20 november 2012 DEFINITIEF V1.1. Algemeen Programma van Eisen Dierentehuis Stevenshage

Algemeen Programma van Eisen Dierentehuis Stevenshage

20 november 2012 DEFINITIEF V1.1

INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING 1.1. INLEIDING 1.2. DOELSTELLINGEN 1.3. OPBOUW DEEL A: ALGEMEEN 2. ORGANISATORISCHE UITGANGSPUNTEN 2.1. OVER SDLO 2.2. ORGANISATIESTRUCTUUR 2.3. ORGANISATIECULTUUR 2.4. AMBITIENIVEAU 2.5. GROEIVERWACHTING 2.6. HUISVESTINGSBELEID SDLO 3. FUNCTIONEEL PROGRAMMA VAN EISEN 3.1. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN VOOR HUISVESTING 3.2. FUNCTIONELE WERKOMGEVING 3.3. BENODIGDE FACILITEITEN 3.4. HUISVESTINGCONCEPT 3.5. LOCATIE- EN GEBOUWEISEN 4. RUIMTELIJKE EISEN 4.1. RUIMTELIJK KADER 4.2. RUIMTE VOOR WERKPLEKKEN EN DIERENFACILITEITEN DEEL B: FUNCTIONEEL TECHNISCH (Architect) 5. TECHNISCH PROGRAMMA VAN EISEN 5.1 ALGEMENE GEBOUWEISEN 5.2 TECHNISCHE EISEN 6. WET MILIEUBEHEER 6.1 ALGEMEEN 6.2 MILIEUWETGEVING 7. HONDEN EN KATTENBESLUIT 1999 7.1 AFMETINGEN VAN DIERVERBLIJVEN 7.2 GEBRUIKTE MATERIALEN 7.3 KLIMAAT 7.4 DRINKWATER 7.5 REINIGING EN DESINFECTIE 7.6 DODE DIEREN 7.7 ZIEKENBOEG 7.8 QUARINAIRERUIMTEN BIJLAGE: Artikel 5 en artikel 8 van boek 5 van het Burgerlijk wetboek

1. AANLEIDING 1.1. Inleiding De Stichting Dierentehuizen Leiden en Omstreken (SDLO) beheert het Dierentehuis Stevenshage aan de Kenauweg 1 te Leiden. Het bestuur van deze stichting wil het asiel in 2013 voorzien van nieuwe huisvesting. Dit programma van eisen geeft weer aan welke eisen het nieuwe asielgebouw moet gaan voldoen en is er op gericht om een functioneel en duurzaam gebouw te ontwerpen dat de doelstellingen van het asiel zowel nu als in de toekomst optimaal ondersteunt. In het nieuwe gebouw zullen de volgende kerntaken worden verricht: 1. Opvang en plaatsing van zwerf- en afstandsdieren; 2. Dierenpension; 3. Educatie en voorlichting; 4. Sociale maatschappelijke functie; 5. Dieren benodigdheden verkooppunt. De huidige huisvesting kan deze functies niet faciliteren door diverse oorzaken:  er is de afgelopen18 jaar niet structureel onderhoud gepleegd, waardoor de huisvesting niet meer optimaal aansluit bij de dienstverlening van het asiel;  de niet geplande samenvoeging van voorgaande locaties heeft geleid tot een structureel gebrek aan opvangcapaciteit;  het gebrek aan opvangcapaciteit gaat in de toekomst waarschijnlijk verder groeien doordat de inwonertallen van de betrokken gemeenten blijven stijgen en de behoefte aan dierenopvang (helaas) verder toeneemt;  de huidige locatie voldoet (nog) niet volledig aan de eisen van het Honden en Kattenbesluit (HKB) en van de Milieuwetgeving;  gemeentelijke- en rijksoverheden willen in de toekomst alleen werken met asielen die voldoen aan een bepaalde normering, zoals een landelijk erkend criteria als De Erkenningsregel (Dierenbescherming).

1.2. Doelstellingen Dit Programma van Eisen heeft de volgende doelstellingen:  zorgen dat Stevenshage in de nabije toekomst kan beschikken over een duurzaam en functioneel gebouw dat, zowel nu als in de toekomst, optimaal bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van het asiel;  het leggen van een solide basis voor het latere bestek en kostenraming;  zorgen voor een praktische checklist gedurende het ontwerpproces;  een adequaat communicatiemiddel naar alle betrokken partijen, zowel intern als extern. Als zodanig zal dit document na goedkeuring door het bestuur van SDLO een officiële status krijgen waaraan alle betrokken partijen zich dienen te committeren.

1.3. Opbouw De basis van elk Programma van Eisen is een gedegen analyse van de te huisvesten organisatie. Deze analyse wordt uitgewerkt binnen het onderstaande kader:  Organisatie  Functionele eisen  Ruimtelijke eisen  Technische eisen  Financieel kader

In deze eerste versie van het Algemeen Programma van Eisen is het financieel kader niet meegenomen. Dit Algemeen Programma van Eisen is op basis van de onderstaande documenten tot stand gekomen:  Milieuwetgeving;  Honden en KattenBesluit 1999;  Bouwbesluit 2003;  Milieu Haalbaarheid, Aanpassing/uitbreiding, pakket van Eisen Dierentehuis Stevensage 2009  Groei scenario standaard + 10% en Katwijk  Beleidsplan SDLO 2010 – 2020  Eisen verbouw, maten gebouw d.d. 15.09.2010  Risico Inventarisatie & Evaluatie Stevenshage d.d  De Erkenningsregel - Dierenbescherming

DEEL A: ALGEMEEN Deel A: Algemeen 2. ORGANISATORISCHE UITGANGSPUNTEN 2.1. Over SDLO De Stichting Dierentehuizen Leiden en Omstreken (SDLO) beheert een dierentehuis in Leiden waarin de zwerf- en afstandsdieren uit het grondgebied van de gemeenten Katwijk (Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg), Leiden, Leiderdorp. Oegstgeest, Teylingen (Sassenheim, Voorhout, Warmond), Voorschoten, Kaag en Braasem en Zoeterwoude worden opgevangen en verzorgd. Wettelijke taak Volgens artikel 8 lid 3 jo. artikel 5 lid 1c van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek – zie bijlage dient iedere burgemeester zorg te dragen voor de opvang en verzorging van zwerfdieren in de eigen gemeente (bewaarplicht). De genoemde gemeenten maken voor de opvang van zwerfdieren gebruik van de diensten van Stevenshage en hebben hiermee hun wettelijke bewaarplicht overgedragen aan Stevenshage. Stevenshage voert hiermee een wettelijke taak uit waar tegenover een kostendekkende vergoeding van alle betrokken gemeenten dient te staan. Overige asieltaken Naast de wettelijke taak (het 2 weken bewaren van het gevonden dier) voor de genoemde gemeenten, voert Stevenshage ook andere asielgerelateerde taken uit. Het gaat om de volgende taken:  het verzorgen van dieren die niet binnen twee weken worden opgehaald door de eigenaar. De verzorging van de dieren bestaat uit het verschaffen van onderdak, voeding, vacht- en medische verzorging, resocialisatie en menselijke aandacht;  het voeren van een actief plaatsingsbeleid voor het herplaatsen van zwerfdieren die niet binnen twee weken worden opgehaald door de eigenaar. Wanneer zich binnen de wettelijke termijn van twee weken geen eigenaar meldt, gaat het asiel op zoek naar een nieuw en goed tehuis voor het dier;  het opvangen van dieren uit andere omliggende gemeenten bij calamiteiten en in overleg;  het opvangen, verzorgen en herplaatsen van dieren waarvan eigenaren om uiteenlopende redenen afstand doen: de zogenaamde afstandsdieren;  het verlenen van gedegen nazorg richting nieuwe eigenaren en geplaatste dieren;  het geven van voorlichting en educatie over dieren en dierenwelzijn. Gemiddeld verzorgen de medewerkers van het asiel ongeveer 600 katten en 300 honden per jaar. Ook jaarlijks ongeveer150 andere dieren zoals tamme vogels, cavia's en konijnen worden in het dierentehuis opgenomen. Pension Naast het dierentehuis beheert Stevenshage in hetzelfde gebouw een dierenpension. Het dierentehuis heeft een prima dierenpension waar dieren hun vakantie kunnen doorbrengen, verzekerd van goede, deskundige en liefdevolle verzorging. Verkooppunt voor (speciale) dierbenodigdheden Stevenshage beschikt over een verkooppunt waar dierbenodigdheden (zoals speciaal voer of tweedehands tennisballen) kunnen worden gekocht.

2.2. Organisatiestructuur Bestuur De Stichting Dierentehuizen Leiden e.o. wordt geleid door een bestuur bestaande uit 6 vrijwilligers. Het bestuur voert een ‘beleid op afstand’ waarbij de strategie, de daarbij behorende beleidslijnen en de financiële kaders worden uitgezet door het bestuur. De verantwoordelijkheid voor de dagelijkse invulling hiervan is gedelegeerd naar de beheerder en de plaatsvervangend beheerder, die beiden worden benoemd door het bestuur. Dagelijkse leiding en vaste medewerkers De beheerder en de plaatsvervangend beheerder geven leiding aan de overige vaste medewerkers van Stevenshage. Het personeel telt (inclusief beheerder en plaatsvervangend beheerder), in totaal 6 fulltime en 3 parttime betaalde medewerkers. Elke afdeling (honden, asielkatten, pensionkatten/knagers, beheer) heeft in principe 2 vaste krachten, zodat er in principe 7 dagen in de week op elke afdeling een vaste kracht aanwezig is. Daarnaast wordt er in drukke (vakantie)tijden een beroep gedaan op vakantiekrachten. Via de Zijlbedrijven wordt een parttime kracht ingehuurd voor halve dagen. Vrijwilligers De vaste medewerkers worden in hun taken bijgestaan door vrijwilligers, stagiaires en mensen die via de reclassering een werkstraf uitvoeren. De eindverantwoordelijkheid voor dit werk ligt altijd bij het vaste personeel. Zij delen het werk in en sturen de mensen aan. Stevenshage streeft naar handhaving van de huidige omvang van de ca 70 vrijwilligers in haar bestand en een goede vertegenwoordiging van de vrijwilligers over de gemeenten in de regio.

2.3. Organisatiecultuur De cultuur van Stevenshage wordt het sterkst gekenmerkt door een grote en gezamenlijke passie voor dierenwelzijn. Iedereen die bij het dierentehuis betrokken is, of het nou om de vaste medewerkers gaat of om de 70 vrijwilligers, heeft van nature het welzijn van de dieren op de eerste plaats staan, Dit leidt tot een sterke onderlinge verbondenheid en de gezamenlijke wil om steeds beter te worden in ons werk. Het bestuur van Stevenshage wil deze passie voor dierenwelzijn en de daaruit voortvloeiende onderlinge verbondenheid ondersteunen door goed werkgeverschap te tonen en de dieren, werknemers en vrijwilligers een gestructureerde en veilige werkomgeving te bieden. Naast de betrokkenheid en inzet van het vaste personeel en de vrijwilligers ontvangt Stevenshage ook veel goodwill vanuit de gemeenschap, zowel bij de participerende gemeentes als bij de burgers. De primaire focus op de verzorging van dieren is hier debet aan, evenals de sociale functie die het dierentehuis heeft binnen het verzorginggebied als stageplaats en sociale werkplaats. Stevenshage hecht er waarde aan om in open verbinding met de omgeving te staan en structureel toegevoegde waarde te leveren aan haar omgeving.

2.4. Ambitieniveau Alle vaste medewerkers en vrijwilligers zetten dagelijks hun schouders onder het realiseren van één gezamenlijke missie en dat is het streven om het beste dierentehuis van Nederland te zijn! Om deze missie te realiseren draagt iedereen binnen Stevenshage met zijn of haar werk rechtstreeks bij aan de volgende strategische lange termijn doelstellingen:

     

zorgen voor uitstekend dierenwelzijn; creëren van meer bewustwording over dierenwelzijn bieden van goed werkgeverschap en vrijwilligersbeleid; waarborgen van een solide financiële basis; leveren van een betekenisvolle bijdrage aan sociaal maatschappelijke participatie; het continu blijven werken aan een steeds duurzamere organisatie.

2.5. Groeiverwachting De laatste drie jaar is het aantal opgevangen dieren toegenomen met 9%. Op basis van de verwachte stijging in de inwoneraantallen van de participerende gemeenten wordt verwacht dat het aantal op te vangen dieren in de toekomst nog verder zal toenemen. Deze groei is nadrukkelijk geen ambitie, want in een ideale wereld is het opvangen en verzorgen van zwerfdieren overbodig. In totaal gaat Stevenshage uit van een groei van10%.

2.6. Kernwaarden Om de missie en doelstellingen in combinatie met de toenemende noodzaak voor dierenopvang te kunnen realiseren, verankeren alle medewerkers en vrijwilligers op dagelijkse basis de volgende 6 kernwaarden in hun doen én in hun laten:  Dier- en mensvriendelijk;  Professionaliteit;  Efficiëntie;  Integriteit;  Toewijding;  Duurzaamheid. De missie, doelstellingen en kernwaarden liggen in elkaars verlengde en vormen een richtinggevende basis voor de manier waarop Stevenshage opereert.

2.7. Huisvestingsbeleid De nieuwe huisvesting moet een afspiegeling zijn van de missie, doelstellingen en kernwaarden van Stevenshage: Missie  Doelstellingen  Kernwaarden  Huisvestingsbeleid Om daadwerkelijk als richtinggevende basis voor de nieuwe huisvesting te kunnen dienen is op de volgende manier betekenis gegeven aan de 6 kernwaarden: Dier- en mensvriendelijk  Zorg voor lichamelijk en geestelijk welzijn van dieren staat voorop;  Veiligheid en hygiëne van dier en mens is structureel geborgd;  Huiskamer gevoel en laagdrempeligheid voor alle lagen van de bevolking;  Toegankelijkheid voor ouderen en minder validen;  Werkplekken van het personeel voldoen aan de ARBO eisen.

Professionaliteit  De opvang van dieren is vakkundig en voldoet (minimaal) aan de wettelijke eisen;  Bestuur en personeel beschikken over relevante opleiding(en) en werkervaring;  De organisatie en de daarbij behorende verdeling van TBV is helder en efficiënt;  Klachten worden gestructureerd afgehandeld en geëvalueerd;  Professionele (regionale) PR. Efficiëntie  Stevenshage bespaart kosten door de inzet van vrijwilligers en doordat een groot aantal leveranciers support levert in de vorm van giften in natura;  De financiële middelen die het asiel verkrijgt van donateurs, sponsors en legaten worden besteed aan activiteiten die rechtstreeks bijdragen aan de missie en doelstellingen,  Efficiëntie is een uitgangspunt bij de indeling en het gebruik van het gebouw;  Efficiëntie is een uitgangspunt bij het inrichten en uitvoeren van de werkprocessen;  De kostendekkende bijdrage die aan de participerende gemeenten wordt berekend is gebaseerd op een nauwkeurig rekenmodel. Integriteit  Er worden geen dieren geplaatst zonder goede match met de nieuwe eigenaar;  Op plaatsing volgt standaard een nacontrole ter ondersteuning van mens en dier;  Verantwoordelijke, ethische afweging bij medisch ingrijpen (o.a. euthanasie);  Financiële giften (bijvoorbeeld legaten) worden discreet en met respect behandeld;  Stevenshage voert een transparant financieel beleid. Toewijding  Alle personeelsleden en vrijwilligers delen een passie voor dierenwelzijn;  De opvang van dieren wordt uitgevoerd met een enorme dosis menselijke aandacht;  Het personeel is uitermate betrokken en intrinsiek gemotiveerd;  De aanwezigheid van de beheerder waarborgt 24/7 bereikbaarheid;  Stevenshage vervult haar bijdrage aan maatschappelijke participatie vanuit een basishouding van gelijkwaardigheid en met respect vooronderlinge verschillen. Duurzaamheid  Stevenshage wil huidig dierenwelzijn verbeteren en toekomstig dierenleed voorkomen en daarom wordt er gericht gewerkt aan educatie en bewustwording over dierenwelzijn;  Bewuste bijdrage aan sociaal maatschappelijke participatie;  Reductie CO2 uitstoot door de inzet van milieubesparende energietechnieken;  Materialen die niet (meer) bruikbaar zijn voor het dierentehuis, worden zoveel mogelijk voor hergebruik doorgezet naar betere bestemmingen;  Waar mogelijk wordt gewerkt met milieuvriendelijke materialen en dierbenodigdheden en waar milieuverontreinigende afvalstoffen en materialen absoluut noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering (hygiëne dieren bijv.) wordt middels een Risico Inventarisatie & Evaluatie structureel (intern) getoetst of het gebruik conform wetgeving is. Het spreekt voor zich dat er duidelijke raakvlakken zijn tussen deze 6 kernwaarden en dat de kracht zit in de onderlinge samenhang. Deze waarden moeten dan ook niet los van elkaar worden gezien, maar als een “integraal basisconcept” voor de nieuwe huisvesting voor SDLO. Dit integrale basisconcept is als volgt vertaald in termen van “Look and Feel”:

     

een functioneel gebouw dat optimaal de kerntaken van Stevenshage ondersteunt; behoud van de relatie met het unieke hondenbos; veel zichtlijnen, transparantie tonen; gebruik van duurzame en hoogwaardige materialen; stimulerende omgeving met aandacht voor kleur, licht en klimaat; warme atmosfeer waar men zich thuis kan voelen.

In hoofdstuk 3 wordt het integrale basisconcept voor de huisvesting van Stevenshage verder vertaald naar concrete basisprincipes voor de huisvesting, zodat het nieuwe gebouw ondersteunt en uitstraalt waar Stevenshage voor gaat en waar Stevenshage voor staat!

3. FUNCTIONEEL PROGRAMMA VAN EISEN 3.1. Algemene uitgangspunten voor huisvesting Voor Stevenshage is huisvesting uitermate belangrijk. Huisvesting dient als middel om het welzijn van de dieren te optimaliseren en de doelstellingen en kernwaarden van Stevenshage zowel intern als extern kracht bij te zetten. Huisvesting met als doelstelling het aanbieden van “een aangename, veilige en functionele werkomgeving waar de beste mensen uit het vakgebied graag willen werken en verblijven, altijd ten behoeve van het dier”.

3.2. Functionele werkomgeving Uitgangspunten Een werkomgeving moet voldoen aan een aantal functionele uitgangspunten. Op basis van deze functionele uitgangspunten worden de verschillende ruimten en benodigde faciliteiten bepaald, evenals de situering in het gebouw. Uit de 6 kernwaarden volgen de onderstaande concrete basisprincipes voor de huisvesting: Dier- en mensvriendelijk  Stressreducerende indeling van de dierenverblijven (honden/ katten gescheiden, etc);  Zichtlijnen inzetten om een open omgeving te creëren waar te zien is hoe wordt omgegaan met dier en mens;  Toegankelijk voor ouderen en minder validen. Professionaliteit  Indeling baseren op een soepele, effectieve en veilige uitvoer van de kerntaken;  Constante veilige bereikbaarheid van de locatie en 24/7 toegangsmogelijkheden bij noodgevallen waarborgen;  Uitstraling baseren op missie, doelstellingen en kernwaarden Stevenshage. Efficiëntie  Toegestane aantal m2 per faciliteit of werkplek op basis van vastgestelde norm, tenzij hier in het PvE helder van wordt afgeweken;  Werkplekken baseren op feitelijk gebruik;  Ruimten en werkplekken flexibel/multifunctioneel in te richten. Integriteit  Ruimte bieden aan gesprekken die privacy vereisen;  Ruimte bieden aan situaties die privacy en respect vereisen;  Zorgen dat de basisbehoeften van mens en dier niet geschaad worden. Toewijding  Een liefdevolle omgeving voor de dieren creëren;  Een inspirerende omgeving voor het personeel en vrijwilligers creëren;  Zorgen dat het gebouw op alle mogelijke manieren bijdraagt aan dierenwelzijn. Duurzaamheid  Ingetogen en doelmatig gebruik van middelen en materialen en waar mogelijk bestaande materialen hergebruiken;  Zichtbare inzet van energiebesparende technieken en duurzame materialen;  Ruimte om gericht te werken aan educatie en bewustwording over dierenwelzijn.

3.3. Benodigde faciliteiten Asielkatten Quarantaines  Verblijft waarbij dieren na opvang de eerste 3 weken in verblijven, opdat eventuele (overdraagbare) ziekten kunnen worden vastgesteld, zonder dat deze zich verspreiden onder de andere aanwezige dieren  Ruimte voor 8 quarantaines, maatvoering in HKB  Spoelbak en waterpunt, met aflegmogelijkheid  Opbrengruimte voor kattendekens, manden, vervoerskorven, kattenbakken, grijpvoorraad voer, snoep, voerkbakken, speelgoed  Verwarmde vloer (niet noodzakelijk) Plaatsbare kattenhal  Verblijf voor dieren die geplaatst kunnen worden bij nieuwe eigenaren  Ruimte moet voorzien zijn van een vloeistofdichte vloer, met afvoer mogelijkheid  3 Hokken met een maatvoering conform HKB  In elk hok/ruimte een keukenblok  Gemeenschappelijk toegangssluis  Verwarmde vloer Buitenren kattenhal  Verblijf voor dieren die geplaatst kunnen worden bij nieuwe eigenaren  Ruimte moet voorzien zijn van een vloeistofdichte vloer, met afvoer mogelijkheid  Hokken met een maatvoering conform HKB Nachtopvang  Van buiten toegankelijk in nacht situatie  Honden en katten kunnen in dezelfde ruimte met een scheidingswand om direct zichtcontact te vermijden  Ruimte voorzien van een mogelijkheid om notities te kunnen maken  Ruimte maatvoering conform HKB Ziekenboeg  Ruimte moet voorzien zijn van een vloeistofdichte vloer, met afvoer mogelijkheid  Verblijft waarbij dieren na constatering ziekte tijdelijk worden geplaatst  Ruimte voor 6 hokken, maatvoering in HKB  In elk hok/ruimte een keukenblok  Gemeenschappelijk toegangssluis  Verwarmde vloer Multi purpose kat (is inbegrepen in totaal aantal quarantaines)

Pensionkatten Pensionkamers  Ruimte moet voorzien zijn van een vloeistofdichte vloer, met afvoer mogelijkheid  Hokken met een maatvoering conform HKB  Elke pensionruimte met eigen buitenren  Verwamde vloer Ziekenboeg  Ruimte moet voorzien zijn van een vloeistofdichte vloer, met afvoer mogelijkheid  Verblijft waarbij dieren na constatering ziekte tijdelijk worden geplaatst  Ruimte voor 6 hokken, maatvoering in HKB  Verwarmde vloer Buitenren  Ruimte moet voorzien zijn van een vloeistofdichte vloer, met afvoer mogelijkheid

Knaagdieren/vogels Kooien  Plaats voor kooi en hokken  Opslag van kooien reserveren  Eigen ruimte binnen  Deel van de ruimte dient alleen beschut te zijn met een dak,

Algemeen dieren Dierenkeuken  Koelkast en vriezer  Spoelbak met aanrechtblad minimaal … m1  Was-droogmachine faciliteiten  Opslag van dekens en handdoeken  Vuile was opslag in de keuken ruimte Dierenartskamer  Behandeltafel  Ruimte voor een couveuse en infuusstandaard  Opslag van het dieetvoer  2 stuks werkplek  Medicatiekast  Werkkeuken blok met een spoelbak en koelkast Uitslaapruimte  Verwarmde vloer mogelijkheid voor honden  Katten in hokken uitslapen  Mogelijkheid om in de toekomst dierenartskamer van te maken Was- en trimruimte  Hondenwasbak  Trimtafel  Kan gecombineerd worden met een andere ruimte bijvoorbeeld de nachtopvang Afstand/plaatsing gesprek  1 stuk werkplek  Mogelijkheid voor 2 stuks bezoekers met dier (hond)  Privacy ruimte  Integreren in multifunctionele ruimte Trainingsruimte/ Multifunctionele ruimte  Mogelijkheid om multifunctioneel in te zetten voor lezingen en voorlichting/educatie  Trainingsruimte honden  Voorziening om dieren te “presenteren” aan mogelijke eigenaren  Opslag trainingsmaterialen, deels gescheiden van trainingruimte  Werkplek voor afstand/plaatsing gesprekken  Opslag materialen, klapstoelen, ect.

Algemeen mens Kantine  Ruimte voor 10 personeel  Mogelijkheid voor ontmoeten, (informeel) overleg en additionele werkplekken bij piekbezetting  Kantine met koffiemeubel  Garderobe voor de jassen van personeel

 Keukenblok met een spoelbak, vaatwasser, koelkast en magnetron  Mogelijkheid voor het plaatsen van persoonlijke lockers  Omkleed gedeelte personeel Appartement nachtwaker  Ruimte op een andere verdieping indien mogelijk  Mogelijkheid om te rusten/overnachten  Zitgedeelte kan in combinatie met rusten  Eigen basis keuken (koelkast, magnetron, spoelbak, indictieplaat en afzuiging) faciliteiten  Douche, wasbak en toilet voorzieningen Kantoor beheerder  2 stuks werkplekken  Verstelbare werkplekken  Vergadertafel voor 10 personen  dossierkast met kluisvoorziening  loopruimte ruimer dan norm ivm persoonlijke dieren  logistiek dicht bij entreegebied Kantoor administratie  2 stuks werkplekken  Verstelbare werkplekken  Dossierkast  Separate ruimte voor het kopieer apparaat Verkooppunt  Verkoop dierbenodigdheden en dier gerelateerde voeding  Logistiek dicht bij entreegebeid Receptie/entree gebied  Representatieve ruimte waar duidelijk de identiteit van Stevenshage kenbaar moet zijn  Het moet duidelijk zijn voor de bezoeker waar men zich kan melden bij receptiebalie  Er moet een sta- en zitruimte zijn voor minimaal 3 receptiemedewerkers (2 werkstations)  Gelegenheid geven om bezoekers in wachtgedeelde tijdelijk te voorzien Toiletvoorzieningen  Bezoekers en personeelstoilet gemeenschappelijk gebruik  MIVA voorziening

Diverse opslag en technische ruimte Archief  Opslag van dossiers, … m1 Opslag collectebussen  Ruimte definiëren tbv opslag collectebussen Werkbank/opslag gereedschap  Technische interne dienst ruimte voor 1e lijns reparatie Opslag dierenvoer  Ruimte tbv opslag van diervoedsel  Opslag kattengrit  Opslag krabpalen  Opslag voorraad zaagsel, stro, hooi Lijkenvriezer  Ruimte op vriezer neer te zetten, Opslagruimte  Mogelijkheid om honden manden, speelgoed en riemen etc op te ruimen

Technische ruimte  Te bepalen vanuit technisch ontwerp volgend uit technisch PvE Opslag schoonmaakmiddelen  Aparte kast voor gif materialen  Poetsmachine  Van buiten toegankelijk voor leveranciers met een oplegger Hoge druk installatie  Ruimte voor hoge druk installatie

Buitenruimten     

Hondenbos Ruimte tbv de vuilcontainer Carport tbv de dierenasiel bus Fietsenstalling Parkeer faciliteiten, 12 stuks (inclusief 2 stuks bezoek)

3.4. Huisvestingconcept De entree, kantoren, publieksruimte en dierenartsenpraktijk moeten een transparant en toegankelijk gevoel geven, dit kan worden gezien als het centrale deel. Aan weerszijden hiervan kunnen vleugels ontstaan, met alle verblijven voor de honden en katten gescheiden. De verbinding met het hondenbos moet eveneens zichtbaar zijn, daar dit een unieke stempel geeft aan het dierentehuis Stevenshage. Tenslotte zal ten alle tijd geprobeerd moeten worden om de geluidsoverlast voor buurtbewoners zoveel mogelijk te beperken.

3.5. Locatie- en gebouweisen Algemene gebouweisen  Het gebouw moet minimaal voldoen aan de geldende wet- en regelgeving betreffende algemeen, ARBO, milieu en brandweereisen (o.a. Bouwbesluit, Arbobesluit, het Brandweerbesluit etc.).  Bekeken moet worden of huidige panden en/of materialen op een of andere manier hergebruikt kunnen worden, zie als voorbeeld de vloer van de hondenkennel.

Toegankelijkheid gebouw en terrein  De hoofdentree dient eenvoudig te vinden te zijn, zowel voor degenen die met eigen vervoer komen als voor degenen die van het openbaar vervoer gebruik maken. Hiertoe dient o.a. een herkenbare ingang, zowel van buiten als binnen in het gebouw.  Het gebouw moet, net als het terrein, toegankelijk zijn voor mindervalide, waarbij hulp van derden niet noodzakelijk mag zijn.  Het terrein dient gemakkelijk toegankelijk te zijn voor hulpdiensten, zoals brandweer, politie ambulancediensten en tevens ook voor grote/kleine vrachtwagens (tenminste vervoersklasse 30) voor afgifte van goederen, afvoer van vuilcontainers, etc. Gebouwflexibiliteit  De gebouwflexibiliteit is - naast vrije overspanning en gebouwdiepte - afhankelijk van de stramienmaat van een gebouw. De keuze voor een stramienmaat wordt gebaseerd op een afweging tussen de benodigde flexibiliteit en de bouwkosten, waarbij de benodigde flexibiliteit afhankelijk is van de organisatie en het werkconcept.



Het gebouw moet een verdiepingsvloer hebben, rekening houdende met de fysieke begrenzingen van brand- en rookcompartimenten (500 - 1.000 m²). Bouwbesluit  De technische eisen die het Bouwbesluit stelt aan bouwwerken zijn afhankelijk van het gebruik van het bouwwerk. Het bouwbesluit noemt dat de gebruiksfunctie van een gebouw.  De gebruiksfunctie bepaalt welke eisen uit het Bouwbesluit van toepassing zijn op de toetsen deel van een bouwwerk. Ten behoeven van de het dierentehuis zal de Industriefunctie van toepassing zijn: Gebruiksfunctie voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden. Als sub gebruiksfunctie wordt een lichte industriefunctie genoemd in het Bouwbesluit. Een lichte industriefunctie is een industriefunctie waarin activiteiten plaats vinden, waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt. Een lichte industriefunctie heeft dus niets met de omvang van een bouwwerk te maken. In bijgaande afbeelding is de situatie zichtbaar:

4. RUIMTELIJKE EISEN 4.1. Algemene ruimtelijke eisen De ruimtevraag van Stevenshage is onderverdeeld naar drie verschillende typen ruimtebehoefte:   

Ruimte voor de medewerkers Ruimte voor dier (decentrale faciliteiten) Ruimte voor centrale faciliteiten

4.2. Ruimte voor werkplekken en faciliteiten In deze paragraaf is de ruimtebehoefte weergegeven op het moment van ingebruikname van de nieuwe huisvesting van het dierentehuis. Uitgaande van de huidige uitgangspunten wordt medio 2012 aangenomen. De ruimte behoefte is dan als volgt: Zie: ASIEL_LDN_ruimte PvE d.d. 6 december 2010

BIJLAGE: Artikel 5 en artikel 8 van boek 5 van het Burgerlijk wetboek Artikel 5 1. Hij die een onbeheerde zaak vindt en onder zich neemt, is verplicht: a. met bekwame spoed overeenkomstig lid 2, eerste zin, van vondst aangifte te doen, tenzij hij terstond na de vondst daarvan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen; b. met bekwame spoed tevens overeenkomstig lid 2, tweede zin, mededeling van vondst te doen, indien deze is gedaan in woning, een gebouw of vervoermiddel, tenzij hij krachtens het bepaalde onder a, slot ook niet tot aangifte verplicht was; c. de zaak in bewaring te geven aan de gemeente die dit vordert. 2. De in lid 1 onder a bedoelde aangifte kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De in lid 1 onder b bedoelde mededeling geschiedt bij degene die woning bewoont of gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt. 3. De vinder is te allen tijde bevoegd de zaak aan enige gemeente in bewaring te geven. Zolang hij dit niet doet, is hij verplicht zelf voor bewaring en onderhoud zorg te dragen. 4. De vinder kan van in lid 2, eerste zin, bedoelde ambtenaar een bewijs van aangifte of van inbewaringgeving verlangen. Artikel 8 1. Indien een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens de onevenredig hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van gemeente kan worden gevergd, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen. 2. Indien de zaak zich niet voor verkoop leent, is de burgemeester bevoegd haar om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te vernietigen. 3. Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van 2 weken, nadat het dier door gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van 2 weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is. 4. De opbrengst treedt in plaats van zaak.