Examenreglement NAAM…………………….…………… & Programma van Toetsing en Afsluiting Cursusjaar 2015 / 2016
3 EN 4 MAVO Vmbo Theoretische Leerweg
Visser ’t Hooft Lyceum Leiden - Leiderdorp – Rijnsburg
2
Inhoudsopgave VOORWOORD ................................................................................................................ 5 BELANGRIJKSTE PUNTEN................................................................................................ 6 REGELING VAN HET EINDEXAMEN .................................................................................. 7 I. ALGEMENE BEPALINGEN ....................................................................................... 8 II. School specifieke regelingen............................................................................. 10 1. Eindexamen .................................................................................................... 10 2. Afwezigheid bij toetsen en praktische opdrachten .............................................. 10 3. Afwijkende wijze van examineren ..................................................................... 10 4. Geheimhouding ............................................................................................... 11 5. Onvoorziene omstandigheden .......................................................................... 11 III. REGLEMENT VOOR HET SCHOOLEXAMEN ......................................................... 12 6. Schoolexamen................................................................................................. 12 7. Bepaling van de eindcijfers voor het schoolexamen ............................................ 12 8. Definitie en beheer van het examendossier ....................................................... 12 9. Schriftelijke en mondelinge toetsen................................................................... 13 10. Praktische opdrachten .................................................................................. 13 11. Handelingsdeel ............................................................................................ 13 12. Overige opdrachten in het handelingsdeel ...................................................... 14 13. Sectorwerkstuk ............................................................................................ 14 14. Regeling voor herkansing in het schoolexamen ............................................... 14 15. Regeling voor het herexamen in het schoolexamen ......................................... 15 16. Zittenblijven, zakken en vrijstellingen............................................................. 15 17. Cultureel Kunstzinnige Vorming (CKV)............................................................ 15 IV. CENTRAAL EXAMEN......................................................................................... 16 18. Toezicht Centraal Examen............................................................................. 16 19. Extra vak..................................................................................................... 16 20. Te laat komen ............................................................................................. 16 21. Werkwijze Centraal Examen .......................................................................... 16 22. Verhindering Centraal Examen ...................................................................... 16 V. UITSLAG, HERKANSING, DIPLOMERING ............................................................... 17 23. Eindcijfers eindexamen ................................................................................. 17 24. Uitslag eindexamen ...................................................................................... 17 25. Diploma’s en cijferlijsten ............................................................................... 18 VI. PORTFOLIO .................................................................................................... 18 VII. REKENTOETS .................................................................................................. 18 VIII. PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING ............................................... 19 3 MAVO ....................................................................................................................... 20 4 MAVO ....................................................................................................................... 36 Rooster Centraal Examen .............................................................................................. 51 Hulpmiddelen Centraal Examen MAVO 2016 ................................................................... 52 Omschrijving Examenstof Centraal Examen MAVO 2016 .................................................. 53 Lijst van vakken in 3/4 mavo ......................................................................................... 56 Bepalingen over rapporten en overgang ......................................................................... 57 Slaag-zakregeling voor de mavo .................................................................................... 59
3
4
VOORWOORD Beste leerling, De vakantie is voorbij, het schooljaar is weer begonnen en voor je het door hebt, is het alweer tijd voor een toets. Om te voorkomen dat een toets of het inleveren van een opdracht als een verrassing komt, vind je in dit boekje het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het PTA is een lijst van eisen waaraan je moet voldoen voor het examendossier. Er staat per vak precies in wat je moet doen, wanneer je iets moet doen en hoe zwaar het meetelt. Zo kun je nu al lezen wanneer je bij Engels of Nederlands een boekverslag moet inleveren. Je kunt op deze manier zelf e.e.a. plannen en dan op tijd beginnen met lezen, dat scheelt een hoop stress en gezeur! Als je een bepaalde toets of opdracht gedaan hebt, kun je dat afvinken in het PTA en je cijfer noteren. Zo kun je precies bijhouden wat je al gedaan hebt en wat je nog moet doen. Naast het PTA vind je in dit boekje ook het Examenreglement. Hierin staan de regels rondom de examens. Je kunt er in vinden wat je moet doen als je een toets niet kunt maken omdat je ziek bent en wat je moet doen als je een toets wilt herkansen. Maar ook wat de gevolgen kunnen zijn als je bijvoorbeeld een opdracht niet inlevert. Achter in het boekje vind je enkele handige bijlagen. Kijk daar ook goed naar bij het lezen van dit boekje. Geef wat extra aandacht aan de slaag/zak-regeling voor de uitslag van het examen. Zo moet je bijvoorbeeld voor je eindexamen gemiddeld een 5,5 halen om te slagen en telt de rekentoets mee! Het is dus heel belangrijk dat je dit boekje goed doorleest. Als je iets niet begrijpt, kun je het natuurlijk altijd vragen aan je docenten, je mentor of de teamleider. Om het je iets makkelijker te maken vind je op de volgende bladzijde in dit boekje een korte samenvatting van alle voor jou belangrijke punten uit het Examenreglement. Veel succes dit schooljaar!!! C. Huisman (Leiden) R. Scheffer Bakker (Rijnsburg) R.G. Schoonwater (Leiderdorp)
5
BELANGRIJKSTE PUNTEN Schoolexamen en examendossier: De helft van je eindcijfer voor een vak bestaat uit het schoolexamen (SE). Alle resultaten van het schoolexamen staan in je examendossier. Dit is opgebouwd uit toetsen (schriftelijk en mondeling), een praktisch deel en een handelingdeel. Schriftelijke en mondelinge toetsen: Schriftelijke en mondelinge toetsen zijn toetsen die je nog het meest kunt vergelijken met de toetsen die je in de eerste twee jaar hebt gehad. Schriftelijke en mondelinge toetsen krijgen ook gewoon een cijfer. Het belangrijkste verschil met de gewone proefwerken is dat deze toetsen wel meetellen voor het examen. De toetsen worden op een vastgesteld moment afgenomen. Praktische deel: Opdrachten uit het praktisch deel kunnen per vak en per opdracht verschillend zijn. Praktische opdrachten worden becijferd en tellen mee met de weging die je kunt vinden in het PTA. Praktische opdrachten moeten worden uitgevoerd vóór het verstrijken van de deadline die je in het PTA kunt vinden. Handelingsdeel: Opdrachten uit het handelingsdeel zijn onderdelen die je voor een bepaald vak gedaan moet hebben. Deze opdrachten kunnen per vak en per opdracht verschillend zijn. Handelingsopdrachten worden niet becijferd, maar je moet ze wel voldoende afsluiten. Daarnaast moeten handelingsopdrachten worden uitgevoerd vóór een in het PTA te vinden datum. Onregelmatigheden: Als je zonder geldige reden afwezig bent bij een school- en/of centraal examen of als je fraude pleegt bij een school- en/of centraal examen kun je het cijfer 1,0 krijgen voor een toets of een praktische opdracht. Je kunt ook verplicht worden om één of meerdere onderdelen opnieuw te maken. En in het ergste geval kun je van verdere deelname aan het eindexamen worden uitgesloten. Afwezigheid bij toetsen en praktische opdrachten: Mocht je door ziekte of om een andere reden (bv. een begrafenis) niet mee kunnen doen aan een onderdeel van het examen, dan moet dit voor het begin van de toets of praktische opdracht door je ouders/verzorgers bij de teamleider worden gemeld. Als je ouders/verzorgers dit mondeling doen, dan moeten ze dit binnen 24 uur schriftelijk bevestigen. Als je weer op school bent, moet je deze toets of praktische opdracht zo spoedig mogelijk inhalen. Afwijkende wijze van examineren: Als je een lichamelijke of geestelijke beperking hebt, of een informatieverwerkingsprobleem (waaronder dyslexie) kun je met toestemming van de algemene directie en de inspectie het examen geheel of gedeeltelijk afleggen op een manier die is aangepast aan jouw mogelijkheden. Regeling voor herkansing in het schoolexamen: Elke toetsperiode krijg je de mogelijkheid om één toets of één praktische opdracht te herkansen. Niet elke toets of elke praktische opdracht is herkansbaar. Of een toets of een praktische opdracht herkansbaar is, kun je vinden in dit PTA. Als je een toets of een praktische opdracht wilt herkansen, moet je dit aangeven op een daarvoor bestemd formulier. Dit formulier moet je op tijd inleveren. Rekentoets: de rekentoets is een verplicht onderdeel voor de leerlingen die examen doen in 2015. Vanaf 2016 zal het resultaat worden meegewogen in de uitslag. Uitslagregels voor 2016: De aangekondigde aanpassingen in regelgeving over de wijze waarop de rekentoets VO in 2016 meeweegt in de uitslagregels is nog niet gepubliceerd. Zodra de regelgeving is gepubliceerd, informeert OCW de directeuren en de examensecretarissen daarover via een mailing vanuit Examenblad.nl. Daarna informeren de directeuren de leerlingen.
6
REGELING VAN HET EINDEXAMEN
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (mavo)
Inleiding
Het college van bestuur van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden waaronder het Visser 't Hooft Lyceum valt, heeft in september 2015 het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting vastgesteld die gelden voor 3 en 4 mavo in het cursusjaar 2015/2016. Dit examenreglement wordt gepubliceerd en aan de kandidaten uitgedeeld vóór 1 oktober 2015. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting gaan uit van de wettelijke vereisten zoals die zijn vastgelegd in de artikelen 31 en 36-45 van het Eindexamen besluit. Indien van overheidswege nog wijzigingen worden afgekondigd ten aanzien van het eindexamen, zullen ook in deze Regeling veranderingen kunnen worden aangebracht.
Opbouw
De volledige regeling bestaat uit zeven delen: I. II. III. IV. V. VI. VII.
Algemene bepalingen School specifieke regelingen Reglement voor het schoolexamen Centraal Examen Uitslag, herkansing en diplomering Portfolio Programma van toetsing en afsluiting Rooster Centraal Examen Hulpmiddelen Centraal Examen Stofomschrijving Centraal Examen
Bijlagen: 1. Lijst van vakken 2. Bepalingen over rapporten en overgang 3. Zak / slaag-regeling voor de mavo
7
I.
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder: de wet : de Wet op het voortgezet onderwijs; Onze Minister : Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; Informatie Beheer Groep : de Informatie Beheer Groep, genoemd in de verzelfstandiging Informatiseringsbank; inspectie : de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de Wet op het voortgezet onderwijs; bevoegd gezag : het college van bestuur van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden kandidaat : ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen of deeleindexamen wordt toegelaten; gecommitteerde : een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van dit besluit; m.a. v.o. : middelbaar algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 9 en 10 van de Wet op het voortgezet onderwijs; locatiedirecteur : degene die is belast met de leiding over een locatie van de school; examinator : degene die is belast met het afnemen van het examen in een vak; toets : een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht; eindexamen : een examen in het geheel van de voor het desbetreffende eindexamen voorgeschreven vakken; deeleindexamen : een examen in één of meer van de voor het eindexamen voorgeschreven vakken; staatsexamencommissie : een commissie als bedoeld in artikel 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs; herkansing : het opnieuw deelnemen aan een toets van het centraal examen of het schoolexamen; examenstof : de aan de kandidaat te stellen eisen; herexamen : het deelnemen aan een toets over de (gehele) examenstof voor een vak dat niet op het centraal examen wordt getoetst.
Artikel 2. Toelating tot het eindexamen
1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van een school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. 2. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van een instelling voor educatie en beroepsonderwijs in de gelegenheid in plaats van een eindexamen een of meer deeleindexamens af te leggen. 3. Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen toelaten kandidaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven. 4. Het bevoegd gezag van een instelling voor educatie en beroepsonderwijs kan kandidaten als bedoeld in het derde lid eveneens in de gelegenheid stellen een of meer deeleindexamens aan de desbetreffende school af te leggen. 5. Kandidaten als bedoeld in het derde lid, die worden toegelaten tot het eindexamen van een school voor voortgezet onderwijs, zijn behoudens het bepaalde in het zesde lid aan het bevoegd gezag een door de minister bepaald bedrag verschuldigd voor een volledig eindexamen. 6. In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid is een toelatingsbedrag niet verschuldigd door kandidaten die zijn ingeschreven bij een andere uit de openbare kas bekostigde school, - al dan niet in de zin van dit besluit -, afdeling of onderwijsinstelling en die aldaar geen eindexamen dan wel deeleindexamen afleggen.
8
Artikel 3. Afnemen eindexamen 1. De locatiedirecteur en de examinatoren van een school voor voortgezet onderwijs nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De locatiedirecteur van een school voor voortgezet onderwijs wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen.
Artikel 5. Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. De commissie bestaat uit drie leden: a. een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag, tevens voorzitter van de commissie b. een lid aan te wijzen door het deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat de ouders en leerlingen vertegenwoordigt c. een lid aan te wijzen door het deel van de medezeggenschapsraad dat het personeel vertegenwoordigt Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken. Adres van de commissie van beroep: Commissie van Beroep, p/a Mariënpoelstraat 4, 2334 CZ, Leiden 5. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie.
9
II.
School specifieke regelingen 1. EINDEXAMEN
Het eindexamen bestaat uit een centraal examen, een schoolexamen en de rekentoets. De vormgeving van het schoolexamen is het examendossier. Het eindexamen omvat de vakken van het gemeenschappelijk deel, de twee vakken van het sectordeel en het vak/de vakken van het vrije deel. Bij de theoretische leerweg bestaat het vrije deel uit twee algemene vakken. De slaag/zakregeling geldt:
voor de examenvakken waarvoor een cijfer gegeven wordt, nl. voor de gemiddelden van de cijfers per vak van het schoolexamen en het centraal examen en voor het verplichte vak maatschappijleer in het gemeenschappelijke deel, nl. voor het eindcijfer voor het schoolexamen, voor de vakken bewegen en sport (B en S) en culturele en kunstzinnige vorming (CKV) waarvoor de beoordeling “goed” of “voldoende” gegeven wordt en voor het sectorwerkstuk in de theoretische leerweg, waarvoor de beoordeling “goed” of “voldoende” gegeven wordt.
Het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen bepalen elk voor de helft het eindcijfer. De onderdelen van het eindexamen waarvoor geen cijfer gegeven wordt (maar “voldoende” of “goed”), maken alle deel uit van het schoolexamen. In de vakken waarin een kandidaat tevens centraal examen aflegt, wordt het schoolexamen afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. Het centraal examen wordt afgelegd aan het eind van het laatste schooljaar. Het schoolexamen in een vak waarin een kandidaat geen centraal examen aflegt en het sectorwerkstuk moeten zijn afgesloten op een door de school te bepalen datum die minimaal één week ligt voor de datum waarop de examenuitslag wordt vastgesteld.
2. AFWEZIGHEID BIJ TOETSEN EN PRAKTISCHE OPDRACHTEN Als een kandidaat door ziekte o.i.d. niet kan deelnemen aan een onderdeel van het eindexamen, dan dient dit vóór de aanvang van de toets of de praktische opdracht door de ouders/verzorgers meegedeeld te worden aan de teamleider. Wanneer de kennisgeving mondeling geschiedt, dient het bericht binnen 24 uur schriftelijk te worden bevestigd. Als hieraan niet wordt voldaan, kunnen maatregelen getroffen worden die genoemd zijn in de paragraaf "Onregelmatigheden". De kandidaat die voor een examentoets in het schoolexamen wegens ziekte o.i.d. afwezig is geweest, haalt deze toets zo spoedig mogelijk in. De locatiedirectie bepaalt het moment van inhalen, in de regel in de week volgend op een toetsweek.
3. AFWIJKENDE WIJZE VAN EXAMINEREN De locatiedirecteur kan toestaan dat een kandidaat met een beperking van lichamelijke of geestelijke aard, of een informatieverwerkingsprobleem (waaronder dyslexie) het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat, voor zover in overeenstemming met artikel 55 van het Examenbesluit. In dat geval bepaalt de locatiedirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
10
4. GEHEIMHOUDING Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit reglement de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
5. ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN Mocht een bepaling van het reglement voor een individuele kandidaat een kennelijke onbillijkheid opleveren, dan kan de locatiedirectie anders beslissen.
11
III.
REGLEMENT VOOR HET SCHOOLEXAMEN
6. SCHOOLEXAMEN Het schoolexamen wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur. Het schoolexamen bestaat uit schriftelijke en mondelinge toetsen, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en een sectorwerkstuk. Onderdelen van het schoolexamen kunnen gedurende de hele bovenbouwperiode worden afgesloten op door de school vastgelegde momenten. Het schoolexamen begint in het derde leerjaar en wordt voor de vakken waarin de kandidaat tevens centraal examen aflegt afgesloten voor aanvang van het eerste tijdvak centraal examen. Het schoolexamen in een vak waarin de kandidaat geen centraal examen aflegt moet zijn afgesloten op een door de school te bepalen datum die minimaal één week ligt voor de datum waarop de uitslag van het examen wordt vastgesteld (Godsdienst, maatschappijleer, B & S, CKV en het sectorwerkstuk). Voor het begin van het centraal examen deelt de locatiedirecteur de kandidaat schriftelijk mede welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, de beoordeling van de vakken B & S, CKV en de beoordeling van het sectorwerkstuk.
7. BEPALING VAN DE EINDCIJFERS VOOR HET SCHOOLEXAMEN De eindcijfers voor de vakken van het schoolexamen worden bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de cijfers voor examentoetsen en praktische opdrachten en af te ronden op één decimaal. De wegingsfactoren van de afzonderlijke toetsen en praktische opdrachten zijn per vak vermeld in het PTA. Bij de bepaling van het eindcijfer voor vakken met alleen een schoolexamen wordt het gemiddelde eerst afgerond op één decimaal en vervolgens op een geheel getal (een gemiddelde van 5,45 wordt dus bij deze vakken eerst 5,5 en vervolgens 6). Als bijlage bij dit boekje is een lijst opgenomen, waarop alle vakken worden vermeld.
8. DEFINITIE EN BEHEER VAN HET EXAMENDOSSIER Het examendossier van een kandidaat is een lijst van alle vakken en hun onderdelen waarin hij/zij eindexamen doet, met de vermelding van de behaalde resultaten. Het examendossier omvat ook de afsluiting van de verplichte extra vakken in het derde leerjaar waarin geen examen wordt afgelegd. De resultaten van deze extra vakken in het derde leerjaar worden betrokken bij de overgangsregeling, maar niet bij de slaag/zakregeling. De lijst wordt opgesteld, ingevuld en beheerd door de locatiedirecteur. De kandidaat, zijn/haar ouders, de mentor en de leden van de locatiedirectie hebben het recht deze lijst in te zien. Het invullen en beheren van de lijst is de verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur. Als bijlage bij de examendossiers bestaat een map waarin de toetsen worden bewaard die door de kandidaat zijn gemaakt, die door zijn/haar docenten zijn beoordeeld en waarvan de beoordelingen als resultaten zijn opgenomen in het examendossier (de lijst). Ook het beheer van deze bijlage is de verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur. Na afloop van het eindexamen worden het examendossier en de bijlage inclusief het sectorwerkstuk door de school bewaard op dezelfde wijze en even lang als de stukken van het centraal examen worden bewaard (voor de tijd van een jaar). Ander materiaal, zoals werkstukken voor handelingsopdrachten, diagnostische toetsen, documentatie en oefeningen, wordt bewaard en beheerd door de kandidaat zelf, tenzij de vaksectie anders voorschrijft. Hij/zij kan dit materiaal in elk geval tonen als een docent of zijn/haar mentor daarom vraagt.
12
9. SCHRIFTELIJKE EN MONDELINGE TOETSEN Het aantal toetsen per vak en de inhoud van de toetsen (leerstof) worden vastgesteld door de desbetreffende vaksectie in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en de richtlijnen die daaromtrent worden gegeven door de locatiedirectie. De toetsen worden opgesteld door de vaksecties. De beoordeling van schriftelijke toetsen geschiedt door de docent aan de hand van een beoordelingsmodel dat is opgesteld door de vaksectie; steekproefsgewijs en in geval van twijfel raadpleegt de docent een vakcollega. De beoordeling van mondelinge toetsen vindt plaats door de docent in overleg met een vakcollega die ook bij de toets aanwezig is; de locatiedirectie kan deze bepaling opheffen indien een vaksectie voor een bepaalde mondelinge toets een gedetailleerd beoordelingsmodel heeft vastgesteld. De toetsen worden afgenomen op door de locatiedirectie vastgestelde momenten en onder toezicht van door de locatiedirectie aangewezen medewerkers. De beoordelingen van toetsen worden zo spoedig mogelijk aan de kandidaten meegedeeld, in ieder geval binnen een door de locatiedirectie vastgestelde termijn.
10. PRAKTISCHE OPDRACHTEN Het aantal praktische opdrachten per vak en de inhoud ervan (soorten) worden vastgesteld door de desbetreffende vaksectie in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en de richtlijnen die daaromtrent worden gegeven door de locatiedirectie. De praktische opdrachten worden opgesteld door de vaksecties, met dien verstande dat over de keuze van de onderwerpen overleg gepleegd wordt met vaksecties uit dezelfde sector (sectorteam) dan wel met verwante vaksecties. De beoordeling van de praktische opdrachten geschiedt door de docent aan de hand van een beoordelingsmodel dat is vastgesteld door de vaksecties; steekproefsgewijs en in geval van twijfel raadpleegt de docent een vakcollega. Om te bereiken dat de kandidaat een behoorlijke variatie aan soorten praktische opdrachten en van presentatievormen heeft, zorgen de vaksecties voor afstemming met de andere vaksecties uit dezelfde sector en pleegt de kandidaat overleg met zijn/haar mentor. De locatiedirectie ziet erop toe dat de wettelijke bepalingen op dit punt worden nageleefd. De kandidaat kiest zelf een presentatievorm op basis van de mogelijkheden die door de vaksectie worden geboden. De praktische opdrachten worden als regel door de kandidaat individueel uitgevoerd, maar groepsgewijze uitvoering is toegestaan. Indien een opdracht wordt uitgevoerd door een groep, mag deze groep niet groter zijn dan vijf en de kandidaten die een groep vormen, behoeven voor de samenstelling de goedkeuring van de docent. De locatiedirectie geeft richtlijnen betreffende de plaats waar de praktische opdrachten moeten worden uitgevoerd, zulks na overleg met de betrokken vaksecties. De beoordelingen van praktische opdrachten worden zo spoedig mogelijk aan de kandidaten meegedeeld, in ieder geval binnen drie weken na uiterste inleverdatum. Praktische opdrachten moeten worden uitgevoerd voor een in het PTA opgenomen datum. Indien een kandidaat hieraan niet voldoet kan hem/haar de toegang tot alle lessen ontzegd worden totdat de praktische opdracht verricht is.
11. HANDELINGSDEEL De vaksectie bepaalt zowel het aantal opdrachten voor het handelingsdeel als de inhoud en de vorm in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en de richtlijnen die daaromtrent worden gegeven door de locatiedirectie. De vaksectie stelt de beoordelingscriteria vast en zorgt voor afstemming met de vakken uit dezelfde sector. De beoordeling of de handeling “naar behoren” is uitgevoerd, geschiedt door de docent; steekproefsgewijs en in geval van twijfel raadpleegt hij een vakcollega. Activiteiten voor handelingsopdrachten kunnen door kandidaten in groepen worden uitgevoerd, maar de beoordeling is individueel, tenzij de vaksectie anders bepaalt.
13
De locatiedirectie geeft richtlijnen betreffende de plaats waar de activiteiten voor de handelingsopdrachten moeten worden uitgevoerd, zulks na overleg met de betrokken vaksecties. Handelingsopdrachten moeten worden uitgevoerd voor een in het PTA opgenomen datum. Indien een kandidaat hieraan niet voldoet kan hem/haar de toegang tot alle lessen ontzegd worden totdat de handelingsopdracht “naar behoren” verricht is.
12. OVERIGE OPDRACHTEN IN HET HANDELINGSDEEL Delen van het examendossier die niet bij een vak behoren, maar die wel bij het onderwijsprogramma horen, worden afzonderlijk in het examendossier vermeld (bijvoorbeeld excursies, e.d.). De school bepaalt aan welke eisen de kandidaten voor deze onderdelen moeten voldoen. Deze eisen worden opgenomen in het PTA. Deze onderdelen zijn uitsluitend handelingsopdrachten waaraan “naar behoren” moet zijn voldaan.
13. SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de kandidaat het onderwijs volgt. Het sectorwerkstuk wordt gemaakt door een koppel van twee kandidaten; bij uitzondering kunnen de begeleidende docenten een kandidaat toestaan een sectorwerkstuk alleen te maken. Iedere kandidaat moet tenminste 20 uur aan het sectorwerkstuk besteden. Bij het sectorwerkstuk wordt door de begeleidende docenten zowel het proces als het product beoordeeld aan de hand van criteria die vooraf aan de kandidaat zijn bekend gemaakt. Het sectorwerkstuk moet “voldoende” of “goed” gewaardeerd worden en wordt apart op de cijferlijst vermeld. Het weegt niet mee in het cijfer voor het schoolexamen voor afzonderlijke vakken. De locatiedirectie stelt een instructie op voor het maken en beoordelen van een sectorwerkstuk. Deze instructie wordt uitgedeeld bij de opstart van het sectorwerkstuk. Het onderwerp van een sectorwerkstuk wordt door de kandidaten in de tweede helft van het derde leerjaar voorgesteld aan de mentor en de sectordocent die bij dat onderwerp betrokken zijn. Deze geven wel of niet goedkeuring; in het laatste geval moeten de kandidaten een ander onderwerp voordragen. Als het onderwerp is goedgekeurd formuleren de kandidaten de onderzoeksvraag met de bijbehorende deelvragen. In het vierde leerjaar wordt het sectorwerkstuk gemaakt aan de hand van de onderzoeksvraag en de beoordelingscriteria. Het gehele sectorwerkstuk moet voltooid zijn vóór 1 maart in het eindexamenjaar. Het logboek en de presentatie van het sectorwerkstuk moeten zijn ingeleverd op de afgesproken datum. Nalatigheid of het te laat inleveren kan leiden tot het vervallen van de herkansing.
14. REGELING VOOR HERKANSING IN HET SCHOOLEXAMEN Elke kandidaat heeft de gelegenheid een toets of praktische opdracht te herkansen, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1. Een vaksectie kan bepalen dat een toets of een praktische opdracht niet kan worden herkanst; een dergelijke bepaling wordt vermeld in het PTA. 2. De herkansing dient plaats te vinden op het eerstvolgende herkansingsmoment. 3. Elk van de kijk- luistertoetsen, die onderdeel zijn van het schoolexamen van de Moderne Vreemde Talen, mag herkanst worden. 4. Voor de overige toetsen, die onderdeel zijn van het schoolexamen, geldt dat het aantal herkansingen van een kandidaat niet meer mag zijn dan één per toetsperiode. De locatiedirecteur heeft de mogelijkheid in bijzondere gevallen van deze regel af te wijken, uitsluitend ten gunste van de kandidaat en voor zover de wettelijke bepalingen dit mogelijk maken. 5. De kandidaat meldt zijn/haar wens om een bepaalde toets of praktische opdracht te herkansen op een daarvoor bestemd formulier en levert dit voor een vastgesteld tijdstip in bij het secretariaat. 6. Bij afwezigheid op het moment van de herkansing vervalt in de regel de mogelijkheid tot herkansing van de desbetreffende toets, zulks ter beoordeling van de locatiedirecteur.
14
Handelingsopdrachten kunnen niet herkanst worden; er moet “naar behoren” aan zijn voldaan uiterlijk op het in het PTA vastgestelde tijdstip. Indien een kandidaat te laat een handelingsopdracht of een praktische opdracht verricht, kan hem/haar de toegang tot alle lessen ontzegd worden totdat de handelingsopdracht “naar behoren” verricht is of de praktische opdracht uitgevoerd is. Mocht een handelingsdeel niet “naar behoren” verricht zijn volgens de wettelijke voorschriften en de richtlijnen van de locatiedirectie, dan kan de locatiedirecteur besluiten dat het alsnog “naar behoren” verrichten, geldt als een herkansing volgens bovenstaande bepalingen.
15. REGELING VOOR HET HEREXAMEN IN HET SCHOOLEXAMEN Elke kandidaat heeft de gelegenheid in één vak met alleen een schoolexamen, het vak maatschappijleer, een herexamen te doen (Eindexamenbesluit, art. 35b1). Het herexamen vindt plaats in het leerjaar waarin voor dit vak het examendossier wordt afgesloten en nadat alle examentoetsen, praktische opdrachten en handelingsopdrachten voor dit vak zijn gedaan, maar in ieder geval vóór de aanvang van het Centraal Examen. Indien blijkt dat een leerling na het maken van alle vier de onderdelen uit het PTA voor het vak maatschappijleer gemiddeld lager staat dan een 5.5, dan heeft de leerling recht op dit herexamen. Het herexamen omvat alle stof van de gegeven schoolexamentoetsen. Voor een herexamen dat beoordeeld wordt met een voldoende, wordt het cijfer 6.0 toegekend. Dit cijfer vervangt het eerder behaalde gemiddelde.
16. ZITTENBLIJVEN, ZAKKEN EN VRIJSTELLINGEN Kandidaten die zakken voor het eindexamen en het examen nogmaals wensen te doen en kandidaten die blijven zitten, dienen alle toetsen, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en examens van het afgelopen jaar over te doen. Zij kunnen alleen vrijstelling verkrijgen voor de onderdelen van het examendossier die zijn beoordeeld met een zes of hoger, als “voldoende” of “goed”, als daaraan geen of vrijwel geen lestijd (contacturen) is gekoppeld. Deze vrijstellingen zijn verder aan de volgende bepalingen gebonden: 1. De vrijstellingen gelden niet voor het bijwonen van de lessen van de betrokken vakken en gelden nooit voor toetsen. 2. Een vrijstelling wordt beschouwd als een recht, niet als een plicht: de kandidaat kan een activiteit opnieuw verrichten; een eventueel gunstiger beoordeling telt dan. Het cijfer voor het schoolexamen zal, in het geval van een leerling die nogmaals het laatste examenjaar doet, uitsluitend gebaseerd worden op de in klas 4 behaalde resultaten. Van het derde leerjaar blijven cijfers hoger dan een afgeronde 6.0, alleen het cijfer van maatschappijleer, evenals het resultaat voor CKV, gehandhaafd. Kandidaten die blijven zitten in het derde leerjaar dienen ook de stageweek in 3 mavo over te doen!
17. CULTUREEL KUNSTZINNIGE VORMING (CKV) Het vak CKV is per augustus 2003 een verplicht onderdeel van alle leerwegen. Voor dit vak worden in klas 3 en 4 in totaal 4 opdrachten buiten de reguliere lessen voltooid. Deze activiteiten en het moment waarop ze plaatsvinden, variëren per locatie. In het begin van het cursusjaar wordt je hierover geïnformeerd door de CKV-coördinator. Van de vier onderdelen wordt verslag gedaan in het examendossier. Het vak wordt ook vermeld op het diploma.
15
IV.
CENTRAAL EXAMEN 18. TOEZICHT CENTRAAL EXAMEN
De locatiedirecteur draagt er zorg voor dat de kandidaten het werk onder toezicht van medewerkers maken, met dien verstande dat steeds per 25 kandidaten ten minste één toezichthouder aanwezig is en in elk lokaal van de school waar het werk gemaakt wordt, ten minste twee doch maximaal drie van hen aanwezig zijn. Zij die toezicht hebben gehouden bij het centraal examen maken een procesverbaal op. Zij leveren dit in bij de locatiedirecteur samen met gemaakte examenwerk.
19. EXTRA VAK Een kandidaat die in het laatste leerjaar de lessen in meer examenvakken heeft gevolgd, dan in het examenbesluit is omschreven, legt in dat vak of in die vakken ook eindexamen af.
20. TE LAAT KOMEN Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het begin van de zitting van het centraal examen tot die zitting worden toegelaten. Een kandidaat die meer dan een half uur na het begin van de zitting te laat komt, wordt niet tot die zitting toegelaten. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de locatiedirecteur, kan de kandidaat voor dat onderdeel worden verwezen naar het tweede respectievelijk derde tijdvak.
21. WERKWIJZE CENTRAAL EXAMEN 1. Het werk, ook het kladwerk, wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door of vanwege de locatiedirecteur, tenzij door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven ander papier is verstrekt. Het werk wordt met pen (blauw of zwart) gemaakt tenzij in de opgaven iets anders wordt voorgeschreven of de aard van het voor de beantwoording te maken werkstuk (of een deel daarvan) vraagt om een uitwerking met potlood. 2. Tijdens een toets van het Centraal Examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook aangaande de opgaven gedaan, tenzij de autoriteit m.b.t. het Centraal Examen de locatiedirecteur hiertoe machtigt. 3. Het gebruik van hulpmiddelen als boeken, logaritmetafels, tabellen en dergelijke is de kandidaat verboden met uitzondering van die waarvan het gebruik door de commissie, belast met de vaststelling van de opgaven, is toegestaan (zie ook “Hulpmiddelen Centraal Examen”). Voor de aanvang van het Centraal Examen wordt de kandidaat meegedeeld welke toegestane hulpmiddelen hij zelf moet meenemen en welke door de school ter beschikking worden gesteld. 4. Gedurende het examen is het de kandidaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van degenen die toezicht houden, uit het lokaal te verwijderen. 5. De kandidaat levert zijn werk bij één van de toezichthouders in; aan het einde van de zitting controleert één van de toezichthouders of alle kandidaten hun werk hebben ingeleverd. 6. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het Centraal Examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets.
22. VERHINDERING CENTRAAL EXAMEN Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de locatiedirecteur is verhinderd bij één of meer zittingen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het Centraal Examen op ten hoogste twee zittingen te voltooien. Indien de kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het Centraal Examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien.
16
V.
UITSLAG, HERKANSING, DIPLOMERING 23. EINDCIJFERS EINDEXAMEN
Het eindcijfer voor alle examenvakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Voor de vakken waarin behalve schoolexamen ook centraal examen wordt gedaan, bepaalt de locatiedirecteur het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is het gemiddelde van bovengenoemde berekeningen niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma minder dan 50 zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer.
24. UITSLAG EINDEXAMEN Slaag/zakregeling Als de eindcijfers van het examen zijn vastgesteld, wordt door de locatiedirecteur en de secretaris de uitslag bepaald aan de hand van de regels, vermeld in de art. 48, 49 en 51 van het Eindexamenbesluit. Artikel 49 van het Eindexamenbesluit bepaalt over het vaststellen van de uitslag het volgende: i De kandidaat die eindexamen mavo heeft afgelegd, is geslaagd indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en hij tevens: a. voor: 1. de rekentoets als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor 2. de rekentoets als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 5 of meer heeft behaald; b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of c. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige vakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of d. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger. e. het eindcijfer Nederlands ten minste 5 is. ii
In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken bewegen en sport en CKV uit het gemeenschappelijke en voor het sectorwerkstuk de kwalificatie “voldoende”of “goed”is behaald.
iii
Zodra de op grond van het eerste en tweede lid bepaalde uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze tezamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. Op dat moment maakt de directeur tevens de behaalde cijfers bekend aan de overige kandidaten. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid (regeling herkansing centraal examen), geen toepassing vindt.
Extra vak Bij een kandidaat die in meer vakken eindexamen heeft gedaan dan in het examenbesluit is voorgeschreven, betrekken de locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de examenvakken die daarvoor in aanmerking komen niet bij de bepaling van de uitslag, indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen. Indien er in dit verband een keuze mogelijk is uit meerdere eindcijfers kan ook de kandidaat zelf bepalen welk eindcijfer buiten beschouwing wordt gelaten. De kandidaat dient dit binnen 24 uur na bekendmaking van de cijfers aan de locatiedirecteur mee te delen.
17
Eerste uitslag Zodra de eerste uitslag voor een kandidaat is vastgesteld, deelt de locatiedirecteur deze schriftelijk aan de kandidaat mee. Deze uitslag is tevens de definitieve uitslag als de kandidaat afziet van een herkansing. Herkansing in het Centraal examen (artikel 51 van het Examenbesluit) Een kandidaat mag na de eerste uitslagbepaling voor één vak van het Centraal Examen herkansing aanvragen. Hij dient daartoe een schriftelijk verzoek bij de locatiedirecteur in uiterlijk 2 x 24 uur na de uitreiking van de cijferlijst. De herkansingsexamens vinden plaats voor de zomervakantie (tweede tijdvak) op dezelfde wijze als in het eerste tijdvak. Het hoogste van de cijfers, behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen, geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Definitieve uitslag Na de herkansing wordt de definitieve uitslag vastgesteld volgens de bovengenoemde regels.
25. DIPLOMA’S EN CIJFERLIJSTEN De locatiedirecteur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een cijferlijst uit waarop zijn vermeld: a. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het Centraal Examen, b. de vakken en het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk, c. de beoordeling van het vak CKV en het vak Bewegen en Sport, d. de eindcijfers voor de examenvakken, e. de uitslag van het eindexamen. De locatiedirecteur reikt aan elke geslaagde kandidaat een diploma uit. Op het diploma is de leerweg vermeld die bij de uitslag is betrokken. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit.
VI.
PORTFOLIO
In het derde (en vierde) leerjaar wordt een portfolio aangelegd. Dit portfolio is een (digitale) map waarin een aantal persoonlijke documenten zijn opgenomen. Daarbij valt te denken aan een CV, resultaten van testen, cijferlijsten, (foto’s van) werkstukken, relevante diploma’s, verslagen van stages. Het portfolio of delen daarvan zijn van belang bij de overstap naar een vervolgopleiding na het behalen van het einddiploma.
VII.
REKENTOETS
De rekentoets is een verplicht onderdeel van het eindexamen. De rekentoets wordt in het derde leerjaar afgenomen. Herkansingsmogelijkheden zijn er in het vierde leerjaar. De rekentoets maakt deel uit van de slaag- en zakregeling. De rekentoets telt mee voor diplomering. In de huidige regelgeving is vastgelegd dat leerlingen twee kansen hebben om de rekentoets af te leggen. De staatssecretaris heeft een voorstel ingediend om het Eindexamenbesluit VO te wijzigen. Dit houdt in: leerlingen krijgen (onder voorbehoud) vier mogelijkheden om de rekentoets af te leggen. Daarnaast is in het voorstel opgenomen dat leerlingen die de rekentoets in één jaar afleggen, maar drie mogelijkheden krijgen om de rekentoets af te leggen. Deze regel zou dus ook gelden voor leerlingen die van het derde leerjaar havo afstromen naar het vierde leerjaar mavo afstromen. Zolang de voorgestelde wijzigingen nog niet formeel akkoord zijn bevonden en in werking zijn getreden, blijft het huidige Eindexamenbesluit VO echter van kracht.
18
VIII. PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Inleiding en gebruiksaanwijzing Het programma van toetsing en afsluiting (gewoonlijk afgekort tot PTA) is een lijst van alle eisen waaraan de kandidaten moeten voldoen voor het examendossier. Het grootste deel wordt in beslag genomen door de eisen voor de afzonderlijke vakken. Toetsen (T), praktische opdrachten (P) en handelingsopdrachten (H) worden per vak genummerd (T1, T2, T3 enz.). Van elke T, P en H wordt kort aangegeven wat ervoor gedaan moet worden; uitvoeriger beschrijvingen zijn eventueel opgenomen in studiewijzers die door de docent worden verstrekt. Vervolgens wordt bij elke T, P en H vermeld wanneer hij plaats vindt, in vrijwel alle gevallen door het nummer van de schoolweek te noemen. Als voor een praktische opdracht of een handelingsopdracht een werkstuk moet worden ingeleverd, dient dit te gebeuren uiterlijk op de laatste schooldag van die week. De docenten geven ten minste zes weken tevoren aanwijzingen over de wijze waarop werkstukken moeten worden ingeleverd; deze aanwijzingen moeten strikt in acht genomen worden. Daarna wordt aangegeven in welke vorm elke P, T of H wordt gedaan. Bij toetsen wordt onderscheid gemaakt tussen een mondelinge (M), een schriftelijke (S) en een kijk/luistertoets (KLT). Bij praktische opdrachten en handelingsopdrachten wordt de presentatievorm vermeld; nadere instructies daarover worden door de docenten gegeven. Bij toetsen is vervolgens aangegeven hoelang ze duren; het gaat meestal om één of twee lesuren, dus 45 of 90 minuten. De duur van praktische opdrachten en handelingsopdrachten is alleen aangegeven als dat mogelijk en zinvol is. Bij elke T en P is tenslotte aangegeven hoe zwaar deze weegt ten opzichte van de andere T's en P's en of een herkansing mogelijk is. Als vermeld wordt dat een toets de weging 2 heeft, wil dat zeggen dat het cijfer tweemaal zo zwaar telt als een toets met de weging 1. De meeste toetsen kunnen herkanst worden, veel praktische opdrachten niet. Het eindcijfer voor een vak in het schoolexamen vormt 50% van het eindexamencijfer; het eindcijfer voor het centraal examen de andere 50%. Voor sommige vakken is het schoolexamencijfer tegelijk het eindexamencijfer.
19
VAKKEN 3 MAVO
20
Godsdienst 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Wereldgodsdiensten: Christendom H5, H6, H7 T2 Wereldgodsdiensten: Jodendom H2, H3, H4
welke welk soort toets week? krijg ik? 20/21
49
Schriftelijk Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Schriftelijk/ Wereldgodsdiensten 50 Digitaal P2 Egodocument HANDELINGSDELEN opdracht (wat moet ik doen?) H1 Wereldgodsdiensten: Islam H8, H9, H10
10
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
45 min
Weging 3
Ja*
45 min
Weging 2
Ja*
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen?
-
Schriftelijk
welke Hoe presenteer week? ik dit? 26
hoe lang duurt dit?
Hoe lang duurt dit?
Nee
Weging 2
Nee
Is dit af?
Schriftelijk
* Volgens de herkansingsregeling geldend voor SE-perioden
21
Weging 2
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Nederlands 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Toepassingen taalvaardigheid, woordenschat en werkwoordspelling T2 Leesvaardigheid T3 Schrijfdossier 1: Sollicitatiebrief met CV PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht (wat moet ik maken?) P1 Fictiedossier 1: Lezen van een C-boek met een opgegeven thema, gevolgd door een praktische opdracht P2 Fictiedossier 2: Lezen van een D-boek, gevolgd door een mondelinge presentatie P3 Fictiedossier 3: Lezen van een C-boek met een opgegeven thema, gevolgd door een praktische opdracht P4 Schrijfdossier 2: Verhaal/ opstel *P1, P2 en P3: gem. fictiedossier **T3 en P4: gem. schrijfdossier
welke welk soort week? toets krijg ik?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik wat is mijn telt dit? herkansen? cijfer?
20/21
Schriftelijk
90 min
Weging 4
Ja
27 Vóór wk 43
Schriftelijk
90 min
Weging 4
Ja
Schriftelijk
45 min
(1,5)**
Nee
welke hoe presenteer hoe lang week? ik dit? duurt dit?
hoe zwaar mag ik dit wat is mijn telt dit? herkansen? cijfer?
48
Schriftelijk
60 min
(1,0)*
Nee
5/6/7
Mondeling
20 min
(1,0)*
Nee
12
Schriftelijk
60 min
(1,0)*
Nee
Ná wk 22
Schriftelijk
2 x 45 min
(1,5)**
Nee
-
-
Weging 3 Weging 3
27 27
STOFOMSCHRIJVING 3 MAVO NEDERLANDS In het derde jaar van de mavo ga je werken aan twee dossiers, namelijk het fictiedossier en het schrijfdossier. Voor het fictiedossier lees je drie Nederlandse romans. De twee C-boeken verwerk je in een praktische opdracht en het D-boek gebruik je voor je mondelinge presentatie. Deze drie opdrachten (P1, P2 en P3) worden afzonderlijk becijferd. Het gemiddelde heeft de weging 3. Voor het schrijfdossier maak je een sollicitatiebrief met CV. Dit zul je eerst uitgebreid oefenen. Daarnaast maak je een affiche/ schrijf je een verhaal aan de hand van een opdracht. De opdrachten voor het schrijfdossier (T3 en P4) worden afzonderlijk becijferd. Het gemiddelde heeft de weging 3. In de toets Toepassingen (T1) wordt getoetst of je beschikt over allerlei schriftelijke taalvaardigheden die je in de lessen Nederlands hebt geoefend. De toets Leesvaardigheid (T2) bevat een aantal examenteksten met open en meerkeuzevragen. Deze toetsen hebben afzonderlijk de weging 4.
22
Duits 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) Toets 1 Kijk- en luistertoets PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht (wat moet ik maken?) Praktische opdracht 1 Leesvaardigheid Praktische opdracht 2 Spreekvaardigheid
welke week? 20/21
welke week? 20/21
welk soort toets krijg ik? Schriftelijk
hoe lang duurt dit? 60 min.
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? 1 ja
wat is mijn cijfer?
hoe presenteer hoe lang ik dit? duurt dit? Schriftelijk 90 min.
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? 1 neen
wat is mijn cijfer?
25/26/ Mondeling 27
10 min.
1
HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?)
welke week?
hoe lang duurt dit?
is dit af?
Handelingsdeel 1 Leesboek (1)
vanaf 10
hoe presenteer ik dit? Schriftelijk
neen
Stofomschrijving 3 mavo Duits TOETSEN
T1 Luistervaardigheid: Deze toets bestaat uit zowel het kijken naar een Duitstalige dvd als het
luisteren naar Duitstalige teksten op een cd. Voor beide onderdelen moeten de leerlingen vragen (in het Nederlands gesteld) beantwoorden. PRAKTISCHE OPDRACHTEN P1 Leesvaardigheid: De leerlingen maken een (deel van een) vmbo-kb examen uit één van de afgelopen jaren*). P2 Spreekvaardigheid: In week worden de leerlingen getoetst op hun spreekvaardigheid. De leerlingen krijgen 2 keer een gestructureerde situatie voorgelegd (gekozen uit 4 gespreksonderwerpen uit het dagelijkse leven, die van tevoren met de leerlingen zijn doorgenomen) en nemen deze met de docent samen door. De leerlingen worden beoordeeld op de vaardigheid “zich in het Duits weten te redden in gegeven situaties”. HANDELINGSDEEL
H1 Leesboekje: Leerlingen lezen zowel tijdens de les als thuis zelfstandig 1 leesboekje nader te
bepalen door de docent. Hiermee beginnen de leerlingen in wee10. Op een door de docent nader te bepalen datum en wijze wordt de verwerking van de leesstof getoetst. *) Tijdsduur 90 minuten. Het aantal vragen wordt gereduceerd tot 31 of 32. De normering wordt verkregen door in een RTTI-schema de cesuur te leggen bij 50%, de N-term van het betreffende jaar te kiezen en het totaal te behalen punten aan te passen. Er wordt een keuze gemaakt uit examens waarbij de N-term niet hoger is dan 0,5.
23
Engels 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Kijk / luistertoets
welke welk soort toets week? krijg ik? 15/16
Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 24/25 Schriftelijk Schrijfopdracht HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) H1 Leesboek H2 Persoonlijke brief H3 Presentatie
hoe lang duurt dit? 60 min
hoe lang duurt dit? 45 min
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? Weging 1
Ja
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? Weging 1
welke hoe presenteer week? ik dit?
hoe lang duurt dit?
49/50
Schriftelijk
4 x 45 min
20/21
Schriftelijk
45 min
23/26
Mondeling
5 min
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Ja
is dit af?
STOFOMSCHRIJVING 3 MAVO ENGELS Voor alle leerstof geldt dat de docent tijdens de les aanvullende informatie zal geven.
T1 Kijk / luistervaardigheid: Wordt getoetst d.m.v. gesproken Engelse teksten en verduidelijkend
beeldmateriaal waar Nederlandse vragen over worden gesteld. Het betreft een kijk- luistertoets van het CITO.
P1 Schrijfopdracht: Een schrijfopdracht in het Engels die gaat over land en samenleving in het Verenigd Koninkrijk. Je wordt hier gedurende het jaar verder over ingelicht.
H1 Leesboek: Het leesboek lees je zelfstandig, Bij het boek maak je vervolgens leesopdrachten en verwerkingsopdrachten.
H2 Persoonlijke brief: Deze opdracht bestaat uit het schrijven van een persoonlijke brief of e-mail. De belangrijkste beoordelingscriteria zijn: het volledig en juist uitvoeren van de opdracht, communicatieve effectiviteit en correct taalgebruik.
H3 Presentatie: Spreekvaardigheidopdracht waarbij je zal worden beoordeeld op: vlotheid van spreken, gebruik van grammatica en uitspraak.
24
Aardrijkskunde 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Bronnen en energie (hoofdstuk 2)
welke welk soort week? toets krijg ik?
20/21
hoe lang hoe mag ik duurt dit? zwaar telt herkansen? dit?
Schriftelijk
60 min
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Arm en rijk (hoofdstuk 1)
Voor week 25
Ja
hoe lang hoe mag ik dit duurt dit? zwaar telt herkansen? dit? 4 x 45 min
Werkstuk
Weging 3
Weging 2
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Nee
* P1: Leerlingen werken hier voornamelijk thuis aan. Op school worden ze naar behoefte begeleid.
25
Geschiedenis & Staatsinrichting 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Memo Hoofdstuk 4 Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit (inclusief H2 §3)
welke welk soort toets week? krijg ik?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar telt dit?
mag ik herkansen?
Week 20/21
90 min
Weging 3
Ja
schriftelijk
wat is mijn cijfer?
Memo Hoofdstuk 5 De Koude Oorlog
HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) (museumbezoek / sprekers / film) Aanwezigheidsplicht!
welke hoe presenteer ik dit? week? Verslaggeving/toets -
PRAKTISCHE OPDRACHT opdracht (wat moet ik maken?) P1
welke hoe presenteer week? ik dit?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen?
Voor 12
150 min
Weging 1
Memo Hoofdstuk 1 Nederland en Indonesië
Volgens opgegeven opdracht
Historisch Onderzoek
26
hoe lang duurt dit?
Nee
is dit af?
wat is mijn cijfer?
Wiskunde 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 H6 Werken met aantallen H7 Vergelijkingen oplossen H8 Hellingen en tangens Bij SEI: Procespunten: max 1,2
welke welk soort toets week? krijg ik? 20/21
Schriftelijk
90 min
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? Weging 2
wat is mijn cijfer?
Ja
(zie opmerkingen onderaan)
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke (wat moet ik maken?) week? P1 Grote Praktische Opdracht: Met de computer toepassen van statistiek
hoe lang duurt dit?
< W52
hoe presenteer ik dit? Schriftelijk werkstuk
hoe lang duurt dit?
10 uur
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen?
Weging 2
wat is mijn cijfer?
Nee
Weging op het rapport Het behaalde cijfer voor de praktische opdracht telt als OV mee op het 1e rapport. Het behaalde cijfer voor het verplichte oefen SE (voorafgaand aan het daadwerkelijke SE) tet als OV mee op het 2e rapport (Lp, Rb) / 3e periode (Ld) Het behaalde cijfer voor het schoolexamen I cijfer telt twee keer mee als OV op het 2 e rapport (Lp, Rb) / 3e periode (Ld) Procespunten: Voor het SEI is er één of zijn er meerdere momenten om totaal maximaal 1,2 procespunten te scoren. Deze 1,2 punten zijn een vervanging voor het gebruikelijke extra punt (n=1) dat normaal bij behaalde scores opgeteld wordt. Hoe kunnen deze maximaal 1,2 punten worden verdiend?
Huiswerkcontrole: gecontroleerd wordt of het opgegeven werk gemaakt, nagekeken en met rood verbeterd is. Deze controle kan onverwacht of onaangekondigd gebeuren (minimaal 0,4 punten) Maken van één of twee opdrachten en/of diagnostische toetsen waarbij de stof door de docent wordt opgegeven. Het door de leerling behaalde resultaat bepaalt het aantal toe te kennen procespunten. Maken van één of twee foutenanalyses bij de opdrachten / diagnostische toetsen
De docent geeft tijdig op met welke opdracht/taak de leerling de procespunten kan verdienen. De procespunten behaald in een periode tellen alleen mee voor het herkansingscijfer indien er een foutenanalyse gemaakt is van de bijbehorende SE toets.
27
Nask-1 (Natuurkunde) 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN Toets (wat moet ik leren?) T1 H4 Het weer H5 Licht H7 Materie H8 Straling
welke welk soort toets week? krijg ik? Week 20/21
Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN Opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Schriftelijk Botsproef (H1) P2 Schriftelijk Vergelijken brandstoffen (H3) P3 Schriftelijk Licht en Beeld (H5) P4 Schriftelijk Geleiding (H2 & H6) P1 t/m P4 gemiddeld HANDELINGSDEEL Opdracht (wat moet ik doen?) H1 Geschiedenis van de natuurkunde H2 Natuurkunde en Beroep of Natuurkunde en de praktijk
25
-
welke hoe presenteer week? ik dit?
hoe lang duurt dit? 90 min
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? Weging 2
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? (0,25)
Nee
90 min
(0,25)
Nee
90 min
(0,25)
Nee
90 min
(0,25)
Nee
-
Weging 1
is dit af?
-
Variabel
4 x 45 min
Voor week 26
Variabel
4 x 45 min
28
Ja
90 min
hoe lang duurt dit?
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Nask-2 (Scheikunde) 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 H1 Stoffen H2 Goed en veilig schoon H3 Reacties H4 Verbranding
welke welk soort toets week? krijg ik? 20/21
Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 vóór Open onderzoek: Verslag/ week werkplan, uitvoering, presentatie 27 verslag/presentatie P2 vóór Open onderzoek: Verslag/ week werkplan, uitvoering, presentatie 27 verslag/presentatie HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) H1 Opdracht H2 Onderzoek
welke hoe presenteer week? ik dit? vóór week Schriftelijk 27 vóór week Schriftelijk 27
29
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
90 min
Weging 2
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar telt dit?
Ja
mag ik dit herkansen?
2x45 min
Weging 0,5
Nee
2x45 min
Weging 0,5
Nee
hoe lang duurt dit?
is dit af?
45 min
45 min
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Biologie 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Thema: Th3 Voortplanting en ontwikkeling Th4 Erfelijkheid Th5 Evolutie HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) H1 Microscopie vaardigheden; Plantaardige en dierlijke cellen H2 Bezoek Naturalis Th2 Ordening H3 Ordening maken van een vergelijkende bacteriekweek Th2 Ordening: bacteriën en schimmels H4 (snij)practicum H5 Zintuigpracticum
welke welk soort toets week? krijg ik?
20/21
Schriftelijk
welke hoe presenteer week? ik dit? Vóór Tekening (2x) wk 39
hoe lang duurt dit?
90 min
Weging 3
hoe lang duurt dit? 45 min
Vóór wk 51 Vóór wk 5
Uitwerking opdr. 90 min museum Verslag + 2 x 45 min opdrachten
10 15
Tekeningen Verslag
30
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
45 min 45 min
Ja
is dit af?
wat is mijn cijfer?
Economie 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?)
welke week?
welk soort toets krijg ik?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar telt dit?
mag ik wat is mijn herkansen? cijfer?
20/21
Schriftelijk
90 min
Weging 2
Ja
hoe zwaar telt dit?
mag ik dit wat is mijn herkansen? cijfer?
SE1 Methode: Praktische economie H1 Consumeren, elke dag weer H2 Het inkomen van consumenten H3 De kritische consument H6 Produceren en bedrijfsleven + Verrijkingsstof Milieu (*)
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht (wat moet ik maken?) P1: De Geldwijzer (lenen/ begroten /consumentenrecht/ kopen van een huis/ verzekeren)
welke hoe presenteer hoe lang week? ik dit? duurt dit? Na de Schriftelijk SE week
> 8 lessen Weging 1
(*)Verrijkingsstof over milieu wordt door docent aangeleverd.
31
Nee
Tekenen 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Beeldaspecten
welke welk soort toets week? krijg ik? 20/21
Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Onderzoek naar beeldende 24 Werkstuk kunst vanuit een bepaalde kunststroming
32
hoe lang duurt dit? 60 min
hoe lang duurt dit? -
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? 1
Ja
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? 1
wat is mijn cijfer?
Nee
wat is mijn cijfer?
Bewegen en Sport 3 mavo / vmbo-tl HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) H1 Atletiek 80/100 meter sprint H2 Spel voetbal techniek/spel H3 Touwklimmen H4 Spel basketball techniek/spel H5 Atletiek shuttle run test H6 Turnen springen minitrampoline H7 Bewegen op muziek H8 Spel volleybal techniek/spel H9 Turnen zwaaien ringen H10 Atletiek duurloop H11 Bewegen en regelen H12 Spel hockey techniek/spel H13 Spel softbal techniek/spel Leerlingen met een blessure maken een vervangend werkstuk!
welke hoe presenteer ik week? dit?
hoe lang duurt dit?
is dit af?
-*
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
*Verspreid over het hele jaar
33
Maatschappijleer 3 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) SE 1 H1 Uitgaan H2 Jongeren SE 2 H3 Politiek SE 3 H4 Multiculti H5 Massamedia
welke welk soort maand? toets krijg ik? Nov. Schriftelijk Maart 20/21
Schriftelijk Schriftelijk
hoe lang duurt dit? 60 minuten 60 minuten 60 minuten
hoe zwaar telt dit?
mag ik wat is mijn herkansen? cijfer?
1
Ja (*)
1
Ja (*)
1
Ja (*)
(*) Indien blijkt dat een leerling na het maken van SE 1 t/m 3 gemiddeld lager staat dan een 5,5 dan mag hij/zij een herexamen maken. Het herexamen gaat over de hoofdstukken 1 t/m 5 en vervangt de cijfers die behaalt zijn voor SE 1 t/m 3 en de PO tot de maximale hoogte van een 5.5. Datum herexamen wordt afgesproken met vakdocent aan het eind van het schooljaar. PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) maand? ik dit? (na SE Maatschappijleer dossier en Schriftelijk week) Krant maken HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) Bezoeken van twee voorlichtingen tijdens de voorlichtingsavonden Beroepsstage
welke data 10,11 17,18 Nov. 14 t/m 18 maart
hoe lang duurt dit? Minimaal 8 lessen
hoe presenteer hoe lang ik dit? duurt dit? Goed ingevuld Verslagformulier 1 avond bij decaan inleveren Inleveren van logboek bij decaan + 5 dagen goede beoordeling van stagebegeleider
hoe zwaar mag ik dit wat is mijn telt dit? herkansen? cijfer? 1
is dit af?
(**) Dit jaar gaan de leerlingen ook een maatschappelijke stage lopen. Het aantal uren en de data die daar voor staan verschillen per locatie.
34
Nee
Culturele Kunstzinnige Vorming (CKV) 3 mavo / vmbo-tl HANDELINGSDELEN opdracht (wat moet ik doen?) H1 Een theatervoorstelling bekijken, gevolgd door een praktische opdracht H2 Een museum van beeldende/ toegepaste/ fotografiekunsten bezoeken, gevolgd door een praktische opdracht H3 Een dansvoorstelling bekijken, gevolgd door een praktische opdracht H4 Een bouwkunst bekijken, gevolgd door een praktische opdracht H5 Een film/animatie bekijken, gevolgd door een praktische opdracht H6 Een concert bezoeken, gevolgd door een praktische opdracht
welke hoe presenteer ik week? dit? - mondeling - schriftelijk -* - digitaal
-*
-*
-*
-*
-*
-
mondeling schriftelijk digitaal
-
mondeling schriftelijk digitaal
-
mondeling schriftelijk digitaal
-
mondeling schriftelijk digitaal
-
mondeling schriftelijk digitaal
hoe lang duurt dit?
is dit af?
*Verspreid over het hele jaar moeten de leerlingen vier van de zes genoemde onderdelen voldoende hebben afgerond
35
VAKKEN 4 MAVO
36
Godsdienst 4 mavo / vmbo-tl HANDELINGSDELEN opdracht (wat moet ik doen?) H1 Hindoeïsme 1 H2 Hindoeïsme 2 H3 Boeddhisme 1 H4 Boeddhisme 2 H5 Ethiek 1 H6 Ethiek 2
welke Hoe presenteer Hoe lang week? ik dit? duurt dit?
Is dit af?
-*
-*
-*
-*
-*
-*
* Verspreid over het hele jaar
37
Nederlands 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Kijk- en luistervaardigheid Tekstbegrip, relaties + gevoelswaarden, sprekersbedoeling T2 Mondelinge presentatie: Sectorwerkstuk T3 Schrijfdossier 2: Zakelijke brief én samenvatting
welke welk soort week? toets krijg ik?
hoe zwaar telt dit?
mag ik dit herkansen?
47/48
Kijken en luisteren
2 x 45 min
Weging 4
Ja
Vóor wk 10
Mondeling
1 x 20 min
Weging 4
Ja
10/11
Schriftelijk
2 x 45 min
(1,5)**
Nee
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presen(wat moet ik maken?) week? teer ik dit? P1 Fictiedossier 1: 42 Schriftelijk Leesautobiografie P2 Schrijfdossier 1: Vóór Schriftelijk wk 8 Artikel P3 Fictiedossier 2: Lezen van een volwassenenboek met een 8 Schriftelijk opgegeven thema, gevolgd door een verwerkingsopdracht P4 Fictiedossier 3: Bekijken van een film, gevolgd 14/15 Schriftelijk door een praktische opdracht *P1, P3 en P4: gem. fictiedossier **T3 en P2: gem. schrijfdossier
hoe lang duurt dit?
17 17
-
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar telt dit?
mag ik dit herkansen?
3 x 45 min
(1,0)*
Nee
2 x 45 min
(1,5)**
Nee
3 x 45 min
(1,0)*
Nee
3 x 45 min
(1,0)*
Nee
-
Weging 3 Weging 3
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Stofomschrijving 4 mavo Nederlands In het vierde jaar van de mavo bouw je opnieuw een fictie- en een schrijfdossier op. Voor het fictiedossier ga je terugkijken op jouw leesproces van de afgelopen jaren. Die terugblik komt in je leesautobiografie. Daarnaast lees je een volwassenenboek met een door je docent(e) opgegeven genre en je bekijkt een film. Bij het boek en de film krijg je een verwerkingsopdracht. Deze drie opdrachten (P1, P3 en P4) worden afzonderlijk becijferd. Het gemiddelde heeft de weging 3. Voor het schrijfdossier is de eerste opdracht het schrijven van een artikel. De tweede opdracht staat in het teken van het CE, namelijk het schrijven van een zakelijke brief én een samenvatting. Deze twee opdrachten (T3 en P2) worden afzonderlijk becijferd. Het gemiddelde heeft de weging 3. De toets Kijk- en Luistervaardigheid (T1) bestaat uit een aantal onderdelen, zoals: tekstbegrip, relaties + gevoelswaarden en sprekersbedoeling. De toets Mondelinge presentatie (T2) betreft de presentatie van je sectorwerkstuk. Deze toetsen hebben afzonderlijk de weging 4.
38
Duits 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) Toets 1 Kijk- en luistertoets Toets 2 Spreekvaardigheid Toets 3 Idioom
welke week?
welk soort toets krijg ik?
hoe lang duurt dit?
4
Schriftelijk
60 min.
2
ja
10/11
Mondeling
15 min.
2
ja
41 11/12
Schriftelijk (5x)
5x15 min
1
ja, 1 van de 5
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke (wat moet ik maken?) week? Praktische opdracht 1 47/48 Schrijfvaardigheid Praktische opdracht 2 10/11 Schrijfvaardigheid HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) Handelingsdeel 1 Leesboek (2) Handelingsdeel 2 Leesboek (3)
welke week?
hoe presenteer hoe lang ik dit? duurt dit?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen?
Schriftelijk
70 min.
1
nee
Schriftelijk
70 min.
1
nee
hoe presenteer hoe lang ik dit? duurt dit?
is dit af?
44
Schriftelijk
8
Schriftelijk
39
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Stofomschrijving 4 mavo Duits
T1 Luistervaardigheid: Deze toets bestaat uit zowel het kijken naar een Duitstalige dvd als het
luisteren naar Duitstalige teksten op een cd. Voor beide onderdelen moeten de leerlingen vragen (in het Nederlands gesteld) beantwoorden.
T2 Spreekvaardigheid: Dit onderdeel bestaat uit drie delen:
1. Technisch lezen: de leerlingen lezen één bladzijde tekst hardop voor en worden beoordeeld op hun uitspraak. 2. De leerlingen houden een monoloog over een zelfgekozen onderwerp van drie tot vier minuten. De docent stelt naar aanleiding van deze monoloog een aantal inhoudelijke vragen: dialoog. 3. De leerlingen krijgen een gestructureerde situatie voorgelegd (gekozen uit een aantal gespreksonderwerpen uit het dagelijks leven, die van tevoren met de leerlingen zijn doorgenomen) en nemen deze met de docent samen door. De leerlingen worden beoordeeld op de vaardigheid “zich in het Duits weten te redden in gegeven situaties”. 4. De onderdelen 2 en 3 kunnen vervangen worden door een in de lessen voorbereide dialoog tussen twee leerlingen, over gespreksonderwerpen uit het dagelijks leven.
T3 Idioom: Deze toets bestaat uit vijf schriftelijke toetsen van ieder 15 minuten. Per keer worden
vijfendertig woorden uit ‘Selectie examenidioom’ en de woordenlijsten D-N uit Neue Kontakte 4 vmbo Abschluss (4e editie) in zinsverband ter vertaling aangeboden (totaal ca. 550 woorden). De verdeling is als volgt: Toets 1: Selectie Examenidioom Kap.1-5 + Neue Kontakte Kap.1 Toets 2: Selectie Examenidioom Kap.6-9 + Neue Kontakte Kap.2 Toets 3: Selectie Examenidioom Kap.10-15 + Neue Kontakte Kap.3 Toets 4: Selectie Examenidioom Kap.16-19 + Neue Kontakte Kap.4 Toets 5: Neue Kontakte Kap.5 + Kap.6 PRAKTISCHE OPDRACHTEN
P1 en P2 Schrijfvaardigheid: De leerlingen schrijven aan de hand van een geschetste situatie een
(persoonlijke) e-mail in het Duits. Dit met behulp van een grammatica-overzicht en een NederlandsDuits woordenboek. HANDELINGSDEEL
H1 en H2 Leesboekje: Leerlingen lezen zowel tijdens de les als thuis zelfstandig 2 leesboekjes nader te bepalen door de docent. In week 44 beginnen de leerlingen met H1 en in week 9 met H2. Op een door de docent nader te bepalen datum leveren de leerlingen hiervan een “leesverslag” in.
40
Engels 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Kijk-/ luistervaardigheid T2 Spreekvaardigheid
welke welk soort toets week? krijg ik?
H1 Twee songteksten/gedichten H2 Acht nieuws-items H3 Leesboek H4 Twee korte verhalen
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
3-6
Schriftelijk
60 min
Weging 3
Ja
10/11
Mondeling
15 min
weging 3
Ja
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 45 mondeling Project HANDELINGSDELEN opdracht (wat moet ik doen?)
hoe lang duurt dit?
Voor hoe presenteer welke ik dit? week?
hoe lang duurt dit? Variabel
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? Weging 1
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Nee
is dit af?
51
Schriftelijk
Variabel
4
Schriftelijk
Variabel
48-50
Schriftelijk
Variabel
10
Schriftelijk
Variabel
Stofomschrijving 4 mavo Engels Per onderdeel verstrekt de docent tijdens de lessen aanvullende informatie.
T1 Kijk- en luistervaardigheid: De door het CITO aangeleverde toets kijk- en luistervaardigheid voor het VMBO-T.
T2 Spreekvaardigheid: Het mondeling wordt beoordeeld op de onderdelen: Communicatie (komt de
boodschap over voor een “native speaker”), vlotheid van spreken, gebruik van grammatica, uitspraak.
P1 Project: 4 VMBO goes USA: een presentatie over een staat van de Verenigde Staten. Nadere informatie krijg je tijdens de les.
H1 Songtekst of gedicht: Naar aanleiding van 2 songteksten en/of gedichten maakt je verwerkings-
opdrachten. Nadere informatie krijg je tijdens de les. H2 Nieuwsuitzendingen: Tijdens en na het kijken van een nieuwsuitzending maak je een samenvatting. H3 Leesboek: Het leesboek lees je zelfstandig. Bij het boek maak je vervolgens enkele leesopdrachten en verwerkingsopdrachten. H4 Korte verhalen: Op school maak je verwerkingsopdrachten na het lezen van 4 korte teksten.
41
Aardrijkskunde 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Bevolking en ruimte (hoofdstuk 5) T2 Water (hoofdstuk 6)
welke welk soort toets week? krijg ik?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
47/48
Schriftelijk
60 min
Weging 3
Ja
10/11
Schriftelijk
60 min
Weging 3
Ja
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke week? (wat moet ik maken?) P1 Onderzoeksopdracht: Weer en klimaat (hoofdstuk 4)
hoe lang duurt dit?
Voor week 17
hoe presenteer ik dit? Werkstuk
42
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen?
4 x 45 min Weging 2
Nee
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Geschiedenis & Staatsinrichting 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Methode: Memo 4 vmbo KGT Domein: Staatsinrichting van Nederland Hoofdstuk 0 §1 t/m 5 Hoofdstuk 1 §1 t/m 3
welke welk soort toets week? krijg ik?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar telt dit?
mag ik herkansen?
Week 47/48
Schriftelijk
90 min
Weging 3
Ja
Week 10/11
Schriftelijk
90 min
Weging 3
Ja
Week 20/21
Schriftelijk
120 min
T2 Methode: Memo 4 vmbo KGT Domein: Historisch Overzicht vanaf 1900 Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1 2 3 4 5 6
§1 §1 §1 §1 §1 §1
t/m t/m t/m t/m t/m t/m
3 5 5 5 5 5
EXAMEN Methode: Memo 4 vmbo KGT Domein: Staatsinrichting van Nederland Hoofdstuk 0 §1 t/m 5 Domein: Historisch Overzicht vanaf 1900 Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1 2 3 4 5 6
§1 §1 §1 §1 §1 §1
t/m t/m t/m t/m t/m t/m
3 5 5 5 5 5
43
Ja
wat is mijn cijfer?
Wiskunde 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets welke welk soort toets hoe lang (wat moet ik leren?) week? krijg ik? duurt dit? SEII Blok 1 en 2 H1 Grafieken en vergelijkingen 47/48 Schriftelijk 120 min H2 Vlakke meetkunde H3 Informatieverwerking H4 Machtsverbanden Bij SEII: Procespunten: max 1,2 (zie opmerkingen onderaan) SEIII Blok 2 en 3 H5 Rekenen H6 Goniometrie 10/11 Schriftelijk 120 min H7 Exponentiële formules H8 Ruimtemeetkunde (t/m 8.4) Bij SEIII: Procespunten: max 1,2 (zie opmerkingen onderaan)
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
3
Ja
3
Ja
wat is mijn cijfer?
Procespunten: Voor het SEII en voor het SEIII is er één of zijn er meerdere momenten om totaal maximaal 1,2 procespunten te scoren. Deze 1,2 punten zijn een vervanging voor het gebruikelijke extra punt (n=1) dat normaal bij behaalde scores opgeteld wordt. Hoe kunnen deze maximaal 1,2 punten worden verdiend?
Huiswerkcontrole: gecontroleerd wordt of het opgegeven werk gemaakt, nagekeken en met rood verbeterd is. Deze controle kan onverwacht of onaangekondigd gebeuren (minimaal 0,4 punten) Maken van één of twee opdrachten en/of diagnostische toetsen waarbij de stof door de docent wordt opgegeven. Het door de leerling behaalde resultaat bepaalt het aantal toe te kennen procespunten. Maken van één of twee foutenanalyses bij de opdrachten / diagnostische toetsen
De docent geeft tijdig aan met welke opdracht de leerling de procespunten kan verdienen. De procespunten behaald in een periode tellen alleen mee voor het herkansingscijfer indien er een foutenanalyse gemaakt is van de bijbehorende SE toets.
44
Nask-1 (Natuurkunde) 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN Toets (wat moet ik leren?) T1 H2 Warmte H3 Energie H4 Elektriciteit H9 Schakelingen T2 H6 Werktuigen H7 Stoffen H8 Materialen H10 Bewegingen
welke welk soort toets week? krijg ik?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
Week 47/48
Schriftelijk
90 min
Weging 2
Ja
Week 10/11
Schriftelijk
90 min
Weging 2
Ja
PRAKTISCHE OPDRACHTEN Opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Week Schriftelijk Practicum Natuurkunde (Cito) 10/11
45
hoe lang duurt dit? 120 min
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? Weging 1
Nee
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Nask-2 (Scheikunde) 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 H6 Reactievergelijkingen H7 Zouten 1, H8 § 1 + 2 Zuren en Basen H10 Zouten 2 T2 H5 Productieprocessen H8 § 3 t/m 5 Zuren en Basen H9 Reactiesnelheid en massa H11 Chemische industrie
welke welk soort toets week? krijg ik?
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen?
Week 47/48
Schriftelijk
90 min
Weging 2
Ja
Week 10/11
Schriftelijk
90 min
Weging 2
Ja
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Week Practicum Practicum Scheikunde (Cito) 10/11
46
hoe lang duurt dit? 120 min
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? Weging 2
Nee
wat is mijn cijfer?
wat is mijn cijfer?
Biologie 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Th6 Regeling Th7 Zintuiglijke waarneming Th8 Stevigheid en beweging Th9 Gedrag T2 Th3 Ecologie Th4 Mens en milieu Th5 Voeding en vertering Th6 Gaswisseling Th7 Transport
welke welk soort toets week? krijg ik? 47/48 Schriftelijk
hoe lang duurt dit? 90 min
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? Weging 3 Ja
10/11
90 min
Weging 3
hoe lang duurt dit? ±120 min
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen? Weging 2 Nee
Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 Praktisch SE 47/48 Schriftelijk HANDELINGSDEEL opdracht (wat moet ik doen?) H1 Fotosynthese practicum Th1 Stofwisseling H2 Oefen praktisch SE Voedingsmiddelenpracticum Th5 Voeding en vertering H3 Thema 1 Stofwisseling Thema 2 Planten Thema 3 Ecologie Thema 5 Voeding en vertering Thema 7 Transport
welke hoe presenteer week? ik dit?
hoe lang duurt dit? 2 X 45 min
is dit af?
39
Verslag
Vóór wk 5
Verslag + opdrachten
± 120 min
Beoordelingstoetsen
45 min. per toets
Vóór wk 20
*Selectie uit de bovenstaande thema’s (door de docent te bepalen aan het begin van het cursusjaar)
47
wat is mijn cijfer?
Ja
wat is mijn cijfer?
Economie 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?)
welke week?
welk soort hoe lang toets krijg ik? duurt dit?
hoe zwaar mag ik wat is mijn telt dit? herkansen? cijfer?
47/48
Schriftelijk
90 min
Weging 3
Ja
10/11
Schriftelijk
90 min
Weging 3
Ja
SE 2 : Methode: Praktische economie
H2 De Overheid H3 Nederland en de EU H4 De wereld buiten Europa SE 3 : Methode: Praktische economie
H5 Inkomen H6 De belasting/verrijkingsstof H7 Consumptie (*1) Eindexamen (CE) H2,3,4,5,6,7,8(*2)
(*1) H7 is een examentrainingshoofdstuk (samenvatting)van de hoofdtukken 1 t/m 3 uit klas 3 mavo. (*2) H8 is een examentrainingshoofdstuk (samenvatting) van de hoofstukken 5 en 6 uit klas 3 mavo
48
Tekenen 4 mavo / vmbo-tl TOETSEN toets (wat moet ik leren?) T1 Beeldanalyse
welke welk soort toets week? krijg ik? 47/48
Schriftelijk
PRAKTISCHE OPDRACHTEN opdracht welke hoe presenteer (wat moet ik maken?) week? ik dit? P1 vòòr Toegepaste kunst of Grafiek of week Werkstuk Autonoom werk 17 P2 vòòr Autonoom werk week Werkstuk 17
49
hoe lang duurt dit? 90 min
hoe lang duurt dit?
hoe zwaar mag ik telt dit? herkansen? 1
wat is mijn cijfer?
Ja
hoe zwaar mag ik dit telt dit? herkansen?
-
1
Nee
-
1
Nee
wat is mijn cijfer?
Bewegen en Sport 4 mavo / vmbo-tl HANDELINGSDELEN opdracht (wat moet ik doen?) H1 Atletiek werpen H2 Atletiek lopen H3 Terugslagspelen H4 Bewegen op muziek H5 Bewegen en regelen H6 Sportoriëntatie
welke hoe presenteer week? ik dit?
hoe lang duurt dit?
is dit af?
-*
-
-
-
-
-
*Verspreid over het hele jaar
50
Rooster Centraal Examen
(kijk ook op: www.examenblad.nl) Centraal Examen MAVO 2016 Eerste Tijdvak Datum
Tijd
Vak
ma 21 maart
start c.p.e. beeldend
Tekenen
09.00-11.00
Tekenen
13.30-15.30
Nederlands
09.00-11.00
Geschiedenis
13.30-15.30
Engels
09.00-11.00
Duits
13.30-15.30
Wiskunde
13.30-15.30
Economie
09.00-11.00
Aardrijkskunde
13.30-15.30
Nask-1
di 24 mei
13.30-15.30
Biologie
do 26 mei
13.30-15.30
Nask-2
di 17 mei
wo 18 mei
do 19 mei
vr 20 mei
ma 23 mei
(wijzigingen onder voorbehoud) Tweede tijdvak: vanaf di 21 juni Het rooster voor het tweede tijdvak wordt in maart 2016 bekend gemaakt.
Continuïteitsplan centrale examens
Voor eventualiteiten waarbij de geheimhouding van de examens geschonden is of afname niet mogelijk is, treedt een Continuïteitsplan in werking. In het meest ingrijpende noodscenario kunnen één of meer centrale examens worden uitgesteld en kan het eerste en tweede tijdvak zich uitstrekken tot het moment van de aanvang van de vroegste zomervakantie (aanvangsdatum 9 juli 2016, volgens het overzicht schoolvakanties schooljaar 2015-2016 van het ministerie van OCW).
51
Hulpmiddelen Centraal Examen MAVO 2016
(een uitgebreidere beschrijving is te vinden via www.examenblad.nl) Vak
Hulpmiddel
Alle vakken
Basispakket, bestaande uit: - Schrijfmateriaal, blauwe of zwarte pen - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geometrische driehoek - vlakgum - elektronisch rekenmachine
Alle schriftelijke examens
Woordenboek Nederlands, ook is het gebruik van een Nederlands naar ‘eigen’ taal woordenboek toegestaan.
Nederlands
Sjabloon brief wordt verstrekt door de school. (indien van toepassing)
Moderne vreemde talen
Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal. Dit mogen één maar ook twee boeken zijn.
Wiskunde
Naast of in de plaats van de geometrische driehoek: een windroos.
NaSk-1, NaSk-2
Binas tabel (verzorgt door school). Hierbij is uitsluitend de tweede editie van Binas toegestaan (ISBN 978.90.01.80069.7).
CPE beeldend
Het gebruik van een woordenboek Nederlands is bij deze praktische examens niet toegestaan.
Rekenmachine
Bij wiskunde en nask-2 moet de rekenmachine naast de basisbeginselen ook beschikken over toetsen voor pi, x tot de ye macht, x kwadraat, 1/x en sin/cos/tan in graden (en hun inversen). Bij de overige vakken zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag, maar: de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben: lichtnetaansluiting tijdens het examen, opladen tijdens het examen, schrijfrol, alarm of ander geluid, alfanumeriek (letters op scherm)*, grafieken weergeven, zend- of ontvanginstallatie. * Bedoeld is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld met de mobiele telefoon wel kan. De letters ‘sin’ als afkorting van sinus worden in dit verband dus niet als alfanumeriek.
52
Omschrijving Examenstof Centraal Examen MAVO 2016 (een uitgebreidere beschrijving is te vinden via www.eindexamen.nl) Nederlands NE/K/3
Leervaardigheden in het vak Nederlands
NE/K/6
Leesvaardigheid
NE/K/7
Schrijfvaardigheid
Duits MVT/K/3
Leervaardigheid in de Moderne Vreemde Talen
MVT/K/4
Leesvaardigheid
MVT/V/3
Kennis van land en samenleving
MVT/V/5
Vaardigheden in samenhang
Engels MVT/K/3
Leervaardigheid in de Moderne Vreemde Talen
MVT/K/4
Leesvaardigheid
MVT/V/1
Leesvaardigheid
MVT/V/2
Schrijfvaardigheid
MVT/V/5
Vaardigheden in samenhang
Geschiedenis GS/K/3
Leervaardigheden in het vak geschiedenis
GS/K/5
Staatsinrichting van Nederland
GS/K/10
Historisch Overzicht vanaf 1900
GS/V/8
Vaardigheden in samenhang
GS/V/9
Drie thema’s bij het Historisch Overzicht vanaf 1900
Aardrijkskunde Leervaardigheden in het vak aardrijkskunde AK/K/3 AK/K/4
Weer en klimaat
AK/K/6
Water
AK/K/8
Bevolking en ruimte
AK/V/1
Casus Weer en klimaat: extreme weersomstandigheden
AK/V/3
Casus Water: Watermanagement
AK/V/5
Casus Bevolking en ruimte: Bevolking en ruimte in grootstedelijke gebieden 53
Wiskunde WI/K/3
Leervaardigheden in het vak wiskunde
WI/K/4
Algebraïsche verbanden
WI/K/5
Rekenen, meten en schatten
WI/K/6
Meetkunde
WI/V/1
Aanvullende eisen
WI/V/4
Vaardigheden in samenhang
Economie EC/K/3
Leervaardigheden in het vak economie
EC/K/4A
Consumptie
(eindtermen 1, 2, 3, 5, 7 en 14-16)
EC/K/5A
Arbeid en productie
(eindtermen 3, 7, 8, 9, 10 en 12)
EC/K/6
Overheid en bestuur
EC/K/7
Internationale ontwikkelingen
EC/V/1
Verrijkingsstof
EC/V/3
Vaardigheden in samenhang
Natuurkunde (Nask-1) Leervaardigheden in het vak natuurkunde NASK1/K/3 NASK1/K/4
Stoffen en materialen
NASK1/K/5
Elektrische energie
NASK1/K/6
Verbranden en verwarmen
NASK1/K/8
Geluid
NASK1/K/9
Kracht en veiligheid
NASK1/V/1
Veiligheid in het verkeer
NASK1/V/2
Constructies
NASK1/V/4
Vaardigheden in samenhang
54
Scheikunde (Nask-2) NASK2/K/3
Leervaardigheden in het vak natuur- en scheikunde 2
NASK2/K/5
Mens en omgeving: verbranding
NASK2/K/7
Water, zuren en basen in om het huis
NASK2/K/10
Basischemie voor vervolgopleiding en beroep
NASK2/K/11
Bouw van materie
NASK2/V/1
Productieprocessen
NASK2/V/2
Productonderzoek
NASK2/V/4
Vaardigheden in samenhang
Biologie BIO/K/3
Leervaardigheden in het vak biologie
BIO/K/4
Cellen staan aan de basis
BIO/K/6
Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend
BIO/K/9
Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding
BIO/K/11
Reageren op prikkels
BIO/K/12
Van generatie op generatie
BIO/K/13
Erfelijkheid en evolutie
BIO/V/1
Bescherming en antistoffen
BIO/V/2
Gedrag bij mens en dier
BIO/V/4
Vaardigheden in samenhang
Tekenen Schriftelijk examen BV/K/3
Leervaardigheden in de beeldende vakken
BV/K/8
Beschouwen - werk van anderen, reflectief
Praktisch examen BV/V/1 Eindopdracht, productief en reflectief BV/V/3
Vaardigheden in samenhang
55
Lijst van vakken in 3/4 mavo (bijlage 1)
MAVO (VMBO-TL) LEIDEN, LEIDERDORP, RIJNSBURG VAK Aardrijkskunde Bewegen en Sport Biologie Culturele Kunstzinnige Vorming Duits Economie Engels Frans Geschiedenis Godsdienstonderwijs Maatschappijleer Nask-1 Nask-2 Nederlands Sectorwerkstuk
SE/CE SE + CE SE SE + CE
Tekenen
SE + CE
Wiskunde
SE + CE
Bijzonderheden Alleen handelingsopdrachten Alleen handelingsopdrachten voldoende of goed op cijferlijst
SE SE SE SE SE SE
+ CE + CE + CE + CE + CE SE SE + CE SE + CE SE + CE SE
Telt bij bevordering als SE-vak Telt mee in slaag-zak-regeling!
Voldoende of goed op cijferlijst CE bestaat uit een praktisch (CPE) en een schriftelijk deel (CS
Wanneer een (sector)vak in het vrije deel is gekozen dan gelden dezelfde voorschriften. Toelichting: SE = schoolexamen CE = centraal examen
56
Bepalingen over rapporten en overgang (bijlage 2)
In het derde leerjaar wordt iedere periode afgesloten met een rapport waarop de resultaten worden weergegeven die je tot dat moment hebt behaald. Voor elk vak wordt een beoordeling vermeld in de vorm van een cijfer (en eventueel voor sommige elementen een V voor “naar behoren voldaan”). Dit cijfer is het gemiddelde van alle beoordelingen voor toetsen, praktische opdrachten en voor andere toetsingen, waarbij de weging van de cijfers geschiedt in overeenstemming met de richtlijnen van de schoolleiding. In week 20/21 vindt een toetsweek met schoolexamentoetsen plaats. Voor de eindrapportvergadering krijg je de gelegenheid om één schoolexamentoets te herkansen, volgens het reglement voor het schoolexamen. Op het eindrapport staat per vak het eindcijfer dat volgens de afgesproken weging voor de overgang telt. Daarnaast worden behaalde resultaten voor onderdelen van het examendossier apart vermeld. In het vierde leerjaar vinden twee toetsweken(periodes) voor het schoolexamen plaats. Na elke toetsperiode ontvang je een overzicht van de behaalde resultaten voor onderdelen van het examendossier. Bovendien ontvang je een overzicht van de resultaten van andere toetsingen. In week 16 wordt het examendossier van de leerlingen in het vierde leerjaar voltooid. Het examendossier kent de volgende toets soorten:
Examentoets Praktische opdracht
Schriftelijke of mondelinge toets met open en/of gesloten vragen. Beoordeling: cijfer. Een opdracht waarbij zowel het proces als het product worden beoordeeld. Vormgeving: product, werkstuk, presentatie, practicum. Beoordeling: cijfer.
Handelingsopdracht
Activiteit waarbij reflectie op het proces en de ervaring centraal staan. Beoordeling: voldoende of goed.
Sectorwerkstuk
Vakoverstijgend werkstuk in de gemengde en theoretische leerweg waarbij zowel het proces als het product worden beoordeeld. Beoordeling: voldoende of goed + aparte vermelding op de cijferlijst.
57
Daarnaast de volgende toetssoorten die alleen gelden voor de rapporten:
Proefwerk
Schriftelijke toets als afsluiting van een deel van de stof. Beoordeling: cijfer.
Schriftelijke overhoring
Overhoring over een beperkt deel van de stof; de stof komt meestal terug in een proefwerk of in een examentoets. Beoordeling: cijfer.
Overige vaardigheidstoetsen
Vakspecifieke vaardigheden waarbij bepaalde taken uitgevoerd worden (werkstukken, practicumopdracht, mondelinge presentatie, luistertoets, schrijfvaardigheidstoets, e.d.). Beoordeling: cijfer.
Diagnostische toets
Hulpmiddel waarmee een kandidaat voorafgaande aan een toets kan bepalen of hij een stuk stof of een vaardigheid beheerst. (Cijfer telt niet mee voor rapport)
De berekening van rapportcijfers in klas 3 Rapportcijfers ontstaan volgens vaste afspraken uit het (gewogen) gemiddelde van cijfers die tot dat moment behaald zijn voor examentoetsen, praktische opdrachten, proefwerken, schriftelijke overhoringen en overige toetsen. Het rapport kent voor handelingsopdrachten de aanduiding “v” voor “naar behoren voldaan” en “g” voor “goed”. De weging van de cijfers voor het bepalen van het rapportcijfer is voor alle vakken gelijk: schriftelijke overhoring 1x, praktische opdracht en overige vaardigheids-toetsen 2x (tenzij volgens afspraak anders bepaald is), proefwerk/examentoets 3x. Overgangsrapport van klas 3 naar klas 4 De cijfers voor het overgangsrapport worden door de docent vastgesteld door berekening uit de cijfers die verkregen zijn in het gehele leerjaar, volgens de afgesproken weging en richtlijnen m.b.t. berekening jaarcijfer. De cijfers voor het overgangsrapport worden rekenkundig afgerond op gehele getallen [dus 5,49 wordt 5]. Overgangsnormen Zie www.vhl.nl Het Visser schoolbreed schoolbrede regelingen bevorderingsnormen
58
Slaag-zakregeling voor de mavo (bijlage 3)
De bepaling van de uitslag Als het eindexamen is voltooid, alle zittingen van het centraal examen zijn bijgewoond en dus voor alle vakken het eindcijfer is bepaald, kan de uitslag bepaald worden. De kandidaat die een diploma wil behalen, mag in alle gevallen tot op bepaalde hoogte onvoldoendes met voldoendes compenseren (zie Eindexamenbesluit artikel 49.1). Artikel 49 in het Eindexamenbesluit heeft alleen nog betrekking op het vmbo. Nieuw in 2016 is dat de rekentoets meetelt bij de uitslagbepaling. In 2016 is de kandidaat geslaagd als: het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers tenminste 5,5 is Rekentoets en Nederlands: de rekentoets als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlands als eindcijfer 6 of meer heeft behaald. Of voor de rekentoets als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlands als eindcijfer 5 of meer heeft behaald hij één 5 heeft behaald en verder 6 of hoger hij één 4 heeft behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger hij twee vijven heeft behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ heeft behaald het sectorwerkstuk met 'goed' of 'voldoende' is beoordeeld De herkansing bij de centrale examens Zodra de uitslag voor het eerst, dus nog vóór het tweede tijdvak, is bepaald wordt deze samen met de behaalde cijfers aan de kandidaat meegedeeld. Aan kandidaten die het centraal examen nog niet voor al hun vakken hebben kunnen voltooien, worden op datzelfde moment de door hen behaalde cijfers meegedeeld, ook al kon voor hen nog geen uitslag worden vastgesteld (zie Eindexamenbesluit artikel 49.4). Elke kandidaat krijgt na het bekendmaken van zijn cijfers recht op het herkansen van het centraal examen voor één vak, ongeacht of hij zijn examen al kon voltooien en de uitslag voor hem kon worden bepaald.
De complete tekst van het examenbesluit is te vinden op: www.examenblad.nl
59