Examenreglement VMBO – BBL / KBL
2015/2016
Examenreglement CSG versie 2015-2016 zie website: http://www.csg.nl/regelingen/examenreglement en vervolgens: Algemeen examenreglement CSG 2015-2016
EXAMENREGLEMENT CSG Diamantlaan BBL / KBL Algemene bepalingen: 1. De periode van schoolonderzoeken(schoolexamen) duurt twee jaar: Leerjaar 3: 2015 - 2017 en leerjaar 4: 2014 - 2016 2.
Het afsluitend examen(Centraal Examen) voor leerjaar 4 vindt plaats in de periode april tot en met juni 2016.
3.
In het PTA staan alle vakken: per leerweg (kaderberoeps gericht en basisberoeps gericht) per leerjaar (leerjaar 3 en leerjaar 4)
4.
Lichamelijke opvoeding vindt in leerjaar drie en vier plaats. Dit vak moet met voldoende of goed afgesloten zijn (voor l.o. geldt in leerjaar 4 ook een 80% aanwezigheidsplicht – zie het PTA). Bij een onvoldoende wordt er een vervangende opdracht gegeven. Het resultaat moet uiteindelijk voldoende zijn! Bij het niet voldoende afsluiten kan er niet worden deelgenomen aan het Centraal Examen in leerjaar 4. Diplomering is dan niet mogelijk. Bij het (langdurig) niet mee kunnen doen aan l.o. (of welk ander vak dan ook) wordt door de school de schoolarts ingeschakeld. Kunstvakken 1 wordt gedaan in leerjaar drie en ook in dat jaar afgerond. Beoordeling vindt plaats met onvoldoende of voldoende. Bij een onvoldoende wordt er een vervangende opdracht gegeven. Het resultaat moet uiteindelijk voldoende zijn! Bij het niet voldoende afsluiten in leerjaar 3 kan er niet worden deelgenomen aan het Centraal Examen in leerjaar 4. Diplomering is dan niet mogelijk.
5.
Er zijn 3 periodes in een schooljaar waarin je de rekentoets kunt maken: januari , maart en eind mei/begin juni 2016. De school kiest binnen deze periodes steeds een datum. In totaal heb je 4 kansen. Als je de toets in het derde leerjaar niet met 5 of hoger afsluit, dan kun je in leerjaar 4 alsnog voldoen aan deze eis. Zie blz. 4 punt 15 voor regels m.b.t. zakken of slagen.
6.
In het vak maatschappijleer doe je schriftelijk en/of digitaal schoolonderzoeken (schoolexamen), het schoolonderzoekcijfer telt mee als eindcijfer bij de uitslagregeling (zie punt 15).
7.
Er zijn verschillende manieren van toetsen te weten: a) of je iets kent en/of kunt: door schriftelijke, praktische en digitale toetsen kun je laten zien wat je geleerd hebt (het resultaat is een cijfer). b) digitaal: voor alle basis- en kaderleerlingen is vaardigheid in digitaal toetsen nodig. c) of je bepaalde handelingsopdrachten beheerst: daarbij moet je laten zien dat je over zekere vaardigheden beschikt (dit moet voldoende of goed zijn; geen cijfer) d) per sector kunnen er grote praktijkopdrachten zijn.
8.
Per vak (zie PTA) is de exameneenheid vermeld. Ook als het een vaardigheid is (handelingsdeel / praktische opdracht).
9.
Er zijn toetsen die een toetsnummer hebben, er zijn ook toetsen met een letter. Toetsen met een nummer tellen mee voor het SE-cijfer (= schoolexamencijfer) Er zijn ook toetsen die beoordeeld worden met OVG. Voor alle vakken geldt: Alle opdrachten/toetsen die met OVG worden beoordeeld, moeten uiteindelijk met een V of G zijn afgesloten, anders is het niet mogelijk om een “SEcijfer” te geven. Als er geen SE-cijfer gegeven kan worden op het moment dat de SE-cijfers bij DUO aangeleverd (geBRONd) moeten worden, kan er niet aan het examen worden deelgenomen.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
2
10. De docent bepaalt wanneer een werkstuk, etc. ingeleverd moet worden. Voldoet een leerling daar niet aan, dan krijgt hij nog één mogelijkheid om het werk alsnog in te leveren. Wordt daar niet aan voldaan, dan moet de leerling voor de examencommissie verschijnen. 11. De cijferberekening van je schoolexamencijfer voor een vak staat onder elk PTA-blad bij dat vak. 12. Herkansing schoolexamen bij: schriftelijke toetsen: in leerjaar 3 en in leerjaar 4 mag je per vak 1x de toets (met het laagste onvoldoende cijfer) overdoen (hoogste cijfer telt). praktische toetsen: in leerjaar 3 en in leerjaar 4 eventueel een onderdeel, dit ter beoordeling van de docent. 13. Het aantal vakken waarin je Centraal Examen moet doen: Bij intersectoraal dc en tc zijn 5 eindexamenvakken verplicht: Nederlands Engels ISP (afdelingsvak) 2 keuzevakken: wiskunde, biologie of economie 14. Bij de berekening van het eindcijfer per vak (schoolexamencijfer en Centraal Examencijfer zijn cijfers met maximaal één cijfer achter de komma) mag er bij twee decimalen alleen maar afgekapt worden. Bijvoorbeeld: 5,45 = 5,4 = 5 of 5,55 = 5,5 = 6 enz. 15. Uitslag Centraal Examenregeling leerwegen VMBO: http://wetten.overheid.nl/BWBR0004593/geldigheidsdatum_24-09-2014#HoofdstukV_Artikel49
1. De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien: o a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is;
o b. hij voor: 1°.de rekentoets als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor
2°.de rekentoets als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 5 of meer heeft behaald;
o c. hij onverminderd onderdeel b: 1°.voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;
2°.voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; of
3°.voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald;
o d. hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald; en
2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of het intrasectorale of intersectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers. 16. Soms kan een docent bij LWOO-leerlingen op een andere manier toetsen (bijv. meer doe- of praktische opdrachten). 17. Herkansing Centraal Examen: Je kunt na de uitslag van het eerste tijdvak als je gezakt bent, in het tweede tijdvak één eindexamenvak herkansen om alsnog proberen te slagen. Wanneer een leerling een onvoldoende krijgt voor het praktijkvak, stelt de examencommissie vast wat de leerling alsnog moet doen om te voldoen aan de eisen van het werkstuk.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
3
18. Examendossier Dit dossier geeft een overzicht van de afgelegde toetsen, opdrachten, werkstukken en handelingen, die je hebt verricht, de resultaten die je daarbij behaald hebt en de vorderingen die je hebt gemaakt. Het examendossier wordt opgebouwd uit het schoolonderzoek gedurende leerjaar 3 en 4. Het dossier geeft een beeld van jouw specifieke vaardigheden. 19. Examen doen op een hoger niveau Leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg mogen één of meerdere vakken op een hoger niveau afsluiten, zulks ter beoordeling van de vakdocent(en). In de praktijk komt het erop neer dat een leerling op twee niveaus wordt beoordeeld. Mocht een leerling de definitieve beslissing nemen één vak of meerdere vakken op een hoger niveau af te sluiten, dan vindt de beoordeling ook op dat hogere niveau plaats. Ouders en leerlingen dienen zich bewust te zijn van de consequenties van deze mogelijkheid. 20. Afsluiting schoolexamen: Het schoolexamen moet voor de aanvang van het eerste tijdvak van het Centraal Examen worden afgesloten: het praktijkvak voor 5 april 2016 en de theorievakken voor 18 april 2016. 21. Slotbepaling: 1. In gevallen waarin het reglement niet voorziet beslist de directeur bestuurder. 2. Betrokkenen kunnen tegen de beslissing in beroep gaan bij de Commissie van Beroep. Zie CSG Examenreglement blz. 12 art.10.
School specifieke bepalingen. A. INLEIDING Overeenkomstig artikel 31 van het examenbesluit VWO, HAVO, MAVO, VBO hebben de vestigingsdirecteur en de lerarenexaminatoren daartoe gemachtigd door het bevoegd gezag van deze scholengemeenschap, een examenreglement en een programma van toetsing en afsluiting vastgesteld. Gelet op de desbetreffende artikelen van het bovengenoemde besluit wordt m.i.v. 1 oktober of zoveel eerder als mogelijk de toetsing (schoolonderzoek) ingesteld met inachtneming van de hierna volgende bepalingen. Dhr. W. Hartog Vestigingsdirecteur ALGEMEEN 1. Mededeling over het tijdstip van toetsen Het tijdstip waarop een toets wordt gehouden wordt minimaal 1 week (incl. weekend) van tevoren aan de leerling meegedeeld. (Mocht een toets door bepaalde omstandigheden vervallen, dan verschuift hij automatisch naar de eerstvolgende les). 2. Mededelingen cijfers schoolexamen Na afloop van iedere toets wordt aan de leerling binnen 14 dagen mededeling gedaan van het behaalde cijfer. Het cijfer wordt ook binnen die 14 dagen geplaatst in SOM. 3. Ziekte / inleveren Als een kandidaat door ziekte of een andere vorm van overmacht tijdens een schoolexamen en/of het Centraal Examen niet in staat is een toets bij te wonen treedt resp. art. 4b en/of art. 5b van het Algemeen Reglement in werking. Regels over inleveren en presenteren van verslagen en presenteren wordt verwezen naar art. 4b van het Algemeen Reglement. Als een kandidaat door ziekte of een andere vorm van overmacht tijdens een schoolexamen niet aanwezig kan zijn of een werkstuk niet kan inleveren, moet op de woensdag of de vrijdag erna, als de leerling weer op school aanwezig is de toets of het werkstuk op de meldkamer (van 14.15 – 16.00 uur) worden ingehaald/gemaakt. Gebeurt dit niet binnen tien werkdagen, dan ontvangen de ouders / verzorgers een brief waarin zij samen met hun kind / pupil worden uitgenodigd om bij de examencommissie te verschijnen. 4. Verhuizing van een kandidaat Bij verhuizing van een kandidaat tijdens de cursus verstrekken wij een overzicht van de resultaten aan de leerling/ouders/verzorgers.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
4
B. ALGEMENE BEPALINGEN 1.
Afnemen eindexamen 1. De vestigingsdirecteur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De vestigingsdirecteur wijst een medewerker van de school aan tot secretaris van het eindexamen. 3. Samenstelling examencommissie 1. vestigingsdirecteur voorzitter 2. examensecretaris secretaris
2. Toelating tot het eindexamen 1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting het eindexamen af te leggen. 2. Indien het bevoegd gezag van een school kandidaten die niet als leerling aan de school zijn ingeschreven in de gelegenheid stelt aan de school eindexamen af te leggen, kan het bevoegd gezag van een school voor VMBO kandidaten die niet als leerling aan de school zijn ingeschreven eveneens in de gelegenheid stellen een deeleindexamen aan de school voor VMBO af te leggen. 3.
Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
4.
Programmakeuze Er kan examen gedaan worden in de kaderberoepsgerichte leerweg of de basisberoepsgerichte leerweg. Zie artikel 19 i.v.m. op hoger niveau examen doen.
5.
Indeling eindexamen Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een Centraal Examen. Voor alle vakken is er een Schoolexamen (SE). De ‘Rekentoets’ voor leerjaar 3 / 4 is onderdeel van het eindexamen (zie blz. 3, art. 15.1.b) Het beroepsgerichte vak van de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt met een Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE) afgesloten. Voor het eindexamenbesluit VO zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0004593/geldigheidsdatum_24-09-2014#HoofdstukV_Artikel49
6.
Vrijstelling 1. Onze minister bepaalt voor welke eindexamenvakken en op welke gronden in het kader van een eindexamen vrijstelling kan worden verleend aan kandidaten van dagscholen voor VMBO en van avond- en dag avondscholen voor VWO, HAVO en MAVO. 2. Een verzoek om vrijstelling wordt bij het bevoegd gezag ingediend. Indien het bevoegd gezag de gevraagde vrijstelling verleent, verstrekt het de verzoeker een bewijs van vrijstelling.
7.
Onregelmatigheden zie art 6 t/m 8 algemeen examenreglement
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
5
C. REGELING VAN HET EINDEXAMEN 1. Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting 1. Het bevoegd gezag stelt een examenreglement vast. Het bevat in elk geval de maatregelen, de gang van zaken tijdens het C.E. en de samenstelling en het adres van de commissie van beroep (zie art 10. CSG examenreglement) 2. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks vóór 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast. In dit programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma op het schoolexamen wordt getoetst, de verdeling van de examenstof over de toetsen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, alsmede de regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de vestigingsdirecteur vóór 1 oktober toegezonden aan de inspectie en ter inzage gelegd voor de kandidaten. 2. Schoolexamen (SE) 1. Het S.E. staat niet onder toezicht van door onze minister aan te wijzen gecommitteerden. 2. Voor een vak waarin geen Centraal Examen afgelegd wordt bepaalt het bevoegd gezag het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt en het tijdstip waarop het schoolexamen wordt afgesloten. 3. Indien een kandidaat in een vak tevens eindexamen aflegt, stelt het bevoegd gezag de kandidaat in de gelegenheid het schoolexamen in het desbetreffende vak af te sluiten voor de aanvang van dat eindexamen. 4. Herkansing schoolexamen: van de toetsen uit het schoolexamen mag het laagste cijfer per vak, per leerweg, per examenjaar in het 3de leerjaar worden herkanst vóór vrijdag 24 juni 2016 en in het 4de leerjaar voor 5 april 2016 – het praktische vak en voor 18 april 2016 de theoretische vakken. Van praktijktoetsen kunnen eventueel onderdelen - dit ter beoordeling van de docent – worden herkanst..
3. Mededeling cijfers schoolexamen (SE) Voor de aanvang van het Centraal Examen deelt de vestigingsdirecteur de kandidaat schriftelijk mede welke cijfers hij/zij heeft behaald voor het schoolexamen in de vakken waarin hij/zij tevens Centraal Examen zal afleggen.
D. CENTRAAL EXAMEN 1. Tijdvakken Centraal Examen Het Centraal Examen kent drie tijdvakken: het eerste, het tweede en het derde tijdvak. 2. Centraal Schriftelijk en Praktisch Eindexamen (CSPE) Het Centraal Examen bestaat voor het beroepsgerichte vak voor de kaderberoepsgerichte leerweg en voor de basisberoepsgerichte leerweg uit een CSPE. 3. Vaststelling cijfer CSPE Dit vindt plaats door 2 examinatoren van de eigen school. 4. Regels omtrent het Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE) 1. De vestigingsdirecteur zorgt ervoor, dat de opgaven voor het eindexamen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. 2. Tijdens een toets van het Centraal Examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard dan ook, aangaande de opgaven gedaan. 3. De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het Centraal Examen wordt uitgeoefend. 4. Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de vestigingsdirecteur samen met het gemaakte examenwerk. 5. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van het Centraal Examen worden toegelaten.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
6
5. Digitale examens AVO-vakken basis- en kaderberoepsgerichte leerweg 1. Digitale examens (voor basis- en kaderberoepsgerichte leerweg) worden afgenomen na afsluiting van het schoolexamen. Het CSPE voor de beroepsgerichte vakken wordt afgenomen voor de meivakantie. 2. Bij het vak wiskunde moeten leerlingen bijv. grafieken tekenen, meetkundige constructies maken, gegevens in diagrammen aanbrengen . Verwacht wordt dat leerlingen “digitaal” kunnen tekenen. 3. Inhalen: indien de kandidaat bij een zitting met wettige reden afwezig was, bepaalt de vestigingsdirecteur op welk moment de zitting wordt ingehaald. 4. Mislukte afname: de vestigingsdirecteur kan besluiten, indien de afnamecondities van een examen een adequate beoordeling onmogelijk maken, het werk wordt beschouwd als niet gemaakt en niet wordt beoordeeld. Alle kandidaten die aan deze sessie deelnamen, hebben dan recht op opnieuw maken/inhalen. 5. Afname: In afwijking van het papieren Centraal Examen zijn de opgaven na afloop niet ter beschikking van de kandidaat. Bij het verlaten van de examenruimte mogen geen examendocumenten (bijv. kladpapier) worden meegenomen. 6. Bij een geschil mag het gemaakte werk onder toezicht worden bekeken, met dien verstande dat tijdens de inzage geen aantekeningen gemaakt mogen worden. Medewerking van het Cito is hiervoor nodig.
6. Vaststelling score Centraal Eindexamen (CE) (alleen nog bij terugval op papieren examens) 1.
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan stellen zij de score vast op het rekenkundig gemiddelde van de twee scores, in voorkomend geval afgerond op het naast hoger gehele getal.
7. Niet op regelmatige wijze afgenomen Eindexamen. Indien het eindexamen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaats gehad kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor één of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. 8. Verhindering Centraal Examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de vestigingsdirecteur is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem/haar in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het eindexamen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij/zij het eindexamen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn/haar eindexamen te voltooien. Kandidaten van een school voor VMBO leggen het centraal examen af ten overstaan van de staatsexamencommissie VMBO. 3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de vestigingsdirecteur bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de vestigingsdirecteur aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolonderzoek en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het Centraal Examen heeft gehaald, alsmede, wanneer dat zich voordoet: a. dat ten behoeve van de kandidaat toestemming is verleend met betrekking tot dat vak Nederlandse taal en letterkundig dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak, waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit; b. dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat toestemming is verleend dat hij/ zij het Centraal Examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn/haar mogelijkheden. 4. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de vestigingsdirecteur.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
7
E. UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING 1. Eindcijfer eindexamen Het eindexamen voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 t/m 10. De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het Centraal Examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 45 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer (maatschappijleer). 2. Berekening van eindcijfer (voor uitslag) - kaderberoepsgericht: SE-eindcijfer + cijfer Centraal Examen gedeeld door 2 - basisberoepsgericht: SE-eindcijfer + cijfer Centraal Examen gedeeld door 2 3. Vaststelling uitslag De vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast. De vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld onder punt 6 blz. 7. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. Indien de kandidaat slechts kan slagen bij een bepaalde keuze uit eindcijfers volgens twee programma's in één of meer vakken, betrekken de vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen die eindcijfers bij de bepaling van de uitslag, die de kandidaat nodig heeft om te kunnen slagen. Indien er meerdere keuzen mogelijk zijn stellen de vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen de kandidaat voor de keuze uit eindcijfers voor. De keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen vier dagen heeft medegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden. Indien de kandidaat, doordat voor één of meer vakken het eindcijfer volgens het hoogste programma bij de bepaling van de uitslag wordt betrokken, slechts kan slagen wanneer het eindcijfer van één of meer andere vakken niet bij de bepaling van de uitslag wordt betrokken, stellen de vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen de kandidaat een keuze uit de eindcijfers voor. Deze keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen vier dagen heeft medegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden. 4. Herkansing 1. Zodra de uitslag is vastgesteld, deelt de vestigingsdirecteur/examensecretaris deze te samen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mee. Hij maakt daarbij melding van het bepaalde in en op grond van het tweede t/m het vijfde lid. 2.
De kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het eindexamen in één vak dat bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Het hoogste van de cijfers gehaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde eindexamen geldt dan als definitief cijfer voor het eindexamen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de vestigingsdirecteur en examensecretaris.
3.
Herkansingsregeling digitale examens. Voor herkansingen van eindexamens geldt bij de digitale examens dat een leerling het recht heeft om het digitale eindexamen van één algemeen vak eenmaal te herkansen. Daarnaast heeft de leerling het recht om het CSPE van het beroepsgerichte vak te herkansen. Bij het CSPE kunnen onderdelen herkanst worden, dit ter beoordeling van de examencommissie.
4.
Na deelname aan die herkansing van het eindexamen wordt indien de kandidaat vervolgens slechts bij een bepaalde samenstelling van cijfers is geslaagd, uitsluitend het programma in aanmerking genomen waarbij de kandidaat het voor slagen noodzakelijke cijfer heeft behaald. In alle gevallen stelt de vestigingsdirecteur/examensecretaris aan de kandidaat één van de beide cijfers voor. Het voorgestelde cijfer geldt als definitief cijfer tenzij de kandidaat binnen vier dagen na het voorstel de vestigingsdirecteur/examensecretaris schriftelijk mededeelt dat het andere cijfer moet worden genomen. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
8
5.
Bij herkansing volgens hetzelfde programma geldt het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde eindexamen als definitief cijfer voor het eindexamen.
6.
Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en aan de kandidaat meegedeeld.
5. Diploma en cijferlijst De vestigingsdirecteur reikt aan de kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een diploma met cijferlijst uit, als voldaan is aan: zie hierboven onder punt E: Uitslag, herkansing en diplomering. 6. Certificaten De vestigingsdirecteur reikt aan de kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een certificaat uit waarop het vak of de vakken vermeld staan waarvoor hij/zij een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald. De vestigingsdirecteur reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat van een avondschool of een dag-avondschool die voor één of meer vakken een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit. De vestigingsdirecteur reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat van een dagschool die de school verlaat en die voor één of meet vakken van zijn/haar laatst afgelegde eindexamen een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit. Het certificaat vermeldt in ieder geval het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, het voor dat vak of die vakken behaalde eindcijfer, de cijfers, gehaald voor het schoolexamen en voor het eindexamen daarin, de soort van school waaraan het examen heeft plaatsgevonden, alsmede de datum waarop de uitslag van het examen is vastgesteld. Onze minister stelt het model van het certificaat vast.
F. OVERIGE BEPALINGEN 1.
Afwijking wijze van examineren (zie ook: http://wetten.overheid.nl/BWBR0004593/geldigheidsdatum_29-09-2015#HoofdstukVI – art. 55)
2.
1.
De vestigingsdirecteur kan toestaan dat een lichamelijk- of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de vestigingsdirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
2.
Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij/zij eindexamen aflegt ten hoogste vier jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde, tot het vak Nederlandse taal of tot enige vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover het eindexamen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van een eindexamen met ten hoogste 30 minuten.
Bewaren examenwerk 1.
Het werk van het schoolexamen (dus alle PTA-toetsen) moet worden bewaard tot na de zomervakantie van het jaar waarin examen is gedaan in een daarvoor door de examensecretaris aangewezen ruimte; het werk van het Centraal Examen van de kandidaten en de lijsten worden gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de vestigingsdirecteur, ter inzage voor belanghebbenden.
2.
Een door de vestigingsdirecteur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, wordt gedurende ten minste zes maanden na de vrijstelling van de uitslag in het archief van de school bewaard.
3.
De secretaris draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij het Centraal Examen gebruikte opgaven gedurende tenminste zes maanden van de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
9
3. Spreiding examen dagschool Het bevoegd gezag van een dagschool kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.
4. Regelingen rond de Centrale Examens Aanvang zittingen van de eindexamens. Kandidaten dienen tijdig voor de aanvang van het eindexamen het rooster van het eindexamen te ontvangen. Eventuele wijzigingen in dit rooster worden meegedeeld. De kandidaten moeten rekening houden met een eventuele herkansing. De boeken, logaritmetafels, tabellen, intresttafels en elektronische rekenapparatuur met bijbehorende etuis waarvan het gebruik door de CEVO is toegestaan, dienen tijdig voor de aanvang van de zitting gecontroleerd te worden. Tassen e.d. behoren in de examenzaal niet binnen bereik van de kandidaten te zijn. Voor de zitting dient gecontroleerd te worden, of elke kandidaat aanwezig is. De kandidaten maken het examenwerk onder toezicht van 2 toezichthouders. Buitenstaanders worden niet tot het examenlokaal toegelaten. Mobiele telefoons dienen voor het begin van een examen te worden opgeborgen in de kluis van de leerling of te worden ingeleverd bij de examensecretaris / toezichthouders. Examenkandidaten moeten zich voor een examen kunnen legitimeren. Voor de kandidaten geldt: a. De kandidaten ontvangen een protocol “Instructie voor leerlingen bij digitale avo examens”. b. Het meenemen van andere dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen is verboden. c. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. d. Indien een kandidaat zich bij het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, kan de vestigingsdirecteur hem/haar de (verdere) deelneming aan het eindexamen ontzeggen, dan wel minder vergaande maatregelen nemen (bijv. een hernieuwd examen in het desbetreffende vak). Indien de ontzegging betrekking heeft op een kandidaat die meer dan één deelexamen aflegt, omvat de ontzegging het geheel aan deelexamens (Dit kan zich slechts voordoen bij het onderwijs voor volwassenen). In het geval van ontzegging kunnen noch een diploma, noch een cijferlijst, noch certificaten worden uitgereikt. Indien de onregelmatigheid wordt ontdekt na afloop van het eindexamen, kunnen de vestigingsdirecteur en de betrokken examinator(en) gezamenlijk dan wel de examencommissie de kandidaten het diploma en de cijferlijst onthouden of kunnen zij bepalen dat de betrokken kandidaat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in het desbetreffende vak(ken). e. Indien de vestigingsdirecteur en de examinator(en) besluiten een nieuw examen te laten afleggen, dient dit te geschieden door verwijzing naar het tweede of derde tijdvak. Nadat alle kandidaten hun plaats hebben ingenomen, controleert een daartoe aangewezen toezichthouder aan de hand van op de enveloppe vermelde gegevens omtrent schooltype, vak, datum en tijdstip of de enveloppe de juiste is. Indien bij het digitaal examen moet worden teruggevallen op het schriftelijk examen geldt het volgende: Deze en eventueel andere op de enveloppe vermelde gegevens worden daarna aan de kandidaten voorgelezen. Eerst als alle gegevens in orde zijn bevonden, wordt de enveloppe geopend. Het verdient aanbeveling vóór het openen van de enveloppe aan de kandidaten te tonen en één van hen de tekst te laten (mee)lezen. Een toezichthouder controleert of de inhoud van de enveloppe overeenstemt met de gegevens op de enveloppe. Het komt voor dat in dezelfde enveloppe één of meer bij de opgaven behorende bijlagen zijn verpakt. Onmiddellijk nadat de enveloppe geopend is, worden de opgaven en de eventueel daarbij behorende bijlage(n) uitgedeeld. Daarbij dient nauwkeurig te worden toegezien dat geen andere opgaven dan de bedoelde in handen van de kandidaten komen; men let op de juiste programma-aanduiding (kaderberoepsgericht of basisberoepsgericht). Tijdens het uitdelen van de opgaven dient er volkomen rust in het examenlokaal te heersen. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het beging van de zitting tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Kandidaten die meer dan een half uur na de aanvang van de zitting aankomen mogen niet meer deelnemen aan deze zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de vestigingsdirecteur, kunnen zij voor dit vak verwezen worden naar het tweede tijdvak. Op de overige zittingen van het eerste tijdvak dienen zij wel te verschijnen. Indien de reden niet geldig wordt verklaard, vindt ontzegging plaats.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
10
5. Zittingen van het Centraal Examen (zie ook CSG examenreglement bl. 7 art. 5a) A. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de vestigingsdirecteur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten Indien de kandidaat het werk na enige tijd hervat, kan na overleg met de inspecteur de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, verzoekt de vestigingsdirecteur, zo mogelijk mede op grond van een medische verklaring, aan de inspecteur te beslissen, dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. De kandidaat mag, indien de inspecteur het werk ongeldig verklaart, in het tweede tijdvak opnieuw aan de desbetreffende zitting deelnemen. B. Tijdens een zitting van het eindexamen is het een toezichthouder niet geoorloofd andere werkzaamheden te verrichten dan toezicht houden. C. Zij die bij het examen toezicht hebben gehouden maken over het verloop een procesverbaal. Op het proces-verbaal worden de namen van alle kandidaten vermeld die voor het desbetreffende vak in het examenlokaal aanwezig moeten zijn. Per schooltype wordt een apart proces-verbaal gemaakt; bij elke kandidaat wordt aangegeven volgens welk programma examen wordt afgelegd. Afwezige kandidaten worden apart vermeld. Indien gebruik gemaakt mag worden van punt 1 Overige Bepalingen wordt dit op het proces-verbaal aangetekend. Elke toezichthouder dient het proces-verbaal te tekenen. Op het proces-verbaal wordt van elke kandidaat het tijdstip vermeld waarop hij/zij het lokaal verlaat, en ook het tijdstip waarop de kandidaten die te laat zijn gekomen, zijn begonnen. Het verdient aanbeveling de proces-verbalen zes maanden te bewaren. D. De kandidaat levert zijn/haar werk in bij de toezichthouder. Deze controleert het werk op naam en nummer, waarna hij/zij de kandidaat toestaat het examenlokaal te verlaten. Het verdient aanbeveling dat de toezichthouders tevens nagaan of kandidaten niet iets vergeten in te leveren. Na het verlaten van het examenlokaal mag de kandidaat onder geen beding worden toegestaan nog aan het desbetreffende examen te werken. E. Gedurende een uur, volgende op het tijdstip na sluiting van de zitting mogen opgaven niet buiten het examenlokaal worden gebracht. F. Indien tijdens een zitting een fout in de opgave ontdekt wordt, worden daarover geen mededelingen gedaan. Bij de normering van het werk zal met een fout, zo nodig, rekening worden gehouden. G. Indien een kandidaat door enigerlei omstandigheid niet bij een zitting in het examenlokaal aanwezig kan zijn, maar wel in staat is aan het examen deel te nemen, kunnen uitsluitend via de inspecteur opgaven ter beschikking worden gesteld. 6. Einde zittingen Centraal Examen A. Het verdient aanbeveling dat een kwartier voor het einde van de zitting een daartoe aangewezen toezichthouder dit tijdstip aangeeft. B. Aan het einde van de zitting halen de toezichthouders het werk op en één van hen controleert of alle kandidaten hun werk hebben ingeleverd. Het verdient aanbeveling dat tevens wordt nagegaan of geen kandidaat vergeet iets in te leveren. Bij digitale examens controleert de toezichthouder of het examen van een kandidaat feitelijk is afgerond, waarna hij het examen van die kandidaat sluit. C. Het werk van de kandidaten, het proces-verbaal en de resterende opgaven, worden onmiddellijk aan de vestigingsdirecteur / examensecretaris ter hand gesteld. D. De examensecretaris controleert bij ontvangst of het werk van alle kandidaten aanwezig is en sluit het werk indien nodig in een enveloppe. 7. Afwezigheid bij het Centraal Examen Zie Algemeen Examenreglement CSG blz. 9 art. 5b 8. Ca. maart 2016 wordt aan leerlingen de ‘Examengids voor leerlingen’ waarin alle informatie over het examen opgenomen is, ter hand gesteld.
9. Slotbepaling In gevallen waarin het reglement niet voorziet beslist de vestigingsdirecteur, na de examencommissie gehoord te hebben, met inachtneming van het examenbesluit VWO-HAVOMAVO-VBO-VMBO.
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
11
Examenreglement VMBO – BBL / KBL 2015 - 2017
12