Katwijk, november 2013.
Geachte relatie, Evenals voorgaande jaren doen wij u hierbij ons fiscaal nieuwsoverzicht met fiscale adviezen en eindejaar tips voor 2013/2014 toekomen. Geld speelt een belangrijke rol in ons leven en belastingheffing heeft hierin een wezenlijk aandeel. Hiervan getuigen de salarisstroken, belastingaanslagen, pensioen- plannen/overzichten en fiscale constructies. De politiek gebruikt te pas en te onpas het woord “ eerlijk “ maar de fiscale wetten en regels zijn dat lang niet altijd. Neem de eigen woning: voor de aflossing van het huis is er ineens onderscheid tussen bestaande en nieuwe gevallen. Datzelfde geldt voor de restschuldregeling die verschillende termijnen kent. Wie eind november een gouden handdruk krijgt, kan volgend jaar géén gebruik maken van de 20 % belastingvrijstelling bij uitkering van het gehele bedrag ineens. Aangezien we de laatste tijd geen enkele zekerheid meer hebben over welk aangekondigd voorstel dan ook is het de hoogste tijd voor meer eerlijkheid en consistentie, het wordt er in ieder geval niet overzichtelijker en makkelijker op. Vandaar dan ook dit boekwerkje met flink wat tips en adviezen waarmee u de door u verschuldigde belastingen aanzienlijk kunt beperken. Door onze tips en adviezen goed te lezen en in praktijk te brengen kunt u nu en ook volgend jaar behoorlijk wat fiscaal voordeel behalen. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om u een gezond, voorspoedig en natuurlijk fiscaal voordelig 2014 toe te wensen.
Met vriendelijke groet, H. van Schie
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Los een kleine (rest)hypotheek af Het einde van het jaar is altijd een goed moment om eens kritisch naar uw (hypothecaire) eigenwoninglening te kijken. Soms kan het aflossen van een (rest)schuld duizenden euro’s per jaar schelen, vooral als u spaargeld werkloos op de plank heeft liggen. Niet alleen omdat u fiscaal beloond wordt (u hoeft immers geen belasting meer over het eigenwoningforfait te betalen), maar ook omdat de vermogensrendements-heffing over uw spaargeld afneemt of verdwijnt, aangezien het geld van box 3 naar box 1 verhuist. Dat scheelt per 1 januari a.s. nog eens 1,2%. Let op: Heeft u een (bank)spaarhypotheek of heeft u plannen om een duurder huis te kopen? Dan is aflossen mogelijk niet voordelig!
Haal het maximale uit uw hypotheek Heeft u een bankspaarhypotheek en is het voor u gunstiger de hypotheek nog niet af te lossen? Dan kan een extra storting in de bankspaarpot voordeel opleveren. In vrijwel alle gevallen is de rente daarvan hoger dan op uw gewone bankrekening. Bovendien bespaart u 1,2% belasting in box 3 over het gestorte bedrag als uw totale box 3-vermogen hoger is dan de vrijstelling. Let op: Stort nooit bij voordat u dit heeft afgestemd met uw bank. De hoogste storting mag namelijk niet hoger zijn dan tien maal de laagste (berekend op jaarbasis). Bovendien moet de bank de hoogte van de vervolgstortingen aanpassen. Het eindkapitaal mag door de extra stortingen niet hoger worden.
Voltooi onderhoud en verbouwing in 2013 Heeft u in 2013 geld geleend voor onderhoud aan of verbouwing van uw woning en had u al vóór 1 januari 2013 een onherroepelijke schriftelijke overeenkomst voor het verrichten daarvan? Zorg er dan voor dat de verbouwing in 2013 voltooid wordt. Alleen dan heeft u namelijk recht op toepassing van de hypotheekregels zoals die golden vóór 1 januari 2013 en hoeft u niet verplicht annuïtair af te lossen.
Begin een ‘familiebank’ Laat uw kind geld van u lenen als het een eigen woning wil kopen. U heeft zo een hogere rente op uw spaargeld en uw kind kan de aan u betaalde rente gewoon aftrekken.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Kijk uit met verhuur oude woning Bent u in 2011, 2012 of 2013 verhuisd naar een nieuwe woning en overweegt u uw oude woning te gaan verhuren? Wacht dan nog even tot na 1 januari 2014. Door te wachten zit de woning op 1 januari 2014 nog in box 1 en wordt de waarde dus niet belast in box 3. Het bovenstaande geldt niet voor mensen die vóór 2011 verhuisd zijn. Hun oude woning schuift op 1 januari 2014 sowieso naar box 3. Deze groep kan in principe altijd gaan verhuren.
Controleer toeslagen 2014 Wie in 2013 al toeslagen ontving, krijgt binnenkort automatisch bericht over de toeslagen over 2014. Controleer het overzicht zorgvuldig want de gegevens waarop de Belastingdienst zich baseert, zijn mogelijk niet meer up-to-date waardoor u te veel of juist te weinig krijgt.
Denk aan de vermogenstoets Het box 3-vermogen is van invloed op te ontvangen toeslagen of te betalen bijdragen. Het kan dus zinvol zijn uw box 3-vermogen te verlagen. • Wie na aftrek van de box 3-vrijstelling op 1 januari 2014 méér dan € 80.000,- (*) vermogen heeft (ongeacht of u alleenstaand bent of een toeslagpartner heeft), krijgt geen zorgtoeslag en kind gebonden budget meer. • U krijgt geen huurtoeslag meer als uw vermogen boven de box 3-vrijstelling uitkomt. • Mensen met box 3-vermogen betalen een hogere eigen bijdrage AWBZ/WMO. • Wordt u 65 in 2014 en kreeg u op 1 januari 2013 een VUT-uitkering, prepensioen of vergelijkbare uitkering? Let dan op de vermogenstoets voor de AOW-compensatieregeling. (*) Genoemd is het bedrag voor 2013. Voor 2014 wordt dit gecorrigeerd voor inflatie, maar het juiste bedrag was nog niet bekend. Let op: De regels met betrekking tot de vermogenstoets zullen de komende jaren wijzigen, maar op welke wijze en in welke mate is nog niet bekend. Overweeg uw box 3-vermogen te verlagen als dat op korte termijn (in elk geval in 2014) voldoende geld oplevert.
Betaal zorgkosten in 2013 Hoewel de mogelijkheid om specifieke zorgkosten af te trekken toch niet helemaal verdwijnt met ingang van 2014, zal die mogelijkheid wel worden beperkt. Hoe is nog niet volledig duidelijk. Zeker is wel dat de aftrek van woningaanpassing bijvoorbeeld niet meer mogelijk is. Betaal zorgkosten daarom zoveel mogelijk in 2013.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Check uw ziektekostenpolis U krijgt soms meer vergoed van uw ziektekostenverzekeraar dan u denkt! Pak de polisvoorwaarden erbij en controleer of die bril, de zwangerschapsgymnastiek of de homeopathische geneesmiddelen (om maar eens wat te noemen) worden vergoed.
Kies uw zorgverzekeraar Eind 2013 worden de tarieven voor de zorgverzekering van 2014 bekend. Kies de verzekeraar met het pakket dat het best bij u past tegen een zo gunstig mogelijke prijs. Dat kan veel geld schelen: het verschil tussen de goedkoopste en duurste basisverzekering bedroeg in 2013 ruim € 300,-. Vraag u altijd af of de premie voor de aanvullende verzekering opweegt tegen de extra dekking.
Bundel uw giften Alleen giften boven de drempel (1% van uw drempelinkomen, minimaal € 60,- tot maximaal 10% van het drempelinkomen) kunt u aftrekken. Door beoogde giften over meerdere jaren te bundelen en ze in één jaar te betalen, heeft u dus maar één keer ‘last’ van de drempel. Houd rekening met het maximum. Fiscaal partners moeten hun giften samenvoegen (maar pas op: als uw partner ook inkomen heeft, wordt de drempel ook hoger door het gecombineerde drempelinkomen). Wilt u zowel in 2013 als in 2014 aan een goed doel schenken, schenk dan in het jaar waarin u de hoogste aftrek zult krijgen. • Giften in natura tellen ook mee. Denk bijvoorbeeld aan uw oude, nog werkende computer die u aan een goed doel geeft. Vraag een bon waarop uw bijdrage voor dit goede doel omschreven staat met een handtekening. Zet op de bon een reële schatting van de waarde (bijvoorbeeld 10% van de aanschafprijs). Let op: Om voor giftenaftrek in aanmerking te komen, moet de gift zijn gedaan aan een instelling die beschikt over een zogenaamde ‘ANBI-verklaring’. Controleer of de instelling waaraan u wilt schenken zo’n verklaring heeft. Soms is het moeilijk een instelling terug te vinden in de lijst van instellingen met een ANBI-verklaring. Neem in dat geval contact op met de instelling en vraag of deze een ANBI-verklaring heeft.
Geef geld aan culturele instellingen Wie aan een culturele instelling geeft, kan sinds 2012 méér aftrekken dan hij heeft gegeven. U mag uw donatie namelijk met 25% vermeerderen (maximaal € 1.250,- extra). Uiteraard moet u wel rekening houden met de drempel (1% van uw drempelinkomen met een minimum van € 60,-).
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Haal voor € 512,- aan contanten in huis Contant geld, elektronisch geld in de vorm van een chipkaart en cadeaubonnen hoeft u tot een bedrag van € 512,- (€ 1.024,- voor fiscaal partners, bedrag 2013, het bedrag voor 2014 is nog niet bekend, maar zal waarschijnlijk enkele euro’s hoger liggen) niet aan te geven als box 3-vermogen. Haal eind december dus wat extra geld in huis en u bespaart over 2014 tot wel € 12,- belasting. Alle beetjes helpen, nietwaar?
Verzoek om een voorlopige aanslag Moet u over 2013 of 2014 belasting bijbetalen, bijvoorbeeld omdat u partneralimentatie ontvangt of omdat u inkomen of pensioen van meerdere instanties ontvangt? Verzoek de Belastingdienst dan om een voorlopige aanslag. Op die manier kunt u de belasting over 2014 gespreid (maandelijks) betalen en hoeft u niet duizenden euro’s ineens af te tikken.
Doe alsnog aangifte Het indienen van een belastingaangifte is vaak lucratief, bijvoorbeeld als u niet het hele jaar heeft gewerkt, of vanwege de extra heffingskortingen als u kinderen heeft, of vanwege de aftrek van giften, levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar (vanaf 2012; 30 jaar tot en met 2011), reisaftrek , studiekosten en ziektekosten. • U kunt dit jaar nog tot en met het belastingjaar 2008 geld terugkrijgen als de teruggave méér bedraagt dan € 13,- (2008) of € 14,- (2009, 2010, 2011 en 2012). U moet dan wel aangifte doen. De aangifte over 2008 kunt u nog tot en met 31 december 2013 indienen. Let op: Wie te weinig inkomen heeft om van de aftrek van zorgkosten te kunnen profiteren (vaak het geval bij AOW’ers of chronisch zieken met een laag inkomen) heeft mogelijk recht op de zogenaamde ‘Tegemoetkomingsregeling Specifieke Zorgkosten’ (TSZ, vanaf 2009) of ‘Tegemoetkomingsregeling Buitengewone Uitgaven’ (TBU, tot en met 2008). Als het belastingbiljet is ingediend en de ziektekosten daarin zijn meegenomen, wordt het TSZ-geld automatisch op de bankrekening gestort.
Vraag een teruggaaf over 2014 Denkt u dat u over 2014 recht heeft op een belastingteruggaaf? Laat die dan maandelijks aan u uitbetalen. Het uitbetaalde geld kunt u dan direct gebruiken of opzij zetten. Laat u het geld bij de fiscus staan, dan krijgt u daarover in principe geen rente meer vergoed! • Heeft u al een voorlopige teruggaaf over 2013, dan hoeft u geen teruggaaf aan te vragen over 2014: dit gebeurt automatisch.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Let op: Bereikt u in de loop van 2014 de AOW-gerechtigde leeftijd, zijn uw enige inkomsten in 2014 een AOW-uitkering en heeft u een fiscaal partner die voldoende belasting betaalt en die alle overige inkomsten, aftrekposten en het vermogen aangeeft? Zorg er dan voor dat u tot en met de maand voorafgaand aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een voorlopige teruggaaf krijgt voor de heffingskortingen. Uw belastingteruggaaf kan in sommige gevallen groter zijn dan wanneer u na afloop van 2014 via een aangifte belasting terug zou vragen.
Los consumptieve leningen af Heeft u tegelijkertijd spaargeld en consumptieve leningen? Dat is niet handig, want u betaalt altijd méér voor lenen dan u voor sparen ontvangt. Bovendien kunt u uw box 3-schulden nooit volledig wegstrepen tegen uw bank- en andere box 3-tegoeden, omdat daarvoor een drempel van € 2.900,- per persoon geldt (2013). Los daarom uw consumptieve leningen af met uw spaargeld. Het mes snijdt dan aan twee kanten: u bespaart rente èn belasting in box 3. • Betaal uw openstaande rekeningen vóór 1 januari 2014.
Betaal grote uitgaven nog dit jaar! Een nieuwe auto, een bankstel of een wasmachine, betaal dit soort consumptieve bestedingen in 2013. De uitgave verlaagt uw grondslag voor de vermogensrendementsheffing in box 3 voor belastingjaar 2014, zodat u minder inkomstenbelasting hoeft te betalen. Peanuts, denkt u? Als u een auto van € 30.000,- nog dit jaar afrekent, scheelt dat € 360,- inkomstenbelasting over 2014, netto. Dat is, zeker gezien de huidige lage spaarrentetarieven, snel verdiend! Let op: Zorg wel voor garanties dat u de goederen daadwerkelijk geleverd krijgt. U zou niet de eerste zijn die wel betaalt maar niets krijgt omdat de leverancier tussentijds failliet gaat.
Koop pensioen bij Heeft u aantoonbaar pensioentekort? Om uw pensioen te zijner tijd aan te kunnen vullen, mag u een aftrekbaar bedrag voor een lijfrente storten bij verzekeraar of, liever nog, bank (bancaire lijfrente). Dat is aantrekkelijk als de toekomstige uitkeringen tegen een lager tarief zullen worden belast dan het tarief waartegen de premies nu worden afgetrokken. Of als u anders over de inleg nog jaren 1,2% vermogensrendementsheffing zou moeten betalen. Hoeveel u maximaal kunt aftrekken, hangt af van uw jaar- en reserveringsruimte. Let op: Als u het bedrag over 2013 wilt aftrekken, dient uw bank/verzekeraar de storting uiterlijk op 31 december 2013 te hebben ontvangen.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Compenseer verhoging AOW-leeftijd De AOW-leeftijd gaat ieder jaar verder omhoog en u moet het AOW-gat in principe helemaal zelf opvangen. Slechts een beperkte groep komt in aanmerking voor compensatie. • Reserveer geld om de gevolgen van het verhogen van de AOW-leeftijd op te kunnen vangen. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld (een deel van) uw 13de maand.
Stel lijfrente-uitkeringen uit Bereikt u dit jaar de AOW-gerechtigde leeftijd? Wist u dat u pas vanaf 2014 volledig gaat profiteren van de lage tarieven voor AOW-gerechtigden (hoe hoog uw inkomstenbelastingtarieven in 2013 zijn, hangt af van uw geboortemaand)? Het kan daarom verstandig zijn uw lijfrente-uitkering pas volgend jaar in te laten gaan. Let op: Benutten van dit voordeel kan aantrekkelijk zijn als uw jaarinkomen (exclusief lijfrente-uitkeringen) lager is dan circa € 33.000,-.
Schenkingsvrijstellingen 2013-2014 De normale jaarlijkse schenkingsvrijstelling bedraagt € 5.141,- (voor schenkingen van ouders aan kinderen) en € 2.057,- (voor schenkingen tussen anderen). Sinds 1 oktober 2013 gelden de volgende éénmalig verhoogde vrijstellingen: € 24.676,Het maximale bedrag van een schenking aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar met gebruikmaking van de éénmalig verhoogde vrijstelling. Er moet aangifte van worden gedaan, maar tot dit bedrag zijn er geen verdere voorwaarden. € 51.407,Het maximale bedrag van een schenking aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar met gebruikmaking van de éénmalig verhoogde vrijstelling, verplicht te gebruiken voor een dure studie of opleiding van uw kind. Als u voor uw kind al gebruikt heeft gemaakt van een van deze drie verhoogde vrijstellingen, vervalt het recht op vrijstelling, ongeacht het geschonken bedrag. De schenking moet notarieel worden vastgelegd. € 100.000,Een tijdelijke éénmalige hoge vrijstelling, die in de periode 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 door iedereen kan worden toegepast, dus ook buiten de ouder-kindrelatie en zonder leeftijdsgrenzen. Voorwaarde is dat de schenking wordt gebruikt voor aankoop, onderhoud of verbetering van de eigen woning, voor aflossing van de eigenwoningschuld, afkoop van het recht van erfpacht, of aflossing van een restschuld. De schenking hoeft niet via de notaris te worden gedaan, maar het is wel verstandig om de schenking schriftelijk vast te leggen.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
• Voor ouders die dit bedrag aan hun kinderen willen schenken, geldt een lagere vrijstelling als al eerder gebruik is gemaakt van de éénmalige hoge schenkingsvrijstelling. Voor de bepaling van de hoogte van de vrijstelling wordt het destijds geschonken bedrag van de € 100.000,- afgetrokken. Tip: Gebruik de vrijstelling niet eerder dan eind 2014 voor aflossing van een familiebanklening. U profiteert dan zo lang mogelijk van de fiscale en financiële voordelen. Let op: Overweegt u én geld voor een dure studie én geld voor een huis te schenken aan uw kind(eren)? Schenk dan eerst het geld voor de studie (tot maximaal € 51.407,-) en vul dat bedrag later aan tot samen maximaal € 100.000,- voor het huis. Andersom blokkeert u een vervolgschenking, hoe vreemd dat ook lijkt.
Vraag een vergoeding voor vrijwilligerswerk Vrijwilligersorganisaties mogen hun vrijwilligers de in verband met het vrijwilligerswerk gemaakte kosten belastingvrij vergoeden. Autokilometers kunnen, net als de andere gemaakte kosten, bijvoorbeeld tegen de werkelijke kosten worden vergoed. Zonder specificatie mag de kostenvergoeding maximaal € 150,- per maand en maximaal € 1.500,- per jaar bedragen. • Als de organisatie waarvoor u vrijwillig werkzaamheden verricht een zogenaamde ‘ANBI-verklaring’ heeft, komen giften boven de drempel (1% van het drempelinkomen) voor aftrek in aanmerking. U kunt dan overwegen uw vrijwilligersvergoeding te schenken. Aftrek is in dat geval alleen mogelijk als u zelf in de hand heeft of u de vergoeding houdt of terug schenkt.
Benut de ouderenkorting Om als 65-plusser in aanmerking te komen voor de hoge ouderenkorting van € 1.032,- mag uw verzamelinkomen niet hoger zijn dan € 35.450,-. Is uw inkomen net te hoog, zorg dan voor een extra aftrekpost. U kunt bijvoorbeeld uw hypotheekrente van de eerste zes maanden van volgend jaar al (deels) dit jaar betalen. Ook kunt u giften die u volgend jaar wilde doen, alvast dit jaar overmaken. U bespaart zo € 882,-, want voor hogere inkomens is de ouderenkorting slechts € 150,-.
Let op: Besef dat u door het naar voren halen van aftrekposten volgend jaar een hoger inkomen heeft. Dat heeft ook gevolgen voor uw recht op bijvoorbeeld zorgtoeslag en huurtoeslag (dit jaar meer en volgend jaar mogelijk minder).
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Benut de tijdelijke willekeurige afschrijving Bent u van plan om nog dit jaar te investeren? Benut dan de tijdelijke willekeurige afschrijving. Het kabinet heeft de willekeurige afschrijving op bedrijfsmiddelen tijdelijk verruimd, van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013. Ondernemers kunnen op investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen maximaal 50% willekeurig afschrijven; het restant moet ‘normaal’ worden afgeschreven. De verruiming van de tijdelijke willekeurige afschrijving geldt uitsluitend voor investeringen in nieuwe, nog niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen. Uitgesloten zijn de investeringen in gebouwen, woonschepen, bromfietsen, motorrijwielen, personenauto’s (behalve taxi’s en zeer zuinige auto’s), dieren, wegen, paden, bruggen, tunnels en dergelijke infrastructurele werken en immateriële activa zoals goodwill, octrooien en vergunningen. Ook bedrijfsmiddelen die aan derden ter beschikking worden gesteld kunnen niet willekeurig worden afgeschreven. Hierbij geldt een uitzondering voor bedrijfsmiddelen die bestemd zijn voor korte verhuur, zoals speciaal gereedschap, aanhangwagens en hoogwerkers. De willekeurige afschrijving kan direct in 2013 worden toegepast als u het bedrijfsmiddel nog niet jaar in gebruik neemt. Als u het (bestelde) bedrijfsmiddel dit jaar nog niet in gebruik neemt is de willekeurige afschrijving beperkt tot het bedrag dat u op die investering in 2013 heeft aanbetaald. Heeft geen betaling plaatsgevonden, dan kan er ook geen willekeurige afschrijving plaatsvinden: niet in 2013, en ook niet in een daarop volgend jaar!
Energie of milieu-investering: benut de lage drempel in 2013 Als u een energie-investering doet, levert u dat een extra investeringsaftrek op van 41,5%. Een milieu-investering biedt u een extra investeringsaftrek van 13,5%, 27% of 36%, afhankelijk van de categorie-indeling van het bedrijfsmiddel. Die extra energie- of milieu-investeringsaftrek komt bovenop de 28% kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. In 2013 geldt zowel voor de energie-investering als voor de milieu-investering een jaardrempelbedrag van € 2.300,voor alle investeringen tezamen, en een drempelbedrag van € 450,- per investering. In het Belastingplan 2014 is voorgesteld om het drempelbedrag te verhogen tot € 2.500,- per afzonderlijke investering. Die hogere drempel maakt het aantrekkelijk om kleinere energie- of milieu-investeringen nog dit jaar te doen.
Laat de werkgever uw autokosten betalen Als u een auto van de zaak rijdt, mag uw werkgever u de brandstof- en reparatiekosten in het buitenland (ook tijdens vakanties!), de vervoerskosten van de autoslaaptrein, kosten van autoveren, tolwegen, parkeergelden en dergelijke, plus de kosten van auto-accessoires belastingvrij vergoeden. Maak hierover afspraken.
Investeer nog dit jaar in een milieuvriendelijke auto! Als u nog dit jaar een milieuvriendelijke auto koopt, komt u als ondernemer in aanmerking
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
voor een vrijstelling van BPM en MRB, een verlaagde bijtelling voor privégebruik auto (afhankelijk van de CO2-uitstoot 20%, 14%, 7% of 0%), de milieu-investeringsaftrek, de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL) en de kleinschaligheidsinvestering (KIA). Per 2014 worden deze faciliteiten meer toegesneden op zeer schone auto’s. Dat leidt tot een verschil in fiscale behandeling van volledig elektrische voertuigen en de plug-in hybriden en range ex tenders die ook op fossiele brandstof kunnen rijden. Per 2014 wordt: • De bijtelling privégebruik auto voor een nul emissie-auto tijdelijk op 4% gesteld (en niet op 7% zoals eerder bekend werk gemaakt); • De KIA voor personenauto’s afgeschaft; • De MIA beperkt tot (semi-) elektrische auto’s, met een plafondbedrag per investering; • De VAMIL niet meer toegepast op personenauto’s. De meeste auto’s met een 14% -bijtelling ‘promoveren’ per 2014 naar een 20%-bijtelling. Deze versobering op het autofront maken het aantrekkelijk om nog snel dit jaar in een milieuvriendelijke auto te investeren.
Nieuwe auto van de zaak, nieuwe verklaring geen privégebruik Krijgt één van uw werknemers een nieuwe auto van de zaak? Als de werknemer voor zijn auto van de zaak een verklaring geen privégebruik aan u heeft overhandigd, moet u er voor zorgen dat u zo’n verklaring ook weer voor de nieuwe auto krijgt. Als werkgever kunt u geen rechten ontlenen aan de verklaring voor de oude auto van de zaak. Zorg ervoor dat uw werknemer tijdig een nieuwe verklaring voor zijn nieuwe auto van de zaak aanvraagt.
Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik (bestel)auto Per 1 januari 2012 is de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik voor (bestel)auto’s ingevoerd. Met deze verklaring kan een werknemer door tussenkomst van de werkgever/de IB-ondernemer aangeven dat hij de (bestel)auto uitsluitend zakelijk zal gebruiken. Anders gezegd, dat hij met de (bestel)auto geen kilometer privé zal rijden. De Belastingdienst stelt voor deze verklaring een digitaal formulier ter beschikking. De werknemer/IB-ondernemer hoeft geen rittenregistratie meer te voeren nadat hij van de inspecteur een ontvangstbevestiging van de verklaring heeft ontvangen. De overheid wil met deze regeling tegemoet komen aan de vele bezwaren die door de praktijk naar voren zijn gebracht inzake de problemen over het voeren van een adequate rittenadministratie voor (bestel)auto’s. De overheid zal met ambulant toezicht controle uitoefenen op het feitelijk gebruik van de (bestel)auto door de werknemer/IB-ondernemer. Daarnaast is de automobilist verplicht om de verklaring in te trekken (en dat aan de Belastingdienst mee te delen) zodra hij de (bestel)auto wél voor privé gaat
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
gebruiken. De werkgever krijgt in dezen een actieve meldingsplicht. Als privégebruik van de (bestel)auto blijkt, kan dat tot een naheffingsaanslag loonbelasting (met een forse boete) leiden. Die aanslag wordt opgelegd aan de werknemer, maar als de werkgever een onjuiste verklaring heeft afgelegd of als hij de werknemer toestemming heeft gegeven of als hij weet dat de werknemer de (bestel)auto voor privédoeleinden gebruikt, wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd.
Doe zaken met gecertificeerd uitzendbureau Het kabinet gaat fraude door malafide uitzendbureaus hard aanpakken. Ondernemers die personeel inlenen bij een niet bij de Stichting Normering Arbeid (SNA) gecertificeerd uitzendbureau worden volgend jaar verplicht om 35% van het factuurbedrag te storten op de vrijwaringsrekening die de uitzendorganisatie bij de ontvanger van de Belastingdienst moet aanhouden. Bij het niet nakomen van deze verplichte depotstorting kunnen het uitzendbureau én de inlener worden beboet met een verzuimboete van maximaal € 4.920,-. De inlener kan dan ook aansprakelijk worden gesteld voor de loonbelasting, sociale verzekeringspremies en omzetbelasting die het uitzendbureau niet heeft voldaan. Die aansprakelijkheid geldt tot het bedrag van de verplichte storing op de vrijwaringsrekening, 35% van het factuurbedrag.
Levensloopregeling: vrijwillig of verplicht opheffen in 2013 Heeft u werknemers die de levensloopregeling hebben benut? Dan moet u nog dit jaar nagaan of het verstandig is om die regeling voort te zetten of op te heffen. Levenslopers die hun tegoed in 2013 ineens en volledig afwikkelen, krijgen een korting bij de fiscale afrekening: het per 31 december 2011 opgebouwde levenslooptegoed wordt voor 80% van de waarde in de belastingheffing betrokken. Financiën wil zo de belastingclaim op het levenslooptegoed eerder incasseren. Het overgangsrecht voor de levensloopregeling kent 2 categorieën: • De werknemer heeft per 31 december 2011 een levenslooptegoed van € 3.000,of meer. Deze werknemers kunnen blijven inleggen in de levensloopregeling tot 31 december 2021, volgens de per ultimo 2011 geldende regels. Over de inleg vanaf 1 januari 2012 wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd. De eerder opgebouwde rechten op deze korting worden verrekend bij de belastingheffing over opnamen van het levenslooptegoed. De opname van het levenslooptegoed wordt vrij: vanaf 1 januari 2013 is het niet meer verplicht om het levenslooptegoed te gebruiken om verlof op te nemen. Als de werknemer in 2013 over het volledige levenslooptegoed beschikt, wordt het tegoed per 31 december 2011 niet voor 100%, maar voor 80% in de belastingheffing betrokken. Het meerdere (de inleg in 2012) wordt wel volledig in de heffing betrokken. Na opname van het volledige tegoed kan niet meer in de levensloopregeling gespaard worden.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
• De werknemer heeft per 31 december 2011 een tegoed van minder dan € 3.000. Bij deze werknemers is het tegoed verplicht vrijgevallen per 1 januari 2013. Ook hier wordt het tegoed per 31 december 2011 niet voor 100%, maar voor 80% in de belastingheffing betrokken. Het meerdere wordt volledig belast.
Een belastingvrije bonus onder de Werk Kosten Regeling Als u de (WKR) heeft ingevoerd kunt u uw medewerkers een belastingvrije bonus (in geld) uitkeren onder de 1,5% vrije ruimte van de WKR. Diverse eenheden van de Belastingdienst doen hier ‘moeilijk’ over, maar op de site van de Belastingdienst is deze profijtelijke toepassing van de WKR goedgekeurd. Deze fiscaal vriendelijkere behandeling van een bonusregeling kan een goede reden zijn om snel over te stappen op de werkkostenregeling.
Benut de studiekosten van uw medewerkers Per 1 januari 2013 is de aftrek van studiekosten voor particulieren/uw medewerkers fors beperkt. De aftrek is beperkt tot het college- of inschrijfgeld, plus de door de opleiding verplicht gestelde leer- en beschermingsmiddelen. Daarbij is computerapparatuur expliciet uitgesloten. Voor een werkgever gelden die beperkingen niet. Hij kan zijn werkstudenten een vrije vergoeding geven voor aanvullende scholingsuitgaven die de werkstudent zelf niet kan aftrekken. Dat biedt ruimte voor een fiscaal aantrekkelijk een-tweetje: u vergoedt de studiekosten, de werknemer levert bruto salaris in. Dat is fiscaal voordeling voor twee.
Verzeker het zakelijk verkeer van uw werknemers Zitten uw werknemers voor hun werk veel op de weg? Zorg dan voor een goede verzekering van dat verkeer! De rechter heeft onlangs weer beslist dat een werkgever aansprakelijk is voor de schade die de werknemer oploopt bij een reis onder werktijd. Als u uw werknemers voor hun werk ‘onverzekerd’ laat reizen, draait u voor hun schade tijdens die zakelijke reizen op. Die schadeplicht geldt als u werknemers per auto reizen, maar ook als zij als voetganger of fietser aan het verkeer deelnemen. Voor schade bij woon-werkverkeer is de werkgever niet aansprakelijk. Tenzij in dat ritje van huis naar kantoor (en terug) een zakelijk element zit, bijvoorbeeld het wegbrengen van spullen, het ophalen van een collega.
BTW factuur tot € 100,- kassabon is voldoende Facturen zijn ‘waardepapieren’ voor de omzetbelasting: geen correcte factuur betekent geen aftrek van voorbelasting. De factuurvereisten voor de BTW zijn per 1 januari van dit jaar sterk vereenvoudigd. Bij een factuurbedrag tot € 100,- (inclusief BTW) is een kassabon al voldoende als factuur voor de BTW administratie. U hoeft dan geen officiële factuur meer te vragen om de BTW aftrek veilig te stellen. Op de kassabon moet wel staan wat u heeft gekocht, bij welke leverancier, de datum en het te betalen BTW bedrag.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Praktijk aan huis: een opknapbeurt met 15% BTW korting Heeft u praktijk aan huis? En kunt u (medicus, als BTW vrijgestelde ondernemer) de BTW niet als voorbelasting aftrekken? Dan is de 15% BTW korting ook interessant voor u. U kunt uw kantoor of praktijk aan huis nu met BTW korting laten opknappen of verbouwen, mits het praktijkgedeelte van uw woning kleiner is dan het woongedeelte. Is dat net andersom, dan kan er alleen aan het woongedeelte met BTW korting worden gewerkt.
BTW op onderhoud woningen: verlengd tot eind 2014 Het kabinet heeft per 1 maart 2013 de BTW op verbouwingen en renovatiewerk aan woningen tijdelijk verlaagd van 21% naar 6%. Het verlaagde BTW tarief ziet uitsluitend op arbeidskosten, niet op materiaalkosten, voor prestaties aan woningen die meer dan twee jaar gelden voor het eerst in gebruik zijn genomen. Bij het Belastingplan 2014 is voorgesteld om de BTW tariefsverlaging te laten doorlopen tot eind 2014. Het verlaagde BTW tarief geldt uitsluitend voor woningen die bestemd zijn voor permanente bewoning. Bij een woonwerkpand kan de regeling ook worden benut mits het woongedeelte tenminste 50% van het gehele pand uitmaakt. Het verlaagde BTW tarief geldt voor: • De arbeidskosten van de in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakte goederen die een onderdeel gaan vormen van de woning. Dit geldt zowel voor de op locatie vervaardigde goederen als de in de eigen bedrijf vervaardigde goederen. Denk aan inbouwkasten, deuren, kozijnen en dakkapellen. Vereist is dan wel dat de goederen op maat gemaakt worden door de ondernemer die de renovatie- en herstelwerkzaamheden aan de woning verricht. Standaard keuken (kasten) vallen hier niet onder; deze goederen worden niet in opdracht van de opdrachtgever op maat gemaakt; • Het vervaardigen van bouwtekeningen door architecten, mits zij tevens de renovatie van de woning begeleiden; • De arbeidskosten van het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van een paardenbox, buitenstal, hondenkennel, zwembad en tennisbaan; • Het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van omheiningen en (tuin)hekken; • De arbeidskosten van het aanleggen, vernieuwen en onderhouden van beregeningsinstallaties en tuinverlichting; • De arbeidskosten van het leggen van (sier)bestrating in tuinen; • Het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van zonnepanelen, mits die panelen in bouwkundig opzicht onderdeel (gaan) uitmaken van de woning. Als de panelen slechts met losse stenen worden vastgelegd, is geen sprake van een onderdeel van de woning; • De vervoers- en/of voorrijkosten die de ondernemer in rekening brengt.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Het verlaagde BTW tarief geldt niet voor: • Het maken van een ontwerp voor het aanleggen en onderhouden van een tuin. Dit is anders als de tuinarchitect naast het maken van een ontwerp ook de aanleg en het onderhoud van de tuin begeleidt. Dan geldt wel het verlaagde tarief; • Het aanbrengen, vernieuwen en onderhouden van gordijnen, luxaflex, screens, jaloezieën e.d. aan de binnenzijde van de woning; • Het laten doen van bodemonderzoek; • Het bouwkundig kleuren van woningen (aan- en verkoopkeuring) en het aanvragen van een vergunning voor het plaatsen van een dakkapel; • De kosten van het bestrijden van ongedierte als boktorren, houtworm, ratten enzovoort.
KOR: eerder ontheffing van administratieplicht Financiën heeft in 2013 een nieuw besluit uitgebracht over de kleine ondernemers-regeling (KOR) in de omzetbelasting. Een KOR-ondernemer kan ontheffing krijgen van administratieplicht voor de omzetbelasting, mits de af te dragen BTW niet hoger is dan € 1.345,- per kalenderjaar, en de ondernemer dat ook voor de komende jaren verwacht. Na het indienen van het verzoek gaat de ontheffing in per 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin het verzoek is ingediend. Dat is versoepeld: financiën keurt goed dat de ontheffing ingaat vanaf de dag waarop het verzoek is ingediend. Daarbij gelden wel drie voorwaarden: • De ondernemer maakt aannemelijk dat hij na toepassing van de KOR geen omzetbelasting verschuldigd is over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend; • De ondernemer heeft over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen BTW vermeld op de door hem uitgereikte facturen; • De ondernemer maakt over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen aanspraak op een BTW teruggave. Als de ondernemer ontheffing van de administratieve verplichtingen heeft gekregen is hij niet verplicht om facturen uit te reiken. Doet hij dat toch, dan mag daarop geen BTW worden vermeld. De afnemer kan dan ook geen BTW in aftrek brengen. Als de ondernemer toch BTW vermeldt op de door hem uitgereikte facturen, vervalt de ontheffing van de administratieplicht voor het jaar waarin die factuur met BTW is uitgereikt. De KOR-vermindering wordt niet verleend, en de ondernemer moet voor de rest van dat jaar de administratieve verplichtingen naleven. In het volgende kalenderjaar kan daarvan weer ontheffing worden verleend (zonder dat een nieuw verzoek moet worden ingediend) mits de ondernemer aan de gestelde voorwaarden voldoet.
MAATREGELEN VOOR IEDERE ONDERNEMER
Voorkom verliesverdamping Ondernemers kunnen verliezen drie jaar (eenmanszaken) of een jaar terug wentelen en met oude winst verrekenen, en maximaal negen jaar voorwaarts verrekenen met winst in die negen jaren. Na afloop van die termijn verdampen de verliezen. Er zijn volop mogelijkheden om verliesverdamping te voorkomen. Denk aan het realiseren van stille reserves, het fiscaal optimaal verantwoorden van winst en kosten, enzovoort.
Vraag om voorlopige verliesverrekening Als uw bedrijfsresultaat in 2013 naar verwachting negatief zal zijn, moet u snel uw voorlopige aanslag over dit jaar op nihil laten zetten. Uw liquiditeitspositie vaart daar wel bij. Na afloop van het boekjaar 2013 kunt u bij het indienen van de aangifte verzoeken om een voorlopige verliesverrekening. U kunt dan alvast 80% van het aangegeven verlies benutten voor Carry back of Carry forward. Als u in 2012 nog fiscaal in de plus zat krijgt u de over dat jaar betaalde winstbelasting snel terug.
Check het boekjaar van uw onderneming Veel ondernemers hebben een boekjaar dat gelijk loopt met het kalenderjaar. Soms kan een aanpassing van het boekjaar administratieve, bedrijfseconomische en fiscale voordelen opleveren. Denk bij fiscale voordelen aan een tarief voordeel, een langere termijn voor verliesverrekening of een langere termijn om te herinvesteren. Beoordeel nog dit jaar of u het boekjaar per 1 januari a.s. wilt aanpassen. Een aanpassing per 1 januari is uitsluitend mogelijk als het besluit daartoe aantoonbaar vóór het einde van het lopende boekjaar is genomen.
Meer flexibiliteit bij het inrichten van uw flex-BV Door de inwerkingtreding van de flex-BV op 1 oktober 2012 heeft u meer flexibiliteit bij het inrichten van uw BV. U kunt bijvoorbeeld de verplichte blokkeringsregeling laten vervangen door een facultatieve regeling, maar u kunt nu ook stemrecht loze en/of winstrecht loze aandelen uitgeven. En vooral bij bedrijfsopvolging of familiebedrijven kan een nieuwe inrichting van uw BV veel meer mogelijkheden bieden.
Voor 1 april 2014 fiscale eenheid aanvragen Vraag tijdig een nieuwe fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aan of verbreek op tijd een bestaande fiscale eenheid. Fiscale eenheden die per 1 januari 2014 moeten ingaan, moeten vóór 1 april 2014 zijn aangevraagd. Als u de fiscale eenheid wilt verbreken (ontvoegen bij een winst van € 200.000,-) per 1 januari 2014, moet het verzoek hiertoe uiterlijk op 31 december 2013 zijn ingediend.
VOOR ONDERNEMERS MET EEN BV
Stemrechten U heeft ook voldoende winst- en stemrechten nodig in een andere BV om een fiscale eenheid vennootschapsbelasting (VPB) te kunnen vormen. Alleen het bezit van ten minste 95% van de aandelen is niet meer genoeg. Voor een fiscale eenheid VPB is nu vereist dat de moeder-BV tenminste 95% van de aandelen heeft in het nominaal gestort kapitaal van de dochter-BV. Met deze aandelen heeft de moeder-BV zowel stemrechten als winstrechten in de dochter-BV. Bezitten De komst van de flex-BV maakt het echter mogelijk dat een BV ook stemrecht loze of winstrecht loze aandelen uitgeeft. In de wet is opgenomen dat een moeder-BV tenminste 95% van de stemrechten in de dochter-BV moet bezitten om een fiscale eenheid vennootschapsbelasting te kunnen vormen.
Zijn gehanteerde prijzen wel zakelijk genoeg? Als uw BV transacties verricht met gelieerde ondernemingen, moet dit op zakelijke basis geschieden. Dit wil zeggen dat u de prijzen hanteert die u ook zou gebruiken als u zou handelen met onafhankelijke partijen (at arm’s length-beginsel). Zorg dus dat uw administratie voldoende informatie bevat om de zakelijkheid van de gehanteerde prijzen te kunnen laten checken door de Belastingdienst.
Dividendnota is vaak niet meer nodig Vanaf 15 maart 2010 hoeft uw BV alleen nog maar een dividendnota uit te reiken als zij ook daadwerkelijk dividendbelasting inhoudt. Zij hoeft ook geen dividendnota meer uit te reiken aan u als dga, als deze aan u dividend uitkeert. Het is in deze digitale tijd ook niet langer nodig om een papieren dividendnota uit te reiken. U mag deze nota namelijk digitaal versturen. Gegevens Moet uw BV nog wel een dividendnota uitreiken, let er dan op dat de dividendnota altijd de volgende gegevens bevat: • het bedrag van de daadwerkelijke dividenduitkering; • de datum waarop de dividenduitkering ter beschikking is gesteld; • de ingehouden en afgedragen dividendbelasting.
Nog een houdster-BV ertussen schuiven? Heeft u direct aandelen in een werk-BV, dan kunt u eens bekijken of het nuttig is om er een persoonlijke houdster-BV tussen te schuiven. Bent u met meerdere aandeelhouders, dan is dit natuurlijk wat lastiger.
VOOR ONDERNEMERS MET EEN BV
Splitsen Een mogelijkheid is dan dat u samen een nieuwe holding opricht waarin de aandelen van de werk-BV worden ingebracht, waarna u de nieuwe holding splitst in meerdere persoonlijke holdings.
Afroommethode niet toegestaan bij meer werknemers in de BV De Hoge Raad heeft eind vorig jaar beslist dat de afroommethode niet kan worden toegepast bij de vaststelling van het salaris dat een dga bij zijn BV moet opnemen als er naast de dga nog meer werknemers in loondienst zijn bij die BV. Hof Den Haag heeft in maart 2011 de reikwijdte van de afroommethode fors vergroot door te beslissen dat deze methode voor
VOOR ONDERNEMERS MET EEN BV
het vaststellen van het gebruikelijk loon van een dga ook toegepast kan worden als er naast de dga nog andere, indirecte fee-earners bij de BV in loondienst zijn. Deze uitspraak betreft een dga met een orthodontistenpraktijk, waarbij er naast de orthodontist nog 9 andere medewerkers in loondienst van de BV waren. De Haagse rechter baseerde die beslissing met name op de overweging dat wanneer de dga uitvalt, door ziekte of anderszins, de inkomstenstroom in de BV nagenoeg direct wegvalt. De Hoge Raad heeft deze beslissing in cassatie vernietigd. Als er naast de dga nog andere werknemers (fee-earners) bij de BV in loondienst zijn, kan de afroom-methode niet worden toegepast. De opbrengsten in de BV vloeien dan niet voor 90% of meer voort uit de werkzaamheden die de dga als werknemer van de BV verricht. Voor de toepassing van de afroommethode blijft de Hoge Raad vasthouden aan de eis dat de opbrengsten in de BV voor 90% of meer moeten voortvloeien uit de door de dga als werknemer van de BV verrichte arbeid. En dat is niet het geval als er naast de dga nog andere werknemers/fee-earners bij de BV in loondienst zijn.
Waadi: ook voor de dga! De Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs (Waadi) geldt ook voor dga’s die zich vanuit hun BV als arbeidskracht aan een derde verhuren. Aldus de minister van Sociale Zaken in een recente brief aan de Tweede Kamer. Als u als dga (vanuit uw BV) onder ‘leiding en toezicht’ van de opdrachtgever/inlener werkt, moet u uw BV per direct als ‘uitzendbureau’ bij de Kamer van Koophandel laten registreren.
Gouden handdruk BV: stop met uitkeringen Heeft u uw ontslagvergoeding omgezet in een stamrecht (bij uw gouden handdruk BV) en ontvangt u al uitkeringen uit dat stamrecht? Laat uw adviseur dan snel nagaan of u die uitkeringen niet beter stop kunt zetten. Het Belastingplan 2014 biedt u de mogelijkheid om het stamrecht in 2014 ineens af te kopen, en daarbij een belastingvrije korting van 20% van het stamrechtkapitaal te incasseren. Hoe groter het kapitaal, des te meer belastingvrije korting.
De VAR-dga werkt soms niet! De VAR (de verklaring arbeidsrelatie) biedt een opdrachtgever die werk uitbesteedt aan een opdrachtnemer een vrijwaring. De opdrachtgever mag ervan uitgaan dat hij achteraf niet overvallen kan worden met een naheffing loonbelasting en premies, mits de opdrachtnemer een VAR-winst uit onderneming of een VAR-dga overlegt. De opdrachtgever moet die VAR dan wél controleren. Is de verklaring afgegeven voor de werkzaamheden die de opdrachtnemer gaat verrichten? In het betreffende tijdvak? Verder moet de opdrachtgever de identiteit van de opdrachtnemer vaststellen en een kopie van de VAR én het identiteitsbewijs in zijn administratie bewaren. Toch werkt de VAR soms niet. Volgens Financiën biedt de VAR-dga uitsluitend bescherming als de opdrachtnemer werkzaamheden verricht voor derden/opdrachtgevers. Verricht de opdrachtnemer vanuit zijn management BV werkzaamheden voor een vennootschap waarin hij (onmiddellijk of middellijk) aandelen bezit, dan kan de VAR-dga niet worden toegepast.
VOOR ONDERNEMERS MET EEN BV
Verminder de schuldenlast in uw BV Zit uw BV in zwaar weer? Met een schuldsanering kunt u de onderneming een nieuwe kans geven. De schuldenlast van een vennootschap kan op verschillende manieren worden verminderd, elke variant heeft eigen fiscale gevolgen. Eén van de mogelijkheden is het ‘terugkopen’ van de schulden van de BV. Als u als dga de schulden van de BV aan de bank (de schuldeiser) overneemt, krijgt u een vordering op de BV. Die vordering kunt u omzetten in kapitaal, waardoor het eigen vermogen binnen de BV toeneemt. De schuld aan de bank wordt zo omgezet in eigen vermogen, de BV is bevrijd van een rentelast. Bij deze opzet blijven de verliezen binnen de BV onverkort in stand.
MKB-forfait voor de innovatie box Per 1 januari 2013 is een MKB-forfait voor de innovatie box ingevoerd. Innovatieve MKB-ondernemers kunnen jaarlijks 25% van de winst van de BV (met een maximum van € 25.000,-) toerekenen aan de innovatie box. Zonder drempels, zonder moeilijke berekeningen. De innovatie box kent een belastingtarief van 5% in plaats van de standaard 20/25% van de vennootschapsbelasting. Financiën wil met deze regeling de innovatie box toegankelijker maken voor het innovatieve midden- en kleinbedrijf. De toerekening van de voordelen aan de innovatie box vergt een complexe analyse. De innovatie box kent een drempel: de voortbrengingskosten van het activum moeten eerst vastgesteld en ‘goedgemaakt’ worden en de te verwachten voordelen moeten in belangrijke mate, voor tenminste 30%, opkomen uit de verleende octrooien of het S&O-activum. Die analyse (en de daaraan verbonden kosten administratieve lasten) is voor veel MKB-ondernemers reden om de innovatie box links te laten liggen. Financiën wil daaraan tegemoet komen met het MKB-forfait voor de innovatie box. Met die regeling kan de ondernemer de voordelen forfaitair aan de innovatie box toerekenen. Als de BV voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de innovatie box, kan zij met het MKB-forfait, 25% van de jaarwinst aan de innovatie box toerekenen. Zonder rekening te houden met de box drempel, zonder de 30% toets uit te voeren. Het forfaitbedrag is geplafonneerd op € 25.000,- per jaar. De regeling kan toegepast worden als de BV in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren een immaterieel activum heeft voortgebracht dat kwalificeert voor toepassing van de innovatie box. Het MKB-forfait is optioneel: de BV kan per jaar kiezen of zij de forfaitaire regeling wil toepassen, of dat zij de werkelijke innovatiewinst wil vaststellen van de ‘hoofdregeling’ van de innovatie box. De forfaitaire regeling kan niet worden toegepast in een verliesjaar.
Met pensioen: overweeg een pensioenknip Als u dit jaar met pensioen gaat en het kapitaal van uw pensioenpolis gaat omzetten in pensioenuitkeringen, overweeg dan om een pensioenknip toe te passen. Zo’n knip houdt in dat u voor een deel van het pensioenkapitaal pas op een later tijdstip pensioenuitkeringen gaat kopen. De huidige lage rentestand leidt tot lage uitkeringen, en wie weet wordt dat beter in de nabije toekomst.
VOOR DE DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER (DGA)
Is saldo rekening-courant niet hoger dan € 17.500,-? Heeft u als directeur-grootaandeelhouder (dga) een rekening-courant overeenkomst met uw eigen BV, let dan op het saldo! Als het saldo van de rekening-courant in het hele kalenderjaar namelijk niet hoger is geweest dan € 17.500,-, dan hoeft u geen rente te berekenen. Houd uw saldo dus goed in de gaten, anders moet er rente worden berekend over uw schuld aan uw BV en dat kan, als u veel heen en weer overboekt, een aardige klus zijn.
Aflossen van vorderingen Als u een vordering op uw BV heeft en de BV het plan heeft deze af te lossen, is het misschien verstandig dit na 1 januari 2014 te doen. Hierdoor valt de aflossing niet bij u in de vermogensrendementsheffing voor 2013 en u bespaart dus 1,2% inkomstenbelasting.
Dga: ook voor de werknemersverzekeringen? De Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder (dga) bepaalt of de dga al niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. De Hoge Raad heeft onlangs een opmerkelijke uitspraak over deze Regeling gedaan. En die kan verstrekkende gevolgen hebben voor de dga in een familiebedrijf. De Hoge Raad heeft beslist dat een directeur die tezamen met zijn dochter 74% van de aandelen in en BV houdt (hij 48%, zij 26%) verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Bij de familietoets moet het eigen aandelenbezit van de dga genegeerd worden. Met deze uitspraak in de hand kan goed verdedigd worden dat de directeur die zelf geen enkel aandeel in de BV heeft, maar wiens bloed- of aanverwanten (tot en met de derde graad) tenminste twee derde deel van de aandelen in die BV houden, niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Of omgekeerd, als drie broers en/of zussen samen alle aandelen in een BV houden (A35%, B 35%, C 30%) dan zijn A en B wél verplicht verzekerd, en C (nota bene de minderheidsaandeelhouder) niet! Ga na of u als dga al dan niet verplicht verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen.
Dga: voorkom de crisisheffing Het kabinet Rutte II gaat de eenmalige 16% crisisheffing toch met een jaar verlengen! Dat plan lag er ook al in maart 2013, maar dat werd toen ingetrokken. In het Belastingplan 2014 komt deze pseudo-eindheffing voor werkgevers weer terug: als de werkgever een werknemer in dienst heeft die over 2013 een loon heeft van meer dan € 150.000,-, moet die werkgever over het loon boven de € 150.000,- (weer éénmalig ?) 16% crisisheffing afdragen. De geraamde opbrengst van de heffing in 2014 is € 500 miljoen. Komt uw arbeidsbeloning uit de BV over 2013 naar verwachting boven de € 150.000,- uit? Houd er dan rekening mee dat uw BV per 31 maart 2014 een éénmalige crisisheffing van 16% over het salaris boven de € 150.000,- verschuldigd wordt. Zorg ervoor dat uw arbeidsbeloning in 2013 onder de grens van € 150.000,- blijft! Door minder te gaan werken, het later toekennen van een tantième, creatief gebruik te maken van de werkkostenregeling. Let op: de grondslag voor de
VOOR DE DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER (DGA)
16%-heffing is uw loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. De bijtelling voor privégebruik auto valt daar ook onder.
Dga: in privé aansprakelijk bij onvoldoende controle autogebruik werknemers! Als een werkgever zijn werknemer een auto van de zaak ter beschikking stelt, moet er in beginsel een bijtelling plaatsvinden voor het privégebruik van die auto. De werkgever moet die bijtelling verlonen. Een bijtelling is niet aan de orde, als de werkgever de werknemer verbiedt om privégebruik te maken van de auto van de zaak. Zo’n verbod moet schriftelijk worden vastgelegd, en de werkgever moet ‘voldoende toezicht houden op de naleving van dat verbod’. Doet de werkgever dat niet, dan kan hem dat duur komen te staan: hij kan als bestuurder van de BV/werkgever in privé aansprakelijk worden gesteld voor de door de BV verschuldigde loon- en omzetbelasting over het privégebruik auto. Rechtbank Arnhem heeft dat recent beslist. De rechtbank vond de aansprakelijkheidstelling van beide bestuurders terecht. Zij hadden als bestuurders geen tijdige melding gedaan van de betalingsonmacht van de BV. Bij een naheffingsaanslag kan zo’n melding nog tijdig plaatsvinden uiterlijk binnen twee weken na de vervaldag, de datum van betaling die op de naheffingsaanslag staat vermeld. Maar dan moet wel vaststaan dat het niet aan opzet of grove schuld is te wijten dat de nageheven belasting destijds niet tijdig is afgedragen. Ook de faillietverklaring van de BV geldt als een rechtsgeldige melding van betalingsonmacht, maar ook uitsluitend als er geen opzet of grove schuld aan de orde is. En dat was volgens de rechtbank wél het geval, nu beide bestuurders niet voldoende controle hadden uitgevoerd op het privégebruik van de auto van de zaak van de werknemers. De rechtbank bevestigde de persoonlijke aansprakelijkstelling.
Keuze fiscaal partner heeft flinke gevolgen Als u kiest voor fiscaal partnerschap, kan dat belangrijke fiscale gevolgen hebben voor uw partner. Dit is vooral het geval als uw partner een belang van minder dan 5% heeft in de BV waarin u een aanmerkelijk belang heeft. Kiest u wel voor fiscaal partnerschap, dan valt het belang van uw partner in box 2, anders wordt het box 3. Getrouwde dga’s zijn automatisch fiscaal partner van elkaar!
Via BV belasting besparen op uw spaargeld U kunt belasting besparen op uw spaargeld als u dit uitleent aan uw BV tegen ongeveer hetzelfde percentage dat u van uw bank ontving. U ontvangt dan dus rente van uw BV die voor u in box 1 van de inkomstenbelasting valt onder de terbeschikkingstellings-regeling. Voordelig Voor deze regeling geldt een percentage van 14% als vrijstelling. U mag dus 14% van de rente aftrekken en betaalt dus maar over 86% van de ontvangen rente belasting. Zorg
VOOR DE DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER (DGA)
ervoor dat u de lening voor 1 januari 2014 afsluit en handhaaf het in ieder geval tot 2 juli 2014. Maak wel altijd de rekensom want het is niet in alle gevallen altijd voordeliger voor u als dga!
Pensioenbrief voor eigen beheer aanpassen Als u als dga uw pensioen in eigen beheer heeft, moet u voor 1 januari 2014 uw pensioenbrief aanpassen. Vanaf die datum verandert de Pensioenwet op het gebied van de pensioenleeftijd en de maximale opbouwpercentages. Door deze wijzigingen moet u in uw pensioenbrief een aantal nieuwe keuzes maken. Opbouwen Zoals u waarschijnlijk al weet, is de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd naar 67 jaar. Daarnaast zijn de maximale jaarlijkse opbouwpercentages inmiddels verlaagd. Voor middelloonregelingen is het maximale percentage vastgesteld op 2,15%, voor eindloonregelingen wordt het maximaal 1,9%. Voor de nieuwe pensioenbrief heeft u door de gewijzigde wetgeving drie keuzes: • U bouwt pensioen op tot uw 67e. Het totale pensioen wordt hierdoor hoger. U spaart immers twee jaar langer door. De opbouw vindt plaats aan de hand van de nieuwe regels. • U laat uw pensioenleeftijd staan op 65 jaar. Omdat uw pensioen alsnog her berekend wordt, kan uw toekomstige pensioenopbouw tot wel 15% lager uitvallen. • Uw bestaande regeling blijft in stand tot 1 januari 2014, daarna gaat de opbouw volgens de nieuwe pensioenregels tot u 67 jaar bent. Dit is veruit de meest complexe variant en kan leiden tot onduidelijkheid over uw uiteindelijke pensioen, ook bij de fiscus.
Als dividend uitkeren Wilt u uzelf dit jaar nog wat extra loon uitkeren, dan kunt u dit fiscaal gezien beter in de vorm van dividend doen in verband met het tariefverschil dat bestaat tussen de inkomstenbelasting en het gecombineerde tarief van de dividend- en de vennoot-schapsbelasting. U moet dan wel in het hoogste inkomstenbelastingtarief van 52% zitten met uw inkomen, anders is het voordeel bijna nihil.
Arbeidsvoorwaarden wel optimaal door u gebruikt? Bekijk of u uw arbeidsvoorwaardenpakket al fiscaal optimaal heeft ingericht. Als dga kunt u bijvoorbeeld ook gebruik maken van alle verlofregelingen. Maar er zijn ook tal van onbelaste kostenvergoedingen (telefoon, computer, telewerken, enzovoort) die u als dga kunt benutten. Wanneer u als dga bij meerdere vennootschappen in dienst bent, zou u ook meerdere malen gebruik kunnen maken van de werknemersfaciliteiten. Dubbel voordeel dus.
VOOR DE DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER (DGA)
VBI nog interessant? Beoordeel voor het einde van het jaar of een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) voor u interessant is. Door nog vóór 1 januari 2014 een VBI op te zetten voorkomt u de box 3-heffing in 2014. Voordelig De VBI kunt u gebruiken om fiscaal vriendelijk in Nederland te beleggen in diverse financiële instrumenten. Dit kan voordelig zijn als het rendement hoog is. Maar ook laag renderende beleggingen, zoals deposito’s, kunt u overwegen om nog voor het einde van het jaar een VBI aan te gaan. Tot een beleggingsrendement van 4,8% is een belastingheffing van 25% over het werkelijke rendement immers lager dan de heffing in box 3.
Zakelijke vergoeding niet vergeten bij borg staan Wanneer u als dga borg staat voor schulden van uw BV, moet u daarvoor een zakelijke vergoeding vragen. U zou dat immers ook doen als u borg zou staan voor derden. Wordt u als dga aangesproken op grond van deze borgstelling en u betaalt de bank, dan heeft u een zogenaamde regresvordering op uw BV. Deze vordering mag u zonder nadere voorwaarden stellen op het bedrag dat aan de bank is betaald. Regresvordering Het kan gebeuren dat de BV de vordering niet kan aflossen. U kunt dan in principe de vordering afboeken en zo ontstaat er dus een verlies in box 1 op de regresvordering.
Afdrachtvermindering S&O niet vergeten Ook voor u is het mogelijk een beroep te doen op de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O). Het spreekt voor zich dat u wel zelf S&O-uren moet maken. Als u op de loonlijst van de holding staat, geldt niet de S&O-verklaring van de werk-BV. U moet dan voor de holding ook een S&O-verklaring aanvragen.
Partner in dienst van uw BV nemen Het kan fiscaal aantrekkelijk zijn om uw echtgenoot of partner die werkzaamheden verricht voor uw BV op de loonlijst te plaatsen. Uw partner is dan verzekerd voor de premies werknemersverzekeringen (er moet dan wel sprake zijn van een materiële gezagsverhouding!) en bovendien realiseert u zo een progressievoordeel. Verder kunt u denken aan toepassing van de mogelijkheden van fiscaal vriendelijk belonen.
VOOR DE DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER (DGA)
Vergoed telecom thuis De BV mag de kosten voor de telefoon- en internetaansluiting thuis vergoeden. Voorwaarde is dat de aansluiting voor meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt. Blackberry’s, iPhones, HTC’s, Samsungs en al het andere Smart Phone gebeuren kan ook vrij worden verstrekt, zolang ze voor tenminste 10% zakelijk worden gebruikt.
Gebruikelijk loon klopt? Als dga moet u in principe tenminste € 43.000,- aan uzelf als loon geven. Dit mag lager zijn als u kunt aantonen dat bij soortgelijke dienstbetrekkingen (van niet-dga’s) een lager loon gebruikelijk is. U mag dan uw salaris daaraan gelijk stellen. Is volgens de fiscus juist een hoger loon gebruikelijk, dan moet u het hoogste nemen van de volgende twee bedragen: • 70% van dat hogere loon; of • het loon van de werknemer die in een aan u verbonden BV het meest verdient. Daarnaast kan de Belastingdienst ook gebruikmaken van de afroommethode. Deze afroommethode kan zij toepassen als de opbrengsten van de BV, bijna geheel voortkomen vanuit de werkzaamheden die u als dga verricht.
Geef ruimhartig uit uw BV De regeling voor giftenaftrek voor BV’s is met ingang van 2012 gewijzigd. De drempel van € 227,- is vervallen. De maximale aftrek is verhoogd van 10% naar 50% van de winst, maar kan niet hoger zijn dan € 100.000,-. Voor giften aan culturele instellingen mag 50% extra worden afgetrokken met een maximum van € 2.500,-. In privé is de drempel 1% van het (gezamenlijk) verzamelinkomen met een minimum van € 60,- en is het plafond gesteld op 10% van het drempelinkomen. Voor giften aan culturele instellingen mag 25% extra worden afgetrokken met een maximum van € 1.250,-. Afhankelijk van uw drempelinkomen, het bedrag van de gift(en) en het belastingtarief waar u en uw BV in vallen, kan het voordeliger zijn de giften via uw BV te laten lopen.
Check overeenkomsten met de BV Veel dga’s hebben in de loop der jaren onderhandse overeenkomsten met hun BV gesloten, bijvoorbeeld een leenovereenkomst met hun BV vanwege consumptieve uitgaven. Nu de marktrente laag is, kan het aantrekkelijk zijn om een lagere rente overeen te komen. En hoe staat het met de gestelde zekerheden? Heeft de BV wel voldoende onderpand? Loop vóór het einde van het jaar alle overeenkomsten één voor één na.
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
Betaal meewerkende kinderen Hebben uw (minderjarige) kinderen dit jaar meegewerkt in de zaak en hebben ze daarvoor nog niets gekregen? Geef ze dan alsnog een zakelijke beloning. Voor u is het volledig aftrekbaar, bij uw kinderen is het onbelast zolang hun totale jaarinkomen niet meer bedraagt dan circa € 5.689,-. Omdat de inkomstenbelasting dan binnen de algemene heffings- en arbeidskorting valt, hoeven ze per saldo geen belasting te betalen. Over het ontvangen bedrag is alleen 5,65% inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet verschuldigd.
Betaal uw meewerkende partner Natuurlijk overlaadt u uw meewerkende partner al met cadeautjes, maar er is nóg een goede reden om hem of haar flink in de bloemetjes te zetten. Een zakelijke beloning van minimaal € 5.000,- is voor u aftrekbaar en bij uw partner belast tegen het laagste tarief (zolang de beloning onder de € 19.645,- blijft en hij/zij geen ander inkomen heeft). Leg deze beloning wel even in een schriftelijke overeenkomst vast.
Houd uw uren bij Heeft u als ondernemer in 2013 (aantoonbaar) tenminste 1.225 uur in de zaak gewerkt? Bedragen deze ‘ondernemersuren’ méér dan 50% van uw totaal in 2013 gewerkte uren? Dan heeft u recht op extra aftrekposten. Dit zijn de zelfstandigenaftrek, eventueel de meewerkaftrek en de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. Zit u er bijna aan? Dan moet u nog even doorwerken. Bent u ‘starter’, dat wil zeggen: bent u de afgelopen vijf jaar in één of meer jaren geen ondernemer geweest? Dan hoeft u alléén te voldoen aan de 1.225-uurseis en niet aan het 50% criterium. U heeft bovendien recht op de startersaftrek als u in die periode niet meer dan twee keer de zelfstandigenaftrek heeft gebruikt. Startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek speciaal voor startende ondernemers. • Om in aanmerking te komen voor zelfstandigenaftrek moet een ondernemer minimaal 1.225 uur voor de onderneming werken. Ook uren die besteed worden aan acquisitie, scholing en het bijhouden van de administratie mogen daarbij worden meegeteld.
Houd in december uw werkkapitaal op peil Op het eind van het jaar is het zaak het bedrag op uw ondernemingsrekening op peil te houden als u in privé vermogensrendementsheffing in box 3 betaalt. Door nog even te wachten met het overhevelen van bijvoorbeeld € 5.000,- van uw ondernemersrekening naar de privérekening tot een dag of wat ná de jaarwisseling, bespaart u 1,2% van € 5.000,over belastingjaar 2014. Dat is toch weer € 60,- netto in de pocket.
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
Bewaren uw bonnen Is uw hobby zodanig uit de hand gelopen dat het een eigen bedrijfje zou kunnen worden? Bewaar dan nu alvast alle bonnen en dergelijke van inkomsten en kosten. Kosten (minus opbrengsten) in de vijf jaar voorafgaand aan het moment dat uw hobby een onderneming is geworden, kunt u één keer aftrekken zodra u ondernemer wordt.
Ga bank sparen Ondernemers moeten voor hun eigen pensioen zorgen. Jaarlijks kunnen ze een bedrag reserveren, de zogenaamde ‘oudedagsreserve’. Dit bedrag is niet meer dan een papieren balanspost. Is er voldoende spaargeld in privé in box 3, dan kunt u die oudedagsreserve onderbrengen in bijvoorbeeld een bankspaarproduct. Geld waarover u in box 3 anders jaarlijks 1,2% belasting moet betalen, brengt u zo onder op een rekening die vrij is van belastingheffing in box 3. Let op: Geld dat u op deze manier vastzet, is niet meer beschikbaar voor investeringen, maar kan alleen nog worden gebruikt voor uw oude dag. • Om jaarlijks een bedrag te kunnen reserveren (‘doteren’) als oudedagsreserve, moet er winst én voldoende ondernemingsvermogen zijn. De oudedagsreserve mag door de dotatie niet hoger worden dan het ondernemingsvermogen. Beperk eventueel de overboekingen van de zakelijke rekening naar de privérekening als het ondernemingsvermogen onvoldoende dreigt te worden voor dotatie. • Het gebruiken van de bestaande oudedagsreserve voor bank sparen leidt overigens tot een afname van de oudedagsreserve op de balans en daarmee ook tot ruimte voor nieuwe dotaties.
Koop lijfrente af in een verliesjaar Het kan soms voordelig zijn om oud-regime lijfrentepolissen niet aan te houden tot de pensioendatum maar eerder te laten uitkeren. Onder ‘oud-regimepolis’ wordt verstaan: alle koopsompolissen (éénmalige premiebetaling) die zijn afgesloten vóór 1 januari 1992 en alle lijfrentepolissen (periodieke premiebetaling) die zijn afgesloten vóór 16 oktober 1990. IB-ondernemers die verlies lijden, kunnen overwegen hun lijfrentepolis (deels) af te kopen. Door te verrekenen met het verlies is over de lijfrente per saldo geen belasting verschuldigd.
Nu nog even maximaal toevoegen aan de FOR Dit jaar kunt u nog 12%, met een maximum van € 9.542,-, toevoegen aan uw fiscale oudedagsreserve. Maar volgend jaar wordt dit percentage verlaagd naar 10,9%. En er zijn plannen om dit in 2015 te verlagen naar 8,9%. U mag voor 2015 ook nog maar maximaal € 7.847,- doteren. Aangezien u dus de komende jaren steeds minder kunt opbouwen, is het verstandig dit jaar nog maximaal aan uw oudedagsreserve te doteren. Om uw fiscale
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
oudedagsreserve (FOR)-dotatie veilig te stellen voor 2013 is het ook nog verstandig om vóór het eind van het jaar na te gaan of uw ondernemingsvermogen eind 2012 tenminste gelijk zal zijn aan uw FOR per ultimo 2012 plus de verwachte toevoeging over 2013. Als dit niet zo is, kunt u nog maatregelen treffen om uw ondernemingsvermogen te verhogen. Let daarbij bijvoorbeeld op de mogelijkheden van etikettering van keuzevermogen.
RDA-kosten uitstellen Als uw onderneming aan speur- en ontwikkelingswerk (S&O) doet, mag u hiervoor een aftrek claimen. Daarnaast komt u ook in aanmerking voor de Research & Developmentaftrek (RDA). In 2014 gaat het percentage van deze aftrek omhoog naar 60% (is nu 54%). Kijk dus of u kosten die u maakt voor S&O kunt uitstellen naar 2014.
Levert man-vrouwfirma nog een voordeel op? Drijft u samen met uw partner een onderneming (eenmanszaak) en claimt u bijvoorbeeld de meewerkaftrek voor uw partner? Dan kunt u onder bepaalde voorwaarden ook samen een man-vrouwfirma oprichten. Uw partner kan dan ook in aanmerking komen voor de ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek. Hij of zij moet dan echter wel aan het urencriterium (tenminste 1.225 uren werken in de onderneming) voldoen. De urencriteriumeis is vervallen voor de mkb-winstvrijstelling. Voldoet uw partner niet aan het urencriterium, dan kan een man-vrouwfirma toch nog wel voordelen met zich meebrengen. Aan uw partner wordt namelijk een deel van de winst toegerekend die anders bij u belast zou zijn waardoor de belastingdruk met betrekking tot de totale winst van uw onderneming waarschijnlijk lager wordt. Maak dus eens een berekening of een samenwerkingsverband voor u een voordeel kan opleveren.
VAR wordt automatisch aan u verstrekt Werkt u met een Verklaring arbeidsrelatie (VAR), dan moet u in principe ieder jaar een nieuwe verklaring aanvragen. Maar dit hoeft niet meer ieder jaar als u aan bepaalde voorwaarden voldoet. De Belastingdienst verstrekt namelijk onder voorwaarden automatisch een VAR. Dit geldt voor alle soorten VAR: VAR-WUO (winst uit onderneming), VAR-DGA (directeur-grootaandeelhouder), VAR-loon en VAR-ROW (resultaat uit overige werkzaamheden). De voorwaarden zijn: • U moet de afgelopen drie jaar achter elkaar een VAR hebben aangevraagd; • De aanvraag moet steeds dezelfde soort werkzaamheden betreffen en onder vergelijkbare omstandigheden zijn uitgevoerd; • De Belastingdienst heeft telkens dezelfde soort VAR afgegeven en deze daarna niet meer herzien.
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
Geldig Als u niet aan de voorwaarden voor een automatische VAR voldoet, u heeft bijvoorbeeld nog geen drie jaar achter elkaar eenzelfde VAR aangevraagd en gekregen, is de VAR slechts één jaar geldig. U moet dan dus voor 2014 een nieuwe VAR aanvragen.
Wel of niet gebruikelijk? Als u samen met uw partner een maatschap of vennootschap onder firma heeft, kunt u beiden gebruik maken van de fiscale ondernemersfaciliteiten (als aan het urencriterium wordt voldaan). U moet er echter wel rekening mee houden dat de fiscus controleert of uw samenwerking gebruikelijk is. Zij kijken dan of u met een derde onder dezelfde voorwaarden zou samenwerken. Tevens is van belang wie wat kan, wie beslissings-bevoegd is en hoeveel tijd door beide partners aan bepaalde werkzaamheden wordt besteed. Verricht uw partner hoofdzakelijk werkzaamheden van ondersteunende aard, dan vervalt het recht op de aftrekposten, tenzij zo’n samenwerkingsverband gebruikelijk is.
BV kan aantrekkelijkere rechtsvorm zijn U kunt onderzoeken of een BV om fiscale (en andere) redenen misschien niet een stuk aantrekkelijker is dan de ondernemingsvorm die u nu gebruikt. Inbreng van uw onderneming in een BV kan onder voorwaarden plaatsvinden zonder afrekening in de inkomstenbelasting. Als u besluit om uw onderneming voor de inkomstenbelasting om te zetten in een BV, is het verstandig om voor het beoogde overgangstijdstip een intentieverklaring of voorovereenkomst op te stellen en te ondertekenen. Dit wil nog niet zeggen dat u verplicht bent om ook daadwerkelijk de BV op te richten.
Nog voorziening vormen? Bij het samenstellen van de eindbalans van uw onderneming moet u nagaan of u nog voorzieningen kunt vormen. Gaat u daarbij na in hoeverre u in de toekomst geconfronteerd zult worden met kosten die verband houden met de bedrijfsuitoefening van de afgelopen jaren. Denkt u bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van een voorziening voor dubieuze debiteuren of een toekomstige reorganisatie. Maar ook de verplichting om vakantiegeld te betalen aan uw personeel rechtvaardigt een voorziening op uw balans.
Gemengde kostenaftrek Voor de beperkt aftrekbare gemengde kosten geldt in principe een vaste bijtelling van € 4.300,-. Maar u kunt er ook voor kiezen om 73,5% van de gemengde kosten in aftrek te brengen. U moet dan wel de gemengde kosten specificeren terwijl dit bij de vaste bijtelling niet hoeft. Liggen deze kosten zo ongeveer rond de € 17.000,- maak dan eens een berekening wat voor u voordeliger is: de aftrek van 73,5% of de vaste bijtelling van € 4.300,-.
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
Wachten met desinvesteren Voor bedrijfsmiddelen waarvoor u bij aanschaf investeringsaftrek heeft ontvangen, geldt dat bij verkoop binnen vijf jaar na aanvang van het kalenderjaar waarin de investering plaatsvond, een desinvesteringsbetaling verschuldigd is. Ter voorkoming van een desinvesteringsbijtelling kan het wenselijk zijn niet in 2013 te desinvesteren, maar bijvoorbeeld in januari 2014. Dit geldt ook voor BV’s.
Op tijd herinvesteren Heeft u een herinvesteringsreserve op uw balans staan, houd dan de termijn voor herinvestering in de gaten. Voor de afloop van de driejaarstermijn moet u zijn overgegaan tot herinvestering in een nieuw bedrijfsmiddel. Heeft u bijvoorbeeld een boekjaar dat gelijk is aan het kalenderjaar, dan loopt op 31 december 2013 de driejaarstermijn af voor de herinvesteringsreserve die in de loop van 2010 op de balans is gezet. Ga dit dus even na voordat u te laat bent met herinvesteren en u de reserve in de winst moet opnemen.
Privévermogen of niet? Als u de mogelijkheid heeft om vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld een woon-/praktijkpand) aan te merken als privévermogen, kunt u eens berekenen of hieruit een fiscaal voordeel voortvloeit. U mag dan namelijk een (fictieve) gebruiksvergoeding aftrekken van uw winst in box 1. Dit kan u een fiscaal voordeel opleveren: de (fictieve) vergoeding is namelijk aftrekbaar tegen maximaal 52% en de vermogensbestanddelen worden op basis van een forfaitair rendement van 4% belast tegen 30%.
Vermogensetikettering: privé- of bedrijfsvermogen? De ondernemer die een pand koopt en dat voor zakelijke én privédoeleinden gaat gebruiken, moet de regels van de vermogensetikettering op dat pand toepassen. Centrale vraag daarbij is of hij het gehele pand tot zijn ondernemingsvermogen moet rekenen of alleen het gedeelte dat voor de bedrijfsuitoefening wordt gebruikt. Een belangrijk criterium daarbij is of het pand bouwtechnisch splitsbaar is in een bedrijfs- en een privégedeelte. Is dat het geval, dan moet het pand dienovereenkomstig geëtiketteerd worden: het bedrijfsgedeelte is verplicht ondernemingsvermogen, het woongedeelte verplicht privé. De ondernemer heeft dan géén keuzerecht. De Hoge Raad heeft dit uitgangspunt genuanceerd. Als er sprake is van een juridisch ongesplitst pand, behoort het niet-bedrijfsmatig gebruikte gedeelte van dat pand tot het keuzevermogen: de ondernemer kan binnen de grenzen van redelijkheid kiezen of hij dat gedeelte van het pand tot zijn privé- of tot zijn ondernemingsvermogen rekent. Maar dat niet-bedrijfsmatig gebruikte gedeelte mag weer niet tot het ondernemings-vermogen gerekend worden als dat deel van het pand zelfstandig rendabel is te maken, én vaststaat dat het door de ondernemer uitsluitend ter voorziening in zijn woonbehoefte zal worden gebruikt, én het niet op enigerlei wijze dienstbaar zal zijn aan de onderneming. Een kwalificatie als ondernemingsvermogen is in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Hebt u dit jaar geïnvesteerd in een woon-werk pand?
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
Investeringen en buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een fiscale stimulans voor investerende ondernemers. De ondernemer die in een jaar voor meer dan € 2.300,- in premie abele bedrijfsmiddelen investeert, krijgt een aftrek van 28% van het investeringsbedrag, tot een maximum van € 15.470,-. Bij investeringen boven de € 102.311,- wordt de aftrek stapsgewijs minder, bij investeringen boven de € 306.931,- wordt geen aftrek meer verleend. Ondernemers die hun onderneming in de vorm van een firma of maatschap drijven, moeten zich realiseren dat voor de KIA de totale investering door de firma of maatschap in enig jaar beslissend is, en niet vereist dat de firma of maatschap het gehele jaar door dezelfde vennoten heeft gehad. Indien een firmant (mee)investeert in de firma én in datzelfde jaar investeert in bijvoorbeeld zijn buitenvennootschappelijk bedrijfspand, wordt de KIA bepaald door het totale investeringsbedrag. Dat leidt al snel tot een lagere KIA, over het aandeel in de investeringen in de firma én over de investeringen in het buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. U kunt een dergelijke samenloop van investeringen in de firma én in uw buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen in hetzelfde jaar dan ook beter vermijden. Het spreiden van die investeringen levert meer KIA op.
Belastingplan 2014: Zelfstandigenaftrek (nog) niet versoberd De zelfstandigenaftrek ligt al enkele jaren onder druk in politiek Den Haag. De aftrek is per 1 januari 2012 fors gekortwiekt: de oude regeling kende acht schijven, met een oplopende aftrek naarmate de winst uit onderneming lager was. Den Haag heeft die ‘straf op groei’ weggenomen en de zelfstandigenaftrek omgebouwd tot een vaste, niet geïndexeerde aftrek van € 7.280,- per jaar. Voor 2015 stond een volgende versobering van de zelfstandigenaftrek gepland: een korting van € 300 miljoen op deze ondernemersfaciliteit. Die beperking gaat nu definitief niet door. Het wachten is nu op de invoering van een winst box voor ondernemers waarbij alle ondernemersfaciliteiten afgeschaft worden en opgaan in een vast laag tarief in die box. Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft dat tarief eerder, in zijn Fiscale Agenda van april 2011, becijferd op zo’n 28%. De invoering van een winst box is opgenomen in het regeer-akkoord van het kabinet Rutte II met 1 januari 2015 als beoogde datum van inwerkingtreding.
Renteaftrek eigen woning: privé of in de zaak De nieuwe regels voor de renteaftrek op de eigen woning (met een verplichte aflossing van de eigenwoninglening in 30 jaar, tenminste annuïtair) gelden alleen voor particulieren. Voor ondernemers die hun woning tot het ondernemingsvermogen rekenen, blijft alles bij het oude: zij kunnen de woning nog steeds financieren met een aflossingsvrije lening. Dit verschil in fiscale behandeling (én de waardedaling van veel panden) kan een goede reden zijn om de vermogensetikettering van uw woon-werk pand te herzien
VOOR DE INKOMSTENBELASTING-ONDERNEMER
Pas op met twee ondernemingen in één eenmanszaak Bestaat uw eenmanszaak uit twee (min of meer zelfstandige) onderdelen. Verricht u bijvoorbeeld twee complementaire activiteiten in de zaak? Voorkom dat de Belastingdienst die twee ondernemingen ook voor de belastingheffing als twee afzonderlijke ondernemingen kan aanmerken. Want dan bent u verplicht om af te rekenen over stille reserves enzovoort, zodra u een bedrijfsmiddel van de ene naar de andere onderneming overbrengt. Toepassing van de herinvestering reserve is lastig omdat er door de overbrenging van het perceel geen sprake is van een ‘opbrengst bij vervreemding’ in de zin van de wet. En er kan ook geen doorschuifregeling worden benut. De wet kent wel zo’n regeling voor de ondernemer om van de ene naar de andere eenmanszaak te gaan, zonder fiscale afrekening, maar daarvoor is vereist dat de eerste onderneming volledig wordt gestaakt.
Concept-jaarrekening! Als u met uw adviseur de concept-jaarrekening nog voor het einde van het jaar bespreekt, kunt u wellicht nog gebruikmaken van de mogelijkheden om fiscale aftrekposten te creëren en voor andere fiscale faciliteiten in aanmerking te komen. Zo kunt u misschien nog wat belasting besparen.
Administratie 2006 mag in de versnipperaar De wettelijke bewaartermijn voor uw administratie is zeven jaar. Dit betekent dat u de administratie over 2006 en eerdere jaren kunt afvoeren. Houdt u daarbij in uw achterhoofd dat deze termijn niet geldt voor de BTW ter zake van onroerende zaken. Deze is tien jaar.
VOOR DE BTW
Corrigeer het privégebruik De BTW correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak moet u niet vergeten mee te nemen in de laatste aangifte van het jaar. Deze correctie bedraagt sinds 1 juli 2011 2,7% van de catalogusprijs van de auto. Als u kunt aantonen aan de hand van bijvoorbeeld een kilometeradministratie dat uw privégebruik lager is dan de 2,7% correctie, mag u een lagere correctie opnemen. Betaalt uw werknemer een onzakelijk lage eigen bijdrage, dan moet u de BTW heffen over de normale waarde van het privégebruik. Bedrijfskantine Naast de correctie voor privégebruik auto moet u ook rekening houden met de volgende correctieposten: • correctie BTW privégebruik gas, water, elektra en warmte; • correctie BTW voor gebruik door u van tot uw bedrijf behorende goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden; • correctie BTW voor verrichten van diensten door u voor andere dan bedrijfsdoeleinden; • correcties in het kader van de bedrijfskantineregeling; • verdere correcties op aftrek van voorbelasting over verstrekkingen aan uw werknemers (loon in natura) relatiegeschenken enz.; • herziening voorbelasting roerende/onroerende zaken; • herrekening voorbelasting op goederen en diensten bij wijziging gebruik.
Staan uw bonnen wel op de juiste naam? U komt pas in aanmerking voor aftrek van BTW als de prestatie aan u of uw bedrijf is verricht. Het is daarom van belang dat een contract of factuur van een aankoop op uw naam staat. Dit speelt heel vaak bij het vergoeden van zakelijke kosten die een werknemer voor u als werkgever doet. Om het recht op aftrek te behouden moet het contract of de factuur op naam van u staan.
Van kwartaal naar maand Zolang u een bedrag aan BTW moet betalen, realiseert u een financieringsvoordeel, als u ervoor kiest om per kwartaal de aangifte en afdracht van BTW te doen. Krijgt u structureel BTW terug, doe dan juist per maand aangifte.
Vraag al de ontbrekende facturen nog even op Heeft u geen factuur van uw zakelijke relatie ontvangen? Dan kunt u ook geen BTW aftrek claimen. Vraagt u die factuur dus toch nog even op. Een complete administratie voorkomt veel fiscale problemen.
VOOR DE BTW
BTW wanbetalers terug Vraag de BTW terug die u aan wanbetalers (dubieuze debiteuren) in rekening heeft gebracht en afgedragen.
Kloppen uw facturen wel? Om uw recht op voorbelasting te behouden moeten uw facturen aan de wettelijke factuurvereisten voldoen. Zorg dus dat u de juiste facturen verstuurt en dat u de inkomende facturen checkt op de vereisten. Is er niet aan een vereiste voldaan, dan kan de Belastingdienst de vooraftrek zomaar weigeren. Op grond van de Wet op de omzetbelasting moet een factuur in elk geval de volgende gegevens bevatten: • • • • • • • •
• •
de datum van uitreiking; een opeenvolgend factuurnummer; uw BTW-identificatienummer; het BTW-identificatienummer van uw afnemer indien een verleggingsregeling van toepassing is of indien u een intracommunautaire levering verricht; uw NAW-gegevens (en KvK-gegevens) en die van uw afnemer; de hoeveelheid/omvang en de aard van de geleverde goederen en/of diensten; de datum waarop de levering of dienst heeft plaatsgevonden; de vergoeding voor elk tarief of elke vrijstelling, de eenheidsprijs exclusief BTW, alsmede de eventuele vooruitbetalingskortingen en andere kortingen indien die niet in de eenheidsprijs zijn begrepen; het toegepaste tarief; het te betalen bedrag aan BTW.
In sommige gevallen neemt u een specifieke vermelding op uw factuur op; • bij self-billing: ‘factuur uitgereikt door de afnemer’; • bij toepassing van een vrijstelling of een intracommunautaire levering die onder het nultarief valt dient u te verwijzen naar de vrijstelling of toepassing van het nultarief; • bij toepassing van een verleggingsregeling: ‘BTW verlegd’; • bij toepassing van de bijzondere regeling voor reisbureaus: ‘bijzondere regeling reisbureaus’; • bij verkoop van een vervoermiddel, moet u op de factuur de gegevens vermelden die nodig zijn om te bepalen of het vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is; • bij toepassing van de margeregeling: ‘bijzondere regeling – kunstvoorwerpen’ of ‘bijzondere regeling – voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten’. • Vanaf 1 januari 2013 maken nieuwe factureringsregels het voor u mogelijk om te volstaan met het uitreiken van een vereenvoudigde factuur in gevallen waarbij de kans op fraude minder groot is. Het gaat dan om situaties waarbij het bedrag van de factuur niet hoger is dan € 100,- of bij documenten die betrekking hebben op een eerdere factuur. Bij dit laatste valt te denken aan creditnota’s.
Wat vermeldt u dan straks op een vereenvoudigde factuur?
VOOR DE BTW
• • • • •
de datum van uitreiking; de identiteit van de presterende ondernemer; de aard van de prestatie. het te betalen bedrag van de belasting; bij correctiefacturen een specifieke verwijzing naar de oorspronkelijke factuur met specifieke vermelding van de aangebrachte wijzigingen.
Check BTW identificatienummer buitenlandse afnemer Heeft u een (nieuwe) buitenlandse afnemer binnen de EU en wilt u zijn gegevens controleren? Let dan op, want vanaf 1 oktober is er nog maar één adres voor de controle van de geldigheid van zijn BTW-identificatienummer, naam, adres en woonplaats. U kunt hiervoor dan uitsluitend nog terecht op de internetsite van de Europese Commissie. U krijgt een bevestiging van uw controle. Als u bij uw controle uw eigen BTW-identificatienummer heeft ingevuld, wordt dit nummer ook getoond op die bevestiging. Van de meeste lidstaten kunt u op de site ook de naam- en adresgegevens van uw klant controleren. Als dit niet mogelijk is, volstaat de bevestiging van de geldigheid dat het BTW-identificatienummer om aan te tonen dat u de controle heeft uitgevoerd.
Te weinig BTW betaald Heeft u de afgelopen vijf jaar te weinig BTW aangegeven, dan bent u sinds 1 januari 2012 verplicht om een suppletieaangifte in te dienen. De Belastingdienst controleert hier nu sterk op. U bent verplicht om suppletieaangifte te doen zolang de naheffingstermijn loopt, dus de gedurende vijf jaar na het jaar waarover u suppletie moet doen. De Belastingdienst kan een vergrijpboete opleggen, indien u het indienen van een correctie achterwege laat (voorgesteld wordt om het opzettelijk niet betalen van een aangiftebelastind strafbaar te stellen, met een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of en geldboete van de vijfde categorie, met een maximum van € 78.000,-). Verplicht Vanaf 1 april 2012 moet u de suppletieaangifte met een verplicht gesteld formulier indienen. U kunt natuurlijk ook digitaal een verzoek sturen naar de Belastingdienst via het beveiligde gedeelte van de website. De kleine BTW correcties hoeft u niet te corrigeren met het suppletieformulier, maar kunt u verwerken in uw eerstvolgende aangifte BTW. Dit is mogelijk tot een te betalen of terug te krijgen bedrag van € 1.000,-. Als u vrijwillig vóór 1 april 2014 de correctie voor te weinig aangegeven BTW aangeeft en betaalt, bent u geen heffingsrente verschuldigd.
Kopers verklaring sturen Heeft u met een optie voor belaste levering een pand aangekocht, dan heeft u een verklaring nodig dat dit voor 90% is gebruikt voor BTW belaste doeleinden. Zo niet, dan wordt de BTW achteraf gecorrigeerd. Heeft u een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar, en in 2013
VOOR DE BTW
met en optie voor belaste levering een pand aangekocht, dan moet u voor het einde van januari 2014 aan zowel de verkoper als de Belastingdienst een verklaring sturen als u het aangekochte onroerend goed in 2013 niet voor 90% of meer heeft gebruikt voor BTW belaste prestaties.
Ondertekende verklaring binnen vier weken sturen Huurt u een pand met een optie voor belaste verhuur dan moet er in de schriftelijke huurovereenkomst zijn aangegeven dat u de onroerende zaak gebruikt uitsluitend voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van BTW bestaat. Gebruikt u de onroerende zaak niet meer voor deze doeleinden, dan moet u aan de verhuurder binnen vier weken na afloop van het betreffende kalenderjaar een ondertekende verklaring sturen. Ook moet u een afschrift hiervan aan de inspecteur sturen binnen dezelfde termijn.
Integratieheffing over Laat u een pand op eigen grond of pand in eigen beheer bouwen, dan mag u de BTW die drukt op de kosten aftrekken. Maar gaat u het pand voor vrijgestelde prestaties gebruiken dan moet u de BTW corrigeren. U bent dan BTW verschuldigd over de voortbrengingskosten. Dit is de integratieheffing. Deze heffing vervalt per 1 januari 2014.
Verzoek om teruggaaf Vergeet u de buitenlandse BTW over 2013 niet terug te vragen? Dit kunt u nog doen tot 1 oktober 2014. De drempelbedragen voor een verzoek om teruggaaf zijn: • Doet u een verzoek na afloop van een kalenderjaar? Dan moet het BTW bedrag tenminste € 50,- zijn; • Doet u een verzoek tijdens het kalenderjaar, over een periode van tenminste drie maanden? Dan moet het BTW bedrag minstens € 400,- zijn.
VOOR DE WERKGEVER
Eindejaarsuitkeringen naar 2014 verschuiven Soms kan het verstandig zijn om de eindejaarsuitkeringen, bonussen e.d. te verschuiven naar 2014. Dit kan het geval zijn als u in 2014 overstapt op de werkkostenregeling en extra belastingvrije ruimte over heeft. Maar dit kan ook verstandig zijn als de werknemer in 2013 een inkomen geniet van € 150.000,- of meer. In 2014 moet u namelijk ook weer een eindheffing betalen van 16% over het loon van de werknemer voor zover dat in 2013 meer bedraagt dan € 150.000,-.
Onderbouw vergoeding Verstrekt u vaste kostenvergoedingen aan uw werknemers, zorg dan voor een goede onderbouwing van die vergoedingen. Bij een boekenonderzoek door de Belastingdienst is dit één van de eerste punten waar de fiscus haar pijlen op zal richten. Heeft u geen deugdelijke onderbouwing, dan kan de fiscus bij u gaan naheffen en eventueel boetes opleggen. Andere Voor de werkkostenregeling geldt een andere regeling voor de onderbouwing van vaste kostenvergoedingen. U bent namelijk verplicht al voorafgaand aan het geven van een vaste kostenvergoeding een steekproef te doen. Deze steekproef geldt niet voor al bestaande kostenvergoedingen! Een vaste kostenvergoeding van gerichte vrijstellingen en intermediaire kosten aan uw werknemers geven, kan alleen als u aan de volgende voorwaarden voldoet: • • • •
u maakt het bedrag aannemelijk; u omschrijft kostenpost en vrijstelling; u geeft een schatting van het bedrag; u onderzoekt de vaste kostenvergoeding van tijd tot tijd.
Loonbelasting eindheffing Ga na of u belasting kunt besparen door in 2013 via de eindheffingsregeling loonbelasting te voldoen. Voordeel is dat in een aantal gevallen afgerekend kan worden tegen een gunstiger tarief (het enkelvoudige in plaats van het gebruteerde tabeltarief), en in de tweede plaats kunt u zich een aanzienlijke hoeveelheid administratief werk besparen. Denk bijvoorbeeld aan personeelsreizen en personeels-feesten die het maximumbedrag te boven gaan.
Doe uw laatste aangifte voor 31 januari 2014 Om te voorkomen dat de Belastingdienst uw loongegevens over 2013 uitvraagt, is het verstandig om uw loonaangifte over december op tijd te doen. De uiterste aangiftedatum voor de laatste aangifte van 2013 is voor zowel de vierweken- als de maandaangifte 31 januari 2014. Bent u te laat, dan kan de fiscus geen betrouwbare voor ingevulde aangifte inkomstenbelasting opstellen en zal de Belastingdienst de gegevens bij u uitvragen.
VOOR DE WERKGEVER
Aangiftetijdvak aanpassen U kunt maar één keer per jaar uw aangiftetijdvak wijzigen. Mocht u dit willen veranderen van vierwekelijks naar maandelijks, of juist andersom, dan kunt u het formulier ‘Wijzigen aangiftetijdvak loonheffingen’ invullen. Het ingevulde formulier moet uiterlijk op 14 december 2013 bij de Belastingdienst binnen zijn. Het nieuwe aangiftetijdvak gaat dan per 1 januari 2014 in.
Afdrachtverminderingen optimaal gebruikt? Ga na of u in 2013 optimaal gebruik heeft gemaakt van de diverse afdracht-verminderingen in de loonheffing. Denk hierbij onder andere aan de afdracht-verminderingen die u kunt krijgen voor werknemers die aan speur- en ontwikkelingswerk (S&O) doen en werknemers die diverse vormen van onderwijs volgen. De afdrachtvermindering voor onderwijs wordt per 1 januari 2014 vervangen door de subsidieregeling praktijkleren. Hiervoor komen minder doelgroepen in aanmerking dan voor de afdrachtvermindering onderwijs. De loongrens voor de afdrachtvermindering S&O gaat volgend jaar omhoog van € 200.000,- naar € 250.000,-. Komt u bij dit bedrag in de buurt, dan is het misschien een idee om eventuele loonkosten voor de S&O uit te stellen naar volgend jaar.
Pensioenregeling nog even aanpassen Omdat in 2014 de verhoging van de fiscale pensioen richtleeftijd voor aanvullende pensioen omhoog gaat, moet u ervoor zorgen dat uw pensioenregeling voor het eind van het jaar aangepast is.
VOOR EMPLOYEE BENEFITS
Vergoeding van kosten Als werkgever kunt u aan uw werknemer een aantal kosten onbelast vergoeden. De volgende kosten mag u vergoeden: • • • • • • • • • •
reiskosten privéauto: alle zakelijke kilometers inclusief woon-werkverkeer tegen € 0,19 per kilometer; zakelijke gesprekskosten mobiele telefoon; Inrichting telewerkruimte thuis (er gelden wel voorwaarden); kosten representatie; vakliteratuur; bedrijfsfitness; kosten auto van de zaak; bepaalde studiekosten; verhuiskosten.
Heeft u dit jaar al gekozen voor de WKR, dan is het vergoedingenbeleid natuurlijk heel anders. Dit geldt dus ook voor onderstaande vergoedingen en verstrekkingen!
Beloning in natura kan fiscaal aantrekkelijk Vaak is het fiscaal aantrekkelijk om een werknemer te belonen in natura in plaats van in geld. Voorwaarde is dat het loon in natura om zakelijke redenen wordt verstrekt of naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel wordt ervaren. Voor veel beloningen in natura zijn fiscale waarderingsnormen vastgesteld, die gunstig kunnen zijn. Denkt u daarbij aan de auto van de zaak, fiets van de zaak en producten uit eigen bedrijf.
Eindheffing geschenken Voor zover u uw werknemer niet meer dan € 70,- aan geschenken heeft gegeven in 2013, mag u hiervoor de eindheffing van 20% toepassen. Komt u hoger uit, dan kunt u onder voorwaarden gebruik maken van de regeling voor kleine verstrekkingen en dan mag u tegen het gebruteerde tabeltarief de eindheffing toepassen.
Uitruil cafetariasysteem Als u voor uw werknemers een cafetariasysteem heeft ingericht, kan het zijn dat werknemers de mogelijkheid hebben om hun 13e maand of eindejaar bonus in te ruilen voor nog onbenutte zaken uit het cafetaria-aanbod. Wil een werknemer hiervan gebruikmaken, dan moet u dit op tijd verwerken in de administratie. Bonus Is de bonus of 13e maand eenmaal uitgekeerd, dan kan er niets meer mee geruild worden. Wijs uw werknemers dus op tijd op deze mogelijkheid!
VOOR EMPLOYEE BENEFITS
Producten eigen bedrijf U kunt uw werknemers een korting geven van 20% van de waarde in het economisch verkeer bij de aanschaf door hen van producten uit uw eigen bedrijf met een maximum van € 500,- per kalenderjaar.
Cadeautjes werknemers mag u vrij vergoeden Wilt u uw werknemers belastingvrij een extraatje geven, dan kunt u dit doen door aan hen de kosten voor kleine cadeaus aan collega’s, vanwege bijvoorbeeld een verjaardag, te vergoeden. Dergelijke uitgaven zijn volgens een arrest van de Hoge Raad nodig voor een goede vervulling van de dienstbetrekking en kunnen dus door u als werkgever worden vergoed aan uw werknemer. Voor cadeaus die u zelf geeft aan de jarige of jubilerende werknemer, geldt dit niet. Die presentjes kunnen slechts onder strikte voorwaarden belastingvrij gegeven worden.
Verhoging omzetten in onbelaste vergoeding Het kan aantrekkelijk zijn om een deel van de salarisverhoging van uw werknemers om te zetten in verstrekkingen van onbelaste kostenvergoedingen. Bijvoorbeeld: kosten van woon-werkverkeer, kosten van outplacement en studiefaciliteiten. Overleg met de werknemers, want de omzetting heeft ook een nadeel: een lagere grondslag voor de sociale verzekeringswetten.
Aan uw werknemers een lening verstrekken Als u aan uw werknemer een renteloze lening verstrekt, kan dit ook onbelast gebeuren. De werknemer moet deze lening dan wel gebruiken voor de aanschaf van een eigen woning of voor de aanschaf van zaken die u als werkgever ook belastingvrij had kunnen vergoeden, zoals de inrichting van een telewerkplek thuis.
Normrente Wordt de lening niet gebruikt voor de aanschaf van een eigen woning of voor aanschaf van zaken die u ook belastingvrij had kunnen vergoeden, dan geldt een normrente voor personeelsleningen en die bedraagt op dit moment 3%. Voordeel Als u in de leningsvoorwaarden een rentepercentage van minder dan 3% heeft afgesproken, geniet de werknemer een rentevoordeel uit dienstbetrekking. Dit voordeel bestaat uit het verschil tussen de normrente van 3% en het werkelijke percentage dat de werknemer aan u betaalt, eventueel verminderd met een eigen bijdrage van de werknemer.
VOOR EMPLOYEE BENEFITS
Een onbelaste bijdrage doen aan lief-en leedpot U kunt ook een onbelaste bijdrage doen aan de bedrijfsvereniging of de lief-en leedpot. Of gedane bedragen aan contributies voor beroepsverenigingen of vakbond aan uw werknemers onbelast vergoeden.
VOOR DE PARTICULIER
Lijfrentepremie voor het einde van het jaar storten Heeft u een pensioentekort, dan kunt u dit tekort aanvullen door een lijfrente te storten. Dan moet u echter wel de lijfrentepremie voor 31 december 2013 storten. Doet u dit later, dan kunt u deze in uw aangifte inkomstenbelasting voor 2013 niet meer aftrekken, maar moet u een jaartje wachten.
Stel studiekosten uit Volgend jaar kunt u meer en sneller studiekosten in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting. Het drempelbedrag gaat namelijk omlaag van € 500,- naar € 250,-. Als het mogelijk is, stel de studiekosten dan uit tot volgend jaar.
Scholingsuitgaven aftrekbaar Sinds 2013 zijn nog slechts de volgende betaalde kosten als scholingsuitgaven aftrekbaar in uw aangifte inkomstenbelasting: • Les- en cursusgelden, collegegelden, examengelden of promotiekosten; • En door de onderwijsinstelling verplicht gestelde leer- en beschermingsmiddelen.
Vooruitbetalen rente Verwacht u in 2014 een lager inkomen in box 1 dan in 2013, dan kan het aantrekkelijk zijn om de hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2014 al vooruit te betalen in 2013. U profiteert dan nog van aftrek tegen een hoger tarief. Deze vooruitbetaling moet echter wel schriftelijk zijn vastgelegd.
Eigenwoningschuld niet vergeten bij aflossing Heeft u vorig jaar uw eigenwoningschuld in zijn geheel of gedeeltelijk afgelost, dan moet u ervoor zorgen dat u voor eind van dit jaar een nieuwe eigenwoningschuld bent aangegaan. Voor deze nieuwe schuld geldt dan namelijk nog het overgangsrecht. Dit wil zeggen dat tot het bedrag van de aflossing in 2012 u nog in aanmerking komt voor toepassing van de eigenwoningregels die voor 2013 golden. U heeft dan dus niet te maken met de niet-aftrekbaarheid van hypotheekrente omdat de hypotheeklening niet annuïtair is. Gaat u dit jaar geen nieuwe eigenwoningschuld aan, dan heeft u dus wel te maken met de beperking van de hypotheekrenteaftrek als uw lening niet aan de voorwaarden voldoet.
VOOR DE PARTICULIER
Vraag dividendbelasting uit buitenland terug Heeft u dividend van buitenlandse ondernemingen ontvangen, dan zal er waarschijnlijk ook buitenlandse dividendbelasting zijn ingehouden. Deze dividendbelasting kunt u in bepaalde gevallen terugvorderen bij de buitenlandse belastingdienst.
Middeling aanvragen bij wisselende inkomens Als u een sterk wisselend belastbaar inkomen heeft in een aaneengesloten periode van drie jaren, kunt u dat inkomen middelen. Daarmee kunt u een tariefvoordeel bereiken. Het verzoek tot middeling moet u hebben ingediend binnen 36 maanden nadat de laatste aanslag inkomstenbelasting over de drie jaren van het herrekentijdvak onherroepelijk is komen vast te staan. Het verschil tussen de werkelijk betaalde belasting en de belasting na middeling wordt teruggegeven als het te ontvangen bedrag hoger is dan € 545,-.
Even slim box hoppen Voorkom tijdelijke vermogensverschuivingen tussen box 3 en de boxen 1 en 2. Een vermogensbestanddeel dat namelijk in een periode van minder dan drie achtereenvolgende maanden deel uitmaakt van box 1 of 2 (en zowel daarna als daarvoor in box 3 zat) wordt door de fiscus ook als box 3-inkomen gezien. Hierop wordt een uitzondering gemaakt als u aannemelijk kunt maken dat u een zakelijk motief had voor uw handelen. Schuiven met inkomens tussen partners. Verdelen Als u het hele jaar dezelfde fiscale partner heeft, mag u de gemeenschappelijke inkomsten, aftrekposten en het vermogen in box 3 over u allebei verdelen. Deze verdeling kan resulteren in een tariefvoordeel door uw aftrekposten te benutten bij de partner die het hoogste inkomen in box 1 heeft en uw positieve gemeenschappelijke posten bij degene met het laagste inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting.
Betaal belastingschulden voor de jaarwisseling Moet u nog een belastingaanslag betalen? Dan kan het aantrekkelijk zijn om uw openstaande belastingaanslagen nog dit jaar te betalen. Nog niet betaalde belastingschulden mogen namelijk niet in box 3 in aftrek worden gebracht, met uitzondering van te betalen schenk- en erfbelasting. Heeft u vóór 1 oktober 2013 schriftelijk verzocht om een (nadere) voorlopige aanslag en is deze niet vóór 31 december 2013 opgelegd waardoor u die niet voor het einde van 2013 kunt betalen? Dan mag u op 1 januari 2014 een bedrag ter grootte van de na 31 december 2013 opgelegde en betaalde belastingaanslag toch in aftrek brengen in box 3.
VOOR DE PARTICULIER
Schuiven met inkomens tussen partners Als u het hele jaar dezelfde fiscale partner heeft, mag u de gemeenschappelijke inkomsten, aftrekposten en het vermogen in box 3 over u allebei verdelen. Deze verdeling kan resulteren in een tariefvoordeel door uw aftrekposten te gebruiken bij de partner die het hoogste inkomen in box 1 heeft en uw positieve gemeenschappelijke posten bij degene met het laagste inkomen in box 1.
Geen keuze partner meer Bent u samenwonend? Dan heeft u voor de inkomstenbelasting geen keuzevrijheid meer ten aanzien van het fiscaal partnerschap. U voldoet of aan de voorwaarden (en dan bent u fiscaal partner) of u voldoet niet aan de voorwaarden (en dan bent u geen fiscaal partner). Ongehuwd Voor de volgende groepen ongehuwd samenwonenden geldt ook automatisch het fiscaal partnerschap: • samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract; of • samenwonenden die samen een kind hebben gekregen of waarbij de ene partner het kind van de andere partner heeft erkend; of • samenwonenden die gezamenlijk eigenaar zijn van een eigen woning; of • samenwonenden waarvan de partner is aangewezen als begunstigde voor een partnerpensioen. • ongehuwd samenwonenden worden ook als partner aangemerkt als zij samen met een kind van één van beiden op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie staan ingeschreven. Ook gehuwden en geregistreerde partners worden automatisch als fiscaal partner aangemerkt, op voorwaarde dat zij niet duurzaam gescheiden leven.
Zorg voor een zorgplicht in uw samenlevingscontract Ongehuwd samenwonenden kunnen voor de erfbelasting slechts als partners worden aangemerkt als zij een notarieel samenlevingscontract hebben, met daarin een wederzijdse zorgplicht. Die laatste toevoeging is essentieel om in aanmerking te kunnen komen voor de partnervrijstelling bij vererving (in 2013 is die vrijstelling € 616.880,-) én voor de indeling in tariefgroep 1 (met een tarief aan erfbelasting van 10% over de eerste € 118.254,- en 20% over de meerdere verkrijging). Bij een ontoereikend samenlevings-contract (zonder een wederzijdse zorgverplichting) vervalt het recht op de vrijstelling en volgt indeling in tariefgroep 2, met een tarief aan erfbelasting van 30 respectievelijk 40%! Een notarieel samenlevingscontract met zorgverplichting is niet (meer) vereist als u tenminste vijf jaar onafgebroken een gezamenlijke huishouding hebt gevoerd; dat moet blijken uit een inschrijving op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie. Ga na of u en uw partner een correct samenlevingscontract mét wederzijdse zorg-verplichting hebben. Als dat niet het geval is, laat uw samenlevingscontract dan per direct aanpassen. De wederzijdse zorgver-
VOOR DE PARTICULIER
plichting kan desgewenst beperkt blijven tot de periode van samenwoning; niet vereist is dat de zorgverplichting (zoals bij gehuwden) het karakter van een alimentatie heeft.
Eigenwoningschuld en echtscheiding, let dan op! In 2012 te maken gehad met een scheiding en voor 31 december van dat jaar een echtscheidingsconvenant getekend? Was u toen allebei in het bezit van een eigen woning die in het convenant ook aan u allebei is toebedeeld? Let er dan goed op dat de eigenwoningschuld uiterlijk eind 2013 op naam van de overnemende partij is gesteld in de akte. Diegene komt dan namelijk nog in aanmerking voor toepassing van de oude eigenwoningregels die voor 2013 golden. Verkoopprijs Kijk ook even na of de verkoopprijs wel in het echtsscheidingsconvenant is opgenomen, want dit is ook een voorwaarde voor toepassing van de oude eigenwoningregeling.
Dubbele woonlasten: ook in 2014 dubbele renteaftrek Particulieren met dubbele woonlasten (die hun tweede huis niet verkocht krijgen) kunnen drie jaar lang de hypotheekrente op beide woningen in aftrek brengen. Die driejaarstermijn wordt niet gekort als de eigenwoningbezitter zijn te koop staande woning tijdelijk (noodgedwongen) moet verhuren. Zodra de woning weer leeg komt en bestemd blijft voor de verkoop, herleeft de renteaftrek over de resterende periode van de driejaarstermijn. De wetgever heeft deze twee maatregelen enkele jaren geleden doorgevoerd, vanwege de slechte situatie op de woningmarkt. Beide maatregelen zijn tijdelijk: per 1 januari 2014 komen die te vervallen. Financiën heeft onlangs besloten de maatregelen met één jaar te verlengen, om ‘het broze herstel op de woningmarkt niet te verstoren’.
Serviceflats waarderen op WEV en niet op de WOZ De Successiewet bepaalt dat woningen voor de heffing van schenk- of erfbelasting gewaardeerd moeten worden op de WOZ-waarde. Deze waarderingsmaatstaf leidt tot problemen bij serviceflats. De WOZ-waarde van deze woningen is veel hoger dan de waarde in het economische verkeer (WEV). Dat komt omdat de eigenaar/bewoner van een serviceflat forse servicekosten moet betalen voor diverse diensten ‘in huis’ (voor maaltijden, de kapper, alarmservice, enzovoort) en de WOZ geen rekening houdt met deze waarde drukkende factor. Het kabinet vindt dit ongewenst: een serviceflat kan voor de schenk- en erfbelasting gewaardeerd worden op de waarde in het economische verkeer als die waarde lager uitkomt dan de WOZ-waarde vanwege de persoonlijke verplichting tot betaling van servicekosten. Voorwaarde is wel dat de WEV tenminste 30% lager is dan de WOZ vanwege de persoonsgebonden verplichting tot het betalen van servicekosten.
VOOR DE PARTICULIER
Koop of verkoop van uw eigen woning. Vóór of na de jaarwisseling? Als u uw eigen woning binnenkort (eindelijk dan toch) gaat verkopen, is het voordelig om de eigendomsoverdracht uit te stellen tot ná de jaarwisseling als u nog geen andere eigen woning hebt gekocht waarvoor u de verkoopopbrengst van uw huidige woning wilt aanwenden. Als u uw woning nog dit jaar verkoopt en notarieel levert, behoort de opbrengst tot het vermogen in box 3. Door pas na de jaarwisseling uw woning te leveren, blijft dit per 1 januari 2014 buiten aanmerking voor de vermogensrendements-heffing van 1,2%. Als u een eigen woning wilt gaan kopen en dat huis voor een flink bedrag met eigen vermogen wilt betalen, geldt het omgekeerde. In dat geval gaat uw vermogen in box 3 over naar box 1, waardoor het juist gunstig is om nog vóór de jaarwisseling de woning te laten leveren.
Notariële akte voor periodieke giften vervalt Periodieke gitten zijn giften in de vorm van vaste en gelijkmatige uitkeringen aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) of een vereniging, die uiterlijk eindigen bij het overlijden van de schenker. Dergelijke giften zijn zonder drempel volledig aftrekbaar. Periodieke giften moeten thans nog bij notariële akte worden vastgelegd. Die eis komt per 1 januari 2014 te vervallen; voorgesteld wordt om aftrek ook toe te staan voor periodieke giften bij een onderhandse akte van schenking. Dat biedt meer flexibiliteit voor de gulle gever en de ANBI én een besparing op notariskosten. Periodieke giften kunnen vanaf 1 januari 2014 bij onderhandse akte van schenking worden gedaan. Voor een volledige aftrek van dergelijke giften (zonder drempel) eist de wet thans nog dat de verplichtingen tot de periodieke giften bij notariële akte is aangegaan. Die eis komt te vervallen met name om het doen van kleinere periodieke giften te stimuleren. Om misbruik van de giftenaftrek te voorkomen, moet de onderhandse akte wel aan diverse voorwaarden voldoen. In die akte moeten in elk geval de volgende gegevens worden vermeld: • • • • •
de persoonsgegevens van de schenker; de naam van de ANBI of vereniging, met diens unieke nummer uit het handelsregister; de (minimale) omvang van de gift, met de jaarlijkse uitkeringen; de (minimale) looptijd van de schenking; een door de ANBI of vereniging toe te kennen uniek transactienummer.
Met zonnepanelen bent u – particulier – BTW ondernemer Het Europese Hof van Justitie heeft recent beslist dat de exploitatie van zonnepanelen een economische activiteit is. Particulieren die met zonnepanelen elektriciteit opwekken en dat duurzaam (deels) aan het energienet verkopen, zijn ondernemer voor de omzetbelasting. En dat betekent dat zij de BTW op de aanschaf en installatie van de zonnepanelen als voorbelasting kunnen terugvragen. Financiën heeft recent deze particulieren als BTW ondernemer erkend en gaat de verzoeken om toekenning van een BTW nummer afwerken. De particuliere eigenaar van zonnepanelen die aannemelijk maakt dat hij de met de panelen opgewekte elektriciteit geheel of gedeeltelijk, duurzaam en tegen een vergoeding
VOOR DE PARTICULIER
(met BTW) aan zijn energieleverancier levert, wordt als BTW ondernemer aangemerkt. Dat BTW ondernemerschap kan niet met terugwerkende kracht worden toegekend: particulieren die vóór de uitspraak van het EU-Hof in zonnepanelen hebben geïnvesteerd hebben geen recht meer op een BTW teruggave omdat de termijnen voor het verzoeken daarvan inmiddels zijn verstreken. De particulier die vanwege de BTW belaste leveranties van energie aan het netwerk jaarlijks (na aftrek van de BTW voorbelasting) niet meer dan € 1.345,- moet afdragen, kan een beroep doen op de kleineondernemersregeling in de omzetbelasting. En zo een ontheffing krijgen van de BTW plicht en de daarbij behorende administratieve verplichtingen.
Minder box 3-vermogen, minder AWBZ Per 1 januari 2013 is de eigen bijdrage voor AWBZ-zorg flink verhoogd. De verhoging treft met name mensen met vermogen in box 3: vanaf 1 januari 2013 moet een fictief inkomen van 8% over het box 3-vermogen meegenomen worden bij de berekening van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage in 2013 wordt berekend op basis van het inkomen over 2011. Minder box 3-vermogen betekent een lagere eigen bijdrage. U kunt uw vermogen in box 3 wegschenken aan de (klein-)kinderen, u kunt het in een BV (in box 2) onderbrengen en (speciaal voor de langstlevende ouders) u kunt de overbedeling-schuld aan uw kinderen aflossen die ontstaan is bij het overlijden van de eerste ouder. Veel testamenten sluiten aan bij de wettelijke verdeling. Als de eerste ouder overlijdt, krijgen de kinderen hun erfdeel in de vorm van een niet-opeisbare vordering op de langstlevende ouder. Zij kunnen hun vordering veelal pas opeisen bij het overlijden van die langstlevende ouder. Ouders kunnen in hun testament meerdere opeisbaarheids-gronden opnemen waardoor de kinderen hun erfdeel al eerder dan bij overlijden kunnen opvragen. Het opnemen van de ouders in een AWBZ-instelling kan zo’n opeisbaarheidsgrond zijn.
Maak van uw privévermogen ondernemingsvermogen Als u overlijdt met privévermogen moeten u erfgenamen daarover erfbelasting betalen. Over de eerste € 118.254,- is de belasting 10%, daarboven 20%. Als u overlijdt met ondernemingsvermogen kunt u uw erfgenamen een substantiële besparing op de erfbelasting toespelen. Uw nazaten kunnen dan (als zij aan de gestelde voorwaarden voldoen) gebruik maken van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet. Die regeling biedt drie gunstregelingen: een vrijstelling van 100% van het ondernemings-vermogen als de onderneming een waarde heeft tot € 1.028.132,-, een faciliteit bij de waardering van het ondernemingsvermogen én uitstel van betaling van de erfbelasting voor zover dat nog wel over het nagelaten ondernemingsvermogen is verschuldigd. Het loont alleszins de moeite om op tijd na gaan of u én uw erfgenamen aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen. Die kans is groot. Ook als uw kinderen niet zelf de onderneming feitelijk willen voortzetten, met name als het ondernemingsvermogen in een BV is ondergebracht.
Katwijk, november 2013
Geachte relaties, Vanuit vele hoeken uit onze samenleving, zowel van ondernemers en particulieren, komen bij ons signalen binnen dat de langdurende economische crisis veel onzekerheden bij een ieder teweeg brengt. Als gevolg hiervan zijn we allen wat voorzichtiger geworden in onze toekomstplannen en financiële uitgaven. Dit kunnen we ook positief benaderen, daar we bewuster keuzes maken en meer kennis hebben in de eigen financiële situatie. Binnen de ondernemersgelederen zien we steeds vaker een ‘verharding’ in het aangaan van contracten en naleving hiervan. Helaas zien we hierdoor vele kleinere ondernemingen in de problemen raken daar deze nog geen solide buffer hebben kunnen opbouwen. Door zich ruimdenkender naar elkaar op te stellen kunnen zij gezamenlijk deze crisis overwinnen. Bij betalingsproblemen van uw cliënten kunt u beter een goede betalingsregeling treffen. Daarmee zorgt u beiden voor een doorlopende cashflow wat u beiden ten goede komt. Verenig u als ondernemers onderling en u zult merken dat u er samen sterker uit kunt komen. Zelfs de Belastingdienst benadert de ondernemers met een belastingschuld, welke wordt gemeld, coulanter en creëert hiermee voor u een spreiding van uw betalings-verplichtingen. Wanneer u uw betalingsonmacht niet kenbaar maakt bij de Belastingdienst zullen zij keihard optreden en met het nieuwe boetebeleid kan een eventuele boete zelfs oplopen tot 100% van de totale belastingschuld. U kunt dit allemaal voorkomen door goed naar uw financiële situatie te laten kijken en indien nodig de benodigde stappen te ondernemen. Hiermee bespaart u al snel honderden euro’s aan boetes. Daarnaast maakt de versobering van alle sociale voorzieningen het voor ons allen er niet leuker op, maar toch zijn er nog genoeg fiscale voorzieningen die voor uw toekomst zeer interessant kunnen zijn. Tevens kunt u bij het kiezen van uw zorgverzekeraar voor 2014 al honderden euro’s op jaarbasis verdienen, en zo zijn er nog wel een paar besparingen te noemen. Dat we met z’n allen een stap terug hebben moeten doen is overduidelijk maar door kritisch de eigen persoonlijke situatie onder de loep te nemen kan de stap ook een stapje terug worden. Voor velen van ons is de economische crisis hard aangekomen en de veranderingen die Den Haag in de fiscale wetten heeft doorgevoerd maakt het er voor vele ondernemers en particulieren niet duidelijker op. Daar wij van mening zijn dat er voor u toch nog enige fiscale voordelen te behalen zijn, bieden wij u namens ons kantoor deze eindejaar tips aan. Mocht u van mening zijn dat één van de artikelen op uw situatie van toepassing is en u hier meer informatie over wenst, dan nodigen wij u hierbij uit om samen met u te bekijken, of we de belastingdruk voor u kunnen verlagen. Bij deze wil ik u hartelijk danken voor uw vertrouwen in het afgelopen jaar en wens ik u fijne kerstdagen en een succesvol 2014. Katinka van der Hooft