Agendapunt 7.2
Meerjarenplan Badminton Nederland 2013/2016
Werktitel: SAMEN VOOR BETER BADMINTON Inhoudsopgave Inleiding
3
1 Analyse 1.1 Externe analyse 1.2 Interne analyse 1.3 Terugblik beleidsperiode 2009-2012 1.4 Evaluatie producten- en dienstenaanbod 1.5 Conclusie
4
2 Missie en visie 2.1 Missie 2.2 Visie 2.3 Strategische doelstellingen 2.4 Pijlers 2.5 Aanbod van producten en diensten
13
3 Aanbod van producten en diensten 3.1 Pijler 1: Imago, ledenbehoud en -werving 3.2 Pijler 2: Wedstrijdbadminton 3.3 Pijler 3: Kader 3.4 Pijler 4: Topbadminton
15
4 Financiën 26 Interventie 1: Herzien van contributiesystematiek Interventie 2: Introduceren servicepakketten Interventie 3: Binden van sponsoren en suppliers voor langere termijn 5 Organisatie 5.1 Werkorganisatie 5.2 Bestuursmodel Badminton Nederland 5.3 Strategische cyclus Badminton Nederland 5.4 Inrichting organisatie en organisatieontwikkeling 5.5 Persoonlijke ontwikkeling 5.6 Samenwerking met externe partners
28
6 Overzicht financiële en personele middelen en planning Bijlagen 1. Analyse ledengroei 2. Evaluatie producten- en dienstenaanbod
2
31 33
Inleiding In de afgelopen maanden heeft Badminton Nederland een nieuwe missie en visie geformuleerd. Dit heeft geen fundamentele veranderingen in het doel en de functie van de bond tot gevolg, maar ambieert wel een nieuwe weg er naartoe. Wij willen de nadruk meer leggen op het creëren van een sterk positief imago, respect voor elkaar, badminton als wedstrijdsport en wij willen Nederland laten meetellen in het internationale badminton. Het ondersteunen van verenigingen bij ledenbehoud en ledenwerving blijft onveranderd. Om dit te bereiken zal samenwerking met andere partijen, zoals buitenschoolse opvang, een belangrijke rol gaan spelen. Maar ook het samenwerken met verenigingen en het gebruik maken van de kennis en ervaring van de clubs op lokaal niveau zal de komende jaren onderdeel zijn van de aanpak. Door in te spelen op de kansen en ontwikkelingen binnen gemeenten, onderwijs, zorg en de commerciële sector, wordt beter geprofiteerd van de maatschappelijke betekenis van badminton. Dit sluit aan bij de wensen van het rijksoverheid en de Sportagenda 2016 van NOC*NSF: voor iedere Nederlander, jong of oud, een passend sport- en beweegaanbod in de eigen buurt creëren, dat veilig en toegankelijk is. Binnen het sportparticipatiebeleid zijn kader en vrijwilligers, accommodaties en sportaanbieders van cruciaal belang. Voor het badminton betekent dit een voorzetting van de continue kwaliteitsimpuls voor bestuurlijk, sporttechnisch en arbitraal kader. Ook de plek om te sporten is essentieel en voor de badmintonvereniging is accommodatieproblematiek een terugkerend thema. Badminton Nederland ziet dus volop aanknopingspunten voor de badmintonverenigingen om bij te dragen aan de ambities van rijksoverheid en NOC*NSF. De ambities zijn groot. Het met succes realiseren van de landelijke algemene sportambities en de ambities van Badminton Nederland is alleen haalbaar door samenwerking. Badminton komt tenslotte het best tot zijn recht door samenspel; samenspel tussen trainer en speler en samenspel tussen spelers op de baan. Alleen door een collectief van leden, verenigingen, sporters en externe partners kunnen de ambities worden gerealiseerd. Door contact en overleg met verenigingen, trainers en partners in zogenaamde expertsessies maken wij gebruik van elkaars kennis en kunde en werken wij samen aan de ambities. Met een aantal enthousiaste verenigingen voorop hebben wij het volste vertrouwen in een slagvaardige, sportieve toekomst, waarin de badmintonners onze sport zorgeloos en met plezier beleven. Wij kijken er naar uit om de plannen in het voor u liggende meerjarenbeleid gezamenlijk te realiseren en daardoor meer en meer ambassadeurs, actieve badmintonners en fans te creëren.
3
Hoofdstuk 1
Analyse
Als maatschappelijk georiënteerde organisatie worden Badminton Nederland en de badmintonverenigingen beïnvloed door ontwikkelingen in de maatschappij. Waar mogelijk inspelen op deze tendensen versterkt de positie van verenigingen en de bond. Analyse van de omgeving vergroot de kennis en maakt inzichtelijk welke kansen en bedreigingen zich voordoen. 1.1 Externe analyse Voor het uitvoeren van de externe analyse – de bestudering van de omgevingsfactoren die van invloed zijn op het gevoerde en te voeren beleid van Badminton Nederland – is gebruik gemaakt van recente rapportages en beleidsnota’s van NOC*NSF en het Ministerie van VWS, van rapportages over de ontwikkelingen in de sport van onder andere het Mulier Instituut, van de rapportages van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) Rapportage sport 2008/2010 en van in opdracht van Badminton Nederland uitgevoerde onderzoeken. 1.1.1 Brede maatschappelijke trends Brede maatschappelijke trends zijn de vergrijzing en de verhoging van het welvaarts- en opleidingsniveau. Commercialisering, individualisering en informalisering zetten verder door en de rol van informatisering blijft toenemen. Een aantal belangrijke ontwikkelingen relevant voor de badmintonsport is: - Het aanbod aan vrijetijdsactiviteiten voor jongeren zal naar verwachting verder toenemen, met veel gebruik van digitale media. De concurrentieslag om de jongere sportconsument zal heviger worden, te meer omdat het aantal jongeren gaat afnemen (Rapportage sport, 2010). - Met de naderende vergrijzing vormen ouderen een interessante, in toenemende mate zelfbewuste doelgroep. Oudere sporters hechten aan een kwalitatief goed aanbod (vriendelijk personeel, advies, netheid), voelen zich sneller onveilig en zijn kostenbewust. - Opkomst van informele sportgroepen: vooral volwassenen en ouderen sporten in informele groepen. Vooral mensen die belemmeringen zien voor het verenigingslidmaatschap (te duur, te tijdrovend, te hoog niveau) gaan informeel sporten. Men vindt het prettig om in een kleine groep met mensen van vergelijkbaar niveau dicht bij huis te sporten. - Blijvend tekort aan kader: maar liefst 62% van de sportverenigingen in Nederland heeft vacatures voor vrijwilligers en/of betaalde krachten. Dit zijn voornamelijk vacatures voor bestuursfuncties en trainers/begeleiders (Verenigingsmonitor, 2009). Kansen voor de toekomstige groei in de sportdeelname in het algemeen liggen in het op peil houden van de sportdeelname van jongeren na hun 12e jaar, sportmogelijkheden bieden voor de zogenaamde informele sportgroepen en sportdeelname van ouderen stimuleren tot op hoge leeftijd (Rapportage sport, 2010). Aandacht voor meer en kwalitatief sterk kader bij verenigingen is hierbij van fundamenteel belang.
4
1.1.2 Onderzoek in de badmintonsport Naast de ontwikkelingen in de sport in het algemeen, zoals weergegeven in paragraaf 1.1.1, worden met behulp van verschillende onderzoeken ook de ontwikkelingen in de badmintonsport in kaart gebracht. Hiervoor worden cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau en het Mulier Instituut gebruikt. Rapportage sport 2010 Volgens onderzoek van het SCP (2008, Rapportage Sport) badmintonde in 2007, hetgeen de meest recente cijfers zijn, jaarlijks 6% van de bevolking van 6 tot 79 jaar minimaal eenmaal per jaar. Dat zijn effectief ongeveer 780.000 badmintonbeoefenaars. Van deze groep badmintont circa 23% in verenigingsverband, wat overeenkomt met 180.000 badmintonners. Op basis van desk research van Badminton Nederland in 2010 naar nietlidverenigingen kan gesteld worden dat dit zowel recreatieve als competitieve badmintonners betreft. Imago-onderzoek badminton Volgens het onderzoek van Evenbeeld tot Tegenpool van het Mulier Instituut wordt badminton getypeerd als een weinig mannelijke sport en als tamelijk ouderwets. Daarentegen wordt badminton ook gezien als: gezellig en niet individualistisch, goed voor de gezondheid en niet moeilijk om aan te leren. Belangrijk is bij dit onderzoek te vermelden dat alle uitkomsten, zoals minst mannelijke sport, relatief zijn ten opzichte van veertien andere sporten1. Naast het bovengenoemde onderzoek heeft het Mulier Instituut in 2011 in opdracht van Badminton Nederland een imago-onderzoek uitgevoerd. Het peilen van het imago van badminton maakte onderdeel uit van de Sportersmonitor 2011. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat een meerderheid (68%) aangeeft geen interesse te hebben de badmintonsport te beoefenen, 26% antwoordt misschien, 4% wil waarschijnlijk wel badmintonnen en 2% geeft aan zeker de badmintonsport te willen beoefenen. Met name de leeftijdscategorieën 15-20 en 51-60 jaar geven aan geen enkele interesse te hebben in beoefening van de sport (ruim 75%). Het onderzoek bevestigt daarnaast een aantal eerdergenoemde imagokenmerken, namelijk dat de sport sociaal, gezellig en gezond is. Maar ook het imago van een saaie, softe sport, te vergelijken met ‘niet mannelijk’ in het andere onderzoek, komt hier naar voren. Wanneer hierbij onderscheid wordt gemaakt in leeftijdscategorieën valt op dat 5-10 en 10-15 jarigen met name positieve associaties hebben bij badminton, terwijl 15-20 jarigen negatieve associaties noemen. Tot slot valt op dat mensen die aangeven interesse te hebben in het beoefenen van badminton als sport de kenmerken ‘actief en gezond’, ‘sociaal’ en ‘laagdrempelig’ noemen. 1.1.3 Sportprogramma’s Vanuit het ministerie van VWS spelen er de komende jaren (2012 – 2016) twee sportprogramma's die voortborduren op lopende programma’s en een vervolg krijgen begin 2012. We zetten deze twee thema’s kort uiteen. 1
Referentiesporten: fitness, golf, hardlopen, hockey, schaatsen, skiën, tafeltennis, tennis, turnen, voetbal, vechtsporten, volleybal, wielrennen en zwemmen.
5
Naar een Veiliger Sportklimaat Een klimaat waarin de sporter veilig kan sporten en diens directe betrokkenen voldoende toegerust en uitgerust zijn om een veilig sportklimaat te creëren is de centrale doelstelling van het sportprogramma ‘Naar een Veiliger Sportklimaat’. Dit programma is gericht op de sportbonden, sportverenigingen, sporters, trainers/coaches, scheidsrechters en ouders. Badminton Nederland heeft een verantwoordelijkheid naar haar leden en betrokken kader om te zorgen voor een sportklimaat (omgeving, omstandigheden, situatie), dat voor hen veilig is. Oftewel, onbezorgd badmintonnen met sportiviteit en respect hoog in het vaandel. Naar een Veiliger Sportklimaat zet de sporters en vrijwilligers van de verenigingen centraal. Door middel van de samenwerkende kracht van de participerende sportbonden worden actief middelen aangeboden om hen te faciliteren. Sport en Bewegen in de Buurt De doelstelling van ‘Sport en Bewegen in de Buurt’ is het stimuleren van sport en beweegactiviteiten onder groepen waarvoor deze niet vanzelfsprekend zijn, waardoor een positieve bijdrage wordt geleverd aan de gezondheidstoestand, weerbaarheid en participatie. De groepen waarop wordt gedoeld zijn: jeugdigen, gezinnen met jonge kinderen, ouderen, gehandicapten of chronisch zieken. De uitvoering van het programma ligt bij lokale sportaanbieders, zoals sportverenigingen en partners zoals onderwijs (scholen, BSO’s) en/of zorginstellingen. Binnen Sport en Bewegen in de Buurt – waarin innovatief sportaanbod dat zich succesvol heeft bewezen verder wordt uitgerold – wordt door Badminton Nederland in eerste instantie ingezet op samenwerking met andere bonden om de jeugd van 5 tot 12 jaar op een speelse manier te boeien en binden via buitenschoolse opvang. 1.2 Interne analyse Bij de interne analyse wordt aandacht besteed aan het verloop van de ledenaantallen in de afgelopen 4 jaar, de man/vrouw verdeling en leeftijdsverdeling van leden van Badminton Nederland. Deze analyse van het ledenbestand zal vervolgens worden meegenomen in de ontwikkeling van het meerjarenbeleid. 1.2.1 Ledenanalyse Ledenaantallen Badminton Nederland Sinds 1990 verliest Badminton Nederland leden en verenigingen. Ook de afgelopen beleidsperiode heeft deze afname van leden doorgezet (zie tabel 1.1), met op 31 december 2011 een ledental van 55.924. Tabel 1.1: Aantal leden Badminton Nederland
Jaar
Juniorleden
Seniorleden
Totaal
+/-
2008 2009 2010 2011
22.376 21.751 20.967 19.374
38.945 38.526 38.275 36.550
61.321 60.277 59.242 55.924
-1.044 -1.035 -3.318
6
Het ledental blijft teruglopen ondanks de inspanningen van achtereenvolgens een uitbreiding van het aanbod van productenaanbod in de jaren ’90, de inzet van consulenten in de eerste jaren van deze eeuw en een contributiemaatregel in de afgelopen jaren om aanmelding te stimuleren. De voornaamste redenen van de terugloop zijn: • De vanzelfsprekendheid d van het aanmelden van alle leden is vanaf begin van de jaren’90 verloren gegaan wegens het verdwijnen van een solidariteitsgedachte en onvrede met het aanbod van de toenmalige NBB. De verandering van de maatschappij voedt deze ontwikkeling. Leden willen waar voor hun geld. Onbekendheid van verenigingsbesturen met het Badminton Nederland aanbod of de kosten van de jaarcontributie bij Badminton Nederland spelen hierbij een rol. De afgelopen jaren is met grote regelmaat gecommuniceerd over het aanbod, zowel via de media als bij bijeenkomsten. Echter, (extra) voorlichting is niet de oplossing gebleken voor dit probleem. • Het aantal mensen dat badmintont is geleidelijk aan teruggelopen (‘Rapportage sport 2008’). • De sport badminton en de wijze van aanbieding zijn niet meegegroeid met de ontwikkeling van de maatschappij. Deze vraagt om flexibiliteit, kwaliteit en innovatie. Wij vinden onze sport flitsend, maar het spel en de wijze van aanbieden is nauwelijks veranderd in de afgelopen 30 à 40 jaar. Tabel 1.2: Aantall lidverenigingen Badminton Nederland
Jaar
Lidverenigingen
2008 2009 2010 2011
572 580 565 527
Van de verenigingen die in de loop der jaren hebben opgezegd is een deel opgeheven of gefuseerd met een andere vereniging. Het overgrote deel bestaat echter nog steeds en draait zelfstandig of in competitief samenwerkingsverband met andere regionale verenigingen. Ook Badminton Nederland verenigingen nemen deel aan dit soort competities. Geslachts- en leeftijdsverdeling Badminton Nederland heeft op dit moment meer mannelijke leden dan vrouwelijke leden. In december 2011 lag de verhouding man/vrouw op 57,3% mannen en 42,7% vrouwen. Deze verhouding is de afgelopen 5 jaar zo goed als onveranderd. Figuur 1.1: Verdeling man/vrouw
43% 57%
Man Vrouw
Wanneer specifiek wordt gekeken naar de verdeling voor Badminton Nederland valt op dat het percentage jongeren tot circa 15 jaar zeer hoog is, maar dat de uitstroom van deze groep vanaf hun 12e tot 15e jaar ook dermate sterk is dat het terugvalt naar landelijk niveau 7
(figuur 1.2). Een matige instroom is vervolgens te zien in de leeftijdscategorie 40 tot 50 jaar, gevolgd door een continue uitstroom.
8
Figuur 1.2: Verdeling aantal bondsleden naar leeftijdscategorie,”skihelling”
Uit de grafiek valt tevens op te maken dat de vertegenwoordiging van 65-plussers bij Badminton Nederland onder het gemiddelde van andere bonden ligt. Hierbij is het van belang te bedenken dat deze verdeling van bondsleden naar leeftijdscategorie mede te maken heeft met de aard van de sport in relatie tot leeftijdsfasen; badminton wordt meer gezien als een sport voor de jeugd dan voor volwassenen. 1.2.2 Financiën In de afgelopen beleidsperiode is er aan met name de inkomstenkant een en ander veranderd. Zo zijn de inkomsten uit de contributie verminderd als direct gevolg van het teruglopende ledenaantal. Dit zet, in combinatie met de nauwelijks verminderde uitgaven, de begroting onder druk. 1.2.3 Organisatie In de periode 2009 – 2012 heeft Badminton haar producten- en diensten klantgericht in plaats van in de voorliggende periode vraaggericht aangeboden. In 2007 is er een grote inventarisatie in onder de verenigingen geweest en op basis daarvan is besloten om minder producten met meer samenhang aan te bieden. Essentieel hierbij was dat de verenigingen een samenwerkende partner waren in ontwikkeling en afname. In de vorige beleidsperiode is het niet gelukt om structureel met meerdere verenigingen succesvol samen te werken in de ontwikkeling en uitvoering van de nieuwe producten. De ‘gewone’ badmintonvereniging is niet in staat om zelf bij te dragen aan de implementatie van ontwikkelde producten en diensten. Slechts enkele verenigingen bleken daartoe bereid en in staat. Parallel hieraan is de werkorganisatie meegegroeid. De regioconsulenten die de vragen van de individuele vereniging behandelden zijn vervangen door projectcoördinatoren van landelijke producten en diensten. 1.2.4 Communicatie Van 2009 tot en met 2012 zijn er een aantal belangrijke stappen gezet in de communicatie van Badminton Nederland. Zo is er in 2010 een nieuwe huisstijl doorgevoerd en is eveneens in dat jaar de nieuwe website van Badminton Nederland gelanceerd. Deze website is een ‘dienst’ die continu aan verandering onderhevig is en wordt daarom sinds de 9
lancering continu doorontwikkeld. Tevens is eind 2008 het online magazine Clear! voor het eerst gepubliceerd Na 4 jaar wordt de Clear! wekelijks gemiddeld door 800 ontvangers actief aangeklikt om te worden gelezen. Dit aantal geldt alleen voor die via één van onze kanalen (direct mailing en website). In deze periode is er veel met de vorm, frequentie en inhoud geëxperimenteerd en heeft er één seizoen ook een Clear! Verenigingen bestaan In 2011 en 2012 is tot slot gestart met communicatie via diverse sociale media, te weten Hyves, Twitter en Facebook. Afstemming en profilering van de verschillende bovengenoemde communicatiemiddelen heeft in de afgelopen beleidsperiode weinig aandacht gehad. 1.3 Terugblik beleidsperiode 2009 – 2012 De voorgaande beleidsperiode stonden twee strategische doelen centraal: 1. Badminton Nederland streeft vergroting van het ledental naar 85.000 aangesloten leden in 2012 na. 2. Badminton Nederland versterkt de positie van de badmintonsport in Nederland. 3. Aan de Olympische Spelen van Londen in 2012 nemen 4 Nederlandse spelers deel. 4. Nederland behaalt bij de Wereldkampioenschappen Junioren in deze beleidsperiode een medaille. De doelen 3 en 4 betreffen Topbadminton en worden besproken in 3.4. 1.3.1 Van gewenste groei naar ledenverlies In 2011 zijn er bij Badminton Nederland 55.924 aangesloten leden geregistreerd. In plaats van een gewenste groei van 25.000 aangesloten leden is Badminton Nederland bijna ruim 5.000 leden verloren. In de afgelopen jaren is getracht om een groei bewerkstelligen door te investeren op zowel autonome groei als groei door samenwerking met bestaande organisaties. De autonome groei zou gerealiseerd worden door in te zetten op drie sporen: a. Het creëren en ondersteunen van grote verenigingen (met meer dan 250 leden), zodat Badminton Nederland effectief afspraken kan maken met lidverenigingen om ledengroei te realiseren. b. Stimuleren van aanmelding van grijze leden. c. Individuele leden. De activiteiten in het kader van autonome groei hebben niet tot nauwelijks geleid tot meer leden. Allereerst is het aantal verenigingen waarmee samengewerkt is veel lager dan geprognosticeerd. Slechts 10 in plaats van de verwachte 100 verenigingen bleken een partner te kunnen en willen zijn in het behalen van de strategische doelstellingen. Ten tweede is het niet gelukt om de huidige lidverenigingen al hun leden aan te laten melden. De financiële prikkels (Experimenteerregeling en voorstel nieuwe contributiesystematiek) hebben hun uitwerking gemist en hebben niet geleid tot ledengroei op bondsniveau. Ten derde is het binden van individuele leden aan de bond niet succesvol gebleken. In december 2011 staan slechts 65 personen geregistreerd die specifiek slechts een enkele dienst afnemen. De groei door samenwerking zou gerealiseerd moeten worden door inzet op twee sporten: d. Andere formele badmintonorganisaties. 10
e. Samenwerkingsverbanden van verenigingen. Het samenwerken met de Recreatieve Badminton Bond heeft in 2009 er toe geleid dat zij zich met circa 1.000 leden aansloot bij Badminton Nederland. Meerdere malen zijn ook de contacten aangehaald met de Helmondse Badminton Bond en Bossche Badminton Federatie. Dit heeft niet geleid tot een vorm van formele samenwerking of een intentie daartoe. In 2010 is er ook bekeken in hoeverre verbanden van verenigingen (w.o. Hoeksche Waard en regio Noord) bij Badminton Nederland betrokken kunnen worden. Initiatieven tot contact heeft niet geleid tot interesse in (formele) samenwerking. In bijlage ‘Analyse ledengroei’ staat een uitgebreidere analyse van deze activiteiten. 1.3.2 Van camping- naar wedstrijdsport In 2007 is geconstateerd dat badminton het imago heeft van campingsport. Er is in de beleidsperiode 2009 – 2012 naar gestreefd om een ander imago te bewerkstelligen. Badminton Nederland wil badminton neerzetten als ‘een wedstrijdsport, waarin voor twee specifieke doelgroepen (3) samenhangende producten landelijk worden geboden en (4) waarbij keuzes mogelijk zijn, maar vrijblijvendheid geen optie.’ In 2007 beoefende een derde van de leden badminton als wedstrijdsport, d.w.z. door deelname aan competitie en/of toernooien. Dit gold voor zowel volwassen- als jeugdleden. Dit percentage werd als niet acceptabel beschouwd en daarom heeft Badminton Nederland in alle regio’s een competitie voor beginnende jeugdleden geïnitieerd (Opstapcompetitie). In het beleidsplan is gekozen voor twee afgebakende doelgroepen, te weten 8–15 jarigen en 25–40 jarigen, om het beleid beter te kunnen richten. Het producten- en dienstenaanbod van Badminton Nederland is de afgelopen jaren grondig herzien. Er is gekozen om minder producten met meer (inhoudelijke) samenhang aan te bieden zodat ze complementair zijn aan elkaar; met de opstapcompetitie is bijvoorbeeld aanbod gecreëerd opvolgend op de Yonex Kids Games. De imago-onderzoeken tonen aan dat bij badminton nog steeds het beeld beklijft dat het een gezellige sport is die niet moeilijk is om aan te leren. Dit zijn kenmerken van een campingimago. Daarentegen wordt de sport ook gezien als fysiek zwaar, dus het is ook zeer zeker een serieuze sport. De imagoverandering naar wedstrijdsport is nog niet gerealiseerd, maar de bond heeft wel meer wedstrijdgerichte producten en diensten ontwikkeld. Denk hierbij aan meer toernooien in de vorm van circuits en recreantentoernooien (MRTT). Met voortzetting van het neerzetten van badminton als wedstrijdsport kan deze imagoverandering mogelijk alsnog worden gerealiseerd. 1.3.3 Versterking positie badmintonsport door grote evenementen In de afgelopen beleidsperiode hebben diverse grote badmintonevenementen plaatsgevonden. Naast de reguliere Yonex Dutch Open en het Nederlands Kampioenschap zijn een onder andere EC Finales, EK Badminton Gemengde Teams en EK Badminton Teams georganiseerd. Het sterk positioneren van de badmintonsport door middel van deze evenementen is, gebaseerd op bezoekerscijfers en media-aandacht, niet gerealiseerd. Ook het actief betrekken van de lokale vereniging bij de organisatie, waardoor de breedtesport van het topsportevenement kon profiteren is niet succesvol gebleken. 11
Met het oog op de toekomst is bij het EK Badminton Teams 2012 door een externe een adviesrapport uitgebracht hoe deze evenementen te ‘upgraden’ en beter te positioneren. 1.3.4 Positionering Badminton Nederland In de zomer van 2010 is door het bondsbestuur de conclusie getrokken dat de wijze waarop de realisatie van de strategische doelen niet het gewenste effect sorteert. De uitgezette koers moest leiden tot imagoverbetering en ledengroei, maar de resultaten vielen tegen. Onder begeleiding van managementadviesbureau Vannimwegen heeft er in het seizoen 2010/2011 een traject plaatsgevonden, waarin het bondsbestuur de positionering van Badminton Nederland ten aanzien van de huidige en potentiële leden en de inrichting en ontwikkeling van de organisatie heeft besproken en herzien. De herpositionering is in de Bondsvergadering van 5 februari 2011 gepresenteerd aan de afgevaardigden, waarna de opdracht is verstrekt om de gekozen richting uit te werken. In juni 2011 is voor de Jaarvergadering het ´Ondernemingsplan 2011-2015: Quick wins’ verstuurd, maar door het aftreden van het bondsbestuur niet besproken. 1.4 Evaluatie producten- en dienstenaanbod De discussie over wat Badminton Nederland voor haar verenigingen en leden doet, blijft bestaan, maar de keuze van Badminton Nederland om in de afgelopen beleidsperiode in te zetten op minder producten en diensten die meer samenhang vertonen werkt. Desondanks is aandacht vragen voor wat Badminton Nederland biedt onverminderd belangrijk. In de periode 2009 – 2012 zijn veel nieuwe producten, met wisselend succes, gelanceerd. In de volgende tabellen worden deze uiteengezet. Een product of dienst wordt als succesvol bestempeld als het de beoogde doelstellingen heeft gehaald of in de vorige beleidsperiode heeft bewezen een meerwaarde te zijn voor het aanbod van Badminton Nederland. Tabel 1.3: Overzicht succesvolle producten periode 2009 – 2012
Producten/diensten
Toelichting
Yonex Kids Games
Licht competitief product voor niet-competitiespelers tussen 8 en 15 jaar Laagdrempelige competitie als kennismaking met wedstrijdsport voor jonge jeugd Ontwikkeling algemene en verantwoorde trainingslijn Ontwikkeling van recreanten toernooien (landelijk en regionaal)
Opstapcompetitie Deeldiploma´s Aanbieden van nieuwe toernooivormen Strategieverenigingen Combinatiefuncties Modernisering trainersopleidingen Masterplan Arbitrage Recreantenbeleid Aangepast badminton Recreantenbeleid
Intensieve samenwerking met wederzijdse inspanningen op vlak van jeugd, topbadminton, opleidingen en/of innovatief aanbod Versterking vereniging door gesubsidieerde inzet professional Ontwikkeling van drie niveaus opleidingen voor trainers Kwaliteitsimpuls op verbetering externe imagovorming en interne organisatie van op- en begeleiding Ontwikkeling en uitvoering van beleid voor specifieke groep badmintonners Organisatorische integratie van aangepast badmintonners Ontwikkeling en uitvoering van beleid voor aanbod voor recreanten
12
Tabel 1.4: Overzicht niet-succesvolle producten periode 2009 – 2012
Producten/diensten
Toelichting
Trimminton
Map met oefenstof waarin het sociale aspect van badminton centraal staat en waarmee de niet-competitieve badmintonner gebonden wordt aan de vereniging Badmintontoernooi voor middelbare scholieren (in samenwerking met KVLO en Mission Olympic) Vergroting van het productaanbod voor vereniging met een innovatieve badmintonvorm die aantrekkelijk is voor individuele leden Digitaal instrument verenigingsondersteuning
Yonex Scholentoernooi Speedbadminton Clubkoers
In de bijlage ‘evaluatie producten- en dienstenaanbod’ zijn de producten en diensten die Badminton Nederland in de afgelopen beleidsperiode heeft ontwikkeld, uitgezet en stopgezet bekeken aan de hand van het gewenste doel en het behaalde resultaat. 1.5 Conclusie In onderstaande tabel worden de belangrijkste conclusies uit de interne en externe analyse samengevat in sterktes en zwaktes. De elementen uit de analyse die worden verwerkt in het beleid, zijn in onderstaande tabel groen weergegeven. Tabel 1.5: overzicht van interne en externe analyse
Sterkte
Zwakte
- aantal fusies tussen verenigingen neemt toe - instroom in leeftijdsgroepen 5-10 jaar en 4050 jaar - op kleine schaal samenwerken met verenigingen bij ontwikkeling van producten
- sinds begin jaren '90 continu dalend ledental - vanzelfsprekendheid om alle verenigingsleden aan te melden bij de bond verdwijnt - de sport badminton en wijze van aanbieden door verenigingen groeit niet mee met ontwikkeling maatschappij - uitstroom in leeftijdsgroepen 15-25 jaar en 50 75 jaar - inkomsten uit contributies en subsidies nemen af waar uitgaven nauwelijks verminderen - op grote schaal samenwerken met verenigingen bij implementatie producten is niet gelukt - weinig afstemming tussen en duidelijke profilering van communicatiemiddelen
- moderne huisstijl - verbeterde website en content - actief gebruik van Hyves, Facebook en Twitter
- veel recent ontwikkelde producten en diensten die bewezen succesvol zijn voor verenigingen
- bekendheid producten en diensten neemt ondanks focus op een kleiner aanbod van producten niet toe
Kans
Bedreiging
- 780.000 badmintonners in Nederland, 180.000 in verenigingsverband
- meer concurrentie door toename aanbod vrijetijdsactiviteiten
13
- vergrijzing bevolking - imago als gezellig, niet individualistisch en niet moeilijk om aan te leren - imago als sociale, gezellige en gezonde sport - beleid Naar een Veiliger Sportklimaat - beleid Sport en Bewegen in de Buurt
- opkomst informele sportgroepen - grote groep (>75%) van 15-20 jarigen en 51-60 jarigen heeft geen interesse om te gaan badmintonnen - blijvend tekort aan verenigingskader - imago als ouderwetse sport
14
Hoofdstuk 2
Missie en visie
Badminton wordt door veel niet-leden nog steeds gezien als een campingsport en het aantal geregistreerde badmintonners blijft afnemen. Daarnaast heeft Badminton Nederland moeite om zichtbaar te maken wat zij doet voor haar leden en blijft internationaal de positie van het Nederlandse badminton in de marge hangen. Badminton Nederland zal in 2016 op deze fronten flinke stappen gemaakt moeten hebben om als georganiseerde badmintonsport weer nationaal en internationaal mee te kunnen doen. Badminton Nederland en de badmintonsport hebben voldoende in huis om deze stappen te zetten. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet welke missie en visie hieraan ten grondslag liggen en op welke strategische doelstellingen er in de periode 2013 – 2016 ingezet gaat worden. 2.1 Missie Badminton Nederland is de organisatie die de badmintonsport promoot en het in Nederland voor iedereen mogelijk maakt om op elk gewenst speelniveau (in verenigingsverband) te badmintonnen. De bond is een klantgerichte, slagvaardige en transparante werkorganisatie en creëert voor verenigingen en badmintonners de randvoorwaarden met diensten, faciliteiten en kennis, zodat zij kunnen bloeien. 2.2 Visie Badminton Nederland wil een organisatie zijn, die • de badmintonsport een snel, spectaculair en stoer imago geeft; • haar verenigingen ondersteunt bij behoud van huidige en werving van nieuwe leden; • badminton wil neerzetten als een wedstrijdsport voor elk speelniveau; • respect voor elkaar op en rond de badmintonvelden stimuleert; • het Nederlandse badminton internationaal mee laat tellen. Het bestuur van Badminton Nederland heeft hierbij een richtinggevende rol en acteert vanuit een trekkers- en voorbeeldfunctie. Alle geledingen van Badminton Nederland worden betrokken en werken vanuit deze visie. 2.3 Strategische doelstellingen Met de missie en visie van Badminton Nederland als uitgangspunt zijn vier strategische doelstellingen voor de periode 2013 – 2016 geformuleerd: I. Het populariseren van de sport door badminton te laten zien aan een breed publiek. II. Het doen laten groeien van Badminton Nederland teneinde op de langere termijn wederom te beschikken over 100.000 leden. III. Het manifesteren van badminton als wedstrijdsport in allerlei verschijningsvormen. IV. Het versterken van de positie in het internationaal badminton. 2.4 Pijlers Om de strategische doelstellingen te realiseren wordt het aanbod van Badminton Nederland ingericht vanuit vier pijlers. Binnen deze pijlers worden producten en diensten geplaatst die zichtbaar en direct bijdragen aan het verwezenlijken van de strategische doelstellingen. Omdat de strategische doelstellingen nauw met elkaar verweven zijn, draagt elke pijler bij aan realisering van één of meer strategische doelstellingen. Badminton 15
Nederland biedt haar producten en diensten aan zowel leden als niet-leden, waar bij de leden onderscheid wordt gemaakt tussen jeugd, volwassenen, veteranen en recreanten. 1. Imago en ledenbehoud en –werving Het imago van de badmintonsport moet positief zijn, waardoor de sport meer mensen gaat boeien en binden. Met een positief imago wordt de basis gelegd om meer badmintonners te behouden voor de sport en meer nieuwe sporters aan het badmintonnen te krijgen. De pijler Imago en ledenbehoud en –werving draagt direct bij aan de strategische doelen om de sport te populariseren en de groei naar 100.000 leden te bewerkstelligen. 2. Wedstrijdbadminton Het aanbod van Badminton Nederland moet zichtbaar zijn voor alle badmintonners en daarbij moeten zij zich allen verbonden voelen met Badminton Nederland. De pijler Wedstrijdbadminton draagt direct bij aan het manifesteren van badminton als wedstrijdsport en de gewenste groei naar 100.000 leden. Een compleet aanbod zorgt ervoor dat alle badmintonners worden geboeid en gebonden. Indirect wordt er een bijdrage geleverd aan de popularisering van de sport, doordat het profileren als wedstrijdsport bijdraagt aan het imago van badminton als spectaculaire en snelle sport. 3. Kader De organisatie van alle badmintonactiviteiten als competities, toernooien en trainingen worden voornamelijk uitgevoerd door de vrijwilligers van de verenigingen (het kader). Dit maakt de vereniging en hun vrijwilligers tot het fundament van de badmintonbond, maar ook tot de kritische succesfactor van uit te voeren badmintonactiviteiten. Door versterken van het verenigingskader wordt de kwantiteit en de kwaliteit van de organisatie van deze activiteiten gestimuleerd en geborgd. Onderdeel hiervan is aandacht te geven voor de organisatie-, structuur en cultuur van de badmintonvereniging. De pijler Kader draagt bij aan de gewenste groei naar 100.000 leden. 4. Topbadminton Aansprekende prestaties op topsportniveau zorgen voor een succesbeleving die de badmintonsport als wedstrijdsport uitstraling en bekendheid geven. Om topprestaties te kunnen leveren zullen talenten en topsporters zo goed mogelijk moeten worden begeleid. De pijler Topbadminton draagt bij aan de versterking van de positie van de Nederlandse badmintonsport in het internationale badminton en de prestaties van topspelers en speelsters zorgen indirect voor popularisering van de badmintonsport. 2.5 Aanbod van producten en diensten Alle activiteiten in de periode 2013 – 2016 staan in dienst van de vier strategische doelstellingen en worden verankerd in een van de vier pijlers. Hiermee wordt transparant wat Badminton Nederland doet, met welk doel het product of de dienst is uitgezet en welk resultaat er van wordt verwacht. In het volgende hoofdstuk wordt per pijler uiteengezet welke nieuwe activiteiten Badminton Nederland gaat ontwikkelen, aanpassen en implementeren die bijdragen aan de gewenste resultaten. Dit zijn de producten en diensten die naast het bestaande aanbod 16
(dat al aan deze strategische doelstellingen bijdraagt) worden geïmplementeerd. Bestaande producten of diensten die niet bijdragen aan het behalen van een van de strategische doelstellingen, worden beoordeeld op investering en resultaat en eventueel stopgezet. Elke pijler kent een aantal speerpunten, waaraan een specifiek aanbod van producten en diensten is gekoppeld.
17
Hoofdstuk 3
Aanbod van producten en diensten
3.1 Imago, ledenbehoud en -werving Om meer leden te binden aan Badminton Nederland en niet-leden te boeien moet de badmintonsport (beter) in de markt worden gezet en het imago van de sport worden versterkt. Aandacht voor PR en communicatie speelt hierbij een essentiële rol. Door het vermarkten van de sport - vanuit communicatie, marketing en PR - wordt tevens ingezet op het werven van nieuwe leden voor de verenigingen en Badminton Nederland. Aandacht besteden aan het behoud van de huidige leden is hierbij van even groot belang, om te voorkomen dat zij weer via de achterdeur verdwijnen. De pijler imago, ledenbehoud en werving draagt bij aan de strategische doelstellingen om het badminton verder te populariseren en in ledenaantal te groeien. Perspectief Badminton Nederland ziet badminton als een sport waar snel, sociaal, stoer en respect belangrijke kenmerken zijn. In de komende jaren moet dit imago meer worden neergezet en door alle geledingen (bondsbestuur, bondsbureau, regioteams en verenigingen) worden uitgedragen. Bij acties gericht op het werven en behouden van leden zal dit worden meegenomen. In het kader van ledenbehoud en -werving is ook het actieplan Sport en Bewegen in de Buurt (SBB) van NOC*NSF relevant. In 2012 wordt met dit programma gestart waarin twee programma’s centraal staan: Sportimpuls en Buurtsportcoaches. De Sportimpuls biedt kansen voor lokale sport- en beweegaanbieders bij de opzet van activiteiten die ze ondernemen om meer mensen te laten sporten en bewegen. Badminton Nederland kan hieraan bijdragen door interventies aan te bieden die door lokale partijen in het land kunnen worden uitgevoerd. De Sportimpuls biedt op deze manier kansen om in te zetten op ledenwerving. Daarnaast wordt de regeling van de combinatiefunctionaris met enkele aanpassingen vervolgd in de vorm van de Buurtsportcoaches. Met de pijler imago, ledenbehoud en -werving wordt er in de periode 2013 - 2016 vervolg gegeven aan activiteiten die hebben gezorgd voor een goede basis, worden een aantal nieuwe activiteiten ingezet en wordt er ingehaakt op de mogelijkheden die Sport en Bewegen in de Buurt biedt. Doelstelling pijler Imago, ledenbehoud en -werving ”Het imago en de bekendheid van de badmintonsport worden verbeterd en leiden direct of indirect tot het behoud van huidige leden en de aantrekking van nieuwe leden.” Onder nieuwe leden wordt verstaan: individuele badmintonners die zich aansluiten bij een badmintonvereniging of direct bij Badminton Nederland en nieuwe verenigingen.
18
Speerpunt 1: Vermarkten van de badmintonsport Doel: het vergroten van de zichtbaarheid en versterken van het imago van de badmintonsport 1: het stimuleren van verenigingen zich actief en in gezamenlijkheid bezig te houden met het zichtbaar maken van de badmintonsport
2: een breed publiek laten zien wat de badmintonsport en Badminton Nederland te bieden hebben
3: vergroten van de aandacht voor de badmintonsport in de Nederlandse media
4: verdere professionalisering van grote evenementen in de vorm van uitstraling, side events en bezoekersbeleving
Product: Week van het Badminton
Product: nieuw digitaal of papieren promotiemedium
Activiteit: intensiveren relatie met de media
Product: marketingplan evenementen
Resultaat: in 2013 is in navolging van Badminton.NL - een medium geselecteerd dat tot promotie van badminton onder leden en niet-leden leidt en worden er minimaal 2 uitgaven geproduceerd. Vanaf 2014 zijn er jaarlijks (minimaal) vier uitgaven geproduceerd.
Resultaat: in 2014 heeft een verdubbeling van het aantal TVminuten voor de badmintonsport plaatsgevonden en in 2016 staan de resultaten van de Eredivisie structureel in een landelijk dagblad.
Resultaat: het aantal bezoekers van de grote evenementen is in 2016 met 20% toegenomen en de gemiddelde waardering van het evenement door de bezoekers gestegen.
Resultaat: er is jaarlijks de Week van het Badminton georganiseerd en in 2016 maakte deze structureel onderdeel uit van het badmintonseizoen bij 150 badmintonverenigingen. Uitvoering: Lokaal: verenigingen Landelijk: bondsbureau
Uitvoering: derden
Uitvoering: bestuur en bondsbureau
Uitvoering: bondsbureau en derden
Speerpunt 2: Versterken van de communicatie Doel: het verbeteren van de informatievoorziening aan en voor de verenigingen en hun leden
1: het stroomlijnen van de communicatie van Badminton Nederland
2: er wordt vaker gebruik gemaakt van rechtstreekse communicatie met alle leden en andere badmintonliefhebbers
Product: communicatieplan
Product: corporate accounts Facebook, Twitter, Hyves en LinkedIn
Resultaat: in 2014 wordt er zowel landelijk als regionaal volgens de hierin uitgezette lijnen gecommuniceerd, zodat in 2016 100% van de verenigingsbesturen wordt bereikt.
Resultaat: in 2014 is de inzet van sociale media voor marketing, PR en communicatie volledig ingebed bij Badminton Nederland.
Uitvoering: bondbureau en derden
Uitvoering: bondsbureau
19
Speerpunt 3: Behoud van bestaande leden Doel: het behouden van bestaande leden bij de badmintonverenigingen door de (door)ontwikkeling van (nieuwe innovatieve) producten 1: het vaststellen van een ontwikkelingslijn voor de jeugd
2: het stimuleren van nieuw jeugdsportaanbod onder bestaande lidverenigingen
3: het vergroten van de voordelen van lidmaatschap voor individuele leden en verenigingen
4: het door middel van advies ondersteunen van verenigingen en gemeenten bij de accommodatieproble matiek in de badmintonsport
Product: jeugdbeleid Badminton Nederland
Product: lesprogramma en materialenpakket jongste jeugd
Product 1: kortingen met de Badminton Nederland Pas
Product: accommodatieplan
Resultaat: in 2014 heeft Badminton Nederland een volledig omschreven jeugd-beleid met leerlijn en in 2016 heeft 50% van de lidverenigingen kennis genomen van dit beleid.
Resultaat: in 2015 is de ontwikkeling van een lesprogramma afgerond en in 2016 is het programma door 25 verenigingen afgenomen.
Resultaat: in 2014 zijn er met minstens twee (commerciële) aanbieders afspraken gemaakt over badmintongerelateer de kortingsmogelijkheden met de Badminton Nederland-pas.
Uitvoering: bondsbureau
Product 2: korting aanbieden voor verenigingen
Uitvoering: bondsbureau en technisch directeur
Resultaat: in 2014 zijn met minstens twee (commerciële) aanbieders afspraken gemaakt over kortingen op materialen voor verenigingen . Uitvoering: bondsbureau
20
Resultaat: in 2016 is er een accommodatieplan geschreven voor verenigingen, gemeenten en andere partijen, die inzicht biedt in de ideale accommodatie om te badmintonnen en hoe men daar toe kan komen. Uitvoering: bondsbureau en derden
Speerpunt 4: Versterken organisatie Aangepast badminton Doel: het versterken van de organisatie van aangepast badminton 1: het doorontwikkelen en organiseren van de trainersopleiding Aangepast Badminton
2: het zijn van een kenniscentrum Aangepast Badminton
Product: trainersopleiding Sportleider Aangepast Badminton
Activiteit: borgen van kennis en kunde inzake Aangepast Badminton in de organisatie
Resultaat: in 2016 zijn er twee trainersopleidingen Aangepast Badminton georganiseerd met minimaal 20 deelnemers.
Resultaat: in 2016 zijn minimaal twee vrijwilligers aan Badminton Nederland verbonden als kennis houders van Aangepast Badminton (zowel top- als breedtesport)
Uitvoering: bondsbureau
Uitvoering: bondsbureau
Speerpunt 5: Organiseren van activiteiten voor niet-leden Doel: het interesseren van niet-leden voor de badmintonsport 1: het interesseren van de jeugd van 4 tot 12 op de buitenschoolse en naschoolse opvang (BSO/NSO) voor bewegen in het algemeen en de badmintonsport specifiek
2: het stimuleren van verenigingen om de kansen omtrent buurtsportcoaches aan te grijpen
3: het aanbieden van flexibeler badmintonaanbod door Badminton Nederland
Product: Sport en Spel op de BSO
Product 1: informatieavonden Buurtsportcoaches
Product: flexibel badmintonaanbod door Badminton Nederland
Resultaat: in 2016 hebben 75 verenigingen het project uitgevoerd en hebben 3.000 kinderen op de BSO kennis gemaakt met badminton.
Resultaat: in 2013 heeft in iedere regio minimaal één informatieavond Buurtsportcoaches plaatsgevonden.
Uitvoering: verenigingen Product 2: toolkit aanvraag Buurtsportcoaches Resultaat: in 2013 is de toolkit Buurtsportcoach ontwikkeld en is hieraan bekendheid gegeven onder de leden van Badminton Nederland.
Resultaat: in 2013 heeft er minimaal op 1 locatie een pilot gedraaid. Afhankelijk van de uitkomsten van de pilot is vanaf 2016 in elke regio dit concept op 1 locatie uitgevoerd. Uitvoering: bondsbureau en derden
Uitvoering: bondsbureau
3.2 Wedstrijdbadminton Het aanbod van Badminton Nederland voor haar leden is in de afgelopen jaren niet altijd goed zichtbaar geweest. Eén van de activiteiten waar Badminton Nederland zich duidelijk in kan profileren is de organisatie van de wedstrijdsport. De pijler Wedstrijdbadminton draagt bij aan popularisering van de badmintonsport en ledenbehoud en ledenwerving. 21
Perspectief Badminton Nederland is een bond die wedstrijden aanbiedt voor alle badmintonners. Hiermee zet Badminton Nederland de sport neer als een wedstrijdsport voor badmintonners van elk denkbaar niveau. Waar topsporters en wedstrijdspelers zich veelal willen meten in wedstrijden met een prestatief karakter, kunnen jeugd, volwassenen, veteranen en recreanten zich met elkaar meten met een recreatieve inslag. Het uitgangspunt is dat er een cultuurverandering binnen de badmintonverenigingen plaatsvindt, waarbij deelname aan wedstrijden door alle badmintonners van alle leeftijden als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Gezien de bijzondere wensen van recreanten wordt deze cultuurverandering voor hen alleen als gewenst maar niet vanzelfsprekend gezien. Het stevig verankeren van de ideologie dat badminton een wedstrijdsport is en als zodanig door de badmintonverenigingen aangeboden moet worden, vereist een duidelijk profilering van groepen, waarvoor wedstrijden worden aangeboden. Doelstelling pijler Wedstrijdbadminton ”Badminton Nederland biedt alle badmintonners in Nederland gericht, kwalitatief en aantrekkelijk wedstrijdaanbod” Onder alle badmintonners wordt verstaan: alle leden van Badminton Nederland, waarbij vier groepen worden onderscheiden: jeugd (6-18 jaar), jong volwassenen (19 – 35 jaar), veteranen (35 jaar en ouder) en recreanten. Het wedstrijdaanbod van topspelers is reeds aanwezig, d.w.z. de landelijke divisies en toernooiencircuits. De speerpunten 1 en 2 van de pijler Wedstrijdbadminton dragen samen bij aan het doel om badminton te profileren als wedstrijdsport door voor alle doelgroepen op maat competitie- en toernooivormen aan te bieden. In de volgende tabel brengt dit in beeld.
Competitie Toernooien
Beginnende jeugd Opstapcompetitie Opstaptoernooien
Regionale jeugd Jeugdcompetitie Regionale jeugdtoernooien
(Jong) volwassenen 18+ competitie Eéndagstoernooien
Recreanten
Veteranen
Recreantencompetitie Recreantentoernooien
Veteranencompetitie Veteranentoernooien
Wit (bestaand aanbod) / Grijs (nieuw of door te ontwikkelen aanbod) Hierbij geldt dat voor enkele van deze doelgroepen, te weten jeugd en (jong) volwassenen, reeds in alle regio’s een volwaardig competitieaanbod is. Er zal daarom bij competitie worden gefocust op een drietal andere groepen. Speerpunt 1: Badmintoncompetitie voor alle badmintonners
22
Doel: het neerzetten van badminton als competitiesport voor alle badmintonners 1: het regionaal organiseren van een competitie waar alle beginnende jeugd aan deel kan nemen
2: het ontwikkelen en regionaal organiseren van een competitie voor recreanten
3: het ontwikkelen en regionaal organiseren van Veteranencompetitie
Product: Opstapcompetitie
Product: Recreantencompetitie
Product: Veteranencompetitie
Resultaat: in 2013 is in elke regio minimaal één recreantencompetitie aangeboden waaraan minimaal 10 verenigingen hebben deelgenomen.
Resultaat: in 2013 is in elke regio minimaal één veteranencompetitie aangeboden waaraan minimaal 10 verenigingen hebben deelgenomen.
Uitvoering: RCW's
Uitvoering: RCW's
Resultaat: in elke regio zijn minimaal twee Opstapcompetities georganiseerd waaraan minimaal 10 verenigingen hebben deelgenomen. Uitvoering: RCW's
Speerpunt 2: Badmintontoernooien voor alle badmintonners Doel: het neerzetten van badminton als toernooisport voor alle badmintonners 1: het ontwikkelen en landelijk breed uitzetten van een toernooivorm voor beginnende jeugdspelers.
2: het ontwikkelen en regionaal organiseren van toernooien voor jeugd
3: het ontwikkelen en regionaal organiseren van toernooien voor jong volwassenen
4: het doorontwikkelen en regionaal organiseren van toernooien voor recreanten
5: het ontwikkelen en regionaal organiseren van toernooien voor veteranen
Product: Opstaptoernooi
Product: Regionaal jeugdtoernooi
Product: Eendagstoernooi
Product: Recreantentoernooi
Product: Veteranentoernooi
Resultaat: in 2013 hebben er in elke regio minimaal één recreantentoern ooi plaatsgevonden en worden er jaarlijks twee lande-lijke recreantentoernooien georganiseerd.
Resultaat: vanaf 2014 zijn er verspreid over alle regio’s minimaal 10 veteranentoernooien aangeboden en vindt er één afsluitend landelijk toernooi plaats.
Resultaat: in elke regio is vanaf 2013 minimaal één keer per jaar het Opstaptoernooi georganiseerd. Uitvoering: RCW's
Resultaat: in 2013 zijn er verspreid over alle regio´s minimaal 30 jeugdtoernooien in de genoemde vier leeftijdscategorieën georganiseerd. Uitvoering: verenigingen
Resultaat: in 2014 worden de eerste eendagstoernooien georganiseerd, waarna in 2016 in elke regio minimaal 5 eendagstoernooi en structureel worden aangeboden. Uitvoering: verenigingen
Uitvoering: verenigingen en bondsbureau
23
Uitvoering: verenigingen en bondsbureau
Speerpunt 3: Kwaliteitsimpuls Nederlandse Kampioenschappen en Yonex Dutch Open Doel: het verbeteren van de organisatie en imago van de belangrijkste toernooien van Badminton Nederland, waardoor deze interessant worden voor publiek en media (landelijk, regionaal en lokaal). 1: het verbeteren van de organisatie en imago van de Nederlandse Kampioenschappen (NK's)
2: het verbeteren van de organisatie en imago van de Yonex Dutch Open (YDO)
Activiteit: onderzoek naar verbetering organisatie en publiciteit en media aandacht NK's.
Activiteit: onderzoek naar verbetering organisatie en publiciteit en media aandacht Yonex Dutch Open
Resultaat: er is in 2013 een onderzoeksrapport gepresenteerd aan de LCW.
Resultaat: er is in 2013 een onderzoeksrapport gepresenteerd aan de LCW.
Uitvoering: bondsbureau
Uitvoering: bondsbureau
Speerpunt 4: Badmintonsportiviteit en respect Doel: het creëren van een sfeer waar badmintonspelers sportief en met respect met elkaar omgaan in wedstrijden en trainingen door verbetering van de spelregelkennis 2: vergroten aandacht voor spelregels bij sleutelfiguren in de vereniging
1: het vergroten van de bekendheid van de 'moeilijke' spelregels Product: spelregelquiz op website
Activiteiten: opnemen spelregeltoets in trainersopleidingen en versturen specifieke spelregelinformatie naar ccp-ers en toernooileiders
Resultaat: in 2013 wordt op de website de Spelregelquiz gelanceerd. Uitvoering: bondsbureau
Resultaat: in 2013 is de kennistoets Spelregels een vast onderdeel van de Sportleider 2 badminton en de informatie naar ccp-ers en toernooileiders. Uitvoering: bondsbureau
3.3 Kader Opleiden van sporttechnisch en bestuurlijk kader is essentieel om de verenigingstructuur een kwalitatieve impuls te geven. Badminton Nederland is van mening dat de vrijwilligers van de verenigingen ondersteund moeten worden in het werk wat zij voor de vereniging doen. Te meer omdat de verenigingen en vrijwilligers het fundament van Badminton Nederland vormen en de kritische succesfactor zijn in het behalen van doelstellingen. Deze pijler draagt bij aan de strategische doelstelling om leden te behouden en te werven door de vrijwilligers van de vereniging te versterken. Perspectief In het recente verleden (2006 – 2010) zijn de trainersopleidingen gemoderniseerd en wordt er sindsdien op drie trainerniveaus competentiegericht opgeleid. De modernisering heeft 24
plaatsgevonden met de maatstaven van de Kwalificatie Structuur Sport en hiermee is aansluiting gevonden op de trainersopleidingen van andere sportbonden en de beroepskaderopleidingen van het MBO en HBO. In de periode 2010 – 2011 hebben de scheidsrechtersopleidingen een kwalitatieve impuls gekregen door te voldoen aan de eisen van de Kwalificatie Structuur Arbitrage. In 2012 start het actieplan Naar een Veiliger Sportklimaat (VSK) van het ministerie van VWS en NOC*NSF, waarin wordt gewerkt aan het bevorderen van gewenst gedrag en aan het voorkomen en aanpakken van ongewenst gedrag. Met het actieplan worden sportgeneriek producten gecreëerd voor verenigingen en bestuursleden (1), trainers, coaches en begeleiders (2) en scheidsrechters en officials (3). Daar waar nodig biedt het actieplan voldoende ruimte om producten sportspecifiek te ontwikkelen en aan te bieden. Met het speerpunt Opleidingen wordt er in de periode 2013 – 2016 vervolg gegeven aan de activiteiten die in het verleden gezorgd hebben voor een goede basis en wordt er ingehaakt op de mogelijkheden die Naar een Veiliger Sportklimaat biedt om de kwaliteitsverbetering in de vrijwilligersscholingen aan te brengen.
25
Doelstelling pijler Kader “Meer en kwalitatief goed opgeleide vrijwilligers voor de badmintonvereniging ten einde deze te versterken.” Onder vrijwilligers wordt verstaan: trainers, coaches en begeleiders (1, hierna te noemen trainers), bestuurders (2), scheidsrechters en officials (3, hierna te noemen scheidsrechters), competitiecontactpersonen en toernooileiders (4, hierna te noemen wedstrijdorganisatie) en overig verenigingskader (5, d.w.z. alle vrijwilligers binnen de vereniging). Speerpunt 1: Kwaliteitsimpuls trainers Doel: het verbeteren van de kwaliteit van de inhoud van de trainersopleidingen, zodat deze aansluit bij de behoefte van de verenigingen en spelers 1: aanbieden van specifieke bijscholingen voor gediplomeerde trainers met aandacht voor specifieke groepen badmintonners
2: aanbieden van workshops waar respect en sociaal wenselijk gedrag centraal staat ter bevordering van het creëren van een veilig sportklimaat in de badmintonvereniging
3: vergroten zichtbaarheid van technische vaardigheden van trainers
4: stimuleren van positieve rol trainers, coaches en begeleiders binnen de vereniging
Producten: bijscholingen jeugd, senioren, veteranen, recreanten en wedstrijdspelers
Activiteit: erkennen van workshops Sociaal gedrag bij sporter, Seksuele Intimidatie en Weerbaarheid trainer
Activiteit: praktijkonderzoek naar zichtbaarheid van technische vaardigheden in trainersopleidingen
Activiteit: Sportief Coachen (binnen Naar een Veiliger Sportklimaat)
Resultaat: in 2016 hebben 350 trainers deelgenomen aan minimaal één van de ontwikkelde scholingen Uitvoering: bondsbureau en derden
Resultaat: in 2016 hebben 100 badmintontrainers en 50 scheidsrechters deelgenomen aan minimaal één van de workshops
Resultaat: in 2013 is het praktijkonderzoek technische vaardigheid trainers afgerond Uitvoering: bondsbureau en derden
Uitvoering: bondsbureau i.s.m. andere sportbonden
26
Resultaat: in 2016 hebben 20 verenigingen meegedaan aan het verenigingstraject Sportief Coachen Uitvoering: bondbureau i.s.m. andere sportbonden
Speerpunt 2: Voor elke bondscompetitiespeler een competente trainer Doel: het investeren in kwaliteit van de actieve en toekomstige trainers op het hoogste wedstrijdniveau, zodat de speler daar de vruchten van plukt 1: het opwaarderen van de waarde trainerslicentie door deze een garantie te laten zijn voor de kwaliteit van de trainers
2: verhogen van gemiddelde technische vaardigheid van de trainers
Activiteit: herzien licentiereglement en uitvoering ervan
Product 1: onderzoek toelatingseisen trainersopleidingen
Resultaat: in 2016 heeft elk competitieteam in de bondscompetitie een competente trainer
Product 2: scholing technische vaardigheid, waardoor iedereen in de gelegenheid wordt gesteld te voldoen aan de toelatingseisen
Uitvoering: bondsbureau
Resultaat: in 2016 voldeden alle vanaf 2013 gediplomeerde trainers aan de minimale eisen van technische vaardigheid Uitvoering: bondsbureau
Speerpunt 3: Behoud van ex-topspelers en –speelsters voor de sport Doel: ex-topspelers en – speelsters stimuleren actief te blijven voor de sport (in dienst van Badminton Nederland). Badminton Nederland biedt de spelers, als de carrière ten einde komt, de mogelijkheid om hun ervaring en kennis te behouden voor de bondsorganisatie door middel van een op maat gesneden trainersopleiding. Product: trainersopleiding voor topsporters; van speler naar SL2B/SL3B/SL4B-trainer Resultaat: in 2016 zijn minimaal 5 (ex-)spelers behouden voor de badmintonsport Uitvoering: topbadminton en derden
27
Speerpunt 4: Voor elke bondswedstrijd een competente scheidsrechter Doel: het investeren in kwantiteit en kwaliteit van de scheidsrechters, zodat elke wedstrijd op bondsniveau gespeeld wordt met een bekwame scheidsrechter 1: het werven van nieuwe scheidsrechters door in te zetten op imagoverbetering
2: het scholen en binden van de scheidsrechters
Product: Week van de Scheidsrechter
Product: workshops Mentale weerbaarheid en Spelregeltoepassing voor gediplomeerde scheidsrechters
Resultaat: het imago van de scheidsrechter is verbeterd en het aantal scheidsrechters conform de eisen van de leveringsplicht is op peil gebleven.
Resultaat: in 2016 zijn alle (>99%) in de bondscompetitie actieve scheidsrechters gekwalificeerd en hebben zij deelgenomen aan minimaal één workshop.
Uitvoering: bondsbureau i.s.m. andere bonden
Uitvoering: bondsbureau en derden
Speerpunt 5: Werven en scholen van wedstrijdorganisatie Doel: het kwalitatief versterken van meer vrijwilligers die actief zijn met de organisatie van bonds- en regiocompetitie en toernooien. 1: het werven van verenigingstoernooileiders voor de organisatie van eendagstoernooien en veteranentoernooien
2: scholen en binden van wedstrijdorganisatie
Product: werving van en ontwikkelen toolkit voor Verenigingstoernooileiders
Product: één keer per jaar een workshop competitiecontactpersonen en workshop verenigingstoernooileider
Resultaat: in 2014 is de toolkit Verenigingstoernooileiders gepresenteerd. In 2016 beschikte elk badmintontoernooi over een bekwame verenigingstoernooileider.
Resultaat: in 2016 hebben 100 competitiecontactpersonen en 400 toernooileiders een workshop gevolgd.
Uitvoering: bondsbureau en derden
Uitvoering: bondsbureau en derden
28
Speerpunt 6: Meer vrijwilligers voor langere tijd Doel: het creëren van mogelijkheden voor verenigingen om meer vrijwilligers te werven en deze voor langere tijd te behouden 1: verenigingen handvatten bieden om zelf aan de slag te gaan met het tekort aan vrijwilligers
2: verenigingen handvatten bieden om vrijwilligers voor langere tijd aan de vereniging te binden
Activiteit : aanreiken van een methodiek om meer vrijwilligers te werven
Product: modules Besturen met een visie en Sportief Besturen
Resultaat: in 2016 hebben 20 verenigingen één van de methodieken succesvol ingezet.
Resultaat: in 2016 hebben 30 verenigingen deelgenomen aan het traject Besturen met een visie en daarvan hebben 15 verenigingen deelgenomen aan de module Sportief Besturen.
Uitvoering: bondsbureau eventueel i.s.m. derden Product: brochure vrijwilligersbeleid
Uitvoering: bondsbureau i.s.m. andere sportbonden
Resultaat: in 2013 heeft de bond haar visie op vrijwilligersbeleid in een brochure uiteengezet met concrete handvatten voor verenigingen. Uitvoering: bondsbureau
29
3.4 Topbadminton In het beleidsplan Topbadminton 2013 – 2016 wordt de analyse van de beleidsperiode 2009 – 2012 opgenomen. In het najaar van 2012 wordt dit beleidsplan gerealiseerd en begin 2013 ter goedkeuring voorgelegd aan de afgevaardigden. In deze paragraaf worden alvast de ontwerp-missie en -visie van Topbadminton binnen Badminton Nederland en hoofddoelen voor 2013 – 2016 gepresenteerd. Missie Topbadminton Badminton Nederland wil een doorslaggevende invloed uitoefenen op de verdere ontwikkeling en groei van het badminton in Nederland door structureel de aanwezige kwaliteiten van talenten optimaal te ontplooien en deze talenten optimaal te begeleiden naar het internationale topniveau van het WK- en OS-podium. Visie Topbadminton Badminton Nederland wil een topbadmintonaanbod van het hoogste kwalitatieve niveau aanbieden waarin betrokken mensen en (externe) organisatieonderdelen maximaal samenwerken om wereldtopprestaties van spelers mogelijk te maken. Deze visie wordt als volgt geoperationaliseerd: • Topbadminton is het bedrijven van een professie. Dat houdt in ambitie, inzet en betrokkenheid van alle betrokkenen. Het doorlopend maken van essentiële keuzes vloeit hieruit voort. • Topsportactiviteiten, hoe ver deze ook fysiek van een vereniging vandaan plaatsvinden, hebben tot doel om badmintonvaardigheden van spelers maximaal door te laten groeien. Badminton Nederland wil dit bereiken door gerichte en eenduidige trainingen aan te bieden in Schools, Academy’s, University en nationale selectie. • Verenigingen leiden talenten op, Badminton Nederland leidt topspelers op. Doelstellingen pijler Topbadminton Badminton Nederland streeft ernaar om de volgende concrete hoofddoelen te bereiken in de komende vier jaren: 1. Er kwalificeren zich minimaal twee spelers voor de Olympische Spelen 2016. 2. Er wordt minimaal één kwartfinaleplaats behaald tijdens iedere WK. 3. Er wordt minimaal één bronzen medaille behaald bij de WJK. De doelstellingen worden in tussendoelen, activiteiten en randvoorwaarden uitgewerkt in het beleidsplan Topbadminton 2013 – 2016.
30
Hoofdstuk 4
Financiën
Badminton Nederland gaat de komende jaren door op de ingeslagen weg om een klantgerichte en dienstverlenende organisatie te zijn, die producten en diensten aanbiedt voor alle badmintonners in Nederland. De verschillende badmintonners hebben ieder eigen wensen ten aanzien van het aanbod van Badminton Nederland. De bond gaat inspelen op deze verschillende behoeftes door haar aanbod gedifferentieerd aan te bieden en daar de kosten eerlijk voor te verdelen. Financieel gezond blijven De beschikbare financiële middelen worden voornamelijk ingezet om de nieuwe strategische doelstellingen te realiseren. Er worden hierbij ten opzichte van het verleden accenten verlegd, maar ook nieuwe bronnen gezocht. Het financieel beleid wordt flexibel ingericht, waardoor nieuwe producten en diensten alleen zullen worden ontwikkeld indien er externe inkomsten of extra bijdragen van de leden beschikbaar zijn. Badminton Nederland gaat doel- en resultaatgericht werken en past daar het activiteiten- en serviceniveau op aan. Om bovenstaande te bereiken worden op het financiële vlak drie interventies gepleegd: 1. herzien van contributiesystematiek en; 2. introduceren van servicepakketten en; 3. binden van sponsoren en suppliers voor langere termijn. Interventie 1: herzien van contributiesystematiek De huidige contributiesystematiek is gebaseerd op solidariteit. Er is een jeugd- en een volwassenentarief, waarbinnen alle leden eenzelfde bondsafdracht hebben. Ieder badmintonner betaalt even veel, ongeacht wat hij of zij aan diensten of producten afneemt. Badminton Nederland gaat de contributiesystematiek herzien, zodat degenen die het meeste profijt hebben daar ook voor betalen. Het is de bedoeling dat het bestaande volledige solidariteitsprincipe voor individuele leden wordt losgelaten en dat de bondsafdracht van de individuele badmintonner afhankelijk wordt van de mate waarin een badmintonner gebruik maakt van de diensten van Badminton Nederland. Essentieel is wel dat de organisatie voldoende middelen blijft verwerven om de door de leden gewenste algemene dienstverlening te kunnen blijven bieden. Resultaat: in januari 2014 wordt de nieuwe contributiesystematiek ingevoerd, waarbij de omslag van solidariteit naar profijt wordt gemaakt en de dienstverlening gedifferentieerde prijzen krijgt. Interventie 2: introduceren servicepakketten Bij een gedifferentieerde prijsstelling past een gedifferentieerd aanbod van producten en diensten. Badminton Nederland introduceert reeds in 2012 verschillende servicepakketten, die in 2013 worden uitgewerkt. De pakketten die worden onderscheiden zijn: verenigingspakket, basispakket badmintonspeler, recreantenpakket, jeugdpakket en competitiespelerpakket. Resultaat: in januari 2013 zijn de servicepakketten de basis van het aanbod voor alle badmintonners.
31
Interventie 3: binden van sponsoren en suppliers voor langere termijn De baten van Badminton Nederland bestaan voornamelijk uit contributies en subsidies. De wens is om de kosten voor ontwikkeling en implementatie van producten en organisatie van evenementen gedeeltelijk te dekken door externe partijen. Sponsoren en suppliers hebben een toenemende belangstelling voor breedtesport en maatschappelijke doelen. In lijn van hun eigen missie en visie kunnen zij een bijdrage leveren aan de realisering van de strategische doelstellingen van Badminton Nederland. Er wordt niet primair gezocht naar financiering van activiteiten (traditionele sponsoring), maar naar partnerships waar Badminton Nederland haar strategische doelstellingen kan realiseren en de sponsor/supplier diens maatschappelijke doelen kan behalen. Resultaat: in 2016 zijn de kosten van minimaal 3 producten en 3 evenementen voor minimaal 25% gedekt door sponsoren/suppliers.
32
Hoofdstuk 5
Organisatie
Badminton Nederland is als organisatie zo ingericht dat dienstverlening aan verenigingen en badmintonners optimaal kan plaatsvinden. Om de organisatie en structuren inzichtelijk te maken wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan: de werkorganisatie, het bestuursmodel en de strategische cyclus, inrichting van de organisatie, persoonlijke ontwikkeling en samenwerking. 5.1 Werkorganisatie De werkwijze en organisatie zal ook in de komende beleidsperiode gericht zijn op tevredenheid bij de afnemer. Er zal kritisch worden gekeken naar nut en noodzaak van procedures, efficiëntie van werken, de aansturing van vrijwilligers en het imago van de bondsorganisatie. Daarnaast wordt de werkwijze van de organisatie continu getoetst op klantgerichtheid, rendement, slagvaardigheid en transparantie. 5.2 Bestuursmodel Badminton Nederland Badminton Nederland wordt geleid door het Bondsbestuur, dat verantwoording aflegt aan de Bondsvergadering bestaande uit 32 afgevaardigden. Het bondsbestuur neemt onder meer alle beslissingen in het belang van Badminton Nederland, waarin niet in de statuten en reglementen en/of door besluiten van de Bondsvergadering is voorzien en de dagelijkse gang van zaken. Het leiding geven aan de werkorganisatie is gedelegeerd aan de bondsdirecteur. Naast een vertegenwoordiging van de verenigingen door de afgevaardigden bestaat de behoefte om individuele verenigingen actief te laten deelnemen aan de besluitvorming. Teneinde dit vorm te geven zal in de komende beleidsperiode een structuur worden opgezet waarin inspraakmogelijkheid wordt meegenomen. In de komende beleidsperiode zal een bestuursstatuut voor het bondsbestuur van Badminton Nederland worden ontwikkeld om rol en verantwoordelijkheden van het bestuur helder uiteen te zetten. Hierbij worden de richtlijnen van de Beginselen van Goed Sportbestuur zoals omschreven door NOC*NSF gehanteerd en is het uitgangspunt dat het Bondsbestuur primair de strategische koers bepaalt. De beroepsorganisatie informeert en adviseert het bestuur, voert de regie over de uitvoering en doet daarnaast de beleidsvoorbereiding. 5.3 Strategische cyclus Badminton Nederland Er is een duidelijk samenhang tussen het vierjarige meerjarenplan en de jaarlijkse activiteitenplannen en –verslagen van Badminton Nederland. In het meerjarenbeleid zijn strategische doelstellingen uitgewerkt in operationele resultaten. Deze doelen worden vervolgens vertaald in activiteiten die jaarlijks worden vastgelegd in het jaarplan, waarvan jaarlijks verslag wordt gedaan. Daarnaast maken de jaarlijkse regiovergaderingen als interactief aspect deel uit van de strategische cyclus. Hierbij worden leden uitgenodigd mee te praten over voorgenomen beleid en uitvoering daarvan. Door deze cyclus blijft flexibiliteit mogelijk, omdat op tijd kan worden bijgestuurd en ingespeeld op actuele ontwikkelingen.
33
5.4 Inrichting organisatie en organisatieontwikkeling De organisatie van Badminton Nederland kent in de huidige situatie verschillende instituties: van bondsbestuur, bondsbureau, afgevaardigden, diverse commissies, regioteams tot verenigingen et cetera. Aan elke institutie is een rol toegedicht dan wel verantwoordelijkheden toegewezen en in de loop der tijd ontwikkelen delen van de organisatie zich in de eigen werkomgeving. Het werkbaar houden van de delen van een organisatie is een continu proces van structureren van de inrichting en ontwikkeling van de organisatie. In de aankomende beleidsperiode werkt Badminton Nederland daaraan door de focus te leggen op deze punten. Inrichting werkorganisatie De werkorganisatie van Badminton Nederland bestaat uit beroepskrachten en de vrijwilligers op landelijk en regionaal niveau die een structurele Badminton Nederland taak uitvoeren. De benodigde expertise is geborgd in de beroepsorganisatie. De continuïteit van handelen wordt gerealiseerd door een goede samenwerking en heldere rolverdeling tussen beide. De beroepsorganisatie heeft een beleidsvoorbereidende en –uitvoerende taak. De vrijwilligers in commissies en expertgroepen hebben een adviserende rol in de beleidsvorming. De vrijwilligers in de regioteams voeren de uitvoerende taken op regionaal niveau uit. Wat cruciaal is voor de bedrijfsvoering wordt uitgevoerd door beroepskrachten, in dienst van Badminton Nederland dan wel door derde partijen. Waar mogelijk en gewenst worden uitvoerende taken neergelegd bij vrijwilligers, die worden aangestuurd door beroepskrachten. Om aan de behoefte aan kennis en kunde vanuit het veld te kunnen voorzien wordt er in de komende beleidsperiode gebruik gemaakt van zogenaamde expertgroepen. Onder leiding van de bestuurlijk portefeuillehouder worden - afhankelijk van relevante thema’s diverse experts uitgenodigd. De expertgroepen hebben geen bindende adviesfunctie, maar dragen bij aan het maken van een goede analyse van de knelpunten op hun expertisegebied en bieden een verzameling van kennis, ervaringen en ideeën. Organisatieontwikkeling Badminton Nederland biedt, naast het reguliere aanbod, veel producten en diensten aan waarvan geconstateerd is dat deze in gevarieerde mate door verenigingen worden afgenomen. Afname van producten en diensten is bij veel verenigingen geen vanzelfsprekendheid, ook al passen de producten en diensten bij het aanbod van de verenigingen. Hierbij valt te denken aan Yonex Kids Games of de Opstapcompetitie. Soms wordt het product of dienst wel afgenomen, maar is niet herkenbaar dat deze door Badminton Nederland is ontwikkeld of wordt aangeboden. De wijze van aanbieden is, zoals beschreven in paragraaf 1.2.3, in de afgelopen beleidsperioden meer dan eens gewijzigd. Om de afname van deze producten en diensten tot een succes te maken, moet de organisatie van Badminton Nederland zich doorontwikkelen, waarbij de regioteams een cruciale rol worden toebedeeld in uitvoering en ontwikkeling. Grafiek 5.1 presenteert het model dat daarbij voor ogen wordt gehouden.
34
Grafiek 5.1: cruciale rol regioteams bij organisatieontwikkeling Bondsbestuur/ bondsbureau Regioteams
uitvoering ideevorming
Verenigingen
De regio’s vormen een kritische succesfactor bij de ontwikkeling en uitvoering van producten en diensten. Er komt specifieke aandacht voor de samenhang tussen regionaal en landelijke beleid en de taken en verantwoordelijkheden van regiovrijwilligers. In het kader van organisatieontwikkeling ligt de nadruk op de volgende punten: - accent van taken van de regioteams wordt – naast organisatie van regiocompetitie – gelegd op onderhouden van relatie met de verenigingen in de regio; - het werven van voldoende vrijwilligers voor de regioteams; - gedurende de beleidsperiode zal gewerkt worden aan verdere optimalisatie van de taak- en rolverdeling van vrijwillige en beroepsorganisatie en aan de heldere communicatie van deze verdeling naar verenigingen. 5.5 Ontwikkeling van functie-invulling De werkorganisatie van Badminton Nederland bestaat uit vrijwilligers en beroepskrachten. In het meerjarenbeleid van 2013-2016 wordt bij de realisering van de strategische doelstellingen aan beide een cruciale rol toegedacht. Om slagvaardig en efficiënt de gewenste resultaten te behalen zal Badminton Nederland investeren in de ontwikkeling van betrokkenen. Te denken valt aan het in kaart brengen van benodigde competenties per functie en mogelijke versterking van functioneren. Hiermee wordt aangesloten bij beleid van NOC*NSF en sociale partners. 5.6 Samenwerking met externe partners Badminton Nederland zal in de komende beleidsperiode proactief samenwerkingsmogelijkheden onderzoeken en partners selecteren en benaderen. Hierbij valt te denken aan andere sportbonden, belangenorganisaties, gemeenten en commerciële bedrijven. Het uitgangspunt is samenwerking te realiseren voor de lange termijn die de badmintonsport en/of Badminton Nederland versterkt.
35
Hoofdstuk 6 Overzicht financiële en personele middelen en planning Raming personele Raming financiering door inzet (dd/4 jaar) investering (€) derden / eigen middelen Product/Activiteit Imago, ledenbehoud en -werving Week van Badminton * Nieuw (digitaal of papieren) promotiemedium Intensiveren relatie met de media Marketingplan evenementen Communicatieplan Corporate accounts Facebook, Twitter, Hyves en LinkedIn Jeugdbeleid Badminton Nederland Lesprogramma en materialenpakket jongste jeugd * Kortingen Badminton Nederland Pas en kortingen voor verenigingen Accommodatieplan Trainersopleiding Sportleider Aangepast Badminton* Borgen kennis en kunde aangepast badminton in organisatie Sport en Spel op de BSO* Informatieavonden en toolkit Buurtsportcoaches* Flexibel badmintonaanbod door Badminton Nederland * Wedstrijdbadminton Opstapcompetitie Recreantencompetitie Veteranencompetitie Opstaptoernooi* Regionaal jeugdtoernooi Eendagstoernooi
480 140 40 16 24 8 56 80 80
70.000 30.000 2.000 5.000 1.000 3.000 -
50/50 50/50 0/100 0/100 0/100 25/75 -
16 25 8 300 40 50
5.000 2.000 1.000 3.000 -
0/100 0/100 0/100 0/100 -
40 50 50 50 40 50
14.000 -
0/100 -
36
2013
Planning 2014 2015
2016
Raming personele Raming inves- financiering door inzet (dd/4 jaar) tering (€/4 derden / eigen jaar) middelen Product/Activiteit Wedstrijdbadminton (vervolg) Recreantentoernooi Veteranentoernooi Onderzoek verbetering organisatie, publiciteit en mediaaandacht NK’s Onderzoek verbetering organisatie, publiciteit en mediaaandacht YDO Spelregelquiz op website Spelregeltoets in trainersopleidingen en versturen spelregelinformatie naar ccp-ers en toernooileiders Kader Bijscholingen jeugd, senioren, veteranen, recreanten en wedstrijdspelers * Erkennen workshops Sociaal gedrag bij sporters, Seksuele Intimidatie en Weerbaarheid trainer Praktijkonderzoek zichtbaarheid technische vaardigheden in trainersopleidingen Sportief Coachen Herzien licentiereglement en uitvoering Onderzoek toelatingseisen trainersopleidingen en scholing Trainersopleiding voor topsporters* Week van de Scheidsrechter Workshops Mentale weerbaarheid en Spelregeltoepassing voor scheidsrechters*
80 100 10
18000 17000 -
25/75 25/75 -
10
-
-
10 16
1000 -
0/100 -
110
13000
0/100
40
-
-
10
-
-
100 55 13 100 25 50
17.000 1.000 4.000
0/100 0/100 0/100
37
2013
Planning 2014 2015
2016
Werving van en ontwikkelen toolkit voor Verenigingstoernooileiders Jaarlijkse workshop ccp-ers en Verenigingstoernooileiders Aanreiken methodiek om meer vrijwilligers te werven Brochure vrijwilligersbeleid Modules Besturen met een visie en Sportief Besturen Totaal
20
-
-
70 25 20 160 2.667
6.000 213.000
0/100 -
ontwikkelfase implementatie / uitvoering * bij deze producten/activiteiten betaalt de afnemer een vergoeding aan Badminton Nederland
38
BIJLAGEN 1. Analyse ledengroei De autonome groei zou gerealiseerd worden door in te zetten op drie sporen: a. Het creëren en ondersteunen van grote verenigingen (met meer dan 250 leden), zodat Badminton Nederland effectief afspraken kan maken met lidverenigingen om ledengroei te realiseren. Het streven was om nauw samen te werken met 100 verenigingen. Tal van verenigingen gaven aan wel behoefte te hebben aan dergelijke samenwerking, maar waren niet bereid dit concreet te maken. Het afsluiten van convenanten bleek weerstand op te roepen bij de verenigingen, omdat het vastleggen van afspraken tot wederzijdse inspanningen als te dwingend werd ervaren. In 2011 is er met in totaal tien verenigingen, de zogenaamde strategieverenigingen, intensief samengewerkt op de onderwerpen die bijdragen aan het behalen van beide strategische doelen. b. Stimuleren van aanmelding van grijze leden Er zijn veel verenigingen die niet al hun leden hebben aangemeld bij de bond, de zogeheten grijze leden. In 2007 werd becijferd dat het werkelijk aantal leden van de bond op dat moment 30 tot 40 duizend leden hoger zou zijn dan daadwerkelijk opgegeven wordt. Er is getracht om de verenigingen financieel te prikkelen de grijze leden aan te melden door het stellen van prijsverschillen tussen leden en niet-leden en een voorstel te doen van een nieuwe contributiesystematiek. Tevens is in 2008 een vaste contributieperiode van twee jaar ingesteld, waar de vereniging onbeperkt leden kon aanmelden zonder dat daar contributie voor afgedragen hoeft te worden. Deze maatregelen zijn in 2010 met 1 jaar verlengd, maar hebben niet geleid tot ledengroei op bondsniveau. c. Individuele leden Er is ingezet op het werven van individuele leden. Dit konden personen zijn die slechts enkele diensten willen afnemen (zoals toernooien) of aan enkele producten willen deelnemen (zoals speedbadminton). In 2009 heeft het project speedbadminton bijna 100 nieuwe leden opgeleverd, wat niet opwoog tegen de kosten, waardoor dit project in het najaar van 2010 is stopgezet. In december 2011 staan er 65 individuele leden bij Badminton Nederland geregistreerd. De groei door samenwerking zou gerealiseerd worden door te investeren op samenwerkingen met andere organisatie die ook badminton aanbieden: d. Andere formele badmintonorganisaties Dit heeft er toe geleid dat de Recreatieve Badminton Bond (RBB) in 2009 is aangesloten bij Badminton Nederland, hetgeen circa 1.000 leden heeft opgeleverd. Op reguliere basis wordt met elkaar gesproken om elkaars strategische doelen samen te realiseren en dat werkt naar beider tevredenheid. In de afgelopen beleidsperiode zijn de contacten met Helmondse Badminton Bond (HBB) en Bossche Badminton Federatie (BBF) 39
meerdere malen aangehaald. Dit heeft niet geleid tot een vorm van formele samenwerking of een intentie daartoe. De HBB en BBF hebben in de laatste gesprekken duidelijk aangegeven niets te zien in een formele samenwerking of integratie met Badminton Nederland. e. Samenwerkingsverbanden van verenigingen Er is in 2010 geïnventariseerd waar verbanden tussen verenigingen zijn, die onderling competities regelen en deze zijn benaderd voor samenwerking. Dit zijn onder andere de Hoeksche Waardcompetitie en de competities in regio Noord. Er zijn enkele initiatieven genomen tot contact, maar er is geen interesse in (formele) samenwerking met Badminton Nederland.
2. Evaluatie product- en dienstenaanbod Om de strategische doelstellingen te behalen zijn er concreet producten en diensten in de (badminton)markt gezet om deze te bereiken. In het volgende wordt de status van alle producten en diensten in de beleidsperiode 2009 – 2012 op een rij gezet. 1. Yonex Kids Games Doel: niet-competitiespelers in de leeftijd van 8-15 jaar een licht competitief product aanbieden waardoor er kennisgemaakt wordt met badminton als wedstrijdsport. Een nevendoel hierbij is samenwerking tussen verenigingen te stimuleren; de Yonex Kids Games wordt gekenmerkt door een uitwisselingscircuit met 4 verenigingen bij elkaar in de buurt. Resultaat: Yonex Benelux heeft zich geschaard achter het concept middels een sponsoring van €3.000 per jaar (periode 2011-2013). Ook het buitenland erkent de sporttechnische meerwaarde van het product, want de Deense Yonex-vestiging heeft hier specifiek interesse voor getoond. In alle regio’s (behalve Limburg) zijn op kleine schaal circuits gerealiseerd. In de praktijk bleek het product meer aan te slaan bij de jonge doelgroep, dus wordt het aangeboden als activiteit voor jeugd in de leeftijd tussen 8 en 12 jaar. De organisatiestructuur waarbij er meerdere verenigingen een circuit vormen is slecht van de grond gekomen, omdat badmintonverenigingen niet kunnen of niet willen samenwerken. 2. Opstapcompetitie Doel: een laagdrempelige competitie (qua regelgeving en niveau) aanbieden aan jonge jeugd om kennis te maken met badminton als wedstrijdsport. Resultaat: Badminton Nederland voorziet hiermee in de behoefte om badminton neer te zetten als wedstrijdsport voor iedereen. Verenigingen die deelnemen erkennen dat alle leden, dus ook de jonge, nieuwe, kinderen competitie moeten spelen. Dat draagt bij aan het binden van de huidige leden. In de meeste regio’s is er een regionale coördinator die deze succesvolle activiteit, hoewel nog op kleine schaal, organiseert. Alleen in de regio’s Noord en Limburg zijn geen Opstapcompetities gerealiseerd. De verenigingen omarmen 40
de gedachte van de Opstapcompetitie, waarbij elk jeugdlid badmintonwedstrijden moet spelen, niet. Hierdoor blijft afname door en vraag van verenigingen achter bij de wens om alle jeugdleden een competitievorm te laten spelen. 3. Deeldiploma’s Doel: ontwikkelen van een algemene, verantwoorde trainingslijn om op gestructureerde wijze te komen tot beter en leuker badminton. Resultaat: de deeldiploma’s zijn niet doorontwikkeld, maar de producten hebben nog steeds hun landelijke bekendheid (diploma’s worden nog steeds verkocht) en worden toegepast in de trainingen. 4. Trimminton Doel: het gezondheidsbevorderende karakter van de sport benadrukken en aanbieden voor recreanten die meer uit badminton willen halen. Resultaat: in 2007 werd in de inventariserende gesprekken aangegeven dat verenigingen dit product wel zagen zitten voor hun recreantleden. In de praktijk bleek het draagvlak veel kleiner, waardoor Trimminton in de pilotfase gesneuveld is. In 2011 is er door een impuls van het Recreantenbeleid weer een soortgelijk product ontwikkeld waar de verenigingen in het voorstadium enthousiast over lijken: de START-trainingen. 5. Yonex Scholentoernooi Doel: ondersteunen van verenigingen die de voorronden van het Mission Olympic badmintonscholentoernooi organiseren ten einde de sport te promoten en de leden voor de vereniging te werven. Resultaat: in 2012 is besloten om de samenwerking met de landelijke organisator KVLO en de bijdrage in ondersteuning van Badminton Nederland aan de verenigingen stop te zetten. In de jaren 2008 – 2011 is gebleken dat het Yonex Scholentoernooi mondjesmaat bijdraagt aan bekendheid van de sport en dat het organiserende verenigingen nauwelijks nieuwe leden oplevert. De betrokkenheid van de organiserende verenigingen nam hierdoor af. 6. Aanbieden van nieuwe toernooivormen Doel: aanbieden van eenvoudige en makkelijk bereikbare wedstrijdvormen voor nietcompetitiespelers. Resultaat: in navolging van het al jaren succesvolle Landelijke Recreanten Team Toernooi zijn in 2010 en 2011 in eenzelfde concept Mix Recreanten Team Toernooien georganiseerd. Deelnemers aan die toernooi werden automatisch lid van de bond. Dit was meteen een succes, waardoor de plannen zijn gemaakt om vanaf 2012 het concept van recreanten team toernooien regionaal uit te rollen. 7. Speedbadminton Doel: ontwikkelen van een nieuwe sporttak binnen de bond met als doel individuele leden, die badminton vanwege het imago links laten liggen, aan de bond te binden. Resultaat: in 2009 is er in samenwerking met vijf verenigingen een toernooiencircuit georganiseerd, waaraan bijna 100 unieke sporters aan deelnamen. In 2010 is er weer 41
gepoogd een toernooiencyclus op te zetten en de verenigingen te ondersteunen om structureel speedbadminton aan te laten bieden. De groep geïnteresseerde speedbadmintonners bleek te klein om in georganiseerd verband te laten spelen, waardoor de verenigingen afhaakten. Cruciaal bleek dat verenigingen niet in staat waren om nieuwe activiteiten structureel te ontplooien en nieuwe leden te werven. 8. Strategieverenigingen Doel: ontwikkelen van een netwerk van 100 sterke verenigingen die de verenigingen in de directe omgeving kunnen versterken Resultaat: in 2007 zijn met ruim 100 verenigingen speerpuntgesprekken gevoerd. In eerste instantie leken 100 verenigingen wel mee te willen denken over de strategie van de badmintonbond, maar niet in staat te zijn of actief deel te willen nemen aan de uitvoering van de gekozen strategie. In 2011 is er met 10 verenigingen (en de RBB) een intensief samenwerkingsverband op verschillende maar specifieke terreinen gerealiseerd. De terreinen zijn: Jeugd (opstapcompetitie en Yonex Kids Games, Scholentoernooi), toernooiencircuits, topbadminton, kennisdeling, opleidingen, aangepast badminton en innovatief badmintonaanbod. Ondanks het ontbreken van de gewenste kwantiteit is het concept succesvol, want beide partijen prijzen de kwaliteit van de samenwerking en plukken er vruchten van. Naast de benoemde projecten zijn ook de volgende producten en diensten aangeboden: 9. Combinatiefuncties Badminton Nederland heeft zichzelf een informerende rol gegeven bij de regeling Impuls sport brede scholen en cultuur. De rijksoverheid financierde voor 60% de realisering van 2.500 FTE en de overige 40% komt uit co-financiering door de lokale overheden. De laatste actor mocht dan ook de inhoud bepalen van de invulling van de functionaris, wat de invloed op de activiteiten van de functionaris voor een sportbond klein maakt. Eind 2011 zijn er 1.800 functionarissen gerealiseerd, waarvan er 8 actief zijn in de badmintonsport. In een landelijke evaluatie van Mulier Instituut worden de combinatiefuncties als een succesvolle versterking voor sportverenigingen beschouwd. 10. Clubkoers In 2006 lanceerde Badminton Nederland in samenwerking met de KNLTB (tennis), Nevobo (volleyball) en KNZB (zwemmen) een digitaal instrument verenigingsondersteuning (met mogelijkheid inzet adviseur) aan. Dit product wordt beheerd door een gespecialiseerde partner op het vlak van electrnische omgevingen: WHISE. Clubkoers is in de periode 2006 – 2009 actief aangeboden aan de badmintonvereningen (tegen aantrekkelijke voorwaarden), maar heeft nauwelijks aftrek gevonden. In 2009 is de verkopende rol van Badminton Nederland stopgezet omdat Clubkoers niet gebruiksvriendelijk bleek te zijn en de kwaliteit van de inhoud van Clubkoers niet meer voldeed aan de eisen. In 2010 is er een projectgroep inhoud opgezet om de inhoud van Clubkoers te updaten en de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren. In 2012 verloopt de overeenkomst met de partners af, waarbij de bonden sceptisch staan over de resultaten die de afgelopen jaren zijn bereikt. 42
11. Modernisering trainersopleidingen Doel: omzetten van trainersopleidingen in nieuwe Sportleiderstructuur. Resultaat: in de periode 2006-2010 heeft Badminton Nederland een nieuwe opleidingsstructuur neergezet die aansluiting geeft bij de andere sportbonden en beroepsonderwijs. In 2006 is de Sportleider 3 badminton (zelfstandig trainer) gerealiseerd, in 2008 de Sportleider 2 badminton (jeugdtrainer/assistent trainer) en in 2010 de Sportleider 4 badminton (topbadminton trainer). De opleidingen zijn getoetst door het ministerie van VWS en daardoor rijkserkend. Dit levert het voordeel op dat deelnemers aanspraak kunnen maken op lokale subsidies en dat de status van het diploma geborgd is. 12. Masterplan Arbitrage Doel: samen met acht andere sportbonden het geven van een kwaliteitsimpuls aan het arbitrerend kader. Resultaat: eind 2009 is Badminton Nederland aangesloten (als tweede tranche) bij het Masterplan Arbitrage onder leiding van NOC*NSF. De kwaliteitsimpuls die is ingezet is gericht op verbetering van externe imagovorming en de interne organisatie van op- en begeleiding. De Kwalificatie Structuur Arbitrage is geïmplementeerd in de scheidsrechtersopleidingen, waardoor opleiders als cursisten een duidelijk profiel hebben waar ze voor opleiden of op worden geleid. De pilot van de opleiding is ingevoerd in het seizoen 2011/2012. In oktober 2011 deed Badminton Nederland mee aan de Nationale Scheidsrechtersweek, waarin landelijk werd opgeroepen om scheidsrechter te worden en deze groep te waarderen. In december 2011 is er een tevredenheidsmeting onder de scheidsrechters van Badminton Nederland gehouden waar de algemene tevredenheid een 7.5 scoort. 13. Recreantenbeleid Doel: uitwerken van beleidsplan specifiek gericht op de recreatieve badmintonspelers (opdracht afgevaardigden aan bondsbestuur in 2010). Resultaat: met een breed samengestelde projectgroep is een notitie geschreven, waarin verschillende beleids- en actiepunten omschreven zijn ten aanzien van deze groep badmintonners. In februari 2011 is de notitie door de Bondsvergadering goedgekeurd, waarna met de uitvoering van het plan is begonnen. Dit heeft bijvoorbeeld geresulteerd in de ontwikkeling van een trainingsprogramma voor beginnende recreanten. 14. Aangepast Badminton Doel: implementatie van de organisatorische integratie van de aangepast badmintonners binnen Badminton Nederland. Resultaat: vanaf 2010 is Aangepast badminton officieel onderdeel van Badminton Nederland (voorheen was dit onder gebracht bij Gehandicaptensport Nederland). Na een behoeftepeiling is er jaarlijks een bijeenkomst georganiseerd voor de aangepast badmintonverenigingen. Badmintonverenigingen die met aangepast badminton aan de slag wilden zijn ondersteund (2) en er is een trainersopleiding Sportleider Aangepast 43
Badminton ontwikkeld. Tot slot is er voor de nationale selectie aangepast badminton een bondscoach actief.
44