uereniging u6n
amilier echt Aduocaten Scheidingsmedioto rs F
REACTIE vFAS OP NOTA KINDERALIMENTATIE VVD EN PvdA
1.
Inleiding
Het bestuur van de vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) heeft met belangstelling kennis genomen van de nota nieuwe berekening kinderalimentatie van de VVD en PvdA, Met ruim 900 leden vertegenwoordigt de vFAS een groep familierechtadvocaten/scheidingsmediators die dagelijks bij echtscheidingen zijn betrokken en veel ervaring hebben met o,a. kinderalimentatie.
2. Het probleem In de nota noemen de opstellers de volgende problemen die zijn verbonden aan de bestaa nde regel i ng omtrent ki ndera i mentatie : I
1. De huidige wettelijke regeling voor de berekening van kinderalimentatie is zeer 2. 3,
4. 5. 6.
ingewikkeld; De door de rechtspraak ontwikkelde TREMA-normen zijn niet transparant; De TREMA-normen kunnen niet op eenvoudige wijze worden uitgewerkt door de mensen die alimentatie moeten betalen; Uit onderzoek van TNO en een enquête van het LBIO blijkt dat de problemen rond de betaling van kinderalimentatie mede worden veroorzaakt door de ingewikkelde en niet herkenbare berekening; Het LBIO verwacht dat door een eenvoudige en herkenbare berekening het aantal procedures over kinderalimentatie zal dalen en dit bespaart veel kosten, zowel voor de ouders als de overheid; Er wordt meer dan nodig gediscussieerd en geprocedeerd over kinderalimentatie en dit is nadelig voor kinderen.
Dit brengt de opstellers van de nota tot het inzicht dat de berekening van kinderalimentatie verregaande vereenvoudiging behoeft.
3.
Onderzoek naar het probleem
De opstellers van de nota baseren hun probleemanalyse van de bestaande wettelijke regeling van kinderalimentatie op onderzoek van TNO en het LBIO, De vFAS juicht het
toe dat verandering in wetgeving eerst onderzocht wordt op de bestaande problemen, TNO heeft in december 2010 het onderzoek'Rapportage Klantervaring in Kaart Levensgebeurtenis Echtscheiding' gepubliceerd. Dit rapport is gebaseerd op dieptegesprekken met 15 personen die recentelijk waren gescheiden. Daarnaast is gesproken met vertegenwoordigers van o,a, Ministeries, het LBiO, de Raad voor Rechtsbijstand, NIBUD, mediators en het Juridisch Loket, Het LBIO heeft in 2011 een eerste verkennend onderzoek gedaan, genaamd'Onderzoek naar de mening van burgers over de berekening van kinderalimentatie'. Het rapport is thans alleen beschikbaar in de vorm van een samenvatting, Het onderzoek beperkt zich tot de onderhoudsplichtigen en onderhoudsgerechtigden, die in aanraking zijn gekomen met het LBIO. Bovendien zijn alleen diegenen met een rechterlijke beschikking van na 2006 in het onderzoek betrokken, De vFAS heeft in 2011 een onderzoek door NIPO laten uitvoeren naar de mening van burgers over diverse aspecten van echtscheiding, genaamd 'Scheiden in Nederland 207I'. Het onderzoek is op 15 september 2011 aan Staatssecretaris Teeven aangeboden en terug te vinden op www.verder-online.nl. Er blijken opmerkelijke verschillen in de uitkomst van de drie onderzoeken te bestaan over de mening van de burger over de berekening van kinderalimentatie. Uit het TNO1
Postbus
657o7
z5o6EADENHAÁG
t5 jz6j
T o7o - j6z 6z F
o7o-427
E
[email protected]
Bank
47.o9.84.597
www.uerenigingFAS.nl BTW8ttz.&.7oo.B.or
K.u.K.Haaglanden nr.
27255227
onderzoek komt naar voren dat de burger behoefte heeft aan transparantie, specifiek aan inzicht in de berekening, de behoefte om zelf een eerste inschatting te kunnen maken en aan tools om de berekening te kunnen controleren (p. 10), Het onderzoek zegt echter niets over een relatie tussen de wijze van berekening van kinderalimentatie en de betalingsbereidheid, De opstellers gaan hier ten onrechte in hun probleemstelling onder punt 4 wel vanuit, Het LBIO-onderzoek concludeert dat de burger ontevreden lijkt te zijn over de manier waarop kinderalimentatie wordt berekend, De berekening bij de deskundige blijkt verder bij bijna driekwart van de respondenten tot meningsverschillen met hun ex-partners te leiden, Ruim de helft van de respondenten (54Vo) is ontevreden over de kosten die hij/zij moest voldoen aan de deskundige voor het berekenen van de kinderalimentatie, De zelfredzaamheid is laag en men is voor het maken van een kinderalimentatie afhankelijk van een deskundige (p, 3). Ruim 217o van de onderhoudsplichtigen betaalt naar eigen zeggen geen kinderalimentatie vanwege de manier waarop de kinderalimentatie is berekend, Men heeft onvoldoende inzicht hoe de kinderalimentatieberekening tot stand is gekomen of is het oneens met bepaalde posten in de berekening. De overige 79o/o voert een andere reden aan (p.4). Uit het NIPO-onderzoek blijkt daarentegen dat het maken van afspraken over kinderalimentatie door !4o/o als moeilijk ervaren werd en 2lo/o van de Nederlanders slaagde er niet in om dit zonder hulp van een gerechtelijke beslissing te regelen, Van de ondervraagden had 42o/o weinig of slechts enige moeite om overeenstemming te bereiken over kinderalimentatie (p. 48), Uit het NIPO onderzoek blijkt voorts dat driekwart van de Nederlanders het noodzakelijk vindt dat bij een scheiding een specialist betrokken wordt. Van gescheiden Nederlanders is zelfs B2o/o die mening toegedaan (p, 22). Welke betekenis kunnen we toekennen aan de bevindingen in het LBIO- en TNOonderzoek, nu belangrijke bevindingen daarin niet worden ondersteund door de resultaten van het NlPO-onderzoek? Het onderzoek van TNO naar de mening van de burger is slechts gebaseerd op die van 15 ondervraagden, Dat staat niet in verhouding tot de 1.013 ondervraagden door NIPO en kan daarom niet als representatief voor de mening van de burger over kinderalimentatie worden gepresenteerd. Het onderzoek van LBIO beperkt zich tot de probleemgroep, namelijk alimentatieplichtigen en -gerechtigden die met het LBIO in aanraking zijn gekomen, Het LBIO wordt immers slechts ingeschakeld indien zich problemen voordoen rond de inning van de alimentatie. Daarnaast beperkt het onderzoek zich tot die echtscheidingen waarbij de rechter kennelijk een beslissing heeft moeten nemen over de hoogte van de verschuldigde kindera limentatie. Reactie vFAS: De vFAS concludeert ten aanzien van het gepresenteerde onderzoek van
TNO en LBIO op basis waarvan de opstellers van de nota mede hun voorstellen voor
vereenvoudiging van de kinderalimentatie hebben gebaseerd:
.
de onderzoeksgroepen van TNO en LBIO zijn niet representatief voor het trekken van conclusies die voor de gemiddelde Nederlander gelden;
.
de conclusies van het onderzoek van LBIO dat ruim 70o/o van de Nederlanders meningsverschillen heeft met zijn/haar ex-partner over de vaststelling van kinderalimentatie strookt niet met de conclusie uit het NlPO-onderzoek dat 42o/o vàn de Nederlanders juist weinig of enige moeite had met het vaststellen van kinderalimentatie;
.
de wijze waarop kinderalimentatie wordt berekend is volgens het LBIOonderzoek voor de meeste van de onderhoudsplichtigen (B van de 10) juist geen weigeringsgrond voor het betalen van kinderalimentatie;
.
4. 1
2.
de behoefte aan transparantie en vereenvoudiging van regelgeving bij echtscheiding zoals uit het LBIO- en TNO-onderzoek blijkt, wordt niet bevestigd in het onderzoek door NIPO, waarin driekwart van de Nederlanders zegt het noodzakelijk te vinden dat bij een scheiding een specialist betrokken wordt"
Reactie vFAS t.a.v. probleemanalyse De huidige wettelijke regeling voor de berekening van kinderalimentatie is zeer ingewikkeld; Reactie vFAS: Uit de onderzoeken blijkt niet eenduidig dat het berekenen van kinderalimentatie als ingewikkeld wordt ervaren. De berekening vereist maatwerk. Er dient een realiteitstoets plaats te vinden en het draagkrachtbeginsel is bepalend of er enige bijdrage betaald kan worden. De door de rechtspraak ontwikkelde TREMA-normen zijn niet transparant; Reactie vFAS; De TREMA-normen beogen juist transparantie in de berekening en eenvormigheid in de rechtspraak te bewerkstelligen. De TREMA-normen zijn
opgesteld om meer eenheid in de rechtspraak te brengen, De werkgroep stelt de TREMA-normen periodiek bij. Een goed voorbeeld daarvan is de beperking van het aantal lasten dat de alimentatieplichtige bij kinderalimentatie ten laste van zijn draagkracht mag brengen en de verhoging van het beschikbare percentage van 60o/o naar 70o/o van de draagkrachtruimte. Wel bezwaarlijk acht de vFAS dat de rechtspraak niet de alimentatieberekening beschikbaar stelt behorend bij de alimentatlebeschikking, Slechts in een enkele rechtbank gebeurt dit wel, Op deze wijze kunnen de advocaten en de burger niet controleren hoe de rechtbank tot de alimentatieberekening is gekomen en of de berekening juist is uitgevoerd. Voorts acht de vFAS de aanbevelingen van de werkgroep TREMA voor coouderschap niet praktisch, Veel advocaten hanteren de methode-Bol die uitgaat van een stelsel van kostentoerekening aan de ouders, in plaats van betaling van alle kosten door éen ouder en een kostenvergoeding van EUR 5,-- per dag per kind voor het verblijf van het kind bíj de alimentatieplichtige ouder, 3.
De ïREMA-normen kunnen niet op eenvoudige wijze worden uitgewerkt door de
mensen die alimentatie moeten betalen; Reactie vFAS: De meeste burgers kunnen de berekening niet zelf maken, Uit het in opdracht van de vFAS uitgevoerde NIPO-onderzoek blijkt dat driekwart van de Nederlanders het belangrijk vindt dat een deskundige wordt ingeschakeld bij echtscheiding, Het is dus niet bezwaarlijk dat de burger de berekening niet zelf kan maken, zolang de door hem ingeschakelde deskundige het wel kan, Wel kan de vFAS zich vinden in de politieke wens tot vereenvoudiging van de berekening mits die vereenvoudiging niet ten koste gaat van belangrijke uitgangspunten bij de alimentatieberekening, Die uitgangspunten zullen hierna worden besproken, +.
Uit onderzoek van TNO en een enquête van het LBIO blijkt dat de problemen rond de betaling van kinderalimentatie mede worden veroorzaakt door de ingewikkelde en niet herkenbare berekening; Reactie vFAS: Uit het onderzoek van NIPO en TNO blijkt dit niet. Uit het onderzoek van het LBIO blijkt dat 27o/o van de onderhoudsplichtigen naar eigen zeggen geen kinderalimentatie betaalt vanwege de manier waarop de kinderalimentatie is berekend. Men heeft onvoldoende inzicht hoe de kinderalimentatieberekening tot stand is gekomen of is het oneens met bepaalde posten in de berekening. De vFAS wijst erop dat het percentage van 2ro/o betrekking heeft op de groep van door het LBIO aangesproken
alimentatieplichtigen die niet vrijwillig kinderalimentatie betalen. Dat betekent dat79o/o een andere reden opgeeft voor het niet vrijwillig voldoen van de kinderalimentatie, Naar het oordeel van de vFAS kan niet gesteld worden dat ingewikkeldheid van de berekening een belangrijke en significante reden is voor het niet betalen van kinderalimentatie.
5.
Het LBiO verwacht dat door een eenvoudige en herkenbare berekening het aantal procedures over kinderalimentatie zal dalen en dit bespaart veel kosten, zowel voor de ouders als de overheid; Reactie vFAS: Onduidelijk is waarop het LBIO deze verwachting baseert en over welk aantal het gaat. Zoals onder 4 genoemd geeftTgo/o van de ondervraagde wanbetalers in het LBlO-onderzoek een andere reden op voor het niet vrijwillig voldoen van kinderalimentatie, De vereenvoudiging van de berekening van de kinderalimentatie zal dus verhoudingsgewijs niet tot een substantiële toename leiden van het aantal vrijwillige betalingen.
6,
Er wordt meer dan nodig gediscussieerd en geprocedeerd over kinderalimentatie en dit is nadelig voor kinderen. Reactie vFAS: Uit het NIPO-onderzoek komt naar voren dat vier op de tien echtscheiding wordt afgewikkeld door overleg tussen advocaten, twee op de tien door de rechter, een op de tien door mediation en drie op de tien op een andere wijze, bijvoorbeeld gezamenlijk of met eén advocaat (p.49), Hieruit blijkt dat in 20o/o van de gevallen bij echtscheiding de rechter een inhoudelijke beslissing dient te nemen over één of meer aspecten van de echtscheiding, Dit cijfer stemt overeen met de CBS-cijfers over 2009. De overige B07o van de echtscheidingen wordt volgens de cijfers uit het NIPO-onderzoek dus in onderling overleg met behulp van deskundigen geregeld. Op basis van deze cijfers kan niet gesteld worden dat er verhoudingsgewijs veel geprocedeerd wordt over kinderalimentatie, De stelling van de opstellers van de nota dat er meer dan nodig gediscussieerd en geprocedeerd wordt over kinderalimentatie wordt niet gesteund door de beschikbare cijfers .
Resumerend komt de vFAS tot de slotsom dat zij het standpunt van de opstellers van de nota deelt dat de berekening van kinderalimentatie voor een deel van de ondervraagden ingewikkeld is, De overige problemen worden door de vFAS niet of slechts in geringe mate als problemen gesignaleerd.
5.
De uitgangspunten van de voorgestelde rekenmethode bij hun voorgestelde rekenmethode de volqenoe u itgangspunten genomen De opstellers van de nota hebben :
1. Eenvoud en transparantie staan voorop; 2. 800/o van de gebruikers moeten het zelf kunnen berekenen; 3. Zo min mogelijk variabelen en dan zoveel mogelijk forfaitair; 4. Op basis van de wettelijke begrippen (behoefte en eventueel draagkracht); 5. Uitgangspunt is de behoefte van een kind op basis van NIBUD/CBS statistieken; 6' Handhaving van het welvaartsniveau na scheiding is geen voorwaarde en veelal
een fictie (o,a, gestegen woonlasten); Rekening houden met zorgtaak ouders als forfaitaire variabele; B. Ouder draagt altijd minimaal bij; 9. wijzigingen beperkt toestaan bij het overschrijden van een bepaalde bandbreedte; 10. Tekorten worden verdeeld over beide ouders; 11' Ouders zijn geheel vrij om boven het wettelijk minimum andersluidende afspraken te maken;
l2.Wijziging eerst onderling proberen te regelen aan de hand van eenvoudige regels dan naar het LBIO waarna de gang naar de rechter openstaat;
6.
1.
Reactie vFAS t.a.v. de uitgangspunten Eenvoud en transparantie staan voorop; Reactie vFAS: Zoals hiervoor sub 4.3 aangegeven is de wens tot eenvoud vooral een politieke wens en niet zozeer een aan de hand van onderzoek uitgewezen wens van de burger, Niettemin kan de vFAS zich vinden in de wens om de regeling te vereenvoudigen mits de regeling in meer of mindere mate verbonden blijft met de reële financiële situatie van de ouders en met inachtneming van een aantaal bestaande uitgangspunten van het alimentatierekenen. Transparantie acht de vFAS een belangrijke voorwaarde voor een goede regeling, Daaronder verstaat de vFAS dat eenduidig is op welke wijze de alimentatie wordt berekend,
2.
B0%o van de gebruikers moeten het zelf kunnen berekenen; Reactie vFAS: Zoals hiervoor sub 4.3 aangegeven is de wens tot eenvoud vooral een politieke wens en niet zozeer een aan de hand van onderzoek uitgewezen wens van de burger. Volgens de vFAS behoort dit geen bepalend uitgangspunt te zijn voor vereenvoudiging van de regeling,
3.
Zo min mogelijk variabelen en dan zoveel mogelijk forfaitair; Reactie vFAS: Het werken met forfaitaire bedragen bevordert de eenvoud en voorkomt onnodige discussies, zoals is gebleken uit de toepassing van de tabellen van het NIBUD voor de bepaling van de behoefte van het kind. Zolang de forfaitaire bedragen in meer of mindere mate aansluiten bij de realiteit, heeft de vFAS geen principiële bezwaren tegen vereenvoudiging in de vorm van meer forfaitaire bedragen,
4.
Op basis van de wettelijke begrippen (behoefte en eventueel draagkracht); Reactie vFAS: Voor de berekening van alimentatie behoren behoefte en draagkracht bepalende uitgangspunten te blijven.
5.
Uitgangspunt is de behoefte van een kind op basis van NIBUD/CBS statistieken; Reactie vFAS: Voor de bepaling van de behoefte van kinderen behoren oe statistieken van NIBUD/CBS in de toekomst leidend te blijven. De rechtspraktijk is zeer gebaat bij deze statistieken en heeft er goede ervaringen mee,
6.
Handhaving van het welvaartsniveau na scheiding is geen voorwaarde en veelal een fictie (o.a. gestegen woonlasten); Reactie vFAS: Kinderen behoren na een echtscheiding in beginsel niet slechter onderhouden te worden dan tijdens het huwelijk, De vFAS hecht er daarom aan dat in de berekening het huidige uitgangspunt wordt gehandhaafd dat de behoefte van een kind wordt bepaald aan de hand van het netto gezinsinkomen op het moment van scheiding, Dat ouders na echtscheiding mogelijkerwijze de behoefte niet meer volledig kunnen voldoen, is voor de VFAS alleen aanvaardbaar als dit het gevolg is van een beperktere draagkracht van de ouders door een lager inkomen of noodzakelijke substantieel hogere lasten verband houdend met de scheid ing
"
Eveneens hecht de vFAS eraan dat kinderen mogen meeprofiteren van een toename van de welstand van de ouders na echtscheiding, Uit het voorstel blijkt niet of de opstellers dit uitgangspunt in de rechtspraak willen loslaten,
7.
Rekening houden met zorgtaak ouders als forfaitaire variabele; Reactie vFAS: De TREMA-normen bevatten geen goede regeling voor de toerekening van kosten van kinderen in situaties waarbij ouders na echtscheiding
oF het verbreken van een relatie gezamenlijk de zorg voor de kinderen verdelen. Toerekening van EUR 5,-- per dag zorg is gebaseerd op een stelsel waarbij eén ouder alle kosten van de kinderen voldoet, terwijl dit in de praktijk steeds vaker anders is. De methode-Bol kent wel een dergelijke toerekening van kosten van kinderen, die in de praktijk door steeds meer advocaten en ook rechters wordt toegepast, De vFAS juicht het toe dat in de stelselwijziging hiermee rekening wordt gehouden, te meer daar het recht doet aan de beleving van veel ouders dat zij kosten voor de kinderen voldoen die niet terug te vinden zijn in de TREMAnormen. Bovendien sluit het aan bij de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verzorging van kinderen die o,a, ook is terug te zien bij de verplichting om gezamenlijk een ouderschapsplan te ontwikkelen.
B,
Ouder draagt altijd minimaal bij; Reactie vFAS: Dit uitgangspunt vormt een breuk met het uitgangspunt in art, 7:397 lid 1 BW dat de draagkracht van een alimentatieplichtige bepalend is voor de vraag of alimentatie betaald kan worden. Dit kan meebrengen dat een ouder niet hoeft bij te dragen aan de verzorging van een kind. De verzorgende ouder dient dan de kosten van de verzorging van het kind volledig te voldoen, ook als deze ouder zelf een laag inkomen heeft. Deze afwenteling van armoede kan schrijnende gevolgen voor een kind (en voor de ouder waar het kind verblijft) hebben, Terecht stellen de opstellers van de nota de vraag aan de orde of deze consequenties wel aanvaardbaar zijn. In de praktijk van de WSNP ziet men thans terug dat in de TREMA-normen wordt aanbevolen dat een minimum bedrag aan bijdrage voldaan dient te worden door een verhoging van het vrij te laten bedrag van de saniet-alimentatieplichtige. De noodzaak tot een bijdrage wordt ook in situatie van schuldsanering als urgent beschouwd, De vFAS is dus positief over het voorstel om een minimale bijdrage voor ouders vast te stellen, Dit bevestigt de gezamenlijke verantwoordelijkheid die ouders voor hun kinderen dragen, Wel rijst de vraag hoe dit uitpakt in gevallen waarin de beslagvrije voet dreigt te worden aangetast of waarin de alimentatieplichtige inkomen uit een bijstandsuitkering heeft, Te overwegen valt om de beslagvrije voet en de bijstandsuitkeringen te verhogen met het minimum alimentatiebedrag,
9.
Wijzigingen beperkt toestaan bij het overschrijden van een bepaalde ba nd breedte; Reactie vFAS: Thans vormen op grond van art L:40r lid 1 BW alleen die wijzigingen waardoor het aanvankelijk vastgestelde bedrag niet langer voldoet aan de wettelijke maatstaven een grond voor wijziging van de kinderalimentatie. Dit uitgangspunt behoort volgens de vFAS gehandhaafd te blijven. De opstellers van de nota willen dit uitgangspunt ook handhavenÍ zo begrijpt de vFAS, doch daarop de beperking aanbrengen dat die wijziging alleen gegrond kan woroen verklaard indien een vooraf bepaalde bandbreedte wordt overschreden, Teqen deze beperking als zodanig heeft de vFAS geen bezwaren omdat het kan voorkomen dat voor iedere wijziging van omstandigheden een wijziging van alimentatie verzocht zal worden. Uiteraard moeten de bandbreedten cijfermatig wel redelijk zijn en de facto wijziging niet onmogelijk maken.
10, Tekorten worden verdeeld
over beide ouders; Reactie vFAS: Onder B heeft de vFAS al aangegeven dat zij positief is over een wettelijk vast te stellen minimumbijdrage, o.a. omdat dit kan voorkomen dat de armoede wordt afgewenteld op de verzorgende ouder. In het verlengde daarvan ligt besloten dat de tekorten in draagkracht om kinderen te verzorgen verdeeld worden tussen de ouders,
11,Ouders zijn geheel vrij om boven het wettelijk minimum andersluidende afspraken te maken; Reactie vFAS: De vFAS is het eens met deze stelling. Contractsvrijheid brengt mee dat ouders zelf andere afspraken mogen maken mits zij voldoen aan de minimum eisen, Onder minimum eisen zouden dan in ieder geval verstaan moeten worden de minimum bijdrage aan kinderalimentatie. Hier behoort men de problematiek van bijstandverhaal in ogenschouw te nemen, In geval van bijstand aan de alimentatiegerechtigde eindigt de vrijheid van partijen en behoort de alimentatieplichtige conform thans geldende normen in ieder geval de bijdrage te voldoen die behoort bij zijn draagkracht in relatie tot de behoefte van het kind, De vFAS verwacht niet dat in tijden van bezuinigingen op overheidsfinanciën de bestaande regels voor bijstandsverhaal zullen worden versoepeld,
onderling proberen te regelen aan de hand van eenvoudige regels dan naar het LBIO waarna de gang naar de rechter openstaat, Reactie vFAS: Het uitgangspunt dat het LBIO in geval van een geschil tussen de ouders de kinderalimentatie behoort vast te stellen, deelt de vFAS niet. Het belang en de noodzaak van het uitgangspunt worden niet nader toegelicht in de nota, Het LBIO is een publiekrechtelijk bestuursorgaan. Door burgers eerst te verplichten om het LBIO in de vorm van een executoriale titel een beslissing te laten geven over kinderalimentatie, wordt het LBIO opgetuigd met bevoegdheden van een rechter, Het LBIO handelt immers niet in hoedanigheid van bestuursorgaan omdat er geen publiekrechtelijk besluit genomen hoeft te worden, De burger heeft immers geen bezwaren tegen een besluit van het LBIO maar een geschil met een andere burger over een privaatrechtelijke verplichting. Het LBIO beschikt niet over de kernkwalíteiten en ruime expertise van geschillenbeslechting die de rechterlijke macht wel heeft, Het komt regelmatig voor dat rechters ter zitting erin slagen partijen in onderling overleg alsnog tot overeenstemming te brengen. Ook is het de vraag of het LBIO in staat is om vragen als verwijtbaar inkomensverlies, inkomen van ondernemers etc, te beoordelen. De rechterlijke macht beschikt over een zeer uitgebreide ervaring op het gebied van alimentatierekenen en de vFAS ziet niet in waarom een andere instantie die taken zou moeten overnemen/ en daartoe zou moeten worden opgeleid, ervaring in zou moeten opdoen etc., met alle kosten van dien. Dit betekent een verhoqinq en verschuiving van kosten, Daarenboven acht de vFAS het ook niet wenselijk dat het LBIo eerst de alimentatie vaststelt om vervolgens zelf de eigen beslissing ten uitvoer te leggen, Vanuit het oogpunt van scheiding der machten acht de vFAS het ongewenst dat het LBio zowel rechter als bestuursorgaan in dezelfde zaakzal zijn, De rechtspositie van de burger komt dan in het geding. Dat is staatsrechtelijk onaanvaardbaar.
12. Wijziging eerst
Resumerend komt de vFAS tot de slotsom dat de opstellers van de nota in grote lijnen de thans bestaande wettelijke uitgangspunten van behoefte, draagkracht en wijzigingsmogelijkheden in stand laten. Over de door hen gewenste belangrijkste aanpassingen op het wettelijke stelsel is de vFAS positief: introductie van een mimimum-bijdrage, rekening houden met de zorgtaken van ouders in financiële termen en het aanbrengen van een financiële bandbreedte in welke gevallen wijziging van alimentatie mogelijk wordt, De vFAS heeft principiële bezwaren tegen de introductie van het LBIO als rechter in alimentatiezaken. Die taak moet niet alleen voorbehouden blijven aan de rechter maar mag vanuit het oogpunr van scheiding der machten niet door een bestuursorgaan worden uitgevoerd die verantwoordelijk is voor dezelfde kwestie in die hoedaniqheid.
7.
Het nieuwe rekenmodel
De opstellers van de nota introduceren het volqende nieuwe rekenmodel:
Sfan
1
Bepalen van de behoefte van een kind (de kinderen) per maand aan de hand van een gestaffelde tabel gebaseerd op een percentage van het netto gezinsinkomen voor scheiding, met een minimum volgens de Nibud-norm
'
(ta
bel
1)
,
Stan ?'
Bepalen van de draagkracht van de ouders gebaseerd op het netto inkomen na scheiding (inclusief kinderbijslag (werkelijk), kindgebondenbudget (werkelijk) en heffingskorting (werkelijk)) verminderd met de vaste lasten (forfaitair)).
\r2n
<'
Toetsen of het vastgestelde behoeftebedrag ook valt binnen de draagkracht van de ouder(s), Indien de draagkracht de betaling van de behoefte niet toestaat, wordt het te betalen bedrag verlaagd, Ouders zonder draagkracht betalen in ieder geval het wettelijk minimum,
Ct,a
n 4'
Bepalen per ouder welke lasten na scheiding worden gedragen voor de kinderen op basis van de afspraken in het ouderschapsplan (forfaitair, tabel 3) kindgebonden kosten (forfaitair, tabel 4).
Qf:n 5'
8. Stap
Bepalen te betalen alimentatie (verschil aandeel ouder in behoefte (verdeling op basis van draagkracht) ten opzichte van werkelijke last),
Reactie van de vFAS op het nieuwe rekenmodel Bepalen van de behoefte van een kind (de kinderen) per maand aan de hand van een gestaffelde tabel gebaseerd op een percentage van het netto gezinsinkomen voor scheiding, met een minimum volgens de Nibud-norm (tabel 1).
1:
Reactie vFAS: Deze stap sluit aan op de huidige wijze waarop de behoefte aan kinderalimentatie wordt berekend en voldoet in de praktijk. Bepalend is het netto gezinsinkomen en de statistieken van Nibud. De opstellers van de nota vragen zich af of het wenselijk is om het fiscale verzamelinkomen als uitgangspunt te nemen. De vFAS adviseert de opstellers dit niet in die zin te wijzigen. Het fiscale verzamelinkomen is onvoldoende bepalend om het werkelijke inkomen van ouders te bepalen. In het verzamelinkomen zijn de effecten van de aftrekposten van de hypotheekrente en de fiscale bijtelling van de auto van de zaak verdisconteerd, Die behoren bij de behoeftebepaling geëlimineerd te worden, Cf:n ?'
Bepalen van de draagkracht van de ouders gebaseerd op het netto inkomen na scheiding (inclusief kinderbijslag (werkelijk), kindgebondenbudget (werkelijk) en heffingskorting (werkelijk)) verminderd met de vaste lasten (forfaitair)). Reactie vFAS: De draagkracht in het nieuwe stelsel is forfaitair bepaald. De vFAS heeft begrepen dat in het tabelbedrag in de draagkrachtberekening is uitgegaan van de bijstandsnorm voor een alleenstaande, een forfaitair bedrag voor de premie zorgverzekering en een woonlast gelijk aan 7/3 gedeelte van het netto inkomen minus het forfaitaire bedrag dat is verdisconteerd in de bijstandsnorm. Deze bestanddelen van de
draagkrachtberekening zijn gelijk aan de TREMA-normen voor kinderalimentatie maar zijn al forfaitair berekend, De nota geeft geen duidelijk inzicht in de wijze waarop de tabel tot stand is gekomen. Uit de tekst van het voorstel blijkt niet van welk percentage van de draagkrachtruimte de opstellers in de draagkrachttabellen uitgaan, De TREMA-normen gaan uit van 70olo. Het lijkt erop dat de tabellen uitgaan van 100oó. Dat betekent dat in het voorstel de vrije ruimte volledig wordt opgeheven. De vFAS is van oordeel dat deze verzwaring voor de alimentatieplichtige eerst nader onderzocht zou moeten worden op de financiële gevolgen daarvan. Met name de alimentatieplichtigen in de laagste inkomenscategorie zouden deze verzwaring mogelijk niet kunnen o ragen, Door het forfaitaire karakter houdt het voorgestelde stelsel geen rekening met de komst van een nieuwe partner van de alimentatieplichtige. Door diens komst vindt er een lastenverlichting aan de zijde van de alimentatieplÍchtÍge plaats, die in het huidige stelsel tot een halvering van de woonlast leidt als de nieuwe partner eigen inkomen heeft, Ook behoeft de problematiek van de dubbele woonlasten van de alimentatieplichtige aandacht. In die gevallen vinden er substantiële veranderingen in de lasten van de alimentatieplichtige plaats waarmee volgens de vFAS wel rekening gehouden behoort te worden bij de berekening van kinderalimentatie" Men kan niet enerzijds verlangen dat een mimimum-bijdrage altijd voldaan moet worden en anderzijds geen financiële gevolgen verbinden aan een substantiële lastenverlichting voor de alimentatieplichtige. Zulks geldt evenzeer voor de wettelijke onderhoudsplicht (art, 1:395 BW) van een nieuwe partner met wie de alimentatiegerechtigde of alimentatieplichtige huwt. Dan gaat de draagkracht van deze gehuwde nieuwe partner eveneens een rol spelen, Naar het oordeel van de vFAS kan in deze gevallen niet de forfaitaire tabel worden toegepast. Wellicht kunnen daarvoor alternatieve forfaitaire tabellen worden opgesteld, hoewel in die gevallen het wel heel moeilijk wordt om nog aan de hand van tabellen een oplossing te bieden voor de feitelijke situatie, Het nieuwe rekenmodel blijft terecht uitgaan van het nettoinkomensbegrip. Nieuw is dat dit wordt verhoogd met de kinderbijslag. Deze verandering is volgens de vFAS logisch omdat de kinderalimentatie feitelijk tot een hogere besteding leidt, In het huidige stelsel wordt de kinderbljslag verdisconteerd in de behoefte van het kind. Daardoor ontstaan er verschillen in de huidige behoeftetabellen van Nibud en die in het nieuwe rekenmodel, Dat maakt vergelijking van de effecten moeilijk en dient aan de hand van enkele rekenvoorbeelden uitgerekend te worden welke verschi llen hierdoor ontstaan. De vFAS mist in het voorstel de noodzaak tot indexering of anderszins aanpassing van de draagkrachttabellen. Doordat de bijstandsnorm jaarlijks aangepast wordt met een inflatiecorrectie, zal ook de tabel van de draagkrachtberekening periodiek moeten worden geindexeerd. In algemene zin merkt de vFAS op dat het wenselijk is dat meer inzicht wordt gegeven in de samenstelling van de draagkrachttabel. In een forfaitair stelsel bepaalt de wetgever of de Minister de cijfers, Extra inzicht is daarom geboden, Voorts is het van belang dat wordt geregeld op welke wijze de tabellen in de toekomst worden aangepast. De vFAS acht het voorts wenselijk dat de nieuwe tabellen worden voorzien van een toelichting zodat inzichtelijk wordt welke wijzigingen op grond waarvan worden doorqevoerd,
\r2n
<.
Toetsen of het vastgestelde behoeftebedrag ook valt binnen de draagkracht van de ouder(s). Indien de draagkracht de betaling van de behoefte niet toestaat, wordt het te betalen bedrag verlaagd, Ouders zonder draagkracht betalen in ieder geval het wettelijk minimum, Reactie vFAS: Deze stap sluit aan op de bestaande rekenmethode dat de alimentatieplichtige niet meer behoeft te betalen dan de behoefte van het kind maar ook niet meer dan zijn draagkracht toelaat. De introductie van het wettelijk minimum wijkt daarvan af. De vFAS is voorstander van de invoering van een wettelijk minimum te betalen kinderalimentatiebedraq zoals hiervoor reeds toegelicht.
Cfen 4'
Bepalen per ouder welke lasten na scheiding worden gedragen voor de kinderen op basis van de afspraken in het ouderschapsplan (forfaitair, tabel 3) kindgebonden kosten (forfaitair, tabel 4), Reactie vFAS: Het voorstel introduceert hier de methode-Bol, maar dan forfaitair. Het voorstel maakt onderscheid in kindgebonden kosten en overige kosten. De nota legt niet uit welke kosten onder de kindgebonden kosten vallen en hoe deze in de forfaitaire tabel zijn bepaald, Dat ervaart de vFAS als een gemis. Ook hier geldt dat de opstellers onvoldoende inzicht geven in een belangrijk onderdeel van het systeem dat grotendeels op forfaitaire bedragen is gebaseerd. Alleen de overige kindgebonden kosten worden toegerekend aan de ouders naar rato van de tijd dat een kind bij beide ouders doorbrengt, Dit veronderstelt dat tot de overige kindgebonden kosten de kosten van dagelijkse verzorging worden gerekend. Ook hier geldt dat de vFAS een toelichting mist, Zoals sub 6.7 uiteengezet, is de vFAS voorstander van de toerekening van kosten van kinderen aan de ouder die deze kosten voldoet. De ouder bij wie het kind verblijft maakt kosten voor dit kind. De vFAS vindt de methode van toerekening van kosten op basis van een percentage van het verblijf van de kinderen een werkbaar criterium en beter dan de methode waarvan de TREMA-normen uitgaan, namelijk EUR 5,-- per dag per kind,
Sfan {.
Bepalen te betalen alimentatie (verschil aandeel ouder in behoefte (verdeling op basis van draagkracht) ten opzichte van werkelijke last). Reactie vFAS: In stap 5 komen de resultaten uit de vorige stappen samen. Daarbij valt op dat de berekening minder eenvoudig is dan de opstellers wellicht voor ogen hebben gehad. In de berekening moet zowel ten aanzien van de behoefteverdeling als ten aanzien van de overige kosten van de kinderen een percentage berekend worden. In het eerste geval op basis van de draagkrachtvergelijking en in het tweede geval op basis van de tijd die kinderen bij hun ouders doorbrengen.
Resumerend komt de vFAS tot de slotsom dat het voorgestelde rekenmodel op veel punten aansluit bij de huidige rekenmethode zoals de berekenino van de behoefte van de kinderen, de draagkrachtvergelijking om de behoefteverdeling te bepalen, het draagkrachtbeginsel ter bepaling van het te betalen bedrag en de lasten die bepalend zijn voor de draagkracht, Die uitgangspunten zijn belangrijk. Nieuw is de introductie van de forfaitaire draagkracht, de forfaitaire kindgebonden kosten, de toerekening van de overige kinderkosten op basis van het verblijf van de kinderen bij de ouders en de minimumbijdrage"
10
Deze nieuwe onderdelen beoordeelt de vFAS verschillend. Positief is dat de draagkrachtberekening uitgaat van de thans ook gehanteerde lasten, Die lasten vormen de essentiële lasten voor de alimentatieplichtige. Positief is ook dat de methode de kosten van kinderen toerekent aan ouders, Dit sluit aan bij de verantwoordelijkheid van ouders om samen voor de kinderen te zorgen, Positief oordeelt de vFAS eveneens over de wens om ouders een minimum-bijdrage te laten betalen. Ook dat behoort bij verantwoordelijkheid van ouders en voorkomt dat sommige ouders de financiële problemen afwentelen op de andere ouder. Kritisch is de vFAS over de toepassing van forfaitaire tabellen zonder dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe de tabellen tot stand zijn gekomen. Bij een rekenmethode die hoofdzakelijk is gebaseerd op tabellen behoort grote zorgvuldigheid omtrent de totstandkoming en inzichtelijkheid van die tabellen. Kritisch is de vFAS over de noodzaak en de financiële gevolgen voor de alimentatieplichtige om de vrije ruimte volledig op te heffen. De opstellers van de nota hebben niet gemotiveerd waarom zij de bestaande regeling waarbij 7Oo/o vàr1de draagkrachtruimte beschikbaar is voor kinderalimentatie hebben losgelaten. Zonder nader financieel onderzoek naar de financiële gevolgen daarvan acht de vFAS een dergelijke keuze niet verantwoord, Alimentatieplichtigen in de laagste inkomenscategorie zouden mogelijkerwijze niet meer in staat kunnen blijken om kinderalimentatie te voldoen. In dat geval raakt men juist verder van het doel af dat kinderalimentatie betaald behoort te worden. Problematisch in de rechtspraktijk acht de vFAS tot slot de onverkorte toepassing van de forfaitaire draagkracht in gevallen dat de alimentatieplichtige een nieuwe partner krijgt, een van de ouders hertrouwt of de alimentatieplichtige dubbele woonlasten dient te voldoen. Voor die gevallen behoort volgens de vFAS een regeling getroffen te worden dat de draagkracht(verdeling) wordt aangepast en de kinderalimentatie kan worden aangepast. De vFAS denkt hierover graag mee.
9,
Conclusie vFAS: Niet overtuigend is aangetoond dat het voor de burger van belang is dat de berekening van kinderalimentatie eenvoudig te begrijpen is en dat de burger zelf de berekening zou moeten kunnen maken, De opstellers van de nota baseren zich oo onderzoeken van TNO en het LBIO, Uit het NIPO-onderzoek blijkt echter dat 42o/o van de Nederlanders weinig tot slechts enige moeite hebben met het vaststellen van kinderalimentatie en dat slechts in 2Oo/o de echtscheidingen de rechter een beslissing voor de burgers dient te nemen. Dat blijkt ook uit cijfers van het CBS, Dat betekent dat in B0o/o van de echtscheidingen burgers zelf met hulp van deskundige begeleiding erin slagen om afspraken te maken over kÍnderalimentatie, Bovendien heeft het onderzoek van LBIO aangetoond dat er geen duidelijk verband bestaat tussen betalingsgedrag door alimentatieplichtigen en de wijze van berekening van kinderalimentatie. Dit laat onverlet dat er een politieke wens kan bestaan om tot een vereenvoudiging te komen. Los van de vraag of er een noodzaak bestaat
tot verregaande vereenvoudiging van de berekening van kinderalimentatie, concludeert de vFAS dat de opstellers een goeoe aanzet hebben gegeven tot de introductie van een systeem dat de wijze van berekening van kinderalimentatie eenvoudiger maakt door het gebruik van forfaitaire bedragen onder gelijktijdige handhaving van de belangrijkste bestaande (wettelijke) uitgangspunten, te weten de wijze van behoefteberekening, oe draagkrachtvergelijking om de behoefteverdeling te bepalen, het draagkrachtbeginsel ter bepaling van het te betalen bedrag en de lasten die bepalend zijn voor de draaqkracht. 11
t1
De vFAS is positief over de introductie van een methode van toerekening van kosten van kinderen aan de ouders. Dit sluit aan bij de verantwoordelijkheid van ouders om
samen voor de kinderen te zorgen. Positief oordeelt de vFAS eveneens over de wens om ouders een minimum-bijdrage te laten betalen, Ook dat behoort bij verantwoordelijkheid van ouders en voorkomt dat sommige ouders de financiële problemen afwentelen op de andere ouder.
Kritisch is de vFAS over de noodzaak en de financiële gevolgen voor de alimentatieplichtige om de vrije ruimte volledig op te heffen. De opstellers van de nota hebben niet gemotiveerd waarom zij de bestaande regeling waarbij 70olo van de draagkrachtruimte beschikbaar is voor kinderalimentatie hebben losgelaten, Zonder nader financieel onderzoek naar de financiële gevolgen daarvan acht de vFAS een dergelijke keuze niet verantwoord. Alimentatieplichtigen in de laagste inkomenscategorie zouden mogelijkerwijze niet meer in staat kunnen blijken om kinderalimentatie te voldoen, In dat geval raakt men juist verder van het doel af dat kinderalimentatie betaald behoort te worden, Problematisch in de rechtspraktijk acht de vFAS de onverkorte toepassing van de forfaitaire draagkracht in gevallen dat de alimentatieplichtige een nieuwe partner krijgt, een van de ouders hertrouwt of de alimentatieplichtige dubbele woonlasten dient te voldoen, Voor die gevallen behoort volgens de vFAS een regeling getroffen te worden dat de draagkracht(verdeling) wordt aangepast en de kinderalimentatie kan woroen aangepasr Kritisch is de vFAS over de toepassing van forfaitaire tabellen zonder dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe de tabellen tot stand zijn gekomen, Bij een rekenmethode die hoofdzakelijk is gebaseerd op tabellen behoort grote zorgvuldigheid omtrent de totstandkoming en inzichtelijkheid van die tabellen,Op dit punt is het voorstel niet tra nspa ra nt,
Tot slot heeft de vFAS principiële bezwaren tegen de introductie van het LBIO als instantie die in geval van geschillen tussen ouders de kinderalimentatie zal vaststellen, De rechtspositie van de burger komt in het geding als het LBIO zowel de bevoegdheid krijgt om de kinderalimentatie vast te stellen als deze ten uit voer te mogen leggen jegens diezelfde burger. Het LBIO behoort niet zowel rechtsprekende als uitvoerende taken gelijktijdig uit te voeren. Zulks komt in strijd met het leerstuk van de scheiding der machten dat ligt besloten in de Trias Politica. Bovendien acht de vFAS het LBIO niet toegerust om zich van deze taak te kwijten op dezelfde wijze als de rechtspraak thans doet, met alle kosten van dien in geval van het overhevelen van taken van de rechterliike macht naar het LBIO. Den Haag 28 oktober 2011 vFAS, vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators
Ankefll-ulder en van de vFAS,
l/.