O DEO N een uitgave van
DE NATIONALE OPERA — Nº 93 / 2014
LAIKA MARTIJN PADDING P6
FALSTAFF GIUSEPPE VERDI P 16
GURRE-LIEDER ARNOLD SCHÖNBERG P 28
03
REDACTIONEEL
ODEON IN EEN NIEUWE JAS! - II
O D EO N een uitgave van
DE NATIONALE OPERA — Nº 92 / 2014
LUCIA DI LAMMERMOOR GAETANO DONIZETTI P6
ARABELLA
RICHARD STRAUSS P 16
FAUST CHARLES GOUNOD P 28
ODEON Nº 93 / 2014
Met het vorige nummer stelden onze directeuren Els van der Plas en Pierre Audi Odeon in zijn nieuwe vormgeving aan u voor. Ook vroegen zij of u ons via
[email protected] wilde laten weten wat u van het nieuwe ontwerp vindt. De soms zeer uitvoerige reacties waren zowel kritisch als enthousiast. Een enkele lezer vond de na de fusie nieuw ingevoerde huisstijl voor het nieuwe geheel Nationale Opera & Ballet niet nodig en zou de voorkeur hebben gegeven aan behoud van het onderscheid tussen ballet en opera, mét hun eigen uitingen. Als een belangrijk voordeel van de nieuwe stijl wordt vooral de leesbaarheid genoemd: de letters zijn groter en staan niet zo dicht op elkaar als voorheen. Dit komt de leesbaarheid zeer ten goede, waardoor het voor een trouwe lezer zelfs zo leek dat de schrijfstijl toegankelijker was geworden. De heldere vormgeving sluit volgens een groot aantal lezers mooi aan bij de nieuwe huisstijl en het logo van Nationale Opera & Ballet. Voor sommigen was het vele wit op de pagina’s juist wat overdreven. Er is veel waardering voor de paginagrote foto’s en de algehele aanblik bij het doorbladeren. Een enkele inzender geeft echter de voorkeur aan de oude opzet. Een paar aandachtspunten zijn in ieder geval: - witte tekst op zwart is niet voor iedereen even goed leesbaar; - fotobijschriften op de pagina’s waar de foto’s geplaatst zijn worden op prijs gesteld; - het omslag zal worden gedrukt op een iets zwaardere kwaliteit papier. Reacties zijn nog steeds welkom. Wij hopen ons voordeel te kunnen doen met uw inbreng. De vernieuwing van Odeon is een ‘work in progress’ en we zijn nog aan het uitzoeken wat de beste richting is. Dat geldt helemaal wanneer wij in de nabije toekomst in Odeon niet alleen over De Nationale Opera gaan schrijven maar ook over Het Nationale Ballet, over opera en ballet in het algemeen en over ons gezamenlijke huis, Nationale Opera & Ballet.
05
VAN DE REDACTIE
IN MEMORIAM LIEUWE VISSER Frits Vliegenthart
CONCERTO uw specialist in opera, klassieke muziek en nog veel meer
Lieuwe Visser met Claron McFadden in Noach
www.concertomania.nl DNO abonnementhouders 10% korting in Concerto en de Plato winkels.
CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228 PLATO • Apeldoorn • Deventer • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle
ODEON Nº 93 / 2014
Op 4 maart 2014 overleed bas-bariton Lieuwe Visser. Bij De Nederlandse Operastichting/De Nederlandse Opera (nu De Nationale Opera) zong hij talloze grote en kleine rollen, altijd met totale overgave. Vroegbarokke, klassieke en romantische opera, musical en hedendaags muziektheater – het was hem allemaal dierbaar. Lieuwe Visser werkte met dirigenten als Bernard Haitink, Gustav Leonhardt, Nikolaus Harnoncourt, Michael Gielen, Hans Vonk, Edo de Waart, Hartmut Haenchen en Lucas Vis, met regisseurs als Erik Vos, Filippo Sanjust, David Pountney, David Alden en Pierre Audi. Alleen al zijn DNO-repertoirelijst, opgebouwd in een lange, zeer actieve periode, bestrijkt een breed terrein. Een paar voorbeelden: een van de Deputati fiamminghi in Verdi’s Don Carlo (met Gré Brouwenstijn als Elisabetta en Cristina Deutekom als Voce dal cielo, 1966), Plutone in Monteverdi’s L’Orfeo (1974), Stem van God in Stokkermans’ musical De engel van Amsterdam (met Jasperina de Jong, wereldpremière 1975), Masetto in Mozarts Don Giovanni (1978), Don Estoban in Zemlinsky’s Der Zwerg (1985), Yemni in Loevendies Gassir, the Hero (wereldpremière Holland Festival 1991, reprise 1993), Dottor Grenvil in Verdi’s La traviata (1997) en Dienstdoend agent/Voorbijganger/Kennis van Kovaljov/Taxichauffeur in Sjostakovitsj’ absurdistische De neus (1996, 2002). Onvergetelijk was Lieuwe Vissers vertolking van de veeleisende titelpartij in Noach van Guus Janssen en Friso Haverkamp (wereldpremière Holland Festival 1994, reprise 1999). In deze zwarte komedie ging zijn zanglijn van zeer hoog (falset) tot zeer laag, met veel ritmewisselingen en een uiterst ingewikkelde (Nederlandse) tekst. Zijn stem bleef daarbij welluidend en door de voorbeeldige dictie was alles te verstaan. Maar bovenal beschikte hij over het inlevingsvermogen en de toneeluitstraling die nodig zijn voor de rol van Noach. Lieuwes humor en zijn warme belangstelling voor anderen maakten het samenwerken tot een grote vreugde. Wij denken aan hem met bewondering, dankbaarheid en vriendschap.
07
iedereen weet wie ik ben alleen zelf weet ik het niet (Robbert)
LAIKA MARTIJN PADDING 1956
I
II
III
IV Gagarin en Laika komen Robbert halen. Het koor en de hele crew van de talkshow komen hem plechtig uitgeleide doen. Wanneer het aftellen voorbij is, blijft de tijd stilstaan, legt Gagarin uit. Robbert hoeft alleen maar ‘los te laten’. Het koor bezingt de finale ontsnapping van de helden
In een televisiestudio wordt de zoveelste aflevering van een talkshow voorbereid. De tv-kok Ricardo probeert met schunnige praatjes de grimeuse Grimelda te versieren. Zij heeft echter alleen maar oog voor Robbert, de presentator. Ook Trix Dominatrix, de ‘kijkcijferkoningin’, is verliefd op Robbert. Deze praat zichzelf moed in. Iedereen weet wie hij is, alleen hijzelf weet dat niet meer. Hij verlangt terug naar de tijd dat hij nog dromen had. De show begint.
Trix Dominatrix en Grimelda kibbelen over Robbert. De kijkcijfers zijn dramatisch gedaald. Robbert is met zijn gedachten elders. Hij houdt zich niet aan zijn tekst en schopt zijn gasten scheldend en tierend de studio uit. Dan trapt hij de camera om en rent weg. Ricardo zit al klaar om hem op te volgen.
ODEON Nº 93 / 2014
Ook Robberts moeder vindt dat hij iemand speelt die hij niet is, en dat hij zich niet gedraagt zoals zij hem had opgevoed. In de woonkamer staat een doodskist met daarin het gebalsemde lijk van Robberts vader. Zijn moeder wil dat hij de dode kust. Ze mist haar jongen die altijd bezig was met de sterrenhemel. In zijn kamer zoekt Robbert via een zendapparaat contact met de kosmonaut Yuri Gagarin en de ruimtehond Laika, die voor eeuwig door het heelal zweven. Gagarin nodigt Robbert uit zich bij hen te voegen.
08
LAIKA
09
UITVOERENDEN Wereldpremière Martijn Padding, 1956
LAIKA Opera in vier akten Libretto P.F. Thomése Opdracht van De Nationale Opera met steun van het Fonds voor de Podiumkunsten, de Johannes Vermeer Prijs en het Mondriaan Fonds
Muzikale leiding Etienne Siebens Regie Aernout Mik Marjoleine Boonstra Decor Aernout Mik Elsje de Bruijn Kostuums Aernout Mik Elisabetta Pian Licht Uri Rapaport Geluid Frank van der Weij Dramaturgie Klaus Bertisch
Coproductie Holland Festival
Robbert Thomas Oliemans Trix Dominatrix Claron McFadden Ricardo Marcel Beekman Moeder Helena Rasker Grimelda Marieke Steenhoek Yuri Gagarin Dennis Wilgenhof Leporello Mattijs van de Woerd Laika Kindersopraan van Vocaal Talent Nederland Leonie Meijer Bas Julius Brons Nimaro Dorine Ochan Ocheng (cover)
Asko|Schönberg VOCAALLAB Instudering Henry Kelder De voorstelling duurt circa 2 uur. Er is 1 pauze.
ACHTERGROND
VAN B-MATERIAAL A-MATERIAAL MAKEN Jacqueline Oskamp
De opera wordt in het Nederlands gezongen. Het operaboek Laika is verkrijgbaar bij de Rabozaal. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Nederlands. De prijs is €8
‘Ma-ma-ma-ma-mayonaise,’ buldert de ranzige televisiekok Ricardo, geïnspireerd op het tegenwoordig zo populaire type keukenchef: langharig, getatoeëerd en liefst de armen druipend van het bloed.
INFORMATIE Dinsdag
3 juni 2014
Donderdag 5 juni 6 juni Vrijdag Zaterdag 7 juni Zondag 8 juni
20.00 uur première 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur 19.00 uur
Stadsschouwburg Amsterdam
Ticketverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog tickets verkrijgbaar. Bel de kassa: 020 625 5455 Online reserveren: operaballet.nl of ssba.nl
ODEON Nº 93 / 2014
Inleidingen door Hein van Eekert Plaats Nieuwe foyer Rabozaal Tijd 19.15 uur (avond)/ 12.45 uur (matinee) n.b. 8 juni ook 18.15 Lengte ± 30 minuten Toegang gratis op vertoon van een ticket voor de voorstelling van die dag
Martijn Padding en P.F. Thomése
Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nationale Opera.
ODEON Nº 93 / 2014
Weinig opera’s zullen openen met een mayonaise-cadens zoals Laika van Martijn Padding (muziek) en P.F. Thomése (libretto). Maar dit is precies wat het tweetal beoogt: een hedendaags onderwerp waarin hoge en lage cultuur vanzelfsprekend in elkaar overvloeien. Toen Martijn Padding door intendant Pierre Audi werd uitgenodigd een opera te componeren, wist hij meteen dat hij met de schrijver P.F. Thomése (1958) wilde werken: ‘De teksten van Frans vertonen veel overeenkomsten met mijn muziek, die omslag van het vulgaire naar het melancholieke. Veel vrolijkheid aan de oppervlakte, maar daaronder iets anders. Eigenlijk is hij een uitgesproken stravinskiaan, ook al beseft hij dat niet. Hij beschouwt zichzelf als wagneriaan.’ Het was voor Padding en P.F. Thomése niet moeilijk overeenstemming te bereiken over het soort opera dat ze wilden maken. Het moest een mozartiaanse tragikomedie worden, aansprekend, laagdrempelig en volks. Padding: ‘In veel hedendaagse opera’s worden poppetjes naar voren geschoven die vervolgens een filosofisch essay zingen. Mijn vorige muziektheaterstuk Tattooed Tongues was zo. Mooi, maar ondramatisch. Ik wilde nu volkomen het tegenovergestelde. Ik zei tegen Frans dat het een verhaal over deze tijd moest worden. Hij kwam met de interessante observatie dat de koningen en regenten van vroeger de talkshowmasters van tegenwoordig zijn. Zij hebben de macht.’ Thomése: ‘Ik heb ooit de roman Vladiwostok! geschreven, die zich voor een deel afspeelt in de wereld van de talkshow en de politiek. Daar moest ik aan terugdenken toen Martijn begon
10
LAIKA
over Nixon in China van de Amerikaanse componist John Adams. We hadden het erover wat nou het typische is van Nixon en Mao. Namelijk dit: dat je ze kent van televisie. Ze zijn heel dichtbij en tegelijkertijd zijn ze poppen. Dat is ook het meest bepalende verschil tussen ons en Mozart: wat wij als werkelijkheid ervaren, is een tv-werkelijkheid.’ En daarom speelt Laika in een tv-studio rond de succesvolle presentator Robbert, die door iedereen op handen wordt gedragen (‘Hij is onze vlam, hij doet ons ontbranden’). Althans, zo ziet het er aan de buitenkant uit. In werkelijkheid is de druk
Ik zei tegen Frans dat het een verhaal over deze tijd moest worden voor hem ondraaglijk: de terreur van de kijkcijfers enerzijds en de verwijten van zijn dominante moeder anderzijds worden hem te veel. In een klassieke waanzinaria (‘O ja, de gasten. Weer geen dieren zo te zien…’) trapt Robbert deze bordkartonnen wereld kapot en kiest voor een vlucht de ruimte in. Op de bonnefooi De eerste fase van de samenwerking tussen Martijn Padding en P.F. Thomése bestond uit praten. Maandenlang praten. Banjerend over straat, drinkend in de kroeg en tijdens de vele operavoorstellingen die ze samen bezochten. Padding: ‘Frans bleef maar rondlopen en fantaseren. Ik werd onrustig: ‘Frans, wanneer ga je nou schrijven?’ Ik heb toen al drie ouvertures gecomponeerd. Zo heb ik een enorme stapel noten verzameld. Ik wist dat de sfeer van de opera vulgair zou worden, dus ik wilde daar in de muziek iets mee doen. Bijvoorbeeld een catchy showtune elke keer als Robbert opkomt.’ Het voorwerk van P.F. Thomése duurde driekwart jaar, daarna schreef hij het libretto in krap drie maanden tijd. Thomése: ‘Een van de grote nadelen van de hedendaagse opera is dat de personages geen rol meer spelen. Het zijn een soort oratoria waarbij je eigenlijk geen idee hebt wie wat vertolkt. Vandaar dat Martijn en ik zo snel op Mozart uitkwamen. De goede Mozart-opera’s hebben interessante libretti met personages die je onmiddellijk herkent, zowel op het toneel als in de muziek. Zelfs in een zogenaamd infantiele opera als Die Zauberflöte hoor je meteen wie er aan het woord is. Het kost veel tijd om de personages tot in de details uit te denken.’ ‘Met Martijn kan ik het goed vinden, maar in wezen is de verhouding tussen librettist en componist gespannen – het zijn algauw twee kapiteins op een schip. Mijn voorbeeld was de relatie tussen Hugo von Hofmannsthal en Richard Strauss, die heel goed samenwerkten. Hofmannsthal was destijds een
ODEON Nº 93 / 2014
11
grootmacht in de Duitstalige literaire wereld, maar toch heeft hij zich heel behulpzaam opgesteld. Dat moet ook, want de muzikale noodzaak staat voorop. Ik beschouw het schrijven van een libretto als toegepaste kunst. Je kunt niet tegen de componist zeggen: “Dit is een meesterwerk, dus je mag er geen komma aan veranderen.” Het aandeel van de librettist is weinig glamoureus en wordt daarom wel onderschat.’ Laika is het eerste libretto in het vele malen bekroonde en vertaalde oeuvre van P.F. Thomése. Hij verdiepte zich in allerlei voorgangers (naast Hofmannsthal ook Da Ponte, Wagner en W.H. Auden, de librettist van Stravinsky’s The Rake’s Progress), maar vond geen bruikbare aanknopingspunten. ‘Uiteindelijk ben ik maar op de bonnefooi gaan schrijven. Ik had ook geen idee hoe lang het moest zijn.’ Het pak papier dat hij uiteindelijk bij Padding inleverde, dreigde tot een drie uur durende opera te leiden, maar de componist kreeg de vrije hand om de tekst naar eigen inzicht in te korten. Padding: ‘Ik heb gesneden in allerlei bijzinnen, maar natuurlijk niet in die waanzinnig mooie, poëtische vergezichten. Bijvoorbeeld als de moeder van Robbert laatdunkend praat over de tv-studio, “waar de werkelijkheid precies tussen twee reclameblokken past”. Dat vind ik zo’n goede zin, dat de moeder die twee keer mag zingen. Ook heb ik Frans wel gebeld met verzoek nummertjes. Als Robbert in de vierde akte in de spoetnik stapt, is hij min of meer door zijn tekst heen. Het kwam mij muzikaal beter uit als hij nog iets zou zingen over het heelal dat voor hem ligt. Frans vroeg me over vijf minuten terug te bellen en toen kreeg ik deze zin van hem: “Duizend zonnen begeleiden onze reis, we hadden ook op blote voeten kunnen gaan.”’ Hyperrealiteit van de huiskamer Geestig zijn de verwijzingen naar de operaliteratuur. Zo heet de medewerker die de kijkcijfers registreert Leporello, een figuur die volgens P.F. Thomése, net als Da Pontes gelijknamige personage in Don Giovanni, ‘dingen moet blijven verdedigen waar hij helemaal geen geloof aan hecht’. In een hilarische ‘kijkcijferaria’ somt Leporello de kijkcijfers per dag op, eindigend met ‘Maar op vrijdag, ja op vrijdag, Op vrijdag is het een miljoen en duizend-drie’. Even grappig is de knipoog naar Bizets protagoniste Carmen in de aria van Trix Dominatrix, de regisseuse van de talkshow: De liefde van het publiek Is wispelturig als een man, Je denkt dat het naar je blijft kijken, Maar als je even niet je best doet, Loopt het alweer achter een ander aan. De serieuze problematiek die onder deze kwinkslagen schuilgaat, is het verdwijnen van de scheiding tussen privé en openbaar. De wereld van de tv-studio is niet langer de buitenwereld, maar de ‘hyperrealiteit van de huiskamer’, zoals P.F. Thomése
ACHTERGROND
het uitdrukt. ‘De gasten zitten aan een keukentafel, er is een tv-kok en jij zit vanuit de intimiteit van je huiskamer naar die nep-intimiteit op tv te kijken. Onder invloed van de sociale media zijn mensen zich in afnemende mate bewust van het verschil tussen binnen en buiten. Ze staan er niet bij stil wie ze wat kenbaar maken. Dat geldt ook voor zo’n langharige kok. Vroeger was je thuis vies. Nu kun je overal vies zijn – de intimiteit is naar buiten geklapt en dus voor iedereen zichtbaar.’ ‘Aan de andere kant is vloeken op tv nog altijd niet geaccepteerd. Als Leporello zegt: ‘Donderdag waren de kijkcijfers ook kut’, doorbreek je een verwachtingspatroon. Waarom hoort dat er niet bij? ‘Kut’ of ‘shit’ behoort tot de interne taal, taal die je ontglipt, zoals mensen met het syndroom van Gilles de la
Kijkcijfers, tv-koks, vloeken – het werkelijk onderwerp van Laika is de vermenging van hoge en lage cultuur Tourette. Waarom mag die intimiteit niet en de pervertering van de intimiteit die elke avond in de talkshows te zien is wel? De Matthijzen en Jeroenen spreken ons immers aan alsof we hun beste vrienden zijn, terwijl ze ook een beleefdheidsdistantie in acht zouden kunnen nemen.’ Kijkcijfers, tv-koks, vloeken – het werkelijk onderwerp van Laika is, zowel in de tekst als in de muziek, de vermenging van hoge en lage cultuur. Padding: ‘Het is onze taak van B-materiaal A-materiaal te maken.’ Thomése: ‘Je kunt hoge en lage cultuur niet van elkaar scheiden, het één bestaat bij de gratie van het ander. Dus niet: in het museum en de concertzaal genieten wij van iets zuivers, daar buiten heerst het vulgaire. Of: we gaan naar een Holland Festivalvoorstelling, dus daar hoort geen mayonaise in. Als die grens eenmaal weg is, dan is-ie ook weg. Dan bestaat de cultuur uit het hele spectrum van platvloers tot verheven. En dan blijkt het sacrale opeens ook vulgaire kantjes te hebben, en vice versa. Ook in mijn boeken heb ik er aardigheid in om een smerige scène zo mooi mogelijk op te schrijven, op een nabokoviaanse manier.’ ‘De hoge kunst voelt zich bedreigd door de massacultuur, maar realiseert zich niet dat zij allang daarin is opgenomen. Ons kleine Gallische dorpje bestaat nog wel, maar vooral vanuit ons eigen perspectief, niet vanuit Rome. Daar moet je iets mee doen, vind ik. Anders beland je in een reservaat van gesubsidieerde kunst. Als schrijver word ik voor van alles gevraagd en het is bevrijdend om ook op de Zwarte Cross iets voor te dragen. Ik denk dat de muziek van Martijn voor
ODEON Nº 93 / 2014
mensen aantrekkelijk zou zijn, als zij vaker buiten de concertzaal zou klinken.’ Als hemellichamen De vulgariteit die in Laika de ondertoon vormt, komt ook in de muziek terug. Padding: ‘Als Grimelda, de visagiste, haar liefde voor Robbert bezingt en over haar borsten begint, dan wordt er een heel zwoele bossa nova gespeeld. Daar kun je echt op dansen. Er zit wel iemand vreemd doorheen te toeteren en het keyboard vliegt in de verkeerde toonsoort uit de bocht, maar het is erotische muziek.’ Padding heeft bij het componeren van zijn 350 pagina’s tellende partituur de opera’s van Mozart, Rossini en Haydn voor ogen gehad. ‘Vooral de energie in hun muziek. Mijn noten klinken heel anders, die liggen in het verlengde van de soloconcertjes die ik de afgelopen jaren heb geschreven voor Asko|Schönberg. Ik heb mij zelf de opdracht gesteld goed zingbare en goed verstaanbare melodieën te componeren. Net als bij Monteverdi helemaal gedacht vanuit de stem. Al in een vroeg stadium heb ik de partijen met de zangers doorgenomen en alles veranderd wat ze niet prettig vonden liggen. Het voordeel is dat ze zich dan thuis voelen in hun partij. Helena Rasker, die in de rol van de moeder onafgebroken één lange, duistere passage zingt, kende een paar maanden geleden haar partij al uit het hoofd.’ Op het moment dat de regisseur, de conceptuele beeldend kunstenaar Aernout Mik, aan het team werd toegevoegd, kreeg hij ook invloed op de muziek. Het is zijn inbreng dat in de vierde akte, als Robbert de ruimte instapt, alles gaat roteren. Niet alleen het decor draait, maar ook een zestal camera’s die traag het publiek aftasten – als hemellichamen die om elkaar heen cirkelen. Padding: ‘Het laatste akkoord van het orkest wordt in de computer bewerkt tot een langgerekte klank die via 22 luidsprekers om het publiek heen beweegt. Eerst langzaam, maar geleidelijk steeds sneller alsof het publiek in een centrifuge zit. Zo ontstaat de fysieke ervaring alsof er iets in de lucht in schiet.’ De abstract denkende Mik stond aanvankelijk huiverig tegenover het Felliniachtige absurdisme in Laika, maar volgens Padding heeft de regisseur die reserve ondertussen laten varen. ‘De kok is een ongelooflijk plebejerige figuur en Aernout begon in eerste instantie dat personage fijn te slijpen. Nu heeft hij een snelweg door het orkest aangelegd waar de kok drummend op zijn potten en pannen overheen sjeest. En in zijn grote mayonaise-cadens gaat hij met keukenapparatuur eidooiers klutsen. De vunzigheid uit de partituur is dus helemaal terug.’
12
INTERVIEW
13
ONTSNAPPEN UIT EEN MEDIAAL VERDUBBELDE WERELD Antje von Graevenitz
In meer dan één opzicht zal de operaproductie van Laika in het Holland Festival 2014 een wereldpremière worden. Deze winter schreef Martijn Padding de muziek op basis van het libretto van P.F. Thomése als een tragische komedie in vier bedrijven, naar eigen zeggen ‘even luchtig als serieus’.
3 Laughing and 4 Crying, Aernout Mik, 1998
ODEON Nº 93 / 2014
Met Aernout Mik als allround art director én regisseur zou deze productie een sensatie kunnen worden, niet alleen omdat hij er als beroemde beeldend kunstenaar bij werd betrokken, maar ook omdat hij tot nu toe nooit te kennen heeft gegeven te willen omgaan met de kunstvorm opera. Laika wordt wellicht een nieuw hoofdstuk in Aernout Miks oeuvre. Weliswaar werkte De Nationale Opera eerder met kunstenaars die met opera nog niet of nauwelijks ervaring hadden opgedaan. Daarbij houdt Pierre Audi ervan om hun carte blanche te geven. Met kunstenaars als Jannis Kounellis, Anish Kapoor en Jonathan Meese heeft hij verrassende en vaak vernieuwende voorstellingen gepresenteerd, maar tot nu toe niet met een van hen als regisseur. Het debuut van Mik is iets unieks in dit verband, want is in een opera niet vooral de muziek bepalend voor het theatergebeuren? Mik staat juist bekend om zijn stille video-installaties. Sinds hij daar in 2000 mee opviel in het Van Abbemuseum in Eindhoven en later op de Biënnale in Venetië of in het Museum of Modern Art in New York, bleven zijn beelden meestal zonder geluid, evenals op zijn recente tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ook al meen je soms van iemands mond een woord te kunnen aflezen of zang te kunnen horen, dit blijft illusie. ‘In mijn werk raw footage komt er wel enig origineel gevonden geluid bij,’ brengt Mik ertegen in. Bovendien bestond er al een samenwerking tussen hem en de IJslandse componist Gudni Franzson voor een dvd uit 2001. ‘Maar voor
LAIKA
de rest klopt het, ik concentreer me voornamelijk op stil beeldmateriaal.’ Ook zijn strategie van vormgeven en regievoeren is zeker niet die van iemand die fictie op het toneel will vormgeven, want: ‘Ik zie me noch als decorontwerper noch als vormgever, eerder als een onklassieke filmer van filmsets die enigzins op de bestaande werkelijkheid lijken.’ In samenwerking met Elsje de Bruijn laat hij ‘situaties’ bouwen, waarin louter toevalligheden en spontane evenementen kunnen plaatsvinden. Hij en zijn teamlid Marjoleine Boonstra geven soms wel 200 tot 300 figuranten minimale regieaanwijzingen, zonder daarbij echter een verhaal of script te gebruiken. Al naar gelang wisselen de figuranten actieve en passieve handelingen met elkaar af. Soms liggen de deelnemers gewoon te slapen of staren zij zonder enige wilsuitdrukking voor zich uit, of handelen in trance – emotioneel onaangedaan, of juist wel in een emotioneel exces. Omdat hun gedrag dierlijke trekken heeft, blijkt dit hun ware menselijke aard, vooral in hun stil bestaan. Daar lijkt het Mik vooral om te doen: Het zijn ‘primal gestures, minor roles’, geheel volgens de titel van zijn eerste solotentoonstelling in Eindhoven. De videocamera’s tasten in hun opnamen als het ware de lichamen en hun gedrag in trage en rondzwervende bewegingen af en trekken op hun langzame tocht de ogen van de toeschouwers mee. Ontsporende talkshowmaster Desondanks ziet Mik zijn medewerking voor een opera als Laika, waarin het geluid zo belangrijk is, als een grote uitdaging: ‘Voor alle betrokkenen zal het de kunst zijn, hoe je woord, muziek en beeld bij elkaar kunt voegen zonder dat ze hun eigenheden verliezen. Dat zou moeten lukken, want ik heb in het libretto een dubbelzinnigheid en abstractie ontdekt, die me
Ik heb in het libretto een dubbelzinnigheid en abstractie ontdekt, die me erg aanspreken erg aanspreken. Het verhaal is op zich al een groteske, waarin figuren zich op een steeds grilliger wijze ontpoppen.’ Robbert, een ontsporende talkshowmaster van de televisie lijdt onder de oppervlakkigheid van zijn beroep. Wanneer zijn dominante moeder hem herinnert aan zijn jongensdroom ruimtevaarder te worden, wil hij niets liever dan de kosmonaut Joeri Gagarin en de eeuwig rond de aardbol zwevende hond Laika vergezellen, het eerste dier dat met een capsule de ruimte in werd gestuurd. Hun wereld is volgens hem niet afhankelijk van kijkcijfers, maar riskanter en verrassender. Uiteindelijk lukt het hem wel in de starre gedaante van een pop door zijn helden naar de sterren te worden gehaald − of gebeurt het alleen in Robberts verbeelding? Of alleen in de verbeelding van de toeschouwer? ‘Fictie en werkelijkheid van het verhaal,’ legt Mik uit, ‘lopen uit op een punt waarop elke beoordeling,
ODEON Nº 93 / 2014
hoe tegenstrijdig ook, juist zou kunnen zijn. Je valt terug op je eigen waarneming.’ Hij zou anders met het groteske van het verhaal willen omgaan. ‘Ik zou een abstracter structuur willen maken, waarin de figuren van zichzelf loskomen door een verdubbeld lichaam.’ Om die reden koos hij voor een toneelbeeld dat juist deze ervaring meervoudig spiegelt. Enerzijds is natuurlijk de televisie een soort spiegel, hoewel een banale in de ogen van Robbert. Hij vraagt zich af, wie hij eigenlijk is en zoekt vergeefs antwoorden in de mediale spiegelbeelden. Anderzijds moeten ook de toeschouwers deze gesteldheid ten opzichte van spiegelingen aantoonbaar kunnen ervaren: op het toneel herhaalt zich als het ware de toeschouwerruimte − een soort barok amfitheater waarop publiek en koor zullen zitten. Tussen hen in plaatst Mik grote beeldschermen. En op projectieschermen in de lucht zijn actuele beeldopnamen van de toeschouwers in de zaal of op toneel te zien. Maar er onstaan veel meer verdubbelingen. In zijn herinneringen verbeeldt Robbert zich weer het jongetje van vroeger te zijn en gaat hij zich ook op die manier verdubbelen. In de tv-showarena zullen de zingende hoofdfiguren aan een tafel plaatsnemen: naast Robbert enkele deelnemers aan de talkshow, dan wel zijn moeder of later Gagarin en Laika. Gelijktijdig is, in de tweede akte, met een kubusachtige constructie op een enorme paal een tweede ruimte ‘aanwezig’. Het lijkt een knipoog naar het suprematisme van de Russische avant-garde van Malevitsj, Tatlin en El Lissitzky. Vanuit deze hoekige capsule worden videoprojecties van de zangers op de buitenkant van de vier wanden zichtbaar, uiteindelijk ook de schaduwen van Robert, als hij binnenin op weg is naar (zijn) heelal. Overal ontstaan spiegelingen of verdubbelingen, tenslotte zelfs door ‘gekloonde’ meubelen. Zijn de mensen nog zichzelf of alleen simulacra en simulaties, zoals de Franse filosoof Jean Baudrillard in 1981 de perverse herhaling van een mediale realiteit noemde, waarin zelfcontrole onmogelijk wordt? In de opera Laika tracht Robbert een andere wereld te vinden, daar waar je volgens Mik ‘jezelf niet meer kunt scannen’. De wereld zou beter roteren in de richting van de open ruimte van het denken en het zich verbeelden. Het onvaste, het vloeiende, zal als leidraad dienen, overweegt Aernout Mik, Je moet iets opengooien.’ De opera zal dit niet alleen in Robberts apotheose moeten verbeelden, want anders zou Laika alleen het zoveelste onderdeel van de operageschiedenis zijn waarin de thematiek van het ontsnappen uit de reële wereld een rol speelt, zoals dat voorkomt in werken van Wagner, Berlioz en Puccini. Mik hoopt dat met Laika de apotheose van het ontsnappen ook liefst letterlijk kan worden aangetoond. Om die redenen denkt hij ook in termen van het losmaken van de zang, de fysieke presentatie en muziek. Geen vanzelfsprekendheid, want in een opera stoelt alles op timing, de muziek is vastgelegd en de dirigent moet alles onder controle kunnen houden. Toch hoopt Mik op momenten waarin modulaties van die timing mogelijk kunnen worden en het onvoorziene gestalte kan krijgen. ‘Die vrijheid moet er zijn.’ Immers, deze opera zou anders zijn modernistische ideaal van utopie en vrijheid, en zijn kritiek op de media-doordrenkte wereld verloochenen.
14
INTERVIEW
15
LAIKA
EEN OPERA OVER DROMEN NAJAGEN Inge Jongerman
Van vogelvanger tot tv-presentator, bariton Thomas Oliemans vertolkt de meest uiteenlopende rollen. Na zijn grote succes als Papageno in Mozarts Zauberflöte keert de zanger terug bij De Nationale Opera. Deze keer als talkshowpresentator Robbert in de Holland Festival-productie Laika van Martijn Padding.
Thomas Oliemans
ODEON Nº 93 / 2014
Voor een nieuwe opera heeft hij zijn partij ruim op tijd gehad. ‘Dat kan ook anders,’ vertelt Thomas Oliemans. ‘Soms is het echt last minute werk en komt de muziek letterlijk vers van de pers.’ Toen componist Martijn Padding de eerste twee aktes van Laika af had, kwamen de twee bij elkaar. ‘Omdat we nooit eerder samenwerkten, was het prettig om samen door de partituur te gaan en elkaars wensen te bespreken. Martijn had mij van begin af aan in gedachten voor de rol van Robbert, veel aanpassingen waren er dus niet nodig.’ In Paddings opera staat talkshow-presentator Robbert centraal. Hij begeeft zich in het oppervlakkige tv-wereldje waarin hij zeer succesvol, maar ook erg ongelukkig is. Bij zijn moeder thuis voelt hij zich weer het kleine jongetje dat altijd droomde over het heelal. Oliemans: ‘Robbert heeft verschillende persoonlijkheden; dat maakt de rol zo veelzijdig. Hij is een volwassen man die het spel in het tv-wereldje heel goed kan spelen. Maar hij is ook het jochie dat het liefst bij zijn helden in de ruimte wil zijn. Daarnaast gaat de opera over diepzinnige gedachten zoals dromen najagen en het zoeken naar vrijheid.’ Voor Oliemans is dit zijn derde moderne productie bij De Nationale Opera (DNO). Hij zong eerder de titelrol in Zuidams Adam in Ballingschap en Pontus in Wagemans’ Legende. ‘Ik vind het een mooi proces om een nieuwe productie van niets
Thomas Oliemans als Papageno in Die Zauberflöte, DNO 2013 tot iets op te bouwen. Dan ben je op en top aan het creëren. Een nooit eerder gezongen rol geeft vrijheden, maar je moet het ook helemaal zelf doen. Mooi meegenomen is dat het team van Laika uit goede bekenden bestaat, waaronder mijn oudstudiegenoten Ernst Munnike en Jan-Paul Grijpink − tegenwoordig allebei repetitoren bij DNO.’ Energie In 2013 ontving Oliemans de Prix d’Amis van de Vrienden van De Nationale Opera voor zijn vertolking van Papageno in Die Zauberflöte. Een rol die ook internationaal erg goed werd ontvangen, dus de verwachtingen zijn hoog. ‘Die prijs is vooral een goede stimulans om opnieuw iets bijzonders neer te zetten. Natuurlijk hoop ik weer op zo'n succes. Het lastige van opera vind ik dat je dat niet altijd zelf in de hand hebt. Er spelen zoveel factoren mee: regie, combinatie van zangers, kostuums, kortom het hele plaatje. Maar ik denk altijd weer: “Waarom hebben ze mij geboekt en wat kan ik brengen?” Uiteindelijk is het toch het belangrijkste dat je het publiek raakt, in welke rol dan ook.’ Over de betekenis van op het podium staan, sprak Oliemans onlangs met bariton Sir Willard White, die hij zeer bewondert. De twee zongen samen in Alceste van Gluck in het Teatro Real te Madrid. De productie werd heel wisselend ontvangen en bij de première klonk boegeroep. ‘Ook al was dat bedoeld voor de regie, de hele cast leed eronder. Na afloop verwoordde Willard
ODEON Nº 93 / 2014
White zo mooi dat het enige wat telt, is dat je nooit je kwaliteit verliest, door welke omstandigheden dan ook. Whites positiviteit en creativiteit zijn een enorme inspiratie.’ Na Laika staan er dit jaar nog operaproducties in Genève (Donner in Das Reingold), Aix-en-Provence (Papageno in Die Zauberflöte) en Göteborg (Il Conte di Almaviva in Le nozze
Een nooit eerder gezongen rol geeft vrijheden, maar je moet het ook helemaal zelf doen di Figaro) in de agenda. Veel thuis is de zanger dus niet. Hij heeft net een weekend met familie-uitjes naar het Tropenmuseum, Artis en het Muiderslot achter de rug. ‘Daar krijg ik energie van. Bij DNO zingen betekent, naast mooie producties maken, ook thuis zijn.’ Of Oliemans ooit zelf voor de buis zit? ‘Het klinkt altijd zo cultureel verantwoord, maar ik kijk niet zoveel televisie. Daar heb ik met twee kleine kinderen en mijn zangcarrière geen tijd voor. Maar ik hoop dat ik genoeg van Pauw & Witteman en Van Nieuwkerk heb gezien om een geloofwaardige presentator neer te zetten.’
16
XXXXXXXXXXX
17
Alles in de wereld is gekheid. (Allen)
FALSTAFF GIUSEPPE VERDI 1813 - 1901
Ambrogio Maestro als Falstaff bij Teatro alla Scala, Milaan ODEON # 92 — 2014
I
II
III
Windsor, tijdens de regering van Hendrik IV. Sir John Falstaff verblijft in de herberg De Kousenband. Dr. Cajus komt zich beklagen over Falstaffs knechten Bardolfo en Pistola, die hem dronken gevoerd en bestolen hebben. De twee ontkennen dit en Cajus vertrekt weer. Als de waard Falstaff de rekening presenteert, kan hij die onmogelijk voldoen. Hij besluit twee rijke getrouwde dames het hof te maken in de hoop op hun steun: Alice Ford en Meg Page. Twee brieven aan hen liggen al klaar, maar Pistola en Bardolfo weigeren die te bezorgen. Daarop laat Falstaff zijn page als bode optreden en stuurt zijn knechten de laan uit. Alice en Meg blijken identieke brieven te hebben gekregen met dezelfde tekst en dezelfde voorgestelde ontmoetingstijd. Ze besluiten hun aanbidder een lesje te leren, met hulp van Mrs. Quickly. Bardolfo en Pistola komen Ford melden dat Falstaff achter diens echtgenote aanzit. Ford zal op onderzoek uitgaan. Intussen verklaren zijn dochter Nannetta en de jonge Fenton elkaar hun liefde. Quickly zal Falstaff namens Alice uitnodigen voor een rendez-vous.
Bardolfo en Pistola doen alsof ze spijt hebben en introduceren Quickly bij Falstaff. Alice verwacht hem nog diezelfde middag. Vervolgens komt Ford onder de valse naam ‘Fontana’ langs. Hij zegt verliefd te zijn op Alice, die zijn gevoelens niet beantwoordt: kan Sir John haar niet verleiden om zo ruim baan voor hem te maken? Ford biedt daar flink wat geld voor. Niet alleen zegt Falstaff dit toe, ook verklapt hij tijd en plaats van het afspraakje met Alice. De jaloerse echtgenoot is van plan de twee ‘overspeligen’ te betrappen. De dames zijn klaar om Falstaff te ontvangen. Nannetta is somber gestemd, want Ford wil haar uithuwelijken aan Cajus. Alice stelt haar gerust: zij zal dat niet toestaan. Falstaff arriveert en gooit al zijn charmes in de strijd. Quickly meldt dat Meg in aantocht is en Falstaff verstopt zich achter een kamerscherm. Meg bericht echter dat een jaloerse Ford nadert. Deze doorzoekt met Cajus, Bardolfo en Pistola de kamer zonder Falstaff te vinden. Alice profiteert van het juiste moment om Falstaff in een mand met vuil wasgoed te verbergen. Als Ford een klinkende kus hoort van achter het kamerscherm, ontdekt hij daar tot zijn verbazing Fenton met Nannetta. Terwijl de zoektocht doorgaat, laat Alice de inhoud van de wasmand in het water gooien.
Quickly haalt Falstaff over tot een tweede tête-à-tête met Alice: om middernacht bij de eik van Herne in het park van Windsor. Hij moet zich vermommen als de Zwarte Jager, die zich ooit aan die eik had opgehangen. Alice beraamt een groots opgezette verkleedpartij om Falstaff nogmaals te vernederen. Quickly hoort hoe Ford Cajus belooft dat die nog die avond met Nannetta zal kunnen trouwen; dat moet worden verhinderd! In het park omhelzen Fenton en Nannetta elkaar. Alice trekt de jongen een monnikspij aan, Nannetta verkleedt zich als elfenkoningin. Op de afgesproken tijd voegt Alice zich bij Falstaff. Dan roept Meg dat er een leger van heksen en duivels aankomt. Angstig werpt Falstaff zich op de grond, waar hij door allen lijfelijk wordt gekweld. Als Bardolfo's kap afvalt, begrijpt Sir John dat de spookachtige wezens maar al te aards zijn. Hij beseft hoe dom hij is geweest. Ford kondigt de bruiloft van de elfenkoningin aan. Wat hij niet weet, is dat Bardolfo zich als bruid verkleed heeft en dat een ander paar dat ook wil trouwen bestaat uit Fenton en Nannetta. Hij verbindt de twee stellen in de echt, waarna de ontmaskering volgt: Cajus ziet zich verbonden met Bardolfo en Ford moet wel berusten in het huwelijk van zijn dochter met haar geliefde.
ODEON Nº 93 / 2014
18
FALSTAFF
19
UITVOERENDEN Nieuwe productie voor DNO Giuseppe Verdi 1813-1901
FALSTAFF Commedia lirica in tre atti Libretto Arrigo Boito Coproductie Royal Opera House Covent Garden London Teatro alla Scala di Milano Metropolitan Opera New York Canadian Opera Company Toronto In het kader van het Holland Festival 2014
Muzikale leiding Daniele Gatti Regie Robert Carsen Decor Paul Steinberg Kostuums Brigitte Reiffenstuel Licht Robert Carsen Peter van Praet Sir John Falstaff Ambrogio Maestri Ford Massimo Cavalletti Serban Vasile 30 juni Fenton Paolo Fanale Dottore Cajus Carlo Bosi
Bardolfo Patrizio Saudelli Pistola Giovanni Battista Parodi Mrs. Alice Ford Fiorenza Cedolins Nannetta Lisette Oropesa Mrs. Quickly Daniela Barcellona Mrs. Meg Page Maite Beaumont Koninklijk Concertgebouworkest
De voorstelling duurt circa 2 uur en 40 minuten. Er is 1 pauze.
ARISTOCRAAT AAN LAGER WAL Frits Vliegenthart
De opera wordt in het Italiaans gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek Falstaff is verkrijgbaar in Nationale Opera & Ballet. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Italiaans en het Nederlands. De prijs is €8.
Het is geen wonder dat Giuseppe Verdi, wiens intuïtie op theatergebied het nooit liet afweten, zich meer dan eens liet inspireren door toneelstukken van William Shakespeare. Falstaff werd – afgezien van het geflopte vroege Un giorno di regno – Verdi's enige komische opera. Een korte rondgang langs de belangrijkste personages.
Koor van De Nationale Opera Instudering Bruno Casoni
INFORMATIE Zaterdag
7 juni 2014
20.00 uur
Dinsdag Donderdag Maandag Donderdag Zondag Zaterdag Maandag
10 juni 12 juni 16 juni 19 juni 22 juni 28 juni 30 juni
20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur 20.00 uur 20.00 uur
première
Nationale Opera & Ballet
Ticketverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog tickets verkrijgbaar. Bel de kassa: 020 625 5455 Online reserveren: operaballet.nl
ODEON Nº 93 / 2014
Inleidingen door Chris Engeler Plaats Nationale Opera & Ballet (foyer 2de balkon) Tijd 19.15 uur (avond)/ 12.45 uur (matinee) Lengte ± 30 minuten Toegang gratis op vertoon van een ticket voor de voorstelling van die dag
ACHTERGROND
Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van De Nationale Opera kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van Nationale Opera & Ballet. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren 020 625 5455 of via operaballet.nl/tickets.
Giuseppe Verdi
Na Macbeth (1847/1864), King Lear (een niet gerealiseerd project uit 1864) en Otello (1887) koos Verdi ook voor zijn laatste opera een onderwerp uit de werken van Shakespeare: Falstaff (1893) is voor het grootste deel gebaseerd op de komedie The Merry Wives of Windsor, met verwijzingen naar de koningsdrama,s King Henry IV, deel I en deel II. Zoals hij zelf verklaarde, liep de componist al veertig jaar rond met de wens een komische opera te schrijven; in dit verband noemde hij The Merry Wives, dat hij al vijftig jaar kende. Het was de geniale librettist Arrigo Boito die hem eindelijk van een geschikte tekst voorzag. In een van zijn brieven (eind 1890) laat Verdi blijken hoe tevreden hij is met zijn nieuwe hoofdfiguur: ‘Falstaff is een schurk, die allerlei streken uithaalt... maar op een grappige manier. Hij is een type en met zulke types kun je alle kanten uit.’ De edelman... Sir John Falstaff heeft meer te bieden dan je zou verwachten van de Hollebolle Gijs annex overjarige Casanova zoals hij op het eerste gezicht overkomt. Het personage heeft een historisch model, een zekere Sir John Oldcastle, maar komt ook overeen met de snoevende Capitano uit de commedia dell’arte. We ontmoeten Falstaff voor het eerst in Shakespeares Henry IV, deel I als oudere – maar niet wijzere – metgezel van de jonge kroonprins ‘Hal’ (Henry), op wie hij, samen met zijn criminele
Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nationale Opera.
ODEON Nº 93 / 2014
ADVERTENTIE
21
FALSTAFF
kompanen, een slechte invloed heeft. Op het slagveld doet ridder Falstaff om zijn hachje te redden alsof hij dood is; later liegt hij over een nooit verrichte heldendaad. Aan het einde van Henry IV, deel II laat Hal als de nieuwe koning Henry V omwille van zijn eigen reputatie zijn trouwe kroegmakker zonder pardon vallen. De zieke Falstaff sterft in het begin van Henry V, in een smoezelige herberg. Tussen de koningsdrama's in speelt zich The Merry Wives af, waarin de verarmde edelman, op jacht naar geld en amoureuze avonturen, bij herhaling door dezelfde vrouw in een valstrik wordt gelokt. Een edelman is Falstaff zeker: hij is gewend bevelen te geven en kan niet accepteren dat hij zonder geld komt te zitten. Daarvoor werken is echter geen optie voor een aristocraat! Hij is zich terdege bewust van het oneervolle van zijn situatie. Dat verklaart ook zijn woede-uitbarsting wanneer zijn dubieuze bedienden Bardolfo en Pistola (zoals ze bij Verdi heten) op grond van de eer weigeren Falstaffs liefdesbriefjes naar de rijke burgerdames Alice Ford en Meg Page te brengen. Wie zijn zij om het woord ‘eer’ in de mond te durven nemen wanneer zelfs een heer van stand niet meer volgens de regels van die eer kan leven? Geestig is hij ook: aan het slot is er niemand die hem hierin tegenspreekt, wanneer hij vaststelt dat alle anderen hun eigen listigheden te danken hebben aan zijn vernuft (arguzia). Hij haalt de brave burgers van Windsor uit de sleur van hun zelfgenoegzame leventjes. Falstaff mag graag filosoferen en geeft ons aan het slot van de opera de boodschap mee: ‘Alles in de wereld is gekheid...’ Hij is ruimhartig en vergevingsgezind. Je zou hem ondanks zijn rare fratsen een beter lot gunnen. ...en de burgers Tegenover Falstaff staat Ford, een nouveau riche. Ook hij voelt zich in zijn eer aangetast als hem ter ore komt dat de ridder achter zijn vrouw Alice én achter zijn geld aanzit. Zijn jaloezie doet onwillekeurig denken aan een ander personage uit Shakespeare (en Verdi): Otello. Het verschil is dat Otello ten onrechte denkt dat er al iets gaande is tussen zijn vrouw en een ander, terwijl het in Falstaff gaat om een slippertje dat nog zou moeten plaatsvinden, maar dat wel degelijk gepland is – tenminste wat Falstaff betreft. De jonge Fenton is verliefd op Nannetta, de dochter van Ford. Hiermee is voorzien in een vast ingrediënt van de komedie: het tegengewerkte jeugdige liefdespaar dat elkaar uiteindelijk krijgt. Uit de commedia dell'arte stamt een figuur als Dr. Cajus, die zich voortdurend in een staat van verongelijktheid bevindt en op weinig sympathie kan rekenen. Maatschappelijk staat hij als arts tussen de hogere en de lagere klassen in. Hij verschijnt ook als Don Bartolo in Mozarts Le nozze di Figaro en Rossini’s Il barbiere di Siviglia. Bij de vrouwenfiguren neemt de pittige Alice Ford de regie in handen wanneer Falstaff moet worden gestraft; daarbij laat zij
ODEON Nº 93 / 2014
zich van haar sadistische kant zien. Ze is beledigd als Falstaff niet alleen haar maar ook haar vriendin Meg Page het hof maakt, en diep gekwetst door het wantrouwen van haar man. Alice verhindert het door Ford bekokstoofde huwelijk tussen Nannetta en Dr. Cajus; tussen de regels door voelen we hoe zij terugdenkt aan de prille liefde tussen haarzelf en haar man. ‘Een vrouwelijke Mercurius’: zo noemt Falstaff de boodschapster Mrs. Quickly, zinspelend op de boodschapper onder de goden. Mercurius staat ook bekend als bedrieger; Quickly weet Falstaff met gemak om de tuin te leiden. Haar naam is niet zomaar gekozen, want Mercurius philosophorum is de alchemistische naam voor het element kwik. Quickly is een generatie ouder dan Alice, heeft alles al eens meegemaakt en amuseert zich geweldig met alle verwikkelingen waarin ze haar rol met flair vervult. In Henry V is zij de waardin, die zich bekommert om Falstaff op zijn sterfbed. Misschien zou zij eigenlijk wel een goede partner voor Falstaff geweest zijn... Verrassing De frisse opera combineert Italiaans temperament met Engelse humor: het beste uit twee werelden! Als toeschouwers worden we meteen meegetrokken in een wervelende plot. Er is geen ouverture – Dr. Cajus valt met de deur in huis en de handeling wordt nauwelijks opgehouden door aria's en duetten. Het muzikale materiaal is intussen zo overvloedig dat Verdi daar met gemak uit had kunnen putten voor dergelijke ‘rustpunten’ maar hij heeft ervoor gekozen om dat slechts met mate te doen. Er zijn een paar monologen die je aria’s zou kunnen noemen. Bijvoorbeeld is daar Falstaffs ‘Onore! Ladri!’ (I,1), eerst toornig, dan overgaand in een wijsgerige meditatie over de eer. Met ‘Va, vecchio John’ (II,1) spreekt hij zichzelf in marsritme moed in. Bitter beklaagt hij de slechtheid van de wereld in ‘Mondo ladro’ (II,2). Fenton krijgt een lyrisch liefdeslied toebedeeld, ‘Dal labbro il canto estasiato’ (III,2); even later zingt Nannetta als Elfenkoningin haar lieflijke ‘Sul fil d’un soffio estesio’. Aan energieke ensembles tusen de vrouwen, de mannen of beide groepen samen is geen gebrek. Opvallend is het onbegeleide ‘Quell'otre! quel tino!’ van de vier vrouwen (I,2), dat bij de wereldpremière herhaald moest worden, zozeer viel het in de smaak. De orkestkleur is overwegend helder, met steeds de juiste kleur voor de situatie. De grootste verrassing bewaart Verdi voor het allerlaatst: op de woorden ‘Tutto nel mondo è burla’ zet Falstaff een grootse fuga in, waarna alle solisten en het koor zich bij hem voegen. Zo past de oude meester in zijn laatste muziektheaterwerk een van de strengste, meest academische muzikale vormen toe. Met Falstaff blikt Verdi vrolijk terug op een lang en rijk scheppend leven.
22
ODEON Nº 93 / 2014
FALSTAFF
Falstaff, Teatro alla Scala, Milaan
24
INTERVIEW
25
‘EEN PAAR KOGELS OM MEE TE SCHIETEN’
moet zijn is. Of ze denken, omdat het Verdi is, dat het met flink wat dynamisch geweld gepaard moet gaan. Maar dat zijn clichés en daarmee maak je de Italiaanse muziek te populistisch, te laagdrempelig. Verdi wordt vaak benaderd als een soort Beethoven van de opera: hij is altijd aan het vechten, altijd met een pistool aan het zwaaien, altijd kranig en heroïsch, niet in staat om zachtjes te praten of te fluisteren. Dat is onterecht. Want zelfs in Verdi’s vroege opera’s tref je heel wat nuances en subtiliteiten aan.’
Joke Dame
Daniele Gatti
Dirigent Daniele Gatti heeft al vele malen voor het Koninklijk Concertgebouworkest gestaan; bij De Nationale Opera komt de Italiaanse maestro voor het eerst. Met Falstaff − voor Gatti ‘een van Verdi’s mooiste opera’s en een partituur die je een leven lang met je mee kunt dragen’.
ODEON Nº 93 / 2014
FALSTAFF
Klok Wat zoekt Gatti nu? Hoe kijkt hij aan tegen het personage Falstaff? Gatti: ‘We zien een man op de drempel van zijn levensavond, die een en ander achter zich heeft moeten laten. Daar heeft hij moeite mee, hij wil gewoon weer de man zijn die hij ooit was. Aan het eind is Falstaff, zeker in deze Boito/Verdiversie, volkomen geïsoleerd – hij heeft geen enkele vriend. Hij begint aan zijn levensavond zonder ook maar iemand om zich heen. Hij mist de warmte van een gezin, van familie. In het kleine dorp waar hij woont wordt hij nagewezen. In het verleden werd hij gerespecteerd, wás hij iemand − en nu wil hij niets liever dan zichzelf en de dorpsgemeenschap bewijzen dat hij er nog toe doet. Dáárom wil hij een jonge vrouw verleiden: om zichzelf ervan te overtuigen dat hij echt nog wel over een paar kogels beschikt om mee te schieten, om het zo maar eens te zeggen. Het is niet eens de bedoeling dat hij haar zo concreet binnensleept, het gaat om iets veel subtielers. En dan, aan het slot, onderkent hij dat de klok weliswaar verder tikt maar zijn einde nog niet is gekomen – er is nog tijd. Dat is eigenlijk een tamelijk tragische constatering, want hij realiseert zich dat hij zich voor de jaren die hem nog resten een nieuw doel zal moeten stellen.’ Ooit heeft Daniele Gatti zich laten ontvallen dat het deze opera Falstaff is die hij het liefst zou meenemen in zijn graf. Waarom juist deze opera? Omdat hij altijd een geweldige tijd had bij de Falstaff-uitvoeringen, met de zangers, met het orkest, en met zichzelf. Maar ook omdat de opera hem enorm heeft geholpen, toen hij een moeilijke tijd doormaakte, door hem een nieuwe blik op de toekomst te bieden. ‘En waarschijnlijk toch vooral omdat Falstaff over mij gaat. Toen ik jong was, was ik vaak neerslachtig − ik voelde me eenzaam, en ook nu ben ik regelmatig alleen. Dat heeft te maken met mijn beroep. Het is de prijs die je betaalt als je zo bevoorrecht bent de muziek te mogen dienen: je bent wat ontheemd en veel alleen onderweg.’ Maar hoe dierbaar de opera hem ook is, er zijn altijd moeilijkheden te overwinnen. Het moeilijkste aan deze opera is aan de lichtheid, de luchtigheid en de humor de juiste dosis aan wijsheid toe te voegen, vindt Gatti. En de interne balans. ‘Omdat het Italiaans is denken mensen soms dat het snelle muziek
Vingerafdruk ‘Verdi zoomt in op mensen. Al zijn opera’s bij elkaar vormen één groot onderzoek naar het innerlijk van de mens. En hij behandelt thema’s die heel modern zijn, ook nog vandaag de dag: de relatie tussen mensen, jaloezie en machtsverhoudingen. Anders dan Wagner, die in zijn opera’s ingaat op abstracte thema’s als het mythische en transfiguratie, is Verdi heel concreet. Maar omdat hij concreter is en de harten weet te raken, plaatst hij het publiek ook in een ongemakkelijke situatie, want je ziet jezelf terug op het podium met je eigen problemen. Als je zo naar Verdi kijkt, ontdek je een andere kant van de componist, een heel nieuwe kant. Achter de makkelijk in het gehoor liggende muziek tref je dan een nog niet eerder ontdekt werk aan.’ ‘Dat zie je ook in deze productie van Falstaff. We zijn drie jaar geleden vanuit een bepaalde gedachte begonnen: voedsel. De opera gaat voortdurend over eten, over overdadig eten
Het moeilijkste aan deze opera is aan de lichtheid, de luchtigheid en de humor de juiste dosis aan wijsheid toe te voegen − dat kunnen de mensen in Amsterdam wel begrijpen. Eten verandert je gemoedstoestand: als je gedeprimeerd bent, ga je eten; als je feest viert, dan eet je. Dat idee is door regisseur Robert Carsen uitgewerkt, maar in de muziek moest ik natuurlijk wel bij Verdi blijven en in de noten vind je natuurlijk geen brood en jam of zoiets, en je kunt niet zeggen: de hoorns, die zijn een fles wijn. Je moet dat idee van het voedsel zien als de rode draad in deze productie: het schakelt de scènes aan elkaar.’ Maar wat maakt Falstaff zo uniek? ‘Als we het hebben over de muzikale taal, dan weet iedereen dat deze opera geen
ODEON Nº 93 / 2014
voorganger kent en geen navolger heeft. Falstaff lijkt in niets op Otello of op Aida − dat zijn totaal andere werelden − en na Falstaff, Verdi’s laatste opera, heeft geen componist iets geschreven dat daarbij in de buurt komt. De muzikale taal van Falstaff − met het ‘recitar cantando’, het halfgesproken zingen − is anders en de compositietechniek van de opera ook. Aida is nog een opera met gesloten nummers. En dat geldt zelfs nog voor Otello. In Falstaff maakte Verdi een stap in de behandeling van de grote lijn. Je gaat van de eerste maat ononderbroken naar de laatste maat − de scènes lopen in elkaar over. Eigenlijk is deze opera één lang arioso; een traditionele aria zit er niet in. We moeten wachten tot het eind van de eerste scene in het tweede bedrijf voor we een sóórt aria krijgen: de monoloog van Ford, ‘È sogno, o realtà?’. En de titelheld heeft de kortste aria van het hele Italiaanse repertoire: ‘Quand’ero paggio’ − korter dan een minuut. Dit is zeker geen echte aria, meer een vingerafdruk.’ Glimlach Of Verdi zich in deze richting zou hebben verder ontwikkeld als hij nog langer had geleefd, vindt Gatti moeilijk te zeggen. Verdi was altijd heel nieuwsgierig naar de ontwikkeling van de Europese muziek. En hoewel hij ver afstond van de filosofie van Wagner, werd hij ontegenzeggelijk aangeraakt door de revolutie die zijn Duitse collega veroorzaakte in de muziekwereld. ‘Maar laten we wel wezen, beide componisten kwamen op hetzelfde uit: geen van beiden wilde nog een serie van aria’s en cabaletta’s maken – ook Verdi niet. Maar Verdi laat daarbij de Italiaanse lyriek nooit vallen.’ Waarom eindigde Verdi zijn carrière juist met deze opera Falstaff? ‘Ja dat is een vraag voor de componist zelf. Misschien wilde hij met een glimlach afscheid nemen. Ik kan alleen maar zeggen: Verdi, hartelijk dank daarvoor!’
26
OPERA IN HET PARK
PICKNICKEN MET FALSTAFF
27
‘FALSTAFF IS HEEL COMPLEX’ Hein van Eekert
De Nationale Opera, Holland Festival en NTR presenteren op zaterdag 28 juni in het kader van het Holland Festival een operavertoning in het prachtige Oosterpark. Met een eventueel zelf meegenomen picknick kunt u in de openlucht genieten van een opera op grootscherm vanuit Nationale Opera & Ballet. Falstaff van Giuseppe Verdi is een sprankelende komische opera over Shakespeares burleske dikzak Sir John Falstaff. De muziek wordt uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouworkest en het Koor van De Nationale Opera onder leiding van Daniele Gatti. De nieuwe enscenering werd zeer positief ontvangen in Londen en Milaan. De grootste Falstaffvertolker van het moment, Ambrogio Maestri, schittert in de hoofdrol. Toegang tot het park is vanzelfsprekend gratis. Zaterdag 28 juni, 19.45 meer operaballet.nl
ODEON Nº 93 / 2014
Ambrogio Maestri
Een lang leerproces ging eraan vooraf, maar sedert zijn debuut als Falstaff heeft de Italiaanse bariton Ambrogio Maestri de rol overal ter wereld gezongen. Nu is Amsterdam aan de beurt, in de productie van Robert Carsen, die, zo zegt Maestri, ‘de opera helemaal begrepen heeft.’
INTERVIEW FALSTAFF
Een van de promotiefilmpjes voor Robert Carsens productie van Giuseppe Verdi’s Falstaff op de site van de Metropolitan Opera toont bariton Ambrogio Maestri zingend in de keuken: met zwier haalt hij een kalkoen uit de oven, zet hem op tafel en snijdt hem aan met trefzekere hand, terwijl hij Falstaffs monoloogje over zijn jeugd als page van de hertog van Norfolk zingt. Hier zingt en acteert een meester, op allerlei fronten. Zijn culinaire behendigheid is snel verklaard als je zijn YouTube-kanaal bezoekt: na het bekijken van een paar filmpjes maak je je nooit meer zorgen over een eventueel rijstoverschot in de voorraadkast. De spreekstem is geweldig: donker, joviaal, resonerend en zangerig, lijkt hij maar een kleine stap verwijderd van een vertolking van de titelrol in Verdi’s opera. Er klinkt ernst in, maar ook een grote goedmoedigheid en generositeit. Meer dan tweehonderd maal zong Maestri de rol van de ridder in geldnood, in allerlei operahuizen. Is dit een geboren Falstaff of ten minste een man die de opera van kindsbeen kent als zijn broekzak? Zo simpel liggen de zaken niet. ‘Mijn eerste Falstaff heb ik helemaal niet in het theater gezien of gehoord, maar alleen maar via de partituur bestudeerd,’ vertelt de Italiaan. ‘Eerst moet je weten hoe de componist de rol geschreven heeft, anders ga je fouten maken. Daarna kun je gaan luisteren naar de verschillende grote zangers uit het verleden. Zo kun je je dan een idee vormen van de rol. Eerst de muziek van Verdi, dan de andere vertolkers.’ En zijn er dan favoriete zangers? ‘Sì, sì, sì,’ klinkt het bevestigend: ‘Tito Gobbi en Giuseppe Taddei. De twee groten.’ Maestri maakte zijn roldebuut in de Scala van Milaan, na een intense studieperiode: ‘Dat was met maestro Riccardo Muti, want die had me voor de rol geëngageerd. Ik heb jaar op de rol gestudeerd. Een jaar met alleen pianobegeleiding. Dat is lang, hè? Eerst hebben we de muziek bestudeerd en daarna de interpretatie. Voor de interpretatie heb ik eraan gewerkt in de vorm van regie. Hoe kon ik Falstaff laten ontstaan? Hoe beweegt hij zich voort? Hoe gebruikt hij zijn handen? De expressie... al dat soort dingen. Falstaff is heel complex.’ Een vernieuwende opera Het woord ‘complex’ gebruikt Maestri vaker met betrekking tot deze opera. Het gaat immers niet zomaar om een koddig personage: ‘De moeilijkheid is jezelf in het karakter verplaatsen. Omdat je, als je hem voor het eerst zingt, niet weet of Falstaff nu een grappig of een ernstig personage is. Daarbij moet je vertrouwen op de muziek van Verdi. Door de meer dan tweehonderd voorstellingen ben ik beter gaan begrijpen wat Falstaff wil en wat het libretto eigenlijk van me verlangt. Je moet Falstaff veel aandacht geven, want het is geen opera buffa (komische opera). Het is de laatste opera van Verdi: niemand doodt zichzelf of wordt gedood, maar het is een echte Verdi-opera en niet een komisch werk in de stijl van Rossini of Donizetti. Tekstschrijver Arrigo Boito was een groot artiest en een groot 19de-eeuws dichter: de woorden in het libretto laten
ODEON Nº 93 / 2014
zich niet gemakkelijk leren. Falstaff is een vernieuwende opera: je vindt er zaken in terug die je elders niet bij Verdi tegenkomt, bijvoorbeeld dat het libretto en de muziek zo goed samengaan. De zangers worden daarbij niet gebruikt als zangers, maar als instrumenten van het orkest. Daarom moet je de muziek zo ontzettend goed kennen, want je moet weten wat er precies in het orkest gebeurt.’ En dat is dan het muzikale aspect, maar op het gebied van de dramatiek is er ook veel te doen: ‘Je moet op zoek naar de diepgang in het personage: er is bitterheid in het karakter, de jaren die verstreken zijn... Vaak wordt er alleen gekeken naar
De vriendschap wint het altijd van de slechtheid van de wereld het komische. Daarom heb ik er een jaar aan gewerkt: ik moest dat allemaal ontdekken. Het is mij goed bevallen om die diepgang te zoeken: Falstaff heeft een geheel eigen manier van leven, zoals iedereen die tegenwoordig moet hebben als hij zin heeft in het leven. Robert Carsen, de regisseur van deze productie, is echt geweldig. Hij heeft ons hard laten werken, maar hij begrijpt het karakter van de opera helemaal: het ironische, het grappige en het dramatische zit er allemaal in. Er zijn momenten waarop je echt moet lachen en er zijn momenten die je waarlijk aan het denken zetten. Zo wilde Verdi het, volgens mij.’ En vanaf dat moment verdwijnt de naam ‘Falstaff’ goeddeels uit de conversatie. Ambrogio Maestri spreekt bijna alleen nog maar over de rol in termen van ‘ik’ en ‘mij’. Het lijkt wel of we Falstaff zelf aan de telefoon hebben: ‘De inwoners van Windsor zijn niet erg aardig tegen mij, omdat ik het lef had om op bezoek te gaan bij vrouwen die al getrouwd zijn. Ja, dat kun je verwachten. De vrouwen zeggen een paar wrede dingen − hoe kan zo’n man denken dat wij verliefd op hem zouden worden? − maar aan het einde komt het allemaal goed: we gaan met zijn allen een goede maaltijd gebruiken en iedereen is weer vrienden met elkaar. Ik kom uit de strijd als de morele winnaar, maar de echte overwinning is voor de vriendschap, dus iedereen heeft gewonnen. De vriendschap wint het altijd van de slechtheid van de wereld.’ De vraag is echter: is Falstaff een betere partij voor de getrouwde dames Alice en Meg? Maestri grinnikt. ‘Falstaff is een betere man dan Ford, de echtgenoot van Alice, omdat Falstaff altijd zichzelf blijft. Ford komt niet als zichzelf naar mij toe om me te vertellen dat ik uit de buurt moet blijven van zijn vrouw: hij verkleedt zich als een ander persoon. Ik doe dat niet. Ik ben en blijf Falstaff. Punto e basta!’
28
XXXXXXXXXXX
29
Met de stem van Tove fluistert het woud, met de ogen van Tove kijkt het meer, met de glimlach van Tove stralen de sterren, de wolken zwellen als haar blanke boezem. (Waldemar)
GURRE-LIEDER ARNOLD SCHÖNBERG 1874 - 1951
I De natuur dringt steeds meer binnen in een realistische wereld. Dit schept ruimte voor fantasie. Het orkestvoorspel schildert het ondergaan van de zon. Koning Waldemar bemint Tove, een meisje van lage komaf. Zij is een mysterieuze figuur, verbonden aan de mensenwereld én aan die van de vogels. Koningin Helvig is jaloers en laat Tove vermoorden. De Woudduif bericht hierover in een ontroerend lied.
ODEON # 92 — 2014
ODEON Nº 93 / 2014
II Waldemar klaagt God aan.
III Er volgen nachtmerrieachtige taferelen − met een boer als de stem van het volk, en een nar die waanzinnig is geworden. Een woest leger, dat in de oorlog is omgekomen, raast als een horde van geesten in het rond. De stralende zonsopkomst waarmee het stuk eindigt, geeft aan hoe onbeduidend het menselijk lot is in vergelijking met de macht van de natuur.
30
GURRE-LIEDER
31
UITVOERENDEN Scenische wereldpremière Arnold Schönberg 1874-1951
GURRE-LIEDER Für Soli, Chor und Orchester Tekst Jens Peter Jacobsen Duitse vertaling Robert Franz Arnold
Muzikale leiding Marc Albrecht Regie Pierre Audi Decor en kostuums Christof Hetzer Licht Jean Kalman Video Martin Eidenberger Dramaturgie Klaus Bertisch Waldemar Burkhard Fritz Tove Emily Magee Waldtaube Anna Larsson Bauer Markus Marquardt
Klaus Narr Wolfgang Ablinger Sperrhacke
De voorstelling duurt circa 2 uur. Er is 1 pauze.
Nederlands Philharmonisch Orkest
De opera wordt in het Duits gezongen, Nederlands en Engels boventiteld.
Koor van De Nationale Opera Instudering Thomas Eitler KammerChor des ChorForum Essen Instudering Alexander Eberle Algehele koor leiding Thomas Eitler
Klaus Bertisch
Het operaboek Gurre-Lieder is verkrijgbaar in Nationale Opera & Ballet. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Duits en het Nederlands. De prijs is €8
INFORMATIE 2 september 2014 20.00 uur première
Zondag Vrijdag Maandag Donderdag Zondag Dinsdag
7 september 12 september 15 september 18 september 21 september 23 september
13.30 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur 20.00 uur
Nationale Opera & Ballet
Ticketverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog tickets verkrijgbaar. Bel de kassa: 020 625 5455 Online reserveren: operaballet.nl
ODEON Nº 93 / 2014
VAN EEN HYPNOTISERENDE SCHOONHEID
Met Arnold Schönbergs GurreLieder opent De Nationale Opera haar nieuwe seizoen met een uitzonderlijk project: de groot opgezette liedcyclus op teksten van de Deense schrijver Jens-Peter Jacobson − een vertegenwoordiger van de literatuur uit de jugendstil − wordt in Amsterdam voor de allereerste keer scenisch opgevoerd. Arnold Schönberg
Dinsdag
Inleidingen door Bart Hermans Plaats Nationale Opera & Ballet (foyer 2de balkon) Tijd 19.15 uur (avond)/ 12.45 uur (matinee) Lengte ± 30 minuten Toegang gratis op vertoon van een ticket voor de voorstelling van die dag
ACHTERGROND
Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van De Nationale Opera kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van Nationale Opera & Ballet. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren 020 625 5455 of via operaballet.nl/tickets. Marc Albrecht
Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nationale Opera.
ODEON Nº 93 / 2014
Pierre Audi Schönberg kent in Amsterdam een traditie: al in 1995 programmeerde Pierre Audi diens onvoltooide opera Moses und Aron in regie van Peter Stein. Ook in dat jaar regisseerde Audi zelf de drie eenakters Erwartung, Die glückliche Hand en Von heute auf morgen. Pierre Audi: ‘De laatste jaren wordt er veel geëxperimenteerd met het geënsceneerd presenteren van werken die eigenlijk niet voor het theater bedoeld zijn. Ik denk daarbij aan het Requiem van Verdi, Messiah of de Matthäus-Passion. Bij De Nationale Opera hebben we dat tot nu toe niet of nauwelijks gedaan, maar met Gurre-Lieder zetten we ook een stap in deze richting. Het is een werk vol poëzie, maar ook vol dramatiek.’ Van chef-dirigent Marc Albrecht kwam het idee om de cyclus Gurre-Lieder scenisch te realiseren. Er komt veel kijken bij het opvoeren daarvan. De grootte van het orkest, de enorme eisen die aan de solisten en aan de meerdere koren worden gesteld, maken het haast onspeelbaar, nog afgezien van de kosten. Het idee van een scenische versie werd door de nazaten van de componist met veel instemming ontvangen. Vooral zijn zoon Laurence Schönberg ziet veel theatrale mogelijkheden in deze liederen, die het verhaal vertellen van de liefde tussen de Deense koning Waldemar en het meisje Tove. Het geluk is de verliefden niet gunstig gezind en als Tove door de jaloerse
32
GURRE-LIEDER
gemalin van de koning wordt vermoord, is het gevolg dat Waldemar zijn geloof in God verliest en besluit ten oorlog te trekken. Hierdoor werd het werk, dat in 1913 zijn wereldpremière beleefde, een soort voorbode van de Eerste Wereldoorlog. ‘Het tijdstip van het concipiëren van Gurre-Lieder ligt veel eerder,’ merkt chef-dirigent Albrecht op. ‘We hebben hier nog te maken met de romantische, tonaal componerende Schönberg. Hij staat hier dichter bij Wagners Tristan und Isolde of de symfonieën van Gustav Mahler. Dit is de Schönberg van
Tekst en muziek roepen beelden op, die als in een roes aan je voorbijvliegen Verklärte Nacht. Pas daarna begint hij het tonaal componeren achter zich te laten. Daardoor is hij zo belangrijk geworden voor de hele ontwikkeling van de muziek. Ik heb dit werk al vaker tijdens concerten gedirigeerd en daarna had ik telkens het gevoel dat ik muziektheater zonder toneel had uitgevoerd. Tekst en muziek roepen beelden op, die als in een roes aan je voorbijvliegen. Ik zag altijd in mijn hoofd een soort film die zich afspeelde.’ Voor Pierre Audi zit in dit werk alles wat bij een goede opera hoort: niet alleen zangers, een groot koor en een orkest, maar ook een verhaal. ‘Dit verhaal wil ik vangen in beelden, die verschillende momenten vertalen naar een theater van beelden,’ licht de regisseur toe. Daarbij is ook voor hem de nabijheid van Tristan und Isolde overduidelijk, maar hij vindt daarnaast dat het ontwikkelen van de surrealistische situaties die in het verhaal zitten iets is om in de regie na te streven. ‘De waanzin waaraan Waldemar na de dood van zijn geliefde Tove ten prooi valt, heeft ook te maken met het geweld en met de oorlog die
ODEON Nº 93 / 2014
33
ACHTERGROND
kort na de wereldpremière zou uitbreken. Je moet het verleden verwerken terwijl de nieuwe waanzin al voor de deur staat.’ Voor een bijzonder beeldentheater bieden met name de uitvoerige tussenspelen ruime mogelijkheden. Deze kunnen al worden beschouwd als een soort vroege filmmuziek. In later tijd heeft de film dan ook Schönbergs bijzondere belangstelling gewekt, zoals blijkt uit zijn Begleitmusik zu einer Lichtspielszene. ‘De tussenspelen kunnen iets laten zien dat wellicht nog áchter het vertelde verhaal ligt,’ verklaart de dirigent. Daarbij ziet hij de natuur als een van de hoofdpersonen in het stuk. Telkens weer wordt de verbinding met de natuur gelegd, wordt de invloed van dag en nacht op de handelende personen tot onderwerp gemaakt. Daarom was het bij het vormgeven van het decor voor Audi en zijn ontwerper Christof Hetzer ook belangrijk om met een idee te spelen waarbij je soms niet eens weet of je je binnen of buiten een ruimte bevindt, hoe de natuur de ruimte doordringt en omgekeerd. Eerste samenwerking Terwijl Marc Albrecht zich erop verheugt dat hij met het orkest in de bak kan werken, waardoor de klankmassa van het stuk de zangers akoestisch niet overspoelt − wat in de concertzaal vaak het geval is − verheugt Audi zich erop voor het eerst met zijn chef-dirigent samen te werken. ‘Het is een heel interessant voorstel van Marc. Hij is een specialist in het Duitse repertoire van de vroege 20ste eeuw. In de samenwerking met zijn voorgangers heb ik altijd geprobeerd producties te realiseren die uit het hart van hun eigen persoonlijkheid voortkomen, die het meest aansluiten bij hun vaardigheden. Alleen zo kun je samen een goed resultaat bereiken.’ Dat het eerste deel van de voorstelling bestaat uit een voortdurende afwisseling van afzonderlijke liederen voor de tenor en de sopraan, vindt noch Albrecht noch Audi een nadeel. ‘Het zijn imaginaire dialogen,’ licht Albrecht toe. ‘Tove en Waldemar spelen elkaar in gedachten de bal toe, richten wederzijds het woord tot elkaar. Je hebt steeds het gevoel van communicatie tussen hen beiden, totdat aan het eind van het eerste deel de Waldtaube als een soort bode in haar bericht vertelt dat Tove dood is. Een hartverscheurend, prachtig lied.’ Ook Pierre Audi denkt dat het werk op het toneel een veel
RuÏnes van Slot Gurre in Denemarken sterkere emotionele impact kan hebben dan in de concertzaal. ‘Het is van een hypnotiserende schoonheid. Het gaat erom deze sfeer te kunnen vangen om vervolgens in een niemandsland te eindigen. Het liefdesverhaal ontwikkelt zich tot een verhaal van leven en dood, en wanneer dan aan het slot de zon opkomt…’ ‘…de enige keer dat het vrouwenkoor zingt…’ voegt Marc Albrecht hieraan toe, ‘…is het bekrachtigende einde ook een soort bedrieglijk slot. Alles lijkt te eindigen in een grote glans, na de treurige gebeurtenissen komt het licht aan het eind van de tunnel. Maar de geschiedenis heeft ons geleerd dat wij niet altijd geloof moeten schenken aan wat zo lijkt te stralen.’ Ten tijde van de wereldpremière van Gurre-Lieder was Arnold Schönberg al veel verder in zijn muzikale ontwikkeling. Hij geneerde zich bijna voor deze cyclus, omdat zijn stijl inmiddels veel geavanceerder was dan de romantische liederen
ODEON Nº 93 / 2014
doen vermoeden. Toch verwijst ook dit werk hier en daar al naar zijn persoonlijke muzikale visioenen. Aan het eind van het stuk laat hij een spreker optreden met een sterk op de natuurelementen gerichte monoloog. Dit loopt al vooruit op het Sprechgesang, dat zo typerend zou worden voor de componisten van de Tweede Weense School, waartoe ook Schönbergs leerling Alban Berg behoorde. Met zijn Pierrot lunaire schiep Schönberg een uiterst belangrijk monument voor het Sprechgesang. Alban Berg paste het Sprechgesang eveneens toe in zijn opera Lulu, die De Nationale Opera aan het einde van seizoen 2014-2015 presenteert. Zo kan het publiek binnen één seizoen de hele spanwijdte van een muziekhistorisch tijdperk beleven.
Vertaald door Frits Vliegenthart
34
CMS – EUROPEES PARTNER VAN DNO
CULTUUR ALS STIMULANS VOOR ONTWIKKELING INNOVATIEF EN CREATIEF VERMOGEN
Talentontwikkeling staat zowel bij organisaties als in de culturele sector volop in de belangstelling. Kunst en cultuur zijn belangrijke elementen voor een leefbare en bruisende samenleving en stimuleren de innovatieve en creatieve vermogens van mensen. Deze aspecten spelen ook een rol in de talentontwikkeling bij CMS. Vanzelfsprekend zijn onze juristen vakinhoudelijke topspelers. In onze visie is een goede jurist daarnaast ook een gespreks- en sparringpartner voor onze cliënten. Dat vraagt, naast kennisontwikkeling en kennisdeling op het vakgebied, veel aandacht binnen ons talentprogramma voor een gevarieerd programma van vaardigheidstrainingen. Onze advocaten, notarissen en belastingadviseurs werken nauw samen om kwalitatief zo hoogwaardig mogelijke juridische dienstverlening te bieden. Voor de jongere generatie binnen ons kantoor hebben wij vanaf de eerste jaren een secuur begeleidingstraject. Voor ons is de belangrijkste vraag hoe wij onze medewerkers permanent kunnen ontwikkelen en hen leergierig kunnen houden. Maar ook hoe we het innovatieve vermogen en creativiteit kunnen stimuleren. CMS biedt onder de naam CMS Academy een grote hoeveelheid aan opleidingen, trainingen, cursussen voor onze medewerkers. De CMS Academy wordt zowel in Nederland als in het buitenland uitgevoerd. Vanaf de start van het professionele leven binnen CMS begint de medewerker in de TrainingsCarrousel. Het zijn o.a. inhoudelijke praktijkgroepsessies, waardoor de medewerkers kennis maken met de vele
ODEON Nº 93 / 2014
35
OPERADONATEURS
DE NATIONALE OPERA
DONATEUR rechtsgebieden van kantoor. Hierdoor zijn ze in staat de cliënt breed te adviseren en te begeleiden. Het internationale Core Curriculum is een meerdaags programma dat een aantal keer in de loopbaan wordt aangeboden in een van de 56 steden waar CMS een vestiging heeft. CMSkantoorgenoten uit allerlei landen ontmoeten elkaar om getraind te worden in onder meer ondernemerschap, personal branding, pitches. Verdiepingscursussen voor medewerkers uit de tientallen vestigingen worden georganiseerd bij de business school IMD in het Zwitserse Lausanne, waarvan CMS corporate learning partner is. Een secondment bij een CMS-vestiging in het buitenland is een ervaring op zich. De secondment levert verbreding van de visie op het vakgebied, inzicht in andere rechtssystemen en is een mogelijkheid om te leren om te gaan met culturele verschillen en overeenkomsten. Door het opdoen van contacten op de andere kantoren wordt de internationale samenwerking verstevigd. Ervaringen die verder gaan dan alleen het delen van vakkennis en sectorkennis, maar juist ook gericht zijn om op een goede manier samen te werken. Je goed kunnen verplaatsen in de wereld van de cliënt en je cliënt te blijven verrassen met creatieve en innovatieve oplossingen. Dat kan alleen als je elkaar goed kent. De afgelopen jaren hebben we De Nationale Opera ondersteund. Veel van onze collega's hebben samen met onze cliënten de voorstellingen bezocht. Zij zijn op een andere manier, in een andere omgeving met elkaar in gesprek gekomen en dat versterkt de relatie. Een waardevolle aanvulling, die zeker ook past binnen talentontwikkeling. Het kan niet anders dan dat dit het innovatieve en creatieve vermogen van onze mensen heeft gestimuleerd. Na ruim 5 jaar gaan wij de invulling van onze samenwerking met DNO op een andere manier vormgeven. Dat betekent dat dit mijn laatste column is die ik voor Odeon schrijf. Ons streven is om samen met betrokkenen in gesprek te gaan en te kijken hoe we op vernieuwde, innovatieve wijze de verbinding kunnen maken met elkaar. Wij benadrukken nog eens hoe plezierig en professioneel onze samenwerking met DNO geweest is. Ook hier hebben we samengewerkt aan creatieve en innovatieve ideeën. Ik denk terug aan de sponsoring voor de OperaFlirt en de nominatie voor de sponsoring voor de OperaLounge. Kennelijk hebben niet alleen wij genoten van de zaken die wij samen ontwikkelden. Ook de ‘buitenwereld’ heeft dit zo ervaren en ons de waardering gegeven voor deze nieuwe ontwikkelingen. Wij danken u allen daarvoor.
Dolf Segaar Managing Partner
Steun DNO als OperaDonateur en profiteer optimaal van de Geefwet!
OperaDonateurs krijgen backstage uitleg van voorstellingsleider Joost Schoenmakers over de Ring-cyclus. De Geefwet is verlengd tot en met 2017. Dat betekent dat OperaDonateurs de komende vier jaar 125% van hun gift mogen aftrekken bij de aangifte inkomstenbelasting. OperaDonateurs zijn voor ons onmisbaar en helpen ons om voorstellingen van topkwaliteit te blijven creëren, produceren en presenteren. Zou u een gift willen overwegen? Als dank voor uw steun houden we u goed op de hoogte van de ontwikkelingen bij De Nationale Opera en nodigen we u graag uit voor exclusieve kijkjes achter de schermen. De Nationale Opera heeft als culturele instelling de ANBI-status. Daardoor kunnen we donaties en erfenissen vrij van schenk- en erfbelasting ontvangen. Dat betekent dat uw gift volledig ten goede komt aan de kunst en cultuur. Afhankelijk van uw inkomstenbelasting kunt u al donateur worden voor nog geen € 15 per maand.
ODEON Nº 93 / 2014
Wat kost het u netto per jaar als u donateur van De Nationale Opera wordt? Bedrag per jaar OperaFan OperaLiefhebber OperaBewonderaar OperaPaladijn
€ 500 € 1.000 € 5.000 € 10.000
Sinds 1 januari 2014 is het niet meer nodig om een periodieke gift vast te laten leggen door een notaris. Een schriftelijke overeenkomst met De Nationale Opera volstaat.
Inkomstenbelasting 42% 52% € 237,50 € 475 € 2.375 € 5.275
€ 175 € 350 € 1.750 € 4.150
Meer weten over schenken aan DNO? Wilt u meer weten over schenken aan De Nationale Opera en andere mogelijkheden dan hierboven genoemd, neemt u dan contact op Eline Danker via
[email protected] of per telefoon +31 (0)20 551 8836, of vraag de donateursbrochure aan op operaballet.nl/ operadonateurs.
36
TALENTONTWIKKELING
NATIONALE OPERA & BALLET
WINKELAANBIEDINGEN
DE NATIONALE OPERA
TALENTONTWIKKELING ENOA-WORKSHOP LUCIA DI LAMMERMOOR
Van 10 tot en met 22 maart 2014 vond de ENOA-(European Network of Opera Academies) workshop Lucia di Lammermoor plaats voor twee jonge regisseurs en zes jonge zangers. Als coaches waren regisseur Monique Wagemakers, belcantospecialist tenor Raúl Giménez, bewegingscoach Wilfred van de Peppel en correpetitor Nathalie Doucet aangetrokken. Iedere workshopdag werd er onder hun leiding hard gewerkt aan een aantal scènes uit Lucia di Lammermoor, zowel muzikaal, stilistisch en scenisch. Ook werden de laatste repetities en de première van de DNO-productie Lucia di Lammermoor in regie van Monique Wagemakers op het hoofdtoneel bezocht. Als afsluiting werd een presentatie gegeven in de foyer van het voorgebouw van Nationale Opera & Ballet. De ingestudeerde scènes werden tweemaal uitgevoerd in de verschillende interpretaties van de jonge regisseurs zodat het publiek beide ensceneringen goed kon vergelijken. Waar op 125 man publiek was gerekend, moesten er stoelen worden bijgeplaatst maar zelfs toen nog moesten velen op de trappen een zitplaats zoeken. De ‘Edgardo’ en de ‘Lucia’ uit de hoofdproductie waren ook aanwezig en het was heel bijzonder voor de jonge zangers om hen na afloop te ontmoeten.
KOPERNIKUS
In april jongstleden is Claude Viviers opera Kopernikus viermaal uitgevoerd in samenwerking met VOCAALLAB, NJO en Meesteropleiding Coupeur. Daarvoor was maandenlang gewerkt door twee decorontwerpers, een lichtontwerper en een kostuumontwerper en ruim twintig jonge kostuummakers Zij toverden de Boekmanzaal van het Amsterdamse Stadhuis om in een spectaculaire tussenwereld, met bijpassende kostuums. Van binnenuit werd een enorm stuk plastic opgeblazen tegen de wanden van de zaal, zodat de artiesten en het publiek in een grote ‘bubbel’ zaten. Door deze aankleding en een uitgekiende belichting werd een wereld buiten de onze gecreëerd, een soort droomachtig vagevuur tussen paradijs en aarde. Zeven zangers, zeven instrumentalisten en twee tieners repeteerden vanaf begin maart aan deze muzikaal en theatraal ingewikkelde opera, nadat al in november 2013 de eerste muzikale repetities hadden plaatsgevonden. Het jong talent heeft onder leiding van artistiek leider en dirigent Romain Bischoff en regisseur Marcel Sijm een prachtige productie neergezet op zeer hoog muzikaal niveau. De landelijke dagbladen beoordeelden de productie dan ook eensgezind met vier sterren. De Boekmanzaal was alle vier de voorstellingen volledig uitverkocht en het publiek was erg enthousiast. De jonge artiesten zelf zijn zeer positief over de gehele productie. Zij vonden het heel leerzaam om op hoog niveau deze hedendaagse opera te mogen uitvoeren. Kopernikus was de eerste, zeer geslaagde operaproductie in het kader van Talentontwikkeling DNO.
FALSTAFF DVD – € 17
Componist Giuseppe Verdi Dirigent James Levine Solisten Mirella Freni, Barbara Bonney, Marilyn Horne Orkest The Metropolitan Opera Orchestra
Koor The Met Regisseur Franco Zeffirelli Label Deutsche Grammophon Gesellschaft
FALSTAFF DVD – € 34,95
Componist Giuseppe Verdi Dirigent Bernard Haitink Solisten Bryn Terfel, Barbara Frittoli, Roberto Frontali
FALSTAFF CD – € 10
Componist Giuseppe Verdi Dirigent Carlo Maria Giulini Solisten Renato Bruson, Katia Ricciarelli, Leo Nucci
Koor & orkest Los Angeles Philharmonic Orchestra Label Deutsche Grammophon Geselschafft
Koor & orkest Royal Opera House Covent Garden Regisseur Graham Vick Label Opus Arte
FALSTAFF CD – € 49,95
Componist Giuseppe Verdi Dirigent Claudio Abbado Solisten Bryn Terfel, Thomas Hampson, Adrianne Pieczonka
Koor Rundfunkchor Berlin Orkest Berliner Philharmoniker Label Deutsche Grammophon Geselschafft
GURRE-LIEDER DVD – € 39,95
Componist Arnold Schönberg Dirigent Mariss Jansons Solisten Deborah Voigt, Mihoko Fujimura, Stig Andersen
Koor & orkest Chor und Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks TV-regisseur Brian Largei Label BrKlassik
GURRE-LIEDER CD – € 12,95
Componist Arnold Schönberg Dirigent Riccardo Chailly Solisten Siegfried Jerusalem, Susan Dunn, Brigitte Fassbaender
Koor Chor der St. HedwigsKathedrale Berlin Orkest Städtischer Musikverein Dusseldorf Label Decca
Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de shop van Nationale Opera & Ballet en bij Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting. Alle prijzen zijn onder voorbehoud.
ODEON Nº 93 / 2014
38
OPERA IN HET STEDELIJK MUSEUM
39
OPERA IN HET STEDELIJK: LEX REITSMA + EIKO ISHIOKA 20 JUNI - 19 OKTOBER 2014
Ontwerper Lex Reitsma (1958) was van 1990 tot 2014 verantwoordelijk voor de grafische vormgeving van DNO. De Japanse vormgeefster Eiko Ishioka (1938-2012) ontwierp de kostuums voor Wagners cyclus Der Ring des Nibelungen, die de opera tussen 1997 en 2014 uitbracht. DNO werkte 24 jaar samen met Lex Reitsma. Na de naamswijziging van het gezelschap in De Nationale Opera (februari 2014) is een einde gekomen aan deze samenwerking. Reitsma ontwierp afgelopen decennia niet alleen 196 affiches, maar alle grafische uitingen voor DNO. Reitsma maakt tegenwoordig naast grafische vormgeving ook documentaires. Lex Reitsma kreeg van DNO veel artistieke vrijheid. Zijn affiches roepen een intrigerend beeld op dat speelt met kleur, typografie, compositie, dimensies en lagen. Altijd is er nauw verband met de enscenering, zonder dat deze één-op-één wordt weergegeven. In elk affiche zit dynamiek, evenals in de hele reeks. De operaboeken zijn op een vrije manier verwant aan de affiches. Beide uitingsvormen zijn regelmatig bekroond, met onderscheidingen als Theaterafficheprijs en Best Verzorgde Boeken.
Een presentatie gewijd aan De Nationale Opera (voorheen De Nederlandse Opera), waarin het werk van ontwerper Lex Reitsma en vormgeefster Eiko Ishioka centraal staan.
ODEON Nº 93 / 2014
Eiko Ishioka Toen Pierre Audi in 1997 begon aan Wagners cyclus Der Ring des Nibelungen was Eiko Ishioka een kostuumontwerpster van grote naam, bekend om de revolutionaire benadering van haar onderwerpen. Ze wilde vernieuwend zijn en zocht naar ongebruikelijke oplossingen. Regisseur Audi streefde naar een nieuwe, revolutionaire uitvoering van de Ring en vroeg Ishioka de kostuums te ontwerpen. George Tsypin maakte het decorontwerp, Wolfgang Göbbel ontwierp het licht en Hartmut Haenchen was de dirigent. Het resultaat was een toonaangevende uitvoering van de vierdelige cyclus bestaande uit Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried en Götterdammerung, die internationaal geschiedenis heeft geschreven. In februari 2014 was de laatste reprise van deze grootse productie te zien in Nationale Opera & Ballet. Wie de Ring heeft gezien, herinnert zich ongetwijfeld de spectaculaire kostuums van Eiko Ishioka. Het Stedelijk toont een aantal van haar kostuums, schetsen en affiches.
COLOFON
ALGEMENE INFORMATIE
Odeon is het Oudgriekse woord voor een aan muziek en poëzie gewijd gebouw. In de 16de eeuw ontstond uit de combinatie van muziek en poëzie het genre opera, in de 20ste eeuw het muziektheater zoals wij dat vandaag de dag trachten vorm te geven.
Ticketverkoop Drie maanden vóór de première gaan de voorstellingen in de verkoop. U kunt tickets kopen: – online via operaballet.nl; – bij de kassa van Nationale Opera & Ballet: Amstel 3, Amsterdam, 020 6255 455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12.00-18.00 uur of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feest- dagen 12.00-15.00 uur of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Odeon Magazine van De Nationale Opera Nummer 93 juni-september 2014 ISBN: 0926-0684 Oplage 25.000 exemplaren Uitgave van de afdeling Marketing, Communicatie en Verkoop van Nationale Opera & Ballet Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. Telefoon 020 551 8258 E-mail
[email protected] Advertenties 020 551 8953 Abonnementen 020 625 5455 Internet operaballet.nl Odeon is gratis verkrijgbaar in Nationale Opera & Ballet. Hoofdredactie Sandra Eikelenboom Eindredactie, vertalingen en plotteksten Frits Vliegenthart Fotografie Rudy Amisano/ Teatro alla Scala p.16, 22-23; Clärchen en Matthias Baus p.15; Bram Belloni p.26; Hans van den Bogaard p.05, p.09, p.36 (Kopernikus); Marco Borggreve p.14; Pablo Faccinetto p.24; Ronald Knapp p.31 (portret Marc Albrecht); Kim Krijnen p.36 (workshop); Petrovsky & Ramone cover, p. 6, p.26; Robin de Puy p.31 (portret Pierre Audi) Ontwerp Lesley Moore Opmaak Bibi de Bruijn Productie Sander van der Duin Druk Senefelder Misset
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Abonnementhouders van De Nationale Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor € 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten € 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie hierboven.
ODEON Nº 93 / 2014
Variabele prijzen Bij alle voorstellingen hanteren we een systeem van oplopende toegangsprijzen. Naarmate de premièredatum dichterbij komt, kan de toegangsprijs stijgen. Studentenkorting Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang op vertoon van een geldige college-/studentenkaart voor € 15 een ticket aan de kassa kopen. Uitverkocht? Bij uitverkochte voorstellingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhalen bij de kassa. Vanaf een halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde tickets te koop aangeboden. Per volgnummer kunt u maximaal twee tickets voor de betreffende voorstelling kopen. Prijzen losse tickets Falstaff Seizoen 2013-2014 Maandag t/m donderdag standaard CJP/Stadspas 1ste rang € 140 € 130 € 115 € 105 2de rang 3de rang € 90 € 80 € 75 € 70 4de rang 5de rang* € 60 € 55 € 45 € 40 6de rang 7de rang* € 30 € 30 € 15 € 15 8ste rang Vrijdag t/m zondag + feestdagen standaard CJP/Stadspas 1ste rang € 150 € 140 € 125 € 115 2de rang 3de rang € 100 € 90 € 85 € 80 4de rang 5de rang* € 70 € 65 6de rang € 55 € 50 7de rang* € 40 € 40 € 15 € 15 8ste rang * geen zicht op de boventiteling
Prijzen losse tickets Laika Rabozaal, Stadsschouwburg Amsterdam 1ste rang € 60 2de rang € 50 Prijzen losse tickets Gurre-Lieder Seizoen 2014-2015 Maandag t/m donderdag standaard CJP/Stadspas jeugd t/m 16 jaar € 118 € 104 1ste rang € 92 € 82 2de rang 3de rang € 67 € 57 4de rang € 51 € 46 5de rang* € 41 € 36 € 31 € 25 6de rang 7de rang* € 20 € 15 € 15 € 15 8ste rang Vrijdag t/m zondag + feestdagen standaard CJP/Stadspas jeugd t/m 16 jaar 1ste rang € 125 € 118 € 103 € 93 2de rang 3de rang € 77 € 67 € 61 € 51 4de rang 5de rang* € 46 € 41 € 36 € 31 6de rang 7de rang* € 25 € 20 € 15 € 15 8ste rang * geen zicht op de boventiteling Boventiteling De voorstellingen van De Nationale Opera worden doorgaans Nederlands en Engels boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in Nationale Opera & Ballet bieden echter geen zicht op de boventiteling. Openbaar vervoer Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Waterlooplein. Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar Nationale Opera & Ballet. Parkeren bij Nationale Opera & Ballet Parkeerruimte in de nabijheid van Nationale Opera & Ballet is schaars, zeker ’s avonds. Het vinden van een parkeerplaats kan tijdrovend zijn. Houd er rekening mee dat na aanvang van de voorstelling geen toegang meer tot de voorstelling kan worden verleend. ParkKing Waterlooplein biedt bezoekers van Nationale Opera & Ballet korting: als u uw uitrijkaart aan de garderobe laat stempelen, krijgt u 25% reductie.
ADVERTENTIE
HOLLAND FESTIVAL
harry partch heiner goebbels ensemble musikfabrik
Regisseur Heiner Goebbels haalt dit magisch muziektheaterwerk voor de eerste keer naar Europa. Ensemble musikFabrik speelt op Harry Partch’ eigenzinnig instrumentarium. ‘Out of this world!’ 10 – 11 juni 2014 Muziekgebouw aan ’t IJ
ORLANDO
LAIKA
georg frideric handel de munt, brussel
Bejun Mehta schittert in Pierre Audi’s verrassende interpretatie van Handels meesterwerk. 9 – 13 juni, Stadsschouwburg Amsterdam Taal: Italiaans met Nederlandse boventiteling
THE KITCHEN roysten abel Het aanzwellende geluid van de twaalf trommels en de geur van de paysam, die op het toneel wordt bereidt, zorgen voor een trance-opwekkende meditatie.
YOU US WE ALL
24 – 25 juni Stadsschouwburg Amsterdam
shara worden andrew ondrejcak box (baroque orchestration x)
OPERA & MUZIEKTHEATER
DELUSION OF THE FURY
de nationale opera martijn padding p.f. thomése asko|schönberg
In vier zeer afwisselende akten laten componist Martijn Padding, librettist P.F. Thomése en regisseur Aernout Mik op een pakkende, spottende en prikkelende manier zien dat de wereld ook zonder televisie wel zal blijven doordraaien. 3 – 8 juni 2014 Stadsschouwburg Amsterdam Taal: Nederlands
NAPOLEON abel gance, het gelders orkest Het evenement dat geen film- of muziekliefhebber mag missen. Een monumentale film met live orkest onder leiding van Carl Davis. 15 juni Ziggo Dome
ben frost david pountney
Met een onheilspellend toneelbeeld en een mix van extreme klanksculpturen, klassiek, minimalisme en rauwe pop is componist en regisseur Ben Frost erin geslaagd om Iain Banks’ ijzingwekkende cultroman te vertalen in spannend en krachtig muziektheater.
INTERNATIONAAL
THE WASP FACTORY OIDÍPOUS calliope tsoupaki edzard mik Barok totaalspektakel van Amerikaanse multitalenten Ondrejcak en Worden. 18 – 19 juni 2014 Theater Bellevue Taal: Engels met Nederlandse boventiteling
OPERA IN HET PARK: FALSTAFF de nationale opera
Na haar veelgeprezen Lucas Passie in 2008 is Calliope Tsoupaki terug in het Holland Festival. Dit keer met een kleurrijke muzikale bewerking van Sophocles’ laatste tragedie.
22 – 23 juni 2014 Muziekgebouw aan ‘t IJ Taal: Engels met Nederlandse boventiteling
Picknick in Oosterpark met Verdi’s komische meesterwerk Falstaff.
28 juni 2014 Muziekgebouw aan ‘t IJ Taal: Oud-grieks met Nederlandse boventiteling
28 juni 2014, Oosterpark
VOLLEDIG PROGRAMMA & TICKETVERKOOP WWW.HOLLANDFESTIVAL.NL