schoolgids 2015 / 2016
Utrechts Stedelijk Gymnasium anno 1474
Woord vooraf Geachte ouders en verzorgers, beste leerling, De schoolgids van het Utrechts Stedelijk Gymnasium vertelt u en jou alles over ons gymnasium. Het onderwijs, de ondersteuning, de activiteiten en de regels, alles vind je hier. Wij zijn erg trots op onze school, op alles wat zij onze leerlingen en medewerkers biedt. Op het feit dat het een gemeenschap is van jonge en oudere mensen die samen leven en leren. Het USG is in de afgelopen drie jaar uitgroepen tot ‘excellente school’ en dat willen wij in alle opzichten voortzetten. Met goede resultaten, een uitstekende ondersteuning en een uitdagend, vriendelijk klimaat. Vrijheid, ruimte geven en delen, zijn voor ons erg belangrijk. Leerlingen en docenten op het USG kunnen en willen graag veel doen. Daarom biedt het USG iedereen de best mogelijke kansen om uitstekend te zijn. Ik wens u en jou namens alle medewerkers een heel goed schooljaar toe.
Hanneke Taat, rector
2
Contact Utrechts Stedelijk Gymnasium Ina Boudier – Bakkerlaan 7 3582 VA Utrecht T 030 – 2122199
[email protected] www.usgym.nl IBAN: NL96 RABO 0101 481764 schoolleiding: mw. H. Taat, rector
[email protected] 030 – 2122199 mw P. Mostert en mw M. Mastbergen, afdelingsleiders onderbouw (leerjaar 1 en 2)
[email protected] [email protected] 030 – 2122199 dhr. E. Kamerbeek, conrector middenbouw (leerjaar 3 en 4)
[email protected] 030 – 2122199 dhr. A. van Diemen, conrector bovenbouw (leerjaar 5 en 6)
[email protected] 030 – 2122199 Bereikbaarheid: Het USG ligt vlak bij de afslag Utrecht Oost/Stadion. Reist u per openbaar vervoer, dan kunt u het beste lijn 12, richting Uithof/AZU gebruiken. Uitstaphalte: Rubenslaan. De reistijd vanaf het Centraal Station bedraagt circa 6 minuten.
3
Inhoud 1. Schoolkenmerken 08 Geschiedenis 09 Missie en visie 13 Resultaten
2. Onderwijs 17 Onderwijsontwikkeling 18 Onder-, midden- en bovenbouw 18 Klassieke vorming 19 Homerusprogramma 19 Honoursprogramma 21 Cambridge Engels 22 Versterkt talenonderwijs en internationalisering 23 Buitenlandse reizen 24 ELOS 25 Lessentabel 2015 - 2016
34 Mentoraat midden- en bovenbouw 34 Profielkeuze en keuzebegeleiding 36 Basiszorg en extra zorg 36 Ondersteuningsteam 39 Huiswerkbeleid 40 Taal 39 Overstappen 40 Steunlessen 40 Contactpersonen
4. Schoolloopbaan (cijfers en normen) 44 Algemeen 45 Eindrapport 46 Leerjaar 1 46 Leerjaar 2 t/m 5 47 Onderbouw 47 Overgangsnormen 48 Middenbouw 48 Overgangsnormen 50 Maatschappijleer 51 Keuzevak Spaans of Chinees 51 Bovenbouw
5. Organisatie en regels 3. Leerlingondersteuning 28 Onder-, midden- en bovenbouw: drie afdelingen, drie ontwikkelingsfasen 30 Magister 31 Huiswerkuren 32 Mentoraat onderbouw 33 Dyslexieprotocol 4
56 NUOVO 56 Schoolleiding 56 Coördinatoren 57 Medezeggenschap 57 Ouderraad 58 Mediatheek 59 Omgangs- en integriteitscode 59 Veiligheidsbeleid 59 Sociale veiligheid
62 Fysieke veiligheid 62 Schoolfondsen 63 Schoolkosten 63 Werkweken 64 Lesmaterialen 64 Sponsoringbeleid 65 Toetsing 58 Maatschappelijke stage 66 Aanmelding 68 Lestijden
81 Gebruik computers en netwerk 82 Rond het gebouw 82 Lockers 82 Aansprakelijkheid 83 Publicatierecht 83 Gezichtssluier 83 Werkweken en uitwisselingen 84 Videobewaking
7. Communicatie 6. Schoolregels 71 Te laat komen 71 Ziekte 72 ziek naar huis 72 Ongeoorloofd verzuim 73 De leerplichtambtenaar 73 Rij-examens onder schooltijd 73 Aanpak verzuim 74 Verzuimcoördinatoren 74 Verlof 75 Feesten 76 Afwezigheid van de docent 76 Verwijdering uit de les 76 Zorg voor het schoolgebouw 77 Mobiele telefoons 77 Digitale media 78 Alcoholbeleid 79 Rookvrije school 79 Lichamelijke opvoeding 79 Huiswerk en toetsen 79 Fraude 80 Geweld, diefstal en drugs 80 Rechten schoolleiding 80 In en rondom het gebouw 81 Mediatheek en studieruimtes
85 Klassenouders 85 Protocollen 85 Klachtenregeling 86 Disclaimer
5
6
7
1. Schoolkenmerken Geschiedenis Het Utrechts Stedelijk Gymnasium is één van de alleroudste scholen van ons land en verreweg de oudste van de stad Utrecht. Op 4 december 1474 werd de “Hieronymusschool” gesticht door de Broeders des Gemeenen Leevens - met als beroemde stichter en leider Geert Grote - in Utrecht. Als voorlopers van de ideeën van Renaissance en Humanisme streefden de Broeders naar vernieuwing van het verstarde Middeleeuwse onderwijs. Zij kregen op de dag van de stichting door een erfenis de beschikking over een pand dat als eerste schoolgebouw diende: het stond precies in de bocht van de Kromme Nieuwe Gracht, waar deze het dichtst bij de singel komt - en toen dus ook bij de stadsmuur. Naast dit gebouw stond eeuwenlang de Porta Latina, de Latijnse poort, die nog steeds in de Cantus, ons schoollied, wordt bezongen.
8
In 1578 maakte de Vroedschap van Utrecht de Hieronymusschool tot Stadsschool en werd deze De Grote School van de stad. In 1634 werd de Illustere School gesticht, waaruit twee jaar later de Utrechtse Universiteit ontstond. De Hieronymusschool kreeg toen de taak om leerlingen voor te bereiden op deze universiteit. In 1876 maakte de nieuwe wet op het hoger onderwijs van alle Latijnse scholen, dus ook de Hieronymus, gymnasia. Van de vijf gebouwen waarin de school ooit is gehuisvest, bestaan er nog drie. In 1830 verliet men het eerste gebouw aan de Kromme Nieuwe Gracht, dat spoedig daarna werd afgebroken. De school betrok aan het Domplein een pand, dat ook niet meer bestaat. In 1841 ging men naar de zuidzijde van de Minrebroederstraat, vlakbij de Ganzenmarkt. Dit gebouw staat er nog, evenals de huisvesting aan de noordkant van die straat, waarin de school in 1880 werd ondergebracht. In 1884 kwam de voorzijde van dit gebouw door uitbreiding aan het Janskerkhof te liggen. In 1932 verhuisde het gymnasium onder groot feestvertoon naar het gebouw aan de Homeruslaan en het Minervaplein, die toen ook beide hun bij de school passende naam kregen. In 2011 verhuisde het USG naar een markant nieuw gebouw aan de Ina Boudier-Bakkerlaan. De school beschikt nu voor de komende decennia over een ruim en modern gebouw, waarin wij gymnasiaal onderwijs voor de toekomst kunnen bieden. Er zijn ruime lokalen, royale ict-voorzieningen en veel mogelijkheden tot gevarieerd en zelfstandig onderwijs. Missie en visie Onze school probeert zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de capaciteiten van de leerlingen, bovendien op een manier die past bij de wensen van de huidige samenleving. De taak van het USG is het opleiden van onze leerlingen tot democratische en verantwoordelijke burgers. Kennisoverdracht en burgerschapsvorming zijn de kernbegrippen die hierbij horen. Kennis vergaren is in onze ogen een van de belangrijkste en mooiste zaken in een mensenleven. Daarnaast is weloverwogen denken en handelen belangrijk. Mensen moeten kunnen samenwerken, omgaan met verschillen en keuzes kunnen maken. Dat betekent voor ons dat alle bij de school betrokkenen een volwaardige bijdrage leveren aan de bloei van de school als sociale gemeenschap. Gemeenschapszin en plichtsbesef zijn hierbij kernbegrippen.
9
De kwaliteit van ons onderwijs wordt vooral bepaald door de kwaliteit van onze docenten. Wij streven naar een academisch gevormd, bevoegd en enthousiast docentencorps. Onze docenten houden van hun vak, zijn veeleisend voor zichzelf en voor hun leerlingen, ondersteunen en waarderen hun leerlingen. Wij beogen een opleiding die in breedte en diepgang voortdurend het beste nastreeft. Voorbeelden zijn het uitgebreide aanbod, hogere dan gemiddelde examenresultaten, gerichte aandacht voor intellectuele vorming door bijvoorbeeld debatteren en kritisch denken. Het gymnasium onderscheidt zich van ander vwo onder andere door de klassieke talen. Zij vormen de basis van kennis over onze cultuur en een bron van inspiratie. Dat maakt hen van essentieel maar niet uitsluitend belang voor de intellectuele vorming van onze leerlingen. Zij behoren tot het brede kennispakket dat wij onze leerlingen bieden en waarmee zij de moderne samenleving binnentreden. Het USG biedt de leerlingen en de medewerkers een optimale uitdaging door een breed pakket van onderwijsactiviteiten en ondersteuning. Wij bieden hun veel ruimte en vrijheid en proberen zo goed mogelijk rekening te houden met verschillen tussen leerlingen en medewerkers. Wij kiezen echter niet voor zuiver individueel gericht onderwijs, omdat leren een sociale activiteit is. Leerlingen en medewerkers maken bovendien deel uit van de school als samenhangend geheel. Differentiatie en participatie zijn hier de kernbegrippen. Intellectuele vorming betekent dat medewerkers de leerlingen inspireren tot zelfstandig denken, hun leergierigheid aanspreken, een open en kritische houding stimuleren. Leren is een wederkerig proces: docenten en leerlingen werken daarbij samen. De docent is de leermeester, de leerling trekt zich aan hem of haar op. Onderzoekend leren is hierbij de methode. Wij verwachten van onze leerlingen zelfstandigheid en inzet. Huiswerk maken, discipline opbrengen, regelmaat en nauwgezetheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor succes op het USG.
10
11
Een leerling kan niet zonder zijn of haar docenten, niet zonder klasgenoten en niet zonder ouders of verzorgers die hem of haar ondersteunen. Wij verwachten van ouders dat zij positief betrokken zijn bij de school, hun kind helpen zich aan de regels en werkafspraken te houden en hun kind voldoende ondersteunen bij het leren. Met de aanmelding van uw kind op het USG verklaart u zich tevens akkoord met de regels van de school, onder andere zoals die in deze Schoolgids zijn beschreven. Dat wij een uitstekende school willen zijn betekent niet dat wij van alle leerlingen verwachten dat zij uitzonderlijke hoge resultaten behalen en daarnaast deelnemen aan zoveel mogelijk activiteiten. Leerlingen kunnen deelnemen aan een breed aanbod, maar worden niet minder gewaardeerd als zij dat niet doen. Iedere hardwerkende en belangstellende leerling is ons dierbaar.
12
Resultaten Onder de titel ‘Vensters voor verantwoording’ houden scholen hun resultaten bij en maken zij die openbaar. Op de website staan de verzamelde resultaten van het USG onder ‘het usg > kwaliteit en verantwoording’. U kunt onze school bekijken op www.scholenopdekaart.nl. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Op de site van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl) kunt u o.a. de zogenaamde ‘opbrengstenkaart’ inzien. Daaruit blijkt dat de inspectie positief oordeelt over alle aspecten van het toezicht over het USG. In 2013 onderzocht de Inspectie het USG op een nieuw thema, namelijk ‘sociale kwaliteit’ en oordeelde ook daar (uiterst) positief over. Onze examenresultaten zijn structureel hoger dan het landelijk gemiddelde van het vwo en vaak ook hoger dan dat van de zelfstandige gymnasia. Het verschil tussen de gemiddelde schoolexamencijfers en die van het centraal eindexamen is gering en geeft de inspectie geen reden tot zorg. Dat is zoals wij dat nastreven. In 2015 was het slagingspercentage 98 %. Uit verschillende externe onderzoeken maar vooral uit de jaarlijks gehouden onderzoeken onder leerlingen en ouders blijkt dat men de sfeer, de verstandhouding tussen docenten en leerlingen, de organisatie, het gebouw en de veelzijdigheid in onderwijsaanbod en ondersteuning hogelijk waardeert. De uitkomsten van de onderzoeken en enquêtes worden door de schoolleiding besproken met de medezeggenschapsraad. In 2012, 2013 en 2014 ontving het USG het predicaat “excellente school”. Dit wordt toegekend aan scholen die over de volle breedte van basisaanbod en keuze-aanbod, zowel van onderwijs als van ondersteuning, uitstekend worden genoemd (www.excellentescholen.nl).
13
14
15
16
2. Onderwijsontwikkeling Het USG is een school waar we gedegen onderwijs aanbieden. Onze leerlingen kunnen veel en we zouden hen tekort doen als we niet uit hen halen wat er in zit. Wij zijn een school voor alle goede vwo-leerlingen, die een voldoende intelligentie combineren met een goede werkhouding en een brede belangstelling. In het geheel van ons onderwijs – het basisaanbod, de keuzeonderdelen en in de ondersteuning – willen wij alle leerlingen bieden wat bij hen past. Er wordt op het USG met een veelheid aan onderwijsvormen gewerkt: onderzoekend leren, groepswerk, vakoverstijgend, projectonderwijs, klassikaal frontaal, enzovoorts. Leerlingen verschillen namelijk in leerstijlen en interesses, vakken en docenten verschillen van elkaar en variatie is een vanzelfsprekende en effectieve basis voor goed onderwijs. Gymnasiaal zijn wij omdat wij de klassieke talen aanbieden, die in de taal zelf én in de cultuur een belangrijke extra culturele bagage meegeven. Gymnasiaal zijn wij ook omdat we een brede en diepgaande opleiding aanbieden met o.a. Kritisch Denken, schoolbreed Cambridge Engels, veel kunst en cultuur, keuzevakken, debatteren en een rijk verenigingsleven waarin je actief kunt zijn en net zo goed leert als in de lessen. Onder-, midden- en bovenbouw Wij onderscheiden de onderbouw (leerjaar 1 en 2), de middenbouw (leerjaar 3 en 4) en de bovenbouw (leerjaar 5 en 6). In iedere fase bieden wij onderwijs en ondersteuning die zo goed mogelijk passen bij de ontwikkelingsfase van de leerlingen. De onderbouw is de fase waarin leerlingen in een gestructureerde omgeving de basis aan onderwijs en vaardigheden leren. Uiteraard is dat ingericht zoals de wet dat een school voorschrijft, maar wij voegen daar enkele elementen aan toe. Zo kent het USG schoolbreed Cambridge Engels (ook in klas 1 en 2), het vak Science in klas 1, extra grammatica bij Nederlands, extra Kunst / Muziek (twee blokuren in klas 1) en Grieks in klas 1.
17
Klassieke vorming Na meer dan tweeduizend jaar klassiek onderwijs zijn de zogenaamde ‘dode talen’ en hun cultuur in heel Europa nog altijd springlevend. Ons USG gaat onverstoorbaar verder met wat het al 500 jaar te bieden heeft, namelijk een gedegen klassieke vorming bestaande uit Latijn, Grieks en klassieke cultuur (klassieke culturele vorming, KCV). Dat laatste omvat alle aspecten van de klassieke wereld: van het dagelijks leven tot het Griekse theater, van antieke beeldhouwkunst tot architectuur, van filosofie tot de Spartaanse opvoeding, enzovoorts. Halverwege de vierde klas hebben de leerlingen voldoende kennis vergaard om originele Latijnse en Griekse teksten te lezen: Homerus, Tacitus, Plato, noem maar op. Ook het onderwijs in de klassieke talen is vernieuwd en aan de moderne tijd aangepast. Nieuwe methodes, moderne vertaaldidactiek en vakoverstijgende thema’s zijn voorbeelden van hedendaags klassiek talenonderwijs aan ons gymnasium. Behalve bij de klassieke talen komt de Oudheid op allerlei andere plekken tot uiting, bijvoorbeeld tijdens de Schoolstrijd of bij de Dag van de Democratie in leerjaar 3. Homerusprogramma Onder deze naam vatten wij een serie activiteiten samen die onze leerlingen kunnen kiezen als aanvulling op het basisprogramma. De overheid spreekt van ‘excellentie’, waarmee wordt bedoeld dat leerlingen kunnen uitblinken. Voor ons betekent dit dat de leerlingen schoolactiviteiten volgen die tegemoet komen aan hun interesses, waarmee zij zich breed ontwikkelen en die hun intelligentie maximaal inzet. Het Homerusprogramma is bedoeld om zoveel mogelijk leerlingen zoveel mogelijk keuzes te bieden om uit te blinken. Homerusprogramma in klas 1, 2 en 3: Olympiades: leerlingen kunnen deelnemen aan nationale en internationale scholierenwedstrijden die voor verschillende vakken bestaan (onder andere Natuurkunde, Biologie, Scheikunde, Duits en Wiskunde). Spaans en Chinees: eerste, - tweede – en derdeklassers kunnen Spaans of Chinees kiezen als extra vak. Ouders betalen deze extra lessen. Bij voldoende belangstelling kunnen leerlingen de keuzetaal voortzetten in hogere leerjaren en er desgewenst een certificaat voor verkrijgen.
18
Versnellen: leerlingen die dat kunnen en willen, hebben de mogelijkheid om één of meerdere vakken in een hoger leerjaar te volgen. Zij volgen dan extra lessen of mogen in voorkomende gevallen kiezen welk vak zij tijdens een les volgen. Versnellen is een mooie uitdaging en vergroot de zelfstandigheid van leerlingen. Compacten en Verrijken: leerlingen kunnen na instemming van ouders, mentor en vakdocent voor één of meerdere vakken het reguliere programma halveren en de vrijkomende tijd besteden aan een zelf te kiezen project. Daar worden zij wekelijks in begeleid en het mondt uit in een product, dat aan het eind van het schooljaar wordt gepresenteerd aan medeleerlingen, docenten en ouders. Homerusprogramma in klas 4, 5 en 6: U – talent: Het programma bestaat uit twee takken: • Campusprogramma • Schoolprogramma Het campusprogramma wordt verzorgd door de Universiteit Utrecht (UU). Leerlingen volgen elke maand twee dagen per week onderwijs aan de universiteit en maken daar ook het profielwerkstuk. Zij maken kennis met een onderzoeksgroep, leren zelfstandig wetenschappelijk doen en krijgen inzicht in actuele bèta-onderwerpen. Op school volgen deze leerlingen het reguliere onderwijs met minder tijd. De leerlingen die het campusprogramma volgen, nemen daarnaast deel aan het schoolprogramma. Het schoolprogramma wordt op het USG aangeboden aan geïnteresseerde, gemotiveerde en getalenteerde leerlingen die zich ook willen verdiepen in de bèta-vakken. Het zijn geen extra lessen, maar leerlingen voeren uitdagende projecten uit, waarbij zij in aanraking komen met bèta-onderwerpen uit uiteenlopende vakgebieden. Honoursprogramma Leerlingen uit klas 4, 5 en 6 kunnen deelnemen aan het Honours Programma Gymnasia (HPG). Het HPG heeft als doel leerlingen die blijk geven van extra begaafdheid op één of meer gebieden de kans te geven hun talenten te ontwikkelen tot op het voor hen hoogst haalbare niveau. Dit kan door middel van
19
verbreding en verdieping. Door deelname aan het programma ontwikkelt de leerling een scala aan competenties, die hem van nut zijn in zijn vervolgopleiding en rol in de maatschappij. Zij werken – begeleid door tutoren – aan een eigen project. Het doel is dat de leerling uiteindelijk op een achttal competenties hoog scoort. Honoursleerlingen staan in een community met elkaar in contact. Hun werk wordt beoordeeld door externe deskundigen. Voor meer informatie kijkt u op www.gymnasia.nl. Olympiades: leerlingen kunnen deelnemen aan nationale en internationale scholierenwedstrijden die voor verschillende vakken bestaan (onder andere Natuurkunde, Biologie, Scheikunde, Duits en Wiskunde). Versterkt talenonderwijs: vierde-en vijfdeklassers die daarvoor kiezen kunnen voor Duits (Goethe-programma) en Frans (DELF) extra lessen volgen en desgewenst een extra diploma halen. Ieder jaar doen tientallen leerlingen dit en met succes. Vierdeklassers kunnen Spaans volgen en eveneens een certificaat halen. Als de groep het wil is er een vierdaagse Madridreis. Versnellen: leerlingen die dat kunnen en willen, hebben de mogelijkheid om één of meerdere vakken in een hoger leerjaar te volgen. Zij volgen dan extra lessen of mogen in voorkomende gevallen kiezen welk vak zij tijdens een les volgen. Versnellen is een mooie uitdaging en vergroot de zelfstandigheid van leerlingen. Er zijn zelfs complete clusters die versnellen, zoals twee clusters 4e die het Latijn van klas 5 doen. Leerlingverenigingen: het USG kent veel leerlingverenigingen, die bijna allemaal voor leerlingen uit alle leerjaren openstaan. Leerlingen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de verenigingen, waardoor zij leren beter samen te werken, verantwoordelijkheid te nemen, elkaar beter kennen, samen te werken met elkaar en volwassenen, enzovoorts. Naast gezellig zijn de verenigingen ook leerzaam. Er zijn maar liefst zeventien leerlingverenigingen, waaronder: Hybris, de succesvolle debatvereniging die al jarenlang vele debatprijzen in de wacht sleept. Haar niet-competitieve evenknie is Agora. Debatteren is een veel voorkomende activiteit op onze school, ook in de gewone lessen (Nederlands, Kritisch Denken, Geschiedenis).
20
Lampomene is de toneelvereniging, die ieder jaar minstens één toneelstuk instudeert. In december 2014 – toen de school haar 108e lustrum vierde – voerde Lampomene een groot stuk op in theater Kikker. Choros is de dansvereniging, Amor organiseert vier keer per jaar een klassieke muziekavond, Isthmia organiseert extra sportactiviteiten. Wij kennen ook het horecateam en het technisch team, die hand- en spandiensten verlenen bij vele bijeenkomsten op school.
Fama is de leerlingvereniging voor economie en economische vraagstukken, de Apoforeta is de schoolkrant (met de onmisbare ‘kwoots’) en de Jaarboekcommissie stelt ieder jaar een professioneel en uniek jaarboek samen. Cambridge Engels Alle leerlingen in de eerste tot en met de vijfde klas krijgen Cambridge Engels als standaard onderwijs in de Engelse taal aangeboden. Zij kunnen vrijwillig deelnemen aan de verschillende examens die er zijn voor Cambridge Engels. Deze certificaten genieten wereldwijd bekendheid en zijn daarmee een internationale maatstaf voor de kennis van Engels. Daarnaast strekt een extra diploma altijd tot aanbeveling.
21
Naast de klassikale lessen heeft telkens de helft van de klas spreekvaardigheid (speaking lesson). Alle taalvaardigheden worden geoefend. In de lessen wordt Engels gesproken door leraar en leerling, er is een speciale Cambridge methode, enz. De reguliere lessen worden aangevuld met activiteiten zoals de ‘English Day’ in klas 2. In klas 5 is er een aparte groep die CPE doet, het Proficiency niveau, waarmee leerlingen tot near native level worden opgeleid. Ongeveer driekwart van de vierdeklassers neemt jaarlijks deel aan het examen voor ‘Advanced’ (en het gros slaagt). Ongeveer een kwart van de vijfdeklassers neemt deel aan het examen voor ‘Proficiency’, waarvan eveneens het gros slaagt. Proficiency is op ‘near-native level’, het hoogst haalbare niveau. Versterkt talenonderwijs en internationalisering Versterkt talenonderwijs betekent meestal dat er extra lesuren taalonderwijs bovenop het in het curriculum verplichte aantal uren komen. Het USG geeft echter een bredere invulling aan ‘vto’. Wij richten ons niet alleen op de moderne vreemde talen, maar ook op de samenhang tussen de moderne vreemde
22
talen en een gemeenschappelijk grammatica-onderwijs. Het onderwijs in de klassieke talen moet ook het onderwijs in de moderne vreemde talen versterken en ondersteunen. Daarnaast betekent de grote aandacht voor debatcultuur in school een versterking van de communicatieve en schriftelijke vaardigheden van onze leerlingen. Hierboven is al beschreven welke mogelijkheden er zijn voor Engels, Duits, Frans, Spaans en Chinees. Voor alle talen hebben wij vakbekwame native speakers in huis. Buitenlandse reizen Naast de talen zijn er zowel algemeen verplichte als vrijwillige internationale activiteiten. In klas 3 is er een werkweek naar Trier, waar de leerlingen kennismaken met geografische, culturele en klassieke thema’s. In klas 4 kunnen twee groepen leerlingen op uitwisseling naar Brno (Tsjechië) of Padua (Italië), een onderdompeling in een andere taal en cultuur. De vijfdeklassers gaan op werkweek naar hetzij Rome, hetzij Griekenland hetzij de baai van Napels / Campanië. Alle leerlingen nemen aan één van deze reizen deel, in principe bepaald door hun keuze van de klassieke taal. Ook in de vijfde klas is er een Engelse literaire reis, bestemd voor leerlingen die vanwege hun interesse in literatuur mee willen doen en aan de criteria voldoen. Het cluster Frans uit klas 5 heeft een uitwisseling met een school nabij Lyon. Het cluster Duits uit klas 6 gaat een lang weekend naar Berlijn. De reizen zijn een belangrijk onderdeel van ons programma. Leerlingen verheugen zich er enorm op en de reizen zijn een mooie ervaring. In bijzondere individuele gevallen, zoals bij sommige zorgleerlingen, kan de school echter besluiten een leerling niet deel te laten nemen aan een (internationale) activiteit. 23
Selectie Voor een deel van de activiteiten worden leerlingen geselecteerd. Het is niet ons streven dat alle leerlingen aan alle reizen deelnemen. Bovendien zijn niet alle leerlingen voor alle activiteiten geschikt of gemotiveerd. Organiserende docenten zijn vooraf voldoende duidelijk over het selectieproces. Selecties worden zorgvuldig en rechtvaardig gedaan. Alle leerlingen krijgen een gerede kans om deel te nemen aan een reis en het aanbod op het USG is uitzonderlijk groot. ELOS Sinds 2012 – 2013 is het USG gecertificeerd als ELOS-school. Elos biedt kwalitatief hoogstaand onderwijs gedurende de hele voortgezet onderwijscarrière. Leerlingen worden optimaal voorbereid op de internationale samenleving. Scholen die Elos aanbieden zorgen voor inbedding van Europese en Internationale Oriëntatie in hun curriculum. Leerlingen die Elos volgen, krijgen een zeer gevarieerd en activerend onderwijsaanbod, met aandacht voor kennis, vaardigheden en attitude. Verder worden er modules aangeboden in een of meer vreemde talen. Het aanbod omvat ook samenwerking met leerlingen van buitenlandse partnerscholen, uitwisselingen en bijzondere projecten en activiteiten, op school of daarbuiten. Vierdeklassers zullen vanaf 2015 – 2016 een aantal verplichte onderdelen en een aantal keuze-onderdelen binnen ELOS volgen. Nog een laatste opmerking: ons gymnasium biedt de leerlingen talloze keuzeactiviteiten, zowel binnen als buiten de school. Daar zijn echter soms grenzen aan, zoals roosterbeperkingen. Noch leerlingen noch ouders kunnen onbeperkt aanspraak maken op ons aanbod als geheel.
24
Lessentabel 2015 - 2016 Vak leerjaar 1 2 3 4 5 6 Nederlands /Grammatica 3 3 3 3 3 3 Cambridge Engels 3 3 3 3 3 2 Frans 2 2 2 3 3 3 Duits 2 2 3 3 3 Maatschappijleer 2 Maatschappijwetenschappen 4 3 Lichamelijke Opvoeding 3 2 2 2 2 1 Filosofie 2 3 3 Wiskunde 3 3 3 Wiskunde c /a 3 3 3 Wiskunde b 4 3 3 Wiskunde d 3 3 Grieks 3 3 3 3 5 4 Latijn 1 3 3 3 5 4 KCV 2 Geschiedenis 2 2 2 2 3 3 Aardrijkskunde 2 2 2 2 3 2 Economie 2 3 3 Management en Organisatie 3 3 Kunst | beeldend 3 2 AV 3 3 3 muziek 1 3 3 3 Natuurkunde 2 2 4 3 Natuurkunde/scheikunde 2 Scheikunde 2 2 3 3 Biologie 2 2 2 3 3 Science (1e half jaar) 1 Natuur, Leven en Technologie 4 4 Algemene Vorming 2 Mentoruur 1 1 1 1 1 1 Studieles 1 1
25
26
27
3. Leerlingondersteuning Onder-, midden- en bovenbouw: drie afdelingen, drie ontwikkelingsfasen De leerlingen in de onderbouw zijn onze ‘beginners’. De middelbare school is een nieuwe en spannende wereld. Het gros van de leerlingen went razendsnel, onder andere omdat de meesten toe zijn aan deze nieuwe uitdaging. Zij moeten leren regelmatig en nauwgezet te werken, zelfstandig en actief onder leiding van de docent. Huiswerk is essentieel voor school en alle leerlingen moeten dit vanaf het begin goed aanpakken. Docenten, mentoren en leerlingmentoren helpen hen daarbij. De eersteklassers zijn vaak gewend op de basisschool mooie resultaten te behalen met weinig inspanning. Velen grijpen de uitdaging die zij op het gymnasium krijgen gretig aan en ontwikkelen vanaf het begin een effectieve studiehouding. Sommigen zetten de oude gewoonte echter voort en lopen in de eerste of tweede klas tegen de grenzen van hun beperkte studiehouding en – techniek aan. School, ouders en leerling kunnen in goede samenwerking de noodzakelijke verbeteringen teweegbrengen. School doet dat door de studielessen, eventuele extra ondersteuning, doordat de vakdocenten en de mentor leerlingen gericht begeleiden, bijles door bovenbouwers, enzovoorts. Ouders zijn belangrijk in vooral de steun bij de organisatie van het huiswerk: vaste tijden, een verstandige balans tussen huiswerk, sport, muziek en vrije tijd. Veel leerlingen – ook uit de hogere leerjaren – hebben vooral moeite met het leerwerk, waarbij de afleiders zoals de mobiele telefoon en de computer concurreren met de woordjes en de grammatica. Concentratie en discipline zijn lastige opgaven voor een aantal leerlingen. De derde- en vierdeklassers zijn onze ‘gevorderden’. Na twee jaar onderbouw hebben zij de schoolervaring en de leeftijd om voldoende zelfstandig te kunnen werken en leren. Wij verwachten van hen een uitstekende organisatie van het schoolwerk en een goede werkhouding. Ook nu ondersteunt de docent zijn of haar leerlingen, maar hij of zij verwacht tegelijkertijd een ruime betrokkenheid bij het vak en de school. In de ondersteuning wordt naast het leren
28
29
studeren aandacht besteed aan het leren kiezen. Die leerlingen die teren op hun intelligentie en daardoor onvoldoende getraind zijn in effectief studeren, ondervinden soms de nadelen daarvan. Mentor, ouders en leerling kunnen in goed overleg en met – meestal tijdelijke – intensieve ondersteuning de leerling op de juiste manier aan het werk krijgen. De bovenbouwers richten zich op het examen en hun vervolgstudie. Dat betekent dat zij geacht worden zelfstandig en gedegen te kunnen studeren. Wij verwachten van hen een volwassen houding, zowel in algemeen gedrag als wat hun studiehouding betreft. Magister Magister is een softwarepakket dat op veel middelbare scholen wordt gebruikt, ook op onze school. Docenten voeren er hun cijfers in, registreren het vergeten van boeken en huiswerk, publiceren lesmateriaal en studiewijzers, plaatsen opdrachten en lesmateriaal in de elektronische leeromgeving (ELO), enzovoorts. Ook kunnen docenten via Magister afspraken maken met leerlingen, projecten gezamenlijk uitvoeren, enz. Leerlingen zien in Magister hun rooster, hun cijfers, absentie, vergeten boeken en vergeten huiswerk. Zij gebruiken de ELO voor lesmateriaal, studiewijzers en opdrachten. Omdat Magister een belangrijk onderdeel van het leerproces is, dienen leerlingen het zelfstandig en nauwgezet te hanteren. Ouders zien in Magister de cijfers, absentiegegevens, vergeten boeken en vergeten huiswerk van hun kind. Alle vakken publiceren studiewijzers in de ELO van Magister. In deze wijzers staan de leerstof, opdrachten en andere opmerkingen die de leerlingen nodig hebben voor het betreffende vak. Studiewijzers zijn een leidraad voor het studeren en een overzicht van hetgeen de leerlingen nodig hebben en moeten doen, geen onwrikbare schema’s. Docenten noteren geen huiswerk per les in Magister, tenzij zij daar zelf voor kiezen. Leerlingen moeten namelijk leren in voldoende zelfstandigheid om te gaan met het huiswerk, waarbij er natuurlijk een verschil is tussen de lagere en de hogere leerjaren. Docenten zullen daar gepast mee omgaan. Wij hanteren Magister als bron van leren zoals wij ook boeken en andere leermiddelen hanteren, namelijk op een aan de leerlingen, het vak en het leerjaar aangepaste wijze.
30
School stuurt via Magister mails naar ouders en leerlingen. Ouders dienen hun e-mailadres in te voeren in Magister en zijn verantwoordelijk voor het in Magister vermelden van een correct e-mailadres. Wij gebruiken dat immers als het adres waarnaartoe mails worden verstuurd. Op de website vindt u het protocol informatievoorziening gescheiden ouders, waarin duidelijk staat hoe wij omgaan met meerdere e-mailadressen, bijzondere gezinsomstandigheden, enzovoorts. Leerlingen die 18 en dus meerderjarig worden, moeten in Magister aangeven of zij hun ouders toegang geven tot de informatie over zichzelf. Dit is een zaak tussen hen en de ouders. Huiswerkuren In het kader van ons huiswerkbeleid kunnen leerlingen voor wie dit geldt één of meerdere uren per week verplicht worden om naar het ‘huiswerkuur’ te gaan. Daar maken zij (een deel van) hun huiswerk. Sommige leerlingen lukt het namelijk niet om thuis op eigen kracht huiswerk te maken. Het huiswerkuur geldt voor klas 1 tot en met 5. De mentor communiceert met de betrokkenen hierover.
31
Mentoraat onderbouw Elke eerste klas heeft een mentor die waakt over het welzijn van zijn of haar leerlingen. In de eerste weken zal de mentor hen wegwijs maken in de school, inlichten over de schoolregels, het lesrooster, enz. De mentor wordt bijgestaan door vier leerlingmentoren; dit zijn leerlingen uit de vijfde klas die het schoolleven door en door kennen en met wie de eersteklassers vrijuit kunnen spreken over allerhande schoolzaken. De leerlingmentoren verlenen assistentie bij activiteiten zoals de klassenavonden. Zij zijn tevens betrokken bij de mentorlessen en onderdelen van de begeleiding van de eersteklassers.
De mentoren geven hun klas studieles, zowel in leerjaar 1 als in leerjaar 2. Daarin wordt de basis van een goede studietechniek aangeleerd: beheer van de agenda, woordjes leren, teksten schematiseren, enzovoorts. Met behulp van een eigen methode wordt aandacht besteed aan effectief leren, de invloed van emoties op leren, concentratie, enz. Deze methode is door mentoren van het USG zelf gemaakt. Gedurende het schooljaar wordt teruggekeken op de afgelopen periode, worden ervaringen uitgewisseld en worden waar nodig nieuwe elementen aangeleerd. Ook bij de studielessen zijn de leerlingmentoren betrokken.
32
De eerste klassen hebben een wekelijkse mentorles, waarin aandacht wordt besteed aan de sociaal-emotionele begeleiding van leerlingen, zowel individueel als in groepsverband. De mentoren van de eerste klas nemen hun klas mee naar de tweede, zodat de begeleiding wordt gewaarborgd en zowel de leerlingen als de ouders met dezelfde vertrouwde persoon contact onderhouden. De mentor heeft via Magister zicht op de resultaten en de absentie van zijn of haar klas en bespreekt deze met de leerlingen en de ouders. In september is er een speciale informatie-avond voor ouders van eersteklassers. U wordt dan geïnformeerd over het eerste leerjaar. Ook is er gelegenheid om met de mentor van gedachten te wisselen over de gang van zaken in de klas en op school in het algemeen. In november is er een mentorouderavond voor de onder- en middenbouw. U kunt dan een tien-minutengesprek met de mentor van uw kind voeren. In januari is er een tafeltjesavond, waar ouders vakdocenten kunnen spreken. In de eerste klas worden de leerlingen gescreend op welbevinden, capaciteiten en motivatie. Het doel is om, naast de resultaten, een compleet beeld te verkrijgen van elke leerling om een goede ondersteuning te kunnen bieden. Waar nodig wordt extra ondersteuning of onderzoek aangeboden. Bij de aanmelding gaan ouders akkoord met de verschillende testen die wij in de eerste klas (en mogelijk later) afnemen, tenzij men vooraf en schriftelijk bezwaar aantekent bij de schoolleiding. Dat geldt ook voor testen in verband met mogelijke dyslexie, enzovoorts. Wij nemen testen alleen af ten behoeve van de leerlingen en de best mogelijke ondersteuning die wij als school proberen te bieden. Dyslexieprotocol In klas 1 worden de leerlingen gescreend op het mogelijk voorkomen van dyslexie. Dat gebeurt door de docenten Nederlands, die het dictee ‘Het wonderlijke weer” uit het Protocol Dyslexie VO Masterplan in de les Nederlands afnemen. In de mentorles wordt de begrijpend leestoets “Diataal” afgenomen. Als hieruit een achterstand op het gebied van spellen en/of begrijpend lezen blijkt, zal de mentor de ouders daarop wijzen en de leerling uitnodigen voor het steunuur. Mocht de voortgang op het gebied van lezen of spellen ondanks het steunuur en de lessen Nederlands achterblijven bij wat redelijkerwijs mag worden verwacht, dan zal de mentor adviseren een dyslexie-onderzoek te la-
33
ten uitvoeren door een erkend extern deskundige. De kosten daarvan zijn voor de ouders. De school heeft een dyslexieprotocol, dat op de website staat. Alle toetsen worden in lettertype Arial 12-punts gemaakt. Dit is een voor dyslecten geschikt lettertype. Er worden daarom geen vergrotingen aangeboden. Mentoraat midden- en bovenbouw Ook de hogere klassen hebben een mentor. Zoals de mentoren van de eerste klassen meegaan naar de tweede klas, zo gaan de mentoren van de derde klassen mee naar de vierde klas (middenbouw) en die van de vijfde klas naar de zesde (bovenbouw). De mentor ondersteunt zijn of haar klas als geheel en de leerlingen individueel, onder andere tijdens het mentoruur. De mentor zoekt oplossingen bij problemen, houdt de resultaten en de absentie in de gaten en onderhoudt het contact met de ouders. In september zijn er voor midden- en bovenbouw informatie-avonden. Ouders krijgen algemene informatie over de betreffende leerjaren en over de keuze van profiel en studie. In november is er een mentor-ouderavond. In januari is er een tafeltjesavond, waar ouders vakdocenten kunnen spreken. In de derde en vierde klas werkt de mentor, in samenwerking met de decaan, mee aan het proces van keuzebegeleiding. In de bovenbouw heeft het mentoraat een persoonlijker karakter. Het mentoraat is niet per klas, maar per mentorgroep (15 – 20 leerlingen) ingedeeld. De mentor is tevens vakdocent van de mentorleerlingen. Het mentoruur wordt ook gebruikt voor de begeleiding van het profielwerkstuk. Profielkeuze en keuzebegeleiding De profielkeuze is op het USG gespreid over twee leerjaren, te weten het derde en het vierde. In klas 3 kiezen de leerlingen twee profielen, in klas 4 uiteindelijk (minstens) één. Wij stimuleren het kiezen van twee profielen en het kiezen van extra keuzevakken. Er wordt gebruik gemaakt van een website (usgym.dedecaan.net) met algemene en schoolspecifieke informatie, een online keuzemethode en vergaarplaats van persoonlijke informatie over de profielkeuze voor de leerling, de ouders en de mentor.
34
De profielstructuur bestaat uit drie gedeelten: Een aantal vakken is voor iedere leerling verplicht. Dat zijn de vakken Nederlands, Engels, Duits of Frans, lichamelijke opvoeding, klassieke en culturele vorming (KCV), Geschiedenis, Maatschappijleer en één van de klassieke talen.
Profieldeel: in de loop van het vierde leerjaar kiest de leerling voor één van de vier profielen CM (Cultuur en Maatschappij), EM (Economie en Maatschappij), NG (Natuur en Gezondheid) of NT (Natuur en Techniek). De vakken die bij zo’n profiel horen vormen het profieldeel. Uiteraard kunnen leerlingen ook twee profielen kiezen, hetgeen wij stimuleren en zoveel mogelijk trachten te realiseren voor de leerling. Vrije Deel: in de loop van het vierde leerjaar kiest de leerling voor één van de vier profielen CM (Cultuur en Maatschappij), EM (Economie en Maatschappij), NG (Natuur en Gezondheid) of NT (Natuur en Techniek). De vakken die
35
bij zo’n profiel horen vormen het profieldeel. Uiteraard kunnen leerlingen ook twee profielen kiezen, hetgeen wij stimuleren en zoveel mogelijk trachten te realiseren voor de leerling. Vrije Deel: onze leerlingen zijn verplicht om in het vrije deel een volwaardig examenvak te kiezen. Bovendien kunnen zij naast een (of meerdere) extra examenvakken allerlei activiteiten in het vrije deel plaatsen. Te denken valt aan leerlingenmentoraat, deelname aan het Model European Parliament, debatwedstrijden, lidmaatschap MR, Honoursprogramma Gymnasia, enz. De leerlingen kiezen voor het vierde leerjaar nog niet definitief voor een profiel. Wij hanteren een getrapte keuze. Er wordt een zodanig pakket vakken gekozen dat de leerlingen in principe de keuze voor twee profielen openhouden. In de loop van het vierde leerjaar kiest een leerling voor het vijfde en het zesde leerjaar één van de vier profielen. Omdat er in meer of mindere mate overlap is tussen de profielen, is het ook mogelijk om in twee profielen examen te doen. Daarnaast moet gekozen worden voor een invulling van het vrije deel. De begeleiding bij dit keuzeproces (LOB) wordt verzorgd door de mentor en de decaan. Wij begeleiden het keuzeproces voor een profiel uitgebreid in leerjaar 3 én 4. In leerjaar 4 worden clusters zodanig ingericht dat leerlingen in principe over kunnen stappen als zij dat willen. De school probeert hiermee de organisatorische consequenties van vakwisselingen op te vangen. De financiële consequenties van een wissel, met name waar het de leermiddelen betreft, zijn voor rekening van de leerlingen en zijn of haar ouders. De school heeft namelijk de leermiddelen voor het aanvankelijk gekozen vak reeds betaald en ontvangt een vergoeding voor één vak. Ook in geval een leerling een extra vak kiest, zijn de daarmee samenhangende kosten voor leermiddelen voor rekening van de ouders. De vergoeding die school ontvangt voor ‘gratis boeken’ is namelijk ontoereikend.
36
Basiszorg en extra zorg NUOVO – de scholengroep waartoe het USG behoort – maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Utrecht en Vechtstreek. Deze organisatie coördineert de basis- en extra ondersteuning voor scholieren. De basisondersteuning op het USG bestaat uit de uitgebreide begeleiding via het mentoraat. Voor de meeste leerlingen volstaat dit voor een plezierige en succesvolle schoolloopbaan. Andere leerlingen hebben extra ondersteuning nodig als het gaat om persoonlijke problemen, motivatieproblemen of leerproblemen. Ze zijn niet altijd in staat om deze problemen zelf of met behulp van een mentor op te lossen of de juiste weg te vinden naar externe hulpverlening. De inzet van gespecialiseerde ondersteuning is dan gewenst. Ondersteuningsteam De zorgcoördinator vormt samen met enkele van de ondersteuners het ondersteuningsteamteam, dat regelmatig overlegt over de gewenste ondersteuning van leerlingen die dat nodig hebben. In dit overleg worden leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben besproken en worden afspraken gemaakt over verdere begeleiding. De mentor is uiteraard bij deze afspraken betrokken.
37
Het USG werkt samen met de zogenaamde ‘kernpartners’ in de ondersteuning van onze leerlingen: begeleider Passend Onderwijs, schoolmaatschappelijk werk, leerplicht en jeugdzorg. Twee keer per jaar is er een kernpartneroverleg.
Leerlingen met een ondersteuningsarrangement vanuit het Samenwerkingsverband (SWV) Leerlingen worden geacht het diploma binnen de daarvoor geldende tijdsduur en binnen de bestaande begeleiding die het USG biedt te kunnen halen. Eventuele extra ondersteuning is beperkt in tijd en aard en is bedoeld om de leerling te helpen het onderwijs op eigen kracht en adequaat te kunnen volgen. Het Samenwerkingsverband kent scholen ondersteuningsarrangementen toe. Dat zijn de geldelijke middelen om leerlingen te ondersteunen (www.sterkvo.nl). Leerlingen met een leerlinggebonden financiering (LGF, cluster 2) of een ondersteuningsarrangement krijgen een ondersteuner, met wie hij of zij regelmatig contact heeft. Er is meerdere keren per jaar overleg tussen de ondersteuner, de zorgcoördinator of de begeleider Passend Onderwijs. De ondersteuner stelt, samen met betrokkenen, een ontwikkelingsplan op. Daarin staan de acties beschreven die op school worden ondernomen, de afspraken 38
die zijn gemaakt, enzovoorts. Ondersteuning kan verschillende vormen aannemen, naar gelang de school deze toedeelt. Soms kan een leerling het hele jaar door een persoonlijke ondersteuner krijgen, maar soms kan de ondersteuning ook aan een groepje van enkele leerlingen gezamenlijk worden gegeven. Ondersteuning proberen wij binnen de mogelijkheden van de school zoveel mogelijk op maat te bieden. Indien naar ons oordeel de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, op basis van een heldere diagnose, een te groot beroep doet op de beschikbare ondersteuningscapaciteit van de school, kan dat een reden zijn om een leerling niet toe te laten. Wij gaan er van uit dat ouders, school en Samenwerkingsverband in goed overleg een geschikte plaats voor iedere leerling kunnen vinden. Huiswerkbeleid De leerlingen moeten hun huiswerk zelfstandig en goed doen. Maar ook op het gymnasium zijn er leerlingen die daarin tekortschieten. Dat is in wezen meestal een gebrek aan discipline, dat wil zeggen dat de leerling nog niet op eigen kracht het huiswerk doet. Daarom worden in leerjaar 1 tot en met 4 door de mentor de resultaten bijgehouden op bevorderbaarheid. Indien een leerling op de ijkmomenten niet bevorderbaar zou zijn, dan moet hij of zij tijdelijk verplicht huiswerk maken op school (of naar een huiswerkinstituut gaan). Blijkt bij de volgende check dat de achterstand is ingehaald – en heeft de leerling bewezen goed te hebben gewerkt – dan kan hij of zij het zelfstandig doen. Huiswerk op school is een oefening, geen straf. Het huiswerkbeleid bevordert een regelmatige inzet en voorkomt dat leerlingen in de laatste fase van het schooljaar een inhaalspurt maken. Het is bovendien onderdeel van onze basiszorg voor de leerlingen. Er zijn drie studiecoaches die geselecteerde groepen leerlingen gericht ondersteunen in het versterken van hun studievaardigheden. Ook ondersteunen zij vakdocenten en mentoren in hun deskundigheid op gebieden als motivatie, onderpresteren en studietechnieken. Met name een deel van de jongens slaagt er onvoldoende in om hun intelligentie effectief om te zetten in goede schoolresultaten. Wij proberen een bijdrage te leveren aan het oplossen van dit probleem, waarbij wij ons realiseren dat het een complex probleem is en bovendien dat school, ouders en leerling goed moeten samenwerken. Eén
39
studiecoach begeleidt een groep ASS-leerlingen afzonderlijk, zodat deze leerlingen de meest passende ondersteuning krijgen, met name wat structuur en rust betreft. Taal- en rekenbeleid De overheid heeft taal en rekenen tot essentiële onderdelen van het basisprogramma van scholen verklaard. In de eerste klas volgen leerlingen van wie de resultaten op de leestoets en het screeningsdictee daar aanleiding toe geven in de tweede helft van het schooljaar een steunuur Nederlands. In klas 4 wordt een rekentest afgenomen. Leerlingen van wie de resultaten onvoldoende zijn, moeten in klas 5 een steunuur rekenen volgen. Overstappen Soms wil of moet een leerling overstappen naar een andere school. De ouders zijn in dat geval verantwoordelijk voor een tijdige en correcte aanmelding. Uiteraard ondersteunen wij de overstap waar nodig door middel van informatie . Steunlessen Voor zowel onder- als bovenbouw bestaan er voor een aantal vakken (met name de kernvakken Nederlands, Wiskunde en Engels, waar wij de klassieke talen aan toevoegen) steunlessen. Ieder jaar wordt een schema gepubliceerd van deze steunlessen. Leerlingen kunnen daar gebruik van maken als zij moeite hebben met een vak. Ook kan een mentor een leerling naar de steunles sturen. Contactpersonen Er kunnen allerlei redenen zijn om aan te kloppen bij één van de contactpersonen op school. Leerlingen en medewerkers kunnen een vertrouwelijk probleem voorleggen aan de contact-personen . Dit zijn Ingrid van Veggel (i.van.
[email protected]) en Herbert van Rooijen (
[email protected]). Een melding leggen zij voor aan de (externe) vertrouwenspersoon van NUOVO.
40
41
42
43
4. Schoolloopbaan (cijfers en normen) Algemeen Er zijn in onder- en middenbouw verschillende soorten beoordelingsproducten. Er zijn repetities, waarvoor moet worden geleerd en die in een repetitierooster worden opgenomen. Er zijn ook luistertoetsen, opdrachten, presentaties, enzovoorts. Toetsen in al hun verschillende vormen zijn bedoeld om te kunnen zien en te beoordelen in hoeverre een leerling de kennis en vaardigheden beheerst die nodig zijn voor het gymnasium. Voor de bovenbouw gelden afzonderlijke regels, zoals vastgelegd in ‘pta’s’, programma’s van toetsing en afsluiting.
Voor toetsen geldt een aantal algemene regels: - Een repetitie is een voorbereid schriftelijk werk waarvan de datum is aange kondigd en dat (minstens) een lesuur in beslag neemt. - Een schriftelijke overhoring (“s.o.’tje”) is een schriftelijk werk, dat maximaal een halve les in beslag neemt en waarvoor de voorbereiding de normale huiswerktijd niet overschrijdt. - De stof voor een repetitie moet door de docent tenminste een week van tevoren zijn opgegeven. 44
- Tussen de afronding van die stof en de repetitie daarover moet in principe een lesuur in het desbetreffende vak zitten (om nog vragen te stellen). - De repetities worden in een repetitierooster opgenomen. Dit rooster wordt op de website gepubliceerd. - Alle repetities zijn gecoördineerd, dat wil zeggen dat in een leerjaar de leerlingen op hetzelfde moment dezelfde repetitie krijgen die volgens dezelfde normen wordt beoordeeld. - Het “herkansen” van een tegenvallend resultaat kan, zowel individueel als klassikaal, alleen in uitzonderlijke gevallen. - In parallelklassen gelden bij gelijk werk gelijke regels en normering. - Als een leerling door ziekte of een andere oorzaak een repetitie of proefwerk heeft gemist, moet hij of zij zelf het initiatief nemen en een afspraak met de docent maken om het werk zo spoedig mogelijk in te halen. Inhalen van repetities gebeurt tijdens het ingeroosterde inhaaluur, tenzij docent en leerling iets anders afspreken. - Een leerling die opvallend vaak ziek gemeld wordt tijdens repetities kan worden uitgesloten van inhaalrepetities. Eventueel wordt het cijfer 1 toegekend door de afdelingsleider of de conrector. Het is dus belangrijk voor ouders en leerlingen om tijdig en correct contact te hebben met de mentor als er problemen zijn in verband met toetsen. - Docenten geven opgaven van repetities altijd terug aan leerlingen, zodat zij en hun ouders inzicht hebben in de vraagstelling. Dit geldt niet automatisch voor opgaven van herkansingen en inhaaltoetsen. - Een overhoring in de onder- en middenbouw heeft altijd het gewicht 1. Een repetitie, proefwerk, werkstuk of andersoortig groter werk heeft altijd het gewicht 3. - Omdat wij willen dat onze leerlingen zich in correct Nederlands kunnen uitdrukken, worden bij alle talen en talige vakken zinsbouwfouten en spelfouten meegerekend. Deze fouten tellen mee tot een maximum van een punt aftrek op het cijfer (bij het vak Nederlands is er een maximum van twee punten). Voor dyslectische leerlingen geldt dat alleen regelfouten worden aangerekend. Eindrapport Er wordt in onder- en middenbouw één papieren rapport uitgereikt, namelijk het eindrapport. Gedurende het jaar geldt een voortschrijdend gemiddelde. Alle cijfers tellen voortdurend mee, waardoor er telkens een nieuwe stand van
45
zaken (een voortdurend nieuw ‘eindrapport’) is. Leerlingen, ouders en mentor houden via Magister de vorderingen bij en ondernemen waar nodig gezamenlijk actie. Leerjaar 1 Doubleren in leerjaar 1 is dringend ongewenst en daarom niet toegestaan, behoudens uitzonderingsgevallen. De docenten in de leerlingbespreking (voorjaar of eindbespreking) beslissen hierover, vooral op basis van de inschatting van de resultaten, de werkhouding en de capaciteiten van de leerling. Bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals ziekte kunnen eveneens reden tot afwijking van de regel zijn. Leerjaar 2 tot en met 5 De docenten van leerjaar 2 tot en met 5 beslissen in hun bespreking van de leerlingen in het voorjaar over het wel of niet laten doubleren van een op dat moment niet bevorderbare leerling. Die beslissing baseren zij vooral op hun inschatting van de resultaten, de werkhouding en de capaciteiten van de leerling. De mentor brengt deze beslissing in de vorm van een dwingend advies over aan de leerling en de ouders. De leerling en zijn of haar ouders zullen dit advies opvolgen en uiterlijk 1 mei een aanmelding elders regelen. De eindvergadering zal het advies tot overstappen bevestigen, daarmee de leerling een doublure onthoudend. Naast een dwingend advies kan ook een dringend advies worden gegeven, dat betrekking kan hebben op een mogelijke overstap, maar ook op bijvoorbeeld het inschakelen van een huiswerkinstituut. De mentoren besluiten per leerjaar aan het einde van het schooljaar over de voortgang van de leerlingen in het volgende schooljaar. In verreweg de meeste gevallen is het – positieve – besluit op voorhand duidelijk. In enkele gevallen nemen de mentoren samen met de verantwoordelijk conrector een actueel en zelfstandig besluit. In deze overleggen worden waar nodig ook adviezen gegeven en besluiten genomen over zaken zoals het benutten van huiswerkondersteuning in het nieuwe schooljaar. In het geval de docenten besluiten dat een leerling mag doubleren, heeft de mentor daar tijdig contact over met alle betrokkenen. Leerling en ouders verlenen medewerking aan een succesvolle doublure, waarbij een effectieve invulling van het nieuwe schooljaar centraal staat. 46
Bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen een reden zijn voor de leerlingbespreking om te besluiten een leerling wel of niet te laten doubleren. Onderbouw De cijfers op het eindrapport komen tot stand volgens een voortschrijdend gemiddelde: alle cijfers tellen voortdurend mee. Als een leerling niet alle repetities en proefwerken (tijdig) heeft gemaakt kan een docent, met name in geval van nalatigheid, in overleg met de afdelings-
leider besluiten de leerling geen rapportcijfer toe te kennen. Betreft dit het overgangsrapport, dan is bevordering naar het volgende leerjaar vooralsnog niet mogelijk. Overgangsnormen: Van leerjaar 1 naar leerjaar 2: maximaal twee tekortpunten (*) en geen 4 op de lijst. Van leerjaar 2 naar leerjaar 3: maximaal drie tekortpunten (een 4 is toegestaan). - Een leerling die respectievelijk drie dan wel vier of meer tekortpunten heeft op het eindrapport, wordt afgewezen.
47
- Bij het bevorderingsbesluit wordt uitgegaan van hele eindcijfers. Het eindcijfer is gebaseerd op het op één decimaal afgekapte laatste voortschrijdend gemiddelde (voorbeeld: 5,4 wordt 5, 5.5 wordt 6). - Op het eindrapport worden de hele cijfers getoond. Bij het nemen van besluiten en het geven van adviezen baseren wij ons in principe alleen op de hele cijfers. Wanneer er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden kan de leerlingbespreking een besluit nemen buiten de norm. In dat geval kan een herexamen worden opgelegd, waarbij een leerling een toets aflegt over de stof van een vak uit dat cursusjaar. Het herexamen levert een nieuw cijfer op, dat voldoende moet zijn (minimaal 5,5). Indien de rapportvergadering een leerling een herexamen oplegt, wordt de beslissing over de overgang automatisch uitgesteld tot het begin van het nieuwe schooljaar, nadat op de eerste schooldag het herexamen is afgelegd. (*) tekortpunten: 5 = 1 tekortpunt; 4 = 2 tekortpunten, enz. Middenbouw Voor de middenbouw gelden dezelfde regels ten aanzien van toetsen als voor de onderbouw. De cijfers op het eindrapport komen tot stand volgens een voortschrijdend gemiddelde: alle cijfers tellen voortdurend mee. Als een leerling niet alle repetities en proefwerken (tijdig) heeft gemaakt kan een docent, met name in geval van nalatigheid, in overleg met de conrector besluiten de leerling geen rapportcijfer toe te kennen. Betreft dit het overgangsrapport, dan is bevordering naar het volgende leerjaar vooralsnog niet mogelijk. Overgangsnormen: leerjaar 3: Een leerling wordt bevorderd naar leerjaar 4 als hij voldoet aan de volgende criteria: - in totaal niet meer dan twee onvoldoende eindcijfers; - niet meer dan twee tekortpunten per vak; - in totaal niet meer dan drie tekortpunten; 48
- bij 1 tekortpunt is geen compensatie vereist; - bij 2 of 3 tekortpunten is zodanige compensatie vereist dat het gemiddelde van de afgeronde eindcijfers minimaal 6.0 is; - voor de berekening van het aantal tekortpunten tellen alle vakken van het betreffende leerjaar mee. - Bij het bevorderingsbesluit wordt uitgegaan van hele eindcijfers. Het eindcijfer is gebaseerd op het op één decimaal afgekapte laatste voortschrijdend gemiddelde (voorbeeld: 5,4 wordt 5, 5.5 wordt 6). - Op het eindrapport worden alleen de hele cijfers getoond. Bij het nemen van besluiten en het geven van adviezen baseren wij ons in principe alleen op de hele cijfers. NB. Bovenstaande geldt niet voor de cijfers van Maatschappijleer. Wanneer er sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden kan de leerlingbespreking een besluit nemen buiten de norm. In dat geval kan een herexamen worden opgelegd, waarbij een leerling een toets aflegt over de stof van een vak uit dat cursusjaar. Het herexamen levert een nieuw cijfer op, dat voldoende moet zijn (minimaal 5,5). Indien de rapportvergadering een leerling een herexamen oplegt, wordt de beslissing over de overgang automatisch uitgesteld tot het begin van het nieuwe schooljaar, nadat op de eerste schooldag het herexamen is afgelegd. Iedere derde klas krijgt zes modules van ongeveer vijf á zes weken Algemene Vorming. Deze bestaan uit Kunst, Kritisch Denken, Muziek, Filosofie, Relaties en Drugs. De cijfers die de leerlingen hiervoor krijgen worden gecombineerd tot één eindcijfer, dat als een regulier vak meetelt op het eindrapport. leerjaar 4: Voor leerjaar 4 gelden dezelfde bevorderingsnormen als voor leerjaar 3, met enkele uitzonderingen en aanvullingen vanwege de profielkeuze. - een leerling wordt voor de bevordering naar leerjaar 5 beoordeeld op de eindcijfers van alle vakken (zowel de gemeenschappelijke vakken als de keuzevakken). - het vierde, vijfde en/of zesde keuzevak telt mee bij de overgang, tenzij de leerling op dat vak niet bevorderd zou worden. In dat geval wordt het keuzevak buiten beschouwing gelaten.
49
NB. Een vierdeklasser die een vak wil laten vallen kan dat in principe op zijn vroegst na de kerstvakantie doen. Leerlingen worden in klas 3 goed begeleid in hun profielkeuze en wij verwachten van hen dat zij in klas 4 de gekozen vakken serieus nemen. Toch kan het soms voorkomen dat een leerling een vak om goede redenen wil laten vallen. In samenspraak met ouders, mentor en decaan kan die keuze worden gemaakt. Maatschappijleer Het vak Maatschappijleer is een schoolexamenvak en wordt in leerjaar 4 afgesloten. Daarom verschijnt er vóór 1 oktober van het schooljaar een programma van toetsing en afsluiting (pta) voor dit vak, alsmede een schoolexamenreglement.
Een leerling kan aan het eind van het schooljaar één toets Maatschappijleer herkansen om een onvoldoende voor dit vak te herstellen of om een eindcijfer te verbeteren. Het schoolexamencijfer voor Maatschappijleer is samen met het cijfer voor het profielwerkstuk (leerjaar 6) onderdeel van het combinatiecijfer op de eindlijst van het diploma.
50
Een leerling die het vierde leerjaar doubleert, maar Maatschappijleer heeft afgesloten met minimaal een 7, doet de conrector een voorstel voor een zinvolle alternatieve invulling. Bij een eindcijfer lager dan 7 moet de leerling het vak overdoen. Keuzevak Spaans of Chinees Leerlingen uit de middenbouw kunnen als extra vak Spaans of Chinees kiezen. Ouders betalen een bijdrage aan deze lessenserie die afhankelijk is van het aantal deelnemers. Het cijfer wordt in principe op het rapport vermeld, maar telt niet mee bij de overgang. Bovenbouw Het schooljaar is ingedeeld in vijf kwintalen. Voor elke periode is er per vak een studiewijzer. Daarin staat globaal vermeld wat er van de leerling in dat kwintaal verwacht wordt. De studiewijzers staan op de elektronische leeromgeving (ELO). In leerjaar 5 worden het eerste, tweede, derde en vijfde kwintaal afgesloten met een toetsweek. De overige weken zijn zoveel mogelijk toetsvrij. In leerjaar 6 zijn er toetsweken aan het einde van kwintaal 1, 2 en 3. Eén keer per schooljaar krijgt de leerling een rapport. In het schoolexamenreglement/Plan van Toetsing en Afsluiting (PTA) is te lezen hoe de eindcijfers tot stand komen.In het begeleidingsuur werken de leerlingen een groot deel van het jaar aan hun profielwerkstuk. Ook is er de mogelijkheid voor leerlingen om vakspecifieke ondersteuning van de begeleiders te krijgen. Het begeleidingsuur kan ook gebruikt worden voor LOB-activiteiten van de decaan, gastsprekers enz. De school houdt voor elke leerling een examendossier bij, waar in staat welke resultaten er zijn gehaald. Er staan dus de cijfers in voor de gewone toetsen, dat wil zeggen de leerrepetities en de proefwerken, maar ook de cijfers voor alle praktische opdrachten (werkstukken, verslagen, presentaties, etc.) die voor het schoolexamen verplicht zijn. In het reglement van het vierde leerjaar staat duidelijk welke toetsen en praktische opdrachten meetellen voor het examendossier en hoe zwaar ze wegen. Er is een schoolexamenreglement/PTA voor leerjaar 4 (ANW en Maatschappijleer) en een schoolexamenreglement voor leerjaar 5/6.
51
Uiterlijk per 1 oktober van ieder schooljaar kunnen leerlingen en ouders het schoolexamenreglement en het daarbij behorende PTA op de website inzien. De belangrijkste onderdelen worden in het mentoruur en tijdens de informatieavonden besproken. Wij gaan er vanuit dat leerlingen en ouders op de hoogte zijn van de inhoud. het vijfde leerjaar Wanneer aan het einde van de 5e klas aan onderstaande voorwaarden is voldaan vindt geen beoordeling plaats en kan de leerling doorstromen naar de 6e klas. De voorwaarden zijn: - gemiddeld cijfer minimaal een 6.0 (gemiddelde van de onafgeronde cijfers); - geen cijfer lager dan 4.0; dit geldt ook voor het onderdeel van het combinatiecijfer KCV ( voor ANW en Mijleer is bij de overgang van 4 naar 5 aan deze voorwaarde voldaan); - alle handelingsdelen naar behoren afgerond. - voor de kernvakken slechts één onvoldoende (lager dan 5.5) Leerlingen die niet aan deze criteria voldoen kunnen niet doorstromen naar klas 6. De rapportvergadering kan bij uitzondering besluiten een leerling die niet aan de voorwaarden voldoet toch te bevorderen naar leerjaar 6. Prognose, inzet van de leerling en absentie zullen bij dit besluit een rol spelen. Leerlingen die voldaan hebben aan de voorwaarden, maar voor de niet afgeronde vakken slechte resultaten hebben, kunnen zelf of op advies van de rapportvergadering besluiten het 5e leerjaar opnieuw te doen. Leerlingen die doubleren mogen, bij een gelijkblijvend PTA, behaalde resultaten van toetsen en po’s hoger dan een 7.0 laten staan (deze regeling geldt ook voor leerlingen uit leerjaar 6 die doubleren). Om ervoor te zorgen dat de leerlingen de stof blijven beheersen worden alle toetsen opnieuw gemaakt, waarbij het volgende geldt: bij toetsen waarvan het cijfer (7.0 of hoger) blijft staan, telt het hoogste cijfer. Elke leerling mag, verspreid over het vijfde en zesde leerjaar, vier herkansingen doen.
52
Het herkansen van een ingehaalde toets is in principe onmogelijk, omdat het inhaalmoment samenvalt met het herkansingsmoment (zie voor de gedetailleerde uitwerking het examenreglement). In de tweede helft van het vijfde leerjaar beginnen de leerlingen met een proeve van bekwaamheid: het profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een eigen onderzoek dat betrekking moet hebben op één van de profielvakken. Tijdens het begeleidingsuur / mentoruur werken de leerlingen aan het profielwerkstuk. In het zesde leerjaar wordt het maken van het profielwerkstuk afgesloten met een presentatie voor medeleerlingen en ouders/belangstellenden.
Leerlingen kunnen van het Willebrordusfonds een stipendium voor het beste profielwerkstuk winnen. Sommige leerlingen besluiten in de bovenbouw van vak te wisselen. De school probeert dit organisatorisch mogelijk te maken. De financiële consequenties, met name waar het de leermiddelen betreft, zijn voor rekening van de leerlingen en zijn of haar ouders. De school heeft namelijk de leermiddelen voor het aanvankelijk gekozen vak reeds betaald en ontvangt een vergoeding voor één vak.
53
De LOB-activiteiten in het eindexamenjaar staan in het teken van het definitief kiezen voor een vervolgopleiding. Ook de plaats waar dit gaat gebeuren moet worden bepaald. Net als in het vijfde leerjaar wordt de verantwoordelijkheid hiervoor grotendeels bij de leerlingen zelf gelegd. Mentoren en decanen stimuleren en begeleiden vanaf de zijlijn. Ter ondersteuning krijgen de examenkandidaten een studiewijzer LOB waarin de verplichte- en keuzeactiviteiten zijn vermeld. Met behulp van hun werkboek, Open Dagen, brochures van Universiteiten en Hogescholen, het WIO (wegwijs in onderwijs) magazine en het Toekomst-magazine moeten zij een planning maken van activiteiten die zij gaan ondernemen om stapsgewijs te komen tot de definitieve keuze van een vervolgstudie.
54
55
5. Organisatie Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht / NUOVO Het USG is één van de scholen die behoren tot ‘NUOVO’. NUOVO staat voor: Toegankelijk, boeiend en duurzaam openbaar voorgezet onderwijs. Daarbij zijn talentontwikkeling, samenleven en actief burgerschap binnen een veilige leeromgeving ingebed in alle onderwijsactiviteiten. NUOVO bestaat uit acht scholen voor het voortgezet openbaar onderwijs, van gymnasium, havo/vwo, vmbo tot praktijkonderwijs. Kijk voor meer informatie bij www.nuovo.eu. Schoolleiding Hanneke Taat, rector
[email protected] 030 – 2122199 Paula Mostert en Marinde Mastbergen, afdelingsleiders onderbouw (leerjaar 1 en 2)
[email protected] [email protected] 030 – 2122199 Erik Kamerbeek, conrector middenbouw (leerjaar 3 en 4)
[email protected] 030 – 2122199 Aad van Diemen, conrector bovenbouw (leerjaar 5 en 6)
[email protected] 030 – 2122199 Coördinatoren (030 – 2122199) verzuim: Paula Mostert zorg: Lilian Blom,
[email protected] decanen: Guus Kers
[email protected] en Emiel van Rijsewijk
[email protected] internationalisering: Deby Ondaatje
[email protected] Hans Righolt
[email protected] versterkt talenonderwijs: Ewan Clark
[email protected] 56
Medezeggenschap De medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit mensen die gekozen zijn uit de geleding van ouders en leerlingen en uit personeelsleden (PMR). De MR voert regelmatig overleg met de schoolleiding over diverse schoolzaken en heeft over een aantal zaken instemmings- dan wel adviesrecht. Om de leerlingen zoveel mogelijk te betrekken bij de medezeggenschap is er de leerlingenraad. Er wordt in iedere klas een vertegenwoordiger voor de leerlingenraad gekozen en uit hun midden wordt een tweetal leerlingen gekozen om in de MR zitting te nemen. Er zijn per jaar minimaal twee MRbijeenkomsten. Ouderraad De ouders van leerlingen van het USG zijn georganiseerd in een vereniging en kiezen een bestuur dat tevens functioneert als Ouderraad. Deze heeft als voornaamste taak het beheren van de vrijwillige ouderbijdrage ondergebracht in het zogenaamde Gregoriusfonds. Het bestuur van dat fonds bestaat uit voorzitter, secretaris en penningmeester van de Ouderraad. De ouderraad heeft de volgende taken: Het instellen, in stand houden en beheren van een fonds - genaamd het Gregoriusfonds - waarvoor de gelden worden bijeengebracht door de ouders of verzorgers van de leerlingen van het Utrechts Stedelijk Gymnasium om daaruit gelden beschikbaar te stellen teneinde het onderwijs aan het USG te ondersteunen, het contact tussen de verschillende geledingen van het USG in stand te houden, de buitenschoolse activiteiten van het USG te bevorderen, de tradities die het gezicht van het USG mede bepalen in stand te houden, de belangen van het USG in het bijzonder en van het Gymnasiaal onderwijs in het algemeen te verdedigen, andere zaken, het USG betreffende, te bevorderen, die bevorderd dienen te worden naar de mening van de ouderraad, en waarvoor uit de algemene middelen geen of onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Voorts zijn er het toezicht op het beheer van de gelden van de leerlingenverenigingen van het USG; de belangstelling voor en betrokkenheid van ouders bij de school in al haar facetten te bevorderen; te bevorderen dat ouders ondersteunende werkzaamheden voor de school kunnen verrichten; activiteiten
57
te organiseren, zoals evenementen voor en door de leerlingen, ouderavonden en vergaderingen; te functioneren als eerste achterban namens de ouders; de belangen van de ouders te behartigen bij de medezeggenschapsraad, bij de schoolleiding en bij het schoolbestuur. De ouderraad van het USG maakt deel uit van de Landelijke Ouderraad Zelfstandige Gymnasia (LOZG), een vereniging van ouderorganisaties van de zelfstandige gymnasia in Nederland. De LOZG werkt mee aan de instandhouding van de gymnasiale opleiding en wil de oprichting van nieuwe gymnasia bevorderen en bovendien draagt zij bij aan de samenwerking tussen de zelfstandige gymnasia. Daarnaast wil de LOZG een (communicatie) platform zijn voor ouders en toekomstige ouders. Op www.lozg.nl vindt u meer interessante informatie over deze vereniging, over andere gymnasiumorganisaties, over ouderorganisaties en over onderwijsorganisaties. Ook vindt u er een discussieforum en de laatste belangrijke onderzoeksrapporten. Mediatheek De mediatheek is dagelijks geopend van het 2e uur tot en met het 7e uur. In toetsweken gelden verkorte openingstijden. De bibliotheek bevat boeken voor onder andere Nederlands, de klassieke en moderne talen, mens- en natuur-
58
wetenschappen, economie, aardrijkskunde en (kunst)geschiedenis. Bovendien zijn er diverse tijdschriften en een krant aanwezig waarop de school geabonneerd is. Voor de onderbouw is er een grote collectie jeugdliteratuur. Naslagwerken zoals woordenboeken en encyclopedieën worden niet uitgeleend. Omgangs- en integriteitscode De omgangs- en integriteitscode heeft tot doel aan alle medewerkers van de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs in Utrecht (NUOVO) (inclusief stagiaires, gedetacheerden en uitzendkrachten) aan te geven hoe medewerkers met elkaar om willen gaan. Ook zien wij graag dat alle medewerkers actief bijdragen aan wat de scholen van NUOVO willen bereiken: leerlingen goed voorbereiden op de samenleving en de arbeidsmarkt in Nederland. De code is te downloaden van www.nuovo.eu/publicaties. Veiligheidsbeleid Het USG is een kleine, hechte schoolgemeenschap. Onze leerlingen en medewerkers hebben de wens en de opdracht om zorg te dragen voor eigen en elkaars veiligheid in alle opzichten. Dat betreft zowel sociale veiligheid (respect tegenover anderen, fatsoen in de omgang met elkaar, behulpzaamheid, enz.) als fysieke veiligheid. Sociale veiligheid Iedere klas heeft een mentor, die in het wekelijks mentoruur o.a. aandacht besteedt aan een goede omgang tussen leerlingen en tussen leerlingen en docenten. Een mentor gaat twee jaar met een klas mee, waardoor de bekendheid en vertrouwdheid wordt vergroot. De school kent een intern zorgteam, bestaande uit enkele ervaren ondersteuners en de zorgcoördinator. Wanneer er op het punt van veiligheid reden toe is, zal het zorgteam bijdragen aan de oplossing van een probleem. Er zijn twee contactpersonen, die leerlingen of medewerkers die zich onveilig voelen kunnen adviseren of anderszins ondersteunen. 59
De schoolleiding staat dicht bij de dagelijkse praktijk en is daardoor zowel voor leerlingen als voor medewerkers effectief benaderbaar en in staat om adequaat in te grijpen als dat nodig is. In het schoolreglement zijn de regels opgenomen die gelden ten aanzien van o.a. veiligheid gedurende schooltijden.
60
61
Fysieke veiligheid Circa 20 medewerkers zijn als BedrijfsHulpVerleners (BHV) opgeleid. Elk schooljaar krijgen de BHV-ers een opfriscursus bestaande uit een theorie- en een praktijkgedeelte. De hoofdtaak van de BedrijfsHulpVerleners is eerste hulpverlening bij calamiteiten als brand, ongevallen etc. Dat betekent ook eerste hulp verlenen bij ongevallen, ontruimen van het gebouw en het informeren van en communiceren met professionele hulpverleners In het schoolgebouw zijn de volgende algemene veiligheidsvoorzieningen aanwezig: verbandtrommels, blusdekens, AED, blusmiddelen, oogdouches. De school beschikt over een ontruimings – en calamiteitenplan dat in het geval van (persoonlijke) calamiteiten wordt toegepast. Twee keer per schooljaar wordt een brandoefening gehouden (tijdens de eerste schoolweek een aangekondigde oefening en lopende het schooljaar een onaangekondigde oefening). Schoolfondsen De school kent drie fondsen: het Gregoriusfonds, het Hieronymusfonds en het Willebrordusfonds. De namen zijn ontleend aan de drie heiligen die bij de stichting van de school in 1474 kandidaat waren om schutspatroon te worden. De keuze viel toen op Hieronymus, de heilige met de leeuw en de splinter. Lange tijd heeft de school dan ook Hieronymusschool geheten. Het Gregoriusfonds werd opgericht in 1946 met het doel “het gemeenschapsleven van de leerlingen te bevorderen en het verenigingsleven te stimuleren”. Het bestuur, dat bestaat uit leden van de ouderraad, ziet dit als een belangrijke taak. Van de ouders wordt elk jaar per kind een bijdrage voor het fonds gevraagd van circa € 75,00. Het geld wordt besteed aan de leerlingenverenigingen, culturele activiteiten en materiële steun aan school. Het Hieronymusfonds is de vereniging van oud-leerlingen, die de band tussen hen en de school wil onderhouden en geld beschikbaar stelt voor zaken waaraan de schoolgemeenschap als geheel behoefte heeft. Op deze manier konden in de loop der jaren bijvoorbeeld kunstvoorwerpen, bibliotheekboeken, computers, tuinmeubilair en een kampeeruitrusting worden aangeschaft. Ook bij een lustrum of een andere speciale feestelijke gelegenheid ontvangt de school geschenken van dit fonds. 62
Tot 1800 bestond te Utrecht een tehuis voor leerlingen van onze school (toen nog Hieronymusschool geheten) onder de naam “Collegium Willebrordi ac domus pauperum”. Toen het tehuis in 1800 werd opgeheven en verkocht, stichtte men van de vrijgekomen gelden een fonds met dezelfde naam. In 1977 werd het fonds omgezet in een stichting. In het bestuur ervan zitten onder andere twee leden namens onze ouderraad en twee leden van het Willebrordusfonds. Van de opbrengst van het Willebrordusfonds worden werkweken, diesvieringen en lustra ondersteund. Zonodig worden ook aan ouders individueel bepaalde extra kosten van het volgen van onderwijs (b.v. excursies of schoolreizen) vergoed. Verzoeken daartoe kunnen bij de rector ingediend worden. Schoolkosten De overheid financiert het grootste deel van de kosten die gemoeid zijn met het onderwijs. Maar er zijn activiteiten die wij belangrijk vinden voor goed onderwijs aan onze leerlingen die niet vergoed worden. Daarom zijn er zogenaamde additionele kosten. Deze kosten zijn vrijwillig maar niet vrijblijvend. De wet schrijft voor dat een school u de gelegenheid biedt om bij ieder onderdeel uit dit overzicht aan te geven dat u het niet wilt betalen. Dat betekent dat uw kind niet deel kan nemen aan deze activiteit en op school een alternatieve activiteit moet doen. Het spreekt vanzelf dat wij u uitnodigen om akkoord te gaan met alle voorgestelde activiteiten. Voor een eventuele toelichting kunt u de schoolleiding benaderen. Overigens is de toelating van uw kind niet afhankelijk van de betaling van de additionele kosten of de vrijwillige ouderbijdrage. De wet schrijft ook voor dat u een modelovereenkomst krijgt voorgelegd, een overzicht van de zogenaamde additionele kosten alsmede een verklaring waaruit blijkt dat de ouderraad akkoord is met de additionele kosten. Deze stukken vindt u op onze website onder ‘ouders/schoolkosten’. De additionele kosten zijn voor uw gemak opgenomen in de boekenlijst van firma Iddink. U kunt daar aankruisen of u akkoord gaat met deze kosten. Werkweken De kosten van de verplichte werkweken bedragen circa € 250,00 voor de eerste klas, circa € 235,00 voor de derde klas en circa € 725,00 voor klas vijf. De kosten van de overige extra activiteiten, zoals de uitwisselingen en de taalreizen, variëren. Bij financiële problemen kunt u voor de kosten van de verplichte werkweken een beroep doen op het Willebrordusfonds. U kunt daartoe een schriftelijk verzoek indienen bij de rector.
63
Lesmaterialen Gratis voor ouders zijn leerboeken, werkboeken, projectboeken, examentrainingen en –bundels, eigen leermateriaal van de school, bijbehorende cd’s en/ of dvd’s die een leerling in dat leerjaar nodig heeft. Atlassen, woordenboeken en agenda’s zijn niet gratis. Ook zaken als laptops, rekenmachines, sportkleding, gereedschap, schriften/multomappen, pennen en dergelijke zijn voor rekening van de ouders. Leerlingen van achttien jaar en ouder vallen onder de regeling “Tegemoetkoming Studiekosten VO 18+”. Hun ouders krijgen voor hen geen kinderbijslag meer. Op de administratie en/of bij de decaan ligt de brochure met het aanvraagformulier klaar (inzenden uiterlijk 3 maanden voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd!). Bij een deel van het lesmateriaal wordt gewerkt met klassensets. Op school is een aantal exemplaren aanwezig en door leerlingen te gebruiken. Het betreft bijv. tabellenboeken (BINAS) en examenbundels. Ons advies aan leerlingen is dit soort lesmateriaal ook zelf aan te schaffen. Veel leerlingen op onze school volgen extra vakken. Wij vragen in dat geval voor bekostiging van lesmateriaal een kleine financiële bijdrage. Sponsoringbeleid Er is sprake van sponsoring als derden geld, goederen en diensten aan schoolleiding, leraren, onderwijsondersteunend personeel of leerlingen beschikbaar stellen waar een gevraagde of ongevraagde dienst tegenover staat waarmee leerlingen in aanraking komen. Als school vinden wij sponsoring van belang vanwege de wenselijkheid om aanvullende middelen te kunnen verkrijgen die wij inzetten voor het bekostigen van extra activiteiten of materialen, in relatie tot de doelstelling van de school en het onderwijs, waarvoor de reguliere bekostiging onvoldoende toereikend of niet is bedoeld. Zo ontvangen wij geld voor advertenties in de leerlingenkrant ‘Apo’ en in het Jaarboek. Conform de wet hanteert het USG het ‘Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”. In een verklaring van de ouderraad van het USG is aangegeven dat de school geen sponsoring accepteert die strijdig is met de regels. Tenslotte hanteert NUOVO een algemeen sponsorbeleid. Alle documenten vindt u op de website onder ‘ouders / sponsoringbeleid’. Het sponsorbeleid van het USG is ook opgenomen in het Schoolplan.
64
Toetsing Per sectie worden de toetsen gemaakt, zo veel mogelijk door een collega tevoren bekeken en er wordt vooraf een correctiemodel gemaakt. Bovendien hebben onder- en middenbouw een toetsrooster. Daarin staan alle toetsen voor een leerjaar gepland. Er zijn vier toetsweken, waarin alle of in ieder geval de meeste toetsen worden afgenomen.
Alle toetsopgaven (uitgezonderd de inhaaltoetsen) worden altijd teruggegeven aan de leerlingen, zodat zij kunnen zien welke (soort) vragen zij wel of niet goed hebben gedaan en hun voorbereiding of planning kunnen verbeteren. Ook voor ouders is het nuttig om, zeker bij eerste- en tweedeklassers, te kunnen zien wat er wel of niet goed ging. U kunt uw begeleiding waar nodig daarop bijstellen. Maar ook als uw kind prachtige cijfers haalt is het goed om te kunnen zien wat voor soort toetsen er worden afgenomen.
65
Aanmelding Ons gymnasium biedt een uitstekende opleiding, met een breed aanbod van vakken en andere onderwijsactiviteiten. Het gymnasium is een optimale basis voor vervolgstudie en werk. Wij spannen ons in om het onderwijs zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de capaciteiten van de leerlingen. Dat vereist van nieuwe leerlingen dat zij voldoen aan onze toelatingseisen. Ieder jaar verschijnt tijdig en correct informatie over de toelatingsprocedure op de website. Het USG is daarbij gebonden aan de regels en afspraken die de schoolbesturen in Utrecht vastleggen in de zogenaamde ‘POVO-procedure’ (http://20.1swvvo.nl/povo). Behalve voldoende intelligent moet een leerling ook qua gedrag en houding geschikt zijn voor onze school. Wij gaan er van uit dat een leerling leergierig is en een brede belangstelling heeft. Hij of zij moet in staat en bereid zijn om regelmatig en nauwkeurig te werken. De variatie in werkvormen tijdens de lessen, maar ook de vele buitenlesactiviteiten vragen om een leerling die zelfstandig is, verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar handelen en actief is. Wij dagen onze leerlingen graag uit om het beste uit zichzelf te halen: intellectueel, sportief en kunstzinnig. Leren is een wederkerig proces: de docent is enthousiast, deskundig en gericht op de leerling. De leerling is geïnteresseerd, actief en verantwoordelijk, maar ook flexibel. Dat doet een stevig beroep op de intellectuele en sociale vaardigheden van leerlingen. De leerkracht van uw kind, u als ouders en natuurlijk de leerling zelf maken de afweging die de basis is voor een aanmelding op het USG. Als uw kind is toegelaten en geplaatst dragen de afdelingsleiders van de onderbouw er samen met de mentoren zorg voor dat er een ‘warme overdracht’ plaatsvindt. In het contact met de basisschool en in intern overleg wordt bepaald welke klas de meest geschikte is voor de nieuwe leerling, welke eventuele ondersteuning wordt ingezet, enzovoorts. Zo leren wij onze nieuwe leerling goed kennen. Actuele informatie over de gang van zaken rond aanmelding, toelating en plaatsing vindt u op de website van school. Door uw kind aan te melden bij ons gymnasium aanvaardt u de verantwoordelijkheid voor uw bijdrage aan de ontwikkeling van uw kind in zijn of haar
66
67
schoolloopbaan. U accepteert met de aanmelding tevens de regels die de school kent, zoals deze o.a. in de schoolgids en in de teksten op de website zijn gepubliceerd dan wel langs andere weg tijdig en helder worden gecommuniceerd.
Lestijden 1e 2e Pauze: 3e 4e Pauze: 5e 6e Pauze: 7e 8e 9e
08.25 – 09.10 09.15 – 10.00 10.00 – 10.20 10.20 – 11.05 11.10 – 11.55 11.55 – 12.20 12.20 - 13.05 13.10 – 13.55 13.55 – 14.05 14.05 – 14.50 14.50 – 15.35 15.35 – 16.20
NB. Het 8e en 9e uur zijn geen reguliere lesuren, maar maken onderdeel uit van de ‘bandbreedte’. Dit zijn lesuren die beschikbaar zijn voor – vrijwillige en verplichte – activiteiten zoals vergaderingen door leerlingen, activiteiten in het kader van het Homerusprogramma, ondersteuning van leerlingen, debattrainingen, enzovoorts. Waar nodig hebben vierde-, vijfde- en zesdeklassers het 8e uur wel les. Leerlingen worden geacht iedere schooldag beschikbaar te zijn voor school van 08.00 uur tot 16.30 uur.
68
69
70
6. Schoolregels Onze school is een overzichtelijke gemeenschap waarin leerlingen en medewerkers intensief samenleven en werken. Regels zijn noodzakelijk om dit samenleven mogelijk te maken. Bovendien vinden wij het belangrijk om een goede sfeer en gedeelde verantwoordelijkheid samen te laten gaan. De algemene stelregel is: respecteer elkaar, wees redelijk en houd eigen en andermans rechten én plichten in het oog. Te laat komen Als je te laat komt, moet je je de volgende dag om 08.00 uur melden bij de conciërge. Dat geldt voor iedere keer dat je te laat komt. In Magister wordt bijgehouden hoe vaak je te laat bent. Bovendien geeft Magister aan dat je je om 08.00 uur moet melden en dat is ook zichtbaar voor je ouders en je mentor. Kom je stelselmatig te laat en ben je niet bereid je gedrag te verbeteren, dan volgen sancties. Als je ver van school woont en de verbindingen zijn dusdanig slecht dat je, ondanks vroeg opstaan, toch soms te laat komt, kunnen je ouders een brief schrijven aan de afdelingsleider of de conrector. Je krijgt dan een speciaal pasje van de conciërge. Dit pasje geldt alleen voor het eerste lesuur (dat om 08.25 uur begint.) Leerlingen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt kunnen zelf absentiebriefjes schrijven en ondertekenen. Bij misbruik kan hiervan worden afgeweken. Ziekte Als je door ziekte niet naar school kunt komen, dan moeten je ouders dit ’s ochtends tussen 08.00 en 08.25 uur of anders zo spoedig mogelijk daarna die dag telefonisch of per mail (
[email protected]) aan school doorgeven. Dat geldt voor iedere dag dat je ziek bent. Afspraken met de huisarts, de orthodontist, etc. moeten buiten schooltijd worden gemaakt. Als dit echt niet kan, geef dan tenminste een dag tevoren een briefje van je ouders bij de conciërge af. Als je door zo’n afspraak een repetitie of een proefwerk mist, dan neem je tijdig contact met je docent op om de toets in te halen.
71
Ziek naar huis Een leerling die gedurende de dag ziek naar huis wil, meldt zich bij de schoolleider van zijn of haar afdeling. Als de schoolleider akkoord is met het vertrek van de leerling, dan belt de leerling eerst met de ouders. Voor onderbouwleerlingen geldt dat de ouders moeten instemmen met het zelfstandig naar huis gaan van de leerling. Als deze instemming er niet is, moet de leerling op school blijven. Oudere leerlingen reizen op eigen verantwoordelijkheid naar huis. Iedereen die naar huis reist vanwege ziekte belt na aankomst de school om te melden dat hij of zij veilig is aangekomen. Leerlingen worden geacht alle schooldagen van 08.00 uur tot 16.30 uur beschikbaar te kunnen zijn voor school. Bovenbouwleerlingen die informatiedagen van vervolgopleidingen bezoeken, doen dit uitsluitend na vooraf toestemming daarvoor te hebben gekregen van de decanen. Ongeoorloofd en onafgehandeld verzuim Het komt regelmatig voor dat leerlingen en ouders absentie niet of te laat afhandelen, vaak pas nadat de verzuimcoördinatoren er op hebben aangedrongen. Ook dit te laat afhandelen wordt aangemerkt als ongeoorloofd verzuim, omdat wij niet wisten of de leerling met geldige reden absent was. Onafgehandeld verzuim wordt in Magister geregistreerd en Magister geeft een melding aan leerlingen en ouders. Bij ongeoorloofd verzuim wordt het volgende stappenplan gehanteerd (behalve in dwingende bijzondere omstandigheden): 1e constatering: gespijbelde uren dubbel inhalen op een door de school te bepalen moment 2e constatering: gespijbelde uren dubbel inhalen; gesprek mentor en leerling; ouders worden door de mentor via mail ingelicht, ook over een eventuele volgende stap. 3e constatering: interne schorsing van de leerling; ouders worden schriftelijk geïnformeerd. 4e constatering: leerling wordt aangemeld bij de leerplichtambtenaar; eventueel gesprek tussen leerling en leerlingbegeleider; gesprek met ouders op school.
72
Bij voortdurend ongeoorloofd verzuim zal het zorgteam uitkijken naar een andere onderwijsplek voor de leerling. De leerplichtambtenaar Een school moet volgens bepaalde richtlijnen ongeoorloofd verzuim door een leerling verplicht melden bij de leerplichtambtenaar van zijn of haar woonplaats. Zo’n melding kan een school ook op eigen initiatief doen, wanneer de schoolbetrokkenen menen dat daar reden toe is. Dat kan zijn spijbelgedrag, maar ook persoonlijke problemen of een lastige thuissituatie, waardoor de leerling verzuimt. De leerplichtambtenaar heeft de bevoegdheid om sancties toe te passen (proces-verbaal, boetes of een HALT-straf), maar kan ook hulpverlenend optreden. Daartoe kan een waarschuwend of hulpgericht gesprek thuis worden gevoerd, kan advies worden gegeven of hulp worden geboden. Rij-examens onder schooltijd Leerlingen uit klas 4 en hoger die onder schooltijd een praktijk- of theorieexamen voor scooter of auto willen afleggen mogen dit doen, mits er vooraf een verlofverzoek van de ouders is en de lesuitval minimaal en passend is. Wij hanteren hierbij de leidraad van het Regionaal Bureau Leerplicht. Aanpak verzuim door Jeugdgezondheidszorg Om onnodige schooluitval zoveel mogelijk te voorkomen, is samen met de afdeling Leerplicht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GG&GD (afdeling JGZ), een nieuwe aanpak van verzuim ingevoerd. Doel van de aanpak is om leerlingen die meer dan gemiddeld wegens ziekte van school verzuimen, vroegtijdig in contact te brengen met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige en zo te voorkomen dat schoolverzuim uitmondt in schooluitval. De afspraken met de afdeling JGZ houden in dat leerlingen die na de tweede helft het school jaar meer dan gemiddeld ziek zijn geweest, of leerlingen die langdurig ziek zijn, een uitnodiging krijgen voor een bezoek aan de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. De rol van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige is om na te gaan welke problemen bij de leerling hebben geleid tot het ziekteverzuim en welke mogelijkheden er zijn om die problemen op te lossen.
73
Uiteraard mag één van de ouders of verzorgers bij het gesprek aanwezig zijn. U kunt ook op eigen initiatief contact opnemen met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Indien niet op de oproep wordt gereageerd wordt de leerling op school uit de klas gehaald en naar de jeugdarts of jeugdverpleegkundige gestuurd. Alles wat met de jeugdarts of met de jeugdverpleegkundige wordt besproken is strikt vertrouwelijk. Zonder toestemming van de leerling geeft de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige geen informatie door aan de school. De jeugdarts of de jeugdverpleegkundige geeft wel altijd een advies aan de school over hoe verder te handelen. Verzuimcoördinatoren Paula Mostert is als verzuimcoördinatoren degene die het leerlingverzuim controleert en waar nodig, eventueel in samenspraak met de conrector, maatregelen neemt. Verlof Verlof dient minstens een week van tevoren via een daarvoor bestemd formulier te worden aangevraagd bij de afdelingsleider (onderbouw) of de conrector van de betreffende afdeling. Dit formulier kan worden opgehaald bij de administratie of worden gedownload van de website. Scholen moeten zich bij het verlenen van bijzonder verlof houden aan de leerplichtwet. Deze bepaalt dat verlof alleen kan worden verleend in de volgende gevallen: ziekte van een leerling, het vervullen van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging, de leeftijd van de leerling, vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties indien de specifieke aard van het beroep van één van de ouders hen slechts in staat stelt buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan, andere gewichtige omstandigheden (o.a. verhuizing, het bijwonen van huwelijken van directe familie, ambts- en huwelijksjubilea). Het vertrek naar een vakantiebestemming valt uitdrukkelijk buiten de termen van de wet. Verzoeken om bijzonder verlof voor meer dan tien dagen dienen minimaal een maand tevoren bij de leerplichtambtenaar van de woonplaats te worden aangevraagd.
74
Bij constatering van ongeoorloofd verzuim en te vaak te laat komen door leerplichtige leerlingen is de school verplicht hiervan melding te maken bij de leerplichtambtenaar. Feesten Een klassenavond is een duidelijk als zodanig bekend gemaakte activiteit, waar de gehele klas aan deel kan nemen, waar de mentor of een andere docent bij aanwezig is en waarvan de ouders tijdig op de hoogte zijn gesteld, inclusief locatie en route. De eindtijd ervan ligt bij de eerste klassen tussen 23.00 en 24.00 uur. Een schoolfeest is een met toestemming van de schoolleiding en deugdelijk georganiseerd feest, waar voldoende toezicht is. De reguliere schoolfeesten worden georganiseerd door de feestcommissie, bestaande uit docenten en leerlingen. Leerlingen en docenten getroosten zich veel moeite en tijd om de feesten te organiseren en wij verlangen van leerlingen dat zij daar met respect mee om gaan. Wij gaan er van uit dat leerlingen zich niet alleen tijdens het feest maar ook daarvóór en daarna correct gedragen. Leerlingen die naar het oordeel van de feestcommissie of aanwezig personeel niet toelaatbaar zijn tot een schoolfeest kan de toegang tot dat feest worden ontzegd. Bij wangedrag nemen de begeleiders van de feestcommissie contact op met de ouders en dienen de ouders direct hun kind op te halen. Als ouders beslissen dit niet te doen, dan eindigt op dat moment de verantwoordelijkheid van de school voor deze leerling. Op wangedrag staat een verbod op het bezoeken van het volgende of meerdere volgende feesten. De schoolregels zijn ook van toepassing op de schoolfeesten. Dat betekent onder andere dat alle schoolfeesten alcoholvrij zijn. Alle andere feesten vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de school, tenzij uitdrukkelijk aangegeven door de schoolleiding.
75
Afwezigheid van de docent Het komt soms voor dat de docent te laat is vanwege surveillance of iets dergelijks. In dat geval wacht je (zonder lawaai te maken) maximaal tien minuten. Is de docent er dan nog niet, dan gaat de klassenvertegenwoordiger naar de roostermaker om te informeren. Zij of iemand van de schoolleiding zal beslissen wat er gebeurt. Als er (klas 3 en hoger) sprake is van een tussenuur dan ga je naar de kantine of de studieruimte Verwijdering uit de les Wij gaan er van uit dat iedere leerling zich correct gedraagt en niet de les verstoort door wangedrag, ook niet door storend gedrag of kennelijke desinteresse. Een ongestoorde voortgang van de lessen is noodzakelijk voor leerlingen en docenten. Bovendien moeten leerlingen respect tonen voor de docent en rekening houden met klasgenoten. Wie dit respect niet toont en de les verstoort, kan worden verwijderd. Bij lesverwijdering meld je je bij je afdelingsleider (onderbouw) of bij de conrector (midden- en bovenbouw) of, als deze er niet is, bij een ander lid van de schoolleiding. De afdelingsleider of de conrector kan contact opnemen met je ouders en er wordt altijd een sanctie opgelegd. Dat kan zijn (langdurige) milieudienst, een bijzondere opdracht of een schorsing. Daarnaast neem je het initiatief tot een gesprek met de docent. Tenslotte is het in jouw én zijn of haar belang dat je ondanks het incident weer de lessen kunt volgen. Zorg voor het schoolgebouw Tijdens pauzes mag je alleen op de begane grond verblijven. Je draagt zorg voor het schoolgebouw. Dat betekent o.a. dat je niets bekladt of beschadigt. Ook zorg je ervoor dat afval in de afvalbakken wordt gegooid. Om vervuiling tegen te gaan, is het verboden om grootverpakkingen op het schoolterrein mee te nemen (flessen frisdrank, zakken chips, pakken koeken, enz.). Doe je dat toch en word je betrapt, dan moet je de verboden spullen direct weggooien en corvee doen. Behalve voor het schoolgebouw zorg je ook voor de omgeving daarvan. Bezorg de buurtbewoners geen last, maak geen lawaai en vervuil de omgeving niet.
76
Jassen moeten aan de kapstok worden gehangen of op de lockerkasten gelegd en horen niet in het lokaal. Tassen horen op de grond en niet op de banken. Petten en andere hoofddeksels horen thuis of in de locker en zijn in het gebouw verboden. Kauwgom is verboden op school, zowel binnen als buiten de lessen. Mobiele telefoons Gebruik van een mobiele telefoon tijdens de les is niet toegestaan, tenzij de docent ermee instemt. Bij misbruik zal de docent de mobiele telefoon innemen en afgeven bij de administratie. Je kunt hem daar na 16.20 uur ophalen. Bij herhaald misbruik kan de schoolleiding besluiten de mobiele telefoon langere tijd in beslag te nemen. Tijdens toetsen zijn mobiele telefoons en alle andere digitale apparaten (behalve rekenmachines) verboden in het lokaal. Je laat deze thuis of in je locker. 77
Digitale media Voor alle digitale apparatuur, van welke aard en met welk doeleinde dan ook, geldt dat er geen weergave van een andere persoon, in welke vorm, aard en met welk doeleinde dan ook, mag worden gemaakt of vermenigvuldigd of verspreid mag worden zonder toestemming van die persoon. De schoolleiding
heeft het recht om belastende (digitale) informatie in beslag te nemen of te (laten) vernietigen. De schoolleiding zal in geval van misbruik op dit gebied maatregelen nemen of aangifte doen bij de politie. Vanzelfsprekend is iedere vorm van fraude met behulp van digitale middelen niet toegestaan. Fraude zal altijd leiden tot sancties door de schoolleiding. Alcoholbeleid Het USG voert een duidelijk alcoholbeleid. Dit houdt in dat wij ons uiteraard houden aan de wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar en daarbij hebben bepaald dat alle leerlingen geen alcohol mogen nuttigen of in bezit hebben tijdens schoolactiviteiten, zowel in als rondom de school, op schoolfeesten en tijdens (buitenlandse) excursies, reizen of uitwisselingen. Bij overtreding van deze regel zullen wij gepaste maatregelen nemen, variërend van om 08.00 uur melden of de volgende avond ‘thuis’ blijven tot het niet mogen bezoeken van schoolfeesten of een meerdaagse schorsing. Ouders en leerlingen worden vooraf op de hoogte gesteld van deze mogelijke sancties. Bij alle gelegenheden geldt dat er gebruik kan worden gemaakt van een blaastest. Leerlingen die zich schuldig maken aan alcoholgebruik tijdens schoolfeesten worden hetzij aan de deur geweigerd hetzij verwijderd. De rector kan bij ge-
78
legenheid een uitzondering maken op de regel dat alcohol niet is toegestaan. De school draagt zorg voor adequate voorlichting over o.a. alcohol. Rookvrije school Het USG is een rookvrije school, wat betekent dat er in en rond het schoolgebouw (op het schoolterrein) niet mag worden gerookt. Lichamelijke opvoeding De lessen LO zijn in principe voor iedere leerling verplicht. Als een leerling voor een langere periode op medische indicatie niet aan de lessen LO kan meedoen, verwacht de conrector een schriftelijke toelichting van een van de ouders. Daarnaast kan eventueel een doktersverklaring gevraagd worden. Kun je incidenteel niet met een les meedoen, dan meld je je aan het begin van die gymnastiekles met een briefje van thuis bij de docent. Deze kan van je verlangen bij de les aanwezig te blijven als assistent of als toeschouwer. Huiswerk en toetsen Leerlingen behoren het opgegeven huiswerk te leren en te maken. Werkboeken en schriften of mappen behoren in orde te zijn. Docenten zullen hierop toezien. Wie door ziekte of andere redenen een toets heeft gemist moet zelf het initiatief nemen tot een afspraak met de docent over het inhalen daarvan. Inhalen van toetsen onderbouw en middenbouw vindt plaats op een vast ingeroosterd inhaaluur . Je moet deze tijd vrijhouden (van zaken zoals trainingen, lessen en doktersafspraken). Wanneer een leerling opvallend vaak een toets mist zal de mentor contact opnemen met hem of haar en de ouders. Indien nodig zal de afdelingsleider of de conrector het recht op inhalen laten vervallen en het cijfer 1 toekennen. Een leerling die niet tijdig ziek wordt gemeld, niet tijdig een afspraak met de docent heeft gemaakt of anderszins incorrect handelt zet zijn recht op inhalen op het spel. Desnoods kan de docent in overleg met de afdelingsleider of de conrector het cijfer 1 toekennen voor de betreffende toets. Hetzelfde geldt voor het te laat inleveren van een toets, opdracht of werkstuk. Fraude Van fraude is sprake wanneer je op welke manier dan ook een schoolwerk op oneigenlijke manier maakt.
79
Wanneer tijdens het maken van een toets in klas 1 tot en met 4 de surveillant fraude constateert, dan meldt de surveillant de fraude bij de vakdocent, die vervolgens het cijfer 1 toekent. Hij of zij meldt dit aan de mentor en de afdelingsleider of de conrector. Wanneer in andere gevallen fraude voldoende aannemelijk is gemaakt, zulks uiteindelijk ter beoordeling van de schoolleiding, wordt eveneens het cijfer 1 toegekend. Zie voor fraude bij schoolexamentoetsen de betreffende schoolexamenreglementen. Geweld, diefstal en drugs Wij prijzen onszelf gelukkig dat ernstige vormen van wangedrag niet voorkomen. Maar omdat wij ons realiseren dat onze school midden in de samenleving staat moeten ook wij ten aanzien van deze zaken duidelijke regels stellen. Agressie jegens medewerkers en medeleerlingen, het bezit en gebruik van wapens en het bezit of gebruik van dan wel handel in drugs is verboden en zal leiden tot schorsing of verwijdering van school. De schoolleiding zal in deze gevallen contact opnemen met de politie. De schoolleiding heeft het recht te allen tijde leerlingen de toegang tot de les of het schoolgebouw te ontzeggen. Ook andere vormen van ernstig wangedrag kunnen leiden tot schorsing of verwijdering, zulks ter beoordeling van de schoolleiding. Rechten schoolleiding De schoolleiding heeft het recht om persoonlijke bezittingen van leerlingen (waaronder begrepen de inhoud van lockers) in beslag te nemen of te inspecteren. De schoolleiding kan dwingend ingrijpen ten aanzien van kleding of attributen van leerlingen indien deze strijdig zijn met hetgeen wij als fatsoenlijk achten, indien kleding of attributen agressief zijn of lijken of indien kleding of attributen gevaar voor leerlingen en medewerkers opleveren. In en rondom het gebouw Net als bij het gedrag tijdens en buiten de lessen geldt, gaan we er ook ten aanzien van het gebouw van uit dat je je fatsoenlijk gedraagt. Wij hebben een 80
mooi schoolgebouw, dat iedere dag wordt schoongemaakt en het is in ons aller belang om daar aan mee te werken. Dat betekent dat je alles wat tot het gebouw behoort schoon en onbeschadigd laat. Docenten kunnen als dat nodig is leerlingen het lokaal laten schoonmaken. Dat kan ook tijdens een pauze of na schooltijd. Alle leerlingen hebben één dag per jaar schoonmaakdienst op de begane grond. Mediatheek en studieruimtes In de mediatheek en in de studieruimtes elders in het schoolgebouw zijn studieplekken waar leerlingen naar believen gebruik van kunnen maken. Wij verwachten van je dat je stil en rustig zit te werken, je omgeving niet vervuilt en anderen niet stoort. Natuurlijk mag je op fluistertoon overleggen. Gebruik computers en netwerk Leerlingen mogen gebruik maken van schoolcomputers en het schoolnetwerk. Uiteraard is het de bedoeling dat dit gebruik schoolwerk betreft, maar een bescheiden gebruik voor vermaak is toegestaan. Verboden is echter het installeren en registreren van spellen of andere programma’s en het bovenmatig belasten van het netwerk en de computers. Regels van correct gebruik van computers en internet gelden op alle plaatsen en momenten waar leerlingen gebruik maken van schoolvoorzieningen.
81
Rond het gebouw Je fiets zet je uitsluitend in de stalling, liefst met een dubbel slot. Je gaat de school binnen via de tuin, loopt over de paden en je stoort niet de lessen. Tijdens pauzes en na schooltijd zorg je ervoor dat je geen overlast bezorgt in de buurt. Dat houdt ook in dat je de omgeving niet vervuilt. De schoolleiding zal maatregelen nemen als dat nodig is. Je bent aansprakelijk voor je gedrag, ook buiten de school. Lockers Er is voor iedere leerling een locker om kostbare spullen veilig in weg te bergen, boeken in te bewaren, enzovoorts. Het is niet toegestaan om gevaarlijke of verboden spullen in je locker te bewaren. Als daar een redelijk vermoeden toe is, kan de schoolleiding of de conciërge een locker inspecteren en spullen in beslag nemen. Leerlingen betalen jaarlijks een bedrag voor het gebruik van de locker. In de eerste klas moet een borg worden betaald, bij vertrek van school ontvangt de leerling de borg terug. Aansprakelijkheid Leerlingen en medewerkers worden geacht zorg te dragen voor elkaar en voor het schoolgebouw. Iedereen heeft recht op een prettig en veilig schoolleven en iedereen draagt daarvoor zijn verantwoordelijkheid. De leerlingen worden aansprakelijk gesteld voor alle schade die zij aan het gebouw, het meubilair en de leermiddelen toebrengen. De ouders worden daarvan in kennis gesteld. De school doet alles wat als redelijk en billijk kan worden geacht om risico’s in de school te voorkomen, hetgeen ieders medeverantwoordelijkheid voor eigen en andermans veiligheid onverlet laat. De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of diefstal voortvloeiend uit gedrag van leerlingen, tenzij sprake is van kennelijke onwil of nalatigheid door een medewerker. De school aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor handelingen van leerlingen tijdens afwezigheid zonder toestemming van de schoolleiding. De school is niet aansprakelijk voor vermissing, diefstal van of schade aan eigendommen van leerlingen. 82
Publicatierecht De school behoudt zich het recht voor om alle beelden die tijdens schoolactiviteiten worden gefotografeerd of gefilmd te gebruiken voor publicitaire doeleinden in het belang van de school. Leerlingen en ouders die daar principiële bezwaren tegen hebben dienen deze schriftelijk kenbaar te maken bij de conrector. Gezichtssluier Het is verboden om op school een gezichtsbedekkende sluier te dragen. Wij hechten veel waarde aan een open communicatie en dat betekent onder andere dat eenieder de identiteit van een leerling moet kunnen vaststellen. Bovendien is het voor docenten noodzakelijk dat zij kunnen vaststellen of een leerling de les volgt en dat zij met de leerling op een effectieve wijze kunnen communiceren. Overigens is nonverbale communicatie essentieel voor het contact op school en een gezichtsbedekkende sluier belemmert deze.
83
Werkweken en uitwisselingen Wangedrag tijdens werkweken of internationale uitwisselingen zal leiden tot verwijdering door de staf. De staf neemt in dat geval, na overleg met de schoolleiding, contact op met de ouders. Deze worden geacht hun kind op te
halen dan wel zorg te dragen voor alternatief vervoer naar huis. De kosten van deze gedwongen terugreis zijn voor de ouders, inclusief de kosten van een eventueel meereizende medewerker. Videobewaking Voor de veiligheid van leerlingen en medewerkers zijn er in het schoolgebouw camera’s geplaatst. De beelden daarvan worden normaliter uiterlijk één maand bewaard en daarna vernietigd. Indien nodig worden camerabeelden door de schoolleiding gebruikt om op te treden tegen personen die zich misdragen. Slechts de schoolleiding of personen die op haar gezag opereren kunnen camerabeelden zien en gebruiken. Camerabeelden kunnen worden overgedragen aan de politie.
7. Communicatie Communicatie is de basis van het schoolleven. Leerlingen, docenten en ouders hebben elkaar nodig. Wij proberen iedereen goed te informeren en wij streven een open, redelijke en positieve houding na. Dat verwachten wij ook van leerlingen en ouders. Meestal gaan de dingen goed en verloopt de communicatie vlot, maar soms vindt iemand dat er een probleem is. Persoonlijke gesprekken: in het najaar organiseert de school tienminutengesprekken tussen ouders en mentoren. In januari zijn er tienminutengesprekken tussen ouders en docenten. Mentoren, leerlingondersteuners, docenten en schoolleiding voeren vaak en veelsoortige gesprekken met leerlingen en ouders. informatie-avonden: in de eerste schoolmaand is er voor ieder leerjaar een informatieavond voor ouders over het betreffende leerjaar. Magister: van alle leerlingen worden de resultaten en absentiegegevens beschikbaar gesteld. Ouders en leerlingen kunnen deze gegevens raadplegen. Zij zijn verantwoordelijk voor een verstandig en correct gebruik ervan. Dat geldt ook voor de verstrekte inloggegevens.
84
Veel informatie voor ouders en leerlingen wordt gemaild. Het gaat onder andere om formele stukken zoals pta´s, examenreglementen, enzovoorts. Website: deze bevat statische informatie over het USG als school in het algemeen - waaronder deze schoolgids – en dynamische informatie, zoals roosters en mededelingen. Vox Hieronymi: is het bulletin van de oudervereniging van het USG, met daarin informatie over belangrijke gebeurtenissen op school, achtergrondinformatie, data, enzovoorts. Er is ook een website, te weten www.usgvox.nl, met nog veel meer informatie over het USG en gymnasiale aangelegenheden in het algemeen. Klassenouders Per klas zijn er in leerjaar 1 tot en met 5 twee klassenouders. Zij zijn aanspreekpunt voor ouders. Minstens één keer per jaar voeren de klassenouders en de schoolleiding overleg. Protocollen Pestprotocol: op de website (www.usgym.nl/ouders) staat het pestprotocol zoals het USG dat hanteert. U kunt de tekst downloaden. Protocol informatie gescheiden ouders: ook op de website (www.usgym.nl/ ouders) staat het protocol waarin wij beschrijven hoe wij omgaan met informatieverstrekking aan o.a. gescheiden ouders. Klachtenregeling De school probeert klachten zoveel mogelijk te voorkomen door het onderwijs op een efficiënte en redelijke wijze te organiseren. Door tijdige en effectieve informatie proberen wij alle betrokkenen op de hoogte te stellen van hetgeen er op school gebeurt. Wij gaan er van uit dat allen die bij school betrokken zijn vanuit een constructieve, verantwoordelijke en redelijke houding meedenken en handelen. Mocht zich echter toch een klacht voordoen, dan moet deze op een correcte wijze worden behandeld. Van klachten kunnen wij leren en ook daarom nemen wij deze serieus. Meldingen of klachten op pedagogisch en organisatorisch gebied worden in eerste instantie door de direct betrokkenen afgehandeld. Lukt dat niet, dan kan men de melding of klacht voorleggen aan de schoolleiding. Leidt ook
85
deze stap niet tot een voldoende afhandeling, dan kan men zich tot het College van Bestuur wenden (www.nuovo.eu). Uiteindelijk kan een klager zich wenden tot de landelijke Stichting Onderwijsgeschillen (www.onderwijsgeschillen.nl). Ook klachten over gedrag van bij school betrokkenen kunnen langs deze weg aan de orde worden gesteld. Daarbij kan iemand zich tevens wenden tot een vertrouwenspersoon van de school. Voor klachten met betrekking tot vermeend sexueel misbruik door medewerkers geldt een meldingsplicht voor alle schoolmedewerkers bij het bevoegd gezag, te weten het College van Bestuur van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht (www.nuovo. eu). Op deze site kunt u de klachtenregeling van NUOVO downloaden. Disclaimer Ofschoon de tekst van deze schoolgids zorgvuldig is samengesteld, kunnen er geen (onbeperkte en absolute ) rechten aan worden ontleend. Waar noodzakelijk en redelijk kan de schoolleiding afwijkend van of aanvullend op de tekst besluiten nemen.
86
87
88
89
Utrechts Stedelijk Gymnasium anno 1474
ien Nijland
Ontwerp: StoereBinken.nl | Foto’s: Annel