Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van basisschool de Jan Ligthart. Deze gids is bedoeld om iedereen die een basisschool zoekt, iedereen die dit jaar nieuw is op onze school en natuurlijk aan iedereen die onze school al langer bezoekt, zo goed mogelijk te informeren. Wij hopen u van dienst te zijn met onze schoolgids.
Inhoud schoolgids 2015/2016 Voorwoord 5
Algemene informatie
7
Waar staat de Jan Ligthart voor
13
De organisatie van het onderwijs
24
De zorg voor de leerlingen
34
De leerkrachten
37
De ouders
42
Klachtenprocedure
43
Ontwikkeling van het onderwijs
46
Relatie school en omgeving
48
Resultaten van het onderwijs
49
Regeling schooltijden en vakantie
52
Bestuur, financiën en sponsoring
54
Dagelijkse gang van zaken
58
Namen en adressen Kalender
De basisschool neemt een belangrijk deel in van het dagelijks leven van uw kind. Daarom wordt een keuze voor een basisschool door u met zorg gemaakt. Het is de plek waar uw kind het grootste deel van de week door brengt en wordt gevormd. Het kind ontwikkelt zich van een kleuter die wat onzeker de eerste stappen op school zet tot bijna puber als hij / zij in groep 8 afscheid neemt. De school is daarom een plek waar het leuk, uitdagend, leerzaam, gezellig en vooral veilig moet zijn. Ook u zal er acht jaar intensief mee te maken hebben; dagelijks bij het halen en brengen van uw kind, met rapportbesprekingen en hopelijk ook met het helpen bij festiviteiten, evenementen, excursies etc. Wanneer u kiest voor een basisschool, kiest u tegelijkertijd een partner in de opvoeding van uw kind. Het is logisch dat u wilt weten wat de Jan Ligthart u hierin heeft te bieden. De schoolgids is ons middel om uit te leggen wat voor ons belangrijk is en om te vertellen waar we veel aandacht en tijd aan besteden. Het opvoeden van een kind is een complexe taak, waarbij ouders en school elkaar nodig hebben. Het is van belang om de verantwoordelijkheid van de school en de ouders daar binnen helder te maken. Wat mag u van ons verwachten, maar ook: wat verwachten wij van u. Hoe we werken, welke uitgangspunten we hanteren en hoe we de kwaliteit van het onderwijs zo hoog mogelijk houden, leest u in deze schoolgids. Daarnaast leggen we in deze gids verantwoording af over de resultaten die we gehaald hebben. Naast inhoudelijke informatie over het onderwijs is er veel praktische informatie, die gedurende het hele schooljaar van pas kan komen. Bewaart u de schoolgids daarom goed! Tijdens het schooljaar houden we u via onze nieuwsbrieven op de hoogte van nieuwtjes en ontwikkelingen, zodat u altijd weet wat er op school gebeurt.
* In de schoolgids noemen we ouders, maar hiermee bedoelen we iedereen die de verzorging en opvoeding van een kind in handen heeft.
1
Inhoud 1 Algemene informatie 1.1 Openbaar Onderwijs 1.2 Directie 1.3 Plaats in de wijk 1.4 Schoolgrootte
5
2 Waar de school voor staat 2.1 Uitgangspunten en prioriteiten 2.2 Schoolklimaat 2.3 Beleid van de school ten aanzien van pesten 2.4 Contacten met ouders
7
3 De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.2 Schoolorganisatie en team 3.3 Activiteiten van de leerlingen 3.4 Speciale voorzieningen
13
4 De zorg voor de leerlingen 4.1 Zorgbreedte, zorgplan, leerlingenzorg 4.2 Leerlingvolgsysteem 4.3 Leervorderingen en ouders 4.4 Naar het voortgezet onderwijs 4.5 De opvang van nieuwe leerlingen 4.6 Procedure schorsing en verwijdering 4.7 Veiligheidsbeleid
24
5 De leerkrachten 5.1 Groepsorganisatie 5.2 Inzet van onderwijs-of klassenassistenten en begeleiding en inzet van stagiaires van de Pabo 5.3 Ziekte leerkracht
34
6 De ouders 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
37
Betrokkenheid Informatievoorziening aan ouders Inspraak, MR, OR, GMR Ouderbijdrage Verzekering Onderwijsgids Voor-tussen – en naschoolse opvang (w.o. overblijven)
7 Klachtenprocedure
42
2
8 Ontwikkeling van het onderwijs in de school 8.1 Activiteiten ter verbetering 8.2 Schoolplan 8.3 Schooljaarplan en jaarverslag 8.4 Algemene doelen 8.5 Doorgaande lijn 8.6 Kwaliteit verbeterende aspecten
43
9 Relatie school en omgeving 9.1 Algemene directie 9.2 Cedin 9.3 Jeugdgezondheidszorg 9.4 Ivak 9.5 Bibliotheek
46
10 Resultaten van het onderwijs 10.1 Schoolinspectie 10.2 Instroomgegevens 10.3 Verwijzingen naar de speciale basisschool 10.4 Terugplaatsing van de speciale basisschool naar onze school 10.5 Uitstroomgegevens voortgezet onderwijs
48
11 Regeling schooltijden, gymnastiektijden, vakantie en verlof 11.1 Schooltijden 11.2 Gymnastiektijden 11.3 Vakanties 11.4 Richtlijnen verlof 11.5 Afmelden van leerlingen en verzuim 11.6 Te laat komen
49
12 Bestuur, formatie, financiën en sponsoring
52
13 Informatie m.b.t. de dagelijkse gang van zaken 14 Namen en adressen
54 58
Bijlage: Kalender
3
Openbare Basisschool Jan Ligthart Botterlaan 1 9934 EW Delfzijl E-mail:
[email protected] Website: www.obsjanligthart.nl H
Schoolleiding Directeur: Marga Lamain Eemslaan 2 9947 PL Termunten 0596-602045
H
U
Schooltijden Jan Ligthart Groep 1 en 2: Maandag / donderdag: 8.30 u. – 12.00 u. / 13.15 u – 15.15 u. Woensdag: 8.30 u - 12.30 u. Dinsdag / vrijdag: 8.30 u. – 12.00 u.
Intern begeleider / plv. directeur Pim Wildeman Lange Sissen 41 9903 GC Appingedam 0596-612600
Groep 3 en 4: Maandag / dinsdag: 8.30 u. – 12.00 u. / 13.15 u – 15.15 u. Woensdag: 8.30 u - 12.30 u. Donderdag: 8.30 – 12.00 / 13.15 u. – 15.15 u. Vrijdag: 8.30 u. 12.00 u.
Bestuur Stichting Openbaar Onderwijs Marenland Algemeen directeur: Dhr. D. Henderikse Adj. Directeur: Mevr. L. Korteweg Wijmersweg 43 Postbus 5 9919 ZG Loppersum 0596-583320
Groep 5 t/m 8: Maandag / dinsdag: 8.30 u. – 12.00 u. / 13.15 u – 15.15 u. Woensdag: 8.30 u - 12.30 u. Donderdag: 8.30 – 12.00 / 13.15 u. – 15.15 u. Vrijdag: 8.30 u. 12.00 u. / 13.15 u. – 15.15 u.
4
1 Algemene informatie 1.1 Openbaar onderwijs en naamgeving De Jan Ligthart is een openbare school en is toegankelijk voor ieder kind, ongeacht geloofs-, of denkrichting. Wij proberen de kinderen te leren respect te hebben voor elkaars waarden en normen. We staan dan ook open voor iedereen die zich denkt thuis te voelen op onze school. De Jan Ligthart valt onder het bestuur van de Stichting voor Openbaar Onderwijs Marenland.
De naam van de school De school is genoemd naar een bekende schoolmeester. Hij werd geboren in 1885. Op 26-jarige leeftijd werd hij hoofd van een grote volksschool in Den Haag. Deze Haagse schoolmeester was een man met zeer oorspronkelijke ideeën. Hij benaderde de wetenschappelijke pedagogiek met kritische zin en liet zich vooral leiden door eigen intuïtie en ervaring. Een aardige anekdote: de familie Ligthart zat eens aan tafel sinaasappelen te eten. Nieuwsgierige kinderen bleven voor de ramen staan en gluurden hinderlijk naar binnen. In plaats van boos te worden en de kinderen weg te sturen, schoof Ligthart het raam open en gaf elk kind een sinaasappel. De kinderen waren door dit gebaar verrast en tegelijkertijd ook een beetje beschaamd. We houden op de Jan Ligthartschool deze anekdote levend, door alle kinderen op de verjaardag van de school (10 januari) op een sinaasappel te trakteren.
1.2 Directie Directeur van de Jan Ligthart is mw. M. Lamain (Marga). Bij haar kunt u altijd terecht met vragen en opmerkingen over de school. De deur staat bijna altijd open. Maar wilt u er zeker van zijn dat zij voldoende tijd heeft voor een gesprek, maakt u dan een afspraak. De directeur van de school is geheel vrij geroosterd van lesgevende taken. Naast de directiewerkzaamheden op deze school is zij ook directeur obs Tasveld in Delfzijl. Zij zal dus afwisselend op de scholen aanwezig zijn. Indien mw. Lamain niet aanwezig is, is dhr. P. Wildeman (Pim) op de Jan Ligthart haar plaatsvervanger. Dhr. Wildeman is tevens de intern begeleider op beide scholen
1.2.1 Ons bestuur Stichting Openbaar onderwijs Marenland. Onze school maakt deel uit van de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland. Stichting Marenland heeft 26 openbare scholen verdeeld over de gemeente Delfzijl, Appingedam, Loppersum, ten Boer en Bedum. Ongeveer2500 leerlingen gaan naar een school van Marenland. De Stichting Marenland heeft krachtige doelen beschreven in het Strategisch beleidsplan. Goed onderwijs Goed werkgeverschap Talentontwikkeling Goed bestuur en management School zo lang mogelijk handhaven in het dorp Deze doelen zijn vastgelegd in “het strategisch beleidsplan 2015-2020, Marenland biedt basis. Voor de ondersteuning van de scholen beschikt Marenland over een eigen onderwijsbureau onder leiding van de algemeen directeur, de heer Dick Henderikse en de adjunct algemeen directeur mevr. Leonie Korteweg.
5
Behalve te zorgen voor ondersteuning, coördineert en helpt het onderwijsbureau bij het maken van plannen om de kwaliteit van het onderwijs op de scholen te versterken en personele zaken te regelen. De algemene directie coördineert de samenwerking tussen de scholen binnen de stichting zodat elke school goed en sterk functioneert. Scholen kunnen zich op eigen wijze en passend in de eigen omgeving ontwikkelen, altijd in samenspraak met de algemene directie van Marenland.
1.3 De plaats in de wijk De school staat aan de rand van het centrum van Delfzijl aan de Botterlaan. De kinderen komen dan ook hoofdzakelijk uit het Centrum, de Doklanden en uit de wijken Over de gracht en de Scheepvaartbuurt (Oud West en West 1). Onze school is dus met recht een wijkschool te noemen. Praktisch alle kinderen die in groep 1 op onze school beginnen, stromen uit in groep 8. Ons leerlingenaantal is stabiel, maar de komende jaren zal mede door de krimp in de regio sprake zijn van een lichte daling. De kinderen die onze school bezoeken zijn voor 2/3 deel afkomstig uit de wijk zelf, maar 1/3 deel is afkomstig uit andere wijken. Uit de laatst gehouden ouderenquête bleek dat de meeste ouders bewust voor onze school hebben gekozen vanwege de persoonlijke benadering en de goede opbrengsten/leerprestaties.
1.4 Schoolgrootte Elk jaar wordt het aantal leerlingen doorgegeven aan het ministerie van Onderwijs. Aan de hand van dit aantal kan dan bepaald worden hoeveel leerkrachten er op school mogen werken (formatietoekenning). Vorig schooljaar bedroeg het aantal leerlingen op de teldatum van 1 oktober 2014 100 en dit schooljaar zal het even boven de 100 komen te liggen. Zeker is dat de leerlingenaantallen in onze regio in de komende 20 jaar aanzienlijk zullen dalen (krimp). Dat zal ongetwijfeld ook voor onze school leiden tot dalende leerlingenaantallen. Gezien de toekomstige ontwikkelingen zoeken we steeds meer de samenwerking met collegaschool obs Tasveld. Op grond van het leerlingenaantal hebben we een formatie voor een klassenindeling van 4 klassen sommige dagdelen splitsen we groepen en werken we met 5 groepen. Als ondersteuning is er op de Jan Ligthart ook een conciërge werkzaam. Voor een overzicht van ons team: zie “ Namen en adressen”.
6
2
Waar de school voor staat
2.1 Uitgangspunten en prioriteiten Wij werken vanuit de volgende belangrijke uitgangspunten: de kinderen gaan met plezier naar school en leren veel de leerkrachten werken hard en werken met plezier we geven adaptief onderwijs: onderwijs dat aangepast is aan de onderwijsbehoeften van
kinderen er is veel aandacht voor kinderen die moeite hebben met leren of daar juist goed in zijn om de tijd effectief te besteden, wordt er gewerkt met moderne lesmethoden en we maken gebruik van een leerlingvolgsysteem veel aandacht voor het totale functioneren van elk kind: het leren en de sociaalemotionele ontwikkeling worden beide gevolgd de school richt zich op de toekomst: nieuwe media spelen een rol in het lesprogramma er is veel contact met de ouders
Effectief, veilig en sociaal. Betrokken op elkaar en de maatschappij van nu en morgen. We zijn een school waar men van en met elkaar leert en presteert met plezier.
Om goed rekening met elkaar te kunnen houden, moet er overleg, gelijkwaardigheid en openheid bestaan. Daarom moeten er op school verschillende voorwaarden worden geschapen, zoals:
het kind moet zich veilig en geborgen voelen, het kind moet vertrouwen hebben in zichzelf en anderen, het kind moet het gevoel hebben dat het iets alleen kan, het kind moet het gevoel hebben bij de groep te horen, het kind moet begeleid worden naar het vervolgonderwijs dat bij hem/haar past
7
De Jan Ligthart is een openbare basisschool die probeert op een prettige manier met de leerlingen om te gaan en veel van de leerlingen vraagt. We trachten in een plezierig schoolklimaat de kinderen zo intensief mogelijk te begeleiden. Het kind staat centraal. Het groeit tijdens zijn verblijf op de basisschool van een aandoenlijke peuter naar een mondige en zelfbewuste tiener, op weg naar volledige volwassenheid. Bij die vorming horen natuurlijk schoolvakken als rekenen en taal, maar ook andere zaken als het besef van normen en waarden en het vertonen van positief sociaal gedrag. We zijn ervan overtuigd dat een kind alleen maar optimaal kan presteren als het zich prettig voelt en als de sfeer goed is. Daarom besteden we de nodige aandacht aan de sociale ontwikkeling en aan een goed rustig en ordelijk schoolklimaat. Normen en waarden Gezamenlijke vieringen van Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerst, Pasen Koningsspelen en de Laatste Schooldag stimuleren een gevoel van verbondenheid. Bij de organisatie spelen zowel de leerlingen als de ouders een grote rol. Algemene normen en waarden worden op school gerespecteerd en gehandhaafd. We hebben het dan over: * Respectvolle omgang met leeftijdsgenoten en volwassenen, * Respect voor eigen en vooral andermans bezittingen, * Respect voor omgeving en milieu. (schoon en heel houden van gebouw plein en omgeving). Mede door de vervlakking en verruwing van de samenleving besteedt de school aan deze aspecten expliciet aandacht.
Met plezier presteren is een van onze uitgangspunten. Voor zowel de leerling als de leerkracht. Hard werken en je tijd goed gebruiken. Maar dan wel in een ordelijke, rustige, goed georganiseerde en kindvriendelijke omgeving. Het zelfstandig leren werken, (leren) samenwerken en ook leren je gedachten goed onder woorden te brengen, vinden we uitermate belangrijk. Kortom, de kinderen leren veel op onze op school. De leerprestaties worden veelvuldig en systematisch gevolgd en geëvalueerd, zodat we in de begeleiding veel kind gerichter en individueler kunnen werken. De basisvaardigheden (rekenen, taal en lezen) staan met name in de midden- en bovenbouw centraal. In groep 1 en 2 zijn veel speel -en leeractiviteiten, die een voorname plaats innemen voor de taal en rekenontwikkeling. Kleuters leren al doende tijdens het spel en vooral in de omgang met leeftijdsgenoten en met volwassenen, m.n. de juf. De vorderingen per kind worden nauwlettend gevolgd en vastgelegd. In groep 3 en 4 wordt een stevige basis gelegd door o.a. intensief leren lezen, schrijven en rekenen en het aanleren van een zelfstandige werkhouding. In groep 5 t/m 8 wordt een werkhouding gestimuleerd van zelfstandig en taakgericht werken. In de laatste 2 groepen, 7 en 8, worden de puntjes op de i gezet om de overgang naar het voortgezet onderwijs met succes mogelijk te maken.
8
Er is een uitgebreid systeem (Leerlingvolgsysteem) van toetsen en testen beschikbaar. Alle kinderen worden verschillende keren per jaar getoetst op hun vorderingen. Dit gebeurt steeds planmatig. De resultaten worden bewaard in leerlingenmappen. Voor elke leerling heeft de school een map, waarin alle relevante informatie komt te staan. Een dergelijke map wordt ingericht als het kind in groep 1 begint en loopt door tot en met het moment dat het kind in groep 8 de school gaat verlaten. Zo’n map vormt dus eigenlijk een leerlingendossier. Op de Jan Ligthart wordt gewerkt met het zogenaamde leerstofjaarklassensysteem. Dit betekent dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten en iedereen in principe hetzelfde aangeboden krijgt (er zijn uiteraard in elke groep leerlingen die extra begeleiding krijgen en vaak ook ander, aangepast werk). We besteden veel tijd om binnen dit leerstofjaarklassensysteem kindgericht en individueel te werken.
Doordat we een relatief kleine basisschool zijn wordt er bij ons voor het grootste deel gewerkt (net zo als op de meeste scholen in de regio) met zgn. combinatie-klassen. Er zijn dit schooljaar 4 klassen, te weten groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 en groep 7/8. Kinderen die problemen hebben met het leren, krijgen hulp. Deze hulp vindt zo veel mogelijk plaats in de eigen klas. Doordat de leerlingen hier op geregelde tijden leerstof zelfstandig verwerken, krijgt de leerkracht tijd en ruimte om leerlingen extra hulp te geven. In hoofdstuk 4 (De zorg voor de leerlingen) zal dit nader besproken worden. Hoe kijken we tegen deze uitgangspunten aan? Onze opdracht. De schoolse vakken beheersen is een doel. Maar met ons dagelijks onderwijs willen we meer. Het onderwijs levert ook een bijdrage aan de vorming van het kind op weg naar volwassenheid en als lid van de maatschappij in opbouwende, positieve zin. In onderwijstermen “sociale redzaamheid” en “gezond gedrag”. Kinderen moeten leren samenwerken. Zelf verantwoordelijkheid dragen. Beseffen wat er zich in de wereld om ons heen afspeelt. Niet alleen vóór hen organiseren. Ook dóór hen laten organiseren.
9
Begeleiden bij hun ontwikkeling achten wij van groot belang. Wij zijn ons als school er terdege van bewust dat dit niet zonder het vergaren van pure kennis zal kunnen. Dus...... flink leren! lezen: met het accent op het leren ontrafelen van een tekst, zodat je de bedoelingen begrijpt. taal: je vaardig kunnen uitdrukken in woord en geschrift. rekenen: vlot en nauwkeurig. Later van belang om je rekenmachine en computer te kunnen controleren. Of je belastingaanslag. Maar ook inzicht verwerven. Nadenken en praten over oplossingen. wereldverkenning: wat gebeurt er om ons heen. Landen. Aardrijkskunde. Conflicten. Geschiedenis. Milieu. Kennis van de natuur. Andere culturen. Andere gewoonten enz.
Spelling is een middel binnen het taalgebruik, net als bijvoorbeeld cijferen. Tegenwoordig gebruikt men daarvoor ook computerprogramma’s en rekenmachines. Spelling en cijferen dus overbodig op school? Zo ver willen we niet gaan. Als je de Jan Ligthart verlaat in groep 8 moet je geen of weinig fouten meer schrijven in een tekst die je als twaalfjarige produceert. Daar trainen we op. Dat is ons doel.
Met “prestaties” willen we relatief omgaan. Onze overtuiging is dat we iets willen bereiken, iets willen presteren. Niet op school zijn om “wat aan te lummelen als we zin hebben’. Ook zijn we van mening dat de prestaties van kinderen verschillend kunnen zijn. Een voortdurende ontwikkeling is het streefdoel. Niet de vergelijking met de ander, maar de vooruitgang van de individuele leerling. In het werkoverleg tussen de groepsleerkracht en de interne begeleider/directeur staan altijd ‘leerling-besprekingen’ op de agenda. In ons leerlingvolgsysteem worden ‘achterblijvers’ en ‘snelle pientere leerlingen’ snel gesignaleerd. Het zorgt er voor dat markante leerprestaties opvallen, zowel de hogere als de minder hoge. Maar ook in acute gevallen geldt dat er actie wordt ondernomen. We gaan samen op zoek naar oplossingen. De groepsleerkracht, de coördinator leerlingenzorg (interne begeleider), andere leden van het team en de eindverantwoordelijke schooldirecteur.
De kerndoelen (en referentieniveaus) die de overheid ons heeft voorgeschreven willen we met zoveel mogelijk leerlingen bereiken. Onze leerstof, de methoden worden daarop voortdurend onderzocht. Indien nodig worden er nieuwe methoden aangeschaft. De maatschappij verandert voortdurend. De school, het onderwijs, zal altijd in beweging zijn. Met menselijke maat zullen onze teamleden zich daaraan moeten aanpassen.
10
2.2 Schoolklimaat Op de Jan Ligthart hanteren we de volgende algemene schoolregels, die voor iedereen gelden.
1. 2. 3. 4. 5.
Voor groot en klein zullen we aardig zijn. De school is van binnen wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet. We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze morgen weer te gebruiken. Ik zeg het maar 1 keer , daarna doe ik het niet meer! Ik vind het niet leuk, hou op! Daarom zeg ik stop!
We willen graag een klimaat op school van orde en regelmaat en van rust en geborgenheid. Bij duidelijke afspraken en regels weet iedereen waar hij aan toe is. De duidelijke regelgeving heeft o.i. een gunstige invloed op de leerprestaties van de leerlingen, die zich hierdoor veilig gaan voelen. Regelmatig hebben we in onze teamvergaderingen dit onderwerp op de agenda staan. Daarnaast starten we ieder jaar ook met een “gedragsweek”. Tijdens deze week worden alle regels, zowel de school-, plein- als klassenregels met de kinderen besproken. We doen dit heel intensief en via verschillende werkvormen. Na deze week wordt het onderdeel “waarden en normen” structureel opgenomen in ons lesprogramma. Iedere week zal er in iedere groep op enigerlei wijze aandacht aan worden besteed. Na de kerstvakantie volgt opnieuw een extra intensieve week over dit onderwerp. We hebben in de praktijk gemerkt dat je door dit preventieve aanbod het schoolklimaat positiever maakt.
2.3 Beleid van de school ten aanzien van pesten Onze school besteedt veel aandacht aan het opbouwen en onderhouden van een goed klassenklimaat. We doen dit o.a. door in ieder geval twee keer per jaar in iedere groep aan een projectweek over klassenklimaat en pesten te werken. Daarnaast richten we ons onderwijs zo in dat het sociale klimaat een positieve impuls krijgt. Wat verstaat de school onder pesten? Elk gedrag dat geen respect voor anderen laat zien, met inbegrip van racistische discriminatie, algemene discriminatie, seksistisch gedrag, kindermishandeling door volwassenen of door kinderen. Wanneer praten we over pesten en wanneer over plagen? Bij plagen is sprake van gelijkwaardigheid; het gebeurt incidenteel; het is voor de lol; je doet het samen en het is niet grensoverschrijdend. We spreken van pesten als er sprake is van machtsongelijkheid, het langere tijd voort duurt of op gezette tijden terugkeert; er sprake is van leedvermaak; het doel kwetsen/ vernederen is; als de gepeste buiten de groep geplaatst wordt en het gedrag grensoverschrijdend is. Hoe wordt het probleem gesignaleerd? De signalen kunnen komen van de kinderen, de ouders, de leerkrachten, de overblijfouders. De leerkracht noteert de klacht op een signaleringslijst.
11
Wat doen we met het gesignaleerde probleem? Het ingrijpen is afhankelijk van de ernst van het probleem. In de meeste gevallen wordt er door de klassenleerkracht kort ingegrepen. Een kort gesprek is dan voldoende. Als het probleem zich nog 2 keer herhaalt, meldt de leerkracht het voorval bij de directie, die dan de afgesproken maatregelen neemt. Mocht het probleem dermate ernstig zijn dat niet gewacht kan worden, dan meldt de leerkracht dit direct aan de directie, die dan de afgesproken maatregelen neemt. Wat houden de afgesproken maatregelen in? De directie schakelt de coördinator pestgedrag in (de directeur). Er wordt bepaald voor welke aanpak zal worden gekozen. De coördinator zal daarna het probleem verder afwerken. Wanneer worden de ouders ingeschakeld? De directie benadert de ouders van de pester(s) en de gepeste direct nadat is vastgesteld op welke manier het probleem wordt aangepakt. De ouders hebben een gesprek met de coördinator. In het gesprek wordt de aanpak uitgelegd en worden de afspraken vastgelegd. Tijdens de aanpak worden de ouders op de hoogte gehouden en na afloop wordt de aanpak met de ouders geëvalueerd. Wat doet de school om pestgedrag te voorkomen? Het is belangrijk dat er binnen de groep een goed klassenklimaat heerst. De leerkrachten werken daaraan door middel van steeds terugkerende oefeningen in het omgaan met elkaar, het vertrouwen hebben in elkaar, in het helpen van elkaar. Elk jaar zal er binnen de groep het onderwerp pesten worden besproken en er zullen oefeningen mee worden gedaan.
Pestprotocol We beschikken over een protocol om pesten te voorkomen en tegen te gaan. Dit protocol ligt op school voor u ter inzage. Juf Annette Bohler volgt de opleiding gedragscoördinator en zal dit jaar de opleiding afronden.
12
2.4 Contacten met ouders Wij vinden het contact met ouders zeer belangrijk. Zo kunnen we een goede wisselwerking krijgen tussen de lerende en opvoedkundige taak van de school en die van de ouders. Wij verwachten van ouders dat zij met ons proberen te zoeken naar de beste manier om hun kind (en onze leerling) zich prettig te laten voelen. Alleen dan kan het kind zich goed ontwikkelen. Als uw kind niet met plezier naar school gaat, willen we graag met u praten om er achter te komen wat de reden daarvan is. Wellicht kunnen wij op school maatregelen treffen ter verbetering. Graag naar school gaan is de basis van al het leren. We hebben tweemaal per jaar gespreksmomenten met ouders over hun kind. Verder krijgen de kinderen driemaal per jaar een schriftelijke rapportage mee naar huis. De kinderen van groep 2 krijgen aan het eind van het schooljaar hun eerste rapport mee. U kunt altijd bij de leerkracht terecht (uiteraard niet vlak voor schooltijd, maar liever na 15.15 uur) als blijkt dat het met uw kind op school niet zo goed gaat (bij voorkeur maakt u eerst even een afspraak). Oh ja, als het goed gaat en u tevreden bent, vinden wij het ook erg leuk om dat te horen.
3
De organisatie van het onderwijs
Een dag op de Jan Ligthart begint rond acht uur ‘s morgens. De school is vanaf dan [telefonisch] bereikbaar. De pleinwacht gaat om 8.15 uur naar buiten. Vanaf dat moment is er toezicht op het plein. Ook kunnen ouders binnenkomen om een boodschap over te brengen aan de schoolleiding of een afspraak te maken voor een gesprek . Een mededeling aan de juf? Geen probleem. Informatie over de school, de ontwikkeling, de vorderingen van de dochter of zoon? Maak hiervoor buiten de lesuren een afspraak. We gaan er van uit dat elke ouder begrijpt dat de leerkracht tijdens de lesuren op de groep aandacht heeft voor de kinderen en niet voor een ouder. We verwachten van de ouders dat hun kinderen op tijd op school zijn. Half negen dus! In de groepen 1 en 2 kunnen de ouders vanaf 8.15 u. even mee naar binnen. Om half negen gaat de bel. De kinderen van groep 3 t/m 8 gaan groepsgewijs samen met de leerkracht naar binnen. Van 10.00u. t/m 10.45u. zijn er (per klas) pauzes met pleinwachten. En om twaalf uur gaan de kinderen allemaal weer naar huis of naar de overblijf. Tijdens de middagpauze (12.00 u. – 13.00 u.) gaan de leerkrachten wat eten en drinken en zich weer voorbereiden op de middag. Ook hier geldt: de leerkracht ergens over informeren; geen probleem. Voor overige zaken graag een afspraak maken. Tussen 12.00 u. en 13.00 u. is er voor onze leerlingen gelegenheid om over te blijven. Hiervoor is een aparte regeling. In hoofdstuk 6 leest u er meer over. Vanaf 13.00 uur is er weer toezicht op het plein en de kleuters stromen van 13.00 u. tot 13. 15 u. weer binnen in de groep. De middagschooltijd begint om 13.15 uur en eindigt om 15.15 uur. Het team is daarna ook aanwezig in het schoolgebouw. Er is dan ruimte voor gesprekken met kinderen, ouders, collega’s en voor teamvergaderingen en werkoverleg. Uiteraard wordt de tijd ook gebruikt om de dag af te ronden (correctie etc.) en de volgende dag weer voor te bereiden.
13
3.1 De organisatie van de school Groeperingsvormen De Jan Ligthart werkt volgens een leerstofjaarklassensysteem. We streven er naar om, daar waar mogelijk, tegemoet te komen aan de capaciteiten van ieder kind, door differentiatie van de leerstof naar inhoud en aanbiedingsvorm. De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd in jaargroepen. Onze school heeft acht jaargroepen. De onderbouw bestaat uit groep 1 t/m 4 en de bovenbouw uit groep 5 t/m 8. Wij werken zoals eerder gezegd met combinatiegroepen, wat inhoudt dat de kinderen van twee jaargroepen bij elkaar in een lokaal kunnen zitten.
Samenstelling van het team De directeur is conform het directiestatuut naast de dagelijkse gang van zaken op school eindverantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, financiële en materiële zaken, organisatie en planning, leerlingenadministratie en externe contacten. Elke (combinatie)groep heeft een vaste groepsleerkracht, die als eerste verantwoordelijk is voor het gebeuren in zijn/haar klas. Voor de ouders en kinderen is deze leerkracht het belangrijkste aanspreekpunt. De intern begeleider heeft zich gespecialiseerd in het definiëren van gedrag- en/of leerproblemen, het aandragen van middelen tot verbeteringen en de voortgang, gedurende de hele schoolperiode.
Organisatie Op de Jan Ligthart wordt de zorg voor kinderen met specifieke behoeften gecoördineerd door de intern begeleider. Dit omvat o.a.: het begeleiden van leerkrachten observaties van kinderen en het afnemen van individuele toetsen het verzorgen van de orthotheek het onderhouden van contacten met externe deskundigen, evt. in samenwerking met de groepsleerkracht het, in samenwerking met de groepsleerkracht, onderhouden van contacten met ouders.
Alle scholen verschillen in werkwijzen, sfeer en resultaten. Kortom in kwaliteit. Onze school wil vooral een effectieve school zijn, waarbij door het team hard gewerkt wordt om het onderwijs zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de individuele kinderen. Wij leggen hierbij sterk de nadruk op de zogenaamde basisvaardigheden. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen, uiteraard met het oog op hun toekomst de vakken lezen, taal, rekenen en schrijven goed beheersen. Voor deze primaire vakken hebben we dan ook de beste en nieuwste methoden in huis.
14
Binnen de groepen 1 en 2 werken en spelen de kinderen meestal in groepjes op verschillend niveau. We maken gebruik van de methoden “De Leessleutel en DORR”. Kinderen leren heel veel van elkaar en ontdekken samen nieuwe dingen. We vinden het belangrijk dat de kinderen in de onderbouw leren samen te werken en leren om samen nieuwe dingen te ontdekken en met elkaar problemen op te lossen. De leerkrachten proberen de kinderen waar mogelijk te stimuleren. Zij zorgen voor een prettige omgeving waarin het kind zich veilig voelt; de leerkracht is hierbij meer begeleidend dan sturend bezig. De school beschikt over een, zoals dat heet, “beredeneerd aanbod van ontwikkelingslijnen” voor een soepele overgang van groep 2 naar groep 3. Er wordt veel aandacht besteed aan mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, fonemisch bewustzijn, beginnende gecijferdheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanaf groep 3 wordt er meer klassikaal gewerkt. De leerstof krijgt een steeds belangrijkere rol in het onderwijs. De introductie en de instructie zijn gezamenlijk; de verwerking van de leerstof kan op verschillend niveau gedaan worden. Het ene kind kan nu eenmaal meer en Zelfstandig Werken moeilijker leerstof verwerken dan een ander We hebben – mede onder begeleiding van de schoolbegeleidingsdienst (Cedin) – het kind. Bij een volgend vakgebied kan dit wel net zogenaamde zelfstandig werken andersom zijn. Dit heet differentiatie. Om dit ingevoerd. Ook voor het huidige systeem van differentiatie verantwoord ten schooljaar hebben we de momenten van uitvoer te brengen, zullen we ook de komende zelfstandig werken vanaf groep 5 als jaren weer veel tijd en aandacht gaan besteden “ taakuren” ook op het lesrooster gezet. aan het zelfstandig werken (zie kader). Door zelfstandig werken (een Tijdens die taakuren werken de kinderen onderwijsleersituatie waarin de leerling zelfstandig aan een aantal taken, die ze onafhankelijk van de leerkracht leeractiviteiten ook zelfstandig kunnen maken. Het gaat in het algemeen om taken voor rekenen, taal, uitvoert) wordt de zelfstandigheid van aardrijkskunde, geschiedenis e.d. Ze leerlingen bevorderd en worden weerbaarheid bepalen zelf de volgorde waarin deze en verantwoordelijkheidsgevoel gestimuleerd. taken afgewerkt worden en ze leren zelf Het voordeel voor de leerkrachten is dat er hun tijd zo goed mogelijk in te delen en te hierdoor meer tijd kan worden vrijgemaakt benutten. voor de kinderen die extra aandacht nodig hebben. Zodoende kunnen we gaandeweg ook Tijdens die taakuren heeft de leerkracht andere en hogere eisen aan het werken en het de handen vrij om met kleine groepjes of werk van de kinderen stellen. In dit kader past met individuele kinderen, die wat extra aandacht nodig hebben, te werken. ook het werken met zogenaamde weektaken. We proberen het maximale uit ieder kind te halen. Dit betekent dat er binnen een groep niveauverschillen kunnen ontstaan. Als het verschil te groot wordt, is het soms beter om uit sociaal oogpunt er voor te kiezen om een kind een jaar extra in dezelfde groep te houden (doubleren). Op sommige terreinen kan het desbetreffende kind dan gewoon verder werken; in andere vakgebieden is het soms beter om eerst even pas op de plaats te maken of om een paar stapjes terug te doen. Achterliggende gedachte hierbij is om het kind in een zo veilig/prettig mogelijke omgeving te laten functioneren. Pas als het kind zich lekker voelt, kan het ook beter presteren.
15
Zittenblijven Zittenblijven De Jan Ligthart beschikt over een “protocol doubleren en versnellen”. Deze ligt op school ter inzage.
Er kan na overleg met ouders besloten worden dat een kind een jaar over doet. Dit gebeurt alleen als we ervan overtuigd zijn dat het kind daar baat bij heeft. Zittenblijven heeft vaak een negatieve klank, maar voor sommige kinderen is het prettig om na een tijdje te ontdekken, dat ze niet op vele fronten op hun tenen moeten lopen. Ook is het stimulerend om te ontdekken dat ze niet tot de zwakste leerlingen behoren. De kinderen die een jaar overdoen krijgen een aangepast programma.
In principe kunnen de kinderen de school in 8 aaneengesloten jaren doorlopen. Van deze regel wordt onder meer afgeweken als: de kinderen aan het eind van groep 2 nog erg speels zijn, waardoor ze te onzelfstandig en te snel afgeleid zijn, te weinig kennis hebben van de noodzakelijke begrippen om het aanvankelijk lees- en rekenonderwijs te kunnen volgen. de kinderen aan het eind van groep 3 de basis van het lezen en rekenen onvoldoende beheersen. de kinderen door een vertraagde ontwikkeling de aansluiting met hun leeftijdgenoten op een aantal fundamentele gebieden missen. Deze kinderen krijgen in een inhaaljaar de gelegenheid deze achterstand zo veel mogelijk weg te werken. Incidenteel kan het voorkomen dat een leerling ten gevolge van zijn ontwikkeling de school sneller doorloopt. We streven er naar dat elk kind zich naar vermogen veelzijdig kan ontwikkelen. Alle aspecten van die ontwikkeling vinden we belangrijk: de verstandelijke, de sociale, de emotionele en de creatieve ontwikkeling. Het zelfstandig leren werken, leren samenwerken, leren luisteren, opkomen voor je eigen mening en leren je gedachten onder woorden te brengen, komen dagelijks aan de orde. Kinderen komen naar school om iets te leren. Sommigen hebben daar geen moeite mee en kunnen zelfs meer. Andere kinderen hebben extra oefening nodig. Het onderwijs op de Jan Ligthart is klassikaal georganiseerd. Hierin proberen we meer ruimte te scheppen om de kinderen te begeleiden in hun individuele ontwikkeling (zie hoofdstuk 4).
16
3.2 Schoolorganisatie en team / Personeelsgids Het zorgen voor een goede schoolorganisatie ziet de schoolleiding als één van haar hoofdtaken. Hierdoor kan een degelijke structuur worden gecreëerd zodat een ordelijk, veilig en prettig klimaat voor de kinderen ontstaat. We beseffen terdege dat de school een leerinstituut is, maar we richten ons dus ook op de sociale ontwikkeling van de kinderen. De schoolleiding vervult bij de organisatie van activiteiten en evenementen een stimulerende en coördinerende rol. Een andere belangrijke taak van de schoolleiding is een voorwaardenscheppende. Niet alleen in materiële zin, maar ook voor wat betreft bijvoorbeeld de werkomstandigheden. Zodoende krijgt de groepsleerkracht de mogelijkheid zich in eerste instantie op het groepsgebeuren te richten. De schoolleiding ziet er uiteraard op toe dat de schooldagen worden besteed aan goed onderwijs geven. Het team wordt actief bij het vaststellen van het onderwijsbeleid en het opstarten van onderwijsvernieuwingen betrokken. De groepsleerkrachten vervullen een centrale rol in de school. Over specifieke onderwijszaken vindt veel overleg plaats. Via regelmatige toets,- en leerling besprekingen houden de leerkrachten zicht op de vorderingen van de leerlingen. Voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben, kan een handelingsplan worden opgesteld dat onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht wordt uitgevoerd. Uiteraard wordt van de groepsleerkracht een actieve rol in de schoolorganisatie verwacht; verschillende taken zijn onder de leerkrachten verdeeld. Een van de leerkrachten (gymnastiek) dhr. J. Doornbos (Jeroen) is tevens coördinator I.C.T. (Informatie en Communicatie Technologie). Hij coördineert de organisatie van het computeronderwijs bij ons op school. De intern begeleider, dhr. P. Wildeman (Pim) houdt zich vooral bezig met de organisatie van de leerlingenzorg. Voorwaarde hiervoor is het houden van regelmatige signaleringsonderzoeken in de vorm van testen en toetsen en de zorg voor toetsmaterialen, het bewaken van de planning, het voorbereiden van de regelmatige leerling- en groepsbesprekingen, en toezicht op een goede uitvoering hiervan binnen de groep. Aan de school is een conciërge, dhr. J. Dijk (Joop) verbonden die ondersteunend werk verricht bij het onderhoud en de schoonmaak van het gebouw en het schoolterrein. Ook kopiëren en huishoudelijk werk behoort tot het takenpakket van de conciërge.
17
3.3 De onderwijsleeractiviteiten voor de kinderen Activiteiten in de onderbouw De aanpak in de groepen 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van het lokaal en de manier van werken is anders. Het werken in deze groepen gebeurt namelijk vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de speelhoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. Bij de jongste kleuters ligt in het begin de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Later gaat dat door, maar hier heeft de leerkracht meer een sturende rol. De kinderen zitten twee of ruim twee jaar in de kleutergroep. Dat hangt onder meer af van hun geboortedatum en daarmee van de datum waarop ze op school komen en natuurlijk hun ontwikkeling. In groep 2 worden (speelse) activiteiten aangeboden die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3 (letterkennis, cijferkennis, fonemisch bewustzijn). Op het rooster worden verschillende leer- en vormingsgebieden onderscheiden. In de dagelijkse praktijk in de klas is dat voor de kinderen echter nauwelijks merkbaar. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling, wie speelt met een lotto leert ook getallen of kleuren en wie op een vel papier de golven van de zee tekent is bezig met voorbereidend schrijven. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor heel veel ander leren. In de kleutergroepen wordt dus het accent op veiligheid en acceptatie gelegd. De groepsleerkracht biedt verschillende speel -werksituaties aan, zodat de kinderen zo veel mogelijk succeservaringen opdoen. Kinderen leren al doende, ook tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We praten veel met kinderen over allerlei onderwerpen zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Lezen Bij jonge kinderen is vaak al interesse aanwezig voor letters. Er is dan ook een leeshoek in het kleuterlokaal en er vinden gerichte activiteiten plaats met betrekking tot ontluikende geletterdheid. Zo is er de lettermuur, waar regelmatig een andere letter centraal staat en waar allerlei activiteiten omheen worden gedaan. Verder wordt er gewerkt met verteltassen; een tas met hierin een informatief boek, een voorleesboek en diverse spelmaterialen. De bedoeling is dat ouders samen met hun kind op een aansprekende manier met lezen en taal bezig kunnen zijn, zonder dat ze hiervoor zelf allerlei dingen hoeven te zoeken. Het aanvankelijk lezen met klassikale instructie begint in groep 3. Taalontwikkeling
Kleuters zijn de hele dag bezig met het ontwikkeling van hun taal. We praten veel met kinderen over allerlei onderwerpen, zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Het aanbieden van taal gebeurt ook door b.v. verhalen vertellen, voorlezen, poppenkast spelen, versjes aanleren, enz. De kinderen moeten (en willen) dit nadoen, om zodoende het geleerde te verwerken. Mede middels de methode “De Leessleutel” proberen we de taal/leesontwikkeling te stimuleren. Voor deze taal/leesontwikkeling hebben we grote aandacht.
18
Activiteiten in midden- en bovenbouw De vakken lezen, taal, schrijven en rekenen zijn de basisvaardigheden. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling.
Creatieve ontwikkeling
Tijdens de werklessen werken kinderen met verschillende materialen en technieken aan een opdracht. Ook in taal-, muziek- en bewegingslessen wordt de creativiteit gestimuleerd.
Sociaalemotionele ontwikkeling
Dit ontwikkelingsaspect zit verweven door alle activiteiten heen Het goed omgaan met elkaar, het samen spelen, samen werken en samen delen moet
worden geleerd.
Zintuiglijke ontwikkeling
Hier worden allerlei spelletjes gedaan die het zien, horen, voelen, ruiken en de concentratie bevorderen
Muzikale ontwikkeling Activiteiten zijn hier: het aanleren en zingen van liedjes, bespelen van instrumenten, bewegen op muziek, maat en ritme oefeningen.
Motorische en lichamelijke ontwikkeling
De grove motoriek, het goed en soepel bewegen, komt iedere dag aan bod tijdens gym- en bewegingslessen en het buiten spelen. De fijne motoriek komt tot uiting tijden het tekenen, knippen , plakken, kleien,
verven, enz.
In groep 3 beginnen de kinderen dus structureel met het leren lezen. We gebruiken hiervoor de nieuwe methode van “Veilig leren lezen”. Hierbij hoort veel extra materiaal voor leerlingen die onder, of juist boven het gemiddelde niveau van de klas zitten. In de hogere groepen wordt veel nadruk gelegd op technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen. Er worden samenvattingen gemaakt en er worden boekbesprekingen gehouden. Er wordt ook veel aandacht besteed aan het begrijpen van de gelezen tekst. Vanaf groep 5 hebben we hiervoor een methode die de kinderen bij het begrijpen van teksten veel houvast kan bieden. De methode heet "Tekstverwerken". Ook maken we gebruik vanaf groep 4 gebruik van de actuele methode “Nieuwsbegrip”. Dit is een digitale methode die wekelijks aansluit bij de actualiteit. Het aanleren van allerlei vaardigheden en denkstrategieën om teksten te leren begrijpen staan in de methode Tekstverwerken voorop. Deze worden bijvoorbeeld ook toegepast bij de vakken als geschiedenis en aardrijkskunde. Leerlingen die moeite hebben met het begrijpen van teksten, zullen namelijk ook vaak slechter scoren bij bovengenoemde vakken. Taal Taal bestaat uit vier onderdelen: lezen, spreken, luisteren en schrijven. Voor het schrijven (schriftelijk taalgebruik) is grammatica nodig, o.a. spelling, werkwoordspelling, zinsbouw en zinsontleding. Ook wordt veel aandacht besteed aan de opbouw van een tekst (zowel mondeling als schriftelijk, bijvoorbeeld bij een spreekbeurt en een opstel). Voor taal en lezen worden de modernste methoden gebruikt (Taal op Maat).
19
Schrijven Na de oefeningen bij de kleuters ter voorbereiding op het schrijven, beginnen we in groep 3 met het schrijfonderwijs op blaadjes en in werkboekjes volgens de methode "Pennenstreken” (in groep 2 wordt dit al voorbereid). Deze methode sluit aan bij de woorden van de leesmethode. In de hogere groepen komen ook blokletters en creatieve lettervormen aan bod. Rekenen De methode die we vanaf groep 3 tot en met groep 8 gebruiken is: "De wereld in getallen". De methode is opgebouwd volgens de beproefde dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Er is aandacht voor de verschillende niveaus. In groep 1/2 vindt al voorbereidend rekenonderwijs plaats (teloefeningen en het bijbrengen van getalbegrip, cijferkennis). Meerdere computerprogramma's kunnen ter ondersteuning bij het rekenonderwijs worden ingezet. Wereld - oriënterende vakken Geschiedenis "Speurtocht" is de naam van de methode die bij de geschiedenislessen in de groepen 5 t/m 8 wordt gehanteerd. Deze nieuwe methode geeft laat de geschiedenis in de groepen verschillende keren terug komen. Op deze manier duiken de leerlingen elke keer een stukje dieper in de stof. Biologie /Natuur/Techniek Voor dit vak hebben we de methode “Natuniek”. Voorts wordt er gebruik gemaakt van de Techniektorens en het aanbod van de schooltelevisie, zoals bijv. de serie “Nieuws uit de natuur”. “NatuNiek” is de methode voor natuur en techniek waar kinderen leren door te doen! Ze ervaren eerst hoe iets werkt en vervolgens wordt daar de theoretische kennis aan opgehangen. Aardrijkskunde In de lessen van aardrijkskunde wordt de nieuwste versie van "Geobas" gebruikt. In groep 5 en groep 6 wordt eerst Nederland behandeld. De kinderen leren dan tevens te werken met een In groep 1/2 en 3/4 wordt gewerkt atlas. Vervolgens komen Europa en de andere vanuit thema's. Daarbij wordt uitgegaan van vele middelen en materialen. Uit het werelddelen in de groepen 7 en 8 aan bod. aanbod van de schooltelevisie kiezen we een reeks lessen. Tijdens diverse lessen komen ook nadrukkelijk aan bod: maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, gezond gedrag, sociale redzaamheid en verkeer en burgerschapskunde.
De kinderen in groep 7 tonen tijdens het verkeersexamen (zowel in theorie als in de praktijk) wat zij van het verkeersonderwijs hebben opgestoken. We gebruiken hiervoor de methoden “Stoepie” en “Klaar… over!”
20
Huiswerk In de groepen 5, 6, 7 en 8 krijgen de kinderen incidenteel huiswerk voor vakken als rekenen en taal en de zaakvakken zoals bijvoorbeeld topografie. Ook kan er met een agenda gewerkt worden. Op deze wijze worden de kinderen in de hoogste groepen voorbereid op het huiswerk in het vervolgonderwijs. Incidenteel kan er in alle groepen wel eens wat huiswerk worden opgegeven zoals plaatjes zoeken, extra reken- of taalwerk of het voorbereiden van een spreekbeurt.
Expressie en cultuur Alle lessen handvaardigheid worden door de leerkrachten in de klas gegeven. We gebruiken hiervoor uitgaven uit de serie ”Moet je doen”. Ook voor muziek, dans, tekenen en expressie gebruiken we “…Moet je doen.” Regelmatig begeleiding door het IVAK zorgt voor het op peil houden van de expressievakken. Schoolcultuur en basisonderwijs Ieder jaar bezoeken alle leerlingen een voorstelling, georganiseerd door de commissie schoolcultuur. Deze commissie streeft ernaar om de diverse disciplines, zoals dans, muziek, toneel, in een bepaalde cyclus aan bod te laten komen.
Bewegingsonderwijs De kleuters hebben dagelijks gymnastiek of spel; de oudere kinderen hebben twee keer per week gymnastiek. We hebben een positieve houding ten opzichte van sportbeoefening; we proberen de kinderen zoveel mogelijk met sport en spel in aanraking te brengen; met name bij de diverse georganiseerde sporttoernooien. Het gymnastiek onderwijs op obs Jan Ligthart bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is het werken met toestellen en het tweede onderdeel is sport / spel. De leerlingen werken tijdens de les in drie of vier groepen, ieder in een vak. Op deze wijze zijn de leerlingen zeer actief aan het gymmen. In de verschillende vakken liggen kaarten waar de leerlingen zelfstandig mee kunnen werken. Op deze wijze kunnen alle leerlingen op hun eigen niveau gymmen. Daarnaast hebben de leerlingen diverse sportclinics. Op deze wijze proberen wij de leerlingen een zo uitgebreid mogelijk aanbod van bewegingsonderwijs te bieden. Sociaal-emotionele ontwikkeling en Burgerschapskunde We leren de kinderen om op een goede manier met elkaar om te gaan. Er komen thema’s aan de orde als: vriendschap, ruzie, pesten, iets voor een ander over hebben, enz. Als methode hiervoor gebruiken we “Beter omgaan met jezelf en de ander”. We gebruiken “Scol” en “Dorr” als meetinstrumenten om te kijken hoever kinderen in hun sociale ontwikkeling zijn.
21
THEMAWEEK GEDRAG EN SCHOOLKLIMAAT Aan het begin van het schooljaar wordt een projectweek (themaweek) georganiseerd met als thema “Gedrag”. Pestpreventie, regels en routines, gewoontevorming, beleefdheidsvormen, omgangsvormen etc. komen dan prominent aan de orde. In de week na de kerstvakantie doen we deze week in een iets andere vorm nog eens over. Daarnaast wordt in alle groepen wekelijks aandacht besteed aan sociaal gedrag in het algemeen. “Hoe ga je met elkaar om……”, “Hoe geef je aan wanneer je iets niet wilt….”, “Wat doe je wanneer je niet mee mag spelen…” “Hoe kun je rekening met elkaar houden…”
“Burgerschapskunde” gaat nog een stap verder. Het leert het kind zich te bewegen in de samenleving. De leerlingen worden geconfronteerd met de manier waarop de maatschappij in elkaar zit en hoe mensen hun mening vormen. Een voorbereiding dus op hun toekomst als mondige en bewust meedenkende burgers. Voor dit “vak” is een apart schoolplan-deel geschreven dat op school ter inzage ligt. Godsdienst en Humanistisch vormingsonderwijs In de groepen 6 tot en met 8 worden de kinderen in de gelegenheid gesteld om aan godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs deel te nemen. Ieder jaar voor de zomervakantie krijgt u daartoe uitgebreide informatie en een aanmeldingsstrook. De lessen kunnen echter alleen doorgang vinden wanneer de Raad van Kerken of het Humanistisch Verbond een leerkracht beschikbaar heeft en er voldoende leerlingen deelnemen. Het godsdienstonderwijs, dat namens de Raad van Kerken uit Appingedam en Delfzijl wordt gegeven, heeft als doel het kind in aanraking te brengen met de Bijbel, zonder hiervoor gerichte propaganda te voeren, noch voor een kerk, noch voor een kerkgenootschap. In de praktijk komt dat neer op o.a. het vertellen en creatief verwerken van de Bijbelse verhalen, passend bij de leeftijd van het kind. Ook heeft men naast het christendom aandacht voor andere godsdiensten. In het humanistisch vormingsonderwijs probeert de vormingsleidster om op een speelse manier aan de geestelijke vorming van het kind een bijdrage te leveren. Zij probeert de kinderen te laten ontdekken, dat ieder mens anders denkt. Anders denken is niet minder goed. Vaak vormt een rollenspel, een krantenknipsel of iets dergelijks de inleiding tot een groepsgesprek. De laatste jaren zijn er geen lessen humanistisch vormingsonderwijs wegens gebrek aan belangstelling en de beschikbaarheid van een docent. Ieder jaar kunt u opnieuw beslissen waaraan uw kind gaat meedoen. Het is niet mogelijk om gedurende het schooljaar te wisselen van keuze. Indien uw kind geen gebruik maakt van de mogelijkheid om de lessen te volgen dan blijft hij/zij onder de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. De groepsleerkracht zorgt dan voor passend werk. Onderwijs in de Engelse taal In de groepen 5 t/m 8 wordt Engels gegeven. De uitspraak, het verstaan, het begrijpen, het lezen en voor een klein deel de spelling zijn onderdelen die aan de orde komen. Het voornaamste doel is de leerlingen een zekere communicatievaardigheid in het Engels te geven voor het dagelijks
22
gebruik. We leren de kinderen eenvoudige teksten lezen en begrijpen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode: “Take it easy”. Lessentabel De lessenverdeling over de verschillende vakken, aangegeven in kwartieren, ziet er als volgt uit: groepen 1 2 3 4 5 6 7 8 Arbeid met ontw. materiaal Taal/spelling Taal Lezen Rekenen / wiskunde Schrijven Engels Wereldoriëntatie Aardrijkskunde Geschiedenis Biologie Verkeer Gez. gedrag / Soc. Redzaamheid/ Actief Burgerschap
17
17
12
12
Beeldende vorming Burger Dramatische vorming Muziek Gymnastiek Keuze Pauze Totaal
10 15 16 19 7
10 15 16 19 7
4
4
10 16 15 20 2
10 16 15 20 2
3
10 16 15 20 2 3
10 16 15 20 2 3
3
5 3 3 3
5 3 3 3
5 3 3 3
2
2
3
3
5 3 3 3
2
2
3
3
3
3
3
3
8 4 4 27 7 5 88
8 4 4 27 7 5 88
3 2 3 7
3 2 3 7
4 3 3 7
4 3 3 7
4 3 3 7
4 3 3 7
5 97
5 97
5 5 5 5 105 105 105 105
3.4 Speciale voorzieningen Lokalen De school heeft zes groepslokalen en een speellokaal. Twee lokalen doen tevens dienst als overblijflokaal. Drie groepslokalen bevinden zich op de benedenverdieping en drie op de bovenverdieping. Op de bovenverdieping zijn twee lokalen van elkaar gescheiden door een vouwwand. We kunnen deze ruimte daarom bij gelegenheid gebruiken als gemeenschapsruimte. Voor de gymlessen van de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van sporthal “De Ringen”. Orthotheek Op de benedenverdieping is de orthotheek van de school. Deze bestaat uit een kast, met allerlei materialen, die de leerkracht kan gebruiken voor kinderen die speciale aandacht behoeven bij het leren lezen, rekenen en taal. Ook bewaren we hierin (achter slot) de gegevens van de kinderen die speciale hulp krijgen. Personeelskamer/ Directie De school beschikt over een personeels- en directiekamer. Beiden worden door het team intensief gebruikt voor overleg met elkaar en met anderen. Tevens vinden hier de vergaderingen van de OR en MR plaats.
23
Extra ruimtes Op de beneden verdieping zijn twee kamers gerealiseerd. Deze worden gebruikt wanneer er in kleine groepen les wordt gegevens zoals bij godsdienstonderwijs of EHBO. Tevens kan van deze kamers gebruik worden gemaakt door bijvoorbeeld de schoolarts of de logopedist.
4 De zorg voor de leerlingen 4.1 Zorgbreedte/zorgplan/leerlingenzorg Onder zorgbreedte wordt verstaan: de mate waarin een school mogelijkheden biedt om kinderen met uiteenlopende ontwikkelingsniveaus en gedragskenmerken zinvolle en didactische begeleiding te geven. We hanteren binnen onze school hiervoor een ondersteuningsprofiel (op school ter inzage). Tijdens de lessen wordt gekeken hoe de ontwikkeling van de kinderen verloopt. We doen dit door middel van het observeren en het beoordelen van leerresultaten. Voor het beoordelen/analyseren van leerresultaten gebruiken we toetsen. Deze zijn methode-onafhankelijk (bijv. Citotoetsen) of methodegebonden; dat wil zeggen dat na een leerstofkern wordt gekeken of de leerling de stof begrepen heeft. Kinderen die moeite hebben met de leerstof krijgen extra uitleg en herhalingsstof. Kinderen die het gemakkelijk hebben krijgen extra verdiepingsstof en verrijkingsstof. Dit doet een kind in de klas (in uitzonderingsgevallen buiten de klas). Uitgangspunten Uitgangspunt van ons onderwijs is, dat (bijna) iedere leerling het voor hem of haar geschikte onderwijs bij ons op school moet kunnen volgen. Voor leerlingen met specifieke behoeften of problemen (leerproblemen, lichamelijke problemen, sociaal emotionele problemen) dienen oplossingen zoveel mogelijk binnen de school gezocht en gevonden te worden.
Voorzieningen De standaardvoorziening binnen school is de vakkennis van de leerkracht, die (binnen grenzen) in staat is elke leerling op zijn of haar eigen wijze aan te spreken en de leerstof indien nodig aan te passen. We gaan er vanuit dat de leerlingen die bij ons op school komen, onze school zullen doorlopen. Moderne methoden, computerprogramma’s en veel hulpmaterialen maken het mogelijk om leerlingen hun eigen individuele leerweg te laten volgen. Wanneer geconstateerde problemen op deze wijze niet oplosbaar blijken, kan de leerkracht een beroep doen op de intern begeleider. De aard en de oorzaak van de problemen kunnen op deze wijze nog uitgebreider worden onderzocht. Een verbetertraject kan plaatsvinden in de klas. In uitzonderlijke gevallen kan dit buiten de klas. Bij specifieke vragen onderhoudt de intern begeleider via ons Onderwijs ondersteuningsbureau contact met diverse externe instanties. Er kunnen dan gespecialiseerde observaties of toetsen plaatsvinden. Onze school maakt deel uit van een samenwerkingsverband, wat inhoudt dat we met de basisscholen binnen dit samenwerkingsverband nauw contact onderhouden met diverse instanties. Wanneer blijkt dat een leerling zich niet voldoende ontwikkelt, zullen we specialistische hulp moeten inschakelen. Dit gebeurt natuurlijk in overleg met de ouders. Zij zullen hiervoor toestemming moeten geven. Mocht blijken dat we de leerling ondanks alle hulp
24
die geboden is niet verder kunnen helpen, dan zal in nauw overleg met de ouders naar een andere oplossing moeten worden gezocht. Wet Passend Onderwijs Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn: Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio kunnen regelen. Samenwerkingsverband en sub-regio Alle schoolbesturen van de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is verdeeld in vier subregio’s. De scholen van Marenland vallen onder de sub-regio Noord 1. Marenland werkt in de sub-regio nauw samen met Noordkwartier, Stichting Lauwers en Eems en het christelijk schoolbestuur Noord om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis en school specifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel. Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de school de belangrijkste informatiebron is als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders.
25
Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website: http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/ Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen.
Van WSNS naar Passend Onderwijs. Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. Deze wet heeft als belangrijkste uitgangspunt dat er voor elk kind een plek is op school. Dit wil zeggen dat het schoolbestuur altijd voor iedere leerling een juiste plek heeft en zo mogelijk thuisnabij. De school richt haar onderwijs vooral op wat de leerling kan en ondersteunt en versterkt bij de ontwikkeling. Voor het schooljaar 2015-2016 wordt de werkwijze rond zorgleerlingen zoveel mogelijk doorgezet zoals we gewend zijn. De invloed van Passend onderwijs zal geleidelijk en zorgvuldig worden ingevoerd. De ondersteuning aan de rugzak leerling is er met ingang van het vorig schooljaar verandert in een arrangement. Voor elke leerling met een extra ondersteuningsbehoefte wordt een arrangement ontwikkeld. Deze verandering zal gedurende het schooljaar vorm krijgen en in overleg met de ouders worden vastgesteld. Het Onderwijs ondersteuningsbureau (voorheen OZC) is de vraagbaak en hulp bij de ondersteuning van leerlingen in het leerproces.
Ondersteuningsprofiel In het ondersteuningsprofiel worden een aantal onderwijskundige vragen gesteld. Vervolgens wordt aan de hand van deze onderwijskundige vragen bezien of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal in de beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van ons Onderwijs ondersteuningsbureau. Bij een besluit (uiteindelijk zal het bevoegd gezag van onze school dit besluit nemen) tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat - bij toelating - de leerling de gehele basisschoolperiode zal doorlopen.
Het ondersteuningsprofiel ligt ter inzage op school.
26
Meer- en hoogbegaafdheid Als school willen we tegemoet komen aan kinderen in hun onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften. Als school willen we omgaan met verschillen. Kinderen die meer aankunnen, moeten ook met meer bagage op de basisschool aan de slag. Tot de doelgroep van het protocol voor meer- en hoogbegaafde leerlingen behoren de leerlingen die volgens het in dit plan vastgelegde signalerings- en diagnosticeringsprotocol als waarschijnlijk meer- of hoogbegaafd zijn geïdentificeerd. Bij ernstige twijfel kan er een intelligentieonderzoek worden afgenomen. Tot de doelgroep behoren ook de hoog intelligente leerlingen (die leerlingen waarvan we op grond van hun leerprestaties kunnen vaststellen dat zij grote intellectuele capaciteiten hebben, maar waarbij de essentiële persoonlijkheidskenmerken motivatie en creativiteit zich niet als zodanig uiten). Het begrip hoogbegaafd is omstreden. Er is veel onduidelijkheid over de definitie. We spreken van hoogbegaafd als er bij het afnemen van een intelligentietest een score (IQ) boven de 130 gemeten wordt; dit gaat op voor ongeveer 2 tot 3 procent van de bevolking. Hoogbegaafdheid is “aangeboren”, vanaf het eerste begin reageren hoogbegaafden anders dan de gemiddelde mens op de dingen om hen heen. De gemiddelde IQ- score ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ- score tussen de 111 en tot 130 spreken we van een meer begaafd niveau en boven de 130 van een score op hoog begaafd niveau. Onze procedure staat beschreven in het protocol “meer en begaafde leerlingen” (ter inzage op school). De Jan Ligthart participeert, samen met de andere scholen binnen Marenland, in een project HBG. Hierin staat vooral de begeleiding van leerlingen die meer aankunnen voor leerlingen uit groep 7/8 centraal. Marenland heeft hiervoor samen met het Eemsdeltacollege een z.g. Junior Masterclass opgericht.
De procedure Wanneer er in de klas (of door informatie van ouders) wordt geconstateerd dat een leerling extra zorg nodig heeft, wordt er in overleg met de interne begeleider een plan gemaakt. Ook wordt er vaak extra geobserveerd. De groepsleraar doet samen met de interne begeleider verdere onderzoeken. Dat kan bestaan uit het afnemen van toetsen en of het doen van observaties in de groep. Voordat een dergelijke onderzoeken plaatsvinden wordt altijd eerst met ouders over de problemen en eventuele stappen gesproken.
27
Wanneer blijkt, dat de school het niet alleen kan. Dan wordt de leerling ingebracht in een overleg met intern begeleiders en onze zorgcoördinator van onze stichting (Marenland). Eventueel daarna, kan er ook hulp van buitenaf via ons Onderwijs ondersteuningsbureau worden ingeroepen. Uiteraard geschiedt dit in overleg met de ouders. Deze stappen vinden pas plaats als ouders hiervoor toestemming hebben gegeven. Dit alles conform de afspraken die alle basisscholen van ons samenwerkingsverband met elkaar hebben gemaakt in het Ondersteuningsprofiel. Hierin staat vermeld, welke stappen de school onderneemt indien er problemen zijn met kinderen. Ook de rol van ouders is hierin omschreven. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Zoals eerder gezegd, streeft onze school ernaar om het zittenblijven zoveel mogelijk te voorkomen. Toch kunnen er zich situaties voordoen waar zittenblijven een oplossing kan zijn voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind. We streven ernaar om leerlingen op onze eigen school te helpen. Het is echter mogelijk, dat dit niet haalbaar is, en dat aan plaatsing op een andere school moet worden gedacht. In zulke situaties zullen we in overleg met de ouders alle mogelijkheden gaan bekijken. Dit zal altijd vroegtijdig gebeuren zodat ouders de tijd hebben om rustig over de diverse mogelijkheden na te kunnen denken. Bij een overgang worden ouders nauw betrokken bij de aanmelding van een leerling op een andere vorm van onderwijs.
4.2
Leerlingvolgsysteem
Leerlingvolgsysteem/extra hulp De kinderen van groep 3 t/m 8 worden twee keer per jaar getoetst op het technisch lezen, spelling, woordenschat en rekenen. Begrijpend lezen wordt één keer per jaar afgenomen. Voor groep 1 en 2 is de taaltoets van CITO ingevoerd. Daarnaast worden de kinderen getest op het Cito onderdeel Rekenen voor Kleuters. Deze toetsen zijn niet methodegebonden. De gegevens van de uitkomsten worden in lijsten en grafieken in de computer vastgelegd. Dit gebeurt per kind, maar ook van de groep als geheel. Aan de hand van deze grafieken wordt, tijdens onze leerlingenbesprekingen, beoordeeld wie extra hulp nodig heeft. We noemen deze methode van gegevensverwerking het leerlingvolgsysteem. Aan de hand van deze gegevens worden ouders op de hoogte gebracht van de vorderingen van hun kinderen via het rapport. De gegevens uit observaties en het leerlingvolgsysteem kunnen aanleiding zijn voor het bieden van extra hulp. Deze hulp wordt door de groepsleerkracht aangeboden . In sommige gevallen is het wenselijk een nader onderzoek te verrichten. In overleg met de ouders en/of verzorgers kan een beroep gedaan worden op een externe instantie. Deze instanties hebben de kwaliteiten voor het uitvoeren van een didactisch en/of psychologisch onderzoek. De uitslag wordt met de ouders/verzorgers en de leerkracht besproken.
28
In schema: Groep 1 en 2
Groep 3 en 4
Groep 5 t/m 8
Cito Taal voor Kleuters
Cito Rekenen en Wiskunde
Cito Rekenen en Wiskunde
Cito Rekenen voor Kleuters
Cito Spelling
Cito Spelling
Dorr
Cito DMT (lezen)
Cito DMT (lezen)
Letterkennis
AVI (lezen)
AVI (lezen)
Cijferkennis
Cito Begrijpend lezen
Cito Begrijpend lezen
Fonemisch bewustzijn
Cito Woordenschat
Cito Woordenschat
Scol(sociaal emotionele ontwikkeling)
Scol (sociaal emotionele ontwikkeling)
Het volgen van de ontwikkeling Zowel het dagelijks werk van de leerlingen als de vorderingen gedurende de gehele schoolloopbaan worden goed in de gaten gehouden. Dagelijks wordt het door de kinderen gemaakte werk nagekeken. Soms kijken kinderen ook zelf onderdelen na of kijkt de leerkracht het gezamenlijk met de leerlingen na. Na de foutenanalyse gaan de leerlingen indien nodig de gemaakte fouten verbeteren, alleen of in groepjes. Eventueel vindt er van tevoren een bespreking/uitleg plaats. Bij het nakijken van het leerlingenwerk wordt er uitgegaan van een positieve beoordeling van het kind, passend bij de mogelijkheden van het kind. Dat kan door opmerkingen als: “Jij hebt goed je best gedaan”, “Jammer, morgen gaat het vast beter”, “Zullen we het samen eens proberen”, enz. Voor het volgen van de leerlingen wordt gebruik gemaakt van observaties en analyses op: methode gebonden toetsen en methode- overstijgende toetsen. De laatste worden gebruikt voor het leerlingvolgsysteem. De verslaggeving De toetsuitslagen worden per kind geregistreerd op een overzichtslijst van onze school. Tevens worden per leerling de toetsgegevens verzameld in het leerlingendossier. Van iedere leerling wordt een dergelijke leerlingenmap bijgehouden. Daarin worden, indien relevant, gegevens opgenomen over het gezin, de leerlingenbespreking, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toets- en rapportgegevens van verschillende jaren. De intern begeleider en de groepsleerkrachten beheren de mappen. Doorspreken van de vorderingen Een vast item daarbij is de leerling-bespreking. De interne begeleider spreekt met de leerkrachten over bijvoorbeeld: - resultaten van de leerlingen, - contacten van de leerlingen met andere kinderen, - gedrag van kinderen, aanpak gedrag en werkhouding. Ook na iedere toetsperiode bespreken de teamleden samen met de interne begeleider de groepsresultaten. Er is vooral aandacht voor kinderen met zwakke of zeer goede resultaten. Zo komt het dat alle teamleden steeds meedenken en meepraten over alle leerlingen van de school. Op deze manier vindt er collegiale ondersteuning plaats.
29
Rapportage In het rapport geeft de leerkracht niet alleen zijn of haar persoonlijke indruk, maar verwerkt ook de laatste toetsgegevens. Deze komen eind januari en mei/juni beschikbaar en worden dus verwerkt in het tweede en derde rapport. Alle ouders worden persoonlijk uitgenodigd om het rapport te komen bespreken met de leerkracht. Drie keer per jaar, in november, maart en juni/juli, wordt er een rapport uitgegeven. Groep 2 krijgt aan het eind van het schooljaar haar eerste rapport. Groep 1 krijgt geen rapport, de ontwikkeling van het kind wordt wel met de ouders besproken. 4.3
Leervorderingen en ouders
De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen worden besproken met ouders/verzorgers De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen drie maal per jaar een rapport mee naar huis. Voorafgaand aan de eerste twee rapporten worden de ouders uitgenodigd om het rapport met de leerkracht te bespreken in een tien minuten-gesprek. Hierbij komen met name zaken als houding, gedrag en vorderingen aan de orde. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders tussentijds uitgenodigd voor een gesprek. Als ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek zijn ze altijd welkom. Tevens zijn er informele contacten bij o.a. het brengen en het halen van de kinderen. Aan het begin van het schooljaar is er een voorlichtingsavond voor de ouders van alle leerlingen. De groepsleerkracht waar uw kind dat jaar in de klas zit, brengt u op de hoogte van activiteiten, onderwerpen en regels in zijn/haar groep. Contacten en overleg leerkracht en ouders over hun kind betreffende leervorderingen en/of bij problemen Behalve de zgn. tien minuten-gesprekken voor de uitreiking van de rapporten, kunnen er ook regelmatig gesprekken zijn met de ouders van kinderen die op een of andere manier problemen ondervinden bij het functioneren in de groep. Het initiatief hiervoor berust vaak bij de leerkrachten van de school. In het geval van extra begeleiding zal het plan van aanpak met de ouders worden doorgenomen, zodat zij op de hoogte zijn van de wijze waarop de school de problemen wil behandelen. De wijze waarop we omgaan met informatieverschaffing aan gescheiden ouders De school verschaft in eerste instantie informatie aan de ouder die belast is met het ouderlijk gezag. Indien de andere ouder aangeeft er prijs op te stellen ook informatie te ontvangen over zijn/haar kind dan moet dit schriftelijk op school worden aangegeven. Om misverstanden en verwarring te voorkomen vinden, zowel de zgn. tien minuten-gesprekken als de gesprekken van kinderen die op een of andere manier problemen ondervinden niet apart plaats. Mochten beide ouders niet kunnen komen, dan is de ouder die bij het gesprek aanwezig was verantwoordelijk voor het overdragen van de informatie.
30
Onderwijskundig Rapport Het kan voorkomen dat een leerling de school tussentijds verlaat, bijvoorbeeld door verhuizing. De groepsleerkracht moet dan een onderwijskundig rapport opstellen voor de ontvangende school. In dat rapport geeft de school aan wat het niveau van de leerling is op grond van de onderwijsresultaten. We sturen het rapport op of geven het aan de ouders mee. Het kan ook zijn dat een leerling de school tussentijds verlaat in verband met een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs. Dan stellen de groepsleerkracht en de interne begeleider (IB-er) een onderwijskundig rapport op. Voor leerlingen die aan het eind van groep 8 de school verlaten, stelt de leerkracht van groep 8 een onderwijskundig rapport op voor de school voor voortgezet onderwijs waar de leerling naar toe gaat (zie aansluiting op het voortgezet onderwijs). Ouders ontvangen een kopie van het onderwijskundige rapport (verhuizing, verwijzing S(B)O of vertrek naar het voortgezet onderwijs). Teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken. Om de week is er een teamvergadering. Een agendapunt daarbij is vaak de “leerling-bespreking”. Bij dit agendapunt wordt gesproken over: gezellige zaken met betrekking tot de leerlingen, prestaties van de leerlingen contacten van de leerlingen, gedrag van kinderen, enz.
31
4.4 Voortgezet Onderwijs Aan het eind van het primair onderwijs wordt in groep 8 de keuze gemaakt naar welke school voor voortgezet onderwijs uw kind zal gaan. Het is belangrijk dat er voor deze schoolkeuze voldoende tijd is om samen met uw kind op een rustige en weloverwogen manier tot een goede beslissing te komen. In oktober/november zal de groepsleerkracht u uitnodigen voor een oriënterend gesprek. Tijdens een regionale informatieavond in de Molenberg presenteren VO-scholen uit de omgeving zich. Deze avond kan door ouders worden bezocht. Tevens worden leerlingen en ouders door het voortgezet onderwijs in de gelegenheid gesteld om de open dagen en overige informatieavonden bij te wonen. Ook kunnen leerlingen gebruik van de mogelijkheid maken om scholen in de praktijk te bezoeken. Kortom, op diverse manieren krijgen uw kind en u de gelegenheid om kennis te nemen van het toekomstige onderwijs van uw zoon of dochter. De definitieve beslissing zal in februari/maart moeten vallen daar uw kind voor 1 april door de basisschool bij het voortgezet onderwijs moet zijn ingeschreven. Mochten ouders en de leerkracht onverhoopt niet tot overeenstemming kunnen komen omtrent de schoolkeuze, dan kan uw kind voor 1 december getest worden door de stichting “Compaz” uit Groningen. De beslissing hierover moet in oktober/november plaatsvinden. De uitslag van deze test is bindend. 4.5 De opvang van nieuwe leerlingen Als ouders de school benaderen voor informatie of voor het aanmelden van een leerling, maken we daar een afspraak voor. De ouders worden door de directeur uitgebreid geïnformeerd over de school. Daarbij krijgen de ouders ook een rondleiding door het gebouw. De school is toegankelijk voor kinderen vanaf 4 jaar. Voor de vierde verjaardag mag de kleuter 10 dagdelen, al of niet verdeeld over verschillende dagen, komen kennismaken. In overleg met de ouders worden hierover afspraken gemaakt. Voor kleuters geldt: 4 weken van te voren: 1e week 1 schooltijd (1 schooltijd = 1 ochtend of middag) 2e week 2 schooltijden 3e week 3 schooltijden 4e week 4 schooltijden De laatste twee weken voor de zomervakantie is het niet mogelijk om te komen proefdraaien. Wordt uw kind in de zomervakantie of vóór 1 oktober 4 jaar dan kan hij of zij direct na de zomervakantie starten. Oudere leerlingen die worden aangemeld, worden geplaatst in de groep waar zij qua leeftijd horen. In bijzondere omstandigheden kan hiervan van worden afgeweken. Een kind is leerplichtig vanaf de eerste volledige maand dat het 5 jaar oud is. We stellen het echter op prijs, dat ouders zich ook bij 4-jarige kleuters houden aan de regels van leerplicht en verlof. 4.6 Procedure schorsing en verwijdering Tot schorsing respectievelijk verwijdering van een leerling zal worden overgegaan wanneer school en bestuur concluderen dat het gedrag dusdanig problematisch is dat de relatie tussen school en leerling, respectievelijk ouders, onherstelbaar verstoord is. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de betreffende leerling op een andere basisschool geplaatst kan worden. Het protocol ligt op school ter inzage.
32
4.7 Veiligheidsbeleid De Jan Ligthart zorgt voor zowel fysieke als sociale veiligheid voor alle betrokkenen binnen de school. De wijze waarop dat is geregeld is beschreven in het veiligheidsplan van de school. We werken aan een fysiek, veilige omgeving door goed onderhoud aan de gebouwen, waar de inrichting van speelplein en lokalen geen gevaar oplevert voor kinderen. Op het schoolplein staan veilige speeltoestellen. Onze leerlingen en medewerkers weten wat ze moeten doen bij brand en de school oefent elk jaar het ontruimingsplan. Vluchtwegen zijn vrij van obstakels. We werken zo mogelijk samen met ouders, GGD, CJG, brandweer, politie, de Arbodienst en natuurlijk bestuur en gemeente aan het behoud en of uitbreiding van een veilige schoolomgeving. Specifiek voor ons is daarbij de verkeerssituatie in de nabijheid van ons schoolgebouw. Op de Jan Ligthart voelen onze leerlingen en medewerkers zich thuis. Ze komen graag naar school en voelen zich serieus genomen door de leraren en schoolleiding. De Jan Ligthart tolereert geen pestgedrag. Wij handelen volgens een bestaand protocol. Hierin staat ook beschreven hoe we handelen bij discriminatie en seksuele intimidatie. Op school is een vertrouwenspersoon (mw. M. Lamain) aanwezig. We gaan bestaand sociaal onveilig gedrag tegen, maar voorkomen dat gedrag ook door een actieve stimulering van positief sociaal gedrag. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gedragsregels waar leerlingen, ouders, schoolleiders en leraren het over eens zijn, en aan onderwijs dat is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van individuele leerlingen. Hierdoor ontstaat een sociaal veilig klimaat waarbinnen we eventuele problemen al in een vroeg stadium kunnen onderkennen en daarop kunnen reageren. Het veiligheidsbeleid van onze school is niet alleen bedoeld om onze leerlingen een veilige plek te bieden. Alle medewerkers en betrokkenen hebben vanzelfsprekend recht op een veilige omgeving. Agressie en geweld, zowel verbaal en fysiek, tegen onze medewerkers vinden wij absoluut ontoelaatbaar.
33
5 De leerkrachten Directeur Groepsleerkrachten Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 5 en 6 Groep 7 en 8 Speciale taken Intern begeleider / plv. directeur ICT Cultuureducatie BHV
Mw. M. Lamain (Marga) Mw. G. Klat (Dineke, dhr. J. Doornbos (Jeroen) en mw. A. Böhler (Annette) Mw. A. Kappen (Asta) Dhr. A. Blik (Adolf) en dhr. P. Bentem (Piet) Mw. A. Böhler (Annette) en mw. A. Koopman
Dhr. P. Wildeman (Pim) Dhr. J. Doornbos (Jeroen) Mw. A. Böhler (Annette) Mw, G. Klat (Dineke) , dhr. A. Blik (Adolf), Dhr. J. Dijk (Joop), dhr. P. Bentem (Piet)
Specialisten Leerkracht gymnastiek
Mevr. T. v.d. Berg (Tineke) en dhr. J. Doornbos (Jeroen)
Ondersteuning Conciërge
Dhr. J. Dijk (Joop)
34
5.1 Groepsorganisatie 2015/ 2016
Groep 1/2
Groep 3/4
Groep 5/6
Groep 7/8
Ma-mo
Juf Dineke/ Meester Jeroen
JufAsta
Meester Adolf
Juf Annette
Ma-mi
Juf Dineke/ Meester Jeroen
Juf Asta
Meester Adolf
Juf Annette
Di-mo
Juf Dineke/ Meester Jeroen
Juf Asta
Meester Adolf
Juf Annette
Di-mi
….
Juf Asta
Meester Adolf
Juf Annette
Woe
Juf Dineke/ Meester Jeroen
Juf Asta
Meester Adolf
Juf Annette
Do-mo
Juf Dineke/ Juf Annette
Juf Asta
Meester Piet
Juf Astrid
Do-mi
Juf Dineke/ Juf Annette
Juf Asta
Meester Piet
Juf Astrid
Vrij-mo
Juf Annette/ Juf Tineke
Juf Asta
Meester Piet
Juf Astrid
Vrij-mi
….
----
Meester Jeroen/ Juf Astrid
Juf Astrid Meester Jeroen
35
5.2 De begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO Van de opleiding voor leerkrachten voor het basisonderwijs, de Pabo in Groningen komen elk jaar een aantal stagiaires naar onze school. De studenten zijn hier dan variërend van 1 dag per week tot een aantal weken achter elkaar, afhankelijk van hun studiejaar. De studenten krijgen van ons de gelegenheid zich in de praktijk te bekwamen, natuurlijk onder leiding van de groepsleerkracht. Evenals in voorgaande jaren is het mogelijk dat we een vierdejaars student krijgen, een zgn. Lio-er (Leraar in opleiding). Dit is een student die zijn of haar opleiding bijna heeft afgerond en voor een lange periode zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid een groep moet overnemen. Het spreekt vanzelf dat er binnen onze school altijd een mentor aanwezig is voor de nodige begeleiding. Daarnaast werken er op onze school geregeld klassenassistenten in het kader van werkervaringsplaatsen of stagiaires van beroepsopleidingen. 5.3 Ziekte leerkracht Bij ziekte van een leerkracht komt er in principe een invalkracht. Wanneer er geen invalkracht beschikbaar is, zoeken we intern naar een oplossing. Dit kan door de inzet van bijvoorbeeld een stagiaire die onder toezicht en verantwoordelijkheid van de naburige leerkracht werkt. Ook kunnen we klassen moeten samenvoegen. Indien dit niet lukt, kan het zo zijn dat een klas een dag niet naar school hoeft. Dit proberen we uiteraard tegen te gaan en is tot nu toe gelukkig nog nooit voorgekomen.
36
6 De ouders 6.1 Betrokkenheid Opvoeden van kinderen is een verantwoordelijkheid van de ouders en voor een deel van de school. Op onze school zijn we van mening dat er samen moet worden opgetrokken, ieder vanuit zijn of haar deskundigheid. Om als ouder actief mee te kunnen praten en activiteiten te kunnen organiseren heeft onze school een Ouderraad en een Medezeggenschapsraad. Wat er op onze school gebeurt, is niet enkel de verantwoordelijkheid van het team. De ouders van de leerlingen hebben dus via de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad inspraak op de gang van zaken in de school. Het huishoudelijk reglement van de OR en het reglement medezeggenschapsraden van de MR regelt de bevoegdheden van deze twee raden. Deze reglementen liggen op school ter inzage.
6.2 Informatievoorziening aan ouders
Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Hieronder volgt een overzicht van alle soorten contactavonden die op de Jan Ligthart staan gepland. a. Informatie avond ouders over de werkwijze in de klassen b. Algemene ouderavond c. 10-minutengesprekken in november/december en maart/april, groep 1/2 juni d. Adviesgesprekken groep 8 e. Inloopmiddag Schriftelijke informatievoorziening a. De tweewekelijkse digitale nieuwsbrief b. De schoolgids c. De jaarinfo d. Informatieve brieven + briefjes op het prikbord e. www.obsjanligthart.nl
37
6.3 Medezeggenschapsraad en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Aan onze school is een medezeggenschapsraad (MR) verbonden. Deze is samengesteld uit drie leerkrachten en drie ouders. De MR is betrokken bij de beleidsvorming en behartigt de belangen van de school bij het Bevoegd Gezag. Er wordt ongeveer één keer in de twee maanden vergaderd over schoolactiviteiten en andere zaken die de school aangaan. De directeur van de school kan als adviseur bij de vergaderingen van de medezeggenschapsraad aanwezig zijn. De verkiezingen van de MR staan beschreven in het MR reglement. Het jaarverslag van de MR wordt ieder jaar voor de zakelijke ouderavond op verzoek aan de ouders verstrekt. De MR overlegt met de directie en het schoolbestuur over belangrijke schoolzaken, bijvoorbeeld: Plannen met de school Plannen van de school De inzet van leerkrachturen De besteding van geld en gebouwen Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Sinds 1 augustus 2006 hebben we in Stichting Marenland een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR is een overlegpartner van het Bestuur en spreekt over alle onderwerpen die scholen aangaan. De raad is actief in de beleidsvoorbereiding en heeft ten aanzien van de besluitvorming instemmings- of adviesrecht. Het bevoegd gezag kan dan voor de diverse scholen op bepaalde onderdelen een gemeenschappelijk beleid uitstippelen. Voorbeelden hiervan zijn een gelijke vakantieregeling voor alle scholen, bestuurlijke integratie, gezamenlijke formatieve belangen of een sollicitatiecode die alle scholen gebruiken Bij een vacature binnen de GMR kan een MR een vertegenwoordiger kiezen en deze afvaardigen naar de GMR. Dit kan een vertegenwoordiger zijn vanuit de oudergeleding of personeelsgeleding al naar gelang de vacature. In een reglement dat op alle scholen ter inzage ligt, zijn de rechten en plichten van de GMR vastgelegd. De Ouderraad Deze raad heeft geen wettelijk geregelde rechten. Er is een duidelijk huishoudelijk reglement opgesteld. De Ouderraad van onze school bestaat uit maximaal 8 personen. De leden van de OR worden voor een zittingsperiode van twee jaar gekozen op de jaarlijkse ouderavond. Op deze jaarlijkse openbare vergadering doen de voorzitters van de OR en MR verslag van de activiteiten van de beide raden en is er gelegenheid tot het stellen van vragen of het maken van op,-en aanmerkingen. Tevens wordt de begroting voor het komende schooljaar en de daaruit resulterende ouderbijdrage ter goedkeuring voorgelegd aan de ouders. De ouderraad heeft het volgende takenpakket: Zij organiseert in samenwerking met het team een aantal vaste seizoenactiviteiten, zoals het Sinterklaasfeest, de kerstmaaltijd en een voorjaarsactiviteit. Zij neemt deel aan en draagt bij tot de organisatie van een aantal binnen- en buitenschoolse activiteiten, zoals sportdagen, schoolreisjes en theaterbezoek.
38
De vorm en invulling van deze regelmatig terugkomende activiteiten komen in de ORvergadering aan de orde. Hierbij wordt afgesproken welke bijdrage de Ouderraad hiervoor kan of zal leveren. De OR coördineert de zogenaamde “hulpouders”. Dit zijn ouders en verzorgers van kinderen die praktisch willen meehelpen aan een of meer evenementen of activiteiten. Bijvoorbeeld de “oud papierouders” en “fluorouders”. De OR beheert de financiën van het schoolfonds, het oud papier en gelden verkregen uit speciale acties. De penningmeester van de OR draagt zorg voor de begroting en de financiële verslaglegging. De OR fungeert als “klankbord” voor de ouders en verzorgers van de kinderen. Zakelijke ouderavond De MR/OR belegt eenmaal per jaar, meestal in oktober/november, een zakelijke ouderavond waar verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid en de financiën van het afgelopen schooljaar. Verder vinden de verkiezingen van de OR en MR plaats. Tijdens deze ouderavond wordt ook de hoogte van de ouderbijdrage vastgesteld. 6.4 Ouderbijdragen Er worden voor de kinderen allerlei activiteiten en evenementen georganiseerd. Dit wordt voor een groot deel bekostigd uit de oud papier inkomsten. U begrijpt dat dit nooit dekkend is. Daarom wordt van alle ouders een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd van € 15,- per leerling. We kunnen alles alleen organiseren en bekostigen wanneer we met z’n allen een steentje bijdragen. Het geld van deze ouderbijdrage komt uw eigen kind ten goede en wordt niet gebruikt voor andere dan hieronder vermelde doeleinden. Het bedrag wordt op de zakelijke ouderavond vastgesteld en gebruikt voor: Aanschaf van Sinterklaascadeautjes Het uitdelen van traktaties tijdens feestelijke aangelegenheden De kosten die gemaakt worden voor het organiseren van speciale evenementen Extra excursies die de kinderen ondernemen zoals bijvoorbeeld: bezoek aan de boer, de kaarsenmakerij, schaatsen en Ellert en Brammert Aan het begin van het schooljaar krijgt u een verzoek tot overmaking van de bijdrage op rekeningnummer NL16 RABO 0300713347 t.n.v. Stichting vrienden van het openbaar onderwijs Over de Gracht Scheepvaartbuurt De ouderraad beheert deze gelden en legt jaarlijks op de ouderavond in oktober hierover verantwoording af. Indien uw kind later dan 1 januari bij ons op school komt, wordt slechts een deel van deze bijdrage gevraagd. Indien er sprake is van betalingsproblemen, dan kunnen ouders een beroep doen op het zgn. “Inkomensondersteuningsfonds” van de gemeente Delfzijl. Daar zijn ook de aanvraagformulieren verkrijgbaar. Ook kan er een beroep gedaan worden op Stichting Leergeld. Voor meer informatie kunt terecht op www.leergeld.nl. Ook voor de schoolreizen wordt ook een bijdrage gevraagd. Het bedrag wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld, afhankelijk van de bestemming. Afgelopen jaar was dit voor de groepen 1 en 2, € 27,50, voor de groepen 3 t/m 6 € 28,50 (voor een eendaagse schoolreis) en voor de groepen 7 en 8, € 70 voor een driedaagse schoolreis. U krijgt hiervoor een apart betalingsverzoek.
39
6.5 Verzekering voor leerlingen Er is een WA verzekering op bestuursniveau. Deze dekt materiële schade die door kinderen onder schooltijd is aangebracht aan derden. Informatie hierover kunt u krijgen bij de schoolleiding. Er is geen collectieve verzekering t.b.v. het naar -en van school gaan. De OR sluit ieder jaar een collectieve reisverzekering af. De dekking geldt tijdens de activiteiten die in schoolverband plaatsvinden (b.v. schoolreisjes, excursies e.d.). Verzekerd zijn ook de ouders die bij deze schoolactiviteiten hun medewerking verlenen. Tijdens excursies met de auto gaan we er van uit dat de bestuurder tenminste WA verzekerd is en een inzittendenverzekering heeft afgesloten. 6.6 De onderwijsgids Het ministerie geeft een onderwijsgids uit over het primair onderwijs. Hierin worden rechten en plichten van ouders en leerlingen weergegeven. Alle ouders en verzorgers van kinderen die in het lopende schooljaar 3 jaar worden, krijgen een folder thuisgestuurd om hen te informeren over de informatiegids van de Rijksoverheid. De gids is niet te bestellen maar wel te downloaden van internet. U vindt de gids en de folder op www.rijksoverheid.nl op de openingspagina van het thema Basisonderwijs. 6.7 Voor -tussenschoolse en naschoolse opvang Tussenschoolse opvang De school heeft een overblijfregeling. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag kunnen de kinderen tussen de middag op school blijven. De begeleiding is in handen van vaste krachten. Op onze school is een overblijfregeling. De kinderen eten eerst gezamenlijk hun broodje en daarna is er nog tijd om gezellig met elkaar een spelletje te doen of wat te knutselen. Bij mooi weer gaan ze naar buiten. Wanneer er veel kinderen overblijven komt er een tweede overblijfkracht bij. De kosten voor het overblijven bedragen*: 1e kind € 1,70 per dag 2e kind € 1,45 per dag 3e kind € 1,15 per dag Het is mogelijk uw kind elke dag geld mee te geven. U kunt echter ook een kaart kopen voor 10 keer overblijven. Deze kaart wordt per keer gestempeld en blijft op school liggen. Bij incidenteel overblijven bestaat de mogelijkheid dat kinderen uit hetzelfde gezin één kaart gebruiken. Wanneer de overblijfkaart niet helemaal vol gemaakt wordt, bestaat niet de mogelijkheid van restitutie. De kosten van zo’n kaart bedragen*:
1e kind € 14,50 2e kind € 11,50 3e kind € 8,50
Voor verdere vragen over het overblijven kunt u terecht bij Mw. Hoeppertz (0596-616317) of de directie. *Prijswijzigingen voorbehouden
40
Voor- en naschoolse opvang Op basis van de landelijke ontwikkelingen, gaat Marenland in samenwerking met de kinderopvang, buitenschoolse opvang (BSO) vanuit de scholen regelen. Obs Jan Ligthart en de andere scholen binnen Marenland werken samen met Kids2b en Marenland heeft daarvoor een convenant afgesloten. Het convenant betreft de samenwerking van Kids2b met de scholen bij het organiseren van kinderopvang voor ouders die behoefte hebben aan voor- en naschoolse opvang voor hun kind(eren). De taken van Kids2b: Het organiseren van de opvang en bemiddelen Begeleiding van de opvang Administratieve ondersteuning o.a. met de aanvraag bij de belastingdienst etc. De taken van de school zijn: Informatie geven aan ouders Flyers verspreiden onder belangstellende ouders Doorverwijzen naar Kids2b Natuurlijk kunt u ook voor een andere opvangorganisatie kiezen wanneer u dit wenst.
41
7 Klachtenprocedure Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder. De meeste klachten gaan over de dagelijkse gang van zaken in de school en zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Wanneer ouders of medewerkers klachten hebben over het onderwijs of over personen die op een school werken is onze basisregel dat u zo snel mogelijk contact opneemt met degene waar de klacht over gaat. Als dat eerste contact niet tot tevredenheid leidt, dan kunt u een afspraak maken met de directeur van de school. Leraren die worden geconfronteerd met kritiek of ontevredenheid van een ouder over een collega- leraar melden dit direct aan de schoolleiding en aan de betrokken leraar. Indien het kritiek op een lid van de schoolleiding betreft stelt de betreffende leraar zowel de directeur als een lid van het managementteam hiervan op de hoogte. De directeur arrangeert binnen een week een gesprek met de ouder en de betrokken persoon. Indien uw klacht niet op school kan worden afgedaan zijn er twee plaatsen waar u een officiële klacht kan indienen. In de eerste plaats bij de Algemeen Directeur van het Onderwijsbureau Marenland, die de klacht zal doorgeven aan de vertrouwenspersoon, werkzaam bij “Ardyn” arbo & advies in Groningen. In de tweede plaats kan de vertrouwenspersoon of uzelf de klacht doorgeven aan de Landelijke Klachtencommissie voor het Openbaar Onderwijs. Onze klachtenprocedures staan beschreven in de klachtenregeling Marenland, vastgesteld in het voorjaar van 2005 en op onze school aanwezig. Bij het onderwijsbureau kunt u een exemplaar aanvragen. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie is: LKC, Postbus 162, 3440 AD Woerden. Telefoon (0348) 405245 Fax (0348) 405244. Website: www.lgc-lkc.nl HU
UH
Contactpersoon (m.b.t. klachtenprocedure) Mw. M. Lamain (0596 612600) Klachtenprocedure: Bovenschoolse directie (0596 583320) Landelijke klachtencommissie (0348 405245) Landelijke geschillencommissie (0348 405245) Meldpunt vertrouwensinspecteurs: (0900–111 3 111) (lokaal tarief) (Voor klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of lichamelijk geweld.)
42
8 Ontwikkeling van het onderwijs in de school 8.1 Activiteiten ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in de school De school probeert zo goed mogelijk te werken aan de kwaliteit van het onderwijs voor onze kinderen. Om de kwaliteit steeds te verbeteren kijken we een keer per vier jaar met een kritische blik naar het onderwijs op dat moment. We maken daarbij gebruik van een analyse instrument. Naar aanleiding van de uitslag van dat onderzoek maken we een schoolontwikkelingsplan. In dit plan hebben we de zaken beschreven die we de komende vijf jaren zullen veranderen. Per jaar gaan we een deel hiervan uitvoeren en aan het eind van elk jaar gaan we na of de uitvoering ook goed is verlopen en of we bepaalde zaken moeten aanpassen. Ook stellen we dan, indien nodig, onze planning voor de komende jaren bij. Als onderdeel van dit meerjaren schoolontwikkelingsplan is ook de begeleiding van de begeleidingsdienst opgenomen en de scholing voor het team. Werken aan kwaliteit betekent werken aan kwaliteit voor onze kinderen, een goed geschoold team en vooral ook mogelijkheden hebben om iets uit te kunnen voeren. 8.2 Schoolplan Dit plan is een raamwerk voor de werkwijze en de doelstellingen van onze school. Het ligt ter inzage op school. Hierin staat informatie over o.a.: algemene doelstellingen van onze school, specifieke doelstellingen, zoals de dingen die de kinderen bij ieder vak moeten leren, de school als organisatie, plannen voor de toekomst. Het geeft een indruk van het onderwijskundig-, personeels-, en kwaliteitsbeleid op school en Marenland niveau. In 2015 hebben directie en schoolteam een schoolplan voor vier schooljaren (2015/2020) opgesteld. Dit schoolplan is ter inzage en ondertekening aan de medezeggenschapsraad voorgelegd. Het schoolplan ligt op school ter inzage.
Schooljaarplannen worden structureel geëvalueerd. Ook wordt jaarlijks een schooljaarverslag gemaakt. Hierin staan alle kengetallen, alsmede de resultaten en conclusies. Het jaarverslag ligt op school ter inzage. Tijdens de jaarlijkse ouderavond zullen we de voornemens voor dit nieuwe schooljaar met u bespreken.
43
8.3 Schooljaarplan en jaarverslag Elk schooljaar stelt de schooldirectie een jaarplan op. Aan de hand van de beleidslijnen, verwoord in het schoolplan en andere aandachtspunten verkregen uit diverse rapportages (kwaliteitsanalyse, inspectiebezoek, Strategisch Beleidsplan Marenland 2010-2014, aanbevelingen van de medezeggenschapsraad en eigen bevindingen) wordt er een jaarplan opgesteld. In dit jaarplan staat omschreven welke onderwijskundige activiteiten en vernieuwingen worden doorgevoerd en welke investeringen worden gedaan. Het jaarplan wordt jaarlijks aan de medezeggenschapsraad ter inzage voorgelegd. 8.4 Algemene doelen Het onderwijs op onze school is ingericht volgens de wettelijke regels zoals die gelden voor alle basisscholen in Nederland. Heel belangrijk is de wet op het primair onderwijs. Die wet regelt de inhoud van het onderwijs, maar geeft ook een paar belangrijke algemene uitgangspunten waar iedere basisschool, en dus ook onze school, aan moet voldoen. 8.5 Doorgaande lijn Voor de leerlingen op onze school hebben wij een doorgaande lijn ontwikkeld. Die hebben wij beschreven in ons schoolplan. Daarbij gaat het erom dat leerlingen op onze school kennis en vaardigheden worden bijgebracht, die passen bij hun ontwikkelingsproces. Daarbij is sprake van een gelijkmatige opbouw door de jaren heen. Zo beginnen de jongste kleuters met de ontwikkeling van hun motoriek. Spelenderwijs krijgen ze voorbereidende schrijfoefeningen. In groep 2/3 krijgen ze dan het aanvankelijk schrijfonderwijs, dat in de hogere leerjaren verder wordt uitgebouwd. Hierdoor kunnen de kinderen hun eigen handschrift ontwikkelen. Deze geleidelijke opbouw geldt feitelijk ook voor rekenen, taal en andere vakken. Die doorgaande lijn houdt ook in dat er een ontwikkeling is van heel concreet naar meer abstract. In ons onderwijs begeleiden wij kinderen in de voortgang van hun ontwikkeling. Waar die ontwikkeling stokt of problemen oplevert, bieden wij leerlingen extra hulp. 8.6 Kwaliteit verbeterende aspecten Kwaliteitsverbetering door goede methoden In onze school geven we les met behulp van moderne lesmethoden. Er zijn kinderen die extra moeilijk werk aan kunnen en kinderen die veel extra oefenstof nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van methoden op of er voor beide groepen voldoende leerstof in de methode zit. Ook kijken we of de methoden voldoen aan de kerndoelen die de overheid ons stelt. Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen worden de kinderen toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen volgen we op de voet.
44
Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Nog een manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met toetsen. Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie op over een leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. De vakken rekenen, lezen en taal worden op verschillende onderdelen getoetst. De resultaten van de toetsen worden besproken met directie, leerkrachten en interne begeleider. U kunt aan de groepsleerkracht vragen wat de resultaten van uw kind zijn. Onderwijskwaliteit en Onderwijsvernieuwing In samenwerking met de onderwijsbegeleidingsdienst “Cedin” werkt de school aan Kwaliteitsbewaking (”Kwintoo”). Kwintoo is een integraal systeem voor interne kwaliteitszorg, dat aansluit op de toezichtsystematiek die de inspectie hanteert. Het is een instrument dat scholen concreet gereedschap geeft om systematisch en stapsgewijs de eigen kwaliteit te beschrijven, te onderzoeken en te verbeteren. Door middel van kwaliteitskaarten brengt de school de eigen kwaliteit in beeld. We willen hiermee systematisch de kwaliteit van het onderwijs beschrijven, bewaken en verbeteren. Door middel van concrete kwaliteitskaarten brengt de school de eigen kwaliteit in beeld. De kaarten beschrijven 9 onderwerpen die overeenkomen met de kwaliteitskenmerken die ook de onderwijsinspectie hanteert bij de uitoefening van het inspectietoezicht: 1. kwaliteitszorg 6. schoolklimaat 2. toetsing 7. zorg en begeleiding 3. leerstofaanbod 8. opbrengsten 4. leertijd 9. contacten met ouders 5. onderwijsleerproces 10. taal
Het LVS biedt ons een overzicht van leerlingen die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied, maar ook in hun sociaalemotionele ontwikkeling.
Kwaliteits-verbetering door gebruik te maken van enquêtes Het streven is om een keer per twee jaar een ouder- leerlingen en personeelsenquête af te nemen. In mei 2014 hebben we voor het laatst een tevredenheidsonderzoek gehouden. We doen dit met behulp van een onafhankelijk bureau namelijk BvPO (Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek). Zij stellen de enquêtes samen en verwerken de uitkomsten hiervan in een rapport. Op bladzijde 47 en 48 treft u de tevredenheidsonderzoeken van zowel ouders als leerlingen aan. De meest uitgebreide samenvatting van dit onderzoek vindt u op de website: www.obsjanligthart.nl
45
9 Relatie school en omgeving Onze school werkt samen met de hieronder genoemde scholen/instanties. 9.1 Algemene Directie Onderwijsbureau Marenland Wijmersweg 43 Postbus 5 9919 ZG Loppersum 0596-583320 9.2 Cedin (School Advies en begeleidingsdienst) De begeleiders worden ingezet bij: Het ontwikkelen van het onderwijs op school (systeembegeleiding) Consultatieve begeleiding van leerlingen met problemen. Dat kan op verzoek van de interne begeleider en/of de ouders. Nascholing van leerkrachten. 9.3 Jeugdgezondheidszorg / GGD De jeugdgezondheidszorg op de basisschool In de provincie Groningen wordt de jeugdgezondheidszorg voor kinderen van 0-19 jaar uitgevoerd door GGD Groningen. Tot de leeftijd van 4 jaar gaan ouders met hun kinderen daarvoor naar het consultatiebureau. Vanaf het vierde jaar komt u de medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg tegen op de basisschool. In dit artikel leest u wat de Jeugdgezondheidszorg doet tijdens de basisschoolperiode. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht in groep 2 komt de doktersassistent van de GGD op school voor een onderzoek van het gehooren gezichtsvermogen. De kinderen worden dan ook gemeten en gewogen. Uw kind hoeft daarbij alleen de schoenen uit te doen. Ouders worden bij dit onderzoek niet uitgenodigd. Wilt u er toch bij aanwezig zijn? Dan kunt u dit van tevoren aangeven bij het Afsprakenbureau van GGD Groningen, telefoon 050 367 4990. De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Alleen de schoenen gaan uit. Bij dit onderzoek zijn ouders niet aanwezig. Groep 7 krijgt dan ook een voorlichting over voeding en bewegen. De onderzoeken vinden alleen plaats als u als ouder hiervoor toestemming geeft. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt overlegd wat er moet gebeuren. Vragenlijst groep 2 Als voorbereiding op het onderzoek in groep 2 krijgen ouders een vragenlijst over de gezondheid en het welzijn van hun kind. Alle gegevens die u invult, worden vertrouwelijk behandeld. Op de vragenlijst kunt u ook aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in een Digitaal Dossier. Hebt u in de vragenlijst aangegeven dat er bijzonderheden zijn op het gebied van stem, spraak en/of taal? Dan bekijkt de logopedist, de verpleegkundige of arts van de GGD samen met u of er verder onderzoek nodig.
46
Vragenlijst groep 7 Ook in groep 7 krijgen ouders een vragenlijst. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in het Digitaal Dossier. Op de vragenlijst kunt u aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De gegevens die u invult worden vertrouwelijk behandeld. Signaleringslijst Alle leerkrachten krijgen een signaleringslijst. Op deze lijst kunnen ze bijzonderheden over kinderen in hun groep aangeven. Een medewerker van de GGD bekijkt dan welke aanpak nodig is. Dat kan bijvoorbeeld een onderzoek zijn, maar ook een gesprek met u als ouders. Vaccinaties Alle 9-jarige kinderen ontvangen een uitnodiging van de GGD voor de vaccinaties DTP en BMR. Ze worden gevaccineerd om te voorkomen dat ze besmettelijke ziektes als bof, mazelen of rode hond krijgen. Alle 12-jarige meisjes ontvangen ook nog 2 keer een uitnodiging voor de HPVvaccinatie. Deze vaccinatie is bedoeld om hen te beschermen tegen baarmoederhalskanker. Vragen, twijfels De meeste ouders hebben wel eens vragen of twijfels over de groei en ontwikkeling van hun kind. Bijvoorbeeld: Mijn kind is veel kleiner dan klasgenootjes. Is dat normaal? Ik vind het lastig om grenzen te stellen voor mijn kind. Hoe kan ik dat verbeteren? Mijn kind kan moeilijk meekomen met sport. Kan ik daar wat aan doen? Eet mijn kind wel goed? Met al deze vragen kunt u terecht bij de Jeugdgezondheidszorg GGD. Het maakt daarbij niet uit in welke groep uw kind zit. De verpleegkundige houdt regelmatig spreekuur op school of het Centrum voor jeugd en gezin. Op school is bekend waar en wanneer dit spreekuur is. U kunt ook bellen naar de Telefonische Advisering/CJG van de GGD, telefoon: 050 367 4991 (op werkdagen van 8.00 - 20.00 uur). Informatie over gezondheid en opvoeding Ook op de website van GGD Groningen vindt u veel in formatie over gezondheid en opvoeding. Bijvoorbeeld over zindelijkheid, de seksuele ontwikkeling, pesten of ruzies tussen kinderen. Kijk hiervoor op www.ggd.groningen.nl/jeugd-opvoeding. 9.4 IVAK De cultuurfabriek, instituut voor amateuristische en kunstzinnige vorming. Onze school maakt gebruik van het ondersteuningsaanbod van het IVAK. De ondersteuning wordt dit cursusjaar wederom gericht op beeldende vorming en muziek. 9.5 Openbare bibliotheek Delfzijl Verschillende groepen worden uitgenodigd door de bibliotheek voor een bezoek of een leespromotieproject .
47
10 De resultaten van het onderwijs 10.1 Schoolinspectie De inspectie heeft in haar periodieke kwaliteitsonderzoeken (PKO) steeds een positieve waardering gegeven over onze onderwijsresultaten. De rapporten liggen op school ter inzage, maar zijn ook te vinden op het internet ( www.onderwijsinspectie.nl ). HU
UH
10.2 Instroomgegevens Leerlingen zijn voor het overgrote deel afkomstig uit de directe schoolomgeving. De laatste jaren zien we een stijging van leerlingen afkomstig uit Delfzijl -Noord en Farmsum. Door het jaar heen komen en gaan leerlingen als er sprake is van verhuizing, hoewel dit zelden het geval is. 10.3 Verwijzingen naar de speciale basisschool Het afgelopen jaar zijn er geen leerlingen naar een school voor speciaal (basis)basisonderwijs verwezen. 10.4 Terugplaatsing van de speciale basisschool naar onze school Is niet van toepassing geweest. 10.5 Uitstroomgegevens voortgezet onderwijs In de afgelopen schooljaren werden de leerlingen naar de volgende schooltypes verwezen: ‘05/ ‘06 ‘06/ ‘07 ‘07/ ’08 ‘08/ ’09 ‘09/ ‘10 ‘10/ ‘11 ‘11/ ’12 ‘12/ ’13 ‘13/ ’14 ‘14/’15 Praktijkonderwijs
0
0
1
0
0
0
0
1
0
1
VMBO HAVO/VWO
6 3
9 6
4 5
6 4
12 11
7 5
6 4
7 8
11 6
4 4
Totaal aantal leerlingen
9
15
10
10
23
12
10
16
17
9
48
11 Schooltijden, gymnastiektijden, vakantie en verlof 11.1 Schooltijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
2015/ 2016
Ochtend 8.30 uur - 12.00 uur 8.30 uur - 12.00 uur 8.30 uur - 12.30 uur 8.30 uur - 12.00 uur 8.30 uur - 12.00 uur
Middag 13.15 uur - 15.15 uur 13.15 uur - 15.15 uur (Groep 1 en 2 vrij) 13.15 uur - 15.15 uur 13.15 uur - 15.15 uur (Groep 1 t/m 4 vrij)
PAUZE Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 6 en 5 Groep 7 en 8
10.00 uur – 10.15 uur (klas) 10.00 uur – 10.15 uur (plein) 10.15 uur – 10.30 uur (plein) 10.30 uur – 10.45 uur (plein)
11.2 Gymnastiektijden Groep Tijd Groep 1 en 2 dagelijks; tijden wisselen (buiten spelen, speellokaal) Groep 3 en 4 Groep 3 en 4
dinsdag: 14.15 u. – 15.15 u. vrijdag: 11.15 u. – 12.00 u.
Leerkracht Juf Dineke Juf Annette Juf Tineke Juf Asta Juf Asta
Groep 5 en 6
dinsdag: 13.15 u. – 14.00 u. vrijdag: 14.15 u. – 15.15 u. donderdag: 14.30 u. – 15.15 u. vrijdag: 13.15 u. – 14.00 u.
MeesterAdolf Meester Jeroen Juf Astrid Meester Jeroen
Groep 7 en 8
De kinderen kunnen ‘s morgens vanaf 8.15 uur op school komen. ‘s Middags vanaf 13.00 uur. Leerlingen van groep 1 en 2 kunnen dan direct naar binnen. Groep 3 – 8 gaan om 8.30 u. resp. 13.15 u. naar binnen. Met aftrek van vakanties en vrije (middag)dagen gaat de bovenbouw (5 t/m 8) minimaal 1040,00 uur en de onderbouw (1 t/m 4) minimaal 920,00 uur naar school. 11.3 Vakantie Wilt u bij het plannen van uw vakantie rekening houden met onderstaande regeling. Slechts in uitzonderlijke gevallen kreeg men de afgelopen jaren toestemming van directie / leerplichtambtenaar om buiten de vastgestelde vakanties op vakantie te gaan. Echter: In principe zal geen vakantieverlof mogen worden verleend (ook niet voor een dag).
49
11.4 RICHTLIJNEN VOOR VERLOF BUITEN DE SCHOOLVAKANTIES 1. Vakantieverlof. Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden van te voren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Verlof wordt verleend indien: - het wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan; - een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakantie mogelijk is. Vakantieverlof: - mag één maal per schooljaar worden verleend; - mag niet langer duren dan 10 schooldagen; - mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar
2. Gewichtige omstandigheden maximaal 10 schooldagen per schooljaar Een verzoek om extra verlof ingeval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder, dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; b. voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag; c. voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; d. bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur; e. bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag; f. bij 25-,40- en 50 jarige ambtsjubileum en het 12½-,25-,40-,50- en 60 jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag; g. voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, na overleg met de leerplichtambtenaar.
50
3. Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar. Een verzoek om extra verlof ingeval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 2 maanden van te voren via de directeur van de school, bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. De leerplichtambtenaar beslist na overleg te hebben gepleegd met de directeur. Hiervoor geldt de volgende voorwaarde: De ouders kunnen een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st) er overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen Verlofregeling voor kinderen inzake familieomstandigheden die ouders die hun Er zijn een aantal dagen waarop u voor uw kinderen vrij kunt vragen. Over het kind(eren) zonder algemeen zijn het dagen als: bijwonen huwelijk, 25- en 40- jarig jubileum, toestemming van begrafenissen van directe verwanten, etc. school houden, kan Verzuim, anders dan door ziekte, moet altijd ruim vooraf (2 maanden) schriftelijk bij de schoolleiding worden aangevraagd. Bij een eventuele afwijzing kunt u bij de proces verbaal ambtenaar leerplichtzaken in beroep gaan (zie adressen). worden opgemaakt. Niet voorziene gevallen: in gevallen waarin deze richtlijnen niet voorzien, beslist de leerplichtambtenaar. 11.5 Afmelden van een leerling en verzuim Als uw kind ziek is of om welke reden dan ook niet op school kan komen, willen wij graag mondeling of schriftelijke daarvan in kennis gesteld worden. Wij gaan er namelijk van uit dat ieder kind om half negen in zijn/haar groep zit. Is een leerling na 15 minuten, zonder afzegging nog niet aanwezig, dan worden wij ongerust en denken dat er onderweg iets gebeurd is. Wij nemen dan contact op met het betreffende gezin. Regelmatig te laat komen zien we als een vorm van verzuim. We zijn verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar. 11.6 Te laat komen Ouders zijn verantwoordelijk voor het op tijd komen van de kinderen. Als kinderen meer dan drie keer per maand te laat komen, wordt contact gezocht met de ouders. Bij herhaling worden ouders voor een gesprek uitgenodigd. Afspraken worden op papier vastgelegd. Wanneer kinderen stelselmatig te laat blijven komen, wordt contact opgenomen met de Leerplichtambtenaar.
51
12 Bestuur, formatie, financiën, sponsoring Lumpsum Op 1 augustus 2006 heeft de lumpsumfinanciering zijn intrede gedaan. De budgetten worden door het ministerie niet meer in formatierekeneenheden uitgekeerd, maar in geld. De Stichting Openbaar Onderwijs heeft nu vanuit het Ministerie te maken met één financieringsstroom.
Bestuurlijke Zaken / Stichting OPO Marenland Diverse openbare basisscholen, met ongeveer 3000 leerlingen, in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer worden bestuurd door de Bestuurscommissie Marenland (zie ook hoofdstuk 1).
Directieoverleg In dit overleg komen veel zaken aan de orde, onder andere personeelsbezetting, formatie, financiën en vele andere van belang zijnde zaken. Structureel hebben de directeuren van de basisscholen overleg met de algemeen directeur. De trend is om minder huishoudelijk te vergaderen en het meer te hebben over beleid. Daarnaast is er veel ruimte voor voorlichting. Ontwikkelingen in het onderwijs (bestuurlijk en landelijk beleid) en veranderingen in de wetgeving worden diepgaand behandeld. 1 keer per jaar is er een studie-tweedaagse waaraan alle directeuren deelnemen. Daarnaast is er zowel voor de directie als voor de leerkrachten de mogelijkheid om zich op allerlei gebied extra te bekwamen door middel van cursussen.
Samenwerking met andere scholen Naast het directieoverleg is er regelmatig informeel overleg met de directeuren onderling, bijvoorbeeld over bovenschoolse samenwerking. Het beleid van onze school is erop gericht om samen te werken met andere openbare scholen op velerlei terreinen. Er is een netwerk waarin interne begeleiders zitting hebben. Ook onze school is vertegenwoordigd. Ook op andere terreinen worden initiatieven ontplooid om tot een zinvolle samenwerking te komen. In verband met het in de toekomst samengaan met obs het Tasveld is er sprake van samenwerking tussen beide teams op onderwijskundig gebied (afstemming van doelen, scholing en speerpunten).
52
Sponsoring De school staat niet negatief tegenover sponsoring. Bij een eventuele sponsoring zullen we echter geen enkele verplichting aangaan. Sponsoren mogen nooit de inhoud en organisatie van ons onderwijs bepalen. Aan het verspreiden van folders werken we alleen mee als dit in het belang van de school is of als ze afkomstig zijn van verenigingen of non-profit-instellingen. Scholen kunnen zich laten sponsoren. Door sponsoring kunnen scholen financiële speelruimte creëren die zowel ten goede komt aan het onderwijs als allerlei nevenactiviteiten. Met dat sponsorgeld kunnen allerlei extraatjes worden gedaan. Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring willen omgaan moet de sponsoring aan een aantal voorwaarden voldoen. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en
doelstelling van de school. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. Speciale aandacht richten wij op sponsoruitingen in gesponsord lesmateriaal. Boven genoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring, dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen en een aantal andere organisaties.
Ontruimingsplan Op school is een ontruimingsplan aanwezig. Hoofddoel van het ontruimingsplan is: “de leerlingen zo snel mogelijk in veiligheid brengen”. Jaarlijks houden we minimaal een ontruimingsoefening soms aangekondigd en soms onaangekondigd. Uiteraard wordt het gebouw ook door de brandweer op brandveiligheid gecontroleerd.
53
13 Informatie m.b.t. de dagelijkse gang van zaken Naschoolse activiteiten Veel sportverenigingen organiseren activiteiten voor schoolkinderen. Aan veel van deze activiteiten doen wij als school mee. In veel gevallen is begeleiding van ouders wenselijk, in sommige gevallen zelfs noodzakelijk. Via school kunnen kinderen meedoen aan: schoolvoetbal, scholierenloop, activiteitenladder, avondvierdaagse, schoolzwemwedstrijden, scholieren estafette, etc.
Buitenschoolse activiteiten De school zelf organiseert door het jaar heen allerlei activiteiten die afwijken van het normale lesprogramma. We noemen het schoolreisje (groep 1 t/m 6 een dag), het meerdaagse schoolkamp (groep 7 en 8), Koningsspelen, schoolschaatsen (groep 5 en 6) schoolfeesten, verkeersexamens en verder zijn er diverse uitstapjes, bv. naar de bibliotheek, scholen voor voortgezet onderwijs bezoeken, etc.
Fruit eten in groep 1 en 2 Ieder kind mag ’s morgens fruit en drinken meenemen. Geen frisdrank met prik of chocoladekoeken!
Speelgoed in groep 1 en 2 Elke maandag mogen de kinderen van groep 1 en 2 een stuk speelgoed meenemen, waarmee eventueel een deel van de dag (samen) kan worden gespeeld. Het meenemen van dit speelgoed gebeurt op eigen verantwoordelijkheid en risico. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. Natuurlijk kunnen de kinderen bij bijvoorbeeld hun verjaardag ook wel eens wat speelgoed meebrengen om het aan hun klasgenootjes te laten zien. Doet u dit echter steeds in overleg met de leerkracht.
Trakteren Wat is er voor een kind nu leuker dan trakteren op zijn of haar verjaardag: het stralende middelpunt zijn van alle klasgenoten, een klein beetje meer aandacht krijgen dan anders. Er zullen geen bezwaren rijzen bij het trakteren op een snoepje, echter traktaties op hartige hapjes als worst, kaas, fruit etc. hebben de voorkeur. Er zijn ook leerlingen op school die geen kleurstoffen, gluten, noten of suiker mogen hebben. Misschien dat hier een beetje rekening mee kan worden gehouden.
Ideeënbus De ouderraad vindt het prettig wanneer u met ze meedenkt. Er zijn ± 200 ouders verbonden aan onze school. Bij deze ouders leven absoluut leuke ideeën, waarmee de ouderraad zeker uit de voeten zou kunnen. Tegenover de schoolbel heeft de ouderraad een ideeënbus, waar u te allen tijde “iets” in kwijt kunt. Uiteraard kunt u uw idee ook spuien bij één van de OR-leden.
54
Verkeersdiploma Groep 7 doet ieder jaar mee aan het landelijk verkeersexamen. Dit bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte en wordt op verschillende dagen afgenomen. Bij een goed resultaat volgt een verkeersdiploma.
EHBO-diploma Ieder jaar wordt groep 8 in de gelegenheid gesteld om het EHBO-examen te halen. Wanneer dit examen met goed gevolg wordt afgelegd krijgen ze hiervoor het officiële Jeugd-EHBO-diploma (deze lessen kunnen alleen gegeven worden indien er vrijwilligers zijn die de EHBO-lessen geven).
Parkeeroverlast Vooral op regenachtige dagen (maar ook wel op mooie dagen) wil het wel eens gebeuren dat erg veel ouders hun kind met de auto naar school brengen en hun auto naast de school parkeren. Voornamelijk bij de kleuteringang kan dit tot gevaarlijke verkeerssituaties leiden. Veel kinderen ook van de hogere groepen moeten daar namelijk de weg oversteken en het zicht wordt op deze manier ernstig belemmerd. Op het Boeremaplein aan de voorkant van de school is voldoende parkeergelegenheid. We vragen u dan ook dringend om hier te parkeren!
Recycling van batterijen In de hal van beide ingangen van de school staat een speciale ton voor het inzamelen van batterijen. Voor iedere kilo batterijen krijgt de school 1 spaarpunt, met deze spaarpunten kan de school sparen voor speelmateriaal voor binnen en buiten, bv. zandbakspullen, muziekinstrumenten, lego en zelfs een computer. Afgelopen schooljaar hebben we vier dozen met Meccano gekregen. Stichting Stibat zorgt voor de recycling van de batterijen, want de batterijen bevatten veel grondstoffen voor andere producten zoals auto’s, pannen, dakgoten en asfalt. Voor meer informatie kunt u kijken op www.batteryworld.nl
Waardevolle voorwerpen en telefoons Mobiele telefoons mogen niet in de school en op het schoolplein gebruikt worden. De school is te allen tijde telefonisch bereikbaar, dus is er geen noodzaak om deze te gebruiken. Op deze manier voorkomen we ook dat leerlingen hier te veel mee “spelen”. Zodra de leerlingen op het schoolplein zijn, dienen telefoons uitgezet te worden. Bij “misbruik” zien wij ons genoodzaakt om maatregelen te treffen. De telefoon wordt ingenomen en kan worden afgehaald door de ouders. Ook adviseren wij de leerlingen geen andere waardevolle materialen als MP3-spelers en computerspellen e.d. mee naar school te nemen Fietssleutels kunnen eventueel bij de leerkracht in bewaring worden gegeven. Voor beschadigingen, ontvreemding enzovoort zijn wij niet aansprakelijk en kan geen beroep gedaan worden op de schoolverzekering.
55
Klassendienst De school is van ons allemaal, dus zullen we er ook voor moeten zorgen dat we zo lang mogelijk van het mooie gebouw en zijn inrichting kunnen genieten. Daarbij worden ook de kinderen betrokken om het geheel te onderhouden en te laten functioneren. Het wil daarom wel eens voorkomen dat uw zoon of dochter later thuis komt dan normaal. De kinderen weten een en ander van tevoren en worden geacht dit thuis te vertellen. Mocht dit zijn vergeten, dan mogen ze bellen dat ze iets later komen. Maakt u zich ongerust waar uw zoon of dochter blijft, belt u dan even naar school.
Schoolbegin Stuur uw kinderen niet te vroeg naar school. Vanaf 8.15 uur en 13.00 uur is het plein open. Er is dan ook een pleinwacht aanwezig. Groep 1 en 2 kunnen 15 minuten voor schooltijd naar binnen.
Vulpen en liniaal De leerlingen zijn verplicht met een vulpen te schrijven. In groep 4 krijgen de leerlingen een schoolvulpen en liniaal. De bedoeling is dat de vulpen en liniaal de hele basisschoolperiode meegaan. Kinderen worden geacht hier netjes mee om te gaan. Het gebeurt wel eens dat de pen of liniaal moedwillig vernield worden. Er zijn dan twee mogelijkheden: de leerling neemt een nieuwe (goede) vulpen c.q. liniaal van 30 cm. van huis mee naar school of de leerling kan op school een nieuwe vulpen à € 4,50 of een nieuwe liniaal à € 1,00 aanschaffen.
Fietsen U als ouder bepaalt wanneer uw kind de verantwoordelijkheid in het verkeer aankan. Mocht u besluiten dat uw kind zover is, wilt u zich dan aan de onderstaande afspraken houden: - Alleen de kinderen die vanuit het centrum (dus vanaf de andere kant van de gracht), de Doklanden, vanuit Farmsum en vanuit Noord komen, mogen op de fiets naar school. De ruimte van ons schoolplein is beperkt! - Andere kinderen wordt bij uitzondering, na overleg, toegestaan om incidenteel op de fiets naar school te komen. - Op het schoolplein mag niet worden gefietst.
56
Gymnastiek Over de noodzaak en doelmatigheid van gymkleding (vanaf groep 3) hoeven we weinig te zeggen. Een korte (sport)broek met een shirt of een gympakje is aan te bevelen. Bovendien bij voorkeur sportschoenen in verband met eczeem etc. (Geen sloffen omdat deze vaak te glad zijn). Het mogen alleen geen sportschoenen zijn die zwart afgeven op de sporthalvloer en ook geen schoenen die ook buiten worden gedragen, tenzij u ze een wasbeurt heeft gegeven. De groepen 1 en 2 hebben een linnen tasje in de gang hangen voor het opbergen van hun gymspullen. Mocht uw kind door omstandigheden niet deel kunnen nemen aan de gymles dan verzoeken wij u contact op te nemen met de school of om een briefje mee te geven. We douchen niet na de gymles. Nieuwsbrief Elke 14 dagen geven we op vrijdag een nieuwsbrief uit waarin actueel nieuws staat, zoals: informatie over gebeurtenissen op school, uitnodigingen voor activiteiten en informatieavonden, wijzigingen in normale gang van zaken, informatie over projecten, ziekte van kinderen en leerkrachten en oproepen aan de ouders voor hulp bij diverse activiteiten. Ook is er een structurele bijdrage van de groepsleerkrachten die vertellen welke activiteiten in ene bepaalde periode in de klas zijn gedaan. Website Op www.obsjanligthart.nl vindt u een uitgebreide beschrijving van onze school. Actuele ontwikkelingen zijn daar altijd te vinden. Alle nieuwsbrieven zijn er op te vinden en ook foto’s van allerlei activiteiten. Webmaster is dhr. H. Veentjer. Tot slot Wij zijn ons ervan bewust dat wij u in dit boekje geen diepgaande informatie hebben kunnen verstrekken. Mocht u echter meer willen weten dan zijn wij ten alle tijde bereid deze informatie te verstrekken. De opstelling van de O.R., M.R. en het schoolteam is zodanig dat zonder meer gesproken kan worden van een school die open staat voor de ouders. Op vele manieren proberen wij de ouders bij de schoolactiviteiten te betrekken. Wij hopen dat dat lukt.
57
14 Namen en adressen O.B.S. Jan Ligthart
Botterlaan 1, 9934 EW Delfzijl www.obsjanligthart.nl
Tel. 0596 612600
Eemslaan 2, 9947 PL Termunten
Tel. 0596-602045
Dhr. P. Wildeman (intern begeleider, waarnemend directeur) Mw. A.B. Kappen
Lange Sissen 41, 9903 GC Appingedam
Tel. 0596-681168
Schafferweg 3, 9907 PE Losdorp
Tel. 0596-591696
Dhr. A. Blik
Kruirad 14, 9697 MD Blijham
Tel. 0597-562966
Mw. G. Klat
Midscheeps 44, 9934 RS Delfzijl
Tel. 0596-626839
Mw. A. Koopman
Solwerderstraat 87, 9901 BC Appingedam
Tel. 06-14566898
Mw. A. Böhler
Burg. Leeuwe v. Aduardstraat 4, 9902NM Appingedam Den Bommel 6, 9982 HV Uithuizermeeden
Tel. 0596-855304
Hendrik Veldmanstraat 14, 9792 PN Ten Post
Tel. 050-3023478
TEAMLEDEN Mw. M. Lamain(directeur)
Dhr. J. Doornbos Dhr. P. Bentem
Tel. 0595-438424
ONDERSTEUNENDE KRACHTEN Dhr. J. Dijk Klipperlaan 15, 9934 EN Delfzijl
Tel. 0621434051
VAKLEERKRACHTEN GYMNASTIEK Mw. T. v.d Berg Stuurboordlaan 30, 9943 JN Delfzijl
Tel. 0596-615237
GODSDIENSTONDERWIJS Mw. A. de Vries
Tel. 0596-625745
OUDERRAAD
Hooiven 23, 9932 JG Delfzijl
VERKIEZINGEN IN OKT. 2015
58
MEDEZEGGENSCHAPSRAAD SAMENSTELLINGSTELLING T/M OKT. 2015 Dhr. R. van der Meij Midscheeps 43, 9934 RP Delfzijl (Voorzitter) Mw. A. Böhler (Secretaris) Burg. Lewe van Aduardstraat 4, 9902 NM (lkr.) Appingedam Oudergeleding(vacant) Oudergeleding (vacant) Dhr. A. Blik (lkr.) Kruirad 14, 9697 MD Blijham Mw. A.B. Kappen (lkr) Schafferweg 3, 9907 PE Losdorp VAN EXTERNE PERSONEN Klachtenprocedure Mw. M. Lamain Contactpersoon) Mw. E. Kruyter (Vertrouwenspersoon) Landelijke klachtencommissie www.lgc-lkc.nl U
Eemslaan 2 9947 PL Termunten
Tel. 0596-650117 Tel. 0596-855304
Tel. 0597-562966 Tel. 0596-591696
Tel. 0596-602045 Tel. 050-5242824
Postbus 162, 3440 AD Woerden
Tel. 0348-405245
UH
Meldpunt vertrouwensinspecteurs Bestuur Stichting openbaar onderwijs Marenland Bovenschoolse directie Dhr. D. Henderikse (Algemeen Directeur) Mw. L. Korteweg (Adjunct Directeur)
U kunt hier terecht voor klachten over seksuele Tel. 0900-1113111 intimidatie, seksueel misbruik, (lokaal tarief) ernstig psychisch of lichamelijk geweld.
Postbus 5, 9919 ZG Loppersum
Tel. 0596-583320
Postbus 5, 9919 ZG Loppersum
Tel. 0596-583320
Postbus 5, 9919 ZG Loppersum
Tel. 0596-583320
Wethouder van onderwijs gemeente Delfzijl Dhr. J. H. Menninga J. v.d. Kornputplein 10, 9930 PA Delfzijl Onderwijsinspectie
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl
Tel. 0596-639911
Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Onderwijsrapporten
GGD Groningen Hanzeplein 120 www.ggdgroningen.nl Ivak Abel Tasmanplein 4
9713 GW Groningen
Tel: 050-3674177
Postbus 23, 9930 AA Delfzijl
Tel: 0596-614244
59
Obs Jan Ligthart Botterlaan 1 9934 EW DELFZIJL T 0596-612600 E
[email protected] I www.obsjanligthart.nl
60