MIMISTEREP VAN ONDERWIJO, KUMOTEN EN WETENSCHAPPEN. N°.
Met
/
bijlage^»).
MÇr •yj~
AFDEELING
HOOGER ONDERWIJS
y
/
De Miniotog van ö n ë e rwijat Kunsten en W u u i s ü u p u e n d doet aan
<& ^ ^ x
nevensgaand
sttffc
^4>gUL~x> ^a, aL, ^C««!««,^**/*^
tv toekomen mest ve^zoe^f-^wU^EC^
_y
S-GRAVENHÄ|E,
£M
^dLa^t^M*
19 *;
Véeg-d&i Minister, £>£ Secretaris-Generaal,
/ I k .,• / ^ K M ^ ^ 7688 - ' 4 0
i
22 910.
»s-Gravenhage, 2 December 1941.
21 augustus 1941,Ho«4695»Afd.H.O. Aanvulling met de r i c h t i n g cultuurtechniek-diploma L a ndbouwk.Ingenieur.
*
Bij schrijven van 21 Augustus 1941 s t e l d e U Hoogedelgestrenge met verzoek om b e r i c h t en raad i n handen van de Eerste Afdeeling van den Onderwijsraad het schrijven van den Chef van de Afdeeling Landbouwonderwijs i n zake de i n s t e l l i n g eener v i j f d e s t u d i e r i c h t i n g » die der cultuur techniek, aan de Landbouw Hoogeschool t e Wageningen. Ten einde d i t b e r i c h t voor te bereiden hebben de l e d e n , die ten deze zouden pae adviseer en, de heeren Kruyt en Schermerhön, besprekingen gevoerd met Rector en S e c r e t a r i s van de Landbouw Hoogeschool, 1$e|f den I r .Me su, den Directeur der Cultuurte chni sehen Dienst en het laatstgenoemd l i d bovendien met den Lector Kruidhof. Ter beoordeeling van de wensche Li jkheid van het i n s t e l l e n eener nieuwe s t u d i e r i c h t i n g meent de Afdeeling zulks vanuit tweeërlei r i c h t i n g t e moeten besten: 1 . b e s t a a t er een maatschappelijke b e hoefte en 2 . p a s t het nieuwe diploma i n de ordening der bestaande diploma's? A l l e r e e r s t i s kennis genomen van het g e d e t a i l l e e r d e studieprogramma, zonder welks kennis het n i e t mogelijk i s s i c h een oordeel t e vormen over de bedoeling van de nieuwe opleiding, noch over de verhouding van de studie voor c a l t u u r t e c h n i s c h ingenieur t o t andere s t u d i e s . Uit d i t programma en u i t de gevoerde besprekingen b l i j k t , dat het nieuwe diploma de meeste punten van overeenkomst heeft met de r i c h t i n g Akker- en Weidebouw t e Wageningen en daarnaast met de studie i a de afdeeling der Weg- en Waterbouwkunde aan de Technische Hoogeschool, n l . die voor c i v i e l - i n g e n i e u r en die voor civiel-landmeëer. Een nadere v e r g e l i j k i n g van den a . s . c a l t u u r t e c h n i s c h - i n g e n i e u r met den c i v i e l - i n g e n i e u r en met den c i v i e l - l a n d m e t e r , t o o n t , ecfcter dat de cultuurtechnisch-ingenieur geenszins bedoelt een s p e c i a l i s t t e lijnden Secretaris-Generaal v a n het Departement van Opvoeding e n s . Oostduinlaan 2 's-Gravenhage.
z i j n op het gebied van beide laatstgenoemden. Het onderwijs i n deze beide vakken i s i n verhouding t o t het onderwijs i n Delft zeer beperkt en zeker van de tweede orde i n v e r g e l i j k i n g met het onderwijs i n de vakken, welke de s t u d i e voor c u l t u u r - t e c h n i s c h ingenieur gemeen heeft met die voor de r i c h t i n g Akker- en Weidebouw t e Wageningen. Een v e r g e l i j k i n g met de genoemde D e lftsche diploma's t o o n t , dat de s t u d i e van de weg- en waterbouwkunde en van het landmeten door den cultuurtechnisi ingenieur b l i j k b a a r n i e t meer beoogt, dan hem i n s t a - t t e s t e l l e n zich zelf i n de eenvoudigste gevallen op hetf gebied dezer vakken t a kunnen helpen en om hem het i n z i c h t b i j t e brengen, wanneer h i j sich t o t spec i a l i s t e n i n de waterbouwkunde of i a het landmeten zal hebben t e wenden. Met betrekking t o t de studia der weg- en waterbouwkunde behoeft d i t weinig t o e l i c h t i n g . Ook de nota van den Chef van de Afdeeling Landbouwonderwijs gaat d u i d e l i j k van d i t standpunt u i t . l e n i g e t w i j f e l sou s l e c h t s mogelijk z i j n inzaka de geodetische s t a d i e , gezien de nadruk, die i n de genoemde nota van den Chef der Afdeeling Landbouwonderwijs op de s t u d i e van dat vak wordt gelegd. Uit de bespreking met den l e c t o r A.Kruidhof i s echter geblekea, d a t i n het studieprogramma voor den caltuurtechnisch-ingenieur i n t o t a a l 6 uur college voor het landmeten z i j n uitgetrokken. Van deze 6 uur collega v a l t 3 uur tezamen met de r e e d s bestaande cursus i n het landmeten voor de r i c h t i n g Indische Boschbouwkunde. In de overige 3 uren zal 1 uur moeten worden besteed aan de behandeling van de wet op de r u i l v e r k a v e l i n g . Verder moeten de overige 2 uren verdeeld werden over de behandeling van de fotogrammetei de vereffeningstheorie en haar toepassing i a het landmeten en de l a e r der k a a r t p r o j e c t i a of a f b e e l d i n g s l e e r . Het i s d u i d e l i j k , dat de b e schikbare t i j d s l e c h t s eea zeer summiere behandeling van deze l e e r s t o f toelaat. Dat e r voor een zekera overlapping van de s t u d i e voor c u l t u u r t e c h nisch i n g e n i e u r , zooals deze thans i s geprojecteerd, en die voor c i viel-landmeter n i e t behoeft t e worden gevreesd, l e e r t de onderstaande t a b e l , waarin van een aantal kernvakken van de s t u d i e van den landmeter het t o t a a l a a n t a l college-uren gedurende den geheelen s t u d i e t i j d i s vermeld, naast de voor dezelfde vakken i n de s t u d i a voor cult uurte chnisch-ingenieur beschikbare t i j d . landmeten Vereffening s t h e o r i e •en h a a r t o e p a s s i n g i . h . l a n d m e t ;en I n s t rument enkund e Fo to gr amme t r i a Geodesie(hoogere) Afbeeldingsleer Geod.Astronomie tartografia
Landmet er
7 4 2
H 4 2 1 1 2
Cultuurtechn.ing.
3 1
T
^*
landmeter c u l t u u r t e chn.in&. Kadaster, R u i l v e r k . e n z . ï Landmeetk • wi sk • 2 Admin. en Burg.Recht 3 Uit het bovenstaande i s dus d u i d e l i j k » dat het b l i j k b a a r geenszins de bedoeling i s , dat de cttltuartechnisch-ingenieur ergens een p l a a t s zal innemen, die door een landmeter wordt b e z e t , z e l f s n i e t die van den z g . deskundige b i j de r u i l v e r k a v e l i n g . Uit de besprekingen met i r «Me su i s gebleken, d a t de c u l t uur t echni sch-ingenie ur i n de e e r s t e p l a a t s landbouwkundig ingenieur dient t e b l i j v e n , zonder a l t e zeer de nadeelen van een t e s t e r k e s p e c i a l i s a t i e t a vertoonen. Er i s voor den cultuurtechnisch— ingenieur p l a a t s b i j de voorbereiding van de e e r s t e ontwerpen van a l l e r e cultuurtechnische werkzaamheden, waarbij h i j , indien de opzet van het werk zulks w e t t i g t , zich voor de bijzonderheden van h e t p r o j e c t hulp kan verzekeren van s p e c i a l i s t e n op verschillend gebied, waaronder dat van de landbouwvakken, civiel-ingenieurswetenschap en landmeetkunde. In h e t bijzonder b i j de uitvoering z u l l e n b i j omvangrijke werken deze special i s t e n steeds wel worden betrokken en s c h i j n t het geenszins de bedoeling i n het algemeen de c u l t u u r t e c h n i s c h - i n g e n i e u r i n de p l a a t s van een dezer s p e c i a l i s t e n t a l a t e n werken. Het i s n a t u u r l i j k de vraag i n hoeverre of b i j dergelijke studie die v r i j s t e r k op de breedte i s i n g e s t e l d , de wetenschappelijke vorming g e vaar l o o p t . Immers, zeker b e s t a a t de k a n s , dat b i j de noodzakelijkheid om zich de elementaire begrippen van een v r i j groota groep van vakken eigen t e maken, de mogelijkheid gaat ontbreken, aan de hand van de studie van één d i e r vakken met de wetenschappelijke methode kennis t e maken. De Afdeeling meent l a t u s chen, dat de mogelijkheid aanwezig i s , om d i t bezwaar te ondervangen, zoodat het aanbeveling v e r d i e n t , de behoefte, die er i n het maatschappelijk leven b l i j k b a a r i s o n t s t a a n , ook door het Hooger Onderwijs t e doen dekken. Immers, indien t e vreezen zou z i j n , dat het r e s u l t a a t van de geraamde opleiding n i e t r e d e l i j k zou kunnen voldoea aan de eisenen die de academische vorming s t e l t , t e r w i j l toch aan de andere zijde het maatschappelijk leven de opleiding van d e r g e l i j k e personen v e r l a n g t , dan z a l , althans i n b e g i n s e l , deze o p l e i d i n g n i e t aan een i n s t a l l i n g van Hooger Onderwijs ondergebracht behoeven t a worden. De Afdeeling i s er echter van overtuigd, dat d i t l a a t s t e geen goede oplossing zou z i j n , omdat de ontworpen opleiding geen p r e t e n t i a heeft haar wetenschappelijk k a r a k t e r te willen ootleenen aan andere s t u d i e r i c h t i n g e n dan die van de landbouw kunde. Uit besprekingen, gevoerd met den heer Ir.Mesu i s d u i d e l i j k gebleken, dat er inderdaad een levendige behoefte b e s t a a t aan landbouwingenieurs met een opleiding a l s h i e r voorgesteld! u i t het vorenstaande b l i j k t bovendien dat het nieuwe diploma behoorlijk past in het geheel v a n —be staande-
4 .
bestaande diploma's zoodat de Afdeeling U Hoogedelgestrenge r a a d t het tot stand komen dezer rieuwer opleiding t e bevorderen. Er b l i j f t nog over te adviseeren inzake de amendementem, dia door het College van Curatoren op de S e n a a t s v o o r s t e l l e n z i j n voorgedragen. De Afdeeling beveelt U Hoogedelgestrenge aan de senaatsvoor s t e l l e n onveranderd over t e nemen. Het o p s t e l l e n van een opleidingsprogramma i s een kwestie van geven ea nemen waarbij rekening gehouden moet worden met i d e a l e wenschen e n e r z i j d s , b er eikbaarhe d en a n d e r z i j d s , waarbij desa l a a t s t e i n het bijzonder beperkt worden door den wensch de s t u d i e d u u r , n i e t langer t e maken dan die i n de v i e r andere r i c h t i n g e n , handhaving van de algemeene grondregelen der studie t e Wageningen en gegeven mogelijkheden ten opzichte van leerkrachten en laboratoriumaccomodatie. Het komt de Afdeeling voor, dat de S e uaat er i a geslaagd i s da j u i s t e middenweg t e vinden; de Afdeeling s l u i t zich t e n deze dus aan b i j het advies van den Chef van de Afdeeling Landbouwonderwijs, dia eveneens aan de onveranderde S e n a a t s v o o r s t e l l e n de voorkeur g e e f t . Namens de Afdeeling voornoemd, ( ^ j J f ' T ^ ^ e^-j , *•-
^-r
• Voorzitter. ,wnd.Secretaris.
V
Mt r»
ft
Xv
O
' . n
A
«w •
- eret® Af dec ling
Namens dea V o o r z i t t e r heb ik da eer ÏÏ h i e r b i j aaa t e bieceai 1-» «ea a f s c h r i f t van een s c h r i j v e n , d.d.21 Augustus 1941, vaa het Departement van Opvoeding eoza» met begeleidend fcurijven van dan Chef van de Afdeeling Landbouwonderwijs, betreffende u i t b r e i d i n g ven het diploma van Laad bouwkundig Ingenieur met de r i c h t i n g cultuurtechniek« 2— • een door de hoeren Eruyt en Schermerhorn opge at eld coocept-aatwoord• Indien vóór JO November a . s . g e s n tegenbericht i s o n t vangen moge worden aangenomen, d»t b i j U te?jen d i t advies geam bezweer b e s t a a t . * s-Gravenhage, 19 November 1941. De w n d . S e c r e t « r i s ,
Afschrift No.22 910. ONDERWIJSRAAD. DEPARTEMENT VAN OPVOEDING, WETENSCHAP EN CULTUURBESCHERMING. No.4695.
Afdeeling
Hooger
Onderwijs. Met 1 bijlage.
De S e c r e t a r i s - G e n e r a a l van h e t Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming doet aan de E e r s t e Afdeeling van, den Onderwijsraad nevensgaand s t u k toekomen met verzoek om spoedig b e r i c h t en r a a d . ' s - G r a v e n h a g e , 21 Augustus 1 9 4 1 . De S e c r e t a r i s - G e n e r a a l , ( w . g o ) J » van Dam. DEPARTEMENT VAN OPVOEDING, WETENSCHAP EN CULTUURBESCHERMING. Afdeeling Landbouwonderwijs. VOOR DEN HEER SECRETARIS-GENERAAL VAN HET DEPARTEMENT VAN OPVOEDING, WETENSCHAP EN CULT UURBESCHERMING.
A r t i k e l 46 der Wet t o t r e g e l i n g van h e t Hooger Landbouwonderwijs b e p a a l t , dat aan de L a ndbouwhoogeschool h e t diploma van landbouwkundig i n g e n i e u r v e r k r i j g b a a r i s en d a t b i j dezen t i t e l door de l e t t e r s L, K L, T, B en K B nader wordt a a n g e d u i d , d a t de gediplomeerde s t u d i e h e e f t gemaakt van r e s p . den landbouw i n de gematigde l u c h t s t r e e k , den landbouw i n de t r o p i s c h e gewesten, den tuinbouw, den boschbouw i n de gematigde l u c h t s t r e e k en den boschbouw i n de t r o p i s c h e g e w e s t e n . V o l gens h e t K o n i n k l i j k b e s l u i t van 4 Maart 1935, z o o a l s d i t werd g e w i j z i g d b i j K o n i n k l i j k b e s l u i t van 11 A p r i l 1938, kunnen t e n a a n z i e n van h e t diploma van landbouwkundig i n g e n i e u r L de examens nog weer voor v i e r v e r s c h i l l e n d e r i c h t i n g e n worden a f g e l e g d , t . w . : l . d e r i c h t i n g a k k e r - en weidebouw; 2.de r i c h t i n g V e e t e e l t ; 3*-de r i c h t i n g z u i v e l b e r e i d i n g en 4 . d e r i c h t i n g economie. De S e n a a t s t e l t nu voor om h i e r a a n een v i j f d e r i c h t i n g t o e t e voegen, n l . d e r i c h t i n g c u l t u u r t e c h n i e k . Hij h e e f t t e v o r e n deze a a n g e l e g e n h e i d o.m.besproken met I r . J . P . v a n Lonkhuijzen, t o e n t e r t i j d d i r e c t e p ? van de Ned.Heide M i j . , I r . P . P . M e s u , D i r e c t e u r van den C u l t u u r t e c h n i s c h e n D i e n s t , en I r . J . T h . W e s t h o f f , D i r e c t e u r van den R i j k s -dienst-
dienst voor de Werkverruiming. Uit deze besprekingen bleek, dat het ontbreken van het vak Landmeten en Waterpassen onder de studievakken van L een moeilijk t e overkomen h i n d e r n i s vormt voor de opleiding van den cultuurtechnisch geschoolden landbouwkundig i n g e n i e u r . Reeds j a r e n geleden heeft de Ned.Heide Mij. er op aangedrongen daarin wijziging t e brengen. Er bleek b i j de bespreking echter t e v e n s , dat i n verband met de eischen, welke ten aanzien van de beekverbetering en vooral ten aanzien van de ruilverkaveling aan het Landmeten en Waterpassen d i e n s t e worden g e s t e l d , voor d i t vak op een aanmerkelijk a a n t a l c o l l e g e - en practicumuren moet worden gerekend. Gezien den nu reeds volbezetten ' l e s r o o s t e r brengt d i t mede, dat de vraag, of de bestaande s t u d i e r i c h t i n g L I met behulp van de j u i s t e keuzevakken voldoende kan worden geacht voor het g e s t e l d e d o e l , ontkennend moet worden beantwoord. D e v r a a g , of er i n Nederland groot e behoefte b e s t a a t aan c u l t u u r technisch geschoolde landbouwkundige i n g e n i e u r s , werd door de genoemde d r i e wel zeer tot oordeelen bevoegde personen bevestigend beantwoord. De heer MSSU had reeds vroeger i n een voordracht gezegd: "De i n s t e l l i n g van een afzonderlijke r i c h t i n g voor cultuurtechniek aan de Landbouwhoogeschool i s daarom zee£ gewenscht. Afgestudeerden dezer r i c h t i n g kunnen g e p l a a t s t worden b i j den Cultuurtechnischen Dienst, de I n s p e c t i e s voor de Werkverschaffing, de Nederland sehe Heidemaatschappij, de Grontmaat; h a p p i j , of andere ontgunningsmaatschappijen, de Zuiderzeewerken, Waterschappen, Domeinen, het Gouvernement, Cultuurmaatschappijen, e n z . " De S e naat i s van oordeel,dat Nederland thans wel zeer behoefte heeft aan personen, die leidend kunnen optreden b i j de t a l l o o z e groote en kleine cultuurtechnische werken, welke, mede t e r voorkoming van de 1 werkloosheid, worden begonnen, maar die op een zoodanige wijze moeten worden uitgevoerd, dat daaruit voor het nageslacht de g r o o t s t moge5 l i j k e v o o r d e d e n i n den vorm van blijvende werkverruiming en verminderde productiekosten voortkomen. Vooral i n d e n tegenwoordigen t i j d , nu e r i n verband met de werkverschaffing sommen aan den grond kunnen worden besteed, verre uitgaande boven z i j n v e r k o o p p r i j s , k r i j g e n ontginningen een geheel andere b e t e e k e n i s ; z i j vragen ook een grootere kennis, n i e t alleen van den bovengrond, maar eveneens van de diepere lagen, en een j u i s t i n z i c h t i n hetgeen er i n de toekomst en dus voor de zoo gewenschte wer | ^ e r r u i m i n g van de alsdan wel zeer dure ontgunning i s t e verwachten. Hoewel reeds thans vele der afgestudeerden op de hiervoren genoemde plaatsen werkzaam z i j n , acht de Senaat het een landsbelang door de »v s t i c h t i n g van een speciale cultuurtechnische r i c h t i n g a l s onderdeel van Ie studie i n den Nederlandschen landbouw te zorgen, dat de i n de t o e komst gevormd en nog b e t e r voor hunne taak berekend z i j n . -Als»
3« Als b e g i n s e l werd door den Se naat g e s t e l d , dat de aan de Landbouwhoogeschool t e volgen cultuurtechnische studie landbouwkundige ingenieurs moet vormen, die a l s gevolg van de v r i j diepgaande studie i n Landmeten en Waterpassen beschikken over een degelijken landme et kundig en i n s l a g , ! teneinde aan het hoofd van de hiervoren bedoelde werken t e kunnen s t a a n , maar die overigens t e r e c h t den naam van landbouwkundig ingenieur zullen ',kunnen voeren. De landbouwkundige opleiding dient naast de propaedeuze en naast de meer specifieke cultuurtechnische vakken t e b l i j v e n steunen op landbouwplantenteelt, landbouwscheikunde, microbiologie, landhuishoudkunde en landbouwwerktuigkunda, t e r w i j l aan de wiskunde a l s b a s i s voor het landmeten en waterpassen en aan het a g r a r i s c h recht i n verband met ! de uitgebreide wetgeving op d i t t e r r e i n verhoogde ei sehen zouden moeten worden g e s t e l d . Bij de samenstelling van het plan van studie voor de c u l t u u r t e c h nische r i c h t i n g dient er voor t e worden gezorgd, dat de t e geven stof zooveel mogelijk i n reeds bestaande colleges wordt v e r s t r e k t , dat dus de hoogleeraren n i e t door de v e r p l i c h t i n g t o t nieuwe c o l l e g e s , en dus college-uren, t e zwaar zouden worden b e l a s t , waarbij het u i t e r a a r d weiß geoorloofd en z e l f s gewenscht i s de p r a c t i c a zoowel i n de p r o p a e d e u t i sche a l s i n de candidaatsstudie op de studenten van de nieuwe r i c h t i n g i n te s t e l l e n . Overigens zullen naar het oordeel van den Senaat u i t den voorgestelden maatregel de volgende uitgaven v o o r t v l o e i e n : a.Prof.HUDIG(bodemkunde, bemestingsleer) zal de beschikking dienen t e hebben over een wetenschappelijk ambtenaar(bodemkundige). Ook thans wordt de behoefte daaraan zeer gevoeld, maar een verdere u i t b r e i d i n g van z i j n taak maakt een voorziening wel noodzakelijk; w b.het laboratorium van Prof.HUDIG z a l met een lokaal moeten worden uitgebreid;
W voor het bergen van plannen en teekeninaen. )H Het College van Curatoren verklaart zich i n beginsel bereid aan TS
' de verwezenlijking van het .denkbeeld eener v i j f d e s t u d i e r i c h t i n g i n den Nederlandschen landbouw meen medeikt e mij werken* Bij d i t standpunt geheel te moeten aansluiten«
03i
Curatoren maken nog eenige opmerkingen, n l : -a»-
4. . I n de c a n d i d a a t s s t u d i e zou aan het Landmeten en Waterpassen met b i j b e h o o r e n d e Wiskunde een t e g r o o t e p l a a t s z i j n i n g e r u i m d . De Heer KRUIDHOF w i j s t e r o p , d a t de r u i m t e , door den Senaat toegekend ui-de Lsndme et kunde, a l s een minimum moet worden beschouwd en d a t b i j de pstaande o p l e i d i n g e n voor c u l t uur t e c h n i eus t e Weenen, Z u r i c h en Bonn MI g r o o t e r a a n t a l u r e n voor dmt s t u d i e v a k i s u i t g e t r o k k e n . I k b e s p r a k \ze k w e s t i e nog eens met den D i r e c t e u r v a n den Cult uur t e chni sehen D i e n s t 3 .er t e l a n d e , d i e h e t s t a n d p u n t van den Heer KRUIDHOF g e h e e l b l i j k t t e »elen. I k zou daarom i n d i t o p z i c h t geen w i j z i g i n g w i l l e n brengen i n het ' ige s t e l de schéma» , De Agrogeologie zou een v e r p l i c h t vak b i j h e t candidaatsexamen moeten
1
zijn. Met den S e n a a t komt h e t mij v o o r , d a t de c a n d i d a a t s s t u d i e n i e t nog r der verzwaard d i e n t t e worden en d a t er mede v o l s t a a n moet worden h e t k Agrogeologie op t e nemen onder de keuzevakken b i j de i n g e n i e u r s s t u d i e . vendien hebben de b e i d e d e s b e t r e f f e n d e Hoogleeraren HUD IG (bodemkunde, [ el biest i n g s i e e r ) en EDELMAN ( g e o l o g i e ) z i c h v e r e e n i g d met h e t door den haat ontworpen schema o '' Men zou b i j h e t ingenieursexamen h e t vak GRONDVERBETERING a l s Verp l i c h t vak opgenomen /ja w i l l e n z i e n n a a s t de v e r p l i c h t e vakken Landbouw scheikunde en A f w a t e r i n g . De Senaat zou w i l l e n vasthouden aan den r e ë e l , v o l e ens welke bi.i ' i n g e n i e u r s s t u d i e i n den N e d e r l a n d s c h e n landbouw n i e t meer dan twee 9d _. , , pp l i c h t e vakken worden g e v o r d e r d , met twee keuzevakken. Daar Ir.STAP, Docent voor Grondverbetering en O n d e r - d i r e c t e u r van de LSV n . »«Heide M i j . , h e t n i e t noodig acht G r o n d v e r b e t e r i n g a l s v e r p l i c h t '3D.» , . Ldievak op t e nemen v e r d i e n t h e t v o o r s t e l van den S 0e n a a t m . i . de v o o r Hu ir. Ï£B*
Voor h e t g e v a l UHEG. z i c h met v o r e n s t a a n d e z i e n s w i j z e mocht kunnen . ., , 'eenigen voeg i k den c o n c e p t - b r i e f , g e r i c h t aan h e t College van Curav e n d e r Landbouwhoogeschool, b i j . 9 om [_._. , , , DE CHEF VAN DE AFDEELING nas . V I I I - » 4 1 . LANDBOUWONDERWIJS, (w.go) D . S . H u i z i n g a . :oov I 3 om
I9V I
Liebi