FEDERALE POLITIE Algemene Directie Personeel Directie van de juridische dienst het contentieux en de statuten
PERMANENTE NOTA Uitgiftenummer Uitgiftedatum
DGP/DPS-1053/P 23-06-2005
Fritz Toussaintstraat 47 1050 BRUSSEL
Classificatie Klassering
INTERN
Tel. : 02 642 61 21 E-mail :
[email protected] Fax : +32 26 42 61 35
Bladzijde
1/10
Bijlage(n) Kenmerk PC
0 J:\dps-1053-P_N.doc
Geadresseerde(n)
Alle directies en entiteiten van de federale politie Alle zones van de lokale politie Kopie: CDC/Referentiële documentatie VCLP
Onderwerp
Structurele detacheringen - Statutaire en geldelijke gevolgen – Financiering Betreft : Personeelsleden gedetacheerd krachtens artikel 96 WGP en de daaraan gelijkgestelde gevallen 1. WGP – Art 96 en 96bis (STS – ST2) 2. KB van 30-03-2001 RPPol (STS – ST6) 3. KB van 28-02-2002 (STS – ST24) 4. KB van 26-03-2005 (B.S. van 22-04-2005) CP Ronny GOUDSMEDT, Tel. 02 642 61 28
Referentie(s)
Dossierbeheerder
1
Inleiding
1.1
Het koninklijk besluit van 26-03-2005 (Ref. 4) strekt er in het bijzonder toe om de structurele detacheringen (van lange duur) van bepaalde personeelsleden van de politiediensten te regelen.
1.2
Het personeelslid dat volgens de nadere regels van deze nota wordt gedetacheerd, blijft evenwel lid van, naar gelang van het geval, de zone van oorsprong of de federale politie.
2
Welke zijn de in voormeld KB bedoelde personeelsleden
2.1
De leden van de lokale politie die ‘krachtens artikel 96 WGP’ gedetacheerd zijn naar één van de directies van de federale politie (diensten waarvan de bevoegdheden een weerslag hebben op de werking van de lokale politie), om er een leidinggevende (Bijl 1 van Ref. 4) of een andere functie uit te oefenen.
2.2
De op statutair vlak gelijkgestelde gevallen :
2.2.1 de personeelsleden van de lokale politie die zijn gedetacheerd naar : •
het secretariaat van de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP);
•
de Arrondissementele Informatiekruispunten (AIK);
•
de Communicatie- en Informatiecentra (CIC).
DGP/DPS-1053/P1053/P
2.2.2
INTERN
De personeelsleden van de lokale of de federale politie die zijn gedetacheerd: •
als verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de gouverneur van het administratief arrondissement BRUSSEL-HOOFDSTAD;
•
als verbindingsambtenaren van de politiediensten bij de provinciegouverneurs;
•
naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;
•
naar een erkende of ingerichte politieschool om er een kaderfunctie/een functie van opleider uit te oefenen (onder meer krachtens het K.B. in Ref. 3).
3
Aanwijzing/hernieuwing/beëindiging van de detachering en administratieve rechtspositie van de gedetacheerden
3.1
De personeelsleden waarvan sprake in punt 2.1, zijnde de detacheringen bedoeld in art. 96 WGP
3.1.1
Aanwijzing
A
Aard van de functies
B
2/10
a)
leidinggevende functies : de functies bedoeld in bijlage 1 van Ref. 4;
b)
andere functies, te bepalen door de Minister van Binnenlandse Zaken, na advies van de commissaris-generaal en van de vaste commissie van de lokale politie.
Voorwaarden a) beantwoorden aan het door de commissaris-generaal bepaalde profiel; b) geen periodieke evaluatie met eindvermelding “onvoldoende” hebben opgelopen in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan de bekendmaking van de vacante betrekking; c) zich in dienstactiviteit bevinden.
C
Procedure a) Publicatie van de oproep tot kandidaatstelling (met vermelding van de duur van de detachering) door DPM en meededeling aan de vaste commissie van de lokale politie. b)
Kandidaatstelling : → per aangetekende brief verstuurd aan DPM; → door middel van een brief aan de hiërarchische meerdere overhandigd tegen ontvangstbewijs die die onverwijld verstuurt aan DPM; → door middel van een brief rechtstreeks aan DPM overhandigd tegen ontvangstbewijs.
Met als bijlage : -) een curriculum vitae met vermelding van de titels en verdiensten; -) een bondige uiteenzetting van de bekwaamheden waarover men meent te beschikken; -) de motivering van de interesse voor de uitoefening van de vacante betrekking;
PERMANENTE NOTA
INTERN
DGP/DPS-1053/P1053/P
3/10
-) een document van de korpschef waaruit blijkt dat men voldoet aan de voorwaarden bedoeld in punt B.b) en c) en waaruit blijkt dat men, in voorkomend geval, beantwoordt aan de objectieve voorwaarden van het profiel bedoeld in punt B. a); -) het onvoorwaardelijk akkoord met betrekking tot de kandidaatstelling van, naar gelang van het geval, de burgemeester of het politiecollege. c) Onderzoek van de ontvankelijkheid van de kandidaatstellingen door een selectiecommissie bestaande uit (en bijgestaan door een secretaris aangewezen door de voorzitter) : 1° de commissaris-generaal of, naar gelang van het geval, de bevoegde directeur-generaal of zijn afgevaardigde, voorzitter; 2° een officier van de betrokken directie of dienst, aangewezen door de voorzitter; 3° een afgevaardigde van de vaste commissie van de lokale politie, aangewezen door haar voorzitter. Diezelfde commissie : °
hoort vervolgens de kandidaten die in aanmerking komen;
°
beslist over hun geschiktheid (waarna zij twee lijsten opstelt van respectievelijk de geschikt en de ongeschikt bevonden kandidaten);
°
rangschikt de geschikt bevonden kandidaten, deelt die rangschikking mee aan de Minister van Binnenlandse Zaken en wint het advies in van de adviesraad van burgemeesters.
d) Aanwijzing door de Minister van Binnenlandse Zaken. e) Duur : vijf jaar voor de leidinggevende functies bedoeld in bijlage 1 van Ref. 4; minimum drie jaar en maximum vijf jaar voor de andere functies. f) Uitstel aanwijzing
: indien de dienstbehoeften zulks vereisen kan de gemeente- of de politieraad van de politiezone waartoe de gedetacheerde behoort, beslissen dat de detachering wordt uitgesteld tot op de datum dat in de vervanging is voorzien, zonder dat deze termijn vier maanden, vanaf de datum van de aanwijzingsbeslissing door de Minister van Binnenlandse Zaken, mag overschrijden.
3.1.2
Hernieuwing en beëindiging
A
Hernieuwing De Minister van Binnenlandse Zaken kan de detachering éénmaal hernieuwen op voorstel van, naar gelang van het geval, de commissaris-generaal of de bevoegde directeur-generaal en dit voor de ter zake voorziene termijnen van de initiële aanwijzing (cfr. 3.1.1, c, e)).
B
Beëindiging a)
van rechtswege : → op vraag van de gedetacheerde (opzegtermijn van twee maanden vanaf de aanvraag); → indien de laatste tweejaarlijkse evaluatie de eindvermelding “onvoldoende” draagt; → na het verstrijken van de, in voorkomend geval, verlengde aanwijzingstermijn;
b)
op beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken (in welke gevallen een opzeggingstermijn ad hoc wordt bepaald) :
PERMANENTE NOTA
DGP/DPS-1053/P1053/P
INTERN
4/10
→ indien in hoofde van de gedetacheerde zwaarwichtige tekortkomingen werden vastgesteld (na verhoor van de gedetacheerde en na advies van de vaste commissie van de lokale politie en op voorstel van, naar gelang van het geval, de commissaris-generaal of de bevoegde directeurgeneraal); → wegens zwaarwichtige dienstnoodwendigheden in het korps van de lokale politie (na gemotiveerde aanvraag daartoe door de betrokken burgemeester of het politiecollege).
C
Overgangsbepaling Indien de termijn van de in artikel 96 WGP bedoelde detacheringen die reeds vóór de datum van inwerkingtreding van het in Ref. 4 vermelde besluit van 26 maart 2005 plaatsvonden, niet uitdrukkelijk is bepaald, kan die na gezamenlijk akkoord tussen de partijen worden vastgesteld, zonder evenwel 31 december 2006 te kunnen overschrijden. In voorkomend geval kunnen zij éénmaal worden verlengd voor een termijn van drie, vier of vijf jaar.
3.1.3
Administratieve rechtspositie
A
Algemene bepalingen De gemeente- of politieraad van de politiezone waartoe de gedetacheerde behoort, beslist, op advies van de korpschef, of de betrekking waarvan de gedetacheerde titularis is vacant wordt verklaard. Het personeelslid wiens detachering is beëindigd, herneemt zijn betrekking in het korps van de lokale politie of wordt er, in voorkomend geval en zonodig in overtal, herplaatst in een gelijkaardig ambt. Behoudens de hierna in punt B vermelde afwijkende bepalingen, blijft het gedetacheerde personeelslid onderworpen aan zijn rechtspositie. De korpschef waakt erover dat het personeelslid op de plaats van detachering of op zijn woonplaats tijdig, eventueel bij uittreksel, alle dienstige documentatie ontvangt. Het persoonlijk dossier van het gedetacheerde personeelslid wordt verder bijgehouden door de dienst van oorsprong. Eventuele documenten die in het persoonlijk dossier moeten worden opgenomen, worden daartoe dan ook steeds door de dienst van detachering aan de dienst van oorsprong bezorgd. In geval van ziekteverlof bezorgt het gedetacheerde personeelslid het origineel van het administratief luik van het medisch attest aan de dienst van oorsprong, met het oog op de aanrekening ervan op het ziektecontingent, alsmede een kopij ervan aan de dienst van detachering.
B
Afwijkende bepalingen a)
arbeidstijdorganisatie Voor de berekening van de arbeidsduur wordt de plaats van detachering beschouwd als de gewone plaats van het werk.
b)
evaluatie Ter zake wordt de gedetacheerde beschouwd als een personeelslid van de betrokken directie of dienst van de federale politie. De regelgeving betreffende de evaluatie bedoeld in deel VII, titel I, RPPol, is voor het overige van overeenkomstige toepassing op de gedetacheerden.
c)
verloven Voor de toepassing van de verloven (deel VIII RPPol) is voor de gedetacheerde, de bevoegde overheid bedoeld in artikel VIII.I.1, 1°, RPPol, de commissaris-generaal of de door deze aangewezen overheid. Een verlof kan maximaal worden toegestaan voor de resterende duur van de detachering. De gedetacheerden in de in bijlage 1 van Ref. 4 bedoelde functies zijn uitgesloten van de volgende verlofstelsels :
PERMANENTE NOTA
DGP/DPS-1053/P1053/P
INTERN
5/10
→ het verlof voor opdracht van algemeen belang (art. VIII.XIII.1 RPPol); → de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden (art. VIII.XIV.1 RPPol); → het verlof voor loopbaanonderbreking (art. VIII.XV.1 en 2 RPPol), met uitzondering van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, de loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen en de loopbaanonderbreking voor de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid; → de vrijwillige vierdagenweek (art. VIII.XVI.1 RPPol); → de halftijdse vervroegde uittreding (art. VIII.XVIII.1 RPPol). d) tuchtstatuut Op grond van artikel 21 van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten (STS/ST30) worden de lichte tuchtstraffen opgelegd door de tuchtoverheden van de plaats van detachering. De zware tuchtstraffen worden opgelegd door de hogere tuchtoverheid van de dienst van oorsprong, op vraag van de dienst waarbij het betrokken personeelslid is gedetacheerd.
3.2
De personeelsleden bedoeld in punt 2.2 (gelijkgestelde structurele detacheringen)
3.2.1
Aanwijzing/hernieuwing/beëindiging De in de punten 3.1.1 en 3.1.2 voorziene regelgeving geldt niet voor de in punt 2.2 bedoelde gelijkgestelde gevallen. De beslissing tot aanwijzing en beëindiging van de detachering wordt, tenzij de bijzondere bepalingen die op hen van toepassing zijn anders bepalen, genomen door : → de Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen overheid voor de personeelsleden van de federale politie; → de burgemeester of het politiecollege, op advies van de korpschef, voor de personeelsleden van de lokale politie. Gelet op het feit dat het KB geen bijzondere regels voorziet voor de duur en de wijze van beëindiging van gelijkgestelde structurele detacheringen, kunnen de betrokken overheden (van oorsprong en van bestemming) te dien einde afspraken maken. Onder voorbehoud van afwijkende wettelijke of reglementaire teksten dienaangaande (wat het geval is voor de LO's bij de gouverneurs) en van eventuele afspraken ter zake, zijn de gelijkgestelde structurele detacheringen van onbepaalde duur.
3.2.2
Administratieve rechtspositie Punt 3.1.3. is ter zake van overeenkomstige toepassing met uitzondering van hetgeen hierna volgt : a)
arbeidstijdorganisatie Voor de personeelsleden die deeltijds zijn gedetacheerd worden zowel de plaats van detachering als het korps van oorsprong beschouwd als de gewone plaats van het werk. De verplaatsingen tussen die verschillende gewone plaatsen van het werk zijn dienstverplaatsingen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de arbeidsduur.
b) evaluatie
PERMANENTE NOTA
DGP/DPS-1053/P1053/P
INTERN
6/10
Voor de hierna volgende personeelsleden is de ter zake bevoegde overheid van het korps van oorsprong bevoegd, rekening houdend met de adviezen van de ter zake bevoegde overheid van de plaats van detachering: → de personeelsleden van de lokale politie die gedetacheerd zijn naar het secretariaat van de vaste commissie van de lokale politie; → de personeelsleden van de federale politie of van de lokale politie die gedetacheerd zijn als verbindingsambtenaar bij de gouverneur van het administratief arrondissement BrusselHoofdstad; → de personeelsleden van de federale politie of van de lokale politie die gedetacheerd zijn als verbindingsambtenaar bij de provinciegouverneurs; → de personeelsleden van de federale politie of van de lokale politie die structureel gedetacheerd zijn naar een erkende of ingerichte politieschool; → de personeelsleden van de federale politie of van de lokale politie die gedetacheerd zijn naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Ook voor de personeelsleden die deeltijds zijn gedetacheerd is de ter zake bevoegde overheid van het korps van oorsprong bevoegd, rekening houdend met de adviezen van de ter zake bevoegde overheid van de plaats van detachering. c) verloven Voor de personeelsleden die deeltijds zijn gedetacheerd is de ter zake bevoegde overheid van het korps van oorsprong bevoegd doch rekening houdend met de behoeften van de ter zake bevoegde overheid van de plaats van detachering. d) tuchtstatuut Voor de toepassing van het tuchtstatuut wordt, indien het personeelslid gedetacheerd is naar een dienst waar geen tuchtoverheid voorzien is in de zin van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, deze rol vervuld door de tuchtoverheid van het korps of de dienst van oorsprong, in voorkomend geval gevat door de functionele meerdere van het gedetacheerde personeelslid of het hoofd van de dienst waarbij het is gedetacheerd. Voor de personeelsleden die deeltijds zijn gedetacheerd is in alle gevallen de ter zake bevoegde overheid van het korps van oorsprong bevoegd doch rekening houdend met de voorstellen van de ter zake bevoegde overheid van de plaats van detachering.
4
Geldelijke gevolgen met betrekking tot voormelde detacheringen
4.1
Voorafgaande bemerkingen
4.1.1
Alle bedragen die verschuldigd zijn aan de door deze nota bedoelde personeelsleden worden betaald door de werkgever van het korps van oorsprong overeenkomstig de nadere regels van hun statuut.
4.1.2
Aan de werkgever zullen eventueel, overeenkomstig de vastgestelde nadere regels, de uitgekeerde bedragen worden terugbetaald.
4.1.3
Bovenop hun wedde, toelagen of vergoedingen die hen gewoonlijk verschuldigd zijn, krijgen de personeelsleden eventuele bijzondere toelagen en/of vergoedingen die betrekking hebben op hun structurele detachering.
4.2
Eventueel verschuldigde toelagen gedurende de structurele detachering
PERMANENTE NOTA
DGP/DPS-1053/P1053/P
4.2.1
INTERN
7/10
Opmerking De regels van het RPPol betreffende de toekenning, de beëindiging (eerste van de maand die volgt of de eerste) of de schorsing van het recht (regels van 30 dagen) zijn van toepassing voor de bepaling van het recht.
4.2.2
Toelagen die gelinkt zijn aan de uitoefening van een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
a
Het personeelslid dat structureel gedetacheerd is in een betrekking gesitueerd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geniet de toelage bedoeld in artikel XI.III.28bis RPPol.
b
Het personeelslid geniet onmiddellijk bij zijn aanwijzing in de betrekking de toelage (geen wachttermijn vooraleer hij die toelage kan genieten).
c
De reeds verworven aanwezigheidstermijn van het personeelslid dat op het ogenblik van zijn aanwijzing reeds de toelage geniet, wordt niet onderbroken ingevolge zijn detachering, wat betekent dat zijn anciënniteit dus nog verder wordt opgebouwd.
d.
De reeds verworven aanwezigheidstermijn (ononderbroken) van de huidig gedetacheerde personeelsleden wordt in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag van deze toelage.
4.2.3
Tweetaligheidstoelage
a
Het personeelslid dat een brevet (SELOR) betreffende de kennis van een tweede landstaal kan voorleggen (niveau naargelang de graad) en dat aangewezen is in één van de diensten die zijn opgesomd in bijlage 2 van Ref. 4 of overeenkomstig de bepalingen van artikel XI.8 UBPol, kan de tweetaligheidstoelage genieten volgens de nadere regels van artikel XI.III.31 RPPol.
b
Het bedrag van de toelage wordt bepaald door het niveau van de kennis en het kader van het personeelslid (bijlage 8 van RPPol).
c
Het personeelslid kan echter voor de kennis van eenzelfde taal geen twee toelagen genieten.
4.2.4
Iedere toelage die gelinkt is aan de betrekking waarin het personeelslid is gedetacheerd (bv. toelage voor opleider).
4.3
Eventueel verschuldigde vergoedingen
4.3.1
Maaltijdvergoedingen
a
Op voorwaarde dat de prestaties zijn geleverd op de plaats van de structurele detachering, kan het personeelslid aanspraak maken op de betaling van een maaltijdvergoeding waarvan het bedrag is vastgesteld in tabel 2 van bijlage 9 (maaltijdvergoeding – klein bedrag) voor zover de prestaties de volledige periode van de maaltijd (artikel XI.18 UBPol) omvatten.
b
Het enkele feit prestaties te leveren gedurende een voormiddag opent niet het recht op een vergoeding voor het middagmaal.
c
Het personeelslid kan geen aanspraak maken op een vergoeding indien het een gratis maaltijd geniet of volgens een andere procedure recht heeft op een vergoeding (dienstreis – zie infra 4.3.3).
4.3.2
Trajectkosten voor de verplaatsing naar de plaats van de dagelijkse detachering.
a
Indien het personeelslid verklaart zijn privé-voertuig dagelijks werkelijk te gebruiken om zich te begeven naar de plaats van detachering of het gebruikte tussenstation, geniet het, in de plaats van de tegemoetkoming bedoeld in artikel XI.V.1 RPPol, een maandelijks forfaitaire vergoeding gelijk aan het bedrag van een maandelijks treinabonnement 2e klasse voor het trajet tussen de woonplaats en de plaats van detachering.
PERMANENTE NOTA
DGP/DPS-1053/P1053/P
b
INTERN
8/10
Indien het personeelslid gebruik maakt van een middel van openbaar vervoer (MIVB, TEC, DE LIJN, NMBS), heeft het, behalve in geval van een directe tussenkomst in de transportkosten door de werkgever, recht op de terugbetaling van de eventuele toeslag in 2e klasse (20 of 12 %) die het effectief betaald heeft om zijn abonnement te verkrijgen. Opmerking Indien het personeelslid gewoonlijk een transportmogelijkheid geniet (gratis via TEC of DE LIJN) of een kaart vrij vervoer (MIVB), kan het niet een andere tussenkomst voor dit transporttype doen gelden.
4.3.3
Dienstreis met vertrek vanuit de plaats van de structurele detachering
a
Indien het personeelslid een dienstverplaatsing aflegt, dan wordt de plaats van detachering geacht de gewone plaats van het werk van het gedetacheerde personeelslid te zijn. Hiermee zal rekening worden gehouden voor de bepaling van de eventuele rechten verbonden aan de dienstverplaatsing . De verplaatsingskosten zullen gerechtvaardigd worden op voorlegging van de vervoersbewijzen (zie echter bovenstaande opmerking 4.3.2 b); indien er gebruik wordt gemaakt van een persoonlijk voertuig, dan geldt de vergoeding overeenkomstig artikel XI.IV.106 RPPol; deze wordt evenwel beperkt tot de kilometers die het traject woonplaats – plaats van detachering overschrijden.
4.4
Geldelijke gevolgen met betrekking tot de functionele toelagen en vergoedingen verschuldigd in de zone of dienst van oorsprong. De eventuele functionele toelagen bedoeld in de artikelen: -
XI.III.12 : functietoelagen;
- XI.III.17 : toelage voor opleider; - XI.III.31 : tweetaligheidstoelage – kennis van een tweede landstaal; - XI.III.32 : tweetaligheidstoelage – kennis van een andere taal, alsook de eventuele functionele vergoedingen bedoeld in de artikelen : -
XI.IV.3 : forfaitaire vergoeding voor werkelijke onderzoekskosten – maandelijks bedrag;
-
XI.IV.7 : vergoeding voor het onderhoud van een politiehond,
houden op verschuldigd te zijn vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de aanvang van de detachering. Indien die datum samenvalt met de eerste van de maand, vervalt het recht onmiddellijk. Indien de functionele toelage (eveneens) gelinkt is aan de betrekking van detachering, (zie pt. 4.2), dan zal het recht uiteraard niet worden geschorst. De eventuele rechten op de bijkomende toelage bedoeld in artikel XII.XI.21 RPPol, en op de compenserende toelage bedoeld in artikel XII.XI.23 RPPol en toegekend bij toepassing van artikel XII.XI.24 RPPol, worden geschorst gedurende de periode tijdens dewelke het personeelslid is gedetacheerd, behalve indien het gedetacheerd wordt naar een dienst die deel uitmaakt van de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie.
5
De tenlasteneming van de geldelijke elementen betreffende het personeelslid
5.1
De federale politie neemt de kost van de detacheringen bedoeld in artikel 96 WGP alsook deze naar de CIC voor haar rekening, met name :
PERMANENTE NOTA
INTERN
DGP/DPS-1053/P1053/P
5.1.1
de wedde met
-
9/10
de eventuele weddebijslagen toelagen vergoedingen en andere tegemoetkomingen die betaald worden met de wedde de patronale bijdragen
die verschuldigd zijn aan het personeelslid vanaf de eerste van de maand waarin de detachering aanvangt en eindigt de eerste van de maand in de loop waarvan de detachering eindigt; 5.1.2
de toelagen, vergoedingen en andere tegemoetkomingen die los van de wedde toegekend worden (supra 5.1.1) vanaf de eerste dag van de detachering en voor de duur van de detachering, voor zover zij gelinkt zijn aan de detachering ;
5.1.3
het vakantiegeld en de eindejaarstoelage in verhouding tot de duur van de detachering ten aanzien van de referentieperiode bedoeld in de reglementeringen betreffende voormelde toelagen.
5.1.4
Komen niet in aanmerking voor een eventuele terugbetaling: -
de vakbondspremies; de kledijpunten.
5.1.5
Alle bedragen worden betaald door de werkgever van het personeelslid, t.t.z. de zone. De vastgestelde bezoldigingen zullen driemaandelijks worden teruggevorderd van de federale politie (DGP/DPG PC), met het oog op de terugbetaling ervan.
5.2
De bezoldiging van de personeelsleden die zijn gedetacheerd naar de VCLP, als verbindingsofficier bij de gouverneur van het administratief arrondissment Brussel-Hoofdstad of naar de FOD Binnenlandse Zaken wordt op dezelfde wijze terugbetaald. De driemaandelijkse aanvraag wordt bij de Minister van Binnenlandse Zaken ingediend.
5.3
Dit geldt tevens voor de verbindingsofficieren bij de provinciegouverneurs (aanvraag tot terugbetaling bij de provinciale administratie).
5.4
Wat betreft de personeelsleden die zijn gedetacheerd naar de politiescholen (kaderpersoneel/opleider), wordt de financiering geregeld door reglementaire teksten ad hoc (inzonderheid Ref. 3) en zoniet door overeenkomsten gesloten tussen de betrokken partijen (politieschool en de federale - lokale politie, werkgever van de gedetacheerde).
5.5
De bezoldiging van de personeelsleden van de lokale politie die zijn gedetacheerd naar de AIK’s (behalve de officier die de lokale politie vertegenwoordigt) wordt niet terugbetaald aan het korps van oorsprong. Niettemin wordt, overeenkomstig het engagement van de federale overheid, 50% van de maaltijd – en trajectvergoedingen bedoeld in pt. 4.3. terugbetaald door de federale politie. De vastgestelde bezoldigingen zullen driemaandelijks worden teruggevorderd van de federale politie (DGP/DPG PC), met het oog op de terugbetaling ervan.
6
Slotbemerkingen
6.1
De structurele detacheringen werden tot op heden geregeld door overeenkomsten. Alle overeenkomsten die werden gesloten na 01-01-2004 en die betrekking hebben op structurele detacheringen, vervallen. Dit werd trouwens gepreciseerd in die overeenkomsten; het K.B. treedt immers in de plaats van de overeenkomsten. De rechtspositie van de betrokken personeelsleden wordt dus voortaan geregeld door het K.B. « 96 » (ref. 4).
PERMANENTE NOTA
DGP/DPS-1053/P1053/P
INTERN
10/10
6.2
Vanuit een streven naar coherentie, wordt er voorgesteld om in alle andere gevallen van structurele detacheringen (oude overeenkomsten) de bestaande overeenkomsten aan te passen en om de statutaire bepalingen te vervangen door een eenvoudige verwijzing naar het K.B in Ref. 4.
6.3
De aanwijzingen in het raam van de structurele detacheringen en de daaraan gelijkgestelde gevallen, zullen voortaan gepubliceerd worden in het personeelsbulletin.
Alain DUCHATELET Directeur-generaal ----->>><<<-----
PERMANENTE NOTA