centrum voor consultatie en expertise
Nr. 1/2015
Contact en reflectie kunnen separeren voorkomen Zorg ‘op maat’ beter mogelijk met lager budget? Jim van Os: ‘Schizofrenie bestaat niet’
Themanummer
GGZ
Expertise op maat
In dit nummer 3 5 6 8 11 12 14 16
Het CCE… wat heb je er aan? Jim van Os: ‘Schizofrenie bestaat niet’ Vreemde ogen laten meekijken Separeren voorkomen: het Consult Dwang & Drang CCE: Voor wie en wat? Arien Storm over kind- en jeugdpsychiatrie Als gedragstherapie niet werkt - ASS en eetstoornis Mijn perspectief: Teja Luiten
Het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) adviseert zorgverleners die vastlopen met een cliënt. Het gaat om cliënten met ernstig probleemgedrag of grote kans dat te ontwikkelen. Zij hebben een stoornis of een blijvende beperking en doen langdurig een beroep op professionele zorg en ondersteuning.
Colofon CCE Magazine is een uitgave van het CCE en komt twee keer per jaar uit. In deze uitgave is ‘GGZ – expertise op maat’ het centrale thema. Als u het magazine en/of onze digitale nieuwsbrief wilt ontvangen, kunt u zich aanmelden via onze website
Hoofdredactie: Ans Hilberink
Het CCE heeft een uitgebreid netwerk van deskundigen met specifieke kennis en ervaring. Zij geven advies op maat en kunnen helpen bij de uitvoering van dat advies. Zorgverleners, familie en andere vertegenwoordigers kunnen een cliënt aanmelden. Jaarlijks doen we ongeveer 1.200 consultaties. De kennis en ervaring uit de consultatiepraktijk zetten we om in expertise die we overdragen aan professionals. Daarmee willen we een structurele bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de zorg voor cliënten met ernstig probleemgedrag.
2
Eindredactie: Karin Smeets Redactieleden: Mariëtte Nelissen, Alice Padmos, Didier Rammers, Tom van Son
Het CCE… wat heb je er aan?
Teksten: Adri Bolt (p. 6, 7, 12, 13), Tekstpaleis / Fenny Brandsma (p. 8, 9, 10, 14, 15), Karin Smeets (p. 3, 4, 5, 16) Fotografie: Huub Nijhuis (Cover, 3, 8, 9, 10, 15, 16) Vormgeving: Daily Milk, Rotterdam. Druk: Quadraat Printmedia, Oud-Beijerland
Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding en na
De eerste stap is vaak het moeilijkst: onbekende collega’s toelaten in werksituaties waar je zelf het gevoel hebt alles al geprobeerd te hebben. Jeanette de Grand, teamleider bij GGZ Noord-Holland-Noord, weet daar alles van. Zes jaar geleden kwam ze in contact met het CCE. Een cliënt die steeds meer in de separeer zat, vormde de aanleiding. Met expertise op maat kwamen ze verder. Nu leidt Jeanette een team voor consultaties binnen haar eigen organisatie.
schriftelijke toestemming van de redactie.
‘Op een symposium kwam ik een coördinator van het CCE
de slag gegaan.’ Tom vertelt: ‘Bij het starten van het traject
tegen, zo is het contact ontstaan,’ vertelt Jeanette de Grand.
verbleef Kees al zes maanden vrijwel onafgebroken in een
‘We hadden een psychotische cliënt met verstandelijke
separeer. Hij was ernstig vervuild; huilde en schreeuwde en
beperking en autisme die al jarenlang regelmatig in de
kon niet meer communiceren met anderen. Er was minimaal
separeer zat. Het laatste halfjaar zelfs bijna voortdurend.
contact met begeleiders. De contacten waren functioneel.
Kees wilde er zelf niet uit, maar wij vonden het mensont-
Hij was zo angstig dat hij enkel nog dreigend kon zijn naar
erend. We liepen voortdurend vast in de behandeling en
anderen. Hij was alle vertrouwen in de begeleiders kwijt
interventies gaven niet het gehoopte effect. Wij voelden ons
geraakt en zij in hem. Er was geen zicht op verbetering.
machteloos. CCE-coördinator Tom van Son is met ons aan
Alle betrokkenen vonden dit een onaanvaardbare situatie.’
3
‘Ondanks de ervaren agressie was het team bereid om
We hebben twaalf bedden, maar we nemen zo min mogelijk
te kijken naar wat zij zelf nog konden om de situatie te
op. We proberen het echt in de geest van het CCE te doen!
veranderen’, vertelt Tom. ‘Gedurende het traject kregen
Je kunt dus niet “van je probleem af”, maar we adviseren en
zij inzicht in hoe beperkt deze man in staat is om de com-
coachen zodat collega’s weer zelf verder kunnen.’
plexe wereld om hem heen te begrijpen en hoezeer hem dat beangstigt. Door hem telkens opnieuw duidelijkheid
‘Ik geloof in het delen van successen. Dan krijg je mond-op-
en voorspelbaarheid te bieden werd de wereld wat over-
mond-reclame. Wij presenteren ons vaak op symposia. We
zichtelijker en veiliger voor hem. Dat heeft het team
krijgen heel enthousiaste reacties als we vertellen over de
ervaren.’ Jeanette vult aan: ‘We zijn zeker twee jaar bezig
casus van Kees die na jaren toch uit de separeer kwam.
geweest. Nu woont Kees in een afgesloten appartement.
Want elke organisatie kent zulke cliënten.’ Toch is de
De wereld buiten zijn appartement blijft nog steeds erg
meerwaarde van het CCE niet voor iedereen in de GGZ
onvoorspelbaar, maar binnen is het overzichtelijker en voelt
evident. Jeanette: ‘Ik denk dat het vooroordeel bestaat
het veilig. Hoewel het een kleine vooruitgang lijkt, is het
“die komen uit de gehandicaptenzorg, die kunnen dit niet”.
voor hem een grote stap richting herstel. Zijn kwetsbaar-
Ik geloof juist in die andere kijk waardoor er een nieuwe
heid is permanent, toch blijven we samen met hem kijken
dynamiek kan ontstaan. Maar het kan ook heel confronte-
naar waar en wanneer zijn wereld vergroot kan worden.
rend werken. De kunst is namelijk om juist ook naar jezelf
Een grote verbetering dus!’
te kijken, naar je eigen aandeel en de bejegening van een cliënt. Dat is men niet gewend. Er wordt heel erg gekeken naar de cliënt en het probleem van de cliënt. Niet naar de eigen attitude. De uitstoot van cliënten is een groot pro-
‘Teams hebben het gevoel dat ze er niet langer alleen voor staan’
bleem. Ze weten niet waar de cliënt heen moet, alleen dat hij weg moet. Terwijl als je goed gaat kijken naar wat
.
Jim van Os:
maar er is ook heel veel wat we nog niet weten over het
‘Schizofrenie bestaat niet’
in om dat gat te vullen. Er wordt teveel medicatie voorge-
‘Als we over een jaar of 50 terugkijken, zullen we deze tijd zien als een tijd van transitie’, zegt Jim van Os, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Maastricht. En daarmee doelt hij niet op de organisatorische of wettelijke wijzigingen waarmee de GGZ nu bezig is. ‘We moeten herstelgericht gaan werken. Dat is heel moeilijk in de huidige GGZ. De professionals zijn hartstikke goed, maar het systeem is het probleem. Dat gaat nu veranderen.’
‘Omgeving’ is voor het CCE een sleutelwoord. Juist in die
schreven en in te hoge doses. Natuurlijk zeg ik niet dat genen geen rol spelen en dat medicatie slecht is, maar de rol van genen is niet zo dominant als vaak wordt afgeschilderd. Bovendien zijn genen vaak aanvullend op de omgeving: ze zorgen ervoor dat mensen meer of juist minder gevoelig zijn voor psychose.’
brede context om een cliënt zijn immers tal van factoren die je kunt beïnvloeden, zeker als er sprake is van probleemgedrag en handelingsverlegenheid. Maar het CCE spreekt wellicht in een jargon dat niet in de GGZ past? ‘Misschien past het juist wel’, meent Van Os. ‘Het past in ieder geval beter dan de medisch-klinische taal. Daarom pleit ik ook voor de term “herstel”. Slechts een zeer kleine minderheid van de mensen met psychose is ernstig ziek met een zeer slechte prognose. Je moet kijken wat goed is voor de patiënt op de lange termijn. Tussen die zeer slechte prognoses en de gevallen van volledig herstel zit een heel breed spectrum. Het gaat er om jouw persoonlijke kwetsbaarheid en kracht
iemand nodig heeft, die andere plek helemaal niet nodig is. En daarmee kan het CCE helpen.’
brein. Niet-weten accepteren we niet en we zetten modellen
‘Er heerst een misverstand in de psychiatrie. Wanneer we
te leren kennen. Met de site willen we de term schizofrenie
door onze professionele bril kijken, zien we allemaal uitingen
binnen vijf jaar uitbannen, en ruimte scheppen voor behan-
van ziekten. Mensen die hun eerste psychose meemaken
deling en begeleiding van mensen met psychose.’
– vaak zijn ze dan best jong – krijgen te horen dat ze een
.
ernstige, ongeneeslijke hersenziekte hebben: schizofrenie. ‘Mijn collega en ik hadden eigenlijk helemaal geen reserves
Het CCE, dit heb je er aan
bovenop komen en een zinvol bestaan opbouwen. Er is een heel breed spectrum aan psychosegevoeligheid. We doen
bij het toelaten van het CCE. We waren juist heel blij dat er eens iemand meekeek met een andere blik. De hele context
Alice Padmos is regiodirecteur en portefeuillehou-
net of dat helemaal onder de zwaarste categorie valt. Net
werd onder de loep genomen. We merkten toen dat de
der GGZ binnen het CCE. ‘We werken nu zo’n tien
alsof je bij de diagnose suikerziekte meteen te horen krijgt:
nadruk eigenlijk altijd ligt op het probleem. De CCE-deskun-
jaar in de GGZ, en steeds intensiever. Er ontstaan
“je nieren gaan uitvallen, je wordt blind en we gaan je
digen keken meer naar oplossingen, naar wat hulpverleners
hele mooie dingen met cliënten die door hun
ledematen amputeren”. Zo worden mensen wanhopig
mogelijk anders konden om het patroon te doorbreken.’
gedrag voorheen “de zorg ontwrichtten”. Wanneer
gemaakt, en daar zijn ze niet bij gebaat. We moeten in de
je focust op de behoeftes van deze cliënten en
GGZ herstelgericht gaan werken in plaats van gefocust op
Toch is het helemaal niet vanzelfsprekend in de GGZ om
gaat begrijpen wat ze eigenlijk nodig hebben,
medische behandeling.’
anderen mee te laten kijken. ‘Ik denk dat er een cultuur
blijken er altijd verbetermogelijkheden. Het CCE
omslag nodig is,’ zegt Jeanette. ‘Vaak zie je dat een cliënt
heeft de tijd, gelegenheid en deskundigheid om
De site www.schizofreniebestaatniet.nl is net gelanceerd.
wordt uitgestoten als het niet meer gaat. Zo iemand wordt
samen met professionals de specifieke behoeftes
‘Mensen die voor het eerst een psychose meemaken, moeten
dan als een hete aardappel heen en weer geschoven binnen
van een cliënt in kaart te brengen en te kijken hoe
hier meteen naar toe. Met goede, wetenschappelijk onder-
een organisatie en tussen organisaties. Er zou een richtlijn
de omgeving – met haar eigen mogelijkheden en
bouwde informatie wil ik ze wapenen tegen de negatieve
moeten zijn: éérst het CCE consulteren voor je gaat schuiven
beperkingen – daarop het best kan inspelen.’ Het
boodschap die ze van de GGZ gaan krijgen. Alle schizo-
met een cliënt.’
CCE werkt in opdracht van het ministerie van VWS
diagnoses zijn ‘labels’ die suggereren dat er een vast patroon
en consultaties zijn gratis.
bestaat. Maar ieder mens heeft juist een eigen verhouding in de vijf symptomen die op psychose wijzen. De meeste
‘Binnen GGZ Noord-Holland-Noord hebben we een soort eigen CCE opgericht: het CCB, Centrum Complexe
‘Het CCE denkt mee en adviseert GGZ-instellingen
mensen kennen alleen psychotische ervaringen zoals waan-
Behandeling. Wij geloven namelijk dat niet de cliënt
over preventie van ernstig probleemgedrag bij
denkbeelden, het horen van stemmen en verward gedrag.
complex is, maar juist zijn behandeling. Het project loopt
mensen met blijvende stoornissen/beperkingen,
Maar ook depressie, manie, motivatieproblemen en cogni-
nu anderhalf jaar en sinds een jaar zijn we echt aan de slag.
zodat er minder gebruik hoeft te worden gemaakt
tieve problemen zijn symptomen van een psychose. Ieder
Wat het oplevert? Lucht! Teams hebben het gevoel dat ze
van Dwang en Drangmaatregelen en cliënten niet
mens is gevoelig voor psychose, maar niet iedereen is even
er niet alleen voor staan. En daardoor ontstaat er ruimte
nodeloos worden doorgeplaatst,’ vertelt Alice.
kwetsbaar. Door jeugdtrauma’s, buitensluiting en ervaringen
voor andere interventies en oplossingsrichtingen. Het tijdig
‘Bovendien denken we graag mee over het realise-
van onveiligheid kan je veel kwetsbaarder worden.’
inzetten van expertise van anderen is een vaardigheid op
ren van een goed zorgaanbod voor kinderen en
zich. Het vraagt om je kwetsbaar opstellen en zelfreflectie.
jongeren met blijvende stoornissen/beperkingen
‘Schizofrenie bestaat niet’ is natuurlijk een knuppel in het
Dit kan bijdragen aan teamontwikkeling en anders kijken
en (risico op) ernstig probleemgedrag.’
hoenderhok. ‘Toch wordt het beter ontvangen dan ver-
naar complexe zorgvragen.
4
En dat is onzin: als ze hulp op maat krijgen, kunnen ze er
wacht. Eigenlijk zijn veel professionals het hier mee eens,
5
wat afwerende houding binnen de teams. Teamleden hadden het gevoel dat getwijfeld werd aan hun professio-
Het CCE over de vloer
nele deskundigheid, wanneer het CCE werd ingeschakeld.
‘Regelmatig vreemde ogen laten meekijken’
trajecten doorlopen hebben met consulenten, merken ze
Maar nu de mensen het CCE beter kennen, een aantal dat het echt wat oplevert. En dat het CCE hen respecteert in hun deskundigheid. Tegenwoordig vinden mensen op de werkvloer het juist prettig als het CCE bij een moeilijke casus wordt ingeschakeld.’
‘We willen voorkomen dat mensen langdurig in de separeer belanden’
Een grote GGZ-instelling spart regelmatig met het CCE. En dat levert heel wat op, vinden een psychiater en een maatschappelijk werker. ‘Mensen op de werkvloer vinden het tegenwoordig prettig als het CCE wordt ingeschakeld.’
Binnen de drie klinische afdelingen waar Hofsink werkt, met in totaal zo’n 80 cliënten, worden tegenwoordig jaarlijks ongeveer twee casussen aan het CCE voorgelegd.
Regelmatig meekijken ‘Ik roep het CCE er regelmatig bij’, vertel Annemarie Schram.
beleid bevestigd wordt. ‘Dat gebeurde bijvoorbeeld bij een
En dat is helemaal zoals psychiater Annemarie Schram het
Zij is psychiater, en Directeur Zorg van de Resultaatverant-
psychotische en verslavingsgevoelige cliënte die we een
graag ziet. ‘We willen dat er minimaal een keer per twee jaar
woordelijke Zorgeenheid Veluwe & Veluwevallei van GGZ
strakke dagindeling oplegden, omdat ze zeer snel overprik-
iemand van buiten meekijkt, wanneer wij een patiënt
Centraal. ‘Met name in de langdurige psychiatrie is het zinvol
keld raakte. Zo’n regime is bewerkelijk, en je zou het ook als
langdurig beperken in zijn vrijheden. En wanneer een
om vreemde ogen mee te laten kijken, om na te gaan of er
beperkend voor de cliënte kunnen zien. Dus is het belangrijk
situatie uit de hand loopt, en je vergaande dwangmaatrege-
toch nog mogelijkheden zijn. Het is gewoon goed als een
dat bevestigd wordt dat dit inderdaad de strategie is
len nodig hebt, is het ook heel goed als er iemand van buiten
externe deskundige meedenkt over de vraag of je nog wat
waarmee je verder komt.’
meedenkt, en adviseert over verbetermogelijkheden.’ Collega’s uit dezelfde instelling kunnen natuurlijk ook een
over het hoofd ziet.’
Separeer
‘second opinion’ geven. Toch geeft Schram vaak de voor-
Een breed onderzoek maakt altijd deel uit van zo’n consult
Ook Gert Hofsink, maatschappelijk werker in de Sector
keur aan het CCE. ‘Je kunt als professional, maar ook als
door het CCE. ‘Op basis daarvan adviseert het CCE de teams
Herstel bij GGZ Centraal, locatie landgoed Veldwijk, werkt
over interventies, over begeleidingsstrategieën, en vooral
graag samen met het CCE. ‘Meestal doe ik de aanmeldingen
doorspit, en opnieuw met alle betrokkenen gaat praten’. Dat
belangrijk om vreemde ogen mee te laten kijken. Daarnaast
over de vraag wat mogelijk is bij een cliënt, en wat niet.’
bij het CCE voor de cliënten die langdurige zorg nodig
levert vaak een nieuwe blik op de casus op. ‘De mensen die al
heeft het CCE een veel breder scala aan professionals
De winst van een consult kan ook zijn, dat het ingezette
hebben in “mijn” eenheden. Ik maak deel uit van het multi-
met de cliënt werkten, zijn geneigd om op hun eigen ervarin-
beschikbaar.’
disciplinaire behandelteam. Wanneer het niet gaat zoals we
gen te drijven, en op wat er in het verleden op de afdeling is
zouden willen, is één van de standaardopties om advies te
gebeurd. Blijkbaar beginnen we dan toch niet echt helemaal
Verstandelijke vermogens
vragen bij het CCE.’ Dat gebeurt met name, wanneer de
bij het begin. Zo hebben we een cliënte, erg psychotisch, erg
Dat laatste is ook belangrijk omdat cliënten in de langdurige
behandeling ‘vast zit’. ‘Dan is er vaak sprake van een
verslavingsgevoelig, die altijd onder begeleiding naar buiten
psychiatrie regelmatig beperktere verstandelijke vermogens
continue strijd, terwijl je het idee hebt dat je alles al gepro-
moet. Iedereen gunde haar de vrijheid om eindelijk weer
en een lager sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau blijken
beerd hebt.’ Ook bij agressief gedrag wordt het CCE er
eens zelfstandig naar buiten te gaan, maar elke keer ging dat
te hebben dan bij opname het geval leek te zijn. ‘Dat maakt
regelmatig bij geroepen. ‘We willen voorkomen dat mensen
weer fout en ging ze toch weer drinken of gebruiken. Daarom
dan vaak een belangrijk deel van hun problematiek uit. Het
langdurig in de separeer belanden.’ En een laatste belang-
hebben we het CCE ingeschakeld, dat de zaak heel zorgvul-
CCE zet in die gevallen mensen in met een orthopedagogi-
rijke reden om advies te vragen is ‘uitputting van het team’.
dig bekeken heeft, en tot de conclusie kwam: “deze mevrouw
sche achtergrond, die vaak uit de verstandelijke gehandi-
‘Uiteraard gaan die drie regelmatig op verschillende manie-
kan het voorlopig niet aan om alleen de deur uit te gaan, ze
captenzorg komen. Zij kunnen ons hele wezenlijke inzichten
ren samen. Zo hebben we onlangs iemand aangemeld bij
heeft begeleiding nodig”. Dat was heel hard, en we wilden
geven. Zo bleek na zo’n onderzoek dat een oudere cliënte
het CCE die heel veel aandacht van het team vraagt, veel
het vooral niet horen, maar het was zo goed onderbouwd
het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van een tweeja-
onrust veroorzaakt en zich ook nog agressief opstelt,
dat we eindelijk weten waar we aan toe zijn. In elk geval voor
rige had. Die consulent gaf ons ook heel concrete handrei-
waardoor de drie verpleegkundigen wel driekwart van hun
de komende jaren.’
kingen over de omgang met deze cliënte. Dat was belang-
instelling bepaalde blinde vlekken hebben. Daarom is het
rijk, want dit is toch werk waar wij in de psychiatrie minder
tijd aan die persoon moeten besteden.’
6
Afwerende houding
goed mee bekend zijn. In de psychiatrie wil je mensen
Frisse blik
Het CCE ging zich een jaar of tien geleden sterker richten op
helpen zich te ontwikkelen, maar dat zat er bij haar gewoon
De winst van een CCE-consultatie is volgens Hofsink deels,
de GGZ. Vanaf die periode ging ook GGZ Centraal meer met
niet in. Vanuit de erkenning van zo’n gegeven kun je de
dat ‘een deskundige met een frisse blik het hele dossier
het CCE samenwerken. Hofsink: ‘In het begin merkte ik een
situatie optimaliseren. Dat is in ieders belang.’
.
7
orde’, aldus Justine. ‘Inzicht hebben in die behoeften is de
daarbij aansluiten. Overigens denk ik dat je separeren vaak
basis van zorg op maat. Soms komen er in deze fase verras-
kunt voorkomen als je de behoefte van de cliënt centraal
sende dingen uit. Dan blijkt bijvoorbeeld dat het intelligen-
stelt en als hulpverlener gericht blijft op contact met hem of
tieniveau van een cliënt niet helder is. Als je dat niet weet,
haar houden. Het is belangrijk om oplopende spanning
kun je daar ook niet bij aansluiten.’
vroeg te signaleren en bijtijds alternatieven te bieden, om escalatie te voorkomen. Door een cliënt gerichte aandacht te geven, sluit je aan bij zijn of haar mogelijkheden en
Contact en reflectie kunnen separeren voorkomen
Het consult Dwang & Drang in de praktijk
‘We begrijpen hoe ingewikkeld de hulpverlening aan deze cliënten vaak is’
interesses en kun je zorgen voor een zinvolle daginvulling die past bij zijn of haar mogelijkheden. Zo geef je iemand een veilig gevoel en dus rust.’ Daarnaast is regelmatige intervisie in het eigen multidisciplinair team volgens Justine onmisbaar. ‘In de praktijk sneuvelt die intervisie vaak door de waan van de dag, maar voor goede zorgkwaliteit is het belangrijk om samen een gedeelde lijn uit te zetten en te kunnen reflecteren op het werken volgens die lijn. Zeker bij multicomplexe problematiek is het belangrijk om helderheid te creëren over ieders
Ook de hulpverleningsgeschiedenis en de relatie met de
aandeel in de zorg en oog te hebben voor de interactie die
familie staan op de agenda. ‘De rol van familie is vaak het
dit oplevert. Contact en reflectie zijn ook de sleutelwoorden
bespreken waard. Familieleden zijn niet standaard bij de
voor minder separeren.’
hulpverlening en dus ook niet altijd bij het consult betrokken. Terwijl zij juist de cliënt goed kennen en veel ideeën kunnen
Breed kijken
aandragen om goed bij de behoeften en voorkeuren van een
‘Het CCE is gewend vastgelopen situaties breed te bekijken’,
cliënt te kunnen aansluiten. Al kan familie ook weer goede
aldus Geraldine Raap, beleidsadviseur bij het CCE. ‘We
redenen hebben om tijdelijk buiten beeld te blijven.’
nemen niet alleen de cliënt en zijn behandelplan onder de
Contact en reflectie typeren het consult D&D. ‘Contact met
loep, maar ook de hulpverleningsgeschiedenis, de contacten
het team in de vorm van openheid en naast elkaar staan. En reflectie in de vorm van samen de situatie analyseren. Wij stellen vooral veel vragen en denken zo oordeelloos mogelijk met het team mee.’
Zorg op maat In de middag bespreekt het CCE-team zijn bevindingen met de zorgverleners.‘Dat kunnen concrete adviezen voor de hulpverlening zijn. Maar ook vragen die er nog blijken te zijn over de voorgeschiedenis en context van de cliënt. Als je de antwoorden daarop zou hebben, heeft het team aanknopingspunten voor nog meer zorg op maat. En dus voor meer rust en ontspanning voor de cliënt, zodat separeren vaker voorkomen kan worden.’
Als een cliënt in een GGZ-instelling drie maanden gesepareerd is, is de instelling verplicht een externe consultatie aan te vragen. Dat stelt het toetsingskader van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Sinds juli 2013 kunnen GGZ-instellingen daarvoor het CCE inschakelen, conform afspraken daarover met GGZ Nederland. Hoe verloopt zo’n consult Dwang & Drang en wat zijn de ervaringen tot nu toe?
8
CCE-team voert uitgebreide gesprekken met alle betrokken
Binnen veertien dagen na het consult ontvangt de zorgin-
hulpverleners en liefst ook met de familie en de cliënt zelf.
stelling een uitgebreid verslag van de bevindingen en aanbevelingen. Een enkele keer is het consult aanleiding
Luisteren en meedenken
voor een reguliere CCE-consultatie. Dan krijgt de instelling
‘Luisteren en meedenken, dat is voor ons de kern van een
ondersteuning bij de implementatie van de aanbevelingen.
consult D&D’, vertelt Justine Theunissen, psychiatrisch
‘In het begin van een consult voelen we vaak lichte reserve
verpleegkundige en CCE-consulent. ‘We begrijpen hoe
en voorzichtigheid’, vertelt Justine. ‘Teamleden ervaren het
ingewikkeld de hulpverlening aan deze cliënten vaak is en
consult soms in eerste instantie als een verplichting. Maar
weten hoeveel de hulpverleners meestal al geprobeerd
aan het eind van de dag is er vooral waardering en opluch-
hebben.’
ting in een team. Alleen al het bij elkaar zitten en gericht van gedachten en ervaringen wisselen creëert ruimte voor de
Tijdens het consult spreekt het CCE-team ’s ochtends
hulpverleners. Meestal bruist het aan het eind van de
uitgebreid met de betrokken hulpverleners en eventueel de
consultdag van ideeën.’
Inmiddels heeft het CCE meer dan twintig consulten Dwang
familie. Thema’s zijn bijvoorbeeld: de begeleiding tot nu toe,
& Drang (D&D) uitgevoerd. Bij een consult D&D komen een
de diagnose, de specifieke behoeftes van de cliënt, maar
Bijtijds alternatieven aanbieden
CCE-coördinator en twee consulenten (externe inhoudelijk
ook: wat werkt wel en wat werkt niet in de begeleiding?
‘De aanbevelingen hebben bijna altijd te maken met meer
deskundigen) een dag naar de aanvragende instelling. Het
‘Ook de specifieke behoeften van de cliënt komen aan de
inzicht krijgen in de specifieke behoefte van de cliënt en
9
Voor wie en wat? Het werkterrein van het CCE Zorgverleners die vastlopen met een cliënt kunnen voor advies en ondersteuning terecht bij CCE. Het gaat om cliënten met ernstig probleemgedrag of grote kans dat te ontwikkelen. Zij hebben een stoornis of een blijvende beperking en doen langdurig een beroep op professionele zorg en ondersteuning.
‘Aan het eind van de dag is er vooral waardering en opluchting in een team’
Het CCE heeft een uitgebreid netwerk van deskundigen met specifieke kennis en ervaring. Zij geven advies op maat en kunnen helpen bij de uitvoering van dat advies. Zorgverleners, familie en andere vertegenwoordigers van cliënten kunnen een cliënt (kosteloos) aanmelden. Jaarlijks doen we ongeveer 1.200 consultaties.
Consultatie met familie, de omgeving en de manier waarop de cliënt bejegend wordt. Welke behoeften heeft een cliënt, waar liggen de mogelijkheden en beperkingen, hoe sluit je daarbij aan en hoe zorg je voor een passende daginvulling? Door dat nauwkeurig te bepalen, voorkom je dat de cliënt wordt overvraagd en kun je een zorgaanbod op maat creëren. Na de consulten krijgen we vaak terug dat de teamleden het waardevol en verrijkend vinden om breder te kijken naar de
Inzichten en aanknopingspunten
situatie van een cliënt en de hulpverlening.’ Het CCE heeft inmiddels een aantal consulten D&D
Het CCE gaat met zorgverleners en anderen op zoek naar verklaringen voor het probleemgedrag en naar mogelijkheden om de situatie van de cliënt te verbeteren. We nemen de zorg niet over, maar zijn tijdelijk betrokken als onafhankelijk adviseur van zorgverleners. Onze deskundigen zijn bekend met de specifieke problemen en de context waarin de cliënt zich bevindt. Dit is belangrijk omdat de wisselwerking tussen de cliënt en zijn omgeving vaak bepalend is voor het ontstaan en in stand houden van probleemgedrag. De betrokkenheid van het CCE eindigt als zorgverleners en familie weer voldoende mogelijkheden hebben om zelf de kwaliteit van leven van de cliënt te verbeteren of op peil te houden. Kwaliteit van leven staat voor zoveel mogelijk autonomie, ontwikkelingsmogelijkheden en een goede sociale omgeving die past bij wat een cliënt aankan.
Behoefte aan follow-up
geëvalueerd. Dat heeft diverse waardevolle inzich-
Tot nu toe zijn de ervaringen met het consult D&D vrij
ten en aanknopingspunten voor het consult
positief. Geraldine: ‘Het consult zit goed in elkaar volgens de
opgeleverd. Zo blijken alle GGZ-instellingen een
instellingen. Ook is het CCE bekend genoeg in de sector; de
actief beleid te voeren om het separeren terug te
instellingen weten over het algemeen waar het CCE voor
dringen. Wel is er onderling variatie in de ambitie
staat en waarvoor je het kunt inschakelen. ‘Maar misschien
(terugbrengen tot nul, of terugbrengen tot “zo
Regio Noord Oost
Regio Zuid
zou het goed zijn om een week of vier nadat het team ons
weinig mogelijk”) en in de mate waarin het beleid
Postbus 1314
Postbus 143
verslag heeft gekregen nog eens met elkaar om de tafel te
doordringt tot op de werkvloer.
8001 BH Zwolle
5500 AC Veldhoven
gaan zitten’, vult Justine aan. ‘Dan kunnen we bespreken of
De meeste instellingen zien de waarde van een
Burgemeester
De Plank 100
het team zichzelf en hun bevindingen herkent in het rap-
passende daginvulling voor de cliënt in, en realise-
Drijbersingel 51
5504 ED Veldhoven
port? Roept het verslag nog vragen op? Hoe gaat het nu
ren zich ook dat het inschakelen van een psycho-
8021 JB Zwolle
T 088 – 44 66 140
met de cliënt en hoe is het tot nu toe in de begeleiding
loog of pedagoog toegevoegde waarde voor de
T 088 – 44 66 120
E
[email protected]
gegaan? Eventueel kun je met elkaar bespreken hoe het met
behandeling en begeleiding kan hebben.
E
[email protected]
de implementatie gaat, niet alleen voor die ene cliënt, maar
Als kritische factoren rond het separeren noemen
ook op de afdeling.’
de instellingen onder andere de vele wisselingen in
Justine noemt nog een aandachtspunt voor de instellingen
een team, waardoor het moeilijk is om beleid en
Regio West
Postbus 2486
zelf: ‘We zien in de consultaties dat de verslaglegging van de
behandelplannen consistent uit te voeren. Ook de
Tielweg 6c
3500 GL Utrecht
verplichte consultaties bij een, drie en zes weken separeren
inrichting van een afdeling kan de begeleiding
2803 PK Gouda
Australiëlaan 14
vrij summier is. Als die consulten inhoudelijk intensiever
beïnvloeden. Als een separeer bijvoorbeeld aan het
T 088 – 44 66 160
3526 AB Utrecht
zouden zijn, en de verslaglegging meer concrete adviezen
eind van de gang ligt, krijg je minder gauw contact
E
[email protected]
T 088 – 44 66 100
zou bevatten, zouden de eerdere consulten het team meer
met de cliënt dan wanneer de separeer op een
houvast geven. De kans is groot dat je daarmee langer
centrale plek ligt. Dat het CCE in de consultatie ook
separeren voorkomt, en dus ook het verplichte consult bij
al deze aspecten laat meewegen, vinden de
drie maanden separeren.’
instellingen een belangrijke meerwaarde.
.
Toetsing Het CCE treedt ook op als onafhankelijk deskundige. In de gehandicaptenzorg toetsen wij bijvoorbeeld aanvragen voor de regeling meerzorg die wordt uitgevoerd door de zorgkantoren. Deze regeling is er voor cliënten die meer zorg nodig hebben dan opgenomen in hun zorgzwaartepakket (ZZP). Wij brengen advies uit aan zorgaanbieders over de zorginhoudelijke aspecten van de aanvraag.
Signaleren en feedback geven Op basis van de kennis en ervaring die het CCE opdoet bij consultaties en toetsingen, geven we feedback aan zorgaanbieders. Het gaat dan bijvoorbeeld over randvoorwaarden voor de organisatie van complexe zorg. De opgedane kennis en ervaring vertalen we ook naar signalen voor inkopers van zorg of beleidsmakers, bijvoorbeeld als we hiaten in de zorg zien. Het CCE denkt graag mee over oplossingen.
Kennis delen Expertise uit consultaties dragen we over via publicaties, scholingsactiviteiten, studiedagen, workshops en de website. De nadruk ligt op het formuleren, delen en – met anderen – ontwikkelen van goede praktijkvoorbeelden. Zo draagt het CCE bij aan de ontwikkeling van de zorg voor cliënten met ernstig probleemgedrag.
Onderzoek, scholing en advies Het CCE zet de eigen ervaring en expertise ook in voor onderzoek, advies, scholing of training in opdracht van instellingen of andere partijen. Deze diensten zijn op maat ontwikkeld en specifiek gericht op (het voorkomen van) ernstig probleemgedrag en handelingsverlegenheid.
Landelijk bureau
E
[email protected]
Zie ook onze website: www.cce.nl
10
11
De organisaties krijgen te maken met veel meer, en sterker
‘Ik hoop dat het lukt om kinderen langer thuis te laten wonen’
Kinder- en jeugdpsychiatrie naar gemeentes
Zorg ‘op maat’ beter mogelijk met lager budget?
wisselende opdrachtgevers. ‘Gemeenten die hun jeugdzorg, inclusief computersystemen, allemaal net een beetje anders inrichten.’ De GGZ was al 18 procent van zijn tijd kwijt aan het verantwoorden van het werk. ‘Hopelijk wordt dat niet heel veel meer. Stel dat gemeenten de instellingen met wantrouwen tegemoet treden, en veel regels opstellen, dan werkt dat ook ten nadele van de cliënten.’
Huisartsen aan die zorg stelt, en de hele jeugdzorg zelf inricht.
Onzeker is verder, wat de huisartsen doen. ‘Zij zijn en blijven
Gemeenten moeten een nieuwe taak op zich nemen,
voor veel mensen het eerste aanspreekpunt. Zij kunnen nog
waarmee zij geen ervaring hebben.’
steeds rechtstreeks doorverwijzen naar de gespecialiseerde
Daarbij krijgen de gemeenten veel minder geld dan voor-
instellingen. Wanneer ze dat op grote schaal doen, en de
heen beschikbaar was voor deze zorg. Bijna alle gemeenten
gemeenten de financiering beperken, kunnen er wachtlijsten
willen bezuinigen door minder vaak een beroep te doen op
ontstaan. Maar huisartsen kunnen ook doorverwijzen naar
dure, gespecialiseerde zorg. ‘Daar moeten de wijkteams
de wijkteams.’
voor zorgen. Het snel beantwoorden van die eerste en milde
Ondanks de vele onzekerheden blijft Storm positief. ‘Het is
zorgvragen moet de vraag naar dure specialistische zorg
belangrijk dat de wijkteams op tijd met consultvragen naar
verminderen.’
de specialistische instellingen gaan. En dat de gespeciali-
In het wijkteam zitten bijvoorbeeld een verpleegkundige uit
seerde instellingen zo beter leren welke gevallen ze wel naar
de jeugd-GGZ, een maatschappelijk werker en een jeugd-
zich toe moeten trekken, en waar ze afstand kunnen hou-
hulpverlener. Medewerkers zijn vaak geschoold in opvoe-
den. Dat ze dus deels meer coachend werken. Daarbij is de
dingsadviezen. En ze zouden in staat moeten zijn om tijdig
onderlinge samenwerking essentieel.’
en correct door te verwijzen naar specialistische hulp.
Wanneer dat goed gaat, kan met name de complexe zorg
‘Scholing in dat doorverwijzen is heel belangrijk, wij krijgen
heel wat winnen. ‘Want ik vind dat daar nog steeds te snel
veel vragen van gemeenten om die te verzorgen. Dat doen
kinderen uit huis worden gehaald, of langdurig worden
we graag, maar het is moeilijk werk. Bij ons een taak van heel
opgenomen. Ik hoop vooral dat het lukt om kinderen langer
ervaren mensen.’
thuis te laten wonen. Daar ga ik als professional echt voor, daar haal ik mijn energie uit.’
Onzekerheid
.
Dus bestaat er een risico dat wijkteams dat onvoldoende onder de knie hebben, en te laat doorverwijzen. En zouden er teveel bureaucratische drempels kunnen ontstaan,
De context van de kinderen jeugdpsychiatrie veranderde sterk, per januari 2015. De gemeentes werden verantwoordelijk voor de financiering, en tegelijkertijd werd er fors gesneden in het budget. Hoe zorg je voor kind- en jeugdpsychiatrie ‘op maat’ met alle veranderingen?
Een nieuwe rol voor het CCE
Wijkteams
bijvoorbeeld doordat gemeenten te ingewikkelde eisen
Positief aan de nieuwe situatie is verder, dat die specialisten
stellen aan doorverwijzing naar specialistische zorg. ‘Dat kan
mogelijk in een eerder stadium advies zullen geven. ‘Ge-
ook leiden tot onzekerheid bij de cliënten en hun ouders.
meenten kunnen ervoor kiezen om consulten bij instellingen
Kom ik nu wel of niet voor hulp in aanmerking? En voor
ook te betalen als er geen diagnose is. Dat kan er bijvoor-
welke hulp precies?’ Een ander risico is dat gemeenten te
Het CCE moet zich ook bij de gemeenten goed
beeld toe leiden dat aan instellingen gevraagd wordt advies
kort door de bocht gaan, en mensen ten onrechte hun zorg
positioneren als adviesorgaan voor vastgelopen
te geven aan ouders en school, wanneer een kind heel erg
kwijtraken, al mag dat niet. ‘Wanneer je per 1 januari bepaal-
problematiek. Daarbij is het belangrijk dat het op
druk is. Daarvoor hoeft er geen diagnose ADHD meer te zijn,
de zorg kreeg heb je het recht daarop gewoon gehouden.’
de regionale situatie inspeelt. Arien Storm: ‘Het is
en dat vroege ingrijpen kan mogelijk voorkomen dat het
Verder krijgen mensen mogelijk wat vaker geen zorg. Of
voor een landelijke instelling als het CCE best
‘De gemeentes zijn nu de opdrachtgevers van alle bij het
kind wordt opgenomen.’
krijgen ze misschien niet de zorg die ze verwachten.
lastig om de juiste consulenten te vinden,
kind betrokken instellingen, waaronder de kinder- en
Maar dan moet er wel tijdig aan de bel getrokken worden.
jeugdpsychiatrie. Daar gaat een prikkel van uit om beter op
Dat moeten de ‘wijkteams’ doen, die vrijwel alle gemeenten
Adviseren
ze daar creatief gebruik van kunnen maken. Toch
elkaar afgestemde zorg te geven in de directe woonomge-
hebben opgericht om de eerste zorgvragen en de mildere
Ook de gevolgen voor de professionals uit de kinder- en
zal dat moeten. Alleen al voor het vinden van de
ving, en dat is positief’, vindt Arien Storm. Zij is kinderpsychi-
zorgvragen te beantwoorden. ‘Wanneer dat gebeurt, en de
jeugdpsychiatrie zijn waarschijnlijk groot. ‘Ik verwacht dat
financiering, want aan elke maatregel hangt een
ater en directeur Behandelzaken bij Accare, een grote
wijkteams ook verder de zorg goed coördineren, zie ik beslist
het karakter van het werk deels zal veranderen. Al kan ik dat
budget. Ik denk dat het CCE al bij het aanvaar-
instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. ‘Het is goed dat
mogelijkheden om die zorg dichter bij huis te houden.’
nu nog niet met zekerheid zeggen. Onze professionals zullen
den van de consultatie-opdracht alert moet zijn
mensen die de lokale situatie zo goed kennen dat
vaker buiten de deur werken, bijvoorbeeld bij die adviezen
op die lokale situatie. Dat zal ook eerder leiden
worden om samen te werken. Zo werkt Accare nauwer
Scholing
aan scholen. Ze worden mogelijk meer een lokaal aan-
tot lokale oplossingen, en daar ben ik weer
samen met andere GGZ-instellingen, en met de verslavings-
Er zitten wel diverse adders onder het gras. ‘De gemeente
spreekpunt van de organisatie.’ Daarbij moeten de zorgpro-
enthousiast over.’
zorg en de instellingen voor licht verstandelijk gehandicap-
moet het budget voor psychiatrische zorg aan een kind of
fessionals leren om sneller en korter te behandelen, en om
ten. Dat heeft een meerwaarde voor de cliënten.’
jongere goedkeuren. Dat betekent dat de gemeente eisen
‘soms dingen te laten liggen’.
de verschillende hulpverleningsorganisaties zo gestimuleerd
12
13
‘Het leven leren leven, dat is de sleutel’
Cliënten met een eetstoornis en ASS
Sinds 2009 werkt het CCE samen met de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE), om van elkaars expertise te leren. Een van de thema’s daarbij is de begeleiding van cliënten met een eetstoornis en met een stoornis in het autistisch spectrum (ASS). In 2014 hebben CCE-deskundigen negen dossiers van deze cliënten geanalyseerd. Met waardevolle inzichten en adviezen als resultaat.
‘Twee inzichten sprongen eruit’, vertelt Rutger Clarijs, CCE-coördinator en een van de deskundigen. ‘Allereerst wordt ASS (autisme) vaak pas laat in de ontwikkeling herkend. De cliënt krijgt dan wel behandeling voor de eetstoornis, maar die sluit onvoldoende aan bij de specifieke behoeften die samenhangen met zijn autisme. En dus heeft de behandeling te weinig effect. Een cliënt met autisme heeft veel behoefte aan structuur en begrijpelijke, gedoseerde informatie. Niet alleen rond eten, maar bij het leven van alledag. Krijgt hij die niet, dan weet hij niet wat er van hem verwacht wordt en verandert er niets.’
Via een omweg ‘Verder zagen we dat de hulpverleners vaak te sterk alleen op de eetstoornis focussen, ook als het autisme wel herkend is. Ook dan had de hulpverlening weinig resultaat. Dat komt waarschijnlijk doordat de eetstoornis meestal gerelateerd is aan de ASS en geen geïsoleerd probleem is. Het is dan zaak allereerst aan te sluiten bij de specifieke behoeften van cliënten met autisme en de behandeling van de eetstoornis tijdelijk te parkeren. Je kunt de eetstoornis vervolgens via een omweg behandelen. Door eerst te zorgen dat de behoeften van de cliënt aan rust, voorspelbaarheid en vertrouwen zijn vervuld, ervaart hij minder stress en onzekerheid. Hiervoor is intensieve ondersteuning in de directe leefwereld van de cliënt nodig. Dan pas ontstaat er ruimte om in te zoomen op de eetstoornis.’
Directe nabijheid Angèle Morren, gz-psycholoog, is gespecialiseerd in de zorg voor cliënten met autisme. Zij werkt al jaren voor het CCE. ‘Mijn ervaring is dat autisme veel vaker voorkomt dan hulpverleners denken. Eigenlijk moeten bij een hulpverlener altijd alarmbellen gaan rinkelen als een gedragstherapie niet aanslaat. Bij deze cliënten hebben een cognitieve gedragstherapie of exposure-oefeningen (oefeningen waarbij de cliënt iets moet eten) weinig succes, omdat die insteken op het cognitieve niveau van de cliënt. Maar
14
meestal is er bij deze cliënten een groot verschil tussen hun cognitieve en sociaal-emotionele niveau. Als een cliënt bijvoorbeeld achttien jaar is, maar sociaalemotioneel tussen de twee en vier, dan slaat de therapie niet aan. De cliënt begrijpt veel communicatie gewoon niet. Hij heeft in sociaal-emotioneel opzicht de behoeften van een peuter en zoekt veiligheid, vertrouwen en duidelijkheid. De communicatie moet dan eenvoudig en concreet zijn. Bovendien heeft een cliënt op dat sociaal-emotionele niveau de directe nabijheid van een hulpverlener nodig; iemand die zijn wereld overzichtelijk en voorspelbaar maakt. Net zoals jonge kinderen dat hebben. Als je niet bij het sociaal-emotionele niveau van een cliënt aansluit, blijft het probleemgedrag waarschijnlijk bestaan of neemt het zelfs toe. Ook de eetstoornis.’
Brede beeldvorming nodig ‘In mijn consulten probeer ik allereerst een helder beeld te krijgen wie de cliënt is en waarom hij doet zoals hij doet. Ik interview de cliënt en mensen dicht om hem heen en beschrijf op basis daarvan zijn levensloop. Daarnaast neem ik de Vineland Adaptive Behaviour Scale (VABS) af. Die vragenlijst geeft inzicht in de dagelijkse vaardigheden van een cliënt als het gaat om communicatie, praktische vaardigheden, socialisatie en motoriek. De uitkomsten worden vertaald in ontwikkelingsleeftijden en geven onder andere inzicht in het sociaal-emotionele niveau van een cliënt. Cliënten met autisme scoren praktisch altijd laag op receptieve communicatie (het begrijpen van de sociale context) en op socialisatie (sociale interactie en zelf de dag kunnen invullen). Op praktische en schoolse vaardigheden scoren ze vaak juist relatief hoger; die vaardigheden hebben ze meer aangeleerd. Meestal lijkt een cliënt met autisme dus verbaal wel vaardig, maar begrijpt hij de inhoud van de taal veel minder dan verwacht. Hulpverleners sluiten echter meestal aan bij het taalniveau dat een cliënt spreekt, dus de kans op overvraging van deze cliënten is groot.’
Sebastiaan
Warmte en nabijheid
In het verhaal van Sebastiaan* komen veel bevindingen van Angèle en de CCE-onderzoekers terug. Angèle: ‘Sebastiaan had een eetprobleem sinds hij naar de havo ging. Hij was in een eetkliniek geweest en had medicatie en gedragstherapie gehad, maar zonder resultaat. Eenmaal thuis werd hij steeds angstiger en raakte het gezin volledig in beslag genomen door Sebastiaans eetproblematiek. Uiteindelijk schakelden zijn ouders het CCE in. Bij onze eerste ontmoeting zag ik een huilende jongen van zestien, vol theoretische ideeën, maar emotioneel uitgeput. Het intrigerende was dat Sebastiaan veel wist over
‘Gelukkig had Sebastiaan een geweldige casemanager. Zij sloot aan bij Sebastiaans sociaal-emotionele niveau en hielp hem om zijn leven op orde te krijgen. Sebastiaan leerde bijvoorbeeld een dagritme aan te houden, afspraken te maken en om te gaan met onverwachte situaties. De casemanager oefende met Sebastiaan in zijn eigen omgeving. Heldere, eenduidige communicatie met Sebastiaan en veel warmte en nabijheid kenmerkten haar begeleiding. Precies zoals cliënten met autisme nodig hebben. En toen er meer rust voor Sebastiaan was, kon hij adequaat met zijn eetstoornis leren omgaan.’ Ook Sebastiaans ouders kregen begeleiding. ‘Meestal speelt het gedrag van ouders ook een rol bij het ontstaan of het in standhouden van het gedrag van de cliënt met autisme. Gerichte begeleiding kan dan helpen patronen te doorbreken’, aldus Rutger.
‘Als een gedragstherapie niet aanslaat, moeten alarmbellen gaan rinkelen’ eetstoornissen en de behandeling ervan, maar dat je daarvan in zijn doen en laten niets terug zag. De levensloop en de VABS lieten vervolgens zien dat Sebastiaan autistisch is en niet wist hoe hij het leven moest leven. Sociaal-emotioneel gezien was hij nog maar twee jaar. Daardoor was hij angstig en had hij in de loop der jaren veel dwanggedachten en -handelingen ontwikkeld om die angst te hanteren, inclusief de eetstoornis.’
Internationaal gamer Inmiddels heeft Sebastiaan zijn havo-diploma en zijn rijbewijs gehaald en volgt hij een hbo-opleiding. ‘Hij woont in een Regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen (RIBW) en heeft op school een buddy. Bovendien is hij een internationale gamer. Hij promoot games en doet mee met internationale wedstrijden’, besluit Angèle. ‘Als het moeilijk is, valt Sebastiaan soms terug in zijn eetstoornis, maar hij weet nu hoe hij daar weer uit kan komen. Hij heeft zijn leven leren leven. Dat is de sleutel voor deze bijzondere groep cliënten.’
.
* Sebastiaan is een pseudoniem
15
Teja Luiten is opleider Methode Heijkoop, coach en supervisor. Ze werkt vanuit haar eigen praktijk LuitenConsult en als CCE-consulent.
Mijn
perspectief
‘Ik ben betrokken bij verschillende organisaties en uiteenlopende casussen. Al jaren doe ik dat met behulp van de methode die is ontwikkeld door ontwikkelingspsycholoog Jacques Heijkoop in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Steeds vaker wordt de methode nu ook ingezet in andere sectoren. Zo ben ik ook al een aantal jaren bezig in de GGZ. De ervaringen zijn positief. Vorige week tijdens een CCE-evaluatie hoorde ik van een verpleegkundige terug: “Ik heb me nog nooit gerealiseerd dat ik van zo’n grote invloed ben op het leven van deze patiënt”.’ ‘Het werken met video is betrekkelijk nieuw in de GGZ. Ik film de cliënt een paar minuten. Samen met familie, begeleiders, psychiater en andere behandelaren ga ik kijken naar die beelden. Ik verklaar niets, iedereen kijkt zelf
‘Soms wissel je van standpunt: zo kan het ook!’ naar de cliënt. Je kijkt hoe hij communiceert, welke lichaamstaal hij gebruikt. Je leert iemand meer als persoon kennen. In plaats van “een schizofrene man” wordt het Jan. Door samen te kijken wordt je belang stelling opnieuw gewekt voor iemand die je vaak al jaren kent. Door samen naar de beelden te kijken word je je meer bewust van de betekenis die je bijvoorbeeld aan de lichaamstaal van iemand geeft. Degene naast je geeft er misschien wel een andere betekenis aan. Soms wissel je van standpunt: zo kan het ook! Ik merk dat mensen in het dagelijkse werk steeds bewuster worden.’ ‘Ik heb er veel plezier in om een proces op gang te brengen en het onderlinge vertrouwen te zien groeien. Want in de situaties waar ik als CCE-consulent kom, is altijd wat aan de hand. Mensen begrijpen elkaar niet meer. Door de training word je bewust bekwaam. Een soort antidepressivum in de relatie, dat is wat er gebeurt!’
16