Titel
Compétences linguistiques 2A
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1COMP2A-12 Compétences linguistiques 2A Language skills 2A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CCM Mars (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Geïntegreerde training van de vier vaardigheden op B1+ niveau van het ERK met de nadruk op de luistervaardigheid. Tijdens deze training komen vocabulaireverwerving en grammatica expliciet aan de orde.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus gaan de studenten individueel en samen verder met het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden Frans op B1+ niveau (productieve vaardigheden) en B2 niveau (receptieve vaardigheden) van het ERK. De nadruk ligt deze periode op de luistervaardigheid. Dit onderdeel wordt summatief getoetst op niveau B1+. Het beheersen van een rijke woordenschat (vocabulaire) en een goed begrip van de grammatica ondersteunen de studenten in het ontwikkelen van de vaardigheden. Het onderdeel vocabulaire wordt geïntegreerd summatief getoetst met de luistervaardigheid. Het onderdeel grammatica (een selectie van een aantal hoofdstukken uit het boek Grammaire Plus) wordt wekelijks getraind, waardoor de studenten inzicht krijgen in het niveau van hun Grammaticale kennis, zodat zij zich doeltreffend kunnen voorbereiden op de summatieve toets Grammatica die na de module Compétences linguistiques 2C wordt afgenomen. De didactische component en de link naar de beroepspraktijk komen expliciet en impliciet aan bod doordat de studenten in het Frans mini-lessen geven die nabesproken worden. Er wordt gewerkt met activerende werkvormen ondersteund door ICT. Doelstellingen/competenties: De student werkt toe naar het B2/B2+ niveau van het ERK dat bereikt moet worden aan het eind van het tweede cursusjaar. Toets en beoordelingscriteria: In alle taalvaardigheidcursussen worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toets: * Schriftelijk tentamen luistervaardigheid en vocabulaire (geïntegreerd). Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de studiehandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment : meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment : (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding. Kennisbasis: Domeinen 1.2 en 2 van de conceptuele kennisbasis Frans: 1.2 Kijk- en Luistervaardigheid 2. Taalbeschouwing en vocabulaire Kennisbasis ICT: n.v.t.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Compétences linguistiques 1A (OAFR-PCOMP1A-12) Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 1 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd
Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Delf B2, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 1. Groningen,Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus. Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 Diversen (verplicht) : Door de docent verstrekt materiaal 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1COMP2A-12
Titel
Compétences linguistiques 2B
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1COMP2B-12 Compétences linguistiques 2B Language skills 2B 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CCM Mars (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schr. tentamen schrijfv. en vocabulaire
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Geïntegreerde training van de vier vaardigheden op B1+/B2 niveau van het ERK met de nadruk op de schrijfvaardigheid. De studenten passen het nieuw verworven vocabulaire toe in de Franse brieven en artikelen die ze tijdens deze module schrijven en zij vergroten hun kennis en inzicht in de Grammatica doordat er diverse hoofdstukken uit Grammaire Plus behandeld worden.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Deze cursus wordt in Blended vorm aangeboden. Dit houdt in dat de student de kennis verwerft in zelfstudie en/of in leerteams. De toepassing en de verdieping van de thema’s vinden plaats tijdens de bijeenkomsten op het instituut. In deze cursus gaan de studenten individueel en samen verder met het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden Frans op B1+ niveau (productieve vaardigheden) en B2 niveau (receptieve vaardigheden) van het ERK. De nadruk ligt deze periode op de schrijfvaardigheid. Dit onderdeel wordt summatief getoetst. Het beheersen van een rijke woordenschat (vocabulaire) en een goed inzicht in de grammatica ondersteunen de studenten in het ontwikkelen van de vaardigheden. Het onderdeel vocabulaire wordt geïntegreerd summatief getoetst met de schrijfvaardigheid. Het onderdeel grammatica wordt wekelijks getraind, zodat de studenten inzicht krijgen in het niveau van hun grammaticale kennis, zodat zij zich optimaal kunnen voorbereiden op de summatieve toets waarmee de module Compétences linguistiques 2C afgesloten wordt. Tevens houden de studenten presentaties in het Frans, waarop zij feedback krijgen, zodat zij zich doelgericht kunnen voorbereiden op de toets spreekvaardigheid, waarmee de module CL 2D wordt afgesloten. De didactische component en de link naar de beroepspraktijk komen expliciet en impliciet aan bod doordat de studenten in het Frans mini-lessen geven die nabesproken worden. Er wordt gewerkt met activerende werkvormen ondersteund door ICT. Doelstellingen/competenties: De student werkt toe naar het B2/B2+ niveau van het ERK dat bereikt moet worden aan het eind van het tweede cursusjaar. Toetsen en beoordelingscriteria: In alle taalvaardigheidcursussen worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toets: - Schriftelijk tentamen schrijfvaardigheid en vocabulaire (geïntegreerd). Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de studiehandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment : meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment : (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding. Kennisbasis: Domeinen 1.3 en 2 van de conceptuele kennisbasis Frans: 1.3 Schrijfvaardigheid 2 Taalbeschouwing en vocabulaire Kennisbasis ICT: n.v.t.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Compétences linguistiques 2A (OAFR-H1COMP2A-12) Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 1 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon)
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Delf B2, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 1. Groningen,Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus. Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 Diversen (verplicht) : Door de docent verstrekt materiaal. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1COMP2B-12
Titel
Compétences linguistiques 2C
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1COMP2C-12 Compétences linguistiques 2C Language skills 2C 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CCM Mars (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schr. tent. Analyse logique&vocabulaire
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Geïntegreerde cursus die tot doel heeft de 4 vaardigheden van de studenten op ERK B2-niveau te brengen. In deze module ligt de nadruk op het Redekundig ontleden (Analyse Logique). Bovendien breiden de studenten hun woordenschat uit en vergroten zij hun kennis van en inzicht in de Franse grammatica.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus gaan de studenten individueel en samen verder met het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden Frans op B2/B2+ niveau van het ERK. De nadruk ligt deze periode op het redekundig ontleden (Analyse Logique) van Franse zinnen en uitbreiding van de woordenschat. Het leren van vocabulaire en een goede beheersing van de grammatica ondersteunen de studenten in het ontwikkelen van de vaardigheden. De onderdelen vocabulaire en grammatica, "analyse logique" naar aanleiding van een Franse tekst, worden geïntegreerd summatief getoetst. De didactische component en de link naar de beroepspraktijk komen expliciet en impliciet aan bod doordat de studenten mini-lessen aan elkaar geven, die na afloop besproken worden. Er wordt gewerkt met activerende werkvormen ondersteund door ICT. Doelstellingen/competenties: De student werkt toe naar het B2/B2+ niveau van het ERK dat bereikt moet worden aan het eind van het tweede cursusjaar. Toetsen en beoordelingscriteria: In alle taalvaardigheidcursussen worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toets: * Schriftelijk tentamen Vocabulaire en Analyse Logique (naar aanleiding van een Franse tekst). Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de studiehandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment : meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment :(herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding. Kennisbasis: Domein 2 van de conceptuele kennisbasis Frans: 2 Taalbeschouwing en vocabulaire Kennisbasis ICT: n.v.t.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Compétences linguistiques 2A (OAFR-H1COMP2A-12) en Compétences linguistiques 2B (OAFR-H1COMP2B-12) Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 2 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Delf B2, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 1. Groningen,Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus. Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 Diversen (verplicht) : Door de docent verstrekt materiaal. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2
Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1COMP2C-12
Titel
Compétences linguistiques 2D
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1COMP2D-14 Compétences linguistiques 2D Language skills 2D 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CCM Mars (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schrijfvaardigheid
Numeriek 1 decimalen
5,5
30
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
Spreekvaardigheid
Numeriek 1 decimalen
5,5
30
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
Verslag Séjour
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
1
bij aanvangsblok 4: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Geïntegreerde training van de vier vaardigheden op B2/B2+ niveau van het ERK met de nadruk op de twee productieve vaardigheden: Schrijfvaardigheid en Spreekvaardigheid. Het verblijf in Frankrijk is een onderdeel van deze module.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: - Deze cursus bestaat deels uit een verblijf in Frankrijk op een zelf gekozen adres waar de studenten actief aan de verbetering van hun taalvaardigheden Frans werken. - In het eerste deel van de cursus gaan de studenten hun verblijf voorbereiden en verder met het ontwikkelen van de productieve taalvaardigheden Frans op B2 niveau. - Het leren van vocabulaire, een goede beheersing van de grammatica en een verblijf in het land van de doeltaal ondersteunen het ontwikkelen van de vaardigheden en vormen de basis van deze cursus. - Van het verblijf in het buitenland wordt een verslag gemaakt. - De didactische component en de link naar de beroepspraktijk komen expliciet en impliciet aan bod doordat de studenten mini-lessen aan elkaar geven, die besproken worden. - Er wordt gewerkt met activerende werkvormen ondersteund door ICT. Toetsen en beoordelingscriteria: In alle taalvaardigheidcursussen worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toetsonderdelen: * Toets schrijfvaardigheid niveau B2 (Production écrite) * Toets spreekvaardigheid niveau B2 (Production orale) * Verslag Séjour 2 Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de studiehandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding. Kennisbasis: Domeinen 1.3, 1.4, 1.5, 2, 3.1, 3.2, 3.4 van de conceptuele kennisbasis Frans: 1.3 Schrijfvaardigheid 1.4 Spreken 1.5 Gesprekken voeren 2 Taalbeschouwing en vocabulaire 3.1 Kennis van land en samenleving 3.2 Geografie 3.4 Intercultureel bewust zijn Kennisbasis ICT: n.v.t.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Delf B2, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 1. Groningen,Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus. Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 Diversen (verplicht) : Door de docent verstrekt materiaal. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1COMP2D-14
Titel
Histoire, Arts et Littérature
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2
Cursuscode Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1HIS16-12 Histoire, Arts et Littérature XVIe-XIXe siècles History, Arts and Literature, XVIth -XIXth centuries 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
WF Fischer (tel. 7515) (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
1050 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 120
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student maakt kennis met de Franse geschiedenis, kunst, cultuur en literatuur van de 16e t/m 19e eeuw. De student bestudeert l een Frans literair werk en houdt een presentatie op basis van een klein onderzoek voor het onderdeel "histoire". De student leest ze reeks Franse literaire fragmenten uit de periode 15e t/m de 19e eeuw, maakt hier opdrachten bij en neemt actief deel aan discussies
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten:
Leerstof:
De grote lijnen van de Franse geschiedenis en Franse kunst en cultuur van de 16e t/m de 19e eeuw Franse literaire tekstfragmenten uit de periode 15e t/m de 19e eeuw. (zie ook boekenlijst bij het ond
Werkvormen:
Deels hoorcollege, deels individueel werk en groepsopdrachten.
Activiteiten:
De student leest de literaire teksten die op het programma staan en werkt aan opdrachten waarvan wordt besproken. De student neemt deel aan discussies in de les. De student past verworven kennis van de geschiedenis, kunst en cultuur en verteltheorie toe. De student maakt zelfstandig een"fiche de lecture" over de roman Candide van Voltaire volgens he lecture". De "fiche de lecture" telt mee als een onderdeel van de schriftelijke toets, onderdeel litera De student doet een klein onderzoek over een historisch, cultureel of kunstzinnig thema naar keuze docent) en presenteert dit onderzoek tijdens de les met behulp van ICT. Minimaal twee andere stud feedback op deze presentatie middels een evaluatieformulier. De presentatie moet als 'voldoende' b In het kader van de Landelijke Kennistoets Frans, LKT, komt voor het onderdeel "histoire" ook de p kort aan bod. Doelstellingen/competenties: Kennis:
1.1 De student kent de hoofdlijnen uit de geschiedenis, cultuur en kunst van de 16e t/m 19e eeuw, stijlen; Beeldende kunst: stijlen uit de bestudeerde periode; Renaissance: oorsprong, culturele ontw politieke ontwikkelingen, ontwikkelingen en gevolgen op het gebied van de religie in en voor Frankr oorsprong, verloop en voorbeelden; Absolutisme: definitie, oorsprong, verloop en gevolgen voor Fr personages; Verlichting: oorzaak, definitie en gevolgen voor Frankrijk, vertegenwoordigers en voorb 18e en 19e eeuw: oorzaken, verloop en gevolgen en effecten voor Frankrijk en de Franse samenlev verloop, gevolgen en effecten voor Frankrijk; Opkomst moderne politieke ideeën: oorzaken, verloop Frankrijk.
1.2 De student heeft een aantal representatieve Franstalige literaire teksten van de late Franse mid eeuw gelezen (periode 1470-1900) en kan deze teksten in een cultuur-historisch perspectief plaatse
1.3 De student weet wat de belangrijkste literaire stromingen van de 16e t/m de 19e eeuw inhoude (Burlesque, Préciosité, Libertinage); Classicisme; Philosophie des Lumières; Romantisme; Réalisme;
1.4 De student kan een definitie geven van de begrippen die horen bij de belangrijkste verhaalelem de elementaire verteltheorie, te noemen: Algemene gegevens; Hoofdgenres/subgenres; Gebeurten Ruimte; Vertelperspectief en verteller; Stijl, metafoor; Taalgebruik en niveau.
1.5 De student kan een eenvoudige literaire analyse maken van een poëtische tekst (fabel, ballade, volgende literaire begrippen van de elementaire verteltheorie: Algemene gegevens; Hoofdgenres/su Personages; Thema; Tijd; Ruimte; Vertelperspectief en verteller; Stijl, metafoor; Taalgebruik en niv 1.6 De student kan zijn mening over de gelezen literaire teksten verwoorden.
1.7 De student kan leesverslagen en opdrachten gemaakt door medestudenten van inhoudelijk com
1.8 De student kan een inhoudelijke bijdrage leveren aan discussies met medestudenten over politi artistieke ontwikkelingen in de 16e t/m 19e eeuw in Frankrijk. Vaardigheden: 2.1. De student kan omgaan met naslagwerken en internetsites. 2.2. De student kan zijn werkzaamheden plannen. 2.3. De student kan informatie verzamelen en deze zowel schriftelijk als mondeling presenteren. 2.4. De student ontwikkelt een onderzoekende en professionele werkhouding. Attitude:
3.1 De student heeft in jaar 1 en 2 zijn algemene ontwikkeling en vakkennis uitgebreid. Hij is in sta vaardigheden in het Frans te gebruiken.
3.2 De student hecht belang aan de kennis en inzichten in de Franse samenleving en de vertaalslag Frans. Tijdens de cursus wordt er gewerkt aan de volgende eindtermen:
Algemene Beroepsvoorbereidingen: Zie vaardigheden.
Vakinhoud/ vakspecifieke competenties:
Lezen, luisteren: niveau B1+ / B2, schrijven, spreken: niveau B1 / B1+. Kennis van de Franse geschiedenis, cultuur en literatuur van de 16e t/m 19e eeuw. SBL-competenties: 3, 7 en 8
Kennisbasis: 3. Socio-culturele kennis: 3.1: kennis van land en samenleving 3.2: geografie 3.3: literatuur en cultuur 3.4: intercultureel bewustzijn Dublindescriptoren De Dublindescriptoren worden in de studiehandleiding toegelicht. Toetsen en beoordelingscriteria: Verplichte schriftelijke toets eind periode A.
De toets is summatief en bestaat uit kennis-, inzicht- en toepassingsvragen over zowel het onderd onderdeel literatuur. De door de studenten zelf gekozen fragmenten en onderwerpen worden gebru vragen over de lesstof worden gesteld en beantwoord in het Frans. De studenten moeten minimaal (5,5). De "presentatie" bij het onderdeel "histoire" en de "fiche de lecture" bij het onderdeel literatu van de summatieve toets.
Eerste Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de Tweede Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode wa was. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. La France contemporaine 1.1 (OAFR-PFRANCE1-12) en La France contemporaine 1.2 (OAFR-PFRANCE2-12)
Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 2 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 12,5 (Prijs van het boek L'histoire de France, repères pratiques) Materiaal: Boek (aanbevolen) : La littérature française, repères pratiques, C. de Ligny, M. Rousselot, (2009), ISBN 978-2-09-1609 Boek (verplicht) : L’histoire de France, repères pratiques, G. Labrune, Ph. Toutain, (2011), ISBN 978-2-09-161715-2, N Boek (verplicht) : L’Avare; Molière; édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden Boek (verplicht) : Fables; Jean de La Fontaine; édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden Boek (verplicht) : Candide; Voltaire; édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden Boek (verplicht) : Une vie; Guy de Maupassant; édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden Boek (verplicht) : Leone Leoni; Georges Sand; édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden Boek (verplicht) : La Vénus d’Ille; Prosper Mérimée; édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden Diversen (verplicht) : Extraits littéraires uit de 15e t/m 19e eeuw en bundel elementaire verteltheorie (narratologie éléme op SharePoint. Diversen (aanbevolen) : Diversen (verplicht) : • aanvullend materiaal voor geschiedenis op SharePoint 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 120
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1HIS16-12
Titel
Histoire, Arts et Littérature XX-XXI
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2
Cursuscode Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1HIS20-12 Histoire, Arts et Littérature, XXe et XXIe siècles History, Arts and Literature, XXth and XXIst centuries 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Aanwezigheid verplicht?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
Nee
WF Fischer (tel. 7515) (
[email protected]) Frans
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
7 maal per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
1050 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 122 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Mondelinge toets
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze cursus staan de belangrijkste politieke, economische, sociale en artistieke ontwikkelingen van de 20e en 21e eeuw in Frankrijk (in Europees/mondiaal perspectief) centraal. De studenten lezen twee verplichte Franse literaire werken en een reeks Franse literaire fragmenten uit de Franse letterkunde van de 20e en 21e eeuw en één Frans literair werk naar keuze vanaf 1990. Zie verder inhoud.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof In deze cursus worden de belangrijkste politieke, economische en sociale ontwikkelingen van de 20e en 21e eeuw in Frankrijk (in Europees/mondiaal perspectief) behandeld. Tevens worden de belangrijkste artistieke ontwikkelingen van de 20e en 21e eeuw in Frankrijk besproken. Wat betreft de artistieke ontwikkelingen ligt de nadruk op literatuur. Ontwikkelingen in de schilderkunst komen globaal aan bod. De volgende ontwikkelingen op politiek, economisch en sociaal gebied staan centraal in deze cursus: de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog, het dekolonisatieproces, de consumptiemaatschappij, mei 1968 (oorzaken, gevolgen, effecten) en immigratie. De aanbevolen boeken L’histoire de France, repères pratiques van G. Labrune, Ph. Toutain, (2011) en La littérature française, repères pratiques, van C. de Ligny en M. Rousselot (2009) kunnen bij de bestudering van de historische en maatschappelijke ontwikkelingen van de 20e en 21e eeuw in Frankrijk en de literaire hoogtepunten als naslagwerken voor de student dienen. De volgende literaire en artistieke stromingen staan centraal in deze cursus: dadaïsme, surrealisme, existentialisme, théâtre de l'absurde en littérature francophone. De docent reikt hiervoor materialen in HUbl aan. Tevens wordt een aantal websites, video's en maatschappelijke artikelen ter ondersteuning gebruikt. De student leest zelfstandig drie literaire Franse werken waarvan één werk naar keuze vanaf 1990. (zie ook boekenlijst bij het onderdeel ‘Materialen’). Werkvormen en activiteiten: Tijdens de lessen worden de belangrijkste politieke, economische en sociale ontwikkelingen van de 20e en 21e eeuw in Frankrijk (in Europees / mondiaal perspectief) behandeld. Tevens worden de belangrijkste artistieke ontwikkelingen van de 20e en 21e eeuw in Frankrijk besproken. Wat betreft de artistieke ontwikkelingen ligt de nadruk op literatuur. De studenten worden door middel van verschillende (groeps)opdrachten actief bij de lesstof betrokken. Indien mogelijk wordt zoveel mogelijk een verband gelegd met de actualiteit. Tijdens de lessen worden bovendien twee Franse literaire werken behandeld. De studenten bereiden de lessen literatuur voor door een "fiche de lecture" per literair werk in te vullen. Per literair werk kunnen de studenten de belangrijkste verhaalelementen en verhaalaspecten beschrijven. De belangrijkste basisbegrippen m.b.t. verhalende teksten worden tijdens de cursus herhaald. Tevens besteden we aandacht hoe studenten hun mening over het literaire werk met argumenten kunnen ondersteunen. Tijdens de lessen bespreken de studenten met elkaar de belangrijkste verhaalelementen en verhaalaspecten van het literaire werk en hun persoonlijke leeservaringen. De studenten lezen daarnaast een aantal extraits van hoogtepunten uit de Franse letterkunde van de 20e en 21e eeuw. De extraits zijn voorzien van opdrachten, die in zelfstudie gemaakt worden. Deze opdrachten worden deels tijdens de les (in groepsverband) besproken. De extraits en de bijbehorende opdrachten worden op HUbl geplaatst. Daarnaast lezen de studenten individueel één literair werk vanaf 1990 van minimaal 120 pagina’s naar keuze. Dit werk wordt in overleg met de docent vastgesteld. Deze cursus wordt in blended vorm in HUbl aangeboden. Dit houdt in dat de student de kennis verwerft in zelfstudie en/of in leerteams. De toepassing en de verdieping van de thema’s vinden plaats tijdens de bijeenkomsten op het instituut. Doelstellingen We hebben de leerdoelen in drie onderdelen gesplitst: kennis, vaardigheden en attitude. 1 Kennis 1.1. De student kent de belangrijkste politieke, economische en sociale ontwikkelingen van de 20e en begin 21 e eeuw in Frankrijk. De politieke, economische en sociale ontwikkelingen van de 20e en begin 21 e eeuw die tijdens de cursus centraal staan, worden behandeld in vier thema’s:
-
1. Première Guerre Mondiale: Ontstaan Eerste Wereldoorlog (verschillende oorzaken: in Frankrijk, vanuit Europees/mondiaal perspectief) Belangrijkste gebeurtenissen, personen, ontwikkelingen: in Frankrijk / vanuit Europees/mondiaal perspectief) Einde Eerste Wereldoorlog (oorzaken en gevolgen: in Frankrijk / vanuit Europees/mondiaal perspectief)
-
2. Deuxième Guerre Mondiale: Ontstaan Tweede Wereldoorlog (verschillende oorzaken: Frankrijk/Europa) Belangrijkste gebeurtenissen, personen, ontwikkelingen: Frankrijk/Europa
-
-
Einde Tweede Wereldoorlog (oorzaken, gevolgen, effecten: in Frankrijk / vanuit Europees/mondiaal perspectief) 3. La décolonisation et mai ’68: Oorzaken, ontwikkelingen, gevolgen, effecten (in Frankrijk / vanuit Europees/mondiaal perspectief) De Algerijnse Oorlog (1954-1962) De gebeurtenissen rond mei 1968 in Frankrijk De consumptiemaatschappij van de tweede helft van de 20 e eeuw De geboortepolitiek van Charles de Gaulle
4. La France au quotidien : Immigratie in Frankrijk : oorzaken, gevolgen, effecten (in Frankrijk/ Europees/ mondiaal perspectief) De studenten kennen de namen van de presidenten van de Vijfde Republiek, de politieke kleur waartoe ze behoren en de hoofdpunten van het beleid van de president. - De studenten kennen het politieke systeem van Frankrijk. - De studenten zijn bekend met de "valeurs" van de Franse Republiek.
-
1.2 De student kent een aantal representatieve Franstalige literaire werken van de 20 e en begin 21e eeuw. (De literaire werken die behandeld worden komen in extrait vorm terug met bijbehorende opdrachten. De literaire fragmenten worden aan het begin van de cursus door de docent op HUbl geplaatst). 1.3 De student kent de belangrijkste kenmerken van de volgende literaire / artistieke stromingen van de 20e en 21e eeuw: dadaïsme, surrealisme, existentialisme, théâtre de l’absurde, la littérature francophone (africaine). 1.4 De student kent basisbegrippen uit de narratologie (zie lijst jaar 2 van de elementaire verteltheorie in HUbl). 1.5 De student kent een aantal representatieve voorbeelden van Franstalige esthetische producten, in de categorie van schilderkunst uit de 20e en 21e eeuw. 2 Vaardigheden
2.1 De student kan de belangrijkste politieke, economische en sociale ontwikkelingen van de 20e en begin 21e eeuw in Frankrijk, voor Frankrijk, Europa en de rest van de wereld beschrijven, verklaren en hier voorbeelden van geven. 2.2 De student kan de gevolgen beschrijven van de belangrijkste politieke, economische en sociale ontwikkelingen van de 20e en begin 21e eeuw in Frankrijk, voor Frankrijk, Europa en de rest van de wereld. 2.3 De student kan uitleggen hoe de belangrijkste kenmerken van het dadaïsme, surrealisme, existentialisme, théâtre de l'absurde en la littérature francophone (africaine) terugkomen in de extraits. 2.4 De student kan de gelezen literaire werken in een historische, culturele en literaire context plaatsen. 2.5 De student kan een verband leggen tussen de literaire gelezen werken (twee romans, twee toneelstukken en verscheidene extraits) en de vier behandelde thema’s. 2.6 De student kan uitleggen hoe basisbegrippen van de narratologie (zie lijst jaar 2 van de elementaire vertelheorie in HUbl) in de gelezen literaire werken en extraits naar voren komen. 2.7 De student kan met betrekking tot de eigen gelezen roman of gedichtenbundel in een "fiche de lecture" laten zien hoe hij/zij de literaire begrippen met betrekking tot de elementaire verteltheorie van jaar 2 in een goed doorlopend verhaal toepast waarbij hij/zij onder andere aandacht besteedt aan de literaire stroming waar het werk deel van uitmaakt en zijn/haar mening over het betreffende literaire werk met duidelijke argumenten beschrijft. 2.8 De student kan zijn/haar mening over de gelezen literaire werken met argumenten ondersteunen. 2.9 De student kan een inhoudelijke bijdrage leveren aan discussies met medestudenten over politieke, economische,
sociale en artistieke ontwikkelingen in de 20e en 21e eeuw in Frankrijk.
3 Attitude 3.1. De student kan omgaan met naslagwerken en internetsites. 3.2. De student kan zijn/haar werkzaamheden plannen. 3.3. De student kan informatie verzamelen en deze zowel schriftelijk als mondeling presenteren. 3.4. De student ontwikkelt een onderzoekende en professionele werkhouding. 3.5 De student kan actief samenwerken in leerteams en ervaart feedback als een manier van leren en gebruiken de feedback om zijn/haar werk te verbeteren.
Competenties Vakinhoud/vakspecifieke competenties: - Lezen, luisteren: niveau B1+ / B2 - Schrijven, spreken: B1+ Kennisbasis: 1 Taalvaardigheden 1.1 Leesvaardigheid 1.2 Kijk-en luistervaardigheid 1.3 Schrijven 1.4 Spreken 1.5 Gesprekken voeren 3 Socio-culturele kennis 3.1: Kennis van land en samenleving 3.3: Literatuur en cultuur SLB-competenties: 3, 7
Dublindescriptoren: deze worden in de studiehandleiding toegelicht. Toetsen en beoordelingscriteria De module wordt afgesloten door middel van een mondelinge toets. Deze mondelinge toets gaat over de behandelde politieke, economische, sociale en artistieke ontwikkelingen uit de 20e en 21e eeuw in Frankrijk (in Europees en mondiaal perspectief), de extraits en bijbehorende opdrachten en de drie literaire werken (waarvan twee klassikaal behandeld en één naar keuze). De studenten kunnen de literaire werken in de historische/culturele/literaire context plaatsen. Bovendien kunnen ze verbanden leggen tussen de gelezen literaire werken (romans en extraits) en de behandelde thema’s in de lessen. De vragen worden gesteld en beantwoord in het Frans en moeten liggen op niveau B1+. Voor de voltijd vindt de mondelinge toets plaats in de toetsweek van periode C. De herkansing vindt plaats in periode D. De mondelinge toets duurt vijfentwintig minuten per student. Voor de deeltijd vindt de mondelinge toets plaats in de toetsweek van periode D. De herkansing vindt plaats in de herkansingsweek van periode D. Ter voorbereiding op de mondelinge toets maakt de student voor elk literair werk een "fiche de lecture" en bereidt van elk extrait de antwoorden op de bijbehorende vragen en opdrachten voor. De "fiches de lecture" mogen niet tijdens het mondeling door de student worden ingezien. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode van de module.
Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het eerste toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Histoire, Arts et Littérature (OAFR-H1HIS16-12) en La France contemporaine 1.1 (OAFR-PFRANCE1-12) en La France contemporaine 1.2 (OAFR-PFRANCE2-12) Veronderstelde voorkennis: Eén of meer van drie cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 25 (Totaalbedrag bij benadering voor beide aanbevolen boeken) Materiaal: Boek (aanbevolen) : L’histoire de France, repères pratiques; G. Labrune & Ph.Toutain, (2011); ISBN: 9782-09-161715-2; Nathan Diversen (verplicht) : Extra materiaal van docent in HUbl Boek (aanbevolen) : La littérature française, repères pratiques; C. de Ligny, M. Rousselot, (2009).; ISBN 978-2-09-160963-8; Nathan Boek (verplicht) : La Cantatrice chauve et La leçon, E. Ionesco, édition inégrale, eventueel als e-book te downloaden Boek (verplicht) : Les Petits enfants du siècle, C. Rochefort, édition intégrale, eventueel als e-book te downloaden 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1HIS20-12
Titel
Vakdidactiek 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H1VKDID2-12 Vakdidactiek 2 Methodology 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
EM Daling (
[email protected]) Nederlands, Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze module verdiepen en verbreden de studenten hun vakdidactische kennis opgedaan tijdens de module Vakdidactiek 1. De studenten bereiden zich thuis voor door het lezen van verdiepende literatuur en het voorbereiden van opdrachten. Tijdens de les wordt nader ingegaan op vragen van de studenten over de theorie en wordt er in leerteams gewerkt aan de toepassing van de theorie in de vorm van praktijkgerichte opdrachten. In deze module staat de analyse van praktijkcasussen centraal en de verantwoording van de didactische keuzes van de student. Er wordt aandacht besteed aan de specifieke vakdidactiek voor het AVO (havo en vwo) en Beroepsonderwijs: vmbo en mbo. Dit met het oog op het kiezen van een afstudeerrrichting aan het eind van jaar 2. De studenten stellen gedurende de cursus een werkmap samen die dient als ondersteuning voor het schriftelijke open boek tentamen. Bovendien bereiden de studenten in leerteams een gezamenlijke les voor die aan verschillende niveau's (AVO en beroepsonderwijs) wordt gegeven.De studenten denken gezamenlijk na over de leerdoelen en het thema van de les en over verschillen in didactiek voor de specifieke doelgroep. De studenten schrijven een lesplan en presenteren hun ervaringen met betrekking tot de les tijdens de laatste bijeenkomst aan elkaar. De thema’s die in deze module aan bod komen, zijn: · · · · · ·
Taalverwerving en taakgericht onderwijs in het kader van communicatief moderne vreemdetalenonderwijs Activerende (vak)didactiek (bijvoorbeeld AIM, TPRS) Inductieve en deductieve uitleg van grammatica Woordenschatverwerving Toetsen en beoordelen (algemene basiskennis) Het gebruik van ICT in de les/digitale didactiek
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze module wordt iedere les theorie behandeld over een bepaald thema. De studenten maken in kleine groepen de vertaalslag naar de beroepspraktijk. De studenten verwerken thuis en tijdens de les opdrachten over de behandelde theorie geven elkaar hierop feedback. De studenten beargumenteren hun keuzes op basis van de theorie. Zij presenteren tijdens de bijeenkomsten aan elkaar inspirerende onderwijsactiviteiten van hun stageschool. Uitwisseling van ervaringen en discussies met betrekking tot het vreemdetalenonderwijs zijn onderdeel van deze cursus. De studenten gaan naast het lezen van de verplichte literatuur zelf op zoek naar relevante artikelen en literatuur en leren hun keuzes te verantwoorden. Tevens leggen zij een werkmap aan die dient als ondersteuning voor het schriftelijke tentamen. De thema’s die in deze module aan bod komen, zijn: · Theorie van taalverwerving en taakgericht moderne vreemde talenonderwijs · Activerende didactiek en nieuwe manieren van lesgeven (bijvoorbeeld AIM, TPRS, TPR) · Inductieve en deductieve uitleg van grammatica · Toetsen en beoordelen · ICT en Digitale didactiek Verschillen in didactiek tussen avo (havo/vwo) en beroepsonderwijs (vmbo/mbo) Doelstellingen Deze cursus heeft de volgende leerdoelen:
DDe studenten kunnen concrete leerdoelen formuleren die bestaan uit een inhouds- én gedragscomponent en die passen in de context van communicatief moderne vreemde talenonderwijs. De studenten kunnen met behulp van verschillende theorieën van tweede taalverwerving (o.a. de Flipperkast en de Schijf van Vijf van Westhoff en de oefeningentypologie van Neuner) Franse taaltaken analyseren. De studenten kunnen uitleggen in hoeverre de principes van activerende didactiek en
samenwerkend leren zijn toegepast in Franse taaltaken. De studenten kunnen geschikte activerende werkvormen kiezen voor de verschillende vaardigheden en deelvaardigheden en verantwoorden waarom ze voor deze werkvorm kiezen. De studenten kunnen stapsgewijs beschrijven hoe zij op verschillende manieren (zowel inductief als deductief) een grammaticaal onderwerp aan een onderbouw klas kunnen uitleggen. - De studenten kunnen verschillende activerende manieren beschrijven om het verwerven en onthouden van woorden bij de leerlingen te bevorderen en verantwoorden waarom ze voor deze manieren kiezen. De studenten kunnen toelichten welke beheersingsniveaus van de taxonomie van Bloom (revisie Kratwohl en Anderson, 2000) in Franse toetsen en opdrachten voorkomen. De studenten kunnen in hun eigen woorden uitleggen wat het T-PACK model inhoudt en op welke manier(en) hij het model kan inzetten in zijn eigen lespraktijk. De studenten kunnen beschrijven hoe en met welk doel zij op een didactisch zinvolle manier kunnen inzetten tijdens de Franse les. De studenten kunnen een les ontwerpen waarbij zij hun didactiek afstemmen op de specifieke doelgroep (avo/beroepsonderwijs (vmbo/mbo). Toetsing
Het schriftelijke tentamen bestaat uit casussen en open vragen. De studenten leggen voor zichzelf tijdens de module een werkmap aan waarin zij alle aantekeningen, opdrachten en feedback van medestudenten verzamelen. Deze werkmap mag tijdens het tentamen als hulpmiddel worden gebruikt, maar wordt niet als apart product beoordeeld. Het tentamen wordt met een voldoende (= 5.5) beoordeeld wanneer 60% van de punten is behaald. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. De studenten die de module leerwegonafhankelijk volgen, ronden de cursus ook af met een schriftelijk tentamen (100%). Het tentamen is gelijk aan de reguliere toets. Vraag de vakdocent voor meer informatie.
SBL bekwaamheidseisen: 3 en 7 Kennisbasis: 4: Frans als schoolvak: 4.1 Kerndoelen en examens 4.2 Niveau 4.4 Doeltaal als voertaal 4.5 Leergangen 4.6 Technieken en hulpmiddelen 4.7 Leermateriaal 5: Het leren van een taal 5.1 Het leren van een taal 5.2 Taalvaardigheid 5.4 Grammatica 5.7 Toetsing en voortgang 6: Achtergrond van de leerling: 6.4 Motivatie 7: MVT-vakdidactiek 7.1 Methodologie van MVT 7.2 BVE-specifiek 7.5 ICT
Kennisbasis ICT: domein 1 t/m 3
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Vakdidactiek 1 (OAFR-PVAKDID1-12) Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 1 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Coole, D. de & Valk, A. (2015). Actief met taal. Bussum, Uitgeverij Coutinho Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren: basisboek. Groningen/Houten, Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Ebbens. S. & Ettekoven. S. (2013). Samenwerkend leren: praktijkboek. Groningen/Houten, Wolters Noordhoff Boek (verplicht) : Staatsen, F.(2015). Moderne Vreemde Talen in de onderbouw. Bussum, Uitgeverij Coutinho Diversen (verplicht) : Extra materiaal van docent op SharePoint Boek (aanbevolen) : Kwakernaak, E. (2009). Didactiek van het vreemdetalenonderwijs. Bussum. Uitgeverij Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H1VKDID2-12
Titel
Civilisation : Recherches et Didactique
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H2CIVIL-12 Civilisation : Recherches et Didactique Civilization: Research and Methodology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
WF Fischer (tel. 7515) (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Diverse toetsen
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze cursus kiest de student een Frans of aan de Franstalige wereld verwant historisch, cultuurkundig of literair onderwerp waar h literatuurstudie naar doet. Op basis van de verworven kennis uit de literatuurstudie maakt de student een didactisering van één les in land en volk (KLV). De didactisering van de les KLV is in overeenstemming met de gekozen profilering van de student: mbo/vmbo he
2.2
Cursus inhoud
Leerstof De cursus bestaat uit twee gedeeltes: 1. De student verricht zelfstandig een literatuurstudie over een Frans of aan de Franstalige wereld verwant historisch, cultureel of lit 2. De student didactiseert één les in het kader van KLV op basis van de resultaten uit zijn/haar literatuurstudie m.b.t. het gekozen o overeenstemming met zijn/haar eigen profilering mbo/vmbo hetzij havo/vwo.
Werkvormen en activiteiten: Tijdens de eerste twee bijeenkomsten stellen de studenten onder begeleiding van de docent hun onderzoeksvraag op met deelvrage een onderwerp aan. De docent keurt het plan van aanpak goed, uiterlijk in week 3. Zonder deze goedkeuring mag de student het lit De studenten werken in leerteams van 3 à 4 studenten waarin zij elkaar feedback geven op het onderzoeksplan, het onderzoek alsm ervan naar leerlingniveau. De feedback betreft zowel de inhoudelijke, de procesmatige als de taalkundige kant van het onderzoek al les KLV. De te didactiseren les KLV wordt volgens het voorgeschreven format lesplan Civilisation, Recherches et didactique opgesteld en is in eigen profilering van de student: mbo/vmbo hetzij havo/vwo. Deze cursus wordt in blended vorm in HUbl aangeboden. Dit houdt in verwerft in zelfstudie en/of in leerteams. Tijdens de bijeenkomsten krijgt de student instructie en begeleiding. Doelstellingen/competenties: Leerdoelen
Deze cursus heeft de volgende leerdoelen: Kennis:
1.1 De student breidt middels een literatuuronderzoek zijn/haar kennis uit over een Frans of aan de verwant historisch, cultureel of literair onderwerp. 1.2 De student kent de didactische uitgangspunten voor het ontwerpen van een les Frans. Vaardigheden:
2.1 De student kan een plan van aanpak voor een literatuurstudie opstellen volgens een aangereikt 2.2 De student is in staat om zelfstandig binnen een leerteam een literatuurstudie te verrichten op opgestelde hoofdvraag met twee à drie deelvragen.
2.3 De student kan een gestructureerd onderzoeksverslag met een coherente tekst schrijven van on woorden in het Frans, eigen tekst, niveau B2. 2.4 De student kan kritisch omgaan met bronnen en deze citeren volgens APA. 2.5 De student kan voor het tweedegraads gebied m.b.t. het vak Frans een les KLV didactiseren in de eigen gekozen profilering: mbo/vmbo hetzij havo/vwo, volgens de huidige ontwikkelingen in de
van de resultaten van het uitgevoerde literatuuronderzoek.
2.6 De student kan binnen zijn/haar eigen leerteam feedback geven, ontvangen en verwerken op d onderdelen: inhoud van het onderzoek, niveau Frans en onderzoeksmatig proces. Attitude:
3.1 De student hecht belang aan het vergroten van kennis over en inzicht in de Franse samenlevin naar het beroep van docent Frans.
3.2 De student ontwikkelt een kritische houding ten aanzien van literatuuronderzoek en vakdidacti feedback en verwerkt verkregen feedback als onderdeel van zijn eigen leerproces en gebruikt deze zijn werk te verbeteren. SBL-competenties 3, 7 en 8 Kennisbasis: 1 Taalvaardigheid 1.3: schrijfvaardigheid 3 Socio-culturele kennis 3.1: Kennis van land en samenleving 3.2: Geografie 3.3: Literatuur en cultuur 3.4: Intercultureel bewustzijn 4 Frans als schoolvak 4.5: Doeltaal-voertaal 4.6: Technieken en hulpmiddelen 4.7: Lesmateriaal ICT kennisbasis: domeinen 1, 2, 3, 4
Toetsen en beoordelingscriteria: Er zijn verschillende deadlines binnen de periode: week 3 voor het plan van aanpak; week 6 voor de eerste versie van het onderzoe eerste versie van de te didactiseren les KLV.
Het onderzoek wordt beoordeeld volgens criteria die door de docent aan het begin van de cursus worden uitgereikt. Naast het inhou wordt ook het proces, waaronder de methodologie, beoordeeld. Het literatuuronderzoek bestaat uit het plan van aanpak, een versla woorden eigen tekst) met inbegrip van een procesverslag. De les moet voldoen aan de van tevoren opgestelde criteria en is ontworpen in overeenstemming met de gekozen profilering van de aanpak sluit aan op de huidige ontwikkelingen binnen de vakdidactiek Moderne Vreemde Talen.
Voor het verslag geldt dat de schrijfvaardigheid Frans op niveau B2 ligt. Voor het verslag van onderzoek met inbegrip van de didacti minimaal 55 punten te behalen voor een voldoende. De beoordelingsrubric wordt aan het begin van de module door de docent uitgereikt. Eerste Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het eerste toetsmoment was
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Histoire, Arts et Littérature (OAFR-H1HIS16-12) en Histoire, Arts et Littérature (OAFR-H1HIS20-12) en Vakdidactiek 2 (OAFR-H1VKDID2-12) en Compétences linguistiques 1D (OAFR-PCOMP1D-12) en La France contemporaine 1.1 (OAFR-PFRANCE1-12) en La France contemporaine 1.2 (OAFR-PFRANCE2-12) en Vakdidactiek 1 (OAFR-PVAKDID1-12)
Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 7 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Praktijkonderzoek in de school; Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). ISBN: 9789046903001; Tw Coutinho Boek (verplicht) : De APA-richtlijnen, over literatuurverwijzing en onderzoeksrappportage; Poelmans, P. & Severijnen, O 9789046903452; Eerste druk; Bussum: Coutinho 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H2CIVIL-12
Titel
Compétences linguistiques 3C
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H2COMP3C-14 Compétences linguistiques 3C Language skills 3C 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CML Rouffet (tel. 06-13930989) (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Luistertoets
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
Spreekvaardigheid
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Geïntegreerde training van de vier vaardigheden op B2+/C1 niveau van het ERK met de nadruk op de spreek- en luistervaardigheid. Aan het eind van deze module:
kan de student spreken over onderwerpen die kunnen algemeen, wetenschappelijk of beroepsmatig van aard zijn of te maken hebben met vrijetijdsbesteding gebruikt hij een taal die toereikend is om onduidelijke beschrijvingen te geven, en meningen te verkondigen over de meeste algemene onderwerpen. worden helderheid en coherentie door de student bewerkstelligd door middel van een beperkt aantal verbindingswoorden. Er worden complexe argumentaties door de student gebruikt. is de woordenschat van de student toereikend om duidelijke beschrijvingen te geven, en meningen te verkondigen over de meeste algemene onderwerpen. valt het niet op dat de student naar woorden moet zoeken. vertoont hij een vrij uitgebreide beheersing van de grammatica en maakt hij gebruik van complexe zinsvormen. Er zijn geen fouten die de begrijpelijkheid in de weg staan. De meeste fouten worden door de student zelf hersteld. is het spreektempo van de student over het algemeen en voor langere gedeelten vrij vast met weinig opvallende lange pauze. heeft hij een duidelijke, natuurlijke uitspraak en intonatie. kan hij gesprekken volgenover abstracte, complexe onderwerpen. Kan hij gesprekken volgen over alledaagse onderwerpen ook wanneer daarbij wordt afgeweken van standaardtaal en/of woorden uit de omgangstaal worden gebruikt. Kan hij slecht verstaanbare aankondigingen begrijpen. Kan hij complexe technisch informatie begrijpen en in de meeste radioprogramma’s details over attitudes en verhoudingen tussen personen begrijpen, ook als er soms in niet standaardtaal gesproken wordt. Kan hij in radio- en tv programma’s en films attitudes en relaties tussen personen begrijpen, ook als die niet expliciet vermeld worden
kan hij een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus gaan de studenten verder met het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden Frans op B2+ niveau voor de productieve vaardigheden en C1 niveau voor de receptieve vaardigheden van het ERK. Alle vaardigheden worden getraind, maar de nadruk ligt deze periode op de spreek- en luistervaardigheid. Het beheersen en uitbreiden van vocabulaire op B2+/C1 niveau en het redekundig kunnen ontleden ondersteunen de ontwikkeling van de vaardigheden. Vocabulaire en grammatica worden tijdens de cursus getraind zodat de studenten inzicht krijgen in hun leerproces. Dit bereidt hen voor op de eindtoetsen schrijf- en leesvaardigheid op B2+/C1-niveau van Periode D. Doelstellingen/competenties: De student werkt toe naar het B2+ niveau voor de productieve en het C1 niveau voor de receptieve vaardigheden van het ERK dat bereikt moet worden aan het eind van het derde cursusjaar. Toetsen en beoordelingscriteria: In de hele Compétences linguistiques jaar 3 lijn worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toets : -Mondelinge toets spreekvaardigheid (Production Orale) op B2+ niveau -Luistertoets (Compréhension Orale) op C1 niveau Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de studiehandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was.
Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: Zie domeinen 1 en 2 van de conceptuele kennisbasis Frans: 1. Taalvaardigheden 2. Taalbeschouwing en vocabulaire
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Compétences linguistiques 3 A (OAFR-H2COMP3A-12) en Compétences linguistiques 3B (OAFR-H2COMP3B-12) Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 2 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Dalf C1, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 2, Groningen, Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus, Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H2COMP3C-14
Titel
Compétences linguistiques 3D
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-H2COMP3D-14 Compétences linguistiques 3D Language skills 3D 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CML Rouffet (tel. 06-13930989) (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Leesvaardigheid
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
Schrijfvaardigheid
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Geïntegreerde training van de productieve vaardigheden op B2+ niveau en de receptieve vaardigheden op C1 niveau van het ERK met de nadruk op de schrijf- en leesvaardigheid. Aan het eind van deze module:
kan de student een betoog of een verslag in het Frans schrijven waarbij tekstconventies zoals indeling in paragrafen en standaard lay-out zijn toegepast. kan hij in zijn betoog of verslag informatie doorgeven en redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tégen een specifiek standpunt. kan hij zijn argumenten illustreren met concrete en gedetailleerde voorbeelden. kan hij nieuws en standpunten van een ander kritisch becommentariëren. kan hij zijn betoog of verslag op een logisch en duidelijke manier opbouwen. beschikt hij over een uitgebreide en gevarieerde woordenschat in het Frans om duidelijke beschrijvingen te geven, en meningen te verkondigen over de meeste algemene onderwerpen. kan hij de woorden op een geschikte manier toepassen in de zinnen. vertoont hij een vrij uitgebreide beheersing van de grammatica. Er zijn geen fouten die de begrijpelijkheid in de weg staan. kan hij op een adequate manier de verschillende “modes” en tijden gebruiken. kan hij complexe en gevarieerde zinnen maken. kan de student lange en complexe feitelijke en literaire teksten globaal begrijpen. kan hij het gebruik van verschillende stijlen herkennen. kan hij complexen teksten, gespecialiseerde artikelen en lange ingewikkelde instructieteksten in details begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op zijn terrein. kan hij laagfrequent en specialistisch woordgebruik begrijpen. kan hij lange samengestelde zinnen analyseren en begrijpen.
kan hij de impliciete betekenis van teksten herkennen.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus gaan de studenten verder met het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden Frans op B2+ niveau voor de productieve vaardigheden en C1 niveau voor de receptieve vaardigheden van het ERK. Alle vaardigheden worden getraind, maar de nadruk ligt deze periode op de schrijf- en leesvaardigheid. Het beheersen en uitbreiden van vocabulaire op B2+/C1 niveau en het redekundig kunnen ontleden ondersteunen de ontwikkeling van de vaardigheden. Doelstellingen/competenties: De student werkt toe naar het C1 niveau voor de receptieve vaardigheden en B2+ voor de productieve vaardigheden van het ERK; dit moet bereikt zijn aan het eind van deze module. Toetsen en beoordelingscriteria: In de hele Compétences linguistiques jaar 3 lijn worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toets onderdelen: -Toets schrijfvaardigheid (Production écrite) op niveau B2+ -Toets Leesvaardigheid (Compréhension écrite) op niveau C1 Beide onderdelen moeten voldoende zijn. Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de studiehandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding
Kennisbasis: Zie domeinen 1 en 2 van de conceptuele kennisbasis Frans: 1. Taalvaardigheden 2. Taalbeschouwing en vocabulaire
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Een of meer van 3 cursus(sen) (meer informatie bij contactpersoon) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Dalf C1, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 2, Groningen, Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus, Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/6/OAFR-H2COMP3D-14
Titel
Compétences linguistiques 3A
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-HCOMP3A-15 Compétences linguistiques 3A Language skills 3A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CML Rouffet (tel. 06-13930989) (
[email protected]) Frans
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Grammatica
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Schrijvaardigheid en vocabulaire
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Geïntegreerde training van de productieve vaardigheden op B2+ niveau en de receptieve vaardigheden op C1 niveau van het ERK met de nadruk op de receptieve vaardigheden. Tijdens deze training komen vocabulaireverwerving en grammatica expliciet aan de orde. Aan het eind van deze module:
kan de student de geleerde grammatica toepassen in de taalvaardigheid van het huidige vereiste niveau. heeft hij overzicht en kennis van de regels van de Franse grammatica en morfologie. kan hij de regels van de Franse grammatica en morphologie aan leerlingen van de onderbouw uitleggen. moet hij de functie van de bijzinnen kunnen benoemen kan hij redekundige ontleden en praktisch toepassen kan hij complexe zinnen op B2 niveau analyseren. kan hij de analyse gebruiken om fragmenten van teksten op niveau C1 in details te begrijpen kan hij complexe zinnen op B2 niveau zelf produceren kan hij het geleerde vocabulaire herkennen en vertalen uit teksten van C1 niveau.
kan hij het geleerde vocabulaire toepassen in de taalvaardigheid van het huidige vereiste niveau (B2).
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus gaan de studenten verder met het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden Frans op B2+ niveau voor de productieve vaardigheden en C1 niveau voor de receptieve vaardigheden van het ERK. Doordat het beheersen en uitbreiden van vocabulaire tot B2+/C1 niveau, de grammatica en met name het redekundig kunnen ontleden de basis vormen van het ontwikkelen van de vaardigheden, worden de onderdelen vocabulaire (geïntegreerd met schrijfvaardigheid) en grammatica summatief getoetst. Luister- en leesvaardigheid worden tijdens de module getraind zodat de studenten inzicht krijgen in hun leerproces. Dit bereidt hen voor op de eindtoetsen op C1 niveau van Periode C en D. De didactische component en de link naar de beroepspraktijk komen expliciet en impliciet aan bod doordat de studenten mini-lessen in het Frans geven, die vervolgens worden besproken. Er wordt gewerkt met activerende werkvormen ondersteund door ICT. Doelstellingen/competenties: De student werkt toe naar het B2+ niveau voor de productieve vaardigheden en het C1 niveau voor de receptieve vaardigheden van het ERK; dit moet bereikt zijn aan het eind van het derde cursusjaar. Toetsen en beoordelingscriteria: In de hele lijn “Compétences linguistiques jaar 3” worden de vier taalvaardigheden getraind, maar niet bij iedere cursus getoetst. Deze cursus wordt summatief afgesloten met de volgende toetsen: - Schriftelijk tentamen Schrijfvaardigheid en vocabulaire - Schriftelijk tentamen Grammatica Beide toetsen moeten voldoende zijn. Instructies, criteria en normering van de verschillende onderdelen zijn te vinden in de cursushandleiding die de studenten aan het begin van de module krijgen. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus.
2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen : 3, 4 en 7 Dublin descriptoren: zie cursushandleiding Kennisbasis: Zie domeinen 1 en 2 van de conceptuele kennisbasis Frans: 1. Taalvaardigheden 2. Taalbeschouwing en vocabulaire
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A. Baptiste, R. Marty (2010), Réussir le Dalf C1, Paris, Didier. ISBN : 9782278064502 Boek (verplicht) : T. Greidanus (2006), Le mot qu’il faut 2, Groningen, Noordhoff. ISBN: 9789001344252 Boek (verplicht) : B. Vlugter (2003), Grammaire plus, Bussum, Coutinho. ISBN : 9789062833092 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Vakdidactiek 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAFR-HVKDID3-15 Vakdidactiek 3 Methodology 3 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
EM Daling (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In de module Vakdidactiek 3 passen de studenten hun vakdidactische kennis opgedaan bij de modules vakdidactiek 1 en 2 toe door concrete lesactiviteiten voor te bereiden en uit te voeren op de leerwerkplek en door het zelf didactiseren van lesmateriaal voor de specifieke doelgroep aan wie wodt lesgegeven. De volgende thema’s staan centraal: toetsen en beoordelen van de productieve vaardigheden, het vormgeven van taakgericht communicatief moderne vreemdetalenonderwijs en doelmatig en creatief gebruik van ICT/digitale didactiek in de les. De studenten gaan met deze thema’s actief en zelfstandig in de onderwijspraktijk aan de slag. De studenten bereiden concrete praktijkopdrachten voor leerlingen voor, waarbij zij zelf lesmateriaal didactiseren voor de specifieke doelgroep. De voltijdstudenten hebben bij aanvang van deze cursus een keuze gemaakt m.b.t. de afstudeerrichting. De opdrachten die de studenten voorbereiden en uitvoeren zijn gericht op lesgeven in het AVO: havo/vwo of op lesgeven in het beroepsonderwijs: vmbo en/ of mbo. De studenten passen in de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten op de leerwerkplek de specifieke didactiek toe behorende bij het AVO of het beroepsonderwijs. Tijdens de bijeenkomsten vakdidactiek 3 wordt ingegaan op vakdidactische handvatten met betrekking tot deze verschillende doelgroepen. De studenten nemen minimaal één keer (een deel) van een Franse les op video op. Tijdens de bijeenkomsten zullen de studenten en de docent de lesgever van specifiek vakdidactische feedback voorzien. Tijdens de lessen zal (video) intervisie plaatsvinden m.b.t. de leerdoelen van de cursus. De cursus wordt afgesloten met een dossier. Het dossier bestaat uit een aantal praktijkopdrachten. Tijdens de bijeenkomsten zullen de studenten regelmatig hun deelproducten van het dossier aan elkaar laten zien en hierop feedback geven.
2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: De studenten passen hun vakdidactische kennis opgedaan in de modules vakdidactiek 1 en 2 toe door concrete lesactiviteiten te didactiseren voor hun leerwerkplek.
De volgende thema’s staan centraal tijdens vakdidactiek 3: toetsen en beoordelen van de productieve vaardigheden, taakgericht communicatief modernevreemdetalenonderwijs en doelmatig en creatief gebruik van ICT in de les. Deze thema’s worden voor de afstudeerrichting (voor de voltijdstudenten) specifiek ingekleurd. De student gaat in een met deze thema’s zelf in de onderwijspraktijk aan de slag. Tijdens de lessen zal er worden ingegaan op theorie behorende bij bovenstaande thema's, presenteren de studenten onderdelen van hun dossier aan elkaar, wisselen de studenten ervaringen uit en laten ze aan elkaar video-fragmenten zien van lesactiviteiten die ze met leerlingen hebben uigevoerd in het kader van deze cursus. De cursus wordt afgesloten met een dossier dat bestaat uit een aantal praktijkopdrachten.
Doelen De studenten kunnen communicatieve Franse taaltaken voor leerlingen ontwikkelen. De studenten kunnen zelfstandig lesmateriaal didactiseren. De studenten kunnen hun lesmateriaal zowel pedagogisch als didactisch afstemmen op de specifieke doelgroep (avo/beroepsonderwijs). De studenten kunnen toetsopdrachten voor de productieve vaardigheden en een
beoordelingsformulier voor deze opdrachten ontwikkelen. De studenten kunnen beargumenteerd hun visie geven op communicatief moderne vreemdetalenonderwijs en het gebruik van doeltaal voertaal in de les. De studenten kunnen ICT op een doelmatige manier in de lessen Frans inzetten. De studenten kunnen beargumenteren wat de didactische meerwaarde is van de inzet van ICTvoor hun ontworpen leeractiviteiten. De studenten kunnen specifiek vakdidactische feedback geven op elkaars opdrachten en lesactiviteiten (op video). De studenten kunnen hun ontwikkeling in competentie 3 beschrijven.
Toetsen en beoordelingscriteria:
De cursus wordt afgesloten met een dossier. Het dossier bestaat uit een aantal praktijkopdrachten die te maken hebben met de thema’s die centraal staan in de module: toetsen en beoordelen van de productieve vaardigheden, taakgericht communicatief moderne vreemdetalenonderwijs en doelmatig en creatief gebruik van ICT in de les. Voor de beoordeling van het dossier wordt een rubric gehanteerd. SBL bekwaamheidseisen: 3, 4 en 7
Kennisbasis Frans Bachelor: 4: Frans als schoolvak: 4.1 Kerndoelen en examens 4.2 Niveau 4.4 Doeltaal als voertaal 4.5 Leergangen 4.6 Technieken en hulpmiddelen 4.7 Leermateriaal
5: Het leren van een taal
5.1 Het leren van een taal 5.2 Taalvaardigheid 5.4 Grammatica 5.7 Toetsing en voortgang
6: Achtergrond van de leerling: 6.4 Motivatie
7: MVT-vakdidactiek 7.1 Methodologie van MVT 7.2 BVE-specifiek 7.5 ICT
Kennisbasis ICT: 1 t/m 4
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Staatsen, F.(2015). Moderne Vreemde Talen in de onderbouw. Bussum, Uitgeverij Coutinho Boek (verplicht) : Coole, D. de & Valk, A. (2015). Actief met taal. Bussum, Uitgeverij Coutinho Boek (aanbevolen) : Kwakernaak, E. (2009). Didactiek van het vreemdetalenonderwijs. Bussum. Uitgeverij Coutinho. Boek (verplicht) : Berben, M. & Teeseling, M. van (2014). Differentiëren is te leren! Amersfoort: CPS. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroep 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP3-14 Beroep 3 - Leren op school Profession 3 - Learning at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
P Blind (tel. 0031884817922) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Werkcollege
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
Frequentie
1 maal per week
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
1680 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Dossier
Schriftelijk tentamen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In deze module wordt voortgebouwd op de leerdoelen van beroep 1. In deze eerste module heeft de student kennis gemaakt met het Nederlandse schoolsysteem en een klein onderdeel van een les voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd. In de module ‘leren op school’ wordt deze basiskennis verder uitgewerkt en verdiept zodat de student in staat is om zelfstandig een complete les voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student verdiept zich verder in het concept leren en verschillende leertheorieën. Vervolgens wordt de stap naar de praktijk gemaakt. Hoe zijn ideeën uit deze theorieën terug te vinden in het onderwijsconcept van de leerwerkplek? Hoe kan onderwijs vormgeven worden dat aansluit bij dit onderwijsconcept? Wat kun je doen als docent om leerlingen effectief te laten leren? Hoe kun je als docent zorgen dat leerlingen actief betrokken zijn bij de les? Hoe stelt een docent goede vragen zodat leerlingen mee gaan denken? En op welke manier kunnen samenwerkingsstructuren vormgeven worden zodat er daadwerkelijk wordt samengewerkt en geleerd? Vragen die in deze module aan de orde komen en waar de student samen met de docent en medestudenten, tijdens hoorcolleges en interactieve werkbijeenkomsten mee aan de slag gaat.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes 1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
12. 13.
De student beschrijft de verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus en herkent deze in praktijkvoorbeelden. De student beschrijft de werking van het geheugen in relatie tot leren. De student beschrijft de behavioristische, cognitivistische, constructivistische en handelingspsycho-logische visie op leren en herkent kenmerken in bestaande onderwijsvormen en –concepten. De student beschrijft op welke manier de zes sleutelbegrippen voor het vormgeven van effectief leren in diverse instructiemodellen gerealiseerd kunnen worden. De student beschrijft hoe de pijlers voor taalgericht vakonderwijs vorm kunnen krijgen in een les. De student ontwerpt een les waarin de onderwijsactiviteiten aansluiten op het onderwijsconcept, de concreet en meetbaar geformuleerde leerdoelen, de beginsituatie en waarin de drie indicatoren van een krachtige leeromgeving zichtbaar zijn. De student legt uit waarom het stellen van een bepaalde vraag effectief is gezien het doel en de inhoud van de vraag en de manier waarop de vraag gesteld wordt. De student beschrijft op welke manier de vijf sleutelbegrippen voor succesvol samenwerkend leren in een samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. De student beschrijft verschillende toetsvormen en –functies. De student beschrijft hoe zelfstandig en zelfgestuurd leren vorm kan krijgen. De student zoekt en vindt Nederlandse vakliteratuur en schooldocumentatie waarmee een eigen geformuleerde onderzoeksvraag rondom het onderwijsconcept van een de (leerwerkplek)school beantwoord kan worden en verwerkt dit in een correct geschreven onderzoeksrapportage. De student voert op een methodische en kritische wijze een eenvoudig vragenlijstonderzoek uit naar het onderwijsconcept van de (leerwerkplek)school De student schrijft een onderzoeksverslag en een lesopzet die qua samenhang en afstemming op het publiek beginnend 4F niveau hebben.
Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Voorafgaand aan een werkcollege (de ‘face-to-face bijeenkomst’) doe je basiskennis op in de digitale leeromgeving. Denk daarbij aan kennisoverdracht via weblectures, het lezen van literatuur en het bestuderen van andere bronnen. Op de themapagina’s vind je algemene informatie over het thema, de leerdoelen en de onderliggende sessies. Op de sessiepagina’s vind je de opdrachten voor het werkcollege. De kennis die je in de opdrachten opdoet, zorgt ervoor dat je in de werkcolleges de verdieping kan bereiken die vereist wordt. De opdrachten
zijn tevens bruikbaar in de afsluitende dossieropdrachten. In de werkcolleges ligt de nadruk op het oefenen van vaardigheden, reflectie op het eigen handelen en de verbinding met eigen waarden, normen en professionele opvattingen. Thema 1: Leren (opvattingen, leersoorten, leerstijlen, geheugen) Dit thema gaat over leren. Vragen die hierbij centraal staan: Wanneer heb je iets geleerd? In welke situaties doe je dat? Hoe zien anderen dat? Wat is de rol van de hersenen bij leren? Wat kun je als docent doen om het informatieverwerkingsproces bij leerlingen positief te beïnvloeden? Thema 2: Leertheorieën Dit thema gaat over leren volgens het behaviorisme, het cognitivisme, het (sociaal)constructivisme en de handelingspsychologie. Vervolgens zijn belangrijke vragen voor de student: Wat heb je aan deze leertheoretische kennis voor jouw onderwijspraktijk? Welke ideeën herken je in jouw onderwijspraktijk? Hiermee wordt de leertheoretische kennis gekoppeld aan bestaande onderwijsconcepten. Thema 3: Effectief leren en directe instructie Dit thema gaat over kenmerken van effectief leren en hoe effectief leren in de les bevorderd kan worden. Dit kan door aandacht te hebben voor de zes sleutelbegrippen voor effectief leren en te voorzien in de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. Er komt aan bod hoe dit eruit ziet binnen het model van directe instructie. Thema 4: Activerend leren en taalgericht vakonderwijs Dit thema gaat over activerend leren. Hoe kun je leerlingen activeren tot leren in de les? Dit kan onder andere door vragen te stellen. Studenten leren na te denken over waarom ze eigenlijk vragen stellen en op welke manier ze dat effectief kunnen doen. Taalgericht vakonderwijs (het aanbieden van contextrijk onderwijs vol interactie en taalsteun) richt zich ook op leerlingen actief met de leerstof bezig te laten zijn. Thema 5: Samenwerkend leren Samenwerkend leren is iets anders dan leerlingen bij elkaar zetten en aan een opdracht laten werken. Om leerlingen daadwerkelijk te laten leren in samenwerking met elkaar, is het belangrijk om binnen de instructiestrategie rekening te houden met vijf sleutelbegrippen (o.a. positieve wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid). Verschillende samenwerkingsstructuren komen aan bod om te kijken hoe de sleutelbegrippen binnen zo’n samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. 2.
Schriftelijk tentamen Dossier: bestaande uit 2 deelopdrachten
Een deeltoets wordt met een voldoende afgerond als minimaal 55% van de punten zijn behaald. Het tentamen, deelopdracht 1 en deelopdracht 2 moeten elk afzonderlijk met minimaal een voldoende worden afgerond om de cursus af te ronden. Een voldoende deelresultaat voor het dossier (dus alleen een voldoende voor deelopdracht 1 of alleen een voldoende voor deelopdracht 2) kan niet worden meegenomen naar een volgend collegejaar. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL competenties: 3 en 4 Competentie 8 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren
1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 6.2 Praktijkonderzoek 7.2 Onderwijsconcepten Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsonderwijs: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 7.2 Onderwijsconcepten
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen is afronding van beroep 1 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Boek (verplicht) : Veen, T. van der & Wal, J. van der (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat (digitaal) ter beschikking wordt gesteld: Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidac-tiek. Vonk, 38, (1), 11-26. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat (digitaal) ter beschikking wordt gesteld: Sanders, P. (2013). Het doel van toetsen. In P. Sanders (Red.), Toetsen op school (pp. 16-24). Arnhem: Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen: Noordhoff. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP3-14
Titel
Beroep 4
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP4-14 Beroep 4 - De leraar als pedagoog Profession 4 - The teacher as pedagogue 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JEM de Kroon (tel. 7546) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schrijfopdracht
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
4
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Maatschappelijk gezien heeft onderwijs verschillende opdrachten. Naast het kwalificeren van leerlingen voor een beroep of vervolgopleiding heeft onderwijs ook de opdracht om leerlingen persoonlijk te vormen en goed voor te bereiden op de maatschappij. In de module ‘de leraar als pedagoog’ staat het pedagogische handelen in de klas centraal zodat er een goed klassenklimaat tot stand kan komen waarin geleerd kan worden. Daarnaast besteden we aandacht aan de pedagogische opdracht van het onderwijs als het gaat om de persoonsvorming van leerlingen en de voorbereiding op participatie in de maatschappij. Om professioneel pedagogisch te kunnen handelen in de klas, is het belangrijk dat een docent weet hoe de eigen persoonlijke opvoeding en het eigen referentiekader dit pedagogisch handelen beïnvloedt. In deze cursus ontwikkelt de student een visie op pedagogisch handelen in de klas door vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de eigen opvoeding, het eigen referentiekader en keuzes die er zijn ten aanzien van pedagogisch handelen. De student leert hoe pedagogisch handelen tijd-, cultuur- en plaats bepaald is, bekijkt ethische kwesties de beroepspraktijk van de leraar beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs en leert welke aspecten opvoeden in de klas heeft.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1.
Beschrijft en herkent de pedagogische benaderingen; pedagogiek uit de verlichting, reformpedagogiek, morele opvoeding, vorming en burgerschapsopvoeding. 2. Beschrijft en herkent de ideeën van Luc Stevens , Biesta, Lea Dasberg en Micha de Winter over de pedagogische taak van de leraar. 3. Beschrijft en verklaart de pedagogische context van het hedendaagse onderwijs vanuit het verleden en actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de (digitale) leerwereld van de leerlingen. 4. Herkent en benoemt belangrijke ethische en morele vragen en dilemma’s binnen het docentschap. 5. Kan een morele redenatie maken. 6. Herkent en benoemt kernpunten van de beroepsethiek van docenten en koppelt deze aan de kenmerken van de leerling. 7. Benoemt kenmerken van burgerschapsopvoeding en bildung als pedagogische opdracht van de school. 8. Benoemt pedagogisch gedrag dat aansluit bij de krachtige leeromgeving. 9. Beargumenteert de pedagogische opdracht van de leraar VO vanuit zijn eigen instrumentele en normatieve professionaliteit en maakt hierbij onder andere gebruik van de transactionele analyse. 10. De student schrijft een overtuigend betoog dat qua samenhang en afstemming op het publiek op beginnend 4F niveau zit. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Er worden hoor- en werkcolleges gegeven, waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en de student nadenkt over de relatie tussen de eigen opvoeding en het professionele pedagogisch handelen in de praktijk. De volgende thema’s komen aan bod: · Historische pedagogiek · Morele opvoeding · Ethiek in het onderwijs · Pedagogische opdracht: burgerschapsopvoeding en bildung · Opvoeden op school Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen:
1. 2.
Schriftelijk tentamen Schrijfopdracht
De schrijfopdracht wordt ingeleverd via WinVision en beoordeeld met een rubric (zie studiehandleiding). Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5.De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1, 2 en 7 Generieke kennisbasis: 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 8.1 pedagogische driehoek 8.2 doel, arrangement, voorwaarden in de pedagogiek 8.3 verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.2 Burgerschapsvorming
Addendum kennisbasis beroepsgerichtonderwijs: 4.2 Morele ontwikkeling 8.1 Pedagogische driehoek 9.2 Burgerschapsvorming
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbeveling is om beroep 2 eerst af te ronden. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Vriens, L. (2007). Opvoeden in verwarrende tijden. Apeldoorn: Garant. Boek (verplicht) : Van Dalen, W. (2012 2e druk). Ethiek de Basis. Groningen: Noordhoff. Diversen (verplicht) : De overige verplichte studiematerialen; artikelen en hoorcolleges, worden gepubliceerd op de Hubl. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP4-14
Titel
Beroep 5
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1
Cursuscode
1.2
Cursusnaam
1.3 1.4 1.5
Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAR-HBEROEP5-14 Beroep 5 - Leren omgaan met verschillen Profession 5: Working with diversity 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
EMP Peeters (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Dossier
Schriftelijk tentamen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
60
40
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In deze module leert de student in het kader van passend onderwijs om te gaan met verschillen in de onderwijssituatie. Begrippen als Passend onderwijs, Handelingsgericht werken (HGW), Diversiteit: Kennis van en omgaan met Leerproblemen, Gedragsproblemen en Constructen (persoonlijke overtuigingen) staan centraal. Passend onderwijs richt zich vooral op dat wat nodig is om zowel op schoolniveau als op bovenschoolsniveau om te leren gaan met verschillen. Handelingsgericht werken richt zich meer op individuele casuïstiek. Binnen Diversiteit wordt het begrip ‘verschillen’ uitgewerkt aan de hand van specifieke onderwijsbehoeften die leerlingen hebben op basis van leerstoornissen (dylexie/dyscalculie), hoogbegaafdheid of gedragsproblemen/gedragsstoornissen. Aan de hand van de methode Professional in de Spiegel (Touw, 2009) wordt zicht verkregen op eigen constructen. Dit geeft zicht op het eigen denken over leerlingen en in het bijzonder de leerlingen die als gedragsmoeilijk worden ervaren en op de wijze waarop dit van invloed kan zijn op de interactie tussen de docent en de leerling. Deze module wordt afgesloten met een casusopdracht. Op basis van alle opgedane kennis van Beroep 5 (passend onderwijs, HGW, diversiteit en constructen) wordt een leerling-portret gepresenteerd.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1. Benoemt de wettelijke verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leer- en/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leerwerk)school wordt vormgegeven. 2. Beargumenteert de eigen positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor het professioneel handelen ten aanzien van het begeleiden van leerlingen. 3. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke eigen denken en handelen (constructen). 4. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. 5. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leer- en gedragsproblemen. 6. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen en toont dit aan de hand van differentiatie in de eigen les 7. Beargumenteert - vanuit de theorie - de keuzes die gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klas- en schoolniveau waarbij begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les centraal staan. 8. Ontwerpt op basis van het voorgaande een eigen les waarin begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les herkenbaar zijn afgestemd op leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. We maken gebruik van het geven van instructie, hoor- en werkcolleges, het voeren van onderwijsleergesprekken, zelfontdekkend leren, samenwerkend leren, diverse discussievormen, presenteren, zelf studeren, samen schrijven, etc. Een ander deel bestaat uit meer zelfstandige werkvormen die alleen of samen met een andere studenten uitgevoerd worden zonder de directe aanwezigheid van een docent. De docent voorziet regelmatig in feedback of zorgt voor voldoende feedback van anderen bij het uitvoeren van de diverse opdrachten. De volgende thema’s komen aan bod: Stilstaan bij passend onderwijs en handelingsgericht werken Binnen dit thema leert de student hoe handelingsgericht werken zich verhoudt tot passend onderwijs. Kennis en vaardigheden die hierbij nodig zijn, ontwikkelt de student aan de hand van een aantal gerichte leeractiviteiten die zich zowel op schoolniveau als op individueel leerling
niveau begeven. In het dossier plaats de student een schrijven met zijn/haar visie op en positie ten aanzien van passend onderwijs in het VO en de consequenties hiervan voor het eigen professioneel handelen. Wie ben ik in het omgaan met verschillen? Binnen het onderwerp constructen gaat de student aan de slag met eigen opvattingen en overtuigingen ten opzichte van leerlingen met speciale behoeften. De student schrijft twee leerling portretten op basis van de methode Professional in de Spiegel, waarbij hij zichtbaar maakt hoe eigen opvattingen van invloed zijn op de wijze waarop de student leerlingen benadert. De begeleiding van leerlingen kan vanuit het eigen perspectief meer betekenis krijgen, waarbij de student leert richting te geven aan het eigen Hoe ga ik om met verschillen? Binnen het onderwerp diversiteit worden verschillende onderwerpen door studenten uitgewerkt. Voor de kennistoets is het van belang de kenmerken en symptomen te kunnen onderscheiden van de verschillende leer- en gedragsstoornissen die worden gepresenteerd. Vervolgens
wordt een eigen onderwerpkeuze gemaakt passend bij een casus in de eigen praktijk. Bevindingen worden uitgewerkt in een OPP, waarin een zelf ontworpen les (op basis van het boek Differentiëren is te leren) is opgenomen. Toetsen en beoordelingscriteria Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 40/60. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4,5,6 en 7 Generieke kennisbasis: 5.1 Leerlingbegleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 Leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 7.3 De school als organisatie 9.1 Onderwijskansen
Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 8.1 Pedagogische driehoek
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerste beroep 2 en 4 afgerond te hebben 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. (2012). Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Leusden: Acco. (In deze cursus hoofdstukken 1 en 6) Boek (verplicht) : Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco (In deze cursus hoofdstuk 1 t/m 4) Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw,
H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 453-460 Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 461-467 Boek (verplicht) : Berben, M. & Teeseling,van M. (2015). Differentiëren is te leren. Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CPS. Boek (aanbevolen) : Spreij, L.C., Klapwijk, G.J., Broersen, A., & Peeters, E.M.P. (2016). Focus! oplossingsgericht afstemmen in het onderwijs. Leuven/Den Haag: Acco. Werkboek (verplicht) : Werkboek Professional in de Spiegel geschreven door Touw, H. en van Beukering, T. Te bestellen via de docent/PM tijdens de eerste bijeenkomst. Is een bestelling via de FE. Kosten: 15 euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP5-14
Titel
Beroep 6
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OAR-HBEROEP6-14 Beroep 6 - Diversiteit: Cultuur en Onderwijzen Profession 6 Diversity: Culture and Teaching 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal
Nee
H Guven (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Het werkveld van docenten in het voortgezet onderwijs en in het mbo is erg divers. Leerlingen hebben sterk uiteenlopende sociaal-culturele en economische achtergronden. De diversiteit in de samenleving stelt iedere dag weer nieuwe vragen aan het onderwijs en vooral aan de docent. Scholen hebben de taak de leerlingen bewust bekwaam op te leiden zodat zij straks deel kunnen nemen aan die bestaande pluriforme samenleving. De zoektocht naar een juiste aanpak is groot en professionaliteit op het terrein van diversiteit is binnen het onderwijs nog niet vanzelfsprekend. Tijdens deze cursus maakt de student kennis met verschillende aspecten binnen het domein diversiteit. De belangrijkste uitdagingen die onze pluriforme maatschappij met zich meebrengt voor het onderwijsveld komen aan de orde en de student wordt uitgedaagd om na te denken over de eigen attitude ten aanzien van diversiteit en wat adequaat pedagogisch-didactisch handelen in deze kan bijdragen aan het opleiden van leerlingen.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1.
2. 3. 4.
5.
6.
7. 8.
9.
Beschrijft de migratiegeschiedenis van leerlingen en laat daarbij zien inzicht te hebben in de algemene economische, politieke en ruimtelijke situatie van het land van herkomst. Legt uit wat het begrip cultuur inhoudt; cultuur vanuit zowel statisch als vanuit dynamisch perspectief. Legt uit wat diversiteit als breed begrip inhoudt en dat de identiteit van een persoon uit verschillende aspecten bestaat. Analyseert beroepssituaties waarin diversiteit in brede zin een rol speelt met behulp van concepten als: migratiegeschiedenis, cultuur, etnische diversiteit, talige diversiteit, gender en seksuele diversiteit en laat in de toepassing in een onderwijssituatie zien, zich bewust te zijn dat diversiteit een logisch, complex en dynamisch fenomeen is. Onderkent eigen aannames, (voor)oordelen. overtuigingen (constructen), waarden en normen ten aanzien van (gedrag) van leerlingen en hun ouders met uiteenlopende achtergronden gelet op de sociaaleconomische, culturele en religieuze context. Beschrijft een visie op seksualiteit als sociaal proces met aandacht voor aspecten als homoseksualiteit, biseksualiteit, transgender. De student kan verschillende vormen van meertaligheid beschrijven en benoemen in de onderwijspraktijk. Beschrijft een visie op verschillende modellen van interculturele communicatie. Analyseert het verloop van een stagnerende dialoog tussen mensen met een verschillende achtergrond en kan een aanpak beschrijven die de dialoog op gang helpt. Beschrijft de werking van straatcultuur en beschrijft in de context van burgerschapsopvoeding hoe leerlingen de voordelen duidelijk gemaakt kunnen worden van het zich conformeren aan de burgercultuur.
Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarin studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student volgt interactieve en activerende hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, het maken van dossieropdrachten en diverse werkvormen waarbij zowel individueel als in groepen gewerkt wordt. Met name het denken en leren vanuit casuïstiek en praktijkvoorbeelden staat in deze module centraal. De volgende thema’s komen aan bod: · Burgerschap · Cultuur · Gender · Seksuele diversiteit · Migratiegeschiedenis · Interculturele communicatie
Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgelopen met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL- competenties: 1,2 en 7 Generieke kennisbasis: 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gesprekvoering 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwingen Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 9.2 Burgerschapsvorming
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen wordt eerst beroep 2 en 4 afgerond te hebben 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Schermer,K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen: Noordhoff. Boek (verplicht) : Eldering, L. (2014). Cultuur en opvoeding. Rotterdam: Lemniscaat. Diversen (verplicht) : Naast de verplichte literatuur lezen de studenten aanvullende literatuur (artikelen, hoofdstukken uit boeken, websites, enz.). Deze worden gepubliceerd op de online leeromgeving. Boek (verplicht) : Werkboek Professional in de Spiegel geschreven door Touw, H. en van Beukering, T. Te bestellen via de docent/PM tijdens de eerste bijeenkomst. Is een bestelling via de FE. Kosten: 15 euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP6-14
Titel
Beroep 7
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP7-14 Beroep 7 - De leraar als mentor Profession 7 - The teacher as counselor 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
B Hermsen (tel. 06 51681374) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Docenten in het onderwijs hebben naast hun lesgevende taak vaak een taak als mentor. Als mentor ben je spil in de leerlingbegeleiding. In individuele gesprekken en in je mentorlessen begeleid je leerlingen bij het leren leren, het maken van keuzes en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast ben je een belangrijkste schakel tussen leerling, docenten en ouders. In deze cursus ontwikkel je visie en vaardigheden om als mentor in het onderwijs te functioneren. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan gespreksvaardigheid en het werken aan sociale veiligheid in een klas. Dit alles vraagt meer van je begeleidende vaardigheden dan het uitvoeren van je lesgevende taak. En omdat begeleiden als professioneel handelen niet los kan worden gezien van de persoon die de begeleiding uitvoert, betekent dit dat het begeleiden van leerlingen je ook confronteert met jezelf. Je leert daarom in deze cursus niet alleen wat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een mentor zijn en welke gespreksvaardigheden je hierbij gebruikt, maar je onderzoekt ook vragen als: wat is mijn bijdrage in de begeleiding? Wat doet de leerling met mij? Hoe reageer ik daar op? Word ik persoonlijk door de leerling geraakt? En hoe dan? En hoe beïnvloedt dit mijn begeleidende houding tijdens leerlingbegeleiding? Persoonlijke en professionele ontwikkeling gaan daarom in deze cursus hand in hand.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes: De student: 1.
Analyseert de rol van mentor en plaatst de begeleiding van leerprocessen, ondersteuning bij studiekeuzeprocessen en hulp bij sociaal-emotionele problemen in de context van een school. 2. Voert een gesprek waarin hij verschillende gespreksinterventies op de vier gespreksniveaus inzet, passend bij het doel van het gesprek en zijn gesprekspartner. 3. Onderscheidt groepsdynamische processen in een klas en ontwerpt een mentorles waarin het groepsproces positief wordt gestimuleerd. 4. Legt uit hoe de mentor een veilige leef- en werksfeer creëert waarmee de sociaalemotionele, morele en autonome ontwikkeling van leerlingen wordt bevorderd en ingespeeld wordt op hun psychologische basisbehoeften. 5. Geeft vorm aan leerprocessen gericht op het aanleren van studievaardigheden, keuzevaardigheden of levensvaardigheden. 6. Analyseert hoe hij gebruik kan maken van zijn eigen kwaliteiten en mogelijke rollen in de samenwerking met anderen. 7. Reflecteert met behulp van gedragspsychologische kennis van concepten als transactionele analyse, projectie en overdracht op zijn gedrag in interactie met leerlingen en beschrijft mogelijkheden om zijn professionele handelen te verbeteren. 8. Beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen. 9. Verantwoordt de professionele opvattingen, werkwijzen, grenzen en benaderingen van de mentor aan leerlingen, ouders van leerlingen, collega’s en andere belanghebbenden. 10. De student schrijft een verantwoording van een lesopzet waarbij de tekst qua samenhang en afstemming op het publiek geschreven is op gevorderd 4F niveau. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom gesprekstechnieken en het onderzoeken van de leerlingbegeleiding op de eigen (leer)werkplek. De volgende thema’s komen aan bod:
Visies op leerlingbegeleiding en het mentoraat Leerlingbegeleiding op het gebied van:
o leerlingen begeleiden bij het leren (leren leren); o leerlingen begeleiden bij psychosociale ontwikkeling (leren leven); o leerlingen begeleiden bij keuzes op school (leren kiezen) Groepsdynamica Begeleidingsgesprekken en gesprekstechnieken Conflicthantering Ouderbetrokkenheid Organisatie van het mentoraat
Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Dit onderdeel wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie cursushandleiding) en dient met minimaal een 5,5 afgerond te worden. Het dossier wordt ingeleverd in het digitaal portfolio (WinVision). Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1, 2, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis: 1.4 Leerlingkenmerken 2.2 Leerdoelen en Instructiemodellen 2.3 Vormgeving van leerprocessen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerst beroep 2 en 4 af te ronden. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Groothuis, M., & Verkuyl, H. (2012). Mentor in het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Amsterdam: Boom. Boek (verplicht) : Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN . Wordt kosteloos digitaal door de opleiding ter beschikking gesteld. Boek (verplicht) : Tressel, J. (2012). De beroepsbekwame mentor. Het ontwikkelen van begeleidingskundige professionaliteit. Amsterdam: Boom. 2.5 Workload
Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP7-14
Docent in het beroepsgerichte onderwijs
Titel
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HDOCBER-15 Docent in het beroepsgerichte onderwijs Teacher vocational education 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
EL Munneke (tel. 06-51684220) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
2520 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 378 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Dossiertoets 1
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1
. blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
Dossiertoets 2
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In het eerste deel van de cursus leer je het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs kennen. Je oriënteert je op de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van de domeinen en de kwalificatiestructuur, op kernconcepten van het leren in een beroepsgericht traject en op de meervoudige taak van een docent in het (v)mbo. Ook leer je de vmbo-leerlingen en mbostudenten kennen waar je als docent beroepsonderwijs mee te maken krijgt. Thema’s als zorg, cultuur en manieren van leren komen aan bod en je verdiept je in het omgaan met de grote diversiteit aan talenten en achtergronden van de leerlingen en studenten. Daarnaast leer je vorm te geven aan leerprocessen in het (v)mbo, waarbij je rekening houdt met de specifieke leeruitkomsten van het beroepsonderwijs, de beroepen waartoe je leerlingen en studenten opleidt, de verschillende settingen waarin leren plaatsvindt (schoolse – en werkplek gerelateerde leeromgevingen) en de diversiteit van de leerling- en student populatie. In het tweede deel van de cursus staat het begeleiden van leerlingen en studenten richting functioneren in de maatschappij en het beroep centraal. Hierbij gaat het om thema’s als burgerschapsvorming en (studie)loopbaanbegeleiding en het begeleiden van sociaalemotionele ontwikkeling. Omdat dit een complexe taak van een docent beroepsonderwijs is, is een belangrijk onderdeel hierbij de vaardigheidstraining op het gebied van communicatie en het beïnvloeden van groepsprocessen in de context van het beroepsgerichte onderwijs. En omdat begeleiden niet los kan worden gezien van de persoon die de begeleiding uitvoert, betekent dit dat het begeleiden van leerlingen of studenten je ook confronteert met jezelf. Je leert daarom in dit deel niet alleen wat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een mentor of studieloopbaanbegeleider zijn en welke gespreksvaardigheden je hierbij gebruikt, maar je onderzoekt ook vragen als: Wat is mijn bijdrage in de begeleiding? Wat doet de leerling of student met mij? Hoe reageer ik daar op? Word ik persoonlijk door de leerling of student geraakt? En hoe dan? En hoe beïnvloedt dit mijn begeleidende houding? Persoonlijke en professionele ontwikkeling gaan daarom in deze cursus hand in hand. De cursus kenmerkt zich verder door een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Verdieping in theoretische kennis wordt toegepast in praktijkopdrachten in het (v)mbo en vanuit de praktijkervaringen ontwikkel je je eigen visie ten aanzien van het docentschap in het beroepsonderwijs.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1. 2.
3. 4.
5.
6.
7.
beschrijft kenmerken en ontwikkelingen van het Nederlandse (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs; beargumenteert op basis van literatuur en interviews met docenten en leerlingen of studenten zijn zienswijze op de manier waarop een vmbo of mbo instelling omgaat met de diversiteit van hun leerlingen of studenten; geeft vorm aan leerprocessen in het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs; analyseert de rol van een (studie)loopbaanbegeleider of mentor in het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs en geeft vanuit deze rol vorm aan leerprocessen gericht op het aanleren van studievaardigheden, keuzevaardigheden en sociaal-emotionele vaardigheden; inventariseert hoe docenten in een (v)mbo instelling in de klas werken aan sociale veiligheid, hoe zij de begeleiding van leerlingen of studenten met leer- en gedragsproblemen vormgeven en op welke manier zij inspelen op de psychosociale basisbehoeften van leerlingen en studenten; voert een begeleidingsgesprek met een leerling of student waarin hij verschillende gespreksinterventies op de vier gespreksniveaus inzet, passend bij het doel van het gesprek en zijn gesprekspartner; beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen.
Kennisbasis SBL competenties 1,2,3, 4, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis + addendum beroepsonderwijs
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Leren in diverse contexten: 1. Leren in niet schoolse settingen 2. Visies op leren op school en op de werkplek, visies op kennisverwerving en – ontwikkeling in het kader van een beroepsopleiding 3. Leerstrategieën en strategieën van zelfregulatie 4. Heterogene deelnemerspopulatie waaronder ook volwassenen Didactiek en leren 1. Vertalen van beroepsprocessen naar leerprocessen 2. Verschillende soorten kennis kunnen onderscheiden 3. Didactiek van het beroepsonderwijs kunnen inzetten 4. Onderwijs kunnen vormgeven met de leerprocessen van het beroepsonderwijs 5. Leeromgevingen met betekenisvolle context tussen schools- en werkplekleren kunnen herkennen en op het juiste moment inzetten 6. Differentiatietechnieken toepassen 7. Kennis hebben van toetsing in het (v)mbo, proeve van bekwaamheid etc. Communicatie 1. Taal van het vak en van het bedrijfsleven spreken in gesprekken met studenten Ontwikkeling van de adolescent 1. Studentbegeleiding met aandacht voor sociaal-emotionele dimensie en de cognitieve dimensie (leren leren, leren denken, leren keuzes maken). 2. Student begeleiden in ontwikkelen van hun beroepsidentiteit/vakbekwaamheid (wie en hoe wil ik zijn) en begeleidt het Proces van ‘becoming’: het beroep vinden dat je past (welke beroepen passen bij mij) 3. Verbinden van instrumentele professionalisering aan normatieve professionalisering Leerlingen met speciale behoeften 1. Studenten begeleiden in studiekeuze/voortijdig schoolverlaten 2. Kennis van motivatietheorieën Professionele docenten 1. Kennis van ‘professionele identiteit in het mbo’ 2. Begrip van ‘professionele docent in het mbo’ 3. Begrip van de kernopgaven voor de docent in het mbo 4. Externe oriëntatie Onderwijs in Nederland 1. Kennis van het Nederlands onderwijsstelsel voor beroepsonderwijs en alle complexiteit die daarbij komt kijken (doorstroom, leerroutes, niveaus, leerwegen) 2. Kennis van competentiegericht beroepsonderwijs 3. Verdiepen in organisatie, structuur en cultuur van een instelling voor vmbo of mbo Pedagogische kwaliteit
Diversiteit en onderwijs
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De omgekeerde leerweg, een nieuw perspectief voor het beroepsonderwijs; Aalsma, E; ISBN: 9789059724778; 1e druk; Eburon. Kosten 23,50 Euro Boek (verplicht) : Studieloopbaanbegeleiding. Cornelissen, M. ISBN: 9789047300472 . 1e druk. (2008). Den Haag: Boom Uitgevers. Kosten 49.95 Euro. Diversen (verplicht) : Publicatie Verbindend perspectief op opleiden naar vakmanschap. Expertisegebieden van docenten en praktijkopleiders in het mbo. Aalsma, E. van den Berg, & de Bruijn, E. ISBN: V 978-94-6052-083-9 (2014). Den Bosch: ecbo. Kosteloos te downloaden. Diversen (verplicht) : Publicatie Professionele identiteit in perspectief. Intensieve relaties voor ijzersterk beroepsonderwijs. Klatter, E. ISBN: 9789051798906 (2015).
Rotterdam: Hogeschool Rotterdam Uitgeverij. Kosteloos te downloaden. Boek (verplicht) : In gesprek met de leerling. Konig, A. (2009). Houten: Uitgeverij EPN. Kosteloos te downloaden. Boek (verplicht) : Interculturele samenwerking en communicatie. Schermer, K. ISBN: 9789001500979. 1e druk (2008). Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. Kosten: 33.50 Euro. Boek (verplicht) : Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. ISBN: 9789033489587 (2012). Leusden: Acco . Kosten: 26.50. Diversen (verplicht) : Aanvullend aan de verplichte literatuur worden tijdens de cursus artikelen aangereikt ter verdieping van de diverse thema’s. Boek (aanbevolen) : Gedragsproblemen in scholen. Wolf, K. van der, Beukering, T. van. ISBN: 9789033474989 (2009). Leuven / Den Haag: Acco . Kosten: 30 Euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 378 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk DT-2A
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1S&WD2A-12 Studie en Werk DT-2A Study and Work DT-2A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm aangeboden? blok 90 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 137
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk DT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het kiezen van een afstudeerrichting, het vaststellen van ontwikkeldoelen voor het vervolgen van deze studiefase.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT-2A ben je gedurende 10 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 10 les- of begeleidingsuren. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen evt. ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode
waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 1A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-1A (OAR-PS&WD1A-12) Veronderstelde voorkennis: Inhouden van Studie en Werk 1 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2013) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010), De vijf rollen van de leraar, Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 137 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk DT-2B
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1S&WD2B-12 Studie en Werk DT-2B Study and Work DT-2B 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm aangeboden? blok 90 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 137
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk DT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het kiezen van een afstudeerrichting, het vaststellen van ontwikkeldoelen voor het vervolgen van deze studiefase.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT-2B ben je gedurende 10 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 10 les- of begeleidingsuren. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus.
2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 1B afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-1B (OAR-PS&WD1B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2013) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010), De vijf rollen van de leraar, Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 137 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk DT-3A
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2S&WD3A-12 Studie en Werk DT-3A Study and Work DT-3A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm aangeboden? blok 90 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 137
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk DT-3 ontwikkel je je verder met als doel te kunnen functioneren als zelfstandig vakdocent met begeleiding op afstand. Op je leerwerkplek verzorg je vaklessen en je neemt deel aan team/vaksectie overleg en andere (complexe) onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je leerervaringen aan de docentcompetenties. Daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en (aankomend) vakdocent, denkt na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Aan het eind van het jaar formuleer je ontwikkeldoelen voor de afstudeerfase.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus:
Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase als zelfstandig vakdocent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur.
Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT3A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB.
Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren.
Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT).
Ingangseisen:
Studie en Werk 2A afgerond. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-2A (OAR-H1S&WD2A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2013) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010), De vijf rollen van de leraar, Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 137 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk DT-3B
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2S&WD3B-12 Studie en Werk DT-3B Study and Work DT-3B 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm aangeboden? blok 90 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 277
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk DT-3 ontwikkel je je verder met als doel te kunnen functioneren als zelfstandig vakdocent met begeleiding op afstand. Op je leerwerkplek verzorg je vaklessen en je neemt deel aan team/vaksectie overleg en andere (complexe) onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je leerervaringen aan de docentcompetenties. Daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en (aankomend) vakdocent, denkt na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet. Aan het eind van het jaar formuleer je ontwikkeldoelen voor de afstudeerfase.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de hoofdfase verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase als zelfstandig vakdocent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT-3B ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Je verzorgt minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling.
Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 2B afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-2B (OAR-H1S&WD2B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2013) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010), De vijf rollen van de leraar, Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 277 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren.
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk DT-4A
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3S&WD4A-12 Studie en Werk DT-4A Study and Work DT-4A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm aangeboden? blok 90 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 137
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk DT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je bent in staat om zelfstandig de onderwijstaken van een docent uit te voeren en zichtbaar te maken dat je dit op professionele wijze doet. Je participeert ook als een volwaardige docent in niet lesgebonden activiteiten en levert een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je beëindigt deze studiefase met de voorbereiding op het assessment startbekwaam.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de afstudeerfase aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase aan te tonen dat je startbekwaam bent. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT-4A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 40 vaklessen of begeleidingsuren. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling . Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een
lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 3A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-3A (OAR-H2S&WD3A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2013) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010), De vijf rollen van de leraar, Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 137 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact-
en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk DT-4B
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3S&WD4B-12 Studie en Werk DT-4B Study and Work DT-4B 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
Totale contacttijd In welke blokken wordt in minuten per de werkvorm aangeboden? blok 90 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 277
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk DT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je bent in staat om zelfstandig de onderwijstaken van een docent uit te voeren en zichtbaar te maken dat je dit op professionele wijze doet. Je participeert ook als een volwaardige docent in niet lesgebonden activiteiten en levert een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je beëindigt deze studiefase met de voorbereiding op het assessment startbekwaam.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in de afstudeerfase aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van deze studiefase aan te tonen dat je startbekwaam bent. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk DT-4B ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 40 vaklessen of begeleidingsuren. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- en/of schoolontwikkeling. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken
van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 3A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk DT-3B (OAR-H2S&WD3B-12) Veronderstelde voorkennis: Veronderstelde voorkennis De inhouden van Studie en Werk 1, 2, 3 en 4A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor DT Boek (verplicht) : Ebbens, Sebo, Simon Ettekoven (2013) Effectief leren, Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht) : Geerts W. R. van Kralingen (2011) Handboek voor leraren, Coutinho, Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Slooter, M. (2010), De vijf rollen van de leraar, Amersfoort: CPS. Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 277 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren.
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 1
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1BERPDT1-12 Beroepsproduct 1 Professional product 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 5 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Dossier
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Binnen de cursussen beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van jaarlaag of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. In de cursus beroepsproduct 1 (BP 1) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct voor het eigen vak. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP1 krijgt de student instructie en oefening over onderzoeken en ontwerpen en wordt de student stapsgewijs en voorbeeldmatig begeleid.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Verkennend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen waaronder verslagen uit de kennisbank en één relevant handboek of andere gebruikte literatuur uit de opleiding ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve wijze met passende methoden gegevens in de betreffende klas vanuit het perspectief van de leerling en van de docent (in dit geval de opdrachtgever) eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie.
Ontwerpen en maken De student: 1. 2. 3. 4.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct, houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen gesteld door de werkbegeleider/opdrachtgever; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit de praktijkverkenning en de literatuurverkenning en bespreekt deze met de opdrachtgever; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel, werkwijze, verantwoording en bronvermelding. beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit ziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is.
Presenteren en rapporteren De student:
1. 2. 3.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school; schrijft goed leesbare en verzorgde verslagen met een samenhangende opbouw op beginnend 4F niveau. verwijst naar bronnen volgens APA-normen.
Reflecteren De student: 1.
2.
evalueert met de opdrachtgever in de school aan de hand van een van te voren opgestelde gespreksleidraad het beroepsproduct en de verantwoording van het beroepsproduct; reflecteert op het belang dat het beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten De student maakt in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct voor het eigen vak. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP1 krijgt de student instructie en oefening over onderzoeken en ontwerpen en wordt de student stapsgewijs en voorbeeldmatig begeleid. De student verwerft in opdracht van de werkbegeleider een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een onderwerp met betrekking tot het eigen vak en een vraag of probleem dat speelt in één klas (kan ook één leerling of een groepje leerlingen betreffen). De student ontwikkelt hiervoor een les, enkele lesonderdelen of activiteiten met een onderbouwing en handleiding. De cursus beroepsproduct 1 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, evalueren, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding inzicht in wat onderzoek inhoudt en krijgen zij gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een leerteam feedback uit op de verschillende versies van de verkenning en het ontwerp. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven in de studiehandleiding van de cursus, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd wat betreft respondenten en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning. Dit onderdeel bevat een verslaglegging van de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data).
Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product, het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Het leerverslag bevat een reflectie op de punten beschreven bij de doelstellingen van de cursus, onderdeel reflecteren. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Kennisbases (generiek en vak) Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 1 wordt uitgegaan van de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 2014-2015 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 5
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2BERPDT2-12 Beroepsproduct 2 Professional product 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 5 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Binnen de cursussen beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van jaarlaag of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school.
In de cursus beroepsproduct 2 (BP2) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct maken voor een generiek onderwerp. Het beroepsproduct is gebaseerd is op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP2 wordt de student door middel van opdrachten begeleid op het verder leren onderzoeken en ontwerpen.
2.2
Cursus inhoud
Learning oucomes Verkennend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen (waaronder verslagen uit de kennisbank, vaktijdschriften, en handboeken), relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk vanuit het perspectief van leerlingen uit verschillende klassen, docenten, eventueel andere scholen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie.
Ontwerpen en maken De student: 1.
2. 3. 4.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen die gelden voor de jaarlaag waarvoor het beroepsproduct ontworpen wordt; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit praktijkverkenning en literatuurverkenning en bespreekt deze met de opdrachtgever; beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit ziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel en werkwijze en bronvermelding.
Presenteren en rapporteren De student: 1.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school;
2. 3.
schrijft goed leesbare, verzorgde, samenhangende verslagen die afgestemd zijn op publiek en doel op een gevorderd 4F niveau; verwijst naar bronnen volgens APA-normen.
Reflecteren De student: 1.
2.
evalueert met de opdrachtgever in de school aan de hand van een van te voren opgestelde gespreksleidraad het beroepsproduct en de verantwoording van het beroepsproduct; reflecteert welk belang het maken van een beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten De student meekt in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct over een generiek onderwerp. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP 2 leert de student zijn onderzoeks- en ontwerpvaardigheden verder ontwikkelen. De student verwerft in opdracht van de leerjaarcoördinator of andere functionaris een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een generiek onderwerp en een vraag of probleem dat speelt bij leerlingen in meerdere klassen van één leerjaar. De student ontwikkelt hiervoor een les, enkele lesonderdelen of activiteiten met een onderbouwing en handleiding voor de docenten van het betreffende leerjaar. De cursus beroepsproduct 2 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van een beroepsproduct. Dat zijn: orientatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, evalueren, rapporteren en presenteren. De bijeenkomsten zijn gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven in de studiehandleiding van de cursus, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd wat betreft respondenten en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning. Dit onderdeel bevat een verslaglegging van de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data). Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product, het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Het leerverslag bevat een reflectie op de punten beschreven bij de doelstellingen van de cursus, onderdeel reflecteren. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie
cursushandleiding. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Generieke kennisbasis Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 2 wordt uitgegaan van de ervaring opgedaan bij beroepsproduct 1 en de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aan onderstaande ingangseis moet zijn voldaan: Beroepsproduct 1 of daaraan gelijkwaardig. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 2 2015-2016 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 5 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3BERPDT3-12 Beroepsproduct 3 Professional Product 3 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
MPM van de Laarschot (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 145 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven van competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. In de cursus beroepsproduct 3 (BP3) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct en probeert dit uit en evalueert het product (dit in tegenstelling tot BP 1 en BP 2). De opdracht wordt verworven in opdracht van de vaksectie of coördinerende of leidinggevende professional in de school een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een onderwerp met betrekking tot het eigen vak en een vraag of probleem dat speelt in meerdere klassen en dat past binnen schoolontwikkeling. De student ontwikkelt hiervoor een reeks lessen met een onderbouwing en handleiding voor de docenten van het betreffende leerjaar. Het is de bedoeling dat de lessenreeks ook wordt uitgetest. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP3 wordt de student op hoofdlijnen begeleid op onderzoeken en ontwerpen.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Verkennend en evaluerend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4. 5. 6. 7.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen (waaronder verslagen uit de kennisbank, handboeken, vaktijdschriften, en indien van toepassing een wetenschappelijk en/of Engelstalig artikel) ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve wijze met passende methoden gegevens vanuit tenminste drie perspectieven, te weten leerlingen uit verschillende klassen, betrokken docenten en zo nodig andere scholen, eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie. formuleert een onderzoeksvraag om het beroepsproduct te evalueren (tevredenheid gebruikers, ontwerpeisen, gewenste effect/werkbaarheid); verzamelt en analyseert op objectieve wijze, met passende methoden, gegevens om de onderzoeksvraag te beantwoorden; komt tot een logische beantwoording van de onderzoeksvraag die kritisch beschouwt wordt in een eindconclusie.
Ontwerpen, maken en uitvoeren De student: 1. 2.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct, houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen gesteld door de opdrachtgever; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit de praktijkverkenning en de literatuurverkenning
3. 4. 5.
en bespreekt deze met de opdrachtgever; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel, werkwijze, verantwoording en bronvermelding; beschrijft hoe het product er in grote lijnen uitziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is; voert het beroepsproduct uit of laat het uitvoeren in de eigen praktijk.
Presenteren en rapporteren De student : 1. 2. 3. 4.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school; draagt het beroepsproduct met handleiding en met de resultaten van de evaluatie over aan betrokkenen in de school schrijft goed leesbare, verzorgde en samenhangende verslagen op minimaal 4F niveau; verwijst naar bronnen volgens APA normen.
Reflecteren De student: 1. 2. 3.
reflecteert op het belang dat het beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling. formuleert een visie op het belang van ondezoek en ontwerpen voor de schoolpraktijk formuleert voornemens voor onderzoek dat hij/zij in de toekomst zou willen opzetten.
Leeractiviteiten De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, passend bij de ontwikkeling van het eigen professionele handelen en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan het vak. De student verwerft een opdracht van de vaksectie of coördinerende of leidinggevende professional op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. De cursus beroepsproduct 3 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, opzet evaluatie, realiseren, (laten) uitvoeren en evalueren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een leerteam feedback uit op de verschillende versies van de verkenning en het ontwerp. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven bij de cursusdoelstellingen, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning, dit onderdeel bevat de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data. Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product , het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen
krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. De evaluatie: beschrijving van het evaluatieonderzoek en verslag van de overdracht op school. Bijlagen zijn onder andere de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data. Het leerverslag bevat een reflectie op de geformuleerde cursusdoelen bij reflectie, en een urenverantwoording. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Daarnaast wordt het verslag beoordeeld door een tweede beoordelaar van Archimedes. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Generieke kennisbasis Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 3 wordt uitgegaan van de ervaring opgedaan bij beroepsproduct 1 en 2 en de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Voldaan aan eisen beroepsproduct 1 en 2 of daaraan gelijkwaardig. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 3 2014-2015. Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 145 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Assessment Startbekwaam
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3ASSTART-12 Assessment Startbekwaam Assessment 4 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Portfolio
niet verplicht
Assessment
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
toets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring SWB en student’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 3,5 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Ingangseisen: Minimaal 235 punten van het examenprogramma (4-jarige bacheloropleiding) moeten zijn behaald (of vrijgesteld). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Opmerkingen:
Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste assessment-code: OAR-H3ASSTART-12 als je een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen OAR-H3ASTARTK-13 als je een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen OAR2-H3ASSTAR-12 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen. OAR2-H3ASTART-13 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen. Materiaal Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Assessment startbekwaam NA kennistoets
Titel
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3ASTARTK-13 Assessment startbekwaam NA kennistoets Assessment 4 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Portfolio
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Assessment
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring SWB en student’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 3,5 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Ingangseisen: Minimaal 235 punten van het examenprogramma (4-jarige bacheloropleiding) moeten zijn behaald (of vrijgesteld). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Opmerkingen:
Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste assessment-code: OAR-H3ASSTART-12 als je een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen OAR-H3ASTARTK-13 als je een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen OAR2-H3ASSTAR-12 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen. OAR2-H3ASTART-13 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen. Materiaal Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Assessment kennistoets
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HASKENNIS-13 Assessment kennistoets Knowledge base test 1 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Anders
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Landelijke kennistoets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
Weging Minimum (afgerond cijfer op hele procenten)
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving:
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Kennistoets: Voor de landelijke kennistoets is geen strikte voorbereiding noodzakelijk. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdiend wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen domeinen (middels de toetsgids) en om de oefentoets te maken. De oefentoets is wat betreft omvang en niveau gelijkwaardig aan de landelijke kennistoets Toetsen en beoordelingscriteria: Kennisbasistoets. De landelijke kennistoets wordt een aantal keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten . Omdat de toets op alle lerarenopleidingen in Nederland gelijktijdig wordt gemaakt wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer de landelijke kennistoets wordt aangeboden. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. In de kennisbasistoets wordt getoetst of de student de kennisbasis van het vak voldoende beheerst. Deze kennisbasis is te vinden op http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Legitimering: Zie toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Kennisbasis: Het vakinhoudelijk deel van de kennisbasis wordt in de landelijke kennistoets getoetst. Ingangseisen: Propedeuse hebben behaald én 60 punten van een geoormerkte lijst van modules VAK die voorbereidend zijn. Opmerkingen: Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste kennistoets-code: OAR-HASKENNIS-13 als je een vak studeert waarvoor je een kennistoets moet doen OAR2-HASKEN-13 als je studeert voor een tweede bevoegdheid in een vak waarvoor je een kennistoets moet doen én je bij IA al eerder een kennistoets hebt gedaan voor een ander vak (nl. van je eerste bevoegdheid).
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Om deel te kunnen nemen aan de kennistoets moet 70% van het vakinhoudelijk deel van het curriculum zijn afgerond. Voor precisering van het vakinhoudelijk deel van het curriculum kun je contact opnemen met de coördinator van je opleiding. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx