Dit is de Onderwijs- en examenregeling voor het collegejaar 2000-2001. De in deze regeling opgenomen programma’s zijn geldig voor de studenten die in september 2000 met hun opleiding zijn begonnen. De artikelen 9 tot en met 17 zijn niet meer geldig. Hiervoor gelden de regelingen uit de Onderwijs- en examenregeling 2003-2004, hoofdstuk 6. Dit met uitzondering van artikel 11, lid 4 over de toelating tot het afstudeerproject, dat van kracht blijft voor doctoraalprogramma’s. De 12 studiepunten, genoemd in dit lid komen overeen met 17 ects. In de onderwijs- en examenregelingen van 2002-2003 en 2003-2004 zijn overgangsmaatregelen opgenomen die ook van toepassing zijn op de programma’s uit de Onderwijs- en examenregeling 2000-2001.
Onderwijs- en examenregeling (OER) 2000/2001 voor de opleidingen van de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Inhoudsopgave Vooraf
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN OPLEIDINGEN FSW BELEIDS- EN ORGANISATIEWETENSCHAPPEN PERSONEELWETENSCHAPPEN PSYCHOLOGIE SOCIOLOGIE VTW KEUZEVAKKEN FSW SLOT- EN INVOERINGSBEPALINGEN
Vooraf Artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Whw) draagt de decaan op voor elke opleiding of groep van opleidingen een onderwijs- en examenregeling (OER) vast te stellen. Het artikel schrijft voor hetgeen daarin tenminste moet worden geregeld. De bepaling hanteert begrippen, welke soms elders in de wet regeling vinden. Voor een goed begrip wordt de regeling van enkele elementaire begrippen hierna, toegesneden op de faculteit, geparafraseerd. Het initieel onderwijs wordt aangeboden in de vorm van opleidingen. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. De studielast van een opleiding en van een onderwijseenheid wordt uitgedrukt in hele studiepunten. Een studiepunt is gelijk aan veertig uur studie. De studielast van een opleiding bedraagt 168 studiepunten. Aan elke opleiding is een examen verbonden; aan elke onderwijseenheid een tentamen. Elk tentamen omvat een onderzoek naar kennis, inzicht en vaardigheden, alsmede een beoordeling daarvan. Als alle tentamens met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd (paperclip-examen), tenzij de examencommissie tot een apart onderzoek voor het examen besluit.
Een opleiding kent een propedeutische fase van 42 studiepunten, waaraan een propedeutisch examen is verbonden. In de OER kan de verplichting tot deelneming aan praktische oefeningen worden opgelegd als voorwaarde voor toelating tot een tentamen. In de regel wordt slechts vastgesteld, of aan de verplichting is voldaan; wordt de deelname beoordeeld, dan is sprake van (een onderdeel van) een tentamen met betrekking tot een onderwijseenheid, die geheel of gedeeltelijk is ingericht in de vorm van een praktische oefening. Tentamens kunnen dan ook in verscheidene onderdelen uiteenvallen. De waardering voor een onderdeel van een tentamen is geen beoordeling, en daartegen kan dan ook geen beroep worden ingesteld. De beoordeling komt dan tot stand door saldering van de resultaten van de “toetsen” van alle onderdelen van een tentamen. I
INLEIDING
1 1.1 1.2
Reikwijdte van de regeling. De hoofdstukken II, VIII EN IX zijn van toepassing op alle opleidingen. De bepalingen van de hoofdstukken III tot en met VII zijn uitsluitend van toepassing op de daarin onderscheiden opleidingen. Op de opleiding Arbeid en sociale zekerheid is de OER 1998/1999 van toepassing alsmede de afbouwregeling (per brief kenmerk OWI/98.119/cb op 12/11/98 aan alle studenten ASZ toegezonden), met uitzondering van de bepalingen betreffende aangelegenheden, welke in de hoofdstukken II en VIII van deze OER zijn geregeld.
1.3
2
Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a) student: hij of zij die is ingeschreven als student of als extraneus b) major: het programma van de postpropedeutische fase met uitzondering van de minor. c) minor: een samenhangend pakket onderwijseenheden met een omvang van 20 studiepunten naar keuze dat door de student in het doctoraal programma moet worden opgenomen.
II
ALGEMENE BEPALINGEN OPLEIDINGEN FSW
3
Doel van de opleidingen Met de opleidingen van de faculteit wordt beoogd zodanige kennis, inzichten, vaardigheden en houdingen bij te brengen op het gebied van de betreffende disciplines c.q. multidisciplines dat de afgestudeerde in staat is tot zelfstandige wetenschaps- en beroepsuitoefening en in aanmerking komt voor een eventuele postdoctorale vervolgopleiding.
4
Voltijds/deeltijds De opleidingen van de faculteit kunnen zowel voltijds als deeltijds worden gevolgd.
5
De examens van de opleidingen In de opleidingen kunnen de volgende examens worden afgelegd: a) het propedeutisch examen; b) het doctoraal examen.
3Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
6
De inhoud van de opleidingen 6.1 De samenstelling van de propedeuse van iedere opleiding is vermeld in het desbetreffende deel van deze regeling. 6.2 Het doctoraal gedeelte van iedere opleiding omvat: - een Major met een omvang van 106 studiepunten; - een Minor met een omvang van 20 studiepunten. 6.3 De samenstelling van de Major is per opleiding vermeld in het desbetreffende deel van deze regeling. 6.4 Als bijlage bij deze OER is een overzicht opgenomen van de Minors die binnen de faculteit worden aangeboden. Alle Minors die binnen de FSW aangeboden worden kunnen zonder toestemming van de examencommissie worden opgenomen in het doctoraalprogramma van alle opleidingen.
6.5 Een andere invulling van de Minor-component in het doctoraal programma is slechts mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de examencommissie. Mogelijke invullingen zijn: - een Minor van buiten de FSW, waarvan niet bij voorbaat is bepaald dat deze mag worden opgenomen in het doctoraal programma; - een door de student zelf samengestelde Minor bestaande uit onderwijseenheden die worden verzorgd binnen de FSW of daarbuiten; - een Minor bestaande uit onderwijseenheden die worden gevolgd aan een buitenlandse universiteit. 7.
Volledig programma Als een student van een bepaalde opleiding een Major-Minorcombinatie samenstelt waarin overlappende onderwijseenheden zitten, dient hij/zij dit programma tot 126 studiepunten aan te vullen met onderwijseenheden naar keuze. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de examencommissie komen daarvoor alle onderwijseenheden in aanmerking die binnen de FSW op doctoraalniveau worden verzorgd.
8.
Vrij doctoraal Een student heeft op basis van artikel 7.3, lid 5 van de Whw het recht zelf een doctoraal programma samen te stellen dat bestaat uit onderwijseenheden die binnen of buiten de faculteit worden verzorgd. Dit programma behoeft de goedkeuring van de examencommissie, die tevens aangeeft tot welke opleiding van de faculteit het samengestelde programma wordt geacht te behoren.
9. 9.1
Vorm van de tentamens Tentamens kunnen op verschillende manieren worden afgelegd, te weten: mondeling, schriftelijk of op een andere wijze. Een tentamen kan zijn opgebouwd uit verschillende toetsen die op verschillende tijdstippen worden afgenomen. Per onderwijseenheid wordt in de elektronische studiegids de tentamenvorm vermeld.
9.2
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
9.3 9.4
10. 10.1
10.2 10.3
11. 11.1 11.2 11.3
4
Aanvullingen of wijzigingen ten opzichte van de tekst in de elektronische studiegids worden door de examinator uiterlijk bij de aanvang van het onderwijs in de betreffende onderwijseenheid via de elektronische studiegids bekend gemaakt. Het afnemen van een mondeling tentamen is openbaar. Als de betreffende examinator dan wel de student daartegen bezwaar maakt neemt de examencommissie een beslissing ter zake. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden onderwijseenheden af te sluiten op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Aantal tentamengelegenheden. Tot het afleggen van tentamens wordt driemaal de gelegenheid gegeven: a) de eerste gelegenheid aan het einde van het trimester waarin de betreffende onderwijseenheid is aangeboden; b) de tweede gelegenheid in de loop van het trimester, volgend op het trimester waarin de betreffende onderwijseenheid is aangeboden, met uitzondering van de tweede gelegenheid voor het derde trimester, die in augustus plaatsvindt; c) de derde gelegenheid in augustus, met uitzondering van de onderdelen van het derde trimester waarvoor de derde gelegenheid plaatsvindt tijdens het eerste trimester van het nieuwe studiejaar. Gelegenheid tot herhaalde deelname in hetzelfde studiejaar aan practica wordt in beginsel niet toegestaan. Met betrekking tot de data waarop (her)tentamens worden afgenomen geldt het volgende: 1) De data voor schriftelijke (her)tentamens worden door het onderwijsinstituut vastgelegd en gepubliceerd in de elektronische studiegids. 2) De data voor mondeling af te leggen (her)tentamens worden bepaald in onderling overleg tussen docent en student. c) Voor het inleveren van opdrachten/werkstukken die deel uit maken van het tentamen worden door de docent drie inleverdata vastgesteld, corresponderend met de drie gelegenheden die een student heeft om een onderwijseenheid af te ronden. De inleverdata worden uiterlijk bij de aanvang van het onderwijs in de betreffende onderwijseenheid opgenomen in de elektronische studiegids. De data dienen zich te bevinden in de perioden genoemd in artikel 10.1. Toelating tot het afleggen van (onderdelen van) het doctoraal examen. Het doctoraal examen of een onderdeel daarvan kan niet worden afgelegd dan nadat het propedeutisch examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd of vrijstelling voor het afleggen daarvan is verkregen. Voor zover aan de deelname aan een onderwijseenheid specifieke ingangseisen worden gesteld, worden deze vermeld in de elektronische studiegids. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de student die het propedeutisch examen nog niet heeft behaald en ook geen vrijstelling
5Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
11.4
11.5
11.6 12. 12.1
daarvan heeft verkregen onder de volgende voorwaarden deelnemen aan onderdelen van het doctoraal examen: a) hij/zij heeft ten minste 28 studiepunten behaald die behoren tot het propedeutisch examen; b) hij/zij voldoet aan de ingangseisen die voor het betreffende onderwijseenheid zijn geformuleerd. Dit recht op deelname aan onderwijseenheden uit de doctoraal fase geldt voor een periode tussen de 12 en 24 maanden na de eerste inschrijving voor de propedeuse die toegang geeft tot de doctoraal fase. Voor deeltijdstudenten is deze termijn tussen de 12 en de 36 maanden. Voor deelname aan de onderdelen van het afstuderen is voorafgaande goedkeuring van de examencommissie vereist. Deze goedkeuring wordt verleend als de student van de onder-delen uit het doctoraalprogramma exclusief de onderdelen van het afstuderen - niet meer dan 12 studiepunten heeft open staan. De student wordt toegelaten tot de verdediging van het afstudeeronderzoek c.q. de afstudeerstage als deze door de afstudeercommissie als voldoende zijn aanvaard en tevens is voldaan aan alle andere verplichtingen. De afstudeercommissie wordt benoemd door de examencommissie en bestaat volgens de ‘Regels en richtlijnen van de examencommissie’ ten minste uit een eerste beoordelaar, tevens begeleidend docent, en een twee beoordelaar, die niet bij de begeleiding van het afstuderen betrokken is geweest. De examencommissie kan in bijzondere gevallen ten voordele van de student afwijken van het bepaalde in het tweede t/m vijfde lid.
Bekendmaking van tentamenresultaten. Voor de uitslagen van schriftelijke tentamens geldt dat deze binnen de navolgende termijnen dienen te zijn vastgesteld: 1) meerkeuze-tentamen:10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd; b) open vragen tentamen: 15 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. Onmiddellijk na de vaststelling van uitslag geeft de examinator de benodigde gegevens door aan het Onderwijsinstituut, dat deze door geleidt naar Bureau Examens. De officiele uitslag wordt bekend gemaakt op de publicatieborden in de hal van gebouw C, uiterlijk een week na het verstrijken van de in de vorige volzin genoemde termijn. De uitslag wordt tevens bekend gemaakt op KUBweb. 12.2 Terstond na het afleggen van een mondeling tentamen stelt de examinator de uitslag vast en reikt de student dienaangaande een schriftelijke verklaring uit. De examinator stuurt een afschrift van deze verklaring door aan het Onderwijsinstituut, dat zorgt voor verwerking door Bureau Examens. 12.3 Voor de vaststelling van de uitslagen van andere tentamenvormen geldt een termijn van 15 werkdagen, ingaande op de dag die in de elektronische studiegids is vermeld als uiterste datum voor de afsluiting van het betreffende onderdeel.
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
12.4 12.5
6
In gevallen waarin dit artikel niet voorziet bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Bij de bekendmaking van de uitslag van een onderdeel van het doctoraal examen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens.
13.
Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde tentamens is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar (deeltijd: 9 jaar) geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
14. 14.1
Inzagerecht Gedurende drie weken na de uiterste datum van bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen of na ontvangst van een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag, krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van vragen en opdrachten van het betreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. De docent kan bepalen dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op ten minste twee vaste tijdstippen, waarvan het laatste niet later wordt bepaald dan twee weken na de in het eerste lid bedoelde uiterste datum.
14.2
14.3
15.
Vrijstelling van tentamens De examencommissie kan op voorstel van de examinator vrijstelling verlenen van een tentamen, op grond van: - behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig onderdeel van een andere universitaire opleiding dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding; dan wel - buiten het hoger onderwijs opgedane kennis en ervaring.
16. 16.1
Tijdvakken en frequentie afleggen examens Tot het afleggen van het propedeutisch examen wordt ten minste tweemaal per jaar de gelegenheid geboden. Tot het afleggen van het doctoraalexamen wordt de gelegenheid geboden zodra de student voldoende bewijzen van door hem/haar behaalde tentamens van de onderdelen van de opleiding overlegt. Hiertoe behoort ook de goedkeuring van het afstudeerproject. Datum en tijdstip van het doctoraal examen worden door de afstudeercommissie en de student in onderling overleg bepaald. De student dient het doctoraalexamen uiterlijk drie weken voor de bepaalde datum aan te vragen bij Bureau Examens van de universiteit.
16.2
16.3 16.4 17.
Uitslag examen
7Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
17.1 17.2
18. 18.1 18.2
De examencommissie stelt de uitslag van het doctoraalexamen vast, zodra dit examen is afgelegd. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. Vervangende eisen deficiënties vooropleiding Deficiënties in de vooropleiding m.b.t. het vak wiskunde worden opgeheven door het met goed gevolg afleggen van de toets Wiskunde, afgenomen door de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal - in geval van toelating op grond van Buitenlands diploma - wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van de toets “Staatsexamen Nederlands als Tweede Taal Programma II”.
19.
Colloquium doctum Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in artikel 7.29 van de Whw, wordt onderzocht of de door de kandidaat genoten vooropleiding en ervaring voldoende waarborgen biedt voor een gunstig verloop van de studie en of eventuele deficiënties met betrekking tot met name wiskunde, moderne talen en Nederlands moeten worden gecorrigeerd.
20. 20.1
Studievoortgang en studiebegeleiding Het onderwijsinstituut draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat ten minste eenmaal per half jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem/haar behaalde resultaten. Het onderwijsinstituut draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding.
20.2
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
8
III
BELEIDS- EN ORGANISATIEWETENSCHAPPEN
21.
Samenstelling propedeuse Beleids- en organisatiewetenschappen
21.1
De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast, uitgedrukt in studiepunten: 400112 Sociologie voor maatschappijwetenschappen 3 441025 Inleiding Organisatiewetenschappen 4 441004 Organisatie en beleid 4 441039 Inleiding Beleidswetenschappen 4 432101 Sociaal-economische geschiedenis 4 595110 Inleiding Psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 570112 Inleiding Sociale psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 400002 Inleiding Economie 4 424100 MTO-01-MAW: Inleiding Methodenleer 3 424104 MTO-02-MAW: Beschrijvende statistiek 3 424106 MTO-03-MAW: Inductieve statistiek 3 441001 Academische vaardigheden BOW 1 1 441002 Academische vaardigheden BOW 2 1 441003 Academische vaardigheden BOW 3: paper 2 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid omvatten een practicum: 424104 MTO-02-MAW: Beschrijvende statistiek 424106 MTO-03-MAW: Inductieve statistiek 441001 Academische vaardigheden BOW 1 441002 Academische vaardigheden BOW 2 441003 Academische vaardigheden BOW 3: paper
21.2
22.
Samenstelling Major Beleids- en organisatiewetenschappen
22.1
Het doctoraal examen omvat voor alle studenten onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: 400001 Bedrijfseconomie 441760 Arbeids- en organisatiesociologie 421020 Inleiding Arbeids- en organisatiepsychologie 441058 Strategische besluitvorming 441005 Structurering van werkprocessen 1 431011 Sociale filosofie 441052 Economische sociologie 441035 Practicum organisatie-onderzoek 441041 Arbeidsmarktvraagstukken 441038 Practicum strategische beleidsanalyse 425023 Wetenschapsfilosofie 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 1
de
volgende
Indien de onderwijseenheid Sociale filosofie deel heeft uitgemaakt van het propedeutisch examen, dient de student in plaats hiervan de onderwijseenheid ‘Organisatie en beleid’ in het doctoraal programma op te nemen.
4 4 4 4 4 4 4 6 4 6 4 3 3
9Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 421032 Organisatieverandering en -ontwikkeling
3
4 beleidsontwikkeling
22.2
441066Strategische 4 441065Magement van technologie en innovatie 4 441057Relaties en netwerken van organisaties 4 431244 Internationaliseringsprocessen 4 441063Onderneming en maatschappij 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 440200Individueel onderzoeksvoorstel BOW 3 440201Afstudeeronderzoek BOW 22 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid, omvatten een practicum: 441035 Practicum organisatie-onderzoek 441038 Practicum strategische beleidsanalyse 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 440200 Individueel onderzoeksvoorstel - BOW
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
10
IV
PERSONEELWETENSCHAPPEN
23.
Samenstelling propedeuse Personeelwetenschappen
23.1
De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast, uitgedrukt in studiepunten: 400112 Sociologie voor maatschappijwetenschappen 3 760001 Inleiding Personeelwetenschappen 4 760624 Inleiding Recht/sociaal recht 4 441039 Inleiding Beleidswetenschappen 4 432101 Sociaal-economische geschiedenis 4 595110 Inleiding Psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 570112 Inleiding Sociale psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 400002 Inleiding Economie 4 424100 MTO-01-MAW: Inleiding Methodenleer 3 424104 MTO-02-MAW: Beschrijvende statistiek 3 424106 MTO-03-MAW: Inductieve statistiek 3 760110 Academische vaardigheden PEW 1 1 760111 Academische vaardigheden PEW 2 1 760112 Academische vaardigheden PEW 3: paper 2 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid omvatten een practicum: 424104 MTO-02-MAW: Beschrijvende statistiek 424106 MTO-03-MAW: Inductieve statistiek 760110 Academische vaardigheden PEW 1 760111 Academische vaardigheden PEW 2 760112 Academische vaardigheden PEW 3: paper
23.2
24.
Samenstelling Major Personeelwetenschappen Het doctoraal examen omvat voor alle studenten onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: 441760 Arbeids- en organisatiesociologie 400002 Bedrijfseconomie 421020 Inleiding Arbeids- en organisatiepsychologie 760901 Skill-lab interview en enquête 760909 Skill-lab werving en selectie Skill-lab naar keuze uit de volgende twee: 760904 Skill-lab adviesvaardigheden 760905 Skill-lab juridische vaardigheden 760431 Onderzoekspracticum PEW 2 431012 Sociale filosofie 425023 Wetenschapsfilosofie 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 2
de
volgende 4 4 4 2 2 2 4 4 4 3 3
Indien de onderwijseenheid Sociale filosofie deel heeft uitgemaakt van het propedeutisch examen, dient de student in plaats hiervan een keuzevak van 4 studiepunten in het doctoraal programma op te nemen.
11Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
24.1
424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 3 760120 Probleemveld 1: Waardering van arbeid 8 760220 Probleemveld 2: Organisatie, leidinggeven en besluitvorming 8 760321 Probleemveld 3: Technologie en arbeid 8 760422 Probleemveld 4: Arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 8 760520 Probleemveld 5: Strategie en beleid 8 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 760026 Individueel onderzoeksvoorstel-PEW 3 760422 Afstudeeronderzoek-PEW 22 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid, omvatten een practicum: 760901 Skill-lab interview en enquête 760909 Skill-lab werving en selectie Skill-lab naar keuze uit de volgende twee: 2 760904 Skill-lab adviesvaardigheden 760905 Skill-lab juridische vaardigheden 760431 Onderzoekspracticum PEW 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 760120 Probleemveld 1: Waardering van arbeid 760220 Probleemveld 2: Organisatie, leidinggeven en besluitvorming 760321 Probleemveld 3: Technologie en arbeid 760422 Probleemveld 4: Arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 760520 Probleemveld 5: Strategie en beleid 760026 Individueel onderzoeksvoorstel- PEW
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
12
V
PSYCHOLOGIE
25.
Samenstelling propedeuse Psychologie
25.1
De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast, uitgedrukt in studiepunten: 595101 Inleiding en geschiedenis van de psychologie 3 560100 Ontwikkelingsleer 4 540100 Fysiologische psychologie 4 550100 Persoonlijkheidsleer 4 530000 Functieleer 4 570111 Inleiding Sociale psychologie voor psychologen 3 400113 Sociologie voor psychologen 3 425027 Filosofie 4 424200 MTO-01-PSY: Inleiding Methodenleer 3 424103 MTO-02: Beschrijvende statistiek 3 424105 MTO-03: Inductieve statistiek 3 500005 Academische vaardigheden Psychologie 1 1 500006 Academische vaardigheden Psychologie 2 1 500007 Academische vaardigheden Psychologie 3: paper 2 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid omvatten een practicum: 530000 Functieleer 570111 Inleiding Sociale psychologie 424200 MTO-01-PSY: Inleiding Methodenleer 424103 MTO-02: Beschrijvende statistiek 424105 MTO-03: Inductieve statistiek 500005 Academische vaardigheden Psychologie 1 500006 Academische vaardigheden Psychologie 2 500007 Academische vaardigheden Psychologie 3: paper
25.2
26.
Samenstelling Majors binnen de opleiding Psychologie
26.1
Majors Psychologie Een student van de opleiding Psychologie dient een van de volgende Majors op te nemen in het doctoraal programma: - Major Arbeids- en organisatiepsychologie - Major Economische Psychologie - Major Kinder- en jeugdpsychologie - Major Klinische gezondheidspsychologie Verplichte onderwijseenheden Tot elke Major binnen de opleiding Psychologie behoren de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: 500145 Biologische psychologie 4 421029 Psychopathologie 3 3 500531 Cultuurpsychologie 4
26.2
3
Indien de onderwijseenheid Cultuurpsychologie deel heeft uitgemaakt van het propedeutisch examen, dient de student in plaats hiervan een onderwijseenheid naar keuze op te nemen, behorend tot de
13Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
500154 Testtheorie en Testdiagnostiek 500143 Beroepsvaardigheden: Beroepsethiek 425023 Wetenschapsfilosofie 424310 MTO-04-PSY: Experimentele onderzoeksmethoden 424311 MTO-05-PSY: Correlationele onderzoeksmethoden 1 424213 MTO-06-PSY: Correlationele onderzoeksmethoden 2 425032 Beroepsvaardigheden: Dataverzameling 500014 Beroepsvaardigheden: Gesprekstechnieken 500016 Beroepsvaardigheden: Groepsvaardigheden 424003 Onderzoekspracticum 26.3
Keuze van twee inleidingen op een Major
onderwijseenheden van de gekozen Major.
4 1 4 3 3 3 2 1 1 4
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
14
De student dient in het doctoraalprogramma twee van de volgende vier onderwijseenheden op te nemen4: 421020 Inleiding Arbeids- en organisatiepsychologie 590020 Inleiding Economische psychologie 421019 Inleiding Kinder-en jeugdpsychologie 580027 Inleiding Klinische psychologie 26.4
Verplichte onderwijseenheden per Major Afhankelijk van de gekozen Major zijn de volgende onderwijseenheden verplicht:
26.4.1 Major Arbeids- en organisatiepsychologie 421020Inleiding Arbeidsen organisatiepsychologie 4 575024 Organisatiepsychologie 4 575021 Personeelspsychologie 4 421033 Arbeidspsychologie 4 421032Organisatieverandering en -ontwikkeling 4 421040Analyse en ontwerp arbeid 4 421048Diagnostische processen en modellen van arbeid en organisatie 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 400210Individueel onderzoeksvoorstel 3 Afstudeeronderzoek Arbeids- en organisatiepsychologie 14 tot 20 Afstudeerstage Arbeids- en organisatiepsychologie 14 tot 20 De studiebelasting van Afstudeeronderzoek en Afstudeerstage bedraagt te zamen maximaal 34 studiepunten. 26.4.2 Major Economische Psychologie 590020Inleiding Economische psychologie 4 590024 Consumentenbeslissingsgedrag 4 590032Psychologische marketing 4 590033Macro-economische psychologie 4 421026Kwalitatieve informatieverwerving 4 421049Financieel gedrag 4
4
Een van deze inleidingen is per definitie de verplichte inleiding van de gekozen Major (zie art. 26.4). Als de tweede inleiding behoort tot de gekozen Minor ontstaat conform art. 7 ruimte voor een extra keuzevak van 4 studiepunten.
15Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001 421025Assessment van marktonderzoek 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 400210Individueel onderzoeksvoorstel Psychologie 3 Afstudeeronderzoek Economische psychologie 14 tot 20 Afstudeerstage Economische psychologie 14 tot 20 De studiebelasting van Afstudeeronderzoek en Afstudeerstage bedraagt te zamen maximaal 34 studiepunten. 26.4.3 Major Kinder- en jeugdpsychologie 421019Inleiding Kinder-en jeugdpsychologie 4 422047Psychosociale ontwikkelingsproblematiek 4 560110 Ontwikkelingsstoornissen 4 422046 Ontwikkelingsneuropsychologie 4 422041Diagnostiek kinderen jeugdpsychologie 4 500165Institutionele zorgen behandelmethoden 4 500167Klinische vaardigheden Kinderen jeugdpsychologie 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 400210Individueel onderzoeksvoorstel Psychologie 3 Afstudeeronderzoek Kinder-en jeugdpsychologie 14 tot 20 Afstudeerstage Kinder-en jeugdpsychologie 14 tot 20 De studiebelasting van Afstudeeronderzoek en Afstudeerstage bedraagt te zamen maximaal 34 studiepunten. 26.4.4 Major Klinische gezondheidspsychologie 580027Inleiding Klinische psychologie 4 422104 Gezondheidspsychologie 4 540025Psychosomatische ziekten en klachten 4 431303Gender en gezondheid 4 422048Klinische gezondheidspsychologie 4 422021Diagnostiek en behandelingsmethoden 4 500167Klinische vaardigheden 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 400210Individueel onderzoeksvoorstel Psychologie 3 Afstudeeronderzoek Klinische gezondheidspsychologie 14 tot 20 Afstudeerstage Klinische gezondheidspsychologie 14 tot 20
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
16
De studiebelasting van Afstudeeronderzoek en Afstudeerstage bedraagt te zamen maximaal 34 studiepunten. 26.5
Practica in het doctoraal De volgende onderwijseenheden uit de vorige leden van dit artikel, omvatten een practicum: 500154 Testtheorie en Testdiagnostiek 424310 MTO-4 voor psychologie: Experimentele onderzoeksmethoden 424311 MTO-5 voor psychologie: Correlationele onderzoeksmethoden 1 424213 MTO-6 voor psychologie: Correlationele onderzoeksmethoden 2 425032 Beroepsvaardigheden: Dataverzameling 500014 Beroepsvaardigheden: Gesprekstechnieken 500016 Beroepsvaardigheden: Groepsvaardigheden 424003 Onderzoekspracticum Psychologie 500165 Institutionele zorg- en behandelmethoden 422021 Diagnostiek en behandelingsmethoden 400210 Individueel onderzoeksvoorstel Psychologie
17Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001 VI
SOCIOLOGIE
27.
Samenstelling propedeuse Sociologie
27.1
De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast, uitgedrukt in studiepunten: 400112 Sociologie voor maatschappijwetenschappen 3 400114 Hoofdvragen van de sociologie 1 4 400110 Hoofdvragen van de sociologie 2 4 441025 Inleiding Organisatiewetenschappen 4 432101 Sociaal-economische geschiedenis 4 595110 Inleiding Psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 570112 Inleiding Sociale psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 400002 Inleiding Economie 4 424100 MTO-01-MAW: Inleiding Methodenleer 3 424104 MTO-02-MAW: Beschrijvende statistiek 3 424106 MTO-03-MAW: Inductieve statistiek 3 400007 Academische vaardigheden Sociologie 1 1 400008 Academische vaardigheden Sociologie 2 1 400009 Academische vaardigheden Sociologie 3: paper 2 De volgende van de in het vorige lid genoemde propedeuse-onderdelen omvatten een practicum: 424104 MTO-02-MAW: Beschrijvende statistiek 424106 MTO-03-MAW: Inductieve statistiek 400007 Academische vaardigheden Sociologie 1 400008 Academische vaardigheden Sociologie 2 400009 Academische vaardigheden Sociologie 3: paper
27.2
28.
Samenstelling Major Sociologie
28.1
Het doctoraal examen omvat voor alle studenten de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: 441760 Arbeids- en organisatiesociologie 4 431221 Sociologische tradities 6 431222 Moderne theoretische sociologie 6 400111 Waarden en normen in de (post) moderne samenleving 6 400222 Stelsels van zorg en zekerheid in de verzorgingsstaat (Major Sociologie) 6 5 431011 Sociale filosofie 4 425023 Wetenschapsfilosofie 4 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 3 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 3 424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 3 441052 Economische Sociologie 4 5
Indien de onderwijseenheid Sociale filosofie deel heeft uitgemaakt van het propedeutisch examen, dient de student in plaats hiervan een keuzevak van 4 studiepunten in het doctoraal programma op te nemen.
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001 6
432207 Maatschappijgeschiedenis
18
4
431046Theorie en Onderzoek : Waarden en normen 6 431047Theorie en Onderzoek: Solidariteit en verdelende rechtvaardigheid 6 • Onderwijseenheden met een totale omvang van 12 studiepunten naar keuze uit: 12 • de onderdelen van de Major BOW • de onderdelen van de Major PEW • de onderdelen van de Major VTW • de onderdelen die deel uitmaken van de bij deze OER gevoegde Minors • Onderwijseenheid vrij te kiezen uit alle onderwijseenheden die binnen de FSW op doctoraal niveau worden aangeboden 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 400221Individueel onderzoeksvoorstel-sociologie 3 421400 Afstudeerproject-sociologie 22 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid, omvatten een practicum: 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 431046 Theorie en Onderzoek: Waarden en normen 431047 Theorie en Onderzoek: Solidariteit en verdelende rechtvaardigheid 400221 Individueel onderzoeksvoorstel-sociologie
28.2
6
Indien de onderwijseenheid maatschappijgeschiedenis deel heeft uitgemaakt van het propedeutisch examen, dient de student in plaats hiervan de onderwijseenheid ‘sociaaleconomische geschiedenis’ in het doctoraal programma op te nemen.
19Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001 VII
VRIJETIJDWETENSCHAPPEN
29.
Samenstelling propedeuse Vrijetijdwetenschappen
29.1
De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast, uitgedrukt in studiepunten: 400112 Sociologie voor maatschappijwetenschappen 3 421080 Inleiding Vrijetijdwetenschappen 1 4 450131 Inleiding Vrijetijdwetenschappen 2 4 441004 Organisatie en beleid 4 432101 Sociaal-economische geschiedenis 4 595110 Inleiding Psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 570112 Inleiding Sociale psychologie voor maatschappijwetenschappen 3 400002 Inleiding Economie 4 424100 MTO-01-MAW: Inleiding Methodenleer 3 424104 MTO-02: Beschrijvende statistiek 3 424106 MTO-03: Inductieve statistiek 3 450002 Academische vaardigheden VTW 1 1 450003 Academische vaardigheden VTW 2 1 450004 Academische vaardigheden VTW 3: paper 2 De volgende van de in het vorige lid genoemde propedeuse-onderdelen omvatten een practicum: 424100 MTO-01-MAW: Inleiding Methodenleer 424104 MTO-02: Beschrijvende statistiek 424106 MTO-03: Inductieve statistiek 450002 Academische vaardigheden VTW 1 450003 Academische vaardigheden VTW 2 450004 Academische vaardigheden VTW 3: paper
29.2
30.
Samenstelling Major Vrijetijdwetenschappen
30.1
Het doctoraal examen omvat voor alle studenten onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: 400001 Bedrijfseconomie 450134 Grondslagen vrijetijdsonderzoek 450110 Participatie en consumptie in de vrije tijd 590024 Consumentenbeslissingsgedrag 450136 Globalization 7 431011 Sociale filosofie 450111 Allocatie en besteding van tijd 450072 Interventies in de vrije tijd 1 450149 Interventies in de vrije tijd 2 590032 Psychologische marketing 425023 Wetenschapsfilosofie 7
de
volgende 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
Indien de onderwijseenheid Sociale filosofie deel heeft uitgemaakt van het propedeutisch examen, dient de student in plaats hiervan de ‘Inleiding VTW 2' in het doctoraal programma op te nemen.
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
30.2
20
424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 3 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 3 424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 3 450212 Probleemveld participatie in toerisme, sport, cultuur 8 450211 Probleemveld beleid in toerisme, sport, cultuur 8 450210 Probleemveld organisatie in toerisme, sport, cultuur 8 • Een onderwijseenheid naar keuze. 4 Het afstuderen dient betrekking te hebben op een thematiek die aansluit bij het gevolgde Majorprogramma en omvat de volgende onderdelen: 450200 Individueel onderzoeksvoorstel-VTW 3 450220 Afstudeeronderzoek-VTW 22 De volgende onderwijseenheden uit het vorige lid, omvatten een practicum: 424210 MTO-04-MAW: Causale analyse 1 3 424211 MTO-05-MAW: Causale analyse 2 3 424212 MTO-06-MAW: Beleids- en evaluatieonderzoek 3 450212 Probleemveld participatie in toerisme, sport, cultuur 450211 Probleemveld beleid in toerisme, sport, cultuur 450210 Probleemveld organisatie in toerisme, sport, cultuur 450200 Individueel onderzoeksvoorstel-VTW
21Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
VIII
Keuzevakken FSW
31.
Een student kan zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie alle onderwijseenheden als keuzevak in zijn doctoraalpakket opnemen die binnen de FSW op doctoraalniveau worden verzorgd. Dit betreft naast de onderwijseenheden genoemd in hoofdstuk III t/m VII en de onderwijseenheden behorende tot de minors die zijn opgenomen in de bijlage van deze regeling tevens de volgende onderwijseenheden: 441020 Milieubeleid 4 S00003 Management van duurzame ontwikkeling 4 450140 Capita selecta m.b.t. sport 4 400122 Regionale geschiedenis in Brabant, een verkenning 4 400133 Dagelijks leven in rooms Brabant: interviews, egodocumenten, brieven, dagboeken, autobiografie n 4 550031 Psychodiagnostisch onderzoek 4 500155 Cognitieve psychologie 4 500163 Literatuur Juridische en organisatorische aspecten van de gezondheidszorg 1 499222 Literatuur sexuologie 3
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
22
IX
SLOT- EN INVOERINGSBEPALINGEN
32. 1.
Overgangsregelingen Voor studenten die voor 1 september 1999 zijn begonnen aan de doctoraal fase blijft voor wat betreft de samenstelling van het doctoraal examen de Onderwijs- en examenregeling van 1998/1999 van toepassing, met uitzondering van de navolgende bepaling ten aanzien van de onderwijsprogramma’s van de opleidingen BOW, Sociologie en VTW: 1) de onderwijseenheden Afstudeerproject: deel 1 (2 sp) en Afstudeerproject: deel 2 (16 sp) uit de OER BOW 1998/1999 worden vervangen door de volgende onderwijseenheden: 440200 Individueel onderzoeksvoorstel BOW (3 sp) 000017 Afstudeerproject BOW (15 sp) b) de onderwijseenheid Afstudeerproject (18 sp) uit de OER Sociologie 1998/1999 wordt vervangen door de volgende onderwijseenheden: 400221 Individueel onderzoeksvoorstel Sociologie (3 sp) 000047 Afstudeerproject Sociologie (15 sp) 3) de onderwijseenheid Afstudeerproject, inclusief afstudeerseminar (26 sp) uit de OER VTW 1998/1999 wordt vervangen door de volgende onderwijseenheden: 450200 Individueel onderzoeksvoorstel VTW (3 sp) 000053 Afstudeerproject, inclusief afstudeerseminar (23 sp) Voor onderwijseenheden waarin vanaf 1999/2000 geen onderwijs meer wordt verzorgd zijn per opleiding overgangsregelingen opgesteld, waaruit blijkt op welke wijze studenten kunnen voldoen aan hun examenverplichtingen. Deze regelingen zijn gepubliceerd in de studiegids 2000/2001 en dienen te worden beschouwd als bijlagen bij deze OER.
2.
33.
Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin het reglement niet voorziet beslist de examencommissie.
34.
Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Wijzigingen in de loop van het studiejaar vinden slechts plaats indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
35.
Bekendmaking Het onderwijsinstituut draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, alsmede van wijzigingen van deze stukken.
36.
Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 31 augustus 2000.
23Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
Aldus vastgesteld bij besluit van de decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen op 15 juni 2000.
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
24
Bijlage bij de OER FSW 2000/2001 Overzicht van Minors die binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen worden aangeboden. Minor Arbeid, zorg en sociale zekerheid 400222 Stelsels van zorg en zekerheid 441041 Arbeidsmarktvraagstukken 750034 Arbeid, zorg en sociale politiek 500168 Organisatie en beleid van de gezondheidszorg 750032 Ouderenbeleid
4 4 4 4 4
Minor Arbeids- en organisatiepsychologie 421020 Inleiding Arbeids- en organisatiepsychologie 575024 Organisatiepsychologie 575021 Personeelspsychologie 421033 Arbeidspsychologie 421032 Organisatieverandering en -ontwikkeling
4 4 4 4 4
Minor Beleids- en organisatiewetenschappen 441760 Arbeids- en organisatiesociologie 441058 Strategische besluitvorming 441005 Structurering van werkprocessen 441057 Relaties en netwerken van organisaties 441066 Strategische beleidsontwikkeling
4 4 4 4 4
Minor Economische Psychologie 590020 Inleiding Economische psychologie 590024 Consumentenbeslissingsgedrag 590032 Psychologische marketing 590033 Macro-economische psychologie 421026 Kwalitatieve informatieverwerving
4 4 4 4 4
Minor Genderstudies 431042 Gender in onderzoek 431303 Gender en gezondheid 431044 Beelden van mannelijkheid, vrouwelijkheid en etniciteit 431304 Emancipatie in arbeid en organisatie 421045 Genderprocessen in arbeids- en privésfeer
4 4 4 4 4
Minor Psychologie in de Gezondheidszorg Drie cursussen naar keuze uit de volgende zes: 500142 - Sociale psychiatrie 500162 - Psychotraumatologie 550110 - Psychologie in de gezondheidszorg: titel nog veranderen!! 500166 - Integrale zorg bij kankerpati nten 530035 - Stress en cognitie 540030 - Psychofarmacologie Twee onderwijseenheden naar keuze uit:
12
8
25Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
• •
de onderwijseenheden behorende tot de Major(s) van de betreffende opleiding; de onderwijseenheden die behoren tot de Minor(s) die de student krachtens het bepaalde in de OER zonder toestemming van de examencommissie mag combineren met de gekozen Major.
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
26
Minor Kinder- en jeugdpsychologie 421019 Inleiding Kinder-en jeugdpsychologie 422047 Psychosociale ontwikkelingsproblematiek 560110 Ontwikkelingsstoornissen 500165 Institutionele zorg- en behandelmethoden 422046 Ontwikkelingneuropsychologie
4 4 4 4 4
Minor Klinische gezondheidspsychologie 580027 Inleiding Klinische psychologie 422104 Gezondheidspsychologie 540025 Psychosomatische ziekten en klachten 431303 Gender en gezondheid 422048 Klinische gezondheidspsychologie
4 4 4 4 4
Minor Klinische neuropsychologie 422046 Ontwikkelingneuropsychologie 4 550028 Klinische neuropsychologie 4 540032 Neuropsychologische diagnostiek 4 540031 Cognitieve neuropsychologie 4 Een onderdeel naar keuze uit: 4 • de onderwijseenheden behorende tot de Major(s) van de betreffende opleiding; • de onderwijseenheden die behoren tot de Minor(s) die de student krachtens het bepaalde in de OER zonder toestemming van de examencommissie mag combineren met de gekozen Major. Leren en cultuur 422044 Leren en de ontwikkeling van competenties 4 422022 Gedrag in culturele context 4 500151 Leren en ontwikkeling in context 4 Twee onderwijseenheden naar keuze uit: 8 de onderwijseenheden behorende tot de Major(s) van de betreffende • opleiding; • de onderwijseenheden die behoren tot de Minor(s) die de student krachtens het bepaalde in de OER zonder toestemming van de examencommissie mag combineren met de gekozen Major. Minor Methoden en Technieken 424214 MTO-07: Multivariate onderzoeksmethoden 424215 MTO-08: Meetmethoden in de sociale en gedragswetenschappen 424216 MTO-09: Methoden van categorische data-analyse 424217 MTO-10: Lineaire structuurmodellen 424218 MTO-11: Geavanceerde dataverzameling en data-analyse
4 4 4 4 4
Minor Personeelwetenschappen 760001 Inleiding Personeelwetenschappen 4 Afhankelijk van de Major twee van de volgende vier onderwijseenheden: 8 400002 Inleiding Algemene economie (in combinatie met Majors psychologie) 441760 Arbeids- en organisatiesociologie (in combinatie met Majors psychologie)
27Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
421020 Inleiding Arbeids- en organisatiepsychologie (in combinatie met overige Majors) 575021 Personeelspsychologie (in combinatie met overige Majors) Een keuze uit: 8 760422 Probleemveld 4: Arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 760520 Probleemveld 5: Strategie en beleid
Onderwijs- en Examenregeling 2000/2001
28
Minor Sociale psychologie 421061 Groepsdynamica 4 500153 Beïnvloedingsprocessen 4 422039 Attitude en attitudeverandering 4 Twee onderdelen naar keuze uit: 8 • de onderwijseenheden behorende tot de Major(s) van de betreffende opleiding; • de onderwijseenheden die behoren tot de Minor(s) die de student krachtens het bepaalde in de OER zonder toestemming van de examencommissie mag combineren met de gekozen Major. Minor Sociologie 400114 Hoofdvragen van de sociologie 1 4 432207 Maatschappijgeschiedenis 4 Een van de volgende clusters van onderwijseenheden: 12 • Cluster 1: 400111 Waarden en normen in de (post) moderne samenleving 431046 Theorie en onderzoek: Waarden en normen Cluster 2: • 400222 Stelsels van zorg en zekerheid in de verzorgingsstaat 431063 Theorie en onderzoek 2: Solidariteit en verdelende rechtvaardigheid • Cluster 3: 431221 Sociologische tradities 431222 Moderne theoretische sociologie • Cluster 4: 441760 Arbeids- en Organisatiesociologie 441052 Economische sociologie 441063 Onderneming en maatschappij Minor Vrijetijdwetenschappen Een keuze van 20 studiepunten uit de volgende onderwijseenheden: 450110 Participatie en consumptie in de vrije tijd 450111 Allocatie en besteding van tijd 450072 Interventies in de vrijetijd 1 450149 Interventies in de vrijetijd 2 450210 Probleemveld organisatie van cultuur/toerisme/sport 450211 Probleemveld beleid in cultuur/toerisme/sport 450212 Probleemveld participatie in cultuur/toerisme/sport
4 4 4 4 8 8 8