Oudheid Studiegids 2007/2008 Archeologie en prehistorie
Griekse en Latijnse taal en cultuur Oudheidkunde
Erfgoedstudies
Oudheidstudies (MPhil)
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.4.9 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2
Faculteit der Letteren Algemene inleiding Organisatie van de faculteit Doelstellingen van de faculteit Faculteitsbestuur Medezeggenschap Faculteitsbureau Afdelingen Onderwijsinstituut Onderzoek Commissies Onderwijs Jaarindeling Regelingen Studieadvies en studievoortgangscontrole Het begrip studiepunt Inschrijving voor colleges Regels en richtlijnen voor tentamens Algemene onderwijs- en examenregeling Regeling bachelor- en masterscriptie Recht van beroep Afgifte getuigschrift en dossierverklaring Inschrijving onderdelen andere universiteiten Voorzieningen Informatievoorziening, postvakken en e-mail Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Oriëntatie op de arbeidsmarkt Studeren in het buitenland Computerfaciliteiten Gebouwvoorzieningen
11 11 12 12 13 13 13 14 14 14 14 15 15 17 17 17 17 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 23
Facultaire onderwijsconcept en eindtermen Inleiding Bacheloropleiding Algemene eindtermen van een Letteren-bachelor Algemene eindtermen van een Letteren-master Keuzevakken
25 25 25 27 28 29
Domein Oudheid Inleiding Organisatie en regelingen Studiekosten Opleidingscommissies en examencommissies Examendata Toelating Toelatingsvoorwaarden tot de bacheloropleidingen Colloquium doctum
31 31 31 31 31 31 32 32 33
Inhoudsopgave
5
3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.4.7
Toelatingsvoorwaarden tot de doorstroommasters Toelatingsvoorwaarden tot de onderzoeksmaster Toelatingsvoorwaarden tot de professionele master Opleiding in deeltijd Instroom vanuit het HBO Voorzieningen Studieadvisering en mentoraat Studeren in het buitenland Stages Bibliotheek Studieboeken / syllabi / boekhandels Studievereniging Studentenblad domein Oudheid
33 34 35 35 36 37 37 37 38 38 40 40 40
4
Archeologie en prehistorie (BA) Inleiding Het programma Overzicht van de opleiding Major West-Europese en major Mediterrane archeologie Doelstellingen Eindtermen Eerste jaar: programma 2007/2008 Major West-Europese archeologie en major Mediterrane archeologie Major Mediterrane archeologie en major Oude geschiedenis Tweede jaar: programma 2007/2008 Veldwerk 2 Derde jaar: programma 2007/2008 Veldwerk 3 Scriptie Aanbevolen minorpakketten/onderdelen Aanbevolen minoren
43 43 43 44 44 45 45 46 46 47 47 47 47 47 48 48 48
Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA) Inleiding Het programma Overzicht van de opleiding Major Grieks en major Latijn Overgangsprogramma voor huidige derdejaars studenten Doelstellingen Eindtermen Eerste jaar: programma 2007/2008 Major Grieks en Major Latijn Andere combinaties met major Grieks of major Latijn: Tweede jaar: programma 2007/2008 Major Grieks en Major Latijn Andere combinaties met major Grieks of major Latijn: Derde jaar: overgangsprogramma 2007/2008 Specialisatie Grieks, Latijn of OCGL Aanbevolen minorpakketten/onderdelen
49 49 49 51 51 51 52 52 53 53 54 54 54 54 54 54 55
4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.4 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.7 4.7.1 4.8 4.8.1 4.8.2 4.9 4.9.1
5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.5 5.6 5.6.1 5.6.2 5.7 5.7.1 5.7.2 5.8 5.8.1 5.9
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.4 6.5 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.3 6.6.4 6.6.5 6.6.6 6.6.7 6.6.8 6.7 6.7.1 6.7.2 6.7.3 6.7.4 6.7.5 6.7.6 6.7.7 6.8 6.8.1 6.8.2 6.8.3 6.8.4 6.9 6.9.1
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
Oudheidkunde (BA) Inleiding Het programma Overzicht van de opleiding Majoren Doelstellingen Eindtermen Eerste jaar: programma 2007/2008 Algemeen deel Major Oudheidkunde en Major Oudheidkunde Major Oudheidkunde en Major Grieks Major Oudheidkunde en Major Latijn Major Oudheidkunde en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Major Oude geschiedenis en Major Mediterrane archeologie Major Grieks en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Major Latijn en Major Nederlandse letterkunde Tweede jaar: programma 2007/2008 Major Oudheidkunde en Major Oudheidkunde Major Oudheidkunde en Major Grieks Major Oudheidkunde en Major Latijn Major Oudheidkunde en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Major Oude geschiedenis en Major Mediterrane archeologie Major Grieks en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Major Latijn en Major Nederlandse letterkunde Derde jaar: programma 2007/2008 (aankomst 2005/2006) Algemeen programma Oudheidkunde met Latijn Oudheidkunde met Grieks Oudheidkunde met Assyriologie Aanbevolen minorenpakketten/onderdelen Minoren
57 57 57 59 59 65 66 67 67 67 68 68 69 69 70 70 71 71 71 72 72 72 73 73 74 74 74 74 74 75 75
Algemeen Facultair minoraanbod Algemeen Interdisciplinaire minorpakketten Literatuur en Cultuur Taal en Communicatie Oudheid Kunst en Cultuur Geschiedenis
77 77 77 79 80 81 83 84
Archeologie en prehistorie (MA) Inleiding Het programma Overzicht van de opleiding Eindtermen Programma 2007/2008: specialisatie Mediterrane archeologie Programma 2007/2008: specialisatie West-Europese archeologie
85 85 85 87 87 88 88
Inhoudsopgave
7
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.4.1 9.4.2 9.4.3
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.5.1 10.5.2 10.6 10.6.1 10.6.2 10.6.3 10.6.4 10.7 10.7.1 10.7.2 10.7.3 10.8 10.8.1 10.8.2 10.8.3
11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.6.1
12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.5.1 12.5.2 12.5.3
Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA) Inleiding Het programma Eindtermen Masterprogramma 2007/2008 Werkcolleges (totaal 30 stp) Tutorial (10 stp) Scriptie (20 stp)
89 89 89 90 91 91 91 91
Oudheidkunde (MA) Inleiding Het programma Overzicht van de opleiding Eindtermen Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde algemeen Basisprogramma (35 stp) Keuze (25 stp) Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde met Latijn Basisprogramma (25 stp) Latijnse taal- en letterkunde (20 stp) Grieks (5 stp) Keuze (10 stp) Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde met Grieks Basisprogramma (25 stp) Keuze (15 stp) Griekse taal- en letterkunde (20 stp) Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde met Assyriologie Basisprogramma (25 stp) Taal en cultuur (15 stp) Keuze (20 stp)
93 93 93 94 96 96 96 96 96 96 96 97 97 97 97 97 97 97 97 97 97
Erfgoedstudies (MA) Inleiding Het programma Doelstellingen Eindtermen Programma 2007/2008: traject Erfgoed van stad en land (ESL) Programma 2007/2008: traject Archeologisch Erfgoedbeheer Keuze
99 99 99 100 100 101 101 101
Oudheidstudies (MPhil) Inleiding Het programma Doelstelling Eindtermen Eerste jaar: programma 2007/2008 Kernmodule (10 stp) Tutorial (10 stp.) Specialisatie (40 stp)
103 103 103 104 104 105 105 105 105
12.6 12.6.1 12.6.2 12.6.3 12.6.4
Tweede jaar: programma 2007/2008 Kernmodule (10 stp) Tutorial (10 stp) Specialisatie (10 stp) Scriptie (30 stp)
105 105 106 106 106
13
Lerarenopleiding Klassieke Talen of Latijn en KCV Inleiding Oriëntatiecursus Lerarenopleiding Meer informatie
107 107 107 107 108
Vakbeschrijvingen Vakbeschrijvingen
109 109
Adressenlijst domein Oudheid Adressen medewerkers
111 111
Literatuur Archeologie en prehistorie (BA) Archeologie en prehistorie (MA) Erfgoedstudies (MA) Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA) Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA) Oudheidkunde (BA) Oudheidkunde (MA) Oudheidstudies (MPhil)
115 115 118 119 121 124 125 131 131
13.1 13.2 13.3 13.4
14 14.1
15 15.1
16 16.1 16.2 16.3 16.4 16.5 16.6 16.7 16.8
Inhoudsopgave
9
10
Oudheid
1
1.1
Faculteit der Letteren
Algemene inleiding De studiegids bevat informatie over faculteit en opleiding die je voor je studie nodig hebt, zoals studentenvoorzieningen, praktische regels, opzet van de domeinen, opleidingen en majoren. De informatie over de inhoud van de vakken is te vinden op internet, op http://www.studiegids.vu.nl/ en is ook te vinden via de letterensite http://www.let.vu.nl/. De studiegids is bedoeld om dingen op te zoeken. Maak er dus gebruik van, anders mis je veel informatie die relevant is voor je studie. De tekst schept geen rechten of plichten, maar geeft louter de bestaande regelgeving weer. In het vervolg van de studiegids worden de programma's van de opleidingen die tot één cluster behoren samen met hun majoren behandeld. Het rooster staat niet in de studiegids, maar wordt apart op Internet gezet (www.let.vu.nl > Studenten > Roosters). Ook voor enkele andere zaken die aan verandering onderhevig zijn, wordt verwezen naar de letterensite. We wensen je een succesvol studiejaar! De opleidingen De Faculteit der Letteren, waartoe ook jouw opleiding behoort, biedt 13 bachelor(BA) en aansluitende masteropleidingen (MA) aan. Bovendien worden 6 onderzoekmasters (MPhil) en 4 masteropleidingen die op een specifieke beroepspraktijk gericht zijn aangeboden. Sinds september 2006 worden de opleidingen georganiseerd binnen de tweemajorenstructuur. Als eerstejaars heb je inmiddels gekozen voor twee majoren en je hebt je ingeschreven bij een opleiding. Zie voor de relatie opleiding - (1e) major het overzicht van majoren op de site: http://www.let.vu.nl/majoren. Met vragen kun je terecht bij de studieadviseur van de opleiding waarbij je ingeschreven staat (zie onderstaande tabel). studieadviseur/ contactpersoon Studentenbalie Moderne Talen en Culturen Duitse Taal en Cultuur (ba, ma) Engelse Taal en Cultuur (ba, ma) Franse Taal en Cultuur (ba, ma) Literatuurwetenschap (ba, ma) Nederlandse Taal en Cultuur (ba, ma) Spaans Letterkunde (MPhil)
dr. M.L.M.J. Vliegen
Kamernr. telnr. 10A-14 020 5986430
e-mail
[email protected]
11A-39 020 5986452 10A-19 020 5986469 10A-19 020 5986469 08A-35 020 5986488 10A-23 020 5986427 11A-18 020 5986412 10A-40 020 5986532
[email protected]
drs. S.M.J. van der Bruggen
10A-19 020 5986469
[email protected]
dr. A.J. van Berkel
11A-32 020 5986436
[email protected]
drs. S.M.J. van der Bruggen drs. S.M.J. van der Bruggen prof.dr. D.H. Schram J. Putters drs. M.B.F. de Bakker drs. M.C. Last
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Taal en Communicatie Communicatie- en Informatiewetenschappen (ba, ma) Taalwetenschap (ba, ma)
Faculteit der Letteren
11
ICT & Vertalen (ma)
prof.dr. M. Hannay
Journalistiek (ma)
drs. M. Onrust
Linguistics (MPhil)
dr. P.H.F. Bos
09A-18 020 5986445 11A-42 020 5986415 11A-20 020 5986576
[email protected]
10A-21 020 5986364 10A-23 020 5986427 10A-23 020 5986551 10A-40 020 5986532
[email protected]
10A-21 020 5986364 10A-21 020 5986364 10A-40 020 5986532 8A-22 020 5986370 10A-40 020 5986532 8A-15 020 5986362
[email protected]
10A-23 020 5986551 10A-40 020 5986532
[email protected]
[email protected] [email protected]
Oudheid Archeologie en Prehistorie (ba, ma) Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (ba, ma) Oudheidkunde (ba, ma)
drs. I.P. Chin
Oudheidstudies (MPhil)
drs. M.C. Last
J. Putters drs. M.W. de Rooij
[email protected] [email protected] [email protected]
Kunst en Cultuur Algemene Cultuurwetenschappen (ba, ma) Kunstgeschiedenis (ba, ma)
drs. I.P. Chin
Architectuurgeschiedenis (MPhil) Erfgoedstudies (ma)
drs. M.C. Last
Geschiedenis van de Beeldende Kunst (MPhil) Museumconservator
drs. I.P. Chin
drs. E.M. van Hellemondt drs. M.C. Last drs. S.J. Konijn
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Geschiedenis
1.2 1.2.1
12
Geschiedenis (ba, ma)
drs. M.W. de Rooij
Geschiedenis na 1400 (MPhil)
drs. M.C. Last
[email protected]
Organisatie van de faculteit Doelstellingen van de faculteit De faculteit stelt zich ten doel • aan studenten een academische vorming te geven door middel van onderwijs in een verscheidenheid van vormen, op het niveau van bachelor- en masteropleidingen in voltijd en deeltijd; • de wetenschap op de disciplinevelden van de faculteit verder te ontwikkelen zowel door eigen onderzoek van docenten en onderzoekmedewerkers als door opleiding van promovendi en andere onderzoekers, zowel binnen de faculteit als in het samenwerkingsverband van onderzoekscholen; • en daardoor tevens bij te dragen aan overdracht van culturele waarden aan een groter publiek, door vergroting van kennis op het gebied van taal, beeld, kunst en cultuur, en geschiedenis, met name ook voor praktische doeleinden als het onderwijs, het bedrijfsleven, de journalistiek, de media, de musea en de zorg voor het erfgoed. Deze doelstelling wordt binnen de faculteit vormgegeven doordat specifieke vakkennis geplaatst wordt in een breed cultureel en wetenschappelijk perspectief van academisch niveau. Het doel hiervan is de student kennis en inzicht te geven in, en kritisch en reflectief te leren staan tegenover de wetenschapsbeoefening zelf, de betekenis van zijn of haar vak voor mens en maatschappij, en de rol van de academicus in de samenleving.
Oudheid
1.2.2
Faculteitsbestuur Het belangrijkste bestuursorgaan van de faculteit is het faculteitsbestuur. Het is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van het onderwijs en onderzoek in de faculteit. Het faculteitsbestuur bestaat uit de decaan (voorzitter) en twee andere leden. Het bestuur wordt bijgestaan door de directeur bedrijfsvoering van de faculteit. Een student woont de vergaderingen van het faculteitsbestuur bij met raadgevende stem. Kijk voor meer informatie en de actuele samenstelling van het faculteitsbestuur op http://www.let.vu.nl/Organisatie > Bestuur.
1.2.3
Medezeggenschap De faculteit wordt bestuurd door het faculteitsbestuur. Er zijn twee medezeggenschapsorganen: de facultaire studentenraad (fSr) en de onderdeelcommissie van de ondernemingsraad (OCL). Deze twee overleggen met enige regelmaat vergadert met het faculteitsbestuur in de zgn. facultaire overlegvergadering (FOV). Facultaire Studentenraad De facultaire Studentenraad (fSr) bestaat uit vijf studenten, die worden gekozen door de studenten van de Faculteit der Letteren. De raad heeft een zittingstermijn van een jaar. Een student met klachten over tentamens, faciliteiten, docenten of andere zaken kan bij de fSr terecht. Je kunt mailen naar
[email protected] of je klacht deponeren in de klachtenbus tegenover 10A-12. Kijk voor meer informatie op http://www.let.vu.nl/Organisatie/Adviesorganen. Onderdeelcommissie Letteren De onderdeelcommissie Letteren bestaat uit 9 leden van zowel het ondersteunend als het wetenschappelijk personeel en maakt deel uit van en werkt samen met de centrale Ondernemingsraad van de Universiteit. Op facultair niveau behartigt zij de belangen van het personeel. Onderwijszaken komen vooral aan de orde in de gezamenlijke vergadering met de studentenraad. Meer informatie over medezeggenschap kun je vinden in: Statuut VU, Universiteitsreglement Vrije Universiteit, Regeling Medezeggenschap Studenten, Faculteitsreglement, Reglement Gezamenlijke Vergadering Letteren. Deze regelingen zijn te vinden via het facultaire netwerk op de P-schijf: P:\\Facultaire Regelingen of op de VU-site: http://www.vu.nl/.
1.2.4
Faculteitsbureau Het faculteitsbureau verzorgt de ondersteuning van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Aan het hoofd van deze organisatie staat de directeur bedrijfsvoering. De volgende eenheden maken deel uit van het faculteitsbureau: • Bestuurssecretariaat • Bureau P&O (incl. personeelsadviseur en beleidsmedewerker onderzoek) • Bureau Informatisering • Bureau Systeembeheer (incl. audiovisuele ondersteuning) • Onderwijsbureau (incl. studentenbalie, studieadvisering, internationalisering en voorlichting) • Afdelingensecretariaat Letteren
Faculteit der Letteren
13
Voor contactpersonen en meer informatie zie: http://www.let.vu.nl/Organisatie/Ondersteunende diensten. 1.2.5
Afdelingen Het wetenschappelijk personeel van de faculteit is ondergebracht in vijf afdelingen: -
Literatuur en cultuur Taal en communicatie Oudheid Kunst en cultuur Geschiedenis
Tot een afdeling behoren diegenen wier taken op hetzelfde wetenschapsgebied liggen. De afdeling staat onder leiding van een afdelingshoofd dat belast is met de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling. 1.2.6
Onderwijsinstituut De faculteit kent een Onderwijsinstituut dat onder leiding staat van een onderwijsdirecteur. De onderwijsdirecteur heeft tot taak ervoor te zorgen dat de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen optimaal op elkaar zijn afgestemd. De onderwijsdirecteur kan de leden van de afdelingen, na overleg met het afdelingshoofd, aanwijzingen geven ten aanzien van de uitvoering van het onderwijs. Daarnaast adviseert de onderwijsdirecteur het faculteitsbestuur over het te voeren onderwijsbeleid binnen de faculteit, over de onderwijs- en examenregelingen en over de gewenste inhoud van te vervullen vacatures op het gebied van onderwijs. De onderwijsdirecteur laat zich adviseren door het Management Team Onderwijs (MTonderwijs) en heeft regulier overleg met de voorzitters van de 5 cluster OC's in de facultaire onderwijscommissie (FOC).
1.2.7
Onderzoek De faculteit kent een directeur onderzoek. Deze coördineert de uitvoering van het facultaire onderzoek volgens het door het faculteitsbestuur vastgestelde onderzoekprogramma en wordt daarin bijgestaan door de beleidsmedewerker onderzoek. De vier facultaire onderzoekszwaartepunten zijn: -
Language: System and Use The Interplay of Religion, Politics and Culture: Channels of Mediation and the Public Square, 1200-2000 Values and Norms in Literature, the Visual Arts and New Media Transformation of City and Countryside: A Comparative Perspective on Urban-Rural Relations
De Faculteit der Letteren participeert in de volgende onderzoekscholen: LOT, OSL, Mediëvistiek, Kunstgeschiedenis, Posthumus Instituut, Huizinga Instituut, ARCHON, CNWS en OIKOS. Kijk voor meer informatie op http://www.let.vu.nl/Onderzoek. 1.2.8
14
Commissies De faculteit kent een aantal commissies die het faculteitsbestuur adviseren en/of eigen werkzaamheden en bevoegdheden hebben. In veel commissies zitten studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in een commissie van die opleiding.
Oudheid
Opleidingscommissie en examencommissies Voor de student zijn vooral van belang de opleidingscommissie en de examencommissie. Opleidingscommissie Volgens de wet heeft iedere opleiding (bachelor- en masteropleiding, en oude doctoraalopleiding) een opleidingscommissie (OC). Deze adviseert afdelingshoofd, onderwijsdirecteur en faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling (OER), conceptonderwijsprogramma's en evaluatie. In de OC is het aantal docenten en studenten gelijk. Sinds de invoering van de tweemajorenstructuur heeft het faculteitsbestuur voor de bacheloropleidingen en aansluitende masteropleidingen 5 cluster OC's ingesteld. Op die manier kan de afstemming tussen majoren in de verschillende majorcombinaties optimaal geregeld worden. Het zijn de opleidingscommissies: Moderne Talen en Culturen Taal en Communicatie Oudheid Kunst en Cultuur Geschiedenis
Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Nederlandse taal en cultuur Communicatie- en informatiewetenschappen, Taalwetenschap Archeologie en prehistorie, Griekse en Latijnse taal en cultuur, Oudheidkunde Algemene Cultuurwetenschappen, Kunstgeschiedenis Geschiedenis
De actuele samenstelling van de opleidingscommissie is te vinden op de site: http://www.let.vu.nl/Organisatie. De opleidingscommissies worden benoemd door het faculteitsbestuur. Examencommissie Volgens de wet stelt het faculteitsbestuur voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in. De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens en stelt de uitslag van de examens vast. Zij wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamens. Ook de examencommissies zijn benoemd voor een cluster van opleidingen, volgens dezelfde indeling als de samenstelling van de OC's. De actuele samenstelling van de examencommissie is te vinden op de site: http://www.let.vu.nl/Organisatie. De examencommissies worden benoemd door het faculteitsbestuur. Overige facultaire commissies -
Stuurgroep Informatisering en Systeembeheer Communicatiecommissie Commissie Internationalisering (CIA) Facultaire Bibliotheekcommissie Commissie voor Toelating
Voor informatie over de samenstelling en de taken van de verschillende commissie zie: http://www.let.vu.nl/Organisatie > Adviesorganen
1.3 1.3.1
Onderwijs Jaarindeling Alle opleidingen in de faculteit hebben een zelfde jaarindeling. Het jaar is ingedeeld in twee semesters, bestaande uit 3 perioden: 2 perioden van 8 weken en 1 periode van 4 weken. De perioden van 8 weken bevatten 7 weken college gevolgd door een tentamenweek. De periode van 4 weken is bestemd voor zelfstudie, het voorbereiden
Faculteit der Letteren
15
van tentamens, het afronden van werkstukken en voor intensieve cursussen of excursies. Er worden 6 tentamenweken per jaar georganiseerd, aan het eind van iedere periode één. Het verplichte onderwijs wordt zo geprogrammeerd dat een student nooit meer dan twee tentamens per tentamenweek heeft. Bij keuzevakken of minormodules kan de student zelf bekijken of deze qua toetsing passen in het gekozen onderwijsprogramma. Bovendien hebben zoveel mogelijk modules interne toetsmomenten die meetellen voor het eindresultaat. De docenten kunnen in overleg met het MT-onderwijs een extra herkansing organiseren vóór de reguliere herkansing. De dag waarop tentamen of herkansing valt, is zoveel mogelijk gerelateerd aan het tijdstip van het bijbehorende college, met uitloop naar de avonduren. In principe wordt het vermeden voor een groep 2 tentamens op één dag te roosteren. Bij colleges met parallelgroepen wordt in principe één tentamentijdstip gekozen. Mocht je hierdoor toch twee overlappende tentamens hebben, meldt dit dan zo spoedig mogelijk bij je studieadviseur of docent, zodat er naar een oplossing gezocht kan worden. De perioden, de college-, zelfstudie- en tentamenweken en de inhaaldagen i.v.m. vrije dagen zijn aangegeven in het jaarschema. De colleges en tentamens zijn geroosterd binnen vaste bloktijden. De colleges beginnen precies op de aangegeven tijd. De collegeblokken zijn 09.00-10.45; 11.00-12.45; 13.30-15.15 en 15.30-17.15 uur. De tentamenblokken zijn 08.45-11.30; 12.00-14.45, 15.15-18.00 en 18.30-21.15 uur. Jaarindeling 2007/2008 Semester Per. 1 Per. 2 Per. 3 Semester Per. 4 Per. 5 Per. 6
1 3 sept. t/m 28 okt. 29 okt. t/m 23 dec. 7 jan. t/m 3 febr. 2 4 febr. t/m 30 mrt. 31 mrt. t/m 1 juni 2 juni t/m 29 juni
Tentamen
Herkansing
wk 8 per. 1 (of wk 4 per.3 (jan.)) wk 8 per. 2 (of wk 4 per.3 (jan.)) wk 4 per. 3 (januari)
wk 3 per. 3 (jan.) wk 3 per. 6 (juni) wk 3 per. 6 (juni)
wk 8 per. 4 (of wk 4 per.6 (juni)) wk 9 per. 5 (of wk 4 per.6 (juni)) wk 4 per. 6 (juni)
wk 3 per. 6 (juni) laatste wk aug. laatste wk aug.
Feestdagen 2007/2008 Kerstmis Nieuwjaar Goede Vrijdag/Pasen Koninginnedag Hemelvaart Bevrijdingsdag Pinksteren
16
Oudheid
Vrije dag 25 en 26 december 1 januari 21 t/m 24 maart woensdag 30 april donderdag 1 mei en vrijdag 2 mei maandag 5 mei zondag 11 mei en maandag 12mei
Inhaaldag(en)
week 8 per. 5 week 8 per. 5 week 8 per. 5 week 8 per. 5
1.4 1.4.1
Regelingen Studieadvies en studievoortgangscontrole Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor het eerste studiejaar staat ingeschreven van een voltijdse opleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar een (niet-bindend) advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn studie binnen of buiten de opleiding. Wie daartoe behoefte voelt, kan zich naar aanleiding van het uitgebrachte advies wenden tot de studieadviseur. Het kan overigens geen kwaad al eerder contact op te nemen wanneer er problemen met de studie zijn. Beëindigen studiefinanciering per 1 februari van het eerste studiejaar Studenten die voor het eerst in het hoger onderwijs zijn ingeschreven en vermoedelijk de norm van de prestatiebeurs niet halen, kunnen hun studiefinanciering vóór 1 februari stop laten zetten bij de Informatiebeheergroep (IBG), om te voorkomen dat aan het eind van het studiejaar hun studiebeurs in een lening wordt omgezet. Via de studieadviseur of mentor worden deze studenten in december of januari voor een gesprek uitgenodigd om over het al of niet voortzetten van de studie te worden geadviseerd. Studievoortgangscontrole Elke student ontvangt elk jaar omstreeks maart een tussentijds overzicht van zijn studievoortgang. Vóór 1 oktober ontvang je een volledig overzicht van je studievoortgang in het voorafgaande studiejaar. De vaststelling hiervan gebeurt door de examencommissie, namens het College van Bestuur, op grond van de voor de opleiding bij de onderwijsadministratie geregistreerde studieresultaten. In het bericht wordt aangegeven dat je beroep kan aantekenen in geval je studieresultaten niet of onjuist zijn geregistreerd.
1.4.2
Het begrip studiepunt De omvang van de opleiding en van de onderdelen die tot de opleiding behoren, wordt uitgedrukt in studiepunten volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Een studiepunt in dit systeem komt overeen met een studiebelasting van gemiddeld 28 uur. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten; de bacheloropleiding bedraagt 3 x 60 studiepunten (3 jaar) en de masteropleiding 1 x 60 (1 jaar) en in enkele gevallen 2 x 60 studiepunten (2 jaar). In de beschrijving van elk examenonderdeel wordt het aantal studiepunten vermeld. Alle examenonderdelen hebben een omvang van 5 of 10 studiepunten, met uitzondering van onderdelen die uitsluitend behoren tot de oude doctoraalprogramma’s.
1.4.3
Inschrijving voor colleges Studenten zijn verplicht zich in te schrijven voor alle colleges die ze gaan volgen, ook de verplichte. Inschrijven voor de colleges gaat door middel van het programma TIS (Toegang Internet Studenten), bereikbaar via de homepage www.let.vu.nl, waar ook een uitgebreide handleiding TIS is te vinden. Toegang wordt verkregen middels een combinatie van VU-net-id en wachtwoord. Tot uiterlijk twee weken voor het begin van de collegeperiode is aanmelden mogelijk. Bij problemen, bijvoorbeeld omdat een student nog niet ingeschreven is bij de VU, kan je je wenden tot de studentenbalie, kamer 10A-14 (e-mail:
[email protected]).
Faculteit der Letteren
17
1.4.4
Regels en richtlijnen voor tentamens Tentamens mogen alleen worden afgelegd als je in het huidige studiejaar bij de centrale studentenadministratie van de VU bent ingeschreven als student, extraneus of bijvakstudent en het verschuldigde collegegeld hebt betaald. Bovendien is er alleen recht op deelname aan een tentamen als aan een eventuele aanwezigheidsplicht bij de colleges is voldaan. Zie ook Algemene onderwijs- en examenregeling. De laatste week van elke periode is bestemd voor het afleggen van tentamens. Ieder tentamen kan één maal herkanst worden. Zie voor de tentamenweken en herkansingsweken Jaarindeling 2007/2008. Aanvragen tentamens, registratie en bekendmaken tentamenresultaten Alle tentamens, werkstukken, verslagen en scripties waar een beoordeling voor wordt gegeven, dienen voorzien te zijn van naam en studentnummer. Schriftelijke tentamens Het is voor alle studenten verplicht (dus ook voor studenten van buiten de faculteit) zich aan te melden voor collectieve tentamens. Inschrijven voor de tentamens gaat door middel van het programma TIS, bereikbaar via www.let.vu.nl. Tot uiterlijk 10 dagen voor de tentamendatum kan je je aanmelden. Als de uitslagen van tentamens bekend zijn en ingevoerd zijn in de computer, zijn deze te raadplegen via TIS. Je kan zelf een uitdraai maken van zijn resultaten. Neem bij problemen contact op met de studentenbalie, kamer 10A-14 (e-mail:
[email protected]). Mondelinge tentamens, werkstukken, verplichte colleges etc. Voor de afronding van alle andere studieonderdelen neem je contact op met de betreffende docent. Je vult bij de docent zijn gegevens (naam, studentnummer, opleiding en eerste studiejaar) in op een tentamenbriefje of op een namenlijst waarop de docent later de resultaten aangeeft.
1.4.5
Algemene onderwijs- en examenregeling De Onderwijs- en Examenregeling (OER) ligt ter inzage bij de studentenbalie en bij de studieadviseur, en is te vinden op de facultaire P-schijf (te bereiken op de campus via http://www.let.vu.nl/Studenten > Regelingen). Met nadruk wordt erop gewezen dat bij werkcolleges en andere studieonderdelen waar dit is aangegeven in de vakbeschrijvingen, de aanwezigheid verplicht is. Vuistregel is dat nooit meer dan 20 procent van de colleges gemist mogen/kunnen worden. Als niet aan de aanwezigheidsplicht is voldaan, is er geen recht op deelname aan het tentamen.
1.4.6
18
Regeling bachelor- en masterscriptie De faculteit heeft een facultair scriptiereglement voor de masteropleidingen met een opleidingsspecifiek deel voor iedere opleiding. Een facultair reglement voor de bachelorscriptie is in ontwikkeling. Het is te verkrijgen bij de studentenbalie (kamer 10A-14) en is te vinden op de facultaire P-schijf (te bereiken op de campus via http://www.let.vu.nl/Studenten > Regelingen).
Oudheid
1.4.7
Recht van beroep Als je tegen een toegekend cijfer bezwaar wil maken, wordt aanbevolen dit eerst bij de betrokken docent te doen en als er geen oplossing wordt gevonden, bij de voorzitter van de examencommissie. Daarnaast is er een College van Beroep voor de examens. Bij deze instantie kan je binnen 30 dagen na bekend maken van de uitslag in beroep gaan, wanneer je bezwaar maakt tegen tentamen- en examenuitslagen, beoordelingen van werkstukken en scripties, of tegen de wijze waarop je bent behandeld. Voor meer informatie: afdeling Studentendecanen (Servicebalie, centrale hal, Hoofdgebouw), telefoon (020) 598 5026.
1.4.8
Afgifte getuigschrift en dossierverklaring Een verzoek tot afgifte van een diploma (de bachelor- of mastergraad) kan alleen worden ingediend als men op de aanvraagdatum bij de centrale studentenadministratie staat ingeschreven als student of extraneus en als het collegegeld is betaald. Op het moment van aanvraag moeten alle onderdelen voor het examen zoals opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) of een daarbij behorende overgangsregeling zijn behaald. Het verzoek om afgifte van het getuigschrift moet ingediend worden bij de studentenbalie Letteren, met daarbij: het door de centrale studentenadministratie afgegeven bewijs van inschrijving als student of extraneus (het Bewijs van Inschrijving én het Legitimatiebewijs voor Studerenden) en het bewijs dat aan alle exameneisen is voldaan (een totaaloverzicht en andere bewijzen van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen, voorzien van een paraaf van de studieadviseur). Het verdient overigens aanbeveling om voor die tijd zelf al via TIS te controleren of alle afgelegde tentamens daadwerkelijk ingevoerd zijn. De examencommissie, of de studieadviseur namens de examencommissie, bekijkt of het overzicht en eventuele overige bewijzen van de afgelegde onderdelen in overeenstemming met de OER zijn en of de kandidaat de juiste vooropleiding heeft. Tevens stelt de examencommissie, c.q. studieadviseur formeel vast dat het examen met goed gevolg is afgelegd en dient bij de studentenbalie Letteren een verzoek in tot afgifte van het diploma. De datum waarop de examencommissie, c.q. de studieadviseur formeel vaststelt dat het examen met goed gevolg is afgelegd, is de examendatum. Deze datum wordt aan de student meegedeeld en dit is tevens de datum op de bul. In de regel zal de uitreiking van het getuigschrift ongeveer twee weken later plaatsvinden. De examencommissie houdt in de regel iedere maand zitting, met uitzondering van de maand juli. De examendata zijn opgenomen in de paragraaf Examendata. Afgifte van getuigschriften in augustus Kandidaten die alle examenonderdelen vóór 1 september hebben afgelegd, maar nog niet weten of ze alles behaald hebben, kunnen tot 8 september een verzoek om afgifte van het getuigschrift indienen als dan alle uitslagen bekend zijn en alle voldoende zijn. De examendatum op de bul is dan 31 augustus. Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat deze bijvoorbeeld het diploma heeft behaald, dient zelf de inschrijving te beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek. Het formulier hiervoor is te verkrijgen bij de studentenbalie (10A-14) en dient ingevuld te
Faculteit der Letteren
19
worden tegelijk met het verzoek tot afgifte van het diploma. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behalve in de maanden juli en augustus. Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het behalen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld. 1.4.9
1.5 1.5.1
Inschrijving onderdelen andere universiteiten Studenten die aan een andere Nederlandse universiteit een onderdeel willen volgen dat niet binnen de eigen faculteit wordt aangeboden, dienen daarvoor schriftelijk toestemming te hebben van hun Examencommissie. Verder moeten zij of hun studieadviseur toestemming vragen aan de Examencommissie van de betreffende universiteit om het vak daar te volgen. De student moet zich bij de centrale studentenadministratie van de betreffende universiteit inschrijven en overlegt daarbij zijn bewijs van betaling van collegegeld, zijn collegekaart en de toestemmingsbrief van zijn Examencommissie. Resultaten van tentamens kunnen alleen geregistreerd worden als een student officieel is ingeschreven als bijvakstudent. Studenten van andere universiteiten die aan de VU een onderdeel willen volgen moeten zich als bijvakstudent inschrijven aan de VU.
Voorzieningen Informatievoorziening, postvakken en e-mail Iedere student beschikt over een eigen postvakje bij de collegezalen 10A-03 en 10A00. Algemene informatie is te vinden op de informatieborden op het pleintje bij de studentenbalie (10A-14). Op de prikborden in de gang bij de studentenbalie hangen de college- en tentamenroosters. Deze zijn ook te vinden op de site www.let.vu.nl (Voor rooster: > Rooster; voor tentamenrooster: TIS > Aanmelden tentamen). Roosterwijzigingen, zaalwijzigingen en dergelijke worden op de roosters of de schoolborden aangegeven. Ook afwezigheid van docenten en andere belangrijke mededelingen zijn te vinden op de schoolborden. Zie hiervoor ook de letterensite www.let.vu.nl Inschrijven voor colleges en tentamens, en het bekijken van tentamenuitslagen gaat via TIS. Zie onder Inschrijving colleges en tentamens. Daarnaast wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van e-mail voor de berichtgeving. Daarom wordt van alle studenten verwacht dat zij niet alleen regelmatig in hun postvakje kijken, maar ook hun VU-e-mail lezen of deze zelf door laten sturen naar een ander e-mailadres. Van docenten mag niet worden verwacht dat zij een ander e-mailadres gebruiken dan je VU-e-mailadres. Studentenbalie De studentenbalie voor de gehele Faculteit der Letteren is gevestigd in het Hoofdgebouw, De Boelelaan 1105, kamer 10A-14, telefoon (020) 598 6430 en is geopend op maandag, dinsdag en donderdag van 10.00 tot 15.00 uur, op woensdag en vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur. Hier kun je terecht voor alle letterenopleidingen. De balie is geopend voor studentenzaken als het krijgen van inlichtingen over de studie, het opwaarderen van printtegoed, het afgeven van werkstukken en scripties voor
20
Oudheid
docenten, het aanvragen van examens, en voor problemen met het inschrijven voor colleges of tentamens via TIS. Je kunt de studentenbalie ook bereiken via e-mail:
[email protected]. Adreswijzigingen Een student die verhuist, kan zijn nieuwe adres zelf invoeren in TIS. Let op! De brieven in het kader van de studievoortgang in september worden verzonden naar het studieadres; dit is het adres dat je in TIS hebt opgegeven. 1.5.2
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie De opleidingscommissie is verantwoordelijk voor de evaluatie van het onderwijs. In de praktijk betekent dit dat de oc de mondelinge of schriftelijke evaluatie van een aantal of alle cursusonderdelen die voor de opleiding verzorgd worden, laat uitvoeren. Jaarlijks stelt de onderwijsdirectie vast welke onderdelen in ieder geval geëvalueerd moeten worden. Daarnaast kan de oc zelf een aantal te evalueren onderdelen aanwijzen. Het Evaluatieplan en de Evaluatieprocedure zijn te vinden op de facultaire P-schijf, bereikbaar vanaf de campus via http://www.let.vu.nl/ > Studenten > Regelingen.
1.5.3
Oriëntatie op de arbeidsmarkt Loopbaanoriëntatie De Faculteit der Letteren hecht grote waarde aan loopbaanoriëntatie. Vanaf het eerste jaar van de bacheloropleiding worden studenten al gestimuleerd om, in het kader van het keuzebegeleidingsproject, in een jaarlijks gesprek met de studieadviseur stil te staan bij wat ze na hun studie willen gaan doen, en hoe ze dat gaan aanpakken. In de opleidingen wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan contacten met de arbeidsmarkt. Verder verzorgt het universitaire Centrum voor Studie en Loopbaan cursussen loopbaanoriëntatie. Ook bij de studieadviseur kunnen studenten aankloppen om over hun studieloopbaan en hun mogelijkheden daarna te spreken. Stages Een andere, goede manier om kennis te maken met de arbeidsmarkt is het lopen van een stage in de minorruimte. Bij de studentenbalie ligt een overzicht van beschikbare stages. Verder ligt de verantwoordelijkheid voor het vinden van een stage bij de student zelf. Wel is het verstandig als de student over aard en geschiktheid van de stage overlegt met een docent of met de studieadviseur. Zie ook: http://www.let.vu.nl/studenten/stagebureau/start.htm.
1.5.4
Studeren in het buitenland Studenten van de Faculteit der Letteren kunnen een deel van hun studie in het buitenland volgen. Het verblijf in het buitenland vindt (afhankelijk van de opleiding en de individuele studieplanning van de student) plaats in het tweede of derde jaar van de bacheloropleiding. Ook tijdens sommige masteropleidingen is het mogelijk een periode in het buitenland te studeren. Een buitenlands verblijf duurt in de regel een half tot een heel studiejaar (één of twee semesters). Wil je meer weten over studeren in het buitenland, bekijk dan de informatie op de website: http://www.let.vu.nl/studenten/StuderenInHetBuitenland/start.htm. Voor vragen kun je contact opnemen met Bureau Buitenland van de Faculteit der Letteren, kamer 10A-29, telefoon (020) 598 6429, e-mail:
[email protected]. Daarnaast heeft ieder cluster van opleidingen een eigen contactpersoon Faculteit der Letteren
21
internationalisering die je helpen kan met de inschrijving bij partneruniversiteiten en het selecteren van vakken. De lijst van contactpersonen is te vinden op: http://www.let.vu.nl/studenten/StuderenInHetBuitenland/contacpersonen.htm. 1.5.5
Computerfaciliteiten Kijk voor de meest actuele informatie over de centrale ICT-services en de facultaire ICT-services op respectievelijk http://www.digidesk.vu.nl/ en http://www.let.vu.nl/ict. Centrale ICT-services voor studenten De VU biedt steeds meer ICT-services aan voor studenten. Toegang tot alle services krijg je met je VU-net-id. Elke nieuwe student ontvangt enige tijd na de inschrijving een brief thuis met het VU-net-id. Als je je VU-net-id niet hebt, dan kun je het alleen persoonlijk met legitimatie (studentenkaart / paspoort) opvragen bij de centrale studentenbalie, in de hal van het Hoofdgebouw. Hierbij een overzicht van alle centrale ICT-services: • VU-NET-ID (wijzigen wachtwoord, aanpassen e-mail: https://studentprofile.vu.nl/) • E-MAILSERVICES (webmail.student.vu.nl) • FILE- en WEBSERVICES (ftp://ftp.student.vu.nl/) • TIS (inschrijven colleges en tentamens: tis.vu.nl) • WID (wijzigen adresgegevens: wid.vu.nl) • UBVU (e-journals en e-resources: http://www.ubvu.vu.nl/) • BLACKBOARD (elektronische leeromgeving: bb.vu.nl) • SURFSPOT (goedkope software via http://www.surfspot.nl/) • VU-notebooks (beperkt aantal subsidies voor eerstejaarsstudenten) • draadloos netwerk op de gehele campus voor notebookgebruikers • sta-werkplekken (in A-vleugel bij zesliftengroep en in hal Hoofdgebouw) Facultaire ICT-services voor studenten In de Faculteit der Letteren zijn diverse computerfaciliteiten beschikbaar voor studenten. Je kunt op de PC’s inloggen met je VU-net-id. De computers zijn te vinden op de volgende locaties: Zaal 9A-05 9A-11
Voor wie Alle studenten Alle studenten
College Ja Ja
Faciliteiten 15 PC's 15 PC's, branders, scanner 6 PC's, printer
9e etage,
Alle studenten
Nee
10A-02 10A-03
Alle studenten Alle studenten
Nee Nee
10A-13 11e etage,
Alle studenten Alle studenten
Ja Nee
8 PC's 22 PC's, printer, scanner, brander 15 PC's 6 PC's, printer
Studenten Archeologie Studenten VASVU, NT2
Ja
15 PC's, scanner
7.00-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur 8.30-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur 7.00-23.00 uur zie toelichting 8.30-17.15 uur
Ja
22 PC's, printer
8.30-17.15 uur
middenpleintje
middenpleintje
12A-08 13A-10
22
Oudheid
Openingstijden 8.30-17.15 uur 8.30-17.15 uur
In zaal 10A-03 kan doorlopend zelfstandig gewerkt worden; de andere zalen zijn daartoe beschikbaar wanneer er geen colleges zijn. Je kunt een computer reserveren door inschrijving in de mappen op de tafel tussen de zalen 9A-05 en 9A-11. Er is een sleutel beschikbaar van computerzaal 10A-03 om ook ’s avonds (17.15 – 23.00 uur) of op zaterdag (8.00 – 16.00 uur) te werken; deze sleutel kan geleend worden bij kamer 10A-39 tegen inlevering van je studentenkaart. De computers op de middenpleintjes van de 9e en 11e etage beschikken alleen over standaardsoftware (Office) en internet; deze faciliteit is ook ’s avonds beschikbaar. Alle computers zijn aangesloten op het facultaire netwerk en werken onder Windows XP. Via het facultaire netwerk zijn verschillende programma’s beschikbaar voor onder andere tekstverwerking, statistiek en gegevensbeheer. Alle studenten van de Faculteit der Letteren krijgen jaarlijks € 12,50 printtegoed (250 pagina’s). Het printtegoed kan opgewaardeerd worden met een chipknip op het middenpleintje van de 10e verdieping (€ 0,05 per print). Meer informatie, vragen Voor meer informatie of vragen over de facultaire ICT-services kun je een e-mail sturen aan
[email protected]. Handleidingen en veel antwoorden op vragen of problemen zijn te vinden op de volgende site: http://www.let.vu.nl/ict 1.5.6
Gebouwvoorzieningen Locaties invalidentoiletten: -
hoofdgebouw: CO-T5 en 8A-T3 gebouw Medische Faculteit: GO16, H344 A526, D505, A630, D653 voor mannen A532, D553, A636, D655 voor vrouwen Wis- en Natuurkundegebouw: NA-054 en M-166
In de invalidentoiletten is een koord aanwezig. Als eraan getrokken wordt, ontvangt de receptie een noodsignaal. Die roept vervolgens een surveillant op.
Faculteit der Letteren
23
24
Oudheid
2
2.1
Facultaire onderwijsconcept en eindtermen
Inleiding De Faculteit der Letteren geeft haar onderwijs vorm binnen de onderwijsvisie van de Vrije Universiteit, waarin faculteit en universiteit een gemeenschap voor wetenschappelijke kennisontwikkeling vormen. Dit betekent dat de studenten serieus genomen worden als deelnemers aan het proces van kennisontwikkeling, dat ze samen met de docenten aan de oplossing van problemen werken en dat daarbij de hoofdvragen en kernbegrippen van het vakgebied centraal staan in het onderwijs, dat ze kennis maken en ervaring op doen met de in het vakgebied geldende methoden van onderzoek en de regels voor samenwerking en communicatie, dat ze zich door reflectie bewust worden van deze methoden en regels. Ze maken daarbij gebruik van de voorzieningen die onderzoekers ook ter beschikking staan.
2.2
Bacheloropleiding In de bacheloropleidingen geeft de Faculteit der Letteren de onderwijsvisie van de VU vorm in een algemeen onderwijsconcept voor alle bacheloropleidingen. Kenmerkend voor het onderwijsconcept is dat de specifieke vakkennis geplaatst wordt in een breed cultureel en wetenschappelijk perspectief. Vanaf het studiejaar 2006-2007 wordt dit concept meer dan voorheen vorm gegeven binnen één structuur die voor alle bacheloropleidingen geldt: de tweemajorenstructuur. In deze structuur bestaat een opleiding uit twee majoren en een algemeen deel. Het algemeen deel bestaat (per cluster van opleidingen) uit een bepaald aantal vaste elementen. In het eerste jaar wordt in alle opleidingen aandacht besteed aan een brede oriëntatie op het vakgebied en aan het aanleren van vaardigheden die specifiek van een letterenacademicus verwacht mogen worden: Academische Vaardigheden en algemeen inleidende vakken. In het eerste of tweede jaar volgen alle letterenstudenten een module Wijsgerige Vorming (Filosofie). In het begin van het tweede jaar wordt er tijd gereserveerd voor de methodologie van het vakgebied en voor ICT-methoden en technieken, zoals die binnen het vakgebied ingezet kunnen worden. In het tweede en derde jaar maken zij ook een individuele keuze uit de minoronderdelen die voor de verbreding noodzakelijk zijn. In de 1e en 2e major krijgt de vakbekwaamheid binnen de opleiding gestalte, van inleidende vakken in het eerste jaar tot de theoretische verdieping in het derde jaar, resulterend in een scriptie. Door de combinatie van majoren is het enerzijds mogelijk diep op een specifiek vakgebied in te gaan, zoals bij Archeologie, waarbij in twee majoren aandacht besteed wordt aan de archeologie van West-Europa én aan de Mediterrane archeologie, of bij Engels, in de majoren Engelstalige letterkunde én Engelse taalkunde. Anderzijds is het mogelijk vanuit een brede interesse te kiezen voor een combinatie van twee talen of voor een major op het gebied van de geschiedenis in combinatie met een op het gebied van de kunstgeschiedenis. Tenslotte is er een beperkt aantal interdisciplinaire majoren ontwikkeld die in combinatie met een 1e major een nog breder cultureel en wetenschappelijk perspectief creëren.
Facultaire onderwijsconcept en eindtermen
25
De Faculteit der Letteren heeft het universitaire concept van Reflectie geïntegreerd in haar programma's door te streven naar onderwijs dat studenten ertoe brengt zich verantwoord en verantwoordelijk te gedragen, niet alleen in het beoefenen van de wetenschap, maar ook in andere beroepen waarbij zij hun kennis en vaardigheden zullen gaan inzetten. Door het gehele opleidingscurriculum heen wordt in verschillende onderdelen systematisch en expliciet aandacht besteed aan dit aspect. De algemene eindtermen van een letterenbacheloropleiding zijn een weergave van hetgeen hierboven beschreven is. Een toelichting op de algemene onderdelen volgt hieronder Academische vaardigheden In elke letterenstudie wordt er van studenten verwacht dat ze zich de kennis en inzichten op hun vakgebied eigen kunnen maken en dat ze daarbij hun weg kunnen vinden in relevante literatuur of relevant beeldmateriaal. Bovendien zullen ze de uitkomsten van hun eigen onderzoek op een voor anderen begrijpelijke en toegankelijke manier moeten kunnen presenteren, in de vorm van een werkstuk, scriptie, referaat of mondelinge presentatie. Om de vaardigheden aan te leren die bij deze verwachtingen en eisen horen, moeten alle eerstejaars letterenstudenten de cursus Academische Vaardigheden volgen. De cursus bestaat uit drie onderdelen: Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie, Mondeling Presenteren en Schriftelijk Presenteren. Wijsgerige vorming Om de student kennis en inzicht te geven in, en kritisch te leren staan tegenover de wetenschapsbeoefening zelf, de betekenis van zijn of haar vak voor mens en maatschappij, en de rol van de wetenschapper in de maatschappij volgt de student in het eerste of tweede jaar een module Wijsgerige vorming (afhankelijk van de opleiding 'Kennis in context', 'Schijn en werkelijkheid' of 'Kunst en wetenschap'), waarin in reflectieve zin op de stof van de opleiding wordt ingegaan. Methodologie In het begin van het tweede jaar maken studenten expliciet kennis met de methodologie van het gekozen vakgebied in een onderdeel Methodologie. Er worden zes vakgebieden onderscheiden die ieder een eigen Methodologie-onderdeel hebben ontwikkeld dat geschikt is voor één of meer opleidingen. Het onderdeel Methodologie is mede bedoeld als voorbereiding op het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van een scriptie. ICT- methoden en -technieken In het tweede jaar volgen alle studenten tevens een onderdeel ICT-methoden en technieken. Dit onderdeel biedt een overzicht van de belangrijkste (typen) digitale bronnen en digitale gegevensbestanden binnen het vakgebied van de student en geeft inzicht in de manier waarop deze kunnen worden gebruikt. Daarnaast maken studenten kennis met ICT-methoden en –technieken die relevant zijn voor hun vakgebied en doen ze praktische vaardigheid op in het toepassen daarvan.
26
Oudheid
Bachelorscriptie Het bachelorprogramma van een Letterenopleiding wordt afgesloten met een scriptie, een studieonderdeel dat weliswaar onder begeleiding, maar toch in hoge mate zelfstandig wordt verricht. Voor meer informatie over de bachelorscriptie, zie de scriptiehandleiding op de P-schijf van het facultaire netwerk (P:\Facultaire documenten\Onderwijs\Regelingen). Minoren Om de beoogde verbreding in de bacheloropleiding te kunnen realiseren worden in het tweede semester van het tweede en in het derde jaar talrijke minoren aangeboden. De student kiest de minormodules buiten de eigen specialisatie en bij voorkeur buiten de opleiding. De te kiezen onderdelen zijn in principe vrij, maar een zekere onderlinge samenhang in het pakket, in de zin van een aanvulling op en verbreding van de specialisatie is zeer gewenst. Ook een stage kan als minor worden gekozen. Minor Esthetiek Er is een bijzondere leerstoel esthetiek gevestigd bij de faculteiten Godgeleerdheid, Wijsbegeerte en Letteren. Studenten van de faculteit Letteren kunnen esthetiek als vak kiezen binnen de daarvoor vastgestelde regels van faculteit. Esthetiek stelt wijsgerige en theologische vragen aan de orde inzake kunst en literatuur. Esthetiek ontwikkelt een wijsgerige theorie van kunst die haar waarde verklaart en inzicht verschaft hoe in kunst mens en wereld worden getoond. Kunst en literatuur geven niet alleen esthetisch plezier, drukken niet alleen emotie uit, maar geven ook inzichten, zij het op andere wijze dan wetenschap, filosofie en religie. Kunst en literatuur functioneren als een belangrijk communicatiekanaal in de cultuur. In de bachelor kunt u het vak theologische en wijsgerige esthetiek volgen (periode 4). Het accent van het college ligt erop hoe kunst en literatuur een belangrijke plaats zijn waar religie en levensbeschouwing met cultuur en samenleving kunnen communiceren. De minor bestaat uit vijf punten college en vijf punten literatuurstudie waarbij gekozen kan worden uit onderwerpen uit de geschiedenis van de wijsgerige esthetiek, uit thema’s zoals muziekfilosofie, filosofie en literatuur, theologie en literatuur, esthetica van de architectuur, hermeneutiek (de interpretatie van kunst), de esthetische ervaring; verbeelding, verhaal als voermiddel van zingeving (narratieve theologie), de metafoor als taal van kunst en literatuur. Informatie: prof. dr. W.Stoker (e-mail:
[email protected])
2.3
Algemene eindtermen van een Letteren-bachelor De eindtermen waaraan de letterenstudent bij afsluiting van de bacheloropleiding moet voldoen kunnen in grote lijnen als volgt worden omschreven: Intellectuele basisvaardigheden • Logisch kunnen redeneren; • Redeneerwijzen in het vakgebied kunnen herkennen; • Kunnen reflecteren op eigen denken en doen en daardoor bijsturen; • Besef van ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in het wetenschappelijk denken, evenals kennis van en inzicht in de waarden en dilemma's die, gegeven het waardenpluralisme in de maatschappij, een rol spelen in het licht van traditie en levensovertuiging; • In staat zijn te communiceren over de resultaten van leren en denken met vakgenoten en niet-vakgenoten; Facultaire onderwijsconcept en eindtermen
27
•
Kunnen debatteren over het vakgebied en de plaats van het vakgebied in de maatschappij, verschillende waardenverzamelingen vanuit verschillende perspectieven in discussie kunnen brengen, en op grond van gedegen kennis een eigen standpunt kunnen verdedigen.
Onderzoekende houding • Het vermogen om verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken; • Een kritisch oordeel kunnen vormen over eigen conclusies; • In staat zijn kennis te herzien, uit te breiden en toe te passen; • Een houding van levenslang leren verwerven. Disciplinaire kennis • In staat zijn de grondslagen, de structuur en de geschiedenis van het vakgebied te begrijpen en te interpreteren; • In staat zijn de wijzen waarop waarheidsvinding en theorievorming in het vakgebied plaatsvinden te begrijpen en toe te passen en een onderzoek binnen de discipline op waarde te schatten; • Kennis hebben van en het accuraat kunnen toepassen van analysetechnieken van het vakgebied. Vakoverstijgende vaardigheden • Beschikken over een zekere kennis en bepaalde vaardigheden uit andere vakgebieden; • Beschikken over een multi-disciplinaire houding en in staat zijn om in een multidisciplinair team te werken.
2.4
Algemene eindtermen van een Letteren-master De eindtermen waaraan de letterenstudent bij afsluiting van de masteropleiding moet voldoen kunnen in grote lijnen als volgt worden omschreven: Intellectuele basisvaardigheden • Logisch kunnen redeneren; • Redeneerwijzen in het vakgebied toepassen en in twijfel trekken; • Een standpunt innemen in een wetenschappelijk vakbetoog en dit kritisch op waarde schatten; • Kunnen reflecteren op eigen denken en doen en kunnen bijsturen; • Ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in het wetenschappelijk denken kunnen integreren; • In staat zijn onderzoek en probleemoplossingen te communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten; • In staat zijn met complexe situaties om te gaan en een beredeneerd oordeel te vormen; • Kunnen debatteren over de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied en de consequenties daarvan voor de maatschappij. Onderzoekende houding • Het vermogen bezitten om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken;
28
Oudheid
• •
•
Blijk geven van originaliteit in het kritisch bewustzijn; Zelfstandigheid bezitten in het bepalen van een richting bij het vermeerderen van kennis, het doen van onderzoek, de beroepsuitoefening, het kiezen van een plaats in de samenleving; Een houding van levenslang leren verwerven.
Disciplinaire kennis • Beschikken over vakkennis rakend aan de nieuwste methoden, technieken en theorieën; • In staat zijn de wijze waarop waarheidsvinding en theorievorming in beweging zijn te volgen en te interpreteren; • Vaardigheid in het toepassen van methoden en technieken in zelfstandig onderzoek en begrip hebben voor het gebruiken van de uitkomsten voor het ontwikkelen van geavanceerde ideeën of praktijktoepassingen; • In staat zijn op ten minste één of enkele deelgebieden van de discipline een originele bijdrage aan de kennis te leveren. Vakoverstijgende vaardigheden • In staat zijn bepaalde vakgebieden te kunnen begrijpen en interpreteren; • In staat zijn eigen onderzoek in een multi-disciplinair kader te plaatsen en in een multi-disciplinair onderzoekteam te werken. 2.4.1
Keuzevakken In de meeste masteropleidingen is ruimte voor keuzevakken. Een van de mogelijke keuzevakken is het college Esthetiek, verzorgd door de bijzondere leerstoel Esthetiek van de faculteiten Theologie, Filosofie en Letteren. Het college Esthetiek wordt in periode vier gegeven. Dit college omvat twee onderdelen: in de filosofische esthetiek zullen we zien hoe kunst niet alleen plezier en uitdrukking geeft aan emoties geeft, maar ook inzichten biedt betreffende de mens en zijn wereld. In de theologische esthetiek wordt op college Of/Of van Kierkegaard gelezen. Hoe bepaalt Kierkegaard de plaats van de kunst in relatie met religie of met een ‘ethische levenshouding’. We zullen laten zien hoe Kierkegaard een bijdrage levert aan de receptie-esthetiek. Informatie: prof. dr. W.Stoker (e-mail:
[email protected])
Facultaire onderwijsconcept en eindtermen
29
30
Oudheid
3
3.1
Domein Oudheid
Inleiding Het domein Oudheid bestaat uit een cluster van verwante opleidingen. Dit zijn de bacheloropleidingen Archeologie en Prehistorie, Griekse en Latijnse taal en cultuur, en Oudheidkunde, en de masteropleidingen Archeologie en Prehistorie, Griekse en Latijnse taal en cultuur, Oudheidkunde en Oudheidstudies (MPhil). De masteropleiding Erfgoedstudies is ook in deze gids opgenomen, omdat deze opleiding gezamenlijk door de opleidingen Archeologie en Kunstgeschiedenis wordt aangeboden.
3.2 3.2.1
Organisatie en regelingen Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicabenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student. Archeologie en prehistorie De kosten voor studiebenodigdheden bedragen voor de opleiding Archeologie en prehistorie aan de Faculteit der Letteren jaarlijks ongeveer 500 Euro. Griekse en Latijnse taal en cultuur De kosten voor studiebenodigdheden bedragen voor de opleiding Griekse en Latijnse taal en cultuur aan de Faculteit der Letteren jaarlijks ongeveer 200 Euro (eerstejaars 500 Euro). Oudheidkunde De kosten voor studiebenodigdheden bedragen voor de opleiding Oudheidkunde aan de Faculteit der Letteren jaarlijks ongeveer 400 Euro.
3.2.2
Opleidingscommissies en examencommissies Kijk voor actuele informatie over de samenstelling van de Opleidingscommissies en de Examencommissies op de website: www.let.vu.nl/organisatie
3.2.3
Examendata Archeologie en prehistorie Datum aanvraag Examendatum (in de week van) 20 augustus 2007 31 augustus 2007 24 september 2007 12 oktober 2007 22 oktober 2007 9 november 2007 26 november 2007 14 december 2007 10 december 2007 11 januari 2008 28 januari 2008 15 februari 2008 25 februari 2008 14 maart 2008 24 maart 2008 11 april 2008 21 april 2008 9 mei 2008 26 mei 2008 13 juni 2008
Domein Oudheid
Datum buluitreiking (donderdag) 27 september 2007 25 oktober 2007 22 november 2007 17 januari 2008 31 januari 2008 28 februari 2008 3 april 2008 24 april 2008 29 mei 2008 3 juli 2008
31
3.3 3.3.1
Griekse en Latijnse taal en cultuur Datum aanvraag Examendatum (in de week van) 20 augustus 2007 31 augustus 2007 24 september 2007 12 oktober 2007 22 oktober 2007 9 november 2007 26 november 2007 14 december 2007 10 december 2007 11 januari 2008 28 januari 2008 15 februari 2008 25 februari 2008 14 maart 2008 24 maart 2008 11 april 2008 21 april 2008 9 mei 2008 26 mei 2008 13 juni 2008
Datum buluitreiking (maandag) 24 september 2007 29 oktober 2007 26 november 2007 7 januari 2008 28 januari 2008 25 februari 2008 31maart 2008 28 april 2008 26 mei 2008 23 juni 2008
Oudheidkunde Datum aanvraag (in de week van) 20 augustus 2007 24 september 2007 22 oktober 2007 26 november 2007 10 december 2007 28 januari 2008 25 februari 2008 24 maart 2008 21 april 2008 26 mei 2008
Datum buluitreiking (woensdag) 26 september 2007 31 oktober 2007 28 november 2007 9 januari 2008 30 januari 2008 27 februari 2008 26 maart 2008 7 mei 2008 28 mei 2008 25 juni 2008
Examendatum 31 augustus 2007 12 oktober 2007 9 november 2007 14 december 2007 11 januari 2008 15 februari 2008 14 maart 2008 11 april 2008 9 mei 2008 13 juni 2008
Toelating Toelatingsvoorwaarden tot de bacheloropleidingen Een student wordt toegelaten tot de studie met een VWO-diploma, een getuigschrift van een propedeutisch examen van het WO of de Open Universiteit, een getuigschrift van een doctoraalexamen van het WO of de Open Universiteit, of een einddiploma van het HBO. Ook met een getuigschrift van een propedeutisch examen van het HBO van 1986 of later, of het overgangsbewijs van het eerste naar het tweede jaar, is toelating mogelijk. Griekse en Latijnse taal en cultuur Tot de bacheloropleiding GLTC word je toegelaten als je in het bezit bent van een VWO-diploma (ongeacht het gekozen profiel) met één van de twee vakken Grieks en Latijn - en vanzelfsprekend ook met allebei, maar dat is niet verplicht. Het onderwijs is zo ingericht dat wie op school geen Grieks of Latijn heeft geleerd, dit in het eerste jaar, als onderdeel van het reguliere programma, alsnog leert. Oudheidkunde Met een VWO-diploma heb je zonder meer toegang tot de bacheloropleiding Oudheidkunde. Ook voor de verschillende opleidingsvarianten worden geen specifieke eisen gesteld aan het VWO-vakkenpakket.
32
Oudheid
3.3.2
Colloquium doctum Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek (een zogenaamd colloquium doctum) te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de Centrale Studentenbalie in de hal van het Hoofdgebouw, tel. (020) 598 5018.
3.3.3
Toelatingsvoorwaarden tot de doorstroommasters Algemeen Een student wordt tot een doorstroommasteropleiding toegelaten als hij een bachelordiploma van de gelijknamige opleiding aan de VU behaald heeft en zich wil specialiseren in dezelfde richting als de specialisatie van de bacheloropleiding. De student kan in principe aan de masteropleiding beginnen, zodra het bachelordiploma behaald is. Er kan echter niet gegarandeerd worden dat er op elk moment de juiste vakken aangeboden worden. Als de specialisatie van de bacheloropleiding niet aansluit bij de gewenste afstudeerrichting van de masteropleiding of als een student wil instromen in een eenjarige masteropleiding op een ander vakgebied, kan de examencommissie van de masteropleiding enkele extra vakken opleggen die de student kan volgen in een premaster. Als de student die toegelaten wil worden tot een éénjarige masteropleiding, een gelijknamig bachelordiploma elders behaald heeft of een HBO-(bachelor)diploma, dan bepaalt de examencommissie van de masteropleiding welke aanvullende vakken er nog gedaan moeten worden. Als de student nog maximaal 60 studiepunten aan bachelorvakken moet behalen, wordt hij toegelaten tot de premaster van de gewenste masteropleiding. Hij kan dan indien noodzakelijk voor een goede programmering en na toestemming van de examencommissie alvast enkele vakken uit de masteropleiding volgen. Als de student meer dan 60 studiepunten moet behalen, moet hij eerst het bachelordiploma behalen. Hierbij kan de examencommissie van de bacheloropleiding vrijstellingen verlenen van vakken die gelijkwaardig zijn aan reeds elders behaalde vakken. Studenten die elders een WO- of HBO-bachelordiploma behaald hebben moeten zich vóór 1 juni aanmelden bij de centrale studentenadministratie van de VU. Zij kunnen alleen op 1 september met de opleiding beginnen. Voor de toelatingseisen per opleiding, zie het relevante gedeelte over de opleiding. Assessment Studenten met een HBO-(bachelor)diploma die toegelaten zijn tot de premaster van de masteropleiding, zijn verplicht in juni een assessment af te leggen. De resultaten van het assessment geven student en opleiding een beter inzicht in de competenties en vaardigheden van de student die nodig zijn om een wetenschappelijke masteropleiding aan de VU met succes af te ronden. Het assessment bestaat uit drie onderdelen: • een cognitieve capaciteitentest • een toets gericht op rekenkundige onderzoeksvaardigheden • een toets gericht op het begrijpen van een tekst in de Engelse taal
Domein Oudheid
33
Aanvullende eisen Archeologie en prehistorie Deze master is zonder nadere ingangseisen toegankelijk voor iedere student die het bachelordiploma Archeologie en Prehistorie heeft behaald aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, mits de student dezelfde specialisatie wenst te doen als in de bacheloropleiding. Bij verandering van specialisatie worden enige aanvullende eisen gesteld. Het karakter daarvan is afhankelijk van de inhoud van de tijdens de bachelor met succes afgeronde studieonderdelen. Studenten die een bachelordiploma in de Archeologie aan een andere Nederlandse Universiteit hebben behaald dan de VU dan wel een vergelijkbaar diploma in het buitenland hebben gehaald richten altijd een verzoek tot toelating aan de examencommissie van de betreffende master aan de Vrije Universiteit. Zij kunnen bij hun verzoek tot toelating tot de master met aanvullende eisen geconfronteerd worden. Bij hun verzoek tot toelating dient een dossier toegevoegd te worden dat bevat: • een sollicitatiebrief waarin het verzoek tot toelating gemotiveerd wordt • een curriculum vitae • een overzicht van de tijdens de bachelor behaalde studieresultaten • een kopie van de scriptie 3.3.4
Toelatingsvoorwaarden tot de onderzoeksmaster Studenten die al ingeschreven zijn (geweest) bij de VU moeten vóór 1 juli een verzoek tot toelating indienen bij de examencommissie van de opleiding. Dit toelatingsverzoek moet in 3-voud ingediend worden en moet bestaan uit: • een sollicitatiebrief waarin het verzoek gemotiveerd wordt • een curriculum vitae • een onderzoeksvoorstel • de schriftelijke goedkeuring van de beoogde begeleider, mede ondertekend door de betreffende leerstoelhouder • een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma’s en cijferlijsten) Studenten die elders een bachelor-, doctoraal- of masterdiploma hebben behaald, moeten zich tevens vóór 1 juni aanmelden bij de Centrale Studentenbalie van de VU alvorens ze een verzoek tot toelating kunnen indienen. Aanvullende eisen Oudheidstudies (MPhil) Om toegelaten te worden tot de onderzoeksmaster Oudheidstudies dient de student in ieder geval • een bachelorgraad behaald te hebben bij hetzij een opleiding Archeologie en prehistorie, hetzij een opleiding Griekse en Latijnse taal en cultuur, hetzij een opleiding Oudheidkunde, hetzij een opleiding Semitische talen en culturen (met specialisatie Assyriologie), hetzij een opleiding Geschiedenis (afstudeerrichting Oude geschiedenis) van een Nederlandse universiteit, dan wel een bachelorgraad of een daarmee gelijk te stellen diploma behaald aan een buitenlandse universiteit in een studie die met één van deze Nederlandse opleidingen vergelijkbaar is, • in de scriptie en werkstukken vervaardigd tijdens de laatste twee jaar van de bachelorsfase aangetoond te hebben te beschikken over aanzienlijke onderzoekskwaliteiten blijkend uit de helderheid van de verslaggeving, het vermogen tot problematiseren, analytisch vermogen, creativiteit en inventiviteit, • aantoonbaar te beschikken over een goede actieve en passieve beheersing van de Engelse taal,
34
Oudheid
•
een verzoek tot toelating in te dienen bestaande uit het complete dossier als geformuleerd onder Toelatingsvoorwaarden onderzoeksmaster.
Studenten worden - mits aan alle bovenstaande basiseisen is voldaan – voorlopig dan wel definitief toegelaten worden tot de onderzoeksmaster Oudheidstudies • zonder nadere eisen als zij de bachelorgraad behaald hebben bij hetzij de opleiding Archeologie en prehistorie, hetzij de opleiding Griekse en Latijnse taal en cultuur, hetzij de opleiding Oudheidkunde hetzij de opleiding Geschiedenis (met specialisatie Oude geschiedenis) van de Vrije Universiteit te Amsterdam • met eventueel aanvullende ingangseisen als zij de bachelorgraad of een daarmee gelijk te stellen diploma aan een andere universiteit dan de VU behaald hebben. De examencommissie van de onderzoeksmaster Oudheidstudies beslist op grond van het overgelegde dossier of, en zo ja, met welke aanvullende ingangseisen de student tot de onderzoeksmaster Oudheidstudies kan worden toegelaten. 3.3.5
Toelatingsvoorwaarden tot de professionele master Algemeen Studenten moeten vóór 1 juni een verzoek tot toelating indienen bij de examencommissie van de opleiding. Dit toelatingsverzoek moet in 3-voud ingediend worden en moet bestaan uit: • een sollicitatiebrief waarin het verzoek gemotiveerd wordt • een curriculum vitae • een overzicht van de behaalde studieresultaten (diploma’s en cijferlijsten) • een proeve van schrijven (bachelorscriptie, essay of recensie) Studenten die elders een bachelor-, doctoraal- of masterdiploma hebben behaald, moeten zich tevens vóór 1 juni aanmelden bij de Centrale Studentenbalie van de VU alvorens ze een verzoek tot toelating kunnen indienen. Aanvullende eisen Erfgoedstudies Voor toelating tot de masteropleiding Erfgoedstudies gelden de volgende eisen: [1] Een voltooide bacheloropleiding in de Archeologie, Kunstgeschiedenis (specialisatie Architectuurgeschiedenis/Stedebouwgeschiedenis), Sociale Geografie (met aantoonbare kennis van Historische Geografie), Geschiedenis (zoals Economisch-Sociale Geschiedenis en Oude geschiedenis), Oudheidkunde en Planologie; [2] Een voltooide bacheloropleiding in één van de ontwerpdisciplines: Bouwkunde, Stedebouw, Landschapsarchitectuur. Bij hun verzoek tot toelating kunnen bachelors met aanvullende eisen worden geconfronteerd. Vereist is in ieder geval deelname aan de interdisciplinaire minor `De biografie van het landschap’ (504811), die wordt aangeboden door de afdelingen Archeologie en Kunstgeschiedenis (Architectuurgeschiedenis) van de Vrije Universiteit. In de masteropleiding Erfgoedstudies is voorzien in enige ruimte om eventuele deficiënties te corrigeren.
3.3.6
Opleiding in deeltijd Archeologie en prehistorie Archeologie kan ook in deeltijd gestudeerd worden. Let wel: het gaat om een deeltijdse dagopleiding. Je loopt gewoon de colleges mee met de voltijdse studenten. Er zijn geen colleges op de avonden of op zaterdag.
Domein Oudheid
35
Het programma van de deeltijdstudenten duurt niet vier, maar zes jaar (vier en een half jaar van de bacheloropleiding en anderhalfjaar van de masteropleiding). Het komt er dus eenvoudig op neer dat je wat langzamer studeert. Een aantal eerstejaarsvakken doe je pas in je tweede jaar. Bij de opleiding Archeologie wordt rekening gehouden met persoonlijke wensen t.a.v. de programma-indeling. Voer daarom altijd overleg met de studieadviseur. Houd er rekening mee dat bij een aantal onderdelen Archeologie (opgravingen, excursies) je deelname alle dagen van de week in beslag neemt. Overleg daarom voor inschrijving met de studieadviseur. Voor meer informatie kun je je wenden tot de studieadviseur Archeologie, e-mail:
[email protected] . Griekse en Latijnse taal en cultuur De deeltijdopleiding wordt verzorgd binnen het voltijdse dagonderwijs. De onderdelen zijn in beide programma’s dan ook hetzelfde. Alleen is het deeltijdprogramma uitgesmeerd over een langere periode, namelijk zes jaar in plaats van vier jaar. Het voltijdprogramma is gebaseerd op een werkweek van 40 uur, het deeltijdprogramma op een van 28 uur. Colleges worden gevolgd samen met de studenten die het voltijdprogramma volgen. Dat houdt in dat het deeltijdprogramma niet op vaste dagen is geconcentreerd. Voor elk college zal de deeltijdstudent zelf samen met de studieadviseur een oplossing moeten vinden, waarbij voor sommige colleges geldt dat ze onmisbaar zijn, en andere in meerdere of mindere mate door zelfstudie kunnen worden vervangen. De opleiding duurt zoals gezegd in totaal zes jaar en een deeltijdstudent mag hiervoor maximaal negen jaar ingeschreven staan. Oudheidkunde Oudheidkunde kan ook in deeltijd gestudeerd worden. Let wel: het gaat om een deeltijdse dagopleiding. Je loopt gewoon de colleges mee met de voltijdse studenten. Er zijn geen colleges op de avonden of op zaterdag. Het programma van de deeltijdstudenten duurt niet vier, maar zes jaar. Het komt er dus eenvoudig op neer dat je wat langzamer studeert. Een aantal eerstejaarsvakken doe je pas in je tweede jaar. Omdat Oudheidkunde een kleine opleiding is kan goed rekening gehouden worden met persoonlijke wensen t.a.v. programma-indeling. Voer daarom altijd overleg met de studieadviseur. Voor meer informatie kun je je wenden tot de studieadviseur Oudheidkunde, e-mail
[email protected]. 3.3.7
Instroom vanuit het HBO Archeologie en prehistorie Een vaste verkorte opleiding Archeologie is er niet. Wel kunnen studenten met een HBO-opleiding in bepaalde gevallen vrijstellingen krijgen voor bepaalde onderdelen van het programma. Voor meer informatie kun je contact opnemen met de studieadviseur Archeologie. Griekse en Latijnse taal en cultuur Er bestaat geen HBO-opleiding op het gebied van GLTC; het is dus niet mogelijk om een verkorte (post-HBO) opleiding te volgen.
36
Oudheid
Oudheidkunde Een verkorte opleiding Oudheidkunde is er niet. Wel kunnen studenten met een HBOopleiding geschiedenis vrijstellingen krijgen voor onderdelen oude geschiedenis. Hetzelfde geldt voor een aantal vakken voor studenten met een HBO-opleiding theologie. Voor meer informatie kun je contact opnemen met de studieadviseur Oudheidkunde, e-mail
[email protected].
3.4 3.4.1
Voorzieningen Studieadvisering en mentoraat Archeologie en prehistorie De begeleiding van studenten is in handen van de studieadviseur, drs. I.P. Chin, tel. (020) 598 6364, e-mail
[email protected]. Griekse en Latijnse taal en cultuur De begeleiding van studenten is in handen van de studieadviseur, mw. J. Putters, email:
[email protected]. De studieadviseur van de opleiding GLTC is belast met alle werkzaamheden die verband houden met de studievoortgang en begeleiding van de GLTC-studenten. Oudheidkunde De studieadviseur van Oudheidkunde, drs. M.W. de Rooij, is te bereiken via e-mail
[email protected]. Bij de studieadviseur kun je terecht voor: • voorlichting/advisering m.b.t. de invulling van het studieprogramma; • informatie over keuzevakken binnen en buiten de VU; • studievoortganggesprekken en bespreken examenaanvraag; • hulp bij roostervragen en problemen; • het bespreken en zo mogelijk oplossen van zaken van meer persoonlijke aard die concentratie op de studie in de weg staan.
3.4.2
Studeren in het buitenland Archeologie en prehistorie In het curriculum van de opleiding Archeologie en prehistorie is plaats voor een buitenlands verblijf in je 3e en 4e studiejaar. Alle onderdelen van de studie in die jaren zijn in principe vervangbaar door in het buitenland gedoceerde onderdelen. Goed overleg met de studieadviseur over de invulling van een buitenlands studieverblijf dient zowel voor als tijdens dit verblijf plaats te vinden. Griekse en Latijnse taal en cultuur De opleiding GLTC heeft speciale uitwisselingsovereenkomsten met de universiteiten van Durham (Engeland), Leuven (België) en Venetië (Italië). Dat wil overigens niet zeggen dat je niet aan andere universiteiten een tijd kunt doorbrengen. De gunstigste periode voor een buitenlands verblijf is het tweede semester van het tweede jaar, maar andere perioden zijn niet uitgesloten. Bezoek ook eens de volgende website: www.let.vu.nl/studenten/studerenInHetBuitenland/start.htm. De eerstejaarsonderdelen, het maiorcollege en de scriptie mogen niet vervangen worden door buitenlandse onderdelen. Wend je voor meer informatie over GLTC Studeren in het buitenland tot de contactpersoon internationalisering van de opleiding, dr. H.J. van Dam.
Domein Oudheid
37
Oudheidkunde Oudheidkunde is bij uitstek een internationale studie. Het vakgebied is klein wat betreft personele bezetting en de wetenschappelijke discussie vindt uitsluitend mondiaal plaats. Kennismaking met docenten uit het buitenland is dus heel goed voor je verbreding. In principe kunnen alle vakken uit je curriculum in het buitenland gevolgd worden. Pleeg wel overleg met de studieadviseur. Goedkeuring van de examencommissie is nodig. Er is een uitwisselingsovereenkomst met de Universiteit van Göttingen. Oudheidkundigen aan de VU hebben verder goede contacten met het University College te Londen en met Oxford. Maar ook andere universiteiten in andere landen komen in aanmerking. Je kunt het beste in je derde jaar gaan. Je dient het dan in je tweede jaar voor te bereiden via de beleidsmedewerker internationalisering, e-mail
[email protected] en de coördinator internationalisering van Oudheidkunde, dr. J.P. Crielaard, e-mail:
[email protected]. 3.4.3
Stages Al vroeg in je studie kun je je oriënteren op de stagemogelijkheden en de arbeidsmarkt. Kijk voor meer informatie op de website http://www.let.vu.nl/studenten/stagebureau/start.htm.
3.4.4
Bibliotheek Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie. De Universiteitsbibliotheek wil je daarbij graag helpen. Hieronder vind je een overzicht van de algemene bibliotheekvoorzieningen en de voor jouw studie relevante bibliotheekafdeling. Meer of aanvullende informatie vind je op http://www.ubvu.vu.nl/ Algemene bibliotheekvoorzieningen Literatuur vinden De interactieve Webcursussen Informatievaardigheden maken je bij veel vakgebieden wegwijs in het vinden van de juiste literatuur. De cursussen zijn te vinden op: http://www.ubvu.vu.nl/ > webcursussen en online handleidingen. Kies de cursus van je vakgebied. Staat deze er niet bij dan kies je voor: 'overige studierichtingen' De Universiteitsbibliotheek biedt ook mondelinge workshops. Voor meer informatie hierover ga je naar: http://www.ubvu.vu.nl/ > Digitale diensten > Workshops Documenten lenen of bestellen Literatuur lenen kun je met je VU-chipkaart, zie: http://www.ubvu.vu.nl/ > algemene informatie > lenen bij de UBVU. Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ga voor meer informatie hierover naar: http://www.ubvu.vu.nl/ > artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je gratis lid worden van andere universiteitsbibliotheken in Nederland.
38
Oudheid
Overige faciliteiten De Universiteitsbibliotheek biedt 1500 studieplekken. Daarnaast zijn er ook kopieer-, print- en computerfaciliteiten. Waar deze zich bevinden vind je via: http://www.ubvu.vu.nl/ > algemene informatie > studiezaal en SITS computerzalen. Thuis werken Hoe je vanaf thuis toegang krijgt tot alle e-Resources en e-Journals wordt uitgelegd op: http://www.ubvu.vu.nl/ > digitale diensten > thuis werken. Informatiebalie Vragen over de Universiteitsbibliotheek kun je stellen via: http://www.ubvu.vu.nl/ > algemene informatie > informatiebalie. Vakbibliotheek Oudheid Als onderdeel van de Universiteitsbibliotheek is je vakbibliotheek de plek waar je de literatuur en literatuurexpertise voor jouw studie aantreft. Je kunt er niet alleen terecht met algemene maar ook met inhoudelijke vragen. Bezoekadres
Openingstijden
De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 9e-14e verdieping Balie: 10.00 – 16.45 uur Studiezaal: ma t/m do 9.00 – 21.00 uur vr 9.00 – 17.00 uur [Rond feestdagen en in de zomerperiode kunnen afwijkende tijden gelden]
Faciliteiten
Telefoon E-mail Web
SITS: 13e verdieping aantal studieplekken: varieert per verdieping aantal publieks-pc’s met bibliotheekapplicaties: ca. 4 per verdieping 020 – 5985209 of 5985211 of 5985213 via www.ubvu.nl www.ubvu.vu.nl > vakgebieden > Letteren
De collectie Kijk voor de collectiebeschrijvingen op de website van de afzonderlijke vakgebieden van Letteren. Cursussen & instructies Elk kwartaal worden er workshops gegeven door de bibliotheek voor • Informatievaardigheden • MetaSearch; e-journals; e-resources • EndNote De workshops worden altijd in de Nieuwsbrief UB aangekondigd. Inschrijven kan door een mail te sturen naar
[email protected]
Domein Oudheid
39
Studiezalen Archeologie: 9e verdieping GLTC: 11e/12e verdieping Talen en Culturen van het Oude Nabije Oosten: 13e/14e verdieping 3.4.5
Studieboeken / syllabi / boekhandels Studieboeken en syllabi zijn verkrijgbaar in de VU-Boekhandel.
3.4.6
Studievereniging Archeologie en prehistorie De studentenvereniging van de opleiding Archeologie heet Underground. Nadere informatie hierover staat op de website van de opleiding (onder de website van de Faculteit Letteren: www.let.vu.nl). Oudheidkunde (en Griekse en Latijnse taal en cultuur) Koinon - Vereniging voor Oudheidstudies is in 1988 door Oudheidkunde-studenten opgericht. De vereniging staat open voor allen die geïnteresseerd zijn in de bestudering van culturen van de antieke Meditterane samenlevingen, ongeacht hun studie (bijvoorbeeld Oudheidkunde, Archeologie, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, Theologie). De vereniging stelt zich ten doel liefhebbers van de Oudheid bij elkaar te brengen en organiseert daartoe excursies (bijvoorbeeld naar musea of theatervoorstellingen), lezingen, borrels en feesten. Lid word je door 10 Euro (7,50 Euro voor eerstejaars) over te maken op girorekening 6065137 t.n.v. Koinon, o.v.v. je eigen naam en ’lidmaatschap’, en persoonsgegevens door te geven aan de redactie van de vereniging. Bestuur (2006/2007): Ellen Koenen, voorzitter Davey Cobben, penningmeester Roosmarijn Scheffer, secretaris Kees Thijs Milov Kerkhof Postadres: Koinon - Vereniging voor Oudheidstudies De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam bezoekadres: kamer 12A-15, tel. (020) 598 6515 e-mail adres:
[email protected] postvakje bij secretariaat Letteren
3.4.7
Studentenblad domein Oudheid Pseudo is het (pseudo-)wetenschappelijke blad voor alle studenten en docenten van het domein Oudheid. De inhoud richt zich vooral op onderwerpen die gerelateerd zijn aan de Oudheid, maar ook informatie over studenten en docenten in de vorm van interviews en artikelen vinden er hun plaats in. Ten slotte is Pseudo ook bedoeld als platform voor studenten die zich, op welke manier dan ook, willen uiten. Redactie (2006/2007):
40
Oudheid
Davey Cobben Helène van der Ham Paula Pielanen Marijn de Vries
Domein Oudheid
41
42
Oudheid
4
4.1
Archeologie en prehistorie (BA)
Inleiding Met ingang van het opleidingsjaar 2006-2007 kent het bacheloronderwijs in de Faculteit der Letteren een tweemajorenstructuur: het grootste deel van het onderwijsaanbod is opgedeeld in majoren van 50 of 60 studiepunten, waaruit studenten een keuze maken. Binnen Archeologie omvatten de majoren, Mediterrane Archeologie en West-Europese Archeologie, 50 stp. De bacheloropleiding omvat 180 studiepunten: een algemeen deel van 50 stp, twee majoren à 50 stp, een scriptie van 10 stp en een minor van 20 stp. De minor kan men naar eigen inzicht invullen, met dien verstande dat bij sommige majorencombinaties geadviseerd wordt voor een bepaalde invulling van de minor te kiezen. Mogelijke majorcombinaties binnen de opleiding Archeologie zijn: • West-Europese Archeologie en Mediterrane Archeologie • Mediterrane Archeologie en Oude Geschiedenis
4.2
Het programma Het algemene deel van de bacheloropleiding omvat (naast Academische Vaardigheden, ICT, Methodologie en Filosofie) onder andere algemene introducties in de Archeologie en de Oude Geschiedenis en cursussen Griekse en Romeinse Archeologie. Door de keuze voor een bepaalde majorcombinatie kan de student de eigen belangstelling tot gelding brengen: West-Europese Archeologie en Mediterrane Archeologie Deze combinatie kies je wanneer je in de toekomst in de archeologie aan de slag wilt, als veldarcheoloog, beleidsmedewerker (archeologie of erfgoed) of archeologisch adviseur. Voor deze beroepen geldt de kwaliteitseis van een brede archeologische opleiding. Bij deze combinatie van majoren oriënteer je je gedurende de eerste twee jaren van je studie in algemene zin op het werk van de archeoloog. Je maakt kennis met de rijk geschakeerde archeologische nalatenschap van de samenlevingen uit de late prehistorie en de Romeinse tijd van Noordwest-Europa en van Myceners, Etrusken, Romeinen en Grieken in het Mediterrane gebied. Ook krijg je in zowel concrete case-studies als in speciale modules over methoden en technieken de instrumenten aangereikt waarmee de archeoloog zijn verhaal over het verleden opbouwt. Elke zomer trek je het veld in en doe je ervaring op met de verwerving en verwerking van primaire archeologische gegevens en leer je wat het betekent om in teamverband te werken. In het derde jaar is de aandacht meer gericht op de precieze archeologische en historische context van het archeologisch bronnenmateriaal en de consequenties die daaruit voor de interpretatie zijn te trekken. Dit gebeurt vooral in enkele thematische collegereeksen, die betrekking hebben op de studie van antieke munten, Latijnse opschriften en het archeologisch onderzoek van religie en etniciteit. In dit jaar bepaal je ten slotte in welke major je wilt afstuderen. Je schrijft een afsluitende bachelorscriptie waarin je laat zien dat je zelfstandig de stand van zaken met betrekking tot een bepaald thema kunt weergeven.
Archeologie en prehistorie (BA)
43
Mediterrane Archeologie en Oude Geschiedenis Bij de combinatie Mediterrane Archeologie + Oude Geschiedenis kiest men voor een combinatie van twee benaderingen van de wereld van de Oudheid: de bestudering van materiële overblijfselen enerzijds en van teksten anderzijds. Deze combinatie is bij uitstek geschikt voor studenten met belangstelling voor maatschappelijke en economische structuren en processen als demografische ontwikkelingen, migratie, de vorming van etnische groepen, urbanisatie en landbezit. Een uitwerking van het programma is te vinden bij de opleiding Oudheidkunde. Honours Programme In september 2007 zal gestart worden met een Honours Programme onder de titel 'European Urban Transformations: Interdisciplinary Approaches'. De cursus staat open voor excellente studenten van de faculteit der Letteren die naast hun reguliere tweemajorenopleiding de uitdaging zoeken van extra onderwijs. Het programma leidt tot een BA Honours diploma. Deelnemers worden in dit Honours Programme opgeleid tot kritische en veelzijdige onderzoekers op het gebied van stedelijke transformaties waarbij de stad Amsterdam een centrale rol speelt. Het programma bestaat uit 3 modules van 5 studiepunten in jaar 2, en 3 modules van 5 studiepunten in jaar 3; de voertaal is Engels. Kijk voor de eisen en meer informatie op: http://www.vu.nl/student > cursus/stage/scriptie > VU Honours Programme. Voor een beschrijving van de onderdelen van het facultaire programma, kijk op: http://www.studiegids.vu.nl/ > Letteren > Algemeen: Honours Programme Letteren.
4.3 4.3.1
Overzicht van de opleiding Major West-Europese en major Mediterrane archeologie periode 1
periode 2
periode 4
periode 5
jaar 1
AcVa
(5 stp)
Materiaalkennis (5 stp)
Landschapsarcheologie (5 stp)
(5 stp) Archeometrie (5 stp) Griekse arch. (5 stp) Minor: visua. arch onderzoeksgeg (10 stp) of Europese IJzertijd (5 stp) Archeologie ONO (5 stp)
Veldcursus (5 stp) Romeinse arch. (5 stp)
jaar 2
Inleiding Archeologie Opgravingen Tiel (5 stp) BC gesch. van de Oudheid Methodologie (5 stp)
jaar 3
44
Oudheid
Romeins Gallië (5 stp) Archaïsch OostGriekenland (5 stp) Minor: van paalkuil tot publicatie Prehistorie van Nederland (5 stp) Med.arch 3a (5 stp)
ICT en materiaalpracticum (5 stp) (10 stp) Filosofie (5 stp)
Databases voor archeologen (5 stp) Med. pre- en protohistorie (5 stp) (10 stp)
Het Romeinse leger (5 stp) Med.arch 3b (5 stp)
Scriptie
Latijnse epigrafie (5 stp) Themacollege (5 stp)
biografie landschap (10 stp) Veldwerk (5 stp) Stad en land in Romeinse Italië (5 stp) (10 stp)
Numismatiek (5 stp) Veldwerk (5 stp)
4.4
Doelstellingen De bacheloropleiding Archeologie en prehistorie beoogt de student zodanige kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de archeologie en prehistorie bij te brengen, dat de afgestudeerde in aanmerking kan komen voor een masteropleiding in dezelfde of verwante discipline of in staat is tot het uitoefenen van een beroep waarvoor kennis van het desbetreffende vakgebied en academische vaardigheden op bachelor-niveau vereist zijn. De opleiding beoogt tevens studenten kennis te laten maken met het belang van de discipline in een brede wetenschappelijke, wijsgerige en maatschappelijke context en hen uit te rusten met kritische vaardigheden, zodat de band tussen de universitaire en commerciële archeologie zoveel als mogelijk gewaarborgd blijft.
4.5
Eindtermen De bachelor • beschikt over een kritische houding ten aanzien van het vakgebied, niet alleen als onderzoeksobject, maar ook als historisch en actueel maatschappelijk gegeven; • heeft kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes verworven die noodzakelijk zijn om adequaat te kunnen functioneren in een maatschappelijke functie waarbij een beroep wordt gedaan op competentie op het gebied van de archeologie; • heeft kennis van en inzicht in de normen en waarden die ten grondslag liggen aan het wetenschapsproces als geheel en wetenschappelijke keuzes in het bijzonder; • heeft het vermogen in het licht van traditie en levensovertuiging dilemma's te onderkennen en verantwoorde en beredeneerde keuzes te maken op basis van verworven kennis van en inzichten in intellectuele waarden, zoals een kritische instelling, integer handelen, creativiteit en inventiviteit; • heeft kennis van en respect voor het maatschappelijk waardenpluralisme en kan in een discussie zijn standpunten aangaande normen en waarden verdedigen; • is vertrouwd met de spelregels die eigen zijn aan het wetenschappelijk onderzoek met inachtneming van de ethische en normatieve opvattingen die eigen zijn aan het wetenschappelijk bedrijf. Een bijdrage van deze eindtermen wordt geleverd in het studieonderdeel Filosofie, in de Minores en (in variabele intensiteit) in vrijwel alle studieonderdelen van het curriculum van de bachelorfase van de opleiding Archeologie. De bachelor • beschikt over kennis en inzicht in de archeologie die vervat is in de bredere kaders van bijvoorbeeld Oudheidstudies, Aardwetenschappen en Antropologie (een bijdrage aan deze eindterm in de studieonderdelen Inleiding archeologie, Archeometrie, Oude Geschiedenis, Geografische archeologie, Veldwerk, Minores); • heeft een brede kennis van en een goed inzicht in de archeologie van Noordwest Europa en het Mediterrane gebied tussen 1500 v. Chr en 500 n. Chr (bijdrage van deze eindterm in studieonderdelen Mediterrane en Provinciaal-Romeinse archeologie, Europese IJzertijd, Pre- en Protohistorie van het Middellandse Zeegebied, Numismatiek, Epigrafie); • is op de hoogte van de actuele stand van zaken in en de historische diepgang van de wetenschappelijke discussie in de Grieks-Romeinse en Provinciaal-Romeinse archeologie (bijdrage aan deze eindterm in studieonderdelen Inleiding archeologie, Methodologie/Theoretische archeologie);
Archeologie en prehistorie (BA)
45
•
•
•
•
•
•
4.6 4.6.1
heeft kennis van en inzicht in de specifiek archeologische methoden en technieken (inclusief informatie- en communicatietechnologie) en weet onder welke omstandigheden elk daarvan ingezet kan worden (bijdrage van deze eindterm in studieonderdelen Inleiding archeologie, Methodologie/Theoretische archeologie, Materiaalpracticum, ICT, Veldwerk); heeft meer specifieke kennis en inzichten op het terrein van één van de beide afstudeerrichtingen: Mediterrane archeologie, Provinciaal-Romeinse archeologie (bijdrage aan deze eindterm in 3e jaars studieonderdelen Mediterrane of Provinciaal-Romeinse archeologie); is in staat zelfstandig informatie te vergaren uit gedrukte bronnen, digitale media en bodemarchief, deze kritisch te wegen en zorgvuldig te analyseren, en op verantwoorde wijze te interpreteren (bijdrage aan deze eindterm in studieonderdelen Academische Vaardigheden, Inleiding Historische bronnen, Mediterrane Archeologie 2B, werkcolleges jaar 3, Veldwerk); is in staat helder te rapporteren in woord en geschrift over een wetenschappelijk vraagstuk aangaande de archeologie (bijdrage aan deze eindterm in studieonderdelen Academische Vaardigheden, Inleiding Historische bronnen, Mediterrane Pre- en Protohistorie, Mediterrane archeologie 2, werkcolleges jaar 3, Veldwerk); is in staat een ondersteunende rol te vervullen bij archeologisch veldwerk en een bijdrage te leveren aan de op wetenschappelijke gronden tot stand komende beslissingen in het veld (bijdrage aan deze eindterm in studieonderdeel Veldwerk); is in staat geheel zelfstandig een 'status quaestionis' op te stellen over een onderwerp binnen de archeologie (bijdrage aan deze eindterm in studieonderdeel Scriptie).
Eerste jaar: programma 2007/2008 Major West-Europese archeologie en major Mediterrane archeologie Vakcode 504009 516010 502010 450290 502016 503019 502023 504013 502024 504012
Vaknaam Het verhaal van de opgravingen bij Tiel, 1 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Wat is archeologie? Een inleiding, 1 Archeometrie voor archeologen Computertoepassing (ICT) en materiaalpracticum, 1 Griekse archeologie, 1 Materiaalkennis, 1 Landschapsarcheologie, 1 Romeinse archeologie, 1 Inleiding in de veldarcheologie, 1
Stp. 5 10
Periode 1 1 en 2
5 5 5
1 en 2 4 2
5 5 5 5 5
4 4 5 5 5 en 6
Academische vaardigheden Oudheidstudies
vakcode A t/m C: 502002, 5 stp Vakcode 5020021 5020023 5020022
46
Oudheid
Vaknaam Acva Ohs A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie Acva Ohs C, schriftelijk presenteren Acva Ohs B, mondeling presenteren
Stp. 0 0 0
Periode 1 2 2
4.6.2
4.7
Major Mediterrane archeologie en major Oude geschiedenis Zie voor een overzicht van het programma bij de opleiding Oudheidkunde (BA)
Tweede jaar: programma 2007/2008 Vakcode 503114 504123 504114 544118 542146 503111 504165 504104 500504 503113
4.7.1
Periode 1
5
1
5 5 5 5 5
1 2 2 2 4
5 10 5
4 4 en 5 5
Vaknaam Archeologisch veldwerk, Nederland, 2 Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 2
Stp. 5 5
Periode 5 en 6 5 en 6
Stp. 5 5 10 5
Periode 1 1 1 en 2 2
Derde jaar: programma 2007/2008 Vakcode 504138 503116 500503 504166 503117 542160 502828 502114 504121
4.8.1
Stp. 5
Veldwerk 2 Keuze afhankelijk van specialisatie: Vakcode 504117 503115
4.8
Vaknaam Mediterrane archeologie, Archaïsch OostGriekenland, 2 Theorieën en methodologie in archeologie en oude geschiedenis, 2 Romeins Gallië, 2 Filosofie, kunst en wetenschap Databases voor archeologen, 2 Mediterrane pre- en protohistorie, 2 Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, archeologie, 2 Europese IJzertijd, 2 Minor Mediterrane archeologie, stad en land in Romeins Italië, 2
Vaknaam Prehistorie van Nederland, 3 Mediterrane archeologie, 3a Minor Het Romeinse leger en zijn impact op een grensstreek, 3 Mediterrane archeologie, 3b Workshop praktisch landmeten voor archeologen, 3 Latijnse epigrafie, Ba Themacollege archeologie, 3 Antieke numismatiek, 3
5 0
2 3 en 6
5 5 5
4 4 en 5 5
Veldwerk 3 Keuze afhankelijk van specialisatie: Vakcode 503123 504118
Vaknaam Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 3 Archeologisch veldwerk, Nederland, 3
Archeologie en prehistorie (BA)
Stp. 5 5
Periode 5 en 6 6
47
4.8.2
Scriptie Keuze afhankelijk van specialisatie: Vakcode 504451 503451
4.9 4.9.1
Vaknaam Bachelorscriptie West-Europese archelogie Bachelorscriptie Mediterrane archeologie
Stp. 10 10
Periode 4 en 5 4 en 5
Aanbevolen minorpakketten/onderdelen Aanbevolen minoren Voor de major Mediterrane archeologie en West-Europese archeologie wordt met het Oudheid-minorpakket Archeologische ondersteuning aanbevolen.
Dit pakket wordt ook aangeboden bij de majorcombinatie Mediterrane archeologie en Oude geschiedenis. Daarnaast wordt het onderdeel 'Werkcollege oude Geschiedenis, 3' uit het pakket Oude Geschiedenis aanbevolen. Een beschrijving van de verschillende pakketten is te vinden in de vakkendatabase op internet (http://www.studiegids.vu.nl/Letteren > Algemeen facultair minoraanbod).
48
Oudheid
5
5.1
Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
Inleiding Dit hoofdstuk richt zich op de klassieke combinatie van Grieks en Latijn. De major Grieks en de major Latijn kunnen ook met andere majoren gecombineerd worden; zo kan Grieks gecombineerd worden met Nieuwbabylonisch/Assyrisch en Latijn met Nederlandse Letterkunde. Deze combinaties vallen onder de opleiding Oudheidkunde, zie Oudheidkunde (BA). De combinatie van de major Grieks en de major Latijn vormt de opleiding Griekse en Latijnse Taal en Cultuur. Voor deze opleiding geldt een landelijke ingangseis: je moet in één van beide talen eindexamen gedaan hebben. Studenten die of de major Grieks of de major Latijn willen volgen, kunnen overigens zonder voorkennis aan de major beginnen, maar dienen dit wel vroegtijdig te melden bij de docent van de Basiscursus (zie onder). Kenmerkend voor de opleiding Griekse en Latijnse taal en cultuur (GLTC) aan de Vrije Universiteit is dat er naast de wettelijk voorgeschreven vakken, Grieks, Latijn, Antieke Filosofie, Oude Geschiedenis en Mediterrane Archeologie, ook enige aandacht besteed wordt aan de Oud-Christelijke Griekse en Latijnse auteurs (OCGL), en aan de Receptie van de Klassieke Literatuur. Daarnaast kent iedere opleiding aan de VU een onderdeel Algemene Filosofie. Naast de zuiver klassieke vakken komen ook meer algemene vakken zoals Algemene Taalwetenschap aan bod. Door de majorcombinatie aan te vullen met de minoren 'Oriëntatie op het leraarschap' en 'Bijbels en klassiek verhalengoed' vergroot je je kansen op de arbeidsmarkt: beide minoren worden sterk aanbevolen voor de Educatieve Master (zie Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA)). Honours Programme In september 2007 zal gestart worden met een Honours Programme onder de titel 'European Urban Transformations: Interdisciplinary Approaches'. De cursus staat open voor excellente studenten van de faculteit der Letteren die naast hun reguliere tweemajorenopleiding de uitdaging zoeken van extra onderwijs. Het programma leidt tot een BA Honours diploma. Deelnemers worden in dit Honours Programme opgeleid tot kritische en veelzijdige onderzoekers op het gebied van stedelijke transformaties waarbij de stad Amsterdam een centrale rol speelt. Het programma bestaat uit 3 modules van 5 studiepunten in jaar 2, en 3 modules van 5 studiepunten in jaar 3; de voertaal is Engels. Kijk voor de eisen en meer informatie op: http://www.vu.nl/student > cursus/stage/scriptie > VU Honours Programme. Voor een beschrijving van de onderdelen van het facultaire programma, kijk op: http://www.studiegids.vu.nl/ > Letteren > Algemeen: Honours Programme Letteren.
5.2
Het programma Het programma van Griekse en Latijnse Taal en Cultuur valt logischerwijs uiteen in drie delen: een deel Latijn, een deel Grieks en een algemeen deel. De major Grieks is opgebouwd uit 55 stp. met 11 onderdelen van elk 5 stp.; wie Grieks als eerste major kiest, schrijft bovendien een bachelor-scriptie van 10 stp., en Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
49
komt dus uit op een totaal van 65 stp.. Het is mogelijk om met de major te beginnen zonder enige voorkennis van het Grieks; in dat geval worden Basiscursus 1a, 1b en 1c gevolgd. Studenten die eindexamen Grieks hebben gedaan doen in plaats hiervan Taalverwerving 1a, 1b en 1c. De tweede helft van het eerste jaar is gewijd aan de lectuur van Plato, de belangrijkste filosoof uit de Oudheid. De cursussen Griekse Literatuurgeschiedenis en Griekse Taalkunde worden om het jaar gegeven in de eerste periode van het tweede, respectievelijk derde jaar. In de tweede helft van het tweede jaar zijn er twee lectuurcolleges: een over Homerus en een over de historici Herodotus en Thucydides. In het derde jaar wordt een interpretatiecollege Euripides gegeven en bereidt de student zelfstandig een tentamen voor, waarin eventueel het onderwerp van de scriptie wordt voorbereid. Voor deze twee modules geldt dat er een keuze gemaakt kan worden tussen Klassiek Grieks en Oudchristelijk Grieks. De major Latijn is opgebouwd uit 50 stp. met 10 onderdelen van elk 5 studiepunten; wie Latijn als eerste major kiest, schrijft bovendien een bachelorscriptie van 10 stp., en komt dus uit op een totaal van 60 stp. De major Latijn is ook toegankelijk voor studenten zonder voorkennis van het Latijn; zij volgen het eerste halfjaar de Basiscursus om het benodigde niveau te behalen. In het eerste jaar krijg je 4 modules van elk 5 studiepunten; drie van de vier modulen hebben zowel een grammatica- als een lectuurdeel. Het grammaticadeel bestaat uit oefeningen met de vormleer en syntaxis en het lectuurdeel omvat de Romeinse brief, de Claudius-biografie van Suetonius en poëzie van Catullus en Ovidius. In het tweede jaar volg je Literatuurgeschiedenis of Latijnse taalkunde (dat wisselt elkaar af). De lectuur bestaat in het tweede jaar uit Vergilius, Geschiedschrijving (Livius en Tacitus) en Cicero (redevoering en filosofische teksten). In het derde en laatste jaar wordt, naast Literatuurgeschiedenis of Taalkunde, een interpretatiecollege gegeven en bereidt de student zelfstandig een tentamen voor, waarin eventueel het onderwerp van de scriptie wordt voorbereid. Voor deze twee modules geldt dat er een keuze gemaakt kan worden tussen Klassiek Latijn en Oudchristelijk Latijn. Naast de vakken van beide majoren volg je als student GLTC ook algemene vakken. In het eerste jaar zijn dat Academische Vaardigheden, Filosofie, Algemene Taalwetenschap en Antiek Christendom. De algemene onderdelen Methodologie en Antieke en Patristische Filosofie worden om beurten in de eerste periode van het tweede en derde jaar gegeven. Het algemene deel omvat in het tweede jaar een Basiscursus Oude Geschiedenis en Griekse en Romeinse Archeologie. Een scriptie van 10 studiepunten (te schrijven bij één van de majoren) en de excursie (met leespensum) vallen in het algemene deel van het derde jaar, net als de twee minoren. Voor studenten GLTC worden de minoren 'Oriëntatie op het Leraarschap' en 'Bijbels en Klassiek verhalengoed' aanbevolen.
50
Oudheid
5.3
Overzicht van de opleiding
5.3.1
Major Grieks en major Latijn periode 1
periode 2
periode 4
periode 5
jaar 1 Alg.
AcVa
(5 stp)
ATW (5 stp)
Antiek Christendom (5 stp)
jaar 1 Grieks
Grieks BC 1a of TV 1a (5 stp) Latijn BC 1a of TV 1a (5 stp) BC gesch. van de Oudheid
Grieks BC 1c of TV 1c (5 stp) Latijn TV 1c (5 stp)
Grieks TV 1d (5 stp) Latijn TV 1d (5 stp) Romeinse archeologie (5 stp)
jaar 1 Latijn jaar 2 Alg.
jaar 2 Grieks
Filosofie (5 stp) Grieks BC 1b of TV 1b (5 stp) Latijn BC 1b of TV 1b (5 stp) (10 stp)
Methodologie met ICT (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)* Griekse literatuurges. (5 stp)* of Griekse taalkunde (+ ICT) (5 stp)*
jaar 2 Latijn
Griekse archeologie (5 stp) OCGL (5 stp)
Lectuur Grieks, Homerus (5 stp)
Lectuur Grieks, Herodotus & Thucydides (5 stp) Lectuur Latijn, prozaschrijvers (5 stp)
Scriptie
(10 stp)
Lectuur Latijn, Vergilius (5 stp) Latijnse lit.ges. (5 stp)* of Latijnse taalkunde (+ ICT) (5 stp)*
jaar 3 Alg (nog niet in 2007/2008)
jaar 3 Grieks (nog niet in 2007/2008)
jaar 3 Latijn (nog niet in 2007/2008)
Methodologie met ICT(5 stp)* of APF voor classici (5 stp)* Griekse literatuurges. (5 stp)* of Griekse taalkunde (+ ICT) (5 stp)*
Maior college Grieks of OCGL (5 stp)
Minor (Oriëntatie op het leraarschap)
(10 stp)
Latijn/Grieks/OCGL maior tentamen (5 stp)
Latijnse lit.ges. (5 stp)* of Latijnse taalkunde (+ ICT) (5 stp)* Maior college Latijn of OCGL (5 stp)
Minor (Bijbels en klassiek verhalengoed)
(5 stp)
Leespensum Excursie
(5 stp)
*worden om het jaar aangeboden
5.3.2
Overgangsprogramma voor huidige derdejaars studenten periode 1
periode 2
periode 4 Scriptie
periode 5 (10 stp)
Griekse literatuurges. (5 stp)
Maior college 1 (Gr/La/OCGL) (5 stp) Latijnse lit.ges. (5 stp)
Minor (Oriëntatie op het leraarschap)
(10 stp)
Maior college 2 (=lectuur 3) (La/Gr/OCGL) (5 stp)
Leespensum Excursie
jaar 3
La/Gr/OCGL maior tentamen (5 stp) Methodologie (5 stp)
Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
Romeinse arch. (5 stp) (5 stp)
51
5.4
Doelstellingen De doelstelling van de opleiding GLTC kan als volgt worden omschreven: • studenten een degelijke kennis van de Griekse en Latijnse taal en literatuur (met inbegrip van de oudchristelijke literatuur) te doen verwerven, alsmede een brede overzichtskennis van de geschiedenis, cultuurgeschiedenis en materiële cultuur van de Grieks-Romeinse oudheid; • studenten inzicht bij te brengen in de methoden en technieken die bij het bestuderen van de Griekse en Latijnse taalkunde, filologie en letterkunde worden toegepast, alsmede enig inzicht in de methoden en technieken van de bestudering van geschiedenis, cultuurgeschiedenis en materiële cultuur van de GrieksRomeinse oudheid, zodat studenten de wetenschappelijke discussie op een aantal terreinen kunnen volgen en evalueren; • studenten kennis en inzicht bij te brengen in de waarden die aan het wetenschapsproces ten grondslag liggen; • studenten aan te moedigen een kritische instelling en integriteit aan de dag te leggen en vasthoudendheid en creativiteit te tonen; studenten vaardigheden aan te leren die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in een maatschappelijke functie waarbij een beroep wordt gedaan op competentie met betrekking tot de Griekse en Latijnse taal en cultuur; • studenten het vermogen aan te leren een duidelijk standpunt in te nemen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluriformiteit in waarden. De doelstellingen van de opleiding vertaald in studieonderdelen van de bacheloropleiding Grieks en Latijnse taal en cultuur De doelstellingen die betrekking hebben op de waarden die aan het wetenschapsproces ten grondslag liggen, kritische instelling en integriteit, functioneren in een maatschappelijke functie en standpuntbepaling in de maatschappij worden met name verwezenlijkt in de onderdelen Grieks en Latijn in het tweede en derde opleidingsjaar, in het onderdeel Antiek Christendom en in het onderdeel Antieke en Patristische Filosofie.
5.5
Eindtermen De bachelor GLTC beschikt over, • voldoende kennis van en enig inzicht in de structuur van de morfologie en syntaxis van beide talen; • bekendheid met moderne taalkundige inzichten; • kennis van de belangrijkste literaire dialecten van het Grieks; • ervaring met de zelfstandige lectuur en interpretatie van enkele Griekse en Latijnse auteurs, met gebruikmaking van enige secundaire literatuur; kennis van de Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis, inclusief enige bekendheid met latere perioden; • enige kennis van de oud-christelijke Griekse en Romeinse letteren en enig inzicht in de relatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en het vroege christendom; • een eerste ervaring met de lectuur van oud-christelijke teksten; • kennis van de hoofdlijnen van de geschiedenis van Griekenland en Rome en enig inzicht in de methoden en problemen van historisch onderzoek;
52
Oudheid
•
•
• •
5.6 5.6.1
elementaire kennis van het ontstaan en de ontwikkeling van de Griekse en Romeinse materiële cultuur en enig inzicht in de betekenis en de werkwijze van de archeologie; enige kennis van de problematiek van tekstconstitutie en literaire benadering van antieke teksten; kennis van de elementaire begrippen en methoden van de Algemene Taalwetenschap en de Algemene Literatuurwetenschap; inzicht in historische achtergronden van de moderne westerse wetenschap; kennis van de voornaamste filosofische stromingen van de Oudheid; bij voorkeur enige kennis van de receptie van christelijk en antiek erfgoed in de Europese kunst; de door het schrijven van werkstukken en een scriptie opgedane ervaring met eenvoudig zelfstandig onderzoek en de verslaglegging daarvan.
Eerste jaar: programma 2007/2008 Major Grieks en Major Latijn Vakcode 544118 500034 525006
Vaknaam Filosofie, kunst en wetenschap Inleiding taalwetenschap, 1 Antiek Christendom, 1
Stp. 5 5 5
Periode 2 4 5
Stp. 0
Periode 1
Academische vaardigheden Oudheidstudies
vakcode A t/m C: 502002, 5 stp Vakcode 5020021 5020023 5020022
Vaknaam Acva Ohs A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie Acva Ohs C, schriftelijk presenteren Acva Ohs B, mondeling presenteren
0 0
2 2
Grieks
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b; en vervolgens taalverwerving 1c en 1d: Vakcode 523016 523019 523017 523020 523023 523015
Vaknaam Basiscursus Grieks, 1a Taalverwerving Grieks, roman, 1a Basiscursus Grieks, 1b Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b Taalverwerving Grieks, Plato, 1c Taalverwerving Grieks, Plato, 1d
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 5
Latijn
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b; en vervolgens taalverwerving 1c en 1d: Vakcode 524015 524012 524016 524013 524017 524021
Vaknaam Taalverwerving Latijn, 1a Basiscursus Latijn, 1a Taalverwerving Latijn, 1b Basiscursus Latijn, 1b Taalverwerving Latijn syntaxis, 1c Taalverwerving Latijn, Catullus-Ovidius, 1d
Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 5
53
5.6.2
5.7 5.7.1
Andere combinaties met major Grieks of major Latijn: De majorcombinatie Grieks-Nieuwbabylonisch/assyrisch en de majorcombinatie Latijn-Nederlandse letterkunde vallen onder de opleiding Oudheidkunde (BA). Voor een overzicht van de programma's van deze majorcombinaties zie aldaar.
Tweede jaar: programma 2007/2008 Major Grieks en Major Latijn Vakcode 522401 523113 516010 524133 524011 525101 523137 503019 524023 523112 502024
5.7.2
5.8
Vaknaam Grieks en Latijn, 2 Methodologie Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 Lectuur Latijn, Vergilius, 2 Oudchristelijk Grieks en Latijn, 2 Lectuur Grieks, Homerus, 2 Griekse archeologie, 1 Lectuur Latijn, grote prozaschrijvers, 2 Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides, 2 Romeinse archeologie, 1
Stp. 5 5 10 5 5 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 1 en 2 2 2 4 4 4 5 5 5
Andere combinaties met major Grieks of major Latijn: De majorcombinatie Grieks-Nieuwbabylonisch/assyrisch en de majorcombinatie Latijn-Nederlandse letterkunde vallen onder de opleiding Oudheidkunde (BA). Voor een overzicht van de programma's van deze majorcombinaties zie aldaar.
Derde jaar: overgangsprogramma 2007/2008 Vakcode 523113 522401 524133 500504 522106 502024
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Grieks en Latijn, 2 Methodologie Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 Minor Excursie Grieks en Latijn, 3 Romeinse archeologie, 1
Stp. 5 5 5 10 5 5
Periode 1 1 2 4 en 5 4, 5 en 6 5
Stp. 5 5 5
Periode 2 2 2
Stp. 5 5
Periode 1, 2 en 3 2
Lectuur 3
Kies een onderdeel buiten de specialisatie-taal Vakcode 525219 524024 523154
5.8.1
Vaknaam Lectuur oudchristelijk Grieks en Latijn, 3 Lectuur Latijn, 3 Lectuur Grieks, Euripides, 3
Specialisatie Grieks, Latijn of OCGL Kies één van de 3 specialisaties: Grieks Specialisatie Vakcode 523141 523140
54
Oudheid
Vaknaam Maior tentamen Grieks, 3 Maior college Grieks, 3
523451
Bachelorscriptie Grieks
10
4, 5 en 6
Stp. 5 5 10
Periode 1 2 4 en 5
Stp. 5
Periode 1
Latijn Specialisatie Vakcode 524136 524135 524451
Vaknaam Maior tentamen Latijn, 3 Maior college Latijn, 3 Bachelorscriptie Latijn
OCGL Specialisatie Vakcode 525212 525211 525451
5.9
Vaknaam Maior tentamen oudchristelijk Grieks en Latijn, 3 Maior college oudchristelijk Grieks en Latijn, 3 Bachelorscriptie oudchristelijk Grieks en Latijn
5
2
10
4 en 5
Aanbevolen minorpakketten/onderdelen Voor de majorcombinatie Grieks en Latijn worden onderstaande onderdelen aanbevolen (een compleet overzicht van het facultaire minoraanbod en de beschrijvingen zijn te vinden op www.studiegids.vu.nl > Letteren > Algemeen: Facultair minoraanbod): Vakcode 990006 500022
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie Bijbels en klassiek verhalengoed, 2/3
Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
Stp. 10 10
Periode 4 4 en 5
55
56
Oudheid
6
6.1
Oudheidkunde (BA)
Inleiding Met ingang van het opleidingsjaar 2006-2007 kent het bacheloronderwijs in de Faculteit der Letteren een tweemajorenstructuur: het grootste deel van het onderwijsaanbod is opgedeeld in majoren van 50 of 60 studiepunten, waaruit studenten een keuze maken. Binnen Oudheidkunde omvatten alle majoren 50 studiepunten. De bacheloropleiding omvat 180 studiepunten: een algemeen deel van 50 stp., twee majoren à 50 stp., een scriptie van 10 stp. en een minor van 20 stp. De minor kan men naar eigen inzicht invullen, met dien verstande dat bij sommige majorencombinaties geadviseerd wordt voor een bepaalde invulling van de minor te kiezen. Mogelijke majorcombinaties binnen de opleiding Oudheidkunde zijn: • Oudheidkunde I: archeologisch-historisch + Oudheidkunde II: taal en cultuur • Oudheidkunde bij Grieks + Grieks • Oudheidkunde bij Latijn + Latijn • Oudheidkunde bij Talen en Culturen van het Oude Nabije Oosten + NieuwBabylonisch/Assyrisch • Grieks + Nieuw-Babylonisch/Assyrisch • Oude Geschiedenis + Mediterrane Archeologie • Klassiek Cultureel Erfgoed: Latijn + Nederlandse Letterkunde
6.2
Het programma De bacheloropleiding biedt een brede kennismaking met de wereld van de Oudheid. Het algemene deel van de opleiding omvat (naast Academische Vaardigheden, ICT, Methodologie en Filosofie) onder andere een Basiscursus Oude Geschiedenis en cursussen Griekse en Romeinse Archeologie. Door de keuze voor een bepaalde majorcombinatie kan de student de eigen belangstelling tot gelding brengen, zonder dat de breedte van de opleiding daarbij in het geding komt. • De combinatie Oudheidkunde I + Oudheidkunde II heeft een algemeen karakter. In het eerste jaar loopt de student onder andere een oudhistorisch werkcollege (Inleiding historische bronnen), onderwijs in een oude taal naar keuze (Latijn, Grieks of Babylonisch-Assyrisch), en Literatuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten; ook een Inleiding in de veldarcheologie (inclusief veldcursus) maakt deel uit van het eerstejaars programma. In het tweede en derde jaar volgen dan verschillende cursussen Oude Geschiedenis en Archeologie, maar ook Antieke historigrafie, Griekse Literatuurgeschiedenis, Latijnse literatuurgeschiedenis, Godsdiensten van de Oudheid, Antieke filosofie en Antiek Christendom. Het ligt bij deze combinatie voor de hand om de minor in te vullen met beroepsgerichte vakken, met het oog op een mogelijke werkkring in musea, reisorganisaties of uitgeverijen. • Bij de combinatie Oudheidkunde bij Latijn + Latijn volgt de student dezelfde onderdelen Latijn als de de studenten Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC). De rest van het programma is gevuld met onderdelen Oudheidkunde. Geadviseerd wordt de minorruimte te besteden aan het onderdeel Bijbels en Klassiek Verhalengoed en aan Oriëntatie op het leraarschap. Na afronding van de bijbehorende éénjarige Masteropleiding kan men doorstromen naar de educatieve Oudheidkunde (BA)
57
Master Latijn met Klassieke Culturele Vorming, die opleidt voor het leraarschap in deze vakken. • De combinatie Oudheidkunde bij Grieks + Grieks is een vergelijkbare combinatie. Hier volgt de student voor Grieks hetzelfde programma als de studenten GLTC; de rest van het programma wordt gevuld met onderdelen Oudheidkunde. Geadviseerd wordt de minorruimte onder andere te besteden aan Bijbels en Klassiek Verhalengoed en Oudchristelijk Grieks. Een lerarenopleiding die op deze combinatie aansluit, bestaat (nog) niet. Wel komt er een éénjarige Master Oudheidkunde met Grieks. Verder kan men ook worden toegelaten tot de Onderzoeksmaster Oudheidstudies en tot de Master Bijbelvertalen. • Bij de combinatie Oudheidkunde bij Talen en Culturen van het Oude Nabije Oosten + Nieuw-Babylonisch/Assyrisch richt de student zich vooral op de geschiedenis, taal en cultuur van het oude Mesopotamië. Hierbij ligt het accent op het eerste millennium v.Chr. Evenals bij de combinaties van Oudheidkunde met Grieks of Latijn wordt ongeveer 1/3 deel van de opleiding besteed aan taalverwerving, maar er is ook de nodige aandacht voor de (cultuur)geschiedenis van het Oude Nabije Oosten en van de Grieks-Romeinse wereld. • De combinatie Grieks + Nieuw-Babylonisch Assyrisch is een nieuwe leerweg voor de student die de nodige talenkennis wil opdoen om zich te verdiepen in de (cultuur)geschiedenis van de gebieden rond het oostelijk bekken van de Middellandse Zee in het eerste millennium v.Chr. De combinatie wordt aanbevolen aan studenten met onderzoeksambities in de geschetste richting. • Bij de combinatie Oude Geschiedenis + Mediterrane Archeologie kiest men voor een combinatie van twee benaderingen van de wereld van de oudheid: de bestudering van teksten enerzijds, van materiële overblijfselen anderzijds. De nadruk ligt op Oude Geschiedenis en Archeologie. Deze combinatie is bij uitstek geschikt voor studenten met belangstelling voor maatschappelijke en economische structuren en processen als demografische ontwikkelingen, migratie, de vorming van etnische groepen, urbanisatie en landbezit. • De combinatie Latijn + Nederlandse Letterkunde vormt samen het programma 'Klassiek Cultureel Erfgoed' (zie ook Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA) voor de major Latijn). In het eerste jaar worden Latijnse taalverwervingsvakken gecombineerd met een overzicht van de Nederlandse literatuur. In het tweede jaar volgt de student vakken als de Basiscursus Oude geschiedenis en Griekse en Latijnse archeologie, en wordt de kennis van zowel het Latijn als de Nederlandse Letterkunde verdiept. In het derde jaar maakt de student een keuze tussen Oudere Letterkunde (Middeleeuwen en Renaissance) en moderne Letterkunde. Ook bij Latijn is er een keuze: Klassiek Latijn of Oudchristelijk Latijn. Naast de scriptie bevat het derdejaar ook een minor (aanbevolen wordt Bijbels en klassiek verhalengoed) en een excursie. Behalve bij de combinatie Latijn + Nederlandse Letterkunde volgt de student in het derde jaar altijd een Interdisciplinair college, waarbij men in werkgroepverband een onderwerp bestudeert met gebruikmaking van de verschillende disciplines waarin men gedurende de opleiding onderwijs heeft gehad. Ook de bachelorscriptie (10 stp.) moet een interdisciplinair karakter hebben en wordt dan ook altijd begeleid door docenten uit verschillende leerstoelgebieden.
58
Oudheid
Honours Programme In september 2007 zal gestart worden met een Honours Programme onder de titel 'European Urban Transformations: Interdisciplinary Approaches'. De cursus staat open voor excellente studenten van de faculteit der Letteren die naast hun reguliere tweemajorenopleiding de uitdaging zoeken van extra onderwijs. Het programma leidt tot een BA Honours diploma. Deelnemers worden in dit Honours Programme opgeleid tot kritische en veelzijdige onderzoekers op het gebied van stedelijke transformaties waarbij de stad Amsterdam een centrale rol speelt. Het programma bestaat uit 3 modules van 5 studiepunten in jaar 2, en 3 modules van 5 studiepunten in jaar 3; de voertaal is Engels. Kijk voor de eisen en meer informatie op: http://www.vu.nl/student > cursus/stage/scriptie > VU Honours Programme. Voor een beschrijving van de onderdelen van het facultaire programma, kijk op: http://www.studiegids.vu.nl/ > Letteren > Algemeen: Honours Programme Letteren.
6.3 6.3.1
Overzicht van de opleiding Majoren Major Oudheidkunde I (Ohk I) + Oudheidkunde II (Ohk II) jaar 1 Alg.
periode 1
periode 2
AcVa
(5 stp)
Inleiding Archeologie BC gesch. van de Oudheid
(5 stp) (10 stp)
jaar 1 Ohk I
jaar 1 Ohk II
Oude taal 1a (5 stp)
Oude taal 1b (5 stp)
jaar 2 Alg.
Methodologie A en B (5 stp)
jaar 2 Ohk I
Archaïsch OostGriekenland (5 stp)
ICT hist.informatiekunde (5 stp) Med. pre- en protohistorie (5 stp)
periode 4
periode 5
Veldcursus/werk (5 stp)
Griekse archeologie (5 stp) Oude Ges wc 1: Historische bronnen (5 stp) Oude taal 1c/Latijnse epigrafie (5 stp)
hc Oude geschiedenis Hellenisme (5 stp) Archeologie ONO (5 stp)
Romeinse archeologie (5 stp)
Literatuurges. Oude nabij Oosten (ONO) (5 stp) wc Oude geschiedenis 2 (5 stp) Numismatiek of Med.arch 2b (Italië) (5 stp)
Antieke historiografie (5 stp) jaar 2 Ohk II
Griekse literatuurges. (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)*
jaar 3 Alg
Latijnse lit.ges. (5 stp)* of minor (5 stp)* Filosofie (5 stp)
Minor (Bijbels en klassiek verhalengoed) Minor Scriptie
jaar 3 Ohk I jaar 3 Ohk II
Interdisciplinair college Griekse literatuurges. (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)* Godsdiensten (5 stp)
Antiek Christendom (5 stp) (10 stp) (10 stp (10 stp)
(10 stp)
De Levant of APF 3* (5 stp)
* Worden om het jaar aangeboden
Oudheidkunde (BA)
59
Major Oudheidkunde (Ohk) bij Grieks + Grieks jaar 1 Alg.
jaar 1 Grieks jaar 1 Ohk jaar 2 Alg.
jaar 2 Grieks
jaar 2 Ohk
jaar 3 Alg
periode 1
periode 2 / periode 3
periode 4
periode 5
AcVa
(5 stp)
ATW** (5 stp)
Antiek Christendom (5 stp)
Inleiding Archeologie BC gesch. van de Oudheid
(5 stp) (10 stp)
Griekse archeologie (5 stp)
Grieks BC 1a of TV 1a (5 stp)
Grieks BC 1b of TV 1b (5 stp)
Grieks TV 1c (5 stp)
Romeinse archeologie (5 stp) Grieks TV 1d (5 stp)
Methodologie C en D (+ ICT) (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)* Griekse literatuurges. (5 stp)* of Griekse taalkunde (+ICT) (5 stp)* Godsdiensten (5 stp)
Filosofie (5 stp) [+ college ICT]
Med. pre- en protohistorie (5 stp) Latijnse literatuurges. (5 stp)*
Methodologie C en D (+ ICT) (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)*
Lectuur Grieks, Homerus (5 stp)
Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides (5 stp)
hc Oude geschiedenis Hellenisme (5 stp)
Literatuurges. ONO (5 stp)
Oude ges wc 1: Inleiding historische bronnen (5 stp)** Minor
wc Oude geschiedenis 2 (5 stp) (15 stp)
(suggestie: Bijbels en klassiek verhalengoed, 10 stp)
Scriptie jaar 3 Grieks
jaar 3 Ohk
Griekse literatuurges. (5 stp)* of Griekse taalkunde (+ICT) (5 stp)*
Interdisciplinair college
(10 stp)
Grieks maior wc (5 stp)
periode 3: Grieks maior tentamen (5 stp) (10 stp)
Minor (Oudchristelijk Grieks) (5 stp)
* Worden om het jaar aangeboden ** Het wordt studenten die bij de aanvang van de studie, of in elk geval bij de aanvang van het tweede semester, al weten dat zij voor de combinatie Oudheidkunde + Grieks kiezen, aangeraden het vak ATW te volgen in het eerste jaar. Bij twijfel kan ook Oude Geschiedenis wc 1 in het eerste jaar gevolgd worden, en ATW in het tweede jaar.
60
Oudheid
Major Oudheidkunde (Ohk) bij Latijn + Latijn jaar 1 Alg.
jaar 1 Latijn jaar 1 Ohk
jaar 2 Alg.
periode 1
periode 2
periode 4
periode 5
AcVa
(5 stp)
ATW** (5 stp)
BC gesch. van de Oudheid
(10 stp)
Griekse archeologie (5 stp)
Latijn BC 1a of TV 1a (5 stp) Inleiding Archeologie
Latijn BC 1b of TV 1b (5 stp) (5 stp)
Latijn TV 1c (5 stp)
Antiek Christendom (5 stp) Romeinse archeologie (5 stp) Latijn TV 1d (5 stp)
Methodologie met ICT (5 stp)
Filosofie (5 stp) [+ colleges ICT]
Minor: Bijbels en klassiek verhalengoed
jaar 2 Latijn
Lectuur Latijn, Vergilius (5 stp)
(10 stp)
Lectuur Latijn, prozaschrijvers (5 stp)
Latijnse lit.ges. (5 stp)* of Latijnse taalkunde (+ICT) (5 stp)* jaar 2 Ohk
Godsdiensten (5 stp)
Griekse literatuurges. (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)* jaar 3 Alg
jaar 3 Latijn
Latijn maiortentamen (5 stp)
jaar 3 Ohk
Interdisciplinair college Griekse literatuurges. (5 stp)* of APF voor classici (5 stp)*
Latijn maior wc (5 stp) Latijnse lit.ges. (5 stp)* of Latijnse taalkunde (+ICT) (5 stp)* (10 stp)
hc Oude geschiedenis Hellenisme (5 stp) Oude geschiedenis wc 1: Inl. historische bronnen (5 stp)** Minor: Oriëntatie op het leraarschap Scriptie Oudchristelijk Latijn(5 stp)
wc Oude geschiedenis 2 (5 stp)
(10 stp)
(10 stp)
Archeologie 2b (Italië) (5 stp)
* Worden om het jaar aangeboden ** Het wordt studenten die bij de aanvang van de studie, of in elk geval bij de aanvang van het tweede semester, al weten dat zij voor de combinatie Oudheidkunde + Latijn kiezen, aangeraden het vak ATW te volgen in het eerste jaar. Bij twijfel kan ook Oude Geschiedenis wc 1 in het eerste jaar gevolgd worden, en ATW in het tweede jaar.
Oudheidkunde (BA)
61
Major Oudheidkunde (Ohk) + Nieuw-Babylonisch/assyrisch (NBabyl) jaar 1 Alg.
jaar 1 NBabyl
periode 1
periode 2
AcVa
(5 stp)
Inleiding archeologie BC gesch. van de Oudheid Basiscursus Babylonisch 1a (5 stp)
(5 stp) (10 stp) Basiscursus Babylonisch 1b (5 stp)
jaar 1 Ohk
jaar 2 Alg.
Methodologie (5 stp)
jaar 2 NBabyl
Nieuw-babylonisch assyrisch (5 stp)
jaar 2 Ohk
APF voor classici* (5 stp) of Griekse lit.gesch. (5 stp)*
jaar 3 Alg jaar 3 NBabyl
Nieuw-babylonisch assyrisch (5 stp)
jaar 3 Ohk
Interdisciplinair college Godsdiensten (5 stp)
* Worden om het jaar gegeven
62
Oudheid
ICT hist.informatiekunde (5 stp) Nieuwbabylonisch assyrisch (5 stp) Mediterrane preen protohistorie (5 stp) Filosofie (5 stp)
periode 4
Veldcursus/werk (5 stp)
Griekse archeologie (5 stp) Basiscursus Babylonisch 1c (5 stp) Oude Ges wc 1: Inl. historische bronnen (5 stp) Minor (Bijbels klassiek verhalengoed) Nieuw-babylonisch assyrisch (5 stp) hc Oude geschiedenis Hellenisme (5 stp) Minor Nieuw-babylonisch assyrisch (5 stp)
(10 stp) De Levant (5 stp)
periode 5
Archeologie ONO (5 stp)
Romeinse archeologie (5 stp) Lit.ges. Oude nabij Oosten (ONO) (5 stp)
(10 stp)
Nieuwbabylonisch assyrisch (5 stp) wc Oude geschiedenis (5 stp) (10 stp) Scriptie (10 stp)
Major Grieks + Nieuw-Babylonische/Assyrisch (NBabyl) periode 1
periode 2 / periode 3
periode 4
periode 5
jaar 1 Alg.
AcVa
(5 stp)
ATW (5 stp)
Veldcursus of Antiek Christendom (5 stp)
jaar 1 Grieks
Grieks BC 1a of TV 1a (5 stp) Nieuwbabylonisch/ assyrisch 1 (5 stp)
Filosofie (5 stp) Grieks BC 1b of TV 1b (5 stp) Nieuwbabylonisch/assyrisch 2 (5 stp)
Grieks TV 1c (5 stp)
Grieks TV 1d (5 stp) Nieuwbabylonisch/assyrisch 4 (=lit.ges. ONO) (5 stp) Romeinse archeologie (5 stp) Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides (5 stp)
jaar 1 NBabyl
Nieuwbabylonisch/ assyrisch 3 (5 stp)
jaar 2 Alg.
BC Gesch. van de Oudheid
(10 stp)
Griekse archeologie (5 stp)
jaar 2 Grieks
Griekse literatuurges. (5 stp)* of Griekse taalkunde (+ ICT) (5 stp)* Nieuwbabylonisch/ assyrisch 5 (5 stp)
periode 3: Maior tentamen Grieks (5 stp)
Lectuur Grieks, Homerus (5 stp)
Nieuwbabylonisch/assyrisch 6 (5 stp)
Nieuwbabylonisch/ assyrisch 7 (5 stp)
jaar 2 NBabyl
jaar 3 Alg
Methodologie (5 stp)
jaar 3 Grieks
Griekse literatuurges. (5 stp)* of Griekse taalkunde (+ ICT) (5 stp)* Minor (Interdisciplinair
jaar 3 NBabyl
college (5 stp))
Grieks maior wc (5 stp)
Minor Scriptie Oudchristelijk Grieks (5 stp)
Nieuwbabylonisch/assyrisch 8 (5 stp) (10 stp) (10 stp)
Minor (Interdisciplinair college (5 stp))
Nieuwbabylonisch/assyrisch 9 (=de Levant) (5 stp)
Nieuwbabylonisch/ assyrisch 10 (5 stp)
* om het jaar aangeboden
Oudheidkunde (BA)
63
Major Oude geschiedenis (OG) + Mediterrane archeologie (Med) jaar 1 Alg.
jaar 1 OG
periode 1
periode 2
periode 4
AcVa
(5 stp)
Inleiding Archeologie BC gesch. van de Oudheid
(5 stp) (10 stp)
Griekse archeologie (5 stp)
Latijn BC 1a of Grieks BC 1a (5 stp)
Latijn BC 1a of Grieks BC 1b (5 stp)
Latijnse epigrafie of Grieks BC 1c (5 stp)
periode 5
Veldcursus/werk (5 stp)
Romeinse archeologie (5 stp) Antiek Christendom (5 stp)
Oude ges wc 1: Inl. historische bronnen (5 stp) jaar 1 Med jaar 2 Alg.
Methodologie A en B (5 stp)
Filosofie (5 stp)
jaar 2 OG
Godsdiensten (5 stp)
jaar 2 Med
Archaïsch OostGriekenland (5 stp)
ICT d-base of ICT hist.informatiekunde (5 stp) Med. pre- en protohistorie (5 stp)
jaar 3 Alg
Minor
(10 stp)
jaar 3 OG
Interdisciplinair college Archeologie 3a en 3b of Van paalkuil tot publicatie
(10 stp)
jaar 3 Med
64
Oudheid
(10 stp)
(10 stp)
Archeometrie of Materiaalkennis B (5 stp) hc Oude geschiedenis Hellenisme (5 stp)
Veldwerk (5 stp)
Archeologie ONO (5 stp)
Med.arch 2 (Romeins Italië) (5 stp)
Minor Scriptie
(10 stp) (10 stp)
Themacollege (5 stp)
Numismatiek (5 stp)
wc Oude geschiedenis 2 (5 stp)
Klassiek Cultureel Erfgoed (Major Latijn + Nederlandse letterkunde) periode 1
periode 2
periode 4
periode 5
jaar 1 Alg.
AcVa
(5 stp)
ATW (5 stp)
Antiek Christendom (5 stp)
jaar 1 Latijn
Latijn BC 1a of TV 1a (5 stp) Lit.hist.overzicht 1: Middeleeuwen (5 stp)
Filosofie (5 stp) Latijn BC 1b of TV 1b (5 stp)
Latijn TV 1c (5 stp)
Lit.hist.overzicht 2: Renaissance
Lit.hist.overzicht 3: 1830-1940 (5 stp)
Latijn TV 1d (5 stp) Lithist.overzicht 4: 1940-nu (5 stp) Romeinse archeologie (5 stp)
jaar 1 Ned LK
jaar 2 Alg.
BC gesch. van de Oudheid
(5 stp) (10 stp)
Griekse archeologie (5 stp)
Griekse literatuurgeschiedenis (5 stp) jaar 2 Latijn
jaar 2 Ned LK
jaar 3 Alg jaar 3 Latijn
Lectuur Latijn, Vergilius (5 stp)
Verdieping Nieuwere letterk. (5 stp)
Latijn of OCL maior tentamen (5 stp)
Methodologie met ICT (5 stp) jaar 3 Ned Oudere LK of Moderne LK
WC Middeleeuwen (5 stp) WC moderne Ned.lk (5 stp)
Latijnse literatuurges. (5 stp)* of Latijnse taalkunde (+ ICT) (5 stp)* Verdieping Oudere letterk. (5 stp) Latijnse literatuurges. (5 stp)* of Latijn taalkunde (+ ICT) (5 stp)* Maior college Latijn of OCL (5 stp) WC Middeleeuwen (5 stp) WC moderne Ned.lk (5 stp)
Lectuur Latijn, prozaschrijvers (5 stp)
Boekwetenschap/Lit. bedrijf (5 stp) Scriptie Minor (Bijbels en
Themacollege reisverhalen (5 stp) (10 stp) (20 stp)
klassiek verhalengoed)
WC Renaissance (5 stp) WC moderne Ned.lk (5 stp)
WC Renaissance (5 stp) WC moderne Ned.lk (5 stp)
* om het jaar aangeboden binnen de specialisatie worden 2 onderdelen gekozen; de andere 10 stp kunnen evt. in de minorruimte gevolgd worden.
6.4
Doelstellingen De doelstelling van de opleiding Oudheidkunde kan als volgt worden omschreven: • de studenten kennis en inzicht geven van/in de oude culturen en samenlevingen in het Middellandse-Zeegebied, die invloed hebben uitgeoefend op de premoderne en moderne 'westerse' culturen; • de studenten inzicht bij te brengen in de veelheid van methoden en technieken van de disciplines die zich op deze oude culturen en samenlevingen richten en ze in staat te stellen een aantal van deze methoden zelf te hanteren; • het aankweken van een oudheidkundige attitude: de studenten door interdisciplinaire aanpak vanuit diverse methoden te leren de verworven kennis en inzichten te integreren in een samenhangend beeld en hen in staat te stellen zo bij te dragen aan de wetenschappelijke discussie over de in de eerste doelstelling genoemde culturen en samenlevingen; • de studenten de vaardigheid aan te leren om resultaten van oudheidkundig onderzoek uit te dragen in woord en geschrift;
Oudheidkunde (BA)
65
• •
• •
•
6.5
de studenten een vermogen bij te brengen tot reflectie en analyse met betrekking tot wetenschappelijke, inzonderheid oudheidkundige, vraagstukken; de studenten begrip bij te brengen van waarden die aan het wetenschappelijk bedrijf ten grondslag liggen, zoals zuiverheid in redeneren, eerlijkheid, onpartijdigheid en een onbevangen kritische instelling; de studenten creativiteit en vasthoudendheid aanleren bij het oplossen van wetenschappelijke vraagstukken; de studenten vaardigheden leren die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in een maatschappelijke functie waarbij een beroep wordt gedaan op competentie met betrekking tot Oudheidkunde; de studenten het vermogen bij te brengen een gefundeerd standpunt in te nemen in ethische kwesties die zich voordoen bij de wetenschapsbeoefening.
Eindtermen De bachelor in de Oudheidkunde heeft: • kennis van en inzicht in oude culturen en samenlevingen in het MiddellandseZeegebied (ca. 3000 v. Chr. - 600 n. Christus), met name betreffende hun historische, archeologische, filosofische, godsdienstige en talige aspecten; • kennis van en inzicht het in brede scala van methoden en technieken, waarmee de genoemde culturen worden bestudeerd; • de oudheidkundige attitude, dat wil zeggen de vaardigheid de wetenschappelijke discussie op een aantal traditionele terreinen van oudheidkundige onderzoek te volgen en op interdisciplinaire wijze te evalueren; • kennis van een der oude talen uit het Mediterrane gebied, ten minste op elementair niveau; • de vaardigheid zelfstandig informatie te verzamelen, kritisch te wegen en zorgvuldig te interpreteren; • de vaardigheid te rapporteren in woord en geschrift over een wetenschappelijk vraagstuk; • de vaardigheid geheel zelfstandig een status quaestionis op te stellen over onderwerp binnen de oudheidkunde. Daarenboven heeft de bachelor in Oudheidkunde algemeen: zich in één der aspecten van oudheidkundig onderzoek, met name het archeologische, oudhistorische en filosofische, een meer specialistische kennis eigen gemaakt; • naar keuze een verdere verdieping of uitbreiding van oudheidkundige kennis en vaardigheden verworven, dan wel zich georiënteerd op niet-oudheidkundige disciplines, dan wel zich georiënteerd op de arbeidsmarkt door het volgen van praktijkgerichte vakken. •
Daarenboven hebben de bachelors Oudheidkunde met Latijn, resp. Grieks: • een zodanige kennis van en inzicht in de Latijnse resp. Griekse taal, taalkunde en letterkunde dat deze gelijk is aan die van de bachelors GLTC. Daarenboven heeft de bachelor Oudheidkunde met Assyriologie: • een gedegen kennis van de Mesopotamische talen (Akkadisch en Sumerisch) met nadruk op de latere fasen;
66
Oudheid
• •
6.6 6.6.1
kennis van en inzicht in de cultuur en de geschiedenis van Mesopotamië op basis van zowel filologische en archeologische bronnen; de nodige kennis om Mesopotamië te kunnen plaatsen in de Oost-Mediterrane wereld en inzicht in de daarmee verbonden problematiek.
Eerste jaar: programma 2007/2008 Algemeen deel Academische vaardigheden Oudheidstudies
vakcode A t/m C: 502002, 5 stp Vakcode 5020021 5020023 5020022
6.6.2
Vaknaam Acva Ohs A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie Acva Ohs C, schriftelijk presenteren Acva Ohs B, mondeling presenteren
Stp. 0 0 0
Periode 1 2 2
Major Oudheidkunde en Major Oudheidkunde Vakcode 502010 516010 516011 503019 537009 502024 504012
Vaknaam Stp. Wat is archeologie? Een inleiding, 1 5 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 10 1 Inleiding historische bronnen, og 1 5 Griekse archeologie, 1 5 Literatuurgeschiedenis van het oude nabije 5 oosten, 1 Romeinse archeologie, 1 5 Inleiding in de veldarcheologie, 1 5
Periode 1 en 2 1 en 2 2 en 4 4 5 5 5 en 6
Kies een van de onderdelen Vakcode 537008 523027 502828
Vaknaam Basiscursus Babylonisch, 1c Basiscursus Grieks, 1c Latijnse epigrafie, Ba
Stp. 5 5 5
Periode 4 4 4
Stp. 5 5
Periode 1 2
Kies een van de clusters: Basiscursus Babylonisch Vakcode 537006 537007
Vaknaam Basiscursus Babylonisch, 1a Basiscursus Babylonisch, 1b
Grieks
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b: Vakcode 523019 523016 523020 523017
Vaknaam Taalverwerving Grieks, roman, 1a Basiscursus Grieks, 1a Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b Basiscursus Grieks, 1b
Oudheidkunde (BA)
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2
67
Latijn
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b Vakcode 524015 524012 524016 524013
6.6.3
Vaknaam Taalverwerving Latijn, 1a Basiscursus Latijn, 1a Taalverwerving Latijn, 1b Basiscursus Latijn, 1b
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2
Stp. 10
Periode 1 en 2
Major Oudheidkunde en Major Grieks Vakcode 516010 502010 500034 503019 525006 502024
Vaknaam Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Wat is archeologie? Een inleiding, 1 Inleiding taalwetenschap, 1 Griekse archeologie, 1 Antiek Christendom, 1 Romeinse archeologie, 1
5 5 5 5 5
1 en 2 4 4 5 5
Grieks
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b; en vervolgens taalverwerving 1c en 1d: Vakcode 523016 523019 523017 523020 523023 523015
6.6.4
Vaknaam Basiscursus Grieks, 1a Taalverwerving Grieks, roman, 1a Basiscursus Grieks, 1b Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b Taalverwerving Grieks, Plato, 1c Taalverwerving Grieks, Plato, 1d
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 5
Stp. 5 10
Periode 1 en 2 1 en 2
Major Oudheidkunde en Major Latijn Vakcode 502010 516010 500034 503019 525006 502024
Vaknaam Wat is archeologie? Een inleiding, 1 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Inleiding taalwetenschap, 1 Griekse archeologie, 1 Antiek Christendom, 1 Romeinse archeologie, 1
5 5 5 5
4 4 5 5
Latijn
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b; en vervolgens taalverwerving 1c en 1d: Vakcode 524015 524012 524016 524013 524017 524021
68
Oudheid
Vaknaam Taalverwerving Latijn, 1a Basiscursus Latijn, 1a Taalverwerving Latijn, 1b Basiscursus Latijn, 1b Taalverwerving Latijn syntaxis, 1c Taalverwerving Latijn, Catullus-Ovidius, 1d
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 5
6.6.5
Major Oudheidkunde en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Vakcode 516010 502010 516011 537008 503019 537009 502024 504012
Vaknaam Stp. Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 10 1 Wat is archeologie? Een inleiding, 1 5 Inleiding historische bronnen, og 1 5 Basiscursus Babylonisch, 1c 5 Griekse archeologie, 1 5 Literatuurgeschiedenis van het oude nabije 5 oosten, 1 Romeinse archeologie, 1 5 Inleiding in de veldarcheologie, 1 5
Periode 1 en 2 1 en 2 2 en 4 4 4 5 5 5 en 6
Basiscursus Babylonisch Vakcode 537006 537007
6.6.6
Vaknaam Basiscursus Babylonisch, 1a Basiscursus Babylonisch, 1b
Stp. 5 5
Periode 1 2
Major Oude geschiedenis en Major Mediterrane archeologie Vakcode 516010 502010 516011 503019 525006 502024 504012
Vaknaam Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Wat is archeologie? Een inleiding, 1 Inleiding historische bronnen, og 1 Griekse archeologie, 1 Antiek Christendom, 1 Romeinse archeologie, 1 Inleiding in de veldarcheologie, 1
Stp. 10 5 5 5 5 5 5
Periode 1 en 2 1 en 2 2 en 4 4 5 5 5 en 6
Kies een van de onderdelen Vakcode 523023 502828
Vaknaam Taalverwerving Grieks, Plato, 1c Latijnse epigrafie, Ba
Stp. 5 5
Periode 4 4
Kies een van de clusters: Grieks
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b: Vakcode 523019 523016 523020 523017
Vaknaam Taalverwerving Grieks, roman, 1a Basiscursus Grieks, 1a Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b Basiscursus Grieks, 1b
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2
Latijn
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b Vakcode 524015 524012 524016 524013
Vaknaam Taalverwerving Latijn, 1a Basiscursus Latijn, 1a Taalverwerving Latijn, 1b Basiscursus Latijn, 1b
Oudheidkunde (BA)
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2
69
6.6.7
Major Grieks en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Vakcode 544118 500034 537008 523023 537009 523015
Vaknaam Stp. Filosofie, kunst en wetenschap 5 Inleiding taalwetenschap, 1 5 Basiscursus Babylonisch, 1c 5 Taalverwerving Grieks, Plato, 1c 5 Literatuurgeschiedenis van het oude nabije 5 oosten, 1 Taalverwerving Grieks, Plato, 1d 5
Periode 2 4 4 4 5 5
Basiscursus Babylonisch Vakcode 537006 537007
Vaknaam Basiscursus Babylonisch, 1a Basiscursus Babylonisch, 1b
Stp. 5 5
Periode 1 2
Grieks
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b: Vakcode 523019 523016 523020 523017
Vaknaam Taalverwerving Grieks, roman, 1a Basiscursus Grieks, 1a Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b Basiscursus Grieks, 1b
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2
Stp. 5 5
Periode 5 5 en 6
Stp. 5
Periode 1
Kies een van de onderdelen Vakcode 525006 504012
6.6.8
Vaknaam Antiek Christendom, 1 Inleiding in de veldarcheologie, 1
Major Latijn en Major Nederlandse letterkunde Vakcode 534005 534006 544116 500034 533008 533009 525006
Vaknaam Literair-historisch overzicht, Middeleeuwen, 1 Literair-historisch overzicht, Renaissance, 1 Filosofie, kennis in context Inleiding taalwetenschap, 1 Literair-historisch overzicht 1800-1940, 1 Literair-historisch overzicht 1940-nu, 1 Antiek Christendom, 1
5
2
5 5 5 5 5
2 4 4 5 5
Latijn
Kies of basiscursus 1a en 1b of taalverwerving 1a en 1b; en vervolgens taalverwerving 1c en 1d: Vakcode 524015 524012 524016 524013 524017 524021
70
Oudheid
Vaknaam Taalverwerving Latijn, 1a Basiscursus Latijn, 1a Taalverwerving Latijn, 1b Basiscursus Latijn, 1b Taalverwerving Latijn syntaxis, 1c Taalverwerving Latijn, Catullus-Ovidius, 1d
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 5
6.7 6.7.1
Tweede jaar: programma 2007/2008 Major Oudheidkunde en Major Oudheidkunde Vakcode 523113 503114 504123 503111 542401 516136 504165 516201 525006 516202
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Mediterrane archeologie, Archaïsch OostGriekenland, 2 Theorieën en methodologie in archeologie en oude geschiedenis, 2 Mediterrane pre- en protohistorie, 2 ICT methoden en technieken, historische informatiekunde, 2 Antieke historiografie, Ba Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, archeologie, 2 Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander, og 2 Antiek Christendom, 1 Werkcollege oude geschiedenis, og 2
Stp. 5 5
Periode 1 1
5
1
5 5
2 2
5 5
4 4
5
4
5 5
5 5
Kies dit vak of een minoronderdeel (5 stp) Vakcode 524133
Vaknaam Latijnse literatuurgeschiedenis, 2
Stp. 5
Periode 2
Stp. 5 5
Periode 5 5
Vaknaam Stp. Grieks en Latijn, 2 Methodologie 5 Griekse literatuurgeschiedenis, 2 5 Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 5 Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 5 Mediterrane pre- en protohistorie, 2 5 Filosofie, kunst en wetenschap 5 Inleiding historische bronnen, og 1 5 Hellenisme van Alexander de Grote tot 5 Severus Alexander, og 2 Lectuur Grieks, Homerus, 2 5 Literatuurgeschiedenis van het oude nabije 5 oosten, 1 Werkcollege oude geschiedenis, og 2 5 Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides, 2 5
Periode 1 1 1 2 2 2 2 en 4 4
Kies een van de onderdelen Vakcode 504121 503113
6.7.2
Vaknaam Antieke numismatiek, 3 Mediterrane archeologie, stad en land in Romeins Italië, 2
Major Oudheidkunde en Major Grieks Vakcode 522401 523113 536112 524133 503111 544118 516011 516201 523137 537009 516202 523112
Oudheidkunde (BA)
4 5 5 5
71
6.7.3
Major Oudheidkunde en Major Latijn Vakcode 523113 522401 536112 524133 524011 544118 516011 516201 500504 524023 516202
6.7.4
537111 537112 503111 542401 537113 516201 500504 537114 516202
10 5 5
Periode 1 1 1 2 2 2 2 en 4 4 4 en 5 5 5
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Theorieën en methodologie in archeologie en oude geschiedenis, 2 Nieuwassyrisch, koningsinscripties, 2 Nieuwassyrisch, literaire teksten, 2 Mediterrane pre- en protohistorie, 2 ICT methoden en technieken, historische informatiekunde, 2 Nieuwbabylonisch, economie en maatschappij, 2 Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander, og 2 Minor Internationale betrekkingen in het Oude Nabije Oosten, 2 Werkcollege oude geschiedenis, og 2
Stp. 5 5
Periode 1 1
5 5 5 5
1 2 2 2
5
4
5
4
10 5
4 en 5 5
5
5
Major Oude geschiedenis en Major Mediterrane archeologie Vakcode 504123 536112 503114 503111 544118 504165 516201 503113 516202 503115
72
Stp. 5 5 5 5 5 5 5 5
Major Oudheidkunde en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Vakcode 523113 504123
6.7.5
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Grieks en Latijn, 2 Methodologie Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 Lectuur Latijn, Vergilius, 2 Filosofie, kunst en wetenschap Inleiding historische bronnen, og 1 Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander, og 2 Minor Lectuur Latijn, grote prozaschrijvers, 2 Werkcollege oude geschiedenis, og 2
Oudheid
Vaknaam Theorieën en methodologie in archeologie en oude geschiedenis, 2 Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 Mediterrane archeologie, Archaïsch OostGriekenland, 2 Mediterrane pre- en protohistorie, 2 Filosofie, kunst en wetenschap Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, archeologie, 2 Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander, og 2 Mediterrane archeologie, stad en land in Romeins Italië, 2 Werkcollege oude geschiedenis, og 2 Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 2
Stp. 5
Periode 1
5 5
1 1
5 5 5
2 2 4
5
4
5
5
5 5
5 5 en 6
Kies een van de onderdelen Vakcode 542401 542146
Vaknaam ICT methoden en technieken, historische informatiekunde, 2 Databases voor archeologen, 2
Stp. 5 5
Periode 2 2
Kies een van de onderdelen Vakcode 450290 502023
6.7.6
Stp. 5 5
Periode 4 4
Major Grieks en Major Nieuwbabylonisch/assyrisch Vakcode 523113 537111 516010 523141 537112 537113 523137 503019 537114 523112 502024
6.7.7
Vaknaam Archeometrie voor archeologen Materiaalkennis, 1
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Nieuwassyrisch, koningsinscripties, 2 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Maior tentamen Grieks, 3 Nieuwassyrisch, literaire teksten, 2 Nieuwbabylonisch, economie en maatschappij, 2 Lectuur Grieks, Homerus, 2 Griekse archeologie, 1 Internationale betrekkingen in het Oude Nabije Oosten, 2 Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides, 2 Romeinse archeologie, 1
Stp. 5 5 10
Periode 1 1 1 en 2
5 5 5
1, 2 en 3 2 4
5 5 5
4 4 5
5 5
5 5
Major Latijn en Major Nederlandse letterkunde Vakcode 523113 516010 524133 524011 503019 524023 502024
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 Lectuur Latijn, Vergilius, 2 Griekse archeologie, 1 Lectuur Latijn, grote prozaschrijvers, 2 Romeinse archeologie, 1
Stp. 5 10 5 5 5 5 5
Periode 1 1 en 2 2 2 4 5 5
Major Nederlandse letterkunde jaar 2 Vakcode 533110 534103 532102 532106
Vaknaam Verdiepingscollege nieuwere Nederlandse letterkunde, 2 Verdiepingscollege oudere Nederlandse letterkunde, 2 Boekwetenschap en het literaire bedrijf, 2 Reisliteratuur, 2
Oudheidkunde (BA)
Stp. 5
Periode 1
5
2
5 5
4 5
73
6.8
Derde jaar: programma 2007/2008 (aankomst 2005/2006) Neem bij vragen over het programma contact op met de studieadviseur.
6.8.1
Algemeen programma Naast onderstaand programma kiest de student voor 20 stp minoronderdelen. Kijk voor suggesties bij 'Aanbevolen minoronderdelen/pakketten'. Vakcode 523113 536112 502831 524133 537104 536451
Stp. 5 5 10
Periode 1 1 1 en 2
5 5
2 2
10
4 en 5
6.8.2
Oudheidkunde met Latijn Omdat van de studenten Oudheidkunde die in 2005/2006 met de studie zijn begonnen, niemand deze variant volgt, bevat de studiegids 2007/2008 voor de lichting 2005/2006 geen schema voor het derde jaar van de varaint Oudheidkunde met Latijn.
6.8.3
Oudheidkunde met Grieks Omdat van de studentien die in 2005/2006 met de studie Oudheidkunde zijn begonne, niemand deze variant volgt, bevat de studiegids 2007/2008 voor studenten van de lichting 2005/2006 geen schema voor het derde jaar van de variant Oudheidkunde met Grieks.
6.8.4
Oudheidkunde met Assyriologie Vakcode 536112 537115 502831 537104 544118 504165 537116 536451 500504
74
Vaknaam Griekse literatuurgeschiedenis, 2 Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 Interdisciplinair werkcollege Moezelgebied, 3 Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, de Levant, 3 Bachelorscriptie oudheidkunde
Oudheid
Vaknaam Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 Nieuwbabylonisch, religie en wetenschap, 3 Interdisciplinair werkcollege Moezelgebied, 3 Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, de Levant, 3 Filosofie, kunst en wetenschap Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, archeologie, 2 Griekse geschiedschrijving vanuit Babylonisch perspectief, 3 Bachelorscriptie oudheidkunde Minor
Stp. 5 5
Periode 1 1
10
1 en 2
5
2
5 5
2 4
5
4
10 10
4 en 5 4 en 5
6.9 6.9.1
Aanbevolen minorenpakketten/onderdelen Minoren Voor alle majorcombinaties, met uitzondering van de combinatie met Mediterrane archeologie, wordt het Interdisciplinaire minorpakket 'Verhalen en literatuur' (met name het onderdeel 'Bijbels en klassiek verhalengoed') aanbevolen.
Voor de combinatie Oude geschiedenis - Mediterrane archeologie wordt aanbevolen: Oudheid • Archeologische ondersteuning • Oude geschiedenis (m.n. het onderdeel 'wc Oude geschiedenis, 3') Het complete facultaire minoraanbod Letteren (met vakbeschrijvingen) is te vinden op http://www.studiegids.vu.nl/ > Letteren > Algemeen: Facultair minoraanbod. Voor de combinatie met Latijn wordt, bij belangstelling voor de lerarenopleiding, onderstaand onderdeel aanbevolen:
Oudheidkunde (BA)
75
76
Oudheid
7
7.1
Algemeen Facultair minoraanbod
Algemeen In het totale bachelorprogramma is de ruimte voor de minor minimaal 20 en maximaal 30 studiepunten, te vullen met onderdelen van minimaal 10 studiepunten en te kiezen in het tweede en/of derde jaar. Een minor is bedoeld ter verbreding of verdieping van de eerste major of de combinatie van majoren en is zoveel mogelijk een samenhangend geheel van onderdelen. Per opleiding of combinatie van majoren zijn aanbevolen minorpakketten vastgesteld. Deze zijn te vinden bij de betreffende opleiding. In principe is de minor vrije keuze, maar bij bepaalde majorcombinaties wordt de minorruimte verplicht ingevuld, al of niet met het oog op aansluiting op bepaalde masteropleidingen, zoals de lerarenopleidingen. De volledige facultaire minorlijst staat hieronder. In deze lijst zijn onderdelen opgenomen, over het algemeen zonder voorkenniseisen, die een kennismaking met of inleiding op een vakgebied vormen en interdisciplinaire onderdelen, die al dan niet specifiek ten behoeve van het minoraanbod ontwikkeld zijn. De beschrijving van de onderdelen is te vinden in de vakkendatabase op Internet: http://www.studiegidsen.vu.nl/ > Letteren > Algemeen: Facultair minoraanbod. Bij de Studentenbalie (kamer 10A-14) liggen de vakbeschrijvingen ook ter inzage. Het is natuurlijk ook mogelijk om vakken buiten deze lijst te kiezen. Deze vakken moeten dan wel ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Examencommissie van de opleiding die je volgt.
7.2
Interdisciplinaire minorpakketten Historisch Amsterdam Vakcode 500109 500119
Vaknaam Historisch Amsterdam, 2/3 Historisch Amsterdam essay, 2/3
Stp. 5 5
Periode 1 2
Vaknaam De stad in de Middeleeuwen, 2/3 De stad in de Renaissance, 2/3
Stp. 5 5
Periode 1 2
Stp. 10 10 10
Periode 4 4 en 5 4 en 5
De stad Vakcode 532544 532545
Letteren algemeen Vakcode 500701 532107 500032
Vaknaam Wijsgerige en theologische esthetiek, Ba Inleiding editiewetenschap, 2/3 Inleiding in de klassieke en moderne retorica, 2/3
Algemeen Facultair minoraanbod
77
Marokko-studies
(nadere informatie: www.let.vu.nl/minors/marokkostudies) Vakcode 520150 541177 541178
Vaknaam Oriëntatie op Marokko, 2 Marokkaans-Arabisch a, 2/3 Marokkaans-Arabisch b, 2/3
Stp. 5 5 5
Periode 2 4 5
Stp. 10
Periode 1 en 2
Verhalen en literatuur Vakcode 500033 500024 500022 500007
Vaknaam Inleiding en verdieping in (post)koloniale literatuur, 2/3 Middeleeuwse verhalenschat, 2/3 Bijbels en klassiek verhalengoed, 2/3 West-Europese literatuurgeschiedenis, 2/3
10 10 10
4 en 5 4 en 5 4 en 5
Moderniteit Vakcode 528148 501173 501806 531155 515131 529107 531201 529002 520175
Vaknaam Stp. Stedenbouw, concepten, 2 5 Mediageschiedenis, 2a 5 Mediageschiedenis, 2b 5 Hoog en laag? De classificatie van kunst, 1 5 Democratisering 19e en 20e eeuw, 2 5 Beeldende kunst 1800-heden, vooruitgang 10 en traditie, 2 Mooi en lelijk in de literatuur, 1 5 Inleiding beeldende kunst 1800-heden, 1 5 Democratisering in Europa en Latijns 5 Amerika, 1974-nu, esg 2
Periode 1 1 2 4 4 4 en 5 5 5 5
Internet
Volg eerst Van manuscript tot internet. Vakcode 532001 542735 501170
Vaknaam Stp. Van manuscript tot internet, 1 10 Publiceren via nieuwe media, 2/3 10 Analyse van hypermedia op het gebied van 10 kunst en cultuur, 3
Periode 1 en 2 4 en 5 4 en 5
Mediageschiedenis Vakcode 501018 501173 501022 517140 501806
78
Oudheid
Vaknaam Inleiding ACW, 1 Mediageschiedenis, 2a Mediageschiedenis, 1 Communicatie, leescultuur in de late Middeleeuwen, me 2 Mediageschiedenis, 2b
Stp. 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 2
Mediëvistiek
Een vak dat al behoort tot het programma van één van de gekozen majoren, kan niet gekozen worden als minoronderdeel. Vakcode 532544 517004 530003 528002 511509 534116 500024 534525
7.3
Vaknaam De stad in de Middeleeuwen, 2/3 Overzicht Middeleeuwen, 1 Inleiding beeldende kunst Middeleeuwen, 1 Architectuur van de Middeleeuwen 3001450, 1 De Engelse literatuur van de Middeleeuwen, 2/3 Vlaanderen en Frankrijk, het genre van de Arturroman, 3 Middeleeuwse verhalenschat, 2/3 Literaire cultuur in de Middeleeuwen, 2/3
Stp. 5 5 5
Periode 1 1 2
5
2
5
4
5
4
10 5
4 en 5 5
Literatuur en Cultuur Duitse letterkunde Vakcode 507144 507147 507143 507018
Vaknaam Deutsch-niederländische Kulturkontraste, 2 Duitse literatuur na 1945, 2/3 Specialisatiethema Duitse letterkunde, 3 Cultuurkunde Duits, 1
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 en 2 1 en 2 4 en 5 5
Engelstalige letterkunde Vakcode 510007 510009 510008 510010
Vaknaam Introduction to Literature, 1 Poetry, 1 Novel, 1 Drama, 1
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 2 4 5
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 en 2 2 5 5
Franse letterkunde Vakcode 513008 513116 513128 513125
Vaknaam Panorama littéraire, 1 Cultuurgeschiedenis Frans, 2 Analyse Franse literaire teksten, 2 Geschiedenis Franse literaire teksten, 3
Spaans
Het basispakket van 20 stp bestaat uit Basiscursus 1a en 1b, Spanjekunde en Cultuurgeschiedenis Latijns-Amerika. Uitbreiding tot 30 stp is bijvoorbeeld mogelijk met Taalvaardigheid 2a, Taalvaardigheid 2b, Vertalen en/of Letterkunde. Vakcode 538128 538115 538004
Vaknaam Vertalen Spaans, 2/3 Taalvaardigheid Spaans, 2a Inleiding cultuurgeschiedenis LatijnsAmerika, 1
Algemeen Facultair minoraanbod
Stp. 5 5 5
Periode 1 en 2 1 en 2 1 en 2
79
538001 538131 538119 538003 538002
Basiscursus Spaans, 1a Inleiding Spaanse letterkunde, 2/3 Taalvaardigheid Spaans, 2b Spanjekunde, 1 Basiscursus Spaans, 1b
5 5 5 5 5
1, 2, 4 en 5 4 en 5 4 en 5 4 en 5 4 en 5
Nederlandse letterkunde Vakcode 534005 534006 532102 533008 532106 533009
Vaknaam Literair-historisch overzicht, Middeleeuwen, 1 Literair-historisch overzicht, Renaissance, 1 Boekwetenschap en het literaire bedrijf, 2 Literair-historisch overzicht 1800-1940, 1 Reisliteratuur, 2 Literair-historisch overzicht 1940-nu, 1
Stp. 5
Periode 1
5
2
5 5 5 5
4 4 5 5
Literatuurwetenschap Vakcode 531163 531402 531164 531165 531171 531170 531167
7.4
Vaknaam Literaire kritiek, 2/3a Ontwikkelingen in de literatuurwetenschap, 2 Literaire kritiek, 2/3b Art and Society, 3a Vormen van literatuur, de stad in de literatuur, 2 Art and Society, 3b Vormen van literatuur, 2b
Stp. 5 10
Periode 1 1 en 2
5 5 5
2 4 4
5 5
5 5
Taal en Communicatie Duitse taalkunde/taalverwerving Vakcode 508017 508143 508021
Vaknaam Taalvaardigheid Duits, 1 Vertalen Duits, 2 Woord en zin van het Duits, 1
Stp. 5 5 5
Periode 1 en 2 4 4
Engelse taalkunde
Het basispakket bestaat uit Spreken en spreektaal, Schrijven en geschreven taal, Lexis en leergrammatica, en Taalkundige tekstanalyse of Global English. Uitbreiding tot 30 stp is mogelijk met Schrijven en vertalen. Vakcode 511122 511114 511019 511118 511024 511023
80
Oudheid
Vaknaam Global English, 2 Taalkundige tekstanalyse Engels, 2 Leergrammatica en lexis van de Engelse taal, 1 Schrijven en vertalen Engels, 2 Spreken en spreektaal van het Engels, 1 Schrijven en schrijftaal van het Engels, 1
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 and 2 1 en 2 1 en 2 4 en 5 4 en 5 4 en 5
Nederlandse taalkunde Vakcode 535132 535125 535126
Vaknaam Taalcultuur en taalverandering, 3 Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde, 2a Perspectieven van de moderne Nederlandse taalkunde, 2b
Stp. 5 5 5
Periode 1 4 5
Taalwetenschap Vakcode 539151 541015 541014 541017
Vaknaam Inleiding syntaxis, 1 Kindertaalverwerving, 1 Tweede-taalverwerving, 1 Inleiding taalontwikkelingsstoornissen, 1
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 2 4 5
Taalbeheersing van het Nederlands
Het basispakket bestaat uit Taalgebruikstheorie, Vlootschouw, Tekst- en gespreksanalyse, en Formuleren. Uitbreiding tot 30 stp is mogelijk met Document design A en Gesprekssoorten. Vakcode 505104 505113 505111 500013 505112 505002
7.5
Vaknaam Tekst- en gespreksanalyse, 2 Formuleren, 2 Document design A, 2 Taalgebruikstheorie, 1 Gesprekssoorten, overeenkomsten en verschillen, 2/3 Vlootschouw taalbeheersing, 1
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 en 2 2 4 4 5 5
Oudheid Grieks
Afhankelijk van je niveau bij aanvang volg je Basiscursus 1a, 1b en 1c of Taalverwerving 1a, 1b en 1c. Vervolgens volg je nog Taalverwerving 1d. Vakcode 523019 523016 523020 523017 523027 523023 523015
Vaknaam Taalverwerving Grieks, roman, 1a Basiscursus Grieks, 1a Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b Basiscursus Grieks, 1b Basiscursus Grieks, 1c Taalverwerving Grieks, Plato, 1c Taalverwerving Grieks, Plato, 1d
Stp. 5 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 4 5
Latijn
Afhankelijk van je niveau bij aanvang volg je Basiscursus 1a en 1b of Taalverwerving 1a en 1b. Vervolgens volg je Taalverwerving 1c en 1d. Vakcode 524015 524012 524016 524013 524017 524021
Vaknaam Taalverwerving Latijn, 1a Basiscursus Latijn, 1a Taalverwerving Latijn, 1b Basiscursus Latijn, 1b Taalverwerving Latijn syntaxis, 1c Taalverwerving Latijn, Catullus-Ovidius,
Algemeen Facultair minoraanbod
Stp. 5 5 5 5 5 5
Periode 1 1 2 2 4 5
81
1d Kennismaking met de literatuur van de Oudheid
De onderdelen Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis worden om het jaar aangeboden. Vakcode 523113 524133 516011 537009
Vaknaam Stp. Griekse literatuurgeschiedenis, 2 5 Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 5 Inleiding historische bronnen, og 1 5 Literatuurgeschiedenis van het oude nabije 5 oosten, 1
Periode 1 2 2 en 4 5
Oude Geschiedenis Vakcode 536112 516010 537104 516011 516131 516202
Vaknaam Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, de Levant, 3 Inleiding historische bronnen, og 1 Werkcollege oude geschiedenis, og 3 Werkcollege oude geschiedenis, og 2
Stp. 5 10
Periode 1 1 en 2
5
2
5 10 5
2 en 4 4 en 5 5
Kennismaking met de Archeologie
Griekse en Romeinse archeologie dienen als basis en moeten vóór de andere onderdelen gevolgd worden. Je kan kiezen tussen Archaïsch Oost Griekenland of Romeins Gallië. Verder kan je nog kiezen tussen Cultuurgeschiedenis met Romeins Italë of Epigrafie met Numismatiek. Vakcode 504114 503114 503111 504165 502828 503019 503113 502024
Vaknaam Romeins Gallië, 2 Mediterrane archeologie, Archaïsch OostGriekenland, 2 Mediterrane pre- en protohistorie, 2 Cultuurgeschiedenis van het oude Nabije Oosten, archeologie, 2 Latijnse epigrafie, Ba Griekse archeologie, 1 Mediterrane archeologie, stad en land in Romeins Italië, 2 Romeinse archeologie, 1
Stp. 5 5
Periode 1 1
5 5
2 4
5 5 5
4 4 5
5
5
Archeologische ondersteuning
Je kunt kiezen uit Visualisatie van archeologische onderzoeksgegevens of Biografie van het landschap. Vakcode 504301 542103 504811 504302 504121
82
Oudheid
Vaknaam Stp. Van paalkuil tot publicatie, 2/3 10 Visualisatie van archeologische 10 onderzoeksgegevens, 2/3 Biografie van het landschap, 2/3 10 Latijnse epigrafie en antieke numismatiek, 10 2/3 Antieke numismatiek, 3 5
Periode 1 en 2 4 en 5 4 en 5 4 en 5 5
Filosofie en chistendom in de Oudheid
Antieke en Patristische filosofie 2 en 3 worden om het jaar aangeboden. Vakcode 544113 516201 525006
7.6
Vaknaam Antieke en patristische filosofie, 3 Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander, og 2 Antiek Christendom, 1
Stp. 5 5 5
Periode 2 4 5
Kunst en Cultuur Analyse en interpretatie Vakcode 531003 501018 513703 531201
Vaknaam Interpretatie, theorie en praktijk, 1 Inleiding ACW, 1 Semiotiek van woord en beeld, 1 Mooi en lelijk in de literatuur, 1
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 1 4 5
Stp. 5 5 5 5
Periode 1 2 5 5
Stp. 5
Periode 1 en 2
Grafische vormgeving en reclame Vakcode 501177 501022 501174 501021
Vaknaam Werkgroep creatieve revolutie, 3 Mediageschiedenis, 1 Reclamegeschiedenis, 2 Thema idealisme, 1
Geschiedenis van de beeldende kunst Vakcode 527002 530003 530004 529002
Vaknaam Historisch overzicht van de kunstgeschiedenis, 1 Inleiding beeldende kunst Middeleeuwen, 1 Inleiding beeldende kunst Renaissance en Barok, 1 Inleiding beeldende kunst 1800-heden, 1
5
2
5
4
5
5
Geschiedenis van de architectuur Vakcode 527002 528002 528006 528005
Vaknaam Stp. Historisch overzicht van de 5 kunstgeschiedenis, 1 Architectuur van de Middeleeuwen 3005 1450, 1 Architectuur van de Renaissance en Barok 5 1400-1800, 1 Architectuur van de moderne tijd 17505 heden, 1
Periode 1 en 2 2 4 5
Museumpraktijk
Je kan hier kiezen tussen Collectieonderzoek en Museumkunde. Vakcode 527126 530004
Vaknaam Werkcollege collectie onderzoek, 3 Inleiding beeldende kunst Renaissance en Barok, 1
Algemeen Facultair minoraanbod
Stp. 10 5
Periode 1 en 2 4
83
529504 529002
7.7
Museumkunde, 2/3 Inleiding beeldende kunst 1800-heden, 1
10 5
4 en 5 5
Geschiedenis Amerikaanse geschiedenis Vakcode 520168 515131 520178 520175
Vaknaam Nederland, Europa en de Pax Americana, esg 2 Democratisering 19e en 20e eeuw, 2 Europa en de Pax Americana, esg 2 Democratisering in Europa en Latijns Amerika, 1974-nu, esg 2
Stp. 5 5 5 5
Periode 4 4 5 5
Religiegeschiedenis Vakcode 519168 518111 519170 518121
Vaknaam Geloof en ongeloof in Nederland, cg 2a Religie en geweld, nt 2a Geloof en ongeloof in Nederland, cg 2b Religie en geweld, nt 2b
Stp. 5 5 5 5
Periode 4 4 5 5
Stp. 5 5
Periode 1 2
Sportgeschiedenis Vakcode 519162 519163
84
Oudheid
Vaknaam Sportgeschiedenis in Nederland, cg 2 Olympische Spelen, cg 2
8
8.1
Archeologie en prehistorie (MA)
Inleiding Theatermakers incorporeren steeds vaker videoprojecties en geluidsinstallaties in hun opvoeringen; regisseurs maken gebruik van digitale animaties; schilders combineren abstracte beelden met foto's en krantenknipsels uit het dagelijkse leven, of projecteren videobeelden op het geschilderde doek; schrijvers maken hun werk toegankelijk via internet en publiceren samen met een boek een cd-rom en een video. Wij noemen dit intermedialiteit, maar intermedialiteit is niet nieuw. In dit programma bestuderen we de ontwikkelingen en methoden van onderzoek op dit gebied. De eenjarige doorstroommaster ACW bouwt voort op de comparatistische invalshoek van de bachelor ACW maar heeft een eigen profiel met een duidelijk object van studie. Zij richt zich op het onderzoek in theorie en praktijk naar intermedialiteit, met name de wisselwerking tussen kunsten (literatuur en kunstgeschiedenis) en de media (reclame, grafische vormgeving, film, computergames, websites etc.) zoals die zich in de twintigste en eenentwintigste eeuw heeft ontwikkeld. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen die diverse kunst- en cultuuruitingen? Wat is een medium precies, wat zijn de interacties tussen de media, hoe moet we die in kaart brengen, historisch duiden of analyseren? De master ACW onderscheidt zich van andere landelijke (aansluit)masters ACW of mediastudies door zich expliciet te concentreren op het fenomeen van de intermedialiteit in de kunsten en dan met name op de historische, theoretische en cultuurpolitieke aspecten daarvan. Studenten kunnen daarbij kiezen voor een onderzoeksgerichte variant (via tutorials) of voor een praktijkgerichte variant (via stages). De master profileert zich internationaal en wordt daarom in het Engels aangeboden. In de Keuzegids voor het Hoger Onderwijs 2004/2005 scoort de opleiding ACW goed. Aan de VU vinden de studenten het programma het meest interessant en wordt de studiebegeleiding het hoogst gewaardeerd. Studenten vinden Algemene cultuurwetenschappen van de VU een van de meest actuele opleidingen. De masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen werkt nauw samen met andere opleidingen zoals Kunstgeschiedenis en Literatuurwetenschap binnen de Faculteit der Letteren. Maar ook bestaat de mogelijkheid om tijdens de masterfase studieonderdelen te volgen bij andere opleidingen binnen of buiten de faculteit/ universiteit. Hierdoor beiden wij studenten de mogelijkheid om unieke combinaties te maken en eigen accenten te leggen. Voor de toelatingseisen, zie Domein Kunst en Cultuur -> toelatingsvoorwaarden tot de doorstroommasters. Studiebegeleiding Je wordt tijdens je opleiding bijgestaan door de studieadviseur als het gaat om praktische zaken. Voor de scriptie krijg je begeleiding van één of meerdere docenten die gespecialiseerd zijn in het desbetreffende vakgebied.
8.2
Het programma De masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen duurt een jaar en bestaat uit werkcolleges (30 stp), tutorials/stages (10 stp) en een scriptie (20 stp). Archeologie en prehistorie (MA)
85
Je start met een inleidende module Reading Concepts of Intermediality (10 stp) Dit onderdeel biedt conceptuele instrumenten waarmee het complexe en brede begrip intermedialiteit kan worden omschreven. Deze concepten worden onderzocht in een nauwe relatie tot concrete kunstwerken, teksten, projecten en voorbeelden uit de onderzoeks- en beroepspraktijk. Tijdens dit onderdeel leer je tegelijkertijd hoe je over intermedialiteit schrijft en spreekt. Bij het onderdeel Kunst- en mediatheorie (5 stp) verwerf je inzicht in sleutelteksten van de kunst- en mediatheorie. Theorievorming over 'de kunsten' heeft in belangrijke mate plaatsgemaakt voor theorievorming over 'de media'. In de negentiende- , maar meer nog in de twintigste eeuw zagen theoretici, critici en kunstenaars zich geconfronteerd met 'nieuwe media' waarvan het de vraag was of zij ook 'kunst'waren of voor het maken van kunst gebruikt konden worden. Studenten lezen onder meer teksten van Lessing, Krauss en Benjamin. In de module Narrativity and Intermediality (5 stp) onderzoek je de mogelijkheden die verschillende media hebben om verhalen te vertellen. Na een analyse van het begrip narrativiteit wordt aan de hand van theoretische studies nagegaan welke mogelijkheden verschillende media (literatuur, schilderkunst, film en muziek) hebben om een verhaal te vertellen. Al deze modules worden in het Engels aangeboden, mits er buitenlandse studenten deelnemen. In je Tutorial of Stage (10 stp) kies je in nauw overleg met een begeleidende docent voor een onderzoeksproject of een stage in een instelling naar keuze. Tutorials zijn kleine, intensieve onderwijswerkgroepen van maximaal vijf studenten waarin onderzoek wordt verricht naar een bepaald onderwerp en waarbij je een beroep kunt doen op de expertise van stafleden. Dergelijke onderwerpen zijn onder andere: Intermediality and Globalisation, Identities Across Media and Cultures, Modern Myths & Cinema, Italian Cinema, Film & Visual Arts. De onderwerpen en omvang worden in overleg met de studenten en docenten bepaald. Zowel tutorials als stages kunnen voorbereiden op de eindscriptie, de Master Thesis (20 stp). In plaats van of in combinatie met een tutorial of stage kun je ook 5 of 10 stp besteden aan een keuzevak elders, bijvoorbeeld het mastervak Representations of War (510626, 10 stp, 1e semester) bij Engels. The Art of Comparison (10 stp) biedt inzicht in de grondslagen van de comparatieve studie van woord en beeld. In dit onderdeel van de master worden theoretische grondslagen (methodologie, theoretisch object, begrippenapparaat) van diverse media zoals film of beeldende kunst behandeld en met elkaar vergeleken. De vakbeschrijving van dit vak vind je op de website van de studiegids (www.studiegids.vu.nl).
Je rondt deze opleiding af met een masterscriptie. Er is een uitvoerige scriptiehandleiding beschikbaar waarin vermeld staat aan welke eisen je scriptie moet voldoen. Uit de scriptie moet blijken dat je over de volgende algemene wetenschappelijke en maatschappelijke vaardigheden beschikt: • systematisch en doelgericht informatie vergaren en interpreteren; • wetenschappelijke en andere complexe teksten lezen, begrijpen en analyseren; • grote lijnen trekken en verbanden leggen; • schriftelijk een complexe problematiek helder en overzichtelijk presenteren; • zelfstandig, kritisch en integer stelling nemen en verantwoording afleggen voor deze stellingname; 86
Oudheid
•
8.3
8.4
problematiseren, problemen onderkennen, analyseren en formuleren en gemotiveerde oplossingen aandragen.
Overzicht van de opleiding periode 1
periode 2
Tutorial/Stage/Werkgroep
(10 stp)
Introduction, Reading Concepts of Intermediality
(10 stp)
wc Kunst en mediatheorie (5 stp)
Narrativity en Intermediality (5 stp)
periode 4
periode 5
Scriptie
(20 stp)
The Art of Comparison
(10 stp)
Eindtermen Kennis van de vergelijkende kunstwetenschap, i.h.b. • De theorie van de vergelijkende kunstwetenschap, d.w.z. termen van vergelijking tussen en binnen objecten vanuit verschillende theoretische benaderingen (toepassingsniveau) • De geschiedenis van de vergelijkende kunstwetenschap, d.w.z. cultuurgeschiedenis, als basis voor het begrijpen van woord en beeldrelaties tussen en binnen objecten uit verschillende perioden (toepassingsniveau) • Minstens twee disciplines die zich bezighouden met bestudering van producten van kunsten en media, in het bijzonder de literatuurwetenschap, de geschiedenis der kunsten, de filmkunde, de studie van digitale media en cultuur, en de geschiedenis van de grafische vormgeving (gevorderd niveau) • De relaties tussen de bedoelde disciplines (toepassingsniveau) Inzicht in woord en beeldrelaties, i.h.b. • De problematiek van vergelijking en het bijbehorend analytisch-reflectief vermogen (toepassingsniveau) • De wisselwerking tussen woord en beeld objecten in de cultuur (toepassingsniveau) • De wisselwerking tussen woord en beeld binnen objecten (toepassingsniveau) Vaardigheden in • Academische vaardigheden als gedefinieerd in deze faculteit • Het kritisch analyseren en beschrijven van wisselwerkingen tussen en binnen woord en beeld objecten (toepassingsniveau) • Verrichten van wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de opleiding onder begeleiding (toepassingsniveau) • Het positioneren van eigen waarden en verantwoordelijkheid die een rol spelen in wetenschappelijk onderzoek (toepassingsniveau)
Archeologie en prehistorie (MA)
87
8.5
Programma 2007/2008: specialisatie Mediterrane archeologie Vakcode 502602 502601 502606 503651 503602 503604
Vaknaam Perceptions of Ancient Landscapes, MA Archeologie van Romeinse religie in Rome en provincies, Ma Themacollege archeologie, Ma Masterscriptie Mediterrane archeologie Werkcollege archeologie Zuid-Italië, Ma Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, Ma
Stp. 5 5 5 20 5 5
Periode 1 1 4 en 5 4 en 5 5 5 en 6
Specialisatie Mediterrane archeologie
Kies in totaal 15 stp. Vakcode 504618 504617 502830 503605
8.6
Vaknaam Keuzemodule antieke numismatiek, Ma Keuzemodule Latijnse epigrafie, Ma Latijnse epigrafie, Ma Uitwerking Mediterrane veldwerk b, Ma
Stp. 5 5 5 5
Periode 2 2 4 4 en 5
Programma 2007/2008: specialisatie West-Europese archeologie Vakcode 502602 502601 504820 504651 502606 504610 504609
Vaknaam Stp. Perceptions of Ancient Landscapes, MA 5 Archeologie van Romeinse religie in 5 Rome en provincies, Ma Geld en erfgoed, Ma 5 Masterscriptie West-Europese archeologie 20 Themacollege archeologie, Ma 5 Het uitwerken en publiceren van 5 opgravingsgegevens, Ma Bataven en de grensstreek van het 5 Romeinse rijk, Ma
Periode 1 1 2 4 en 5 4 en 5 4 en 5 5
Specialisatie West-Europese archeologie
Kies in totaal 10 stp. Vakcode 528801 504815 504618 504617 502830 504616 504613
88
Oudheid
Vaknaam Stp. Architectuurhistorisch en 5 stedebouwkundig erfgoed, Ma Historisch landschap en archeologisch 5 erfgoed, Ma Keuzemodule antieke numismatiek, Ma 5 Keuzemodule Latijnse epigrafie, Ma 5 Latijnse epigrafie, Ma 5 De moderne archeologische opgraving, Ma 5 Keuzemodule protocolboek, Ma 5
Periode 1 1 2 2 4 4 5 en 6
9
9.1
Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA)
Inleiding In september 2005 is, op masterniveau, het Sectorplan Letteren van kracht geworden. In dit Sectorplan hebben de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit afgesproken hun krachten en expertise te bundelen. Zo blijft een grondige specialisatie in de verschillende disciplines van de taal- en cultuuropleidingen mogelijk. Bovendien blijft het aanbod van volwaardige disciplinaire masteropleidingen ook in de toekomst gewaarborgd, doordat de participerende instellingen de beschikbare expertise op elkaar zullen afstemmen. De afspraken binnen het Sectorplan Letteren gelden vanaf september 2005 voor de masteropleidingen Arabisch, Duits, Frans, Hebreeuws, Italiaans, GLTC, Nieuwperzisch, Slavisch en Turks. Voor de student betekent het Sectorplan een uitbreiding van de keuzemogelijkheden, doordat hij binnen het masterprogramma ten minste tien studiepunten bij de participerende zusterinstellingen volgt. Zo kan een masterprogramma breed worden samengesteld uit het gezamenlijke aanbod van taalkunde-, letterkunde- en cultuurmodules van de vier universiteiten. Daarnaast is - meer dan voorheen - een vergaande specialisatie op een van de terreinen mogelijk. De vakken die aan de andere universiteiten gevolgd kunnen worden zijn opgenomen in het rooster op de letterenwebsite www.let.vu.nl. Deze regionale doorstroommaster duurt een jaar en biedt direct toegang tot de Educatieve master (lerarenopleiding), maar is ook een goede voorbereiding voor studenten die verder willen in de wetenschap. Het diploma wordt uitgereikt door de universiteit waar de masterstudent is ingeschreven, waar de meeste vakken zullen worden gevolgd en de scriptie wordt geschreven. Instapmomenten Er zijn jaarlijks twee logische instapmomenten voor de doorstroommaster; 1 september en 1 februari. Het is wel mogelijk op andere momenten te beginnen, maar dan alleen met de zelfstudievakken. Aansluiting met Educatieve master Zowel het letterkunde- als het taalkundetraject kwalificeert de student vakinhoudelijk voor de lesbevoegdheid op het gebied van Latijn, Grieks, en KCV; voor het behalen van die lesbevoegdheid moet uiteraard ook nog voldaan worden aan de (vak)didactische eisen van de Educatieve master. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de verplichte hoeveelheid cultuurhistorische vakken in de bachelor plus de kennismaking met een wetenschappelijk verdiepte versie daarvan in de master een voldoende basis biedt voor een docent in het VWO. Aan de landelijk afgesproken normen voor de talencomponent wordt door beide trajecten voldaan.
9.2
Het programma Letterkunde of Taalkunde Het programma van de doorstroommaster kent twee trajecten, een letterkunderichting en een taalkunde-richting. In beide zit een aantal verplichte elementen, daaronder ook een klein onderdeel uit de cultuurhistorische vakken, en een Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA)
89
bescheiden vrij invulbaar gedeelte (te vullen met elementen uit het regionale GLTC aanbod); het vrije gedeelte mag ook met cultuurhistorische vakken opgevuld worden. Overzicht programma Verplicht deel Letterkunde Grieks Letterkunde Latijn Cultuur-historisch onderdeel Vrije ruimte Specialisatie Letterkunde Letterkunde (OCGL, Grieks, Latijn of Grieks Latijn) Taalkunde Grieks of Latijn Scriptie letterkunde specialisatie Specialisatie Taalkunde Taalkunde (Grieks, Latijn of Grieks + Latijn) Geschiedenis van de taalkunde Scriptie taalkunde specialisatie
Stp 5 5 5 2x5 10 5 20 10 5 20
Werkvormen De werkvormen in het programma zijn als volgt: 30 studiepunten bestaan in principe uit onderdelen die als werkcollege worden gevolgd (cursorisch onderwijs), 10 studiepunten uit onderdelen met begeleide zelfstudie (tutorials); 20 studiepunten scriptie. Scriptie De scriptie wordt altijd (mede) bij een van de beide talen geschreven. Alle scripties zijn gebaseerd op de lectuur van een substantieel pensum aan voor de vraagstelling relevante teksten. De vraagstelling is ofwel taalwetenschappelijk, ofwel literatuurwetenschappelijk, ofwel cultuurwetenschappelijk; in het laatste geval zijn er twee begeleiders, een docent van de talensecties en een docent uit een cultuurhistorische discipline.
9.3
Eindtermen Eindtermen van de masteropleiding GLTC • Operationele kennis van de Griekse taal, met inbegrip van de belangrijkste literaire dialecten, inzicht in de structuur van morfologie en syntaxis; daarnaast bekendheid met moderne taalkundige inzichten en operationele kennis van de Latijnse taal, inzicht in de structuur van morfologie en syntaxis; daarnaast bekendheid met moderne taalkundige inzichten; • ervaring met de zelfstandige lectuur en interpretatie van vooraanstaande Griekse en Latijnse auteurs, met gebruikmaking van secundaire literatuur; • het vermogen om de onderscheiden onderdelen van de studie te integreren in een samenhangend beeld van de wereld van Grieken en Romeinen; • ervaring met zelfstandig onderzoek en de verslaglegging daarvan opgedaan door werkstukken en scripties; • kennis van de Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis, inclusief enige bekendheid met de latere perioden; • enige kennis van oud-christelijke Griekse en Romeinse auteurs en inzicht in de relatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en het vroege christendom; een eerste ervaring in de lectuur van oud-christelijke teksten;
90
Oudheid
•
• • • • • •
9.4
enige kennis van de geschiedenis van de Oudheid, inzicht in religieuze, maatschappelijke, economische, culturele en politieke ontwikkelingen en in het onderzoek daarnaar; enige kennis van de methoden en doelstellingen van de (mediterrane) archeologie en van de materiële cultuur van de Oudheid; enige kennis van de problematiek van tekstconstitutie en literaire benadering van antieke teksten; kennis van de elementaire begrippen en methoden van de Algemene Taalwetenschap en de Algemene Literatuurwetenschap; inzicht in historische achtergronden van de moderne westerse wetenschap; kennis van de voornaamste filosofische stromingen van de Oudheid; enige kennis van de receptie van christelijk en antiek erfgoed in de Europese kunst en literatuur.
Masterprogramma 2007/2008 De student maakt voor 10 stp, in overleg met de studieadviseur en na goedkeuring door de examencommissie, een keuze uit het landelijke sectorplanaanbod. De vakken die aan de andere universiteiten gevolgd kunnen worden, liggen ter inzage bij de studentenbalie en zijn te vinden op internet: http://www.let.vu.nl/master/gltc/sectorplanGLTC.htm.
9.4.1
Werkcolleges (totaal 30 stp) Voor 10 stp wordt gekozen uit het sectorplanaanbod van buiten de VU (zie www.let.vu.nl/master/gltc/sectorplangltc.htm), de overige 20 stp worden gekozen uit onderstaande vakken, die voor 5 stp of voor 10 stp gevolgd kunnen worden. Vakcode 525604 523611 523610 504618 504617 502830 524611 516603 522602
9.4.2
Stp. 10 10 10 5 5 5 10 10 10
Periode 1 en 2 1 en 2 1 en 2 2 2 4 4 en 5 4 en 5 4 en 5
Tutorial (10 stp) Vakcode 524610 523612
9.4.3
Vaknaam Vroegchristelijke literatuur, Ma Historische grammatica, Homerus, Ma Utopia, Ma Keuzemodule antieke numismatiek, Ma Keuzemodule Latijnse epigrafie, Ma Latijnse epigrafie, Ma Receptie Latijnse letterkunde in Nederlandse literatuur, Ma Werkcollege oude geschiedenis, Ma Editie- en commentaartechniek, Ma
Vaknaam Stp. Tutorial Latijn, tekstlinguïstiek, Tacitus als 10 verteller, Ma Het Griekse epigram, Ma 10
Periode 1 en 2 1 en 2
Scriptie (20 stp) Kies één van de volgende onderdelen: Vakcode 525651 524651 523651
Vaknaam Masterscriptie oudchristelijk Grieks en Latijn Masterscriptie Latijn Masterscriptie Grieks
Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA)
Stp. 20 20 20
Periode 4 en 5 4 en 5 4 en 5
91
92
Oudheid
10
10.1
Oudheidkunde (MA)
Inleiding Vanaf 2003 zijn er de volgende mogelijkheden: • De aansluitende master van 1 jaar, eveneens in vier varianten, zoals bij de bacheloropleiding. • De onderzoeksmaster Oudheidstudies van twee jaar. Deze masteropleiding leidt op tot een wetenschappelijke carrière. • De educatieve master Latijn en Klassieke Culturele Vorming die toegankelijk is voor studenten die aansluitend de master Oudheidkunde met Latijn hebben doorlopen. Deze educatieve master duurt één jaar, zodat het totale mastertraject, inclusief aansluitende master, twee jaar in beslag neemt. Deze opleiding leidt op tot het beroep van leraar Latijn en Klassieke Culturele Vorming. • De master 'Erfgoedstudies'. Deze opleiding duurt een jaar, maar kan eventueel uitgebreid worden met een extra stagejaar. Deze master leidt op tot een beheersfunctie betreffende cultureel erfgoed. • De master 'Bijbelvertalen'. Deze staat open voor Oudheidkundigen met de specialisatie Grieks. (Voor informatie zie de gids van de opleiding Taalwetenschap.) Voor de eerste twee masterprogramma's geldt dat die in zeer sterke mate individueel toegesneden zullen zijn. De scriptie zal er een grote plaats in hebben.
10.2
Het programma In de masteropleiding Oudheidkunde wordt dieper ingegaan op bepaalde aspecten van de specialisatie uit de bachelorfase. Afhankelijk van die specialisatie kiest men voor één van de volgende varianten: • Oudheidkunde algemeen • Oudheidkunde met Grieks • Oudheidkunde met Latijn • Oudheidkunde met Assyriologie Daarnaast is bij de invulling van het masterprogramma de individuele interesse van groot belang. Stel dit programma samen met de studieadviseur.
Oudheidkunde (MA)
93
10.3
Overzicht van de opleiding Overzicht master Oudheidkunde algemeen 1e semester 2e semester Periode 1 Interdisc. college Naar keuze: - module archeologie - module ONO - ondersteun. scriptie/stage Naar keuze: - module archeologie - module ONO
Periode 2 Interdisc. college Scriptie
Periode 4 Geschiedenis van de oudheidkunde Scriptie
Scriptie
Naar keuze: - Lat.epi & ant. numismatiek - ondersteun. scriptie/stage - stage
Naar keuze: - OG werkcollege - veldwerk - stage
Naar keuze: - OG werkcollege - veldwerk - stage
Periode 4 Geschiedenis van de oudheidkunde
Periode 5 Naar keuze: - module archeologie - module ONO - ondersteuning scriptie/stage Scriptie
Periode 1 Interdisc. college
Periode 2 Interdisc. college
Scriptie
Scriptie
Naar keuze: - OG werkcollege - veldwerk - stage
Naar keuze: - module archeologie - module ONO - stage
Scriptie
Naar keuze: - module ONO - ondersteuning scriptie/stage Naar keuze: - OG werkcollege - veldwerk - stage
94
Oudheid
1e semester Periode 5 Scriptie
Overzicht master Oudheidkunde met Assyriologie 1e semester 2e semester Periode 1 Thema taal en cultuur I Naar keuze, bijv. Interdisc. college Naar keuze, bijv. module Med. arch., ondersteuning scriptie, stage of veldwerk
Periode 2 Thema taal en cultuur II Naar keuze, bijv. Interdisc. college Naar keuze, bijv. ondersteuning scriptie of stage
1e semester
Periode 4 Thema taal en cultuur III Geschiedenis van de oudheidkunde Scriptie
Periode 5 Scriptie
Periode 4 Thema taal en cultuur III
Periode 5 Naar keuze: - OG werkcollege - module Med.archeologie - ondersteuning scriptie/stage - veldwerk/stage Scriptie
Periode 1 Thema taal en cultuur I
Periode 2 Thema taal en cultuur II
Scriptie
Scriptie
Scriptie
Naar keuze, bijv. Interdisc. college, module Med. arch., ondersteuning scriptie, stage
Naar keuze, bijv. Interdisc. college, stage
Geschiedenis van de oudheidkunde Naar keuze, bijv. ondersteuning scriptie/stage, wc OG, veldwerk
Scriptie
Scriptie
Master Oudheidkunde met Grieks Het programma van de Master Oudheidkunde met Grieks omvat onderdelen Griekse Taal- en Letterkunde (20 studiepunten), Geschiedenis van de Oudheidkunde (5 studiepunten) en een scriptie (20 studiepunten); 15 studiepunten dienen in overleg met de begeleider nader te worden ingevuld.
De 20 studiepunten Griekse Taal- en Letterkunde kunnen worden gekozen uit het masteraanbod van de opleidingen GLTC van de Vrije Universiteit, de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam en dienen als volgt te worden verdeeld: • Onderde(e)l(en) Griekse Taalkunde, minimaal 5, maximaal 10 studiepunten • Onderde(e)l(en) Griekse Letterkunde, minimaal 10 studiepunten (indien men 10 studiepunten Taalkunde heeft gekozen), maximaal 15 studiepunten (indien men 5 studiepunten Taalkunde heeft gekozen), met dien verstande dat minimaal één 10punts onderdeel, dat naast een college ook een leespensum omvat, dient te worden gekozen. Master Oudheidkunde met Latijn Het programma van de Master Oudheidkunde met Latijn omvat onderdelen Latijnse Taal- en Letterkunde (20 studiepunten), Geschiedenis van de Oudheidkunde (5 studiepunten), een Basiscursus Grieks of een onderdeel Griekse Taalverwerving (5 studiepunten) en een scriptie (20 studiepunten); 10 studiepunten dienen in overleg met de begeleider nader te worden ingevuld.
De 20 studiepunten Latijnse Taal- en Letterkunde kunnen worden gekozen uit het masteraanbod van de opleidingen GLTC van de Vrije Universiteit, de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam en dienen als volgt te worden verdeeld:
Oudheidkunde (MA)
95
• •
10.4
Onderde(e)l(en) Latijnse Taalkunde, minimaal 5, maximaal 10 studiepunten Onderde(e)l(en) Latijnse Letterkunde, minimaal 10 studiepunten (indien men 10 studiepunten Taalkunde heeft gekozen), maximaal 15 studiepunten (indien men 5 studiepunten Taalkunde heeft gekozen), met dien verstande dat minimaal één 10punts onderdeel, dat naast een college ook een leespensum omvat, dient te worden gekozen.
Eindtermen De master in de Oudheidkunde: • is in staat kritisch en zelfstandig onderzoek te verrichten naar een oudheidkundig probleem en daarover in woord en geschrift te rapporteren; • is in staat te problematiseren en op eigen kracht en op creatieve wijze een oudheidkundig onderzoekvoorstel met een aanzienlijk abstractieniveau te genereren en op heldere wijze schriftelijk te formuleren; • heeft op bachelorsprogramma voortbouwende verdiepte kennis van en inzicht in oudheidkundige disciplines; • de masters met Latijn resp. Grieks, hebben een niveau van kennis van de Latijnse resp.Griekse taal, taalkunde en letterkunde, dat gelijk is aan dat van masters GLTC; • de master oudheidkunde met Assyriologie heeft een verdiept inzicht in probleemidentificatie en -oplossing in het kader van specialisatie van de Mesopotamische taal- of cultuurgeschiedenis.
10.5 10.5.1
Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde algemeen Basisprogramma (35 stp) Vakcode 502832 536601 536651
10.5.2
10.6 10.6.1
96
Stp. 10 5 20
Periode 1 en 2 4 4 en 5
Keuze (25 stp) De student kiest, in overleg met de begeleider, voor in totaal 25 studiepunten uit o.a. modules uit de doorstroommaster Archeologie, een stage, veldwerk of ondersteuning van de scriptie.
Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde met Latijn Basisprogramma (25 stp) Vakcode 536601 536651
10.6.2
Vaknaam Interdisciplinair werkcollege Moezelgebied, Ma Geschiedenis van de oudheidkunde, Ma Masterscriptie oudheidkunde
Vaknaam Geschiedenis van de oudheidkunde, Ma Masterscriptie oudheidkunde
Stp. 5 20
Periode 4 4 en 5
Latijnse taal- en letterkunde (20 stp) De student kiest uit het masteraanbod GLTC van het sectorplan (zie www.let.vu.nl/master/gltc/sectorplangltc.htm) als volgt: minimaal 5/maximaal 10 stp
Oudheid
Latijnse taalkunde + minimaal 10/maximaal 15 stp Latijnse letterkunde (waarvan voor 10 stp een college dat leespensum omvat). 10.6.3
Grieks (5 stp) De student kiest voor 5 studiepunten de basiscursus Grieks of een onderdeel Griekse taalverwerving.
10.6.4
Keuze (10 stp) De student kiest, in overleg met de begeleider, voor in totaal 10 studiepunten uit o.a. scriptievoorbereiding (speciaal onderwerp), het interdisciplinaire college of ondersteuning bij de scriptie.
10.7 10.7.1
Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde met Grieks Basisprogramma (25 stp) Vakcode 536601 536651
Vaknaam Geschiedenis van de oudheidkunde, Ma Masterscriptie oudheidkunde
Stp. 5 20
Periode 4 4 en 5
10.7.2
Keuze (15 stp) De student kiest, in overleg met de begeleider, voor in totaal 15 studiepunten uit o.a. scriptievoorbereiding (speciaal onderwerp) of het interdisciplinair college.
10.7.3
Griekse taal- en letterkunde (20 stp) De student kiest uit het masteraanbod GLTC van het sectorplan (zie www.let.vu.nl/master/gltc/sectorplangltc.htm) als volgt: minimaal 5/maximaal 10 stp Griekse taalkunde + minimaal 10/maximaal 15 stp Griekse letterkunde (waarvan voor 10 stp een college dat leespensum omvat).
10.8 10.8.1
Programma 2007/2008: specialisatie Oudheidkunde met Assyriologie Basisprogramma (25 stp) Vakcode 536601 536651
Vaknaam Geschiedenis van de oudheidkunde, Ma Masterscriptie oudheidkunde
Stp. 5 20
Periode 4 4 en 5
10.8.2
Taal en cultuur (15 stp) De student kiest voor 15 studiepunten uit vakken Assyriologie.
10.8.3
Keuze (20 stp) De student kiest, in overleg met de begeleider, voor in totaal 20 studiepunten uit o.a. het interdisciplinaire college, het werkcollege Oude geschiedenis, modules uit de doorstroommaster Archeologie (Mediterraan), veldwerk, stage of ondersteuning bij de scriptie.
Oudheidkunde (MA)
97
98
Oudheid
11
11.1
Erfgoedstudies (MA)
Inleiding Erfgoedstudies van Stad en Land is een éénjarige, interdisciplinaire masteropleiding voor archeologen, architectuurhistorici, (historisch-)geografen, historici, beleidsmakers en ontwerpers (planologen, architecten, landschapsarchitecten en stedebouwkundigen). De opleiding maakt de student vertrouwd met de belangrijkste principes van de historische studie van het landschap en de stad, de hedendaagse monumentenzorg en de actuele omgang met de cultuurhistorische waarden van onze omgeving. Nadruk ligt in het laatste geval op het gebruik van de landschaps- en stedebouwgeschiedenis als `blauwdruk' of `inspiratiebron' voor hedendaagse en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Erfgoedstudies van Stad en Land (ESL) is een master die gezamenlijk door de opleidingen Archeologie en Kunstgeschiedenis wordt aangeboden. De master is bedoeld voor degenen die zich op het terrein van het erfgoedbeleid willen specialiseren. ESL is niet zozeer gericht op architectuurhistorische of archeologische kennisverwerving, als wel op de vaardigheid om de cultuurhistorische waarden als geheel in te brengen in de professionele en politieke besluitvorming over het Nederlandse territorium; daartoe moet vaak met andere disciplines worden samengewerkt. Illustratief is de recente samenvoeging van de Rijksdiensten voor de Monumentenzorg (RDMZ) en het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) tot de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). De grote ruimtelijke en architectonische ingrepen (rivierdijkverzwaring, aanleg HSL en Betuwelijn, bouw van VINEX-wijken, herinrichting van platteland, historische binnensteden en na-oorlogse woonwijken etc.) die om sociaal-economische redenen worden uitgevoerd, leveren vaak spanning op, mede vanwege de cultuurhistorische waarden die door de nieuwe ontwikkelingen in het gedrang (kunnen) komen. ESL wil zich specifiek op dit spanningsveld richten, maar uitdrukkelijk niet met de bedoeling studenten tot actievoerders op te leiden. Het gaat er juist om ze voor te bereiden op een goede samenwerking met architecten, stedebouwkundigen, ambtenaren en politici die bij de afwegingen en het veranderingsproces zijn betrokken. De meerwaarde van de master ESL is dat de archeologische, historisch-geografische en architectuurhistorische waarden meer in samenhang worden behandeld, waardoor de positie van de studenten in de werkpraktijk ook steviger zal worden. Veel onderwijs zal daarom door studenten van beide opleidingen gezamenlijk worden gevolgd.
11.2
Het programma De student kan kiezen uit twee afstudeertrajecten. In het traject Erfgoed van stad en land (ESL) worden historische kwesties en actuele toepassingen telkens benaderd op basis van interdisciplinaire concepten en vanuit een breed perspectief op de cultuurhistorie (een integratie van landschapsarcheologie, historische geografie en architectuurgeschiedenis/stedebouwgeschiedenis). In het traject Archeologisch Erfgoedbeheer wordt specifiek aandacht besteed aan de uitvoering van (veld)onderzoek en de organisatie van de archeologische monumentenzorg in het kader van het nieuwe archeologiebestel, het zogenaamde 'Malta-bestel'. Ook binnen dit traject kunnen door de student echter raakvlakken met
Erfgoedstudies (MA)
99
andere disciplines worden verkend, met name met de Geo- en Bioarcheologie en Historische Geografie. Wil de student binnen Erfgoedstudies afstuderen binnen de interdisciplinaire variant Erfgoed en Ontwikkeling, dan dient de interuniversitaire Belvedere-cursus te zijn afgerond en moet de afstudeerscriptie aantoonbaar verband houden met de vraagstellingen en het gedachtegoed van Belvedere. Beslissingsbevoegd is de Examencommissie, waarin ook de Belvedere-hoogleraar Jan Kolen zitting heeft. De student laat in de eindscriptie van 20 studiepunten zien dat hij/zij in staat is een samenhangend beeld te schetsen van de geschiedenis van een landschap, stad, regio of plek, en een creatieve bijdrage kan leveren aan (het denken over) de integratie van oude waarden en nieuwe ontwikkelingen in het Nederlandse landschap.
11.3
Doelstellingen De masteropleiding Erfgoedstudies van Stad en Land wil studenten een breed overzicht aanbieden van de cultuurhistorische disciplines die zich bezighouden met het landschap en de stad, en van de uiteenlopende toepassingsrichtingen daarbinnen. De opleiding besteedt in de eerste plaats aandacht aan de ruimtelijke en materiële aspecten van het landschappelijk en stedebouwkundig erfgoed. Daarnaast is het de bedoeling dat de student vertrouwd raakt met de sociaal-economische en historischantropologische context van de landschapsontwikkeling en stedebouwgeschiedenis, aan gerelateerde thema's uit de mentaliteits-, ideeën- en techniekgeschiedenis, en tenslotte aan de geschiedenis van het ontwerp en esthetica. Vanuit deze brede opvatting van erfgoed zullen ook de raakvlakken met actuele ruimtelijke ontwikkelingen en het ruimtelijke en architectonisch ontwerp worden verkend.
11.4
Eindtermen De student met een voltooide masteropleiding Erfgoedstudies van Stad en Land: • beschikt over inzicht in de interdisciplinaire aspecten van het landschappelijk en stedebouwkundige erfgoed van Nederland • beschikt over kennis van de lange-termijngeschiedenis van het cultuurlandschap en de stedelijke omgeving • heeft kennis van de theorieën, methoden en technieken die in het erfgoedonderzoek en -beheer worden toegepast • kan omgaan met uiteenlopende belangen ten aanzien van het ruimtegebruik en het in de omgeving aanwezige cultuurhistorisch erfgoed • is in staat om cultuurhistorische waarden een plaats te geven in de hedendaagse ruimtelijke ordening en vormgeving • is in staat om over de resultaten van erfgoedonderzoek helder te rapporteren in woord en geschrift en te communiceren met niet-vakgenoten.
100
Oudheid
11.5
Programma 2007/2008: traject Erfgoed van stad en land (ESL) Vakcode 528801 504815 502605 504820 504816 502651 504818 504813 528802
11.6
Periode 1 1 1, 2, 3, 4, 5 en 6 2 2 2, 3, 4, 5 en 6 4 4 5
Programma 2007/2008: traject Archeologisch Erfgoedbeheer Vakcode 528801 504815 504820 502651 504616 504818 504610
11.6.1
Vaknaam Stp. Architectuurhistorisch en 5 stedebouwkundig erfgoed, Ma Historisch landschap en archeologisch 5 erfgoed, Ma Literatuurtentamen erfgoedstudies, Ma 5 Geld en erfgoed, Ma 5 Erfgoed van monument, tuin en landschap, 5 Ma Masterscriptie erfgoedstudies 20 Belvedere, 'behoud door ontwikkeling' in 5 stad en land, Ma Biografie van het landschap, Ma 5 European Urbanisation, transformations 5 1750-2000, Ma
Vaknaam Stp. Architectuurhistorisch en 5 stedebouwkundig erfgoed, Ma Historisch landschap en archeologisch 5 erfgoed, Ma Geld en erfgoed, Ma 5 Masterscriptie erfgoedstudies 20 De moderne archeologische opgraving, Ma 5 Belvedere, 'behoud door ontwikkeling' in 5 stad en land, Ma Het uitwerken en publiceren van 5 opgravingsgegevens, Ma
Periode 1 1 2 2, 3, 4, 5 en 6 4 4 4 en 5
Keuze De student kiest verplicht voor minimaal 10 studiepunten in overleg met de studiebegeleider of mentor uit modules uit de doorstroommaster Kunstgeschiedenis (Architectuurgeschiedenis) en/of Archeologie en prehistorie of uit de volgende modules: Vakcode 528618 528617 502602 528615 528627 528607 502603 502604
Vaknaam Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis b, Ma Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis a, Ma Perceptions of Ancient Landscapes, MA Architectuurkritiek, Ma Veldwerk architectuur, Ma Architectuurconcepten, Ma Historische geografie, historische cultuurlandschappen, Ma Historische geografie, cultuurhistorie en landschapsbeleid, Ma
Erfgoedstudies (MA)
Stp. 5
Periode
5 5 5 10 5 5
1 1 2 2 2
5
4
101
102
Oudheid
12
12.1
Oudheidstudies (MPhil)
Inleiding De onderzoeksmaster Oudheidstudies is bestemd voor getalenteerde, voor wetenschappelijk onderzoek gemotiveerde studenten. Het betreft daarbij die studenten die zich in principe willen richten op een carrière in de wetenschap na een bachelorsdiploma behaald op het terrein van de Archeologie, Geschiedenis (met specialisatie Oude Geschiedenis), Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, Oudheidkunde, Semitische Talen en Culturen (specialisatie Assyriologie). Zij worden opgeleid tot onderzoekers. De opleiding wordt verzorgd vanuit de leerstoelgebieden Oude Geschiedenis, Griekse taal- en letterkunde, Latijnse taal- en letterkunde, Mediterrane Archeologie en WestEuropese Archeologie. De onderzoeksmaster Oudheidstudies heeft de volgende specialisaties (in alfabetische volgorde): • Cultural Heritage Management/Erfgoedstudies • Griekse taal- en letterkunde • Latijnse taal- en letterkunde • Mediterrane Archeologie • Oudchristelijke Griekse en Latijnse taal- en letterkunde • Oude geschiedenis • Talen en culturen van het Oude Nabije Oosten in het eerste millennium v. C. • West-Europese Archeologie De onderzoeksmaster is tweejarig en heeft een voltijds karakter. De onderzoeksmaster Oudheidstudies wordt uitgevoerd vanaf het academisch jaar 20042005.
12.2
Het programma In het onderstaande is zeer globaal aangegeven welke studieonderdelen voor de onderzoeksmaster Oudheidstudies zijn gepland. Dat komt doordat er een breed scala aan afstudeerspecialisaties is en er bij veel studieonderdelen sprake is van een sterk persoonlijke begeleiding en een specialisatiespecifieke inhoud. Dat betekent dat er sterk individueel gerichte curricula in deze onderzoeksmasters zullen zijn. De samenbindende factor voor de onderzoeksmasters Oudheidstudies is de interdisciplinaire bestudering van een periode uit het verleden. De methodische en vaktheoretische verschillen tussen de aanleverende disciplines zijn zeer aanzienlijk. Binnen de onderzoeksmasters Oudheidstudies worden studenten opgeleid voor zeer diverse vormen van onderzoek. Bachelors komend vanuit Griekse en Latijnse taal en cultuur zullen veelal voor taalkundig of letterkundig onderzoek worden opgeleid, bachelors komend vanuit Archeologie worden opgeleid voor onderzoek met archeologisch-historische, antropologische en ruimtelijke, aan de aardwetenschappen verwante invalshoeken en bachelors komend vanuit Oudheidkunde worden geschoold voor onderzoek dat een aantal van voornoemde invalshoeken combineert (met als uitgangspunt de in het bachelorcurriculum gekozen variant). Bij zijn/haar start in de onderzoeksmasters krijgt iedere student een docent als begeleider toegewezen. Deze begeleider komt uit het leerstoelgebied waarin de student zich nader wenst te specialiseren. De begeleider is tevens de
Oudheidstudies (MPhil)
103
verbindingspersoon tussen student en examencommissie die immers de nadere invulling van het door de student te volgen programma dient goed te keuren. Het curriculum van de onderzoeksmasters Oudheidstudies omvat: • twee door alle onderzoeksmasterstudenten gezamenlijk te volgen interdisciplinaire seminars (20 stp) • vijf specialisatiespecifieke cursussen die mede deel uitmaken van hetzij de éénjarige masters, hetzij het onderwijsaanbod van de onderzoekscholen ARCHON en OIKOS (50 stp) • tutorials (20 stp); hierin werken de studenten nauw samen met leden van de onderzoeksgroep horend bij hun specialisatie • scriptie (30 stp) • Het is mogelijk onderdelen te volgen bij andere Nederlandse universiteiten en in het buitenland.
12.3
Doelstelling De onderzoeksmaster Oudheidstudies beoogt getalenteerde, voor wetenschappelijk onderzoek gemotiveerde studenten na een bachelordiploma behaald op het terrein van de Archeologie, Oude Geschiedenis, Grieks en Latijnse taal en cultuur, Oudheidkunde, Semitische talen en culturen en daarmee vergelijkbare buitenlandse opleidingen op te leiden tot creatieve, inventieve en verantwoordelijke onderzoekers. De onderzoeksmastersopleiding Oudheidstudies stelt zich ten doel studenten die een bachelordiploma hebben behaald en die aangetoond hebben over grote capaciteiten en een krachtige motivatie voor wetenschappelijk onderzoek te beschikken, op te leiden tot verantwoordelijke en gemotiveerde onderzoekers die in staat zijn te problematiseren, een probleem van een aanzienlijke moeilijkheidsgraad aangaande de Oudheidstudies diepgaand te analyseren, daarvoor oplossingen aan te dragen en deze oplossingen op heldere wijze zowel schriftelijk als mondeling te verwoorden. Dat alles dient te gebeuren met oog voor de diepgang van het onderzoek enerzijds en de breedheid van de Oudheidstudies anderzijds.
12.4
Eindtermen Algemene eindtermen onderzoeksmasteropleiding Oudheidstudies: De onderzoeksmaster • beschikt over een kritische houding ten aanzien van het vakgebied, niet alleen als onderzoeksobject, maar ook als historisch en actueel maatschappelijk gegeven; • heeft kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes verworven die noodzakelijk zijn om adequaat te kunnen functioneren in een maatschappelijke functie waarbij een beroep wordt gedaan op competentie op het gebied van de Oudheidstudies; • heeft kennis van en inzicht in de normen en waarden die ten grondslag liggen aan het wetenschapsproces als geheel en wetenschappelijke keuzes in het bijzonder; • heeft het vermogen in het licht van traditie en levensovertuiging dilemma's te onderkennen en verantwoorde en beredeneerde keuzes te maken op basis van verworven kennis van en inzichten in intellectuele en academisch waarden, zoals een kritische instelling, integer handelen, creativiteit en inventiviteit; • heeft kennis van en respect voor het maatschappelijk waardenpluralisme en kan in een discussie zijn standpunten aangaande normen en waarden verdedigen;
104
Oudheid
•
is vertrouwd met de spelregels die eigen zijn aan het wetenschappelijk bedrijf en is in staat kritisch te reflecteren op eigen en andermans wetenschappelijk onderzoek met inachtneming van de ethische en normatieve opvattingen die eigen zijn aan het wetenschappelijk bedrijf.
Specifieke eindtermen onderzoeksmastersopleiding Oudheidstudies De onderzoeksmaster • beschikt over kennis en inzicht in de Oudheidstudies die vervat zijn in brede kaders. Daarbij dient enerzijds gedacht te worden aan taalkundige, letterkundige en historische aspecten van de Oudheid, maar anderzijds ook aan de antropologie en de aardwetenschappen die met name bij het archeologische onderzoek een belangrijke rol spelen; • beschikt over een goed inzicht in de theoretische kaders van de Oudheidstudies in het algemeen en is in staat wetenschappelijke literatuur betreffende zijn/haar specialisatie diepgaand op zijn theoretische achtergronden te analyseren; • beschikt over een grondige specialistische kennis op één der deelterreinen van de Oudheidstudies; • is in staat te problematiseren en een probleem van een aanzienlijke moeilijkheidsgraad aangaande de Oudheidstudies diepgaand te analyseren; • is in staat op kritische, creatieve en inventieve wijze een wetenschappelijk onderzoek uit te voeren op het terrein van de Oudheidstudies en voor de gesignaleerde problemen oplossingen aan te dragen; • is in staat de keuzes die hij/zij in zijn/haar onderzoek maakt op heldere wijze zowel schriftelijk als mondeling te adstrueren en te verantwoorden; • beschikt over een gedegen inzicht in de relatie tussen Oudheidstudies en maatschappij en is in staat de rol en betekenis van de Oudheid in het heden enerzijds helder te verwoorden, maar anderzijds ook telkens kritisch te bezien.
12.5 12.5.1
Eerste jaar: programma 2007/2008 Kernmodule (10 stp) Vakcode 500617
Vaknaam Interdisciplinair werkcollege propaganda, Flavisch Rome, MPhil
Stp. 10
Periode 1 en 2
12.5.2
Tutorial (10 stp.) Invulling in overleg en in samenwerking met leden van de onderzoeksgroep horend bij de specialisatie.
12.5.3
Specialisatie (40 stp) In overleg met de begeleider, keuze van drie onderdelen van elk 10 studiepunten uit het aanbod van de eenjarige masters GLTC, Oudheidkunde of Archeologie en/of uit het onderwijsaanbod van de onderzoekscholen ARCHON en OIKOS.
12.6 12.6.1
Tweede jaar: programma 2007/2008 Kernmodule (10 stp) Vakcode 500617
Vaknaam Interdisciplinair werkcollege propaganda, Flavisch Rome, MPhil
Oudheidstudies (MPhil)
Stp. 10
Periode 1 en 2
105
12.6.2
Tutorial (10 stp) Invulling in overleg en in samenwerking met leden van de onderzoeksgroep horend bij de specialisatie.
12.6.3
Specialisatie (10 stp) In overleg met de begeleider, keuze van een onderdeel van 10 studiepunten uit het aanbod van de eenjarige masters GLTC, Oudheidkunde of Archeologie en/of uit het onderwijsaanbod van de onderzoekscholen ARCHON en OIKOS.
12.6.4
Scriptie (30 stp)
106
Oudheid
13
13.1
Lerarenopleiding Klassieke Talen of Latijn en KCV
Inleiding Het onderwijs zit te springen om enthousiaste vakmensen die leerlingen willen begeleiden bij het verwerven van kennis en vaardigheden; er is grote behoefte aan docenten die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van jonge mensen en die zich thuis voelen in de dynamische omgeving van een school. De scholen zijn volop in beweging. Van leerlingen wordt een actieve en zelfstandige rol in het leerproces verwacht. Daarbij horen nieuwe, activerende vormen van lesgeven. Dit heeft tot gevolg dat de rol van de docent verandert. De vakdocent draagt kennis over maar is daarnaast een begeleider die scholieren leert zelfstandig te werken en onderzoek te doen. De docent werkt bij deze onderwijskundige vernieuwingen nauw samen met collega’s van andere vakken. Het gebruik van ICT in het onderwijs ondersteunt de veranderde rol van de docent. Bij al deze veranderingen is de basis van het leraarschap nog steeds: een gedegen vakkennis. Het Onderwijscentrum VU verzorgt binnen de Vrije Universiteit de opleiding tot eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. De opleiding kan in voltijd of deeltijd gevolgd worden.
13.2
Oriëntatiecursus Om er zelf achter te komen of het beroep van leraar iets voor je is wordt jaarlijks de cursus “Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie” aangeboden. Het is een keuzevak (minoronderdeel) van 10 studiepunten in de vierde periode voor derdejaars bachelorstudenten. De cursus bestaat uit de onderdelen algemene didactiek en vakdidactiek, en een korte stage op een school voor voortgezet onderwijs. Ook als je (nog) niet van plan bent om leraar te worden kan het een interessant keuzevak zijn omdat er veel aandacht is voor het verbeteren van je presentatie- en communicatievaardigheden, en je een goed beeld krijgt van wat het beroep van leraar inhoudt. Je volgt de cursus samen met studenten uit verschillende (verwante) opleidingen. Vakcode Vaknaam 990006 Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie
13.3
Stp. 10
Periode 4
Lerarenopleiding De universitaire lerarenopleiding leidt studenten op tot eerstegraads bevoegd docent in het voortgezet onderwijs. In voltijdvariant is dit een opleiding van één jaar (60 studiepunten) die volgt op een masteropleiding in het betreffende (school)vak. De opleiding bestaat voor de helft uit praktijk: een baan of stage op één of meer scholen voor voortgezet onderwijs. In de colleges wordt gewerkt aan thema's uit de algemene didactiek / pedagogiek en vakdidactiek, een praktijkonderzoek en keuzemodules. Daarbij is er steeds wisselwerking tussen theorie en eigen praktijkervaring. Als je de oriëntatiecursus niet hebt gevolgd, is het mogelijk om na een intakegesprek toch toegelaten te worden tot de lerarenopleiding. Deze mogelijkheid is er met name voor studenten die na de afronding van hun doctoraal- of masterstudie pas kiezen
Lerarenopleiding Klassieke Talen of Latijn en KVC
107
voor het beroep van leraar. Het wordt echter sterk aangeraden om de oriëntatiecursus tijdens je bachelor te volgen, om zo een bewustere keuze te kunnen maken.
13.4
Meer informatie Als je in de bachelor de major Grieks en de major Latijn gevolgd hebt, en ook de master Griekse en Latijnse taal en cultuur hebt afgerond, kun je de lerarenopleiding Klassieke talen gaan volgen. Als je in de bachelor als eerste major Latijn en als tweede major Nederlandse letterkunde hebt gevolgd, en doorgestroomd bent in de master Oudheidkunde met Latijn, zou je de lerarenopleiding Latijn en Klassieke culturele vorming (KCV) kunnen gaan volgen. Je moet dan wel in de keuzeruimte binnen de master enkele specifieke vakken gevolgd hebt. Het is dus belangrijk om, als je erover denkt om eventueel de lerarenopleiding Latijn en KCV te gaan volgen, je in een zo vroeg mogelijk stadium contact opneemt met de studieadviseur Oudheidkunde (email:
[email protected]). Samen kun je dan bekijken welke vakken je het beste kunt volgen. Als je belangstelling hebt voor de oriëntatiecursus of de lerarenopleiding kun je contact opnemen met het onderwijssecretariaat van het Onderwijscentrum VU:
[email protected], tel. (020) 598 9222, kamer 1G-09 (G-vleugel hoofdgebouw). Hier is o.a. een uitgebreidere informatiebrochure op te halen. Meer informatie vind je ook op www.onderwijscentrum.vu.nl. Voor meer vakspecifieke vragen over de lerarenopleiding kun je contact opnemen met de vakdidacticus klassieke talen, drs. Kokkie van Oeveren, e-mail:
[email protected]
108
Oudheid
14
14.1
Vakbeschrijvingen
Vakbeschrijvingen Kijk voor actuele informatie over de inhoud van de vakken op http://www.studiegids.vu.nl. Op deze site vind je, als je de faculteit Letteren openklikt, alle bachelor- en masteropleidingen van Letteren. Wanneer je dan de opleiding die je volgt opent, zie de verschillende jaren en/of specialisaties, etc. Je kunt telkens tot en met een vakbeschrijving door klikken. Naast de verschillende opleidingen is er ook de mogelijkheid om het minoraanbod te bekijken (zie 'Algemeen: Facultair minoraanbod'). Het is ook mogelijk om te zoeken op vakcode of zoekterm. Gebruik hiervoor de functie 'zoeken' (zie onder in het scherm in de gele balk).
Vakbeschrijvingen
109
110
Oudheid
15
15.1
Adressenlijst domein Oudheid
Adressen medewerkers dr. J.G. Aarts Kamer: 09A-39; toestel: 82855; email:
[email protected] drs. E. Akkerman Kamer: 10A-32; toestel: 86428; email:
[email protected] Privé: Debussystraat 90, 1817 GM Alkmaar; tel. (072) 515 72 03 dr. R.J. Allan Kamer: 09A-31; toestel: 86470; email:
[email protected] Privé: Keizersgracht 294F, 1016 EW Amsterdam; tel. (020) 620 72 35 prof. dr. J.G.A. Bazelmans Kamer: 09A-19; toestel: 82863; email:
[email protected] Privé: Voltastraat 44, 3817 KN Amersfoort; tel. (033) 448 17 15 prof. dr. G.J. Boter Kamer: 09A-31; toestel: 86470; email:
[email protected] Privé: 3e Goudsbloemdwarsstraat 8, 1015 KA Amsterdam; tel. (020) 624 88 84 drs. R.W. Brandt Kamer: 08A-26; toestel: 86373; email:
[email protected] Privé: de Lairessestraat 60/2, 1071 PD Amsterdam; tel. (020) 676 97 79 dr. J.P. Crielaard Kamer: 09A-35; toestel: 86373; email:
[email protected] Privé: Quellijnstraat 132b, 1073 XL Amsterdam; tel. (020) 470 16 19 dr. H.J. van Dam Kamer: 09A-27; toestel: 86463; email:
[email protected] Privé: Kerkstraat 4, 1452 PR Ilpendam; tel. (020) 436 08 12 dr. A.M.J. Derks Kamer: 09A-37; toestel: 86438; email:
[email protected] Privé: Paramaribostraat 42/2, 1058 VL Amsterdam; tel. (020) 614 03 13 dr. J.J. Flinterman Kamer: 09A-23; toestel: 86386; email:
[email protected] Privé: Baron G.A. Tindalstraat 138, 1019 TX Amsterdam; tel. (020) 419 10 94 dr. F.A. Gerritsen Kamer: 09A-37; toestel: 86438; email:
[email protected] mevr. drs. M. Groot Kamer: 09A-18; toestel: 86507; email:
[email protected] Privé: Soendastraat 17/1, 1094 BD Amsterdam; tel. (020) 665 88 36
Adressenlijst domein Oudheid
111
prof. dr. H. Kars Kamer: 08A-36; toestel: 86438; email:
[email protected] Privé: Jagerspad 19, 1251 ZV Laren; tel. (035) 531 86 85 mevr. dr. M.H. Koenen Kamer: 09A-29; toestel: 86465; email:
[email protected] Privé: Jan van Goyenkade 35, 2311 BC Leiden; tel. (071) 512 21 74 prof. dr. J.C.A. Kolen Kamer: 09A-35; toestel: 86373; email:
[email protected] Privé: Chris de Jongstraat 10, 2321 JN Leiden; tel. (071) 513 42 15 mevr. prof. dr. C.H.M. Kroon Kamer: 09A-27; toestel: 86463; email:
[email protected] Privé: Sloterweg 1243, 1066 CH Amsterdam; tel. (020) 617 81 44 mevr. drs. M. Martijn Kamer: 13A-30; toestel: 86690; email:
[email protected] dr. A.C. Mientjes Kamer: 09A-37; toestel: 86438; email:
[email protected] Privé: Wijcker-Pastoorstraat 13, 6221 EM Maastricht; tel. (043) 321 65 00 mevr. dr. E.M. van Opstall Kamer: 09A-29; toestel: 86465; email:
[email protected] Privé: Andreaas Bonnstraat 25 hs, 1091 AW Amsterdam; tel. (020) 463 78 78 drs. J. Pelgrom Kamer: 09A-21; toestel: 86478; email:
[email protected] Privé: Buiksloterweg 49 L, 1031 CE Amsterdam; tel. (020) 636 41 50 mevr. dr. A. Prent Kamer: 09A-33; toestel: 86371; email:
[email protected] dr. J. Renes Kamer: 09A-26; toestel: 86372; email:
[email protected] drs. B.C. Ridderhof Kamer: 09A-15; toestel: 86544; email:
[email protected] Privé: Reigerstraat 39, 1506 XS Zaandam; tel. (075) 635 53 43 prof. dr. N.G.A.M. Roymans Kamer: 09A-39; toestel: 86369; email:
[email protected] Privé: Corneillelaan 1, 3533 CV Utrecht; tel. (030) 296 56 67 prof. dr. R.J. van der Spek Kamer: 09A-23; toestel: 86490; email:
[email protected] Privé: Baan 45, 2012 DC Haarlem; tel. (023) 532 47 10 112
Oudheid
prof. dr. W. Stoker Kamer: 14A-39; toestel: 86629; email:
[email protected] drs. B.F. Stuyvenberg Kamer: 10A-32; toestel: 83663; email:
[email protected] Privé: Aziëlaan 554, 3526 SR Utrecht; tel. (030) 889 76 09 mevr. dr. N.M. Vos Kamer: 09A-29; toestel: 86465; email:
[email protected] Privé: Admiraal de Ruijterweg 62 hs, 1056 GM Amsterdam; tel. (020) 689 60 34 mevr. dr. C. Waerzeggers Kamer: 09A-21; toestel: 83662; email:
[email protected] prof. dr. D.G. Yntema Kamer: 10A-28; toestel: 86375; email:
[email protected] Privé: Van Breestraat 122 hs, 1071 ZV Amsterdam; tel. (020) 664 23 99
Adressenlijst domein Oudheid
113
114
Oudheid
16
Literatuur De boekhandel VU in de centrale hal van het hoofdgebouw van de VU verzorgt de verkoop van boeken, readers en syllabi die vermeld staan bij de verschillende vakonderdelen.
16.1
Archeologie en prehistorie (BA) 450290: Archeometrie voor archeologen Syllabus Archeometrie wordt uitgereikt tijdens het eerste college; enige artikelen. 5020021: Acva Ohs A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Digitaal materiaal dat beschikbaar wordt gemaakt via blackboard 5020022: Acva Ohs B, mondeling presenteren Werkboek Presenteren 5020023: Acva Ohs C, schriftelijk presenteren Werkboek Presenteren 502010: Wat is archeologie? Een inleiding, 1 C. Renfrew & P. Bahn, Archaeology. Theories methods and practice, Thames & Hudson, London 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk; aanschaf verplicht), hoofdstukken 1 t/m 5, 9 en 10 502016: Computertoepassing (ICT) en materiaalpracticum, 1 • E.A. Abbott, Flatland: a romance of many dimensions, Penguin, 1986 (aanschaf verplicht voor ICT) • D. Sobel, Lengtegraad 502023: Materiaalkennis, 1 C. Orton, P. Tyers, A.Vince Pottery in Archaeology, Cambridge Manuals in Archaeology 502024: Romeinse archeologie, 1 Wordt bij aanvang van de cursus bekendgemaakt 502114: Themacollege archeologie, 3 Wordt tijdens college uitgereikt 502828: Latijnse epigrafie, Ba • Bodel, J.P., 2001: Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions, London (hoofdstukken 1, 3-4) • Keppie, L., 1991: Understanding Roman inscriptions, London (hoofdstukken 3-4, 6 en 13) • Eck, W., 1997 : Lateinische Epigraphik, in F. Graf (ed.), Einleitung in die Lateinische Philologie, Stuttgart/Leipzig, 92-111 • Eck, W., 1987: Römische Grabinschriften. Aussageabsicht und Aussagefähigkeit im funerären Kontext, in H. von Hesberg/P. Zanker (eds), Römische Gräberstraßen. Selbstdarstellung - Status - Standard. Kolloquium in München vom 28. bis 30. Oktober 1985, München, (Bayerische Akademie der Wissenschaften, Philosophisch-historische Klasse, Abhandlungen NF 96), 61-83
Literatuur
115
•
Birley, E., 1961 (1953): The origins of equestrian officers. Prosopographical method, in E. Birley, Roman Britain and the Roman army. Collected papers, Kendal, 154-171
503019: Griekse archeologie, 1 Voor studenten Archeologie en Oudheidkunde: • W. Biers, The Archaeology of Greece (gereviseerde editie of latere druk), Cornell University Press, Ithaca/London, 1996 • T.H. Carpenter, Art and Myth in Ancient Greece, Thames & Hudson, London, 1991 Voor studenten GLTC: • W. Biers, The Archaeology of Greece (gereviseerde editie of latere druk), Cornell University Press, Ithaca/London 1996 • C. Renfrew and P. Bahn, Archaeology. Theories, Methods and Practice, Thames & Hudson, London, 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk) hoofdstukken 1 tot en met 4 503111: Mediterrane pre- en protohistorie, 2 • Syllabus Mediterrane Pre- en Protohistorie • Selectie van relevante artikelen 503113: Mediterrane archeologie, stad en land in Romeins Italië, 2 Opdrachtafhankelijk 503114: Mediterrane archeologie, Archaïsch Oost-Griekenland, 2 Opdrachtafhankelijk 503115: Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 2 Bij AIVU-veldwerk: syllabus uitgereikt voorafgaand aan de campagne waarin opgenomen een lijst van inleesliteratuur (niet verplicht), alsmede onderzoeksdoelen en regels schriftelijk verslag 503116: Mediterrane archeologie, 3a Wordt op het college bekend gemaakt 503117: Mediterrane archeologie, 3b Opdracht afhankelijk 504009: Het verhaal van de opgravingen bij Tiel, 1 • Roymans, N., T. Derks, S. Heeren (eds.), 2007: Een Bataafse gemeenschap in de wereld van het Romeinse rijk. Opgravingen te Tiel-Passewaaij, Utrecht • Aanvullende literatuur wordt op college bekendgemaakt 504012: Inleiding in de veldarcheologie, 1 Warringa, A. & G. van Haaf, Opgraven. Technieken voor archeologisch veldwerk, Utrecht 1988 504013: Landschapsarcheologie, 1 • Algemeen: C. Renfrew & P. Bahn, 2000 (1991): Archaeology: Theories, Methods and Practice, London (Thames & Hudson), pagina 173-209 (hoofdstuk 5) en 223265 (hoofdstuk 6) • Fysische Geografie: nader te bepalen hoofdstukken uit H.J.A. Berendsen, 1997: Landschappelijk Nederland (= Fysische Geografie van Nederland (4), Assen (Van Gorcum)
116
Oudheid
•
•
Historische Geografie: nader te bepalen hoofdstukken uit S. Barends e.a. (eds), 2000 (1986): Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering, Utrecht (Matrijs) Landschapsarcheologie: nader te bepalen hoofdstukken uit M. Aston, 2001 (1985): Interpreting the landscape. Landscape archaeology and local history, London/New York (Routledge)
504104: Europese IJzertijd, 2 Literatuurlijst (artikelen en hoofdstukken uit enkele boeken) wordt op het eerste college overhandigd 504114: Romeins Gallië, 2 • M. Carroll, 2001: Romans, Celts & Germans. The German Provinces of Rome, Stroud/Charleston • Th. Fischer, 1999: Die Römer in Deutschland, Stuttgart • Enkele losse artikelen 504121: Antieke numismatiek, 3 • Aarts, J., 2000: Coins or money. Exploring the monetization and functions of Roman coinage in Belgic Gaul and Lower Germany 50 BC-AD 450, 235-244. Dissertatie VU • Aarts, J.G., 2003: Monetization and army recruitment in the Dutch river area in the early 1st century AD, in: Grünewald & S. Seibel (eds), Kontinuität und Diskontinuität, Germania inferior am Beginn und am Ende der Römischen Herrschaft, Berlin/NY, 162-180 • Burnett, A. 1987: Coinage in the Roman World, London, 17-140 • Carradice, I. & M. Price, 1988: Coinage in the Greek World, London, 9-28, 48-63, 89-103 • Crawford, 1970: 'Money and exchange in the Roman World' in: Journal of Roman Studies 60, 40-48 • Duncan-Jones, R.P. 1990: Structure and Scale in the Roman Economy, Cambridge, hoofdstuk 12, 30-47 en 187-198 • Hopkins, K., 1980: 'Taxes and trade in the Roman empire (200 BC-AD 400)', in : Journal of Roman Studies, 70, 101-125 • Howgego, C., 1994: 'Coin circulation and the integration of the Roman economy', in: Journal of Roman Archaeology, 7, 5-21 • Von Reden, S., 202: Money in the ancient economy: A curvey of recetn research, in: Klio 84-1 (2002), 141-174 • Reece, R.M., 1988: 'Interpreting Roman hoards' in: World Archaeology 20 (vol. 2), 261-269 504123: Theorieën en methodologie in archeologie en oude geschiedenis, 2 Artikelen en enkele hoofdstukken uit boeken worden op het eerste college uitgereikt. 504138: Prehistorie van Nederland, 3 • L.P. Louwe Kooijmans e.a.(eds.) , De prehistorie van Nederland • Aanvullende literatuur wordt tijdens college uitgereikt 504165: Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, archeologie, 2 • Wordt tijdens het eerste college bekendgemaakt • Een deel van de literatuur is te vinden in de bibliotheek van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten in Leiden
Literatuur
117
504166: Het Romeinse leger en zijn impact op een grensstreek, 3 • James, S., 2002: Writing the legions, Archaeological Journal 159, 1-58 • Overige literatuur wordt aan het begin van het college bekendgemaakt 516010: Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 • L. de Blois/R.J. van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, 6e druk, Muiderberg, Coutinho, 2001 • J.J. Flinterman/R.J. van der Spek (red.), Reader voor de Basiscursus Geschiedenis van de Oudheid, Amsterdam 2007 (een bundeling van gedeelten uit moderne wetenschappelijke literatuur en vertaalde antieke bronnen; het begeleidende werkboek kan worden gedownload van de blackboard site van de cursus) 542146: Databases voor archeologen, 2 Syllabus 542160: Workshop praktisch landmeten voor archeologen, 3 Reader Inleiding praktisch landmeten voor archeologen 544118: Filosofie, kunst en wetenschap Reader Filosofie, kunst en wetenschap
16.2
Archeologie en prehistorie (MA) 502601: Archeologie van Romeinse religie in Rome en provincies, Ma De startliteratuur van het college bestaat uit: • Rives, J., 2000: Religion in the Roman empire, in J. Huskinson (ed.), Experiencing Rome. Culture, identity and power in the Roman empire, London, 245-275 • Beard, M./J. North/S. Price, 1998: Religions of Rome, Cambridge, hoofdstuk 6: The religions of imperial Rome 502602: Perceptions of Ancient Landscapes, MA Wordt nader bekendgemaakt 502606: Themacollege archeologie, Ma Wordt tijdens college uitgereikt 502830: Latijnse epigrafie, Ma • Bodel, J.P., 2001: Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions, London (hoofdstukken 1, 3-4) • Keppie, L., 1991: Understanding Roman inscriptions, London (hoofdstukken 3-4, 6 en 13) • Eck, W., 1997: Lateinische Epigraphik, in F. Graf (ed.), Einleitung in die Lateinische Philogie, Stuttgart/Leipzig, 92-111 • Eck, W., 1987: Römische Grabinschriften. Aussageabsicht und Aussagefähigkeit im funerären Kontext, in H. von Hesberg/P. Zanker (eds), Römische Gräberstrassen. Selbstdarstellung - Status - Standard. Kolloquium in München vom 28. bis 30. Oktober 1985, München, (Bayerische Akademie der Wissenschaften, Philosophisch-historische Klasse, Abhandlungen NF 96), 61-83 • Birley, E., 1961 (1953): The origins of equestriam officers. Prosopographical method, in E. Birley, Roman Britain and the Roman army. Collected papers, Kendal, 154-171
118
Oudheid
503602: Werkcollege archeologie Zuid-Italië, Ma Afhankelijk van de onderzoeksopdracht 503605: Uitwerking Mediterrane veldwerk b, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504609: Bataven en de grensstreek van het Romeinse rijk, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504610: Het uitwerken en publiceren van opgravingsgegevens, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504617: Keuzemodule Latijnse epigrafie, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504618: Keuzemodule antieke numismatiek, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504815: Historisch landschap en archeologisch erfgoed, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504820: Geld en erfgoed, Ma Wordt bij aanvang college bekendgemaakt 528801: Architectuurhistorisch en stedebouwkundig erfgoed, Ma Wordt nader bekendgemaakt
16.3
Erfgoedstudies (MA) 502602: Perceptions of Ancient Landscapes, MA Wordt nader bekendgemaakt 502603: Historische geografie, historische cultuurlandschappen, Ma Wordt nader bekendgemaakt 502604: Historische geografie, cultuurhistorie en landschapsbeleid, Ma Wordt nader bekendgemaakt 502605: Literatuurtentamen erfgoedstudies, Ma In overleg met een docent maakt de student een selectie uit de volgende titels: Archeologie • W.A. van Es, H. Sarfatij en P.J. Woltering (red.), Archeologie in Nederland. De rijkdom van het bodemarchief, Amsterdam/Amersfoort, 1988 • W.J.H. Willems, H. Kars en D.P. Hallewas (red.), Archaeological heritage management in the Netherlands. Fifty Years State Service for Archaeological Investigations, Assen (Van Gorcum). Hieruit alle hoofdstukken tot pagina 282 Architectuurgeschiedenis • S. Kostof, 'The study of what we built', in: S. Kostof, A history of architecture. Settings and Rituals (2nd edition), New York enz. 1995, 3-19 • Kleijn, K., J. Smit, C. Thunnissen, Nederlandse bouwkunst. Een geschiedenis van tien eeuwen architectuur, Alphen aan den Rijn 1995 • H. Conway en R. Roenisch, Understanding Architecture. An introduction to architecture and architectural history, London/New York 1994 Historische Geografie • B. de Pater en H. van der Wusten (red.), Het geografische huis: de opbouw van een wetenschap, 2e druk Coutinho, Muiderberg 1996
Literatuur
119
•
J. Renes (diss.), Landschappen van Maas en Peel: een toegepast historischgeografisch onderzoek in het streekplangebied Noord- en Midden-Limburg, Eisma, Leeuwarden (Maaslandse monografieën) 1999, hoofdstuk 3 (pagina 94122) en eventueel hoofdstuk 2 (pagina 65-93)
502651: Masterscriptie erfgoedstudies In overleg met de docent 504610: Het uitwerken en publiceren van opgravingsgegevens, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504813: Biografie van het landschap, Ma • Hidding, M., J. Kolen & Th. Spek 'De biografie van het landschap. Ontwerp voor een inter- en multidisciplinaire benadering van de landschapsgeschiedenis en het cultureel erfgoed', in: J.H.F. Bloemers e.a. (red.), Bodemarchief in Behoud en Ontwikkeling. De conceptuele grondslagen, Den Haag (NWO) 2001, 7-109. Of Kolen en Witte 2006 • Hupperetz, W., Het geheugen van een straat. Achthonderd jaar wonen in de Visserstraat te Breda, Utrecht 2004, Hoofdstuk 1: Inleiding, 11-23 • Janssen, J. Vooruitdenken en verwijlen: de (re)constructie van het plattelandschap in Zuidoost-Brabant, 1920-2000, diss. Universiteit van Tilburg, Tilburg 2006, Inleiding 11-18, 267-270, Summary, 245-281 • Kolen, J., De biografie van het landschap, diss. Vrije Universiteit Amsterdam 2005, Hoofdstuk 1 'De archeologie van een begrip', 1-23 • Kolen, J., M. Witte, 'A biographical approach to regions, and its value for spatial planning', in: Knaap, W. van der, A. van der Valk (eds.), Multiple Landscape. Merging Past and Present, Wageningen 2006, 125-145. Of: Hidding, Kolen, Spek 2001 • Samuels, M.S., 'The Biography of Landscape'. D.W. Meinig (ed.), The Interpretation of Ordinary Landscapes, New York/Oxford 1979, 51-88 504815: Historisch landschap en archeologisch erfgoed, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504816: Erfgoed van monument, tuin en landschap, Ma Wordt tijdens collegereeks bekendgemaakt 504818: Belvedere, 'behoud door ontwikkeling' in stad en land, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504820: Geld en erfgoed, Ma Wordt bij aanvang college bekendgemaakt 528607: Architectuurconcepten, Ma Wordt nader bekendgemaakt 528617: Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis a, Ma Individueel vast te stellen 528618: Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis b, Ma Individueel vast te stellen 528627: Veldwerk architectuur, Ma Wordt uiterlijk op de eerste bijeenkomst bekendgemaakt
120
Oudheid
528801: Architectuurhistorisch en stedebouwkundig erfgoed, Ma Wordt nader bekendgemaakt
16.4
Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA) 500022: Bijbels en klassiek verhalengoed, 2/3 • Het schriftelijk studiemateriaal voor dit onderdeel op de blackboardsite van de cursus • Een complete Bijbel, die niet alleen de kanonieke boeken van het Oude en het Nieuwe Testament, maar ook de deuterokanonieke of apokriefe boeken van het Oude Testament omvat; een Nederlandse vertaling die aan deze eis voldoet, is de Willibrord-vertaling van de Katholieke Bijbelstichting (geheel herziene uitgave, 1995); ook van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) is een versie mét de deuterokanonieke boeken in de handel • G. Schwab, Griekse mythen en sagen, 30e of latere druk, Utrecht 1994 • E. Moormann & W. Uitterhoeve. Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Amsterdam. (Boom/SUN 1999, 4e druk (aanschaf niet verplicht, wel aanbevolen) • Livius, Sinds de stichting van de stad. Vertaald door H.W. van Rooijen-Dijkman & F.H. van Katwijk-Knapp, Amsterdam, Athenaeum-Polak en Van Gennep 2005 (Salamander klassiek) • Afbeeldingen van respectievelijk oudtestamentische en mythologische thema's zijn te vinden op blackboardsite van de cursus 500034: Inleiding taalwetenschap, 1 Tserdanelis, Georgios & Wai Yi Peggy Wong, eds. (2004) The Language Files; Materials for an Introduction to Language and Linguistics. 9th Edition. Columbus: Ohioa State University Press 5020021: Acva Ohs A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Digitaal materiaal dat beschikbaar wordt gemaakt via blackboard 5020022: Acva Ohs B, mondeling presenteren Werkboek Presenteren 5020023: Acva Ohs C, schriftelijk presenteren Werkboek Presenteren 502024: Romeinse archeologie, 1 Wordt bij aanvang van de cursus bekendgemaakt 503019: Griekse archeologie, 1 Voor studenten Archeologie en Oudheidkunde: • W. Biers, The Archaeology of Greece (gereviseerde editie of latere druk), Cornell University Press, Ithaca/London, 1996 • T.H. Carpenter, Art and Myth in Ancient Greece, Thames & Hudson, London, 1991 Voor studenten GLTC: • W. Biers, The Archaeology of Greece (gereviseerde editie of latere druk), Cornell University Press, Ithaca/London 1996
Literatuur
121
•
C. Renfrew and P. Bahn, Archaeology. Theories, Methods and Practice, Thames & Hudson, London, 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk) hoofdstukken 1 tot en met 4
516010: Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 • L. de Blois/R.J. van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, 6e druk, Muiderberg, Coutinho, 2001 • J.J. Flinterman/R.J. van der Spek (red.), Reader voor de Basiscursus Geschiedenis van de Oudheid, Amsterdam 2007 (een bundeling van gedeelten uit moderne wetenschappelijke literatuur en vertaalde antieke bronnen; het begeleidende werkboek kan worden gedownload van de blackboard site van de cursus) 522106: Excursie Grieks en Latijn, 3 Wordt nader bekendgemaakt 523015: Taalverwerving Grieks, Plato, 1d • A.Rijksbaron e.a, Beknopte syntaxis van het klassiek Grieks, Lunteren, 2000 • Tekst, afhankelijk van de keuze van het werk van Plato nader op te geven 523016: Basiscursus Grieks, 1a N. Laan e.a., Een nieuwe Basis, Amsterdam/Leeuwarden 2001 (N.B. geen oudere editie!) 523017: Basiscursus Grieks, 1b N. Laan e.a., Een nieuwe Basis, Amsterdam-Leeuwarden, 2001 (NB: geen oudere editie!) 523019: Taalverwerving Grieks, roman, 1a J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica (18e druk of later) 523020: Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b • J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica (18e druk of later) • C. Carey, Lysias: Selected Speeches, Cambridge, 1989 523023: Taalverwerving Grieks, Plato, 1c • J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica (18e druk of later) • A. Rijksbaron e.a., Beknopte syntaxis van het klassiek Grieks, Lunteren, 2000 • Commentaar Plato, later op te geven 523112: Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides, 2 • A. Rijksbaron e.a., Beknopte syntaxis van het klassiek Grieks, Lunteren 2000, de hoofdstukken 8, 10, 11 • De betreffende hoofdstukken uit de Cambridge History of Classical Literature plus 1 of 2 artikelen 523113: Griekse literatuurgeschiedenis, 2 • K.J. Dover, Ancient Greek Literature • syllabus en teksten 523137: Lectuur Grieks, Homerus, 2 • Syllabus Homerus • Syllabus Commentaar (wordt nader bekendgemaakt) 523140: Maior college Grieks, 3 Wordt nader bekendgemaakt
122
Oudheid
523141: Maior tentamen Grieks, 3 Wordt nader bekendgemaakt 523154: Lectuur Grieks, Euripides, 3 Wordt nader bekendgemaakt 523451: Bachelorscriptie Grieks Wordt nader bekendgemaakt 524011: Lectuur Latijn, Vergilius, 2 • R.D. Williams, Virgil The Eclogues and Georgics, Bristol 1996 • R.D. Williams, Virgil Aeneid 1-6, Bristol Classical Texts • R.D. Williams Virgil. Aeneid 7-12, Bristol Classical Texts 524012: Basiscursus Latijn, 1a • N.G.H.C. van Loenen e.a., Tirocinium Latinum (1986 of later) • Tore Janson, Latijn. Cultuur, Geschiedenis en Taal, Amsterdam 2004 • Syllabus via Blackboard 524013: Basiscursus Latijn, 1b • N.G.H.C. van Loenen e.a., Tirocinium Latinum (1986 of later) • Syllabus via Blackboard 524015: Taalverwerving Latijn, 1a • H. Pinkster e.a., Woordenboek Latijn-Nederlands, Amsterdam University Press, (bij voorkeur 2e druk, 2003) Geen ander woordenboek! • T. Janson, Latijn. Cultuur, geschiedenis en taal, Amsterdam (2004) • Syllabus Latijnse brieven via Blackboard • Babeliowsky e.a., Basiswoordenlijst Latijn, (verkrijgbaar via docent) • Diercks & Van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica 524016: Taalverwerving Latijn, 1b • H. Pinkster e.a., Woordenboek Latijn-Nederlands, Amsterdam, University Press, (bij voorkeur 2e druk, 2003) Geen ander woordenboek! • Syllabus: Keizer Claudius (via Blackboard) • Babeliowsky e.a., Basiswoordenlijst Latijn (verkrijgbaar via docent) • Diercks & van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica 524017: Taalverwerving Latijn syntaxis, 1c • C. Kroon, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2007 (grammaticadeel) • M. Koenen, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2007 (oefenboek) • Babeliowsky e.a., (zie Taalverwerving Latijn 1a en 1b) 524021: Taalverwerving Latijn, Catullus-Ovidius, 1d • K. Quinn, Catullus The Poems, 2e editie 1985, MacMillan • B.A. van Proosdij, P. Ovidii Nasonis Metamorphoseon, Libri I-XV, Leiden 524023: Lectuur Latijn, grote prozaschrijvers, 2 Wordt nader bekendgemaakt 524024: Lectuur Latijn, 3 N.P. Miller, Tacitus' Annals XV, Bristol Classical Press 524133: Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 • Reader
Literatuur
123
•
G.B. Conte, Latin Literature, A History, Johns Hopkins University Press 1999 (paperback)
524135: Maior college Latijn, 3 N.P. Miller, Tacitus' Annals XV, Bristol Classical Press 524136: Maior tentamen Latijn, 3 Wordt nader bekendgemaakt 524451: Bachelorscriptie Latijn Wordt nader bekendgemaakt 525006: Antiek Christendom, 1 Wordt nader bekendgemaakt 525101: Oudchristelijk Grieks en Latijn, 2 Reader met primaire en secundaire teksten 525211: Maior college oudchristelijk Grieks en Latijn, 3 Wordt nader bekendgemaakt 525212: Maior tentamen oudchristelijk Grieks en Latijn, 3 Wordt nader bekendgemaakt 525219: Lectuur oudchristelijk Grieks en Latijn, 3 Wordt nader bekendgemaakt 525451: Bachelorscriptie oudchristelijk Grieks en Latijn Door de docent in overleg vast te stellen 544118: Filosofie, kunst en wetenschap Reader Filosofie, kunst en wetenschap 990006: Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie Reader wordt bij aanvang van de cursus aangeschaft, eventueel aanvullende literatuur via Blackboard.
16.5
Griekse en Latijnse taal en cultuur (MA) 502830: Latijnse epigrafie, Ma • Bodel, J.P., 2001: Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions, London (hoofdstukken 1, 3-4) • Keppie, L., 1991: Understanding Roman inscriptions, London (hoofdstukken 3-4, 6 en 13) • Eck, W., 1997: Lateinische Epigraphik, in F. Graf (ed.), Einleitung in die Lateinische Philogie, Stuttgart/Leipzig, 92-111 • Eck, W., 1987: Römische Grabinschriften. Aussageabsicht und Aussagefähigkeit im funerären Kontext, in H. von Hesberg/P. Zanker (eds), Römische Gräberstrassen. Selbstdarstellung - Status - Standard. Kolloquium in München vom 28. bis 30. Oktober 1985, München, (Bayerische Akademie der Wissenschaften, Philosophisch-historische Klasse, Abhandlungen NF 96), 61-83 • Birley, E., 1961 (1953): The origins of equestriam officers. Prosopographical method, in E. Birley, Roman Britain and the Roman army. Collected papers, Kendal, 154-171
124
Oudheid
504617: Keuzemodule Latijnse epigrafie, Ma Wordt nader bekendgemaakt 504618: Keuzemodule antieke numismatiek, Ma Wordt nader bekendgemaakt 516603: Werkcollege oude geschiedenis, Ma Wordt nader bekendgemaakt 523610: Utopia, Ma Wordt nader bekendgemaakt 523611: Historische grammatica, Homerus, Ma Wordt nader bekendgemaakt 523612: Het Griekse epigram, Ma • Syllabus epigrammen (via Blackboard) • Bibliografische gegevens van commentaren, overzichtsartikelen en secundaire literatuur volgen tijdens de eerste bijeenkomst 523651: Masterscriptie Grieks In overleg vast te stellen 524610: Tutorial Latijn, tekstlinguïstiek, Tacitus als verteller, Ma Wordt nader bekendgemaakt 524611: Receptie Latijnse letterkunde in Nederlandse literatuur, Ma • Wordt nader bekendgemaakt • Latijnse teksten, primair en secundair, en Nederlandse teksten, primair en secundair 524651: Masterscriptie Latijn Wordt nader bekendgemaakt 525604: Vroegchristelijke literatuur, Ma Wordt nader bekendgemaakt 525651: Masterscriptie oudchristelijk Grieks en Latijn Wordt nader bekendgemaakt
16.6
Oudheidkunde (BA) 450290: Archeometrie voor archeologen Syllabus Archeometrie wordt uitgereikt tijdens het eerste college; enige artikelen. 500034: Inleiding taalwetenschap, 1 Tserdanelis, Georgios & Wai Yi Peggy Wong, eds. (2004) The Language Files; Materials for an Introduction to Language and Linguistics. 9th Edition. Columbus: Ohioa State University Press 5020021: Acva Ohs A, zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Werkboek Zoeken en beoordelen van wetenschappelijke informatie • Digitaal materiaal dat beschikbaar wordt gemaakt via blackboard 5020022: Acva Ohs B, mondeling presenteren Werkboek Presenteren
Literatuur
125
5020023: Acva Ohs C, schriftelijk presenteren Werkboek Presenteren 502010: Wat is archeologie? Een inleiding, 1 C. Renfrew & P. Bahn, Archaeology. Theories methods and practice, Thames & Hudson, London 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk; aanschaf verplicht), hoofdstukken 1 t/m 5, 9 en 10 502023: Materiaalkennis, 1 C. Orton, P. Tyers, A.Vince Pottery in Archaeology, Cambridge Manuals in Archaeology 502024: Romeinse archeologie, 1 Wordt bij aanvang van de cursus bekendgemaakt 502828: Latijnse epigrafie, Ba • Bodel, J.P., 2001: Epigraphic evidence. Ancient history from inscriptions, London (hoofdstukken 1, 3-4) • Keppie, L., 1991: Understanding Roman inscriptions, London (hoofdstukken 3-4, 6 en 13) • Eck, W., 1997 : Lateinische Epigraphik, in F. Graf (ed.), Einleitung in die Lateinische Philologie, Stuttgart/Leipzig, 92-111 • Eck, W., 1987: Römische Grabinschriften. Aussageabsicht und Aussagefähigkeit im funerären Kontext, in H. von Hesberg/P. Zanker (eds), Römische Gräberstraßen. Selbstdarstellung - Status - Standard. Kolloquium in München vom 28. bis 30. Oktober 1985, München, (Bayerische Akademie der Wissenschaften, Philosophisch-historische Klasse, Abhandlungen NF 96), 61-83 • Birley, E., 1961 (1953): The origins of equestrian officers. Prosopographical method, in E. Birley, Roman Britain and the Roman army. Collected papers, Kendal, 154-171 502831: Interdisciplinair werkcollege Moezelgebied, 3 Wordt nader bekendgemaakt 503019: Griekse archeologie, 1 Voor studenten Archeologie en Oudheidkunde: • W. Biers, The Archaeology of Greece (gereviseerde editie of latere druk), Cornell University Press, Ithaca/London, 1996 • T.H. Carpenter, Art and Myth in Ancient Greece, Thames & Hudson, London, 1991 Voor studenten GLTC: • W. Biers, The Archaeology of Greece (gereviseerde editie of latere druk), Cornell University Press, Ithaca/London 1996 • C. Renfrew and P. Bahn, Archaeology. Theories, Methods and Practice, Thames & Hudson, London, 2000 (3e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk) hoofdstukken 1 tot en met 4 503111: Mediterrane pre- en protohistorie, 2 • Syllabus Mediterrane Pre- en Protohistorie • Selectie van relevante artikelen 503113: Mediterrane archeologie, stad en land in Romeins Italië, 2 Opdrachtafhankelijk
126
Oudheid
503114: Mediterrane archeologie, Archaïsch Oost-Griekenland, 2 Opdrachtafhankelijk 503115: Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 2 Bij AIVU-veldwerk: syllabus uitgereikt voorafgaand aan de campagne waarin opgenomen een lijst van inleesliteratuur (niet verplicht), alsmede onderzoeksdoelen en regels schriftelijk verslag 504012: Inleiding in de veldarcheologie, 1 Warringa, A. & G. van Haaf, Opgraven. Technieken voor archeologisch veldwerk, Utrecht 1988 504121: Antieke numismatiek, 3 • Aarts, J., 2000: Coins or money. Exploring the monetization and functions of Roman coinage in Belgic Gaul and Lower Germany 50 BC-AD 450, 235-244. Dissertatie VU • Aarts, J.G., 2003: Monetization and army recruitment in the Dutch river area in the early 1st century AD, in: Grünewald & S. Seibel (eds), Kontinuität und Diskontinuität, Germania inferior am Beginn und am Ende der Römischen Herrschaft, Berlin/NY, 162-180 • Burnett, A. 1987: Coinage in the Roman World, London, 17-140 • Carradice, I. & M. Price, 1988: Coinage in the Greek World, London, 9-28, 48-63, 89-103 • Crawford, 1970: 'Money and exchange in the Roman World' in: Journal of Roman Studies 60, 40-48 • Duncan-Jones, R.P. 1990: Structure and Scale in the Roman Economy, Cambridge, hoofdstuk 12, 30-47 en 187-198 • Hopkins, K., 1980: 'Taxes and trade in the Roman empire (200 BC-AD 400)', in : Journal of Roman Studies, 70, 101-125 • Howgego, C., 1994: 'Coin circulation and the integration of the Roman economy', in: Journal of Roman Archaeology, 7, 5-21 • Von Reden, S., 202: Money in the ancient economy: A curvey of recetn research, in: Klio 84-1 (2002), 141-174 • Reece, R.M., 1988: 'Interpreting Roman hoards' in: World Archaeology 20 (vol. 2), 261-269 504123: Theorieën en methodologie in archeologie en oude geschiedenis, 2 Artikelen en enkele hoofdstukken uit boeken worden op het eerste college uitgereikt. 504165: Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, archeologie, 2 • Wordt tijdens het eerste college bekendgemaakt • Een deel van de literatuur is te vinden in de bibliotheek van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten in Leiden 516010: Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 • L. de Blois/R.J. van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, 6e druk, Muiderberg, Coutinho, 2001 • J.J. Flinterman/R.J. van der Spek (red.), Reader voor de Basiscursus Geschiedenis van de Oudheid, Amsterdam 2007 (een bundeling van gedeelten uit moderne wetenschappelijke literatuur en vertaalde antieke bronnen; het begeleidende werkboek kan worden gedownload van de blackboard site van de cursus) 516011: Inleiding historische bronnen, og 1 Wordt nader bekendgemaakt
Literatuur
127
516136: Antieke historiografie, Ba Wordt nader bekendgemaakt 516201: Hellenisme van Alexander de Grote tot Severus Alexander, og 2 Wordt nader bekendgemaakt 516202: Werkcollege oude geschiedenis, og 2 Wordt nader bekendgemaakt 523015: Taalverwerving Grieks, Plato, 1d • A.Rijksbaron e.a, Beknopte syntaxis van het klassiek Grieks, Lunteren, 2000 • Tekst, afhankelijk van de keuze van het werk van Plato nader op te geven 523016: Basiscursus Grieks, 1a N. Laan e.a., Een nieuwe Basis, Amsterdam/Leeuwarden 2001 (N.B. geen oudere editie!) 523017: Basiscursus Grieks, 1b N. Laan e.a., Een nieuwe Basis, Amsterdam-Leeuwarden, 2001 (NB: geen oudere editie!) 523019: Taalverwerving Grieks, roman, 1a J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica (18e druk of later) 523020: Taalverwerving Grieks, Lysias, 1b • J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica (18e druk of later) • C. Carey, Lysias: Selected Speeches, Cambridge, 1989 523023: Taalverwerving Grieks, Plato, 1c • J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica (18e druk of later) • A. Rijksbaron e.a., Beknopte syntaxis van het klassiek Grieks, Lunteren, 2000 • Commentaar Plato, later op te geven 523027: Basiscursus Grieks, 1c N. Laan e.a., Een Nieuwe Basis, Amsterdam-Leeuwarden, 2001 523112: Lectuur Grieks, Herodotus/Thucydides, 2 • A. Rijksbaron e.a., Beknopte syntaxis van het klassiek Grieks, Lunteren 2000, de hoofdstukken 8, 10, 11 • De betreffende hoofdstukken uit de Cambridge History of Classical Literature plus 1 of 2 artikelen 523113: Griekse literatuurgeschiedenis, 2 • K.J. Dover, Ancient Greek Literature • syllabus en teksten 523137: Lectuur Grieks, Homerus, 2 • Syllabus Homerus • Syllabus Commentaar (wordt nader bekendgemaakt) 523141: Maior tentamen Grieks, 3 Wordt nader bekendgemaakt 524011: Lectuur Latijn, Vergilius, 2 • R.D. Williams, Virgil The Eclogues and Georgics, Bristol 1996 • R.D. Williams, Virgil Aeneid 1-6, Bristol Classical Texts • R.D. Williams Virgil. Aeneid 7-12, Bristol Classical Texts
128
Oudheid
524012: Basiscursus Latijn, 1a • N.G.H.C. van Loenen e.a., Tirocinium Latinum (1986 of later) • Tore Janson, Latijn. Cultuur, Geschiedenis en Taal, Amsterdam 2004 • Syllabus via Blackboard 524013: Basiscursus Latijn, 1b • N.G.H.C. van Loenen e.a., Tirocinium Latinum (1986 of later) • Syllabus via Blackboard 524015: Taalverwerving Latijn, 1a • H. Pinkster e.a., Woordenboek Latijn-Nederlands, Amsterdam University Press, (bij voorkeur 2e druk, 2003) Geen ander woordenboek! • T. Janson, Latijn. Cultuur, geschiedenis en taal, Amsterdam (2004) • Syllabus Latijnse brieven via Blackboard • Babeliowsky e.a., Basiswoordenlijst Latijn, (verkrijgbaar via docent) • Diercks & Van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica 524016: Taalverwerving Latijn, 1b • H. Pinkster e.a., Woordenboek Latijn-Nederlands, Amsterdam, University Press, (bij voorkeur 2e druk, 2003) Geen ander woordenboek! • Syllabus: Keizer Claudius (via Blackboard) • Babeliowsky e.a., Basiswoordenlijst Latijn (verkrijgbaar via docent) • Diercks & van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica 524017: Taalverwerving Latijn syntaxis, 1c • C. Kroon, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2007 (grammaticadeel) • M. Koenen, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2007 (oefenboek) • Babeliowsky e.a., (zie Taalverwerving Latijn 1a en 1b) 524021: Taalverwerving Latijn, Catullus-Ovidius, 1d • K. Quinn, Catullus The Poems, 2e editie 1985, MacMillan • B.A. van Proosdij, P. Ovidii Nasonis Metamorphoseon, Libri I-XV, Leiden 524023: Lectuur Latijn, grote prozaschrijvers, 2 Wordt nader bekendgemaakt 524133: Latijnse literatuurgeschiedenis, 2 • Reader • G.B. Conte, Latin Literature, A History, Johns Hopkins University Press 1999 (paperback) 525006: Antiek Christendom, 1 Wordt nader bekendgemaakt 532102: Boekwetenschap en het literaire bedrijf, 2 Syllabus 532106: Reisliteratuur, 2 • De genoemde primaire teksten • De twee moderne reisteksten worden nog bekendgemaakt • Reader en studiehandleiding. Zie voor informatie over de gewenste edities en secundaire literatuur de studiehandleiding
Literatuur
129
533008: Literair-historisch overzicht 1800-1940, 1 • Ton Anbeek. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur tussen 1885 en 1985. Amsterdam 1990 (handboek) • Boven, E. van, en Kemperink, M., Literatuur van de moderne tijd. Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw. Bussum 2006 (handboek) • Herman, L., en Vervaeck, B., Vertelduivels. Handboek verhaalanalyse. Nijmergen 2005 • Lijst van primaire literatuur (is bij de docent verkrijgbaar vanaf september) • Syllabus met enkele artikelen en selecties gedichten (deels digitaal, deel papier) 533009: Literair-historisch overzicht 1940-nu, 1 • Ton Anbeek, Geschiedenis van de literatuur in Nederland 1885-1985 (Amsterdam 1999); EUR 29,50 • Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen, Geschiedenis van de Nederlands literatuur 1945-2005 (Amsterdam 2006); EUR 49,95 • Gerrit Komrij, Nederlandse poezie van de 19de tot en met de 21 eeuw in 2000 en enige gedichten, 13e herz. en verm.druk, 2 dln. (Amsterdam 2004); EUR 15,00 533110: Verdiepingscollege nieuwere Nederlandse letterkunde, 2 • Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen, Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005 (Amsterdam 2006); EUR 49,95 • Reader; EUR 10,00 534005: Literair-historisch overzicht, Middeleeuwen, 1 • Leeslijst met teksten: zie studiehandleiding. De te lezen teksten staan (in meerdere) exemplaren in de bibliotheek (uitleen 11e etage) • Syllabi letterkunde Middeleeuwen (op Blackboard) • Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300. Amsterdam 2006 (gedeelten) • M.A. Schenkeveld-van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993 (enkele hoofdstukken) 534006: Literair-historisch overzicht, Renaissance, 1 • Leeslijst • Syllabus/reader • M.A. Schenkeveld-van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993 534103: Verdiepingscollege oudere Nederlandse letterkunde, 2 • De te lezen teksten staan (in meerdere exemplaren) in de bibliotheek (uitleen 11e etage) • Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300. Amsterdam 2006 (gedeelten) • M.A. Schenkeveld-van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993 (enige hoofdstukken) • Syllabi en Readers op Blackboard 536112: Godsdiensten van de Oudheid, 2/3 Wordt nader bekendgemaakt 537006: Basiscursus Babylonisch, 1a • Syllabus: Waerzeggers, Elementaire grammatica van het Babylonisch
130
Oudheid
• •
Handboek: R. Caplice, Introduction to Akkadian, Rome 1980 Handboek: M. Van De Mierop, A History of the Ancient Near East, Oxford 2003
537007: Basiscursus Babylonisch, 1b • R. Borger, Assyrisch-Babylonische Zeichenliste. Neukirchen-Vluyn 1978 • J. Black et al, A Concise Dictionary of Akkadian, Wiesbaden 1999 • R. Caplice, Introduction to Akkadian, Rome 1980 • M. Van de Mieroop, A History of the Ancient Near East, Oxford 2003 537008: Basiscursus Babylonisch, 1c • Borger, Babylonisch-Assyrische Lesestücke, Rome 1979 • Lectuurlijst 537009: Literatuurgeschiedenis van het oude nabije oosten, 1 S. Dalley, Myths from Mesopotamië. Oxford 1991 537104: Cultuurgeschiedenis van het Oude Nabije Oosten, de Levant, 3 Wordt nader bekendgemaakt 537111: Nieuwassyrisch, koningsinscripties, 2 Wordt nader bekendgemaakt 537112: Nieuwassyrisch, literaire teksten, 2 Wordt nader bekendgemaakt 537113: Nieuwbabylonisch, economie en maatschappij, 2 M. Jursa, Neo-Babylonian Legal and Administrative Documents. Münster 2005 537114: Internationale betrekkingen in het Oude Nabije Oosten, 2 Wordt nader bekendgemaakt 537116: Griekse geschiedschrijving vanuit Babylonisch perspectief, 3 Lectuurlijsten worden samengesteld in de loop van de cursus 542146: Databases voor archeologen, 2 Syllabus 544116: Filosofie, kennis in context Reader Kennis in context 544118: Filosofie, kunst en wetenschap Reader Filosofie, kunst en wetenschap
16.7
Oudheidkunde (MA) 502832: Interdisciplinair werkcollege Moezelgebied, Ma Wordt nader bekendgemaakt 536601: Geschiedenis van de oudheidkunde, Ma Wordt nader bekendgemaakt
16.8
Oudheidstudies (MPhil) 500617: Interdisciplinair werkcollege propaganda, Flavisch Rome, MPhil Wordt nader bekendgemaakt
Literatuur
131
132
Oudheid