meer – integrale – veiligheidszorg; • Duurzaam houdbare gemeentelijke financiën.
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Actueel en veelal onontkoombaar zijn tenslotte uiteraard belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen en kaders voor financieel beleid, die in deze begroting voor 2015 hun vertaling en antwoorden hebben gekregen. Belangrijk zijn hierbij: • de actuele financiële situatie; • recente ontwikkelingen (op het vlak van de economie, het rijksbeleid en de gemeentelijke bedrijfsvoering); • onzekerheden (politiek, economisch en op het vlak van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten; en • de financiële flexibiliteit met het oog op de toekomstige opgaven.
8
Als derde en nieuw element is het van groot belang dat – voortvloeiend uit het coalitieakkoord “Met de Stad” en deels min of meer in tijd samenvallend met de behandeling van de begroting – door het bestuur inhoud wordt gegeven aan de afspraak uit het coalitieakkoord over de Arnhem Agenda. De Arnhem Agenda dient, zoals in een raadsbrief is aangegeven, twee doelen: • een concreet doel van een directe vertaling van de afspraken uit het coalitieakkoord 2014 - 2018 ‘Met de Stad!’ (een uitvoeringsagenda voor de periode 2015 - 2018) en • een visionair doel van de formulering van een stabiele, strategische toekomstvisie voor onze stad, die inspiratie biedt om samen met inwoners en partners in de stad op weg te gaan daar naartoe (een strategische agenda uiteindelijk gericht op de lange termijn – 2025). De uitvoeringsagenda verschijnt parallel aan deze begroting. Het gesprek met organisaties en bewoners van de stad wordt aangegaan met het oog op de totstandkoming van de strategische “Arnhem Agenda”. Dit zal naar verwachting in 2015 tot een visie en herdefinitie van de Arnhemse opgaven leiden, die voor het eerst in de Perspectiefnota haar beslag zal krijgen. Daarmee sluiten dan denken (agenda, visie) en doen (perspectiefnota) naadloos aan.
9
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2. Ontwikkelingen in het financieel kader en een overzicht van de financiële gevolgen van de gemaakte beleidskeuzes 2.1 Inleiding “Het coalitieakkoord “Met de stad” (april 2014) is, zoals aangegeven in hoofdstuk 1, een leidraad voor deze begroting en het beleid in de komende jaren. Deze begroting geeft daarom invulling aan veel concreet aangeduide voornemens uit het coalitieakkoord. Daarnaast bevat het coalitieakkoord meer visiematige onderwerpen, die worden uitgewerkt in een uitvoeringsagenda en een (middel-)lange termijnvisie en agenda, de samen met de stad te ontwikkelen Arnhem Agenda. Hieraan wordt in een afzonderlijk traject inhoud gegeven. Hoewel de afgelopen jaren in het teken van omvangrijke bezuinigingen hebben gestaan – de gemeente Arnhem heeft sinds 2010 voor ruim f 51 miljoen bezuinigd! – lijkt het er niet op dat Arnhem nu eindelijk uit het zware weer is. Het rapport “Feiten en cijfers over de Arnhemse begroting, analyse van de beïnvloedbare ruimte in de Arnhemse begroting” (2014) geeft aan, dat er op basis van de september- en decembercirculaires vanaf 2018 opnieuw een tekort van circa f 5 miljoen ontstaat. In het coalitieakkoord “Met de Stad” zijn voor dit tekort maatregelen genomen. Er moesten echter verdere maatregelen worden getroffen, het is niet bij deze € f 5 miljoen gebleven. Impact hebben: • het beleid van het kabinet Rutte met betrekking tot de decentralisaties op het gebied van de jeugdzorg, de participatie en de Wmo, inclusief de bijbehorende middelen (voor Arnhem gaat het om f 165 miljoen), zijn voor het eerst verwerkt in de Arnhemse begroting; ook de plannen voor het onderwijs en het Haagse beleid op het gebied van wonen en de vastgoedmarkt hebben gevolgen in deze begroting: •
de algemene economische ontwikkeling, zich de afgelopen jaren onder meer manifesterend in de financiële markten, de woningmarkt, de werkgelegenheid en de inkomens, begint te kenteren in gunstige zin. Ze heeft echter nog steeds een aanzienlijke impact op de situatie waarin Arnhem zich bevindt; vooral de trends bij de werkloosheid, het aantal uitkeringen en de armoede wijken in Arnhem ongunstig af van de landelijke ontwikkeling.
• de gevolgen van de Arnhemse bezuinigingen op de organisatie en bedrijfsvoering, deze typeren zich door een grote werkdruk en door moeite om in een nieuwe setting en met een kleinere organisatie alle klussen waar Arnhem voor staat, te klaren. De verzwaring van de opgaven is niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief, de aan werknemers gestelde eisen worden steeds hoger; en omdat door bezuinigingen de rek uit de begroting is, wordt het steeds ingewikkelde nieuwe (dreigende) tekorten op te lossen. De komende tijd Het goede nieuws is dat ondanks alles deze begroting sluitend is. Arnhem blijft hiermee aan haar uitgangspunt financieel gezond te blijven en niet “op de pof” te leven voldoen. Voorzichtigheid is echter geboden. Ook al duiden de berichten over landelijke ontwikkelingen in de komende jaren erop, dat bijvoorbeeld het rijk niet opnieuw gaat bezuinigen, het blijft nodig voor de komende tijd slagen om de arm te houden. Mondiale ontwikkelingen, zoals die in Oost Europa, het Midden Oosten en mogelijk ook Zuidoost Azië, creëren nieuwe politieke en economische onzekerheden. De tekenen van economisch herstel in ons land zijn zeer voorzichtig en er moet rekening mee worden houden dat de positieve wending eventueel niet zal beklijven. De financiële verhouding tussen rijk en gemeenten en daarin met name ontwikkelingen van het objectief verdeelmodel Wmo, Wwb, en de herverdeling van het gemeentefonds kunnen eveneens aanzienlijke gevolgen hebben voor Arnhems financiële positie. In de aanloop naar de verdere uitwerking van het coalitieakkoord en de daarin verwoorde visie-elementen, die hun weerslag zullen krijgen in de Perspectiefnota 2015, is het college van burgemeester en wethouders genoodzaakt om nieuwe bezuinigingsmogelijkheden te vinden om aan de onzekerheden, door het creëren van structurele ruimte, het hoofd te bieden en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken.
2016
2017
2018
Uitgangspositie MJPB 2014-2017 tbv de MJPB 2015-2018
0
0
0
5.233
Ontwikkelingen algemene uitkering uit het gemeentefonds
2.002
1.687
1.365
-1.354
Financiele ontwikkelingen decentralisaties
-750
-700
-700
-700
Financiele ontwikkelingen werk en inkomen
-3.780
-2.660
-2.211
-2.122
Financiele ontwikkelingen bedrijfsvoering
-6.274
-6.604
-5.476
-5.323
8.032
6.697
-2.613
-1.801
770
1.580
9.635
6.067
0
0
0
0
Financiele mutaties, nominaal, areaal, kapitaallastenontwikkeling en belastingen Overige ontwikkelingen
2.2
Totaal
De financiële ontwikkeling van het gemeentefonds
Zoals geschetst in de inleiding van dit hoofdstuk werd er op basis van de september en decembercirculaire vanaf 2018 een tekort van circa € 5 miljoen (€ 4,6 miljoen) geraamd. In het coalitieakkoord zijn maatregelen genomen om dit tekort op te lossen. De op 30 mei jongstleden verschenen meicirculaire 2014 is, wanneer we de middelen ten behoeve van de decentralisatie buiten beschouwing laten, licht positiever uitgevallen, dan de raming gebaseerd op de september en decembercirculaire. Door daarnaast, conform de afspraak uit het coalitieakkoord (de budgetten voor goederen en diensten, binnen de gemeente en bij verbonden partijen, niet worden aangepast aan de inflatie), de in het gemeentefonds geraamde prijscompensatie niet door te geven, valt het tekort nog lager uit. In 2018 resteert een tekort van € 1,3 miljoen. Ontwikkelingen algemene uitkering uit het Gemeentefonds bedragen x € 1.000
Ontwikkeling Gemeentefonds geschetst in Rapport beïnvloedbaarheid begroting o.b.v. september en decembercirculaire 2013 Subtotaal Ontwikkeling Gemeentefonds, doorrekening meicirculaire
2015
2016
2017
2018
184
-1.377
-1.699
-4.634
184
-1.377
-1.699
-4.634
168.254
170.517
164.386
163.599
Waarvan te verrekenen met: beleidsveld (taakmutaties en integratieuitkeringen etc.)
-501
-752
-904
-1.943
-165.935
-166.701
-160.417
-158.376
Subtotaal
1.818
3.064
3.064
3.280
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
2.002
1.687
1.365
-1.354
beleidsveld tbv decentralisatie sociaal domein
2.2.1 De meicirculaire De provincie hanteert bij de beoordeling van de begroting voor de eis van reëel en structureel evenwicht, dat er voor wat betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds, tenminste uitgegaan moet worden van de meicirculaire (2014) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. In de bijlage 2 worden de belangrijkste ontwikkelingen in de meicirculaire geschetst. Toegelicht worden de positievere ontwikkeling van het accres, het groot onderhoud van het gemeentefonds, de ontwikkeling van de belangrijkste maatstaven. Naast de ontwikkeling van het accres en de verdeelmaatstaven is er ook sprake van een wijziging van het gemeentefonds als gevolg van taakmutaties en nieuwe of gewijzigde decentralisatie- en integratie-uitkeringen. In bijlage 2 wordt toegelicht welke nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn toegevoegd en welke mutaties in decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn doorgevoerd. Op de meest omvangrijke integratieuitkering wordt in de volgende paragraaf ingegaan. In bijlage 2 zijn ook de taakmutaties in beeld gebracht. Aangegeven is per taakmutatie in hoeverre deze met de verschillende beleidsvelden verrekend worden. 2.2.2 Integratie-uitkering Sociaal deelfonds Net als alle gemeenten in Nederland krijgt ook Arnhem in 2015 de taken over van de rijksoverheid op het gebied van de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Ook wel de drie decentralisaties genoemd. Het Rijk draagt taken over, maar vermindert hierbij ook fors het budget. Vanaf 2015 worden in de vorm van een integratie-uitkering de decentralisaties (Jeugdzorg, Participatie, Wmo 2015) opgenomen in het gemeentefonds. Tot op het moment van het schrijven van deze begroting was het de bedoeling om hiervoor per wet deelfonds sociaal domein te regelen. In deze wet zou worden vastgelegd dat
onderwerp
2015
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
bedragen x € 1.000
pagina
Samenvattend overzicht financieel beeld
10
In onderstaande tabel is samengevat weergegeven hoe de meerjarenbegroting 2015 - 2018 zich ontwikkelt ten opzichte van de vorige begroting. In de navolgende paragrafen worden de betreffende posten met uitzondering van de uitgangspositie verder uitgewerkt en toegelicht. De uitgangspositie betreft de startpositie volgens de geamendeerde sluitende MJPB 2014 - 2017. Deze bedraagt voor de eerste drie jaarschijven (2015, 2016 en 2017) nul. In de nieuwe jaarschijf 2018 bedraagt deze per saldo 4,6 miljoen positief. Dit effect ontstaat door het gebruikelijke inramen van de kapitaallasten van investeringen in jaarschijf 2017, waarover u reeds bij de MJPB 2014 - 2017 heeft besloten (- f 3,7 miljoen) en de ruimte in de begroting die ontstaat door de inzet van in de vorige begroting structureel ingeraamde posten met een incidenteel karakter. Het gaat hierbij om de structureel ingeraamde incidentele ingroei van het weerstandsvermogen ad f 2,5 miljoen en om de in een eerdere begroting ingeraamde structurele stelpost ISV-middelen van f 5,3 miljoen. Deze heeft geen structureel karakter en levert dan ook ruimte op in de begroting.
In de bestuurlijke afspraak is vastgelegd dat gemeenten het kabinet en de VNG zorgen voor een afgestemde en samenhangende informatievoorziening sociaal domein per 2015. Net als dat het per wet zou zijn geregeld, worden de uitgaven van gemeenten aan het sociaal domein als onderdeel van de monitor sociaal domein apart zichtbaar zijn. Het rijk verkrijgt deze informatie verkrijgt via het Informatiesysteem voor Derden (Iv3); Behalve inzicht in de bestedingen van de individuele gemeente (micro) ontstaat hierdoor ook inzicht in de hoogte van de macro-uitgaven aan het sociaal domein. Om die informatie-uitwisseling mogelijk te maken is Iv3 aangepast op de komende decentralisaties. Iv3 is geen verantwoordingsinformatie en op basis van Iv3 kan niet worden teruggevorderd. Overigens is het niet uit te sluiten dat op basis van IV3 informatie op rijksniveau besloten wordt tot bezuinigingen; zoals bijvoorbeeld de verlaging van het gemeentefonds als gevolg van de vermeende onderbesteding door gemeenten op onderwijshuisvesting.
2.3
De drie decentralisaties
De voorbereidingen voor de decentralisaties zijn ook in Arnhem in volle gang. Op basis van de in december 2013 door de gemeenteraad vastgestelde kadernota “De veerkrachtige samenleving Arnhem” wordt gewerkt aan een geleidelijke en zorgvuldige overgang. De gemeente Arnhem wil hiermee de zorgcontinuïteit voor cliënten garanderen. De jaren 2015 en 2016 zijn overgangsjaren, waarin onder meer het maatschappelijk aanbesteden verder uitgewerkt zal worden. 2.3.1 De drie d's in de begroting De middelen voor het uitvoeren van decentralisaties zijn vanaf 2015 opgenomen in de vorm van een integratieuitkering in het gemeentefonds (zie voor een toelichting paragraaf 2.2.2 van deze begroting "Integratieuitkering sociaal domein"). Zoals al aangegeven in hoofdstuk 2.2. hebben deze middelen voor Arnhem een geraamde omvang van € 165 miljoen.
www.binnenlandsbestuur.nl , "Gemeenten mogen 10 miljard ineens vrij besteden", 12 september 2014.
1
onderwerp
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Onderstaande afbeelding laat zien welke (landelijke) verhouding er ontstaat tussen de verschillende onderdelen van het gemeentefonds (algemene uitkering (AU), decentralisatie- en integratie-uitkeringen (DU/IU) en deelfonds):
pagina
De budgetten Wmo2015 en Jeugd voor 2015 zijn in de meicirculaire bekend gemaakt (op basis van historische kosten), het onderdeel Participatie voor 2015 is in juni op basis van het nieuwe verdeelmodel separaat kenbaar gemaakt. Voor Arnhem hebben deze middelen een geraamde omvang van € 165 miljoen. Voor de WMO is een korting doorgevoerd op het budget van 11 % (met uitzondering van het deel beschermd wonen) en op het budget voor de jeugd een korting van 4 %. Dit percentage loopt nog verder op in latere jaren. Met betrekking tot de participatie is de budgetdaling al langer in gang gezet. Was een aantal jaren geleden nog zo'n € 36 miljoen beschikbaar voor de uitvoering van het participatiebeleid (exclusief wsw), in 2015 is dit nog maar € 11 miljoen.
11
gemeenten de middelen gedurende drie jaar alleen zouden mogen uitgeven aan taken die in de Wmo 2015 en de Jeugdwet aan gemeenten zijn toegekend en aan de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. Minister Plasterk heeft middels brief d.d. 11 september 2014 aan de tweede kamer voorgesteld om het wetsvoorstel in te trekken. Volgens de minister is het bij de overdracht van taken naar gemeenten van belang dat ze de taken financieel, organisatorisch en bestuurlijk goed kunnen uitvoeren. ‘Eén van de belangrijke uitgangspunten is altijd geweest dat gemeenten voldoende beleidsvrijheid hebben om goed te kunnen inzoomen op de lokale behoefte aan zorg en begeleiding naar werk’1. Met de VNG zijn bestuurlijke afspraken gemaakt om de komende drie jaar deze middelen in ieder geval in te zetten voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal domein, zodat gemeenten op tijd klaar staan en kunnen voorkomen dat burgers tussen wal en schip belanden.
12
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Deze door het rijk gekorte en overgekregen middelen en onze hierop in mindering gebrachte eigen bezuinigingen uit de MJPB 2013 - 2016, zijn in deze begroting opgenomen in het reguliere programma 6 "Participatie en Maatschappelijke ondersteuning". Om de inkomsten en uitgaven inzichtelijk te kunnen houden zijn aan het reguliere programma participatie en Maatschappelijke ondersteuning nieuwe producten toegevoegd, het product 6.14: ‘Algemeen sociaal deelfonds’, het product 6.15: ‘Wmo 2015 sociaal deelfonds’ en 6.16: ‘Jeugd sociaal deelfonds’. Daarnaast wordt de naam van het bestaande product 6.1, gewijzigd van ‘Participatie’ naar ‘Participatie sociaal deelfonds’. Het na rijkskorting resterende budget van g 165 miljoen wordt als volgt verdeeld: Program m a
Toedeling Integratieuitkering sociaal deelfonds aan regulier program m a 6 b ed rag en x € 1.0 0 0
P3 Arnhem w erkt!
2015
2016
2017
2018
11.253
0
0
0
32.940
41.540
38.964
36.928
R6.14 Algemeen sociaal deelfonds
10.312
10.415
10.304
10.303
R6.15 WMO sociaal deelfonds
73.602
77.714
76.460
76.264
R6.16 Jeugd sociaal deelfonds
34.443
34.597
33.355
33.565
Totaal sociaal deelfonds
162.550
164.266
159.082
157.061
2.550
1.600
500
480
Totaal reserveren voor sociaal noodfonds (afspraak coalitieakkoord Z2)
2.550
1.600
500
480
R6.1 Participatie sociaal deelfonds
Te reserveren voor het sociaal noodfonds
Ter invulling van de taakstellingen uit de MJPB 2013-2016 Taakstelling w mo
500
500
500
500
Taakstelling jeugd
335
335
335
335
Totaal invullen taakstellingen MJPB 2013-2016
835
835
835
835
Totaal
165.935
166.701
160.417
158.376
2.3.2 Sociaal noodfonds Aangezien Arnhem de taken moet uitvoeren met een stuk minder middelen dan het rijk dit deed, is in het coalitieakkoord voorzien in de vorming van een buffer. Hiermee moet voorkomen worden, dat mensen die zorg nodig hebben voor een dichte deur komen te staan, omdat het geld op is. Er wordt voor de komende vier jaar bijna f 20 miljoen gereserveerd. Voeding sociaal noodfonds sociaal deelfonds bedragen x € 1.000
Coalitieakkoord, bijdrage vanuit de algemene middelen
2015
2016
700
BR sociaal domein
2017
2018
Totaal
700
700
700
12.700
700
700
700
2.000
Algemene reserve
10.000 Totaal sociaal deelfonds
Te reserveren voor het sociaal noodfonds
14.800
2.550
1.600
500
480
Totaal reserveren voor sociaal noodfonds (afspraak coaliteiakkoord Z2)
2.550
1.600
500
480
5.130
Totaal
15.250
2.300
1.200
1.180
19.930
Het sociaal noodsfonds wordt opgebouwd uit een aantal elementen, die verschillende doelen dienen binnen het fonds. Er onderscheiden zich twee hoofdlijnen: 1. Het realiseren van afgesproken zorgniveau 2. Faciliteren van burgerinitiatieven Aan uw raad zal op korte termijn een collegenota worden aangeboden, waarin afspraken worden gemaakt over de toegang tot het fonds. Uitgangspunt hierbij zal zijn dat de toegang twee facetten kent: • Aan de ene kant moeten ze drempelverhogend zijn; • Aan de andere kant moeten ze toegang geven tot zorg waar dit nodig en gerechtvaardigd is. Ad 1) Het realiseren van afgesproken zorgniveau In principe moet de autonome groei opgevangen worden binnen het reguliere budget van het sociaal deelfonds. De inzet vanuit het noodfonds is vooral bedoeld als het afgesproken zorgniveau (kwaliteit) niet gehaald wordt en om (extra) zorg te kunnen inkopen waar nodig of door autonome groei niet voorzien. Dit vraagt overigens nog wel om een nadere definitie van wat het ‘afgesproken zorgniveau’ is. Bij het verstrekken van voorzieningen op het terrein van zorg is een groot aantal instellingen betrokken. Het is de bedoeling te gaan werken met raamcontracten waarbij de prijs (=p) en kwaliteit van de zorg zijn bepaald. De kwantiteit/aantallen (=de q) van de bestaande cliënten worden steeds beter bekend, maar de aantallen voor de nieuwe zorgvragen zijn nog niet bekend. Voor 2015 geeft de Concept-Uitvoeringsnota aan dat voor de bestaande aanbieders (minimaal) 65 % van het bestaande budget 2013 in 2015 beschikbaar is.
2.3.3 Taakstellingen in het sociale domein Invulling van de taakstelling Welzijn en zorg uit de MJPB 2014 - 2017 In de MJPB 2014 - 2018 is voor f 1,8 miljoen aan taakstellingen opgenomen op de subsidies. Hierbij is een verdeling aangebracht over drie beleidsvelden: Educatie & Jeugd (f 0,2 miljoen), Welzijn & Zorg (f 0,7 miljoen en Cultuur (f 0,9 miljoen). In het coalitieakkoord is aangeven dat het sociaal noodfonds ook gebruikt mag worden voor de niet (tijdig) te realiseren bezuinigingen bij de invulling van de taakstelling van f 700.000 op subsidies bij Welzijn & Zorg. Door in lijn met de afspraak uit het coalitieakkoord (de budgetten voor goederen en diensten, binnen de gemeente en bij verbonden partijen, niet worden aangepast aan de inflatie) de nominale indexatie aan welzijnsinstellingen over 2014 en de looncompensatie vanaf 2015 niet door te geven en deze in te zetten ter dekking van de taakstelling (zie ook paragraaf 2.6.1), zal er in mindere mate een beroep hoeven te worden gedaan op het sociaal noodfonds. Hierdoor kunnen vanuit het sociaal noodfonds meer middelen worden besteed aan bijvoorbeeld knelpunten in de zorg en/of het faciliteren burgerinitiatieven. Om te voorkomen dat voor het resterende deel van de taakstelling een beroep wordt gedaan op het sociaal noodfonds, zullen in overleg met de instellingen, taken die niet meer passen in de nieuwe inrichting van het sociale domein worden gestopt. Per saldo moet dit f 130.000 opleveren. Invulling taakstelling subsidies bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Invulling taakstelling subsidies Welzijn en Zorg Taakstelling subsidies Welzijn en zorg
-700
-700
-700
-700
Invulling taakstelling subsidies Welzijn (met loonacrres 2014 en 2015)
567
567
567
567
Taakstelling: Gerichte bezuinigingen in overleg met de instellingen
133
133
133
133
Subtotaal
0
0
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
0
0
0
0
Taakstelling synergie binnen aanpak zwerfjongeren In relatie tot de ontwikkelingen in het sociale domein hebben de vier betrokken subsidiepartijen bij de integrale aanpak van zwerfjongeren aangegeven zeer veel moeite te hebben om de bezuiniging uit de MJPB 2014 - 2017 binnen hun begroting op te vangen. Voorgesteld wordt om invulling te geven aan deze bezuiniging, wanneer er meer duidelijk is over de nieuwe inrichting van het sociaal domein. In 2015 wordt voorgesteld om de taakstelling van f 50.000 ten laste van de algemene middelen te brengen.
onderwerp
In de nota die op korte termijn aan u wordt voorgelegd zal aan het bovenstaande verdere uitwerking worden gegeven.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Ad 2) Faciliteren van burgerinitiatieven Binnen het sociaal noodfonds wordt incidenteel g 2 miljoen gereserveerd, die kan worden ingezet voor burgerinitiatieven. Dit zou als een subsidie bedrag verstrekt kunnen worden aan partijen die hier voor een voorstel indienen. Er zullen subsidievoorwaarden vastgelegd moeten worden waarbij verzoeken alleen gehonoreerd worden als bijvoorbeeld • Sprake is van aansluiting op de uitgangspunten in de kadernota Veerkrachtige samenleving; • Aansluiten op gebiedsgericht werken; • Inspelen op samenwerking en zelfredzaamheid; • Als best practice kunnen dienen voor andere burgerinitiatieven; • Zich zelf terug verdienen.
pagina
Met betrekking tot de aanvragen van instellingen, in de nota de solidariteitsgedachte nader vorm gegeven moeten worden. Wanneer een instelling een beroep moet doen op het noodfonds, dan zal – vanuit solidariteit – binnen een specifiek domein door de betreffende instellingen het fonds weer aangevuld moeten worden voor het uitgenomen bedrag.
13
Een gedeelte van het resterende budget (na aftrek van bijvoorbeeld innovatie- en uitvoeringskosten) is inzetbaar voor de zorg van nieuwe cliënten. Dat betekent dat er knelpunten zouden kunnen ontstaan als de toestroom van nieuwe cliënten in totaliteit dusdanig groot is dat (resterende) beschikbare budgetten niet toereikend zijn. Wanneer dit het geval is, dan is het op korte termijn van belang om recht te doen aan de inhoud van het Coalitieakkoord (‘Mensen hebben recht op zorg). Dit betekent dat een op voorhand vastgesteld voorzieningenniveau niet onmiddellijk wordt bijgesteld, zodra het budget uitgeput is. Het kan wel leiden tot een nieuwe discussie in uw raad over het gewenste voorzieningenniveau. Concreet betekent dit als in 2015 blijkt dat er veel meer nieuwe cliënten zijn, dit door het gebiedsteam wordt vergoed aan de instellingen die aan deze cliënten zorg verlenen. De eventuele overschrijdingen ten opzichte van de begroting worden dan bij de jaarrekening 2015 gedekt vanuit de BR sociaal noodfonds.
14
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.3.4 Samenvatting financiële consequenties 3 decentralisaties Voor het eerst zijn de financiële consequenties van de decentralisaties opgenomen in begroting. In de praktijk zal moeten blijken of de door het rijk gekorte en gedecentraliseerde budgetten voldoende zijn om uitvoering te geven aan het beleid. Op het onderdeel participatie wordt in het hoofdstuk 2.4.3 nader ingezoomd op de inhoudelijke en financiële consequenties. In onderstaand overzicht zijn de financiële ontwikkelingen en hun financiële consequenties van de decentralisaties voor de algemene middelen samengevat: Financiële ontwikkelingen decentralisaties bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
-165.935
-166.701
-160.417
-158.376
165.935
166.701
160.417
158.376
-700
-700
-700
-700
-700
-700
-700
-700
Financiele effecten decentralisaties Verkregen middelen in sociaal deelfonds In te zetten in beleidsveld Coalitieakkoord, afspraak Z2 bijdrage vanuit de algemene middelen Onttrekking vanuit de AR bijdrage aan sociaal noodfonds
10.000
Toevoeging aan BR sociaal noodfonds
-10.000 Subtotaal
Invulling taakstelling subsidies Welzijn en Zorg Taakstelling subsidies Welzijn en zorg
-700
-700
-700
-700
Invulling taakstelling subsidies Welzijn (met loonacrres 2014 en 2015)
567
567
567
567
Taakstelling: Gerichte bezuinigingen in overleg met de instellingen
133
133
133
133
Niet te realiseren taakstellingen Synergie binnen aanpak zwerfjongeren
-50
0
0
0
Subtotaal
-50
0
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-750
-700
-700
-700
2.4
Werk en inkomen
De algemene economische ontwikkeling heeft gevolgen voor de inkomensontwikkeling. Veel mensen hebben in de afgelopen jaren hun baan verloren of kunnen moeilijk aan het werk komen. Waar deze ontwikkeling in de afgelopen jaren in Arnhem vaak gunstig afstak tegenover de landelijke ontwikkeling is die ontwikkeling nu relatief slecht. Dit heeft mede te maken met de sociaal-economische structuur van Arnhem. Waar de ontwikkeling minder negatief is dan in eerdere prognoses, zijn deze prognoses inmiddels bijgesteld, ook door de rijksoverheid. De lange duur van de crisis lijkt mensen tevens in toenemende mate te raken met een ernstige schuldenproblematiek. Hoewel de gemeente deze ontwikkelingen slechts beperkt kan beïnvloeden, is het van belang de scherpe kanten van de crisis voor hen die het meest getroffen worden zo mogelijk af te vlakken. Voor de langere termijn zullen de doelen zo veel mogelijk gericht blijven op het verminderen van situaties van afhankelijkheid en lage inkomens. De gemeente Arnhem wordt naast deze macro-economische ontwikkelingen en de gevolgen van het Rijksbeleid geconfronteerd met een aantal forse onzekerheden, waar wij ten tijde van het opmaken van deze MJPB geen passende oplossing voor kunnen bieden, dan wel ontbreekt het simpelweg aan inzicht in de financiële consequenties. Als gevolg van een krimpend Participatiebudget moeten keuzes gemaakt worden met betrekking tot de inzet van de schaarse middelen. Hierdoor zullen wij middelen en instrumenten zo effectief mogelijk gaan inzetten en dit strak monitoren. Bij een belangrijke groep Arnhemmers waar ons college zich sterk voor maakt is met name in financiële zin sprake van onzekerheid, het betreft hier de ID-banen. Deze medewerkers vervullen een belangrijke rol binnen voor Arnhem vitale organisaties. De huidige Participatiemiddelen zijn echter onvoldoende om ook deze regeling te financieren vanuit het Participatiebudget. De ID-regeling zal dan ook in 2015 deels worden gefinancierd uit de algemene middelen. Wij zullen in gesprek met het Rijk – bij voorkeur samen met andere gemeenten – aandacht vragen voor de positie van ID-ers en de consequenties die de invoering van de participatiewet voor hen zou kunnen hebben. Toch zien wij ook kansen in relatie tot de garantiebanen en het instrument loonkostensubsidie, het Rijk dient hiervoor wel de ruimte te bieden. Ook binnen het BUIG-budget (lees WWB-Inkomensdeel) wordt de gemeente geconfronteerd met belangrijke risico’s: de introductie van de aanscherping WWB en het nieuwe verdeelmodel (WWB-Inkomensdeel). Ook deze ontwikkelingen zorgen voor financiële onzekerheden. Bij het opmaken van deze MJPB is nog steeds onduidelijk wat de budgettaire effecten zijn voor Arnhem van het verdeelmodel en wat de impact is van de bezuiniging die het Rijk heeft doorgevoerd in het kader van de aanscherping WWB. Duidelijkheid zal evenwel pas op zijn vroegst medio oktober 2014 ontstaan op beide onderdelen. Tot slot rust er op het WWB-Inkomensdeel een zware last als gevolg van de financiële vertaling van het 1.100 –banenplan. Deze taakstelling blijkt jaar op jaar een niet te realiseren financiële opgaaf. Ook deze financiële taakstelling dient mede in het licht van de introductie van het nieuwe verdeelmodel te worden herzien. In het vierde kwartaal 2014 zullen wij intensief zoeken om de consequenties van bovenstaande scherp te krijgen. Bij de Perspectiefnota zullen voorstellen worden gepresenteerd met een oplossing voor de hiervoor genoemde onzekerheden.
15
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.4.1 Armoedebeleid Zoals in het coalitieakkoord is weergeven willen we als Arnhem een sociaal armoedebeleid voeren. We gaan verder op de manier, zoals we de laatste tijd hebben gewerkt. Dit gaat concreet zijn beslag krijgen in de nieuwe armoede-agenda, die wordt opgesteld op basis van de geldende kaders. Specifiek is in het coalitieakkoord aangegeven dat het belangrijk is dat alle Arnhemmers mee kunnen doen aan activiteiten. Dat kan met de GelrePas. De afspraak (w1) is gemaakt om toegankelijkheid tot de pas te vergroten. Iedereen die van een krap inkomen (maximaal 20 % boven de bijstandsnorm) moet rondkomen, kan de pas gratis krijgen. Zo kunnen ze toch een dagje uit, een cursus volgen, sporten of naar het theater gaan. De kosten bedragen hiervoor € 285.000. Doordat er meer mensen gebruik zullen maken van de voorziening zal de formatie, die uitvoering geeft aan deze maatregel, incidenteel met 2,6 fte opgehoogd moeten worden (€ 238.000). Vanaf 2016 wordt voorgesteld om alleen de extra kosten van de uitbreiding van de doelgroep te bekostigen vanuit de algemene middelen (€ 30.000). Financiële effecten gelrepas naar 120% bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Inkomen Coalitieakkoord W1 Het activiteitenaanbod van de Gelrepas wordt toegankelijk voor gezinnen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm.
-285
-285
-285
Extra Uitvoeringskosten en extra werkzaamheden Gelrepas van 110% naar 120%
-238
-30
-30
-30
Subtotaal
-523
-315
-315
-315
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-523
-315
-315
-315
-285
2.4.2 Schuldenproblematiek Zoals al in de inleiding van paragraaf 2.4 geschetst lijkt de lange duur van de crisis mensen in toenemende mate te raken door een ernstige schuldenproblematiek. Een steeds groter deel van deze mensen met een schuldenproblematiek krijgt dan ook te maken met bewindvoering. Het college van burgemeester en wethouders zal zich binnenkort, in het perspectief van het al dan niet extern plaatsen van de schulddienstverlening, buigen over de vraag hoe de kosten kunnen worden gestabiliseerd dan wel teruggebracht naar een acceptabel niveau. Mede in relatie tot de toenemende ernstige schuldenproblematiek, blijkt de aan de stadsbank opgelegde bezuinigingstaakstelling van € 0,4 miljoen gedeeltelijk niet te realiseren. De verwachting was dat de taakstelling te realiseren zou zijn door het doorvoeren van een renteverhoging en een verwachte toename van de kredietportefeuille. De renteverhoging is doorgevoerd maar de verwachte toename van de kredietportefeuille wordt niet gerealiseerd. Er is sprake van een daling van de omzet, doordat het aantal aanvragen niet stijgt en er steeds meer aanvragen worden afgewezen vanwege onvoldoende draagkracht. Dit is inherent aan de duur van de crisis. De kredietportefeuille daalt en de totale renteopbrengst neemt af. De komende periode zal worden bekeken of er nieuwe doelgroepen zijn aan te boren. Daarnaast gaat bekeken worden of het voeren van een andere (socialer) rentebeleid waarbij, situatieafhankelijk, een deel van de klanten meer rente gaat betalen en een ander deel van de klanten wat minder rente leidt tot meer opbrengsten en dus een bijdrage aan de bezuinigingstaakstelling. Door de aanpassing in het beleid wordt verwacht dat de taakstelling voor € 200.000 gerealiseerd kan worden. Voorgesteld wordt om het niet te realiseren deel ad € 200.000 ten laste van de algemene middelen te brengen. Financiële effecten niet realiseren taakstelling Stadsbank bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Inkomen Knelpunt Kredietvergoeding Stadsbank
-200
-200
-200
-200
Subtotaal
-200
-200
-200
-200
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-200
-200
-200
-200
2.4.3 Participatie Per 1 januari 2015 wordt de nieuwe Participatiewet van kracht. Dit heeft niet alleen inhoudelijke maar vooral op termijn ook aanzienlijke financiële effecten. Participatiewet De afgelopen jaren heeft het Rijk fors bezuinigd op het participatiebudget. Een aantal jaar geleden was nog een jaarlijks budget beschikbaar van maar liefst € 36 miljoen. In 2014 bedraagt de omvang van het begrote participatiebudget (exclusief WSW) € 16,3 miljoen, dit omdat in 2014 de gemeente nog profiteert van de meeneemregeling van circa € 3,8 miljoen (middelen uit 2013 die in 2014 worden besteed) en van een ESF subsidie (een incidentele subsidie Jeugdwerkloosheid vanuit het Europees Sociaal Fonds).
16
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
De omvang van het budget maakte het de afgelopen jaren mogelijk om ruim in te zetten op reïntegratieactiviteiten, maar ook om andere activiteiten te financieren vanuit dit budget, die gerelateerd konden worden aan de Participatiewetgeving. De bijdrage aan de organisatie van de schulddienstverlening is daar een voorbeeld van, maar ook de formatie en overhead zijn ten laste gebracht van het participatiebudget. Met de introductie van de nieuwe Participatiewet wordt ook een nieuw verdeelmodel voor het participatiebudget geïntroduceerd. Ondanks dat er een overgangsregime wordt gehanteerd, om in de eerste drie jaar de herverdeeleffecten te beperken, daalt het participatiebudget 2015 voor Arnhem naar € 11,25 miljoen (exclusief WSW). Binnen dit beperkte budget moet naast de reguliere doelgroep ook de nieuwe doelgroepen zoals de WAJONG’ers worden ondersteund. Voor 2015 en verder zijn er daarom keuzes gemaakt. In de toekomst maakt het Participatiebudget onderdeel uit van het Sociaal Deelfonds en worden de strikte bestedingsvoorwaarden versoepeld. Dit biedt meer mogelijkheden om binnen het totale Sociaal Deelfonds en de algemene middelen accenten te leggen zoals bij de participatie van Arnhemse inwoners. De keuzes in perspectief In lijn met de nota ‘Veerkrachtige samenleving’ en het uitvoeringsplan Participatiewet zijn er keuzes gemaakt om te bezuinigen en de uitgaven in overeenstemming te krijgen met het Participatiebudget. • Projecten betaald werk Met betrekking tot de inkoop van reïntegratiediensten en de uitvoering van de projecten naar betaald werk is er nadrukkelijk voor gekozen om hierop blijvend in te zetten. Het totale budget hiervoor bedraagt € 2,3 miljoen (inclusief de toevoeging van € 0,5 miljoen voor de nieuwe doelgroepen). Bij de inkoop van reïntegratiediensten gaat het onder meer om inkoop van begeleiding, maar ook de trainingsfaciliteiten bij Presikhaaf Bedrijven (ABC) en instrumenten als ‘blijf actief banen’, die door Presikhaaf Bedrijven georganiseerd worden. Voor de nieuwe doelgroepen (vanuit WAJONG en SW) moeten specifieke begeleiding, loonwaardebepaling en medische diagnoses worden ingekocht. Ingeschat wordt dat dit € 0,5 miljoen extra vraagt. Projecten naar betaald werk betreffen de maatregelen om mensen effectief richting betaald werk te ontwikkelen en begeleiden. Er worden elk jaar projecten gestart om bijstandsgerechtigden naar betaald werk te laten uitstromen. Zo heeft de gemeente projecten lopen bij 2Switch, Presikhaaf Bedrijven en Kleefse Waard. De inzet van het instrumentarium / de diverse projecten wordt de komende periode verdergaand getoetst op hun effectiviteit. Door het krimpende budget zal nog scherper gekozen worden voor die projecten die het meest bijdragen. • Bezuiniging op uitvoeringskosten Door de groepsgerichte aanpak verder door te voeren en ontdubbeling met Presikhaaf Bedrijven (worden nu pilots uitgevoerd) kan efficiënter worden gewerkt. Voorgesteld wordt om de formatie van de afdelingen in 2015 terug te brengen met 8,5 fte. Inclusief overhead betekent dit, dat er een bedrag van ongeveer € 0,85 miljoen bezuinigd kan worden. • 'Werkzaamheden participatiecoaches worden overgedragen naar de gebiedsteams' In het Uitvoeringsplan Participatie is opgenomen dat de taak van de Participatiecoaches wordt ondergebracht in (de integrale functies in) de Gebiedsteams. De activiteiten en de werkwijze van de Participatiecoaches kennen een grote overlap met die van het Gebiedsteam. Er is daardoor geen reden meer om de Participatiecoaches als apart project naast de Gebiedsteams te laten voortbestaan en te financieren vanuit het Participatiebudget. De uitgaven ten laste van het participatiebudget worden hiermee met € 0,75 miljoen worden teruggebracht. De huidige participatiecoaches krijgen de gelegenheid te solliciteren naar de functies in de Gebiedsteams. • Beperken projectbudget Aangezien de financiële ruimte er niet meer is om projecten als Slagkracht separaat uit te voeren, is er naar toegewerkt om het project te integreren in de reguliere dienstverlening. Dit levert € 1 miljoen op. Slagkracht was een project om het volledige WWB-bestand beter in beeld te krijgen ten aanzien van kansen op reïntegratie en het rechtmatig verstrekken van uitkeringen. Die aanpak is nu dus standaard. • Vermindering subsidies en stimuleringspremies Voorgesteld wordt om de premies die WWB-ers nu nog ontvangen voor werkaanvaarding en deelname aan vrijwilligerswerk (bovenop de WWB-uitkering) te beëindigen. De premies passen niet bij de insteek in de participatiewet, dragen niet bij aan uitstroom en daarbij verhoudt deze regeling zich niet tot de recentelijke wetswijziging WWB (tegenprestatie). Deze maatregelen leveren een bezuiniging op van € 0,4 miljoen Ook de organisatie waar de WWB-er als vrijwilliger werkzaam is ontvangt een subsidie, deels ter compensatie van de administratieve last (uitbetaling Eurojob). Nu de subsidie aan de vrijwilliger (Eurojob) komt te vervallen kan ook dit deel van de subsidie aan de organisatie worden beperkt, waarbij het totale budget wel beschikbaar blijft voor dit doel. ID-banen Een van de regelingen die werd gefinancierd vanuit het participatiebudget is de ID-regeling. De in Arnhem werkzame ID’ers vervullen een vitale functie binnen maatschappelijke organisaties, sportverenigingen en ook binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Het college wil deze ID-regeling in elk geval in 2015 in stand houden. Daarmee is er tijd om een zorgvuldige afweging te maken rondom de ID-regeling in het licht van de nieuwe mogelijkheden die de Participatiewet biedt en in het licht van het in 2014 gesloten sociaal akkoord.
17
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Een van de nieuwe instrumenten van de Participatiewet is de loonkostensubsidie die gefinancierd wordt uit het WWB-inkomensdeel. De loonkostensubsidie kent veel inhoudelijke overeenkomsten met de Arnhemse ID-regeling. Het is juridisch mogelijk de ID-regeling (onder voorwaarde) om te zetten en te financieren met een loonkostensubsidie. Daarnaast zijn in het sociaal akkoord afspraken gemaakt over het creëren van ‘Garantiebanen’. Deze garantiebanen zijn gerelateerd aan dezelfde doelgroep als de huidige Arnhemse ID-regeling. Mede daarom wordt er op ingezet om de ID-banen aan te kunnen merken als garantiebanen. Voordeel is dat de huidige ID’ers hun functie kunnen behouden en er geen verdringing optreedt. Hiertoe zullen wij een actieve lobby organiseren richting het Rijk en daarnaast de beleids- en handelingsruimte maximaal gaan benutten. Gelet op het voorgaande is ervoor gekozen de huidige financiering voor 2015 te continueren. Het nadeel dat daardoor ontstaat op het participatiebudget komt eenmalig ten laste van de algemene middelen. Voor wat betreft de ID-regeling zullen alle mogelijkheden worden onderzocht zoals die hiervoor zijn geschetst. In het 4e kwartaal 2014 zal er een onderzoek plaatsvinden dat bij de behandeling van de Perspectiefnota moet leiden tot helderheid over de mogelijkheden. Financieel gezien hebben de voorgestelde keuzes het volgende effect:
Financiële effecten keuzes particpatie bedragen x € 1.000
Werk, Daling rijksbijdrage participatie Financieel effect daling rijksbijdrage van € 16,2 mln.naar € 11,2 mln.
2015
2016
2017
2018
-5.005
-5.005
-5.005
-5.005
-500
-500
-500
-500
Blijven uitvoeren projecten naar betaald werk
200
200
200
200
Verminderen subsidies en stimuleringspremies
400
400
400
400
Besparen op Eigen personeel W&I
855
855
855
855
1.000
1.000
1.000
1.000
Inkoop reintegratiediensten nieuwe doelgroepen (extra kosten)
Stoppen met Projecten Werkzaamheden participatie-coaches worden overgenomen door gebiedsteams
755
755
755
755
Natuurlijk verloop loonkosten ID-banen
900
1.100
1.200
1.300
Taakstelling participatie (uitkomst in Perspectiefnota 2016)
0
1.195
1.095
995
Subtotaal
-1.395
0
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-1.395
0
0
0
2.4.4 WWB Per 1 januari 2015 vindt er een wetswijziging plaats in de WWB en wordt ook het verdeelmodel WWB herzien.
Wetswijziging ´Maatregelen WWB´ De wetswijziging Maatregelen WWB heeft een fors effect, deze wetswijziging leidt tot extra taken bij de uitvoering van de WWB. Deze taakverzwaring wordt veroorzaakt doordat: • categoriale regelingen worden omgezet naar individuele maatwerkregelingen; • eerdere opties ´kan-bepalingen´ nu verplicht worden opgelegd aan de gemeente om uit te voeren; • extra regelgeving wordt geïntroduceerd (zoals de kostendelersnorm). Dit wordt ook nader toegelicht in de Beleidsnota Maatregelen WWB. Daarnaast leidt ook de stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden (door invoering van de Participatiewet en aanhoudende economische crisis) tot een taakverzwaring. Bovenstaande ontwikkelingen leiden er toe dat de personeelsformatie van de Inkomensafdelingen van het Cluster Werk en Inkomen moet uitbreiden (24,2 fte). Formatie consequenties bedragen x € 1.000
Inkomen Knelpunten in formatie en overhead werk en inkomen
2015
2016
2017
2018
-1.219
-1.117
-1.021
-932
Subtotaal
-1.219
-1.117
-1.021
-932
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-1.219
-1.117
-1.021
-932
Verdeelmodel per 1 januari 2015 Het verdeelmodel bepaalt hoeveel budget de gemeente Arnhem ontvangt als vergoeding voor de WWB. Het huidige verdeelmodel is zeer onvoorspelbaar, inkomsten en uitgaven lijken geen gelijke tred te houden. Waar bijvoorbeeld begin 2013 nog rekening werd gehouden met een mogelijk fors tekort, bleek er bij de tweede voorlopige beschikking (juni 2013) sprake te zijn van een schijnbaar onverklaarbare stijging in het budget.
18
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Dit leidde in 2013 tot een voordeel van circa f 1,8 miljoen, wat ten gunste is gekomen aan het jaarrekening resultaat 2013. In 2014 lijkt de budgetdaling zich na de waarschuwing in het voorjaar wel voor te gaan doen. Zekerheid hierover krijgt Arnhem pas bij het afgeven van de definitieve beschikking 2014, nadat deze begroting aan u is aangeboden. Het is lastig om op de sterke fluctuaties als gevolg van het Rijkshandelen te anticiperen. Dit leidt tot niet beheersbare risico’s. Het nieuwe verdeelmodel WWB-inkomensdeel – als onderdeel van het BUIG-budget- gaat uit van de kans dat een huishouden een beroep doet op bijstand en dat deze kans per type huishouding verschilt. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met aspecten als wijk, stad en (arbeids)regio. In dit model wordt zowel rekening gehouden met de individuele als stedelijke / regionale aspecten. Beide onderdelen zijn bepaald en berekend door het CPB. Net als bij het participatiebudget is ook hier afgesproken dat er een overgangsregime komt voor een periode van 3 jaar. De volle omvang en impact van het nieuwe verdeelmodel zal zich dan ook pas met ingang van 2018 gaan voordoen. Of de inkomsten en uitgaven een reëel en consistent verband zullen vertonen zal dan ook nog moeten gaan blijken. In het vierde kwartaal 2014 worden de effecten duidelijk van het nieuwe verdeelmodel. In het licht van dit nieuwe verdeelmodel zal in het vierde kwartaal 2014 een onderzoek plaatsvinden naar de financiële impact hiervan. Daarbij zal ook de in de Interventienota (2012) opgenomen financiële vertaling van het 1100-banenplan worden herbeoordeeld, waarbij de vraag aan de orde is in hoeverre deze financiële vertaling onverkort gehandhaafd blijft. Deze taakstelling ad f 3,9 miljoen gaat uit van de aanname dat Arnhem structureel beter presteert dan het landelijk ‘gemiddelde’. Bij de behandeling van de Perspectiefnota zal het resultaat van dit onderzoek wat plaats zal vinden in het 4e kwartaal van 2014 worden voorgelegd dat moet leiden tot helderheid over de mogelijkheden. 2.4.5 Overige consequenties van de wetswijzigingen De wijzigingen rondom participatie en de WWB hebben naast de in 2.4.3 en 2.4.4 geschetste gevolgen ook indirecte gevolgen voor het realiseren van de taakstelling op de bovenwettelijke toeslagen WWB en Presikhaaf bedrijven. Taakstelling bovenwettelijke toeslagen WWB De in de MJPB 2014 - 2017 opgenomen bezuiniging op de bovenwettelijke toeslagen ad f 0,5 miljoen kan als gevolg van de gewijzigde wetgeving, waarin toeslagen worden gecentraliseerd en de beleidsvrijheid van de gemeente vervalt niet meer worden gerealiseerd. Presikhaaf bedrijven Door afnemende rijksbijdragen per Wsw-arbeidsplaats en het voornemen om met ingang van 2015 de WSW "op slot" te doen is het financieel perspectief voor Presikhaaf Bedrijven zeer negatief. Daarnaast speelt ook de recessie nog mee. De komende jaren zijn dan ook – op basis van de huidige plannen - aanzienlijke verliezen begroot en daarvan komt ongeveer de helft voor rekening van Arnhem. Er zal naar verwachting dus nog € f 0,8 miljoen extra nodig zijn. De prognose van de meerjarige financiële effecten is opgesteld op basis van de resultaten per jaarschijf zoals opgenomen in de meest recente begroting 2014 - 2017 van Presikhaaf Bedrijven. Overige financiele consequenties wetswijzigingen bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Inkomen Terugdraaien taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen WWB Knelpunt Presikhaaf Bedrijven
-500
-500
-500
57
-528
-175
-500 -175
Subtotaal
-443
-1.028
-675
-675
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-443
-1.028
-675
-675
19
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.4.6 Samenvatting financiële consequenties werk en inkomen In onderstaand overzicht zijn de financiële ontwikkelingen en hun financiële consequenties voor de algemene middelen samengevat: Financiële effecten werk en inkomen bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Inkomen Coalitieakkoord W1 Het activiteitenaanbod van de Gelrepas wordt toegankelijk voor gezinnen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm.
-285
-285
-285
Extra Uitvoeringskosten en extra werkzaamheden Gelrepas van 110% naar 120%
-238
-30
-30
-30
Knelpunt Kredietvergoeding Stadsbank
-200
-200
-200
-200
-723
-515
-515
-515
-5.005
-5.005
-5.005
-5.005
-500
-500
-500
-500
Blijven uitvoeren projecten naar betaald werk
200
200
200
200
Verminderen subsidies en stimuleringspremies
400
400
400
400
Besparen op Eigen personeel W&I
855
855
855
855
1.000
1.000
1.000
1.000
Subtotaal Werk, Daling rijksbijdrage participatie Financieel effect daling rijksbijdrage van € 16,2 mln.naar € 11,2 mln. Inkoop reintegratiediensten nieuwe doelgroepen (extra kosten)
Stoppen met Projecten
-285
Werkzaamheden participatie-coaches worden overgenomen door gebiedsteams
755
755
755
755
Natuurlijk verloop loonkosten ID-banen
900
1.100
1.200
1.300
Taakstelling participatie (uitkomst in Perspectiefnota 2016)
0
1.195
1.095
995
-1.395
0
0
0
-1.219
-1.117
-1.021
-932
-1.219
-1.117
-1.021
-932
-500
-500
-500
-500
57
-528
-175
-175
Subtotaal
-443
-1.028
-675
-675
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-3.780
-2.660
-2.211
-2.122
Subtotaal WWB Knelpunten in formatie en overhead werk en inkomen Subtotaal Overig Terugdraaien taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen WWB Knelpunt Presikhaaf Bedrijven
2.5 Bedrijfsvoering Zoals reeds in de inleiding van dit hoofdstuk weergegeven hebben de bezuinigingen van afgelopen jaren op de organisatie en de bedrijfvoering nog steeds hun doorwerking. In onderstaande tabel wordt dit geschetst. Financiele effecten in de bedrijfsvoering bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Bedrijfsvoering Diversen bedrijfsvoering
-2.938
-2.934
-2.057
-50
-150
0
0
-1.963
-2.098
-2.063
-2.032
-4.951
-5.182
-4.120
-3.967
Overige bedrijfsvoering Knelpunt ODRA
-1.323
-1.422
-1.356
-1.356
Rente-nadeel op niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
-1.100
-1.100
-1.100
-1.100
1.100
1.100
1.100
1.100
Subtotaal
-1.323
-1.422
-1.356
-1.356
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-6.274
-6.604
-5.476
-5.323
Vertraagd realiseren digitalisering werkprocessen Loon (CAO-ontwikkeling) Subtotaal
Oplossing Geldleningen ter compensatie NIEGG
-1.935
Diversen bedrijfsvoering In lijn met de reorganisatie is een groot aantal budgetten verschoven tussen afdelingen en budgethouders. In de afgelopen periode zijn de budgetten zo reëel mogelijk toe gewezen aan afdelingen en budgethouders. Daarnaast heeft op basis van het jaarresultaat 2013 een grondige beoordeling plaats gevonden van alle budgetten. Daar waar structurele onderbestedingen zijn ontstaan, zijn deze ingezet om de begroting reëler te ramen. Het tekort is met deze exercitie terug gedrongen. De in MJPB 2014 - 2017 opgenomen taakstelling op de bedrijfsvoering blijkt in de huidige setting van de organisatie niet in te vullen. Voorgesteld wordt dan ook om deze te bezien in relatie tot de in het coalitieakkoord opgenomen besparing op de ondersteunende functies. Om vanaf 2017 invulling te kunnen geven aan deze besparing is inmiddels een project in gang gezet. De verwachting is dat de organisatie richting 2017 verder zal zijn ontwikkeld en hierdoor beter in staat is om invulling te geven aan de bezuiniging. Vertraging in het realiseren van de taakstelling digitalisering van alle werkprocessen (zaakgericht werken) Voor de realisatie van de taakstelling op de digitalisering van alle werkprocessen is een goede integratie met de gemeentelijke ICT noodzakelijk. Bij vergelijkbare projecten in andere gemeentes is gebleken dat het onderzoek naar de integratie meer tijd vraagt dan oorspronkelijk voorzien. In Arnhem leidt dit tot een vertraging van circa 5 maanden, waarbij het de verwachting is dat deze tijd bij de implementatie weer ingelopen wordt door een snellere implementatie. De voor 2015 geplande bezuiniging kan naar verwachting in 2016 worden gehaald.
Financiële mutaties
Onder het kopje financiële mutaties worden de volgende onderwerpen gevat: Financiële mutaties bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Financiële mutaties Nominale loon- en prijsontwikkeling Areale ontwikkelingen Ontwikkeling belastingopbrengst Kapitaallastenontwikkeling
-591
-591
-591
41
-10
0
-591 0
1.815
1.806
1.888
2.249
6.767
5.492
-3.910
-3.459
Subtotaal
8.032
6.697
-2.613
-1.801
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
8.032
6.697
-2.613
-1.801
2.6.1 Nominaal In het coalitieakkoord is afgesproken (F5) om de budgetten voor goederen en diensten binnen de gemeente en bij verbonden partijen niet aan te passen aan inflatie. De in het coalitieakkoord gereserveerde € 1 miljoen is ingezet in het totaal van de begroting ter dekking van tekorten in de diverse beleidsvelden. In de paragraaf 2.4 over de bedrijfsvoering is reeds melding gemaakt van het principeakkoord voor een nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren. De financiële effecten hiervan zijn in het meerjarenbeeld verwerkt. Voorgesteld wordt om wel de looncompensatie aan de gesubsidieerde instellingen door te geven. Per saldo bedraagt de door te geven looncompensatie. € 0,6 miljoen gebaseerd op het in het Centraal Economisch Plan van 18 maart 2014 gepubliceerde indexatiecijfer ‘Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers 2014’ (2,25 %). Voor de verdeling over de instellingen wordt gerekend met een nominaal percentage van 1,3 % (looncompensatie 2,25 % (58 %) en prijscompensatie 0 % (42 %). Een uitzondering wordt gemaakt voor de gesubsidieerde zorg- en welzijnsinstellingen. De looncompensatie wordt aan deze instellingen niet doorgegeven, maar gebruikt om invulling te geven aan de in de MJPB 2014 - 2018 opgenomen taakstelling subsidies welzijn en zorg. In paragraaf 2.3.3. wordt dit toegelicht. Nominale loon- en prijsontwikkeling bedragen x € 1.000
Afspraak F5 Coalitieakkoord, Budgetten voor goederen en diensten, binnen de gemeente en bij verbonden partijen, worden deze coalitieperiode niet aangepast aan de inflatie
2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
Afspraak F5 Coalitieakkoord, doorgeven van looncompensatie aan gesubsidieerde instellingen (42%*1,50%) (F5)
-591
-591
-591
-591
Subtotaal
-591
-591
-591
-591
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-591
-591
-591
-591
onderwerp
2.6
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Rentenadeel op niet in de exploitatie opgenomen gronden (NIEGG) Op basis van de huidige marktontwikkelingen is de verwachting dat de grondwaarden niet stijgen. Derhalve kan de grondwaarde in het onder handen werk (OHW) niet verhoogd worden met de rente omdat dan de waarde OHW hoger is dan de marktwaarde. Dit leidt tot een (jaarlijkse) afwaardering van de toegerekende rente aan de grond van € 1,1 miljoen. Hierbij wordt voorgesteld om vanaf 2014 de niet te realiseren rente toerekening aan de NIEGG als verliespost te begroten. Het verlies wordt aan de voorkant ingecalculeerd op het jaarlijks positieve resultaat van de geldleningen.
pagina
ODRA De ODRA werd operationeel op 1 april 2013. De voorbereiding en uitwerking van de (financiële) ontvlechting van de Vergunning en Handhaving (V&H) vond plaats in de periode van de reorganisatie en herinrichting van de gemeentelijke begroting, waarbij onder andere de toerekening van overheadkosten is veranderd. Inmiddels heeft het opdrachtgeverschap voor de ODRA een strakkere invulling gekregen. Tijdens de transitie heeft de focus vooral gelegen op de inrichting van ODRA, en minder op de gevolgen van de ontvlechting voor de gemeentelijke financiën. Voor de uitvoerende taken van de ODRA resteert een knelpunt dat in deze MJPB wordt opgelost.
20
Ambtenaren CAO De ongunstige economische ontwikkeling en de financiële gevolgen daarvan hebben geleid tot langdurige onderhandelingen over de ambtenaren-cao 2013 - 2015. Pas op 15 juli 2014 kon een principe akkoord bereikt worden. Deze cao is een stap naar de toekomst: een cao die bijdraagt aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers en de effectiviteit van de organisatie. Ze geeft keuzemogelijkheden aan individuele medewerkers. Ze bevat afspraken over een nieuw beloningshoofdstuk, een individueel keuzebudget voor medewerkers en een redactionele vereenvoudiging van de CAR-UWO. Per 1 oktober 2014 zijn de loonaanpassingen een eenmalige bruto uitkering van € 350 én een structurele salarisverhoging van 1 % per jaar. Per 1 april 2015 stijgen de lonen met € 50. Hiermee worden vooral de ambtenaren met lagere inkomens tegemoet gekomen in de stijging van de kosten van levensonderhoud.
21
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.6.2 Areaal Op basis van de ontwikkeling van het aantal inwoners en de aantallen woningen is de groei van de stad financieel vertaald. In de MJPB is met deze areale ontwikkeling rekening gehouden. In onderstaande tabel zijn de financiële consequenties opgenomen. Areale ontwikkelingen bedragen x € 1.000
2015
Areale ontwikkelingen
2016
2017
2018
41
-10
0
0
Subtotaal
41
-10
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
41
-10
0
0
2.6.3 Kapitaallastenontwikkeling Het huidige meerjarig investeringsplan dat is opgenomen in de paragraaf investeringen is een gedetailleerd plan waarin afzonderlijke investeringen per programma zijn gerangschikt. Hiermee heeft het gemeentebestuur een middel in handen om goed onderbouwde afwegingen te maken en de realisatie van investeringen door de tijd nauwgezet te volgen. Op basis van deze investeringsplanning is het voor de gemeenteraad mogelijk om investeringen over de programma's tegen elkaar af te wegen om – wanneer nodig – ruimte te scheppen voor de ambities met onze stad. In de investeringsplanning 2015 - 2018 zijn alle voorgenomen investeringen opgenomen met een onderscheid in programma- en bedrijfsvoeringsinvesteringen. De bedrijfsvoeringsinvesteringen betreffen veelal de vervanging van bedrijfsmiddelen, zoals het vervangen van de computers, de ICT-infrastructuur, meubilair en dergelijke. De investeringen zijn zo reëel als mogelijk geraamd, dit conform de in de MJPB 2014 - 2017 ingezette lijn om structurele vrijval op kapitaallasten te realiseren door het reëler plannen van investeringen. Voor de jaren 2015 tot en met 2018 worden in deze MJPB kredieten aangevraagd van € 149,9 miljoen. De nadruk ligt in de jaren 2015 met een totaalbedrag van € 54,8 miljoen en 2017 met een bedrag van € 46 miljoen. Voor de hele planperiode van deze MJPB inclusief 2014 wordt uitgegaan van investeringen tot een totaalbedrag van € 260,6 miljoen. Op basis van de in de paragraaf investeringen opgenomen investeringsplanning is de ontwikkeling van de kapitaallasten ten opzichte van de MJPB 2014 - 2017 berekend. In de tabel op de volgende pagina zijn de consequenties van het actualiseren van kapitaallasten op basis van de jaarrekening 2013 en overige besluitvorming weergegeven. De kapitaallasten van de investeringen in 2017 voor de jaarschijf 2018, waarover u reeds bij de MJPB 2014 - 2017 heeft besloten (- € 3,2 miljoen) zijn meegenomen in de uitgangspositie. Daarnaast zijn een tweetal correcties opgenomen ten opzichte van de vorige MJPB. Het gaat om de abusievelijk dubbel ingezette vrijvallende kapitaallasten van de investering MFC Schuytgraaf Noord (verschoven van 2014 naar 2017),die zowel in de MJPB 2014 - 2017 als in het licht van de motie Polstok ter dekking voor andere projecten binnen het beleidsveld onderwijshuisvesting zijn ingezet. De tweede correctie heeft betrekking op de vorig jaar als gevolg van de actualisering van het GRP per abuis dubbel ingeboekte vrijvallende kapitaallasten. In de vorige MJPB was ook een taakstelling opgenomen met betrekking tot het reëler inramen van de investeringsagenda. Deze is gedeeltelijk gerealiseerd en zal vanaf 2016 verder worden ingevuld. Kapitaallastenontw ikkeling b ed rag en x € 1.0 0 0
Correctie op MJPB 2014-2017 ten onrechte dubbel ingezette vrijval GRP en MFC Schuytgraaf Invulling taakstelling investeringsageda reëler in de tijd door afroming kredieten Taakstelling vanaf 2016 op niet behaalde deel investeringsagenda reëler in de tijd Ontw ikkeling kapitaallasten Subtotaal Uitw erking geven aan afspraak O1 De kapitaallasten die in het ijkjaar 2014 beschikbaar zijn voor onderw ijshuisvesting, w orden uiterlijk met ingang van 2017 structureel overgedragen aan de schoolbesturen, onder voorbehoud van hun medew erking. O1 De kapitaallasten die in het ijkjaar 2014 beschikbaar zijn voor onderw ijshuisvesting, w orden uiterlijk met ingang van 2017 structureel overgedragen aan de schoolbesturen, onder voorbehoud van hun medew erking. Zo kan er door de schoolbesturen een integrale afw eging gemaakt w orden tussen onderhoud, renovatie en nieuw bouw . Daarbij zullen door de gemeente eisen gesteld w orden aan het binnenklimaat. Dit betekent dat de bezuiniging op het onderw ijshuisvestingsbudget in de MJPB 2014-2017 (€ 113.000 in 2016 en structureel € 228.000 vanaf 2017) zal moeten w orden teruggedraaid. De gemeente blijft eigenaar van de gebouw en. Subtotaal Additioneel tekort exploitatie OAT Dekking vanuit afval begroting Obv principe van zo reeel mogelijk ramen, structureel inramen kapitaallasten OAT en Musis Inzet reserves OAT en deel Br Cultuur in Rijnboog
2015
2016
2017
2018
-1.463
-1.913
-1.399
-1.399
-70
-325
-331
-337
0
325
331
337
551
-745
-617
0
-982
-2.658
-2.016
-1.399
0
-226
-797
-316
0
-113
-228
-228
0
-339
-1.025
-544
-95
-95
-95
-95
55
55
55
55
-130
-362
-829
-1.476
7.919
8.891
0
0
Subtotaal
7.749
8.489
-869
-1.516
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algem ene m iddelen
6.767
5.492
-3.910
-3.459
2015
2016
2017
2018
Begrote kapitaallasten Jan Ligthartschool Van Slichtenhorststraat aanpassingen
318
Gymzaal Fluitekruidstraat nieuw bouw
1.098
De Kringloop Breezandpad nieuw bouw - aanpassingen
3.168
Cosmicus alternatief op andere locatie
1.752
26
26
25
90
88
87
277
271
140
137
142
Tijdelijke huisvesting scholen Breezandpad (huur)
276
25
240
De Krakeling Slochterenw eg aanpassingen
4.271
375
367
359
De Rank alternatief op andere locatie
1.752
142
140
137
26
25
25
Tijdelijke huisvesting scholen Slochterenw eg (huur)
259
t Panorama Mesdaglaan
315
Marasingel, aanpassingen Subtotaal
225
10
10
12.684
10
561
1.266
1.062
1.041
10
561
1.266
1.062
1.041
Daarnaast is de bezuiniging op het onderwijshuisvestingsbudget in de MJPB 2014 - 2017 (€ 113.000 in 2016 en structureel € 228.000 vanaf 2017) teruggedraaid. Per saldo resulteren de reservering van de middelen voor onderwijshuisvesting op het niveau van 2014 en het terugdraaien van de bezuiniging in 2016, 2017 en 2018 in een aflopend nadeel, dat ten laste van de algemene middelen is gebracht. Voor de MFC's is het deel van de kapitaallasten voor de onderwijsfunctie gedekt vanuit het op het niveau van 2014 gereserveerde budget, de kapitaallasten voor de niet-onderwijsfunctie maken onderdeel uit van de regel ontwikkeling kapitaallasten. Vooruitlopend op de overdacht van het onderwijshuisvestingbudget naar de schoolbesturen wordt voorgesteld om de BR speciaal onderwijs om te bouwen naar een BR onderwijs. Dit geeft flexibiliteit, vrijvallende kapitaallasten kunnen dan bijvoorbeeld ten gunste van de bestemmingsreserve worden geboekt en het wordt mogelijk om gelden voor het speciaal onderwijs die in de betreffende jaarschijf nog niet nodig zijn, eventueel in zetten voor bijvoorbeeld het primair onderwijs (Uiteraard onder de voorwaarde dat op een later moment – via de jaarlijkse vrijval van kapitaallasten – de gelden weer terugvloeien naar de bestemmingsreserve en weer beschikbaar zijn voor het speciaal onderwijs). Projecten kunnen hierdoor de komende jaren gerealiseerd zonder dat het extra geld kost. OAT en Musis Mede in het kader van het zo reëel als mogelijk ramen wordt voorgesteld om de kapitaallasten van de investeringen Musis en Ondergronds Afval Transport structureel in de begroting op te nemen. De investeringen zijn hierdoor gedekt en de incidentele middelen in de bestemmingsreserves kunnen worden ingezet in de begroting. Het programma Cultuur in Rijnboog is opgebouwd uit een bestemmingsreserve Cultuur in Rijnboog en een jaarlijks bedrag in de begroting van € 4,0 miljoen. Deze middelen zijn bedoeld om projecten binnen het programma Cultuur in Rijnboog af te dekken. De onderuitputting van dit bedrag in de begroting wordt jaarlijks via de jaarrekening toegevoegd aan de bestemmingsreserve Cultuur in Rijnboog. Deze bestemmingsreserve bedraagt eind 2014 € 12,9 miljoen. De bestemmingsreserve Renovatie Musis Sacrum bedraagt eind 2014 € 3,9 miljoen. In deze MJPB wordt voorgesteld de reserve Renovatie Musis toe te voegen aan de reserve Cultuur in Rijnboog. In de bestemmingsreserve zit een bedrag van € 4,7 miljoen dat oorspronkelijk gereserveerd was voor ArtA. Nu ArtA in de oorspronkelijke vorm niet doorgaat, moet voor de afwikkeling van reeds gemaakte kosten in het kader van het kunstencluster € 3,2 miljoen worden afgeboekt. Dit betekent dat er nog € 1,5 miljoen resteert, dat geen bestemming meer heeft en aldus kan vrijvallen in 2015 ten gunste van de algemene middelen. In het coalitieakkoord is vanaf 2014 van de structurele € 4,0 miljoen een bedrag van € 1,39 miljoen jaarlijks gereserveerd voor toekomstige investeringen ten behoeve van het Museum Arnhem en Focus Filmtheater. Inzet BR Cultuur in Rijnboog/Renovatie Musis De resterende middelen in de bestemmingsreserve zijn voldoende om de begrote investering in de renovatie/ uitbreiding Musis Sacrum te dekken. Voorgesteld wordt om de kapitaallasten van deze investering structureel in de begroting op te nemen door het reeds beschikbare (kapitaallasten)budget van € 4,0 miljoen met € 1,3 miljoen te verhogen. Hierdoor is de investering gedekt en zijn de incidentele middelen in de
onderwerp
2014
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Investering
pagina
b ed rag en x € 1.0 0 0
22
Decentralisatie onderwijs Rekening is gehouden met de uitvoering van het rijksbeleid waarin de gemeentelijke zorgplicht (buitenonderhoud) voor onderhoud/aanpassing van schoolgebouwen (primair onderwijs) vervalt. Het betreft een overheveling van de verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting van gemeenten naar scholen. In het coalitieakkoord is de afspraak gemaakt dat de kapitaallasten die in het ijkjaar 2014 beschikbaar zijn voor onderwijshuisvesting, uiterlijk met ingang van 2017 structureel worden overgedragen aan de schoolbesturen, onder voorbehoud van hun medewerking. Het benodigde budget is op het niveau van 2014 gereserveerd in deze begroting en vanuit dit budget worden de kapitaallasten van de in dit MIP geplande investeringen gedekt. Binnen het budget kan de gemeente alle lopende projecten uitvoeren voor het speciaal onderwijs en de volgende projecten voor het primair onderwijs.
23
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
bestemmingsreserve Cultuur in Rijnboog niet meer nodig. Met dit structurele bedrag kan namelijk per saldo een even grote investering gefinancierd worden (inclusief rente-effecten). Het verlagen van de bestemmingsreserve geeft in 2015 en 2016 een incidenteel voordeel voor de algemene reserve. Daarom wordt de toevoeging van structureel € 1,3 miljoen per 2018 ook uit algemene middelen bekostigd. OAT Conform de afspraak in de raadsbrief d.d. 24 februari 2014 is voor deze MJPB definitief inzicht verkregen het financiële resultaat van het OAT. Structureel wordt een exploitatietekort verwacht van € 95.000. De belangrijkste oorzaken van het additionele tekort op het OAT zijn vertraging in het realiseren van nieuwe aansluitingen, een andere invulling van het gebied, minder aanbod van afval en lagere afvaltarieven. Het tekort is dan ook deels toe te wijzen aan het beleidsveld afval en aan de gebiedsontwikkeling Arnhem Centraal. Binnen de afvalbegroting kan jaarlijks € 55.000 ruimte worden gevonden. Het resterende tekort wordt voorgesteld om ten laste van de algemene middelen te brengen, totdat helder is of er middelen resteren binnen Arnhem Centraal. Nu volledig inzicht is verkregen in de financiële exploitatie van het OAT, wordt tevens voorgesteld om de exploitatiekosten structureel te gaan ramen in de begroting. De BR OAT van waaruit de kosten voor de exploitatie tot op heden gedekt werden kan op deze wijze worden ingezet in de begroting. 2.6.4 Belastingen Naast de afspraak in het coalitieakkoord 2014 dat de lastenstijging van de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend zaak belasting en de afvalstoffenheffing, niet meer stijgen dan met de gemiddelde prijsstijging in Nederland, zijn nog een aantal maatregelen opgenomen die vanaf 2015 effect hebben op de lokale heffingen in Arnhem: - De afvalstoffen heffing wordt per 2015 verhoogd en de meeropbrengst komt ten gunste van de OZB voor woningen. Deze maatregel betekent een verlaging van de OZB voor woningen; - De rioolheffing wordt per 2015 voor 50 % in rekening gebracht van de eigenaar, de overige 50 % blijft voor rekening van de gebruiker. Door deze maatregel neemt de belastingdruk voor mensen in een huurwoning af. Daarnaast valt een deel van het kwijtscheldingsbudget vrij, deze middelen worden gebruikt voor de dekking van investeringen in het riool en de kosten voor de extra druk op de kwijtschelding van afvalstoffenheffing; - In het kader van vereenvoudiging van het belastingsysteem is de precario- en toeristenbelasting per 2015 afgeschaft. De oorspronkelijke baten worden opgebracht door de verhoging van de OZB niet woningen; - De OZB niet woningen wordt per 2015 voor 75 % ten laste gebracht van de eigenaar, de overige 25 % blijft voor rekening van de gebruiker. Deze maatregel wordt een jaar na invoering geëvalueerd. Bovenstaande afspraken en uitgaande van de door het Centraal Plan Bureau (CPB) verwachte consumentenprijsindex (CPI) van 1,5 % in 2015 zijn resulteren in het volgende plaatje dat de lastenontwikkeling voor 2015 afzet tegen 2014: Overzicht lastenontwikkeling gemiddelde woning gemeente Arnhem 2015 ten opzichte van 2014
Onroerend zaakbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) Totaal
2014
2015
% Lastenontwikkeling
€ 353 € 162
€ 330 € 165
-6,70% 1,50%
€ 206 € 721
€ 244 € 739
18,80% 2,42%
Voor eigenaren en huurders heeft dit de volgende effecten: OZB: Onroerend zaakbelasting Lasten 2014
gemiddelde woning
gemiddelde niet-woning
€ 353
Afspraken coalitie-akkoord 2015
Lasten 2015
€ 4.612
-€ 24
-6,7%
€ 137
3,0%
€ 330
-6,7%
€ 4.749
3,0%
Om te voorkomen dat gemeenten een hoge opbrengststijging OZB doorvoeren, heeft het rijk een landelijke macronorm ingesteld. Voor 2015 is de Macronorm nog niet vastgesteld. Gezien de reële daling van de OZB valt Arnhem binnen de landelijke macronorm. Rioolheffing: Rioolheffing Lasten 2014 Afspraken coalitie-akkoord 2015
Lasten 2015
gemiddelde woning
gemiddelde niet-woning
€ 162
€ 738
€2
1,5%
€ 11
1,5%
€ 165
1,5%
€ 749
1,5%
24
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Afval: huishoudens
Afvalstoffenheffing
eenpersoons € 152
Lasten 2014 Afspraken coalitie akkoord
meerpersoons € 206
€ 28,68
18,8%
€ 38,66
18,8%
€ 181
18,8%
€ 244
18,8%
Lasten 2015
Een en ander leidt tot de volgende ontwikkeling van de belastingopbrengst: Ontwikkeling belastingopbrengst bedragen x € 1.000
Ontwikkeling van de belastingopbrengst Subtotaal Coalitieakkoord afspraak F2, effecten voor de eigen panden
2.7
2015
2016
2017
2018
2.209
2.200
2.282
2.643
2.209
2.200
2.282
2.643
-394
-394
-394
-394
Subtotaal
-394
-394
-394
-394
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
1.815
1.806
1.888
2.249
Overige ontwikkelingen
In de paragrafen 2.2 tot en met 2.6 zijn de financiële consequenties geschetst vanuit de majeure ontwikkelingen die van invloed zijn op de Arnhemse begroting. In deze paragraaf treft u een schets aan van de ontwikkelingen op het reguliere werk. Per programma worden de ontwikkelingen toegelicht. In de financiële overzichten zijn ook de afspraken uit coalitieakkoord opgenomen, die een financieel effect hebben op het betreffende programma en die nog niet zijn toegelicht in een van de voorgaande paragrafen. In onderstaande tabel zijn de financiële consequenties per regulier programma weergegeven. Overige ontwikkelingen bedragen x € 1.000
Regulier programma 0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
2015
2016
2017
2018
-925
-845
-495
Regulier programma 1 Veiligheid
-50
0
0
0
Regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
500
500
500
500
Regulier programma 3, Economie
-495
0
0
0
0
Regulier programma 4 Educatie
-615
-395
-645
-1.045
Regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport
-400
0
0
0
-40
-40
-40
-40
Regulier programma 6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning Regulier programma 7 Gezondheid en Milieu Regulier programma 8 Wonen en Ruimte Regulier programma 9 Financien en bedrijfsvoering
-50
-50
-50
-50
1.250
500
1.300
1.550
1.100
1.910
9.065
5.647
Subtotaal
770
1.580
9.635
6.067
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
770
1.580
9.635
6.067
2.7.1 Regulier programma 0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening Van invloed op het reguliere programma algemeen bestuur en publieke diensverlening zijn met name de afspraken uit het coalitieakkoord die betrekking hebben op de publieke dienstverlening. De in de MJPB 2014 2017 ingezette bezuinigingen op het KlantenContactCentrum worden in de jaren 2015 en 2016 verzacht en ook het 0900 nummer van de gemeente wordt weer bereikbaar tegen lokaal tarief. Daarnaast wordt er weer meer gemeentelijke informatie opgenomen in de Arnhemse Koerier. De eerder ingezette bezuiniging wordt hiermee teruggedraaid. In het kader van lastenverlichting naar inwoners wordt vanaf 2015 voor de identiteitskaart alleen de verplichte afdracht aan het Rijk in rekening gebracht. De gemeentelijke opslag verdwijnt volledig. Daarbij geldt als voorwaarde dat de aanvrager nog geen identiteitskaart of paspoort heeft of dat het eerder verstrekte identiteitsbewijs binnen een half jaar verloopt. Dit heeft voor de opbrengsten structurele consequenties (- € 0,31 miljoen). In de paragraaf lokale heffingen worden de effecten onder het kopje Gemeenteleges Burgerzaken nader toegelicht. Op het onderdeel bestuur hebben de afspraken uit het coalitieakkoord, waarbij het budget van de rekenkamer met structureel € 0,1 miljoen wordt verlaagd, impact. Evenals de aanvullende kosten die worden gemaakt door van 4,8 fte naar 5,6 fte wethouders te gaan. Daarnaast is het moeilijk gebleken om de taakstelling op de griffie en de bezuiniging op politieke ambtsdragers en ondersteuners daarvan, opgelegd via de Algemene Uitkering in 2012 volledig in te vullen. De oorspronkelijke taakstelling op de griffie van € 0,15 miljoen is voor € 0,1 miljoen gerealiseerd door formatiereductie. Voor het restant van € 50.000 is op 24 februari 2014 door de Raad aan het College de
bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Regulier programma 0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening Algemeen bestuur R0 Taakstelling Griffie R0 Taakstelling Raad
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-50
R0 Nieuw video-uitzendingen Raad, RIS-website,stijging fracties R0 Taakstelling Griffie
-30
-30
-30
-30
0
80
80
80
R0 Coalitieakkoord F13 Het budget van de rekenkamer wordt met € 100.000 structureel verlaagd. R0 Coalitieakkoord, Aanvullende kosten van 4,8 naar 5,6 fte wethouders
100
100
100
100
-120
-120
-120
-120
-150
-70
-70
-70
Subtotaal Publieke dienstverlening RO Coalitieakkoord A2 Het 0900-nummer van de gemeente wordt weer bereikbaar tegen lokaal tarief. Coalitieakkoord A3 De bezuinigingen bij het KCC worden verzacht door in 2015 en 2016 tweemaal incidenteel R0 €350.000 toe te voegen.
-75
-75
-75
-75
-350
-350
0
0
-40
-40
-40
-40
Coalitieakkoord A4 Ten behoeve van gemeentelijke informatie in de Arnhemse Koerier wordt structureel € 40.000 vrijgemaakt. R0 Coalitieakkoord F3 In het kader van lastenverlichting naar inwoners wordt vanaf 2015 voor de identiteitskaart alleen de verplichte afdracht aan het Rijk in rekening gebracht. De gemeentelijke opslag verdwijnt volledig. Daarbij geldt als voorwaarde dat de aanvrager nog geen identiteitskaart of paspoort heeft of dat het eerder R0 verstrekte identiteitsbewijs binnen een half jaar verloopt
-310
-310
-310
-310
Subtotaal
-775
-775
-425
-425
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-925
-845
-495
-495
2.7.2 Regulier programma 1 Veiligheid In het coalitieakkoord zijn geen specifieke afspraken gemaakt , die betrekking hebben op het reguliere programma veiligheid. Wel is er een sterkte behoefte om ontwikkelingen in het Horeca Concentratie Gebied te realiseren. Veiliger, aantrekkelijk en voor een breder publiek. Om dit te faciliteren wordt voorgesteld om incidenteel € 50.000 ter beschikking te stellen. Programma
Overige bedragen x € 1.000
Regulier programma 1 Veiligheid R1 Knelpunt Korenmarkt
2015
2016
2017
2018
-50
0
0
0
Subtotaal
-50
0
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-50
0
0
0
2.7.3 Regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat Van invloed op dit programma is de afspraak uit het coalitieakkoord om de leefbaarheid van de binnenstad te vergroten, door betaald parkeren in te voeren tot 23.00 uur tegen het reguliere tarief en tegelijkertijd het tarief in de parkeergarages tussen 18.00 en 6.00 uur te verlagen tot € 0,50 per uur. Financieel gezien heeft dit een positief effect op de parkeeropbrengsten van € 0,2 miljoen. Daarnaast is in het coalitieakkoord voorgesteld om binnen het programma Verkeer, vervoer en waterstaat € € 0,3 miljoen structureel te bezuinigen, waarvan de helft op verkeer. Dit wordt ingevuld vanuit het programma en vanuit het bereikbaarheidsfonds. Voorgesteld wordt om de andere helft (ad € 150.000) in 2015 incidenteel op te lossen vanuit de BGB budgetten en structureel vanaf 2016 een oplossing te vinden binnen de openbare ruimte. Nadere uitwerking hiervan wordt meegenomen in de nota openbare ruimte.
onderwerp
Overige
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Programma
pagina
Samengevat:
25
opdracht gegeven tot het zoeken van invulling. De bezuiniging op politieke ambtsdragers en ondersteuners is in de MJPB 2013 verwerkt voor 50 % ten laste van de Raad en 50 % ten laste van het College. In de meicirculaire 2013 is de hoogte van dit bedrag verlaagd naar € 100.000 (€ 50.000 college en € 50.000 raad). In de septembercirculaire 2013 is echter aangegeven dat de wet die een teruggang van het aantal raads- en collegeleden voorstelde, het niet gehaald heeft in de Eerste Kamer, waardoor de korting door gemeenten 'langs een andere weg moet worden gevonden in een besparing van de bestuurskosten’. Naast deze ontwikkelingen blijkt dat er een structureel tekort bestaat op de kosten van de Raad onder andere door een hoger aantal fracties, de hogere kosten van de video-uitzendingen en de kosten van RIS/Website Raad en raadsactiviteiten. Het totale bedrag van dit knelpunt bedraagt € 30.000. Voorgesteld wordt om in 2015 op zoek te gaan naar oplossingen om het tekort van € 130.000 vanaf 2016 met structureel € 80.000 te kunnen terugdringen. In 2015 wordt voorgesteld om het tekort ten laste van de algemene middelen te brengen.
26
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Onderstaand treft u een overzicht aan van de afspraken en de invulling hiervan: Programma
Overige bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat Coalitieakkoord E5 Om de leefbaarheid van de binnenstad te vergroten wordt betaald parkeren ingevoerd tot 23.00u tegen het reguliere tarief. Tegelijkertijd wordt het tarief in de parkeergarages tussen 18.00 en 6.00u R2 verlaagd tot 50 cent per uur. Andere vormen van differentiatie worden hiermee niet uitgesloten. Coalitieakkoord F10 Binnen het programma Verkeer, vervoer en waterstaat wordt € 300.000 structureel R2 bezuinigd, waarvan de helft op verkeer. R2 Invulling afspraak F10 door een bezuiniging op mobiliteit en verkeer
200
200
200
200
75
75
75
75
75
75
75
75
150
0
0
0
0
150
150
150
Subtotaal
500
500
500
500
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
500
500
500
500
R2 Invulling afspraak F10 door een bezuiniging op mobiliteit en verkeer, via BR bereikbaarheidsfonds R2/P5 Invulling afspraak F10 door eenmalige inzet budget BGB (budget staat op P5) R2 Invulling afspraak F10 door taakstelling die wordt ingevuld in uitwerking nota openbare ruimte
2.7.4 Regulier programma 3 Economie In het coalitieakkoord zijn geen specifieke afspraken gemaakt , die betrekking hebben op het reguliere programma economie. Er zijn op dit programma ook geen andere financiële ontwikkelingen te melden. 2.7.5 Regulier programma 4 Educatie Met betrekking tot onderwijs en educatie zijn in het coalitieakkoord een behoorlijk aantal specifieke afspraken gemaakt. In paragraaf 2.6.3, de kapitaallastenontwikkeling is de impact van de afspraak in relatie tot doorgeven van de budgetten voor onderwijshuisvesting aan de scholen nader uitgewerkt. In de tabel op de volgende pagina treft u een overzicht aan van de overige specifieke afspraken uit het coalitieakkoord, die hun weerslag hebben op het reguliere programma educatie. In totaal is in de MJPB 2014 - 2017 een taakstelling opgenomen van € 1,8 miljoen op de subsidies, waarvan € 0,2 miljoen betrekking heeft op educatie en jeugd. Voor deze taakstelling zijn in de MJPB een aantal uitgangspunten geformuleerd: 1. In beginsel geen voorzieningen ondersteunen, die de markt ook kan bieden. Daarbij behouden wij de ruimte om vanuit het doel om de participatie te vergroten of de (financiële) zelfredzaamheid te versterken op individueel niveau burgers te ondersteunen; 2. Geen algemene subsidies meer verstrekken aan instellingen in de vorm van een bijdrage per deelnemer. Uitgangspunt is dat deelnemers zelf de bijdrage betalen, wel kan de Armoedeagenda tijdelijk een vangnet vormen voor burgers met een laag inkomen; 3. Niet structureel activiteiten ondersteunen van partijen in de stad waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn. Rekening houdende met deze uitgangspunten wordt voorgesteld om de taakstelling in te vullen door te stoppen met de subsidie ad € 48.000 aan Marant (vanaf 2014 draagt gemeente niet meer bij aan dienst) en de subsidie aan het Nivon geleidelijk af te bouwen. Vanaf 2018 levert het afbouwen van de subsidie structureel € 20.000 op. Daarnaast kunnen de middelen die resteren vanuit de onderbesteding op het jeugdwerk oplopend van € 25.000 in 2015 naar structureel € 35.000 in 2018 worden ingezet evenals de onderuitputting op het budget brede scholen voor het kleine bedrag van € 15.000. Het samenvoegen van de Volksuniversiteit met bibliotheek levert een besparing op van oplopend in 2016 van € 10.000 naar € 25.000 in 2018 op de overheadkosten. Tenslotte zal middels inzet vanuit de nog vast te stellen componenten integraal en preventief het resterende deel van de taakstelling worden ingevuld. In het programma educatie en jeugd doen zich ook nog een tweetal knelpunten op het leerlingenvervoer en in relatie tot het uitvoering geven aan de motie 2GetThere met perspectief. Als gevolg van de aanbesteding van het leerlingenvervoer voor de periode medio 2014 tot medio 2016 ontstaat op jaarbasis een nadeel van € 370.000. Op langere termijn wordt dit nadeel ondervangen door bij de volgende aanbesteding de verschillende vervoersstromen (onder andere WMO) te bundelen. In 2016 moet dat € 120.000 opleveren en vanaf 2017 € 370.000. Vanaf 2015 wordt uitvoering gegeven aan het eerder genomen besluit (MJPB 2014 - 2017) om het afstandscriterium voor leerlingenvervoer in het basisonderwijs te verhogen van 4 naar 6 km (hetgeen op jaarbasis € 30.000 oplevert). Het resterend nadeel tot en met 2016 wordt opgevangen vanuit de algemene middelen en daarnaast ligt er vanaf 2016 een taakstelling van € 0,1 miljoen op onderwijs. Bij de MJPB 2014 - 2017 is de motie “2GetThere met perspectief” aangenomen. Gevraagd werd om in de MJPB 2015 - 2018 te komen met een reguliere financiering van 2GetThere, bij voorkeur in het programma educatie (met 2-jaarlijkse evaluatie). In de begroting wordt vanaf 2015 aan het terugdringen van schoolverzuim, schooluitval en laaggeletterdheid € 100.000 extra beschikbaar gesteld. In eerste instantie wordt de bij de verdeling van de beperkte middelen het accent gelegd op het terugdringen van laaggeletterdheid. In 2015 wordt hiervoor circa € 45.000 ingezet. Resteert een bedrag van € 55.000 en dat bedrag wordt in 2015 eenmalig ingezet voor 2GetThere, onder de voorwaarde dat vanaf 2016 en verder er binnen de begroting juist meer ruimte wordt gevonden voor de beoogde extra inzet op het terugdringen van schoolverzuim, voortijdig
27
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
schoolverlaten en laaggeletterdheid. Dit wordt bezien bij de behandeling van de MJPB 2016-2019. Om 2GetThere in 2015 te kunnen financieren worden naast de eenmalige inzet van de zojuist toegelichte € € 55.000 de middelen uit het regiocontract met de Provincie ingezet ad € 115.000 en de onderuitputting van het budget voor conciërges (onderwijsbudget) uit jaarschijf 2014 ad € 180.000. In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de financiële consequenties van het geen hierboven is toegelicht. Programma
Overige bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Regulier programma 4 Educatie Coalitieakkoord O2. Met ingang van het schooljaar 2017-2018 wordt in Arnhem structureel € 800.000 uitgetrokken om kinderen vanaf 2,5 jaar een leerrecht te kunnen bieden. Dat betekent dat elke peuter voor maximaal vier dagdelen onderwijs kan genieten. R4 Voor niet-doelgroepkinderen wordt de reguliere ouderbijdrage gevraagd. Coalitieakkoord O3. Ten behoeve van de bestrijding van schoolverzuim, schooluitval en R4 laaggeletterdheid wordt structureel € 100.000 beschikbaar gesteld. Coalitieakkoord O4. De gemeente maakt het voor scholen mogelijk om met ingang van het schooljaar 2017-2018 kosteloos bibliotheekpasjes te verstrekken aan hun R4 leerlingen (onder de 18 jaar). Coalitieakkoord O6. De in de begroting gereserveerde middelen voor de internationale school R4 blijven beschikbaar.
0
0
-400
-800
-100
-100
-100
-100
0
0
-100
-100
0
0
0
0
-100
-100
-600
-1.000
-200
-200
-200
-200
48
48
48
48
5
10
15
20
25
35
35
35
15
15
15
15
0
10
20
25
107
82
67
57
0
0
0
0
-370
-370
-370
-370
30
30
30
30
0
120
370
370
0
100
100
100
-175
-175
-175
-175
-350
0
0
0
115
0
0
0
55
0
0
0
P3/R4 Onderwijsbudget, onderuitputting budget voor concierges
180
0
0
0
P7/R4 Niet realiseren taakstelling MJPB 2014-2017 samenvoegen van Rijnstad en SPA mbt peuterspeelzaalwerk Gedeeltelijk niet realiseren taakstelling leerlingenvervoer, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk Schuytgraaf, voor P7/R4 onderdeel peuterspeelzaal Schuytgraaf
-50
-50
-50
-50
-75
-75
-75
-75
P7/R4 Oplossing, dekking uit harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzalenwerk
125
125
125
125
Subtotaal
-515
-295
-45
-45
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-615
-395
-645
-1.045
Subtotaal Invulling taakstelling educatie en jeugd R4 Taakstelling subsidies Educatie en Jeugd P7/R4 Stoppen subsidie aan Marant (vanaf 2014 draagt gemeente niet meer bij aan dienst) R4 Afbouw subsidie Nivon P5/R4 Inzet onderbesteding op jeugdwerk P5/R4 Budget brede scholen, minimaal inzetten onderuitputting subsidiegelden R4/R5 Volksuniversiteit (R4) samenvoegen met bibliotheek (R5), besparing op overheadkosten P7/R4 Inzet nog vast te stellen componenten integraal en preventief Subtotaal Knelpunten onderwijs R4 Leerlingenvervoer R4 kilometergrens van 4 naar 6 km R4 nieuwe aanbesteding R4 taakstelling educatie Knelpunt aanvullend grotere uitname gemeentefonds voor overdracht buitenonderhoud naar scholen, niet op te R4 lossen binnen beleidsveld P3/R4 Knelpunt 2getthere P3/R4 Inzet middelen regiocontract provincie P3/R4 Onderwijsbudget, eenmalig uit extra budget schoolverzuim, laaggeletterdheid (55)
2.7.6 Regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport Op het programma Cultuur, recreatie en sport is de afspraak uit het coalitieakkoord verwerkt, dat bezuinigingen geen activiteiten treffen die natuur- of cultuureducatie tot doel hebben. Daarnaast is op dit programma het volgende voorstel verwerkt. Er resteert nog een deel invulling van de in de MJPB 2014 - 2017 opgenomen bezuiniging op de cultuursubsidies. De taakstelling wordt vanaf 2015 voor € 500.000 ingevuld door MSSA. Deze bezuiniging op MSSA kan in 2015 maar voor € 450.000 gerealiseerd worden. Voorgesteld wordt om het resterende deel van € 50.000 binnen het beleidsveld op te lossen. Programma
Overige bedragen x € 1.000
Regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport Coalitieakkoord O7. Bezuinigingen treffen geen activiteiten die natuur- of cultuureducatie tot doel R5 hebben. R5 Taakstelling subsidies cultuur
2016
2017
2018
-400
0
0
0
-50
0
0
0
50
0
0
0
Subtotaal
-400
0
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-400
0
0
0
R5 Oplossen binnen beleidsveld
2015
28
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.7.7 Regulier programma 6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning De afspraak uit het coalitieakkoord waarbij voor het in stand houden van maatschappelijke stages structureel f 40.000 ter beschikking wordt gesteld heeft betrekking op het programma 6. Alle overige afspraken en voorstellen die gelden voor dit programma zijn reeds toegelicht in paragrafen 2.3 en 2.4 van dit hoofdstuk. Programma
Overige bedragen x € 1.000
2015
Regulier programma 6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning Coalitieakkoord O5. Voor het in stand houden van maatschappelijke stages wordt € 40.000 R6 structureel beschikbaar gesteld.
2016
2017
2018
-40
-40
-40
-40
Subtotaal
-40
-40
-40
-40
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-40
-40
-40
-40
2.7.8 Regulier programma 7 Gezondheid en milieu In het coalitieakkoord is één afspraak opgenomen die financieel vertaald wordt in het reguliere programma Gezondheid en milieu. Dit betreft de afspraak dat Arnhem, zo mogelijk regionaal en met andere overheden, een windmolenpark gaat faciliteren. De kosten hiervan (jaarlijks f 50.000) zijn in deze begroting verwerkt. Daarnaast is middels het amendement Houd Arnhem groen gevraagd om de eerder vastgestelde taakstelling op de openbare ruimte niet te dekken door te bezuinigen op groen en bomen. Voorgesteld wordt om de bezuiniging in te vullen door de inzameling van bladafval van straatbomen door middel van bladkorven volledig te beëindigen. Dit levert een besparing op van structureel f 40.000. Programma
Overige bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Regulier programma 7 Gezondheid en milieu Coalitieakkoord D1 Arnhem gaat, zo mogelijk regionaal en met andere overheden, een windmolenpark faciliteren. Daartoe wordt deze coalitieperiode ieder jaar € 50.000 beschikbaar gesteld. P2/R7
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-50
-40
-40
-40
-40
40
40
40
40
Subtotaal
0
0
0
0
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
-50
-50
-50
-50
Subtotaal Nog in te vullen taakstelling openbare ruimte, niet zijnde groen en bomen Amendement A01-A Houd Arnhem R7 groen (40.000,-) R7 Invulling door bezuiniging op de inzameling van bladafval van bomen
2.7.9 Regulier programma 8 Wonen en ruimte Het coalitieakkoord bevat een aantal afspraken die in het programma Wonen en ruimte vertaald worden. Op de eerste plaats gaat het om een taakstellende bezuiniging op het totale programma van ieder jaar f 250.000, oplopend naar f 1 miljoen vanaf 2018. Daarnaast is afgesproken dat de commissie voor ruimtelijke kwaliteit (de welstandscommissie) in 2015 wordt opgeheven. Via de bestemmingsplannen worden voortaan objectieve kwaliteitscriteria vastgelegd. De besparing van deze maatregel is vanaf 2017 financieel opgenomen, dit betekent dat eventuele frictiekosten voor de afbouw van de commissie in 2015 en 2016 binnen het dan nog aanwezige budget in het beleidsveld kunnen worden opgelost. De laatste maatregel uit het coalitieakkoord op dit programma is de verlaging van het budget van de ODRA met f 500.000 vanaf 2017. Met de inrichting van outputfinanciering (startend in 2017) komt voor de gemeente als opdrachtgever en de ODRA als opdrachtnemer een transparant instrument beschikbaar, waarmee een reële begroting en monitoring van (financiële) resultaten mogelijk worden. Op basis van outputfinanciering worden inkoopafspraken gemaakt met de ODRA. Tot slot kan binnen dit programma de bestemmingsreserve voor niet gesprongen explosieven van f 1 miljoen vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. Het risico van niet gesprongen explosieven is ook opgenomen in de gemeentebrede risico's. Daarnaast wordt de regeling vanaf 2015 gewijzigd, waardoor de bijdrage in het gemeentefonds voor de niet gesprongen explosieven waarschijnlijk komt te vervallen, maar een groot deel van de te maken kosten rechtstreeks bij het rijk gedeclareerd kunnen worden. Alle mutaties op programma R8 staan hieronder nogmaals samengevat: Programma
Overige bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Regulier programma 8 Wonen en ruimte Coalitieakkoord F7 Binnen het programma Wonen en ruimte wordt ieder jaar taakstellend € 250.000 structureel bezuinigd R8 De commissie voor ruimtelijke kwaliteit (de welstandscommissie) wordt in 2015 opgeheven. R8 Objectieve kwaliteitscriteria worden via bestemmingsplannen vastgelegd. R8 F9 Vanaf 2017 (start outputfinanciering) wordt het budget van de ODRA met € 500.000 omlaag gebracht. R8 Inzet BR niet gesprongen explosieven
250
500
750
1.000
0
0
50
50 500
0
0
500
1.000
0
0
0
Subtotaal
1.250
500
1.300
1.550
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
1.250
500
1.300
1.550
29
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.7.10 Regulier programma 9 Financiën en bedrijfsvoering In het coalitieakkoord is onder de afspraken over financiën en bezuinigingen en onder de andere afspraken een aantal maatregelen opgenomen die in regulier programma 9 worden verwerkt. Het gaat hierbij om een bezuiniging op het gemeentelijk vastgoed van jaarlijks f 150.000. Daarnaast is afgesproken dat de budgetten voor goederen en diensten in deze coalitieperiode niet worden aangepast aan de inflatie. Dit geldt zowel voor de eigen budgetten van de gemeente, als die bij onze verbonden partijen. In het coalitieakkoord is ook opgenomen dat in de jaren 2015 en 2016 een vermindering van de formatie altijd gepaard gaat met een concrete taakreductie of het aanwijzen van een specifiek deel van de organisatie voor deze vermindering. Deze afspraak gaat er vanuit dat wanneer de formatie verminderd wordt, omdat er taken verminderen, er uiteindelijk ook bespaard kan worden op de ondersteunende functies. Het voorstel is om hier ook de vermindering van taken en formatie als gevolg van uitbesteden en uitplaatsen van taken buiten de gemeentelijke organisatie mee te nemen. In zowel 2017 als in 2018 wordt vervolgens 20 fte taakstellend bespaard in de ondersteunende functies en financieel in de begroting verwerkt. In de paragraaf 2.5 van dit hoofdstuk is aangeven dat om invulling te kunnen geven aan deze besparing op de ondersteunende functies er inmiddels een project in gang is gezet. Het laatste item dat betrekking heeft op dit programma is dat er met alle gesubsidieerde instellingen die jaarlijks meer dan f 500.000 ontvangen van de gemeente, gesprekken worden gevoerd met het doel meer efficiëntie in hun bedrijfsvoering te verkrijgen. Dit moet een besparing van f 1,5 miljoen vanaf 2017 opleveren. In de komende tijd worden hiervoor voorstellen uitgewerkt. Naast de coalitieakkoord items die verwerkt zijn op dit programma, is in de MJPB 2014 - 2017 een bezuiniging opgenomen op dit programma, die gerealiseerd zou moeten worden door het optimaliseren van het cameratoezicht. Dit lijkt echter lastig te realiseren. Voorgesteld wordt om te zoeken naar een alternatieve invulling van deze taakstelling en deze voor 2015 incidenteel ten laste van de algemene middelen te brengen. Tot slot zijn er op programma 9 een aantal mutaties doorgevoerd die rechtstreeks van invloed zijn op algemene middelen en/of de algemene reserve. De in de inleiding toegelichte stelpost voor ISV-middelen levert ook al in 2017 ruimte op in de begroting. Met betrekking tot de algemene reserve wordt jaarlijks aan deze reserve een toevoeging gedaan van de indertijd vrijgevallen kapitaallasten als gevolg van het verplaatsen van De Boei. Dit omdat de afboeking van De Boei destijds ook ten laste van de algemene reserve is gebracht. De Boei is verkocht en er heeft een volledige financiële afwikkeling plaatsgevonden. Deze toevoeging aan de Algemene reserve is dan ook niet noodzakelijk. Voorgesteld wordt dan ook om deze vanaf 2016 niet meer gunste van de Algemene reserve te brengen, maar in te zetten in de begroting. Na verwerking van alle in dit hoofdstuk toegelichte mutaties ontstaat in een tekort van f 563.000 in 2016 en een overschot van f 563.000 in 2017. Om het totale financiële beeld in deze MJPB in alle jaren exact sluitend te krijgen, wordt tussen deze jaren een verrekening met de Algemene reserve toegepast. Samengevat zien de mutaties op R9 er als volgt uit: Programma
Overige bedragen x € 1.000
R9 F11 Op het gemeentelijk vastgoed wordt € 150.000 structureel bezuinigd. F5 Budgetten voor goederen en diensten, binnen de gemeente en bij verbonden partijen, worden deze R9 coalitieperiode niet aangepast aan de inflatie.
2015
2016
2017
2018
150
150
150
150
1.000
1.000
1.000
1.000
0
0
1.400
2.800
F6 In de jaren 2015 en 2016 gaat een vermindering van de formatie altijd gepaard met een concrete taakreductie of het aanwijzen van een specifiek deel van de organisatie. In zowel 2017 als 2018 wordt taakstellend 20 fte bespaard in de ondersteunende functies. R9 F8 Met alle gesubsidieerde instellingen die jaarlijks meer dan € 500.000 ontvangen van de gemeente, worden gesprekken gevoerd teneinde meer efficiëntie in hun bedrijfsvoering te verkrijgen. In totaal wordt hiermee vanaf 2017 structureel € 1,5 miljoen bespaard. div. Subtotaal R9 Optimaliseren cameratoezicht efficiencytoezicht
0
0
1.500
1.500
1.150
1.150
4.050
5.450 0
-50
0
0
R9 Inzet van de middelen uit de structureel ingeraamde incidentele stelpost ISV
0
0
5.381
0
R9 niet meer toevoegen kapitaallasten boei aan AR R9 Verrekening met AR tussen de jaren 2016 en 2017
0
197
197
197
0
563
-563
0
Subtotaal
-50
760
5.015
197
Totaal ten gunste (+) /ten laste (-) van de algemene middelen
1.100
1.910
9.065
5.647
30
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.8 De vermogenspositie Op basis van Turap 2/2014 komt het actuele weerstandsvermogen op g 3,4 miljoen uit, onder de 75 % norm. En dat zal nog kunnen wijzigen naarmate het resultaat 2014 positiever of negatiever uit valt.
2.9 Amendementen aangenomen bij MJPB 2015-2018 Onderstaand een opsomming van de verwerkte amendementen, die zijn aangenomen bij de MJPB 2015-2018: 1. Amendement D66/A01 “Duurzame en levensloopbestendige woningen” 2. Amendement SP/A01 “Joy voor EcoVrede” 3. Amendement CU/A01 “Groene Kans” 1. Amendement D66/A01 “Duurzame en levensloopbestendige woningen” In Programma 6 Wonen in de wijken (p. 56) is als concreet te bereiken doel het "Bevorderen van duurzaamheid (met name energiezuinigheid en levensloopbestendigheid) in de krachtwijken van met name sociale huurwoningen door het hiertoe verstrekken van een financiële bijdrage aan woningbouwcorporaties" toegevoegd. In de MJPB 2015-2018 is voor dit doel éénmalig g 2,5 mln. opgenomen (P6, p. 57/58). Deze lasten zijn gedekt door een onttrekking van: - €g 1,9 mln. aan de BR Volkshuisvestingsfonds; en - €g 0,6 mln. aan de BR Stimuleringsfonds Woningbouw. 2. Amendement SP/A01 "Joy voor EcoVrede" Met het aangenomen amendement is besloten het indicatieve subsidiebedrag 2015 ten bedrage van g 2.000 van St. Living Joy (P7) over te hevelen naar St. EcoVrede (P7). Dit is als zodanig verwerkt in de paragraaf 4.10 Subsidies, tabel Indicatieve subsidiebedragen 2015 met de grondslag begroting, p. 190. 3. Amendement CU/A01 “Groene Kans” In Programma 2 Arnhem groene en duurzame stad (p. 40) zijn als concreet te bereiken doelen, onder 2.2.1. Behoud en versterken van groene kracht van Arnhem, toegevoegd: - Er komt voor bedrijven de mogelijkheid om rotondes en kruisingen (ook op bedrijventerreinen) te adopteren en/of te sponsoren. (verfraaiing en financiering door derden); - Hierbij gelden heldere regels met betrekking tot de kwaliteit, de veiligheid en met betrekking tot de grootte en de vorm van reclame-uitingen; - Dit wordt verwerkt in de nota Openbare Ruimte.
31
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Deel 2. Beleidsbegroting
32
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Met die vraagstelling worden missie, doelen, en vanuit de specifieke insteek gewenste belangrijke veranderingen relatief gedetailleerd en SMART beschreven. Overigens is het zaak aan te geven, dat er – in deze begroting 2015 - 2018 – op het punt van de programma’s met veranderopgaven iets bijzonders aan de hand is. In 2014 zijn een nieuwe raad en een nieuw college aangetreden. De collegedragende partijen hebben een coalitieakkoord gesloten. Eén van de actiepunten vanuit dit coalitieakkoord is, dat er een Arnhem Agenda komt. Maar die was op het moment van vaststelling van deze begroting nog niet beschikbaar. Daarom zijn de veranderopgaven in een zogenoemde “beleidsluwe” modus geactualiseerd. Voor het vervolgproces rond de Uitvoeringsagenda van het coalitieakkoord en de strategische Arnhem Agenda wordt verwezen naar het gestelde in hoofdstuk 1. Reguliere programma’s De diverse taken waar de gemeente relatief duurzaam voor verantwoordelijk is en blijft, zijn opgenomen in de reguliere programma’s. Deze taken staan over het algemeen niet echt ter discussie. Soms zal de gemeente er iets meer aan moeten doen omdat de vraag groeit, dan weer zien we een terugloop van de budgetten, bijvoorbeeld omdat de economie aantrekt of omdat het gemeentebestuur vindt dat er bezuinigingen mogelijk zijn. Bij deze reguliere programma’s is daarom de vraag vooral “hoeveel waar de stad voor haar (belasting-) geld krijgt”. Dat laatste kan door beoogde prestaties zoveel mogelijk kwantitatief te beschrijven – zodat er eventueel een mogelijkheid is voor vergelijking met het verleden of bijvoorbeeld met andere gemeenten. Daarnaast wordt zo beknopt mogelijk aandacht geschonken aan concrete beleidswijzingen, de concrete, directe implicaties van het coalitieakkoord, andere ontwikkelingen die moeten worden verdisconteerd, en concrete besluiten die in 2015 in de raad aan de orde zullen komen. Dat leidt tot de volgende presentatie: • • • •
Een beknopte beleidstoelichting (wat doet de gemeente en wat komt er op ons af); Puntsgewijs aangegeven de belangrijke raadsonderwerpen die voor 2015 staand gepland; Een cijfermatig gedeelte, waarin zowel de beoogde financiële lasten voor de komende jaren zijn aangegeven, als – via indicatoren – de prestaties die daarvoor geleverd worden; Als extra service voor de gebruiker is per programma in een apart kadertje aangegeven welke de bestaande en relevante beleidskaders van de gemeente en andere overheden bij de uitvoering van het takenpakket zijn.
Plus de overzichten per programma vanuit de begrotingssystematiek Bij de programma’s met veranderopgaven en bij de reguliere programma’s staan tenslotte exploitatieoverzichten van de lasten én baten 2014 - 2018 aangevuld met de beoogde mutaties in de reserves. De
onderwerp
• Wat beweegt ons en is urgent? • Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? • Wat willen we daarbij concreet bereiken? En met welk beoogd resultaat?
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
De programma’s (met veranderopgaven) In de programma’s met de veranderopgaven is aangegeven welke belangrijkere vernieuwingen de gemeente in de stad in de komende jaren wil (helpen) realiseren. De vragen die daarbij gesteld (en zo scherp mogelijk beantwoord) worden zijn:
pagina
Een inleidende leeswijzer voor de programma’s In deze begroting treft de lezer – net als de laatste twee begrotingen – twee soorten beleidsprogramma’s aan. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de programma’s met veranderopgaven (opgaven waar de gemeente de komende jaren het verschil wil maken en waar de mensen in de stad van zullen merken dat er belangrijke dingen veranderen) en de reguliere programma’s (waarin de opgaven zitten die de gemeente elk jaar opnieuw heeft). Gegeven de verschillende doelen van beide programmasoorten zijn ze ook verschillend van opzet. De opzet van beide programmasoorten wordt hieronder kort toegelicht.
33
3. Programma's
34
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
mutaties in de exploitatie van 2015 ten opzichte van 2014 worden hier kort toegelicht evenals de mutaties in de reserves. Voor de vergelijkbaarheid zijn ook de gerealiseerde baten, lasten en de mutaties in de reserves 2013 opgenomen. Bij de programma’s met veranderopgaven wordt financieel gezien een onderscheid gemaakt tussen programmabudgetten en sturingsbudgetten. Dat onderscheid wordt ook in de overzichten bij elk programma met veranderopgaven gemaakt. De programmabudgetten hebben betrekking op de uitgaven die specifiek met de uitvoering van de programma’s te maken hebben. De sturingsbudgetten zijn in feite gelden die normaliter in reguliere programma’s zouden worden opgenomen, maar daar voor de duur van het veranderingsproces uitgelicht zijn, omdat het vanuit het oogpunt van programmasturing handig is deze gedurende de looptijd van het programma apart te benoemen. Na afloop vloeien de sturingsbudgetten (al dan niet gewijzigd) terug in de reguliere budgetten. De veranderingen die vanuit de veranderopgaven in reguliere opgaven ontstaan worden bij terugvloeien zo mogelijk geïndiceerd via de beoogde (kwantitatieve) prestaties en de dan beschikbare budgetten.
1.2 De binnenstadseconomie is bereikbaar Naast bovenstaande samenhang is bereikbaarheid van de binnenstad het tweede belangrijke aandachtspunt op de korte termijn. Cruciaal voor het functioneren van de bedrijvigheid in de binnenstad, maar ook gezien de mogelijke aangrijpingspunten die de diverse ontwikkelingen in de stad bieden voor verbetering. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 1.1 • Een betere samenhang en coördinatie grote projecten en een betere verbinding met de binnenstad; • Versterking van de economische functies mede door investeringen in cultuur; • Werkgelegenheid in de binnenstad blijft in stand; • Minder leegstand in de binnenstad; • Er zijn minder braakliggende of lelijke plekken in de openbare ruimte; • Versterken acquisitiebeleid. 1.2 • Grotere betrokkenheid van ondernemers bij bereikbaarheid en economisch vitaliteit van de binnenstad; • Beter bereikbare binnenstad. Wat willen we daarbij concreet bereiken? 1.1 • In 2015 worden projecten opgedeeld in kleinere deelprojecten, om flexibeler in te springen op marktveranderingen en marktvraag; • In 2015 zal met maatschappelijk betrokkenen nieuwe ontwikkelingsruimte voor bestaand vastgoed benoemd worden met een gezamenlijk voorstel hoe vraag en aanbod te matchen. Ter voorkoming van structurele leegstand en verpaupering, onder andere in de winkelvoorzieningen rond het Gele Rijdersplein en bij leegstaande kantoren; • Er wordt een investeringsprogramma opgesteld waarbij onder andere wonen in de zuidelijke binnenstad zal worden ingevuld. Gelet op de veranderende marktsituatie proberen we veranderingen in de binnenstad te realiseren, alleen kunnen er verschuivingen in planning plaatsvinden en mogelijk inhoudelijke aanpassingen.
onderwerp
1.1 Samenhang en coördinatie projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone Ontwikkelingen vanuit de huidige marktsituatie gericht op het versterken van de bestaande stad zijn van belang. Cruciaal voor het blijvend functioneren van de binnenstad om te wonen, te werken, vrije tijd te besteden en te winkelen is regie op deze dynamiek.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Wat beweegt ons en is urgent? De binnenstad staat onder druk. De regionale positie van weleer is niet vanzelfsprekend meer. Door de veranderingen in detailhandel en consumptief gedrag, de langdurige economische crisis en de demografische krimp in de regio wordt de vitaliteit van de binnenstad bedreigd. Met als gevolg minder en lagere bestedingen door minder bezoekers, minder diversiteit en daarnaast zwakke gebieden, lege panden en plekken. In de binnenstad is in de huidige situatie nog maar beperkt ruimte voor grootschalige transformatie (stadsplanning). De huidige situatie vraagt meer om geleidelijke en kleinschalige verandering (beherend, organisch ontwikkelen). Nu de vraag naar kantoor- en winkelruimte sterk is gedaald moet voorkomen worden dat de projecten met elkaar gaan concurreren of zelfs een bedreiging vormen voor de bestaande binnenstad, in plaats van deze versterken. De binnenstad moet aantrekkelijk zijn om te wonen, te werken, vrije tijd te besteden en te winkelen. Daarbij moet de binnenstad goed bereikbaar zijn en zich goed weten te profileren. De binnenstad is voor de stad een belangrijk wapen in de concurrentieslag met andere steden. Een blijvend vitale binnenstad is van belang en stimuleert (consumptieve) bestedingen. In september 2014 is overigens aan de raad een plan voorgelegd waarin is beschreven hoe Focus Filmtheater wordt geherhuisvest en het gemeentelijke museum wordt gehuisvest.
pagina
Inhoud programma Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 1.1 Samenhang en coördinatie projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone; 1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar.
35
Programma 1 De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst
36
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
1.2 • Alle relevante partijen zijn betrokken bij de totstandkoming van de gezamenlijke plannen van ondernemers en gemeente voor een goede (economisch) bereikbare binnenstad. Waarbij de gemeente faciliteert en ondernemers initiëren projecten. Hierin is Amendement ‘CU B Bereikbaar voor iedereen’ meegenomen; • De markt en Gele Rijdersplein worden uiterlijk in 2016 autovrij gemaakt Toelichting De verschillende programma’s versterken elkaar en daardoor wordt waar nodig samenwerking gezocht tussen de veranderopgaven onderling. Zo ook voor de reguliere programma’s.
37
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 1. Binnenstad klaar voor de toekomst Veranderopgaven 1.1 Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone 1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar
Middeleninzet De beoogde resultaten van dit programma moeten in 2015 worden behaald. De beschikbare GSO subsidie ten behoeve van de versterking van de binnenstad sluit hier naadloos op aan en wordt ingezet. Grondexploitaties van de projecten zijn opgenomen in het grondbedrijf.
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
730
692
693
179
0
0
0
Baten
20
0
0
0
0
0
0
-710
-692
-693
-179
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves
0 401
0 0
0 350
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
401
0
350
0
0
0
0
-309
-692
-343
-179
0
0
0
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten 1.1 Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid - Programmacapaciteit vloeit terug naar reguliere programma's - Diversen
-123 9
1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid - Sturingsbudget naar regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat (2.1 mobiliteit en openbare ruimte: ontw.) - Sturingsbudget naar regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat (2.3 parkeren: exploitatie fietsenstallingen)
-50 -350
Totaal mutaties lasten
-514
Baten
Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
0 514
38
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 1. Binnenstad klaar voor de toekomst Veranderopgaven 1.1 Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone 1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar
Rekening 2013
Kosten
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
bedragen x € 1.000
B Begroting Begroting e 2015 2016 g
Begroting 2017
Begroting 2018
1.1
Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone (loopt t/m 2015)
234
214
215
101
0
0
0
1.2
De binnenstadseconomie bereikbaar (loopt t/m 2015)
496
478
478
78
0
0
0
730
692
693
179
0
0
0
Totaal lasten
Rekening 2013
Budget nader gespecificeerd 1.1
1.2
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
B Begroting Begroting e 2015 2016 g
Begroting 2017
Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone - programmacapaciteit - sturingsbudget
234
214
215
101
0
0
0
123 111
123 91
123 92
0 101
0 0
0 0
0 0
De binnenstadseconomie bereikbaar - programmacapaciteit - sturingsbudget
496 0 496
478 0 478
478 0 478
78 0 78
0 0 0
0 0 0
0 0 0
730
692
693
179
0
0
0
Totaal lasten
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R2 Verkeer, vervoer en waterstaat - R3 Economie
Begroting 2018
39
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 2 Arnhem groene en duurzame stad
Inhoud programma Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 2.1 Energie Made in [Arnhem]; 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her) bestemmen bestaande bouw. Wat beweegt ons en is urgent? Groen is één van de Arnhemse kwaliteiten. De unieke ligging in de Veluwezoom en langs de Rijn maakt van Arnhem een aantrekkelijk om te wonen, werken en te verblijven. Stedelijke toekomstbestendigheid, aantrekkelijkheid en vitaliteit kunnen naast het benutten en versterken van haar groene kwaliteiten, ook worden vergroot door slimmer om te gaan met de herbestemming van bestaande gebouwen. De versterking van de aantrekkelijkheid van Arnhem is bovendien cruciaal om bedreigingen tegen te gaan (krimp, vitaliteit, economie, werkloosheid). Arnhem is niet alleen een groene, maar ook van oudsher een echte elektriciteitsstad. Het versterken van het imago “Arnhem elektriciteitsstad” biedt daarom groeikransen voor de werkgelegenheid en helpt duurzaamheiddoelstellingen te realiseren. In de afgelopen jaren heeft samenwerking met partners in de stad - Convenant Energie made in [Arnhem] – samen met de gemeentelijke inzet haar waarde bewezen voor het milieu en de economische en de werkgelegenheidsagenda’s. Het Convenant Energie made in [Arnhem] loopt af in 2014. De gemeente gaat samen met de partners van Energie made in [Arnhem] en andere partijen uit de stad de stip aan de horizon vaststellen ten aanzien van de energietransitie en energieneutraliteit, en daarbij tussendoelen formuleren. In het coalitieakkoord is Energie made in [Arnhem] als speerpunt benoemd. 2.1 Energie made in [Arnhem] De ‘Routekaart De Groene Kracht’ van alle gemeenten in de regio Arnhem Nijmegen analyseert de mogelijkheden om als regio te voldoen aan de (landelijke) duurzaamheidsdoelen voor energiebesparing en duurzame opwekking in 2020. De ambitie in de Routekaart is energieneutraal in 2050; de volledige energievraag in de regio wordt dan gedekt door duurzame energieopwekking in de regio. In Arnhem biedt dat ook kansen op groei in werkgelegenheid, omdat juist in Arnhem veel ondernemers en een groeiend aantal onderwijs- en onderzoeksinstellingen actief is in de energietechnologie. Om de energie- en klimaatambities en millenniumdoelen te realiseren gaat de gemeente nadrukkelijker en integraal gebruik maken van de in de stad en regio aanwezige kennis, infrastructuur en (energie-)bedrijvigheid. Ook zullen energiebesparende maatregelen waarvan de structurele besparing groter is dan de met de investering gepaard gaande kapitaallasten, in gang worden gezet. De op deze wijze bespaarde middelen worden ingezet voor de verdere verduurzaming van de gemeentelijke organisatie. We willen de ‘energie’ in de stad en regio mobiliseren en willen dat zo veel mogelijk terug zien in concrete resultaten. We onderscheiden daarin de volgende prioriteiten: • Verlaging van het energieverbruik en toename van opwekken van hernieuwbare energie, waarmee we stappen maken richting energieneutraliteit; • Versterken van de bedrijvigheid en reputatie in energietechnologie, zoals waterstofeconomie; • Het versterken van het imago “Arnhem elektriciteitsstad”. 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw. Arnhem kent vele parken en bossen en is uniek gelegen langs de Veluwe, aan de Rijn en in het rivierengebied. Door de kwaliteiten van de bestaande stadsparken, de groene wiggen, beter te verbinden met de Veluwe, rivier en Betuwe, kan het groene karakter worden versterkt en de stad nog aantrekkelijker worden voor de Arnhemse burgers en voor bezoekers. Ook door meer groen en water in de stad zelf te projecteren wordt het groene karakter versterkt. Tegengaan van leegstand heeft prioriteit. Er is daarom een ‘transformatieteam’ ingesteld dat samen met belanghebbenden in de stad actief inzet op het terugdringen en voorkomen van leegstand, door het stimuleren van herontwikkeling en (tijdelijke) verandering van het gebruik van gebouwen en sloop.
40
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 2.1 1. Stimuleren van energietransitie en energieneutraliteit; 2. Vergroten van de betrokkenheid van de stad bij People, Planet & Profit door het in gang zetten van de transitie op weg naar energieneutraliteit; 3. Versterken bedrijvigheid en profiel Arnhem elektriciteitsstad. 2.2 1. Behoud en versterken van groene kracht van Arnhem; 2. Minder leegstand en meer flexibiliteit in programmatische invulling van die leegstand. Wat willen we concreet bereiken? 2.1 1. Energietransitie en energieneutraliteit: o Verlaging van het energieverbruik en toename van opwekken van hernieuwbare energie, waarmee we stappen maken richting energieneutraliteit. Met concrete resultaten: - Meer energiearme woningen (bestaande en nieuwbouw); - Verlaging energieverbruik bedrijven; - Arnhem gaat, zo mogelijk regionaal en met andere overheden, een windmolenpark faciliteren; - Toename van aansluitingen van gebouwen op alternatieve warmtebronnen, zoals restwarmte, warmte- koude opslag, rio-thermie en warmtepompen; - Toename van het aantal zonnepanelen, op woningen, grotere daken/velden; - Gemeente geeft het goede voorbeeld voor haar eigen panden ten aanzien van energiebesparen en hernieuwbare energie opwekken (bijvoorbeeld met zonnepanelen). o Met de stad de stip aan de horizon ten aanzien van de energietransitie en energieneutraliteit vaststellen en gezamenlijk met de stad tussendoelen benoemen; 2. Vergroten van de betrokkenheid van de stad bij People, Planet & Profit: o Jaarlijks 10 % meer partners van Energie made in [Arnhem]. Door partner te worden wordt het people- planet-en-profit principe onderschreven; o Door bottom-up initiatieven te faciliteren en uit te dragen komen steeds meer Arnhemmers in aanraking met de uitgangspunten van People, Planet & Profit. 3. Versterken bedrijvigheid en profiel Arnhem elektriciteitsstad: o Versterken van de bedrijvigheid in energietechnologie en Arnhems reputatie als Energie en Electriciteitsstad door met onze partners in de stad: - ondersteunen van startende bedrijven en hun energie-innovaties onder andere via greenhouse bedrijvenincubator op Kleefse waard; - Stimuleren van Arnhemse innovaties, waaronder de waterstofeconomie (bijvoorbeeld waterstofbussen) en past ‘slimme energie’ innovaties toe op grotere schaal (green deal smart energy cities 2014 - 2019); - Zorgen voor ‘open’ onderzoeks-, onderwijs- of ontwikkellingsfaciliteiten die ervoor zorgen dat energie- innovaties in Arnhem sneller van idee naar de toepassing in de markt en banen kunnen komen; - Stimuleren de uitrol van elektrische laadinfrastructuur en elektrisch vervoer, waarmee onder andere meer snellaadpalen en laadpunten gerealiseerd worden (2015 100 laadpunten); - Samen met Duitse steden bereiden we een Europees project voor om gasbussen te vervangen door 100 % elektrische bussen; - Gemeentelijk wagenpark wordt zoveel mogelijk energieneutraal (in 2015 50 %). 2.2 1. Behoud en versterken van groene kracht van Arnhem. o In het programma Energie made in [Arnhem] groene daken blijven stimuleren; o Citymarketing inzetten om het imago “groene stad” te versterken; o Uitvoering van de gebiedsvisie Stadsblokken/Meinerswijk; o Het areaal groen blijft gelijk en behoud zijn bestemming; Amendement CU/A01 Groene Kans: o Er komt voor bedrijven de mogelijkheid om rotondes en kruisingen (ook op bedrijventerreinen) te adopteren en/of te sponsoren (verfraaiing en financiering door derden); o Hierbij gelden heldere regels met betrekking tot de kwaliteit, de veiligheid en met betrekking tot de grootte en de vorm van reclame-uitingen; o Dit wordt verwerkt in de nota Openbare Ruimte. 2. Minder leegstand en meer flexibiliteit in programmatische invulling van die leegstand: o Structurele leegstand (langer dan 3 jaar leegstaande gebouwde ruimte) in Arnhem voorkomen en terugdringen naar het niveau van frictieleegstand. Frictieleegstand betreft maximaal 2 tot 10 % van de totale vastgoedvoorraad en staat korter leeg dan drie jaar. Dit gebeurt in een tijdsbestek van drie jaar door herontwikkeling, (tijdelijke) transformatie van gebouwen en sloop te stimuleren. De gemeente is actief betrokken bij het herontwikkelen en transformeren van 10.000 m2 bvo per jaar, zowel met tijdelijke als met structurele invulling.
41
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 2. Arnhem groene en duurzame stad Veranderopgaven 2.1 Energie made in Arnhem 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw Middeleninzet De beoogde resultaten van dit programma worden in 2014 afgerond en per 2015 moet worden bepaald of het programma moet worden voortgezet of wordt ondergebracht in de reguliere programma’s.
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
899
3.564
4.453
894
0
0
0
Baten
362
0
354
86
0
0
0
-537
-3.564
-4.099
-808
0
0
0
3.123 0
0 0
0 537
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
-3.123
0
537
0
0
0
0
Saldo
-3.660
-3.564
-3.562
-808
0
0
0
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten 2.1 Energie made in Arnhem Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid - Sturingsbudget naar reguliere programma's - Budget niet bestede middelen 2014 valt weg in 2015 -
Rb 16.04.2013: subsidie woningisolatie (loopt tot en met 2014) Programmacapaciteit vloeit terug naar reguliere programma's Rb 24.09.2013: deelname E-facts (gedeeltelijk aflopend in 2015) GSO-4 subsidie loopt af in 2015 Diversen
-2.705 -241 -166 -307 -66 -45 -48
2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actueel inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen - Faciliteren windmolenpark (D1 Coalitie-akkoord) Bestaand beleid - Sturingsbudget van reguliere programma 5 Cultuur, recreatie en sport (5.7 stedelijk groen) - Daling budget beschikbaar voor projecten (afd 402 en 405) - Eenmalige projecten Groenfonds met budget in 2014 - Diversen Totaal mutaties lasten
50
255 -195 -101 10 -3.559
Baten 2.1 Energie made in Arnhem Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid -
GSO-4 subsidie loopt af in 2015 Rb 24.09.2013: deelname E-facts (gedeeltelijk aflopend in 2015) Rb 16.04.2013: subsidie woningisolatie (loopt tot en met 2014) Diversen
-45 -66 -163 6
2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actueel inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw
Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
-268 3.291
42
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 2. Arnhem groene en duurzame stad Veranderopgaven 2.1 Energie made in Arnhem 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actueel inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw
Rekening 2013
Kosten
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
bedragen x € 1.000
B Begroting Begroting e 2015 2016 g
Begroting 2017
Begroting 2018
2.1
Energie made in Arnhem (loopt t/m 2015)
759
3.309
3.892
619
0
0
0
2.2
Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)bestemming bestaande bouw (loopt t/m 2015)
140
255
561
275
0
0
0
899
3.564
4.453
894
0
0
0
Totaal lasten
Rekening 2013
Budget nader gespecificeerd 2.1
2.2
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
B Begroting Begroting e 2015 2016 g
Energie made in Arnhem - programmacapaciteit - sturingsbudget
759 307 452
3.309 0 3.309
3.892 307 3.585
619 0 619
Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)bestemming bestaande bouw - programmacapaciteit - sturingsbudget
140
255
561
0 140
0 255
899
3.564
Totaal lasten
Begroting 2017 0
0
0 0 0
0 0 0
275
0
0
0
0 561
0 275
0 0
0 0
0 0
4.453
894
0
0
0
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R2 Verkeer, vervoer en waterstaat - R3 Economie - R5 Cultuur, recreatie en sport - R6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning - R7 Gezondheid en milieu
Begroting 2018
43
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 3 Arnhem werkt !
Inhoud programma Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 3.1 De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk; 3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt. Wat beweegt ons en is urgent? De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de stad staat onder druk. In het afgelopen jaar is het aantal arbeidsplaatsen in de stad licht afgenomen. Juist in dit tij is het van groot belang om mensen aan het werk te houden. Kern van het programma is het duurzaam versterken van de economische structuur waarbij steeds de vraag van Arnhemse bedrijven en instellingen centraal staat, en waarbij op den duur sprake is van een vanzelfsprekende doorstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en vanuit Arnhemse opleidingen naar werkgevers in de stad. De opgave is daarmee tweeledig: het werk in de stad houden en de stad aan het werk krijgen; investeren in de verhouding tussen vraag en aanbod. Met de Participatiewet die op 1 januari 2015 ingaat wil het kabinet dat zoveel mogelijk mensen volwaardig mee kunnen doen in de samenleving. Het liefst via een reguliere baan, maar als dat (nog) niet mogelijk is, door op andere manieren te participeren. Arnhem bereidt zich hier samen met de tien regiogemeenten en het UWV en Presikhaaf Bedrijven gezamenlijk op voor (zie ook regulier programma 6). De gemeente krijgt te maken met een nieuwe doelgroep: mensen met een arbeidsbeperking en met arbeidsvermogen die voorheen in de Wajong of sociale werkvoorzieningen instroomden. Via het programma Arnhem Werkt wordt gestuurd op de doorstroom van mensen vanuit een uitkeringssituatie (zowel vanuit het huidige uitkeringsbestand als de nieuwe doelgroepen) naar reguliere werkgevers in de stad. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 3.1 • Meer inwoners die zelf in hun inkomen kunnen voorzien; • Bedrijven investeren meer in werkgelegenheid; • Een aantrekkelijker ondernemersklimaat voor bedrijven. 3.2 • Betere doorstroom van opleidingen naar bedrijven in de regio Arnhem; • Versterken van samenspel tussen bedrijfsleven, onderwijs en kennisinstellingen. Wat willen we daarbij concreet bereiken? 3.1 • In 2015 wordt de invoering van de participatiewet neergezet conform het uitvoeringsplan. Met daarbij als uitdaging zoveel mogelijk trekkracht te realiseren door mensen naar betaald werk te begeleiden; • De ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in Arnhem is gelijk aan die van de benchmarksteden; • In 2015 is het aantal arbeidsplaatsen bij de sterke clusters toerisme en vrije tijd, zorg en welzijn, zakelijke dienstverlening en de kansrijke clusters mode en vormgeving en energie- en milieutechnologie toegenomen ten opzichte van 2013. 3.2 • De niveaus van de Arnhemse opleidingen passen bij de arbeidsmarkt; • Door goed samenspel tussen bedrijven, onderwijs en kennisinstellingen zijn er meer innovatieve activiteiten. 4. Toelichting Het programma begeeft zich in het domein van bestaand beleid en bestaande strategieën, zoals de Economische Agenda en de citymarketing visie en richt zich vooral op een extra impuls. Versnelling, experimenten, maar ook die acties die zich buiten het ‘wettelijke’ takenpakket van de gemeente bevinden en vanuit de Arnhemse optiek een hoge prioriteit hebben. Bij de uitvoering kan niet anders dan intensief samengewerkt worden met partijen in de stad en regio. Bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen, vertegenwoordigende organisaties, uitvoeringsorganisaties en regiogemeenten zijn vanzelfsprekende partners.
44
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Gezocht wordt naar steeds sterkere verbindingen tussen uitstroom uit de uitkeringen en de ontwikkeling van werkgelegenheid in de stad. Tegelijkertijd ligt er niet altijd een noodzakelijke causale relatie tussen inspanningen, werkgelegenheid en uitstroom. Inspanningen kunnen ook leiden tot (indirecte) effecten op een van de zijden van het spectrum. Op deze manier verbindt het programma een sterkere positionering van Arnhem in de concurrentie tussen steden en de bevordering van de bereidheid van bedrijven te investeren met het beperken en terugdringen van de werkloosheid van Arnhemse inwoners.
45
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 3. Arnhem werkt! Veranderopgaven 3.1 De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk 3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt
Middeleninzet De veranderopgaven bevinden zich in de startfase en vragen naast scherpe keuzes in reguliere budgetten vooral (incidenteel) programmeringsbudget voor de nodige impulsen. De realisatietermijn van de beoogde resultaten variëren van 1 jaar tot 4 jaar.
bedragen x € 1.000
Middelen
Begroting 2014
Rekening 2013
Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
16.747
9.298
15.948
15.412
0
0
0
Baten
15.118
12.538
13.650
766
0
0
0
Exploitatieresultaat
-1.629
3.240
-2.298
-14.646
0
0
0
703 250
0 164
0 781
0 0
0 0
0 0
0 0
-453
164
781
0
0
0
0
-2.082
3.404
-1.517
-14.646
0
0
0
Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten 3.1 De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk Bestedings- en bezuiningsvoorstellen -
Actualisatie participatiebudget als gevolg van daling rijksbijdrage Minder projecten binnen W&I Natuurlijk verloop loonkosten ID-banen Terugbrengen bijdrage Participatiebudget aan eigen personeel Werk en Inkomen (zie ook R6) Werkzaamheden participatiecoaches worden overgenomen door gebiedsteams Vermindering subsidies en stimuleringspremie Blijven uitvoeren projecten naar betaald werk Inkoop reïntegratiediensten nieuwe doelgroepen Knelpunten in overhead werk en inkomen 2GetThere Onderwijsbudget, eenmalig uit extra budget schoolverzuim, laaggeletterdheid Onderwijsbudget, onderuitputting budget voor concierges Inzet middelen regiocontract provincie
Bestaand beleid - Incidentele middelen Project Jeugdwerkloosheid - Overheveling niet bestede middelen 2013 - Actualisatie begroting participatiebudget nav nieuwe beschikking - Diversen
3.720 -1.000 -900 -855 -755 -400 -200 500 400 350 -55 -75 -115
-482 -299 -346 -9
3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid - Diversen Totaal mutaties lasten Baten 3.1 De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Rijksbijdrage participatie p-budget via algemene uitkering
-15 -536
- Actualisatie participatiebudget als gevolg van daling rijksbijdrage
-11.253 -1.285
Bestaand beleid - Actualisatie begroting participatiebudget nav nieuwe beschikking
-346
3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt
Totaal mutaties baten
-12.884
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
-12.348
Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
46
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 3. Arnhem werkt! Veranderopgaven 3.1 De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk 3.2 (Niveaus van) opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt
Rekening 2013
Kosten
3.1
De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk (loopt t/m 2015)
3.2
(Niveaus van) opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt (loopt t/m 2015) Totaal lasten
3.1
3.2
De werkgever voorop: zoveel mogelijk mensen aan het werk - programmacapaciteit - sturingsbudget (Niveaus van) opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt - programmacapaciteit - sturingsbudget Totaal lasten
Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
bedragen x € 1.000
B Begroting Begroting e 2015 2016 g
Begroting 2017
8.625
15.199
14.772
0
0
0
729
673
749
640
0
0
0
16.747
9.298
15.948
15.412
0
0
0
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
B Begroting Begroting e 2015 2016 g
Begroting 2017
Begroting 2018
16.018
8.625
15.199
14.772
0
0
0
508 15.510
400 8.225
400 14.799
400 14.372
0 0
0 0
0 0
729
673
749
640
0
0
0
0 729
61 612
0 749
0 640
0 0
0 0
0 0
16.747
9.298
15.948
15.412
0
0
0
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening - R3 Economie - R4 Educatie - R6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
Begroting 2018
16.018
Rekening 2013
Budget nader gespecificeerd
Begroting 2014
47
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 4 Marketing van Arnhem
Inhoud programma Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 4.1 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde. Wat beweegt ons en is urgent? Een sterke positionering van Arnhem is van belang om te werken aan de opgaven in de stad. Het vasthouden en aantrekken van relevante doelgroepen en investeringen zijn daarbij belangrijke doelen die bijdragen aan het benutten van kansen in de markt en om bedreigingen voor te zijn (tegengaan effecten regionale krimp, behouden vitaliteit centrum, economisch sterke sectoren, terugdringen werkloosheid). De inzet van citymarketing is om samen met betrokken partijen in de stad de unieke en onderscheidende eigenschappen van Arnhem zo te positioneren dat relevante doelgroepen een aantrekkelijke basis hebben om voor Arnhem te kiezen. Arnhem combineert de voordelen van de grote stad met die van leven in een landelijke omgeving. Zo biedt de hoofdstad van Gelderland goede carrièreperspectieven, een grote creatieve en culturele dynamiek en een aantrekkelijk winkelaanbod. Tegelijkertijd is Arnhem groen en ruim door de grote stadsparken en als toegangspoort tot de Veluwe, het rivierengebied en de Betuwe. Deze combinatie resulteert in een ontspannen en levendige stad met een open en prettig zakelijke Arnhemse mentaliteit. Door te investeren in het in samenhang krijgen van verhaal en product bouwt citymarketing aan de positionering van Arnhem. Dat leidt tot een sterkere concurrentiepositie, waarmee de stad haar sociaaleconomische vitaliteit kan behouden en versterken. Daarbij komt dat de gemeente Arnhem zich ook nog eens positief kan manifesteren door op de typisch Arnhemse manier om te gaan met haar inwoners. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? • Versterken van de kwaliteit van de stad voor een sterkere positionering (imago); • Een sterker beleefde positionering van Arnhem door bewoners, bedrijven en bezoekers; • Verbeteren positie merkenonderzoek; • Een beter aanbod van woningen, dat aansluit bij de behoeftes van de gewenste toekomstige bewoners van Arnhem. Wat willen we daarbij concreet bereiken? • In 2013 en 2014 inbedding van de consequenties van de in 2012 vastgestelde citymarketingsvisie in beleid en organisatie, waaronder herijking van het evenementenbeleid en aanscherping van keuzes in het woningaanbod en in de openbare ruimte; • In 2014 actieve samenwerking tussen de HAN, Artez, Van Hall – Larenstein en de gemeente, met als doel de instroom en behoud van nieuwe studenten in Arnhem op peil te houden; • Versterken imago creatieve stad, door zowel ruimtelijk als in regelgeving te faciliteren en experimenteren. Door middel van binnenstadsacquisitie zal het imago sterker worden. Toelichting De inspanningen binnen het programma hebben raakvlakken met de andere veranderopgaven en relatie met de reguliere programma’s. Met name deze veranderopgave, Binnenstad klaar voor de toekomst, regulier programma 3 Economie en regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Na de looptijd van deze veranderopgave zal het resultaat zijn dat ontwikkelingen en kansen behorende bij de marketing van Arnhem, terugvloeien naar de reguliere programma’s. Voor dit programma is de samenwerking binnen de organisatie van groot belang, alsmede de samenwerking met andere partijen in de stad.
48
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 4. Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde Veranderopgaven 4.1 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde
Middeleninzet De veranderopgaven bevinden zich in de voorbereidings- en uitvoeringsfase en vragen naast scherpe keuzes in reguliere budgetten vooral (incidenteel) capaciteit voor de nadere uitwerking en impulsen. Voor de realisatie van de beoogde resultaten wordt een realisatietermijn van 2 jaar vanaf 2014 verwacht.
bedragen x € 1.000
Middelen
Lasten
Rekening
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
1.330
1.181
1.244
1.234
0
0
0
66
80
80
80
0
0
0
-1.264
-1.101
-1.164
-1.154
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves
0 65
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
65
0
0
0
0
0
0
-1.199
-1.101
-1.164
-1.154
0
0
0
Baten Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten 4.1 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid - Diversen
-10
Totaal mutaties lasten
-10
Baten 4.1 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
0 10
49
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 4. Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde Veranderopgaven 4.1 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde
bedragen x € 1.000
Rekening
Kosten
4
2013
Marketing voor Arnhem: product en verhaal op orde (loopt t/m 2015) Totaal lasten
4
Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 26 mei 2014
Begroting Begroting Begroting 2015
Begroting
2016
1.181
1.244
1.234
0
0
0
1.330
1.181
1.244
1.234
0
0
0
2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 26 mei 2014
Begroting Begroting Begroting 2015
Begroting
2016
Begroting 2018
2017
Marketing voor Arnhem: product en verhaal op orde
1.330
1.181
1.244
1.234
0
0
0
- programmacapaciteit - sturingsbudget
148 1.182
148 1.033
148 1.096
148 1.086
0 0
0 0
0 0
1.330
1.181
1.244
1.234
0
0
0
Totaal lasten
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R3 Economie - R5 Cultuur, recreatie en sport
Begroting 2018
2017
1.330
Rekening
Budget nader gespecificeerd
Begroting 2014
50
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
51
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 5 Wijkaanpak nieuwe stijl Inhoud programma Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid. Wat beweegt ons en is urgent? De Arnhemse wijkaanpak is een begrip geworden. Wat 20 jaar geleden begon als een doel om de leefbaarheid in wijken, buurten en straten te verbeteren is nu een middel om die dingen in de wijken tot stand te brengen die er toe doen, samen met onze partners in de stad en niet in de laatste plaats de bewoners zelf. Na het wegvallen van de Vogelaargelden eind 2010, ging Arnhem onverminderd door met de wijkaanpak. Met als resultaat dat de aanpak is verbreed naar alle 24 wijken en de gemeentelijke organisatie steeds wijk/gebiedsgerichter werkt: zij richt zich meer naar de burger, brengt de burger in positie om zelf bij te kunnen dragen aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en gaat met hem of haar in gesprek om de juiste mate van benodigde ondersteuning vast te stellen. Het is nu niet meer relevant om hele wijken als subject van zorg en verandering te beschouwen, er wordt veel meer ingezoomd op die buurten, straten en adressen waar daadwerkelijke ondersteuning nodig is. Sturing moet plaatsvinden op basis van vragen uit de stad. Alle wijken hebben een wijkactieplan waarin de door bewoners benoemde opgaven van hun wijk zijn samengebracht. Deze opgaven zijn vertaald in concrete actiepunten. Deze wordt jaarlijks getoetst en tweejaarlijks geactualiseerd. De gemeente, corporaties, bewoners en andere partners hebben hierin elk hun eigen aandeel en verantwoordelijkheid om tot de gewenste resultaten te komen. Gebiedsgerichte sturing is een belangrijk organisatieprincipe geworden; om beter en integraal te kunnen sturen op de activiteiten die in de stad plaatsvinden en efficiënter met de middelen om te gaan, werken we inmiddels in acht gebieden. Het gerichter inzetten van reguliere gelden, het voeren van regie en toezicht houden op de uitvoering kan daarbij leiden tot een betere benutting in de wijken. Eind 2015 moet het werken met sturingsbudgetten waar mogelijk zijn geëffectueerd. De gelden die vanuit de Provincie in de GSO IV-periode beschikbaar zijn gesteld voor de Arnhemse wijkaanpak, worden tot die tijd als overbrugging ingezet. De ontwikkelingen binnen het sociale domein - de overheveling van taken van het Rijk en de Provincie naar de gemeenten op het gebied van de Jeugdzorg, Awbz en Participatiewet - zijn nauw gelieerd aan de wijkaanpak; het beproefde organisatiemodel van de wijkaanpak wordt benut voor de operationele uitrol van de transities over de hele stad. Door gebiedsteams op te zetten kunnen we de zorg vanaf 2015 in de wijken dichtbij onze inwoners organiseren. Een gelijksoortig traject loopt er voor het fysieke en het (wijk)veiligheidsdomein, waarbij de OZOaanpak in de huidige vorm blijft bestaan en met gepaste intensiteit ook in de rest van de stad wordt ingezet. Op het gebied van het thema Wonen is er vanuit dit programma een nauwe relatie met het reguliere programma Wonen en ruimte: dit programma zal in het licht van scheiding wonen-zorg en levensloopbestendig wonen en op basis van behoeften van de doelgroepen in de wijken aan de slag gaan met gebieds- en wijkontwikkeling. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? De wijkaanpak zal op onderstaande thema´s worden uitgerold over de stad: • Bestendiging, waar nodig verbetering van de sociale veiligheid, mede door de stadsbrede inzet van Overleg Zorg- en Overlast (OZO); • Bewoners werken, waar noodzakelijk en gewenst met ondersteuning door gemeente en professionals, aan de kwalitatieve verbetering van hun woon- en leefomgeving en daarmee aan hun eigen zorg, welzijn en gezondheid; • De infrastructuur van de wijkaanpak benutten zodat dat de transities goed in de wijken kunnen indalen en de zorg zo dichtbij de burger kan worden georganiseerd. Speerpunten, activiteiten en interventies worden in nauwe samenspraak met bewoners en partners in de wijk vastgesteld, uitgevoerd en geborgd. Wat willen we daarbij concreet bereiken? Dit programma is met name opgebouwd op basis van structurele interactie met onze partners in alle 24 Arnhemse wijken. Naast het consolideren van reeds behaalde resultaten, wordt daar waar nodig extra inzet gepleegd. Dit maakt het tot een dynamisch programma, waarbij (accent)verschuivingen ten aanzien van doelen en beoogde resultaten geen uitzondering op de regel vormen. Wij vragen u deze dynamiek voor ogen te houden bij onderstaande punten. • Gemeentelijke organisatie werkt wijk/gebiedsgericht: we houden proactief toezicht of wat is afgesproken in de wijken ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd middels gebieds-/wijkregie; • Professionals inzetten op wat nodig is in de wijk, op basis van vraag in plaats van aanbod;
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Bewoners meer positie geven bij realiseren kwaliteit woon- en leefomgeving, door tweejaarlijks wijkgesprekken te voeren en de wijkactieplannen ieder jaar te toetsen en tweejaarlijks te actualiseren; Meer zelforganisatie in de wijken: betere samenwerking en evenwichtige taakverdeling tussen bewoners, partners en gemeente in de wijk; In 2015 voortgaande inzet van OZO op plekken waar dat nodig is; Minder verloedering in de wijk, onder andere door inzet van BOA’s, Blauw op straat en OZO; Meer sport- en cultuurparticipatie, te beginnen in de wijken waar de noodzaak het hoogst is.
52
• • • • •
53
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 5. Wijkaanpak nieuwe stijl Veranderopgaven 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid
Middeleninzet De veranderopgave bevindt zich in de uitvoerende fase. De wijkactieplannen voor alle 24 Arnhemse wijken zijn klaar. Deze worden in 2014 gefinancierd met GSO IV-gelden. Tegelijkertijd wordt bezien hoe de zogenaamde sturingsbudgetten kunnen worden ingezet voor de wijkaanpak vanaf 2015. Ook de corporaties hebben een belangrijk aandeel in de verbetering van de Arnhemse wijken. Zij hebben toegezegd dat zij enerzijds de fysieke afspraken nakomen die zij in het kader van de wijkenaanpak met de gemeente hebben gemaakt en dat zij anderzijds daar waar nog mogelijk sociaal investeren. Zoals gezegd worden alle wijken bij de wijkenaanpak betrokken, maar het zij nadrukkelijk gezegd dat dit niet betekent dat de beschikbare middelen pondspondsgewijs over de hele stad verdeeld gaan worden. We hebben minder middelen en zetten ze nu gerichter in, in overleg met bewoners, om in buurten en op specifieke plekken het gewenste effect te sorteren. De reguliere, gemeentelijke wijkbudgetten blijven wél beschikbaar voor alle wijken. Logischerwijs springen ook bij een verbreding van de wijkaanpak de voormalige kracht- en GSOIII preventiewijken eruit voor wat betreft de (sub)buurtproblematiek; er is de afgelopen jaren veel verbeterd in deze wijken, maar op (sub)buurtniveau is nog veel werk te verzetten. Niet uit te sluiten valt, dat er ook buiten deze wijken buurten of straten zijn waar problemen leven die we gaandeweg goed en gedifferentieerd in beeld krijgen. Als de noodzaak daartoe aanwezig is, zullen ook deze buurten en straten worden ondersteund.
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
11.107
11.491
8.893
9.578
0
0
0
Baten
1.393
1.857
70
70
0
0
0
-9.714
-9.634
-8.823
-9.508
0
0
0
3.177 920
0 3.827
0 3.539
0 1.995
0 0
0 0
0 0
-2.257
3.827
3.539
1.995
0
0
0
-11.971
-5.807
-5.284
-7.513
0
0
0
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen - Bezuiniging binnen het programma verkeer, vervoer en waterstaat (F10 coalitie-akkoord) - Inzet onderbesteding op jeugdwerk - Budget brede scholen, minimaal inzetten onderuitputting subsidiegelden Bestaand beleid - Actualisatie projectkosten Buiten Gewoon Beter (incl. bezuinigingen MJPB 2014-2017) - Vrijvallen van het fonds samenlevingsbeleid in 2014: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Incidentele ophoging budget 2014 nav besluitvorming niet besteed 2013 - Samenlevingszaken oa. bezuinigingen MJPB 2014-2017 - Taakstelling leerlingenvervoer, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk Schuytgraaf: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Fonds samenlevingsbeleid, handhaven op gemiddelde: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Verlagen subsidies, w.o. migrantenwerk Rijnstad: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Migrantenwerk Rijnstad: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Inzet restantbudget vrede en ontwikkeling: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Diversen Totaal mutaties lasten
Bedrag
-150 -25 -15
1.300 404 -335 -270 -153 -58 -32 -10 -10 39 685
54
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 5. Wijkaanpak nieuwe stijl Veranderopgaven 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid bedragen x € 1.000
Baten 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid Totaal mutaties baten
0
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
-685
Toelichting mutaties reserves 2015 Mutaties reserves 2015
Bedrag
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - RB MJPB2014 BR Buiten Gewoon Beter: projectkosten Buiten Gewoon Beter - RB MJPB2015 BR Buiten Gewoon Beter: actualisatie projectkosten Buiten Gewoon Beter - RB 27012014 BR Buiten Gewoon Beter: actualisatie projectkosten Buiten Gewoon Beter
1.423 1.300 -728
Totaal mutaties onttrekkingen
1.995
Totaal mutaties reserves
1.995
Programma 5. Wijkaanpak nieuwe stijl Veranderopgaven 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid
bedragen x € 1.000
Rekening
Kosten
5.1
2013
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting Begroting Begroting 2015
Begroting
2016
11.107
11.491
8.893
9.578
0
Totaal lasten
11.107
11.491
8.893
9.578
0
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting Begroting Begroting 2015
0
0
0
0
Begroting
2016
Begroting 2018
2017
Verhoging van de sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid (loopt t/m 2015) - programmacapaciteit - sturingsbudget
11.107
11.491
8.893
9.578
0
0
0
31 11.076
554 10.937
554 8.339
554 9.024
0 0
0 0
0 0
Totaal lasten
11.107
11.491
8.893
9.578
0
0
0
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R1 Veiligheid - R2 Verkeer, vervoer en waterstaat - R4 Educatie - R5 Cultuur, recreatie en sport - R6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning - R7 Gezondheid en milieu
Begroting 2018
2017
Verhoging van de sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid (loopt t/m 2015)
Budget nader gespecificeerd 5.1
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
55
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 6 Wonen in de wijken Inhoud programma Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 6.1 Afstemmen woningvoorraad en woonmilieu op de woningvraag van de toekomst, inclusief particulier opdrachtgeverschap Wat beweegt ons en is urgent? Er is de afgelopen jaren veel gebeurd op het gebied van wonen; denk alleen al aan de gevolgen van de crisis op de woningmarkt en het rijksbeleid. We willen ons woonbeleid baseren op een lange termijnvisie: wat streeft Arnhem op het gebied van wonen na en wat zijn de komende vier jaar de meest urgente opgaven om uit te voeren? Arnhem is een aantrekkelijke groene stad, gelegen tussen het rivierengebied en de Veluwe, met goede voorzieningen en een groot cultuuraanbod. Door differentiatie in de woningvoorraad, de bevolkingssamenstelling en inkomensgroepen willen we graag dat Arnhem ook in de toekomst aantrekkelijk is om te wonen. Er vindt een verschuiving plaats van aanbodgericht naar vraaggericht bouwen. Daarbij staat de woonconsument centraal: waar en hoe wil hij wonen? Hoe moet zijn woonomgeving er uitzien? Om toekomstbestendige wijken te realiseren en te voorkomen dat er een krachtwijkenproblematiek binnen de zogenaamde preventiewijken ontstaat, wordt steeds meer ingezet op een wijk- en gebiedsgerichte aanpak op het gebied van wonen, woonomstandigheden en het realiseren van een evenwichtiger woningvoorraad. Zodat de woningvoorraad en het woonmilieu op de woningvraag van de toekomst zijn afgestemd en de bestaande woningvoorraad is verbeterd en verduurzaamd. De wensen en behoeften van de burger spelen hierbij een belangrijke rol. Middels een vraaggestuurde aanpak wordt gekoerst op sociaal, fysiek en economisch sterke wijken waarbinnen het voor iedere portemonnee goed wonen en leven is. Het wonen in de wijken is niet los te zien van de andere programma’s zoals het programma Wijkaanpak nieuwe stijl en het programma Arnhem duurzame en groene stad. Een integrale visie en aanpak zijn nodig om een sociaal-fysiek-economisch sterke wijk te krijgen. Er wordt ingezet op samenwerking tussen gemeente, bewoners en partijen. Om in beeld te krijgen wat op het gebied van wonen de problemen zijn in de wijk en de wensen van de bewoners, wordt aansluitend op de al bestaande visies op de wijk, gestart met het maken van een wijkvisie per preventiewijk. Op basis hiervan wordt de gebieds- en wijkontwikkeling bepaald. Ieder heeft daarin een eigen rol; gemeente, bewoners en partijen. Een aandachtspunt daarbij is de recentelijk ingezette scheiding van wonen en zorg. Mensen blijven steeds langer thuis wonen. Zorg wordt zoveel mogelijk aan huis gegeven en zo min mogelijk in instellingen. Dit vereist een gerichte aanpak per wijk. Dit programma is logischerwijs onlosmakelijk verbonden met het regulier programma Wonen en ruimte; ze vormen samen het huidige woonbeleid van Arnhem. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? • Meer toekomstbestendige wijken en woningen; • Burgers kunnen langer, prettig, goed en langer zelfstandig wonen en leven in de wijk; • Evenwichtige woningvoorraad: meer evenwicht in woningvoorraad, wonen en woonomstandigheden. Wat willen we concreet bereiken? • Keuzes strategisch voorraadbeleid: er is inzicht in de toekomstwaarde van de bestaande woningen in de wijken en welke woningen moeten worden toegevoegd, verbeterd of vervangen. Partijen kunnen hierdoor beter afgewogen keuzes maken over het strategische voorraadbeleid en -beheer en herbestemming van gebouwen; • Verbetering particuliere woningen: door verbetering en verduurzaming van bestaande particuliere woningvoorraad zijn er minder investeringen in de toekomst nodig. In 2014/2015 komt er een nieuw voorstel ten aanzien van aanpak van particulier woningbezit; • Afspraken corporaties over levensloopbestendige woningen en aanbod zorg en welzijn: in 2015 zijn er aanvullende afspraken gemaakt met corporaties en instellingen over een goed aanbod van levensloopbestendige woningen (bestaand en nieuwbouw) en het aanbieden van zorg en welzijn in de wijken; • Inzicht in behoeften van doelgroepen in de wijken. In 2013 tot en met 2016 wordt ‘wonen’ specifiek opgenomen in de integrale wijkvisie van de preventiewijken. Op basis van de wijkvisies wordt gestart met de gebieds/wijkontwikkeling.
56
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
• Integrale woonvisie: in de loop van 2015 is er voldoende informatie/ is er een instrument om: o Een doelgerichte transitie in de woningvoorraad in de wijken te sturen; o Prioriteiten te stellen in de gewenste acties en maatregelen; o Burgers meer keuzes te geven. • Besluiten over de inzet op basis van behoeften: als inzicht is verworven wat de behoeften van de verschillende doelgroepen in de wijken zijn, kunnen we gerichte besluiten nemen; • Op drie locaties particulier opdrachtgeverschap (ook wel eigen bouw genoemd). Zo wordt bijvoorbeeld in Schuytgraaf gewerkt om particulier opdrachtgeverschap voor verschillende doelgroepen te realiseren. Particulier opdrachtgeverschap maakt deel uit van de Woonagenda en valt onder regulier programma 8 Wonen en Ruimte; • Inzicht in overige factoren die bijdragen aan evenwicht in woningvoorraad, wonen en woonomstandigheden; • Bevorderen van duurzaamheid (met name energiezuinigheid en levensloopbestendigheid) in de krachtwijken van met name sociale huurwoningen door het hiertoe verstrekken van een financiële bijdrage aan woningbouwcorporaties. (Amendement D66/A01 duurzame en levensloopbestendige woningen).
57
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 6. Wonen in de wijken Veranderopgaven 6.1 Afstemmen woningvoorraad en woonmilieu op de woningvraag van de toekomst, inclusief particulier opdrachtgeverschap
Middeleninzet De veranderopgave is vooral van voorwaardescheppende aard en omvat derhalve weinig middelen.
bedragen x € 1.000
Middelen
Begroting 2014
Rekening 2013
G eamend eerd e
t/m R aad
M J P B 2 0 14 -‐2 0 17
3 0 juni 2 0 14
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
561
127
127
2.627
127
0
0
Baten
514
0
0
0
0
0
0
Exploitatieresultaat
-47
-127
-127
-2.627
-127
0
0
Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
1
0
0
0
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves
13
75
75
2.575
75
0
0
75
2.575
75
0
0
-52
-52
-52
0
0
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 12(t/m Raad 2675mei 2014) Saldo
-35
-52
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen - Bijdrage bevorderen duurzaamheid in krachtwijken v. met name sociale huurwoningen (D66/A01 Amendement duurzame en levensloopbestendige woningen)
2.500
Totaal mutaties lasten
2.500
Baten
Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
0 -2.500
Toelichting mutaties reserves 2015 Mutaties reserves 2015
Bedrag
Toevoegingen
Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - RB 08112010 BR Volkshuisvesting: realiseren doelen woonvisie
75
- RB 03112014 MJPB2015-2018 BR Volkshuisvesting: amendement duurzame en levensloopbestendige woningen - RB 03112014 MJPB2015-2018 BR Stimulering woningbouw: amendement duurzame en levensloopbestendige woningen
1.900 600
Totaal mutaties onttrekkingen
2.575
Totaal mutaties reserves
2.575
58
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 6. Wonen in de wijken Veranderopgaven 6.1 Afstemmen woningvoorraad en woonmilieu op de woningvraag van de toekomst, inclusief particulier opdrachtgeverschap
bedragen x € 1.000
Rekening
Kosten
2013
Begroting 2014 G eamendeerde
t/m R aad
M J P B 2 0 14 -‐2 0 17
3 0 juni 2 0 14
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
Begroting Begroting 2017 2018
6.1 Afstemming van de woningvoorraad en woonmilieu op de woningvraag van de toekomst, inclusief particulier opdrachtgeverschap (loopt t/m 2016)
561
127
127
2.627
127
0
0
0
Totaal lasten
561
127
127
2.627
127
0
0
0
Rekening
Budget nader gespecificeerd
2013
6.1 Afstemming van de woningvoorraad en woonmilieu op de woningvraag van de toekomst, inclusief particulier opdrachtgeverschap (loopt t/m 2016) - programmacapaciteit - sturingsbudget Totaal lasten
Begroting 2014 G eamendeerde M J P B 2 0 14 -‐2 0 17
t/m R aad 3 0 juni 2 0 14
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
561
127
127
2.627
127
0
0
0
31 530
31 96
31 96
31 2.596
31 96
0 0
0 0
0 0
561
127
127
2.627
127
0
0
0
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R8 Wonen en ruimte
Begroting Begroting 2017 2018
59
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 7 Participatie van kwetsbare burgers Inhoud programma Een reeks taken op het gebied van zorg en ondersteuning voor kwetsbare groepen die nu tot verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid en provincies behoren, vallen vanaf 1 januari 2015 onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Het gaat hierbij om de decentralisaties op het gebied van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), Jeugdzorg en de Participatiewet. Meer taken en minder budget vragen om een andere aanpak, een transformatie. Omdat de scope is verbreed tot een transformatie van het sociale domein worden ook de reguliere programma's nauwer betrokken bij de veranderopgaven. Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder jeugdzorg Deze veranderopgave heeft betrekking op de nieuwe zorgtaken waar we als gemeente verantwoordelijk voor worden met ingang van 2015: Awbz-begeleiding en de jeugdzorg; 7.2 Maatschappelijke aanbesteden zorg en welzijn De bestaande taken die de gemeente al heeft op het gebied van zorg en welzijn; 7.3 Armoedebestrijding, zorg voor minima in nieuwe tijden De herpositionering van de dienstverlening van de gemeente op het gebied van armoede De uitvoering van de Participatiewet vindt plaats via het Programma 3 Arnhem Werkt! Wat beweegt ons en is urgent? De komst van een breed nieuw takenpakket voor gemeenten per 1 januari 2015 is een ingrijpende operatie met een forse financiële opgave, die er om vraagt het sociale domein in onze stad op een andere leest te schoeien. Het programma wil een transformatie van het sociale domein bewerkstelligen en richt zich op de gefaseerde invoering van een nieuw stelsel voor zorg en dienstverlening aan burgers met als focus maatschappelijke participatie. In juni 2014 is, op basis van de Kadernota ‘de veerkrachtige samenleving Arnhem’ van december 2013, het uitvoeringsplan ´De Veerkrachtige Samenleving Arnhem´ voor de decentralisaties vastgesteld door het College. Op basis van het uitvoeringsplan vindt de contractering voor 2015 plaats. Er wordt gekozen voor een geleidelijke en zorgvuldige overgang, 2015 en 2016 zijn overgangsjaren waar de zorgcontinuïteit voor cliënten centraal staat. Met de huidige partnerorganisaties zijn afspraken gemaakt over budgetgaranties voor 2015. Die garantie is 65 % van de gerealiseerde omzet 2013 en er wordt per instelling een budgetplafond overeengekomen. Op basis van de realisatie wordt bezien of de zorgcontinuïteit voor diegenen die hiervoor een (doorlopende) indicatie hebben kan worden gerealiseerd. Mocht dit het geval zijn en er overschrijding dreigt van het niveau van voorzieningen dat overeengekomen is met de Raad, kan het College besluiten om de middelen uit het sociaal noodfonds in te zetten. Om tijdig in te spelen op de vernieuwing van arrangementen in de (jeugd-)zorg wordt in 2015 en 2016 de transformatie van het sociaal domein verder vormgegeven. Het perspectief hierbij is een herijking van de bestaande arrangementen vanaf 2017 waarbij zowel de effectiviteit voor zelfredzaamheid en de efficiënte besteding van middelen criteria zijn. Op 1 januari 2015 start Arnhem met acht gebiedsteams voor volwassen en acht teams voor jeugd en gezin. Zij gaan zelf lichte ondersteuning bieden en worden de enige toegangspoort naar meer gespecialiseerde hulp. De medewerkers van het team beoorde-len dus wat nodig is als (nieuwe) cliënten zich melden of als indicaties van mensen met AWBZ-hulp, jeugdzorg of een WMO-voorziening (zoals hulp bij huishouden) aflopen. Uitgangspunt is één huishouden, één plan, één regisseur. Doel is dat vanuit een integrale vraagverheldering op basis van de zelfredzaamheidsmatrix knelpunten in samenhang worden aangepakt, er minder beroep wordt gedaan op specialistische hulp en maatwerkvoorzieningen en er meer ruimte komt voor oplossingen met inzet vanuit het sociaal netwerk van burgers. Bijzondere aandacht wordt hierbij geschonken aan mantelzorgers waarvoor zo nodig respijtzorg wordt georganiseerd. Er komt één centraal telefoonnummer en één website waar alle Arnhemmers met een hulpvraag terecht kunnen.
60
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 7.1 • Minder versnippering van zorg en ondersteuning; • Zorg en ondersteuning meer richten op zelfredzaamheid; • Zorg en ondersteuning dichter bij de burger organiseren en op maat ondersteuning bieden aan cliënten en mantelzorgers. 7.2 • Meer bewonersparticipatie in de Arnhemse wijken op het gebied van zorg en welzijn; • Door met integrale teams per gebied te werken wordt de inzet van maatschappelijke organisaties op het gebied van zorg en ondersteuning efficiënter en sluit beter aan op de behoefte van de Arnhemse wijken; • Zorg en ondersteuning dichter bij de burger organiseren plaats en tijd onafhankelijk.
7.3 • Mensen in armoede worden geholpen om weer grip te krijgen op de eigen situatie. Wat willen we daarbij concreet bereiken? 7.1 • Per 1 januari 2015 zijn acht gebiedsteams voor volwassenen en acht teams voor jeugd en gezin actief in Arnhem; • De integrale vraagverheldering door de gebiedsteams gebeurt vanaf 1 januari 2015 op basis van de zelfredzaamheidsmatrix; • Per 1 januari 2015 is er een telefonische en digitale portal waar Arnhemmers met een hulpvraag terecht kunnen; • In 2015 geldt voor zorg en ondersteuning binnen alle gebieden in Arnhem het principe van één klant en één regisseur; • Middels een samenwerkingsagenda met de zorgverzekeraar(s) werken de gebiedsteams in 2015 goed samen met andere toegangen zoals huisartsen, het AMHK, en de wijkverpleegkundige; • Door met vaste contactpersonen te werken is er een goede schakel tussen de gebiedsteams en en het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Arnhem; • Door vanaf 2015 te investeren in de nulde en eerstelijnszorg in de wijk, stabiliseren de kosten voor de tweede- lijns jeugdzorg in 2016; • Vanaf 1 januari 2015 is er een stedelijk dekkende multiprobleemaanpak, in verbinding met de Overleggen zorg en overlast op wijkniveau; • In 2015 hebben alle medewerkers van de gebiedsteams deelgenomen aan een collectief scholingsaanbod; • Medewerkers in de thuiszorg signaleren richting de gebiedsteams en worden hiervoor vanaf 2016 bij de nieuwe aanbesteding betaald volgens de bijpassende loonschaal. 7.2 • Voor begin 2015 is er een transformatie agenda sociaal domein opgesteld waarin beschreven wordt hoe de bestaande taken van de gemeente op het sociaal domein geïntegreerd worden met de gedecentraliseerde taken; • In 2015 en 2016 wordt het innovatiebudget toegewezen aan de vernieuwing van het aanbod op basis van de transformatie-agenda; • In 2015 en 2016 kunnen burgers een beroep doen op een reservering van een budget van maximaal g 2 miljoen uit het sociaal noodfonds gericht op het doen uitvoeren van zorg en ondersteuning met en door burgers; • In 2017 wordt de zorg en ondersteuning in Arnhem toegewezen volgens gebiedsgebonden bekostiging; • In 2017 zorgen burgerinitiatieven voor vernieuwing in het zorg- en ondersteuningsaanbod in de Arnhemse gebieden; • In 2017 wordt de zorg en ondersteuning in Arnhem geleverd op basis van de maatschappelijke opgave per wijk. 7.3 • Voorzieningen worden gericht ingezet zodat deze terecht komen bij de mensen die dit het hardste nodig hebben; • De voorzieningen hebben een activerende en ondersteunende rol en doen een appel op de eigen inzet en mogelijkheden van inwoners en geven ruimte aan sociale informele netwerken; • Het ondersteunen van inwoners om uit de armoede te komen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en partijen in de stad waarbij samen gekeken wordt wie welke bijdrage kan leveren. Toelichting De komende jaren kunnen getypeerd worden als de ‘bouwfase van een nieuw stelsel in het sociaal domein’ waarin gezamenlijk met partners wordt gewerkt aan een voorzieningenniveau dat integraal ondersteuning biedt aan burgers met bijzondere aandacht voor jeugd en gezin. Zelfredzaamheid en het werken aan effectieve oplossingen waar de burgers eigen inzet aan kunnen verbinden binnen de (beperkte) financiële kaders zijn de belangrijkste richtsnoeren.
61
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In dit programma wordt nadrukkelijk de verbinding gezocht met de programma’s 3 Arnhem werkt! en 5 Wijkaanpak Nieuwe Stijl. Doordat de transformatie van het sociaal domein vooral zijn beslag zal krijgen in de acht gebieden is de verbinding met het programma 5 Wijkenaanpak Nieuwe Stijl essentieel. De bovenstaande indicatoren moeten in dit licht worden bezien. Voor 2015 wordt een integrale transformatie agenda voor Jeugd, Wmo en participatie opgesteld waarin aangegeven wordt hoe de bestaande taken in het sociaal domein worden geïntegreerd met de nieuwe taken waar de gemeente vanaf 2015 verantwoordelijk voor is. In 2015 en 2016 moet dit verder vorm krijgen. Het is de bedoeling dat de transformatie van het sociaal domein in 2017 resulteert in een nieuw vormgeving van (integrale) arrangementen voor zorg en ondersteuning. Met betrekking tot armoedebestrijding is eind 2014 de armoedeagenda 2015 - 2018 voorgelegd aan de raad. In deze agenda wordt nader ingegaan op het inhoudelijke plan van aanpak rondom het bereiken van de doelstellingen. Concreet wordt ingezet op een betere verbinding van het armoedebestrijdingsnetwerk in het Arnhems Armoedepact. Daarnaast is er in het pact aandacht voor preventie, sociale uitsluiting en ervaringsdeskundigheid. Deze thema’s zijn met de stad tot stand gekomen en vormen een basis voor verdere samenwerking in de stad.
62
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 7. Participatie van kwetsbare burgers Veranderopgaven 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg 7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden Middeleninzet De veranderopgaven bevinden zich deels nog in de startfase, deels in de ontwerp- en deels in de uitvoeringsfase. De veranderopgave 'Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg' bevindt zich in 2014 in de ontwerpfase. Daarom is er vooral programmeringsbudget nodig. Concreet gaat het dan om invoeringskosten, projectleiding en inzet van middelen voor de proeftuinen. In 2014 zal de maatschappelijke aanbesteding van welzijn en zorg definitief vormgegeven worden. In 2014 wordt bekeken op welke budgetten in het kader van dit programma gestuurd wordt om de transformatie in het sociaal domein te kunnen realiseren. De opgave herstructurering Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg is sinds 2012 in uitvoering en wordt naar verwachting in 2014 volledig afgerond. De relevante budgetten in het kader van het armoedebeleid zijn eveneens opgenomen. De beoogde resultaten moeten met tussenfasen in drie jaar behaald zijn.
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde
t/m Raad
MJPB 2014-2017
30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
43.390
41.766
43.703
33.925
16.213
0
0
Baten
9.474
6.963
8.759
7.990
594
0
0
-33.916
-34.803
-34.944
-25.935
-15.619
0
0
675 623
0 0
0 152
0 0
0 0
0 0
0 0
152
0
0
0
0
-34.792
-25.935
-15.619
0
0
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 -52 (t/m Raad 26 mei 2014) 0 Saldo
-33.968
-34.803
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen - Decentralisatieuitkering Maatschappelijke opvang - Sociaal deelfonds jeugd - Inzet nog vast te stellen componenten integraal en preventief jeugdwerk - Verminderen bezuiniging leerlingenvervoer, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Schuytgraaf - Bezuiniging samenvoegen Rijnstad en SPA mbt peuterspeelzaalwerk vervalt - Bezuiniging synergie binnen aanpak zwerfjongeren vervalt voor 2015 - Stoppen subsidie aan Marant Bestaand beleid - Budgetten gefinancierd vanuit stads-regiocontracten (loopt t/m 2014) - Taakstelling van 1% op de decentralisatie van de jeugdzorg: bezuiniging MJPB 2013-2016 - Budget integraal jeugbeleid naar onderwijsachterstanden - Vervallen: eenmalige budget niet bestede middelen (ambulant jongerenwerk) - Inzet jeugdbudget: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Invoeringsbudget jeugd vervalt - Bekostiging tijdelijke formatie MOBL (naar R9) - Samenvoegen Rijnstad en SPA mbt peuterspeelzaalwerk: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Jeugddeel integrale gebiedsbudgetten: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Jeugdcafe: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Communicatiebudget jeugd: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Synergie binnen aanpak zwerfjongeren: structurele bezuiniging MJPB 2013-2016 - Diversen
Bedrag
1.600 335 -107 75 50 50 -48
-793 -300 -247 -152 -135 -150 -82 -50 -35 -10 -10 -25 7
63
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 7. Participatie van kwetsbare burgers Veranderopgaven 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg 7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden bedragen x € 1.000
Lasten (vervolg) 7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid - Incidenteel budget innovatie wmo verdwijnt in 2015 - Incidenteel transitiebudget awbz verdwijnt - Korting op maatschappelijke stage 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen - Diversen bedrijfsvoering
-752 -268 -43
15
Bestaand beleid - Sturingsbudget naar regulier programma 6 Participatie en Maatsch. Ondersteuning (6.3 Armoedebestrijding)
-8.703
Totaal mutaties lasten
-9.778
Baten 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen - Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalenwerk Bestaand beleid - Stads-regiocontracten lopen af per 1-1-2015
125
-794
7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden Bestedings- en bezuinigingsvoorstellen Bestaand beleid - Sturingsbudget naar regulier programma 6 Participatie en Maatsch. Ondersteuning (6.3 Armoedebestrijding)
-100
Totaal mutaties baten
-769
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
9.009
64
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 7. Participatie van kwetsbare burgers Veranderopgaven 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg 7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden bedragen x € 1.000
Rekening
Kosten
2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
7.1
Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg (loopt t/m 2016)
22.733
22.713
24.062
24.035
16.155
0
0
7.2
Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid (loopt t/m 2015)
10.136
10.356
10.938
9.875
43
0
0
7.3
Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden (loopt t/m 2014)
10.521
8.697
8.703
15
15
0
0
43.390
41.766
43.703
33.925
16.213
0
0
Totaal lasten
Rekening
Budget nader gespecificeerd 7.1
7.2
7.3
2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg
22.733
22.713
24.062
24.035
16.155
0
0
- programmacapaciteit - sturingsbudget
348 22.385
541 22.172
404 23.658
234 23.801
234 15.921
0 0
0 0
Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid
10.136
10.356
10.938
9.875
43
0
0
- programmacapaciteit - sturingsbudget
55 10.081
49 10.307
31 10.907
31 9.844
0 43
0 0
0 0
Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden
10.521
8.697
8.703
15
15
0
0
- programmacapaciteit - sturingsbudget
0 10.521
0 8.697
0 8.703
0 15
0 15
0 0
0 0
43.390
41.766
43.703
33.925
16.213
0
0
Totaal lasten
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning - R7 Gezondheid en milieu
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Het programmaonderdeel, dat met name betrekking heeft op de huisvesting van het speciaal onderwijs, is inmiddels als veranderopgave afgerond. De decentralisatie van de jeugdzorg maakt integraal onderdeel uit van programma 7.
65
Programma 8 Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd
66
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 8. Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd Veranderopgave 8.1 Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs
Middeleninzet De doelstellingen voor dit programma zijn gehaald. Het programma is hiermee afgerond.
bedragen x € 1.000
Middelen
Begroting 2014
Rekening
Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
79
506
53
0
0
0
0
Baten
50
0
20
0
0
0
0
-29
-506
-33
0
0
0
0
Onttrekkingen aan reserves
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
0
0
0
0
0
0
0
-29
-506
-33
0
0
0
0
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten 8.1 Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs Bestaand beleid - Sturingsbudget naar regulier programma 4 Educatie (4.2 Huisvesting onderwijs) - Incidentele middelen 2014 vervallen in 2015
-34 -19
Totaal mutaties lasten
-53
Baten Bestaand beleid - Sturingsbudget naar regulier programma 4 Educatie (4.2 Huisvesting onderwijs)
-20
Totaal mutaties baten
-20
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
33
67
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 8. Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd Veranderopgave 8.1 Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs
bedragen x € 1.000
Rekening
Kosten
8.1
Totaal lasten
Totaal lasten
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
506
53
0
0
0
0
78
506
53
0
0
0
0
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs - programmacapaciteit - sturingsbudget
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
78
Rekening
Budget nader gespecificeerd 8.1
Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs (loopt t/m 2014)
Begroting 2014
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
78
506
53
0
0
0
0
19 59
80 426
19 34
0 0
0 0
0 0
0 0
78
506
53
0
0
0
0
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R4 Educatie
68
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
69
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 9 Overige veranderopgaven Inhoud programma Binnen dit programma worden veranderopgaven benoemd, die niet logischerwijze toe te delen zijn aan de overige programma’s. Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 9.1 Veilig leven in Arnhem 9.2 Financieel gezonde stad Wat beweegt ons en is urgent? 9.1 Veiligheid is belangrijk voor mensen. Als mensen opgroeien in een veilige omgeving kunnen ze beter voor zichzelf opkomen en meer tot hun recht komen. Gemeente, politie en andere veiligheidspartners doen hun grootst mogelijke best om die veiligheid te bevorderen. De gemeente heeft een regierol op het terrein van veiligheid in brede zin: veilig ondernemen, veiligheid in de wijk, veilig uitgaan, veiligheid op straat en veilig in huis. In nauwe samenwerking met partners in veiligheid werkt de gemeente aan de integrale veiligheid en aan een positiever veiligheidsbeleving van haar inwoners en de bezoekers van de stad. Gemeentelijk veiligheidsbeleid is een belangrijke schakel in de verbetering van de leefbaarheid van en in de stad. Ondanks alle inspanningen wordt de stad geconfronteerd met verschillende vormen van criminaliteit. Overvallen, inbraken maar zeker ook geweld hebben een impact op de stad en dragen bij aan gevoelens van onveiligheid. De veranderopgave “Veilig leven” zet extra in op preventieve maatregelen tegen overvallen en inbraken. Daarbij worden ondernemers in de stad ondersteund. Daarnaast wordt in deze veranderopgave kritisch gekeken naar de samenwerking tussen politie, eigen handhavers en toezichthouders. Doel hiervan is de bestrijding van overlast en verloedering. 9.2 Er wordt gestreefd naar een financieel gezonde stad, waarbij het accent voor de komende tijd ligt op het financieel gezond maken en houden van de gemeentelijke huishouding. Een financieel gezonde stad betekent ook dat wordt gezocht naar bezuinigingen en budgetneutrale aanpassingen in beleid en niet naar het vergroten van de uitgaven of lastenverzwaring. Uitgangspunt in deze begroting is bijvoorbeeld een minder grote stijging van de rioollasten in de komende jaren. Om te beoordelen hoe financieel gezond Arnhem is hebben we inzicht nodig in de financiële status en de financiële weerbaarheid van Arnhem. In de afgelopen periode is hiervoor door de 100.000+ gemeenten een eigen stresstest ontwikkeld. Deze stresstest geeft door middel van indicatoren inzicht in de financiële status en weerbaarheid en geeft aan hoe deze zich ontwikkelen ten opzichte van vorig jaar. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving veranderen? 9.1 • Een daling van de criminaliteit en overlast in de stad en daarmee een stijgend gevoel van veiligheid in de stad, bij zowel burgers, ondernemers als bezoekers. 9.2 • Minder financiële afhankelijkheid tussen gemeentelijke risico’s en gewenste beleidskeuzes. Wat willen we concreet bereiken? 9.1 • Preventieve maatregelen bij ondernemers en bewoners, zonodig maatregelen in de openbare ruimte om overvallen en inbraken terug te dringen. Daarbij wordt aansluiting gezocht in de aanpak van de Taskforce Overvallen van het Ministerie van Justitie en daarin genoemde ambities; • Samenwerkingsverbanden met ondernemers met het doel veiligheidsmaatregelen te bevorderen; • Een dadergerichte aanpak voor verschillende doelgroepen in het Veiligheidshuis; • Meer regie op de inzet van politie en andere handhavers en toezichthouders in de stad; • Groter aangiftebereidheid; • Een helingaanpak om overvallen en inbraken te helpen voorkomen. 9.2 • Realiseren van een voldoende financiële weerbaarheid van de gemeente; • Een beperkte stijging van de jaarlijkse rioolheffing.
70
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Toelichting 9.1 In Arnhem wordt hard gewerkt aan veiligheid. Door samenwerking met de verschillende ketenpartners door aandacht voor en een aanpak van veiligheidsvraagstukken in de stad. Ondanks dat en ondanks de positieve veiligheidseffecten en veiligheidsbeleving die hier het resultaat van zijn, is er behoefte om extra in te zetten op veiligheid met een veranderopgave. Deze veranderopgave is gericht op het tegengaan van overvallen en inbraken in samenwerking met ondernemers en burgers en verder op de inzet van de verschillende gemeentelijke handhavers. 9.2 De veranderopgave Financieel gezonde stad heeft een tweeledig karakter, waarbij we streven naar inzicht in zowel de financiële status als weerbaarheid van de gemeente. Tevens zal de in 2014 ingezette kostentoerekening aan het gemeentelijk rioleringsplan op basis van een realistisch ambitieniveau doorgezet worden. Daarbij wordt het gemeentelijk rioleringsplan in samenhang bezien met andere kosten in de openbare ruimte.
71
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 9. Overige veranderopgaven Veranderopgaven 9.1 Veilig leven in Arnhem 9.2 Financieel gezonde stad
Middeleninzet 9.1 Veilig leven in Arnhem De veranderopgave bevindt zich in de ‘start- en/of uitvoeringsfase’. Naast programmacapaciteit vraagt deze veranderopgave vooral incidenteel programmeringsbudget om succesvol te verlopen. De realisatietermijn v.d. beoogde resultaten bedraagt 1 tot 3 jaar. 9.2 Financieel gezonde stad
bedragen x € 1.000
Middelen
Lasten Baten
Begroting 2014
Rekening
Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
164
473
36
35
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-36
-35
0
0
0
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014-164 (t/m Raad 26 mei 2014) -473 Mutaties reserves: 150 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
-150
0
0
0
0
0
0
Saldo
-314
-473
-36
-35
0
0
0
Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten 9.1 Veilig leven in Arnhem Bestaand beleid - Diversen
Bedrag
-1
9.2 Financieel gezonde stad
Totaal mutaties lasten
-1
Baten Bestaand beleid Totaal mutaties baten
0
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
1
In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan reserves plaats.
72
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Programma 9. Overige veranderopgaven Veranderopgaven 9.1 Veilig leven in Arnhem 9.2 Financieel gezonde stad
bedragen x € 1.000
9.1
Veilig leven in Arnhem (loopt t/m 2015)
9.2
Financieel gezonde stad
9.2
Financieel gezonde stad - programmacapaciteit - sturingsbudget
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
473
36
35
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
164
473
36
35
0
0
0
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
Totaal lasten
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
164
Rekening
Budget nader gespecificeerd Veilig leven in Arnhem - programmacapaciteit - sturingsbudget
Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
Totaal lasten
9.1
Begroting 2014
Rekening
Kosten
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
164 164 0
473 68 405
36 31 5
35 30 5
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
164
473
36
35
0
0
0
Toelichting: Programmacapaciteit Dit is de financiële vertaling van capaciteitsinzet die benodigd is voor de veranderopgave. Nadat de veranderopgave gerealiseerd is, blijft deze capaciteit behouden/inzetbaar voor nieuwe toekomstige veranderopgaven. De capaciteitsinzet voor veranderopgaven is generiek onttrokken aan de reguliere programma’s in de MJPB. Het totaal van de capaciteitsinzet dient gelijk te blijven en de komende jaren i.h.k.v. de personele bezuinigingen zelfs te dalen. Sturingsbudget Dit zijn de budgetten waarop de programmamanager sturing uitoefent om de doelen van de veranderopgaven te bereiken. Het budgethouderschap van deze budgetten blijft in de lijnorganisatie liggen (op afdelingsniveau). Wanneer de veranderopgave gerealiseerd is, dan gaat het budget terug naar het reguliere programma, de matrixsturing vanuit de programmamanager is immers niet meer noodzakelijk. Dit Veranderprogramma moet worden gelezen in samenhang met Regulier programma: - R1 Veiligheid - R6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
Rekenkamer Sinds 2011 heeft Arnhem een Rekenkamer. De Rekenkamer voert onderzoek uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatig-heid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid. Er is een bezuiniging opgenomen op de Rekenkamer in de MJPB 2015 - 2018. Deze is nog nader uit te werken en heeft gevolgen voor de Rekenkamer zoals die nu georganiseerd is, en het aantal onderzoeken dat gedaan kan worden. College van B en W Naast de kosten van het huidige bestuur en haar ondersteuning gaat het hier om kosten van voormalige bestuurders (wachtgelden en pensioenen). Regionale en andere bovenlokale organen In dit programma zijn ook de baten en lasten van de min of meer 'algemene' (bestuurlijke) organen en lidmaatschappen van bovenlokale aard, zoals de stadsregio, de Euregio, de deelname aan de VNG, de VNGGelderland, het samenwerkingsverband van grote steden en het NICIS opgenomen. Via een uitname uit het gemeentefonds – dus buiten de gemeentebegrotingen om – dragen gemeenten voorts bij aan het KING, het kwaliteitsinstituut van de VNG. Het kabinet heeft besloten dat binnen de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) de plusvariant, waar samenwerkende gemeenten rechtstreeks van het rijk subsidies kregen om bepaalde taken uit te voeren, te stoppen. Zo zal de stadsregio verdwijnen in de vorm die we lange tijd hebben gekend. Klant Contact Centrum (KCC) Bij het KCC gaat de gemeente door op de ingeslagen weg om meer in te zetten op de dienstverlening via het internet. Internet wordt het primaire dienstverleningskanaal van de gemeente. Steeds meer producten en diensten worden via internet aangeboden. Steeds meer transacties verlopen via internet. De klant kan voor een toenemend aantal producten zelf bepalen wanneer hij die van de gemeente afneemt en wordt minder afhankelijk van openingstijden van gemeentelijke loketten. De komende periode wordt aandacht besteed aan het gemak dat dit voor de Arnhemmer geeft en aan het gegeven dat dit ook nog eens goedkoper is. Als uitvloeisel van de bezuinigingen is het aantal openingsuren in 2014 al naar beneden bijgesteld. De normen voor de behandelingstijden van de producten zullen herijkt worden, te beginnen met de producten die het meest afgenomen worden zoals bijvoorbeeld reisdocumenten. Producten die sneller en goedkoper uitgegeven kunnen worden, worden verplaatst van de balies naar de receptie. Het contant afrekenen van producten gaat van de balies naar een speciaal hiervoor geplaatste kassazuil. Dit heeft invloed op de benodigde personeelsformatie en het aantal diensten dat per dag aan de balies kan worden verleend. Hiermee is wordt tevens de minimale wachttijd tussen het maken van een afspraak en het plaatsvinden van een afspraak verkleind.
onderwerp
Raad en griffie De werkwijze, en het vergadermodel van de gemeenteraad in het bijzonder, vastgelegd in de nota “de raad aan zet” zal ook de komende vier jaren als kader gevolgd worden. Tevens brengen de voorgestelde bezuinigingen op het budget van de raad extra aandacht voor efficiency met zich mee. De griffie zal de door de gemeenteraad ingezette koers van herdefinitie van haar takenpakket en verdere professionalisering vervolgen. Tevens zal de Werkgeverscommissie Griffie in 2015 voor de structurele kostenreductie nadere voorstellen ontwikkelen en implementeren vanaf 2016.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Verkiezingen De in 2014 gehouden gemeenteraadsverkiezingen hebben geleid tot een nieuwe raad. De gemeente maakt ook in de komende vier jaren verkiezingen voor Gemeenteraad, Provincie en Tweede Kamer mogelijk. Nieuw is dat in 2015 de Provinciale verkiezingen worden gecombineerd met de waterschapsverkiezingen. De gemeente heeft hiervoor, via het gemeentefonds, geld gekregen van het Rijk.
pagina
Beleidstoelchting Inleiding IIn dit programma worden onder meer de diverse bestuursorganen, hun verkiezingen en de contacten met de burger (KCC) begroot. Bij het bestuur gaat het om raad, commissies en fracties, griffie en rekenkamer, en om het dagelijks bestuur van de stad; burgemeester, wethouders en gemeentesecretaris.
73
Regulier Programma 0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
74
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Daarnaast wordt gewerkt aan de gastheerschap. KCC breed is een programma opgesteld om onze klanten gastvrij te ontvangen en de (beperkte) wachttijd te veraangenamen. Al ingevoerde verbeteringen in de service worden positief door klanten ontvangen. De beller naar het gemeentelijke 0900-1809 informatienummer betaalt vanaf 2015 geen opslag meer bovenop het reguliere tarief. In het coalitieakkoord is een afspraak vastgelegd dat de inkomsten ad € 75.000 die de gemeente hierdoor mist, uit de algemene middelen wordt betaald. De gemeente sluit aan bij een van de landelijke initiatieven om de publieke dienstverlening te verbeteren: “Eén telefoonnummer voor alle gemeenten.” De gemeente is naast het welbekende 0900-1809 (blijft bestaan) bereikbaar via het 14+ netnummer. Per 1 januari 2015 krijgt de gemeente er als gevolg van de decentralisaties taken bij. Deze taken gaan naar de gebiedsteams. Inwoners zullen vaak, over voor de gemeente nieuwe onderwerpen, een beroep op de gemeente gaan doen. De gemeente heeft besloten om ten behoeve van deze contacten een portal voor de gebiedsteams op te zetten (website en telefoon). Zoveel van deze contacten als mogelijk wil de gemeente via een ‘slimme’ website laten plaatsvinden. Deze website zorgt er voor dat de gebruikers de antwoorden op hun zorg- en hulpvragen online vinden. Naast specifieke gemeentelijke informatie wordt de site gevuld met informatie van (regionale) zorgaanbieders en landelijke informatie. Niet complexe en enkelvoudige vormen van hulpverlening en zorg kunnen rechtstreeks via het internet worden aangevraagd. Voor de meer complexe en voor meervoudige vormen van dienstverlening wordt via de website contact gelegd met adviseurs van de zogenaamde gebiedsteams. De bezuiniging van € 0,7 miljoen vanaf 2017 die in eerdere begrotingen vanaf 2015 was aangegeven, is alleen voor de jaren 2015 en 2016 teruggebracht naar € 0,35 miljoen. Deze tijdelijke verzachting van de bezuiniging is een van de afspraken uit het coalitieakkoord. De wijze waarop de bezuinigingen daadwerkelijk ingevuld gaan worden, en welke effecten dit heeft voor de dienstverlening is ten tijde van het opstellen van de begroting niet bekend.” Belangrijke raadsonderwerpen 2014 • Coalitieakkoord 2014 - 2018 Relevante kaders Gemeente: • Nota 'De raad aan zet' • Communicatieplan gemeenteraad 2012 - 2014 'Met het gezicht naar de stad' • Verordening op de Rekenkamer Arnhem
• Onderzoeksprogramma Rekenkamer 2014 - 2015 (publicatie begin 2014) Regio, provincie, rijk: • Gemeentewet (de artikelen 81a tot en met 81k en 182 tot en met 185)
75
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 0. Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
t/m Raad 30 juni 2014
Lasten
9.771
9.241
9.787
9.625
9.692
8.924
8.905
Baten
2.831
2.583
2.780
2.271
2.260
2.261
2.261
-6.940
-6.658
-7.007
-7.354
-7.432
-6.663
-6.644
27 117
0 0
0 50
0 0
0 0
0 0
0 0
90
0
50
0
0
0
0
-6.850
-6.658
-6.957
-7.354
-7.432
-6.663
-6.644
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Inc. vermindering bezuiniging Klant Contact Centrum (A2 Coalitie-akkoord) - Uitbreiding formatie wethouders naar 5,6 fte - Vermindering budget rekenkamer (F13 Coalitie-akkoord) - Taakmutatie waterschapsverkiezingen 2015 - Vermindering bezuiniging Griffie - Vermindering bezuiniging op politiek ambtsdragers -
Gemeentelijke informatie in de Arnhemse Koerier (A4 Coalitie-akkoord) Toename aantal raadsfracties Videouitzendingen en gemeentelijke website Actualisatie Meerjarig InvesteringsPlan Diversen bedrijfsvoering
Bestaand beleid - Korten op inwonerbijdrage Stadsregio (25%): toekomstgerichte bezuiniging - Wijziging openingstijden loketten: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Herpositionering telefonie: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Bezuiniging op politiek ambtsdragers - Verhoging raadswedde ivm passeren grens inwonertal 150.000 -
Eenmalige bijdrage 70 jr Market Garden (€ 20k voor 2015 en € 200k voor 2014) Mutatie wachtgeld B&W (het betrof voor 2014 maar een deel van het jaar) Kapitaallastenontwikkeling Diversen
Bedrag
350 120 -100 90 50 50 40 15 15 6 -6
-115 -276 -73 -101 150 -180 25 -80 -142
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties lasten
-162
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Verlaging legestarief identiteitskaart (F3 Coalitie-akkoord) - 0900-nummer van de gemeente bereikbaar tegen lokaal tarief (A3 Coalitie-akkoord)
-310 -75
Bestaand beleid - Eenmalige verhoging budget 2014 ivm 70 jr Market Garden - Diversen
-100 -24
Van/naar veranderopgaven -509 Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
-347
76
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverl Lasten verdeeld naar producten (in %)
R0001 Verkiezingen; 3%
R0007 Publieke dienstverlening; 47%
R0002 Raad; 14% R0003 Griffie; 7%
R0004 Rekenkamer; 1%
R0005 College van B. en W.; 23%
R0006 Bovenlokale / Regionale organen; 5%
Regulier programma 0. Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
Bestuurder 0.1 Verkiezingen [1]
Realisatie 2013
2016
2017
2018
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--)
0.2 Raad
2015
2014
112
156
252
162
161
161
1.271
1.180
1.359
1.280
1.280
1.280
32 8
32 8
32 8
32 8
32 8
788
555
646
646
646
646
233
185
113
113
113
113
2
2
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
1.424 4,8
2.092 4,8
2.206 5.6
2.162 5.6
1.761 5.6
1.761 5.6
810
920
526
861
861
860
6
6
6
6
6
6
5.133
4.699
4.523
4.468
4.102
4.084
9.771
9.787
9.625
9.692
8.924
8.905
Agendacie.
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal politieke maandagen (vergaderingen) Aantal politieke maandagen (raadsactiviteiten)
0.3 Griffie
Agendacie.
Wat kost het (x € 1.000,--)
0.4 Rekenkamer [2]
Rekenkamer
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal gepubliceerde Rekenkameronderzoeken
0.5 College van B. en W. [3]
Herman Kaiser
Wat kost het (x € 1.000,--) Aantal wethouders (FTE)
0.6 Bovenlokale / Regionale organen [4]
Herman Kaiser
Wat kost het (x € 1.000,--)
Alex Mink
ontwikkelingen:
Henk Kok
Aantal substantiële algemene regelingen/contributies
Hans Giesing
0.7 Publieke dienstverlening [5]
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) indicatoren zijn in ontwikkeling
Totaal
[1]
In deze planperiode vinden Gemeenteraads-, Provinciale-, Europese- en Waterschapsverkiezingen plaats, die de gemeente faciliteert. Indicator is niet van toepassing. In 2015 zijn de verkiezingen van de Provinciale Staten. Nieuw is dat deze verkiezingen worden gecombineerd met de waterschapsverkiezingen. Dit verklaart een hoger budget in 2015 op het product verkiezingen. De gemeente heeft hiervoor, via het gemeentefonds, geld gekregen van het Rijk.
[2]
Indicatoren en organisatievorm rekenkamer staan ter discussie
[3]
Naast de uitgaven voor het college van burgemeester en wethouders gaat het om wachtgelden ex-wethouders (in 2013: drie exwethouders), en om pensioenvoorzieningen voor ex-wethouders (in 2013:18). Dit laatste aantal loopt uiteindelijk op tot 24 pensioengerechtigde ex-wethouders in 2016. Ivm einddatum wachtgeld in 2016 is, obv de hierop gebaseerde prognose, de begroting met ingang van 2017 verlaagd.
[4]
Stadsregio, Euregio, VNG, VNG Gelderland, G32-verband, NICIS Arnhem werkt (P3) eindigt in 2015. Vanaf 2016 worden de budgetten overgeheveld naar de reguliere programma's.
[5]
Indicatoren voor 2015 e.v. zijn in ontwikkeling De lasten nemen in 2017 af. Dit wordt mn veroorzaakt doordat de bezuinigingen bij het KCC in 2015 en 2016 verzacht zijn door twee keer incidenteel 349 ( x € 1.000) toe te voegen.
77
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier Programma 1 Veiligheid Beleidstoelichting Inleiding Veilig zijn en zich veilig voelen is voor alle mensen erg belangrijk. Leven in een veilige omgeving levert een wezenlijke bijdrage aan vrijheid, expressie en ontwikkeling. De gemeente heeft een regierol op het terrein van de brede veiligheid: veilig ondernemen, veiligheid in de wijk, veilig uitgaan, veiligheid op straat en veilig in huis. In nauwe samenwerking met partners in veiligheid werkt de gemeente aan een integrale veiligheid en aan een positiever veiligheidsbeleving van haar inwoners en bezoekers van de stad. Gemeentelijk veiligheidsbeleid is een belangrijke schakel in de verbetering van de leefbaarheid van en in de stad. Veiligheid vraagt blijvend aandacht. Gemeentelijke prioriteiten in de komende jaren zijn een veilige woon- en leefomgeving, en jeugd en veiligheid. Naast deze prioriteiten is er uitdrukkelijk ook aandacht voor andere veiligheidsthema’s zoals veilig ondernemen, bestrijding van overlast en verloedering, bestrijding van mensenhandel, fysieke veiligheid en de voorbereiding op mogelijke crises of rampen. In de zorg voor een veiliger Arnhem wordt nauwe samen-werking gezocht met de verschillende ketenpartners. Door de (keten)samenwerking, het delen van kennis en informatie en gezamenlijke focus, kunnen betere resultaten worden geboekt. Voor veiligheid is een veranderopgave gedefinieerd (9.1). Deze veranderopgave richt zich op thema’s ondernemen en veiligheid en de inzet en inrichting van handhaving. Openbare Veiligheid Naast lokaal beleid en samenwerking, zoals in de Lokale Driehoek, maar ook bijvoorbeeld met Vitesse en bij de totstandkoming van KVO’s (Keurmerk Veilig Ondernemen), wordt op het gebied van veiligheid veel samengewerkt en beleid ontwikkelt op regio (Regio Oost) en districtsniveau (Gelderland-Midden); het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum), het Veiligheidshuis en het RPC (Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing) zijn hier voorbeelden van. Ook de aanpak en bestrijding van mensenhandel en bijvoorbeeld de activiteiten rond Jihadgangers, worden gemeenteoverstijgend opgepakt; op regionaal of zelfs nationaal niveau. Dit vraagt een investering in netwerken en samenwerking, waarbij Arnhem bovendien vaak een regiefunctie voor de regio heeft. In 2014 is hier in geïnvesteerd en ook in 2015 zal hier veel aandacht voor zijn. Voorkomen en bestrijden van rampen en brandbestrijding In januari 2014 is de brandweer in het gebied van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden geregionaliseerd. Naar 2015 en 2016 toe wordt een project doorlopen om de doorontwikkeling van de repressieve organisatie in kaart te brengen. Daarnaast zal de brandweer in Arnhem in 2015 gefaseerd de nieuwbouw in Arnhem Noord betrekken. In 2015 worden binnen de regio ook diverse planvormen (regionaal risicoprofiel, regionaal beleidsplan, regionaal crisisplan) op elkaar afgestemd en vastgesteld. Dit biedt de gelegenheid om de diverse planvormen ook qua looptijd op elkaar aan te laten sluiten. Los van alle planvorming wordt uiteraard ook opgeleid, getraind en geoefend. Dierenwelzijn Dierenwelzijn is gedefinieerd als: “de kwaliteit van leven zoals deze door het dier wordt ervaren” – vrij van angst en ellende, van pijn en ziekte, van honger en dorst en van ongemak en onnodige beperkingen, en vrij om normaal diergedrag te vertonen. Het gaat over gezelschapsdieren zoals honden, katten, konijnen, knaagdieren, vogels en vissen, maar ook landbouwhuisdieren (onder meer op de stadsboerderij – educatieve functie!) en dieren in het wild in bijvoorbeeld onze parken of de bossen en heidevelden. Dierenwelzijn is in 2014 voor het eerst opgenomen in het coalitieakkoord. Het is ook de eerste keer dat dit onderwerp in Arnhem expliciet benoemd is als wethoudersportefeuille. Overigens voldoet de gemeente momenteel ruim aan haar wettelijke verplichtingen met betrekking tot het dierenwelzijn, zoals: • opvang en bewaring van “gevonden” dieren (dode dieren, zwerfdieren) conform vastgesteld beleid; feitelijke opvang en vervoer is uitbesteed aan de Stichting Dierentehuis Arnhem; samen met de stichting worden momenteel nieuwe huisvestingsmogelijkheden onderzocht; • het in acht nemen van de zorgplicht vanuit de Flora- en Faunawet (zorg voor in het wild levende dieren en hun directe leefomgeving bijvoorbeeld bij vergunningverlening en -handhaving, of als eigenaar en beheerder). In januari 2015 wordt een start gemaakt met een beleidsplan. Het wordt in samenwerking met de stad opgesteld. In de loop van 2015 zal over het plan, de acties en bijbehorende kosten een raadsbesluit worden genomen. Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Wet Regulering Prostitutie en Bestrijding Misstanden Seksbranche; • beleidsplan Dierenwelzijn.
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regio, provincie, rijk: • Regionaal Risicoprofiel 2011 - 2014 • Regionaal beleidsplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing • Regionaal Crisisplan deel 1 en 2 • Regionale Draaiboeken bij het regionaal crisisplan • RIEC-convenant
78
Relevante kaders Gemeente: • Coalitieakkoord 2014 - 2018 • Kadernota veiligheid 2012 - 2016 • beleidsnota “Beleid aanpak dode en zwerfdieren” (2010)
79
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 1. Veiligheid
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening
Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
Lasten
Begroting 2014 t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
12.677
12.364
12.533
13.535
14.671
14.647
14.623
477
582
400
416
1.730
1.706
1.706
-12.200
-11.782
-12.133
-13.119
-12.941
-12.941
-12.917
Onttrekkingen aan reserves
0 52
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
52
0
0
0
0
0
0
-12.148
-11.782
-12.133
-13.119
-12.941
-12.941
-12.917
Baten Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Ontwikkelingen Horeca Concentratie Gebied Bestaand beleid - Herprogrammering salariskosten vergunningverlening - Generieke taakstelling VGGM: toekomstgerichte bezuiniging - Generieke bezuiniging VGGM in het bijzonder brandweer: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Optimaliseren cameratoezicht efficiëncyslag: bezuiniging MJPB 2014-2017 zie ook R9 - Efficiëncykorting veiligheidshuis: structurele bezuiniging MJPB 2014-2017 - Veiligheid regulier: incidentele bezuiniging MJPB 2014-2017 - Diversen
Bedrag
50
1.156 -200 -200 -15 -55 55 211
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties lasten
1.002
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid - Afname inzet GSO-middelen tbv leefbaarheid in de wijken (Rb 11.11.2013 MJPB 2013-2016) - Diversen
-50 66
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
16 -986
80
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R1 Veiligheid Lasten verdeeld naar producten (in %)
R0101 Openbare veiligheid; 18% R0102 Voorkomen en bestrijden van rampen; 0%
R0103 Brandbestrijding; 82%
Regulier programma 1. Veiligheid
Bestuurder 1.1 Openbare veiligheid
Realisatie 2013
2015
2014
2016
2017
2018
Herman Kaiser
Wat kost het (x € 1.000,--)
1.490
1.084
2.486
2.487
2.487
2.487
35 26
35 25
35 25
35 25
35 25
35 25
0
16
16
16
16
16
4 1.300
4 1.000
4 1.000
4 1.000
4 1.000
4 1.000
4 4
2 4
1 4
1 4
1 4
1 4
11.187
11.433
11.033
12.168
12.144
12.120
1.814 86
1.900 85
1.900 85
1.900 85
1.900 85
1.900 80
12.677
12.533
13.535
14.671
14.647
14.623
Wat willen we bereiken: % mensen dat zich onveilig voelt in de stad % mensen dat zich onveilig voelt in de buurt
1.2 Voorkomen en bestrijden van rampen [1]
Herman Kaiser
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Risicobepalingen uitgevoerd per specifiek ramptype [2] Gecontroleerde gebruiksvergunningen en gebruiksmeldingen Jaarlijkse oefening van onderdelen van de gemeentelijke rampenorganisatie [3] Aantal alarmeringsoefeningen
1.3 Brandbestrijding [4]
Herman Kaiser
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal uitrukken % uitrukken binnen de norm (minimaal 80%)
Totaal
[1] Voor extra kwantitatieve en kwalitatieve informatie - zie vastgesteld begroting van VGGM. [2] De vierjaarlijks te actualiseren regionale risicoanalyse wordt jaarlijks bekeken op eventuele risico's die meer aandacht moeten krijgen omdat ze actueel geworden zijn. [3] Jaarlijks worden de onderdelen van de gemeentelijke rampenorganisatie geoefend. Hiervoor is aansluiting gezocht op het regionaal opleidings-, trainings-en oefenplan (OTO). [4] Toelichting toename lasten 2016 t.o.v 2015 ad 1.135 (x € 1.000): De nieuwbouw brandweerkazerne is in 2015 gereed. Dit leidt vanaf 2016 tot hogere kapitaallasten van 1.335 (x € 1.000). Een verlaging als gevolge van een generieke bezuiniging VGGM in het bijzonder brandweer : bezuiniging MJPB 2014-2017 van -200 (x € 1.000).
onderwerp
Beheer Voor de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van de stad is het van groot belang dat de openbare ruimte goed op orde is: veilige wegen, fietspaden, stoepen, bruggen, viaducten, goed werkende openbare verlichting en verkeersregelinstallaties. De gemeente onderhoudt de openbare ruimte, met als doel deze schoon, heel en veilig te houden. Voor alle onderdelen in die openbare ruimte, denk bijvoorbeeld aan bestrating, groen, verlichting, onkruid en zwerfvuil, zijn kwaliteitsnormen opgesteld; de landelijk gehanteerde niveaus A t/m D waarbij A de hoogste kwaliteit is. In 2000 is geconcludeerd dat we deze normen met het regulier onderhoud niet halen. De onderhoudsachterstanden waren te groot. Daarom loopt naast het reguliere onderhoudsprogramma ook de inhaalslag BGB: Buiten Gewoon Beter. Met een wijkgewijze aanpak zorgt het BGB-programma er mede voor dat alle Arnhemse wijken vanaf eind 2022 op het vereiste kwaliteitsniveau zitten. In 2014 zal het werk aan de vierde ronde BGB-wijken worden afgerond en wordt een start gemaakt met de vijfde ronde wijken. Hiernaast wordt een aantal grote projecten aan de hoofdstructuur in 2014 afgerond, onder meer de Amsterdamseweg en de Johan de Wittlaan. Deze verbeteringen van de openbare ruimte worden zoveel mogelijk uitgevoerd in combinatie met noodzakelijke werkzaamheden aan de riolering (volgens het Gemeentelijk Rioleringsplan). Combineren van de werkzaamheden levert financieel voordeel op.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
In 2015 wordt gewerkt aan de volgende verkeersmaatregelen: • park12-fietspaden; • snelfietsroutes Arnhem-Zevenaar en Arnhem-Wageningen; • uitbreiding capaciteit fietsenstalling Gele Rijdersplein; • eerste fase uitbreiding fietsstalplaatsen in de binnenstad (250 stuks); • overige fietsprojecten; • herinrichting infrastructuur Velperpoortstation; • het geschikt maken van de routes door Arnhem van de hoogwaardige openbaar-vervoerverbindingen (HOV) Velp-Arnhem-Elst-Nijmegen (331) en Wageningen-Arnhem (353); • rotonde Kronenburgsingel-Kronenburgdijk; • rotonde Huissensestraat-Visserslaan; • herinrichting Johan de Wittlaan; • herinrichting kruispunt IJssellaan-Grevelingenstraat; • herinrichting Nieuwe Plein-Willemsplein (oversteek Arnhem Centraal-binnenstad); • diverse kleinere verkeersmaatregelen.
pagina
Beleidstoelichting Ontwikkeling Arnhem wil een goed bereikbare, toegankelijke en aantrekkelijke stad blijven. Mobiliteit en verkeersveiligheid leveren een bijdrage aan deze opgave en creëren sociale en economische bereikbaarheid. Concrete onderwerpen die hun aandacht krijgen zijn onder andere verkeersveiligheid, het verbeteren van voorzieningen voor fietsers, voetgangers en OV-reizigers, het verdelen van schaarse parkeerruimte rond de binnenstad en de bereikbaarheid van de economische kerngebieden in de stad. De komende jaren zet de gemeente zich in voor een betere bereikbaarheid van de binnenstad, het stimuleren van schoon vervoer en het faciliteren van veranderende vervoersopgaven zoals bijvoorbeeld in het doelgroepenvervoer. Binnen deze accenten gaat de aandacht uit naar het beïnvloeden van keuzes, het verdelen van schaarse verkeersruimte en het optimaal benutten van infrastructuur. Arnhem haakt daarvoor aan bij het landelijke programma Beter Benutten, waarvoor input wordt geleverd voor de periode 2015 - 2017. Nieuw in 2015 en verder zijn de koerswijzigingen die door het coalitieakkoord worden ingezet. De grootschalige uitbreiding van fietsstal-voorzieningen in de binnenstad wordt in gang gezet: in 2015 worden de eerste 250 extra fietsstalplekken gerealiseerd en worden de mogelijkheden voor de capaciteitsuitbreiding van de bewaakte en gratis fietsenstalling Gele Rijdersplein verkend. Ook wordt gewerkt aan de uitwerking van de (pilot) watertaxi. De watertaxi zal de ontbrekende schakel in de fiets- en voetgangersverbindingen tussen de binnen-stad en het zuidelijke stadsdeel invullen. Het beleidsveld verkeer en mobiliteit ontkomt ook in deze tijd niet aan een taakstellende bezuiniging. In het coalitieakkoord is deze € 300.000 structureel. Deze is verdeeld over de vier producten 2.1 tot en met 2.4. De € 75.000 voor mobiliteitsontwikkeling is verwerkt in de beschikbare gelden voor mobiliteitsmaatregelen. Naast deze interne bezuinigingen spelen er enkele grote veranderingen zoals de bezuinigingen op het doelgroepenvervoer en de brede doeluitkering (BDU) mobiliteit die per 1 januari naar de provincie overgaat. Deze (financiële) ontwikkelingen hebben hun invloed op de omvang en de planning van de gewenste verkeersen vervoersmaatregelen. Duidelijke keuzes en prioritering zijn daarbij onontkoombaar.
81
Regulier Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
Oppervlaktewater en Havenbeheer De versmalling van de kade ten oosten van de John Frostbrug heeft geleid tot een uitbreiding van de aanlegmogelijkheden voor cruiseschepen in Arnhem met als verwacht gevolg een toename van het aantal passagiers dat Arnhem aandoet. Op dit moment wordt onder-zocht hoe het gebruik en beheer van de havens en kade kan worden verbeterd. Versterking van transport over water met het oog op de lokale economie, de verbinding van de witte vloot met de stad met het oog op de toeristische functies in Arnhem zijn zaken die daarbij zeker aan de orde zullen komen. “Water” omvat onder meer beheer en onderhoud van afkoppelvoorzieningen, ecozones, moerassen, sloten, beschoeiingen, paddenpoelen én oppervlaktewater (-bodems) zoals de Immerlooplas, Malburgerhaven, Defensiehaven, haven van Coers en de dijkdoorbraakkolken. Ook het onderhoud aan civieltechnische watergerelateerde werken, zoals beekriolen, duikers en fonteinen hoort in deze categorie. Voor wat betreft de duikers en beekriolen wordt in deze planperiode de onderhoudstoestand in beeld gebracht van alle duikers en beekriolen die hoofd- en ontsluitingswegen, provinciale wegen of het spoor kruisen (100 stuks). Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Nota Openbare Ruimte (vanaf 2015; looptijd nog niet vastgesteld) (inclusief Gemeentelijk Rioleringsplan, GRP5 met een kortere looptijd). Relevante kaders Gemeente: • Beleidsnota Fietsverkeer ‘Nieuwe verbindingen nieuwe fietsers’ (2013) • Beleidsnota Openbaar vervoer ‘De reiziger centraal’ (2013) • Beleidsplan BGB ‘Buiten Gewoon Basis’ en BGD • ‘Buiten Gewoon Doorgaan’ (2002) • Keuzenota Integraal Onderhoud Openbare Ruimte (oktober 2013) • Waterplan 2009 t/m 2015 (gezamenlijk plan van gemeente en beide waterschappen) • Fonteinenvisie (2010)
Regio, provincie, rijk: • Rijksprogramma Beter Benutten (2011 - 2014) • Rijksprogramma Beter Benutten-vervolg (2015 - 2017) • Waterbeheerplan 2010 - 2015 van het Waterschap Rivierenland • Waterbeheerplan 2010 - 2015 van het Waterschap Rijn en IJssel • Waterplan Gelderland 2010 - 2015 • Waterwet • Nationaal Waterplan 2009 - 2015 • Bestuursakkoord Water 2011
onderwerp
Parkeren Het Arnhemse parkeerbeleid is gericht op regulering van schaarse parkeerruimte en het versterken van de economische bereikbaarheid. In Arnhem is het parkeerbedrijf verantwoordelijk voor alle uitvoerende taken (exploitatie, beheer en handhaving) van zowel parkeren op straat als parkeren in parkeergarages. Het parkeerbedrijf kent een eigen parkeerexploitatie – het geheel van de parkeeruitgaven en parkeerinkomsten. Hierin is de taakstellende structurele bezuiniging van € 75.000 per jaar verwerkt. Het positief saldo uit de parkeerexploitatie vloeit in het Bereikbaarheidsfonds. Dit fonds is gericht op bestedingen ten gunste van de bereikbaarheid van de stad. Belangrijke inzet op parkeergebied in 2015 bestaat uit: • het invoeren van het betaald parkeren ‘s avonds in de binnenstad en het invoeren van het gereduceerd tarief van € 0,50 in de gemeentelijke parkeergarages van 18:00 tot 06:00 uur conform het coalitieakkoord; • het evalueren van het gereguleerd parkeren in Transvaal en het op basis daarvan doorvoeren van aanpassingen; • het introduceren van nieuwe vormen van parkeerregulering in diverse wijken rond het centrum (waaronder de van Verschuerwijk, het Nieuwe-Kadekwartier en het Spijkerkwartier); • het verder verfijnen van het digitaal parkeren in de gemeentelijke parkeergarages en het betaald parkeren op straat.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Vanaf 2015 is een structurele bezuiniging doorgevoerd van € 150.000 op dit product en product 2.4. Voor 2015 wordt dit gedekt door een eenmalige verlaging van het budget voor BGB. Deze incidentele korting is mogelijk omdat, als gevolg van de eerdere stillegging, de vierde en vijfde ronde-BGB-wijken vertraagd worden opgestart. De bezuiniging voor de jaren vanaf 2016 wordt meegenomen in het proces van het opstellen van de Nota Openbare Ruimte wat begin 2015 tot besluitvorming door de Raad zal leiden.
pagina
Indicatoren voor de prestaties bij de onderwerpen riolering, straatreiniging, stedelijk groen en bossen en parken zijn terug te vinden in de reguliere programma’s 5 (parken & bossen, stedelijk groen en spelen) en 7 (afval, stadsreiniging en riolering).
82
Door diverse incidentele en structurele bezuinigingen, de laatste met ingang van 2014, is het niveau van onderhoud van de openbare ruimte (het zogenaamde basisniveau) op diverse onderdelen verlaagd (zie voor de onderhoudsniveaus vanaf 2014 de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen). In het coalitieakkoord 2014 - 2018 zijn afspraken opgenomen die verdere financiële consequenties hebben voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Ook om die reden is inmiddels gestart met de voorbereiding van een integrale Nota Openbare Ruimte. Aan de hand van deze nota zal besluitvorming gaan plaatsvinden over het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte in relatie tot de daarvoor beschikbare budgetten (inclusief BGB). Deze nota wordt begin 2015 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.
83
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
24.055
25.540
24.843
27.738
33.931
32.605
33.045
Baten
15.504
24.830
15.758
13.888
13.726
13.700
13.782
Exploitatieresultaat
-8.551
-710
-9.085
-13.850
-20.205
-18.905
-19.263
Onttrekkingen aan reserves
3.785 6.815
1.187 2.041
1.493 2.774
2.353 1.006
2.433 4.104
2.400 2.611
2.463 2.708
Mutaties reserves
3.030
854
1.281
-1.347
1.671
211
245
-5.521
144
-7.804
-15.197
-18.534
-18.694
-19.018
Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Diversen bedrijfsvoering - Actualisatie Meerjarig Investerings Plan - Actualisatie parkeerbegroting - Vermindering programmamiddelen verkeer, vervoer en waterstaat (F10 Coalitie-akkoord) - Areaalontwikkeling Bestaand beleid - Herprogrammering salariskosten openbare ruimte - Kapitaallastenontwikkeling - Ontwikkel Mobiliteit en OR: daling budget beschikbaar voor projecten Bereikbaarheidsfonds (BRF) - Projectkosten BGB Presikhaaf - Beheer Mobiliteit en OR: Groot Onderhoud Wegen (fasering loopt vanaf 2015 niet meer via BRF) -
Beheer Mobiliteit en OR: beperken bijdrage aan herstructurering hoofdwegen: bezuiniging mjpb 2013-2016 Lagere onderhoudskosten Vastgoed door activering vervangingsinvesteringen: bezuiniging MJPB 2014-2017 Oppervlaktewater en Havenbeheer: incidenteel budget 2014 (nav besluitvorming niet bestede middelen 2013) Beheer Mobiliteit en OR: Fasering Groot Onderhoud Wegen (onttrekking t/m 2014 opgebouwd tegoed binnen BRF Parkeren: stijging kosten ivm indexering onderhoudscontracten ed Beheer Mobiliteit en OR: minder energieverbruik en onderhoud openbare verlichting: toekomstgerichte bezuiniging Korten op investeringsbudget verkeersinfrastructuur: toekomstgerichte bezuiniging Diversen
Bedrag
-830 85 -136 -75 -41
1.959 736 -350 234 200 -200 -150 -110 50 50 -45 -8 62
Van/naar veranderopgaven - Sturingsbudget van veranderopgave Energie made in Arnhem (P2.1) naar R2.2 en R2.4 - Sturingsbudget van veranderopgave De binnenstadseconomie bereikbaar (P1.2) naar R2.1 en R2.3
1.064 400
Totaal mutaties lasten
2.895
84
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
bedragen x € 1.000
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Diversen bedrijfsvoering - Actualisatie parkeerbegroting Bestaand beleid - Parkeren: stijging belastingopbrengsten a.g.v. indexering - Diversen
-3.120 358
343 549
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties baten
-1.870
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
-4.765
Mutaties reserves 2015 Toevoegingen - RB MJPB2014-2017 BR Bereikbaarheidsfonds: parkeerresultaat - RB MJPB2014-2017 BR Buiten Gewoon Beter: extra toevoeging
Bedrag
- RB 1-2014 BR Buiten Gewoon Beter: extra toevoeging - RB MJPB2015-2018 BR Bereikbaarheidsfonds: parkeerresultaat
1.393 477 -77 560
Totaal mutaties toevoegingen
2.353
Onttrekkingen - RB JV2012 BR Buiten Gewoon Beter: projectkosten "BGB" Presikhaaf - RB MJPB2014-2017 BR Bereikbaarheidsfonds: bijdrage projecten verkeersinfrastructuur - RB MJPB2014-2017 BR Bereikbaarheidsfonds: kapitaallasten mobiliteit - RB MJPB2015-2018 BR Bereikbaarheidsfonds: invoeren betaald avondparkeren (E5 Coalitie-akkoord) - RB MJPB2015-2018 BR Bereikbaarheidsfonds: extra onttrekking 2015 (F10 Coalitie-akkoord) - RB MJPB2014-2017 BR Bereikbaarheidsfonds: onderhoud hoofdwegen - RB MJPB2014-2017 BR Bereikbaarheidsfonds: invulling taakstelling MJPB 2013-2016
234 200 200 200 75 50 47
Totaal mutaties onttrekkingen
1.006
Totaal mutaties reserves
-1.347
85
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R2 Verkeer, vervoer en waterstaat Lasten verdeeld naar producten (in %)
R0204 Oppervlaktew ater en Havenbeheer; 9%
R0201 Mobiliteit en openbare ruimte: Ontw ikkeling; 12%
R0202 Mobiliteit en openbare ruimte: Beheer; 43%
R0203 Parkeren; 36%
Regulier programma 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Bestuurder 2.1 Mobiliteit en openbare ruimte: Ontwikkeling [1]
Realisatie 2013
2015
2014
2016
2017
2018
Alex Mink
3.722
3.468
3.526
3.685
3.947
7.8 7.8 6.1
7.9 7.9 6.5
7.9 7.9 6.5
8 8 7
8 8 7
8 8 7
10.230
9.062
11.810
17.919
15.980
16.216
73 75
100 100
100 100
100 100
100 100
100 100
nb
73
79
85
88
91
9.367
9.570
9.979
9.975
10.434
10.392
907 1.237
967 1.267
958 1.228
949 1.217
940 1.206
963
2.489
2.481
2.511
2.506
2.490
24.055
24.843
27.738
33.931
32.605
33.045
3.495
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Investeringen infrastructuur
zie in de paragraaf investeringen
Cijfer voor centrumbereikbaarheid: Bereikbaarheid OV Bereikbaarheid fiets Bereikbaarheid auto
2.2 Mobiliteit en openbare ruimte: Beheer [2]
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Hoofdwegen > niveau C % Fietspaden op A-norm [3] % van het netto oppervlak van de openbare ruimte dat op basisniveau is gebracht
2.3 Parkeren [1]
Alex Mink
Wat kost het (x € 1.000,--)
Wat willen we bereiken: Aantal verkochte parkeertickets x 1000 (garageparkeren) Aantal verkochte parkeertickets x 1000 (straatparkeren)
2.4 Oppervlaktewater en Havenbeheer
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--)
Totaal
[1] [2]
De toename van de lasten in de jaren is voornamelijk het gevolg van de kapitaallastenontwikkeling. De toename van de lasten in 2016 t.o.v. 2015 wordt voornamelijk veroorzaakt door de overheveling van het budget voor het "Programma Buiten Gewoon Beter" van Wijkaanpak nieuwe stijl (P5) naar Mobiliteit en openbare ruimte: Beheer (R2.2).
[3]
Daar waar fietspaden op of in de directe nabijheid van hoofdwegen liggen, kan door de verlaging van het onderhoudsniveau voor hoofdwegen (niveau C), het onderhoudsniveau van de fietspaden lager uitvallen dan A (hoewel we dat willen voorkomen)
86
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
87
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier Programma 3 Economie Beleidstoelichting Inleiding De gemeente heeft tot taak economisch beleid uit te voeren. De gemeentelijke rol is – zo staat in de Economische Agenda 2015 – vooral faciliterend, stimulerend en regisserend. In de bijeenkomsten voor de midtermreview van de Economische Agenda is deze rolopvatting door partners in de stad bevestigd en gewaardeerd. De gemeente draagt aan de economische ontwikkeling bij door: • te sturen op de ontwikkeling van ruimte; • het bij elkaar brengen, stimuleren en faciliteren van partijen; • het inzetten van organisatiekracht, zoals het initiëren en onderhouden van netwerken; • het gezamenlijk op zoek gaan naar middelen; • goede dienstverlening; • actieve lobby, promotie en citymarketing. De gemeente exploiteert voorts de markten in de stad en een deel van de haven en kades (voor laatstgenoemde; zie regulier programma 2). Ontwikkelingen Sinds enkele jaren werkt Arnhem met een Economische Agenda 2015. In 2012 en 2013 is er samen met partners in de stad een midtermreview uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat de koers van de agenda nog steeds breed wordt gedragen. De gemeente houdt zich daarom de komende tijd aan de koers uit deze agenda, welke als volgt is; zorgen dat de basis op orde is, dat je koestert wat sterk is in de stad én dat je inzet op kansrijke clusters. De twee groeisectoren van Arnhem, Mode- en Vormgeving en Energie- en Milieutechnologie sluiten nauw aan op de topsectoren van het Nederlands topsectorenbeleid van het Rijk, namelijk; Creatieve Industrie en Energie. Uit de midtermreview is ook gebleken dat de crisis een grote impact heeft op de economie, zowel landelijk als lokaal. Zo neemt de leegstand op diverse werklocaties toe, hetgeen tot verloedering kan leiden. Het op peil houden van de werkgelegenheid blijft een aandachtspunt en aan de andere kant is zichtbaar dat steeds meer mensen werkeloos worden. De gemeente heeft dan ook gemeend dat het goed is om voor de komende jaren – passend binnen de koers van de Economische Agenda – enkele accenten te leggen. De accenten zorgen ervoor dat er extra aandacht is voor de dimensie ‘Basis op orde’, maar ook zijn gelieerd aan de sterke sectoren en kansrijke clusters. Het gaat om: 1. Meer aandacht voor de bestaande stad; 2. Bijzondere aandacht voor de uitstraling van de binnenstad en stadsentrees; 3. Specifieke aandacht voor onderwijs en arbeidsmarkt. Om ondernemers meer ruimte de bieden bij het gebruik van de openbare ruimte is de precario afgeschaft. Dit geldt ook voor de toeristenbelasting. Arnhem is een bruisende stad met onder andere het Gelredome als evenementenplek en grote trekkers zoals Koninklijke Burgers’ Zoo en het Nederlandse Openluchtmuseum. We zijn trots dat Arnhemmers via de toegang Schaarsbergen makkelijk van Nationaal Park De Hoge Veluwe kunnen genieten. We willen dat deze toegang blijft bestaan. Binnen de capaciteit van de ambtelijke organisatie worden door herprioritering van werkzaamheden twee formatieplaatsen vrijgemaakt voor extra inzet op acquisitie van bedrijven, hetgeen nader wordt uitgewerkt. De uitvoering van dit programma vindt in nauwe samenhang (financieel en beleidsmatig) plaats met de programma’s: 1 De Arnhemse Binnenstad klaar voor de toekomst, 2 Arnhem groene en duurzame stad, 3 Arnhem werkt! en 4 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde. Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Visie op Horeca • Nota detailhandel
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regio, provincie, rijk: • Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument (Stadsregio Arnhem Nijmegen; 2009) • Provinciale structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties (2010) • Regionaal Programma Bedrijventerreinen (Stadsregio Arnhem Nijmegen; 2013) • Masterplan Mode & Vormgeving (Provincie Gelderland, ArtEZ en gemeente Arnhem; 2010) • Regionaal Programma Detailhandel (2013) • Omgevingsvisie Gelderland (Provincie Gelderland; 2014) • Nederlands Topsectoren-beleid (2013)
88
Relevante kaders Gemeente: • Evenementennota (2003), Horecanota (2006), Hotelbeleid (2009) en aanvullend hotelbeleid (2010) • Detailhandelsbeleid Arnhem, (2008) • Nota creatieve milieus (2009) • Standplaatsenbeleid (2009) • Economische Agenda Arnhem 2015 (2009) • Kantorenbeleid (2008) en Stand van zaken kantorenbeleid incl. aanvullend beleid (2010) • Actieplan Werk • Programmaplan Arnhem Energiestad (2011) • Nota Wijkeconomie (2001) • Actieplan Toerisme en Vrije Tijd (2013) • Citymarketingvisie Arnhem 2013 – 2015 (2013)
89
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 3. Economie
bedragen x € 1.000
Middelen
Lasten
Rekening
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
2013
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
1.368
1.120
1.328
1.408
2.887
2.883
2.879
570
591
591
672
558
558
558
-798
-529
-737
-736
-2.329
-2.325
-2.321
Onttrekkingen aan reserves
14 75
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Mutaties reserves
61
0
0
0
0
0
0
-737
-529
-737
-736
-2.329
-2.325
-2.321
Baten Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid - Herprogrammering salariskosten vergunningverlening - Diversen
109 -29
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties lasten
80
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid - Diversen
81
Naar veranderopgaven Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Toelichting mutaties reserves 2015 In 2015 vinden er op dit programma geen toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves plaats.
81 1
90
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R3 Economie Lastenverdeeld naar producten (in %) R3.02 Exploitatie markten 4%
R3.01 Economisch beleid 96%
Regulier programma 3. Economie
Realisatie 2013
Bestuurder 3.1 Economisch beleid [1]
2015
2014
2016
2017
2018
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--)
1.136
1.092
1.184
1.951
1.951
1.951
31 124 865 6
63 60 ≤ 865 5
36 100 865 5
0 100 p.m. 5
0 100 p.m. 5
0 100 p.m. 5
293 185 680
299 180 610
299 180 610
p.m. p.m. 610
p.m. p.m. 610
Wat willen we bereiken: a. Basis op orde houden Begeleide starters "ik start Smart" [2]
Hans Giesing
Aantal actieve bedrijfsbezoeken [3]
Hans Giesing
Inzet ondernemersfonds x € 1.000
Hans Giesing
Aantal zelf georganiseerde hospitalitybijeenkomsten [4]
Hans Giesing
b. Versterken wat sterk is Subsidie RBT KAN/VVV(regiomarketing Gelderland) x €1.000
Ine van Burgsteden
Aantal Arnhemse aangesloten bedrijven bij RBT KAN
Ine van Burgsteden
Inzet evenementenfonds x €1.000
Gerrie Elfrink
295 178 680
Henk Kok
100
90
100
100
100
100
Henk Kok
33
32
30
30
30
30
Hans Giesing
21
20
20
20
20
20
232
236
224
936
932
928
<225
225
225
225
225
225
1.368
1.328
1.408
2.887
2.883
2.879
c. Inzet op kansrijke clusters Energie Made in Arnhem: aangesloten Arnhemse bedrijven en organisaties EMT-bedrijvigheid: begeleide nieuwe ideeën, bedrijven en starters [5] M&V-bedrijvigheid: begeleide nieuwe ideeën, bedrijven en starters
3.2 Exploitatie markten [6]
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Marktkooplieden [7]
Totaal
[1]
De lasten nemen vanaf 2016 toe, door overheveling van budget van de programma's Binnenstad klaar voor de toekomst (P1), Arnhem groene en duurzame stad (P2), Arnhem werkt! (P3) en Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde (P4)
[2]
Er zijn 200 trajecten ingekocht die verspreid over de periode 2012 t/m 2015 ingezet kunnen worden. 2015 betreft uitloopperiode zodat alle trajecten in 2015 afgerond zijn.
[3]
in 2013 is 124 gerealiseerd en 60 was beoogd. Door de nieuwe werkwijze (nieuwe organisatie) wordt vanaf 2015 100 aangehouden.
[4]
Onder andere; Rode Loper, AOA, Standorgansatie + Happy Hour BKD, Standorganisatie startersdag. Daarnaast incidenteel en jaarlijks te bepalen, bijvoorbeeld; Market Garden en Smaakvol Gelderland
[5] [6]
Bedrijven: 5; Starters: 7; Ideeën: 20 De lasten nemen vanaf 2016 toe, door overheveling van budget van de programma 's Binnenstad klaar voor de toekomst (P1), Arnhem werkt! (P3) en Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde (P4)
[7]
Ook de kooplieden hebben het momenteel financieel moeilijk, hun vaste lasten moeten allereerst terugverdiend worden. Inschatting obv voorgaande jaren lijkt reëel.
Maatschappelijke stages De gemeente stelt voor het in stand houden van maatschappelijke stages € 40.000 structureel beschikbaar. Vergroten bereik en gebruik jongeren van de bibliotheekpas De gemeente gaat samen met de bibliotheek, voor- en vroegschoolse voorzieningen en scholen vaststellen hoe – in aanvulling op dat wat al gebeurt – nog meer kinderen gestimuleerd kunnen worden om te gaan lezen. Met het doel om het aantal kinderen met een taal- en/of leesachterstand (en ook de ouders) te verkleinen. Het verstrekken van de bibliotheekpas door de scholen is daarbinnen één van de uit te zoeken mogelijkheden. Schoolzwemmen In overleg met de schoolbesturen wordt vanaf schooljaar 2014 - 2015 meer flexibiliteit en maatwerk geboden bij de invulling van schoolzwemmen. Scholen waar relatief veel kinderen zitten die anders zonder zwemdiploma van school af zouden gaan maken gebruik van het diplomagerichte zwemonderwijs. De overige scholen waar veel kinderen buiten het schoolzwemmen om een diploma halen, kunnen ook kiezen voor themagericht zwemonderwijs (blok van zes weken). Dat richt zich op het onderhouden van de zwemvaardigheden, het zwemmen in open water, survival en reddend zwemmen, aquarobic, waterpolo etc. Passend Onderwijs Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 hebben de schoolbesturen een zorgplicht voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Zij moeten alle leerlingen, zo dicht mogelijk bij huis een passende plek in het onderwijs bieden, met de ondersteuning die de leerling nodig heeft. Dit sluit aan bij de uitgangspunten die de gemeente hanteert voor de transitie van de jeugdzorg. Gemeenten en schoolbesturen hebben afgesproken hun plannen met betrekking tot zorg voor jeugd en Passend Onderwijs goed op elkaar af te stemmen en hierover structureel overleg met elkaar te voeren.
onderwerp
Overdracht onderwijshuisvesting De gemeente koerst aan – uiterlijk 1 januari 2017 – op een volledige overdracht van de verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting naar de schoolbesturen (PO, VO en (V)SO). Zo kan er door de schoolbesturen een integrale afweging gemaakt worden tussen onderhoud, renovatie en nieuwbouw. Daarbij maakt de gemeente wel afspraken over de invulling van die verantwoordelijkheid, onder andere als het gaat om het beoogde binnenklimaat. De scholen ontvangen voor het uitvoeren van deze taak een vergoeding van de gemeente. Vanaf 2015 zijn de scholen ook volledig verantwoordelijk voor zowel het binnenonderhoud en buitenonderhoud (voor het PO en speciaal onderwijs ligt dat in 2014 nog bij de gemeente).
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Bestrijding schoolverzuim, schooluitval en laaggeletterdheid Voor de bestrijding van schoolverzuim, schooluitval en laaggeletterdheid stelt de gemeente extra middelen beschikbaar. Vooral omdat het vroegtijdig-schoolverlaterspercentage (vsv-percentage) in Arnhem in 2014 uitkomt op 3,5 % (op basis van de voorlopige gegevens van schooljaar 2012 - 2013), terwijl het landelijk gemiddelde uitkomt op 2,1 %. In Nederland zijn er twee gemeenten met een hoger vsv-percentage. De gemeente Arnhem stelt zich ten doel om samen met de partners in de stad de komende jaren extra in te zetten op de bestrijding van schoolverzuim en schooluitval. Streven is om vanaf 2018 (op basis van de gegevens over schooljaar 2016 - 2017) niet meer in de top tien te staan van gemeenten met het hoogste vsv-percentage (in schooljaar 2012 - 2013 heeft de gemeente op de tiende plaats een percentage van 3,0 %). Ook op de bestrijding van laaggeletterdheid zet de gemeente extra in. Laaggeletterdheid is een relatief onzichtbaar, maar wel breed voorkomend probleem. Het vormt vaak een belemmering om te participeren in de maatschappij. In eerste instantie legt het college bij de verdeling van de extra middelen het accent op het terugdringen van laaggeletterdheid.
pagina
Beleidstoelichting Leerrecht vanaf 2,5 jaar Met ingang van het schooljaar 2017 - 2018 komt er in de gemeente Arnhem een leerrecht voor kinderen vanaf 2,5 jaar. Elke peuter kan dan (maximaal) vier dagdelen onderwijs genieten. Nu hebben alleen kinderen met een Voor- en vroegschoolse (VVE)-indicatie (consultatiebureau geeft dit af voor een kind met een risico op een taalachterstand) recht op vier dagdelen peuterspeelzaalwerk. Het leerrecht vanaf 2,5 jaar draagt bij aan een betere voorbereiding op school en het tijdig signaleren en aanpakken van taal- en ontwikkelingsachterstanden.
91
Regulier Programma 4 Educatie
92
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Reguliere peuterspeelzalen Met de harmonisatie van het voorschoolse aanbod worden in 2014 alle reguliere peuterspeelzalen onder de Wet kinderopvang gebracht. Dit betekent onder meer dat de kwaliteitseisen van de kinderopvang gaan gelden en dat de gemeente alleen nog maar de plekken subsidieert voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Aanbieders van kinderopvang kunnen vanaf 2015 ook peuteropvang gaan aanbieden. Het kengetal aantal peuterspeelzalen zal worden omgezet naar aantal gesubsidieerde peuterplekken, regulier (4.1.) en VVE (4.4). Bovenwettelijk onderwijsaanbod en voorzieningen De harmonisatie van het aanbod 0 - 4 jaar is een eerste stap richting het vormen van Integrale Kindcentra (IKC) voor 0 - 12 jaar: centra waarin peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties en scholen samenwerken op (waar mogelijk) één locatie, onder één leiding en met één pedagogische aanpak voor kinderen van 0 tot 12 jaar. De gemeente is ook lid van de landelijke Kopgroep Wethouders voor IKC. De gemeente Arnhem ziet IKC als een goed perspectief voor de doorontwikkeling van het concept van brede scholen, voor de voorzieningen die de gemeente daarvoor inzet en komt eind 2014 / begin 2015 met een visie en plan van aanpak. Vanaf schooljaar 2014 - 2015 is met de aanvullende subsidie van de gemeente Arnhem op elke basisschool een conciërge aanwezig. Aanpak onderwijsachterstanden Najaar 2014 wordt een nieuw beleidsplan voor Onderwijsachterstanden 2015 - 2019 vastgesteld. De onderdelen VVE, Startgroepen, Schakelklassen, Weekendschool, Zomerschool en Verlengde Schooldag zijn onderdeel van het nieuwe beleidsplan. Voorzien in zorgstructuren voor het onderwijs Gemeenten hebben wettelijke taken ten aanzien van de uitvoering van de leerplicht- en RMC-functie (regionaal meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters). Het doel is dat elke leerling op de juiste school zit en dat zo veel mogelijk jongeren een startkwalificatie behalen. Om dat doel te realiseren is het belangrijk dat leerlingen zo weinig mogelijk ongeoorloofd verzuimen. Voor jongeren die zonder startkwalificatie stoppen met een opleiding maar wel de capaciteiten hebben, is het belangrijk dat zij ondersteuning krijgen om de draad opnieuw op te pakken en een voor hen geschikte opleiding af te ronden. Tot 2016 is er een nauwe samenhang (financieel en beleidsmatig) tussen dit product en veranderopgave 3.2 (niveaus van opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt) en veranderopgave 8 (samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd). In 2012 hebben de onderwijsinstellingen en gemeenten in de RMC-regio met OCW een convenant afgesloten over reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters in de periode 2012 - 2013 tot en met 2014 - 2015. OCW heeft als doelstelling geformuleerd om het aantal voortijdig schoolverlaters landelijk te reduceren tot 25.000 in 2016. In het kader van het vsv-convenant wordt er een regionaal programma uitgevoerd ter ondersteuning van de gewenste reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters. De focus ligt op verbeteringen bij opleidingen waar nu het aantal voortijdig schoolverlaters hoog is (aanpak verzuim, extra coaching overbelaste jongeren en begeleiding van de teams, verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, verbeteren overgang van voortgezet onderwijs naar mbo voor risicoleerlingen). Het vsv-programma en de vsv-ontwikkeling wordt regionaal gemonitord. Verzorgen leerlingenvervoer Ouders kunnen – onder bepaalde voorwaarden – voor kinderen die niet zelfstandig kunnen reizen van de gemeente een vervoersvoorziening toegekend krijgen. Uit een lokale pilot en landelijke voorbeelden blijkt dat een deel van de kinderen die nu gebruik maakt van het maatwerkvervoer de overstap zou kunnen maken naar het openbaar vervoer (met (tijdelijke) ondersteuning). De komende jaren ligt daarom het accent op het vergroten van de zelfredzaamheid in samenspraak met de betrokkenen (ouders, kinderen, scholen, vervoerders). Het streven is om vanaf schooljaar 2016 - 2017 het leerlingenvervoer deel uit te laten maken van het doelgroepenvervoer. Het in samenhang aanbesteden van de verschillende vormen van vervoer, vergroten van het volume (regionaal) en het herijken van de kwaliteitseisen moet er toe leiden dat het leerlingenvervoer vanaf 2017 binnen het beschikbare kader wordt uitgevoerd. Dit gebeurt in samenhang met de heroverweging van de vervoersvoorzieningen die nodig is in verband met de invoering van de Wmo 2015. Volwasseneneducatie (VE) Het budget voor VE is sinds 2009 een geoormerkt onderdeel van het Participatiebudget. De Wet Participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs worden per 1 januari 2015 gewijzigd. De inhoudelijke beleidsruimte verandert feitelijk niet en de eerder aangekondigde ontschotting van het Participatiebudget gaat voorlopig niet door. De rijksbijdrage voor VE wordt een specifieke uitkering. De huidige bestedingsverplichting bij de ROC's komt geleidelijk aan (met 25 % per jaar) te vervallen, waardoor marktwerking mogelijk wordt. De budgetten worden op de schaal van de arbeidsmarktregio's gebundeld en beschikbaar gesteld via de aan te wijzen coördinerende centrumgemeente. De omvang van het landelijk budget wijzigt niet, maar er komt wel een nieuwe verdeelsystematiek. Nog niet alle details zijn bekend. De wijzigingen worden meegenomen in het regionaal educatieplan (vaststelling eind 2014).
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
• • •
93
Relevante kaders Gemeente: • Visie op het jonge kind • Stap voor stap, woord voor woord (onderwijsachterstandenbeleid 2011 - 2014) • Toezicht- en handhavingsbeleid Kinderopvang 2011 • Notitie Stand van zaken VVE (2007) • Integraal huisvestingsplan primair onderwijs (2009) • Kadernota Brede scholen (2004, herbevestigd 2008) • Tussenevaluatie Brede Schoolontwikkeling (2009) • Toekomstvisie huisvesting speciaal onderwijs en
voorgezet speciaal onderwijs Arnhem (2009) Handhaven met Zorg (2009) Bedrijfsplan regionaal bureau leerplicht en voortijdig schoolverlaten subregio Arnhem (2012) Participatievisie gemeente Arnhem “Meedoen, dat geldt voor iedereen” (2009)
Regio, provincie, rijk: • Wet Educatie en Beroepsonderwijs • Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (OKE) • Totaal gebouw onderwijswetgeving PO en VO • Wet participatiebudget (onderdeel volwassen- educatie)
94
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 4. Educatie
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
t/m Raad 30 juni 2014
Lasten
30.416
28.617
33.599
37.411
45.693
47.336
47.732
Baten
6.225
2.208
6.421
7.052
13.652
13.667
13.667
-24.191
-26.409
-27.178
-30.359
-32.041
-33.669
-34.065
2.420 2.832
3 159
1.327 633
86 82
86 40
86 46
86 85
412
156
-694
-4
-46
-40
-1
-23.779
-26.253
-27.872
-30.363
-32.087
-33.709
-34.066
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Actualisatie Meerjarig InvesteringsPlan - Leerlingenvervoer (inclusief kilometergrens van 4 naar 6 km) - Taakstelling op subsidies educatie en jeugd: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Taakmutatie korting op buitenonderhoud scholen - Compensatie korting op buitenonderhoud scholen - Onderuitputting budget conciërges - Bestrijding schoolverzuim, schooluitval en laaggeletterdheid (O3 Coalitie-akkoord) - Samenvoeging Volksuniversiteit en Bibliotheek - Diversen bedrijfsvoering - Afbouw subsidie Nivon Bestaand beleid - Kapitaallastenontwikkeling onderwijshuisvesting - Daling kosten agv overheveling gemeentelijke taken naar het onderwijs: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Eenmalig budget sloop Boulevard Heuvelink 48 -
Besparing onderhoud onderwijspanden doorgeven taakstelling (€ 1,6 mln) naar scholen: bezuiniging MJPB2014-2017 Bezuiniging op onderhoud (efficiëncyslag en kwaliteitsverlaging): toekomstgerichte bezuiniging Gebruikersexploitatie MFC's en ontwikkeling aanloopverliezen MFC Klarendal Onderuitputting budget onderhoudskosten panden: inc. toekomstgerichte bezuiniging Taakstelling op subsidies jeugd en educatie: bezuiniging MJPB 2014-2017 Niet opknappen gymzaal ibn-i-sinaschool en renoveren ipv nieuwbouw Monnikkenhuizen:bezuiniging MJPB2014-2017 Versoberen onderhoud huisvesting primair onderwijs: bezuiniging MJPB 2014-2017 Hanteren Londonorm i.p.v. Arnhems model t.a.v. MFC's: toekomstgerichte bezuiniging Compensatie prijsstijging leerlingenvervoer Diversen
Van/naar veranderopgaven - Overhevelen budget veranderopgave: Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs (P8.1) naar R4.2 Totaal mutaties lasten
Bedrag
1.963 340 200 -175 175 -105 100 -107 -14 -5
4.140 -1.600 -500 -400 -300 220 200 -200 -140 -120 -53 51 108
34 3.812
95
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 4. Educatie
bedragen x € 1.000
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen Bestaand beleid - Toename verhuuropbrengsten (onderwijs)panden - Correctie MFC gebruikersexploitatie (zie ook lastenkant) - Diversen
403 211 -3
Van/naar veranderopgaven - Overhevelen budget veranderopgave: Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs (P8.1) naar R4.2
20
Totaal mutaties baten
631
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
-3.181
Mutaties reserves 2015
Bedrag
Toevoegingen - RB MJPB2015-2018 BR Kapitaallasten onderwijs (van BR Verzelfstandiging Domein) - RB MJPB2015-2018 BR Kapitaallasten onderwijs: actualisatie
83 3
Totaal mutaties toevoegingen
86
Onttrekkingen - RB MJPB2015-2018 BR Kapitaallasten onderwijs: actualisatie
82
Totaal mutaties onttrekkingen
82
Totaal mutaties reserves
-4
R4 Educatie Lasten verdeeld naar producten (in %) R4.05 Voorzien in zorgstructuren vh onderw ijs 0% R4.04 Aanpak onderw ijsachtersta nden 4% R4.03 Bovenw ettelijk onderw ijsaanb en voorzien 6%
R4.06 Verzorgen leerlingenvervoer 5%
R4.07 Volw asseneneduca tie 1% R4.01 Reguliere peuterspeelzalen 0%
R4.02 Huisvesting onderw ijs 84%
96
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 4. Educatie
Bestuurder 4.1
Reguliere peuterspeelzalen [1]
realisatie 2013
2015
2014
2016
2017
2018
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--)
32
33
32
537
936
1.336
430 13
419 13
419 13
419 13
419 13
419 13
25.575
27.612
31.208
31.178
31.562
31.565
13.053 8.990 1.655 23.698
12.860 8.681 1.711 23.252
13.340 0 1.751 15.091
13.508 0 1.751 15.259
13.562 0 1.751 15.313
13.729 0 1.751 15.480
645 830 405
646 801 428
659 844 428
667 850 428
670 854 428
678 851 428
1538
1.895
1.811
2.286
2.286
2.284
82 25 2581 13 28 25
82 30 2.600 13 12 25
82 30 2.600 13 12 26
82 30 2.700 13 12 26
82 30 2.700 13 12 26
82 30 2.700 13 12 26
1516
2.331
2.445
8.234
9.249
9.249
18 432 332 63 18 56 796 49 1.744 92
18 432 358 75 18 56 749 68 1.500 90
18 432 358 75 18 56 749 68 1.500 100
18 432 358 75 18 56 749 68 1500 100
18 432 358 75 18 56 749 68 1.500 100
18 432 358 75 18 56 749 68 1.500 100
62
24
34
1.095
1.195
1.195
63 3.5 1.053 24
65 4,3 1100 15
65 3,4 1100 15
65 3 1100 15
65 2 1.100 15
65 0 1.100 15
1553
1.547
1.865
1.745
1.495
1.495
409
617 72 69 p.m.
617 72 69 p.m.
617 72 69 p.m.
617 72 69 p.m.
617 72 69 p.m.
Wat willen we bereiken: Aantal deelnemers Aantal peuterspeelzalen
4.2
Huisvesting onderwijs [2]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal te huisvesten leerlingen: Primair onderwijs (PO) Voortgezet onderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs Totaal Verplichte klokuren bewegingsonderwijs (gymlokatie): - Primair onderwijs - Voortgezet onderwijs - (Voortgezet) speciaal onderwijs
4.3
Bovenwettelijk onderwijsaanbod en voorzieningen [3]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Benutting aanbod natuur- en milieueducatie: aantal scholen Afname Anne Frank krant (vredeseducatie): aantal scholen Aantal leerlingen schoolzwemmen Aantal samenwerkingsverbanden bredeschoolconcept Aantal concierges primair onderwijs (bijdrage gemeente) Aantal combinatiefuncties
4.4
Aanpak onderwijsachterstanden [4]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal VVE-peuterspeelzalen Aantal doelgroepkleuters Aantal te bereiken doelgroeppeuters % bereik doelgroeppeuters Aantal OVG scholen Aantal schakelklassen Aantal leerlingen schakelklassen Aantal leerlingen weekendschool Aantal leerlingen verlengde schooldag Aantal leerlingen zomerschool
4.5
Voorzien in zorgstructuren voor het onderwijs [5]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % teruggeplaatste voortijdig schoolverlaters nieuwe voortijdig schoolverlaters in % (definitie OCW) te behandelen meldingen schoolverzuim (leerplicht) Aantal controles verzuimregistratie scholen
4.6
Verzorgen leerlingenvervoer [6]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Deelnemers leerlingenvervoer RO en SO - Aantal aangepast vervoer - Aantal openbaar vervoer - Aantal eigen vervoer - Aantal voor Primair Onderwijs
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
140
157
16
618
613
608
4.254 3.275
4.254 3.200
4.254 3.200 p.m.
4.254 3.200 p.m..
4.254 3.200 p.m.
4.254 3.200 p.m.
30.416
33.599
37.411
45.693
47.336
47.732
waarvan voor het Speciaal Onderwijs
4.7
Volwasseneneducatie [7]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal groepscontacturen (=lesuren) formele educatie Aantal deelnemers non-formele educatie Aantal deelnemers formele educatie
Totaal
[1]
De toename van de lasten in de jaren 2016 t/m 2018 wordt veroorzaakt doordat In 2016 sturingsbudget wordt overgeheveld van programma Participatie van kwetsbare inwoners (P7) naar R4.1. Daarnaast wordt m.i.v. het schooljaar 2017-2018 in Arnhem structureel (in 2017 400 (x € 1.000)) 800 (x € 1.000) uitgetrokken om kinderen vanaf 2,5 jaar een leerrecht te kunnen bieden.
[2]
De toenemende lasten op de onderwijshuisvesting is voornamelijk het gevolg van de kapitaallastenontwikkeling (mip).
[3]
De lasten nemen vanaf 2016 toe a.g.v. overheveling van sturingsbudget van het programma Wijkaanpak nieuwe stijl (P5) naar R4 en doordat het budget conciërges in 2015 vanwege onderuitputting eenmalig is verlaagd.
[4]
De lasten nemen vanaf 2016 toe. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2016 sturingsbudget overgaat van programma Participatie van kwetsbare inwoners (P7) naar R4.4. De hogere lasten in 2017 is het gevolg van de bezuiniging op (vrijval) middelen VVE in de jaren 2014 t/m 2016.
[5]
De lasten nemen vanaf 2016 toe. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2016 sturingsbudget overgaat van programma Participatie van kwetsbare inwoners (P7) naar R4.5. Daarnaast is het voor scholen mogelijk om m.i.v. het schooljaar 2017-2018 kosteloos bibliotheekpasjes te verstrekken aan hun � leerlingen (onder de 18 jaar).
[6]
De afnemende lasten in 2017 bij leerlingenvervoer is het gevolg van de taakstelling op de nieuwe aanbesteding voor dit product.
[7]
In 2016 is het sturingsbudget overgeheveld van programma Arnhem werkt! (P3) naar R4.7
De kadernota ‘STROOM – cultuurbeleid Arnhem’ hanteert in haar ‘subsidiegebouw’ de volgende onderverdeling. Het gaat om: • basisvoorzieningen (die een structurele subsidie of bijdrage ontvangen: Musis-Schouwburg, Musea Arnhem, Kunstbedrijf, Gelders Archief, Bibliotheek Arnhem, Focus Filmtheater en Luxor Live); • meerjarenvoorzieningen (enkele faciliterende voorzieningen, festivals – Modebiënnale en Sonsbeek – en rijksgesubsidieerde instellingen – Oostpool, Introdans en HGO – waarmee vierjarenafspraken worden gemaakt); • programmatische activiteiten, die voor twee jaar een subsidie krijgen; • incidentele activiteiten. Deze subsidies zijn een belangrijk instrument voor het Arnhemse activiteitenaanbod en de Arnhemse voorzieningen. De beoordeling van de subsidieaanvragen geschiedt conform de Kadernota vooral op basis van de criteria (1) kwaliteit, (2) meerwaarde voor de stad, (3) cultureel ondernemerschap van de aanvragende organisatie, (4) mate van samenwerking van de aanvrager met andere organisaties en (5) actualiteit van het aangebodene. Ontwikkelingen • Musis Sacrum krijgt een grote opknapbeurt: het monumentale deel wordt zoveel mogelijk in oude luister hersteld; de aanbouw uit de jaren ’80 maakt plaats voor een nieuwe multifunctionele zaal; daardoor krijgt Musis veel meer mogelijkheden voor gevarieerde programmering en groeit het uit tot hét muziekcentrum van Oost Nederland; de werkzaamheden starten medio 2015; • Museum Arnhem en Focus Filmtheater: in het coalitieakkoord is bepaald dat het kunstencluster niet wordt gebouwd, het museum op de huidige locatie blijft en dat het structurele budget gereserveerd blijft voor de onderliggende doelen, te weten herhuisvesting Focus Film-theater, huisvesting museum en aanjagen van economie en werkgelegenheid in de binnenstad; de uitwerking hiervan is in 2014 opgestart en krijgt in 2015 zijn vervolg; • Mode-evenement/Sonsbeek Internationaal: de twee beeldbepalende Arnhem culturele evenementen die een belangrijke bijdrage leveren aan de marketing van de stad; de formulering van een nieuwe koers met betrekking tot een hoogwaardig mode-evenement is in de zomer 2014 voorbereid en inmiddels in de raad aan de orde geweest; de nieuwe koers behelst aanstelling van een kwartiermaker samen met ArtEZ, die haar uitwerkt en beziet welke organisatievorm het meest geschikt is; voor een volgende Sonsbeek tentoonstelling is eind 2014 of begin 2015 de “go-no go”-beslissing aan de orde; onderzocht wordt of één (faciliterende) projectorganisatie voor beide evenementen haalbaar is; begin 2015 volgt hiervoor een voorstel; de bestaande jaarlijkse gemeentelijke subsidiebudgetten voor de Modebiënnale en Sonsbeek worden samengevoegd onder één noemer, te weten beeldbepalende culturele evenementen
onderwerp
Het overkoepelende doel komt concreet terug in drie subdoelen voor de Arnhemse cultuur: • Een sterkere culturele keten; • Profilering en vitalisering van het culturele klimaat; • Verbreding van cultuurbereik en -participatie. Deze doelen hangen nauw samen met de veranderopgave "Marketing: product en verhaal op orde" en “Binnenstad”.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Cultuur levert bijdragen aan de maatschappelijke ontwikkeling die Arnhem aantrekkelijk maakt en houdt. Aantrekkelijkheid heeft economische, sociale en ruimtelijke componenten. Ze is goed te volgen in de jaarlijkse ranglijst van de Atlas voor gemeenten. Na een achtste plaats in 2011 en 2012 is de positie op de lijst van aantrekkelijke woonsteden in 2013 en 2014 gedaald naar een vijftiende plaats, maar dat is niet zozeer gevolg van de Arnhemse cultuur. Veel factoren zijn van invloed en kleine veranderingen kunnen tot grote verschuivingen leiden, omdat steden in de samengestelde indexscores vaak dicht bij elkaar liggen.
pagina
Beleidstoelichting Cultuur Arnhem heeft een relatief grote creatieve sector en een complete keten van culturele infrastructuur met ArtEZHogeschool voor de Kunsten, thuis- en uitvalsbases van topgezelschappen als Oostpool, Introdans en Het Gelders Orkest, en belangrijke musea als Museum Arnhem en het Nederlands Openluchtmuseum. Er is een breed scala van amateur- en professionele kunstbeoefening in wijken, stad en regio. Met dynamiek, levendigheid en ruimte voor ontwikkeling als resultaat. Er is ruimte om de stad cultureel nog aantrekkelijker te maken. Als hoofdstad van Gelderland hebben we hierin een belangrijke functie voor de regio. De gemeente vervult daarbij diverse rollen: initiërend, faciliterend, deels uitvoerend en regisserend. Arnhem financiert (gebouwen, huisvesting) en subsidieert (‘content’, programma).
97
Regulier Programma 5 Cultuur, recreatie en sport
Stedelijk groen De wijkparken, plantsoenen en het andere groen in de wijken worden (ontwikkelend) beheerd in samenhang met verhardingen en het riool onder de noemer Buitengewoon Beter (BGB); zie verder regulier programma 2. Dit geldt eveneens voor de openbare speelvoorzieningen. Kritisch ontwerp bij herinrichting blijft een grote uitdaging vooral door de combinatie van functies in de wijk. Zorgvuldig beheer zorgt voor behoud van kwaliteiten. Stimulering en behoud van bewonersbetrokkenheid vergroot de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het groen en kan leiden tot toevoeging van pareltjes. Door het ouder worden van het bomenbestand neemt het aantal gemeentelijke waardevolle bomen geleidelijk toe. Het areaal groen blijft ten minste gelijk en bij voorkeur per wijk. Braakliggende terreinen die gemeentelijk eigendom zijn, kunnen (tijdelijk) groen ingevuld worden. Er wordt ingezet op bomen, verticaal groen, etc. ten behoeve van het bestrijden van hitteplekken in de stad en het doorzetten van het groene karakter van de stad. Voor 2015 wordt hiervoor c 50.000 uit het Groenfonds ingezet. Voor de jaren erna wordt in het proces van de Nota Openbare Ruimte bekeken welk budget openbare ruimte hiervoor wordt ingezet en wordt ingezet op crowdfunding.
onderwerp
Bossen, parken en ecologie Arnhem heeft veel erg waardevol groen, dat de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad sterk meebepaalt. De waarde wordt bepaald door natuurlijke factoren, door de cultuurhistorie, landschapsarchitectuur en recreatief medegebruik. Ontwikkeling en behoud van het (grote) groen gaat hand in hand met stedelijke herstructurering en de uitleg van de stad, of door ontwikkelingen in het buitengebied. Als beheerder van een belangrijk deel van natuur en groen zorgt de gemeente hier zelf voor. Bij iedere ontwikkeling wordt uiteraard nauw samengewerkt met terreinbeherende instanties, bewoners, corporaties en ontwikkelaars. Inhoudelijk wordt samenhang gezocht met de stenige omgeving en de ondergrondse infrastructuur (zie regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat voor het programma Buiten Gewoon Beteren en regulier programma 7 voor onder meer het GRP). Gebieden bestemd als natuur en bos behouden hun bestemming. Op dit moment heeft 92 % van de stad een actueel digitaal bestemmingsplan, maar daarmee is niet al het groen op de beste manier beschermd. Bij de actualisering van bestemmingsplannen krijgt dit extra aandacht. Waardevolle bomen zijn beschermd via de APV en bestemmingsplannen. Voor veel bomen in particuliere tuinen is geen vergunning meer nodig. De effecten van de deregulering worden in vijf buurten in 2015 en 2018 gemeten. De vitaliteit van bomen, vooral die van de paardenkastanje, vraagt om blijvende aandacht. De kastanjeziekte zal ook de komende jaren uitval van bomen geven. Het Groenfonds helpt de parkinrichting updaten en de groenaanleg en het recreatief gebruik versnellen in onder meer Presikhaaf. Ook de ontwikkeling van Park Lingezegen (groene uitloop naar het zuiden) en Ruimte voor de Rivier dragen bij aan kwaliteitsverbetering. De recreatieve route in Meinerswijk wordt door de aanleg van een fiets- en voetpad naar verwachting in 2015 afgerond. De eerste fase van de gebiedsvisie is dan volop in uitvoering. Er ontstaan recreatieve pareltjes doordat de cultuurhistorie zichtbaar wordt. De mogelijkheden voor aanwijzing van Meinerswijk tot nationaal park worden verkend. Met de omgevingsvisie Gelderland hebben we sinds 2014 weer een actueel provinciaal beleid voor natuur en landschap.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Stadsbeeld, architectuur, monumenten, archeologie, bouwkwaliteit Bouwkwaliteit, architectuur en cultureel erfgoed in de vorm van gebouwd erfgoed, historisch-ruimtelijke structuren en archeologisch erfgoed zijn belangrijke ingrediënten voor de belevingswaarde, beeldkwaliteit en identiteit van de stad. Erfgoed heeft naast cultuur-historische waarde ook een toeristische en economische waarde. Het Arnhems erfgoedbeleid richt zich op behoud en versterking van de aanwezige cultuurhistorische waarden en hiermee bij te dragen aan een aantrekkelijke stad om in te wonen, werken, winkelen en te recreëren. Dit wordt bereikt: • door cultuurhistorie als inspiratiebron en kans mee te nemen in ontwerpopgaven en gebiedsprocessen, hier vorm aan te geven in (ruimtelijke) plannen en projecten, waardoor cultuurhistorie zichtbaar en beleefbaar wordt gemaakt (bijvoorbeeld Meinerswijk, omgeving John Frostbrug); • door (her-)bestemming van cultuurhistorisch erfgoed dit erfgoed een duurzame functie te geven en daarmee voor de stad te behouden (bijvoorbeeldsteenfabriek Elden, Eusebius); • door het cultuurhistorisch erfgoed duurzaam te beschermen, waar de kwetsbaarheid dit noodzakelijk maakt (bijvoorbeeld plantoetsing, vergunningverlening); • door de kennis over het Arnhemse erfgoed toegankelijk te maken en daarmee het publieksbereik en draagvlak voor het behoud van cultuurhistorisch erfgoed te vergroten (bijvoorbeeld advisering, Erfgoedbrief).
pagina
(in totaal € 375.000 per jaar); vanaf 2015 wordt hieruit € 150.000 voor een volgende Sonsbeektentoonstelling gereserveerd; voor een hoogwaardig mode-evenement en de projectorganisatie wordt dit begin 2015 bepaald; Bezuinigingstaakstelling: op cultuur ligt een bezuinigingstaakstelling van structureel f 900.000 per jaar vanaf 2015; een bedrag van € 500.000 is reeds ingevuld door dit vanaf 2015 in mindering te brengen op de gemeentelijke jaarlijkse bijdrage aan Musis Sacrum/ Schouwburg Arnhem (MSSA); er rest een bezuinigingstaakstelling van € 400.000; hierover is in het coalitieakkoord vastgelegd dat deze taakstelling wordt uitgesteld tot 2016; daarbij is aangegeven dat bezuinigingen geen activiteiten treffen die cultuureducatie tot doel hebben; in het voorjaar van 2015 zal de Raad hiervoor beslissen; Midterm review STROOM: de cultuurnota is begin 2012 door de raad vastgesteld en tot stand gekomen na een proces waarbij het culturele veld actief betrokken is; de uitvoering van STROOM ligt op koers en er is vooralsnog geen aanleiding om deze drastisch te wijzigen.
98
• •
Ontwikkelingen • Sportiviteit en respect waren in 2013 en 2014 veel in het nieuws. Er is en er wordt op deze terreinen veel gedaan, maar het lijkt helaas nog onvoldoende. In 2015 zal, mede op basis van rijksbeleid, door middel van verenigingsondersteuning extra worden ingezet op het bevorderen van respect. Arnhem zal tot 2017 participeren in een Lectoraat Veilig Sportklimaat aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle; • In de sport wordt al aandacht besteed aan duurzaamheid van de belangrijkste sportcomplexen en in het duurzaam verenigen. Verbeteringen zijn mogelijk met en zonder financiële investeringen. Verbeteringen zonder investeringen duiden onder meer op gedrag en consuminderen. Ten behoeve van verbeteringen met investeringen geldt ‘meten is weten’. Met slimme meters wordt veel duidelijk, in dit verband is het raadzaam de sport eerst in te richten met deze meters, omdat verbeteringen zich kunnen vertalen naar veel vergelijk bare gebouwen. Verbeteringen kunnen worden gezocht in energiebesparing, energieopwekking, maar ook in gebouwenbeheerssystemen en in het MJOP; • Sport is in Arnhem een belangrijke werkgever met Papendal, CIOS, bvo Vitesse en anderen binnen onze grenzen. Daarnaast zijn deze instituten en bedrijven nationaal en internationaal gezien aansprekende topmerken. Bij de citymarketing zal daarvan gebruik gemaakt worden. In Arnhem is sport een belangrijk middel. De sport draagt bij aan een goed en aantrekkelijk leefklimaat in de stad, gezonde en fitte (wijk)
onderwerp
Uitgangspunten en doelen van beleid Sport levert vanuit ‘DE SPORTVISIE’ een grote bijdrage aan de maatschappij op het gebied van gezondheid, individuele ontwikkeling, samenleving, participatie, veiligheid, economie en de aantrekkelijkheid van de stad. Meer sportende en bewegende Arnhemmers vergroten de gezondheid en het welbevinden, en verkleint een eventueel sociaal isolement van Arnhemmers. Sport biedt kansen (zowel binnen als buiten de sport) en socialiseert (denk daarbij aan samenspel, doorzetten en discipline). Met het oog op de gezondheid zou het goed zijn als de doorsnee mens voldoet aan de beweegnorm en/of fitnorm: • Jongeren (<18 jr) zeven dagen per week een uur actief, volwassenen vijf dagen per week een half uur actief (= beweegnorm); • Zowel jongeren als volwassen 3 keer per week 20 minuten intensief actief (= fitnorm). Sport in de stad gaat vaak over de bijzondere vaardigheden die je met sport aanleert, de fysieke en mentale aspecten, de leerprestaties, motoriek en gezondheid, over leren winnen en verliezen, en samenwerken en teambuilding. De gemeente gaat, ondermeer met behulp van JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) en in samenwerking met sportcentrum Papendal, inzetten op een gezonde leefstijl: dat wil zeggen genoeg bewegen, gezond eten en koken.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Sport De gemeente beheert (een belangrijk deel van) de sportinfrastructuur, met de (gezonde en vitale) sportverenigingen in een cruciale rol. De gemeente stimuleert deze verenigingen aan activering van mensen, talentontwikkeling en sportiviteit en respect te werken. Inzichten over burgerkracht en ‘civil society’ in de sport hebben laten zien dat burgers en verenigingen bij het maken en uitvoeren van beleid een nuttige bijdrage kunnen leveren. Niet alle wijken in Arnhem zijn even sterk en de overheveling van taken van het Rijk en de Provincie naar de gemeenten op het gebied van de Jeugdzorg, de AWBZ en Participatiewet trekt een wissel op de zwakkere wijken. Gebiedsgerichte oriëntatie van de gemeentelijke organisatie als geheel en sport in het bijzonder zijn nu extra relevant. Doorgaan op de ingeslagen weg met ontwikkeling van de wijksportpunten is niet voldoende, sport moet nog meer aansluiten bij de gebiedsgerichte aanpak in zijn geheel.
pagina
Spelen Met ongeveer 10 % van de ruimte per hectare woongebied beschikbaar voor (in-)formeel spelen is er voldoende keuze in ontmoetings- en formele en informele speelmogelijkheden (in stadsparken, wijkparken, buurtgroen en op pleinen). Arnhem doet het daarmee goed vergeleken met andere steden. Behoud van de huidige (groene) gebruiksruimte is beleidsuitgangspunt. In diverse buurten en wijken zullen kleinere speelruimtes met toestellen voor de doelgroep 7 – 12 jaar vervangen worden door gebundelde grote en centraal gelegen groene speel- en ontmoetingsplaatsen voor alle leeftijden. Sportveldjes worden gehandhaafd. Hiermee wordt ook invulling gegeven aan het initiatiefvoorstel ‘Groene Speelplaatsen’. Voorbeeld van een groene speelplaatsen zijn de Cool-Natureruimte in park ‘Beek op de Paasberg’, ‘Modder aan je broek’ in Schuytgraaf, de natuurlijke speelen ontmoetingsplek in Immerloopark en park Malburgen West (speelbuurt Malburgen West). Maar ook het Coehoornpark.
99
De Groene Agenda zet zich in op de bewustwording van de vele groene kwaliteiten in Arnhem. Ze stimuleert bewonersparticipatie en brengt de kwaliteiten en de recreatieve gebruiksmogelijkheden voor bezoekers onder de aandacht. Stadslandbouw brengt de bewustwording van voedselproductie en herkomst onder de aandacht van een breed publiek en draagt bij aan sociale cohesie. Ook hier worden bewonersinitiatieven ondersteund. Meer groen in de stad draagt bij aan koelte op warme zomerdagen. Dat is een ambitie uit de Structuurvisie 2020 - 2040 en die wordt door het college in het nieuwe coalitieakkoord bekrachtigd. Groene daken en gevels blijven speerpunt voor de sterk opwarmende gebieden. De gemeente geeft hier waar mogelijk zelf het goede voorbeeld (gemeentelijk vastgoed). De uitdaging voor de komende jaren is strategisch ontwerp van de stad en stedelijk groen dat ventilatie en verkoeling worden bevorderd. Concreet is dit nu aan de orde bij de landschappelijke zones A12-Spoor (Presikhaaf) en de herontwikkeling van het gebied 3-Noord, het Dorp.
100
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
bewoners en geeft en bevordert een actieve uitstraling. Sport helpt voor velen bij het weer op de rails krijgen van arbeidsritme, motivatie en zo nodig bij het verleggen van grenzen. Naast banen zijn er natuurlijk ook veel stageplekken. Binnen het Sportbedrijf Arnhem zullen de leerwerkplekken worden geprofessionaliseerd via een leerwerkbedrijf. Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Regionalisering en verzelfstandiging Sportbedrijf Arnhem; • Nota bewegen en sporten in de Openbare Ruimte; • Accommodatieplan; • Nota Sport en Economie; • Nieuwbouw/upgrading Sportcentrum Valkenhuizen inclusief zwembad; • Actualisering Groenplan; • Nota Openbare ruimte (inclusief GRP 5); • Museum Arnhem / Focus Film Theater; • Midterm Review cultuurnota STROOM; • Bezuinigingen Cultuur; • Projectorganisatie beeldbepalende culturele evenementen / Sonsbeek 2016 / MoBA. Relevante kaders Gemeente • Kadernota ‘STROOM – cultuurbeleid Arnhem’, 2012 • Nota Creatieve Milieus Arnhem, 2009. • Beleidsnota ‘De kaders verzetten: cultuureducatie Arnhem 2009 - 2012’ uit 2008. • Nota ‘Bronnen: beleid Beeldende Kunst en Vormgeving 2009 - 2012’ uit 2008/2010. • Coalitieakkoord 2015 - 2018 ‘Met de stad’ van mei 2015. • Erfgoednota “Panorama Arnhem” uit 2008 • Groenplan Arnhem 2004-2007/2015, inclusief beheervisies en beheerplannen • Nota ‘Bronnen: beleid Beeldende Kunst en Vormgeving 2009 - 2012’ uit 2008 - 2010. • Natuurkalender Arnhem 2006 • Structuurvisie 2020 - 2040, • Beleidsplan Buiten Gewoon Basis (2002). • Initiatiefvoorstel ‘Groene speelplaatsen’ (2013).
• Nota ‘Evenementenbeleid’ van EZ uit 2003; • Nota Ruimte voor de Jeugd 2010 - 2020 (2009); • ‘DE SPORTVISIE’, december 2011; • Uitvoeringsprogramma Gezondheidsbeleid en Informele Zorg; • Stad in Balans; • Nota ‘Kort op de bal’ (2014). Regio, provincie, rijk: • Gelderse omgevingsvisie (2014) • ‘Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk verder’ • Gelderland Sportland; • Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur (2008); • Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (VWS 2009); • Het Programma Sport, 2011; • Actieplan 'Naar een veiliger sportklimaat' (VWS, 2011); • Programma Sport en Bewegen in de Buurt (tot 2016).
101
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 5. Cultuur, recreatie en sport
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
48.688
48.387
51.960
56.658
55.881
55.798
58.428
Baten
15.040
17.426
13.691
13.645
13.507
13.506
13.505
-33.648
-30.961
-38.269
-43.013
-42.374
-42.292
-44.923
6.198 996
460 96
1.107 879
4.868 13.212
1.067 9.037
1.128 124
0 280
-5.202
-364
-228
8.344
7.970
-1.004
280
-38.850
-31.325
-38.497
-34.669
-34.404
-43.296
-44.643
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Afwikkeling ArtA - Actualisatie Meerjarig InvesteringsPlan - Geen bezuinigingen op natuur- en cultuureducatie (O7 Coalitie-akkoord) - Samenvoeging Bibliotheek en Volksuniversiteit -
Diversen bedrijfsvoering Taakmutatie uitgifte e-books Taakstelling subsidies cultuur: bezuiniging MJPB 2014-2017 Taakstelling oplossen binnen beleidsveld Beeldkwaliteit bossen en parken (Amendement houd Arnhem groen): bezuiniging MJPB 2014-2017
Bestaand beleid - Herprogrammering salariskosten openbare ruimte - Taakstelling subsidies cultuur (incl. bezuiniging MSSA ad € 500): bezuiniging MJPB 2014-2017 - Versoberen onderhoud vastgoed sport / cultuur / niet te vervreemden: bezuiniging MJPB 2014-2017 -
Taakst. Openb. Ruimte, niet zijnde groen en bomen (Amend. houd Arnhem groen): bezuiniging MJPB 2014-2017 Sluiten 'Sport en spel-verhuur': toekomstgerichte bezuiniging Bezuiniging op subsidie ASF: toekomstgerichte bezuiniging Taakstelling buitensportaccommodaties: toekomstgerichte bezuiniging Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling (bezuiniging formatie): toekomstgerichte bezuiniging Verminderen beleidscapaciteit Monumenten en Water en Ecologie: toekomstgerichte bezuiniging Verlagen subsidies cultuur loopt op naar € 200 in 2016 (Bibliotheek en SLAK): bezuiniging MJPB 2013-2016 Transitiekosten verzelfstandiging GMA Diversen
Van/naar veranderopgaven - Sturingsbudget van veranderopgave Energie Made in Arnhem (P2.1) naar R5.5 - Sturingsbudget van veranderopgave Energie Made in Arnhem (P2.1) naar R5.7 Totaal mutaties lasten Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Toename huuropbrengst panden Bestaand beleid - Diversen
Bedrag
3.284 696 400 107 -100 -72 50 -50 40
1.188 -900 -200 -40 -125 -39 -130 -300 -16 -30 -622 313
904 340 4.698
43
-89
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
-46 -4.744
102
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 5. Cultuur, recreatie en sport
bedragen x € 1.000
Mutaties reserves 2015
Bedrag
Toevoegingen - RB28032011 / MJPB2014 BR Cultuur in Rijnboog: onderbesteding - RB17102011 BR Verzelfstandiging Domein - RB MJPB2015-2018 BR Verzelfstandiging Domein ( overheveling naar BR Kapitaallasten Onderwijs ) - RB MJPB2015-2018 BR Cultuur in Rijnboog: samenvoegen met BR Renovatie Musis tbv Musis
1.006 83 -83 3.862
Totaal mutaties toevoegingen
4.868
Onttrekkingen - RB MJPB2015-2018 BR Cultuur in Rijnboog: effect E1. Coalitie-akkoord - RB28032011 BR Cultuur in Rijnboog: TG Oostpool - RB27092010 BR Kunstgrasvelden: kapitaallasten - RB26052014 BR Duurzame energiemaatregelen: tbv activeringen 2013 - BR04072011 BR Beeldende kunst: project culturele bruggenbouwer - RB MJPB2015-2018 BR Cultuur in Rijnboog: Afwikkeling ArtA - RB MJPB2015-2018 BR Renovatie Musis tbv Musis: samenvoegen met BR Cultuur in Rijnboog
1.500 26 70 29 22 3.284 3.862 4.419
- RB MJPB2015-2018 BR Cultuur in Rijnboog: inramen Musis in exploitatie (zie MIP) Totaal mutaties onttrekkingen
13.212
Totaal mutaties reserves
8.344
R5 Cultuur, recreatie en sport Lasten verdeeld naar producten (in %)
R5.05 Erfgoed, archeologie en beeldkw aliteit 3% R05.06 Parken, bossen en ecologie 3% R5.07 Stedelijk groen 7% R5.04 Incidentele culturele activiteiten 0%
R5.08 Spelen 1%
R5.10 Binnensport 10% R5.11 Buitensport 7% R0512 Sportbeleid en sportontw ikkeling 9%
R5.03 2-jaarlijkse culturele activiteiten (programmatisch) 1%
R5.02 Meerjarenvoorzieningen 3%
R5.01 Culturele basisvoorzieningen 49%
R5.09 Zw embaden 7%
103
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 5. Cultuur, recreatie en sport
Bestuurder 5.1 Culturele basisvoorzieningen [1] Wat willen we bereiken: Leden bibliotheek x1.000 Bezoekers MSSA x1.000 Bezoekers gemeentemusea x1.000 Bezoekers Focus-filmtheater x1.000 Deelnemers Kunstbedrijf/Domein x1.000 Bezoekers Luxor Live x1.000
2016
2017
2018
22.312
25.366
27.965
24.261
24.206
25.506
38 127,5 63,5 64,5 2,8 65,8
40 130 60 60 3.5 65
40 130 60 60 3.5 70
40 130 60 60 3.5 70
40 130 60 60 3.5 65
40 130 60 60 3,5 65
1.567
1.692
1.716
2.040
2.016
2.015
2 8 2
3 6 2
3 8 2
3 8 2
3 8 2
3 8 2
0
708
708
708
708
708
21
21
p.m.
p.m.
p.m.
p.m
0
0
0
157
157
157
7.3
7.3
7.3
7.3
7,3
910
663
1.684
1.974
1.966
1.927
1.666
1.567
1.865
1.862
1.847
1.846
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal gezelschappen Aantal instellingen Aantal festivals
5.3 2-jaarlijkse culturele activiteiten (programmatisch)
2015
2014
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--)
5.2 Meerjarenvoorzieningen [2]
realisatie 2013
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal programma's
5.4 Incidentele culturele activiteiten [3]
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: algemeen culktuurbeleid: Het rapportcijfer voor het Arnhemse cultuuraanbod
5.5 Erfgoed, archeologie en beeldkwaliteit [4]
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: indicatoren zijn in ontwikkeling
5.6 Parken, bossen en ecologie
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Groenbalans - ontwikkeling oppervlak bossen en natuur ten opzichte van 2010 (= 1.434 ha.) in ha. Groenbalans - ontwikkeling oppervlak stadsparken ten opzichte van 2010 (= 284 ha.) in ha.
5.7 Stedelijk groen [3] Wat willen we bereiken: Groenbalans - ontwikkeling oppervlak wijkgroen ten opzichte van 2010 (= 515 ha.) in ha. Groenbalans - aantal waardevolle bomen: - particulier - gemeente aantal verleende kapvergunningen/aanlegvergunningen
Wat kost het (x € 1.000,--) behoud % (groene) gebruiksruimte per netto speeloppervlak jaarlijks min. 1 grote formele ruimte aanleggen met verhouding van 80% natuurlijke speelaanleidingen en 20% speeltoestellen
+38
+38
+38
+38
+38
328
+ 25
+ 25
+ 25
+ 25
+ 25
3.038
2.742
3.903
4.578
4.578
4.578
683
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
700
509 285 132
513 271 50
513 305 50
560 305 50
570 320 50
580 325 50
210
279
421
716
716
716
10
10
10
10
10
10
1
1
1
1
1
1
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--)
5.8 Spelen [3]
1723
Ine van Burgsteden
104
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 5. Cultuur, recreatie en sport
realisatie 2013
Bestuurder 5.9 Zwembaden Wat willen we bereiken: Bezoekers Valkenhuizen x 1.000 Bezoekers de Grote Koppel x 1.000
2018
4.130
3.745
3.679
3.652
3.647
3.657
87 300
100 325
100 325
100 325
100 325
100 325
4.937
5.882
5.769
6.328
6.330
6.348
46 34
47 35
48 36
49 37
50 38
3.782
4.154
4.104
4.210
4.220
4.213
n.g. n.g.
71 25
73 30
75 35
75 35
75 40
6.136
5.162
4.844
5.395
5.407
5.411
26 39
27 39
28 39
29 39
30 40
51.960
56.658
55.881
55.798
58.428
Wat willen we bereiken: % Arnhemmers (>15 jaar) dat beweegnorm haalt % Arnhemmers (>15 jaar) dat de fitnorm haalt Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Sportparticipatie % Lid van sportaanbieders
5.12 Sportbeleid en sportontwikkeling [3]
2017
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--)
5.11 Buitensport
2016
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--)
5.10 Binnensport [5]
2015
2014
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Vitale verenigingen % Sporten in verenigingsband
Totaal
48.688
* n.g. is niet gemeten [1]
de toename van de lasten in 2018 is voornamelijk het gevolg van de kapitaallastenontwikkeling (mip). Door afwikkeling ArtA vallen de lasten in 2015 incidenteel hoger uit. De beeldbepalende culturele evenementen Modebiënnale en Sonsbeek Internationaal worden in de toekomst meer in samenhang bezien. Cf de nota's Sonsbeek Internationaal: haalbaarheidsstudie en stand van zaken (2014.0.080.581) en Modebiënnale: terug naar de bron (2014.0.082.591) zijn de betreffende budgetten op de
[2] [3] [4] [5]
begroting opgenomen onder één noemer, te weten “beeldpalende culturele evenementen” met een totaalbedrag van € 375.000 (excl. accrestoevoeging). De hogere lasten in 2016 zijn het gevolg van overheveling sturingsbudget van de programma 's Marketing van Arnhem (P4) en Wijkaanpak nieuwe stijl (P5). De lasten nemen in 2016 toe als gevolg van overheveling sturingsbudget van het programma Wijkaanpak nieuwe stijl (P5) Door de structurele bijdrage restauratie Eusebius (MJPB 2013-2016) nemen de lasten vanaf 2016 toe. De lasten nemen in 2016 toe als gevolg van overheveling sturingsbudget van het programma Wijkaanpak nieuwe stijl (P5). Daarnaast toename budget tbv onderhoud sportaccommodaties.
DU= decentralisatieuitkering; IU = integratieuitkering; AU= algemene uitkering (gemeentefonds)
De nieuwe gedecentraliseerde activiteiten gaan dus financieel 38 % van rijksbekostigde gemeentelijk takenpakket uitmaken. Dat betekent ook het één en ander voor de opzet van de begroting. De gemeente gaat het geld wat ze van het rijk krijgt ook voor de doelen in het kader van de Participatiewet, de Jeugdzorg en de Wmo 2015 inzetten. De gemeente moet dit als gevolg van rijksbezuinigingen op een efficiënter manier doen dan rijk en provincie voorheen deden. Specifieke verantwoording vraagt het rijk via haar bestedingsvoorwaarden van de gemeenten in ieder geval tot 2018. Daarna ontstaat waarschijnlijk een nieuwe situatie. De eigenlijke verantwoording van de bestedingen heeft een lokaal karakter. Wel wenst het rijk daarnaast zicht te houden op de bestedingen via informatieverstrekking en monitoring. Om de gerichte middeleninzet inzichtelijk te houden en de verantwoording te faciliteren worden aan de begroting nieuwe producten toegevoegd – een product sociaal deelfonds jeugd, een product sociaal deelfonds Wmo 2015, én een product algemeen sociaal deelfonds. Met dit algemeen deelfonds worden de uitvoeringskosten, de innovaties en de algemene kosten (zoals huisvesting) van de gebiedsteams bekostigd. De producten sociaal deelfonds zijn opgenomen als 6.15 (jeugd), 6.16 (Wmo 2015) en 6.14 (Algemeen). Met het oog op de uitvoering van de nieuwe Participatiewet kan teruggegrepen worden op het gebruik van het oude product 6.1 nu onder de nieuwe noemer sociaal deelfonds participatie.
onderwerp
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Decentralisaties Jeugdzorg, participatie en Wmo 2015 komen naar de gemeente. Het gaat bij de decentralisaties om een omvangrijk pakket aan nieuwe taken. Het volgende overzicht van bronnen waaruit de gemeentelijke taken worden gefinancierd, illustreert de omvang van de nieuwe taken:
pagina
Beleidstoelichting Inleiding Arnhem wil een stad kunnen zijn waarin alle bewoners meetellen en mee kunnen doen aan de samenleving, ongeacht afkomst, religie, geslacht of leeftijd. Een stad die haar bewoners samen vormgeven ieder vanuit zijn eigen kracht. Het programma Participatie en maatschappelijke ondersteuning richt zich op een sterkere deelname – waar mogelijk geheel op eigen kracht – van de Arnhemse burger aan de samenleving. Dit programma staat in nauwe relatie met de programma´s 3 Arnhem Werkt!, 5 Wijkaanpak nieuwe stijl en 7 Participatie van kwetsbare burgers. Vanaf 2015 zal er een bezuiniging op subsidies Welzijn en zorg worden doorgevoerd (zie paragraaf subsidies).
105
Regulier Programma 6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
Activerende schulddienstverlening In 2012 is de activerende schulddienstverlening ingevoerd. Accent is komen te liggen op het eerst coachen en begeleiden van mensen naar financiële zelfredzaamheid. Als dit voldoende is bereikt, is inzet van een schuldregeling mogelijk. Dit beleid is begin 2013 positief geëvalueerd. Op dit moment wordt deze activering uitgevoerd door zowel Rijnstad als het BudgetAdviesCentrum (BAC), het financiële traject (onder meer inkomensbeheer, minnelijk traject, schuldregeling, uitvoering Wsnp –Wet schuldsanering natuurlijke personen) is belegd bij het gemeentelijk onderdeel BAC. Het aantal trajecten is op dit moment stabiel, maar risico blijft dat dit toeneemt. Om dit te voorkomen wordt extra ingezet op preventie en vroegsignalering (in samenwerking met diverse – stedelijke – partners). Tevens worden vrijwillige budgetcoaches getraind en ingezet om de dienstverlening voor de klanten te verbeteren zonder extra kosten te maken en mogelijk te besparen. In 2013 is besloten de schulddienstverlening extern te plaatsen vanuit de visie op de regierol voor de gemeente. In de hiervoor opgestelde businesscase zijn budget en traject tot en vorm van extern plaatsen vastgesteld. Inmiddels is in het coalitieakkoord afgesproken dat het raadsvoorstel hierover werd teruggenomen en in aangepaste vorm voor 1 juli opnieuw zou worden aangeboden. Dit onderzoek en dit traject vragen meer tijd. Op moment van schrijven van de concept-MJPB werden alternatieve scenario’s uitgewerkt en is advies op juridisch gebied en vanuit Inkoop en Aanbesteding ontvangen. Daarnaast lopen afspraken over afstemming ten aanzien van overheveling taken en verantwoordelijkheden naar de gebiedsteams. Samenlevingsopbouw Arnhem wil een stad zijn die het mogelijk maakt dat al haar burgers zoveel mogelijk meedoen aan de samenleving. De gemeente gaat de eigen kracht van mensen en sociale netwerken (mantelzorg, vrijwilligers, burgerinitiatieven) beter benutten om te komen tot een samenleving waarin mensen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en waarin iedereen naar vermogen bijdraagt. Bij het beantwoorden van ondersteuningsvragen doen we in toenemende mate een beroep op de veerkracht, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid van de burgers zelf, ongeacht afkomst, religie en geslacht. Deze ondersteuning organiseren we zo veel mogelijk dichtbij; gebiedsgericht, in de eigen woon- en leefomgeving van de Arnhemse burgers. Het ontwikkelen van een collectief, passend aanbod staat centraal. Collectieve voorzieningen zijn niet alleen goedkoper, maar bieden vaak ook een
onderwerp
Armoedebeleid In 2013 is de armoedeagenda 2013 - 2014 ‘naar een veerkrachtige stad’ aangenomen. Deze agenda had met name ten doel om het armoedebudget en de toenemende vraag van de groeiende doelgroep beter in balans te brengen. Om die reden zijn enkele maatregelen genomen en zijn extra middelen aan de armoedeagenda toegevoegd. In de nieuwe armoedeagenda 2015 - 2018 (besluitvorming in de raad in het najaar van 2014) wordt ingegaan op de vraag hoe we ‘mét de stad’ tot een betere armoedebestrijding kunnen komen (met een beperkter budget dan in 2014 het geval was) en hoe een kanteling van het klassieke inkomensondersteunende armoedebeleid kan worden bewerkstelligd. Zo zorgt de voorgenomen verruiming van de inkomensgrens van de Gelrepas er bijvoorbeeld voor dat meer mensen in Arnhem mee kunnen blijven doen en worden partners in de stad meer met elkaar verbonden in een Armoedepact. Het is natuurlijk van belang de wettelijke taken, wetswijzigingen en de financiële haalbaarheid niet uit het oog te verliezen. De wetswijzigingen rondom de bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag bijvoorbeeld vragen om meer individueel maatwerk, met extra druk op de uitvoerende organisatie als gevolg.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Daarnaast wordt per 1 januari 2015 – tegelijkertijd en als onderdeel van de Participatiewet – de wetswijziging Maatregelen WWB ingevoerd. Deze wetswijziging leidt tot wijzigingen in uitkeringsnormen en toeslagen, re-integratieverplichtingen, tegenprestatie en minimaregelingen. De wijze waarop de gemeente Arnhem hiermee omgaat, wordt vastgelegd in een Beleidsnota Maatregelen WWB, die in 2014 wordt vastgesteld door de raad. Een en ander staat in nauwe relatie met het programma 3 Arnhem Werkt!
pagina
In 2015 zal verder worden gewerkt aan het uitvoeren van de drie decentralisaties en de integrale aanpak hierbinnen. Daarbij is ook aandacht voor regionale samenwerking, bijvoorbeeld rondom de werkgeversbenadering en het uitvoeren van de Participatiewet. Ook zal verder worden gewerkt aan de ontwikkeling van de sociale werkvoorziening/Presikhaaf Bedrijven. In de afgelopen jaren is al de keuze gemaakt om Presikhaaf Bedrijven te splitsen in twee entiteiten. Deze reorganisatie zal worden doorgezet, waarbij ook bekeken wordt welke dienstverlening Presikhaaf Bedrijven kan bieden bij de uitvoering van de Participatiewet en de arbeidsmatige dagbesteding.
106
Arbeidsparticipatie en Bijstand Het sociaal domein is volop in beweging. Als onderdeel van de 3 decentralisaties (WMO, Jeugdwet, Participatiewet) is de Participatiewet inmiddels aangenomen door het parlement. Met de Participatiewet wil het Kabinet bevorderen dat zoveel mogelijk mensen volwaardig mee kunnen doen aan de samenleving. Het liefst via reguliere banen waarbij tenminste het minimumloon wordt betaald. Als dat nog niet mogelijk is streven we naar andere vormen van maatschappelijke participatie. Daarbij moet de samenhang met de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet, alsmede de gebiedsgerichte aanpak daarbinnen worden bewaakt en verder worden uitgewerkt. De uitvoeringsplannen op het terrein van WMO, Jeugdwet en Participatiewet geven al richting hieraan. Daarnaast wordt in oktober 2014 een Bestedingsplan Participatiebudget aan de raad aangeboden, waarin duidelijk wordt op welke wijze het beschikbare Participatiebudget wordt ingezet om te komen tot optimale arbeidsparticipatie.
107
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
betere oplossing dan individuele voorzieningen. Het bovengenoemde staat in nauwe relatie met het programma 7 Participatie van kwetsbare burgers. Wijkgericht werken Voor de komende jaren blijven we inzetten op zelfredzaamheid en medeverantwoordelijkheid van mensen van de woon- en leefomgeving. Rijnstad, SWOA en andere grote en kleinere organisaties zijn hier belangrijke partners. Uitgangspunten van beleid zijn onder meer: gericht zijn op de vraag achter de vraag, empowerment, integraal werken en ruimte voor de professional. Dit staat in nauwe relatie met de programma’s 5 Wijkaanpak nieuwe stijl en 7 Participatie van kwetsbare burgers. Ondersteuning, opgroeien en opvoeden Het jeugdhulpbeleid is uitgewerkt in het in september 2014 uitgebrachte beleidsplan Jeugd en Wmo 2015 - 2016. Het plan maakt doelen, organisatie van zorg en ondersteuning, middeleninzet en definitie van de eigen rol van de gemeente duidelijk. Het plan vloeit voort uit de nieuwe Jeugdwet (één van de grote decentralisaties), die de gemeente vanaf 2015 voor de totale jeugdhulp verantwoordelijk maakt. De Jeugdwet omvat ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij een breed scala van problemen. Dat zal soms ambulant gebeuren, maar omvat ook diverse vormen van opvang. Decentralisatie betekent niet alleen overheveling van taken naar de gemeente (transitie), maar vooral een ingrijpende transformatie van de verhouding tussen bewoners, zij die zorg behoeven, de organisaties in de stad en de gemeente. De nieuwe taken brengen we in verbinding met de bestaande taken zoals het jeugden jongerenwerk dat vooral een algemene preventieve voorziening is. De jeugdgezondheidszorg heeft een belangrijke signalerende rol terwijl de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk worden doorontwikkeld tot een algemene voorziening. Hierdoor ontstaat, in samenhang met de jeugdgezondheidszorg en het onderwijs, een doorlopende lijn van algemene voorzieningen, (vroeg-)signalering, jeugdhulp en jeugdbescherming, waar nodig. Arnhem werkt gefaseerd en beheerst aan de transformatie, omdat de veranderingen ingrijpend zijn en leiden tot een nieuw stelsel voor jeugdhulp. De Arnhemse gebiedsgerichte en bij de concrete problematiek in die gebieden aansluitende aanpak is hierbij vertrekpunt. In acht gebieden komen er brede teams voor de jeugd, die planmatig (“één gezin, één plan, één regisseur”) ondersteuning voor jeugdigen zullen organiseren. Daarbij is zelfredzaamheid het uitgangspunt en waarborgen van veilig opgroeien van kinderen en jeugdigen een vereiste. Jeugdhulp omvat een breed en divers geheel van vragen en voorzieningen. De gemeente Arnhem gaat in hoofdlijnen te werk vanuit vier gezichtspunten: • Vooraf aan alles gaat gewoon opvoeden en preventie aan de basis – vanuit gezinnen en hun sociale omgeving, vanuit het onderwijs, verenigingen, (sport-)clubs en buurtvoorzieningen; en een (collectief) basisaanbod van informatie en advies, jeugdgezondheidszorg en dergelijke; • Waar nodig is laagdrempelige basiszorg en ondersteuning dicht bij de mensen georganiseerd, voornamelijk vanuit de gebiedsteams; • Professionele specialistische jeugdhulp die per gebied, voor de stad als geheel of voor de regio beschikbaar is kan door de gebiedsteams worden ingezet als voorziening met als doel om gezinnen te ondersteunen om de gewone opvoedtaak uit te kunnen voeren. Door meer in te zetten op preventie en basishulp moet het beroep op specialistische hulp en ondersteuning worden teruggedrongen en de zelfredzaamheid worden versterkt. • Afzonderlijke aandacht voor bescherming van kinderen tegen huiselijk geweld en mishandeling; hierbij staat niet zozeer de hulpvraag centraal maar het creëren van een veilige situatie voor de kinderen. Maatschappelijke ondersteuning Uitgangspunt is een samenhangend beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. In dat verband worden individuele en collectieve Wmo-voorzieningen meer in samenhang aangeboden. Vanuit cliëntperspectief zal in de komende jaren een verdere doorontwikkeling van het voorzieningen niveau plaatsvinden, waarbij de uitgangspunten zijn: • meer eigen verantwoordelijkheid, beroep op sociaal netwerk en informele zorg; • meer collectieve arrangementen en minder inzet van individuele voorzieningen. De decentralisaties vanuit de Awbz en de landelijke vormen van inkomenondersteuning chronisch zieken en gehandicapten worden ondergebracht bij de Wmo. De toegang tot het voorzieningenniveau zal gebiedsgericht worden opgezet, waarbij via een integrale intake op basis van de zelfredzaamheidsmatrix de verbinding wordt gemaakt naar andere terreinen op het sociaal domein (inclusief de decentralisaties op andere onderdelen van het sociale domein). Het bovengenoemde staat in nauwe relatie met het programma 7 Participatie van kwetsbare burgers. Maatschappelijke opvang, verslavingszorg De gemeente heeft een belangrijke regietaak bij de openbare geestelijke gezondheidszorg, waaronder de maatschappelijke opvang en verslavingszorg. Als centrumgemeente heeft Arnhem voor deze terreinen een regionale functie. Het hoofddoel op deze terreinen kan worden omschreven met de term: “minder opvang, beter leven”, waarbij de primaire focus verschuift van ‘vermindering van het aantal opvangplaatsen’, naar het verder vergroten van de zelfredzaamheid van cliënten. Uitgangspunten daarbij zijn dat eerder en effectiever wordt ingegrepen bij risicosituaties, dat kwetsbare burgers sneller op eigen kracht verder kunnen en dat zo ook een snellere doorstroming in de opvang plaats kan vinden. Met ingang van 2015 komt daar het Beschermd Wonen bij. Het streven is er op gericht ook mensen met psychische problemen zo veel als mogelijk en zo snel als mogelijk te laten participeren en integreren in de
108
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
samenleving. Voor het bieden van beschermd wonen bestaat aanleiding als mensen er niet in slagen om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of ondersteuning. Een deel van de populatie zal, op termijn, in staat zijn een min of meer regulier leven op te bouwen, maar een ander deel zal levenslang afhankelijk zijn van begeleiding en som ook van medicatie. De uitvoering van deze opvang staat daarom ook in nauwe relatie met het programma 7 Participatie van kwetsbare burgers. Noodopvang Arnhem voor asielzoekers Sinds 2004 heeft Arnhem een noodopvang voor asielzoekers die een binding met Arnhem hebben, en voor wie geen voorliggende (Rijks-)voorziening mogelijk zijn. Deze asielzoekers voldoen aan de toelatingscriteria en worden tijdelijk opgevangen. De instroom in de noodopvang van deze asielzoekers is erg afhankelijk van de landelijke situatie en gebeurtenissen in de wereld. We kunnen en willen wel sturen op een zo kort mogelijke verblijf in de noodopvang van uitgeprocedeerde asielzoekers die vrijwillig willen terugkeren naar land van herkomst. Doel voor 2015 is: de doorstroomtijd in de noodopvang verkorten van uitgeprocedeerde asielzoekers die willen terugkeren naar land van herkomst. Geweld in afhankelijkheidsrelaties: vrouwenopvang en huiselijk geweld Evenals voor de maatschappelijke opvang, heeft de gemeente Arnhem – als één van de 35 centrumgemeenten in Nederland – een regierol in de regio. In dit geval gaat het om 19 gemeenten in Arnhem en de Achterhoek. In de afgelopen jaren is het beleidsveld verbreed. Naast de aanpak van huiselijk geweld en vrouwenopvang behoren ook de aanpak ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, loverboys en de wet meldcode tot dit beleidsterrein. In de komende jaren vindt doorontwikkeling van beleid plaats en wordt een expliciete koppeling gelegd naar de aanpak van kindermishandeling. Waar lange tijd de nadruk lag op de vrouwenopvang verschuift het accent meer en meer naar preventie, tijdige signalering en het bevorderen van ambulante hulp en nazorg, waardoor het aantal vrouwen in de vrouwenopvang kan afnemen. Door het versterken van de ketensamenwerking en het vergroten van vaardigheden van professionals in signaleren en handelen wordt escalatie en herhaling van huiselijk geweld voorkomen. Dit betekent dat de regiogemeenten een grotere rol gaan spelen, omdat zij vanuit hun lokale beleid gericht kunnen sturen op preventie en vroegsignalering. Arnhem blijft als centrumgemeente verantwoordelijk voor de doorontwikkeling van de (regionale) vrouwenopvang en voor bijvoorbeeld de samenvoeging van het AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling) en SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld). In 2014 is samen met de regiogemeenten een regiovisie opgesteld waarin doelen worden gesteld en samenwerkingsafspraken zijn gemaakt. Hierin wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met ontwikkelingen in het sociale domein, de maatschappelijke opvang, de decentralisatie van de jeugdzorg en het veiligheidsbeleid, onder andere in het kader van programma 7 Participatie van kwetsbare burgers. Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Bestedingsplan Participatiebudget; • Uitbesteding schulddienstverlening (raadsvoorstel businesscase teruggenomen, nieuw voorstel in voorbereiding); • Raadsvoorstel ‘Maatregelen Wwb’, als onderdeel van de Participatiewet; • Armoedeagenda 2015 - 2018.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regio, provincie, rijk: • Wwb, Wsw, Wwnv, Wmo, Awbz • Beleidsbrief aanpak geweld in afhankelijkheidsrelaties (2011). • Regio/Provincie, Rijk. • Contourennota Participatiewet • Transitieplan Stip op de Horizon Presikhaaf Bedrijven • Armoedeagenda 2008 – 2011 • Startnotitie armoedebeleid 2013 • Uitvoeringsagenda armoedebeleid 2013 - 2014 • Evaluatie schulddienstverlening 2013
pagina
• Format regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling (VNG, april 2013) • Asielzoekers- en vluchtelingenwerk: Notitie “Ondersteunen en Versterken”, zorg voor asielzoekers en vluchtelingen in Arnhem (mei 2008) • Begeleiding: Regionale visie op de Decentralisatie Awbz-begeleiding in de Regio Arnhem (2012) en Begeleiding in beweging, Arnhemse verkenning van de Awbz-decentralisatie (2012) • Convenant Centrum voor jeugd en gezin • Visienota Integratie door participatie (2011) • Besteding pakketmaatregelgelden (2011) • Nota Ondersteuning vrijwillige inzet en mantelzorg • Nota uitvoeringsprogramma Vrijwillige inzet (2012) • Kadernota 'Naar een Veerkrachtige Samenleving' 2012 • Uitvoeringsplan 'Een Veerkrachtige Samenleving' 2013 • Uitvoeringsplan Participatiewet 2013
109
Relevante kaders Gemeente: • Arnhemse visie op het compensatiebeginsel Wmo/IV (2012) • Wgs (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening), Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen) • Beleids- en uitvoeringsplan activerende schulddienstverlening (2012) • Evaluatie activerende schulddienstverlening (2013) • Armoedeagenda 2013 - 2014 ‘naar een veerkrachtige stad’ • Beleidsnotitie "Uitgangspunten tiener- en jongerenwerk" (vastgesteld op 12 november 2012) • Uitvoeringsplan Tiener- en jongerenwerk in Arnhem (vastgesteld op 17 december 2013) • Maatschappelijke Opvang, OGGz en Verslavingsbeleid: Masterplan Minder Opvang, Beter Leven(MOBL) 2011 - 2014 en Uitvoeringsprogramma MOBL 2013 • Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2012 - 2014: “Gezond Verbinden”. • Vrouwenopvang en huiselijk geweld: Het hulpverleningsproces in de regio Arnhem en Achterhoek na het opleggen van een tijdelijk huisverbod (2008) • De volgende stap’, handreiking voor de versterking van de regierol van centrumgemeenten bij de aanpak van huiselijk geweld (VNG, december 2011) • ‘Beleidsbrief 14 december 2011 (aanpak geweld in afhankelijkheidsrelaties) • Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (per 1 juli 2013)
110
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 6. Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 G eamend eerd e M J P B 2 0 14 -‐2 0 17
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
t/m R aad 3 0 juni 2 0 14
Lasten
180.397
164.597
197.556
320.346
342.717
350.620
347.512
Baten
148.867
124.258
161.246
129.263
129.572
130.165
130.165
Exploitatieresultaat
-31.530
-40.339
-36.310
-191.083
-213.145
-220.455
-217.347
Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
3.729
0
1.000
13.250
2.300
1.200
1.180
Onttrekkingen aan reserves
664
134
440
10.016
16
16
16
-3.065
134
-560
-3.234
-2.284
-1.184
-1.164
-34.595
-40.205
-36.870
-194.317
-215.429
-221.639
-218.511
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Sociaal deelfonds WMO
70.901
- Sociaal deelfonds Jeugd
34.443
- Algemeen sociaal deelfonds
10.312
- Sociaal deelfonds Participatie
-1.819
- Terugbrengen formatie werkafdelingen W&I met 8,5 fte - Knelpunten in formatie werk en inkomen - Taakstelling subsidies Welzijn en zorg: bezuiniging MJPB 2014-2017
-855 819 700
- Invulling taakstelling MJPB 2014-2017 subsidies Welzijn (met loonaccres 2014 en 2015)
-567
- Gerichte bezuinigingen in overleg met de instellingen Welzijn en zorg (taakstelling bezuiniging MJPB 2014-2017)
-133
- Toename uitvoeringskosten a.g.v. stijgend aantal uitkeringsgerechtigden - Terugdraaien taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen WWB: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Diversen bedrijfsvoering - Activiteiten Gelrepas toegankelijk voor gezinnen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm (W1 Coalitie-akk) - Extra uitvoeringskosten en extra werkzaamheden Gelrepas van 110% naar 120% - Effect kwijtschelding n.a.v. aanpassing tarieven afval- en rioolheffing (F1 Coalitie-akkoord) - Bijstelling begroting Presikhaaf Bedrijven
540 500 -444 285 238 -220 -57
- Taakmutatie uitvoering Participatiewet
43
- In stand houden maatschappelijke stages (O5 coalitie-akkoord)
40
- DU Vrouwenopvang
22
Bestaand beleid - Reële raming taakstelling WWB (budgettair neutraal)
-975
- Taakstelling subsidies Welzijn en zorg: bezuiniging MJPB 2014-2017
-700
- Korting huishoudelijke hulp bestaand beleid tlv alg. middelen: bezuiniging MJPB 2014-2017
-890
- Effect kostenbesparing WMO tgv alg. middelen: bezuiniging MJPB 2014-2017
3.250
- Aantal WWB´ers 300 minder dan landelijk (loopt op naar € 3.900 vanaf 2016): bezuiniging MJPB 2013-2016
421
- Inzetten uitkeringsgerechtigden: toekomstgerichte bezuiniging - Optimaliseren Minimabeleid: toekomstgerichte bezuiniging
-425
- Invulling taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen WWB: bezuiniging MJPB 2014-2017
-500
- Bundeling zorgstromen AWBZ begeleiding 2% extra bezuinigen: inc. bezuiniging MJPB 2013-2016
-500
- Generieke taakstelling Hart van de Wijken: toekomstgerichte bezuiniging
-125
- Hera vrouwenopvang: toekomstgerichte bezuiniging
-103
- Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling (bezuiniging formatie): toekomstgerichte bezuiniging
-100
-500
- Bijstelling begroting Presikhaaf Bedrijven obv verwacht subsidie- en operationeel resultaat
523
- Inperking taakstellingen WWB ivm structureel tekort in 2012
425
- Eenmalig budget Vrouwenopvang in 2014
-75
- Onderuitputting budget Actief Meedoen voor uitvoering vrijwilligers en mantelzorg '11-'14 RB 2011-05-01919
-25
111
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 6. Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
bedragen x € 1.000
Lasten vervolg - Beheer en exploitatie brede scholen RB 2013-09-0433 - Indexatie van kwijtscheldingsbedrag, volgend uit jaarlijkse tariefberekeningen van belastingen - Incidenteel budget inhuur BAC vervalt - Kapitaallastenontwikkeling - Budget noodopvang asielzoekers uit 2013 en 2014 is vervallen in 2015 - GSO IV middelen, ingezet voor de ozo's (overleg zorg en overlast) ter bestrijding van overlast in de wijken� - Niet bestede innovatiemiddelen WMO 2013 overgeheveld naar 2014 - Teruglopend innovatiebudget WMO van 2014 naar 2015 - Rijkskorting vanwege hergebruik scootmobielen - Diversen Van/naar veranderopgaven - Sturingsbudget van veranderopgave Armoedebestrijding (P7.3) naar R6 Totaal mutaties lasten Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Rijksbijdrage Participatie via algemene uitkering - Terugbrengen bijdrage Participatiebudget aan eigen personeel Werk en Inkomen (zie lasten) - Lagere opbrengst kredietvergoeding Stadsbank - Diversen bedrijfsvoering
85 70 -338 31 -50 160 -350 -86 -135 257
8.697 122.790
-34.759 -855 -200 -67
Bestaand beleid - Reële raming taakstelling WWB (budgettair neutraal) - Subsidiebijdrage GSO IV - Diversen Van/naar veranderopgaven - Sturingsbudget van veranderopgave Armoedebestrijding (P7.3) naar R6 - Doorbelaste programmacapaciteit: interne toerekening uren wijkregisseurs aan P5.1 Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Mutaties reserves 2015
3.250 160 -135
100 523 -31.983 -154.773 Bedrag
Toevoegingen - RB MJPB2015-2018 BR Innovaties sociaal domein: vorming sociaal noodfonds (Z2 coalitie-akkoord) - RB MJPB2015-2018 BR Innovaties sociaal domein: vorming sociaal noodfonds t.l.v. WMO (Z2 coalitie-akkoord) - RB MJPB2015-2018 BR Innovaties sociaal domein: vorming sociaal noodfonds 2015 t/m 2018 (Z2 coalitie-akkoord) - RB MJPB2015-2018 BR Innovaties sociaal domein: vorming sociaal noodfonds t.l.v. Jeugd (Z2 coalitie-akkoord)
10.000 1.950 700 600
Totaal mutaties toevoegingen
13.250
Onttrekkingen - RB MJPB2015-2018 AR Algemene reserve: vorming noodfonds - RB 26.06.2009 BR Van Diemenhof
10.000 16
Totaal mutaties onttrekkingen
10.016
Totaal mutaties reserves
-3.234
112
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R6 Participatie en Maatschappel Ondersteuning Lasten verdeeld naar producten (in %)
R0615 Wmo 2015 sociaal deelfonds 23%
R0616 Jeugd sociaal deelfonds 11%
R0601 Participatie (minder afst t arbeidsmrkt) 13%
R0614 Algemeen sociaal deelfonds 3%
R0613 Vrouwenopvang en huiselijk geweld 2% R0612 Asielzoekers en vluchtelingen 0% R0610 Integratie, interculturalis antidiscrimi 0%
R0603 Armoedebestrijding 3% R0609 Ondersteuning vrijwilligers R0606 Wijkgericht werken 0% 1%
R0611 Maatsch opvang, OGGz en verslavingszorg 0%
R0608 Maatschappelijke ondersteuning 5%
R0607 Ondersteuning opgroeien en opvoeden 0%
R0602 Bijstand 38%
R0604 Schuldhulpverlening 1% R0605 Samenlevingsopbouw 0%
113
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 6. Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
Bestuurder 6.1 Participatie sociaal deelfonds [1]
realisatie 2013
2015
2014
2016
2017
2018
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--)
43.332
43.516
41.204
48.897
45.964
43.902
3.000 43
2.500 32
* 2.000 32
2.000 32
2.000 32
2.000 32
117 33 1.102 62
117 48 1.250 62 6.402
117 51 1.330 49 6.974
117 54 1.350 46 7.200
117 55 1.375 45 7.300
117 p.m. p.m. p.m. 7.300
103.840
118.350
121.907
121.907
121.907
121.907
6,9
6.402 8.3
6.974 8.3
7.200 8.3
7.300 8.3
7.300 8.3
p.m. 14.282 p.p
6,5 14.300 p.p
12,0 14.300 p.p
p.m. 14.300 p.p
1.027
1.018
9.438
9.249
9.228
9.228
11.354 82 73
12.000 96 83
15.000 96 80
15.000 96 80
15.000 96 80
15.000 96 80
4.718
4.070
3.725
3.734
3.734
3.734
2.121
1.700
1.800
1.800
1.800
1.800
187
14
5
5.852
5.852
5.851
1.775
2.038
2.158
2.406
2.406
2.405
24 13 24
24 31 13
24 31 13
24 31 13
24 31 13
24 31 13
213
291
290
706
5.242
5.252
25.207 3.564 32.360
30.000 1.600
32.000 1.800 33.000
33.000 2.000 33.000
35.000 2.000 33.000
37.000 2.000 33.000
18.389
21.891
17.429
18.199
18.022
18.022
437 1068 339
422 738 425
430 745 425
430 745 p.m.
430 745 p.m.
p.m. p.m. p.m.
Wat willen we bereiken: aantal Wwb-ers dat een reïntegratietraject volgt % Succesvol gereïntegreerde Wwb-ers Aantal succesvol beëindigde trajecten reïngratie naar werk of onderwijs < 27 jaar. % bij bedrijven geplaatste Wsw-ers aantal bij bedrijven geplaatste Wsw-ers % Wsw-ers op een beschutte werkplek prognose aantal Wwb-ers
6.2 Bijstand
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: aantal uitkeringen % uitkeringen onder beroepsbevolking (CBS) Ontwikkeling volume Wwb ten opzichte van landelijk gemiddelde in % Gemiddelde uitkeringshoogte in €
6.3 Armoedebestrijding [2]
p.m. p.m. 14.300 p.p 14.300 p.p.
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Huishoudens met GelrePas % bereik van de doelgroep % benutting voorzieningen door GelrePashouders
6.4 Schulddienstverlening
Gerrie Elfrink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal aanvragen schuldhulpverlening
6.5 Samenlevingsopbouw [3]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
6.6 Wijkgericht werken [4]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal wijkanalyses Aantal gesubsidieerde buurt- en bewonersverenigingen Aantal wijkplatforms
6.7 Ondersteuning opgroeien en opvoeden [3]
Martijn Leisink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: centra voor Jeugd en Gezin: bezoekers website VIRA Verwijsindex:meldingen Bereik kinderen, tieners, jongeren
6.8 Maatschappelijke ondersteuning [5]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal uren Wmo huishoudelijke verzorging in natura
(x 1.000) [7]
Aantal klanten met een PB voor huishoudelijke verzorging Aantal verstrekte scootmobielen
114
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 6. Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
realisatie 2013
Bestuurder 6.9 Ondersteuning vrijwilligers [3]
2015
2014
2016
2017
2018
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--)
54
49
89
1.012
1.012
1.012
33%
35%
40%
40%
40%
40%
900
0
3
274
274
274
5 6
15 6
15 6
15 6
15 6
15 6
14
14
14
14
14
65
61
60
2.548
11.802
11.802
35
35
35 110 1300
35 110 1300
35 110 1250
p.m. p.m. p.m.
270
328
277
278
278
278
28
20
20
20
20
20
5.627
5.930
5.871
5.377
5.208
4.121
90 100 28 247
90 90 35 110
75 90 35 95
75 90 35 85
75 90 85
p.m. p.m. p.m. p.m.
0
0
10.312
10.415
10.304
10.304
0
0
73.135
77.266
76.032
75.855
0
0
34.443
34.597
33.355
33.565
180.397
197.556
320.346
342.717
350.620
347.512
Wat willen we bereiken: Vrijwillige inzet van de Arnhemse bevolking
6.10 Integratie, interculturalisatie en antidiscriminatie [7]
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Zelforganisaties actief bij activering van moeilijk bereikbare groepen Grote gesubsidieerde instellingen met diversiteitsbeleid Aantal gehonoreerde aanvragen Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid
6.11 Maatschappelijke opvang, OGGz en verslavingszorg [3]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantalbedden in Doorstoomvoorziening Aantal trajecten maatschappelijke opvang Aantal plaatsen Beschermd Wonen
6.12 Asielzoekers en vluchtelingen
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal clienten in de noodopvang
6.13 Vrouwenopvang en huiselijk geweld [8]
Herman Kaiser
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal opvangplaatsen Aantal huisverboden: regionaal Aantal huisverboden: Arnhem Aantal vrouwen in de vrouwenopvang
6.14 Algemeen sociaal deelfonds
35
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Landelijke indicatoren zijn in ontwikkeling
6.15 WMO 2015 sociaal deelfonds [9]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Landelijke indicatoren zijn in ontwikkeling
6.16 Jeugd sociaal deelfonds [10]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Landelijke indicatoren zijn in ontwikkeling
Totaal
[1]
[2]
De toename v.d. lasten in 2016 is voornamelijk het gevolg van overheveling van sturingsbudget van het programma Arnhem werkt! (P3). Daarnaast dalen de lasten agv bijstelling van de begroting van Presikhaaf Bedrijven op basis van het verwacht subsidie- en operationeel resultaat en agv doorwerking van de verlaging van de rijksbijdrage.De afname in de latere jaren is ook een gevolg van de doorwerking van de verlaging van de rijksbijdrage. In 2015 zijn incidenteel middelen toegevoegd ter dekking van de incidentele uitvoeringskosten van de uitbreiding van de doelgroep van de Gelrepas van 110 naar 120%. Hierdoor vallen de lasten vanaf 2016 lager uit.
[3]
De toenemende lasten zijn het gevolg van overheveling van sturingsbudget van het programma Participatie van kwetsbare inwoners (P7).
[4]
De lasten nemen vanaf 2016 toe door overheveling van sturingsbudget van het programma Wijkaanpak nieuwe stijl (P5). Het totale gebiedsbudget van GSOIV is over 3 jaar verdeeld.
[5]
De hogere lasten in 2016 is het gevolg van een incidentele bezuinigingstaakstelling in 2015 ( MJPB2014-2017 ): Effect kostenbesparing WMO tlv/tgv Algemene
[6]
het beleid voor de komende jaren wordt in 2015 geformuleerd, waarbij ook (een deel) van de rijkskortingen (40%) moeten worden geëfectueerd. �
[7] [8]
In 2016 is het sturingsbudget overgeheveld van het programma Wijkaanpak nieuwe stijl (P5). De afnemende lastenontwikkeling t/m 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van verlaging van de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang.
[9]
De lastenstijging van 2,7 mln is enerzijds gebaseerd op de door het Rijk afgegeven ontwikkeling van het budget. Anderzijds loopt de dotatie aan het noodfonds in de
middelen. Daarnaast wordt in 2016 het sturingsbudget overgeheveld van het programma Participatie van kwetsbare inwoners (P7.
loop van de tijd terug, waardoor er meer budget overblijft voor de voorzieningen. [10]
De lastenontwikkeling t/m 2018 is vrijwel volledig gebaseerd op de door het Rijk afgegeven ontwikkeling van het budget.
* Aantal in werkdienstverlening gaat omlaag de komende jaren aangezien het participatiebudget zal gaan dalen en de formatie gelijk zal blijven of minder zal worden
Jeugdgezondheidszorg(JGZ) Op basis van de Wet publieke gezondheid beschermt, bevordert en bewaakt de JGZ de publieke gezondheid en veiligheid van alle kinderen. In 2015 wordt voor de JGZ een nieuw basispakket van kracht. Nieuwe onderwerpen zijn onder andere een extra contactmoment voor 15/16 jarigen, overgewicht, kindermishandeling, internetgebruik, school(ziekte)verzuim. Deze activiteiten moeten actief en op initiatief van de JGZ voor iedere jeugdige beschikbaar zijn en worden aangeboden. De uitvoering kan variëren afhankelijk van specifieke situaties en behoeften. In de praktijk worden zo goed als alle jeugdigen (en hun ouders) bereikt. Daarvoor is een goede aansluiting tussen JGZ en de gedecentraliseerde jeugdzorg uitgangspunt. Afval en Stadsreiniging Afvalinzameling – een gemeentelijke taak op grond van de Wet milieubeheer - draagt bij aan een schone stad en een gezonde leefomgeving. Afvalscheiding helpt bij het verbeteren van het milieu en bespaart kosten en grondstoffen. De afvalscheidingsdoelen voor 2020 zijn een scheidingspercentage van 60 % en ruim 160 kg restafval per inwoner per jaar. Op 1 januari 2014 is het zogenaamde ‘omgekeerd inzamelen’ ingevoerd in drie startwijken; een andere manier van inzameling gericht op het realiseren van de bovengenoemde doelen. Op basis van de evaluatie zal de Raad begin 2015 een besluit nemen over het eventueel uitrollen van dit concept over heel Arnhem. De vergoeding van 2Switch voor ingezameld textiel wordt in 2016 verhoogd. Vanaf 2012 is bezuinigd op het opruimen van zwerfvuil en onkruid. Voor de huidige onderhoudsniveaus verwijzen we naar de paragraaf 4.4 onderhoud kapitaalgoederen.
onderwerp
Speer- en actiepunten van het lokaal gezondheidsbeleid: • Afname overgewicht bij de jeugd (wijkgerichte ketensamenwerking obesitas Malburgen, Immerloo Vitaal, leefstijlprogramma’s peuterspeelzalen, basisonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs en onderbouw VMBO en MBO, actieprogramma sportstimulering, Jongeren op Gezond Gewicht JOGG); • Terugdringen alcohol- en middelengebruik jeugd (preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet, Cursus De Gezonde School en Genotmiddelen op voortgezet onderwijs met focus op speciaal voortgezet onderwijs, onderbouw VMBO en MBO, voorlichtingsactiviteiten Iriszorg tijdens evenementen en festivals, testservice (uitgaans)drugs bij evenementen); • Bevorderen van de gezondheid van ouderen: - In het kader van de transformatie sociaal domein wordt gestreefd naar een structureel samenwerkingsverband tussen de eerstelijns gezondheidszorg en de gebiedsteams; - De aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement is belegd binnen de uitvoeringsplannen Publieke Gezondheid en Informele Zorg. Daarnaast maakt de aanpak integraal onderdeel uit van het beleid gericht op zelfredzaamheid en participatie.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Openbare gezondheid Openbare gezondheidszorg omvat algemene of op specifieke groepen gerichte gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen. Dat betreft onder meer ook de preventie en vroegtijdige opsporing van (infectie-)ziekten. Enkele duidelijk benoemde specifieke groepen zijn de jeugd tot 19 jaar en ouderen vanaf 65 jaar. De gemeentelijke verantwoordelijkheden zijn onder meer gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg). Gezondheidszorg is een complex veld met veel organisaties en beroepsbeoefenaren. Ook buiten zorgverlening om worden allerlei bijdragen aan de gezondheid geleverd (bijv. via de sport en de maatschappelijke ondersteuning en begeleiding, opvang – reguliere programma’s 5 en 6 en programma 7). De gemeente vervult in de stad vooral een regierol gericht op een gecoördineerde, integrale en sluitende aanpak van gezondheidsproblemen en een verschuiving van zorg van de tweede naar de eerste en nulde lijn. De gemeente participeert voorts in de GR VGGM (Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden). Naast de uitvoering van wettelijke taken levert de VGGM aanvullende diensten op contractbasis. Voor kinderen onder de 4 jaar koopt Arnhem aanvullende activiteiten bij STMG (Stichting Thuiszorg Gelderland Midden).
pagina
Beleidstoelichting Inleiding Zoals de titel van het programma aangeeft, gaat het in dit programma over de gezondheid (met name de openbare gezondheidstaak) en de omgevingskwaliteit, met als onderdelen afval, stadsreiniging, riolering, milieubeheer en -handhaving (externe veiligheid en duurzaamheid: lucht, bodem, geluid, geur en energie en klimaat).
115
Regulier Programma 7 Gezondheid en Milieu
Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Besluit go-no go, na evaluatie pilot voor uitrol omgekeerd inzamelen (Afvalbeleidsplan); • Uitvoering inzameling (verenigingen) oud papier; • Nota Openbare Ruimte (inclusief GRP5). • Nieuwe regionale en lokale nota gezondheidsbeleid.
onderwerp
Milieuvergunningen en handhaving Milieuvergunningverlening, -toezicht en – handhaving (de VTH-taken) zijn instrumenten voor het milieubeleid. Deze taken worden, met uitzondering van de APV-taken, uitgevoerd door de GR omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA). Doelen van de oprichting van de ODRA zijn verbetering van de kwaliteit van de VTH-taken en een sluitende keten.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Milieubeheer Met extra rijksgeld kunnen de luchtkwaliteitsproblemen langs de buitensingels in 2015 opgelost zijn. Dat gebeurt met maatregelen als dynamisch verkeersmanagement, milieuzonering voor vrachtverkeer en een aantal extra maatregelen zoals dynamisch verkeersmanagement gekoppeld aan het meten van de actuele luchtkwaliteit en het stimuleren van schoon vervoer. Voor deze maatregelen worden NSL-middelen ingezet. Na het verlagen van de concentraties op de knelpunten worden de NSL-middelen en het gemeentelijk luchtkwaliteitsbudget ingezet voor het beheer van de luchtmaatregelen en de monitoring van de blootstelling van aantallen inwoners aan concentraties net onder de gezond geachte grenswaarden stikstofdioxide en fijn stof (en eventueel roet). De toename van het verkeer leidt ook tot geluidsoverlast voor een toenemend aantal inwoners. Het Actieplan Omgevingslawaai (2013) legt maatregelen vast om die hinder te beperken. De ISV-3 doelstelling (302 A-lijstwoningen) is ruimschoots gerealiseerd door een integrale benadering van de sanering. Er zijn bijdragen beschikbaar gesteld in de realisatie van bronmaatregelen voor reconstructie of onderhoud. Het ISV-3 budget zal gebruikt worden om een deel van de nog niet gesaneerde A-lijst alsnog te realiseren. Door een bezuiniging van € 100.000 éénmalig in 2014 op het saneringsbudget lukt het waarschijnlijk niet alle resterende A-lijstwoningen te saneren. Voor de sanering van de B-lijst en eindmelding woningen zal het rijk naar verwachting geen ISVbudgetten beschikbaar stellen. Landelijk zijn afspraken gemaakt over de aanpak van de locaties met risico’s ten gevolge van bodemverontreinigingen (de zogenoemde ‘spoedlocaties’). Inmiddels zijn alle locaties met humane risico’s gesaneerd. Als er een ‘nieuwe’ locatie met humane risico’s wordt aangetoond, worden hierbij ook zo spoedig mogelijk de risico’s weggenomen. In Arnhem zullen na 2015 nog enkele locaties met ecologische of verspreidingsrisico’s gesaneerd of beheerst moeten worden. Hiermee voldoet de gemeente Arnhem aan de landelijke afspraken. Na bodemsanering en bodemonderzoek zijn er locaties met actieve nazorg en/of beheer. In 2015 wordt nagegaan om hoeveel locaties dit gaat. Op basis van de Amvb Bodemenergie (2013) zal de gemeente in 2014 interferentiegebieden voor bodemenergie aanwijzen. Zo kan er efficiënt en duurzaam gebruik worden gemaakt van de ondergrond voor warmte- en koude-opslag (WKO). In woonwijken zal aandacht zijn voor de risico’s door het transport en bij bedrijven de opslag van gevaarlijke stoffen.
pagina
Met ingang van 2015 zal de rioolheffing jaarlijks met maximaal de inflatie worden verhoogd. Gezien de ambitie voor het GRP5 (periode 2014 tot en met 2018, van oktober 2013) betekent dit een bezuiniging op het beschikbaar gestelde budget. De consequenties van deze bezuiniging zijn eind 2014 duidelijk. Bij te grote gevolgen van de bezuiniging voor de riolering en het herstel van slechte riolering zal de noodzakelijke bezuiniging alsnog worden gezocht in de herschikking van het budget onderhoud Vastgoed en zonodig in het budget van de openbare ruimte in brede zin (bovengrond). In de afvalwaterketen krijgt samenwerking met Lingewaard, Overbetuwe, Rheden en de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland onder de noemer Rijn6 inhoud. Deze samenwerking moet kostenstijgingen beperken, kwetsbaarheden van organisaties verminderen en de kwaliteit verhogen (de 3 K’s). Op basis van het gesloten samenwerkingsakkoord worden de komende jaren 16 projecten uitgevoerd.
116
Riolering Riolering helpt de stad schoon en droog te houden en als hygiënische voorziening ziekten te voorkomen. Goede zorg voor het riool is dus van groot belang. De gemeente moet het rioolstelsel op orde houden en waar nodig zaken verbeteren, ook al vanwege het veranderend klimaat (neerslaghoeveelheden en -intensiteiten). Met de (wettelijk verplichte) gemeentelijke rioleringsplannen (de GRP’s) geeft de gemeente hieraan inhoud. Eind 2013 is binnen de Keuzenota Integraal Onderhoud Openbare Ruimte de ambitie voor het nieuwe GRP vastgesteld. Dit GRP5 (periode 2014-2018) is om financiële redenen beperkt tot realisatie van alleen de technisch noodzakelijke rioolvervangingen. Ook is besloten om knelpunten op het gebied van wateroverlast en oppervlaktewaterkwaliteit in de GRP5-periode (tot 2019) niet aan te pakken. Het financiële kader voor het nieuwe GRP5 betekent een bezuiniging op het onderhoud van de openbare ruimte (zie ook de paragraaf onderhoud kapitaal goederen). Financieel is het GRP verwerkt in het MJPB vanaf 2014. Beleidsmatig moet het plan nog worden vastgesteld door de Raad. Dit is onderdeel van het proces rond de Nota Openbare Ruimte (zie Regulier programma 2).
117
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Relevante kaders Gemeente: • Structuurvisie 2020 - 2040 • Afvalbeleidsplan 2012 - 2020 • Beleidsplan BGB “Buiten Gewoon Basis” en BGD “Buiten Gewoon Doorgaan” 2002 met nota bezuinigingspakket 2011. • Europese aanbesteding inzameling van huishoudelijk afvalstoffen • Keuzenota Integraal Onderhoud Openbare Ruimte (oktober 2013) • Waterplan Arnhem 2009 - 2015 (gezamenlijk plan van gemeente en beide waterschappen).
• Beleidsplan externe veiligheid 2005-2014. Regio, provincie, rijk: • Landelijk Afvalbeheerplan 2009 - 2021 (LAP2). • Afvalbrief Atsma van 25 augustus 2011. • Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (1 januari 2006). • Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG), 19 november 2008 van de Europese Unie • Bestuursakkoord Water; 2011 • Regionale en lokale gezondheidsbeleid 2012 - 2014: de nota’s “Gezond verbinden” • De Wet Publieke Gezondheid
118
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 7. Gezondheid en Milieu
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening Begroting 2014 Geamendeerde 2013 MJPB 2014-2017
Lasten Baten Exploitatieresultaat
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
33.178
40.143
32.675
33.668
34.347
36.516
36.722
4.633
4.154
3.912
3.623
3.735
3.737
3.752
-28.545
-35.989
-28.763
-30.045
-30.612
-32.779
-32.970
4.038 3.855
7.549 1.477
7.627 1.662
3.330 3.109
112 1.191
112 959
112 859
-183
-6.072
-5.965
-221
1.079
847
747
-28.728
-42.061
-34.728
-30.266
-29.533
-31.932
-32.223
Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Actualisatie Meerjarig InvesteringsPlan - Surplus op kapitaallasten GRP - Vermindering begroting afval en OAT - Bezuiniging op inzameling van bladafval op bomen (Amendement Houd Arnhem Groen) - Diversen bedrijfsvoering Bestaand beleid - Herprogrammering salariskosten openbare ruimte - Kapitaallastenontwikkeling - Milieubeheer: einde ISV-regeling Geluid - Algemene Publieke Gezondheidszorg: eenmalig budget "zichtbare schakel" valt weg in 2015 - Milieubeheer: einde ISV-regeling Bodem - Riolering: ophoging buffer ter dekking van niet te activeren VAT-kosten Gemeentelijk Riolerings Plan - Milieubeheer: incidentele ophoging budget 2014 (nav besluitvorming niet besteed 2013) - Taakstelling op afvalverwerking: toekomstgerichte bezuiniging - Marktconforme vergoeding voor ophalen oud papier: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Milieubeheer: korting Decentralisatie Uitkering Bodemsanering in 2014 (landelijke afspraak) - Verminderen beleidscapaciteit Milieu en Bodem: toekomstgerichte bezuiniging - Vastgoed eigen gebruik = alg. huisvesting en facilitaire zaken: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Diversen
Bedrag
828 351 -80 -40 -41
566 480 -465 -290 -270 233 -185 -157 -100 70 -24 -25 6
Van/naar veranderopgaven - Sturingsbudget van veranderopgave Energie made in Arnhem (P2.1) naar R7.1
136
Totaal mutaties lasten
993
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Minder opbrengsten Ondergronds afvaltransportsysteem
-197
Bestaand beleid - Diversen
-92
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Mutaties reserves 2015 Toevoegingen - RB MJPB2012-2015 BR Dekking kapitaallasten GRP: kasschuif - RB 27.01.2014 verz.besl. 1-2014 BR Kapitaallasten GRP
-289 -1.282 Bedrag
- RB MJPB2015-2018 BR OAT: actualisatie
3.145 77 108
Totaal mutaties toevoegingen
3.330
Onttrekkingen - RB MJPB2015-2018 BR Ondergronds afvaltransport systeem: opheffen bestemmingsreserve - RB 23042012 BR Huishoudelijk afval: dekking kapitaallasten omgekeerde afvalinzameling - RB MJPB2013 BR Kapitaallasten GRP: dekking kapitaallasten GRPIII - RB MJPB2015-2018 BR Dekking kapitaallasten GRP: actualisatie
2.000 250 837 22
Totaal mutaties onttrekkingen
3.109
Totaal mutaties reserves
-221
119
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R7 Gezondheid en Milieu Lasten verdeeld naar producten product (in %)
R0706 Milieubeheer 4%
R0707 Milieuhandhaving 0%
R0701 Algemene publieke gezondheidszorg 8% R0702 Jeugdgezondheidszorg 0%
R0705 Riolering 43%
R0703 Afval 36%
R0704 Stadsreiniging 9%
120
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 7. Gezondheid en Milieu
Bestuurder 7.1 Algemene publieke gezondheidszorg
realisatie 2013
2016
Wat willen we bereiken: % ambulanceritten binnen 15 minuten
2.906
2.811
2.802
2.794
2.787
98,5
98
98
98
98
98
7,6 15,9 21
7,6 15,9
7,6 15,9
7,6 15,9
7,6 15,9
21
21
21
19 11 25
17 9 20
17 9 20
17 9 20
17 9 20
13 10
11 8
11 8
11 8
11 8
0
0
1
2.230
2.230
96 94
96 94
96 94
96 94
5/6 jarigen 10/11 jarigen 13/14 jarigen Het % jongeren dat alcohol gebruikt onder de 18 jaar (2): VMBO HAVO/VWO Het % jongeren vijf of meer drankjes op 1 gelegenheid drinkt Het % jongeren dat regelmatig softdrugs gebruikt (3): Klas 4 VMBO Klas 4 HAVO/VWO
21
Martijn Leisink
0
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: minimaal bereik kinderen 0-4 jaar (percentage) minimaal bereik kinderen5-19 jaar (percentage) Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Hergebruik. hoeveelheid kg restafval/inwoner
7.4 Stadsreiniging
2018
2.629
Het % kinderen met overgewicht (1):
7.3 Afval [5]
2017
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--)
7.2 Jeugdgezondheidszorg [4]
2015
2014
11.284
10.539
12.120
12.859
13.412
13.990
48 235
48 235
50 227
52 209
p.m. 200
p.m. 200
2.774
2.818
3.066
3.066
3.066
3.066
94
100
100
100
100
100
13.098
12.915
14.272
13.712
13.189
12.824
65 10,6
63 8
63 8
63 8
63 8
63 8
1.069
2.203
1.270
1.778
1.696
1.696
217 0,73 654
250 0,8 329
0 0 329
0 0 329
0 0 0
0 0 0
0 19
0 15
0 12
0 9
0 7
0 5
2.324
1.294
129
129
129
129
p.m.
80
81
82
83
84
95
70
70
70
70
70
33.178
32.675
33.668
34.347
36.516
36.722
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % schouwresultaten die aan de eisen voldoen
7.5 Riolering [6]
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal kilometers te inspecteren riolering Aantal kilometers herstelde riolering
7.6 Milieubeheer [7]
Henk Kok
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal personen boven luchtnorm NO2. Aantal km wegvak boven NO2-norm Aantal te saneren hoogstbelaste woningen Aantal maal afgeweken van het externe veiligheidsrisico in woonwijken Aantal bodemverontreinigingen met risico’s.
7.7 Milieuhandhaving
Alex Mink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % van de bedrijven waarvoor B&W Arnhem bevoegd gezag is heeft een actuele vergunning % van de geïnspecteerde bedrijven dat bij 1e controle volledig aan de voorschriften voldoet (naleefgedrag)
Totaal
[1]
Deze cijfers komen uit de JGZ-registratie (jaarlijks) Gelderland -Midden
[2]
Deze cijfers komen uit EMOVO ( 4 jaarlijkse meting; laatste meting 2011, volgende meting 2015) van GGD Gelderland -Midden
[3]
Deze cijfers komen uit EMOVO ( 4 jaarlijkse meting; laatste meting 2011, volgende meting 2015) van GGD Gelderland -Midden Door overheveling van sturingsbudget Jeugdgezondheidszorg van programma Participatie van kwetsbare inwoners (P7) naar R7.2, stijgen de lasten vanaf 2017
[4] [5]
[6]
De stijging van de lasten is voornamelijk te wijten aan de ontwikkeling van de kapitaallasten (MIP). De meerjarige afname van de lasten is voornamelijk het gevolg van de kapitaallastenontwikkeling bij Riolering.
[7]
Door overheveling van sturingsbudget van programma Arnhem groene en duurzame stad (P2) stijgen de lasten vanaf 2016
Het Arnhemse woonbeleid is vastgelegd in de Woonvisie 2015 en de daarbij behorende Woonagenda 2011 2015. Inmiddels wordt gewerkt aan een nieuwe woonvisie waarover in 2015 besloten zal worden. De nieuwe woonvisie komt tot stand in coproductie met de stad. Het bevat een ‘stip op de horizon’ voor de langere termijn en een concrete uitvoeringagenda voor de korte termijn. Het geeft handen en voeten aan het coalitieakkoord, aan de veranderende rol van de gemeente ten opzichte van woningbouwcorporaties en geeft invulling aan de gevolgen voor het woonbeleid van actuele ontwikkelingen in de zorg. In het verlengde van de nieuwe woonvisie zal een nieuw Partnership met de corporaties afgesloten worden. In regionaal verband wordt een aanpassing van de huisvestingsverordening voorbereid, naar aanleiding van de wijziging in 2014 van de Huisvestingswet. Weliswaar is dit vooralsnog een bevoegdheid van de stadsregio, maar de gemeenteraad heeft hier wel degelijk invloed op. Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Hoe zorgen we ervoor dat Arnhem een omgeving is waar het prettig wonen en werken is? Allereerst door bij beheer en ontwikkeling van de fysieke stad de eigen Arnhemse kwaliteiten te onderkennen en hierop actief voort te bouwen. Dit principe is vastgelegd in de Structuurvisie Arnhem 2020, dat de leidraad is voor beheer en ontwikkeling van de Arnhemse ruimte. Een ander principe, dat hierin is vastgelegd, is dat Arnhem niet meer werkt met blauwdrukken voor grootschalige stadsontwikkeling. In plaats van een eindbeeld wordt alleen nog de koers aangegeven. Een koers die recht doet aan de locatie en aan de stad, maar flexibel genoeg is om letterlijk ruimte te geven aan spontaniteit, creativiteit en ondernemerschap. Deze manier van werken wordt onder meer toegepast op de zuidelijke binnenstad van Arnhem. Of de nieuwe koers voor dit gebied financiële consequenties heeft voor bestaande grondexploitatie is nog niet bekend. Conform de collegenota “Financiële afronding ArtA” van 8 juli 2014 zal de financiële afwikkeling van ArtA een plek krijgen in de jaarrekening 2014. Daarnaast vinden gesprekken met de provincie plaats over een nieuw investeringsprogramma voor dit deel van de stad, op basis waarvan de provincie kan aangeven of Arnhem de voor eerdere plannen toegezegde middelen behoudt. Het werken op basis van een koers in plaats van eindplannen vraagt wel om robuuste en heldere kaders. Bestemmingsplannen zijn hier een instrument voor. Het is een wettelijke taak van de gemeente om bestemmingsplannen actueel te houden. Verder zijn de uitvoerende taken op het gebied van omgevingsvergunningen en bouw- en woningtoezicht ondergebracht bij de omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA). Om de regeldruk op dit gebied te verlichten zal de Arnhemse commissie voor ruimtelijke kwaliteit (voorheen welstandscommissie) worden opgeheven.
onderwerp
Bijzondere aandacht hebben de gevolgen van de centralisaties in de zorg. Langer thuis blijven wonen heeft impact op de ruimtelijke omgeving (woningen, voorzieningen, bereikbaarheid en dergelijke). De meeste mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en daarbij mag hun woning geen belemmering zijn. Daarom is het belangrijk dat woningen levensloopbestendig zijn.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Wonen Het woningaanbod is maar heel beperkt beïnvloedbaar, omdat het voor het overgrote deel al vast ligt in de bestaande woningvoorraad. Bijsturing van het aanbod is alleen mogelijk door toevoegen of vervangen van woningen. Arnhem zelf groeit weliswaar nog wel iets in inwonertal en zal zich daarna stabiliseren, maar ligt in een omgeving waar zelfs al sprake is van krimp. De beïnvloedbare ruimte in de toekomstige woningvoorraad is daarom beperkt. Dit vraagt om een heldere koers: nieuwe toevoegingen aan de woningvoorraad moeten altijd een kwalitatieve bijdrage leveren aan de versterking van de positie van Arnhem als aantrekkelijke en onderscheidende woonstad. Dus uitsluitend bouwen wat de stad echt nog nodig heeft, gelet op de vraag van de diverse doelgroepen, en alleen maar op de plekken die daar maximaal geschikt voor zijn. Uitgangspunt is dat er in Arnhem altijd voldoende woningen aanwezig zijn, zodat mensen een huis kunnen vinden die bij hun levensfase past.
pagina
Beleidstoelichting Inleiding Arnhem is een aantrekkelijke woonstad en moet dat ook blijven. Die aantrekkelijkheid wordt bepaald door een combinatie van de kwaliteit van het woningaanbod met de kwaliteit van de woonomgeving. Arnhem zet daarom in op zowel de versterking van Arnhem als prettige plek om te wonen als op een nog meer onderscheidend, divers en aantrekkelijk woningaanbod.
121
Regulier Programma 8 Wonen en Ruimte
Relevante kaders Gemeente: • Arnhemse Woonvisie 2015 • Arnhemse Woonagenda 2011 - 2015
Regio, provincie, rijk: • De Startersregeling • Huisvestingsverordening (zie website stadsregio) • Woningwet, Besluit Beheer Sociale Huursector • Nota grondbeleid “Zicht op gegronde keuzes”
onderwerp
Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Vaststellen nieuwe woonvisie en uitvoeringsagenda voor 2015/2016; • Voortbestaan Stadsregio en bepalen hoe verder met regionale samenwerking ten aanzien van wonen; • Adviseren over de nieuwe huisvestingsverordening (naar verwachting rond de jaarwisseling 2014; • Kaderstellen diverse binnenstadprojecten.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Niet-grondexploitatieprojecten Niet alleen de gemeente geeft vorm aan de toekomst van de stad. Op veel plekken zijn andere partijen aan de slag met stadsontwikkeling. Ook ontwikkelingen van derden vragen om begeleiding van de gemeente vanuit haar publieksrechtelijke rol. Het gaat om projecten zoals Tuin van Elden, AKZO Velperparc, Buitenplaats Koningsweg. Op dit moment lopen er ongeveer tien van dergelijke bouwplannen van enige omvang. De kosten die de gemeente maakt voor de begeleiding ervan worden bij de initiatiefnemer in rekening gebracht. Verder zijn er nog verschillende investeringsprojecten zoals: Malburgen (ontwikkelingsplan), Presikhaaf 2, Stadsblokken Meinerswijk en AC OV-terminal. Deze projecten worden niet gefinancierd door het verkopen van bouwgrond, maar door subsidies, bijdragen derden en gemeentelijke middelen. Deze projecten wikkelen zich af in deze collegeperiode.
pagina
Een en ander neemt niet weg dat de gemeente een aantal grondexploitaties onder handen heeft die van groot belang zin voor de stad. Het gaat onder andere om Arnhem Centraal, de zuidelijke binnenstad (zie programma 1 “de Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst”) en Schuytgraaf. Daarnaast heeft de gemeente een aantal nog uit te geven exploitatiegronden in eigendom. In het kader van het coalitieakkoord worden de beleidskaders inrichting openbare ruimte herijkt. Dit heeft mogelijk financiële consequenties voor de grondexploitaties van projecten.
122
Grondexploitatieprojecten Sinds de vastgoedcrisis zijn de omstandigheden voor het door de gemeente exploiteren van gronden wezenlijk veranderd. Het grondbeleid van de gemeente Arnhem is dan ook herijkt. Dit heeft afgelopen jaar geleid tot de nota Zicht op Gegronde Keuzes. Belangrijkste verandering ten opzichte van de vorige nota uit 2005 is dat het motto van destijds 'Actief grondbeleid, tenzij ..' veranderd is naar meer situationeel grondbeleid. Deze verandering sluit meer aan bij de huidige manier van werken, namelijk maatwerk per locatie. Hierbij wordt zo goed mogelijk rekening gehouden met te bereiken doelen voor de stad, afgezet tegen de (financiële) risico's die dat met zich meebrengt. Deze accentwijziging in het grondbeleid zorgt ook voor meer transparantie in het besluitvormingsproces.
123
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 8. Wonen en Ruimte
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
t/m Raad 30 juni 2014
Lasten
86.309
78.421
98.787
52.056
41.144
37.643
38.498
Baten
75.755
79.674
102.514
58.475
53.334
48.382
51.718
-10.555
1.253
3.727
6.419
12.190
10.739
13.220
Onttrekkingen aan reserves
1.494 3.131
2.414 1.573
278 2.445
560 8.051
60 510
60 2.881
60 655
Mutaties reserves
1.637
-841
2.167
7.491
450
2.821
595
-8.918
412
5.894
13.910
12.640
13.560
13.815
Exploitatieresultaat Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves
Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
Bedrag
Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen -
Rente-nadeel op niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) Diversen bedrijfsvoering Aanpassing ODRA begroting Actualisatie Meerjarig InvesteringsPlan Structurele bezuiniging programma Wonen en ruimte (F7 Coalitie-akkoord)
Bestaand beleid - Fasering grondexploitatieprojecten (volume uitgaven neemt af) obv FJP 2013 - Herprogrammering salariskosten openbare ruimte en gebiedsrealisatie en vastgoed - Fasering niet grondexploitatieprojecten (volume uitgaven neemt af) - Aanpassing ODRA begroting - Exploitatiekosten / beheer Arnhem Centraal - Eenmalige compensatie WOS fraude in 2014 - Stimuleringmaatregelen woningbouw: eenmalige kosten - Kapitaallastenontwikkeling - Tijdelijk budget voor nieuwe initiatieven (in 2014) - Verminderen beleidscapaciteit Openbare Ruimte: toekomstgerichte bezuiniging - Diversen
1.100 700 -507 -349 -250
-31.540 -10.975 -4.822 379 -500 -425 420 326 -54 -8 -226
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties lasten Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Actualisatie opbrengst bouwleges - Diversen bedrijfsvoering Bestaand beleid - Fasering overige projecten (lager volume inkomsten) - Fasering grondexploitatieprojecten (lager volume inkomsten) - Actualisatie grondexploitatieprojecten o.b.v. FJP 2013 - Afsluiting traject dijktrace: inc. bezuiniging MJPB 2014-2017 - Diversen Van/naar veranderopgaven - Afname doorbelaste programmacapaciteit veranderprogramma Totaal mutaties baten Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
-46.731
-1.830 -44
-10.109 -27.019 -3.959 -750 -20
-308 -44.039 2.692
124
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 8. Wonen en Ruimte
bedragen x € 1.000
Mutaties reserves 2015
Bedrag
Toevoegingen - RB MJPB2015-2018 BR Risico en beheer Arnhem Centraal: exploitatiekosten/beheer Arnhem Centraal - RB 26052014 BR Volkshuisvesting: voordeel op rente financiering Starterslening
500 60
Totaal mutaties toevoegingen
560
Onttrekkingen -
RB MJPB2015-2018 BR Risico en beheer Arnhem Centraal: oplevering openbaar vervoer terminal RB MJPB2015-2018 BR Niet gesprongen explosieven: vrijval (risico voorzien binnen weerstandsvermogen) RB 26062012 BR Starters- en duurzaamheidsleningen: kosten starters- en duurzaamheidsleningen RB 26052014 BR Stimulering woningbouw: kosten stimuleringsmaatregelen bestrijding crisis vastgoedmarkt RB 26052014 BR Starters-en duurzaamheidsleningen: herrekening kosten starters- en duurzaamheidsleningen RB MJPB2015-2018 BR Wonen boven winkels: actualisatie
Totaal mutaties onttrekkingen
8.051
Totaal mutaties reserves
7.491
R8 Wonen en Ruimte Lasten verdeeld naar producten (in %)
R0804 Nietgrondexploitatieprojecten 17%
R0801 Voldoende w oningen vd juiste kw aliteit 2%
R0802 Ruimtelijke ontw ikkeling en beheer 6%
R0803 Grondexploitatieprojecten 75%
5.900 1.000 904 575 -455 127
125
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 8. Wonen en Ruimte
Bestuurder 8.1 Voldoende woningen van de juiste kwaliteit [1]
realisatie 2013
2015
2014
2016
2017
2018
Gerrie Elfrink
1.193
1.267
665
828
862
waarvan onzekerheidsfactor groot is
750 204 546 -150
750 484 266 -200
750 0 750 -200
600 58 542 -250
600 0 542 -250
netto effect: nieuwbouw minus sloop
396
66
550
292
292
10.723
13.190
3.309
3.584
2.912
2.956
8
10
10
10
10
10
148
115
115
115
115
115
496 500 500 2.000 150
600 500 50 2.000 150
500 0 40 2000 150
500 0 30 2000 150
500 0 30 2000 150
500 0 30 2000 150
400
400
400
400
400
400
50.755
70.301
38.709
35.834
30.702
34.180
96 0 0 0 0
454 7.121 31.000 10.000 3.300
410 8.780 6.900 3.215 13.000
431 6.974 0 24.345 0
398 23.264 4.000 3.747 0
364 20.802 4.125 3.338 0
23.149
14.103
8.771
1.061
3.201
500
17
≈0
15
15
15
15
86.309
98.787
52.056
41.144
37.643
38.498
1.682
Wat kost het (x. €1.000,--) Wat willen we bereiken: Nieuwbouw (bruto) Sloop Netto aantal woningen op basis van planvoorraad
(doorrekening gemeentefonds)
8.2 Ruimtelijke ontwikkeling en beheer [2]
Alex Mink
Wat kost het (x. €1.000,--) Wat willen we bereiken: aantal geactualiseerde bestemmingsplannen aantal behandelde vergunningaanvragen stedebouw en landschap aantal behandelde vergunningaanvragen bouw en woningtoezicht aantal welstandsadviezen [3] aantal adviezen en initiatieven derden controles reguliere bouw- en monumentenvergunningen controle op (asbest)sloopvergunningen aantal gecontroleerde bestaande bouwwerken incl. illegale bouw, kamerverhuur, bouwklachten etc.)
8.3 Grondexploitatieprojecten [4]
Martijn Leisink
Wat kost het (x. €1.000,--) Wat willen we bereiken: grex-programma woningbouwkavels grex-programma bedrijven m2 uitgeefbaar grex-programma kantoren m2 bvo grex-programma detailhandel/leisure m2 vvo grex-programma maatschappelijke functies
8.4 Niet-grondexploitatieprojecten [5]
Alex Mink/ Gerrie Elfrink
Wat kost het (x. €1.000,--) Wat willen we bereiken: aantal begeleide bouwplannen van derden
Totaal
[1]
De daling van de lasten in 2017 t.o.v. 2015 wordt grotendeels veroorzaakt door een afname in verband met de beëindiging van het project stimuleringsmaatregelen. Deze daling wordt deels gecompenseerd door een toename van lasten agv uitzetting van meer startersleningen.
[2]
De lasten dalen in 2017 voornamelijk als gevolg van uitwerking coalitie-akkoord. Vanaf 2017 wordt gestart met outputfinanciering, waardoor het budget van de ODRA omlaag gaat.
[3]
De welstandscommissie wordt opgeheven in 2015, er zullen derhalve geen welstandsadviezen meer gegeven worden
[4]
De kosten van de grondexploitatieprojecten zijn geactualiseerd en afgestemd op de planning uit de Financiële Jaarrapportage Projecten per 1 januari 2014 zie FJP vertrouwelijke bijlage voor verdere detaillering van de programma's per project
[5]
Daling v.d. lasten op de niet-grondexploitatieprojecten wordt veroorzaakt door de afloop van de betreffende projecten (fasering van deze projecten). Het volume van deze projecten neemt af en er komen geen nieuwe projecten meer voor terug. In 2015 betreft het grootste deel van de geraamde lasten de oplevering van de OV-
terminal Arnhem Centraal.
126
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Verzekeringen en beleggingen Het verzekeringenbeleid is gericht op minimalisatie van de kosten van verzekeringspremies te betalen aan de assuradeurs gekoppeld aan een hoog, maar acceptabel eigen risico. Voor het beheer van panden (denk hierbij met name aan de sport- en schoolgebouwen) wordt actief gewerkt aan preventiemaatregelen. Dit leidt tot een gunstige premiestelling van de brandverzekering. Voor de realisatie van het product verzekeringen geldt meerjarig dat de lasten hoger zijn dan de baten. Dit heeft met name te maken met de onzekere factor van het brandrisico, waarbij op rekeningbasis substantiële bedragen voor eigen rekening kunnen komen (het eigen risico). In de praktijk weegt dit op tegen gunstige premiestelling bij de assuradeurs. De gemeente Arnhem bezit 496.470 aandelen van de BNG met een balanswaarde van € 1.241.175. Voor het jaar 2015 wordt uitgegaan van een door de BNG uit te keren dividend van € 571.000. Gemeentefonds: algemene uitkering en decentralisatie en integratie-uitkeringen De doorrekening van de meicirculaire 2014 is de basis voor de meerjarige prognose van het gemeentefonds 2015. Het verschil ten opzichte van de vorige MJPB is in deze MJPB 2015 - 2018 verwerkt. In paragraaf 2.2 wordt een inhoudelijke analyse gegeven van de financiële ontwikkeling van het gemeentefonds. Belastingen en heffingen In het coalitieakkoord van 2015 hebben de coalitiepartijen afgesproken dat de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend zaakbelasting en de afvalstoffenheffing, niet meer stijgen dan met de gemiddelde prijsstijging in Nederland. Voor 2014 heeft het Centraal Plan Bureau de verwachte consumentenprijsindex (CPI) vastgesteld op 1,5 %. Met dit percentage worden belastingen vanaf 2015 geïndexeerd. Belangrijke uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de belastingen en heffingen zijn in Arnhem de volgende: • Evenwichtige lastenverdeling tussen burgers en ondernemers; • Evenwichtige lastenverdeling tussen burgers onderling (draagkracht). De instrumenten die Arnhem hiervoor inzet zijn: - De grondslag van de belastingen. De OZB heeft met de WOZ-waarde een grondslag met een lastenverdelende werking. Zo geldt voor eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen en huurders van bedrijfsgebouwen: “Hoe hoger de waarde van de woning/het gebouw, des te hoger de te betalen belasting”; - Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
onderwerp
Geldleningen Ten behoeve van de eigen financiering van investeringen en de financieringsbemiddeling voor instellingen (gelieerd aan beleid van de gemeente) wordt tegen zo gunstig mogelijke condities geld aangetrokken. De financiering voor derden wordt op basis van een besluit van november 2007 beperkt gehouden. De gemeente is terughoudend bij het verstrekken van leningen aan derden. Deze terughoudendheid wordt versterkt door de verplichting tot schatkistbankieren, die het Rijk de decentrale overheden heeft opgelegd. Ook de gemeente Arnhem moet tijdelijk overtollige middelen afstorten naar de schatkist en mag alleen leningen verstrekken voor activiteiten in het kader de publieke taak. Voor financiering van de eigen gemeentelijke activiteiten wordt voor een belangrijk deel op de balans aanwezige reserves en voorzieningen ingezet. Over de binnen de gemeente beschikbare gestelde gelden wordt als rentevergoeding de zogenoemde omslagrente in rekening gebracht. Deze is gebaseerd op de rentepercentages zoals van toepassing op de leningenportefeuille ingenomen gelden voor de gemeente Arnhem plus de operationele kosten van de financieringsfunctie. Voor de begroting 2015 is de omslagrente gesteld op 5,25 %.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Sociaal Deelfonds De middelen voor het uitvoeren van de decentralisaties zijn vanaf 2015 opgenomen in de vorm van een integratie-uitkering in het gemeentefonds: het sociaal deelfonds. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.2.2 "Integratie-uitkering Sociaal deelfonds". Voor Arnhem hebben deze middelen een geraamde omvang van t 165,9 miljoen (zie hiervoor ook tabel in hoofdstuk 2.2, waar onder de noemer "beleidsveld tbv decentralisatie sociaal domein" de geraamde middelen in het sociaal deelfonds zijn weergegeven).
pagina
Beleidstoelichting Inleiding Beleidsmatig zijn in dit programma, leningen,verzekeringen, beleggingen, belastingen en heffingen en investeringen van belang. Verder gaat het in dit programma over de algemene dekkingsmiddelen en de niet direct aan de andere programma’s toe te rekenen kosten. Onder de algemene dekkingsmiddelen vallen met name de algemene uitkering uit het gemeentefonds en enkele belastingen en heffingen.
127
Regulier Programma 9 Financiën en bedrijfsvoering
128
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
- Kaders voor afzonderlijke belastingen.
In de paragraaf lokale heffingen wordt uitgebreid ingegaan op de beleidsuitgangspunten, op ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, de lastendruk en de ontwikkeling van de tarieven. Belangrijke raadsonderwerpen 2015 • Vaststellen hoogte belastingen en heffingen 2015 Relevante kaders Gemeente: • Verordening financieel beleid en beheer • Treasurystatuut • Financiële spelregels n.a.v. “het Lenteakkoord”
Regio, provincie, rijk: •
129
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 9. Financiën en bedrijfsvoering
bedragen x € 1.000
Middelen
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde MJPB 2014-2017
t/m Raad 30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
80.692
87.846
94.649
92.766
90.752
84.896
84.357
Baten
288.812
291.614
300.321
456.944
455.713
447.899
442.603
Exploitatieresultaat
208.121
203.768
205.672
364.178
364.961
363.003
358.246
4.709 12.845
2.583 666
3.506 4.321
3.225 1.480
9.865 624
5.422 58
1.672 -46
8.136
-1.917
815
-1.745
-9.241
-5.364
-1.718
216.257
201.851
206.487
362.433
355.720
357.639
356.528
Mutaties reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Toelichting mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014) Lasten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Kapitaallastenontwikkeling agv actualisatie MeerjarenInvesteringsPlan -
Oplossing geldleningen ter compensatie niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) Geen inflatiecorrectie budgetten ov. goederen en diensten gemeente en verbonden partijen (F5 coalitie-akkoord) Inzet cf afspraak F5 voor diverse beleidsvelden Loon (CAO-ontwikkeling) Looncompensatie gesubsidieerde instellingen (F5 coalitie-akkoord) Diversen bedrijfsvoering Stijging rioolheffing panden eigendom gemeente Arnhem (F2 coalitie-akkoord) Bezuiniging op het gemeentelijk vastgoed (F11 coalitie-akkoord) Dekking exploitatie OAT Vertraagd realiseren digitalisering werkprocessen (zaakgericht werken): bezuiniging MJPB 2014-2017 Verzachten bezuiniging optimaliseren cameratoezicht efficiëncyslag voor 2015 Taakmutatie uitname e-overheid (kadaster)
Bestaand beleid - Herprogrammering salariskosten openbare ruimte en gebiedsrealisatie en vastgoed - Reservering voor kosten niet geplaatste medewerkers (BLOeM) - Formatieontwikkeling (voornl. bezuinigingen toekomstgericht int. dienstverlening, bedrijfsvoering en org. ontwikkeling) - Kapitaallastenontwikkeling - Inkoopvoordeel realiseren: bezuiniging MJPB 2013-2016 en MJPB 2014-2017 - Incidenteel frictiebudget 2014 en actualisatie 2015 samenwerkingsverband ODRA - Invulling taakstelling investeringsagenda reëler in de tijd: bezuiniging MJPB 2014-2017 - Verkoop vastgoed (structureel lagere beheerslasten): bezuiniging MJPB 2013-2016 - Frictiekostenbudget agv bezuinigingen - Implementatiekosten E-HRM in 2014 via niet bestede middelen 2013 - Jaarlijkse verhoging strikt onvermijdbaar -
Energiebesparing op eigen gemeentebrede kosten: toekomstgerichte bezuiniging Digitalisering van alle werkprocessen (zaakgericht werken): bezuiniging MJPB 2014-2017 Optimaliseren cameratoezicht efficiëncyslag: bezuiniging MJPB 2014-2017 (zie ook R1) Diversen
Bedrag
-2.392 -1.100 1.000 -1.000 1.963 591 563 394 -150 -87 50 50 -20
5.995 -3.406 -2.459 1.505 -1.320 -1.128 -250 -245 176 -150 113 -75 -50 -50 -401
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties lasten
-1.883
130
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Regulier programma 9. Financiën en bedrijfsvoering
bedragen x € 1.000
Baten Bestedings- en bezuiningsvoorstellen - Actualisatie Gemeentefonds o.b.v. meicirculaire 2014 (inclusief sociaal deelfonds) - Actualisatie en verhoging van de afvalstoffenheffing naar 90% kostendekkendheid (F2 coalitie-akkoord) - Afschaffen precario- en toeristenbelasting (F2 coalitie-akkoord) - Actualisatie rioolheffing - Actualisatie OZB - Diversen bedrijfsvoering - Actualisatie parkeerexploitatie en areaal obv nota BBF
168.436 2.438 -412 206 -175 157 94
Bestaand beleid - Verlaging Gemeentefonds o.b.v. meicirculaire 2013 - Verkoop vastgoed (incidentele boekwinsten): bezuiniging MJPB 2013-2016 - Eenmalige verlaging taakstelling verkoop vastgoed 2014 ivm hogere realisatie in 2013 - Aanpassing belastingopbrengsten rioolheffing en ozb - Dienstverlening aan de ODRA - Verkoop vastgoed (structureel lagere beheerslasten door wegvallen huurinkomsten): bezuiniging MJPB 2013-2016 - Diversen
-16.459 1.227 590 370 220 -111 42
Van/naar veranderopgaven Totaal mutaties baten
156.623
Totaal mutaties exploitatie 2015 t.o.v. 2014 (t/m Raad 30 juni 2014)
158.506
Mutaties reserves 2015
Bedrag
Toevoegingen - MJPB 2014-2017 AR : weerstandsvermogen 75% - MJPB 2014-2017 AR : rente algemene reserve - MJPB 2013-2016 AR : weerstandsvermogen ingroei naar 90% - Rb 28.10.2013 BR Frictiekosten: afbouw begeleiding en ontwikkeling BLOeM - Rb 25.05.2009 AR : vrijval kapitaallasten verplaatsen de Boei - MJPB 2015-2018 BR Taakmutaties gemeentefonds - overloop : gezond in de Stad - MJPB 2015-2018 BR Taakmutaties gemeentefonds - individuele studietoeslag - MJPB 2010-2013 AR : rampenoefening
1.226 725 462 405 197 106 99 5
Totaal mutaties toevoegingen
3.225
Onttrekkingen - MJPB 2014-2017 AR : kasschuif - Rb 24.09.2012 BR kapitaallasten DIGA - MJPB 2015-2018 BR ICT: Kap.lasten investering vervanging ICT-server
1.040 377 63
Totaal mutaties onttrekkingen
1.480
Totaal mutaties reserves
-1.745
131
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
R09 Financien en bedrijfsvoering Lasten verdeeld naar producten (in %) R0909 Kapitaallasten indirect 4%
R0907 Huisvesting en f acilitaire zaken 14%
R0908 ICT 7%
R0901 Geldleningen - 1%
R0903 Belastingen en hef f ingen R0904 Doorbelasting uren 5% 20%
R0910 Algemene stelposten 4%
R0906 Verzekeringen en beleggingen 1%
R0905 Indirecte personeelskosten 46%
Regulier programma 9. Financiën en bedrijfsvoering
Bes tuurder 9.1
Geldleningen
2013
2015
2014
2016
2017
2018
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
-11.548
941
-907
-707
-318
-1.017
16,6
17
18,7
18,15
17,76
p.m .
-13
0
0
0
0
0
4.461
5.094
5.060
5.059
5.043
5.043
14.540
13.814
18.713
18.730
18.587
18.501
46.202
48.731
42.330
40.621
37.226
35.912
1.018 517 1.535 34%
998 512 1.510 34%
961 474 1.435 33%
961 473 1.434 33%
960 472 1.432 33%
960 472 1.432 33%
-386
953
953
953
953
953
13.992
12.876
12.672
12.765
12.395
12.398
8.370
7.472
6.327
5.368
4.681
4.074
3.694
2.284
4.078
5.235
5.950
6.524
1.380
2.485
3.540
2.728
379
1.969
80.692
94.650
92.766
90.752
84.896
84.357
Wat willen we bereiken: Rente-risiconorm in%
9.2
Algem ene uitkering
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.3
Belas tingen en heffingen
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.4
Doorbelas ting uren
A le x Mink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.5
Indirecte pers oneels kos ten [1]
A le x Mink
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % verhouding direct/indirect: Aantal FTE direct Aantal FTE indirect Totaal aantal FTE ambtelijke organisatie % indirect tov totaal
9.6
Verzekeringen en beleggingen
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.7
Huis ves ting en facilitaire zaken [2]
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.8
ICT [3]
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.9
Kapitaallas ten indirect [4]
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
9.10 Algem ene s telpos ten [5]
Ma rtijn L e is ink
Wat kost het (x € 1.000,--)
Totaal
[1] [2]
De daling van de lasten in 2018 t.o.v. 2015 w ordt voornamelijk veroorzaakt door de af name in de f rictiekosten en 2 x 1.400 (x € 1.000) als gevolg van de taakstellende vermindering van f ormatie met 20 f te in zow el 2017 en 2018 (F6 coalitie-akkoord). De af name van de lasten in 2017 t.o.v 2015 is hoof dzakelijk het gevolg van de taakstelling uit de MJPB 2014-2017 van 400 (x € 1.000) om te zoeken naar
[3]
alternatieven voor goedkopere huisvesting. De lasten nemen in 2018 t.o.v 2015 af met 2.253 (x € 1.000). Dit w ordt veroorzaakt door: Een af name voor ICT van € 2.103 (x 1.000) betref t rente en af schrijving van in gebruik zijnde hard- en sotw are en telef oon- en datavoorzieningen. In 2017 tevens nog een taakstelling van € 150 (x € 1.000) in te vullen door digitalisering van w erkprocessen (zaakgericht w erken).
[4]
Door de ontw ikkeling van de kapitaallasten (rente en af schrijving) van de voorgenomen investeringen die opgenomen zijn in het Meerjaren Investerings Plan, is een stijgend verloop in de lasten zichtbaar.
[5]
De lasten uit hoof de van de algemene stelposten betref t voornamelijk de loonuitw ikkeling CAO. Als gevolg van een taakstelling m.b.t. investeringen en personeel en verlaging van de f rictiekosten als gevolg van bezuinigingen, is een dalend verloop zichtbaar in de lastenontw ikkeling van de algemene stelposten.
132
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In dit hoofdstuk zijn de volgende paragrafen opgenomen: 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Stresstest: financiële status en weerbaarheid; Lokale heffingen; Weerstandsvermogen en risicobeheersing; Onderhoud kapitaalgoederen; Financiering; Bedrijfsvoering; Verbonden partijen; Grondbeleid; Investeringen; Subsidies.
onderwerp
De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de paragrafen wisselt per onderwerp. Ten aanzien van een groot aantal paragrafen is er een kaderstellende beleidsnota door de raad vastgesteld. Het karakter van de paragraaf wijzigt daardoor in het actualiseren en bewaken van de voorgenomen voortgang van het betreffende onderwerp.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
In de paragrafen worden kaderstellende beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Een aantal paragrafen is in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht voorgeschreven. In de programmabegroting 2005 - 2008 is hier de paragraaf investeringen aan toegevoegd. Op verzoek van de toenmalige Commissie Financiën en Publieke Dienstverlening is in de programmabegroting 2006 - 2009 een paragraaf subsidies opgenomen. Mede op verzoek van de raad is met ingang van de programmabegroting 2014 - 2015 de paragraaf stresstest: financiële status en weerbaarheid toegevoegd.
pagina
De paragrafen vormen een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat hierbij om beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake is van grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van de beleidsprogramma’s. De paragrafen geven daarmee belangrijke aanvullende informatie over de meerjarige financiële positie van de gemeente. De raad is hierdoor beter in staat haar controlerende functie uit te oefenen.
133
4 Paragrafen
134
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
De uitkomst van de test staan in de vorm van een dashboard in onderstaande figuur. Samenvatting Indicatorgroep
Indicator
1. Schuldpositie (vreemd vermogen)
1.1 Schuldratio
Voldoende
Attentie/kwetsbaar
Kwetsbaar
1.2 Netto schuld / exploitatie (netto schuldquote) 1.3 Netto schuld per inwoner 1.4 Schuldevolutie 1.5 Netto rentelasten / exploitatie 1.6 Rentereserve 1.7 Omslagrente - werkelijke rente
2. Reservepositie (eigen vermogen)
2.1 Ratio weerstandsvermogen 2.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren
3. Grondexploitaties
3.1 Afhankelijkheid van grondexploitatie voor sluitende begroting 3.2 Winstverwachting grondexploitaties (meerjarig) 3.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's 3.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie) 3.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden)
4. Leningen, garantstellingen en waarborgen
4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen
5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen
5.1 Toereikendheid onderhoudsbudgetten, incl. vervangingsinvesteringen
6. Lokale lasten
6.1 Lokale lastendruk 6.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB 6.3 Derving OZB i.v.m. leegstand 6.4 Kostendekkendheid leges
7. Meerjarig financieel 7.1 Ombuigingen, taakstellingen evenwicht 7.2 Verhouding Structurele / Incidentele baten en lasten 7.3 Meerjarig sluitende begroting
Hierna worden de indicatoren, de norm en de score toegelicht. 1. Schuldpositie, vreemd vermogen 1.1 Schuldratio De schuldratio zegt welk deel van de bezittingen van de gemeente is belast met schulden. Deze ratio is de som van de kortlopende en de langlopende schulden gedeeld door het balanstotaal. Hoe lager de uitkomst hoe gunstiger dit is. Arnhem beschikt niet over een groot eigen vermogen en financiert van oudsher investeringen met vreemd vermogen (schulden). Door de VNG wordt een factor van 80 % of hoger gezien als een hoge mate van financiering met vreemd vermogen. Arnhem heeft nog steeds een factor van 84 %, waarvan 8 % wordt verklaard door de overname van de grondexploitatie Schuytgraaf. Zonder Schuytgraaf was de score 76 % geweest, neutraal.
onderwerp
De meerwaarde van de test zit vooral ook in het periodiek invullen van de stresstest, zodat op alle indicatoren een trend zichtbaar wordt en geanalyseerd kan worden. In deze MJPB is het de tweede keer dat deze stresstest is ingevuld. Bij een aantal indicatoren is door middel van een pijl aangegeven welke ontwikkeling zichtbaar is ten opzichte van vorig jaar. De verschillende items in de stresstest zijn ook (vaak meer in detail) terug te vinden in de overige paragrafen.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Inleiding Het is van belang dat we inzicht hebben in de financiële status (hoe financieel gezond is de gemeente) en de financiële weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden). Vorig jaar is hiervoor binnen de 100.000+ gemeenten een eigen stresstest ontwikkeld, welke in de MJPB 2014-2017 voor het eerst voor Arnhem is opgenomen. Deze stresstest geeft door middel van indicatoren inzicht in de financiële status en weerbaarheid. Ook de Raad voor financiële verhoudingen (Rfv) heeft in 2011 de aandacht voor dit deel van de gemeentelijke begroting aangescherpt door het adviseren van een “stresstest” voor gemeenten.
pagina
Stresstest: financiële status en en weerbaarheid
135
4.1
136
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
De schuldpositie wordt vanaf begrotingsjaar 2016 een onderdeel van het financieel toezicht en van de beoordeling van artikel 12-gemeenten. Dit geeft aan dat de schuldpositie steeds belangrijker wordt in de beoordeling van de totale financiële positie van de gemeente. 1.2 Netto schuld / exploitatie De schuld als aandeel van de exploitatie geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. De VNG geeft aan dat bij een score van meer dan 90 % voorzichtigheid is geboden. Een score van minder dan 50 % is gunstig. Arnhem heeft een score van 107 %, niet goed en niet slecht. Er is wel een verslechtering opgetreden ten opzichte van de score van 105 % van vorig jaar. 1.3 Netto schuld per inwoner Deze indicator spreekt voor zich, de netto schuld gedeeld door het aantal inwoners. Het gemiddelde in Nederland ultimo 2012 is € 2.343. Binnen een afwijking van 20 % van dit gemiddelde is de score voldoende, daarbuiten goed (-20 %, € 1.874) of onvoldoende (+20 %, € 2.812). De schuld per inwoner van Arnhem bedraagt € 4.058 en scoort daarmee net als vorig jaar onvoldoende. 1.4 Schuldevolutie De schuldevolutie geeft aan in welke mate de schuld per inwoner in een jaar is toegenomen of afgenomen. Een afname van 15 % of meer wordt beschouwd als gezond en een toename van 15 % of meer als ongezond. In Arnhem was in 2013 de toename 2 %, dit ligt wel lager dan vorig jaar. 1.5 Netto rentelasten / exploitatie Deze indicator geeft aan welk deel van de exploitatie gebonden is door het betalen van rente (aan banken). De indicator hangt heel sterk samen met de netto schuld / exploitatie (1.2). En dus ook hier scoort Arnhem net als vorig jaar neutraal met een score van 2,98 %, waar een percentage van lager dan 1 als gezond wordt beschouwd. 1.6 Rentereserve Arnhem heeft sinds JV 2012 geen aparte rentereserve meer. De middelen zijn opgenomen in de Algemene Reserve. Dit wordt in de stresstest beschouwd als onvoldoende. 1.7 Omslagrente – werkelijke reserve In Arnhem ligt de omslagrente boven de werkelijk betaalde rente aan de banken, 5,25 % versus 3,02 %. Daarmee scoort Arnhem voldoende. De werkelijke rente ligt ook lager dan vorig jaar (3,16 %). 2. Reservepositie, eigen vermogen 2.1 Ratio weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. Tegelijkertijd met de begroting verschijnt Turap 2/2014, waarin de actuele stand (momentopname) van het weerstandsvermogen staat weergegeven in de paragraaf weerstandsvermogen. In de betreffende paragraaf wordt meer in detail ingegaan op de ontwikkelingen. 2.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren De algemene reserve vormt ons directe weerstandsvermogen, bedoeld om risico’s af te dekken. Daarnaast is sprake van indirect weerstandsvermogen (post onvoorzien, onbenutte belastingcapaciteit en bestemmingsreserves die niet worden gebruikt ter dekking van kapitaallasten voor investeringen met economisch nut). Deze kunnen worden gebruikt om de weerstandscapaciteit te verbeteren. De gemeente heeft deze mogelijkheden waardoor de score goed is. Dat is in Arnhem ook in deze MJPB het geval. Wel is een dalende lijn te zien in de hoogte van de bestemmingsreserves, als belangrijk deel van ons eigen vermogen. 3. Grondexploitatie 3.1 Afhankelijkheid grondexploitatie voor sluitende begroting Zodra in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met winsten vanuit de grondexploitaties bestaat er een bepaalde druk op de exploitaties om deze winsten daadwerkelijk te realiseren. Geen realisatie betekent immers een direct dekkingsprobleem in de begroting. Lagere grondverkopen hebben dan direct effect op de reguliere exploitatie. In de meerjarenbegroting van onze gemeente zijn dergelijke winsten niet ingeboekt in de exploitatie en sinds de jaarrekening 2013 wordt bij het bepalen van het weerstandsvermogen geen rekening meer gehouden met de winstpotentie op de grondexploitatie. Er is dus geen afhankelijkheid meer. Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar.
137
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
3.2 Winstverwachting grondexploitaties Op het moment dat er positieve resultaten uit de grondexploitaties worden gerealiseerd heeft de gemeente middelen die kunnen worden ingezet of gespaard voor moeilijke tijden. De meerjarige winstverwachting van de grondexploitaties is positief, zodat de gemeente op deze indicator goed scoort. Het aantal projecten waarop winst wordt geprognotiseerd is relatief laag. Dat maakt de gemeente wel kwetsbaar. 3.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's De AR van het grondbedrijf en de bestemmingsreserve ter afdekking van algemene economische risico's zijn reserves om risico's van het grondbedrijf op te vangen. De reserve moet zodanig zijn dat de risico's kunnen worden opgevangen. In Arnhem is de reserve Grondbedrijf nihil en daarom wordt op deze indicator een onvoldoende gescoord. 3.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Balanspost: Bouwgronden In Exploitatie) Dit kengetal geeft aan wat de gemeenten nog aan lasten en baten moet realiseren bij de actuele boekwaarde van de BIE (Bouwgronden In Exploitatie). Als dit te hoog is dan zegt dat iets over de nog te verrichten inspanningen. Als de geraamde baten en lasten samen drie keer groter zijn dan de huidige boekwaarde dan is de score onvoldoende. Dit is in ons geval aan de orde. 3.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden) Hierbij gaat het om de vraag of de exploitatielasten van de niet in exploitatie genomen gronden zijn afgedekt. In Arnhem is dit incidenteel wel het geval (uit resultaten treasury), maar meerjarig niet in de begroting opgenomen. Vandaar de ongewijzigde neutrale score. 4. Uitstaande leningen, garantstellingen en waarborgen 4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen Een gemeente loopt mogelijk risico's bij het uitzetten van leningen, het geven van garanties of waarborgen. Het risico vermindert als zekerheden zijn gesteld, zoals het 1e recht van hypotheek, een bankgarantie of als een lening uitstaat bij partijen met minimaal een AA-rating qua kredietwaardigheid. In Arnhem bedraagt het gewogen percentage zekerheden voor leningen en garantstellingen (net als vorig jaar) circa 94 % en ligt daarmee op een neutraal niveau. 5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen 5.1 Toereikende onderhoudsbudgetten Wij zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de kapitaalgoederen binnen onze gemeente. Veelal betreft dit kapitaalgoederen in de openbare ruimte zoals wegen, groen en civieltechnische kunstwerken. De kapitaalgoederen worden gemiddeld met een “6” gewaardeerd (op een schaal van 1 tot 10, dus voldoende). Bij een aantal soorten kapitaalgoederen staat een 5,5. Dit is het geval bij bomen, groen en civieltechnische kunstwerken. Om een 6 te scoren op deze onderdelen zou een extra structureel budget van circa € 600.000 noodzakelijk zijn. Door de tijdelijke bezuinigingsmaatregel op wegen (3 jaar à € 0,5 miljoen) scoren we daarop een 5. Om op de wegen weer op een 6 te komen is eigenlijk ruim € 3 miljoen extra structureel budget nodig. Bij sommige kapitaalgoederen die nu nog een 6 scoren, is wel aangegeven dat hierop in de toekomst extra middelen nodig zijn om deze 6 te handhaven. Op het totaal van de exploitatie komt het totaal benodigde extra budget voor onderhoud kapitaalgoederen neer op minder dan 1 %, waardoor hierop in deze stresstest een neutrale score wordt gerealiseerd. 6. Lokale lasten 6.1 Lokale lastendruk De lokale lastendruk is de druk van de lasten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en OZB. Het gemiddelde van Nederland is € 704 (COELO 2014). Binnen een afwijking van 5 % van dit gemiddelde is de score voldoende, daarbuiten goed (- 5 %) of onvoldoende (+ 5 %). Arnhem heeft een lokale lastendruk van € 739 en scoort daarmee nog net neutraal. 6.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB Landelijk mag de OZB opbrengst jaarlijks voor alle gemeenten gezamenlijk maar een beperkte stijging laten zien. Voor 2015 is de macronorm nog niet bekend gemaakt, we relateren daarom aan de macronorm over 2014. Onze onbenutte belastingcapaciteit voor 2015 komt daardoor uit op 0,1 % van de exploitatie (baten). Een deel van de belastingcapaciteit is dus nog niet benut. Hierdoor is de score neutraal. Er is immers enige belastingcapaciteit onbenut die in financieel moeilijke tijden benut zou kunnen worden. 6.3 Inkomstenderving OZB door leegstand niet-woningen Leegstand kost de gemeente geld. Er bestaat een directe relatie tussen de opbrengst OZB gebruikers nietwoningen en leegstand. Verder wordt bij de korting die wij krijgen in de algemene uitkering geen rekening gehouden met eventuele leegstand. We worden gekort op basis van de WOZ-waarde van de panden. Natuurlijk bestaat er ook een indirecte relatie met derving inkomsten afvalstoffenheffing en rioolrecht. In de bepaling van
138
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
deze tarieven werd tot een aantal jaren terug rekening gehouden met leegstand, de laatste jaren echter niet. Onze derving van de OZB op basis van de leegstand komt uit op 1,1 % van de totale OZB-opbrengst van de niet-woningen. Hiermee scoren we volgens de norm neutraal en deze score vormt een flinke verbetering ten opzichte van vorig jaar. 6.4 Kostendekkendheid leges Deze indicator geeft aan in hoeverre de lasten worden gedekt door de baten. Bepaalde leges mogen maximaal 100 % kostendekkend zijn (de baten de kosten niet overstijgen). Als de kostendekkendheid lager is, is er mogelijk ruimte om meer baten te realiseren. Bij het bepalen van de extra ruimte is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde maxima tarieven van de producten. Onze extra ruimte komt uit op circa 0,32 % van de totale exploitatie (baten) en krijgt hiermee volgens de norm ook een neutrale score (wel een verbetering ten opzichte van vorig jaar). 7. Financieel evenwicht 7.1 Ombuigingen Bij de begroting 2012 hebben wij een bezuinigingsactie Toekomstgericht bezuinigen ingezet. De daaruit voortvloeiende bezuinigingen zijn in de begroting verwerkt. In de jaren daarna, inclusief deze MJPB 2015 - 2018 zijn op een aantal beleidsvelden nieuwe taakstellingen opgenomen. Bij het merendeel van de bezuinigingen zijn de budgetten in de begroting afgeraamd. Daarmee wordt de bezuiniging voor deze stresstest als gerealiseerd beschouwd. Er is echter nog een aantal algemene taakstellingen/stelposten in de begroting opgenomen, welke nog concreet ingevuld moeten worden. Deze worden afgezet tegen de totale lasten in de begroting. De score laat zien dat we hierop net als vorig jaar nog nét voldoende scoren (de eerste jaarschijf van de begroting is hierin bepalend). 7.2 Verhouding structurele lasten en structurele baten Structurele lasten moeten worden afgedekt door structurele baten. Andersom mogen incidentele lasten worden afgedekt door incidentele baten. De structurele lasten zijn in het jaar 2015 voor ruim 96 % en in het jaar 2016 voor ruim 99 % afgedekt door structurele baten. Dit is een direct gevolg van de vrijval c.q. onttrekking aan een aantal bestemmingsreserves, waardoor er incidentele baten in 2015 en 2016 gerealiseerd worden. Vanaf 2017 worden de structurele lasten voor meer dan 100 % gedekt door structurele baten. Omdat er in de eerste jaarschijf lager dan 98 % wordt gescoord, wordt de score als kwetsbaar aangemerkt. Vorig jaar was deze score voldoende. 7.3 Sluitende begroting De meerjarige begroting is in de jaren 2015 tot en met 2018 sluitend. Uit het vorige punt blijkt dat vanaf 2017 de structurele lasten volledig worden afgedekt door structurele baten, dus er is ook sprake van structureel evenwicht van de begroting.
Uitgangspunten van beleid Ontwikkeling van de lokale lasten De gemeente gaat zuinig om met het geld dat beschikbaar is. In het coalitieakkoord 2014 ‘Met de Stad’ hebben de coalitiepartijen afgesproken dat de lastenstijging van de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend zaak belasting en de afvalstoffenheffing, niet meer stijgen dan met de gemiddelde prijsstijging in Nederland. Voor 2014 heeft het Centraal Plan Bureau (CPB) de verwachte consumentenprijsindex (CPI) vastgesteld op 1,5 %. Met dit percentage worden de belastingen in 2015 geïndexeerd. De tarieven van de belastingen voor 2015 sluiten in principe hierop aan evenals op de volgende aanvullende beleidsuitgangspunten: 1. Evenwichtige lastenverdeling tussen burgers onderling (draagkracht) De instrumenten die Arnhem hier voor inzet zijn: - De grondslag van de belastingen. De OZB en de rioolheffing worden toegerekend op basis van de WOZ- waarde van onroerend goed. Zo geldt voor eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen en huurders van bedrijfsgebouwen: ‘hoe hoger de waarde van de woning / het gebouw, hoe hoger de te betalen belasting’; - Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. 2. Kaders voor afzonderlijke belastingen - De tarieven mogen – als er een gedegen kostenonderbouwing is – stijgen met de toegestane nominale ontwikkeling van 1,5 %; - In een aantal gevallen wijkt de stijging af van 1,5 %, bijvoorbeeld door een wettelijke maximering van de tarieven, de afrondingssystematiek of doordat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen. 3.
De gebruiker betaalt Bij de afvalstoffenheffing wordt een relatie gelegd tussen de mate van gebruik en de belasting die iemand betaalt door met twee tarieven voor particulieren te werken. Eén voor eenpersoonshuishoudens en één voor meerpersoonshuishoudens.
Aanvullend op de algemene beleidsuitgangspunten geldt voor de OZB dat ieder jaar een herwaarderingsjaar is. Dat betekent dat de WOZ-waarden gebaseerd worden op een nieuwe waardepeildatum (In 2015 is dat 1 januari 2014). Het gemiddelde herwaarderingscijfer leidt tot een tariefaanpassing zodat de herwaardering geen lastenontwikkeling tot gevolg heeft. Om te voorkomen dat de opbrengst OZB te hoog of te laag wordt, wordt de gemiddelde waardeontwikkeling gecompenseerd door een tariefswijziging. Uiteraard kan de werkelijke waardestijging per individueel object afwijken van de gemiddelde waardestijging met als gevolg een andere ontwikkeling van de lasten dan hier gepresenteerd. De gemiddelde waardeontwikkeling voor niet-woningen heeft een sterkere daling laten zien dan die voor woningen. Deze daling wordt, zonder dat dit gevolgen heeft voor de lastenontwikkeling, gecompenseerd door een tariefsaanpassing. Lokaal armoedebeleid in relatie tot de gemeentelijke heffingen Kwijtschelding wordt verleend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Inwoners kunnen in aanmerking komen voor gedeeltelijke of volledige kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen. Dat hangt af van de hoogte van het gecorrigeerde inkomen. Dit is het inkomen gecorrigeerd voor de lokale belastingen en extra huurkosten en ziektekosten (hoger dan een forfaitair bedrag). Iemand komt in Arnhem voor kwijtschelding in aanmerking als het gecorrigeerde inkomen lager uitvalt dan 100 % van het bijstandsniveau. De gemeente Arnhem kiest met het hanteren van een bovengrens van 100 % van het bijstandsniveau voor een ruimhartige invulling van het kwijtscheldingsbeleid.
onderwerp
Onder de lokale heffingen en belastingen vallen de onroerende zaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de parkeerbelasting, de roerende zaakbelasting en de leges. Door de vaststelling van deze paragraaf stelt de raad van de gemeente Arnhem de kaders vast voor het uitwerken van de betreffende belasting- en legesverordening 2015, die eind 2014 door de raad wordt vastgesteld.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Inleiding Deze paragraaf geeft een toelichting op alle lokale belastingen en heffingen die worden geheven. Een deel van deze heffingen en belastingen (bijvoorbeeld de onroerende zaakbelasting) is ter dekking van de algemene uitgaven (ongebonden heffingen). Andere lokale heffingen (bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing) zijn ter dekking van specifieke doelen (gebonden heffingen). Deze heffingen worden ook wel aangeduid als retributies.
pagina
Lokale heffingen
139
4.2
Overzicht woonlasten meerpersoonshuishouden Nederlandse gemeenten (2014) Positie Arnhem op ranglijst
Gemiddelde woonlasten Hoogste woonlasten Laagste woonlasten
Arnhem nvt
€ 738 nvt nvt
(Deel) gemeenten Alle Grote 252
26
€ 725 € 964
€ 664 € 805
€ 457
€ 532
Lastenontwikkeling Arnhem 2015 In verband met de maatregelen uit het coalitieakkoord zijn de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing in onderstaande tabel tegen elkaar afgezet, zodat de verschillen tussen 2014 en 2015 zichtbaar worden: Overzicht lastenontwikkeling gemiddelde woning gemeente Arnhem 2015 ten opzichte van 2014
Onroerend zaakbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) Totaal
2014
2015
% Lastenontwikkeling
€ 353 € 162
€ 330 € 165
-6,70% 1,50%
€ 206 € 721
€ 244 € 739
18,80% 2,42%
onderwerp
Lokale lastendruk ten opzichte van andere gemeenten De gemiddelde woonlasten bestaan uit de OZB voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde plus de riool- en afvalstoffenheffing minus een eventuele heffingskorting. In Arnhem kwamen de woonlasten in 2014 uit op gemiddeld € 738 voor een meerpersoonshuishouden. Het landelijk gemiddelde van alle gemeenten bedroeg in 2014 voor een meerpersoonshuishouden € 725 (bron: digitale atlas Coelo) Arnhem komt in 2014 op de 252e plek (van de 403 gemeenten) wat betreft de woonlasten. Ten opzichte van de 35 grote steden komt Arnhem op de 26e plaats. Positie 1 betreft de goedkoopste gemeente.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Ontwikkeling Rioolheffing In voorgaande jaren steeg de rioolheffing in verband met een koppeling tussen het tarief en de investeringen in het riool. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de rioolheffing niet meer stijgt dan de consumenten prijs index (CPI). De noodzakelijke kosten voor het riool worden opgebracht door de prijsindexatie en de vrijval op het kwijtscheldingsbudget. De vrijval op het kwijtscheldingsbudget komt voort uit de maatregel om de rioolheffing voor 50 % ten laste van de eigenaar te laten komen. De in het coalitieakkoord aangegeven herschikking van de middelen voor onderhoud kapitaalgoederen blijkt vooralsnog niet noodzakelijk.
pagina
Omgekeerd inzamelen afval In de pilot ‘omgekeerd inzamelen’ wordt in drie Arnhemse wijken geëxperimenteerd met een nieuwe manier van afvalinzameling, waarbij bewoners worden gestimuleerd afval goed te scheiden en zo min mogelijk restafval te produceren. Afhankelijk van de evaluatie-uitkomsten van de pilot begin 2015 wordt in de loop van 2015 het gesprek met het college en de raad gevoerd over het systeem van omgekeerde afvalinzameling en het principe ‘de vervuiler betaalt’. Uitkomsten zouden vervolgens kunnen leiden tot een nieuwe wijze van afvalinzameling, waarbij de hoeveelheid geproduceerd afval leidend is voor de te betalen afvalstoffenheffing.
140
Actuele ontwikkelingen Coalitieakkoord In coalitieakkoord ‘Met de Stad’ uit 2014 is een aantal maatregelen opgenomen die vanaf 2015 effect hebben op de lokale heffingen in Arnhem: - De afvalstoffenheffing wordt per 2015 verhoogd en de meeropbrengst komt ten gunste van de OZB voor woningen. Deze maatregel betekent een verlaging van de OZB voor woningen; - De rioolheffing wordt per 2015 voor 50% in rekening gebracht van de eigenaar, de overige 50 % blijft voor rekening van de gebruiker. Door deze maatregel neemt de belastingdruk voor mensen in een huurwoning af. Daarnaast valt een deel van het kwijtscheldingsbudget vrij, deze middelen worden gebruikt voor de dekking van investeringen in het riool en de kosten voor de extra druk op de kwijtschelding van afvalstoffenheffing; - In het kader van vereenvoudiging van het belastingsysteem zijn de precario- en toeristenbelasting per 2015 afgeschaft. De oorspronkelijke baten worden opgebracht door de verhoging van de OZB niet-woningen; - De OZB niet-woningen wordt per 2015 voor 75 % ten laste gebracht van de eigenaar, de overige 25 % blijft voor rekening van de gebruiker. Deze maatregel wordt een jaar na invoering geëvalueerd.
141
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Specifieke toelichting heffingen (tarief en toelichting per heffingssoort) Onroerende zaakbelasting De onroerende zaakbelasting betreft een belasting voor het in eigendom hebben of gebruiken van onroerende zaken in de gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde van de woning of nietwoning. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van een onroerende zaak (bij woningen alleen de eigenaar). Uitgangspunten voor de onroerende zaakbelasting zijn: • De begrote belastingopbrengst is met de consumentenprijsindex (CPI) voor 2015 van 1,5 % verhoogd. • De jaarlijkse bijdrage in het ondernemersfonds bedraagt voor 2014 € 865.000 en wordt opgebracht uit een verhoging van het tarief OZB voor de niet-woningen. • Elk belastingjaar is een herwaarderingsjaar. Dat betekent dat de WOZ-waarden gebaseerd worden op een nieuwe waardepeildatum (In 2015 is dat 1 januari 2014). Het gemiddelde herwaarderingscijfer leidt tot een tariefaanpassing zodat de herwaardering geen lastenontwikkeling tot gevolg heeft. Om te voorkomen dat de opbrengst OZB te hoog of te laag wordt, wordt de gemiddelde waardeontwikkeling gecompenseerd door een tariefswijziging. Uiteraard kan de werkelijke waardestijging per individueel object afwijken van de gemiddelde waardestijging met als gevolg een andere ontwikkeling van de lasten dan hier gepresenteerd. • In de belastingopbrengst wordt rekening gehouden met de jaarlijkse herijking van het areaal (uitbreiding van aantal objecten). • Daarnaast hebben de genoemde wijzigingen uit het coalitieakkoord effect op de ontwikkeling van de OZB. De gevolgen voor de tarieven en opbrengst zijn in onderstaande tabellen weergegeven. 2014: Onroerend zaakbelasting
Tarieven eigenaar
gebruiker
WOZ-waarde totaal
totaal
Begroot 2014 eigenaar
gebruiker
Bedragen x € 1.000,--
Woningen Niet woningen Totaal
2015:
Onroerend zaakbelasting
0,2499%
gebruiker
0,2101%
0,2101%
0,3087%
0,5586%
Tarieven eigenaar
totaal
12.252.627 4.701.874 16.954.501
Stijgings%-tarief
11.750
WOZ-waarde totaal
25.750
25.750
14.515
26.265 52.015
Begroot 2015 eigenaar
gebruiker
Bedragen x € 1.000,--
Woningen Niet woningen Totaal
0,1644%
0,2010%
0,2010%
-4,3%
0,4932%
0,6576%
17,7%
totaal Bedragen x € 1.000,--
11.954.975 4.112.893 16.067.868
totaal Bedragen x € 1.000,--
-
24.025
24.025
6.760
20.280
27.040 51.065
Voor de lastenontwikkeling van burgers en ondernemers hebben de uitgangspunten het onderstaande effect: Onroerend zaakbelasting Lasten 2014 Afspraken coalitie-akkoord 2015
Lasten 2015
gemiddelde woning € 353
gemiddelde niet-woning € 4.612
-€ 24
-6,7%
€ 137
3,0%
€ 330
-6,7%
€ 4.749
3,0%
Om te voorkomen dat gemeenten een hoge opbrengststijging OZB doorvoeren, heeft het rijk een landelijke macronorm ingesteld. Voor 2015 is de Macronorm nog niet vastgesteld. Gezien de reële daling van de OZB valt Arnhem binnen de landelijke macronorm. Rioolheffing De grondslag van de rioolheffing is de WOZ-waarde van een woning of niet-woning en per 2015 wordt 50 % geheven bij de gebruiker en 50 % bij de eigenaar van een pand. Uitgezonderd hierop zijn gebruikers van panden die niet (in)direct zijn aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel, maar zelf verantwoordelijk zijn voor het zuiveren van afvalwater. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker en / of eigenaar is van een onroerende zaak. Door de rioolheffing voor 50 % op te leggen aan gebruikers van onroerende zaken, kan gebruik worden gemaakt van de geldende kwijtscheldingsmogelijkheden.
142
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In 2015 is de lastenstijging gekoppeld aan de reguliere uitgangspunten, namelijk de normale kostenontwikkeling (index van 1,5 %). 2014: Rioolheffing
WOZ-waarde met aansluiting op riool totaal
Tarieven gebruiker
Begroot 2014
Bedragen x € 1.000,--
Bedragen x € 1.000,--
Woningen
0,0955%
12.140.490
11.590
Niet woningen Totaal
0,0893%
4.589.737 16.730.227
4.100 15.690
2015:
Rioolheffing
Tarieven eigenaar
Tarieven gebruiker
WOZ-waarde met aansluiting op riool totaal
Stijgings%-tarief
totaal
Begroot 2015 eigenaar
gebruiker
totaal
Bedragen x € 1.000,--
Bedragen x € 1.000,--
Woningen
0,0496%
0,0496%
0,0992%
3,9%
11.864.975
5.880
5.880
11.760
Niet woningen Totaal
0,0517%
0,0517%
0,1034%
15,8%
4.022.893 15.887.868
2.080 7.960
2.080 7.960
4.160 15.920
Voor de lastenontwikkeling van burgers en ondernemers hebben de uitgangspunten de volgende effecten: Rioolheffing
gemiddelde woning
gemiddelde niet-woning
€ 162
€ 738
Lasten 2014 Afspraken coalitie-akkoord 2015
Lasten 2015
€2
1,5%
€ 11
1,5%
€ 165
1,5%
€ 749
1,5%
Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing betreft een heffing voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De grondslag voor de heffing is het aantal personen per huishouden (twee categorieën: eenpersoons of meerpersoonshuishouden). De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een woning. De heffing is per jaar, maar bij verhuizing naar een woning buiten Arnhem wordt ontheffing verleend voor de resterende volle maanden, waarin de inwoner niet meer woonachtig is in Arnhem. Door de afspraken uit het coalitieakkoord is het tarief afvalstoffenheffing 2015 verhoogd tot een kostendekkendheid percentage van 90 %. De meeropbrengst die hierdoor ontstaat wordt volledig ingezet voor de verlaging van het OZB tarief voor woningen. Ontwikkelingen 2015 t.o.v. 2014: Afvalstoffenheffing
Tarieven Tarief 2014 Tarief 2015
Stijgings%-tarief
Aantal huishoudens
2014
2015
Begroot (x 1.000) 2014 2015 Bedragen x € 1.000,--
Eenpersoonshuishoudens
€ 152,28
€ 180,96
18,8%
25.225
25.511
3.841
4.616
Meerpersoonshuishoudens
€ 205,54
€ 244,20
18,8%
40.635
41.008
8.352
10.014
65.860
66.519
12.193
14.631
Totaal
Voor de lastenontwikkeling van burgers hebben de uitgangspunten het onderstaande effect: Afvalstoffenheffing Lasten 2014 Afspraken coalitie akkoord
Lasten 2015
huishoudens
eenpersoons € 152
meerpersoons € 206
€ 28,68
18,8%
€ 38,66
18,8%
€ 181
18,8%
€ 244
18,8%
Overige heffingssoorten Leges zijn vergoedingen voor diensten of producten die de gemeente levert. Daarbij geldt dat het totaal van de leges niet hoger mag zijn dan de kosten die de gemeente voor het geheel van de legesplichtige diensten of producten maakt. De leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager van de dienst of het product. Uitgangspunt is dat de tarieven alleen mogen worden verhoogd als er een gedegen kostenonderbouwing aanwezig is. Is dit niet aanwezig, dan mag het betreffende tarief niet worden verhoogd. Als er wel een gedegen kostenonderbouwing aanwezig is, mag het tarief afhankelijk van de heffingssoort worden verhoogd met 1,5 % (de consumentenprijsindex).
143
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In onderstaande tabel is per heffingssoort aangegeven wat de grondslagen zijn voor de tarieven en wat de begrote opbrengsten 2014 en 2015 zijn. Gebonden Overige heffingssoorten
Tarief
Grondslag
Begroot 2014
Begroot 2015
of ongebonden heffing?
Bedragen x € 1.000,--
Gemeenteleges Burgerzaken Bouw- en sloopleges
diversen diversen
geleverd product geleverd product
2.572 4.987
2.261 3.187
gebonden gebonden
Leges brandveiligheid APV-leges Telecomwet Haven-, kade- en meetgeld Marktgelden
diversen diversen diversen diversen diversen
geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product geleverd product
105 315 310 350 240
55 492 248 352 240
gebonden gebonden gebonden gebonden gebonden
diversen
geleverd product
5.619
6.016
ongebonden
123 59 230 182
133 59 -
ongebonden ongebonden ongebonden ongebonden
Parkeerbelasting Parkeerontheffingen Roerende zaakbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting
per ontheffing tarief OZB diversen per overnachting
geleverd product WOZ-waarde m² gebruik openbare grond overnachtingen
Met betrekking tot de leges worden de exacte tarieven opgenomen in de gemeentelijke legesverordening 2015, welke in het najaar van 2014 door de raad wordt vastgesteld. Gemeenteleges Burgerzaken Voorbeelden van leges Burgerzaken zijn reisdocumenten, uittreksels uit registers en dergelijke. De verlaging van de opbrengst heeft te maken met de maatregel uit het coalitieakkoord om de Nederlandse ID kaarten tegen gereduceerd tarief te verstrekken. In het kader van lastenverlichting naar inwoners wordt vanaf 2015 voor de Nederlandse identiteitskaart alleen de verplichte afdracht aan het Rijk in rekening gebracht. De gemeentelijke opslag verdwijnt volledig. Daarbij geldt als voorwaarde dat de aanvrager nog geen identiteitskaart of paspoort heeft of dat het eerder verstrekte identiteitsbewijs binnen een half jaar verloopt. Bouw- en sloopleges Deze leges hebben betrekking op bouwen, verbouwen en slopen. De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is sinds april 2013 verantwoordelijk voor de uitvoering van dergelijke vergunningstrajecten. De baten zijn de afgelopen jaren onder andere achtergebleven in verband met de crisis, dit is enkele jaren ten dele opgevangen door de inzet van de bestemmingsreserve bouwleges. Deze reserve is uitgeput en voor de komende jaren dienen de teruggelopen inkomsten opgevangen te worden door het beperken van de kosten. De verwachting is dat de teruggang in bouwaanvragen structureel van aard is, daarom is de begrote opbrengsten ook op langere termijn verlaagd. Een dergelijke daling van de inkomsten heeft zich tevens voorgedaan bij de leges Brandveiligheid. APV-leges Voor de APV-leges is in 2015 meer begroot dan in 2014. Dit heeft te maken met een piek in de vergunningen die eens per 5 jaar worden verstrekt (rijden door voetgangersgebied en speelautomaten). Daarnaast neemt de opbrengst voor enkele overige vergunningen toe. Telecomwet Het betreft leges die worden geheven op het verstrekken van een instemmingbesluit die telecombedrijven nodig hebben voor het aanleggen, in stand houden of opruimen van kabels en/of leidingen in de gemeentelijke grond. Hierbij gaat het expliciet om het traject tot en met de vergunning. De kosten van toezicht vallen er dus niet onder. De scheepvaartrechten (Haven- en kadegelden) Betreft gelden die geïnd worden voor het gebruik van de haven en/of kade. De grondslag is het aantal vierkante meters van de haven die in beslag genomen worden of het aantal kubieke meters laadvermogen. Marktgelden Betreft gelden die geïnd worden voor de inbeslagname van ruimte op de Arnhemse markten. De grondslag is het aantal strekkende meters per marktkraam, per kwartaal of per jaar in het geval van een abonnement. Het aantal abonnementen is afgenomen, om die reden is de begroting aangepast. Parkeerbelasting Betreft een belasting voor het parkeren van een voertuig op een plaats waar parkeerbelasting verschuldigd is. De grondslag is de duur van het parkeren. De parkeertijd maal het tarief bepaalt de hoogte van het bedrag. De belasting wordt geheven door het kopen van een parkeerticket, parkeermunt of een parkeervergunning. De verhoging van de opbrengst in 2015 wordt met name veroorzaakt door de maatregel uit het coalitieakkoord om de betaalde parkeertijden in de binnenstad te verruimen.
144
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Roerende zaakbelasting Betreft een belasting voor het in eigendom hebben of gebruiken van roerende zaken, zoals woonboten, in de gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van de roerende zaak. De tarieven zijn wettelijk gelijk aan de OZB-tarieven. Precariobelasting en Toeristenbelasting Komen per 2015 te vervallen.
145
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
4.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Tegelijkertijd met de MJPB 2015 - 2018 verschijnt Turap 2/2014, waarin de actuele stand (momentopname) van het benodigde weerstandsvermogen staat opgenomen.
146
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
147
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
4.4 Onderhoud kapitaalgoederen
4.4Inleiding Onderhoud kapitaalgoederen
Nieuwe opzet van de paragraaf De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is in de meerjarenprogrammabegroting 2015 - 2018 op een nieuwe Inleiding manier opgezet. De opzet sluit beter aan bij de doelstelling van de paragraaf volgens het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV). Er wordt per type kapitaalgoederen inzicht gegeven in geldende kaders, ambitieniveau Nieuwe opzet van defeitelijke paragraaf van het onderhoud, onderhoudssituatie aan het begin van het begrotingsjaar 2015 en geplande inzet De in paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is in de meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 op een nieuwe 2015 en volgende jaren. manier opgezet. De opzet sluit beter aanjaren bij de van de paragraaf volgens Besluit en Zo wordt ten opzichte van voorgaande eendoelstelling strikter onderscheid geïntroduceerd tenhet opzichte vanBegroten de Verantwoorden (BBV). Er wordt per type kapitaalgoederen inzicht gegeven in geldende kaders, ambitieniveau beleidsprogramma’s. Vaak bevatte de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen immers zeer gedetailleerde van het onderhoud, feitelijke onderhoudssituatie aan het begin van het begrotingsjaar 2015 en geplande inzet in programmatische informatie. In zoverre het programmatische detail relevant is, is dit nu in de (beleids-) 2015 en volgende jaren. programma’s zelf opgenomen. Door de nieuwe opzet wordt nu echt ingezoomd op de onderhoudskwaliteit, Zo wordt ten opzichte van voorgaande jaren een strikter onderscheid geïntroduceerd ten opzichte van de 3 op achterstanden enVaak beoogde inspanningen voor deonderhoud aanpak vankapitaalgoederen achterstanden in deimmers komende jarengedetailleerde . beleidsprogramma’s. bevatte de paragraaf zeer Ook verwerkt deinformatie. paragraaf inIndeze begroting vergelijking met voorgaande begrotingsjaargangen programmatische zoverre het in programmatische detail relevant is, is dit nu in het de (beleidsonderhoud zelf van kapitaalgoederen meer omvattend. Dewordt gemeente is opingezoomd velerlei wijze breed en divers van )programma’s opgenomen. Door de nieuwe opzet nu echt op– de onderhoudskwaliteit, op 1 karakter – actief als beheerder van het openbaar domein.van Eenachterstanden diversiteit die zich uitstrekt vanjaren het onderhoud van achterstanden en beoogde inspanningen voor de aanpak in de komende . plantvak het verwijderen graffiti in totvergelijking het plaatsen vanvoorgaande LED-verlichting en het vervangen van riool. Ookeen verwerkt deen paragraaf in deze van begroting met begrotingsjaargangen heteen onderhoud aantal objectenmeer wordtomvattend. nu voor de eerste keer in deisparagraaf onderhoud kapitaalgoederen vankarakter de begroting vanEen kapitaalgoederen De gemeente op velerlei wijze – breed en divers van – actief Methet alleopenbaar onderhoud is een aanzienlijk deel van gemeentebegroting gemoeid (zie 162). en als behandeld. beheerder van domein. Een diversiteit die de zich uitstrekt van het onderhoud vanpagina een plantvak het verwijderen van graffiti tot het plaatsen van LED-verlichting en het vervangen van een riool. Een aantal objecten Samenvattend wordt nu voorbeeld de eerste keer in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de begroting behandeld. Met alleDe onderhoud is jaar een isaanzienlijk deel van de gemeentebegroting gemoeid 5.4.16). verbeterd. De verbetering laatste tien de onderhoudstoestand van kapitaalgoederen op veel(zie onderdelen in langjarig perspectief vloeit voort uit diverse plannen die in de periode 2000 - 2005 geformuleerd zijn, zoals de Samenvattend beleidskaders beeld en programma’s Buiten Gewoon Beter (BGB) en de Gemeentelijke Rioleringsplannen (GRP). De laatste tien jaar is de onderhoudstoestand van kapitaalgoederen onderdelen De verbetering Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoudop enveel vervanging in deverbeterd. openbare ruimte in langjarig perspectief vloeit voort uit diverse plannen die in de periode 2000-2005 geformuleerd zijn, zoals worden de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet. Ook meer focus op de regiefunctie bij de beleidskaders en het programma’s Beter en dehebben Gemeentelijke Rioleringsplannen (GRP). het beheer en uitbestedenBuiten van deGewoon uitvoering van(BGB) onderhoud tot aantoonbare verbeteringen geleid. Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden Belangrijke richtsnoeren bij het beheer zijn veilig, duurzaam, schoon, heel en van technisch voldoende kwaliteit. de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet. Ook meer focus op de regiefunctie bij het beheer Uitgangspunten zijn vooral het voorkómen van kapitaalvernietiging en van onveilige situaties. en het uitbesteden van de uitvoering van onderhoud hebben tot aantoonbare verbeteringen geleid. Belangrijke In de laatstebijjaren danzijn eensveilig, bezuinigd op het budget van het en onderhoud de openbare richtsnoeren hetis meer beheer duurzaam, schoon, heelbeheer en van technisch van voldoende kwaliteit. ruimte. Daarbij is vooral gekozen voor lagere basisniveaus voor de kwaliteit openbare ruimte in grote delen Uitgangspunten zijn het voorkómen van kapitaalvernietiging envan vande onveilige situaties. vanlaatste de stad. Dit geldt voordan onder meer wegonderhoud, verlichting, het onderhoud vanopenbare In de jaren is meer eens bezuinigd op het budget van stadsreiniging het beheer enenonderhoud van de speeltoestellen. Bij verdere verlaging van de onderhoudsniveaus komt een kapitaalvernietigingsrisico op veel van ruimte. Daarbij is gekozen voor lagere basisniveaus voor de kwaliteit van de openbare ruimte in grote delen de hoek kijken, wat meer betekent dat de herstelkosten uiteindelijk hoger uitvallen de gebieden stad. Ditomgeldt voor onder wegonderhoud, verlichting, stadsreiniging en dan hetonderhoud. onderhoudDevan effecten voor de en de van staatde vanonderhoudsniveaus onderhoud zullen in komt elk geval en merkbaar zijn, bijvoorbeeld speeltoestellen. Bij beeldkwaliteit verdere verlaging eengroot kapitaalvernietigingsrisico op veel verrommeling van het straatbeeld, met mogelijke voor andere coalitieambities, zoalsdan de groene gebieden om de hoek kijken, wat betekent dat de gevolgen herstelkosten uiteindelijk hoger uitvallen onderhoud. De effecten voor de beeldkwaliteit en de staat van onderhoud zullen in elk geval groot en merkbaar zijn, bijvoorbeeld ambities. verrommeling van het straatbeeld, met mogelijke gevolgen voor andere coalitieambities, zoals de groene ambities.
3 Onderstaand overzicht geeft inzicht in de in Arnhem in 2014 gehanteerde basisniveaus (CROW) voor de diverse onderhoudsobjecten in verschillende Onderstaand overzicht geeft inzicht in de in Arnhem in 2014 gehanteerde basisniveaus voor de diverse onderhoudsobjecten in verschillende gebieden op hoofdlijnen. Meer gedetailleerdwordt wordtdaarop daarop ingegaan objecten vanvan onderhoud. gebieden op hoofdlijnen. Meer gedetailleerd ingegaanbij bijde dediverse diverse objecten onderhoud.
groen speelvoorzieningen recreatievoorzieningen verhardingen verkeersvoorzieningen kunstwerken beeldende kunst zwerfvuil en onkruid overige stadsreiniging openbare verlichting riolering water
118
fietspaden
hoofdintra
bossen/parken
bedrijfsterreinen
wijken
wijken>BGB
centrum
winkelcentra
1
A
A
C
C
C
B
B
B
B
C
B
B
A
A
B
C
B
B
A
A
C
C/D
B
B
C
A/B
B
B
B
C
B
B
B
B
B B
B B
B B
C C
B B
B B
B B
B B
A
A
C
C
C
C
C
C
A
A
C
C
C
C
C
C
B
B
B
C
B
B
B
B
B B
B B
B B
B C
B B
B B
B
B
Hoofdwegen
Wijkwegen
Fietspaden
Achterstand 2014
27 % slechter dan B
19 % slechter dan B
25 % slechter dan A
De situatie is overigens wel aanzienlijk beter dan die in 2008. In euro’s uitgedrukt is de achterstand in 2014 in vergelijking met 2008 als volgt: In bedragen in y1000
Hoofdwegen
Wijkwegen
Fietspaden
Achterstand 2008
6.200
17.600
2.500
Achterstand in 2014
2.500
11.500
900
De risico’s op kapitaalvernietiging bij achterstallig onderhoud lopen uiteen. Bij hoofdwegen en voor wijkwegen en fietspaden uitgevoerd in asfalt is er een hoog risico. Extra dagelijks onderhoud tot het moment van ingrijpen om de wegen en paden veilig, bruikbaar en bereikbaar te houden wordt daarom indien nodig uitgevoerd. De huidige onderhoudsbudgetten zijn ontoereikend om al het achterstallig onderhoud weg te werken. Planning 2015 - 2018 Het beheerplan 2015 dat in het najaar van 2014 is geactualiseerd, is bepalend voor het groot onderhoud. Waar mogelijk wordt – met name voor wijkwegen – voorts samenloop gecreëerd met Buitengewoon Beter (BGB) en de uitvoering van het gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Op grond van genoemde planning wordt de volgende ontwikkeling van achterstanden verwacht: Hoofdwegen Wijkwegen Fietspaden Achterstand 2015 27 % 19 % 25 % slechter dan B slechter dan B slechter dan A Achterstand 2018 30 % 22 % 20 % slechter dan B slechter dan B slechter dan A In bedragen in g1000 3.000 12.500 500
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Uitgangssituatie In 2014 is sprake van een aanzienlijke mate van achterstallig onderhoud ten opzichte van het in 2008 als gewenst geformuleerde niveau voor het Arnhemse wegennet:
onderwerp
Ambitie De ambities liggen volgens de nota wegenonderhoud op niveau B voor hoofdwegen en voor 90 % van de wegen in wijken, en niveau A voor fietspaden. Vanaf 2012 zijn hierop bezuinigingen doorgevoerd. Deze impliceren: - 2012: verlaging van de norm voor fietspaden naar niveau B en de hoofdstructuur naar C voor de duur van 3 jaar; - 2013: structurele verlaging van de norm voor wegen in wijken van B naar C (met name rijbanen) en D (met name parkeervakken); - 2013: een bezuiniging van € 300.000 op de hoofdwegen door werken niet meer ‘s nachts en in de weekeinden uit te voeren en door het accepteren van kleinschalige reparaties (impact op de beeldkwaliteit; het ziet er minder mooi uit).
pagina
Wegen Actuele kaders Beleidsnota Wegenonderhoud (vastgesteld in Raad, 2008); besluitvorming bezuinigingen (vastgesteld in Raad, 2012, 2013).
148
Besluitvorming over het gewenste kwaliteitsniveau van de openbare ruimte in relatie tot de beschikbare budgetten zal plaatsvinden aan de hand van een nieuwe Nota Openbare Ruimte, waarover begin 2015 zal worden besloten. Consequenties van het nieuwe coalitieakkoord worden daarin meegenomen, evenals financiële knelpunten en risico’s, die in deze paragraaf per type object worden benoemd. In de nota is heroverweging van de wijze waarop de gemeente Arnhem haar openbare ruimte beheert en onderhoudt, aan de orde. Gezien de stand van zaken bij het besluitvormingsproces zijn in deze paragraaf de financiële consequenties nog niet doorvertaald naar de afzonderlijke objecttypen.
149
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Openbare Verlichting Actuele kaders Voor beheer algemeen: geen. Parallel aan de besluitvorming over deze begroting, is ook een besluit genomen over de ontwikkeling inzake LED-verlichting. Ambitie Met het oog op de sociale veiligheid en verkeersveiligheid openbare verlichting die in het algemeen voldoet aan de verlichtingsklassen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV), afgeleid van de Europese norm EN13.201. Voor de kwaliteit van de verlichting in woonwijken gaat het om de laagste verlichtingsklassen van de NSVV, die overeenkomen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Met behulp van LEDverlichtingsarmaturen streven naar een reductie van 35 % van de energiekosten in wijken met een verblijfsfunctie en 50 % op hoofdwegen met een verkeersfunctie. Investeringen in LED-verlichting moeten financieel opwegen tegen de besparingen die optreden bij gebruik gedurende 20 jaar. Uitgangssituatie De vervanging van masten, armaturen en kabels vindt planmatig plaats, omdat uitstel van planmatige vervanging na enige jaren leidt tot incidentele vervanging tegen hogere vervangingskosten. Daarnaast zou een armoedig straatbeeld ontstaan door incidentele plaatsing van nieuwe armaturen met een ander uiterlijk dan de bestaande. Ter voorkoming van kapitaalvernietiging vindt de vervanging van armaturen met elektronische apparatuur plaats aan het einde van hun (elektronisch-)technische levensduur van 20 jaar. Door uitstel in het programma Buiten Gewoon Beter is enige achterstand ontstaan in de vervanging. Deze achterstand gaan we in het vervolg van BGB weer inlopen. Planning 2015 - 2018 Het zogenaamde “financiële ideaalcomplex” is bepalend voor vervanging van gelijkblijvende hoeveelheden of aantallen vervangingen per jaar. Het ideaalcomplex komt erop neer dat van de jaarlijkse uitgaven van circa € f 2 miljoen 30 % via directe investeringen in de openbare verlichting, 15 % via stedelijke herinrichtingprojecten en 55 % via Buiten Gewoon Beter worden gedekt. Omdat de vervanging plaatsvindt op grond van de technische staat, kunnen hoeveelheden en kosten per jaar variëren. Door de integrale programmering van alle werkzaamheden in de openbare ruimte als gevolg van de ontschotting van de budgetten tussen de diverse disciplines van de openbare ruimte, zullen de achterstanden in 2016 weggewerkt zijn. Verkeersregelinstallaties Actuele kaders ‘Licht op groen’ (over de exploitatie, 2004, vastgesteld door de raad); ‘Het Groen Goed Verdeeld’ (regelstrategie, besluit van B&W, ter kennisgeving aan de Raad, 2006) Ambitie Doelmatige inzet en beheer van verkeersregelinstallaties (VRI); een goede technische staat en functionaliteit. De functionaliteit is met name gericht op de verkeersveiligheid. Bij inbreuken op het beheer (bijv. door verlaging van budgetten) is handhaving van de veiligheid prioritair. Daarnaast spelen leefbaarheid en bereikbaarheid, met een nadruk op het bevorderen van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer, een rol. Uitgangssituatie Het dagelijks eerste- en tweedelijnsonderhoud is uitbesteed aan een gespecialiseerde partij. Vanaf eind 2014 wordt gewerkt met een nieuw onderhoudscontract. Voor een nieuw contract voor het regulier vervangingsprogramma zijn voorbereidingen getroffen. Het huidige areaal is zowel technisch als functioneel (verkeerskundig) op orde. De beschikbare budgetten zijn: Jaarlijkse budgetten Verkeersregelinstallaties
bedragen in f1.000
Dagelijks onderhoud (technisch; exploitatie) Functioneel onderhoud (verkeerskundig; exploitatiebudget) Regulier programma voor vervanging (investeringsbudget)
446 150 790
Planning 2015 - 2018 Continuering van beheer zoals in het verleden. De programma’s voor functioneel en regulier onderhoud worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van de jaarlijkse inspecties. Het vervangingsprogramma voor VRI’s voor 2015 omvat tien locaties.
150
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Civieltechnische kunstwerken4 Actuele kaders Beleidskader Buiten Gewoon Beter en Buitengewoon doorgaan (vastgesteld door de Raad, 2002) Ambitie Er zijn op dit moment 870 civieltechnische kunstwerken en bij stadsuitbreiding neemt dit aantal verder toe. Ambitie is deze kunstwerken op basisniveau (kwaliteitsniveau B) te brengen en houden. Uitgangssituatie Alle kunstwerken worden jaarlijks functioneel geïnspecteerd (schoon en netjes, heel en veilig). Elke vijf jaar wordt een kunstwerk vervolgens technisch geïnspecteerd. Uit deze inspecties blijkt dat met name kleine objecten een redelijke staat van onderhoud hebben, hier is ook geen sprake van achterstallig onderhoud. De grotere civiele objecten zijn technisch deels geïnspecteerd. Op basis van de uitgevoerde inspecties is het achterstallig onderhoud geraamd op f 4,7 miljoen. De risico’s voor kapitaalvernietiging zijn hierbij groot. Het grootste “brok” achterstallig onderhoud is voorhanden bij de waterdoorlaatwerken in de Groene Rivier in de uiterwaarden ten noorden van Malburgen (de helft van het bedrag). Hernieuwde technische inspectie in 2014 heeft de actuele onderhoudssituatie voor 2015 beter in beeld gebracht. Omdat bij het achterstallig onderhoud bij de waterdoorlaatwerken mogelijk een koppeling kan worden gelegd met de aanleg van een snelle fietsroute is het wegwerken hiervan vertraagd. Planning 2015 - 2018 Begin 2015 treedt aan de hand van de nieuwe inspecties een nieuw beheerplan, leidend voor het onderhoud in de komende jaren, in werking. Op basis van bestaande inspecties staan voor 2015 in ieder geval groot onderhoud aan de Nelson Mandelabrug en aan het viaduct Schelmseweg-Cattepoelseweg op het programma. Door uitvoering van het programma 2015 zal de achterstand verkleind worden tot f 1,8 miljoen (exclusief de hiervoor genoemde doorlaatwerken). Of het huidige budget voldoende is om de achterstand de komende jaren volledig weg te werken, kan pas bepaald worden als er een volledig beeld is van de technische staat van alle objecten, na een afgewogen oordeel over de technische resultaten van de inspecties, die in 2014 zijn uitgevoerd.
Riolering
Actuele kaders Keuzenota integraal onderhoud Openbare Ruimte (vastgesteld door de Raad, 2013). Ambitie De Nota Openbare Ruimte (zie onderdeel integraal onderhoud van de leefomgeving) wordt het nieuwe kader voor de afstemming tussen de beschikbare langjarige budgetten en het realiseerbaar onderhoudsniveau. De nota omvat ook het nieuwe GRP5 (2014-2018). De budgetten voor het GRP5 zijn in het MJPB vanaf 2014 als kaderstellend opgenomen; het feitelijke beleidsplan is nog niet vastgesteld. Uitgangspunt voor het GRP5 (op basis van de keuzenota) is uitvoering van wettelijk verplichte taken en een herstel- en vervangingsprogramma, waarmee de risico’s op bezwijkende riolen minimaal zijn. Alle riolen met een resterende levensduur van minder dan vijf jaar worden vervangen. Riolen met een levensduur minder dan 10 jaar worden alleen vervangen als ze in een projectgebied liggen. Bekende plekken met wateroverlast op straat en slechte kwaliteit van het oppervlaktewater door overstort uit het riool worden om budgettaire redenen niet voor 2019 aangepakt, ook al betekent dit dat de kosten te zijner tijd hoger zullen uitvallen (geen samenloop met andere herstel- en vervangingsmaatregelen). De inzet van overleg met Rijkswaterstaat, als beheerder van de grote rivieren, is om voor 2019 de bestaande overstorten van vies rioolwater op de Nederrijn niet aan te pakken. Uitgangssituatie De werking van het Arnhemse rioolstelsel is door de inhaalslag bij de rioolkwaliteit die loopt sinds de jaren ’90 gestaag verbeterd. Het rioolstelsel is uitgebreid, de bergingscapaciteit is vergroot en op veel plekken is de afvoer van regenwater afgekoppeld. Ook de onderhoudsachterstanden van het riool zijn langzaam maar zeker aan het verdwijnen. De planning van grootschalige rioleringswerken werd tot voor kort vaak bepaald door de mogelijkheden voor samenloop: het ‘koppelen’ van herinrichtingprojecten en infrastructurele maatregelen. Daarbij kwam het geregeld voor dat riolen werden vervangen, die nog niet (helemaal) aan het eind van hun technische levensduur waren. Met het nieuwe GRP5 is er voor het eerst de beschikking over inspectiegegevens van vrijwel het gehele rioolstelsel. Daarom is veel beter te voorspellen welke riolen op korte termijn moeten worden vervangen en welke delen nog een planperiode (5 jaar) kunnen blijven liggen. Vanaf nu kan daarom gewerkt worden met een projectenlijst op basis van de technische staat van het riool. Daarbij wordt uiteraard nog steeds gestreefd naar zoveel mogelijk samenloop met noodzakelijke bovengrondse klussen.
4
Bij civieltechnische kunstwerken gaat het om zaken als trappartijen, bruggen, tunnels en viaducten.
151
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Planning 2015-2018 De gemiddelde theoretische technische levensduur van een rioolstreng is 60 jaar. Belangrijke bepalende factoren voor de levensduur zijn de stabiliteit van de ondergrond, het gebruik van de buitenruimte boven het riool en het gebruik van het riool zelf. In de praktijk zien we dat de gemiddelde levensduur in Arnhem iets langer is dan 60 jaar. In Arnhem ligt op dit moment nog 135 kilometer riool dat ouder is dan 60 jaar. In de komende planperiode worden alleen nog maar die riolen vervangen die op technische gronden ook echt vervangen móéten worden. Water Actuele kaders Waterplan Arnhem 2009 – 2015 (vastgesteld door de Raad, 2009); gezamenlijk beleidsplan van gemeente en beide waterschappen. Ambitie Het watersysteem op orde brengen en houden. Bij het beheer en onderhoud gaat het onder meer om afkoppelvoorzieningen, eco-zones, moerassen, sloten, beschoeiingen, paddenpoelen en oppervlaktewater(bodems) zoals de Immerlooplas, Malburgerhaven, Defensiehaven, Haven van Coers en de dijkdoorbraakkolken in Arnhem Zuid. De visie in het Waterplan is geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma met feitelijke maatregelen en projecten. Ook het onderhoud aan civieltechnische watergerelateerde werken, zoals beekriolen, duikers en fonteinen behoort bij dit onderwerp. Voor het hydraulisch profiel zijn de twee waterschappen verantwoordelijk. Voor het beheer en onderhoud van met name de civieltechnische watergerelateerde werken is de gemeente Arnhem verantwoordelijk. Uitgangssituatie Het Waterplan 2009 - 2015 is tot nu toe overeenkomstig het uitvoeringsprogramma gerealiseerd. Van de onderhoudstoestand van met name de duikers en beekriolen is op dit moment nog weinig bekend. In de afgelopen periode is veel energie gestoken in het controleren en waar nodig corrigeren van de bestaande beheergegevens van de duikers en beekriolen. De locaties en de ouderdom zijn inmiddels in kaart gebracht. Planning 2015 - 2018 De onderhoudstoestand van alle duikers en beekriolen (er zijn circa 100 duiker- en beekrioolkruisingen met de hoofd- en ontsluitingswegen, provinciale wegen en het spoor) zal vanaf 2015 in beeld worden gebracht. Door reiniging en inspectie van de duikers en beekriolen kan de fysieke conditie (het schadebeeld) worden beoordeeld en de onderhoudsbehoefte in beeld worden gebracht. Op basis daarvan worden voor de nieuwe planperiode 2015 - 2020 de beheersmaatregelen uitgezet. Wijkgroen Actuele kaders Groenplan 2004 - 2007/2015 (vastgesteld door de Raad, 2004) Ambitie Het Groenplan bevat een samenhangende visie op de ontwikkeling, inrichting en beheer van het groen in en om de stad Arnhem, voor korte (2004 – 2007) en de middellange termijn (2015). Het is een uitwerking van de ‘groen’-ontwikkelingsvisie uit het toenmalige structuurplan en een kader voor het groenbeheer. Wijkgroenbeheer is gericht op het realisatie en instandhouding van de gewenste streefbeelden. Op de ene plaats leidt dit tot een natuurlijk en op een andere tot een meer cultuurlijk karakter. De onderhoudsambitie voor het wijkgroen is een B-niveau. De onderhoudsambitie voor het groen in de binnenstad en winkelcentra is een A-niveau. De in het nieuwe coalitieakkoord opgenomen groene ambities, zoals het vergroenen van de stad ter bestrijding van hitte, kunnen mogelijk gevolgen hebben voor de visie op het Arnhemse groen. Uitgangssituatie Dagelijks onderhoud van het wijkgroen wordt op B-niveau uitgevoerd, behalve voor bepaalde uitvoeringsonderdelen bij heesters, hagen, boomspiegels, struwelen en gazons die vanwege bezuinigingen sinds 2013 op C-niveau onderhouden worden. Dit geeft een rommeliger en onverzorgder beeld. Door de verlaging van het onderhoudsniveau is er voor de lange termijn een risico op kapitaalvernietiging ontstaan. Het groen in de binnenstad en winkelcentra wordt op A-niveau onderhouden. Planning 2015 - 2018 Het vervangen van groen in de wijken wordt zoveel mogelijk in samenloop met maatregelen aan andere onderhoudsobjecten en in integrale projecten geprogrammeerd. Het dagelijks onderhoud van het wijkgroen wordt vooralsnog conform de in 2014 gevolgde lijn voor A-, B- dan wel C-niveau uitgevoerd. Vervangingen van het wijkgroen worden integraal opgepakt.
152
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Speelvoorzieningen Actuele kaders Nota Ruimte voor de Jeugd (Spelennota) 2010 - 2020 (vastgesteld door de Raad, 2009), Initiatiefvoorstel Groene Speelplaatsen (Raad, 2013). Ambitie Speelvoorzieningen in de (semi-) openbare ruimte moeten voldoen aan de normen van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). De onderhoudsambitie voor speelvoorzieningen is niveau B. Vanuit het oogpunt van kostenbeheersing voor het onderhoud wordt gestreefd naar grotere centrale speelplekken met meer spelaanleidingen en naar natuurlijk spelen. Deze grotere centrale speelplekken zijn uitdagender en sluiten beter aan bij de wensen van de kinderen. Uitgangssituatie Het dagelijks onderhoud van de speelvoorzieningen wordt op B-niveau uitgevoerd, behalve voor het onderdeel beplakking en graffiti dat op C-niveau wordt uitgevoerd. Iedere speelvoorziening wordt geïnspecteerd conform de normen van het Warenwetbesluit. Geconstateerde gebreken worden hersteld of ook anderszins opgelost. Versleten speeltoestellen worden verwijderd en alleen vervangen, indien dit binnen de uitgangspunten van de Nota Ruimte voor de Jeugd past. Planning 2015 - 2018 Voortzetting van het bestaande niveau van onderhoud en beheer. Dat impliceert ook het verder toegroeien naar centrale speelplekken per wijk. Bomen Actuele kaders Groenplan 2004-2007/2015 (vastgesteld door de Raad, 2004). Ambitie De gemeente als boomeigenaar dient volgens het Burgerlijk Wetboek de algemene zorgvuldigheidsnormen in acht te nemen, de zorgplicht. Beheer- en onderhoudsmaatregelen zijn gericht op duurzame instandhouding van het bomenbestand en de bomenstructuur. Hierbij is speciale aandacht voor waardevolle bomen. Het ambitieniveau voor het onderhoud aan individuele bomen is B. Uitgangssituatie Alle gemeentelijke bomen worden volgens de zorgplicht periodiek vooral op veiligheid gecontroleerd door visuele boombeoordelingen. Dagelijks onderhoud van de individuele bomen wordt op B-niveau uitgevoerd. Om budgettaire redenen kunnen de bomen nu echter niet allemaal naar wens worden gesnoeid, zodat achterstanden zijn ontstaan en toenemen met overlast en meer klachten als gevolg. Op lange termijn ontstaat het risico op meer onveilige situaties, calamiteiten en kapitaalvernietiging, omdat de vitaliteit van de bomen achteruit gaat. Vervanging van bomenlanen wordt geprogrammeerd zodra meer dan 60 % van de bomen is uitgevallen. Planning 2015 - 2018 In de periode 2014 - 2016 wordt de huidige staat van de bomenlanen geïnventariseerd. Hierin wordt het percentage uitgevallen bomen in beeld gebracht. Alle noodzakelijke maatregelen naar aanleiding van de periodieke veiligheidsbeoordelingen zullen worden uitgevoerd. Het dagelijks onderhoud van de individuele bomen wordt blijvend gedaan op B-niveau. Voor de snoeiwerkzaamheden wordt een verlaagde snoeicyclus ingevoerd, die haalbaar is binnen de huidige (beperkte) capaciteit.
Parken en bossen
Actuele kaders Groenplan 2004 - 2007/2015 (vastgesteld door de Raad, 2004), Gebiedsvisie Moscowa 2007 - 2030 (vastgesteld door de Raad, 2007), Gebiedsvisie Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem 2008-2018 (vastgesteld door de Raad, 2008). Ambitie Ruimte voor recreatie, sport en samenleven én de instandhouding en verbetering van erfgoed en ecologische systemen. Concreet bij onder meer de instandhouding van de rijksmonumenten Moscowa, Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem: • instandhouding leempaden en slijtlagen, trappen, zitbanken (sport, recreatie, ontmoeting); • instandhouding weidehekwerken, herinrichting van bospercelen, laanvervanging (ecologie); • instandhouding poorten, monumentale weidehekwerken en follies zoals de Belvedère en de IJskelder in Sonsbeek (erfgoed). Een en ander tenminste op B-kwaliteitsniveau. Uitgangssituatie Het beheer is grotendeels op orde. Achterstanden zijn er in de parken Gulden Bodem, Zijpendaal (poorten en banken) en Sonsbeek (weidehekwerken).
153
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Planning 2015 - 2018 In 2015 zullen de genoemde achterstanden worden weggewerkt door herstel van de geconstateerde gebreken. Sportvelden Actuele kaders Sportvisie (vastgesteld door de Raad, 2011); de Arnhemse Accommodatienota (vastgesteld door de Raad, 2014) Ambitie Integraal en efficiënt beheer, exploitatie en onderhoud van de buitensportaccommodaties, passend bij de wensen en behoeften van de huidige en potentiële gebruikers. Een en ander in het licht van het doel van bevordering van de sportdeelname. Bij het integrale en efficiënte beheer wordt uitgegaan van de kwalificatie “voldoende tot goed” op basis van de uitgangspunten in het kwaliteitssysteem voor sportvelden (KYBYS). Uitgangspunt is voorts dat een deel van het uitvoerende werk wordt uitgevoerd door medewerkers met een blijvende of tijdelijke achterstand tot de arbeidsmarkt. Uitgangssituatie Op basis van inspecties is geconstateerd dat de staat van onderhoud van de accommodaties, zowel op sporttechnisch als op cultuurtechnisch gebied op dit moment voldoende tot goed is. Planning 2015 - 2018 In het kader van de bezuinigingen zal per 1 januari 2015 10 % van de buitensportvelden zijn afgestoten. Dit gaat leiden tot een structurele besparing van € 130.000. Het reguliere onderhoud aan de overblijvende sportparken zal op het huidige kwaliteitsniveau worden uitgevoerd vanuit de normale onderhoudsbudgetten. Noodzakelijke renovaties en vervangingen zijn voor de periode 2015 - 2018 voorgedragen voor de meerjarige investeringsplanning. Installaties zwembaden Actuele kaders Sportvisie (vastgesteld door de Raad, 2011); de Arnhemse Accommodatienota (vastgesteld door de Raad, 2014). Ambitie De kwaliteit zoals gedefinieerd in het (ambtelijke) “Onderhoudsplan Installaties Zwembaden” van de afdeling zwembaden van het sportbedrijf Arnhem is uitgangspunt voor goed functionerende installaties. Uitgangssituatie De staat van installaties in beheer bij het Sportbedrijf Arnhem is goed. Een deel van de installaties in de zwembaden (de gebouwgebonden installaties) is in beheer bij het Vastgoedbedrijf Arnhem. Hierover vindt afstemming tussen beheersmatige en inhoudelijke verantwoordelijkheid plaats. Planning 2015 - 2018 Voortzetting van het reguliere onderhoud conform genoemd onderhoudsplan. Tijdige vervanging van installaties in de periode 2015 - 2018 is voorgedragen voor de meerjarige investeringsplanning. Vastgoed5 Actuele kaders Ambtelijk Vastgoedbeheerplan; ambtelijke meerjarige onderhoudsplannen . Ambitie Behalve voor tijdelijk vastgoed is ambitie over het geheel genomen een NEN2767-conditiescore 3 of beter. Afwijkingen van score 3 zijn mogelijk al naar gelang de functie. Zo hoeft de gemeente tijdelijk vastgoed (aangekocht voor bijvoorbeeld stedelijke ontwikkelingsprojecten) niet op een conditiegerichte manier te onderhouden. Uitgangssituatie Vrijwel alle vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau. Uitzonderingen zijn gebouwen die op korte termijn hun functie zullen verliezen of op korte termijn volledig gerenoveerd worden. Andere uitzondering is dat veel gebouwen ouder zijn dan 40 jaar, waardoor de isolatiewaarden niet voldoen aan hedendaagse normen. Voor de deelportefeuille onderwijs gaat met ingang van 2015 de gemeentelijke verantwoordelijkheid over naar de schoolbesturen. Uitzondering hierop zijn met name de multifunctionele centra.
5
Bij het vastgoed gelden als deelportefeuilles culturele, welzijns- en sportvoorzieningen, onderwijsgebouwen, gemeentelijke huisvesting,
bijzonder vastgoed en vastgoed in de openbare ruimte.
154
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Planning 2015 - 2018 Lasten en baten voor beheer en onderhoud van het permanente vastgoed maken onderdeel uit van de verschillende programma’s in de gemeentebegroting. In 2015 wordt er gemiddeld € 1,4 miljoen uitgegeven aan investeringen. De exploitatiekosten bedragen € 33,3 miljoen, waarvan € 29,7 miljoen aan kapitaallasten. Overzicht onderhoudskosten kapitaalgoederen Resumerend – In de begroting 2015 wordt voor de diverse onderhoudsobjecten uitgegaan van de volgende reguliere onderhoudsbudgetten en vervangingsinvesteringen: bedragen x € 1.000
Kapitaalgoed
BGB Wegen Civieltechnische Kunstwerken Riolering Wijkgroen Bomen Speelvoorzieningen Parken en Bossen Water Openbare Verlichting Verkeersregelinstallaties Inzamelvoorziening Afvalstoffen6 Sportvelden Installaties Zwembaden Vastgoed Totaal Openbare Ruimte Sportbedrijf Vastgoed
6
Overige goederen en diensten 4.200 4.300 500 2.800 3.000 700 500 600 1.000 1.600 600 234 307 112 3.600 24.053 83.3% 1.7% 15.0%
Totaal exploitatie
Investeringen 2015
200 100 800 1.000 1.900 135 10 29.700
4.200 4.900 500 13.100 3.000 700 500 800 1.100 2.400 1.600 2.134 442 122 33.300
2.100 1.000 7.500 0 0 0 10 0 1.000 1.600 2.230 1.025 87 1.400
44.745 33.3% 0.3% 66.4%
68.798 50.8% 0.8% 48.4%
17.952 86.0% 6.2% 7.8%
Kapitaals lasten
600 10.300
De hier geraamde post betreft de onderhoudskosten van kapitaalgoederen met betrekking tot ondergrondse containers, ondergronds afvaltransport en
omgekeerde afvalinzameling.
155
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
4.5 Financiering Inleiding In het treasurystatuut gemeente Arnhem worden de missie en doelstellingen voor het financieringsbeleid beschreven. In het statuut wordt ingegaan op de kaderstelling van de werkorganisatie (taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, mandatering) en op het instrumentarium om de doelstellingen te realiseren. In deze paragraaf komen de onderstaande onderwerpen aan de orde: • Risicomanagement financiering; • Financieringsvolume (incl. delegatie / mandatering); • Kasgeldlimiet; • Renterisiconorm; • Overige risico’s. Risicomanagement financiering Voor wat betreft de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen: a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte; b. Financiering van de sociale woningbouw; c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen. a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van de investeringen van de gemeente Arnhem, de exploitatie van lasten en baten en de Stadsbank. Bij de investeringen moet naast de reguliere financieringen van de gemeentelijke taken worden gedacht aan grote stedelijke projecten, zoals Arnhem Centraal, stadsvernieuwing in de binnenstad, grondexploitatie en onderhoud in de infrastructurele sfeer. Als ‘inkoop’ van geld (de funding) wordt gebruik gemaakt van de volgende financieringsmiddelen (stand per 31 december 2015): • de kapitaalmarkt voor langlopende financieringsmiddelen: f 734,0 miljoen. Het betreft hier dus de leningenportefeuille opgenomen gelden (O/G); • de geldmarkt voor kortlopende financiering (< 1 jaar); het benutten van de zogenaamde kasgeldlimiet tot het toegestane maximum van f 60,3 miljoen; • de binnen Arnhem beschikbare reserves en voorzieningen met een volume van f 134,5 miljoen. De leningenportefeuille uitgezette gelden (U/G), heeft per 31 december 2015 een volume van f 46,6 miljoen. Het betreft hier leningen aan instellingen en aan woningcorporaties. Arnhem en de recessie De kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie hebben ertoe geleid dat de gemeente na een aanvankelijke stijging is geconfronteerd met een gestaag dalende rente. In de sfeer van de financiering heeft de recessie daarmee voor de gemeente voordelen opgeleverd. De recessie in de reële economie heeft in eerste instantie relatief kort geduurd. Na eerste tekenen van herstel en groei van veel economieën en van de wereldhandel is echter alsnog de gevreesde “dubbele dip” opgetreden, welke nog steeds aanhoudt. Al zien we ook nu tekenen dat de economie zich langzaam herstelt. Een doorzettend herstel van de economie zal op een zeker moment moeten leiden tot een stijging van de rente. Dat is een zekerheid met de kanttekening dat niet te voorspellen is op welk moment de rentestijging zal gaan optreden. Tot dat moment kan de gemeente voordeel blijven putten uit de historisch lage rente voor leningen. Nooit heeft de gemeente goedkopere leningen kunnen afsluiten dan in 2013 en 2014. b. Financiering van de sociale woningbouw Voor de financiering van de woningbouw wordt door de corporaties nadrukkelijk gekeken naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), waarmee de gemeente Arnhem een achtervangovereenkomst heeft gesloten. Dit landelijke fonds fungeert als waarborg ten aanzien van risico’s van wanbetaling en vervult daarmee de garantstellende rol die gemeenten van oudsher hadden. Het bestaan van het WSW samen met ontwikkelingen op het gebied van schaalvergroting en regionalisering van de woningcorporaties verklaart waarom de rol van de gemeente op het terrein van de financiering van woningbouw de afgelopen jaren kleiner is geworden. De omvang van de verstrekte leningen aan woningcorporaties bedraagt per 1 januari 2015 f 14,1 miljoen en volgens de contractueel vastgelegde aflossingsschema’s per 31 december 2015 f 13,9 miljoen. Reserve woningbouw Voor de aan deze financiering verbonden risico's wordt een reserve aangehouden, de BR Volkshuisvesting. De geprognosticeerde stand per 1 januari 2015 bedraagt f 1,9 miljoen. Met het aangenomen amendement D66/A01 "Duurzame en levensloopbestendige woningen" is besloten f 1,9 miljoen te onttrekken aan de BR Volkshuisvesting. Deze onttrekking dient ter dekking van een deel van de lasten die voortvloeien uit het verstrekken van een financiële bijdrage aan woningbouwcorporaties als gevolg van het bevorderen van duurzaamheid (met name energiezuinigheid en levensloopbestendigheid) in de krachtwijken van met name sociale huurwoningen. Tot en met 2014 werden voor de aan de financiering verbonden risico's gedekt door de BR Volkshuisvesting. Gezien de snelle afbouw van de portefeuille (in 2016 wordt de laatste grote lening van f 11 miljoen
156
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
afgelost, waarna nog een paar kleine leningen resteren) en de trouwe betaling van rente en aflossing door de woningcorporaties achten wij een afzonderlijke risicobuffer niet langer nodig. c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen gaat het om activiteiten die nauw grenzen aan het beleid van de gemeente Arnhem. Het gaat hier vooral om instellingen in de sectoren zorg, sport en cultuur. Ook bij deze financiering wordt de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd. Bij de directe (eigen) financiering van de activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd (voorbeeld: executie bij recht van eerste hypotheek). Tevens bestaan er bij de sectoren zorg en sport waarborgfondsen. Met borgstelling door deze waarborgfondsen kunnen instellingen bij banken een lagere rente bedingen en hoeft de gemeente zelf geen lening te verstrekken. Het waarborgfonds voor de sport (SWS) garandeert maximaal de helft van de lening en eist een garantie voor het resterende deel van de lening van de gemeente. Het is zeker niet ondenkbaar dat een instelling als gevolg van de aanhoudende recessie (eerder) in moeilijkheden komt en daardoor bij de gemeente aan moet kloppen voor ondersteuning. Dat risico wordt substantieel verkleind door de garanties van de waarborgfondsen. Financieringsvolume (delegatie/mandaat) Bij het vaststellen van de MJPB neemt de gemeenteraad een besluit over de omvang van de gemeentelijke activiteiten en daarmee over het financieringsvolume. Afgezien van de eigen middelen in reserves en voorzieningen wordt in de financieringsbehoefte voorzien door middel van leningen voor de lange termijn (vaste financiering) en voor de korte termijn (vlottende financiering). Lange termijn financiering (vaste financiering) Zoals reeds toegelicht gaat het hier om de benodigde geldmiddelen voor de eigen gemeentelijke investeringen en projecten; de financiering van sociale woningbouw en de verstrekking van geldleningen aan instellingen, gelieerd aan het beleid van de gemeente Arnhem. Korte termijn financiering (vlottende financiering) Bij de kortlopende financiering gaat het om de financiering van de lopende activiteiten en werkzaamheden van de gemeente. Hiervoor wordt geld geleend of (in geval van een tijdelijk overschot) uitgezet voor een periode van maximaal een jaar. Als een extra zekerheid, bijvoorbeeld voor het opvangen van onverwachte fluctuaties in de behoefte aan kasgeld, is een arrangement afgesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten waarbij tot een maximaal volume ter hoogte van de kasgeldlimiet uit de wet FIDO tegen een lage rente kasgeld kan worden geleend. Het staat de gemeente vrij om los van dit arrangement zelf kortlopende middelen aan te trekken. In voorkomende situaties zal een deel van de opgenomen kas-/callgelden (O/G) worden omgezet in langlopende financiering, de zogenoemde consolidatie. Een en ander past binnen de regels, zoals vastgelegd in het treasurystatuut. Financieringsbehoefte per 31-12-2015: Onderstaand schema geeft inzicht in de benodigde geldmiddelen en de manier waarop een en ander kan worden gefinancierd (funding). Benodigd voor
Bedrag
Financiering middels
Bedrag Bedragen x € 1.000
Activiteiten gemeente Arnhem Uitgezette gelden aan gelieerde instellingen en woningcorporaties
882.139 46.591
Reserves en voorzieningen
134.484
Opgenomen gelden in de kapitaalmarkt (leningen o/g)
733.973
(leningen u/g) Rekening courant B.N.G. en kasgeldleningen Totaal Resultaat
928.730
Totaal Resultaat
60.273 928.730
Het totaalvolume van de benodigde financieringen bedraagt t 928,7 miljoen (kort- en langlopend). Vanuit de volumes van de reserves en voorzieningen en vanuit de bestaande leningenportefeuilles voor respectievelijk de vaste financiering en de woningbouw is een bedrag van t 868,4 miljoen beschikbaar. Tevens is vanuit de vlottende financiering (het kasgeld) een bedrag van maximaal t 60,3 miljoen als dekking in te zetten. Dit betreft kortlopende leningen en het arrangement met de Bank Nederlandse Gemeenten. Totaal aan funding is de gevraagde t 928,7 miljoen dus beschikbaar . De financieringsfunctie is hiermee in staat om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor dekking van de reeds gepleegde investeringen, de kosten in de grondexploitatie en voor de in 2015 begrote investeringen. Leningenportefeuille 2015 Onderstaand schema geeft inzicht in de samenstelling van de volumes in het jaar 2015 van de huidige leningenportefeuille van de financieringsfunctie. Het betreft leningen opgenomen gelden (O/G) en leningen uitgezette gelden (U/G).
Opname
Stand 31.12.2015 Stand
onderwerp
01.01.2015
Aflossing
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Opname
pagina
Leningen portefeuille
Stand 01.01.2015 Stand
157
Leningen portefeuille
Aflossing B edragen x 31.12.2015 € 1.000,-‐ -‐
Leningen O/G Leningen portefeuille Leningen O/G Nog aan te trekken financiering in 2014
617.026
Bedragen x € 1.000,--
-97.640
649.193
81.870
Leningen portefeuille Leningen t.b.v. woningcorporaties
617.026 3.038
Nog aanleningen te trekkenO/G financiering in 2014 Totaal
79.057 701.934
Leningen t.b.v. woningcorporaties
81.870
127.519 129.807
-128-97.640
699.121 34.577
Woningcorporaties Leningen U/G Totaal leningen U/G Vaste leningen uitstaand
14.069 48.646 34.577
14.069
127.519
-128
2.910
-97.768 -1.926
728.872
-129 0
2.910 646.905 733.973 79.057
-97.768
3.038
Leningen U/G O/G Totaal leningen Vaste leningen uitstaand
Woningcorporaties
129.807
-2.055
32.651 13.940
-1.926
46.591
-129
32.651 13.940
Rentevisie Totaal leningen U/G 48.646 0 -2.055 46.591 In de afgelopen jaren heeft de gemeente de gemiddelde looptijd van de aangetrokken leningen teruggebracht van 10 jaren naar 6 jaar door middel van het afsluiten van leningen met kortere looptijden. Als gevolg daarvan is Rentevisie de over de leningenportefeuille de gemiddeld te betalen rente gedaald naar ruim onder de 4 %. Deze 4 % is het In de afgelopen jareneen heeft de gemeente de gemiddelde looptijd de aangetrokken leningen teruggebracht van niveau dat we over lange periode willen aanhouden als van bovengrens. 102012, jaren naar jaar2014 door middel afsluiten van leningen kortere looptijden. Als gevolgop daarvan is de In 20136 en hebbenvan dehet rentepercentages op demet kapitaalmarkt zich bewogen een historisch laag over de leningenportefeuille de gemiddeld te betalen rente gedaald naar ruim onder de 4%. Deze 4% is het niveau. Dit is aanleiding geweest om voor nieuwe leningen weer te kiezen voor langere looptijden met nog niveau dat we over een lange periode willen aanhouden als bovengrens. steeds rente fors onder %. Hiermee is een gecreëerd om in toekomstige jaren -wanneer In 2012,een 2013 en 2014 hebbendede4rentepercentages oprentemarge de kapitaalmarkt zich bewogen op een historisch laag de renteDit voor nieuwe leningen weer opnieuwe een hoger niveau terecht komtbehulp van leningen kortere niveau. is aanleiding geweest om voor leningen weer te kiezen voormet langere looptijden met nog met steeds een rente fors onder 4%. Hiermee is een rentemarge om in toekomstige jaren -wanneer de rente looptijden toch eende gemiddelde rente van maximaalgecreëerd 4 % te kunnen blijven realiseren. voorgevolg nieuwevan leningen weer op een hoger terecht met behulp van leningen kortere Als de renterisiconorm (zie niveau hieronder) is komteen gemiddelde looptijd van met korter dan looptijden ongeveer vijf jaar toch een gemiddelde rente van maximaal 4% te kunnen blijven realiseren. (met een bijbehorende nog lagere rente) voor de gemeente niet toegestaan. De gemeente zou dan in een jaar Als gevolg van de renterisiconorm (zie hieronder) is een gemiddelde looptijd van korter dan ongeveer vijf jaar meer leningen moeten herfinancieren dan de is toegestaan. (met een bijbehorende nog lagere rente) voor gemeente niet toegestaan. De gemeente zou dan in een jaar meer leningen moeten herfinancieren dan is toegestaan.
Mandaat (voor nieuw aan te trekken financieringsmiddelen) Mandaat (voor nieuwvan aandeze te trekken Met het vaststellen MJPBfinancieringsmiddelen) 2015 – 2018 inclusief de paragraaf financiering mandateert de gemeenteraad Met college het vaststellen vande deze MJPB 2015 – 2018 inclusief de paragraaf categorie financieringinmandateert de gemeenteraad het om voor financieringsbehoefte per onderscheiden 2015 leningen aan te gaan tot de het college om voor de financieringsbehoefte per onderscheiden categorie in 2015 leningen aan te gaan tot de volgende maximumtotalen: volgende maximumtotalen: Maximaal toegestane leningen 2015
Maximaal Bedragen x € 1.000,--
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte
250.000
Financiering sociale woningbouw
100.000
Financiering aan gemeente gelieerde instellingen
50.000
Ondanks de in prominentie afnemende positie van de gemeente op het gebied van verstrekken van nieuwe Ondanks de in prominentie afnemende positie van de gemeente op het gebied van verstrekken van nieuwe leningen aan corporaties of derden blijft het oude mandaat voor de categorieën financiering corporaties leningen aan corporaties derden blijft gelieerde het oudeinstellingen mandaat voor de categorieën corporaties woningbouw en financieringofaan gemeente van kracht om met hetfinanciering oog op de huidige, nog woningbouw financieringsituatie aan gemeente gelieerde instellingen om met het oog op de huidige, steeds nijpendeen economische snel te kunnen inspringen wanneervan datkracht nodig is. nog steeds nijpende economische situatie snel te kunnen inspringen wanneer dat nodig is.
Kasgeldlimiet
De Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het Kasgeldlimiet beheersen van(Wet het renterisico in verband met de korte termijngeeft financiering. Derichtlijnen kasgeldlimiet is een wettelijk voor het De Wet FIDO Financiering Decentrale Overheden) concrete voor gemeenten maximum (plafond) voor het volume geldleningen in de vorm van zogenaamde call- en kasgeldtransacties. beheersen van het renterisico in verband met de korte termijn financiering. De kasgeldlimiet is een wettelijk De bovengrens is bij ministeriële regeling voor het jaar 2015 vastgesteld op 8,5 % van het lastentotaal van de maximum (plafond) voor volume geldleningen de vorm van callkasgeldtransacties. gemeentelijke begroting. Dehet begroting van de gemeentein Arnhem voor hetzogenaamde jaar 2015 heeft eenen omvang van € 702 De bovengrens is bij ministeriële regeling voor het jaar 2015 vastgesteld op 8,5 % van het lastentotaal van de miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 59,7 miljoen. Ten opzichte van het jaar 2014 stijgt de gemeentelijke begroting. De begroting de van gemeente Arnhem het jaar 2015 een omvang kasgeldlimiet met € 11,7 miljoen. Dit is een van gevolg de verruiming vanvoor het lastentotaal vanheeft de begroting van € van € € 709 miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 60,3 miljoen. Ten opzichte van het jaar 2014 stijgt de kasgeldlimiet met € 12,2 miljoen. Dit is een gevolg van de verruiming van het lastentotaal van de begroting van € 565,4 miljoen naar de genoemde € 709 miljoen, wat wordt veroorzaakt door de drie decentralisaties in 129 de zorg (3 D’s). Het Rijk geeft gemeenten veel ruimte om maximaal gebruik te maken van (goedkope) financiering met kasgeld. Hoewel het gemeenten niet is toegestaan de kasgeldlimiet te overschrijden (Wet FIDO, art. 4, lid 1), hoeven deze pas aan de toezichthouder te rapporteren wanneer de kasgeldlimiet drie kwartalen op rij wordt overschreden (art. 4, lid 2). De gemeente Arnhem stuurt erop onder de kasgeldlimiet te blijven en deze niet te overschrijden.
De drempelwaarde wordt berekend als 0,75 % over de eerste f 500 miljoen van het lastentotaal van de begroting vermeerderd met 0,2 % over de
eventueel meerdere lasten. Voor een begroting met een lastentotaal van f 709 miljoen bedraagt de drempelwaarde dus 0,75% x 500 + 0,2% x 209 = f 4,17 miljoen.
onderwerp
7
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Overige risico’s Gezien de samenstelling van de gemeentelijke leningenportefeuille en de kaderstelling vanuit de wet en het treasurystatuut (alleen leningen in euro’s) is binnen de gemeente Arnhem geen sprake van valutarisico en/of koersrisico.
pagina
Schatkistbankieren In het najaar van 2013 is voor gemeenten en andere decentrale overheden verplicht schatkistbankieren ingevoerd. Decentrale overheden dienen banktegoeden, die een vooraf bepaalde drempelwaarde7 te boven gaan, af te storten naar een rekening-courant bij het ministerie van Financiën. Voor de gemeente Arnhem bedraagt de drempelwaarde € 4,17 miljoen. Tegen deze drempelwaarde moet het gemiddelde van de banksaldi van de gemeente in een kwartaal worden afgezet. Als uitvloeisel van een kasgeldlening van de Stadsregio voor het hele jaar heeft de gemeente in 2014 regelmatig overtollige middelen gestald in de Schatkist. In 2015 zal erop worden gestuurd dat de drempelwaarde niet zal worden overschreden en dat de gemeente dus geen of heel beperkt financiële middelen hoeft te stallen bij het Rijk. Bij de controle van de jaarrekening zal de accountant de verplichting tot schatkistbankieren meenemen.
158
Renterisiconorm Het renterisico betreft het risico dat de begroting van de gemeente geconfronteerd wordt met een verzwaring van de rentelasten als gevolg van herfinancieringen van bestaande activa of van herziening van rente van bestaande leningen. Het doel van de renterisiconorm is om dit risico te beperken tot een handelbaar niveau. Bij een goed (gelijkmatig) opgebouwde leningenportefeuille blijft het renterisico binnen verantwoorde marges en zullen de renteaanpassingen zich geleidelijk voordoen en binnen de begroting opgevangen kunnen worden. In de Wet FIDO is vastgelegd dat jaarlijks een volume ter grootte van 20 % van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting (peildatum 1 januari) mag worden geherfinancierd of een renteherziening mag ondergaan. Omdat de gemeente voor de eigen financiering geen leningen heeft aangetrokken waarvan periodiek de rente wordt herzien, heeft voor Arnhem de renterisiconorm alleen betrekking op herfinanciering van aflopende leningen. In Arnhem ligt de omvang van de totale leningenportefeuille (€ 734 miljoen) ongeveer op het lastentotaal van de begroting (€ 709 miljoen), wat betekent dat jaarlijks ongeveer 20 % van de leningenportefeuille mag worden geherfinancierd. Dat betekent weer dat de gemiddelde looptijd van de aangetrokken leningen niet korter mag zijn dan ongeveer vijf jaar. Voor het jaar 2015 komt de prognose van het renterisico uit op 13,6 %. (vergelijk: JV2013 16,6 %). De daling ten opzichte van voorgaande jaren wordt veroorzaakt door de drie D’s. Als gevolg hiervan is het lastentotaal van de begroting gestegen met € 137 miljoen, waarop vanzelfsprekend in het verleden niet geanticipeerd kon worden door meer leningen af te sluiten die in 2015 moeten worden afgelost.
(bron: F4 coalitieakkoord) Inleiding
De paragraaf bedrijfsvoering gaat in op de bedrijfsmiddelen waarmee de gemeente Arnhem de geformuleerde
doelenonderhavige van de verschillende programma’s wil bereiken. Binnen MJPB is van een dergelijk voorstel nog geen sprake. In de komende jaren zullen mogelijke Hieronder wordt nader ingegaan op: voorstellen worden aangedragen om zo de verbeteringen in de bedrijfsvoering een impuls te kunnen geven. Dit - alle personeel en organisatie kunnen investeringen zijn in de brede zin, op basis van de filosofie van een kostendekkende business case. -
informatie en automatisering auditing en risico management
Personeel en organisatie Personeel en organisatie a. Kerngegevens a. Kerngegevens Het Hieronderwordt wordtweergegeven weergegevenhoe de Hetpersoneel personeelvan vanArnhem Arnhemkan kanworden worden verdeeld verdeeld over over een een aantal aantal groepen. groepen. Hieronder hoe de formatie de komende jaren zal ontwikkelen opvan grond van de vastgestelde kaders. De formatie formatie zich dezich komende jaren zal ontwikkelen op grond de vastgestelde kaders. De formatie van de van de ambtelijke organisatie voor komende jaren daling name als gevolg de ingezette ambtelijke organisatie voor de de komende jaren laatlaat eeneen daling zienzien metmet name als gevolg van van de ingezette bezuinigingen: bezuinigingen:
Totaal aantal FTE Arnhem
Aantal FTE Raad
Aantal FTE College B&W
Aantal FTE ambtelijke organisatie formatie Aantal FTE mobiliteitskandidaten *1 Aantal FTE werkzaam voor St. Kunstbedrijf *2 Aantal FTE gemeente Arnhem
Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Bezetting
Formatie
Formatie
Formatie
Formatie
Formatie
31.12.2013
2014
2015
2016
2017
2018
39
39
39
39
39
39
6
6
7
7
7
7
1.445
1.490
1.438
1.435
1.412
1.392
1.490
1.438
1.435
1.412
1.392
71 27 1.543
(*1)BijBijdede mobiliteitskandidatenwordt worden rekening gehouden met afloop een afloop naarper nihil per 31.12.2016, de (*1) mobiliteitskandidaten rekening gehouden met een naar nihil 31 december 2016, de einddatum van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem. einddatum van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem. (*2) De formatie van het personeel werkzaam voor St. Kunstbedrijf wordt niet begroot. De loonskosten worden in
(*2) De formatie vanaan het de personeel totaliteit doorbelast stiching.werkzaam voor St. Kunstbedrijf wordt niet begroot. De loonkosten worden in totaliteit doorbelast aan de stichting. Het formatieverloop van de ambtelijke organisatie kan als volgt worden verklaard: Verloop formatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
1.538
1.467
1.467
1.467
1.467
Af: formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014)
-10
-10
-10
-10
-10
Af: verzelfstandiging GMA miv 2014
-29
-29
-29
-29
-29
-20
-40
Aantal FTE ambtelijke organisatie geamendeerde MJPB 2014-2017
Af: uitwerking coalitie accoord F6 ondersteunende diensten Af: formatie reductie agv interne bezuinigingen
-23
-11
-12
-12
-12
Af: formatie reductie griffie invulling taakstelling
-1
-2
-2
-2
-2
pm
pm
pm
pm
Bij: MFC Beheer (uitwerking besluitvorming MJPB 2014)
4
4
5
5
5
Bij: tijdelijke formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014)
6
0
0
0
0
Bij: formatie uitbreiding ivm decentralisaties sociaal domein
onderwerp
Alle investeringen in de bedrijfsvoering die naar het oordeel van het college binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend, worden vanuit algemene middelen gehonoreerd onder gelijktijdige verlaging van het structurele kader 4.6 met eenBedrijfsvoering vijfde daarvan vanaf het jaar na investering.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
In het coalitie akkoord is onderstaande afspraak opgenomen:
pagina
Inleiding De paragraaf bedrijfsvoering gaat in op de bedrijfsmiddelen waarmee de gemeente Arnhem de geformuleerde doelen van de verschillende programma’s wil bereiken. Hieronder wordt nader ingegaan op: - personeel en organisatie - informatie en automatisering - auditing en risico management
159
4.6 Bedrijfsvoering
160
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Het organisatiekan kanals als volgt volgtworden wordenverklaard: verklaard: Hetformatieverloop formatieverloop van de ambtelijke ambtelijke organisatie
4.6 Bedrijfsvoering
Verloop formatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Inleiding
De paragraaf bedrijfsvoering gaat in op de bedrijfsmiddelen waarmee de gemeente Arnhem de geformuleerde doelen van de verschillende programma’s wil bereiken. Hieronder wordt nader ingegaan op: personeel en organisatie Aantal FTE ambtelijke organisatie geamendeerde MJPB 2014-2017 1.538 1.467 1.467 1.467 1.467 informatie en automatisering auditing en risico management Af: formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014)
-10
-10
Af: verzelfstandiging GMA miv 2014
-29
-29
Begroting
Verloop formatie Af: uitwerking coalitie accoord F6 ondersteunende diensten
-23
Af: formatie reductie griffie invulling taakstelling
-1
Begroting
2015
-29
-29
-20
-40
-12
-12
2017
-12
-2
-2
-2
-2
pm
pm
pm
4 1.538
4 1.467
5 1.467
5
Bij: tijdelijke formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014)
6
0
0
0
Bij: uitbreiding ivm E-HRM
2
Af: formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014) Af: verzelfstandiging GMA miv 2014
Overige mutaties
Af: formatie reductie agv interne bezuinigingen
Aantal FTE ambtelijke organisatie MJPB 2015-2018
Af: formatie reductie griffie invulling taakstelling
-11
1.438
-1
-2
Formatieuitbreiding decentralisaties sociaal domein Bij: formatie uitbreiding ivm decentralisaties sociaal domein Formatieuitbreiding decentralisaties sociaal domein
-12
1.435
-2
pm
2
-10 -29
3
10 2
-20 -12
1.412
-2
pm
1.392
pm
Aantal FTE ambtelijke organisatie Ontwerpbegroting MJPB 2015-2018
1.438
1.490
1.435
Verhouding direct en indirect
Verhouding direct en indirect
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Begroting
Begroting
Begroting
2
1.392
Begroting
982
958
956
955
Indirecte FTE's ambtelijke organisatie
508
479
479
458
438
1.412
955 1.392
955
458
438
1.438 958
508
479
479
34%1.490
33% 1.438
33% 1.435
34%
33%
33%
Indirecte FTE's ambtelijke organisatie
% indirect ten opzichte van totaal aantal FTE's ambtelijke organisatie
1.435
956
32%
2018 955
1.412
31%
1.392
32%
31%
In de MJPB 2014 is een verhoudingsnorm geformuleerd van 32%, te bereiken in 2015. Deze norm zal in 2017 Inworden de MJPB 2014 op is een verhoudingsnorm van2015 32 %, bereiken in volgende 2015. Deze norm zal in 2017 bereikt grond van de huidigegeformuleerd inzichten. Voor zaltealsnog een formatiereductie moeten 164 wordenbereikt uitgevoerd op devan indirecte formatie om deVoor verhouding 32% tevolgende behalen. formatiereductie moeten worden op grond de huidige inzichten. 2015 zal van alsnog een worden uitgevoerd op de indirecte formatie om de verhouding van 32 % te behalen. Het verloop in de kosten bij deze omvang van de formatie laat het volgende beeld zien:
Personele lasten formatie
128
-2
10
Directe FTE's ambtelijke organisatie
1.490 982
-12
2
2015
Totaal aantal FTE 's ambtelijke % indirect ten opzichte van totaal organisatie aantal FTE's ambtelijke organisatie
2017
-40
0
2014
Directeaantal FTE'sFTE ambtelijke organisatie Totaal 's ambtelijke organisatie
2016
Begroting
-29
5
1.412
De verhouding tussen direct en indirect personeel laat de komende jaren het volgende beeld zien:
-10
pm
Per11januari januari 2015vinden vinden de de drie drie decentralisaties decentralisaties plaats plaats en en gaan gaan in in gemeente gemeente Arnhem 16 gebiedsteams aan de Per Bij: MFC Beheer2015 (uitwerking besluitvorming MJPB 2014) 4 Arnhem 164 gebiedsteams 5 aan de 5 slag. Arnhem wil regiegemeente zijn. Voor het goed uitvoeren van de regierol voor de nieuwe beleidsvelden, dient slag. Arnhem wil regiegemeente zijn. Voor het goed uitvoeren van de regierol voor de nieuwe beleidsvelden, de opdrachtgeversrol structureel ingevuldMJPB te worden. om per0 2015 de uitvoering Bij: tijdelijke formatie BAC (uitwerking besluitvorming 2014) Daarnaast is het niet mogelijk 6 0 0 dient structureel ingevuld te worden. Daarnaast het niet mogelijk omde pergebiedsteams 2015 de door de de opdrachtgeversrol gebiedsteams al volledig op afstand te zetten. Dat betekent datisde gemeente Arnhem Bij: uitbreiding ivm E-HRM 2 2 zodanig 2 uitvoering door de gebiedsteams al volledig te zetten. Dat betekent dat de gemeente Arnhem de dient te faciliteren. De extra capaciteit binnenop deafstand gemeentelijke organisatie die2 daarvoor nodig is, wordt gebiedsteams dient te faciliteren. De extra capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie die daarvoor nodig ingevuld dat deze ook weer makkelijk los te knippen is van de organisatie. In de tweede helft van 2014 wordt het Bij: uitbreiding formatie agv Stijging WWB klanten 10 10 10 formatieplan geschreven benodigde capaciteit (opdrachtgeversrol gebiedsteams) in beeld is, wordt zodanig ingevuldom datdedeze ook weer makkelijk los te knippen is en vanfaciliteren de organisatie. In de tweede helftte Overige mutaties 3 6 5 3 brengen. Deze extra formatie komtgeschreven ten laste van Deelfonds. van 2014 wordt het formatieplan omhet deSociaal benodigde capaciteit (opdrachtgeversrol en faciliteren gebiedsteams) in beeld te brengen. Deze extra formatie komt ten laste van het Sociaal Deelfonds. De verhouding tussen direct en indirect personeel laat de komende jaren het volgende beeld zien:
1.467
0
10
-29
5
2018
5
1.467
2
-10
10
-29
6
-23
1.490
2
-10
10
-29
3
Af: uitwerking coalitie accoord F6 ondersteunende diensten
2
-10
Begroting
pm
Bij: MFCFTE Beheer (uitwerking besluitvorming MJPB 2014) Aantal ambtelijke organisatie geamendeerde MJPB 2014-2017
Bij: uitbreiding formatie agv Stijging WWB klanten
-10
Begroting
2016
-11
Bij: formatie uitbreiding ivm decentralisaties sociaal domein
-10
-29
Begroting
2014
Af: formatie reductie agv interne bezuinigingen
-10
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
161
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In de MJPB 2014 is een verhoudingsnorm geformuleerd van 32%, te bereiken in 2015. Deze norm zal in 2017 worden bereikt op grond van de huidige inzichten. Voor 2015 zal alsnog een volgende formatiereductie moeten worden uitgevoerd op de indirecte formatie om de verhouding van 32% te behalen.
Het bijbij deze omvang vanvan de de formatie laatlaat het het volgende beeld zien:zien: Hetverloop verloopinindedekosten kosten deze omvang formatie volgende beeld Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Personele lasten formatie
Bedragen x € 1.000,-
Aantal FTE ambtelijke organisatie
1.490
Personeelslasten ambtelijke organisatie
€
1.438
98.372
€
97.591
1.435
€
97.073
1.412
€
95.453
1.392
€
94.054
Op principe akkoord bereikt over de de CAO 2013-2015. HetHet risico in Naris is met Op15 15juli juli2014 2014isiseen een principe akkoord bereikt over CAO 2013-2015. risico in Naris is het metafsluiten het afsluiten van komen te te vervallen. DeDe personele lasten zoalszoals hierboven getoond, zijn inclusief de extra als vande deCAO CAO komen vervallen. personele lasten hierboven getoond, zijn inclusief de lasten extra lasten als gevolg van de CAO 2013-2015. Deze Cao is een stap naar de toekomst: een cao die bijdraagt aan duurzame gevolg van de CAO 2013-2015. Deze Cao is een stap naar de toekomst: een cao die bijdraagt aan duurzame inzetbaarheid enen de de effectiviteit vanvan de organisatie. De CAO geeftgeeft keuzemogelijkheden inzetbaarheidvan vanmedewerkers medewerkers effectiviteit de organisatie. De CAO keuzemogelijkheden aan individuele medewerkers. DeDe cao beloningshoofdstuk, een eenindividueel individueel aan individuele medewerkers. caobevat bevatafspraken afsprakenover over een een nieuw beloningshoofdstuk, keuzebudgetvoor voormedewerkers medewerkers een redactionele vereenvoudiging de CAR-UWO. keuzebudget enen een redactionele vereenvoudiging vanvan de CAR-UWO. Beleid b.b.Beleid In 2015en envolgende volgendejaren jaren blijfteen een aantal bekende thema's belangrijk personeelsen organisatiebeleid. In 2015 blijft aantal bekende thema's belangrijk voorvoor het het personeelsen organisatiebeleid. Mobiliteitisishiervan hiervanhet hetbelangrijkste; belangrijkste; een periode waarin arbeidsmarkt steeds vrij stevig opzit slot Mobiliteit inin een periode waarin de de arbeidsmarkt nognog steeds vrij stevig op slot enzit en tegelijkertijdnog nogeen eenaanzienlijk aanzienlijk aantal mobiliteitskandidaten niet geplaatst is het groot belang beweging in tegelijkertijd aantal mobiliteitskandidaten niet geplaatst is, isis,het van van groot belang beweging de organisatie te organiseren. Mobiliteit kan zorgen voor nieuwe instroom, maar ook voor een verdere reductie in de organisatie te organiseren. Mobiliteit kan zorgen voor nieuwe instroom, maar ook voor een verdere reductie van het aantal mobiliteitskandidaten. van het aantal mobiliteitskandidaten. Mobiliteit wordt in het kader van het Sociaal Plan sinds 1 juli 2012 georganiseerd vanuit het tijdelijke organisatieMobiliteit wordt in het kader van het Sociaal Plan sinds 1 juli 2012 georganiseerd vanuit het tijdelijke organisatieonderdeel BLoeM (bureau Loopbaanontwikkeling en Mobiliteit). onderdeel BLoeM (bureau Loopbaanontwikkeling en Mobiliteit).
129 De overall doelstelling is om alle mobiliteitskandidaten (uit) te plaatsen voor de ontslagdatum van 1 januari 2017. De overall doelstelling is om alle mobiliteitskandidaten (uit) te plaatsen voor de ontslagdatum van 1 januari 2017. Rekening houdend met in die toekomst bekende mutaties, moeten nog 92 medewerkers (78 FTE) voor 1 januari Rekening houdend met in dieander toekomst bekende mutaties, noglukt. 92 medewerkers (78 fte) voor januari 2017 worden begeleid naar werk. De kans bestaatmoeten dat dit niet Bij de berekening van het1benodigde 2017 worden begeleid naar ander werk. De kans bestaat dat dit niet lukt. Bij de berekening van het benodigde weerstandsvermogen is rekening gehouden met de eventualiteit dat er op dat moment nog voor maximaal 30 weerstandsvermogen is rekening die gehouden met kunnen de eventualiteit datwachtgeldvoorzieningen, er op dat moment nog voor maximaal FTE aan mobiliteitskandidaten, aanspraak maken op resteert. Binnen de 30 fte aan mobiliteitskandidaten, die aanspraak kunnen maken op wachtgeldvoorzieningen, resteert. Binnen de organisatie wordt alle inzet gepleegd om de wachtgeldverplichtingen tot een minimum te beperken. organisatie wordt alle inzet gepleegd om de wachtgeldverplichtingen tot een minimum te beperken.
Verloop mobiliteitskandidaten
01.07.2012 Realisatie
31.12.2013 Realisatie aantal
31.12.2014 Begroting fte
aantal
31.12.2015 Begroting
aantal
fte
fte
Niet geplaatst
135
119
60
54
37
34
Tijdelijk geplaatst
101
81
81
68
44
34
Mentoren*
17
15
14
12
12
11
TOTAAL
253
215
155
133
93
79
31.12.2016 Begroting
aantal
fte
aantal
fte
39
38
0
0
(*) Mentoren Mentoren zijn zijn medewerkers medewerkersdie diebinnen binnendedeperiode periode van Sociaal Plan Gemeente Arnhem pensioen (*) van hethet Sociaal Plan Gemeente Arnhem met met pensioen gaan. gaan. Zij zijn bij de reorganisatie boven de formatie geplaatst om hun kennis over te dragen, anderen in te werken Zij zijn bij de reorganisatie boven de formatie geplaatst om hun kennis over te dragen, anderen in te werken en en ondersteuning te bieden waar nodig. ondersteuning te bieden waar nodig. Alle kosten welke samenhangen met de gevolgen van de formatie reductie uit het dossier Toekomst Gericht Bezuinigen en daaruit volgend het Sociaal Plan Gemeente Arnhem worden aangemerkt als frictiekosten. De loonkosten van de tijdelijke plaatsingen worden pas aangemerkt als frictiekosten na afloop van de tijdelijke plaatsing. Het verloop van de frictiekosten in de looptijd van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem (2013-2016) geeft het volgende beeld: Frictiekosten 2013-2016
Kosten
Rekening 2013
7.947
Begrote loonkosten 2014
7.529
Begrote loonkosten 2015
4.253
Begrote loonkosten 2016
1.683
Begrote overige kosten
1.088
162
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
medewerkers die binnen de periode van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem met pensioen de reorganisatie boven de formatie geplaatst om hun kennis over te dragen, anderen in te werken g te bieden waar nodig.
Alle kosten welke samenhangen met de gevolgen van de formatie reductie uit het dossier Toekomst Gericht e samenhangen met de gevolgen van de formatie reductie het dossier Toekomst Gericht Bezuinigen en daaruit volgend het Sociaal Planuit Gemeente Arnhem worden aangemerkt als frictiekosten. De aaruit volgend het Sociaal Plan Gemeente Arnhem worden aangemerkt als frictiekosten. De loonkosten van de tijdelijke plaatsingen worden pas aangemerkt als frictiekosten na afloop van de tijdelijke de tijdelijke plaatsingen worden pas aangemerkt als frictiekosten na afloop van de tijdelijke plaatsing. Het verloop van de frictiekosten in de looptijd van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem (2013 - 2016) rloop van de frictiekosten in de looptijd van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem (2013-2016) geeft het volgende beeld: de beeld: Frictiekosten 2013-2016
Kosten
Rekening 2013
7.947
Begrote loonkosten 2014
7.529
Begrote loonkosten 2015
4.253
Begrote loonkosten 2016
1.683
Begrote overige kosten
1.088
Totaal
22.500
eriode 2013-2016 worden de periode loon-frictiekosten geschat 21,4 miljoen. Opgeschat grond van de21,4 miljoen. Op grond van de Over de totale 2013 - 2016 wordenop de€loon-frictiekosten op € 2.2013 en de verwachtingen van de uitstroom per medewerker blijkt dat een inschatting van € situatie per 31 december 2013 en de verwachtingen van de uitstroom per medewerker blijkt dat een inschatting op heden realistisch is. van € 21,4 miljoen tot op heden realistisch is.
sreserve frictiekosten zal worden gebruikt om in de komende jaren de kosten te egaliseren. Aan De bestemmingsreserve frictiekosten zalArnhem worden(31.12.2016) gebruikt om in debeoordeeld komende jaren de kosten te egaliseren. periode, na afloop van het Sociaal Plan Gemeente zal worden Aan het einde van de periode, na afloop van het Sociaal Plan Gemeente Arnhem (31 an nog beschikbare middelen ingezet moeten worden voor eventuele wachtgeldverplichtingen. december 2016) zal beoordeeld worden in miljoen. hoeverre de dan nog beschikbare middelen ingezet moeten worden voor eventuele aldo per 31.12.2013 bedraagt € 1,7 wachtgeldverplichtingen. Het resterende saldo per 31 december 2013 bedraagt € 1,7 miljoen. ndidaten krijgen een interne loopbaanbegeleider. Door talenten te ontdekken en te ontwikkelen een interneacties loopbaanbegeleider. Door talenten tede ontdekken en te ontwikkelen n op de interneAlle en mobiliteitskandidaten externe arbeidsmarktkrijgen toe. De doelen, en ondersteuning van en voor kansen op de (contract interne envan externe toe. De doelen, acties en het ondersteuning van en voor aat worden elknemen jaar in de een trajectplan werkarbeidsmarkt naar werk) vastgelegd. Ondermeer mobiliteitskandidaat worden elk jaar in trajectplan (contract van werk naar werk) vastgelegd. Ondermeer e aanbod van de workshops en trainingen, opleidingen opeen maat, door externen begeleide interne collectieve aanbod van te workshops en trainingen, op maat, n en stages enhet detacheringen helpen mobiliteit ondersteunen. Verder opleidingen kunnen op grond vandoor externen begeleide ut voor interne loopbaantrajecten of externe plaatsingen individuele afspraken helpen gemaakt wordenteals dit voor beide en stages en detacheringen mobiliteit ondersteunen. Verder kunnen op grond van e resultaten oplevert. Totstatuut 1 januari 2014 hebben dertig plaatsingen medewerkers op grondafspraken van deze regelingworden als dit voor beide het sociaal voor interne of externe individuele gemaakt erlaten. partijen passende resultaten oplevert. Tot 1 januari 2014 hebben dertig medewerkers op grond van deze regeling de organisatie verlaten. Tegenover de werkgelegenheidsgarantie tot 1 januari 2017 wordt van mobiliteitskandidaten verwacht 133 werkzaamheden te verrichten voor de organisatie of voor de stad. Bij voorkeur wordt gestreefd naar een winwinsituatie: werkzaamheden die gedaan moeten worden én die het cv van de mobiliteitskandidaat versterken of actualiseren, die bijdragen aan ontwikkeling van de persoon of bepaalde vaardigheden of die zorgen voor arbeidsritme en goede energie. Inzet kan zowel op verzoek van het management als op initiatief van de mobiliteitskandidaat zelf of BLoeM. BLoeM werkt perspectiefgericht met het oog op de interne arbeidsmarkt. Ze kijkt naar ontwikkelingen binnen de organisatie, naar wat deze betekenen voor de gewenste capaciteit. Door overleg met het ambtelijk management probeert ze ervoor te zorgen dat beter geanticipeerd wordt op deze ontwikkelingen. Mobiliteitskandidaten worden bij leidinggevenden onder de aandacht gebracht en waar nodig wordt gesproken over ontwikkeltrajecten. Zo ontstaan afspraken over stages, proefplaatsingen, opleidingen of het vastleggen van loopbaanafspraken. Zo is ook een aantal mobiliteitskandidaten geplaatst of inmiddels werkzaam op een plek met perspectief op plaatsing. Los van de noodzakelijke mobiliteit als uitvloeisel van bezuinigingen wordt door BLoeM ingezet op de mobiliteit van alle personeel. Talentontwikkeling en talentbemiddeling gecombineerd met flexibiliteit helpt het principe van de juiste persoon op de juiste plek op het juiste moment concreet in te vullen. Een algemeen groepsaanbod van op de vraag gebaseerde workshops bereikt jaarlijks rond de 900 personen (2013) en leidt tot rond de 35 workshops per jaar (2014). De waardering van de cursisten is gemiddeld een 7,5. Dit leidt tot een groepsdynamiek waarin weer meer en meer gesproken wordt over loopbaanontwikkeling, workshops, opleidingen, coaching en loopbaanbegeleiding. Algehele flexibiliteit en mobiliteit kan de uit bezuinigingsoverwegingen noodzakelijke mobiliteit helpen gemakkelijker te verlopen. De inzet is nu strategische personeelsplanning verder uit te bouwen tot en te borgen als een instrument waarin medewerkers en organisatie optimaal gematched worden. Bij deze ontwikkelingen (onder meer rondom de vervulling van vacatures, rondom trainingen, stages, detacheringen, inzet voor klussen) wordt actief verbinding gezocht met regiogemeenten (KANS, G5, samenwerkingsverband Arnhem-Nijmegen), organisaties in de stad en andere gemeenten in het algemeen.
163
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Andere thema’s van personeelsbeleid zijn onder andere het verder ontwikkelen van de gesprekscyclus, onderzoek of competentiemanagement zinvol is en het terugdringen van het ziekteverzuim. Ook deze thema’s hebben natuurlijk al langer de aandacht. Nieuw is dat er nu gewerkt wordt aan een kapstok waaraan deze thema's opgehangen kunnen worden, namelijk een visie op personeels- en organisatiebeleid. Deze visie wordt direct afgeleid van de organisatievisie en gaat de basis vormen personeels- en organisatiebeleid voor de komende jaren. c. Motie benchmark Berenschot heeft een onderzoek gedaan naar de verhouding van de omvang van het ambtelijk apparaat van de gemeente Arnhem ten opzichte van andere gemeenten. Op grond van de uitkomsten van dit onderzoek heeft de Raad op 17 juni 2013 bij de bespreking van de Perspectiefnota 2014 - 2017 een motie aangenomen met het volgende dictum:
een visie te presenteren of op de taakvelden met bovengemiddeld veel ambtelijke formatie nog toegewerkt kan worden naar het bezuinigen op die formatie.
onderzoeken of het mogelijk is om meer formatie in te zetten voor een impuls van de economische ontwikkeling van de stad.
In de MJPB 2014 is aangegeven dat er een voortzettend onderzoek zou worden uitgevoerd naar de mogelijke uitvoering van deze motie. Uit dit voortzettend onderzoek blijkt dat op de taakvelden met bovengemiddeld veel ambtelijke formatie deels nu ook een reductie heeft plaats gevonden. Een voorbeeld hiervan is de invulling van de taakstelling op de griffie door een formatiereductie en het taakveld juridische zaken waarin in de komende periode ook een formatie reductie wordt bereikt. Daarnaast wordt nog steeds de formatie boven de landelijke kengetallen verklaard door taken die de gemeente zelf uitvoert, waar anderen deze uitbesteden en een expliciet gemaakte beleidsmatige keuze om op dat veld extra inspanningen te leveren. Vervolgens volgt uit het Coalitie akkoord voor de komende periode op de ondersteunende diensten een extra formatiereductie van 20 tot 40 fte. De gemeente Arnhem scoort op een aantal punten veel groter dan gemiddeld en per beleidsveld wordt hieronder een toelichting gegeven - Uitvoerende werkzaamheden Algemeen Plaatselijke Verordening o De hoge score wordt voornamelijk veroorzaakt door de extra inzet binnen de gemeente Arnhem van personen afkomstig uit de WWB-uitkering, welke worden opgeleid tot Handhaver/BOA (6 fte). Deze formatie werkt op basis van een leerwerkovereenkomst welke wordt gefinancierd uit bijbehorende subsidie. Daarnaast heeft de gemeente een aantal wijken waar meer dan normale aandacht noodzakelijk is inzake handhaving, bijvoorbeeld de 5 krachtwijken en de Zuidwijken. Deze wijken vragen flinke inzet van menscapaciteit tot bestrijding van overlastaspecten. - Overhead informatisering en automatisering o In de komende jaren is een formatiereductie op dit taakveld ingeboekt van 13 fte. Daarnaast is een traject ingezet om mogelijke samenwerking met andere gemeenten te onderzoeken op het gebied van ICT. Eventuele verdere formatie reductie zal uit een dergelijke samenwerking mogelijk naar voren komen. - Overhead Juridische zaken o In de komende jaren is een formatiereductie op dit taakveld ingeboekt waardoor de score in 2016 niet meer dan gemiddeld zal zijn. - Hoofdtaak Cultuur en recreatie o Binnen de hoofdtaak cultuur en recreatie scoren een aantal taken hoog als gevolg van de volgende oorzaken, bijvoorbeeld Openbaar bibliotheekwerk was in 2013 hoog door het tijdelijke project van de verhuizing van de bibliotheek naar Kenniscluster. De taak Sport heeft een taakstelling in de toekomst en zal in de verdere onderzoeken naar samenwerking met andere gemeenten en verzelfstandiging een eventuele nadere reductie meenemen. - Hoofdtaak Sociale Voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening o Door de reorganisatie worden alleen nog de wettelijke uitgevoerd op deze hoofdtaak en de lopende toezeggingen aan de raad. Binnen de beleidsmatige werkzaamheden is een reductie ingeboekt en gezien de transities in het sociale domein is er geen mogelijkheid om hier nog verder in te bezuinigen. Inzake het onderzoeken naar de mogelijkheden om meer formatie in te zetten voor een impuls van de economische ontwikkeling van de stad dient opgemerkt te worden dat dit punt wordt ingevuld door punt E4 uit het coalitie akkoord:
Ten behoeve van een goed acquisitiebeleid worden 2 fte toegevoegd door herschikking in de bestaande formatie. Op grond van de uitwerking van het coalitie akkoord zal hieraan uitvoering worden gegeven.
164
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Gelet op het hiervoor beschrevene beschouwen wij de motie hiermee als afgedaan. Informatie en automatisering Inmiddels heeft de informatievoorziening zich ontwikkeld tot een volwaardige productiefactor. De goede inzet van informatievoorziening draagt op verschillende plaatsen in de organisatie tot aanzienlijke kwaliteitsimpulsen. De komende jaren wordt hier verder op ingezet. Afdelingen zullen gestimuleerd worden om te zoeken naar innovatieve manieren voor de inzet van IT om hun werk beter, sneller en goedkoper te kunnen verrichten. Zo zullen er bijvoorbeeld in de dienstverlening aan burgers en bedrijven meer mogelijkheden komen voor het afnemen van volledig digitale diensten. Intern zullen de informatiesystemen verder gestroomlijnd worden met het oog op kwaliteitsverbetering én meer doelmatigheid. Dit krijgt vorm door actieve samenwerking met vier omliggende gemeenten te zoeken en te werken aan één gezamenlijke IT-organisatie. Ook wordt voortdurend onderzocht welke taken door de gemeente zelf gedaan moeten worden en welke taken efficiënter door anderen uitgevoerd worden. Voor de korte termijn staan twee ambities centraal: • betrouwbare IT (basis op orde). Vereenvoudiging van de IT-voorzieningen, het uitvoeren van achterstallig onderhouden en het structureel inbedden van een goede ICT-beveiliging in de hele organisatie. • De klant centraal (inwoner, ondernemer en medewerker) door versterking samenwerking, ruimte op innovatie en oriëntatie op klant. Auditing en Risicomanagement Auditing en risicomanagement zijn hulpmiddelen die ingezet worden voor bestuur, management en medewerkers om beter in ‘control’ te komen en te blijven en die een belangrijke bijdrage leveren aan het op koers brengen en houden van de organisatie. Auditing en risicomanagement leveren: • inzicht in de kwaliteit van de inrichting en uitvoering van bedrijfsprocessen, gericht op doelmatigheid; • inzicht in de mate waarin activiteiten bijdragen aan de realisering van de gewenste effect- en prestatiedoelen, gericht op doeltreffendheid; • identificatie en management van potentiële gebeurtenissen (risico’s) die het bereiken van geformuleerde doelen kunnen hinderen; • een beoordeling of processen zich voltrekken in overeenstemming met de voorgeschreven processtappen met in achtname van de geldende wet- en regelgeving en gericht zijn op het verkrijgen van zekerheden (getrouwheid en rechtmatigheid). De financial audits vormen een belangrijke bouwsteen voor de accountantscontrole. Het onderzoek bevat zowel een de toetsende rol en controlerende rol (geven van ‘assurance’) als een adviesrol (‘consulting’) met de gelegenheid om mogelijkheden tot verbetering aan te reiken. De onderzoeksprogramma’s zijn gebaseerd op vragen van het bestuur, vanuit de organisatie en van de accountant (op basis van bevindingen in diens boardletter). De prioriteiten worden gesteld door management en bestuur. Criterium voor prioritering is de meerwaarde van onderzoek. De belangrijkste onderzoeksthema’s in 2015 zijn: • De decentralisaties per 1 januari 2015; in de verschillende fasen van ontwikkeling en vernieuwing (transformatie) is het van belang de risico’s te benoemen en te actualiseren; • Verzelfstandiging en het op afstand zetten van de uitvoering; inzicht bieden in de risico’s van het samen doen van taken met andere gemeenten en concrete voorstellen voor het op afstand zetten van de uitvoering; • Grondexploitaties – met name de risico’s bij de grote exploitaties; • Bevordering van risicobewustzijn in de organisatie; introduceren van werkvormen zoals risicosessies met deskundigen; • Financial auditing; naast getrouwheid en rechtmatigheid meer aandacht voor de efficiënte inrichting van nieuwe processen waardoor de verbijzonderde controle systematisch beter kan worden vormgegeven.
‘Afstoffen en aanscherpen’ Op 24 september 2007 is op basis van de nota “Afstoffen en aanscherpen” de kadernota verbonden partijen enigszins gewijzigd en aangevuld. Besloten is om: • in een schriftelijke reactie aan de algemene besturen van Gemeenschappelijke Regelingen tijdig de gemeentelijke zienswijze op de toegezonden conceptbegrotingen kenbaar te maken en; • door middel van een kopie van deze reacties de procedurecommissie en de gemeentelijke afgevaardigden in het algemeen en dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling te informeren. BBV vereiste Wet Normering Topfunctionarissen Het BBV is recentelijk gewijzigd met betrekking tot de Wet Normering Topfunctionarissen. Als gevolg van deze wet heeft de gemeente een nieuwe rol als toezichthouder gekregen. Volgens de Wet Normering Topfunctionarissen moeten overheidsbedrijven de salarissen van topfunctionarissen publiceren en heeft de gemeente de taak om toe te zien op deze publicatievereiste. Het aantal verbonden partijen in 2015 De gemeente Arnhem heeft in 2015 17 verbonden partijen, te weten: 1. GR Stadsregio Arnhem Nijmegen 2. GR Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) 3. GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven) 4. GR Regionaal Historisch Centrum "Gelders Archief" 5. GR Onderwijszaken 6. GR Euregio Rijn-Waal 7. GR Lingezegen 8. GR Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 9. Stichting Stedenlink 10. Stichting Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Arnhem (SSGA) 11. Stichting Het Veluwse Bosbrandweer Comité 12. Stichting Dataland 13. Stichting Horeca Activiteiten Musis / Schouwburg 14. Stichting Parkeerbeheer Arnhem 15. BV Facility Point 16. BV Nazorg Bodem Holding 17. NV Bank Nederlandse Gemeenten
onderwerp
De visie op de verbonden partijen In januari 2005 is door de raad de "Kadernota verbonden partijen" vastgesteld. In deze kadernota is de visie van de gemeente Arnhem op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen in de MJPB verwoord. Vanuit de besturingsfilosofie van de gemeente Arnhem is de gedragslijn vastgesteld op welke wijze wordt omgegaan met publiekrechtelijke en privaatrechtelijke samenwerkingsvormen. Deze gedragslijn is inhoudelijk vertaald in een aantal richtlijnen en procedureel in een te hanteren instrumentarium.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een publieke taak uit te voeren. Per verbonden partij is sprake van een financieel en bestuurlijk belang. In de financiële verslaglegging vindt echter geen consolidatie plaats van de verbonden partijen.
pagina
Inleiding Een verbonden partij is in de definitie van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een participatie waarmee financiële belangen zijn gemoeid en waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend door de gemeente. De paragraaf verbonden partijen dient volgens het BBV: • de visie op deze partijen weer te geven in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de programmabegroting; • de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen weer te geven.
165
4.7 Verbonden partijen
166
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Verwachte ontwikkelingen in de komende begrotingsperiode Hieronder wordt ingezoomd op de belangrijkste ontwikkelingen in de relatie tussen de verbonden partij en de gemeente Arnhem. Hierdoor worden alleen die verbonden partijen toegelicht, waar belangrijke ontwikkelingen spelen. GR Stadsregio Arnhem Nijmegen In 2012 is in het regeerakkoord (opnieuw) bevestigd dat de WGR+ status van de Stadsregio naar verwachting binnen afzienbare tijd gaat verdwijnen. Het kabinet heeft het voornemen uitgesproken de WGR+ regeling op te willen heffen. Een wetsontwerp waarin dit zal worden geregeld is in behandeling; vaststelling wordt in de loop van 2014 verwacht. Door aanname van het wetsvoorstel zal de Stadsregio in de huidige vorm ophouden te bestaan. De opheffing is nu voorzien per 1 januari 2015. Onderwerp van gesprek binnen de stadsregio is of de stadsregiogemeenten niet in een andere vorm dan via de WGR+ met elkaar willen blijven samenwerken. Voorstellen hiervoor worden in de 2e helft van 2014 ontwikkeld. Dit gebeurt door 2 commissies: de commissie triple helix en de commissie publiekrechtelijke taken. De bevindingen van deze commissies zullen moeten leiden tot een definitief besluit, hetgeen voor het eind van 2014 wordt verwacht. De onzekerheden over de daadwerkelijke invoeringsdatum van de WGR+opheffing zijn een belemmerende factor in de besluitvorming Daarnaast hebben verschillende gemeenten intentiebesluiten genomen om de inwonerbijdrage aan de Stadsregio structureel te (willen) verlagen. Bij opheffing van de huidige gemeenschappelijke (+) regeling zal besloten worden om ofwel verder te gaan als "gewone" gemeenschappelijke regeling of om tot liquidatie over te gaan. Verder gaan betekent een structurele aanpassing van structuur, werkwijze en financiering van de huidige regeling, passend bij de (financiële) wensen en mogelijkheden van de deelnemende gemeenten. Bij liquidatie zal een liquidatieplan (o.a. ten aanzien van personele verplichtingen) moeten worden opgesteld, waarvan de lasten zullen moeten worden gedragen door de gemeenten die deelnamen aan de regeling. De omvang van de kosten van een liquidatieplan is op dit moment niet bekend. Ook bestaat de mogelijkheid dat deze deels of geheel ten laste van het eigen vermogen en reserves van de gemeenschappelijke regeling kunnen worden gebracht. Ook dit zal komend jaar duidelijk moeten worden. Vooralsnog is bij de bepaling van het gemeentelijk risicoprofiel rekening gehouden met een mogelijke bijdrage aan een liquidatieplan. GR Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden In 2012 is besloten tot de nieuwbouw van de brandweerkazerne ten behoeve van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM). De gemeenteraad van Arnhem heeft in 2012 een krediet voor de nieuwbouw van € 16,8 miljoen ter beschikking gesteld. Om goed zicht te krijgen op de risico’s van de nieuwbouw is hiervoor een risicoanalyse uitgevoerd. De gemeente Arnhem is verantwoordelijk voor de bouw en stelt deze tegen kostprijsdekkende huur beschikbaar aan VGGM. VGGM heeft in haar begroting rekening gehouden met de huurkosten. De sloop en bouw zijn gestart en de kazerne zal in 2015 gefaseerd worden opgeleverd. De brandweer is binnen de regio verder geregionaliseerd (per 1 januari 2014). Voor Arnhem is de wijziging gering aangezien Arnhem al jaren de brandweerzorg vanuit de regio geleverd krijgt. Nu de nieuwe organisatie staat is de ruimte daar om verdere ontwikkelingen op te pakken zoals de Doorontwikkeling Repressieve Organisatie (DRO). Deze DRO wordt in 2014 als project opgestart om een robuuste repressieve brandweerorganisatie neer te zetten binnen de regio. Dit kan gevolgen hebben voor het regionaal dekkingsplan, waarmee wordt bedoeld het regionaal herpositioneren van materieel. Ook het onderzoek naar een variabele voertuigbezetting wordt hierin meegenomen. In de loop van 2015 worden resultaten verwacht waarna besluitvorming kan plaatsvinden. Voor 2016 en verder zal dit consequenties kunnen hebben in kosten en kwaliteit van de brandweerzorg. Per 1 januari 2013 is de Tijdelijke Wet Ambulancezorg in werking getreden. VGGM is aangewezen als uitvoerder van de ambulancezorg in de regio Gelderland-Midden. Per 1 januari 2015 wordt het Besluit publieke gezondheid aangepast op het onderdeel jeugdgezondheidszorg. Dan wordt tevens de nieuwe Jeugdwet van kracht. VGGM is actief betrokken bij de afstemming van de jeugdgezondheidszorg op de Jeugdwet en het bepalen en verwerken van de diverse gevolgen daarvan voor VGGM. Met ingang van schooljaar 2014/2015 vindt volledige uitvoering plaats van het nieuwe contactmoment 15/16 jarigen op alle scholen in Gelderland Midden. De inwonersbijdrage wordt daartoe opgehoogd met € 0,65 per inwoner. Ook zal zich een wettelijke ontwikkeling gaan voordoen met betrekking tot de aanpak van sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) in de zogeheten ‘preventiecyclus’, de beleidscyclus voor nationaal en lokaal gezondheidsbeleid. Deze ontwikkeling betreft het Nationaal Programma Preventie (NPP) ‘Alles is gezondheid…’. Het NPP is ondertussen aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit programma, dat loopt tot en met 2016, is een samenwerkingsprogramma tussen zes ministeries, gemeenten, bedrijven en de zorg. Het NPP heeft tot doel de volksgezondheid duurzaam te beschermen tegen bedreigingen en, waar mogelijk, verder te verbeteren. Preventie (gezondheidsbevordering en het voorkomen van chronische ziekten) krijgt overal in de gezondheidszorg een belangrijke plek, evenals de bescherming tegen gezondheidsbedreigingen van buitenaf. Er is expliciet aandacht voor het terugdringen van gezondheidsachterstanden en (mede daarmee) een nadrukkelijke verbinding tussen publieke gezondheidszorg en de transities op het sociaal domein. Het NPP benoemt drie belangrijke pijlers voor het werken aan de verbetering van de volksgezondheid: in de wijk, op school en op het werk.
VOOR DE HAND LIGGENDE UITVOERINGSORGANISATIE
80-100 % loonwaarde
- Directe bemiddeling naar werk
- Re-integratiebedrijven - Uitzendbureaus - W&I
60-80 % loonwaarde
- Garantiebanen - Loonkostensubsidie - Jobcoaching
- Sociale dienst - PHB - Re-integratiebedrijven
40-60 % loonwaarde
- Individuele detachering - Groepsdetachering - Beschut nieuw
- Uitzendbureaus - PHB
0-40 % loonwaarde
- Dagbesteding - Vrijwilligerswerk - Beschut nieuw
- PHB - Zorginstellingen - W&I
Op basis hiervan zijn de volgende uitvoeringsvarianten voor PHB te formuleren: - Gecontroleerd afbouwen: PHB blijft alleen verantwoordelijk voor het zittend bestand WSW. Er komen geen nieuwe klanten bij. In 2050 is de organisatie volledig afgebouwd. - Beschutte arbeid: PHB wordt het regionaal bedrijf voor beschutte arbeid. PHB richt zich op het zittend bestand WSW en op de nieuwe instroom beschut. Het gaat hier om een krimpscenario. - Basisvariant: De taakomschrijving blijft gelijk aan de huidige taakomvang. Voor elke drie WSW-ers die uitstromen, creëert PHB één beschutte arbeidsplek en twee begeleid-werkenplekken. Voor Arnhem gaat het jaarlijks om 1.337 plekken. - Voorstel PHB: Naast het zittend bestand WSW voert PHB 1.500 trajecten uit, die worden ingericht naar de wens van individuele gemeenten. Ook dit is een krimpscenario. - Uitgebreide variant: Naast het zittend bestand WSW, nieuw beschut, de nieuwe doelgroep begeleid werken, verzorgt PHB ook de plaatsing en begeleiding van garantiebanen. - P.M.: Voorts is een variant denkbaar waarbij PHB wordt uitgebouwd tot het re-integratiebedrijf voor de gemeente of voor de regio, waarbij naast de taken gericht op beschutte arbeid en begeleiding ook de overige re-integratietaken worden uitgevoerd. Ook is het mogelijk om de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Deze varianten zijn (nog) niet uitgewerkt. Op basis van een externe verkenning stellen wij vast dat de financiële analyse geen doorslaggevend argument oplevert voor de ene of andere variant, maar dat de visie op de uitvoering leidend is. De Arnhemse visie op de uitvoering, zoals vastgesteld in het Uitvoeringsplan Participatiewet, gaat ervan uit dat
onderwerp
INSTRUMENTARIUM
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
DOELGROEP
pagina
GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven) Er staan de gemeenten en uitvoeringsorganisaties grote veranderingen te wachten met betrekking tot de inhoud, financiering en uitvoeringsstructuur van de huidige regelingen voor reïntegratie van verschillende doelgroepen. Op 1 januari 2015 wordt de Participatiewet ingevoerd. De huidige Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) worden in de Participatiewet samengevoegd. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering en moeten keuzes maken over de toekomstige uitvoeringsstructuur. De huidige structuur waarbij de sociale dienst verantwoordelijk is voor de uitvoering van de WWB en het SW-bedrijf voor de WSW is geen vanzelfsprekendheid meer. Hiermee is een herijking van de toekomstige positie en rol van Presikhaaf Bedrijven (PHB) in de nieuwe uitvoeringsstructuur aan de orde. Wanneer we per doelgroep van de Participatiewet het speelveld bezien en nagaan welke organisaties over de competenties voor de benodigde ondersteuning beschikken is de onderstaande tabel op te tekenen:
167
In 2014 is de nieuwe Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) van het RIVM verschenen, die als basis dient voor de speerpunten in het nationaal en lokaal gezondheidsbeleid en daarmee voor de prioriteiten in 2015 en verder. De nadruk van de VTV zal komen te liggen op ‘gezondheid en maatschappelijke participatie’. Verder komt er informatie beschikbaar over ‘preventie in de zorg’, ‘maatschappelijke kosten en baten van gezondheid’ en ‘de rol van de burger’. De ambities van VGGM op het gebied van publieke gezondheid voor 2015 zijn: • Bijdragen aan het versterken van de informatiepositie van gemeenten door het ontsluiten, verbinden en duiden van in- en externe informatiebronnen; • Adviseren en ondersteunen in de zorg voor jeugd en kwetsbaren, zo lokaal mogelijk; • Verder vormgeven van de verbinding tussen publieke gezondheid en (sociale) veiligheid.
168
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
de dienstverlening van PHB zich niet beperkt tot die voor het (ten gevolge van de wet) aflopende WSW-bestand, maar breder kan zijn. Ook voorziet de Arnhemse visie, in het licht van het regionale karakter van de arbeidsmarkt en het belang van een gestroomlijnde werkgeversdienstverlening, voor een aantal activiteiten een toenemende regionale uitvoering. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht: PROCESSTAP/ ACTIVITEIT
RICHTING VANAF 2017
Diagnose en regie
Gemeente/ W&I Toenemende afstemming/ samenwerking gebiedsteams
Uitkeringsverstrekking en handhaving (aan alle mensen met recht op een uitkering op grond van de P-wet)
Gemeente/ W&I Toenemende regionale uitvoering
Indicatiestelling (voor toegang tot structurele loonkostensubsidie (I-deel); garantiebanen; nieuw beschut werk); wettelijk voorgeschreven)
UWV
Bemiddelingsondersteuning (mensen geschikt maken voor bemiddeling)
Toenemende regionale inkoop en uitvoering (o.a. bij PHB)
Werkgeversbenadering (acquireren vacatures)
Toenemende regionale uitvoering
Matching (koppeling mensen aan passende vacatures)
Toenemende regionale uitvoering Gemeente/ W&I
Plaatsingsondersteuning (waaronder begeleiding/ jobcoaching; bepalen loonwaarde; betalen loonkostensubsidies)
Toenemende regionale inkoop en uitvoering (o.a. bij PHB)
De uitgesproken Arnhemse voorkeur voor uitvoering in regionaal verband pleit er voor om in overleg met regiogemeenten de (gebundelde) dienstverleningsvraag richting PHB in beeld te brengen. Met andere woorden, de diverse lokale uitgangspunten, inzichten, wensen en eisen ten aanzien van de uitvoering van de Participatiewet (en relevante relaties met verwante domeinen) te inventariseren en te bezien in hoeverre samenwerking op onderdelen (en met name in relatie tot PHB) opportuun is. De uitkomsten van de verkenning geven een basis voor (gezamenlijke) richtinggevende uitspraken over de toekomst van PHB. Bovenstaande regionale verkenning wordt momenteel uitgevoerd. Naar verwachting wordt in september 2014 een advies gepresenteerd met (i) een regionaal gedragen visie op de toekomst van PHB, (ii) de mogelijke juridische vorm en (iii) een regionaal gedragen pad er naartoe. De begroting 2015 en verder van PHB zal hierop worden gebaseerd. GR Regionaal Historisch Centrum "Gelders Archief" De gemeenschappelijke regeling Gelders Archief is primair bedoeld om samen met het Rijk en enkele andere gemeenten de archiefwet uit te voeren. Aanvullend zijn taken afgesproken op het terrein van het beheer, het behoud, de presentatie en informatieverstrekking van de historie van de stad Arnhem en de omgeving daarvan. De begroting, jaarplannen en rekening worden door het Gelders Archief jaarlijks voorgelegd aan de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling, dus ook aan Arnhem. Eventuele exploitatieverliezen worden binnen de exploitatie van het Gelders Archief opgevangen. In uitzonderlijke gevallen kunnen speciale tegenvallers worden omgeslagen ten laste van de deelnemende gemeenten, echter het merendeel van de inkomsten komt van rijkswege, wat de risico’s voor de deelnemende gemeenten verkleint. Daarnaast is er sprake van een eigen organisatie en momenteel een solide financiële basis. Het coalitieakkoord 2014-2018 geeft aan dat de gemeente de komende jaren geen prijscompensatie hanteert voor de kostenbudgetten van haarzelf en van verbonden partijen. Dit staat op gespannen voet met de gemeenschappelijke regeling Gelders Archief, die bepaalt dat de gemeente de prijscompensatie van het Rijk volgt. Dit wordt in de komende periode nader uitgewerkt GR Onderwijszaken MJPB Op 30 mei 2012 heeft de Arnhemse raad besloten over de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling voor Onderwijszaken (GRO). Deze regeling omvat drie onderdelen: volwasseneneducatie, leerplicht en RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten). Gemeenten kunnen afzonderlijk participeren in deze onderdelen. De raad van Arnhem heeft op 30 mei 2012 haar goedkeuring gegeven voor participatie in de onderdelen volwasseneneducatie en leerplicht, maar heeft toen ook besloten nog niet te participeren in het onderdeel RMC. Eerst diende een evaluatieonderzoek te worden uitgevoerd naar de uitvoering van RMC-taken door Team VSV (Team voortijdig schoolverlaten). Op 26 mei 2014 is de raad ook akkoord gegaan met het onderdeel RMC. Op grond van bovengenoemde besluitvorming is op 1 augustus 2013 het Regionaal Bureau Leerlingzaken
169
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Midden-Gelre van start gegaan voor de gezamenlijke uitvoering van leerplichttaken. Vanaf 1 augustus 2014 worden ook de RMC-taken vanuit het RBL uitgevoerd. Gemeenschappelijke Regeling Lingezegen In 2014/2015 wordt de uitvoering afgerond van de zogenaamde ‘basisuitrusting’ van Park Lingezegen. Dit betreft onder meer de deelgebieden De Park en Waterrijk, de deelgebieden van het park die direct grenzen aan Arnhem. In 2014 vindt een herijking plaats met betrekking tot de periode van beheer die hierna aanbreekt. Daarnaast is er in 2014 de toetreding van de gemeente Nijmegen tot de GR en de besluitvorming over provinciale voorstellen met betrekking tot eigendom en beheer van gronden, die deel uitmaken van de basisuitrusting van het park, alsmede de vervreemding van zogenaamde ‘ruilgronden’. De gemeente heeft ook in 2014 haar beheerbijdrage (€ 240.000) aan de parkorganisatie verstrekt en daarnaast capaciteit beschikbaar gesteld ter grootte van circa. 0,5 fte. De reikwijdte van de regeling is in beginsel beperkt tot de periode waarin de projecten worden gerealiseerd (periode 2009 tot en met 2014). Bij aanvang van de regeling is overeengekomen dat het niet zonder meer mogelijk is de bijdrage aan het beheer van het park te beëindigen. Mocht hier door de gemeente Arnhem toe worden besloten dan zal 20x de jaarlijkse bijdrage moeten worden betaald. De gemeente Arnhem heeft overigens in de MJPB rekening gehouden met een structurele bijdrage aan de beheerkosten. GR Omgevingsdienst Regio Arnhem Vanaf 1 april 2013 is de ODRA (Omgevingsdienst Regio Arnhem) operationeel. De vorming van deze uitvoeringsdienst voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) was verplicht, maar er is ruimte voor regionale invulling. Door de bundeling van kennis en expertise zijn gemeenten en provincie gezamenlijk in staat te voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen die per 2015 gesteld gaan worden aan de uitvoering van taken die voortkomen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), die gaat over bouwen, ruimte en milieu. Het doel van de vorming van de ODRA is om hogere kwaliteit te bereiken tegen lagere kosten. Om dit te bereiken zijn verschillende VTH-taken van de elf regiogemeenten en de provincie Gelderland gebundeld in de ODRA welke weer deel uit maakt van een stelsel van zeven Gelderse omgevingsdiensten. Met de gemeenschappelijke regeling ODRA is de directe zeggenschap van gemeenten en provincie gewaarborgd. Het Algemeen Bestuur (AB) van de gemeenschappelijke regeling wordt gevormd uit de colleges van alle deelnemende organisaties. De leden vaardigen elk één vertegenwoordiger af in het AB. Vervolgens is een stemverhouding bepaald die is gebaseerd op de volgende aspecten: • De stemverhouding moet toekomstige ontwikkelingen kunnen opvangen. De ODRA wordt als groeimodel opgezet, waarbij deelnemers mogelijk in de loop der tijd meer taken zullen onderbrengen, dan wel nieuwe partijen zullen toetreden. De grondslag voor de bestuurlijke stemverdeling zal deze wijzigingen in onderlinge verhouding binnen de ODRA moeten kunnen opvangen. • De omvang van het ingebrachte takenpakket en de daarmee samenhangende financiële bijdrage en daarmee het financiële risico van deelnemers is leidend voor de mate van zeggenschap in de ODRA. De feitelijke inbreng is dan de objectieve maat voor zeggenschap, waarbij de inbreng voor de basistaken een zwaardere weging heeft dan inbreng van de overige taken. • Het voorkomen dat één of enkele partijen de besluitvorming bepalen. De gemeente Arnhem is in het Algemeen Bestuur (AB) vertegenwoordigd door de wethouder van onder andere vergunningverlening en handhaving, de heer A. Mink. Hij maakt tevens deel uit van het Dagelijks Bestuur (DB) en is voorzitter van zowel DB als AB. De Wabo(+)-brede uitbesteding van VTH-taken van Arnhem aan de ODRA geschiedt op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met een jaarlijks werkprogramma. De gemeente Arnhem verzorgt de huisvesting en het gastheerschap voor de ODRA. De ODRA is gehuisvest in het Stadskantoor te Arnhem en maakt daarbij gebruik van gemeentelijke diensten op het gebied van onder andere ICT en P&O. De huisvesting en het gastheerschap zijn afzonderlijk in een aparte DVO tussen Arnhem en de ODRA geregeld. De omvang van de formatie voor de taken die aan de ODRA zijn overgedragen is gebaseerd op de verwachte werkvoorraad. Bij de oprichting van de ODRA is uitgegaan van het werkvolume zoals dat in het bedrijfsplan (BP) voor de ODRA van 2012 is geraamd. Met de definitieve vaststelling van het BP en het aangaan van de gemeenschappelijke regeling (collegebesluit 16 oktober 2012) staat de financiële bijdrage van Arnhem aan de ODRA vanaf 2013 voor vier jaar vast (zogeheten inputfinanciering). Vanaf 2017 vindt ‘outputfinanciering’ plaats op basis van een productencatalogus met vaste prijzen per product of dienst en kan de financiële bijdrage van Arnhem worden aangepast aan een eventueel gewijzigde omvang van de opdracht aan de ODRA. In de Arnhemse begroting is voor 2017 en verder een taakstelling van f 600.000 opgenomen. Om deze taakstelling goed onderbouwd te kunnen invullen zal in 2015 een beleidskader voor vergunningverlening en handhaving worden opgesteld.
Risico’s Bij verbonden partijen is sprake van een getrapt risico. Financiële problemen worden in eerste instantie door de verbonden partij zelf opgevangen. Per verbonden partij is daarom op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) inzicht nodig in de ontwikkeling van de financiële kengetallen van de verbonden partijen. Conform de gewijzigde voorschriften voor deze paragraaf, is hieronder een overzicht opgenomen met deze getallen. De risico’s van de verbonden partijen zijn meegewogen in de bepaling van de gewenste weerstandscapaciteit (zie paragraaf 4.3 weerstandsvermogen en risicobeheersing).
onderwerp
Ontwikkelingen en risico’s Governance Eind 2010 en in 2011 zijn er door de Arnhemse gemeenteraad vanuit verschillende perspectieven vragen gesteld over een governance code. Deze code zal op instellingen waar de gemeente financiële ondersteuning aan verleent (subsidies, verbonden partijen en leningen) verplicht van toepassing moeten zijn. Dit om instellingen, die in overwegende mate afhankelijk zijn van gemeenschapsgeld, transparant en controleerbaar te maken. Als gevolg van verschillende initiatieven zijn er ontwikkelingen om de governance te versterken. Met name op het gebied van sturing en risicobeheersing zal in 2015 een intensivering plaats vinden.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
In de aandeelhoudersvergadering van 19 juni 2014 van Nazorg Bodem BV is de intentie uitgesproken om in te stemmen met de volgende punten: - De aandeelhouders van Nazorg Bodem Holding BV hebben zich in 2013 tijdens een workshop positief geuit over het uitvoeren van verkenningen naar een mogelijke samenwerking met andere bodemsanering organisaties op het gebied van zorg/nazorg projecten. Definitieve besluitvorming in de aandeelhouders vergadering volgt in een later stadium als er meer over de samenwerkingsvorm bekend is. - Nazorg Bodem beschouwt, mede gelet op de huidige marktsituatie, samenwerking en schaalvergroting waarbij kennis, projecten en activiteiten gebundeld worden als een gewenste ontwikkeling. - Nazorg Bodem heeft op het gebied van afkoop en beheer van bodemsaneringsprojecten specifieke expertise opgebouwd. Deze expertise kan door schaalvergroting breder worden ingezet waardoor een win-win situatie ontstaat.
pagina
BV Nazorg Bodem Holding De totale hoeveelheid te saneren en te beheren locaties zal afnemen. Dat vraagt om een andere organisatie van deze werkzaamheden. Nu zijn er nog meerdere specifieke organisaties die zich daar mee bezig houden, dat wordt op den duur inefficiënt. Daarnaast hebben de diverse bevoegde overheden nu nog te maken met meerdere van dit soort locaties, dat wordt op termijn minder. Daardoor wordt het voor deze overheden ook moeilijker om de noodzakelijke deskundigheid in huis te hebben en te houden. Een aantal (uitvoerings)-organisaties die zich nu met saneren en beheren bezig houden, te weten de SBNS, Bodemcentrum, Bosatex en Nazorg Bodem BV brengen hun werkzaamheden, onder bij één “ontzorgorganisatie”. Deze organisatie zal in 2017 de taken van deze organisaties volledig overgenomen hebben. De convenantpartijen staan positief tegenover deze ontwikkeling. In een volgende fase, waarvan het tijdstip nog niet bepaald is, kunnen de werkzaamheden worden uitgebreid door overname van uitvoeringstaken van probleemhebbende bedrijven, gemeenten en provincies. Naast bodemsaneringen kan hierbij gedacht worden aan diverse vormen van beheer van al gesaneerde locaties. Gedurende deze convenantperiode worden de opties en mogelijkheden hiertoe verkend.
170
Stichting Horeca Activiteiten Musis / Schouwburg De eind 2013 aangestelde interim-directeur van Musis Sacrum Schouwburg Arnhem (MSSA) heeft de opdracht gekregen een bedrijfsplan op te stellen waarin naast een verzelfstandiging van deze gemeentelijke werkmaatschappij per 2016 (aanvankelijk 2015) ook een verlaging van de gemeentelijke bijdrage vanaf 2015 met € 500.000 is verwerkt. Zij baseert zich hierbij op een bedrijfsdoorlichting van MSSA die in de zomer van 2013 is uitgevoerd door bureau LAgroup. Resultaat is een beschrijving van de huidige stand van zaken die inzicht geeft in kansen, bedreigingen en de verbeterslagen die bij MSSA gemaakt moeten worden. Verbeterslagen zijn nodig op het gebied van de interne organisatie, samenwerking met externe partijen, exploitatie en huisvesting. De bevindingen van bureau LAgroup maken duidelijk dat vooral de bedrijfsvoering en organisatie van MSSA een noodzakelijke omslag moeten maken naar een meer marktgerichte, innovatieve en publieksgerichte organisatie. Extra aandacht daarbij vragen onder andere rendementsverbeteringen van de horeca, de kosten/baten bijstelling van de programmering, en het werken aan nieuwe inkomstenbronnen en begunstigers. De gemeenteraad heeft in mei 2014 besloten om vanaf 2015 op de gemeentelijke bijdrage aan MSSA jaarlijks € 500.000 te bezuinigen. Het uitgewerkte bedrijfsplan wordt in het voorjaar 2015 afgerond.
N.v.t. N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t. (2012)
N.v.t.
BV Nazorg Bodem Holding
NV Bank Nederlandse Gemeenten
N.v.t.
N.v.t. (2012)
N.v.t. (2013)
N.v.t. (2013)
N.v.t. (2013)
N.v.t. (2013)
N.v.t.
N.v.t.
Stichting Horeca Activiteiten Musis / Schouwburg Stichting Parkeer-beheer Arnhem BV Facility Point
Stichting Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Stichting Het Veluwse Bosbrandweer Comité Stichting Dataland N.v.t. (2015)
N.v.t. (2013)
N.v.t. (2013)
N.v.t. (2015)
N.v.t.
N.v.t.
GR Omgevingsdienst Regio Arnhem Stichting Stedenlink
GR Lingezegen
€ 2.397 (2012) N.v.t.
€ 1.288 (2012) N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
€ 38.100 (2013)
€0 (2013)
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Begroting 2015 N.v.t.
N.v.t.
GR Euregio Rijn-Waal
GR Regionaal Historisch Centrum GR Onderwijszaken
GR Stadsregio Arnhem Nijmegen GR Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden GR Werkvoorziening Midden Gelderland
€ 3.430.000
€ 352
€0 (2012) € 1.631 (2012)
€ 273 (2012) N.v.t. (2011)
€ 126
€ 23 (2011) € 4.048
N.v.t.
€ 25.063
€ 1.302 (2012)
N.v.t.
€ 344
VV
€ 127.753.000
€ 134
€ 163 (2012) € 2.185 (2012)
€ 582 (2012) N.v.t. (2011)
€0
N.v.t. (2011) € 699
N.v.t.
€ 2.650 (2012) €1.051
N.v.t.
€ 22.086
€ 47.188 (2012)
€ 48.712
Jaarrekening 2013 € 174.875
€ 0 (2012)
€ 3.371
€ 5.857
EV
N.v.t.
N.v.t. (2015) € 0 (2012) € 31
€ 42 (2011) € -104 (2013)
€0
€0 (2013) €0 (2014)
N.v.t.
€ 22 (2012) € -2.281
€ 1.499
€0
€ -7.523 (2013)
€0
Begroting 2015 €0
€ 283.000
€ -2
€0 (2012) € -174 (2012)
€ 238 (2011) € -59 (2013)
€ 32
€ -2 (2011) €0
N.v.t.
€2 (2012) € -8.782
€ 679
€ 264
N.n.b. (prognose €.7223)
€ 211
Jaarrekening 2013 € 477
Resultaat Begroting 2015
€ -571 (2014)
€0
N.v.t. (20125) €0
€ 10 (als onderdeel contractbedrag VGGM) €0 (2012) € -104 (2013)
€ 13 (2013) € 30 (2014)
€ 6.911 (2013)
€ 27 (2012) € 300
€ 674
€ 1.107
€ 1.864 Inw. bijdrage VGZ 12,36 per inw) Brandweerbijdrage € 11.216 € 340 (0,99% van de SW-bijdrage) (2013) NB: exclusief rijksbijdrage WSW
€ 233
Jaarrekening 2013
€ -740
€0
€0
N.v.t.
€ 8 (als onderdeel contractbedrag VGGM) €0 (2011) € -59 (2013)
€ 13 (2012) Nog niet bekend
N.v.t.
€ 27 (2012) € 265
€ 280
€ 340 (0,99% van de SW-bijdrage) en € 3.700 ( prognose aandeel Arnhem in nadeel 2013) + € 85 bijdrage garantieomzet NB: exclusief rijksbijdrage WSW € 1.100
Zie begroting
N.v.t.
Jaarlijkse financiële bijdrage gemeente Arnhem
183 onderwerp
VV
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
EV
pagina
Verbonden partij (bedragen x 1.000)
171
172
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Inbedding en dienstbaarheid aan de programma’s In de paragraaf grondbeleid van vorige meerjarenprogrammabegrotingen is aangegeven welke doelen voor het grondbeleid onderscheiden worden: - Het tijdig kunnen realiseren van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen; - Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik; - Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren en overheid; - Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt; - Het realiseren van nieuwe ontwikkelingen tegen aanvaardbare maatschappelijke offers en kosten. Deze doelen staan niet op zich. Het uitgangspunt hierbij is het bereiken van publieke doelstellingen, zoals verwoord in bijvoorbeeld de visie Structuurvisie Arnhem 2020 / doorkijk 2040. Binnen het grondbeleid onderscheiden we een tweetal soorten projecten: - Grondexploitaties (vastgestelde en in voorbereiding), waarbij risico's worden gelopen bij zowel kosten als opbrengsten en - Investeringsprojecten, grote projecten die mogelijk worden gemaakt door financiële injecties van de gemeente zelf of van externe partijen (denk onder andere aan Rijk of provincie), waarbij de (afgedekte) risico's vooral liggen in de kosten. Een belangrijke plaats in het grondbeleid wordt ingenomen door de zogenaamde strategische projecten. Dit zijn grootschalige projecten en clusteringen van kleinere projecten, waarmee zowel op het gebied van bedrijvigheid als op het gebied van wonen in de stad het aanzien van Arnhem drastisch wordt veranderd in de betekenis van aantrekkelijker gemaakt. Deze strategische projecten kunnen zowel grondexploitaties zijn als investeringsprojecten. De huidige strategische projecten zijn: - Arnhem-Centraal, Centrum-Oost, en Zuidelijke binnenstad (oa. projecten voormalig Rijnboog) ten behoeve van de ontwikkeling van de binnenstad van Arnhem, - Centrum-Zuid, Malburgen en Schuytgraaf in Arnhem-Zuid en - Kleefse Waard/Koningspleij en Presikhaaf in Arnhem-Oost. Naast deze strategische projecten wordt gewerkt aan en in een groot aantal meer kleinschalige projecten (plm. 40 in totaal) ook ten behoeve van wonen en werken in Arnhem. Het grondbeleid is ondergebracht in programma R8 Wonen en ruimte, product R8.3 Grondexploitatieprojecten. Het grondbeleid wordt vooral uitgevoerd ten behoeve van het beleid in zowel de programma’s en de veranderopgaven als in de reguliere programma’s. De woningbouwprojecten dragen bijvoorbeeld bij aan de doelstellingen van het programma 6 Wonen in wijken en het reguliere programma 8 Wonen en ruimte. Met de verbetering van de bereikbaarheid van en verkeersstromen in Arnhem worden bijdragen geleverd aan het programma 1 De Arnhemse binnenstad klaar voor toekomst en aan het reguliere programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat.
onderwerp
Deze paragraaf gaat in op een aantal aspecten waar het grondbeleid rechtstreeks ingrijpt op de beleidsdoelstellingen en financiën in de meerjarenprogrammabegroting 2015 - 2018.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Daarnaast heeft de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) de regels omtrent de waardering en het activeren van kosten bij NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden) aangescherpt. Deze regels zijn verwoord in de notitie van de commissie BBV “Notitie Grondexploitatie (bijgesteld) d.d. 12 februari 2012”. Belangrijk is dat voor het activeren van kosten NIEGG een reëel en stellig voornemen moet bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode. Het activeren van vervaardigingskosten op NIEGG is aanvaardbaar, maar dient beperkt te blijven tot het niveau van de huidige marktwaarde van de grond. Wanneer na een raadsbesluit meer duidelijkheid bestaat over de nadere invulling van de toekomstige bouwlocatie en de daartoe nog te maken kosten, kan de verwachte marktwaarde in de toekomstige bestemming als toets worden gebruikt. De panden die de gemeente in eigendom heeft bij NIEGG zijn gewaardeerd op 80 % van de oorspronkelijke aankoopwaarde. De gronden hebben een maximale boekwaarde per complex van € 100 per m2, waarbij het gemiddelde van alle complexen ligt op € 24 per m2.
pagina
Inleiding Afgelopen jaar is het grondbeleid van de gemeente Arnhem herijkt. Dit heeft geleid tot de nota Zicht op Gegronde Keuzes. Belangrijkste verandering ten opzichte van de vorige nota uit 2005 is dat het motto van destijds 'Actief grondbeleid, tenzij..' veranderd is naar meer situationeel grondbeleid. Deze verandering sluit meer aan bij de huidige manier van werken, namelijk maatwerk per locatie. Hierbij wordt zo goed mogelijk rekening gehouden met te bereiken doelen voor de stad, afgezet tegen de (financiële) risico's die dat met zich meebrengt. Deze accentwijziging in het grondbeleid zorgt ook voor meer transparantie in het besluitvormingsproces. De nota is hiermee de leidraad aan de hand waarvan het college van Burgemeester en Wethouders het grondbeleid vormgeeft, uitvoert en inbedt in het geheel van activiteiten die de gemeente uitvoert
173
4.8 Grondbeleid
174
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Het programma 1 De Arnhemse binnenstad klaar voor toekomst en het reguliere programma 3 Economie, profiteren van de investeringen in en ruimte voor handel, dienstverlening en industrie. De in de projecten te realiseren voorzieningen en schoolgebouwen dragen tenslotte bij aan programma samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd en het reguliere programma 4 Educatie. Grondbeleid Zicht op Gegronde Keuzes Beleidsmatig heeft in 2013 een herijking van het grondbeleid uit 2005 (Nota Grond(ig) bezien!) plaatsgevonden. De twee belangrijkste verschillen zijn: • Er wordt nu meer uitgegaan van een situationeel grondbeleid. Daar waar tien jaar geleden het kompas op een actief grondbeleid gericht stond; de keuzes die, zeker in de komende jaren, gemaakt worden zullen meer afhankelijk gesteld worden van wat in concrete situaties het meest wenselijk is om ruimtelijke ontwikkelingen van de grond te krijgen. Vooral in de eerstkomende tijd, waarin nog sprake is van een relatieve impasse in de bouw moet gezocht worden naar maatwerk om ontwikkelingen zo veel mogelijk op gang te houden en waar mogelijk te versnellen; • De crisis op de bouw-, woning- en kantorenmarkt heeft ertoe geleid dat het risicobewustzijn bij ruimtelijke ontwikkelingen is gegroeid. Waar in het verleden veelal werd uitgegaan van sluitende exploitaties en (bij actief grondbeleid – dat wil zeggen grondbeleid waar de gemeente zèlf gronden in exploitatie neemt) van positieve saldi hebben gemeenten de afgelopen jaren verliezen moeten nemen. Zij zullen dit ook in de komende jaren waarschijnlijk nog moeten doen. Hierdoor verandert – niet zozeer feitelijk maar wel psychologisch – de positie van het grondbeleid. Grondbeleid wordt duidelijker een schakel tussen het ruimtelijk beleid, projecten en algemene financiële afwegingen in het gemeentelijk beleid. Hierdoor is het bestuurlijk en politiek gewenst inhoudelijke en financiële afwegingen beter en meer diepgaand te maken. In de herijking wordt geconstateerd dat het in feite deze twee ontwikkelingen zijn die tot nieuwe keuzes leiden. Voor het overige blijft het grondbeleid uit 2005 actueel, te meer omdat ook toen al goed is geanticipeerd op veranderingen in de wetgeving die kort na het vaststellen van de vorige nota hebben plaatsgevonden. Naast het genoemde maatwerk dat tot uitdrukking komt bij de vaststelling van bestemmingsplannen of bestemmingsplanwijzigingen – waarbij de raad via de achterliggende (deels vertrouwelijke) exploitaties beter deelgenoot wordt gemaakt van mogelijke financiële implicaties – bevat de herijking vooral voorstellen om de financiële afwegingen die aan de orde zijn rondom lopende exploitaties en de grondexploitatie als geheel tweemaal per jaar in algemene zin aan de orde te stellen. De raad heeft in een amendement besloten dat een voornemen tot het openen van een nieuwe grondexploitatie vooraf wordt afgestemd met de raad. De wereld rond grondexploitaties is sinds de economische en vastgoedcrisis in 2009 intrad wezenlijk veranderd. Woningbouwontwikkelingen komen beperkt en met moeite van de grond; de uitgifte van kantoor- en bedrijvenlocaties ligt vrijwel stil. Het gevolg is een flinke stagnatie in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad en afboekingen in de gemeentelijke grondexploitaties. Een nieuwe realiteit heeft zich aangediend. De ‘oude’ verdienmodellen in de grondexploitatie zijn gebaseerd op groei van de stad. Die groei vond tot voor kort met name plaats op relatief goedkope gronden (stedelijke uitleglocaties). Daarnaast bood vooral nieuwe kantoorontwikkeling ook mogelijkheden om binnenstedelijke gronden om te zetten naar hoogwaardige, dure gronden (transformatie en herontwikkeling). Deze groei bood dus vanuit het grondbeleid de mogelijkheid om (nieuw) ruimtelijk beleid te financieren uit winstgevende grondexploitaties. De nieuwe toekomstige realiteit is er één van afnemende groeicurven. Steeds meer opgaven worden gekenmerkt door complexe en kostbare binnenstedelijke herontwikkeling en transformatie, waardoor er vaak sprake zal zijn van verliesgevende grondexploitaties. Dit vraagt meer inzet van extern geld (subsidies, algemene middelen) om deze herontwikkelingen toch mogelijk te maken. Strategische aankopen in het kader van een actief grondbeleid Bij strategische aankopen kunnen de budgettaire consequenties aanzienlijk zijn en hierdoor het financiële beeld van de gemeente raken. Op basis van de nota “Grond(ig) bezien!” (en ook in de herijkte nota) is dan ook besloten om jaarlijks een kaderstellend bedrag vast te stellen voor het doen van strategische aankopen. Bij het doen van strategische aankopen is snelheid van handelen vereist. Door vooraf een budget ter beschikking te stellen, kan snel worden gehandeld. De koopsommen van de strategische verwervingen worden geactiveerd en worden opgenomen in de boekwaarde op de balans. Voor zover het tijdelijke beheer een tekort oplevert (kosten van beheer zijn hoger dan de opbrengsten, bijvoorbeeld huuropbrengsten) komt dit ten laste van het budget binnen de grondexploitatie voor het aanhouden van strategische posities. Voor jaarschijf 2015 van de MJPB wordt als financieel kader, net als in 2014, een maximum van € 10 miljoen voor strategische aankopen aangehouden. De totale waarde aan strategisch bezit mag maximaal € 50 miljoen bedragen. Ontwikkelingen in financiële positie van het grondbeleid/de grondexploitatie De ‘grondexploitatie’ is een berekening (begroting) die inzicht geeft in de cashflow van het vervaardigen van bouwrijpe grond voor een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling. Het resultaat op de grondexploitatie wordt berekend volgens het systeem van de zogenaamde dynamische eindwaardeberekening. Dit betekent dat bij
Ook het uit de markt nemen van een deel van de gronden in De Maten, in combinatie met het handhaven van het huidige concept voor dat project levert een negatief resultaat op van € 3,2 miljoen. Bij de afgesloten projecten was er een positief resultaat van € 1,9 miljoen. Grootste meevaller (€ 1,2 miljoen) daarbij was de afwikkeling van de locatie Rijksweg West in Elden. Bij de herzieningen is dus nog eens kritisch gekeken naar de opbrengstenpiek van 2017. Deze heeft ertoe geleid dat er aanpassingen in de projecten plaats hebben gevonden die ertoe leiden dat er nu een meer gelijkmatig uitgiftetempo is8. Belangrijkste wijzigingen is de verlaging van de uitgifte bij Kleefse Waard, geen uitgiftes meer op Oostlocaties (zie hiervoor). Aanzienlijke verlaging detailhandels en woon programma in Rijnboog Nieuwstraat. En bij Schuytgraaf is kritischer gekeken naar een beter gedifferentieerder woonprogramma per jaar, waarbij nu in alle jaren diverse categorieën (sociaal tot duur) woningen worden aangeboden.
€ 60.000.000
Grondopbrengsten FJP 2012 - FJP 2013
€ 55.000.000 € 50.000.000 € 45.000.000 € 40.000.000
mln
€ 35.000.000 FJP 2012 FJP 2013
€ 30.000.000 € 25.000.000 € 20.000.000 € 15.000.000 € 10.000.000 € 5.000.000 €0 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
jaar
Al deze maatregelen dragen bij aan een beter risicoprofiel voor het grondbedrijf. (zie benodigd weerstandsvermogen) Afgelopen jaar hebben er op het strategische bezit en grondexploitaties in voorbereiding geen grote afwaarderingen plaatsgevonden. Met de economische recessie waardoor uitgifteprijzen onder druk staan, de uitgifte minder snel verloopt met daarbij de signalen van overprogrammering in diverse segmenten is de boekwaarde van de diverse complexen afgeboekt. Op grond van het voorzichtigheidsbeginsel van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en om de ontwikkelmogelijkheden van dit bezit voor de toekomst te behouden was het noodzakelijk om tot deze afwaardering over te gaan. De boekwaarde van het strategische bezit en de grondexploitaties in voorbereiding is hiermee in overeenstemming gebracht met de verwachte
De uitgiftepiek voor 2014 valt voor het grootste deel te verklaren door reeds gesloten uitgiftecontracten (tussen € 35 en € 40 miljoen) (onder andere
8
bioscoop AC, gronden Hoogstedelaan, gronden in Schuytgraaf)
onderwerp
Voor de Oostlocaties is besloten om deze voorlopig niet actief te ontwikkelen. Dit gezien de slechte kantorenmarkt en de concurrentie met de centrumvelden van Schuytgraaf voor wat betreft het woningbouwprogramma. Dit betekent dat deze gronden naar Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) gaan en de winstpotentie die altijd werd voorzien voor dit project is komen te vervallen. Dit heeft geen groot effect op het jaarresultaat grondbedrijf, wel op het beschikbare weerstandsvermogen (zie paragraaf over weerstandsvermogen).
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Bij Kleefse Waard is het nog uit te geven programma verkleind van ruim 30 ha. naar circa. 22 ha. Daarnaast is het uitgiftetempo per jaar verlaagd. Deze wijzigingen hebben mede geleid tot de extra voorziening in het grondbedrijf voor Kleefse Waard. Echter hiermee zijn ook de risico's voor dit gebied verlaagd.
pagina
De afgelopen jaren zijn de resultaten op de grondexploitaties als gevolg van de crisis op de vastgoedmarkt negatief geweest. Het nadelig resultaat in 2013 op de Arnhemse grondexploitatie van € 10,3 miljoen kon voor het grootste deel verklaard worden als gevolg van het aanpassen van de uitgifteplanning en het doorlopen van een MER procedure bij de Kleefse Waard.
175
de bepaling van het resultaat rekening wordt gehouden met toekomstige kosten- en opbrengstenstijgingen en rentekosten en rentebaten. Afhankelijk van het stadium van de planvorming krijgt de grondexploitatie een formeel budgettair kader. Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient onder andere de financieeleconomische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan te worden aangetoond. In deze financieel-economische paragraaf bij het bestemmingsplan kan de haalbaarheid worden aangegeven op basis van een grondexploitatie. In dat geval wordt gesproken van een vastgestelde grondexploitatie. Zolang een grondexploitatie nog niet is vastgesteld wordt gesproken van een ‘grondexploitatie in voorbereiding’ (NIEGG).
176
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
marktwaarde van dit bezit. De gemiddelde boekwaarde per m2 van de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden bedraagt op dit moment: - voor de complexen met gronden: € 24 per m2 - voor de complexen met voornamelijk opstallen: € 397 per m2 bruto vloer oppervlakte (bvo) De portefeuille van het tijdelijk bezit wordt ook kritisch bekeken. Gezien de economische crisis en de verminderde ontwikkelingspotentie wordt actief panden verkocht. Structurele bezuinigingstaakstelling programma 8 Voor programma 8 is door het college een taakstelling opgenomen van een structurele bezuiniging van € 250.000 in 2015, oplopend naar € 1 miljoen in 2018. In de Najaarsrapportage Grondexploitatie 2014 zal hier nader op worden ingegaan. Onderzocht wordt onder andere de mogelijkheden om bezuinigingen te realiseren in de kwaliteit van de openbare ruimte en overige civiele investeringen. Hierbij ligt het voor de hand om vooral de focus te leggen op de grote projecten waar nog veel investeringen gepleegd moeten worden. Ook wordt kritisch gekeken naar de diverse (rente)parameters en de effecten die deze hebben in de (grondexploitatie) projecten. De uitkomsten van deze acties komen terug in de Najaarsrapportage. De vermogenspositie van het grondbedrijf De vermogenspositie van het grondbedrijf kan worden beoordeeld op de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald vanuit de reservepositie van het grondbedrijf en op basis van de verwachte resultaten. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door een risicosimulatie uit te voeren op het totaal van de relevante kosten- en opbrengstencategorieën op de vastgestelde grondexploitaties. Er wordt gewerkt met aannames voor onzekerheden rond uitgaven, inkomsten en fasering in de tijd van te realiseren inkomsten. Op een zelfde wijze is het benodigde weerstandsvermogen voor de aankoop van panden binnen de ‘grondexploitaties in voorbereiding’ en het strategische bezit bepaald. Indien de herontwikkeling niet of gedeeltelijk doorgaat moeten de panden (het gaat voornamelijk om panden) worden verkocht of herontwikkeld. Het risico bestaat dat de gemeentelijke investering niet geheel kan worden terugverdiend. De beschikbare weerstandscapaciteit Verwachte resultaten (winstpotentie) Het resultaat van de toekomstige winstpotenties van de vastgestelde grondexploitaties (tegen de contante waarde per 1 januari 2014) bedraagt € 10,4 miljoen. Vorige jaren zijn altijd nog wel delen van de winstpotentie binnen het grondbedrijf meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit. Dat is kwetsbaar mede omdat dit middelen betreft welke nog niet ten gelde zijn gemaakt. Gezien het huidige economische tij, wordt vanaf 2013 de toekomstige winstpotentie niet meer meegenomen als dekking in het beschikbare weerstandsvermogen (voor 2013 zou van de becijferde winstpotentie van € 10,4 miljoen € 7,6 miljoen als weerstandscapaciteit worden meegenomen). Deze afwijking van het beleid kan worden herzien als er weer meer generiek op diverse projecten winstpotentie gaat ontstaan.). Winstpotentie van Grondexploitaties in voorbereiding De grondexploitaties in voorbereiding worden in de winstverwachting niet meegenomen aangezien de grondexploitaties nog niet zijn vastgesteld. Op dit moment heeft de gemeente Arnhem circa 20 grondexploitaties in voorbereiding: van grote projecten zoals Centrum-Zuid, tot enkele ‘postzegelplannen’. Veel projecten worden (her)ontwikkeld op binnenstedelijke inbreidingslocaties, die in de meeste gevallen minder goed renderen. Daarmee valt voor de nabije toekomst een stijging van de winstpotentie niet te verwachten. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen is het om meerdere redenen niet wenselijk om de toekomstige winstpotentie in zijn geheel mee te nemen. - De positieve exploitaties zijn gesimuleerd, wat een bandbreedte van onzekerheden oplevert. - De planning van de positieve grondexploitaties laat zien dat een belangrijk deel van de winstpotentie op termijn wordt verwacht. Reserve Grondbedrijf Tot de reserves van het grondbedrijf worden de bestemmingsreserves Grondexploitatie, Voorstudies en Strategische posities gerekend. Al deze reserves zijn op dit moment leeg. Dit betekent dat het grondbedrijf geen eigen reserves meer heeft. De ISV-middelen die afgelopen jaren meegenomen waren in de weerstandscapaciteit van het grondbedrijf zijn nu toegevoegd aan de algemene middelen. Voorzieningen Voorzieningen worden niet gerekend tot beschikbare weerstandscapaciteit. Voor grondexploitatieprojecten waarin tekorten worden verwacht waarvoor geen dekking kan worden voorzien in de te verwachten opbrengsten binnen de projecten zelf moeten de tekorten ten laste van het resultaat van de grondexploitatie moeten worden gebracht. Dit gebeurt in de vorm van het treffen van een voorziening ter hoogte van het verwachte tekort. De voorziening voor grondexploitaties bedraagt ten tijde van het schrijven van deze begroting ongeveer € 73,6 miljoen.
177
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Beschikbare Weerstandscapaciteit Grondbedrijf
2015-2018 bedragen x € 1.000,--
BR Voorstudies
0
BR Strategische posities
0
BR Grondexploitatie
0
Weerstandscapaciteit Grondbedrijf
0
De benodigde weerstandscapaciteit Voor de jaarrekening 2013 zijn risicoanalyses uitgevoerd om een actueel beeld te krijgen van de risico’s in de projecten. Het resultaat laat zien dat bij een zekerheidspercentage van 75 % voor de grondexploitatieprojecten en de grondexploitatieprojecten in voorbereiding een weerstandscapaciteit nodig is van circa € 22,9 miljoen.
Benodigde Weerstandscapaciteit Grondbedrijf
2015-2018 90%
75%
bedragen x € 1.000,--
Grondexploitatie projecten Grondexploitatieprojecten in voorbereiding Erfpachten Risico's grondexploitatie
22.096
19.989
3.412
2.915
0
0
25.508
22.904
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt in de berekening van de gemeentebrede
gewenste weerstandscapaciteit ook nog rekening gehouden met de investeringsprojecten niet grondexploitatie en de zogenaamde particuliere initiatieven. Deze projecten vallen buiten de het blikveld van de paragraaf grondbeleid. De paragraaf weerstandvermogen licht de ontwikkelingen toe in het gewenste weerstandsvermogen van deze projecten. De vermogenspositie van het grondbedrijf Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit in het grondbedrijf wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, dan blijkt het grondbedrijf over onvoldoende middelen te beschikken om de risico’s op te vangen. Wanneer zich risico’s voordoen, dan zal een beroep gedaan moeten worden op de bufferende werking van de Algemene Reserve van de gemeente (zie ook paragraaf weerstandsvermogen). Eisen met betrekking tot de verantwoording en verslaglegging Het BBV stelt hoge eisen aan de te leveren informatie op het gebied van projecten, grondexploitaties en exploitaties in voorbereiding: a. De boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. De vermeerderingen in het begrotingsjaar; c. De verminderingen in het begrotingsjaar; d. De boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar; e. De geraamde nog te maken kosten en een onderbouwing hiervan; f. De geraamde opbrengsten en een onderbouwing hiervan; g. Het geraamde eindresultaat; h. Een uiteenzetting van de wijze waarop eventuele nadelige resultaten worden opgevangen. Daarnaast wordt van de nog niet in exploitatie genomen gronden de gemiddelde boekwaarde per m2 vermeld. De gevraagde informatie zal volledig opgenomen worden in de nota Financiële Jaarrapportage Projecten 2014, aangeboden bij het jaarverslag en de jaarrekening 2014. In deze begrotingsparagraaf wordt veelal verwezen naar de Financiële Jaarrapportage Projecten 2013.
178
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In de investeringsplanning 2015 - 2018 zijn alle voorgenomen investeringen opgenomen, zowel de programmaals de bedrijfsvoeringsinvesteringen. Bedrijfsvoeringsinvesteringen betreffen veelal de vervanging van bedrijfsmiddelen, zoals het vervangen van de computers, de ICT-infrastructuur, meubilair en dergelijke. In de meerjarenprogrammabegroting zijn de investeringen in de grondexploitatie en aan de grondexploitatie gelieerde investeringen in grootschalige projecten nog niet opgenomen. Hierover vindt besluitvorming plaats in de gemeenteraad op basis van afzonderlijke raadsvoorstellen. Voor de gewenste strategische rol van het investeringsplan is het streven ook deze projecten hierin op te nemen, maar onder andere als gevolg van de nog altijd aanhoudende malaise op de vastgoedmarkt is het niet goed mogelijk hiervoor een betrouwbare meerjarige planning op te stellen. Het BBV maakt onderscheid in investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. Onder investeringen met een economisch nut verstaan we die investeringen die opbrengsten kunnen genereren doordat ze goed te verkopen zijn of omdat er inkomsten tegenover kunnen staan (tarieven, heffingen, huurinkomsten etc.). Investeringen met een maatschappelijk nut omvatten investeringen in de openbare ruimte, zoals aanleg en onderhoud van (inrichting van) wegen, waterwegen, civiele en waterbouwkundige kunstwerken en groen. Binnen de financiële positie zou voor deze categorie van investeringen het accent veel meer moeten liggen op het meerjarig onderhoud. Conform artikel 13 van de Verordening financieel beleid en beheer van de gemeente Arnhem worden de investeringen met een maatschappelijk nut geactiveerd. In de financiële overzichten wordt bij de vaste activa het onderscheid aangegeven tussen de investeringen met een maatschappelijk nut en economisch nut. Investeringen 2015 - 2018 Bijgaande tabel van het MIP bevat de geplande investeringen in de periode 2015 - 2018. In het overzicht is aangegeven welke kredieten de gemeenteraad beschikbaar stelt ten behoeve van het doen van investeringsuitgaven en tot welke kapitaallasten in de begroting deze leiden. Zo zijn voor het geactualiseerde begrotingsjaar 2014 kredieten beschikbaar gesteld tot een bedrag van € € 110,7 miljoen. Dit is inclusief een doorloop van € 32,7 miljoen uit 2013 vanwege in 2013 nog niet afgeronde investeringen. Voor de jaren 2015 tot en met 2018 worden in deze MJPB kredieten aangevraagd van € 149,9 miljoen. De nadruk ligt in de jaren 2015 met een totaalbedrag van € 54,8 miljoen en 2017 met een bedrag van € 46 miljoen. Voor de hele planperiode van deze MJPB inclusief 2014 wordt uitgegaan van investeringen tot een totaalbedrag van € € 260,6 miljoen. Ten opzichte van het totale kredietbedrag van 2014 geeft de meerjarige planning een substantiële verlaging van het investeringsniveau te zien. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen aan te wijzen: 1. In 2014 zijn kredieten van € 70 miljoen beschikbaar voor onderwijsinvesteringen. Die investeringen hoeven in latere jaren niet nog eens gepleegd te worden; en 2. De in de vorige MJPB geplande investeringen in het Kunstencluster in Rijnboog voor een bedrag van € 63,1 miljoen zijn niet meer aanwezig in de voorliggende planning. De investeringen zijn geschrapt met daarvoor in de plaats een kleinere investering van netto € 13,3 miljoen.
onderwerp
Beleid Het huidige meerjarig investeringsplan is een gedetailleerd plan waarin afzonderlijke investeringen per programma zijn gerangschikt. Hiermee hebben gemeentebestuur en management een middel in handen om goed onderbouwde afwegingen te maken en de realisatie van investeringen door de tijd nauwgezet te volgen. In deze investeringsplanning is het voor de gemeenteraad mogelijk om investeringen over de programma's tegen elkaar af te wegen om – wanneer nodig – ruimte te creëren voor de ambities met onze stad. De gemeente beschikt sinds 2011 over een gedetailleerde afschrijvingstabel met daarbij een aangescherpte set van regels rond activering van investeringen.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt expliciet aandacht gevraagd voor de investeringen. In artikel 20 van het BBV staat dat de uiteenzetting van de financiële positie een raming moet bevatten voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. Afzonderlijke aandacht moet hierbij worden besteed aan de investeringen. Naast de wettelijke taak om specifiek aandacht te besteden aan de investeringen is er ook bestuurlijk veel behoefte aan transparantie rond de gemeentelijke investeringsportefeuille. In deze paragraaf wordt de investeringsplanning 2015 – 2018 toegelicht.
pagina
Inleiding De raad autoriseert op grond van zijn budgetrecht de middelen voor de beleidsuitvoering. Hieronder vallen ook de investeringen. Investeringen vragen – anders dan reguliere begrotingsposten – meerjarig budgetruimte en dienen afzonderlijk te worden vastgesteld door de raad. In de Verordening financieel beleid en beheer van de gemeente Arnhem is opgenomen dat de raad de investeringsruimte autoriseert met het vaststellen van de meerjarenprogrammabegroting.
179
4.9 Investeringen
180
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In de voorliggende investeringsplanning is nog geen rekening gehouden met ontwikkelingen in de uitvoering en handhaving van de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet Hof), die het niveau van investeringen zal gaan beperken. Wet hof De Europese afspraak om het begrotingstekort van Nederland terug te brengen tot 3 % van het bbp en vervolgens in jaarlijkse stappen van minimaal 0,5 % naar 0 (het zogenaamde Medium Term Objective) is door de minister van Financiën vertaald in de Wet houdbare overheidsfinanciën. Om te bereiken dat de decentrale overheden hun aandeel dragen in het gezond maken van de overheidsfinanciën is in de Wet hof vastgelegd wat voor deze decentrale overheden in totaliteit hun EMU-saldo mag zijn. Voor afzonderlijke decentrale overheden wordt geen toegestaan EMU-saldo bepaald, maar slechts een referentiewaarde. Dit geeft overheden die een “te groot” beroep doen op de macronorm voor de decentrale overheden de mogelijkheid om te compenseren met lagere EMU-saldi van andere decentrale overheden. Met de Wet hof in de hand kan het ministerie van Financiën - beter dan nu het geval is - nauwgezet toezien op realiseren van het toegestane EMU-saldo van gemeenten, provincies en waterschappen. Het EMU-saldo voor een gemeente wordt in grote lijnen berekend volgens de formule: +/- Begrotingssaldo + Afschrijvingen +/- Saldo bestedingen buiten de exploitatie EMU-saldo De Wet hof spreekt over een gelijkwaardige inspanning van Rijk en decentrale overheden om het EMU-tekort van Nederland terug te dringen, maar kwantificeert deze inspanning niet. Voor Nederland als geheel zijn er de regels van de EU, voor decentrale overheden stelt de wet dat bij aanvang van een nieuw kabinet in een bestuurlijk overleg een EMU-saldopad moet worden afgesproken. Decentrale overheden zijn dus niet op voorhand gebonden aan een saldopad dat analoog loopt aan dat van het Rijk. Voor 2014 en 2015 zijn het Rijk en de gezamenlijke decentrale overheden overeen gekomen dat de afgesproken tekortnorm voor 2013 (0,5 % van het BBP, dus + € 3 miljard) niet wijzigt. In het financieel akkoord dat de decentrale overheden met het Rijk hebben afgesloten op 18 januari 2013 is afgesproken dat pas een volgend kabinet kan inzetten op een verlaging van het EMU-saldo van de decentrale overheden. Op dit moment is vanzelfsprekend nog niet bekend welke invloed nog te maken afspraken met een nieuw kabinet hebben op het toegestane EMU-saldo, en dus investeringsniveau, voor de jaren 2016 en verder. In deze MIP wordt daar dus nog geen rekening mee gehouden. De kapitaallasten van het MIP zijn in deze MJPB verwerkt en daarmee is budgettaire ruimte aanwezig om gebruik te maken van de te realiseren voorzieningen. Eventuele beperkingen van investeren in eigen beheer onder de Wet hof vraagt van de gemeente een zoektocht naar andere oplossingen, zoals gebruik maken van DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate). Dit houdt in dat een particulier bedrijf of een samenwerkingsverband de voorziening realiseert en in stand houdt en dat de gemeente deze huurt. De investering wordt niet door de gemeente gepleegd en telt dus niet mee in de bepaling van het EMU-saldo van de gemeente. In zo’n situatie is de gemeente gebruiker van de voorziening en geen eigenaar. De voorzieningen moeten vanzelfsprekend voldoen aan de wensen en eisen van de gemeente en dat stelt hoge eisen aan de afspraken die gemaakt moeten worden in de ontwerp- en bouwfase en over de verantwoordelijkheden in de exploitatiefase. Met dit soort Publiek-Private samenwerkingen (PPS) hebben gemeenten over het algemeen heel weinig ervaring, zo ook Arnhem en voordat er gebruik van gemaakt kan worden moet nog veel kennis worden ingewonnen. De bevriezing van de status quo van 2013 voor de jaren 2014 en 2015 geeft de gemeente de tijd om gedegen onderzoek te doen naar de beste mogelijkheden om de in het MIP aangestipte ambities waar te maken. Welke keuze gemaakt zal worden rond investeren of samenwerken moet nog bepaald worden, maar vast staat dat de Wet hof zal leiden tot aanpassingen in het beleid rond investeringen en grote projecten.
181
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Toelichting investeringen in gebouwen Toelichting investeringen in gebouwen In de nota waarderen en afschrijven is als gemeentelijke regel vastgesteld dat van voornemens tot investeren in In de nota waarderen en afschrijven is als gemeentelijke regel vastgesteld dat van voornemens tot investeren in een gebouw van meer dan € 2 miljoen in de paragraaf investeringen een tekstuele toelichting wordt gegeven, zo een gebouw van meer dan € 2 miljoen in de paragraaf investeringen een tekstuele toelichting wordt gegeven, zo ook 2015 – 2018. ookinindeze dezeMJPB MJPB 2015 – 2018. Renovatie en uitbreiding Musis Sacrum Programma
Planning Raming Beschikbare middelen Randvoorwaarden
Musis Sacrum (MS) is de concertzaal voor Arnhem en omgeving en productiehuis voor Het Gelders Orkest (HGO). De ingrepen in Musis Sacrum richten zich op de sloop van het niet-monumentale deel, renovatie van het monumentale deel en verregaande modernisering van de productie- en publieksvoorzieningen. Voorts is de ambitie om Musis Sacrum uit te breiden met een extra zaal van ca. 1.000 zitplaatsen Realisatie in 2017 Bruto investering: € 18,56 miljoen Provincie: € 5,25 miljoen Netto investering: € 13,31 miljoen In deze MJPB wordt de raad gevraagd een krediet beschikbaar te stellen van € 18,56 miljoen, waarvan € 5,25 miljoen is gedekt door een investeringsbijdrage van de provincie Gelderland. -
Nieuwbouw Heijenoordseweg 9 Programma
Betrokkenen Planning Raming Beschikbare middelen Randvoorwaarden
Vervanging noodlokalen Mariendael (speciaal onderwijs). In het Onderwijshuisvestingsprogramma (OHP) van 2004 is door het schoolbestuur Mariendael een bedrag aangevraagd om de noodlokalen in te vervangen. Deze middelen zijn toegekend. Met het betreffende schoolbestuur is de afspraak gemaakt om de middelen in te zetten ten behoeve voor de uitvoer van het totale nieuwbouw project Mariendael en het Prisma, onderdeel van het Integraal huisvestingsprogramma (voortgezet) speciaal onderwijs. In het college van 18 juni 2013 is de nota toekomstige huisvesting (V)SO – financiële stand van zaken + instellen bestemmingsreserve vastgesteld. Schoolbestuur Mariendael en het Prisma Realisatie in 2017 Bruto investering: € 34,8 miljoen € 34,8 miljoen is beschikbaar in het totale financieringspakket toekomstige huisvesting (V)SO. De dekking bestaat uit reeds beschikbaar investeringskrediet en exploitatiemiddelen ter dekking van de kapitaallast. Raad dient nog een krediet beschikbaar te stellen ten behoeve van de nieuwbouw Mariëndael en het Prisma.
Campus Schuytgraaf Programma Betrokkenen Planning Raming Beschikbare middelen Randvoorwaarden
Bouw van een nieuwe school ten behoeve van speciaal en voortgezet speciaal onderwijs van cluster 4 (kinderen en jongeren met gedragsproblemen of psychiatrische stoornissen) in Schuytgraaf. Fluvius, Delta, SKAR, SPA , Sportbedrijf, Schoolbestuur Briant College Realisatie in 2017 Bruto investering: € 10,59 miljoen Netto investering: € 10,59 miljoen € 10,59 miljoen is beschikbaar in het totale financieringspakket toekomstige huisvesting (V)SO. De dekking bestaat uit reeds beschikbaar investeringskrediet en exploitatiemiddelen ter dekking van de kapitaallasten. -
185
R2 Verkeer, vervoer en waterstaat
R1 Veiligheid Totaal R1
Totaal R0
E
M
M M M M
- Voormalige landbouwwegen - Doorlaatwerk Eldensedijk - Het Groene Balkon: Groenewoudplantsoen - Walstroom
M M
- Afsluiten voetgangersgebied - Schelmseweg e.o.
M M
- Kadeconstructie langs Rijn - Gladheidsbestrijdingsmateriaal
Overig
- Herinrichting Malburgen
144
M M
- Ledverlichting hoofdwegen: armaturen-ledsysteem - Ledverlichting hoofdwegen: armaturen-behuizing
M
M
- Verkeersregelinstallaties Openbare verlichting
M
M
- Verkeerskrediet (OR algemeen)
- Kabels
M
- Civiele Kunstwerken algemeen (w.o. viaducten A325)
- Masten / OV projecten
267
M
- Herinrichting Presikhaaf
29
0
468
0
0
0
97
32
798
809
207
267
0
313
652
1.200
143
106
M
2.155
- Aanpassen busperrons
795
M M
M
Verkeersinfrastructuur / -voorzieningen/ -regelingen
0 52
- Verkeersinfrastructuur
E
- Parkeermaatregelen OR
- Centrumring rond
E
- Liftinstallatie Langstraat
27
0
E E
- Digitalisering parkeerproducten - Handhavingsapparatuur; handterminals straat
529
E
190
E
62
852
278
0
0
39
39
Geactualiseerd
- Parkeerautomaten
kosten
- Parkeermaatregelen
Parkeren
E
- Renovatie dak Remise Rietgrachtstraat
E
E
- Planmatig onderhoud vastgoed
Onderhoud Vastgoed
Nieuwbouw brandweerkazerne
Vervanging stemhokjes en stembussen
nut
2014
0 0
300
0
150
500
260
0
57
0
0
300
0
350
350
1.625
170
1.000
0
0
0
1.596
20
0
24
70
300
113
0
40
16.793
16.793
2015
0
20
215
0
0
100
92
0
71
0
0
0
0
0
200
0
0
0
57
0
0
300
0
200
200
790
170
650
0
0
0
1.278
2016
Kredieten
0
0
0 0 0
0 0
0
0 0
0 0
0 0
0 81
0
0
0
57
0 300
0 300
200 200
200
790
200
170
170
0
2.039
0 0
0
0
924
1.120
650
20
0
90
0 20
1.350
0 60
0
60
70
7
100
0
0
60
0
0
100
0 0
0 0
2018
0
2017
Bedragen x € 1.000,--
onderwerp
R0 Algemeen bestuur en Publieke Dienstverlening
Omschrijving investering
apperaats-
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Nr. Omschrijving
schappelijk
/ Maat-
pagina
Regulier programma
Toegerekende
Economisch
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Gemeente Arnhem 2014-2018
182
R4 Educatie
R3 Economie Totaal R3
Totaal R2
28
E E E E E E E E E E E E E E
- Onderhoud Bosweg (OHP 2010-2011) - Onderhoud Hommelseweg 403 (OHP 2010-2011) - Slochterenweg Krakeling (OHP 2012) - De Rank - Mozaiek: uitbreiding lokalen - Onderwijshuisvestingsprogramma 2013 - Pieter jongelingschool (uitbreiding) - Confetti (1e inrichting) - Gazelle (1e inrichting) - De wijzer (1e inrichting) - Mariendael VSO (1e inrichting + meubilair) - De Salamander (spoedaanvraag binnenklimaat) - Mariendael VSO - Gymzaal Fluitenkruid
E E
- Rijkerswoerd: BS Kempenaersingel
E
- Schuytgraaf: Tijdelijke huisvesting Schuytgraaf-centrum
- De Laar Oost: Venlosingel 220 uitbreiding 4 lokalen
E
- Schuytgraaf olp 12e groep
E
E
- Mozaiek Zwanebloemln uitbreiding
E
E
- GOS breezandpad 5
- Malburgen: BS Malburgen Zuid-Oost
E
- Vervangingsinvestering De Krakeling
- Schuytgraaf eerste inrichting
E
- Restant Spoedprocedures Renovatie /nieuwbouw regulier onderwijs
Spoedprocedures onderwijs
- 2015-2016-2017-2018
Onderwijs HuisvestingsProgramma (OHP)
55
E
937
397
47
8
56
229
286
121
749
39
0
129
268
15
31
31
543
475
140
68
1.369
110
173
74
E
374
0
0
- Onderhoud Bakenbergseweg (OHP 2010-2011)
E
2014
Onderwijs HuisvestingsProgramma (OHP)
Arnhem International School
9.586
0
M
Parkeren Trans e.o.
0 0
50
M M
Veerstoepen Watertaxi
Coalitie-akkoord
Geactualiseerd
2014
Versterken waterstofeconomie
kosten
apperaats-
0
0
63
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.288
2015
0
62
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.500
3.500
8.905
4.500
2016
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
1.100
1.100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.777
5.786
0
0 0
0
62
63
2018
Bedragen x € 1.000,--
100
2017
onderwerp
R2 Verkeer, vervoer en waterstaat (vervolg)
nut
schappelijk
Kredieten
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Nr. Omschrijving
Omschrijving investering
/ Maat-
pagina
Regulier programma
Toegerekende
Economisch
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Gemeente Arnhem 2014-2018
183
R5 Cultuur, recreatie en sport
Totaal R4
7
400
E E E E E E
- IHP- (V)SO fase 2 - IHP- (V)SO Schuytgraaf - Nieuwbouw VSO De Radar - Dr. Boschschool - Campus Schuytgraaf - Aanvullend krediet Integraal HuisvestingsPlan VO - Heijenoordseweg 9 (nieuwbouw) - Campus Schuytgraaf Overig - Planmatig onderhoud vastgoed - Natuurcentrum: Vervoermiddelen
E E E E E E E E
- Buitensport - Kunstgrasvelden - Zwembaden - Sportvelden schuytgraaf - Sportgrasvelden - Wijksportveld - Asvaltveld
E E
- Trekkenwand - Theatertechniek
Schouwburg
E
- Binnensport
E
E E
157
360
0
0
0
564
220
1.220
237
334
40
1.505
70.719
688 80
E E E
11.442
4.479
1.578
1.175
2.957 283 0 0
- Sportontwikkeling
Sport
Rozet
2.553
E
- Schuytgraaf: Tiidelijke huisvesting Schuytgraaf-noord Renovatie /nieuwbouw speciaal onderwijs - Aanvullend krediet Integraal HuisvestingsPlan VO
5.285
E
- Monnikenhuizen
25.271
E
- Omnibus
292
- Geitenkamp
400
0
11
12
Geactualiseerd
7.054 2.100
kosten
- St. Marten
Presikhaaf: MFC presikhaven realisatiefase
E
E E
- SG Mariendaal 1e inr. 7e groep heijnen.weg 9 - Aanpassing Maarten van Rossum Multifunctionele Centra (MFC's)
E E
- Eerste Inrichting Het Mozaïek Zwanebloemlaan - GOS Bernhardlaan 10 gymzaal Renovatie /nieuwbouw voorgezet onderwijs
nut
2014
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
614
0
0
0
0
100
200
0
0
120
1.035
128
334
40
0
4.546
494 80
0 0 2.258 0
2015
0
212 80
0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
46
0
119
0
131
540
233
334
40
0
1.392
2016
Kredieten
0 0 0 0 0 0 144 80 1.324
0
0 0 0 0 10.591 267 80 12.038
0
0 196 0 0
0
0 0
300 46
0 0
0
78
0 0
710
0 0
300
0
0 0
158
0
0
190
0
0
233
0
0
40
0
0
385
0
0
0
0
0
334
0 0
0
0 0
0 0
2018
0
2017
Bedragen x € 1.000,--
onderwerp
R4 Educatie (vervolg)
Omschrijving investering
apperaats-
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Nr. Omschrijving
schappelijk
/ Maat-
pagina
Regulier programma
Toegerekende
Economisch
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Gemeente Arnhem 2014-2018
184
Totaal R5
R8 Wonen en ruimte
R7 Gezondheid en Milieu
Totaal R8
Totaal R7
Totaal R6
R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning
R5 Cultuur, recreatie en sport (vervolg)
Nr. Omschrijving
Regulier programma
E E E E E E E E E
- Theatergeluid grote- en kleine zaal - Theater inventaris/meubilair/vloeren - Theaterbeeld grote - en kleine zaal - Theaterverlichting concertzaal - Theatergeluid concertzaal - Theaterbeeld concertzaal - Musis Sacrum inventaris/meubilair - Musis Sacrum kleedkamers - Renovatie en Uitbreiding
E
- Restauratie Eusebiuskerk 2014-2015
E E E E E
Ondergronds Afval Transport Ondergrondse containers (glas en papier) Afvalbrengstation De Overmaat (renovatie) Vervanging SULO en OTCO Omgekeerd Afval inzamelen
E
E
Gemeentelijke Riolerings Plannen / GRP 5
OV Terminal Arnhem Centraal (transferhal)
E
Planmatig onderhoud vastgoed
E
E
- Dullertsraat 25-27 / Tellegenlaan 4
Steunpunten Schuytgraaf
E
E/M
- Planmatig onderhoud vastgoed
- Voorzieningen in bossen en parken
Overig
- Vervanging inventaris
E
E
Museum
E
- Theaterverlichting grote- en kleine zaal
nut
schappelijk
- Renovatie
Musis Sacrum
Omschrijving investering kosten
apperaats-
Toegerekende
0
0
12.495
3.498
230
405
486
19
7.247
610
396
396
8.933
0
536
2.275
263
23
0
30
50
10
20
60
0
30
15
50
934
Geactualiseerd
2014
0
10
23
0
30
40
0
15
60
0
30
15
50
4.500
4.500
9.754
1.486
0
0
472
273
7.523
0
0
0
5.905
1.500
0
2.175
2015
0
0
0
230
10
23
0
30
40
0
15
60
10
30
15
50
0
0
8.868
925
0
0
300
111
7.523
9
0
0
1.956
2016
Kredieten
30 0 23
30 13.313 23
0 6.990
0 0
0 0
0 8.970
0 0 1.097
300
34 6.523
34 7.523
0
0
0
133
0
0
16
2.149
15.560
300
0 0
0 0
0
40
40
309
10
10
60
10
10
511
0
35
35
60
15
15
60
0 50
0 50
2018
Bedragen x € 1.000,--
0
2017
onderwerp
/ Maat-
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Economisch
pagina
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Gemeente Arnhem 2014-2018
185
E E E E E E E E E E E E E E E
HFZ Machines en installaties HFZ Starnetkasten HFZ Gereedschappen KHV - Vervoermiddelen HFZ Bureaustoelen HFZ Specifieke inrichtingsprojecten Geo-apparatuur IT Centrale computer capaciteit IT Netwerk IT Digitake werkplek Bedrijfsapplicaties IT Q-matig/Bavak IT Zaakgericht werken (Eddie) IT Vaste telefonie Hoogwerker-groot
53
700
16
243
144
433
32
32
302
110.739
Totaal generaal
54.887
6.101
0 150
0
700
600
0
1.099
497
1.100
2015
225
0
600
36
3.020
908
1.600
490
0
224
216
812
13
32
124
271
Geactualiseerd
8.571
kosten
Totaal R9
Hoogwerker - klein
E
Planmatig onderhoud vastgoed
nut
2014
100
500
24
243
144
207
0
32
99
80
28.806
4.185
0
0
0
300
0
1.258
1.198
2016
Kredieten
0 0 5.964
20.204
0 0 3.658
46.012
0 602
0
0
0 0
398 1.250
578
199 1.258
23 1.110
883
243 500
204
132 0
0 0
70
32
32 0
64 820
6 20
2018
1.198
2017
Bedragen x € 1.000,--
onderwerp
R9 Financiën en Bedrijfsvoering
Omschrijving investering
apperaats-
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Nr. Omschrijving
schappelijk
/ Maat-
pagina
Regulier programma
Toegerekende
Economisch
MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Gemeente Arnhem 2014-2018
186
De begrotingssubsidies Het is echter niet altijd zinvol om een aparte regeling op te zetten voor het verstrekken van een subsidie. Bijvoorbeeld wanneer er maar één instelling is die een bepaalde gesubsidieerde activiteit uit kan voeren. Voor die gevallen is in het wetsartikel 3c van de Awb een uitzondering gemaakt. Instellingen die met naam in de begroting worden genoemd in combinatie met een maximaal subsidiebedrag, kunnen buiten een regeling om toch subsidie ontvangen. De waarderingssubsidies De lijst van begrotingssubsidies is grofweg in twee soorten te verdelen: product- of budgetsubsidies en waarderingssubsidies. Aan de product- of budgetsubsidies liggen onderliggende stukken of nota's ten grondslag waaruit blijkt waarvoor subsidie wordt verstrekt. Bij waarderingssubsidies is niet een directe relatie aan te wijzen tussen het subsidiebedrag en de activiteiten die de instelling verricht. Met waarderingssubsidies worden echter meer in zijn algemeenheid bepaalde activiteiten gesubsidieerd/gewaardeerd, waarbij er vaak een historie aanwezig is.
onderwerp
De ASV en subsidieregelingen In Arnhem worden de meeste subsidies (ongeveer de helft van de subsidieafspraken) verdeeld volgens subsidieregelingen. Op basis van de ASV heeft Arnhem verschillende subsidieregelingen. Subsidieregelingen creëren een wettelijke en rechtmatige grondslag voor subsidies. Op basis van vooraf bepaalde criteria worden de subsidies verstrekt aan betrokken instellingen. De volgende zijn op de ASV gebaseerd: 1. Subsidieregeling amateurkunst. 2. Subsidieregeling Arnhems fonds samenlevingsbeleid. 3. Subsidieregeling fonds cultuur eenmalige activiteiten. 4. Subsidieregeling tijdelijke steun aan zelforganisaties. 5. Subsidieregeling vrijwillig jeugdwerk. 6. Subsidieregeling actief meedoen 7. Subsidieregeling sport 8. Subsidieregeling woningisolatie 9. Subsidieregeling programmatische activiteiten cultuur 10. Subsidieregeling E-scooters 11. Subsidieregeling No-Riskpolis 12. Subsidieregeling Stroomversneller Cultuur 13. Subsidieregeling Extra Activiteiten Amateurkunst 14. Nadere regels Koperssubsidie Arnhem 2012 15. Nadere regels Subsidie Wonen Boven Winkels Arnhem 2012 16. Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen gemeente Arnhem
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
In deze paragraaf gaat het om de kostensoort subsidies. Aan subsidies zijn nadere regels verbonden. Volgens artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mag een bestuursorgaan alleen subsidie voor activiteiten verstrekken op grond van een wettelijke grondslag. Dat kan een Rijksregeling, provinciale regeling of een gemeentelijke (subsidie)verordening zijn. Het stelsel dat het subsidieverkeer tussen onze gemeente en de instellingen reguleert, is geënt op twee principes: • de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002 (ASV) en subsidieregelingen; • de begrotingssubsidies, dit zijn de subsidies waarvoor het niet opportuun is een subsidieregeling op te zetten omdat er geen markt bestaat met betrekking tot de betreffende activiteit(en) of het een waarderingssubsidie betreft.
pagina
Inleiding De gemeente Arnhem heeft per programma haar doelstellingen met de daarbij behorende beoogde effecten en resultaten geformuleerd. Deze doelen kunnen op verschillende manieren worden bereikt. Daarvoor stelt de raad ieder jaar de financiële kaders per programma vast. Dit betreft onder andere het lastenniveau van een programma. Het college kan – binnen deze kaders blijvend – bepalen met welke kostensoort zij de gewenste doelstellingen wil realiseren bijvoorbeeld door mensen in dienst te nemen (kostensoort personeel), door werken te gaan aanbesteden (kostensoort inkopen) of door het aangaan van een subsidierelatie (kostensoort subsidie).
187
4.10 Subsidies
188
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Subsidies 2015 naar grondslagen
Subsidies naar grondslagen Bedragen x € 1.000
Realisatie Grondslag Begroting
Begroting Begroting
2013
2014
2015
48.778
47.600
52.292
ASV en gedelegeerde subsidieregelingen
3.665
2.718
3.370
Nog nader te bepalen
2.589
6.384
3.058
55.032
56.702
58.721
De verwachting is dat in 2015 in totaal voor € 58,7 miljoen aan subsidies verstrekt gaat worden. Ingaande 1 januari 2014 is een onderdeel van de gemeente Arnhem, werkmaatschappij GMA (Gemeentelijk Musea Arnhem) verzelfstandigd. Het beoogde resultaat van de gemeentemusea is tweeledig: een toekomstbestendig en slagvaardig museum (dat zich daardoor nog beter en ondernemender op zijn culturele en maatschappelijke taken kan richten) én een gemeentelijke organisatie die zich voortaan kan concentreren op (cultuur)beleid in plaats van de uitvoering daarvan. Met deze nieuwe instelling is ook een subsidierelatie aangegaan. Voor 2015 gaat het om een bedrag van € 2,9 miljoen. Een relatief klein deel van de in 2015 te verstrekken subsidies heeft als grondslag de onder de ASV vallende regelingen (€ 3,37 miljoen). In de kaders van de programma’s is voor € 3,0 miljoen aan gebonden subsidielasten begroot, waarvan de doelstelling bekend is, maar waarvan de subsidies nog nader verdeeld en toegedeeld moeten worden (onder andere subsidiefondsen). Deze subsidies zijn genoemd ‘nog nader te bepalen’. Het grootste deel van de subsidies betreft subsidies met de grondslag ‘begroting’ (€ 52,3 miljoen). Dit zijn met name subsidies aan de grote instellingen die specialistische activiteiten voor de gemeente uitvoeren. In de tabel Indicatieve subsidiebedragen 2015 met de grondslag ‘begroting’ zijn deze opgenomen. Per instelling is het te subsidiëren bedrag weergegeven en aangegeven of dit een waarderingssubsidies betreft of een subsidie waarvoor eigenlijk geen markt is, bijvoorbeeld door gebondenheid aan gebouw, organisatie of waarin omvang en complexiteit maatwerk per begrotingsjaar vragen. Tevens is per subsidie de bijbehorende beleidsnota vermeld. Door middel van het vast stellen van deze begroting, wordt de subsidiegrondslag vastgesteld. Het niet doorgeven van de looncompensatie over 2014 en 2015 aan de welzijnsinstellingen is nog niet in mindering gebracht op de indicatieve subsidiebedragen 2015, zoals weergegeven in de tabel op de volgende pagina. Deze maatregel zal met verzamelbesluit 1/2015 worden verwerkt in de begroting. Dit betreft een deel van de invulling van de taakstelling op de subsidies Welzijn en zorg uit de MJPB 2014 - 2017. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar 2.3.3 Taakstellingen in het Sociale Domein
189
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Indicatieve subsidiebedragen 2015 met de grondslag ‘begroting PROG INSTELLING
Begroting 2014
Begroting 2015
waardering
beleidsgrondslag
Bedragen x 1.000,-
nota Doorontwikkeling Stad in Balans 2008 nota Integratie door Participatie 2011 nota Armoedeagenda nota Doorontwikkeling Stad in Balans 2008 nota Integratie door Participatie 2011 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011 en nota tiener- en jongerenwerk 2012 nota Visie op het Jonge kind / Onderwijsachterstandenbeleidsplan 2011 ev nota Integratie door Participatie 2011
P05 P05 P07 P07 P07
St Rijnstad St Rijnstad Rijnstad (Belastingservice) St Rijnstad St Rijnstad
0 118 95 7.485 0
385 345 95 6.436 499
P07
St Rijnstad
2.666
2.857
P07 R06 R06
St Rijnstad St Rijnstad St Rijnstate Vriendenfonds St Rijnstad
1.358 0 0 11.722
1.381 40 25 12.062
R06
Hera, Vrouwenopvang Gelderland Hera, Vrouwenopvang Gelderland
5.310 5.310
5.471 5.471
P07
St Iriszorg St Iriszorg
4.410 4.410
4.256 4.256
R05
St Arnhemse Openb.&Wetensch.Bibloth. St Arnhemse Openb.&Wetensch.Bibloth.
4.417 4.417
4.435 4.435
Cultuurnota Stroom 2012
R05
Stichting Musea Arnhem
0
2.952
Verzelfstandiging Musea
R05
Kunstbedrijf Arnhem / Beleven
3.182
2.732
Verzelfstandiging Domein
P07 R07
St Thuiszorg Midden Gelderland St Thuiszorg Midden Gelderland St Thuiszorg Midden Gelderland
2.384 340 2.724
2.425 385 2.810
P05
St Welzijn Ouderen Arnhem
0
3
P07
St Welzijn Ouderen Arnhem St Welzijn Ouderen Arnhem
1.927 1.927
2.410 2.413
P07
St Pas St Pas
1.904 1.904
2.667 2.667
P07
St Peuterspeelzalen Arnhem St Peuterspeelzalen Arnhem
1.885 1.885
2.234 2.234
P03 P05
Roc Rijn IJssel Roc Rijn IJssel Roc Rijn IJssel
575 353 928
607 206 813
niet recent nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011
R03
Stichting ondernemersfonds Arnhem Stichting ondernemersfonds Arnhem
940 940
355 355
nota Ondernemersfonds Arnhem
P07 P07
Pactum Jeugdzorg & Educatie Pactum Jeugdzorg & Educatie Pactum Jeugdzorg & Educatie
135 776 911
0 797 797
P03
St Rtb Kan St Rtb Kan
547 547
336 336
P07 P07
Lindenhout Lindenhout Lindenhout
206 303 509
210 766 976
P07
RIBW. Arnhem & Veluwe Vallei
346
561
41.662
45.871
subtotaal
niet recent
Masterplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoeringsprogramma MOBL 2011-2012
nota Volksgezondheid Geniet! Eet en drink met mate(n); lokale en regionale nota volksgezondheid 2008-2011 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011
nota Doorontwikkeling Stad in Balans 2008 + nota Vrijwillige inzet en mantelzorg 2011 nota Doorontwikkeling Stad in Balans 2008 + nota Vrijwillige inzet en mantelzorg 2011
Onderwijsachterstandbeleidsplan 2011 ev.
nota Visie op het Jonge kind / Onderwijsachterstandenbeleidsplan 2011 ev
Masterplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoeringsprogramma MOBL 2011-2012 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011
niet recent
Masterplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoeringsprogramma MOBL 2011-2012 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011
Masterplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoeringsprogramma MOBL 2011-2012
onderwerp
waardering
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Begroting 2015
pagina
Begroting 2014
190
PROG INSTELLING
beleidsgrondslag
B ed rag en x 1.0 0 0 ,-‐
R05
Beeldbepalende culturele evenem enten
0
375
R05 R05 R03 R05 P07 R05 P04 R06
St Luxor Live St Eus ebius Arnhem Evenem enten St Zwem bad Klarenbeek St Vrijwilligers centrale Arnhem St Focus Film theater St Slak S.V.M.G. Vluchtelingenwerk
358 14 310 290 272 264 236 232
364 340 310 292 272 267 236 232
P07 R05 P07 R05 P07 R05 P07 P07
Pres ikhaaf Bedrijven St Slak Rijn IJs s el College Servicebureau St Jacobiberg Form ulierenbrigade Stichting Het Huis van Puck Swoa (Maaltijdvoorziening) St Kruis punt
0 0 0 206 208 196 190 162
228 220 213 208 208 199 190 163
R05 R06 R05 P07
Stichting Productiehuis Plaats m aken 103 Arnhem s Platform Chronis ch zieken en Gehandicapten 134 Bezoekers centrum Sons beek 130 Cwzw Gelderland / Leger des heils 116
152 135 130 123
R05 P04 R03 P07 R05 P07 R05 P07
St Stads om roep Arnhem St Binnens tads m anagem ent St Binnens tads m anagem ent Indigo Stichting Introdans VGGM Stichting Generale Oos t St Stoelenproject De Duif
116 14 100 112 105 100 91 80
P07 R05 P05 R05 R05 P03 R05 P07 P07
De Helling Exp.Werkplaats Stichting Het Gelders Orkes t St Jeugdland St Toneelgroep Oos tpool Arnhem s e Sport Federatie Sociaal Econom is ch Fonds (Sef) Stichting Wintertuin LeukOm teLeren Weekends chool Arnhem Kinderopvang SKAR
40 60 60 60 92 50 34 41 59
65 ja 61 61 61 53 ja 50 49 41 ja 40
R06 P03 P07 P05 P05 P07
Slachtofferhulp Nederland Regio Oos t Euregio Rijn Waal St Leergeld Arnhem Diverzo, COC Midden-Gelderland Leuke Linde Bouws peelplaats GGnet Preventie en Diens tverlening
30 27 0 9 24 28
30 ja 27 27 25 25 21
P05 P07 P07 R06 R03 R01 R04 P05 P07 P07 R06 R06 P03 P04 P05 R05 P05 P07
Stichting Om ars Gym St Om e Joop's Tour Meldpunt Vrijwillige Thuis hulp Arnhem Meldpunt Vrijwillige Thuis hulp Arnhem St Airborne Mus eum Stichting Halt Gelderland St Nivon Afd Arnhem St vanHarte Stichting Hum anitas Inloopcentrum Arnhem St Seniorenraad Arnhem St Vier het leven Stichting Modekern CIKO '66 CIKO '66 Arnhem s che Federatie van Muziekgezels chappen Stichting Productiehuis Plaats m aken St EcoVrede
20 20 74 0 0 18 20 0 15 0 10 8 0 0 0 5 0 0
20 20 0 19 19 18 15 15 14 12 11 8 8 4 2 5 5 2
ja ja
P07 R06 P05 R06 R05 P07
HIV-vereniging Nederland - Afd. Gelderland St Vrijw Term inale Zorg Arnhem Voetbalvereniging Arnhem ia Katholieke Bond voor Ouderen St De Regenboog St Voorkom
2 5 0 2 1 0
2 2 2 2 1 1
ja ja
P05 R06 R05 R05 R05 P07 R05
v.v. AZ 2000 Protes tant Chris telijke Ouderenbond Arnhem Arnhem Mode Biennale Open Monum entendag St Monus cript St De Klup St Eus ebius
0 1 325 5 10 6 350
1 1 ja 0 0 0 0 ja 0
P07 P07
St Marant St Open Huis Don Bos co
48 247
0 0
R05 R04
St Sons beek Internationaal St Volks univers iteit
50 102
0 0 ja
Totaal subsidie grondslag "begroting"
138 0 50 0 103 100 90 79
47.600
52.293
Nota: Sons beek internationaal: haalbaarheids s tudie en s tand van zaken Cultuurnota Stroom 2012 Cultuurnota Stroom 2012 nota Sportvis ie 2011 Arnhem s e vis ie op s port en bewegen nota Vrijwillige inzet en m antelzorg 2011 Cultuurnota Stroom 2012 Cultuurnota Stroom 2012 notitie 2008 Onders teunen en vers terken, zorg voor as ielzoekers en vluchtelingen in Arnhem Cultuurnota Stroom 2012 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011 Cultuurnota Stroom 2012 Cultuurnota Stroom 2012 nota Arm oedeagenda Mas terplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoerings program m a MOBL 2011-2012 Cultuurnota Stroom 2012 nota Integraal gehandicaptenbeleid in Arnhem nota Groenplan Mas terplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoerings program m a MOBL 2011-2012 Cultuurnota Stroom 2012
ja
Cultuurnota Stroom 2012 nota Volks gezondheid. Geniet! Eet en drink m et m ate 2008-2011 Cultuurnota Stroom 2012 Mas terplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoerings program m a MOBL 2011-2012 niet recent Cultuurnota Stroom 2012 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011 Cultuurnota Stroom 2012 nota Sportvis ie 2011 Arnhem s e vis ie op s port en bewegen Cultuurnota Stroom 2012 Onderwijs achters tandenbeleids plan 2011 ev nota Vis ie op het Jonge kind / Onderwijs achters tandenbeleids plan 2011 ev niet recent niet recent nota Integratie door Participatie 2011 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011 Mas terplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoerings program m a MOBL 2011-2012 MJPB 2013-2016 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011 nota Vrijwillige inzet en m antelzorg 2011 nota Vrijwillige inzet en m antelzorg 2011 niet recent niet recent nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011
ja ja
ja
ja ja
niet recent Werkdocum ent Sport over de breedte 2002 Werkdocum ent Sport over de breedte 2002 Cultuurnota Stroom 2012 Cultuurnota Stroom 2012 Am endem ent SP/A01 "Joy voor EcoVrede" "Inloop functie + budget van Living Joy naar EcoVrede" MJPB 2015-2018 niet recent nota Vrijwillige inzet en m antelzorg 2011 Werkdocum ent Sport over de breedte 2002 niet recent niet recent Mas terplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoerings program m a MOBL 2011-2012 Werkdocum ent Sport over de breedte 2002 niet recent niet recent niet recent niet recent nota m eerjarige s ubs idiebijdrage aan Stichting Eus ebius Arnhem dec 2011 nota Opgroeien in Arnhem 2008-2011 Mas terplan Minder Opvang, Beter Leven en Uitvoerings program m a MOBL 2011-2012 Cultuurnota Stroom 2012 niet recent
191
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
De beeldbepalende culturele evenementen Modebiënnale en Sonsbeek Internationaal worden in de toekomst meer in samenhang bezien. Conform de nota's Sonsbeek Internationaal: haalbaarheidsstudie en stand van zaken (2014.0.080.581) en Modebiënnale: terug naar de bron (2014.0.082.591) worden de betreffende budgetten op de begroting vanaf 2015 opgenomen onder één noemer, te weten “beeldpalende culturele evenementen” met een totaalbedrag van € 375.000 (exclusief accrestoevoeging). Dit is als zodanig verwerkt in voornoemde tabel. Begrotingssubsidies verminderen Het ingezette beleid om het aantal begrotingssubsidies te minimaliseren wordt in 2015 gecontinueerd. Het vaststellen van de formele subsidiebijdragen op basis van een omvangrijke lijst met namen van instellingen en (maximale) subsidiebedragen wordt als minder transparant ervaren. Een groot aantal subsidies zal worden ondergebracht in transparante subsidieregelingen. Deze subsidieregelingen zullen invulling geven aan door de raad vastgestelde beleids- en begrotingskaders. De voorgenomen toekomstige subsidieregelingen zijn: - Subsidieregeling wijkactiviteiten - Subsidieregeling ondersteuning ZAT - Subsidieregeling jeugd- en jongerenwerk - Subsidieregeling integratie/internationale samenwerking - Subsidieregeling voor- en vroegschoolse educatie Indicatieve subsidiebedragen 2015 per programma De omvang van de subsidies in 2015 bedraagt ongeveer € 58,7 miljoen. Met name de verzelfstandiging van de musea zal leiden voor een hogere niveau van subsidielasten. De doorgifte van de looncompensatie is in de programma’s verwerkt. Conform afspraak coalitieakkoord worden de subsidiebedragen deze coalitieperiode niet aangepast aan de inflatie. In onderstaande tabel is de verdeling naar de verschillende programma’s zichtbaar.
Subsidies naar programma's Bedragen x € 1.000
Realisatie Programma INVR04 Educatie
Begroting Begroting
2013
2014
2015
240
0
0 0
P01 Binnenstad klaar voor de toekomst
50
0
P02 Arnhem groene en duurzame stad
227
0
0
1.090
1.199
1.114
P03 Arnhem werkt! P04 Marketing Arnhem:product verhaal op orde P05 Wijkaanpak nieuwe stijl P06 Wonen in wijken P07 Participatie van kwetsbare inwoners P08 Samenh inzet op zorgtaken voor de jeugd P09 Programma overige veranderopgaven R00 Algemeen bestuur en publieke dienstverl R01 Veiligheid R02 Verkeer, vervoer en waterstaat R03 Economie R04 Educatie R05 Cultuur, recreatie en sport R06 Participatie en Maatschappel Ondersteun
685
236
769
1.386
822
1.774
513
0
0
29.746
29.837
31.174
56
0
0
0
0
0
33
35
35
180
132
18
2
0
0
901
1.300
949
251
719
425
11.627
12.947
14.866
6.060
8.609
7.067
R07 Gezondheid en Milieu
800
340
284
R08 Wonen en Ruimte
835
0
25
R09 Financien en bedrijfsvoering
350
525
220
55.032
56.702
58.721
Aan de in de bovenstaande tabellen opgenomen bedragen kunnen door derden geen rechten worden ontleend. Uw raad stelt hiermee het maximumbedrag vast dat aan subsidie verstrekt kan worden. Er wordt gesproken over ‘indicatief’. Bijzondere projecten of reguliere zaken die buiten de kernactiviteit van de instellingen vallen zijn niet inbegrepen. Tevens kunnen Rijks- en gemeenteaanpassingen (zowel beleidsmatig als financieel) een rol spelen in de uiteindelijke subsidietoewijzing.
192
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
De in de MJPB 2014 - 2017 opgenomen structurele taakstellingen vanaf 2015 op de subsidies Educatie en Jeugd ad € 0,2 miljoen, Welzijn en Zorg ad € 0,7 miljoen en Cultuur ad € 0,9 miljoen zijn in deze MJPB nader ingevuld. Op Cultuur is de gemeentelijke bijdrage aan MSSA verminderd van € 450.000 in 2015 en structureel € 500.000 vanaf 2016. Invulling van de overige taakstelling van € 450.000 in 2015 en € 400.000 structureel vanaf 2016 is in voorbereiding. Voor Educatie en Jeugd is de invulling als volgt: - Stoppen subsidie aan Marant (vanaf 2014 draagt gemeente niet meer bij aan dienst). € 48.000 vanaf 2015 - Afbouw subsidie Nivon: € 5.000 2015, € 10.000 2016, € 15.000 2017 en € 20.000 2018 - Inzet onderbesteding op jeugdwerk: besparing in 2015 ad € 25.000, oplopend naar € 35.000 vanaf 2016. - Budget brede scholen, minimaal inzetten onderuitputting subsidiegelden: besparing € 15.000 vanaf 2015 - Volksuniversiteit samenvoegen met bibliotheek: besparing op overheadkosten € 10.000 in 2016, € 20.000 in 2017, € 25.000 vanaf 2018 - Inzet nog vast te stellen componenten integraal en preventief jeugdwerk: besparing € 107.000 in 2015 aflopend naar € 57.000 in 2018 Voor wat betreft Welzijn en zorg wordt de looncompensatie over 2014 en over 2015 vanaf 2015 niet doorgegeven aan welzijnsinstellingen. Aan overige gesubsidieerde instellingen wordt alleen looncompensatie doorgegeven. Resteert nog een taakstelling van € 133.000 waaraan middels gerichte bezuinigingen door het stopzetten van bestaande uitvoerende taken, mede in relatie tot de inrichting van het nieuwe sociale domein, in overleg met de instellingen invulling zal worden gegeven. Conform afspraak uit het coalitieakkoord zullen met alle gesubsidieerde instellingen die jaarlijks meer dan € 500.000 ontvangen van de gemeente, gesprekken worden gevoerd teneinde meer efficiëntie in hun bedrijfsvoering te verkrijgen. In totaal wordt hiermee vanaf 2017 structureel € 1,5 miljoen bespaard.
193
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Deel 3. Financiële Begroting
194
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Overzicht geraamde incidentele baten en lasten. Tot de incidentele baten en lasten worden de lasten en baten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Ook de post onvoorzien wordt tot de incidentele lasten gerekend. Financiële staten De volgende overzichten zijn ter informatie opgenomen: • De geprognosticeerde balans; • Overzicht van vaste activa; • Reserves en voorzieningen; • EMU-saldo 2015.
5.1. Overzicht baten en lasten per programma Overzicht van baten en lasten per programma Het overzicht van baten en lasten is het onderdeel waarin is aangegeven tot welke bedragen de raad het college autoriseert door het vaststellen van de begroting per programma. Apart is vermeld het resultaat vóór bestemming, dus voordat toevoeging of onttrekking aan de reserves heeft plaatsgevonden en het resultaat na bestemming, nadat toevoeging of onttrekking aan reserves heeft plaatsgevonden. Op deze manier wordt voor de raad inzichtelijk gemaakt hoeveel aan de reserves wordt onttrokken of toegevoegd, zonder dat het budgetrecht voor de raad wordt aangetast.
onderwerp
Overzicht van baten en lasten per programma Het overzicht van baten en lasten is het onderdeel waarin is aangegeven tot welke bedragen de raad het college autoriseert door het vaststellen van de begroting per programma. Apart is vermeld het resultaat vóór bestemming, dus voordat toevoeging of onttrekking aan de reserves heeft plaatsgevonden en het resultaat na bestemming, nadat toevoeging of onttrekking aan reserves heeft plaatsgevonden. Op deze manier wordt voor de raad inzichtelijk gemaakt hoeveel aan de reserves wordt onttrokken of toegevoegd, zonder dat het budgetrecht voor de raad wordt aangetast.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
De financiële begroting is opgebouwd uit de volgende onderdelen.
pagina
De meerjarenprogrammabegroting is onderverdeeld in twee delen, namelijk de beleidsbegroting en de financiële begroting.
195
5. Financiële Begroting
2013
Begroting 2014 G eamendeerde
t/m R aad
M J PB 2 0 14 -‐2 0 17
3 0 juni 2 0 14
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
730
692
693
179
0
0
0
P2 Arnhem, groene en duurzame stad
899
3.564
4.453
894
0
0
0
16.747
9.298
15.948
15.412
0
0
0
1.330
1.181
1.244
1.234
0
0
0
11.107
11.491
8.893
9.578
0
0
0
561
127
127
2.627
127
0
0
43.390
41.766
43.703
33.925
16.213
0
0
79
506
53
0
0
0
0
164
473
36
35
0
0
0
9.771
9.241
9.787
9.625
9.692
8.924
8.905
R1 Veiligheid
12.677
12.364
12.533
13.535
14.671
14.647
14.623
R2 Verkeer, vervoer en waterstaat
24.055
25.540
24.843
27.738
33.931
32.605
33.045
R3 Economie
1.368
1.120
1.328
1.408
2.887
2.883
2.879
R4 Educatie
30.416
28.617
33.599
37.411
45.693
47.336
47.732
R5 Cultuur, recreatie en sport
48.688
48.387
51.960
56.658
55.881
55.798
58.428
180.397 164.597 197.556
320.346
342.717
350.620
347.512
P5 Wijkaanpak nieuwe stijl P6 Wonen in wijken P7 Participatie van kwetsbare burgers P8 Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd P9 Programma's overige veranderopgaven Reguliere programma's R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning R7 Gezondheid en milieu
33.178
40.143
32.675
33.668
34.347
36.516
36.722
R8 Wonen en ruimte
86.309
78.421
98.787
52.056
41.144
37.643
38.498
R9 Financiën en bedrijfsvoering
80.692
87.846
94.649
92.766
90.752
84.896
84.357
582.559 565.374 632.867
709.095
688.055
671.868
672.701
Totaal
onderwerp
Rekening
P1 Binnenstad klaar voor de toekomst
P4 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
x € 1.000
Programma's
P3 Arnhem werkt
pagina
Lasten
Samenvatting
Nr. Omschrijving
196
Meerjarenprogrammabegroting 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Rekening
2015
2016
2017
2018
2013
Begroting 2014
Begroting Begroting
Geamendeerde
t/m R aad
M J PB 2 014-‐2017
30 juni 2 014
2015
2016
Begroting
Begroting
2017
2018
0
0
0
0
0
0
-710
-692
-693
-179
0
0
0
362
0
354
86
0
0
0
-537
-3.564
-4.099
-808
0
0
0
15.118
12.538
13.650
766
0
0
0
-1.629
3.240
-2.298 -14.646
0
0
0
66
80
80
80
0
0
0
-1.264
-1.101
-1.164
-1.154
0
0
0
1.393
1.857
70
70
0
0
0
-9.714
-9.634
-8.823
-9.508
0
0
0
514
0
0
0
0
0
0
-47
-127
-127
-2.627
-127
0
0
9.474
6.963
8.759
7.990
594
0
0
-33.916 -34.803 -34.944 -25.935 -15.619
0
0
50
0
20
0
0
0
0
-29
-506
-33
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-164
-473
-36
-35
0
0
0
2.831
2.583
2.780
2.271
2.260
2.261
2.261
-6.940
-6.658
-7.007
-7.354
-7.432
-6.663
-6.644
477
582
400
416
1.730
1.706
1.706
15.504
24.830
15.758
13.888
13.726
13.700
13.782
-8.551
-710
570
591
591
672
558
558
558
-798
-529
6.225
2.208
6.421
7.052
13.652
13.667
13.667
-24.191 -26.409 -27.178 -30.359 -32.041 -33.669 -34.065
15.040
17.426
13.691
13.645
13.507
13.506
13.505
-33.648 -30.961 -38.269 -43.013 -42.374 -42.292 -44.923
148.867 124.258 161.246
129.263
129.572
130.165
130.165
-31.530 -40.339 -36.310 -191.083 -213.145 -220.455 -217.347
3.912
3.623
3.735
3.737
3.752
-28.545 -35.989 -28.763 -30.045 -30.612 -32.779 -32.970
79.674 102.514
58.475
53.334
48.382
51.718
288.812 291.614 300.321
456.944
455.713
447.899
442.603
585.710 569.358 630.567
695.241
688.381
675.581
673.717
75.755
4.154
onderwerp
t/m R aad 30 juni 2 014
x € 1.000
20
4.633
Geamendeerde M J PB 2 014-‐2017
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
2013
Begroting 2014
pagina
Exploitatieresultaat x € 1.000
Rekening
197
Baten
-12.200 -11.782 -12.133 -13.119 -12.941 -12.941 -12.917
-10.555
1.253
-9.085 -13.850 -20.205 -18.905 -19.263 -737
3.727
-736
6.419
-2.329
12.190
-2.325
10.739
-2.321
13.220
208.121 203.768 205.672 364.178 364.961 363.003 358.246
3.152
3.984
-2.300 -13.854
326
3.713
1.016
198
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Meerjarenprogrammabegroting 2015- 2018 Toevoeging aan reserves
Samenvatting
Nr. Omschrijving
x € 1.000
Rekening 2013
Begroting 2014 Geamendeerde
t/m Raad
MJPB 2014-2017
30 juni 2014
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
Programma's P1 Binnenstad klaar voor de toekomst P2 Arnhem, groene en duurzame stad
0 3.123
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
703
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.177
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
675
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
150
0
0
0
0
0
0
27
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.785
1.187
1.493
2.353
2.433
2.400
2.463
14
0
0
0
0
0
0
R4 Educatie
2.420
3
1.327
86
86
86
86
R5 Cultuur, recreatie en sport
6.198
460
1.107
4.868
1.067
1.128
0
R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning
3.729
0
1.000
13.250
2.300
1.200
1.180
R7 Gezondheid en milieu
4.038
7.549
7.627
3.330
112
112
112
R8 Wonen en ruimte
1.494
2.414
278
560
60
60
60
R9 Financiën en bedrijfsvoering
4.709
2.583
3.506
3.225
9.865
5.422
1.672
34.243
14.196
16.338
27.672
15.923
10.408
5.573
P3 Arnhem werkt P4 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde P5 Wijkaanpak nieuwe stijl P6 Wonen in wijken P7 Participatie van kwetsbare burgers P8 Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd P9 Programma's overige veranderopgaven Reguliere programma's R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening R1 Veiligheid R2 Verkeer, vervoer en waterstaat R3 Economie
Totaal
M J P B 2 0 14 -‐2 0 17
3 0 juni 2 0 14
2015
onderwerp
Begroting
t/m R aad
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
2013
Begroting 2014 G eamendeerde
pagina
Saldo x € 1.000
Rekening
199
Onttrekking aan reserves
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
x € 1.000
Rekening 2013
Begroting 2014 G eamendeerde
t/m R aad
M J P B 2 0 14 -‐2 0 17
3 0 juni 2 0 14
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
401
0
350
0
0
0
0
-309
-692
-343
-179
0
0
0
0
0
537
0
0
0
0
-3.660
-3.564
-3.562
-808
0
0
0
250
164
781
0
0
0
0
-2.082
3.404
-1.517
-14.646
0
0
0
65
0
0
0
0
0
0
-1.199
-1.101
-1.164
-1.154
0
0
0
920
3.827
3.539
1.995
0
0
0
-11.971
-5.807
-5.284
-7.513
0
0
0
13
75
75
2.575
75
0
0
-35
-52
-52
-52
-52
0
0
623
0
152
0
0
0
0
-33.968
-34.803
-34.792
-25.935
-15.619
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-29
-506
-33
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-314
-473
-36
-35
0
0
0
117
0
50
0
0
0
0
-6.850
-6.658
-6.957
-7.354
-7.432
-6.663
-6.644
52
0
0
0
0
0
0
-12.148
-11.782
-12.133
-13.119
-12.941
-12.941
-12.917
6.815
2.041
2.774
1.006
4.104
2.611
2.708
-5.521
144
-7.804
-15.197
-18.534
-18.694
-19.018
75
0
0
0
0
0
0
-737
-529
-737
-736
-2.329
-2.325
-2.321
2.832
159
633
82
40
46
85
-23.779
-26.253
-27.872
-30.363
-32.087
-33.709
-34.066
996
96
879
13.212
9.037
124
280
-38.850
-31.325
-38.497
-34.669
-34.404
-43.296
-44.643
664
134
440
10.016
16
16
16
-34.595
-40.205
-36.870 -194.317 -215.429 -221.639 -218.511
3.855
1.477
1.662
3.109
1.191
959
859
-28.728
-42.061
-34.728
-30.266
-29.533
-31.932
-32.223
3.131
1.573
2.445
8.051
510
2.881
655
-8.918
412
5.894
13.910
12.640
13.560
13.815
12.845
666
4.321
1.480
624
58
-46
33.654
10.212
18.638
41.526
15.597
6.695
4.557
216.257 201.851 206.487 362.433 355.720 357.639 356.528
2.563
0
0
0
0
0
0
R00 R01 R02 R04 R04 R04 R05 R05 R05 R05 R06 R06 R06 R06 R06 P07 R07 R07 R08 R09 R09 R09 R09
Incidentele lasten Bijdrage duurzaamheid krachtwijk soc. huurwoningen (D66/A01 Amendement duurzame en levensloopbestendige woningen) Waterschapsverkiezingen 2015 Faciliteren ontwikkelingen Korenmarkt Beheer openbare ruimte: diverse projecten Middelen voor 2Getthere Onderuitputting onderwijsbudget tbv 2Getthere Vrijval VVE-gelden (onderwijsachterstandenbeleid) Cultuur in Rijnboog: afwikkeling ArtA Subsidie Eusebius Dotatie aan reserve Cultuur in Rijnboog Onderhoud park Lingezegen Niet realiseren taakstelling zwerfjongeren Inzet Participatie Dotatie aan reserve voor Individuele studietoeslag Dotatie aan reserve Innovaties sociaal domein Wijkgericht werken Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg Dotatie aan BR Gemeentelijk rioleringsplan Dotatie aan reserve DU Gezond in de stad Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Vertraagd realiseren digitalisering werkprocessen Optimaliseren cameratoezicht Dotatie ISV-stelpost aan algemene reserve Dotatie aan algemene reserve obv financieel beeld MJPB 2015-2018 Totaal incidentele lasten
Incidentele baten Onttrekking aan BR Volkshuisvesting (Amend. duurzame en levensloopbestendige woningen) Onttrekking aan BR Stimulering Woningbouw (D66/A01 Amendement duurzame en levensloopbestendige woningen) R00 Bijdrage in gemeentefonds voor waterschapsverkiezingen 2015 R02 Onttrekking aan BR Buitengewoon Beter R02 Onttrekking aan BR Bereikbaarheidsfonds R04 Inzet middelen regiocontract provincie tbv 2Getthere R05 Onttrekking aan BR Beeldende kunst R05 Onttrekking aan BR Cultuur in Rijnboog, kapitaallasten Musis worden structureel ingeraamd R06 Inzet Participatie R06 Wijkgericht werken R07 Onttrekking aan BR huishoudelijk afval R07 Onttrekking aan BR Omgevingslawaai R07 Vrijval BR Ondergronds Afval Transport R08 Onttrekking aan BR Risico en beheer Arnhem Centraal tbv OV-terminal R08 Vrijval BR Niet gesprongen explosieven, risico opgenomen in risicoprofiel R08 Onttrekking aan BR Wonen boven winkels R08 Onttrekking aan BR Volkshuisvesting R09 Verhoging DU Gezond in de stad R09 Bijdrage in gemeentefonds voor individuele studietoeslag R09 Opbrengst verkoop vastgoed R09 Onttrekking aan BR kapitaallasten DIGA R09 Onttrekking aan algemene reserve tbv BR sociaal domein R09 Onttrekking aan algemene reserve obv financieel beeld MJPB 2015-2018 R09 Diverse onttrekkingen aan de algemene reserve R09 Onvoorzien Totaal incidentele baten Per saldo hogere incidentele baten in 2015/2016 en hogere incidentele lasten vanaf 2017 P06 P06
2016
2017
2018
bedragen x € 1.000
-2.500 -90 -50 -434 -350 235 1.000 -3.288 -336 0 -35 -50 -69 -99 -13.250 -652 -150 -3.222 -106 -46 -50 -50 0 0 -23.593
0 0 0 0 0 1.000 0 0 0 -35 0 0 -290 -2.300 -66 0 -112 -106 0 -150 0 -5.381 0 -7.439
0 0 0 0 0 0 0 0 -1.102 0 0 0 -457 -1.200 0 0 -112 -106 0 0 0 0 -563 -3.540
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -535 -1.180 0 0 -112 0 0 0 0 0 0 -1.827
0 2.079 0 0 23 7.850 0 0 250 82 0 0 0 0 75 106 290 0 0 0 563 0 272 11.590 4.150
0 0 0 0 0 0 0 0 100 0 0 0 0 0 0 106 457 0 0 0 0
0 0 0 0 0 183 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 535 0 0 0 0 462 272 1.452 -375
1.900 600 90 1.829 247 115 23 8.223 69 640 250 0 2.000 5.400 1.000 127 75 106 99 2.455 378 10.000 0 1.039 272 36.938 13.344
272 935 -2.605
onderwerp
P06
2015
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Programma Incidentele lasten
pagina
Overzicht geraamde incidentele baten en lasten. Tot de incidentele baten en lasten worden de lasten en baten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Daarnaast worden toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves en dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende bestemmingsreservegedurende een periode van maximaal drie jaar met als doel het dekken van structurele lasten. Meerjarige tijdelijke geldstromen, waarvan de eindigheid vastligt vanwege een raadsbesluit en/of toekenningsbesluit worden ook geclassificeerd als incidentele lasten en baten, ook als de geldstroom (nog) langer is dan drie jaar. De post onvoorzien wordt tot de incidentele lasten gerekend.
200
5.2. Overzicht van incidentele baten en lasten
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
In dit hoofdstuk zijn de volgende overzichten opgenomen: • De geprognosticeerde balans; • Overzicht van vaste activa; • Reserves en voorzieningen; • EMU-saldo 2015
201
5.3 Financiële staten
202
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
5.3.1 Geprognosticeerde balans
activa bedragen x € 1000 31-12-2014
31-12-2015
656.610
675.086
55.263
59.002
89.583
91.490
801.456
825.578
Onderhanden w erk
90.000
100.000
Voorraden
37.600
38.600
Kortlopende vorderingen
60.000
56.000
1.500
1.500
189.100
196.100
990.556
1.021.678
Vaste activa Materiële vaste activa: Investeringen met een economisch nut Investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut Financiële vaste activa Immateriële vaste activa
Totaal vaste activa Vlottende activa
Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa
TOTAAL
203
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
passiva bedragen x € 1000 31-12-2014
31-12-2015
Algemene reserves
44.109
35.684
Bestemmingsreserves
94.700
89.271
138.809
124.955
9.084
9.529
Langlopende schulden
698.563
741.094
Totaal vaste passiva
846.456
875.578
Kortlopende schulden
28.100
18.827
Liquide middelen
50.000
60.273
Overlopende passiva
66.000
67.000
144.100
146.100
990.556
1.021.678
Eigen vermogen
Totaal eigen vermogen Voorzieningen
Vlottende passiva
Totaal vlottende passiva
TOTAAL
204
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
5.3.2 Vaste activa
Vaste activa
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Aanschafwaarde
Investering
Desinvestering
Aanschafwaarde
01-01-2015
2015
2015
31-12-2015
Omschrijving
Immateriële vaste activa
0
0
0
0
80.553 0
2.215
0
82.768
0
0
- Bedrijfsgebouwen
0
492.623
20.022
0
512.645
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
193.791
9.566
0
203.357
2.188
583
0
2.771
31.706
7.990
0
39.696
35.953
3.567
0
39.520
836.815
43.943
0
880.758
Materiële vaste activa: Investeringen met een economisch nut : - Gronden en terreinen - Woonruimten
- Vervoermiddelen - Machines, apparaten en installaties - Overige materiële vaste activa Totaal investeringen met een economisch nut Investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut : - Gronden en terreinen
0
0
0
0
- Woonruimten
0
0
0
0
- Bedrijfsgebouwen - Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
0
0
0
0
71.709
6.444
0
78.153
- Vervoermiddelen
0
0
0
0
- Machines, apparaten en installaties
0
0
0
0
- Overige materiële vaste activa Totaal investeringen openb. ruimte met maatschappelijk nut Totaal materiële vaste activa
175
0
0
175
71.884
6.444
0
78.328
908.699
50.387
0
959.086
1.242
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen aan : 1.242
0
0
-Gemeenschappelijke regelingen
-Deelnemingen
0
0
0
0
-Overige verbonden partijen
0
0
0
0
1.242
0
0
1.242 13.939
Totaal kapitaalverstrekkingen Leningen aan :
14.069
0
129
-Deelnemingen
-Woningbouwcorporaties
0
0
0
0
-Overige verbonden partijen
0
0
0
0
Totaal leningen aan
14.069
0
129
13.939
Overige langlopende leningen
34.577
1.926
32.651
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
35.000
5.000
5.000
35.000
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
10.634
4.500
0
15.134
Totaal financiële vaste activa
95.521
9.500
7.055
97.966
1.004.220
59.887
7.055
1.057.052
Totaal vaste activa
Boekwaarde
Boekwaarde
Rente 2015
01-01-2015
2015
invest. 2015
31-12-2015
01-01-2015
31-12-2015
5,25%
0
0
0
0
0
0
0
15.966
0
0
15.966
64.588
66.803
3.391
0
0
0
0
0
0
0
101.813
12.941
0
114.754
390.810
397.891
20.518
35.350
5.278
0
40.628
158.441
162.729
8.318
764
283
0
1.047
1.425
1.725
75
15.047
4.482
0
19.530
16.658
20.166
875
11.264
2.483
0
13.747
24.688
25.773
1.296
180.205
25.467
0
205.671
656.610
675.086
34.472
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16.516
2.687
0
19.204
55.192
58.949
2.898
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
105
18
0
123
70
53
4
16.622
2.705
0
19.327
55.263
59.002
2.901
196.826
28.172
0
224.998
711.873
734.088
37.373
0
0
0
0
1.242
1.242
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.242
1.242
0
0
0
0
0
14.069
13.939
739
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
14.069
13.939
739
0
0
0
0
34.577
32.651
1.815
0
0
0
0
35.000
35.000
1.838
5.939
538
0
6.476
4.695
8.657
246
5.939
538
0
6.476
89.583
91.490
4.638
202.765
28.710
0
231.474
801.455
825.578
42.011
onderwerp
Afschrijving
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Afschrijv. des-
pagina
Afschrijving
205
bedragen x € 1.000
Afschrijving
Begrote mutaties 2015 31-12-2015 /
Stand per
Begrote mutaties 2016 31-12-2016 /
Stand per
Begrote mutaties 2017 31-12-2017 /
Stand per
Begrote mutaties 2018
Stand per 31-12-2018 /
96.472 140.632
Bestemmingreserves (BR)
Totaal Reserves
8.495
44.160
Algemene Reserve (AR)
1
2.568
548
16.146
13.578
2
2.619
-41
17.969
15.350
3
9.084
138.809
94.700
44.109
4 (1+2-3)
2.615
548
27.673
25.058
5
103
41.527
30.487
11.040
6
9.529
124.955
89.271
35.684
7 (4+5-6)
6.860
9.064
548
15.924
8
563
153
15.597
15.034
9
9.924
125.282
81.097
44.185
10 (7+8+9)
548
10.409
5.956
4.453
11
0
153
6.694
6.694
12
10.319
128.997
80.359
48.638
13 (10+11+12)
832
548
5.674
4.842
14
49.470 80.544 130.014
10.714
4.657 4.657
153
16 (13+14+15)
0
15
onderwerp
Totaal Voorzieningen
31-12-2014 /
Stand per
01-01-2014 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2015 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2016 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2017 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2018 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2019
Begrote mutaties 2014
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Omschrijving
stand per
JV 2013
bedragen x € 1.000
pagina
Reserves en voorzieningen
Reserve en Voorzieningen Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
206
5.3.3. Reserves en voorzieningen
Totaal Algemene Reserve
150
Onderzoek Rekenkamer
111
Beeldende Kunst
179
439
333
613
990
1.802
Maatschappelijke opvang
Arnhems samenlevingsbeleid
Wijkfondsen
Bewonersbudgetten
Pakketmaatregelen WMO
Beschermd en Weerbaar
2.032
1.488
Huishoudelijk afval
106
25
2.000
Ondergronds Afval Transport
Toezicht peuterspeelzalen en gastouderopvang
Volksgezondheid regio focuspunten
Innovatie Sociaal domein
456
164
610
0
20
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.000
0
0
0
0
28
0
1.079
0
0
0
0
0
1.324
0
3
0
0
0
1.493
0
0
0
0
Renterisico stadsbank
Herstructurering OGGz
0 0
250
0
424
Participatie (was WWB Werkdeel )
Van Diemenhof
Monumentale kunsten
Groenfonds
7.510
0
Verzelfstandiging Domein
Rijnboog
3.862
11.891
787
Renovatie Musis Sacrum
Cultuur in Rijnboog
Kunstgrasvelden
36
136
Kunstmanifestaties
Nationaal actieplan Sport en bewegen
756
Kapitaallasten onderwijs
21
108
Combinatiefuncties brede scholen
Sport
518
Investering Brede scholen
88
310
Sociaal Economisch Fonds
Evenementen
930
2.072
195
Groot onderh. en vervanging Openbare Ruimte
Bereikbaarheid
Integrale veiligheid
40
150
Raad
7.899
2.568
44.160
Veilig ondernemen
2.568
2
44.160
1
Buitengewoon Beter
Bestemmingsreserves
Algemene Reserve
Algemene Reserve
Omschrijving 3
0
160
0
0
0
0
50
0
0
0
419
0
0
0
16
0
296
0
0
0
26
70
0
0
0
0
0
0
133
0
20
0
3.014
0
0
0
0
2.800
2.619
2.619
1.488
1.892
106
25
2.000
456
1.752
990
613
333
20
179
1.610
164
234
0
128
7.510
28
3.862
12.944
717
36
21
111
136
2.080
108
388
88
290
930
551
195
40
150
150
5.099
44.109
44.109
4 (1+2-3)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.868
0
0
0
0
0
86
0
0
0
0
0
1.953
0
0
0
0
400
2.615
2.615
0
108
0
0
13.250
5
250
2.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
0
0
0
0
3.862
9.229
70
0
0
23
0
82
0
0
0
0
0
772
0
0
0
0
2.229
11.040
11.040
6
1.238
0
106
25
15.250
456
1.752
990
613
333
20
179
1.610
164
218
0
128
7.510
28
0
8.583
647
36
21
88
136
2.084
108
388
88
290
930
1.732
195
40
150
150
3.270
35.684
35.684
7 (4+5-6)
Stand per 31-12-2015 / Toevoegingen Onttrekkingen 01-01-2016
Begrote mutaties 2015
8
0
0
0
0
2.300
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.067
0
0
0
0
0
86
0
0
0
0
0
2.433
0
0
0
0
0
9.064
9.064
9
250
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
0
0
0
0
0
8.917
70
0
0
23
0
39
0
0
0
0
0
2.025
0
0
0
0
2.079
563
563
988
0
106
25
17.550
456
1.752
990
613
333
20
179
1.610
164
202
0
128
7.510
28
0
733
577
36
21
65
136
2.131
108
388
88
290
930
2.140
195
40
150
150
1.191
44.185
44.185
10 (7+8+9)
Stand per 31-12-2016 / Toevoegingen Onttrekkingen 01-01-2017
Begrote mutaties 2016
11
0
0
0
0
1.200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.128
0
0
0
0
0
86
0
0
0
0
0
2.401
0
0
0
0
0
4.453
4.453
12
100
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
0
0
0
0
0
26
70
0
0
0
0
45
0
0
0
0
0
2.611
0
0
0
0
0
0
0
888
0
106
25
18.750
456
1.752
990
613
333
20
179
1.610
164
186
0
128
7.510
28
0
1.835
507
36
21
65
136
2.172
108
388
88
290
930
1.930
195
40
150
150
1.191
48.638
48.638
13 (10+11+12)
Stand per 31-12-2017 / Toevoegingen Onttrekkingen 01-01-2018
Begrote mutaties 2017
14
0
0
0
0
1.180
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
86
0
0
0
0
0
2.463
0
0
0
0
0
832
832
15
25 106 0 888
0 0 0
0 0
456 19.930
0
990 1.752
0
613
0 0
20 333
0
179
0 0
164 1.610
0 0
0 170
128
0 16
7.510
0 0
0 28
0
1.652
183 0
36 437
21
0 70
65
0 0
136
0
0
108
88 388
0
2.174
290
0
0
930
0
84
1.685
2.708
150
0
40
150
0
195
1.191
0
0
49.470
0
0
49.470
16 (13+14+15)
Stand per 31-12-2018 / 01-01-2019
0
Toevoegingen Onttrekkingen
Begrote mutaties 2018
onderwerp
Stand per 31-12-2014 / Toevoegingen Onttrekkingen 01-01-2015
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Begrote mutaties 2014
pagina
JV 2013 stand per 01-01-2014
207
Reserves
218 927
Omgevingslawaai
Wonen boven winkels
2.985 2.005 1.000
Startersleningen
Stimulering woningbouw
Niet Gesprongen Explosieven
Totaal bestemmingsreserves
Totaal Reserves
ICT
16.146
13.578
96.472 140.632
1.000
0
-62
0
0
0
0
0
0
60
0
24
0
2
0
0
0
0
7.607
0
755
1.688
Kapitaallasten diga
6.357
Frictiekosten en Organisatie-ontwikkeling
0
Taakmutaties Gemeentefonds-Overloop
Bouw- en sloopleges
789
2.396
Vastgoed
2.260
0
Strategische posities
Volkshuisvesting
0
Voorstudies
Herstructureringsgebieden
0
Grondexploitatie
6.860
249
Duurzame energiemaatregelen
Risicobeheer Arnhem Centraal
18.502
GRP-dekking kapitaallasten
0
378
0
4.969
0
515
0
155
444
500
0
0
0
2
0
0
35
31
1.317
17.969
15.350
3
138.809
94.700
1.000
377
1.626
1.388
0
274
1.000
1.850
2.541
1.956
2.260
24
0
0
6.860
927
183
218
24.792
4 (1+2-3)
0
0
406
205
0
0
0
0
0
60
0
0
0
0
500
0
0
0
3.222
27.673
25.058
5
63
377
0
0
0
0
1.000
1.175
449
1.975
0
0
0
0
5.900
127
0
29
859
41.527
30.487
6
124.955
89.271
937
0
2.032
1.593
0
274
0
675
2.092
41
2.260
24
0
0
1.460
800
183
189
27.155
7 (4+5-6)
6.860
0
0
406
396
0
0
0
0
0
60
0
0
0
0
0
0
0
0
112
15.924
8
61
0
0
0
0
0
0
25
485
75
0
0
0
0
0
0
82
28
859
15.597
15.034
9
125.282
81.097
876
0
2.438
1.989
0
274
0
650
1.607
26
2.260
24
0
0
1.460
800
101
161
26.408
10 (7+8+9)
5.956
0
0
406
563
0
0
0
0
0
60
0
0
0
0
0
0
0
0
112
10.409
11
0
0
0
0
0
0
28
859
6.694
6.694
58
0
0
0
0
0
0
25
521
75
2.260
12
128.997
80.359
818
0
2.844
2.552
0
274
0
625
1.086
11
0
24
0
0
1.460
800
101
133
25.661
13 (10+11+12)
14
4.657
5.674
0
406
4.657
0
535
4.842
0
0
0
0
0
55
0
0
0
25
0
555 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
75
0
0
0
0
0
60
24
0
0
130.014
80.544
763
0
3.250
3.087
0
274
0
600
531
-4
0
0
1.460
800
101
106
27
0
24.914
859
16 (13+14+15)
112
15
onderwerp
2
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
1
pagina
Omschrijving
Begrote mutaties 2014 Begrote mutaties 2015 Begrote mutaties 2016 Begrote mutaties 2017 Begrote mutaties 2018 JV 2013 Stand per Stand per Stand per Stand per Stand per stand per 31-12-2014 / 31-12-2015 / 31-12-2016 / 31-12-2017 / 31-12-2018 / 01-01-2014 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2015 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2016 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2017 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2018 ToevoegingenOnttrekkingen 01-01-2019
208
Reserves
209
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
5.3.4 EMU-saldo 2015 Sinds 1999 bestaat de Economische en Monetaire Unie (EMU), die in Europa verantwoordelijk is voor het gezamenlijke monetaire beleid van de deelnemende landen. Deze EMU-landen zijn gehouden aan de –met elkaar afgesproken– eis om het begrotingstekort van de overheid niet te laten stijgen boven de 3 % van het bruto binnenlands product (BBP). Deze grens van 3 % geldt voor de gehele overheid, dus inclusief de gemeenten, provincies en waterschappen. In 2011 hebben de Europese regeringsleiders deze afspraak herbevestigd nadat een groot aantal landen als gevolg van de economische crisis een EMU-tekort presenteerde dat hoger was dan de overeengekomen 3 %. De afspraak is in Nederland vertaald in de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof), die op 1 januari 2014 van kracht is geworden. Eén van de uitwerkingen van de Wet hof is de verplichting voor decentrale overheden, waaronder gemeenten, in de begroting het EMU-saldo te presenteren, dat voortvloeit uit die begroting. Het EMU-saldo wordt berekend op een manier die afwijkt van de manier waarop bij gemeenten het begrotingsresultaat wordt bepaald. Decentrale overheden zijn gehouden aan de regelgeving in het BBV, dat uitgaat van een stelsel van baten en lasten. Het zogenaamde EMU-saldo is een saldo van inkomsten en uitgaven (dus op kasbasis) en om dat te kunnen bepalen uitgaande van het begrote saldo van lasten en baten is een nadere berekening nodig. In het overzicht is het EMU-saldo berekend voor de jaren 2014 tot en met 2016, zoals dat voortvloeit uit deze begroting. 2014
2015
2016 x € 1.000
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd In mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinst op grondverkopen Betalingen ten laste van de voorzieningen Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten Berekend EMU-saldo
3.984 26.200 548 -110.489
-13.854 28.712 548 -54.888
326 30.479 548 -28.806
41
-103
-153
-79.716
-39.585
2.394
Voor de decentrale overheden is door de Rijksoverheid de zogenoemde macroreferentiewaarde in 2014 en 2015 vastgesteld op 0,5 % van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Voor de gezamenlijkheid van Nederlandse gemeenten is in overleg van de decentrale overheden de macroreferentiewaarde bepaald op 0,32 %. De macroreferentiewaarde van 0,32 % wordt naar rato van het lastentotaal van de begroting verdeeld over de gemeenten, wat voor Arnhem een individuele referentiewaarde geeft van € 25.432.000. Overschrijden van de individuele referentiewaarde hoeft niet meteen te betekenen dat de gemeente zal worden geconfronteerd met repercussies. Daarvan zal pas sprake zijn wanneer Nederland als geheel de Europese norm overschrijdt èn de decentrale overheden de aan hen toegekende macroreferentiewaarde overschrijden. In de begrotingen voor 2015 wordt het toegestane EMU-tekort overschreden als gevolg van onder andere de volgende investeringen: - Nieuwbouw brandweerkazerne € 16,8 miljoen; - Verkeersinvesteringen € 7,3 miljoen; - Gemeentelijk rioleringsplan € 7,5 miljoen; - OV terminal Arnhem Centraal € 4,5 miljoen; en verder een grote reeks van verhoudingsgewijs kleine investeringen. In de Wet hof is opgenomen dat het toegestane EMU-saldo van Nederland zich dient te ontwikkelen conform het in Europees verband afgesproken groeipad om te komen tot het Medium Term Objective (MTO) van gemiddeld 0 % BBP (variërend tussen -/- 0,5 % en + 0,5 %). Dit groeipad zal in overleg vertaald worden naar de macroreferentiewaarde voor decentrale overheden. In het financieel akkoord dat de decentrale overheden met het Rijk hebben afgesloten op 18 januari 2013 is afgesproken dat pas een volgend kabinet kan inzetten op een verlaging van het EMU-saldo van de decentrale overheden. Een afbouw van de referentiewaarde zal grote gevolgen hebben voor de ruimte voor de gemeente om investeringen te doen ongeacht de dekking die daarvoor aanwezig is in de MJPB.
210
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Door de bevriezing van de macroreferentiewaarde tot en met 2015 op 0,5 % van het BBP heeft de gemeente de tijd om gedegen te onderzoeken hoe de Wet hof moet worden opgenomen in het gemeentelijk (investerings-) beleid en dus op welke manier moet worden omgegaan met het EMU-saldo van de gemeente. Op basis van de huidige investeringsplanning verwacht de gemeente in 2016 een positief EMU-saldo te behalen en dus ruim onder de voor dat jaar nog vast te stellen individuele referentiewaarde te blijven. Dat neemt niet weg dat voor de komende jaren gezocht zal moeten worden naar alternatieve manieren om investeringen te realiseren, want er zullen weer jaren voorkomen met meer gewenste investeringen dan in 2016 wordt voorzien met bijgevolg weer een negatief EMU-saldo. Voor de hand liggen oplossingen in de sfeer van PPS’en of vormen van huur of lease. In die gevallen komen de investeringen niet in de boeken van de gemeente en tellen dus niet mee voor de bepaling van het EMU-saldo. De hiervoor benodigde samenwerking met marktpartijen vraagt om heel nauwkeurige definiëring van de kwaliteitseisen van de gezamenlijk te realiseren investeringen.
211
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Bijlagen
212
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
213
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Bijlage 1 Portefeuilleverdeling Herman Kaiser Portefeuille: • Veiligheid en veiligheidshuis • Regionale samenwerking • Externe relaties • Integriteit • Lobby • G32 Algemeen bestuur Gerrie Elfrink Portefeuille: • Cultuur en erfgoed • Sport • Wonen en vastgoed • Evenementen • Armoedebeleid (inclusief schulddienstverlening) • G32 Fysieke pijler • Overige projecten • 1e loco Wijkwethouder voor: • Alteveer/Cranevelt • Vredenburg/Kronenburg/Holthuizen • Immerloo/Duifje Martijn Leisink Portefeuille: • Financiën • Grondzaken • Bedrijfsvoering, ICT • Privacy • Jeugd en jeugdzorg • 2e loco Wijkwethouder voor: • Hoogkamp, Burgemeesterskwartier, Transvaal, Schaarsbergen • De Laar • Elden Henk Kok Portefeuille: • Duurzaamheid (natuur & milieu) • Zorg en welzijn (+ decentralisatie AWBZ) • Coördinerend wethouder decentralisaties • Wijkzaken • Lingezegen • Project Stadsblokken-Meinerswijk • G32 Sociale pijler • 3e loco Wijkwethouder voor: • Het Arnhemse Broek • Geitenkamp/Monnikenhuizen/Velperweg e.o. • Klarendal
Alex Mink Portefeuille: • Ruimtelijke ordening • Mobiliteit • Personeel en organisatie • Project Malburgen • Project Presikhaaf • Stadsregio • Vergunningen en handhaving/ODRA Wijkwethouder voor: • Malburgen • St. Marten/Sonsbeek • Rijkerswoerd
onderwerp
Wijkwethouder voor: • Binnenstad (centrum) • Elderveld • Spijkerkwartier
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Hans Giesing Portefeuille: • Economische zaken • Onderwijs (+bibliotheek, volksuniversiteit) • Diversiteit en emancipatie • Project Oostelijk Centrumgebied • G32 Economische pijler
pagina
Wijkwethouder voor: • Schuytgraaf • Presikhaaf • Arnhem West (Lombok, Heijenoord, Klingelbeek, Het Dorp, Mariëndaal)
214
Ine van Burgsteden Portefeuille: • Publieke dienstverlening • Openbare ruimte • Toerisme en recreatie • Werk en inkomen (+participatiewet) • Project Kleefse Waard • Project Centrum Zuid • Communicatie • Dierenwelzijn • 4e loco
215
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Bijlage 2 Ontwikkelingen meicirculaire en overzicht (mutaties in) decentralisatie- en integratie-uitkeringen Gemeentefonds In deze bijlage worden de belangrijkste ontwikkelingen in de meicirculaire geschetst en worden de (mutaties in) decentralisatie- en integratie-uitkeringen in het gemeentefonds toegelicht. 2.1 Ontwikkeling accres De Voorjaarsnota van het Rijk resulteert voor de jaren 2015 en voor de jaren daarna in een hoger accres dan in september 2013 werd voorzien. Deels is deze toename van het accres al meegenomen bij de prognose van de decembercirculaire (verwerking Herfstakkoord). De oorzaken van het hogere accres vanaf 2015 zijn divers en ontstaan door een verhoging (per saldo) van de netto begrote rijksuitgaven. Hogere lasten, zoals structureel hogere loonontwikkelingen en hogere uitgaven Wajong vanaf 2016 zorgen voor stijging van het accres. Er zijn ook meevallers die het accres drukken, zoals op de dividenden van staatsdeelnemingen en hogere winstafdracht DNB. Tot slot zijn er door het rijk kasschuiven op de begrotingen van de Ministeries van Infrastructuur en Milieu en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegepast. In onderstaande tabel uit de meicirculaire worden de accressen meerjarig in beeld gebracht:
Behalve door het accres wordt de financiële ruimte voor 2015 mede bepaald door enkele ombuigingen op de algemene uitkering vanwege het Regeerakkoord. Deze ombuigingen, in verband met de onderwijshuisvesting, lagere apparaatskosten door opschaling (kleine) gemeenten en het BTW-compensatiefonds, zijn reeds in eerdere circulaires bekend gemaakt en in de vorige MJPB verwerkt. 2.2 Groot onderhoud gemeentefonds De afgelopen jaren is groot onderhoud van het gemeentefonds uitgevoerd. Inmiddels hebben de fondsbeheerders besloten dat dit voor het grootste deel van het gemeentefonds in 2015 zal worden verwerkt. Het groot onderhoud wordt voortgezet om in 2016 hetzelfde te realiseren voor het resterende deel van het gemeentefonds. Concreet betekent dit dat het verdeelstelsel is aangepast in verband met de positie van de vier grote gemeenten en met het oog op het gebruik van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Om herverdeeleffecten op te vangen is een overgangsregeling toegepast. Deze beperkt de gevolgen van jaar op jaar tot het bestuurlijk overeengekomen maximale nadeel van f 15 per inwoner. Voor Arnhem geldt een zeer beperkt nadelig herverdeeleffect van f 1 per inwoner. Dit in tegenstelling tot de eerdere berichtgeving van het Ministerie van BZK, gebaseerd op cijfers van 2010, waarin gesproken werd van f 8 per inwoner. Arnhem groeit in twee jaar in na het nadeel van f 1 per inwoner. Arnhem ontvangt in 2015 een suppletie-uitkering van f 40.000. Samen met het groot onderhoud is ook besloten om de gemeente Almere f 7 miljoen toe te kennen in het kader van hun groeiopgave. Dit bedrag wordt uit de algemene uitkering gehaald vanaf 2015 en kost Arnhem structureel circa f 120.000. De Raad voor de Financiële Verhoudingen (RvF) heeft hierop overigens in haar brief van 14 april 2014 aan minister Plasterk als volgt gereageerd: ‘De Raad acht de uitname uit de algemene uitkering voor de bekostiging van de groeitaakstelling van Almere in strijd met de principes van de financiële verhoudingen. Het gemeentefonds is geen pinautomaat waarbij afzonderlijke gemeenten door het Rijk kunnen worden gecompenseerd voor veronderstelde kosten.’ 2.3 Ontwikkeling belangrijkste maatstaven De algemene uitkering van het gemeentefonds wordt bepaald op basis van meerdere verdeelmaatstaven. Voor een juiste raming en inschatting van het gemeentefonds voor de komende jaren is het van belang de ontwikkelingen van deze maatstaven voor Arnhem goed in te schatten. Hieronder wordt van de belangrijkste aangegeven welke ramingen in de berekening zijn gehanteerd. Het gaat hier om de groei van het aantal woningen en van het aantal inwoners, de Woz-waarde en het aantal bijstandsgerechtigden. 2.3.1 Ontwikkeling woningen Voor de meerjarige ontwikkeling van het aantal woningen is een raming gemaakt van de verwachte nieuwbouw en de sloop in de diverse woningbouwprojecten. Vanaf 2015 wordt de maatstaf woningen gewijzigd. Tot en met 2014 gold hiervoor het totaal aantal woningen in een gemeente. Vanaf 2015 moet voor deze registratie aangesloten worden bij de definities die binnen de Basisadministratie Adressen en Gebouwen
216
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
(BAG) hiervoor zijn opgesteld. Concreet geldt dat meetellen: - het aantal verblijfsobjecten met woonfunctie; - het aantal verblijfsobjecten met logiesfunctie (ten behoeve van recreatiewoningen). Deze aantallen vallen in totaal voor Arnhem lager uit dan het totaal aantal woningen dat in de maatstaf tot en met 2014 meegenomen mocht worden. Deels wordt dit gecompenseerd door een stijging van het gewicht op de nieuwe maatstaf en het meenemen van nieuwe maatstaven (particuliere en institutionele huishoudens) bij andere clusters binnen de algemene uitkering. Bij de meerjarige prognose voor de verblijfsobjecten met woonfunctie gaan we uit van de volgende aantallen: Ontwikkeling aantal woningen
2014
2015
2016
2017
2018
Nieuwbouw planvoorraad sloop netto aantal woningen op basis van planvoorraad waarvan onzekerheidsfactor groot is
750 204 546 -150
750 484 266 -200
750 0 750 -200
600 58 542 -250
600 58 542 -250
396
66
550
292
292
netto effect: nieuwbouw minus sloop
2.3.2 Ontwikkeling inwoners Bij de prognose van het aantal inwoners (per 1 januari) wordt naast de natuurlijke aanwas en het migratiesaldo ook rekening gehouden met de toename van het aantal woningen. In de doorrekening van het gemeentefonds is uitgegaan van de onderstaande ontwikkeling van het inwoneraantal. Daarbij geldt dat 2014 een feitelijke waarneming betreft en dat het vanaf 2015 om een prognose gaat (betreft telkens de stand op 1 januari van het genoemde jaar): Prognose aantal inwoners naar leeftijdsklasse gemeente Arnhem Bron: gemeentelijke bevolkingsprognose 2013 O&S jaar
leeftijd < 20
2014 2015 2016 2017 2018
20 t/m 64
33192 33600 33900 34200 34400
> 64
96708 96900 97200 97500 97700
20928 21300 21800 22300 22700
75 t/m 84 6323 6400 6500 6600 6600
totaal 150828 151800 152900 153900 154800
Ontwikkeling Woz-waarde In het kader van de actualisatie van verdeelmaatstaven gaan we voor Arnhem uit van de informatie van mei 2014 over de waarde van de objecten. Het grootste deel hiervan is reeds gewaardeerd, daarnaast is ingeschat welk deel nog getaxeerd moet worden. Objecten Woningen Niet-woningen
Getaxeerd 12.245.687 4.379.571
Nog te taxeren per Totaal verwacht (* € 1 mei 2014 1.000) 113.000 12.358.687 526.000 4.905.571
Ten opzichte van 2013 is de waarde van de woningen gedaald met 3,5 %. Dit is het gevolg van de landelijke waardedaling van woningen. De waarde van de niet-woningen is ten opzichte van 2013 in waarde ook gedaald, maar per saldo wel toegenomen als gevolg van nieuwbouw (ruim f 200 miljoen). 2.3.3 Ontwikkeling bijstandsgerechtigden De peildatum in de algemene uitkering voor het aantal bijstandsgerechtigden is 1 januari van het betreffende jaar. Voor 2014 is het aantal dus al een hard gegeven. Voor de prognose van het aantal bijstandsgerechtigden vanaf 2015 is aangesloten bij de cijfers van het Centraal Economisch Plan (CEP) van maart 2014. Dit raamt een stijging van 6,6 % landelijk over 2014. Doorvertaald naar Arnhem wordt in 2014 een eindstand van 6.974 WWB-ers gerealiseerd (dit telt dus mee voor 2015). Voor de jaren daarna wordt opnieuw een stijging verwacht, welke geleidelijk zal afvlakken: Bijstandsgerechtigden
2014
2015
2016
2017
2018
op basis van eindstand: Prognose WWB-aantal voor GF
2013 6402
2014 6974
2015 7200
2016 7300
2017 7300
217
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
2.4 Decentralisatie-uitkeringen - De decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad wordt voor de jaren 2014 tot en met 2017 verdubbeld. Voor Arnhem betekent dit een verhoging van g 106.000 over deze jaren. In overleg met programma- management wordt een nader voorstel gedaan voor de invulling en besteding van deze middelen. Voorlopig worden (in afwachting van dit voorstel) in deze MJPB de extra middelen overgeheveld naar de bestemmingsreserve taakmutaties gemeentefonds. - De decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang wordt vanaf 2015 verhoogd met jaarlijks g 1,6 miljoen. De centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang krijgen te maken met een nieuwe verdeling van de middelen. Om naar de situatie toe te groeien zijn extra middelen ter beschikking gesteld. Daarnaast is een deel van het sociaal deelfonds Wmo 2015 toebedeeld aan de DU Maatschappelijke opvang (te centraliseren middelen uit Awbz). -
Het macrobudget voor Vrouwenopvang groeit geleidelijk toe naar een nieuwe verdeling. Dit betekent een verlaging van het budget voor Arnhem van bijna g 4,7 miljoen in 2015 naar g 3,7 miljoen in 2018. Hierin is een kleine ophoging opgenomen als gevolg van de toevoeging van de te centraliseren middelen Awbz, ook onderdeel van het sociaal deelfonds Wmo 2015. Op de verlaging van het budget is geanticipeerd in samenwerking met de drie andere betrokken centrumgemeenten (Nijmegen, Apeldoorn, Ede) en de betrokken instelling (Moviera).
2.5 Integratie-uitkeringen - De integratie-uitkering WMO wordt vanaf 2015 met 40 % gekort vanwege de bezuiniging op de huishoudelijke hulp. Daarnaast vindt indexatie plaats en worden extra middelen toegekend als gevolg van de extramuralisering van de lichte zorgzwaartepakketten. Het budget voor de sociale wijkteams en het budget voor de afschaffing van de Wtcg en CER loopt vanaf 2015 via het sociaal deelfonds. Voor Arnhem betekent dit een verlaging van het budget in 2015 van g 3,485 miljoen. Er is in het beeld reeds rekening gehouden met een korting van g 750.000, waardoor de door het beleidsveld op te vangen korting vanaf 2015 neerkomt op g 2,7 miljoen. Vanaf het jaar 2016 kan deze verlaging volledig opgevangen worden door het beleidsveld, omdat er dan ruimte wordt voorzien binnen de nieuwe contracten en aanbesteding. In 2015 is de ruimte aanwezig vanuit de eigen bijdragen (die naar verwachting op niveau blijven) en voordelen over het jaar 2014 die gereserveerd zullen moeten worden voor 2015. - Sociaal deelfonds De decentralisaties (jeugdzorg, participatie, Wmo 2015) worden vanaf 2015 opgenomen in het gemeen- tefonds en zoveel mogelijk ontschot tot één integraal budget: het sociaal deelfonds. De middelen mogen uitsluitend worden besteed aan taken die in de Wmo 2015 en de Jeugdwet aan gemeenten zijn toegekend en aan de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. De bestedingsrichting binnen het sociaal domein is vrij. Gemeenten leggen verantwoording over de besteding van de middelen af aan de gemeenteraad, niet aan het Rijk. Via passende informatieverstrekking stellen zij het Rijk in staat de toets op de bestedingsvoorwaarde uit te voeren en het beleid te monitoren. Per 1 januari 2018 vervalt het deelfonds en worden de middelen verdeeld via de algemene uitkering en (mocht dat om verdeel technische redenen noodzakelijk zijn) via één of meer decentralisatie- en integratie-uitkeringen. De budgetten Wmo 2015 en Jeugd zijn in de meicirculaire voor 2015 bekend gemaakt (op basis van historische kosten). Het onderdeel Participatie is separaat in juni bekend gemaakt op basis van het nieuwe verdeelmodel. Het college van burgemeester en wethouders legt over de besteding uitsluitend financiële verantwoording af aan de gemeenteraad. Het Rijk vraagt geen verantwoording over de rechtmatigheid van de besteding - het naleven van de bestedingsvoorwaarde - aan gemeenten. Wel zal het Rijk de uitvoering van de taken van het sociaal domein 3D monitoren om de systeemverantwoordelijkheid van vakministers en fondsbeheerders te kunnen borgen. Het Rijk ontvangt mede daartoe via het informatiesysteem Informatie voor derden (Iv3) per gemeente informatie over de besteding van het deelfonds. Behalve inzicht in de bestedingen van de individuele gemeente (micro) ontstaat hierdoor ook inzicht in de hoogte van de macro-uitgaven aan het sociaal domein. Om die informatie-uitwisseling mogelijk te maken is Iv3 aangepast op de komende decentralisaties en de in de tijdelijke wet op het deelfonds opgenomen bestedingsvoorwaarde. Iv3 is geen verantwoordingsinformatie en op basis van Iv3 kan niet worden terug- gevorderd. Overigens is het niet uit te sluiten dat op basis van Iv3 informatie op rijksniveau besloten wordt tot bezuinigingen; zie bijvoorbeeld de verlaging van het gemeentefonds als gevolg van de vermeende onderbesteding door gemeenten op onderwijshuisvesting. - Wmo 2015 Arnhem krijgt in 2015 een budget van ruim g 83 miljoen voor de Wmo 2015. Uiterlijk in de september circulaire 2014 zal nadere informatie worden gegeven over het nieuwe verdeelmodel voor de Wmo 2015, die vanaf het jaar 2016 het budget verdeelt. Mogelijk worden voorafgaand aan de september circulaire de verdelingen per gemeente al gepubliceerd.
218
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
- Jeugdzorg Arnhem krijgt in 2015 een budget van ruim g 38 miljoen voor de jeugdzorg. In december 2014 is het nieuwe verdeelmodel voor het budget van de jeugdzorg gereed. Dit model verdeelt het budget over gemeenten vanaf 2016.
Conform het Uitvoeringsplan worden vanuit het totale budget van het sociaal deelfonds afgeraamd voor de uitvoeringskosten en voor 3 % innovatiebudget (jeugd en wmo). Daarnaast worden de reeds in de MJPB opgenomen taakstellingen op Wmo (g 500.000) en Jeugd (g 335.000) vanuit het budget sociaal deelfonds structureel ingevuld. Ook is aan de voorkant rekening gehouden met de reserveringen uit het sociaal deelfonds ten gunste van het noodfonds op basis van afspraak Z2 uit het coalitieakkoord.
- Participatie In de meicirculaire was nog geen budget opgenomen voor het onderdeel participatie. De uitkomst van het nieuwe verdeelmodel voor 2015 is op 17 juni aan gemeenten bekend gemaakt. Arnhem zal in 2015 € g 32,9 miljoen ontvangen voor de Wsw en g 11,25 miljoen participatiebudget ‘klassiek’ en voor de nieuwe doelgroepen samen. In totaal ruim g 44 miljoen. In het financieel beeld zijn de budgetten van de drie onderdelen van het sociaal deelfonds vanaf 2016 verwerkt op basis van de in de meicirculaire aangegeven ontwikkeling van het macrobudget. Door de nieuwe verdeelmodellen kan het budget voor Arnhem vanaf 2016 echter op onderdelen anders uitvallen (verwerking in MJPB 2016). 2.6 Taakmutaties - Buitenonderhoud scholen: In de meicirculaire 2014 wordt de uitname gedaan vanaf 2015 voor de overheveling van het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen in het primair en speciaal onderwijs naar de schoolbesturen. Hierop is in de MJPB 2014 - 2017 al geanticipeerd en een verlaging van g 1,6 miljoen (op het gemeentefonds en het kader onderwijshuisvesting) in de begroting verwerkt. De definitieve uitname uit het gemeentefonds blijkt echter uit te komen op g 1.775.000. Dit komt ten laste van de algemene middelen. - E-boeken: In 2011 is besloten om de inkoop van e-content door bibliotheken te centraliseren. Daarbij hoort ook een uitname uit de algemene uitkering, omdat de lokale bibliotheken deze taak niet meer uit gaan voeren. De uitname zal plaatsvinden per 2015, als de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen in werking treedt. Voor Arnhem komt dit neer op een daling van g 72.000 in 2015, g 82.000 in 2016, € g 95.000 in 2017 en g 108.000 in 2018. Voorgesteld wordt om deze daling van de algemene uitkering op het beleidsveld in mindering te brengen. - E-overheid: De huidige facturen aan gemeenten voor verstrekkingen van gegevens uit het Handels- register en uit het Kadaster worden vervangen door een vermindering van de algemene uitkering. Ook worden gemeenten aangesloten op MijnOverheid. In totaal wordt hiervoor vanaf 2014 in Arnhem circa g 40.000 uit de algemene uitkering uitgenomen. Het beleidsveld ICT heeft daardoor minder kosten van ongeveer g 20.000, doordat de factuur van het Kadaster komt te vervallen. - Waterschapsverkiezingen: Per 1 juli 2014 treedt de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen in werking. Dit betekent dat de waterschapsverkiezingen in 2015 tegelijk met de verkiezingen voor de provinciale staten plaatsvinden. Gemeenten krijgen door de wetswijziging voor het eerst een rol bij het organiseren van de waterschapsverkiezingen. De toevoeging aan de algemene uitkering van g 23,8 miljoen landelijk compenseert gemeenten voor de extra kosten als gevolg van de organisatie van gecombineerde ver- kiezingen. Voor Arnhem betekent dit een bijdrage van circa g 215.000. Het beleidsveld geeft aan dat het niet in de rede ligt om te verwachten dat er meer dan g 90.000 (extra) kosten gemaakt worden wegens gemeenschappelijke kosten door twee verkiezingen gelijktijdig te organiseren. Er valt dus € g 125.000 vrij ten gunste van de algemene middelen. - Participatiewet; individuele studietoeslag: In het kader van de Participatiewet wordt in de algemene uitkering vanaf 2015 een vergoeding gegeven voor de individuele studietoeslag (inclusief de uitvoerings- kosten). Gemeenten moeten zelf in een verordening opnemen hoe hoog de individuele studietoeslag is en hoe die wordt verstrekt. De bijdrage voor de studietoeslag komt voor Arnhem neer op circa g 99.000 in 2015 en loopt jaarlijks op naar g 535.000 vanaf 2018. Voorgesteld wordt dit budget over te hevelen naar de bestemmingsreserve taakmutaties gemeentefonds, in afwachting van de op te stellen verordening en de verwachte kosten voor Arnhem. - Participatiewet; uitvoeringskosten: De bijdrage in de uitvoeringskosten van de Participatiewet komt in 2015 voor Arnhem neer op g 43.000 en deze loopt op naar g 145.000 in 2016, g 241.000 in 2017 en € g 330.000 in 2018. Gezien de extra formatie-inzet die nodig is om de Participatiewet uit te voeren, wordt voorgesteld ook deze bijdrage over te hevelen naar het beleidsveld ter dekking van de extra capaciteit.
219
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Bijlage 3 Totaaloverzicht (toekomstgerichte) bezuinigingen 2012 - 2018 OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
Bezuinigingsvoorstel R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Bezuiniging dmv toename digitalisering raad en ondersteuning Bezuiniging business seats/kaarten Vitesse Korten op inwonerbijdrage Stadsregio (25%) Stopzetten van bepaalde (niet verplichte) dienstverlening Openingstijden aanpassen icm werken op afspraak Verhogen leges Failure demand reduceren Bezuinigingen 2013-2016 Structurele bezuinigingen op de raad Taakstelling Raad ter dekking prijscompensatie kleine subsidie-ontvangers (D66 Amendement Wel prijscompensatie voor kleine subsidieontvangers) Verlagen bijdrage Stadsregio met nogmaals 25% (cf Nijmegen) Sluiten loketten op maandagmorgen Verschuiven openingtijden van donderdag- naar maandagavond Bezuinigingen 2014-2017 Sluiten vrijdag stadhuis balies KCC Pers.k Sluiten balies stadhuis donderdagochtend Pers. K Sluiten balies stadhuis donderdagochtend Inhuur Herpositionering telefonie Publieke openstelling van Eusebiusbuitensingel 49 (ingang sociale dienst) alleen ochtenden Ochtendopenstelling loket Zorg en Inkomen 0900-1809 een betaald nummer maken (bijv 10ct/min) Anders organiseren ondersteuning raad Coalitieakkoord F13 Het budget van de rekenkamer wordt met € 100.000 structureel verlaagd. De bezuinigingen bij het KCC worden verzacht door in 2015 en 2016 tweemaal incidenteel €350.000 toe te voegen. Het 0900-nummer van de gemeente wordt weer bereikbaar tegen lokaal tarief. Bezuinigingen 2015-2018 Taakstelling Griffie Taakstelling Raad Oplossing Taakstelling Griffie
2012
2013
0 24 0 41 68 85 45 263
2014
2015
2016
2017
2018
39 24 0 41 68 85 45 302
39 24 0 41 68 85 45 302
39 24 115 41 68 85 45 417
39 24 115 41 68 85 45 417
39 24 115 41 68 85 45 417
39 24 115 41 68 85 45 417
0
0
90
90
90
90
90
0 0 0 0 0
15 0 40 20 75
0 120 80 20 310
0 120 80 20 310
0 120 80 20 310
0 120 80 20 310
0 120 80 20 310
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
175 25 25 73 10 43 75 150 574
349 49 49 145 20 85 75 150 923
349 49 49 145 20 85 75 150 923
349 49 49 145 20 85 75 150 923
349 49 49 145 20 85 75 150 923
0
0
0
100
0 0 0
0 0 0
100 -350
100
0 0 0
100 -350 -75 -325
-75 -325
0 -75 25
0 -75 25
-50 -50 80 -20
-50 -50 80 -20
-50 -50 80 -20
0
0
0
-50 -50 0 -100
263
377
1.186
1.224
1.304
1.654
1.654
0 0 0
100 50 150
200 50 250
400 50 450
400 50 450
400 50 450
400 50 450
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 55 0 0 55
55 0 15 200 270
55 0 15 400 470
55 0 15 400 470
55 0 15 400 470
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
150
305
720
920
920
920
R1 Veiligheid Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Generieke taakstelling VGGM Beleid Loverboys uit Beschermd en weerbaar Bezuinigingen 2013-2016 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2013-2016 Bezuinigingen 2014-2017 Efficiencykorting veiligheidshuis Veiligheid regulier Optimaliseren cameratoezicht efficiencyslag (zie ook R9) Generieke bezuiniging VGGM in het bijzonder brandweer Coalitieakkoord F12 Het amendement “Lichtblauw” wordt teruggedraaid. Bezuinigingen 2015-2018 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2015-2018
2014
2015
2016
2017
2018
8 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 15 60 101 55 1.723
16 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 25 65 202 55 1.847
24 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 35 70 316 55 1.984
32 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 50 100 316 55 2.037
32 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 50 100 316 55 2.037
32 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 50 100 316 55 2.037
32 40 100 135 100 31 1.000 31 31 16 50 100 316 55 2.037
0 0 0
0 500 500
0 500 500
200 500 700
200 0 200
200 0 200
200 0 200
Bezuinigingen 2014-2017 Investeringen infrastructuur tlv bereikbaarheidsfonds Beeldkwaliteit en functioneren openbare verlichting Niet meer reserveren voor baggerwerk Wegwerkzaamheden overdag uitvoeren Efficientere contacten met bewoners bij werkzaamheden openb. Ruimte (zie ook P5) Minder planmatig wegenonderhoud in de wijken (zie ook P5) Halvering planmatig wegenonderhoud in de wijken = versobering BGB (zie ook P5) Overig permanent vastgoed = Mobiliteit en OR beheer vastgoed Besparing op onderhoudsbudgetten vastgoed agv actualisering onderhoudsplanning en volgen nota waarderen en afschr.
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 50 300 300 0 0 0 0 374
0 50 300 300 0 0 0 150 374
1.400 50 300 300 250 150 200 150 374
1.400 50 300 300 250 150 200 150 374
1.400 50 300 300 250 150 200 150 374
0
0
1.024
1.174
3.174
3.174
3.174
Coalitieakkoord F10 Binnen het programma Verkeer, vervoer en waterstaat wordt € 300.000 structureel bezuinigd, waarvan de helft op verkeer (zie ook P5)
0
0
0
150
300
300
300
0
0
0
200
200
200
200
0
0
0
350
500
500
500
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.723
2.347
3.508
4.261
5.911
5.911
5.911
0 30 18 48
0 30 18 48
70 30 18 118
70 30 18 118
70 30 18 118
70 30 18 118
70 30 18 118
0 0
0 0
40 40
40 40
40 40
40 40
40 40
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
48
48
158
158
158
158
158
Bezuinigingen 2013-2016 Beperken bijdrage aan investering in herstructurering hoofdwegen uit bereikbaarheidsfonds Versoberen groot onderhoud
E5 Om de leefbaarheid van de binnenstad te vergroten wordt betaald parkeren ingevoerd tot 23.00u tegen het reguliere tarief. Tegelijkertijd wordt het tarief in de parkeergarages tussen 18.00 en 6.00u verlaagd tot 50 cent per uur. Andere vormen van differentiatie worden hiermee niet uitgesloten. Bezuinigingen 2015-2018 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2015-2018
R3 Economie Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Verminderen inzet investeringsbevordering Korten programmabudget SEF Stoppen met deelname Provada Bezuinigingen 2013-2016 Niet meer ondersteunen van het Warme Winter Weekend Bezuinigingen 2014-2017 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2014-2017 Coalitieakkoord Er zijn geen bezuinigingen op dit programma binnen het coalitieakkoord Bezuinigingen 2015-2018 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2015-2018
onderwerp
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Korten op investeringsbudget verkeersinfrastructuur Verwijderen civiele kunstwerken wegen Deels laten vervallen landbouwwegenkrediet (MIP) Stoppen plusprojecten BGB Stoppen herinrichting BGB Anders inrichten bewonersparticipatie BGB Verlengen uitvoeringsperiode BGB Werken met vaste projectteams BGB Werken met raamcontracten BGB Vergroten samenwerking tussen projecten BGB Verlagen energieverbruik openbare verlichting Verminderen onderhoud openbare verlichting Vergroten efficiency Stadsingenieurs Afschaffen krediet signalering, bemaling en watergangbeheer
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel R2 Verkeer, vervoer en waterstaat
220
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
Bezuinigingen 2014-2017 Daling kosten agv van overheveling gemeentelijke taken naar het onderwijs Beheer en onderhoud, besparing op onderhoud onderwijspanden agv doorgeven taakstelling (1,6 mln.)naar scholen Niet opknappen Gymzaal ibn-i-sinaschool en renoveren ipv nieuwbouw Monnikkenhuizen Bezuiniging OHP 1,1 mln investeringsbudget vanaf 2014 Taakstelling subsidies Educatie en Jeugd Vastgoed Onderwijs = Vastgoed primair onderwijs Coalitieakkoord O1 De kapitaallasten die in het ijkjaar 2014 beschikbaar zijn voor onderwijshuisvesting, worden uiterlijk met ingang van 2017 structureel overgedragen aan de schoolbesturen, onder voorbehoud van hun medewerking. Zo kan er door de schoolbesturen een integrale afweging gemaakt worden tussen onderhoud, renovatie en nieuwbouw. Daarbij zullen door de gemeente eisen gesteld worden aan het binnenklimaat. Dit betekent dat de bezuiniging op het onderwijshuisvestingsbudget in de MJPB 2014-2017 (€ 113.000 in 2016 en structureel € 228.000 vanaf 2017) zal moeten worden teruggedraaid. De gemeente blijft eigenaar van de gebouwen. Bezuinigingen 2015-2018 Taakstelling binnen begroting ter oplossing van het knelpunt geactualiseerd leerlingenvervoer Taakstelling subsidies Educatie en Jeugd, invulling door: Stoppen subsidie aan Marant (vanaf 2014 draagr gemeente niet meer bij aan dienst): zie P7 Afbouw subsidie Nivon Inzet onderbesteding op jeugdwerk (zie P5) Budget brede scholen, minimaal inzetten onderuitputting subsidiegelden (zie P5) Volksuniversiteit samenvoegen met bibliotheek, besparing op overheadkosten (zie ook R5) Inzet nog vast te stellen componenten integraal en preventief (zie P7) Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzalenwerk (zie P7)
2014
2015
2016
2017
onderwerp
Bezuinigingen 2013-2016 Beheer en exploitatie MFC's Natuurcentrum Arnhem Beëindiging onderwijsbegeleiding
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Verlaging subsidie peuterspeelzalen Bezuiniging op specifieke projecten Hanteren Londonorm ipv Arnhems model tav MFC's Samenvoeging gem. org. Natuurcentrum en Bezoekerscentrum Sonsbeek Coördinatie en activiteiten Onderwijsvoorrangsbeleid Aanbesteding leerlingenvervoer Verlagen subsidie Volksuniversiteit Verlaging subsidie aan Stichting Rijnstad Onderuitputting budget onderhoudskosten panden Vastgoed: kwaliteitsverlaging Vastgoedbedrijf: efficiencyslag
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel R4 Educatie
221
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
2018
0 56 0 0 100 100 0 0 0 0 0 256
50 56 0 0 100 100 41 61 300 0 0 708
50 56 0 40 100 100 41 61 200 100 100 848
50 56 53 40 100 100 41 61 0 200 300 1.001
50 56 53 40 100 100 41 61 0 200 300 1.001
50 56 53 40 100 100 41 61 0 200 300 1.001
50 56 53 40 100 100 41 61 0 200 300 1.001
0 0 0 0
220 130 55 405
220 130 55 405
220 130 55 405
220 130 55 405
220 130 55 405
220 130 55 405
0
0
0
1.600
1.600
1.600
1.600
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
400 140 0 200 120 2.460
400 140 113 200 120 2.573
400 140 228 200 120 2.688
400 140 228 200 120 2.688
0
0
0
0
-113
-228
-228
0
0
0
0
-113
-228
-228
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 -200 48 5 25 15 0 107 125 125
100 -200 48 10 35 15 10 82 125 225
100 -200 48 15 35 15 20 67 125 225
100 -200 48 20 35 15 25 57 125 225
256
1.113
1.253
3.991
4.091
4.091
4.091
Bezuinigingen 2014-2017 Beeldkwaliteit bossen en parken Meer natuurlijke speelvormen in de wijken (zie ook P5) Taakstelling openbare ruimte, niet zijnde groen en bomen Amendement A01-A Houd arnhem groen Taakstelling subsidies Cultuur Vastgoed Kunst / Cultuur = Algemeen Culturele activiteiten Vastgoed Niet te vervreemden = Algemeen erfgoed, archeologie en beeldkwaliteit Vastgoed Sport / Recreatie = Algemeen binnensport Besparing op onderhoudsbudgetten vastgoed agv actualisering onderhoudsplanning en volgen nota waarderen en afschr. Coalitieakkoord Er zijn geen bezuinigingen op dit programma binnen het coalitieakkoord Bezuinigingen 2015-2018 Nog in te vullen taakstelling openbare ruimte, niet zijnde groen en bomen Amendement A01-A Houd arnhem groen (zie invulling R7) Taakstelling subsidies cultuur Taakstelling oplossen binnen beleidsveld
2014
2015
2016
2017
onderwerp
Bezuinigingen 2013-2016 Verlagen subsidies cultuur (Bibliotheek en SLAK)
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 MSSA: samenvoegen backoffice met andere podia Verlagen subsidie aan Radio TV Arnhem Verlagen gemeentelijke bijdrage Gelders Archief Structurele middelen voor Willemeen (uit totale bezuiniging) Sluiten 'Sport en spel-verhuur' Bezuiniging op subsidie ASF Taakstelling buitensportaccommodaties Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling Sluiten e/o verpachten horeca zwembaden Uitbesteding schoonmaak zwembaden Vereenvoudigen wisselperken groen Beperken speelvoorzieningen Afronden inhaalslag beheerssysteem monumenten Verminderen beleids- en onderzoeksbudget Monumenten Verminderen beleidscapaciteit Monumenten Grotendeels afschaffen stimuleringsbudget Erfgoedprojecten Opnemen in leges advisering monumentenvergunningen Verminderen beleidscapaciteit water en ecologie Inkrimpen Groenfonds Dereguleren kapvergunning
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel R5 Cultuur, recreatie en sport
222
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
2018
0 0 0 -100 0 0 0 0 0 0 75 160 32 0 8 100 80 8 225 0 588
100 0 105 -100 0 0 0 0 40 0 75 160 32 25 16 100 80 16 225 0 874
100 37 105 -100 0 0 0 500 200 20 75 160 32 25 24 100 80 24 225 62 1.669
100 37 105 -100 125 39 130 800 200 20 75 160 32 25 32 100 80 32 225 62 2.279
100 37 105 -100 125 39 130 800 200 20 75 160 32 25 32 100 80 32 225 62 2.279
100 37 105 -100 125 39 130 800 200 20 75 160 32 25 32 100 80 32 225 62 2.279
100 37 105 -100 125 39 130 800 200 20 75 160 32 25 32 100 80 32 225 62 2.279
0 0
0 0
60 60
90 90
200 200
200 200
200 200
0 0 0
0 0 0
70 0 0
30 0 40
30 100 40
30 100 40
30 100 40
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 500
900 55 5 140 500
900 55 5 140 500
900 55 5 140 500
900 55 5 140 500
0
0
570
1.670
1.770
1.770
1.770
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
-40
-40
-40
-40
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-50 50 -40
-50 50 -40
-50 50 -40
-50 50 -40
588
874
2.299
3.999
4.209
4.209
4.209
Bezuinigingen 2014-2017 Nog niet realiseren taakstelling MJPB 2013-2016 ivm uitstel dec. AWBZ WWB terugvordering volgens methode TOM Effect kostenbesparing WMO tlv/tgv Alg middelen Taakstelling subsidies Welzijn en zorg Invulling taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen WWB Migrantenwerk Rijnstad (ruimte in de begroting) Coalitieakkoord Er zijn geen bezuinigingen op dit programma binnen het coalitieakkoord Bezuinigingen 2015-2018 Nog in te vullen taakstelling subsidies Welzijn en zorg Invulling taakstelling subsidies Welzijn (loonaccres 2014) Invulling taakstelling subsidies Welzijn (loonaccres 2015) Voorstellen doen voor aanvullende maatregelen Bezuinigen op Projecten naar betaald werk ter dekking knelpunt participatie Bezuinigen op subsidies en stimuleringspremies (zie P3) ter dekking knelpunt participatie Bezuinigingen op Eigen personeel W&I ter dekking knelpunt participatie Bezuinigen door minder projecten binnen W&I (zie P3) ter dekking knelpunt participatie Bezuinigingen door overname werkzaamheden participatiecoaches door gebiedsteams (zie P3) ter dekking knelpunt participatie Bezuiniging door Natuurlijk verloop loonkosten ID-banen (zie P3) ter dekking knelpunt participatie Taakstelling tav ID-banen door opnieuw bezien financiering (uitkomst in Perspectiefnota 2016) ter dekking knelpunt particpatie Terugdraaien taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen WWB
2014
2015
2016
2017
onderwerp
Bezuinigingen 2013-2016 Aantal WWB'ers 300 minder dan landelijk Synergie binnen aanpak zwerfjongeren (zie ook P7) Taakstelling van 1% op de decentralisatie van de jeugdzorg (zie ook P7) Bundeling zorgstromen AWBZ begeleiding 2% extra bezuinigen
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Optimaliseren Minimabeleid (zie ook P7) Renteverhoging leningen Stadsbank Inzetten uitkeringsgerechtigden Hera Vrouwenopvang (deels incidenteel) Innovatie en versobering Hulp bij Huishouden Rolstoelvoorzieningen Vervoersvoorzieningen Verlagen subsidie Maatschappelijke stage Hart van de wijk Algemeen (personeel) wijkgericht werken Generieke taakstelling Hart van de Wijken Niet opstarten 2 frontoffices CJG Website Jong IN Beëindiging ontwikkeling CJG Beëindiging innovatiefonds jeugd Vangnet bureau Jeugdzorg Middelen voor Beconnected Monitoring en communicatie (anders en minder) Verlaging subsidie Fonds Samenlevingsbeleid Verminderen budget voor anti-discriminatieactiviteiten Halveren bijdrage voor Multicultureel platform Stoppen subsidie SWOA activiteiten Schuytgraaf Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel R6 Participatie en Maatschappelijke ondersteuning
223
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
2018
0 400 0 0 0 150 400 0 34 130 125 0 0 0 0 0 0 0 30 24 26 105 0 1.424
0 400 350 0 500 150 400 50 34 130 250 100 18 30 50 35 -5 0 30 24 51 105 0 2.702
0 400 875 0 500 150 400 50 34 130 375 100 36 30 50 35 -5 10 30 24 51 105 400 3.780
1.400 400 1.300 103 500 150 400 50 34 130 500 100 36 30 50 35 -5 10 30 24 51 105 500 5.933
1.400 400 1.300 103 500 150 400 50 34 130 500 100 36 30 50 35 -5 10 30 24 51 105 500 5.933
1.400 400 1.300 103 500 150 400 50 34 130 500 100 36 30 50 35 -5 10 30 24 51 105 500 5.933
1.400 400 1.300 103 500 150 400 50 34 130 500 100 36 30 50 35 -5 10 30 24 51 105 500 5.933
0 0 0 0 0
975 0 0 0 975
2.275 0 0 500 2.775
3.250 0 0 500 3.750
3.900 0 0 500 4.400
3.900 50 300 500 4.750
3.900 50 300 500 4.750
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
-500 300 -180 0 0
0 300 289 700 500
0 300 0 700 500
0 300 0 700 500
0 300 0 700 500
0 0
0 0
0 -380
0 1.789
10 1.510
10 1.510
10 1.510
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
-700 267 300 133 200 400 855 1000 755
-700 267 300 133 200 400 855 1000 755
-700 267 300 133 200 400 855 1000 755
-700 267 300 133 200 400 855 1000 755
0
0
0
900
1100
1200
1300
0
0
0
0
1195
1095
995
0 0
0 0
0 0
-500 3.610
-500 5.005
-500 5.005
-500 5.005
1.424
3.677
6.175
15.082
16.848
17.198
17.198
2014
2015
2016
2017
2018
0 0 55 428 100 22 45 35 42 50 125 66 120 55 8 100 30 16 0 20 10 20 25 93 7 15 35 1.522
100 70 65 413 460 22 45 35 42 50 125 133 640 55 16 100 30 32 29 20 10 20 25 93 7 15 35 2.687
100 70 65 398 460 22 45 35 42 50 125 133 640 55 24 100 30 47 29 20 10 20 25 93 7 15 35 2.695
100 70 65 400 460 22 45 35 42 50 125 133 797 55 32 100 30 63 29 20 10 20 25 93 7 15 35 2.878
100 70 65 400 460 22 45 35 42 50 125 133 797 55 32 100 30 63 29 20 10 20 25 93 7 15 35 2.878
100 70 65 400 460 22 45 35 42 50 125 133 797 55 32 100 30 63 29 20 10 20 25 93 7 15 35 2.878
100 70 65 400 460 22 45 35 42 50 125 133 797 55 32 100 30 63 29 20 10 20 25 93 7 15 35 2.878
0 0
250 250
250 250
250 250
250 250
250 250
250 250
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 100 0 100 0 720 920
100 0 0 0 25 720 845
100 0 200 0 25 720 1.045
100 0 200 0 25 720 1.045
100 0 200 0 25 720 1.045
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
55 40 95
55 40 95
55 40 95
55 40 95
1.522
2.937
3.865
4.068
4.268
4.268
4.268
9 53 20 29 87 19 8 0 225
9 53 20 29 87 19 16 0 233
9 53 20 29 87 19 24 21 262
9 53 20 29 87 19 32 21 270
9 53 20 29 87 19 32 21 270
9 53 20 29 87 19 32 21 270
9 53 20 29 87 19 32 21 270
0 0
59 59
59 59
59 59
59 59
59 59
59 59
0 0 0
0 0 0
0 750 750
0 0 0
0 0 0
100 0 100
100 0 100
0
0
0
250
500
750
1.000
A5 De commissie voor ruimtelijke kwaliteit (de welstandscommissie) wordt in 2015 opgeheven. Objectieve kwaliteitscriteria worden via bestemmingsplannen vastgelegd.
0
0
0
0
0
50
50
F9 Vanaf 2017 (start outputfinanciering) wordt het budget van de ODRA met € 500.000 omlaag gebracht.
0
0
0
0
0
500
500
0
0
0
250
500
1.300
1.550
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
225
292
1.071
579
829
1.729
1.979
Bezuinigingen 2013-2016 Maatregelen riolering ter demping van de stijging rioolheffing Bezuinigingen 2014-2017 Marktconforme vergoeding voor ophalen oud papier ISV 3 Bodem eenmalig verlagen Textielinzameling in de markt aanbesteden ISV 3 Geluidsanering Vastgoed eigen gebruik = algemeen huisvesting en facilitaire zaken Aanbestedingsvoordeel beheer openbare ruimte (invulling inkooptaakstelling): zie ook R9 Coalitieakkoord Er zijn geen bezuinigingen op dit programma binnen het coalitieakkoord Bezuinigingen 2015-2018 Verlaging regulier budget afvalbegroting Bezuiniging op de inzameling van bladafval van bomen (Amendement Houd Arnhem Groen)
R8 Wonen en ruimte Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Innovaties bij stadsconferentie Schrappen budget voor milieurapportagescan Besparing op planschadebeoordelingscommissie Proces- en systeeminnovatie bij Quick Scans Afbouwen taken senior beleidsadviseur projectleiding Besparing op wijkaccounts Verminderen beleidscapaciteit Openbare Ruimte Beperken toezicht illegale bouw Bezuinigingen 2013-2016 Afschaffen van de grote welstandscommissie Bezuinigingen 2014-2017 Op termijn verlagen van de productafname bij de ODRA (bijv verkleinen controlefrequentie) Afsluiting traject dijktrace Coalitieakkoord F7 Binnen het programma Wonen en ruimte wordt ieder jaar taakstellend € 250.000 structureel bezuinigd
Bezuinigingen 2015-2018 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2015-2018
onderwerp
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Collectieve preventie en gezondheidszorg VGGM Verlagen ond.niveau onkruidbestrijding verharding van B naar C Afschaffen hondenuitlaatplaatsen Definitief niet invoeren chip afvalcontainers Verlagen niveau stadsreiniging buiten centrum van B naar C Afschaffen gescheiden inzameling incontinentiemateriaal Inkomsten textiel niet meer naar goed doel Stoppen met wijkweddenschappen afval Beperken advisering riolering Verminderen onderzoeken riolering Vergroten efficiency gemalen Afschaffen Waterservicepunt Taakstelling op afvalverwerking Verlagen niveau dagelijks beheer GRP Verminderen beleidscapaciteit Milieu Verlagen budget extern advies Milieu Verlagen budget voorbereidingskst sanering weg-en raillawaai Verminderen beleidscapaciteit Bodem Verminderen controles bodem Verlagen budget overige goederen en diensten Verminderen ondersteuning bij handhaving wildplakken Efficiencymaatregel verwijderen fietsen Vergroten efficiency uitvoering wet BIBOB Verhogen tarieven APV-vergunningen Dereguleren APV-vergunning Verminderen programmakosten Juridische Zaken Verhogen tarief horecavergunning naar meer kostendekkend
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel R7 Gezondheid en milieu
224
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
Bezuinigingen 2014-2017 Zoeken naar een alternatief voor de gemeentelijke huisvesting Niet doorgeven van de gereserveerde btw van 19% naar 21% Bedrijfsvoering 2014 op concern oplossen Niet meer toe te rekenen overheadkosten oplossen binnen bedrijfsvoeringsbegroting Invulling taakstelling inkoopvoordeel realiseren Realiseren inkoopvoordelen (zie ook R7: bezuiniging 2014-2017) Invulling taakstelling Investeringsagenda reëler in de tijd Optimaliseren cameratoezicht efficiencyslag (zie ook R1) Strenger optreden bij overtredingen in de openbare ruimte (extra inkomsten uit boetes) Besparing op onderhoudsbudgetten vastgoed agv actualisering onderhoudsplanning en volgen nota waarderen en afschr. Digitalisering van alle werkprocessen (zaakgericht werken) Invulling taakstelling inperken bovenwettelijke toeslagen, najaar Coalitieakkoord F8 Met alle gesubsidieerde instellingen die jaarlijks meer dan € 500.000 ontvangen van de gemeente, worden gesprekken gevoerd teneinde meer efficiëntie in hun bedrijfsvoering te verkrijgen. In totaal wordt hiermee vanaf 2017 structureel € 1,5 miljoen bespaard. F11 Op het gemeentelijk vastgoed wordt € 150.000 structureel bezuinigd. F5 Budgetten voor goederen en diensten, binnen de gemeente en bij verbonden partijen, worden deze coalitieperiode niet aangepast aan de inflatie. F6 In de jaren 2015 en 2016 gaat een vermindering van de formatie altijd gepaard met een concrete taakreductie of het aanwijzen van een specifiek deel van de organisatie. In zowel 2017 als 2018 wordt taakstellend 20 fte bespaard in de ondersteunende functies.
Bezuinigingen 2015-2018 Vertraagd realiseren digitalisering werkprocessen (zaakgericht werken) Verzachten bezuiniging optimaliseren cameratoezicht efficiencyslag
2014
2015
2016
2017
2018
0 778 117 0 0 0 0 1.000 75 60 2.030
26 1.238 117 76 65 55 75 2.000 150 60 3.862
26 1.554 117 76 65 130 110 3.600 225 220 6.123
26 2.874 117 76 65 130 110 5.700 300 220 9.618
26 2.874 117 76 65 130 110 5.700 300 220 9.618
26 2.874 117 76 65 130 110 5.700 300 220 9.618
26 2.874 117 76 65 130 110 5.700 300 220 9.618
0 0 0 0 0 0
50 34 614 50 -575 173
50 101 1.228 50 -110 1.319
50 235 2.455 50 1.390 4.180
50 235 0 50 1.390 1.725
50 235 0 50 1.390 1.725
50 235 0 50 1.390 1.725
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 360 1.285 1.935 0 0 0 0 50 61
0 360 0 1.935 -1.390 1.210 250 50 50 61
0 360 0 1.935 -1.390 1.210 500 50 50 61
400 360 0 1.935 -1.390 1.210 500 50 50 61
400 360 0 1.935 -1.390 1.210 500 50 50 61
0 0 0
0 0 0
0 0 3.691
50 0 2.576
200 0 2.976
200 500 3.876
200 500 3.876
0
0
0
0
0
1.500
1.500
0 0
0 0
0 0
150 1.000
150 1.000
150 1.000
150 1.000
0
0
0
0
0
1.400
2.800
0
0
0
1.150
1.150
4.050
5.450
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-50 -50 -100
-150 0 -150
0 0 0
0 0 0
2.030
4.035
11.133
17.424
15.319
19.269
20.669
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0
40 30 70
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
70
0
0
0
0
0
P4 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2012-2015 Bezuinigingen 2013-2016 Niet meer ondersteunen van het Warme Winter Weekend Taakstelling incidentele culturele evenementen (D66 Amendement Bibliotheek en SLAK) Bezuinigingen 2014-2017 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2014-2017 Coalitieakkoord Er zijn geen bezuinigingen op dit programma binnen het coalitieakkoord Bezuinigingen 2015-2018 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2015-2018
onderwerp
Bezuinigingen 2013-2016 Bezuiniging op communicatiekosten van het personeelsblad Verkoop vastgoed (structureel lagere beheerslasten) Verkoop vastgoed (incidentele boekwinsten) Extra inkomsten door herziening van en nieuwe pachtcontracten Inkoopvoordeel realiseren
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Ophalen gemiste heffingen Diverse mogelijke bezuinigingen interne dienstverlening Taakstelling ICT Taakstelling drukwerk, PR en promotie Opnemen stelpost tbv mogelijke voordelen regionalisering/samenvoeging Voordelen uit deregulering Professionaliseren inkoop Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling Energiebesparing op eigen gemeentebrede kosten Stopzetten innovaties Publieke Dienstverlening
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel R9 Financiering en bedrijfsvoering
225
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
2014
2015
2016
2017
onderwerp
2013
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
2012
pagina
Bezuinigingsvoorstel
226
OPGENOMEN IN BEGROTING Financiële gevolgen bedragen * € 1.000
Regulier programma of programma met veranderopgaven
2018
P5 Wijkaanpak nieuwe stijl Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2012-2015 Bezuinigingen 2013-2016 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2013-2016 Bezuinigingen 2014-2017 Meer natuurlijke speelvormen in de wijken (zie ook R5) Halvering planmatig wegenonderhoud in de wijken = versobering BGB (zie ook R2) Efficientere contacten met bewoners bij werkzaamheden openb. Ruimte (zie ook R2) Minder planmatig onderhoud in de wijken (zie ook R2) Taakstelling leerlingenvervoer, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk Schuytgraaf Migrantenwerk Rijnstad (ruimte in de begroting) Fonds samenlevingsbeleid, handhaven op gemiddelde Inzet restantbudget vrede en ontwikkeling Verlagen subsidies, w.o. migrantenwerk rijnstad Coalitieakkoord F10 Binnen het programma Verkeer, vervoer en waterstaat wordt € 300.000 structureel bezuinigd, waarvan de helft op verkeer (zie ook R2) Bezuinigingen 2015-2018 Er zijn geen bezuinigingen op dit programma in de MJPB 2015-2018
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
100 200 109 0 0 0 0 0 0 409
100 200 250 150 153 10 58 10 32 963
0 0 0 0 213 0 58 10 32 313
0 0 0 0 213 0 58 10 32 313
0 0 0 0 213 0 58 10 32 313
0 0
0 0
0 0
150 150
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
409
1.113
313
313
313
0 0
400 400
900 900
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0
0 0 0
0 25 25
300 50 350
300 50 350
0 0 0
0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
175 100 70 50 500 25 1.000 0
175 100 70 50 500 25 1.000 292
175 100 70 50 500 25 1.000 290
175 100 70 50 500 25 1.000 290
175 100 70 50 500 25 1.000 290
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 1.920
50 10 10 35 135 2.452
50 10 10 35 135 2.450
50 10 10 35 135 2.450
50 10 10 35 135 2.450
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
-50
-50
-50
-50
0 0
0 0
0 0
-75 -125
-75 -125
-75 -125
-75 -125
P7 Participatie van kwetsbare inwoners Toekomstgerichte bezuinigingen 2012-2015 Optimaliseren Minimabeleid (zie ook R6) Bezuinigingen 2013-2016 Taakstelling van 1% op de decentralisatie van de jeugdzorg (zie ook R6) Synergie binnen aanpak zwerfjongeren (zie ook R6) Bezuinigingen 2014-2017 Armoedeagenda: Alleen 2e hands verstrekkingen, etc Armoedeagenda: Strakke beoordeling op voorl.(alt.)voorz/noodzaak Armoedeagenda:Stoppen met belastingservice Herijking formulierenbrigade door bv inzetten HAN-studenten Aanpassing kwijtscheldingsbeleid Niet verstrekken bijzondere bijstand voor medische kosten Vrijval middelen VVE Peuterspeelzaalwerk: verlengde schooldag en regulier peuterspeelzaalwerk onderbrengen onder OABgelden Samenvoegen van Rijnstad en SPA mbt peuterspeelzaalwerk Jeugdcafë Communicatiebudget jeugd Jeugddeel integrale gebiedsbudgetten Inzet jeugdbudget Coalitieakkoord Er zijn geen bezuinigingen op dit programma binnen het coalitieakkoord Bezuinigingen 2015-2018 Bezuiging samenvoegen Rijnstad en SPA mbt peuterspeelzaalwerk vervalt Gedeeltelijk niet realiseren taakstelling leerlingenvervoer, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk Schuytgraaf, voor onderdeel peuterspeelzaal Schuytgraaf
TOTAAL ALLE PROGRAMMA'S
0
400
2.845
2.677
2.675
2.325
2.325
8.079
16.320
34.207
55.296
56.845
62.045
63.695
2. De motie “2GetThere met perspectief” verzoekt het college voor de MJPB 2015 - 2018 te komen met een reguliere financiering van 2GetThere, bij voorkeur in het programma educatie (met 2-jaarlijkse evaluatie). Procedure: In deze meerjarenbegroting is in hoofdstuk 2 uiteengezet hoe uitvoering wordt gegeven aan de financiering van 2GetThere in 2015. Bij de behandeling van de MJPB 2016 - 2019 wordt de financiering van 2GetThere opnieuw bezien.
onderwerp
Afdoening: In de paragraaf bedrijfsvoering van de MJPB 2015 - 2018 is beschreven hoe het college van burgemeester en wethouders hier uitvoering aan geeft. De motie kan worden beschouwd als afgedaan.
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
1. In de motie ‘Benchmark’ wordt het college gevraagd bij de MJPB 2014 - 2017 een visie te presenteren op de vraag of op de taakvelden waar de gemeente (na correctie van reeds besloten formatieve bezuinigingen) bovengemiddeld veel ambtelijke formatie heeft toegewerkt kan worden naar het bezuinigen op die formatie. In die visie zou ook meegenomen kunnen worden dat mogelijk op een enkel taakveld méér formatie ingezet moet worden ten behoeve van impuls voor economische ontwikkeling van de stad.
pagina
Vóór en met de MJPB 2014 - 2017 heeft de Arnhemse raad moties en amendementen aangenomen, die effecten hebben op deze Meerjarenprogrammabegroting. Deze bijlage bevat een overzicht van deze moties en maakt duidelijk hoe daarmee in deze MJPB is omgegaan. De afdoening van de motie ‘Benchmark’ vindt daarmee plaats in de MJPB en deze bijlage specifiek. De afdoening vindt puntsgewijs plaats.
227
Bijlage 4 De verwerking van aangenomen moties in deze meerjarenprogrammabegroting
228
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
C. - - - - - - - - - - - - - -
CAK – Centraal Administratie Kantoor CAO – Collectieve arbeidsovereenkomst CBS – Centraal Bureau voor de Statistiek CER - Compensatie eigen risico zorgverzekeringswet CIO – Chief Information Officer CIOS – Centraal Instituut Opleiding Sportleiders CJG – Centrum voor jeugd en gezin CJIB – Centraal Justitieel Incasso Bureau COELO – Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden CROW – Netwerk waar gemeentelijke professionals kennis etc uitwisselen over openbare ruimten CPB – Centraal Plan Bureau CPI – Consumentenprijsindex CTM – Complete Tender Management CV – Coöperatieve verenging
D. - DB – Dagelijks Bestuur - DBFMO – Design, Build, Finance, Maintain, Operate - DRO – Doorontwikkleing repressie organisatie - DU – Decentralisatie Uitkering - DVO – Dienstverleningsovereenkomst E. - E-HRM – Electronic Human Resource Management - EV – Eigen Vermogen - E-MOVO – Elektronische MOnitor VOlksgezondheid - EMT – Energie en Milieu Technologie - EN – Europese Norm - EMU – Economische en Monetaire Unie - EU – Europese Unie - EZ – Economische zaken
onderwerp
B&W – Burgemeester & Wethouders BAC – Budget Advies Centrum BBV – Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten BGB – Buiten Gewoon Beter BGD – Buiten Gewoon Doorgaan BIBOB – Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur BKD – Bedrijven Kontactdagen BLoeM – Bureau voor Loopbaan en Mobiliteit BNG – Bank Nederlandse Gemeenten BOA – Buitengewoon Opsporingsambtenaar BR – Bestemmingsreserve BV – Besloten Vennootschap bvo – bruto vloer oppervlakte BWS – Besluit woninggebonden subsidies
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
B. - - - - - - - - - - - - - -
pagina
A. - AB – Algemeen Bestuur - AMHKr – Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling - AMK – Advies en Meldpunt Kindermishandeling - APPA – Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers - APV – Algemene Plaatselijke Verordening - AR – Algemene Reserve - ArtEZ – Hogeschool voor de kunst Arnhem Nijmegen - ASV – Algemene Subisieverordening Arnhem - AU – Algemene uitkering (gemeentefonds) - AWB – algemene Wet bestuursrecht - AWBZ – algemene Wet bijzondere ziektekosten
229
Afkortingenlijst
230
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
F. - - - -
FIDO – Financiering Decentrale Overheden FJP – Financiële Jaarrapportage Projecten FPU – Flexibel Pensioen en Uittreden fte – fulltime-equivalent (formatieplaats)
G. - G31 – Stedennetwerk gericht op belangenbehartiging en kennisdeling - GGD – gemeentelijke gezondheidsdienst - GGU – gebiedsgerichte uitwerking - GMA – Gemeente Musea Arnhem - GO – Georganiseerd Overleg - GR – Gemeenschappelijke Regeling - GRO – Gemeenschappelijke Regeling voor Onderwijszaken - GRP – Gemeentelijk Rioleringsplan - GSO – Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid H. - HAN – Hogeschool Arnhem Nijmegen - HAVO – Hoger algemeen voortgezet onderwijs - HGO – Het Gelders Orkest I. - ICT – Informatie- en communicatietechnologie - IKC – Integrale Kindcentra - IPO – Interprovinciaal Overleg - ISV – Investeringsbudget stedelijke vernieuwing - IU – Integratie uitkering J. - - -
JGZ – Jeugd Gezondheids Zorg JOGG – Jongeren Op Gezond Gewicht JV – Jaarverslag/ realisatie 2013
K. - - - -
KCC – Klant Kontact Centrum KHV – kantoorhuisvesting KING – Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten KVO-keurmerk – Keurmerk Veilig Ondernemen
M. - - - - - - - - - - -
M&V(bedrijvigheid) – Mode en vormgeving MBO – Middelbaar beroepsonderwijs MFC – Multi Functioneel Centrum Ministerie OCW – Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van BZK – Ministerie van Binnenlandse Zaken MIP – Meerjaren Investeringsplan MJPB – Meerjaren Programmabegroting MOBL – Uitvoeringsprogramma Minder Opvang, Beter Leven MRA – Milieusamenwerking Regio Arnhem MSSA – Musis Sacrum-Schouwburg Arnhem MoBa – Mode Biënnale Arnhem
N. - NEN – Nederlandse Norm - NICIS – Nederlands instituut Kenniscentrum steden - NIEGG – Niet in Exploitatie Genomen Gronden - NPP – Nationaal programma preventie - NV – Naamloze Vennootschap O. - OAT – Ondergronds Afval Transport - ODRA – Omgevingsdienst Regio Arnhem - OCW – Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschap - OGGz – Openbare Geestelijke Gezondheidszorg - OHP – Onderwijshuisvestingsprogramma - OKE – Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie
231
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
- OR – Openbare Ruimte - OTO – regionaal Opleidings-, trainings- en oefenplan - OV – Openbaar Vervoer - OVL – Openbare verlichting - OZB – Onroerend Zaak Belasting - OZO – Overleg Zorg en Overlast P. - P&O – Personeel & Organisatie - PB – persoonlijk budget - PHB – Presikhaaf bedrijven - PMB – Project Management Bureau - PO – primair onderwijs - POA – Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt - PPS – Publiek Private samenwerking R. - RBT–KAN – Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen - RB – Raadsbesluit - Rfv – Raad voor financiële verhoudingen - RIEC – Regionaal Informatie en Expertise Centrum - RIVM – Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu - RMC – Regionaal Meld- en Coördinatiepunt - RO – regulier onderwijs - ROC – regionaal opleidingscentrum - ROZ – Raad voor Onroerende Zaken - RPC – Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing S. - - - - - - - - - - - - - -
SBNS – Stichting bodemsanering NS SHG – Steunpunt Huiselijk Geweld SEGV – Sociaal economisch gezondheids verschillen SKAR – Stichting Kinderdagverblijven Arnhem en regio Slak – Stichting Leniging Ateliernood Kunstenaars SMART – specifieek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden SO – speciaal onderwijs SPA – Stichting Peuterspeelzalen Arnhem SSGA – Stichting Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Arnhem STMG – Stichting Thuiszorg Midden Gelderland SULO – Container leverancier SW – Sociale Werkvoorziening SWOA – Stichting Welzijn Ouderen Arnhem SZW – Sociale Zaken en Werkgelegenheid
T. - TOM – terugvordering op maat U. - UWV – Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen V. - - - - - - - - - - - - - - - -
VAT – Voorbereiding, aanbesteding en toezicht VE – Volwassen educatie VGGM – Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden VIRA Verwijsindex – Verwijsindex Risicojongeren regio Arnhem VMBO – Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VNG – Vereniging Nederlandse Gemeenten VO – Voortgezet Onderwijs VRI – Verkeersregeling installatie VSO – Voortgezet Speciaal Onderwijs Vsv – Voortijdig schoolverlaten VTA – Visual Tree Assessment (boomonderzoek) VTH – Vergunningverlening, toezicht en handhaving VTV – Volksgezondheid Toekomst Verkenning VVE – Voor- en vroegschoolse educatie VWO – Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs VWS – Volksgezondheid welzijn en sport
pagina
Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
Z.
232
W. - Wabo – Wet algemene bepalingen omgevingsrecht - Wajong – Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten - W en I – Afdeling werk en inkomen - Wet hof – Wet houdbare overheidsfinanciën - WEC – Wet op de expertisecentra - WGR – Wet gemeentschappelijke regelingen - WKO – warmte- en koude-opslag - Wmo – Wet maatschappelijke ondersteuning - WOZ – Wet waardering onroerende zaken - Wpg – Wet publieke gezondheid - WPO – Wet op het primair onderwijs - Wsnp – Wet schuldsanering natuurlijke personen - Wsw – Wet sociale werkvoorziening - WVO – Wet op het voortgezet onderwijs - WWB – Wet werk en bijstand - Wwnv – Wet werken naar vermogen
GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 6802 EL Arnhem Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 E-mail:
[email protected]