STICHTING PENSIOENFONDS GROOTHANDEL VEGRO
Verslag deelnemersvergadering 2008, gehouden op dinsdag 9 december 2008 om 19.00 uur in het voorlichtingsruimte van het CDC van Groothandel Vegro, Toermalijnstraat 7 te Alkmaar.
1.
Opening en mededelingen De heer Zijdewind opent de vergadering. Aanwezig zijn alle vijf bestuursleden, de heer Sprenkels – actuaris en adviseur van het fonds, 7 deelnemers, 4 gepensioneerden en 7 VUTters. Wederom een vergelijkbare opkomst met vorig jaar. Wel hebben 10 personen dit jaar de moeite genomen om zich af te melden voor de vergadering. De heer Zijdewind stelt voor om ook dit jaar de vergadering voor te zitten. Hier zijn geen bezwaren tegen. De heer Sprenkels wordt door de heer Zijdewind kort geïntroduceerd. Hij is werkzaam bij Sprenkels & Verschuren, en heeft vanaf 2008 de rol van actuaris en adviseur van het pensioenfonds overgenomen van Towers Perrin, die daarvoor de actuaris en adviseur van het fonds was. Met name uit kostenoverweging is van Towers Perrin afscheid genomen. Aan de bestuurstafel zitten mevrouw Heddes en de heer Heering. Zij staan in het jaarverslag 2007 niet vermeld als bestuurslid, echter zij hebben in de loop van 2008 de bestuursfuncties overgenomen van de heren de Ruiter en van der Weij.
2.
Notulen vergadering 11 december 2007 Er is geen enkele opmerking. De notulen worden met dankzegging aan de notulist goedgekeurd.
3.
Nieuw verzekeringscontract per 1 januari 2009. De heer Sprenkels geeft een verslag van de gevolgde procedure. Het oude contract met NN loopt af op 31 december 2008. Het bestuur heeft heel 2008 gebruikt om te komen tot een nieuw contract, waarbij het uitgangspunt was dat alle organisatie- en financieringsvormen open stonden. In opdracht van de werkgever heeft de heer Sprenkels een onderzoek gedaan naar alternatieve mogelijkheden om de belangrijke arbeidsvoorwaarde pensioenen te organiseren. Daarbij is gekeken naar bijvoorbeeld opties als alles in eigen beheer door het pensioenfonds laten uitvoeren, aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds, een samenwerkingsverband met andere pensioenfondsen, etc. Uitslag van dit onderzoek was dat alle alternatieve om diverse redenen afvielen en dat er dus gekozen werd voor het in stand houden van het pensioenfonds en de regeling verder onder te brengen bij een verzekeraar. Daartoe zijn in april bij een drietal verzekeraars (Zwitserleven (ZL), Aegon, en Nationale Nederlande (NN)) offertes aangevraagd. Dit is dus nog voor de kredietcrisis een feit was. Bij het beoordelen van deze offertes is gekeken naar de prijs en kwaliteit van de geboden administratie, de kosten en rendementen van vermogensbeheer, en de kosten voor het afdekken van de risico’s door de verzekeraar. Grosso modo vertonen alle drie de offertes voor de eerste twee punten weinig verschil. Op het punt van risico’s hebben we te maken met verschillende soorten. Het beleggingsrisico werd door ZL niet afgedekt. Er is daar meer vrijheid in vormen van beleggen, maar de risico’s zijn dan ook voor het fonds. Aegon en NN zijn op dit punt vergelijkbaar. Zij geven minder vrijheid dan ZL, maar wel weer iets meer beleggingsmogelijkheden dan in het huidige contract. Zij stellen beperkingen ter garantstelling van de risico’s. Bij het langlevenrisico hebben we te maken met het feit dat we steeds langer leven. Daarvoor bestaan zogenaamde sterftetafels. Voor een eerdere aanpassing staat al een bedrag op de balans van 1 miljoen, dat NN ons in jaarlijkse termijnen terugbetaalt zolang
1
we bij NN een contract hebben. Als we bij NN weggaan, vervalt dit miljoen. Aegon wil de lening onder gelijke voorwaarden overnemen, ZL niet. NN heeft aangeboden bij contractsverlenging per 1 januari 2009 een flink deel af te lossen en indien wij bij nieuwe contractsonderhandelingen over 5 jaar opnieuw met NN tot zaken komen nogmaals een bedrag af te lossen. De winstdelingsmethodiek is bij Aegon en NN vergelijkbaar. Vervolgens kwam de ontwikkeling met Solar. Zij bleken hun pensioen rechtsreeks ondergebracht te hebben bij Delta Lloyd, dus zonder eigen pensioenfonds. Dat contract heeft een einddatum van 31 december 2011. Hoewel DL niet bij de eerste keus van verzekeraars zat, is door het bestuur vanwege deze ontwikkeling ook met Delta Lloyd gesproken. DL is daarna gevraagd een concurrerende offerte uit te brengen. Het is echter nooit tot een aanbieding gekomen. DL heeft enig dagen later aangegeven geen offerte uit te brengen, omdat zij geen kans zagen een concurrerende offerte uit te brengen. De op dat moment duidelijk wordende kredietcrisis heeft daar waarschijnlijk ook een flinke rol in gespeeld. Het bestuur heeft toen besloten om met NN verder te onderhandelen op details. Dit heeft nog geresulteerd in een aantal positieve aanpassingen van tarieven en voorwaarden. Bovendien is de mogelijkheid ingebouwd om het contract, dat standaard altijd voor vijf jaar wordt afgesloten, toch jaarlijks te kunnen beëindigen met daaraan verbonden een aantal voorwaarden. Dit biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld per 1 januari 2012 een nieuw contract te kunnen sluiten voor complete groep Vegro/Solar, indien dat tegen die tijd wenselijk wordt geacht. De heer Spek vraagt naar de mogelijkheid van samenwerking met andere collega-bedrijven? De heer Sprenkels antwoordt dat dit is meegenomen in zijn onderzoek. Dit valt in de praktijk meestal tegen. Pensioenregelingen hebben een hoog solidariteitsgehalte. Elk bedrijf heeft zijn eigen regeling en dat zal de solidariteit niet erg ten goede komen. Er zal op ening bijgedragen moeten worden aan de regeling van andere bedrijven. Gedeeltelijke samenwerking (bv op gebied van beleggen) met andere pensioenfondsen brengt vaak hoge kosten met zich mee. De heer Spek vraagt wanneer NN de nominale garantie van 100% aanvult als je in onderdekking bent? Pas op het eind, bij vertrek, en achterlaten van de rechten wordt dit aangevuld. In de tussentijd staat een surplus of tekort op de balans. Verliezen en winsten worden met elkaar verrekend. DNB stelt hoge eisen aan dekkingsgraden van pensioenfondsen. Heeft het pensioenfonds ooit in het strafbankje van DNB gezeten? Nee de dekkingsgraad is nog altijd nog boven 100 geweest. Er is op dit moment dus ook geen sprake van herstelplannen of wat dan ook. De heer Smit vraagt naar de gevolgen als NN failliet zou gaan. De heer Sprenkels antwoordt dat het goed is te beseffen dat NN Levensverzekering Mij. NV, en ING twee verschillende, van elkaar onafhankelijke entiteiten zijn. De pensioenverplichtingen zijn ondergebracht bij NN, en de beleggingen bij ING. De beleggingen zelf zijn weer ondergebracht bij diverse fondsen die allemaal weer aan een eigen entiteit gekoppeld zijn. Mocht ING of één van de bewaarmaatschappijen failliet gaan, dan zal dit niet tot risico voor het fonds leiden. Er is op dit moment overigens geen enkel sprake van dat ING failliet zou gaan. De kans dat NN in problemen komt is nog veel kleiner. Verzekeringmaatschappijen moeten aan nog veel hogere eisen voldoen dan banken. Hierop wordt streng toegezien door DNB. Daarbij zijn ook nog een aantal regelingen (nood- en opvangregeling) om ingeval van problemen toch erger te voorkomen. Van belang is wel de rating (kredietwaardigheid) van NN. Indien die in negatieve zin wordt bijgesteld, heeft dat gevolgen voor het minimaal vereist vermogen van het fonds.
2
4.
Behandeling van de jaarstukken 2007 De penningmeester, de heer Landkroon, geeft een korte samenvatting van de meest belangrijke onderdelen. Vervolgens worden door diverse aanwezigen vragen gesteld. De heer van Diermen leest op pagina 18 het verslag van het Verantwoordingsorgaan. Eén van de conclusies is dat de leden onder grote tijdsdruk staan. Geldt dit voor de leden van het VO of voor de bestuursleden van het pensioenfonds. Het gaat hier om de bestuurders van het pensioenfonds. Als tweede vraagt hij naar het hiaat in het indexatiebeleid. De heer Zijdewind antwoord dat dit gaat om een nadere specificatie van het beleid bij inhaalindexatie. Hierover is in de bestuursvergadering van hedenmiddag nog gesproken, maar het bestuur is nog niet tot een besluit gekomen. Dit wordt in 2009 verder opgepakt en uitgewerkt. De heer Spek vraagt naar de invloed van de verzekeraar op de assetmix. Bij volledig herverzekerde fondsen heeft de verzekeraar zeker iets te zeggen over de verhouding aandelen/vastrentend. Zij lopen immers het risico. In het nieuwe contract is een mix van 80% vastrentend, 20% aandelen afgesproken. In de offerte was ook een mogelijkheid van 70/30 aangeboden, maar daar stonden dan weer hogere kosten tegenover. Het gaat dan dus om een mogelijk iets hoger rendement, tegenover zeker hogere kosten. De heer Bedeschi meldt vanuit zijn functie als secretaris van het verantwoordingsorgaan, dat met betrekking tot het eerste punt van hun verslag (zie pagina 18 van het jaarverslag) er naderhand door vet VO nog vragen zijn gesteld over het jaarwerk. Alle vragen zijn echter afdoende beantwoord. Er heeft op enig moment in alle openheid ook een gesprek plaatsgevonden met NN, waarin de belangrijkste zaken van het jaarwerk zijn besproken. Hij heeft nog wel zelf als vraag waarom bij de beleggingen alles in ING-fondsen is gestopt. Wat zijn de gevolgen dan als ING in problemen komt? De heer Sprenkels antwoordt dat de combinatie van het garantiecontract bij NN/ING voordelen geeft bij beheersfees. Als we een groter fonds zouden zijn, was het wellicht mogelijk om een deel bij andere beheerders onder te brengen, maar dan zouden daar wel andere beheerstarieven bij horen. Er bestaat bij ING wel de mogelijkheid om te beleggen in het zogenaamde “Multimanager Fund” dat op zijn beurt weer belegt in fondsen van andere beheerders, maar de extra kosten daarvan wegen vooralsnog niet op tegen mogelijke hogere rendementen. Het bestuur heeft daar nog niet voor gekozen. Overigens zijn alle ING-fondsen ondergebracht bij elk een andere rechtspersoon, waarmee een behoorlijke scheiding is aangebracht indien één van de fondsen onverhoopt in problemen mocht komen.
5.
Terug- en vooruitblik van en door het bestuur De heer Zijdewind wil bij dit agendapunt als eerste melding maken van het in de vanmiddag in de bestuursvergadering genomen besluit omtrent indexatie per 1 januari 2009. Overigens moet indexatie met een nieuw woord voortaan toeslagverlening genoemd worden. In het afgelopen jaar zijn nadere regels bekend geworden over (minimale) vermogens en dekkingsgraden voor volledig herverzekerde fondsen volgens FTK-berekeningsmethodiek. Het fonds had tot en met vorig jaar een absoluut minimale dekkingsgraad in haar beleid staan van 105. De algemene DNB-norm. Om niet bij toepassing van de eerste indexatie gelijk onder deze grens te komen, was het beleid om te indexeren vanaf een dekkingsgraad van 107 en een iets hogere grens voor toepassing van inhaalindexatie. Nu de juiste minima bekend zijn, blijkt dat voor ons fonds de absoluut minimale dekkingsgraad op 100,2 ligt. Dit wordt bepaald door de nominale 100 plus een opslag die afhankelijk is van de creditrating van de herverzekeraar. Ingeval NN is dat een opslag van 0,2 maar die kan aanzienlijk hoger worden indien NN onverhoopt een lagere rating krijgt. Het bestuur heeft daarom besloten om een minimum van 101 aan te houden na toepassing van indexatie. Dus met dezelfde marge als in het voorgaande beleid wordt tot indexatie overgegaan bij een dekkingsgraad van 103. De grens voor eventuele inhaalindexatie wordt
3
evenredig aangepast van 110 naar 106. Het bestuur blijft overigens de hoogte van de indexatie bepalen. Het zal niet altijd automatisch gelijk aan de richtlijn zijn. De actuaris heeft op basis van gegevens per einde oktober en einde november een inschatting gemaakt van de dekkingsgraad per 31 december 2008. Deze inschatting resulteert in een reële dekkingsgraad van om en nabij 94. Dit klinkt en is uiteraard verontrustend, maar vanwege het garantiecontract is er geen reden tot paniek. Wij kunnen in feite niet in onderdekking raken. Indien de negatieve overrente als vordering wordt meegenomen in de berekening bedraagt de dekkingsgraad rond 109. Met een dekkingsgraad van 94 is het duidelijk dat er voor 1 januari geen indexatie in zit. Ook vorig jaar is geen indexatie toegepast. Toen nog rekenend vanuit een minimum van 105, en een dekkingsgraad van 106,5. Het bestuur heeft in overweging genomen om alsnog een gebaar te maken over voorgaand jaar nu achteraf duidelijk is geworden dat onze grens van 107 te hoog is geweest. Toch is besloten om dit niet te doen. Het is niet verstandig om de realiteit van dit moment, kredietcrisis en sterk dalende beurskoersen, buiten beschouwing te laten. We kunnen nu, december 2008, niet doen alsof we de ontwikkelingen in 2008 niet weten. De heer Vriend vraagt of er ook een contract afgesloten kan worden op 105 ipv 100, zodat vaker of met meer kans geïndexeerd kan worden. De voorzitter antwoordt dat dit zeker mogelijk zal zijn, maar daarvoor zal dan ook een hogere premie aan de verzekeraar betaald moeten worden. Je zal dan dus in feite je eigen indexatie betalen. De heer Bedeschi merkt op dat een dekkingsgraad van 94 betekent dat de waarde van de beleggingen grofweg 3 tot 4 miljoen is gedaald. Dit wordt bevestigd. Betekent dit dan ook dat de aandelen met 70% zijn gedaald? Nee, de dekkingsgraad wordt enerzijds bepaald door de waarde van het vermogen, beleggingen, en anderzijds de waarde van de pensioenverplichtingen. Door de dalende rente is de waarde van de verplichting behoorlijk gestegen, en ook dat heeft een grote invloed, in dit geval negatief, op de dekkingsgraad. Terugkijkend geeft de voorzitter aan dat de afgelopen drie jaar tumultueus zijn geweest waarin veel is gebeurd. De regeling is overgegaan naar zoals dat heet een collectieve DCregeling, waarbij het fonds volledig los kwam te staan van de sponsor. De Pension Fund Governance, in goed Hollands “Goed Pensioenfondsbestuur”, is opgezet. Daarvoor is onder andere een Verantwoordingsorgaan in het leven geroepen, wordt nog gewerkt aan een visitatiecommissie die ook een toezichtstaak op het bestuur krijgt. Er is veel gedaan aan officiële documenten en communicatie naar deelnemers. Deze communicatie moet enerzijds voldoen aan allerlei wettelijke zaken, maar anderzijds ook goed begrijpbaar zijn voor alle deelnemers, hetgeen soms niet altijd even makkelijk met elkaar is te combineren. Er zijn natuurlijk met name in het afgelopen jaar zeer bijzondere economische ontwikkelingen geweest, die grote gevolgen hebben gehad voor het fonds. En in het afgelopen jaar heeft het bestuur veel tijd besteed aan het nieuwe contract voor de komende jaren. Vooruitkijkend staat de verdere integratie met Solar op de rol. De arbeidsvoorwaarden, waarvan pensioen een heel belangrijke is, zullen de komende jaren bij elkaar gebracht moeten worden. Het initiatief daarvoor ligt echter bij de werkgever. Het is in eerste aanleg geen taak voor het bestuur van SPGV. Het nieuwe contract met NN is er in ieder geval wel op voorbereid. Verder zal het verlenen van toeslagen (indexeren) één van de primaire doelen blijven van het bestuur. Maar daarvoor moeten natuurlijk wel voldoende financiële middelen aanwezig zijn.
6.
Rondvraag en sluiting De heer Zijdewind meldt nog dat zeer binnenkort alle deelnemers het wettelijk verplichte nieuwe Uniforme Pensioen Overzicht (UPO) zullen ontvangen. Dit zal rechtstreeks door NN naar de deelnemers verzonden worden.
4
Als laatste geeft de heer Zijdewind aan dat dit helaas zijn laatste vergadering bij het fonds is geweest. De werkgever heeft besloten om voor de komende jaren een nieuwe voorzitter aan te stellen. Deze nieuwe man is inmiddels benaderd en tot een akkoord gekomen, maar kon vandaag helaas nog niet aanwezig zijn. Hij dankt alle aanwezigen en niet aanwezigen voor het in hem gestelde vertrouwen in de afgelopen jaren. Er zijn verder geen vragen, anders dan reeds gesteld in de vergadering. De voorzitter dankt allen voor hun aanwezigheid. Namens het bestuur wenst hij eenieder een prettige kerst en een veilige jaarwisseling toe. Wel thuis.
5