FLEMOVO 2014/2015 Lelystad
Vindt het leuk op school:
Ervaart goede gezondheid:
Iets gedaan onder groepsdruk:
Heeft overgewicht:
Doet aan beweging:
Klas 2
48%
Klas 2
77%
Klas 2 18%
Klas 2
19%
Klas 2
82%
Klas 4
35%
Klas 4
76%
Klas 4 22%
Klas 4
20%
Klas 4
78%
40% Gebruikt energydrink:
Heeft ooit gerookt:
Heeft alcohol gedronken:
Heeft seks gehad:
Hoort suizen/piepen:
Klas 2
17%
Klas 2
15%
Klas 2
11%
Klas 2
4%
Klas 2
13%
Klas 4
22%
Klas 4
29%
Klas 4
37%
Klas 4
28%
Klas 4
9%
Opvallend in Lelystad Inleiding + Algemene
kenmerken Bronnen Methode Colofon
O
pvallend in Lelystad In vergelijking met andere gemeenten in Flevoland of met landelijke cijfers, vallen de volgende resultaten op:
Groepsdruk: in klas 2 geven bijna twee op de tien jongeren, en in klas 4 al ruim twee op tien, aan dat zij iets hebben gedaan wat hij of zij normaal niet zou doen, zoals stelen, spijbelen, iemand bedreigen of vandalisme. Weerbaarheid en het omgaan met groepsdruk zijn daarmee belangrijke aandachtspunten in klas 4 maar zeker ook in de klassen daaronder. Dit onderwerp wordt meegenomen in de leefstijllessen. Omdat de leefstijlles meerdere thema’s bevat, is de ruimte om stil te staan bij weerbaarheid beperkt.
Overgewicht: Twee op de tien jongeren in Lelystad kampen met overgewicht. Het inzetten van een effectieve aanpak die een gezond gewicht onder jongeren stimuleert is belangrijk. Vooral gezien de aandoeningen die als gevolg van overgewicht (op jonge leeftijd) kunnen ontstaan zoals diabetes.
Roken: 33% van de jongeren heeft wel eens gerookt. Ook onder volwassenen in Lelystad komt roken nog steeds veel voor: in 2012 rookte een kwart van de volwassenen in Lelystad. Voorbeeldgedrag speelt een belangrijke rol bij (het beginnen met) roken. Preventie op rookgedrag en inzetten op het stoppen met roken, kan de nodige gezondheidswinst opleveren.
Alcohol: Sinds 1 januari 2014 is de startleeftijd voor het drinken van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Dat betekent dat respondenten van dit onderzoek eigenlijk geen alcohol mogen drinken. Eén op de tien 13/14-jarigen en bijna vier op de tien 15/16-jarigen geven aan dat zij recent alcohol hebben gedronken. Er lijken daarmee kansen te liggen in het verder verbeteren van voorlichting en handhaving rond alcohol.
I
nleiding In Lelystad hebben in het afgelopen schooljaar (2014/2015) 637 jongeren uit klas 2 en 671 jongeren uit klas 4 een digitale vragenlijst over hun gezondheid ingevuld. Deze jongeren volgen het vmbo kader en hoger. Jongeren die praktijkonderwijs en vmbo lager dan kader volgen, hebben een vragenlijst ingevuld van een ander niveau en worden alleen provinciaal gerapporteerd.
Uitzondering hierop zijn de in dit rapport genoemde cijfers over gewicht. Gegevens over het gewicht worden niet via een vragenlijst uitgevraagd maar worden daadwerkelijk gemeten en komen uit het digitaal dossier van de Jeugdgezondheidszorg. De cijfers over het gewicht geven daarom een beeld van alle leerlingen in klas 2 en klas 4. Niet alle scholen in Flevoland hebben met alle klassen 2 en 4 meegedaan dit schooljaar. Daardoor zijn er veel meer respondenten uit klas 2 dan uit klas 4. Om een correct beeld te geven van de gezondheidstoestand bij de verschillende leeftijdsgroepen, zijn klas 2 en klas 4 apart gerapporteerd.
A
lgemene kenmerken In onderstaande tabel zijn de algemene kenmerken opgenomen van de Lelystadse jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld.
Klas 2
Klas 4
Jongen
48%
48%
Meisje
52%
53%
Gemiddelde leeftijd
13,6
15,5
Autochtoon
82%
80%
Geslacht
Lelystad heeft van de Flevolandse gemeenten het laagste percentage jongeren dat bij vader en moeder woont,
Schooltype
namelijk tweederde woont bij vader en moeder thuis. Eén
Brugklas
35%
3%
Vmbo theoretische leerweg
17%
28%
Vmbo overig
17%
23%
Havo
19%
27%
Ook woont 8% van de tweedeklassers en 6% van de vier-
Vwo
12%
19%
deklassers evenveel bij vader als bij moeder (co-ouders).
op de tien woont bij vader of moeder met partner. Daarnaast woont 15% in een éénoudergezin.
S
chool Jongeren brengen veel tijd op school door. Naast het volgen van een opleiding is school voor veel van hen ook een belangrijke plek om sociale contacten te onderhouden. Aan de jongeren is gevraagd hoe zij het vinden op school. In Lelystad vinden meer
jongeren in klas 2 school leuk dan jongeren in klas 4. Zo vindt in klas 2 48% school leuk, in klas 4 is dat nog slechts 35%. In klas 4 vindt 13% van de leerlingen het niet leuk, in klas 2 is dat 9%. De rest vindt dat het wel gaat. Aan jongeren die een negatief antwoord gaven, is gevraagd naar de reden. De meest genoemde redenen zijn: -
De vakken zijn niet leuk
-
De manier van lesgeven is niet leuk
-
De docenten zijn niet aardig
In welke mate kinderen zichzelf kunnen zijn in de klas kan iets zeggen over de cultuur binnen een klas. Niet jezelf kunnen zijn heeft soms ook invloed op de weerbaarheid van kinderen. Van de Lelystadse jongeren geven acht op de tien aan zichzelf te kunnen zijn in de klas. Ook geven acht op de tien aan met een docent te kunnen praten op school als ze ergens mee zitten. Dat is ongeveer gelijk aan het Flevolands gemiddelde. Zes procent van de tweedeklassers en 9% van de vierdeklassers heeft recent gespijbeld. Dit ligt rond het landelijk gemiddelde van 9% onder 12 t/m 16-jarigen (De Looze et al. 2014). Daarnaast zijn ruim vier op de tien jongeren ziek geweest in de laatste vier weken voorafgaand aan het onderzoek. In Flevoland ligt dat op 38%.
G
ezondheid Ervaren gezondheid is een indicator voor kwaliteit van leven. Het hebben van een chronische aandoening is een belangrijke voorspeller voor een slechtere ervaren gezondheid. Kijkend naar leefstijl (gedrag) zijn roken, gamen en het hebben van gehoorschade belangrijke voorspellers voor een slechte(re) gezondheid.
Voorspellers voor een goede gezondheid zijn het beoefenen van lichamelijke activiteit en het dagelijks eten van groenten.
E
rvaren fysieke gezondheid Ook onder jongeren komen al chronische ziekten voor. Opvallend is het verschil in chronische vermoeidheid tussen klas 2 en klas 4. In klas 2 geeft 9% aan chronisch
vermoeid te zijn, in klas 4 is dat 15%. Dit kan door de arts vastgesteld zijn, of zelf gerapporteerd zijn. Een kwart geeft aan dat de chronische vermoeidheid is vastgesteld door een arts. Verder is het opvallend dat in klas 2 18% van de jongeren en in klas 4 22% regelmatig last heeft van migraine of zware hoofdpijn. Dit is hoger dan het Flevolands gemiddelde van respectievelijk 16% en 18%.
L
ekker in je vel Driekwart vindt dat het goed gaat, twee op de tien jongeren vinden dat het wel gaat en 5% ervaart de gezondheid als slecht. Hier is geen verschil tussen klas 2 en klas 4. Voor klas 2 ligt dit lager dan het Flevolands gemiddelde, voor klas 4 is het ongeveer gelijk aan het Flevolands gemiddelde.
Om een beter beeld te krijgen van de mentale of geestelijke gezondheid onder jongeren, zijn in de vragenlijst vragen opgenomen over de thema’s pesten, groepsdruk, psychosociale problematiek en suïcidale gedachten. Bij pesten probeert een persoon (of meerdere personen) een andere persoon schade toe te brengen. Dit kan fysiek, verbaal of psychologisch zijn. Tegenwoordig wordt pesten ook veel digitaal of mobiel gedaan, bijvoorbeeld via Whatsapp of Facebook. De macht is ongelijk verdeeld tussen de personen. Lelystad valt in negatieve zin op met betrekking tot pesten in klas 2. In klas 2 geeft 11% aan gepest te worden op school en geeft 12% aan zelf iemand te pesten. Dit is hoger dan gemiddeld in Flevoland. In klas 4 is dat met 6% gepest en 6% die iemand pest een stuk lager. Digitaal wordt 5% gepest in klas 2 en 3% in klas 4. Van de Lelystadse jongeren geeft 18% in klas 2 en 22% in klas 4 aan wel eens onder druk van een groep iets gedaan te hebben wat hij/zij normaal niet zou doen, zoals stelen, spijbelen, iemand bedreigen of vandalisme. Dit is iets hoger dan het Flevolands gemiddelde van respectievelijk 13% in klas 2 en 20% in klas 4. Groepsdruk is onderdeel van de leefstijlles die de jongeren krijgen van de jeugdverpleegkundige. Aan de jongeren is een aantal vragen gesteld over lekker in je vel zitten. Hieruit blijkt dat 4% in klas 2 en 5% in klas 4 een verhoogd risico heeft op een psychosociaal probleem. Dit is ongeveer gelijk aan het Flevolands gemiddelde. Ook is gevraagd of jongeren weleens aan zelfmoord denken. In Lelystad denken acht op de tien jongeren nooit aan zelfmoord, bijna twee op de tien een enkele keer en een klein deel vaak. Dit ligt ongeveer gelijk aan het Flevolands gemiddelde. Van alle ondervraagde jongeren heeft 3% wel eens een poging tot zelfmoord gedaan.
G
ewicht Gezond gewicht is belangrijk. Jongeren met overgewicht hebben meer kans op een aantal chronische ziekten, zoals diabetes en hart-en vaatziekten. Daarnaast heeft overgewicht ook invloed op de psychosociale gezondheid. Ondergewicht heeft andere risico’s; jongeren kunnen een tekort hebben aan voedingsstoffen of
zich moe en lusteloos voelen. Daarnaast kan ondergewicht leiden tot concentratieverlies. Van de Lelystadse jongeren heeft minder dan één op de tien ondergewicht, 72% normaal gewicht en hebben twee op de tien overgewicht. Dit is iets hoger dan het Flevolands gemiddelde. Zoals eerder werd toegelicht gaan deze percentages over alle jongeren van alle opleidingsniveaus, inclusief de vmbo beroepsgerichte opleidingen. De gegevens over gewicht komen direct uit het digitaal dossier en niet uit de vragenlijst. Het is niet mogelijk om een onderscheid te maken naar onderwijstype, zoals bij de andere onderwerpen wel is gedaan.
B
ewegen Bewegen is belangrijk om de energiebalans in stand te houden. Daarnaast verlaagt bewegen het risico op een aantal chronische aandoeningen. In Lelystad sporten evenveel jongeren in klas 2 als klas 4, namelijk 78%. De verdeling over het sporten bij een vereniging of zelf sporten verschilt wel voor de klassen. In klas 2 geeft 46%
aan bij een vereniging te sporten, 18% sport zelf en 14% sport zowel bij een club als zelf. In klas 4 sport 32% bij een vereniging, 24% sport zelf en 21% sport zowel zelf als bij een vereniging. Acht op de tien leerlingen sport/beweegt minstens 2 uur per week. Dat is inclusief wandelen en fietsen naar school. Om het beeld rond bewegen en de gevolgen voor de gezondheid te verbreden, zijn er ook gegevens gevraagd over de mate waarin jongeren stil zitten ofwel sedentair gedrag vertonen. Tv kijken, gamen, internetten, chatten, appen, etcetera horen bij de jongeren van deze tijd. Vooral tv kijken en gebruik maken van de computer behoren tot sedentair gedrag. Sedentair gedrag is een voorspeller van overgewicht op volwassen leeftijd. Kinderen van 4 tot 17 jaar krijgen het advies om, in hun vrije tijd, niet langer dan twee uur per dag te computeren en/of televisie/dvd kijken (Hendriksen et al. 2013). Daarnaast is er een risico op verslaving als jongeren deze media veel gebruiken. Jongeren kijken in klas 2 gemiddeld 1,5 uur per dag tv, gamen 1,1 uur per dag en internetten 2,8 uur per dag. Voor jongeren uit klas 4 is dat 1,7 uur tv, 1 uur gamen en 3,4 uur per dag internetten. Hieruit valt niet te concluderen of jongeren teveel sedentair gedrag vertonen, omdat de hierboven genoemde uren niet bij elkaar opgeteld kunnen worden. Jongeren internetten bijvoorbeeld terwijl ze tv kijken. Dat neemt niet weg dat jongeren per dag minimaal 3 uur stil zitten, bovenop de uren die zij in de schoolbanken (zittend) doorbrengen. Het stimuleren van bewegen onder jongeren is een aandachtspunt. Niet alleen bij de tweede- en vierdeklassers maar juist ook bij jongere kinderen om er op die manier voor te zorgen dat voldoende beweging al vroeg een vast onderdeel wordt van hun leefstijl. Dat geldt voor Lelystad maar ook voor de andere Flevolandse gemeenten en wordt landelijk als een belangrijk speerpunt gezien.
V
oeding en energydrinks Naast bewegen is voeding ook belangrijk voor een goede energiebalans. Daarnaast zijn voedingsstoffen belangrijk voor de gezondheid en groei van de jongeren. Ontbijten is belangrijk om de spijsvertering op gang te brengen, maar ook voor concentratie. Ontbijten en gezonde voeding (en voldoende beweging)
heeft dus een positieve invloed op de leerprestaties. In Lelystad ontbijt driekwart van de jongeren minstens vijf dagen per week. Dit ligt voor klas 2 onder het Flevolands gemiddelde. Vier op de tien jongeren eten elke dag groente en drie op de tien eten elke dag fruit. Uit landelijke cijfers blijkt dat 80% elke doordeweekse dag ontbijt, 30% dagelijks fruit eet en 46% dagelijks groente (De Looze et al. 2014).
E
nergydrinks zijn populair onder jongeren. Onderzoek van het Voedingscentrum onder 11 t/m 18-jarigen laat zien dat meer dan de helft van de jongeren wel eens energydrinks gebruikt. De jongeren drinken deze drankjes omdat ze het lekker vinden. De jongsten
van het onderzoek drinken het ook om erbij te horen. Op latere leeftijd wordt het gedronken om wakker te blijven of meer energie te krijgen. Naast de positieve effecten ervaren jongeren ook negatieve effecten zoals druk zijn, hyperactiviteit, hoofdpijn, etc. (Sikkema. 2012). Door de grote hoeveelheden suikers en zoetstoffen hebben deze dranken een slechte invloed op de mondhygiëne (tandbederf) en kunnen zij bijdragen aan overgewicht en op termijn het ontstaan van diabetes. Ook in Lelystad drinken veel jongeren energydrinks; 17% uit klas 2 en 22% uit klas 4 drinkt minstens 1x per week energydrinks. Dit ligt rond het Flevolands gemiddelde. Dit biedt kansen om in te zetten op het verminderen van de inname van energydrinks ten behoeve van een gezonder voedingspatroon, een gezond gewicht en goede mondhygiëne.
R
oken en drugs Rokers hebben een groter risico op verschillende luchtwegklachten. Behalve een slechtere kwaliteit van leven, gaat roken ook gepaard met meer ziekteverzuim en een hoger zorggebruik. Vijftien procent van de 13/14-jarigen en 29% van de 15/16-jarigen heeft wel eens gerookt. Momenteel rookt 2% van de 13/14 jarigen
en 9% van de 15/16-jarigen minstens 1x per week. Landelijk gezien heeft 22% van de 12 t/m 16-jarigen ooit gerookt (De Looze et al. 2014). Ook onder volwassenen komt roken nog steeds veel voor: in 2012 rookte een kwart van de volwassenen in Lelystad. Preventie op rookgedrag en inzetten op het stoppen met roken, kan de nodige gezondheidswinst opleveren. Gebruik van hasj/wiet op jonge leeftijd kan leiden tot het ontwikkelen van psychische of cognitieve stoornissen op latere leeftijd. Elf procent van de tweedeklassers en 34% van de vierdeklassers heeft wel eens hasj aangeboden gekregen. Voor harddrugs is dat 2% en 11% respectievelijk. Van de vierdeklassers heeft 12% ooit hasj of wiet gebruikt. Landelijk onderzoek laat zien dat 9% ooit cannabis gebruikt heeft (De Looze et al. 2014).
A
lcohol De hersenen groeien tot ongeveer 23 jaar. In die periode van groei heeft (overmatig) alcoholgebruik schadelijke gevolgen op de ontwikkeling van de hersenen. Daarnaast heeft het een negatieve invloed op alcoholmisbruik en -afhankelijkheid op latere leeftijd. In 2014 is de nieuwe drank- en horecawet ingegaan en is het
voor kinderen onder de 18 jaar verboden om alcohol te drinken. Desondanks heeft in Lelystad 11% van de tweedeklassers en 37% van de vierdeklassers recent alcohol gedronken. Van de 15/16-jarigen heeft 21% recent minstens 5 drankjes gedronken op één avond (bingedrinken) en heeft 24% aangegeven recent aangeschoten of dronken geweest te zijn. Het percentage jongeren dat binge drinkt is hoger dan het percentage jongeren dat recent aangeschoten is geweest. Hieruit is af te lezen dat niet alle jongeren zich aangeschoten voelen na bingedrinken. Van de 13/14-jarigen heeft 5% recent binge gedronken. Tijdens de leefstijlles (klas 2 en 4) wordt middelengebruik uitgebreid besproken. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in de samenwerking met Tactus en de scholen. De nieuwe drank- en horecawet bracht nieuwe taken en verantwoordelijkheden voor gemeenten met zich mee. Gemeenten hebben op eigen wijze hier invulling aan gegeven.
S
eksualiteit Van de 13/14-jarigen in Lelystad heeft 4% geslachtsgemeenschap gehad, van de 15/16-jarigen is dat 28%. Voor klas 4 is dat hoger dan gemiddeld in Flevoland. Onveilig vrijen kan leiden tot seksueel overdraagbare aandoeningen of zwangerschap. Van de seksueel actieve jongeren uit klas 4 heeft 55% altijd een condoom
gebruikt. Condoomgebruik wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door de attitude van een jongere over condoomgebruik en zijn/haar idee over de vaardigheden die nodig zijn om condoomgebruik bespreekbaar te maken. Voorlichting daarover kan condoomgebruik stimuleren.
H
omoseksualiteit In de vragenlijst zijn vragen opgenomen over hoe jongeren denken over homoseksualiteit. Eén van de vragen gaat over het schoolklimaat. Kunnen jongeren aan
anderen op school vertellen dat zij homoseksueel zijn? In klas 2 geeft een derde aan het niet te weten, 22% meent dat dat niet kan. Zes procent denkt dat aan iedereen op school te kunnen vertellen, 40% alleen aan vrienden. In klas 4 ligt het sentiment iets anders: hier geeft 15% aan het tegen iedereen te kunnen vertellen, 44% alleen tegen vrienden. Een kwart weet niet of ze het kunnen vertellen.
G
ehoor Herhaaldelijke blootstelling aan harde muziek is een risicofactor voor het ontstaan van blijvende gehoorschade bij jongeren. Blootstelling aan harde muziek kan leiden tot o.a. oorsuizen en uiteindelijk aan gehoorverlies. Uit onderzoek van de
Hoorstichting blijkt dat 14-60% van de jongeren weleens een tijdelijke piep of ruis in het oor heeft na uitgaan. (Hoorstichting. 2012). Gehoorschade is onomkeerbaar. In Lelystad luistert éénop de tien joneren minstens acht uur per dag muziek. Meer dan de helft heeft wel eens een piepend of suizend geluid gehad. Daarnaast heeft 13% in klas 2 en 9% in klas 4 dit minstens maandelijks gehad. Tijdens de leefstijlles (klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs) wordt gehoorschade en het voorkomen daarvan kort besproken. Voor zover bekend zijn er in Lelystad geen andere initiatieven om te voorkomen dat jongeren gehoorschade oplopen. Herhaaldelijk informeren over (het ontstaan van) gehoorschade en het promoten van het gebruik van oordopjes (bijvoorbeeld bij concerten) onder jongeren is belangrijk in het voorkomen daarvan.
B
ronnen
GGD Flevoland: ‘Welke leefstijlfactoren voorspellen de ervaren gezondheid van middelbare scholieren?’, juni 2015.
Hendriksen I, Bernaards CM, Hildebrandt VH, Hofstetter H. Lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag in Nederland 2010-2011. In: Hildebrandt VH, Bernaards CM, Stubbe JH. Trendrapport Bewegen en gezondheid 2010/2011. Leiden: TNO, 2013. Hoorstichting in samenwerking met het Trimbos-instituut. Onderzoek onder 4000 middelbare scholieren (vmbo/havo/vwo), leeftijd 15/16 jaar. Nationale Hoorstichting in samnewerking met het Trimbos-instituut, 2012. In: Hamberg- van Reenen HH et al. Gezond opgroeien. Verkenning jeugdgezondheid. RIVM rapport 270752001/2014. De Looze M, Van Dorsselaer A, De Roos S, Verdurmen J, Stevens G, Gommans R, Van Bon-Martens M, Ter Bogt T, Vollebergh W. Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. HBSC 2013. Universiteit Utrecht, 2014. Sikkema P. “Druk, springerig, blij”. Kinderen en jongeren over energydrinks. Samenvatting quick scan. Qrius/Voedingscentrum, 2012. Verdurmen J, Monshouwer K, Van Dorsselaer S, Lokman S, Vermeulen-Smit E, Vollebergh W. Jeugd en riskant gedrag 2011: kerngegevens uit het Peilstationonderzoek Scholieren. Trimbosinstituut, 2012. In: Hamberg- van Reenen HH et al. Gezond opgroeien. Verkenning jeugdgezondheid. RIVM rapport 270752001/2014.
Methode De gegevens die gebruikt zijn in deze rapportage zijn verzameld door afdeling jeugdgezondheidszorg tijdens FLEMOVO in het schooljaar 2014/2015. Dit is het contactmoment in klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs. Jongeren vullen op school een digitale vragenlijst in. Daarnaast worden jongeren individueel gemeten en gewogen door een doktersassistente. Vervolgens krijgen jongeren klassikaal voorlichting over een aantal leefstijl onderwerpen. Vragen in de vragenlijst zijn zoveel mogelijk gebaseerd op vraagstellingen die door alle GGD’en gebruikt worden. Daarnaast zijn een aantal vragen ontwikkeld om de verpleegkundige of arts van informatie te voorzien die nodig is om het individuele kind goed te kunnen beoordelen. De resultaten zijn niet gecorrigeerd voor geslacht en leeftijd. Na opschoning bleven er voor Flevoland 6350 vragenlijsten over voor analyse.
Colofon
Uitgever: GGD Flevoland
Postbus 1120
8200 BC Lelystad
T: 0320 276 211
E:
[email protected]
Deze publicatie is een onderdeel van Toekomstverkenning Flevoland (TVF). De gegevens zijn ook terug te vinden op de website van TVF, www.ggdtvf.nl, en in de wijkscoop die ook op deze site te vinden is. Inlichtingen: Beleid en Onderzoek E-mail:
[email protected] Deze publicatie is mede tot stand gekomen door financiering van de zes gemeenten en provincie Flevoland. September 2015