OD E O N een uitgave van
DE NATIONALE OPERA — Nº 96 / 2015
TAMERLANO | ALCINA GEORG FRIEDRICH HÄNDEL P6
DIE ZAUBERFLÖTE WOLFGANG AMADEUS MOZART P 12
MACBETH GIUSEPPE VERDI P 18
— HET NATIONALE BALLET
LA DAME AUX CAMÉLIAS P 28
ODEON_96.indd 1
2/6/15 5:29 PM
Verklaar uw liefde aan De Nationale Opera en word Vriend! Bent u operaliefhebber? Wilt u meer weten over opera en de producties van dno? Draagt u dno een warm hart toe? Word dan lid van de Vereniging Vrienden van De Nationale Opera. Als Vriend kunt u profiteren van het Vriendenabonnement, het Vriendenbulletin, exclusieve repetities, operareizen, filmavonden en lezingen. Bovendien steunt u De Nationale Opera! Kijk voor meer informatie op onze website: www.vrienden.dno.nl
Ben je jonger dan 30 jaar? Word dan lid van Fidelio, de Jonge Vrienden van De Nationale Opera. Fidelio organiseert speciale activiteiten rondom voorstellingen van De Nederlandse Opera zoals borrels, exclusieve inleidingen, operacursussen en meet & greet met artiesten.
Vrienden van De Nationale Opera Waterlooplein 22 1011 pg Amsterdam Telefoon (020) 551 8282 e-mail
[email protected]
CONCERTO uw specialist in opera, klassieke muziek en nog veel meer
www.concertomania.nl DNO abonnementhouders 10% korting in Concerto en de Plato winkels.
CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228 PLATO • Apeldoorn • Deventer • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle
ODEON_96.indd 2
2/6/15 5:29 PM
3
REDACTIONEEL
NAAM OP DE GEVEL
Wie onlangs Nationale Opera & Ballet heeft bezocht, of daar in de buurt was, zal zeker hebben opgemerkt dat de naam van ons theater inmiddels in fiere letters hoog op de bakstenen van de gevel prijkt. Niet alleen voor u als bezoeker, maar ook voor passanten is het vanaf nu zonneklaar dat wij hét huis zijn voor opera en ballet! Seizoen 2015 - 2016 Rond het verschijnen van deze Odeon 96 wordt tevens het nieuwe seizoen van Nationale Opera & Ballet gepresenteerd. Zoals u in de seizoensbrochure en op de website kunt zien, loopt daar het 50-jarig jubileum van De Nationale Opera als een rode draad doorheen. Mocht u rond 24 februari nog geen brochure hebben ontvangen, dan kunt u die aanvragen via
[email protected] of 020 551 8117. Fred Lingen Een markante en zeer geliefde persoonlijkheid is niet meer onder ons. De artistiek adviseur van de Vrienden van De Nationale Opera, Fred Lingen, overleed woensdag 21 januari jl.. Wij zouden het jubileumseizoen 2015-2016 graag samen met hem, onze grootste fan, hebben beleefd. Een in memoriam staat op pagina 27.
muzikale leiding, Pierre Audi voert de regie, waarbij het beroemde baroktheater in het Zweedse Drottningholm tot inspiratie diende. De Brusselse reprise was onlangs een groot succes. Datzelfde was in 2012 het geval met Mozarts Die Zauberflöte − geleid door Marc Albrecht, in regie van Simon McBurney − die daarom veel eerder dan gebruikelijk een herneming krijgt. Veel operaliefhebbers die destijds achter het net visten doordat de voorstellingen snel uitverkocht waren, krijgen zo de kans alsnog te genieten van deze bijzondere en veelgeprezen enscenering die sinds de première in Amsterdam ook te zien is geweest in Aix-en-Provence en Londen. Geheel nieuw is de productie van Verdi’s Macbeth, die eveneens wordt geleid door Marc Albrecht; de regie is van Andrea Breth, in Amsterdam eerder toegejuicht voor haar interpretatie van De speler. Over deze drie producties leest u meer in deze Odeon, evenals over La Dame aux Camélias van John Neumeier bij Het Nationale Ballet. Het verhaal is vooral bekend van Verdi’s La traviata, maar voor zijn creatie koos de choreograaf muziek van Chopin. Het betreft een Nederlandse première.
Seizoen 2014 - 2015 Het derde kwartaal van het lopende DNO-seizoen, februari tot en met april, bevat twee reprises en één nieuwe productie. In de Amsterdamse Stadsschouwburg gaan Händels Tamerlano en Alcina in reprise. Tussen 24 februari en 1 maart wisselen deze opera’s elkaar dagelijks af in een korte reeks van elk drie voorstellingen. De dubbele productie was in 2005 met veel enthousiasme ontvangen. Christophe Rousset heeft weer de
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 3
2/6/15 5:29 PM
4
INTERVIEW
MUSICEREN ACHTER DE KNOPPEN Joke Dame
Diep in de krochten van Nationale Opera & Ballet bevinden zich de professioneel geoutilleerde studio’s waar beeld- en geluidstechnici hun werk doen. Ze leggen de producties vast voor radio en televisie, en geregeld brengen ze die producties uit op cd of dvd. En ze werken zich in de prijzen. De cd van Schrekers Der Schatzgräber verwierf afgelopen november een Edison Klassiek. ‘De verbluffend goede liveopname door het team onder leiding van producer Lodewijk Collette is de werkelijke bekroning van dit werk en maakt het geheel mede tot de winnaar.’ Zo eindigt het juryrapport dat de Edison voor Der Schatzgräber motiveert. Een paar weken later kijken Lodewijk Collette en Paul Lardenoije er bescheiden bij. Natuurlijk zijn ze trots, maar ze wéten wel – in ieder geval van elkaar – dat ze goed werk leveren. Zoals ze ook weten dat ze onder de beste omstandigheden werken. Paul: ‘We hebben hier ongelooflijk goede apparatuur in huis – beter dan de meeste facilitaire bedrijven.’ Montage In de kleine studio zit Lodewijk achter de partituur van Schönbergs Gurre-Lieder terwijl Paul de schuiven van de mengtafel bedient. De mannen werken aan de geluidsband van wat uiteindelijk een dvd gaat worden. Op een beeldscherm is de muziek grafisch zichtbaar. Koptelefoons op de oren. De opmerkingen en wensen van dirigent Marc Albrecht bij de eerste montage – waarbij uit vier opnames van verschillende voorstellingen is geknipt en geplakt – worden op haalbaarheid onderzocht. ‘Die piccolo klinkt hier een beetje als een zingende zaag.’ ‘Deze is mooier, we nemen deze.’ Een knip, een plak op het scherm. En dan dient zich een probleem aan: het ingevoegde fragment is significant langzamer, en dat kan dus niet. Zelfs als de oren het zouden accepteren, dan nog loopt het
geluid niet synchroon met het beeld. Nee, ze doen niets in de richting van technisch versnellen of vertragen om het kloppend te krijgen: daar lijdt het geluid dusdanig onder dat we er niet eens aan willen denken, leggen de technici uit. Maar noem ze toch liever geen technici, Lodewijk en Paul. Beiden hebben hun opleiding gevolgd op het conservatorium – Lodewijk is pianist, Paul heeft de opleiding Schoolmuziek voltooid. Paul: ‘Als mensen vragen wat ik doe voor de kost, dan zeg ik wel: ik ben technicus, maar ik vind het zo’n vervelend woord. Ik voel me helemaal geen technicus. Techniek is een hulpmiddel. De uitdaging is dat je tijdens het beluisteren van de cd de techniek niet kunt horen. Al heb je een geweldige klarinet maar je kunt niet spelen, dan heb je niks. Je kunt beter goed spelen op een iets mindere klarinet. Ik voel me dan ook meer muzikant dan technicus.’ Klankconcept Mixing en editing, zo vatten de studiomannen hun werk samen. En vergelijkbaar met het regieconcept van de regisseur, ontwerpen ze, nog voor ze met opnemen beginnen, per opera een klankconcept. Alle opnames die in het gebouw gemaakt worden zijn live en dat betekent dat alle zangers een eigen zender, dat wil zeggen een eigen microfoontje hebben. Lodewijk: ‘Maar we nemen zo op dat je niet kunt horen dat het individueel gebeurt; de solist moet wel in zijn natuurlijke
Vergelijkbaar met het regieconcept van de regisseur, ontwerpen ze per opera een klankconcept. omgeving blijven. We creëren een omgeving met een zo natuurlijk mogelijke nagalm, maar die is wel kunstmatig. We gebruiken ook microfoons in de ruimte, in het theater, om er omgevingsakoestiek in te kunnen mengen.’ Ha, als alle zangers een microfoon hebben, dan kunnen we nu de vraag stellen die ons zo nu en dan bekroop als we in de zaal zaten: worden de zangers wel eens versterkt? ‘Nee,’ zegt Lodewijk. ‘In principe niet,’ zegt Paul, ‘alleen bij moderne opera’s waar
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 4
2/6/15 5:29 PM
5
ALGEMEEN
Der Schatzgräber
vaak met elektronica wordt gewerkt komt dat voor. En als het nodig is voor een effect. Als bijvoorbeeld het koor off stage staat, wordt de klank wel eens naar voren gehaald. Maar in principe wordt er niet versterkt.’ Er gebeurt wel iets anders, legt Lodewijk uit. ‘Er wordt wat galm toegevoegd aan de akoestiek, met een geavanceerd systeem dat hier in de zaal hangt: het zogenoemde Lares-systeem. Twee microfoons pakken het zaalgeluid op dat via een groot aantal luidsprekers aan het plafond – die niet versterken, alleen een fractie vertragen – weer de zaal in wordt gestrooid. Dat haalt de droogte uit de theaterzaal. Paul: ‘Als dat systeem uitstaat, klinkt de zaal heel anders: als een klein, dof theater en niet als een concertzaal.’ Lodewijk: ‘Destijds bij de bouw van het Muziektheater is er uiteraard rekening mee gehouden dat er daadwerkelijk muziek in die zaal moet klinken, maar met de installatie van het Laressysteem heeft de zaal aan akoestiek nog veel gewonnen. Het geluid klopt nu beter met de afmetingen van de ruimte, waardoor het klinkt als een concertzaal.’ Struikgewas Niet alles is bij een liveopname te repareren. Als Marc Albrecht bijvoorbeeld het harmonium te zacht vindt in de opname van Gurre-Lieder, dan kunnen ze daar nog maar weinig aan doen. Lodewijk: ‘Het harmonium zit tussen de celesta en de harp met de houtblazers als een woekerend struikgewas eromheen, dat kun je niet meer isoleren. Als je dat harmonium eruit licht, komt de celesta mee. Daar stuit je op de grens van wat in zo’n liveomgeving niet kan en in een studio-opname wel. We vechten eeuwig met overspraak – die ontstaat als de microfoon van het ene instrument iets oppakt van het geluid van een ander instrument.’
Op het podium bij zangers is dat ook wel eens lastig – als zangers tegelijk zingen en de een zingt in de richting van de ander z’n microfoon – die zit aan de zijkant bij zijn oor geplakt dan krijg je een bult aan geluid op die microfoon, waardoor zijn eigen geluid slecht wordt opgepakt. Dat zijn echte problemen. ‘Maar daar is hij’ – Lodewijk wijst naar zijn collega – ‘en hij moet dan bij de opname in een fractie van een seconde met de faders, de volumeknoppen, schuiven. In zijn partituur staat dan: risico van overspraak, en ik sis hem dat ook vaak in zijn oor: pas op overspraak over twee maten. Dan zie je hem heel snel een schuifbeweging maken – de ene fader meer open, de andere wat dichter. Dat moet onhoorbaar gebeuren want het moet natuurlijk blijven klinken. En als dat live lukt – we zaten onlangs bij La bohème rechtstreeks op televisie, we konden achteraf niks meer veranderen – dan geeft dat een enorme voldoening.’ Musici achter de knoppen, dat zijn ze ook als ze in het klankbeeld ruimte weten te suggereren. Paul: ‘Als er één zanger klinkt, dan staat hij in het geluidsbeeld centraal; hebben we meer zangers dan staan ze in het geluidsbeeld iets gescheiden. Zoals ze op het toneel ook ongeveer gestaan hebben – iets van elkaar af. Dan komt er lucht tussen de zangers zodat je de muziek zoals die geconstrueerd is kunt horen. Dat is vooral belangrijk bij die ‘dichte’ partituren die Marc Albrecht doet: Elektra, Salome, Arabella. Onze taak is het dan om die helderheid in de partituur te laten horen.’ Lodewijk: ‘Het is een lastig vak om zo even uit te leggen, maar dit is de essentie. Dit is waar we mee bezig zijn.’
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 5
2/6/15 5:29 PM
W 6
TAMERLANO | ALCINA
Reprise
TAMERLANO | ALCINA GEORG FRIEDRICH HÄNDEL 1685-1759
Eenzame heersers Tamerlano en Alcina zijn verschillend in toon maar ze passen toch mooi bij elkaar. De eenzaamheid van een heerser(es) is in beide een belangrijk motief: in de eerste opera leidt deze tot geweld, in de tweede neemt de titelfiguur haar toevlucht tot toverkunsten. Na het heroïsche, ‘mannelijke’ Tamerlano, is Alcina te beschouwen als een elegante tegenhanger, een toveropera waarin het vrouwelijke de verleidelijke boventoon voert. Muzikale leiding Christophe Rousset Regie Pierre Audi Decor en kostuums Patrick Kinmonth Licht Matthew Richardson
Les Talens Lyriques
TAMERLANO
ALCINA
Dramma per musica in tre atti, HWV 18 Libretto Nicola Francesco Haym
Dramma per musica in tre atti, HWV 34 Libretto anoniem
Tamerlano Christophe Dumaux Bajazet Jeremy Ovenden Asteria Sophie Karthäuser Andronico Delphine Galoug Irene Ann Hallenberg Leone Nathan Berg Zaida Caroline D'Haese
Alcina Sandrine Piau Ruggiero Maite Beaumont Bradamante Angélique Noldus Morgana Sabina Puértolas Astolfo Eduard Higuet Oberto Chloé Briot Oronte Daniel Behle Melisso Giovanni Furlanetto
24, 26, 28 feb 2015, 19.00 uur Stadsschouwburg Amsterdam De voorstelling duurt circa 3 uur en 30 minuten; er is 1 pauze. De opera wordt in het Italiaans gezongen, Nederlands en Engels boventiteld.
25, 27 feb 2015, 1* mrt 2015 19.00/*13.30 uur Stadsschouwburg Amsterdam De voorstelling duurt circa 3 uur en 30 minuten; inclusief 1 pauze. De opera wordt in het Italiaans gezongen, Nederlands en Engels boventiteld.
Kamerkoor van IMEP Instudering Benoît Giaux Coproductie met De Brusselse Munt, Brussel
ODEON #Nº 92 96—/ 2015 2014
ODEON_96.indd 6
2/6/15 5:30 PM
7
ACHTERGROND
HEROÏEK EN MAGIE Frits Vliegenthart
Rinaldo, Händels eerste Italiaanse opera voor Londen (Queen's Theatre aan de Haymarket, 1711), was een triomf, die bijdroeg aan Händels gunstige positie bij koningin Anne en de aristocratie. Helaas moest hij terug naar Hannover om zijn verplichtingen als kapelmeester na te komen. Het jaar daarop mocht hij weer naar Londen, op voorwaarde dat hij binnen een redelijke termijn zou terugkomen. Aan die belofte hield hij zich echter niet, hetgeen hem in een ongemakkelijke situatie moet hebben gebracht toen de keurvorst van Hannover als George I in 1714 de Engelse troon erfde. Toch wist de componist met het nieuwe hof een goede relatie op te bouwen, dan wel te herstellen. Volgens de legende zou daarbij zijn Water Musick een verzoenende rol hebben gespeeld.
Georg Friedrich Händel
Tussen 1704 en 1741 schreef Georg Friedrich Händel zo’n veertig opera’s. Het leeuwendeel is in het Italiaans. De basis hiervoor werd gelegd in Händels Italiaanse periode. In Engeland vond de Duitser met zijn Italiaanse opera's een warm onthaal en hij vestigde zich daar voor de rest van zijn leven. Tamerlano en Alcina behoren tot het genre opera seria, maar verschillen sterk van elkaar.
Royal Academy of Music Vermogende Londenaars uit de eerste helft van de achttiende eeuw waren dol op speculeren. Tot de vele ondernemingen die dankzij hun investeringen werden gerealiseerd, behoorde ook de Royal Academy of Music, die in 1719 werd opgericht. Het doel was Italiaanse opera's te produceren in het theater aan de Haymarket, dat nu King's Theatre heette. Händel was een van de aan het gezelschap verbonden componisten. De Zwitser Johann Jakob Heidegger was de directeur. De meeste van de veertien in die tijd ontstane Händel-opera’s hebben een heroïsch karakter, waarbij vaak een vorst wordt geëerd. Radamisto (1720), Händels eersteling voor de Royal Academy, was een schot in de roos. Andere grote successen waren Giulio Cesare, Tamerlano en Rodelinda. Tamerlano Hoewel Händel in juli 1724 maar drie weken nodig had voor het componeren van de opera seria Tamerlano, het openingsstuk van het zesde seizoen van de Royal Academy, bleef hij er tot vlak voor de première aan sleutelen. Nicola Francesco Haym had voor hem een bewerking gemaakt van een bestaand libretto door Agostino Piovene. Händel wijzigde deze versie ingrijpend, wat het dramatisch verloop ten goede kwam. In diverse opzichten wijkt Händels Tamerlano af van de conventies van de opera seria. Zo speelt het verhaal niet in de klassieke oudheid en stoelt het evenmin op de Griekse mythologie, maar op historische gebeurtenissen. In 1402 was de Turkse sultan Bajazet verslagen in de slag bij Ankara
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 7
2/6/15 5:30 PM
8
TAMERLANO / ALCINA
en gevangengenomen door de Mongoolse heerser Timoerlenk (Tamerlano). Händel is niet de enige componist die zich door dit gegeven heeft laten inspireren: andere voorbeelden zijn Francesco Gasparini, Alessandro Scarlatti en Antonio Vivaldi. Engelse toneelliefhebbers kenden het verhaal uit Nicolas Rowes tragedie Tamerlane, die jaarlijks werd opgevoerd. Händels personages zijn psychologisch zorgvuldig getypeerd en de orkestratie is subtiel, op het sobere af. Daardoor valt het gebruik van klarinetten extra op: dit was voor 1724 zeer progressief. Ondanks een topbezetting viel het publiekssucces tegen: wellicht was het werk te ongewoon? Einde-doorstart-einde Hoe het precies kwam, is moeilijk te zeggen, maar 1727-1728 was het laatste seizoen van de Royal Academy. De oorzaak was niet zozeer een verminderde belangstelling voor de Italiaanse opera, zoals vaak wordt beweerd. Mogelijk wilden de beleggers meer winst maken en investeerden ze hun kapitaal liever elders. Händel en Heidegger kregen van het bestuur van de Royal Academy toestemming om voorstellingen te blijven geven in het King’s Theatre. Deze doorstart vond plaats onder de naam Academy of Music, door Händel-specialist Winton Dean de 'Second Academy' genoemd. Beide directeuren werden compagnons. In plaats van aandelen uit te geven verkochten zij nu seizoensabonnementen. Maar aan de Second Academy kwam eveneens een einde. Er waren veel conflicten geweest: zowel intern als ook extern, namelijk tussen George II en Frederick, de prins van Wales. Dit laatste leidde tot de oprichting van een nieuw, rivaliserend operagezelschap, de Opera of the Nobility (1733). Naar Covent Garden Van de Opera of the Nobility ondervond de nu voor eigen rekening opererende Händel veel last. Zijn beste zangers liepen over naar de concurrent. Heidegger verhuurde het King’s Theatre aan de Nobility en Händel werd genoodzaakt zijn heil te zoeken in het nieuwe Covent Garden Theatre. Deze verhuizing leverde een interessante artistieke ontwikkeling in Händels opera’s op: het inzetten van ballet. Het theater beschikte namelijk over een dansgezelschap onder leiding van de beroemde Franse ballerina Marie Sallé, en Händel aarzelde niet om daar een beroep op te doen voor werken als Ariodante en Alcina. In 1737 – het jaar waarin de componist zijn eerste beroerte kreeg – bleek zowel de Opera of the Nobility als Händels eigen onderneming financieel niet langer in staat zich te handhaven. De conclusie ligt voor de hand dat beide rivalen elkaar kapot hadden geconcurreerd. Hoewel Händel verknocht was aan de Italiaanse opera, verlegde hij zijn activiteiten naar het Engels-
talige oratorium, waarmee hij zeer succesvol zou worden. Alcina De sopraan Anna Maria Strada del Pò was Händel trouw gebleven toen de Opera of the Nobility hem van zijn artiesten beroofde. Voor haar schreef hij een van de dankbaarste vrouwenrollen uit de operageschiedenis: de tovenares Alcina, die mannen naar haar betoverde eiland lokt en hen verandert in dieren, rotsen of beekjes. Het verhaal van Alcina komt uit Ariosto’s epos Orlando furioso. Vijf personages zijn door een keten van liefdesverwikkelingen met elkaar verbonden: Oronte (Alcina’s generaal) bemint Morgana (Alcina’s zuster) – Morgana bemint Bradamante (Ruggiero’s liefhebbende vrouw in vermomming) – Ruggiero denkt Alcina te beminnen, die hem bemint. Aangezien de partituur pas op 8 april 1735 gereed was en de première al op de 16de stond gepland, was de repetitieperiode angstwekkend kort. Een vriendin van Händel, Mary Pendarves, was bij een repetitie van Alcina en schreef: ‘I think it is the best he ever made, but I have thought so of so many, that I will not say positively 't is the finest, but 't is so fine I have not words to describe it.’ Het premièrepubliek was laaiend enthousiast; er waren achttien voorstellingen, het seizoen daarop gevolgd door een korte reprisereeks. Scheldkanonnade Mevrouw Pendarves had gelijk met haar lofzang: de kleurrijke partituur is van de hoogste muzikale kwaliteit en de personages worden in al hun contrasterende emoties krachtig naar voren gebracht. Ruggiero's weemoedige 'Verdi prati' vormde de aanleiding tot een händeliaanse scheldkanonnade, toen de castraat Carestini de aria weigerde te zingen omdat hij die ‘te eenvoudig’ vond. In zijn slechte Engels zou Händel hem toegeschreeuwd hebben: ‘You toc! don’t I know better as your seluf, vaat is pest for you to sing? If you vill not sing all de song vaat I give you, I vill not pay you ein stiver!’ Net als Tamerlano is ook Alcina een echte opera seria, echter niet van het heroïsche, 'mannelijke' type, maar een toveropera, waarin het vrouwelijke element de boventoon voert. Dirigent Christophe Rousset wijst op de Franse tint, die vooral blijkt in de koren en balletten. De magische kracht van Alcina – die zowel in de muziek als in de boeiende plot ligt – maakt dat het werk tegenwoordig tot Händels meest uitgevoerde opera’s behoort. Dit artikel is ingekort; de volledige versie staat in het luxe operaboek Tamerlano | Alcina. Te koop in de winkel of online via operaballet.nl.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 8
2/6/15 5:30 PM
9
INTERVIEW
HEROÏSCHE ROLLEN Inge Jongerman
In Händels Alcina en Tamerlano wacht zowel mezzosopraan Maite Beaumont als tenor Jeremy Ovenden een heldhaftige rol. Beaumont als de krijgsman Ruggiero in Alcina en Ovenden als de Turkse sultan Bajazet in Tamerlano. Veel zullen de zangers elkaar niet zien, want de opera's wisselen elkaar beurtelings af.
Maite Beaumont
Jeremy Ovenden
‘Ik kijk vooral uit naar mijn sterfscène,’ zegt Jeremy Ovenden. De Britse tenor zingt voor het eerst het karakter Bajazet in Tamerlano van Händel. ‘De aria die ik dan zing, is voor een tenor erg laag geschreven en daarom best lastig. Voor Bajazet is een rijpere tenorstem vanwege de lage ligging noodzakelijk, maar ik denk dat ik die onderhand wel heb.’ De Spaanse mezzosopraan Maite Beaumont heeft andere uitdagingen. Alcina is al jaren haar favoriete opera. Zij zong de rol van Ruggiero meerdere malen en maakte diverse opnames waaronder een met Joyce DiDonato als Alcina. Beaumont: ‘Alle denkbare emoties komen in het karakter Ruggiero voorbij. Ik ben in één voorstelling tegelijkertijd jaloers, arrogant, liefdevol, twijfelachtig, vrolijk en hulpeloos. Om al die gevoelens over te brengen, moet ik naast mooi zingen ook overtuigend acteren, vooral omdat ik een man speel. Dat maakt deze rol spannend voor mij.' Helden In de rollen Bajazet en Ruggiero kunnen beide zangers hun acteerprestaties sowieso volop laten zien. Beide karakters gaan hun eigen strijd aan. De nobele Bajazet, die liever sterft dan wordt vernederd door de tirannieke Tamerlano, is in feite de held van de opera. Krijgsman Ruggiero worstelt met zijn liefde voor Alcina, wat bij alle betrokkenen veel haat en verdriet veroorzaakt.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 9
2/6/15 5:30 PM
ODEON_96.indd 10
2/6/15 5:30 PM
11
TAMERLANO / ALCINA
Mede bepalend voor de invulling van hun rollen is regisseur Pierre Audi. Hij zal net als in 2005, toen de dubbelvoorstelling van Händel bij De Nationale Opera in première ging, de regie in handen nemen. Ovenden was erbij in 2005 en zong toen de rol van Oronte in Alcina. ‘Pierre werkt heel precies en altijd vanuit de tekst en de muziek. Dit klinkt logisch, maar niet alle regisseurs doen dat. Zijn visie is altijd helder. Wat mij iedere keer opvalt, is dat hij veel gebruikmaakt van de zijbelichting van het toneel. Dat houdt in dat het heel nauw steekt waar ik sta op het podium, wil ik goed belicht zijn.’ Ook Beaumont werkte eerder samen met Audi, tijdens de opera Tamerlano bij de Bayerische Staatsoper in München. ‘Net als Jeremy vind ik dat hij precies werkt, vanuit het kleinste detail. Ik hou van zijn verstilde persoonlijke stijl. Het is hard werken met hem, maar het resultaat is altijd verbluffend.’
Amsterdam Het is voor beide zangers geen straf om weer een tijd in Amsterdam te verblijven. Beaumont: ‘De vriendelijke werksfeer bij De Nationale Opera verbaast me iedere keer weer. Daarnaast heeft DNO meestal veel repetitietijd ingepland voor de producties, wat altijd prettig is. Buiten het theater voel ik me ook op mijn gemak, omdat de mensen erg open zijn.’ Ovenden werkte in het begin van zijn carrière veel met Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra. ‘Ik voel me hier prima thuis, dat heb ik altijd gehad. Daarnaast kun je heerlijk eten in Amsterdam. Dat is voor de meeste zangers best belangrijk!’
Prachtige aria's Dat ze niet de titelrol zingen, is voor de zangers van geen enkel belang. Ovenden: ‘Bajazet is de centrale figuur in deze opera. Daardoor mag ik gedurende de hele voorstelling prachtige aria's zingen. Titelrol of niet, alle zangers maken samen een opera tot een geheel, daarin maak ik geen onderscheid.’
Om al die gevoelens over te brengen, moet ik naast mooi zingen ook overtuigend acteren, vooral omdat ik een man speel. Dat beaamt Beaumont: ‘Ik benader iedere rol hetzelfde, groot of klein. Natuurlijk ligt het ene karakter je beter dan het andere, maar je moet uiteindelijk toch met ieder personage overtuigend zijn.’ De in Pamplona geboren mezzosopraan zong in meerdere producties bij DNO, waaronder Verdi’s Falstaff, die vorig seizoen werd opgevoerd. Haar hart ligt echter bij het oude repertoire. ‘Ik voel me goed bij de gevoelsmuziek van Händel. Zijn repertoire is zo gezond om te zingen, zangtechnisch en muzikaal.’ Ovenden, die eerder bij DNO de titelrol in L'Orfeo van Monteverdi vertolkte, zingt naast oude muziek graag het repertoire van Mozart. De zanger heeft zo’n beetje alle Mozart-rollen gezongen en houdt in zijn partituur bij waar en wanneer hij dat doet. ‘Toen ik voor de 75ste keer Così fan tutte zong, noteerde ik dat en zag ik opeens een toekomstbeeld voor me. Ik als een rimpelig mannetje, dat trots aan zijn kleinkinderen laat zien waar opa gezongen heeft.’
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 11
2/6/15 5:30 PM
W12
DIE ZAUBERFLÖTE
Reprise
DIE ZAUBERFLÖTE WOLFGANG AMADEUS MOZART 1756-1791
Eine deutsche Oper in zwei Aufzügen, KV 620 Libretto Emanuel Schikaneder
Ernst en vrolijkheid Mozart heeft in zijn laatste opera uiteenlopende elementen gecombineerd. Juist daardoor is Die Zauberflöte vandaag nog net zo fris als bij de wereldpremière in 1791. Ernst en vrolijkheid gaan naadloos in elkaar over; Mozart vermengt filosofische ideeën met een sprookjeswereld waarin wonderlijke dieren en magische muziekinstrumenten voorkomen. Favoriet van het publiek is altijd de vogelvanger Papageno: hij is de grappigste figuur van het stuk maar toont ook diepgang. Uiteindelijk is Die Zauberflöte een triomf van de liefde tussen prinses Pamina en prins Tamino.
Muzikale leiding Marc Albrecht Gergely Madaras 22, 24, 27 maart Regie Simon McBurney Decor Michael Levine Kostuums Nicky Gillibrand Licht Jean Kalman Video Finn Ross Geluid Gareth Fry Beweging Josie Daxter Dramaturgie Simon McBurney Klaus Bertisch Klaus Bertisch Sarastro Brindley Sherratt Tamino Maximilian Schmitt Sprecher Maarten Koningsberger Erster Priester / Zweiter geharnischter Mann Thomas Dear Zweiter Priester / Erster geharnischter Mann Elmar Gilbertsson Königin der Nacht Iride Martínez Pamina
Chen Reiss Erste Dame Judith van Wanroij Zweite Dame Silvia de la Muela Dritte Dame Julia Faylenbogen Drei Knaben Knabenchor der Chorakademie Dortmund Ein altes Weib (Papagena) Regula Mühlemann Papageno Thomas Oliemans Monostatos Wolfgang AblingerSperrhacke Nederlands Kamerorkest Koor van De Nationale Opera Instudering Nicholas Jenkins Coproductie met English National Opera, Londen en Festival d'Aix-en-Provence 4, 6, 9, 12, 15*, 17, 19, 22*, 24, 27 maart 2015 19.30/*13.30 uur Nationale Opera & Ballet De voorstelling duurt circa 3 uur en 15 minuten; er is 1 pauze. De opera wordt in het Duits gezongen, Nederlands en Engels boventiteld.
ODEON #Nº 92 96—/ 2015 2014
ODEON_96.indd 12
2/6/15 5:30 PM
13
ACHTERGROND
‘EINE DEUTSCHE OPER’ Frits Vliegenthart
‘Uit pure verveling heb ik vandaag een aria voor de opera gecomponeerd,’ schrijft Wolfgang Amadeus Mozart op 11 juni 1791 ironisch aan zijn vrouw Constanze, die een maand aan het kuren is in Baden. Aan het slot van de brief citeert hij uit het duet van de twee Priesters: ‘... en in gedachten zeg ik tegen jou: “Tod und Verzweiflung war sein Lohn!”’ Hier duikt voor het eerst in Mozarts correspondentie Die Zauberflöte op, waaraan hij in maart was begonnen. Het werd de laatste opera waarvan de componist de wereldpremière nog meemaakte. In het jaar 1791 had Mozart niet te klagen over artistieke erkenning. Zijn werken waren te koop bij alle belangrijke Weense muziekhandels en zijn opera’s werden op internationale schaal uitgevoerd: Don Giovanni ging in Berlijn, Augsburg, Hannover, Bonn, Kassel, Bad Pyrmont, München, Praag en Keulen, Die Entführung aus dem Serail in Amsterdam, Erfurt en Pest, Le nozze di Figaro in Bonn en Hamburg, Così fan tutte in Frankfurt, Mainz, Leipzig en Dresden. Maar omdat er nog geen auteursrechten bestonden, werd Mozart – die dapper probeerde als zelfstandig ondernemer het hoofd boven water te houden – hier financieel niet beter van. Op dat gebied gloorde er tegen het einde van het jaar weer enige hoop, in de vorm van toelagen die hem werden aangeboden door organisaties in Amsterdam en Hongarije, en uitnodigingen om naar Engeland en Rusland te komen.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 13
2/6/15 5:30 PM
14
DIE ZAUBERFLÖTE
Door zijn voortijdige dood – hij was immers nog maar 35 jaar – heeft hij hier niet meer van kunnen profiteren. Schikaneder Een oude bekende die hij in 1780 in Salzburg had ontmoet, namelijk Emanuel Schikaneder, stelde Mozart in november 1790 voor om samen een Duitstalige opera te schrijven voor het Theater auf der Wieden in Wenen. Daarvan was deze acteur, zanger, toneelschrijver en componist sinds juli 1789 de intendant. Voor het op muziek zetten van zijn eigen libretto’s gaf hij, behalve aan Mozart, opdrachten aan nu totaal onbekende componisten, zoals Wölfl, Henneberg en Seyfried. In de eerste voorstellingsreeks van Die Zauberflöte vertolkte hij zelf de rol van Papageno. Helaas had Schikaneder de financiën van zijn theater niet op orde, uiteindelijk moest het in 1801 sluiten. Meteen daarna zag hij nieuwe mogelijkheden in het nieuwe Theater an der Wien, dat tegenwoordig nog steeds wordt gebruikt. Zijn laatste jaren waren treurig. Nadat hij in 1806 de licentie van het Theater an der Wien had verkocht en de leiding over het theater in Brno had overgenomen, keerde hij in 1809 terug naar Wenen. In 1812 werd hij krankzinnig en stierf in armoede – het tragische einde van een toonaangevende theaterpersoonlijkheid.
Duitse elementen en invloeden aan te wijzen. De eenvoud van Duitse volksliederen klinkt uit de aria’s van Papageno (‘Der Vogelfänger bin ich ja', 'Ein Mädchen oder Weibchen’) en zijn duet met Pamina (‘Bei Männern, welche Liebe fühlen’). Een verfijnde combinatie van Duitse ernst en Italiaanse melodiek kenmerkt Tamino’s ‘Dies Bildnis ist bezaubernd schön’, Sarastro’s ‘In diesen heil’gen Hallen’ en Pamina’s ‘Ach, ich fühl’s’. Plechtig en waardig zijn de Mars van de Priesters, hun koren, veelal begeleid door trombones en Sarastro’s aria met koor ‘O Isis und Osiris’. Opvallend is het citeren van de koraalmelodie ‘Ach, Gott, vom Himmel sieh’ darein’ in het duet van de Geharnischten ‘Der, welcher wandelt’ (finale tweede akte). Een bijzondere kleur hebben de terzetten van de Drei Knaben. Het is een fictie dat de nog zo jonge Mozart Die Zauberflöte bedoelde als samenvattende apotheose van zijn oeuvre: het gaat hier juist om het inslaan van nieuwe wegen, die deel uitmaken van de ontwikkeling naar Beethovens Fidelio, Webers Der Freischütz en Wagners Der Ring des Nibelungen. Zijn opera oogstte na de première op 30 september 1791 veel succes, en nog steeds is de Zauberflöte een van de meest geliefde titels uit het hele repertoire.
Beproevingen Schikaneders libretto’s voldeden uitstekend aan de toenmalige eisen; ook zijn tekst voor Die Zauberflöte is Mozarts muziek beslist niet onwaardig. Hij leverde zowel de gesproken dialogen als de woorden voor de gezongen nummers. Het gegeven van Die Zauberflöte gaat deels terug op het exotische sprookje Lulu van Jakob Liebeskind, dat een paar jaar eerder was gepubliceerd. Componist en librettist schreven zowel voor het ‘gewone’ publiek, dat dol was op vrolijke stukken en op sprookjes met barok kunst- en vliegwerk, als voor intellectuelen, die voldoening konden putten uit de weergegeven idealen van verheffing en broederschap. De ontwikkeling van kinderlijk wezen tot volwassene komt in Die Zauberflöte symbolisch tot stand via allerlei beproevingen, waarvoor de vrijmetselarij als model heeft gediend. Er wordt wel beweerd dat de Zauberflöte vrouwvijandig zou zijn – vanwege passages als ‘Ein Weib tut wenig, plaudert viel’. Dat wordt echter gecompenseerd door het respect waarmee de figuur van Pamina wordt bejegend: zij mag met Tamino toetreden tot de Ingewijden. Nieuwe wegen De lichte en de serieuze aspecten komen terug in de verschillende muzikale stijlen die Mozart in deze ‘deutsche Oper’ toepast. De twee Italiaans getinte aria’s van de Königin der Nacht zijn verwant aan de opera seria, maar verder zijn er overwegend
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 14
2/6/15 5:30 PM
15
INTERVIEW
DE PRINSES EN DE PRINS Hein van Eekert
Het ensemble Reiss staat nu voor het eerst in de productie van Simon McBurney. ‘Ik kom graag heel ontvankelijk naar een voor mij nieuwe productie. Ik heb de rol eerder gedaan, dus ik heb wel ideeën, maar ik moet horen wat de regisseur wil dat het wordt. Ik moet in het ensemble, het gezelschap passen. ‘Toch wil Reiss, onder voorbehoud, wel iets vertellen, over wat ze ‘Mozarts Pamina’ noemt: ‘Pamina begint als gevangene: angstig, gefrustreerd en in de war omdat ze op het punt staat aangerand te worden door Monostatos. Ze zal zich echter niet zomaar aan hem overgeven: ze is trots en een vechter, die haar lichaam en haar naam zal beschermen. Ze is jong, maar niet naïef.’
Chen Reiss
Maximilian Schmitt
Zij is nieuw, hij was er de vorige keer al bij. De Israëlische sopraan Chen Reiss en de Duitse tenor Maximilian Schmitt zingen Pamina en Tamino in Die Zauberflöte: Mozarts liefdespaar zonder liefdesduet. ‘Eigenlijk is de hele opera de ene ramp na de andere voor Pamina,’ zegt Chen Reiss over haar rol in Die Zauberflöte. ‘Pamina wordt bijna verkracht, ze ontsnapt, ze wordt gevangen, ze ontmoet de liefde van haar leven maar wordt direct van hem gescheiden. Dan verschijnt haar moeder die haar vertelt dat ze iemand moet vermoorden. Ze ontdekt dat Sarastro het goede vertegenwoordigt en haar moeder het slechte. Vervolgens spreekt haar grote liefde niet meer met haar.’ Ze zong Pamina al vaker, onder andere in Wenen waar ze drie à vier maanden per jaar in de Staatsoper optreedt en een bekende ster is. Ze vertolkte er onlangs de titelrol in Janáčeks Het sluwe vosje en Ilia in Mozarts Idomeneo.
Romantische kant Pamina is niet voor niets de dochter van de Koningin van de Nacht: ‘Als je zo’n moeder hebt, leert het leven je om manipulatief te zijn. Je moet namelijk altijd onderhandelen met een kwaadaardig en krachtig persoon. Pamina houdt echt van haar moeder en ze respecteert haar, ook al weet ze dat deze moeder enigszins buitensporig en geëmotioneerd is. ‘Pamina heeft ook haar romantische kant: ‘Zodra Papageno de woorden “prins” en “liefde” laat vallen, bevindt ze zich meteen in een andere wereld. Dat is het jeugdige in haar. Ze heeft nog geen ervaring met de liefde en in die zin heeft ze er een ideaalbeeld van: het is allemaal nog een droom. Maar ze is wel voorzichtig, want ze vertrouwt Papageno niet meteen. Als ze dan Tamino ziet, verandert alles. Dat is echt de eerste liefde: ze is er zeker van dat hij de man van haar leven is, de enige echte, en ze wil door vuur en water gaan om deze liefde te beschermen. Pamina is dapper, maar ook – omdat ze zo jong is – een beetje zwart-wit in haar uitlatingen.’ Vooruitstrevend En in de tweede akte zingt ze die prachtige aria ‘Ach, ich fühl’s’: een mooie maar misschien ook wel lastig te zingen gevoelsuitbarsting? ‘Je voelt je naakt, maar dat geldt voor veel van Mozarts aria’s. Hij is goed geschreven. Je moet er wel aan werken. Hij is niet gemakkelijk, maar dat is niet de manier waarop ik er tegenaan kijk, want het is ook een van de meest ontroerende en betekenisvolle aria’s. De akkoorden die Mozart je geeft, zijn zo beladen met emotie en zo expressief: voor zijn tijd is het eigenlijk een heel vooruitstrevend stuk. Maar Pamina’s
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 15
2/6/15 5:30 PM
ODEON_96.indd 16
2/6/15 5:30 PM
17
DIE ZAUBERFLÖTE
scène met de drie jongetjes is ook een meesterwerkje. Dat is eigenlijk met alles van Mozart zo. Neem het duet met Papageno: je denkt dat het klinkt als een kinderliedje, maar er zitten geniale momenten in die alleen iemand als Mozart heeft kunnen schrijven. Voor mij vormt al het werk van Mozart een hoogtepunt: soms is er gewoon een maat in een ensemble die zó hartverscheurend is... Je kunt ook horen dat Duits zijn eigen taal was: de woorden zijn op een heel expressieve manier op muziek gezet. De kleur van de taal is heel belangrijk.’
Voor mij vormt al het werk van Mozart een hoogtepunt Maar dan zijn er nog die vrouwonvriendelijke uitspraken in het libretto. Chen Reiss zegt lachend: 'Dat was de manier van doen in Mozarts tijd. De Koningin van de Nacht is duidelijk geen goed voorbeeld, maar Pamina is heel stabiel, heel eerlijk en heel recht-door-zee. Ze is anders…' Groepsdynamiek Maximilian Schmitt was in de vorige reeks van Die Zauberflöte al te zien als Tamino, de prins die Pamina moet redden, maar die daarbij een andere weg kiest dan we aanvankelijk verwachten. Hij kijkt er met veel genoegen op terug: ‘Het was tot nog toe eigenlijk voor mij het mooiste werk in het operatheater. Het is fascinerend hoe Simon McBurney erin slaagt een gemeenschap te stichten en een groepsdynamiek te creëren die het voor iedereen mogelijk maakt om zich op zijn best te laten zien. Ik heb daar enorm van genoten en ik heb nooit ergens meegemaakt dat er mensen naar de repetitie kwamen die niet op het repetitieschema stonden, simpelweg omdat ze dat gemeenschapsgevoel zo heerlijk vonden.’ Theateroefeningen Simon McBurneys repetities bestaan niet uit instructies over wat de zangers moeten doen en waar ze moeten staan. Hij begint met theateroefeningen om elkaar te leren kennen, de ruimte te leren kennen en elkaar de ruimte te geven: ‘De tien voorstellingen waren zo leuk omdat iedereen wist dat hij kon doen wat hij wilde, omdat de anderen er wel adequaat op zouden reageren. Zo goed kende de hele groep elkaar. Simon geeft ons de emoties, maar hoe wij die bereiken en hoe wij ze spelen, dat bepalen we zelf. Samen ontdekken we wat we willen uitbeelden. Hij helpt ons om het lichamelijk uit te drukken en het voor de toeschouwers begrijpelijk te maken. We waren wel precies, maar konder tegelijk spontaan zijn, omdat iedereen geleerd had op de anderen te reageren. En elk effect
ondersteunt bij Simon het verhaal, ondersteunt de muziek en maakt het voor ons gemakkelijk om te acteren.'’ Een beetje arrogant... Schmitt heeft de rol van Tamino al in een aantal verschillende producties gezongen: ‘Voor mij is Tamino geen held: hij is een prins. Hij is jong en onervaren en ietwat voorgevormd doordat hij een prins is. Dat wordt duidelijk uit zijn eerste dialoog met Papageno, waar hij een beetje arrogant is: hij begrijpt niet dat Papageno niet weet dat er nog vele duizenden mensen zijn en dat er zoiets bestaat als een vorst. Dat is een teken van naïviteit. Tamino is bovendien in de enige de opera die niets ter discussie stelt: hij volgt het bevel van de Koningin van de Nacht op, gaat naar Sarastro en maakt daar voor het eerst een ontwikkeling mee. Er groeit twijfel in de scène met de Sprecher. Hij begint dan pas over de zaken na te denken, maar hij heeft zijn opvattingen nog niet definitief veranderd. Dat gebeurt in de pauze: als we hem daarna zien, heeft hij een andere mening over Sarastro. Dat vind ik dan een beetje het probleem met Tamino: ik weet niet precies hoe hij zijn mening heeft aangepast en waarom.’ ... ook weer naïef Schmitt vraagt zich daarom ook af wat voor een heerserspaar Tamino en Pamina zullen worden: ‘Het is spannend om daarover na te denken, hoewel je het misschien niet in je rol mee hoeft te nemen. Tamino doorstaat zijn beproevingen alleen maar omdat Pamina zo sterk is. Hijzelf is alleen sterk in de scène waarin hij, op bevel van Sarastro, niet tegen Pamina spreekt. En dat is dan eigenlijk ook weer naïef van hem: hij neemt het bevel te zwijgen zo serieus dat hij zijn liefde daarvoor opoffert. Dat is ook weer niet helemaal positief of heldhaftig. Zoals zij dan voor hem zingt, zo zou hij voor haar moeten voelen en met haar mee moeten leven. Omdat hij niet spreekt, zullen we nooit weten wat zijn straf zou zijn geweest als hij het wél had gedaan. Hij zou echter voor zijn overtuigingen moeten staan, zelfs als zijn leven in gevaar is: als zijn liefde echt zo groot is, dan zou hij voor haar opkomen, vind ik. Misschien houdt hij niet zo heel erg veel van haar, misschien is hij een kleine lafaard.' Wellicht is het minder negatief: 'Misschien vertrouwt hij juist rotsvast op een goede afloop, simpelweg omdat Sarastro hem gezegd heeft dat Pamina en hij elkaar terug zullen zien...’
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 17
2/6/15 5:30 PM
W 18
MACBETH
Nieuwe productie
MACBETH GIUSEPPE VERDI 1813-1901
Melodramma in quattro atti Libretto Francesco Maria Piave Muzikale leiding Marc Albrecht Regie Andrea Breth Decor Martin Zehetgruber Kostuums Eva Dessecker Licht Alexander Koppelmann Dramaturgie Klaus Bertisch
Inleving en expressie Verdi was een groot bewonderaar van Shakespeare. Macbeth was het eerste van diens toneelstukken dat de componist op muziek zette. We hebben hier te maken met een ‘nieuwe’ Verdi, die klankschoonheid minder belangrijk vindt dan inleving en expressie. Alles moet in dienst staan van het drama. Vaak gaat de tekstvoordracht over de grenzen van de klassieke zangtechniek heen. Het letterlijk voorlezen van een brief door Lady Macbeth was voor die tijd (1847) zelfs revolutionair. Vluchtelingen Een aantal Schotten is naar Engeland gevlucht om van daaruit de val van de tiran Macbeth voor te bereiden. In de vierde akte treuren zij over hun vaderland in het aangrijpende koor ‘Patria oppressa’, telkens weer een hoogtepunt.
3, 6*, 9, 12*, 15, 18, 22, 25, 28 april 2015 20.00/*13.30 uur Nationale Opera & Ballet De voorstelling duurt circa 2 uur en 30 minuten; er is 1 pauze. De opera wordt in het Italiaans gezongen, Nederlands en Engels boventiteld.
Macbeth Scott Hendricks Banco Vitalij Kowaljow Lady Macbeth Tatjana Serjan Dama Lady Macbeth Letitia Singleton Macduff Wookyung Kim Malcolm Vincenzo Costanzo Medico / Servo di Macbeth Lukas Jakobski Sicario Peter Arink Koor van De Nationale Opera Instudering Ching-Lien Wu Nederlands Kamerorkest
ODEON #Nº 92 96—/ 2015 2014
ODEON_96.indd 18
2/6/15 5:30 PM
19
ACHTERGROND
VERDI’S ‘SCHOTSE’ OPERA Frits Vliegenthart
Juist de op eenzame hoogte staande kwaliteit van Shakespeares teksten met hun psychologisch inzicht, volmaakte formuleringen en geestige woordspelingen maakt het lastig om ze tot libretto’s te bewerken. Bovendien stelt de kunstvorm opera zijn eigen eisen aan tekst en muziek. Meestal moet het aantal personages worden teruggebracht en de handeling worden ingedikt. Verdi hield bijzonder veel van Shakespeare, en het is niet verwonderlijk dat hij (al sinds 1843) hoopte een opera te kunnen schrijven naar King Lear, The Tempest of Hamlet. Zijn eerste Shakespeare-opera werd echter Macbeth. Het scheppingsproces verliep moeizaam: de componist verzuchtte dat geen werk hem zo veel hoofdbrekens had gekost als Macbeth, terwijl juist dit geesteskind hem het meest na aan het hart lag. In 1847 koos Verdi Macbeth als onderwerp, op voorwaarde dat het Florentijnse Teatro alla Pergola voor de titelrol Felice Varesi zou engageren − die beroemd was om zijn acteertalent − en Sofia Loewe als Lady Macbeth.
Giuseppe Verdi
De drama’s van William Shakespeare hebben bijna driehonderd keer een componist geïnspireerd tot het schrijven van een opera. Slechts weinige van al die op Shakespeare gebaseerde opera’s hebben echter repertoire kunnen houden, met als beroemde voorbeelden Giuseppe Verdi’s Macbeth, later gevolgd door Otello en Falstaff.
Honderdvijftig keer Groot was dan ook de schok toen Verdi bij aankomst in Florence ontdekte dat Sofia Loewe wegens stemproblemen vervangen was door Marianna Barbiere-Nini. Deze zangeres beschreef later hoe Verdi haar en Varesi nog tot op de avond van de generale repetitie het duet uit de eerste akte uitentreuren liet repeteren, net zolang totdat het door hem gewenste resultaat was bereikt: ‘Toen iedereen gekleed en wel stond aangetreden, het orkest in de bak en het koor op het toneel, wenkte Verdi mij en Varesi om achter de coulissen te komen. Daar gaf hij ons te verstaan dat wij met hem naar de foyer moesten komen voor een laatste repetitie van dat vervloekte duet. “Maestro,” protesteerde ik, “we hebben ons Schotse kostuum al aan, hoe moet dat nu?” “Doe er maar een jas overheen.” En Varesi, die dit vreemde verzoek hoog opnam, zei zelfs met stemverheffing: “Maar we hebben dat al honderdvijftig keer gerepeteerd, in godsnaam!” “Als ik u was, zou ik mijn mond maar houden – binnen een halfuur heeft u het honderdeenenvijftig keer gerepeteerd!” Hij was een tiran die gehoorzaamd moest worden. Ik herinner me nog de duistere blik die Varesi Verdi toewierp toen wij achter de Maestro aan naar de foyer liepen. Zijn hand omklemde de knop van zijn degen, alsof hij op het punt stond Verdi te vermoorden, zoals hij later Duncan zou vermoorden.’
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 19
2/6/15 5:30 PM
20
MACBETH
Na de zeer geslaagde première op 14 maart 1847 bedankte Verdi zijn prima donna, waarbij hij van ontroering geen woord kon uitbrengen, zoals zij vertelde: ‘Met dit moment van diepe sympathie voelde ik mij ruimschoots beloond voor al die maanden van keihard werken en voortdurende onrust.’ Verdi droeg Macbeth op aan zijn schoonvader en weldoener, Antonio Barezzi: ‘Hier is mijn Macbeth, waar ik meer van hou dan van al mijn andere opera’s en die mij voor u het waardigste geschenk lijkt.’ Lelijk en boosaardig Een tiran of niet, Verdi wist wat hij wilde en waarom hij dat wilde. Ook bij volgende uitvoeringen van Macbeth bleef hij zijn schepping volgen. Toen bij een productie in Napels (1848) Eugenia Tadolini was gevraagd als Lady Macbeth, schreef de componist aan de regisseur Salvatore Cammarano een bezorgde brief: ‘Tadolini heeft te grote kwaliteiten voor deze rol! Dit zal u wellicht absurd lijken!... Tadolini heeft een mooi en aantrekkelijk uiterlijk, en ik wil dat Lady Macbeth lelijk en boosaardig is. Tadolini heeft een prachtige, heldere, en krachtige stem; en ik zou voor de Lady een ruwe, verstikte, donkere stem willen hebben. De stem van Tadolini heeft iets engelachtigs; ik zou willen dat de stem van de Lady iets duivels heeft. [...] Maak hen [de theaterdirectie en de dirigent] erop attent dat in deze opera twee nummers het belangrijkst zijn: het duet tussen de Lady en haar echtgenoot en de slaapwandelscène. Als deze nummers mislukken, is de opera verloren. Deze nummers mogen beslist niet gezongen worden: ze moeten worden geacteerd en gedeclameerd met holle, versluierde stemmen. Anders wordt het hele effect tenietgedaan. Het orkest moet worden getemperd.’ Historische vrijheden De Lady is als personage eigenlijk boeiender dan haar man, die weliswaar ambitieus en moedig is, maar die van nature veel minder 'slecht' is en zich door haar op sleeptouw laat nemen. Dit laatste is bij Verdi overigens nog meer het geval dan bij Shakespeare. De sterke vrouwenfiguur gaat terug op een historisch model, een zekere Gruoch (±1005-±1055), kleindochter van de Schotse koning Kenneth III. Gruochs koninklijke afstamming ondersteunde misschien Macbeths aanspraken op de troon, hoewel er geen enkel bewijs is dat zij hem daartoe aanspoorde, laat staan hem aanzette tot moord. De haar toegedichte criminele aanleg, die haar zo interessant maakt, komt voor rekening van Shakespeare. Over de historische Macbeth zijn er evenmin als over zijn echtgenote belastende feiten bekend. Macbeth doodde Duncan niet in diens bed, maar tijdens een veldslag met als inzet de Schotse troon. Wat bij Shakespeare historisch wel klopt, is de invasie onder leiding van Malcolm, waarbij Macbeth sneuvelde in een tweegevecht.
Naar de Parijse versie Toen de impresario Léon Escudier in 1864 Verdi vroeg het voor Parijs onmisbare ballet toe te voegen voor een reeks voorstellingen van Macbeth in het Théâtre Lyrique, ging deze daarmee akkoord, hoewel hij een hekel had aan wat hij noemde ‘mozaïekwerk’, het plaatsen van nieuwe stukken in bestaande werken. Hij had in de achter hem liggende jaren echter een sterke ontwikkeling doorgemaakt op het gebied van harmonie, contrapunt en orkestratie, en wilde van de gelegenheid gebruikmaken om een aantal veranderingen door te voeren. Afgezien van het ballet ging het om een nieuwe aria voor Lady Macbeth in de tweede akte (‘La luce langue’); ingrijpende wijzigingen in de derde akte, zoals coupures in de scène met de geesten en het vervangen van Macbeths cabaletta door het duet ‘Ora di morte’; een nieuw koor (‘Patria oppressa’) aan het begin van de vierde akte en het vervangen van Macbeths sterfscène door de overwinningshymne ‘Vittoria! Vittoria’! Ook friste Verdi bestaande onderdelen op, zoals het duet in de eerste akte en de spookscène tijdens het banket. Existentiële eenzaamheid Niet al die veranderingen worden tegenwoordig als verbeteringen beschouwd. Zo houdt het ballet van de heksen in de tweede akte de handeling op en is het overwinningskoor aan het eind van de vierde akte een tikje pompeus. Daarom wordt in deze productie van De Nationale Opera het ballet gecoupeerd en de oorspronkelijke sterfscène uit 1847 in ere hersteld. Hierin toont Verdi met de dood van Macbeth op het toneel dit personage in al zijn tragiek en existentiële eenzaamheid. De première op 21 april 1865 had geen succes bij het Parijse publiek. Mogelijk kwam dit door de heersende mode in Parijs, die de voorkeur gaf aan de Franse grand-opéra, of door het moderne karakter van Macbeth. Er is geen liefdesverhaal en in plaats van fraaie zangkunst staat het drama centraal. Revolutionair is de briefscène van Lady Macbeth in de eerste akte, waarin ze niet zingt maar spreekt. Dat de Parijse versie niet meer uit het repertoire is weg te denken, hangt onder meer samen met de zorgvuldige instrumentatie, het uitgekiende inzetten van het koor en de psychologische benadering van de twee hoofdpersonen. Verdi’s Macbeth is een monumentaal eerbetoon aan de door hem bewonderde Shakespeare.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 20
2/6/15 5:30 PM
21
INTERVIEW
VERDI’S DONKERSTE OPERA Willem Bruls
Andrea Breth
Dirigent Marc Albrecht en regisseur Andrea Breth werkten voor het eerst met elkaar samen bij de productie van Prokofjevs De speler in Amsterdam. Wat daarbij opviel, was de ongelooflijke theatrale precisie van de enscenering en de orkestraal-vocale uitvoering. Muziek en stemmen werden drama, zonder te vervallen in grote gebaren of nadrukkelijke vormen. Nu zetten zij samen hun tanden in Verdi’s meesterwerk Macbeth. Andrea Breth, u werkt al jaren aan het fameuze Burgtheater in Wenen. Wat betekent theater voor u? Breth: ‘Voor mij is theater een plaats voor een zintuiglijke ervaring, waar de wezenlijke vragen van de menselijke existentie worden behandeld. Schiller, Shakespeare en Verdi, om enkelen te noemen, hebben zich uitsluitend beziggehouden met de mens en zijn afgronden, met zijn schoonheid, met zijn tragiek. Het publiek moet mentaal en emotioneel iets beleven. Waar mag je nog gemeenschappelijk huilen, samen lachen, samen bang zijn? Het collectieve beleven speelt een essentiële rol in het theater. Ik heb alleen een probleem als theater slechts plat vermaak is.’
Marc Albrecht
Daarom bijvoorbeeld een integrale voorstelling van Hamlet? U staat bekend om een bepaalde ‘Werktreue’... Breth: ‘Hamlet heb ik helemaal getoond, op een paar kleine coupures na. We waren zeer verbaasd dat het publiek er geen moeite mee had om zes uur in het theater door te brengen. Men was enthousiast het werk eindelijk eens in volle lengte te kunnen zien, waaruit blijkt dat er een grote behoefte is aan intelligente teksten. In opera laat men nauwelijks iets weg. Een verstandig regisseur zou het nooit in zijn hoofd halen in Don
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 21
2/6/15 5:30 PM
22
MACBETH
Decorontwerpen van Martin Zehetgruber Giovanni te knippen. Waarom dan wel in het spreektheater? Hamlet is in filosofisch opzicht een grote uitdaging. Omdat tv-programma’s steeds dommer worden, hebben wij in het theater de plicht om zulke werken te tonen, op een authentieke manier die recht doet aan onze tijd.’ Maestro, we kennen u in Amsterdam vooral van het Duitse repertoire (Mozart, Wagner, Strauss, Schönberg en Schreker). Heeft u affiniteit met de Italiaanse opera? Albrecht: ‘Ik heb als jonge Kapellmeister in Hamburg en Dresden heel vaak Italiaanse opera’s gedirigeerd en beleefde daar een enorm plezier aan. Vooral mijn liefde voor Verdi’s opera’s is zeker niet minder geworden en heeft zich zelfs nog verdiept. Tijdens het bestuderen van Macbeth merk ik weer hoezeer ik de Italiaanse opera eigenlijk gemist heb. Opnieuw raak ik gefascineerd door de ideeënrijkdom en de kracht van deze muziek.’ In welk stadium verkeert de componist Verdi met Macbeth? We weten dat het een relatief vroeg werk is. Hoort u dat in de muziek? Albrecht: ‘Macbeth is de tiende opera van Verdi. Juist in vergelijking met de andere werken uit de door hemzelf als loodzwaar aangeduide vroege periode wordt duidelijk welke enorme ontwikkeling hij met deze opera heeft doorgemaakt. Ernani, Attila en Masnadieri zijn in vergelijking veel conventioneler en statischer in dramaturgisch opzicht. Daar wacht je vooral op de mooie momenten voor de zangers. In Macbeth begint Verdi
zich van de belcantotraditie te bevrijden. De zangers zijn nu acteurs in een muziekdrama en dan wordt het voor mij pas echt interessant.’
Juist in vergelijking met de andere werken uit de door hemzelf als loodzwaar aangeduide vroege periode wordt duidelijk welke enorme ontwikkeling hij met deze opera heeft doorgemaakt. Er zijn twee versies van Macbeth, een uit 1847 en een uit 1865, gemaakt voor Parijs. Meestal wordt de laatste gespeeld. Heeft u zich ook in de oorspronkelijke versie verdiept? Een vergelijking gemaakt? Wordt de later toegevoegde balletmuziek eigenlijk gespeeld? Breth: ‘De balletmuziek wordt niet gespeeld, er is geen reden om dat wel te doen.’ Albrecht: ‘Ik heb mij intensief met de twee versies beziggehouden. Door de mogelijkheid van een nieuwe Parijse uitvoering heeft Verdi niet alleen het “ballo” in de derde akte toegevoegd, maar het werk ook verder helemaal herzien, waardoor er nauwelijks een scène onveranderd is gebleven. Hij voelde na
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 22
2/6/15 5:30 PM
23
INTERVIEW
twintig jaar precies aan wat hij omwille van de dramatische waarheidsgetrouwheid nog moest veranderen. Dat resultaat is voor mij volstrekt overtuigend en het betekent een essentiële ontwikkeling. Voor de grote scènes tussen Lady Macbeth en Macbeth vonden in de latere versie veel correcties, veranderingen en toevoegingen plaats. Het was voor Verdi blijkbaar heel belangrijk om de Lady het grootst mogelijke dramatische gewicht te geven. Bij Shakespeare wordt Macbeth door zijn fascinatie voor de macht tot moordenaar. In de opera is het de Lady die beslist over leven en dood en die haar man manipuleert. Daarom geeft Verdi haar in de latere versie een nieuwe aria: “Nuovo delitto! È necessario! [...] O voluttà del soglio! O scettro, alfin sei mio!” (“Nog een misdaad! Het lot vereist het! [...] O wat een heerlijkheid! Alle macht uiteindelijk in mijn hand!”).' 'We zullen dus de Parijse versie van 1865 spelen, maar enkele passages weglaten die de handeling vertragen, zoals het ballet en het afsluitende heksenkoor van de eerste scène. Aan de andere kant hebben Andrea Breth en ik besloten om de dood van Macbeth uit de eerste versie te gebruiken. Voor deze productie is die belangrijker dan het later gecomponeerde overwinningskoor.’ Andrea Breth, u kent natuurlijk de toneelversie van Macbeth en de opera. Wat zijn voor u verschillen en overeenkomsten? Breth: ‘Ik heb geen echte voorkeuren voor theater of opera, maar ik zou het werken met acteurs niet willen missen. Opera
is in zijn vorm geheel anders, alleen al het feit dat er gezongen wordt, heeft een bepaalde verdichting tot gevolg. Muziek kan in korte tijd heel veel uitdrukken en zeer diepzinnig zijn. Spreektheater is moeilijker omdat je de pauzes zelf moet vinden en zelf een ritme moet ontwikkelen. Opera roept heviger emoties op, alleen al door de muziek en door de prachtige stemmen van de zangers. Het kan voorkomen dat een enscenering daarom op de achtergrond treedt, vooral bij de zogenaamde bekende opera’s. Daarover bestaan vooraf gegeven ideeën hoe het verhaal moet worden verteld. La traviata is zo’n opera.' 'Het toneelstuk Macbeth heeft enorm veel personages en woekert verhaaltechnisch op een niet altijd zinvolle manier voort. Verdi heeft zich intensief met Shakespeare beziggehouden en was een uitzonderlijke kenner van het werk. Hij concentreert zich, zoals hij ook zelf schrijft in zijn brieven, op de Lady, Macbeth en de heksen. Het ogenschijnlijk historische speelt geen rol meer, veel meer de afgronden, het smerige. Toch blijft hij zeer dicht bij het origineel, alleen in gecomprimeerde vorm.’ Beroemd is Verdi’s brief over de vocale kwaliteiten van Lady Macbeth. Zij zou ‘lelijk’ moeten klinken omdat ze een ‘lelijk’ karakter heeft. Valt zoiets ook uit Verdi’s partituur af te leiden? Albrecht: ‘Ik denk dat deze beroemde brief van Verdi vooral bedoeld was als een polemiek tegen de oorspronkelijk voor Napels geëngageerde prima donna Eugenia Tadolini, de lievelingszangeres van Donizetti, die geprezen werd vanwege de
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 23
2/6/15 5:30 PM
24
MACBETH
schoonheid van haar stem. Verdi vond eigenlijk dat deze zangeres “te grote kwaliteiten” voor de rol bezat. Dat is een groot geluk voor ons, want zo heeft hij overgeleverd hoe je deze partij moet interpreteren: “Tadolini heeft een prachtige, heldere, klare en krachtige stem; en ik zou voor de Lady een ruwe, verstikte en donkere stem willen hebben.” Deze brief beschrijft dus duidelijk Verdi’s afstand tot het dominante belcanto en de sterrencultus. Hij wilde daarentegen zanger-acteurs hebben, die elke toon in de context van een dramatische situatie zouden zingen. Dat was toen een ongehoorde revolutionaire stellingname. Ook vandaag de dag is het goed om er zo nu en dan aan herinnerd te worden.’ Breth: ‘Verdi’s uitspraken dat de Lady niet “mooi” moet zingen vind ik belangrijk om rekening mee te houden. Hoe we dat op de bühne vertalen zal pas bij de repetities duidelijk worden.’
UITDAGING VOOR SCOTT HENDRICKS Carine Alders
Eigenlijk is Macbeth een tenorloze opera. Macduff zingt de eerste keer kort aan het slot van de eerste akte. Dan pas weer in het vierde bedrijf. Hij is geen minnaar. Ook daarmee is Verdi tamelijk revolutionair... Albrecht: ‘De opera zou tijdens Verdi’s leven zeker succesvoller zijn geweest als hij de conventie gevolgd was. Een opera zonder liefdespaar was tamelijk ondenkbaar. Maar Verdi bleef dicht bij het origineel van Shakespeare en weigerde de toeschouwer zo elk sprankje hoop. Het is echt Verdi’s donkerste opera. Een fascinerende studie over de afgronden van de menselijke ziel.’ Het enige lichtpuntje is de 'Banquet Scene', maar die is tegelijkertijd ironisch. Ervaart u dat ook zo? Breth: ‘Ik vind de “Banquet Scene” niet ironisch. Alles mislukt, alles wordt met een schijnbare vrolijkheid bedekt. Lady Macbeth moet oneindig hard vechten om de toestand waarin haar man verkeert te overschreeuwen.’ Albrecht: ‘Voor mij heeft de scène wel een ironisch element. Achter het op het eerste gezicht vrolijke drinklied van de Lady gaat haar zorg om de geestestoestand van Macbeth schuil. Ze voelt dat hij zijn rol niet volhoudt en onder de last van het slechte geweten zal breken. Ook de virtuoze heksenkoren zijn zulke lichtpunten − die hier echter vervormd en vulgair gezongen moeten worden volgens Verdi. Het valt op dat in deze partituur vooral de donkere kleuringen zeer minutieus genoteerd zijn. Voor Macbeth en de Lady schrijft Verdi vaak “sotto voce”, “gedempt” of “met verstikte stem”. Het was hem dus duidelijk ernst met zijn revolutie van de waarheidsgetrouwe weergave.’ Jullie werken nu voor de tweede keer met elkaar samen. Doen jullie dat graag? Albrecht: ‘Ik ben al heel lang enthousiast over de manier waarop Andrea Breth theater en opera maakt. Haar Shakespeareuitvoeringen aan het Weense Burgtheater hebben geniale trekken. Ik verheug mij daarom zeer op de bijzondere en spannende uitvoering van dit meesterwerk.’ Breth: ‘Als een dirigent en een regisseur voor een tweede keer met elkaar werken, blijkt daaruit al voldoende dat ze graag samenwerken.’
Scott Hendricks
Hoe word je een moordende machtswellusteling? In veel opera’s staat de liefde centraal. De meeste zangers kunnen uit eigen ervaring putten bij het inleven in een liefdesepos. Bij Macbeth ligt dat anders. Hij gaat over lijken in zijn verlangen naar macht. Het is niet direct een gemoedstoestand waar de sympathieke bariton Scott Hendricks zich een voorstelling bij kan maken.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 24
2/6/15 5:30 PM
25
INTERVIEW
‘Ik heb helemaal niets met gewetenloze ambitie. Het draait om ultieme politieke macht, een verlangen dat mij volkomen vreemd is.’ Zijn debuut als Macbeth maakte hij vier jaar geleden in Brussel met Krzysztof Warlikowski als regisseur. ‘Macbeth was voor mij een moegestreden man die zich in een apocalyptische situatie bevindt, opgehitst door zijn vrouw. Zij is de aanjager van al zijn daden.’ Hendricks is ervan overtuigd dat er bij Macbeth meer achter zit dan meedogenloos moorden. ‘Je denkt bijna aan een geesteszieke. Mede daarom zie ik zo uit naar mijn hernieuwde
Ik heb helemaal niets met gewetenloze ambitie. Het draait om ultieme politieke macht, een verlangen dat mij volkomen vreemd is. samenwerking met Andrea Breth. Ga er maar vanuit dat zij hier heel goed over nagedacht heeft. En ik mag dan wel niets van deze machtswellust begrijpen, toch bestaat het overal om ons heen. Sla de krant er maar op na, mensen nemen voortdurend enorm egoïstische besluiten. Het is schokkend, maar het komt zo veel voor dat we er bijna gevoelloos voor raken.’ Verdieping Vlak voor de kerst geniet bariton Scott Hendricks thuis in San Antonio, Texas van een paar dagen welverdiende rust. De hoofdrol in Verdi’s Macbeth in april in Amsterdam is een van de vele hoogtepunten dit seizoen vol Verdi en Puccini. Het begon in september in Zürich met La fanciulla del West en eindigt in juni 2015 in Tel Aviv met Tosca. Bijna alle rollen zong hij al eerder in zijn carrière, een seizoen in het teken van verdieping. ‘Er zit niet echt een idee achter, het is gewoon zo gelopen,' vertelt Hendricks. ‘Als iemand je een mooie rol aanbiedt, en je bent vrij, dan zeg je natuurlijk geen nee. Er wijzigden wat producties en data en voordat je het weet heb je dus een seizoen als dit. Ik geloof dat ik in totaal 17 dagen niet onder contract ben. Dat is dus behoorlijk intensief. Maar terwijl ik
aan een productie werk, heb ik natuurlijk ook wel vrije tijd. Die uurtjes zijn met zo’n druk schema belangrijk. Ik ben bezig met een online studie in muziekproductie aan het Berklee College of Music (Boston). En het lijkt ironisch, maar ik zou ook meer willen reizen. Nu ren ik van operahuis naar operahuis en zie ik eigenlijk niks van de wereld. Maar ik klaag niet hoor!’ Pretty epic Thuis in Texas bereidt hij zich niet alleen voor op Macbeth, maar staat Un ballo in maschera (de volgende productie in de Brusselse Munt) ook al op de lessenaar. ‘Dan hoef ik me daar in Amsterdam niet druk over te maken en kan ik helemaal focussen op Macbeth. Ik zorg ervoor dat ik goed in vorm ben, ik verwacht na elke repetitie mentaal uitgeput te zijn. Ik vrees dat er wel heel wat biertjes na de repetities doorheen zullen gaan...’ grapt Hendricks. Met regisseur Andrea Breth werkte Scott Hendricks al eerder in La traviata (2012, Brussel). ‘Met haar had ik meteen een klik. Het was een zeer intense repetitieperiode. In Amsterdam hebben we ook weer zo’n zeven weken. Het geeft een kans om een rol helemaal uit te diepen. ‘Expect us to be pretty epic!’ roept hij enthousiast. Hendricks vindt dat hij het sowieso altijd heel goed getroffen heeft met regisseurs. ‘Een regisseur is heel belangrijk voor een zingende acteur.’ Iemand gaf hem ooit de bijnaam ‘Al Pacino van de opera’. De bariton is vereerd vergeleken te worden met zo’n geweldige acteur, maar in feite vindt hij het een compliment aan het hele team. Fijne mix Dat brengt Hendricks op een ander voordeel van dit seizoen vol reprises: ‘Ik haal relaties met dirigenten en regisseurs uit het verleden opnieuw aan, daar hou ik van. Maar even lief is het me om nieuwe mensen te leren kennen, nieuwe avonturen aan te gaan. Ik kijk erg uit naar mijn samenwerking met Àlex Ollé in mei in de Munt en in het volgende seizoen zing ik een wereldpremière, de opera Frankenstein van mijn goede vriend de componist Mark Grey. Dat is gek: als je in een seizoen zit met veel nieuwe rollen en premières, zou je best meer reprises willen spelen. En nu ik het hele seizoen bekende rollen speel, denk ik: ik heb wel weer zin in een nieuw avontuur. Maar dat komt volgend seizoen weer allemaal goed. Ik ben heel gelukkig zo met deze mix.’
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 25
2/6/15 5:30 PM
internationaal podiumkunsten amsterdam 30 mei – 23 juni
AS BIG AS E SKY ARNOUD NOORDEGRAAF, ADRIAN HORNSBY, AI WEIWEI Megalomanie in het moderne China. 11, 12, 14 juni, Muziekgebouw aan ’t IJ Taal: Mandarijn en Engels met Nederlandse boventiteling
E E KEIICHIRO SHIBUYA + HATSUNE MIKU Eerste popopera van virtueel wereldfenomeen Hatsune Miku. 4 – 5 juni, Nationale Opera en Ballet Taal: Japans met Nederlandse en Engelse boventiteling
IN T PARK Neem uw picknick mee naar Alban Bergs opera Lulu op groot scherm. 23 juni, Park Frankendael
12 PM MET O.A. EVA-MARIA WESTBROEK, AMSTERDAM SINFONIETTA, ANNA CALVI, METROPOLE ORKEST, SLAGWERK DEN HAAG, GROOT OMROEPKOOR Minifestival geïnspireerd op de befaamde Proms. 20 juni, Het Concertgebouw
T IERLIE SCHAP GUO WENJING, FRANK SCHEFFER, NIEUW ENSEMBLE Film met opera wordt opera met film In project van Chinese componist en Nederlandse filmmaker. 16 juni, Muziekgebouw aan ’t IJ Taal: Mandarijn met Nederlandse boventiteling
ODEON_96.indd 26
KOEIEN MISHA MENGELBERG, CHERRY DUYNS, GUUS JANSSEN, ICP ORCHESTRA Muziektheaterwerk van en over Misha Mengelberg. 9 - 10 juni, Stadsschouwburg Amsterdam Taal: Nederlands
LULU DE NATIONALE OPERA William Kentridge waagt zich aan Alban Bergs iconische femme fatale. 1 - 28 juni, Nationale Opera en Ballet Taal: Duits met Nederlandse en Engelse boventiteling
volledig programma en ticketverkoop: hollandfestival.nl 2/6/15 5:30 PM
K
27
IN MEMORIAM
IN MEMORIAM FRED LINGEN Peter Franken
Op 21 januari 2015 overleed Fred Lingen, artistiek adviseur van de Vrienden van DNO en een van de grondleggers van het in 1961 opgerichte Wagnergenootschap. Voor velen kwam dit wellicht onverwacht, immers op 4 januari vond er nog een operareis van de Vrienden van DNO plaats die door Fred werd begeleid. Zij die hem beter kenden, wisten echter dat hij al lang ziek was en dat de activiteiten die hij met name voor de Vrienden verrichtte hem als het ware op de been hielden. Voor trouwe bezoekers van De Nationale Opera was Fred Lingen bepaald geen onbekende. Jarenlang stond hij met grote regelmaat achter de Vriendenbalie en vormde hij voor veel operaliefhebbers als het ware het gezicht van de Vrienden van DNO. Verder zorgde Fred voor een directe link tussen solisten en publiek door na afloop van menige voorstelling bloemen het toneel op te gooien. Ook voor DNO en de bezoekende artiesten vervulde Fred jaar in jaar uit deze rol. Hoewel de laatste jaren wellicht iets minder zichtbaar, was Fred tot op het laatst nadrukkelijk bij het operabedrijf en de Vrienden betrokken. Solisten werden door Fred bezocht in de kleedkamer om te praten over de lopende voorstelling, over hun carrière, over hun leven als opera-nomade en zo meer. In zijn hoedanigheid van artistiek adviseur van de Vrienden verzorgde Fred elk seizoen meerdere filmavonden waarop hij de bezoekers vakkundig wist voor te bereiden op de eerstkomende DNO-productie. Daarnaast gingen de Vrienden onder zijn bezielende leiding per bus naar voorstellingen in België en Duitsland, ieder jaar een keer of tien.
Fred Lingen pakken. Al in 1993 ging er een Vriendenreis naar Duisburg om aldaar de Ring in de enscenering van Kurt Horres te bezoeken. Maar Freds belangstelling beperkte zich niet tot Wagner en in dat opzicht is het treffend dat de allerlaatste reis die hij op 4 januari voor de Vrienden van DNO naar Düsseldorf maakte als bestemming de operette Die Csárdásfürstin had. Bij Fred ging het uiteindelijk om mooi zingen, zijn ogen zal hij wel eens dicht hebben geknepen als een enscenering hem niet beviel, zijn oren hield hij altijd open. Een icoon is ons ontvallen. Operaminnend Nederland zal hem missen. Moge hij rusten in vrede. Peter Franken, Vereniging Vrienden van De Nationale Opera
Door middel van die reizen wist Fred de lacunes in het in Nederland gepresenteerde repertoire grotendeels te dichten. Hij kweekte met name belangstelling voor het werk van Richard Wagner ruim voordat DNO dat groots begon aan te
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 27
2/6/15 5:30 PM
HET NATIONALE BALLET PRESENTEERT
LA DAME AUX CAMÉLIAS
Choreografie en enscenering John Neumeier Naar het boek van Alexandre Dumas fils Muziek Frédéric Chopin Decor- en kostuumontwerp Jürgen Rose Lichtontwerp John Neumeier Muzikale begeleiding Het Balletorkest o.l.v. James Tuggle Pianisten Michael Mouratsch, Ryoko Kondo en anderen
Premiere 4 november 1978, Stuttgarter Ballett Premiere bij Het Nationale Ballet 10 april 2015 10, 11, 14, 16, 17, 19*, 23, 24, 26*april 2015 19.30/*14.00 uur Nationale Opera & Ballet De voorstelling duurt circa 3 uur inclusief 2 pauzes.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 28
2/6/15 5:30 PM
29
HET NATIONALE BALLET
‘IK VIND HET ZONDER MEER HET MOOISTE BALLET TER WERELD’ Margriet Prinssen
John Neumeiers La Dame aux Camélias is een van de belangrijkste verhalende balletten van de afgelopen vijftig jaar. Het ballet is, net als Verdi’s operabewerking La traviata, gebaseerd op de gelijknamige roman van Alexandre Dumas. Als een van de grootste eigentijdse ‘verhalenvertellers’ maakte Neumeier van het liefdesverhaal een overweldigend psychologisch dansdrama. Daarbij heeft hij uitdagende rollen gecreëerd, zowel in danstechnisch opzicht - met name de duetten zijn virtuoos - als in artistieke zin. “Elke danser kan er zijn eigen interpretatie aan geven. Het verhaal vertellen alsof het nog nooit eerder verteld is.”
ONMOGELIJKE LIEFDE De courtisane Marguerite leidt een losbandig leven tot zij verliefd wordt op de jonge Armand. Zij houdt haar tuberculose voor hem verborgen en verruilt samen met hem Parijs voor het platteland. Armands vader – die haar als een ‘gevallen’ vrouw ziet – dwingt haar de liefde op te geven. Wanneer Armand ontdekt waarom Marguerite hem heeft verlaten, is het te laat.
Het gebeurt niet vaak dat de komst van een nieuwe balletdanser groots wordt aangekondigd in een populair televisieprogramma, maar op 16 oktober 2015 pakte De Wereld Draait Door uit met een feestelijke aankondiging van de komst van Marijn Rademaker. Eindelijk weer een Nederlandse mannelijke balletdanser als eerste solist. Prettige bijkomstigheid: het klikt geweldig met Igone de Jongh, veruit de beste en meest bekende Nederlandse ballerina. Samen dansen ze het liefdeskoppel in een nieuw avondvullend ballet: La Dame aux Camélias. Marijn danste de rol voor het eerst in 2006 als tweede solist bij het Stuttgart Ballett waar hij na zijn afstuderen meteen is aangenomen en de afgelopen vijftien jaar heeft gedanst. Na de voorstelling werd hij door choreograaf en artistiek leider John Neumeier met onmiddellijke ingang benoemd tot eerste solist. Hij danste de rol sindsdien vele malen in Stuttgart en op wereldtournee. Of het nou moderne dansrollen zijn, zoals Äffi van Marco Goecke waarvoor hij in 2006 de belangrijkste Duitse theaterprijs Der Faust ontving of de heldenrollen in de grote romantische balletten: de muziek gaat in zijn lijf zitten en geeft hem vleugels. In april is La Dame aux Camélias voor het eerst in Amsterdam te zien. vervolg artikel
→
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 29
2/6/15 5:30 PM
30
HET NATIONALE BALLET
Wat spreekt hem aan in de rol van Armand? ‘Armand is jong en impulsief. Hij gooit zich echt voor de voeten van zijn geliefde. Dat herken ik wel. Iedereen heeft wel eens zo’n moment meegemaakt: je geliefde maakt het uit of je komt erachter dat hij of zij met iemand anders heeft geslapen. Aan het eind van de tweede akte gebeurt dat: Armand krijgt een brief waardoor zijn hele wereld instort: een moment van groot en heftig drama.’ Hoe bereid je je voor op zo’n rol? Lees je de roman? Denk je terug aan je eigen momenten van drama, zoals dat bij toneelvoorstellingen wel gebeurt, bijvoorbeeld via de beroemde Stanislavski-methode? ‘Niet zo letterlijk dat ik probeer mijn eigen dramatische momenten terug te halen. Maar ik denk dat die ervaringen in zekere zin wel altijd meespelen, die zitten als het ware in je lichaam verklonken, in je spieren, in je uitdrukking. Sommige rollen kan je beter dansen wanneer je wat ouder bent: ik heb weleens een Julia van 42 zien dansen in Romeo en Julia; zij danste de rol zo doorleefd en zo fantastisch mooi dat het niet uitmaakte dat ze eigenlijk veel te oud was voor die rol. Leeftijd is niet het belangrijkste.’ Dichterbij ‘Ik heb La Dame aux Camélias, de roman van Alexandre Dumas fils , inmiddels stukgelezen. Ik herlees de roman eigenlijk elke keer als het ballet weer op het repertoire staat en elke keer verslind ik het verhaal weer. Het lijkt een negentiendeeeuws verhaal, maar het staat veel dichterbij ons dan je op het
Het is echt een meesterwerk. De kostuums van Jürgen Rose zijn alleen al een reden om te gaan kijken: 450 weelderig ruisende kostuums. eerste gezicht zou denken. Marguerite is een courtisane en ik kan me voorstellen dat ook nu de meeste mensen liever geen ‘courtisane’ als schoondochter hebben. In plaats van tuberculose, waar die arme Marguerite aan sterft, zou je kunnen denken aan een ziekte als hiv. En helaas is het ook in deze tijd heel gewoon om niet zo blij te zijn als je zoon met een bruid uit een ander deel van de wereld thuiskomt.’ Synchroon ‘Het laatste deel is een en al tragiek. Zij gaat hem nog één keer opzoeken na de – door zijn vader afgedwongen – breuk. Ze slapen met elkaar en dan vertrekt ze weer. Als ze elkaar later weer ontmoeten op een bal, geeft hij haar middenin het gezelschap een envelop met geld voor ‘verleende diensten’, de ultieme vernedering. Helemaal aan het eind komt hij na een lange reis terug uit Afrika en ontvangt een brief dat zij
stervende is. Ze heeft alleen nog maar schulden en al haar spullen worden geveild. Haar bediende geeft hem haar dagboek. In de laatste scène zie je hen synchroon: zij ligt alleen op haar bed dood te gaan, terwijl hij intussen elders haar dagboek leest en hem eindelijk duidelijk wordt wat ze allemaal heeft opgeofferd voor hem en voor zijn familie. Op het moment dat zij sterft, slaat hij het boek dicht. Dat is zo treurig. De enige – schrale – troost is dat hij dan wel weet hoeveel ze van hem heeft gehouden. De muziek is zo mooi op dat moment; ik heb nog steeds af en toe tranen in mijn ogen tijdens de voorstelling, zo aangrijpend is het.’ Ongelooflijk mooie kostuums ‘Ik vind het zonder meer het mooiste ballet ter wereld. Het is echt een meesterwerk. De kostuums van Jürgen Rose zijn alleen al een reden om te gaan kijken: 450 weelderig ruisende kostuums. John Neumeier is een genie. Naast de bestaande klassiekers zoals Het Zwanenmeer is dit wat mij betreft het ballet dat iedereen gezien moet hebben. Het ballet is populair bij de dansers: ook voor het corps de ballet is het interessant om te dansen. Een extra dimensie vormen de theaterscènes: binnen het verhaal gaat een aantal mensen kijken naar een uitvoering van Manon Lescaut. De dansers spelen toneel, maar ze spelen ook de bezoekers van het theater.’ Chopin John Neumeier heeft niet gekozen voor de beroemde Verdimuziek (La Traviata is gebaseerd op hetzelfde boek), maar voor Chopin. ‘John werkt veel met pauzes en stille momenten, daar past de pianomuziek van Chopin heel goed bij. Hij houdt niet van overdreven dramatiek, eerder van even stilhouden en bijna terugtrekken. Dat maakt het des te indringender. Het zijn ook niet alleen solopianostukken, maar ook bijvoorbeeld het Tweede Pianoconcert: van Chopin. Gek genoeg heeft Marijn na zijn afstuderen aan de Nationale Balletacademie nooit meer in Nederland gedanst, op enkele gastoptredens op het Gala de afgelopen jaren na. Waarom is hij naar Stuttgart vertrokken? ‘Eenvoudig omdat ik er toen een goed aanbod kreeg: een contract voor twee jaar. Ik ben er gebleven omdat ik steeds nieuwe kansen kreeg, nieuwe uitdagingen. Ik heb ook veel in het buitenland opgetreden met het gezelschap, dus er was weinig reden tot ontevredenheid. Een paar jaar geleden heb ik Ted Brandsen ontmoet in Shanghai en dat klikte meteen. En ik vond het na zoveel jaren ook fijn om weer terug te gaan naar Nederland. Eerlijk is eerlijk, Stuttgart is geen dynamische stad, dus ik verheug me erop weer in Amsterdam wonen. Ik heb sinds een paar weken een appartement en een fiets en ik vind het zo leuk om weer terug te zijn. Heerlijk: chocolade hagelslag kopen en dat soort gewone dingen.’ Visie ‘Het repertoire in Stuttgart komt grotendeels overeen met dat van Het Nationale Ballet. We dansten daar ook werk van George Balanchine en zelfs van Hans van Manen. Ik hoop vurig hier ooit met hem te kunnen werken aan een nieuw ballet. Ik
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 30
2/6/15 5:30 PM
31
HET NATIONALE BALLET
DE PERS OVER MARIJN RADEMAKER
Marijn Rademaker en Sue Jin Kang in La Dame aux Camélias van het Stuttgart Ballett houd van heel veel soorten ballet: klassiek of modern, als er maar een visie achter zit. Ballet moet wel wat te zeggen hebben.’ Mentaliteit Volgens Rademaker wordt klassiek ballet in Nederland veel minder serieus genomen dan in landen als Rusland, Duitsland en Frankrijk. ‘Het is een kwestie van mentaliteit. In Nederland is ballet relatief jong. Op scholen als die van het Russische Marijinski Theater en het Parijse Opéra Ballet word je echt gedrild in de academische ballettechniek. Een pedagoge als Claude Bessy in Parijs staat bekend als een hardvochtige vrouw, maar als je ziet wat voor dansers ze heeft afgeleverd: SylvieGuillem, Manuel Legris. Dat zijn echt heel grote dansers.’ Wat vond je de zwaarste rol ? Dat was zonder meer die van Jago, in John Neumeiers Othello. Normaal dans ik de romantische rollen, die van Armand en Roméo en toen moest ik me inleven in de rol van de slechte en berekenende Jago. Daar zag ik tegenop, maar het bleek zo leuk te zijn, een heerlijke rol om aan te werken. Het was één grote ingewikkelde puzzel, een soort spinnenweb van acties en reacties. Ik moest precies weten wat ik aan het doen was, wat de andere personages aan het doen waren, hoe zij zich voelden en hoe zij op hun beurt weer zouden reageren op mijn handelingen. Bij elk ballet is dat aan de orde, maar bij deze rol was het extreem.’
Dance Europe “Elegant and blond, cool and controlled, an angel. The arms are expressive, musical and masculine. The body has almost perfect proportions.“ The Guardian “A knockout. The Stuttgart principal is excellent.” Financial Times “Luminous in his musicality, outstanding.” Stuttgarter Nachrichten “Der international erfolgreichste Solist des Stuttgarter Balletts. Feinliedrig gebaut, elegant in der Halting, gekront vom hellsten Blond: Der Hollander ist der geborene Balletprinz.” Trouw “Een door emoties en impulsen gedreven danskanon. Een performer die ingehouden spanning op adembenemende wijze opvoert. Beslist een van de mooiste dansers die Nederland de laatste vijftien jaar heeft voortgebracht. Subliem.” Het Parool “Zijn solo ontsteeg de bewondering en verschafte zich zonder pardon toegang tot het hart.”
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 31
2/6/15 5:30 PM
32
XXXXXXXXXXX KINDERACTIVITEITEN
TERUGBLIK: KINDERKORENFESTIVAL Zondag 11 januari 2015 organiseerde De Nationale Opera een Kinderkorenfestival. Vanuit het hele land ontmoetten kinderkoren elkaar om samen te zingen in Nationale Opera & Ballet.
In Nederland zijn er honderden kinderkoren actief. Door het hele land ervaren kinderen zo wekelijks de kracht van het samen zingen. Maar het repertoire voor kinderen is beperkt en veel kinderen hebben nog nooit een opera gehoord, terwijl ze veel van zingen houden. Hen werd nu voor het eerst de kans geboden om zelf te zingen op het podium van het grootste operahuis van het land. In totaal namen 16 kinderkoren uit het hele land deel aan deze bijzondere dag. Zij kregen vooraf bezoek van een professionele operazangeres tijdens een repetitie. Vervolgens kwamen zij op 11 januari naar Nationale Opera & Ballet om elkaar te ontmoeten, elkaars zangkunst te bewonderen en verschillende workshops te volgen bij professionals. Zo werd er gezamenlijk toegewerkt naar een presentatie voor publiek.
Alle koren kregen een zangworkshop van vrouwelijk a capellakwintet Wishful Singing, spel- en dansworkshops van onze workshopdocenten en een rondleiding achter de schermen. Hierna volgde een presentatie voor elkaar waarin elk koor een zelf gekozen lied zong met als thema reizen. En tot slot was er een grande finale voor publiek van familie en vrienden. Alle 320 jonge koorzangers zongen samen een door Bob Zimmerman speciaal voor de gelegenheid gecomponeerd lied, gebaseerd op de familie-opera Reimsreisje. De reacties van deelnemers en publiek waren zeer enthousiast. Wij kijken daarom ook nu al uit naar de tweede editie op 17 april 2016.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 32
2/6/15 5:30 PM
33
KINDERACTIVITEITEN
KINDERSTUDIO
Iedere maand organiseert Nationale Opera & Ballet een Kinderstudio voor kinderen van 6 t/m 10 jaar. Deze creatieve woensdagmiddagen staan in het teken van dansen, zingen en spelen. Iedere maand is er een ander thema waarbij kinderen op een speelse manier kennismaken met de wereld van opera en ballet. Zo stond de eerste Kinderstudio in het teken van Cinderella’s sprookjesparade. De tweede kinderstudio had als thema Reimsreisje. Samen met een muziekdocent studeerden de kinderen een lied in, met bewegingen die ze zelf hadden bedacht. Daarna bezochten ze een deel van de toneelrepetitie van de familieopera Reimsreisje.
VERWACHT Woensdag 18 februari 2015 Schitter in de juwelen van Jewels Woensdag 4 maart 2015 Tover met de muziek van Die Zauberflöte Woensdag 15 april 2015 Griezel mee met Macbeth Woensdag 29 april 2015 Hiphop in het land van Narnia U kunt uw kind om 14.00 uur brengen en om 16.00 uur weer ophalen. Kosten: € 5 per kind Voor meer informatie, kijk op operaballet.nl/ kinderen.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 33
2/6/15 5:30 PM
SEIZOEN 2015 – 2016
BESTEL NÚ UW ABONNEMENT —
Als abonnementhouder bent u verzekerd van de beste plaatsen tegen de laagste prijs! Heeft u de seizoensbrochure met abonnementenbijlage (rond 24 februari nog) niet ontvangen? Mail dan naar
[email protected] of bel 020 551 8117.
ODEON_96.indd 34
2/6/15 5:30 PM
35
ZINGEN BIJ
VOORUITBLIK: ZINGEN BIJ DE OPERA
Het populaire, jaarlijks terugkerende participatieproject Zingen bij de Opera staat dit jaar in het teken van Die Zauberflöte. Ruim vierhonderd amateurzangers, jong en oud, brengen samen met professionele solisten hun versie van Mozarts sprookjesopera ten gehore. De muzikale begeleiding wordt verzorgd door alumni van het Utrechts Studenten Concert, die speciaal voor deze gelegenheid een orkest hebben gevormd onder leiding van Bas Pollard.
Op deze editie wordt gewerkt in drie koren. Het Grote Koor studeert onder leiding van dirigent Hans Veldhuizen het originele repertoire van Mozart in. Regisseur Wim Trompert neemt de enscenering voor zijn rekening. Het Kinderkoor voor kinderen van 8 t/m 13 jaar is in de voorjaarsvakantie een week lang in huis om te spelen, zingen en schrijven. Emma Rekers zorgt voor de muziek, Marijke Hessels zal als assistent van Wim Trompert de regie instuderen. Leerlingen van het IJburg College kregen eerst een introductie met de kunstvorm en konden zich vervolgens voor dit project opgeven. Zangdocenten leren hen de muziek aan en Honey Eavis studeert met hen een choreografie in waarin zij diverse ideeën uit de voorstelling verbeelden. Tot slot doen er zes jonge solisten aan dit project mee. Tijdens de toneelrepetities komt alles bij elkaar en wordt de voorstelling in elkaar geschoven. Dat wordt een spannend moment als de ruim vierhonderd deelnemers voor het eerst samen op het toneel zullen staan. De uitvoering vindt plaats op woensdag 11 maart 2015 om 20:30 uur in Nationale Opera & Ballet. Voor meer informatie en kaarten, kijk op operaballet.nl/zingen.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 35
2/6/15 5:30 PM
36
DE NATIONALE OPERA
DONATEUR Steun DNO als OperaDonateur en draag bij aan opera van wereldniveau! Operadonateurs zijn voor ons onmisbaar, zij helpen ons om voorstellingen van topkwaliteit te blijven creëren, produceren en presenteren. Zou u een gift willen overwegen? Als dank voor uw steun betrekken wij u persoonlijk bij De Nationale Opera, vóór en achter de schermen. De Nationale Opera heeft als culturele instelling de ANBI-status. Daardoor kunnen we donaties en erfenissen vrij van schenk- en erfbelasting ontvangen. Dat betekent dat uw gift volledig ten
Wat kost het u netto per jaar als u donateur van De Nationale Opera wordt? U betaalt per jaar bruto (periodieke gift, 5 jaar)
Na aftrek voor de inkomstenbelasting kost dit u per jaar netto (i.v.m. Geefwet, tot en met 2017)* 42% 52%
OperaFan OperaLiefhebber OperaBewonderaar OperaPaladijn
€ 237,50 € 475 € 2.375 € 5.275
€ 500 € 1.000 € 5.000 € 10.000
€ 175 € 350 € 1.750 € 4.150
* Na 2017 blijven giften aftrekbaar, maar waarschijnlijk voor 100% i.p.v. 125%; de wetgever moet zich hier nog over uitspreken.
goede komt aan de kunst en cultuur. Afhankelijk van uw inkomstenbelasting kunt u dankzij de Geefwet al donateur worden voor (netto) nog geen € 15 per maand. Meer weten over schenken aan DNO? Wilt u meer weten over schenken aan
De Nationale Opera en andere mogelijkheden dan hierboven genoemd, neemt u dan contact op met Eline Danker via
[email protected] of per telefoon +31 (0)20 551 8836, of vraag de donateursbrochure aan op operaballet.nl/operadonateurs.
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 36
2/6/15 5:30 PM
NATIONALE OPERA & BALLET
WINKELAANBIEDINGEN ALCINA DVD – € 29,95
Componist Georg Friedrich Händel Dirigent Alan Hacker Solisten Catherine Naglestad Alice Coote
Orkest & koor Staatsorchester Stuttgart Regisseur Jossi Wieler & Sergio Morabito Label Arthaus Musik
DIE ZAUBERFLÖTE DVD – € 29,95
Componist W.A.Mozart Dirigent Marc Albrecht Solisten Maximilian Schmitt Christina Landshamer Thomas Oliemans
ALCINA CD – € 19,95
Componist Georg Friedrich Händel Dirigent William Christie Solisten Renée Fleming Susan Graham Natalie Dessay
Orkest & koor Les Arts Florissants Orchestra & Chorus Label Erato
Orkest & koor Nederlands Kamerorkest, Koor van De Nationale Opera Regisseur Simon McBurney Label Opus Arte
MACBETH CD – € 14,95
Componist Giuseppe Verdi Dirigent Erich Leinsdorf Solisten Leonard Warren Carlo Bergonzi Leonie Rysanek
Orkest & koor Metropolitan opera orchestra and chorus Label RCA
LA DAME AUX CAMÉLIAS DVD – € 29,95
Gezelschap Het Nationale Ballet Solisten Anna Tsygankova, Matthew Golding Choreograaf Christopher Wheeldon
Orkest Holland Symfonia Dirigent Ermanno Florio Label Opus Arte
TAMERLANO CD – € 39,95
Componist Georg Friedrich Händel Dirigent Riccardo Minasi Solisten Xavier Sabata Max Emanuel Cencic John Mark Ainsley
Orkest Il Pomo d ‘Oro Label Naïve
Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de shop van Nationale Opera & Ballet en bij Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting. Alle prijzen zijn onder voorbehoud.
ODEON_96.indd 37
2/6/15 5:30 PM
Ook
BLIJVENDE HERINNERING? KOOP HET LUXE SOUVENIRBOEK !
—
Het Wenen van Joseph Marx
Michael Schade Philippe Graffin Reinild Mees Bestel nu kaarten
Hermann & Clärchen Baus
foto: Harald Hoffmann
8 maart
Daarin staan naast tal van boeiende achtergrondartikelen een uitgebreide synopsis en het libretto. Te koop in de winkel of online €10
ODEON_96.indd 38
Klassiek op zondagmiddag
2/6/15 5:30 PM
39
COLOFON
ALGEMENE INFORMATIE
Odeon is het Oudgriekse woord voor een aan muziek en poëzie gewijd gebouw. In de 16de eeuw ontstond uit de combinatie van muziek en poëzie het genre opera, in de 20ste eeuw het muziektheater zoals wij dat vandaag de dag trachten vorm te geven.
Ticketverkoop Drie maanden vóór de première gaan de voorstellingen in de verkoop. U kunt tickets kopen: – online via operaballet.nl; – bij de kassa van Nationale Opera & Ballet Amstel 3, Amsterdam, 020 6255 455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12.00-18.00 uur of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen 12.00-15.00 uur of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Inleidingen Alle voorstellingen worden voorafgegaan door een gratis inleiding. Aanvang: 45 minuten voor aanvang van de voorstelling. Lengte: 30 minuten.
Variabele prijzen Bij alle voorstellingen hanteren we een systeem van oplopende toegangsprijzen. Naarmate de premièredatum dichterbij komt, kan de toegangsprijs stijgen.
Parkeren bij Nationale Opera & Ballet Parkeerruimte in de nabijheid van Nationale Opera & Ballet is schaars, zeker ’s avonds. Het vinden van een parkeerplaats kan tijdrovend zijn. Houd er rekening mee dat na aanvang van de voorstelling geen toegang meer tot de voorstelling kan worden verleend. ParkKing Waterlooplein biedt bezoekers van Nationale Opera & Ballet korting: als u uw uitrijkaart aan de garderobe laat stempelen, krijgt u 25% reductie.
Odeon Magazine van De Nationale Opera Nummer 96 februari 2015 ISBN: 0926-0684 Oplage 25.000 exemplaren Uitgave van de afdeling Marketing, Communicatie en Verkoop van Nationale Opera & Ballet Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. Telefoon 020 551 8117 E-mail
[email protected] Advertenties 020 551 8258 Abonnementen 020 625 5455 Internet operaballet.nl Odeon is gratis verkrijgbaar in Nationale Opera & Ballet. Hoofdredactie Sandra Eikelenboom Eindredactie Frits Vliegenthart Redactie ballet Margriet Prinssen Fotografie Cover, p.6, 12, 18, 28, p.34: Petrovsky&Ramone; p.3: Gerald van der Wijngaart; p.5: Monika Rittershaus; p.9: Kirsten Nijhoff (portret Maite Beaumont), Alan Holden (portret Jeremy Ovenden); p.10: Bernd Uhlig; p.15: Paul Marc Mitchell (portret Chen Reiss), Christian Kagl (portret Maximilian Schmitt); p.16: Clärchen & Matthias Baus; p.21: Ronald Knapp (portret Marc Albrecht); p.24: Mark Janssen; p.27: Hans van den Bogaard; p.31: Stuttgart Ballett 2006, Roman Novitzky (portret Marijn Rademaker)32,33,35: Anna van Kooij; p.40: Paul C. Holterman Basisontwerp Lesley Moore Opmaak Bibi de Bruijn, Mark Drillich Productie Sander van der Duin Druk Habo DaCosta
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Uitverkocht? Bij uitverkochte voorstellingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhalen bij de kassa. Vanaf een halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde tickets te koop aangeboden. Per volgnummer kunt u maximaal twee tickets voor de betreffende voorstelling kopen. Boventiteling De voorstellingen van De Nationale Opera worden doorgaans Nederlands en Engels boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in Nationale Opera & Ballet bieden echter geen zicht op de boventiteling.
Openbaar vervoer Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Waterlooplein. Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar Nationale Opera & Ballet.
Abonnementhouders van De Nationale Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor € 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten € 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linksboven.
STUDENTENKORTING BIJ NATIONALE OPERA & BALLET Als student beleef je bij Nationale Opera & Ballet al een voorstelling voor slechts € 15. Ongeacht welke rang je bestelt. En vanaf dit seizoen wordt het nog makkelijker om naar een voorstelling te gaan. Bestel elke dag vanaf 13.00 uur je tickets gewoon online via onze site. Nationale Opera & Ballet is een van de beste plekken ter wereld om opera en ballet te zien. In het theater in hartje Amsterdam zie je dit jaar grote klassiekers als Het Zwanenmeer en Macbeth, maar ook verrassend nieuw werk van onder anderen choreograaf David Dawson, of de opera Benvenuto Cellini geregisseerd door Terry Gilliam (ex-Monty Python). Kijk voor meer informatie op: operaballet.nl/studenten
ODEON Nº 96 / 2015
ODEON_96.indd 39
2/6/15 5:30 PM
Elke dinsdag, toegang gratis 12.30 - 13.00 uur
LUNCHCONCERTEN
Tenor Erik Janse Piano Maarten Hillenius Liszt
Altviool Naomi Peters Cello Evelien Prakke Fluit Sarah Ouakrat Klarinet NN Harp Sandrine Chatron Dans NN Choreografie Juanjo Arquez Ravel: (o.a.) Introduction et Allegro
17 MAART
24 MAART
24 FEBRUARI Sopraan Maartje Rammeloo Piano NN
3 MAART Piano Kimball Huigens
10 MAART
‘Combi-Vriendschapsconcert’ Musici uit Nederlands Philharmonisch Orkest en Het Balletorkest Viool Hebe Mensinga Melissa Ussery
ODEON_96.indd 40
Tenor Éric Reddet Piano Abigail Richards Donizetti, Bellini, Tosti
31 MAART
28 APRIL
Klarinet Céleste Zewald Piano Jaap Kooi
Bas Ian Spencer Hoorn Dim van den Berge Piano James Pollard Flanders and Swann
7 APRIL Geen concert
14 APRIL Viool Philip Dingenen Piano Erik Spaepen Bach
21 APRIL (Programma n.t.b.)
5 MEI Geen concert 12 MEI Piano Tadeu Duarte 19 MEI Bas-bariton Werner Van Mechelen Piano Peter Lockwood Robert Schumann: Dichterliebe
2/6/15 5:30 PM